bladzijden

MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20 juillet 2005.

Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen van 20 juli 2005.

Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse :

Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op :

www.moniteur.be

www.staatsblad.be

Direction du Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles - Conseiller : A. Van Damme

Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel - Adviseur : A. Van Damme

Numéro tél. gratuit : 0800-98 809

Gratis tel. nummer : 0800-98 809 N. 196

177e ANNEE

JEUDI 28 JUIN 2007

177e JAARGANG

DONDERDAG 28 JUNI 2007

DEUXIEME EDITION

SOMMAIRE Lois, décrets, ordonnances et règlements Service public fédéral Budget et Contrôle de la Gestion 3 JUIN 2007. — Arrêté royal portant répartition partielle du crédit provisionnel inscrit au programme 03-41-1 du Budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2007 et destiné à couvrir des dépenses de toute nature découlant de la réforme des carrières, du financement de la contribution belge dans le nouveau siège de l’OTAN, de l’exécution du plan concernant les premiers emplois dans les SPF et le BIRB, de l’indice des prix à la consommation, et autres divers, p. 35414.

Service public fédéral Intérieur 3 JUIN 2007. — Arrêté royal portant répartition partielle du crédit provisionnel inscrit au programme 13-21-1 du budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2006 et destiné à couvrir les dépenses de toute nature concernant la réforme du contentieux des étrangers et le Centre de Connaissance de la Sécurité civile, p. 35415.

Service public fédéral Mobilité et Transports

TWEEDE EDITIE

INHOUD Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole 3 JUNI 2007. — Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 03-41-1 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2007 en bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven voortvloeiend uit de loopbaanhervorming, de financiering van het Belgisch aandeel in de nieuwe NAVO-zetel, de uitvoering van het plan inzake startbanen bij de FOD’s en het BIRB, de wijziging van het indexcijfer van de consumptieprijzen, en andere, bl. 35414.

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken 3 JUNI 2007. — Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 13-21-1 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2006 en bestemd tot dekking van allerlei uitgaven die verband houden met de hervorming van het vreemdelingencontentieux en het Kenniscentrum van de Civiele Veiligheid, bl. 35415.

Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer

9 MAI 2007. — Arrêté royal visant l’octroi d’une subvention de 1.000.000 EUR au ″Théâtre royal de la Monnaie″ en application de l’avenant n° 9 à l’Accord de Coopération du 15 septembre 1993 entre l’Etat fédéral et la Région de Bruxelles-Capitale, relatif à certaines initiatives destinées à promouvoir le rôle international et la fonction de capitale de Bruxelles, p. 35417.

9 MEI 2007. — Koninklijk besluit ter toewijzing van een subsidie van 1.000.000 EUR aan de « Koninklijke Muntschouwburg » in toepassing van bijakte nr. 9 van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende bepaalde initiatieven bestemd om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen, bl. 35417.

9 MAI 2007. — Arrêté royal visant l’octroi d’une subvention de 1.500.000 EUR au « Théâtre royal de la Monnaie » en application de l’avenant n° 9 à l’Accord de Coopération du 15 septembre 1993 entre l’Etat fédéral et la Région de Bruxelles-Capitale, relatif à certaines initiatives destinées à promouvoir le rôle international et la fonction de capitale de Bruxelles, p. 35418.

9 MEI 2007. — Koninklijk besluit ter toewijzing van een subsidie van 1.500.000 EUR aan de « Koninklijke Muntschouwburg » in toepassing van bijakte nr. 9 van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende bepaalde initiatieven bestemd om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen, bl. 35418.

248 pages/bladzijden

35410

MONITEUR BELGE − 28.06.2007 − Ed. 2 − BELGISCH STAATSBLAD

9 MAI 2007. — Arrêté royal visant l’octroi d’une subvention de 500.000 EUR à l’ASBL « Musée de l’Europe » en application de l’avenant n° 9 à l’Accord de Coopération du 15 septembre 1993 entre l’Etat fédéral et la Région de Bruxelles-Capitale, relatif à certaines initiatives destinées à promouvoir le rôle international et la fonction de capitale de Bruxelles, p. 35420.

9 MEI 2007. — Koninklijk besluit ter toewijzing van een subsidie van 500.000 EUR aan de VZW « Musée de l’Europe » in toepassing van bijakte nr. 9 van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende bepaalde initiatieven bestemd om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen, bl. 35420.

9 MAI 2007. — Arrêté royal visant l’octroi d’une subvention de 1.900.000 EUR à l’Institut Royal des Sciences naturelles de Belgique en application de l’avenant n° 9 à l’Accord de Coopération du 15 septembre 1993 entre l’Etat fédéral et la Région de Bruxelles-Capitale, relatif à certaines initiatives destinées à promouvoir le rôle international et la fonction de capitale de Bruxelles, p. 35421.

9 MEI 2007. — Koninklijk besluit ter toewijzing van een subsidie van 1.900.000 EUR aan het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen « Koninklijke Muntschouwburg » van België in toepassing van bijakte nr. 9 van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende bepaalde initiatieven bestemd om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen, bl. 35421.

3 JUIN 2007. — Arrêté royal autorisant la suppression du passage à niveau n° 54bis de la ligne ferroviaire 34 Hasselt-Liège à Diepenbeek moyennant l’aménagement d’un chemin latéral vers le passage à niveau n° 54 de la même ligne ferroviaire et déclarant d’utilité publique la prise de possession immédiate des parcelles nécessaires, p. 35422.

3 JUNI 2007. — Koninklijk besluit dat de afschaffing van overweg nr. 54bis op de spoorlijn 34 Hasselt-Luik te Diepenbeek machtigt mits de aanleg van een langsweg naar overweg nr. 54 op dezelfde spoorlijn en de onmiddellijke inbezitneming van de hiervoor nodige percelen van algemeen nut verklaart, bl. 35422.

3 JUIN 2007. — Arrêté royal autorisant la suppression du passage à niveau n° 57 situé sur les lignes ferroviaires 66 Bruges-Courtrai et 73 Deinze-La Panne à Lichtervelde moyennant la construction d’un passage inférieur et déclarant d’utilité publique la prise de possession immédiate des parcelles nécessaires, p. 35425.

3 JUNI 2007. — Koninklijk besluit dat de afschaffing van overweg nr. 57 gelegen op de spoorlijnen 66 Brugge-Kortrijk en 73 Deinze-De Panne te Lichtervelde machtigt mits de bouw van een onderbrugging en dat de onmiddellijke inbezitneming van de hiervoor nodige percelen van algemeen nut verklaart, bl. 35425.

Service public fédéral Sécurité sociale

Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid

14 JUIN 2007. — Arrêté royal fixant les conditions auxquelles une intervention de l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités peut être accordée dans le cadre de projets temporaires concernant l’e-monitoring en cas d’insuffisance cardiaque chronique, p. 35428.

14 JUNI 2007. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder een tegemoetkoming van de verplichte ziekteen invaliditeitsverzekering mag worden verleend in tijdelijke projecten in verband met e-monitoring bij chronisch hartfalen, bl. 35428.

14 JUIN 2007. — Arrêté royal relatif à l’intervention de l’assurance soins de santé pour le paiement de vaccins dans le cadre de programmes de prévention à caractère national pour les années 2007-2008, p. 35432.

14 JUNI 2007. — Koninklijk besluit betreffende de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging voor de betaling van vaccins in het kader van preventieprogramma’s met een nationaal karakter voor de jaren 2007-2008, bl. 35432.

19 JUIN 2007. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 10 août 2005 fixant les conditions de prolongations de la convention conclue sur base de l’arrêté royal du 13 novembre 2002 fixant les conditions dans lesquelles le Comité de l’assurance peut conclure des conventions en application de l’article 56, § 2, alinéa 1er, 2°, de la loi relative à l’assurance soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, pour les années 2002, 2003 et 2004, p. 35434.

19 JUNI 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 tot vaststelling van de voorwaarden ter verlenging van de overeenkomsten, afgesloten op basis van het koninklijk besluit van 13 november 2002 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 2°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de jaren 2002, 2003 en 2004, bl. 35434.

Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

19 JUIN 2007. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 25 avril 2002 relatif à la fixation et à la liquidation du budget des moyens financiers des hôpitaux, p. 35435.

19 JUNI 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, bl. 35435.

13 JUIN 2007. — Arrêté ministériel modifiant l’annexe de l’arrêté royal du 29 août 1997 relatif à la fabrication et au commerce de denrées alimentaires composées ou contenant des plantes ou préparations de plantes, p. 35456.

13 JUNI 2007. — Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlage van het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten, bl. 35456.

Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie 27 AVRIL 2007. — Arrêté royal relatif à la gestion de l’espace de numérotation national et à l’attribution et au retrait des droits d’utilisation de numéros, p. 35457.

Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire 12 JUIN 2007. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 18 novembre 2005 établissant le formulaire de déclaration de données pour les contributions visées à l’article 4 de la loi du 9 décembre 2004 relative au financement de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire, p. 35507.

Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie 27 APRIL 2007. — Koninklijk besluit betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers, bl. 35457.

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen 12 JUNI 2007. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 november 2005 tot vaststelling van het formulier voor aangifte van gegevens voor de heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, bl. 35507.


35411

Gemeenschaps- en Gewestregeringen

Gouvernements de Communauté et de Région Communauté flamande

Vlaamse Gemeenschap

Autorité flamande

Vlaamse overheid

2 MARS 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand réglant le fonctionnement de l’agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique ″Kind en Gezin″, p. 35516.

2 MAART 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de werking van het Intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, bl. 35511.

27 AVRIL 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand relatif à l’octroi d’un congé politique à la demande du membre du personnel, p. 35524.

27 APRIL 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van een politiek verlof op verzoek van het personeelslid, bl. 35522.

4 MAI 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l’arrêté du Gouvernement flamand du 14 octobre 2005 concernant l’octroi de subventions à l’aide et l’activation des demandeurs d’aide sur les exploitations agricoles et horticoles dans le cadre du Programme flamand de Développement rural, p. 35526.

4 MEI 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2005 betreffende de toekenning van subsidies voor de zorg en activering van zorgvragers op landof tuinbouwbedrijven met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling, bl. 35526.

4 MAI 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand portant répartition du crédit provisionnel inscrit à l’allocation de base 00.29 du programme 24.60, année budgétaire 2007, p. 35528.

4 MEI 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering houdende verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven onder basisallocatie 00.29 van het programma 24.60 begrotingsjaar 2007, bl. 35527.

11 MAI 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand portant deuxième ajustement de l’accréditation de transition de certaines formations supérieures dispensées par les instituts supérieurs, p. 35530.

11 MEI 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering tot tweede aanpassing van de overgangsaccreditatie van sommige hogeschoolopleidingen, bl. 35529.

25 JUIN 2007. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 21 décembre 2006 portant des mesures complémentaires temporaires de conservation des réserves de poisson en mer, p. 35534.

25 JUNI 2007. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 december 2006 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, bl. 35532.

8 SEPTEMBRE 2006. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant la réglementation relative aux titres des membres du personnel directeur et enseignant des établissements d’enseignement artistique à temps partiel. Erratum, p. 35536.

8 SEPTEMBER 2006. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende de bekwaamheidsbewijzen van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs. Erratum, bl. 35536.

Région wallonne

Waals Gewest

Ministère de la Région wallonne

Ministerie van het Waalse Gewest

26 AVRIL 2007. — Arrêté ministériel portant transfert de crédits entre le programme 02 de la division organique 30 et le programme 01 de la division organique 15 du budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007, p. 35537.

26 APRIL 2007. — Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 02 van organisatieafdeling 30 en programma 01 van organisatieafdeling 15 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007, bl. 35538.

26 AVRIL 2007. — Arrêté ministériel portant transfert de crédits entre le programme 02 de la division organique 30 et le programme 03 de la division organique 11 du budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007, p. 35539.

26 APRIL 2007. — Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 02 van organisatieafdeling 30 en programma 03 van organisatieafdeling 11 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007, bl. 35542.

27 AVRIL 2007. — Arrêté ministériel portant transfert de crédits entre le programme 06 de la division organique 30 et les programmes 02, 03 et 04 de la division organique 12 du budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007, p. 35543.

27 APRIL 2007. — Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 06 van organisatieafdeling 30 en programma’s 02, 03 en 04 van organisatieafdeling 12 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007, bl. 35554.

2 MAI 2007. — Arrêté ministériel portant transfert de crédits entre le programme 05 de la division organique 30 et le programme 01 de la division organique 14 du budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007, p. 35560.

2 MEI 2007. — Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 05 van organisatieafdeling 30 en programma 01 van organisatieafdeling 14 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007, bl. 35561.

31 MAI 2007. — Arrêté ministériel modifiant les annexes Ire et II de l’arrêté du Gouvernement wallon du 27 mai 2004 relatif aux examens pour l’admission des variétés des espèces de plantes agricoles et de légumes au catalogue national, p. 35562.

31 MEI 2007. — Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlagen I en II bij het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 betreffende de onderzoeken voor de toelating van de rassen van landbouw- en groentegewassen in de nationale rassenlijst, bl. 35566.

Gemeinschafts- und Regionalregierungen Wallonische Region Ministerium der Wallonischen Region 26. APRIL 2007 — Ministerialerlass zur Übertragung von Mitteln zwischen dem Programm 02 des Organisationsbereichs 30 und dem Programm 01 des Organisationsbereichs 15 des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007, S. 35537.

35412


26. APRIL 2007 — Ministerialerlass zur Übertragung von Mitteln zwischen dem Programm 02 des Organisationsbereichs 30 und dem Programm 03 des Organisationsbereichs 11 des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007, S. 35540. 27. APRIL 2007 — Ministerialerlass zur Übertragung von Mitteln zwischen dem Programm 06 des Organisationsbereichs 30 und den Programmen 02, 03 und 04 des Organisationsbereichs 12 des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007, S. 35549. 2. MAI 2007 — Ministerialerlass zur Übertragung von Mitteln zwischen dem Programm 05 des Organisationsbereichs 30 und dem Programm 01 des Organisationsbereichs 14 des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007, S. 35561. 31. MAI 2007 — Ministerialerlass zur Abänderung der Anlagen I und II des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 27. Mai 2004 über die Prüfungen im Rahmen der Aufnahme der Sorten von landwirtschaftlichen Pflanzenarten und Gemüsearten in den nationalen Katalog, S. 35564.

Région de Bruxelles-Capitale

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Commission communautaire commune de la Région de BruxellesCapitale

Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

31 MAI 2007. — Arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune modifiant l’arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune fixant le modèle de budget des centres publics d’action sociale de la Région de Bruxelles-Capitale du 25 fevrier 1999, p. 35569.

31 MEI 2007. — Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van het model voor de begroting van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 25 februari 1999, bl. 35569.

Autres arrêtés

Andere besluiten

Service public fédéral Chancellerie du Premier Ministre et Autorité flamande

Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister en Vlaamse overheid

Affaires administratives

Bestuurszaken

Ordres nationaux. Nominations. Promotions, p. 35574. — Ordres nationaux. Nominations, p. 35588. Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale Juridictions du travail. Démission, p. 35589. Service public fédéral Sécurité sociale Institut national d’assurance maladie-invalidité. Commission supérieure du Conseil médical de l’invalidité, institué auprès du Service des indemnités de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité. Démission et nomination d’un membre, p. 35589. — Institut national d’assurance maladie-invalidité. Commission de profils des prestations et des prescriptions des médecins spécialistes, instituée auprès du Service des soins de santé. Démission et nomination de membres, p. 35589. — Institut national d’assurance maladie-invalidité. Section spéciale du Conseil technique intermutualiste, institué auprès du Service des indemnités. Démission et nomination de membres, p. 35590. — Institut national d’assurance maladie-invalidité. Conseil technique intermutualiste, institué auprès du Service des indemnités. Démission et nomination de membres, p. 35590. Service public fédéral Justice Ordre judiciaire, p. 35590. Gouvernements de Communauté et de Région

Nationale Orden. Benoemingen. Bevorderingen, bl. 35574. — Nationale Orden. Benoemingen, bl. 35588. Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Arbeidsgerechten. Ontslag, bl. 35589. Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Rijksinstituut voor ziekteen invaliditeitsverzekering. Hoge commissie van de Geneeskundige raad voor invaliditeit, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekteen invaliditeitsverzekering. Ontslag en benoeming van een lid, bl. 35589. — Rijksinstituut voor ziekteen invaliditeitsverzekering. Profielencommissie voor de verstrekkingen en de voorschriften van de geneesherenspecialisten, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. Ontslag en benoeming van leden, bl. 35589. — Rijksinstituut voor ziekteen invaliditeitsverzekering. Speciale afdeling van de Technische ziekenfondsraad, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen. Ontslag en benoeming van leden, bl. 35590. — Rijksinstituut voor ziekteen invaliditeitsverzekering. Technische ziekenfondsraad, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen. Ontslag en benoeming van leden, bl. 35590. Federale Overheidsdienst Justitie Rechterlijke Orde, bl. 35590. Gemeenschaps- en Gewestregeringen Vlaamse Gemeenschap Vlaamse overheid Bestuurszaken 8 JUNI 2007. — Ministerieel besluit houdende de bepaling van de kosten voor de randvoorwaarden om een primair inburgeringstraject te volgen waarvoor het onthaalbureau de jaarlijkse subsidie-enveloppe kan aanwenden, bl. 35591. Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vlaamse Mediaraad. Benoeming van leden van de Vlaamse Mediaraad, bl. 35592. Werk en Sociale Economie 11 JUNI 2007. — Ministerieel besluit tot bepaling van de standaard voor de titel van calculator bouw, bl. 35592.


