Blok 1.2 Presenteren
Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Sociale Wetenschappen
Practicumhandleiding
2012-2013 Bacheloropleiding Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Sociale Wetenschappen
PLANNINGSGROEP Practicumcoördinator
Kayin Mui Gebruik het forum voor vragen over het practicum.
Planningsgroep
Rob Kickert
Maartje Luijk
1.2 Presenteren| 2
Inhoudsopgave Planningsgroep ........................................................................................................................ 2 Inleiding .................................................................................................................................... 4 Doelstelling............................................................................................................................... 4 Opbouw van het practicum ...................................................................................................... 5 Literatuur .................................................................................................................................. 7 Practicumrooster ...................................................................................................................... 8 Bijeenkomst 1 Eerste presentatie .......................................................................................... 9 Bijeenkomst 2 Tweede presentatie ..................................................................................... 11 Bijeenkomst 3 Derde presentatie ........................................................................................ 13 Bijeenkomst 4 Eindpresentatie ............................................................................................ 15 Bijlage 1 Onderwerpen en eisen presentaties .................................................................... 17 Bijlage 2 Tips voor het voorbereiden .................................................................................. 20 Bijlage 3 Omgaan met feedback......................................................................................... 22 Bijlage 4 Minimale vereisten voor de slides........................................................................ 25 Bijlage 5 Observatieformulier.............................................................................................. 26 Bijlage 6 Eisen zelfreflectieverslag ..................................................................................... 28
3 | 1.2 Presenteren
INLEIDING Of je later nou aan de slag wilt gaan als pedagoog, onderwijskundige of onderzoeker, presenteren is een vaardigheid die belangrijk is voor alle drie de beroepen. Zo kun je als pedagoog gevraagd worden om een presentatie te geven aan ouders over verschillende behandelmethodes van autisme. Een onderwijskundige kan gevraagd worden om een presentatie te geven aan docenten over hoe kinderen het beste leren. En een onderzoeker kan gevraagd worden om op een congres te presenteren over de invloed van achterstandswijken op het leergedrag van kinderen. Het doel wat je als spreker op dat moment voor ogen hebt is het goed en duidelijk overbrengen van de boodschap. Hoe kun je als spreker dit doen? De beste manier om hierachter te komen is door het zelf te ervaren en ermee te oefenen. In dit practicum krijg je de gelegenheid om te oefenen met aspecten die belangrijk zijn voor presenteren, namelijk het aanbrengen van structuur, contact met het publiek, lichamelijke expressie, taalgebruik, omgaan met vragen en het gebruiken van ondersteunende visuele hulpmiddelen. Om het leerproces van je presentatievaardigheden bij te houden zullen je medestudenten en trainer feedback geven op de presentaties. Daarnaast zullen de presentaties, door middel van een camera, worden opgenomen. Dit dient ervoor dat je na afloop van de presentatie ook kritisch naar je eigen handelen kunt kijken.
DOELSTELLING Het doel van dit practicum is dat je na afloop in staat bent om: een presentatie voor te bereiden door gebruik te maken van relevante en betrouwbare wetenschappelijke bronnen. een samenhangende en heldere presentatie te houden. adequaat gebruik te maken van visuele hulpmiddelen. kritisch te kijken naar je eigen presentatievaardigheden en de feedback van de medestudenten en trainer te gebruiken om jouw vaardigheden te verbeteren.
1.2 Presenteren| 4
