bladzijden

MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20 juillet 2005.

Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen van 20 juli 2005.

Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse :

Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op :

www.moniteur.be

www.staatsblad.be

Direction du Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles - Conseiller : A. Van Damme

Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel - Adviseur : A. Van Damme

Numéro tél. gratuit : 0800-98 809

Gratis tel. nummer : 0800-98 809 N. 315

177e ANNEE

177e JAARGANG

MERCREDI 31 OCTOBRE 2007

WOENSDAG 31 OKTOBER 2007

SOMMAIRE

INHOUD

Lois, décrets, ordonnances et règlements

Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen

Cour constitutionnelle

Grondwettelijk Hof

Extrait de l’arrêt n° 129/2007 du 17 octobre 2007, p. 55993.

Uittreksel uit arrest nr. 129/2007 van 17 oktober 2007, bl. 55991.

Verfassungsgerichtshof Auszug aus dem Urteil Nr. 129/2007 vom 17. Oktober 2007, S. 55996.

Service public fédéral Chancellerie du Premier Ministre 7 MAI 2007. — Révision de la Constitution. Erratum, p. 55998.

Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister 7 MEI 2007. — Wijziging aan de Grondwet. Erratum, bl. 55998.

¨ ffentlicher Dienst Kanzlei des Premierministers Föderaler O 7. MAI 2007. — Revision der Verfassung. Erratum, S. 55998.

Service public fédéral Intérieur

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken

1er OCTOBRE 2007. — Arrêté royal déterminant le périmètre du stade ″Burgemeester A. Lamberts″ en matière de sécurité lors des matches de football, p. 55998.

1 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot bepaling van de perimeter van het Burgemeester A. Lambertsstadion inzake de veiligheid bij voetbalwedstrijden, bl. 55998.

1er OCTOBRE 2007. — Arrêté royal déterminant le périmètre du stade ″Burgemeester Thienpondt″ en matière de sécurité lors des matches de football, p. 55999.

1 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot bepaling van de perimeter van het Burgemeester Thienpondtstadion inzake de veiligheid bij voetbalwedstrijden, bl. 55999.

1er OCTOBRE 2007. — Arrêté royal déterminant le périmètre du Stade communal en matière de sécurité lors des matches de football, p. 56000.

1 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot bepaling van de perimeter van het Gemeentelijk Stadion inzake de veiligheid bij voetbalwedstrijden, bl. 56000.

1er OCTOBRE 2007. — Arrêté royal déterminant le périmètre du stade Vedette en matière de sécurité lors des matches de football, p. 56000.

1 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot bepaling van de perimeter van het stadion Vedette inzake de veiligheid bij voetbalwedstrijden, bl. 56000.

1er OCTOBRE 2007. — Arrêté royal déterminant le périmètre du stade Luc Varenne en matière de sécurité lors des matches de football, p. 56001.

1 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot bepaling van de perimeter van het Luc Varenne stadion inzake de veiligheid bij voetbalwedstrijden, bl. 56001.

252 pages/bladzijden

55986

MONITEUR BELGE − 31.10.2007 − BELGISCH STAATSBLAD

1er OCTOBRE 2007. — Arrêté royal déterminant le périmètre du stade communal De Schalk en matière de sécurité lors des matches de football, p. 56002.

Service public fédéral Finances

1 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot bepaling van de perimeter van het gemeentelijk stadion De Schalk inzake de veiligheid bij voetbalwedstrijden, bl. 56002.

Federale Overheidsdienst Financiën

25 OCTOBRE 2007. — Arrêté royal déterminant le modèle de la formule de déclaration en matière d’impôt des non-résidents (sociétés, associations, etc.) pour l’exercice d’imposition 2007 et les conditions qui permettent de fournir les données demandées dans ladite formule de déclaration au moyen d’imprimés informatiques, p. 56002.

25 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake belasting van niet-inwoners (vennootschappen, verenigingen, enz.) voor het aanslagjaar 2007 en van de voorwaarden die het mogelijk maken om de in dat formulier gevraagde gegevens bij middel van computerafdrukken te verstrekken, bl. 56002.

24 OCTOBRE 2007. — Arrêté ministériel relatif au régime fiscal des tabacs manufacturés, p. 56018.

24 OKTOBER 2007. — Ministerieel besluit betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak, bl. 56018.

Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale

Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

12 SEPTEMBRE 2007. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 7 juillet 2006, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, concernant la barémisation des fonctions pour le personnel contractuel non subsidié des Hautes Ecoles de l’enseignement libre subventionné en Communauté française, p. 56059.

12 SEPTEMBER 2007. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende de beroepeninschaling voor het niet-gesubsidieerd contractueel personeel van de Hogescholen van het vrij gesubsidieerd onderwijs in de Franse Gemeenschap, bl. 56059.

12 SEPTEMBRE 2007. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 23 janvier 2007, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, modifiant la convention collective de travail du 5 novembre 1979 fixant le montant et les modalités d’octroi et de liquidation d’une prime syndicale aux ouvriers et ouvrières syndiqués, p. 56066.

12 SEPTEMBER 2007. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 1979 tot vaststelling van het bedrag en de wijze van toekenning van een syndicale premie aan de georganiseerde werklieden en werksters, bl. 56066.

19 SEPTEMBRE 2007. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 24 mai 2007, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la modification des statuts du ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″ fixés par la convention collective de travail du 26 avril 1978 instituant un fonds de sécurité d’existence et en fixant les statuts, p. 56067.

19 SEPTEMBER 2007. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de wijziging van de statuten van het ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″ vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 1978 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van de statuten, bl. 56067.

19 SEPTEMBRE 2007. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 24 mai 2007, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la formation, p. 56069.

19 SEPTEMBER 2007. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de vorming, bl. 56069.

Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

12 OCTOBRE 2007. — Arrêté ministériel accordant pour la saison 2007-2008 des dérogations à la prohibition portée à l’article 36, 7°, de la loi du 14 août 1986 relative à la protection et au bien-être des animaux, p. 56070.

12 OKTOBER 2007. — Ministerieel besluit tot verlening van afwijkingen voor het seizoen 2007-2008 van de in artikel 36, 7°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren opgenomen verbodsbepaling, bl. 56070.

Service public fédéral Justice 15 OCTOBRE 2007. — Arrêté royal déterminant la population des cantons judiciaires, p. 56070.

Ministère de la Défense 11 OCTOBRE 2007. — Arrêté royal modifiant diverses dispositions relatives au statut des candidats officiers auxiliaires et du personnel navigant, p. 56078.

Federale Overheidsdienst Justitie 15 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot bepaling van de bevolking van de gerechtelijke kantons, bl. 56070.

Ministerie van Landsverdediging 11 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere bepalingen betreffende het statuut van de kandidaat-hulpofficieren en van het varend personeel, bl. 56078.


55987

Gemeenschaps- en Gewestregeringen

Gouvernements de Communauté et de Région Communauté flamande

Vlaamse Gemeenschap

Autorité flamande

Vlaamse overheid

19 OCTOBRE 2007. — Décret portant assentiment à l’Accord modifiant l’accord de partenariat, signé à Cotonou le 23 juin 2000 entre les membres du Groupe des Etats d’Afrique, des Caraïbes et du Pacifique, d’une part, et de la Communauté européenne et ses Etats membres, d’autre part, et à l’Acte final signé à Luxembourg le 25 juin 2005, p. 56085.

19 OKTOBER 2007. — Decreet houdende instemming met de Overeenkomst tot wijziging van de partnerschapsovereenkomst, ondertekend in Cotonou op 23 juni 2000 tussen de leden van de Groep van Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, en met de Slotakte, ondertekend in Luxemburg op 25 juni 2005, bl. 56085.

19 OCTOBRE 2007. — Décret portant assentiment à l’Accord interne entre les représentants des gouvernements des Etats membres, réunis au sein du Conseil, modifiant l’Accord interne du 18 septembre 2000 relatif aux mesures à prendre et aux procédures à suivre pour la mise en œuvre de l’Accord de Partenariat ACP-CE, fait à Luxembourg le 10 avril 2006, p. 56086.

19 OKTOBER 2007. — Decreet houdende instemming met het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, houdende wijziging van het Intern Akkoord van 18 september 2000 inzake maatregelen en procedures voor de uitvoering van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst, ondertekend in Luxemburg op 10 april 2006, bl. 56086.

7 SEPTEMBRE 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand concernant l’attribution, l’utilisation et la reprise de droits d’émission d’éléments nutritionnels et concernant le développement de l’entreprise après traitement d’engrais avéré, p. 56096.

7 SEPTEMBER 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toewijzing, het gebruik en de overname van de nutriëntenemissierechten en betreffende de bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking, bl. 56087.

12 OCTOBRE 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand portant financement des sociétés de logement social en vue de la réalisation d’habitations de location sociales et des frais de fonctionnement y afférents, p. 56112.

12 OKTOBER 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering houdende de financiering van de sociale huisvestingsmaatschappijen voor de realisatie van sociale huurwoningen en de daaraan verbonden werkingskosten, bl. 56105.

25 OCTOBRE 2007. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 21 décembre 2006 portant des mesures complémentaires temporaires de conservation des réserves de poisson en mer, p. 56120.

25 OKTOBER 2007. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 december 2006 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, bl. 56119.

Gemeinschafts- und Regionalregierungen Deutschsprachige Gemeinschaft Ministerium der Deutschsprachigen Gemeinschaft 12. JULI 2007 — Erlass der Regierung zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 30. März 1973 zur Bestimmung der gemeinsamen Regen zur Festlegung der täglichen Zuschüsse, die gewährt werden für die Pflege, die Erziehung und Betreuung von Minderjährigen und Personen mit Behinderung, die zu Lasten der öffentlichen Hand versorgt werden, S. 56122.

Communauté germanophone

Duitstalige Gemeenschap

Ministère de la Communauté germanophone

Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap

12 JUILLET 2007. — Arrêté du Gouvernement portant modification de l’arrêté royal du 30 mars 1973 déterminant les règles communes à suivre pour fixer les subventions journalières allouées pour l’entretien, l’éducation et le traitement des mineurs d’âge et des handicapés placés à charge des pouvoirs publics, p. 56123.

12 JULI 2007. — Besluit van de Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten geplaatst ten laste van de openbare besturen, bl. 56123.

Région wallonne

Waals Gewest

Ministère de la Région wallonne

Ministerie van het Waalse Gewest

18 OCTOBRE 2007. — Décret portant ratification de l’arrêté du Gouvernement wallon du 15 juin 2006 pris en application de l’article 1er du décret-programme du 3 février 2005 de relance économique et de simplification administrative, p. 56124.

18 OKTOBER 2007. — Decreet betreffende de bekrachtiging van het besluit van de Waalse Regering van 15 juni 2006 genomen overeenkomstig artikel 1 van het programmadecreet van 3 februari 2005 tot economische en administratieve vereenvoudiging, bl. 56126.

11 OCTOBRE 2007. — Arrêté du Gouvernement wallon modifiant l’arrêté du Gouvernement wallon du 3 juin 2004 portant agrément définitif de l’organisme payeur wallon pour les dépenses cofinancées par le Fonds européen d’orientation et de garantie agricole, section Garantie, p. 56126.

11 OKTOBER 2007. — Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 2004 houdende definitieve erkenning van het Waalse betaalorgaan voor de door het EOGFL, afdeling Garantie, medegefinancierde uitgaven, bl. 56128.

21 JUIN 2007. — Arrêté du Gouvernement wallon adoptant définitivement la révision du plan de secteur de Huy-Waremme en vue de l’extension d’une zone d’extraction et de la réaffectation en zone forestière d’une partie de cette zone, sur le territoire de la commune de Huy (Ben-Ahin) au lieu-dit ″Rieudotte″ (planche 48/2). Addendum, p. 56129.

21 JUNI 2007. — Besluit van de Waalse Regering waarbij de herziening van het gewestplan Hoei-Borgworm definitief aangenomen wordt met het oog op de uitbreiding van een ontginningsgebied en op de herbestemming als bosgebied van een gedeelte van dat gebied op het grondgebied van de gemeente Hoei (Ben-Ahin), op de plaats die ″Rieudotte’’ genoemd wordt (blad 48/2). Addendum, bl. 56131.

55988

MONITEUR BELGE − 31.10.2007 − BELGISCH STAATSBLAD Wallonische Region Ministerium der Wallonischen Region

18. OKTOBER 2007 — Dekret zur Ratifizierung des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 15. Juni 2006, der in Anwendung von Artikel 1 des Programmdekrets vom 3. Februar 2005 zur Ankurbelung der Wirtschaft und zur administrativen Vereinfachung verabschiedet wurde, S. 56125. 11. OKTOBER 2007 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Änderung des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 3. Juni 2004 zur endgültigen Zulassung der wallonischen Zahlstelle für die durch den Europäischen Ausrichtungs- und Garantiefonds für die Landwirtschaft, Abteilung Garantie, mitfinanzierten Ausgaben, S. 56127. 21. JUNI 2007 — Erlass der Wallonischen Regierung zur endgültigen Annahme der Revision des Sektorenplans von Huy-Waremme zwecks ¨ nderung der Zweckbestimmung eines Teils dieses Gebiets als Forstgebiet auf dem Gebiet der der Erweiterung eines Abbaugebiets und der A Gemeinde Huy (Ben-Ahin) in der Ortschaft ″Rieudotte″ (Karte 48/2). Addendum, S. 56131.

Région de Bruxelles-Capitale

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale

Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

11 OCTOBRE 2007. — Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale fixant des conditions d’exploitation pour certaines installations industrielles classées, p. 56131.

Autres arrêtés

Service public fédéral Intérieur Conseil d’Etat. Détachement, p. 56137.

Service public fédéral Mobilité et Transports Conseil d’Etat. Suspension, p. 56137. — Personnel. Mise à la retraite, p. 56137.

Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale Personnel. Pension, p. 56137.

11 OKTOBER 2007. — Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor bepaalde ingedeelde inrichtingen, bl. 56131.

Andere besluiten

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Raad van State. Detachering, bl. 56137.

Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Raad van State. Schorsing, bl. 56137. — Personeel. Oppensioenstelling, bl. 56137.

Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Personeel. Pensioen, bl. 56137.

Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Personnel. Nomination, p. 56137. — Personnel. Nomination. Erratum, p. 56138.

Personeel. Benoeming, bl. 56137. — Personeel. Benoeming. Erratum, bl. 56138.

Service public fédéral Justice Ordre judiciaire, p. 56138. — Ordre judiciaire. Ordres nationaux, p. 56138.

Gouvernements de Communauté et de Région

Federale Overheidsdienst Justitie Rechterlijke Orde, bl. 56138. — Rechterlijke Orde. Nationale Orden, bl. 56138.

Gemeenschaps- en Gewestregeringen

Région wallonne

Waals Gewest

Ministère de la Région wallonne

Ministerie van het Waalse Gewest

25 OCTOBRE 2007. — Arrêté du Gouvernement wallon prorogeant les nominations des membres effectifs et suppléants de la Commission régionale de l’Aménagement du Territoire, p. 56139.

Pouvoirs locaux, p. 56140. Ministère wallon de l’Equipement et des Transports 3 OCTOBRE 2007. — Arrêté ministériel relatif à l’expropriation de biens immeubles à Gembloux (Sauvenière), p. 56141.

25 OKTOBER 2007. — Besluit van de Waalse Regering tot verlenging van de benoeming van de gewone en plaatsvervangende leden van de ″Commission régionale d’Aménagement du Territoire″ (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening), bl. 56140.


55989

Gemeinschafts- und Regionalregierungen Wallonische Region Ministerium der Wallonischen Region 25. OKTOBER 2007 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Verlängerung der Ernennungen der effektiven und stellvertretenden Mitglieder des Regionalausschusses für Raumordnung, S. 56139.

Région de Bruxelles-Capitale

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Commission communautaire française de la Région de Bruxelles-Capitale

Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

12 JUILLET 2007. — Arrêté du Collège de la Commission communautaire franç aise modifiant l’arrêté du Collège de la Commission communautaire franç aise du 12 juin 2003, tel que modifié par les arrêtés du Collège de la Commission communautaire franç aise des 6 mai 2004, 24 juin 2004, 12 mai 2005, 13 octobre 2005, 27 avril 2006, 5 octobre 2006 et 24 novembre 2006 portant nomination des membres du Conseil consultatif bruxellois francophone de l’aide aux personnes et de la santé, p. 56142.

12 JULI 2007. — Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juni 2003, zoals gewijzigd door de besluiten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 6 mei 2004, 24 juni 2004, 12 mei 2005, 13 oktober 2005, 27 april 2006, 5 oktober 2006 en 24 november 2006 houdende benoeming van de leden van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor hulp aan personen en gezondheid, bl. 56145.

Officiële berichten

Avis officiels

Grondwettelijk Hof

Cour constitutionnelle Extrait de l’arrêt n° 118/2007 du 19 septembre 2007, p. 56149.

Uittreksel uit arrest nr. 118/2007 van 19 september 2007, bl. 56151.

Extrait de l’arrêt n° 119/2007 du 19 septembre 2007, p. 56158.


Extrait de l’arrêt n° 121/2007 du 19 septembre 2007, p. 56164.


Verfassungsgerichtshof Auszug aus dem Urteil Nr. 118/2007 vom 19. September 2007, S. 56154. Auszug aus dem Urteil Nr. 119/2007 vom 19. September 2007, S. 56160. Auszug aus dem Urteil Nr. 121/2007 vom 19. September 2007, S. 56165.

Rechterlijke Macht

Pouvoir judiciaire

Hof van Cassatie, bl. 56167.

Cour de cassation, p. 56167.

Raad van State

Conseil d’Etat Avis prescrit par l’article 3quater de l’arrêté du Régent du 23 août 1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat, p. 56167.

Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, bl. 56167.

Avis prescrit par l’article 3quater de l’arrêté du Régent du 23 août 1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat, p. 56167.

Bericht voorgeschreven bij artikel 3suater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, bl. 56167.

Avis prescrit par l’article 3quater de l’arrêté du Régent du 23 août 1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat et par l’article 7 de l’arrêté royal du 5 décembre 1991 déterminant la procédure en référé devant le Conseil d’Etat, p. 56168.

Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en bij artikel 7 van het koninklijk besluit van 5 december 1991 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State, bl. 56168.

Avis prescrit par l’article 3quater de l’arrêté du Régent du 23 août 1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat et par l’article 7 de l’arrêté royal du 5 décembre 1991 déterminant la procédure en référé devant le Conseil d’Etat, p. 56168.

Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en bij artikel 7 van het koninklijk besluit van 5 december 1991 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad vanState, bl. 56168.

Staatsrat Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates, S. 56167. Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates, S. 56168.

55990


Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates und durch Artikel 7 des königlichen Erlasses vom 5. Dezember 1991 zur Festlegung Verfahrens der einstweiligen Entscheidung vor dem Staatsrat, S. 56168. Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates und durch Artikel 7 des königlichen Erlasses vom 5. Dezember 1991 zur Festlegung Verfahrens der einstweiligen Entscheidung vor dem Staatsrat, S. 56169.

SELOR. — Bureau de Sélection de l’Administration fédérale Recrutement. Résultats, p. 56169. Service public fédéral Intérieur 2 OCTOBRE 2007. — Circulaire ministérielle relative au marquage des casques, p. 56170. Service public fédéral Justice Ordre judiciaire. Places vacantes. Communication importante, p. 56174. — Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms. Publications, p. 56176. Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie Indice des prix à la consommation du mois d’octobre 2007, p. 56178.

Ordres du jour Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale, p. 56180.

Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans ce sommaire mais figurent aux pages 56182 à 56236.

der des der des

SELOR. — Selectiebureau van de Federale Overheid Werving. Uitslagen, bl. 56169. Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken 2 OKTOBER 2007. — Ministeriële omzendbrief betreffende de markering van brandweerhelmen, bl. 56170. Federale Overheidsdienst Justitie Rechterlijke Orde. Vacante betrekkingen. Belangrijke mededeling, bl. 56174. — Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen. Bekendmakingen, bl. 56176. Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand oktober 2007, bl. 56178. Agenda’s Brussels Hoofdstedelijk Parlement, bl. 56180.

De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten worden niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van bl. 56182 tot bl. 56236.

55991

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN GRONDWETTELIJK HOF N. 2007 — 4305

[2007/203236] Uittreksel uit arrest nr. 129/2007 van 17 oktober 2007

Rolnummer 4095 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 362 (maatregelen genomen door de luchthavenuitbater van Brussel-Nationaal) van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen, ingesteld door de VZW « Belgian Air Transport Association » en anderen. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, de rechters P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989, emeritus voorzitter A. Arts, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter A. Arts, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 13 december 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 15 december 2006, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 362 (maatregelen genomen door de luchthavenuitbater van Brussel-Nationaal) van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 juli 2006, tweede editie) door de VZW « Belgian Air Transport Association », met zetel te 1200 Brussel, Théodore De Cuyperstraat 212, de VZW « Airline Operators Committee, Brussels », met zetel te 1930 Zaventem, op de luchthaven Brussel-Nationaal, en de beroepsvereniging « Board of Airline Representatives - Belgium », met zetel te 1083 Brussel, Oscar Maesschalckstraat 25. (...) II. In rechte (...) Wat de bestreden bepaling betreft B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel 362 van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen. Artikel 362 van de wet van 20 juli 2006 bepaalt : « Maatregelen genomen door de luchthavenuitbater van Brussel-Nationaal in uitvoering van verordening (EG) nr. 2320/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en goedgekeurd door de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Luchtvaart van de FOD Mobiliteit en Vervoer, worden met terugwerkende kracht geacht eenzijdig opgelegd te zijn door de overheid vanaf het ogenblik dat de maatregelen genomen werden door de luchthavenuitbater van Brussel-Nationaal ». Artikel 362 van de wet van 20 juli 2006 maakt het voor de exploitant van de luchthaven Brussel-Nationaal mogelijk de beveiligingsmaatregelen - en de bijbehorende kosten - die zij heeft moeten nemen naar aanleiding van vastgestelde tekortkomingen ingevolge een inspectie van de Europese Commissie ter uitvoering van artikel 7 van de verordening (EG) nr. 2320/2002 van 16 december 2002 van het Europees Parlement en de Raad « tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart », als eenzijdig opgelegde overheidsmaatregelen te beschouwen. B.1.2. Om de weerslag van artikel 362 van de wet van 20 juli 2006 op de luchthavengebruikers en de luchthavenexploitant na te gaan is het tevens noodzakelijk te verwijzen naar de toepasselijke artikelen aangaande de vaststelling van de formule van tariefcontrole en het tariefsysteem, zoals die te vinden zijn in de wetgeving betreffende de privatisering van de NV « BAC », te weten het koninklijk besluit van 27 mei 2004 « betreffende de omzetting van Brussels International Airport Company (BIAC) in een naamloze vennootschap van privaatrecht en betreffende de luchthaveninstallaties » (hierna : « omzettings-KB ») en het koninklijk besluit van 21 juni 2004 « betreffende de toekenning van de exploitatielicentie van de luchthaven Brussel-Nationaal aan de naamloze vennootschap BIAC », thans « The Brussels Airport Company » (hierna : « BAC »), (hierna : « licentie-KB »). B.2.1. Artikel 30, 7o, van het omzettings-KB bepaalt : « De houder van een exploitatielicentie moet : [...] 7o binnen vijftien maanden na de toekenning van de exploitatielicentie, na raadpleging van de representatieve organisaties van de gebruikers, een formule voor de tariefcontrole opstellen, bestemd om de evolutie van de inkomsten die hij per verkeerseenheid voor de gereguleerde activiteiten mag innen, te beperken alsook een tariefsysteem; [...] ». Artikel 34, § 2, 2o, van het omzettings-KB bepaalt : « De exploitatielicentie bepaalt : [...] 2o een vijfjaarlijkse herwaardering- en herzieningsprocedure van dezelfde formule; [...] ». B.2.2. Artikel 45 van het licentie-KB bepaalt : « De houder kan de formule voor de tariefcontrole en het tariefsysteem herzien om de kosten te compenseren die voortvloeien uit de eenzijdige oplegging, door de overheid, van verplichtingen in het kader van de milieuwetgeving (onder andere het isolatieprogramma bedoeld in artikel 7, 12o), van de wetgeving inzake veiligheid en beveiliging, van de wetgeving inzake luchtverkeer en van het toezicht op de licentie door de overheid. Een dergelijke herziening kan plaatshebben gedurende een reguleringsperiode mits naleving van de bepalingen van afdeling III van dit hoofdstuk ».

55992

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Artikel 46 van het licentie-KB bepaalt : « § 1. De houder zal voordeel halen uit de resultaten van de geleverde inspanningen om het beheer van de luchthaven Brussel-Nationaal te verbeteren en uit de winsten die voortvloeien uit een toename van het verkeer, in vergelijking met de verwachtingen opgesteld bij de vastlegging voor een gereguleerde periode van de tarieven van de gereguleerde activiteiten. § 2. De houder zal op dezelfde wijze de risico’s dragen die voortvloeien uit een verslechtering van het beheer of een afname van het verkeer, in vergelijking met de verwachtingen opgesteld bij de vastlegging voor een gereguleerde periode van de tarieven van de gereguleerde activiteiten ». Wat de ontvankelijkheid van het beroep, van de tussenkomst, alsook van de middelen betreft B.3.1. De tussenkomende partij, de NV « BAC », betwist het belang van de verzoekende partijen omdat zij hun belang zouden formuleren op grond van een manifest onjuiste interpretatie van de inhoud en de gevolgen van artikel 362 van de wet van 20 juli 2006. Immers, volgens de verzoekende partijen verleent artikel 362 van voormelde wet aan de NV « BAC » de toelating om eenzijdig het contract van augustus 2005 met de luchthavengebruikers te herzien, terwijl de tussenkomende partij van oordeel is dat artikel 362 geenszins de procedure voor herziening van de formule van tariefcontrole en het tariefsysteem, noch de aard van de raadplegingsprocedure, noch de bevoegdheden van de NV « BAC » wijzigt. De bestreden bepaling zou louter de bevestiging inhouden dat de door de directeur-generaal van het Directoraat-generaal van de FOD Mobiliteit en Vervoer goedgekeurde maatregelen die de NV « BAC » toepast ter uitvoering van de verordening (EG) nr. 2320/2002 van 16 december 2002 van het Europees Parlement en de Raad « tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart » vanaf hun toepassing geacht moeten worden eenzijdig te zijn opgelegd door de overheid. B.3.2. De verzoekende partijen betwisten het belang van de NV « BAC » om tussen te komen, omdat de NV « BAC » in haar memorie ervan uitgaat dat artikel 362 van de wet van 20 juli 2006 enkel toelaat de reeds gemaakte kosten na de contractsluiting te recupereren, zodat aan de voorwaarden van artikel 45 van het licentie-KB zou zijn voldaan. Daardoor zou het, volgens de verzoekende partijen, derhalve niet meer nodig zijn op artikel 362 een beroep te doen, zou dat artikel 362 geen bestaansreden meer hebben en zou er derhalve geen belang zijn van de NV « BAC ». B.3.3. Wanneer excepties van niet-ontvankelijkheid die zijn afgeleid uit de ontstentenis van belang, betrekking hebben op de draagwijdte die dient te worden gegeven aan de aangevochten bepaling, valt het onderzoek van de ontvankelijkheid samen met het onderzoek van de grond van de zaak. B.4.1. De Ministerraad en de tussenkomende partij werpen tevens op dat de twee middelen van de verzoekende partijen onontvankelijk zijn, omdat zij uitgaan van een onjuiste interpretatie van de bestreden bepaling. B.4.2. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, moeten de middelen van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, alsook welke de bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden. De omstandigheid dat de verzoekende partijen bij de uiteenzetting van de middelen zouden uitgaan van een mogelijkerwijs foutieve draagwijdte van de bestreden bepaling doet geen afbreuk aan het feit dat de middelen ontvankelijk zijn, voor zover zij voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, wat te dezen het geval is. De exceptie wordt verworpen. Ten gronde B.5. Het eerste middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Artikel 362 van de wet van 20 juli 2006 zou aan één partij bij de overeenkomst toelaten die overeenkomst eenzijdig te herzien met terugwerkende kracht telkens zij dit nodig acht. Daardoor zou, volgens de verzoekende partijen, de NV « BAC » eenzijdig en arbitrair kunnen overgaan tot een herziening van het contract ondanks het feit dat zij een louter privaat bedrijf is, terwijl aan de medecontractanten, namelijk de luchthavengebruikers, een dergelijke bevoegdheid niet is verleend. B.6.1. De betwiste herzieningsprocedure is in werkelijkheid gebaseerd op artikel 45 van het licentie-KB en niet op het bestreden artikel 362 van de wet van 20 juli 2006. Artikel 362 van de wet van 20 juli 2006 maakt het de NV « BAC » enkel mogelijk de kosten welke voortvloeien uit de beveiligingsmaatregelen die door de NV « BAC » moeten worden genomen in navolging van een inspectie van de Europese Commissie ter uitvoering van de verordening (EG) nr. 2320/2002, te recupereren vanaf het ogenblik dat de maatregelen worden genomen. In geval van vernietiging van artikel 362 van de wet van 20 juli 2006 zou de recuperatie enkel dan mogelijk zijn nadat een herziening van de formule voor de tariefcontrole en het tariefsysteem wordt afgerond, te weten ten vroegste negen maanden vóór de datum waarop de herziening van kracht wordt (artikel 52, § 1, van het licentie-KB). Artikel 362 van de wet van 20 juli 2006 laat derhalve de procedure tot herziening ongewijzigd, zodat de voorwaarden, zoals die zijn bepaald in het licentie-KB, dienen te worden gevolgd. Enkel het tijdstip waarop de beveiligingsmaatregelen als eenzijdig opgelegde verplichtingen door de overheid in de zin van artikel 45 van het licentie-KB kunnen worden beschouwd, wordt bepaald. B.6.2. Het Hof is niet bevoegd om het door de verzoekende partijen bekritiseerde verschil in behandeling te beoordelen aangezien het niet voortvloeit uit het bestreden artikel 362, maar uit artikel 45 van het licentie-KB. B.7. Het eerste middel is niet gegrond. B.8. Het tweede middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de algemene rechtsbeginselen van rechtszekerheid en van niet-retroactiviteit van de wetten. Artikel 362 van de wet van 20 juli 2006 zou aan de NV « BAC » een eenzijdige reguleringsbevoegdheid verlenen en de NV « BAC » toestaan met terugwerkende kracht kosten voor de beveiligingsmaatregelen te recupereren. B.9.1. Om de redenen vermeld in B.6.2 is het tweede middel in zijn eerste onderdeel niet gegrond, nu het bekritiseerde verschil in behandeling niet voortvloeit uit artikel 362 van de wet van 20 juli 2006, maar uit artikel 45 van het licentie-KB. B.9.2. Het Hof beperkt derhalve zijn onderzoek tot het tweede onderdeel van het tweede middel, te weten de aangevoerde schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het algemeen rechtsbeginsel van niet-retroactiviteit van de wetten. B.10.1. Volgens de Ministerraad zijn de NV « BAC » en de luchthavengebruikers niet vergelijkbaar. B.10.2. Alhoewel de NV « BAC » een bijzondere plaats inneemt onder de privaatrechtelijke vennootschappen, ingevolge de privatiseringswetgeving die op haar van toepassing is, dient te worden opgemerkt dat, wat de onderhandeling in het kader van een te sluiten overeenkomst tot vaststelling van de formule van tariefcontrole en van het tariefsysteem betreft, de onderscheiden categorieën van vennootschappen voldoende vergelijkbaar zijn.

55993

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD B.11. De bedoeling van de wetgever kan als volgt worden weergegeven : « Op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2320/2002 [...], voert de Commissie inspecties uit op luchthavens om toezicht te houden op de toepassing van voornoemde verordening door de lidstaten. De lidstaten moeten binnen de drie maanden na kennisgeving van de inspectieverslagen meedelen aan de Commissie welke correctieve beveiligingsmaatregelen genomen zijn om aan vastgestelde tekortkomingen te verhelpen. Binnen een termijn van drie maanden is het onmogelijk voor de luchthavens om hun tariefsysteem te herzien om de kosten te compenseren die voortvloeien uit de door de overheid opgelegde correctieve beveiligingsmaatregelen in het kader van voornoemde verordening. De correctieve beveiligingsmaatregelen moeten derhalve met terugwerkende kracht geacht eenzijdig te zijn opgelegd door de overheid » (Parl. St., Kamer, 2005-2006, DOC 51-2518/006, p. 2). Volgens de Minister van Mobiliteit zouden « bij ontstentenis van enige bepaling de bijkomende kosten [moeten worden] gedragen [door de passagiers] » (Parl. St., Kamer, 2005-2006, DOC 51-2518/026, p. 14). B.12.1. De terugwerkende kracht van wetsbepalingen, die van die aard is dat zij rechtsonzekerheid in het leven kan roepen, kan enkel worden verantwoord wanneer zij onontbeerlijk is voor de verwezenlijking van een doelstelling van algemeen belang. B.12.2. De doelstelling van algemeen belang die de terugwerking van de aangevochten bepalingen kan verantwoorden, is tweeledig. De bestreden bepaling laat allereerst toe de beveiliging van de luchthaveninstallaties te waarborgen : artikel 362 heft de rechtsonzekerheid op met betrekking tot de datum waarop de beveiligingsmaatregelen moeten worden geacht eenzijdig te zijn opgelegd door de overheidspersoon, zodat de luchthavenuitbater nu zonder aarzelen de correctieve beveiligingsmaatregelen zal nemen. Daarnaast zou, zoals tijdens de parlementaire voorbereiding werd opgemerkt, « zonder terugwerkende kracht [...] de rentabiliteit van de exploitatie in het gedrang kunnen komen en daarmee ook de continuïteit van de openbare dienst » (Parl. St., Kamer, 2005-2006, DOC 51-2518/033, p. 4). B.12.3. Aangezien te dezen een doelstelling van algemeen belang de terugwerkende kracht verantwoordt, is het tweede middel, in zijn tweede onderdeel, niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare terechtzitting van 17 oktober 2007. De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux. A. Arts.

COUR CONSTITUTIONNELLE F. 2007 — 4305

[2007/203236] Extrait de l’arrêt n° 129/2007 du 17 octobre 2007

Numéro du rôle : 4095 En cause : le recours en annulation de l’article 362 (mesures prises par l’exploitant de l’aéroport de Bruxelles-National) de la loi du 20 juillet 2006 portant des dispositions diverses, introduit par l’ASBL « Belgian Air Transport Association » et autres. La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, des juges P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, et, conformément à l’article 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989, du président émérite A. Arts, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président émérite A. Arts, après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : I. Objet du recours et procédure Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 13 décembre 2006 et parvenue au greffe le 15 décembre 2006, un recours en annulation de l’article 362 (mesures prises par l’exploitant de l’aéroport de Bruxelles-National) de la loi du 20 juillet 2006 portant des dispositions diverses (publiée au Moniteur belge du 28 juillet 2006, deuxième édition) a été introduit par l’ASBL « Belgian Air Transport Association », dont le siège est établi à 1200 Bruxelles, rue Théodore De Cuyper 212, l’ASBL « Airline Operators Committee, Brussels », dont le siège est établi à 1930 Zaventem, à l’aéroport de Bruxelles-National, et l’union professionnelle « Board of Airline Representatives - Belgium », dont le siège est établi à 1083 Bruxelles, rue Oscar Maesschalck 25. (...) II. En droit (...) Quant à la disposition attaquée B.1.1. Les parties requérantes demandent l’annulation de l’article 362 de la loi du 20 juillet 2006 portant des dispositions diverses. L’article 362 de la loi du 20 juillet 2006 dispose : « Les mesures prises par l’exploitant de l’aéroport de Bruxelles-National en exécution du règlement (CE) no 2320/2002 du Parlement européen et du Conseil du 16 décembre 2002 relatif à l’instauration de règles communes dans le domaine de la sûreté de l’aviation civile et approuvées par le Directeur général de la direction générale Transport aérien du SPF Mobilité et Transports, sont réputées être imposées unilatéralement avec effet rétroactif par les pouvoirs publics à compter du moment où les mesures ont été prises par l’exploitant de l’aéroport de Bruxelles-National ». L’article 362 de la loi du 20 juillet 2006 permet à l’exploitant de l’aéroport de Bruxelles-National de faire considérer comme des mesures imposées unilatéralement par les pouvoirs publics les mesures de sûreté et les frais y afférents qu’il a dû prendre dans le cadre de manquements constatés à la suite d’une inspection de la Commission européenne en exécution de l’article 7 du règlement (CE) no 2320/2002 du 16 décembre 2002 du Parlement européen et du Conseil « relatif à l’instauration de règles communes dans le domaine de la sûreté de l’aviation civile ».

55994

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD B.1.2. Afin de vérifier l’incidence de l’article 362 de la loi du 20 juillet 2006 sur les usagers de l’aéroport et sur l’exploitant de l’aéroport, il est également nécessaire de renvoyer aux articles applicables en matière de détermination de la formule de contrôle tarifaire et du système tarifaire, tels qu’on les trouve dans la législation relative à la privatisation de la SA « BAC », à savoir l’arrêté royal du 27 mai 2004 « relatif à la transformation de Brussels International Airport Company (BIAC) en société anonyme de droit privé et aux installations aéroportuaires » (ci-après : « arrêté royal du 27 mai 2004 ») et l’arrêté royal du 21 juin 2004 « octroyant la licence d’exploitation de l’aéroport de Bruxelles-National à la société anonyme BIAC », désormais « The Brussels Airport Company » (ci-après : « BAC »), (ci-après : « arrêté royal du 21 juin 2004 »). B.2.1. L’article 30, 7o, de l’arrêté royal du 27 mai 2004 dispose : « Le titulaire d’une licence d’exploitation doit : [...] 7o établir, dans les quinze mois de l’octroi de la licence d’exploitation, après consultation des organisations représentatives des usagers, une formule de contrôle tarifaire destinée à limiter l’évolution des revenus qu’il peut percevoir par unité de trafic pour les activités régulées ainsi qu’un système tarifaire; [...] ». L’article 34, § 2, 2o, de l’arrêté royal du 27 mai 2004 dispose : « La licence d’exploitation détermine : [...] 2o une procédure quinquennale de réévaluation et de révision de la même formule; [...] ». B.2.2. L’article 45 de l’arrêté royal du 21 juin 2004 dispose : « Le titulaire peut revoir la formule de contrôle tarifaire et le système tarifaire pour compenser les coûts qui découlent de l’imposition unilatérale, par les pouvoirs publics, d’obligations dans le cadre de la législation sur l’environnement (entre autres le programme d’isolation prévu à l’article 7, 12o), de la législation en matière de sécurité et de sûreté, de la législation en matière de navigation aérienne et du contrôle par les pouvoirs publics de la licence. Une telle révision peut avoir lieu pendant une période de régulation moyennant le respect des dispositions de la section III du présent Chapitre ». L’article 46 de l’arrêté royal du 21 juin 2004 dispose : « § 1er. Le titulaire bénéficiera des résultats des efforts mis en œuvre afin d’améliorer la gestion de l’aéroport de Bruxelles-National et des bénéfices résultant d’une augmentation du trafic, par rapport aux prévisions établies lors de la fixation pour une période de régulation des tarifs des activités régulées. § 2. Le titulaire supportera de la même manière les risques résultant d’une détérioration de la gestion ou d’une diminution de trafic, par rapport aux prévisions établies lors de la fixation pour une période de régulation des tarifs des activités régulées ». Quant à la recevabilité du recours, de l’intervention ainsi que des moyens B.3.1. La partie intervenante, la SA « BAC », conteste l’intérêt des parties requérantes parce qu’elles auraient formulé leur intérêt sur la base d’une interprétation manifestement inexacte du contenu et des effets de l’article 362 de la loi du 20 juillet 2006. En effet, selon les parties requérantes, l’article 362 de la loi précitée confère à la SA « BAC » l’autorisation de revoir unilatéralement le contrat d’août 2005 avec les usagers de l’aéroport, alors que la partie intervenante estime que l’article 362 ne modifie aucunement la procédure de révision de la formule de contrôle tarifaire et du système tarifaire, ni la nature de la procédure de consultation, ni les compétences de la SA « BAC ». La disposition attaquée contiendrait la simple confirmation que les mesures approuvées par le Directeur général de la Direction générale du SPF Mobilité et Transports qu’applique la SA « BAC » en exécution du règlement (CE) no 2320/2002 du 16 décembre 2002 du Parlement européen et du Conseil « relatif à l’instauration de règles communes dans le domaine de la sûreté de l’aviation civile » doivent être réputées avoir été imposées unilatéralement par les pouvoirs publics dès leur application. B.3.2. Les parties requérantes contestent l’intérêt de la SA « BAC » à se porter partie intervenante, parce que la SA « BAC » soutient dans son mémoire que l’article 362 de la loi du 20 juillet 2006 autorise uniquement à récupérer les frais déjà encourus après la conclusion du contrat, de sorte qu’il serait satisfait aux conditions de l’article 45 de l’arrêté royal du 21 juin 2004. De ce fait, il ne serait plus nécessaire, selon les parties requérantes, de recourir à l’article 362, cet article n’aurait plus lieu d’exister et la SA « BAC » n’aurait dès lors pas d’intérêt. B.3.3. Lorsque des exceptions de non-recevabilité prises de l’absence d’intérêt concernent la portée à donner aux dispositions attaquées, l’examen de la recevabilité se confond avec l’examen du fond de l’affaire. B.4.1. Le Conseil des ministres et la partie intervenante objectent également que les deux moyens des parties requérantes sont irrecevables, parce qu’ils partent d’une interprétation inexacte de la disposition attaquée. B.4.2. Pour satisfaire aux exigences de l’article 6 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, les moyens de la requête doivent faire connaître, parmi les règles dont la Cour garantit le respect, celles qui seraient violées ainsi que les dispositions qui violeraient ces règles et exposer en quoi ces règles auraient été transgressées par ces dispositions. La circonstance que les parties requérantes partiraient, pour l’exposé des moyens, d’une portée éventuellement erronée de la disposition litigieuse ne porte pas atteinte au fait que les moyens sont recevables, pour autant qu’ils satisfassent aux exigences de l’article 6 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, ce qui est le cas en l’espèce. L’exception est rejetée. Quant au fond B.5. Le premier moyen est pris de la violation des articles 10 et 11 de la Constitution. L’article 362 de la loi du 20 juillet 2006 permettrait à une seule partie au contrat de revoir unilatéralement ce contrat avec effet rétroactif chaque fois qu’elle le juge nécessaire. De ce fait, la SA « BAC » pourrait, selon les parties requérantes, procéder unilatéralement et arbitrairement à une révision du contrat, malgré que la SA soit une entreprise purement privée, alors qu’une telle compétence n’est pas accordée aux cocontractants que sont les usagers de l’aéroport.

55995

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD B.6.1. La procédure de révision litigieuse se fonde en réalité sur l’article 45 de l’arrêté royal du 21 juin 2004 et non sur l’article 362 attaqué de la loi du 20 juillet 2006. L’article 362 de la loi du 20 juillet 2006 permet uniquement à la SA « BAC » de récupérer les frais découlant des mesures de sûreté qui doivent être prises par la SA « BAC » par suite de l’inspection de la Commission européenne en exécution du règlement (CE) no 2320/2002 à partir du moment où les mesures sont prises. En cas d’annulation de l’article 362 de la loi du 20 juillet 2006, la récupération ne serait plus possible qu’après une révision de la formule de contrôle tarifaire et du système tarifaire, à savoir au plus tôt neuf mois avant la date à laquelle la révision entre en vigueur (article 52, § 1er, de l’arrêté royal du 21 juin 2004). L’article 362 de la loi du 20 juillet 2006 laisse donc inchangée la procédure de révision, de sorte que les conditions fixées dans l’arrêté royal du 21 juin 2004 doivent être respectées. Seul est fixé le moment auquel les mesures de sûreté doivent être considérées comme des obligations imposées unilatéralement par les pouvoirs publics au sens de l’article 45 de l’arrêté royal du 21 juin 2004. B.6.2. La Cour n’est pas compétente pour apprécier la différence de traitement critiquée par les parties requérantes, celle-ci ne découlant pas de l’article 362 litigieux mais de l’article 45 de l’arrêté royal du 21 juin 2004. B.7. Le premier moyen n’est pas fondé. B.8. Le second moyen est pris de la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec les principes généraux de droit de la sécurité juridique et de la non-rétroactivité des lois. L’article 362 de la loi du 20 juillet 2006 conférerait à la SA « BAC » une compétence de régulation unilatérale et lui permettrait de récupérer avec effet rétroactif les frais encourus pour les mesures de sûreté. B.9.1. Pour les motifs énoncés en B.6.2, le second moyen, en sa première branche, n’est pas fondé, la différence de traitement critiquée découlant non pas de l’article 362 de la loi du 20 juillet 2006 mais bien de l’article 45 de l’arrêté royal du 21 juin 2004. B.9.2. La Cour limite donc son examen à la seconde branche du second moyen, à savoir la violation alléguée des articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec le principe général de droit de la non-rétroactivité des lois. B.10.1. Selon le Conseil des ministres, la SA « BAC », d’une part, et les usagers de l’aéroport, d’autre part, ne sont pas comparables. B.10.2. Bien que la SA « BAC » occupe une place particulière parmi les sociétés de droit privé, par suite de la législation relative à la privatisation qui lui est applicable, les différentes catégories de sociétés sont suffisamment comparables pour ce qui concerne la négociation d’un contrat à conclure relatif à la fixation de la formule de contrôle tarifaire et du système tarifaire. B.11. L’objectif poursuivi par le législateur peut être restitué comme suit : « Sur la base de l’article 7 du Règlement (CE) no 2320/2002 [...], la Commission mène des inspections dans les aéroports afin de contrôler l’application dudit règlement par les Etats membres. Les Etats membres doivent communiquer à la Commission, dans les trois mois suivant la notification des rapports d’inspection, quelles mesures correctives de sûreté ont été prises en vue de remédier aux manquements constatés. Pour les aéroports, il est impossible de revoir leur système tarifaire dans un délai de trois mois pour compenser les coûts qui découlent des mesures correctives de sûreté imposées par les pouvoirs publics dans le cadre dudit règlement. Les mesures correctives de sûreté doivent, par conséquent, être réputées imposées unilatéralement avec effet rétroactif par les pouvoirs publics » (Doc. parl., Chambre, 2005-2006, DOC 51-2518/006, p. 2). Selon le ministre de la Mobilité, « à défaut de disposition, ce seront les passagers qui devront supporter les frais supplémentaires » (Doc. parl., Chambre, 2005-2006, DOC 51-2518/026, p. 14). B.12.1. La rétroactivité de dispositions législatives, qui est de nature à créer une insécurité juridique, ne peut se justifier que si elle est indispensable à la réalisation d’un objectif d’intérêt général. B.12.2. L’objectif d’intérêt général susceptible de justifier la rétroactivité des dispositions attaquées est double. La disposition litigieuse permet tout d’abord de garantir la sûreté des installations de l’aéroport : l’article 362 supprime l’insécurité juridique en ce qui concerne la date à laquelle les mesures de sûreté doivent être réputées avoir été imposées unilatéralement par l’agent de l’autorité, de sorte que l’exploitant de l’aéroport prendra désormais sans hésiter des mesures de sûreté correctives. De plus, ainsi qu’il a été relevé au cours des travaux préparatoires, « à défaut de rétroactivité, la rentabilité de l’exploitation pourrait être compromise et, avec elle, la continuité du service public » (Doc. parl., Chambre, 2005-2006, DOC 51-2518/033, p. 4) B.12.3. Dès lors qu’en l’espèce un objectif d’intérêt général justifie la rétroactivité, le second moyen, en sa seconde branche, n’est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l’article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à l’audience publique du 17 octobre 2007. Le greffier, P.-Y. Dutilleux.

Le président, A. Arts.

55996

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD VERFASSUNGSGERICHTSHOF D. 2007 — 4305

[2007/203236] Auszug aus dem Urteil Nr. 129/2007 vom 17. Oktober 2007

Geschäftsverzeichnisnummer 4095 In Sachen: Klage auf Nichtigerklärung von Artikel 362 (vom Betreiber des Flughafens Brüssel-National ergriffene Maßnahmen) des Gesetzes vom 20. Juli 2006 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen, erhoben von der VoG «Belgian Air Transport Association» und anderen. Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden M. Bossuyt und M. Melchior, den Richtern P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke und J. Spreutels, und dem emeritierten Vorsitzenden A. Arts gemäß Artikel 60bis des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des emeritierten Vorsitzenden A. Arts, verkündet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der Klage und Verfahren Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 13. Dezember 2006 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 15. Dezember 2006 in der Kanzlei eingegangen ist, erhoben Klage auf Nichtigerklärung von Artikel 362 (vom Betreiber des Flughafens Brüssel-National ergriffene Maßnahmen) des Gesetzes vom 20. Juli 2006 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen (veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 28. Juli 2006, zweite Ausgabe): die VoG «Belgian Air Transport Association», mit Sitz in 1200 Brüssel, Théodore De Cuyperstraat 212, die VoG «Airline Operators Committe, Brussels», mit Sitz in 1930 Zaventem, am Flughafen Brüssel-National, und der Berufsverband «Board of Airline Representatives - Belgium», mit Sitz in 1083 Brüssel, Oscar Maesschalckstraat 25. (...) II. In rechtlicher Beziehung (...) In Bezug auf die angefochtene Bestimmung B.1.1. Die klagenden Parteien beantragen die Nichtigerklärung von Artikel 362 des Gesetzes vom 20. Juli 2006 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen. Artikel 362 des Gesetzes vom 20. Juli 2006 bestimmt: «Es wird davon ausgegangen, dass Maßnahmen, die durch den Betreiber des Flughafens Brüssel-National in Ausführung der Verordnung (EG) Nr. 2320/2002 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 16. Dezember 2002 zur Festlegung gemeinsamer Vorschriften für die Sicherheit in der Zivilluftfahrt ergriffen und durch den Generaldirektor der Generaldirektion Luftfahrt der FÖD Mobilität und Transportwesen gutgeheißen werden, rückwirkend einseitig durch die Obrigkeit auferlegt wurden ab dem Zeitpunkt, als die Maßnahmen durch den Betreiber des Flughafens Brüssel-National ergriffen wurden». Artikel 362 des Gesetzes vom 20. Juli 2006 ermöglicht es dem Betreiber des Flughafens Brüssel-National, die Sicherungsmaßnahmen - mit den zusätzlichen Kosten -, die er anlässlich von Mängeln ergreifen musste, die infolge einer Inspektion der Europäischen Kommission in Ausführung von Artikel 7 der Verordnung (EG) Nr. 2320/2002 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 16. Dezember 2002 «zur Festlegung gemeinsamer Vorschriften für die Sicherheit in der Zivilluftfahrt» festgestellt worden sind, als einseitig auferlegte Obrigkeitsmaßnahmen zu betrachten. B.1.2. Um die Auswirkungen von Artikel 362 des Gesetzes vom 20. Juli 2006 auf die Flughafenbenutzer und den Flughafenbetreiber zu prüfen, muss jedoch auch auf die geltenden Artikel bezüglich der Festlegung der Formel der Tarifkontrolle und des Tarifsystems verwiesen werden, die in den Rechtsvorschriften über die Privatisierung der «BAC» AG enthalten sind, nämlich der königliche Erlass vom 27. Mai 2004 «über die Umwandlung der Brussels International Airport Company (BIAC) in eine privatrechtliche Aktiengesellschaft und über die Flughafeneinrichtungen» (nachstehend: «Umwandlungs-KE») und der königliche Erlass vom 21. Juni 2004 «über die Erteilung der Betriebslizenz des Flughafens Brüssel-National an die Aktiengesellschaft BIAC», nunmehr «The Brussels Airport Company» (nachstehend: «BAC»), (nachstehend: «Lizenz-KE»). B.2.1. Artikel 30 Nr. 7 des Umwandlungs-KE bestimmt: «Der Inhaber einer Betriebslizenz muss: [...] 7. innerhalb von fünfzehn Monaten nach der Erteilung der Betriebslizenz nach Anhörung der repräsentativen Benutzerorganisationen eine Formel für die Tarifkontrolle festlegen, die dazu dient, die Entwicklung der pro Verkehrseinheit für die regulierten Tätigkeiten zu erhebenden Einkünfte zu begrenzen, sowie ein Tarifsystem; [...]». Artikel 34 § 2 Nr. 2 des Umwandlungs-KE bestimmt: «Die Betriebslizenz legt fest: [...] 2. ein Verfahren zur fünfjährlichen Neubewertung und Anpassung dieser Formel; [...]». B.2.2. Artikel 45 des Lizenz-KE bestimmt: «Der Inhaber kann die Formel für die Tarifkontrolle und das Tarifsystem anpassen, um die Kosten auszugleichen, die sich aus der einseitigen Auferlegung von Verpflichtungen im Rahmen der Umweltgesetzgebung (unter anderem das Isolierprogramm im Sinne von Artikel 7 Nr. 12), der Gesetzgebung über Sicherheit und Absicherung, der Gesetzgebung über den Flugverkehr durch die Obrigkeit sowie aus der Kontrolle über die Lizenz durch die Obrigkeit ergeben. Eine solche Anpassung kann im Laufe einer Regulierungsperiode erfolgen unter der Voraussetzung, dass die Bestimmungen von Abschnitt III dieses Kapitels eingehalten werden». Artikel 46 des Lizenz-KE bestimmt: «§ 1. Der Inhaber wird einen Vorteil aus den Ergebnissen der Bemühungen um die Verbesserung der Verwaltung des Flughafens Brüssel-National und aus den Gewinnen, die sich aus einer Zunahme des Verkehrs ergeben, erzielen im Vergleich zu den Erwartungen, die bei der Festlegung der Tarife der regulierten Tätigkeiten für einen Regulierungszeitraum bestanden.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD § 2. Der Inhaber übernimmt in gleicher Weise die Risiken, die sich aus einer Verschlechterung der Verwaltung oder einer Abnahme des Verkehrs ergeben im Vergleich zu den Erwartungen, die bei der Festlegung der Tarife der regulierten Tätigkeiten für einen Regulierungszeitraum bestanden». In Bezug auf die Zulässigkeit der Klage, der Intervention sowie der Klagegründe B.3.1. Die intervenierende Partei, die «BAC» AG, ficht das Interesse der klagenden Parteien an, weil sie ihr Interesse mit einer eindeutig falschen Auslegung des Inhalts und der Folgen von Artikel 362 des Gesetzes vom 20. Juli 2006 begründen würden. Nach Darlegung der klagenden Parteien erlaube Artikel 362 des vorerwähnten Gesetzes es nämlich der «BAC» AG, einseitig den Vertrag von August 2005 mit den Flughafenbenutzern anzupassen, während die intervenierende Partei den Standpunkt vertrete, dass Artikel 362 keineswegs das Verfahren zur Anpassung der Formel der Tarifkontrolle und des Tarifsystems und ebenfalls nicht die Art des Anhörungsverfahrens oder die Befugnisse der «BAC» AG ändere. Die angefochtene Bestimmung beinhalte lediglich die Bestätigung, dass die durch den Generaldirektor der Generaldirektion des FÖD Mobilität und Transportwesen genehmigten Maßnahmen, die die «BAC» AG zur Ausführung der Verordnung (EG) Nr. 2320/2002 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 16. Dezember 2002 «zur Festlegung gemeinsamer Vorschriften für die Sicherheit in der Zivilluftfahrt» anwende, ab ihrer Anwendung als einseitig durch die Obrigkeit auferlegt zu betrachten seien. B.3.2. Die klagenden Parteien fechten das Interesse der «BAC» AG an der Intervention an, weil die «BAC» AG in ihrem Schriftsatz davon ausgehe, dass Artikel 362 des Gesetzes vom 20. Juli 2006 es lediglich erlaube, die bereits entstandenen Kosten nach dem Vertragsabschluss zurückzufordern, so dass die Bedingungen von Artikel 45 des Lizenz-KE erfüllt seien. Daher sei es nach Auffassung der klagenden Parteien nicht mehr notwendig, sich auf Artikel 362 zu berufen, habe Artikel 362 keine Daseinsberechtigung mehr und besitze folglich die «BAC» AG kein Interesse mehr. B.3.3. Wenn Einreden der Unzulässigkeit, die aus einem mangelnden Interesse abgeleitet sind, sich auf die Tragweite beziehen, die der angefochtenen Bestimmung zu verleihen ist, deckt sich die Prüfung der Zulässigkeit mit der Prüfung der Sache selbst. B.4.1. Der Ministerrat und die intervenierende Partei führen ebenfalls an, die beiden Klagegründe der klagenden Parteien seien unzulässig, weil sie von einer falschen Auslegung der angefochtenen Bestimmung ausgingen. B.4.2. Um den Erfordernissen nach Artikel 6 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 zu entsprechen, müssen die in der Klageschrift vorgebrachten Klagegründe angeben, welche Vorschriften, deren Einhaltung der Hof gewährleistet, verletzt wären und welche Bestimmungen gegen diese Vorschriften verstoßen würden, und darlegen, in welcher Hinsicht diese Vorschriften durch die fraglichen Bestimmungen verletzt würden. Der Umstand, dass die klagenden Parteien bei der Darlegung der Klagegründe von einer möglicherweise falschen Tragweite der angefochtenen Bestimmung ausgehen könnten, ändert nichts an der Tatsache, dass die Klagegründe zulässig sind, sofern sie den Anforderungen von Artikel 6 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 entsprechen, was in diesem Fall zutrifft. Die Einrede wird abgewiesen. Zur Hauptsache B.5. Der erste Klagegrund ist abgeleitet aus einem Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung. Artikel 362 des Gesetzes vom 20. Juli 2006 erlaube es einer Vertragspartei, den Vertrag einseitig rückwirkend anzupassen, wenn sie dies als notwendig erachte. Dadurch könne die «BAC» AG nach Darlegung der klagenden Parteien einseitig und willkürlich zu einer Anpassung des Vertrags übergehen, obwohl sie ein reines Privatunternehmen sei, während die Vertragspartner, nämlich die Flughafenbenutzer, eine solche Befugnis nicht erhalten hätten. B.6.1. Das strittige Anpassungsverfahren beruht in Wirklichkeit auf Artikel 45 des Lizenz-KE und nicht auf dem angefochtenen Artikel 362 des Gesetzes vom 20. Juli 2006. Artikel 362 des Gesetzes vom 20. Juli 2006 ermöglicht es der «BAC» AG lediglich, die Kosten, die sich aus den Sicherungsmaßnahmen ergeben, die durch die «BAC» AG im Anschluss an eine Inspektion der Europäischen Kommission in Ausführung der Verordnung (EG) Nr. 2320/2002 ergriffen werden müssen, ab dem Zeitpunkt der Ergreifung der Maßnahmen zurückzufordern. Im Fall der Nichtigerklärung von Artikel 362 des Gesetzes vom 20. Juli 2006 wäre die Rückforderung nur möglich, nachdem eine Anpassung der Formel für die Tarifkontrolle und das Tarifsystem abgeschlossen wird, nämlich frühestens neun Monate vor dem Datum, an dem die Anpassung wirksam wird (Artikel 52 § 1 Lizenz-KE). Artikel 362 des Gesetzes vom 20. Juli 2006 lässt daher das Anpassungsverfahren unverändert, so dass die im Lizenz-KE festgelegten Bedingungen eingehalten werden müssen. Nur der Zeitpunkt, zu dem die Sicherungsmaßnahmen als einseitig durch die Obrigkeit auferlegte Verpflichtungen im Sinne von Artikel 45 des Lizenz-KE angesehen werden können, wird festgelegt. B.6.2. Der Hof ist nicht befugt, den durch die klagenden Parteien bemängelten Behandlungsunterschied zu beurteilen, da er sich nicht aus dem angefochtenen Artikel 362, sondern aus Artikel 45 des Lizenz-KE ergibt. B.7. Der erste Klagegrund ist unbegründet. B.8. Der zweite Klagegrund ist abgeleitet aus einem Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den allgemeinen Rechtsgrundsätzen der Rechtssicherheit und der Nichtrückwirkung der Gesetze. Artikel 362 des Gesetzes vom 20. Juli 2006 verleihe der «BAC» AG eine einseitige Regulierungsbefugnis und erlaube es der «BAC» AG, rückwirkend Kosten für die Sicherungsmaßnahmen zurückzufordern. B.9.1. Aus den in B.6.2 dargelegten Gründen ist der erste Teil des zweiten Klagegrunds unbegründet, weil der bemängelte Behandlungsunterschied sich nicht aus Artikel 362 des Gesetzes vom 20. Juli 2006, sondern aus Artikel 45 des Lizenz-KE ergibt.

55997

55998

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD B.9.2. Der Hof beschränkt seine Prüfung daher auf den zweiten Teil des zweiten Klagegrunds, nämlich den angeführten Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem allgemeinen Rechtsgrundsatz der Nichtrückwirkung der Gesetze. B.10.1. Nach Darlegung des Ministerrates seien die «BAC» AG und die Flughafenbenutzer nicht miteinander vergleichbar. B.10.2. Obwohl die «BAC» AG eine Sonderstellung unter den privatrechtlichen Gesellschaften einnimmt wegen der auf sie anwendbaren Privatisierungsgesetzgebung, ist anzumerken, dass die verschiedenen Kategorien von Gesellschaften hinsichtlich der Verhandlungen im Rahmen eines zu schließenden Vertrags zur Festlegung der Formel der Tarifkontrolle und des Tarifsystems hinlänglich miteinander vergleichbar sind. B.11. Die Zielsetzung des Gesetzgebers ist wie folgt zu beschreiben: «Aufgrund von Artikel 7 der Verordnung (EG) Nr. 2320/2002 [...] führt die Kommission Inspektionen auf Flughäfen durch, um die Anwendung der vorerwähnten Verordnung durch die Mitgliedstaaten zu überwachen. Die Mitgliedstaaten müssen innerhalb von drei Monaten nach der Übermittlung der Inspektionsberichte der Kommission mitteilen, welche korrigierenden Sicherungsmaßnahmen ergriffen wurden, um festgestellte Mängel zu beheben. Innerhalb einer Frist von drei Monaten ist es den Flughäfen unmöglich, ihr Tarifsystem anzupassen, um die Kosten auszugleichen, die sich aus durch die Obrigkeit auferlegten korrigierten Sicherungsmaßnahmen im Rahmen der vorerwähnten Verordnung ergeben. Daher ist davon auszugehen, dass die korrigierenden Sicherungsmaßnahmen rückwirkend einseitig durch die Obrigkeit auferlegt wurden» (Parl. Dok., Kammer, 2005-2006, DOC 51-2518/006, S. 2). Nach Darlegung des Ministers der Mobilität müssten «in Ermangelung irgendeiner Bestimmung die zusätzlichen Kosten durch die Passagiere übernommen werden» (Parl. Dok., Kammer, 2005-2006, DOC 51-2518/026, S. 14). B.12.1. Die Rückwirkung von Gesetzesbestimmungen, die so beschaffen ist, dass sie zu Rechtsunsicherheit führen kann, ist nur zu rechtfertigen, wenn sie unerlässlich ist zur Verwirklichung einer gemeinnützigen Zielsetzung. B.12.2. Die gemeinnützige Zielsetzung, die die Rückwirkung der angefochtenen Bestimmungen rechtfertigen kann, ist von zweierlei Art. Zunächst erlaubt es die angefochtene Bestimmung, die Sicherung der Flughafeneinrichtungen zu gewährleisten: Artikel 362 hebt die Rechtsunsicherheit in Bezug auf das Datum auf, an dem die Sicherungsmaßnahmen als einseitig durch die Obrigkeit auferlegt anzusehen sind, damit der Flughafenbetreiber unverzüglich die korrigierenden Sicherungsmaßnahmen ergreift. Sodann könnte, wie während der Vorarbeiten bemerkt wurde, «ohne Rückwirkung die Rentabilität des Betriebs gefährdet werden und damit auch die Kontinuität des öffentlichen Dienstes» (Parl. Dok., Kammer, 2005-2006, DOC 51-2518/033, S. 4). B.12.3. Da im vorliegenden Fall eine gemeinnützige Zielsetzung die Rückwirkung rechtfertigt, ist der zweite Teil des zweiten Klagegrunds unbegründet. Aus diesen Gründen: Der Hof weist die Klage zurück. Verkündet in niederländischer, französischer und deutscher Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989, in der öffentlichen Sitzung vom 17. Oktober 2007. Der Kanzler, Der Vorsitzende, P.-Y. Dutilleux. A. Arts.

* SERVICE PUBLIC FEDERAL CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST KANZLEI DES PREMIERMINISTERS

F. 2007 — 4306 (2007 - 1846) [2007/203244] 7 MAI 2007 Révision de la Constitution. — Erratum

N. 2007 — 4306 (2007 - 1846) [2007/203244] 7 MEI 2007 Wijziging aan de Grondwet. — Erratum

D. 2007 — 4306 (2007 - 1846) [2007/203244] 7. MAI 2007 Revision der Verfassung. — Erratum

Au Moniteur belge no 138 du 8 mai 2007, troisième édition, p. 25101, lire dans le texte allemand de l’article unique ″In Artikel 142 der Verfassung″ au lieu de ″In Artikel 142 Absatz 1 der Verfassung″.

In het Belgisch Staatsblad nr. 138 van 8 mei 2007, derde editie, blz. 25101, dient in de Duitse tekst van het enig artikel ″In Artikel 142 der Verfassung″ gelezen te worden in plaats van ″In Artikel 142 Absatz 1 der Verfassung″.

Im Belgischen Staatsblatt Nr. 138 vom 8. Mai 2007, dritte Ausgabe S. 25101, ist im deutschen Text des einzigen Artikels anstelle von ″In Artikel 142 Absatz 1 der Verfassung″ ″In Artikel 142 der Verfassung″ zu lesen.

* SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

F. 2007 — 4307 [C − 2007/00888] 1er OCTOBRE 2007. — Arrêté royal déterminant le périmètre du stade ″Burgemeester A. Lamberts″ en matière de sécurité lors des matches de football

N. 2007 — 4307 [C − 2007/00888] 1 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot bepaling van de perimeter van het Burgemeester A. Lambertsstadion inzake de veiligheid bij voetbalwedstrijden

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 21 décembre 1998 relative à la sécurité lors des matches de football, notamment l’article 2, 9°, inséré par la loi du 10 mars 2003;

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, inzonderheid op artikel 2, 9°, ingevoegd bij de wet van 10 maart 2003; Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken;

Sur la proposition de notre Ministre de l’Intérieur; Arrête : er

Article 1 . Pour l’application du présent arrêté, on entend par ″périmètre″, le périmètre tel que visé à l’article 2, 9° de la loi du 21 décembre 1998 relative à la sécurité lors des matches de football, inséré par la loi du 10 mars 2003.

Besluit : Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder « perimeter », de perimeter zoals bedoeld in artikel 2, 9° van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, ingevoegd bij de wet van 10 maart 2003.

55999

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. Pour le stade de K. Londerzeel SK, sis Brusselsestraat 149, à 1840 Londerzeel, le périmètre est délimité par : la Brusselsestraat, la Kaaskantmolenstraat, Over de Beek, Lakeman, Linde, la Tramstraat (la gare de Londerzeel inclus), la Stationstraat, la Meerstraat, la SintKristoffelstraat, la Mechelsestraat, Pilatusveld, Eeckhout, l’autoroute A12, la Kerkhofstraat, Beemden, la Berkenlaan, la Brusselsestraat.

Art. 2. Voor het stadion van K. Londerzeel SK, gelegen in de Brusselsestraat 149, te 1840 Londerzeel, wordt de perimeter afgebakend door : de Brusselsestraat, de Kaaskantmolenstraat, Over de Beek, Lakeman, Linde, de Tramstraat (inclusief het station van Londerzeel), de Stationstraat, de Meerstraat, de Sint-Kristoffelstraat, de Mechelsestraat, Pilatusveld, Eeckhout, de autostrade A12, de Kerkhofstraat, Beemden, de Berkenlaan, de Brusselsestraat.

Tous les croisements du périmètre susmentionné, avec les autres voies publiques et privées, sont compris dans ce périmètre.

Alle kruispunten van de bovenvermelde perimeter met andere openbare en private wegen zijn begrepen in deze perimeter.

Art. 3. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.

Art. 3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4. Notre Ministre de l’Intérieur est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Art. 4. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Donné à Bruxelles, le 1er octobre 2007.

Gegeven te Brussel, 1 oktober 2007.

ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

Le Ministre de l’Intérieur, P. DEWAEL

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

* SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR F. 2007 — 4308

[C − 2007/00889]

1er OCTOBRE 2007. — Arrêté royal déterminant le périmètre du stade ″Burgemeester Thienpondt″ en matière de sécurité lors des matches de football ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 21 décembre 1998 relative à la sécurité lors des matches de football, notamment l’article 2, 9°, inséré par la loi du 10 mars 2003;

Sur la proposition de notre Ministre de l’Intérieur;

Arrête :

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN N. 2007 — 4308

[C − 2007/00889]

1 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot bepaling van de perimeter van het Burgemeester Thienpondtstadion inzake de veiligheid bij voetbalwedstrijden ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, inzonderheid op artikel 2, 9°, ingevoegd bij de wet van 10 maart 2003; Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken;

Besluit :

Article 1er. Pour l’application du présent arrêté, on entend par ″périmètre″, le périmètre tel que visé à l’article 2, 9° de la loi du 21 décembre 1998 relative à la sécurité lors des matches de football, inséré par la loi du 10 mars 2003.

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder « perimeter », de perimeter zoals bedoeld in artikel 2, 9° van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, ingevoegd bij de wet van 10 maart 2003.

Art. 2. Pour le stade de KSV Oudenaarde, sis Prins Leopoldlaan à 9700 Oudenaarde, le périmètre est délimité par : le Westerring (N60) au croisement avec la Graaf van Landastraat, la Graaf van Landastraat jusqu’au croisement avec Grimbergen, Grimbergen jusqu’au croisement avec la Heurnestraat, depuis la Heurnestraat perpendiculairement à l’Escaut, l’Escaut en montant jusqu’au croisement de la Trekweg Linkeroever avec la Bergstraat, la Bergstraat jusqu’au croisement avec la Aalststraat (N46), la Aalststraat, la Leupegemstraat jusqu’au croisement avec le Westerring (N60), le Westerring (N60) en direction de Gand jusqu’au croisement avec la Graaf van Landastraat.

Art. 2. Voor het stadion van KSV Oudenaarde, gelegen in de Prins Leopoldlaan, te 9700 Oudenaarde, wordt de perimeter afgebakend door : de Westerring (N60) op het kruispunt van de Graaf van Landastraat, de Graaf van Landastraat tot aan het kruispunt met Grimbergen, Grimbergen tot aan het kruispunt met de Heurnestraat, vanaf de Heurnestraat een lijn loodrecht aan de Schelde, de Schelde opwaarts tot aan het kruispunt Trekweg Linkeroever met de Bergstraat, de Bergstraat tot en met het kruispunt met de Aalststraat (N46), de Aalststraat, de Leupegemstraat tot en met het kruispunt met de Westerring (N60), de Westerring (N60) richting Gent tot aan het kruispunt met de Graaf van Landastraat.









ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :



56000

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR


F. 2007 — 4309 [C − 2007/00890] 1er OCTOBRE 2007. — Arrêté royal déterminant le périmètre du Stade communal en matière de sécurité lors des matches de football

N. 2007 — 4309 [C − 2007/00890] 1 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot bepaling van de perimeter van het Gemeentelijk Stadion inzake de veiligheid bij voetbalwedstrijden


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, inzonderheid op artikel 2, 9°, ingevoegd bij de wet van 10 maart 2003; Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken;

Sur la proposition de notre Ministre de l’Intérieur; Arrête :

Besluit :

er

Article 1 . Pour l’application du présent arrêté, on entend par « périmètre », le périmètre tel que visé à l’article 2, 9° de la loi du 21 décembre 1998 relative à la sécurité lors des matches de football, inséré par la loi du 10 mars 2003.


Art. 2. Pour le stade de U.R. Namur sis place A. Ryckmans 26, à 5000 Namur, le périmètre est délimité par : le quai de l’Abbaye, l’écluse de Salzinnes, le quai de l’Ecluse, la rue de l’Armée Grouchy, la place d’Hastedon, l’avenue des Croix de Feu, le boulevard de Merckem, la place Abbé J. André, le boulevard du Nord, le boulevard d’Herbatte, l’avenue des Champs Elysées, le Chemin de Plomcot, l’avenue Albert Ier, l’avenue Comte de Smet de Nayer, la rue des Quatre Fils Aymon, le boulevard Brunell, le pont de France, la Place Kegeljan, la rue des Moulins, la rue Bord de l’Eau, l’avenue Reine Astrid, la place Wiertz, la rue Patenier, la chaussée de Charleroi (jusqu’à y compris le rond-point desservant la rue Eugène Thibaut, l’avenue du Val St-Georges et la rue A. Bequet), la rue Alfred Bequet, la rue des Bosquets, la rue de l’Abbaye et le quai de l’Abbaye.

Art. 2. Voor het stadion van U.R. Namur, gelegen aan de place A. Ryckmans 26, te 5000 Namen, wordt de perimeter afgebakend door : de quai de l’Abbaye, de sluis van Salzinnes, de quai de l’Ecluse, de rue de l’Armée Grouchy, de place d’Hastedon, de avenue des Croix de Feu, de boulevard de Merckem, de place Abbé J. André, de boulevard du Nord, de boulevard d’Herbatte, de avenue des Champs Elysées, de Chemin de Plomcot, de avenue Albert Ier, de avenue Comte de Smet de Nayer, de rue des Quatre Fils Aymon, de boulevard Brunell, de pont de France, de Place Kegeljan, de rue des Moulins, de rue Bord de l’Eau, de avenue Reine Astrid, de place Wiertz, de rue Patenier, de chaussée de Charleroi (tot, en met inbegrip van, het rond punt uitkomend op de rue Eugène Thibaut, de avenue du Val St-Georges en de rue A. Bequet), de rue Alfred Bequet, de rue des Bosquets, de rue de l’Abbaye en de quai de l’Abbaye.









ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

Le Ministre de l’Intérieur,

De Minister van Binnenlandse Zaken,

P. DEWAEL

P. DEWAEL


[C − 2007/00891]

er

1 OCTOBRE 2007. — Arrêté royal déterminant le périmètre du stade Vedette en matière de sécurité lors des matches de football

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 21 décembre 1998 relative à la sécurité lors des matches de football, notamment l’article 2, 9°, inséré par la loi du 10 mars 2003; Sur la proposition de notre Ministre de l’Intérieur; Arrête : er

Article 1 . Pour l’application du présent arrêté, on entend par « périmètre », le périmètre tel que visé à l’article 2, 9° de la loi du 21 décembre 1998 relative à la sécurité lors des matches de football, inséré par la loi du 10 mars 2003.


[C − 2007/00891]

1 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot bepaling van de perimeter van het stadion Vedette inzake de veiligheid bij voetbalwedstrijden ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, inzonderheid op artikel 2, 9°, ingevoegd bij de wet van 10 maart 2003; Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken; Besluit : Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder « perimeter », de perimeter zoals bedoeld in artikel 2, 9° van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, ingevoegd bij de wet van 10 maart 2003.

56001

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. Pour le stade de Royal Francs Borains sis rue Saint-Antoine 2, à 7300 Boussu, le périmètre est délimité par : la rue Dendal, la rue Ferrer, la rue G. Cordier, la rue Montenpeine, la rue A. Mahieu, la rue Robersart, la rue Glatignies, la rue F. Dorzée, la rue du Calvaire, la rue A. Loi, la rue J. Bonaventure, la rue Poterne, la rue du Chemin de Fer, la rue de Caraman, la rue Notre Dame, la rue de la centenaire, la rue de la Station, l’avenue du Souvenir, la voie des morts, la rue Saint-Antoine, le sentier du Croquet, la rue Camille Moury et la rue Dendal.

Art. 2. Voor het stadion van Royal Francs Borains, gelegen in de rue Saint-Antoine 2, te 7300 Boussu, wordt de perimeter afgebakend door : de rue Dendal, de rue Ferrer, de rue G. Cordier, de rue Montenpeine, de rue A. Mahieu, de rue Robersart, de rue Glatignies, de rue F. Dorzée, de rue du Calvaire, de rue A. Loi, de rue J. Bonaventure, de rue Poterne, de rue du Chemin de Fer, de rue de Caraman, de rue Notre Dame, de rue de la centenaire, de rue de la Station, de avenue du Souvenir, de voie des morts, de rue Saint-Antoine, de sentier du Croquet, de rue Camille Mouryen de rue Dendal.









ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :




[C − 2007/00892]

1er OCTOBRE 2007. — Arrêté royal déterminant le périmètre du stade Luc Varenne en matière de sécurité lors des matches de football

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 21 décembre 1998 relative à la sécurité lors des matches de football, notamment l’article 2, 9°, inséré par la loi du 10 mars 2003; Sur la proposition de notre Ministre de l’Intérieur; Nous avons arrêté et arrêtons : er


[C − 2007/00892]

1 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot bepaling van de perimeter van het Luc Varenne stadion inzake de veiligheid bij voetbalwedstrijden ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, inzonderheid op artikel 2, 9°, ingevoegd bij de wet van 10 maart 2003; Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken; Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Article 1 . Pour l’application du présent arrêté, on entend par « périmètre », le périmètre tel que visé à l’article 2, 9°, de la loi du 21 décembre 1998 relative à la sécurité lors des matches de football, inséré par la loi du 10 mars 2003.


Art. 2. Pour le stade de RFC Tournai, sis rue du Follet, à 7540 Tournai (Kain), le périmètre est délimité par : la N48 (Chaussée de Renaix) entre le carrefour avec le Boulevard des Déportés et le carrefour avec la chaussée de Frasnes, la chaussée de Frasnes entre le carrefour formé avec la chaussée de Renaix et le pont de l’autoroute E42, l’autoroute E42 entre le pont surplombant la chaussée de Frasnes et la sortie 33 (sens Mons vers Tournai) à hauteur de la N48, la N48 entre le carrefour formé avec la sortie 33 de l’E42 (sens Mons vers Tournai) et le carrefour formé par le chemin des Bannis, le chemin des Bannis entre le carrefour formé avec la N48 et le carrefour formé avec la rue du Mont St Aubert, la rue du Mont St Aubert, la rue Abbé Dropsy, la place de la Chapelle, la rue Albert, la rue Guillaume Charlier jusqu’au carrefour formé avec la rue du Viaduc, la rue du Viaduc jusqu’au carrefour formé avec le boulevard des Nerviens, le boulevard des Nerviens et le boulevard des Déportés.

Art. 2. Voor het stadion van RFC Doornik, gelegen in de rue du Follet, te 7540 Doornik (Kain), wordt de perimeter afgebakend door : de N48 (Chaussée de Renaix) tussen het kruispunt met de Boulevard des Déportés en het kruispunt met de chaussée de Frasnes, de chaussée de Frasnes tussen het kruispunt met de chaussée de Renaix en de brug van de autostrade E42, de autostrade E42 tussen de brug over de chaussée de Frasnes en de uitrit 33 (richting Bergen naar Doornik) ter hoogte van de N48, de N48 tussen het kruispunt met de uitrit 33 van de E42 (richting Bergen naar Doornik) en het kruispunt gevormd door de chemin des Bannis, de chemin des Bannis tussen het kruispunt met de N48 en het kruispunt met de rue du Mont St Aubert, de rue du Mont St Aubert, de rue Abbé Dropsy, de place de la Chapelle, de rue Albert, de rue Guillaume Charlier tot het kruispunt met de rue du Viaduc, de rue du Viaduc tot het kruispunt met de boulevard des Nerviens, de boulevard des Nerviens en de boulevard des Déportés.








Gegeven te Brussel, op 1 oktober 2007.

ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :



56002

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR


F. 2007 — 4312 [C − 2007/00893] 1er OCTOBRE 2007. — Arrêté royal déterminant le périmètre du stade communal De Schalk en matière de sécurité lors des matches de football

N. 2007 — 4312 [C − 2007/00893] 1 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot bepaling van de perimeter van het gemeentelijk stadion De Schalk inzake de veiligheid bij voetbalwedstrijden


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, inzonderheid op artikel 2, 9°, ingevoegd bij de wet van 10 maart 2003; Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken,

Sur la proposition de notre Ministre de l’Intérieur, Nous avons arrêté et arrêtons :

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

er

Article 1 . Pour l’application du présent arrêté, on entend par « périmètre », le périmètre tel que visé à l’article 2, 9°, de la loi du 21 décembre 1998 relative à la sécurité lors des matches de football, inséré par la loi du 10 mars 2003.


Art. 2. Pour le stade de KVC Willebroek-Meerhof, sis Stadionlaan 2A, à 2830 Willebroek, le périmètre est délimité par : l’A12 en direction d’Anvers, la sortie Appeldonkstraat, la Appeldonkstraat jusqu’au croisement avec la Hoeikensstraat, la Hoeikensstraat jusqu’au croisement avec la Vaartstraat, la Vaartstraat jusqu’au croisement avec la Groene Laan, de Groene Laan en passant par la Oud Sasplein et le Westdijk jusqu’au croisement avec la Baeckelmansstraat, la Baeckelmansstraat jusqu’au croisement avec la Breendonkstraat, la Breendonkstraat jusqu’au croisement avec la Koningin Astridlaan (A12), la Koningin Astridlaan (A12) en ce compris toutes les entrées et sorties et le parking de co-voiturage à la bifurcation N16-N17, l’A12 en direction d’Anvers jusqu’à la sortie Appeldonkstraat.

Art. 2. Voor het stadion van KVC Willebroek-Meerhof, gelegen in de Stadionlaan 2A, te 2830 Willebroek, wordt de perimeter afgebakend door : de A12 richting Antwerpen, de afrit Appeldonkstraat, de Appeldonkstraat tot het kruispunt met de Hoeikensstraat, de Hoeikensstraat tot het kruispunt met de Vaartstraat, de Vaartstraat tot het kruispunt met de Groene Laan, de Groene Laan overgaand in Oud Sasplein en Westdijk tot het kruispunt met de Baeckelmansstraat, de Baeckelmansstraat tot het kruispunt met de Breendonkstraat, de Breendonkstraat tot het kruispunt met de Koningin Astridlaan (A12), de Koningin Astridlaan (A12) met inclusief alle op- en afritten en de carpoolparking aan de splitsing N16-N17, de A12 richting Antwerpen tot aan de afrit Appeldonkstraat.








Gegeven te Brussel, op 1 oktober 2007.

ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :



* SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN

F. 2007 — 4313 [C − 2007/03487] 25 OCTOBRE 2007. — Arrêté royal déterminant le modèle de la formule de déclaration en matière d’impôt des non-résidents (sociétés, associations, etc.) pour l’exercice d’imposition 2007 et les conditions qui permettent de fournir les données demandées dans ladite formule de déclaration au moyen d’imprimés informatiques (1)

N. 2007 — 4313 [C − 2007/03487] 25 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake belasting van nietinwoners (vennootschappen, verenigingen, enz.) voor het aanslagjaar 2007 en van de voorwaarden die het mogelijk maken om de in dat formulier gevraagde gegevens bij middel van computerafdrukken te verstrekken (1)

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu le Code des impôts sur les revenus 1992, notamment l’article 307, modifié par la loi du 22 juillet 1993, par l’arrêté royal du 20 décembre 1996 et par les lois des 15 mars 1999 et 10 août 2001;

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op artikel 307, gewijzigd bij de wet van 22 juli 1993, bij het koninklijk besluit van 20 december 1996 en bij de wetten van 15 maart 1999 en 10 augustus 2001; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat : — het model van het aangifteformulier inzake belasting van niet-inwoners (vennootschappen, verenigingen, enz.) voor het aanslagjaar 2007 zo spoedig mogelijk moet worden vastgelegd teneinde de vestiging en de invordering van die belasting niet te vertragen; — de geleidelijke verwezenlijking van de E-government de belastingplichtige moet toelaten voor het aanslagjaar 2007 de gegevens van zijn aangifte in de belasting van niet-inwoners (vennootschappen, verenigingen, enz.) te verstrekken bij middel van computerafdrukken;

Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l’article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l’urgence; Considérant que : — le modèle de la formule de déclaration en matière d’impôt des non-résidents (sociétés, associations, etc.) pour l’exercice d’imposition 2007 doit être fixé le plus rapidement possible afin de ne pas retarder l’établissement et le recouvrement de cet impôt; — la réalisation progressive de l’E-government doit permettre au contribuable de fournir les données de sa déclaration en matière d’impôt des non-résidents (sociétés, associations, etc.) à l’aide d’imprimés informatiques pour l’exercice d’imposition 2007;

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD — les contribuables doivent être informés immédiatement des conditions dans lesquelles les données demandées dans la formule de déclaration peuvent être fournies au moyen d’imprimés informatiques;

— cet arrêté doit dès lors être pris d’urgence; Sur la proposition de Notre Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances, Nous avons arrêté et arrêtons :

56003

— de belastingplichtigen onmiddellijk moeten worden in kennis gesteld van de voorwaarden binnen welke de in het aangifteformulier gevraagde gegevens door middel van computerafdrukken kunnen worden verstrekt; — dit besluit dus dringend moet worden getroffen; Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Article 1er. Le modèle de la formule de déclaration en matière d’impôt des non-résidents (sociétés, associations, etc.) pour l’exercice d’imposition 2007 est déterminé à l’annexe au présent arrêté.

Artikel 1. Het model van het aangifteformulier inzake belasting van niet-inwoners (vennootschappen, verenigingen, enz.) voor het aanslagjaar 2007 wordt in de bijlage van dit besluit vastgelegd.

Art. 2. Le contribuable peut fournir les données demandées dans la formule de déclaration au moyen d’imprimés informatiques aux conditions suivantes :

Art. 2. De belastingplichtige kan de in het aangifteformulier gevraagde gegevens verstrekken bij middel van computerafdrukken onder de volgende voorwaarden :

1° la formule de déclaration visée à l’article 1er doit être uniquement datée et signée;

1° het aangifteformulier vermeld in artikel 1 moet enkel worden gedagtekend en ondertekend;

2° les imprimés informatiques doivent être établis comme suit :

2° de computerafdrukken moeten worden bekomen als volgt :

— le contribuable charge le modèle de la formule de déclaration par une connexion internet au site du Service Public Fédéral Finances, www.minfin.fgov.be, dans le format mis à sa disposition;

— de belastingplichtige haalt het model van het aangifteformulier via een internetverbinding af op de site van de Federale Overheidsdienst Financiën, www.minfin.fgov.be, in het formaat zoals het wordt ter beschikking gesteld;

— les données demandées sont complétées conformément aux indications qui figurent dans le modèle précité;

— de gevraagde gegevens worden ingevuld overeenkomstig de in het model voorkomende aanduidingen;

— le contribuable imprime le modèle complété sur papier blanc, de format A4 (210 x 297 mm) et d’un poids minimal de 80 grammes par m2;

— de belastingplichtige drukt het aangevulde model af op wit papier van het formaat A4 (210 x 297 mm) en met een gewicht van minstens 80 gram per m2;

3° le modèle imprimé doit être certifié exact, daté et signé;

3° het afgedrukte model moet worden gewaarmerkt, gedagtekend en ondertekend;

4° le modèle imprimé doit contenir les mêmes pages que la formule de déclaration visée à l’article 1er;

4° het afgedrukte model moet dezelfde bladzijden bevatten als het aangifteformulier vermeld in artikel 1;

5° la formule de déclaration visée à l’article 1er et le modèle imprimé doivent être adressés conjointement au service mentionné sur la formule de déclaration précitée.

5° het aangifteformulier vermeld in artikel 1 en het afgedrukte model moeten samen worden toegestuurd aan de dienst die voorkomt op het genoemde aangifteformulier.

Art. 3. Notre Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Art. 3. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Donné à Bruxelles, le 25 octobre 2007.


ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

Le Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances, D. REYNDERS

De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

Note

Nota

(1) Références au Moniteur belge. Code des impôts sur les revenus 1992, coordonné par arrêté royal du 10 avril 1992, Moniteur belge du 30 juillet 1992. Loi du 22 juillet 1993, Moniteur belge du 26 juillet 1993. Arrêté royal du 20 décembre 1996, Moniteur belge du 31 décembre 1996, 4e édition. Loi du 15 mars 1999, Moniteur belge du 27 mars 1999. Loi du 10 août 2001, Moniteur belge du 20 septembre 2001. Lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées par arrêté royal du 12 janvier 1973, Moniteur belge du 21 mars 1973. Loi du 4 juillet 1989, Moniteur belge du 25 juillet 1989. Loi du 4 août 1996, Moniteur belge du 20 août 1996, err. 8 octobre 1996.

(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992. Wet van 22 juli 1993, Belgisch Staatsblad van 26 juli 1993. Koninklijk besluit van 20 december 1996, Belgisch Staatsblad van 31 december 1996, 4e editie. Wet van 15 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 27 maart 1999. Wet van 10 augustus 2001, Belgisch Staatsblad van 20 september 2001. Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973. Wet van 4 juli 1989, Belgisch Staatsblad van 25 juli 1989. Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996, err. 8 oktober 1996.

56004

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Annexe à l’arrêté royal du 25 octobre 2007


56005

56006



56007

56008



56009

56010


Vu pour être annexé à Notre arrêté du 25 octobre 2007.

ALBERT Par le Roi : Le Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances, D. RENDERS

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Bijlage bij het koninklijk besluit van 25 oktober 2007

56011

56012



56013

56014



56015

56016



Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 oktober 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

56017

56018

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN

F. 2007 — 4314 [C − 2007/03491] 24 OCTOBRE 2007. — Arrêté ministériel relatif au régime fiscal des tabacs manufacturés

N. 2007 — 4314 [C − 2007/03491] 24 OKTOBER 2007. — Ministerieel besluit betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,

Le Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances, Vu la loi du 3 avril 1997 relative au régime fiscal des tabacs manufacturés (1), notamment l’article 3, modifié en dernier lieu par la loi-programme du 27 décembre 2006 (2); Vu l’arrêté ministériel du 1er août 1994 relatif au régime fiscal des tabacs manufacturés (3), ainsi que le tableau des signes fiscaux pour tabacs manufacturés annexé audit arrêté, modifié en dernier lieu par l’arrêté ministériel du 14 août 2007 (4); Vu l’avis du Conseil des douanes de l’Union économique belgoluxembourgeoise; Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 (5), notamment l’article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 (6) et modifié par la loi du 4 août 1996 (7); Vu l’urgence, motivée par le fait que le présent arrêté a principalement pour objet d’adapter le tableau des signes fiscaux pour tabacs manufacturés, modifié en dernier lieu par l’arrêté ministériel du 14 août 2007, conformément au prescrit de l’article 21 de l’arrêté ministériel du 1er août 1994 relatif au régime fiscal des tabacs manufacturés, qu’à la suite de demandes introduites par les opérateurs économiques, certaines classes de prix doivent être incorporées dans ledit tableau que les signes fiscaux correspondant à ces nouvelles classes de prix doivent être mis le plus rapidement possible à la disposition des opérateurs économiques en tabacs manufacturés; que, dans ces conditions, le tableau des signes fiscaux pour tabacs manufacturés doit être adapté sans délai, Arrête :

Gelet op de wet van 3 april 1997 betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak (1), inzonderheid artikel 3, het laatst gewijzigd bij de programmawet van 27 december 2006 (2); Gelet op het ministerieel besluit van 1 augustus 1994 betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak (3) en de tabel van de fiscale kentekens voor gefabriceerde tabak in bijlage bij dit besluit, het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 14 augustus 2007 (4); Gelet op het advies van de Douaneraad van de BelgischLuxemburgse Economische Unie; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 (5), inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 (6) en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996 (7); Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat dit besluit voornamelijk tot doel heeft de tabel van de fiscale kentekens voor gefabriceerde tabak, het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 14 augustus 2007, aan te passen overeenkomstig de bepalingen van artikel 21 van het ministerieel besluit van 1 augustus 1994 betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak, dat ten gevolge van de ingediende verzoeken door de marktdeelnemers bepaalde prijsklassen ingevoegd moeten worden in deze tabel; dat de met deze nieuwe prijsklassen overeenstemmende fiscale kentekens zo vlug mogelijk ter beschikking moeten worden gesteld van de marktdeelnemers in gefabriceerde tabak; dat, onder deze voorwaarden, de tabel van de fiscale kentekens voor gefabriceerde tabak zonder uitstel moet worden aangepast, Besluit :

er

er

Article 1 . L’article 30 de l’arrêté ministériel du 1 août 1994 relatif au régime fiscal des tabacs manufacturés, modifié en dernier lieu par l’arrêté ministériel du 14 août 2007, est remplacé comme suit :

Artikel 1. Artikel 30 van het ministerieel besluit van 1 augustus 1994 betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak, het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 14 augustus 2007, wordt vervangen als volgt :

« Art. 30. Les bandelettes fiscales proprement dites ont la forme d’un rectangle et les dimensions suivantes :

« Art. 30. De eigenlijke fiscale bandjes hebben de vorm van een rechthoek met de volgende afmetingen :

Destination Cigares vendus à la pièce

Longueur Largeur (en mm) 72

10

Cigares logés en emballages de : 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 14, 16, 17, 20, 24, 25, 30, 40, 50, 60, 100 et 150 pièces

Bestemming Stuksgewijs verkochte sigaren

Lengte – Breedte (in mm) 72

10

340

15

Sigaren in verpakkingen van : 340

15

2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 14, 16, 17, 20, 24, 25, 30, 40, 50, 60, 100 en 150 stuks

19, 20, 23, 24, 25, 27, 28, 29 et 30 pièces

170

12

19, 20, 23, 24, 25, 27, 28, 29 en 30 stuks

170

12

50 et 100 pièces

260

12

50 en 100 stuks

260

12

170

12

Cigarettes logées en emballages de :

Sigaretten in verpakkingen van :

Tabac à fumer fine coupe destiné à rouler les cigarettes et autres tabacs à fumer logés en emballages de :

Rooktabak van fijne snede voor het rollen van sigaretten en andere soorten rooktabak in verpakkingen van :

1 g, 21 g, 25 g, 30 g, 35 g, 40 g, 50 g, 55 g, 60 g et 70 g

170

12

100 g, 125 g, 140 g et 150 g

260

12

170 g, 190 g, 200 g, 220 g, 250 g, 300 g et 500 g

340

15 »

1 g, 21 g, 25 g, 30 g, 35 g, 40 g, 50 g, 55 g, 60 g en 70 g 100 g, 125 g, 140 g en 150 g

260

12

170 g, 190 g, 200 g, 220 g, 250 g, 300 g en 500 g

340

15 »

Art. 2. L’article 33 de l’arrêté ministériel du 1er août 1994, modifié en dernier lieu par l’arrêté ministériel du 14 août 2007, est remplacé comme suit :

Art. 2. Artikel 33 van het ministerieel besluit van 1 augustus 1994, het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 14 augustus 2007, wordt vervangen als volgt :

« Art. 33. En ce qui concerne les produits désignés ci-après, les bandelettes fiscales décrites aux articles 31 et 32 du présent arrêté peuvent être remplacées par des timbres fiscaux conformes à la description qui en est faite à l’article 34 :

« Art. 33. Op de hierna vermelde producten mogen de fiscale bandjes, beschreven in de artikelen 31 en 32 van dit besluit, vervangen worden door de fiscale sluitzegels zoals beschreven in artikel 34 :

a) les cigares logés en emballages fermés de 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 14, 16, 17, 20, 24, 25, 30, 40, 50, 60, 100 ou 150 pièce(s);

a) sigaren in gesloten verpakkingen van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 14, 16, 17, 20, 24, 25, 30, 40, 50, 60, 100 of 150 stuk(s);

b) cigarettes logées en emballages fermés de 19, 20, 23, 24, 25, 27, 28, 29, 30, 50 ou 100 pièces;

b) sigaretten in gesloten verpakkingen van 19, 20, 23, 24, 25, 27, 28, 29, 30, 50 of 100 stuks;


56019

c) tabac à fumer fine coupe destiné à rouler les cigarettes et autres tabacs à fumer, logés en emballages fermés de 1, 21, 25, 30, 35, 40, 50, 55, 60, 70, 100, 125, 140, 150, 170, 190, 200, 220, 250, 300 ou 500 gramme(s). »

c) rooktabak van fijne snede voor het rollen van sigaretten en andere soorten rooktabak in gesloten verpakkingen met een nettogewicht van 1, 21, 25, 30, 35, 40, 50, 55, 60, 70, 100, 125, 140, 150, 170, 190, 200, 220, 250, 300 of 500 gram. »

Art. 3. L’article 58, alinéa 2, de l’arrêté ministériel du 1er août 1994, modifié en dernier lieu par l’arrêté ministériel du 30 janvier 2007, est remplacé comme suit :

Art. 3. Artikel 58, lid 2 van het ministerieel besluit van 1 augustus 1994, het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 30 januari 2007, wordt vervangen als volgt :

« La vente de cigarettes à la pièce ou en bottes est interdite. Chaque emballage doit contenir 19, 20, 23, 24, 25, 27, 28, 29, 30, 50 ou 100 pièces. Les dispositions des articles 54 à 57 sauf en ce qui concerne le 1er alinéa de l’article 54 sont applicables aux cigarettes. »

« De verkoop van sigaretten per stuk of in busseltjes is verboden. Elke verpakking moet 19, 20, 23, 24, 25, 27, 28, 29, 30, 50 of 100 stuks bevatten. De bepalingen van de artikelen 54 tot 57, met uitzondering van de eerste alinea van artikel 54, zijn van toepassing op sigaretten. »

Art. 4. L’article 60 de l’arrêté ministériel du 1er août 1994, modifié en dernier lieu par l’arrêté ministériel du 14 août 2007, est remplacé comme suit :

Art. 4. Artikel 60 van het ministerieel besluit van 1 augustus 1994, het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 14 augustus 2007, wordt vervangen als volgt :

« Art. 60. Chaque emballage de tabac à fumer doit contenir, en poids net, 1, 21, 25, 30, 35, 40, 50, 55, 60, 70, 100, 125, 140, 150, 170, 190, 200, 220, 250, 300 ou 500 gramme(s) de tabac. Les dispositions des articles 54 à 57, sauf en ce qui concerne le 1er alinéa de l’article 54, sont applicables au tabac à fumer destiné à rouler les cigarettes et aux autres tabacs à fumer. »

« Art. 60. Elke verpakking van rooktabak moet netto 1, 21, 25, 30, 35, 40, 50, 55, 60, 70, 100, 125, 140, 150, 170, 190, 200, 220, 250, 300 of 500 gram bevatten. De bepalingen van de artikelen 54 tot 57 zijn, met uitzondering van de eerste alinea van artikel 54, van toepassing op rooktabak van fijne snede voor het rollen van sigaretten en andere rooktabak. »

Art. 5. Au tableau des signes fiscaux pour tabacs manufacturés, annexé à l’arrêté ministériel du 1er août 1994 et modifié en dernier lieu par l’arrêté ministériel du 14 août 2007, les modifications suivantes doivent être apportées :

Art. 5. In de tabel van de fiscale kentekens voor gefabriceerde tabak, gevoegd bij het ministerieel besluit van 1 augustus 1994 en het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 14 augustus 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° le barème fiscal « A. Cigares » est remplacé par le nouveau barème fiscal qui suit :

1° de belastingschaal « A. Sigaren » wordt vervangen door de volgende nieuwe belastingschaal :

56020



56021

56022



56023

56024



56025

56026



56027

56028



56029

56030



56031

56032



56033

56034



56035

56036



56037

56038



56039

56040



56041

56042



56043

56044



56045

56046



56047

56048



56049

56050



56051

56052



56053

56054



56055

56056



56057

56058


Art. 6. Cet arrêté entre en vigueur le 1er novembre 2007.

Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 1 november 2007.

Bruxelles, le 24 octobre 2007.

Brussel, 24 oktober 2007.

(1) (2) (3) (4) (5) (6) (7)

Moniteur Moniteur Moniteur Moniteur Moniteur Moniteur Moniteur

belge belge belge belge belge belge belge

du du du du du du du

16 28 22 28 21 15 20

D. REYNDERS

D. REYNDERS

Notes

Nota’s

mai 1997; décembre 2006; août 1994; août 2007; mars 1973; juillet 1989; août 1996.

(1) (2) (3) (4) (5) (6) (7)

Belgisch Belgisch Belgisch Belgisch Belgisch Belgisch Belgisch

Staatsblad Staatsblad Staatsblad Staatsblad Staatsblad Staatsblad Staatsblad

van van van van van van van

16 28 22 28 21 15 20

mei 1997; december 2006; augustus 1994; augustus 2007; maart 1973; juli 1989; augustus 1996.


56059

SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

F. 2007 — 4315 [C − 2007/12417] 12 SEPTEMBRE 2007. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 7 juillet 2006, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, concernant la barémisation des fonctions pour le personnel contractuel non subsidié des Hautes Ecoles de l’enseignement libre subventionné en Communauté franç aise (1)

N. 2007 — 4315 [C − 2007/12417] 12 SEPTEMBER 2007. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende de beroepeninschaling voor het niet-gesubsidieerd contractueel personeel van de Hogescholen van het vrij gesubsidieerd onderwijs in de Franse Gemeenschap (1)

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs; Op de voordracht van Onze Minister van Werk,

Vu la demande de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :


Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 7 juillet 2006, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, concernant la barémisation des fonctions pour le personnel contractuel non subsidié des Hautes Ecoles de l’enseignement libre subventionné en Communauté franç aise.

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende de beroepeninschaling voor het niet-gesubsidieerd contractueel personeel van de Hogescholen van het vrij gesubsidieerd onderwijs in de Franse Gemeenschap.

Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Donné à Bruxelles, le 12 septembre 2007.

ALBERT

Gegeven te Brussel, 12 september 2007.

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

Le Ministre de l’Emploi, P. VANVELTHOVEN

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

Notes (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.

Nota’s (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Annexe

Bijlage

Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné

Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs

Convention collective de travail du 7 juillet 2006

Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2006

Barémisation des fonctions pour le personnel contractuel non subsidié des Hautes Ecoles de l’enseignement libre subventionné en Communauté franç aise (Convention enregistrée le 7 juin 2007 sous le numéro 83191/CO/225)

Beroepeninschakeling voor het niet-gesubsidieerd contractueel personeel van de Hogescholen van het vrij gesubsidieerd onderwijs in de Franse Gemeenschap (Overeenkomst geregistreerd op 7 juni 2007 onder het nummer 83191/CO/225)

Commentaires préalables 1. Les fonctions exercées, et non les titres, sont le fondement de la classification barémique. Les employeurs s’engagent à recruter des personnes ayant les compétences adéquates. Par ailleurs, les partenaires sociaux ont retenu le principe de non-discrimination entre contractuels et statutaires notamment des prestations proportionnelles et une rémunération proportionnelle ou à charge de travail équivalent, rémunération équivalente.

Voorafgaande commentaren 1. Het zijn de uitgeoefende beroepen en niet de titels die de basis vormen van de barema-inschaling. De werkgevers verbinden zich ertoe mensen met de geëigende bekwaamheden aan te nemen. Overigens hebben de sociale partners het beginsel van nietdiscriminatie tussen contractuelen en vastbenoemden aangehouden, meer bepaald dat van verhoudingsgewijze prestaties en verhoudingsgewijze vergoeding ofwel voor evenwaardige werklast, evenwaardig loon. 2. De sociale partners die deze collectieve arbeidsovereenkomst hebben uitgewerkt wilden in hun redenering zoveel mogelijk verwijzen naar de gecodificeerde loonschalen van de loonsubsidies die toegekend worden aan het gesubsidieerd administratief en onderwijzend personeel en ook de evolutie ervan volgen. De sociale partners hebben dus de gecodificeerde loonschalen die toegekend worden aan het gesubsidieerd administratief en onderwijzend personeel omgezet volgens volgende formule : De betaling van de vergoedingen wordt geregeld door de reglementering inzake de jaarlijkse vakantie van de loontrekkenden. Loonberekeningsformule van de niet-gesubsidieerde contractuelen.

2. Les partenaires sociaux qui ont élaboré la présente convention collective de travail ont entendu dans leur raisonnement se référer pour autant que possible aux barèmes codifiés des subventions traitements accordées au personnel subsidié administratif et enseignant et suivre leur évolution. Les partenaires sociaux ont donc transposé les barèmes codifiés des subventions traitements accordées au personnel subsidié administratif et enseignant suivant la formule suivante : Le paiement des pécules est réglementé par la réglementation sur les vacances annuelles des travailleurs salariés. Formule de calcul du salaire des contractuels non subventionnés.

56060


A : salaire annuel brut indexé du membre du personnel enseignant subventionné. X : pécule de vacances du membre du personnel enseignant subventionné. Y : programmation sociale de fin d’année du membre du personnel enseignant subventionné. A’ : salaire annuel brut indexé du membre du personnel enseignant contractuel (non subventionné). X’ : pécule de vacance d’employé dû aux contractuels. T=A+X+Y T = A’ + X’ où A’ et X’ se calculent comme suit : T T A’ = 12,92 × 12 en X’ = 12,92 × 0,92 Dans la pratique, sans qu’il faille l’interpréter sur le raisonnement qui a conduit à son élaboration, la convention collective de travail qui est la seule source des obligations normatives individuelles entre les employeurs et les travailleurs classifie les fonctions en différents barèmes de rémunération sans code de référence. Ces barèmes, qui sont des minima, seront indexables et une évaluation sera faite annuellement par les partenaires sociaux fin novembre dès que sera connue la programmation sociale annuelle. I. Champ d’application Article 1er. La présente convention collective s’applique aux employeurs et aux travailleurs des Hautes Ecoles de l’enseignement libre subventionné par la Communauté franç aise qui ressortissent à la Commission paritaire pour employés des institutions subsidiées de l’enseignement libre. II. Classification des fonctions et rémunérations minimales Art. 2. 1. Cadre logistique (y compris le personnel administratif) 1. Travaux d’exécution Catégorie 1 Employés dont la fonction est caractérisée par l’exécution correcte d’un travail simple d’ordre secondaire. Il ne s’agit pas de fonctions faisant appel à l’initiative personnelle, mais elles doivent être exercées conformément à des règles fixées préalablement. Entrent dans cette catégorie le : - Commis......................................................................................

A : geïndexeerd jaarloon van het gesubsidieerd onderwijzend personeelslid. X : vakantiegeld van het gesubsidieerd onderwijzend personeelslid. Y : sociale eindejaarsprogrammatie van het gesubsidieerd onderwijzend personeelslid. A’ : bruto geïndexeerd jaarloon van het (niet-gesubsidieerd) contractueel onderwijzend personeelslid. X’ : aan de contractuelen verschuldigd bediendevakantiegeld. T=A+X+Y T = A’ + X’ waarbij A’ en X’ als volgt worden berekend : T T A’ = 12,92 × 12 en X’ = 12,92 × 0,92 In de praktijk, en zonder dat uit de redenering die tot haar uitwerking hebben geleid gevolgtrekkingen moeten worden getrokken, klasseert de collectieve arbeidsovereenkomst, die de enige bron is voor de individuele normatieve verplichtingen tussen werkgevers en werknemers, de functies zonder refertecode in verschillende loonschalen. Die loonschalen, die minima voorstellen, zijn indexeerbaar en er zal jaarlijks, eind november, zodra de jaarlijkse sociale programmatie bekend is, door de sociale partners een evaluatie gebeuren. I. Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de Hogescholen van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs, die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs. II. Beroepenlijst en minimumverloningen Art. 2. 1. Logistiek kader (met inbegrip van het administratief personeel) 1. Uitvoerende arbeid Categorie 1 Bedienden wier functie gekenmerkt wordt door het correct uitvoeren van eenvoudige arbeid van ondergeschikte orde. Het gaat niet om functies die een beroep doen op persoonlijk initiatief, maar die volgens voorafgaandelijk vastgelegde regels moeten uitgeoefend worden. Vallen onder deze categorie :

634

- Klerk ...........................................................................................

634

- Messager huissier.....................................................................

612

- Bode-kamerbewaarder ...........................................................

612

- Modèle vivant...........................................................................

634

- Levend model ...........................................................................

634

Leur rémunération minimum est fixée conformément à l’annexe. Catégorie 2 Employés dont la fonction est caractérisée par : - l’exécution correcte d’un travail simple dont la responsabilité est limitée par un contrôle direct; - un temps limité d’assimilation permettant d’acquérir de la dextérité dans un travail déterminé. Entrent dans cette catégorie : - Rédacteur...................................................................................

Hun minimumloon wordt vastgesteld volgens bijlage. Categorie 2 Bediende wier werk wordt gekenmerkt door : - de correcte uitvoering van een eenvoudige taak waarvan de verantwoordelijk beperkt is door rechtstreeks toezicht; - een beperkte leertijd die toelaat handigheid te verwerven in een bepaalde taak. Vallen onder deze categorie :

679

- Opsteller.....................................................................................

679

- Secrétaire comptable................................................................

679

- Boekhoudkundig secretaris ....................................................

679

- Aide bibliothécaire ...................................................................

679

- Hulpbibliothecaris....................................................................

679

Leur rémunération minimum est fixée conformément à l’annexe. 2. Travaux de conception Catégorie 3 Employés dont la fonction est caractérisée par un travail diversifié et exigeant du raisonnement de la part de celui qui l’exécute. - Bestuurder-secretaris ...............................................................

699

Hun minimumloon wordt vastgesteld volgens bijlage. 2. Conceptwerkzaamheden Categorie 3 Bedienden waarvan de functie gekenmerkt wordt door afwisselend werk dat gewoonlijk redenering vraagt van degene die het uitvoert. - Administrateur-secrétaire .......................................................

699

- Boekhouder ...............................................................................

346

- Comptable .................................................................................

346

- Technicus, computertechnicus, pedel ...................................

346

- Technicien, technicien informatique, appariteur ................

346

- Bibliothecaris ...........................................................................

346

- Bibliothécaire.............................................................................

346

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD - Veiligheidsraadgever ...............................................................

346

Catégorie 4 Employés dont la fonction est caractérisée par un travail autonome, diversifié, exigeant de faç on permanente de l’initiative et du raisonnement de la part de celui qui l’exécute et comportant la responsabilité de son exécution. Entrent dans cette catégorie le :

- Conseiller en prévention.........................................................

56061 346

Categorie 4 Bedienden waarvan de functie gekenmerkt wordt door een autonoom, afwisselend werk, dat voortdurend initiatief en redenering vraagt van degene die het uitvoert en de verantwoordelijkheid van de uitvoering met zich meebrengt. Vallen onder deze categorie :

- Chercheurs.................................................................................

501

- Onderzoekers ............................................................................

501

- Gestionnaire financier .............................................................

501

- Financieel beheerder................................................................

501

- Gestionnaire administratif ......................................................

501

- Administratief beheerder........................................................

501

- Gestionnaire de centre de documentation...........................

501

- Beheerder documentatiecentrum ..........................................

501

- Gestionnaire multimédia ........................................................

501

- Multimediabeheerder ..............................................................

501

- Gestionnaire informatique et informaticien ........................

501

- Informaticabeheerder, informaticus ......................................

501

- Conseiller en prévention.........................................................

501

- Veiligheidsraadgever ...............................................................

501

Leur rémunération minimum est fixée conformément à l’annexe. 3. Personnel paramédical

Hun minimumloon wordt vastgesteld volgens bijlage. 3. Paramedisch personeel

Entrent dans cette catégorie le :

Vallen onder deze categorie :

- Infirmier(e)s...............................................................................

346

- Verple(e)g(st)ers........................................................................

Leur rémunération minimum est fixée conformément à l’annexe. 4. Personnel psychosocial

Hun minimumloon wordt vastgesteld volgens bijlage. 4. Psychosociaal personeel



- Assistant social .........................................................................

346

346

- Sociaal assistent ........................................................................

346

- Assistant en psychologie.........................................................

346

- Assistent psychologie ..............................................................

346

- Psychologue ..............................................................................

501

- Psycholoog ................................................................................

501

Leur rémunération minimum est fixée conformément à l’annexe. 5. Cadre enseignant

Hun minimumloon wordt vastgesteld volgens bijlage. 5. Onderwijskader



- Maître de formation pratique ....................................

346

- Oefenmeester praktijk .................................................

346

- Maître de formation pratique principal...................

231

- Eerste oefenmeester praktijk ......................................

231

- Maître assistant.............................................................

501/502

- Assistent-oefenmeester ................................................

501/502

- Chargé de cours ...........................................................

557

- Docent ............................................................................

557

- Chef de travaux............................................................

557

- Werkleider .....................................................................

557

- Professeur ......................................................................

558

- Professor ........................................................................

558

- Chef de bureau d’études ............................................

558

- Hoofd studiebureau.....................................................

558

Leur rémunération minimum est fixée conformément à l’annexe.

Hun minimumloon wordt vastgesteld volgens bijlage.

III. Indexation

III. Loonindexering

Art. 3. Les barèmes sont indexables conformément aux barèmes de la fonction publique, à savoir chaque fois que l’indice pivot a été dépassé par l’indice santé lissé.

Art. 3. De loonschalen zijn indexeerbaar volgens de loonschalen van het openbaar ambt, te weten telkens de afgevlakte gezondheidsindex hoger is dan de spilindex. IV. Looptijd

IV. Durée Art. 4. La présente convention collective de travail produit ses effets le 1er septembre 2006 et est conclue pour une durée indéterminée.

Art. 4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 september 2006 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd.

Chacune des parties contractantes peut la dénoncer moyennant un préavis de trois mois, à notifier par lettre recommandée à la poste au président de la Commission paritaire pour les employés des institutions l’enseignement libre subventionné.

Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd mits naleving van een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het vrij onderwijs.

Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 12 septembre 2007.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 september 2007.

Le Ministre de l’Emploi,

De Minister van Werk,

P. VANVELTHOVEN

P. VANVELTHOVEN

56062


Annexe à la convention collective du 7 juillet 2006, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, concernant la barémisation des fonctions pour le personnel contractuel non subsidié des Hautes Ecoles de l’enseignement libre subventionné en Communauté franç aise

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende de beroepeninschaling voor het niet-gesubsidieerd contractueel personeel van de Hogescholen van het vrij gesubsidieerd onderwijs in de Franse Gemeenschap

CTI 634 Ancienneté — Anciënniteit

Brutojaarloon — Annuel brut

Geïndexeerd brutomaandloon — Mensuel brut indexé

Index 1,3728

Sans prime de fin d’année — Zonder eindejaarspremie (A’ = T/12,92)

0

19442,3288

1504,8242

1

19655,9854

1521,3611

2

19869,6419

1537,8980

3

20332,5644

1573,7279

5

20702,8938

1602,3912

7

21073,2231

1631,0544

9

22031,1008

1705,1936

11

22401,4302

1733,8568

13

22771,7595

1762,5201

15

23729,6372

1836,6592

17

24099,9666

1865,3225

19

24470,2959

1893,9858

21

24840,6253

1922,6490

23

25210,9547

1951,3123

25

25581,2840

1979,9755

27

25951,6134

2008,6388

29

26321,9428

2037,3021



Index 1,3728


0

18908,2161

1463,4842

1

19121,8726

1480,0211

2

19335,5292

1496,5580

3

20118,9221

1557,1921

5

20204,3904

1563,8073

7

20289,8588

1570,4225

9

21496,9880

1663,8536

11

21582,4564

1670,4688

13

21667,9248

1677,0840

15

22928,4753

1774,6498

17

23013,9437

1781,2650

19

23099,4120

1787,8802

21

23184,8804

1794,4954

23

23270,3488

1801,1106

25

23355,8171

1807,7258

27

23441,2855

1814,3410


56063

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD CTI 679 Ancienneté — Anciënniteit



Index 1,3728


0

20724,2249

1604,0422

1

21115,9286

1634,3598

2

21507,6322

1664,6774

3

22041,7592

1706,0185

5

22949,7779

1776,2986

7

23857,7966

1846,5787

9

24908,2530

1927,8834

11

25816,2718

1998,1634

13

26724,2905

2068,4435

15

28202,0456

2182,8209

17

29110,0643

2253,1010

19

30018,0830

2323,3810

21

30926,1017

2393,6611

23

31834,1205

2463,9412

25

32742,1392

2534,2213

27

33650,1579

2604,5014



Index 1,3728


0

28922,1201

2238,5542

1

29714,7637

2299,9043

2

30507,4073

2361,2544

3

31300,0510

2422,6046

5

32600,0893

2523,2267

7

33900,1277

2623,8489

9

35200,1661

2724,4711


11

36500,2045

2825,0932

13

37800,2429

2925,7154

15

39100,2812

3026,3376

17

40400,3196

3126,9597

19

41700,3580

3227,5819

21

43000,3964

3328,2041

23

44300,4348

3428,8262

25

45600,4731

3529,4484

27

46900,5115

3630,0706

28

46900,5115

3630,0706

29

46900,5115

3630,0706

56064




Index 1,3728


0

30024,4608

2323,8747

1

30817,1044

2385,2248

2

31609,7481

2446,5749

3

32402,3917

2507,9251

5

33702,4301

2608,5472

7

35002,4684

2709,1694

9

36302,5068

2809,7915

11

37602,5452

2910,4137

13

38902,5836

3011,0359

15

40202,6220

3111,6580

17

41502,6603

3212,2802

19

42802,6987

3312,9024

21

44102,7371

3413,5245

23

45402,7755

3514,1467

25

46702,8139

3614,7689

27

48002,8522

3715,3910

28

48002,8522

3715,3910

29

48002,8522

3715,3910



Index 1,3728


0

34185,6011

2645,9444

1

35168,5447

2722,0236

2

36151,4883

2798,1028

3

37134,4319

2874,1820

5

38973,4668

3016,5222

7

40812,5017

3158,8624

9

42651,5366

3301,2025


11

44490,5715

3443,5427

13

46329,6063

3585,8828

15

48168,6412

3728,2230

17

50007,6761

3870,5632

19

51846,7110

4012,9033

21

53685,7459

4155,2435

23

55524,7808

4297,5837

25

57363,8157

4439,9238

27

57363,8157

4439,9238

29

57363,8157

4439,9238

56065




Index 1,3728


0

40463,6955

3131,8650

1

41446,6391

3207,9442

2

42429,5827

3284,0234

3

43412,5262

3360,1026

5

45251,5611

3502,4428

7

47090,5960

3644,7830

9

48929,6309

3787,1231

11

50768,6658

3929,4633

13

52607,7007

4071,8035

15

54446,7356

4214,1436

17

56285,7705

4356,4838

19

58124,8054

4498,8239

21

59963,8402

4641,1641

23

61802,8751

4783,5043

25

63641,9100

4925,8444

27

63641,9100

4925,8444

29

63641,9100

4925,8444

Annuel brut Brutojaarloon

Mensuel brut indexé Geïndexeerd brutomaandloon

Index 1,3728

Sans prime de fin d’année Zonder eindejaarspremie (A’ = T/12,92)

0

50324,7617

3895,1054

1

51307,7053

3971,1846

2

52290,6488

4047,2638

3

53273,5924

4123,3431

5

55112,6273

4265,6832

7

56951,6622

4408,0234

CTI 558 Ancienneté Anciënniteit

9

58790,6971

4550,3636

11

60629,7320

4692,7037

13

62468,7669

4835,0439

15

64307,8018

4977,3840

17

66146,8367

5119,7242

19

67985,8715

5262,0644

21

69824,9064

5404,4045

23

71663,9413

5546,7447

25

73502,9762

5689,0848

27

73502,9762

5689,0848

29

73502,9762

5689,0848



Le Ministre de l’Emploi,

De Minister van Werk,

P. VANVELTHOVEN

P. VANVELTHOVEN

56066

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE


F. 2007 — 4316 [C − 2007/12479] 12 SEPTEMBRE 2007. – Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 23 janvier 2007, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, modifiant la convention collective de travail du 5 novembre 1979 fixant le montant et les modalités d’octroi et de liquidation d’une prime syndicale aux ouvriers et ouvrières syndiqués (1)

N. 2007 — 4316 [C − 2007/12479] 12 SEPTEMBER 2007. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 1979 tot vaststelling van het bedrag en de wijze van toekenning van een syndicale premie aan de georganiseerde werklieden en werksters (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs; Op de voordracht van Onze Minister van Werk,

Vu la demande de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : er


Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 23 janvier 2007, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, modifiant la convention collective de travail du 5 novembre 1979 fixant le montant et les modalités d’octroi et de liquidation d’une prime syndicale aux ouvriers et ouvrières syndiqués.