35413

Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Provincie Oost-Vlaanderen. Ruimtelijke ordening, bl. 35595. Région wallonne Ministère de la Région wallonne 15 MAI 2007. — Arrêté ministériel relatif à l’établissement des zones de prévention rapprochée et éloignée des ouvrages de prise d’eau souterraine de catégorie B (potabilisable) dénommés Ohain 1 et Ohain 2 sis sur le territoire de la commune de Lasne, p. 35596. 21 JUIN 2007. — Arrêté du Gouvernement wallon autorisant à procéder à une expropriation sur le territoire de Sars-la-Bruyère, p. 35600. Avis officiels

Officiële berichten

Situation globale des établissements de crédits au 31 janvier 2007, p. 35601.

Algemene staat der kredietstellingen per 31 januari 2007, bl. 35601.

Pouvoir judiciaire

Rechterlijke Macht

Tribunal de première instance de Gand, p. 35603. Service public fédéral Justice Comité des utilisateurs du système d’information Phenix. Modification de l’avis du 15 juin 2006 relatif à la composition du comité des utilisateurs du système d’information Phenix. Remplacement d’un membre, p. 35603. Gouvernements de Communauté et de Région

Rechtbank van eerste aanleg te Gent, bl. 35603. Federale Overheidsdienst Justitie Comité van gebruikers van het informatiesysteem Phenix. Wijziging van het advies van 15 juni 2006 betreffende de samenstelling van het gebruikerscomité van het informatiesysteem Phenix. Vervanging van een lid, bl. 35603. Gemeenschaps- en Gewestregeringen Vlaamse Gemeenschap Jobpunt Vlaanderen Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van projectingenieurs, een verantwoordelijke integrale kwaliteitszorg, een leidinggevend boekhouder en een jurist voor Waterwegen en Zeekanaal, bl. 35603. — Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een leidinggevend boekhouder voor Waterwegen en Zeekanaal, bl. 35604. — Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van 6 beleidsmedewerkers integraal waterbeleid voor Waterwegen en Zeekanaal en NV De Scheepvaart, bl. 35605. — Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een personeelsdeskundige en een secretariaatsmedewerker project Seine-Schelde voor Waterwegen en Zeekanaal, bl. 35606. Vlaamse overheid Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Openbaar Onderzoek. Ontwerp Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Provincie Oost-Vlaanderen. Afbakening kleinstedelijk gebied Dendermonde inclusief de deelplannen « Hoogveld K » (bedrijventerrein) en « Dendermonde West » (randstedelijk groen en gevangenis) van maandag 16 juli 2007 tot en met donderdag 13 september 2007, bl. 35607.

Région wallonne Ministère de la Région wallonne Promotion par accession au niveau supérieur. Mutation à la demande d’un agent. Appel à candidatures, p. 35607. Ordres du jour

Agenda’s

Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale, p. 35611.

Brussels Hoofdstedelijk Parlement, bl. 35611.

Assemblée réunie de la Commission communautaire commune de la Région de Bruxelles-Capitale, p. 35613.

Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bl. 35613.

Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans ce sommaire mais figurent aux pages 35614 à 35656.

De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten worden niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van bl. 35614 tot bl. 35656.

35414

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUDGET EN BEHEERSCONTROLE

SERVICE PUBLIC FEDERAL BUDGET ET CONTROLE DE LA GESTION F. 2007 — 2749

[C − 2007/03322]

3 JUIN 2007. — Arrêté royal portant répartition partielle du crédit provisionnel inscrit au programme 03-41-1 du Budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2007 et destiné à couvrir des dépenses de toute nature découlant de la réforme des carrières, du financement de la contribution belge dans le nouveau siège de l’OTAN, de l’exécution du plan concernant les premiers emplois dans les SPF et le BIRB, de l’indice des prix à la consommation, et autres divers ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

N. 2007 — 2749

[C − 2007/03322]

3 JUNI 2007. — Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 03-41-1 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2007 en bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven voortvloeiend uit de loopbaanhervorming, de financiering van het Belgisch aandeel in de nieuwe NAVO-zetel, de uitvoering van het plan inzake startbanen bij de FOD’s en het BIRB, de wijziging van het indexcijfer van de consumptieprijzen, en andere ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Vu la loi du 28 décembre 2006 contenant le Budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2007, notamment l’article 2.03.2;

Gelet op de wet van 28 december 2006 houdende de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2007, inzonderheid op artikel 2.03.2;

Considérant qu’un crédit non dissocié provisionnel de 140.585.000 euros, destiné entre autres à couvrir des dépenses de toute nature découlant d’autres divers, est inscrit au programme 03-41-1 du Budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2007;

Overwegende dat op het programma 03-41-1 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2007 een niet-gesplitst provisioneel krediet is ingeschreven ten belope van 140.585.000 euro, onder meer bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven voortvloeiend uit andere diverse;

Considérant que le Conseil des Ministres du 22 mars 2006 a approuvé le plan d’action de renforcement des Etablissements scientifiques fédéraux qui comprenait notamment la mise en place du SolarTerrestrial Centre of Excellence (STCE) et un programme de recherche météorologique par l’Institut Royal Météorologique (IRM) dont un volet préventif pour améliorer les avertissements en cas de temps dangereux;

Overwegende dat op 22 maart 2006 de Ministerraad het actieplan ter versterking van de Federale Wetenschappelijke Instellingen heeft goedgekeurd dat onder meer bestond uit het oprichten van het Solar-Terrestrial Centre of Excellence (STCE) en een onderzoeksprogramma van het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) waaronder een preventieve luik voor het verbeteren van de waarschuwingen voor gevaarlijk weer;

Considérant que 3.436.000 euros pour le STCE et 374.000 euros pour le volet préventif de la recherche météorologique avaient été provisoirement inscrits au crédit non dissocié provisionnel au programme 03-41-1 du Budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2007 en attente d’un rapport sur les retombées attendues des deux projets;

Overwegende dat 3.436.000 euro voor het STCE en 374.000 euro voor het preventieve luik van het meteorologisch onderzoek voorlopig werden ingeschreven op het provisioneel niet-gesplitst krediet in het programma 03-41-1 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2007 in afwachting van een verslag over de verwachte terugverdieneffecten van beide projecten;

Considérant enfin que le Ministre de la Politique scientifique a transmis le business plan du STCE le 18 janvier 2007 ainsi que celui de l’IRM concernant le volet préventif de la recherche météorologique le 26 février 2007 à la Ministre du Budget, les montants de 3.436.000 et 374.000 euros inscrits au crédit provisionnel sus-mentionné peuvent être transférés au Service Public Fédéral de programmation de la Politique Scientifique;

Overwegende tenslotte dat de Minister van Wetenschapsbeleid op 18 januari 2007 de business plan van het STCE en op 26 februari 2007 het implementatie plan van het KMI over het preventieve luik van het meteorologisch onderzoek heeft meegedeeld aan de Minister van Begroting; en dat bijgevolg de bedragen van 3.436.000 en 374.000 euro ingeschreven op het bovenvermeld provisioneel krediet mogen worden overgedragen aan de federale programmatorische overheidsdienst Wetenschapsbeleid;

Sur la proposition de Notre Ministre du Budget,

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting,

Nous avons arrêté et arrêtons :

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

er

Article 1 . Un crédit non dissocié de 3.810.000 euros est prélevé du crédit provisionnel inscrit au programme 03-41-1 (allocation de base 41.10.01.01) du Budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2007 et est réparti conformément au tableau suivant :

Articles légaux — Wettelijke artikels Départements — Departementen

Divisions — Afdelingen

Programmes — Programma’s

Artikel 1. Een niet-gesplitst krediet van 3.810.000 euro wordt afgenomen van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 03-41-1 (basisallocatie 41.10.01.01) van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2007 en wordt verdeeld overeenkomstig de volgende tabel :

Activités — Activiteiten

Allocations de base (et check digits) — Basisallocaties (en check digits)

Crédits non dissociés (en milliers d’euros) — Niet-gesplitste kredieten (in duizend euros)

4116 (30)

3.810

Section 46 — SPP Politique Scientifique Sectie 46 — POD Wetenschapsbeleid 46

60

3

7

35415

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Les montants figurant dans ce tableau sont rattachés aux crédits prévus pour l’année budgétaire 2007 au programme et allocations de base concernés.

De bedragen vermeld in deze tabel worden gevoegd bij de kredieten die onder het betrokken programma en de basisallocaties zijn uitgetrokken voor het begrotingsjaar 2007.

Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur Belge.

Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3. Notre Ministre du Budget est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Art. 3. Onze Minister van Begroting is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 3 juni 2007.

Donné à Bruxelles, le 3 juin 2007.

ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

La Ministre du Budget, Mme F. VAN DEN BOSSCHE

De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

* SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR F. 2007 — 2750

[C − 2007/03345]

3 JUIN 2007. — Arrêté royal portant répartition partielle du crédit provisionnel inscrit au programme 13-21-1 du budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2006 et destiné à couvrir les dépenses de toute nature concernant la réforme du contentieux des étrangers et le Centre de Connaissance de la Sécurité civile

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN N. 2007 — 2750

[C − 2007/03345]

3 JUNI 2007. — Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 13-21-1 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2006 en bestemd tot dekking van allerlei uitgaven die verband houden met de hervorming van het vreemdelingencontentieux en het Kenniscentrum van de Civiele Veiligheid ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Vu la loi du 20 décembre 2005 contenant le budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2006, notamment l’article 2.13.9;

Gelet op de wet van 20 december 2005 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2006, inzonderheid op artikel 2.13.9;

Considérant qu’un crédit provisionnel de un million neuf cent mille euros est inscrit au programme 13-21-1 du budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2006, destiné à couvrir les dépenses de toute nature concernant la réforme du contentieux des étrangers et le Centre de Connaissance de la Sécurité civile;

Overwegende dat op het programma 13-21-1 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2006 een provisioneel krediet is ingeschreven ten belope van een miljoen negenhonderdduizend euro, bestemd tot dekking van allerlei uitgaven die verband houden met de hervorming van het vreemdelingencontentieux en het Kenniscentrum van de Civiele Veiligheid;

Sur la proposition de Notre Ministre de l’Intérieur et de Notre Ministre du Budget,

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Begroting,

Nous avons arrêté et arrêtons : er


Article 1 . Un montant de cent vingt huit mille euros est prélevé du crédit provisionnel inscrit au programme 13-21-1 sous l’allocation de base 21 11 0101 du budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2006, et est réparti conformément au tableau ci-annexé.

Artikel 1. Een bedrag van honderd achtentwintigduizend euro wordt afgehouden van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 13-21-1 onder de basisallocatie 21 11 0101 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2006, en wordt verdeeld overeenkomstig de bijgevoegde tabel.

Art. 2. Les montants figurant dans ce tableau sont rattachés aux crédits prévus pour l’année budgétaire 2006 aux programmes et allocations de base concernés.

Art. 2. De in de tabel vermelde bedragen worden gevoegd bij de kredieten die onder de betrokken programma’s en basisallocaties zijn uitgetrokken voor het begrotingsjaar 2006.

Art. 3. Le présent arrêté produit ses effets le 1er décembre 2006. Art. 4. Notre Ministre de l’Intérieur et Notre Ministre du Budget sont chargés de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 3 juin 2007.

Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2006. Art. 4. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Begroting zijn belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 3 juni 2007.

ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

Le Ministre de l’Intérieur, P. DEWAEL

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

La Ministre du Budget, Mme F. VAN DEN BOSSCHE

De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

35416

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Annexe à l’arrêté royal du 3 juin 2007 portant répartition partielle du crédit provisionnel inscrit au programme 13-21-1 du budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2006 et destiné à couvrir les dépenses de toute nature concernant la réforme du contentieux des étrangers et le Centre de Connaissance de la Sécurité civile

Articles légaux Activités SPF

Divisions

Programmes

Allocations de base (et check digits)

Crédits non dissociés (en milliers d’euros)

1102 (78 15 49 83)

128,00

Total section 13

128,00

Total général

128,00

Section 13 — SPF Intérieur 13

01

0

1

Vu pour être annexé à Notre arrêté du 3 juin 2007 portant répartition partielle du crédit provisionnel inscrit au programme 13-21-1 du budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2006 et destiné à couvrir les dépenses de toute nature concernant la réforme du contentieux des étrangers et le Centre de Connaissance de la Sécurité civile.

ALBERT Par le Roi : Le Ministre de l’Intérieur, P. DEWAEL La Ministre du Budget, Mme F. VAN DEN BOSSCHE

Bijlage bij het koninklijk besluit van 3 juni 2007 houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 13-21-1 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2006 en bestemd tot dekking van allerlei uitgaven die verband houden met de hervorming van het vreemdelingencontentieux en het Kenniscentrum van de Civiele Veiligheid

Wettelijke artikelen Activiteiten FOD

Afdelingen

Programma’s

Basisallocaties (en check digits)

Niet-gesplitste kredieten (in duizend euro)

Sectie 13 — FOD Binnenlandse Zaken 13

01

0

1

1102 (78 15 49 83)

128,00

Totaal sectie 13

128,00

Algemeen totaal

128,00

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 juni 2007 houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 13-21-1 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2006 en bestemd tot dekking van allerlei uitgaven die verband houden met de hervorming van het vreemdelingencontentieux en het Kenniscentrum van de Civiele Veiligheid.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS F. 2007 — 2751

[C − 2007/14183]

9 MAI 2007. — Arrêté royal visant l’octroi d’une subvention de 1.000.000 EUR au ″Théâtre royal de la Monnaie″ en application de l’avenant n° 9 à l’Accord de Coopération du 15 septembre 1993 entre l’Etat fédéral et la Région de Bruxelles-Capitale, relatif à certaines initiatives destinées à promouvoir le rôle international et la fonction de capitale de Bruxelles


35417

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N. 2007 — 2751

[C − 2007/14183]

9 MEI 2007. — Koninklijk besluit ter toewijzing van een subsidie van 1.000.000 EUR aan de « Koninklijke Muntschouwburg » in toepassing van bijakte nr. 9 van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende bepaalde initiatieven bestemd om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Vu la loi du 27 décembre 2004 contenant le budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2005 et notamment l’article 1-01-9;

Gelet op de wet van 27 december 2004 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2005, inzonderheid op artikel 1-01-9;

Vu la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’Etat fédéral, coordonnées le 17 juillet 1991, notamment les articles 121 à 124;

Gelet op de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, inzonderheid op de artikelen 121 tot 124;

Vu la loi du 19 avril 1963 créant un établissement public dénommé ″Théâtre Royal de la Monnaie″;

Gelet op de wet van 19 april 1963 tot oprichting van een openbare instelling genaamd « Koninklijke Muntschouwburg »;

Vu l’Accord de Coopération du 15 septembre 1993 entre l’Etat fédéral et la Région de Bruxelles-Capitale, relatif à certaines initiatives destinées à promouvoir le rôle international et la fonction de capitale de Bruxelles, et particulièrement son avenant n° 9;

Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende bepaalde initiatieven bestemd om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen, en meer in het bijzonder zijn bijakte nr. 9;

Vu l’arrêté royal du 16 novembre 1994 relatif au contrôle administratif et budgétaire;

Gelet op het koninklijke besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole;

Considérant que le programme budgétaire de l’avenant n° 9 à l’Accord de Coopération du 15 septembre 1993 prévoit, pour l’année 2005, 1.000.000,- EUR de subsides en faveur du ″Théâtre royal de la Monnaie″;

Overwegende dat het begrotingsprogramma van bijakte nr. 9 bij het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 voor het jaar 2005 1.000.000,- EUR subsidies voorziet voor de « Koninklijke Muntschouwburg »;

Considérant que le programme budgétaire de l’avenant n° 9 à l’Accord de Coopération du 15 septembre 1993 prévoit également en faveur du ″Théâtre royal de la Monnaie″, 1.500.000,- EUR de subsides pour l’année 2006 et 1.500.000,- EUR pour l’année 2007;

Overwegende dat het begrotingsprogramma van bijakte nr. 9 bij het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 voor de « Koninklijke Muntschouwburg » eveneens 1.500.000,- EUR subsidies voorziet voor het jaar 2006 en 1.500.000,- EUR voor het jaar 2007;

Considérant que les activités du ″Théâtre royal de la Monnaie″ sont d’intérêt national;

Overwegende dat de activiteiten van de « Koninklijke Muntschouwburg » van nationaal belang zijn;

Considérant qu’il est nécessaire de renouveler une série d’équipements techniques usés ou obsolètes, d’effectuer des travaux de sécurisation des personnes et des bâtiments et de réaliser des travaux d’amélioration des conditions de travail du personnel;

Overwegende dat het noodzakelijk is om een reeks versleten of verouderde technische uitrustingen te vernieuwen, werken uit te voeren ter beveiliging van de personen en gebouwen en werken uit te voeren ter verbetering van de werkomstandigheden van het personeel;

Considérant la volonté de créer un Fronthouse qui constituerait une vitrine et un lieu de rencontre qui serait accessible au public en journée;

Gelet op de wil om een Fronthouse te creëren dat een vitrine en een ontmoetingsruimte zou vormen die overdag voor het publiek toegankelijk zou zijn;

Considérant que ces travaux permettront au ″Théâtre royal de la Monnaie″ de continuer à assurer des spectacles de grande qualité, d’accueillir les spectateurs dans de meilleures conditions, d’augmenter sa visibilité, de faciliter l’accès du public à l’opéra et de contribuer à la revitalisation du centre-ville de Bruxelles;

Overwegende dat deze werken de « Koninklijke Muntschouwburg » zullen toelaten om kwalitatief hoogstaande spektakels te blijven verzekeren, de toeschouwers in de best mogelijke omstandigheden te ontvangen, beter zichtbaar te zijn, de toegang voor het publiek tot de opera te vergemakkelijken en bij te dragen tot de revitalisatie van het stadscentrum van Brussel;

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 17 novembre 2005;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 17 november 2005;

Sur la proposition de Notre Vice-Première Ministre et Ministre de la Justice,

Op de voordracht van Onze Vice Eerste Minister en Minister van Justitie,



Article 1er. Une subvention de un million d’euros (1.000.000,- EUR) est accordée au ″Théâtre royal de la Monnaie″ ayant son siège rue Léopold 4, à 1000 Bruxelles.