OPBOUW VAN HET PRACTICUM Het practicum bestaat uit vier bijeenkomsten. In iedere bijeenkomst staat een andere ‘soort’ presentatie en een bepaalde doelgroep centraal met bijbehorende vaardigheden. In week 1 van het blok zal er naast de practicumbijeenkomsten ook een college plaatsvinden. In het college zal aandacht besteedt worden aan wat wetenschappelijk presenteren is (de verschillende vormen daarvan) en er worden een aantal videofragmenten getoond met do’s en dont’s van presenteren. Daarnaast zal er kort informatie gegeven worden over Schrijfvaardigheid I. De eerste practicumbijeenkomst staat in teken van een eerste oefening in presenteren. Deze presentatie zal over jezelf gaan. De doelgroep waarvoor je gaat spreken zijn je medestudenten. Zie onder 'bijeenkomsten' en bijlage 1 wat de onderwerpen precies inhouden en wat de eisen zijn. In de tweede bijeenkomst geef je een presentatie over een actualiteit uit de pedagogische- of onderwijswereld. De presentatie is bedoeld voor leken. In de derde bijeenkomst gaat de presentatie over een onderwerp uit blok 1.1 of 1.2. De doelgroep waarvoor je gaat spreken zijn mensen uit de praktijk. Na drie keer geoefend te hebben wordt er in de vierde bijeenkomst de eindpresentatie gegeven. Deze zal met een cijfer beoordeeld worden. De presentatie zal gaan over het thema van je schrijfvaardigheid opdracht. Je doelgroep zal bestaan uit academici met interesse in pedagogiek en/of onderwijskunde. Naast deze bijeenkomsten is er de mogelijkheid om een online-cursus Powerpoint te volgen. Indien je geen of weinig kennis hebt van het softwareprogramma Powerpoint dan wordt het je aangeraden om de cursus online te volgen. Je moet namelijk zelf via Powerpoint slides maken om je presentatie visueel te ondersteunen. De Powerpoint-cursus vind je hier: -
Video-training http://office.microsoft.com/nl-be/powerpoint-help/demo-snel-aan-de-slag-metpowerpoint-2007-HA010048462.aspx
-
Schriftelijke training http://office.microsoft.com/nl-be/training/aan-het-werk-in-powerpointRZ010068986.aspx?section=11
Al bekend met PowerPoint? Dan kun je kennismaken met een middel dat steeds populairder wordt voor wetenschappelijke presentaties, namelijk Prezi. De Prezi-cursus vind je hier: http://prezi.com/learn/
5 | 1.2 Presenteren
Een aantal voorbeelden van presentaties in Prezi vind je hier: http://prezi.com/explore/
Toetsing en aftekening Dit practicum is onderdeel van het examenonderdeel ‘Vaardigheden Bachelorjaar 1’. Je cijfer is het gemiddelde van je resultaat op de eindpresentatie (tijdens bijeenkomst 4) en het zelfreflectieverslag. Eindpresentatie Tijdens de vierde bijeenkomst geef je je eindpresentatie. Deze presentatie wordt beoordeeld door de trainer, zie bijlagen 1 en 5 voor de beoordelingscriteria. Verslag Op basis van de feedback van je medestudenten, trainer en je eigen kritische blik schrijf je een zelfreflectieverslag over je presentatievaardigheden. Zie bijlage 6 voor de precieze richtlijnen voor dit verslag. Er geldt voor dit practicum een 100% aanwezigheidsverplichting. Je moet dus aanwezig zijn geweest bij alle groepsbijeenkomsten EN bij elk van deze bijeenkomsten een presentatie hebben gegeven. Heb je een bijeenkomst gemist, dan kan je eenmalig alsnog aan de aanwezigheidsverplichting voldoen door een inhaalopdracht te maken. Dit doe je door het 'Aanvraagformulier inhaalopdracht practicum' in te vullen en bij de practicumcoördinator in te leveren. Het formulier is te downloaden van Eduweb bij MyDossier. Daarnaast dien je de practicum coördinator te mailen over de invulling van de inhaalopdracht. Let op: de opdracht dient binnen één week na de gemiste bijeenkomst bij de practicumcoördinator aangevraagd te worden. Wordt de vervangende opdracht later aangevraagd dan wordt deze niet meer in behandeling genomen.
1.2 Presenteren| 6
LITERATUUR Om je adequaat voor te kunnen bereiden op de bijeenkomsten, dien je de relevante literatuur over presenteren te lezen. Deze kun je vinden op Eduweb. -
Braas, C., Kat, J., Timmer, G., & Ville, I. (2001). Hoofdstuk 3. De structuur van begin tot eind. Presenteren (pp.31-49). Groningen: Wolters-Noordhoff. Irby, D.M. (2004). Practical teaching: great presentations every time. The clinical teacher,1, 5-9. Palm-Hoebe, M., & Palm, H. (1996). Hoofdstuk 3. Stemgebruik. Effectieve zakelijke presentaties (pp.24-28). Groningen: Wolters-Noordhoff. Palm-Hoebe, M., & Palm, H. (1996). Hoofdstuk 6. Vragen. Effectieve zakelijke presentaties (pp.49-52). Groningen: Wolters-Noordhoff. Van Hooff, A. (1995). Tips om uw gehoor stierlijk te vervelen. Nrc Handelsblad.
Tevens kun je voor dit practicum enkele interessante internetsites bekijken: -
Alles over presenteren op een rij (AANRADER) http://humoz.hum.uva.nl/webdata/files/presentatievaardigheden%20es.pdf
-
Lichaamstaal: de taal die iedereen spreekt (AANRADER) http://www.lichaamstaal.com/lichaamstaal.html?presentatie.html
-
Presentatieontwerpen http://www.rug.nl/noordster/mondelingevaardigheden/voorstudenten/presenteren/inde x
-
Informatie over presenteren http://www.leren.nl/cursus/professionele-vaardigheden/presentatie/
-
Citaten http://www.citaten.net/home.asp
-
Up-to-date informatie over presenteren http://www.presentatieblog.nl/
7 | 1.2 Presenteren
PRACTICUMROOSTER Je volgt het practicum in een groep van ongeveer 12 studenten. De groepsindelingen zullen via EduWeb bekend worden gemaakt.
Datum
Tijd
Activiteit
Plaats
09-10
vóór 24.00
Upload presentatie 1
Eduweb
10-10
09.30-12.30
Vroege practicumgroepen
Zie groepsindeling
13.00-14.45
Practicumcollege: Wat is wetenschappelijk presenteren?