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 1979 tot vaststelling van het bedrag en de wijze van toekenning van een syndicale premie aan de georganiseerde werklieden en werksters.




ALBERT


ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :



Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.

Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Annexe

Bijlage

Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre

Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs

Convention collective de travail du 23 janvier 2007

Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 2007

Modification de la convention collective de travail du 5 novembre 1979 fixant le montant et les modalités d’octroi et de liquidation d’une prime syndicale aux ouvriers et ouvrières syndiqués

Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 1979 tot vaststelling van het bedrag en de wijze van toekenning van een syndicale premie aan de georganiseerde werklieden en werksters

(Convention enregistrée le 7 juin 2007 sous le numéro 83192/CO/152)

(Overeenkomst geregistreerd op 7 juni 2007 onder het nummer 83192/CO/152)

CHAPITRE Ier. — Champ d’application Article 1 . La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs et aux travailleurs des établissements d’enseignement et des internats ressortissant à la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre subventionnés par la Communauté flamande. Par « travailleurs » on entend : le personnel ouvrier masculin et féminin.

HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de onderwijsinstellingen en internaten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs en gesubsidieerd zijn door de Vlaamse Gemeenschap. Onder « werknemers » wordt verstaan : het mannelijke en vrouwelijk arbeiderspersoneel.

CHAPITRE II. — Montant de la prime syndicale Art. 2. Il est inséré un article 3bis, comme suit, à la convention collective de travail du 5 novembre 1979, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, fixant le montant et les modalités d’octroi et de liquidation d’une prime syndicale aux ouvriers et ouvrières syndiqués, rendue obligatoire par arrêté royal du 2 juin 1980 (Moniteur belge du 2 septembre 1980), modifiée pour la dernière fois par la convention collective de travail du 8 mai 2002, rendue obligatoire par arrêté royal du 19 mai 2004 (Moniteur belge du 28 juin 2004).

HOOFDSTUK II. — Bedrag van de syndicale premie Art. 2. Een artikel 3bis zoals volgt, wordt ingevoegd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 1979, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs tot vaststelling van het bedrag en de wijze van toekenning en uitkering van een syndicale premie aan de georganiseerde werklieden en werksters, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 2 juni 1980 (Belgisch Staatsblad van 2 september 1980) voor het laatst gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2002, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 mei 2004 (Belgisch Staatsblad van 28 juni 2004).

er


56067

« Art. 3bis. § 1er. Par dérogation à l’article 3, pour les institutions d’enseignement et les internats ressortissant à la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, subventionnés par la Communauté flamande, il est prévu ce qui suit : 1° Pour l’année 2006, le montant de la prime syndicale est égal à 82 EUR par année de référence entièrement travaillée. Cette prime est accordée sur la base de 6,83 EUR pour chaque mois pendant lequel l’ayant droit a été occupé durant l’année de référence par une institution ressortissant à la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre. 2° Pour l’année 2007, le montant de la prime syndicale est égal à 87 EUR par année de référence entièrement travaillée. Cette prime est accordée sur la base de 7,25 EUR pour chaque mois pendant lequel l’ayant droit a été occupé durant l’année de référence par une institution ressortissant à la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre. 3° Pour l’année 2008, le montant de la prime syndicale est égal à 92 EUR par année de référence entièrement travaillée. Cette prime est accordée sur la base de 7,67 EUR pour chaque mois pendant lequel l’ayant droit a été occupé durant l’année de référence par une institution ressortissant à la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre. § 2. Il est considéré comme année de référence, l’année civile qui précède l’année de paiement de la prime. Chaque mois durant lequel les travailleurs sont inscrits au registre du personnel et y sont inscrits au plus tard le 15 du mois ou en ont été rayés après le 15 du mois, est considéré comme mois de prestation de travail. ».

« Art. 3bis. § 1. In afwijking van artikel 3, wordt voor wat betreft de onderwijsinstellingen en internaten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, en gesubsidieerd zijn door de Vlaamse Gemeenschap als volgt voorzien : 1° Voor het jaar 2006 is het bedrag van de syndicale premie gelijk aan 82 EUR per volledig gewerkt referentiejaar. Deze premie wordt toegekend op basis van 6,83 EUR voor iedere maand gedurende dewelke de rechthebbende tijdens het referentiejaar was tewerkgesteld in een inrichting die ressorteert onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs. 2° Voor het jaar 2007 is het bedrag van de syndicale premie gelijk aan 87 EUR per volledig gewerkt referentiejaar. Deze premie wordt toegekend op basis van 7,25 EUR voor iedere maand gedurende dewelke de rechthebbende tijdens het referentiejaar was tewerkgesteld in een inrichting die ressorteert onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs. 3° Voor het jaar 2008 is het bedrag van de syndicale premie gelijk aan 92 EUR per volledig gewerkt referentiejaar. Deze premie wordt toegekend op basis van 7,67 EUR voor iedere maand gedurende dewelke de rechthebbende tijdens het referentiejaar was tewerkgesteld in een inrichting die ressorteert onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs. § 2. Als referentiejaar wordt beschouwd, het kalenderjaar dat het jaar van de uitbetaling van de premie voorafgaat. Elke maand dat de werknemers zijn ingeschreven in het personeelsregister en erin werden geschreven ten laatste op de 15de dag van de maand of uitgeschreven na de 15de dag van de maand, wordt als een maand arbeidsprestatie beschouwd. ».

CHAPITRE III. — Dispositions finales Art. 3. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 2007 et est conclue pour une durée indéterminée. Elle remplace, pour les institutions visées à l’article 1er de la présente convention, la convention collective de travail du 8 mai 2002.

HOOFDSTUK III. — Slotbepalingen Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2007 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij vervangt, voor de door artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst beoogde instellingen, de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2002. Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 september 2007.

Elle peut être dénoncée par chacune des parties, moyennant un préavis de trois mois, notifié par lettre recommandée à la poste, adressée au président de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre. Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 12 septembre 2007. Le Ministre de l’Emploi, P. VANVELTHOVEN


* SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F. 2007 — 4317

[C − 2007/12541]

19 SEPTEMBRE 2007. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 24 mai 2007, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la modification des statuts du ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″ fixés par la convention collective de travail du 26 avril 1978 instituant un fonds de sécurité d’existence et en fixant les statuts (1)

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N. 2007 — 4317

[C − 2007/12541]

19 SEPTEMBER 2007. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de wijziging van de statuten van het ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″ vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 1978 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van de statuten (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de sécurité d’existence, notamment l’article 2;

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Vu la convention collective de travail du 26 avril 1978, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, instituant un fonds de sécurité d’existence et en fixant les statuts, rendue obligatoire par arrêté royal du 5 juillet 1978;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 1978, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van de statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 juli 1978;

56068


Vu la demande de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs; Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 24 mai 2007, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la modification des statuts du ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″ fixés par la convention collective de travail du 26 avril 1978 instituant un fonds de sécurité d’existence et en fixant les statuts.

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de wijziging van de statuten van het ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″ vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 1978 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van de statuten.





ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :



Notes

Nota’s

(1) Références au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 février 1958. Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. Arrêté royal du 5 juillet 1978, Moniteur belge du 12 septembre 1978.

(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staasblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 5 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 12 september 1978

Annexe

Bijlage



Convention collective de travail du 24 mai 2007

Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2007

Modification des statuts du ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″ fixés par la convention collective de travail du 26 avril 1978 instituant un fonds de sécurité d’existence et en fixant les statuts (Convention enregistrée le 25 juin 2007 sous le numéro 83395/CO/152)

Wijziging van de statuten van het ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″ vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 1978 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van de statuten (Overeenkomst geregistreerd op 25 juni 2007 onder het nummer 83395/CO/152)

Article 1er. L’article 2 des statuts du fonds est modifié comme suit :

Artikel 1. Het artikel 2 van de statuten van het fonds wordt gewijzigd als volgt :

« Le siège social du fonds est établi à Bruxelles, rue Guimard 1. ».

« De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te Brussel, Guimardstraat 1. ».

Art. 2. Cette convention collective de travail produit ses effets le 1er janvier 2007 et est conclue pour une durée indéterminée.

Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Elle peut être dénoncée par chacune des parties moyennant un délai de préavis de six mois, notifié par lettre recommandée à la poste, adressée au président de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs.



Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 september 2007. De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN


56069

SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE


F. 2007 — 4318 [C − 2007/12542] 19 SEPTEMBRE 2007. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 24 mai 2007, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la formation (1)

N. 2007 — 4318 [C − 2007/12542] 19 SEPTEMBER 2007. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de vorming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs; Op de voordracht van Onze Minister van Werk,

Vu la demande de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : er


Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 24 mai 2007, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la formation.

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de vorming.




ALBERT


ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :



Notes

Nota’s

(1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Annexe

Bijlage



Convention collective de travail du 24 mai 2007

Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2007

Formation (Convention enregistrée le 25 juin 2007 sous le numéro 83396/CO/152)

Vorming (Overeenkomst geregistreerd op 25 juni 2007 onder het nummer 83396/CO/152)

Art. 3. La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs et aux ouvriers et ouvrières, appelés ″travailleurs″ ci-après, qui relèvent de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre.

Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna ″werknemers″ genoemd, die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs.

Art. 4. Par ″formation″ l’on entend : toute forme d’apprentissage formel ou informel qui cadre dans la politique de formation et d’instruction pour groupes à risque et reconnue par le ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″.

Art. 4. Onder ″vorming″ wordt verstaan : alle vormen van formeel en informeel leren die kaderen in het vormings-, trainings- en opleidingsbeleid voor risicogroepen en erkend worden door het ″Waarborg-en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″.

Art. 5. En exécution de l’article 3, 4° des statuts du ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″ : les mesures suivantes ont été décidées :

Art. 5. In uitvoering van artikel 3, 4° van de statuten van het ″Waarborg-en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″ worden volgende maatregelen genomen :

§ 1er. Les heures de formation suivies par les travailleurs sont considérées comme temps de travail. L’employeur paie le salaire du travailleur afférent aux heures de formation effective suivies par celui-ci.

§ 1. De gevolgde uren vorming van de werknemers worden beschouwd als arbeidstijd. De werkgever betaalt het loon van de werknemer voor de uren effectieve vorming die de werknemer volgt.

§ 2. Les heures de formation n’ouvrent toutefois pas le droit au sursalaire.

§ 2. De uren vorming kunnen evenwel geen recht geven op overurentoeslag.

§ 3. Les heures de formation payées peuvent être récupérées par l’employeur auprès du ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″.

§ 3. De betaalde uren vorming kunnen door de werkgevers teruggevorderd worden bij het ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″.

Art. 6. La présente convention collective de travail produit ses effets le 1er janvier 2007 et est conclue pour une durée indéterminée.

Art. 6. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Chaque partie concernée peut la dénoncer moyennant un délai de préavis de six mois, signifié par lettre recommandée adressée au président de la Commission paritaire des institutions subsidiées de l’enseignement libre.

Zijn kan door elk van de partijen worden opgezegd, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs.

56070






* SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

F. 2007 — 4319 [C − 2007/23412] 12 OCTOBRE 2007. — Arrêté ministériel accordant pour la saison 2007-2008 des dérogations à la prohibition portée à l’article 36, 7° de la loi du 14 août 1986 relative à la protection et au bien-être des animaux

N. 2007 — 4319 [C − 2007/23412] 12 OKTOBER 2007. — Ministerieel besluit tot verlening van afwijkingen voor het seizoen 2007-2008 van de in artikel 36, 7°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren opgenomen verbodsbepaling

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, Vu la loi du 14 août 1986 relative à la protection et au bien-être des animaux; Vu l’arrêté royal du 12 mars 1999 fixant les conditions d’obtention d’une dérogation à l’interdiction de se servir de chiens comme bêtes de somme ou de trait; Vu les requêtes des 25 avril et 17 mai 2007, tendant à obtenir dérogations à la prohibition portée à l’article 36, 7° de la loi précitée,

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren; Gelet op het koninklijk besluit van 12 maart 1999 houdende de voorwaarden voor het verkrijgen van een afwijking van het verbod honden als last-en trekdier te gebruiken; Gelet op de aanvragen van 25 april en 17 mei 2007, tot afwijking van de in artikel 36, 7°, van voornoemde wet opgenomen verbodsbepaling, Besluit :

Arrête : Article 1er. Dérogation à la prohibition portée à l’article 36, 7° de la loi du 14 août 1986 relative à la protection et au bien-être des animaux est accordée pour la saison 2007-2008 pour l’organisation des courses de chiens de traîneau suivantes :

Artikel 1. Afwijking van de in artikel 36, 7°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren opgenomen verbodsbepaling wordt voor het seizoen 2007-2008 verleend voor de organisatie van de volgende sledehondenwedstrijden :

1° à la Vlaamse Federatie voor Sledehondensport :

1° aan de Vlaamse Federatie voor Sledehondensport :

— à Westerlo les 20 et 21 octobre 2007;

— te Westerlo op 20 en 21 oktober 2007;

2° à la Mushing Belgium :

2° aan Mushing Belgium :

— à Helchteren les 8 et 9 décembre 2007;

— te Helchteren op 8 en 9 december 2007;

3° à Brussels Mushing :

3° aan Brussels Mushing :

— à Harre les 22 et 23 mars 2008;

— te Harre op 22 en 23 maart 2008;

4° à la Fédération Belge de Mushing :

4° aan de Belgische Mushing Federatie :

— à Berlare les 24 et 25 novembre 2007;

— te Berlare op 24 en 25 november 2007;

— à Rodt-St-Vith les 26 et 27 janvier 2008;

— te Rodt – St.-Vith op 26 en 27 januari 2008

5° à la Federation of Belgian Mushers Clubs :

5° aan de Federation of Belgian Mushers Clubs :

— à Helchteren les 8 et 9 décembre 2007.

Helchteren op 8 en 9 december 2007.

Art. 2. Dérogation à la prohibition portée à l’article 36, 7° de la loi du 14 août 1986 relative à la protection et au bien-être des animaux est accordée pour l’organisation des démonstrations d’attelage de chiens de traîneau :

Art. 2. Afwijking van de in artikel 36, 7° van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren opgenomen verbodsbepaling wordt toegestaan voor de organisatie van de volgende demonstraties van sledehondengespannen :

à la Mushing Belgium :

aan Mushing Belgium :

— à Boitsfort le 20 octobre 2007.

— te Bosvoorde op 20 oktober 2007.

Art. 3. Les organisateurs des compétitions et démonstrations susmentionnées doivent satisfaire aux conditions de l’arrêté royal du 12 mars 1999 fixant les conditions d’obtention d’une dérogation à l’interdiction de se servir de chiens comme bêtes de somme ou de trait. Bruxelles, le 12 octobre 2007.

Art. 3. De organisatoren van de voornoemde wedstrijden en demonstraties dienen zich te houden aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 12 maart 1999 houdende de voorwaarden voor het verkrijgen van een afwijking van het verbod honden als lasten trekdier te gebruiken. Brussel, 12 oktober 2007.

D. DONFUT

D. DONFUT

* SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE F. 2007 — 4320

[C − 2007/09917]

15 OCTOBRE 2007. — Arrêté royal déterminant la population des cantons judiciaires ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu l’ article 63 du Code judiciaire, modifié par les lois des 15 juillet 1970 et 15 juin 2001; Vu l’article 1er de l’annexe au Code judiciaire;

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE N. 2007 — 4320

[C − 2007/09917]

15 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot bepaling van de bevolking van de gerechtelijke kantons ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op artikel 63 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 15 juli 1970 en van 15 juni 2001; Gelet op artikel 1 van het bijvoegsel van het Gerechtelijk Wetboek;

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Vu la loi du 25 mars 1999 relative à la réforme des cantons judiciaires, modifiée par les lois des 12 août 2000 et 27 avril 2001; Vu les chiffres de population de droit, par commune, à la date du 1er janvier 2007, publiés par l’Institut National de Statistique au Moniteur belge du 6 août 2007; Sur la proposition de Notre Ministre de la Justice, Nous avons arrêté et arrêtons :

56071

Gelet op de wet van 25 maart 1999 betreffende de hervorming van de gerechtelijke kantons, gewijzigd bij de wetten van 12 augustus 2000 en van 27 april 2001; Gelet op de cijfers van de werkelijke bevolking, per gemeente, op 1 januari 2007, gepubliceerd door de Nationaal Instituut voor de Statistiek in het Belgisch Staatsblad van 6 augustus 2007; Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

er

Article 1 . La population des cantons judiciaires sur base du nombre d’habitants à la date du 31 décembre 2006, est déterminée comme il est indiqué au relevé ci-annexé.

Artikel 1. De bevolking van de gerechtelijke kantons op grond van het aantal inwoners op 31 december 2006, is vastgesteld zoals in de hierbijgevoegde tabel.

Art. 2. Notre Ministre de la Justice est chargée de l’exécution du présent arrêté.

Art. 2. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.



ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

La Ministre de la Justice, Mme L. ONKELINX

De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

Annexe – Bijlage

Cour d’appel d’ANVERS — Hof van Beroep te ANTWERPEN

Arr. d’Anvers — Arr. Antwerpen : CANTONS — KANTONS

POPULATION — BEVOLKING

Antwerpen (Anvers) I ................................................

46.645

Antwerpen (Anvers) II ...............................................

46.645

Antwerpen (Anvers) III ..............................................

46.645

Antwerpen (Anvers) IV ..............................................

46.645

Antwerpen (Anvers) V ...............................................

46.645

Antwerpen (Anvers) VI ..............................................

46.645

Antwerpen (Anvers) VII ............................................

46.645

Antwerpen (Anvers) VIII ...........................................

46.645

Antwerpen (Anvers) IX ..............................................

46.645

Antwerpen (Anvers) X ...............................................

46.645

Antwerpen (Anvers) XI ..............................................

46.645

Antwerpen (Anvers) XII ............................................

46.645

Boom ..............................................................................

71.892

Brasschaat .....................................................................

63.863

Kapellen ........................................................................

79.356

Kontich ..........................................................................

70.341

Schilde ...........................................................................

50.768

Zandhoven ....................................................................

65.171 961.131

Arr. de Malines — Arr. Mechelen CANTONS — KANTONS


Heist-op-den-Berg .......................................................

65.202

Lier (Lierre) ...................................................................

70.377

Mechelen (Malines) .....................................................

113.041

56072

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD CANTONS — KANTONS


Willebroek .....................................................................

67.604 316.224

Arr. de Turnhout — Arr. Turnhout CANTONS — KANTONS


Arendonk ......................................................................

60.669

Geel ................................................................................

53.490

Herentals .......................................................................

64.301

Hoogstraten ..................................................................

61.980

Mol .................................................................................

62.902

Turnhout ........................................................................

58.345

Westerlo .........................................................................

61.528 423.215

Arr. d’Hasselt — Arr. Hasselt CANTONS — KANTONS


Beringen ........................................................................

82.826

Hasselt I ........................................................................

61.406

Hasselt II .......................................................................

61.407

Houthalen-Helchteren ................................................

81.127

Neerpelt-Lommel .........................................................

103.201

Sint-Truiden (Saint-Trond) .........................................

52.991 442.958

Arr. de Tongres — Arr. Tongeren CANTONS — KANTONS


Bilzen .............................................................................

46.472

Borgloon (Looz) ...........................................................

43.259

Bree ................................................................................

56.932

Genk ...............................................................................

64.095

Maaseik .........................................................................

55.148

Maasmechelen ..............................................................

61.180

Tongeren-Voeren (Tongres-Fourons) ........................

50.228 377.314

Cour d’appel de BRUXELLES — Hof van Beroep te BRUSSEL Arr. de Bruxelles - Arr. Brussel CANTONS — KANTONS


Anderlecht I ..................................................................

59.016

Anderlecht II ................................................................

59.016

Auderghem (Oudergem) ............................................

53.802



Bruxelles (Brussel) I ....................................................

24.319

Bruxelles (Brussel) II ...................................................

24.319

Bruxelles (Brussel) III ..................................................

24.319

Bruxelles (Brussel) IV .................................................

24.320

Bruxelles (Brussel) V ...................................................

24.320

Bruxelles (Brussel) VI .................................................

24.320

Etterbeek .......................................................................

42.342

Forest (Vorst) ................................................................

48.284

Ixelles (Elsene) .............................................................

78.088

Jette ................................................................................

83.500

Molenbeek-Saint-Jean (Sint-Jans-Molenbeek) .........

81.632

Saint-Gilles (Sint-Gillis)

44.767

Saint-Josse-ten-Noode (Sint-Joost-ten-Node) ..........

57.913

Schaerbeek (Schaarbeek) I .........................................

56.746

Schaerbeek (Schaarbeek) II ........................................

56.747

Uccle (Ukkel) ................................................................

76.576

Woluwe-Saint-Pierre (Sint-Pieters-Woluwe) ...........

86.869

Asse ................................................................................

68.661

Grimbergen ...................................................................

64.789

Halle (Hal) ....................................................................

58.686

Herne-Sint-Pieters-Leeuw

60.854

Kraainem-Sint-Genesius-Rode (Rhode-SaintGenèse) ..........................................................................

54.108

Lennik ............................................................................

71.221

Meise ..............................................................................

66.046

Overijse-Zaventem ......................................................

74.226

Vilvoorde (Vilvorde) ...................................................

61.816 1.611.622

Arr. de Louvain — Arr. Leuven : CANTONS — KANTONS


Aarschot ........................................................................

56.987

Diest ...............................................................................

50.871

Haacht ...........................................................................

66.929

Landen-Zoutleeuw (Léau) .........................................

43.261

Leuven (Louvain) I .....................................................

67.656

Leuven (Louvain) II ....................................................

67.656

Leuven (Louvain) III ...................................................

67.656

Tienen (Tirlemont) .......................................................

51.044 472.060

Arr. de Nivelles - Arr. Nijvel CANTONS — KANTONS


Braine-l’Alleud (Eigenbrakel) ....................................

66.910

56073

56074



Jodoigne (Geldenaken)-Perwez .................................

60.850

Nivelles (Nijvel) ...........................................................

62.597

Tubize (Tubeke) ............................................................

48.572

Wavre (Waver) I ...........................................................

61.311

Wavre (Waver) II .........................................................

70.220 370.460

Cour d’appel de GAND — Hof van Beroep te GENT Arr. de Termonde — Arr. Dendermonde CANTONS — KANTONS


Aalst (Alost) I ...............................................................

65.741

Aalst (Alost) II .............................................................

65.742

Beveren ..........................................................................

61.099

Dendermonde-Hamme (Termonde-Hamme) .........

108.751

Lokeren ..........................................................................

64.316

Ninove ...........................................................................

53.367

Sint-Niklaas (Saint-Nicolas) I ....................................

65.943

Sint-Niklaas (Saint-Nicolas) II ...................................

65.944

Wetteren-Zele ...............................................................

54.847 605.750

Arr. de Gand — Arr. Gent CANTONS — KANTONS


Deinze ............................................................................

64.457

Eeklo ..............................................................................

62.529

Gent (Gand) I ...............................................................

58.602

Gent (Gand) II ..............................................................

58.602

Gent (Gand) III ............................................................

58.602

Gent (Gand) IV ............................................................

58.602

Gent (Gand) V ..............................................................

58.603

Merelbeke ......................................................................

58.456

Zelzate ...........................................................................

58.948

Zomergem .....................................................................

55.553 592.954

Arr. d’Audenarde — Arr. Oudenaarde CANTONS — KANTONS


Geraardsbergen (Grammont)-Brakel ........................

53.810

Oudenaarde (Audenarde)-Kruishoutem .................

57.714

Ronse (Renaix) .............................................................

37.144

Zottegem-Herzele ........................................................

50.881 199.549

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Arr. de Bruges — Arr. Brugge CANTONS — KANTONS


Brugge (Bruges) I ........................................................

61.367

Brugge (Bruges) II .......................................................

61.367

Brugge (Bruges) III ......................................................

61.368

Brugge (Bruges) IV ......................................................

61.368

Oostende (Ostende) I ..................................................

61.327

Oostende (Ostende) II ................................................

61.328

Tielt ................................................................................

53.544

Torhout ..........................................................................

63.410 485.079

Arr. d’Ypres — Arr. Ieper CANTONS — KANTONS


Ieper (Ypres) I ...............................................................

43.097

Ieper (Ypres) II – Poperinge ......................................

43.098

Wervik ...........................................................................

40.295 126.490

Arr. de Courtrai — Arr. Kortrijk CANTONS — KANTONS


Harelbeke ......................................................................

50.292

Izegem ...........................................................................

62.905

Kortrijk (Courtrai) I .....................................................

61.630

Kortrijk (Courtrai) II ...................................................

61.631

Menen (Menin) ............................................................

63.365

Roeselare (Roulers) ......................................................

66.135

Waregem .......................................................................

60.482 426.440

Arr. de Furnes — Arr. Veurne CANTONS — KANTONS


Diksmuide (Dixmude) ................................................

48.570

Veurne-Nieuwpoort (Furnes-Nieuport) ...................

59.299 107.869

Cour d’appel de LIEGE - Hof van Beroep te LUIK

Arr. d’Eupen - Arr. Eupen CANTONS — KANTONS


Eupen .............................................................................

44.159

56075

56076



Saint-Vith (Sankt-Vith) ................................................

29.516 73.675

Arr. de Huy - Arr. Hoei CANTONS — KANTONS


Hamoir ..........................................................................

35.988

Hannut (Hannuit) - Huy (Hoei) II ...........................

49.373

Huy (Hoei) I .................................................................

57.039 142.400

Arr. de Liège - Arr. Luik CANTONS — KANTONS


Fléron .............................................................................

64.368

Grâce-Hollogne ............................................................

55.592

Herstal ...........................................................................

61.353

Liège (Luik) I ................................................................

47.226

Liège (Luik) II ..............................................................

47.227

Liège (Luik) III .............................................................

47.227

Liège (Luik) IV .............................................................

47.227

Saint-Nicolas .................................................................

49.999

Seraing ...........................................................................

61.237

Sprimont ........................................................................

54.571

Visé (Wezet) ..................................................................

53.186

Waremme (Borgworm) ...............................................

40.828 630.041

Arr. de Verviers — Arr. Verviers CANTONS — KANTONS


Limbourg (Limburg)-Aubel .......................................

38.253

Malmédy-Spa-Stavelot ................................................

44.710

Verviers I-Herve ...........................................................

59.167

Verviers II ......................................................................

59.168 201.298

Arr. d’Arlon — Arr. Aarlen CANTONS — KANTONS


Arlon(Aarlen)-Messancy ............................................

55.593

Virton-Florenville-Etalle .............................................

50.867 106.460

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Arr. de Marche-en-Famenne — Arr. Marche-en-Famenne CANTONS — KANTONS


CANTONS

POPULATION

KANTONS

BEVOLKING

Marche-en-Famenne-Durbuy ....................................

40.755

Vielsam-La Roche-en-Ardenne-Houffalize ..............

29.289 70.044

Arr. de Neufchâteau — Arr. Neufchâteau CANTONS — KANTONS


Bastogne(Bastenaken)-Neufchâteau .........................

47.334

Saint-Hubert-Bouillon-Paliseul ..................................

37.340 84.674

Arr. de Dinant — Arr. Dinant CANTONS — KANTONS


Beauraing-Dinant-Gedinne ........................................

52.054

Ciney-Rochefort ...........................................................

43.561

Couvin-Philippeville ...................................................

35.169

Florennes-Walcourt ......................................................

36.879 167.663

Arr. de Namur — Arr. Namen : CANTONS — KANTONS


Andenne ........................................................................

48.399

Fosses-la-Ville ...............................................................

55.984

Gembloux-Eghezée ......................................................

70.860

Namur (Namen) I ........................................................

59.538

Namur (Namen) II ......................................................

59.539 294.320

Cour d’appel de MONS — Hof van Beroep te BERGEN Arr. de Charleroi — Arr. Charleroi CANTONS — KANTONS


Beaumont-Chimay-Merbes-le-Château ....................

43.681

Binche ............................................................................

58.639

Charleroi I .....................................................................

48.963

Charleroi II ...................................................................

48.963

Charleroi III ..................................................................

48.964

Charleroi IV ..................................................................

48.964

Charleroi V ...................................................................

48.964

Châtelet .........................................................................

57.580

56077

56078



Fontaine-L’Evêque .......................................................

58.129

Seneffe ............................................................................

63.507

Thuin .............................................................................

43.719 570.073

Arr. de Mons — Arr. Bergen CANTONS — KANTONS


Boussu ...........................................................................

57.042

Dour-Colfontaine .........................................................

65.367

Enghien (Edingen)-Lens .............................................

66.305

La Louvière ...................................................................

77.509

Mons (Bergen) I ...........................................................

45.598

Mons (Bergen) II ..........................................................

45.598

Soignies (Zinnik) ..........................................................

64.254 421.673

Arr. de Tournai — Arr. Doornik CANTONS — KANTONS


Ath-Lessines (Aat-Lessen) ..........................................

65.225

Mouscron-Comines-Warneton (Moeskroen-KomenWaasten) ........................................................................

70.718

Péruwelz-Leuze-en-Hainaut ......................................

55.085

Tournai (Doornik) I .....................................................

56.035

Tournai (Doornik)II .....................................................

56.035 303.098

Vu pour être annexé à Notre arrêté du 15 octobre 2007.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 oktober 2007.

ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

La Ministre de la Justice, Mme L. ONKELINX

De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

* MINISTERE DE LA DEFENSE F. 2007 — 4321

MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING [C − 2007/07291]

11 OCTOBRE 2007. — Arrêté royal modifiant diverses dispositions relatives au statut des candidats officiers auxiliaires et du personnel navigant ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

N. 2007 — 4321

[C − 2007/07291]

11 OKTOBER 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere bepalingen betreffende het statuut van de kandidaat-hulpofficieren en van het varend personeel ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Vu la loi du 23 décembre 1955 sur les officiers auxiliaires de la force aérienne, pilotes et navigateurs, notamment l’article 4 et l’article 4bis, alinéa 2, inséré par la loi du 20 mai 1994 et modifié par la loi du 16 juillet 2005;

Gelet op de wet van 23 december 1955 betreffende de hulpofficieren van de luchtmacht, piloten en navigatoren, inzonderheid op artikel 4 en artikel 4bis, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 20 mei 1994 en gewijzigd bij de wet van 16 juli 2005;

Vu la loi du 1er mars 1958 relative au statut des officiers de carrière des forces armées, notamment l’article 48bis, inséré par la loi du 20 mai 1994 et modifié par la loi du 16 juillet 2005;

Gelet op de wet van 1 maart 1958 betreffende het statuut van de beroepsofficieren van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 48bis, ingevoegd bij de wet van 20 mei 1994 en gewijzigd bij de wet van 16 juli 2005;

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Vu la loi du 27 décembre 1961 relative au statut des sous-officiers du cadre actif des forces armées, notamment l’article 47bis, inséré par la loi du 20 mai 1994 et modifié par la loi du 16 juillet 2005; Vu la loi du 12 juillet 1973 relative au statut des volontaires du cadre actif des forces armées, notamment l’article 22ter, inséré par la loi du 20 mai 1994 et modifié par la loi du 16 juillet 2005; Vu l’arrêté royal du 2 septembre 1978 relatif au statut des officiers auxiliaires et candidats officiers auxiliaires pilotes, notamment l’article 4, remplacé par l’arrêté royal du 13 mai 2004 et modifié par les arrêtés royaux des 23 juin 2005 et 23 mai 2006 et l’article 5, § 5, remplacé par l’arrêté royal du 13 mai 2004; Vu l’arrêté royal du 25 avril 2004 relatif au statut et à l’aptitude médicale des contrôleurs de trafic aérien militaires, notamment les articles 1er, 2, 3, alinéa 1er, 10, alinéa 2, et 11, alinéa 2; Vu l’arrêté royal du 13 mai 2004 relatif au personnel navigant des forces armées, notamment l’article 7, modifié par l’arrêté royal du 23 juin 2005, les articles 23, 26, alinéa 2, 28, § 4, 29, alinéa 1er, et l’article 35, modifié par l’arrêté royal du 23 juin 2005; Vu l’arrêté royal du 17 septembre 2005 relatif à l’aptitude au service aérien, notamment l’article 14, § 3, alinéa 2; Vu le protocole du Comité de négociation du personnel militaire, clôturé le 18 juillet 2007; Vu l’avis 43.532/2/V. du Conseil d’Etat, donné le 4 septembre 2007, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de Notre Ministre de la Défense, Nous avons arrêté et arrêtons : er

Article 1 . A l’article 4 de l’arrêté royal du 2 septembre 1978 relatif au statut des officiers auxiliaires et candidats officiers auxiliaires pilotes, remplacé par l’arrêté royal du 13 mai 2004 et modifié par les arrêtés royaux des 23 juin 2005 et 23 mai 2006, sont apportées les modifications suivantes :

56079

Gelet op de wet van 27 december 1961 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 47bis, ingevoegd bij de wet van 20 mei 1994 en gewijzigd bij de wet van 16 juli 2005; Gelet op de wet van 12 juli 1973 betreffende het statuut van de vrijwilligers van het actief kader van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 22ter, ingevoegd bij de wet van 20 mei 1994 en gewijzigd bij de wet van 16 juli 2005; Gelet op het koninklijk besluit van 2 september 1978 betreffende het statuut van de hulpofficieren en kandidaat-hulpofficieren piloten, inzonderheid op artikel 4, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 mei 2004 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 juni 2005 en 23 mei 2006, en artikel 5, § 5, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 mei 2004; Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende het statuut en de medische geschiktheid van de militaire luchtverkeersleiders, inzonderheid op de artikelen 1, 2, 3, eerste lid, 10, tweede lid, en 11, tweede lid; Gelet op het koninklijk besluit van 13 mei 2004 betreffende het varend personeel van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 juni 2005, op artikel 23, 26, tweede lid, 28, § 4, 29, eerste lid, en artikel 35, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 juni 2005; Gelet op het koninklijk besluit van 17 september 2005 betreffende de geschiktheid voor de luchtdienst, inzonderheid op artikel 14, § 3, tweede lid; Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel, afgesloten op 18 juli 2007; Gelet op het advies 43.532/2/V van de Raad van State, gegeven op 4 september 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. In artikel 4 van het koninklijk besluit van 2 september 1978 betreffende het statuut van de hulpofficieren en kandidaathulpofficieren piloten, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 mei 2004 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 juni 2005 en 23 mei 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° le § 1er est complété par les alinéas suivants :

1° paragraaf 1 wordt aangevuld met de volgende leden :

« Peuvent être considérés comme élément du cycle de formation :

« Kunnen als elementen van de vormingscyclus aanzien worden :

1° une partie de cours;

1° een cursusgedeelte;

2° un cours;

2° een cursus;

3° un groupe de cours de un ou plusieurs modules;

3° een cursussengroep van één of meerdere modules;

4° l’ensemble des cours d’une partie du cycle de formation.

4° het geheel van de cursussen van een deel van de vormingscyclus.

Sont fixés dans un règlement arrêté par le ministre de la Défense :

Worden vastgelegd in een reglement uitgevaardigd door de minister van Landsverdediging :

1° le total des points par élément du cycle de formation;

1° het totaal van de punten per element van de vormingcyclus;

2° les notes d’exclusion par élément du cycle de formation;

2° de uitsluitingcijfers per element van de vormingcyclus;

3° les examens à présenter;

3° de af te leggen examens;

4° la pondération mutuelle des examens et du « travail journalier ».

4° het onderling gewicht van de examens en het « dagelijks werk ».

Les tests oraux et écrits à présenter et les tâches à effectuer forment ensemble la note « travail journalier » d’un cours ou d’un groupe de cours. »;

De af te leggen mondelinge en schriftelijke overhoringen en de uit te voeren taken vormen samen het cijfer « dagelijks werk » van een cursus of cursussengroep. »;

2° le § 3, alinéa 1er, est complété comme suit :

2° paragraaf 3, eerste lid, wordt aangevuld als volgt :

« et il ne peut pas avoir obtenu de note d’exclusion pour un élément du cycle de formation. »;

« en mag hij geen uitsluitingcijfer voor een element van de vormingscyclus bekomen hebben. »;

3° dans le § 3, alinéa 2, les mots « , ou qui a obtenu une note d’exclusion pour un élément du cycle de formation, » sont insérés entre les mots « la formation générale et militaire d’officier » et « comparaît »;

3° in § 3, tweede lid, worden de woorden « of die een uitsluitingcijfer bekomen heeft voor een element van de vormingcyclus, » ingevoegd tussen de woorden « de algemene en militaire vorming van officier behaald heeft, » en het woord « verschijnt »;

4° le § 10, alinéa 2, 4°, est remplacé par le texte suivant : « 4° recommande le rattachement à une promotion suivante de candidats officiers auxiliaires pilotes; »; 5° le § 10, alinéa 2, est complété comme suit : « 5° recommande le rattachement à une promotion suivante de candidats officiers auxiliaires ATC; 6° décide que l’intéressé peut présenter un examen de repêchage. »; 6° dans le § 11, alinéa 1er, les mots « par la voie du commandant de la composante air » sont insérés entre les mots « directeur général human resources » et « afin de faire résilier l’engagement »;

4° paragraaf 10, tweede lid, 4°, wordt vervangen als volgt : « 4° adviseert de aanhechting aan een volgende promotie van kandidaat-hulpofficieren piloten; »; 5° paragraaf 10, tweede lid, wordt aangevuld als volgt : « 5° adviseert de aanhechting aan een volgende promotie van kandidaat-hulpofficieren ATC; 6° beslist dat betrokkene een herexamen mag afleggen. »; 6° in § 11, eerste lid, worden de woorden « via de commandant van de luchtcomponent » ingevoegd tussen de woorden « directeurgeneraal human resources » en de woorden « om de dienstneming »;

56080


7° le § 11, alinéa 2, est remplacé par le texte suivant : « La recommandation visée au § 10, alinéa 2, 4° et 5°, est transmise pour décision au directeur général human resources, par la voie du commandant de la composante air. »; 8° le § 12 est remplacé par la disposition suivante :

7° paragraaf 11, tweede lid, wordt vervangen als volgt : « Het advies bedoeld in § 10, tweede lid, 4° en 5°, wordt voor beslissing overgemaakt aan de directeur-generaal human resources, langs de commandant van de luchtcomponent. »; 8° paragraaf 12 wordt vervangen als volgt :

« § 12. Les modalités selon lesquelles un candidat officier auxiliaire pilote peut être rattaché à une promotion suivante, selon le cas, de candidats officiers auxiliaires pilotes ou candidats officiers auxiliaires ATC, sont fixées dans un règlement arrêté par le ministre de la Défense. »

« § 12. De nadere regels volgens dewelke een kandidaat-hulpofficier piloot kan worden aangehecht aan een volgende promotie van, naargelang het geval, kandidaat-hulpofficieren piloten of kandidaathulpofficieren ATC, worden vastgelegd in een reglement uitgevaardigd door de minister van Landsverdediging. »

Art. 2. Un article 4ter, rédigé comme suit, est inséré dans le même arrêté :

Art. 2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 4ter ingevoegd, luidende :

« Article 4ter. Le candidat présente l’examen de repêchage imposé par la commission de délibération le jour ou dans la période fixé par cette commission.

« Artikel 4ter. De kandidaat legt het door de deliberatiecommissie opgelegde herkansingsexamen af op de dag of in de periode bepaald door deze commissie.

Celui qui doit encore présenter un examen de repêchage n’est provisoirement plus commissionné comme les autres candidats de sa promotion.

Hij die nog een herkansingsexamen moet afleggen wordt voorlopig niet verder aangesteld zoals de overige kandidaten van zijn promotie.

Pour le candidat n’ayant pas réussi l’examen de repêchage, la commission de délibération peut prendre les décisions fixées à l’article 4, § 10, alinéa 2, 2° à 5°.

Voor de kandidaat die niet slaagt in het herkansingsexamen, kan de deliberatiecommissie de beslissingen nemen, bepaald in artikel 4, § 10, tweede lid, 2° tot 5°.

Le candidat qui ne participe pas à l’examen de repêchage peut obtenir un ajournement de l’autorité compétente à cet effet. Si un ajournement ne lui est pas accordé, il est déclaré par la commission de délibération avoir échoué définitivement de plein droit.

De kandidaat die niet deelneemt aan het herkansingsexamen kan een uitstel bekomen van de daartoe bevoegde overheid. Als hem geen uitstel wordt toegekend, wordt hij van rechtswege als definitief mislukt bevonden door de deliberatiecommissie.

Le candidat qui réussit un examen de repêchage ou qui réussit après ajournement, est commissionné avec effet au premier jour du mois qui suit la réussite de l’examen de repêchage ou la réussite après ajournement. ».

De kandidaat die slaagt in een herkansingsexamen of die slaagt na uitstel, wordt aangesteld met uitwerking op de eerste dag van de maand volgend op het slagen van het herkansingsexamen of op het slagen na uitstel. ».

Art. 3. Un article 4quater, rédigé comme suit, est inséré dans le même arrêté :

Art. 3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 4quater ingevoegd, luidende :

« Article 4quater. Les articles 43 à 46 de l’arrêté royal du 11 août 1994 relatif à la formation des candidats militaires du cadre actif s’appliquent aux candidats officiers auxiliaires pilotes. ».

« Artikel 4quater. De artikelen 43 tot 46 van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader zijn van toepassing op de kandidaat-hulpofficieren piloten. ».

Art. 4. Un article 4quinquies, rédigé comme suit, est inséré dans le même arrêté :

Art. 4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 4quinquies ingevoegd, luidende :

« Article 4quinquies. Si une partie de la formation est suivie dans un établissement civil en Belgique ou à l’étranger ou un établissement militaire à l’étranger, il est tenu compte, pour cette partie, du régime de cet établissement quant à l’octroi d’une dispense ou d’un ajournement, quant à l’appréciation des qualités professionnelles, quant à l’organisation et au fonctionnement de la commission de délibération et quant aux mesures à prendre par cette commission. Avant le début de cette partie de la formation et lors de chaque modification, le candidat est informé par écrit au sujet de ce régime, du programme, des cours et des examens, ainsi que des conditions de réussite. ».

« Artikel 4quinquies. Indien een gedeelte van de vorming in een burgerlijke instelling in België of in het buitenland of in een militaire instelling in het buitenland wordt gevolgd, wordt voor dit gedeelte rekening gehouden met het regime van die instelling wat betreft het verlenen van een vrijstelling of uitstel, wat betreft de beoordeling van de professionele hoedanigheden, wat betreft de organisatie en de werking van de deliberatiecommissie en wat betreft de door deze commissie te nemen maatregelen. De kandidaat wordt schriftelijk, voor de aanvang van dit gedeelte van de vorming en bij elke wijziging, geïnformeerd over dit regime, het programma, de cursussen en de examens evenals over de voorwaarden om te slagen. ».

Art. 5. Un article 4sexies, rédigé comme suit, est inséré dans le même arrêté :

Art. 5. In hetzelfde besluit wordt een artikel 4sexies ingevoegd, luidende :

« Article 4sexies. Le candidat officier auxiliaire pilote qui est déclaré médicalement inapte au service aérien peut, à sa demande et sur décision du directeur général human resources, être rattaché à une promotion de candidats officiers auxiliaires ATC, suivant les modalités visées à l’article 4, § 12. ».

« Artikel 4sexies. De kandidaat-hulpofficier piloot die medisch ongeschikt voor luchtdienst wordt verklaard kan op zijn verzoek en bij beslissing van de directeur-generaal human resources aan een volgende promotie van kandidaat-hulpofficieren ATC worden aangehecht, volgens de in artikel 4, § 12, bedoelde nadere regels. ».

Art. 6. Dans l’article 5, § 5, du même arrêté, remplacé par l’arrêté royal du 13 mai 2004, les mots « de l’article 4, § 10, 4° » sont remplacés par les mots « des articles 4, § 10, 4°, 5° ou 4sexies ».

Art. 6. In artikel 5, § 5, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 mei 2004, worden de woorden « artikel 4, § 10, 4° » vervangen door de woorden « de artikelen 4, § 10, 4°, 5° of 4sexies ».

Art. 7. A l’article 1er de l’arrêté royal du 25 avril 2004 relatif au statut et à l’aptitude médicale des contrôleurs de trafic aérien militaires sont apportées les modifications suivantes :

Art. 7. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende het statuut en de medische geschiktheid van de militaire luchtverkeersleiders worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° au littera 3°, les mots ″qui suit″ sont remplacés par les mots ″qui désire suivre″;

1° in de bepaling onder 3°, worden de woorden ″die de professionele vorming volgt″ vervangen door de woorden ″die de professionele vorming wenst te volgen″;

2° l’article est complété comme suit : « 18° ″le module″ : une partie de la formation, cohérente en fonction d’un objectif de formation ou d’une situation professionnelle, composée d’un ou de plusieurs cours. ».

2° het artikel wordt aangevuld als volgt : « 18° ″de module″ : in functie van een vormingsobjectief of een beroepssituatie, een samenhangend onderdeel van de vorming, samengesteld uit één of meerdere cursussen. ».

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 8. A l’article 2 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes : 1° le § 1er est remplacé par la disposition suivante : « § 1er. Le cycle de formation du candidat officier auxiliaire ATC comprend, outre les cours spécifiquement militaires, des cours théoriques et pratiques, conformément aux dispositions en vigueur pour l’obtention de la licence d’entraînement ATC et de la licence ATC. Ce cycle de formation s’étend sur quatre ans et comporte quatre parties : 1° la phase d’initiation militaire visée à l’article 22, § 3, alinéa 1er, 1°, de l’arrêté royal du 11 août 1994 relatif à la formation des candidats militaires du cadre actif; 2° la formation professionnelle, divisée en deux phases de formation : a) la phase de formation initiale pour l’obtention de la licence d’entraînement ATC, qui comprend les modules suivants : (i) le module « formation de base théorique »;

56081

Art. 8. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : « § 1. De vormingscyclus van de kandidaat-hulpofficier ATC bevat, naast de specifieke militaire cursussen, ook theoretische en praktische cursussen, overeenkomstig de vigerende bepalingen van kracht voor de toekenning van de oefenvergunning ATC en de vergunning ATC. Deze vormingscyclus duurt vier jaar en bestaat uit vier delen : 1° de militaire initiatiefase bedoeld in artikel 22, § 3, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader; 2° de professionele vorming, ingedeeld in twee vormingsfasen : a) de initiële vormingsfase voor het behalen van de oefenvergunning ATC, die de volgende modules bevat : (i) de module « theoretische basisvorming »;

(ii) deux modules de formation de qualification parmi les modules suivants : « contrôle d’aérodrome aux instruments », « contrôle d’approche de surveillance » ou « contrôle régional de surveillance »;

(ii) twee modules bevoegdheidsvorming onder de volgende modules : « plaatselijke verkeersleiding op instrumenten », « naderingsverkeersleiding surveillance » of « algemene verkeersleiding surveillance »;

b) la phase de formation opérationnelle pour l’obtention de la licence ATC, qui comprend les modules suivants :

b) de operationele vormingsfase voor het behalen van de vergunning ATC, die de volgende modules bevat :

(i) le module « formation de transition »;

(i) de module « overgangsvorming »;

(ii) le module « formation en milieu opérationnel »;

(ii) de module « vorming in operationele omgeving »;

(iii) le module « formation continuée en milieu opérationnel »;

(iii) de module « voortgezette vorming in operationele omgeving »;

3° la formation générale et militaire d’officier dont les cours et examens peuvent être organisés pendant d’autres parties du cycle de formation du candidat officier auxiliaire ATC;

3° de algemene en militaire vorming van officier waarvan de cursussen en examens tijdens andere delen van de vormingscyclus van de kandidaat-hulpofficier ATC kunnen worden georganiseerd;

4° la période d’évaluation dans une unité, d’une durée minimale d’un mois.

4° de evaluatieperiode in een eenheid met een minimale duur van één maand.

Peuvent être considérés comme élément du cycle de formation :

Kunnen als elementen van de vormingscyclus aanzien worden :

1° une partie de cours;

1° een cursusgedeelte;

2° un cours;

2° een cursus;

3° un groupe de cours d’un ou plusieurs modules;

3° een cursusgroep van één of meerdere modules;

4° l’ensemble des cours d’une partie, d’une phase ou d’un module du cycle de formation.

4° het geheel van de cursussen van een deel, een fase of een module van de vormingscyclus.

Sont fixés dans un règlement arrêté par le ministre de la Défense :

Worden vastgelegd in een reglement uitgevaardigd door de minister van Landsverdediging :

1° le total des points par élément du cycle de formation;

1° het totaal van de punten per element van de vormingscyclus;

2° les notes d’exclusion par élément du cycle de formation;

2° de uitsluitingcijfers per element van de vormingcyclus;

3° les examens à présenter;

3° de af te leggen examens;

4° la pondération mutuelle des examens et du « travail journalier ».

4° het onderling gewicht van de examens en het « dagelijks werk ».

Les tests oraux et écrits à présenter et les tâches à effectuer forment ensemble la note « travail journalier » d’un cours ou d’un groupe de cours. ».

De af te leggen mondelinge en schriftelijke overhoringen en de uit te voeren taken vormen samen het cijfer « dagelijks werk » van een cursus of cursusgroep. ».

2° le § 3 est remplacé par la disposition suivante :

2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt :

« § 3. Pour réussir le cycle de formation, le candidat officier auxiliaire ATC doit obtenir au moins la moitié des points attribués pour chaque partie du cycle de formation visée au § 1er, alinéa 2, 1° et 3°, et au moins la mention ″suffisant″ à l’issue de la période d’évaluation visée au § 1er, alinéa 2, 4°. En outre, il ne peut pas avoir obtenu de note d’exclusion pour un élément du cycle de formation.

« § 3. Om voor de vormingcyclus te slagen, moet de kandidaathulpofficier ATC ten minste de helft van de punten toegekend voor elk deel van de vormingscyclus bedoeld in § 1, tweede lid, 1° en 3°, behalen en ten minste de vermelding ″voldoende″ bekomen op het einde van de evaluatieperiode bedoeld in § 1, tweede lid, 4°. Bovendien mag hij geen uitsluitingcijfer voor een element van de vormingscyclus bekomen hebben.

Pour la formation professionnelle visée au § 1er, alinéa 2, 2°, le candidat officier auxiliaire ATC doit obtenir au moins la moitié des points attribués pour chaque évaluation qui clôture un module de formation pour pouvoir suivre le module de formation suivant et il ne peut pas avoir obtenu de note d’exclusion pour un élément du cycle de formation.

Voor de in § 1, tweede lid, 2°, bedoelde professionele vorming moet de kandidaat-hulpofficier ATC ten minste de helft van de punten toegekend voor iedere beoordeling die een module afsluit, behaald hebben om de volgende module te mogen volgen en mag hij geen uitsluitingcijfer voor een element van de vormingscyclus bekomen hebben.

Le candidat officier auxiliaire ATC qui n’a pas obtenu au moins la moitié des points attribués pour les parties, phases ou modules de formation visées au § 1er, alinéa 2, 1° à 3°, ou qui a obtenu une note d’exclusion, comparaît devant la commission de délibération visée à l’article 3. »;

De kandidaat-hulpofficier ATC die niet ten minste de helft van de punten toegekend voor de in § 1, tweede lid, 1° tot 3°, bedoelde vormingsdelen, -fasen of -modules behaald heeft, of die een uitsluitingcijfer bekomen heeft, verschijnt voor de in artikel 3 bedoelde deliberatiecommissie. »;

3° le § 5, 1°, est remplacé par le texte suivant : « 1° le programme, la durée concrète, les modalités relatives à l’organisation et au contenu de la formation professionnelle; »;

3° paragraaf 5, 1°, wordt vervangen als volgt : « 1° het programma, de concrete duur, de nadere regels betreffende de organisatie en de inhoud van de professionele vorming; »;

56082


4° dans le § 6, les mots « par le commandant de la composante air » sont insérés entre les mots « délivré » et « au candidat ATC ».

4° in § 6 worden de woorden « door de commandant van de luchtcomponent » ingevoegd tussen de woorden « wordt uitgereikt » en de woorden « aan de kandidaat ATC ».

Art. 9. Un article 2bis, rédigé comme suit, est inséré dans le même arrêté :

Art. 9. In hetzelfde besluit wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidende :

« Article 2bis. Les articles 43 à 46 de l’arrêté royal du 11 août 1994 relatif à la formation des candidats militaires du cadre actif s’appliquent aux candidats officiers auxiliaires ATC. ».

« Artikel 2bis. De artikelen 43 tot 46 van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader zijn van toepassing op de kandidaat-hulpofficieren ATC. ».

Art. 10. L’article 3 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :

Art. 10. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

« Article 3. La commission de délibération des candidats officiers auxiliaires ATC est composée des membres suivants ou leur suppléant :

« Artikel 3. De deliberatiecommissie van de kandidaat-hulpofficieren ATC bestaat uit de volgende leden of hun plaatsvervanger :

1° comme président, l’officier supérieur responsable, dans l’institution militaire où le candidat officier auxiliaire ATC suit cette formation, selon le cas, de la phase d’initiation militaire, de la formation générale et militaire d’officier ou de la formation professionnelle;

1° als voorzitter, de hoofdofficier verantwoordelijk, in de militaire instelling waar de kandidaat-hulpofficier ATC deze vorming volgt, voor, naargelang het geval, de militaire initiatiefase, de algemene en militaire vorming van officier of de professionele vorming;

2° l’officier supérieur, titulaire du brevet ATC, responsable au sein de la composante air de la formation professionnelle des candidats officiers auxiliaires ATC, uniquement lorsque la délibération porte sur la formation professionnelle;

2° de hoofdofficier, houder van het brevet ATC, verantwoordelijk binnen de luchtcomponent voor de professionele vorming van de kandidaat-hulpofficieren ATC, alleen wanneer beraadslaagd wordt over de professionele vorming;

3° lorsque la délibération porte sur le module formation en milieu opérationnel et sur le module formation continuée en milieu opérationnel de la formation professionnelle, le titulaire du brevet ATC qui a réellement assisté le candidat officier auxiliaire ATC;

3° wanneer beraadslaagd wordt over de module vorming in operationele omgeving of de module voortgezette vorming in operationele omgeving van de professionele vorming, de titularis van het brevet ATC die de kandidaat-hulpofficier ATC daadwerkelijk heeft begeleid;

4° lorsque la délibération porte sur les autres modules de la formation professionnelle, au moins deux titulaires des cours enseignés pendant ces modules;

4° wanneer beraadslaagd wordt over de andere modules van de professionele vorming, tenminste twee titularissen van de cursussen onderwezen tijdens deze modules;

5° lorsque la délibération porte sur la phase d’initiation militaire ou sur la formation générale et militaire d’officier, au moins deux instructeurs qui ont été impliqués dans la formation du candidat officier auxiliaire ATC;

5° wanneer beraadslaagd wordt over de militaire initiatiefase of over de algemene en militaire vorming van officier, tenminste twee onderrichters die betrokken waren bij de vorming van de kandidaathulpofficier ATC;

6° le commandant d’unité du candidat officier auxiliaire ATC.

6° de eenheidscommandant van de kandidaat-hulpofficier ATC.

Le président de la commission de délibération désigne un secrétaire qui n’a pas le droit de vote. ».

De voorzitter van de deliberatiecommissie wijst een secretaris aan die niet stemgerechtigd is. ».

Art. 11. L’article 10, alinéa 2, du même arrêté est complété comme suit :

Art. 11. Artikel 10, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :

« 4° décide que l’intéressé peut présenter un examen de repêchage. ».

« 4° beslist dat betrokkene een herexamen mag afleggen. ».

Art. 12. L’article 11, alinéa 2, du même arrêté est remplacé par le texte suivant :

Art. 12. Artikel 11, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

« La recommandation visée à l’article 10, alinéa 2, 3°, est transmise au commandant de la composante air qui, après avoir donné son avis, transmet le dossier pour décision au directeur général human resources. ».

« Het in artikel 10, tweede lid, 3°, bedoelde advies wordt overgemaakt aan de commandant van de luchtcomponent die, nadat hij zijn advies gegeven heeft, het dossier overmaakt voor beslissing aan de directeur-generaal human resources. ».

Art. 13. Un article 11bis, rédigé comme suit, est inséré dans le même arrêté :

Art. 13. In hetzelfde besluit wordt een artikel 11bis ingevoegd, luidende :

« Article 11bis. Le candidat présente l’examen de repêchage imposé par la commission de délibération le jour ou dans la période fixé par cette commission.

« Artikel 11bis. De kandidaat legt het door de deliberatiecommissie opgelegde herkansingsexamen af op de dag of in de periode bepaald door deze commissie.

Celui qui doit encore présenter un examen de repêchage n’est provisoirement plus commissionné comme les autres candidats de sa promotion.

Hij die nog een herkansingsexamen moet afleggen wordt voorlopig niet verder aangesteld zoals de overige kandidaten van zijn promotie.

Pour le candidat n’ayant pas réussi l’examen de repêchage, la commission de délibération peut prendre les décisions fixées à l’article 10, alinéa 2, 1° à 3°.

Voor de kandidaat die niet slaagt in het herkansingsexamen, kan de deliberatiecommissie de beslissingen nemen, bepaald in artikel 10, tweede lid, 1° tot 3°.

Le candidat qui ne participe pas à l’examen de repêchage peut obtenir un ajournement de l’autorité compétente à cet effet. Si un ajournement ne lui est pas accordé, il est déclaré par la commission de délibération avoir échoué définitivement de plein droit.

De kandidaat die niet deelneemt aan het herkansingsexamen kan een uitstel bekomen van de daartoe bevoegde overheid. Als hem geen uitstel wordt toegekend, wordt hij van rechtswege als definitief mislukt bevonden door de deliberatiecommissie.

Le candidat qui réussit un examen de repêchage ou qui réussit après ajournement, est commissionné avec effet au premier jour du mois qui suit la réussite de l’examen de repêchage ou la réussite après ajournement. ».

De kandidaat die slaagt in een herkansingsexamen of die slaagt na uitstel, wordt aangesteld met uitwerking op de eerste dag van de maand volgend op het slagen van het herkansingsexamen of op het slagen na uitstel. ».

Art. 14. Un article 12ter, rédigé comme suit, est inséré dans le même arrêté :

Art. 14. In hetzelfde besluit wordt een artikel 12ter ingevoegd, luidende :

« Article 12ter. Si une partie de la formation est suivie dans un établissement civil en Belgique ou à l’étranger ou un établissement militaire à l’étranger, il est tenu compte, pour cette partie, du régime de cet établissement quant à l’octroi d’une dispense ou d’un ajournement, quant à l’appréciation des qualités professionnelles, quant à l’organisation et au fonctionnement de la commission de délibération et quant

« Artikel 12ter. Indien een gedeelte van de vorming in een burgerlijke instelling in België of in het buitenland of in een militaire instelling in het buitenland wordt gevolgd, wordt voor dit gedeelte rekening gehouden met het regime van die instelling wat betreft het verlenen van een vrijstelling of uitstel, wat betreft de beoordeling van de professionele hoedanigheden, wat betreft de organisatie en de werking


56083

aux mesures à prendre par cette commission. Avant le début de cette partie de la formation et lors de chaque modification, le candidat est informé par écrit au sujet de ce régime, du programme, des cours et des examens, ainsi que des conditions de réussite. ».

van de deliberatiecommissie en wat betreft de door deze commissie te nemen maatregelen. De kandidaat wordt schriftelijk, voor de aanvang van dit gedeelte van de vorming en bij elke wijziging, geïnformeerd over dit regime, het programma, de cursussen en de examens evenals over de voorwaarden om te slagen. ».

Art. 15. Il est inséré dans le même arrêté un chapitre IVbis, comprenant l’article 29bis, rédigé comme suit :

Art. 15. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IVbis ingevoegd die het artikel 29bis omvat, luidende :

« Chapitre IVbis. — Des épreuves psychotechniques des contrôleurs de trafic aérien militaires

« Hoofdstuk IVbis. — De psychotechnische proeven van de militaire luchtverkeersleiders

Article 29bis. Le candidat ATC subit les épreuves psychotechniques spécifiques au contrôle aérien, visées à l’article 41, § 2, alinéa 2, de l’arrêté royal du 11 septembre 2003 relatif au recrutement des militaires, subies par les postulants à la même fonction, selon les modalités fixées dans ce même arrêté. ».

Artikel 29bis. De kandidaat ATC ondergaat de specifieke psychotechnische proeven voor het luchtverkeer hernomen in artikel 41, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen, die door de sollicitanten voor dezelfde functie ondergaan worden, volgens de nadere regels bepaald in hetzelfde besluit. ».

Art. 16. A l’article 7 de l’arrêté royal du 13 mai 2004 relatif au personnel navigant des forces armées, modifié par l’arrêté royal du 23 juin 2005, sont apportées les modifications suivantes :

Art. 16. In artikel 7 van het koninklijk besluit van 13 mei 2004 betreffende het varend personeel van de krijgsmacht, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 juni 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° au § 2, l’alinéa suivant est inséré entre les alinéas 1er et 2 :

1° in § 2 wordt tussen het eerste en het tweede lid het volgende lid ingevoegd :

« L’élève-pilote ou le pilote-élève peut être dispensé par le DGHR sur avis du commandant de la composante air, d’une phase ou d’une partie de la formation professionnelle, s’il a suivi auparavant, avec succès, cette phase ou cette partie de la formation, ou s’il est titulaire de qualifications aéronautiques, considérées comme équivalentes, acquises avant le recrutement. »;

« De leerling-piloot of de piloot-leerling kan door de DGHR op advies van de commandant van de luchtcomponent worden vrijgesteld van een fase of van een gedeelte van de professionele vorming, indien hij voordien, met goed gevolg deze fase of dit gedeelte van de vorming gevolgd heeft of titularis is van luchtvaartkwalificaties, beschouwd als gelijkwaardig, verworven voorafgaand aan de werving. »;

2° au § 2, l’alinéa suivant est inséré entre l’alinéa 2 ancien, devenu alinéa 3 et l’alinéa 3 ancien, devenu alinéa 4 :

2° in § 2 wordt tussen het vroegere tweede lid, dat het derde lid is geworden en het vroegere derde lid, dat het vierde lid is geworden, het volgende lid ingevoegd :

« Sur la décision du DGHR, prise après avis du commandant de la composante air, un élève-pilote ou un pilote-élève peut être réorienté une fois vers un autre type d’aéronef. Le directeur général human resources prend sa décision sur la base des éléments visés à l’alinéa 3. S’il s’agit d’un candidat officier auxiliaire, la réorientation peut avoir comme conséquence le rattachement à une promotion suivante de candidats officiers auxiliaires pilotes. »;

« Op beslissing van de DGHR, genomen na advies van de commandant van de luchtcomponent, kan een leerling-piloot of een pilootleerling éénmaal geheroriënteerd worden naar een ander type van luchtvaartuig. De directeur-generaal human resources neemt zijn beslissing op basis van de elementen bedoeld in het derde lid. Indien het een kandidaat-hulpofficier betreft, kan de heroriëntering de aanhechting aan een volgende promotie van kandidaat-hulpofficieren piloten als gevolg hebben. »;

3° il est inséré un § 4 rédigé comme suit : « § 4. Si une partie de la formation professionnelle de pilote est suivie dans un établissement civil en Belgique ou à l’étranger ou un établissement militaire à l’étranger, il est tenu compte, pour cette partie, du régime de cet établissement quant à l’octroi d’une dispense ou d’un ajournement, quant à l’appréciation des résultats et quant aux mesures à prendre en cas d’échec. Avant le début de cette partie de la formation et lors de chaque modification, l’élève-pilote ou le pilote-élève est informé par écrit au sujet de ce régime, du programme, des cours et des examens, ainsi que des conditions de réussite. ».

Art. 17. L’article 23 du même arrêté est complété comme suit :

3° er wordt een § 4 ingevoegd, luidende : « § 4. Indien een gedeelte van de professionele vorming van piloot in een burgerlijke instelling in België of in het buitenland of in een militaire instelling in het buitenland wordt gevolgd, wordt voor dit gedeelte rekening gehouden met het regime van die instelling wat betreft het verlenen van een vrijstelling of uitstel, wat betreft de beoordeling van de resultaten en wat betreft de maatregelen die moeten worden genomen in geval van mislukking. De leerling-piloot of de piloot-leerling wordt schriftelijk, voor de aanvang van dit gedeelte van de vorming en bij elke wijziging, geïnformeerd over dit regime, het programma, de cursussen en de examens evenals over de voorwaarden om te slagen. ». Art. 17. Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :

« 6° pour le candidat officier auxiliaire pilote du personnel navigant élève qui n’a pas satisfait aux critères de réussite lors de l’appréciation des qualités caractérielles ou des qualités physiques sur le plan de la condition physique. ».

« 6° voor de kandidaat-hulpofficier piloot van het leerling-varend personeel die niet heeft voldaan aan de slaagcriteria bij de beoordeling van de karakteriële hoedanigheden of van de fysieke hoedanigheden op het vlak van de fysieke conditie. ».

Art. 18. L’article 26, alinéa 2, du même arrêté, est remplacé par le texte suivant :

Art. 18. Artikel 26, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

« Si l’intéressé suit la formation professionnelle dans un établissement civil en Belgique ou à l’étranger ou un établissement militaire à l’étranger, la commission d’évaluation est composée de faç on analogue. Toutefois les personnes visées à l’alinéa 1er, 1° et 2°, sont remplacées par deux officiers, au moins revêtus du grade de capitaine, désignés par le commandant de la composante air parmi les officiers chargés de la formation professionnelle des élèves-pilotes ou des pilotes-élèves en Belgique. L’officier le plus ancien dans le grade le plus élevé est alors désigné comme président de la commission. ».

« Indien de betrokkene de professionele vorming volgt in een burgerlijke instelling in België of in het buitenland of in een militaire instelling in het buitenland, wordt de evaluatiecommissie op analoge wijze samengesteld. De personen bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°, worden evenwel vervangen door twee officieren, ten minste bekleed met de graad van kapitein, aangewezen door de commandant van de luchtcomponent onder de officieren belast met de professionele vorming van de leerling-piloten en de piloot-leerlingen in België. De officier met de meeste anciënniteit in de hoogste graad wordt dan aangewezen als voorzitter van de commissie. ».

Art. 19. A l’article 28, § 4, du même arrêté sont apportées les modifications suivantes :

Art. 19. In artikel 28, § 4, van hetzelfde besluit zijn de volgende wijzigingen aangebracht :

1° le 1° est remplacé par le texte suivant : « 1° la poursuite de la formation et, le cas échéant, l’octroi de vols de révision ou de vols supplémentaires; »;

1° de 1° wordt vervangen als volgt : « 1° de voortzetting van de vorming en, in voorkomend geval, de toekenning van herzieningsvluchten of bijkomende vluchten; »;

56084


2° le § est complété comme suit :

2° de paragraaf wordt aangevuld als volgt :

« 5° la présentation d’un examen de repêchage. ».

« 5° de aflegging van een herexamen. ».

er

Art. 20. A l’article 29, alinéa 1 , du même arrêté sont apportées les modifications suivantes : 1° le 1° est remplacé par le texte suivant : « 1° décide de la poursuite de la formation et, le cas échéant, de l’octroi de vols de révision ou de vols supplémentaires; »;

Art. 20. In artikel 29, eerste lid, van hetzelfde besluit zijn de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de 1° wordt vervangen als volgt : « 1° beslist tot de voortzetting van de vorming en, in voorkomend geval, de toekenning van herzieningsvluchten of bijkomende vluchten; »;

2° l’alinéa est complété comme suit :

2° het lid wordt aangevuld als volgt :

« 5° décide que l’intéressé peut présenter un examen de repêchage. ».

« 5° beslist dat betrokkene een herexamen mag afleggen. ».

Art. 21. A l’article 35 du même arrêté, modifié par l’arrêté royal du 23 juin 2005, sont apportées les modifications suivantes : 1° le § 2, 1°, est remplacé par le texte suivant : « 1° décide de la poursuite de la formation et, le cas échéant, de l’octroi de vols de révision ou de vols supplémentaires; »;

Art. 21. In artikel 35 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 juni 2005, zijn de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 2, 1°, wordt vervangen als volgt : « 1° beslist de voortzetting van de vorming en, in voorkomend geval, de toekenning van herzieningsvluchten of bijkomende vluchten; »;

2° le § 2 est complété comme suit :

2° paragraaf 2 wordt aangevuld als volgt :

« 7° décide que l’intéressé peut présenter un examen de repêchage. »;

« 7° beslist dat betrokkene een herexamen mag afleggen. »;

3° le § 3 est remplacé par le texte suivant :

3° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt :

« § 3. Les recommandations visées au § 2, 4° et 5°, tiennent lieu d’avis visé à l’article 23, 1° et 2°, et sont transmises pour décision au ministre par le commandant de la composante air, via le DGHR.

« § 3. De adviezen, bedoeld in § 2, 4° en 5°, vormen het advies bedoeld in artikel 23, 1° en 2°, en worden door de commandant van de luchtcomponent voor beslissing aan de minister overgemaakt langs de DGHR.

Les recommandations visées au § 2, 2° et 3° sont transmises pour décision au commandant de la composante air.

De adviezen, bedoeld in § 2, 2° en 3° worden voor beslissing overgemaakt aan de commandant van de luchtcomponent.

La recommandation de radiation visée au § 2, 6°, est transmise pour décision au commandant de la composante air.

Het advies tot schrapping bedoeld in § 2, 6°, wordt voor beslissing overgemaakt aan de commandant van de luchtcomponent.

La recommandation de rattachement visée au § 2, 6°, prise suite à la décision de radiation visée à l’alinéa 3, est transmise pour décision au DGHR afin de faire résilier l’engagement du candidat officier auxiliaire pilote concerné par le ministre et de le rattacher à une promotion de candidats officiers auxiliaires ATC en qualité de candidat officier auxiliaire ATC. ».

Het advies tot aanhechting bedoeld in § 2, 6°, genomen ten gevolge van de beslissing tot schrapping bedoeld in het derde lid wordt overgemaakt aan de DGHR om de dienstneming van de kandidaathulpofficier te laten verbreken door de minister en om te beslissen over de aanhechting van de betrokkene aan een promotie van kandidaathulpofficieren ATC in de hoedanigheid van kandidaat-hulpofficier ATC. ».

Art. 22. Il est inséré dans l’arrêté royal du 17 septembre 2005 relatif à l’aptitude au service aérien un chapitre IIbis, comprenant l’article 10bis, rédigé comme suit :

Art. 22. In het koninklijk besluit van 17 september 2005 betreffende de geschiktheid voor de luchtdienst wordt een hoofdstuk IIbis ingevoegd die het artikel 10bis omvat, luidende :

« Chapitre IIbis. — Des épreuves psychotechniques pour la détermination de l’aptitude au service aérien

« Hoofdstuk IIbis. — De psychotechnische proeven tot vaststelling van de geschiktheid voor luchtdienst

Art. 10bis. Le candidat au service aérien subit également les épreuves psychotechniques spécifiques au service aérien, visées à l’article 41, § 2, alinéa 1er, de l’arrêté royal du 11 septembre 2003 relatif au recrutement des militaires, subies par les postulants à la même fonction, selon les modalités fixées dans ce même arrêté.

Art. 10bis. De kandidaat voor luchtdienst ondergaat eveneens de specifieke psychotechnische proeven voor de luchtdienst, hernomen in artkel 41, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen, die door de sollicitanten voor dezelfde functie ondergaan worden, volgens de nadere regels bepaald in hetzelfde besluit.

Tout candidat au service aérien qui refuse de subir tout ou partie des épreuves psychotechniques qui doivent servir à établir son aptitude initiale au service aérien est de plein droit déclaré inapte au service aérien. ».

Iedere kandidaat voor luchtdienst die geweigerd heeft om het geheel of een gedeelte van de psychotechnische proeven te ondergaan die dienen tot vaststelling van zijn initiële geschiktheid voor luchtdienst wordt van rechtswege ongeschikt verklaard voor luchtdienst. ».

Art. 23. L’article 14, § 3, alinéa 2, du même arrêté est remplacé par le texte suivant :

Art. 23. Artikel 14, § 3, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

« Au moins un membre de chaque commission doit avoir la connaissance approfondie de la langue du militaire concerné. ».

« Minstens een lid van elke commissie moet de grondige kennis hebben van de taal van de betrokken militair. ».

Art. 24. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge, à l’exception des articles 1er, 1° à 3°, et 8, qui produisent leurs effets le 15 août 2007.

Art. 24. Dit besluit treedt in werking de datum waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van de artikelen 1, 1° tot 3°, en 8, die uitwerking hebben met ingang van 15 augustus 2007.

Art. 25. Notre Ministre de la Défense est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Art. 25. Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.



ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

Le Ministre de la Défense, A. FLAHAUT

De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT

56085


GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID N. 2007 — 4322

[C − 2007/36906]

19 OKTOBER 2007. — Decreet houdende instemming met de Overeenkomst tot wijziging van de partnerschapsovereenkomst, ondertekend in Cotonou op 23 juni 2000 tussen de leden van de Groep van Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, en met de Slotakte, ondertekend in Luxemburg op 25 juni 2005 (1) Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende instemming met de Overeenkomst tot wijziging van de partnerschapsovereenkomst, ondertekend in Cotonou op 23 juni 2000 tussen de leden van de Groep van Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, en met de Slotakte, ondertekend in Luxemburg op 25 juni 2005. Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en een gewestaangelegenheid. Art. 2. De overeenkomst tot wijziging van de partnerschapsovereenkomst, ondertekend in Cotonou op 23 juni 2000 tussen de leden van de Groep van Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, en de Slotakte, ondertekend in Luxemburg op 25 juni 2005, zullen volkomen gevolg hebben. Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Brussel, 19 oktober 2007. De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, G. BOURGEOIS Nota (1) Zitting 2006-2007. Stuk. — Ontwerp van decreet : 1297 - Nr. 1. Zitting 2007-2008. Stukken. — Verslag : 1297 - Nr. 2. — Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1297 - Nr. 3. Handelingen. — Bespreking en aanneming. Vergadering van 10 oktober 2007.

TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2007 — 4322

[C − 2007/36906]

19 OCTOBRE 2007. – Décret portant assentiment à l’Accord modifiant l’accord de partenariat, signé à Cotonou le 23 juin 2000 entre les membres du Groupe des Etats d’Afrique, des Caraïbes et du Pacifique, d’une part, et de la Communauté européenne et ses Etats membres, d’autre part, et à l’Acte final signé à Luxembourg le 25 juin 2005 (1) Le Parlement flamand a adopté et Nous, Gouvernement, sanctionnons ce qui suit : Décret portant assentiment à l’Accord modifiant l’accord de partenariat, signé à Cotonou le 23 juin 2000 entre les membres du Groupe des Etats d’Afrique, des Caraïbes et du Pacifique, d’une part, et de la Communauté européenne et ses Etats membres, d’autre part, et à l’Acte final signé à Luxembourg le 25 juin 2005. Article 1er. Le présent décret règle une matière communautaire et régionale.

56086

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. L’Accord modifiant l’accord de partenariat, signé à Cotonou le 23 juin 2000 entre les membres du Groupe des Etats d’Afrique, des Caraïbes et du Pacifique, d’une part, et de la Communauté européenne et ses Etats membres, d’autre part, et l’Acte final signé à Luxembourg le 25 juin 2005 sortiront leur plein et entier effet. Promulguons le présent décret, ordonnons qu’il soit publié au Moniteur belge. Bruxelles, le 19 octobre 2007. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, K. PEETERS Le Ministre flamand des Affaires administratives, de la Politique extérieure, des Médias et du Tourisme, G. BOURGEOIS Note (1) Session 2006-2007. Document. — Projet de décret : 1297 - N° 1. Session 2007-2008. Documents. — Rapport : 1297 - N° 2. —Texte adopté en séance plénière : 1297 - N° 3. Annales. — Discussion et adoption. Séance du 10 octobre 2007.

* VLAAMSE OVERHEID N. 2007 — 4323 [C − 2007/36905] 19 OKTOBER 2007. — Decreet houdende instemming met het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, houdende wijziging van het Intern Akkoord van 18 september 2000 inzake maatregelen en procedures voor de uitvoering van de ACS-EGPartnerschapsovereenkomst, ondertekend in Luxemburg op 10 april 2006 (1) Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende instemming met het intern akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, houdende wijziging van het Intern Akkoord van 18 september 2000 inzake maatregelen en procedures voor de uitvoering van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst, ondertekend in Luxemburg op 10 april 2006. Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en een gewestaangelegenheid. Art. 2. Het intern akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, houdende wijziging van het Intern Akkoord van 18 september 2000 inzake maatregelen en procedures voor de uitvoering van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst, ondertekend in Luxemburg op 10 april 2006, zal volkomen gevolg hebben. Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Brussel, 19 oktober 2007. De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS. De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, G. BOURGEOIS Nota (1) Zitting 2006-2007. Stuk. — Ontwerp van decreet : 1298 - Nr. 1. Zitting 2007-2008. Stukken. — Verslag : 1298 - Nr. 2. — Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1298 - Nr. 3. Handelingen. — Bespreking en aanneming. Vergadering van 10 oktober 2007.

TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2007 — 4323 [C − 2007/36905] 19 OCTOBRE 2007. — Décret portant assentiment à l’Accord interne entre les représentants des gouvernements des Etats membres, réunis au sein du Conseil, modifiant l’Accord interne du 18 septembre 2000 relatif aux mesures à prendre et aux procédures à suivre pour la mise en œuvre de l’Accord de Partenariat ACP-CE, fait à Luxembourg le 10 avril 2006 (1) Le Parlement flamand a adopté et Nous, Gouvernement, sanctionnons ce qui suit : Décret portant assentiment à l’accord interne entre les représentants des gouvernements des Etats membres, réunis au sein du Conseil, modifiant l’Accord interne du 18 septembre 2000 relatif aux mesures à prendre et aux procédures à suivre pour la mise en œuvre de l’Accord de Partenariat ACP-CE, fait à Luxembourg le 10 avril 2006. Article 1er. Le présent décret règle une matière communautaire et régionale.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. L’accord interne entre les représentants des gouvernements des Etats membres, réunis au sein du Conseil, modifiant l’Accord interne du 18 septembre 2000 relatif aux mesures à prendre et aux procédures à suivre pour la mise en œuvre de l’Accord de Partenariat ACP-CE, fait à Luxembourg le 10 avril 2006 sortira son plein et entier effet. Promulguons le présent décret, ordonnons qu’il soit publié au Moniteur belge. Bruxelles, le 19 octobre 2007. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, K. PEETERS Le Ministre flamand des Affaires administratives, de la Politique extérieure, des Médias et du Tourisme, G. BOURGEOIS Note (1) Session 2006-2007. Document. — Projet de décret : 1298 - N° 1. Session 2007-2008. Documents. — Rapport : 1298 - N° 2. —Texte adopté en séance plénière : 1298 - N° 3. Annales. — Discussion et adoption. Séance du 10 octobre 2007.

* VLAAMSE OVERHEID N. 2007 — 4324 [C − 2007/36918] 7 SEPTEMBER 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toewijzing, het gebruik en de overname van de nutriëntenemissierechten en betreffende de bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking De Vlaamse Regering Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980; Gelet op het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, inzonderheid op de artikelen 30, 31, 32, 34, § 1, 35, 39, 47, § 2, 88, § 1, 1°; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 juli 2007; Gelet op het advies 43.490/1/V van de Raad van State, gegeven op 16 augustus 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur; Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder minister : de Vlaamse minister bevoegd voor het Leefmilieu. HOOFDSTUK II. — De toekenning van nutriëntenemissierechten Afdeling I. — De initiële toekenning Art. 2. In uitvoering van artikel 30 van het Mestdecreet, worden aan elke betrokken landbouwer nutriëntenemissierechten, uitgedrukt in NER-DR, NER-DV, NER-DP en NER-DA, toegewezen. De Mestbank berekent de nutriëntenemissierechten aan de hand van de Bijlage bij het Mestdecreet en wijst deze toe. De Mestbank maakt deze toewijzing bij aangetekende zending over aan de betrokken landbouwer. Art. 3. In uitvoering van artikel 32 van het Mestdecreet kan de landbouwer tegen de in artikel 2 bedoelde beslissing beroep aantekenen bij de minister met betrekking tot de correcte omzetting van de nutriëntenhalte in nutriëntenemissierechten. Het beroep is ontvankelijk indien dit bij aangetekende zending gebeurt, binnen 30 kalenderdagen na verzending van de beslissing als vermeld in artikel 2. De minister dient binnen 90 kalenderdagen na ontvangst van het beroep bij aangetekende zending een beslissing te nemen. Art. 4. § 1. In uitvoering van artikel 30, § 2, laatste lid, van het Mestdecreet kan de producent, als vermeld in het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, bezwaar indienen bij de Mestbank indien hij meent dat de nutriëntenhaltes van zijn inrichting of deel van een inrichting anders moeten worden toegewezen dan aan de landbouwer aan wie ze zijn toegewezen op grond van artikel 2. § 2. Het bezwaar, als vermeld in § 1, is ontvankelijk indien dit bij aangetekende zending gebeurt, binnen 30 kalenderdagen na verzending van de beslissing als vermeld in artikel 2. De Mestbank maakt na ontvangst van dit bezwaar, bij aangetekende zending, een afschrift van het bezwaar over aan de betrokken landbouwer waaraan de nutriëntenhaltes zijn toegekend voor de berekening van de nutriëntenemissierechten, als vermeld in artikel 2. De betrokken landbouwer kan zijn opmerkingen schriftelijk aan de Mestbank overmaken binnen 30 kalenderdagen na de verzending door de Mestbank van het afschrift van het bezwaar, als vermeld in het tweede lid. De Mestbank stelt de indiener van het bezwaar en de bij de beslissing betrokken landbouwers bij aangetekende zending in kennis van haar beslissing binnen 90 kalenderdagen na ontvangst van het bezwaar. § 3. Wanneer de Mestbank het bezwaar geheel of gedeeltelijk inwilligt, wijst ze bij een en dezelfde beslissing de nutriëntenhaltes en de op grond van deze nutriëntenhaltes berekende nutriëntenemissierechten toe. § 4. De nutriëntenemissierechten die op grond van dit artikel zijn toegekend aan een landbouwer, worden geacht te zijn toegekend aan die landbouwer met ingang van 1 januari 2007. Art. 5. § 1. In uitvoering van artikel 32 van het Mestdecreet, kan de producent of kunnen de betrokken landbouwers, als vermeld in artikel 4, § 2, laatste lid, bij de minister beroep aantekenen tegen de in artikel 4, § 3, bedoelde beslissing.

56087

56088

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD § 2. Het beroep is slechts ontvankelijk indien dit bij aangetekende zending gebeurt, binnen 30 kalenderdagen na verzending van voornoemde beslissing. De minister maakt, na ontvangst van dit beroep, bij aangetekende zending, een afschrift van het beroep over aan de landbouwer of de producent die betrokken is bij de in artikel 4, § 3, bedoelde beslissing. De betrokken landbouwer of producent, als vermeld in het tweede lid, kan zijn opmerkingen schriftelijk aan de minister overmaken binnen 30 kalenderdagen na de verzending door de minister van het afschrift van het beroep, als vermeld in het tweede lid. De minister stelt de indiener van het beroep en de bij de beslissing betrokken landbouwer of producent waaraan een afschrift van het beroep is verzonden, als vermeld in het tweede lid, binnen 90 kalenderdagen na ontvangst van het beroep, bij aangetekende zending in kennis van zijn beslissing. § 3. Wanneer de minister het beroep geheel of gedeeltelijk inwilligt, wijst hij bij een en dezelfde beslissing de nutriëntenhaltes en de op grond van deze nutriëntenhaltes berekende nutriëntenemissierechten toe. § 4. De nutriëntenemissierechten die op grond van dit artikel zijn toegekend aan een landbouwer, worden geacht te zijn toegekend aan die landbouwer met ingang van 1 januari 2007. Afdeling II. — De herkwalificatie Art. 6. § 1. In uitvoering van artikel 30, § 2, tweede lid, van het Mestdecreet, kan de landbouwer een aanvraag indienen om de op grond van artikel 2, artikel 4, § 3, of artikel 5, § 3, toegewezen nutriëntenemissierechten, gespecificeerd volgens diersoort, te herkwalificeren in een ander soort nutriëntenemissierecht, als vermeld in de Bijlage bij het Mestdecreet. § 2. Om in aanmerking te komen voor de aanvraag als vermeld in § 1 mag de aanvraag geen betrekking hebben op overgenomen nutriëntenemissierechten op grond van artikel 34, § 1, van het Mestdecreet. § 3. Indien voldaan is aan de voorwaarde als vermeld in § 2, kan de landbouwer vragen dat de nutriëntenemissierechten, worden geherkwalificeerd in een of meerdere andere soorten nutriëntenemissierechten. De Mestbank herkwalificeert op aanvraag : 1° hetzij de totaliteit van de met toepassing van artikel 2 aan het bedrijf toegekende NER-D volgens de verhouding van de diersoorten zoals deze zijn gehouden volgens de som van de aangiften van dieren op bedrijfsniveau van hetzij het productiejaar 2004, hetzij het productiejaar 2005, hetzij het productiejaar 2006; 2° hetzij het gedeelte van de op grond van artikel 2 toegekende nutriëntenemissierechten dat werd toegekend op grond van een diersoort die niet meer overeenkomt met de diersoort waarnaar tussen 1 januari 2005 en 31 december 2007 een omvorming van de milieuvergunning werd bekomen. De herkwalificatie gebeurt volgens de verhouding van de diersoorten in de verleende milieuvergunning. Voor de berekening van deze verhouding wordt het aantal dieren per diercategorie van de verleende milieuvergunning vermenigvuldigd met de overeenkomstige waarde van de NER-D volgens de Bijlage bij het Mestdecreet. § 4. De aanvraag wordt bij aangetekende zending bij de Mestbank ingediend en vermeldt volgende gegevens : 1° naam, adres en identificatiegegevens van de landbouwer, met vermelding van het rijksregisternummer indien het om een natuurlijke persoon gaat en vermelding van het ondernemingsnummer indien het om een rechtspersoon gaat; 2° of de landbouwer een herkwalificatie aanvraagt op basis van de productiejaren of op basis van een omgevormde milieuvergunning; 3° in voorkomend geval het productiejaar waarop de landbouwer wenst dat de Mestbank de herkwalificatie van de nutriëntenemissierechten baseert, zijnde 2004, 2005 of 2006. § 5. De nutriëntenemissierechten die op grond van dit artikel zijn geherkwalificeerd in een ander soort nutriëntenemissierechten, worden geacht met ingang van 1 januari 2007 te zijn geherkwalificeerd in deze diersoort. § 6. De aanvraag is ontvankelijk tot 6 maanden na de verzending van hetzij de aangetekende zending tot toewijzing van de nutriëntenemissierechten als vermeld in artikel 2, hetzij de aangetekende zending als vermeld in artikel 4, § 2, in geval de nutriëntenemissierechten op grond van een bezwaar bij de Mestbank zijn toegekend, hetzij de aangetekende zending als vermeld in artikel 5, § 2, ingeval de nutriëntenemissierechten op grond van een beroep bij de minister zijn toegekend. § 7. De Mestbank kan een modelformulier vaststellen voor de aanvraag tot herkwalificatie van de toegekende nutriëntenemissierechten, als vermeld in § 4. HOOFDSTUK III. — De aanwending van nutriëntenemissierechten Art. 7. § 1. De nutriëntenemissierechten beperken het aantal dieren van elke diersoort die op een bedrijf mogen worden gehouden, tot het aantal dieren van die bepaalde diersoort dat overeenkomt met het aantal dieren van die diersoort, vermeld op het berekeningsblad van de nutriëntenhalte. § 2. In uitvoering van artikel 30, § 5, van het Mestdecreet, heeft de landbouwer binnen de perken van de nutriëntenemissierechten evenwel de vrijheid de diersoort te houden die hij verkiest of binnen dezelfde diersoort wijzigingen door te voeren. Elk soort nutriëntenemissierecht NER-DR, NER-DV, NER-DP of NER-DA geeft het recht om een of meerdere diersoorten als vermeld in artikel 27, § 1, van het Mestdecreet, te houden. § 3. In uitvoering van artikel 30, § 5 en § 6, van het Mestdecreet, en voor de toepassing van de geldboete als vermeld in artikel 63, § 4, van het Mestdecreet, past de Mestbank hiertoe een automatische omzetting van de nutriëntenemissierechten toe volgens de volgende tabel : NER-DR

NER-DV

NER-DP

NER-DA

NER-DR

1

1

1

1

NER-DV

1

1

1

1

NER-DP

1

1

1

1

NER-DA

1

1

1

1

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD § 4. De in § 3 vermelde automatische omzetting wijzigt de op grond van artikel 30 van het Mestdecreet toegekende nutriëntenemissierechten gespecificeerd volgens diersoort, zijnde NER-DR, NER-DV, NER-DP en NER-DA niet. § 5. In uitvoering van artikel 39 van het Mestdecreet en in afwijking van § 2, § 3 en § 4, is de automatische omzetting van de nutriëntenemissierechten door de Mestbank niet toegelaten ten aanzien van : 1° nutriëntenemissierechten die op grond van artikel 34, § 1, 1°, van het Mestdecreet, met annulering van 25 % door een bedrijf zijn overgenomen; 2° nutriëntenemissierechten die op grond van artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet, met verwerking van 25 % zijn overgenomen; 3° nutriëntenemissierechten die op grond van artikel 34, § 1, 2°, e), van het Mestdecreet, in het kader van een overdracht van melkquotum zijn overgenomen; 4° alle nutriëntenemissierechten van het overnemend bedrijf die van dezelfde soort zijn als de soort nutriëntenemissierechten die zijn overgenomen als vermeld in 1° tot en met 3°; 5° alle nutriëntenemissierechten die op grond van artikel 34 § 1, 2°, a), zijn overgenomen in het kader van een eerste installatie, die niet voldoet aan de voorwaarden van eerste vestiging bepaald in artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2000 betreffende de steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw, zoals gewijzigd. In uitvoering van artikel 39 van het Mestdecreet en in afwijking van § 2, § 3 en § 4, is de automatische omzetting van de nutriëntenemissierechten van het overlatend bedrijf niet toegelaten naar de diersoort die door het overlatend bedrijf is overgelaten met toepassing van artikel 34, § 1 van het Mestdecreet en dit ten aanzien van alle nutriëntenemissierechten van het overlatend bedrijf, tenzij de overgedragen nutriëntenemissierechten betrekking hebben op de soort NER-DR en niet alle nutriëntenemissierechten van die soort zijn overgedragen. Dieren van een bepaalde diersoort die niet zijn gehouden met de soort nutriëntenemissierechten gespecificeerd volgens diersoort, zijnde NER-DR, NER-DV, NER-DP of NER-DA, die betrekking heeft op die diersoort, worden in navolging van artikel 39, laatste lid, van het Mestdecreet, geacht te zijn gehouden zonder toegekende nutriëntenemissierechten. § 6. In afwijking van § 5 blijft de automatische omzetting van nutriëntenemissierechten naar nutriëntenemissierechten NER-DA steeds mogelijk. Art. 8. De landbouwer van wie het bedrijf in een bepaald jaar een productie aan dierlijke mest heeft, berekend overeenkomstig artikel 23, § 1, 1°, a), van het Mestdecreet, die kleiner is dan 300 kg P2O5, is voor dat jaar vrijgesteld van de bepalingen betreffende de nutriëntenemissierechten die betrekking hebben op de beperking van de productie aan dierlijke mest. HOOFDSTUK IV. — De overname van nutriëntenemissierechten Afdeling I. — Beperkingen Art. 9. § 1. In uitvoering van artikel 31, § 1 en § 3, van het Mestdecreet, moeten de nutriëntenemissierechten per diersoort in hun geheel overgedragen worden en met een minimum aantal nutriëntenemissierechten in de aanvraag tot overname als vermeld in artikel 12, dat overeenkomt met minstens 200 nutriëntenemissierechten van een gegeven diersoort berekend in overeenstemming met artikel 30, § 3, van het Mestdecreet. § 2. De overlater van nutriëntenemissierechten kan hetzij de nutriëntenemissierechten van een bepaalde diersoort aan één landbouwer overlaten hetzij de nutriëntenemissierechten van een bepaalde diersoort aan verschillende landbouwers overlaten. Indien de nutriëntenemissierechten aan verschillende landbouwers worden overgelaten moet voor elk van de over te laten gedeelten een aanvraag worden ingediend als vermeld in artikel 12. De tweede en daaropvolgende aanvragen zijn slechts ontvankelijk indien de datum van indiening valt binnen het jaar na de indiening van de eerste aanvraag. § 3. De overlater dient, hetzij voor de overdracht van het geheel van de nutriëntenemissierechten, hetzij voor de eerste overdracht van een gedeelte van de over te laten nutriëntenemissierechten van een bepaalde diersoort, deze diersoort definitief te hebben stopgezet. Alle nutriëntenemissierechten van een bepaalde soort die worden overgedragen, kunnen vanaf de eerste overdracht als vermeld in § 2, door de overlater niet meer worden aangewend voor het houden van dieren. Art. 10. § 1. In afwijking van artikel 9 en in afwijking van artikel 31, § 3, eerste zin, van het Mestdecreet, kan voor de diersoort 1° RUNDVEE als vermeld in artikel 27, § 1, van het Mestdecreet, een gedeelte van de desbetreffende nutriëntenemissierechten NER-DR worden overgedragen met een minimum van 200 NER-D en dient de uitbating van deze diersoort niet te worden stopgezet. § 2. In afwijking van artikel 31, § 3, eerste zin, van het Mestdecreet, moeten bij een overname van nutriëntenemissierechten, van het type NER-DA steeds alle nutriëntenemissierechten van de betrokken landbouwer van het type NER-DA, worden overgedragen en dient de betrokken landbouwer de uitbating van de diersoorten 4° PAARDEN en 5° ANDERE, als vermeld in artikel 27, § 1, van het Mestdecreet, te hebben stopgezet. Art. 11. De overgang van nutriëntenemissierechten door erfopvolging alsmede verdelingen tussen erfgenamen die hiervan het gevolg zijn, worden niet als een overname beschouwd in de zin van het Mestdecreet. Afdeling II. — De overname van nutriëntenemissierechten Art. 12. Nutriëntenemissierechten worden overgenomen door aanvraag tot overname aan de Mestbank. De overnemende landbouwer dient per aangetekende zending een aanvraag tot overname bij de Mestbank in te dienen met volgende gegevens : 1° naam, adres en identificatiegegevens van de overlatende landbouwer alsmede naam, adres en identificatiegegevens van de overnemende landbouwer, met in beide gevallen vermelding van het rijksregisternummer indien het om een natuurlijke persoon gaat en vermelding van het ondernemingsnummer indien het om een rechtspersoon gaat; 2° de soort nutriëntenemissierechten die worden overgelaten, gespecificeerd volgens diersoort, zijnde NER-DR, NER-DV, NER-DP of NER-DA. Indien de aanvraag tot overname betrekking heeft op een gedeelte van de nutriëntenemissierechten NER-DR van de overlatende landbouwer, dient eveneens het aantal NER-DR dat wordt overgelaten vermeld te worden; 3° de vermelding of hij zich al dan niet beroept op de mogelijkheden als vermeld in artikel 34, § 1, 2°, van het Mestdecreet om nutriëntenemissierechten over te nemen zonder annulering met 25 %;

56089

56090

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 4° een ondertekende verklaring van de overlatende landbouwer waarin hij bevestigt het aantal NER-D, gespecificeerd volgens diersoort, als vermeld onder 2°, te willen overlaten aan de overnemende landbouwer, vermeld onder 1°; 5° indien de overnemende landbouwer nutriëntenemissierechten wenst over te nemen in het kader van een eerste installatie als bedrijf zonder reductie met 25 % als bedoeld in artikel 34, § 1, 2°, a), van het Mestdecreet, dient bijkomend een verklaring op eer te worden toegevoegd waarbij de overnemende landbouwer verklaart dat noch door de overnemende landbouwer zelf, noch door een bij de overnemende landbouwer betrokken persoon, een als hinderlijk ingedeelde veeteeltinrichting als bedoeld onder rubriek DIEREN 9.3 tot en met 9.8 van bijlage 1 bij het Vlarem I, persoonlijk of middels een rechtspersoon is geëxploiteerd; 6° indien de overnemende landbouwer een personenvennootschap is die met toepassing van artikel 34, § 1, 2°, c), van het Mestdecreet nutriëntenemissierechten wenst over te nemen zonder reductie met 25 %, dient bijkomend een kopie van de oprichtingsakte van deze personenvennootschap te worden toegevoegd, evenals een kopie van alle wijzigingsakten tot op de datum van de aanvraag samen met een kopie van het meest recente register van aandelen; 7° tenzij gebruik wordt gemaakt van de uitzondering als voorzien in artikel 10, § 1, een verklaring vanwege de overlater van de nutriëntenemissierechten dat hij het houden van dieren van de diersoort of van de diersoorten waarop de over te dragen nutriëntenemissierechten betrekking hebben, definitief heeft stopgezet op het ogenblik als vermeld door de overlater en de overnemer in 9°; 8° indien de overlater of de overnemende landbouwer uit verschillende exploitanten bestaat, een overzicht van de verschillende exploitanten, met vermelding, voor elk van deze exploitanten, van de naam, het adres en het rijksregisternummer indien het om een natuurlijke persoon gaat en het ondernemingsnummer indien het om een rechtspersoon gaat, evenals, per exploitant, de identificatiegegevens van de exploitatie die door de betreffende exploitant worden geëxploiteerd; 9° de datum waarop de overname van de nutriëntenemissierechten ingaat : deze datum kan ten vroegste worden vastgesteld 90 dagen na ontvangst van de aanvraag tot overname door de Mestbank, tenzij gebruik wordt gemaakt van de regeling als vermeld in artikel 18 in welk geval de datum van de overname kan worden vastgesteld vanaf 1 januari 2007. De verklaring, als vermeld in het tweede lid, 4°, dient ondertekend te zijn : 1° hetzij door al de exploitanten die deel uitmaken van de landbouwer; 2° hetzij door de landbouwer zelf. In dit geval dient bij de aanvraag eveneens een document worden gevoegd waaruit blijkt dat de landbouwer bevoegd is om beslissingen te nemen, in naam van al de exploitanten die deel uitmaken van de landbouwer. Onder een bij de overnemende landbouwer betrokken persoon, als vermeld in het tweede lid, 5°, wordt verstaan : 1° al de exploitanten die deel uitmaken van de overnemende landbouwer; 2° indien de overnemende landbouwer een rechtspersoon is, eenieder die juridisch aansprakelijk is voor die rechtspersoon of die een leidinggevende functie in die rechtspersoon bekleedt; 3° indien een van de exploitanten die deel uitmaken van de overnemende landbouwer een rechtspersoon is, eenieder die juridisch aansprakelijk is voor die rechtspersoon of die een leidinggevende functie in die rechtspersoon bekleedt. De Mestbank kan een modelformulier vaststellen voor de aanvraag tot overname van nutriëntenemissierechten als vermeld in het tweede lid. Art. 13. In uitvoering van artikel 31, § 2, eerste lid, van het Mestdecreet, betreffende de berekening van de mestafzet van het bedrijf, is de aanvraag slechts ontvankelijk indien voor het bedrijf waarvan nutriëntenemissierechten overgedragen worden, de aangiftes als vermeld in artikel 23, § 1, van het Mestdecreet, betreffende de drie kalenderjaren voorafgaand aan het kalenderjaar van de datum waarop de overname van de nutriëntenemissierechten dient in te gaan, als vermeld in artikel 12, tweede lid, 9°, bij de Mestbank zijn ingediend. Indien een van de drie kalenderjaren voorafgaand aan de datum waarop de overname van de nutriëntenemissierechten dient in te gaan, productiejaar 2004, 2005 of 2006 betreft, dan dient voor dat productiejaar aan de aangifteplicht te zijn voldaan conform artikel 3 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen. Art. 14. Binnen 30 kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot overname van de nutriëntenemissierechten, als vermeld in artikel 12, meldt de Mestbank per aangetekende zending, aan de overnemer en de overlater of de aanvraag volledig en ontvankelijk is. Bij ontstentenis van kennisgeving binnen deze termijn wordt de aanvraag als volledig en ontvankelijk beschouwd. De Mestbank stelt de overnemer en de overlater binnen 60 kalenderdagen nadat de aanvraag tot overname van de nutriëntenemissierechten volledig en ontvankelijk is bevonden als vermeld in het eerste lid, per aangetekende zending in kennis van de nutriëntenemissierechten, gespecificeerd volgens diersoort, die zullen worden overgenomen. Art. 15. De overname van de nutriëntenemissierechten en de mogelijke reducties op grond van artikelen 19 en 20 en op grond van artikel 34, § 1, 1°, van het Mestdecreet, gaan in op de datum, zoals aangegeven door de overnemer en de overlater in de aanvraag tot overname, tenzij : 1° binnen 30 kalenderdagen na de verzending van de kennisstelling per aangetekende zending bij de Mestbank door de overnemer of de overlater gemeld wordt dat hij afziet van de overname van de nutriëntenemissierechten, waarna de aanvraag tot overname van de nutriëntenemissierechten geacht wordt nooit te zijn gedaan; 2° beroep wordt ingesteld binnen 30 kalenderdagen op grond van artikel 16. Een beroep op grond van artikel 16, sluit de mogelijkheid om te melden dat men afziet van de overname van de nutriëntenemissierechten, als vermeld in 1°, uit. Art. 16. De overnemer of de overlater kan, tenzij gemeld is dat hij afziet van de overname van de nutriëntenemissierechten, als vermeld in artikel 15, 1°, binnen 30 kalenderdagen na verzending van de kennisstelling van overname door de Mestbank bij aangetekende zending beroep aantekenen bij de minister tegen de beslissing van de Mestbank. De minister dient binnen 90 kalenderdagen een beslissing te nemen.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 17. De overname van de nutriëntenemissierechten en de mogelijke reducties op grond van artikelen 19 en 20 en op grond van artikel 34, § 1, 1°, van het Mestdecreet, gaan in op de datum, zoals aangegeven door de overnemer en de overlater in de aanvraag tot overname, tenzij binnen 30 kalenderdagen na verzending van de beslissing van de minister, als vermeld in artikel 16, per aangetekende zending bij de minister door de overnemer of de overlater gemeld wordt dat hij afziet van de overname van de nutriëntenemissierechten, waarna de aanvraag tot overname van de nutriëntenemissierechten geacht wordt nooit te zijn gedaan. Art. 18. In afwijking van artikel 15, eerste zin, en in afwijking van artikel 17, eerste zin, geldt dat de overname van de nutriëntenemissierechten en de mogelijke reducties op grond van artikel 19 en 20 en op grond van artikel 34, § 1, 1°, van het Mestdecreet, ingaan op de datum zoals aangegeven in de beslissing van de Mestbank of indien beroep is ingesteld, zoals aangegeven in de beslissing van de minister, wanneer de aanvraag tot overname van nutriëntenemissierechten voldoet aan de volgende twee voorwaarden : 1° de melding heeft betrekking op een overname die plaatsvond tijdens het kalenderjaar 2007; 2° de melding is ingediend uiterlijk op 31 maart 2008. De datum van de overname van de nutriëntenemissierechten als vermeld in het eerste lid gaat ten vroegste in op 1 januari 2007. Afdeling III. — Reducties naar aanleiding van de overname Art. 19. In uitvoering van artikel 31, § 2, eerste lid, van het Mestdecreet, onderzoekt de Mestbank naar aanleiding van de aanvraag tot overname op grond van artikel 34, § 1, 1° of 2°, van het Mestdecreet, of de mestafzet van het overlatend bedrijf over de 3 kalenderjaren voorafgaand aan de datum waarop de overname van de nutriëntenemissierechten ingaat, als vermeld in artikel 12, tweede lid, 9°, overeenkomstig de bepalingen van het Mestdecreet is geschied. De Mestbank bepaalt hiervoor de mestbalans van het bedrijf voor het nutriënt P2O5, als vermeld in artikel 28, § 3, van het Mestdecreet. Indien de mestafzet 1 of meerdere kalenderjaren niet overeenkomstig de bepalingen van het Mestdecreet is geschied, dan worden de over te nemen nutriëntenemissierechten op de volgende wijze verminderd : 1° het aantal kg P2O5 dat niet is afgezet conform het Mestdecreet wordt voor elk van de drie kalenderjaren met toepassing van artikel 63, § 2, derde lid, van het Mestdecreet, vastgesteld; 2° het onder 1° bekomen getal wordt voor elk van de drie kalenderjaren uitgezet als percentage ten aanzien van het aantal kg P2O5 dat conform het Mestdecreet voor dat kalenderjaar had moeten worden afgezet; 3° er wordt een gemiddeld percentage vastgesteld voor de drie kalenderjaren waarvoor een percentage werd vastgesteld in toepassing van 2°; 4° de over te nemen nutriëntenemissierechten worden verminderd met het gemiddeld percentage als vermeld onder 3°. In afwijking van het eerste lid, 1°, wordt voor de kalenderjaren 2004, 2005 en 2006, de mestafzet van het bedrijf bepaald overeenkomstig artikel 82 van het Mestdecreet. Art. 20. In uitvoering van artikel 31, § 2, van het Mestdecreet, onderzoekt de Mestbank naar aanleiding van de melding van overname op grond van artikel 34, § 1, 1°, van het Mestdecreet, of een reductie van de nutriëntenemissierechten dient te worden doorgevoerd op grond van niet-ingevulde nutriëntenemissierechten. De Mestbank bepaalt hiertoe, voor het totaal van de nutriëntenemissierechten, zijnde de som van de nutriëntenemissierechten gespecificeerd volgens diersoort NER-DR, NER-DV, NER-DP en NER-DA, voor elk van de drie kalenderjaren voorafgaand aan de datum waarop de overname van de nutriëntenemissierechten ingaat, het percentage niet-ingevulde nutriëntenemissierechten. Dit percentage niet-ingevulde nutriëntenemissierechten wordt, per kalenderjaar, berekend als volgt : X = 100 * [1 – (I/T)], Waarbij : X : het percentage niet-ingevulde nutriëntenemissierechten. Dit percentage is minstens 0; I : het aantal ingevulde nutriëntenemissierechten voor alle diersoorten samen. Dit aantal wordt bepaald door voor het betrokken kalenderjaar te bepalen hoeveel dieren op het bedrijf gehouden werden, overeenkomstig de aangifte, als vermeld in artikel 23 van het Mestdecreet. De aldus bepaalde dierenaantallen, gespecificeerd per diercategorie, worden vervolgens, vermenigvuldigd met de overeenkomstige nutriëntenemissierechten, als vermeld in artikel 30, § 3, van het Mestdecreet. T : het aantal nutriëntenemissierechten dat aan de betrokken landbouwer, in het betreffende kalenderjaar, toegekend is, zijnde de som van NER-DR, NER-DV, NER-DP en NER-DA. In afwijking van het tweede lid, wordt voor de productiejaren 2004, 2005 en 2006, - het getal I berekend op grond van de aangifte als vermeld in artikel 3 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen voor de vaststelling van het aantal gehouden dieren en op grond van de Bijlage bij het Mestdecreet voor de omrekening van de gehouden dieren naar de betreffende soort nutriëntenemissierechten. - Het getal T gelijkgesteld met de som van de nutriëntenhaltes die voor dat jaar toegekend waren aan de inrichtingen van het bedrijf omgerekend op grond van de Bijlage bij het Mestdecreet naar nutriëntenemissierechten. Per soort nutriëntenemissierechten die men wenst over te dragen, wordt voor de bepaling van het aantal niet-ingevulde nutriëntenemissierechten, het gemiddelde van de drie getallen X, als vermeld in het tweede lid, vermenigvuldigd met het aantal nutriëntenemissierechten van de betreffende soort die men wenst over te dragen. Per soort nutriëntenemissierechten wordt het aantal nutriëntenemissierechten dat men wenst over te dragen, verminderd met de niet-ingevulde nutriëntenemissierechten. De reductie op grond van niet-ingevulde nutriëntenemissierechten wordt in uitvoering van artikel 31, § 2, van het Mestdecreet, slechts toegepast indien desgevallend na een reductie op grond van artikel 19 en op grond van artikel 34, § 1, 1°, van het Mestdecreet, nog steeds niet-ingevulde nutriëntenemissierechten overblijven ten aanzien van de over te dragen nutriëntenemissierechten zoals aangegeven in de melding van overdracht.

56091

56092

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD HOOFDSTUK V. — Overname van nutriëntenemissierechten zonder annulering met 25 %. Art. 21. In uitvoering van artikel 34, § 1, 2°, a), van het Mestdecreet kan de landbouwer in het kader van een eerste installatie opteren voor bedrijfsontwikkeling zonder annulering met 25 % van de nutriëntenemissierechten indien : 1° alle nutriëntenemissierechten van slechts één bepaald bedrijf worden overgenomen; 2° de overname door een natuurlijke persoon of door een personenvennootschap gebeurt; 3° noch door de overnemende landbouwer zelf, noch door een bij de overnemende landbouwer betrokken persoon, een als hinderlijk ingedeelde veeteeltinrichting als bedoeld onder rubriek DIEREN 9.3 tot en met 9.8 van bijlage 1 bij het Vlarem I, persoonlijk of middels een rechtspersoon is geëxploiteerd; Onder een bij de overnemende landbouwer betrokken persoon, als vermeld in het eerste lid, 4°, wordt verstaan : 1° al de exploitanten die deel uitmaken van de overnemende landbouwer; 2° indien de overnemende landbouwer een rechtspersoon is, eenieder die juridisch aansprakelijk is voor die rechtspersoon of die een leidinggevende functie in die rechtspersoon bekleedt; 3° indien een van de exploitanten die deel uitmaken van de overnemende landbouwer een rechtspersoon is, eenieder die juridisch aansprakelijk is voor die rechtspersoon of die een leidinggevende functie in die rechtspersoon bekleedt. Art. 22. § 1. Als de landbouwer nutriëntenemissierechten overneemt zonder annulering, in uitvoering van artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet, worden de 25 % nutriëntenemissierechten die de landbouwer jaarlijks dient te verwerken, uitgedrukt in een X aantal te verwerken kilogram N, waarbij X berekend wordt als volgt : X = 25 % * (0,75 * aantal overgenomen NER-DR + 0,65 * aantal overgenomen NER-DV + 0,64 * aantal overgenomen NER-DP + 0,66 * aantal overgenomen NER-DA) De landbouwer dient dit aantal kilogram N reeds in het jaar van de overname te verwerken in verhouding tot het aantal dagen waarvoor overeenkomstige NER-D zijn toegekend. § 2. De bijkomende verwerkingsplicht van het bedrijf op grond van artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet vervalt het kalenderjaar nadat de totaliteit van de op grond van artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet overgenomen nutriëntenemissierechten verder zijn overgedragen. § 3. De landbouwer kan aan de bijkomende verwerkingsplicht van het bedrijf op grond van artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet definitief voldoen, door alsnog de overeenkomstige 25 % van de door hem op grond van artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet, overgenomen nutriëntenemissierechten te laten annuleren. De nutriëntenemissierechten worden geannuleerd vanaf 1 januari van het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de landbouwer aan de Mestbank gemeld heeft dat hij alsnog de overeenkomstige 25 % van de door hem op grond van artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet, overgenomen nutriëntenemissierechten, wil laten annuleren. De mestverwerkingsplicht vervalt vanaf het kalenderjaar waarin de nutriëntenemissierechten met 25 % zijn geannuleerd. Art. 23. Als de landbouwer nutriëntenemissierechten NER-DR overneemt in het kader van een overdracht van melkquotum wordt de hoeveelheid NER-DR die de landbouwer, in uitvoering van artikel 34, § 1, 2°, e), van het Mestdecreet, maximaal kan overnemen zonder annulering bepaald door de overgedragen hoeveelheid melkquotum, uitgedrukt in kg, te vermenigvuldigen met 0,030. Als er meer nutriëntenemissierechten NER-DR worden overgedragen, als vermeld in het eerste lid, of als er nutriëntenemissierechten van de soort NER-DV, NER-DP of NER-DA worden overgedragen, zijn voor de overname van die nutriëntenemissierechten de bepalingen, als vermeld in artikel 34, § 1, 1° en 2°, a), b), c), en d), van het Mestdecreet, van toepassing. HOOFDSTUK VI. — Nutriëntenemissierechten en milieuvergunningen Art. 24. § 1. In uitvoering van artikel 31, § 3, van het Mestdecreet, zendt de Mestbank een afschrift van de beslissing, als vermeld in artikel 14, of artikel 16, naar de milieuvergunningsverlenende overheden die bevoegd zijn over het bedrijf van de overlater van de nutriëntenemissierechten. De betrokken milieuvergunningsverlenende overheden heffen, ieder wat hun bevoegdheid betreft, de milieuvergunning of het gedeelte van de milieuvergunning op met betrekking tot de inrichtingen en de diersoort die het voorwerp zijn van de overname van de nutriëntenemissierechten uitgedrukt in NER-DR, NER-DV, NER-DP of NER-DA, of passen de milieuvergunning aan indien de exploitatie van de overgenomen nutriëntenemissierechten zal plaatsvinden op dezelfde locatie als de locatie waarop de milieuvergunning betrekking heeft. De milieuvergunningsverlenende overheden zenden onverwijld aan de Mestbank een afschrift van het opheffingsbesluit of van de melding van overname van de milieuvergunning. § 2. De regeling voorzien in § 1 is niet van toepassing in de uitzonderingssituatie als vermeld in artikel 10, § 1. Art. 25. § 1. De landbouwer die gebruik wenst te maken van de mogelijkheid als vermeld in artikel 47, § 2, eerste lid, 1°, van het Mestdecreet, meldt de tijdelijke stopzetting van de exploitaties of van de delen van de exploitaties van het bedrijf, per aangetekende zending, aan de Mestbank, binnen twee jaar na aanvang van de tijdelijke stopzetting. Deze melding vermeldt : 1° de exploitaties of delen van de exploitatie die zijn stopgezet; 2° de afgeleverde milieuvergunningen die betrekking hebben op deze tijdelijk stop te zetten exploitaties of delen van exploitaties; 3° de datum waarop de exploitaties of delen van exploitaties zijn stopgezet. § 2. De landbouwer die de exploitatie van tijdelijke stopgezette exploitaties of delen van exploitaties heeft hernomen, meldt dit, zonder uitstel, per aangetekende zending, aan de Mestbank. Deze melding vermeldt : 1° de exploitaties of delen van de exploitatie die zijn hernomen; 2° de afgeleverde milieuvergunningen die betrekking hebben op de tijdelijk stopgezette exploitaties of delen van exploitaties; 3° de datum waarop de exploitaties of delen van exploitaties zijn hernomen. Deze datum is ten laatste 5 kalenderjaren na de datum van stopzetting, als vermeld in § 1, 3°. § 3. Indien de melding van herneming van de tijdelijke stopgezette exploitaties of delen van exploitaties, niet binnen 5 kalenderjaren na de datum van stopzetting, als vermeld in § 1, 3°, aan de Mestbank is overgemaakt, worden de dienovereenkomstige nutriëntenemissierechten van rechtswege geannuleerd.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Indien al de tot het bedrijf behorende exploitaties of delen van exploitaties tijdelijk zijn stopgezet en de landbouwer niet binnen 5 kalenderjaren na de datum van stopzetting, als vermeld in § 1, 3°, een melding van herneming van al zijn tot het bedrijf behorende exploitaties of delen van exploitaties aan de Mestbank heeft overgemaakt, dan zijn de dienovereenkomstige nutriëntenemissierechten die van rechtswege geannuleerd worden al de aan deze landbouwer toegekende nutriëntenemissierechten. Indien niet al de tot het bedrijf behorende exploitaties of delen van exploitaties tijdelijk zijn stopgezet of indien de landbouwer de exploitatie slechts heeft hernomen op een gedeelte van de tot het bedrijf behorende exploitaties of delen van exploitaties, dan betreffen de dienovereenkomstige nutriëntenemissierechten die van rechtswege geannuleerd worden slechts een gedeelte van de aan deze landbouwer toegekende nutriëntenemissierechten. Het gedeelte van de aan deze landbouwer toegekende nutriëntenemissierechten, dat van rechtswege geannuleerd wordt, is het aantal nutriëntenemissierechten, gespecificeerd volgens diersoort, dat overeenkomt met het aantal standplaatsen, per diercategorie, dat volgens de laatste aangifte, ingediend voor de stopzetting, op de tijdelijk stopgezette exploitaties of delen van exploitaties, aanwezig was, vermenigvuldigd met de overeenkomstige nutriëntenemissierechten, per diercategorie, als vermeld in de tabel in artikel 30, § 3, van het Mestdecreet. § 4. De nutriëntenemissierechten als bedoeld in § 3 zijn van rechtswege geannuleerd, 5 kalenderjaren na de datum als vermeld in § 1, 3°. § 5. De Mestbank neemt akte van de annulatie als bedoeld in § 4 en brengt de betrokken landbouwer bij aangetekende zending op de hoogte van de nutriëntenemissierechten die op grond van dit artikel zijn geannuleerd. § 6. In uitvoering van artikel 32 van het Mestdecreet, kan de landbouwer bij de minister beroep aantekenen tegen de in § 5 vermelde aktename. Het beroep is ontvankelijk indien dit bij aangetekende zending gebeurt, binnen 30 kalenderdagen na verzending van de beslissing als vermeld in § 4. De minister dient binnen 90 kalenderdagen na ontvangst van het beroep bij aangetekende zending een beslissing te nemen. HOOFDSTUK VII. — Bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking Afdeling I. — Bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking, ingeval aan de voorwaarde, als vermeld in artikel 35, eerste lid, 1°, eerste lid, van het Mestdecreet, voldaan is Art. 26. Opdat de nutriëntenbalans in het Vlaamse Gewest in evenwicht zou zijn en dit ook zou blijken uit een significante verbetering van de resultaten van de metingen van de relevante parameters, als vermeld in artikel 35, eerste lid, 1°, eerste lid, van het Mestdecreet, dient ondermeer nagegaan te worden of de resultaten van de metingen van de nitraatconcentraties in het oppervlaktewater en in het grondwater, significant verbeterd zijn. Afdeling II. — Bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking, ingeval aan de voorwaarde, als vermeld in artikel 35, eerste lid, 1°, eerste lid, van het Mestdecreet, niet voldaan is Art. 27. § 1. Wanneer in een bepaald kalenderjaar niet voldaan is aan de voorwaarde, als vermeld in artikel 35, eerste lid, 1°, eerste lid, van het Mestdecreet, doch er is in dat kalenderjaar overeenkomstig de door de Mestbank uitgereikte mestverwerkingscertificaten, in Vlaanderen meer dan 13 miljoen kg N verwerkt, kunnen landbouwers aan bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking doen. De landbouwer dient hiervoor, vanaf 1 januari 2008, bij aangetekende zending een aanvraag in bij de centrale directie van de Mestbank te Brussel. In deze aanvraag vermeldt de landbouwer : 1° het aantal dieren, gespecificeerd per diercategorie, waarmee de betrokken landbouwer zijn bedrijf wil uitbreiden; 2° het adres en het exploitatienummer van de exploitatie waar de landbouwer de uitbreiding wil realiseren; 3° in geval de dieren, als vermeld in 1°, dieren zijn van de diersoorten 1° RUNDEREN, 2° VARKENS, of 3° PLUIMVEE, het type stal waarin de betrokken dieren zullen worden gehouden, als vermeld in artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 2007 tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen. Indien het betrokken bedrijf het kalenderjaar voorgaand aan het jaar van aanvraag, als vermeld in het eerste lid, samen met één of meerdere andere bedrijven een bedrijfsgroep vormde, die mestverwerkingsplichtig was, als vermeld in artikel 29 van het Mestdecreet, dient bij de aanvraag eveneens een verklaring, ondertekend door de verschillende landbouwers die in dat kalenderjaar deel uitmaakten van de betrokken bedrijfsgroep, gevoegd te worden, waarin al deze landbouwers verklaren akkoord te gaan met de geplande uitbreiding. § 2. In uitvoering van artikel 35, eerste lid, 1°, tweede lid, van het Mestdecreet, dient het bedrijf van de betrokken landbouwer, in het kalenderjaar voorgaand aan het jaar van aanvraag, als vermeld in § 1, eerste lid, deel uitgemaakt te hebben van een bedrijfsgroep die aan haar mestverwerkingsplicht, als vermeld in artikel 29, heeft voldaan en dient het bedrijf daarenboven 25 % van de netto-uitbreiding verwerkt te hebben. De 25 % van de netto-uitbreiding die het bedrijf verwerkt dient te hebben bovenop de verwerkingsplicht, wordt bepaald door : 1° het aantal dieren, gespecificeerd per diercategorie, waarmee de betrokken landbouwer zijn bedrijf wil uitbreiden, als aangegeven in de aanvraag, vermeld in § 1, tweede lid, 1°, per diercategorie, te vermenigvuldigen met de overeenkomstige forfaitaire uitscheidingsnormen, voor wat betreft de N-uitscheiding, als vermeld in artikel 27, § 1, van het Mestdecreet, 2° het resultaat van de berekening, als vermeld in 1°, is de bruto-uitbreiding. Deze bruto-uitbreiding, dient vervolgens omgerekend te worden naar de netto-uitbreiding, op basis van de berekeningsmethode, als vermeld in artikel 11 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 2007 tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen; 3° het resultaat van de berekening, als vermeld in 2°, is de netto-uitbreiding. Deze netto-uitbreiding, dient gesommeerd te worden per diersoort en tenslotte door 4 gedeeld te worden. § 3. De Mestbank kijkt na of het betrokken bedrijf in het kalenderjaar voorgaand aan het jaar van aanvraag, als vermeld in § 1, eerste lid, deel uitgemaakt heeft van een bedrijfsgroep die aan haar mestverwerkingsplicht, als vermeld in artikel 29, heeft voldaan en of het betrokken bedrijf daarenboven 25 % van de netto-uitbreiding verwerkt heeft, door verwerking afkomstig van het eigen bedrijf. Al de mestverwerkingscertificaten die de bedrijfsgroep waartoe het betrokken bedrijf behoort of de bedrijven die tot deze bedrijfsgroep behoren, bezitten op het moment van de aanvraag, als vermeld in § 1, en die betrekking hebben op mest die in het kalenderjaar voorgaand aan het jaar van aanvraag, als vermeld in § 1, eerste lid, verwerkt werd, worden onoverdraagbaar vanaf het moment van de aanvraag. In afwijking van het eerste lid, worden, wanneer de aanvraag ingediend werd vóór 1 juli, de mestverwerkingscertificaten pas onoverdraagbaar vanaf 1 juli.