Artikel 1. Er wordt een subsidie van één miljoen euro (1.000.000,- EUR) toegekend aan de « Koninklijke Muntschouwburg » met zetel Leopoldstraat, 4 te 1000 Brussel.

La subvention est imputée à charge de l’allocation de base 56.22.33.11.91 du budget du Service Public Fédéral Mobilité et Transports de l’année budgétaire 2005.

De subsidie wordt geboekt bij de basisuitkering 56.22.33.11.91 van het budget van het Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer van het begrotingsjaar 2005.

35418


Art. 2. La subvention a pour objectif de financer une partie du renouvellement des techniques spéciales nécessaires à l’organisation des spectacles du ″Théâtre royal de la Monnaie″, une partie des études et des travaux de sécurisation des personnes et des bâtiments, une partie des études et travaux d’amélioration des conditions de travail du personnel et une partie des études et des travaux d’aménagement d’une Fronthouse accessible au public en journée.

Art. 2. De subsidie heeft als doel een deel te financieren van de vernieuwing van de speciale technieken die noodzakelijk zijn voor de organisatie van de spektakels van de « Muntschouwburg », een deel van de studies en werken ter beveiliging van de personen en gebouwen, een deel van de studies en werken ter verbetering van de werkomstandigheden van het personeel en een deel van de studies en werken voor de inrichting van een Fronthouse dat overdag voor het publiek toegankelijk is.

Art. 3. § 1er. Aucune somme ne sera versée au ″Théâtre royal de la Monnaie″ avant la signature du protocole d’accord réglant les modalités d’exécution et de collaboration dans le cadre des travaux faisant l’objet de la présente subvention.

Art. 3. § 1. Er zal geen enkel bedrag worden gestort aan de « Koninklijke Muntschouwburg » vóór de ondertekening van het protocolakkoord dat de uitvoeringsmodaliteiten en de samenwerking regelt in het kader van de werken die het voorwerp uitmaken van de onderhavige subsidie.

§ 2. Les travaux faisant l’objet de la présente subvention seront exécutés à charge du budget du ″Théâtre royal de la Monnaie qui effectuera les paiements sur ses fonds propres et sur les subventions.

§ 2. De werken die het voorwerp uitmaken van deze subsidie zullen worden uitgevoerd ten laste van het budget van de ″Koninklijke Muntschouwburg″, die de betalingen zal uitvoeren met haar eigen gelden en met de subsidies.

§ 3. La subvention visée à l’article 1er sera payée au ″Théâtre Royal de la Monnaie″ en plusieurs tranches variables en fonction de l’état d’avancement des travaux à réaliser, et ceci selon les conditions d’ordonnancement qui seront définies dans le protocole d’accord mentionné au § 1er. Le payement des différentes tranches peut si nécessaire s’étaler sur plusieurs années.

§ 3. De in artikel 1 bedoelde subsidie zal aan de ″Koninklijke Muntschouwburg″ worden betaald in meerdere variabele schijven in functie van de vorderingsstaat van de uit te voeren werken, en dit volgens de ordonnanceringsvoorwaarden die vastgelegd zijn in het in § 1 vermelde protocolakkoord. De betaling van de verschillende schijven kan indien nodig over meerdere jaren worden verspreid.

La libération de chacune des tranches précitées de la subvention doit être expressément demandée par le ″Théâtre Royal de la Monnaie″ par le biais de déclarations de créance établies en trois exemplaires, datées et signées.

De vrijgave van elke voornoemde schijf van de subsidie moet uitdrukkelijk door de ″Koninklijke Muntschouwburg″ worden aangevraagd door middel van in drievoud opgemaakte, gedateerde en ondertekende schuldvorderingsverklaringen.

§ 4. La Direction Infrastructure de Transport du Service Public Fédéral Mobilité et Transports, rue du Gouvernement Provisoire 9-15, 1000 Bruxelles, se charge du traitement administratif. Toute la correspondance relative au traitement administratif dans le cadre du présent arrêté est envoyée à l’adresse précitée.

§ 4. De Directie Vervoerinfrastructuur van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, Voorlopig Bewindstraat 9-15, 1000 Brussel, staat in voor de administratieve behandeling. Alle briefwisseling met betrekking tot de administratieve behandeling in het kader van dit besluit wordt naar het voornoemde adres gestuurd.

Art. 4. Notre Vice-Première Ministre et Ministre de la Justice est chargée de l’exécution du présent arrêté.

Art. 4. Onze Vice Eerste Minister en Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Donné à Bruxelles, le 9 mai 2007.

Gegeven te Brussel, 9 mei 2007.

ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

La Ministre de la Justice, Mme L. ONKELINX

De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

* SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS F. 2007 — 2752

[C − 2007/14184]

9 MAI 2007. — Arrêté royal visant l’octroi d’une subvention de 1.500.000 EUR au « Théâtre royal de la Monnaie » en application de l’avenant n° 9 à l’Accord de Coopération du 15 septembre 1993 entre l’Etat fédéral et la Région de Bruxelles-Capitale, relatif à certaines initiatives destinées à promouvoir le rôle international et la fonction de capitale de Bruxelles



[C − 2007/14184]

9 MEI 2007. — Koninklijk besluit ter toewijzing van een subsidie van 1.500.000 EUR aan de « Koninklijke Muntschouwburg » in toepassing van bijakte nr. 9 van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende bepaalde initiatieven bestemd om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.



Vu les lois sur la comptabilité de l’Etat, coordonnées le 17 juillet 1991, notamment les articles 55 à 58;

Gelet op de wetten betreffende de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid de artikels 55 tot 58;

Vu la loi du 19 avril 1963 créant un établissement public dénommé « Théâtre Royal de la Monnaie »;

Gelet op de wet van 19 april 1963 tot oprichting van een openbare instelling genaamd « Koninklijke Muntschouwburg »;




35419



Considérant que des subsides de 1.000.000 EUR et de 1.500.000 EUR ont été accordés en 2005 et en 2006 au « Théâtre royal de la Monnaie » conformément au programme budgétaire de l’avenant n° 9 à l’Accord de Coopération du 15 septembre 1993;

Overwegende dat in 2005 en 2006 subsidies van 1.000.000 EUR en 1.500.000 EUR werden toegekend aan de « Koninklijke Muntschouwburg » overeenkomstig het begrotingsprogramma van bijlage 9 bij het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993;

Considérant que le programme budgétaire de l’avenant n° 9 à l’Accord de Coopération du 15 septembre 1993 prévoit, pour l’année 2007, 1.500.000 EUR de subsides en faveur du « Théâtre royal de la Monnaie »;

Overwegende dat het begrotingsprogramma van bijakte nr. 9 bij het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 voor het jaar 2007 1.500.000 EUR subsidies voorziet voor de « Koninklijke Muntschouwburg »;

Considérant que les activités du « Théâtre royal de la Monnaie » sont d’intérêt national;

Overwegende dat de activiteiten van de « Koninklijke Muntschouwburg » van nationaal belang zijn;

Considérant qu’il est nécessaire de renouveler une série d’équipements techniques usés ou obsolètes, d’effectuer des travaux de sécurisation des personnes et des bâtiments et de réaliser des travaux d’amélioration des conditions de travail du personnel;

Overwegende dat het noodzakelijk is om een reeks versleten of verouderde technische uitrustingen te vernieuwen, werken uit te voeren ter beveiliging van de personen en gebouwen en werken uit te voeren ter verbetering van de werkomstandigheden van het personeel;

Considérant la volonté de créer un Fronthouse qui constituerait une vitrine et un lieu de rencontre qui serait accessible au public en journée;

Gelet op de wil om een Fronthouse te creëren dat een vitrine en een ontmoetingsruimte zou vormen die overdag voor het publiek toegankelijk zou zijn;

Considérant que ces travaux permettront au « Théâtre royal de la Monnaie » de continuer à assurer des spectacles de grande qualité, d’accueillir les spectateurs dans de meilleures conditions, d’augmenter sa visibilité, de faciliter l’accès du public à l’opéra et de contribuer à la revitalisation du centre-ville de Bruxelles;

Overwegende dat deze werken de « Koninklijke Muntschouwburg » zullen toelaten om kwalitatief hoogstaande spektakels te blijven verzekeren, de toeschouwers in de best mogelijke omstandigheden te ontvangen, beter zichtbaar te zijn, de toegang voor het publiek tot de opera te vergemakkelijken en bij te dragen tot de revitalisatie van het stadscentrum van Brussel;

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 29 mars 2007; Sur la proposition de Notre Vice-Première Ministre et Ministre de la Justice;


Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 29 maart 2007; Op de voordracht van Onze Vice Eerste Minister en Minister van Justitie;


Article 1er. Une subvention de un million et demi d’euros (1.500.000 EUR) est accordée au « Théâtre royal de la Monnaie » ayant son siège rue Léopold 4, à 1000 Bruxelles.

Artikel 1. Er wordt een subsidie van anderhalf miljoen euro (1.500.000 EUR) toegekend aan de « Koninklijke Muntschouwburg » met zetel Leopoldstraat 4, te 1000 Brussel.

La subvention est imputée à charge de l’allocation de base 56.22.33.11.91 du budget du Service public fédéral Mobilité et Transports de l’année budgétaire 2007.


Art. 2. La subvention a pour objectif de financer une partie du renouvellement des techniques spéciales nécessaires à l’organisation des spectacles du « Théâtre royal de la Monnaie », une partie des études et des travaux de sécurisation des personnes et des bâtiments, une partie des études et travaux d’amélioration des conditions de travail du personnel et une partie des études et des travaux d’aménagement d’un Fronthouse accessible au public en journée.

Art. 2. De subsidie heeft als doel een deel te financieren van de vernieuwing van de speciale technieken die noodzakelijk zijn voor de organisatie van de spektakels van de « Muntschouwburg », een deel van de studies en werken ter beveiliging van de personen en gebouwen, een deel van de studies en werken ter verbetering van de werkomstandigheden van het personeel en een deel van de studies en werken voor de inrichting van een Fronthouse dat overdag voor het publiek toegankelijk is.

Art. 3. § 1. Les travaux faisant l’objet de la présente subvention seront exécutés à charge du budget du « Théâtre royal de la Monnaie » qui effectuera les paiements sur ses fonds propres et sur les subventions.

Art. 3. § 1. De werken die het voorwerp uitmaken van deze subsidie zullen worden uitgevoerd ten laste van het budget van de « Koninklijke Muntschouwburg », die de betalingen zal uitvoeren met haar eigen gelden en met de subsidies.

§ 2. La subvention visée à l’article 1er sera payée au « Théâtre Royal de la Monnaie » en plusieurs tranches variables en fonction de l’état d’avancement des travaux à réaliser, et ceci selon les conditions d’ordonnancement qui ont été définies dans le protocole d’accord du 18 novembre 2005. Le payement des différentes tranches peut si nécessaire s’étaler sur plusieurs années.

§ 2. De in artikel 1 bedoelde subsidie zal aan de « Koninklijke Muntschouwburg » worden betaald in meerdere variabele schijven in functie van de vorderingsstaat van de uit te voeren werken, en dit volgens de ordonnanceringsvoorwaarden die vastgelegd zijn in het protocolakkoord van 18 november 2005. De betaling van de verschillende schijven kan indien nodig over meerdere jaren worden verspreid.

La libération de chacune des tranches précitées de la subvention doit être expressément demandée par le « Théâtre Royal de la Monnaie » par le biais de déclarations de créance établies en trois exemplaires, datées et signées.

De vrijgave van elke voornoemde schijf van de subsidie moet uitdrukkelijk door de « Koninklijke Muntschouwburg » worden aangevraagd door middel van in drievoud opgemaakte, gedateerde en ondertekende schuldvorderingsverklaringen.

35420


§ 3. La Direction Infrastructure de Transport du Service public fédéral Mobilité et Transports, rue du Gouvernement provisoire n° 9-15 à 1000 Bruxelles, se charge du traitement administratif. Toute la correspondance relative au traitement administratif dans le cadre du présent arrêté est envoyée à l’adresse précitée.

§ 3. De Directie Vervoerinfrastructuur van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, Voorlopig Bewindstraat 9-15, te 1000 Brussel, staat in voor de administratieve behandeling. Alle briefwisseling met betrekking tot de administratieve behandeling in het kader van dit besluit wordt naar het voornoemde adres gestuurd.


Art. 4. Onze Vice Eerste Minister en Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 9 mei 2007.


ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :




[C − 2007/14185]

9 MAI 2007. — Arrêté royal visant l’octroi d’une subvention de 500.000 EUR à l’ASBL « Musée de l’Europe » en application de l’avenant n° 9 à l’Accord de Coopération du 15 septembre 1993 entre l’Etat fédéral et la Région de Bruxelles-Capitale, relatif à certaines initiatives destinées à promouvoir le rôle international et la fonction de capitale de Bruxelles ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.


[C − 2007/14185]

9 MEI 2007. — Koninklijk besluit ter toewijzing van een subsidie van 500.000 EUR aan de VZW « Musée de l’Europe » in toepassing van bijakte nr. 9 van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende bepaalde initiatieven bestemd om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.



Vu les lois sur la comptabilité de l’Etat, coordonnées le 17 juillet 1991, notamment les articles 55 à 58;

Gelet op de wetten betreffende de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid de artikelen 55 tot 58;

Vu la création de l’ASBL « Musée de l’Europe » par un acte du 26 juin 1997;

Gelet op de oprichting van de VZW « Musée de l’Europe » door een akte van 26 juni 1997;





Considérant que le programme budgétaire de l’avenant n° 9 à l’Accord de Coopération du 15 septembre 1993 prévoit, pour l’année 2007, 500.000 EUR de subsides en faveur de l’ASBL « Musée de l’Europe »;

Overwegende dat het begrotingsprogramma van bijakte nr. 9 bij het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 voor het jaar 2007 500.000 EUR subsidies voorziet voor de VZW « Musée de l’Europe »;

Considérant que les projets de l’ASBL « Musée de l’Europe » sont d’intérêt national et international;

Overwegende dat de projecten van de VZW « Musée de l’Europe » van nationaal en internationaal belang zijn;

Considérant que l’ASBL « Musée de l’Europe » a l’intention de réaliser et organiser une exposition temporaire au Parc du Cinquantenaire à l’occasion du cinquantième anniversaire des Traités de Rome;

Overwegende dat de VZW « Musée de l’Europe » van plan is om in het Jubelpark een tijdelijke tentoonstelling te realiseren en te organiseren ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de Verdragen van Rome;

Considérant que cette exposition temporaire sera la préfiguration du futur Musée de l’Europe et qu’une grande majorité des équipements et du matériel sera réutilisée pour le parcours permanent du Musée de l’Europe;

Overwegende dat deze tijdelijke tentoonstelling de voorproef zal zijn van het toekomstige Europamuseum en dat het merendeel van het materieel opnieuw zal gebruikt worden voor het permanente parcours van het Europamuseum;

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 28 mars 2007; Sur la proposition de Notre Vice-Première Ministre et Ministre de la Justice, Nous avons arrêté et arrêtons :

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 28 maart 2007; Op de voordracht van Onze Vice Eerste Minister en Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Article 1er. Une subvention de cinq cents mille euros (500.000 EUR) est accordée à l’ASBL « Musée de l’Europe » ayant son siège rue Defacqz 16, à 1000 Bruxelles.

Artikel 1. Er wordt een subsidie van vijfhonderd duizend euro (500.000 EUR) toegekend aan de VZW « Musée de l’Europe » met zetel Defacqzstraat 16, te 1000 Brussel.

La subvention est imputée à charge de l’allocation de base 56.22.33.10.90 du budget du Service public fédéral Mobilité et Transports de l’année budgétaire 2007.



35421

Art. 2. La subvention a pour objectif de financer une partie de la conception, de la réalisation et de la fourniture de la production audiovisuelle, des audioguides, de la zone 4 intitulée « La table de conférence » et de la zone 7 intitulée « L’atelier de l’Europe » de l’exposition temporaire que l’ASBL « Musée de l’Europe » réalise et organise au Parc du Cinquantenaire à l’occasion du cinquantième anniversaire des Traités de Rome.

Art. 2. De subsidie heeft als doel een deel te financieren van het ontwerp, de realisatie en de levering van de audiovisuele productie, de audiogidsen, van zone 4 genaamd « De Conferentietafel » en zone 7 genaamd « Het Europa-atelier » van de tijdelijke tentoonstelling die de VZW « Musée de l’Europe » realiseert en organiseert in het Jubelpark ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de Verdragen van Rome.

Art. 3. § 1. Les travaux, fournitures et services faisant l’objet de la présente subvention seront exécutés à charge du budget de l’ASBL « Musée de l’Europe » qui effectuera les paiements sur ses fonds propres et sur les subventions.

Art. 3. § 1. De werken, de leveringen en de diensten die het voorwerp uitmaken van deze subsidie zullen worden uitgevoerd ten laste van het budget van de VZW « Musée de l’Europe », die de betalingen zal uitvoeren met haar eigen gelden en met de subsidies.

