blvc-plan. Projectnummer 7783 Datum 22 november 2012

BK City STAY te Delft Logistiek plan/BLVC-plan Projectnummer Datum

Rapportnummer Versie Status Tekstgedeelte Bijlagen

001 002 definitief 23 pagina's 3

Opgesteld door E-mail Doorkiesnummer Internet

7783 22 november 2012

de heer ir. D. van Beekum [email protected] 088 - 226 74 00 www.bbn.nl

Inhoud 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4.

Inleiding Aanleiding Doel van dit BLVC-plan Opzet BLVC-plan Dwangmatigheid BLVC-afspraken

3 3 3 3 4

2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.3.1. 2.3.2. 2.3.3.

Projectomschrijving Renovatie Planning en fasering Werkterrein Extern Intern Fasering

5 5 5 6 6 7 8

3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7. 3.8. 3.9. 3.10.

Bereikbaarheid Verantwoordelijkheden/werkzaamheden aannemer Algemeen Autoverkeer Laden en lossen Openbaar vervoer Fietsers Voetgangers en gehandicapten Nood- en hulpdiensten Bouwverkeer Overige dienstverlening

9 9 9 9 10 10 11 12 12 12 13

4. 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7. 4.7.1. 4.7.2. 4.8. 4.9.

Leefbaarheid Verantwoordelijkheden/werkzaamheden aannemer Bouw-/werkterrein Materieel Materiaal Werktijden Verlichting en cameratoezicht Ophalen afval en reiniging openbare ruimte Schoonheidsgraad/reiniging Beheer Evenementen Bijzondere onderwijsactiviteiten

14 14 14 15 15 15 16 16 16 16 16 17

5. 5.1. 5.2. 5.3.

Veiligheid Verantwoordelijkheden/werkzaamheden aannemer Gebruikers openbare ruimte Werknemers

18 18 18 18

6. 6.1. 6.2. 6.3.

Communicatie Verantwoordelijkheden/werkzaamheden aannemer BLVC-coördinator Klachtenafhandeling

20 22 22 22

7783  BK City STAY Rap001  Versie2  15 maart 2013

pagina 2 van 23 bbn adviseurs

1. 1.1.

Inleiding Aanleiding

Dit BLVC (Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie)-plan is geschreven ten behoeve van de renovatie van de Faculteit Bouwkunde aan de Julianalaan te Delft. Het gebouw staat in de directe omgeving van belangrijke verkeerskundige verbindingen tussen het centrum en het station van Delft, de TU Delft en de wegen A13 en N470 (Kruithuisweg). Het gehele gebouw wordt in fasen gerenoveerd waarbij de nadruk ligt op het verbeteren van het thermisch binnenklimaat en het comfort en werkzaamheden ten aanzien van achterstallig onderhoud. Tijdens de werkzaamheden blijft het gebouw in gebruik. Delen van het gebouw zullen in overleg met de Opdrachtgever worden vrijgemaakt voor het uitvoeren van de werkzaamheden.

1.2.

Doel van dit BLVC-plan

Alle gebruikers van het gebied hebben verschillende belangen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. De bewoners van de omringende gebouwen vinden Bereikbaarheid en Leefbaarheid het meest belangrijk, de ondernemers en de werkende mensen Bereikbaarheid en Communicatie. Ook de bezoekers zullen de Bereikbaarheid en Communicatie het meest belangrijk vinden, terwijl de opdrachtgever en de aannemer de Veiligheid moeten en willen garanderen en een zeer groot belang hebben bij begrip en draagvlak van alle gebruikers. Het doel van het BLVC-plan is om de Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie tijdens de uitvoering van het project te waarborgen. De verschillende belangen van de betrokken partijen worden voortijdig in kaart gebracht en op elkaar afgestemd en gecommuniceerd naar belanghebbenden. Dankzij deze afstemming en de communicatie ontstaan er tijdens de uitvoering minder vertragingen. Ook ontstaat er minder overlast tijdens de uitvoering waardoor omwonenden, verkeersdeelnemers en de werkende mensen meer begrip kunnen opbrengen voor de werkzaamheden. Tijdens de uitvoering is de (neven)aannemer met zijn onderaannemers te gast in het gebied en dienen zij zich als zodanig te gedragen. Het is onvermijdelijk dat er overlast ontstaat, maar door op te ruimen en regelmatig de bestrating te ontdoen van zwerfbouwafval, zal er meer begrip ontstaan voor de situatie.

1.3.

Opzet BLVC-plan

In hoofdstuk 2 zal een kort overzicht worden gegeven van het project. De randvoorwaarden en de uitgangspunten voor de uitvoering komen aan bod. Tevens wordt er in het kort ingegaan op de projecten in de omgeving. Hoe de bereikbaarheid van de verschillende betrokken partijen tijdens de uitvoering wordt gewaarborgd, wordt in hoofdstuk 3 beschreven. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de maatregelen die worden getroffen om de overlast tijdens de werkzaamheden zo veel mogelijk te beperken. Ook de aanvullende randvoorwaarden bij evenementen worden besproken.



Hoe wordt omgegaan met de veiligheid van de gebruikers en de werknemers komt in hoofdstuk 5 aan de orde. Hoofdstuk 6 geeft weer hoe er wordt gecommuniceerd tijdens de voorbereiding van het project en tijdens de uitvoering. De verschillende doelgroepen en communicatiemiddelen komen aan de orde. Aan het begin van de hoofdstukken 3, 4, 5, en 6 worden de verantwoordelijkheden/werkzaamheden van de aannemer kort samengevat.

1.4.

Dwangmatigheid BLVC-afspraken

Het BLVC-plan zal deel uitmaken van de contractstukken tussen de TU Delft en de aannemers. De aannemers verplichten zich te houden aan de afspraken die in het BLVC-plan zijn vastgelegd. De aannemer zal direct na gunning in een gesprek met de TU Delft en de Gemeente Delft het werkplan bespreken. De aannemer dient te allen tijde (ook buiten reguliere werktijden) beschikbaar te zijn om problemen, die direct of indirect ten aanzien van de werkzaamheden of nalatigheid zijn ontstaan, te kunnen oplossen.



