Auditieve taalontwikkeling
Thema: Ik ben ziek
Boek van de week: Ziek zijn Het ziekenhuis Nijntje naar het ziekenhuis Doelen bij boek van de week/verhaalbegrip: - De leerlingen kunnen na afloop van de boekoriëntatie de titel van het verhaal aanwijzen. - De kinderen kunnen aan de hand van de tekeningen op de voorkant en op de achterkant van het boek, een voorspelling maken van de inhoud van het boek. - De kinderen weten dat een boek van voren naar achteren wordt gelezen. - De kinderen begrijpen waar het verhaal over gaat - De kinderen weten wat zinnen, woorden en letters zijn - De kinderen kunnen het verhaal zelf navertellen Woordweb Maak een woordweb over ziek zijn en ziekenhuis Doel: - De kinderen leren om na te denken over alles wat met dat thema te maken heeft - Kinderen leren van elkaar nieuwe woorden rondom het thema Uit het taalkastje: Ko Klapper
Auditieve analyse:
1.2 een en twee lettergrepen 1.3 drie of meer lettergrepen
Uit het taalkastje: Henk Hak en Piet Plak Auditieve synthese
ziek pil bed prik pijn au arts koorts raar zalf vies spuit
4.1 lettergrepen samenvoegen tot een woord 4.2 letters samenvoegen tot een woord zuster dokter huilen recept drankje oren slapen hoesten buikpijn verdriet ogen brancard
ziekenhuis ziekenauto ziekenhuisbed amandelen visite spreekkamer pyjama medicijn verkouden thermometer dokterskoffer ambulance
1
Uit het taalkastje: Pipa Papegaai Auditieve analyse
1.4 zinnen verdelen in woorden
Auditief geheugen
3.3 nazeggen van eenvoudige zinnen van 4 a 7 woorden 3.4 nazeggen van eenvoudige zinnen van 7 a 10 woorden
Ik ben ziek Ik voel me raar Het doet pijn De dokter geeft een prik Ik heb buikpijn Mamma neemt de koorts op Ik lust niets Pappa ligt in bed Hier is een drankje Erwin heeft een gebroken been Nu moet ik binnen blijven Jan ligt in bed Wanneer ben ik weer beter? Auditieve discriminatie:
Griep Hoesten Ogen Appel Visite Slapen Druif Koorts Keelpijn
pil arts koorts glas slapen prik kers ziek been
bed ziek zalf fruit arts lekker vies peer appel
Nijntje heeft de griep en ligt in bed Wie geeft hem een prik en een pil? Jan moet heel nodig naar de w.c. Hou je van fruit of van snoep? Drink je de beker met melk nog op? Hoeveel ijsjes heb jij vandaag gegeten Bob heeft een pleister op zijn hand Er zit een flinke snee in mijn hand Ik heb buikpijn en wil niet naar school Mama krijgt bloemen omdat ze ziek i Er is een ongeluk gebeurd op straat
2.2
Reactiewoorden herkennen
glas oren prik zuster ogen au fruit raar arts
lekker au raar melk bed fruit ogen lekker wc
pil raar pijn oren koorts huilen fles water ijs arts slapen oren vies wc visite zalf keelpijn
Uit het taalkastje: Ria Rijm Auditieve Discriminatie:
Ziek Bed Zalf Koorts Oor Bloem Peer
melk raar pijn keel oog ijs bes
2.3
Rijmen 2
pil arts prik zeer been plas val 2
vies prik dokter fruit pyama pil snoep ziek pyama
zalf bed pil dokter snee visite melk bed snee
koorts recept verdriet pyama medicijn bloemen gezond drankje ziek
Uit het taalkastje: Lange Slang Auditieve Discriminatie Zalf Pil Pijn Fruit Appels Ijs Keelpijn Dokter
2.5
Het langste woord
hoesten recept drankje thermometer dokterskoffer bloemen spreekkamer amandelen
Auditieve Discriminatie
2.6
vies oor visite dokter ogen melk snee tand
ziekenhuis amandelen spreekkamer ziekenauto verkouden verdriet buikpijn thermometer
De langste zin
Tom snoept Hoeveel ijsjes heb jij vandaag gegeten Marit drinkt een glas melk Dat ruikt lekker Tomas snijdt in zijn vinger Moeder belt de dokter Pim speelt binnen Dat is vies Moeder neemt de koorts op Daar is de zuster Ik hou van fruit Papa is verkouden Vandaag ga ik naar de tandarts
Een wortel is gezond Roos drinkt Iris is ziek Nienke voelt zich niet lekker Ik slaap Mark ligt op de bank en slaapt Arnoud heeft het koud en rilt De dokter geeft Iris een drankje Hij lust niets Roderick eet Marlies staat onder de douche Hij hoest Sam slaapt in bed
Uit het taalkastje: letterrups Auditieve Discriminatie Bed Oog Been Zuster Veband
drankje beker recept zalf bloemen
Auditieve discriminatie Kers Zalf Koek Dokter Zuur
veel snoep lepel zuster glas
2.7 keel tand ijs hoesten appel
2.8 vies gezond beter prikje peer
Het eerste woord bloem koorts melk huilen verdriet
prik wc glas vallen druif
au fruit prik pleister buikpijn
Het laatste woord keel ziek appel pleister kil
3
beter kruk koud bloed warm
au eet melk snee oog
Auditieve Discriminatie
Bloem Dokter Lepel Koorts Sap
fruit koffer bank water snoep
l s oo o a
o t p oe u
p v ei ie oe
Auditieve Discriminatie