LB-107
15.00-18.00
Late practicumgroepen
16-10
vóór 24.00
Upload presentatie 2
Eduweb
17-10
09.30-12.30
Vroege practicumgroepen
Zie groepsindeling
14.00-17.00
Late practicumgroepen
23-10
vóór 24.00
Upload presentatie 3
Eduweb
24-10
09.30-12.30
Vroege practicumgroepen
Zie groepsindeling
14.00-17.00
Late practicumgroepen
30-10
vóór 24.00
Upload eindpresentatie
Eduweb
31-10
09.30-13.00
Vroege practicumgroepen
Zie groepsindeling
14.00-17.30
Late practicumgroepen
vóór 09.00
Upload zelfreflectieverslag
05-11
Eduweb
1.2 Presenteren| 8
BIJEENKOMST 1
EERSTE PRESENTATIE
Doelen Kennismaking met medestudenten en trainer. Eerste oefening in presenteren. Eerste oefening in het gebruiken van visuele hulpmiddelen. Voorbereiding 1. Lezen van de volgende literatuur: - Braas, C., Kat, J., Timmer, G., & Ville, I. (2001). Hoofdstuk 3. De structuur van begin tot eind. Presenteren (pp.31-49). Groningen: Wolters-Noordhoff. - Irby, D.M. (2004). Practical teaching: great presentations every time. The clinical teacher,1, 5-9. - Van Hooff, A. (1995). Tips om uw gehoor stierlijk te vervelen. Nrc Handelsblad. In bijlage 2 staat een aantal tips om je presentatie voor te bereiden. Als je een andere manier van voorbereiden handiger vindt, kan je die ook gebruiken. 2. Presentatie - Je bereidt een presentatie voor in Powerpoint of Prezi van 4 minuten (niet langer). In bijlage 1 vind je het onderwerp en de eisen van de presentatie. - De presentatie dien je uiterlijk dinsdag 9 oktober te uploaden via Eduweb. Programma Kennismaking & inleiding De studenten en de trainer stellen zich aan elkaar voor. Iedereen geeft kort aan wat zijn ervaring is met presenteren en wat zijn verwachting van de training is. De trainer geeft uitleg over de doelen en opzet van de training en beantwoordt eventuele vragen vanuit de groep. De trainer geeft iedere student ook 4 observatieformulieren. Oefening presenteren 5 studenten houden hun presentatie. De oefening ziet er steeds als volgt uit: 1. De apparatuur wordt gereed gemaakt voor opname. 2. Vier observatoren observeren de spreker. Zij bepalen onderling wie welke aspecten observeert: 1) structuur, 2) contact met het publiek en taalgebruik, 3) lichamelijke expressie en stemgebruik en 4) overige. 3. De spreker geeft zijn/haar leerpunten door aan de observatoren. 4. De spreker houdt zijn/haar presentatie. 5. De spreker ontvangt feedback. Er wordt extra stilgestaan bij aspecten 2 en 3. Hoe je feedback geeft en ontvangt kun je in bijlage 3 vinden.
9 | 1.2 Presenteren
Pauze Vervolg oefening presenteren De resterende studenten komen nu aan de beurt. Invullen van de leerpunten en doornemen bijeenkomst twee Op basis van de ervaring met de presentatie en feedback van vandaag formuleert iedereen nieuwe leerpunten voor de volgende presentatie. Dit zijn de punten waar studenten bij de voorbereiding extra op letten en de observatoren tijdens de uitvoering van de volgende presentatie extra aandacht aan besteden. Voorbereiden voor de volgende bijeenkomst 1. Lezen van de volgende literatuur: - Palm-Hoebe, M., & Palm, H. (1996). Hoofdstuk 3. Stemgebruik. Effectieve zakelijke presentaties (pp.24-28). Groningen: Wolters-Noordhoff. - Palm-Hoebe, M., & Palm, H. (1996). Hoofdstuk 6. Vragen. Effectieve zakelijke presentaties (pp.49-52). Groningen: Wolters-Noordhoff. 2. Presentatie - Bereidt een presentatie voor in Powerpoint of Prezi van 6 minuten (niet langer). Zie bijlage 1 voor het onderwerp en de eisen. - De presentatie dient uiterlijk 16 oktober geüpload te worden via Eduweb. - Bekijk de video van je presentatie, noteer voor jezelf 2 sterke en 2 zwakke punten. Deze punten kun je vervolgens gebruiken voor je zelfreflectieverslag. Korte evaluatie Er zal een korte evaluatie plaatsvinden.
1.2 Presenteren| 10
BIJEENKOMST 2
TWEEDE PRESENTATIE
Doelen Ontwikkelen van presentatievaardigheden. Leren adequaat gebruik te maken van visuele hulpmiddelen. Leren omgaan met vragen uit het publiek.
Voorbereiding 1. Lezen van de volgende literatuur: - Palm-Hoebe, M., & Palm, H. (1996). Hoofdstuk 3. Stemgebruik. Effectieve zakelijke presentaties (pp.24-28). Groningen: Wolters-Noordhoff. - Palm-Hoebe, M., & Palm, H. (1996). Hoofdstuk 6. Vragen. Effectieve zakelijke presentaties (pp.49-52). Groningen: Wolters-Noordhoff. 2. Presentatie - Je bereidt een presentatie voor in Powerpoint of Prezi van 6 minuten (niet langer). In bijlage 1 vind je het onderwerp en de eisen van de presentatie. - De presentatie dien je uiterlijk dinsdag 16 oktober te uploaden via Eduweb.
Programma Inleiding De trainer geeft uitleg over het doel en de opzet van deze bijeenkomst. De trainer beantwoordt eventuele vragen vanuit de groep. Oefening presenteren 5 studenten houden hun presentatie. De oefening ziet er steeds als volgt uit: 1. De apparatuur wordt gereed gemaakt voor opname. 2. Vier observatoren observeren de spreker. Zij bepalen onderling wie welke aspecten observeert: 1) structuur, 2) contact met het publiek en taalgebruik, 3) lichamelijke expressie en stemgebruik en 4) overige. 3. 2 studenten worden aangewezen om vragen te bedenken. 4. De spreker geeft zijn/haar leerpunten door aan de observatoren. 5. De spreker houdt zijn/haar presentatie. 6. De spreker beantwoordt vragen van het publiek. Vanaf deze bijeenkomst wordt er ook geoefened met het beantwoorden van verschillende soorten vragen uit het publiek. De soorten vragen kunnen samenhangen met de doelgroep van je publiek, bv. leken, deskundige enz. Om een paar voorbeelden te geven: - De geïnteresseerde vraag van iemand die extra informatie wil of van iemand die de mening van de spreker wil weten over een bepaald onderwerp. - De kritische vraag van iemand die zijn mening naar voren wil brengen of foutjes in de presentatie op wil merken. - De pakvraag van iemand die de spreker onderuit wil halen of uit de tent wil lokken
11 | 1.2 Presenteren
-
De onsamenhangende vraag van iemand die zich ongelukkig en onduidelijk uitdrukt
7. De spreker ontvangt feedback. Er wordt extra stilgestaan bij aspecten 1 en 4. Pauze Vervolg oefening presenteren De resterende studenten komen nu aan de beurt. Groepsdiscussie Aan het einde van de bijeenkomst zal de trainer kort de eventuele voor- en nadelen met de groep bespreken van het gebruiken van niet wetenschappelijke bronnen bij het presenteren. Invullen van de leerpunten en doornemen bijeenkomst drie Op basis van de ervaring met de presentatie en feedback van vandaag formuleert iedereen nieuwe leerpunten voor de volgende presentatie. Dit zijn de punten waar studenten bij de voorbereiding extra op letten en de observatoren tijdens de uitvoering van de volgende presentatie extra aandacht aan besteden. Voorbereiden voor de volgende bijeenkomst Presentatie - Het voorbereiden van een presentatie in Powerpoint of Prezi van 8 minuten (niet langer). Zie bijlage 1 voor het onderwerp en de eisen. - Presentatie dient uiterlijk 23 oktober geüpload te worden via Eduweb. - Bekijk de video van je presentatie, noteer voor jezelf 2 sterke en 2 zwakke punten. Deze punten kun je vervolgens gebruiken voor je zelfreflectieverslag.