56093

56094

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Wanneer de bedrijfsgroep waartoe het betrokken bedrijf behoort en de bedrijven die tot deze bedrijfsgroep behoren, op het moment van de aanvraag meer mestverwerkingscertificaten bezitten, dan nodig om te voldoen aan de mestverwerkingsplicht van artikel 29 van het Mestdecreet en aan de verwerking van de 25 % van de netto-uitbreiding, dan kan de landbouwer die de aanvraag, als vermeld in § 1, heeft ingediend, aan de Mestbank meedelen welke mestverwerkingscertificaten gebruikt zullen worden om te voldoen aan de mestverwerkingsplicht van artikel 29 van het Mestdecreet en aan de verwerking van de 25 % van de netto-uitbreiding. De overige mestverwerkingscertificaten worden terug overdraagbaar vanaf de datum van de aangetekende zending, als vermeld in § 7. § 4. De Mestbank kijkt tevens na of het bedrijf dat, in uitvoering van artikel 35 van het Mestdecreet, wil uitbreiden geen nutriëntenemissierechten heeft overgedragen. § 5. Indien verschillende bedrijven die tot dezelfde bedrijfsgroep behoren, willen uitbreiden, in uitvoering van artikel 35 van het Mestdecreet, worden, bij het nazicht of er voldoende mest verwerkt werd, overeenkomstig de mestverwerkingscertificaten die de betrokken bedrijven of de betrokken bedrijfsgroep bezitten, de aanvragen beoordeeld en in voorkomend geval de mestverwerkingscertificaten toegewezen, in volgorde van ontvangst van de aanvraag bij de Mestbank. Indien een of meerdere bedrijven die tot dezelfde bedrijfsgroep behoren nutriëntenemissierechten hebben overgenomen, zonder annulering en mits verwerking van 25 %, als vermeld in artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet, wordt, bij het nazicht of er voldoende mest verwerkt werd overeenkomstig de mestverwerkingscertificaten die de betrokken bedrijven of de bedrijfsgroep bezitten, eerst de mestverwerkingsplicht van artikel 29 van het Mestdecreet beoordeeld en in voorkomend geval worden de overeenkomstige mestverwerkingscertificaten toegewezen, vervolgens wordt de bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking, als vermeld in artikel 35 van het Mestdecreet, beoordeeld en in voorkomend geval worden de overeenkomstige mestverwerkingscertificaten toegewezen, en tenslotte wordt de overname van nutriëntenemissierechten, zonder annulering en mits verwerking van 25 %, als vermeld in artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet, beoordeeld en in voorkomend geval worden de overeenkomstige mestverwerkingscertificaten toegewezen. § 6. Bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking, als vermeld in artikel 35 van het Mestdecreet, is enkel mogelijk wanneer al de bedrijven die tot dezelfde bedrijfsgroep behoren als het bedrijf dat wil groeien, tijdig voldaan hebben aan hun aangifteplicht, als vermeld in artikel 23 van het Mestdecreet, voor wat betreft het productiejaar voorgaand aan het jaar van aanvraag, als vermeld in § 1, eerste lid. § 7. De Mestbank meldt, per aangetekende zending, binnen drie maanden, doch ten vroegste op 1 augustus van het kalenderjaar waarin de aanvraag is gebeurd aan de betrokken landbouwer of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden, als vermeld in dit artikel en in artikel 35 van het Mestdecreet. Bij de beoordeling van de aanvraag kijkt de Mestbank ondermeer of het bedrijf minstens ten belope van het resultaat van de deling, als vermeld in § 2, 3°, mestverwerkingscertificaten bezit die betrekking hebben op mest die het voorgaande kalenderjaar verwerkt werd, en die : 1° ofwel door de Mestbank aan de bedrijfsgroep waartoe het bedrijf behoort zijn toegekend voor de export van mest afkomstig van het eigen bedrijf; 2° ofwel door de Mestbank aan de bedrijfsgroep waartoe het bedrijf behoort zijn toegekend voor de verwerking van mest afkomstig van het eigen bedrijf; 3° ofwel door de Mestbank zijn toegekend aan een derde die, overeenkomstig de transportdocumenten, opgemaakt in uitvoering van de artikelen 48 tot en met 60 van het Mestdecreet, van het bedrijf in het betrokken kalenderjaar dierlijke mest, geproduceerd op het bedrijf heeft ontvangen, eveneens ten belope van het resultaat van de deling, als vermeld in artikel 27, § 2, 3°. Art. 28. § 1. Indien het bedrijf dat in het jaar X zijnde het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar van de aanvraag, deel uitmaakte van een bedrijfsgroep die aan zijn mestverwerkingsplicht, als vermeld in artikel 29 van het Mestdecreet, heeft voldaan en daarenboven 25 % van de gevraagde netto-uitbreiding heeft verwerkt, kent de Mestbank vanaf het jaar X +1, zijnde het jaar van de aanvraag de gevraagde niet-overdraagbare nutriëntenemissierechtenmestverwerking toe aan de betrokken landbouwer. § 2. In het jaar X + 1, het jaar X + 2 : 1° dient de bedrijfsgroep waartoe het bedrijf dat wenst uit te breiden behoort, aan zijn mestverwerkingsplicht van het netto-stikstofoverschot, als vermeld in artikel 29 van het Mestdecreet, te hebben voldaan; 2° en dient het bedrijf dat wenst uit te breiden, 25 % van de gevraagde netto-uitbreiding, als berekend overeenkomstig artikel 27, § 2, te hebben verwerkt; 3° en dient het bedrijf dat wenst uit te breiden, de mestproductie afkomstig van de in het betrokken kalenderjaar gerealiseerde uitbreiding te hebben verwerkt. § 3. Vanaf het jaar X + 3 moet jaarlijks : 1° door de bedrijfsgroep waartoe het bedrijf dat wenst uit te breiden behoort, aan zijn mestverwerkingsplicht van het netto-stikstofoverschot, als vermeld in artikel 29 van het Mestdecreet, worden voldaan; 2° en door het bedrijf dat wenst uit te breiden, 25 % van de gevraagde netto-uitbreiding, als berekend overeenkomstig artikel 27, § 2, worden verwerkt; 3° en door het bedrijf dat wenst uit te breiden, de bijkomende mestproductie ten belope van de aangevraagde uitbreiding worden verwerkt. § 4. Indien in jaar X + 1, jaar of het jaar X + 2 de mestverwerking, als vermeld in § 2, niet is gebeurd, worden al de aan het bedrijf toegekende nutriëntenemissierechten-mestverwerking op het einde van het volgende kalenderjaar, geannuleerd. Indien in jaar X + 1 of een volgend kalenderjaar, nutriëntenemissierechten overgedragen zijn, die niet kaderen in een bedrijfsovername van het volledige bedrijf, worden al de aan het bedrijf toegekende nutriëntenemissierechtenmestverwerking geannuleerd. Een annulering, als vermeld in het eerste of het tweede lid, gaat in op 1 januari van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar, waarin : 1° hetzij de mestverwerking, als vermeld in § 2, niet is gebeurd in geval het betreffende kalenderjaar, jaar X + 1, jaar X + 2 of jaar X + 3, is; 2° hetzij nutriëntenemissierechten overgedragen zijn, die niet kaderen in een bedrijfsovername van het volledige bedrijf.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD § 5. Vanaf het jaar X + 4 geldt de regeling, als vermeld in deze paragraaf. Om te bepalen dat voldoende mest verwerkt is, om te voldoen aan de voorwaarden, vermeld in § 3, gaat de Mestbank jaarlijks na of het bedrijf, nadat de nodige mestverwerkingscertificaten zijn toegewezen om te voldoen aan de voorwaarden, vermeld in § 3, 1° en 2°, nog mestverwerkingscertificaten bezit ten belope van de aangevraagde uitbreiding die betrekking hebben op mest die het voorgaande kalenderjaar verwerkt werd, en die : 1° ofwel door de Mestbank aan de bedrijfsgroep waartoe het bedrijf behoort zijn toegekend voor de export van mest afkomstig van het eigen bedrijf en van de diersoort waartoe de in de aanvraag, als vermeld in artikel 27, vermelde diercategorieën behoren; 2° ofwel door de Mestbank aan de bedrijfsgroep waartoe het bedrijf behoort zijn toegekend voor de verwerking van mest afkomstig van het eigen bedrijf en van de diersoort waartoe de in de aanvraag, als vermeld in artikel 27, vermelde diercategorieën behoren; 3° ofwel door de Mestbank zijn toegekend aan een derde die, overeenkomstig de transportdocumenten, opgemaakt in uitvoering van de artikelen 48 tot en met 60 van het Mestdecreet, van het bedrijf in het betrokken kalenderjaar dierlijke mest geproduceerd op het bedrijf en afkomstig van de diersoort waartoe de in de aanvraag, als vermeld in artikel 27, vermelde diercategorieën behoren, heeft ontvangen. Indien het bedrijf niet het aantal mestverwerkingscertificaten, als vermeld in het tweede lid, bezit, dan worden alle of een gedeelte van het aantal aan het bedrijf toegekende nutriëntenemissierechten-mestverwerking definitief geannuleerd. Het aantal aan het bedrijf toegekende nutriëntenemissierechten-mestverwerking dat definitief geannuleerd wordt, wordt berekend als volgt : X = [(de nodige MVC verminderd met de MVC die men bezit) gedeeld door de nodige MVC] en vermenigvuldigd met het aantal toegekende NER-MVW, Waarbij : X = het aantal aan het bedrijf toegekende nutriëntenemissierechten-mestverwerking, als vermeld in § 1, dat definitief geannuleerd wordt; de nodige MVC = het aantal mestverwerkingscertificaten dat het bedrijf nodig heeft om te voldoen aan de voorwaarde, als vermeld in § 3, 3°; de MVC die men bezit = het aantal mestverwerkingscertificaten dat het bedrijf, nadat de nodige mestverwerkingscertificaten zijn toegewezen om te voldoen aan de voorwaarden, vermeld in § 3, 1° en 2°, nog bezit die betrekking hebben op mest die het voorgaande kalenderjaar verwerkt werd, en die voldoen aan een van de drie voorwaarden, als vermeld in het tweede lid, 1°, 2° of 3°; het aantal toegekende NER-MVW : het aantal aan het bedrijf toegekende nutriëntenemissierechtenmestverwerking, als vermeld in § 1. Een annulering, als vermeld in het derde lid, gaat in op 1 januari van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar, waarvoor het bedrijf, niet over het aantal mestverwerkingscertificaten, als vermeld in het tweede lid, beschikt. § 6. In uitvoering van artikel 35, eerste lid, 4°, van het Mestdecreet en van artikel 28 § 3, 2e lid, zendt de Mestbank, wanneer aan het bedrijf toegekende nutriëntenemissierechten-mestverwerking geannuleerd worden overeenkomstig § 4 of § 5, een kopie van haar beslissing naar de milieuvergunningsverlenende overheden die bevoegd zijn over de exploitatie waar de landbouwer, overeenkomstig de aanvraag, de uitbreiding realiseert. De betrokken milieuvergunningsverlenende overheden heffen, ieder wat hun bevoegdheid betreft, de milieuvergunning of het gedeelte van de milieuvergunning op met betrekking tot de inrichtingen en de diersoort of diersoorten, vermeld in de aanvraag. De milieuvergunningsverlenende overheden zenden onverwijld een afschrift van het opheffingsbesluit aan de Mestbank. Art. 29. § 1. De landbouwer kan, tegen elke beslissing aangaande bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking, bezwaar indienen bij het afdelingshoofd van de Mestbank. § 2. Het bezwaar, als vermeld in § 1, is ontvankelijk indien dit bij aangetekende zending gebeurt, binnen 30 kalenderdagen na verzending van de betrokken beslissing. § 3. Het afdelingshoofd van de Mestbank stelt de indiener van het bezwaar bij aangetekende zending in kennis van haar beslissing binnen 90 kalenderdagen na ontvangst van het bezwaar. § 4. Het bezwaar, als vermeld in het eerste lid, schorst de betrokken beslissing niet. Art. 30. § 1. De landbouwer kan, tegen elke beslissing van het afdelingshoofd van de Mestbank, als vermeld in artikel 29, § 3, beroep aantekenen bij de minister. § 2. Het beroep, als vermeld in § 1, is ontvankelijk indien dit bij aangetekende zending gebeurt, binnen 30 kalenderdagen na verzending van de betrokken beslissing. § 3. De minister stelt de indiener van het beroep bij aangetekende zending in kennis van zijn beslissing binnen 90 kalenderdagen na ontvangst van het beroep. § 4. Het bezwaar, als vermeld in het eerste lid, schorst de betrokken beslissing niet. HOOFDSTUK VIII. — Slotbepalingen Art. 31. De artikelen 30, § 6, 31 en 34 van het Mestdecreet treden in werking op 1 januari 2007. De artikelen 35 tot en met 37 van het Mestdecreet treden in werking op de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad. Art. 32. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Brussel, 7 september 2007. De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister voor Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, H. CREVITS

56095

56096

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2007 — 4324

[C − 2007/36918]

7 SEPTEMBRE 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand concernant l’attribution, l’utilisation et la reprise de droits d’émission d’éléments nutritionnels et concernant le développement de l’entreprise après traitement d’engrais avéré Le Gouvernement flamand, Vu l’article 20 de la loi spéciale du 8 août 1980; Vu le décret du 22 décembre 2006 concernant la protection des eaux contre la pollution par les nitrates à partir de sources agricoles, notamment les articles 30, 31, 32, 34, § 1er, 35, 39, 47, § 2, 88, § 1er, 1°; Vu l’avis de l’Inspection des Finances, rendu le 13 juillet 2007; Vu l’avis 43.490/1/V du Conseil d’Etat, donné le 16 août 2007, en application de l’article 84, § 1, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de la Ministre flamande des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature; Après délibération, Arrête : CHAPITRE Ier. — Dispositions générales Article 1er. Dans le présent arrêté, on entend par Ministre : le Ministre flamand compétent pour l’Environnement. CHAPITRE II. — Attribution des droits d’émission d’éléments nutritionnels Section Ire. — Attribution initiale Art. 2. En application de l’article 30 du Décret sur les engrais, des droits d’émission d’éléments nutritionnels sont attribués à chaque agriculteur concerné, exprimés en NER-DR, NER-DV, NER-DP et NER-DA. La Mestbank calcule les droits d’émission d’éléments nutritionnels sur la base de l’Annexe au Décret sur les engrais et les attribue. La Mestbank procède à cette attribution par le biais d’un envoi recommandé à l’intention de l’agriculteur concerné. Art. 3. En application de l’article 32 du Décret sur les engrais, l’agriculteur peut introduire un recours auprès du Ministre contre la décision visée à l’article 2 concernant la conversion correcte des teneurs en éléments nutritionnels en droits d’émissions d’éléments nutritionnels. Le recours est recevable s’il est effectué par envoi recommandé, et ce dans les 30 jours calendaires après envoi de la décision telle que définie à l’article 2. Le Ministre est tenu de prendre une décision dans les 90 jours calendaires à compter de la réception du recours par envoi recommandé. Art. 4. § 1er. En application de l’article 30, § 2, dernier alinéa, du Décret sur les engrais, le producteur, tel que mentionné dans le décret du 23 janvier 1991 relatif à la protection de l’environnement contre la pollution due aux engrais, peut déposer une objection auprès de la Mestbank s’il juge que les teneurs en éléments nutritionnels de son exploitation ou d’une partie de son exploitation doivent être attribuées à l’agriculteur différemment qu’elles ne l’ont été sur la base de l’article 2. § 2. L’objection telle que mentionnée sous § 1erer est recevable si elle est effectuée par envoi recommandé, et ce dans les 30 jours calendaires à compter de l’envoi de la décision telle que mentionnée à l’article 2. Après réception de cette objection, la Mestbank transmet, par envoi recommandé, une copie de ladite objection à l’agriculteur concerné auquel sont attribuées les teneurs en éléments nutritionnels pour le calcul des droits d’émission, comme indiqué à l’article 2. L’agriculteur concerné peut formuler ses remarques par écrit à la Mestbank dans les 30 jours calendaires à compter de l’envoi par la Mestbank de la copie de l’objection, comme indiqué au deuxième alinéa. La Mestbank transmet sa décision à l’auteur de l’objection et aux agriculteurs concernés par sa décision, et ce par envoi recommandé dans les 90 jours calendaires à compter de la réception de l’objection. § 3. Si la Mestbank accepte l’objection complètement ou en partie, elle attribue dans une seule et même décision les teneurs en éléments nutritionnels et, sur la base de ces dernières, les droits d’émission calculés. § 4. Les droits d’émission d’éléments nutritionnels qui sont attribués à un agriculteur sur la base de cet article sont considérés comme attribués à compter du 1er janvier 2007. Art. 5. § 1er. En application de l’article 32 du Décret sur les engrais, le producteur ou les agriculteurs concernés, tels que définis à l’article 4, § 2, dernier alinéa, peuvent introduire un recours auprès du Ministre contre la décision visée à l’article 4, § 3. § 2. Le recours est uniquement recevable s’il est effectué par envoi recommandé, dans les 30 jours calendaires à compter de l’envoi de la décision susmentionnée. Après réception de cet appel, le Ministre transmet par envoi recommandé une copie dudit recours à l’agriculteur ou au producteur concerné par la décision visée à l’article 4, § 3. L’agriculteur ou le producteur concernés, comme indiqué au deuxième alinéa, peuvent faire parvenir leurs remarques par écrit au Ministre dans les 30 jours calendaires à compter de l’envoi par le Ministre de la copie du recours, comme indiqué au deuxième alinéa. Le Ministre informe de sa décision par envoi recommandé l’auteur du recours et l’agriculteur ou le producteur concernés par la décision. Une copie du recours est envoyée par envoi recommandé, comme indiqué au deuxième alinéa, dans les 90 jours calendaires après réception du recours. § 3. Si le Ministre accepte complètement ou en partie le recours, il attribue dans une seule et même décision les teneurs en éléments nutritionnels et, sur la base de ces derniers, les droits d’émission calculés. § 4. Les droits d’émission d’éléments nutritionnels qui sont attribués à un agriculteur sur la base de cet article sont considérés comme attribués à compter du 1er janvier 2007.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Section II. — Requalification Art. 6. § 1er. En application de l’article 30, § 2, deuxième alinéa, du Décret sur les engrais, l’agriculteur peut déposer une demande pour requalifier les droits d’émission attribués sur la base de l’article 2, article 4, § 3, ou de l’article 5, § 3, spécifiés par espèce animale, en un autre type de droits d’émission, comme indiqué dans l’Annexe du Décret sur les engrais. § 2. Pour entrer en considération dans la demande telle qu’énoncée au § 1er, la demande ne peut avoir aucune relation avec les droits d’émission repris sur la base de l’article 34, § 1er, du Décret sur les engrais. § 3. Si la condition telle que définie au § 2 est remplie, l’agriculteur peut demander que les droits d’émission soient requalifiés en un ou plusieurs autres types de droits d’émission. La « Mestbank » requalifie sur demande : 1° soit la totalité des NER-D attribués à l’entreprise en application de l’article 2 selon la proportion des espèces animales pour autant qu’elles soient élevées conformément à la somme des déclarations d’animaux au niveau de l’entreprise de l’année de production 2004, l’année de production 2005 ou l’année de production 2006; 2° soit une partie des droits d’émission d’éléments nutritionnels attribués sur la base de l’article 2, qui ont été attribués sur la base d’une espèce animale qui ne correspond plus à l’espèce animale pour laquelle une adaptation du permis d’environnement a été obtenue entre le 1er janvier 2005 et le 31 décembre 2007. La requalification s’effectue selon la proportion des espèces animales dans le permis d’environnement délivré. Pour le calcul de cette proportion, le nombre d’animaux par catégorie d’animaux du permis d’environnement attribué est multiplié par la valeur correspondante de NER-D conformément à l’annexe du Décret sur les engrais. § 4. La demande est déposée par envoi recommandé auprès de la « Mestbank » et comporte les données suivantes : 1° nom, adresse et données d’identification de l’agriculteur, avec mention du numéro de registre national s’il s’agit d’une personne physique et mention du numéro d’entreprise s’il s’agit d’une personne morale; 2° si l’agriculteur demande une requalification sur la base des années de production ou sur la base d’un permis d’environnement adapté; 3° le cas échéant, l’année de production sur laquelle l’agriculteur souhaite que la « Mestbank » base la requalification des droits d’émission d’éléments nutritionnels, soit 2004, 2005 ou 2006. § 5. Les droits d’émission d’éléments nutritionnels qui sont requalifiés sur la base de cet article en un autre type de droits d’émission sont considérés requalifiés dans cette espèce animale à compter du 1er janvier 2007. § 6. La demande est recevable jusqu’à 6 mois après envoi soit de l’envoi recommandé concernant l’attribution des droits d’émission comme indiqué à l’article 2, soit de l’envoi recommandé tel que défini à l’article 4, § 2, si les droits d’émission sont attribués sur la base d’une objection auprès de la « Mestbank », soit de l’envoi recommandé tel que défini à l’article 5, § 2, si les droits d’émission sont attribués par le Ministre sur la base d’un recours. Art. 7. § 1er. Les droits d’émission d’éléments nutritionnels limitent le nombre d’animaux de chaque espèce animale qui peuvent être présents sur une entreprise au nombre d’animaux d’une espèce animale déterminée qui correspond au nombre d’animaux de l’espèce tel qu’indiqué sur la fiche de calcul des teneurs en éléments nutritionnels. § 2. En application de l’article 30, § 5, du Décret sur les engrais, l’agriculteur a également la liberté, dans les limites des droits d’émission, d’élever l’espèce animale qu’il préfère ou d’apporter des modifications dans cette même espèce animale. Chaque type de droits d’émission NER-DR, NER-DV, NER-DP of NER-DA donne le droit d’élever une ou plusieurs espèces animales telles que définies à l’article 27, § 1er, du Décret sur les engrais. § 3. En application de l’article 30, § 5 et § 6, du Décret sur les engrais, et avant la mise en application de l’amende telle que définie à l’article 63, § 4, du Décret sur les engrais, la « Mestbank » applique une conversion automatique des droits d’émission selon le tableau suivant : NER-DR

NER-DV

NER-DP

NER-DA

NER-DR

1

1

1

1

NER-DV

1

1

1

1

NER-DP

1

1

1

1

NER-DA

1

1

1

1

§ 4. La conversion automatique définie au § 3 ne modifie pas les droits d’émission attribués sur la base de l’article 30 du Décret sur les engrais spécifiés par espèce animale, soit NER-DR, NER-DV, NER-DP et NER-DA. § 5. En application de l’article 39 du Décret sur les engrais et en dérogation aux § 2, § 3 et § 4, la conversion automatique des droits d’émission par la « Mestbank » n’est pas autorisée au regard des éléments suivants : 1° droits d’émission repris par une entreprise sur la base de l’article 34, § 1er, 1°, du Décret sur les engrais, avec annulation à concurrence de 25 %; 2° droits d’émission repris sur la base de l’article 34, § 1er, 2°, d), du Décret sur les engrais, avec traitement à concurrence de 25 %; 3° droits d’émission repris sur la base de l’article 34, § 1er, 2°, e), du Décret sur les engrais, dans le cadre d’un transfert de quota laitier; 4° tous les droits d’émission de l’entreprise susmentionnée qui sont du même type que ceux repris comme indiqué aux points 1° à 3° inclus; 5° tous les droits d’émission qui, sur la base de l’article 34 § 1er, 2°, a), sont repris dans le cadre d’une première installation qui ne satisfait pas aux conditions de premier établissement telles que définies à l’article 10 de l’arrêté du Gouvernement flamand du 24 novembre 2000 concernant les aides aux investissements et à l’installation dans l’agriculture, tel que modifié. En application de l’article 39 du Décret sur les engrais et en dérogation aux § 2, § 3 et § 4, la conversion automatique des droits d’émission de l’entreprise cédante n’est pas autorisée selon l’espèce animale qui est cédée par l’entreprise cédante en application de l’article 34, § 1er du Décret sur les engrais, et ce au regard de tous les droits d’émission de l’entreprise cédante, à moins que les droits d’émission transmis concernent l’espèce NER-DR et que tous les droits d’émission de cette espèce ne soient pas transmis. Les animaux d’une certaine espèce animale qui ne sont pas élevés avec le type de droits d’émission spécifié selon l’espèce animale, soit NER-DR, NER-DV, NER-DP ou NER-DA, qui concerne cette espèce animale, sont considérés élevés sans l’attribution de droits d’émission à l’exemple de l’article 39, dernier alinéa, du Décret sur les engrais.

56097

56098

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD § 6. En dérogation au § 5, la conversion automatique des droits d’émission en droits d’émission NER-DA est toujours possible. Art. 8. L’agriculteur dont l’entreprise, pendant une année donnée, a une production d’engrais animal, calculée conformément à l’article 23, § 1er, 1°, a), du Décret sur les engrais, qui est inférieure à 300 kg de P2O5, est exempté pour cette année des dispositions concernant les droits d’émission relatifs à la limitation de la production d’engrais animal. CHAPITRE IV. — Reprise des droits d’émission Section Ier. — Limitations Art. 9. § 1er. En application de l’article 31, § 1er et § 3, du Décret sur les engrais, les droits d’émission par espèce animale doivent être transmis dans leur intégralité et avec un nombre minimal de droits d’émission dans la demande de reprise comme indiqué à l’article 12, qui correspond à au moins 200 droits d’émission d’une espèce animale donnée calculée conformément à l’article 30, § 3, du Décret sur les engrais. § 2. La partie cédante de droits d’émission peut soit céder les droits d’émission d’une espèce animale donnée à un agriculteur, soit céder les droits d’émission d’une certaine espèce animale à plusieurs agriculteurs. Si les droits d’émission sont cédés à différents agriculteurs, pour chacune des parties à céder, il convient de déposer une demande telle que définie à l’article 12. La deuxième demande et les suivantes sont uniquement recevables si la date de dépôt tombe dans l’année suivant le dépôt de la première demande. § 3. La partie cédante est tenue, soit pour la transmission de l’ensemble des droits d’émission, soit pour la première transmission d’une partie des droits d’émission à céder pour une espèce animale donnée, d’avoir arrêté définitivement l’élevage de cette espèce animale. Tous les droits d’émission d’un type donné qui sont transmis ne peuvent plus être utilisés par la partie cédante pour l’élevage d’animaux à partir de la première transmission telle qu’indiquée au § 2. Art. 10. § 1er. En dérogation à l’article 9 et en dérogation à l’article 31, § 3, première phrase, du Décret sur les engrais, pour l’espèce animale 1° BOVINS telle qu’indiquée à l’article 27, § 1er du Décret sur les engrais, une partie des droits d’émission NER-DR y afférents peut être transmise avec un minimum de 200 NER-D et l’exploitation de cette espèce animale ne doit pas être arrêtée. § 2. En dérogation à l’article 31, § 3, première phrase, du Décret sur les engrais, en cas de reprise des droits d’émission de type NER-DA, tous les droits d’émission de l’agriculteur concerné du type NER-DA doivent toujours être transmis et l’agriculteur concerné doit avoir arrêté l’exploitation des espèces animales 4° CHEVAUX et 5° AUTRES, comme indiqué à l’article 27, § 1er, du Décret sur les engrais. Art. 11. La transmission de droits d’émission par succession ainsi que la répartition entre les héritiers qui en découle ne sont pas considérés comme une reprise au sens du Décret sur les engrais. Section II. — Reprise de droits d’émission d’éléments nutritionnels Art. 12. Les droits d’émission sont repris par le biais d’une demande de reprise à la « Mestbank ». L’agriculteur repreneur doit formuler par envoi recommandé une demande de reprise auprès de la « Mestbank » en indiquant les données suivantes : 1° nom, adresse et données d’identification de l’agriculteur cédant ainsi que nom, adresse et données d’identification de l’agriculteur repreneur, avec dans les deux cas mention du numéro de registre national s’il s’agit d’une personne physique et du numéro d’entreprise s’il s’agit d’une personne morale; 2° types de droits d’émission qui sont cédés, spécifiés selon l’espèce animale, soit NER-DR, NER-DV, NER-DP of NER-DA. Si la demande de reprise concerne une partie des droits d’émission NER-DR de l’agriculteur cédant, il convient également d’indiquer le nombre de NER-DR transmis; 3° indiquer s’il en appelle ou non aux possibilités telles qu’indiquées à l’article 34, § 1er, 2°, du Décret sur les engrais pour reprendre les droits d’émission sans annulation à concurrence de 25 %; 4° déclaration signée de l’agriculteur cédant où il confirme vouloir céder le nombre de NER-D, spécifiés par espèce animale, comme indiqué sous 2°, à l’agriculteur repreneur, indiqué sous 1°; 5° si l’agriculteur repreneur souhaite reprendre des droits d’émission dans le cadre d’une première installation comme entreprise sans réduction à concurrence de 25 % comme indiqué à l’article 34, § 1er, 2°, a), du Décret sur les engrais, il convient également d’ajouter une déclaration sur l’honneur où l’agriculteur repreneur déclare que ni l’agriculteur repreneur proprement dit, ni une personne concernée par l’agriculteur repreneur n’exploitent ni à titre personnel ni par le biais d’une personne morale une exploitation de bétail considérée comme une installation incommodante telle que visée sous la rubrique ANIMAUX 9.3 à 9.8 inclus de l’annexe 1 du Vlarem I; 6° si l’agriculteur repreneur est une société de personnes qui souhaite reprendre des droits d’émission en application de l’article 34, § 1er, 2°, c), du Décret sur les engrais sans réduction à concurrence de 25 %, il convient également d’ajouter une copie de l’acte de création de cette société de personnes, ainsi qu’une copie de tous les actes de modification jusqu’à la date de demande, ainsi qu’une copie du plus récent registre des parts; 7° sauf s’il est fait utilisation de l’exception telle que prévue à l’article 10, § 1er, une déclaration au nom de la partie cédante des droits d’émission selon laquelle elle a arrêté définitivement l’élevage d’animaux de l’espèce animale ou des espèces animales concernées par les droits d’émission à transmettre, au moment tel qu’indiqué par la partie cédante et la partie prenante sous 9°; 8° si l’agriculteur repreneur ou cédant se compose de différents exploitants, un aperç u des différents exploitants, avec mention, pour chacun de ces exploitants, du nom, adresse et numéro de registre national s’il s’agit d’une personne physique et du numéro d’entreprise s’il s’agit d’une personne morale, ainsi que, par exploitant, les données d’identification des exploitations exploitées par les exploitants concernés; 9° la date à laquelle a lieu la reprise des droits d’émission : cette date peut au plus tôt être établie 90 jours après réception de la demande de reprise par la « Mestbank », sauf s’il est fait utilisation du règlement tel qu’indiqué à l’article 18, dans ce cas la date de la reprise peut être établie à compter du 1er janvier 2007. La déclaration, comme indiquée au deuxième alinéa, 4°, doit être signée : 1° soit par les exploitants qui font partie de l’agriculteur; 2° soit par l’agriculteur proprement dit. Dans ce cas, un document doit également être joint à la demande, où il apparaît que l’agriculteur est compétent pour prendre des décisions, au nom de tous les exploitants qui font partie de l’agriculteur.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Par une personne concernée par l’agriculteur repreneur, telle qu’indiquée au deuxième alinéa, 5°, on entend : 1° tous les exploitants qui font partie de l’agriculteur repreneur; 2° si l’agriculteur repreneur est une personne morale, toute personne juridiquement responsable pour cette personne morale ou qui exerce une fonction dirigeante au sein de la personne morale; 3° si l’un des exploitants qui font partie de l’agriculteur repreneur est une personne morale, toute personne juridiquement responsable pour la personne morale ou qui exerce une fonction dirigeante au sein de la personne morale. La « Mestbank » peut établir un modèle de formulaire pour la demande de reprise de droits d’émission comme indiqué au deuxième alinéa. Art. 13. En exécution de l’article 31, § 2, premier alinéa, du Décret sur les engrais, concernant le calcul de l’écoulement d’engrais de l’entreprise, la demande est uniquement recevable si, pour l’entreprise dont les droits d’émission sont transmis, les déclarations telles qu’indiquées à l’article 23, § 1er, du Décret sur les engrais, concernant les trois années calendaires précédant l’année calendaire de la date à laquelle la reprise des droits d’émission doit s’effectuer, comme indiqué à l’article 12, deuxième alinéa, 9°, sont déposées auprès de la « Mestbank ». Si l’une des trois années calendaires précédant la date à laquelle la reprise des droits d’émission doit s’effectuer concerne l’année de production 2004, 2005 ou 2006, il convient alors pour cette année de production de satisfaire au devoir de déclaration conformément à l’article 3 du décret du 23 janvier 1991 concernant la protection de l’environnement contre la pollution par les engrais. Art. 14. Dans les 30 jours calendaires après réception de la demande de reprise des droits d’émission, comme indiqué à l’article 12, la « Mestbank » notifie par envoi recommandé, à la partie cédante et à la partie prenante, si la ` défaut de communication dans ces délais, la demande est considérée comme demande est exhaustive et recevable. A exhaustive et recevable. La « Mestbank » informe la partie cédante et la partie prenante, dans les 60 jours calendaires après que la demande de reprise des droits d’émission ait été considérée comme exhaustive et recevable, comme indiqué au premier alinéa, par envoi recommandé, des droits d’émission, spécifiés par espèce animale, qui doivent être repris. Art. 15. La reprise des droits d’émission d’éléments nutritionnels et les possibles réductions sur la base des articles 19 et 20 et sur la base de l’article 34, § 1er, 1° du Décret sur les engrais commence à la date telle qu’indiquée par la partie prenante et la partie cédante dans la demande de reprise, sauf si : 1° dans les 30 jours calendaires après l’envoi de la notification par envoi recommandé à la « Mestbank », la partie prenante ou la partie cédante indique qu’elle renonce à la reprise de droits d’émission d’éléments nutritionnels, ce après quoi la demande de reprise de droits d’émission est considérée comme n’avoir jamais eu lieu; 2° un recours est introduit dans les 30 jours calendaires sur la base de l’article 16. Un appel sur la base de l’article 16 exclut la possibilité de notifier que l’on renonce à la reprise des droits d’émission d’éléments nutritionnels, comme indiqué sous 1°. Art. 16. La partie prenante ou la partie cédante peuvent, sauf s’il est notifié qu’elles renoncent à la reprise des droits d’émission, comme indiqué à l’article 15, 1°, dans les 30 jours calendaires après envoi de l’indication de reprise par la « Mestbank » par envoi recommandé, introduire un recours auprès du Ministre contre la décision de la « Mestbank ». Le Ministre est tenu de prendre une décision dans les 90 jours calendaires. Art. 17. La reprise des droits d’émission d’éléments nutritionnels et les possibles réductions sur la base des articles 19 et 20 et sur la base de l’article 34, § 1er, 1°, du Décret sur les engrais, commence à la date telle d’indiquée par la partie prenante et la partie cédante dans la demande de reprise, sauf si, dans les 30 jours calendaires après envoi de la décision du Ministre, comme indiqué à l’article 16, la partie prenante ou la partie cédante indique par envoi recommandé au Ministre qu’elle renonce à la reprise des droits d’émission, ce après quoi la demande de reprise des droits d’émission est considérée comme n’avoir jamais été effectuée. Art. 18. En dérogation à l’article 15, première phrase, et en dérogation à l’article 17, première phrase, il apparaît que la reprise des droits d’émission et les possibles réductions sur la base des articles 19 et 20 et sur la base de l’article 34, § 1er, 1°, du Décret sur les engrais, commencent à la date telle qu’indiquée dans la décision de la « Mestbank » ou, si un recours est introduit, comme indiqué dans la décision du Ministre, si la demande de reprise de droits d’émission satisfait aux deux conditions suivantes : 1° l’annonce concerne une reprise qui a lieu pendant l’année calendaire 2007; 2° l’annonce est déposée au plus tard le 31 mars 2008. La date de reprise des droits d’émission d’éléments nutritionnels telle qu’énoncée au premier alinéa sera au plus tôt le 1er janvier 2007. Section III. — Réductions consécutives à la reprise Art. 19. En exécution de l’article 31, § 2, premier alinéa, du Décret sur les engrais, la « Mestbank » examine, en raison de la demande de reprise sur la base de l’article 34, § 1er, 1° ou 2°, du Décret sur les engrais, si l’écoulement d’engrais de l’entreprise cédante, durant les trois années calendaires précédant la date de reprise des droits d’émission d’éléments nutritionnels, comme indiqué à l’article 12, deuxième alinéa, 9°, s’est déroulé conformément aux dispositions du Décret sur les engrais. La « Mestbank » détermine pour cela le bilan d’engrais de l’entreprise pour l’élément nutritionnel P2O5, comme indiqué à l’article 28, § 3, du Décret sur les engrais. Si l’écoulement d’engrais, durant une ou plusieurs années calendaires, n’a pas eu lieu conformément aux dispositions du Décret sur les engrais, les droits d’émission d’éléments nutritionnels sont réduits de la manière suivante : 1° le nombre de kg de P2O5, qui n’ont pas été écoulés conformément au Décret sur les engrais, sont établis pour chacune des années calendaires, en application de l’article 63, § 2, troisième alinéa, du Décret sur les engrais; 2° le nombre obtenu sous 1° est exprimé, pour chacune des trois années calendaires, en pourcentage par rapport au nombre de kg de P2O5 qui auraient dû être écoulés conformément au Décret sur les engrais pour cette année calendaire; 3° un pourcentage moyen est établi pour les trois années calendaires pour lesquelles un pourcentage a été établi en application de 2°;

56099

56100

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 4° les droits d’émission d’éléments nutritionnels à reprendre sont diminués du pourcentage moyen comme indiqué sous 3°. En dérogation au premier alinéa, 1°, pour les années calendaires 2004, 2005 et 2006, l’écoulement d’engrais de l’entreprise est établi conformément à l’article 82 du Décret sur les engrais. Art. 20. En exécution de l’article 31, § 2, du Décret sur les engrais, la « Mestbank » examine, suite à une notification de reprise sur la base de l’article 34, § 1er, 1°, du Décret sur les engrais, si une réduction des droits d’émission d’éléments nutritionnels, doit être appliquée sur la base des droits d’émission d’éléments nutritionnels non complétés. La « Mestbank » définit à cet effet, pour le total des droits d’émission d’éléments nutritionnels, c’est-à-dire la somme des droits d’émission d’éléments nutritionnels spécifiés par espèce animale NER-DR, NER-DV, NER-DP et NER-DA, pour chacune des trois années calendaires précédant la date de reprise des droits d’émission d’éléments nutritionnels, le pourcentage de droits d’émission d’éléments nutritionnels non complétés. Ce pourcentage de droits d’émission d’éléments nutritionnels non complétés est, pour chaque année calendaire, calculé comme suit : X = 100 * [1 – (I/T)], Où : X : le pourcentage de droits d’émission d’éléments nutritionnels non complétés. Ce pourcentage est d’au moins 0; I : le total de droits d’émission d’éléments nutritionnels complétés pour toutes les espèces animales cumulées. Ce nombre est établi en déterminant, pour l’année calendaire concernée, combien d’animaux étaient détenus sur l’exploitation, conformément à la déclaration visée à l’article 23 du Décret sur les engrais. Les nombres d’animaux établis, spécifiés par catégorie animale, sont ensuite multipliés par les droits d’émission d’éléments nutritionnels correspondants, comme indiqué à l’article 30, § 3, du Décret sur les engrais. T : le nombre de droits d’émission d’éléments nutritionnels attribués à l’agriculteur concerné, pour l’année calendaire concernée, soit la somme de NER-DR, NER-DV, NER-DP et NER-DA. En dérogation au deuxième alinéa, pour les années de production 2004, 2005 et 2006, - le nombre I est calculé sur la base de la déclaration indiquée à l’article 3 du décret du 23 janvier 1991 relatif à la protection de l’environnement contre la pollution due aux engrais pour la détermination du nombre d’animaux détenus et sur la base de l’Annexe au Décret sur les engrais pour la conversion des animaux détenus en types de droits d’émission d’éléments nutritionnels concernés. - le nombre T est assimilé à la somme des teneurs en éléments nutritionnels attribués durant l’année correspondante aux entités de l’entreprise, convertie sur la base de l’annexe du Décret sur les engrais en droits d’émission d’éléments nutritionnels. Par type de droits d’émission d’éléments nutritionnels que l’on souhaite transférer, pour établir le nombre de droits d’émission d’éléments nutritionnels non complétés, on multiplie la moyenne des trois nombres X, comme indiqué au deuxième alinéa, avec le nombre de droits d’émission d’éléments nutritionnels du type concerné que l’on souhaite transférer. Par type de droits d’émission d’éléments nutritionnels, on diminue le nombre de droits d’émission d’éléments nutritionnels que l’on souhaite transférer des droits d’émission d’éléments nutritionnels non complétés. La réduction sur la base des droits d’émission d’éléments nutritionnels non complétés n’est appliquée, en exécution de l’article 31, § 2, du Décret sur les engrais, que si, le cas échéant, après une réduction sur la base de l’article 19 et sur la base de l’article 34, § 1er, 1°, du Décret sur les engrais, il reste des droits d’émission d’éléments nutritionnels non complétés par rapport aux droits d’émission d’éléments nutritionnels à transférer, comme indiqué dans la notification de transfert. CHAPITRE V. — Reprise de droits d’émission d’éléments nutritionnels sans annulation de 25 %. Art. 21. En exécution de l’article 34, § 1er, 2°, a), du Décret sur les engrais, l’agriculteur, dans le cadre d’une première installation, peut opter pour un développement d’entreprise sans annulation à concurrence de 25 % des droits d’émission d’éléments nutritionnels si : 1° tous les droits d’émission d’éléments nutritionnels d’une seule exploitation déterminée sont repris; 2° la reprise est effectuée par une personne physique ou par une société de personnes; 3° une installation d’élevage considérée incommodante comme visé sous la rubrique ANIMAUX 9.3 à 9.8 de l’annexe 1re du Vlarem I n’est exploitée personnellement ou par le biais d’une personne morale ni par l’agriculteur repreneur lui-même, ni par une personne concernée par l’agriculteur repreneur; Par personne concernée par l’agriculteur repreneur, comme indiqué au premier alinéa, 4°, on entend : 1° tous les exploitants qui font partie de l’agriculteur repreneur; 2° si l’agriculteur repreneur est une personne morale, toute personne qui est juridiquement responsable de cette personne morale ou qui occupe une fonction dirigeante au sein de cette personne morale; 3° si l’un des exploitants qui font partie de l’agriculteur repreneur est une personne morale, toute personne qui est juridiquement responsable de cette personne morale ou qui occupe une fonction dirigeante au sein de cette personne morale; Art. 22. § 1er. Si l’agriculteur reprend des droits d’émissions d’éléments nutritionnels sans annulation, en exécution de l’article 34, § 1er, 2°, d), du Décret sur les engrais, les 25 % de droits d’émissions d’éléments nutritionnels que l’agriculteur doit traiter annuellement sont exprimés en un nombre X de kilogrammes N à traiter, où X est calculé comme suit : X = 25 % * (0,75 * nombre de NER-DR repris + 0,65 * nombre de NER-DV repris + 0,64 * nombre de NER-DP repris + 0,66 * nombre de NER-DA repris) L’agriculteur doit traiter ce nombre de kilogrammes N dès l’année de la reprise, par rapport au nombre de jours pour lesquels les NER-D correspondants ont été attribués. § 2. L’obligation de traitement complémentaire de l’entreprise sur la base de l’article 34, § 1er, 2°, d), du Décret sur les engrais prend fin l’année calendaire suivant l’année où la totalité des droits d’émission d’éléments nutritionnels repris sur la base de l’article 34, § 1er, 2°, d), du Décret sur les engrais ont été cédés.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD § 3. L’agriculteur peut répondre définitivement à l’obligation de traitement complémentaire de l’entreprise sur la base de l’article 34, § 1er, 2°, d), du Décret sur les engrais en faisant annuler les 25 % correspondants de droits d’émission d’éléments nutritionnels qu’il a repris sur la base de l’article 34, § 1er, 2°, d), du Décret sur les engrais. Les droits d’émission d’éléments nutritionnels sont annulés à partir du 1er janvier de l’année calendaire suivant l’année calendaire au cours de laquelle l’agriculteur a notifié à la « Mestbank » qu’il voulait faire annuler les 25 % correspondants de droits d’émission d’éléments nutritionnels qu’il a repris sur la base de l’article 34, § 1er, 2°, d), du Décret sur les engrais. L’obligation de traitement des engrais prend fin à partir de l’année calendaire où les droits d’émission d’éléments nutritionnels sont annulés à concurrence de 25 %. Art. 23. Si l’agriculteur reprend des droits d’émission d’éléments nutritionnels NER-DR dans le cadre d’un transfert de quota laitier, la quantité maximale de NER-DR que l’agriculteur peut reprendre sans annulation, en exécution de l’article 34, § 1er, 2°, e), du Décret sur les engrais, est déterminée en multipliant par 0,030 le montant du quota laitier transféré, exprimé en kg. Si davantage de droits d’émission d’éléments nutritionnels NER-DR sont transférés, comme indiqué au premier alinéa, ou si des droits d’émission d’éléments nutritionnels du type NER-DV, NER-DP ou NER-DA sont transférés, pour la reprise des droits d’émission d’éléments nutritionnels, ce sont les dispositions, telles qu’indiquées à l’article 34, § 1er, 1° et 2°, a), b), c) et d), du Décret sur les engrais qui s’appliquent. CHAPITRE VI. — Droits d’émission d’éléments nutritionnels et permis d’environnement er

Art. 24. § 1 . En exécution de l’article 31, § 3, du Décret sur les engrais, la « Mestbank » envoie une copie de la décision, comme indiqué à l’article 14 ou à l’article 16, aux autorités qui délivrent le permis d’environnements compétentes pour l’exploitation du cédant des droits d’émission d’éléments nutritionnels. Les autorités concernées qui délivrent les permis d’environnement, suspendent, chacune pour ce qui concerne ses compétences, le permis d’environnement ou la partie du permis d’environnement relative aux installations et à l’espèce animale qui font l’objet de la reprise des droits d’émission d’éléments nutritionnels exprimés en NER-DR, NER-DV, NER-DP ou NER-DA, ou adaptent le permis d’environnement si l’exploitation des droits d’émission d’éléments nutritionnels repris aura lieu dans la même localisation que la localisation concernée par le permis d’environnement. Les autorités délivrantes du permis d’environnement envoient immédiatement à la « Mestbank » une copie de l’arrêté de suspension ou de la notification de reprise du permis d’environnement. § 2. Le règlement prévu au § 1er ne s’applique pas dans la situation d’exception visée à l’article 10, § 1er. Art. 25. § 1er. L’agriculteur qui souhaite utiliser la possibilité indiquée à l’article 47, § 2, premier alinéa, 1°, du Décret sur les engrais, notifie la suspension temporaire des exploitations ou de parties des exploitations de l’entreprise, par envoi recommandé, à la « Mestbank », dans les deux ans suivant le début de la suspension temporaire. Cette notification précise : 1° les exploitations ou les parties d’exploitation qui sont suspendues; 2° les permis d’environnement délivrés relatifs aux exploitations ou aux parties d’exploitations temporairement suspendues; 3° la date à laquelle les exploitations ou les parties d’exploitations sont suspendues. § 2. L’agriculteur qui a repris l’exploitation d’exploitations ou de parties d’exploitations temporairement suspendues le notifie, sans délai, par envoi recommandé, à la « Mestbank ». Cette notification précise : 1° les exploitations ou les parties de l’exploitation qui sont suspendues; 2° les permis d’environnement délivrés relatifs aux exploitations ou aux parties d’exploitations temporairement suspendues; 3° la date à laquelle les exploitations ou les parties d’exploitations ont été reprises. Cette date se situe au plus tard 5 années calendaires après la date de cessation, visée au § 1er, 3°. § 3. Si la notification de reprise d’exploitations ou de parties d’exploitations temporairement suspendues n’est pas transmise à la « Mestbank » dans un délai de 5 années calendaires après la date de la suspension, telle qu’indiquée au § 1er, 3°, les droits d’émission d’éléments nutritionnels correspondants sont annulés de plein droit. Si toutes les exploitations ou parties d’exploitations appartenant à l’entreprise ont été temporairement suspendues et si l’agriculteur n’a pas transmis à la « Mestbank » dans un délai de 5 années calendaires après la date de la suspension, comme indiqué au § 1er, 3°, une notification de reprise de toutes les exploitations ou parties d’exploitations appartenant à l’entreprise, les droits d’émission d’éléments nutritionnels correspondants qui sont annulés de plein droit sont tous les droits d’émission d’éléments nutritionnels attribués à cet agriculteur. Si toutes les exploitations ou parties d’exploitations appartenant à l’entreprise n’ont pas été temporairement suspendues ou si l’agriculteur n’a repris l’exploitation que d’une partie des exploitations ou parties d’exploitations appartenant à l’entreprise, les droits d’émission d’éléments nutritionnels correspondants qui sont annulés de plein droit ne sont qu’une partie des droits d’émission d’éléments nutritionnels attribués à cet agriculteur. La partie des droits d’émission d’éléments nutritionnels attribués à cet agriculteur, annulée de plein droit, est le nombre de droits d’émission d’éléments nutritionnels, spécifiés par espèce animale, qui correspond au nombre d’emplacements, par catégorie animale, qui étaient présents selon la dernière déclaration, introduite avant la suspension, dans les exploitations ou parties d’exploitations temporairement suspendues, multiplié par les droits d’émission d’éléments nutritionnels correspondants, par catégorie animale, comme indiqué dans le tableau à l’article 30, § 3, du Décret sur les engrais. § 4. Les droits d’émission d’éléments nutritionnels visés au § 3 sont annulés de plein droit, 5 années calendaires après la date mentionnée au § 1er, 3°. § 5. La « Mestbank » prend acte de l’annulation comme précisé au § 4 et informe l’agriculteur concerné, par envoi recommandé, des droits d’émission d’éléments nutritionnels qui sont annulés sur la base de cet article. § 6. En exécution de l’article 32 du Décret sur les engrais, l’agriculteur peut introduire un recours auprès du Ministre contre la prise d’acte mentionnée au § 5. Le recours est recevable s’il est transmis par envoi recommandé, dans un délai de 30 jours calendaires après l’envoi de la décision visée au § 4. Le Ministre doit prendre une décision dans les 90 jours calendaires après réception du recours transmis par envoi recommandé.

56101

56102

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE VII. — Développement de l’entreprise après traitement d’engrais avéré Section Ire — Le développement de l’entreprise après traitement d’engrais avéré, dans le cas où la condition, telle qu’indiquée à l’article 35, premier alinéa, 1°, premier alinéa, du Décret sur les engrais, est remplie Art. 26. Pour que le bilan nutritionnel de la Région flamande soit en équilibre et pour que cela se traduise par une amélioration significative des résultats des mesures des paramètres pertinents, comme indiqué à l’article 35, premier alinéa, 1°, premier alinéa, du Décret sur les engrais, il faut notamment vérifier si les résultats des mesures des concentrations en nitrates dans les eaux de surface et dans les eaux souterraines se sont améliorés de manière significative. Section II. — Le développement de l’entreprise après traitement d’engrais avéré, dans le cas où la condition, telle qu’indiquée à l’article 35, premier alinéa, 1°, premier alinéa, du Décret sur les engrais, n’est pas remplie Art. 27. § 1er. Quand, lors d’une certaine année calendaire, la condition mentionnée à l’article 35, premier alinéa, 1°, premier alinéa, du Décret sur les engrais, n’est pas remplie, mais que, durant cette année calendaire, conformément aux certificats de traitement des engrais délivrés par la « Mestbank », plus de 13 millions de kg N ont été traités en Flandre, les agriculteurs peuvent procéder au développement de l’entreprise après traitement d’engrais avéré. L’agriculteur introduit à cet effet, à partir du 1er janvier 2008, une demande par envoi recommandé à la direction centrale de la « Mestbank » à Bruxelles. Dans cette demande, l’agriculteur mentionne : 1° le nombre d’animaux supplémentaires, spécifié par catégorie animale, que l’agriculteur concerné souhaite ajouter à son exploitation; 2° l’adresse et le numéro d’exploitation de l’exploitation où l’agriculteur souhaite réaliser l’extension; 3° dans le cas où les animaux, mentionnés sous 1°, sont des animaux des espèces animales 1° BOVINS, 2° PORCS ou 3° VOLAILLE, le type d’étable où les animaux concernés seront élevés, comme indiqué à l’article 11 de l’arrêté du Gouvernement flamand du 9 mars 2007 portant exécution du décret du 22 décembre 2006 concernant la protection des eaux contre la pollution par les nitrates à partir de sources agricoles. Si l’entreprise concernée, durant l’année calendaire précédant l’année de la demande, comme indiqué au premier alinéa, constituait un groupe d’entreprises avec une ou plusieurs entreprises, qui était soumis à une obligation de traitement des engrais, comme indiqué à l’article 29 du Décret sur les engrais, la demande doit être accompagnée d’une déclaration, signée par les différents agriculteurs qui faisaient partie durant cette année calendaire du groupe d’entreprises en question, où tous ces agriculteurs affirment leur accord avec l’extension prévue. § 2. En exécution de l’article 35, premier alinéa, 1°, deuxième alinéa, du Décret sur les engrais, l’entreprise de l’agriculteur concerné, durant l’année calendaire précédant l’année de la demande, comme indiqué au § 1er, premier alinéa, doit avoir fait partie d’un groupe d’entreprises qui a rempli son obligation de traitement des engrais, comme indiqué à l’article 29, et l’entreprise doit en plus avoir traité 25 % de l’extension nette. Les 25 % de l’extension nette que l’entreprise doit avoir traités en plus de son obligation de traitement sont déterminés par : 1° le nombre d’animaux, spécifiés par catégorie animale, que l’agriculteur concerné souhaite ajouter à son entreprise, comme indiqué dans la demande, visée au § 1er, deuxième alinéa, 1°, par catégorie animale, à multiplier par les normes d’excrétion forfaitaires correspondantes, en ce qui concerne les excrétions d’azote, comme indiqué à l’article 27, § 1er, du Décret sur les engrais, 2° le résultat du calcul, indiqué sous 1°, est l’extension brute. Cette extension brute, qui doit ensuite être traduite en extension nette, sur la base de la méthode de calcul, indiquée à l’article 11 de l’Arrêté du Gouvernement flamand du 9 mars 2007 portant exécution du décret du 22 décembre 2006 concernant la protection des eaux contre la pollution par les nitrates à partir de sources agricoles; 3° le résultat du calcul, indiqué sous 2°, est l’extension nette. Cette extension nette doit être totalisée par espèce animale et finalement divisée par 4. § 3. La « Mestbank » vérifie si l’entreprise concernée, durant l’année calendaire précédant l’année de la demande, comme indiqué au § 1er, premier alinéa, a fait partie d’un groupe d’entreprises qui a rempli son obligation de traitement des engrais, comme indiqué à l’article 29, et si l’entreprise a en plus traité 25 % de l’extension nette, au moyen d’un traitement issu de l’entreprise elle-même. Tous les certificats de traitement d’engrais que le groupe d’entreprises, auquel appartiennent l’entreprise ou les entreprises concernées, possède au moment de la demande, comme indiqué au § 1er, et qui se rapportent à l’engrais traité durant l’année calendaire précédant l’année de la demande, visée au § 1er, premier alinéa, sont incessibles à partir de la date de la demande. En dérogation au premier alinéa, quand la demande a été introduite avant le 1er juillet, les certificats de traitement des engrais ne deviennent incessibles qu’à partir du 1er juillet. Quand le groupe d’entreprises, auquel appartiennent l’entreprise ou les entreprises concernées, possède, au moment de la demande, davantage de certificats de traitement d’engrais que nécessaire pour répondre à l’obligation de traitement d’engrais de l’article 29 du Décret sur les engrais, et au traitement des 25 % de l’extension nette, l’agriculteur qui a introduit la demande, visée au § 1er, peut communiquer à la « Mestbank » quels certificats de traitement d’engrais seront utilisés pour répondre à l’obligation de traitement d’engrais de l’article 29 du Décret sur les engrais et au traitement des 25 % de l’extension nette. Les certificats de traitement d’engrais restants sont de nouveau cessibles à partir de la date de l’envoi recommandé, comme indiqué au § 7. § 4. La « Mestbank » vérifie également à chaque fois si l’entreprise qui souhaite s’étendre, en exécution de l’article 35 du Décret sur les engrais, n’a pas cédé de droits d’émission d’éléments nutritionnels. § 5. Si différentes entreprises appartenant au même groupe d’entreprises veulent s’étendre, en exécution de l’article 35 du Décret sur les engrais, les demandes, lors du contrôle pour savoir si suffisamment d’engrais a été traité, conformément aux certificats de traitement d’engrais que possède l’entreprise concernée ou le groupe d’entreprises concerné, seront examinées et, le cas échéant, les certificats de traitement d’engrais seront attribués, dans l’ordre de réception de la demande à la « Mestbank ».

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Si une ou plusieurs entreprises appartenant au même groupe d’entreprises ont repris des droits d’émission d’éléments nutritionnels, sans annulation et moyennant un traitement à concurrence de 25 %, comme indiqué à l’article 34, § 1er, 2°, d), du Décret sur les engrais, on évalue d’abord, lors du contrôle pour savoir si suffisamment d’engrais a été traité conformément aux certificats de traitement d’engrais détenus par les entreprises ou le groupe d’entreprises concernés, l’obligation de traitement d’engrais de l’article 29 du Décret sur les engrais et, le cas échéant, les certificats de traitement d’engrais correspondants sont attribués, puis on évalue le développement de l’entreprise après traitement d’engrais avéré, comme indiqué à l’article 35 du Décret sur les engrais et, le cas échéant, les certificats de traitement d’engrais correspondants sont attribués, et, enfin, on évalue la reprise des droits d’émission d’éléments nutritionnels, sans annulation et moyennant un traitement de 25 %, comme indiqué à l’article 34, § 1er, 2°, d), du Décret sur les engrais et, le cas échéant, les certificats de traitement d’engrais correspondants sont attribués. § 6. Le développement de l’entreprise après traitement d’engrais avéré, comme indiqué à l’article 35 du Décret sur les engrais, est uniquement possible si toutes les entreprises, qui appartiennent au groupe d’entreprises dont fait partie l’entreprise qui veut s’étendre, ont satisfait à temps à leur obligation de déclaration, comme indiqué à l’article 23 du Décret sur les engrais, pour ce qui concerne l’année de production précédant l’année de la demande, comme indiqué au § 1er, premier alinéa. § 7. La « Mestbank » signale, par envoi recommandé, dans les trois mois, mais au plus tôt le 1er août de l’année calendaire de la demande, à l’agriculteur concerné si la demande répond aux conditions, comme indiqué dans cet article et à l’article 35 du Décret sur les engrais. Lors de l’évaluation de la demande, la « Mestbank » examine notamment si l’entreprise possède au minimum un nombre de certificats de traitement d’engrais équivalent au résultat de la division indiquée au § 2, 3°, qui concernent de l’engrais qui a été traité l’année calendaire précédente, et qui : 1° soit sont attribués par la « Mestbank » au groupe d’entreprises auquel appartient l’entreprise, pour l’exportation d’engrais issu de l’entreprise elle-même; 2° soit sont attribués par la « Mestbank » au groupe d’entreprises auquel appartient l’entreprise, pour le traitement d’engrais issu de l’entreprise elle-même; 3° soit sont attribués par la « Mestbank » à un tiers qui, conformément aux documents de transport, établis en exécution des articles 48 à 60 du Décret sur les engrais, a reç u de l’entreprise, durant l’année calendaire concernée, des engrais animaux produits dans l’entreprise, également en quantité équivalente au résultat de la division, indiquée à l’article 27, § 2, 3°. Art. 28. § 1er. Si l’entreprise qui, durant l’année X, à savoir l’année calendaire précédant l’année calendaire de la demande, faisait partie d’un groupe d’entreprises qui a satisfait à son obligation de traitement d’engrais, comme indiqué à l’article 29 du Décret sur les engrais, et qui a de plus traité 25 % de l’extension nette demandée, la « Mestbank », à partir de l’année X+1, à savoir l’année de la demande, attribue à l’agriculteur concerné les droits d’émission d’éléments nutritionnels de traitement d’engrais incessibles demandés. § 2. Durant l’année X+1 et l’année X+2 : 1° le groupe d’entreprises auquel appartient l’entreprise qui souhaite s’étendre doit avoir satisfait à son obligation de traitement d’engrais de l’excédent net d’azote, comme indiqué à l’article 29 du Décret sur les engrais; 2° et l’entreprise qui souhaite s’étendre doit avoir traité 25 % de l’extension nette demandée, comme calculé conformément à l’article 27, § 2; 3° et l’entreprise qui souhaite s’étendre doit avoir traité la production d’engrais issue de l’extension réalisée durant l’année calendaire correspondante. § 3. A partir de l’année X+3, il faut, annuellement : 1° que le groupe d’entreprises auquel appartient l’entreprise qui souhaite s’étendre satisfasse à son obligation de traitement d’engrais de l’excédent net d’azote, comme indiqué à l’article 29 du Décret sur les engrais; 2° et que l’entreprise qui souhaite s’étendre traite 25 % de l’extension nette demandée, comme calculé conformément à l’article 27, § 2; 3° et que l’entreprise qui souhaite s’étendre traite la production d’engrais complémentaire équivalente à l’extension demandée. § 4. Si, durant l’année X+1, ou durant l’année X+2, le traitement d’engrais, comme indiqué au § 2, n’est pas effectué, tous les droits d’émission d’éléments nutritionnels de traitement d’engrais attribués à l’entreprise sont annulés à la fin de l’année calendaire suivante. Si, durant l’année X+1 ou lors d’une année calendaire suivante, des droits d’émission d’éléments nutritionnels sont cédés, qui ne cadrent pas avec une reprise d’entreprise de l’entreprise complète, tous les droits d’émission d’éléments nutritionnels de traitement d’engrais attribués à l’entreprise sont annulés. Une annulation, comme indiqué au premier ou au deuxième alinéa, prend effet le premier janvier de l’année calendaire suivant l’année calendaire où : 1° soit le traitement d’engrais, comme indiqué au § 2, n’a pas été effectué dans le cas où l’année calendaire concernée est l’année X+1, X+2 ou X+3; 2° soit des droits d’émission d’éléments nutritionnels sont transférés, qui ne cadrent pas avec une reprise d’entreprise de l’entreprise complète. § 5. A partir de l’année X+4, le règlement qui s’applique est celui mentionné dans ce paragraphe. Pour établir que suffisamment d’engrais a été traité pour répondre aux conditions, indiquées au § 3, la « Mestbank » vérifie annuellement si l’entreprise, après que les certificats de traitement d’engrais ont été attribués pour répondre aux conditions, visées au § 3, 1° et 2°, possède encore des certificats de traitement d’engrais en quantité équivalente à l’extension demandée, qui concernent l’engrais traité durant l’année calendaire précédente, et qui : 1° soit sont attribués par la « Mestbank » au groupe d’entreprises auquel appartient l’entreprise pour l’exportation d’engrais issu de l’entreprise elle-même et de l’espèce animale à laquelle appartiennent les catégories animales mentionnées dans la demande, comme indiqué à l’article 27; 2° soit sont attribués par la « Mestbank » au groupe d’entreprises auquel appartient l’entreprise pour le traitement d’engrais issu de l’entreprise elle-même et de l’espèce animale à laquelle appartiennent les catégories animales mentionnées dans la demande, comme indiqué à l’article 27;

56103

56104

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 3° soit sont attribués par la « Mestbank » à un tiers qui, conformément aux documents de transport, établis en exécution des articles 48 à 60 du Décret sur les engrais, a reç u de l’entreprise, durant l’année calendaire concernée, des engrais animaux produits dans l’entreprise et issus de l’espèce animale à laquelle appartiennent les catégories animales mentionnées dans la demande, comme indiqué à l’article 27. Si l’entreprise ne possède pas le nombre de certificats de traitement d’engrais, indiqué au deuxième alinéa, alors tout ou partie du nombre de droits d’émission d’éléments nutritionnels de traitement d’engrais attribués à l’entreprise sont définitivement annulés. Le nombre de droits d’émission d’éléments nutritionnels de traitement d’engrais attribués à l’entreprise qui sont définitivement annulés est calculé comme suit : X = [(les CTE nécessaires diminués du nombre de CTE que l’on possède) divisés par les CTE nécessaires] et multipliés par le nombre de NER-MVW attribués, Où : X = le nombre de droits d’émission d’éléments nutritionnels de traitement d’engrais attribués à l’entreprise, tels qu’indiqués au § 1er, qui sont définitivement annulés; Les CTE nécessaires = le nombre de certificats de traitement d’engrais dont l’entreprise a besoin pour répondre à la condition, visée au § 3, 3°; Les CTE que l’on possède = le nombre de certificats de traitement d’engrais que l’entreprise, après que les certificats de traitement d’engrais nécessaires ont été attribués pour répondre aux conditions, visées au § 3, 1° et 2°, possède encore et qui concernent l’engrais qui a été traité l’année calendaire précédente, et qui répondent à l’une des trois conditions, comme indiqué au deuxième alinéa, 1°, 2° ou 3°; Le nombre de NER-MVW attribués : le nombre de droits d’émission d’éléments nutritionnels de traitement d’engrais attribués à l’entreprise, comme indiqué au § 1er. Une annulation, comme indiqué au troisième alinéa, prend effet le 1er janvier de l’année calendaire suivant l’année calendaire pour laquelle l’entreprise ne dispose pas des certificats de traitement d’engrais, comme indiqué au deuxième alinéa. § 6. En exécution de l’article 35, premier alinéa, 4°, du Décret sur les engrais, et de l’article 28, § 3, deuxième alinéa, la « Mestbank » envoie, quand les droits d’émission d’éléments nutritionnels de traitement d’engrais attribués à l’entreprise sont annulés conformément au § 4 ou § 5, une copie de sa décision aux autorités délivrantes du permis d’environnement compétentes pour l’exploitation où l’agriculteur, conformément à la demande, réalise l’extension. Les autorités délivrantes du permis d’environnement, chacune en fonction de leurs compétences, suspendent le permis d’environnement ou la partie du permis d’environnement concernant les installations et l’espèce animale ou les espèces animales visées dans la demande. Les autorités délivrantes du permis d’environnement envoient immédiatement à la « Mestbank » une copie de l’arrêté de suspension. Art. 29. § 1er. L’agriculteur peut, contre chaque décision concernant le développement de l’entreprise après traitement d’engrais avéré, déposer une objection auprès du chef de division de la « Mestbank ». § 2. L’objection, visée au § 1er, est recevable si elle est transmise par envoi recommandé, dans un délai de 30 jours calendaires après l’envoi de la décision concernée. § 3. Le chef de division de la « Mestbank » notifie sa décision à la personne qui a déposé l’objection, par envoi recommandé et dans un délai de 90 jours calendaires après réception de ladite objection. § 4. L’objection, visée au premier alinéa, ne suspend pas la décision concernée. Art. 30. § 1er. L’agriculteur peut, contre chaque décision du chef de division de la « Mestbank », comme indiqué à l’article 29, § 3, introduire un recours auprès du Ministre. § 2. Le recours, comme indiqué au § 1er, est recevable s’il est transmis par envoi recommandé, dans un délai de 30 jours calendaires après l’envoi de la décision concernée. § 3. Le Ministre notifie sa décision à l’introducteur du recours, par envoi recommandé et dans un délai de 90 jours calendaires après réception du recours. § 4. Le recours, visé au premier alinéa, ne suspend pas la décision concernée. CHAPITRE VIII. — Dispositions finales Art. 31. Les articles 30, § 6, 31 et 34 du Décret sur les engrais entrent en vigueur le 1er janvier 2007. Les articles 35 à 37 du Décret sur les engrais entrent en vigueur le jour de la publication du présent arrêté au Moniteur belge. Art. 32. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.

Bruxelles, le 7 septembre 2007.

Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, K. PEETERS La Ministre flamande des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature, H. CREVITS

56105

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID N. 2007 — 4325

[C − 2007/36865]

12 OKTOBER 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering houdende de financiering van de sociale huisvestingsmaatschappijen voor de realisatie van sociale huurwoningen en de daaraan verbonden werkingskosten De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 38, gewijzigd bij het decreet van 24 maart 2006, en artikel 72, eerste lid, 3°, gewijzigd bij het decreet van 8 december 2000; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de Begroting, gegeven op 19 juli 2007; Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 16 augustus 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering; Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. — Definities Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° aanpasbare woning : woning die gebouwd is volgens de basisprincipes van aanpasbaar bouwen, zoals : a) alle woonfuncties bevinden zich op één niveau; b) er is voldoende circulatieruimte en er zijn bredere deuren om zelfstandig te kunnen manoeuvreren met een rolstoel; c) de woning is drempelloos en beschikt over een vlakke douche en een rolstoeltoegankelijk toilet; 2° appartement : woning in een gebouw waarin zich minimaal twee woningen in verschillende bouwlagen boven elkaar bevinden, en die geen duplex is; 3° departement : het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed; 4° duplex : woning in een gebouw waarin zich twee woningen in verschillende bouwlagen boven elkaar bevinden en waarvan iedere woning toegankelijk is via een gescheiden ingang of trap die uitgeeft op het openbare domein op het gelijkvloerse niveau; 5° eengezinswoning : woning in een gebouw of gedeelte van een gebouw waarin zich geen woningen in verschillende bouwlagen boven elkaar bevinden; 6° goede woning : bestaande woning waaraan hoogstens beperkte investeringen moeten worden gedaan voor ze ter beschikking kan worden gesteld als sociale huurwoning; 7° GSC : de gewestelijke sociale correctie; 8° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting; 9° referentiejaar : de periode van 1 januari tot en met 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de berekening van de GSC plaatsvindt; 10° rekening-courant van een SHM : de rekening bij de VMSW waarop de middelen van de SHM beheerd worden, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2005 houdende de regeling inzake het beheer van de eigen middelen van de sociale huisvestingsmaatschappijen door de VMSW; 11° schattingsprijs : de raming door de inzake schattingen bevoegde ambtenaar van de Algemene Administratie van de Patrimoniale Documentatie van de Federale Overheidsdienst Financiën of door het comité tot aankoop; 12° SHM : een erkende sociale huisvestingsmaatschappij als vermeld in artikel 40 van de Vlaamse Wooncode; 13° strategische grondaankoop : de aankoop van een grond waarvan de aankoopprijs minder dan de helft van de reële verkoopwaarde op de vrije markt van vergelijkbare bouwrijpe gronden in die regio bedraagt en : a) die pas op middellange termijn voor bebouwing in aanmerking komt omdat hij gelegen is in een woonuitbreidingsgebied dat pas op middellange termijn mag worden aangesneden, of; b) die volgens de huidige bestemming van het gewestplan niet onmiddellijk voor woningbouw in aanmerking komt maar waar een ruimtelijk structuurplan of een ontwerp ruimtelijk uitvoeringsplan een woonbestemming in het vooruitzicht stelt, of; c) die gelegen is in een niet-uitgeruste woonzone. 14° structurele leegstand : een leegstaande woning die gedurende minimaal zes maanden leegstaat of zal leegstaan als gevolg van de geplande uitvoering van een renovatie- of bouwproject; 15° uitvoeringsprogramma : het uitvoeringsprogramma, vermeld in artikel 33, § 3, van de Vlaamse Wooncode; 16° Vlaamse Wooncode : het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode; 17° Vlabinvestwoning : woning, gerealiseerd op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 houdende regeling van het beheer van het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant, en houdende regeling van de voorwaarden inzake woonprojecten met sociaal karakter; 18° VMSW : de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, vermeld in artikel 30 van de Vlaamse Wooncode.

56106

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD HOOFDSTUK II. — Algemene bepalingen Art. 2. De minister kan binnen de kredieten die daarvoor op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap zijn uitgetrokken, jaarlijks subsidies verstrekken aan de SHM’s om hen in staat te stellen sociale huurwoningen ter beschikking te stellen. Voor de financiering van het uitvoeringsprogramma in de huursector stelt de minister een kapitaalsubsidie ter beschikking van de VMSW, die de VMSW omzet in renteloze leningen aan de SHM’s, met een aflossingstermijn van 33 jaar, om de verrichtingen in het kader van het uitvoeringsprogramma te kunnen realiseren, volgens de voorwaarden, vermeld in de hoofdstukken III en IV. Als artikel 33, § 1, tweede lid, 5°, van de Vlaamse Wooncode van toepassing is, kan de VMSW zelf ook een lening opnemen volgens dezelfde modaliteiten. Om de SHM’s in staat te stellen de door de Vlaamse Regering bepaalde huurverminderingen toe te kennen, kent de minister een GSC toe aan de SHM’s volgens de voorwaarden, vermeld in hoofdstuk V. HOOFDSTUK III. — De subsidiabele verrichtingen in het kader van het uitvoeringsprogramma Art. 3. Voor de financiering van het uitvoeringsprogramma wordt een onderscheid gemaakt tussen de volgende verrichtingen : 1° de aankoop van een onroerend goed, het in erfpacht nemen ervan of het vestigen van een recht van opstal erop, met uitzondering van de aankoop van een goede woning; 2° de sloop van een pand; 3° de bouw van een woning; 4° de renovatie van een woning of de omvorming van een pand tot een woning; 5° de investering in de verbetering of aanpassing van een woning; 6° de aankoop van een goede woning. De minister bepaalt wat er verstaan wordt onder de renovatie van een woning of de omvorming van een pand tot een woning en de investering in de verbetering of aanpassing van een woning. Art. 4. § 1. Voor de verrichting, vermeld in artikel 3, eerste lid, 1°, is het subsidiabele bedrag gelijk aan de som van : 1° de kostprijs van de verwerving, vermeld in § 2; 2° de extra kosten bij de verwerving, vermeld in § 3; 3° de eventuele registratierechten. § 2. Voor de aankoop van een grond of een pand is de kostprijs van de aankoop gelijk aan de reële kostprijs van de aankoop beperkt tot de schattingsprijs. De kostprijs wordt beperkt tot een prijsplafond, dat wordt vastgesteld op het moment van de ondertekening van de verkoopsovereenkomst, en dat gelijk is aan 15.000 euro per te realiseren sociale huurwoning, cumulatief verhoogd met : 1° 5.000 euro als de grond of het pand in woongebied ligt; 2° 5.000 euro als de gebouwde huurwoningen eengezinswoningen zijn; 3° 12.500 euro als de grond volledig uitgerust is. Het prijsplafond, vermeld in het tweede lid, wordt met 10 % verhoogd bij een aankoop in het Vlabinvestgebied, vermeld in artikel 1, § 1, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 houdende regeling van het beheer van het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant, en houdende regeling van de voorwaarden inzake woonprojecten met sociaal karakter. Als een aankoop aanleiding geeft tot een renovatie of omvorming, als vermeld in artikel 3, eerste lid, 4°, waarvan de kostprijs onder het toepasselijke prijsplafond ligt voor een renovatie of omvorming, vermeld in artikel 7, § 2, wordt het verschil tussen die twee toegevoegd aan het toepasselijke prijsplafond voor de aankoop, vermeld in het tweede en het derde lid. Als de kostprijs, vermeld in het eerste lid, onder het prijsplafond ligt dat is vastgesteld overeenkomstig het tweede en het derde lid, kan het verschil tussen die twee worden toegevoegd aan het prijsplafond voor een toekomstige aankoop, op voorwaarde dat de opname in het uitvoeringsprogramma van die toekomstige aankoop plaatsvindt binnen vijf jaar na de opname van de huidige verrichting in het uitvoeringsprogramma. De verhogingen, vermeld in het vierde en vijfde lid, mogen er nooit toe leiden dat het prijsplafond, vastgesteld door toepassing van het tweede en het derde lid, met meer dan 20 % wordt verhoogd. In geval van erfpacht of recht van opstal is de kostprijs gelijk aan het bedrag dat op het moment van de vestiging van het zakelijk recht wordt betaald. Dat bedrag wordt beperkt tot een prijsplafond, dat vastgesteld wordt op het moment van de vestiging van het zakelijk recht. Het prijsplafond is gelijk aan een percentage van het toepasselijke prijsplafond, vastgesteld door toepassing van het tweede en het derde lid. Dat percentage bedraagt 25 % in geval van een erfpacht- of opstalperiode van maximaal 40 jaar, vermeerderd met een half procentpunt per extra jaar. § 3. De extra kosten bij de verwerving betreffen de reële uitgaven, inclusief BTW, met betrekking tot : 1° de opmeting van het onroerend goed; 2° het grondmechanisch en milieutechnisch onderzoek; 3° een keuring of proeven. De extra kosten worden beperkt tot 2 % van de kostprijs, vermeld in § 2. Art. 5. Voor de sloopverrichting, vermeld in artikel 3, eerste lid, 2°, is het subsidiabele bedrag gelijk aan de reële kostprijs van de sloopverrichting. De reële kostprijs is de som van : 1° de kosten voor de aanneming van de sloop; 2° de erelonen; 3° de BTW op de aanneming.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Technisch ondeelbare werken die niet uitsluitend ten behoeve van de te bouwen sociale huurwoningen worden uitgevoerd, worden in het subsidiabele bedrag opgenomen naar rata van het grondaandeel van de sociale huurwoningen in kwestie. Art. 6. § 1. Voor de bouwverrichting, vermeld in artikel 3, eerste lid, 3°, is het subsidiabele bedrag gelijk aan de som van : 1° de kostprijs van de bouw, vermeld in § 2; 2° de studiekosten, vermeld in § 3; 3° de BTW op de kostprijs en op de studiekosten. § 2. De kostprijs van de bouw is de reële kostprijs van de bouw, beperkt tot een prijsplafond dat gelijk is aan de som van de volgende bedragen per te realiseren sociale huurwoning : 1° 55.000 euro voor een studio; 2° 75.000 euro voor een woning met een slaapkamer; 3° 85.000 euro voor een woning met twee slaapkamers bestemd voor drie personen; 4° 90.000 euro voor een woning met twee slaapkamers bestemd voor vier personen; 5° 100.000 euro voor een woning met drie slaapkamers; 6° 110.000 euro voor een woning met vier slaapkamers; 7° 120.000 euro voor een woning met vijf of meer slaapkamers; Het prijsplafond, vermeld in het eerste lid, wordt verhoogd met de som van de volgende bedragen : 1° 11.000 euro voor een garage; 2° 5.000 euro voor een carport; 3° 2.000 euro voor een bovengrondse parkeerplaats; 4° 18.000 euro voor een ondergrondse parkeerplaats; 5° 40.000 euro voor een liftinstallatie. De bedragen, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 6°, worden met 10 % verhoogd als het aanpasbare woningen betreft, uitgezonderd ADL-woningen als vermeld in artikel 1, 8°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 1998 tot aanmoediging van projecten inzake zelfstandig wonen van personen met een fysieke handicap in sociale woonwijken. De bedragen, bepaald door gezamenlijke toepassing van het eerste, tweede en derde lid, worden met 10 % verhoogd in de volgende gevallen : 1° bouwprojecten van maximaal acht woningen; 2° bouwprojecten met minstens twee gemeenschappelijke muren met andere eigenaars; 3° bouwprojecten in de steden in grootstedelijk of regionaalstedelijk gebied die volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen zijn erkend. Als er verschillende verhogingen als vermeld in het vierde lid, 1°, 2° en 3°, van toepassing zijn, wordt de gezamenlijke verhoging beperkt tot 15 %. Het prijsplafond wordt vastgesteld op het moment van de gunning van de werkzaamheden. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden worden de contractueel overeengekomen prijsherzieningen pro rata toegepast op het prijsplafond, vertrekkend van de procentuele stijging van het totale aanbestedingsbedrag. § 3. De studiekosten bij een bouwverrichting betreffen de reële uitgaven, exclusief BTW, voor : 1° het ereloon voor de studie en leiding van de werkzaamheden; 2° het ereloon van veiligheids- en gezondheidscoördinator; 3° het toezicht op de uitvoering van de opdracht; 4° de kosten van een keuring of van proeven; 5° de kosten voor het houden van de gunningsprocedure; 6° de kosten, verbonden aan de asbestinventaris krachtens het koninklijk besluit van 16 maart 2006 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan asbest en de EPB-aangifte ingevolge het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet. De studiekosten worden beperkt tot 10 % van de kostprijs van de bouwverrichting, vermeld in § 2. Art. 7. § 1. Voor de renovatie of de omvorming, vermeld in artikel 3, eerste lid, 4°, is het subsidiabele bedrag gelijk aan de som van : 1° de kostprijs van de verrichting, vermeld in § 2; 2° de studiekosten, vermeld in § 3; 3° de BTW op de kostprijs en op de studiekosten. § 2. De kostprijs van de renovatie of omvorming is de reële kostprijs van de verbouwing, beperkt tot 80 % van het prijsplafond, vermeld in artikel 6, § 2, dat van toepassing is op de bouw van dezelfde woningtypes. In afwijking van het eerste lid wordt in de volgende gevallen de kostprijs beperkt tot hetzelfde prijsplafond als vermeld in artikel 6, § 2 : 1° als vervangingsbouw een vermindering van het bouwvolume zou inhouden; 2° als de renovatie of omvorming plaatsvindt om een stads- of dorpsgezicht te bewaren of als het om een beschermd monument of gebouw op de inventaris van het bouwkundig erfgoed gaat.

56107

56108

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Het prijsplafond wordt vastgesteld op het moment van de gunning van de werkzaamheden. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden worden de contractueel overeengekomen prijsherzieningen pro rata toegepast op het prijsplafond, vertrekkend van de procentuele stijging van het totale aanbestedingsbedrag. § 3. De studiekosten bij een renovatie of omvorming betreffen de reële uitgaven, exclusief BTW, vermeld in artikel 6, § 3, en worden beperkt tot 10 % van de kostprijs, vermeld in § 2. Art. 8. Voor de investering in de verbetering of aanpassing, vermeld in artikel 3, eerste lid, 5°, is het subsidiabele bedrag gelijk aan de reële kostprijs, inclusief BTW, zoals die werd opgenomen in het uitvoeringsprogramma. Art. 9. § 1. Voor de aankoop van een goede woning, vermeld in artikel 3, eerste lid, 6°, is het subsidiabele bedrag gelijk aan de som van : 1° de kostprijs van de aankoop, vermeld in § 2; 2° de eventuele registratierechten, de eventuele verschuldigde BTW bij de aankoop en de BTW bij de investeringen die noodzakelijk zijn om de woning als sociale huurwoning ter beschikking te kunnen stellen. § 2. De kostprijs van de aankoop is de reële kostprijs van de aankoop, beperkt tot de schattingsprijs, verhoogd met de eventuele investeringen, exclusief BTW, die noodzakelijk zijn om de woning als sociale huurwoning ter beschikking te kunnen stellen. De kostprijs wordt bovendien beperkt tot een prijsplafond dat wordt vastgesteld op het moment van de ondertekening van de verkoopsovereenkomst, en dat gelijk is aan de som van de volgende bedragen : 1° een forfait van 25.000 euro voor het grondaandeel; 2° het toepasselijke prijsplafond voor een bouwverrichting, vermeld in artikel 6, § 2; 3° een forfaitair bedrag, gelijk aan 10 % van het bedrag vermeld onder 2°, voor de studiekosten. Het prijsplafond, vermeld in het tweede lid, wordt met 10 % verhoogd bij een aankoop in het Vlabinvestgebied, vermeld in artikel 1, § 1, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 houdende regeling van het beheer van het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant, en houdende regeling van de voorwaarden inzake woonprojecten met sociaal karakter. Het prijsplafond wordt vastgesteld op het ogenblik van de ondertekening van de verkoopsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. — De financiering van de verrichtingen in het kader van het uitvoeringsprogramma Art. 10. De VMSW geeft renteloze leningen aan de SHM’s voor de verrichtingen in het kader van het uitvoeringsprogramma, vermeld in artikel 2, tweede lid, voor zover de SHM’s daar gebruik willen van maken. Het leningsbedrag voor een verrichting is maximaal gelijk aan het subsidiabele bedrag met betrekking tot die verrichting, vermeld in hoofdstuk III. Voor de verrichting, vermeld in artikel 3, eerste lid, 1°, verstrekt de VMSW in aanvang een lening tegen marktvoorwaarden, waarop de SHM alleen de jaarlijkse intresten verschuldigd is. Op het ogenblik van de gunning van de werken met betrekking tot de bouw van sociale huurwoningen op de grond in kwestie, of van de renovatie of omvorming tot sociale huurwoningen van bestaande panden op die grond, wordt die lening omgezet in de renteloze lening, vermeld in het eerste lid. Voor de verrichtingen, vermeld in artikel 3, eerste lid, 2° tot en met 5°, stelt de VMSW de renteloze lening ter beschikking naargelang de vordering van de werkzaamheden, en maximaal ten belope van de subsidiabele bedragen. Voor de aankoop van een goede woning, vermeld in artikel 3, eerste lid, 6°, wordt een renteloze lening toegekend op het ogenblik van het verlijden van de verkoopsakte. Voor eventuele aanvullende financiering boven op de subsidiabele bedragen, kan de VMSW aan de SHM’s marktconforme leningen verstrekken. Op voorstel van de raad van bestuur van de VMSW legt de minister de voorwaarden voor de toekenning en uitbetaling van de leningen door de VMSW aan de SHM’s en voor de terugbetaling ervan, vast in een algemeen reglement. Art. 11. § 1. Het subsidiabele kredietvolume van een bepaald uitvoeringsprogramma is het totale bedrag aan renteloze leningen dat de VMSW binnen dat uitvoeringsprogramma ter beschikking stelt van de SHM’s. De kapitaalsubsidie, vermeld in artikel 2, tweede lid, wordt zo vastgesteld dat de reële financieringskosten die nodig zijn om het subsidiabele kredietvolume van een bepaald uitvoeringsprogramma renteloos aan de SHM’s ter beschikking te kunnen stellen, gedekt worden. Het aandeel van die kapitaalsubsidie in het subsidiabele kredietvolume van een uitvoeringsprogramma is het subsidiepercentage voor dat uitvoeringsprogramma. § 2. Het subsidiepercentage voor een bepaald uitvoeringsprogramma wordt eerst voorlopig vastgesteld in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop het uitvoeringsprogramma betrekking heeft. Bij die vaststelling wordt rekening gehouden met de evolutie van de marktrentevoet, die wordt gemeten op basis van het voortschrijdende gemiddelde van de rentevoet lineaire obligaties (OLO) met een resterende looptijd van 10 jaar in de eerste vijf maanden van dat jaar. Het subsidiepercentage wordt definitief vastgesteld in het vierde jaar volgend op het jaar waarop het uitvoeringsprogramma betrekking heeft. Bij die vaststelling wordt rekening gehouden met de reële financieringskosten. § 3. Het niet-gesubsidieerde gedeelte van de in artikel 10 vermelde leningen kan, ten belope van de bedragen en onder de voorwaarden die in het begrotingsdecreet en in de statuten van de VMSW worden vastgesteld, door de VMSW gefinancierd worden met leningen. § 4. Mits voorafgaande mededeling aan de Vlaamse Regering, bepaalt de minister de voorwaarden voor de voorlopige en de definitieve vaststelling van het subsidiepercentage, en voor de uitbetaling van de kapitaalsubsidie aan de VMSW. Art. 12. De VMSW creëert een apart intern financieringsfonds, waarin de financiële stromen met betrekking tot de renteloze leningen en de subsidies in kwestie worden geboekt. Mits voorafgaande mededeling aan de Vlaamse Regering, regelt de minister, in overleg met de minister bevoegd voor de begroting, de werking van dat fonds en het gebruik van eventuele saldi. Art. 13. Onder de voorwaarden die in het begrotingsdecreet en in de statuten van de VMSW bepaald worden, kan de VMSW leningen onder gewestwaarborg aangaan voor de financiering van het niet-gesubsidieerde gedeelte van het uitvoeringsprogramma, vermeld in artikel 11, § 1, en van de marktconforme leningen, vermeld in artikel 10, tweede en derde lid. Voor het verkrijgen van de waarborg gelden de voorwaarden, vermeld in het decreet van 7 mei 2004 houdende bepalingen inzake kas-, schulden waarborgbeheer van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD HOOFDSTUK V. — De toekenning van de GSC aan de SHM’s Afdeling 1. — Algemene bepalingen Art. 14. De GSC, vermeld in artikel 2, derde lid, wordt toegekend aan een SHM als de inkomsten in het referentiejaar, vermeld in afdeling II, lager zijn dan de uitgaven in het referentiejaar, vermeld in afdeling III, en is gelijk aan het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven. De inkomsten en uitgaven, vermeld in het eerste lid hebben betrekking op alle panden in eigendom of in huur van de betrokken SHM, met uitzondering van : 1° panden die als niet-residentiële ruimten werden gebouwd en die niet werden gesubsidieerd door het Vlaamse Gewest; 2° Vlabinvestwoningen. Art. 15. § 1. De GSC wordt jaarlijks door de VMSW berekend aan de hand van de gegevens uit het referentiejaar. De SHM’s stellen daartoe de nodige gegevens voor die berekening, die de minister vaststelt, elektronisch ter beschikking van de VMSW. In het kader van beleidsevaluatie stellen de SHM’s ter uitvoering van artikel 24 van de Vlaamse Wooncode dezelfde gegevens ook ter beschikking van het departement. Als een SHM nalaat de nodige gegevens elektronisch ter beschikking te stellen, heeft ze geen recht op een GSC. § 2. In het referentiejaar wordt aan de SHM een voorschot op de GSC toegekend. Het voorschot op de GSC wordt vastgesteld rekening houdend met de evolutie van de inkomsten en uitgaven van de voorbije jaren, en met de beschikbare informatie over het referentiejaar zelf. Voor de SHM aan wie met betrekking tot het voorgaande referentiejaar een GSC is toegekend, bedraagt het voorschot maximaal 90 % van de met betrekking tot het voorgaande jaar toegekende GSC. De minister bepaalt de nadere voorwaarden voor het vaststellen van het voorschot op de GSC. In het daaropvolgende jaar wordt de definitieve GSC vastgesteld op basis van de gegevens over het referentiejaar. Het saldo met het voorschot wordt verrekend bij de het voorschot op de GSC voor het volgende referentiejaar. Als aanvullende informatie later uitwijst dat de berekening van de GSC niet correct was, wordt het saldo verrekend bij de vaststelling van het voorschot voor het referentiejaar in kwestie, op voorwaarde dat die verrekening maximaal vijf jaar na het oorspronkelijke referentiejaar plaatsvindt. Als een te veel betaald bedrag niet verrekend kan worden met een volgend voorschot omdat er geen GSC meer verschuldigd is aan de SHM, stelt de SHM dat bedrag binnen een jaar na de melding ervan door de VMSW opnieuw ter beschikking van het Vlaamse Gewest, op voorwaarde dat die melding binnen vijf jaar na het referentiejaar plaatsvindt. Op voorstel van de raad van bestuur van de VMSW legt de minister de verdere voorwaarden voor de uitbetaling van de GSC aan de SHM’s vast in een algemeen reglement. Afdeling 2. — De inkomsten Art. 16. De volgende inkomsten van de SHM worden in aanmerking genomen voor de berekening van de GSC : 1° de theoretische huurinkomsten; 2° de positieve interest op de rekening-courant; 3° de positieve interest van andere rekeningen dan die bij de VMSW; 4° de financiële tegemoetkomingen, vermeld in : a) artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 ter uitvoering van de bepalingen over de oprichting en de organisatie van het Garantiefonds voor Huisvesting in het kader van PPS-projecten sociale huisvesting en artikel II.5 en III. — 9 van de bijlage, gevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 ter uitvoering van de bepalingen over de oprichting en de organisatie van het Garantiefonds voor Huisvesting in het kader van PPS-projecten sociale huisvesting; b) artikel 12 tot 17 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 1992 tot uitvoering van artikel 49 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992; c) artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 1987 tot instelling van een huurcompensatie; d) artikel 2, eerste lid, b) van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 1990 tot aanmoediging van de bouw van sociale woningen; 5° de inkomsten die de minister bepaalt, na overleg met de sector en mits voorafgaande mededeling aan de Vlaamse Regering. Art. 17. § 1. De theoretische huurinkomsten, vermeld in artikel 16, 1°, zijn de huurinkomsten die de verhuurder in het referentiejaar zou ontvangen in de veronderstelling dat alle huurders gedurende de twaalf maanden van het referentiejaar de volledig verschuldigde, reële huurprijs betalen. Voor deze berekening wordt rekening gehouden met de aangepaste huurprijs, vermeld in artikel 46 van het besluit van de Vlaamse Regering tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode van 12 oktober 2007. Als de verhuring van een woning gedurende een bepaalde periode van het jaar werd onderbroken door niet-structurele leegstand, dan wordt daarvoor, in afwijking van het eerste lid gedurende die periode de reële huurprijs in aanmerking genomen die de laatst bekende huurder moest betalen. De minister kan bepalen dat eventuele correcties in de reële huurprijs afhankelijk van een verhoogde energieprestatie van de woningen in kwestie niet in rekening worden gebracht voor de vaststelling van de theoretische huurinkomsten. § 2. De interest op de rekening-courant die in aanmerking wordt genomen voor de inkomsten, vermeld in artikel 16, 2°, wordt verminderd met het product van de interestvoet op de rekening-courant op lange termijn, en het bedrag van 15.000 euro per volle schijf van 500 sociale huurwoningen in het patrimonium van de verhuurder. De vermindering bedraagt maximaal 20.000 euro.

56109

56110

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Afdeling 3. — De uitgaven Art. 18. De volgende uitgaven van de SHM, die nader worden bepaald in artikel 19, worden in aanmerking genomen voor de berekening van de GSC : 1° de onroerende voorheffing; 2° de kapitaals- en interestlasten van leningen bij de VMSW; 3° de huurachterstand; 4° de kosten, verbonden aan leegstand; 5° de algemene werkings- en onderhoudskosten; 6° de kosten voor een sociale dienst; 7° de vergoeding op geïnvesteerde rekening-courant middelen; 8° de beheersvergoeding aan de VMSW; 9° de erfpachtcanon, vermeld in artikel III.4 van de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 ter uitvoering van de bepalingen over de oprichting en de organisatie van het Garantiefonds voor Huisvesting in het kader van PPS-projecten sociale huisvesting; 10° in voorkomend geval de kosten voor het invullen van de functie van een conciërge onder de voorwaarden die de minister bepaalt; 11° andere, door de minister te bepalen uitgaven, na overleg met de sector en mits voorafgaande mededeling aan de Vlaamse Regering. Art. 19. De onroerende voorheffing, vermeld in artikel 18, 1°, betreft de aanslag voor het referentiejaar. Als de aanslag met betrekking tot het referentiejaar voor bepaalde panden nog niet bekend is of het voorwerp uitmaakt van een geschil, wordt die aanslag naar best vermogen geschat in het referentiejaar en eventueel later verrekend, zoals vermeld in artikel 15, § 2. De kapitaals- en interestlasten van leningen bij de VMSW, vermeld in artikel 18, 2°, bevatten alle lasten, uitgezonderd zowel de vervroegde kapitaalsaflossingen of kapitaalaflossingen op overbruggingskredieten, als de eventuele wederbeleggingsvergoedingen of andere kosten te wijten aan voormelde aflossingen, met betrekking tot : 1° alle leningen bij de VMSW met betrekking tot sociale huurwoningen, uitgezonderd de marktconforme leningen, vermeld in artikel 10, tweede en derde lid; 2° in afwijking van 1°, de intrestlasten op de marktconforme leningen, vermeld in artikel 10, tweede lid, met betrekking tot de strategische grondaankoop en gedurende de eerste tien jaar na het aangaan van de leningen; 3° de leningen met toepassing van : a) het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 1992 tot uitvoering van artikel 49 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992; b) het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 1987 tot instelling van een huurcompensatie; c) het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 1990 tot aanmoediging van de bouw van sociale woningen. De huurachterstand, vermeld in artikel 18, 3°, wordt forfaitair vastgesteld op 2 % van de theoretische huurinkomsten, vermeld in artikel 17, § 1. De kosten die verbonden zijn aan de leegstand, vermeld in artikel 18, 4°, worden forfaitair vastgesteld op 3 % van de theoretische huurinkomsten, vermeld in artikel 17, § 1. Mits voorafgaande mededeling aan de Vlaamse Regering, wordt de wijze van berekening van de algemene werkings- en onderhoudskosten, vermeld in artikel 18, 5°, vastgesteld door de minister, op basis van geëvalueerde objectieve gegevens die door de SHM’s worden aangereikt volgens de richtlijnen van de minister. Voor de kosten aan de sociale dienst, vermeld in artikel 18, 6°, wordt per volledige schijf van 500 sociale huurwoningen in het patrimonium van de SHM, forfaitair een uitgave van 20.000 euro gerekend, op voorwaarde dat de SHM aantoont dat ze per volledige schijf effectief een personeelslid minstens halftijds inzet voor de basisbegeleidingstaken die de minister vaststelt. De vergoeding op geïnvesteerde rekening-courant middelen, vermeld in artikel 18, 7°, is gelijk aan de rente op de marktconforme leningen met een afbetalingstermijn van 30 jaar, vermeld in artikel 10, derde lid, van kracht op 1 januari van het referentiejaar, verhoogd met 0,5 procentpunt, vermenigvuldigd met de som van de subsidiabele bedragen met betrekking tot de verrichtingen in het kader van het uitvoeringsprogramma, vermeld in hoofdstuk III, die met eigen middelen, die de SHM beschikbaar heeft op de rekening-courant bij de VMSW, werden bekostigd. De vergoeding op de geïnvesteerde rekening-courant middelen wordt gedurende dertig jaar verrekend voor die verrichtingen, vanaf het jaar van opname in een uitvoeringsprogramma vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit. HOOFDSTUK VI. — Indexbepaling Art. 20. De prijsplafonds met betrekking tot verwerving, vermeld in artikel 4, § 2, en het bedrag, vermeld in artikel 9, § 2, tweede lid, 1°, worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de verkoopprijs per m2 van bouwgronden in het Vlaamse Gewest tijdens het voorgaande jaar, zoals die door de Federale Overheidsdienst Economie wordt gepubliceerd, met als basis de gemiddelde verkoopprijs van 111 euro/m2 in 2005. Het resultaat wordt afgerond naar het eerstvolgende veelvoud van 100 euro. De prijsplafonds met betrekking tot de bouwkosten, vermeld in artikel 6, § 2, worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de ABEX-index van november van het voorgaande jaar, met als basis de ABEX-index van 612 van november 2005. Het resultaat wordt afgerond naar het eerstvolgende veelvoud van 100 euro. Het bedrag met betrekking tot de vrijstelling op de rekening-courant, vermeld in artikel 17, § 2, en het bedrag met betrekking tot de sociale dienst, vermeld in artikel 19, zesde lid, worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex, naar het gezondheidsindexcijfer van de maand december van het voorgaande jaar en met als basis het gezondheidsindexcijfer van 102,15 van 2005. Het resultaat wordt afgerond naar het eerstvolgende veelvoud van 100 euro.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD HOOFDSTUK VII. — Sancties Art. 21. De vergoeding op geïnvesteerde rekening-courant middelen, vermeld in artikel 18, 7°, kan alleen worden toegepast als de SHM de bepalingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2005 houdende de regeling inzake het beheer van de eigen middelen van de sociale huisvestingsmaatschappijen door de VMSW, correct uitvoert. HOOFDSTUK VIII. — Slotbepalingen Art. 22. De theoretische huurinkomsten, vermeld in artikel 17, § 1, worden voor de verwerking in de GSC met betrekking tot de jaren 2008 tot en met 2010 berekend in de veronderstelling dat de verhuurders de referentiehuurprijzen, vermeld in artikel 70, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode van 12 oktober 2007 niet lager vaststellen dan de minima, voorzien in de richtlijnen van de minister. Bovendien wordt er voor de bepaling van die theoretische inkomsten geen rekening gehouden met de mogelijke vermindering van de basishuurprijzen, vermeld in artikel 70, § 1, 3°, van hetzelfde besluit. Art. 23. De algemene werkings- en onderhoudskosten, vermeld in artikel 19, vijfde lid, zijn voor 2008 en 2009, per sociale huurwoning, forfaitair vastgesteld op : 1° 1.000 euro voor een appartement; 2° 860 euro voor een eengezinswoning of een duplex. Voor structureel leegstaande woningen worden geen algemene werkings- en onderhoudskosten vastgesteld. Voor de toepassing in het referentiejaar, worden de bedragen, vermeld in het eerste lid, aangepast aan de gezondheidsindex van de maand juni van dat jaar, met als basis de gezondheidsindex 102,15 van 2005. Het resultaat wordt afgerond naar het eerstvolgende veelvoud van 10 euro. Art. 24. Voor zover het verrichtingen betreft die het voorwerp uitmaken van dit besluit vervallen de subsidieaanvragen van de SHM’s, voor zover er op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit nog geen belofte van subsidie gegeven is, als ze gevraagd zijn op basis van de volgende besluiten : 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1996 betreffende het gronden pandenbeleid voor huisvestingsdoeleinden in woonkernen, ter uitvoering van de artikelen 94 en 95 van de Huisvestingscode, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 25 juli 2000 en 17 oktober 2003, en opgeheven bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2006; 2° het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1996 houdende de subsidiëring van de renovatie van woningen en gebouwen en van de bouw van nieuwe sociale woningen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 april 1998, 11 mei 1999, 19 november 1999, 25 juli 2000, 29 maart 2002, 9 januari 2004 en 6 februari 2004, en opgeheven bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2006; 3° het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1996 houdende vaststelling van de procedure inzake de programmering en de subsidiëring van operaties en werken die voor sociale huisvestingsdoeleinden worden uitgevoerd, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 25 juli 2000, 20 oktober 2000 en 17 oktober 2003, en opgeheven bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2006; 4° het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1996 houdende de subsidiëring van het bouwrijp maken van gronden en de aanleg van de infrastructuur en gemeenschapsvoorzieningen voor sociale woonwijken, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 11 mei 1999, 19 november 1999 en 25 juli 2000, en opgeheven bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2006. Art. 25. Voor de verwerving van onroerende goederen worden geen renteloze leningen toegekend als vermeld in artikel 10, tweede lid, als die verwerving plaatsvond voor de inwerkingtreding van dit besluit. In afwijking van het eerste lid, wordt voor de verwervingen die hebben plaatsgevonden na 1 januari 2006 en waarvoor een ontvankelijke subsidieaanvraag werd ingediend op basis van het besluit van de Vlaamse Regering, vermeld in artikel 24, eerste lid, 1°, en waarvoor op de datum van inwerkingtreding van dit besluit nog geen belofte van subsidie gegeven is, wel een renteloze lening toegekend als vermeld in artikel 10, tweede lid. Voor verrichtingen met betrekking tot bouw, renovatie of omvorming, die aanbesteed worden voor 1 juli 2008, worden de prijsplafonds, verkregen door de toepassing van artikel 6, § 2, en artikel 7, § 2, met 15 % verhoogd. Art. 26. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2008. Art. 27. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 12 oktober 2007. De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN

56111

56112

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2007 — 4325

[C − 2007/36865]

12 OCTOBRE 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand portant financement des sociétés de logement social en vue de la réalisation d’habitations de location sociales et des frais de fonctionnement y afférents Le Gouvernement flamand, Vu le décret du 15 juillet 1997 contenant le Code flamand du Logement, notamment l’article 38, modifié par le décret du 24 mars 2006, et l’article 72, alinéa premier, 3°, modifié par le décret du 8 décembre 2000; Vu l’accord du Ministre flamand chargé du Budget, donné le 19 juillet 2007; Vu l’avis du Conseil d’Etat, donné le 16 août 2007, en application de l’article 84, § 1er, alinéa premier, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition du Ministre flamand des Affaires intérieures, de la Politique des Villes, du Logement et de l’Intégration civique; Après délibération, Arrête : CHAPITRE Ier. — Définitions Article 1er. Pour l’application du présent arrêté, on entend par : 1° habitation adaptable : une habitation construite suivant les principes de base de construction adaptable, notamment : a) toutes les fonctions de logement se trouvent à un seul niveau; b) il y a suffisamment d’espace de circulation et les portes sont suffisamment larges pour permettre les manœuvres autonomes avec une chaise roulante; c) il n’y a pas de seuils dans l’habitation qui dispose une douche plane et une toilette accessible aux chaises roulantes; 2° appartement : une habitation dans un bâtiment dans lequel se trouvent au moins deux habitations l’une au-dessus de l’autre à différents niveaux de construction, qui n’est pas un duplex; 3° département : le Département de l’Aménagement du Territoire, de la Politique du Logement et du Patrimoine immobilier; 4° duplex : une habitation dans un bâtiment dans lequel se trouvent au moins deux habitations l’une au-dessus de l’autre à différents niveaux de construction et dont chaque habitation est accessible par une entrée ou escalier séparé donnant sur le domaine public au rez-de-chaussée; 5° habitation unifamiliale : une habitation dans un bâtiment ou dans une partie de bâtiment dans le(la)quel(le) il n’y a pas d’habitations se trouvant l’une au-dessus de l’autre à différents niveaux de construction; 6° bonne habitation : une habitation existante à laquelle tout au plus des investissements limités doivent être faits avant qu’elle ne puisse être rendue disponible comme habitation de location sociale; 7° GSC : la correction sociale régionale; 8° Ministre : le Ministre flamand chargé du logement; 9° année de référence : la période du 1er janvier au 31 décembre de la année précédant l’année laquelle le calcul de la GSC a lieu; 10° compte courant d’une SHM : le compte auprès de la VSMW sur lequel les moyens de la SHM sont gérés, visé à l’arrêté du Gouvernement flamand du 2 décembre 2005 réglant la gestion des propres moyens des sociétés de logement social par la Société flamande du Logement (VMSW); 11° prix d’estimation : l’estimation par le fonctionnaire compétent en matière d’estimations de l’Administration générale de la Documentation patrimoniale du Service public fédéral des Finances ou par le comité d’achat; 12° SHM : une société de logement social agréée, telle que visée à l’article 40 du Code flamand du Logement; 13° achat stratégique d’un terrain : l’achat d’un terrain dont le prix d’achat s’élève à moins de la moitié de la valeur vénale réelle sur le marché libre de terrains prêts à bâtir dans cette région, et : a) qui ne fait l’objet d’une construction qu’à moyen terme parce qu’il est situé dans une zone d’expansion de logement qui ne peut être entamée qu’à moyen terme, ou : b) qui suivant l’actuelle affectation du plan de secteur ne fera pas l’objet d’une construction d’une habitation dans l’immédiat mais où une plan de structure spatial ou un projet plan d’exécution spatial prévoit une affection de logement, ou : c) qui est situé dans une zone d’habitation non-équipée. 14° inoccupation structurelle : une habitation inoccupée qui est inoccupée pendant au moins six mois ou qui sera inoccupée suite à l’exécution envisagée d’une projet de rénovation ou de construction; 15° programme d’exécution : le programme d’exécution, visé à l’article 33, § 3, du Code flamand du Logement; 16° Code flamand du Logement : le décret du 15 juillet 1997 contenant le Code flamand du Logement; 17° habitation Vlabinvest : une habitation réalisée sur la base de l’arrêté du Gouvernement flamand du 20 juillet 1994 réglant la gestion du Fonds d’Investissement pour la Politique terrienne et du Logement du Brabant flamand et réglant les conditions relatives aux projets de logement à caractère social; 18° VMSW : la ″Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen″ (Société flamande du Logement social), mentionnée à l’article 30 du Code flamand du Logement.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE II. — Dispositions générales Art. 2. Le Ministre peut, dans les limites des crédits prévus à cet effet au budget de la Communauté flamande, annuellement accorder des subventions aux SHM afin de les permettre de rendre disponibles des habitations de location sociale. En vue du financement du programme d’exécution dans le secteur de la location, le Ministre accorde une subvention au capital de la VMSW que cette dernière convertit en prêts sans intérêts aux SHM, avec une période d’amortissement de 33 ans, afin de pouvoir réaliser les opérations dans le cadre du programme d’exécution, aux conditions visées aux chapitres III et IV. Si l’article 33, § 1er, alinéa 2, 5°, du Code flamand du Logement, s’applique, la VMSW peut elle-même contracter un emprunt suivant les mêmes modalités. Afin de permettre aux SHM d’accorder les diminutions de loyer fixées par le Gouvernement flamand, le Ministre accorde une GSC aux SHM aux conditions visées au chapitre V. CHAPITRE III. — Les opérations subventionnables dans le cadre du programme d’exécution Art. 3. En vue du financement du programme d’investissement, il est fait distinction entre les opérations suivantes : 1° l’achat d’un bien immobilier, contracter un bail emphytéotique sur ce dernier ou y établir un droit de superficie, à l’exception de l’achat d’une bonne habitation; 2° la démolition d’un immeuble; 3° la construction d’une habitation; 4° la rénovation d’une habitation ou la transformation d’un immeuble en une habitation; 5° l’investissement dans l’amélioration ou dans l’adaptation d’une habitation; 6° l’achat d’une bonne habitation. Le Ministre détermine ce qu’il faut entendre par la rénovation d’une habitation ou par la transformation d’un immeuble en une habitation et par l’investissement dans l’amélioration ou dans l’adaptation d’une habitation. Art. 4. § 1er. Pour l’opération, visée à l’article 3, alinéa 1er, 1°, le montant subventionnable est égal à la somme : 1° du coût d’acquisition, visé au § 2; 2° des frais supplémentaires lors d’acquisition, visés au § 3; 3° des droits éventuels d’enregistrement. § 2. Pour l’achat d’un terrain ou d’un immeuble, le coût d’achat est égal au coût réel d’achat limité au prix d’estimation. Le coût est limité à un plafond des prix, fixé au moment de la signature du contrat de vente et qui est égal à 15.000 euros par habitation de location sociale à réaliser, cumulativement majoré : 1° de 5.000 euros si le terrain ou l’immeuble est situé dans une zone d’habitat; 2° de 5.000 euros lorsque les habitations de location sont des habitations unifamiliales; 3° de 12.500 euros lorsque le terrain est entièrement équipé. Le plafond des prix, visé à l’alinéa deux, est majoré de 10 % en cas d’achat dans une zone Vlabinvest, visée à l’article 1er, § 1er, 5°, de l’arrêté du Gouvernement flamand du 20 juillet 1994 réglant la gestion du Fonds d’Investissement pour la Politique terrienne et du Logement du Brabant flamand et réglant les conditions relatives aux projets de logement à caractère social. Lorsque l’achat donne lieu à une rénovation ou transformation, telle que visée à l’article 3, alinéa premier, 4°, dont le coût se situe en-dessous du plafond des prix appliqué à une rénovation ou transformation, visée à l’article 7, § 2, la différence entre ces deux est ajoutée au plafond des prix appliqué à l’achat, visé aux alinéas deux et trois. Lorsque le coût, visé à l’alinéa premier, se situe en-dessous du plafond des prix fixé conformément aux alinéas deux et trois, la différence entre ces deux peut être ajoutée au plafond des prix appliqué à cet achat futur, à condition que cet achat futur soit intégré dans le programme d’exécution dans les cinq années après l’intégration de l’opération actuelle dans le programme d’exécution. Les majorations, visées aux alinéas quatre et cinq, ne peuvent jamais donner lieu à une majoration de plus de 20 % du plafond des prix, fixé en application des alinéas deux et trois. Dans le cas d’un bail emphytéotique ou d’un droit de superficie, le coût est égal au montant payé au moment de l’établissement du droit réel. Ce montant est limité à un plafond des prix, fixé au moment de l’établissement du droit réel. Le plafond des prix est égal à un pourcentage du plafond des prix appliqué, fixé en application des alinéas deux et trois. Ce pourcentage s’élève à 25 % dans le cas d’une période de bail emphytéotique ou de droit de superficie d’au maximum 40 ans, majoré d’un demi point-pourcent par année supplémentaire. § 3. Les frais supplémentaires à l’acquisition concernent les dépenses réelles, T.V.A. comprise, ayant trait : 1° au métrage du bien immobilier; 2° aux recherches géo- et écotechniques; 3° à un contrôle ou à des essais. Les frais supplémentaires sont limités à 2 % du coût, visé au § 2. Art. 5. § 1er. Pour l’opération de démolition, visée à l’article 3, alinéa premier, 2°, le montant subventionnable est égal au coût réel de l’opération de démolition. Le coût réel est la somme : 1° des frais de l’entreprise de démolition; 2° des honoraires; 3° de la T.V.A. sur l’entreprise. Les travaux techniquement indivisibles qui ne sont pas exclusivement exécutés en vue de la construction des habitations de location sociale, sont intégrés dans le montant subventionné au prorata de la quote-part dans les terrains des habitations de location social en question.

