“Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010” Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie: Conferentie over “Biodiversiteit in een veranderende wereld” 8-9 september 2010 Internationaal Conventiecentrum Gent – België
“Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010” Het algemene thema van de 10° COP tijdens de Conventie over Biologische Diversiteit is: “biodiversiteit is leven, biodiversiteit is ons leven”. Dit benadrukt het belang van biodiversiteit voor elke mens. Dit jaar 2010 is uitgeroepen als Internationaal jaar voor Biodiversiteit. Dit is echter ook het jaar waarin we er niet in slaagden de doelstelling van 2010 te behalen op EU- en wereldniveau. Biodiversiteit en de voordelen die de ecosystemen opleveren (het natuurlijke wereldkapitaal) zijn niet alleen van cruciaal belang voor de wereldwijde voedselveiligheid en duurzame ontwikkeling, spelen ook een cruciale rol in de beperking en ombuiging van de klimaatverandering.
Het verlies van biodiversiteit heeft al geleid tot ernstige ecologische, economische en sociale gevolgen. De kost van het verlies van biodiversiteit en de achteruitgang van het ecosysteem loopt op tot 7% van het BNP in 2050 als we zaken op hun beloop laten gaan. De wereldwijde verandering van de milieuomstandigheden, maar ook socio-economische relaties zorgen voor extra uitdagingen voor biodiversiteit. Deze wijzigingen houden echter ook een gelegenheid voor structurele verandering in.
2010 is ook het jaar waarin zowel de EU- als de wereldgemeenschap een nieuwe doelstelling en strategie rond biodiversiteit moeten bepalen voor de komende 10 jaar. De conferentie in Gent bekeek de uitdagingen en besprak mogelijke opportuniteiten die kunnen bijdragen tot dit proces.
We kunnen het verlies van biodiversiteit enkel een halt toeroepen indien we de meest kritieke oorzaken aanpakken. Als we een duurzame economie willen opbouwen, moeten we ons natuurlijke kapitaal op lange termijn veilig stellen en de consumptie van onze middelen tot een duurzaam niveau beperken. Een strategie voor biodiversiteit moet rekening houden met de bescherming en het behoud van de voordelen die het ecosysteem ons oplevert, maar ook met de daarmee verbonden socio-economische aspecten. Ze moet de impact van de Europese productie- en consumptiepatronen op de biodiversiteit binnen en buiten Europa beheren. De klimaatverandering verhoogt de druk op de biodiversiteit en ecosystemen. Gezonde ecosystemen zijn van levensbelang, zowel voor de beperking van de klimaatverandering als voor onze aanpassing aan deze verandering. Het wordt steeds duidelijker dat de uitdagingen rond biodiversiteit en de klimaatverandering samen moeten worden aangepakt worden.
Uit de Conferentie kwamen zes cruciale opportuniteiten naar voor: 1. Een betere integratie en veralgemening van biodiversiteit op alle niveaus •
•
•
Het is van cruciaal belang dat we de integratie en veralgemening van problemen rond biodiversiteit verwerken in belangrijke beleidslijnen en programma’s op lokaal, nationaal, EU- en wereldniveau. Alle sectoren moeten betrokken worden om hun deel van de verantwoordelijkheid rond de doelstellingen van biodiversiteit op zich te nemen. Om de nieuwe problemen op te lossen, moeten aangepaste wetten worden gemaakt en moeten de bestaande wettelijke structuren worden aangevuld. Biodiversiteit en gezonde ecosystemen zijn ook van cruciaal belang voor de aanpassing aan en beperking van de klimaatverandering. We moeten een aanpak toepassen op basis van de ecosystemen die de integratie van beleidslijnen ondersteunt, meer synergiemogelijkheden creëert en het maximum haalt uit bijkomende voordelen. We moeten ervoor zorgen dat de nieuwe aanpak die de TEEB-studie voorstelt, namelijk een nadruk op de economische waarde van de voordelen die de ecosystemen opleveren, en de aanbevelingen die erin staan helemaal duidelijk zijn. Ze moeten operationeel worden gemaakt aan de hand van een inzicht in de reële waarde van de diensten van de ecosystemen.
2. Sterke en duurzame partnerschappen opbouwen •
•
Heel de gemeenschap moet betrokken worden bij de implementering van de doelstellingen na 2010. Dit houdt de volledige betrokkenheid van alle betrokken partijen in, maar vooral van de privésector bij de ontwikkeling en implementering van beleidslijnen en acties. Partnerschappen voor het behoud van de biodiversiteit moeten verder gaan dan de gewoonlijke aanpak van natuurbehoud. Daarom moeten we meer werk maken van het uitwisselen van kennis en ervaring, het bouwen van netwerken en beter samenwerken.