1.2 Presenteren| 12
BIJEENKOMST 3
DERDE PRESENTATIE
Doelen Ontwikkelen van wetenschappelijke presentatievaardigheden. Leren adequaat gebruik te maken van visuele hulpmiddelen. Leren omgaan met vragen uit het publiek.
Voorbereiding Presentatie - Je bereidt een presentatie voor in Powerpoint of Prezi van 8 minuten (niet langer). In bijlage 1 vind je het onderwerp en de eisen van de presentatie. - De presentatie dien je uiterlijk dinsdag 23 oktober te uploaden via Eduweb.
Programma Inleiding De trainer geeft uitleg over het doel en de opzet van deze bijeenkomst. De trainer beantwoordt eventuele vragen vanuit de groep. Oefening presenteren 5 studenten houden hun presentatie. De oefening ziet er steeds als volgt uit: 1. De apparatuur wordt gereed gemaakt voor opname. 2. Vier observatoren observeren de spreker. Zij bepalen onderling wie welke aspecten observeert: 1) structuur, 2) contact met het publiek en taalgebruik, 3) lichamelijke expressie en stemgebruik en 4) overige. 3. 2 studenten worden aangewezen om vragen te bedenken. 4. De spreker geeft zijn/haar leerpunten door aan de observatoren. 5. De spreker houdt zijn/haar presentatie. 6. De spreker beantwoordt vragen van het publiek. 7. De spreker ontvangt feedback. Pauze Vervolg oefening presenteren De resterende studenten komen nu aan de beurt. Groepsdiscussie Aan het einde van de bijeenkomst zal er een korte groepsdiscussie gehouden worden over het verschil van gebruiken van wetenschappelijke vs. niet wetenschappelijke bronnen.
13 | 1.2 Presenteren
Invullen van de leerpunten en doornemen bijeenkomst vier Op basis van de ervaring met de presentatie en feedback van vandaag formuleert iedereen nieuwe leerpunten voor de volgende presentatie. Dit zijn de punten waar studenten bij de voorbereiding extra op letten en de observatoren tijdens de uitvoering van de volgende presentatie extra aandacht aan besteden. Voorbereiden voor de volgende bijeenkomst Presentatie - Het voorbereiden van de eindpresentatie in Powerpoint of Prezi van 10 minuten (niet langer). Zie bijlage 1 voor het onderwerp en de eisen. Zie bijlage 5 voor de punten waarop de eindpresentatie wordt beoordeeld. - Presentatie dient uiterlijk 30 oktober geüpload te worden via Eduweb. - Bekijk de video van je presentatie, noteer voor jezelf 2 sterke en 2 zwakke punten. Deze punten kun je vervolgens gebruiken voor je zelfreflectieverslag.
1.2 Presenteren| 14
BIJEENKOMST 4
EINDPRESENTATIE
Doelen Het kunnen houden van een wetenschappelijke presentatie. Adequaat gebruik maken van visuele hulpmiddelen. Omgaan met vragen uit het publiek.
Voorbereiding Presentatie - Je bereidt een presentatie voor in Powerpoint of Prezi van 10 minuten (niet langer). In bijlage 1 vind je het onderwerp en de eisen van de presentatie. Zie bijlage 4 voor de minimale eisen voor de slides van de eindpresentatie en bijlage 5 voor de punten waarop je wordt beoordeeld. - De presentatie dien je uiterlijk dinsdag 30 oktober te uploaden via Eduweb. - Neem een setje hand-outs voor de trainer mee. Geef dit voorafgaand aan je presentatie aan je trainer.
Programma Inleiding De trainer geeft uitleg over het doel en de opzet van deze bijeenkomst en beantwoordt eventuele vragen vanuit de groep. De trainer legt aan de hand van het beoordelingsformulier uit hoe de presentaties beoordeeld worden. Oefening presenteren 5 studenten houden hun presentatie. De oefening ziet er steeds als volgt uit: 1. De laptop wordt gereed gemaakt voor opname. 2. Vier observatoren observeren de spreker. Zij bepalen onderling wie welke aspecten observeert: 1) structuur, 2) contact met het publiek en taalgebruik, 3) lichamelijke expressie en stemgebruik en 4) overige. 3. 2 studenten worden aangewezen om vragen te bedenken. 4. De spreker geeft zijn/haar leerpunten door aan de observatoren. 5. De spreker houdt zijn/haar presentatie. 6. De spreker beantwoordt vragen van het publiek. 7. De spreker ontvangt feedback.