56113

56114

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 6. § 1er. Pour l’opération de construction, visée à l’article 3, alinéa premier, 3°, le montant subventionnable est égal à la somme : 1° du coût de construction, visé au § 2; 2° des frais d’étude, visés au § 3; 3° de la T.V.A. sur le coût et les frais d’étude. § 2. Le coût de construction est le coût réel de la construction, limité à un plafond des prix égal à la somme des montants suivants par habitation de location sociale à réaliser : 1° 55.000 euros pour un studio; 2° 75.000 euros pour une habitation avec une chambre à coucher; 3° 85.000 euros pour une habitation avec deux chambres à coucher prévues pour trois personnes; 4° 90.000 euros pour une habitation avec deux chambres à coucher prévues pour quatre personnes; 5° 100.000 euros pour une habitation avec trois chambres à coucher; 6° 110.000 euros pour une habitation avec quatre chambres à coucher; 7° 120.000 euros pour une habitation avec cinq ou plus de chambres à coucher; Le plafond des prix, visé à l’alinéa premier, est majoré des montants suivants : 1° 11.000 euros pour un garage; 2° 5.000 euros pour un abri voiture; 3° 2.000 euros pour un parking au-dessus du sol; 4° 18.000 euros pour un parking souterrain; 5° 40.000 euros pour l’installation d’ascenseurs; Les montants, visés à l’alinéa premier, 1° à 5° inclus, sont majorés de 10 % lorsqu’il s’agit d’habitations adaptables, à l’exception des habitations ADL, telles que visées à l’article 1er, 8°, de l’arrêté du Gouvernement flamand du 16 juin 1998 visant à encourager les projets en faveur des personnes ayant un handicap physique habitant de manière autonome dans les quartiers d’habitations sociales. Les montants, fixés par l’application commune des alinéas premier, deux et trois, sont majorés de 10 % dans les cas suivants : 1° projets de construction d’au maximum huit habitations; 2° projets de construction ayant au moins deux murs communs avec d’autres propriétaires; 3° projets de construction dans les villes situées dans les zones métropolitaines ou zones de villes régionales agréées conformément au Schéma de Structure d’Aménagement de la Flandre. Si différentes majorations telles que visées à l’alinéa 4, 1°, 2° et 3°, s’appliquent, la majoration commune est limitée à 15 %. Le plafond des prix est fixé au moment de l’adjudication des travaux. Pendant l’exécution des activités, les révisions de prix contractuellement convenues sont appliquées au prorata au plafond des prix, en commenç ant par la majoration exprimée en pourcentage du montant total de l’adjudication. § 3. Les frais d’étude dans le cas d’une opération de construction concernent les dépenses réelles, hors T.V.A., pour : 1° l’honoraire pour l’étude et la direction des travaux; 2° l’honoraire du coordinateur de sécurité et de santé; 3° le contrôle sur l’exécution de la tâche ordonnée; 4° les frais d’un contrôle ou d’essais; 5° les frais relatifs à la procédure d’adjudication; 6° les frais liés à l’inventaire d’amiante en vertu de l’arrêté royal du 16 mars 2006 relatif à la protection des travailleurs contre les risques liés à l’exposition à l’amiante et la déclaration PEB suite au décret du 22 décembre 2006 établissant des exigences et mesures de maintien en matière de performance énergétique et de climat intérieur de bâtiments et portant instauration d’un certificat de performance énergétique et modifiant l’article 22 du décret REG. Les frais d’étude sont limités à 10 % du coût de l’opération de construction, visée au § 2. Art. 7. § 1er. Pour l’opération de rénovation ou de transformation, visée à l’article 3, alinéa premier, 4°, le montant subventionnable est égal à la somme : 1° du coût de l’opération, visé au § 2; 2° des frais d’étude, visés au § 3; 3° de la T.V.A. sur le coût et les frais d’étude. § 2. Le coût de la rénovation ou de la transformation est le coût réel de la transformation, limité à 80 % du plafond des prix, visé à l’article 6, § 2, qui s’applique à la construction du même type d’habitations. En dérogation au premier alinéa, le coût est limité au même plafond des prix que celui visé à l’article 6, § 2, dans les cas suivants : 1° si la construction de remplacement impliquerait une diminution du volume de construction; 2° si la rénovation ou la transformation se fait en vue de conserver un site urbain ou rural ou s’il s’agit d’un bâtiment ou monument protégé figurant à l’inventaire du patrimoine architecturale. Le plafond des prix est fixé au moment de l’adjudication des travaux. Pendant l’exécution des activités, les révisions de prix contractuellement convenues sont appliquées au prorata au plafond des prix, en commenç ant par la majoration exprimée en pourcentage du montant total de l’adjudication. § 3. Les frais d’étude en cas d’une rénovation ou transformation ont trait aux dépenses réelles, hors T.V.A., visées à l’article 6, § 3, et sont limités à 10 % du coût, visé au § 2.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 8. Pour l’investissement dans l’amélioration ou l’adaptation, visée à l’article 3, alinéa premier, 5°, le montant subventionable est égal au coût réel, T.V.A. comprise, telle qu’il a été intégré dans le programme d’exécution. Art. 9. § 1er. Pour l’achat d’une bonne habitation, visé à l’article 3, alinéa premier, 6°, le montant subventionnable est égal à la somme : 1° du coût de l’achat, visé au § 2; 2° des éventuels droits d’enregistrement, de la T.V.A. éventuellement due lors de l’achat et de la T.V.A. en cas d’investissements qui sont nécessaires pour pouvoir rendre l’habitation disponible comme habitation de location sociale. § 2. Le coût de l’achat est égal au coût réel d’achat, limité au prix d’estimation, majoré d’investissements éventuels, hors T.V.A., qui sont nécessaires pour pouvoir rendre l’habitation disponible comme habitation de location sociale. Le coût est en outre limité à un plafond des prix qui est fixé au moment de la signature du contrat de vente et qui est égal à la somme des montants suivants : 1° un forfait de 25.000 euros pour la partie terrain; 2° le plafond des prix pour une opération de construction, visée à l’article 6, § 2; 3° un montant forfaitaire, égal à 10 % du montant visé sous 2°, pour les frais d’étude. Le plafond des prix, visé à l’alinéa deux, est majoré de 10 % en cas d’achat dans une zone Vlabinvest, visée à l’article 1er, § 1er, 5°, de l’arrêté du Gouvernement flamand du 20 juillet 1994 réglant la gestion du Fonds d’Investissement pour la Politique terrienne et du Logement du Brabant flamand et réglant les conditions relatives aux projets de logement à caractère social. Le plafond des prix est fixé au moment de la signature du contrat de vente. CHAPITRE IV. — Le financement des opérations dans le cadre du programme d’exécution Art. 10. La VMSW accorde des prêts sans intérêt aux SHM en vue des opérations dans le cadre du programme d’exécution, visé à l’article 2, alinéa 2, pour autant que les SHM veulent en bénéficier. Le montant d’un prêt pour une opération est au maximum égal au montant subventionnable relatif à l’opération visée au chapitre III. Pour l’opération, visée à l’article 3, alinéa premier, 1°, la VMSW accorde en premier lieu un prêt à des conditions de marché, pour lequel la SHM ne doit que les intérêts annuels. Au moment de l’adjudication des travaux relatifs à la construction d’habitations de location sociale sur le terrain en question, ou à la rénovation ou transformation d’immeubles existants sur ce terrain en habitations de location sociale, ce prêt est converti en un prêt sans intérêt, visé à l’alinéa premier. Pour les opérations, visées à l’article 3, alinéa premier, 2° à 5° inclus, la VMSW accorde un prêt sans intérêt dans la mesure de l’avancement des travaux, et au maximum, à concurrence des montants subventionnables. Pour l’achat d’une bonne habitation, visée à l’article 3, premier alinéa, 6°, un prêt sans intérêt est accordé au moment de la passation de l’acte de vente. La VMSW peut accorder des prêts conformes au marché aux SHM en vue d’un financement complémentaire aux montants subventionnables. Sur la proposition du conseil d’administration de la VMSW, le Ministre fixe les conditions d’octroi et de paiement des prêts par la VWMS aux SHM, ainsi que de leur remboursement, dans un règlement général. Art. 11. § 1. Le volume de crédit subventionnable d’un certain programme d’exécution est le montant total de prêts sans intérêts que la VMSW met à la disposition des SHM dans le cadre de ce programme d’exécution. La subvention au capital, visée à l’article 2, alinéa 2, est fixée de sorte que les coûts de financement réels nécessaires à mettre le volume de crédits subventionnable d’un certain programme d’exécution à la disposition des SHM sans intérêts, soient couverts. La quote-part de cette subvention au capital dans le volume de crédit subventionnable d’un programme de subvention est égal au pourcentage de subvention pour ce programme d’exécution. § 2. Le pourcentage de subvention pour un certain programme d’exécution est en premier lieu fixé provisoirement pendant l’année précédant l’année à laquelle le programme d’exécution a trait. En ce faisant, il est tenu compte de l’évolution du taux d’intérêt du marché, mesuré sur la base de la moyenne progressive du taux d’intérêt des obligations linéaires (OLO) avec une durée restante de dix ans pendant les cinq premiers mois de cette année. Le pourcentage est définitivement fixé au cours de la quatrième année suivant l’année à laquelle le programme d’exécution a trait. A cet effet, il est tenu compte des frais de financement réels. § 3. La partie non subventionnée des prêts visés à l’article 10 peut être financée par la VMSW par des emprunts à concurrence des montants et aux conditions fixés dans le décret relatif au budget et dans les statuts de la VMSW. § 4. Moyennant avis préalable au Gouvernement flamand, le Ministre détermine les conditions de la fixation provisoire et définitive du pourcentage de subvention ainsi que pour le paiement de la subvention au capital de la VMSW. Art. 12. La VMSW crée un fonds de financement séparé dans lequel les flux financiers relatifs aux prêts sans intérêts et aux subventions en question sont comptabilisés. Moyennant avis préalable au Gouvernement flamand, le Ministre règle, en concertation avec le Ministre chargé du budget, le fonctionnement de ce fonds et l’utilisation des soldes éventuels. Art. 13. Aux conditions fixées dans le décret relatif au budget et dans les statuts de la VMSW, la VMSW peut contracter des prêts sous garantie de la Région en vue du financement de la partie non subventionnable du programme d’exécution, visé à l’article 11, § 1er, et des prêts conformes au marché, visés à l’article 10, alinéas deux et trois. En vue de l’obtention de la garantie, les conditions, visées au décret du 7 mai 2004 contenant des dispositions relatives à la gestion de la trésorerie, de la dette et de la garantie de la Communauté flamande et de la Région flamande, sont en vigueur.

56115

56116

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE V. — L’octroi de GSC aux SHM Section 1re. — Dispositions générales Art. 14. La GSC, visée à l’article 2, alinéa trois, est octroyée à une SHM, lorsque les revenus pendant l’année de référence, visés à la section II, sont inférieurs aux dépenses pendant l’année de référence, visées à la section III, et est égale à la différence entre les revenus et les dépenses. Les revenus et dépenses, visés à l’alinéa premier ont trait à tous les immeubles en propriété ou en location de la SHM concernée, à l’exception : 1° des immeubles qui ont été construits comme espaces non résidentiels et qui n’ont pas été subventionnés par la Région flamande. 2° des habitations Vlabinvest. Art. 15. § 1er. La GSC est annuellement calculée par la VMSW à l’aide de données provenant de l’année de référence. A cet effet, les SHM mettent les données nécessaires pour ce calcul, fixées par le Ministre, à la disposition de la VMSW par voie électronique. Dans le cadre de l’évaluation de la politique et n exécution de l’article 24 du Code flamand du Logement, les SHM mettent les mêmes données également à la disposition du département. Si une SHM néglige de rendre disponibles les données nécessaires par voie électronique, elle n’a pas droit à une GSC. § 2. Un acompte sur la GSC est accordé à la SHM pendant l’année de référence. L’acompte sur la GSC est fixé compte tenu de l’évolution des revenus et des dépenses des années passées et des informations disponibles sur l’année de référence-même. L’acompte s’élève à au maximum 90 % de la GSC octroyée dans le cadre de l’année précédente en ce qui concerne une SHM à laquelle une GSC a été octroyée dans le cadre de l’année précédente. Le Ministre fixe les modalités et conditions en vue de fixer l’acompte sur la GSC. L’année suivante, la GSC définitive est fixée sur la base des données de l’année de référence. Le solde existant suite à l’acompte est comptabilisé conjointement avec l’acompte sur la GSC pour l’année de référence suivante. Lorsqu’il ressort d’information complémentaire ultérieure que le calcul de la GSC n’est pas correcte, le solde est comptabilisé lors de la fixation de l’acompte pour l’année de référence en question, à condition que ce décompte a lieu au plus tard cinq ans après l’année de référence originale. Lorsqu’un montant payé en trop ne peut pas être comptabilisé par un acompte suivant parce qu’aucune GSC n’est plus due à la SHM, la SHM remet à nouveau ce montant à la disponibilité de la Région flamande dans l’année de la communication par la VMSW, à condition que cette communication ait lieu dans le cinq ans suivant l’année de référence. Sur la proposition du conseil d’administration de la VMSW, le Ministre fixe les modalités et conditions du paiement de la GSC aux SHM dans un règlement général. Section 2. — Les revenus Art. 16. Les revenus suivants de la SHM sont pris en considération pour le calcul de la GSC : 1° les revenus de location théoriques; 2° les intérêts positifs sur le compte courant; 3° les intérêts positifs d’autres comptes que ceux auprès de la VMSW; 4° les subventions financières, visées à : a) l’article 12 de l’arrêté du Gouvernement flamand du 14 mai 2004 portant exécution des dispositions concernant la création et l’organisation du Fonds de Garantie du Logement dans le cadre de projets PPP de logement social et les articles II.5 et III; l’article 9 de l’annexe joint à l’arrêté du Gouvernement flamand du 14 mai 2004 portant exécution des dispositions concernant la création et l’organisation du Fonds de Garantie du Logement dans le cadre de projets PPP de logement social; b) les articles 12 à 17 de l’arrêté du Gouvernement flamand du 23 juillet 1992 portant exécution de l’article 49 du décret du 25 juin 1992 portant diverses mesures d’accompagnement du budget 1992; c) l’article 2 de l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 mai 1987 instaurant une compensation locative; d) l’article 2, alinéa premier, b), de l’arrêté du Gouvernement flamand du 4 avril 1990 visant l’encouragement de la construction de logements sociaux locatifs; 5° les revenus fixés par le Ministre, après concertation avec le secteur et moyennant avis préalable au Gouvernement flamand. Art. 17. § 1. Les revenus de location théoriques, visés à l’article 16, 1°, sont les revenus de location que le bailleur recevrait pendant l’année de référence dans la supposition que tous les locataires paient le loyer réel dû pendant les douze mois de l’année de référence. Pour ce calcul, il sera tenu compte du loyer adapté, visé à l’article 46 de l’arrêté du Gouvernement flamand réglementant le régime de location sociale en exécution du titre VII du Code flamand du Logement du 12 octobre 2007. Lorsque la location d’une habitation a été interrompue pendant une certaine période de l’année suite à une inoccupation non structurelle, le loyer réel que le dernier locataire devait payer pendant cette période est pris en considération en dérogation à l’alinéa premier. Le Ministre peut stipuler que les corrections éventuelles du loyer réel, dépendant d’une performance énergétique accrue des habitations en question, ne sont pas portées en compte en vue de la fixation des revenus de location théoriques. § 2. Les intérêts sur le compte courant qui est pris en considération pour les revenus, visé à l’article 16, 2°, sont diminués par le produit du taux d’intérêt sur le compte courant à long terme et par le montant de 15.000 euros par tranche entière de 500 habitations de location sociales du patrimoine du bailleur. La diminution s’élève à au maximum 20.000 euros.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Section 3. — Les dépenses Art. 18. Les suivantes dépenses de la SHM, qui sont détaillées à l’article 19, sont prises en considération pour le calcul de la GSC : 1° le précompte immobilier; 2° les charges relatives au capital et aux intérêts des prêts contractés auprès de la VMSW; 3° les retards de loyer; 4° les frais liés à l’inoccupation; 5° les frais de fonctionnement et d’entretien généraux; 6° les frais pour le service social; 7° l’indemnité sur les moyens investis du compte courant; 8° l’indemnité de gestion à la VMSW; 9° l’emphytéose, visée à l’article III.4 de l’annexe joint à l’arrêté du Gouvernement flamand du 14 mai 2004 portant exécution des dispositions concernant la création et l’organisation du Fonds de Garantie du Logement dans le cadre de projets PPP de logement social; 10° le cas échéant, les frais de rémunération de la fonction d’un concierge aux conditions fixées par le Ministre; 11° autres dépenses, à fixer par le Ministre, après concertation avec le secteur et moyennant avis préalable au Gouvernement flamand. Art. 19. Le précompte immobilier, visé à l’article 18, 1°, a trait à l’imposition pour l’année de référence. Lorsque l’imposition ayant trait à l’année de référence n’est pas encore connue pour certains immeubles ou lorsqu’elle fait l’objet d’un litige, cette imposition est estimée, suivant les meilleurs facultés, pendant l’année de référence et éventuellement comptabilisée plus tard, tel que mentionné dans l’article 15, § 2. Les charges relatives au capital et intérêts des prêts auprès de la VMSW, visées à l’article 18, 2°, comprennent toutes les charges, à l’exception de tant les amortissements de capital avancés ou des amortissements des crédits de transition que les indemnités de réinvestissement éventuelles ou autres frais dus aux amortissements précités, relatives : 1° à tous les prêts auprès de la VMSW relatifs aux habitations de location sociales, à l’exception des prêts conformes au marché, visés à l’article 10, alinéa deux et trois; 2° en dérogation au point 1°, aux charges relatives aux intérêts de prêts conformes au marché, visés à l’article 10, alinéa deux, ayant tait à l’achat stratégique de terrains et ce pendant les dix premières années après que les prêts ont été contractés; 3° aux prêts en application : a) de l’arrêté du Gouvernement flamand du 23 juillet 1992 portant exécution de l’article 49 du décret du 25 juin 1992 portant diverses mesures d’accompagnement du budget 1992; b) de l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 mai 1987 instaurant une compensation locative; c) de l’arrêté du Gouvernement flamand du 4 avril 1990 visant l’encouragement de la construction de logements sociaux locatifs. Le retard de loyer, visé à l’article 18, 3°, est forfaitairement fixé à 2 % des revenus de loyer théoriques, visés à l’article 17, § 1er. Les frais liés à l’inoccupation, visés à l’article 18, 4°, sont forfaitairement fixés à 3 % des revenus de loyer théoriques, visés à l’article 17, § 1er. Moyennant avis préalable au Gouvernement flamand, le mode calcul des frais généraux de fonctionnement et d’entretien, visés à l’article 18, 5°, est fixé par le Ministre, sur la base des données objectivement évaluées présentées par les SHM suivant les directives du Ministre. En ce qui concerne les frais du service social, visés à l’article 18, 6°, une dépense de 20.000 euros est forfaitairement portée en compte par tranche entière de 500 habitations de location sociales, à condition que la SHM démontre qu’elle engage effectivement par tranche entière un membre de personnel, au moins à mi-temps, en vue d’assurer les tâches de suivi élémentaires fixées par le Ministre. L’indemnité sur les moyens investis du compte courant, visés à l’article 18, 7°, est égale à la rente sur les prêts conformes au marché ayant un délai d’amortissement de 30 années, visé à l’article 10, alinéa trois, étant en vigueur au er 1 janvier de l’année de référence, majorée de 0,5 points de pourcentage, multipliée par la somme des montants subventionnables ayant trait aux opérations dans le cadre du programme d’exécution visé au chapitre III, qui ont été prises à charge, par des moyens propres que la SHM a à sa disponibilité sur le compte courant auprès e la VMSW. L’indemnité sur les moyens investis du compte courant sont comptabilisés pendant trente années pour ces opérations à partir de l’année d’inscription dans un programme d’exécution à partir de la date de l’entrée en vigueur du présent arrêté. CHAPITRE VI. — Définition de l’indice Art. 20. Les plafonds des prix relatifs à l’acquisition, visés à l’article 4, § 2, et le montant, visé à l’article 9, § 2, alinéa deux, 1°, sont annuellement adaptés au 1er janvier à l’évolution du prix de vente par m2 de terrains à bâtir dans la Région flamande pendant l’année précédente, tel qu’il est publié par le Service public fédéral de l’Economie, ayant comme base le prix de vente moyen de 111 euros/m2 en 2005. Le résultat est arrondi au premier multiple suivant de 100 euros. Les plafonds des prix relatifs aux frais de construction, visée à l’article 6, § 2, sont annuellement adaptés au 1er janvier à l’évolution de l’indice ABEX de novembre de l’année précédente, ayant comme base l’indice APEX de 612 du mois de novembre 2005. Le résultat est arrondi au premier multiple suivant de 100 euros. Le montant relatif à l’exemption sur le compte courant, visé à l’article 17, § 2, et le montant relatif au service social, visé à l’article 19, alinéa six, sont annuellement adaptés au 1er janvier à l’évolution de l’indice de santé, suivant le l’indice de sante du moins de décembre de l’année précédente et ayant comme base l’indice de santé de 102,15 de 2005. Le résultat est arrondi au premier multiple suivant de 100 euros.

56117

56118

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE VII. — Sanctions Art. 21. L’indemnité sur les moyens investis du compte courant, visée à l’article 18, 7°, ne peut être appliquée que si la SHM exécute correctement les dispositions de l’arrêté du Gouvernement flamand du 2 décembre 2005 réglant la gestion des propres moyens des sociétés de logement social par la VMSW. CHAPITRE VIII. — Dispositions finales Art. 22. Les revenus de location théoriques, visés à l’article 17, § 1er, sont calculés, en vue de leur intégration dans la GSC ayant trait aux années 2008 à 2010 inclus, dans la supposition que les bailleurs ne fixent pas les loyers de référence, visés à l’article 70, § 2, de l’arrêté du Gouvernement flamand réglementant le régime de location sociale en exécution du titre VII du Code flamand du Logement du 12 octobre 2007, en dessous des minima, prévus dans les directives du Ministre. Il est en outre pas tenu compte pour la fixation des revenus de location théoriques d’une diminution éventuelle des loyers de base, visés à l’article 70, § 1er, 3°, du même arrêté. Art. 23. Les frais généraux de fonctionnement et d’entretien, visés à l’article 19, alinéa cinq, sont forfaitairement fixés, pour 2008 et 2009, par habitation sociale, à : 1° 1.000 euros pour un appartement; 2° 860 euros pour une habitation unifamiliale ou un duplex. L’inoccupation structurelle d’habitations ne peut pas faire l’objet de frais généraux de fonctionnement ou d’entretien. Pour l’application pendant l’année de référence, les montants, visés à l’alinéa premier, sont adaptés à l’indice de santé du mois de juin de cette année, ayant comme base l’indice de santé de 102,15 de 2005. Le résultat est arrondi au premier multiple suivant de 10 euros. Art. 24. Pour autant qu’il s’agisse d’opérations faisant l’objet du présent arrêté, les demandes de subventions des SHM échoient, pour autant qu’aucune promesse de subvention n’ait été faite à la date de l’entrée en vigueur du présent arrêté, si elles ont été demandées sur la base d’un des arrêtés suivants : 1° l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 décembre 1996 relatif à la politique foncière et immobilière à des fins de logement dans les noyaux d’habitations en exécution des articles 94 et 95 du Code du Logement, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 25 juillet 2000 et 17 octobre 2003, et abrogé par l’arrêté du Gouvernement flamand du 30 juin 2006; 2° l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 décembre 1996 portant la subvention de la rénovation d’habitations et de bâtiments et de la construction de nouvelles habitations sociales, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 7 avril 1998, 11 mai 1999, 19 novembre 1999, 25 juillet 2000, 29 mars 2002, 9 janvier 2004 et 6 février 2004, et abrogé par l’arrêté du Gouvernement flamand du 30 juin 2006; 3° l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 décembre 1996 fixant la procédure en matière de programmation et subvention des opérations et travaux exécutés à des fins de logement social, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand du 25 juillet 2000, 20 octobre 2000 et 17 octobre 2003, et abrogé par l’arrêté du Gouvernement flamand du 30 juin 2006; 4° l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 décembre 1996 portant la subvention et la préparation à la construction de terrains et l’aménagement de l’infrastructure et des équipements communs de quartiers sociaux, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 11 mai 1999, 19 novembre 1999 et 25 juillet 2000, et abrogé par l’arrêté du Gouvernement flamand du 30 juin 2006. Art. 25. Pour l’acquisition de biens immobiliers, aucun prêt sans intérêt n’est accordé, tel que visé à l’article 10, alinéa 2, lorsque cette acquisition a eu lieu avant l’entrée en vigueur de présent arrêté. En dérogation à l’alinéa premier, un prêt sans intérêt, tel que visé à l’article 10, alinéa 2, est cependant accordé pour les acquisitions qui ont eu lieu après le 1er janvier 2006 et pour lesquelles une demande de subvention recevable à été introduite sur la base de l’arrêté du Gouvernement flamand, visé à l’article 24, alinéa premier, 1°, et pour lesquelles aucune promesse de subvention n’a été faite à la date de l’entrée en vigueur du présent arrêté. En ce qui concerne les opérations de construction, de rénovation ou de transformation, qui seront adjugées avant le 1er juillet 2008, les plafonds de prix, obtenus en application de l’article 6, § 2, et de l’article 7, § 2, sont majorés de 15 %. Art. 26. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2008. Art. 27. Le Ministre flamand ayant le Logement dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 12 octobre 2007. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, K. PEETERS Le Ministre flamand des Affaires intérieures, de la Politique des Villes, du Logement et de l’Intégration civique, M. KEULEN

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID N. 2007 — 4326 [C − 2007/36885] 25 OKTOBER 2007. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 december 2006 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999, inzonderheid op artikel 1, eerste lid; Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001, inzonderheid op artikel 3, § 1, 1°; Gelet op de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser, inzonderheid op artikel 30, § 2; Gelet op het koninklijk besluit van 17 februari 2005 tot uitvoering van de bepalingen van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser, inzonderheid op artikel 19; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005, 19 mei 2006, 30 juni 2006, 1 september 2006, 28 juni 2007 en 10 oktober 2007; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, inzonderheid op artikel 18; Gelet op het ministerieel besluit van 21 december 2006 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 23 maart 2007, 25 juni 2007, 20 augustus 2007 en 18 september 2007; Gelet op Verordening (EG) nr. 423/2004 van de Raad van 26 februari 2004 tot vaststelling van herstelmaatregelen voor bepaalde kabeljauwbestanden; Gelet op Verordening (EG) nr. 41/2007 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling voor 2007, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften, inzonderheid op de bijlagen IIa en IIc; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat voor het jaar 2007 vangstbeperkingen moeten worden vastgesteld om de aanvoer te spreiden, en er bijgevolg zonder verwijl behoudsmaatregelen moeten worden getroffen om de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden; Overwegende dat beperkende maatregelen gedefinieerd moeten worden, die van toepassing zijn voor alle vaartuigen dan wel voor de vaartuigen die onder een collectief benuttingssysteem of een individuele quotatoewijzing vallen; Overwegende dat de tweede toewijsperiode van vier maanden in geval van toewijzing in functie van het motorvermogen in het collectief benuttingssysteem voor vaartuigen behorend tot het groot vlootsegment afloopt op 31 oktober, het derhalve noodzakelijk is de toegewezen hoeveelheden per kW voor de volgende periode 1 november 2007 - 31 december 2007 vast te stellen; Overwegende dat de eerste toewijsperiode van tien maanden in geval van toewijzing in functie van het motorvermogen in het collectief benuttingssysteem voor vaartuigen behorend tot het klein vlootsegment afloopt op 31 oktober, het derhalve noodzakelijk is de toegewezen hoeveelheden per kW voor de volgende periode 1 november 2007 - 31 december 2007 vast te stellen; Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van schol VIIf,g en VIId,e, tong VIIa en kabeljauw II, IV bewerkstelligd kan worden door het aanpassen van maximale vangsten per zeereis, gerekend per vaartdag aanwezigheid in het gebied in kwestie, Besluit : Artikel 1. In het artikel 13 van het ministerieel besluit van 21 december 2006, houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 25 juni 2007, worden met ingang van 1 november 2007 volgende wijzigingen aangebracht : 1° de § 3 wordt aangevuld met het volgende lid : « Vanaf 1 november 2007 tot en met 31 december 2007 is het verboden dat in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee een Schelde-estuarium) de tongvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 40 kg vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig, uitgedrukt in kW. »; 2° de § 4 wordt aangevuld met het volgende lid : « Vanaf 1 november 2007 tot en met 31 december 2007 is het verboden dat in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) de tongvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 35 kg vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig, uitgedrukt in kW. » Art. 2. In het artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 25 juni 2007, worden met ingang van 1 november 2007 volgende wijzigingen aangebracht : 1° de § 3 wordt aangevuld met het volgende lid : « Vanaf 1 november 2007 tot en met 31 december 2007 is het verboden dat in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee een Schelde-estuarium) de tongvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 15 kg vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig, uitgedrukt in kW. »;

56119

56120

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 2° de § 4 wordt aangevuld met het volgende lid : « Vanaf 1 november 2007 tot en met 31 december 2007 is het verboden dat in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) de scholvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 3 kg vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig, uitgedrukt in kW. » Art. 3. In het artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 25 juni 2007, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° de § 3 wordt aangevuld met het volgende lid : « Vanaf 1 november 2007 tot en met 31 december 2007 is het verboden dat in de i.c.e.s.-gebieden VIIf,g de tongvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 10 kg vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig, uitgedrukt in kW. »; 2° de § 4 wordt aangevuld met het volgende lid : « Vanaf 1 november 2007 tot en met 31 december 2007 is het verboden dat in de i.c.e.s.-gebieden VIIf,g de tongvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 4 kg vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig uitgedrukt in kW. » Art. 4. Het artikel 16, § 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 25 juni 2007, wordt aangevuld met het volgende lid: « Vanaf 1 november 2007 tot en met 31 december 2007 is het verboden dat in de i.c.e.s.-gebieden VIIh,j,k de tongvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 3 kg vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig uitgedrukt in kW. » Art. 5. Het artikel 17 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende § 2 : « § 2. Vanaf 1 november 2007 tot en met 31 december 2007 is het verboden dat in de i.c.e.s.-gebieden VIIb-k, VIII de kabeljauwvangst van een vissersvaartuig een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 1 kg vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig uitgedrukt in kW. » Art. 6. In het artikel 19 §§ 1 en 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 23 maart 2007, 25 juni 2007 en 20 augustus 2007 wordt met ingang van 1 november 2007 het woord ″december″ vervangen door het woord ″oktober″. Art. 7. In het artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 23 maart 2007, 25 juni 2007 en 18 september 2007 worden volgende wijzigingen met ingang van 1 november 2007 aangebracht : 1° de § 1 wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking met vorig lid is het in de i.c.e.s.-gebieden VIId,e gedurende de periode van 1 november 2007 tot en met 31 december 2007 verboden dat de totale scholvangst per zeereis gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 200 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. »; 2° de § 2 wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking met vorige leden is het in de i.c.e.s.-gebieden VIId,e gedurende de periode van 1 november 2007 tot en met 31 december 2007 verboden dat de totale scholvangst per zeereis gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 400 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. »; 3° in de § 3 wordt het getal ″180″ vervangen door het getal ″300″; 4° in de § 4 wordt het getal ″360″ vervangen door het getal ″600″. Art. 8. In het artikel 21 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 maart 2007 worden met ingang van 1 november 2007 volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de § 1 wordt het getal ″200″ vervangen door het getal ″120″, 2° in de § 2 wordt het getal ″400″ vervangen door het getal ″240″. Art. 9. Dit besluit treedt in werking op 1 november 2007 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2008. Brussel, 25 oktober 2007. De Vlaamse minister voor Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS

TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2007 — 4326 [C − 2007/36885] 25 OCTOBRE 2007. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 21 décembre 2006 portant des mesures complémentaires temporaires de conservation des réserves de poisson en mer Le Ministre flamand des Réformes institutionnelles, des Ports, de l’Agriculture, de la Pêche maritime et de la Politique de la ruralite, Vu la loi du 12 avril 1957 autorisant le roi à prescrire des mesures en vue de la conservation des ressources biologiques de la mer, modifiée par les lois des 23 février 1971, 18 juillet 1973, 22 avril 1999 et 3 mai 1999 notamment l’article 1er, alinéa 1er; Vu la loi du 28 mars 1975 relative au commerce des produits de l’agriculture, de l’horticulture et de la pêche maritime, modifiée par les lois des 11 avril 1983, 29 décembre 1990 et 5 février 1999 et par l’arrêté royal du 22 février 2001, notamment l’article 3, § 1er, 1°; Vu la loi du 3 mai 2003 portant réglementation du contrat d’engagement maritime pour la pêche maritime et améliorant le statut social du marin pêcheur, notamment l’article 30, § 2;

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Vu l’arrêté royal du 17 février 2005, portant exécution des dispositions de la loi du 3 mai 2003 portant réglementation du contrat d’engagement maritime pour la pêche maritime et améliorant le statut social du marin pêcheur, notamment l’article 19; Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 27 juillet 2004 fixant les attributions des membres du Gouvernement flamand, modifiés par des arrêtés du Gouvernement flamand des 15 octobre 2004, 23 décembre 2005, 19 mai 2006, 30 juin 2006, 1er septembre 2006, 28 juin 2007 et 10 octobre 2007; Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 16 décembre 2005 instituant une licence de pêche et portant des mesures temporaires pour l’exécution du régime communautaire relatif à la conservation et à l’exploitation durable des ressources halieutiques, notamment l’article 18; Vu l’arrêté ministériel du 21 décembre 2006 portant des mesures complémentaires de conservation des réserves de poisson en mer, modifié par les arrêtés ministériels des 23 mars 2007, 25 juin 2007, 20 août 2007 et 18 septembre 2007; Vu le Règlement (CE) n° 423/2004 du Conseil du 26 février 2004 établissant des mesures de restauration de certaines ressources de cabillauds; Vu le Règlement (CE) n° 41/2007 du Conseil du 21 décembre 2006 établissant pour 2007 les possibilités de pêche et les conditions associées pour certains stocks halieutiques et groupes de stocks halieutiques, applicables dans les eaux communautaires et, pour les navires communautaires, dans les eaux soumises à des limitations de capture, notamment les annexes IIa et IIc; Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 notamment l’article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l’urgence; Considérant que pour l’année 2007 des limitations de captures pour la pêche doivent être fixées afin d’étaler les débarquements, il est nécessaire, en conséquence, de prendre sans retard des mesures de conservation afin de ne pas dépasser les quantités autorisées par la CE; Considérant que des limitations de captures doivent être définies qui sont d’application pour tous les navires de pêche ou encore pour les navires qui ressortent d’un système de gestion collectif ou d’une attribution individuelle de quota; Considérant que le 31 octobre 2007 va terminer la première période de dix mois dans le cas d’une attribution en fonction de la puissance motrice pour les petits navires qui ressortent d’un système de gestion collectif. Il est nécessaire de fixer les quantités attribuées par kW pour la prochaine période du 1er novembre 2007 jusqu’au 31 décembre 2007; Considérant que le 31 octobre 2007 va terminer la deuxième période de quatre mois dans le cas d’une attribution en fonction de la puissance motrice pour les grands navires qui ressortent d’un système de gestion collectif. Il est nécessaire de fixer les quantités attribuées par kW pour la période du 1er novembre 2007 jusqu’au 31 décembre 2007; Considérant qu’un meilleur étalement des débarquements, de plies VIIf,g et VIId,e, de soles VIIa et de cabillauds II, IV, peut être réalisé en modifiant des maxima de captures par voyage en mer, calculé par jour de navigation de présence dans la zone concernée, Arrête : Article 1er. Dans l’article 13 de l’arrêté ministériel du 21 décembre 2006, portant des mesures complémentaires de conservation des réserves de poisson en mer, modifié par l’arrêté ministériel du 25 juin 2007, sont apportées les modifications suivantes à partir du 1er novembre 2007: 1° le § 3 est complété par l’alinéa suivant : « A partir du 1er novembre 2007 jusqu’au 31 décembre 2007 inclus, il est interdit que dans les zones-c.i.e.m. II, IV (Mer du Nord et l’Estuaire de l’Escaut), les captures de soles d’un bateau de pêche d’une puissance motrice inférieure et égale à 221 kW dépassent une quantité égale à 40 kg multipliée par la puissance motrice du bateau de pêche exprimée en kW. »; 2° le § 4 est complété par l’alinéa suivant : « A partir du 1er novembre 2007 jusqu’au 31 décembre 2007 inclus, il est interdit que dans les zones-c.i.e.m. II, IV (Mer du Nord et l’Estuaire de l’Escaut), les captures de soles d’un bateau de pêche d’une puissance motrice de plus de 221 kW dépassent une quantité égale à 35 kg multiplié par la puissance motrice du bateau de pêche, exprimée en kW. » Art. 2. Dans l’article 14 du même arrêté, modifié par l’arrêté ministériel du 25 juin 2007, sont apportées les modifications suivantes à partir du 1er novembre 2007 : 1° le § 3 est complété par l’alinéa suivant : « A partir du 1er novembre 2007 jusqu’au 31 décembre 2007 inclus, il est interdit dans les zones-c.i.e.m. II, IV (Mer du Nord et l’Estuaire de l’Escaut), que les captures de plies d’un bateau de pêche, ayant une puissance motrice inférieure ou égale à 221 kW, dépassent une quantité égale à 15 kg multiplié par la puissance motrice du bateau de pêche exprimée en kW. »; 2° le § 4 est complété par l’alinéa suivant : « A partir du 1er novembre 2007 jusqu’au 31 décembre 2007 inclus, il est interdit dans les zones-c.i.e.m. II, IV (Mer du Nord et l’Estuaire de l’Escaut), que les captures de plies d’un bateau de pêche, ayant une puissance motrice supérieure à 221 kW, dépassent une quantité égale à 3 kg multiplié par la puissance motrice du bateau de pêche exprimée en kW. » Art. 3. Dans l’article 15 du même arrêté, modifié par l’arrêté ministériel du 25 juin 2007, sont apportées les modifications suivantes : 1° le § 3 est complété par l’alinéa suivant : « A partir du 1er novembre 2007 jusqu’au 31 décembre 2007 inclus, il est interdit que dans les zones-c.i.e.m. VIIf,g les captures de soles d’un bateau de pêche d’une puissance motrice inférieure ou égale à 221 kW dépassent une quantité égale à 10 kg multiplié par la puissance motrice du bateau de pêche, exprimée en kW. »; 2° le § 4 est complété par l’alinéa suivant : « A partir du 1er novembre 2007 jusqu’au 31 décembre 2007 inclus, il est interdit que dans les zones-c.i.e.m. VIIf,g les captures de soles d’un bateau de pêche d’une puissance motrice supérieure à 221 kW dépassent une quantité égale à 4 kg multiplié par la puissance motrice du bateau de pêche, exprimée en kW. »

56121

56122

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 4. L’article 16, § 2 du même arrêté, modifié par l’arrêté ministériel du 25 juin 2007, est complété par l’alinéa suivant : « A partir du 1er novembre 2007 jusqu’au 31 décembre 2007 inclus, il est interdit que dans les zones-c.i.e.m. VIIh,j,k les captures de soles d’un bateau de pêche d’une puissance motrice supérieure à 221 kW dépassent une quantité égale à 3 kg multiplié par la puissance motrice du bateau de pêche, exprimée en kW. » Art. 5. L’article 17 du même arrêté, est complété par le § 2 suivant : « § 2. A partir du 1er novembre 2007 jusqu’au 31 décembre 2007 inclus, il est interdit que dans les zones-c.i.e.m. VIIb-k, VIII les captures de cabillauds d’un navire de pêche dépassent une quantité égale à 1 kg multipliée par la puissance motrice du bateau de pêche, exprimée en kW. » Art. 6. Dans l’article 19 §§ 1er et 2 du même arrêté, modifié par les arrêtés ministériels des 23 mars 2007, 25 juin 2007 et 20 août 2007, le mot ″décembre″ est remplacé par le mot ″octobre″ à partir du 1er novembre 2007. Art. 7. Dans l’article 20 du même arrêté, modifié par les arrêtés ministériels des 23 mars 2007, 25 juin 2007 et 18 septembre 2007, sont apportées les modifications suivantes à partir du 1er novembre 2007 : 1° le § 1er est complété par l’alinéa suivant : « En dérogation à l’alinéa précédent il est interdit dans les zones-c.i.e.m. VIId,e pendant la période du 1er novembre 2007 jusqu’au 31 décembre 2007 inclus, que les captures totales de plies par voyage en mer réalisées par un navire de pêche d’une puissance motrice inférieure ou égale à 221 kW, dépassent une quantité égale à 200 kg multiplié par le nombre de jours de navigation réalisées au cours de ce voyage en mer dans les zones-c.i.e.m. en question. »; 2° le § 2 est complété par l’alinéa suivant : « En dérogation aux alinéas précédents, il est interdit dans les zones-c.i.e.m. VIId,e pendant la période du 1er novembre 2007 jusqu’au 31 décembre 2007 inclus, que les captures de plies par voyage en mer réalisées par un navire de pêche d’une puissance motrice de plus de 221 kW dépassent une quantité égale à 400 kg multiplié par le nombre de jours de navigation réalisés au cours de ce voyage en mer dans les zones-c.i.e.m. en question. »; 3° dans le § 3 le nombre ″180″ est remplacé par le nombre ″300″; 4° dans le § 4 le nombre ″360″ est remplacé par le nombre ″600″. Art. 8. Dans l’article 21 du même arrêté, modifié par l’arrêté ministériel du 23 mars 2007 sont apportées les modifications suivantes à partir du 1er novembre 2007 : 1° dans le § 1er le nombre ″200″ est remplacé par le nombre ″120″; 2° dans le § 2 le nombre ″400″ est remplacé par le nombre ″240″. Art. 9. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er novembre 2007 et cessera d’être en vigueur le 1er janvier 2008. Bruxelles, le 25 octobre 2007. Le Ministre flamand des Réformes institutionnelles, des Ports, de l’Agriculture, de la Pêche maritime et de la Politique de la Ruralité, K. PEETERS

DEUTSCHSPRACHIGE GEMEINSCHAFT COMMUNAUTE GERMANOPHONE — DUITSTALIGE GEMEENSCHAP MINISTERIUM DER DEUTSCHSPRACHIGEN GEMEINSCHAFT D. 2007 — 4327 [C − 2007/33072] 12. JULI 2007 — Erlass der Regierung zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 30. März 1973 zur Bestimmung der gemeinsamen Regen zur Festlegung der täglichen Zuschüsse, die gewährt werden für die Pflege, die Erziehung und Betreuung von Minderjährigen und Personen mit Behinderung, die zu Lasten der öffentlichen Hand versorgt werden Die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft, Auf Grund des Dekretes vom 19. Juni 1990 zur Schaffung der Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit Behinderung, abgeändert durch die Dekrete vom 29. Juni 1998, vom 23. Oktober 2000, 7. Januar 2002, 18. März 2002, 3. Februar 2003, 16. Dezember 2003, vom 17. Mai 2004 und vom 20. Februar 2006; Auf Grund des Gutachtens des Verwaltungsrates der Dienststelle für Personen mit einer Behinderung vom 22. Dezember 2006; Auf Grund de Auf Grund des Gutachtens des Finanzinspektors vom 1. März 2007; Auf Grund des Einverständnisses des Ministerpräsidenten, zuständig für den Haushalt, vom 15. März 2007; Aufgrund des Gutachtens Nr. 43.009/1 des Staatsrates das am 24. Mai 2007 in Anwendung von Artikel 84 Absatz 1 Nr. 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat abgegeben wurde; Auf Vorschlag des Vize-Ministerpräsidenten, Minister für Ausbildung und Beschäftigung, Soziales und Tourismus; Nach Beratung, Beschließt: Artikel 1 - In Artikel 23, Absatz 5, des Königlichen Erlasses vom 30. März 1973 zur Bestimmung der gemeinsamen Regen zur Festlegung der täglichen Zuschüsse, die gewährt werden für die Pflege, die Erziehung und Betreuung von Minderjährigen und Personen mit Behinderung, die zu Lasten der öffentlichen Hand versorgt werden, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 7. Juli 1975 und durch den Erlass der Regierung vom 24. Februar 2005 wird der Wortlaut «und 2006» durch den Wortlaut «bis einschließlich 2007» ersetzt. Art. 2 - In Artikel 27, Absatz 2, desselben Erlasses wird der Wortlaut «und 2006» durch den Wortlaut «bis einschließlich 2007» ersetzt.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 3 - Vorliegender Erlass tritt mit Wirkung zum 1. Januar 2007 in Kraft. Art. 4 - Der Der Vize-Ministerpräsident, Minister für Ausbildung und Beschäftigung, Soziales und Tourismus wird mit der Durchführung des vorliegenden Erlasses beauftragt. Eupen, den 12. Juli 2007 Für die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft: Der Ministerpräsident, Minister für lokale Behörden, K.-H. LAMBERTZ Der Vize-Ministerpräsident, Minister für Ausbildung und Beschäftigung, Soziales und Tourismus, B. GENTGES

TRADUCTION MINISTERE DE LA COMMUNAUTE GERMANOPHONE F. 2007 — 4327 [C − 2007/33072] 12 JUILLET 2007. — Arrêté du Gouvernement portant modification de l’arrêté royal du 30 mars 1973 déterminant les règles communes à suivre pour fixer les subventions journalières allouées pour l’entretien, l’éducation et le traitement des mineurs d’âge et des handicapés placés à charge des pouvoirs publics Le Gouvernement de la Communauté germanophone, Vu le décret du 19 juin 1990 portant création d’un Office de la Communauté germanophone pour les personnes handicapées, modifié par les décrets des 29 juin 1998, 23 octobre 2000, 7 janvier 2002, 18 mars 2002, 3 février 2003, 16 décembre 2003, 17 mai 2004 et 20 février 2006; Vu l’avis du conseil d’administration de l’Office pour les personnes handicapées, donné le 22 décembre 2006; Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 1er mars 2007; Vu l’accord du Ministre-Président, compétent en matière de Budget, donné le 15 mars 2007; Vu l’avis du Conseil d’Etat n° 43.009/1 émis le 24 mai 2007 en application de l’article 84, alinéa 1, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition du Vice-Ministre-Président, Ministre de la Formation et de l’Emploi, des Affaires sociales et du Tourisme; Après délibération, Arrête : Article 1er. Dans l’article 23, alinéa 5, de l’arrêté royal du 30 mars 1973 déterminant les règles communes à suivre pour fixer les subventions journalières allouées pour l’entretien, l’éducation et le traitement des mineurs d’âge et des handicapés placés à charge des pouvoirs publics, modifié par l’arrêté royal du 7 juillet 1975 et l’arrêté du Gouvernement du 24 février 2005, les mots « les années 2005 et 2006 » sont remplacés par « les années 2005 à 2007 incluse ». Art. 2. Dans l’article 27, alinéa 2, du même arrêté, les mots « en 2005 et 2006 » sont remplacés par « en 2005, 2006 et 2007 ». Art. 3. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2007. Art. 4. Le Vice-Ministre-Président, Ministre de la Formation et de l’Emploi, des Affaires sociales et du Tourisme est chargé de l’exécution du présent arrêté. Eupen, le 12 juillet 2007. Pour le Gouvernement de la Communauté germanophone : Le Ministre-Président, Ministre des Pouvoirs locaux, K.-H. LAMBERTZ Le Vice-Ministre-Président, Ministre de la Formation et de l’Emploi, des Affaires sociales et du Tourisme, B. GENTGES

VERTALING MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP N. 2007 — 4327 [C − 2007/33072] 12 JULI 2007. — Besluit van de Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten geplaatst ten laste van de openbare besturen De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 19 juni 1990 houdende oprichting van een Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap, gewijzigd bij de decreten van 29 juni 1998, 23 oktober 2000, 7 januari 2002, 18 maart 2002, 3 februari 2003, 16 december 2003, 17 mei 2004 en 20 februari 2006; Gelet op het advies uitgebracht op 22 december 2006 door de raad van beheer van de Dienst voor de personen met een handicap; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 maart 2007; Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 15 maart 2007;

56123

56124

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Gelet op het advies nr. 43.009/1 van de Raad van State, gegeven op 24 mei 2007 met toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van de Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. In artikel 23, lid 5, van het koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten geplaatst ten laste van de openbare besturen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 juli 1975 en het besluit van de Regering van 24 februari 2005, wordt de passus « en 2006 » door « tot en met 2007 » vervangen. Art. 2. In artikel 27, lid 2, van hetzelfde besluit wordt de passus « in 2005 en 2006 » door « in de jaren 2005 tot en met 2007 » vervangen. Art. 3. Voorliggend besluit heeft uitwerking op 1 januari 2007. Art. 4. De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme is belast met de uitvoering van dit besluit. Eupen, 12 juli 2007. Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme, B. GENTGES

REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST MINISTERE DE LA REGION WALLONNE F. 2007 — 4328

[2007/203258]

18 OCTOBRE 2007. — Décret portant ratification de l’arrêté du Gouvernement wallon du 15 juin 2006 pris en application de l’article 1er du décret-programme du 3 février 2005 de relance économique et de simplification administrative (1) Le Parlement wallon a adopté et Nous, Gouvernement, sanctionnons ce qui suit : Article unique. Est ratifié avec effet à la date de son entrée en vigueur, le 8 juillet 2006, l’arrêté du Gouvernement wallon du 15 juin 2006 modifiant le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Promulguons le présent décret, ordonnons qu’il soit publié au Moniteur belge. Namur, le 18 octobre 2007. Le Ministre-Président, R. DEMOTTE Le Ministre du Logement, des Transports et du Développement territorial, A. ANTOINE Le Ministre du Budget, des Finances, de l’Equipement et du Patrimoine, M. DAERDEN Le Ministre des Affaires intérieures et de la Fonction publique, Ph. COURARD Le Ministre de l’Economie, de l’Emploi, du Commerce extérieur et du Patrimoine, J.-C. MARCOURT La Ministre de la Recherche, des Technologies nouvelles et des Relations extérieures, Mme M.-D. SIMONET Le Ministre de la Formation, M. TARABELLA La Ministre de la Santé, de l’Action sociale et de l’Egalité des Chances, Mme P. MAGNETTE Le Ministre de l’Agriculture, de la Ruralité, de l’Environnement et du Tourisme, B. LUTGEN (1) Session 2006-2007. Documents du Parlement wallon 638 (2006-2007), nos 1 et 2. Compte rendu intégral, séance publique du 17 octobre 2007. Discussion - Votes.

56125

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD ÜBERSETZUNG MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION D. 2007 — 4328

[2007/203258]

18. OKTOBER 2007 — Dekret zur Ratifizierung des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 15. Juni 2006, der in Anwendung von Artikel 1 des Programmdekrets vom 3. Februar 2005 zur Ankurbelung der Wirtschaft und zur administrativen Vereinfachung verabschiedet wurde (1) Das Wallonische Parlament hat Folgendes angenommen, und Wir, Regierung, sanktionieren es: Einziger Artikel - Der Erlass der Wallonischen Regierung vom 15. Juni 2006 zur Abänderung des Dekrets vom 27. Juni 1996 über die Abfälle wird mit Wirkung am Datum seiner Veröffentlichung am 8. Juli 2006 ratifiziert. Wir fertigen das vorliegende Dekret aus und ordnen an, dass es im Belgischen Staatsblatt veröffentlicht wird. Namur, den 18. Oktober 2007

Der Minister-Präsident, R. DEMOTTE Der Minister des Wohnungswesens, des Transportwesens und der räumlichen Entwicklung, A. ANTOINE Der Minister des Haushalts, der Finanzen und der Ausrüstung, M. DAERDEN Der Minister der inneren Angelegenheiten und des öffentlichen Dienstes, Ph. COURARD Der Minister der Wirtschaft, der Beschäftigung, des Außenhandels und des Erbes, J.-C. MARCOURT Die Ministerin der Forschung, der neuen Technologien und der auswärtigen Beziehungen, Frau M.-D. SIMONET Der Minister der Ausbildung, M. TARABELLA Die Ministerin der Gesundheit, der sozialen Maßnahmen und der Chancengleichheit, Frau P. MAGNETTE Der Minister der Landwirtschaft, der ländlichen Angelegenheiten, der Umwelt und des Tourismus, B. LUTGEN

(1) Sitzungsperiode 2006-2007 Dokumente des Wallonischen Parlaments, 638 (2006-2007), Nrn. 1 und 2 Ausführliches Sitzungsprotokoll, öffentliche Sitzung vom 17. Oktober 2007 Diskussion - Abstimmung.

56126

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST N. 2007 — 4328 [2007/203258] 18 OKTOBER 2007. — Decreet betreffende de bekrachtiging van het besluit van de Waalse Regering van 15 juni 2006 genomen overeenkomstig artikel 1 van het programmadecreet van 3 februari 2005 tot economische en administratieve vereenvoudiging (1) Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering; bekrachtigen hetgeen volgt : Enig artikel. Het besluit van de Waalse Regering van 15 juni 2006 tot wijziging van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding, namelijk op 8 juli 2006. Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Namen, 18 oktober 2007. De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting, Financiën en Uitrusting, M. DAERDEN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD De Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse handel en Patrimonium, J.-C. MARCOURT De Minister van Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Vorming, M. TARABELLA De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. P. MAGNETTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN (1) Zitting 2006-2007. Stukken van het Waals Parlement 638 (2006-2007), nrs. 1 en 2. Volledig verslag, openbare zitting van 17 oktober 2007. Bespreking - Stemmingen.

* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE F. 2007 — 4329 [2007/203259] 11 OCTOBRE 2007. — Arrêté du Gouvernement wallon modifiant l’arrêté du Gouvernement wallon du 3 juin 2004 portant agrément définitif de l’organisme payeur wallon pour les dépenses cofinancées par le Fonds européen d’orientation et de garantie agricole, section Garantie Le Gouvernement wallon, Vu le Règlement (CE) no 885/2006 de la Commission du 21 juin 2006 portant modalités d’application du Règlement (CE) no 1290/2005 du Conseil en ce qui concerne l’agrément des organismes payeurs et autres entités ainsi que l’apurement des comptes du FEAGA et du FEADER; Vu le Règlement (CE) no 1290/2005 du Conseil du 21 juin 2005 relatif au financement de la politique agricole commune; Vu la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980, modifiée notamment par les lois du 8 août 1988, du 5 mai 1993, du 16 juillet 1993, du 13 juillet 2001 et du 12 août 2003; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 juillet 2007 fixant la répartition des compétences entre les Ministres et réglant la signature des actes du Gouvernement; Considérant que le Gouvernement wallon a procédé respectivement à l’agrément provisoire le 10 octobre 2003 et à l’agrément définitif le 3 juin 2004 de la Division des Aides à l’Agriculture de la Direction générale de l’Agriculture du Ministère de la Région wallonne; Considérant que la Cellule d’audit de l’Inspection des Finances pour les Fonds européens a été chargée de l’exécution de l’enquête d’agrément de l’organisme payeur; Considérant que la Cellule d’audit de l’Inspection des Finances pour les Fonds européens a établi en date du 27 janvier 2004 un rapport reprenant ses considérations sur le respect des critères d’agrément par l’organisme payeur wallon; Considérant que ce rapport conclut à l’absence d’obstacle majeur à l’octroi d’un agrément définitif au titre d’Organisme payeur; Considérant qu’au sein de la Direction générale de l’Agriculture, une structure d’organisation adéquate a été mise sur pied à partir du 16 octobre 2002 en vue d’assurer les paiements co-financés par le FEOGA, section garantie; Considérant que dans le rapport de certification remis par la Cellule d’audit de l’Inspection des Finances pour les Fonds européens pour les années FEOGA 2005 et 2006, aucun élément ne remettait en cause les conditions d’agrément;

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 juin 1973, notamment l’article 3, § 1er, remplacé par la loi du 9 août 1980 et modifié en dernier lieu par la loi du 4 août 1996; Vu l’urgence; Considérant la nécessité d’assurer la continuité des missions d’organisme payeur en accord avec les réglementations européennes dans le domaine de la politique agricole commune; Sur la proposition du Ministre de l’Agriculture et de la Ruralité; Après délibération, Arrête : Article 1er. L’intitulé de l’arrêté du Gouvernement wallon du 3 juin 2004 portant agrément définitif de l’organisme payeur wallon pour les dépenses cofinancées par le Fonds européen d’orientation et de garantie agricole, section garantie est remplacé par l’intitulé suivant : « Arrêté du Gouvernement wallon du 3 juin 2004 portant l’agrément définitif de l’organisme payeur wallon pour les dépenses cofinancées par le Fonds européen agricole de garantie ″FEAGA″ et le Fonds européen agricole pour le développement rural ″FEADER″. » Art. 2. L’article 1er du même arrêté est remplacé par la disposition suivante : « Article 1er L’organisme payeur wallon, ″Division des Aides à l’Agriculture de la Direction générale de l’Agriculture du Ministère de la Région wallonne″ est agréé pour le Fonds européen agricole de garantie ″FEAGA″ et le Fonds européen agricole pour le développement rural ″FEADER″ conformément à l’entrée en vigueur du Règlement (CE) no 1290/2005 du Conseil du 21 juin 2005 relatif au financement de la politique agricole commune. Cette modification ne porte pas préjudice à l’article 17, § 1er, du Règlement (CE) no 885/2006 de la Commission du 21 juin 2006. L’inspecteur général de la Division des Aides à l’Agriculture de la Direction générale de l’Agriculture du Ministère de la Région wallonne ou, en cas d’absence ou d’empêchement, le fonctionnaire qui le remplace, a délégation pour approuver la liquidation des dépenses relatives aux fonds FEAGA et FEADER. » Art. 3. Le présent arrêté entre en vigueur le 11 octobre 2007. Namur, le 11 octobre 2007. Le Ministre-Président, R. DEMOTTE Le Ministre de l’Agriculture, de la Ruralité, de l’Environnement et du Tourisme, B. LUTGEN

ÜBERSETZUNG MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION D. 2007 — 4329 [2007/203259] 11. OKTOBER 2007 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Änderung des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 3. Juni 2004 zur endgültigen Zulassung der wallonischen Zahlstelle für die durch den Europäischen Ausrichtungs- und Garantiefonds für die Landwirtschaft, Abteilung Garantie, mitfinanzierten Ausgaben Die Wallonische Regierung, Aufgrund der Verordnung (EG) Nr. 885/2006 der Kommission vom 21. Juni 2006 mit Durchführungsvorschriften zur mit Durchführungsvorschriften zur Verordnung (EG) Nr. 1290/2005 des Rates hinsichtlich der Zulassung der Zahlstellen und anderen Einrichtungen sowie des Rechnungsabschlusses für den EGFL und den ELER; Aufgrund der Verordnung (EG) Nr. 1290/2005 des Rates vom 21. Juni 2005 über die Finanzierung der gemeinsamen Agrarpolitik; Aufgrund des Sondergesetzes vom 8. August 1980 über institutionelle Reformen, abgeändert insbesondere durch die Gesetze vom 8. August 1988, vom 5. Mai 1993, vom 16. Juli 1993, vom 13. Juli 2001 und vom 12. August 2003; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 20. Juli 2007 zur Festlegung der Verteilung der Zuständigkeiten unter die Minister und zur Regelung der Unterzeichnung der Urkunden der Regierung; In der Erwägung, dass die Wallonische Regierung die Abteilung Beihilfen für die Landwirtschaft der Generaldirektion der Landwirtschaft des Ministeriums der Wallonischen Region am 10. Oktober 2003 vorläufig und am 3. Juni 2004 endgültig zugelassen hat; In der Erwägung, dass die Kontrollzelle der Finanzinspektion für die Europäischen Fonds mit der Ausführung der Untersuchung bezüglich der Zulassung der Zahlstelle beauftragt worden ist; In der Erwägung, dass die Kontrollzelle der Finanzinspektion für die Europäischen Fonds am 27. Januar 2004 einen Bericht erstellt hat, der ihre Erwägungen über die Beachtung der Zulassungskriterien durch die wallonische Zahlstelle umfasst; In der Erwägung, dass dieser Bericht darauf schließt, dass es kein wichtiges Hindernis für eine endgültige Zulassung als Zahlstelle gibt; In der Erwägung, dass am 16. Oktober 2002 eine angemessene Organisationsstruktur innerhalb der Generaldirektion der Landwirtschaft eingesetzt worden ist, um die durch die EAGFL, Abteilung Garantie, mitfinanzierten Zahlungen zu gewährleisten; In der Erwägung, dass in dem von der Kontrollstelle der Finanzinspektion für die Europäischen Fonds für die EAGFL-Jahre 2005 und 2006 abgegebenen Zertifizierungsbericht die Bedingungen der Zulassung in keiner Weise in Frage gestellt werden; Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, insbesondere Artikel 3 § 1 ersetzt durch das Gesetz vom 9. August 1980 und abgeändert durch das Gesetz vom 4. August 1996;

56127

56128

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Aufgrund der Dringlichkeit; In Erwägung der Notwendigkeit, die Kontinuität der Aufgaben der Zahlstelle zu gewährleisten und dabei die Auflagen der europäischen Regelung im Bereich der Gemeinsamen Agrarpolitik zu beachten; Auf Vorschlag des Ministers der Landwirtschaft und der ländlichen Angelegenheiten; Nach Beratung, Beschließt: Artikel 1 - Der Titel des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 3. Juni 2004 zur endgültigen Zulassung der wallonischen Zahlstelle für die durch den Europäischen Ausrichtungs- und Garantiefonds für die Landwirtschaft, Abteilung Garantie, mitfinanzierten Ausgaben, wird durch den folgenden Titel ersetzt: «Erlass der Wallonischen Regierung vom 3. Juni 2004 zur endgültigen Zulassung der wallonischen Zahlstelle für die durch den Europäischen Garantiefonds für die Landwirtschaft (EGFL) und den Europäischen Landwirtschaftsfonds für die Entwicklung des ländlichen Raums (ELER) mitfinanzierten Ausgaben.» Art. 2 - Artikel 1 desselben Erlasses wird durch die folgende Bestimmung ersetzt: «Artikel 1 - Die wallonische Zahlstelle ″Abteilung Beihilfen in der Landwirtschaft der Generaldirektion der Landwirtschaft des Ministeriums der Wallonischen Region″ wird zugelassen für den Europäischen Garantiefonds für die Landwirtschaft (EGFL) und den Europäischen Landwirtschaftsfonds für die Entwicklung des ländlichen Raums (ELER) gemäß dem Inkrafttreten der Verordnung (EG) Nr. 1290/2005 des Rates über die Finanzierung der Gemeinsamen Agrarpolitik. Diese Änderung berührt nicht die Rechtsvorschriften von Artikel 17 § 1 der Verordnung (EG) Nr. 885/2006 der Kommission vom 21. Juni 2006. Der Generalinspektor der Abteilung Beihilfen für die Landwirtschaft der Generaldirektion der Landwirtschaft des Ministeriums der Wallonischen Region oder bei dessen Abwesenheit oder Verhinderung, der Beamte, der ihn ersetzt, ist bevollmächtigt, um die Auszahlung der Ausgaben bezüglich der Fonds EGFL und ELER zu genehmigen.» Art. 3 - Der vorliegende Erlass tritt am 11. Oktober 2007 in Kraft. Namur, den 11. Oktober 2007 Der Minister-Präsident, R. DEMOTTE Der Minister der Landwirtschaft, der ländlichen Angelegenheiten und des Tourismus, B. LUTGEN

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST N. 2007 — 4329

[2007/203259]

11 OKTOBER 2007. — Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 2004 houdende definitieve erkenning van het Waalse betaalorgaan voor de door het EOGFL, afdeling Garantie, medegefinancierde uitgaven De Waalse Regering, Gelet op Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1290/2005 van de Raad wat betreft de erkenning van de betalende instellingen en andere entiteiten en de zuivering van de rekeningen van EGFL en ELFPO; Gelet op Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid; Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 13 juli 2001 en 12 augustus 2003; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 20 juli 2007 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten; Overwegende dat de Waalse Regering respectievelijk de voorlopige erkenning op 10 oktober 2003 en de definitieve erkenning op 3 juni 2003 heeft verleend aan de Afdeling Landbouwsteun van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest; Overwegende dat de auditcel van de Inspectie van Financiën voor de Europese Fondsen belast is met de uitvoering van het onderzoek naar de erkenning van het betaalorgaan; Overwegende dat de auditcel van de Inspectie van Financiën voor de Europese Fondsen op 27 januari 2004 een verslag heeft opgesteld met haar overwegingen over de naleving van de erkenningscriteria door het Waalse betaalorgaan; Overwegende dat dat verslag tot het besluit komt dat niets bijzonders de definitieve erkenning als betaalorgaan in de weg staat; Overwegende dat er in het Directoraat-generaal Landbouw een gepaste organisatiestructuur is opgericht vanaf 16 oktober 2002 om de door EOFGL, afdeling Garantie, medegefinancierde betalingen te verzorgen; Overwegende dat het certificeringsverslag overhandigd door de auditcel van de Inspectie van Financiën voor de Europese Fondsen voor de EOGFL-jaren 2005 en 2006 geen enkel bestanddeel de erkenningsvoorwaarden bedreigt;

56129

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 9 augustus 1980 en laatst gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Gelet op de noodzaak om in de continuïteit van de opdrachten van het betaalorgaan te voorzien in overeenstemming met de Europese regelgeving op het vlak van het gemeenschappelijk landbouwbeleid; Op de voordracht van de Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. Het opschrift van het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 2004 houdende definitieve erkenning van het Waalse betaalorgaan voor de door het EOGFL, afdeling Garantie, medegefinancierde uitgaven wordt vervangen door volgend opschrift : « Besluit van de Waalse Regering van 3 juni 2004 houdende definitieve erkenning van het Waalse betaalorgaan voor de door het EOGFL, afdeling Garantie, en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling ELFPO medegefinancierde uitgaven. » Art. 2. Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Artikel 1. Het Waalse betaalorgaan, ″Afdeling Landbouwsteun van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest″ wordt erkend voor het EOGFL, afdeling Garantie, en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling ELFPO, overeenkomstig de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Die wijziging doet geen afbreuk aan artikel 17, § 1, van Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie van 21 juni 2006. De inspecteur-generaal van de Afdeling Steun aan de Landbouw van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest of, bij diens afwezigheid of verhindering zijn plaatsvervanger, wordt ertoe gemachtigd de vereffening van de uitgaven met betrekking tot EGFL en ELFPO goed te keuren. » Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 11 oktober 2007. Namen, 11 oktober 2007. De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

*

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

(Cet arrêté remplace celui paru au Moniteur belge du 29 octobre 2007, p. 55676)

F. 2007 — 4330 (2007 — 4014) (2007 — 4281)

[C − 2007/27150]

21 JUIN 2007. — Arrêté du Gouvernement wallon adoptant définitivement la révision du plan de secteur de Huy-Waremme en vue de l’extension d’une zone d’extraction et de la réaffectation en zone forestière d’une partie de cette zone, sur le territoire de la commune de Huy (Ben-Ahin) au lieu-dit ″Rieudotte″ (planche 48/2). — Addendum Le plan ci-joint doit être publié à la suite de l’arrêté susmentionné, publié au Moniteur belge du 4 octobre 2007, à la page 52133. Il est consultable sur le site http://developpement-territorial.wallonie.be Il peut également être consulté auprès de la Direction générale de l’Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine, rue des Brigades d’Irlande 1, à 5100 Jambes, auprès de la Direction extérieure de la Direction générale de l’Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine concernée et auprès de l’administration communale concernée.

56130


56131

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD ÜBERSETZUNG MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION (Dieser Erlass erzetzt denjenigen der im Belgischen Staatsblatt vom 29. Oktober 2007, S. 55676, erschienen ist.) D. 2007 — 4330 (2007 — 4014) (2007 — 4281) [C − 2007/27150] 21. JUNI 2007 — Erlass der Wallonischen Regierung zur endgültigen Annahme der Revision des Sektorenplans ¨ nderung der Zweckbestimmung von Huy-Waremme zwecks der Erweiterung eines Abbaugebiets und der A eines Teils dieses Gebiets als Forstgebiet auf dem Gebiet der Gemeinde Huy (Ben-Ahin) in der Ortschaft ″Rieudotte″ (Karte 48/2). — Addendum Der beigefügte Plan muss nach dem vorerwähnten, im Belgischen Staatsblatt vom 4. Oktober 2007 auf Seite 52133 veröffentlichten Erlass veröffentlicht werden. Er kann auf dem Webseite http://developpement-territorial.wallonie.be eingesehen werden. Er kann ebenfalls bei der Generaldirektion der Raumordnung, des Wohnungswesens und des Erbes, rue des Brigades d’Irlande 1 in 5100 Jambes, bei der betroffenen Außendirektion der Generaldirektion der Raumordnung, des Wohnungswesens und des Erbes und bei der betroffenen Gemeindeverwaltung eingesehen werden.

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST (Dit besluit vervangt datgene verschenen in het Belgisch Staatsblad van 29 oktober 2007, bl. 55676.) N. 2007 — 4330 (2007 — 4014) (2007 — 4281) [C − 2007/27150] 21 JUNI 2007. — Besluit van de Waalse Regering waarbij de herziening van het gewestplan Hoei-Borgworm definitief aangenomen wordt met het oog op de uitbreiding van een ontginningsgebied en op de herbestemming als bosgebied van een gedeelte van dat gebied op het grondgebied van de gemeente Hoei (Ben-Ahin), op de plaats die ″Rieudotte’’ genoemd wordt (blad 48/2). — Addendum Bijgevoegd plan moet bekend worden gemaakt bij bovenvermeld besluit, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 oktober 2007, blz. 52133. Inzage ervan is mogelijk op de website http://developpement-territorial.wallonie.be Het ligt eveneens ter inzage bij het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium, rue des Brigades d’Irlande 1, à 5100 Jambes, bij de betrokken buitendirectie van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium en bij het betrokken gemeentebestuur.

REGION DE BRUXELLES-CAPITALE — BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE F. 2007 — 4331

[C − 2007/31455]

11 OCTOBRE 2007. — Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale fixant des conditions d’exploitation pour certaines installations industrielles classées Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2007 — 4331

[C − 2007/31455]

11 OKTOBER 2007. — Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor bepaalde ingedeelde inrichtingen De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Vu la directive 96/61/CEE du Conseil du 24 septembre 1996 relative à la prévention et à la réduction intégrées de la pollution;

Gelet op de Richtlijn 96/61/EEG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging;

Vu l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement, notamment l’article 6;

Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, inzonderheid op artikel 6;

Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 18 avril 2002 imposant une obligation de notification aux exploitants de certaines installations classées;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 18 april 2002 waarbij de exploitanten van bepaalde ingedeelde inrichtingen een meldingsplicht wordt opgelegd;

Vu l’avis du Conseil de l’Environnement, donné le 16 novembre 2006;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu, gegeven op 16 november 2006;

Vu l’avis du Conseil économique et social donné le 5 mars 2007;

Gelet op het advies van Economische en Sociale Raad, gegeven op 5 maart 2007;

Vu l’avis n° 43.313/3 du Conseil d’Etat donné le 25 juillet 2007, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1, 1° des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat;

Gelet op het advies nr. 43.313/3 van de Raad van State, gegeven op 25 juli 2007, in toepassing van artikel 84, § 1, 1ste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Considérant l’urgence motivée par le fait qu’à la suite des observations de la Commission européenne, il importe que les obligations IPPC des grandes installations classées soient transposées rapidement, notamment en vue du délai d’entrée en vigueur de la directive IPPC aux installations existantes;

Overwegende de dringendheid gemotiveerd door het feit dat het als gevolg van de waarnemingen van de Europese Commissie van belang is dat de IPPC verplichtingen van de geklasseerde grote installaties onverwijld worden omgezet, inzonderheid met het oog op de termijn voor het in voege treden van de IPPC-richtlijn voor de bestaande installaties;

56132


Sur la proposition de la Ministre de l’environnement;

Op voorstel van de Minister van Leefmilieu;

Après délibération,

Na beraadslaging, Besluit :

Arrête : re

CHAPITRE 1 . — Généralités er

Article 1 . Champ d’application et objectif

HOOFDSTUK 1. — Algemeenheden Artikel 1. Toepassingsveld en bedoeling

Le présent arrêté s’applique aux grandes installations industrielles classées en Région de Bruxelles-Capitale où sont exercées une ou plusieurs activités mentionnées à l’annexe I et vise à compléter les dispositions de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement qui leurs sont applicables.

Dit besluit is van toepassing op de grote geklasseerde industriële installaties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waar een of meer activiteiten worden uitgeoefend die zijn vermeld in bijlage I, en beoogt de bepalingen aan te vullen van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen die erop van toepassing zijn.

Cet arrêté transpose la directive 96/61/CE du Conseil du 24 septembre 1996 relative à la prévention et à la réduction intégrées de la pollution, dite « directive IPPC ».

Dit besluit zet de Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 om inzake de geïntegreerde preventie en bestrijding van de verontreiniging (de IPPC-richtlijn).

Art. 2. Définitions

Art. 2. Definities

Pour l’application du présent arrêté, on entend par :

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

1° « pollution » : l’introduction directe ou indirecte, par l’activité humaine, de substances, de vibrations, de chaleur ou de bruit dans l’air, l’eau ou le sol, susceptibles de porter atteinte à la santé humaine ou à la qualité de l’environnement, d’entraîner des détériorations aux biens matériels, une détérioration ou une entrave à l’agrément de l’environnement ou à d’autres utilisations légitimes de ce dernier;

1° «verontreiniging» : de directe of indirecte inbreng door menselijke activiteiten van stoffen, trillingen, warmte of geluid in lucht, water of bodem, die de gezondheid van de mens of de milieukwaliteit kan aantasten, schade kan toebrengen aan materiële goederen, dan wel de belevingswaarde van het milieu of ander rechtmatig milieugebruik kan aantasten of in de weg kan staan;

2° « grande installation » : une unité technique fixe dans laquelle interviennent une ou plusieurs des activités figurant à l’annexe I ainsi que toute autre activité s’y rapportant directement qui est liée techniquement aux activités exercées sur le site et qui est susceptible d’avoir des incidences sur les émissions et la pollution;

2° «grote installatie» : een vaste technische eenheid waarin een of meer van de in bijlage I vermelde activiteiten en processen alsmede andere daarmee rechtstreeks samenhangende activiteiten plaatsvinden, die technisch in verband staan met de op die plaats ten uitvoer gebrachte activiteiten en die gevolgen kunnen hebben voor de emissies en de verontreiniging;

3° « grande installation existante » : une grande installation en service ainsi qu’une grande installation autorisée ou ayant, de l’avis de l’Institut fait l’objet d’une demande complète de permis conformément à la législation sectorielle existante avant l’entrée en vigueur de la directive 96/61/CEE du Conseil du 24 septembre 1996 relative à la prévention et à la réduction intégrées de la pollution (dite « IPPC »), à la condition que l’installation a été mise en service au plus tard le 30 octobre 1999;

3° «bestaande grote installatie» : een grote installatie die in bedrijf is of een grote installatie waarvoor een vergunning is verleend of waarvoor naar het oordeel van het Instituut een volledige vergunningsaanvraag is ingediend overeenkomstig de bestaande sectorale wetgeving vóór de inwerkingtreding van de richtlijn 96/61/EEG van de Raad van 24 september 1996 betreffende de geïntegreerde preventie en bestrijding van de verontreiniging (IPPC’), op voorwaarde dat die installatie uiterlijk op 30 oktober 1999 in werking wordt gesteld;

4° « nouvelles grandes installations » : grandes installations ne pouvant être considérées comme des grandes installations existante au sens du 3°;

4° Nieuwe grote installaties : grote installaties die niet beschouwd kunnen worden als bestaande grote installaties in de zin van 3°;

5° « émission » : le rejet direct ou indirect, à partir de sources ponctuelles ou diffuses de l’installation, de substances, de vibrations, de chaleur ou de bruit dans l’air, l’eau ou le sol;

5° «emissie» : de directe of indirecte lozing, uit puntbronnen of diffuse bronnen van de installatie, van stoffen, trillingen, warmte of geluid in de lucht, het water of de bodem;

6° « valeur limite d’émission » : la masse, exprimée en fonction de certains paramètres spécifiques, la concentration et/ou le niveau d’une émission, à ne pas dépasser au cours d’une ou de plusieurs périodes données. Les valeurs limites d’émission peuvent être fixées également pour certains groupes, familles ou catégories de substances, notamment celles visées à l’annexe II.

6° «emissiegrenswaarde» : de massa, gerelateerd aan bepaalde specifieke parameters, de concentratie en/of het niveau van een emissie, die gedurende een of meer vastgestelde perioden niet mogen worden overschreden. De emissiegrenswaarden kunnen ook voor bepaalde groepen, families of categorieën van stoffen, met name die welke in bijlage II worden vermeld, worden vastgesteld.

Les valeurs limites d’émission des substances sont généralement applicables au point de rejet des émissions à la sortie de l’installation, une dilution éventuelle étant exclue dans leur détermination. En ce qui concerne les rejets indirects à l’eau, l’effet d’une station d’épuration peut être pris en considération lors de la détermination des valeurs limites d’émission de l’installation, à condition de garantir un niveau équivalent de protection de l’environnement dans son ensemble et de ne pas conduire à ces charges polluantes plus élevées dans le milieu, sans préjudice de l’arrêté du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale du 20 septembre 2001 relatif à la protection des eaux de surface contre la pollution causée par certaines substances dangereuses;

De grenswaarden voor de emissies van stoffen gelden normaliter op het punt waar de emissies de installatie verlaten en worden bepaald zonder rekening te houden met een eventuele verdunning. Voor indirecte lozingen in water mag bij de bepaling van de emissiegrenswaarden van de installatie rekening worden gehouden met het effect van een zuiveringsstation, op voorwaarde dat een equivalent niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel wordt gewaarborgd en dat zulks niet leidt tot een hogere belasting van het milieu met verontreinigende stoffen, onverminderd het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 20 september 2001 betreffende de bescherming van de oppervlaktewater tegen de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen;

7° « norme de qualité environnementale » : une série d’exigences devant être satisfaites à un moment donné par un environnement donné ou une partie spécifique de celui-ci, telles que spécifiées dans la législation communautaire;

7° «milieukwaliteitsnorm» : alle eisen waaraan op een gegeven ogenblik in een bepaald milieucompartiment of een bepaald gedeelte daarvan moet worden voldaan overeenkomstig de Gemeenschapswetgeving;

8° « permis » : la partie ou la totalité d’une ou de plusieurs décisions écrites et délivrées avec ou sans certificat préalable accordant le droit d’exploiter tout ou une partie d’une installation sous certaines conditions permettant d’assurer que l’installation satisfait aux exigences de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et du présent arrêté. Un permis peut être valable pour une ou plusieurs installations ou parties d’installations situées sur le même site et exploitées par le même exploitant;

8° « vergunning » : het gedeelte van (een) schriftelijk(e) besluit(en) of dat besluit (die besluiten) in zijn (hun) geheel die met of zonder voorafgaand certificaat worden afgeleverd, waarbij machtiging wordt verleend om een installatie of een gedeelte daarvan te exploiteren onder bepaalde voorwaarden die moeten garanderen dat de installatie voldoet aan de eisen van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en van dit besluit. Een vergunning kan betrekking hebben op een of meer installaties of delen van installaties die zich op dezelfde locatie bevinden en die door dezelfde exploitant worden geëxploiteerd;


56133

9° a) « modification de l’exploitation » : une modification des caractéristiques ou du fonctionnement, ou une extension de la grande installation pouvant entraîner des conséquences pour l’environnement;

9° a) « wijziging van de exploitatie » : een wijziging van de kenmerken of de werking, of een uitbreiding van de grote installatie die gevolgen voor het milieu kan hebben;

b) « modification substantielle » : une modification de l’exploitation qui, de l’avis de l’Institut, peut avoir des incidences négatives et significatives sur les personnes ou sur l’environnement. Aux fins de la présente définition, toute modification ou extension d’une exploitation est réputée substantielle si elle répond en ellemême aux seuils éventuels fixés à l’annexe Ire;

b) «belangrijke wijziging» : een wijziging in de exploitatie die volgens de bevoegde autoriteit negatieve en significante effecten kan hebben op mens of milieu. In de zin van deze definitie wordt elke wijziging of uitbreiding van een exploitatie geacht belangrijk te zijn indien de wijziging of uitbreiding voldoet aan de eventuele drempelwaarden vastgesteld in bijlage 1;

10° « meilleures techniques disponibles » : le stade de développement le plus efficace et avancé des activités et de leurs modes d’exploitation, démontrant l’aptitude pratique de techniques particulières à constituer, en principe, la base des valeurs limites d’émission visant à éviter et, lorsque cela s’avère impossible, à réduire de manière générale les émissions et l’impact sur l’environnement dans son ensemble. Par :

10° « beste beschikbare technieken » : het meest doeltreffende en geavanceerde ontwikkelings-stadium van de activiteiten en exploitatiemethoden, waarbij de praktische bruikbaarheid van speciale technieken om in beginsel het uitgangspunt voor de emissiegrenswaarden te vormen is aangetoond, met het doel emissies en effecten op het milieu in zijn geheel te voorkomen, of wanneer dat niet mogelijk blijkt, algemeen te beperken. Onder :

a) « techniques », on entend aussi bien les techniques employées que la manière dont l’installation est conç ue, construite, entretenue, exploitée et mise à l’arrêt,

a) « technieken » wordt verstaan : zowel de toegepaste technieken als de wijze waarop de installatie wordt ontworpen, gebouwd, onderhouden, geëxploiteerd en ontmanteld,

b) « disponibles », on entend les techniques mises au point sur une échelle permettant de les appliquer dans le contexte du secteur industriel concerné, dans des conditions économiquement et techniquement viables, en prenant en considération les coûts et les avantages, que ces techniques soient utilisées ou produites ou non sur le territoire de l’Etat membre intéressé, pour autant que l’exploitant concerné puisse y avoir accès dans des conditions raisonnables,

b) «beschikbare » wordt verstaan : op zodanige schaal ontwikkeld dat de betrokken technieken, kosten en baten in aanmerking genomen, economisch en technisch haalbaar in de betrokken industriële context kunnen worden toegepast, onafhankelijk van de vraag of die technieken al dan niet op het grondgebied van de betrokken Lidstaat worden toegepast of geproduceerd, mits zij voor de exploitant onder redelijke voorwaarden toegankelijk zijn,

c) « meilleures », on entend les techniques les plus efficaces pour atteindre un niveau général élevé de protection de l’environnement dans son ensemble.

c) «beste» wordt verstaan : de meest doeltreffende technieken voor het bereiken van een hoog algemeen niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel.

Dans la détermination des meilleures techniques disponibles, il convient de prendre particulièrement en considération les éléments énumérés à l’annexe III;

Bij de bepaling van de beste beschikbare technieken moeten de in bijlage III vermelde punten speciaal in aanmerking worden genomen;

11° « année de référence » : l’année civile pour laquelle sont requises les données concernant les rejets de polluants et les transferts hors du site;

11° «verslagjaar» : het kalenderjaar waarvoor gegevens over de uitstoot van verontreinigende stoffen en overbrengingen van terreinen naar elders moeten worden verzameld;

12° « substance » : tout élément chimique et ses composés, à l’exclusion des substances radioactives;

12° « stof » : elk chemisch element en de verbindingen daarvan, met uitzondering van radioactieve stoffen;

13° « polluant » : une substance ou un groupe de substances qui peuvent être dangereuses pour l’environnement ou la santé de l’homme en raison de ses propriétés et de son introduction dans l’environnement;

13° « verontreinigende stof » : een stof of groep van stoffen die, vanwege zijn eigenschappen en de introductie ervan in het milieu, schadelijk kan zijn voor het milieu of de menselijke gezondheid;

14° « rejet » : toute introduction de polluants dans l’environnement, résultant d’une activité humaine, qu’elle soit délibérée ou accidentelle et qu’elle ait un caractère régulier ou non, notamment tout déversement, émission, écoulement, injection, évacuation ou mise en décharge, ou par le biais des réseaux d’égouts et sans traitement final des eaux usées;

14° « lozing » : iedere handeling waarbij verontreinigende stoffen in het milieu worden gebracht als gevolg van enigerlei menselijke activiteit, ongeacht de vraag of dit opzettelijk of accidenteel, routinematig of anderszins gebeurt, met inbegrip van morsen, emitteren, lozen, injecteren, verwijderen of storten, dan wel via rioleringen zonder voorziening voor de eindbehandeling van afvalwater;

15° « transfert hors du site » : l’enlèvement hors des limites d’un établissement de déchets à des fins de valorisation ou d’élimination, ainsi que de polluants présents dans les eaux usées destinées à être traités;

15° « overbrenging van het terrein naar elders » : de overbrenging, naar een plaats buiten de grenzen van de inrichting, hetzij van afval bestemd voor nuttige toepassing of verwijdering, hetzij van verontreinigende stoffen in voor zuivering bestemd afvalwater;

16° « sources diffuses » : les multiples sources de petite taille ou disséminées à partir desquelles peuvent être rejetés dans le sol, dans l’air ou dans l’eau des polluants dont l’effet combiné sur ces milieux peut être important, et pour lesquelles il est matériellement difficile d’obtenir notification de chaque source individuelle;

16° « diffuse bronnen » : de talrijke kleinere of verspreide bronnen van waaruit verontreinigende stoffen in de bodem, in de lucht of in het water terecht kunnen komen, wier gecombineerd effect op die milieucompartimenten significant kan zijn en waarvoor het ondoenlijk zou zijn om van alle individuele bronnen verslagen te individuelle; verzamelen;

17° « déchet » : toute substance ou déchet tel que désigné par l’article 2, 1°, de l’ordonnance du 7 mars 1991 relative à la prévention et à la gestion des déchets;

17° « afval » : elke stof of iedere afvalstof zoals omschreven in artikel 2, 1° van de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van de afvalstoffen;

18° « déchet dangereux » : toute substance ou déchet tel que désigné par l’article 2, 2° de l’ordonnance du 7 mars 1991 relative à la prévention et à la gestion des déchets;

18° « gevaarlijk afval » : elke stof of iedere afvalstof zoals omschreven in artikel 2, 2°, van de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van de afvalstoffen;

19° « eaux usées » : les eaux urbaines résiduaires, les eaux usées ménagères et industrielles telles que définies à l’article 1er de l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 23 mars 1994 relatif au traitement des eaux urbaines résiduaires et toute autre eau usée qui, en raison des substances ou objets qu’elle contient, est soumise à une réglementation en Région de Bruxelles-Capitale;

19° « afvalwater » : stedelijk, huishoudelijk en industrieel afvalwater zoals omschreven in artikel 1 van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 23 maart 1994 betreffende de behandeling van stedelijk afvalwater en ieder ander afvalwater dat, door de stoffen of voorwerpen die het bevat, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan een reglementering is onderworpen;

20° « l’Institut » : Institut bruxellois pour la gestion de l’environnement.

20° « het Instituut » : het Brussels Instituut voor Milieubeheer.

56134


CHAPITRE 2. — Contenu des demandes auprès de l’Institut Art. 3. Demande de permis

HOOFDSTUK 2 Inhoud van de vergunningsaanvraag bij het Instituut Art. 3. Vergunningsaanvraag

Sans préjudice de l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 1er décembre 1994 déterminant la composition du dossier de demande de certificat et de permis d’environnement, le dossier de demande de permis d’environnement des grandes installations contient, en plus des mentions énumérées à l’article 10 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement, au minimum la description :

Onverminderd het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 1 december 1994 tot vastelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvraag om een milieu-attest en - vergunning bevat het dossier voor de aanvraag van een milieuvergunning voor de grote installaties, naast de vermeldingen opgesomd in artikel 10 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, minstens de beschrijving van :

a) Des matières premières et auxiliaires, des substances et de l’énergie utilisées dans ou produites par l’installation;

a) de grondstoffen en hulpmaterialen, de stoffen en de energie die in de installatie worden gebruikt of door de installatie worden gegenereerd;

b) des sources des émissions de l’installation;

b) de emissiebronnen van de installatie;

c) de la nature et des quantités des émissions prévisibles de l’installation dans chaque milieu ainsi qu’une identification des effets significatifs des émissions sur l’environnement;

c) de aard en de omvang van de te voorziene emissies van de installatie in elk milieucompartiment, met een overzicht van de significante milieueffecten van de emissies;

d) de la technologie prévue et des autres techniques visant à prévenir les émissions provenant de l’installation ou, si cela n’est pas possible, à les réduire;

d) de beoogde technologie en de andere technieken ter voorkoming of, indien dat niet mogelijk is, ter vermindering van de emissies van de installatie;

e) en tant que de besoin, des mesures concernant la prévention et la valorisation des déchets générés par l’installation;

e) zo nodig, de maatregelen betreffende de preventie en de nuttige toepassing van de door de installatie voortgebrachte afvalstoffen;

f) des autres mesures prévues pour remplir les principes généraux des obligations fondamentales de l’exploitant visés à l’article 55 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 5 du présent arrêté;

f) de andere maatregelen die worden getroffen om te voldoen aan de algemene beginselen van de fundamentele verplichtingen van de exploitant, bedoeld in artikel 55 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en artikel 5 van dit besluit;

g) des mesures prévues pour la surveillance des émissions dans l’environnement;

g) de maatregelen die worden getroffen ter controle van de emissies in het milieu;

h) des principales solutions de substitution, s’il en existe, étudiées par l’auteur de la demande de permis, sous la forme d’un résumé.

h) de belangrijkste alternatieven, voor zover die bestaan, bestudeerd door de aanvrager van de vergunning, onder de vorm van een schets.

Art. 4. Prolongation de permis

Art. 4. Verlenging van de vergunning

En plus des indications énumérées à l’article 62, § 3, de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement, le dossier de demande de prolongation du permis relatif aux grandes installations contient également les mentions additionnelles énumérées à l’article 3.

Naast de gegevens opgesomd in artikel 62, § 3, van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen bevat het aanvraagdossier voor de verlenging van de vergunning betreffende de grote installaties eveneens de bijkomende vermeldingen opgesomd in artikel 3.

CHAPITRE 3. — Contenu des permis et conditions particulières de l’Institut

HOOFDSTUK 3. — Inhoud van de vergunningen en bijzondere voorwaarden van het Instituut

Art. 5. Délivrance du permis relatif aux grandes installations § 1er. L’Institut doit prendre en compte, en vue de la délivrance du permis relatifs aux grandes installations, en plus des éléments visés à l’alinéa 1er de l’article 55 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement, les éléments suivants : 1° : aucune pollution importante ne soit causée;

Art. 5. Afgifte van de vergunning m.b.t. de grote installaties § 1. Met het oog op de afgifte van de vergunning voor de grote installaties moet het Instituut, bovenop de elementen bedoeld in alinea 1 van artikel 55 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, rekening houden met de volgende elementen : 1° : er mag geen enkele aanzienlijke verontreiniging worden veroorzaakt;

2° : conformément à l’ordonnance du 7 mars 1991 relative à la prévention et à la gestion des déchets, la production de déchets soit évitée; à défaut, ceux-ci soient valorisés ou, lorsque cela est impossible techniquement et économiquement, ils soient éliminés en évitant ou en réduisant leur impact sur l’environnement;

2° : in overeenstemming met de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van het afval zal de productie van afval worden vermeden; in het andere geval wordt dit afval nuttig toegepast of, indien dit technisch en economisch onmogelijk is, verwijderd, waarbij hun impact op het milieu wordt vermeden of beperkt;

3° : l’énergie soit utilisée de manière efficace sur la base de critères à fixer par le Gouvernement;

3° : de energie moet doeltreffend worden gebruikt op basis van criteria die door de regering moeten worden vastgesteld;

4° : les mesures nécessaires soient prises afin de prévenir les accidents et limiter leurs conséquences.

4° : de noodzakelijke maatregelen worden getroffen om ongevallen te voorkomen en hun gevolgen te beperken.

Art. 6. Valeurs limites d’émission et meilleures techniques disponibles

Art. 6. Emissiegrenswaarden en beste beschikbare technieken.

« Sans préjudice de l’article 56 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement, le permis doit également comporter, tenant compte des circonstances propres à l’installation :

Onverminderd artikel 56 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, moet de vergunning, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van de installatie, ook hetgeen volgt bevatten :

— des valeurs limites d’émission pour les substances polluantes, notamment celles figurant à l’annexe II, susceptibles d’être émises par l’installation concernée en quantité significative eu égard à leur nature et à leur potentiel de transferts de pollution d’un milieu à l’autre (eau, air et sol). En tant que de besoin, le permis contient des prescriptions appropriées garantissant la protection du sol et des eaux souterraines, et des mesures concernant la gestion des déchets générés par l’installation. Le cas échéant, les valeurs limites peuvent être complétées ou remplacées par des paramètres ou des mesures techniques équivalents. Ces valeurs limites d’émission, les paramètres et les mesures techniques équivalentes sont fondés sur les meilleures techniques disponibles, sans prescrire l’utilisation d’une technique ou d’une technologie spécifique,

— emissiegrenswaarden voor de verontreinigende stoffen, met name die van bijlage II, die in significante hoeveelheden uit de betrokken installatie kunnen vrijkomen, gelet op hun aard en hun potentieel voor overdracht van verontreiniging tussen milieucompartimenten (water, lucht en bodem). De vergunning bevat, zo nodig, passende voorschriften ter bescherming van bodem en grondwater, en maatregelen voor het beheer van de door de installatie voortgebrachte afvalstoffen. De grenswaarden kunnen, zo nodig, worden aangevuld of vervangen door gelijkwaardige parameters of gelijkwaardige technische maatregelen. Deze emissiegrenswaarden, de gelijkwaardige parameters en de gelijkwaardige technische maatregelen zijn gebaseerd op de beste beschikbare technieken, zonder het gebruik van een bepaalde techniek of


56135

et en prenant en considération les caractéristiques techniques de l’installation concernée, son implantation géographique et les conditions locales de l’environnement. Dans tous les cas, les conditions du permis prévoient des dispositions relatives à la minimisation de la pollution à longue distance ou transfrontière et garantissent un niveau élevé de protection de l’environnement dans son ensemble. Pour les installations visées à l’annexe Ire, point 7, a) les valeurs limites d’émission établies conformément au présent paragraphe prendront en compte les modalités pratiques adaptées à ces catégories d’installations.

technologie voor te schrijven en met inachtneming van de technische kenmerken en de geografische ligging van de betrokken installatie, alsmede de plaatselijke milieuomstandigheden. In alle gevallen bevatten de vergunningsvoorwaarden bepalingen betreffende de minimalisering van de verontreiniging over lange afstand of de grensoverschrijdende verontreiniging en waarborgen ze een hoog niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel. Voor de installaties bedoeld in bijlage I, punt 7, a) zullen de emissie-grenswaarden die in overeenstemming met deze paragraaf zijn bepaald, rekening houden met de praktische modaliteiten die aan deze installatiecategorieën zijn aangepast.

— les exigences appropriées en matière de surveillance des rejets, spécifiant la méthodologie de mesure et leur fréquence, la procédure d’évaluation des mesures ainsi qu’une obligation de fournir à l’Institut les données nécessaires au contrôle du respect des conditions du permis.

— de passende eisen voor de controle op de lozingen, met vermelding van de meetmethode en -frequentie, de procedure voor de beoordeling van de metingen, alsmede de verplichting om het Instituut in kennis te stellen van de gegevens die noodzakelijk zijn voor de controle op de naleving van de vergunningsvoorwaarden.

— Pour les installations visées à l’annexe Ire, point 7, a) les mesures visées au présent paragraphe peuvent prendre en compte les coûts et avantages.

— Voor de installaties bedoeld in bijlage I, punt 7, a), kunnen de maatregelen bedoeld in deze paragraaf, rekening houden met de kosten en baten.

— les mesures relatives aux conditions d’exploitation autres que les conditions d’exploitation normales. Seront ainsi pris en compte de manière appropriée, lorsque l’environnement risque d’en être affecté, le démarrage, les fuites, les dysfonctionnements, les arrêts momentanés et l’arrêt définitif de l’exploitation.

— de maatregelen voor andere dan de normale bedrijfsomstandigheden. Zo wordt op passende wijze rekening gehouden met opstarten, lekken, storingen, korte stilleggingen en definitieve bedrijfsbeëindiging, wanneer het milieu daardoor kan worden beïnvloed.

— Le permis peut contenir également des dérogations temporaires aux exigences liées aux valeurs limites d’émission, aux paramètres et aux mesures techniques équivalentes si un plan de réhabilitation approuvé par l’Institut assure le respect de ces exigences dans les six mois et si le projet conduit à une réduction de la pollution.

— De vergunning kan ook tijdelijke afwijkingen van de eisen verbonden aan de emissie-grenswaarden, de gelijkwaardige parameters en de gelijkwaardige technische maatregelen bevatten, indien een door het Instituut goedgekeurd saneringsplan de naleving binnen de zes maanden van deze eisen waarborgt en het project tot een vermindering van de verontreiniging leidt.

— des conditions supplémentaires, sans préjudice d’autres mesures pouvant être prises pour respecter les normes de qualité environnementale si une norme de qualité environnementale nécessite des conditions plus sévères que celles pouvant être atteintes par l’utilisation des meilleures techniques disponibles.

— bijkomende voorwaarden, onverminderd andere maatregelen die getroffen kunnen worden om aan de milieukwaliteitsnormen te voldoen, indien met het oog op een milieukwaliteitsnorm strengere voorwaarden moeten gelden dan die welke door de toepassing van de beste beschikbare technieken haalbaar zijn.

En outre, toute décision accordée ou modifiée inclut les modalités prévues pour la protection de l’air, des eaux et du sol visées par l’article 2 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement.

Bovendien bevat iedere toegestane of gewijzigde beslissing de voorziene modaliteiten voor de bescherming van de lucht, het water en de bodem bedoeld in artikel 2 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen.

Art. 7. Entreprises soumises au système d’échange de quotas Lorsqu’une grande installation constitue une des installations émettant des gaz à effet de serre telles que celles visées à l’annexe Ire de l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 juin 2004 établissant un système d’échange de quotas d’émission de gaz à effet de serre et imposant certaines conditions d’exploiter aux installations concernées, le permis ne comporte pas de valeur limite d’émission pour les émissions directes de ces gaz, à moins que cela ne soit nécessaire pour éviter toute pollution locale significative.

Art. 7. Ondernemingen onderworpen aan het systeem inzake de uitwisseling van quota’s Wanneer een grote installatie behoort tot een van de installaties die broeikasgassen uitstoten zoals voorzien in bijlage I van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 3 juni 2004 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten en tot oplegging van de bepaalde exploitatievoorwaarden aan de betrokken inrichtingen, omvat de vergunning geen emissiegrenswaarde voor directe emissies van dat gas, tenzij zulks noodzakelijk is om eender welke significante plaatselijke verontreiniging te vermijden.

En tant que de besoin, l’Institut modifie le permis en conséquence.

Zo nodig wijzigt het Instituut de vergunning op gepaste wijze.

Art. 8. Réexamen des conditions particulières

Art. 8. Toetsing van de bijzondere voorwaarden

§ 1er. Sans préjudice des éléments visés à l’article 64 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement, l’Institut réexamine toutes les cinq années les conditions d’exploitation de la grande installation concernée et les actualise si nécessaire.

§ 1. Onverminderd de elementen bedoeld in artikel 64 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, toetst het Instituut om de vijf jaar de exploitatie-voorwaarden van de betrokken grote installatie en stelt het Instituut deze voorwaarden zo nodig bij.

§ 2. Par ailleurs l’Institut entreprend un réexamen en tout état de cause dans les circonstances suivantes :

§ 2. Bovendien vindt in ieder geval een toetsing door het Instituut plaats in de volgende gevallen :

— la pollution causée par l’installation est telle qu’il convient de réviser les valeurs limites d’émission existantes du permis ou d’inclure de nouvelles valeurs limites d’émission,

— de door de installatie veroorzaakte verontreiniging is van die aard dat de bestaande emissiegrenswaarden in de vergunning gewijzigd of nieuwe emissiegrenswaarden opgenomen moeten worden,

— des changements substantiels dans les meilleures techniques disponibles permettent une réduction significative des émissions sans imposer des coûts excessifs,

— belangrijke veranderingen in de beste beschikbare technieken maken een significante beperking van de emissies zonder buitensporige kosten mogelijk,

— la sécurité d’exploitation du procédé ou de l’activité requiert le recours à d’autres techniques,

— de bedrijfsveiligheid van het proces of de activiteit vereist de toepassing van andere technieken,

— de nouvelles dispositions législatives l’exigent.

— nieuwe wettelijke bepalingen vereisen zulks.

56136


§ 3. Sans préjudice des éléments visés à l’article 63 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement, le titulaire du permis est tenu de fournir à l’Institut les données nécessaires à l’instruction du dossier conformément aux paragraphes précédents.

§ 3. Onverminderd de elementen bedoeld in artikel 63 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, is de houder van de vergunning ertoe gehouden om het Instituut de noodzakelijke gegevens te verstrekken voor het onderzoek van het dossier in overeenstemming met de vorige paragrafen.

CHAPITRE 4. — Accès à l’information

HOOFDSTUK 4. — Toegang tot de informatie

Art. 9. Accès à l’information

Art. 9. Toegang tot de informatie

Sans préjudice de l’article 16, § 2, de l’Ordonnance du 18 mars 2004 sur l’accès à l’information relative à l’environnement dans la Région de Bruxelles-Capitale, l’Institut met à la disposition du public :

Onverminderd artikel 16, § 2, van de ordonnantie van 18 maart 2004 inzake de toegang tot de milieu-informatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, stelt het Instituut het publiek de volgende informatie ter beschikking :

a) la teneur des permis délivrés et de leurs éventuelles actualisations ultérieures;

a) de inhoud van de afgeleverde vergunningen en van hun eventuele latere bijstellingen;

b) l’information concernant le processus poursuivi de participation du public et, après examen des avis exprimés lors de ce processus, les raisons et considérations sur lesquelles la décision est fondée;

b) de informatie m.b.t. het nagestreefde proces van deelneming van het publiek en, na de bestudering van de tijdens dit proces geformuleerde meningen, de redenen en overwegingen waarop de beslissing is gebaseerd;

c) les résultats de la surveillance des rejets des polluants visés à l’annexe II du Règlement (CE) n° 166/2006 du Parlement européen et du conseil du 18 janvier 2006 concernant la création d’un registre européen des rejets et des transferts de polluants.

c) de resultaten van de controle van de lozingen van verontreinigende stoffen bedoelde in bijlage II van de Verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europese Parlement en de raad van 18 januari 2006 betreffende de opstelling van een Europees register inzake de lozingen en overbrenging van verontreinigende stoffen.

CHAPITRE 5. — Sanctions

HOOFDSTUK 5. — Sancties

Art. 10. Respect des dispositions de l’arrêté

Art. 10. Naleving van de bepalingen van het besluit

Les infractions aux dispositions du présent arrêté sont punies conformément aux dispositions de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement.

De inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden gestraft overeenkomstig de bepalingen van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen.

CHAPITRE 6. — Dispositions abrogatoires, transitoires et finales

HOOFDSTUK 6. — Afwijkende bepalingen, overgangsbepalingen en slotbepaling

Art. 11. Disposition abrogatoire Le présent arrêté abroge et remplace l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 18 avril 2002 imposant une obligation de notification aux exploitants de certaines installations classées. Art. 12. Dispositions transitoires er

Art. 11. Afwijkende bepalingen Onderhavig besluit vernietigt en vervangt het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 18 april 2002 waarbij de exploitanten van bepaalde ingedeelde inrichtingen een meldingsplicht wordt opgelegd. Art. 12. Overgangsbepalingen

§ 1 . L’ensemble des dispositions du présent arrêté sont applicables aux nouvelles grandes installations et ce dès la publication du présent arrêté.

§ 1. Alle bepalingen van dit besluit, uitgezonderd artikel 6, zijn van toepassing op de nieuwe grote installaties, en dit vanaf de publicatie van dit besluit.

§ 2. Les grandes installations existantes doivent être exploitées conformément aux exigences prévues par le présent arrêté au plus tard le 30 octobre 2007, sans préjudice d’autres dispositions particulières. A cette fin, l’Institut Bruxellois pour la gestion de l’environnement réexamine et actualise au plus tard le 30 octobre 2007, les permis délivrés aux grandes installations existantes en vue de leur mise en conformité avec les prescrits du présent arrêté.

§ 2. De bestaande grote installaties moeten uiterlijk op 30 oktober 2007 worden geëxploiteerd overeenkomstig de vereisten die door dit besluit zijn voorzien, onverminderd andere bijzondere bepalingen. Hiertoe toetst en actualiseert het Brussels Instituut voor Milieubeheer ten laatste op 30 oktober 2007 de vergunningen die afgeleverd werden aan bestaande grote installaties, met het oog op hun in overeenstemming brenging met de bepalingen van dit besluit.

Cependant les dispositions de l’article 9 du présent arrêté leur sont applicables dès sa publication.

Niettemin zijn de bepalingen van het artikel 9 van dit besluit van toepassing vanaf de publicatie ervan.

Art. 13. Entrée en vigueur La présente ordonnance entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge. Art. 14. Disposition finale La Ministre de l’Environnement est chargée de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 11 octobre 2007.

Art. 13. Inwerkingtreding Deze ordonnantie treedt in werking op de dag van publicatie in het Staatsblad. Art. 14. Slotbepaling De Minister van Leefmilieu wordt belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 11 oktober 2007.

Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale :

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :

Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, Ch. PICQUE

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE

La Ministre de l’Environnement, Mme E. HUYTEBROECK

De Minister van Leefmilieu, Mevr. E. HUYTEBROECK

56137


AUTRES ARRETES — ANDERE BESLUITEN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR

[2007/00855]

[2007/00855] Conseil d’Etat. — Détachement

Raad van State. — Detachering

Par arrêté royal du 12 octobre 2007, le détachement de M. Luc Detroux, auditeur au Conseil d’Etat, auprès du cabinet de la Vice-Présidente du Gouvernement de la Communauté française et Ministre de l’Enseignement supérieur de la Recherche scientifique et des Relations internationales, est prorogé pour une période d’un an prenant cours le 1er octobre 2007.

Bij koninklijk besluit van 12 oktober 2007 wordt de detachering van de heer Luc Detroux, auditeur bij de Raad van State, bij het kabinet van de Vice-Voorzitter van de Regering van de Franse Gemeenschap en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Buitenlandse Relaties, vanaf 1 oktober 2007 verlengd voor een periode van één jaar.

* SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

[C − 2007/14316]

[C − 2007/14316]

Conseil d’Etat. — Suspension

Raad van State. — Schorsing

Par son arrêt n° 175.415 du 5 octobre 2007, le Conseil d’Etat, section du contentieux administratif, IXe Chambre a ordonné la suspension de l’exécution de l’arrêté royal du 21 janvier 2007 portant agrément de la S.N.C.B. en tant qu’organisme chargé de fournir des services de formation aux conducteurs de train et au personnel de bord, publié au Moniteur belge du 25 janvier 2007.

Bij arrest nr. 175.415 van 5 oktober 2007 heeft de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak, IXe Kamer, de schorsing bevolen van de tenuitvoerlegging van het koninklijk besluit van 21 januari 2007 houdende erkenning van de N.M.B.S. als instelling die instaat voor de verlening van opleidingsdiensten aan treinbestuurders en treinpersoneel, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 januari 2007.

* SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER [2007/14314]

[2007/14314] Personnel. — Mise à la retraite

Personeel. — Oppensioenstelling

Par arrêté royal du 5 octobre 2007, qui produit ses effets le 1er octobre 2007, démission honorable de ses fonctions est accordée à M. Etienne Dardenne, classe A1, avec le titre d’attaché. Il est admis à faire valoir ses droits à la pension de retraite et est autorisé à porter le titre honorifique de ses fonctions.

Bij koninklijk beluit van 5 oktober 2007, dat in werking treedt op 1 oktober 2007, wordt aan de heer Etienne Dardenne, eervol ontslag verleend uit zijn functies in de klasse A1, met de titel van attaché. Hij wordt gemachtigd aanspraak op een rustpensioen te doen gelden en de eretitel van zijn ambt te voeren.

* SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG [2007/12682]

[2007/12682] Personnel. — Pension

Personeel. — Pensioen

Par arrêté royal du 19 juin 2007, démission honorable de ses fonctions est accordée à sa demande à M. Jacques Van Parys, attaché, à partir du 1er novembre 2007. Il est admis à faire valoir ses droits à la pension anticipée.

Bij koninklijk besluit van 19 juni 2007 wordt de heer Jacques Van Parys met ingang van 1 november 2007, op eigen verzoek, eervol ontslag verleend uit zijn functies van attaché. Het is hem vergund aanspraak op het definitief vroegtijdig pensioen te doen gelden.

* SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT


[2007/23363]

[2007/23363]

Personnel. — Nomination

Personeel. — Benoeming

Par arrêté royal du 14 septembre 2007, Mme Mathys, Esther, est, à partir du 1er septembre 2007, pour un premier mandat de deux ans, nommée en qualité d’attaché (rang A) à l’établissement scientifique de l’Etat « Institut scientifique de Santé publique » dans le cadre linguistique néerlandais — Administration centrale.

Bij koninklijk besluit van 14 september 2007 wordt Mevr. Mathys, Esther, met ingang van 1 september 2007, op het Nederlands taalkader, voor een eerste mandaat van twee jaar, benoemd in de betrekking van attaché (rang A) bij de Wetenschappelijke Instelling van de Staat « Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid » — Hoofdbestuur.

L’arrêté royal du 17 août 2007 par lequel Mme Mathys, Esther, est, à partir du 1er septembre 2007, nommée pour un premier mandat de deux ans, en qualité d’assistant (rang A) à l’Institut scientifique de Santé publique, dans le cadre linguistique néerlandais — Administration centrale, est rapporté.

Het koninklijk besluit van 17 augustus 2007 waarbij Mevr. Mathys, Esther, met ingang van 1 september 2007, op het Nederlands taalkader, voor een eerste mandaat van twee jaar, benoemd wordt tot assistent (rang A) bij het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid — Hoofdbestuur, wordt ingetrokken.

56138

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT


[2007/23387]

[2007/23387]

Personnel. — Nomination. — Erratum

Personeel. — Benoeming. — Erratum

Au Moniteur belge du 3 octobre 2007, page 51109, concernant l’arrêté royal du 14 septembre 2007, il y a lieu de lire « Mme Tignon, Marylène est nommée dans un emploi d’assistant pour un troisième mandat de deux ans à l’Etablissement scientifique de l’Etat « Centre d’Etude et de Recherches vétérinaires et agrochimiques » Uccle, Administration centrale, dans le cadre linguistique français à partir du 1er juin 2007 » et non « est nommée dans un emploi d’assistant ».

In het Belgisch Staatsblad van 3 oktober 2007, blz. 51109, betreffende het koninklijk besluit van 14 september 2007, dient gelezen « Mme Tignon, Marylène, is benoemd de functie van assistent voor een derde mandaat van twee jaar bij de Federale Wetenschappelijke Instelling « Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie » te Ukkel, Centrale Administratie, in de Franse taalrol vanaf 1 juni 2007 » en niet « is benoemd in de functie van assistent ».

* SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

[C − 2007/09934]

[C − 2007/09934]

Ordre judiciaire

Rechterlijke Orde

Par arrêté royal du 21 octobre 2007, démission honorable de ses fonctions de conseiller suppléant à la cour d’appel de Gand est accordée, à sa demande, à M. Carnewal, E.

Bij koninklijk besluit van 21 oktober 2007 is aan de heer Carnewal, E., op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijn ambt van plaatsvervangend raadsheer in het hof van beroep te Gent.

Par arrêté royal du 22 octobre 2007, démission honorable de ses fonctions de juge suppléant au tribunal du travail de Nivelles est accordée, à sa demande, à M. Langlet, O.

Bij koninklijk besluit van 22 oktober 2007 is aan de heer Langlet, O., op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijn ambt van plaatsvervangend rechter in de arbeidsrechtbank te Nijvel.

Par arrêté royal du 15 octobre 2007, Mme De Becker, A., licenciée en droit, est nommée substitut du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Mons. Elle est nommée simultanément près le tribunaux de première instance de Charleroi et de Tournai.

Bij koninklijk besluit van 15 oktober 2007 is Mevr. De Becker, A., licentiaat in de rechten, benoemd tot substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Bergen. Zij is gelijktijdig benoemd bij de rechtbanken van eerste aanleg te Charleroi en te Doornik.

Par arrêtés royaux du 21 octobre 2007, la dispense prévue par l’article 301 du Code judiciaire est accordée à M. Jonckheere, J., président de chambre à la cour d’appel de Mons, et à Mme Weustenraad, A., conseiller à la cour d’appel de Mons.

Bij koninklijke besluiten van 21 oktober 2007 is de vrijstelling zoals bedoeld in het artikel 301 van het Gerechtelijk Wetboek, verleend aan de heer Jonckheere, J., kamervoorzitter in het hof van beroep te Bergen, en aan Mevr. Weustenraad, A., raadsheer in het hof van beroep te Bergen.

Le recours en annulation des actes précités à portée individuelle peut être soumis à la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat endéans les soixante jours après cette publication. La requête doit être envoyée au Conseil d’Etat (adresse : rue de la Science 33, 1040 Bruxelles), sous pli recommandé à la poste.

Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akten met individuele strekking kan voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), te worden toegezonden.

* SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE [C − 2007/09935]

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE [C − 2007/09935]

Ordre judiciaire. — Ordres nationaux

Rechterlijke Orde. — Nationale Orden

Par arrêtés royaux du 21 octobre 2007 : — M. Verbaanderd, H., juge suppléant à la justice de paix du canton de Hal, est nommé Chevalier de l’Ordre de Léopold.

Bij koninklijke besluiten van 21 oktober 2007 : — is de heer Verbaanderd, H., plaatsvervangend rechter in het vredegerecht van het kanton Halle, benoemd tot Ridder in de Leopoldsorde. Hij zal het burgerlijk ereteken dragen;

Il est portera la décoration civile; — Mme Cailloux, D., juge au tribunal de première instance de Louvain, est nommée Officier de l’Ordre de la Couronne;

— is Mevr. Cailloux, D., rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, benoemd tot Officier in de Kroonorde;

— Mme Hackier, M., notaire à la résidence de Liège (Angleur), est nommée Officier de l’Ordre de la Couronne;

— is Mevr. Hackier, M., notaris ter standplaats Luik (Angleur), benoemd tot Officier in de Kroonorde;

— dans l’article 1er, § 4, de l’arrêté royal du 17 août 2007 accordant certaines décorations dans les Ordres nationaux, en ce qui concerne Mme t’Serstevens, D., procureur du Roi près les tribunaux du travail d’Eupen et de Verviers, les mots « procureur du Roi » sont remplacés par les mots « auditeur du travail ».

— is in het artikel 1, § 4, van het koninklijk besluit van 17 augustus 2007, waarbij zekere eretekens in de Nationale Orden zijn verleend, dient wat Mevr. t’Serstevens, D., procureur des Konings bij de arbeidsrechtbanken te Eupen en te Verviers de woorden « procureur des Konings » te worden vervangen door het woord « arbeidsauditeur ».


GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2007/203264] 25 OCTOBRE 2007. — Arrêté du Gouvernement wallon prorogeant les nominations des membres effectifs et suppléants de la Commission régionale de l’Aménagement du Territoire Le Gouvernement, Vu le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine; Vu l’arrêté du Gouvernement du 2 octobre 2003 portant nomination, pour une période de quatre ans, des membres effectifs et suppléants de la Commission régionale de l’aménagement du territoire; Considérant que l’arrêté du Gouvernement du 2 octobre 2003 est entré en vigueur le 1er novembre 2003; Considérant qu’il est nécessaire de proroger les nominations des membres effectifs et suppléants de la Commission régionale de l’Aménagement du Territoire; Sur la proposition du Ministre du Logement, des Transports et du Développement territorial, Arrête : Article 1er. Les nominations des membres effectifs et suppléants de la Commission régionale de l’Aménagement du Territoire telles qu’arrêtées par l’arrêté du Gouvernement wallon du 2 octobre 2003 sont prorogées jusqu’au 30 avril 2008. Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er novembre 2007. Art. 3. Le Ministre du Développement territorial est chargé de l’exécution du présent arrêté. Namur, le 25 octobre 2007. Le Ministre-Président, R. DEMOTTE Le Ministre du Logement, des Transports et du Développement territorial, A. ANTOINE

ÜBERSETZUNG MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION [2007/203264] 25. OKTOBER 2007 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Verlängerung der Ernennungen der effektiven und stellvertretenden Mitglieder des Regionalausschusses für Raumordnung Die Wallonische Regierung, Aufgrund des Wallonischen Gesetzbuches über die Raumordnung, den Städtebau und das Erbe; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 2. Oktober 2003 zur Ernennung der effektiven und stellvertretenden Mitglieder des Regionalausschusses für Raumordnung für einen Zeitraum von vier Jahren; In der Erwägung, dass der Erlass der Wallonischen Regierung vom 2. Oktober 2003 am 1. November 2003 in Kraft getreten ist; In der Erwägung, dass eine Verlängerung der Ernennungen der effektiven und stellvertretenden Mitglieder des Regionalausschusses für Raumordnung notwendig ist; Auf Vorschlag des Ministers des Wohnungswesens, des Transportwesens und der räumlichen Entwicklung, Beschließt: Artikel 1 - Die Ernennungen der effektiven und stellvertretenden Mitglieder des Regionalausschusses für Raumordnung, wie sie durch Erlass der Wallonischen Regierung vom 2. Oktober 2003 beschlossen worden sind, werden bis zum 30. April 2008 verlängert. Art. 2 - Der vorliegende Erlass tritt am 1. November 2007 in Kraft. Art. 3 - Der Minister der räumlichen Entwicklung wird mit der Durchführung des vorliegenden Erlasses beauftragt. Namur, den 25. Oktober 2007 Der Minister-Präsident, R. DEMOTTE Der Minister des Wohnungswesens, des Transportwesens und der räumlichen Entwicklung, A. ANTOINE

56139

56140

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST [2007/203264] 25 OKTOBER 2007. — Besluit van de Waalse Regering tot verlenging van de benoeming van de gewone en plaatsvervangende leden van de ″Commission régionale d’Aménagement du Territoire″ (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening) De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 2 oktober 2003, tot verlenging van de benoeming van de gewone en plaatsvervangende leden van de ″Commission régionale d’Aménagement du Territoire″ (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening); Overwegende dat het regeringsbesluit van 2 oktober 2003 in werking is getreden op 1 november 2003; Overwegende dat het noodzakelijk is de benoemingen van de gewone en plaatsvervangende leden van de ″Commission régionale d’Aménagement du Territoire″ (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening) te verlengen; Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Besluit : Artikel 1. De benoemingen van de gewone en plaatsvervangende leden van de ″Commission régionale d’Aménagement du Territoire″ (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening) zoals vastgesteld bij het besluit van de Waalse Regering van 2 oktober 2003 worden verlengd tot 30 april 2008. Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag op 1 november 2007. Art. 3. De Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling is belast met de uitvoering van dit besluit. Namen, 25 oktober 2007. De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2007/203251] Pouvoirs locaux PROVINCE DU HAINAUT. — Un arrêté ministériel du 11 octobre 2007 approuve le budget pour l’exercice 2008 de la régie ″Imprimerie provinciale″, à Charleroi, arrêté par le conseil provincial du Hainaut en séance du 11 septembre 2007.

PROVINCE DU HAINAUT. — Un arrêté ministériel du 11 octobre 2007 approuve le budget pour l’exercice 2008 de la régie provinciale du Hainaut ″U.T.″, à Charleroi, arrêté par le conseil provincial du Hainaut en séance du 11 septembre 2007.

PROVINCE DU HAINAUT. — Un arrêté ministériel du 11 octobre 2007 approuve le budget pour l’exercice 2008 de la régie provinciale du Hainaut ″Ath-Leuze″, arrêté par le conseil provincial du Hainaut en séance du 11 septembre 2007.

PROVINCE DU HAINAUT. — Un arrêté ministériel du 11 octobre 2007 approuve le budget pour l’exercice 2008 de la régie provinciale du Hainaut ″A.P.M.M.B.C.″, à Morlanwelz, arrêté par le conseil provincial du Hainaut en séance du 11 septembre 2007.

PROVINCE DU HAINAUT. — Un arrêté ministériel du 11 octobre 2007 approuve le budget pour l’exercice 2008 de la régie provinciale du Hainaut ″Ecoles de nursing″, à Tournai, arrêté par le conseil provincial du Hainaut en séance du 11 septembre 2007.

PROVINCE DU HAINAUT. — Un arrêté ministériel du 11 octobre 2007 approuve le budget pour l’exercice 2008 de la régie provinciale du Hainaut ″G.Point″, à Tournai, arrêté par le conseil provincial du Hainaut en séance du 11 septembre 2007.

PROVINCE DU HAINAUT. — Un arrêté ministériel du 11 octobre 2007 approuve le budget pour l’exercice 2008 de la régie provinciale du Hainaut ″Hôtel de Savoie″, à Soignies, arrêté par le conseil provincial du Hainaut en séance du 11 septembre 2007.

56141

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD PROVINCE DU HAINAUT. — Un arrêté ministériel du 11 octobre 2007 approuve le budget pour l’exercice 2008 de la régie provinciale du Hainaut ″Mess de La Louvière″, arrêté par le conseil provincial du Hainaut en séance du 11 septembre 2007.

PROVINCE DU HAINAUT. — Un arrêté ministériel du 11 octobre 2007 approuve le budget pour l’exercice 2008 de la régie provinciale du Hainaut ″Mons-Borinage″, arrêté par le conseil provincial du Hainaut en séance du 11 septembre 2007.

PROVINCE DU HAINAUT. — Un arrêté ministériel du 11 octobre 2007 approuve le budget pour l’exercice 2008 de la régie provinciale du Hainaut ″Sama″, à Charleroi, arrêté par le conseil provincial du Hainaut en séance du 11 septembre 2007.

* MINISTERE WALLON DE L’EQUIPEMENT ET DES TRANSPORTS [2007/203260] 3 OCTOBRE 2007. — Arrêté ministériel relatif à l’expropriation de biens immeubles à Gembloux (Sauvenière) Le Ministre du Budget, des Finances et de l’Equipement, Vu la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980, modifiée par les lois du 8 août 1988, du 5 mai 1993 et du 16 juillet 1993, notamment l’article 6, § 1er, X, 1o; Vu la loi du 26 juillet 1962 relative à la procédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour cause d’utilité publique, notamment l’article 5; Vu le décret du 6 mai 1988 relatif aux expropriations pour cause d’utilité publique poursuivies ou autorisées par l’Exécutif régional wallon; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 26 août 2004, tel que modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon du 16 septembre 2004 et du 15 avril 2005, portant règlement du fonctionnement du Gouvernement; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 juillet 2007 fixant la répartition des compétences entre les Ministres et réglant la signature des actes du Gouvernement; Considérant qu’il est d’utilité publique de réaliser la liaison RAVeL-2 - Croix de Hesbaye, Gembloux - gare de Grand-Leez; Considérant que le but de ces expropriations est d’assurer la continuité du réseau RAVeL; Considérant que la prise de possession immédiate est indispensable, Arrête : Article unique. Il est indispensable pour cause d’utilité publique de prendre immédiatement possession des immeubles nécessaires à l’amélioration de la liaison RAVeL-2, Croix de Hesbaye, Gembloux à la gare de Grand-Leez, figurés par une teinte jaune au plan no FG9/PC/2185/E1, ci-annexé, visé par le Ministre du Budget, des Finances et de l’Equipement. En conséquence, la procédure en expropriation des immeubles précités sera poursuivie conformément aux dispositions de la loi du 26 juillet 1962. Namur, le 3 octobre 2007. M. DAERDEN

TABLEAU DES EMPRISES Cadastre

Surface cadastrale

Surface à exproprier

ha

a

ca

ha

a

ca

Observations

Terre V.V.

00

57

36

00

57

36

Totalité

Son

N°

1

B

179d

3056

Société Sucrapaille Rue Baron Poswick 11 5030 Gembloux

2

B

217d

3056

Idem

Chemin

00

08

21

00

08

21

Totalité

3

B

262b

3056

Idem

Terre V.V.

02

08

44

02

08

44

Totalité

02

74

01

Matrice

Noms, prénoms, adresse des propriétaires

Nature de la parcelle

N° du plan

Total

Les plans parcellaires et des travaux peuvent être consultés auprès de la Direction des Routes de Namur - D131, avenue Gouverneur Bovesse 37, 5100 Jambes. No du plan : F.G.9.PC.2185.E1.

56142


REGION DE BRUXELLES-CAPITALE — BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST COMMISSION COMMUNAUTAIRE FRANÇAISE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE [C − 2007/31453] 12 JUILLET 2007. — Arrêté du Collège de la Commission communautaire franç aise modifiant l’arrêté du Collège de la Commission communautaire franç aise du 12 juin 2003, tel que modifié par les arrêtés du Collège de la Commission communautaire franç aise des 6 mai 2004, 24 juin 2004, 12 mai 2005, 13 octobre 2005, 27 avril 2006, 5 octobre 2006 et 24 novembre 2006 portant nomination des membres du Conseil consultatif bruxellois francophone de l’aide aux personnes et de la santé Le Collège, Vu le Décret du 5 juin 1997 portant création du Conseil consultatif bruxellois francophone de l’aide aux personnes et de la santé; Vu L’arrêté du 11 septembre 1997 du Collège de la Commission communautaire franç aise portant exécution du décret du 5 juin 1997, modifié par l’arrêté du 28 mai 1998; Considérant Que suite à de nombreuses démissions de membres dans les différentes sections, il convient de pourvoir à leur remplacement; Sur proposition du Président du Collège, Arrête : Article 1er. Le présent arrêté règle une matière visée à l’article 128 de la Constitution en vertu des articles 138 et 178 de la Constitution. Art. 2. Sont nommés à la section « services ambulatoires » : Membres effectifs

Membres suppléants Représentants les pouvoirs organisateurs :

Martine DEDAL

Mima DEFLORES

Liliane PELOSIE

Martine CARTHE

Pierre SCHOEMANN

Joëlle DUBOCQUET

Marie-Christine MEERSSEMAN

Marie-Cécile HENRIQUET

Charles LEJEUNE

Caroline VANDERMEERSCH

Amélia KALB

Véronique VAN ESPEN Représentants les travailleurs :

Irma BOZZO

Marie-Christine RENSON

Abder CHAFI

Monique VAN WINDEKENS

Michèle SEUTIN

Rob REYNDERS

Michaël DUFRANE Nadine PAGE

Anne REMY

Jacqueline BOURDOUXHE Représentants les utilisateurs ou publics cibles : Michel KESTEMAN Viviane LIPSZTADT Alain WILAERT

Jean-Paul PETIT

Pierre DELFORGE Fabienne PAUL

Carina VANHOUDENHOVEN

Michel DEJAER

Jean-François HEINEN Représentants les experts :

Jean-Paul MATOT

Charles BURQUEL

Corinne HUYGENS

Jacques VERSTRAETEN

Eric MESSENS

Robert BONTEMPS

Marc VANDERVEKEN

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Serge ZOMBEK

Martine DAL

Michel ROLAND

Brigitte MEIRE

M. Eric MESSENS est nommé Président de la section et M. Pierre SCHOEMANN est nommé Vice-Président.

Art. 3. Sont nommés à la section « Hébergement » : Membres effectifs

Membres suppléants Représentants les pouvoirs organisateurs :

Vincent FREDERICQ

Daniel FULD

Franç ois CULOT

Bruno WITHOECK

Hélène ARONIS

Marion FAINGNAERT

Christine VANHESSEN

Myriam DE VYNCK

Silvia DI MATTEO

Arié KUPPERBERG Représentants les travailleurs :

Michèle SEUTIN

Yves DUPUIS

Francis STEVENS

Marc GILLARD

Wojcieh KACPRZYCKI

Fabrice EPIS Représentants les utilisateurs ou publics cibles :

Roger MEERS Marie-Pierre DELCOUR

Jacques DE NAUW

Michel PETTIAUX

Louise HEYMAN

Guy HOOGMARTENS Représentants les experts : Dominique DEPUYDT Nadine PARMENTIER

Yvan DUBOIS

Myriam LELEU Annette PERDAENS

Christian DEJAER

Anne DEVRESSE

Catherine VERDICKT

Mme Hélène ARONIS est nommée Présidente de la section et M. Michel PETTIAUX est nommé Vice-Président de la section.

Art. 4. Sont nommés à la section « aide et soins à domicile » : Membres effectifs

Membres suppléants

Représentants les pouvoirs organisateurs :

Vertegenwoordigers van de inrichtende macht :

Marc DUMONT

Andrée LEJEUNE

Nicole GRIMBERGHS

Catherine BALLANT

Pierre PIERARD

Valérie BRAHAM

Moïra FRAGNIERE Représentants les travailleurs : Yves DUPUIS

Martine MERTENS

Anne DE BAETS

Michaël DUFRANE

Lucie DE GREEF

Machteld DE PAEPE

56143

56144

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Représentants les utilisateurs ou publics cibles : Christian KUNSCH

Marie WARGNIES

Marion FAINGNAERT

Agnès DUSAERT

Agnès LECLERCQ

Frédérique SOKAL Représentants les experts :

Marie-Claude PULINGS

Betty SERVAIS

Fouad MABROUCK

Agnès DELVAUX

Jean RENARD

André DROSSAERT

Thierry UYLENBROECK

Carine VANDROOGENBROECK

Mme Marie-Claude PULINGS est nommée Présidente de la section et M. Fouad MABROUCK est nommé Vice-Président de la section. Art. 5. Sont nommés à la section « personnes handicapées » : Membres suppléants

Membres effectifs

Représentants les pouvoirs organisateurs : Guy LEMMENS

Benoît CEYSENS

Ariane HASSID

Philippe BOSSAERTS

Marc VAN DURME

Isabelle VANHALLE

Marianne FEDOROWICZ

Alain JORET

Gaetan VANDAMME

Jacques BEGASSE

Stella CRAVOTTA

André PETIT Représentants les travailleurs :

Martine LAMY

Yves DUPUIS

Jean-Luc BOSMANS

Michel PRINON

Machteld DEPAEPE

Philippe REYNAERTS

Luc DEWAGTER

Christian DEBEL Représentants les utillisateurs ou publics cibles :

Eliane DEMUNTER

Pascale VAN DER BELLEN

Daniel PELTZER

Martine VAN VLIET

André REYLAND

Marc MAILLEUX

Gisèle MARLIERE

Pascale BIOT

Thérèse KEMPENEERS-FOULON

Muriel BOTTU

Pierre GERARD

Franç oise DELANNOY

Janine GERARD

Cathy DE GRANDE

Victor SPANOGHE

Cléon ANGELO Représentants les experts :

Christine CROISIAUX

Joël GUILLAUME

Michel MAGIS

Jean MEYER

André COCLE

Samuël GONZALES-PUEL

Chantal LIGNY

Willy FLEIS

Jenny ROSE

Martine PREAT

Michel VANDERCAM

Mathilde de BRIEY

Mme Thérès KEMPENEERS-FOULON est nommée Présidente de la section et Mme Gisèle MARLIERE est nommée Vice-Présidente de la section. Art. 6. La nomination des membres entre en vigueur le 1er juin 2007.

56145

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 7. Le Président du Collège, est chargé de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 12 juillet 2007. Par le Collège : B. CEREXHE, Président du Collège, chargé de la Fonction publique et de la Santé C. PICQUE, membre du Collège chargé de la Cohésion sociale Mme E. HUYTEBROECK, Membre du Collège, chargée du Budget, des Personnes handicapées et du Tourisme Mme F. DUPUIS, Membre du Collège, chargée de la Formation professionnelle, de l’Enseignement, de la Culture et du Transport scolaire E. KIR, Membre du Collège, chargé de l’Action sociale, de la Famille et du Sport

FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C − 2007/31453] 12 JULI 2007. — Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juni 2003, zoals gewijzigd door de besluiten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 6 mei 2004, 24 juni 2004, 12 mei 2005, 13 oktober 2005, 27 april 2006, 5 oktober 2006 en 24 november 2006 houdende benoeming van de leden van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor hulp aan personen en gezondheid

Het College, Gelet op het decreet van 5 juni 1997 houdende oprichting van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor hulp aan personen en Gezondheid; Gelet op het besluit van 11 september 1997 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende uitvoering van het decreet van 5 juni 1997, gewijzigd door het besluit van 28 mei 1998; Overwegende dat er, ten gevolge van de talrijke ontslagen van leden in de verschillende sectoren, in de vervanging van die leden moet worden voorzien; Op voorstel van de Voorzitter van het College,

Besluit : Artikel 1. Onderhavig besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet krachtens de artikelen 138 en 178 van de Grondwet. Art. 2. Worden benoemd in de afdeling « ambulante diensten » : Werkende leden

Plaatsvervangende leden

Vertegenwoordigers van de inrichtende macht : Martine DEDAL

Mima DEFLORES

Liliane PELOSIE

Martine CARTHE

Pierre SCHOEMANN

Joëlle DUBOCQUET

Marie-Christine MEERSSEMAN

Marie-Cécile HENRIQUET

Charles LEJEUNE

Caroline VANDERMEERSCH

Amélia KALB

Véronique VAN ESPEN

56146

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Vertegenwoordigers van de werknemers : Irma BOZZO

Marie-Christine RENSON

Abder CHAFI

Monique VAN WINDEKENS

Michèle SEUTIN

Rob REYNDERS

Michaël DUFRANE Nadine PAGE

Anne REMY

Jacqueline BOURDOUXHE Vertegenwoordigers van de gebruikers of van de doelgroepen : Michel KESTEMAN Viviane LIPSZTADT Alain WILAERT

Jean-Paul PETIT

Pierre DELFORGE Fabienne PAUL

Carina VANHOUDENHOVEN

Michel DEJAER

Jean-François HEINEN Vertegenwoordigers van de experts :

Jean-Paul MATOT

Charles BURQUEL

Corinne HUYGENS

Jacques VERSTRAETEN

Eric MESSENS

Robert BONTEMPS

Marc VANDERVEKEN Serge ZOMBEK

Martine DAL

Michel ROLAND

Brigitte MEIRE

Mijnheer Eric MESSENS wordt benoemd als Voorzitter van de afdeling en de heer Pierre SCHOEMANN wordt benoemd als Ondervoorzitter.

Art. 3. Worden benoemd in de afdeling « Huisvesting » : Plaatsvervangende leden

Werkende leden

Vertegenwoordigers van de inrichtende macht : Vincent FREDERICQ

Daniel FULD

Franç ois CULOT

Bruno WITHOECK

Hélène ARONIS

Marion FAINGNAERT

Christine VANHESSEN

Myriam DE VYNCK

Silvia DI MATTEO

Arié KUPPERBERG Vertegenwoordigers van de werknemers :

Michèle SEUTIN

Yves DUPUIS

Francis STEVENS

Marc GILLARD

Wojcieh KACPRZYCKI

Fabrice EPIS Vertegenwoordigers van de gebruikers of doelgroepen :

Roger MEERS Marie-Pierre DELCOUR

Jacques DE NAUW

Michel PETTIAUX

Louise HEYMAN

Guy HOOGMARTENS

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Vertegenwoordigers van de experts : Dominique DEPUYDT Nadine PARMENTIER

Yvan DUBOIS

Myriam LELEU Annette PERDAENS

Christian DEJAER

Anne DEVRESSE

Catherine VERDICKT

Mevr. Hélène ARONIS wordt benoemd als Voorzitster van de afdeling en de heer Michel PETTIAUX wordt benoemd als Ondervoorzitter van de afdeling. Art. 4. Worden benoemd in de afdeling « thuisverpleging en -diensten » : Plaatsvervangende leden

Werkende leden

Vertegenwoordigers van de inrichtende macht : Marc DUMONT

Andrée LEJEUNE

Nicole GRIMBERGHS

Catherine BALLANT

Pierre PIERARD

Valérie BRAHAM

Moïra FRAGNIERE Vertegenwoordigers van de werknemers : Yves DUPUIS

Martine MERTENS

Anne DE BAETS

Michaël DUFRANE

Lucie DE GREEF

Machteld DE PAEPE Vertegenwoordigers van de gebruikers of doelgroepen :

Christian KUNSCH

Marie WARGNIES

Marion FAINGNAERT

Agnès DUSAERT

Agnès LECLERCQ

Frédérique SOKAL Vertegenwoordigers van de experts :

Marie-Claude PULINGS

Betty SERVAIS

Fouad MABROUCK

Agnès DELVAUX

Jean RENARD

André DROSSAERT

Thierry UYLENBROECK

Carine VANDROOGENBROECK

Mevr. Marie-Claude PULINGS wordt benoemd als Voorzitster van de afdeling en de heer Fouad MABROUCK wordt benoemd als Ondervoorzitter van de afdeling. Art. 5. Worden benoemd in de afdeling « gehandicapten » : Plaatsvervangende leden

Werkende leden

Vertegenwoordigers van de inrichtende macht : Guy LEMMENS

Benoît CEYSENS

Ariane HASSID

Philippe BOSSAERTS

Marc VAN DURME

Isabelle VANHALLE

Marianne FEDOROWICZ

Alain JORET

Gaetan VANDAMME

Jacques BEGASSE

Stella CRAVOTTA

André PETIT

56147

56148

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Vertegenwoordigers van de werknemers : Martine LAMY

Yves DUPUIS

Jean-Luc BOSMANS

Michel PRINON

Machteld DEPAEPE

Philippe REYNAERTS

Luc DEWAGTER

Christian DEBEL Vertegenwoordigers van de gebruikers of doelgroepen :

Eliane DEMUNTER

Pascale VAN DER BELLEN

Daniel PELTZER

Martine VAN VLIET

André REYLAND

Marc MAILLEUX

Gisèle MARLIERE

Pascale BIOT

Thérèse KEMPENEERS-FOULON

Muriel BOTTU

Pierre GERARD

Franç oise DELANNOY

Janine GERARD

Cathy DE GRANDE

Victor SPANOGHE

Cléon ANGELO Vertegenwoordigers van de experts :

Christine CROISIAUX

Joël GUILLAUME

Michel MAGIS

Jean MEYER

André COCLE

Samuël GONZALES-PUEL

Chantal LIGNY

Willy FLEIS

Jenny ROSE

Martine PREAT

Michel VANDERCAM

Mathilde de BRIEY

Mevr. Thérès KEMPENEERS-FOULON wordt benoemd als Voorzitster van de afdeling en Mevr. Gisèle MARLIERE wordt benoemd als Ondervoorzitster van de afdeling. Art. 6. De benoeming van de leden wordt van kracht op 1 juni 2007. Art. 7. De Voorzitter van het College is belast met de uitvoering van deze beslissing. Brussel, 12 juli 2007. Door het College : B. CEREXHE, Voorzitter van het College, belast met het Openbaar Ambt en de Gezondheid C. PICQUE, Lid van het College, belast met de Sociale Cohesie Mevr. E. HUYTEBROECK, Lid van het College, belast met Begroting, Bijstand aan Gehandicapte Personen en Toerisme Mevr. F. DUPUIS, Lid van het College, belast met Beroepsopleiding, Onderwijs, Cultuur en Schoolvervoer E. KIR, Lid van het College, belast met Sociale Acties, Gezinnen en Sport

56149


AVIS OFFICIELS — OFFICIELE BERICHTEN COUR CONSTITUTIONNELLE [2007/203241] Extrait de l’arrêt n° 118/2007 du 19 septembre 2007 Numéro du rôle : 4064 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 21 et 23 des lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, posée par le Conseil d’Etat. La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par arrêt no 164.028 du 24 octobre 2006 en cause de la SA « Varec » contre l’Etat belge et la société de droit allemand « Diehl Remscheid GmbH & Co. », dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour le 6 novembre 2006, le Conseil d’Etat a posé la question préjudicielle suivante : « Les articles 21 et 23 des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat le 12 janvier 1973, interprétés en ce sens que les pièces confidentielles d’un dossier de l’administration doivent être versées au dossier administratif et doivent être communiquées aux parties, violent-ils l’article 22 de la Constitution, lu ou non en combinaison avec l’article 8 de la Convention de sauvegarde des droits de l’homme et des libertés fondamentales et l’article 17 du Pacte International relatif aux droits civils et politiques, dès lors qu’ils ne permettent pas d’assurer le droit au respect des secrets d’affaires ? ». (...) III. En droit (...) Quant aux dispositions en cause B.1. Le Conseil d’Etat interroge la Cour sur la compatibilité avec l’article 22 de la Constitution, lu ou non en combinaison avec les articles 8 de la Convention européenne des droits de l’homme et 17 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, des articles 21 et 23 des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, s’ils devaient être interprétés en ce sens que les pièces confidentielles contenues dans le dossier administratif de la partie adverse doivent être communiquées, non seulement au Conseil d’Etat, mais aussi aux parties. B.2.1. L’article 21 des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat dispose : « Les délais dans lesquels les parties doivent transmettre leurs mémoires, leurs dossiers administratifs ou les documents ou renseignements demandés par la section d’administration sont fixés par arrêté royal délibéré en Conseil des Ministres. Lorsque la partie requérante ne respecte pas les délais prévus pour l’envoi du mémoire en réplique ou du mémoire ampliatif, la section statue sans délai, les parties entendues à leur demande, en constatant l’absence de l’intérêt requis. Lorsque la partie défenderesse ne transmet pas le dossier administratif dans le délai fixé, sans préjudice de l’article 21bis, les faits cités par la partie requérante sont réputés prouvés, à moins que ces faits soient manifestement inexacts. Lorsque le dossier administratif n’est pas en possession de la partie défenderesse, elle doit en aviser la chambre saisie du recours. Celle-ci peut ordonner le dépôt du dossier administratif moyennant une astreinte conformément aux dispositions de l’article 36. [...] ». B.2.2. L’article 23 des mêmes lois coordonnées dispose : « La section d’administration correspond directement par courrier avec toutes les autorités et administrations qu’elle estime nécessaires. Elle a le droit de se faire communiquer par ces autorités et administrations tous documents et renseignements relatifs aux affaires sur lesquelles elle est appelée à statuer ». B.3.1. Il ressort de la décision de renvoi que le Conseil d’Etat est saisi d’un recours en annulation de la décision, prise par le ministre de la Défense, d’attribuer un marché de fourniture de maillons de chenilles de chars à une société concurrente de la partie requérante. L’auditeur rapporteur a demandé à la partie adverse de communiquer les plans constituant l’annexe no 14 de l’offre de la société adjudicataire, partie intervenante devant le Conseil d’Etat. La partie adverse a refusé d’accéder à cette demande en invoquant, notamment, le respect dû au secret des affaires de la partie intervenante qui a confirmé que l’annexe litigieuse comprenait des documents qu’elle estime confidentiels. B.3.2. L’article 11, alinéa 2, de la loi du 15 juin 2006 « relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services » dispose que, dans le cas d’une procédure de recours, l’instance saisie et le pouvoir adjudicateur veillent au respect du caractère confidentiel des renseignements relatifs à un marché ou qui ont trait à la passation et à l’exécution du marché, communiqués par les candidats, soumissionnaires, entrepreneurs, fournisseurs ou prestataires de services. Ces renseignements concernent notamment les secrets techniques ou commerciaux et les aspects confidentiels des offres. En application de l’article 80 de la loi du 15 juin 2006, cet article 11 entrera en vigueur à la date fixée par le Roi. En l’absence d’arrêté royal fixant l’entrée en vigueur de cet article 11, il ne produit pas encore d’effet, de sorte que la Cour répond à la question préjudicielle sans tenir compte de cette disposition. Quant au fond B.4.1. L’article 22 de la Constitution dispose : « Chacun a droit au respect de sa vie privée et familiale, sauf dans les cas et conditions fixés par la loi. La loi, le décret ou la règle visée à l’article 134 garantissent la protection de ce droit ». B.4.2. L’article 8 de la Convention européenne des droits de l’homme dispose : « 1. Toute personne a droit au respect de sa vie privée et familiale, de son domicile et de sa correspondance.

56150

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 2. Il ne peut y avoir ingérence d’une autorité publique dans l’exercice de ce droit que pour autant que cette ingérence est prévue par la loi et qu’elle constitue une mesure qui, dans une société démocratique, est nécessaire à la sécurité nationale, à la sûreté publique, au bien-être économique du pays, à la défense de l’ordre et à la prévention des infractions pénales, à la protection de la santé ou de la morale, ou à la protection des droits et libertés d’autrui ». B.4.3. L’article 17 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques dispose : « 1. Nul ne sera l’objet d’immixtions arbitraires ou illégales dans sa vie privée, sa famille, son domicile ou sa correspondance, ni d’atteintes illégales à son honneur et à sa réputation. 2. Toute personne a droit à la protection de la loi contre de telles immixtions ou de telles atteintes ». B.5.1. Le droit au respect de la vie privée et familiale a pour objet essentiel de protéger les personnes contre les immixtions dans leur intimité, leur vie familiale, leur domicile ou leur correspondance. La proposition qui a précédé l’adoption de l’article 22 de la Constitution insistait sur « la protection de la personne, la reconnaissance de son identité, l’importance de son épanouissement et celui de sa famille » (Doc. parl., Sénat, 1991-1992, no 100-4/2o, p. 3). B.5.2. Il ressort des travaux préparatoires de l’article 22 de la Constitution que le Constituant a entendu chercher « à mettre le plus possible la proposition en concordance avec l’article 8 de la Convention européenne de sauvegarde des droits de l’homme et des libertés fondamentales [...], afin d’éviter toute contestation sur le contenu respectif de l’article de la Constitution et de l’article 8 de la [Convention] » (Doc. parl., Chambre, 1992-1993, no 997/5, p. 2). B.5.3. Les droits que garantissent l’article 22 de la Constitution et l’article 8 de la Convention européenne des droits de l’homme ne sont pas absolus. Bien que l’article 22 de la Constitution reconnaisse à chacun le droit au respect de sa vie privée et familiale, cette disposition ajoute en effet immédiatement : « sauf dans les cas et conditions fixés par la loi ». Les dispositions précitées exigent que toute ingérence des autorités dans le droit au respect de la vie privée et familiale soit prévue par une disposition législative suffisamment précise et qu’elle corresponde à un besoin social impérieux, c’est-à-dire qu’elle soit proportionnée à l’objectif légitime poursuivi. B.6.1. Le respect de la vie privée englobe le droit pour l’individu de nouer et de développer des relations au-delà de son cercle intime, y compris sur le plan professionnel ou commercial (CEDH, 16 décembre 1992, Niemietz c. Allemagne, § 29; CEDH, 23 mars 2006, Vitiello c. Italie, § 47). Il s’ensuit que les secrets d’affaires détenus par une personne physique peuvent constituer une part intégrante de sa vie privée. B.6.2. Le droit au respect de la vie privée bénéficie aussi, dans une certaine mesure, aux personnes morales. A ce titre le siège social, l’agence ou les locaux professionnels d’une personne morale peuvent être considérés, dans certaines circonstances, comme son domicile (CEDH, 16 avril 2002, Société Colas Est et autres c. France, § 41). Dès lors, il peut être admis que le droit au respect de la vie privée des personnes morales englobe la protection de leurs secrets d’affaires. B.6.3. La Cour relève, pour le surplus, que la protection contre les interventions arbitraires ou disproportionnées de la puissance publique dans la sphère d’activité privée d’une personne physique ou morale constitue un principe général du droit communautaire (CJCE, 21 septembre 1989, Hoechst c. Commission, C-46/87 et C-227/88, § 19, Rec., 1989, p. 2859; CJCE, 22 octobre 2002, Roquette Frères S.A., C-94/00, § 27, Rec., 2002, p. I-9011). B.6.4. En imposant à l’autorité administrative de transmettre aux parties devant le Conseil d’Etat les secrets d’affaires d’une personne morale contenus dans le dossier administratif et de se départir du secret professionnel auquel elle est tenue en vertu de l’article 139 de l’arrêté royal du 8 janvier 1996 « relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics », les dispositions litigieuses peuvent entraîner une ingérence dans la vie privée de la personne morale intéressée. Une telle ingérence doit donc poursuivre un but légitime et se trouver par rapport à ce but dans un juste rapport de proportionnalité et ce, même si l’ingérence peut aller plus loin lorsque sont en cause des activités professionnelles ou commerciales que dans d’autres cas (CEDH, arrêt Niemietz précité, § 31). B.7.1. L’article 21 des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat vise à « remédier à la longueur voulue ou non par les parties en cause dans les recours introduits devant le Conseil d’Etat » et à lutter contre « l’immobilisme ou l’inertie de l’administration » (Doc. parl., Sénat, 1989-1990, no 984/1, p. 3). Quant à l’article 23 des mêmes lois, il confirme le caractère inquisitorial de la procédure devant le Conseil d’Etat. B.7.2. Ces deux dispositions garantissent aussi un procès équitable en assurant le caractère contradictoire de la procédure. B.7.3. Le respect du principe du contradictoire est consacré par l’article 6 de la Convention européenne des droits de l’homme, lequel s’applique au litige pendant devant le Conseil d’Etat. Le respect de ce principe du contradictoire implique en règle le droit pour les parties à un procès de prendre connaissance de toute pièce ou observation présentée devant le juge et de la discuter. B.8.1. Les droits de la défense doivent toutefois être mis en balance avec les intérêts qui relèvent du domaine de l’article 8 de la Convention européenne des droits de l’homme. On peut ainsi concevoir des situations exceptionnelles dans lesquelles certaines pièces du dossier, en raison par exemple de leur caractère confidentiel, échappent à la contradiction (CEDH, 21 juin 2007, Antunes et Pires c. Portugal, § 35). Toutefois, seules sont légitimes au regard de l’article 6.1 de la Convention précitée les mesures restreignant les droits de la défense qui sont absolument nécessaires. De surcroît, les difficultés qu’éprouverait une des parties dans l’exercice de sa défense en raison d’une limitation de ses droits doivent être compensées par la garantie qu’offre la procédure suivie devant la juridiction (CEDH, 20 février 1996, Doorson c. Pays-Bas, §§ 70 et 72). Inversement, les atteintes à la vie privée qui découlent d’une procédure judiciaire doivent se limiter autant que faire se peut à celles rendues strictement nécessaires par les spécificités de la procédure, d’une part, et par les données du litige, d’autre part (CEDH, 12 février 2007, L.L. c. France, § 45). B.8.2. Interprétées en ce sens qu’elles ne permettent en aucune manière à la partie adverse d’invoquer la confidentialité de certaines pièces contenues dans le dossier administratif afin d’en empêcher la communication aux autres parties, les dispositions en cause ne sont pas compatibles avec l’article 22 de la Constitution, lu en combinaison avec les articles 8 de la Convention européenne des droits de l’homme et 17 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques. B.8.3. Dans cette interprétation, la question préjudicielle appelle une réponse affirmative. B.9.1. La Cour constate cependant que les dispositions en cause peuvent recevoir une autre interprétation. B.9.2. Si le droit à un procès équitable est violé lorsque des documents essentiels à la solution du litige ne sont pas communiqués à l’une des parties à la cause (CEDH, 25 janvier 1995, McMichael c. Royaume-Uni, § 80), ce principe doit céder lorsque son application stricte engendrerait une violation manifeste du droit au respect de la vie privée de

56151

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD certaines personnes, en leur faisant courir un risque particulièrement grave et très difficilement réparable (CJCE, 11 décembre 1985, Hillegom c. Hillenius, C-110/84, § 33; CJCE, 24 juin 1986, Akzo Chemie c. Commission, C-53-85, § 28; CJCE, 6 avril 1995, BPB Industries et British Gypsum c. Commission, C-310/93, §§ 26/27; CJCE, 13 juillet 2006, Mobistar, C-438/04, § § 40 et 43. Voy. aussi mutatis mutandis, CEDH, 20 décembre 2001, P.S. c. Allemagne, § § 27-30; CEDH, 10 novembre 2005, Bocos-Cuesta c. Pays-Bas, §§ 70-72). B.9.3. Dans ces hypothèses, des éléments décisifs pour la solution du litige peuvent être soustraits à la contradiction des parties pour autant que la procédure compense, dans toute la mesure du possible, le handicap sévère qui en découle pour certaines d’entre elles. A ce titre, les parties doivent être informées de ce qu’il existe des pièces confidentielles et être en mesure de consulter, si possible, une version non confidentielle de ces documents. En outre, il convient qu’un juge indépendant et impartial puisse contrôler la confidentialité alléguée de ces pièces ainsi que leur exactitude et leur pertinence. B.9.4. C’est au Conseil d’Etat qu’il appartient d’apprécier la confidentialité alléguée de certaines pièces contenues dans le dossier administratif, en faisant, dans chaque cas, la balance entre les exigences du procès équitable et celles du secret des affaires. B.10. Dans cette interprétation, la question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : - Interprétés en ce sens qu’ils ne permettent pas à la partie adverse d’invoquer la confidentialité de certaines pièces contenues dans le dossier administratif afin d’empêcher leur communication aux parties et qu’ils ne permettent pas au Conseil d’Etat d’apprécier la confidentialité alléguée de ces pièces, les articles 21 et 23 des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat violent l’article 22 de la Constitution, lu en combinaison avec l’article 8 de la Convention européenne des droits de l’homme et avec l’article 17 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques. - Interprétées en ce sens qu’elles permettent à la partie adverse d’invoquer la confidentialité de certaines pièces contenues dans le dossier administratif afin d’empêcher leur communication aux parties et qu’elles permettent au Conseil d’Etat d’apprécier la confidentialité alléguée de ces pièces, les mêmes dispositions ne violent pas l’article 22 de la Constitution, lu en combinaison avec l’article 8 de la Convention européenne des droits de l’homme et avec l’article 17 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques. Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, conformément à l’article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à l’audience publique du 19 septembre 2007. Le greffier, Le président, P.-Y. Dutilleux. M. Melchior.

GRONDWETTELIJK HOF [2007/203241] Uittreksel uit arrest nr. 118/2007 van 19 september 2007 Rolnummer 4064 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 21 en 23 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gesteld door de Raad van State. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest nr. 164.028 van 24 oktober 2006 in zake de NV « Varec » tegen de Belgische Staat en de vennootschap naar Duits recht « Diehl Remscheid GmbH & Co. », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 november 2006, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 21 en 23 van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State, in die zin geïnterpreteerd dat de vertrouwelijke stukken van een dossier van de administratie aan het administratief dossier moeten worden toegevoegd en aan de partijen moeten worden medegedeeld, artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, aangezien zij het niet mogelijk maken het recht op de eerbiediging van het zakengeheim te verzekeren ? ». (...) III. In rechte (...) Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen B.1. De Raad van State ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid met artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, van de artikelen 21 en 23 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, indien ze in die zin worden geïnterpreteerd dat de vertrouwelijke stukken vervat in het administratief dossier van de tegenpartij niet alleen aan de Raad van State maar ook aan de partijen moeten worden medegedeeld. B.2.1. Artikel 21 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State bepaalt : « De termijnen waarbinnen de partijen hun memories, het administratief dossier of de door de afdeling administratie gevraagde stukken of inlichtingen moeten toesturen, worden bij in Ministerraad overlegd koninklijk besluit vastgesteld. Wanneer de verzoekende partij de termijnen voor het toesturen van de memorie van wederantwoord of van de aanvullende memorie niet eerbiedigt, doet de afdeling, nadat de partijen die daarom verzocht hebben gehoord zijn, zonder verwijl uitspraak, waarbij het ontbreken van het vereiste belang wordt vastgesteld. Wanneer de verwerende partij het administratief dossier niet binnen de vastgestelde termijn toestuurt, worden, onverminderd artikel 21bis, de door de verzoekende partij aangehaalde feiten als bewezen geacht, tenzij deze feiten kennelijk onjuist zijn.

56152

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Wanneer het administratief dossier niet in het bezit is van de verwerende partij, moet zij dit onverwijld aan de kamer bij wie het beroep aanhangig is mededelen. Deze kan de neerlegging van het administratief dossier bevelen tegen een dwangsom overeenkomstig de bepalingen van artikel 36. [...] ». B.2.2. Artikel 23 van dezelfde gecoördineerde wetten bepaalt : « De afdeling administratie voert rechtstreeks briefwisseling met alle overheden en besturen die zij nuttig acht. Zij is gerechtigd alle bescheiden en inlichtingen omtrent de zaken waarover zij zich uit te spreken heeft, door deze overheden en besturen te doen overleggen ». B.3.1. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat bij de Raad van State een beroep tot nietigverklaring aanhangig is gemaakt van de door de minister van Landsverdediging genomen beslissing om aan een concurrent van de verzoekende partij een opdracht te gunnen voor de levering van rupskettingschakels voor pantservoertuigen. De auditeur-verslaggever vroeg de tegenpartij om de plannen mede te delen die de bijlage nr. 14 vormen van de offerte van de opdrachtnemende vennootschap, tussenkomende partij voor de Raad van State. De tegenpartij weigerde om dat verzoek in te willigen en voerde inzonderheid de eerbiediging aan van het zakengeheim van de tussenkomende partij, die bevestigde dat de betwiste bijlage documenten bevatte die zij vertrouwelijk acht. B.3.2. Artikel 11, tweede lid, van de « wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten » van 15 juni 2006 bepaalt dat, in geval van een beroepsprocedure, de betrokken instantie en de aanbestedende overheid erop toezien dat het vertrouwelijke karakter wordt nageleefd van de informatie die verband houdt met een opdracht of die betrekking heeft op de gunning en de uitvoering van de opdracht en die wordt medegedeeld aan de kandidaten, inschrijvers, aannemers, leveranciers of dienstverleners. Die informatie heeft meer bepaald betrekking op de technische of commerciële geheimen en op de vertrouwelijke aspecten van de offertes. Met toepassing van artikel 80 van de wet van 15 juni 2006 zal dat artikel 11 in werking treden op de door de Koning vastgestelde datum. Bij ontstentenis van koninklijk besluit tot vaststelling van de inwerkingtreding van dat artikel 11, heeft het nog geen gevolg, zodat het Hof de prejudiciële vraag beantwoordt zonder rekening te houden met die bepaling. Ten gronde B.4.1. Artikel 22 van de Grondwet bepaalt : « Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé-leven en zijn gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald. De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de bescherming van dat recht ». B.4.2. Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt : « 1. Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven, zijn gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling. 2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan met betrekking tot de uitoefening van dit recht dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving nodig is in het belang van ’s lands veiligheid, de openbare veiligheid, of het economisch welzijn van het land, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen ». B.4.3. Artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten bepaalt : « 1. Niemand mag worden onderworpen aan willekeurige of onwettige inmenging in zijn privéleven, zijn gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling, noch aan onwettige aantasting van zijn eer en goede naam. 2. Een ieder heeft recht op bescherming door de wet tegen zodanige inmenging of aantasting ». B.5.1. Het recht op de eerbiediging van het privéleven en het gezinsleven heeft als essentieel doel de personen te beschermen tegen inmengingen in hun privéleven, hun gezinsleven, hun woning of hun briefwisseling. Het voorstel dat is voorafgegaan aan de aanneming van artikel 22 van de Grondwet beklemtoonde « de bescherming van de persoon, de erkenning van zijn identiteit en de belangrijkheid van zijn ontplooiing en die van zijn gezin » (Parl. St., Senaat, 1991-1992, nr. 100-4/2o, p. 3). B.5.2. Uit de parlementaire voorbereiding van artikel 22 van de Grondwet blijkt dat de Grondwetgever « een zo groot mogelijke concordantie [heeft willen nastreven] met artikel 8 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), teneinde betwistingen over de inhoud van dit Grondwetsartikel respectievelijk artikel 8 van het EVRM te vermijden [...] » (Parl. St., Kamer, 1992-1993, nr. 997/5, p. 2). B.5.3. De rechten die bij artikel 22 van de Grondwet en bij artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens worden gewaarborgd, zijn niet absoluut. Hoewel artikel 22 van de Grondwet aan eenieder het recht op eerbiediging van zijn privéleven en zijn gezinsleven toekent, voegt die bepaling daaraan immers onmiddellijk toe : « behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald ». De voormelde bepalingen vereisen dat elke overheidsinmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven en het gezinsleven wordt voorgeschreven door een voldoende precieze wettelijke bepaling en dat zij beantwoordt aan een dwingende maatschappelijke behoefte, dit wil zeggen evenredig zijn met de nagestreefde wettige doelstelling. B.6.1. De eerbiediging van het privéleven omvat het recht voor het individu om buiten zijn intieme kring relaties aan te knopen en te ontwikkelen, ook op het professionele of commerciële vlak (EHRM, 16 december 1992, Niemietz t. Duitsland, § 29; EHRM, 23 maart 2006, Vitiello t. Italie, § 47). Daaruit volgt dat de zakengeheimen van een natuurlijke persoon integraal deel kunnen uitmaken van zijn privéleven. B.6.2. Het recht op de eerbiediging van het privéleven komt in zekere mate ook toe aan de rechtspersonen. In dat opzicht kunnen de maatschappelijke zetel, het agentschap of de professionele lokalen van een rechtspersoon in bepaalde omstandigheden worden beschouwd als zijn woning (EHRM, 16 april 2002, Société Colas Est en anderen t. Frankrijk, § 41). Derhalve kan worden aangenomen dat het recht op de eerbiediging van het privéleven van de rechtspersonen de bescherming van hun zakengeheimen omvat. B.6.3. Voor het overige merkt het Hof op dat de bescherming tegen willekeurige of onevenredige inmengingen van de openbare macht in de private activiteitensfeer van een natuurlijke persoon of rechtspersoon een algemeen principe van het gemeenschapsrecht vormt (HvJ, 21 september 1989, Hoechst t. Commissie, C-46/87 en C-227/88, § 19, Jur., 1989, p. 2859; HvJ, 22 oktober 2002, Roquette Frères S.A., C-94/00, § 27, Jur., 2002, p. I-9011). B.6.4. Door aan de administratieve overheid de verplichting op te leggen om aan de partijen voor de Raad van State de zakengeheimen van een rechtspersoon mede te delen die zijn vervat in het administratief dossier en af te zien van het beroepsgeheim waartoe ze is gehouden krachtens artikel 139 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996

56153

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD « betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken », kunnen de betwiste bepalingen een inmenging in het privéleven van de betrokken rechtspersoon teweegbrengen. Een dergelijke inmenging moet dus een wettig doel nastreven en evenredig zijn met dat doel, ook al kan de inmenging, wanneer professionele of commerciële activiteiten in het geding zijn, verder gaan dan in andere gevallen (EHRM, voormeld arrest Niemietz, § 31). B.7.1. Artikel 21 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State strekt ertoe « te verhelpen aan de al dan niet door sommige gedingvoerende partijen gewilde langdurigheid van de procedures die voor de Raad van State worden aangespannen » en « het stilzitten of de inertie van het bestuur » te bestrijden (Parl. St., Senaat, 1989-1990, nr. 984/1, p. 3). Artikel 23 van dezelfde wetten bevestigt het inquisitoriale karakter van de procedure voor de Raad van State. B.7.2. Doordat beide bepalingen het contradictoire karakter van de procedure verzekeren, waarborgen ze dus ook een eerlijk proces. B.7.3. De eerbiediging van het beginsel van de tegenspraak is verankerd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, dat van toepassing is op het voor de Raad van State hangende geschil. De eerbiediging van dat beginsel van de tegenspraak impliceert in de regel het recht voor de gedingvoerende partijen om kennis te nemen van elk stuk dat of elke opmerking die bij de rechter wordt neergelegd en ze te bespreken. B.8.1. De rechten van de verdediging moeten echter worden afgewogen tegen de belangen die onder de toepassing van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens vallen. Aldus zijn uitzonderlijke situaties denkbaar waarin bepaalde stukken van het dossier, bijvoorbeeld vanwege het vertrouwelijke karakter ervan, aan de tegenspraak ontsnappen (EHRM, 21 juni 2007, Antunes en Pires t. Portugal, § 35). Ten aanzien van artikel 6.1 van dat Verdrag zijn evenwel enkel die maatregelen die de rechten van de verdediging beperken legitiem die absoluut noodzakelijk zijn. Bovendien moeten de moeilijkheden die één van de partijen bij de uitoefening van haar verdediging zou ondervinden om reden van een beperking van haar rechten, worden gecompenseerd door de waarborg van de voor het rechtscollege gevolgde procedure (EHRM, 20 februari 1996, Doorson t. Nederland, §§ 70 en 72). In het omgekeerde geval moeten de inbreuken op het privéleven die voortvloeien uit een gerechtelijke procedure zoveel mogelijk worden beperkt tot diegene die door specifieke kenmerken van de procedure, enerzijds, en door de gegevens van het geschil, anderzijds, strikt noodzakelijk worden gemaakt (EHRM, 12 februari 2007, L.L. t. Frankrijk, § 45). B.8.2. In die zin geïnterpreteerd dat ze de tegenpartij geenszins in staat stellen het vertrouwelijke karakter van bepaalde stukken in het administratief dossier aan te voeren teneinde de mededeling ervan aan de andere partijen te verhinderen, zijn de in het geding zijnde bepalingen niet bestaanbaar met artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. B.8.3. In die interpretatie dient de prejudiciële vraag bevestigend te worden beantwoord. B.9.1. Het Hof stelt echter vast dat de in het geding zijnde bepalingen een andere interpretatie kunnen krijgen. B.9.2. Ofschoon het recht op een eerlijk proces wordt geschonden wanneer documenten die essentieel zijn voor de oplossing van het geschil, niet worden meegedeeld aan één van de partijen in het geding (EHRM, 25 januari 1995, McMichael t. Verenigd Koninkrijk, § 80), moet dat principe wijken wanneer de strikte toepassing daarvan een kennelijke schending zou teweegbrengen van het recht op de eerbiediging van het privéleven van sommige personen, door hen een bijzonder ernstig en zeer moeilijk te herstellen risico te laten lopen (HvJ, 11 december 1985, Hillegom t. Hillenius, C-110/84, § 33; HvJ, 24 juni 1986, Akzo Chemie t. Commissie, C-53/85, § 28; HvJ, 6 april 1995, BPB Industries en British Gypsum t. Commissie, C-310/93, §§ 26 en 27; HvJ, 13 juli 2006, Mobistar, C-438/04, §§ 40 en 43; zie ook mutatis mutandis, EHRM, 20 december 2001, P.S. t. Duitsland, §§ 27-30; EHRM, 10 november 2005, Bocos-Cuesta t. Nederland, §§ 70-72). B.9.3. In die gevallen kunnen elementen die beslissend zijn voor de oplossing van het geschil, worden onttrokken aan de tegenspraak van de partijen voor zover de ernstige handicap die daaruit voor sommigen onder hen voortvloeit, door de procedure zoveel mogelijk wordt gecompenseerd. Daarom moeten de partijen ervan op de hoogte worden gebracht dat er vertrouwelijke stukken bestaan en, indien mogelijk, in staat zijn een niet-vertrouwelijke versie van die stukken te raadplegen. Bovendien betaamt het dat een onafhankelijke en onpartijdige rechter het aangevoerde vertrouwelijke karakter van die stukken kan controleren alsmede het feit of ze juist en relevant zijn. B.9.4. Het staat aan de Raad van State het aangevoerde vertrouwelijke karakter van sommige stukken van het administratief dossier te beoordelen door in elk geval de vereisten van het eerlijk proces en die van het zakengeheim tegen elkaar af te wegen. B.10. In die interpretatie dient de prejudiciële vraag ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : - In die zin geïnterpreteerd dat zij de tegenpartij niet toestaan het vertrouwelijke karakter van bepaalde stukken van het administratief dossier aan te voeren teneinde de mededeling ervan aan de partijen te verhinderen en dat zij de Raad van State niet toestaan het aangevoerde vertrouwelijke karakter van die stukken te beoordelen, schenden de artikelen 21 en 23 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. - In die zin geïnterpreteerd dat zij de tegenpartij toestaan het vertrouwelijke karakter van bepaalde stukken van het administratief dossier aan te voeren teneinde de mededeling ervan aan de partijen te verhinderen en dat zij de Raad van State toestaan het aangevoerde vertrouwelijke karakter van die stukken te beoordelen, schenden diezelfde bepalingen niet artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare terechtzitting van 19 september 2007. De griffier, P.-Y. Dutilleux.

De voorzitter, M. Melchior.

56154

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD ÜBERSETZUNG VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2007/203241] Auszug aus dem Urteil Nr. 118/2007 vom 19. September 2007 Geschäftsverzeichnisnummer 4064 In Sachen: Präjudizielle Frage in Bezug auf die Artikel 21 und 23 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, gestellt vom Staatsrat. Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden M. Melchior und A. Arts, und den Richtern P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke und J. Spreutels, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden M. Melchior, verkündet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der präjudiziellen Frage und Verfahren In seinem Urteil Nr. 164.028 vom 24. Oktober 2006 in Sachen der «Varec» AG gegen den Belgischen Staat und die Gesellschaft deutschen Rechts «Diehl Remscheid GmbH & Co.», dessen Ausfertigung am 6. November 2006 in der Kanzlei des Hofes eingegangen ist, hat der Staatsrat folgende präjudizielle Frage gestellt: «Verstoßen die Artikel 21 und 23 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, dahingehend ausgelegt, dass die vertraulichen Aktenstücke der Verwaltung der Verwaltungsakte hinzugefügt und den Parteien mitgeteilt werden müssen, gegen Artikel 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten und Artikel 17 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, indem sie es nicht ermöglichen, das Recht auf Achtung des Geschäftsgeheimnisses zu gewährleisten?». (...) III. In rechtlicher Beziehung (...) In Bezug auf die fraglichen Bestimmungen B.1. Der Staatsrat fragt den Hof, ob die Artikel 21 und 23 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat mit Artikel 22 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 17 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, vereinbar seien, insofern sie in dem Sinne ausgelegt würden, dass die vertraulichen Schriftstücke der Verwaltungsakte der Gegenpartei nicht nur dem Staatsrat, sondern auch den Parteien übermittelt werden müssten. B.2.1. Artikel 21 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat bestimmt: «Die Fristen, innerhalb deren die Parteien ihre Schriftsätze, die Verwaltungsakte oder die durch die Verwaltungsabteilung angeforderten Dokumente oder Angaben übermitteln müssen, werden durch einen im Ministerrat beratenen königlichen Erlass festgelegt. Wenn die klagende Partei die für die Übermittlung des Gegenerwiderungsschriftsatzes oder des Ergänzungsschriftsatzes vorgesehenen Fristen nicht einhält, entscheidet die Abteilung unverzüglich nach Anhörung der Parteien, die darum gebeten haben, indem sie das Fehlen des erforderlichen Interesses feststellt. Wenn die beklagte Partei die Verwaltungsakte nicht innerhalb der vorgesehenen Frist übermittelt, gelten die von der klagenden Partei angeführten Tatbestände unbeschadet Artikel 21bis als erwiesen, es sei denn, diese Tatbestände sind offensichtlich falsch. Wenn die beklagte Partei nicht im Besitz der Verwaltungsakte ist, ist sie verpflichtet, dies der mit der Klage befassten Kammer unverzüglich mitzuteilen. Diese Kammer kann gemäß den Bestimmungen von Artikel 36 die Hinterlegung der Verwaltungsakte unter Androhung eines Zwangsgeldes anordnen. [...]». B.2.2. Artikel 23 derselben koordinierten Gesetze bestimmt: «Die Verwaltungsabteilung führt einen direkten Schriftwechsel mit allen Behörden und Verwaltungen, den sie als notwendig erachtet. Sie ist berechtigt, sich von diesen Behörden und Verwaltungen alle Schriftstücke und Auskünfte über die Angelegenheiten, über die sie urteilen soll, übermitteln zu lassen». B.3.1. Aus der Verweisungsentscheidung geht hervor, dass der Staatsrat mit einer Klage auf Nichtigerklärung der Entscheidung des Verteidigungsministers befasst wurde, einem Wettbewerber der klagenden Partei einen Auftrag für die Lieferung von Panzerkettengliedern zu erteilen. Der Auditor-Berichterstatter hat die Gegenpartei gebeten, ihm die Pläne zu übermitteln, die als Anlage Nr. 14 dem Angebot der Auftrag nehmenden Gesellschaft, nämlich der vor dem Staatsrat intervenierenden Partei, beigefügt waren. Die Gegenpartei weigerte sich, dieser Bitte Folge zu leisten, wobei sie insbesondere die Achtung des Geschäftsgeheimnisses der intervenierenden Partei geltend machte, die bestätigt hat, dass die fragliche Anlage Dokumente enthielt, die sie als vertraulich erachtete. B.3.2. Artikel 11 Absatz 2 des Gesetzes vom 15. Juni 2006 «über öffentliche Aufträge und bestimmte Bau-, Liefer- und Dienstleistungsaufträge» bestimmt, dass im Fall eines Widerspruchsverfahrens die betreffende Instanz und die ausschreibende Behörde darauf achten, dass die Vertraulichkeit der Informationen, die sich auf einen Auftrag oder auf die Vergabe und die Ausführung des Auftrags beziehen und die von den Bewerbern, Submittenten, Unternehmern, Lieferanten oder Dienstleistern mitgeteilt werden, gewahrt wird. Diese Informationen beziehen sich insbesondere auf die technischen oder geschäftlichen Geheimnisse und auf die vertraulichen Aspekte der Angebote. In Anwendung von Artikel 80 des Gesetzes vom 15. Juni 2006 wird dieser Artikel 11 an dem vom König festgelegten Datum in Kraft treten. In Ermangelung eines königlichen Erlasses zur Festlegung des Inkrafttretens dieses Artikels 11 ist dieser noch nicht wirksam, so dass der Hof die präjudizielle Frage beantwortet, ohne diese Bestimmung zu berücksichtigen. Zur Hauptsache B.4.1. Artikel 22 der Verfassung bestimmt: «Jeder hat ein Recht auf Achtung vor seinem Privat- und Familienleben, außer in den Fällen und unter den Bedingungen, die durch Gesetz festgelegt sind. Das Gesetz, das Dekret oder die in Artikel 134 erwähnte Regel gewährleistet den Schutz dieses Rechtes».

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD B.4.2. Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention bestimmt: «(1) Jede Person hat das Recht auf Achtung ihres Privat- und Familienlebens, ihrer Wohnung und ihrer Korrespondenz. (2) Eine Behörde darf in die Ausübung dieses Rechts nur eingreifen, soweit der Eingriff gesetzlich vorgesehen und in einer demokratischen Gesellschaft notwendig ist für die nationale oder öffentliche Sicherheit, für das wirtschaftliche Wohl des Landes, zur Aufrechterhaltung der Ordnung, zur Verhütung von Straftaten, zum Schutz der Gesundheit oder der Moral oder zum Schutz der Rechte und Freiheiten anderer». B.4.3. Artikel 17 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte bestimmt: «(1) Niemand darf willkürlichen oder rechtswidrigen Eingriffen in sein Privatleben, seine Familie, seine Wohnung und seinen Schriftverkehr oder rechtswidrigen Beeinträchtigungen seiner Ehre und seines Rufes ausgesetzt werden. (2) Jedermann hat Anspruch auf rechtlichen Schutz gegen solche Eingriffe oder Beeinträchtigungen». B.5.1. Das wesentliche Ziel des Rechtes auf Achtung des Privat- und Familienlebens besteht darin, die Menschen vor der Einmischung in ihr Privatleben, ihr Familienleben, ihre Wohnung oder ihren Briefwechsel zu schützen. In dem Vorschlag, der der Annahme von Artikel 22 der Verfassung voraufging, wurde «der Schutz der Person, die Anerkennung ihrer Identität, die Bedeutung ihrer Entfaltung sowie derjenigen seiner Familie» hervorgehoben (Parl. Dok., Senat, 1991-1992, Nr. 100-4/2o, S. 3). B.5.2. Aus den Vorarbeiten zu Artikel 22 der Verfassung geht außerdem hervor, dass der Verfassungsgeber eine möglichst weitgehende Übereinstimmung «mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention [angestrebt hat], um jegliche Streitigkeiten über den Inhalt dieses Verfassungsartikels sowie den Inhalt von Artikel 8 der Konvention zu vermeiden» (Parl. Dok., Kammer, 1992-1993, Nr. 997/5, S. 2). B.5.3. Die durch Artikel 22 der Verfassung und Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention garantierten Rechte sind nicht absolut. Obwohl Artikel 22 der Verfassung jedem ein Recht auf Achtung vor seinem Privat- und Familienleben anerkennt, wird in dieser Bestimmung unverzüglich hinzugefügt: «außer in den Fällen und unter den Bedingungen, die durch Gesetz festgelegt sind». Die vorerwähnten Bestimmungen erfordern es, dass jeder Eingriff der Behörden in das Recht auf Achtung des Privat- und Familienlebens durch eine ausreichend präzise Gesetzesbestimmung vorgeschrieben wird und dass sie einem zwingenden gesellschaftlichen Bedarf entspricht, d.h. dass sie im Verhältnis zur rechtmäßigen Zielsetzung steht. B.6.1. Die Achtung des Privatlebens umfasst das Recht eines jeden Einzelnen, über seinen engsten Kreis hinaus Beziehungen zu knüpfen und zu entwickeln, auch auf beruflicher oder geschäftlicher Ebene (EuGHMR, 16. Dezember 1992, Niemietz gegen Deutschland, § 29; EuGHMR, 23. März 2006, Vitiello gegen Italien, § 47). Daraus ist zu schließen, dass die Geschäftsgeheimnisse einer natürlichen Person integraler Bestandteil ihres Privatlebens sein können. B.6.2. Das Recht auf Achtung des Privatlebens gilt in gewissem Maße auch für juristische Personen. In dieser Hinsicht können der Gesellschaftssitz, die Niederlassung oder die Geschäftsräume einer juristischen Person unter gewissen Umständen als ihre Wohnung betrachtet werden (EuGHMR, 16. April 2002, Société Colas Est und andere gegen Frankreich, § 41). Aus diesem Grund kann man davon ausgehen, dass das Recht auf Achtung des Privatlebens der juristischen Personen den Schutz ihrer Geschäftsgeheimnisse umfasst. B.6.3. Der Hof bemerkt im Übrigen, dass der Schutz vor willkürlichen oder unverhältnismäßigen Einmischungen der öffentlichen Gewalt in den privaten Tätigkeitsbereich von natürlichen oder juristischen Personen einen allgemeinen Grundsatz des Gemeinschaftsrechts bildet (EuGH, 21. September 1989, Hoechst gegen Kommission, C-46/87 und C-227/88, § 19, Slg., 1989, S. 2859; EuGH, 22. Oktober 2002, Roquette Frères S.A., C-94/00, § 27, Slg., 2002, S. I-9011). B.6.4. Indem die fraglichen Bestimmungen die Verwaltungsbehörde verpflichten, den Parteien vor dem Staatsrat die Geschäftsgeheimnisse einer juristischen Person mitzuteilen, die in der Verwaltungsakte enthalten sind, und auf die Schweigepflicht zu verzichten, an die sie gemäß Artikel 139 des königlichen Erlasses vom 8. Januar 1996 «über öffentliche Bau-, Liefer- und Dienstleistungsaufträge und öffentliche Baukonzessionen» gehalten ist, können sie eine Einmischung in das Privatleben der betroffenen juristischen Person bewirken. Eine solche Einmischung muss somit ein gesetzmäßiges Ziel verfolgen und in einem vernünftigen Verhältnis zu diesem Ziel stehen, selbst wenn die Einmischung im Fall von beruflichen oder geschäftlichen Tätigkeiten weiter gehen kann als in anderen Fällen (EuGHMR, vorerwähntes Urteil Niemietz, § 31). B.7.1. Mit Artikel 21 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat wird bezweckt, «gegen die von manchen in einem Verfahren vor dem Staatsrat auftretenden Parteien beabsichtigte oder unbeabsichtigte Verfahrenslänge vorzugehen» und «die Untätigkeit oder den Immobilismus der Verwaltung» zu bekämpfen (Parl. Dok., Senat, 1989-1990, Nr. 984/1, S. 3). Artikel 23 derselben Gesetze bestätigt die inquisitorische Beschaffenheit des Verfahrens vor dem Staatsrat. B.7.2. Indem diese beiden Bestimmungen die kontradiktorische Beschaffenheit des Verfahrens gewährleisten, garantieren sie also auch ein faires Verfahren. B.7.3. Die Achtung des Grundsatzes der kontradiktorischen Beschaffenheit ist in Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention verankert, der auf Streitfälle vor dem Staatsrat anwendbar ist. Die Achtung dieses Grundsatzes der kontradiktorischen Beschaffenheit beinhaltet in der Regel für die Verfahrensparteien das Recht, alle dem Richter vorgelegten Schriftstücke oder Anmerkungen zur Kenntnis zu nehmen und sie zu erörtern. B.8.1. Die Rechte der Verteidigung sind jedoch gegen die Interessen abzuwägen, die in den Anwendungsbereich von Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention fallen. So sind Ausnahmesituationen denkbar, in denen bestimmte Schriftstücke der Akte beispielsweise aufgrund ihrer Vertraulichkeit nicht der kontradiktorischen Beschaffenheit unterliegen (EuGHMR, 21. Juni 2007, Antunes und Pires gegen Portugal, § 35). In Bezug auf Artikel 6 Absatz 1 dieser Konvention sind Maßnahmen, die die Rechte der Verteidigung einschränken, jedoch nur dann rechtmäßig, wenn sie absolut notwendig sind. Darüber hinaus müssen die etwaigen Schwierigkeiten einer Partei bei der Ausübung ihrer Verteidigung aufgrund der Einschränkung ihrer Rechte durch die Garantie des vor dem Rechtsprechungsorgan verfolgten Verfahrens ausgeglichen werden (EuGHMR, 20. Februar 1996, Doorson gegen Niederlande, §§ 70 und 72). Andererseits müssen Verstöße gegen das Privatleben, die sich aus einem Gerichtsverfahren ergeben, soweit wie möglich auf das begrenzt werden, was einerseits aufgrund der spezifischen Merkmale des Verfahrens und andererseits aufgrund der Gegebenheiten der Streitsache strikt notwendig ist (EuGHMR, 12. Februar 2007, L.L. gegen Frankreich, § 45).

56155

56156

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD B.8.2. Wenn die fraglichen Bestimmungen in dem Sinne ausgelegt werden, dass sie es der Gegenpartei auf keinen Fall erlauben, die Vertraulichkeit gewisser Dokumente aus der Verwaltungsakte geltend zu machen, um deren Weitergabe an die anderen Parteien zu verhindern, sind sie nicht mit Artikel 22 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 17 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte vereinbar. B.8.3. In dieser Auslegung ist die präjudizielle Frage bejahend zu beantworten. B.9.1. Der Hof stellt jedoch fest, dass die fraglichen Bestimmungen anders ausgelegt werden können. B.9.2. Obwohl gegen das Recht auf ein faires Verfahren verstoßen wird, wenn wesentliche Dokumente für die Lösung der Streitsache einer der Verfahrensparteien nicht übermittelt werden (EuGHMR, 25. Januar 1995, McMichael gegen Vereinigtes Königreich, § 80), muss dieses Prinzip zurückstehen, wenn seine strikte Anwendung zu einer offensichtlichen Verletzung des Rechtes auf Achtung vor dem Privatleben gewisser Personen führen würde, indem sie einer besonders schweren und sehr schwer wiedergutzumachenden Gefahr ausgesetzt würden (EuGH, 11. Dezember 1985, Hillegom gegen Hillenius, C-110/84, § 33; EuGH, 24. Juni 1986, Akzo Chemie gegen Kommission, C-53/85, § 28; EuGH, 6. April 1995, BPB Industries und British Gypsum gegen Kommission, C-310/93, §§ 26 und 27; EuGH, 13. Juli 2006, Mobistar, C-438/04, §§ 40 und 43; siehe auch mutatis mutandis, EuGHMR, 20. Dezember 2001, P.S. gegen Deutschland, §§ 27-30; EuGHMR, 10. November 2005, Bocos-Cuesta gegen Niederlande, §§ 70-72). B.9.3. In diesen Fällen dürfen entscheidende Elemente für die Lösung der Streitsache aus der kontradiktorischen Verhandlung der Parteien entfernt werden, sofern das Verfahren soweit wie möglich den schweren Nachteil, der sich für einige von ihnen daraus ergibt, ausgleicht. Aus diesem Grund müssen die Parteien darüber informiert werden, dass es vertrauliche Dokumente gibt, und sie müssen nach Möglichkeit eine nicht vertrauliche Fassung dieser Dokumente einsehen können. Außerdem muss ein unabhängiger und unparteiischer Richter die angeführte Vertraulichkeit dieser Dokumente sowie ihre Richtigkeit und Sachdienlichkeit kontrollieren können. B.9.4. Es obliegt dem Staatsrat, die angeführte Vertraulichkeit gewisser Dokumente aus der Verwaltungsakte zu beurteilen, indem er in jedem einzelnen Fall die Erfordernisse des fairen Verfahrens mit denjenigen des Geschäftsgeheimnisses abwägt. B.10. In dieser Auslegung ist die präjudizielle Frage verneinend zu beantworten. Aus diesen Gründen: Der Hof erkennt für Recht: - Dahingehend ausgelegt, dass sie es der Gegenpartei nicht erlauben, die Vertraulichkeit bestimmter Schriftstücke der Verwaltungsakte geltend zu machen, um deren Übermittlung an die Parteien zu verhindern, und dass sie es dem Staatsrat nicht erlauben, die geltend gemachte Vertraulichkeit dieser Schriftstücke zu beurteilen, verstoßen die Artikel 21 und 23 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat gegen Artikel 22 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 17 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte. - Dahingehend ausgelegt, dass sie es der Gegenpartei erlauben, die Vertraulichkeit bestimmter Schriftstücke der Verwaltungsakte geltend zu machen, um deren Übermittlung an die Parteien zu verhindern, und dass sie es dem Staatsrat erlauben, die geltend gemachte Vertraulichkeit dieser Schriftstücke zu beurteilen, verstoßen dieselben Bestimmungen nicht gegen Artikel 22 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 17 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte. Verkündet in französischer und niederländischer Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989, in der öffentlichen Sitzung vom 19. September 2007. Der Kanzler, Der Vorsitzende, (gez.) P.-Y. Dutilleux. (gez.) M. Melchior.

* GRONDWETTELIJK HOF [2007/203242] Uittreksel uit arrest nr. 119/2007 van 19 september 2007 Rolnummer 4071 In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 2, 3, § 1, c, en 8, § 1, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Martens, M. Bossuyt, E. De Groot, A. Alen en J.-P. Moerman, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 7 november 2006 in zake de NV « R+V Real Estate Belgium » tegen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 november 2006, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 2, 3, § 1, c, en 8, § 1, van de ordonnantie van 23 juli 1992 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de gewestbelasting ten laste van de bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, artikel 170, § 2, van de Grondwet, het artikel 11 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en artikel 1 van de wet van 23 januari 1989 betreffende de in artikel 110, §§ 1 en 2, van de Grondwet bedoelde belastingsbevoegdheid, in die mate dat een gewestelijke belasting wordt ingevoerd ten laste van bepaalde houders van een zakelijk recht of van een recht van gebruik op onroerende eigendommen die niet voor bewoning bestemd zijn terwijl het de gewesten verboden zou zijn belastingen te heffen op de materie die reeds belast wordt door de onroerende voorheffing ? ». (...) III. In rechte (...)

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD -BB.1.1. Artikel 2 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen bepaalt : « Vanaf het belastingjaar 1993 wordt een jaarlijkse belasting geheven ten laste van de bezetters van bebouwde eigendommen, gelegen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en van houders van een zakelijk recht op onroerende eigendommen die niet voor bewoning bestemd zijn. Deze belasting is verschuldigd op basis van de bestaande toestand op 1 januari van het belastingjaar ». B.1.2. Artikel 3, § 1, van dezelfde ordonnantie bepaalt : « De belasting is verschuldigd : a) door ieder gezinshoofd dat een op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen bebouwde eigendom volledig of gedeeltelijk als eerste of tweede verblijfplaats bewoont; Volgens deze ordonnantie wordt als gezin beschouwd, ofwel een alleenstaande persoon, ofwel een vereniging van twee of meerdere personen die gewoonlijk in eenzelfde woning verblijven en er in gemeenschap leven. In geval van betwisting over de samenstelling van het gezin kan als bewijsstuk een attest betreffende de samenstelling van het gezin, uitgereikt door het gemeentebestuur, geëist worden; b) door eenieder die een op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen bebouwde eigendom volledig of gedeeltelijk betrekt, en er voor eigen rekening een al dan niet winstgevende activiteit uitoefent, inclusief een vrij beroep, en door elke rechtspersoon of feitelijke vereniging die er hun maatschappelijke, administratieve, exploitatie- of bedrijfszetel hebben. Onder een feitelijke vereniging moet worden begrepen, een groepering van fysieke personen die, op basis van een schriftelijk contract, in eenzelfde gebouw, zich onder elkaar organiseren en de kosten delen, om de gemeenschappelijke diensten te verzekeren tot uitoefening van eenzelfde beroep, en die desgevallend, de winsten die eruit kunnen voortvloeien onder elkaar delen; c) door de volle eigenaar of, bij gebreke aan een volle eigenaar door de erfpachter, de vruchtgebruiker of de houder van een recht van gebruik van een bebouwde eigendom of van een gedeelte ervan, gelegen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die niet bestemd is voor een in a) hierboven bedoeld gebruik ». B.1.3. De belastingplichtigen bedoeld in artikel 3, § 1, c), zijn krachtens artikel 8, § 1, van dezelfde ordonnantie per bebouwde eigendom een belasting verschuldigd van 5 euro (6,36 euro vanaf het belastingjaar 2002) per vierkante meter vloeroppervlakte boven de eerste 300 vierkante meter (boven de eerste 2 500 vierkante meter, als het gaat om een oppervlakte die bestemd is voor industriële of ambachtelijke activiteiten). Het bedrag mag evenwel niet meer bedragen dan 14 pct. van het geïndexeerd kadastraal inkomen van de aan de belasting onderworpen oppervlakte. B.2. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de verenigbaarheid van de voormelde bepalingen met artikel 170, § 2, van de Grondwet, met artikel 11 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en met artikel 1 van de wet van 23 januari 1989 « betreffende de in artikel 110 [thans 170], §§ 1 en 2, van de Grondwet bedoelde belastingsbevoegdheid ». Voor het beantwoorden van die vraag neemt het Hof de bevoegdheidverdelende regels in aanmerking zoals zij van kracht waren op het tijdstip waarop de in het geding zijnde ordonnantie werd aangenomen. B.3. In haar advies over het voorontwerp van de betrokken ordonnantie was de afdeling wetgeving van de Raad van State van oordeel dat artikel 11 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en het enige artikel van de wet van 23 januari 1989 houdende uitvoering van artikel 110, § 2, tweede lid, van de Grondwet (thans artikel 1 van de wet van 23 januari 1989 « betreffende de in artikel 110 [thans 170], §§ 1 en 2, van de Grondwet bedoelde belastingsbevoegdheid ») niet werden geschonden. Het Hof heeft in zijn arrest nr. 2/94 van 13 januari 1994 twee beroepen tot vernietiging van de in het geding zijnde ordonnantie verworpen. Hoewel daarin de bevoegdheid om de belasting in te voeren niet als zodanig werd betwist, maar enkel de bevoegdheid om in belastingverhogingen te voorzien, heeft het Hof gepreciseerd dat uit artikel 170, § 2, van de Grondwet en het (destijds) enige artikel van de wet van 23 januari 1989 houdende toepassing van die grondwettelijke bepaling blijkt dat de gemeenschappen en de gewesten een eigen fiscale bevoegdheid bezitten, maar dat zij geen belastingen mogen heffen met betrekking tot aangelegenheden die federaal worden belast. Nog steeds luidens het voormelde arrest, houdt dit ook de bevoegdheid in om niet alleen de hoofdbestanddelen van de belasting zelf, maar ook de verhogingen en de intresten te bepalen die er de bijkomende elementen van zijn. Het Hof ziet niet in om welke redenen het er anders over zou oordelen. B.4.1. Krachtens artikel 170, § 2, tweede lid, van de Grondwet beschikken de gemeenschappen en de gewesten over een eigen fiscale bevoegdheid. Die bepaling kent aan de federale wetgever evenwel de bevoegdheid toe om, wat de fiscale bevoegdheid van de gemeenschappen en de gewesten betreft, de uitzonderingen te bepalen « waarvan de noodzakelijkheid blijkt ». De federale wetgever kan derhalve bepalen welke belastingen niet door de gemeenschappen en de gewesten mogen worden geheven. B.4.2. Met toepassing van artikel 1, § 2, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, beschikken het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest over de volgende financiële middelen : a) de belastingen ingesteld op basis van de bij artikel 170, § 2, van de Grondwet voorgeschreven eigen fiscaliteit; b) de niet-fiscale ontvangsten; c) de fiscale ontvangsten bedoeld in de voormelde bijzondere wet van 16 januari 1989 (de « gewestelijke belastingen »); d) de toegewezen gedeelten van de opbrengst van belastingen en heffingen; e) een nationale solidariteitstussenkomst; f) de leningen. B.4.3. Artikel 11, tweede lid, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten bepaalt : « Onder voorbehoud van de bij deze wet bepaalde gevallen zijn de Gemeenschappen en de Gewesten niet gemachtigd belastingen te heffen op de materies waarop een bij deze wet bedoelde belasting wordt geheven ».

56157

56158

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD B.4.4. Met toepassing van artikel 170, § 2, tweede lid, van de Grondwet, bepaalt artikel 1 van de wet van 23 januari 1989 : « In de gevallen die niet voorzien zijn in artikel 11 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, zijn de Raden niet gemachtigd om belastingen te heffen op de materies die het voorwerp uitmaken van een belasting door de Staat, noch opcentiemen te heffen op belastingen en heffingen ten voordele van de Staat, noch kortingen hierop toe te staan ». B.4.5. Uit wat voorafgaat blijkt dat : a) aan de gemeenschappen en de gewesten door de Grondwet zelf een eigen fiscale bevoegdheid is toegekend, onder het voorbehoud dat de wet de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt, niet heeft bepaald of nadien niet bepaalt; b) bovendien aan de gemeenschappen en de gewesten de opbrengst van bepaalde federale belastingen alsmede een bijkomende en beperkte fiscale bevoegdheid is toegekend door de bijzondere wet van 16 januari 1989; c) de gemeenschappen en de gewesten evenwel geen belastingen mogen heffen ten aanzien van materies die het voorwerp zijn van een federale belasting. Zij « kunnen belastingen heffen op de ’ maagdelijke ’ materies » (Parl. St., Senaat, 1988-1989, nr. 562-2, p. 160). B.5. Het Hof dient derhalve te onderzoeken of de in het geding zijnde ordonnantie een materie belast die reeds het voorwerp is van een federale belasting. B.6. De belastbare materie is het element dat aanleiding geeft tot de belasting, de situatie die of het feit dat leidt tot het verschuldigd zijn van de belasting. De belastbare materie onderscheidt zich van de belastbare grondslag, die het bedrag is waarop de belasting wordt berekend. Het is ten aanzien van materies die reeds het voorwerp van een federale belasting uitmaken, dat de gemeenschappen en de gewesten geen nieuwe belastingen mogen heffen. B.7. De onroerende voorheffing is een zogenaamde « gewestelijke belasting » (artikel 3, eerste lid, 5o, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten). De gewesten zijn bevoegd om de aanslagvoet, de vrijstellingen en sedert 1 januari 2002 ook de heffingsgrondslag van de onroerende voorheffing te wijzigen (artikel 4, § 2, van dezelfde wet). B.8. De belastbare materie van de onroerende voorheffing zijn de inkomsten uit in België gelegen onroerende goederen (artikel 249 van het WIB 1992). De heffingsgrondslag is het kadastraal inkomen. Dat wordt verondersteld overeen te stemmen met de gemiddelde normale, jaarlijkse nettohuur die een onroerend goed volgens de raming van de Administratie van het kadaster zou kunnen opleveren. B.9. De belastbare materie die door de in het geding zijnde bepalingen wordt beoogd, is het zakelijke recht op een geheel of een gedeelte van een onroerend goed dat is gelegen op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Aangezien die materie door de federale wetgever niet wordt belast, kon het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ze op geldige wijze belasten. B.10. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : De artikelen 2, 3, § 1, c, en 8, § 1, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen schenden niet artikel 170, § 2, van de Grondwet, noch artikel 11 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, noch artikel 1 van de wet van 23 januari 1989 « betreffende de in artikel 110 [thans 170], §§ 1 en 2, van de Grondwet bedoelde belastingsbevoegdheid ». Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare terechtzitting van 19 september 2007. De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux. A. Arts.

COUR CONSTITUTIONNELLE [2007/203242] Extrait de l’arrêt n° 119/2007 du 19 septembre 2007 Numéro du rôle : 4071 En cause : la question préjudicielle concernant les articles 2, 3, § 1er, c, et 8, § 1er, de l’ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 23 juillet 1992 relative à la taxe régionale à charge des occupants d’immeubles bâtis et de titulaires de droits réels sur certains immeubles, posée par le Tribunal de première instance de Bruxelles. La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, M. Bossuyt, E. De Groot, A. Alen et J.-P. Moerman, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 7 novembre 2006 en cause de la SA « R+V Real Estate Belgium » contre la Région de Bruxelles-Capitale, dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour le 16 novembre 2006, le Tribunal de première instance de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : « Les articles 2, 3, § 1er, c, et 8, § 1er, de l’ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 23 juillet 1992 relative à la taxe régionale à charge des occupants d’immeubles bâtis et de titulaires de droits réels sur certains immeubles violent-ils l’article 170, § 2, de la Constitution, l’article 11 de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions et l’article 1er de la loi du 23 janvier 1989 relative à la compétence fiscale visée à l’article 110, §§ 1er et 2, de la Constitution, dans la mesure où un impôt régional est instauré à charge de certains titulaires de droits réels ou d’un droit d’usage sur des immeubles non affectés à la résidence, alors qu’il serait interdit aux régions de lever des impôts dans une matière qui est déjà imposée par le précompte immobilier ? ». (...)

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD III. En droit (...) B.1.1. L’article 2 de l’ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 23 juillet 1992 relative à la taxe régionale à charge des occupants d’immeubles bâtis et de titulaires de droits réels sur certains immeubles dispose : « A partir de l’exercice 1993, il est établi une taxe annuelle à charge des occupants d’immeubles bâtis situés sur le territoire de la Région de Bruxelles-Capitale et de titulaires de droits réels sur des immeubles non-affectés à la résidence; elle est due sur la base de la situation existante au 1er janvier de l’exercice d’imposition ». B.1.2. L’article 3, § 1er, de cette même ordonnance dispose : « La taxe est à charge : a) de tout chef de ménage occupant, à titre de résidence principale ou secondaire, tout ou partie d’un immeuble bâti situé sur le territoire de la Région de Bruxelles-Capitale. Constitue un ménage au sens de la présente ordonnance soit une personne vivant seule, soit la réunion de deux ou plusieurs personnes qui résident habituellement dans le même logement et y ont une vie commune. En cas de contestation quant à la composition du ménage, la production d’un certificat de composition de ménage, délivré par l’administration communale, pourra être exigée à titre de preuve; b) de tout occupant de tout ou partie d’un immeuble bâti situé sur le territoire de la Région de Bruxelles-Capitale et qui y exerce, pour son propre compte, une activité lucrative ou non, en ce compris une profession libérale, et de toute personne morale ou association de fait qui l’occupe à titre de siège social, administratif, d’exploitation ou d’activité. Constitue une association de fait le groupement de personnes physiques pour organiser entre elles, sur la base d’un contrat écrit, dans un même immeuble, et en partageant les frais, les services communs destiné à assurer l’exercice d’une même profession, et, le cas échéant, pour participer aux bénéfices qui pourraient en résulter; c) du propriétaire en pleine propriété ou, à défaut d’un propriétaire en plein propriété, de l’emphytéote, de l’usufruitier ou du titulaire du droit d’usage pour tout ou partie d’immeuble bâti, situé sur le territoire de la Région de Bruxelles-Capitale, non affecté à l’usage sous a) ci-dessus ». B.1.3. Les redevables visés à l’article 3, § 1er, c), doivent, conformément à l’article 8, § 1er, de la même ordonnance, payer une taxe de 5 euros par immeuble bâti (6,36 euros à partir de l’exercice d’imposition 2002) le mètre carré de surface plancher au-delà des 300 premiers mètres carrés (au-delà des 2 500 premiers mètres carrés, s’il s’agit de surfaces affectées à des activités industrielles ou artisanales). Le montant ne peut toutefois dépasser 14 p.c. du revenu cadastral indexé afférent à la surface soumise à la taxe. B.2. La question préjudicielle porte sur la compatibilité des dispositions précitées avec l’article 170, § 2, de la Constitution, avec l’article 11 de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions et avec l’article 1er de la loi du 23 janvier 1989 « relative à la compétence fiscale visée à l’article 110 [actuellement 170], §§ 1er et 2, de la Constitution ». Pour répondre à cette question, la Cour prend en considération les règles répartitrices de compétences telles qu’elles étaient en vigueur au moment où l’ordonnance en cause a été adoptée. B.3. Dans son avis concernant l’avant-projet de l’ordonnance en cause, la section de législation du Conseil d’Etat a estimé que l’article 11 de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions et l’article unique de la loi du 23 janvier 1989 portant exécution de l’article 110, § 2, alinéa 2, de la Constitution (actuellement l’article 1er de la loi du 23 janvier 1989 « relative à la compétence fiscale visée à l’article 110 [actuellement 170], §§ 1er et 2, de la Constitution ») n’étaient pas violés. Dans son arrêt no 2/94 du 13 janvier 1994, la Cour a rejeté deux recours en annulation de l’ordonnance litigieuse. Bien que, dans cet arrêt, la compétence contestée était non celle d’instaurer la taxe en tant que telle, mais uniquement celle de prévoir des majorations d’impôt, la Cour a précisé qu’il ressort de l’article 170, § 2, de la Constitution et de l’article unique (à l’époque) de la loi du 23 janvier 1989 relative à l’application de cette disposition constitutionnelle que les communautés et les régions disposent d’une compétence fiscale propre, mais qu’il leur est interdit de lever des impôts dans les matières qui font l’objet d’une imposition fédérale. Toujours selon cet arrêt, cette compétence emporte celle de déterminer non seulement les éléments essentiels de l’impôt lui-même mais aussi les majorations et les intérêts qui en constituent les éléments accessoires. La Cour n’aperçoit pas pour quelles raisons elle en déciderait autrement. B.4.1. En vertu de l’article 170, § 2, alinéa 2, de la Constitution, les communautés et les régions disposent d’une compétence fiscale propre. Cette disposition attribue toutefois au législateur fédéral le pouvoir de déterminer, en ce qui concerne la compétence fiscale des communautés et des régions, les exceptions « dont la nécessité est démontrée ». Le législateur fédéral peut dès lors déterminer quels impôts ne peuvent pas être levés par les communautés et les régions. B.4.2. En application de l’article 1er, § 2, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, la Région wallonne, la Région flamande et la Région de Bruxelles-Capitale disposent des moyens financiers suivants : a) les taxes instaurées sur la base de la fiscalité propre prévue par l’article 170, § 2, de la Constitution; b) les recettes non fiscales; c) les recettes fiscales visées par la loi spéciale précitée du 16 janvier 1989 (les « impôts régionaux »); d) les parties attribuées du produit d’impôts et de perceptions; e) une intervention de solidarité nationale; f) les emprunts. B.4.3. L’article 11, alinéa 2, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions dispose : « Sous la réserve des cas prévus par la présente loi, les Communautés et les Régions ne sont pas autorisées à lever des impôts dans les matières qui font l’objet d’une imposition visée par la présente loi ». B.4.4. En application de l’article 170, § 2, alinéa 2, de la Constitution, l’article 1er de la loi du 23 janvier 1989 dispose : « Dans les cas non prévus par l’article 11 de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des Communautés et des Régions, les Conseils ne sont pas autorisés à lever des impôts dans les matières qui font l’objet d’une imposition par l’Etat, ni à percevoir des centimes additionnels aux impôts et perceptions au profit de l’Etat, ni à accorder des remises sur ceux-ci ». B.4.5. Il résulte de ce qui précède que : a) la Constitution elle-même attribue aux communautés et aux régions une compétence fiscale propre, sous la réserve que la loi n’ait pas déterminé ou ne détermine pas ultérieurement les exceptions dont la nécessité est démontrée; b) la loi spéciale du 16 janvier 1989 attribue en outre aux communautés et aux régions le produit de certains impôts fédéraux ainsi qu’une compétence fiscale complémentaire et limitée;

56159

56160

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD c) les communautés et les régions ne sont cependant pas autorisées à percevoir des impôts à l’égard de matières qui font l’objet d’un impôt fédéral. Elles « peuvent lever des impôts dans des matières vierges » (Doc. parl., Sénat, 1988-1989, no 562-2, p. 160). B.5. La Cour doit dès lors examiner si l’ordonnance litigieuse frappe une matière qui fait déjà l’objet d’une imposition fédérale. B.6. La matière imposable est l’élément générateur de l’impôt, la situation ou le fait qui donne lieu à la débition de l’impôt. La matière imposable se distingue de la base imposable, qui est le montant sur lequel est calculé l’impôt. C’est à l’égard de matières qui font déjà l’objet d’un impôt fédéral que les communautés et les régions ne sont pas autorisées à établir une imposition nouvelle. B.7. Le précompte immobilier est un « impôt régional » (article 3, alinéa 1er, 5o, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions). Les régions sont compétentes pour modifier le taux d’imposition, les exonérations et, depuis le 1er janvier 2002, également la base d’imposition du précompte immobilier (article 4, § 2, de la même loi). B.8. La matière imposable du précompte immobilier sont les revenus d’immeubles situés en Belgique (article 249 du CIR 1992). La base d’imposition est le revenu cadastral. Le revenu cadastral est censé correspondre au revenu moyen normal net d’une année, que serait susceptible de procurer un bien immobilier selon l’estimation de l’Administration du cadastre. B.9. La matière imposable visée par les dispositions en cause est le droit réel sur tout ou partie d’un bien immobilier situé sur le territoire de la Région de Bruxelles-Capitale. Etant donné que cette matière n’est pas imposée par le législateur fédéral, la Région de Bruxelles-Capitale a pu valablement l’imposer. B.10. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : Les articles 2, 3, § 1er, c, et 8, § 1er, de l’ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 23 juillet 1992 relative à la taxe régionale à charge des occupants d’immeubles bâtis et de titulaires de droits réels sur certains immeubles ne violent ni l’article 170, § 2, de la Constitution, ni l’article 11 de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, ni l’article 1er de la loi du 23 janvier 1989 « relative à la compétence fiscale visée à l’article 110 [actuellement 170], §§ 1er et 2, de la Constitution ». Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, conformément à l’article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à l’audience publique du 19 septembre 2007. Le greffier, Le président, P.-Y. Dutilleux. A. Arts.

ÜBERSETZUNG VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2007/203242] Auszug aus dem Urteil Nr. 119/2007 vom 19. September 2007 Geschäftsverzeichnisnummer 4071 In Sachen: Präjudizielle Frage in Bezug auf die Artikel 2, 3 § 1 Buchstabe c) und 8 § 1 der Ordonnanz der Region Brüssel-Hauptstadt vom 23. Juli 1992 bezüglich der Regionalsteuer zu Lasten der Benutzer bebauter Grundstücke und Inhaber dinglicher Rechte an bestimmten Immobilien, gestellt vom Gericht erster Instanz Brüssel. Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden A. Arts und M. Melchior, und den Richtern P. Martens, M. Bossuyt, E. De Groot, A. Alen und J.-P. Moerman, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden A. Arts, verkündet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der präjudiziellen Frage und Verfahren In seinem Urteil vom 7. November 2006 in Sachen der «R+V Real Estate Belgium» AG gegen die Region Brüssel-Hauptstadt, dessen Ausfertigung am 16. November 2006 in der Kanzlei des Hofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Brüssel folgende präjudizielle Frage gestellt: «Verstoßen die Artikel 2, 3 § 1 Buchstabe c) und 8 § 1 der Ordonnanz der Region Brüssel-Hauptstadt vom 23. Juli 1992 bezüglich der Regionalsteuer zu Lasten der Benutzer bebauter Grundstücke und Inhaber dinglicher Rechte an bestimmten Immobilien gegen Artikel 170 § 2 der Verfassung, Artikel 11 des Sondergesetzes vom 16. Januar 1989 bezüglich der Finanzierung der Gemeinschaften und Regionen und Artikel 1 des Gesetzes vom 23. Januar 1989 bezüglich der in Artikel 110 §§ 1 und 2 der Verfassung erwähnten Steuerkompetenz, insofern eine Regionalsteuer zu Lasten bestimmter Inhaber eines dinglichen Rechts oder eines Nutzungsrechts an nicht für Wohnzwecke bestimmten Immobilien eingeführt wird, während es den Regionen untersagt wäre, Steuern auf einen bereits dem Immobiliensteuervorabzug unterliegenden Gegenstand zu erheben?». (...) III. In rechtlicher Beziehung (...) B.1.1. Artikel 2 der Ordonnanz der Region Brüssel-Hauptstadt vom 23. Juli 1992 bezüglich der Regionalsteuer zu Lasten der Benutzer bebauter Grundstücke und Inhaber dinglicher Rechte an bestimmten Immobilien lautet: «Ab dem Steuerjahr 1993 wird eine jährliche Steuer zu Lasten der Benutzer bebauter Grundstücke, die auf dem Gebiet der Region Brüssel-Hauptstadt liegen, sowie der Inhaber dinglicher Rechte an nicht zu Wohnzwecken bestimmten Immobilien erhoben. Diese Steuer ist auf der Grundlage des Zustandes am 1. Januar des Steuerjahres geschuldet». B.1.2. Artikel 3 § 1 derselben Ordonnanz bestimmt: «Die Steuer ist zu zahlen von: a) jedem Haushaltsvorstand, der als Haupt- oder Zweitaufenthaltsort die Gesamtheit oder einen Teil eines sich auf dem Gebiet der Region Brüssel-Hauptstadt befindenden bebauten Grundstücks benutzt.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Einen Haushalt im Sinne dieser Ordonnanz bildet entweder eine alleinstehende Person oder die Verbindung von einer oder mehreren Personen, die sich gewöhnlich in der gleichen Wohnung aufhalten und dort ein gemeinsames Leben führen. Bestehen Zweifel hinsichtlich der Zusammensetzung des Haushaltes, so kann als Beweis die Vorlage einer von der Gemeindeverwaltung ausgestellten Bescheinigung über die Zusammensetzung des Haushaltes verlangt werden; b) jedem Benutzer der Gesamtheit oder eines Teils eines auf dem Gebiet der Region Brüssel-Hauptstadt gelegenen bebauten Grundstücks, der dort für eigene Rechnung eine Erwerbstätigkeit oder eine nichtgewinnbringende Tätigkeit, einschließlich eines freien Berufes, ausübt, und von jeder juristischen Person oder nichtrechtsfähigen Vereinigung, die es als Gesellschafts-, Verwaltungs-, Betriebs- oder Tätigkeitssitz benutzt. Eine nichtrechtsfähige Vereinigung bilden Zusammenschlüsse von natürlichen Personen mit dem Zweck, untereinander auf der Grundlage eines schriftlichen Vertrags in demselben Gebäude und mit Kostenteilung gemeinsame Dienste im Hinblick auf die Ausübung des gleichen Berufes zu organisieren, und gegebenenfalls im Hinblick auf die Beteiligung an den sich gegebenenfalls daraus ergebenden Gewinnen; c) dem Volleigentümer oder, in Ermangelung eines Volleigentümers, dem Erbpächter, dem Nießbraucher oder dem Inhaber des Nutzungsrechtes für die Gesamtheit oder einen Teil des auf dem Gebiet der Region Brüssel-Hauptstadt gelegenen Gebäudes, das nicht zu dem vorstehend in Buchstabe a) erwähnten Zweck dient». B.1.3. Die Steuerpflichtigen im Sinne von Artikel 3 § 1 Buchstabe c) schulden aufgrund von Artikel 8 § 1 derselben Ordonnanz pro bebautes Grundstück eine Steuer von 5 Euro (6,36 Euro ab dem Steuerjahr 2002) pro Quadratmeter Fläche über die ersten 300 Quadratmeter hinaus (über die ersten 2 500 Quadratmeter hinaus im Fall einer für industrielle oder handwerkliche Tätigkeiten bestimmten Fläche). Der Betrag darf jedoch nicht höher sein als 14 Prozent des indexierten Katastereinkommens der dieser Steuer unterliegenden Fläche. B.2. Die präjudizielle Frage bezieht sich auf die Vereinbarkeit der vorerwähnten Bestimmungen mit Artikel 170 § 2 der Verfassung, mit Artikel 11 des Sondergesetzes vom 16. Januar 1989 bezüglich der Finanzierung der Gemeinschaften und Regionen sowie mit Artikel 1 des Gesetzes vom 23. Januar 1989 «bezüglich der in Artikel 110 [nunmehr 170] §§ 1 und 2 der Verfassung erwähnten Steuerkompetenz». Zur Beantwortung dieser Frage berücksichtigt der Hof die Regeln der Zuständigkeitsverteilung so, wie sie zum Zeitpunkt der Annahme der fraglichen Ordonnanz in Kraft waren. B.3. In ihrem Gutachten zum Vorentwurf der betreffenden Ordonnanz vertrat die Gesetzgebungsabteilung des Staatsrates den Standpunkt, dass nicht gegen Artikel 11 des Sondergesetzes vom 16. Januar 1989 bezüglich der Finanzierung der Gemeinschaften und Regionen und den einzigen Artikel des Gesetzes vom 23. Januar 1989 zur Ausführung von Artikel 110 § 2 Absatz 2 der Verfassung (nunmehr Artikel 1 des Gesetzes vom 23. Januar 1989 «bezüglich der in Artikel 110 [nunmehr 170] §§ 1 und 2 der Verfassung erwähnten Steuerkompetenz») verstoßen worden sei. Der Hof hat in seinem Urteil Nr. 2/94 vom 13. Januar 1994 zwei Klagen auf Nichtigerklärung der fraglichen Ordonnanz abgewiesen. Obwohl darin die Zuständigkeit zur Einführung der Steuer als solche nicht in Frage gestellt wurde, sondern lediglich die Zuständigkeit, Steuererhöhungen festzulegen, hat der Hof präzisiert, dass aus Artikel 170 § 2 der Verfassung und dem (damaligen) einzigen Artikel des Gesetzes vom 23. Januar 1989 zur Anwendung dieser Verfassungsbestimmung hervorgeht, dass die Gemeinschaften und die Regionen eine eigene Steuerbefugnis besitzen, jedoch keine Steuern in Angelegenheiten erheben dürfen, die auf föderaler Ebene besteuert werden. Ebenfalls gemäß dem vorerwähnten Urteil umfasst dies auch die Befugnis, nicht nur die Hauptbestandteile der Steuer selbst, sondern auch die Erhöhungen und Zinsen festzulegen, die Zusatzelemente dieser Steuern bilden. Der Hof erkennt nicht, aus welchen Gründen er anders darüber urteilen sollte. B.4.1. Kraft Artikel 170 § 2 Absatz 2 der Verfassung verfügen die Gemeinschaften und Regionen über eine eigene Steuerkompetenz. Diese Bestimmung räumt dem föderalen Gesetzgeber jedoch die Zuständigkeit ein, hinsichtlich der Steuerkompetenz der Gemeinschaften und Regionen die Ausnahmen zu bestimmen, «deren Notwendigkeit erwiesen ist». Der föderale Gesetzgeber kann demzufolge bestimmen, welche Steuern nicht von den Gemeinschaften und Regionen erhoben werden dürfen. B.4.2. In Anwendung von Artikel 1 § 2 des Sondergesetzes vom 16. Januar 1989 bezüglich der Finanzierung der Gemeinschaften und Regionen verfügen die Flämische Region, die Wallonische Region und die Region BrüsselHauptstadt über folgende Finanzmittel: a) die Steuern, die aufgrund des durch Artikel 170 § 2 der Verfassung vorgesehenen eigenen Steuerwesens eingeführt worden sind; b) die nichtsteuerlichen Einnahmen; c) die steuerlichen Einnahmen im Sinne des vorerwähnten Sondergesetzes vom 16. Januar 1989 (die «Regionalsteuern»); d) die zugewiesenen Teile des Aufkommens von Steuern und Abgaben; e) einen nationalen Solidaritätsbeitrag; f) die Anleihen. B.4.3. Artikel 11 Absatz 2 des Sondergesetzes vom 16. Januar 1989 bezüglich der Finanzierung der Gemeinschaften und Regionen lautet: «Unter Vorbehalt der in diesem Gesetz vorgesehenen Fälle sind die Gemeinschaften und die Regionen nicht befugt, Steuern in Angelegenheiten zu erheben, die Gegenstand einer in diesem Gesetz vorgesehenen Besteuerung sind». B.4.4. In Anwendung von Artikel 170 § 2 Absatz 2 der Verfassung bestimmt Artikel 1 des Gesetzes vom 23. Januar 1989: «In den Fällen, die nicht in Artikel 11 des Sondergesetzes vom 16. Januar 1989 bezüglich der Finanzierung der Gemeinschaften und Regionen vorgesehen sind, sind die Räte weder dazu ermächtigt, Steuern in Angelegenheiten, die Gegenstand einer Besteuerung durch den Staat sind, zu erheben, noch Zuschlaghundertstel auf Steuern und Abgaben zugunsten des Staates zu erheben, noch Ermäßigungen derselben zu gewähren». B.4.5. Aus den vorstehenden Erwägungen ergibt sich Folgendes: a) Den Gemeinschaften und Regionen wird durch die Verfassung selbst eine eigene Steuerkompetenz eingeräumt, unter dem ausdrücklichen Vorbehalt, dass das Gesetz die Ausnahmen, deren Notwendigkeit erwiesen ist, nicht bestimmt hat bzw. nicht nachträglich bestimmt. b) Den Gemeinschaften und Regionen wird außerdem das Aufkommen bestimmter föderaler Steuern sowie eine zusätzliche und beschränkte Steuerkompetenz durch das Sondergesetz vom 16. Januar 1989 zugewiesen. c) Die Gemeinschaften und Regionen dürfen allerdings keine Steuern in Angelegenheiten erheben, die den Gegenstand einer föderalen Steuer bilden. Sie «können in unberührten Angelegenheiten Steuern erheben» (Parl. Dok., Senat, 1988-1989, Nr. 562-2, S. 160). B.5. Der Hof muss somit prüfen, ob die fragliche Ordonnanz eine Angelegenheit besteuert, die bereits Gegenstand einer föderalen Steuer ist.

56161

56162

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD B.6. Der Steuergegenstand ist das Element, das Anlass zur Besteuerung gibt, die Lage oder das Faktum, die Anlass geben zu der Tatsache, dass die Steuer geschuldet ist. Der Steuergegenstand unterscheidet sich von der Bemessungsgrundlage, bei der es sich um den Betrag handelt, auf dem die Steuer berechnet wird. In Bezug auf die Gegenstände, die bereits föderal besteuert werden, dürfen die Gemeinschaften und die Regionen keine neue Besteuerung einführen. B.7. Der Immobiliensteuervorabzug ist eine sogenannte «Regionalsteuer» (Artikel 3 Absatz 1 Nr. 5 des Sondergesetzes vom 16. Januar 1989 bezüglich der Finanzierung der Gemeinschaften und Regionen). Die Regionen sind dafür zuständig, den Steuersatz, die Befreiungen und seit dem 1. Januar 2002 auch die Besteuerungsgrundlage des Immobiliensteuervorabzugs abzuändern (Artikel 4 § 2 desselben Gesetzes). B.8. Steuergegenstand des Immobiliensteuervorabzugs sind die Einkünfte aus in Belgien gelegenen Immobilien (Artikel 249 des EStGB 1992). Die Besteuerungsgrundlage ist das Katastereinkommen. Es wird davon ausgegangen, dass dieses Einkommen der durchschnittlichen normalen, jährlichen Nettomiete entspricht, die eine Immobilie gemäß der Veranschlagung der Katasterverwaltung erzielen könnte. B.9. Der durch die fraglichen Bestimmungen ins Auge gefasste Steuergegenstand ist das dingliche Recht an der Gesamtheit oder einem Teil einer Immobilie, die sich auf dem Gebiet der Region Brüssel-Hauptstadt befindet. Da dieser Gegenstand nicht durch den föderalen Gesetzgeber besteuert wird, konnte die Region Brüssel-Hauptstadt rechtgültig Steuern darauf erheben. B.10. Die präjudizielle Frage ist verneinend zu beantworten. Aus diesen Gründen: Der Hof erkennt für Recht: Die Artikel 2, 3 § 1 Buchstabe c) und 8 § 1 der Ordonnanz der Region Brüssel-Hauptstadt vom 23. Juli 1992 bezüglich der Regionalsteuer zu Lasten der Benutzer bebauter Grundstücke und Inhaber dinglicher Rechte an bestimmten Immobilien verstoßen weder gegen Artikel 170 § 2 der Verfassung, noch gegen Artikel 11 des Sondergesetzes vom 16. Januar 1989 bezüglich der Finanzierung der Gemeinschaften und Regionen, noch gegen Artikel 1 des Gesetzes vom 23. Januar 1989 «bezüglich der in Artikel 110 [nunmehr 170] §§ 1 und 2 der Verfassung erwähnten Steuerkompetenz». Verkündet in niederländischer und französischer Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989, in der öffentlichen Sitzung vom 19. September 2007. Der Kanzler, Der Vorsitzende, (gez.) P.-Y. Dutilleux. (gez.) A. Arts.

* GRONDWETTELIJK HOF [2007/203212] Uittreksel uit arrest nr. 121/2007 van 19 september 2007 Rolnummer 4201 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1 van de wet van 12 januari 1993 betreffende een vorderingsrecht inzake bescherming van het leefmilieu, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Martens, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen en J.-P. Moerman, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 24 april 2007 in zake Annie Heytens en Roderick D’Hoore tegen de NV « Makro Zelfbedieningsgroothandel », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 mei 2007, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1 van de wet van 12 januari 1991 [lees : 1993] betreffende een vorderingsrecht inzake bescherming van het leefmilieu juncto artikel 271 van de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988 de artikelen 10 en 11 (gelijkheid en niet discriminatie), 22 (recht op privacy) en 23 (recht op bescherming van een gezond leefmilieu) van de Grondwet, in de zin dat inwoners van een gemeente geen milieustakingsvordering zouden kunnen instellen namens de gemeente wanneer deze laatste nalaat om op te treden inzake een vergunningsplichtige activiteit waarvoor die gemeente een vergunning (milieuvergunning en/of stedenbouwkundige vergunning) heeft afgeleverd dan wel oorspronkelijk een gunstig advies aan AROHM heeft verleend, maar enkel ingeval het een niet vergunde en/of niet vergunningsplichtige activiteit dan wel met overtreding van een verleende vergunning uitgeoefende activiteit betreft ? ». Op 16 mei 2007 hebben de rechters-verslaggevers E. De Groot en J.-P. Moerman, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, het Hof ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen een arrest van onmiddellijk antwoord te wijzen. (...) III. In rechte (...) B.1. Artikel 1 van de wet van 12 januari 1993 betreffende een vorderingsrecht inzake bescherming van het leefmilieu bepaalt : « Onverminderd de bevoegdheid van andere rechtscolleges op basis van andere wetsbepalingen, stelt de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, op verzoek van de procureur des Konings, van een administratieve overheid of van een rechtspersoon zoals omschreven in artikel 2, het bestaan vast van een zelfs onder het strafrecht vallende handeling, die een kennelijke inbreuk is of een ernstige dreiging vormt voor een inbreuk op één of meer bepalingen van wetten, decreten, ordonnanties, verordeningen of besluiten betreffende de bescherming van het leefmilieu. Hij kan de staking bevelen van handelingen waarvan de uitvoering reeds is begonnen of maatregelen opleggen ter preventie van de uitvoering ervan of ter voorkoming van schade aan het leefmilieu. Voor elk debat over de grond van de zaak moet een verzoeningspoging plaatshebben. De voorzitter kan aan de overtreder een termijn toestaan om aan de opgelegde maatregelen te voldoen ». B.2. Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van die bepaling, in samenhang gelezen met artikel 271, § 1, van de Nieuwe Gemeentewet, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij een verschil in behandeling zou teweegbrengen tussen twee inwoners van een gemeente die in rechte optreden, op grond van die bepaling van de Nieuwe Gemeentewet, omdat het college

56163

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD van burgemeester en schepenen van die gemeente nalaat een vordering in te stellen op grond van artikel 1 van de wet van 12 januari 1993 : enerzijds, degene die wordt geconfronteerd met een handeling - bedoeld in artikel 1, eerste lid, van die wet - die in overeenstemming is met een vergunning, dan wel een verleend gunstig advies, van die gemeente en, anderzijds, degene die wordt geconfronteerd met een dergelijke handeling die niet in overeenstemming is met een dergelijke vergunning of een verleend gunstig advies. Het verschil in behandeling zou erin bestaan dat de vordering van de eerstgenoemde inwoner, in tegenstelling tot die van de laatstgenoemde inwoner, niet ontvankelijk zou zijn. B.3.1. Artikel 271, § 1, van de Nieuwe Gemeentewet bepaalt : « Wanneer het college van burgemeester en schepenen niet in rechte optreedt, kunnen een of meer inwoners in rechte optreden namens de gemeente, mits zij onder zekerheidstelling aanbieden om persoonlijk de kosten van het geding te dragen en in te staan voor de veroordelingen die mochten worden uitgesproken. De gemeente kan ten aanzien van het geding geen dading treffen zonder medewerking van de inwoner of de inwoners die het geding in haar naam hebben gevoerd ». B.3.2. Volgens de parlementaire voorbereiding van artikel 150 van de Gemeentewet van 30 maart 1836 beoogt die bepaling het geval waarbij de gemeente weigert op te treden en inbreuken laat geschieden ten koste van bepaalde inwoners (Pasin., 1836, p. 388). Aldus worden de belangen van de gemeente beschermd tegen het stilzitten van haar eigen bestuur. B.4. Een inwoner van een gemeente die op grond van artikel 271, § 1, van de Nieuwe Gemeentewet in rechte optreedt, treedt niet op uit eigen naam, maar enkel uit naam en als vertegenwoordiger van de gemeente. De vordering dient te steunen op een recht van de gemeente en heeft tot doel een collectief belang te verdedigen. Bijgevolg vermag een inwoner van een gemeente slechts namens haar in rechte op te treden voor zover de gemeente in kwestie zelf een ontvankelijke vordering kan instellen. B.5. Artikel 1, eerste lid, van de wet van 12 januari 1993 verleent een vorderingsrecht inzake de bescherming van het leefmilieu aan onder meer een « administratieve overheid ». Tot de administratieve overheden bedoeld in artikel 1 van de wet behoren de gemeenten. Bijgevolg kan een gemeente op grond van die bepaling een vordering tot staking instellen ter bescherming van het leefmilieu of ter voorkoming van een ernstige dreiging voor het leefmilieu op haar grondgebied voor zover die bescherming van dat aspect van het leefmilieu tot haar bevoegdheid behoort (Cass., 14 februari 2002, Arr. Cass., 2002, p. 441). B.6.1. De omstandigheid dat de gemeente zelf een vergunning of een gunstig advies heeft verleend, verhindert niet dat ze, met toepassing van artikel 1 van de wet van 12 januari 1993, een vordering kan instellen tot staking van een handeling ter uitvoering van die vergunning, zelfs indien die handeling in overeenstemming is met die vergunning. B.6.2. Artikel 159 van de Grondwet belet een administratieve overheid immers niet de onwettigheid aan te voeren van een besluit dat zij zelf heeft genomen. De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg kan in het kader van een procedure tot staking aldus ertoe worden gebracht op grond van artikel 159 van de Grondwet de geldigheid van de vergunning te onderzoeken omdat de staking van een vergunde handeling wordt gevorderd, zelfs wanneer die vergunning door de gemeente zelf is verleend, dan wel in overeenstemming is met een door haar verleend gunstig advies. B.6.3. Er zou ook niet kunnen worden aangevoerd dat de gemeente geen belang zou hebben bij een dergelijke vordering, vermits een gemeente die op grond van artikel 1 van de wet van 12 januari 1993 een vordering tot staking instelt ter bescherming van het leefmilieu of ter voorkoming van een ernstige dreiging voor het leefmilieu op haar grondgebied, wordt geacht een belang te hebben (Cass., 14 februari 2002, ibid.). Bijgevolg moet de gemeente niet doen blijken van een eigen belang in de zin van artikel 17 van het Gerechtelijk Wetboek. Haar vorderingsrecht vloeit rechtstreeks voort uit de wet van 12 januari 1993 (conclusies van het openbaar ministerie voorafgaand aan het voormelde arrest). B.6.4. Een inwoner kan dus de vordering tot staking namens de gemeente instellen, zelfs indien de betwiste handeling in overeenstemming is met de vergunning of het gunstig advies van de gemeente. B.7. Uit wat voorafgaat volgt dat het verschil in behandeling, in de in B.2 vermelde interpretatie, niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. B.8. Uit hetgeen is uiteengezet in B.3 tot B.6, blijkt dat een andere interpretatie mogelijk is, waarin het in B.2 vermelde verschil in behandeling onbestaande is. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : - Artikel 1 van de wet van 12 januari 1993 betreffende een vorderingsrecht inzake bescherming van het leefmilieu, in samenhang gelezen met artikel 271, § 1, van de Nieuwe Gemeentewet, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, wanneer die bepalingen in die zin worden geïnterpreteerd dat een inwoner van een gemeente namens die gemeente niet in rechte kan optreden, indien het college van burgemeester en schepenen nalaat een vordering in te stellen op grond van artikel 1 van de voormelde wet van 12 januari 1993 tegen een handeling die in overeenstemming is met een vergunning of verleend gunstig advies van die gemeente. - Artikel 1 van de wet van 12 januari 1993 betreffende een vorderingsrecht inzake bescherming van het leefmilieu, in samenhang gelezen met artikel 271, § 1, van de Nieuwe Gemeentewet, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, wanneer die bepalingen in die zin worden geïnterpreteerd dat een inwoner van een gemeente namens die gemeente in rechte kan optreden, indien het college van burgemeester en schepenen nalaat een vordering in te stellen op grond van artikel 1 van de voormelde wet van 12 januari 1993 tegen een handeling die in overeenstemming is met een vergunning of een verleend gunstig advies van die gemeente. Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare terechtzitting van 19 september 2007. De griffier, P.-Y. Dutilleux.

De voorzitter, A. Arts.

56164

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD COUR CONSTITUTIONNELLE [2007/203212] Extrait de l’arrêt n° 121/2007 du 19 septembre 2007 Numéro du rôle : 4201 En cause : la question préjudicielle relative à l’article 1er de la loi du 12 janvier 1993 concernant un droit d’action en matière de protection de l’environnement, posée par la Cour d’appel d’Anvers. La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen et J.-P. Moerman, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par arrêt du 24 avril 2007 en cause de Annie Heytens et Roderick D’Hoore contre la SA « Makro Zelfbedieningsgroothandel », dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour le 3 mai 2007, la Cour d’appel d’Anvers a posé la question préjudicielle suivante : « L’article 1er de la loi du 12 janvier 1991 [lire : 1993] concernant un droit d’action en matière de protection de l’environnement juncto l’article 271 de la nouvelle loi communale du 24 juin 1988, viole-t-il les articles 10 et 11 (égalité et non-discrimination), 22 (droit au respect de la vie privée) et 23 (droit à la protection d’un environnement sain) de la Constitution, en ce sens que les habitants d’une commune ne pourraient pas intenter d’action en cessation au nom de la commune lorsque cette dernière néglige d’ester en justice à propos d’une activité soumise à autorisation pour laquelle cette commune a délivré un permis (autorisation écologique et/ou permis d’urbanisme) ou a initialement remis un avis favorable à l’Administration de l’aménagement du territoire (AROHM), mais ne pourraient le faire que lorsqu’il s’agit d’une activité non autorisée ou non soumise à autorisation ou d’une activité exercée en infraction à un permis accordé ? » Le 16 mai 2007, en application de l’article 72, alinéa 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989, les juges-rapporteurs E. De Groot et J.-P. Moerman ont informé la Cour qu’ils pourraient être amenés à proposer de rendre un arrêt de réponse immédiate. (...) III. En droit (...) B.1. L’article 1er de la loi du 12 janvier 1993 concernant un droit d’action en matière de protection de l’environnement dispose : « Sans préjudice des compétences d’autres juridictions en vertu d’autres dispositions légales, le président du tribunal de première instance, à la requête du procureur du Roi, d’une autorité administrative ou d’une personne morale telle que définie à l’article 2, constate l’existence d’un acte même pénalement réprimé, constituant une violation manifeste ou une menace grave de violation d’une [ou] de plusieurs dispositions des lois, décrets, ordonnances, règlements ou arrêtés relatifs à la protection de l’environnement. Il peut ordonner la cessation d’actes qui ont formé un commencement d’exécution ou imposer des mesures visant à prévenir l’exécution de ces actes ou à empêcher des dommages à l’environnement. Avant tout débat au fond, une tentative de conciliation aura lieu. Le président peut accorder au contrevenant un délai pour se conformer aux mesures ordonnées ». B.2. Il ressort des motifs de la décision de renvoi que la Cour est invitée à statuer sur la compatibilité de cette disposition, lue en combinaison avec l’article 271, § 1er, de la Nouvelle loi communale, avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu’elle entraînerait une différence de traitement entre deux habitants d’une commune qui estent en justice, sur la base de cette disposition de la nouvelle loi communale, parce que le collège des bourgmestre et échevins de cette commune reste en défaut d’introduire une action sur la base de l’article 1er de la loi du 12 janvier 1993 : d’une part, celui qui est confronté à un acte - visé à l’article 1er, alinéa 1er, de cette loi - qui est conforme à une autorisation ou à un avis favorable de cette commune et, d’autre part, celui qui est confronté à un tel acte qui n’est pas conforme à une telle autorisation ou à un tel avis favorable. La différence de traitement consisterait en ce que l’action du premier habitant ne serait pas recevable, à la différence de celle du second. B.3.1. L’article 271, § 1er, de la Nouvelle loi communale dispose : « Un ou plusieurs habitants peuvent, au défaut du collège des bourgmestre et échevins, ester en justice au nom de la commune, en offrant, sous caution, de se charger personnellement des frais du procès et de répondre des condamnations qui seraient prononcées. La commune ne pourra transiger sur le procès sans l’intervention de celui ou de ceux qui auront poursuivi l’action en son nom ». B.3.2. Selon les travaux préparatoires de l’article 150 de la loi communale du 30 mars 1836, cette disposition vise le cas où une commune refuserait d’ester en justice et laisserait commettre des infractions au préjudice de certains habitants (Pasin., 1836, p. 388). Les intérêts de la commune sont de la sorte préservés de l’inaction de sa propre administration. B.4. Un habitant d’une commune qui este en justice sur la base de l’article 271, § 1er, de la Nouvelle loi communale n’agit pas en son nom propre, mais uniquement au nom de la commune et en tant que représentant de celle-ci. L’action doit se fonder sur un droit de la commune et a pour but de défendre un intérêt collectif. Par conséquent, un habitant d’une commune ne peut ester en justice au nom de celle-ci que pour autant que la commune en question soit elle-même recevable à agir. B.5. L’article 1er, alinéa 1er, de la loi du 12 janvier 1993 accorde un droit d’action en matière de protection de l’environnement notamment à une « autorité administrative ». Parmi les autorités administratives visées à l’article 1er de la loi figurent les communes. Par conséquent, cette disposition habilite une commune à introduire une action en cessation en vue de protéger l’environnement ou d’empêcher une menace grave pour l’environnement sur son territoire, pour autant que la protection de cet aspect de l’environnement relève de ses compétences (Cass., 14 février 2002, Pas., 2002, no 104). B.6.1. La circonstance que la commune a elle-même accordé un permis ou rendu un avis favorable ne l’empêche pas d’introduire, par application de l’article 1er de la loi du 12 janvier 1993, une action en cessation d’un acte réalisé en exécution de ce permis, même si cet acte est conforme à cette autorisation.