2.

Projectomschrijving

2.1.

Renovatie

BK City vormt samen met de andere faculteiten en universiteitsgebouwen de TU-wijk die start vanaf de Julianalaan en de doorloopt tot aan de Kluyverweg. BK City is vanaf de stad gezien het eerste gebouw van de TU-wijk en ligt nabij drie belangrijke verkeersaders voor de TU-wijk en de ontsluiting van Delft, namelijk de Michiel de Ruyterweg, Julianalaan en Schoemakerstraat waar alle verkeersstromen (auto- en vrachtverkeer, openbaar vervoer en fietsers en voetgangers) actief gebruik van maken.

A13 Delfgauw

Centrum

De Zweth

TU-Wijk

A13

Figuur 2.1 Situatie BK City

De werkzaamheden bevatten het verbeteren van het comfort en het binnenklimaat en werkzaamheden aan achterstallig onderhoud door het realiseren van isolerende maatregelen, vervangen van de dakraamstrook, herstel van gevels en de herstellen van kozijnen, incl. vervangen van beglazing en het aanpassen van luchtbehandelingsinstallaties. De werkzaamheden worden gefaseerd uitgevoerd waarbij telkens een gedeelte van het gebouw wordt aangepakt. Tijdens de werkzaamheden blijft het gebouw in gebruik.

2.2.

Planning en fasering

De uitvoering van de renovatie van het gebouw zal plaatsvinden in de periode zomer 2013, na afronding van het academisch jaar tot en met een in overleg met de aannemer te bepalen einddatum. In deze periode zal het project gefaseerd worden uitgevoerd. De bouwkundig aannemer dient in samenwerking met de W- en E-installateur, de Opdrachtgever en de adviseurs tot een passende fasering te komen overeenkomstig dit document en het Voorlopig Ontwerp +.



2.3.

Werkterrein

2.3.1.

Extern

Het werkterrein van de aannemer zal tijdens de werkzaamheden duidelijk worden gescheiden van het openbaar gebied door middel van bouwhekken en/of -schuttingen. Het werkterrein kan mee verplaatsen met de fasering . De afzettingen zullen pas worden verwijderd na oplevering van de uitgevoerde werkzaamheden en het afvoeren van alle materialen en materieel. De bouwkundig aannemer dient in samenwerking met de W- en E-installateur, de Opdrachtgever en de adviseurs te komen tot een passende inrichting van het werkterrein te komen overeenkomstig dit documenten en het Voorlopig Ontwerp +. De afzetting is bedoeld om de werkzaamheden te scheiden van het publiek. De afmeting en de locatie van de afzetting zal mogelijk kunnen variëren, maar zal tot doel hebben een veilige situatie te creëren voor de uitvoering en het publiek. Om dit te realiseren kan het noodzakelijk zijn het publiek om te leiden. Materieel dat zich binnen deze afzettingen bevindt, zal bestaan uit een personen-/goederenlift en een kraan. Voor de afzettingen valt onderscheid te maken in twee categorieën, te weten: 1. bouwhekken 2. bouwschutting. Het te verwerken bouwmateriaal mag niet voor overlast zorgen op plaatsen waar het terrein openbaar toegankelijk is. Het bouwmateriaal dient te allen tijde binnen de hekwerken te worden opgeslagen. Losse materialen dienen op een afstand van minimaal 1 m van het bouwhek te liggen. Bij de bouwschutting geldt deze beperking niet, mits de bouwschutting tot op de grond doorloopt. Het uitgangspunt is dat er geen gebruik wordt gemaakt van een depot. De aanlevering zal geschieden volgens de 'just in time'-methode. Dit betekent dat alleen dat wordt aangevoerd wat direct in het gebouw wordt gezet en verwerkt tot de volgende levering wordt aangevoerd. De aannemer dient het werkterrein te voorzien van deugdelijke (hoge) bouwhekken en/of -schuttingen. Gezien de locatie en de evenementen ter plaatse dienen bouwhekken en/of -schuttingen te worden afgeschoord en hufterproof te zijn en niet te zijn voorzien van de basis betonnen of kunststoffen voetstandaards. Op de bouwhekken en/of -schuttingen dienen de benodigde veiligheidsborden duidelijk zichtbaar te zijn gemonteerd, dit geldt ook voor het bord 'verboden toegang voor onbevoegden'. De aannemer dient materialen conform de geldende richtlijnen op te slaan. Losse materialen worden, ter voorkoming van vandalisme en/of diefstal, in zeecontainers opgeslagen. Materialen die worden opgeslagen zijn hoofdzakelijk:  hout (onder andere timmerhout en plaatmateriaal);  metaal (kanalen en constructie-elementen, gevel en zetwerk);  isolatiematerialen;  kleine installatiematerialen;  glas. De terreininrichting rond het project zal aan het begin van de ingebruikname aan de aannemer worden overgedragen en aan het einde van het project in een vergelijkbare staat door de aannemer weer aan de