§ 2. La subvention visée à l’article 1er sera payée à l’ASBL « Musée de l’Europe » en plusieurs tranches variables en fonction de l’état d’avancement des travaux à réaliser, et ceci selon les conditions d’ordonnancement qui ont été définies dans le protocole d’accord du 28 novembre 2006. Le payement des différentes tranches peut si nécessaire s’étaler sur plusieurs années.

§ 2. De in artikel 1 bedoelde subsidie zal aan de VZW « Musée de l’Europe » worden betaald in meerdere variabele schijven in functie van de vorderingsstaat van de uit te voeren werken, en dit volgens de ordonnanceringsvoorwaarden die vastgelegd zijn in het protocolakkoord van 28 november 2006. De betaling van de verschillende schijven kan indien nodig over meerdere jaren worden verspreid.

La libération de chacune des tranches précitées de la subvention doit être expressément demandée par l’ASBL « Musée de l’Europe » par le biais de déclarations de créance établies en trois exemplaires, datées et signées.

De vrijgave van elke voornoemde schijf van de subsidie moet uitdrukkelijk door de VZW « Musée de l’Europe » worden aangevraagd door middel van in drievoud opgemaakte, gedateerde en ondertekende schuldvorderingsverklaringen.

§ 3. La Direction Infrastructure de Transport du Service public fédéral Mobilité et Transports, rue du Gouvernement Provisoire, 9-15 à 1000 Bruxelles, se charge du traitement administratif. Toute la correspondance relative au traitement administratif dans le cadre du présent arrêté est envoyée à l’adresse précitée.

§ 3. De Directie Vervoerinfrastructuur van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, Voorlopig Bewindstraat, nr. 9-15, te 1000 Brussel, staat in voor de administratieve behandeling. Alle briefwisseling met betrekking tot de administratieve behandeling in het kader van dit besluit wordt naar het voornoemde adres gestuurd.





ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :



* SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

F. 2007 — 2754 [C − 2007/14186] 9 MAI 2007. — Arrêté royal visant l’octroi d’une subvention de 1.900.000 EUR à l’Institut royal des Sciences naturelles de Belgique en application de l’avenant n° 9 à l’Accord de Coopération du 15 septembre 1993 entre l’Etat fédéral et la Région de BruxellesCapitale, relatif à certaines initiatives destinées à promouvoir le rôle international et la fonction de capitale de Bruxelles

N. 2007 — 2754 [C − 2007/14186] 9 MEI 2007. — Koninklijk besluit ter toewijzing van een subsidie van 1.900.000 EUR aan het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen « Koninklijke Muntschouwburg » van België in toepassing van bijakte nr. 9 van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende bepaalde initiatieven bestemd om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 28 décembre 2006 contenant le budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2007 et notamment l’article 1-01-9;

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 28 december 2006 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2007, inzonderheid op artikel 1-01-9; Gelet op de wetten betreffende de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58; Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende bepaalde initiatieven bestemd om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen, en meer in het bijzonder zijn bijakte nr. 9; Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole; Overwegende dat het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen van België een openbare wetenschappelijke instelling is die georganiseerd is in dienst van de Staat met afzonderlijk beheer; Overwegende dat in 2006 een subsidie van 1.900.000 EUR werd toegekend aan het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen van België overeenkomstig het begrotingsprogramma van bijlage 9 bij het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993; Overwegende dat het begrotingsprogramma van bijakte nr. 9 bij het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 voor het jaar 2007 1.900.000 EUR subsidies voorziet voor het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen van België; Overwegende dat de activiteiten van voor het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen van België «Koninklijke Muntschouwburg»van nationaal belang zijn;

Vu les lois sur la comptabilité de l’Etat, coordonnées le 17 juillet 1991, notamment les articles 55 à 58; Vu l’Accord de Coopération du 15 septembre 1993 entre l’Etat fédéral et la Région de Bruxelles-Capitale, relatif à certaines initiatives destinées à promouvoir le rôle international et la fonction de capitale de Bruxelles, et particulièrement son avenant n° 9; Vu l’arrêté royal du 16 novembre 1994 relatif au contrôle administratif et budgétaire; Considérant que l’Institut royal des Sciences naturelles de Belgique est un établissement scientifique public organisé en service de l’Etat à gestion séparée; Considérant qu’un subside de 1.900.000 EUR a été accordé en 2006 à L’Institut Royal des Sciences Naturelles de Belgique conformément au programme budgétaire de l’avenant n° 9 à l’Accord de Coopération du 15 septembre 1993; Considérant que le programme budgétaire de l’avenant n° 9 à l’Accord de Coopération du 15 septembre 1993 prévoit, pour l’année 2007, un subside de 1.900.000 EUR en faveur de l’Institut royal des Sciences naturelles de Belgique; Considérant que les activité de l’Institut royal des Sciences naturelles de Belgique sont d’intérêt national;

35422


Considérant que l’aile Janlet du Musée des Sciences naturelles est en cours de rénovation; Considérant qu’il convient de rénover également toute la muséographie du Musée des Sciences naturelles; Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 28 mars 2007; Sur la proposition de Notre Vice-Première Ministre et Ministre de la Justice,

Overwegende dat de Janletvleugel van het Museum voor Natuurwetenschappen momenteel gerenoveerd wordt; Overwegende dat ook de volledige museografie van het Museum voor Natuurwetenschappen gerenoveerd moet worden; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 28 maart 2007; Op de voordracht van Onze Vice Eerste Minister en Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :


Article 1 . Une subvention de un million neuf cents mille euros (1.900.000 EUR) est accordée à l’Institut royal des Sciences naturelles de Belgique au Théâtre royal de la Monnaie, parastatal, ayant son siège rue Vautier 29, à 1000 Bruxelles.

Artikel 1. Er wordt een subsidie van één miljoen negenhonderd duizend euro (1.900.000 EUR) toegekend aan voor het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen van België met zetel Vautierstraat 29, te 1000 Brussel.

La subvention est imputée à charge de l’allocation de base 56.22.33.13.93 du budget général des dépenses du Service Public Fédéral Mobilité et Transports de l’année budgétaire 2007.

De subsidie wordt geboekt bij de basisuitkering 56.22.33.13.93 van de algemene uitgavenbegroting van het Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer van het begrotingsjaar 2007.

Art. 2. La subvention a pour objectif de financer une partie des services, fournitures et travaux permettant l’aménagement muséographique des salles d’exposition suite à la rénovation en profondeur des bâtiments.

Art. 2. De subsidie heeft als doel een deel te financieren van de diensten, leveringen en werken om, na de grondige renovatie van de gebouwen, de museografische inrichting van de tentoonstellingszalen te kunnen realiseren.

Art. 3. § 1. Les travaux, fournitures et services faisant l’objet de la présente subvention seront exécutés à charge du budget de l’Institut royal des Sciences naturelles de Belgique qui effectuera les paiements sur ses fonds propres et sur les subventions.

Art. 3. § 1. De werken, de leveringen en de diensten die het voorwerp uitmaken van deze subsidie zullen worden uitgevoerd ten laste van het budget van het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen van België, die de betalingen zal uitvoeren met haar eigen gelden en met de subsidies.

§ 2. La subvention visée à l’article 1er sera payée à l’Institut royal des Sciences naturelles de Belgique en plusieurs tranches variables en fonction de l’état d’avancement des travaux à réaliser, et ceci selon les conditions d’ordonnancement qui ont été définies dans le protocole d’accord signé en date du 7 février 2007. Le payement des différentes tranches peut si nécessaire s’étaler sur plusieurs années.

§ 2. De in artikel 1 bedoelde subsidie zal aan het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen van België worden betaald in meerdere variabele schijven in functie van de vorderingsstaat van de uit te voeren werken, en dit volgens de ordonnanceringsvoorwaarden die vastgelegd zijn in het protocolakkoord van 7 februari 2007. De betaling van de verschillende schijven kan indien nodig over meerdere jaren worden verspreid.

La libération de chacune des tranches précitées de la subventionmentionnés au § 1 doit être expressément demandée par l’Institut royal des Sciences naturelles de Belgique le Théâtre royal de la Monnaie par le biais de déclarations de créance établies en trois exemplaires, datées et signées.

De vrijgave van elke voornoemde schijf van de subsidie moet uitdrukkelijk door het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen van België worden aangevraagd door middel van in drievoud opgemaakte, gedateerde en ondertekende schuldvorderingsverklaringen.

§ 3. La Direction Infrastructure de Transport du Service public fédéral Mobilité et Transports, rue du Gouvernement provisoire n° 9-15 1000 Bruxelles, se charge du traitement administratif. Toute la correspondance relative au traitement administratif dans le cadre du présent arrêté est envoyée à l’adresse précitée.

§ 3. De Directie Vervoerinfrastructuur van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, Voorlopig Bewindstraat 9-15, te 1000 Brussel, staat in voor de administratieve behandeling. Alle briefwisseling met betrekking tot de administratieve behandeling in het kader van dit besluit wordt naar het voornoemde adres gestuurd.





ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :




[C − 2007/14210]

3 JUIN 2007. — Arrêté royal autorisant la suppression du passage à niveau n° 54bis de la ligne ferroviaire 34 Hasselt-Liège à Diepenbeek moyennant l’aménagement d’un chemin latéral vers le passage à niveau n° 54 de la même ligne ferroviaire et déclarant d’utilité publique la prise de possession immédiate des parcelles nécessaires ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.


[C − 2007/14210]

3 JUNI 2007. — Koninklijk besluit dat de afschaffing van overweg nr. 54bis op de spoorlijn 34 Hasselt-Luik te Diepenbeek machtigt mits de aanleg van een langsweg naar overweg nr. 54 op dezelfde spoorlijn en de onmiddellijke inbezitneming van de hiervoor nodige percelen van algemeen nut verklaart

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Vu la loi du 12 avril 1835 concernant les péages et règlements de police sur les chemins de fer, notamment l’article 2;

Gelet op de wet van 12 april 1835 betreffende de tolgelden en politiereglementen op de spoorwegen, inzonderheid op artikel 2;

Vu la loi du 26 juillet 1962, modifiée par la loi du 6 avril 2000, relative à la procédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour cause d’utilité publique;

Gelet op de wet van 26 juli 1962, gewijzigd bij de wet van 6 april 2000, betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte;

Vu la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, notamment l’article 10, § 2, 2°;

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 10, § 2, 2°;


35423

Vu l’arrêté royal du 14 juin 2004 portant réforme des structures de gestion de l’infrastructure ferroviaire, notamment l’article 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur, inzonderheid op artikel 4;

Vu l’arrêté ministériel n° A/94146/34 du 16 mai 1995 fixant, entre autres, la signalisation du passage à niveau n° 54bis, situé sur la ligne ferroviaire 34 Hasselt-Tongres;

Gelet op het ministerieel besluit nr. A/94146/34 van 16 mei 1995 dat de signalisatie vaststelt van, onder andere, overweg nr. 54bis gelegen op de spoorlijn 34 Hasselt - Tongeren;

Considérant que la suppression des passages à niveau, notamment sur les lignes de voyageurs, contribue à l’amélioration de la sécurité ferroviaire et routière;

Overwegende dat de afschaffing van overwegen, meer bepaald op reizigerslijnen, de veiligheid van het wegverkeer en het spoorverkeer bevordert;

Considérant que les passages à niveau sont, en outre, des entraves potentielles à l’exploitation ferroviaire et que leur suppression favorise le bon déroulement de l’exploitation des lignes ferroviaires;

Overwegende dat overwegen bovendien potentiële hindernissen vormen voor de spoorwegexploitatie en hun afschaffing het vlotte verloop van de uitbating van de spoorlijnen ten goede komt;

Considérant que, par conséquent, la suppression des passages à niveau, notamment sur les lignes de voyageurs, doit être poursuivie au maximum;

Overwegende dat derhalve de afschaffing van de overwegen, meer bepaald op de reizigerslijnen, maximaal dient nagestreefd te worden;

Considérant la stratégie de supprimer en priorité les passages à niveau situés sur les lignes de voyageurs et équipés en troisième catégorie;

Overwegende de strategie om de op reizigerslijnen gelegen overwegen die uitgerust zijn in derde categorie, bij voorrang af te schaffen;

Considérant que l’aménagement d’une voie latérale du passage à niveau n° 54bis au passage à niveau n° 54 constitue, d’un point de vue technique, financier et d’aménagement du territoire, la solution la mieux appropriée aux éventuels problèmes de circulation causés par la suppression du passage à niveau n° 54bis;

Overwegende dat de aanleg van een langsweg van overweg nr. 54bis naar overweg nr. 54 vanuit technisch en financieel oogpunt en op vlak van ruimtelijke ordening de meest geschikte oplossing vormt voor eventuele verkeersproblemen, veroorzaakt door de afschaffing van de overweg nr. 54bis;

Considérant que les travaux repris au plan n° L36-16/0 répondent à l’objectif fixé;

Overwegende dat de met het plan nr. L36-16/0 beschreven werken aan het gestelde doel beantwoorden;

Considérant que la prise de possession des parcelles mentionnées au plan n° D.5.20.54. et situées sur le territoire de la commune de Diepenbeek est nécessaire pour l’exécution des travaux décrits ci-dessus;

Overwegende dat de inbezitneming van de percelen aangeduid op het plan nr. D.5.20.54. en gelegen op het grondgebied van de gemeente Diepenbeek nodig is voor het uitvoeren van de hierboven beschreven werken;

Considérant que l’enquête publique, à laquelle les plans précités ont été soumis, n’a donné lieu à aucune objection;

Overwegende dat het openbaar onderzoek waaraan voornoemde plannen onderworpen werden geen bezwaren opgeleverd heeft;

Considérant que la stratégie projetée et le danger potentiel pour la sécurité de la circulation au passage à niveau n° 54bis confèrent un caractère d’urgence aux travaux visés et, par conséquent, que la prise de possession immédiate, pour cause d’utilité publique, des parcelles en question est indispensable;

Overwegende dat de vooropstaande strategie en het potentieel gevaar voor de verkeersveiligheid aan de overweg nr. 54bis de beoogde werken een dringend karakter geven en dat derhalve de onmiddellijke inbezitneming van de bedoelde percelen ten algemene nutte onontbeerlijk is;

Sur la proposition de Notre Ministre de la Mobilité, Nous avons arrêté et arrêtons : er

Op de voordracht van onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Article 1 . Infrabel est autorisée à supprimer le passage à niveau n° 54bis de la ligne ferroviaire 34 Hasselt-Liège à Diepenbeek moyennant l’aménagement d’un chemin latéral vers le passage à niveau n° 54 de la même ligne ferroviaire, tel qu’indiqué au plan des travaux n° L36-16/0, annexé au présent arrêté.

Artikel 1. Infrabel is gemachtigd tot de afschaffing van overweg nr. 54bis op de spoorlijn 34 Hasselt-Luik te Diepenbeek mits de aanleg van een langsweg naar overweg nr. 54 op dezelfde spoorlijn, zoals aangegeven op het werkplan nr. L36-16/0, gevoegd bij dit besluit.

Art. 2. L’utilité publique requiert, pour l’exécution de ces travaux, la prise de possession immédiate des parcelles indiquées au plan n° D.5.20.54., annexé au présent arrêté.

Art. 2. Het algemeen nut vordert voor de uitvoering van deze werken de onmiddellijke inbezitneming van de percelen opgenomen in het plan nr. D.5.20.54., gevoegd bij dit besluit.

Art. 3. Les parcelles indiquées au plan visé à l’article 2 et nécessaires à l’exécution des travaux en question seront, à défaut de cession à l’amiable, emprises et occupées conformément à la loi du 26 juillet 1962, modifiée par la loi du 6 avril 2000, relative à la procédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour cause d’utilité publique.

Art. 3. Bij gebrek aan afstand in der minne, worden de voor de werken benodigde en op het in artikel 2 vermelde plan aangewezen percelen ingenomen en bezet overeenkomstig de wet van 26 juli 1962, gewijzigd bij de wet van 6 april 2000, betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte.

Art. 4. Dans l’arrêté ministériel n° A/94146/34 du 16 mai 1995 fixant, entre autres, la signalisation du passage à niveau n° 54bis, situé sur la ligne ferroviaire 34 Hasselt - Tongres, les dispositions relatives à ce passage à niveau sont biffées.

Art. 4. In het ministerieel besluit nr. A/94146/34 van 16 mei 1995 dat de signalisatie vaststelt van, onder andere, overweg nr. 54bis gelegen op de spoorlijn 34 Hasselt-Tongeren, worden de bepalingen met betrekking tot deze overweg geschrapt.

Art. 5. Notre Ministre de la Mobilité est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Art. 5. Onze Minister van Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.


Gegeven te Brussel, 3 juni 2007.

ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

Le Ministre de la Mobilité, R. LANDUYT

De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

Commune — Gemeente

DIEPENBEEK

DIEPENBEEK

DIEPENBEEK

DIEPENBEEK

DIEPENBEEK

DIEPENBEEK

DIEPENBEEK

DIEPENBEEK

N° d’ordre — Volgnr.

1

2

3

4

5

6

7

8

1

1

1

1

1

1

1

1

Div. — Afd.

A

A

A

A

A

A

A

A

Section — Sectie

545v

412d

412c

406d

406c

404a

403d

401t

N° de parcelle — Perceel nr.