Keel Glas Prik Oog Bloed
Auditieve Discriminatie
Amandelen Snee Spreekuur Fles Appel
Auditieve Discriminatie
Pil Bed Sap Peer Buik
Het middelste woord
telefoon kruk oor recept ziek
Auditieve Discriminatie
K m ei a e
2.9
pil keel slapen pyama morgen
2.10
l l oe o aa
drankje raar jas beter bloemen
Reactieletters herkennen
r t aa aa oe
2.11
s p ei oo ee
d t m o uu
2.12
l w f a i
De eerste letter
ziek beker drank bah pleister
peer water sap vies koud
De laatste letter
bloemen verband tandarts jodium soep
2.13
ijs lekker heet wortel gezond
fruit koorts tandpijn poeder melk
De middelste letter
keel das rot zuur lip
jas heet koel rood neus
4
m b ei au oe
Auditieve Discriminatie
Ziek Pijn Neus Ambulance Keel
2 15
ziekenhuis prik glas amandelen peer
Dezelfde letter horen in een serie woorden
zacht pil sap appel snee
ziekenauto pyama nies au been
zuster papa vies alleen beer
Uit het taalkastje: Pipa Papegaai Auditieve Discriminatie
3.1
Hetzelfde woord in drie/vier woorden
Spuit Bloed Recept Drinken Dorst Hoesten
brancard pil recept water koorts hoesten
spuit pil glas drinken koorts fruit
Raar Keelpijn Zuster Sap Gebroken Pyama
ziek dokter buikpijn pijn maag visite
slapen dokter zuster sap gebroken pyama
slapen zalf appel dorst honger spuit
Auditief Geheugen 3.2 Het zelfde woord in twee zinnen Daar komt een ambulance Hoor je de sirene van de ambulance Jan is ziek wie zich ziek voelt ligt graag in bed Moeder neemt de koorts op Bart heeft hoge koorts Mieke heeft buikpijn Toen Jan buikpijn had,lustte hij geen eten De dokter verbindt de wond Er kwam bloed uit de wond Vandaag voel ik me zo moe Omdat Hans moe is stopt mama hem in bed Kees gaat naar het ziekenhuis In het ziekenhuis liggen zieke mensen Daan heeft een gebroken arm Tom viel en had daardoor een gebroken arm Frans loopt met krukken Frans heeft een gebroken been De zuster zet het been in het gips Het gips van Iris staat vol met namen Op het nachtkastje staat water Ik heb het warm en drink veel water
Auditief Geheugen
Fruit Dorst
3.5
dokter bessen
Nazeggen van 4 woorden, zonder relatie
ogen pillen 5
water visite
Huilen Ziek Ziekenauto Hoesten Sirene Zwaailicht Krukken Verband
zuster pyama honger buikpijn bed recept pleister schaafwond
Auditief Geheugen
3.6
glas sap melk brancard sinaasappel zalf fruit au
beter bloemen tandarts potje verkouden ontstoken handdoek arts
Het ontbrekende woord noemen
Dokter Dokter
zuster zuster
spuit spuit
zalf
Bloemen
slapen slapen
pil pil
hoesten hoesten
recept recept
ziekenauto
sirene sirene
verband verband
huilen huilen
bed bed
keelpijn
amandelen amandelen
Auditief geheugen
3.7
5432 3542 1354 2541 2334
Nazeggen van cijferreeksen 7546 4862 9548 6321 1475
Uit het taalkastje: de dokter Auditief taalbegrip
5.1
De dokter kijkt….. De zuster pakt…… Papa schenkt…… De wond…… Als je valt Marieke lust Auditief Taalbegrip Fruit Ambulance Bed Vallen
Een zin langer maken Monique heeft …… Moeder snijdt…… Opa maakt…… De zieke…… Daan huilt want…… In het ziekenhuis……
5.2
Woorden noemen in een bepaalde categorie Dokter Apotheker hoesten ziek 6
Auditief Taalbegrip
5.3
Tegenstellingen
Ziek beter gezond ongezond Koud warm hoog laag Vies lekker huilen lachen Veel pillen weinig pillen Flesje is open flesje is dicht Pleister is smerig pleister is schoon Ik doe het verband er om – Ik haal het verband eraf Jij doet de pyjama aan – hij doet de pyjama uit Als je ziek bent, blijf je binnen – Als je beter bent, mag je naar buiten
Auditief Taalbegrip
5.4
Goed of fout
Er zitten veel vitamines in groente en fruit De dokter maakt je ziek Met een mes kun je je snijden Als je een gebroken been hebt kun je gewoon lopen De zuster verbindt de wond Mark zit op de ambulance De telefoon rinkelt In het ziekenhuis liggen olifanten Morgen ga ik naar de tandarts Uit het taalkastje: letterrups Alfabetisch principe; letter van de week:1;Z 2;D 3;T 4;A Letterrups haalt elke week een letter tevoorschijn. Zie letters hierboven genoemd. Deze letters worden uitgebreid bekeken en kinderen mogen woorden bedenken die beginnen met die letters. Wie een woord weet, mag die zeggen. Is het goed, dan komt letterrups tevoorschijn. Uit het taalkastje: mijnheer en mevrouw Schrijver Functies geschreven taal 1; Woordkaarten ziek zijn en ziekenhuis; woordherkenning en naschrijven/ naleggen van de woorden op het magnetisch letterbord 2; Recepten schrijven 3; Ansichtkaarten maken voor zieke mensen 4; Bob de Beer is ziek; aantekenen wat hij heeft, recept uitschrijven en een kaart sturen aan Bob de Beer
7