Opdrachtgever/Gemeente moeten worden teruggeleverd. Het is niet toegestaan om ten behoeve van werkzaamheden bomen te kappen. Het terrein wordt vooraf door de directie opgenomen. De aannemer is verplicht het terrein overeenkomstig met de bestaande situatie weer op te leveren, kortom: schades die tijdens de ingebruikname door activiteiten van de aannemer ontstaan dienen te worden hersteld. Het bouwplaats beheer voldoet tenminste aan de actuele praktijkrichtlijnen ten aanzien van veilige toegang, rekening houden met omwonenden, milieueffecten van de bouwplaats en een veilige en verantwoorde werkomgeving; dit kan concreet gemaakt worden met een erkenning van het project door Bewuste Bouwers. De bouwplaats wordt vanuit milieuoogpunt op een verantwoorde wijze beheerd: beperking energie- en watergebruik, beperking vervuiling (bodem, water en lucht) en lichtvervuiling, bewust materiaalgebruik, voorkomen van afval. Het afvalmanagement op de bouwplaats dient gericht te zijn op minimalisering, het afval dient op de bouwplaats te worden gescheiden in tenminste vier relevante afvalstromen. De afvalinzamelaar/verwerker is VCA en ISO 9001 en 14001 gecertificeerd en het afval wordt voor tenminste 80% gerecycled. Onderdeel van het Voorlopig Ontwerp + is een tekening van de TU Delft van de situatie waarop is aangegeven welke delen van het terrein niet voor bouwactiviteiten mogen worden gebruikt, zie bijlage 1. Indien de werkzaamheden het vereisen om niet te gebruiken terrein te gebruiken, dient dit te worden onderbouwd en te worden voorgelegd aan de Opdrachtgever. De aannemer is verantwoordelijk, na goedkeuring van de Opdrachtgever, voor een gedegen afzetting van het bouwterrein en de communicatie naar het Facilitair Management, de gebruikers en de omwonenden met betrekking tot werkzaamheden. 2.3.2.

Intern

Tijdens de bouwactiviteiten zal de vaste inrichting en het meubilair niet uit de te verbouwen fase worden weggehaald. De aannemer dient vaste inrichting en meubilair in het bouwdeel op te slaan en af te dekken. Zodra een fase is opgeleverd wordt deze direct weer in gebruik genomen door de Opdrachtgever. Indien de vaste inrichting en het meubilair de werkzaamheden aantoonbaar hinderen zal dit in overleg met de Opdrachtgever worden verplaatst. De aannemer dient tijdig aan te geven welke vaste inrichting en meubels moeten worden verplaatst. Eén en ander volgens het opleverschema. De aannemer faciliteert de uit- en inhuizing in tijd en qua voorzieningen. De verschillende uit- en inhuizingen ten behoeve van de fasering dienen in de planning te zijn opgenomen. In een bouwdeel dienen looppaden ten behoeve van calamiteiten niet te worden geblokkeerd door materiaal en materieel. In het geval van een calamiteit dient het publiek gebruik te kunnen maken van de calamiteitenroute. De aannemer is verantwoordelijk voor stof-, geluidsdicht en veilig afsluiten van het bouwdeel met de rest van het gebouw. Daarnaast dienen in het gebouw de bouw- en publieke stromen volledig gescheiden te blijven. Indien het bouwdeel een logistieke route doorbreekt dient de aannemer voorzieningen op te nemen waardoor gebruikers van de logistieke route gebruik kunnen blijven maken. Voor de te slopen onderdelen dient een milieugericht sloopplan te worden opgesteld; hierbij kan gebruik worden gemaakt van de SEV Handleiding duurzaam slopen of de Slim Slopen Tool (Rotterdam Climate Initiative/IVAM).



De aannemer is verantwoordelijk voor het instandhouden van de sprinkler en brandmeldinstallatie in het deel van het gebouw waar niet wordt gewerkt. Ten aanzien van de sprinkler en brandmeldinstallatie dient de aannemer contact op te nemen met de verzekeraar en te voldoen aan de eisen die de verzekeraar stelt om de verzekering tijdens de bouw in stand te houden. Meer informatie met betrekking tot eisen van de verzekeraar zijn te vinden in bijlage 2. De aannemer is verantwoordelijk, na goedkeuring van de Opdrachtgever, voor een gedegen afzetting van het bouwdeel en de communicatie naar het Facilitair Management en de gebruikers met betrekking tot werkzaamheden. [Toevoeging DO, conform Nota van Inlichtingen] Gebruik van bestaande voorzieningen zoals liften wordt ontraden. Een sterke voorkeur wordt gegeven aan een tijdelijke bouwlift. Daarbij komt dat niet in elke fase een bestaande lift beschikbaar zal zijn. Indien de aannemer toch een bestaande lift wenst te gebruiken voor verticaaltransport van personeel en/of materieel zal de betreffende lift in dezelfde staat moeten worden opgeleverd zoals deze vooraf is overgedragen. 2.3.3.

Fasering

[Toevoeging DO, conform Nota van Inlichtingen] In dit BLVC-plan worden slechts de kaders gesteld ten aanzien van de maximale omvang van een fase en eventuele gebouw onderdelen die perse in een vakantieperiode dienen te worden uitgevoerd. Vanuit de expertise van de uiteindelijk geselecteerde aannemers dient de fasering te worden uitgedacht en uitgewerkt binnen de gestelde kaders. Basis voor deze uitwerking zijn de ingediende Faseringsplannen en planning ten behoeve van de inschrijving. Tijdens een fase dient de aannemer ervoor te zorgen dat de nuts-, brandveiligheids- en klimaatvoorzieningen in het overige gedeelte van het gebouw blijven functioneren. De werkgebied dient door de aannemer functievrij te worden gemaakt. De aannemer dient de planning en het faseringsplan op te stellen voor het uitvoeren van de werkzaamheden. De planning en het faseringsplan dient overeenkomstig dit document en het Voorlopig Ontwerp + te worden opgesteld. Onderdeel van de planning en het faseringsplan is het faciliteren van inen uithuizingen door de Opdrachtgever in tijd en voorzieningen. Overige randvoorwaarden aan de fasering zijn: - Per fase mag maximaal 3000 m2 nvo (excl. de kelder) worden vrijgemaakt met een maximale omvang van 900 m2 nvo per verdieping; - Er dienen zoveel mogelijk onderwijszalen beschikbaar te zijn; - De aanpassingen aan Collegezaal A dienen in een zomerperiode plaats te vinden; - Het logistiek punt in WEST dient te allen tijde bereikbaar te zijn voor leveringen en hulpdiensten. De aannemer dient in het faseringsplan te onderbouwen waarom hij een verticale of horizontale fasering toepast. Het definitieve faseringsplan en bijbehorende planning wordt in het Bouwteam vastgesteld.