Indications cadastrales — Kadastrale aanduidingen

Pâturage Weiland

Terre de culture Bouwland






Maison Huis

Nature — Aard

00

00

00

00

00

00

00

00

52

37

37

09

28

29

55

28

22

40

40

49

80

10

90

70

00

00

00

00

00

00

00

00

09

03

03

04

03

01

03

04

a

50

61

06

15

10

04

70

32

ca

ha

ca

ha

a

Contenance de l’emprise suivant cadastre — Oppervlakte van de inneming volgens kadaster

Contenance de la parcelle suivant cadastre — Oppervlakte van het perceel volgens kadaster

Tableau des emprises — Tabel der innemingen

Nom et adresse des propriétaires — Naam en adres van de eigenaars

CLAESEN, Paula Victorina (VG) Rooistraat 46 - 3590 Diepenbeek MESOTTEN, Marie-Claire Josée (1/3) Penneveldstraat 7 - 3500 Hasselt MESOTTEN, Marie-Rose Gertrude (1/3) Rooistraat 46 - 3590 Diepenbeek MESOTTEN, Magda Maria (1/3) Rooistraat 48 - 3590 Diepenbeek

NEVEN, Willy Jozef (1/10) Zonneweeldelaan 17BU36/3 - 3600 Genk NEVEN, Rosette Ludovica (1/10) Mizerikstraat 21 - 3590 Diepenbeek NEVEN, Alice Josephina (1/10) Bouquetstraat 20 - 3590 Diepenbeek NEVEN, Ferdinand Jean (1/10) en 6 rechthebbende (6/10) Ginderoverstraat 22 - 3590 Diepenbeek

VANDENHOLT, Willem Martinus & CLAESEN, Martha Antonia Rooistraat 20 - 3590 Diepenbeek

MACHIELS, Guillaume Henri & JEUNEN, Lucia Hubertina Steenweg 175 - 3590 Diepenbeek



VANDENHOUDT, Joannes Josephus Kiezel 35 - 3590 Diepenbeek

MARTENS, Alfons Omer Kerselaer 2 - 3590 Diepenbeek

Annexe à l’arrêté royal du 3 juin 2007 — Bijlage bij het koninklijk besluit van 3 juni 2007

35424 MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS F. 2007 — 2756

[C − 2007/14209]

3 JUIN 2007. — Arrêté royal autorisant la suppression du passage à niveau n° 57 situé sur les lignes ferroviaires 66 Bruges-Courtrai et 73 Deinze-La Panne à Lichtervelde moyennant la construction d’un passage inférieur et déclarant d’utilité publique la prise de possession immédiate des parcelles nécessaires ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

35425


[C − 2007/14209]

3 JUNI 2007. — Koninklijk besluit dat de afschaffing van overweg nr. 57 gelegen op de spoorlijnen 66 Brugge-Kortrijk en 73 DeinzeDe Panne te Lichtervelde machtigt mits de bouw van een onderbrugging en dat de onmiddellijke inbezitneming van de hiervoor nodige percelen van algemeen nut verklaart ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Vu la loi du 12 avril 1835 concernant les péages et règlements de police sur les chemins de fer, notamment l’article 2;

Gelet op de wet van 12 april 1835 betreffende de tolgelden en politiereglementen op de spoorwegen, inzonderheid op artikel 2;

Vu la loi du 26 juillet 1962, modifiée par la loi du 6 avril 2000, relative à la procédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour cause d’utilité publique;

Gelet op de wet van 26 juli 1962, gewijzigd bij de wet van 6 april 2000, betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte;

Vu la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, notamment l’article 10, § 2, 2°;

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 10, § 2, 2°;

Vu l’arrêté royal du 14 juin 2004 portant réforme des structures de gestion de l’infrastructure ferroviaire, notamment l’article 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur, inzonderheid op artikel 4;

Vu l’arrêté royal n° A1/91155/66BL/36 du 7 octobre 1991 autorisant la suppression du passage à niveau n° 57 situé sur les lignes ferroviaires 66 Bruges-Courtrai et 73 Deinze-Adinkerke à Lichtervelde moyennant la construction d’un passage inférieur avec une hauteur libre de 3,20 m et un passage sous voie pour les piétons, voyageurs et cyclistes;

Gelet op het koninklijk besluit nr. A1/91155/66BL/36 van 7 oktober 1991 dat de afschaffing van de overweg nr. 57 gelegen op de spoorlijnen 66 Kortrijk-–Brugge en 73 Deinze-Adinkerke te Lichtervelde machtigt mits het bouwen van een onderbrugging met een vrije hoogte van 3,20 m en een onderdoorgang voor voetgangers, reizigers en fietsers;

Vu l’arrêté ministériel n° A/615/66 du 9 septembre 2002 fixant, entre autres, la signalisation du même passage à niveau;

Gelet op het ministerieel besluit nr. A/615/66 van 9 september 2002 dat de signalisatie vaststelt van, onder andere, dezelfde overweg;

Considérant que, pour diverses raisons, dont la révision du projet de voirie de, vers et autour de Lichtervelde, les travaux visés par l’arrêté royal n° A1/91155/66BL/36 du 7 octobre 1991 n’ont pas été réalisés;

Overwegende dat, om diverse redenen, waaronder de herziening van het ontwerp van de wegenis van, naar en rond Lichtervelde, de werken bedoeld in het koninklijk besluit nr. A1/91155/66BL/36 van 7 oktober 1991 niet werden uitgevoerd;

Considérant, cependant, que la suppression de passages à niveau, notamment sur des lignes de voyageurs, doit être poursuivie au maximum, dans l’intérêt de la sécurité routière et ferroviaire et du bon déroulement de l’exploitation des lignes ferroviaires;

Overwegende evenwel dat de afschaffing van overwegen, inzonderheid op reizigerslijnen, omwille van de veiligheid van het wegverkeer en het spoorverkeer en omwille van het vlotte verloop van de uitbating van de spoorlijnen, maximaal dient nagestreefd te worden;

Considérant que la construction d’un passage inférieur unique d’une hauteur libre de 2,60 m, avec deux voies de circulation, deux pistes cyclables et une voie pour piétons, définie plus en détail au plan des travaux n° 30-3228-0660-028.378-002, constitue, d’un point de vue technique, financier et d’aménagement du territoire, la solution la mieux appropriée aux éventuels problèmes de circulation engendrés par la suppression du passage à niveau n° 57;

Overwegende dat de bouw van één enkele onderbrugging met een vrije hoogte van 2,60 m, voorzien van twee rijstroken, twee fietspaden en een voetpad, zoals nader bepaald in het werkplan nr. 30-3228-0660028.378-002, vanuit technisch en financieel oogpunt en op vlak van ruimtelijke ordening de meest geschikte oplossing vormt voor eventuele verkeersproblemen, veroorzaakt door de afschaffing van de overweg nr. 57;

35426


Considérant que la prise de possession des parcelles mentionnées au plan n° 30-3533-0660-028.378-002 et situées sur le territoire de la commune de Lichtervelde est nécessaire pour l’exécution des travaux décrits ci-dessus;

Overwegende dat de inbezitneming van de percelen aangeduid op het plan nr. 30-3533-0660-028.378-002 en gelegen op het grondgebied van de gemeente Lichtervelde, nodig is voor het uitvoeren van de hierboven beschreven werken;

Considérant que l’enquête publique, à laquelle les plans précités ont été soumis, n’a donné lieu à aucune objection;

Overwegende dat het openbaar onderzoek waaraan voornoemde plannen onderworpen werden geen bezwaren opgeleverd heeft;

Considérant que la nuisance du trafic et le risque d’insécurité pour les usagers routiers du passage à niveau en question, confère un caractère d’urgence aux travaux visés et, par conséquent, que la prise de possession immédiate, pour cause d’utilité publique, des parcelles en question est indispensable;

Overwegende dat de verkeershinder en het veiligheidsrisico voor de weggebruikers van de bedoelde overweg de beoogde werken een dringend karakter geeft en dat, derhalve, de onmiddellijke inbezitneming van de bedoelde percelen ten algemene nutte onontbeerlijk is;

Sur la proposition de Notre Ministre de la Mobilité,


Op de voordracht van onze Minister van Mobiliteit,


Article 1er. Infrabel est autorisée à supprimer le passage à niveau n° 57 situé sur les lignes ferroviaires 66 Bruges-Courtrai et 73 Deinze-La Panne à Lichtervelde moyennant la construction d’un passage inférieur tel qu’indiqué au plan des travaux n° 30-3228-0660-028.378-002, annexé au présent arrêté.

Artikel 1. Infrabel is gemachtigd tot de afschaffing van overweg nr. 57 gelegen op de spoorlijnen 66 Brugge-Kortrijk en 73 Deinze-De Panne te Lichtervelde mits de bouw van een onderbrugging zoals aangegeven op het werkplan nr. 30-3228-0660-028.378-002, gevoegd bij dit besluit.

Art. 2. L’utilité publique requiert, pour l’exécution de ces travaux, la prise de possession immédiate des parcelles indiquées au plan n° 30-3533-0660-028.378-002, annexé au présent arrêté.

Art. 2. Het algemeen nut vordert, voor de uitvoering van deze werken, de onmiddellijke inbezitneming van de percelen opgenomen in het plan nr. 30-3533-0660-028.378-002, gevoegd bij dit besluit.

Art. 3. Les parcelles indiquées au plan visé à l’article 2 et nécessaires à l’exécution des travaux en question seront, à défaut de cession à l’amiable, emprises et occupées conformément à la loi du 26 juillet 1962, modifiée par la loi du 6 avril 2000, relative à la procédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour cause d’utilité publique.

Art. 3. Bij gebrek aan afstand in der minne, worden de voor de werken benodigde en op het in artikel 2 vermelde plan aangewezen percelen ingenomen en bezet overeenkomstig de wet van 26 juli 1962, gewijzigd bij de wet van 6 april 2000, betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte.

Art. 4. A l’article 1er de l’arrêté ministériel n° A/615/66 du 9 septembre 2002 fixant, entre autres, la signalisation du passage à niveau n° 57 situé sur la ligne ferroviaire 66, tronç on Bruges-Courtrai, sont apportées les modifications suivantes :

Art. 4. In artikel 1 van het ministerieel besluit nr. A/615/66 van 9 september 2002 dat de signalisatie vaststelt van, onder andere, overweg nr. 57 gelegen op de spoorlijn 66, baanvak Brugge-Kortrijk, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° dans la phrase liminaire, le nombre « 57 » est supprimé;

1° in de inleidende zin vervalt het getal « 57 »;

2° au 2e tiret, le nombre « 57 » est supprimé.

2° in tweede streepje vervalt het getal « 57 ».

Art. 5. L’arrêté royal n° A1/91155/66BL/36 du 7 octobre 1991 autorisant la suppression du passage à niveau n° 57 situé sur les lignes ferroviaires 66 Courtrai - Bruges et 73 Deinze – Adinkerke à Lichtervelde moyennant la construction d’un passage inférieur avec une hauteur libre de 3,20 m et un passage sous voie pour piétons, voyageurs et cyclistes est abrogé.

Art. 5. Het koninklijk besluit nr. A1/91155/66BL/36 van 7 oktober 1991 dat de afschaffing van de overweg nr. 57 gelegen op de spoorlijnen 66 Kortrijk – Brugge en 73 Deinze – Adinkerke te Lichtervelde machtigt mits het bouwen van een onderbrugging met een vrije hoogte van 3,20 m en een onderdoorgang voor voetgangers, reizigers en fietsers wordt opgeheven.

Art. 6. Notre Ministre de la Mobilité est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Art. 6. Onze Minister van Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit



ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

Le Ministre de la Mobilité, R. LANDUYT

De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT


35427

35428

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

F. 2007 — 2757 [C − 2007/23071] 14 JUIN 2007. — Arrêté royal fixant les conditions auxquelles une intervention de l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités peut être accordée dans le cadre de projets temporaires concernant l’e-monitoring en cas d’insuffisance cardiaque chronique

N. 2007 — 2757 [C − 2007/23071] 14 JUNI 2007. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder een tegemoetkoming van de verplichte ziekteen invaliditeitsverzekering mag worden verleend in tijdelijke projecten in verband met e-monitoring bij chronisch hartfalen

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, notamment l’article 56, § 2, alinéa 1er, 3°, remplacé par la loi du 10 août 2001;

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, vervangen bij de wet van 10 augustus 2001; Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 22 januari 2007; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 februari 2007; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 30 maart 2007; Gelet op het advies nr. 42.938/1 van de Raad van State, gegeven op 15 mei 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

Vu l’avis du Comité de l’assurance soins de santé, donné le 22 janvier 2007; Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 12 février 2007; Vu l’accord de Notre Ministre du Budget du 30 mars 2007; Vu l’avis n° 42.938/1 du Conseil d’Etat, donné le 15 mai 2007, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, Nous avons arrêté et arrêtons :


er

Article 1 . Aux conditions énoncées dans le présent arrêté, le Comité de l’assurance du Service des soins de santé de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité et une association de dispensateurs de soins, au terme de l’article 4 du présent arrêté, peuvent conclure une convention fixant les modalités selon lesquelles l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, par dérogation aux dispositions légales et réglementaires en vigueur dans le cadre de cette assurance, accorde des interventions pour des projets en matière de coordination du suivi multidisciplinaire de l’insuffisance cardiaque grave chez des patients cardiaques de classe III-IV par e-monitoring. La dite convention se rapporte au territoire belge. er

Artikel 1. Onder de in dit besluit vermelde voorwaarden kan tussen het Verzekeringscomité van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekteen invaliditeitsverzekering en een samenwerkingsverband van zorgverleners in de zin van artikel 4 van dit besluit een overeenkomst worden gesloten waarin de nadere regels worden bepaald waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, in afwijking van de in het kader van die verzekering geldende wettelijke en reglementaire bepalingen, tegemoetkomingen toekent voor projecten in verband met de coördinatie van de multidisciplinaire opvolging van ernstig hartfalen bij klasse III-IV hartpatiënten door e-monitoring. De overeenkomst heeft betrekking op het Belgisch grondgebied.

Art. 2. Dans la convention visée à l’article 1 , l’association de dispensateurs de soins s’engage à mener à bien un trajet de soins qui doit, en matière de suivi de l’insuffisance cardiaque chronique, aborder au minimum les thèmes suivants :

Art. 2. In de in artikel 1 bedoelde overeenkomst verbindt het samenwerkingsverband van zorgverleners zich tot de uitvoering van een zorgtraject dat minstens volgende thema’s met betrekking tot de opvolging van chronisch hartfalen aan bod laat komen :

1° l’intégration du patient dans un programme d’insuffisance cardiaque ambulatoire, suivant une mobilisation rapide, une éducation et un soutien du patient cardiaque pendant son hospitalisation;

1° de opname van de patiënt in een ambulant hartfalenprogramma, volgend op een snelle mobilisatie, educatie en ondersteuning van de hartpatiënt gedurende zijn opname in het ziekenhuis;

2° le suivi régulier durant les premières semaines critiques qui suivent la sortie de l’hôpital, à travers des contacts réguliers entre l’équipe d’insuffisance cardiaque, le médecin généraliste, les soins infirmiers à domicile et le patient;

2° de regelmatige opvolging in de kritische eerste weken na ontslag uit het ziekenhuis via regelmatige contacten tussen het hartfalenteam, de huisarts en thuisverpleging en de patiënt;

3° le monitoring électronique à distance des patients cardiaques de classe III-IV, ainsi qu’un système de concertation entre le médecin généraliste (première ligne) et les spécialistes de la « clinique d’insuffisance cardiaque »;

3° de electronische monitoring op afstand van de klasse III-IV hartpatiënten, met hieraan gekoppeld een systeem van overleg tussen de huisarts (eerste lijn) en de specialisten van de « hartfalenkliniek »;

4° la coordination avec le dispatching médical prévu dans le cadre de l’agence pour la gestion des appels au secours;

4° de coördinatie met de medische dispatching die voorzien is in het kader van de dienst voor het beheer van noodoproepen;

5° l’élaboration de programmes de formation en vue de compléter les connaissances et l’attitude des travailleurs de la santé qui prennent part à la prise en charge multidisciplinaire de l’e-monitoring en cas d’insuffisance cardiaque grave chez les patients cardiaques de classe III-IV.

5° de uitwerking van opleidingsprogramma ’s met het oog op de vervolmaking van de kennis en de houding van de gezondheidwerkers die bij de multidisciplinaire tenlasteneming van de e-monitoring bij ernstig hartfalen bij de klasse III-IV hartpatiënten zijn betrokken.

Art. 3. L’INAMI fixera, en collaboration avec l’association de dispensateurs de soins visée à l’article 4, le cahier des charges permettant l’enregistrement des données visées à l’article 2, 2°, de telle sorte que l’application comporte des modules réutilisables pour d’autres enregistrements similaires.

Art. 3. Het RIZIV stelt in samenwerking met het in artikel 4 bedoelde samenwerkingsverband van zorgverleners het lastenboek op voor de toepassing waarmee de in artikel 2, 2° bedoelde gegevens kunnen worden geregistreerd, en wel zó dat de toepassing modules bevat die voor andere gelijkaardige registraties kunnen worden hergebruikt.

Art. 4. Par « association de dispensateurs de soins », il y a lieu d’entendre les délégués des cercles de médecins généralistes, le cardiologue, les dispensateurs de soins faisant partie d’une équipe d’insuffisance cardiaque multidisciplinaire et qui, à travers leurs associations scientifiques, collaborent activement au développement d’un projet qui vise l’amélioration du suivi des patients de classe III-IV en cas d’insuffisance cardiaque grave avec pour objectif d’éviter les réhospitalisations.

Art. 4. Met « samenwerkingsverband van zorgverleners » worden bedoeld de afgevaardigden van de huisartsenwachtposten, de cardioloog, de zorgverleners die deel uitmaken van een multidisciplinair hartfalenteam en die, binnen de wetenschappelijke verenigingen waaraan zij zijn verbonden, actief meewerken om een project te ontwikkelen voor de verbetering van de opvolging van de klasse III-IV patiënten bij ernstig hartfalen, met als doel het vermijden van heropnames in het ziekenhuis.