Pauze
Vervolg oefening presenteren De resterende studenten komen nu aan de beurt.
15 | 1.2 Presenteren
Afsluiting en evaluatie Alle studenten vullen hun leerpunten in naar aanleiding van deze presentatie. Deze kunnen vervolgens gebruikt worden voor het zelfreflectieverslag. Ten slotte zal de training geëvalueerd worden.
1.2 Presenteren| 16
BIJLAGE 1
ONDERWERPEN EN EISEN PRESENTATIES
Presentatie 1 Onderwerp: Doelgroep: Duur presentatie: Deadline uploaden:
jezelf medestudenten 4 minuten dinsdag 9 oktober vóór 24.00
De centrale vraag in deze presentatie gaat over jou. Zoals je in de literatuur hebt gelezen is het beantwoorden van de centrale vraag het hoofddoel van de presentatie. De centrale vraag zal vervolgens, in drie tot vijf sub vragen, worden uitgewerkt in het middenstuk van de presentatie. Je mag zelf bepalen waar de sub vragen in het middenstuk over gaan. Zo kun je bijvoorbeeld inzoomen op je familie, hobby’s, persoonlijkheid, wat mensen over jou echt moeten weten of hoe vrienden jou omschrijven.
Presentatie 2 Onderwerp: Doelgroep: Bronnen: Duur presentatie: Deadline uploaden:
actueel onderwerp binnen de pedagogische- of onderwijswereld leken geen wetenschappelijke bronnen. Maak gebruik van internetsites, media, kranten enz. 6 minuten dinsdag 16 oktober vóór 24.00
Deze presentatie zal gaan over een actueel onderwerp binnen de pedagogische- of onderwijswereld. Je kunt bijvoorbeeld inspiratie opdoen via het nieuws of kijken wat er momenteel in de politiek speelt op dit gebied. Enkele voorbeelden: Mag een pedoseksueel na zijn straf terugkeren in zijn oude buurt? Helpen kleinere klassen? Is voorschoolse opleiding de oplossing voor achterstand bij kinderen uit slechte wijken? Aandachtspunten bij het voorbereiden van je presentatie: - Houd rekening met de doelgroep waarvoor je presenteert. - Formuleer een heldere centrale vraag waar je vervolgens ook antwoord op geeft. - Zorg voor voldoende inhoudelijke diepgang. Maak gebruik van meerdere bronnen. - Vermijd het puur opsommen van informatie. Het is bijvoorbeeld interessanter om bijvoorbeeld bij een onderwerp als ‘hoe kunnen we kinderen met autisme belangrijke vaardigheden aanleren? de verschillende methodes te vergelijken in plaats van enkel de methodes te beschrijven.
17 | 1.2 Presenteren
Presentatie 3 Onderwerp: Doelgroep: Bronnen: Duur presentatie: Deadline uploaden:
onderwerp uit blok 1.1 of 1.2 mensen uit de praktijk wetenschappelijke bronnen. Probeer nog wetenschappelijke bronnen erbij te zoeken die niet tijdens de onderwijsgroep zijn gebruikt. 8 minuten dinsdag 23 oktober vóór 24.00
Deze presentatie zal gaan over een onderwerp uit een van de problemen die tot nu toe zijn behandeld in blok 1.1. of 1.2. Het is niet de bedoeling dat je een samenvatting geeft van het onderwerp, maar kies het gedeelte van het onderwerp dat jij interessant vindt. Wellicht is dit in de onderwijsgroepen nog niet veel aan bod geweest of is er iets dat interessant is om aan het onder werp te relateren. Probeer binnen je practicumgroep af te stemmen dat er niet meerdere keren over hetzelfde onderwerp wordt gepresenteerd. Denk er ook hier weer aan dat de centrale vraag met behulp van wetenschappelijke literatuur wordt beantwoord. Enkele voorbeelden: Wat is de invloed van de verwachting van leraren op de prestaties van een leerling? Is de verwachting van leerkrachten meer van invloed op de prestaties van meisjes dan van jongens? Aandachtspunten bij het voorbereiden van je presentatie: - Houd rekening met de doelgroep waarvoor je presenteert. - Formuleer een heldere centrale vraag waar je vervolgens ook antwoord op geeft. - Zorg voor voldoende inhoudelijke diepgang. Maak gebruik van meerdere wetenschappelijke bronnen. Bedenk alvast wat het verschil is volgens jou tussen het gebruik maken van wetenschappelijke vs. niet wetenschappelijke bronnen. Dit zal in de groepsdiscussie tijdens de bijeenkomst besproken worden. - Vermijd het puur opsommen van informatie. - Vergeet niet te refereren! Refereer altijd volgens de APA-normen (ook in de tekst op de slides!).
1.2 Presenteren| 18
Eindpresentatie Onderwerp: Doelgroep: Bronnen: Duur presentatie: Deadline uploaden:
onderzoeksvraag en het (voorlopige) antwoord dat je daarop hebt geformuleerd op basis van de literatuur academici met interesse in pedagogiek en/of onderwijskunde wetenschappelijke bronnen. 10 minuten dinsdag 30 oktober vóór 24.00
Deze presentatie zal door de trainer met een cijfer worden beoordeeld. Deze eindpresentatie zal gaan over het onderwerp dat je voor schrijfvaardigheid hebt gekozen. De onderzoeksvraag die je hebt gevormd voor het plan van aanpak is hetzelfde als de centrale vraag in de presentatie. Voor het schrijven van het plan van aanpak heb je al literatuur gezocht die je kunt gebruiken voor het beantwoorden van de centrale vraag. Aandachtspunten bij het voorbereiden van je presentatie: - Houd rekening met de doelgroep waarvoor je presenteert. - Formuleer een heldere centrale vraag waar je vervolgens ook antwoord op geeft. - Zorg voor voldoende inhoudelijke diepgang. Maak gebruik van meerdere wetenschappelijke bronnen. - Vermijd het puur opsommen van informatie. - Vergeet niet te refereren! Refereer altijd volgens de APA-normen (ook in de tekst op de slides!). - Gebruik bijlage 4 en 5 als checklist.