3.

Bereikbaarheid

De directe omgeving wordt zeer intensief gebruikt. Er zijn veel verkeersstromen van voetgangers, fietsers, nood- en hulpdiensten, toeleveranciers, supporters en overigen. Voor het goed functioneren van het gebied is de bereikbaarheid van essentieel belang. De aannemer heeft tijdens de uitvoering echter een tegengesteld belang, namelijk een zo groot mogelijk beschikbaar werkterrein. Door deze tegengestelde belangen is het noodzakelijk de bereikbaarheid tijdens de uitvoering van de werkzaamheden te garanderen. In de volgende paragrafen worden de aspecten met betrekking tot de bereikbaarheid voor de verschillende belanghebbenden nader bekeken.

3.1.

Verantwoordelijkheden/werkzaamheden aannemer

Kort samengevat dient de aannemer de volgende werkzaamheden met betrekking tot de bereikbaarheid op zich te nemen:  toegankelijk houden van de omgeving, ook voor, tijdens en na het transporteren van materialen, materieel et cetera;  bereikbaar houden van eventuele brandkranen en nutsvoorzieningen;  Beschikbaar houden van calamiteitenroutes;  Beschikbaar houden van bus-, auto-, fiets- en voetgangersroutes;  toepassen van bebording en afbakening;  coördinatie van de asbestsanering en verhuisbewegingen;  coördinatie van de werkzaamheden met de aannemer van eventuele omliggende werkzaamheden.

3.2.

Algemeen

Doordat BK City gezien kan worden als de toegangspoort tot de TU-wijk passeren dagelijks grote verkeersstromen het gebouw. Piekmomenten rondom het gebouw zijn van 08:15 uur tot 09:30 uur, van 12:30 uur tot 13:30 uur en van 16:00 uur tot 18:30 uur.

3.3.

Autoverkeer

Het autoverkeer in de vorm van personenverkeer is veelal woon en werkverkeer. De directe omgeving beslaat niet alleen de TU-wijk maar ook een aantal bedrijventerreinen en de woonwijken. In vakantieperiodes trekt het centrum van Delft toeristische bezoekers. De rijbanen moeten te allen tijde vrij blijven van obstakels en van verkeer ten behoeve van laden en lossen voor de bouwwerkzaamheden.



Figuur 3.1 Hoofdverbindingen autoverkeer

3.4.

Laden en lossen

De bouwkundig aannemer dient in samenwerking met de W- en E-installateur, de Opdrachtgever en de adviseurs te komen tot een logistiek plan voor levering van materiaal en materieel overeenkomstig dit document en het Voorlopig Ontwerp +. Dit dient overeen te komen met de locatie van de werkzaamheden, de bouwplaats en de fasering en dient een integraal geheel te zijn. Tijdens het laden en lossen van materiaal en materieel mogen rijbanen niet worden geblokkeerd.

3.5.

Openbaar vervoer

De infrastructuur rondom BK City faciliteert diverse busverbindingen. Zowel aan oost- en westzijde passeren meerdere malen per uur meerdere bussen. Met name de busverbindingen aan de westzijde worden gebruikt voor het vervoer van studenten en medewerkers van en naar de TU-wijk. Het openbaar vervoer mag onder geen enkel beding hinder ondervinden van de bouwwerkzaamheden.



Figuur 3.2 Hoofdverbindingen openbaar vervoer

3.6.

Fietsers

De rondom liggende infrastructuur wordt veel gebruikt door fietsers. Tijdens werkzaamheden zal de veiligheid van de fietsers hoog in het vaandel staan.

Figuur 3.3 Hoofdverbindingen Fietsers



3.7.

Voetgangers en gehandicapten

Rondom BK City lopen diverse voetgangerspaden die onder andere ook door gehandicapten worden gebruikt. Deze dienen te allen tijde vrij te blijven of veilig te worden omgeleid waarbij geen hoogteverschillen moeten worden overbrugd.

3.8.

Nood- en hulpdiensten

Het openbare gebied dient te allen tijde bereikbaar te zijn voor de nood- en hulpdiensten.  Brandkranen en bijbehorende bordjes dienen zichtbaar te worden vrijgehouden.  De straten dienen 2-zijdig bereikbaar te zijn. Wanneer een straat moet worden geblokkeerd dient dit in overleg met de Opdrachtgever en Gemeente Delft te gaan.  Aansluitingen voor (droge) blusleidingen moeten worden vrijgehouden. Ten aanzien van de bereikbaarheid van blusleidingen en dergelijke binnen de projectgrenzen, moeten afspraken worden gemaakt tussen de aannemer en de Gemeente Delft.  Toegangen tot belendende percelen dienen vrij te worden gehouden en mogen dus niet worden geblokkeerd.  Toetredingen, uitgangen en nooduitgangen van bijeenkomstgebouwen en dergelijke dienen te worden vrijgehouden van obstakels. Ten behoeve van calamiteiten in BK City dient het Logistiek Punt in WEST altijd bereikbaar te zijn.

3.9.