35429

Lors du lancement du projet, une association de dispensateurs de soins bénéficiant d’au moins une année d’expérience dans l’emonitoring de 20 patients cardiaques au minimum fera office de projet pilote.

Bij aanvang van het project zal een samenwerkingsverband van zorgverstrekkers dat minimum één jaar ervaring heeft in de e-monitoring van minimum 20 hartpatiënten, fungeren als pilootproject.

Plusieurs autres centres seront intégrés au projet dans un délai de six mois suivant le début du projet pilote, de sorte que dans l’ensemble, au minimum 80 patients atteints d’insuffisance cardiaque chronique fassent partie du programme de qualité et de suivi défini à l’article 2.

Binnen een periode van zes maanden na aanvang van het pilootproject zullen verschillende andere centra in het project opgenomen worden, zodanig dat in totaal minimum 80 chronisch hartfalenpatiënten bij het in artikel 2 omschreven kwaliteits- en opvolgingsprogramma opgenomen worden.

Art. 5. Le médecin généraliste du patient décompensé cardiaque est intégré d’emblée au suivi du patient.

Art. 5. De huisarts van de hartfalenpatiënt wordt in het vroegste stadium betrokken bij het opvolgen van de patiënt.

L’infirmier, qui par formation et par expérience est familiarisé avec la problématique de l’insuffisance cardiaque, faisant partie de l’association de dispensateurs de soins visée à l’article 4, coordonne les activités propres à la clinique d’insuffisance cardiaque, visite et informe tous les patients hospitalisés et leur entourage sur la pathologie. Il/elle prépare la sortie en prenant contact avec le médecin généraliste et les soins infirmiers à domicile et met en contact le patient, si nécessaire, avec l’équipe de rééducation multidisciplinaire. Il/elle suivra également de manière systématique, par patient, les paramètres les plus importants. Au moment de sa sortie, le patient recevra des instructions complémentaires concernant l’auto-monitoring de son poids.

De verpleegkundige, die door opleiding en ervaring vertrouwd is met de problematiek van het hartfalen, behorend tot het in artikel 4 bedoelde samenwerkingsverband van zorgverleners, coördineert de activiteiten die eigen zijn aan de hartfalenkliniek en bezoekt en informeert alle opgenomen patiënten en hun mantelzorgers over de pathologie. Zij/hij bereidt het ontslag voor door contacten met huisarts en thuisverpleging en brengt, zo geïndiceerd, de patiënt in contact met het multidisciplinaire revalidatieteam. Zij/hij zal ook systematisch per patiënt de belangrijkste parameters opvolgen. Bij ontslag van de patiënt zal deze bijkomende instructies krijgen omtrent zelfmonitoring van gewicht.

Le médecin généraliste et l’infirmier suivent les patients après leur sortie.

De huisarts en de verpleegkundige volgen de patiënten na ontslag.

Durant la consultation ambulatoire pour les patients atteints d’insuffisance cardiaque, les différents aspects essentiels de l’insuffisance cardiaque chronique sont parcourus une nouvelle fois avec les patients, et des adaptations à la thérapie sont proposées.

Tijdens de ambulante raadpleging voor hartfalenpatiënten worden de verschillende belangrijke aspecten van het chronisch hartfalen met de patiënten opnieuw overlopen en worden therapieaanpassingen voorgesteld.

Le cardiologue qui par formation et par expérience est familiarisé avec la problématique de l’insuffisance cardiaque, faisant partie de l’association de dispensateurs de soins visée à l’article 4, fixe le poids optimal à atteindre par patient sur la base d’examens cliniques et de laboratoire et d’une échocardiographie et il convient avec le médecin généraliste de l’optimalisation de la thérapie relative à l’insuffisance cardiaque et des mesures à prendre en cas de changement de situation.

De cardioloog, die door opleiding en ervaring vertrouwd is met de problematiek van het hartfalen, behorend tot het in artikel 4 bedoelde samenwerkingsverband van zorgverleners, bepaalt het optimale streefgewicht per patiënt op basis van kliniek, labo en echocardiografie en overlegt met de huisarts de optimalisatie van de hartfalentherapie en de te nemen maatregelen in geval van verandering van de toestand.

Art. 6. La convention visée à l’article 1er aboutit à l’élaboration de stratégies :

Art. 6. De in artikel 1 bedoelde overeenkomst leidt tot de uitwerking van strategieën voor :

1° d’amélioration de la qualité des prestations multidisciplinaires fréquentes et complexes;

1° de verbetering van de kwaliteit van de frequente en complexe multidisciplinaire verstrekkingen;

2° de limitation des réadmissions aux stades d’insuffisance cardiaque III et IV par une intervention rapide du médecin généraliste, en concertation avec l’équipe d’insuffisance cardiaque, dans le cas où les limites préconisées au niveau des paramètres utilisés (poids, pression sanguine,…) sont dépassées;

2° het beperken van heropnames bij hartfalen stadium III en IV via een snel ingrijpen door de huisarts, in overleg met het hartfalenteam, ingeval de vooropgestelde limieten inzake gehanteerde parameters (gewicht, bloeddruk,….) worden overschreden;

3° d’un programme permanent d’e-monitoring des patients aux classes d’insuffisance cardiaque III et IV, de manière à pouvoir disposer d’informations en permanence concernant l’état de santé global des patients.

3° een permanent programma voor de e-monitoring van patiënten met hartfalen klasse III en IV, zodat men over permanente informatie beschikt met betrekking tot de globale gezondheidstoestand van de patiënten.

Art. 7. Le projet, tel qu’il est décrit à l’article 1er, est suivi, sur le plan du contenu et des critères de qualité, par un comité d’accompagnement qui tient des réunions sur une base régulière. Le comité d’accompagnement veille au partenariat des centres visés sur le plan de la communication, la collecte des données et l’échange des données, prodigue avis et soutien aux parties intéressées, et stimule la collaboration entre les médecins généralistes et spécialistes concernés.

Art. 7. Het project zoals omschreven in het artikel 1, wordt naar inhoud en kwaliteitcriteria opgevolgd door een begeleidingscomité dat op regelmatige wijze vergadert. Het begeleidingscomité ziet toe op het partneriaat van de betrokken centra op het vlak van communicatie, gegevensverzameling en gegevensuitwisseling, het verleent advies en steun aan de betrokkenen en bevordert de samenwerking tussen de betrokken huisartsen en specialisten.

La composition du comité d’accompagnement sera multidisciplinaire, et regroupera notamment les disciplines et organisations suivantes : cardiologues, gestionnaires hospitaliers, infirmiers spécialisés en insuffisance cardiaque, la Belgian Society for Cardiology; un représentant du Comité éthique, un représentant du cercle de médecins généralistes, et un de chaque société scientifique de médecine générale, un représentant de l’INAMI et un représentant du fournisseur de l’appareillage d’e-monitoring.

Het begeleidingscomité zal multidisciplinair zijn samengesteld en er zullen onder andere volgende disciplines en organisaties bij betrokken zijn : cardiologen; ziekenhuisbeheerders; hartfalen-verpleegkundigen; de Belgian Society for Cardiology : een vertegenwoordiger van het ethisch comité; een vertegenwoordiger van de huisartsenkring en een van elke wetenschappelijke vereniging voor algemene geneeskunde, een vertegenwoordiger van het RIZIV en een vertegenwoordiger van de leverancier van de e-monitoring apparatuur.

Le comité d’accompagnement fournira des avis sur l’établissement du rapport mentionné à l’article 9 à l’attention du Comité de l’assurance.

Het begeleidingscomité zal advies verlenen bij het tot stand komen van het in artikel 9 vermelde rapport ten aanzien van het Verzekeringscomité.

Art. 8. La convention visée à l’article 1er est contrôlée par un groupe de direction dans son exécution des réalisations effectives obtenues. Le groupe de direction veille à l’exécution de la convention et donne conseil et soutien aux intéressés à la réalisation.

Art. 8. De in artikel 1 bedoelde overeenkomst wordt door een stuurgroep in haar uitvoering getoetst aan de werkelijk bekomen realisaties. De stuurgroep ziet toe op de uitvoering van de overeenkomst en verleent advies en steun aan de betrokkenen bij de uitvoering ervan.

Dans le groupe de direction siègent un représentant du (des) pouvoir(s) organisateur(s), un représentant du fournisseur de l’appareil e-monitoring et un représentant de l’INAMI qui assure la présidence.

In de stuurgroep zetelen een vertegenwoordiger van de inrichtende macht(en), een vertegenwoordiger van de leverancier van de e-monitoring apparatuur en een vertegenwoordiger van het RIZIV, die het voorzitterschap waarneemt.

35430


Le président du groupe de direction décide de la date à laquelle les réunions ont lieu.

De voorzitter van de stuurgroep bepaalt de datum waarop de vergaderingen plaatsvinden.

Art. 9. La convention visée à l’article 1er doit être transparente en ce qui concerne la composition et la destination de l’intervention.

Art. 9. De in artikel 1 bedoelde overeenkomst moet transparant zijn wat de samenstelling en de bestemming van de tegemoetkoming betreft.

L’intervention couvre la formation complémentaire des différentes catégories de dispensateurs de soins, les frais liés à l’information du patient, les coûts de matériel et d’infrastructure nécessaires à la réalisation du programme visé à l’article 2.

De tegemoetkoming vergoedt de bijscholing van de onderscheiden categorieën zorgverstrekkers, de kosten verbonden aan het informeren van de patiënt, het materiaal en de infrastructuurkosten noodzakelijk voor de realisatie van het in artikel 2 bedoelde programma.

Les dispensateurs de soins associés au programme de qualité décrit à l’article 2 ne peuvent en aucun cas demander aux bénéficiaires, du fait de l’existence de ce programme de qualité, des suppléments au-delà des prix et honoraires réglementaires.

De zorgverleners die bij het in artikel 2 beschreven kwaliteitsprogramma betrokken zijn, mogen vanwege het bestaan van dat kwaliteitsprogramma in geen geval aan rechthebbenden supplementen vragen bovenop de reglementaire prijzen en honoraria.

Art. 10. La durée de la convention visée ci-dessus est de 2 ans.

Art. 10. De duur van de hierboven bedoelde overeenkomst bedraagt 2 jaar.

Durant les trois premiers mois de la convention l’accent sera mis sur l’optimalisation du projet pilote, tel qu’il est décrit à l’article 4, alinéa 2.

Gedurende de eerste drie maanden van de overeenkomst zal de nadruk gelegd worden op de optimalisatie van het pilootproject zoals omschreven in artikel 4, tweede lid.

Durant les six mois qui suivent il sera procédé au recrutement des centres visés à l’article 4, alinéa 3.

Gedurende de volgende 6 maanden zullen de in artikel 4, derde lid vermelde centra gerecruteerd worden.

Durant les douze mois qui suivent, se déroule l’implémentation effective du suivi des patients et de l’enregistrement y afférent des données de l’expérience.

Gedurende de volgende twaalf maanden gebeurt de werkelijke implementatie van de opvolging van de patiënten en de daaraan verbonden registratie van ervaringsgegevens.

Les résultats de la convention sont – au plus tard au terme des trois derniers mois – transmis par l’association de dispensateurs de soins, et en concertation avec le groupe de direction’ défini à l’article 7, dans un rapport au Comité de l’assurance. Un état de la situation y est dressé en ce qui concerne les étapes entreprises à ce moment-là au niveau des paramètres à suivre.

De resultaten van de overeenkomst worden – op zijn laatst in de loop van de laatste drie maanden - door het samenwerkingsverband van zorgverstrekkers en in overleg met de in artikel 7 omschreven stuurgroep’, in een rapport aan het Verzekeringscomité overgemaakt. Daarin wordt een stand van zaken geschetst betreffende de op dat ogenblik gepresteerde feiten inzake de op te volgen parameters.

Outre des données épidémiologiques et de suivi de patients, ce rapport formulera une proposition d’insertion du télé-monitoring dans le trajet de soins de patients en insuffisance cardiaque terminale : quels patients peuvent y prétendre (critères d’inclusion), de quelle manière optimaliser le partenariat entre la première et la deuxième ligne en faisant appel au monitoring et à la communication électroniques, et comment ce suivi doit-il être pris en charge. Ces propositions seront considérées comme recommandations de qualité.

Er zal in dit rapport – naast epidemiologische- en patiëntenopvolgingsgegevens – een voorstel voor de inpassing van telemonitoring in het zorgtraject voor terminale hartfalenpatiënten worden voorgesteld : welke patiënten komen in aanmerking (inclusiecriteria), hoe kan het partnership tussen eerste en tweede lijn worden geoptimaliseerd via gebruik van electronische monitoring en communicatie en hoe dient deze opvolging vergoed te worden. Deze voorstellen zullen beschouwd worden als kwaliteitsaanbevelingen.

Art. 11. L’intervention dans la convention conclue sur la base du présent arrêté ne peut s’élever à plus de 92 370 euros, dont :

Art. 11. De tegemoetkoming in de op basis van onderhavig besluit gesloten overeenkomst mag niet meer bedragen dan 92.370 euro waarvan :

21 370 euros après la période décrite à l’article 10, alinéa 2. Ces dépenses sont liées aux frais de location de hardware, au support technique et aux frais de connexion pour le télé-monitoring;

21.370 euro na de periode zoals omschreven in artikel 10, tweede lid. Deze uitgaven houden verband met hardware-huurkosten, technische ondersteuning en connectiekosten voor telemonitoring;

20 000 euros après la période décrite à l’article 10, alinéa 3. Il s’agit des dépenses liées à la formation, aux réunions, à la formation complémentaire des équipes et patients participants;

20.000 euro na de periode zoals omschreven in artikel 10, derde lid. Het betreft uitgaven in verband met opleiding, vergaderingen, bijscholing van deelnemende teams en patiënten;

24 000 euros au maximum après la période décrite à l’article 10, alinéa 4. Le montant réel est calculé sur la base du nombre de patients suivis à concurrence d’un forfait de 50 euros par patient mensuellement;

maximaal 24.000 euro na de periode zoals omschreven in artikel 10 vierde lid. Het werkelijk bedrag wordt berekend op basis van het aantal opgevolgde patiënten à rato van een forfait van 50 euro per patiënt per maand;

27 000 euros après la période décrite à l’article 10, alinéa 5, et plus particulièrement : après la transmission du rapport au Comité de l’assurance. Ces dépenses sont liées à la gestion centrale, aux dépenses engendrées (jetons de présence, frais de déplacement) pour les membres du groupe de direction, et au rapport final.

27.000 euro na de periode zoals omschreven in artikel 10, vijfde lid, meer bepaald : na het overmaken van het rapport aan het Verzekeringscomité. Deze uitgaven houden verband met het centraal management, de gemaakte uitgaven (zitpenningen, verplaatsingsvergoedingen) voor de leden van de stuurgroep en de eindrapportering.

Dans la convention, ces montants peuvent être ventilés en plusieurs tranches.

In de overeenkomst kunnen deze bedragen worden uitgesplitst over meerdere delen.

Les montants mentionnés dans la convention sont adaptés au 1er janvier de chaque année en fonction de l’évolution, entre le 30 juin de l’avant-dernière année et le 30 juin de l’année qui précède, de la valeur de l’indice santé, visé à l’article 1er de l’arrêté royal du 8 décembre 1997 fixant les modalités d’application pour l’indexation des prestations dans le régime de l’assurance obligatoire soins de santé.

De in de overeenkomst vermelde bedragen worden op 1 januari van elk jaar aangepast op grond van de evolutie, tussen 30 juni van het voorlaatste jaar en 30 juni van het vorige jaar, van de waarde van de gezondheidsindex, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.

La convention fixe les modalités pour le versement d’acomptes et pour le paiement définitif de l’intervention sur la base des pièces justificatives.

De overeenkomst bepaalt de nadere regels voor het storten van voorschotten en voor de definitieve afrekening van de tegemoetkoming op basis van de bewijsstukken.

Art. 12. La convention contient une clause selon laquelle le Comité de l’assurance peut décider de récupérer les montants qui n’ont pas été utilisés conformément à la convention. De même, la convention contient une clause selon laquelle le Comité de l’assurance peut à tout moment dénoncer la convention, moyennant respect d’un délai de préavis raisonnable, à l’égard du ou des pouvoir(s) organisateur(s) avec le(s)quel(s) elle a été conclue, s’il apparaît que celui-ci (ou ceux-ci) n’exécute(nt) pas ou partiellement la convention.

Art. 12. De overeenkomst bevat een beding waarin is voorzien dat het Verzekeringscomité kan beslissen tot het terugvorderen van bedragen die niet conform de overeenkomst zijn aangewend en een beding waarbij het Verzekeringscomité de overeenkomst ten aanzien van de inrichtende macht of machten waarmee die is gesloten, te allen tijde kan opzeggen mits inachtname van een redelijke opzegtermijn, indien blijkt dat de betrokken inrichtende machten de overeenkomst niet of slechts gedeeltelijk uitvoeren.


35431

Art. 13. Les demandes de conclusion de conventions visées dans le présent arrêté doivent être adressées par lettre recommandée au Fonctionnaire dirigeant du Service des soins de santé, INAMI, avenue de Tervueren 211, 1150 Bruxelles, dans le mois qui suit l’entrée en vigueur du présent arrêté.

Art. 13. De aanvragen tot het sluiten van overeenkomsten zoals bedoeld in dit besluit moeten met een ter post aangetekende brief aan de Leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging, RIZIV, Tervurenlaan 211, 1150 Brussel, worden verstuurd binnen een maand na de inwerkingtreding van dit besluit.