3. Meer financiële middelen en optimalisatie van het gebruik van de huidige bronnen voor biodiversiteit •
Investeren in de natuur is economisch verantwoord (vb. een grote opbrengst van de investering met betrekking tot het herstellen van gronden, waterzuivering of het opvangen van CO2). We moeten biodiversiteit en de diensten die ecosystemen opleveren economisch zichtbaar maken. Het is ook van cruciaal belang dat we informatie verstrekken over de kosten van de gevolgen als we geen acties ondernemen. Het taxeren en waarderen van de diensten die de ecosystemen opleveren, zal het besef doen toenemen, veranderingen teweegbrengen in de
•
•
praktijken voor het gebruik van gronden en ruimtelijke planning, het werven van fondsen, politieke beslissingen enz. We moeten ons engageren om alternatieve financiële mechanismen verder te ontwikkelen om zo investeringen met betrekking tot biodiversiteit te ondersteunen en vertrouwd te raken met externe kosten. Voorbeelden zijn innoverende systemen voor het betalen van diensten van ecosystemen (payment of ecosystem services - PES) en het mobiliseren van privéfinancieringen. De huidige financiële instrumenten van de EU bieden mogelijkheden. We moeten er echter voor zorgen dat rekening wordt gehouden met doelstellingen rond biodiversiteit bij het ontwikkelen van interne en externe EU-beleidslijnen in de toekomst, maar ook bij de nieuwe financiële perspectieven voor 2014-2020. Het integreren van een waardebepaling van de diensten van ecosystemen in conventionele nationale boekhoudingprocedures en het proces “verder dan het BNP” moeten worden gestimuleerd.
4. Een sterke wetenschap creëren die moet leiden tot een sterk beleid •
•
•
De interactie tussen de wetenschap en het beleid moet op alle niveaus binnen de EU en op wereldschaal worden verbeterd. We benadrukken dat het heel belangrijk is om zo snel mogelijk een IPBES op te maken en toe te passen. We moeten de gaten in de kennis opvullen, zodat we de complexe natuurlijke processen beter begrijpen, en zo ook de impact van de oorzaken, de ecologische kantelpunten en drempeleffecten. Dat is van cruciaal belang om correcte antwoorden te kunnen formulieren op politiek en beheerniveau. Gezien de bestaande schaduwzones zijn het voorzorgsprincipe en methodes voor het beschermen van de biodiversiteit bijzonder belangrijk. Er is nood aan meer onderzoek naar innoverende technologieën en methoden die een duurzaam gebruik van natuurlijke bronnen garanderen. Daarom is het van cruciaal belang dat we wetenschappelijk sterke observatiestructuren en langetermijncontrole ontwikkelen. Zo kunnen we tijdig en op een innoverende manier wijzigingen opsporen en het beleid daar snel aan aanpassen.
5. Communicatie, meer bewustzijn en betrokkenheid van de burger •
•
We moeten een beter inzicht in waarom biodiversiteit en gezonde ecosystemen zo ontzettend belangrijk zijn, ontwikkelen en overbrengen. We moeten duidelijk maken waarom de achteruitgang van deze systemen een rol speelt in ons economische, sociale en culturele welzijn. Zo kunnen we een verandering teweegbrengen in het gedrag en een gevoel van verantwoordelijkheid versterken. We moeten de nieuwe/moderne communicatie-instrumenten beter gebruiken om alle burgers te bereiken en de beste praktijken naar voor te brengen. Zo kunnen we het publiek efficiënt betrekken op alle niveaus en een maatschappelijke verandering teweegbrengen.
6. EU-verantwoordelijkheid voor wereldwijde biodiversiteit •
•
•
•
De Europese Unie heeft een grote en nog steeds toenemende impact op de biodiversiteit, binnen en buiten de grenzen van de EU. Binnen de EU hebben we nog steeds nood aan een geïntegreerde oplossing die betrekking heeft op de volledige productie-, consumptie- en afvalcyclus. De EU moet een leider zijn in de integratie van problemen rond biodiversiteit via bilaterale en wereldwijde overeenkomsten rond handel en ontwikkelingssamenwerking. De ontwikkeling van duurzaamheidcriteria en het stimuleren van het certificeren van duurzaam geoogste producten zijn hier nuttige instrumenten voor. Een grotere mobilisering van middelen voor ontwikkelingslanden is van cruciaal belang om het behoud van biodiversiteit en een duurzaam gebruik te verbeteren. Dit kan ook bijdragen tot het terugdringen van de armoede. Om synergiemogelijkheden tussen biodiversiteit en beleidslijnen rond klimaat te stimuleren, moeten we van de oprichting van REDD+ een absolute prioriteit maken. De goedgekeurde maatregelen zouden een beperking van de klimaatverandering moeten combineren met het behoud van diversiteit, de belangen van de autochtone bevolking en plaatselijke gemeenschappen.