Bouwverkeer

Het bouwverkeer en de afmeting van de vrachtwagens zal afgestemd moeten zijn op de infrastructuur in de omgeving. Het kan zijn dat de aanvoer van materiaal via kleinere vrachtwagens moet geschieden. Uitzondering hierop zijn het aanleveren van grote constructieve onderdelen en de afvoer van (sloop)afval, dat in 6 m3 containers dagelijks door kleine vrachtwagens zal worden opgehaald. De aan- en afvoer van het materieel en materiaal zal zo veel mogelijk buiten de spitsuren (van 08.30 tot 09.30 uur, van 12:30 uur tot 13:30 uur en van 16.00 tot 18.30 uur) van het deelgebied plaatsvinden. Daarnaast dienen leveringen in de directe omgeving van woningen na 07:00 uur plaats te vinden. Dit om de overlast zoveel mogelijk te beperken. Om het werkterrein zo goed mogelijk bereikbaar te houden voor de aannemer, dient het straatmeubilair - indien aanwezig - te worden verwijderd en opgeslagen. De aannemer is zelf verantwoordelijk voor de juiste afhandeling en benodigde toestemmingen van Opdrachtgever en Gemeente en voor de kosten voor het tijdelijk verwijderen, opslaan, en het weer terug plaatsen van dit straatmeubilair. Veiligheid passanten Voor het laden en lossen van bouwmaterialen zal een deel van het werkterrein moeten worden afgezet met bouwhekken en/of -schuttingen om zo de verschillenden verkeersstromen (bouwverkeer, voetgangersverkeer) fysiek te scheiden. Het bouwverkeer valt onder te verdelen in 4 categorieën, te weten: 1. kruiwagens, platte wagens et cetera, deze bewegen zich tussen het publiek. Er worden geen bijzondere veiligheidsmaatregelen getroffen; 2. verreiker, deze rijdt stapvoets tussen het publiek; 3. vrachtwagens, deze worden grotendeels gemeden in het werkgebied. Indien onontkoombaar rijden deze stapvoets; 4. overig materieel, zie vrachtwagens. Gemotoriseerd transport wordt in het voetgangersgebied begeleid door een meelopende verkeersregelaar.



Voor elke afzonderlijke categorie worden veiligheidsmaatregelen getroffen. Rondom het gebouw zijn diverse opbouwen in het terrein opgebouwd met piepschuim. Deze kunnen niet door materieel en zwaar materiaal worden belast, zonder gebruik te maken van voorzieningen, zoals rijplaten.

3.10. Overige dienstverlening De dienstverlening moet te allen tijde doorgang kunnen vinden. Nutsvoorzieningen Tijdens de werkzaamheden dienen de diverse nutsvoorzieningen zoveel mogelijk bereikbaar te zijn. Deze voorzieningen zijn te vinden in het maaiveld in de vorm van nutskasten, maar ook inpandig, bijvoorbeeld centrales voor liftschachten. Voor de bereikbaarheid van nutsvoorzieningen binnen de bouwplaats, dient de aannemer overeenstemming te bereiken met de betrokken nutsbedrijven. De aannemer is verantwoordelijk voor het functioneren van de nutsvoorziening voor bouwwerkzaamheden en het regulier gebruik in het gebouw. Bij calamiteiten, dan wel het (gedeeltelijk) uitvallen van de nutsvoorzieningen dient het euvel binnen 2 uur te zijn verholpen en/of dienen tijdelijke voorzieningen te zijn getroffen.



4.

Leefbaarheid

De geplande werkzaamheden hebben direct gevolgen voor de leefbaarheid van de omgeving. Aspecten die te maken hebben met de leefbaarheid zijn onder andere stank, geluid, zwerfvuil en vervuiling door werkzaamheden. Tijdens de uitvoering dient de overlast zoveel mogelijk te worden beperkt. Werkzaamheden die veel tot zeer veel geluidsoverlast geven dienen buiten de kantoortijden te worden uitgevoerd. Dit omdat een deel van het gebouw in gebruik zal blijven tijdens de verbouwing. Ook zal het gebruik van bouwradio's beperkt worden door de geluidssterkte ervan. De geluidsbelasting ten gevolge van bouwwerkzaamheden mag op de dichtstbijzijnde werkplek en/of onderwijslocatie maximaal 30 dB zijn. De directie is vrij metingen ten aanzien van geluidshinder uit te voeren. Werkzaamheden met een hogere geluidsbelasting dan 30 dB op de dichtstbijzijnde werkplek en/of onderwijslocatie dienen buiten werktijden te worden uitgevoerd.

4.1.


Kort samengevat dient de aannemer de volgende werkzaamheden met betrekking tot de leefbaarheid op zich te nemen:  het plaatsen, in stand houden en verwijderen van bouwhekken en/of -schuttingen rondom het werkterrein;  het direct herstellen van de door de aannemer veroorzaakte schade aan de openbare wegen tijdens de werkzaamheden;  het schoonhouden van de openbare wegen;  het in stand houden van verlichting en elektrische voorzieningen;  Het aanbrengen van (tijdelijke) bewegwijzering;  zich houden aan de randvoorwaarden voor evenementen en bijzondere onderwijsactiviteiten, een en ander zoals omschreven in paragraaf 5.7 en 5.8.

4.2.

Bouw-/werkterrein

Om duidelijk aan te geven waar de uitvoering geschiedt en waar de gebruikers van de openbare ruimte werkzaamheden kunnen verwachten, wordt het werkterrein voorzien van bouwhekken en/of -schuttingen. Deze dienen onderling te worden gekoppeld en aan het einde van de dag te worden gecontroleerd. Zonder de afscherming door bouwhekken en/of -schuttingen mogen er geen werkzaamheden worden uitgevoerd. De aannemer dient op de kopse kanten van de bouwhekken en/of -schuttingen en bij de hoeken een roodwit reflecterende schering aan te brengen. Het opslagdepot zal volledig worden omsloten door hoge bouwhekken en/of -schuttingen. De werklocaties binnen het gebouw zullen worden afgeschermd door bouwschuttingen. In het gebouw dienen bouw- en gebruikersstromen gescheiden plaats te vinden en is geen enkel fysiek contact tussen de bouw en gebruikers toegestaan. De aannemer dient daarnaast alle functies in het gebouw, qua nuts, (brand)veiligheid en klimaatinstallaties te garanderen. Het bouwplaatsbeheer voldoet tenminste aan de actuele praktijkrichtlijnen ten aanzien van veilige toegang, rekening houden met omwonenden, milieueffecten van de bouwplaats en een veilige en verantwoorde werkomgeving; dit kan concreet gemaakt worden met een erkenning van het project door Bewuste Bouwers.