19 | 1.2 Presenteren
BIJLAGE 2
TIPS VOOR HET VOORBEREIDEN
Tips om je presentatie voor te bereiden: 1. Verzamel informatie over je publiek (voor wie) 2. Stel je doel vast (wat wil je met je presentatie bereiken) 3. Verzamel informatie over je onderwerp (waarover) 4. Verzamel informatie over de randvoorwaarden (wanneer, hoe lang en waar) 5. Structureer je informatie (hoe) 6. Zet je presentatie op papier. Een handige manier hiervoor is door een draaiboek te maken (zie voorbeeld hieronder). Denk goed na of je het fijn vindt om de presentatie volledig uit te schrijven, of juist niet. 7. Oefen je presentatie voor een geïnteresseerde, bijvoorbeeld je huisgenoot of een vriend(in). Belangrijk: neem de duur van je presentatie op! 8. Stel naar aanleiding van het oefenen eventueel je presentatie en draaiboek bij en oefen zo nodig opnieuw
Tijd
Inhoud
Aanwijzingen
Inleiding Welkom heten en jezelf voorstellen Opening: zorg voor een pakkend begin (schrijf de openingszin volledig uit)
Rustig vertellen
Opbouw naar de centrale vraag: publiek informeren over het onderwerp
Iedereen goed aankijken
Centrale vraag
Slide 3
Structuur van de presentatie
Slide 4
Kern De kern van de presentatie: m.b.v. lineaire of concentrische ordening
Vergeet niet te ademen!
Slot Korte samenvatting van de hoofdpunten
Niet vergeten centrale vraag te herhalen
Conclusie Afsluiting: zorg voor een uitsmijter (schrijf de slotzin volledig uit) Vragen
Antwoord geven aan iedereen 1.2 Presenteren| 20
Toelichting op de drie kolommen 1. In de eerste kolom zet je de tijd die je wilt besteden aan een onderdeel. Afhankelijk van de totale duur van de presentatie en hoeveel speling er is om uit te lopen. 2. Zet in de tweede kolom je presentatie kernachtig neer. Schrijf de openingszin en de slotzin volledig uit. Het is erg belangrijk deze goed over te brengen aan het publiek, omdat zij aan het begin en het einde van de presentatie alert zijn. De informatie die dan wordt gepresenteerd wordt goed onthouden. Het is verder niet de bedoeling dat je er een letterlijk uitgeschreven verhaal neerzet, maar zorg wel dat hetgeen je schrijft te volgen is voor iemand die de presentatie niet gehoord heeft. Bewaak de tijd. Zorg ook dat je onderdelen hebt die optioneel zijn, die je dus gemakkelijk achterwege kan laten wanneer je uit dreigt te lopen of kan toevoegen wanneer je tijd over hebt in je presentatie. Zorg verder dat je tekst (als je die wilt gebruiken) overzichtelijk is. Je moet namelijk in één oogopslag kunnen zien waar je bent in je presentatie. Je kunt bijvoorbeeld veel witregels gebruiken en bepaalde kernwoorden markeren, zodat die er meteen uit springen wanneer je je draaiboek voor je hebt liggen. Als je verwacht dat je erg zenuwachtig zult zijn, is het wel handig om de gehele inleiding letterlijk op te nemen in je draaiboek. Zo kan je terugvallen op de uitgeschreven tekst als de zenuwen, die vaak in het begin van je presentatie het hevigst zijn, te erg opspelen. Schrijf dan wel in spreektaal. 3. In de derde kolom noteer je aanwijzingen over hoe je de presentatie houdt. Zo kan daar aanwijzingen in staan over op welk moment je de relevante slide gebruikt. Maar je kunt ook aanwijzingen over je non-verbale gedrag erin zetten, bijvoorbeeld lachen, ademen enz. Zorg dat je aanwijzingen corresponderen met de inhoud in kolom 2.