56165

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD B.6.2. En effet, l’article 159 de la Constitution n’empêche pas une autorité administrative d’invoquer l’illégalité d’une décision qu’elle a elle-même prise. Le président du tribunal de première instance peut, dans le cadre d’une procédure en cessation, être ainsi amené à examiner, sur la base de l’article 159 de la Constitution, la validité de l’autorisation, parce que la cessation d’un acte autorisé est demandée, même lorsque cette autorisation a été délivrée par la commune elle-même ou est conforme à un avis favorable qu’elle a rendu. B.6.3. On ne saurait en outre alléguer que la commune n’a aucun intérêt à semblable action, étant donné qu’une commune qui introduit une action en cessation sur la base de l’article 1er de la loi du 12 janvier 1993 en vue de protéger l’environnement ou d’empêcher une menace grave pour l’environnement sur son territoire est réputée avoir un intérêt (Cass., 14 février 2002, ibid.). En conséquence, la commune ne doit pas justifier d’un intérêt propre au sens de l’article 17 du Code judiciaire. Son droit d’action découle directement de la loi du 12 janvier 1993 (conclusions du ministère public précédant l’arrêt précité). B.6.4. Un habitant peut donc introduire l’action en cessation au nom de la commune, même si l’acte litigieux est conforme à l’autorisation ou à l’avis favorable de la commune. B.7. Il découle de ce qui précède que la différence de traitement, dans l’interprétation mentionnée en B.2, n’est pas compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. B.8. Il apparaît de ce qui est exposé en B.3 à B.6 qu’une autre interprétation est possible, dans laquelle la différence de traitement mentionnée en B.2 est inexistante. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : - L’article 1er de la loi du 12 janvier 1993 concernant un droit d’action en matière de protection de l’environnement, combiné avec l’article 271, § 1er, de la Nouvelle loi communale, viole les articles 10 et 11 de la Constitution si ces dispositions sont interprétées en ce sens qu’un habitant d’une commune ne pourrait pas ester en justice au nom de cette commune lorsque le collège des bourgmestre et échevins néglige d’intenter une action, sur la base de l’article 1er de la loi précitée du 12 janvier 1993, contre un acte qui est conforme à une autorisation ou un avis favorable de cette commune. - L’article 1er de la loi du 12 janvier 1993 concernant un droit d’action en matière de protection de l’environnement, combiné avec l’article 271, § 1er, de la Nouvelle loi communale, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution si ces dispositions sont interprétées en ce sens qu’un habitant d’une commune peut ester en justice au nom de cette commune lorsque le collège des bourgmestre et échevins néglige d’intenter une action, sur la base de l’article 1er de la loi précitée du 12 janvier 1993, contre un acte qui est conforme à une autorisation ou un avis favorable de cette commune. Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, conformément à l’article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à l’audience publique du 19 septembre 2007. Le greffier, Le président, P.-Y. Dutilleux. A. Arts.

ÜBERSETZUNG VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2007/203212] Auszug aus dem Urteil Nr. 121/2007 vom 19. September 2007 Geschäftsverzeichnisnummer 4201 In Sachen: Präjudizielle Frage in Bezug auf Artikel 1 des Gesetzes vom 12. Januar 1993 über ein Forderungsrecht in Bezug auf den Umweltschutz, gestellt vom Appellationshof Antwerpen. Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden A. Arts und M. Melchior, und den Richtern P. Martens, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen und J.-P. Moerman, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden A. Arts, verkündet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der präjudiziellen Frage und Verfahren In seinem Urteil vom 24. April 2007 in Sachen Annie Heytens und Roderick D’Hoore gegen die «Makro Zelfbedieningsgroothandel» AG, dessen Ausfertigung am 3. Mai 2007 in der Kanzlei des Hofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Antwerpen folgende präjudizielle Frage gestellt: «Verstößt Artikel 1 des Gesetzes vom 12. Januar 1991 [zu lesen ist: 1993] über ein Forderungsrecht in Bezug auf den Umweltschutz, in Verbindung mit Artikel 271 des neuen Gemeindegesetzes vom 24. Juni 1988, gegen die Artikel 10 und 11 (Gleichheit und Nichtdiskriminierung), 22 (Recht auf Achtung des Privatlebens) und 23 (Recht auf den Schutz einer gesunden Umwelt) der Verfassung, insofern Einwohner einer Gemeinde keine Umweltunterlassungsklage im Namen der Gemeinde erheben können, wenn diese es unterlässt, im Rahmen einer genehmigungspflichtigen Tätigkeit, für die diese Gemeinde eine Genehmigung (Umweltgenehmigung und/oder städtebauliche Genehmigung) bzw. der Raumordnungsverwaltung (AROHM) ursprünglich eine befürwortende Stellungnahme erteilt hat, aufzutreten, sondern nur dann, wenn es sich um eine nicht genehmigte und/oder nicht genehmigungspflichtige Tätigkeit oder aber um eine unter Zuwiderhandlung gegen eine erteilte Genehmigung ausgeübte Tätigkeit handelt?». Am 16. Mai 2007 haben die referierenden Richter E. De Groot und J.-P. Moerman in Anwendung von Artikel 72 Absatz 1 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 den Hof davon in Kenntnis gesetzt, dass sie dazu veranlasst werden könnten, vorzuschlagen, ein Urteil in unverzüglicher Beantwortung zu verkünden. (...) III. In rechtlicher Beziehung (...) B.1. Artikel 1 des Gesetzes vom 12. Januar 1993 über ein Forderungsrecht in Bezug auf den Umweltschutz bestimmt: «Unbeschadet der Zuständigkeit anderer Rechtsprechungsorgane aufgrund anderer Gesetzesbestimmungen stellt der Präsident des Gerichts erster Instanz auf Ersuchen des Prokurators des Königs, einer Verwaltungsbehörde oder einer juristischen Person im Sinne von Artikel 2 das Bestehen einer selbst unter das Strafrecht fallenden Handlung fest,

56166

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD die einen offensichtlichen Verstoß oder eine ernsthafte Drohung eines Verstoßes gegen eine oder mehrere Bestimmungen von Gesetzen, Dekreten, Ordonnanzen, Verordnungen oder Beschlüssen in Bezug auf den Umweltschutz darstellt. Er kann die Unterlassung von Handlungen anordnen, mit deren Durchführung bereits begonnen wurde, oder Maßnahmen zur Verhinderung ihrer Ausführung oder zur Vermeidung von Umweltschäden auferlegen. Vor jeder Verhandlung zur Hauptsache muss ein Sühneversuch stattfinden. Der Präsident kann dem Zuwiderhandelnden eine Frist zur Ausführung der auferlegten Maßnahmen gewähren». B.2. Aus der Begründung der Verweisungsentscheidung geht hervor, dass der Hof gebeten wird, sich zur Vereinbarkeit dieser Bestimmung - in Verbindung mit Artikel 271 § 1 des neuen Gemeindegesetzes - mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung zu äußern, da sie einen Behandlungsunterschied einführe zwischen zwei Einwohnern einer Gemeinde, die aufgrund dieser Bestimmung des neuen Gemeindegesetzes vor Gericht aufträten, weil das Bürgermeister- und Schöffenkollegium dieser Gemeinde es unterlasse habe, eine Klage auf der Grundlage von Artikel 1 des Gesetzes vom 12. Januar 1993 einzureichen: einerseits derjenige, der mit einer Handlung - im Sinne von Artikel 1 Absatz 1 dieses Gesetzes - konfrontiert werde, die einer Genehmigung bzw. einer erteilten befürwortenden Stellungnahme dieser Gemeinde entspreche, und andererseits derjenige, der mit einer solchen Handlung konfrontiert werde, die nicht einer solchen Genehmigung bzw. einer erteilten befürwortenden Stellungnahme entspreche. Der Behandlungsunterschied bestehe darin, dass die Klage des erstgenannten Einwohners im Gegensatz zu derjenigen des letztgenannten Einwohners nicht zulässig sei. B.3.1. Artikel 271 § 1 des neuen Gemeindegesetzes bestimmt: «Wenn das Bürgermeister- und Schöffenkollegium es unterlässt, gerichtlich vorzugehen, können ein oder mehrere Einwohner es im Namen der Gemeinde tun, indem sie sich gegen Kaution erbieten, persönlich die Kosten des Prozesses zu tragen und für eventuell ausgesprochene Verurteilungen einzustehen. Die Gemeinde kann bezüglich des Prozesses keinen Vergleich schließen, ohne den- oder diejenigen, die den Rechtsstreit im Namen der Gemeinde geführt haben, mit einzubeziehen». B.3.2. Gemäß den Vorarbeiten zu Artikel 150 des Gemeindegesetzes vom 30. März 1836 betrifft diese Bestimmung den Fall, in dem die Gemeinde sich weigert einzuschreiten und Verstöße auf Kosten bestimmter Einwohner zulässt (Pasin., 1836, S. 388). Somit werden die Interessen der Gemeinde vor der Untätigkeit ihrer eigenen Verwaltung geschützt. B.4. Ein Einwohner einer Gemeinde, der aufgrund von Artikel 271 § 1 des neuen Gemeindegesetzes vor Gericht auftritt, tritt nicht im eigenen Namen auf, sondern im Namen und als Vertreter der Gemeinde. Die Klage muss auf einem Recht der Gemeinde beruhen und bezweckt die Verteidigung eines kollektiven Interesses. Folglich darf ein Einwohner einer Gemeinde nur in ihrem Namen vor Gericht auftreten, wenn die betreffende Gemeinde selbst eine zulässige Klage einreichen kann. B.5. Artikel 1 Absatz 1 des Gesetzes vom 12. Januar 1993 gewährt unter anderem einer «Verwaltungsbehörde» ein Forderungsrecht in Bezug auf den Umweltschutz. Zu den Verwaltungsbehörden im Sinne von Artikel 1 des Gesetzes gehören die Gemeinden. Folglich kann eine Gemeinde aufgrund dieser Bestimmung eine Unterlassungsklage zum Schutz der Umwelt oder zur Verhinderung einer ernsthaften Bedrohung der Umwelt auf ihrem Gebiet einreichen, wenn der Schutz dieses Umweltaspektes zu ihrem Zuständigkeitsbereich gehört (Kass., 14. Februar 2002, Arr. Cass., 2002, S. 441). B.6.1. Der Umstand, dass die Gemeinde selbst eine Genehmigung bzw. eine befürwortende Stellungnahme erteilt hat, verhindert nicht, dass sie in Anwendung von Artikel 1 des Gesetzes vom 12. Januar 1993 eine Klage auf Unterlassung einer Handlung zur Ausführung dieser Genehmigung einreichen kann, selbst wenn diese Handlung der betreffenden Genehmigung entspricht. B.6.2. Artikel 159 der Verfassung hindert eine Verwaltungsbehörde nämlich nicht daran, die Gesetzwidrigkeit einer von ihr selbst getroffenen Entscheidung anzuführen. Der Präsident des Gerichts erster Instanz kann im Rahmen eines Unterlassungsverfahrens folglich dazu veranlasst werden, augrund von Artikel 159 der Verfassung die Gültigkeit der Genehmigung zu prüfen, weil die Unterlassung einer genehmigten Handlung beantragt wird, und zwar auch dann, wenn diese Genehmigung von der Gemeinde selbst erteilt wurde bzw. einer von ihr erteilten befürwortenden Stellungnahme entspricht. B.6.3. Es kann auch nicht geltend gemacht werden, dass die Gemeinde kein Interesse an einer solchen Klage hätte, da davon ausgegangen wird, dass eine Gemeinde, die aufgrund von Artikel 1 des Gesetzes vom 12. Januar 1993 eine Unterlassungsklage zum Schutz der Umwelt oder zur Vermeidung einer ernsthaften Bedrohung der Umwelt auf ihrem Gebiet einreicht, ein Interesse hat (Kass., 14. Februar 2002, ebenda). Folglich muss die Gemeinde kein eigenes Interesse im Sinne von Artikel 17 des Gerichtsgesetzbuches nachweisen. Ihr Forderungsrecht ergibt sich unmittelbar aus dem Gesetz vom 12. Januar 1993 (Antrag der Staatsanwaltschaft vor dem vorerwähnten Urteil). B.6.4. Ein Einwohner kann also die Unterlassungsklage im Namen der Gemeinde einreichen, selbst wenn die angefochtene Handlung der Genehmigung bzw. der befürwortenden Stellungnahme der Gemeinde entspricht. B.7. Aus den vorstehenden Erwägungen ergibt sich, dass der Behandlungsunterschied in der in B.2 angeführten Auslegung nicht mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar ist. B.8. Aus den Erwägungen in B.3 bis B.6 geht hervor, dass eine andere Auslegung möglich ist, in der der in B.2 erwähnte Behandlungsunterschied nicht besteht. Aus diesen Gründen: Der Hof erkennt für Recht: - Artikel 1 des Gesetzes vom 12. Januar 1993 über ein Forderungsrecht in Bezug auf den Umweltschutz, in Verbindung mit Artikel 271 § 1 des neuen Gemeindegesetzes, verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn diese Bestimmungen dahingehend ausgelegt werden, dass ein Einwohner einer Gemeinde namens dieser Gemeinde nicht gerichtlich vorgehen kann, falls das Bürgermeister- und Schöffenkollegium es unterlässt, eine Klage aufgrund von Artikel 1 des vorerwähnten Gesetzes vom 12. Januar 1993 gegen eine Handlung, die im Einklang mit einer Genehmigung bzw. einer erteilten befürwortenden Stellungnahme dieser Gemeinde steht, zu erheben. - Artikel 1 des Gesetzes vom 12. Januar 1993 über ein Forderungsrecht in Bezug auf den Umweltschutz, in Verbindung mit Artikel 271 § 1 des neuen Gemeindegesetzes, verstößt nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn diese Bestimmungen dahingehend ausgelegt werden, dass ein Einwohner einer Gemeinde namens dieser Gemeinde gerichtlich vorgehen kann, falls das Bürgermeister- und Schöffenkollegium es unterlässt, eine Klage aufgrund von Artikel 1 des vorerwähnten Gesetzes vom 12. Januar 1993 gegen eine Handlung, die im Einklang mit einer Genehmigung bzw. einer erteilten befürwortenden Stellungnahme dieser Gemeinde steht, zu erheben. Verkündet in niederländischer und französischer Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989, in der öffentlichen Sitzung vom 19. September 2007. Der Kanzler, Der Vorsitzende, (gez.) P.-Y. Dutilleux. (gez.) A. Arts.

56167

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD POUVOIR JUDICIAIRE

RECHTERLIJKE MACHT [C − 2007/09936]

[C − 2007/09936]

Cour de cassation

Hof van Cassatie

La Cour, réunie en assemblée générale le 3 septembre 2007, a désigné M. de Codt, J., conseiller à la Cour de cassation, comme président de section à cette Cour, pour une période de trois ans prenant cours le 4 octobre 2007.

Het Hof, verenigd in algemene vergadering op 3 september 2007, heeft de heer de Codt, J., raadsheer in het Hof van Cassatie, aangewezen tot afdelingsvoorzitter in dit hof, voor een termijn van drie jaar, met ingang van 4 oktober 2007.

La Cour, réunie en assemblée générale le 3 septembre 2007, a désigné M. Close, F., conseiller à la Cour de cassation, comme président de section à cette Cour, pour une période de trois ans prenant cours le 4 octobre 2007.

Het Hof, verenigd in algemene vergadering op 3 september 2007, heeft de heer Close, F., raadsheer in het Hof van Cassatie, aangewezen tot afdelingsvoorzitter in dit hof, voor een termijn van drie jaar, met ingang van 4 oktober 2007.

* CONSEIL D’ETAT

RAAD VAN STATE

[2007/18187] Avis prescrit par l’article 3quater de l’arrêté du Régent du 23 août 1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat

[2007/18187] Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Naeem Mohammad, demeurant à 8370 Blankenberge, Rogierlaan 9/0201, a demandé le 13 juillet 2007 l’annulation de la décision du conseil communal de la ville de Blankenberge du 5 juin 2007 approuvant le règlement temporaire de police relatif à l’instauration d’une heure de fermeture des « magasins de nuit » pour la période du 1er juillet 2007 au 31 août 2007.

Naeem Mohammad, wonende te 8370 Blankenberge, Rogierlaan 9/0201, heeft op 13 juli 2007 een verzoekschrift tot nietigverklaring ingediend van het besluit van de gemeenteraad van de stad Blankenberge van 5 juni 2007, houdende goedkeuring van de tijdelijke politieverordening betreffende het instellen van een sluitingsuur van de « nachtwinkels » in de periode van 1 juli 2007 tot en met 31 augustus 2007. Deze zaak is ingeschreven onder het rolnummer G/A. 184.057/XII5140.

Cette affaire est inscrite au rôle sous le numéro G/A. 184.057/XII5140. Pour le Greffier en chef,

Voor de Hoofdgriffier,

G. De Sloover, Secrétaire en chef.

G. De Sloover, Hoofdsecretaris.

STAATSRAT [2007/18187] Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates Naeem Mohammad, wohnhaft in 8370 Blankenberge, Rogierlaan 9/0201, hat am 13. Juli 2007 die Nichtigerklärung des Beschlusses des Gemeinderats der Stadt Blankenberge vom 5. Juni 2007 zur Billigung der zeitweiligen Polizeiverordnung bezüglich der Einführung einer Polizeistunde der Nachtläden für den Zeitraum vom 1. Juli 2007 bis zum 31. August 2007 beantragt. Diese Sache wurde unter der Nummer G/A. 184.057/XII-5140 ins Geschäftsverzeichnis eingetragen. Für den Hauptkanzler, G. De Sloover, Hauptsekretär.

* RAAD VAN STATE

CONSEIL D’ETAT [2007/18195]

[2007/18195]

Avis prescrit par l’article 3quater de l’arrêté du Régent du 23 août 1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat

Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

La Région flamande, représentée par le Gouverement flamand, ayant élu domicile chez Me Paul Van Orshoven, avocat à 1050 Bruxelles, avenue Louise 99, a demandé le 24 juillet 2007 l’annulation de l’arrêté royal du 26 avril 2007 relatif à la rétribution annuelle sur les quotas alloués gratuitement aux titulaires d’un compte d’exploitant dans le registre national de gaz à effet de serre (Moniteur belge du 25 mai 2007 Ed. 2).

Het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, die woonplaats kiest bij Mr. Paul Van Orshoven, advocaat te 1050 Brussel, Louizalaan 99, heeft op 24 juli 2007 een verzoekschrift tot nietigverklaring ingediend van het koninklijk besluit van 26 april 2007 betreffende de jaarlijkse retributie op de emissierechten die gratis worden toegekend aan de houders van een exploitanttegoedrekening in het nationaal register voor broeikasgassen (Belgisch Staatsblad van 25 mei 2007, Ed. 2).

Cette affaire est inscrite au rôle sous le numéro G/A. 184.484/VII37.028.

Deze zaak is ingeschreven onder het rolnummer G/A. 184.484/VII37.028.

Pour le Greffier en chef,




56168

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD STAATSRAT [2007/18195] Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates Die Flämische Region, vertreten durch die Flämiche Regierung, Wahldomizil bei Herrn Paul Van Orshoven, Rechtsanwalt in 1050 Brüssel, avenue Louise 99, hat am 24. Juli 2007 die Nichtigerklärung des königlichen Erlasses vom 26. April 2007 über die jährliche Vergütung für die den Inhabern eines Betreiberkontos in dem Nationalregister für Treibhausgase kostenlos zugeteilten Zertifikate (Belgisches Staatsblatt vom 25. Mai 2007 - 2. Ausg.) beantragt. Diese Sache wurde unter der Nummer G/A. 184.484/VII-37.028 ins Geschäftsverzeichnis eingetragen. Für den Hauptkanzler, G. De Sloover, Hauptsekretär.

* CONSEIL D’ETAT

RAAD VAN STATE

[2007/18186] Avis prescrit par l’article 3quater de l’arrêté du Régent du 23 août 1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat et par l’article 7 de l’arrêté royal du 5 décembre 1991 déterminant la procédure en référé devant le Conseil d’Etat

[2007/18186] Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en bij artikel 7 van het koninklijk besluit van 5 december 1991 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State

La commune de Kruibeke, ayant élu domicile chez Mes Hans Symoens et Jean Goeman, avocats, ayant leur cabinet à 2640 Mortsel, Wouwstraat 1, a introduit le 28 septembre 2007 une requête unique en annulation et suspension de l’arrêté ministériel du 31 juillet 2007 annulant la décision du conseil communal de Kruibeke du 21 décembre 2006 portant perception d’une taxe sur les grands travaux d’infrastructure. Cette affaire est inscrite au rôle sous le numéro G/A. 185.313/XII5219.

De gemeente Kruibeke, woonplaats kiezend bij Mrs. Hans Symoens en Jean Goeman, advocaten, met kantoor te 2640 Mortsel, Wouwstraat 1, heeft op 28 september 2007 de schorsing en nietigverklaring gevorderd van het ministerieel besluit van 31 juli 2007 houdende vernietiging van het besluit van de gemeenteraad van Kruibeke van 21 december 2006 houdende heffing van een belasting op grote infrastructuurwerken. Deze zaak is ingeschreven onder het rolnummer G/A. 185.313/XII5219.





STAATSRAT [2007/18186] Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates und durch Artikel 7 des königlichen Erlasses vom 5. Dezember 1991 zur Festlegung des Verfahrens der einstweiligen Entscheidung vor dem Staatsrat Die Gemeinde Kruibeke, die bei den Herren Hans Symoens und Jean Goeman, Rechtsanwälte, 2640 Mortsel, Wouwstraat 1, Domizil erwählt hat, hat am 28. September 2007 eine Einheitsklage auf Nichtigerklärung mit Antrag auf Aussetzung des ministeriellen Erlasses vom 31. Juli 2007 zur Annullierung des beschlusses des Gemeinterats von Kruibeke vom 21. December 2006 zur Erhebung einer Steuer auf große Infrastrukturarbeiten eingereicht. Diese Sache wurde unter der Nummer G/A. 185.313/XII-5219 ins Geschäftsverzeichnis eingetragen. Für den Hauptkanzler, G. De Sloover, Hauptsekretär.

* CONSEIL D’ETAT

RAAD VAN STATE

[2007/18196] Avis prescrit par l’article 3quater de l’arrêté du Régent du 23 août 1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat et par l’article 7 de l’arrêté royal du 5 décembre 1991 déterminant la procédure en référé devant le Conseil d’Etat

[2007/18196] Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en bij artikel 7 van het koninklijk besluit van 5 december 1991 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State

L’ASBL Clinique Notre-Dame de Grâce a demandé au Conseil d’Etat la suspension et l’annulation de l’arrêté royal du 26 avril 2007 fixant les normes auxquelles le programme de soins oncologiques spécialisé pour le cancer du sein doit satisfaire pour être agréé et de l’arrêté royal du 26 avril 2007 modifiant l’arrêté royal du 15 février 1999 fixant la liste des programmes de soins, tel que visé à l’article 9ter de la loi sur les hôpitaux, coordonnée le 7 août 1987, et désignant les articles de la loi sur les hôpitaux qui leur sont applicables.

De VZW « Clinique Notre-Dame de Grâce » heeft bij de Raad van State de schorsing en de nietigverklaring gevorderd van het koninklijk besluit van 26 april 2007 houdende vaststelling van de normen waaraan het gespecialiseerd oncologisch zorgprogramma voor borstkanker moet voldoen om te worden erkend en van het koninklijk besluit van 26 april 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 februari 1999 tot vaststelling van de lijst van zorgprogramma’s zoals bedoeld in artikel 9ter van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987 en tot aanduiding van de artikelen van de wet op de ziekenhuizen die op hen van toepassing zijn.

56169

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Ces arrêtés royaux sont publiés au Moniteur belge du 20 juillet 2007. Cette affaire est inscrite au rôle sous le numéro G/A. 185.191/VI17.519.

Deze koninklijke besluiten zijn bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 juli 2007. Deze zaak is ingeschreven onder het rolnummer G/A. 185.191/VI17.519.



C. Stassart, Secrétaire en chef.

C. Stassart, Hoofdsecretaris.

STAATSRAT [2007/18196] Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates und durch Artikel 7 des königlichen Erlasses vom 5. Dezember 1991 zur Festlegung des Verfahrens der einstweiligen Entscheidung vor dem Staatsrat Die «Clinique Note-Dame de Grâce» VoG hat beim Staatsrat die Aussetzung und die Nichtigerklärung des königlichen Erlasses vom 26. April 2007 zur Festlegung der Normen, denen das auf Brustkrebs spezialisierte onkologische Pflegeprogramm zwecks Anerkennung genügen muss, und des königlichen Erlasses vom 26. April 2007 zur Änderung des königlichen Erlasses vom 15. Februar 1999 zur Festlegung der Liste der in Artikel 9ter des am 7. August 1987 koordinierten Gesetzes über die Krankenhäuser erwähnten Pflegeprogramme und zur Bezeichnung der Artikel des Gesetzes über die Krankenhäuser, die auf sie anwendbar sind, beantragt. Diese königlichen Erlasses wurden im Belgischen Staatsblatt vom 20. Juli 2007 veröffentlicht. Diese Sache wurde unter der Nummer G/A. 185.191/VI-17.519 ins Geschäftsverzeichnis eingetragen.

Für den Hauptkanzler, C. Stassart, Hauptsekretär.

* SELOR BUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE

SELOR SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID

Recrutement. — Résultats

Werving. — Uitslagen

[2007/203261] Sélection d’attachés-auditeurs (m/f) (niveau A), d’expression française, pour le SPF Mobilité et Transports (AFG07820). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

ZACHARIOU, STAVROULA, 1300 WAVRE. SOEUR, ERIC, 1950 KRAAINEM. BOMBIL OSENGE, JOSEPH, 4000 LIEGE. DENIS, LAURENT, 5190 JEMEPPE-SUR-SAMBRE. BERNARD, AGNES, 1120 BRUXELLES. LEROY, QUENTIN, 6280 GERPINNES. HIERNAUT, VANESSA, 1420 BRAINE-L’ALLEUD. TAGNE DJOUANANG, HENRI PIERRE, 1070 ANDERLECHT.

[2007/203261] Selectie van Franstalige attachés-auditors (m/v) (niveau A) voor de FOD Mobiliteit en Vervoer (AFG07820). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten voor toelating tot de stage : 1. ZACHARIOU, STAVROULA, 1300 WAVRE. 2. SOEUR, ERIC, 1950 KRAAINEM. 3. BOMBIL OSENGE, JOSEPH, 4000 LIEGE. 4. DENIS, LAURENT, 5190 JEMEPPE-SUR-SAMBRE. 5. BERNARD, AGNES, 1120 BRUXELLES. 6. LEROY, QUENTIN, 6280 GERPINNES. 7. HIERNAUT, VANESSA, 1420 BRAINE-L’ALLEUD. 8. TAGNE DJOUANANG, HENRI PIERRE, 1070 ANDERLECHT.



[2007/203265]

[2007/203265]

Sélection comparative de ″senior service delivery managers E-Gov″ (m/f) (niveau A), d’expression française, pour Fedict (AFG07844). — Résultats

Vergelijkende selectie van Franstalige ″senior service delivery managers E-gov″ (m/v) (niveau A) voor Fedict (AFG07844). — Uitslagen

Classement des lauréats du concours d’admission au stage. 1. Meuleman, Laurent, 7024 Ciply

Rangschikking van de geslaagde kandidaten voor toelating tot de stage. Meuleman, Laurent, 7024 Ciply.

56170


SELOR BUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE [2007/203262] Sélection d’attachés-auditeurs (m/f) (niveau A), d’expression néerlandaise, pour le SPF Mobilité et Transports (ANG07820). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage : 1. 2. 3. 4. 5.

VAN LINTHOUT, DIRK, 1730 ASSE. BACKX, ISABELLE, 3130 BEGIJNENDIJK. VANHESE, CARINE, 3830 WELLEN. VANHASTEL, ANN, 1000 BRUSSEL. DEVRIENDT, GLEN, 1770 LIEDEKERKE.

SELOR SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID [2007/203262] Selectie van Nederlandstalige attachés-auditors (m/v) (niveau A) voor de FOD Mobiliteit en Vervoer (ANG07820). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten voor toelating tot de stage : 1. VAN LINTHOUT, DIRK, 1730 ASSE. 2. BACKX, ISABELLE, 3130 BEGIJNENDIJK. 3. VANHESE, CARINE, 3830 WELLEN. 4. VANHASTEL, ANN, 1000 BRUSSEL. 5. DEVRIENDT, GLEN, 1770 LIEDEKERKE.



[2007/203266] Sélection comparative de ″senior service delivery managers E-gov″ (m/f) (niveau A), d’expression néerlandaise, pour Fedict (ANG07844). — Résultats

[2007/203266] Vergelijkende selectie van Nederlandstalige ″senior service delivery managers E-gov″ (m/v) (niveau A) voor Fedict (ANG07844). — Uitslagen

Classement des lauréats du concours d’admission au stage. 1. Hanssens, Kristof, 1020 Brussel. 2. Weyns, Malik, 1640 Sint-Genesius-Rode.

Rangschikking van de geslaagde kandidaten voor toelating tot de stage. 1. Hanssens, Kristof, 1020 Brussel 2. Weyns, Malik, 1640 Sint-Genesius-Rode

* SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN [C − 2007/00908]

[C − 2007/00908] 2 OCTOBRE 2007. — Circulaire ministérielle relative au marquage des casques Madame le Gouverneur, Monsieur le Gouverneur,

2 OKTOBER 2007. — Ministeriële omzendbrief betreffende de markering van brandweerhelmen Mijnheer de Gouverneur,

La présente circulaire est destinée aux autorités qui disposent d’un service d’incendie.

Deze omzendbrief is bestemd voor de overheden die over een brandweerkorps beschikken.

Etant donné les missions exercées par les services d’incendie, il est essentiel que leur personnel soit reconnaissable en toutes circonstances. Pour assurer l’uniformité des marquages utilisés par les différents services d’incendie du pays, mon administration a développé des normes techniques relatives au marquage des casques d’incendie.

Gegeven de opdrachten die de brandweer uitoefent, is het essentieel dat haar personeel snel herkenbaar is in alle omstandigheden. Om de uniformiteit te verzekeren van de markeringen die gebruikt worden door de verschillende brandweerkorpsen van het land, heeft mijn administratie technische normen ontwikkeld met betrekking tot de markering van brandweerhelmen.

1. Généralités.

1. Algemeen.

Le casque du personnel des services d’incendie est de couleur blanche. Les services d’incendie qui le désirent peuvent choisir, lors de la commande, un casque peint en jaune phosphorescent. Cette peinture, après avoir accumulé l’énergie lumineuse fournie par la clarté du jour ou une source artificielle, devient brillante dans l’obscurité complète.

De kleur van de helmen van het brandweerpersoneel is wit. De brandweerkorpsen die dit wensen, kunnen bij de bestelling kiezen voor een helm geschilderd in fosforescerend geel. Deze verf, na de lichtgevende energie voortkomende van het daglicht of van een artificiële lichtbron geaccumuleerd te hebben, wordt lichtgevend in een volslagen duisternis.

Le grade et le nom du porteur ainsi que la marque distinctive des pompiers ambulanciers, infirmiers ou médecins sont compris ci-après sous le terme de « marquage ».

Onder het begrip « markering » wordt begrepen : het kenteken van de graad, de naam van de drager en het kenteken van de brandweerlieden-ambulanciers, verpleegkundigen of artsen.

Le matériel utilisé pour le marquage et l’application de ce matériel sur le casque doivent être faits en accord avec le fournisseur du casque.

Het gebruikte materiaal voor de markering en het aanbrengen van het materiaal op de helm moeten overeenstemmen met de voorschriften van de leverancier van de helm.

Seul le marquage sur le casque qui est décrit dans la présente circulaire est autorisé.

Enkel de helmmarkering beschreven in deze omzendbrief, is toegestaan.

2. La marque du grade.

2. Het kenteken van de graad.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 2. 1. La marque du grade consiste en une ou deux bandes circulaires, éventuellement complétées par une bande verticale, dont la teinte et la largeur diffèrent conformément aux indications ci-après :

56171

2.1. Het kenteken van de graad bestaat uit één of twee cirkelvormige banden, eventueel aan te vullen door een verticale band, waarvan kleur en breedte verschillen en in overeenstemming met de hierna volgende aanduidingen :

56172



2. 2 La bande circulaire est placée à une distance de la partie inférieure de la calotte comprise entre 10 et 100 mm. Lorsqu’il y a deux bandes, la distance intermédiaire est comprise entre 10 et 25 mm. 3. Le nom du porteur. L’application du nom du porteur est facultative. Si le nom est mentionné, la mention est conforme aux indications suivantes : - elle est placée en bas du casque, à l’arrière de celui-ci;

56173

2.2 De cirkelvormige banden worden op een afstand tussen 10 en 100 mm van het onderste gedeelte van de helmschaal aangebracht. Indien er 2 banden zijn, dienen ze geplaatst te worden op een tussenafstand van 10 tot 25 mm. 3. De naam van de drager. Het aanbrengen van de naam van de drager is facultatief. Indien de naam vermeld wordt, moet hij in overeenstemming zijn met de volgende aanduidingen : - hij wordt aangebracht achteraan aan de onderkant;

- les caractères ont une hauteur maximale de 20 mm et sont de couleur noire.

- de lettertekens hebben een maximale hoogte van 20 mm en ze zijn zwart.

4. La marque distinctive des pompiers ambulanciers, infirmiers et médecins.

4. De herkenning van de brandweerlieden-ambulanciers, verpleegkundigen en artsen.

La marque distinctive des pompiers ambulanciers, des infirmiers et des médecins consiste en l’apposition du symbole « Star of Life » représenté ci-après.

De herkenning van de brandweerlieden-ambulanciers, verpleegkundigen en artsen bestaat uit het aanbrengen van het hieronder weergegeven symbool « Star of Life ».

56174


La mention de ce symbole est facultative mais si elle est présente, elle est conforme aux indications suivantes : - le symbole est placé de chaque côté du casque à hauteur des tempes; - il a un diamètre maximal de 30 mm; - il est de couleur bleue pour les ambulanciers, de couleur verte pour les infirmiers et de couleur rouge pour les médecins.

5. Dispositions finales. La circulaire du 28 juin 1974 concernant la tenue d’intervention pour le personnel des services d’incendie est abrogée. La présente circulaire entre en vigueur le jour de sa signature. Les services d’incendie disposent d’un délai de cinq ans à partir de la date d’entrée en vigueur de la présente circulaire pour mettre les mentions figurant sur les casques en conformité avec les dispositions de celle-ci. Je vous saurais gré de bien vouloir diffuser la présente circulaire auprès des autorités concernées. Je vous prie d’agréer, Madame le Gouverneur, Monsieur le Gouverneur, l’assurance de ma la plus distinguée. Leconsidération Ministre de l’Intérieur, P. DEWAEL

Het aanbrengen van dit symbool is facultatief, maar indien het aanwezig is, moet het in overeenstemming zijn met de volgende aanduidingen : — het symbool wordt aan elke kant van de helm ter hoogte van de slapen geplaatst; — het heeft een maximale diameter van 30 mm; — het is blauw voor de ambulanciers, groen voor de verpleegkundigen en rood voor de artsen.

5. Slotbepalingen. De omzendbrief van 28 juni 1974 betreffende de interventiekledij voor het personeel van de brandweerdiensten wordt opgeheven. Deze omzendbrief treedt in werking op de dag van de ondertekening. De brandweerkorpsen beschikken over een termijn van vijf jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze omzendbrief om de vermeldingen op de helmen in overeenstemming te brengen met de bepalingen van deze omzendbrief. Gelieve deze omzendbrief te verspreiden aan de betrokken overheden. Met de meeste hoogachting, De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

* SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

[C − 2007/09937] Ordre judiciaire. — Places vacantes Communication importante

[C − 2007/09937] Rechterlijke Orde. — Vacante betrekkingen Belangrijke mededeling

Modification de l’article 287 du Code judiciaire, entrée en vigueur le 1er janvier 2004 (loi du 3 mai 2003 modifiant certaines dispositions de la deuxième partie du Code judiciaire) : Toute candidature à une nomination (voir énumération à l’article 58bis, 1°, du Code judiciaire) ou à une désignation de chef de corps (voir énumération à l’article 58bis, 2°, du Code judiciaire) dans la magistrature doit, à peine de déchéance, être accompagnée :

Wijziging van artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek, in werking getreden op 1 januari 2004 (wet van 3 mei 2003 tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek) : Elke kandidatuur voor een benoeming (zie opsomming in artikel 58bis, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek) of voor een aanwijzing tot korpschef (zie opsomming in artikel 58bis, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek) in de magistratuur dient op straffe van verval, vergezeld te zijn van : a) alle stavingstukken met betrekking tot de studies en beroepservaring; b) een curriculum vitae overeenkomstig een door de Minister van Justitie, op voorstel van de Hoge Raad voor de Justitie, bepaald standaardformulier (zie Belgisch Staatsblad van 9 januari 2004, 15 januari 2004 en 2 februari 2004 en zie ook www.just.fgov.be vacatures - Zich kandidaat stellen). Al deze stukken moeten in tweevoud worden overgezonden.

a) de toutes les pièces justificatives concernant les études et l’expérience professionnelle; b) d’un curriculum vitae rédigé conformément à un formulaire type établi par la Ministre de la Justice sur la proposition du Conseil supérieur de la Justice (voir Moniteur belge des 9 janvier 2004, 15 janvier 2004 et 2 février 2004 et voir également www.just.fgov.be emplois - Introduire votre candidature). Tous ces documents doivent être communiqués en double exemplaire. En outre, les candidats sont invités à transmettre une copie de leur requête au chef de corps de la juridiction ou du ministère public où la nomination doit intervenir, sauf pour une nomination en qualité de conseiller ou conseiller suppléant à la cour d’appel ou en qualité de conseiller à la cour du travail pour laquelle une copie de la requête doit être transmise au président de l’assemblée générale de la juridiction où la nomination doit intervenir. - conseiller à la cour d’appel de Bruxelles : 1 (à partir du 1er janvier 2008). Cette place de conseiller à la cour d’appel de Bruxelles doit être pourvue par la nomination d’un candidat francophone; - conseiller à la cour du travail de Bruxelles : 1;

Bovendien worden de kandidaten uitgenodigd om een afschrift van hun rekwest over te maken aan de korpschef van het rechtscollege of van het openbaar ministerie bij dat rechtscollege waar de benoeming moet geschieden, behalve voor de benoeming tot raadsheer of plaatsvervangend raadsheer in het hof van beroep of raadsheer in het arbeidshof waarvoor een afschrift van het rekwest moet worden overgemaakt aan de voorzitter van de algemene vergadering van het rechtscollege waar de benoeming moet gebeuren. - raadsheer in het hof van beroep te Brussel : 1 (vanaf 1 januari 2008). Deze plaats van raadsheer in het hof van beroep te Brussel dient te worden voorzien door de benoeming van een Franstalige kandidaat; - raadsheer in het arbeidshof te Brussel : 1.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD En application de l’article 43ter, § 3, de la loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire, cette place de conseiller à la cour du travail de Bruxelles doit être pourvue par la nomination d’un candidat néerlandophone. Pour ces places vacantes de conseiller, l’assemblée générale de la juridiction où la nomination doit intervenir et la commission de nomination compétente du Conseil supérieur de la Justice entendent les candidats qui leur en ont fait la demande, par lettre recommandée à la poste, dans un délai respectivement de cent et cent quarante jours à compter de la publication de ces vacances; - substitut du procureur général près la cour d’appel de Bruxelles : 2. En application de l’article 43bis, § 4, de la loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire, ces places doivent être pourvues par la nomination de candidats néerlandophones. Ces places remplacent celles publiées au Moniteur belge du 14 juin 2007; - juge de complément pour le ressort de la cour d’appel de Bruxelles : 2. La première désignation de ces juges de complément sera les tribunaux de première instance de Bruxelles et de Nivelles; - juge de complément pour le ressort de la cour d’appel de Gand : 1. La première désignation de ce juge de complément sera tous les tribunaux de commerce du ressort de la cour d’appel de Gand; - juge au tribunal de première instance d’Anvers : 1. Ce poste sera attribué prioritairement à un candidat qui justifie, par ses titres et son expérience, d’une connaissance spécialisée en matière fiscale. En application de l’article 100 du Code judiciaire, ce juge sera nommé simultanément au tribunal de première instance d’Hasselt; - juge au tribunal de première instance de Malines : 1. En application de l’article 100 du Code judiciaire, ce juge sera nommé simultanément aux tribunaux de première instance d’Anvers et de Turnhout; - juge au tribunal de première instance de Gand : 1. En application de l’article 100 du Code judiciaire, ce juge sera nommé simultanément aux tribunaux de première instance de Termonde et d’Audenarde; - substitut du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Bruxelles : 1. En application de l’article 43, § 5, de la loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire, cette place de substitut du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Bruxelles doit être pourvue par la nomination d’un candidat francophone justifiant de la connaissance de la langue néerlandaise. Pour justifier de la connaissance de la langue néerlandaise, les candidats doivent, soit avoir satisfait à un des examens visés à l’article 43quinquies, § 1er, de la loi précitée, soit bénéficier des dispositions de l’article 66 de ladite loi. En application de l’article 100 du Code judiciaire, ce substitut sera nommé simultanément près le tribunal de première instance de Nivelles; - substitut du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Nivelles : 1. En application de l’article 100 du Code judiciaire, ce substitut sera nommé simultanément près le tribunal de première instance de Bruxelles; - substitut du procureur du Roi, spécialisé en matière fiscale, près le tribunal de première instance de Gand : 1. Ce poste sera attribué à un candidat qui justifie, par ses titres ou son expérience, d’une connaissance spécialisée en matière fiscale. En application de l’article 100 du Code judiciaire, ce substitut sera nommé simultanément près les tribunaux de première instance de Termonde et d’Audenarde; - substitut du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Liège : 1. En application de l’article 100 du Code judiciaire, ce substitut sera nommé simultanément près les tribunaux de première instance de Huy et de Verviers; - juge de paix de complément pour les cantons d’Uccle et de Woluwe-Saint-Pierre : 1.

56175

In toepassing van artikel 43ter, § 3, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, dient deze plaats van raadsheer in het arbeidshof te Brussel te worden voorzien door de benoeming van een Nederlandstalige kandidaat. Voor deze vacante betrekkingen van raadsheer hoort de algemene vergadering van het rechtscollege waar de benoeming moet geschieden en de bevoegde benoemingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie de kandidaten die hen daarom, bij een ter post aangetekende brief, hebben verzocht binnen een termijn van respectievelijk honderd en honderd veertig dagen te rekenen vanaf de bekendmaking van deze vacatures; - substituut-procureur-generaal bij het hof van beroep te Brussel : 2. In toepassing van artikel 43bis, § 4, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, dienen deze plaatsen te worden voorzien door de benoeming van Nederlandstalige kandidaten. Deze plaatsen vervangen deze gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 14 juni 2007; - toegevoegd rechter voor het rechtsgebied van het hof van beroep te Brussel : 2. De eerste aanwijzing van deze toegevoegde rechters zal de rechtbanken van eerste aanleg te Brussel en te Nijvel zijn; - toegevoegd rechter voor het rechtsgebied van het hof van beroep te Gent : 1. De eerste aanwijzing van deze toegevoegde rechter zal alle rechtbanken van koophandel van het rechtsgebied van het hof van beroep te Gent zijn; - rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen : 1. Dit vacant ambt zal bij voorrang worden toegewezen aan een kandidaat die titels of verdiensten voorlegt waaruit een gespecialiseerde kennis in fiscale zaken blijkt. In toepassing van artikel 100 van het Gerechtelijk Wetboek, zal deze rechter gelijktijdig benoemd worden in de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt; - rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen : 1. In toepassing van artikel 100 van het Gerechtelijk Wetboek zal deze rechter gelijktijdig benoemd worden in de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen en te Turnhout; - rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Gent : 1. In toepassing van artikel 100 van het Gerechtelijk Wetboek zal deze rechter gelijktijdig benoemd worden in de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde en te Oudenaarde; - substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel : 1. In toepassing van artikel 43, § 5, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken dient deze plaats van substituutprocureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel te worden voorzien door de benoeming van een Franstalige kandidaat die het bewijs levert van de kennis leveren van de Nederlandse taal. Om de kennis van de Nederlandse taal te bewijzen, moeten de kandidaten, hetzij voor een van de examens overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, van deze wet geslaagd zijn, hetzij van de bepalingen van artikel 66 van dezelfde wet kunnen genieten. In toepassing van artikel 100 van het Gerechtelijk Wetboek zal deze substituut gelijktijdig benoemd worden bij de rechtbank van eerste aanleg te Nijvel; - substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Nijvel : 1. In toepassing van artikel 100 van het Gerechtelijk Wetboek zal deze substituut gelijktijdig benoemd worden bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel; - substituut-procureur des Konings, gespecialiseerd in fiscale aangelegenheden, bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent : 1. Dit ambt zal worden toegewezen aan een kandidaat die titels of verdiensten voorlegt waaruit een gespecialiseerde kennis in fiscale zaken blijkt. In toepassing van artikel 100 van het Gerechtelijk Wetboek zal deze substituut gelijktijdig benoemd worden bij de rechtbanken van eerste aanleg te Dendermonde en te Oudenaarde; - substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik : 1. In toepassing van artikel 100 van het Gerechtelijk Wetboek zal deze substituut gelijktijdig benoemd worden bij de rechtbanken van eerste aanleg te Hoei en te Verviers; - toegevoegde vrederechter voor de kantons Ukkel en Sint-PietersWoluwe : 1.

56176


En application de l’article 43, § 4, de la loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire, cette place doit être pourvue par la nomination d’un candidat justifiant de la connaissance de la langue franç aise et de la langue néerlandaise. Pour justifier de la connaissance de la langue autre que celle dans laquelle ont été subis les examens du doctorat ou de la licence en droit, les candidats doivent, soit avoir satisfait à l’examen visé à l’article 43quinquies, § 1er, alinéa 4, de la loi précitée, soit bénéficier des dispositions de l’article 66 de ladite loi. Cette place remplace celle publiée au Moniteur belge du 12 septembre 2007; - juge suppléant au tribunal du travail d’Anvers : 1; - juge suppléant au tribunal du travail de Nivelles : 1; - juge suppléant au tribunal du travail de Neufchâteau : 1. Cette place remplace celle publiée au Moniteur belge du 12 septembre 2007; - juge suppléant au tribunal du travail de Namur : 1; - juge suppléant au tribunal de commerce de Dinant : 1. Cette place remplace celle publiée au Moniteur belge du 31 mai 2007; - juge suppléant à la justice de paix du canton de Saint-Gilles : 1. En application de l’article 43, § 4, de la loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire, cette place doit être pourvue par la nomination d’un candidat justifiant de la connaissance de la langue franç aise et de la langue néerlandaise. Pour justifier de la connaissance de la langue autre que celle dans laquelle ont été subis les examens du doctorat ou de la licence en droit, les candidats doivent, soit avoir satisfait à l’examen visé à l’article 43quinquies, § 1er, alinéa 4, de la loi précitée, soit bénéficier des dispositions de l’article 66 de ladite loi. Toute candidature à une nomination dans l’Ordre judiciaire ou à une désignation de chef de corps doit être adressée, à peine de déchéance, par lettre recommandée à la poste au « SPF Justice, Direction générale de l’Organisation judiciaire, Service du personnel, ROJ 211, boulevard de Waterloo 115, 1000 Bruxelles », dans un délai d’un mois à dater de la publication de la vacance au Moniteur belge (article 287 du Code judiciaire). Afin de permettre d’instruire les candidatures dans les délais impartis, les candidats sont invités à respecter strictement l’adresse ci-dessus lors de l’envoi de leur(s) candidature(s). Une lettre séparée doit être adressée, en double exemplaire, pour chaque candidature.

In toepassing van artikel 43, § 4, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, dient deze plaats te worden voorzien door de benoeming van een kandidaat die het bewijs levert van de kennis van de Franse taal en de Nederlandse taal. Om de kennis van de andere taal dan die waarin de examens van doctor of licentiaat in de rechten werden afgelegd, moeten de kandidaten, hetzij voor het examen overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, vierde lid, van deze wet geslaagd zijn, hetzij van de bepalingen van artikel 66 van dezelfde wet kunnen genieten. Deze plaats vervangt deze gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 12 september 2007; - plaatsvervangend rechter in de arbeidsrechtbank te Antwerpen : 1; - plaatsvervangend rechter in de arbeidsrechtbank te Nijvel : 1; - plaatsvervangend rechter in de arbeidsrechtbank te Neufchâteau : 1. Deze plaats vervangt deze gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 12 september 2007; - plaatsvervangend rechter in de arbeidsrechtbank te Namen : 1; - plaatsvervangend rechter in de rechtbank van koophandel te Dinant : 1. Deze plaats vervangt deze gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 mei 2007; - plaatsvervangend rechter in het vredegerecht van het kanton Sint-Gillis : 1. In toepassing van artikel 43, § 4, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, dient deze plaats te worden voorzien door de benoeming van een kandidaat die het bewijs levert van de kennis van de Franse taal en de Nederlandse taal. Om de kennis van de andere taal dan die waarin de examens van doctor of licentiaat in de rechten werden afgelegd, moeten de kandidaten, hetzij voor het examen overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, vierde lid, van deze wet geslaagd zijn, hetzij van de bepalingen van artikel 66 van dezelfde wet kunnen genieten. Elke kandidatuur voor een benoeming in de Rechterlijke Orde of voor een aanwijzing tot korpschef moet, op straffe van verval, bij een ter post aangetekend schrijven worden gericht aan « FOD Justitie, Directoraat-Generaal Rechterlijke Organisatie, Dienst Personeelszaken, ROJ 211, Waterloolaan 115, 1000 Brussel », binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek). Teneinde het onderzoek van de kandidaturen te kunnen verrichten binnen de opgelegde termijn, worden de kandidaten dringend uitgenodigd om, bij het verzenden van hun kandidatuurstelling(en), het volledige adres te vermelden zoals hierboven is aangeduid. Voor elke kandidatuurstelling dient een afzonderlijk schrijven, in tweevoud, te worden gericht.

* FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE [2007/09920] Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms. — Publications Par arrêté royal du 25 septembre 2007 : M. Zinoun, Karim, né à Liège le 19 septembre 1983, et Mlle Zinoun, Anissa, née à Liège le 8 juin 1988, tous deux demeurant à Liège, sont autorisés, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à leur nom patronymique celui de « Rodriguez », après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

[2007/09920] Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen. — Bekendmakingen Bij koninklijk besluit van 25 september 2007, is machtiging verleend aan : de heer Zinoun, Karim, geboren te Luik op 19 september 1983, en Juff. Zinoun, Anissa, geboren te Luik op 8 juni 1988, beiden wonende te Luik, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, hun geslachtsnaam in die van « Rodriguez » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 5 octobre 2007, la nommée Jacques, Marie, née à Arlon le 18 octobre 2002, demeurant à Aubange, est autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Bazard », après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 5 oktober 2007, is machtiging verleend aan de genaamde Jacques Marie, geboren te Aarlen op 18 oktober 2002, wonende te Aubange, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Bazard » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 5 octobre 2007, le nommé Fortanete Pastor, Victor Pablo, né à Liège le 8 février 2006, demeurant à Herstal, est autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Fortanete », après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 5 oktober 2007, is machtiging verleend aan de genaamde Fortanete Pastor, Victor Pablo, geboren te Luik op 8 februari 2006, wonende te Herstal, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Fortanete » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.


56177

Par arrêté royal du 5 octobre 2007, la nommée Macias-Galvan, Alicia, née à Saint-Ghislain le 1er août 1994, y demeurant, est autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Macias Ramon », après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 5 oktober 2007, is machtiging verleend aan de genaamde Macias-Galvan, Alicia, geboren te Saint-Ghislain op 1 augustus 1994, er wonende, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Macias Ramon » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 5 octobre 2007, la nommée Beltran Segura, Minerva, née à Alcala de Xivert (Espagne) le 21 juillet 2000, demeurant à Alcocebre (Espagne), est autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Beltran Van Camp », après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 5 oktober 2007, is machtiging verleend aan de genaamde Beltran Segura, Minerva, geboren te Alcala de Xivert (Spanje) op 21 juli 2000, wonende te Alcocebre (Spanje), om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Beltran Van Camp » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 15 octobre 2007 : et

M. Guzik, Lubomir Jan, né à Zabrze (Pologne) le 25 décembre 1950,

le nommé Guzik, Xavier Alexandre Stéphane, né à Bruxelles le 7 février 1990, et le nommé Guzik, Loïc Stéphane Kévin, né à Nivelles, le 2 mars 1995, tous demeurant à Nivelles, sont autorisés, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à leur nom patronymique celui de « Guizaux », après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Par arrêté royal du 15 octobre 2007 : Le nommé Sanchez Montesinos, Gabriel Ghislain, né à Brainel’Alleud le 10 juin 2004, et le nommé Sanchez Montesinos, Emmanuel Ghislain, né à Brainel’Alleud le 10 juin 2004, tous deux demeurant à Rebecq, sont autorisés, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à leur nom patronymique celui de « Sanchez Braquenier », après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Par arrêté royal du 15 octobre 2007 : la nommée Bilonda, Valérie Francisca, née à Uccle le 14 septembre 1999, et la nommée Bilonda, Aurélie Monique, née à Uccle le 14 septembre 1999, et le nommé Bilonda, Henri Léon, né à Uccle le 14 septembre 1999, tous résidant à Merchtem, sont autorisés, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à leur nom patronymique celui de « Waucquez », après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 15 oktober 2007, is machtiging verleend aan : de heer Guzik, Lubomir Jan, geboren te Zabrze (Polen) op 25 december 1950, en de genaamde Guzik, Xavier Alexandre Stéphane, geboren te Brussel op 7 februari 1990, en de genaamde Guzik Loïc Stéphane Kévin, geboren te Nijvel op 2 maart 1995, allen wonende te Nijvel, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, hun geslachtsnaam in die van « Guizaux » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Bij koninklijk besluit van 15 oktober 2007, is machtiging verleend aan : de genaamde Sanchez Montesinos, Gabriel Ghislain, geboren te Eigenbrakel op 10 juni 2004, en de genaamde Sanchez Montesinos, Emmanuel Ghislain, geboren te Eigenbrakel op 10 juni 2004, beiden wonende te Rebecq, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, hun geslachtsnaam in die van « Sanchez Braquenier » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Bij koninklijk besluit van 15 oktober 2007, is machtiging verleend aan : de genaamde Bilonda, Valérie Francisca, geboren te Ukkel op 14 september 1999, en de genaamde Bilonda, Aurélie Monique, geboren te Ukkel op 14 september 1999, en de genaamde Bilonda, Henri Léon, geboren te Ukkel op 14 september 1999, allen wonende te Merchtem, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, hun geslachtsnaam in die van « Waucquez » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 15 octobre 2007, Mlle Paowana, Arunrat, née à Nakhon Phanom (Thaïlande) le 18 novembre 1995, résidant à Tungklom (Thaïlande), est autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Penninckx », après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 15 oktober 2007, is machtiging verleend aan Juff. Paowana, Arunrat, geboren te Nakhon Phanom (Thailand) op 18 november 1995, wonende te Tungklom (Thailand), om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Penninckx » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 15 octobre 2007, Mlle Nsabyimana, Claire, née à Shyanda (République du Rwanda) le 25 décembre 1986, demeurant à Ottignies-Louvain-la-Neuve, est autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « De Roover », après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 15 oktober 2007, is machtiging verleend aan Juff. Nasabyimana, Claire, geboren te Shyanda (Republiek Rwanda) op 25 december 1986, wonende te Ottignies-Louvain-la-Neuve, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « De Roover » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 15 octobre 2007, M. Ledouble, Raphaël David Jean-Louis, né à Liège le 5 septembre 1987, y demeurant, est autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Di Prima », après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 15 oktober 2007, is machtiging verleend aan de heer Ledouble, Raphaël David Jean-Louis, geboren te Luik op 5 september 1987, er wonende, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Di Prima » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

56178

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE [2007/40310] Indice des prix à la consommation du mois d’octobre 2007

[2007/40310] Indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand oktober 2007

Le Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie communique que l’indice des prix à la consommation s’établit à 107,10 points en octobre 2007, contre 106,54 points en septembre 2007, ce qui représente une hausse de 0,56 point ou 0,53 %.

De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie deelt mee dat het indexcijfer van de consumptieprijzen voor de maand oktober 2007, 107,10 punten bedraagt, tegenover 106,54 punten in september 2007, hetgeen een stijging van 0,56 punt of 0,53 % betekent. Het gezondheidsindexcijfer, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 24 december 1993 (Belgisch Staatsblad van 31 december 1993), bedraagt 106,19 punten voor de maand oktober 2007. Het rekenkundig gemiddelde van de indexcijfers van de laatste vier maanden, namelijk juli, augustus, september en oktober 2007, bedraagt 105,82 punten.

L’indice santé, tel que prévu dans l’arrêté royal du 24 décembre 1993 (Moniteur belge du 31 décembre 1993), s’élève pour le mois d’octobre 2007 à 106,19 points. La moyenne arithmétique des indices des quatre derniers mois, soit juillet, août, septembre et octobre 2007 s’élève à 105,82 points.

Produit ou service

01. 01.1. 01.1.1. 01.1.2. 01.1.3. 01.1.4. 01.1.5. 01.1.6 01.1.7. 01.1.8. 01.1.9. 01.2. 01.2.1. 01.2.2.

Produits alimentaires et boissons ............. Produits alimentaires .................................. Pain et céréales ............................................ Viandes .......................................................... Poissons ......................................................... Lait, fromage et œufs .................................. Huiles et graisses ......................................... Fruits .............................................................. Légumes (y compris les pommes de terre) Sucreries et similaires ................................. Autres produits alimentaires ..................... Boissons non alcoolisées ............................ Café, thé et cacaco ....................................... Eaux minérales, boissons rafraïchissantes et jus de fruits .............................................. 01.3. Boissons alcoolisées ..................................... 01.3.1. Spiritueux ...................................................... 01.3.2. Vins ................................................................ 01.3.3. Bières .............................................................. 02. Tabac .............................................................. 03. Articles d’habillement et articles chaussants ............................................................... 03.1. Articles d’habillement ................................. 03.2. Articles chaussants (y compris les réparations) .............................................................. 04. Logement, eau, électricité, gaz et autres combustibles ................................................. 04.1. Loyers ............................................................ 04.1.1.0.1. Loyers non-sociaux ..................................... 04.1.1.0.2. Loyers sociaux .............................................. 04.3. Entretien et réparations courantes du logement ............................................................... 04.4. Eau et autres services relatifs au logement ............................................................... 04.4.1. Consommation d’eau .................................. 04.4.2. Collecte des déchets ménagers ................. 04.4.4. Autres services relatifs au logement ........ 04.5. Electricité, gaz et autres combustibles ..... 04.5.1. Electricité ....................................................... 04.5.2. Gaz ................................................................. 04.5.2.1. Gaz naturel ................................................... 04.5.2.2. Gaz de pétrole .............................................. 04.5.3. Combustibles liquides ................................ 04.5.4. Combustibles solides .................................. 05. Ameublement, appareils ménagers, entretien du logement .........................................

Septembre − September

Octobre − Oktober

107.89 108.41 112.05 106.59 119.09 105.28 108.67 106.64 105.69 107.31 110.05 107.37 116.65 105.03

109.08 109.90 114.31 107.13 119.88 108.09 110.13 111.37 105.73 108.20 110.18 107.68 117.53 105.20

01. 01.1 01.1.1. 01.1.2. 01.1.3. 01.1.4. 01.1.5. 01.1.6. 01.1.7. 01.1.8. 01.1.9. 01.2. 01.2.1. 01.2.2.

Voedingsmiddelen en dranken Voedingsmiddelen Brood en granen Vlees Vis Melk, kaas en eieren Oliën en vetten Fruit Groenten (aardappelen inbegrepen) Suikerwaren en dergelijke Andere voedingsmiddelen Alcoholvrije dranken Koffie, thee en cacaco Mineraalwater, frisdrank en fruitsap

104.02 108.28 101.95 107.33 119.67 101.31

103.47 108.24 101.02 107.53 119.73 101.52

01.3. 01.3.1. 01.3.2. 01.3.3. 02. 03.

Alcoholhoudende dranken Gedistilleerde dranken Wijnen Bieren Tabak Kleding en schoeisel

100.98 102.74

101.11 103.28

03.1. 03.2.

Kleding Schoeisel (schoenreparaties inbegrepen)

111.55

112.47

04.

107.78 107.50 110.96 109.93

108.02 107.79 110.64 110.16

110.23

110.23

116.45 98.90 108.19 116.64 106.22 109.54 109.07 119.71 160.78 106.86 104.29

116.45 98.90 108.21 118.79 105.83 114.56 113.99 126.85 164.73 107.77 104.49

Product of dienst

Huisvesting, water, elektriciteit, gas, brandstoffen 04.1. Huur 04.1.1.0.1. Niet-sociale huur 04.1.1.0.2. Sociale huur 04.3. Normaal onderhoud en reparaties van de woning 04.4. Water en andere diensten in verband met de woning 04.4.1. Waterverbruik 04.4.2. Huisvuilophaling 04.4.4. Andere diensten in verband met de woning 04.5. Elektriciteit, gas en andere brandstoffen 04.5.1. Elektriciteit 04.5.2. Gas 04.5.2.1. Aardgas 04.5.2.2. Petroleumgas 04.5.3. Vloeibare brandstoffen 04.5.4. Vaste brandstoffen 05. Stoffering, huishoudapparaten en onderhoud van woning


Produit ou service

Septembre − September

Octobre − Oktober

56179

Product of dienst

05.1.

Meubles, articles d’ameublement, revêtements de sol .................................................

103.53

103.72

05.1.

Meubelen, stoffering, vloerbekleding

05.2.

Articles de ménage en textiles ..................

106.90

107.04

05.2.

Huishoudtextiel

05.3.

Appareils ménagers et réparations ..........

100.02

100.03

05.3.

Huishoudapparaten en reparaties

05.4.

Verrerie, vaisselle et ustensiles de ménage ....................................................................

105.18

105.42

05.4.

Vaat- en glaswerk en huishoudelijke artikelen

05.5

Outillage pour la maison et le jardin ......

99.04

99.05

05.5

Gereedschap voor huis en tuin

05.6.

Biens et services pour l’entretien de l’habitation ....................................................

108.29

108.67

05.6

Goederen en diensten voor onderhoud van de woning

06.

Dépenses de santé .......................................

104.32

104.00

06.

Gezondheidsuitgaven

06.1.

Médicaments et autres produits pharmaceutiques .......................................................

104.17

104.23

06.1.

Geneesmiddelen en andere farmaceutische producten

06.2.

Services de médecins et autres praticiens

103.63

102.41

06.2.

Diensten van medisch geschoolden

06.3.

Soins des hôpitaux & assimilés ................

105.98

105.98

06.3.

Verpleging in zieknehuis

07.

Transport .......................................................

108.65

109.54

07.

Vervoer

07.1.

Achats de véhicules ....................................

103.18

103.14

07.1.

Aankoop van voertuigen

07.2.

Utilisation des véhicules personnels ........

115.21

116.98

07.2.

Gebruik van privé-voertuigen

07.3.

Services de transport ..................................

96.04

97.07

07.3.

Vervoersdiensten

08.

Communications ..........................................

90.03

90.14

08.

Communicatie

08.1.

Services postaux ..........................................

104.70

104.70

08.1.

Posterijen

08.2.

Equipements de téléphone et de télécopie

71.17

71.17

08.2.

Telefoon- en faxtoestellen

08.3.

Services de téléphone et de télécopie ......

90.43

90.55

08.3.

Telefoon- en faxdiensten

09.

Loisirs et culture ..........................................

101.22

101.33

09.

Recreatie en cultuur

09.1.

Appareils et accessoires, y compris les réparations ....................................................

76.51

76.34

09.1.

Apparaten en toebehoren, reparaties inbegrepen

09.2.

Autres biens durables pour loisirs et culture .................................................................

100.06

100.44

09.2.

Andere duurzame goederen voor recreatie en cultuur

09.3.

Autres articles récréatifs, horticulture, animaux ..............................................................

103.48

103.62

09.3.

Andere recreatieve artikelen, tuinbouw, huisdieren

09.4.

Services récréatifs et culturels ...................

106.88

107.15

09.4.

Diensten inzake recreatie & cultuur

09.5.

Presse, librairie et papeterie ......................

108.02

108.11

09.5.

Kranten, boeken en schrijfwaren

09.6.

Voyages touristiques, tout compris ..........

107.67

107.80

09.6.

Pakketreizen

10.

Enseignement ...............................................

107.35

109.47

10.

Onderwijs

11.

Hôtels, cafés et restaurants ........................

108.81

108.81

11.

Hotels, cafés en restaurants

11.1.

Restaurants et débits de boissons ............

109.71

109.94

11.1.

Restaurants en drankgelegenheden

11.2.

Services d’hébergement ..............................

101.13

99.17

11.2.

Accommodatie

12.

Autres biens et services ..............................

108.88

108.99

12.

Diverse goederen en diensten

12.1.

Soins personnels ..........................................

105.97

106.14

12.1.

Lichaamsverzorging

12.3.

Effets personnels n.d.a. ...............................

113.89

114.32

12.3.

Artikelen voor persoonlijk gebruik, n.e.g.

12.4.

Protection sociale .........................................

106.24

106.24

12.4.

Sociale bescherming

12.5.

Assurances ....................................................

111.65

111.65

12.5.

Verzekeringen

12.6.

Services financiers n.d.a. ............................

112.64

112.64

12.6.

Financiële diensten, n.e.g.

12.7.

Autres services n.d.a. ..................................

108.00

108.05

12.7.

Andere diensten, n.e.g.

1.

Produits alimentaires et boissons .............

107.89

109.08

1.

Voedingsmiddelen en dranken

2.

Produits non-alimentaires ..........................

106.32

106.97

2.

Niet-voedingsmiddelen

3.

Services ..........................................................

105.73

105.84

3.

Diensten

4.

Loyers ............................................................

107.78

108.02

4.

Huur

Indice ..................................................................................

106.54

107.10

Index

56180


ORDRES DU JOUR — AGENDA’S PARLEMENT DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT [C − 2007/20094]

[C − 2007/20094] Réunions de commission

Commissievergaderingen

Ordre du jour

Agenda

Lundi 5 novembre 2007, à 14 h 30 m

Maandag 5 november 2007, om 14 u. 30 m.

(Palais du Parlement bruxellois - salle de commission 206)

(Paleis van het Brussels Parlement - commissiezaal 206)

Commission des Finances, du Budget, de la Fonction publique, des Relations extérieures et des Affaires générales

Commissie voor de Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, Externe Betrekkingen en Algemene Zaken

— Modification budgétaire n° 2 de l’exercice 2007 de l’Etablissement francophone chargé de la gestion des intérêts matériels et financiers de la communauté philosophique non confessionnelle et des services d’assistance morale reconnus de l’arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale - Avis à émettre par le Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale (article 33 de la loi du 21 juin 2002).

— Budgettaire aanpassing nr. 2 van het boekjaar 2007 van de Franstalige instelling belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen en erkende centra voor morele dienstverlening van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad – Advies uit te brengen door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement (artikel 33 van de wet van 21 juni 2002).

— Désignation d’un rapporteur. — Exposé du Gouverneur de l’arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale. — Discussion - Votes.

— Aanwijzing van een rapporteur. — Uiteenzetting van de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. — Bespreking - Stemmingen.

— Projet d’ordonnance contenant l’ajustement du budget général des Voies et Moyens de la Région de Bruxelles-Capitale pour l’année budgétaire 2007.

— Ontwerp van ordonnantie houdende de aanpassing van de Algemene Middelenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2007.

— Projet d’ordonnance contenant l’ajustement du Budget général des Dépenses de la Région de Bruxelles-Capitale pour l’année budgétaire 2007.

— Ontwerp van ordonnantie houdende aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2007.

— Projet de règlement contenant l’ajustement du Budget des Voies et Moyens de l’agglomération de Bruxelles pour l’année budgétaire 2007.

— Ontwerp van verordening houdende aanpassing van de Middelenbegroting van de agglomeratie Brussel voor het begrotingsjaar 2007.

— Projet de règlement contenant l’ajustement du Budget général des Dépenses de l’agglomération de Bruxelles pour l’année budgétaire 2007.

— Ontwerp van verordening houdende de aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting van de agglomeratie Brussel voor het begrotingsjaar 2007.

— Ordre des travaux.

— Regeling van de werkzaamheden.

— Désignation d’un rapporteur.

— Aanwijzing van een rapporteur.

— Audition des représentants de la Cour des comptes.

— Hoorzitting van de vertegenwoordigers van het Rekenhof.

— Exposé du Ministre.

— Uiteenzetting van de Minister.

— Discussion générale.

— Algemene bespreking.

— Discussion des articles et vote des projets.

— Artikelsgewijze bespreking en stemming over de ontwerpen.

Mardi 6 novembre 2007, à 9 h 30 m

Dinsdag 6 november 2007, om 9 u. 30 m.



Commission du Logement et de la Rénovation urbaine — Interpellation de M. André du Bus de Warnaffe (F) à Mme Franç oise Dupuis, Secrétaire d’Etat à la Région de Bruxelles-Capitale, chargée du Logement et de l’Urbanisme, concernant « la politique du logement ».

Commissie voor de Huisvesting en Stadsvernieuwing — Interpellatie van de heer André du Bus de Warnaffe (F) tot Mevr. Franç oise Dupuis, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Stedenbouw, betreffende « het woonbeleid ».

— Interpellation de M. Vincent De Wolf (F) à Mme Franç oise Dupuis, Secrétaire d’Etat à la Région de Bruxelles-Capitale, chargée du Logement et de l’Urbanisme, concernant « l’exemple wallon du programme exceptionnel d’investissement visant à la sécurisation et à la salubrité du parc locatif social ».

— Interpellatie van de heer Vincent De Wolf (F) tot Mevr. Franç oise Dupuis, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Stedenbouw, betreffende « het Waals uitzonderlijk investeringsprogramma inzake veiligheid en netheid van het huurwoningenbestand ».

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD — Question orale de Mme Fatiha Saïdi (F) à Mme Franç oise Dupuis, Secrétaire d’Etat à la Région de Bruxelles-Capitale, chargée du Logement et de l’Urbanisme, concernant « l’application de la circulaire relative à la notion de ’logement suffisant’ dans le cadre du regroupement familial dans les communes bruxelloises ». — Ordre des travaux. — Proposition d’ordonnance (de MM. Joseph Parmentier, Joël Riguelle, Mmes Dominique Braeckman, Brigitte De Pauw, Marie-Paule Quix) instaurant l’obligation d’installer des compteurs d’eau individuels pour chaque logement donné en location.

— Mondelinge vraag van Mevr. Fatiha Saïdi (F) aan Mevr. Franç oise Dupuis, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Stedenbouw, betreffende « de toepassing van de circulaire betreffende het begrip ’voldoende grote woning’ in het kader van de gezinshereniging in de Brusselse gemeenten ». — Regeling van de werkzaamheden. — Voorstel van ordonnantie (van de heren Joseph Parmentier, Joël Riguelle, Mevr. Dominique Braeckman, Mevr. Brigitte De Pauw, Mevr. Marie-Paule Quix) tot invoering van de verplichting om in iedere huurwoning individuele watermeters te plaatsen.



— Discussion - votes.

— Bespreking - stemmingen.

— Proposition d’ordonnance (de MM. Michel Colson, Didier Gosuin et Olivier de Clippele) relative au logement social acquisitif visant à autoriser les sociétés immobilières de service public à vendre leur patrimoine d’habitations inoccupé à certaines conditions.

— Voorstel van ordonnantie (van de heren Michel Colson, Didier Gosuin en Olivier de Clippele) betreffende de sociale koopwoningen en ertoe strekkende de openbare vastgoedmaatschappijen toe te staan hun leegstaande woningen onder bepaalde voorwaarden te verkopen.





— Proposition d’ordonnance (de M. Didier Gosuin) relative à la mise en œuvre du principe de l’égalité de traitement entre les personnes sans distinction de race ou d’origine ethnique.

56181

— Voorstel van ordonnantie (van de heer Didier Gosuin) betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of ethnische afstamming.





Mardi 6 novembre 2007, à 9 h 30 m

Dinsdag 6 november 2007, om 9 u. 30 m.



Commission de l’Environnement, de la Conservation de la Nature, de la Politique de l’Eau et de l’Energie

Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud, Waterbeleid en Energie

— Projet d’ordonnance modifiant l’article 30octies de l’ordonnance du 19 juillet 2001 relative à l’organisation du marché régional de l’électricité.

— Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van artikel 30octies van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt.



— Discussion - Votes.

— Bespreking - Stemmingen.

— Question orale de Mme Franç oise Schepmans (F) à Mme Evelyne Huytebroeck, Ministre du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargée de l’Environnement, de l’Energie et de la Politique de l’Eau, concernant « la libéralisation du marché de l’électricité et du gaz ».

— Mondelinge vraag van Mevr. Françoise Schepmans (F) aan Mevr. Evelyne Huytebroeck, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, betreffende « de vrijmaking van de elektriciteits- en gasmarkt ».

— Question orale de Mme Franç oise Schepmans (F) à Mme Evelyne Huytebroeck, Ministre du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargée de l’Environnement, de l’Energie et de la Politique de l’Eau, concernant « la situation administrative de la SBGE ».

— Mondelinge vraag van Mevr. Françoise Schepmans (F) aan Mevr. Evelyne Huytebroeck, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, betreffende « de administratieve toestand van de BMWB ».

— Contrat de gestion entre le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale et la Société bruxelloise de Gestion de l’Eau (SBGE). (*)

— Beheerscontract tussen de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer (BMWB). (*)

— Exposé introductif de la Ministre Evelyne Huytebroeck.

— Inleidende uiteenzetting van Minister Evelyne Huytebroeck.

— Echange de vues.

— Gedachtewisseling.

(*) Transmis aux membres effectifs et suppléants de la Commission le 28 juin 2007.

(*) Overgezonden aan de vaste en plaatsvervangende leden van de Commissie op 28 juni 2007.

56182

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD De bestelbon bevat alle inlichtingen betreffende de betaling.

PUBLICATIONS LEGALES ET AVIS DIVERS WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN EN VERSCHILLENDE BERICHTEN

De betaling van voormeld document geeft recht op de automatische ontvangst van eventuele aanpassingen tot de publicatie van een nieuwe uitgave. (42382)

UNIVERSITE DE LIEGE

Société Nationale des Chemins de fer belges

Faculté des sciences

Un article du “Recueil officiel des tarifs, Fascicule I, Conditions générales pour le transport des voyageurs, des bagages accompagnés et pour d’autres prestations en service intérieur” a été modifié. Cette modification fait l’objet d’un :

Agrégation de l’enseignement supérieur

4e supplément au Fascicule I au 1er novembre 2007 : art. 28 « Key Card » : modification de l’aire de validité de certaines gares de l’annexe, art. 45 § 16 et § 20 Carte de réduction pour Familles Nombreuses, art. 49 § 1er « Journalistes ». Ce document peut être consulté gratuitement dans les gares et bureaux de renseignements et téléchargé gratuitement à l’adresse suivante : www.sncb.be.

M. Louis Francois, docteur en sciences de l’Université de Liège présentera le mercredi 7 novembre 2007, à 14 heures, en séance publique et solennelle, à l’amphithéâtre 204 du Bâtiment des Amphithéâtres de l’Europe, Bâtiment B4 au Sart Tilman, la dernière épreuve en vue de l’obtention du grade d’agrégé de l’enseignement supérieur. Cette épreuve consistera en une leçon intitulée : « Orogenèse et implications climatiques » (niveau de la 3e année des études de bachelier en sciences géologiques). (80400)

Pour recevoir par courrier le Fascicule et supplément(s) éventuel(s), le bon de commande peut être demandé : par fax au numéro 02-528 82 39; par e-mail à l’adresse : 46.092 :[email protected]; par courrier à l’adresse : SNCB Direction Voyageurs Bureau B-VG 092 – section 13/8

M. Eric Gosset, docteur en sciences de l’Université de Liège présentera le mercredi 7 novembre 2007, à 15 heures, en séance publique et solennelle, à l’amphithéâtre 204 du Bâtiment des Amphithéâtres de l’Europe, Bâtiment B4 au Sart Tilman, la dernière épreuve en vue de l’obtention du grade d’agrégé de l’enseignement supérieur. Cette épreuve consistera en une leçon intitulée : « Lobes de Roche et points de Lagrange dans un système binaire » (niveau de la 3e année des études de bachelier en sciences physiques). (80401)

avenue Porte de Hal 40, 1060 Bruxelles Le bon de commande reprend tous les détails relatifs au paiement. Le paiement du document ci-dessus donne droit à l’envoi automatique et gratuit des adaptations jusqu’à la parution d’une nouvelle édition. (42382)

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen Een artikel van de ″Officiële Verzameling van de tarieven, Bundel I, Algemene Voorwaarden voor het vervoer van reizigers, begeleide bagage en voor andere prestaties in binnenlands verkeer” werd aangepast. Deze wijziging is het voorwerp van een : 4e bijvoegsel van Bundel I op 1 november 2007 : art. 28 “Key Card” : wijziging van het geldigheidsgebied van sommige stations van de bijlage, art. 45, § 16 en § 20, Kortingen voor Grote Gezinnen, art. 49, § 1, “Journalisten”. Dit document kan gratis geraadpleegd worden in de stations, in de inlichtingenkantoren en kan gratis gedownload worden op www.nmbs.be Om per post de Bundel en eventuele bijlage(n) te ontvangen, volstaat het een bestelbon aan te vragen :

Doctorat en sciences

M. Joseph Gangoue Pieboji, maîtrise de biologie et physiologie animales, présentera le vendredi 9 novembre 2007, à 17 heures, à la salle A3, bâtiment B7b (Petits amphithéâtres), au Sart Tilman, l’examen en vue de l’obtention du grade académique de docteur en sciences. Cette épreuve consistera en la défense publique d’une dissertation intitulée : « Caractérisation des beta-lactamases et leur inhibition par les extraits de plantes médicinales ». (80408)

M. Thomas Gerards, licence en sciences biologiques (biologie végétale), présentera le samedi 10 novembre 2007, à 10 heures, à la salle R168, bâtiment B18 (Géologie) au Sart Tilman, l’examen en vue de l’obtention du grade académique de docteur en sciences. Cette épreuve consistera en la défense publique d’une dissertation intitulée : « Etude des végétaux des sédiments à faciès wealdiens du bassin de Mons ». (80409)

per fax op het nummer 02-528 82 39; per e-mail op het adres : 46.092:[email protected] ; per post op het adres : NMBS Directie Reizigers Bureau B-RZ 092 – sectie 13/8 Hallepoortlaan 40, 1060 Brussel

M. Stéphane Pirson, licence en sciences géologiques et minéralogiques, présentera le jeudi 22 novembre 2007, à 15 heures, à la salle 122, bâtiment B18 (Géologie), au Sart Tilman, l’examen en vue de l’obtention du grade académique de docteur en sciences. Cette épreuve consistera en la défense publique d’une dissertation intitulée : « Contribution à l’étude des dépôts d’entrée de grotte en Belgique au Pléistocène supérieur - Stratigraphie, sédimentogenèse et paléovenvironnement ». (80410)


Annonces − Aankondigingen SOCIETES − VENNOOTSCHAPPEN

Alize du Sud, société anonyme, avenue des Courses 35, 1000 Bruxelles R.P.M. Bruxelles 0403.182.379 Assemblée générale ordinaire le 16 novembre 2007, à 14 heures, au siège social. — Ordre du jour : 1. Rapport du conseil d’administration en vertu de l’article 633 du Code des sociétés quant à la dissolution anticipée de la société, l’actif net de la société étant passé à un montant inférieur à la moitié du capital social, et proposition de poursuite des activités sociales, malgré la perte subie. 2. Rapport du conseil d’administration. 3. Approbation des comptes annuels. 4. Décharge aux administrateurs. (42383) S.C.V., société anonyme, avenue des Courses 35, 1000 Bruxelles R.P.M. Bruxelles 0433.323.348

56183

3. Approbation des comptes annuels de l’exercice clôturé au 31 août 2007. Proposition de décision : L’Assemblée approuve, globalement et par compartiment, les comptes annuels de l’exercice clôturé au 31 août 2007. 4. Affectation des résultats. Proposition de décision : L’Assemblée accepte la proposition du conseil d’administration relative à l’affectation, pour chaque compartiment, des résultats de l’exercice clôturé au 31 août 2007. 5. Décharge aux Administrateurs et au Commissaire. Proposition de décision : L’Assemblée donne décharge, globalement et par compartiment, aux administrateurs et au commissaire pour l’exercice clôturé au 31 août 2007. 6. Nominations Statutaires. Proposition de décision : L’Assemblée décide, sous réserve d’approbation de la CBFA, de : ratifier la démission de M. Emmanuel Jennes en tant qu’administrateur et ce, à partir du 13 août 2007 et de ratifier la nomination de M. Christophe Cimino, pour poursuivre et achever le mandat de M. Emmanuel Jennes et ce à partir du 13 août 2007; renouveler les mandats de Mme Myriam Vanneste, de M. Christophe Cimino et de la société privée à responsabilité limitée “Musenius“, dont le représentant permanent est M. Wim Moesen; ne pas renouveler le mandat de M. Hugo Lasat;

Assemblée générale ordinaire le 16 novembre 2007, à 16 h 30 m, au siège social. — Ordre du jour : 1. Rapport du conseil d’administration. 2. Approbation des comptes annuels. 3. Décharge aux administrateurs. (42384) Groupe L.L., société anonyme, chaussée de Wavre 40, 5030 Gembloux R.P.M. Namur 0455.023.436 Assemblée générale ordinaire le 20 novembre 2007, à 18 heures, au siège social. — Ordre du jour : 1. Discussion et approbation des comptes annuels au 30 juin 2007. 2. Décharge. 3. Rémunération. 4. Divers. (42385) Société financière et commerciale, en abrégé : « Sofico », société anonyme, rue Jacques Jordaens 8, 1000 Bruxelles

nommer comme nouveaux administrateurs Me Frédéric Dujardin, Johan Wuytack et Marc Vermeiren et la société anonyme Dexia Asset Management Belgium dont le représentant permanent est Mme Helena Colle. Le mandat des administrateurs ainsi nommés sera exercé à titre gratuit, à l’exception de celui de l’administrateur indépendant, dont la rémunération annuelle est fixée à EUR 2.000. Leurs fonctions prendront fin à l’Assemblée Générale de 2008. Les actionnaires sont informés que pour être admis à l’assemblée générale ordinaire, ils doivent déposer leurs actions cinq jours ouvrables avant la date de l’Assemblée dans les agences de l’établissement suivant : Dexia Banque Belgique SA Le prospectus, le prospectus simplifié et les derniers rapports périodiques de Dexia Clickinvest B sont disponibles gratuitement au siège social de la société ou dans les agences de l’établissement mentionné ci-dessus. (42387) Le conseil d’administration.

R.P.M. Bruxelles 0438.047.743 Assemblée générale ordinaire le 16 novembre 2007, à 17 heures, au siège social. — Ordre du jour : 1. Rapport du conseil d’administration. 2. Approbation des comptes annuels. 3. Décharge aux administrateurs. 4. Renouvellement des mandats d’administrateurs. 5. Divers. (42386) DEXIA CLICKINVEST B, sicav de droit belge Catégorie OPC en valeurs mobilières et liquidités Siège social : rue Royale 180, 1000 Bruxelles Numéro d’entreprise : 0478.776.459 Avis de convocation à l’assemblée générale ordinaire L’Assemblée générale ordinaire des actionnaires de DEXIA CLICKINVEST B, se tiendra le jeudi 15 novembre 2007, à 15 heures au siège social de RBC Dexia Investor Services Belgium SA, place Rogier 11, à 1210 Bruxelles, pour délibérer sur l’ordre du jour suivant : 1. Lecture du rapport du conseil d’administration sur l’exercice clôturé au 31 août 2007. 2. Lecture du rapport du commissaire sur l’exercice clôturé au 31 août 2007.

DEXIA CLICKINVEST B, bevek naar Belgisch recht, Categorie ICB in effecten en liquide middelen Maatschappelijke zetel : Koningsstraat 180, 1000 Brussel Ondernemingsnummer : 0478.776.459 Oproepingsbericht voor de gewone algemene vergadering De gewone algemene vergadering der aandeelhouders van DEXIA CLICKINVEST B, heeft plaats op donderdag 15 november 2007, om 15 uur, op de maatschappelijke zetel van RBC Dexia Investor Services Belgium NV, Rogierplein 11, 1210 Brussel, om te beraadslagen over de volgende agendapunten : 1. Lezing van het verslag van de raad van bestuur voor het boekjaar afgesloten op 31 augustus 2007. 2. Lezing van het verslag van de commissaris voor het boekjaar afgesloten op 31 augustus 2007. 3. Goedkeuring van de jaarrekeningen voor het boekjaar afgesloten op 31 augustus 2007. Voorstel tot beslissing : De vergadering keurt de globale jaarrekening alsook de jaarrekening van elk compartiment van het boekjaar afgesloten op 31 augustus 2007 goed.

56184


4. Bestemming van het resultaat. Voorstel tot beslissing : De vergadering aanvaardt het voorstel van de raad van bestuur betreffende de toewijzing, voor ieder compartiment, van de resultaten van het afgesloten boekjaar per 31 augustus 2007. 5. Kwijting aan de bestuurders en aan de Commissaris. Voorstel tot beslissing : De vergadering verleent kwijting, globaal en per compartiment, aan de bestuurders en aan de commissaris voor het boekjaar afgesloten op 31 augustus 2007. 6. Statutaire benoemingen. Voorstel tot beslissing : De vergadering beslist, onder voorbehoud van goedkeuring door de CBFA, : om het ontslag als bestuurder van de heer Emmanuel Jennes te bekrachtingen, en dit vanaf 13 augustus 2007 en om de benoeming van de heer Christophe Cimino te bekrachtigen om het mandaat van de heer Emmanuel Jennes verder te zetten en te beëindigen, en dit vanaf 13 augustus 2007; om de mandaten van Mevr. Myriam Vanneste, de heer Christophe Cimino en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “Musenius”, vast vertegenwoordigd door de heer Wim Moesen te hernieuwen; om het mandaat van de heer Hugo Lasat niet te hernieuwen; om als nieuwe bestuurder de heren Frédéric Dujardin, Johan Wuytack en Marc Vermeiren en de naamloze vennootschap Dexia Asset Management Belgium, vast vertegenwoordigd door Mevr. Helena Colle, te benoemen. Deze mandaten zullen ten kosteloze titel worden uitgeoefend behalve die van de onafhankelijke bestuurder waarvan de jaarlijkse bezoldiging is vastgesteld op 2.000 EUR. Hun functies zullen een einde nemen op de algemene vergadering van 2008. De aandeelhouders worden erop gewezen dat om te worden toegelaten tot de vergadering zij uiterlijk vijf werkdagen vóór de datum van de vergadering hun aandelen moeten neerleggen bij de loketten van : Dexia Bank België NV Het prospectus, het vereenvoudigd prospectus en de laatste periodieke verslagen van Dexia Clickinvest B zijn gratis beschikbaar op de maatschappelijke zetel van de vennootschap of aan de loketten van de bovenstaande instelling. (42387) De raad van bestuur.

ZENITEL, naamloze vennootschap, Z.1 Research Park 10, 1731 Zellik RPR (Brussel) 0 403.150.608 De raad van bestuur heeft het genoegen de aandeelhouders en de warranthouders uit te nodigen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van de Vennootschap die zal worden gehouden op 26 november 2007 om 10 uur op de zetel van vennootschap te 1731 Zellik, Z.1 Research Park 110, met de volgende agenda : 1. Dematerialisatie van aandelen Voorstel van beslissing ″De algemene vergadering beslist om de statuten aan te passen aan de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder. De tekst van artikel 9 van de statuten wordt als volgt gewijzigd : ″§ 1. De niet volgestorte aandelen zijn op naam. De volgestorte aandelen en de andere effecten van de vennootschap zijn op naam, aan toonder of gedematerialiseerd, binnen de beperkingen voorzien door wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder. De titularis kan op elk ogenblik op zijn kosten de omzetting vragen van zijn effecten in effecten op naam of in gedematerialiseerde effecten.

Het gedematerialiseerd effect wordt vertegenwoordigd door een boeking op een rekening, op naam van de eigenaar of de houder, bij een erkende rekeninghouder of bij een vereffeningsinstelling. Op de vennootschapszetel wordt voor elke categorie effecten op naam een register bijgehouden. Elke titularis van effecten kan kennisnemen van het register met betrekking tot zijn effecten. § 2. De effecten aan toonder die zijn uitgegeven door de vennootschap en dewelke zich op een effectenrekening bevinden op 1 januari 2008 bestaan in gedematerialiseerde vorm vanaf die datum. De andere effecten aan toonder worden, naarmate zij vanaf 1 januari 2008 op een effectenrekening worden ingeschreven, eveneens automatisch gedematerialiseerd.″ Aan de raad van bestuur wordt de bevoegdheid verleend om, binnen de beperkingen opgelegd door de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder, de modaliteiten vast te leggen voor de omwisseling van de vroegere effecten aan toonder in gedematerialiseerde effecten en/of effecten op naam.″ 2. Hernieuwing machtiging raad van bestuur tot inkoop van eigen aandelen Voorstel van beslissing : ″De buitengewone algemene vergadering besluit de bevoegdheid tot inkoop van eigen aandelen gegeven in artikel 10bis in de statuten van de Vennootschap te hernieuwen. Meer bepaald worden in paragraaf 2 de woorden ″in de eerste markt van Euronext Brussel″ gewijzigd in ″Eurolist by Euronext″. In paragraaf 3 en 4 worden de woorden ″24 mei 2005″ vervangen door ″[DATUM BAV]″. 3. Vernietiging van ingekochte VVPR strips Voorstel van beslissing : “Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder werd een volledige reconciliatie van het kapitaal uitgevoerd en is de raad van bestuur overgegaan tot de inkoop van 25.385 VVPR strips die teveel in omloop zijn, met het oog op hun vernietiging. De algemene vergadering besluit tot vernietiging van 25.385 VVPR strips, zodat het totaal aantal uitgegeven VVPR strips ingevolge de vernietiging 10.540.056 bedraagt” 4. Hernieuwing en verhoging van het toegestaan kapitaal in opvolging van de kapitaalverhoging van 9 mei 2007 en 4 juni 2007 a. Kennisname van het bijzonder verslag van de raad van bestuur overeenkomstig artikel 604 Wetboek van vennootschappen; b. Wijziging van artikel 7 van de statuten en verhoging van het toegestaan kapitaal. Voorstel van beslissing ″De algemene vergadering beslist om de huidige bevoegdheid van de raad van bestuur om het maatschappelijke kapitaal van de Vennootschap te verhogen, te vernieuwen en aan te passen. Meer bepaald worden in de eerste en laatste paragraaf de woorden ″24 mei 2005″ vervangen door ″[DATUM BAV]″. In paragraaf 1 wordt bovendien het bedrag van het toegestaan kapitaal verhoogd tot het maximum, met name het bedrag van het maatschappelijk kapitaal (25.274.722,95 euro).″ 5. Bevoegdheidsdelegatie. Voorstel van beslissing : “De Algemene Vergadering geeft de gedelegeerd bestuurder (met mogelijkheid van indeplaatsstelling) de bevoegdheid om alle nodige handelingen te stellen met het oog op de uitvoering van bovenstaande beslissingen. Aan de notaris wordt de bevoegdheid tot coördinatie van de statuten gegeven evenals tot neerlegging van alle nodige documenten in het dossier van de vennootschap op de griffie van de rechtbank van koophandel.” Overeenkomstig artikel 22 van de gecoördineerde statuten van de Vennootschap dienen de eigenaars van aandelen aan toonder hun effecten minstens vijf dagen voor de vergadering te deponeren bij de volgende instellingen om tot de vergadering te worden toegelaten : Fortis Bank, Dexia, KBC Bank, in hun agentschappen te Brussel of erbuiten.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Overeenkomstig artikel 22 van de gecoördineerde statuten van de Vennootschap worden de houders van aandelen op naam tot de Algemene Vergadering toegelaten op vertoon van een certificaat van inschrijving in het register der aandeelhouders van hun aandelen, op voorwaarde dat zij minstens vijf dagen voor de vergadering werden ingeschreven. Iedere aandeelhouder kan zich overeenkomstig artikel 22 van de gecoördineerde statuten van de Vennootschap op de Algemene Vergadering laten vertegenwoordigen door een derde, al dan niet aandeelhouder, drager van een bijzondere volmacht, welke bij middel van gewone brief, telegram, telex of telefax kan worden gegeven. Een afschrift van voornoemde verslagen van de raad van bestuur kan, overeenkomstig artikel 535 van het Wetboek van vennootschappen, kosteloos worden bekomen op de zetel van de Vennootschap of wordt opgestuurd aan de aandeelhouders die de bovengenoemde formaliteiten om tot de Algemene Vergadering te worden toegelaten, hebben vervuld. Indien op 26 november 2007 niet het vereiste aanwezigheidsquorum wordt bereikt, wordt een tweede buitengewone algemene vergadering met dezelfde agenda bijeengeroepen op 14 december 2007 om 16 uur. (42388)

De raad van bestuur.

BEFIMMO, société d’investissement à capital fixe publique de droit belge, société faisant appel public à l’Epargne, société en commandite par actions Auderghem (1160 Bruxelles), chaussée de Wavre 1945 Registre des Personnes morales numéro 0455.835.167 T.V.A. numéro 455.835.167

56185

Elle est renouvelable. Cette(ces) augmentation(s) de capital peu(ven)t être effectuée(s) par souscription en espèces, par apports en nature ou par incorporation de réserves, dans le respect des règles prescrites par le Code des sociétés, l’article 11 de l’arrêté royal du 10 avril 1995 relatif aux SICAF immobilières et les présents statuts. Elles peuvent donner lieu à l’émission d’actions avec droit de vote. Elles peuvent également se faire par la conversion d’obligations convertibles ou l’exercice de droits de souscription – attachés ou non à un autre titre – pouvant donner lieu à la création d’actions avec droit de vote. Lorsque les augmentations de capital décidées en vertu de cette autorisation comportent une prime d’émission, le montant de celle-ci est affecté par le gérant, après imputation éventuelle des frais, à un compte indisponible qui constituera à l’égal du capital la garantie des tiers et ne pourra, sous réserve de son incorporation au capital par le gérant, comme prévu ci-avant, éventuellement être réduit ou supprimé que par une décision de l’assemblée générale statuant dans les conditions de quorum et de majorité requises par le Code des sociétés pour une réduction de capital par remboursement aux actionnaires ou dispense de libération de leurs apports.». Le Gérant Statutaire vous invite à adopter cette proposition. Titre B. Renouvellement de l’autorisation d’acquérir et d’aliéner des actions propres. 1. Proposition de conférer au Gérant Statutaire une nouvelle autorisation générale, valable trois ans à compter de la publication du procèsverbal actant son adoption, d’acquérir pour compte de Befimmo des actions propres de la société sans décision préalable de l’assemblée générale, lorsque l’acquisition est nécessaire pour éviter à la société un dommage grave et imminent. Le Gérant Statutaire vous invite à adopter cette proposition.

Les actionnaires sont priés d’assister à l’assemblée générale extraordinaire qui se tiendra le 27 novembre 2007 à 9 h 30 m, au siège social de la société

2. Proposition de conférer au Gérant Statutaire, dans le cadre de l’article 622, § 2, alinéa 2, 1° et 2° du Code des sociétés :

- chaussée de Wavre 1945, à 1160 Bruxelles, et qui délibérera sur l’ordre du jour suivant :

- une autorisation générale d’aliéner les actions de la société dès lors qu’elles sont cotées, conformément à l’article 622, § 2, alinéa 2, 1°, du Code des sociétés;

Titre A. Renouvellement du capital autorisé 1. Rapport spécial du Gérant Statutaire sur la base de l’article 604 du Code des sociétés. 2. Nouvelle autorisation au Gérant Statutaire. Compte tenu de la situation du capital social telle qu’elle se présente aujourd’hui et afin de maintenir l’autorisation maximale d’augmenter le capital social en application des articles 603 et suivants du Code des sociétés, proposition de : - supprimer purement et simplement l’autorisation conférée au Gérant Statutaire par l’assemblée générale extraordinaire du 13 décembre 2005, suivant procès-verbal publié aux annexes du Moniteur belge du 6 janvier 2006, sous les numéros 20060106/ 06005054, et; - de la remplacer par une nouvelle autorisation d’augmenter le capital social souscrit en application des articles 603 et suivants du Code des sociétés, en une ou plusieurs fois, suivant les termes et modalités ci-dessous, à concurrence d’un montant maximum égal au capital souscrit, soit à une somme de cent quatre-vingt neuf millions sept cent vingt-sept mille vingt-cinq euros et neuf cents (189.727.025,09 S), cette résolution devant prendre effet à la date de publication du procès-verbal constatant son adoption et valoir pour une durée de cinq ans, à savoir : « Le gérant est autorisé à augmenter le capital social, en une ou plusieurs fois, aux dates, conditions et modalités qu’il fixera, à concurrence d’un montant maximum de cent quatre-vingt neuf millions sept cent vingt-sept mille vingt-cinq euros et neuf cents (189.727.025,09 S). Dans les mêmes conditions, le gérant est autorisé à émettre des obligations convertibles ou des droits de souscription, sans pouvoir limiter ou supprimer le droit de préférence des actionnaires. Cette autorisation est conférée pour une durée de cinq ans, à partir de la publication aux Annexes du Moniteur belge du procès-verbal de l’assemblée du [date de l’assemblée générale qui prendra cette décision].

- une autorisation générale d’aliéner les actions de la société sur une bourse de valeurs mobilières ou à la suite d’une offre en vente faite aux mêmes conditions à tous les actionnaires pour éviter à la société un danger grave et imminent, conformément à l’article 622, § 2, alinéa 2, 2°, du Code des sociétés. Le Gérant Statutaire vous invite à adopter cette proposition. Titre C. Modifications des statuts Proposition d’apporter aux statuts les modifications suivantes, à savoir : 1. Article 1 – Caractère – dénomination : remplacement de l’alinéa 2 par le texte suivant : « La société est soumise au régime des sociétés d’investissement à capital fixe publiques de droit belge dénommées ″SICAF publiques de droit belge″, visées à l’article 19 et 20 de la loi du 20 juillet 2004 relative à certaines formes de gestion collective de portefeuilles d’investissement » et remplacement, dans l’alinéa 3, des mots suivants : « Société d’Investissement à capital fixe de droit belge » par les mots « Société d’Investissement à capital fixe publique de droit belge » et des mots suivants : « SICAF de droit belge » par les mots « SICAF publique de droit belge ». 2. Article 9 – Capital autorisé : remplacement du texte de cet article, par le texte suivant afin de le mettre en concordance avec la nouvelle autorisation donnée au Gérant Statutaire en matière de capital autorisé conformément aux articles 603 et suivants et 607 du Code des sociétés dont question au titre A de l’ordre du jour, à savoir : « Le gérant est autorisé à augmenter le capital social, en une ou plusieurs fois, aux dates, conditions et modalités qu’il fixera, à concurrence d’un montant maximum de cent quatre-vingt neuf millions sept cent vingt-sept mille vingt-cinq euros et neuf cents (189.727.025,09 S). Dans les mêmes conditions, le gérant est autorisé à émettre des obligations convertibles ou des droits de souscription, sans pouvoir limiter ou supprimer le droit de préférence des actionnaires.

56186


Cette autorisation est conférée pour une durée de cinq ans, à partir de la publication aux Annexes du Moniteur belge du procès-verbal de l’assemblée du [date de l’assemblée générale qui prendra la décision dont question au titre A de l’ordre du jour]. Elle est renouvelable. Cette(ces) augmentation(s) de capital peu(ven)t être effectuée(s) par souscription en espèces, par apports en nature ou par incorporation de réserves, dans le respect des règles prescrites par le Code des sociétés, l’article 11 de l’arrêté royal du 10 avril 1995 relatif aux SICAF immobilières et les présents statuts. Elles peuvent donner lieu à l’émission d’actions avec droit de vote. Elles peuvent également se faire par la conversion d’obligations convertibles ou l’exercice de droits de souscription – attachés ou non à un autre titre – pouvant donner lieu à la création d’actions avec droit de vote. Lorsque les augmentations de capital décidées en vertu de cette autorisation comportent une prime d’émission, le montant de celle-ci est affecté par le gérant, après imputation éventuelle des frais, à un compte indisponible qui constituera à l’égal du capital la garantie des tiers et ne pourra, sous réserve de son incorporation au capital par le gérant, comme prévu ci-avant, éventuellement être réduit ou supprimé que par une décision de l’assemblée générale statuant dans les conditions de quorum et de majorité requises par le code des sociétés pour une réduction de capital par remboursement aux actionnaires ou dispense de libération de leurs apports.». 3. Article 13, § 2 – Rachat d’actions propres : remplacement dans le texte du point 2 de cet article de la date du « 13 décembre 2005 », par celle de l’assemblée qui prendra la décision dont question au titre B, point 1, de l’ordre du jour. 5. Article 13, § 4 – Rachat d’actions propres : ajout d’un nouveau point 4, afin de mettre cet article en concordance avec les autorisations données au gérant en matière d’aliénation d’actions propres conformément à l’article 622, § 2, alinéa 2, 1° et 2° du Code des sociétés, dont question au titre B de l’ordre du jour, à savoir : « 4. Le gérant est autorisé à aliéner les actions propres acquises par la société dans les cas suivants : 1) lorsque ces actions sont cotées au sens de l’article 4 du Code; 2) lorsque l’aliénation se fait sur une bourse de valeurs mobilières ou à la suite d’une offre en vente faite aux mêmes conditions à tous les actionnaires, pour éviter à la société un dommage grave et imminent, cette autorisation étant valable pour une durée de trois ans à dater de la publication du procès-verbal de l’assemblée du [date de l’assemblée générale qui prendra la décision dont question au titre B, point 2, de l’ordre du jour] et étant prorogeable pour des termes identiques; 3) dans tous les autres cas admis par le Code des sociétés ». 6. Article 14 – Forme : remplacement de cet article comme suit : « 1. Les actions sont nominatives, au porteur ou dématérialisées, dans les limites prévues par la loi. Les actions sont toutes entièrement libérées et sont sans désignation de valeur nominale. 2. Il est tenu au siège social un registre des actions nominatives, le cas échéant et si la loi le permet, sous la forme électronique, dont tout actionnaire peut prendre connaissance. Des certificats d’inscription nominative seront délivrés aux actionnaires. Toute cession entre vifs ou pour cause de mort ainsi que toute conversion de titres sont inscrites audit registre. 3. Les actions au porteur sont signées par le gérant. Ces signatures peuvent être remplacées par des griffes. Les actions au porteur peuvent être émises en titres unitaires ou collectifs représentatifs de plusieurs actions selon les formes à déterminer par le gérant. 4. A partir du 1er janvier 2008, la société n’émettra plus d’actions au porteur. Les actions au porteur de la société, déjà émises et inscrites en compte-titres au 1er janvier 2008, existent sous forme dématérialisée à partir de cette date. Les autres actions au porteur seront, au fur et à mesure de leur inscription en compte-titres à partir du 1er janvier 2008, également automatiquement converties en actions dématérialisées.

Au terme des délais prévus par la législation applicable à la suppression des titres au porteur, les actions qui n’auront pas encore été converties seront converties de plein droit en actions dématérialisées et inscrites en compte-titres par le gérant. Jusqu’à ce que le titulaire se manifeste et obtienne l’inscription des titres en son nom, les titres convertis seront inscrits au nom de la société. 5. Les actions dématérialisées sont représentées par une inscription en compte au nom de leur titulaire auprès d’un teneur de compte agréé ou d’un organisme de liquidation. 6. Le titulaire d’actions dématérialisées peut, à tout moment, en demander la conversion, à ses frais, en actions nominatives, et inversément.». 7. Article 17 – Organisation interne et qualification des organes du gérant : ajout à la fin de l’alinéa 1er de cet article du texte suivant : « La direction effective au sens de l’article 38 de la loi du 20 juillet 2004 doit être confiée à deux personnes physiques au moins » et remplacement de l’alinéa 2 de cet article par le texte suivant : « Les membres de la direction effective au sens précité ainsi que les membres des organes d’administration et de gestion journalière du gérant doivent remplir les conditions d’honorabilité, d’expertise, d’expérience et d’autonomie prévues par l’article 38 de la loi du 20 juillet 2004 et par l’article 4, § 1er, 48 de l’arrêté royal du 10 avril 1995 et ne peuvent tomber sous l’application des cas d’interdictions visés à l’article 39 de la loi du 20 juillet 2004. » 8. Article 20 – Procès-verbaux : remplacement de la première phrase de l’alinéa 2 par le texte suivant : « Ces procès-verbaux sont versés dans un registre spécial ». 9. Article 21 – Rémunération du gérant : remplacement de cet article comme suit : « 1. Le gérant recevra une rémunération fixée selon les modalités définies ci-après, conformément à l’article 19 de l’arrêté royal du 10 avril 1995. Il aura en outre, droit au remboursement des émoluments et frais liés à sa mission, énumérés dans un prospectus visé à l’article 21 de l’arrêté royal du 10 avril 1995. 2. La rémunération du gérant est calculée chaque année en fonction du résultat consolidé avant impôts, part du groupe, de l’exercice comptable concerné, résultant des comptes établis en conformité avec le référentiel IFRS tel qu’adopté dans l’Union européenne. Ce résultat est adapté comme suit aux fins du présent article : (i) les plus-values ou moins-values résultant de l’évaluation à la juste valeur des immeubles de la société ou de ses filiales et des autres biens immobiliers au sens de l’arrêté royal du 10 avril 1995, sont exclues du résultat dans la mesure où elles portent sur ce qui excède la valeur d’acquisition de ces éléments (investissements ultérieurs inclus); (ii) en cas de réalisation des immeubles et autres biens immobiliers visés sub (i) au cours de l’exercice, le résultat dégagé par la réalisation est corrigé de manière à ce que la plus-value ou la moins-value réalisée soit calculée par référence à la valeur la plus basse entre la valeur d’acquisition (investissements ultérieurs inclus) et la dernière juste valeur de l’actif réalisé comptabilisée dans les comptes trimestriels, sans préjudice de l’application du point (i). Le gérant met en place les mesures d’exécution nécessaires au calcul de cette rémunération. 3. Cette rémunération est égale à deux centièmes (2/100èmes) d’un bénéfice de référence correspondant si un bénéfice a été réalisé, à cent nonante-huitième (100/98) du résultat visé à l’alinéa 2 après imputation de cette rémunération de l’exercice comptable concerné, en manière telle qu’après imputation de la rémunération dans les charges de la société, la rémunération afférente à l’exercice représente deux virgule zéro quatre pour-cent (2,04 %) du montant du résultat précité. 4. La rémunération est due au 30 septembre de l’exercice concerné mais n’est payable qu’après l’approbation des comptes de l’exercice. 5. Le calcul de la rémunération est soumis au contrôle du commissaire.»

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 10. Article 25 – Contrôle : remplacement dans le texte du point 1 de cet article des mots suivants « doit être » par le mot suivant : « est » et dans le texte du point 3 de cet article des mots suivants : « Commission bancaire et financière » par les mots suivants : « Commission bancaire, financière et des Assurances ». 11. Article 29 – Admission à l’assemblée : remplacement de l’alinéa 3 de cet article par le texte suivant : « Les titulaires d’actions nominatives doivent, dans le même délai, informer par un écrit (lettre ou procuration) le gérant de leur intention d’assister à l’assemblée et indiquer le nombre d’actions pour lesquelles ils entendent prendre part au vote » et ajout, dans cet article, d’un nouvel alinéa 4 rédigé comme suit : « Les titulaires d’actions dématérialisées doivent, dans le même délai, effectuer le dépôt au siège social ou aux établissements désignés dans les avis de convocation d’une attestation établie par le teneur de compte agréé ou l’organisme de liquidation, constatant l’indisponibilité desdites actions jusqu’à la date de l’assemblée générale. » 12. Article 36 – Ecritures sociales : ajout à la fin du texte de l’alinéa 3 des mots suivants : «, ainsi que tous frais énumérés dans un prospectus visé à l’article 21 de l’arrêté royal du 10 avril 1995 ». Le Gérant Statutaire vous invite à adopter ces propositions de modification des statuts. Titre D. Disposition transitoire Proposition, à titre de disposition transitoire pour l’application de l’article 21, § 2, des statuts, tels que modifié conformément au point C, 9, d’adopter, pour l’exercice se clôturant le 30 septembre 2007, la résolution suivante : « le résultat ajusté de l’exercice se clôturant le 30 septembre 2007 est, aux fins de l’article 21, § 2, des statuts, augmenté en une fois du montant de 80 % (quatre-vingt pour cent) des frais d’émission d’emprunt relatifs à la structuration du crédit syndiqué mis en place en 2006 par la société ». Le Gérant Statutaire vous invite à adopter cette proposition de disposition transitoire. Titre E. Pouvoirs d’exécution Proposition de conférer : - au Gérant Statutaire tous pouvoirs d’exécution des décisions prises, avec faculté de délégation; - au notaire soussigné, tous pouvoirs aux fins d’assurer la coordination des statuts suites aux décisions prises, et ce, tant en franç ais qu’en néerlandais. Le Gérant Statutaire vous invite à adopter cette dernière proposition. Il est précisé que pour pouvoir être adoptées, les propositions de renouvellement du capital autorisé, du renouvellement de l’autorisation d’acquérir et d’aliéner les actions propres de la société et de modifications des statuts requièrent la représentation d’au moins la moitié des actions existantes (sauf en cas de seconde assemblée après carence, qui statue quel que soit le nombre de titres représentés), et un vote à la majorité des trois quarts des voix émises à l’assemblée. Au cas où le quorum requis ne serait pas atteint lors de cette assemblée, une seconde assemblée générale extraordinaire sera convoquée le 17 décembre 2007 à 9 h 30 m, qui délibérera valablement sur le même ordre du jour, quel que soit le nombre de titres présents ou représentés. Pour être admis à cette assemblée générale extraordinaire, tout titulaire d’actions au porteur, doit, conformément à l’article 29 des statuts de la société, déposer ses titres cinq (5) jours francs avant la date de l’assemblée, soit au siège social, soit aux guichets de Dexia Banque, Fortis Banque ou ING Belgique. Les propriétaires d’actions nominatives doivent, dans le même délai, informer par un écrit le gérant de leur intention d’assister à l’assemblée générale extraordinaire et indiquer le nombre de titres pour lesquels ils entendent prendre part au vote. Tout actionnaire peut, sur simple demande, obtenir gratuitement au siège social de la société, une copie du rapport visé au titre A point 1 ci-dessus (tél. 02-679 38 60). Le gérant de la société Befimmo SA.

(42389)

56187

BEFIMMO, openbare beleggingsvennootschap met vast kapitaal naar Belgisch recht vennootschap die een openbaar beroep doet op het spaarwezen, commanditaire vennootschap op aandelen Oudergem (1160 Brussel), Waversesteenweg 1945 Rechtspersonenregister nummer 0455.835.167 B.T.W. nummer 455.835.167 De aandeelhouders worden verzocht om de buitengewone algemene vergadering bij te wonen die zal plaatsgrijpen op 27 november 2007 om 9 u. 30 m., op de maatschappelijke zetel van de vennootschap – Waversesteenweg 1945, te 1160 Brussel, dewelke zal beraadslagen over de hierna vermelde dagorde : Titel A. Hernieuwing van het toegestane kapitaal 1. Bijzonder verslag van de Statutaire Zaakvoerder op grond van artikel 604 van het Wetboek van Vennootschappen. 2. Nieuwe machtiging aan de Statutaire Zaakvoerder : Rekening houdend met de toestand van het maatschappelijk kapitaal zoals deze op heden bestaat en teneinde de maximale machtiging te behouden om het maatschappelijk kapitaal te verhogen bij toepassing van de artikelen 603 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen, voorstel om : - de machtiging die werd verleend aan de Statutaire zaakvoerder door de buitengewone algemene vergadering van 13 december 2005, ingevolge het proces-verbaal bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 6 januari 2006 onder de nummers 20060106/ 06005054 eenvoudig en simpelweg op te heffen, en; - deze te vervangen door een nieuwe machtiging om het geplaatste maatschappelijk kapitaal bij toepassing van de artikelen 603 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen in één of meerdere malen, te verhogen overeenkomstig de hierna vermelde termijnen en modaliteiten, ten belope van een bedrag dat maximum gelijk is aan het geplaatste kapitaal, zijnde een som van honderd negenentachtig miljoen zevenhonderd zevenentwintig duizend vijfentwintig euro negen cent (189.727.025,09 S), met dien verstande dat deze beslissing pas in werking zal treden op de datum van de bekendmaking van het proces-verbaal houdende de vaststelling van deze machtiging en voor vijf jaar zal gelden, te weten : “De zaakvoerder wordt gemachtigd het maatschappelijk kapitaal te verhogen, in één of meerdere malen, op de data, onder de voorwaarden en modaliteiten die hij zal vaststellen, ten belope van een bedrag van maximum honderd negenentachtig miljoen zevenhonderd zevenentwintig duizend vijfentwintig euro negen cent (189.727.025,09 S). De zaakvoerder wordt onder dezelfde voorwaarden gemachtigd om converteerbare obligaties of inschrijvingsrechten uit te geven, zonder het voorkeurrecht van de aandeelhouders te kunnen beperken of af te schaffen. Deze machtiging wordt toegekend voor een termijn van vijf jaar te rekenen vanaf de bekendmaking in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van het proces-verbaal van vergadering van [datum van de algemene vergadering die deze beslissing zal nemen]. Zij is hernieuwbaar. Deze kapitaalverhoging(en) kan (kunnen) worden uitgevoerd door middel van inschrijvingen in speciën, door inbrengen in natura of door incorporatie van reserves mits naleving van de regels voorgeschreven door het Wetboek van Vennootschappen, artikel 11 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 betreffende onroerende BEVAKS en de onderhavige statuten. Zij kunnen aanleiding geven tot de uitgifte van aandelen met stemrecht. Zij kunnen eveneens plaatsgrijpen door de omzetting van converteerbare obligaties of de uitoefening van inschrijvingsrechten -al dan niet verbonden aan een effect – die aanleiding kunnen geven tot de creatie van aandelen met stemrecht. Indien de krachtens deze machtiging besloten kapitaalverhogingen een uitgiftepremie omvatten, zal het hieraan verbonden bedrag door de zaakvoerder, na eventuele verrekening van de kosten, op een onbeschikbare rekening worden geplaatst, dewelke zoals het kapitaal, een garantie ten behoeve van derden zal vormen en zal deze uitgiftepremie, onder voorbehoud van zijn incorporatie in het kapitaal door de zaakvoerder, zoals hiervoor voorzien, in geen geval eventueel kunnen

56188


worden verminderd of opgeheven dan door een beslissing van de algemene vergadering genomen overeenkomstig de voorwaarden inzake quorum en meerderheden vereist door het Wetboek van Vennootschappen voor een kapitaalvermindering door terugbetaling aan de aandeelhouders of door vrijstelling van de volstorting van hun inbrengen.” De Statutaire Zaakvoerder nodigt U uit om dit voorstel goed te keuren. Titel B. Hernieuwing van de machtiging om eigen aandelen aan te kopen en te vervreemden. 1. Voorstel om de Statutaire Zaakvoerder een nieuwe algemene machtiging te verlenen, dewelke gedurende drie jaar te rekenen vanaf de bekendmaking van het proces-verbaal inhoudende zijn aanvaarding zal geldig zijn, tot aankoop voor rekening van Befimmo van de eigen aandelen van de vennootschap zonder voorafgaande beslissing van de algemene vergadering, indien deze verkrijging noodzakelijk is ter voorkoming van een ernstig en dreigend nadeel voor de vennootschap. De Statutaire Zaakvoerder nodigt U uit om dit voorstel goed te keuren. 2. Voorstel om de Statutaire Zaakvoerder binnen het kader van artikel 622, § 2 alinea 2, 1° en 2° van het Wetboek van Vennootschappen te verlenen : - een algemene machtiging tot verkoop van de aandelen van de vennootschap van zodra zij beursgenoteerd zijn overeenkomstig artikel 622, § 2 alinea 2, 1° van het Wetboek van Vennootschappen; - een algemene machtiging tot verkoop van de aandelen van de vennootschap op een beurs van roerende waarden of ten gevolge van een aanbod tot verkoop gedaan tegen dezelfde voorwaarden aan alle aandeelhouders teneinde de vennootschap te behoeden voor een ernstig en dreigend nadeel overeenkomstig artikel 622, § 2 alinea 2, 2° van het Wetboek van Vennootschappen. De Statutaire Zaakvoerder nodigt U uit om dit voorstel goed te keuren. Titel C. Wijzigingen van de statuten Voorstel om de volgende statutenwijzigingen aan te brengen, te weten : 1. Artikel 1 – Karakter – benaming : wijziging van alinea 2 door de volgende tekst : “De vennootschap is onderworpen aan het regime van de openbare vastgoedbeleggingsvennootschappen met vast kapitaal naar Belgisch recht genoemd “openbare BEVAK naar Belgisch recht”, geviseerd door de artikelen 19 en 20 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles” en vervanging, in artikel 3, van de volgende woorden “Vastgoedbeleggingsvennootschap met vast kapitaal naar Belgisch recht” door de woorden “Openbare Vastgoedbeleggingsvennootschap met vast kapitaal naar Belgisch recht” en van de woorden “BEVAK naar Belgisch recht” door de woorden “openbare BEVAK naar Belgisch recht”. 2. Artikel 9 – Toegestane kapitaal : vervanging van de tekst van dit artikel, door de volgende tekst teneinde deze in overeenstemming te brengen met de nieuwe machtiging gegeven aan de Statutaire Zaakvoerder inzake het toegestane kapitaal overeenkomstig de artikelen 603 en volgende en 607 van het Wetboek van Vennootschappen waarvan sprake in titel A van de dagorde, te weten : “De zaakvoerder wordt gemachtigd het maatschappelijk kapitaal te verhogen, in één of meerdere malen, op de data, onder de voorwaarden en modaliteiten die hij zal vaststellen, ten belope van een bedrag van maximum honderd negenentachtig miljoen zevenhonderd zevenentwintig duizend vijfentwintig euro negen cent (189.727.025,09 S). De zaakvoerder wordt onder dezelfde voorwaarden gemachtigd om converteerbare obligaties of inschrijvingsrechten uit te geven, zonder het voorkeurrecht van de aandeelhouders te kunnen beperken of af te schaffen. Deze machtiging wordt toegekend voor een termijn van vijf jaar, te rekenen vanaf de bekendmaking in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van het proces-verbaal van de vergadering van [datum van de algemene vergadering die de beslissing waarvan sprake in titel A van de dagorde zal nemen].