De bouwplaats wordt vanuit milieuoogpunt op een verantwoorde wijze beheerd: beperking energie- en watergebruik, beperking vervuiling (bodem, water en lucht) en lichtvervuiling, bewust materiaalgebruik, voorkomen van afval. Het afvalmanagement op de bouwplaats dient gericht te zijn op minimalisering, het afval dient op de bouwplaats te worden gescheiden in tenminste vier relevante afvalstromen. De afvalinzamelaar/verwerker is VCA en ISO 9001 en 14001 gecertificeerd en het afval wordt voor tenminste 80% gerecycled.

4.3.

Materieel

Het in te zetten materieel dient te worden aangepast aan de beschikbare ruimte. Aan het einde van de dag dient het materieel binnen de bouwafzetting te worden gestald. De openbare wegen en het terrein rondom BK City mag niet worden beschadigd of vervuild door de werkzaamheden en het bouwverkeer. Mocht dit toch gebeuren, dan zal de veroorzaker verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de herstel- en schoonmaakwerkzaamheden.

4.4.

Materiaal

De toegepaste materialen dienen minimaal te voldoen aan:  Alle houttoepassingen in het project (behalve hout dat tijdelijk wordt gebruikt op de bouwplaats) dienen te beschikken over het FSC-keurmerk.  Indien andere materialen worden toegepast dan voorgeschreven in het bestek dienen deze een gelijkwaardige milieukwaliteit te hebben (bijvoorbeeld op basis van de Nibe Milieukwalificaties Bouwproducten).  Binnen de gebouwschil worden geen lijmen, kitten, verven, lakken en plaatmaterialen toegepast die niet voldoen aan de emissienormen uit de E1-categorie (formaldehyde) en de emissienormen uit EN 13999-1: 2007 (vluchtige organische stoffen).

4.5.

Werktijden

De werktijden zijn van 07.00 tot uiterlijk 22.00 uur. (Grote) hijswerkzaamheden buiten de afzetting kunnen alleen plaatsvinden buiten de spitstijden. Grote aan- en afvoerbewegingen van materialen op de bouwplaats, vinden plaats buiten de spitstijden. De spitstijden zijn van 08.30 tot 09.30 uur, van 12:30 uur tot 13:30 uur en van 16.00 tot 18.30 uur. Als er na 22.00 uur dient te worden gewerkt zal hiervoor een ontheffing moeten worden aangevraagd bij de Gemeente Delft en de Opdrachtgever. Indien de aannemer(s) in buiten werktijden en/of in het weekend willen werken, dienen zij voor eigen kosten een beveiliger via de Opdrachtgever in te huren. Dit dient minimaal 3 werkdagen van te voren te worden gemeld bij de Opdrachtgever. Bij afronding van de dagelijkse werkzaamheden dient het gebouw afsluitbaar te zijn. Werkzaamheden met een hogere geluidsbelasting dan 30 dB op de dichtstbijzijnde werkplek en/of onderwijslocatie dienen buiten collegetijden (09:00 uur - 17:30 uur) te worden uitgevoerd. Hierbij mag de geluidsbelasting voor de omwonenden niet hoger zijn dan 40 dB. De Directie is vrij om metingen te verrichten.



4.6.

Verlichting en cameratoezicht

De bouwplaats dient tijdens de uitvoering voldoende te worden verlicht. De aanwezige camera's in het projectgebied dienen te allen tijde te worden gehandhaafd. Het zicht van de camera's op de omgeving mag niet worden ontnomen. Indien een camera tijdelijk of definitief dient te worden verplaatst, dient de aannemer dit in een zeer vroeg stadium te onderkennen en met de betrokken partijen tot een oplossing te komen. De aanwezige verlichting dient te allen tijde te worden gehandhaafd. Ten behoeve van de veiligheid op en rondom de bouwplaats dient de aannemer camera’s aan te brengen en de verlichting zo in te stellen dat wanneer personen op en rondom de bouwplaats worden gedetecteerd de verlichting wordt ingeschakeld.

4.7. 4.7.1.

Ophalen afval en reiniging openbare ruimte Schoonheidsgraad/reiniging

Het vegen van de straten geschiedt met enige regelmaat. Buiten het met hekwerk omheinde werkterrein wordt er door het stadsdeel handmatig en met een veegmachine geveegd. Het gebied dat door toedoen van de aannemer niet kan worden geveegd, dient door de aannemer direct na het afronden van zijn werkzaamheden en aan het einde van de dag te worden gereinigd. 4.7.2.

Beheer

De gemeente Delft en de Opdrachtgever zijn verantwoordelijk voor het beheer buiten de bouwhekken, de aannemer daarbinnen. De aannemer is ook verantwoordelijk voor het beheren van de bouwhekken en/of schuttingen. De aannemer is verantwoordelijk voor het faciliteren van een situatie dat beheer van de openbare ruimte door de Opdrachtgever en de Gemeente Delft mogelijk blijft.

4.8.

Evenementen

Tijdens het academische jaar zijn er diverse evenementen (uitgaan van maximaal 4 dagen per jaar) in en rondom BK City. Gedurende evenementen gelden de volgende randvoorwaarden voor de voor de directe omgeving van BK City:  ten minste 4 uur voor aanvang en gedurende de evenementen mag niet worden gewerkt;  ten minste 4 uur voor aanvang en gedurende de evenementen dient het werkterrein te zijn opgeruimd (materiaal en materieel);  ten minste 4 uur voor aanvang en gedurende de evenementen mogen (buiten de afzetting) geen losse bouwmaterialen en materieel op het werk aanwezig zijn;  de doorgang voor nood- en hulpdiensten moet te allen tijde gegarandeerd zijn gedurende de evenementen;  mocht het noodzakelijk zijn gedurende een evenement te werken, dient dit goed kort te worden gesloten met de Opdrachtgever en indien nodig met de Gemeente Delft;  aan- en afvoer van materialen mag niet plaatsvinden 4 uur voor aanvang en na afloop van een evenement. Dit in verband met de afsluitingen door Gemeente Delft van de toegangswegen rondom het evenement. Voor aanvang van een evenement zal de Opdrachtgever controleren of aan alle voorwaarden is voldaan.