21 | 1.2 Presenteren
BIJLAGE 3
OMGAAN MET FEEDBACK
Introductie Wat is feedback? Letterlijk betekent feedback "terugkoppelen". Een feedbackgever koppelt terug aan een feedbackontvanger wat hij of zij vindt van een prestatie of performance (bijvoorbeeld een onderzoeksverslag) van de ontvanger. Doelen van feedback Het kritisch naar elkaar kijken en feedback geven over elkaars prestaties is belangrijk in het wetenschappelijk proces. Een voorbeeld is de zogenaamde ‘peer review’ waarbij collega’s de kwaliteit van elkaars werk beoordelen. Mede via feedback van collega’s kun je je professioneel ontwikkelen. Het geven en ontvangen van feedback heeft verschillende doelen: 1. fouten uit iemands repertoire of handelen halen 2. aanzetten tot reflectie over je handelen, wat tot een verbeterd inzicht in eigen handelen moet leiden 3. verbetering van feedbackvaardigheden Kenmerken van feedback Feedback bestaat in allerlei vormen. Feedback kan bijvoorbeeld schriftelijk en/of mondeling gegeven worden. Feedback kan uitgebreid of beknopt zijn, kan meteen na een performance worden gegeven of iets later. De onderstaande kenmerken bepalen voor een belangrijk deel de stijl en kwaliteit van de feedback: er is duidelijkheid over de gebruikte criteria voor de feedback er zijn concrete voorbeelden door de feedbackontvanger beschreven er is uitleg gegeven bij de feedback er is een balans tussen positieve en negatieve opmerkingen de feedbackgever heeft aangegeven hoe hij/zij het zelf aangepakt zou hebben er zijn suggesties gegeven voor verbetering de feedback heeft structuur (vb. ‘Ik vond vier dingen sterk en twee voor verbetering vatbaar. Het eerste sterke punt vind ik …’ de feedback is beschrijvend (en is dus meer dan enkele kernwoorden) de feedback is in de eerste persoon geschreven (Dus bijvoorbeeld: ‘Ik snapte je uitleg van sommige termen niet‘, in plaats van ‘Je legde sommige termen niet duidelijk uit’) De kunde van het ontvangen van feedback De feedbackontvanger is voor een belangrijke deel verantwoordelijk voor de kwaliteit van de feedback. Tijdens het uitwisselen van de feedback heeft de ontvanger een leidende rol. Allereerst zal de feedbackontvanger goed moeten luisteren en de feedbackgever moeten laten uitpraten. Als de feedback onduidelijk is voor de ontvanger, zal de ontvanger door moeten vragen. Als de feedbackontvanger geen suggesties heeft gekregen voor verbetering,
1.2 Presenteren| 22
zal de ontvanger daar op door kunnen vragen. Let daarbij op de bovenstaande kenmerken van feedback. Het is dus aan de feedbackontvanger om te zorgen dat de feedback begrepen en geaccepteerd wordt. Het is ook aan de feedbackontvanger om de feedback te wegen en te besluiten om er wel of niet iets mee te doen. Feedback ontvangen en daarop reageren Hieronder in de tabel geven we zes hoofdvragen en voorbeelden van bijbehorende subvragen:
Hoofdvragen voor de ontvanger
Voorbeeldvragen aan de feedbackgever
Heb ik de feedback begrepen?
Zou je opmerking X kunnen verduidelijken?
Herken ik de feedback?
Ik begrijp dat het je opviel dat ik mijn besluit niet goed motiveerde. Wanneer deed ik dat?
Accepteer ik de feedback?
Zou je specifieke voorbeelden kunnen geven waarmee je jouw opmerkingen kunt onderbouwen? Heb je ook positieve punten voor me? Heb je ook leerpunten voor me?
Ben ik het met de feedback eens?
Kun je je voorstellen dat ik er anders over denk?
Kan ik wat met de feedback?
Heb je suggesties voor me voor de volgende keer? Hoe zou jij dit aangepakt hebben?
In de feedbackdialoog is het tevens belangrijk om waardering te tonen voor de feedback en de ander te bedanken voor zijn informatie. Dat voelt misschien eerst wat vreemd, maar als je feedback ziet als een leerinstrument is het zo gek nog niet: de ander geeft je immers informatie waarmee jij je voordeel kunt doen. Kies je eigen stijl daarin. Een voorbeeld: Fijn dat je dit tegen me zegt. Ik was me daar niet van bewust. Laat de feedbackgever weten wat je met zijn/haar commentaar doet. Als je besluit er niets mee te doen, zeg het dan en geef aan waarom dat het geval is. Dat geeft de feedbackgever weer aanwijzingen voor de volgende keer dat hij/zij feedback geeft. Twee voorbeelden: Ik heb gehoord wat je zei. Volgende keer ga ik proberen om mijn besluit beter te motiveren." Ik kan nog weinig met de feedback want je hebt me nog niet verteld wat ik zou moeten doen om mijn besluit of motivatie aan te passen ."
23 | 1.2 Presenteren
In de feedbackdialoog zal ook de feedbackgever de ander de ruimte kunnen geven om te reageren en daarbij vragen te stellen als:
Herken je dat? Wat vind je daarvan? Klopt dit volgens jou? Begrijp je wat ik bedoel?
Gebaseerd op: Prins, F. J., Sluijsmans, D. M. A., & Kirschner, P. A. (2006). Feedback for General Practitioners in Training: Quality, styles, and preferences. Advances in Health Sciences Education, 11, 289-303.
1.2 Presenteren| 24
BIJLAGE 4
MINIMALE VEREISTEN VOOR DE SLIDES
Minimale vereisten voor de slides ter ondersteuning van de presentatie zijn: Leesbaarheid - De lettergrootte is ten minste 24-punts. - Er staan niet meer dan 8 regels op één slide. Lay-out - Slides zien er consistent uit. - Slides hebben een achtergrond (hoeft niet in kleur). - Slides hebben een voettekst. Inhoud - Eén slide bevat titel van de presentatie, de naam van de spreker en de naam van het instituut waaraan de spreker verbonden is. - De slides ondersteunen op adequate wijze de inleiding, het middendeel en het slot. - De slides zijn voorzien van referenties van bronnen die je hebt geraadpleegd. Refereer altijd volgens de APA normen. Hoeveel slides moet ik hiervoor gebruiken? Er is geen minimum en maximum vastgesteld, aangezien elke presentatie inhoudelijk verschillend is en het mede afhangt van wat je inschatting is dat jouw publiek nodig heeft aan visuele ondersteuning bij het onderwerp. Let op: De slides moeten een presentatie adequaat ondersteunen. Zij staan in dienst van de presentatie en niet omgekeerd. Het oplezen van de presentatie vanaf de slides komt een presentatie nooit ten goede. Zorg dus altijd dat je meer te vertellen hebt dan op je slides staat.