Zij is hernieuwbaar. Deze kapitaalverhoging(en) kan (kunnen) worden uitgevoerd door middel van inschrijvingen in speciën, door inbrengen in natura of door incorporatie van reserves mits naleving van de regels voorgeschreven door het Wetboek van Vennootschappen, artikel 11 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 betreffende onroerende BEVAKS en de onderhavige statuten. Zij kunnen aanleiding geven tot de uitgifte van aandelen met stemrecht. Zij kunnen eveneens plaatsgrijpen door de omzetting van converteerbare obligaties of de uitoefening van inschrijvingsrechten -al dan niet verbonden aan een effect- die aanleiding kunnen geven tot de creatie van aandelen met stemrecht. Indien de krachtens deze machtiging besloten kapitaalverhogingen een uitgiftepremie omvatten, zal het hieraan verbonden bedrag door de zaakvoerder, na eventuele verrekening van de kosten, op een onbeschikbare rekening worden geplaatst, dewelke zoals het kapitaal, een garantie ten behoeve van derden zal vormen en zal deze uitgiftepremie, onder voorbehoud van zijn incorporatie in het kapitaal door de zaakvoerder, zoals hiervoor voorzien, in geen geval eventueel kunnen worden verminderd of opgeheven dan door een beslissing van de algemene vergadering genomen overeenkomstig de voorwaarden inzake quorum en meerderheden vereist door het Wetboek van Vennootschappen voor een kapitaalvermindering door terugbetaling aan de aandeelhouders of door vrijstelling van de volstorting van hun inbrengen.” 3. Artikel 13, § 2 – Wederinkoop van eigen aandelen : vervanging in de tekst van punt 2 van dit artikel van de datum “13 december 2005” door deze van de vergadering die de beslissing waarvan sprake in titel B, punt 1, van de dagorde zal nemen. 4. Artikel 13, § 4 – Wederinkoop van eigen aandelen : toevoeging van een punt 4, teneinde dit artikel in overeenstemming te brengen met de machtigingen gegeven aan de zaakvoerder inzake de vervreemding van eigen aandelen overeenkomstig artikel 622, § 2 alinea 2, 1° en 2° van het Wetboek van Vennootschappen, waarvan sprake in titel B van de dagorde, te weten : “4. De zaakvoerder wordt gemachtigd om de eigen aandelen verkregen door de vennootschap te vervreemden in de volgende gevallen : 1) wanneer deze aandelen genoteerd zijn in de zin van artikel 4 van het Wetboek; 2) wanneer de vervreemding plaatsgrijpt op een effectenbeurs of ten gevolge van een verkoopbod gericht aan alle aandeelhouders tegen dezelfde voorwaarden, teneinde de vennootschap te behoeden voor een ernstig en dreigend nadeel, met dien verstande dat deze machtiging geldig is gedurende een termijn van drie jaar te rekenen vanaf de bekendmaking van het proces-verbaal van de vergadering[datum van de algemene vergadering die de beslissing zal nemen waarvan sprake in titel B, punt 2, van de dagorde] en verlengbaar is voor identieke termijnen; 3) in alle andere gevallen toegelaten door het Wetboek van Vennootschappen.” 6. Artikel 14 – Vorm : vervanging van dit artikel als volgt : « 1. De aandelen zijn op naam, aan toonder of gedematerialiseerd, binnen de grenzen voorzien door de wet. De aandelen zijn allen volledig volgestort en zijn zonder aanduiding van nominale waarde. 2. Er wordt op de maatschappelijke zetel een register van de aandelen op naam bijgehouden, desgevallend en indien de wet het toelaat, onder elektronische vorm, waarvan elke aandeelhouder kan kennis nemen. Certificaten van de inschrijving op naam zullen worden afgeleverd aan de aandeelhouders. Alle overdrachten onder levenden of omwille van overlijden alsook elke omzetting van effecten worden ingeschreven in dit register. 3. De aandelen aan toonder worden ondertekend door de zaakvoerder. Deze handtekeningen kunnen worden vervangen door naamstempels. De aandelen aan toonder kunnen worden uitgegeven als unitaire effecten of collectieve effecten die verschillende aandelen vertegenwoordigen onder de vormen die zullen worden bepaald door de zaakvoerder.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 4. Vanaf 1 januari 2008 zal de vennootschap geen aandelen aan toonder meer uitgeven. De aandelen aan toonder van de vennootschap, die reeds werden uitgegeven en werden ingeschreven op een effectenrekening op 1 januari 2008, bestaan onder gedematerialiseerde vorm sinds deze datum. De overige aandelen aan toonder zullen, naarmate hun inschrijving op de effectenrekening vanaf 1 januari 2008, eveneens automatisch worden omgezet in gedematerialiseerde aandelen. Conform de termijnen voorzien door de toepasselijke wetgeving voor de afschaffing van effecten aan toonder, zullen de aandelen die nog niet omgezet zijn van rechtswege worden omgezet in gedematerialiseerde aandelen en ingeschreven worden op de effectenrekening door de zaakvoerder. Totdat de titularis zich kenbaar maakt en de inschrijving van deze aandelen op zijn naam bekomt, zullen de omgezette effecten worden ingeschreven op naam van de vennootschap. 5. De gedematerialiseerde aandelen zullen worden vertegenwoordigd door een inschrijving op de rekening op naam van hun titularis bij een erkende rekeninghouder of een vereffeningsinstelling. 6. De titularis van gedematerialiseerde aandelen kan, op elk ogenblik, er de omzetting van vragen, op zijn kosten, in aandelen op naam, en omgekeerd.” 7. Artikel 17 – Interne organisatie en hoedanigheid van de leden van de organen van de zaakvoerder : toevoeging op het einde van alinea 1 van dit artikel van de volgende tekst : “De effectieve leiding in de zin van artikel 38 van de wet van 20 juli 2004 moet worden toegekend aan minstens twee natuurlijke personen” en vervanging van alinea 2 van dit artikel door de volgende tekst : “De leden van de effectieve leiding in de hiervoor bedoelde zin alsook de leden van de beheersorganen en van het dagelijks bestuur van de zaakvoerder moeten de voorwaarden vervullen inzake betrouwbaarheid, deskundigheid, ervaring en autonomie zoals bepaald in artikel 38 van de wet van 20 juli 2004 en artikel 4, § 1, 4° van het koninklijk besluit van 10 april 1995 en mogen niet vallen onder de toepassing van de verbodsgevallen voorzien door artikel 39 van de wet van 20 juli 2004.” 8. Artikel 20 – Notulen : vervanging van de eerste zin van alinea 2 door de volgende tekst : “Deze notulen worden toegevoegd aan een bijzonder register.” 9. Artikel 21 – Vergoeding van de zaakvoerder : vervanging van dit artikel als volgt : “1. De zaakvoerder zal een vergoeding ontvangen, vastgesteld conform de modaliteiten die hierna worden gedefinieerd overeenkomstig artikel 19 van het Koninklijk Besluit van 10 april 1995. Hij zal bovendien recht hebben op de terugbetaling van de emolumenten en de kosten verbonden aan zijn opdracht, opgesomd in het prospectus waarvan sprake in artikel 21 van het koninklijk besluit van 10 april 1995. 2. De vergoeding van de zaakvoerder wordt elk jaar berekend in functie van het geconsolideerde resultaat voor de belastingen, aandeel van de groep, van het betrokken boekjaar, resulterend uit de rekeningen opgemaakt in overeenstemming met het referentiekader IFRS zoals aangenomen in de Europese Unie. Dit resultaat wordt als volgt aangepast voor de toepassing van dit artikel : (i) de meerwaarden of minderwaarden resulterend uit de evaluatie tegen de juiste waarde van de gebouwen van de vennootschap of van zijn filialen en van de andere onroerende goederen in de zin van het koninklijk besluit van 10 april 1995, worden uitgesloten uit het resultaat in de mate dat deze betrekking hebben op hetgeen de aankoopwaarde van deze elementen overschrijdt (latere investeringen inbegrepen); (ii) in geval van tegeldemaking van de gebouwen of van de andere onroerende goederen waarvan sprake sub (i) in de loop van het boekjaar, wordt het resultaat dat voortvloeit uit de tegeldemaking gecorrigeerd op een wijze dat de gerealiseerde meerwaarde of minderwaarde zal worden berekend door referentie aan de laagste waarde tussen de aankoopwaarde (latere investeringen inbegrepen) en de laatste juiste waarde van het tegeldegemaakte actief zoals boekhoudkundig weergegeven in de trimestriële rekeningen, zonder afbreuk te doen aan de toepassing van punt (i). De zaakvoerder neemt de nodige uitvoeringsmaatregelen ter berekening van deze vergoeding.

56189

3. Deze vergoeding is gelijk aan twee honderdsten (2/100en) van een referentiewinst corresponderend met, indien een winst wordt gerealiseerd, honderd achtennegentigste (100/98) van het resultaat waarvan sprake in alinea 2 na verrekening van deze vergoeding in het betrokken boekjaar, op een wijze dat na de verrekening van de vergoeding in de lasten van de vennootschap, de vergoeding verbonden aan het boekjaar twee komma nul vier procent (2,04 %) vertegenwoordigd van het voormelde resultaat. 4. De vergoeding is verschuldigd op 30 september van het betrokken boekjaar maar is slechts betaalbaar na de goedkeuring van de rekeningen van het boekjaar. 5. De berekening van de vergoeding is onderworpen aan de controle van de commissaris.” 10. Artikel 25 – Controle : vervanging in de tekst van punt 1 van dit artikel van de volgende woorden : “moet zijn” door het volgende woord : “is” en in de tekst van punt 3 van dit artikel van de volgende woorden : “Commissie voor bank- en financiewezen” door de volgende woorden : “Commissie voor bank, financie- en assurantiewezen”. 11. Artikel 29 – Toelating tot de vergadering : vervanging van alinea 3 van dit artikel door de volgende tekst : “De houders van aandelen op naam moeten, binnen dezelfde termijn, per schrijven (brief of volmacht) de zaakvoerder inlichten omtrent hun intentie om de vergadering bij te wonen en het aantal aandelen aanduiden waarvoor zij aan de stemming zullen deelnemen” en toevoeging, in dit artikel, van een nieuwe alinea 4 die als volgt is opgesteld : “De titularissen van gedematerialiseerde aandelen moeten, binnen dezelfde termijn, de neerlegging uitvoeren op de maatschappelijke zetel of bij de instellingen aangeduid in de bekendmakingen van de oproeping van een attest opgemaakt door de erkende rekeninghouder of de vereffeningsinstelling, die de onbeschikbaarheid van de gezegde aandelen vaststelt tot op de datum van de algemene vergadering.” 12. Artikel 36 – Maatschappelijke geschriften : toevoeging op het einde van tekst van alinea 3 van de volgende woorden : “, evenals de kosten opgesomd in een prospectus waarvan sprake in artikel 21 van het koninklijk besluit van 10 april 1995.” De Statutaire Zaakvoerder nodigt U uit om deze voorstellen van statutenwijzigingen goed te keuren. Titel D. Overgangsbepaling Voorstel, ten titel van overgangsbepaling voor de toepassing van artikel 21, § 2, van de statuten, zoals gewijzigd overeenkomstig punt C, 9, om voor het boekjaar dat wordt afgesloten op 30 september 2007, de volgende beslissing goed te keuren : “het aangepaste resultaat van het boekjaar dat wordt afgesloten op 30 september 2007 wordt, voor de toepassing van artikel 21, § 2 van de statuten, in één maal verhoogd met een bedrag van 80 % (tachtig procent) van de uitgiftekosten van de lening betreffende de structurering van het gesyndiceerd krediet dat in tweeduizend en zes door de vennootschap werd geïmplementeerd.” De Statutaire Zaakvoerder nodigt U uit om dit voorstel van overgangsbepaling goed te keuren. Titel E. Uitvoeringsmachten Voorstel om toe te kennen : - aan de Statutaire Zaakvoerder alle machten tot uitvoering van de genomen beslissingen met mogelijkheid tot indeplaatsstelling; - aan de notaris alle machten met het oog op de verzekering van de coördinatie van de statuten ingevolge de genomen beslissingen, en dit, zowel in het Frans als in het Nederlands. De Statutaire Zaakvoerder nodigt U uit om dit laatste voorstel goed te keuren. Er wordt gepreciseerd dat om te worden goedgekeurd, de voorstellen tot vernieuwing van het toegestane kapitaal, tot hernieuwing van de machtiging tot aankoop en vervreemding van eigen aandelen van de vennootschap en tot wijziging van de statuten de vertegenwoordiging vereisen van ten minste de helft van de bestaande aandelen (behoudens in geval van een tweede algemene vergadering in geval de eerste vergadering niet in getale zou geweest zijn, dewelke zal kunnen beraadslagen ongeacht het aantal vertegenwoordigde effecten), en een meerderheid van drie/vierden van de uitgebrachte stemmen op de vergadering.

56190


Indien het vereiste quorum niet zou bereikt zijn tijdens deze vergadering, zal een tweede buitengewone algemene vergadering worden bijeengeroepen op 17 december 2007 om 9 u.30 m., dewelke geldig zal beraadslagen over dezelfde dagorde, ongeacht het aantaal aanwezige of vertegenwoordigde effecten. Om te worden toegelaten op deze buitengewone algemene vergadering, moet elke houder van aandelen aan toonder, overeenkomstig artikel 29 van de statuten van de vennootschap, zijn effecten vijf (5) volle dagen voorafgaand aan de datum van de Vergadering neerleggen, hetzij op de maatschappelijke zetel, hetzij bij de loketten van de Dexia Bank, Fortis Bank of ING België. De eigenaars van aandelen op naam moeten, binnen dezelfde termijn, middels een schrijven de zaakvoerder inlichten omtrent hun voornemen om de buitengewone algemene vergadering bij te wonen en het aantal aandelen aanduiden voor dewelke zij zullen deelnemen aan de stemming. Elke aandeelhouder kan, op eenvoudig verzoek, op de maatschappelijke zetel van de vennootschap, kosteloos een kopie verkrijgen van het verslag waarvan sprake in titel A punt 1 hiervoor (tel : 02-679 38 60). De zaakvoerder van de vennootschap. (42389)

Befimmo NV

KBC Private Equity Fund Biotech (afgekort Biotech) Openbare Beleggingsvennootschap met vast kapitaal (Privak) naar Belgisch recht Havenlaan 2, 1080 Brussel Oproepingsberichten voor de buitengewone algemene vergadering De voorziene buitengewone algemene vergadering van 31 oktober 2007 heeft niet rechtsgeldig kunnen beraadslagen aangezien onvoldoende aandelen aanwezig of vertegenwoordigd waren, zodat het vereiste aanwezigheidsquorum niet behaald werd. De raad van bestuur heeft dan ook de eer de aandeelhouders op te roepen tot het bijwonen van een tweede buitengewone algemene vergadering met dezelfde dagorde, die zal plaatsvinden op 28 november 2007 in de gebouwen van KBC Bank NV, Havenlaan 2, te 1080 Brussel om 8 u. 35 m. Dagorde : 1. Voorstel aan de buitengewone algemene vergadering tot goedkeuring van de nieuwe statuten van de vennootschap ter vervanging van de huidige statuten onder opschortende voorwaarde van goedkeuring door de CBFA Toelichting : Deze nieuwe statuten kaderen in het zich conformeren van de privak aan de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder. Daarnaast worden tekstuele wijzigingen aangebracht die kaderen in het Wetboek van vennootschappen en de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. De volgende artikelen van de huidige statuten zullen bijgevolg wijzigen : 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 16, 18, 19, 20, 21, 24, 25, 26, 27 en 30. De integrale tekst van het voorstel van nieuwe statuten is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de vennootschap. Voorstel van besluit : Goedkeuring van de nieuwe statuten van de vennootschap ter vervanging van de huidige statuten onder opschortende voorwaarde van goedkeuring door de CBFA. 2. Coordinatie statuten onder opschortende voorwaarde van goedkeuring door de CBFA Voorstel aan de buitengewone algemene vergadering om de gecoördineerde statuten goed te keuren. Voorstel van besluit : Goedkeuring van de gecoördineerde statuten onder opschortende voorwaarde van goedkeuring door de CBFA.

3. Varia Over de punten op de dagorde wordt geldig beslist bij een drievierde meerderheid van de stemmen der aanwezige of vertegenwoordigde aandelen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde aandelen. Wanneer de aandelen eenzelfde waarde hebben, geven zij elk recht op één stem. Wanneer zij niet dezelfde waarde hebben, vertegenwoordigt elk, van rechtswege, een aantal stemmen evenredig aan het gedeelte van het kapitaal dat het vertegenwoordigt, waarbij het aandeel dat de zwakste quotiteit vertegenwoordigt voor één stem geteld wordt. Er wordt geen rekening gehouden met breuken van stemmen. De aandeelhouders die wensen deel te nemen aan deze buitengewone algemene vergadering of zich wensen te laten vertegenwoordigen, worden verzocht zich te richten naar de statutaire bepalingen ter zake. De neerlegging van de aandelen met het oog op het bijwonen van deze vergadering kan gebeuren tot en met 22 november 2007 in alle kantoren van KBC Bank NV, CBC Banque NV en Centea NV. (42390) De raad van bestuur.

KBC Business (afgekort Business), openbare bevek naar Belgisch recht, Havenlaan 2, 1080 Brussel Oproepingsberichten voor de buitengewone algemene vergadering De voorziene buitengewone algemene vergadering van 31 oktober 2007 heeft niet rechtsgeldig kunnen beraadslagen aangezien onvoldoende aandelen aanwezig of vertegenwoordigd waren, zodat het vereiste aanwezigheidsquorum niet behaald werd. De raad van bestuur heeft dan ook de eer de aandeelhouders op te roepen tot het bijwonen van een tweede buitengewone algemene vergadering met dezelfde dagorde, die zal plaatsvinden op 28 november 2007, in de gebouwen van KBC Bank NV, Havenlaan 2, te 1080 Brussel, om 8 u. 30 m. Dagorde : 1. Voorstel aan de buitengewone algemene vergadering tot goedkeuring van de nieuwe statuten van de vennootschap ter vervanging van de huidige statuten. Toelichting : Deze nieuwe statuten kaderen voornamelijk in het zich conformeren van de bevek aan de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder. De volgende artikelen van de huidige statuten zullen bijgevolg wijzigen : 6, 8, 19 en 24. De integrale tekst van het voorstel van nieuwe statuten is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de vennootschap. Voorstel van besluit : Goedkeuring van de nieuwe statuten van de vennootschap ter vervanging van de huidige statuten. 2. Coördinatie statuten Voorstel aan de buitengewone algemene vergadering om de gecoördineerde statuten goed te keuren. Voorstel van besluit : Goedkeuring van de gecoördineerde statuten. 3. Varia Over de punten op de dagorde wordt geldig beslist bij een 3⁄4 meerderheid van de stemmen der aanwezige of vertegenwoordigde aandelen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde aandelen. Wanneer de aandelen eenzelfde waarde hebben, geven zij elk recht op één stem. Wanneer zij niet dezelfde waarde hebben, vertegenwoordigt elk, van rechtswege, een aantal stemmen evenredig aan het gedeelte van het kapitaal dat het vertegenwoordigt, waarbij het aandeel dat de zwakste quotiteit vertegenwoordigt voor één stem geteld wordt. Er wordt geen rekening gehouden met breuken van stemmen. De aandeelhouders die wensen deel te nemen aan deze buitengewone algemene vergadering of zich wensen te laten vertegenwoordigen, worden verzocht zich te richten naar de statutaire bepalingen ter zake. De neerlegging van de aandelen met het oog op het bijwonen van deze vergadering kan gebeuren tot en met 22 november 2007 in alle kantoren van KBC Bank NV, CBC Banque NV en Centea NV. (42391) De raad van bestuur.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Legerstock Teunissen, naamloze vennootschap, Thomas Watsonlaan 34, 3930 Hamont-Achel

Fonderies de Chênée, les Fils et Petits Fils de A. KETIN, société anonyme, rue des Grands Prés 240, 4032 CHENEE

Ondernemingsnummer 0453.873.688

Numéro d’entreprise 0402.454.186

Bijzondere algemene vergadering op de zetel, op 19 november 2007. Agenda : ontslag en benoeming bestuurders. (PC-1-7-10913)

56191

(42589)

Assemblée ordinaire, rue E. Solvay 372, à Liège (Sclessin), le 20/11/2007, à 11 heures. Ordre du jour : Rapport du liquidateur. Approbation comptes annuels. Affectation résultats. Nomination d’un commissaire. SCPRL THISSEN, KOHEN & Co, Lascheter Weg 30, à 4700 EUPEN, représentée par M. THISSEN, à 4760 BULLANGE. Divers. (AOPC-1-7-10827/31.10) (42594)

Ridec Consult, commanditaire vennootschap op aandelen, Kasteeldreef 49, 8020 Hertsberge

FONDERIES J. MARICHAL KETIN et Cie, société anonyme, rue Verte-Voie 39, 4000 Liège (Sclessin)

Ondernemingsnummer 0444.616.326 — RPR Brugge

Numéro d’entreprise 0403.965.705 Oproeping tot de buitengewone algemene vergadering, op 20 november 2007, om 11 uur, op het kantoor van notaris J.F. Agneessens, te 9810 Nazareth, Groendreef 2. Agenda : 1. a. Doelwijziging bijzonder verslag van de zaakvoerders motiverende de voorgestelde wijziging, met staat inhoudend de balanstoestand afgesloten op 30 september 2007. 1. b. Wijziging maatschappelijk doel (artikel 3) naar burgerlijk doel (patrimoniumvennootschap). 2. Vaststelling wijziging rechtsvorm in burgerlijke vennootschap onder de vorm van een commanditaire vennootschap op aandelen (artikel 1). 3. Coördinatie der statuten. (42590)

Carimo, société anonyme, rue de Lauwe 40, 7700 MOUSCRON Numéro d’entreprise 0450.049.910

Assemblée ordinaire au siège social le 16/11/2007, à 18 heures. Ordre du jour : Rapport du C.A. Approbation comptes annuels. Affectation résultats. Décharge administrateurs. Divers. (AOPC1710859/31.10)

(42591)

Ordre du jour : 1. Rapport de gestion du conseil d’administration. 2. Rapport de contrôle du commissaire. 3. Examen et approbation des comptes annuels de l’exercice social 2006-2007 clos le 30 juin 2007. 4. Affectation du résultat. 5. Décharge aux membres du conseil d’administration et au Commissaire. 6. Renouvellement du mandat du commissaire. 7. Renouvellement de mandat d’Administrateur. 8. Divers. Pour assister à cette assemblée, MM. les actionnaires sont priés, conformément à l’article 25 des statuts, de déposer leurs titres au porter ou leurs certificats nominatifs, cinq jours francs avant la date fixée pour l’assemblée, au siège social ou chez Foris Banque, à Liège. Le conseil d’administration. (AOPC-1-7-10801/31.10) (42595)

H. LEMENU, naamloze vennootschap, Meenseweg 124, 8900 IEPER Ondernemingsnummer 0405.495.038 — RPR Ieper Algemene vergadering op de zetel op 21/11/2007, om 11 uur. Agenda : 1. Verslag raad van bestuur. 2. Goedkeuring jaarrekening. 3. Bestemming resultaat. 4. Kwijting bestuurders. 5. Varia. Aandelen te deponeren op de zetel conform de statuten. (AOPC-1-7-/0638/31.10) (42596)

ETABLISSEMENTS ALLAERT, société anonyme, rue du Compas 63, 1070 ANDERLECHT Numéro d’entreprise 0418.880.840

Assemblée ordinaire au siège social le 20/11/2007, à 11 heures. Ordre du jour : Rapport du C.A.. Approbation comptes annuels. Affectation résultats. Décharge administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-10701/31.10)

Messieurs les actionnaires sont priés d’assister à l’assemblée générale ordinaire, qui se tiendra le 20 novembre 2007, à 10 heures, rue verte Voie 39, à 4000 Liège (Sclessin).

(42592)

ETABLISSEMENTS ANDRE HEUTEN, naamloze vennootschap, Temselaan 12, 1853 Grimbergen (Strombeek-Bever)

IMOFRA, société anonyme, avenue de l’Europe 43, 1330 RIXENSART Numéro d’entreprise 0443.705.516 Assemblée ordinaire au siège social le 21/11/2007, à 16 heures. Ordre du jour : Rapport du C.A.. Approbation comptes annuels. Affectation résultats. Décharge administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-10120/31.10) (42597)

Ondernemingsnummer 0413.079.448 NIBEMA, naamloze vennootschap, Berlaarsesteenweg 32, 2500 LIER

BERICHT VAN BETALING VAN DIVIDEND Er wordt aan de aandeelhouders meegedeeld dat een bruto-dividend van S 13,33 (netto : S 10,00) voor iedere aandeel door de jaarvergadering van 25 mei 2007 uitgekeerd werd. Dit dividend zal aan het loket van de Fortis Bank, Agentschap LakenHeizel, Houba de Strooperlaan 104, 1020 Brussel, vanaf 8 november 2007 worden betaald, tegen afgifte van coupon nr. 1. De raad van bestuur. (AZPC-1-7-10909/31.10)

(42593)

Ondernemingsnummer 0457.438.241 Algemene vergadering en bijzondere algemene vergadering op de zetel op 15/11/2007, om 14 uur. Agenda : Goedkeuring van de laattijdige algemene vergadering en bijzonder algemene vergadering. Verslag en bijzonder verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Voortzetting van activiteiten ingevolge art. 663 en 634. Kwijting aan bestuurder. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AXPC-1-7-10893/31.10)

(42598)

56192

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD OOSTROWOOD IMPEX, naamloze vennootschap, Filliersdreef 20-24, 9800 DEINZE Ondernemingsnummer 0406.837.301 — RPR Gent

Uitnodiging tot de algemene vergadering van 16 november 2007 over de jaarrekening per 30 juni 2007 (boekjaar 01/7/2009-30/6/2007)

Société mobilière et immobilière tournaisienne, en abrégé : S.M.I.T. TOURNAISIENNE, société anonyme, rue Léopold Ier 148, 1020 Bruxelles Numéro d’entreprise 0402.507.339 Assemblée ordinaire au siège social le 20/11/2007, à 11 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-10788/31.10) (42603)

Geacht aandeelhouder, Wij delen u mee dat de algemene vergadering van aandeelhouders van onze vennootschap zal plaatsvinden op 16 november 2007, om 10 uur, op de maatschappelijke zetel te Deinze. Overeenkomstig de statuten dient elke aandeelhouder die de algemene vergadering wenst bij te wonen de vennootschap schriftelijk te verwittigen minstens vijf volle dagen vóór de datum van de vergadering.

Société herstalienne pour la Finance, l’Industrie et le Commerce, en abrégé : ″HER-FIC″, société anonyme, en liquidation, boulevard Emile de Laveleye 191, 4020 Liège-2

Agenda :

Numéro d’entreprise 0404.394.780

Aangezien artikel 633 van het Wetboek van vennootschappen van toepassing is op de jaarvergadering per 30 juni 2007 wordt er voorgesteld, om de vergadering te houden op 16 november 2007 met de volgende agenda te laten beginnen : 1. Bespreking en goedkeuring van het verslag van de raad van bestuur dd. 15 oktober 2007. 2. Goedkeuring van de jaarrekening per 30 juni 2007. 3. Bestemming van het resultaat. 4. Kwijting aan de bestuurders. 5. Statutaire benoemingen. 6. Diversen. Om aan de algemene vergadering te kunnen deelnemen worden de aandeelhouders verzocht de voorschriften van art. 24 van de statuten in acht te nemen. (AOPC-1-7-10908/31.10) (42599) PATRIEMMO, société anonyme, rue du Carne 89, 7742 HERINNES Numéro d’entreprise 0436.378.947 Assemblée ordinaire au siège social le 17/11/2007, à 11 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-01651/31.10) (42600)

PEGRAN, naamloze vennootschap, Heirweg 8, 8520 KUURNE Ondernemingsnummer 0464.740.658 Algemene vergadering op de zetel op 21/11/2007, om 18 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. (Her)Benoemingen. Rondvraag. Om toegelaten te worden tot de algemene vergadering dienen de aandeelhouders de aandelen neer te leggen op de maatschappelijke zetel minstens vijf dagen vóór de dag van de algemene vergadering. (AOPC-1-7-10784/31.10) (42601)

SIGNUS, naamloze vennootschap, Entrepotkaai 6/22, 2000 ANTWERPEN Ondernemingsnummer 0426.693.892 Algemene vergadering op de zetel op 20/11/2007, om 11 uur. Agenda : Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Divers. (AOPC-1-7-10399/31.10) (42602)

Maître Michel Mersch, avocat, liquidateur unique de la société, a l’honneur de convoquer les actionnaires de HER-FIC, à l’assemblée générale annuelle qui se tiendra le vendredi 16 novembre 2007, à 9 h 30 au, siège social (bâtiment AGORIA), avec l’ordre du jour suivant : 1. Soumission, à l’assemblée générale par M. Michel Mersch, des comptes annuels de la société, clôturés au 31 décembre 2006, avec indication des causes qui ont empêché la liquidation d’être terminée. 2. Décharge au premier liquidateur Maître Etienne Chartier (décéde) et fixation du solde d’honoraires revenant, à la succession. Pour pouvoir être admis à cette assemblée, les actionnaires sont priés de se conformer aux art 36 et 37 actuels des statuts sociaux. Les dépôts des titres au porteur pour assister, à l’assemblée peuvent se faire jusqu’au 13 novembre 2007 inclus aux guichets et agences de la Banque ING. (AOPC-1-7-10860/31.10) (42604)

VANBOCKRIJCK, naamloze vennootschap, Industrieweg 10, 3840 BORGLOON Ondernemingsnummer 0430.637.537 Jaarvergadering op de zetel op 20/11/2007, om 14 uur. Agenda : 1. Jaarverslag. 2. Bespreking en goedkeuring van de jaarrekening. 3. Kwijting bestuurders. 4. Eventueel ontslag, benoeming en vergoeding bestuurders. 5. Varia. Zich schikken naar de statuten. De raad van bestuur. (AOPC-1-7-10035/31.10) (42605)

TRI-AC naamloze vennootschap, Kachtemstraat 152, 8870 IZEGEM RPR Kortrijk 0476.184.777 De aandeelhouders van TRI-AC, naamloze vennootschap, worden verzocht de buitengewone algemene vergadering bij te wonen, die zal gehouden worden op 20 november 2007, om 14 uur, op het kantoor van notaris Luc Sagon, te Izegem, Gentsestraat 36. De agenda voor de buitengewone algemene vergadering wordt als volgt samengesteld : 1. Wijziging van de naam van de vennootschap van “TRI-AC” in “SVV” en dienovereenkomstige aanpassing van artikel één van de statuten. 2. Machtiging tot coördinatie van de statuten. 3. Benoeming en herbenoeming van de bestuurders. (AXPC-1-7-10895/31.10)

(42606)

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD VANREUSEL’S SNACKS, naamloze vennootschap, Lozenweg 30, 3930 HAMONT Ondernemingsnummer 0416.451.682 Algemene vergadering op de zetel op 20/11/2007, om 15 uur. Agenda : Lezing jaarverslag raad van bestuur. Lezing commissarisverslag. Goedkeuring jaarrekening. Kwijting aan bestuurders. Kwijting aan commissaris. Kwijting aan externe accountant. Herbenoeming commissaris. Rondvraag. (AOPC-1-7-10240/31.10) (42607)

ABC Karnaval, naamloze vennootschap, Moeskroenstraat 170, 8930 Menen 0458.549.385 RPR Kortrijk Jaarvergadering op 24/11/2007 om 10 uur op de zetel. agenda : 1. Jaarverslag - 2. Goedkeuring jaarrekening afgesloten 30/06/2007 3. Bestemming van het resultaat - 4. Kwijting aan de bestuurders 5. Allerlei Zich schikken naar de statuten. (42554)

Andre Celis Containers & Recyclage, naamloze vennootschap, Staatsbaan 119, 3210 Lubbeek 0448.928.668 RPR Leuven Jaarvergadering op 25/11/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Diversen. (42555)

Auto’s & Quads Lambrichts, naamloze vennootschap, Kolmen 1120 Groenmolenstraat 24, 3570 Alken 0474.241.710 RPR Tongeren Jaarvergadering op 26/11/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : 1. Verslag Raad van Bestuur. 2. Goedkeuring jaarrekening per 30/06/2007 - Bestemming resultaat. 3. Décharge, ontslag en benoeming bestuurders. 4. Varia. Zich richten naar de statuten. (42556)

Beheyt, naamloze vennootschap, Bloemistenstraat 6, 8500 Kortrijk 0405.315.587 RPR Kortrijk Jaarvergadering op 27/11/2007 om 14 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. (Her)benoeming. Kwijting bestuurders. Varia. (42557)

Braecke Trading Company, naamloze vennootschap, Tieltsteenweg 29, 8780 Oostrozebeke 0446.214.054 RPR Kortrijk Jaarvergadering op 24/11/2007 om 10 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Varia. (42558)

Brantano, naamloze vennootschap, Kwadelapstraat 2, 9320 Aalst 0432.980.383 RPR Dendermonde U wordt vriendelijk uitgenodigd de buitengewone algemene vergadering van onze vennootschap bij te wonen, die zal doorgaan op 26/11/07 om 10 uur, op de zetel van de vennootschap, ten overstaan van notaris Frederic Caudron, met de volgende agenda :

56193

1.1. Artikel 6bis : Toegestaan kapitaal 1. Voorstel tot vervanging van het artikel 6bis als volgt : ″A. De raad van bestuur is bevoegd om gedurende een periode van vijf jaar, te rekenen van de bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de akte van statutenwijziging van 26/11/07, het geplaatst kapitaal in één of meerdere malen te verhogen met een maximaal bedrag van 3.895.264,12 EUR. Deze bevoegdheid van de raad van bestuur kan worden hernieuwd. Deze bevoegdheid geldt zowel voor kapitaalsverhogingen waarop in geld moet worden ingeschreven als voor kapitaalverhogingen waarop in natura wordt ingeschreven. Deze bevoegdheid van de raad van bestuur geldt tevens voor kapitaalverhogingen door omzetting van reserves. Bij elke hernieuwing van de machtiging legt de raad van bestuur aan de algemene vergadering een met redenen omkleed verslag voor, waarin hij aanwijst in welke omstandigheden hij kan gebruik maken van het toegestaan kapitaal en welke doeleinden hij daarbij mag nastreven De raad van bestuur is, in het kader van het toegestaan kapitaal, bevoegd om in het belang van de vennootschap en mits eerbiediging van de voorwaarden bepaald in artikel 596 van het Wetboek van vennootschappen het voorkeurrecht dat de wet aan de aandeelhouders toekent, op te heffen of te beperken. De raad van bestuur is bevoegd het voorkeurrecht te beperken of op te heffen ten gunste van een of meer bepaalde personen, zelfs indien deze geen personeelsleden zijn van de vennootschap of haar dochtervennootschappen. Ter gelegenheid van de verhoging van het geplaatst kapitaal, verwezenlijkt binnen de grenzen van het toegestaan kapitaal, heeft de raad van bestuur de bevoegdheid een uitgiftepremie te vragen. Indien de raad van bestuur daartoe besluit, dient deze uitgiftepremie op een onbeschikbare reserverekening te worden geboekt die slechts kan worden verminderd of weggeboekt bij een besluit van de algemene vergadering genomen op de wijze die vereist is voor de wijziging van de statuten. B. Onder dezelfde voorwaarden als opgenomen in paragraaf A van dit artikel is de raad van bestuur daarenboven gemachtigd om converteerbare obligaties of warrants uit te geven, binnen de grenzen aangegeven door het Wetboek van vennootschappen. C. De raad van bestuur is, overeenkomstig artikel 607 van het Wetboek van vennootschappen, voor een periode van drie jaar te rekenen vanaf 26/11/07, gemachtigd om ook na de datum van de ontvangst van de mededeling van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen aan de vennootschap dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod op haar effecten , binnen de grenzen van de bestaande in paragrafen A en B van dit artikel opgenomen machtiging, tot kapitaalverhogingen over te gaan onder de voorwaarden en binnen de grenzen van het Wetboek van vennootschappen. D. De raad van bestuur heeft de bevoegdheid om de statuten van de vennootschap te wijzigen in overeenstemming met de kapitaalverhoging die binnen de grenzen van zijn bevoegdheid, zoals bepaald in de paragrafen A, B en C van dit artikel, werd beslist.″ 2. Bijzonder verslag : Bijzonder verslag van de raad van bestuur over het gebruik en de doeleinden van het toegestaan kapitaal opgesteld overeenkomstig artikel 604 Wetboek van vennootschappen. 1.2. Artikel 7 : Opvraging van storting Voorstel tot wijziging van de eerste drie paragrafen van artikel 7 als volgt : ″De raad van bestuur besluit soeverein over de opvraging van bijkomende stortingen op niet-volgestorte aandelen. Hij informeert de aandeelhouders over een besluit tot volstorting overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen in verband met de bijeenroeping van een algemene vergadering. De minimumtermijn voor stortingen zal niet minder dan dertig dagen bedragen, te rekenen vanaf de datum van de publicatie van de opvraging in de kranten of vanaf de datum van het aangetekend schrijven aan de houders van aandelen, indien deze later valt. Indien een aandeelhouder de opgevraagde storting op zijn aandelen niet heeft verricht binnen de door de raad van bestuur bepaalde termijn, wordt de uitoefening van de stemrechten verbonden aan de betrokken aandelen van rechtswege geschorst zolang deze storting niet is verricht. Bovendien zal de aandeelhouder van rechtswege aan de vennootschap een nalatigheidsinterest verschuldigd zijn gelijk aan de wettelijke interest vermeerderd met twee procent, onverminderd het recht van de vennootschap bijkomende schadevergoeding te vorderen indien zij meerdere schade kan bewijzen.″ 1.3. Artikel 8 : Kennisgeving van overdrachten Voorstel tot vervanging van artikel 8 als volgt : ″Voor de toepassing van de wettelijke verplichting tot kennisgeving aan de vennootschap en aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van het aantal en van het percentage van de bestaande stemrechten die een aandeelhouder in de vennootschap houdt, wordt de kleinste drempel gebracht op drie percent (3 %) van het totaal van de bestaande stemrechten en gelden vervolgens de wettelijke drempel van vijf percent (5 %), de drempel van zeven en een half percent (7,5 %), en elk veelvoud van vijf percent (5 %).″ 1.4. Artikel 9 : Aard van de aandelen Voorstel tot vervanging van artikel 9 als volgt : ″De aandelen zijn aan toonder, op naam of

56194


gedematerialiseerd, naar keuze van de aandeelhouder, met dien verstande dat de vennootschap vanaf 1 januari 2008 geen nieuwe aandelen aan toonder meer kan uitgeven. Vanaf 1 januari 2014 zijn alle aandelen op naam of gedematerialiseerd, naar keuze van de aandeelhouder. Binnen de termijnen opgelegd door de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van effecten aan toonder kunnen de aandeelhouders op hun kosten schriftelijk de omzetting vragen van aandelen aan toonder in aandelen op naam of in gedematerialiseerde aandelen. De aandeelhouders kunnen tevens op elk ogenblik schriftelijk de omzetting vragen van aandelen op naam in gedematerialiseerde aandelen of omgekeerd. Conform de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van effecten aan toonder zullen de aandelen aan toonder die op 1 januari 2014 nog niet automatisch werden omgezet in gedematerialiseerde aandelen of waarvan op die datum nog geen omzetting in gedematerialiseerde aandelen of in aandelen op naam werd gevraagd, automatisch worden omgezet in gedematerialiseerde aandelen. Deze aandelen zullen op een effectenrekening op naam van de vennootschap worden geboekt, zonder dat de vennootschap hierdoor de hoedanigheid van eigenaar verwerft. De uitoefening van de rechten die verbonden zijn aan deze aandelen wordt geschorst totdat de aandeelhouder alsnog de omzetting vraagt en de aandelen op zijn naam worden ingeschreven in het register van aandelen op naam of op een effectenrekening gehouden door de vennootschap, een erkend rekeninghouder of een vereffeningsinstelling. Een gedematerialiseerd aandeel wordt vertegenwoordigd door een boeking op rekening, op naam van de eigenaar of de houder, bij een erkende rekeninghouder of bij een vereffeningsinstelling en wordt overgedragen door overschrijving van rekening op rekening. Het aantal van de op elk ogenblik in omloop zijnde gedematerialiseerde aandelen, wordt in het register van aandelen op naam ingeschreven op naam van de vereffeningsinstelling.″ 1.5. Artikel 12 : Verwerving door de vennootschap van en beschikking over eigen aandelen Voorstel tot vervanging van artikel 12 als volgt : ″De algemene vergadering kan beslissen dat de vennootschap haar eigen aandelen kan verwerven of hierover kan beschikken in overeenstemming met artikel 620 en volgende van het Wetboek van vennootschappen. De algemene vergadering kan de raad van bestuur van de vennootschap machtigen om, met inachtneming van de door de wet bepaalde voorwaarden, ten hoogste tien procent van de aandelen van de vennootschap te verkrijgen door middel van aankoop of anderszins, tegen een prijs per aandeel die gelijk is aan de beurskoers van het aandeel op het ogenblik van de verkrijging. De raad van bestuur van de vennootschap is gemachtigd om, voor een onbepaalde periode en zonder voorafgaande toestemming van de algemene vergadering, de eigen aandelen van de vennootschap te vervreemden door verkoop op een gereglementeerde markt of op elke andere wijze aan enige andere persoon, in overeenstemming met het belang van de vennootschap, tegen een prijs per aandeel die gelijk aan de beurskoers op het ogenblik van de vervreemding. Gedurende een periode van drie jaar vanaf de bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de wijziging van de statuten van de vennootschap door de Buitengewone Algemene Vergadering van 26/11/07, is de raad van bestuur gemachtigd om, ter voorkoming van een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap, zonder machtiging van de algemene vergadering, eigen aandelen van de vennootschap bij wijze van openbaar aankoopbod dan wel op de beurs te kopen, en de eigen aandelen die de vennootschap aanhoudt te verkopen.″ 1.6. Artikel 13 : Obligaties Voorstel tot weglating van de woorden ″aan toonder″ en van de zin ″De obligaties aan toonder zijn rechtsgeldig indien ondertekend door ten minste twee bestuurders; de handtekeningen mogen door naamstempels worden vervangen.″ 1.7. Artikel 18 : Beraadslaging Voorstel tot toevoeging in de derde paragraaf van de zin ″Geen enkele bestuurder kan meer dan één andere bestuurder vertegenwoordigen.″ 1.8. Artikel 33 : Aantal stemmen [0096] uitoefening van het stemrecht Voorstel tot wijziging van de derde zin als volgt : ″Meerdere aandeelhouders waarvan de effecten samengevoegd worden, kunnen samen evenmin aan de stemming op de algemene vergadering deelnemen voor meer dan veertig procent (40 %) van het aantal stemmen verbonden aan het geheel van de door de vennootschap uitgegeven aandelen. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder effecten die worden samengevoegd : 1. de effecten in het bezit van, verworven of overgedragen door : a) een derde die in eigen naam maar voor rekening van de aandeelhouder optreedt; b) een met de aandeelhouder verbonden natuurlijke of rechtspersoon; c) een derde die optreedt in eigen naam maar voor rekening van een met de aandeelhouder verbonden natuurlijke of rechtspersoon. 2. Effecten in bezit van, verworven of overgedragen door personen die gezamenlijk optreden voor de verwerving of de overdracht van effecten waaraan ten minste vijf percent (5 %) van de stemrechten is verbonden.″ 1.9. Artikel 42 : Vereffening Voorstel tot aanpassing van het artikel als volgt : ″Ingeval

van ontbinding van de vennootschap, om welke reden of op welk tijdstip ook, geschiedt de vereffening door vereffenaars benoemd door de algemene vergadering overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen, en bij gebreke van dergelijke benoeming, geschiedt de vereffening door de raad van bestuur handelend in hoedanigheid van vereffeningscollege. Behoudens andersluidend besluit treden de vereffenaars gezamenlijk op. Te dien einde beschikken de vereffenaars over alle machten genoemd in de artikelen 186 en volgende van het Wetboek van vennootschappen, behoudens beperkingen opgelegd door de algemene vergadering. De algemene vergadering bepaalt de vergoeding van de vereffenaars.″ 1.10. Artikel 45 : Wettelijke bepalingen opgenomen in deze statuten Voorstel tot vervanging van het artikel als volgt : ″Artikel 45 : Verwijzing Voor al wat niet wordt geregeld in deze statuten wordt verwezen naar het Wetboek van vennootschappen, zonder dat de verwijzing naar een artikel uit het Wetboek van vennootschappen aan dit artikel het karakter van een statutaire bepaling toekent.″ 1.11. Voorstel tot toevoeging van een nieuw artikel : ″TITEL VIII : OVERGANGSBEPALINGEN ARTIKEL 46 - OVERGANGSBEPALING IN HET KADER VAN DE AFSCHAFFING VAN EFFECTEN AAN TOONDER : AUTOMATISCHE OMZETTING VAN BEPAALDE AANDELEN IN GEDEMATERIALISEERDE AANDELEN Met ingang van 1 januari 2008 zullen alle aandelen aan toonder die zich op een effectenrekening bevinden automatisch worden omgezet in gedematerialiseerde aandelen. Alle verwijzingen naar gedematerialiseerde aandelen in de statuten hebben slechts uitwerking vanaf 1 januari 2008.″ 1.12.1. Voorstel om de statuten van de vennootschap in overeenstemming te brengen met de hierboven vermelde voorstellen en de vennootschaps- en financiële wetgeving, ze taalkundig te verduidelijken en aan te vullen, zonder inhoudelijke wijziging. Een gecoördineerde versie van de statuten van de Vennootschap zoals die zouden luiden na aanvaarding van de hierboven weergegeven voorstellen, kan worden geraadpleegd op de website van de Vennootschap www.brantano.be/bav 2. BENOEMING BESTUURDERS Voorstel om met ingang van 26/11/07 de volgende personen tot bestuurder van de vennootschap te benoemen, op voordracht van Brafin SAK, overeenkomstig artikel 14 van de statuten, tot na de jaarvergadering in 2009 : - De naamloze vennootschap FIDIGO, met zetel te 9250 Waasmunster, Oudeheerweg-Heide 77, ondernemingsnummer 0423.115.483, vertegenwoordigd door de heer Dirk R. Goeminne, vaste vertegenwoordiger, wonende te 9250 Waasmunster, Oudeheerweg-Heide 77, - De BVBA COMACO, met zetel te 9550 Steenhuize-Wijnhuize, Holmanstraat 2, ondernemingsnummer 879.204.733, vertegenwoordigd door de heer Jürgen De Vuyst, wonende te 9550 Steenhuize-Wijnhuize, Holmanstraat 2, Voorstel tot bekrachtiging van de benoeming door de raad van bestuur op haar zitting van 17 juli 2007 van de BVBA IVCO, met zetel te 1701 Itterbeek, Vlazendaallaan 22, vast vertegenwoordigd door de heer Michiel Deturck, tot bestuurder van de vennootschap ter vervanging van de bestuurder Fortis Private Equity Belgium naamloze vennootschap die ontslag nam op 27 juni 2007. De BVBA IVCO zal de opdracht van FORTIS PRIVATE EQUITY BELGIUM, naamloze vennootschap, beëindigen, dit is tot na de jaarvergadering in 2009. Overeenkomstig artikel 29 van de statuten moeten de eigenaars van aandelen op naam minstens drie werkdagen voor de vergadering aan de raad van bestuur hun inzicht te kennen geven de algemene vergadering bij te wonen. De eigenaars van aandelen aan toonder moeten binnen dezelfde termijn hun aandelen neerleggen aan de loketten van Fortis, KBC en Petercam. Zij worden tot de algemene vergadering toegelaten op voorlegging van een attest waaruit blijkt dat de effecten werden neergelegd. De eigenaars van gedematerialiseerde aandelen moeten, binnen dezelfde termijn, bij de voornoemde instellingen, een hetzij door de erkende rekeninghouder of door de vereffeningsinstelling opgesteld attest neerleggen waarbij de onbeschikbaarheid van deze aandelen tot de algemene vergadering wordt vastgesteld. (zie : www.brantano.be/bav) (42559)


CBV Holding, naamloze vennootschap, Nieuwe Baan 9, 9160 Eksaarde 0476.504.679 RPR Dendermonde

Jaarvergadering op 23/11/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 30/06/2007. Bestemming resultaat. (Her)benoeming. Kwijting bestuurders. Divers. (42560)

56195

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD De Rots, naamloze vennootschap, Leuvensebaan 47, 3110 Rotselaar RPR Leuven 0429.439.586 Jaarvergadering op 24/11/2007 om 16 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 30/06/2007. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Herbenoemingen / ontslag bestuurders. Varia. Zich gedragen naar de statuten. (42561)

gedurende een periode van minstens één volledig kalenderjaar; 2° Toekenning van deze vier winstbewijzen; 3° Wijziging van de statuten door inlassing van een bijkomend artikel 5-ter in de statuten; 4° Volmachten voor de raad van bestuur met het oog op de uitvoering der besluiten en voor de coördinatie van de statuten; De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar artikel 29 der statuten. De neerlegging der aandelen kan gebeuren op de zetel. (42567)

Halfin Marketing, société anonyme, Drève des Rhododendrons 10, 1170 Bruxelles

Demalis, naamloze vennootschap, Roterijstraat 245, 8793 Sint-Eloois-Vijve

RPM Bruxelles 0426.873.244

0434.193.774 RPR Kortrijk Jaarvergadering op 24/11/2007 om 11 u. op de zetel. Agenda : Bespreking en goedkeuring jaarrekening per 30/06/2007. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. (42562)

Assemblée générale ordinaire au siège social le 27/11/2007 à 14 heures. Ordre du jour : Approbation comptes annuels au 30/06/2007. Décharge au mandataire. Nomination des administrateurs. Divers. (42568)

E.R.C., naamloze vennootschap, Hortweidenweg 26A, 3520 Zonhoven

Immo 76, naamloze vennootschap,

0476.562.285 RPR Hasselt

Zeveneke 8, 8000 Brugge

Jaarvergadering op 23/11/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Kwijting bestuurders. (42563)

Fenix Jeans, naamloze vennootschap, Ingelmunstersteenweg 209, 8780 Oostrozebeke 0422.269.902 RPR Kortrijk Jaarvergadering op 24/11/2007 om 09 u. op de zetel. Agenda : Bespreking en goedkeuring jaarrekening per 30/06/2007. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Rondvraag. Zich richten naar de statuten. (42564)

0436.304.119 RPR Brugge

De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de jaarvergadering die zal gehouden worden op de zetel van de vennootschap op 27 november 2007 om 14 uur. Agenda : Bespreking en goedkeuring van de jaarrekening afgesloten per 30 juni 2007. Kwijting. (42569)


Immo P & C, naamloze vennootschap, Industrieweg 15, 3583 Paal 0445.866.834 RPR Hasselt

Galerie Inter-Home Kessenich, naamloze vennootschap, weg naar As 19, bus 16, 3600 Genk 0454.752.331 RPR Tongeren Jaarvergadering op 24/11/2007 om 10.30 u. op de zetel. Agenda : 1. Verslag raad van bestuur. 2. Goedkeuring jaarrekening per 30/06/2007. 3. Bestemming resultaat. 4. Kwijting bestuurders. (42565)

Jaarvergadering op 26/11/2007 om 11 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Diversen. (42570)

Invest Vermeiren, naamloze vennootschap, Borrekent 76, 9450 Denderhoutem

Group-C, naamloze vennootschap, Wahisstraat 216, 8930 Menen 0452.756.606 RPR Kortrijk Jaarvergadering op 24/11/2007 om 14 uur op de zetel. agenda : 1. jaarverslag. 2. Goedkeuring der jaarrekening afgesloten 30/06/2007. 3. Bestemming van het resultaat. 4. Kwijting aan de bestuurders. 5. Allerlei. Zich schikken naar de statuten (42566)

Guina, naamloze vennootschap, Leuvensesteenweg 194, 1830 Machelen RPR Brussel 0406.455.437

0444.593.263 RPR Dendermonde

Jaarvergadering op 23/11/2007 om 19 u. op de zetel. Agenda : 1. Voorlezing verslag raad van bestuur. 2. Kennisname balans en resultatenrekening. 3. Goedkeuring jaarrekening. 4. Goedkeuring resultaatbestemming. 5. Benoeming, ontslag en hernieuwing mandaten. 6. Vaststellen bezoldiging bestuurders. 7. Kwijting bestuurders. 8. Allerlei. (42571)

L.I.M., naamloze vennootschap, Driesstraat 6, 9860 Balegem 0474.794.115 RPR Gent

De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de buitengewone algemene vergadering voor maandag 26 november 2007, om 11 uur, ter studie van Notaris Koen De Puydt, te Asse, Markt 7. Dagorde : 1° Beslissing tot uitgifte van vier winstbewijzen rechtgevende op elk vijf procent (5 %) van de jaarlijkse nettowinst van de vennootschap, voor een duurtijd van vijf jaar, in ruil van inbreng in nijverheid

Jaarvergadering op 24/11/2007 om 16 u. op de zetel. Agenda : 1. Lezing jaarverslag. 2. Bespreking jaarrekening afgesloten op 30 juni 2007. 3. Goedkeuring jaarrekening. 4. Kwijting bestuurders. 5. Bezoldigingen. 6. Herbenoemingen. (42572)

56196

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD M. Ryckaert, naamloze vennootschap, Slachthuisstraat 20, 9900 Eeklo 0424.826.643 RPR Gent

Jaarvergadering op 24/11/2007 om 16 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 30/06/2007. Bestemming resultaat. (Her)benoeming. Kwijting bestuurders. Varia. (42573)

M.D.M., naamloze vennootschap, Sint Katriensteenweg 91, 8520 Kuurne

Odit, naamloze vennootschap, Maanstraat 11, 2800 Mechelen 0429.990.607 RPR Mechelen

De aandeelhouders worden verzocht de algemene vergadering bij te wonen te 2800 Mechelen, Maanstraat 11, op 23 november 2007 om 11 uur, met volgende agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening afgesloten op 30/06/2007. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Diversen. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (42580)

0443.814.887 RPR Kortrijk Primesite, naamloze vennootschap, Jaarvergadering op 24/11/2007 om 9 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 30/06/2007. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Varia. (42574)

Mazalimo, naamloze vennootschap, Quinten Matsijslei 45, 2018 Antwerpen 0417.358.237 RPR Antwerpen Jaarvergadering op 26/11/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 30/06/2007. Bestemming resultaat. Ontslag en benoeming bestuurders. Kwijting bestuurders. Rondvraag. Zich richten naar de statuten. (42575)

François Laurentplein 4, 9000 Gent 0447.912.940 RPR Gent

Jaarvergadering op 24/11/2007 om 15 u. op de zetel. Agenda : 1. Lezing jaarverslag. 2. Bespreking jaarrekening afgesloten op 30 juni 2007. 3. Goedkeuring jaarrekeing. 4. Kwijting bestuurders. 5. Bezoldigingen. (42581)

Reno-Decor, naamloze vennootschap, Muizelstraat 45, 9041 Oostakker 0446.246.916 RPR Gent

Metaalbewerkers, naamloze vennootschap, Lion D’orweg 17, 9300 Aalst 0400.309.397 RPR Dendermonde Jaarvergadering op 27/11/2007 om 14 u. op de zetel. Agenda : 1. Lezing jaarverslag. 2. Bespreking van de jaarrekening afgesloten op 30/06/2007. 3. Goedkeuring jaarrekening. 4. Goedkeuring bezoldigingen. 5. Kwijting bestuurders. (42576)

Jaarvergadering op 24/11/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 30/06/2007. Bestemming resultaat. (Her)benoeming bestuurders. Kwijting bestuurders. Bepalingen art 523 Wetb. Venn. Rondvraag. Zich richten naar de statuten. (42582)

Seghers-Van Rumst-Cornelis, naamloze vennootschap, Leurshoek 95, 9120 Beveren-Waas

Molens Van der Velpen, naamloze vennootschap, Halensebaan 108, 3461 Bekkevoort (Molenbeek-Wersbeek)

0448.956.382 RPR Dendermonde

0435.473.085 RPR Leuven Jaarvergadering op 26/11/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Jaarverslag.Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Diversen. (42577)

Jaarvergadering op 24/11/2007 om 17 uur. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 30 juni 2007. Kwijting bestuurders. Varia. (42583)

Stas Fruitprod & Export, naamloze vennootschap, Neccal, naamloze vennootschap, Wahisstraat 216, 8930 Menen 0433.245.550 RPR Kortrijk Jaarvergadering op 24/11/2007 om 14 uur op de zetel. agenda : 1. Jaarverslag. 2. Goedkeuring der jaarrekening afgesloten 30/06/2007. 3. Bestemming van het resultaat. 4. Kwijting aan de bestuurders. 5. Allerlei. Zich richten naar de statuten. (42578)

Staatsbaan 39, 3210 Lubbeek 0452.383.749 RPR Leuven

Jaarvergadering op 23/11/2007 om 14 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 30/06/2007. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Varia. (42584)

V.D.K., naamloze vennootschap, Nicolay Casting, naamloze vennootschap, Industriezone Schurhovenveld 1025, 3800 Sint-Truiden

Brugstraat 4, 8581 Avelgem

0412.041.449 RPR Hasselt

0454.924.456 RPR Kortrijk

Jaarvergadering op 26/11/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : Goedkeuring jaarrekening en bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Ontslag en benoeming bestuurders. Varia. Zich richten naar de statuten. (42579) De raad van bestuur.

Jaarvergadering op 30/11/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Herbenoeming bestuurders. Ontslag & benoeming bestuurders en bekrachtiging van hun gestelde daden. Kwijting bestuurders. Varia. (42585)

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Vandotec, naamloze vennootschap, Nijverheidsstraat 49, 8970 Poperinge 0417.923.411 RPR Ieper Jaarvergadering op 24/11/2007 om 10 u. op de zetel. Agenda : Goedkeuring jaarrekening per 30/06/2007. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Diversen. (42586)

Vanhove, naamloze vennootschap, Pervijzestraat 67, 8600 Diksmuide 0442.312.872 RPR Veurne

Aanbod : gratis hospitalisatieverzekering; maaltijdcheques van 4 euro; gunstige verlofregeling; de verloning gebeurt volgens de openbare sector niveau E (min. 752,61 euro bruto per maand). Voor meer inlichtingen betreffende functie inhoud en profiel kunt u terecht bij Vangaever, Caroline, tel. : 059-31 92 30. Uw schriftelijke kandidatuur, samen met uw curriculum vitae, moet tegen uiterlijk 14 november 2007 bezorgd worden aan OCMW Middelkerke, t.a.v. de voorzitter, Sluisvaartstraat 17, te 8430 Middelkerke. (42392)

Jaarvergadering op 24/11/2007 om 14 u. op de zetel. Agenda : Lezing jaarverslag. Goedkeuring jaarrekening per 30/06/2007. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Allerlei. Zich richten naar de statuten art. 14 tot 24. (42587)

W & H, naamloze vennootschap, Ravenstraat 55, 9255 Buggenhout 0437.233.636 RPR Dendermonde Jaarvergadering op 26/11/2007 om 15 uur. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 30/06/2007. Bestemming resultaat. Ontslag en benoeming. Bezoldiging bestuurders. Kwijting bestuurders. Varia. Zich richten naar de statuten. (42588)

56197

Stad Antwerpen De stad Antwerpen is op zoek naar een artistiek directeur voor de Koninklijke Balletschool. Op 1 september 2008 wordt de functie van artistiek directeur van de Koninklijke Balletschool Antwerpen vacant verklaard. Geïnteresseerden kunnen voor meer informatie terecht bij Mevr. Nadine Delannoy, algemeen directeur van de Koninklijke Balletschool, Meistraat 2, 2000 Antwerpen, tel. : 03-202 83 28. De kandidaturen worden op 30 november 2007 afgesloten. (42393)

Gemeente Essen ECO-Beton, naamloze vennootschap, Hasseltsesteenweg 119, 3800 Sint-Truiden Ondernemingsnummer 0420.217.163 — RPR Hasselt

Het gemeentebestuur van Essen zoekt (m/v) afdelingshoofd administratieve diensten, in vast verband A1a-A3a. Profiel :

Aangezien de eerste buitengewone algemene vergadering, gehouden op woensdag 24 oktober 2007, niet in getal was, worden de aandeelhouders uitgenodigd op een tweede buitengewone algemene vergadering, die zal gehouden worden op vrijdag 16 november 2007, om 11 u. 30 m., ter studie van notaris Herbert Houben, Bochtlaan 33, te 3600 Genk, met volgende agenda : 1. Wijziging benaming. 2. Opdracht van de statuten. Zich schikken naar de statuten. (42608) De raad van bestuur.

Je wil als lid van het managementteam van de gemeente mee sturing geven aan de gemeentelijke administratie. Je beschikt over leidinggevende capaciteiten om enkele administratieve diensten zoals interne zaken, burgerzaken en onderwijs in goede banen te leiden. Verbetering van de diensverlening is voor jou belangrijk en je wil beleidsgerichte dossiers uitdiepen en opvolgen. Je werkt van dichtbij met de gemeentesecretaris. Aanwervingsvoorwaarden :

Administrations publiques et Enseignement technique Openbare Besturen en Technisch Onderwijs PLACES VACANTES − OPENSTAANDE BETREKKINGEN

Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn van Middelkerke Het OCMW Middelkerke gaat over tot het organiseren van selectiegesprekken voor het aanwerven van (m/v) : 2 poetsvrouwen (niveau E1–E3) voor een halftijdse betrekking voor onbepaalde duur in het kader van de dienstencheques. Functie-omschrijving : schoonmaak van woningen van senioren, mindervaliden en zieken in groot Middelkerke;

Je beschikt over een specifiek universitair diploma. Je hebt voldoende juridische bagage en overheidsmanagement is je niet vreemd. Bovendien ben je handig met informatica. Je dient te slagen in een aanwervingsexamen over een uitgestippeld programma. Interesse ? De volledige aanwervingsvoorwaarden, functiebeschrijving en inschrijvingsformulieren kan je bekomen bij Willy Van Meel, diensthoofd interne zaken, op 03-670 01 38, via [email protected] of op de website www.essen.be Uw schriftelijke sollicitatie bezorg je aan het college van burgemeester en schepenen, Heuvelplein 23, te 2910 Essen, vóór 23 november 2007. (42394)

Lessius Hogeschool Centrale Diensten Website : http ://www.lessius.eu Het hogeschoolbestuur van de Lessius Hogeschool gaat over tot de vacantverklaring van volgende betrekking voor het academiejaar 20072008. De toewijzing voor dit ambt gebeurt door werving in tijdelijk verband in een ATP-statuut.

kleine occasionele naaiwerken, wassen en strijken.

Referentienummer : CD/ATP/07-08/3

De kandidaten moeten beschikken over vervoer.

Verantwoordelijke personeelsadministratie (voltijds) (m/v)

56198


Opdracht : Hij/zij is verantwoordelijk voor het beheer van de personeelsadministratie van de hogeschool, volgt verzekeringen op en geeft advies rond onderwijswetgeving. Verder aanleveren van alle personeelsgegevens gevraagd door het hogeschoolbestuur, de departementen en diensten. Profiel : De kandidaten dienen in het bezit te zijn van een diploma in de rechten. Ervaring in sociale wetgeving en onderwijswetgeving. Zelfstandig, vlot en discreet kunnen werken binnen een klein team. Aanstelling : vanaf 1 januari 2008 met een contract van onbepaalde duur in een ATP-statuut Kandidatuurstellingen : Schriftelijke, gemotiveerde sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van referentienummer dienen uiterlijk maandag 12 november 2007 toe te komen op volgend adres : Lessius Hogeschool, Prof. Dr Flora Carrijn, algemeen directeur Jozef De Bomstraat 11, 2018 Antwerpen. (42395)

Het hogeschoolbestuur van de Lessius Hogeschool gaat over tot de vacantverklaring van volgende betrekking voor het academiejaar 20072008. De toewijzing voor dit ambt gebeurt door werving in tijdelijk verband in een ATP-statuut. Referentienummer : CD/ATP/07-08/4 Medewerker dienst financiën (voltijds) (m/v) Opdracht : Samen met collega’s instaan voor de boekhouding en de financiële werking van de hogeschool. Concreet betekent dit : leveranciers- en klantenboekhouding, verwerking van aankoop- en uitgaande facturen, verwerken financiële boekingen, opvolgen bankverrichtingen, financiële rapportering en voorbereiden jaarafsluiting. Verder aanleveren van alle financiële informatie gevraagd door het hogeschoolbestuur, departementen en diensten. Profiel : De kandidaten dienen in het bezit te zijn van een diploma van bachelor in accountancy of financiën. Vertrouwd zijn met software-programma’s (Word, Excel, Isabel,...) en boekhoudpakketten. Zin voor orde, nauwkeurigheid, zelfstandig, maar vlot en discreet kunnen werken binnen een klein team. Aanstelling : vanaf 1 januari 2008 met een contract van onbepaalde duur in een ATP-statuut. Kandiciatuurstellingen : Schriftelijke, gemotiveerde sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van referentienummer dienen uiterlijk maandag 12 november 2007 toe te komen op volgend adres : Lessius Hogeschool, Prof. Dr Flora Carrijn, algemeen directeur Jozef De Bomstraat 11, 2018 Antwerpen. (42396)

Het hogeschoolbestuur van de Lessius Hogeschool gaat over tot de vacantverklaring van volgende betrekking voor het academiejaar 20072008. De toewijzing voor dit ambt gebeurt door werving in tijdelijk verband.

Ervaring met het inhoudelijk beheer van databanken. Opdracht : De onderzoeker is verantwoordelijk voor de onderzoekscoördinatie op hogeschoolniveau. Hij/zij informeert de onderzoekers van de hogeschool over onderzoeksmogelijkheden, begeleidt onderzoeksaanvragen, en coördineert de rapportering over onderzoek. Hij/zij coördineert de werking van het centrum voor de diagnose van leerstoornissen (MDCL). Hij/zij geeft leiding aan het onderzoek op het vlak van de diagnose van leerstoornissen. Aanstelling : van 1 januari 2008 voor onbepaalde duur in het statuut van docent. Kandidatuurstellingen : Schriftelijke, gemotiveerde sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van referentienummer dienen uiterlijk maandag 12 november 2007 toe te komen op volgend adres : Lessius Hogeschool, Prof. Dr Flora Carrijn, algemeen directeur Jozef De Bomstraat 11, 2018 Antwerpen. (42397)

Het hogeschoolbestuur van de Lessius Hogeschool gaat over tot de vacantverklaring van volgende betrekking voor het academiejaar 20072008. De toewijzing voor dit ambt gebeurt door werving in tijdelijk verband. Referentienummer : CD/OP/07-08/6 Voltijds doctor in de Oost-Europese Talen en Culturen (m/v) Profiel : Doctoraat in de taal- en regiostudies met een ruime onderwijs- en onderzoekservaring op het vlak van Russische cultuur. Ervaring met internationale uitwisselingen op het vlak van onderwijs en onderzoek. Ervaring in het begeleiden, opvolgen en rapporteren over projecten. Opdracht : De onderzoeker is verantwoordelijk voor de internationalisering op hogeschoolniveau. Hij/zij informeert de onderzoekers van de hogeschool over internationale programma’s op het vlak van onderzoek en onderwijs, begeleidt aanvragen, en coördineert de rapportering over internationalisering. Hij/zij verzorgt colleges Russische cultuurgeschiedenis in het departement toegepaste taalkunde. Aanstelling : van 1 januari 2008 voor onbepaalde duur in het statuut van docent. Kandidatuurstellingen : Schriftelijke, gemotiveerde sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van referentienummer dienen uiterlijk maandag 12 november 2007 toe te komen op volgend adres : Lessius Hogeschool, Prof. Dr Flora Carrijn, algemeen directeur Jozef De Bomstraat 11, 2018 Antwerpen. (42398)

Referentienummer : CD/OP/07-08/5 Voltijds doctor in de taal- en letterkunde (m/v) Profiel : Doctoraat in de taal- en letteren met een ruime onderzoekservaring op het vlak van leerstoornissen. Ervaring in het begeleiden, opvolgen en rapporteren over onderzoeksprojecten.

Lessius Hogeschool - Studentenvoorzieningen (Stuvo) Website : http ://www.lessius.eu Het hogeschoolbestuur van de Lessius Hogeschool gaat over tot de vacantverklaring van volgende betrekking voor het academiejaar 20072008. De toewijzing voor dit ambt gebeurt door werving in tijdelijk verband in een ATP-statuut.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Referentienummer : STUVO/ATP/07-08/2 Voltijds medewerker (m/v) Opdracht : Voorbereiding en afwerking algemene vergaderingen en raden van bestuur van de vzw Studentenvoorzieningen, implementatie en opvolging. Algemene taken van dagelijks beheer voor de vzw studentenvoorzieningen Adviseur voor studenten inzake studiefinanciering, studentenstatuut, studentenjobs, huisvesting. Voorbereiding en opvolging van de sociale commissie.

56199

Ervaring in secretariaatswerk binnen het hoger onderwijs m.b.t. verwerking van studentengegevens. Kunnen werken met Office-pakket : Word en Excel (zeer goed), Powerpoint; basiskennis Access. Verzorgd Nederlands spreken en schrijven. Kennis van Engels en Frans is wenselijk. Beschikken over organisatietalent en in teamverband kunnen werken. Andere eigenschappen : contactvaardig, nauwkeurig, ordelijk en stressbestendig zijn. Goed voorkomen.

Opvolging van de werkvelden huisvesting, preventieve en curatieve medische diensten, sociale diensten en jobdiensten.

Bereid zijn zich bij te scholen op het vlak van gebruik van software m.b.t. studentenadministratie en gegevensbeheer.

Deelname aan externe initiatieven mbt bovenvermelde werkvelden.

Bereid zijn om één avond per week en één zaterdagvoormiddag per 14 dagen te werken.

Profiel : Bachelor diploma of gelijkwaardig. Zelfstandig en nauwkeurig kunnen werken. Klantgerichte houding, discrete aanpak van persoonlijke dossiers. Communicatievaardig. In teamverband kunnen werken met een duidelijke communicatie naar collega’s.

Aanstellina : vanaf 1 januari 2008 met een contract van onbepaalde duur in een ATP-statuut. Kandidatuurstellingen : Schriftelijke, gemotiveerde sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van referentienummer dienen uiterlijk maandag 12 november 2007 toe te komen op volgend adres : Lessius Hogeschool, Prof. Dr Flora Carrijn, algemeen directeur Jozef De Bomstraat 11, 2018 Antwerpen. (42400)

Het is aanbevolen om ervaring te hebben in deze materie. Ervaring met Word, Excel, Access, Power Point, Outlook. Aanstelling : vanaf 1 januari 2008 met een contract van onbepaalde duur in een ATP-statuut. Kandidatuurstellingen : Schriftelijke, gemotiveerde sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van referentienummer dienen uiterlijk maandag 12 november 2007 toe te komen op volgend adres : Lessius Hogeschool, Prof. Dr Flora Carrijn, algemenn directeur Jozef De Bomstraat 11, 2018 Antwerpen. (42399)

Departement Logopedie en Audiologie Departement Toegepaste Psychologie Website : http ://www.lessius.eu

Departement Handelswetenschappen Website : http ://www.lessius.eu Het hogeschoolbestuur van de Lessius Hogeschool gaat over tot de vacantverklaring van volgende betrekking voor het academiejaar 20072008. De toewijzing voor dit ambt gebeurt door werving in tijdelijk verband in een ATP-statuut. Referentienummer : HW/ATP/07-08/8 Coôrdinator bedrijfsprojecten / departementale communicatie (voltijds) (m/v) Opdracht : Coördinatie en organisatie afstudeerwerk Bachelor (bedrijfsprojecten). Alumniwerking en contacten met het werkveld. Departementale (externe) communicatie.

Het hogeschoolbestuur van de Lessius Hogeschool gaat over tot de vacantverklaring van volgende betrekking voor het academiejaar 20072008. De toewijzing voor dit ambt gebeurt door werving in tijdelijk verband in een ATP-statuut.

Plaatsingsdienst voor afstuderenden/afgestudeerden, organisatie ’campus recruitment’. Organisatorische taken binnen het departement.

Referentienummer : LA/TP/ATP/07-08/1

Profiel :

secretariaatsmedewerker (voltijds) (m/v)

In het bezit van een master(licentiaats-)diploma.

Opdracht : Meewerken aan de studentenadministratie m.b.t. inschrijvingen, collegeroosters en examens. Informatie verstrekken aan studenten, docenten en bezoekers : mondeling, telefonisch, via e-mail en berichtenborden. Verzorgen van de cursusdienst. Uitvoeren van mailings en postbedeling. Profiel : Diploma van bachelor of gegradueerde, bij voorkeur met een secretariaatsopleiding. Ervaring strekt tot aanbeveling.

Ervaring met stagebegeleiding of projectbegeleiding strekt tot aanbeveling communicatief. Taalvaardig (Nederlands, Frans, Engels). Gemotiveerd, resultaatgericht en nauwgezet teamplayer met een gezonde zin voor initiatief. Aanstellina : vanaf 1 januari 2008 met een contract van onbepaalde duur in een ATP-statuut. Kandidatuurstellingen : Schriftelijke, gemotiveerde sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van referentienummer dienen uiterlijk maandag 12 november 2007 toe te komen op volgend adres : Lessius Hogeschool, Prof. Dr Flora Carrijn, algemeen directeur Jozef De Bomstraat 11, 2018 Antwerpen. (42401)

56200

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Departement Logopedie en Audiologie Website : http ://www.lessius.eu

Actes judiciaires et extraits de jugements

Het hogeschoolbestuur van de Lessius Hogeschool gaat over tot de vacantverklaring van volgende betrekkingen voor het academiejaar 2007-2008. De toewijzing voor deze ambten gebeurt door werving in tijdelijk verband.

Gerechtelijke akten en uittreksels uit vonnissen

Referentienummer : LA/OP/07-08/2 voltijds lector (m/v)

Publication faite en exécution de l’article 490 du Code pénal

Profiel :

Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 490 van het Strafwetboek

Master (licentiaat) in de logopedie en audiologie. Ervaring op het vlak van diagnostiek en behandeling van spraak- en taalstoornissen.

Infractions liées à l’état de faillite Misdrijven die verband houden met de staat van faillissement

Ervaring op onderwijskundig vlak. Gebruik kunnen maken van Office-pakket. Opdracht :

Hof van beroep te Brussel

Lesopdrachten. Uit het arrest geveld op tegenspraak, door het hof van beroep te Brussel, 15e kamer correctioneel, op 25 september 2007,

Stagebegeleiding. Scriptiebegeleiding.

blijkt dat de genaamde :

Studentenbegeleiding introductiedagen.

:

o.a.

coördinatie

informatiedagen

en

Organisatorische activiteiten : permanente vorming. Periode van aanstelling : van 1 januari 2008 voor onbepaalde duur. Kandidatuurstellingen : Schriftelijke, gemotiveerde sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van referentienummer dienen uiterlijk maandag 12 november 2007 toe te komen op volgend adres : Lessius Hogeschool, Prof. Dr Flora Carrijn, algemeen directeur Jozef De Bomstraat 11, 2018 Antwerpen. (42402)

Universitair Ziekenhuis

Het UZ Gent zoekt momenteel (m/v) : Moduleverantwoordelijke kinderdagverblijf Logistiek medewerker kinderdagverblijf Projectleider ICT

Nr. 2158.2007 - Depre, Patrick, geboren te Sint-Truiden op 9 juni 1971, wonende te 3300 Tienen, Withuisstraat 49, beklaagde. Veroordeeld is geworden tot : A en B : Een gevangenisstraf van vier maanden, met een gewoon uitstel van drie jaar. Een geldboete van 200 EUR gebracht op 1.000 EUR of een vervangende gevangenisstraf van 1 maand, met een gewoon uitstel van drie jaar. Legt aan beklaagde een verbod op om gedurende een termijn van drie jaar persoonlijk of door een tussenpersoon, de functie van bestuurder, commissaris of zaakvoerder in een vennootschap op aandelen, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een coöperatieve vennootschap, enige functie waarbij macht wordt verleend om één van die vennootschappen te verbinden, de functie van persoon belast met het bestuur van een vestiging in België, bedoeld in art. 198, § 6, eerste lid, van de op 30 november 1935 gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, of het beroep van effectenmakelaar of correspondenteffectenmakelaar uit te oefenen. Beveelt dat dit arrest bij uittreksel zal worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op kosten van de beklaagde overeenkomstig art. 490 van het Strafwetboek.

Communicatiedeskundige

Uit hoofde van :

Dienstverantwoordelijke schoonmaak

Te Tienen en te Leuven, als dader of mededader, (art.66 SW)

Laborant

Van 23 maart 2000 tot 19 juni 2003,

Technoloog medische beeldvorming Apotheekassistent Uiterste inschrijvingsdatum : vrijdag 23 november 2007 Interesse ? Stuur je curriculum vitae, een kopie van de vereiste diploma’s samen met een begeleidende brief (m.v.v. de functietitel) via mail naar rekruteringuzgent.be of per post naar UZ Gent, Dienst Rekrutering & Selectie (11K12E), De Pintelaan 185, 9000 Gent (tel. : 09-332 60 75 fax 09-332 58 57). Uitgebreide functiebeschrijvingen en aanwervingsvoorwaarden van alle vacatures binnen ons ziekenhuis vind je steeds terug op onze website www.uzgent.be/vacatures. (42553)

A. Als bestuurder, in rechte of in feite, van de handelsvennootschap BVBA Bij Wes, die zich in staat van faillissement bevindt, zonder wettig verhinderd te zijn, verzuimd te hebben de verplichtingen gesteld bij artikel 53 van de faillissementswet na te leven, nl. door nooit contact te hebben genomen met de curator met het oog op een behoorlijke afwikkeling van het faillissement, ondanks de oproepingen door de curator en de aanmaningen door de politiediensten. B. Als bestuurder, in rechte of in feite, van de handelsvennootschap BVBA Bij Wes, die zich in staat van faillissement bevindt, met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden de boeken of bescheiden bedoeld in hoofdstuk I van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen, geheel of gedeeltelijk te hebben doen verdwijnen, door ondanks oproepingen door de curator

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD en de aanmaningen door de politiediensten, blijvend nagelaten te hebben met de curator contact op te nemen en hem de boekhouding van de vennootschap over te maken, teneinde een behoorlijke afwikkeling van het faillissement door de curator te bemoeilijken. Voor eensluidend afschrift afgegeven aan de heer procureurgeneraal. Brussel, 12 oktober 2007. De griffier-hoofd van dienst : (get.) M. Van Muylem.

56201

Publication faite en exécution de l’article 488bis e, § 1er du Code civil Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 488bis e, § 1 van het Burgerlijk Wetboek

Désignation d’administrateur provisoire Aanstelling voorlopig bewindvoerder

(42403) Justice de paix du premier canton d’Anderlecht

Hof van beroep te Gent

Bij arrest van het hof van beroep te Gent, 6e kamer, rechtdoende in correctionele zaken op tegenspraak en op verzet gewezen d.d. 18 september 2007 tegen arrest bij verstek gewezen dd. 19 december 2006 en op beroep tegen het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Gent van 8 juni 2005 werd :

Par ordonnance du juge de paix du premier canton d’Anderlecht, en date du 16 octobre 2007, faisant suite à la requête du 17 septembre 2007, le nommé Verriest, Pierre, né à Ixelles le 26 octobre 1930, domicilié à 1070 Anderlecht, place Bara 26/5, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, étant : Ghyssels, Marc-Jean, avocat, avenue Brugmann 287, 1180 Bruxelles.

Roets, Inge André Marie-Jeanne, adviseur, geboren te Gent op 25 maart 1974, wonende te 8300 Knokke-Heist, Lippenslaan 214/52;

Pour extrait certifié conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) Séverine Hubert. (71203)

beklaagd van : A1 : oplichting te Sint-Martens-Latem en/of elders in het rijk, op 9 november 2001 en op 22 november 2001; A2 : oplichting te Sint-Martens-Latem en/of elders in het rijk, op 31 oktober 2001; B : als zaakvoerder van de BVBA Klavertje Vier, zetel te Sint-MartensLatem, Kortrijksesteenweg 32, als zodanig verklaard bij vonnis van 14 juni 2002 van de rechtbank van koophandel te Gent, doch reeds virtueel failliet op 1 oktober 2001, met het oogmerk om de faillietverklaring uit te stellen, verzuimd te hebben binnen de bij artikel 9 van de faillissementswet gestelde termijn aangifte te doen van het faillissement; te Gent, op 2 november 2001; C : als zaakvoerder, wetens geen aan de aard en de omvang van het bedrijf van zijn onderneming passende boekhouding te hebben gevoerd en de bijzondere wetsvoorschriften betreffende dat bedrijf niet in acht te hebben genomen; te Sint-Martens-Latem, in de periode van 25 april 2000 tot 14 juni 2002; verwezen wegens voormelde feiten samen tot : een gevangenisstraf van zes maanden - drie jaar uitstel en een geldboete van (500 EUR x 5) = 2.500 EUR of een maand en vijftien dagen - drie jaar uitstel vijfentwintig EUR x 5,5 = 137,50 EUR (Slachtofferfonds). Publicatie bevolen overeenkomstig art. 490 Sw., bij uittreksel, in het Belgisch Staatsblad, op kosten van de beklaagde.

Justice de paix du premier canton de Charleroi

Suite à la requête déposée le 9 octobre 2007, par ordonnance du juge de paix du premier canton de Charleroi, rendue le 16 octobre 2007, Mme Bar, Anna, née à Falisolle le 21 avril 1924, sans profession, domiciliée à 6000 Charleroi, rue Draily 72, résidant « Résidence Brichart », rue Casimir Lambert 27, à 6000 Charleroi, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de sa fille Mme Ransquin, Renée, née à Gilly le 20 mars 1956, domiciliée à 6001 Marcinelle, rue Vital Françoisse 113, bte 7/4. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Patart, Jacques. (71204)

Justice de paix du canton d’Etterbeek

Par ordonnance du juge de paix du canton d’Etterbeek, rendue le 17 octobre 2007, M. Defleur, Yves, né à Namur le 26 janvier 1954, domicilié à 1070 Anderlecht, avenue Victor Olivier 6/0013, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Hanon de Louvet, Sandrine, avocate, dont le cabinet est établi à 1030 Bruxelles, boulevard de Lambermont 364. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) André Stalpaert. (71205)

Voor echt uittreksel afgeleverd aan de heer procureur-generaal tot inlassing in het Belgisch Staatsblad. Voor de hoofdgriffier : de griffier-hoofd van dienst, (get.) P. De Mey. Pro justitia : Tegen dit arrest werd er geen beroep in cassatie aangetekend. Gent, 8 oktober 2007. De griffier-hoofd van dienst : (get.) P. De Mey.

(42404)

Par ordonnance du juge de paix du canton d’Etterbeek, rendue le 17 octobre 2007, Mme Rosy, Nicole, née à Uccle le 7 avril 1917, domiciliée à 1160 Auderghem, drève des Madones 12, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Hanon de Louvet, Sandrine, avocate, dont le cabinet est établi à 1030 Bruxelles, boulevard de Lambermont 364. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) André Stalpaert. (71206)

56202

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Justice de paix du canton de Fontaine-l’Evêque

Justice de paix du canton de La Louvière

Par ordonnance du juge de paix du canton de Fontaine-l’Evêque, en date du 9 octobre 2007, la nommée Debiève, Marie-Claire, née à La Hestre le 24 août 1945, domiciliée et résidant à 6181 Gouy-lez-Piéton, rue du Bosquet 16, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Ureel, Anne, avocat, dont le cabinet est établi à 6000 Charleroi, rue d’Italie 12.

Suite à la requête déposée le 25 septembre 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de La Louvière, rendue le 16 octobre 2007, Petiau, Robert Henri, né à Mons le 26 mars 1938, chauffeur, domicilié à 7110 Houdeng-Goegnies, rue de la Maladrée 43, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Wins, Virginie, avocate, domiciliée à 7110 Boussoit, rue Grande 116.

Pour extrait conforme : la greffière en chef, (signé) Martine Depasse. (71207)

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Malengrez, Marie-Paule. (71212)

Par ordonnance du juge de paix du canton de Fontaine-l’Evêque, en date du 25 septembre 2007, la nommée Ton That Tuong-Van, Sandra, née à Charleroi (D1) le 2 avril 1988, domiciliée à 6200 Châtelet, rue Blanche Borne 23, résidant à 6150 Anderlues, I.M.P. l’Aurore, rue du Château 82, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Detriche, Marina, née à Auvelais le 25 juin 1957, infirmière, domiciliée à 6200 Châtelet, rue Blanche Borne 23.

Suite à la requête déposée le 27 septembre 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de La Louvière, rendue le 16 octobre 2007, Simul, Joseph Auguste Jules Mathieu, né à Verviers le 27 juillet 1935, marié, domicilié à 4860 Pepinster, chaussée de la Libération 39, résidant à l’établissement Maison de Repos « Le Progrès », chaussée de Jolimont 88, à 7100 Haine-Saint-Paul, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Boulvin, Pascal, avocat, dont cabinet est sis 7110 Houdeng-Goegnies, rue Ameye 26.

Pour extrait conforme : la greffière en chef, (signé) Martine Depasse. (71208)

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Malengrez, Marie-Paule. (71213)

Justice de paix du deuxième canton de Liège Justice de paix du canton de Fosses-la-Ville

Suite à la requête déposée le 1er octobre 2007, par ordonnance de Mme le juge de paix du canton de Fosses-la-Ville, rendue le 24 octobre 2007, M. Dave, Edgard Emile, né le 20 mars 1913 à Keumiée, domicilié rue Culot du Bois 107, à 5060 Sambreville, résidant « Résidence Les Glycines », rue Saint-Martin 66, à 5060 Tamines, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de son fils M. Dave, Jacques Alex Emile Jean, né le 7 mars 1946 à Charleroi, domicilié rue Culot du Bois 105, à 5060 Sambreville. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Lesire, Huguette. (71209)

Suite à la requête déposée le 30 août 2007, une ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Liège, rendue le 10 octobre 2007, a déclaré : Mme Hanquet, Gilberte Denise Julienne, née le 24 décembre 1925 à Liège, pensionnée, domiciliée à 4000 Liège, avenue de l’Observatoire 122, résidant à la Maison de repos Les Près fleuris, rue H. Crahay 2, à 4340 Othée, incapable de gérer ses biens et cette personne a, en conséquence, été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de : M. Chalant, Patrick, né le 4 avril 1958, domicilié à 4122 Plainevaux, Grand Route 53. Liège, le 24 octobre 2007. Pour Carine.

extrait

conforme :

le

greffier

adjoint,

(signé)

Lefort, (71214)

Justice de paix du premier canton de Huy

Justice de paix du troisième canton de Liège

Suite à la requête déposée le 20 septembre 2007, par jugement du juge de paix du premier canton de Huy, rendu le 17 octobre 2007, M. Gaudry, Léon Eugène, de nationalité belge, né le 31 mars 1927 à Sète (France), pensionné, divorcé, « Foyer de la Charité », rue Pascal Dubois 2, à 4540 Amay, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Destexhe, Régine, avocat, dont l’étude est établie place Saint-Denis 1, à 4500 Huy.

Suite à la requête déposée le 5 octobre 2007, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 15 octobre 2007, Mme Nokin, Elisabeth, née le 21 octobre 1926, domiciliée rue Henri Maus 62, 4000 Liège, de résidence à l’Ipal Le Péri, Montagne Sainte Walburge 4b, 4000 Liège, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de M. Nokin, Philippe, né le 14 novembre 1946 à Liège, domicilié boulevard Frankignoul 3a, bte 14, 4020 Liège.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Fleussu, Nicole.

(71210)

Suite à la requête déposée le 5 octobre 2007, par jugement du juge de paix du premier canton de Huy, rendu le 17 octobre 2007, Mme Lacroix, Odette Marie, de nationalité belge, née le 8 décembre 1951 à Darion, divorcée, domiciliée rue Adrien David 39, à 4520 Bas-Oha, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Destexhe, Régine, avocat, dont l’étude est établie place Saint-Denis 1, à 4500 Huy. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Fleussu, Nicole.

(71211)

Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Bouchoms, Jacques. (71215)

Suite à la requête déposée le 8 octobre 2007, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 22 octobre 2007, M. Paridans, Michel, né le 21 janvier 1962, domicilié rue Rouleau 8, 4020 Liège, CHR Citadelle, salle 21, boulevard du 12e de Ligne 1, 4000 Liège, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de M. Paridans, Armand, domicilié rue Radoux Rogier 9, 4053 Embourg. Pour extrait conforme : le greffier en chef faisant fonction, (signé) Marzée, Christiane. (71216)

56203

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Justice de paix du canton de Liège IV

Par décisions du juge de paix du canton de Liège IV, rendues le 8 octobre 2007 et le 19 octobre 2007, Mme Julien, Denise, domiciliée rue Gaucet 17, à 4020 Liège, Simone Eugénie, divorcée d’avec Kottgen, Paul, née à Herstal le 24 janvier 1945, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Meertens, Ingrid, avocate, dont les bureaux sont sis quai G. Kurth 12, à 4020 Liège. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Foges, Nicole.

Suite à la requête déposée le 13 juillet 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Péruwelz-Leuze-en-Hainaut, rendue le 23 octobre 2007, Mme Nelly Trivier, née à Quevaucamps le 5 décembre 1915, domiciliée à 7972 Quevaucamps, avenue des Pavillons 26, résidant au Home « L’Aurore », à 7321 Harchies, rue du Calvaire 16, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Jean-Philippe Pochart, avocat, à 7500 Tournai, rue Childéric 47. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Wallez, Pascale.

(71222)

(71217) Justice de paix du canton de Seneffe

Justice de paix du canton de Mouscron-Comines-Warneton siège de Mouscron

Suite à la requête déposée le 19 janvier 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Mouscron-Comines-Warneton, siège de Mouscron, rendue le 18 septembre 2007, Mme Coucke, Yvette, née le 1er juillet 1932 à Dottignies, domiciliée avenue de la Délivrance 7, à 7711 Dottignies, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Vivier, Anne-Sophie, avocate, dont les bureaux sont sis Grand’Rue 15, à 7640 Antoing.

Par jugement du 19 octobre 2007, prononcé par le juge de paix du canton de Seneffe, siégeant en audience publique extraordinaire, Me Dubuisson, Brigitte, avocate, dont le cabinet est établi à 6000 Charleroi, rue Tumelaire 93, bte 2, a été désignée en qualité d’administrateur provisoire des biens de Mme Deville, Myrianne, née à Feluy le 22 mars 1950, domiciliée à 7181 Arquennes, rue Maucras 3, bte 1, cette dernière étant hors d’état de gérer ses biens. Pour extrait conforme : le greffier-adjoint délégué, (signé) Bierwisch, Kevin. (71223)

Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Dumortier, Laurent. (71218) Par jugement du 19 octobre 2007, prononcé par le juge de paix du canton de Seneffe, siégeant en audience publique extraordinaire, Me Dubuisson, Brigitte, avocate, dont le cabinet est établi à 6000 Charleroi, rue Tumelaire 93, bte 2, a été désignée en qualité d’administrateur provisoire des biens de Mme Vandenbulcke, Sylvia, née à Rêves le 26 janvier 1922, domiciliée à 6238 Luttre, rue Saint-Anne 10, cette dernière étant hors d’état de gérer ses biens.

Justice de paix du canton de Nivelles

Suite à la requête déposée le 18 septembre 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Nivelles, rendue le 8 octobre 2007, Mme Brasseur, Emilie, née le 17 mars 1915 à Tsaritsine, domiciliée Maison de Retraite « Nos Tayons », rue Sainte Barbe 19, à 1400 Nivelles, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Tilquin, Laurence, avocate, de résidence Place Emile de Lalieux 40, bte 3, à 1400 Nivelles.

Pour extrait conforme : le greffier-adjoint délégué, (signé) Bierwisch, Kevin. (71224)

Justice de paix du second canton de Tournai

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Vanpé, Marc. (71219)

Justice de paix du canton de Péruwelz-Leuze-en-Hainaut siège de Péruwelz

Suite à la requête déposée le 7 juin 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Péruwelz-Leuze-en-Hainaut, rendue le 23 octobre 2007, Druart, Patricia, née à Schaerbeek le 12 novembre 1970, domiciliée à 7600 Péruwelz, boulevard Léopold III 50, bte 1, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de M. José Leclercq, né à Jemappes le 14 avril 1946, domicilié à 7973 Grandglise, rue du Fayt 41. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Wallez, Pascale.

Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Danielle Delbart. (71225)

Justice de paix du canton d’Uccle

(71220)

Suite à la requête déposée le 7 juin 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Péruwelz-Leuze-en-Hainaut, rendue le 23 octobre 2007, Mme Lakomiak, Martine, née le 21 septembre 1963 à Tournai, domiciliée à 7600 Péruwelz, rue de l’Oisellerie 64, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Julie Nuttin, avocat, à 7500 Tournai, rue Albert Asou 56. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Wallez, Pascale.

Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai, rendue le 15 octobre 2007, M. Feron, Philippe, né le 12 août 1954 à Ath, domicilié à 7300 Boussu, rue des Herbières 81, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Van Kerckhoven, Luc, avocat, dont le cabinet est établi à 7000 Mons, rue des Marcottes 30.

(71221)

Par ordonnance du juge de paix du canton d’Uccle, en date du 19 octobre 2007, en suite de l’inscription d’office au registre des requêtes le 19 octobre 2007, M. Olbrechts, Marc Nicolas, né à Osseja (France) le 9 février 1975, sans profession, domicilié à 1050 Ixelles, Place Albert Leemans 13, bte 1, résidant à la Clinique Fond’Roy, avenue Jacques Pastur 43, à 1180 Uccle, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, étant Me Leclerc, Patrick, avocat, dont le cabinet est situé à 1030 Bruxelles, avenue Ernest Cambier 39. Pour Pascal.

extrait

conforme :

le

greffier

en

chef,

(signé)

Goies, (71226)

56204

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Justice de paix du premier canton de Wavre

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 5 oktober 2006. Berchem (Antwerpen), 24 oktober 2007.

Suite à la requête déposée le 12 septembre 2007, par ordonnance du juge de paix du premier canton de Wavre, rendue le 16 octobre 2007, Laurent, André, né à Kongolo (Congo) le 25 septembre 1940, domicilié à 1301 Bierges, rue Saint Pierre 14, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Genicot, Jean, administrateur provisoire, avocat, domicilié à 1300 Wavre, chaussée de Bruxelles 11. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Filleux, Jeannine. (71227)

Vredegerecht van het tweede kanton Aalst

Bij vonnis van de vrederechter van het tweede kanton Aalst, op 24 oktober 2007, werd Van den Bremt, Julienne, geboren te Haaltert op 13 oktober 1936, verblijvende Bruulstraat 17, te 9450 Haaltert, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Van Den Bremt, Jeanne, Kattestraat 81, 9450 Haaltert. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Myriam Haegeman. (71228)

Vredegerecht van het achtste kanton Antwerpen

Bij vonnis van de vrederechter van het achtste kanton Antwerpen, verleend op 24 oktober 2007, werd Exelmans, François, geboren te Averbode op 27 januari 1954, ongehuwd, wonende te 2440 Geel, Zammelseweg 1a, doch verblijvende in het Psychiatrisch Centrum SintAmedeus, te 2640 Mortsel, Deurnestraat 252, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. Wim Leenaards, advocaat te 2610 Wilrijk (Antwerpen), er kantoorhoudende aan het Ridderveld 16. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 5 oktober 2006.

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Arthur Jespers. (71231)

Vredegerecht van het tweede kanton Brugge

Bij vonnis van 24 oktober 2007 heeft de vrederechter van het tweede kanton Brugge, voor recht verklaard dat Maenhoudt, Rachel, geboren te Leffinge op 6 januari 1924, gepensioneerde, weduwe, verblijvende te 8370 Blankenberge, R.V.T. De Strandjutter, F. Masereellaan 9, niet in staat is zelf haar goederen te beheren. Wijst over haar aan als voorlopige bewindvoerder : de heer Decuyper, Georges, geboren te Blankenberge op 11 augustus 1935, wonende te 8370 Blankenberge, Fabiolapark 51. Brugge, 24 oktober 2007. De hoofdgriffier : (get.) Cuylle, Nicole.

(71232)

Vredegerecht van het vierde kanton Brugge

Bij beschikking d.d. 17 oktober 2007, gewezen op verzoekschrift van 2 oktober 2007, heeft de vrederechter van het vierde kanton Brugge, voor recht verklaard dat Verroest, Cecilia, geboren te Brugge op 22 november 1911, wonende te 8000 Brugge, Kardinaal Mercierstraat 26, niet in staat is zelf haar goederen te beheren en heeft aangewezen als voorlopige bewindvoerder : Mr. Leys, Pascal, advocaat te 8000 Brugge, Ezelpoort 6. Brugge, 24 oktober 2007. De griffier : (get.) Impens, Nancy.

(71233)

Vredegerecht van het kanton Geel

Berchem (Antwerpen), 24 oktober 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Arthur Jespers. (71229)

Bij vonnis van de vrederechter van het achtste kanton Antwerpen, verleend op 24 oktober 2007, werd Vervliet, Christian, geboren te Deurne op 19 februari 1970, ongehuwd, wonende te 2030 Antwerpen, Hondurasstraat 3, bus 42, doch verblijvende in het Psychiatrisch Centrum Sint-Amedeus, te 2640 Mortsel, Deurnestraat 252, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : zijn moeder, Moeskops, Leliane, geboren te Schoten op 19 juni 1942, wonende te 2170 Merksem (Antwerpen), Catershoflaan 11. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 5 oktober 2006.

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Geel, verleend op 18 oktober 2007, werd Ooms, Dennis, geboren op 3 december 1980 te Geel, wonend te 2440 Geel, Eindhoutseweg 66, doch thans verblijvende in het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis, Dr. Sanodreef 4, te 2440 Geel, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Dillen, Tom, advocaat, kantoorhoudende te 2440 Geel, Gasthuisstraat 31a. Geel, 24 oktober 2007. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Peggy Cools. (71234)

Vredegerecht van het derde kanton Gent

Berchem (Antwerpen), 24 oktober 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Arthur Jespers. (71230)

Bij vonnis van de vrederechter van het achtste kanton Antwerpen, verleend op 24 oktober 2007, werd Hamaidi, François, geboren te Antwerpen op 14 januari 1949, ongehuwd, verblijvende in het Psychiatrisch Centrum Sint-Amedeus, te 2640 Mortsel, Deurnestraat 252, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. Wim Leenaards, advocaat te 2610 Wilrijk (Antwerpen), er kantoorhoudende aan het Ridderveld 16.

De vrederechter van het vredegerecht van het derde kanton Gent, bij beschikking van 24 oktober 2007, heeft beslist dat Flore Respalie, geboren te Kortrijk op 11 oktober 1919, wonende in de residentie Stuivenberg, CVBA De Molen, te 9940 Evergem, Elslo 44, niet in staat is om haar goederen zelf te beheren, en heeft aangesteld Philippe Van Eetvelde, wonende te 9070 Destelbergen, Dendermondsesteenweg 638, als voorlopige bewindvoerder, mandaat aanvang nemend op 10 september 2007, datum van neerlegging van het verzoekschrift ter griffie van het vredegerecht derde kanton Gent. Gent, 24 oktober 2007. De hoofdgriffier : (get.) M. Verspeet.

(71235)

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD De vrederechter van het vredegerecht van het derde kanton Gent, bij beschikking van 24 oktober 2007, heeft beslist dat Agnes Pauwels, geboren te Gent op 23 februari 1925, wonende in het R.V.T. De Liberteyt, te 9032 Wondelgem, Vroonstalledries 22, niet in staat is om haar goederen zelf te beheren, en heeft aangesteld Guibert Verschueren, wonende te 6700 Arlon, avenue de Merch 14, als voorlopige bewindvoerder, mandaat aanvang nemend op 23 augustus 2007, datum van neerlegging van het verzoekschrift ter griffie van het vredegerecht derde kanton Gent. Gent, 24 oktober 2007. De hoofdgriffier : (get.) M. Verspeet.

56205

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 18 september 2007. Maasmechelen, 23 oktober 2007. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Rita Coun.

(71240)

Vredegerecht van het tweede kanton Oostende

(71236)

Vredegerecht van het vijfde kanton Gent

Bij vonnis van de vrederechter van het vijfde kanton Gent, verleend op 23 oktober 2007, werd beslist dat Wouters, Johan, geboren te Halle op 19 oktober 1969, zonder beroep, home Emmaus, 9050 Gent (Ledeberg), Van den Heckestraat 43, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Wouters, Fabienne, geboren te Halle op 22 juni 1961, bediende, wonende te 1600 Sint-Pieters-Leeuw, Frans Timmermansstraat 62, bus 1. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 5 oktober 2006. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Bearelle, Marleen. (71237)

Bij vonnis van de vrederechter van het vijfde kanton Gent, verleend op 23 oktober 2007, werd beslist dat Verstraeten, Eddy, geboren te Gent op 30 juli 1989, wonende te 9050 Gent (Ledeberg), Doorgang der Hallegasten 1, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Neels, Dirk, advocaat, wonende te 9000 Gent, Muinklaan 12. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 8 oktober 2006. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Bearelle, Marleen. (71238)

Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Oostende, verleend op 18 oktober 2007, werd Klein, Else, geboren te Maagdenburg (D) op 13 januari 1924, wonende te 8400 Oostende, Zorgcentrum « Sint-Elisabeth », Zwaluwstraat 2, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Lambersy, Yvonne, wonende te 8450 Bredene, Benedictijnenstraat 2. Oostende, 24 oktober 2007. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Nico Bendels. (71241)

Vredegerecht van het kanton Zelzate

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Zelzate, verleend op 18 oktober 2007, werd De Vliegher, Willy, advocaat te 9185 Wachtebeke, Walderdonk 51, aangesteld als voorlopige bewindvoerder over Raes, Marguerite, geboren te Zelzate op 14 augustus 1920, en wonende te 9185 Wachtebeke, Meersstraat 31, gezien deze onbekwaam werd verklaard haar goederen te beheren. Zelzate, 23 oktober 2007. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Katelijne Lietanie. (71242)

Mainlevée d’administration provisoire Opheffing voorlopig bewind Justice de paix du canton de Fosses-la-Ville

Vredegerecht van het kanton Herne-Sint-Pieters-Leeuw, met zetel te Herne

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Herne-SintPieters-Leeuw, met zetel te Herne, verleend op 18 oktober 2007, werd De Smet, Maria Gerardine Germaine, geboren te Neigem op 23 maart 1920, wonende te 1755 Gooik, Bronnenweg 2, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Pappaert, Jan Benjamin, geboren te Ninove op 26 januari 1956, plaatslager, wonende te 1760 Roosdaal, Frans Van Cauwelaertstraat 17.

Par ordonnance du juge de paix du canton de Fosses-la-Ville, rendue le 23 octobre 2007, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 7 juin 2006 et publiée au Moniteur belge du 15 juin 2006, à l’égard de Mme Romignon, Gustavine Ghislaine, née le 17 juin 1917 à Auvelais, domiciliée rue Radache 26, à 5060 Auvelais, cette personne étant décédée le 8 octobre 2007, il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : Me Mélan, Pierre, avocat, rue Radache 104, à 5060 Auvelais. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé), Watelet, Paul. (71243)

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 7 september 2007. Herne, 24 oktober 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Laere, Nicole. (71239)

Vredegerecht van het kanton Maasmechelen

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Maasmechelen, verleend op 17 oktober 2007, werd Nait El Housse, Rachid, geboren te Maaseik op 14 november 1977, wonende te 3630 Maasmechelen, Louis Mercierlaan 16, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Nait El Housse El, Houcine, arbeider, wonende te 3630 Maasmechelen, Louis Mercierlaan 16.

Justice de paix du canton d’Ixelles

Par ordonnance du juge de paix du canton d’Ixelles, rendue le 24 octobre 2007, il est mis fin à la mission de Me Van Den Bossche, Paule, avocat, ayant ses bureaux à 1080 Molenbeek-Saint-Jean, avenue Carl Requette 33, désigné par ordonnance prononcée par le juge de paix du canton d’Ixelles le 12 juillet 2005 en qualité d’administrateur provisoire concernant Andries, Elza, née à Marcinelle le 24 décembre 1926, célibataire, de son vivant résidant à la « Maison de Repos Nazareth », sise à 1180 Uccle, chaussée de Waterloo 961, vu le décès de la personne protégée. Pour extrait conforme le greffier adjoint délégué, (signé) Cerulus, Madeleine. (71244)

56206

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Justice de paix du canton de La Louvière

Suite à la requête déposée le 26 septembre 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de La Louvière, rendue le 16 octobre 2007, il a été mis fin au mandat de Messina, Nathalie, domiciliée à 7134 LevalTrahegnies, rue des Moulins 10, en sa qualité d’administrateur provisoire de Messina, Sandra, célibataire, née à Haine-Saint-Paul le 18 avril 1973, domiciliée à 7100 Haine-Saint-Paul, Cité Grand Midi 18, déclarée incapable par ordonnance de M. le juge de paix du canton de La Louvière, en date du 25 avril 2006 et déclarée à nouveau apte le 16 octobre 2007. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Malengrez, MariePaule. (71245)

Justice de paix du troisième canton de Liège

Par ordonnance du juge de paix du troisième canton de Liège du 19 octobre 2007, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 1er septembre 2003, et publiée au Moniteur belge du 15 septembre 2003, à l’égard de M. Hertay, Vincent, né le 28 août 1981, célibataire, domicilié rue de Hesbaye 33, 4000 Liège. Cette personne étant redevenue capable de gérer ses biens a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, Me Joel Chapelier, avocat à 4000 Liège, chaussée de Gaulle 20. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Bouchoms, Jacques. (71246)

Par ordonnance du juge de paix du troisième canton de Liège du 19 octobre 2007, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 25 juin 2007, et publiée au Moniteur belge du 9 juillet 2007, à l’égard de M. Yande, Yvon, Belge, né le 12 août 1935, Résidencia Abedul, Avda Alfonso XIII 188, Madrid, Espagne. Cette personne étant retournée en Espagne et une mesure de tutelle ayant été introduite dans ce pays, mettons fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, Me Villalba, avocat à 4020 Liège, quai de l’Ourthe 44/2. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Bouchoms, Jacques. (71247)

bewindvoerder van : Gonzalez, Antonio, geboren te Madrid (Spanje) op 19 februari 1957, ongehuwd, wonende te 2100 Antwerpen (Deurne), Zeearendstraat 36, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, d.d. 24 april 2007, blz. 22000, nr. 64295). Antwerpen (Deurne), 24 oktober 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Richard Blendeman. (71249)

Bij beschikking van de vrederechter van het twaalfde kanton Antwerpen, verleend op 24 oktober 2007, werd een einde gesteld aan het voorlopig bewind over El Farisi, Mohamed, geboren te Antwerpen (district Borgerhout), op 25 augustus 1984, ongehuwd, wonende te 2100 Antwerpen (Deurne), Jos Scheurweghstraat 76, en werd de voorlopig bewindvoerder : Van Den Bosch, Chantal, geboren te Deurne op 3 augustus 1963, advocate, kantoorhoudende te 2100 Antwerpen (Deurne), August Van de Wielelei 348, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, d.d. 31 mei 2007, blz. 29500, nr. 65632), ontslagen van haar opdracht. Verklaart de heer Mohamed El Farisi, voornoemd, vanaf heden terug in staat zelf zijn goederen te beheren. Antwerpen (Deurne), 24 oktober 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Richard Blendeman. (71250)

Vredegerecht van het tweede kanton Gent

Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Gent, verleend op 23 oktober 2007, werd een einde gesteld aan de opdracht van Eliano, Isabelle, advocate, met kantoor te 9820 Merelbeke, aan de Torrekensstraat 60, als bewindvoerder over : ’t Joens, Raymonde, gepensioneerd, thans wonende te 9000 Gent, aan de Tichelrei 1, in het Rust- en Verzorgingstehuis « Anseele ». Ingevolge het overlijden 20 september 2007.

van

Gent, 23 oktober 2007. Voor eensluidend uittreksel : M. Van hecke.

de

de

beschermde

e.a.

persoon

adjunct-griffier,

op

(get.) (71251)

Vredegerecht van het kanton Maasmechelen Justice de paix du canton de Liège IV

Suite à la requête déposée le 12 octobre 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Liège IV, rendue le 22 octobre 2007, a été mis fin au mandat de l’administrateur provisoire, Mme Cabral, Maria de Lourdes, domiciliée à 1070 Bruxelles, rue du Souvenir 96, désignée à ces fonctions par ordonnance du juge de paix en date du 23 août 2007 et publiée au Moniteur belge en date du 12 septembre 2007 des biens de M. Minnens, Daniel Yvon Marcel, époux de Cabral, Maria de Lourdes, né le 1er février 1948 à Bruxelles, facteur des Postes, domicilié rue du Souvenir 96, à 1070 Bruxelles (Anderlecht), cette personne étant redevenue capable de gérer ses biens. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Foges, Nicole.

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Maasmechelen, verleend op 24 oktober 2007, werd vastgesteld dat de opdracht van Haenraets, Anne-Marie, advocate, kantoorhoudende te 3620 Lanaken, Koning Albertlaan 73, als voorlopig bewindvoerder over Palmen, Alice, geboren te Tongeren op 17 februari 1921, in leven gedomicilieerd en verblijvende te 3650 Dilsen-Stokkem, Lieve Moenssenslaan 3, hiertoe aangesteld bij vonnis van de vrederechter van het kanton Maasmechelen, op 7 maart 2007 (rolnummer 06A1082 - Rep.R. 745), van rechtswege beëindigd is op 14 september 2007, ingevolge het overlijden van de beschermde persoon. De griffier, (get.) Coun, Rita. (71252)

(71248) Remplacement d’administrateur provisoire Vervanging voorlopig bewindvoerder

Vredegerecht van het twaalfde kanton Antwerpen Justice de paix du cinquième canton de Charleroi Bij beschikking van de vrederechter van het twaalfde kanton Antwerpen, verleend op 24 oktober 2007, werd ingevolge het overlijden op 6 oktober 2007 te Antwerpen (district Deurne), van Gonzalez, Antonio (sr.), echtgenoot van Mevr. Carmen Ruiz, geboren te Madrid (Spanje) op 2 april 1925, wonende te 2100 Antwerpen (Deurne), Van Cortbeemdelei 266, een einde gesteld aan het mandaat van voorlopig

Par ordonnance du juge de paix du cinquième canton de Charleroi, en date du 3 octobre 2007, il a été constaté la fin du mandat de Dubois, André, domicilié à Montigny-le-Tilleul, rue du Tournebus 17, né à Montigny-le-Tilleul le 17 août 2007, en sa qualité d’administrateur provisoire de Bayet, Suzanne Zoé Maria Ghislaine, veuve de Delooz,

56207

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Alphonse, née à Gozée le 9 septembre 1929, domiciliée à Charleroi (ex-Marchienne-au-Pont), rue de l’Hôpital 9, Résidence Hustin (Moniteur belge du 11 mars 2004, p. 13772). Un nouvel administrateur provisoire a été désigné à cette personne protégée, à savoir : Bayet, Bertha, pensionnée, domiciliée à Montignyle-Tilleul, rue du Tournebus 17. Pour extrait certifié conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Fabienne Hiernaux. (71253)

Justice de paix du canton d’Uccle

Par ordonnance du juge de paix du canton d’Uccle, en date du 12 octobre 2007, il a été mis fin au mandat de Me Dache, Françoise, avocate, ayant son cabinet à 1050 Bruxelles, avenue Louise 490/23, en sa qualité d’administrateur provisoire des biens de Mme Daoudi, Aïcha, née au Maroc le 28 mars 1968, domiciliée à 1180 Uccle, rue Groeselenberg 212. Un nouvel administrateur provisoire a été désigné à cette personne protégée, à savoir : Me Ghyssels, Marc-Jean, avocat, ayant son cabinet à 1180 Bruxelles, avenue Brugmann 287.

Justice de paix du canton de Fosses-la-Ville

Par ordonnance rendue le 24 octobre 2007, Mme le juge de paix du canton de Fosses-la-Ville, a mis fin au mandat d’administrateur provisoire des biens de Mme Devillez, Renée, née le 29 mai 1935 à Namur, domiciliée rue Somtet 8, à 5640 Mettet, conféré à Me Barthelemy, Brigitte, avocat, avenue Reine Astrid 1, à 5000 Namur, par ordonnance du 27 mars 2000, et a désigné en qualité de nouvel administrateur provisoire des biens de Mme Devillez, Renée, susnommée, Me Philippe Wery, avocat, place Saint-Martin 9, à 5060 Tamines. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Lesire, Huguette. (71254)

Pour Pascal.

extrait

conforme :

le

greffier

en

chef,

(signé)

Goies, (71257)

Par ordonnance du juge de paix du canton d’Uccle, en date du 16 octobre 2007, il a été mis fin au mandat de Me Lapotre, Frédéric, avocat, ayant son cabinet à 1200 Bruxelles, avenue de Broqueville 261/7, en sa qualité d’administrateur provisoire des biens de M. Timmermans, Jean Louis Marie Raymond, né à Bruxelles le 14 février 1933, domiciliée à la Résidence Service à 1180 Uccle, rue avenue du Lycée Français 6. Un nouvel administrateur provisoire a été désigné à cette personne protégée, à savoir : Me Gillet, Muriel, avocate, ayant son cabinet à 1190 Forest, avenue du Roi 206. Pour Pascal.

extrait

conforme :

le

greffier

en

chef,

(signé)

Goies, (71258)

Justice de paix du canton de La Louvière Vredegerecht van het kanton Lokeren

Suite à la requête déposée le 9 octobre 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de La Louvière, rendue le 16 octobre 2007, il a été mis fin au mandat de Vanryckeghem, Christian, domicilié à 7100 HaineSaint-Pierre, rue des Ateliers 48, en sa qualité d’administrateur provisoire de Vanryckeghem, Gaël Cyrille Guy, né à La Louvière le 7 janvier 1985, célibataire, domicilié à 7100 Haine-Saint-Pierre, rue des Ateliers 48, déclaré incapable par ordonnance de M. le juge de paix du canton de La Louvière, en date du 7 novembre 2006. Un nouvel administrateur provisoire a été désigné à cette personne protégée, à savoir : Me Luc Van Kerckhoven, avocat à 7000 Mons, rue des Marcottes 30. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Malengrez, MariePaule. (71255)

Beschikking d.d. 19 oktober 2007, verklaren De Page, Mariette, wonende te 9140 Temse, Kleine Dweersstraat 9, aangewezen bij beschikking verleend door de plaatsvervangend vrederechter van het kanton Lokeren op 30 maart 2007, tot voorlopig bewindvoerder over De Page, Herman, wonende te 9160 Lokeren, Everslaarstraat 94, verblijvende Psychiatrisch Ziekenhuis te 9100 Sint-Niklaas, Ankerstraat 91 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 6 april 2007, blz. 19782), ontslagen van haar opdracht. Voegen toe als nieuwe voorlopige bewindvoerder aan de voornoemde beschermde persoon : Van Den Broecke, Veerle, advocaat te 9160 Lokeren, Heirbrugstraat 57. Lokeren, 24 oktober 2007. De afgevaardigd adjunct-griffier, (get.) Wicke, Annick.