4.9.

Bijzondere onderwijsactiviteiten

Tijdens examenperiodes, conform de academische kalender (uitgaande 5 keer 2 weken per jaar) geldt dat op locaties waar examens worden afgenomen geen geluidshinder van bouwwerkzaamheden mag worden ervaren. Dit dient te worden afgestemd met de Opdrachtgever en het Facilitair Management van BK City. In het algemeen geldt dat werkzaamheden met een hogere geluidsbelasting dan 30 dB op de dichtstbijzijnde werkplek en/of onderwijslocatie dienen buiten werktijden te worden uitgevoerd.



5.

Veiligheid

Voorafgaand en tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient er uitvoerig te worden gekeken naar de veiligheid op en rond het werkterrein. We hebben te maken met de veiligheid van enerzijds de werknemers op de bouwplaats en anderzijds de veiligheid van de gebruikers van de openbare ruimte. De volgende zaken spelen een belangrijke rol:  veiligheids-, gezondheids- en milieuplan (VGM-plan) van de aannemers van de 3 percelen en de voorbereidende instanties;  voorschriften Arbeidsinspectie;  overige wettelijke veiligheidsnormen;  aanvullende specifieke veiligheidseisen (in overleg met de aannemer(s) bepaald);  Zorgen dat overige delen van het gebouw veilig kunnen worden gebruikt.

5.1.


Kort samengevat dient de aannemers de volgende werkzaamheden met betrekking tot de veiligheid op zich te nemen:  toepassen aanvullende verlichting rondom de bouwplaats;  opstellen van een VGM-plan voor uitvoering;  toezicht houden door een VGM-coördinator. Het VGM-plan Ontwerp is bijgevoegd als bijlage 3. Met betrekking tot de sprinkler en brandmeldinstallatie dient de aannemer voorwaarden met de verzekeraar af te stemmen om het gebouw verzekerd te houden. Informatie hierover is te vinden in bijlage 2.

5.2.

Gebruikers openbare ruimte

De aannemer mag de veiligheid van de gebruikers van de openbare ruimte en de rest van het gebouw niet in gevaar brengen door de uitvoering van de werkzaamheden. Door de werkzaamheden ontstaan er nieuwe verkeersstromen in het projectgebied waarvan de gebruiker van de openbare ruimte en het gebouw op de hoogte moeten worden gesteld. Dit betekent dat de aan- en afvoerroutes van het bouwverkeer duidelijk herkenbaar moeten zijn. Ook het toepassen van duidelijke bebording draagt bij aan een betere veiligheid. Aangezien het niet altijd mogelijk is het bouwverkeer te scheiden van het overige verkeer, zal het bouwverkeer ondergeschikt moeten zijn aan het overige verkeer. Dit betekent dat de snelheid van het bouwverkeer moet worden aangepast aan het voetgangersverkeer. De aannemer dient duidelijke afspraken te maken over de tijdstippen van de toestroom van het bouwverkeer, zodat conflicten tussen bouwverkeer en het overige verkeer worden beperkt. De uitvoerende partij dient zoveel mogelijk activiteiten uit te voeren binnen het werkterrein. Dit betekent dat bouwmaterialen en het materieel alleen binnen het werkterrein wordt opgeslagen. Ook het toepassen van de juiste bouwhekken en/of -schuttingen is erg belangrijk.

5.3.

Werknemers

Voor aanvang van het project wordt er door de aannemer een VGM-plan voor uitvoering opgesteld. Een risicoanalyse is een integraal onderdeel van dit VGM-plan. Tevens wordt door de aannemer een VGM-coördinator aangewezen die de risico's van het werk evalueert en de te treffen maatregelen coördineert. Tijdens de uitvoering wordt het VGM-plan door de VGM-coördinator getoetst en eventueel



geactualiseerd. Tevens is hij/zij verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de veiligheidsmaatregelen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Het gaat hierbij om de veiligheidsmaatregelen in en rondom het werkterrein.



6.

Communicatie

Het is essentieel om bewoners, ondernemers, bezoekers, beheerders en andere belanghebbenden tijdig en goed op de hoogte brengen van de werkzaamheden die voor hun deur of in hun omgeving plaatsvinden. Goede communicatie leidt tot meer begrip voor de situatie tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Voor de communicatie tussen de betrokken partijen geldt het onderstaande communicatieschema; dit wordt toegelicht onder 'Interne doelgroep'. Voor overige/niet direct betrokken partijen geldt 'Externe doelgroep'.

