Prentenboek: Naar het ziekenhuis – Imme Dros Illustrator: Uitgeverij:
Harrie Geelen Querido
Woorden uit prentenboek:
Zelfstandig naamwoorden: -
de kin de bobbel de muggenbult de spreekkamer het spreekuur de kinderarts de fistel de kieuw de operatie de zaal het verband de wastafel de sproeten de zuster het kapje het litteken
Werkwoorden: -
Functiewoorden: -
woorden bij de lessenserie: de hoestdrank de zalf de thermometer het pilletje de stethoscoop de hechting de jodium het watje het verband
aardig gevaarlijk stampvol piepklein pijn zielig vanzelf stiekem stijf gauw wauw
Uitdrukkingen: -
Extra -
aan de beurt zijn opereren snijden
strak kijken naar… dat komt ervan
Lessenserie bij ‘Naar het ziekenhuis’. Dag 1: Het boek wordt eerst bekeken. Vragen die gesteld worden zijn: - Wat is de titel van het boek? - Wat is een kaft? Kun je het aanwijzen? - Wat is de rug van een boek? Kun je het aanwijzen? - Waar staat de titel? Hoe herken je deze? - Waarom staat de titel ook op de rug van het boek? - Waar kun je zien wie het boek heeft geschreven of wie de tekeningen heeft gemaakt? - Wie weet een moeilijk woord voor ‘schrijver’? - Wie weet een moeilijk woord voor ‘tekenaar’? Hierna wordt het prentenboek voorgelezen.
Dag 2: Eerst wordt het prentenboek voorgelezen. Daarna wordt een Kimspel gespeeld met verschillende concrete materialen en woordkaarten. Deze spullen worden eerst bekeken en benoemd, daarna wordt er een groot kleed overheen gelegd. Eén leerling doet zijn ogen dicht en een andere leerling haalt een voorwerp weg. De leerling die zijn ogen dicht had moet raden wat er weggehaald is. De materialen die gebruikt worden bij het spel: - het hoestdrankje - de zalf - de thermometer - het pilletje - woordkaart van de stethoscoop - woordkaart van de hechting - het jodium - het watje - woordkaart van de kin - woordkaart van de kieuw - het verband - woordkaart van de wastafel - woordkaart van de zuster - het kapje
Dag 3: Eerst wordt het prentenboek voorgelezen. Daarna wordt een Woordmemorie gespeeld met woorden die zowel in het thema als in het prentenboek aan bod komen. Wanneer een leerling twee dezelfde plaatjes omdraait mag hij deze memorie pas houden, wanneer hij het bijpassende woord kan noemen. Wanneer hij dit niet kan, gaat de beurt door naar de volgende leerling. De Woordmemorie is terug te vinden in de materialenbak.
Dag 4: Tijdens deze les worden er kleine rollenspellen gespeeld. Steeds is één leerling de dokter en een ander de patiënt. De patiënt krijgt een kaartje met daarop een klacht geschreven. De dokter moet de patiënt vragen wat er aan de hand is en deze vertelt dat. Aan de hand hiervan wordt een kort rollenspel uitgespeeld. De leerkracht stuurt dit, waar nodig. - Wat is er aan de hand? - Heb je erge pijn? - Waar heb je pijn? - Hoe is dat gekomen? - Kan de dokter de patiënt helpen? - Of moet de patiënt naar het ziekenhuis? - Is er een wond die verbonden of gehecht moet worden? - Moeten er pilletjes of een hoestdrankje bij de apotheek gehaald worden? - Enz… De opdrachtkaartjes zijn terug te vinden in de materialenbak. Wanneer er nog tijd over is, kan het prentenboek nog voorgelezen worden.
Materialenlijst bij ‘Naar het ziekenhuis’. Dag 1: - Prentenboek ‘Naar het ziekenhuis’ – Imme Dros
Dag 2: -
Prentenboek ‘Naar het ziekenhuis’ – Imme Dros Hoestdrankje Zalf Thermometer Pilletje Woordkaart van de stethoscoop Woordkaart van de hechting Jodium Watje Woordkaart van de kin Woordkaart van de kieuw Verband Woordkaart van de wastafel Woordkaart van de zuster (Mond)kapje
Dag 3: - Prentenboek ‘Naar het ziekenhuis’ – Imme Dros - Woordmemorie
Dag 4: - Prentenboek ‘Naar het ziekenhuis’ – Imme Dros - Verkleedset dokter/ zuster - Opdrachtkaartjes rollenspel
een snotneus
hoofdpijn
een diepe wond
hoesten
een klein wondje
een gebroken been
misselijk
pijn aan je pols
keelpijn
een bult op je knie