(71259)

Vredegerecht van het kanton Zelzate Justice de paix du canton de Péruwelz-Leuze-en-Hainaut, siège de Leuze-en-Hainaut

Par ordonnance de M. le juge de paix du canton de Peruwelz-Leuzeen-Hainaut, siège de Leuze-en-Hainaut, rendue le 24 octobre 2007, il a été mis fin au mandat de Me Brigitte Dubuisson, avocate, dont le cabinet est sis à 6000 Charleroi, rue Tumelaire 93, en qualité d’administrateur provisoire de Mlle Lucrezia Capaaso, née le 11 août 1982 à Mons, y domiciliée allée des Mélèzes 15/1, et résidant actuellement au Foyer « Les Chanterelles », rue Antoine Gosselin 16, à 7973 Stambruges et Me Mélissa Cornez, avocate, dont le cabinet est sis à 7500 Tournai, boulevard du Roi Albert 13, a été désignée en remplacement. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Delbecq, JeanClaude. (71256)

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Zelzate, verleend op 16 oktober 2007, werd Antheunis Willy, laatst wonende te 9180 Moerbeke, Drongendreef 11, en overleden te Nieuwpoort op 22 september 2007, voorlopig bewindvoerder over Blauwaert, Louisa Rosalie Elise, geboren te Haine-Saint-Pierre op 24 mei 1927, wonende te 9240 Zele, « De Vliet », Koevliet 2, vervangen door Antheunis, AnneMarie, wonende te 9240 Zele, Langestraat 81A, met ingang van 16 oktober 2007. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 2 oktober 2007. Zelzate, 23 oktober 2007. Voor eensluidend Lietanie.

uittreksel :

de

griffier,

(get.)

Katelijne (71260)

56208

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis recommandé, leurs droits, dans un délai de trois mois à compter de la présente insertion. Cet avis doit être adressé aux notaires associés, Adrien et Julien Franeau, de résidence à Mons, rue d’Enghien 19. (Signé) Julien Franeau, notaire associé. (42407)

Publication prescrite par l’article 793 du Code civil Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 793 van het Burgerlijk Wetboek Acceptation sous bénéfice d’inventaire Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving

Déclaration d’acceptation, sous bénéfice d’inventaire, devant le greffier du tribunal de première instance de Mons, le 24 août 2006, par : Me Nadine Leeman, avocat à 7110 Houdeng-Aimeries, rue Liébin 59, en sa qualité d’administrateur provisoire des biens de : M. Michel Emile Robert Loncol, domicilié à 7110 La Louvière, rue Tombou 144/1; dûment autorisée, par ordonnance du juge de paix du canton de La Louvière, du 20 juin 2006; Mme Thérèse Alice Jeanna Loncol, domiciliée à 6560 Erquelinnes, Résidence des Forsythias 103; dûment autorisée, par ordonnance du juge de paix du canton de Beaumont-Chimay-Merbes-le-Château, du 14 juin 2006, de la succession de Loncol, Robert Claude Emile Paul, né à Peissant le 7 janvier 1959, domicilié à 7110 La Louvière, rue de l’Infante Isabelle 107/2, et décédée à La Louvière le 13 février 2006. (Signé) G. Debouche, notaire.

(42405)

L’an 2007, le 7 septembre, au greffe du tribunal de première instance de Huy, a comparu : Mme Deckers, Agnès, épouse de Michel Grégoire, domiciliée à 4520 Wanze (Moha), rue de l’Eglise 241, agissant en vertu d’une procuration datée du 4 septembre 2006, au nom de : Mme Volcke, Cathy, née à Huy le 14 mars 1984, domiciliée à 4030 Grivegnée, rue du Beau Mur 54/1/C, agissant en sa qualité de mère, et représentante légale de son fils mineur : Brose, Samuel Christophe Yvan, né à Huy le 20 mars 2004, célibataire, domicilié avec sa mère, laquelle autorisée à accepter, sous bénéfice d’inventaire, au nom de ce dernier, en vertu d’une ordonnance rendue le 22 août 2006, par le juge de paix du canton de Liège IV, laquelle comparante a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de M. Brose, Daniel Sylvain Félix, né à Huy le 25 février 1979, de son vivant domicilié à Amay, rue Pré Quitis 6, et décédé le 4 juin 2005 à Huy. Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étude de Me Denis Grégoire, notaire associé à Moha, rue de Bas-Oha 252/A, où les légataires et créanciers sont invités à faire valoir leurs droits, par recommandé, dans les trois mois de la présente insertion. (Signé) D. Grégoire, notaire.

(42406)

Suivant acte dressé au greffe du tribunal de première instance de Mons, le 23 octobre 2007 : Mme Bette, Corinne, née à Binche le 13 juillet 1964, domiciliée à 7080 Frameries, rue de Lambrechies 78, agissant en qualité de mère, et seule titulaire de l’autorité parentale de ses fils mineurs d’âge, à savoir : Van Grieken, Aymeric, né à Jolimont le 24 mai 1991 et;

Bij verklaring afgelegd op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, op 23 oktboer 2007, heeft de heer De Ruyck, Francis Emiel Monique, wonende te Schoten, Lindenlei 84, handelend in zijn hoedanigheid van drager van het ouderlijk gezag over zijn minderjarige inwonende kinderen, te weten : De Ruyck, Liesbeth, geboren te Brasschaat op 29 april 1991, en; De Ruyck, Kristien, geboren te Edegem op 22 oktober 1993, de nalatenschap van wijlen de heer Meeusen, Josephus Joannes, geboren te Oostmalle op 24 december 1938, en overleden te Turnhout op 12 juli 2007, laatst wonende te Arendonk, Van Eycklaan 39, aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht, binnen de drie maanden te rekenen vanaf de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op het kantoor van notaris Louis Dierckx, te 2300 Turnhout, Gasthuisstraat 7, bus 1. (42408)

Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen

Op 19 oktober 2007, is voor ons, Ph. Jano, griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, ter griffie van deze rechtbank verschenen : Vingerhoets, Robert Joannes J., geboren te Kontich op 12 februari 1940, wonende te 2550 Kontich, Duffelshoek 14, handelend in zijn hoedanigheid van ouder, wettige beheerder over de persoon en de goederen van de verlengd minderjarige : Vingerhoets, Michaël, geboren te Berchem op 21 november 1976, wonende bij de vader. Verschijner verklaart ons, handelend in zijn voormelde hoedanigheid, de nalatenschap van wijlen Van Den Broeck, Hendrika Julia Ludovica, geboren te Antwerpen op 14 december 1909, in leven laatst wonende te 2170 Merksem (Antwerpen), Jaak De Boeckstraat 6, en overleden te Merksem op 3 juli 2006, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. Er wordt woonstkeuze gedaan ten kantore van notaris Y. De Vil, te 2140 Borgerhout, Laar 12 (te 2140 Borgerhout, Helmstraat 107). Verschijner legt ons de beschikking van de vrederechter van het kanton Kontich d.d. 17 juli 2007 voor, waarbij hij hiertoe gemachtigd werd. Waarvan akte, datum als boven. Na voorlezing ondertekend door verschijner en ons griffier. (Get.) R. Vingerhoets; Ph. Jano. Voor eensluidend verklaard afschrift, afgeleverd aan de verschijners : de griffier, (get.) Ph. Jano. (42409)

Op 25 oktober 2007, is voor ons Ph. Jano, griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, ter griffie van deze rechtbank verschenen :

dûment habilitée, par ordonnance de M. le juge de paix du canton de Dour-Colfontaine, en date du 3 octobre 2007,

De Koninck, Mike Renata Edmond, geboren te Antwerpen op 5 april 1982, wonende te 2140 Borgerhout, Arthur Matthyslaan 34, bus 3, handelend in zijn hoedanigheid van bijzonder gevolmachtigde, ingevolge onderhandse volmacht, hem verleend te Deurne op 11 Oktober 2007, ten einde dezer van :

ès dites qualités, a accepté, sous bénéfice d’inventaire, la succession de M. Van Grieken, Luc, né à Uccle le 20 septembre 1960, en son vivant domicilié à Nivelles, chaussée de Namur 34, bte 5, et décédé à Cerfontaine le 4 août 2007.

Van Onsem, An, geboren te Antwerpen op 13 augustus 1975, wonende te 2100 Deurne, Dordrechtlaan 35A, handelend in haar hoedanigheid van moeder, wettige beheerder over de persoon en de goederen van haar minderjarig kind :

Van Grieken, Axl, né à Jolimont le 23 mai 1966;

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Martony, Liam, geboren te Wilrijk op 23 januari 2004, wonende bij de moeder. Verschijner verklaart ons, handelend in zijn voormelde hoedanigheid, de nalatenschap van wijlen Martony, Sven, geboren te Deurne op 4 december 1975, in leven laatst wonende te 2100 Deurne (Antwerpen), Karel Palmsstraat 17, en overleden te Antwerpen, district Antwerpen, op 6 juli 2007, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving.

56209

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de drie maanden, te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen ter studie van Mevr. notaris J. Vercauteren, ter standplaats 9120 Beveren, Ciamberlanidreef 34. Dendermonde, 25 oktober 2007. De griffier, (get.) A. Vermeire.

(42412)

Er wordt woonstkeuze gedaan ten kantore van notaris De Roeck, Jos, kantoorhoudende te 2100 Deurne, St.-Rochusstraat 62. Verschijner legt ons de beschikking van de vrederechter van het 12e kanton Antwerpen, d.d. 2 oktober 2007 voor, waarbij Van Onsem, An, hiertoe gemachtigd werd. Waarvan akte, datum als boven.

Rechtbank van eerste aanleg te Hasselt

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt, op 24 oktober 2007, blijkt dat :

Na voorlezing ondertekend door verschijner en ons griffier. (Get.) De Koninck, M.; Jano, Ph. Voor eensluidend verklaard afschrift, afgeleverd aan verschijners : de griffier, (get.) Ph. Jano. (42410)

Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, op 25 oktober 2007, heeft Mevr. V. Van Hoey, advocaat te 9630 Zwalm, Heufkensstraat 133/A, handelend in haar hoedanigheid van voorlopige bewindvoerder, hiertoe aangesteld bij beschikking d.d. 28 september 2006, door de vrederechter van het kanton ZottegemHerzele, over de hierna vermelde beschermde persoon, zijnde : Thienpondt, Marleen Ivonne, geboren te Zele op 26 maart 1957, wonende te 9620 Zottegem, Huize Borremans, Sint-Andriessteenweg 153. Comparante verklaart ons, handelend in haar gezegde hoedanigheid, onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden van wijlen :

Fabbro, Luigi, geboren te Heusden (Limburg) op 27 februari 1960, wonende te 3530 Houthalen-Helchteren, Brelaarstraat 9A, handelend in eigen naam en tevens handelend in zijn hoedanigheid van voogd, hiertoe aangesteld bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement Tongeren, d.d. 23 december 1994, over Fabro, Sandro, geboren te Hasselt op 29 mei 1969, wonende te 3530 HouthalenHelchteren, Brelaarstraat 9A, teneinde dezer handeling bijzonder gemachtigd ingevolge beschikking van Filip Jacobs, plaatsvervangend vrederechter van het vredegerecht van het kanton HouthalenHelchteren, d.d. 14 augustus 2007, in het Nederlands verklaard heeft, de nalatenschap van wijlen Piras, Caterina, geboren te Gonnosfanadiga (Italië) op 17 mei 1929, in leven laatst wonende te 3550 HouthalenHelchteren, Brelaarstraat 9A, en overleden te Houthalen-Helchteren op 7 juli 2007, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving en teneinde dezer woonst te kiezen ter studie van notaris Bart Drieskens, Ringlaan 22, 3530 Houthalen-Helchteren. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de drie maanden, te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen ter studie van voornoemde notaris. Hasselt, 24 oktober 2007. De griffier, (get.) N. Broeks.

(42413)

Poppe, Christiana Elisa, geboren te Zele op 20 februari 1933, in leven laatst wonende te 9300 Aalst, Ledebaan 198, en overleden te Aalst op 7 juli 2006. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de drie maanden, te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen ter studie van Me notaris D. Breckpot, ter standplaats 9300 Aalst, Graanmarkt 11. Dendermonde, 25 oktober 2007. De griffier, (get.) A. Vermeire.

(42411)

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde op 25 oktober 2007, heeft Mevr. S. Vermeulen, advocaat te 9120 Beveren, Kasteeldreef 77, handelend in haar hoedanigheid van voogd ad hoc, hiertoe aangesteld bij beschikking d.d. 22 augustus 2007, van de vrederechter van het kanton Beveren, over de hierna vermelde minderjarigen, zijnde : Schoeters, Vasco, geboren op 20 november 1991; Schoeters, Eline, geboren op 28 december 1993; Schoeters, Amber, geboren op 2 juni 1995; Schoeters, Jef, geboren op 3 juni 1997; allen wonende te 9120 Beveren, Lodewijk de Vochtstraat 60. Verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden van wijlen : Brekelmans, Ingrid, geboren te Wilrijk op 31 mei 1968, in leven laatst wonende te 9120 Beveren-Waas, Lodewijk De Vochtstraat 60, en overleden te Sint-Niklaas op 8 augustus 2007.

Tribunal de première instance de Charleroi Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, en date du 16 octobre 2007. Aujourd’hui le 22 octobre 2007, comparaît au greffe civil du tribunal de première instance séant à Charleroi, province de Hainaut et par-devant nous, Vandercappelle, Myriam, greffier adjoint principal : Mme Beghain, Carine, avocat, dont le cabinet est établi à 6020 Dampremy, rue Général de Gaulle 45, agissant en qualité d’administrateur provisoire de Mme Lurkin, Christiane, domiciliée à 6182 Souvret, rue Neuve 23, désignée par une ordonnance du juge de paix du canton de Fontaine-l’Evêque en date du 8 juin 2007. Autorisée par une ordonnance du juge de paix du canton de Fontaine-l’Evêque du 27 septembre 2007, laquelle comparante déclare, en langue française, accepter mais sous bénéfice d’inventaire seulement la succession de Demilde, Jenny Alice, de son vivant domiciliée à Courcelles, rue W. Churchill 50, et décédée le 14 avril 2007 à Loverval. Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leurs droits par avis recommandé dans le délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Mme Depouhon, Valérie, notaire de résidence à 6183 Trazegnies, Sentier St-Joseph 1. Charleroi, le 22 octobre 2007. Pour le greffier chef de service : le greffier adjoint principal, (signé) Vandercappelle, Myriam. (42414)

56210


Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, en date du 19 octobre 2007. Aujourd’hui le 19 octobre 2007, comparaît au greffe civil du tribunal de première instance séant à Charleroi, province de Hainaut et par-devant nous, Vandercappelle, Myriam, greffier adjoint principal : M. Fiumano, Demetrio, domicilié à 6030 Marchienne-au-Pont, rue de Beaumont 471, agissant en qualité de tuteur de Fiumano, Giuseppe, né à Charleroi le 22 juillet 1962, domicilié à 6030 Marchienne-au-Pont, rue de Beaumont 471, placé sous statut de minorité prolongée par jugement du 3 mai 2007, nommé à cette fonction et à ce dûment autorisé par ordonnance du juge de paix du cinquième canton de Charleroi, en date du 15 octobre 2007. Lequel comparant, déclare, en langue française accepter mais sous bénéfice d’inventaire seulement la succession de Fiumano, Francesco, de son vivant domicilié à 6030 Marchienne-au-Pont, rue de Beaumont 471, et décédé le 27 décembre 2006, à Marchienne-au-Pont.

Laquelle comparante déclare, en langue française, accepter mais sous bénéfice d’inventaire seulement la succession de Spilateri, Steve, de son vivant domicilié à Leval-Trahegnies, rue Madeleine 168, et décédé le 27 juillet 2007 à Chapelle-lez-Herlaimont. Dont acte dressé à la demande formelle, de la comparante qu’après lecture faite nous avons signé avec elle. Cet avis doit être adressé à Me Bosmans, Benoit, notaire de résidence à 7160 Chapelle-lez-Herlaimont, rue Docteur Briart 24. Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leurs droits par avis recommandé dans le délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Charleroi, le 23 octobre 2007. Le greffier adjoint principal, (signé) Vandercappelle, Myriam. (42417)

Dont acte dressé, à la demande formelle du comparant qu’après lecture faite nous avons signé avec lui. Cet avis doit être adressé à Me Jean-Jacques Coppée, notaire à 6030 Marchienne-au-Pont, route de Mons 35. Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leurs droits par avis recommandé dans le délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Charleroi, le 19 octobre 2007. Le greffier adjoint principal, (signé) Vandercappelle, Myriam. (42415)

Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, en date du 22 octobre 2007. Aujourd’hui le 22 octobre 2007, comparaît au greffe civil du tribunal de première instance séant à Charleroi, province de Hainaut et par-devant nous, Vandercappelle, Myriam, greffier adjoint principal : Mme Paquay, Bérengère, domiciliée à 6041 Gosselies, chaussée de Nivelles 139, agissant en qualité d’administrateur légal de ses enfants mineurs : Dusepulchre, Guillaume, né à Gosselies le 14 août 1994; Dusepulchre, Nicolas, né à Gosselies le 19 février 1998; domiciliés avec leur mère. A ce dûment autorisée en vertu d’une ordonnance du juge de paix du troisième canton de Charleroi du 15 octobre 2007. Laquelle comparante déclare, en langue française, accepter mais sous bénéfice d’inventaire seulement la succession de Brasseur, Raoul, de son vivant domicilié à Gosselies, chaussée de Nivelles 139, et décédé le 2 janvier 2007 à Gosselies, et plus particulièrement au legs qui lui a été consenti par testament authentique dicté au notaire Philippe Dupuis, de résidence à Gosselies.

Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, en date du 23 octobre 2007. Aujourd’hui le 23 octobre 2007, comparaît au greffe civil du tribunal de première instance séant à Charleroi, province de Hainaut et par-devant nous, Vandercappelle, Myriam, greffier adjoint principal : Me Ureel, Anne, avocat à 6000 Charleroi, rue d’Italie 12, agissant en qualité d’administrateur provisoire de Buys, Chantal, née à Charleroi le 3 février 1951, domiciliée à 6001 Marcinelle, rue Florian Montagne 187, désignée en ladite qualité par ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Charleroi du 26 octobre 2006. Laquelle administratrice provisoire autorisée par une ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Charleroi du 19 octobre 2007, ladite comparante, à ce dûment autorisée et agissant comme dit ci-dessus déclare, en langue française, accepter mais sous bénéfice d’inventaire seulement la succession de Cuypers, Pol, de son vivant domicilié à Marcinelle, rue Florian Montagne 187, et décédé le 7 septembre 2007 à Marcinelle. Dont acte dressé à la demande formelle, de la comparante qu’après lecture faite nous avons signé avec elle. Cet avis doit être adressé à Me Gillieaux, Olivier, notaire, rue Willy Ernst 25, à 6000 Charleroi. Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leurs droits par avis recommandé dans le délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Charleroi, le 23 octobre 2007. Le greffier adjoint principal, (signé) Vandercappelle, Myriam. (42418)

Dont acte dressé, sur réquisition formelle, de la comparante qu’après lecture faite nous avons signé avec elle. Cet avis doit être adressé à Me Dupuis, Philippe, notaire de résidence à 6041 Gosselies, rue des Déportés 2B.

Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, en date du 24 octobre 2007.

Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leurs droits par avis recommandé dans le délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion.

Aujourd’hui le 24 octobre 2007, comparaît au greffe civil du tribunal de première instance séant à Charleroi, province de Hainaut et par-devant nous, Vandercappelle, Myriam, greffier adjoint principal :

Charleroi, le 22 octobre 2007. Le greffier adjoint principal, (signé) Vandercappelle, Myriam. (42416)

Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, en date du 23 octobre 2007. Aujourd’hui le 23 octobre 2007, comparaît au greffe civil du tribunal de première instance séant à Charleroi, province de Hainaut et par-devant nous, Vandercappelle, Myriam, greffier adjoint principal : Mme Sowa, Valérie, domiciliée rue Madeliene 168, à Binche (LevalTrahegnies), agissant en son nom personnel.

Me Degreve, Philippe, avocat, domicilié à 6001 Marcinelle, rue du Tir 20, agissant en sa qualité d’administrateur provisoire des biens de Bernard, Jacques, né à Marcinelle le 24 août 1956, domicilié à 4040 Herstal, boulevard Zénobe Gramme 162, au Centre d’Hébergement Régina Pacis 2, nommé à cette fonction par ordonnance du juge de paix du cinquième canton de Charleroi, en date du 6 octobre 2006, à ce dûment autorisé par ordonnance du juge de paix du cinquième canton de Charleroi, en date du 19 octobre 2007. Lequel comparant, déclare, en langue française accepter mais sous bénéfice d’inventaire seulement la succession de Fostier, Paula, de son vivant domiciliée à Charleroi, rue Casimir Lambert 27, et décédée le 28 avril 2007 à Charleroi.


56211

Dont acte dressé, à la demande formelle du comparant qu’après lecture faite nous avons signé avec lui.

Tribunal de première instance de Dinant

Cet avis doit être adressé à Me Annie D’Haeyer, notaire à 6020 Dampremy, chaussée de Bruxelles 145.

Suivant acte n° 23 dressé au greffe du tribunal de première instance de Dinant, le 25 octobre 2007 :


M. Damien Marlier, domicilié à Godinne, rue de Mont 91, agissant comme mandataire, en vertu d’une procuration, sous seing privé donnée à Herck-de-Stad le 3 septembre 2007, et qui restera annexée au présent acte de :

Charleroi, le 24 octobre 2007. Le greffier adjoint principal, (signé) Vandercappelle, Myriam. (42419)

Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, en date du 10 octobre 2007. M. Jules Parée, domicilié à Heusden-Zolder, Voortstraat 89, agissant en nom personnel et en sa qualité de mandataire spécial de : Mme Christine Parée, domiciliée à Leopoldsburg, Krahestraat 92;

Mme Tamara Maréchal, domiciliée à Herk-de-Stad, Oude Straat 88, nous a déclaré, pour sa mandante, accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession qui lui est dévolue par le décès de Maréchal, Luc, né à Ixelles le 17 février 1954, en son vivant domicilié à Monceau-sur-Sambre, rue Monseigneur Lefort 36/A, et décédé à Bièvre, en date du 15 août 2005. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, dans un délai de trois mois, à compter de la présente à Me Beguin, notaire à 5570 Beauraing, rue de Dinant 95. Dinant, le 25 octobre 2007. Le greffier, (signé) M. Focan. (42422)

M. Pascal Parée, domicilié à Herent, Karrestraat 184. A ce dûment autorisé par une procuration faite à Heusden-Zolder, le 9 octobre 2007, M. Milquet, Jacquy, domicilié à Presles, rue des Cinq Chênes 1, M. Garcia-Fernandez, Antonio, domicilié à Gozée, rue des Chardonnerets 21, ont déclaré en langue française accepter mais sous bénéfice d’inventaire seulement la succession de Mme Dumonceau, Jeannine, de son vivant domiciliée à Charleroi, rue de la Fenderie 3, et décédée à VillersPoterie le 26 février 2006, et plus particulièrement au legs qui leur a été consenti par la défunte par testament olographe dressé le 23 décembre 2004, reçu par M. le notaire Wilsens, de résidence à Wellen, le 13 septembre 2007. Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leurs droits par avis recommandé dans le délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à M. le notaire Franck Wilsens, dont l’étude est située à 3830 Wellen, Molenstraat 29. Le greffier adjoint principal, (signé) M. Vandercappelle.

(42420)

Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, en date du 23 octobre 2007, par-devant nous Muriel Dufour, greffier adjoint délégué, a comparu : M. Burgeon, Patrick, domicilié à 6061 Montigniessur-Sambre, rue de la Corderie 3, agissant en sa qualité d’administrateur provisoire à ce désigné par ordonnance rendue le 12 octobre 2006, par M. le juge de paix, Jules Malaise, du deuxième canton de Charleroi de Mme Claus, Jeanne, domiciliée à 6061 Montignies-sur-Sambre, chaussée de Charleroi 305, à ce dûment autorisé en cette qualité par ordonnance rendue le 8 octobre 2007, par M. le juge de paix, Jules Malaise, du deuxième canton de Charleroi. Lequel comparant déclare, en langue française, accepter mais sous bénéfice d’inventaire seulement, la succession de Claus, Gaston Richard, de son vivant domicilié à Montignies-sur-Sambre, Grand’Rue 103, et décédé le 26 juillet 2007 à Montignies-sur-Sambre.

Tribunal de première instance de Liège L’an 2007, le 24 octobre, au greffe du tribunal de première instance de Liège, a comparu : Di Palma, Elio, né à Rocourt le 21 novembre 1964, domicilié rue des Combattants 1, à 4450 Juprelle, agissant en qualité de représentant légal de son enfant mineur d’âge : Di Palma, Lucas, né le 24 décembre 1993, domicilié avec son père; et à ce, autorisé, par ordonnance de Mme le juge de paix du canton de Visé, rendue en date du 25 septembre 2007, ordonnance produite en copie exempte de droit notifiée, et qui restera annexée au présent acte, lequel comparant a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Nandrin, Isabelle Michelle Andrée, née à Ougrée le 6 septembre 1970, de son vivant domiciliée à Seraing, rue de la Verrerie 122, et décédée le 19 mars 2007 à Seraing. Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du Code civil, le comparant déclare faire élection de domicile en l’étude de Me Determe, Francis, notaire, rue du Mont 32, à 4458 Juprelle (Fexhe-Slins). Dont acte, signé, lecture faite par le comparant et le greffier. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, au domicile élu, dans les trois mois de la présente insertion. Le greffier, chef de service, (signature illisible). (42423)

L’an 2007, le 25 octobre, au greffe du tribunal de première instance de Liège, a comparu : Schenato, Nathalie, née le 24 avril 1969 à Hermalle-sous-Argenteau, agissant en son nom personnel, et porteuse d’une procuration, sous seing privé, qui restera annexée au présent acte, pour et au nom de : Roelants, Frédéric, né le 14 décembre 1971 à Ougrée, agissant avec la comparante en leur qualité de représentants légaux de leurs enfants mineurs d’âge : Roelants, Nathan, né le 24 avril 2002 à Rocourt;

Dont acte dressé, à la demande formelle du comparant qu’après lecture faite nous avons signé avec lui.

Roelants, Pauline, née le 24 avril 2002 à Rocourt;


tous les cinq domiciliés rue Samuel Bronckart 21, à Bellaire;

Cet avis doit être adressé à Me Bernard Lemaigre, notaire en la résidence à 6061 Montignies-sur-Sambre, rue des Preys 28. Charleroi, le 23 octobre 2007. Le greffier adjoint délégué, (signé) M. Dufour.

(42421)

Roelants, Mathias, né le 24 avril 2002 à Rocourt; et à ce, autorisés, par ordonnance du juge de paix du canton de Fléron, rendue le 23 août 2007, ordonnance qui est produite en simple copie et qui restera annexée au présent acte, laquelle comparante a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Schenato, Giuseppe, né à Trissino (Italie) le 22 août 1937, de son vivant domicilié à Cheratte, ruelle de la Source 1, et décédé le 24 avril 2007 à Visé.

56212


Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étude de Me Paul-Arthur Coëme, notaire, rue Haute-Wez 17, à 4030 Grivegnée. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, au domicile élu, dans les trois mois de la présente insertion. Le greffier, chef de service, (signature illisible). (42424)

Bij vonnis van 23 oktober 2007, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard, bij vereffening, het faillissement van Goris, Josephine, Dennenlaan 8, bus 8, 1700 Dilbeek, werd verschoonbaar verklaard. Ondernemingsnummer 0748.055.981. Curator : Mr. Dehandschutter, Bert. Vereffenaar : Goris, Josephine. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (42428)

Publication faite en exécution de l’article 805 du Code civil Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 805 van het Burgerlijk Wetboek

Par décision prononcée le 31 juillet 2007, par le tribunal de première instance de Liège (RQ 07/2719/B), Me Dominique Jabon, avocat, juge suppléant, dont le cabinet est établi à 4041 Vottem, rue de Liège 53, a été désignée en qualité d’administrateur provisoire à la succession réputée vacante de Dechesne, Raymond Henri Antoine, né à Haccourt le 5 octobre 1928, domicilié en son vivant à 4040 Herstal, rue des Trois Pierres 71, décédé à Liège le 23 mars 2006. Les créanciers de la succession sont priés d’adresser leur déclaration de créance au curateur, dans les trois mois, à compter de la publication de cet avis. (Signé) Dominique Jabon, avocat. (42425)

Faillite − Faillissement

Bij vonnis van 23 oktober 2007, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard, bij vereffening, het faillissement van New Chamebel NV, Leuvensesteenweg 9, 1830 Machelen (BT). Ondernemingsnummer 0447.658.958. Curator : Mr. Van Buggenhout, Christian. Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (42429)

Bij vonnis van 23 oktober 2007, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard, bij ontoereikend aan actief, het faillissement van Raphael-Grachant CVBA, SintAnnastraat 50, 1800 Vilvoorde. Ondernemingsnummer 0477.229.904. Curator : Mr. De Roy, Frans.

Rechtbank van koophandel te Antwerpen

Vonnis van de tweeëntwintigste kamer van koophandel te Antwerpen, d.d. 24 oktober 2007, inzake Memory Corp NV, Vosveld 21B, 2110 Wijnegem, ondernemingsnummer 0465.166.567, beveelt de beëindiging van de voorlopige opschorting. Verleent kwijting aan de heer Patrick Verresen, kwijting voor de uitoefening van zijn mandaat van commissaris inzake opschorting van de NV Memory Card. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (42426)

Rechtbank van koophandel te Brussel

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Easy Move BVBA, Bergensesteenweg 706A bus 2, 1600 Sint-Pieters-Leeuw. Faillissementnummer : 20071462. Datum faillissement : 23 oktober 2007.

Vereffenaar : Raphael Kabika Kapepula, Sint Annastraat 50, te 1800 Vilvoorde. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (42430)

Bij vonnis van 23 oktober 2007, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard, bij vereffening, het faillissement van Design Wood Interior NV, Schaarbeeklei 290-292, 1800 Vilvoorde. Ondernemingsnummer 0461.993.578. Curator : Mr. Van Buggenhout, Christian. Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (42431)

Bij vonnis van 23 oktober 2007, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard, bij vereffening, het faillissement van Berchem Immo NV, Bukenstraat 75, 1910 Kampenhout.

Handelsactiviteit : verhuizingen.

Ondernemingsnummer 0440.855.793.

Ondernemingsnummer : 0452.798.275.

Curator : Mr. Asscherickx, Bertrand.

Rechter-commissaris : M. De Rouck.

Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (42432)

Curator : Mr. Verraes, Michiel, Ninoofsesteenweg 643, 1070 Brussel-7. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (42427)

Bij vonnis van 23 oktober 2007, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard, bij vereffening, het faillissement van Brasseries du Mutsaerd BVBA, Romeinsesteenweg 382, 1853 Strombeek-Bever. Ondernemingsnummer 0477.057.678. Curator : Mr. Asscherickx, Bertrand. Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (42433)

56213

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Bij vonnis van 23 oktober 2007, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard, bij vereffening, het faillissement van Sonck BVBA, Tenzuivenenstraat 16, 1760 Roosdaal. Ondernemingsnummer 0438.167.509. Curator : Mr. Ronse, Olivier. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (42434)

Tribunal de commerce de Bruxelles

Par jugement du 23 octobre 2007, le tribunal de commerce de Bruxelles a déclaré close par liquidation, la faillite de la SC New Coop In, rue Arbre Bénit 105/107, 1050 Ixelles. Numéro d’entreprise 0442.553.887. Curateur : Me Van Buggenhout, Christian. Liquidateur : inconnu.


Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (42437)

Par jugement du 23 octobre 2007, le tribunal de commerce de Bruxelles a déclaré close par liquidation, la faillite de la SPRL D.L. (Denny’s Club), boulevard Jardin Botanique 44, 1000 Bruxelles-Ville.


Numéro d’entreprise 0413.466.656. Bij vonnis van 23 oktober 2007, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard bij vereffening, het faillissement van de CV New Coop Inn, Gewijdeboomstraat 105/107, 1050 Ixelles.

Curateur : Me Asscherickx, Bertrand. Liquidateur : inconnu. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (42435)

Ondernemingsnummer 0442.553.887. Curator : Mr. Van Buggenhout, Christian. Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : bosch.


Bij vonnis van 23 oktober 2007, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard bij vereffening, het faillissement van de BVBA D.L. (Denny’s Club), Kruidtuinlaan 44, 1000 Brussel-Stad. Ondernemingsnummer 0413.466.656.

hoofdgriffier,

J.-M.

Eylen(42437)


Ouverture de la faillite, sur aveu, de : La Terra d’Eli SPRL, rue de Washington 43, 1050 Ixelles.

Curator : Mr. Asscherickx, Bertrand. Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : bosch.

de

Numéro de faillite : 20071437. de

hoofdgriffier,

J.-M.

Eylen(42435)

Date de faillite : 22 octobre 2007. Objet social : publicité. Numéro d’entreprise : 0866.045.494. Juge-commissaire : M. Waver.


Curateur : Me Hanssens-Ensch, Françoise, avenue Louise 349, bte 17, 1050 Bruxelles-5. Par jugement du 23 octobre 2007, le tribunal de commerce de Bruxelles a déclaré close par insuffisance d’actif, la faillite de la SA Nasir Petroleum, rue Brogniez 35, 1070 Anderlecht. Numéro d’entreprise 0473.497.778.

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007.

Curateur : Me Ronse, Olivier. Liquidateur : Levy Ishak, Prinses Paolalaan 2, à 1180 Bruxelles. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (42436)

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (42438)

Rechtbank van koophandel te Brussel Rechtbank van koophandel te Brussel Bij vonnis van 23 oktober 2007, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard bij ontoereikend actief, het faillissement van de NV Nasir Petroleum, Brogniezstraat 35, 1070 Anderlecht. Ondernemingsnummer 0473.497.778. Curator : Mr. Ronse Olivier. Vereffenaar : Levy Ishak, Prinses Paolalaan 2, te 1180 Brussel. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (42436)

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : La Terra D’Eli BVBA, Washingtonstraat 43, 1050 Elsene. Faillissementsnummer : 20071437. Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : publiciteit. Ondernemingsnummer : 0866.045.494. Rechter-commissaris : de heer Waver.

56214


Curator : Mr. Hanssens-Ensch, Françoise, Louizalaan 349, bus 17, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (42439)

Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (42438)


Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Regie Make Up SPRL, avenue des Gloires Nationales 3, 1081 Koekelberg. Numéro de faillite : 20071442. Date de faillite : 22 octobre 2007.

Tribunal de commerce de Bruxelles Objet social : location de véhicules. Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Point 4 View-Blue One Group SPRL, boulevard Industriel 103, 1070 Anderlecht. Numéro de faillite : 20071438.

Numéro d’entreprise : 0479.118.335. Juge-commissaire : M. De Moor. Curateur : Me Ensch, Ysabelle, avenue Louise 349, bte 17, 1050 Bruxelles-5.

Date de faillite : 22 octobre 2007.

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.

Objet social : publicité. Numéro d’entreprise : 0862.943.078. Juge-commissaire : M. Waver. Curateur : Me Hanssens-Ensch, Françoise, avenue Louise 349, bte 17, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.

Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (42440)

Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.



Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Regie Make Up BVBA, Landsroemlaan 3, 1081 Koekelberg. Faillissementsnummer : 20071442.

Rechtbank van koophandel te Brussel Datum faillissement : 22 oktober 2007. Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Point 4 View-Blue One Group E.B.V.B.A., Industrielaan 103, 1070 Anderlecht.

Handelsactiviteit : verhuur van voertuigen. Ondernemingsnummer : 0479.118.335.

Faillissementsnummer : 20071438.

Rechter-commissaris : de heer De Moor.

Datum faillissement : 22 oktober 2007.

Curator : Mr. Ensch, Ysabelle, Louizalaan 349, bus 17, 1050 Brussel-5.

Handelsactiviteit : publiciteit. Ondernemingsnummer : 0862.943.078. Rechter-commissaris : de heer Waver.

Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.

Curator : Mr. Hanssens-Ensch, Françoise, Louizalaan 349, bus 17, 1050 Brussel-5.

Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007.


De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet.


Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (42440)

56215

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Tribunal de commerce de Bruxelles

Curateur : Me Goldschmidt, Alain, chaussée de La Hulpe 150, 1170 Watermael-Boitsfort.

Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Compagnie immobilière de la Porte de Namur SA, rue François Lesnino 63, 1020 Bruxelles-2. Numéro de faillite : 20071443.



Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Objet social : gestion immobilière. Numéro d’entreprise : 0412.756.972.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch.

Juge-commissaire : M. De Moor.

(42442)

Curateur : Me Ensch, Ysabelle, avenue Louise 349, bte 17, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.


Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007.

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Raducha Piotr, Paul Deschanellaan 16, 1030 Schaarbeek.


Faillissementsnummer : 20071447. Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : bouwwerken.


Ondernemingsnummer : 0540.512.902. Rechter-commissaris : de heer De Moor.


Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Compagnie Immobilière de la Porte de Namur NV, François Lesninostraat 63, 1020 Brussel-2. Faillissementsnummer : 20071443. Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : immobiliën. Ondernemingsnummer : 0412.756.972. Rechter-commissaris : de heer De Moor. Curator : Mr. Ensch, Ysabelle, Louizalaan 349, bus 17, 1050 Brussel-5.

Curator : Mr. Goldschmidt, Alain, 1170 Watermaal-Bosvoorde.

Terhulpensesteenweg

150,

Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (42442)




Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Caretma SPRL, quai du Commerce 23, 1000 Bruxelles-1.

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (42441)

Numéro de faillite : 20071452. Date de faillite : 22 octobre 2007. Objet social : textiles. Numéro d’entreprise : 0862.942.979. Juge-commissaire : M. Gilson.


Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Raducha Piotr, avenue Paul Deschanel 16, 1030 Schaerbeek. Numéro de faillite : 20071447. Date de faillite : 22 octobre 2007. Objet social : construction. Numéro d’entreprise : 0540.512.902. Juge-commissaire : M. De Moor.

Curateur : Me Gasia, Christophe, avenue Louise 486, bte 6, 1050 Ixelles. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (42443)

56216

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Rechtbank van koophandel te Brussel

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Caretma BVBA, Handelskaai 23, 1000 Brussel-1. Faillissementsnummer : 20071452.


Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : textiel. Ondernemingsnummer : 0862.942.979. Rechter-commissaris : de heer Gilson. Curator : Mr. Gasia, Christophe, Louizalaan 486, bus 6, 1050 Elsene. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (42443)


Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Consultance Gestion et Développement SPRL, chaussée de Wavre 1388, 1160 Auderghem. Numéro de faillite : 20071457. Date de faillite : 22 octobre 2007. Objet social : conseil et management. Numéro d’entreprise : 0463.449.073. Juge-commissaire : M. Sepulchre. Curateur : Me 1180 Bruxelles-18.


Ouverture de la faillite, sur aveu, de : OBH Group SPRL, chaussée de Gand 1200, 1082 Berchem-Sainte-Agathe. Numéro de faillite : 20071453.

Heilporn,

Lise,

avenue

René

Gobert

20,

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Date de faillite : 22 octobre 2007. Objet social : salon de coiffure. Numéro d’entreprise : 0476.756.978.


Juge-commissaire : M. Gilson. Curateur : Me Gasia, Christophe, avenue Louise 486, bte 6, 1050 Ixelles. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.


Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Consultance Gestion et Développement BVBA, Waversesteenweg 1388, 1160 Oudergem. Faillissementsnummer : 20071457. Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : zakenbeheer.


Ondernemingsnummer : 0463.449.073. Rechter-commissaris : de heer Sepulchre.


Curator : Mr. Heilporn, Lise, René Gobertlaan 20, 1180 Brussel-18.

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : OBH Group BVBA, Gentsesteenweg 1200, 1082 Sint-Agatha-Berchem.


Faillissementsnummer : 20071453. Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : kapsalon. Ondernemingsnummer : 0476.756.978. Rechter-commissaris : de heer Gilson. Curator : Mr. Gasia, Christophe, Louizalaan 486, bus 6, 1050 Elsene.

Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (42445)

56217



Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Lowyck Automobiles SCRL, avenue de la Couronne 388, 1050 Ixelles.


Numéro de faillite : 20071458.


Date de faillite : 22 octobre 2007. Objet social : garage.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch.

Numéro d’entreprise : 0438.478.701.

(42447)

Juge-commissaire : M. Sepulchre. Curateur : Me 1180 Bruxelles-18.

Heilporn,

Lise,

avenue

René

Gobert

20, Rechtbank van koophandel te Brussel

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (42446)


Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Lowyck Automobiles CVBA, Kroonlaan 388, 1050 Elsene. Faillissementsnummer : 20071458. Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : garage. Ondernemingsnummer : 0438.478.701. Rechter-commissaris : de heer Sepulchre. Curator : Mr. Heilporn, Lise, René Gobertlaan 20, 1180 Brussel-18. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (42446)

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : I.T. Service BVBA, Felix Paulsenlaan 49, 1070 Anderlecht. Faillissementsnummer : 20071467. Datum faillissement : 23 oktober 2007. Handelsactiviteit : telecom. Ondernemingsnummer : 0874.307.025. Rechter-commissaris : de heer De Potter. Curator : Mr. 1070 Anderlecht.

Asscherickx,

Bertrand,

Ninoofsesteenweg

643,



Ouverture de la faillite, sur citation, de : Ural Net SPRL, rue de la Tulipe 84, 1050 Ixelles. Numéro de faillite : 20071439. Date de faillite : 22 octobre 2007. Objet social : nettoyage industriel. Numéro d’entreprise : 0475.430.355.


Juge-commissaire : M. Waver. Curateur : Me Hanssens-Ensch, Françoise, avenue Louise 349, bte 17, 1050 Bruxelles-5.

Ouverture de la faillite, sur aveu, de : I.T. Service SPRL, avenue Félix Paulsen 49, 1070 Anderlecht. Numéro de faillite : 20071467. Date de faillite : 23 octobre 2007. Objet social : télécom. Numéro d’entreprise : 0874.307.025. Juge-commissaire : M. De Potter. Curateur : Me Asscherickx, Bertrand, chaussée de Ninove 643, 1070 Anderlecht.

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42448)

56218


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Ural Net BVBA, Tulpstraat 84, 1050 Elsene. Faillissementsnummer : 20071439. Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : industriële reiniging. Ondernemingsnummer : 0475.430.355. Rechter-commissaris : de heer Waver. Curator : Mr. Hanssens-Ensch, Françoise, Louizalaan 349, bus 17, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.

Curator : Mr. Hanssens-Ensch, Françoise, Louizalaan 349, bus 17, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42449)


Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42448)

Ouverture de la faillite, sur citation, de : Fim Benelux SA, rue Louis Hymans 9C, 1050 Ixelles. Numéro de faillite : 20071441. Date de faillite : 22 octobre 2007. Objet social : promotion immobilière de logements. Numéro d’entreprise : 0434.517.042.


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Xysproperties SA, avenue Franklin Roosevelt 123, 1050 Ixelles. Numéro de faillite : 20071440. Date de faillite : 22 octobre 2007. Objet social : location agence immobilière. Numéro d’entreprise : 0450.629.237. Juge-commissaire : M. Waver. Curateur : Me Hanssens-Ensch, Françoise, avenue Louise 349, bte 17, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42449)

Juge-commissaire : M. Waver. Curateur : Me Hanssens-Ensch, Françoise, avenue Louise 349, bte 17, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42450)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Fim Benelux NV, Louis Hymansstraat 9C, 1050 Elsene. Faillissementsnummer : 20071441. Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : immobiliënagentschap.


Ondernemingsnummer : 0434.517.042. Rechter-commissaris : de heer Waver.

Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Xysproperties NV, Franklin Rooseveltlaan 123, 1050 Elsene. Faillissementsnummer : 20071440. Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : immobiliënagentschap. Ondernemingsnummer : 0450.629.237. Rechter-commissaris : de heer Waver.

Curator : Mr. Hanssens-Ensch, Françoise, Louizalaan 349, bus 17, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007.

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42450)

56219


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Team Auto Sport Ltd société de droit Anglais, rue Verheyden 17, 1080 Molenbeek-Saint-Jean. Numéro de faillite : 20071445. Date de faillite : 22 octobre 2007.


Objet social : véhicules. Numéro d’entreprise : 0880.121.283. Juge-commissaire : M. De Moor.

Ouverture de la faillite, sur citation, de : Priba SPRL, chaussée d’Alsemberg 469, 1180 Uccle.

Curateur : Me Ensch, Ysabelle, avenue Louise 349, bte 17, 1050 Bruxelles-5.



Objet social : alimentation générale.



Numéro d’entreprise : 0862.814.010. Juge-commissaire : M. De Moor. Curateur : Me Ensch, Ysabelle, avenue Louise 349, bte 17, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42451)

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42452)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Team Auto Sport Ltd, vennootschap naar Engels recht, Verheydenstraat 17, 1080 Sint-Jans-Molenbeek. Faillissementsnummer : 20071445. Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : voertuigen. Ondernemingsnummer : 0880.121.283. Rechter-commissaris : de heer De Moor.


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Priba BVBA, Alsembergsesteenweg 469, 1180 Ukkel.

Curator : Mr. Ensch, Ysabelle, Louizalaan 349, bus 17, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.




De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42452)

Handelsactiviteit : algemene voeding. Ondernemingsnummer : 0862.814.010. Rechter-commissaris : de heer De Moor. Curator : Mr. Ensch, Ysabelle, Louizalaan 349, bus 17, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42451)


Ouverture de la faillite, sur citation, de : All Biz SCRI, rue de la Semence 57, bte 13, 1080 Molenbeek-Saint-Jean. Numéro de faillite : 20071446. Date de faillite : 22 octobre 2007. Objet social : activité de courrier. Numéro d’entreprise : 0476.144.294. Date de cessation des payements : 22 avril 2007. Juge-commissaire : M. De Moor.

56220


Curateur : Me Ensch, Ysabelle, avenue Louise 349, bte 17, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42453)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Reno-Max BVBA, Korporaal Claesstraat 4/2B, 1030 Schaarbeek. Faillissementsnummer : 20071448. Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : telecommunicatie. Ondernemingsnummer : 0881.951.615. Rechter-commissaris : de heer De Moor. Curator : Mr. Goldschmidt, Alain, 1170 Watermaal-Bosvoorde.


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : All Biz CVOA, Zaadstraat 57, bus 13, 1080 Sint-Jans-Molenbeek. Faillissementsnummer : 20071446. Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : koerierdienst. Ondernemingsnummer : 0476.144.294. Datum staking betalingen : 22 april 2007.

Terhulpensesteenweg

150,

Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42454)

Rechter-commissaris : de heer De Moor. Curator : Mr. Ensch, Ysabelle, Louizalaan 349, bus 17, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42453)


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Medunic SPRL, rue d’Ecosse 70, 1060 Saint-Gilles. Numéro de faillite : 20071449. Date de faillite : 22 octobre 2007. Objet social : articles médicaux et orthopédiques. Numéro d’entreprise : 0462.886.176. Juge-commissaire : M. De Moor. Curateur : Me Goldschmidt, Alain, chaussée de La Hulpe 150, 1170 Watermael-Boitsfort.



Ouverture de la faillite, sur citation, de : Reno-Max SPRL, rue Caporal Claes 4/2B, 1030 Schaerbeek.


Numéro de faillite : 20071448. Date de faillite : 22 octobre 2007. Objet social : télécommuniations. Numéro d’entreprise : 0881.951.615.


Juge-commissaire : M. De Moor. Curateur : Me Goldschmidt, Alain, chaussée de La Hulpe 150, 1170 Watermael-Boitsfort. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42454)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Medunic BVBA, Schotlandstraat 70, 1060 Sint-Gillis. Faillissementsnummer : 20071449. Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : medische artikelen. Ondernemingsnummer : 0462.886.176. Rechter-commissaris : de heer De Moor.

56221

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Curator : Mr. Goldschmidt, Alain, 1170 Watermaal-Bosvoorde.

Terhulpensesteenweg

150,





Ouverture de la faillite, sur citation, de : Immotep SPRL, rue de Savoie 22A, 1060 Saint-Gilles. Numéro de faillite : 20071451. Date de faillite : 22 octobre 2007.


Objet social : agences immobilières. Numéro d’entreprise : 0880.406.048.

Ouverture de la faillite, sur citation, de : Le Pavillon SCRL, rue François Joseph Navez 41, 1030 Schaerbeek.

Juge-commissaire : M. De Moor. Curateur : Me Goldschmidt, Alain, chaussée de La Hulpe 150, 1170 Watermael-Boitsfort.

Numéro de faillite : 20071450. Date de faillite : 22 octobre 2007.


Objet social : production de viandes. Numéro d’entreprise : 0430.192.030.


Juge-commissaire : M. De Moor. Curateur : Me Goldschmidt, Alain, chaussée de La Hulpe 150, 1170 Watermael-Boitsfort. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.


Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42456)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Immotep BVBA, Savoiestraat 22A, 1060 Sint-Gillis. Faillissementsnummer : 20071451.


Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : immobiliënagentschap.

Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Le Pavillon CVBA, François Joseph Navezstraat 41, 1030 Schaarbeek.

Rechter-commissaris : de heer De Moor.


Curator : Mr. Goldschmidt, Alain, 1170 Watermaal-Bosvoorde.

Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : vleeshandel.

Terhulpensesteenweg

150,


Ondernemingsnummer : 0430.192.030. Rechter-commissaris : de heer De Moor. Curator : Mr. Goldschmidt, Alain, 1170 Watermaal-Bosvoorde.

Ondernemingsnummer : 0880.406.048.

Terhulpensesteenweg

150,



De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet.


Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42457)

56222



Ouverture de la faillite, sur citation, de : Cargo Express Transport SPRL, avenue Van Volxem 300, 1190 Forest.


Numéro de faillite : 20071455. Date de faillite : 22 octobre 2007. Objet social : import-export. Numéro d’entreprise : 0863.209.730.


Juge-commissaire : M. Gilson. Curateur : Me Gasia, Christophe, avenue Louise 486, bte 6, 1050 Ixelles. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42458)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Brut De Cuve BVBA, Alsembergsesteenweg 315, 1190 Vorst. Faillissementsnummer : 20071456. Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : dranken. Ondernemingsnummer : 0478.965.511. Rechter-commissaris : de heer Gilson.


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Cargo Express Transport BVBA, Van Volxemlaan 300, 1190 Vorst. Faillissementsnummer : 20071455. Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : invoer-uitvoer. Ondernemingsnummer : 0863.209.730. Rechter-commissaris : de heer Gilson. Curator : Mr. Gasia, Christophe, Louizalaan 486, bus 6, 1050 Elsene. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42458)

Curator : Mr. Gasia, Christophe, Louizalaan 486, bus 6, 1050 Elsene. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42459)


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Holding Bavin SPRL, rue de l’Eglise Saint-Pierre 36, 1090 Jette. Numéro de faillite : 20071459. Date de faillite : 22 octobre 2007. Objet social : sociétés de portefeuilles. Numéro d’entreprise : 0474.287.339.


Juge-commissaire : M. Sepulchre. Curateur : Me 1180 Bruxelles-18.

Ouverture de la faillite, sur citation, de : Brut De Cuve SPRL, chaussée d’Alsemberg 315, 1190 Forest. Numéro de faillite : 20071456. Date de faillite : 22 octobre 2007. Objet social : commerce de boissons. Numéro d’entreprise : 0478.965.511. Juge-commissaire : M. Gilson. Curateur : Me Gasia, Christophe, avenue Louise 486, bte 6, 1050 Ixelles.

Heilporn,

Lise,

avenue

René

Gobert

20,


56223


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Holding Bavin BVBA, Sint-Pieterskerkstraat 36, 1090 Jette. Faillissementsnummer : 20071459.


Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : holding. Ondernemingsnummer : 0474.287.339. Rechter-commissaris : de heer Sepulchre. Curator : Mr. Heilporn, Lise, René Gobertlaan 20, 1180 Brussel-18. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42460)


Ouverture de la faillite, sur citation, de : La Table SPRL, avenue Louise 119, bte 2, 1050 Bruxelles-5. Numéro de faillite : 20071461. Date de faillite : 22 octobre 2007. Objet social : restaurant. Numéro d’entreprise : 0879.000.637. Juge-commissaire : M. Sepulchre. Curateur : Me 1180 Bruxelles-18.


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Fast Boys SPRL, avenue des Pagodes 11, bte 1, 1020 Bruxelles-2.


avenue

René

Gobert

20,



Objet social : activités de courrier. Numéro d’entreprise : 0461.061.289.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42462)

Juge-commissaire : M. Sepulchre. Heilporn,

Lise,



Curateur : Me 1180 Bruxelles-18.

Heilporn,

Lise,

avenue

René

Gobert

20,




Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : La Table BVBA, Louizalaan 119, bus 2, 1050 Brussel-5.


Faillissementsnummer : 20071461. Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : restaurant. Ondernemingsnummer : 0879.000.637. Rechter-commissaris : de heer Sepulchre.


Curator : Mr. Heilporn, Lise, René Gobertlaan 20, 1180 Brussel-18.

Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Fast Boys BVBA, Pagodenlaan 11, bus 1, 1020 Brussel-2.


Faillissementsnummer : 20071460. Datum faillissement : 22 oktober 2007. Handelsactiviteit : koerierdienst. Ondernemingsnummer : 0461.061.289. Rechter-commissaris : de heer Sepulchre. Curator : Mr. Heilporn, Lise, René Gobertlaan 20, 1180 Brussel-18.


56224


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Morana, Davide, chaussée de Mons 1103/0008, 1070 Anderlecht. Numéro de faillite : 20071473. Date de faillite : 24 octobre 2007. Objet social : import-export. Numéro d’entreprise : 0873.637.230. Juge-commissaire : M. Gilson. Curateur : Me Gasia, Christophe, avenue Louise 486, bte 6, 1050 Ixelles. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42463)

Curateur : Me Hanssens-Ensch, Françoise, avenue Louise 349, bte 17, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42464)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Masamba EBVBA, Waversesteenweg 82, 1030 Schaarbeek. Faillissementsnummer : 20071474. Datum faillissement : 24 oktober 2007. Handelsactiviteit : kapsalon. Ondernemingsnummer : 0477.356.992.


Datum staking betalingen : 24 april 2007. Rechter-commissaris : de heer Waver.

Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Morana, Davide, Bergensesteenweg 1103/0008, 1070 Anderlecht. Faillissementsnummer : 20071473. Datum faillissement : 24 oktober 2007. Handelsactiviteit : invoer-uitvoer. Ondernemingsnummer : 0873.637.230. Rechter-commissaris : de heer Gilson. Curator : Mr. Gasia, Christophe, Louizalaan 486, bus 6, 1050 Elsene. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.

Curator : Mr. Hanssens-Ensch, Françoise, Louizalaan 349, bus 17, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42464)



Ouverture de la faillite, sur citation, de : Plateau du Berger SPRL, rue Tasson-Snel 22/3, 1060 Saint-Gilles. Numéro de faillite : 20071463.


Date de faillite : 23 octobre 2007. Objet social : produits laitiers.

Ouverture de la faillite, sur citation, de : Masamba SPRLU, chaussée de Wavre 82, 1030 Schaerbeek. Numéro de faillite : 20071474. Date de faillite : 24 octobre 2007. Objet social : salons de coiffure. Numéro d’entreprise : 0477.356.992. Date de cessation des payements : 24 avril 2007. Juge-commissaire : M. Waver.

Numéro d’entreprise : 0473.829.855. Juge-commissaire : M. De Rouck. Curateur : Me 1070 Bruxelles-7.

Verraes,

Michiel,

chaussée

de

Ninove

643,


56225

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42465)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : D.L.I. NV, Stallestraat 107, 1180 Ukkel. Faillissementsnummer : 20071464. Datum faillissement : 23 oktober 2007.


Handelsactiviteit : projectontwikkeling voor woningbouw. Ondernemingsnummer : 0445.782.603.

Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Plateau du Berger BVBA, Tasson-Snelstraat 22/3, 1060 Sint-Gillis.

Rechter-commissaris : de heer De Rouck. Curator : Mr. Verraes, Michiel, Ninoofsesteenweg 643, 1070 Brussel-7. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.

Faillissementsnummer : 20071463. Datum faillissement : 23 oktober 2007. Handelsactiviteit : zuivelproducten.


Ondernemingsnummer : 0473.829.855. Rechter-commissaris : de heer De Rouck. Curator : Mr. Verraes, Michiel, Ninoofsesteenweg 643, 1070 Brussel-7. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42465)



Ouverture de la faillite, sur citation, de : Immo Batime SPRL, rue de la Victoire 106, 1060 Saint-Gilles. Numéro de faillite : 20071465. Date de faillite : 23 octobre 2007. Objet social : construction. Numéro d’entreprise : 0463.405.028. Juge-commissaire : M. De Rouck.


Curateur : Me 1070 Bruxelles-7.

Ouverture de la faillite, sur citation, de : D.L.I. SA, rue de Stalle 107, 1180 Uccle.

Verraes,

Michiel,

chaussée

de

Ninove

643,


Numéro de faillite : 20071464. Date de faillite : 23 octobre 2007.


Objet social : immobilier.



Verraes,

Michiel,

chaussée

de

Ninove

643,



Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Immo Batime BVBA, Overwinningsstraat 106, 1060 Sint-Gillis.




Handelsactiviteit : bouwfirma.



Ondernemingsnummer : 0463.405.028. Rechter-commissaris : de heer De Rouck. Curator : Mr. Verraes, Michiel, Ninoofsesteenweg 643, 1070 Brussel-7.

56226




Ouverture de la faillite, sur citation, de : Synopsis SPRL, rue de l’Orphelinat 5, 1070 Anderlecht. Numéro de faillite : 20071468. Date de faillite : 23 octobre 2007. Objet social : matériel de bureau. Numéro d’entreprise : 0442.431.054. Juge-commissaire : M. De Potter. Curateur : Me Asscherickx, Bertrand, chaussée de Ninove 643, 1070 Anderlecht.



Ouverture de la faillite, sur citation, de : Jilmetal SPRL, chaussée de Waterloo 382, 1060 Saint-Gilles. Numéro de faillite : 20071466.

Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Date de faillite : 23 octobre 2007. Objet social : construction.



Verraes,

Michiel,

chaussée

de

Ninove

643,



Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Synopsis BVBA, Weeshuisstraat 5, 1070 Anderlecht. Faillissementsnummer : 20071468. Datum faillissement : 23 oktober 2007. Handelsactiviteit : kantoorbenodigdheden. Ondernemingsnummer : 0442.431.054. Rechter-commissaris : de heer De Potter. Curator : Mr. 1070 Anderlecht.


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Jilmetal BVBA, Waterloose Steenweg 382, 1060 Sint-Gillis. Faillissementsnummer : 20071466. Datum faillissement : 23 oktober 2007. Handelsactiviteit : bouwwerken. Ondernemingsnummer : 0480.327.172. Rechter-commissaris : de heer De Rouck.

Asscherickx,

Bertrand,

Ninoofsesteenweg

643,


Curator : Mr. Verraes, Michiel, Ninoofsesteenweg 643, 1070 Brussel-7. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42468)


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Van Belle, Jean-Claude, rue du Potaerdenberg 9, 1070 Anderlecht. Numéro de faillite : 20071469. Date de faillite : 23 octobre 2007. Objet social : informatique. Numéro d’entreprise : 0551.661.764. Juge-commissaire : M. De Potter.

56227

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Curateur : Me Asscherickx, Bertrand, chaussée de Ninove 643, 1070 Anderlecht. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42470)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Van Belle, JeanClaude, Potaardenbergstraat 9, 1070 Anderlecht. Faillissementsnummer : 20071469.

Handelsactiviteit : informatica. Ondernemingsnummer : 0551.661.764. Rechter-commissaris : de heer De Potter. Asscherickx,

Bertrand,

Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Boulangerie laekenoise BVBA, de Ribaucourtstraat 39, 1080 Sint-Jans-Molenbeek. Faillissementsnummer : 20071470. Datum faillissement : 23 oktober 2007. Handelsactiviteit : bakkerij. Ondernemingsnummer : 0471.949.441. Rechter-commissaris : de heer De Potter. Curator : Mr. 1070 Anderlecht.

Asscherickx,

Bertrand,

Ninoofsesteenweg

643,



Curator : Mr. 1070 Anderlecht.


Ninoofsesteenweg

643,



Ouverture de la faillite, sur citation, de : Espace Evolution SPRL, rue des Pâquerettes 128, 1030 Schaerbeek. Numéro de faillite : 20071471. Date de faillite : 23 octobre 2007. Objet social : matériel de construction. Numéro d’entreprise : 0464.261.004. Juge-commissaire : M. De Potter. Curateur : Me Asscherickx, Bertrand, chaussée de Ninove 643, 1070 Anderlecht.



Ouverture de la faillite, sur citation, de : Boulangerie laekenoise SPRL, rue de Ribaucourt 39, 1080 Molenbeek-Saint-Jean.


Numéro de faillite : 20071470. Date de faillite : 23 octobre 2007. Objet social : boulangerie. Numéro d’entreprise : 0471.949.441.


Juge-commissaire : M. De Potter. Curateur : Me Asscherickx, Bertrand, chaussée de Ninove 643, 1070 Anderlecht. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42471)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Espace Evolution BVBA, Madeliefjesstraat 128, 1030 Schaarbeek. Faillissementsnummer : 20071471. Datum faillissement : 23 oktober 2007. Handelsactiviteit : bouwmaterialen. Ondernemingsnummer : 0464.261.004. Rechter-commissaris : de heer De Potter.

56228


Curator : Mr. 1070 Anderlecht.

Asscherickx,

Bertrand,

Ninoofsesteenweg

643,



Tribunal de commerce de Liège

Par jugement du 24 octobre 2007, le tribunal de commerce de Liège a prononcé, sur aveu, la faillite de la SA Alterys, ayant son siège social à 4052 Chaudfontaine (Beaufays), rue des Bruyères 54, et ayant eu son siège d’exploitation à 4800 Verviers, boulevard des Gérardchamps 156, ayant pour activités : conseil et réalisation de logiciels informatiques, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0873.382.456. Curateur : Georges Rigo, avocat à 4000 Liège, rue Beeckman 14.


Juge-commissaire : M. Jean-Louis Rampen. Ouverture de la faillite, sur citation, de : Délice SPRL, chaussée de Haecht 645, 1030 Schaerbeek. Numéro de faillite : 20071472.

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce de Liège, à 4000 Liège, îlot Saint-Michel, rue Joffre 12, endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Date de faillite : 23 octobre 2007. Objet social : boulangerie.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances est fixé au mercredi 5 décembre 2007.

Numéro d’entreprise : 0860.628.639.

Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) J. Tits. (42474)

Juge-commissaire : M. De Potter. Curateur : Me Asscherickx, Bertrand, chaussée de Ninove 643, 1070 Anderlecht. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 28 novembre 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (42473)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Délice BVBA, Haachtsesteenweg 645, 1030 Schaarbeek. Faillissementsnummer : 20071472.

Par jugement du 3 octobre 2007, le tribunal de commerce de Liège a déclaré close, par liquidation d’actif, la faillite prononcée en date du 17 février 2006, à charge de la SPRL Sebanils, ayant son siège social à 4130 Esneux (Tilff), rue Waleffe 6, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0472.275.578, a déclaré la société faillie inexcusable et a déchargé de sa fonction de curateur, Me Pierre Henfling, avocat à 4000 Liège, rue Charles Morren 4. Aux termes de l’article 185 du Code des sociétés est réputé liquidateur, Mme Renée Tabury, domiciliée ou l’ayant été à 4540 Ombret, rue des Bouvreuils 1, gérant de la société faillie. (Signé) P. Henfling, avocat.

(42475)

Par jugement du 3 octobre 2007, le tribunal de commerce de Liège a déclaré close, par liquidation d’actif, la faillite prononcée en date du 21 mai 2001, à charge de la SA Lyriange Belgium, ayant son siège social à 4100 Seraing, rue Ferrer 78, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0430.701.774, a déclaré la société faillie inexcusable et a déchargé de leurs fonctions, les curateurs, Me Michel Mersch et Yves Godfroid, avocats à 4000 Liège, rue Charles Morren 4. Aux termes de l’article 185 du Code des sociétés, est réputé liquidadeur M. Robert Crasson, domicilié à 4122 Plainevaux, rue des Fourches 27, organe dirigeant de la société faillie.

Datum faillissement : 23 oktober 2007. Handelsactiviteit : brood, banket en suikerwerk.

(Signé) Y. Godfroid.

(42476)

Ondernemingsnummer : 0860.628.639. Rechter-commissaris : de heer De Potter. Curator : Mr. 1070 Anderlecht.

Asscherickx,

Bertrand,

Ninoofsesteenweg

643,

Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 28 november 2007.

Le 3 octobre 2007, le tribunal de commerce de Liège a déclaré close, par liquidation, la faillite de la SPRL Le Perron, boulevard Piercot 2A, à 4000 Liège, inscrit à la B.C.E. n° 0463.552.607, faillite déclarée le 6 juin 2005. Le même jugement donne décharge de leur mission aux curateurs, Me J.L. Paquot, avocat à Liège, avenue Blonden 33, et Me O. Evrard, avocat à Liège, quai Marcellis 13, et indique en qualité de liquidateur, M. Vincent Burnet, domicilié ou l’ayant été à Liège, boulevard Piercot 2, gérant de la société faillie. La société en faillite a été déclarée inexcusable. (Signé) Jean-Luc Paquot, avocat.

(42477)

56229

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Avis rectificatif

Curator : Mr. Carron, Veerle, Kasteelstraat 24, 8870 Izegem. Datum van de staking van betaling : 24 oktober 2007.

Au Moniteur belge du 24 octobre 2007, p. 55221, avis n° 41569, 2e ligne, il y a lieu de lire : « SPRL S.P.G. Bureautique » au lieu de « SPRL Bureautique ». (42478)

Rechtbank van koophandel te Gent

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, vierde kamer, d.d. 12 september 2007, werd de gefailleerde, Mevr. Froitzheim, Anne, voorheen wonende te 9940 Evergem, Molenstraat 82, en thans te 9000 Gent, Distelstraat 30B, met KBO nr. 0578.937.181, verschoonbaar verklaard. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) R. Van de Wynkele. (42479)

(Dit bericht vervangt datgene verschenen in het Belgisch Staatsblad van 3 oktober 2007, onder het nr. 39247.) Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d. 17 september 2007, werd het faillissement Maes, Dries, Bissegemstraat 15, 8630 Veurne, afgesloten wegens ontoereikend activa. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. De hoofdgriffier : (get.) R. Van de Wynkele.

(42480)

Indienen van 23 november 2007.

de

schuldvorderingen

ter

griffie :

vóór

Nazicht van de schuldvorderingen : 19 december 2007, te 10 u. 30 m., zaal A, rechtbank van koophandel, gerechtsgebouw II, Beheerstraat 41, 8500 Kortrijk. Belangrijk bericht aan de belanghebbenden : om in voorkomend geval te kunnen genieten van de bevrijding waarvan sprake is in art. 73 of in art. 80 van de Faillissementswet, moeten de natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde, ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neerleggen die hun identiteit, hun beroep en hun woonplaats vermeldt en waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is, en waarbij de stukken zijn gevoegd zoals bepaald is in art. 72ter van de Faillissementswet. De griffier : (get.) Ch. Busschaert. (Pro deo) (42482)

Rechtbank van koophandel te Leuven

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven, d.d. 23 oktober 2007, werd het faillissement van Eskens, Paul, wonende te 3140 Keerbergen, Processieweg 29, laatst gekend adres te 3140 Keerbergen, Putsebaan 32, gesloten verklaard. De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard. De griffier : (get.) W. Coosemans.

(42483)

Rechtbank van koophandel te Kortrijk Rechtbank van koophandel te Mechelen Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, vijfde kamer, d.d. 24 oktober 2007, werd, bij dagvaarding, failliet verklaard Thuiszorg Dienstenchequebedrijf Chriefab VOF, Willem Bouvier Cartonstraat 45, te 8710 Wielsbeke, personeelsselectie en plaatsing. Ondernemingsnummer 0882.026.542. Rechter-commissaris : Leroy, Ghislain. Curator : Mr. Carron, Veerle, Kasteelstraat 24, 8870 Izegem. Datum van de staking van betaling : 24 oktober 2007. Indienen van 23 november 2007.

de

schuldvorderingen

ter

griffie :

vóór

Nazicht van de schuldvorderingen : 19 december 2007, te 10 u. 15 m., zaal A, rechtbank van koophandel, gerechtsgebouw II, Beheerstraat 41, 8500 Kortrijk. Belangrijk bericht aan de belanghebbenden : om in voorkomend geval te kunnen genieten van de bevrijding waarvan sprake is in art. 73 of in art. 80 van de Faillissementswet, moeten de natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde, ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neerleggen die hun identiteit, hun beroep en hun woonplaats vermeldt en waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is, en waarbij de stukken zijn gevoegd zoals bepaald is in art. 72ter van de Faillissementswet. De griffier : (get.) Ch. Busschaert. (Pro deo) (42481)

Bij vonnis d.d. 25 oktober 2007 van de rechtbank van koophandel te Mechelen, werd op bekentenis, in staat van faillissement verklaard de BVBA Verhasselt Nick, uitbating van café - taverne - restaurant, met maatschappelijke zetel te 2830 Willebroek (Heindonk), Hazewinkelstraat 3, en aldaar handeldrijvende onder de benaming Huis Ten Halve, met ondernemingsnummer 0474.465.404. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld (zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld) voor de gefailleerde kunnen hiervan een verklaring ter griffie afleggen. De datum van staking van betaling werd vastgesteld op 25 oktober 2007. Tot curator werd benoemd : Mr. Van Hoogenbemt, Eric, advocaat, kantoorhoudende te 2800 Mechelen, Hombeeksesteenweg 62. De schuldvorderingen dienen ingediend te worden ter griffie van de rechtbank van koophandel te 2800 Mechelen, Voochtstraat 7, uiterlijk op 22 november 2007. De curator dient het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen neer te leggen ter griffie van deze rechtbank : op 17 december 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) G. Verrijt. (42484)

Rechtbank van koophandel te Tongeren Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, vijfde kamer, d.d. 24 oktober 2007, werd, bij dagvaarding, failliet verklaard Van Quaethem, Bennet Christian, Bruggestraat 49, te 8770 Ingelmunster, geboren op 25 maart 1958, grondwerken; wegenwerken en bouw van niet metalen; voegwerken; thermische geluidsisolatie; stukadoorswerken; restauratiewerken arduin en marmerwerken; centrale verwarming; sanitair en lood- en zinkwerk.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 25 oktober 2007, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 22 november 1993 op naam van Scheepers, Marcus, geboren op 12 oktober 1958, te 3740 Bilzen (Mopertingen), Maastrichterstraat 330, gesloten verklaard bij vereffening.

Handelsbenaming : Van Quaethem, Bennet.

De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard.

Ondernemingsnummer 0676.150.178.

Dossiern. : 2203. Voor eensluidend uittreksel : (get.) W. Meurmans, griffier.

Rechter-commissaris : Leroy, Ghislain.

(42485)

56230


Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 25 oktober 2007, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 18 november 1999 op naam van Max Lanaken BVBA, te 3620 Lanaken, Steenweg 42, RPR/ondernemingsnummer : 0458.069.335, gesloten verklaard bij vereffening De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap ontbonden is een vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is en dat overeenkomstig art. 185 Venn. W. als vereffenaars worden beschouwd : Gielen, Dirk, te 3800 Sint-Truiden, Stationsstraat 20/101. Dossiern. : 3418. Voor eensluidend uittreksel : (get.) W. Meurmans, griffier.

(42486)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 25 oktober 2007, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 17 januari 2002 op naam van Electro Combinatie Limburg NV, te 3690 Zutendaal, Langendijkstraat 10/1, RPR/ondernemingsnummer : 0445.336.205, gesloten verklaard bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap ontbonden is een vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is en dat overeenkomstig art. 185 Venn. W. als vereffenaars worden beschouwd : Kaper Klaas, te 3350 Heusden - Zolder, Herderspad 33/002. Dossiern. : 3846. Voor eensluidend uittreksel : (get.) W. Meurmans, griffier.

(42487)

Bij vonnis van 23 oktober 2007 werden de curatoren van het Fail. GTB INC. BVBA, Eikevelden 138, 2440 Geel, ondernemingsnummer 0867.040.933, failliet verklaard op 8 augustus 2007, Mrs. N. Devos & G. Naulaerts, advocaten, te 2440 Geel, Diestseweg 155, opgevolgd door : advocaat Van Rompaey, Paul, Zandberg 19, 2260 Westerlo. De griffier, (get.) L. Verstraelen. (42491)

Bij vonnis van 23 oktober 2007, werden de curatoren van het Fail. GTB Skills BVBA, Eikevelden 138, 2440 Geel, ondernemingsnummer 0867.041.131, failliet verklaard op 8 augustus 2007, Mrs. N. Devos & G. Naulaerts, advocaten, te 2440 Geel, Diestseweg 155, opgevolgd door : advocaat Van Rompaey, Paul, Zandberg 19, 2260 Westerlo. De griffier, (get.) L. Verstraelen. (42492)

Bij vonnis van 23 oktober 2007 werden de curatoren van het Fail. GTB Concepts BVBA, Eikevelden 138, 2440 Geel, ondernemingsnummer 0867.040.735, failliet verklaard op 8 augustus 2007, Mrs. N. Devos & G. Naulaerts, advocaten, te 2440 Geel, Diestseweg 155, opgevolgd door : advocaat Van Rompaey, Paul, Zandberg 19, 2260 Westerlo. De griffier, (get.) L. Verstraelen. (42493)

Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Turnhout, van 23 oktober 2007, werd het faillissement van de genaamde Fail. P. & G BVBA, Industrieweg 18, 2340 Beerse, ondernemingsnummer 0465.520.321, afgesloten : sluiting bij vereffening. Vereffenaar : Jochems, Peter.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 25 oktober 2007, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 23 augustus 2004 op naam van Service Retail BVBA, te 3740 Bilzen, Vogelzangstraat 5, RPR/ondernemingsnummer : 0474.850.533, gesloten verklaard bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap ontbonden is een vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is en dat overeenkomstig art. 185 Venn. W. als vereffenaars worden beschouwd : Awouters, Herman te L - 9972 Lieler, Hauptstrooss 26. Dossiern. : 4321. Voor eensluidend uittreksel : (get.) W. Meurmans, griffier.

(42494)

Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Turnhout, van 23 oktober 2007, werd het faillissement van de genaamde Fail. Van Gompel, Katleen, voorheen 2340 Beerse, Gasthuisstraat 36, bus 1, geboren op 19 februari 1974, thans Kamiel Van Baelenstraat 26, 2300 Turnhout, ondernemingsnummer 0703.814.281, afgesloten : sluiting bij gebrek aan voldoende actief. De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard. De griffier, (get.) L. Verstraelen.

(42495)

(42488)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 25 oktober 2007, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 20 maart 2006 op naam van La Diligence BVBA, te 3600 Genk, Onderwijslaan 6/1, RPR/ondernemingsnummer : 0879.157.916, gesloten verklaard bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap ontbonden is een vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is en dat overeenkomstig art. 185 Venn. W. als vereffenaars worden beschouwd : Emanuele, Andrea te 3600 Genk, Kleine Hostartstraat 55. Dossiern. : 4661. Voor eensluidend uittreksel : (get.) W. Meurmans, griffier.

Laatst gekend adres : Industrieweg 18, 2340 Beerse. De griffier, (get.) L. Verstraelen.

(42489)

Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Turnhout, van 23 oktober 2007, werd het faillissement van de genaamde Fail. Weba BVBA, Kapelleweg 37, 2230 Herselt, ondernemingsnummer 0450.946.664, afgesloten : sluiting bij gebrek aan voldoende actief. Vereffenaar : Weckhuysen, Leo. Laatst gekend adres : Kapelleweg 37, 2230 Herselt (Ramsel). De griffier, (get.) L. Verstraelen. (42496)

Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Turnhout, van 23 oktober 2007, werd het faillissement van de genaamde Fail. Dominca BVBA, Dennendijk 3, 2235 Hulshout, ondernemingsnummer 0461.453.150, afgesloten : sluiting bij gebrek aan enig actief. Vereffenaar : Cavens, Dirk.

Rechtbank van koophandel te Turnhout

Bij vonnis van 23 oktober 2007 werden de curatoren van het Fail. Tenu BVBA, Eikevelden 138, 2440 Geel, ondernemingsnummer 0860.699.905, failliet verklaard op 8 augustus 2007, Mrs. N. Devos & G. Naulaerts, advocaten, te 2440 Geel, Diestseweg 155, opgevolgd door : advocaat Van Rompaey, Paul, Zandberg 19, 2260 Westerlo. De griffier, (get.) L. Verstraelen. (42490)

Laatst gekend adres : Dennendijk 3, 2235 Westmeerbeek. De griffier, (get.) L. Verstraelen.

(42497)

Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Turnhout, van 23 oktober 2007, werd het faillissement van de genaamde Fail. Masto NV, Grote Baan 143, bus 1, 2380 Ravels, ondernemingsnummer 0458.932.635, afgesloten : sluiting bij gebrek aan enig actief.

56231

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Vereffenaar : Van Halteren, Franciscus. Laatst gekend adres : Ruiner Woldstraat 11, Tilburg (Nederland). De griffier, (get.) L. Verstraelen. (42498)

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld), kunnen hiervan een verklaring ter griffie neerleggen (art. 72bis en art. 72ter Fail. W.). De griffier, (get.) L. Verstraelen.

Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Turnhout, van 23 oktober 2007, werd het faillissement van de genaamde Fail. Maxsala BVBA, Grote Markt 67, bus 4, 2300 Turnhout, ondernemingsnummer 0476.113.018, afgesloten : sluiting bij gebrek aan enig actief. Vereffenaar : Sala, Jurgen. Laatst gekend adres : Helvoirtseweg 197, 5263 EJ Vugt (Nederland). De griffier, (get.) L. Verstraelen. (42499)

Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Turnhout, van 23 oktober 2007, werd de genaamde Mariën, Luc, geboren op 28 februari 1966, Sint-Dimpnaplein 11, C000, 2440 Geel, koerierdiensten, met ondernemingsnummer 0728.273.525, failliet verklaard - op dagvaarding. Rechter-commissaris : de heer Sleebus. Curatoren : advocaat 2280 Grobbendonk.

Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Turnhout, van 23 oktober 2007, werd de genaamde Solid House NV, Toekomstlaan 51, bus 8, 2280 Grobbendonk, overige werkzaamheden in de bouw, met ondernemingsnummer 0877.879.692, failliet verklaard - op dagvaarding. Rechter-commissaris : Mevr. Deleu. Tijdstip van ophouding van betaling : 23 oktober 2007. nazicht

schuldvorderingen

Vierselsebaan

14a,

Tijdstip van ophouding van betaling : 23 oktober 2007. Indiening van schuldvorderingen vóór 20 november 2007. Neerlegging eerste 4 december 2007.

P.V.

nazicht

schuldvorderingen

De griffier, (get.) L. Verstraelen.

Indiening van schuldvorderingen vóór 20 november 2007. P.V.

Notelteirs,

op

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld), kunnen hiervan een verklaring ter griffie neerleggen (art. 72bis en art. 72ter Fail. W.).

Curatoren : advocaat Heylen, Langstraat 128b, 2270 Herenthout.

Neerlegging eerste 4 december 2007.

(42502)

(42503)

op

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld), kunnen hiervan een verklaring ter griffie neerleggen (art. 72bis en art. 72ter Fail. W.). De griffier, (get.) L. Verstraelen. (42500)

Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Turnhout, van 23 oktober 2007, werd de genaamde Turnhoutse Brandstoffen Van Der Veken NV, Antwerpseweg 147, 2340 Beerse, kleinhandel in vaste en vloeibare brandstoffen, met ondernemingsnummer 0404.167.029, failliet verklaard - op bekentenis. Rechter-commissaris : de heer Gilis.

Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Turnhout, van 23 oktober 2007, werd de genaamde Bubbe Tuning BVBA, Emiel Becquaertlaan 2, 2400 Mol, onderhoud en reparatie van auto’s, met ondernemingsnummer 0478.518.123, failliet verklaard - op dagvaarding. Rechter-commissaris : de heer Vandekerckhove. Tijdstip van ophouding van betaling : 23 oktober 2007. Indiening van schuldvorderingen vóór 20 november 2007. P.V.

nazicht

schuldvorderingen


P.V.

nazicht

schuldvorderingen

op

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld), kunnen hiervan een verklaring ter griffie neerleggen (art. 72bis en art. 72ter Fail. W.).

Curatoren : advocaat Beirinckx, Kruisven 51, 2400 Mol.


Curatoren : advocaat Somers, Bisschopslaan 24, 2340 Beerse.

op


De griffier, (get.) L. Verstraelen.

(42504)

Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Turnhout, van 23 oktober 2007, werd de genaamde Juke Box NV, Kerkstraat 2, 2350 Vosselaar, verhuur en verkoop van audiovisuele apparatuur, met ondernemingsnummer 0435.008.277, failliet verklaard - op bekentenis. Rechter-commissaris : de heer Nuyens.

Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Turnhout, van 23 oktober 2007, werd de genaamde Smits BVBA, Smallestraat 9, bus 2, 2400 Mol, binnenhuisarchitect, met ondernemingsnummer 0457.016.092, failliet verklaard - op dagvaarding O.M. Rechter-commissaris : de heer Vandekerckhove. Tijdstip van ophouding van betaling : 23 oktober 2007. Indiening van schuldvorderingen vóór 20 november 2007. P.V.

nazicht

schuldvorderingen


Curatoren : advocaat Beirinckx, Kruisven 51, 2400 Mol.


Curatoren : advocaat Piedfort, Denefstraat 102, 2275 Gierle.

op

P.V.

nazicht

schuldvorderingen

op

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld), kunnen hiervan een verklaring ter griffie neerleggen (art. 72bis en art. 72ter Fail. W.). De griffier, (get.) L. Verstraelen.

(42505)

56232


Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Turnhout, van 23 oktober 2007, werd de genaamde Surprise NV, Vrijheid 61, 2370 Arendonk, kleinhandel in artikelen voor het huishouden en woninginrichting, met ondernemingsnummer 0479.514.649, failliet verklaard - op bekentenis.

avec société d’acquêts, aux termes des actes reçus par Me Philippe Baudrux, notaire à Habay-la-Neuve, et Me Pierre-Henri Grandjean, notaire à Dinant, en date du 23 octobre 2007. (Signé) P.-H. Grandjean, notaire. (42510)

Rechter-commissaris : Mevr. Deleu. Curatoren : advocaat Boeckx, Leopoldstraat 20, 2300 Turnhout. Tijdstip van ophouding van betaling : 23 oktober 2007. Indiening van schuldvorderingen vóór 20 november 2007. Neerlegging eerste 4 december 2007.

P.V.

nazicht

schuldvorderingen

op


Régime matrimonial − Huwelijksvermogensstelsel

En date du 23 octobre 2007, les époux, Thiry, André Marie Joseph Gislain, né à Longvilly le 14 novembre 1956 et Ersfeld, Ernestine Amélie née à Wiltz (grand-duché du Luxembourg) le 6 janvier 1963, domiciliés à Bastogne, Moinet 36, ont introduit devant le tribunal de première instance de Neufchâteau, une requête en homologation du contrat modificatif de leur régime matrimonial dressé par acte du notaire Joël Tondeur, de Bastogne, en date du 5 octobre 2007. Bastogne, le 23 octobre 2007. Pour les requérants, (singé) Joël Tondeur, notaire.

(42507)

Par requête en date du 23 octobre 2007, les époux 1° M Chéné, Gustave Jean-Marie Léon, né à La Chapelle Saint Florent (France) le 4 juillet 1948, et 2° Mme Robaye, Anne-Marie Pierre Simonne, née à Forges le 20 avril 1942, domiciliés à 6470 Sivry-Rance, rue Canivet 4, ont introduit au tribunal de première intance de Charleroi, une requête, en homologation du contrat modificatif de leur contrat de mariage, reçu par le notaire Vincent Maillard, à Chimay, le 14 août 2007. Ce contrat modificatif comporte adaption de régime de la communauté universelle en modifiant leur régime de séparation des biens pure et simple adopté suivant contrat de mariage reçu le 13 mars 1970, par le notaire Paterne Ndabaniwe, à Bujumbura (Burundi). Chimay, le 25 octobre 2007. (Signé) V. Maillard, notaire.

(42508)

Aux termes d’un jugement rendu par M. Philippe Glaude, juge unique de la troisième chambre du tribunal de première instance de Liège, en date du 15 octobre 2007, le tribunal a homologué l’acte modificatif du régime matrimonial des requérants, savoir : M. Plusquin, Yves, Jules, Laurent, François, né à Liège, le 30 mars 1971, et son épouse Mme Dumont, Nathalie, Colette, Thérèse, Rita, née à Liège, le 18 juin 1971, domiciliés à Liège, rue du Château 10. M. Plusquin, Yves, a fait apport à la communauté du bien immeuble suivant : maison d’habitation avec jardin sise à Liège, rue du Château 10, cadastrée ou l’ayant été section C, numéro 529D8, pour une contenance de 1 a. 65 ca. Comblain-au-Pont, 24 octobre 2007. (Signé) Ch. Bovy, notaire.

(42509)

Par requête, en date du 26 octobre 2007, M. Levaux, Bertrand René Pierre, né à Lubumbashi (Zaïre), le 7 novembre 1967, divorcé, en premières noces, et son épouse en secondes noces, Mlle Ramsamy, Renja Vanessa, née à Uccle le 15 avril 1978, domiciliés et demeurant ensemble à 6720 Habay-la-Neuve, rue de la Ramourie 6B, ont introduit devant le tribunal civil de première instance d’Arlon, une requête en homologation de la modification de leur régime matrimonial de séparation de biens pure et simple en un régime de séparation de biens

Par requête en date du 12 septembre 2007, M. Christian Gustave Octave Eugène Wallon, né à Charleroi le 25 octobre 1951 et son épouse Mme Michèle Nelly Charlotte Adrienne Helena Ghislaine Merlin, née à Uccle, le 13 juillet 1951, domiciliés à Celles-Velaines, rue de Cordes 4, tous deux de nationalité belge, ont introduit devant le tribunal de permière instance de Tournai, une demande en homologation de l’acte modificatif de leur régime matrimonial, acte reçu par le notaire Anthony Pirard, de résidence à Quevaucamps, commune de Beloeil, le 22 août 2007. Le contrat modificatif comporte passage du régime de la séparation de biens vers le régime légal de communauté. (Signé) Anthony Pirard, notaire. (42511)

Par requête datée de ce 25 octobre 2007, M. Vercleven, Michel Ernest Victor, né à Wattrelos (France) le 3 septembre 1940, et son épouse Mme Breda, Fernande Maria, née à Dottignies le 2 mai 1931, domiciliés à Estaimbourg, Chemin du Maréchal 2, ont introduit devant le tribunal de première instance de Tournai, une demande en homologation du contrat modificatif de régime matrimonial dressé par acte du notaire associé Alain Henry, à Estaimbourg le même jour. (Signé) Alain Henry, notaire associé. (42512)

Suivant jugement prononcé le 10 octobre 2007, par la quatrième chambre du tribunal de première instance de Tournai, la modification du régime matrimonial entre M. Michaël Roger Jean Neyrinck et son épouse, Mme Marianne Aline Yvonne Ameel, demeurant ensemble à 7780 Comines, rue Chanoine Camerlynck 58, dressée par acte du notaire Anthony Leleu, à Comines, le 13 juillet 2007, a été homologuée. (Signé) Anthony Leleu, notaire. (42513)

Par ordonnance rendue par le tribunal de première instance de Mons, en date du 1e octobre 2007, a été homologué l’acte modificatif du contrat de mariage de M Vilain, Marcel, chef de service, né à Pâturages, le 27 mars 1953, divorcé en premières noces avec génération, et son épouse en secondes noces, Mme Lecomte, Raymonde, employée, née à Thulin le 26 mars 1954, domiciliés ensemble à Frameries, Chemin Vert 33, prévoyant notamment l’apport au patrimoine commun par M Vilain, Marcel, d’un immeuble propre, sis à Frameries, Chemin Vert 33, (ameublissement). Pour les époux Lecomte-Vilain : (signé) Pierre Culot, notaire à Thulin, commune de Hensies. (42514)

Il résulte d’un jugement rendu le 10 octobre 2007, par la quatrième chambre du tribunal de première intance de Tournai qu’a été homologée la modification du régime matrimonial intervenue par acte du notaire Benoit Cloet de résidence à Herseaux-Mouscron en date du 27 juin 2007, entre les époux Robert Veckens-Parent, Jeanne Marie, domiciliés ensemble à Herseaux-Mouscron, rue des Marais 33, et contenant : 1. modification de l’article 8 et suppression de l’article 9 de leur contrat de mariage et; 2. apport par la communauté légale existant entre les époux Robert Veckens-Parent, Jeanne d’un bien immeuble au patrimoine propre de Mme Parent, Jeanne. Pour extrait conforme : (signé) Benoit Cloet, notaire. (42515)

Par requête du 1er mars 2007, déposée par courrier recommandé, auprès du tribunal de première instance de Mons, M Marchand, Alain Serge, né à Ixelles le 26 juin 1966, et son épouse Mme De Lange, Mireille Danielle Paulette, née à Berchem-Sainte-Agathe le 4 novembre 1963, demeurant et domiciliés ensemble à 7090 Braine-le-Comte, rue du

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Bois 1, ont demandé au dit tribunal d’homologuer la procédure de changement de régime matrimonial aux termes de laquelle ils désirent constituer, accessoirement au régime de séparation de biens, une société d’acquêts limitée à un bien immeuble, propre à M Alain Marchand, sis 7090 Braine-le-Comte, rue du Bois 1, d’une contenance de 51 a et 70 ca, cadastré troisième division, section B, numéro 531 S 6. (Signé) Maitre Thierry Crunelle, notaire à Nivelles.

(42516)

Par requête du 24 octobre 2007, M Detelle, Olivier Christian Myriam Ghislain, né à Auvelais le 8 décembre 1973, et son épouse Mme Vansimaeys, Amélie Christiane Pierre Marie née à Namur le 14 mai 1980, domiciliés ensembles à 5190 Jemeppe-sur-Sambre (Spy), rue de Temploux 12/5. Mariés à Jemeppe-sur-Sambre le 7 septembre 2005, sous le régime de la séparation des biens suivant contrat de mariage reçu par le notaire Stéphane Watillon, à Namur, le 10 juin 2005, et n’ont apporté à ce jour aucune modification à leur régime matrimonial. Ont demandé au tribunal de première instance de Namur l’homologation de l’acte reçu par le notaire Stéphane Watillon, à Namur, le 24 octobre 2007. Aux termes de cet acte : les époux précités déclarent en outre créer entre eux, en marge du régime de séparation de biens qui doit être considéré comme principal, une société d’acquêts; Mme Amélie Vansimaeys déclare apporter à la société le bien immeuble suivant, dont elle est propriétaire : ville de Namur, ème division, Temploux; une maison d’habitation avec garage, dépen8 dance et jardin, l’ensemble sis rue du Fayt 4.

56233

Suivant jugement prononcé le 15 octobre 2007, par le tribunal de première instance de Liège, a été homologué l’acte entre les époux M Lemaire, Jean-Marie Léon Ghislain, né à Liège le 1e février 1960 (numéro de registre notional 60.02.01 211 63 déclaré volontairement) et son épouse Mme Dinant, Béatrice Thérèse Marcelle Marie, née à Namur, le 20 avril 1960 (numéro de registre national 60.04.20 022 84 déclaré volontairement), domiciliés à Ans (Alleur), rue Grédedar 40, acte reçu par le notaire Michèle Hebette, à Houffalize, le 23 juin 2007, contanant ameublissement d’un immeuble propre à une communauté limitée à un bien adjoint au régime de séparation, sans que le régime matrimonial soit par ailleurs modifié. Houffalize, le 22 octobre 2007. (Signe) Maître Michèle Hebette, notaire à Houffalize.

(42520)

Durch einen Beschluss des gerichts erster instanz Eupen vom 23. Oktober 2007, wurde die Abänderungsurkunde des ehelichen Güterstands der Eheleute Wickler, Albert, geboren in Luxemburg am 25. Februar 1945, und seine Ehefrau Backes, Anna Helena, geboren in Thommen am 17. September 1947, zusammen wohnhaft in BurgReuland, Oudler 58, die am 31. August 2007, durch den Notar Bernard Sproten, in Sankt Vith, beurkundet wurde, genehmigt. Durch diese Güterstandsabänderung hat die Ehefrau persönliche Immobilien in das Gemeinschaftsvermögen eingebracht. Sankt Vith, den 25. Oktober 2007. Für die Antragsteller : (gez.) Bernard Sproten, Notar.

(42521)

Namur, le 25 octobre 2007. (Signé), St. Watillon.

(42517)

Suivant jugement prononcé le 17 octobre 2007, par la troisième chambre du tribunal de première instance de Namur, le contrat de mariage modification du régime matrimonial des époux Michel, JeanPierre, né à Namur le 7 janvier 1962, et Thiebaut, Anne Georges MarieLouise Ghislaine, née à Namur le 14 octobre 1965, domiciliés ensemble à Fosses-la-Ville (section de Fosses-la-Ville), route de Bambois 46, dressé par acte du notaire Joëlle Thiellens de Fleurus en date du 21 mars 2007, a été homologue. La modification consiste en la création d’une société affectée au service du mariage (à laquelle sont apportés l’immeuble familial et les objets mobiliers) en marge de leur régime de séparation de biens pure et simple qui doit être cnsidéré comme principal. (Signé) J. Thielens, notaire à Fleurus.

Sankt Vith, den 26. Oktober 2007. Für die Antragsteller : (gez.) Bernard Sproten, Notar.

(42522)

(42518)

En date du 22 octobre 2007, M Theys, Georges Charles Jean Paul, né à Jadotville (République démocratique du Congo) le 7 juillet 1941, domicilié à Ixelles, avenue d’Italie 12/5 et son épouse, Mme Janssens, Louise Jeanne Paule, née à Forest le 24 juin 1941, dimicilié à Ixelles, avenue d’Italie 12/5, mariés à Watermael-Boitsfort le 7 août 1963 sous le régime de la séparation de bien avec société d’acquêts aux termes de leur contrat de mariage reçu le 18 juillet 1963, par le notaire Robert Goossens Bara, à Bruxelles, et qu’il n’a été apporté à ce jour aucun changement ni modification à leur régime matrimonial, ainsi déclaré, ont introduit une requête devant le tribunal de première instance de Bruxelles, en homologation du contrat modificatif de leur régime matrimonial, dressé par Me Lorette Rousseau, à Saint-Josse-ten-Noode, le 20 septembre 2007, auprès du tribunal de première intance de Bruxelles. Ce contrat modificatif prévoit que le nouveau régime matrimonial adopté par les époux Theys-Janssens est le régime belge de la séparation des biens pur et simple. Pour extrait conforme : (signé) Lorette Rousseau, notaire.

Am 26. Oktober 2007, haben die Eheleute Heinzen, Rudi Christoph Heinrich, geboren in Merlscheid (frühere Gemeinde Manderfeld) am 26. November 1950, und seine Ehefrau, Drosson, Denise Maria, geboren in Büllingen am 8. Juli 1952, zusammen wohnhaft in Büllingen, Merlscheid 15, beim gericht erster instanz in Eupen, einen Antrag einge¨ nderung ihres Güterreicht im Hinblick auf die Homologierung der A stands, die durch den Notar Bernard Sproten, in Sankt Vith, am 18. Oktober 2007, beurkundet wurde und durch welche der Ehemann persönliche Immobilien in das Gemeinschaftsvermögen der Eheleute einbringt.

(42519)

Bij verzoekschrift, d.d. 24 oktober 2007, verzoeken de heer Paul Jan Anna De Landtsheer, gepensioneerde, geboren te Asse op 29 juni 1942, met de Belgische nationaliteit, wonende te Asse, Hoogpoort 5, en zijn echtgenote, Mevr. Adolphina Louisa Catharina Van Geite, gepensioneerde, geboren te Hekelgem op 17 februari 1940, met de Belgische nationaliteit, wonende te Asse, Hoogpoort 5, de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, de akte te homologeren verleden voor notaris JeanJacques Boel, te Asse, op 24 oktober 2007, inhoudende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, te weten een inbreng door de heer Paul Anna De Landtsheer, in het gemeenschappelijk vermogen van eigen onroerende goederen, meer bepaald : een opbrengstgebouw met handelsgelijkvloers steenweg 11, te Asse, tweede afdeling, gekadastreerd sectie L nummer 193/N voor een oppervlakte van 3 a 90 ca; een perceel grond Edingsesteenweg en ter plaatse Kleine Witte Mosdael, te Asse, eerste afdeling, gekadastreerd sectie F nummer 362/F voor een oppervlakte van 6 a 46 ca; een perceel grond gelegen op de hoek van de Kezeweide en Beneden Vrijlegem te Asse/Mollem, gekadastreerd sectie A nummer 285/B/2 voor een oppervlakte van 4 a 90 ca. Voor de verzoekers : (get.) Jean-Jacques Boel, notaris.

(42523)

56234


Bij verzoekschrift neergelegd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, op 18 oktober 2007, hebben de heer Mwangi, Samuel, en zijn echtgenote, Mevr. De Sadeleer, Joan Collette Ghislaine, samenwonende te 2300 Turnhout, Wouwerstraat 78, gehuwd onder het wettelijk stelsel bij ontstentenis van huwelijkscontract, ter homologatie neergelegd de akte verleden voor notaris Anne-Mie Szabó, te Turnhout, op 1 oktober 2007, houdende een wijziging van voormeld huwelijksstelsel in het stelsel van scheiding van goederen. Turnhout, 24 oktober 2007. (Get.) Anne-Mie Szabó, notaris.

(42524)

Op 17 oktober 2007, hebben de heer Brouckaert, Leopold Victor Raphaël, geboren te Westende op 8 mei 1941, en zijn echtgenote, Mevr. Lowyck, Dorothy, geboren te Dewsbury (Groot-Brittanië) op 24 februari 1944, samenwonende te 8434 Middelkerke/Westende, Hofstraat 47, bij de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, om homologatie gevraagd van de akte verleden voor notaris Jo Vileyn, te Nieuwpoort, op 17 oktober 2007, houdende wijziging van hun huwelijksstelsel, zijnde scheiding van goederen, door toevoeging van een beperkte gemeenschap bevattende inbreng door een eigen onroerend goed met bijgaande lening van de heer Brouckaert, Leopold, in deze beperkte gemeenschap. Nieuwpoort, 23 oktober 2007. Voor de verzoekers : (get.) Jo Vileyn, notaris.

(42525)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen van 11 oktober 2007, werd gehomologeerd de akte verleden voor notaris Jan Jansen, te Heist-op-den-Berg, op 27 juni 2007, waarbij de echtgenoten Willemsens Paul Karl-Bellekens Godelieve Adeline Gustaaf, samen gehuisvest te 2580 Putte, Zegbos 8, oorspronkelijk gehuwd onder het wettelijk stelsel zonder huwelijkscontract, hun huwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd door inbreng van een onroerend goed van de echtgenoot. (Get.) Jan Jansen, notaris. (42526)

Bij vonnis van 19 september 2007, heeft de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout gehomologeerd de akte verleden voor notaris Jan Michoel, te Hoogstraten, op 19 maart 2007, waarbij de heer Lucas Paul Jozef Maria Snels, en zijn echtgenote, Mevr. Theresia Maria Laurijssen, samenwonende te 2322 Minderhout, Princeven 2A, een wijziging hebben aangebracht in hun gemeenschappelijk vermogen overeenkomstig artikel 1394,5° van het Belgisch burgerlijk wetboek. Voor de verzoekers : (get.) Jan Michoel, notaris. (42527)

Bij verzoekschrift van 23 oktober 2007, hebben de echtgenoten Emiel Edward Joanna Couttenier-De Beir, Kristel Raymonda Philomena, samen wonende te 2812 Mechelen (Muizen), Bernardinnenstraat 3, oorspronkelijk gehuwd onder het wettelijk huwelijksvermogensstelsel bij akte verleden voor notaris Arnout Schotsmans, te Mechelen, op 27 juli 1995, aan de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, homologatie gevraagd van de akte verleden voor Arnout Schotsmans, geassocieerd notaris, te Mechelen, op 23 oktober 2007, houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, namelijk naar een stelsel van zuivere scheiding van goederen. (Get.) A. Schotsmans, geassocieerd notaris. (42528)

Bij beschikking van 17 oktober 2007, uitgesproken in raadkamer van de eerste kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, werd de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel verleden voor notaris Louis Dierckx, te Turnhout, op 23 juli 2007, tussen de heer Van Brusselen, Roger Franciscus, geboren te Leuven op 26 januari 1956, en zijn echtgenote, Mevr. Pieck, Adrienne Jozefina Camille Maria, geboren te Assent op 15 augustus 1951, samenwonend te 2400 Mol, Donk 32, gehomologeerd, waarbij een onroerend goed, gelegen te 2400 Mol, Donk 32, dat Mevr. Pieck, persoonlijk toebehoorde, in de gemeenschap werd ingebracht. (Get.) L. Dierckx, notaris. (42529)

Bij verzoekschrift gedateerd van 25 oktober 2007, hebben de heer Kamiel Zutterman, en Mevr. Cecilia Dierickx, samenwonende te 9881 Aalter (Bellem), Museumstraat 107, voor de rechtbank van eerste aanleg te Gent, een verzoek ingediend tot homologatie van een akte wijziging huwelijksstelsel verleden voor notaris Frits Guisson, te Aalter, op 4 oktober 2007, houdende : a) inbreng door de heer Kamiel Zutterman, van een onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen en b) toevoeging van een keuzebeding. (Get.) Frits Guisson, notaris.

(42530)

De heer Van Bommel, Michel Lisette Petrus, geboren te Lommel op 29 september 1958, en zijn echtgenote, Mevr. Biondo, Eleonora, geboren te Catania (Italië) op 13 mei 1953, wonende te 3920 Lommel, Paardenkuilstraat 3, hebben bij verzoekschrift d.d. 24 oktober 2007, de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt, verzocht om de akte wijziging huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Bruno Indekeu, te Lommel, op 24 oktober 2007, en inhoudend een inbreng in de huwelijksgemeenschap, te homologeren. (Get.) Bruno Indekeu, notaris. (42531)

Bij verzoekschrift van 17 september 2007, hebben de heer Op de Beeck, Paul Amandus Ludovicus, geboren te Duffel op 5 juli 1949, en zijn echtgenote, Mevr. Fonderie, Maria Magdalena, geboren te Duffel op 9 mei 1947, wonende te 2570 Duffel, Lintsesteenweg 288, aan de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, een verzoek ingediend tot homologatie van de akte wijziging huwelijksvoorwaarden verleden voor geassocieerd notaris Frederic Van Cauwenbergh, te Edegem, op 17 september 2007, waarbij zij het stelsel der gemeenschap van aanwinsten behouden, doch mits inbreng van onroerende goederen in het gemeenschappelijk vermogen samen met de hypothecaire schuld die deze goederen bezwaren. Namens de verzoekers, Mr. Frederic Van Cauwenbergh, geassocieerd notaris, te Edegem. (42532)

Bij verzoekschrift van 14 september 2007, neergelegd op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Gent, op 25 oktober 2007, hebben de heer Vermeersch, André Albert Jeanne Stephane, en Mevr. Van Houtte, Danielle Dominique Hélène, samenwonende te 9870 Machelen, Polderstraat 41, de homologatie aangevraagd bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent, van de wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel opgemaakt door notaris Bernard Van der Auwermeulen, te Zomergem, op 14 september 2007, inhoudende toebedeling in volle eigendom aan de toegevoegde gemeenschap van de onroerende goederen, gelegen te Machelen, Polderhoek en Polderhoek 41, behorende oorspronkelijk tot het eigen vermogen van de heer Vermeersch, André, en ieder goed dat in vervanging van dit gemeenschappelijk goed zal worden verworven; al wat door natrekking of als toebehoren de uitbreiding van dit gemeenschappelijk goed zal uitmaken; evenals elk goed die de echtgenoten expliciet tot deze gemeenschap zullen bestemmen met de daaraan verbonden schulden. Namens de echtgenoten Vermeersch, André-Van Houtte, Danielle : (get.) Bernard Van der Auwermeulen, notaris, kantoorhoudende te 9930 Zomergem, Kerkstraat 31, bus 0001. (42533)

Op datum van 7 augustus 2007, hebben de heer Breugelmans, Patrice Stéphane Lodewijk Nicolaus Marcel, geboren te Ukkel op 5 augustus 1969, wonende te Drogenbos, Bosstraat 21, en zijn echtgenote, Mevr. Dubois, Nathalie Monique Emilienne, geboren te Ukkel op 11 december 1967, wonende te Drogenbos, Bosstraat 21, gehuwd te Ukkel, op 5 mei 1995, onder het stelsel van de gemeenschap van goederen bij gebreke aan voorafgaandelijk huwelijkscontract voor de rechtbank van eerste aanleg van Brussel, een verzoek ingediend ter homologatie van hun wijzigend contract voorziet de vervanging van het Belgisch wettelijk stelsel door het Belgische regime van zuivere scheiding van goederen. Voor eensluidend uittreksel, (get.) Pierre Van Den Eynde, notaris. (42534)

MONITEUR BELGE — 31.10.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Bij verzoekschrift van 25 oktober 2007, hebben de heer Pasteels, Luc Elisabeth Ludovicus, en Mevr. Vanstraelen, Rosane Eugenie Odile Valentine Cornelia, wonende te 3300 Tienen, Neerlintersesteenweg 248, aan de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, om de homologatie gevraagd van de akte houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Eric Tallon, te Geetbets, op 25 oktober 2007. Voor de verzoekers, (get.) Eric Tallon, notaris.

(42535)

Bij vonnis uitgesproken op 10 september 2007, werd door de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, gehomologeerd de akte houdende wijziging van huwelijksvermogensstelsel verleden voor notaris Luc Bogaerts, te Diest op 30 januari 2007, tussen de heer Valkiers, Eduard Maria, invalide, geboren te Testelt op 6 juni 1955, en zijn echtgenote Mevr. Smits, Gerarda Maria, foorkramer, geboren te Diest op 19 december 1958, samenwonende te 3294 Diest (Molenstede), Bosstraat 11. De wijziging houdt onder meer in : inbreng van onroerende goederen in het gemeenschappelijk vermogen. Diest, 25 oktober 2007. Voor de echtgenoten : (get.) L. Bogaerts, notaris te Diest.

(42536)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, d.d. 10 september 2007, werd de akte verleden voor ondergetekende notaris op 29 december 2007, houdende de wijziging van de huwelijksvoorwaarden tussen de heer Johan Smekens en zijn echtgenote Mevr. Betty Vlayen, samenwonende te 3020 Herent, Wijgmaalsesteenweg 155, gehomologeerd, inhoudende inbreng van een onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen. (Get.) G. Jansen, notaris.

(42537)

Bij verzoekschrift neergelegd op de griffie op 12 oktober 2007, hebben de heer Muylle, Claude, bakker, en zijn echtgenote Mevr. Foulon, Heidi, medewerkende echtgenote, samenwonende te 8800 Roeselare, Iepersestraat 574, de homologatie gevraagd aan de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk, van de akte verleden voor notaris Ann Allaer, te Ieper, op 26 september 2007, bedingende behoud van het stelsel van de wettelijke gemeenschap van goederen, met inbreng van een onroerend goed van het eigen vermogen van de vrouw naar het gemeenschappelijk vermogen. Namens de echtgenoten Muylle, Claude-Foulon, Heidi : (get.) Ann Allaer, notaris te Ieper. (42538)

Bij verzoekschrift van 24 oktober 2007, hebben de heer Van Hoegaerden, René Felix Ghislain, geboren te Neerijse op 1 februari 1942, en zijn echtgenote Mevr. Hertmans, Claudine Sabine Rosalie, geboren te Ottenburg op 9 augustus 1946, gedomicilieerd te 3040 Ottenburg (Huldenberg), Tommestraat 37, voor de burgerlijke rechtbank van eerste aanleg te Leuven een verzoek ingediend tot homologatie van de akte van wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Maryelle Van den Moortel, te Overijse, op 24 oktober 2004. De echtgenoten zijn thans gehuwd onder het beheer der wettelijke gemeenschap ingevolge huwelijkscontract verleden voor notaris Roberti de Winghe Charles, te Leuven, op 30 november 1966. Via de akte van wijziging huwelijksvermogensstelsel heeft de heer Van Hoegaerden, voornoemd, volgend onroerend goed, dat hem persoonlijk toebehoort, in gemeenschap gebracht : gemeente Huldenberg (eerste afdeling) vroeger gemeente Huldenberg, een perceel grond met stacaravan gelegen aan de Spitsberg 8, thans gekadastreerd wijk B, nummer 25/V/2 met een oppervlakte volgens kadaster van 14 a 70 ca. Overijse, 25 oktober 2007. (Get.) M. Van den Moortel, notaris.

(42539)

56235

Bij vonnis van 18 oktober 2007, heeft de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk gehomologeerd, de akte verleden voor notaris Henk Dekiere, te Oostrozebeke op 31 juli 2007, waarbij de heer Walcarius, Dominicus Julianus Adiel, en zijn echtgenote Mevr. Coppens, Kristien Maria Godelieve, samenwonende te Wielsbeke (Ooigem), Kerkweg 39, gehuwd onder het wettelijk stelsel ingevolge huwelijkscontract verleden voor notaris Albert Cloet, te Oostrozebeke op 29 juli 1982, dit stelsel hebben gewijzigd, met behoud van het wettelijk stelsel, door inbreng in de huwelijksgemeenschap van een onroerend goed door de heer Dominicus Walcarius. Voor eensluidend uittreksel : (get.) Henk Dekiere, notaris. (42540)

Bij verzoekschrift van 24 oktober 2007, hebben de heer De Brock, Roland Germain Albert, geboren te Gent op 12 maart 1956, en zijn echtgenote Mevr. Aernoudts, Christine Simonne Johanna Maria, geboren te Sluis (Nederland) op 23 april 1957, samenwonende te 9820 Merelbeke, Koninginlaan 19, aan de rechtbank van eerste aanleg te Gent, homologatie gevraagd van de akte verleden voor notaris Pascal Vandemeulebroecke, te Sint-Martens-Latem, op 2 oktober 2007, houdende wijziging huwelijksvoorwaarden met dien verstande dat de wijziging enkel betrekking heeft op de inbreng van een eigen onroerend goed door de heer Roland De Brock, en de aanneming van een nieuw verblijvingsbeding. Namens de echtgenoten : (get.) Pascal Vandemeulebroecke, notaris. (42541)

Bij verzoekschrift d.d. 15 oktober 2007, hebben de heer Van Maele, Willy Aloïs, gepensioneerde, en zijn echtgenote, Mevr. Popelier, Mariette, huisvrouw, samenwonende te Wingene (Zwevezele), Kasteelstraat 92, de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, verzocht de akte houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Jo Debyser, te Ardooie, op 15 oktober 2007, te homologeren. Voor ontledend uittreksel, (get.) Jo Debyser, notaris, te Ardooie. (42542)

Bij verzoekschrift d.d. 19 oktober 2007, bij uittreksel ingeschreven onder de referte 07/2931/B, in het ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge gehouden register, hebben de heer Verfaillie, Dimitri (rijksregisternummer 63.04.24 233-10, identiteitskaartnummer 590-0187282-01, uitgereikt te Gistel, op 2 december 2004), arbeider, geboren te Oostende op 24 april 1963, en echtgenote, Mevr. Valkeneers, Peggy Jacqueline Jean, (rijksregisternummer 76.06.19 044-54, identiteitskaartnummer 218 0027705 41, uitgereikt te Gistel, op 10 juni 2002), verzorgende, geboren te Hasselt op 19 juni 1976, beiden wonend te Gistel, Tempelierstraat 50, de homologatie aangevraagd van de akte wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Jessica Verhaeghe, te Gistel, op 8 oktober 2007. Zij zijn gehuwd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand, te Gistel, op 17 augustus 2001, onder het niet-contractueel wettelijk stelsel, dat zij bij de aangehaalde akte, onder de opschortende voorwaarde van homologatie, hebben aangevuld (overeenkomstig artikel 1394 B.W.), zonder dat deze aanvulling leidt dot de vereffening van het huidige stelsel. Namens de voornoemde echtgenoten, (get.) Jessica Verhaeghe, notaris. (42543)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren, d.d. 3 oktober 2007, werd de akte houdende wijziging huwelijksvermogenstelsel tussen : de heer Valkeneers, Guy René Jean, geboren te Genk op 15 september 1965, nationaal nummer 650915-017-88, gedomicilieerd en wonende te 07181 Clavia (Illes Balears, Spanje), Avenida Magalluf 18 4 481; en zijn echtgenote : Mevr. Lantmeeters, Gerda Louisa Josephina, geboren te Genk op 26 oktober 1966, nationaal nummer 661026-01678, wonende te 3600 Genk, Klotbroek 79; gehuwd onder het stelsel der wettelijk gemeenschap bij gebreke aan een huwelijkscontract; verleden voor notaris Herbert Houben, te Genk, op 15 mei 2007, inhoudende de zuivere scheiding van goederen, gehomologeerd. Genk, 25 oktober 2007. (Get.) Herbert Houben, notaris.

(42544)

56236


Bij verzoekschrift van 25 oktober 2007, hebben de heer Van Schel, Alex Richard Joseph, onderhoudswerkman, en zijn echtgenote, Mevr. Van Den Eynde, Julienne Cecile Anna Maria, bediende, wonende te 1730 Asse, Kelestraat 71, voor de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, een verzoekschrift ingediend tot homologatie van het kontrakt houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, opgemaakt bij akte verleden door Mr. Koen De Puydt, notaris, te Asse, op 19 september 2007. Voor de verzoekers, (get.) Koen De Puydt, notaris, te Asse. (42545)

Bij verzoekschrift van 24 september 2007, hebben de heer Van Wabeke, Patrick Gabriëlle Raymonden zijn echtgenote, Mevr. Tack, Brigitte, samenwonende te 9050 Gent, Steenhouwersstraat 82, gehuwd onder het stelsel scheiding van goederen krachtens akte verleden voor De Cooman, Edgar, te Sint-Amandsberg, op 5 augustus 1980, aan de rechtbank van eerste aanleg te Gent, homologatie gevraagd van de akte verleden voor notaris Christof Gheeraert, te Gent (Drongen), op 24 september 2007, houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel met inbreng van het onroerend goed gelegen te Gent (Ledeberg), Steenhouwersstraat 82, door de heer Van Wabeke. Gent (Drongen), 25 oktober 2007. Voor de verzoekers, (get.) Christof Gheeraert, notaris.

(42546)

Bij verzoekschrift van 25 september 2007, hebben de heer Van Loo, Dirk Jozef Louis, en zijn echtgenote, Mevr. De Roose, Godelieve Maria Jozefa Alice, samenwonende te 9000 Gent, Hamerstraat 3, gehuwd onder het stelsel scheiding van goederen krachtens akte verleden voor Vandercruyssen, Freddy, te Gent, op 11 juli 1975, aan de rechtbank van eerste aanleg te Gent, homologatie gevraagd van de akte verleden voor notaris Christof Gheeraert, te Gent (Drongen), op 25 september 2007, houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel met inbreng van het onroerend goed gelegen te Gent, Hamerstraat 3, door de heer Dirk Van Loo. Gent (Drongen), 25 oktober 2007. Voor de verzoekers, (get.) Christof Gheeraert, notaris.

Tribunal de première instance de Neufchâteau Par jugement prononcé le 24 octobre 2007, le tribunal de première instance de Neufchâteau a désigné Me Marie-Eve Bouillon, avocate à Saint-Hubert, en qualité de curateur à la succession vacante de Dauvin, Christophe Yannick, né à Paliseul le 16 novembre 1973, en son vivant domicilié à 6850 Paliseul, rue de l’Ouest 10, décédé le 13 octobre 2003 à Paliseul. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) M. Lambert. (42549)

Tribunal de première instance de Bruxelles La douzième chambre du tribunal de première instance de Bruxelles a désigné le 9 octobre 2007, Me Luc Cambier, avocat, juge suppléant, avenue Winston Churchill 253, à 1180 Bruxelles, en qualité de curateur à la succession de Poels, Germaine Jeanne, née à Bruxelles le 26 février 1904, domiciliée de son vivant à 1040 Bruxelles, avenue des Casernes 29, décédée à Etterbeek le 14 juin 2005. Bruxelles, le 25 octobre 2007. Le greffier adjoint délégué, (signé) Ch. Sauvage.

(42550)

La douzième chambre du tribunal de première instance de Bruxelles a désigné le 2 octobre 2007, Me Jean-Jacques Pegorer, avocat, juge suppléant, avenue du Parc 35, à 1060 Bruxelles, en qualité de curateur à la succession de Vanhoucke, Grégoire Andrée Luc, né à Etterbeek le 25 juin 1969, domicilié de son vivant à 1200 Woluwe-Saint-Lambert, avenue Andromède 26/27, décédé à Woluwe-Saint-Lambert le 16 février 2004. Bruxelles, le 25 octobre 2007. Le greffier adjoint délégué, (signé) Ch. Sauvage.

(42551)

(42547) Rechtbank van eerste aanleg te Brussel

Par ordonnance rendue le 3 octobre 2007, par M. le président du tribunal de première instance de Huy, Me Cécile Lannoy, avocat, dont le cabinet est sis à 4500 Huy, rue Delperée 5, a été nommée curateur à la succession déclarée vacante de M. Hubert Barbay, né à Chênée le 30 octobre 1925, domicilié en dernier lieu à Braives, rue du Bois 4, décédé à Huy le 9 mai 2006. Les créanciers de la succession sont invités à faire leur déclaration de créance, par lettre recommandée, au curateur, dans les deux mois de la présente insertion. Huy, le 22 octobre 2007. (Signé) Cécile Lannoy, avocat.

(42548)

Bij beschikking d.d. 8 oktober 2007 van de 27e kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel werd Mr. Johan Billiet, advocaat en plaatsvervangende rechter, Louizalaan 146, te 1050 Brussel, aangesteld als curator over de nalatenschap van De Braeckenier, Emiel, geboren te Ninove op 22 december 1914, laatst gehuisvest te 1070 Anderlecht, rue du Sillon 121, overleden te Anderlecht, op 17 april 2005. Brussel, 25 oktober 2007. De afgevaardigd adjunct griffier, (get.) Ch. Sauvage.

Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles. − Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel. Conseiller/Adviseur : A. VAN DAMME

(42552)

bladzijden

Recommend Documents