Coördinatieoverleg TU Delft, FMVG

Projectgroep TU Delft, FMVG

TU Delft, BK City

Derden

bbn adviseurs

BLVC Coordinator Bouwkundig Aannemer

TU Delft, BK City

bbn adviseurs

Uitvoerende partijen

Interne doelgroep De projectorganisatie bestaat uit een Projectgroep, een coördinatieoverleg, aannemers en geschakelde projecten en partijen. Projectgroep  TU Delft - FMVG: Opdrachtgever en eigenaar  TU Delft - BK City: Gebruiker  bbn adviseurs: projecten bouwkostenmanagement Coördinatieoverleg  TU Delft - FMVG: Opdrachtgever en eigenaar  TU Delft - BK City: Gebruiker  BLVC-coördinator van de aannemer(s): aanspreekpunt voor Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie met direct betrokken inen externe partijen  Directievoerder en/of toezichthouders van bbn adviseurs Aannemer  Aannemer: uitvoerende partij en uitvoeringshoofdverantwoordelijke, aansturende partij  Onderaannemer/installateur: deelverantwoordelijke, legt verantwoording af aan de aannemer Geschakelde projecten en partijen  Gemeente Delft





Monumentenzorg

Externe doelgroep Direct betrokkenen/Klankbordgroep  Afgevaardigden TU Delft vanuit Onderwijs, Onderzoek, Studenten en Medewerkers en Marketing & Communicatie  Medewerkers en Studenten via leertraject Extern indirect betrokkenen  Omwonenden  Bedrijven en instellingen uit de omgeving  Passanten  Media Communicatiemiddelen Om de verschillende doelgroepen te informeren zijn een aantal middelen beschikbaar. Intern betrokkenen Vooroverleg met belanghebbenden (waaronder: TU Delft - FMVG, TU Delft - BK City, Gemeente Delft, Monumentenzorg, afgevaardigden omwonenden). Extern direct betrokkenen  Startbrief met 1 telefoonnummer BLVC-coördinator voor de uitvoering  Bewonersbrieven, 2 weken voor start werkzaamheden met 1 telefoonnummer van de BLVC-medewerker  BLVC-coördinator tijdens de uitvoering  Aankondiging op de internetsite: www.delft.nl en www.tudelft.nl  Bouw-/informatiebord Extern indirect betrokkenen  Bouw-/informatiebord  Aankondiging op de internetsite: www.delft.nl en www.tudelft.nl Bij het toepassen van de diverse communicatiemiddelen is het van belang dat de volgende punten aan bod komen:  wat gaat er gebeuren;  wie zijn de betrokken partijen;  wat zijn de gevolgen voor de belanghebbenden;  waar kunnen klachten worden gemeld. De aannemer wordt geacht uiterlijk één maand voor de start van de uitvoering een informatiebijeenkomst voor gebruikers en omwonenden te organiseren. Communicatiemiddelen dienen voor verstrekking tijdig te worden afgestemd met de Opdrachtgever. De aannemer dient uit te gaan van een wekelijkse nieuwsupdate van de geplande werkzaamheden die beschikbaar wordt gesteld aan gebruikers en de omwonenden. Tussen de verschillende communicatiemiddelen dient een goede samenhang te zijn. Het is van belang voorafgaand en tijdens de werkzaamheden de betrokkenen (bewoners en ondernemers) te informeren over de werkzaamheden en de bijbehorende planning. Tijdige communicatie leidt immers tot minder



irritaties. De uitvoerder dient te allen tijde beschikbaar te zijn om werkzaamheden te bespreken met interne en externe betrokkenen. De aannemers dienen gedurende de werkzaamheden mee te werken en te participeren in rondleidingen die voor Gebruikers en Omwonenden worden georganiseerd. Dit doen de aannemers door het bouwterrein hiervoor geschikt te maken en informatie te verstrekken aan de Gebruikers en Omwonenden. Afstemming met betrekking tot rondleidingen vindt plaats met de Opdrachtgever.

6.1.


Kort samengevat dient de aannemer de volgende werkzaamheden met betrekking tot de communicatie op zich te nemen:  Bij de prijsaanbieding dient de aannemer een werkplan en een planning in te dienen;  Direct na gunning dient de aannemer samen met de directievoering in overleg te treden met de gemeente Delft om afspraken over de uitvoering te maken. De aannemer dient een BLVCcoördinator aan te stellen;  4 weken voor de uitvoering dient de aannemer een gedetailleerd werkplan (VGM-plan) in te dienen bij de directievoering en het stadsdeel. De aannemer dient een beschrijving van de werkzaamheden in te dienen ten behoeve van de website van het stadsdeel;  2 weken voor uitvoering dient de aannemer een adressenlijst voor calamiteiten af te geven met de functie, verantwoordelijkheden en telefoonnummers;  De aannemer dient bij start uitvoering een bouw-/informatiebord te bevestigen, conform de Algemene Administratieve Voorwaarden;  Wekelijks een update van geplande werkzaamheden opstellen en beschikbaar stellen aan gebruikers en de omwonenden;  Het maandelijks organiseren van een informatiebijeenkomst en/of rondgang met betrekking tot de werkzaamheden voor gebruikers en de omwonenden.

6.2.

BLVC-coördinator

De BLVC-coördinator verzorgt vanuit de aannemer de communicatie met alle belanghebbenden BLVC. De aannemer zal afspraken met de TU Delft en de Gemeente Delft maken voor een regulier BLVC-overleg. Tevens is het onderwerp BLVC een agendapunt in de bouw- en werkvergadering.

6.3.

Klachtenafhandeling

Voor de bewoners en ondernemers is het van belang dat zij zich kunnen wenden tot een klachtenmeldpunt. Hier kunnen diverse klachten worden gemeld met betrekking tot de bereikbaarheid, geluidsoverlast, reiniging van openbare ruimte et cetera. Door de betrokken partijen duidelijk te informeren waar klachten kunnen worden gemeld, wordt tevens voorkomen dat klachten direct bij de uitvoerende partij worden neergelegd, hetgeen tot vertraging van de uitvoering van de werkzaamheden kan leiden. Voor de klachtenafhandeling zijn er 2 stromen, te weten: 1. Gebruikers, meldingen via facilitair service punt. Het facilitair service punt geeft de klachten door aan de facilitair projectleider. De facilitair projectleider stemt klachten direct af met de verantwoordelijke partij;



2. Omwonenden en ondernemers/beheerders van de omliggende gebouwen krijgen het directe nummer van de BLVC-medewerker. Via dit nummer kunnen zij hun klacht direct doorgeven.



blvc-plan. Projectnummer 7783 Datum 22 november 2012

Recommend Documents