25 | 1.2 Presenteren
BIJLAGE 5
OBSERVATIEFORMULIER
Naam Spreker:
Leerdoelen:
Naam observator:
Onderwerp:
Onderdeel
Beoordeling
Opmerkingen
Structuur van het verhaal (2x) Kop: geeft goede inleiding openingszin
+
+/-
-
introductie
+
+/-
-
centrale vraag
+
+/-
-
overzicht inhoud
+
+/-
-
goede opbouw
+
+/-
-
onderscheid hoofd/bijzaken
+
+/-
-
voorbeelden
+
+/-
-
terugkoppeling naar centrale vraag
+
+/-
-
tussentijdse samenvattingen
+
+/-
-
herhaling van de centrale vraag
+
+/-
-
kritische bespreking
+
+/-
-
conclusie
+
+/-
-
afsluitingszin
+
+/-
-
+
+/-
-
Heeft oogcontact met alle toehoorders
+
+/-
-
Houdt aandacht vast
+
+/-
-
Vertelt levendig
+
+/-
-
Romp: geeft duidelijke kern
Staart: geeft slot
Bewaakt de tijd Contact met het publiek (1x)
1.2 Presenteren| 26
Lichamelijke expressie (1x) Heeft een open houding
+
+/-
-
Gebruikt ondersteunende gebaren
+
+/-
-
Straalt enthousiasme uit
+
+/-
-
Taalgebruik dat past bij de doelgroep
+
+/-
-
Licht vaktermen toe
+
+/-
-
Vermijdt het gebruik van stopwoordjes
+
+/-
-
Heeft een goed spreektempo
+
+/-
-
Maakt gebruik van pauzes en stiltes
+
+/-
-
Varieert stemgebruik (intonatie)
+
+/-
-
Articuleert goed
+
+/-
-
Heeft een goed volume
+
+/-
-
de slides zijn leesbaar
+
+/-
-
de slides zijn ondersteunend en verhelderend
+
+/-
-
de spreker staat niet voor de slides
+
+/-
-
herhaalt de vraag
+
+/-
-
geeft kort en krachtig antwoord
+
+/-
-
geeft antwoord aan het gehele publiek
+
+/-
-
checkt of de vraag goed is beantwoord
+
+/-
-
Taalgebruik (1x)
Stemgebruik (1x)
Overig (1x) Gebruik van hulpmiddelen:
Omgaan met vragen:
27 | 1.2 Presenteren
BIJLAGE 6
EISEN ZELFREFLECTIEVERSLAG
Uiterlijk inleveren op maandag 5 november vóór 9:00 Je hebt in totaal vier presentaties gehouden waarover je feedback hebt ontvangen. Ook heb je steeds leerpunten geformuleerd en na elke presentatie de video daarvan bekeken. Gebruik de observatieformulieren, video’s en de leerpunten voor een kritische reflectie op je presentatievaardigheden. Het is de bedoeling dat in het verslag duidelijk wordt welke onderdelen van het observatieformulier je goed onder de knie hebt, welke verbeterd zijn gedurende het practicum en welke nog meer oefening behoeven. Raadpleeg de videoopnames van je presentaties om concrete voorbeelden van gedragingen te beschrijven. Het verslag is een lopend verhaal (dus niet met opsommingen e.d.), beslaat maximaal 3 A4 (Lettertype Arial, lettergrootte 11, regelafstand 1.5) en bevat de volgende punten:
1ste Presentatie - Wat waren volgens jou sterke punten van je presentatie? Geef een concreet voorbeeld van hoe je iets deed / wat je zei. - Wat zijn volgens jou punten voor verbetering van je presentatie? Geef een concreet voorbeeld van hoe je dat deed / wat je zei. - Wat waren je leerpunten naar aanleiding van de presentatie? 2de Presentatie - In hoeverre zijn je leerpunten gerealiseerd tijdens de tweede presentatie? Geef aan waarom het wel of niet gelukt is een leerpunt te realiseren en geef een concreet voorbeeld van hoe je iets deed / wat je zei. - Wat waren volgens jou sterke punten van je presentatie? Geef een concreet voorbeeld van hoe je iets deed / wat je zei. - Wat waren je leerpunten naar aanleiding van de tweede presentatie? 3de Presentatie - In hoeverre zijn je leerpunten gerealiseerd tijdens de derde presentatie? Geef aan waarom het wel of niet gelukt is een leerpunt te realiseren en geef een concreet voorbeeld van hoe je iets deed / wat je zei. - Wat waren volgens jou sterke punten van je presentatie? Geef een concreet voorbeeld van hoe je iets deed / wat je zei. - Wat waren je leerpunten naar aanleiding van de derde presentatie? Eindpresentatie - In hoeverre zijn je leerpunten gerealiseerd tijdens de eindpresentatie? Geef aan waarom het wel of niet gelukt is een leerpunt te realiseren en geef een concreet voorbeeld van hoe je iets deed / wat je zei. - Wat waren volgens jou sterke punten van je presentatie? Geef een concreet voorbeeld van hoe je iets deed / wat je zei. - Wat waren je leerpunten naar aanleiding van de eindpresentatie?
1.2 Presenteren| 28
Conclusie presentatievaardigheden Hoe oordeel je nu over je presentatievaardigheden? In hoeverre vind je dat na deze vier presentaties je presentatievaardigheden verbeterd zijn? Wat blijven aandachtspunten voor de toekomst? Wat zijn je sterke punten?
29 | 1.2 Presenteren