Les demandes qui comprennent une description complète du projet global, représentatif de l’ensemble du territoire belge, doivent entre autres attester qu’elles répondent aux dispositions du présent arrêté.

Uit de aanvragen, die een volledige beschrijving omvatten van het globaal project, dat representatief is voor het ganse Belgische grondgebied, moet onder meer blijken dat het aan de bepalingen van onderhavig besluit beantwoordt

Si elles émanent de différents pouvoirs organisateurs, les demandes doivent faire référence aux demandes des autres pouvoirs organisateurs avec lesquels ils souhaitent réaliser le projet global.

Indien de aanvragen uitgaan van verschillende inrichtende machten, verwijzen deze naar de aanvragen van de andere inrichtende machten waarmee ze samen het globaal project willen realiseren.

En plus des données juridiques nécessaires, les demandes de convention doivent stipuler de quelle manière sera développé le projet d’amélioration du suivi des patients de classe III-IV en cas d’insuffisance cardiaque grave – objectif : éviter les réhospitalisations en clinique d’insuffisance cardiaque – et indiquer quelle équipe interviendra, ainsi que l’engagement à travailler conformément aux dispositions du présent arrêté.

De aanvragen tot overeenkomst dienen naast de noodzakelijke juridische gegevens, aan te geven op welke manier het project voor de verbetering van de opvolging van de klasse III-IV patiënten bij ernstig hartfalen zal ontwikkeld worden, met als doel : het vermijden van heropnames in de hartfalenkliniek en met welk team dit zal gebeuren, alsook de verbintenis te werken conform de bepalingen van onderhavig besluit.

Les demandes sont introduites par une association qui satisfait aux dispositions de l’article 4 du présent arrêté et qui doit attester qu’elle bénéficie, en ce qui concerne le suivi des patients atteints d’insuffisance cardiaque, d’une grande expérience.

De aanvragen worden ingediend door een vereniging die beantwoordt aan de bepalingen van artikel 4 van onderhavig besluit en die moet bewijzen dat ze op gebied van opvolging van hartfalenpatiënten beschikt over een ruime ervaring.

La demande est accompagnée d’une estimation détaillée des coûts.

Bij de aanvraag wordt een gedetailleerde kostenraming gevoegd.

Les demandes qui ne satisfont pas aux dispositions du présent article ne sont pas recevables.

De aanvragen die niet voldoen aan de bepalingen van dit artikel, zijn niet ontvankelijk.

Le Fonctionnaire dirigeant du Service des soins de santé décide si une demande est recevable ou non.

De Leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging beslist of een aanvraag ontvankelijk is of niet.

Art. 14. Si différents candidats introduisent une demande conforme de conclusion de conventions visées au présent arrêté, le Comité de l’assurance conclut, dans le cadre du budget prévu à l’article 10, en tenant compte de la nécessaire application au territoire belge prévue à l’article 1er, une convention avec les candidats qui répondent le mieux aux critères de sélection suivants :

Art. 14. Indien verschillende kandidaten een conforme aanvraag indienen tot het sluiten van de in dit besluit bedoelde overeenkomsten, sluit het Verzekeringscomité, binnen de in artikel 10 voorziene begroting en rekening houdend met de in artikel 1 voorziene noodzakelijke toepassing op het Belgisch grondgebied, een overeenkomst met de kandidaten die het best scoren op volgende selectiecriteria :

1° la durée pendant laquelle les dispensateurs de soins concernés se sont déjà forgés une expertise en matière de rééducation cardiaque et de suivi de l’e-monitoring et ce, en premier lieu en tant qu’équipe multidisciplinaire décrite à l’article 4, alinéa 1er;

1° de duurtijd gedurende dewelke de betrokken zorgverstrekkers inzake hartrevalidatie en de e-monitoring-opvolging terzake reeds expertise hebben opgebouwd en dit in de eerste plaats als interdisciplinair team zoals omschreven in artikel 4 eerste lid;

2° l’expertise concernant le diagnostic utilisé et l’usage du matériel d’e-monitoring dont dispose l’équipe;

2° de expertise qua gebruikte diagnose en het gebruik van het e-monitoring materiaal waarover het team beschikt;

3° l’étendue des activités en matière d’e-monitoring dans l’hôpital en question;

3° de omvang van de activiteiten inzake e-monitoring in het betrokken ziekenhuis;

4° la possibilité de formation des membres de l’équipe d’emonitoring concernée et des médecins généralistes concernés en particulier.

4° de mogelijkheid tot vorming van de leden van het betrokken e-monitoring-team en de betrokken huisartsen in het bijzonder.

Si différentes équipes scientifiques entrent en compte pour la conclusion d’une convention, la proportionnalité avec la taille des groupes cibles respectifs doit être respectée pour le partage des moyens disponibles.

Indien verschillende wetenschappelijke teams in aanmerking komen voor het sluiten van een overeenkomst, dient in de verdeling van de beschikbare middelen de proportionaliteit met de grootte van de respectievelijke doelgroepen ervan gerespecteerd te worden.

Si plusieurs demandes satisfont aux conditions prévues à l’article 13, le Comité de l’assurance du Service des soins de santé est compétent pour l’application de critères de sélection mentionnés dans le présent article.

Indien meerdere aanvragen voldoen aan de onder artikel 13 vernoemde voorwaarden, is het Verzekeringscomité van de Dienst voor geneeskundige verzorging bevoegd voor de toepassing van de in dit artikel vermelde selectiecriteria.

Art. 15. A la fin de l’expérience, Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique formulera, à l’intention du Gouvernement, sur la base du rapport final global transmis et analysé par le Comité de l’assurance, des propositions en vue d’un meilleur suivi des patients atteints d’insuffisance cardiaque chronique de classes III et IV, qui pourront entre autres consister en une invitation à modifier la nomenclature des prestations de santé que le Ministre des Affaires sociales peut formuler en application de l’article 35, § 2, 2°, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994.

Art. 15. Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid formuleert, ten behoeve van de regering op het einde van het experiment op basis van het globale eindverslag dat werd overgemaakt en besproken door het Verzekeringscomité, voorstellen voor een betere opvolging van chronisch hartfalenpatiënten klasse III en IV, die onder meer kunnen bestaan in een verzoek tot wijziging van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen dat de Minister van Sociale Zaken met toepassing van artikel 35, § 2, 2°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, kan formuleren.

Art. 16. Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Art. 16. Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.



ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, R. DEMOTTE

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

35432


F. 2007 — 2758

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C − 2007/23080]

14 JUIN 2007. — Arrêté royal relatif à l’intervention de l’assurance soins de santé pour le paiement de vaccins dans le cadre de programmes de prévention à caractère national pour les années 20072008 ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

N. 2007 — 2758

[C − 2007/23080]

14 JUNI 2007. — Koninklijk besluit betreffende de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging voor de betaling van vaccins in het kader van preventieprogramma’s met een nationaal karakter voor de jaren 2007-2008 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Vu la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, notamment l’article 56, § 2, alinéa 1er, 4°, remplacé par la loi du 10 août 2001 et complété par la loi-programme (I) du 27 décembre 2006;

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 56, § 2, eerste lid, 4°, vervangen bij de wet van 10 augustus 2001 en aangevuld door de programmawet (I) van 27 december 2006;

Vu le protocole d’accord du 20 mars 2003 conclu entre l’Autorité fédérale et les Autorités visées aux articles 128, 130 et 135 de la Constitution en ce qui concerne l’harmonisation de la politique de vaccination;

Gelet op het protocolakkoord van 20 maart 2003, gesloten tussen de Federale Overheid en de Overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet, betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid;

Vu l’avis du Comité de l’assurance soins de santé, émis le 5 mars 2007;

Gelet op het advies, uitgebracht door het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging op 5 maart 2007;

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 8 mai 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 mei 2007;

Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le; Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l’article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l’urgence;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Considérant que cet arrêté doit être pris et publié immédiatement, vu que les autorités visées aux articles 128, 130 et 135 de la Constitution portent actuellement l’entièreté des frais des vaccins dans le cadre de programmes de prévention à caractère national, alourdie par l’incorporation du vaccin contre les pneumocoques dans cette campagne, ce qui entrainent ces autorités dans une situation financière précaire; que l’exécution d’un système d’acomptes et décomptes, justement créé pour éviter ce type de situations, est prévu à partir du 1er juin 2007;

Overwegende dat dit besluit onverwijld genomen en gepubliceerd moet worden, aangezien de Overheden, bedoeld in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet momenteel de volledige kosten van de vaccins in het kader van de preventieprogramma’s met een nationaal karakter dragen, die verzwaard worden door het opnemen van het vaccin tegen pneumokokken in deze campagne, wat deze Overheden in een precaire financiële situatie brengt; dat de uitvoering van een systeem met voorschotten en afrekeningen, precies gecreëerd om dergelijke situaties te vermijden, voorzien is vanaf 1 juni 2007;

Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,



Article 1er. Une convention peut être conclue dans les conditions définies ci-après, entre le comité de l’assurance du Service des soins de santé de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité et les autorités visées aux articles 128, 130 et 135 de la Constitution, prévoyant un régime spécial en ce qui concerne l’intervention de l’assurance soins de santé dans le paiement de vaccins dans le cadre de programmes de prévention à caractère national.

Artikel 1. Onder de hierna vermelde voorwaarden kan tussen het Verzekeringscomité van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en de Overheden, bedoeld in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet, een overeenkomst worden gesloten waarbij in een bijzondere regeling wordt voorzien voor de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in de betaling van vaccins in het kader van preventieprogramma’s met een nationaal karakter.

Art. 2. Les dispositions de la convention visée à l’article 1er sont applicables à tous les vaccins, repris dans le calendrier vaccinal 2007 établi par le Conseil supérieur d’Hygiène et approuvé par la Conférence interministérielle Santé, qui sont administrés en exécution du protocole d’accord du 20 mars 2003 conclu entre l’Autorité fédérale et les Autorités visées aux articles 128, 130 et 135 de la Constitution en ce qui concerne l’harmonisation de la politique de vaccination, à l’exception du vaccin contre le rotavirus, qui est remboursé conformément aux dispositions du § 3940000 du chapitre IV de l ’annexe I de l’arrêté royal du 21 décembre 2001 fixant les procédures, délais et conditions en matière d’intervention de l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités dans le coût des spécialités pharmaceutiques.

Art. 2. De bepalingen van de in artikel 1 bedoelde overeenkomst zijn van toepassing op alle vaccins die zijn opgenomen in de vaccinatiekalender 2007, opgesteld door de Hoge Gezondheidsraad en goedgekeurd door de Interministeriële Conferentie voor Volksgezondheid, en die verstrekt worden met uitvoering van het protocolakkoord van 20 maart 2003, gesloten tussen de Federale Overheid en de Overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid, met uitzondering van het vaccin tegen het rotavirus dat wordt terugbetaald conform de bepalingen van § 3940000 van hoofdstuk IV van bijlage I bij het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten.


35433

La convention en question contient les modalités financières de l’intervention de l’assurance soins de santé dans le prix d’achat de ces vaccins ainsi que la procédure relative au contrôle des factures des producteurs de ces vaccins.

De betrokken overeenkomst bevat de financiële modaliteiten voor de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in de aankoopprijs van die vaccins, alsook de procedure met betrekking tot de controle van de facturen van de producenten van de betrokken vaccins.

Art. 3. L’intervention de l’assurance obligatoire soins de santé est fixée en fonction :

Art. 3. De tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging wordt vastgesteld op grond van :

1. d’une enveloppe budgétaire sur une base annuelle dont le montant est fixé à 11.800.000 euros, à savoir 6.400.126 euros pour la Communauté flamande et 5.399.874 euros pour la Communauté franç aise et la Communauté germanophone, pour tous les vaccins du calendrier vaccinal 2007 hormis le vaccin contre les pneumocoques.

1. een begrotingsenveloppe op jaarbasis waarvan het bedrag wordt vastgesteld op 11.800.000 euro, te weten 6.400.126 euro voor de Vlaamse Gemeenschap en 5.399.874 euro voor de Franse en Duitstalige Gemeenschap; voor alle vaccins van de vaccinatiekalender 2007, met uitzondering van het vaccin tegen pneumokokken.

Pour les années 2007-2008, l’intervention de l’assurance obligatoire soins de santé est payée sous la forme d’une avance et d’un solde, selon la répartition suivante :

Voor de jaren 2007-2008 wordt de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging betaald met een voorschot en een saldo, overeenkomstig de volgende onderverdeling :

— Pour l’année 2007, l’avance équivaut à 75 % des montants alloués à chaque communauté et est payée à la date du 1er juin 2007 avec en communication « avance campagne de prévention 2007 ». Le solde est calculé sur base de cette avance, de l’enveloppe budgétaire et des factures de l’année 2007 produites par les Communautés au plus tard le 1er mars 2008. Le solde ainsi calculé doit être versé avant le 1er mai 2008 et est imputé dans les comptes de l’assurance obligatoire soins de santé pour l’année comptable 2007.

— Voor het jaar 2007 bedraagt het voorschot 75 % van de aan iedere gemeenschap toegekende bedragen en wordt het voorschot op 1 juni 2007 betaald met de mededeling « voorschot preventiecampagne 2007 ». Het saldo wordt berekend op basis van dat voorschot, de begrotingsenveloppe en de facturen van 2007 die door de Gemeenschappen uiterlijk op1 maart 2008 zijn voorgelegd. Het op die manier berekende saldo moet voor 1 mei 2008 worden gestort en ingeschreven in de rekeningen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging van het boekjaar 2007.

— Pour l’année 2008, l’avance équivaut à 75 % des montants alloués à chaque communauté et est payée à la date du 31 janvier 2008 avec en communication « avance campagne de prévention 2008 ». Le solde est calculé sur base de cette avance, de l’enveloppe budgétaire et des factures de l’année 2008 produites par les Communautés au plus tard le 1er mars 2009. Le solde ainsi calculé doit être versé avant le 1er mai 2009 et est imputé dans les comptes de l’assurance obligatoire soins de santé pour l ’année comptable 2008.

— Voor het jaar 2008 bedraagt het voorschot 75 % van de aan iedere gemeenschap toegekende bedragen en wordt het voorschot op 31 januari 2008 betaald met de mededeling « voorschot preventiecampagne 2008 ». Het saldo wordt berekend op basis van dit voorschot, de begrotingsenveloppe en de facturen van 2008 die door de Gemeenschappen uiterlijk op 1 maart 2009 zijn voorgelegd. Het op die manier berekende saldo moet voor 1 mei 2009 zijn gestort en ingeschreven in de rekeningen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging van het boekjaar 2008.

2. d’une enveloppe budgétaire sur une base annuelle dont le montant est fixé à 15.294.000 euros, à savoir 8.636.916 euros pour la Communauté flamande et 6.657.084 euros pour la Communauté franç aise et la Communauté germanophone, pour le vaccin contre les pneumocoques;

2. een begrotingsenveloppe op jaarbasis waarvan het bedrag wordt vastgesteld op 15.294.000 euro, te weten 8.639.916 euro voor de Vlaamse Gemeenschap en 6.657.084 euro voor de Franse en Duitstalige Gemeenschap, voor het vaccin tegen pneumokokken;

Pour les années 2007-2008, l’intervention de l’assurance obligatoire soins de santé est payée sous la forme d’une avance et d’un solde, selon la répartition suivante :

Voor de jaren 2007-2008 wordt de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging betaald met een voorschot en een saldo, overeenkomstig de volgende onderverdeling :

— Pour l’année 2007, l ’avance équivaut à 75 % des montants alloués à chaque communauté et est payée à la date du 1er juin 2007 avec en communication « avance campagne de prévention - pneumocoques 2007». Le solde est calculé sur base de cette avance, de l’enveloppe budgétaire et des factures de l ’année 2007 produites par les Communautés au plus tard le 1er mars 2008. Le solde ainsi calculé doit être versé avant le 1er mai 2008 et est imputé dans les comptes de l’assurance obligatoire soins de santé pour l’année comptable 2007.

— Voor het jaar 2007 bedraagt het voorschot 75 % van de aan iedere gemeenschap toegekende bedragen en wordt het voorschot op 1 juni 2007 betaald met de mededeling « voorschot preventiecampagne - pneumokokken 2007 ». Het saldo wordt berekend op basis van dit voorschot, de begrotingsenveloppe en de facturen van 2007 die door de Gemeenschappen uiterlijk op 1 maart 2008 zijn voorgelegd. Het op die manier berekende saldo moet voor 1 mei 2008 worden gestort en ingeschreven in de rekeningen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging van het boekjaar 2007.

— Pour l’année 2008, l’avance équivaut à 75 % des montants alloués à chaque communauté et est payée à la date du 31 janvier 2008 avec en communication « avance campagne de prévention - pneumocoques 2008 ». Le solde est calculé sur base de cette avance, de l’enveloppe budgétaire et des factures de l’année 2008 produites par les Communautés au plus tard le 1er mars 2009. Le solde ainsi calculé doit être versé avant le 1er mai 2009 et est imputé dans les comptes de l’assurance obligatoire soins de santé pour l’année comptable 2008.

— Voor het jaar 2008 bedraagt het voorschot 75 % van de aan iedere gemeenschap toegekende bedragen en wordt het voorschot op 31 januari 2008 betaald met de mededeling « voorschot preventiecampagne - pneumokokken 2008 ». Het saldo wordt berekend op basis van dit voorschot, de begrotingsenveloppe en de facturen van 2008 die door de Gemeenschappen uiterlijk op 1 maart 2009 zijn voorgelegd. Het op die manier berekende saldo moet voor 1 mei 2009 zijn gestort en ingeschreven in de rekeningen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging van het boekjaar 2008.

3. du paiement partiel des vaccins à hauteur de deux tiers du coût de l’achat des vaccins visés à l’article 1er, conformément aux marchés passés sur cette base par les communautés, moyennant l’obligation pour les communautés d’apporter la preuve qu’elles ont déjà mis en œuvre la procédure pour le paiement de la partie restante du prix des vaccins, à hauteur de maximum deux tiers du prix ex usine.

3. de gedeeltelijke betaling van de vaccins naar rata van twee derde van het bedrag voor de aankoop van de vaccins, bedoeld in artikel 1, conform de opdrachten die op die basis zijn gegund door de Gemeenschappen, mits de Gemeenschappen aantonen dat ze de procedure voor de betaling van het overblijvende deel van de prijs van de vaccins reeds hebben opgestart, tot maximaal twee derde van de prijs buiten bedrijf.

35434


Art. 4. Le présent arrêté produit ses effets à partir du 1 janvier 2007 et cessera d’être en vigueur le 31 décembre 2008. Cet arrêté demeure cependant applicable jusqu’au décompte de l’intervention de l’assurance obligatoire soins de santé dû pour l’année comptable 2008.

Art. 4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2008. Dit besluit blijft echter van toepassing totdat de tegemoetkomingen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging zijn afgerekend voor het boekjaar 2008.





ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :



* FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE F. 2007 — 2759

[C − 2007/23079]

19 JUIN 2007. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 10 août 2005 fixant les conditions de prolongations de la convention conclue sur base de l’arrêté royal du 13 novembre 2002 fixant les conditions dans lesquelles le Comité de l’assurance peut conclure des conventions en application de l’article 56, § 2, alinéa 1er, 2°, de la loi relative à l’assurance soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, pour les années 2002, 2003 et 2004


N. 2007 — 2759

[C − 2007/23079]

19 JUNI 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 tot vaststelling van de voorwaarden ter verlenging van de overeenkomsten, afgesloten op basis van het koninklijk besluit van 13 november 2002 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 2°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de jaren 2002, 2003 en 2004 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Vu la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, notamment l’article 56, § 2, alinéa 1er, 2°, remplacé par la loi 10 août 2001;

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 56, § 2, eerste lid, 2°, vervangen bij de wet van 10 augustus 2001;

Vu l’avis du Comité de l’assurance soins de santé, émis le 5 mars 2007;

Gelet op het advies uitgebracht door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op 5 mars 2007;

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 4 avril 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 april 2007;

Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 20 avril 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 20 april 2007;

Vu l’avis 43.066/1 du Conseil d’Etat, donné le 31 mai 2007, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat;

Gelet op het advies 43.066/1 van de Raad van State, gegeven op 31 mei 2007 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,

Op de voordracht van Onze Minister van sociale zaken en volksgezondheid,


er

er


Article 1 . A l’article 1 , § 1 , 1° de l’arrêté royal du 10 août 2005 fixant les conditions de prolongations de la convention conclue sur base de l’arrêté royal du 13 novembre 2002 fixant les conditions dans lesquelles le Comité de l’assurance peut conclure des conventions en application de l’article 56, § 2, alinéa 1er, 2°, de la loi relative à l’assurance soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, pour les années 2002, 2003 et 2004 : la mention « jusqu’au 30 juin 2007; » est remplacée par la mention « jusqu’au 30 juin 2008; ».

Artikel 1. In artikel 1, § 1, 1° van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 tot vaststelling van de voorwaarden ter verlenging van de overeenkomsten, afgesloten op basis van, het koninklijk besluit van 13 november 2002 tot vaststelling van de voorwaarden waardonder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 2°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de jaren 2002, 2003 en 2004 : wordt de vermelding « tot 30 juni 2007; » vervangen door de vermelding « tot 30 juni 2008; ».

Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur à partir du 1 juillet 2007 et cessera d’être en vigueur le 30 juin 2008.

Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2007 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2008.





ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :



35435


FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT F. 2007 — 2760

[C − 2007/23072]

N. 2007 — 2760

[C − 2007/23072]

19 JUIN 2007. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 25 avril 2002 relatif à la fixation et à la liquidation du budget des moyens financiers des hôpitaux

19 JUNI 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi sur les hôpitaux, coordonnée le 7 août 1987, notamment l’article 97, § 1er, remplacé par la loi du 14 janvier 2002;

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 97, § 1, vervangen door de wet van 14 januari 2002; Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 oktober 2002, 11 november 2002, 29 januari 2003, 4 juni 2003, 8 juli 2003, 11 juli 2003, 16 maart 2004, 7 juni 2004, 26 oktober 2004, 22 februari 2005, 11 juli 2005, 15 juli 2005, 13 maart 2006, 12 mei 2006 en 10 november 2006; Gelet op de adviezen van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Financiering, gegeven op 14 september 2006 en 14 december 2006; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 mei 2007; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 8 juni 2007; Gelet op het advies 42.967/3 van de Raad van State, gegeven op 23 mei 2007 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

Vu l’arrêté royal du 25 avril 2002 relatif à la fixation et à la liquidation du budget des moyens financiers des hôpitaux, modifié par les arrêtés royaux des 22 octobre 2002, 11 novembre 2002, 29 janvier 2003, 4 juin 2003, 8 juillet 2003, 11 juillet 2003, 16 mars 2004, 7 juin 2004, 26 octobre 2004, 22 février 2005, 11 juillet 2005, 15 juillet 2005, 13 mars 2006, 12 mai 2006 et 10 novembre 2006; Vu les avis du Conseil National des Etablissements Hospitaliers, Section Financement, donnés les 14 septembre 2006 et 14 décembre 2006; Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 25 mai 2007; Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 8 juin 2007; Vu l’avis 42.967/3 du Conseil d’Etat, donné le 23 mai 2007 en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, Nous avons arrêté et arrêtons : er


Article 1 . Dans l’article 7, 2°, g), de l’arrêté royal du 25 avril 2002 relatif à la fixation et à la liquidation du budget des moyens financiers des hôpitaux, le point 1. est remplacé par la disposition suivante :

Artikel 1. In artikel 7, 2°, g), van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, wordt het punt 1. vervangen als volgt :

« 1. une sous-partie B7A qui concerne les hôpitaux universitaires désignés par l’arrêté royal du 10 août 2005 désignant des hôpitaux en qualité d’hôpital universitaire; ».

« 1. een onderdeel B7A voor de universitaire ziekenhuizen, aangewezen bij koninklijk besluit van 10 augustus 2005 tot aanwijzing van ziekenhuizen als universitair ziekenhuis; ».

Art. 2. L’article 8 du même arrêté est complété comme suit : « f) l’ensemble des services visés par les centres de frais 020 à 909, tels que définis dans l’annexe 2 ’Liste et codage des comptes de charges en attente d’affectation et des centres de frais’ de l’arrêté royal du 14 août 1987 relatif au plan comptable minimum normalisé des hôpitaux, pour l’élément repris à l’article 7, 2°, i). ».

Art. 3. L’article 13 du même arrêté est complété comme suit : « 7° les coûts supplémentaires liés au profil social de l’hôpital. ». Art. 4. L’article 19 du même arrêté est remplacé comme suit :

Art. 2. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « f) het geheel van de diensten bedoeld in de kostenplaatsen 020 tot en met 909, zoals bepaald in bijlage 2 ″Lijst en codering van de rekeningen van kosten die wachten op een bestemming en van de kostenplaatsen″ van het koninklijk besluit van 14 augustus 1987 tot bepaling van de minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel voor de ziekenhuizen, voor het in artikel 7, 2°, i), opgenomen element). ». Art. 3. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « 7° de extra kosten die verband houden met het sociale profiel van het ziekenhuis. ». Art. 4. Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

« Art. 19. La sous-partie B8 couvre les coûts spécifiques générés par l’hôpital ayant un profil de patient très faible sur le plan socioéconomique, à l’exception des coûts visés à l’article 7, 2°, b). ».

« Art. 19. Onderdeel B8 dekt de specifieke kosten van een ziekenhuis met een op sociaal-economisch vlak zeer zwak patiëntenprofiel, met uitzondering van de kosten bedoeld in artikel 7, 2°, b). ».

Art. 5. A l’article 29 du même arrêté, sont apportées les modifications suivantes:

Art. 5. In artikel 29 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° dans le § 2, le point 4° est remplacé comme suit : « 4° Dans les limites du budget national disponible de 20.876.995 EUR il est ajouté au montant visé au 3° un montant M calculé comme suit :

1° in § 2 wordt punt 4° vervangen als volgt : « 4° Binnen de grenzen van het beschikbare nationale budget van 20.876.995 EUR wordt het bedrag bedoeld in 3° verhoogd met een bedrag M dat als volgt wordt berekend :

M = A + (B x C/D)

M = A + (B x C/D)

où:

waarbij :

A est égal à 50 % du budget disponible divisé par le nombre d’hôpitaux, soit 90.769 EUR;

A gelijk is aan 50 % van het beschikbare budget, gedeeld door het aantal ziekenhuizen, dit is 90.769 EUR;

B

est égal à 50 % du budget disponible;

B

gelijk is aan 50 % van het beschikbare budget;

C

est égal au budget B2 attribué à l’hôpital au 1er janvier 2005 conformément à l’article 45, §§ 1er et 9;

C

gelijk is aan het budget B2 dat op 1 januari 2005 overeenkomstig artikel 45, §§ 1 en 9, aan het ziekenhuis is toegekend;

35436


D est égal à la somme des budgets B2 attribués au 1er janvier 2005 pour tous les hôpitaux du pays conformément à l’article 45, §§ 1er et 9;

D gelijk is aan de som van de budgetten B2 die op 1 januari 2005 overeenkomstig artikel 45, §§ 1 en 9, aan alle ziekenhuizen van het land worden toegekend;

Le montant M est accordé à raison d’1/3 au 1er juillet 2005, 2/3 au 1er juillet 2006 et 3/3 au 1er janvier 2007.

Het bedrag M wordt pro rata van 1/3 op 1 juli 2005, 2/3 op 1 juli 2006 en 3/3 op 1 januari 2007 toegekend.

La dernière tranche, octroyée au 1er janvier 2007, est accordée aux seuls hôpitaux qui appliquent aux patients admis en chambre double et commune, pour l’ensemble de l’hôpital, les tarifs de l’accord national médecins-organismes assureurs. Au cas où il n’existe pas d’accord, les tarifs qui servent de base au calcul de l’intervention de l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités constituent les tarifs maximaux qui peuvent être appliqués. La preuve est apportée par une attestation signée par le gestionnaire et le président du conseil médical.

De laatste toe te kennen schijf op 1 januari 2007 wordt enkel toegekend aan ziekenhuizen dewelke voor de in een tweepatiëntenkamer en gemeenschappelijke kamer opgenomen patiënten, voor het geheel van het ziekenhuis, de tarieven van het nationaal akkoord artsenverzekeringsinstellingen toepassen. In geval waar er geen akkoord is, zijn de tarieven die gebruikt worden als basis voor de berekening van de tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, de maximale tarieven dewelke kunnen toegepast worden. Het bewijs moet geleverd worden via een attest dat door de beheerder en de voorzitter van de medische raad is ondertekend.

S’il reste un solde par rapport au financement octroyé aux hôpitaux qui ont rentré l’attestation visée à l’alinéa précédent, ce solde sera réparti entre ces mêmes hôpitaux. ».

Indien er een saldo overblijft t.o.v. de aan de ziekenhuizen toegekende financiering, die het in het vorige lid bedoelde attest hebben ingediend, wordt dit saldo onder diezelfde ziekenhuizen verdeeld.

2° dans le § 3, le point 3° est remplacé comme suit : « 3° Dans les limites du budget national disponible de 19.980.230 EUR il est ajouté un montant M calculé comme suit :

2° in § 3 wordt punt 3° vervangen als volgt : « 3° Binnen de grenzen van het beschikbare nationale budget van 19.980.230 EUR wordt een bedrag M toegevoegd dat als volgt wordt berekend :

M = A + (B x C/D)

M = A + (B x C/D)

où:

waarbij :

A est égal à 60 % du budget disponible divisé par le nombre d’hôpitaux, soit 104.244 EUR;

A gelijk is aan 60 % van het beschikbare budget gedeeld door het aantal ziekenhuizen, dit is 104.244 EUR;

B

est égal à 40 % du budget disponible;

B

gelijk is aan 40 % van het beschikbare budget;

C

est égal à la somme des budgets B1 et B2 attribués à l’hôpital au 1er janvier 2005 conformément aux articles 33, § 3, 42 et 45, §§ 1er et 9;

C

gelijk is aan de som van de budgetten B1 en B2 die op 1 januari 2005 overeenkomstig de artikelen 33, § 3, 42 en 45, §§ 1 en 9 aan het ziekenhuis worden toegekend;

D est égal à la somme des budgets B1 et B2 attribués au 1er janvier 2005 pour tous les hôpitaux du pays conformément aux articles 33, § 3, 42 et 45, §§ 1er et 9.

D gelijk is aan de som van de budgetten B1 en B2 die op 1 januari 2005 overeenkomstig de artikelen 33, § 3, 42 en 45, §§ 1 en 9, aan alle ziekenhuizen van het land worden toegekend.

Le montant M est accordé à raison d’1/3 au 1er juillet 2005, 2/3 au 1er juillet 2006 et 3/3 au 1er janvier 2007.

Het bedrag M wordt pro rata van 1/3 op 1 juli 2005, 2/3 op 1 juli 2006, 3/3 op 1 januari 2007 toegekend.


De laatste toe te kennen schijf op 1 januari 2007 wordt enkel toegekend aan ziekenhuizen dewelke voor de in een tweepatiëntenkamer en gemeenschappelijke kamer opgenomen patiënten, voor het geheel van het ziekenhuis, de tarieven van het nationaal akkoord artsenverzekeringsinstellingen toepassen. In geval waar er geen akkoord is, zijn de tarieven die gebruikt worden als basis voor de berekening van de tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, de maximale tarieven dewelke kunnen toegepast worden. Het bewijs moet geleverd worden via een attest ondertekend door de beheerder en de voorzitter van de medische raad.

S’il reste un solde par rapport au financement octroyé aux hôpitaux qui ont rentré l’attestation visée à l’alinéa précédent, ce solde sera réparti entre ces mêmes hôpitaux. »

Indien er een saldo overblijft t.o.v. de aan de ziekenhuizen toegekende financiering, die het in het vorige lid bedoelde attest hebben ingediend, wordt dit saldo onder diezelfde ziekenhuizen verdeeld. »

3° dans le § 4, le point 3°, est remplacé comme suit : « 3° Au montant visé au 2°, il est ajouté un montant M calculé comme suit : M = 216,29 EUR x Lihi

3° in § 4 wordt punt 3° vervangen als volgt : « 3° Het bedrag bedoeld in 2° wordt verhoogd met een bedrag M dat als volgt wordt berekend : M = 216,29 EUR x Lihi

où :

waarbij : er

Lihi= le nombre de lits agréés au 1 janvier 2005. er

Lihi= het aantal op 1 januari 2005 erkende bedden.

juillet 2005, 2/3 au

Dit bedrag M wordt pro rata van 1/3 op 1 juli 2005, 2/3 op 1 juli 2006, 3/3 op 1 januari 2007 toegekend.




Indien er een saldo overblijft t.o.v. de aan de ziekenhuizen toegekende financiering, die het in het vorige lid bedoelde attest hebben ingediend, wordt dit saldo onder diezelfde ziekenhuizen verdeeld. ».

Ce montant M est accordé à raison d’1/3 au 1 1er juillet 2006 et 3/3 au 1er janvier 2007.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD 4° dans le § 5, le point 3°, est remplacé comme suit : « 3° Au montant visé au 2°, il est ajouté un montant M calculé comme suit :

35437

4° in § 5 wordt punt 3° vervangen als volgt : « 3° Het bedrag bedoeld in 2° wordt verhoogd met een bedrag M dat als volgt wordt berekend : M = 177,68 EUR x Lihi

M = 177,68 EUR x Lihi

waarbij :

où : er

Lihi= le nombre de lits agréés au 1 janvier 2005.

Lihi= het aantal op 1 januari 2005 erkende bedden.

Ce montant M est accordé à raison d’1/3 au 1er juillet 2005, 2/3 au 1er juillet 2006 et 3/3 au 1er janvier 2007.

Dit bedrag M wordt pro rata van 1/3 op 1 juli 2005, 2/3 op 1 juli 2006, 3/3 op 1 januari 2007 toegekend.




Indien er een saldo overblijft t.o.v. de aan de ziekenhuizen toegekende financiering, die het in het vorige lid bedoelde attest hebben ingediend, wordt dit saldo onder diezelfde ziekenhuizen verdeeld. ».

Art. 6. L’article 30, § 2, du même arrêté est complété par l’alinéa suivant :

Art. 6. Artikel 30, § 2, van hetzelfde besluit wordt met het volgende lid aangevuld :

« Par dérogation aux dispositions de l’alinéa 1er, le taux d’intérêt, pour l’année civile 2007, est fixé à 4,5 %. »

« In afwijking van de bepalingen van het eerste lid, wordt de intrestvoet voor het kalenderjaar 2007 vastgesteld op 4,5 %. »

Art. 7. A l’article 42, § 1er, du même arrêté sont apportées les modifications suivantes :

Art. 7. In artikel 42, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° la 1re opération est remplacée comme suit :

1° de 1ste bewerking wordt vervangen als volgt :

« 1re opération : le budget national disponible de chacun des groupes dont question à l’article 40 est constitué de l’addition des budgets dont disposaient les hôpitaux de chaque groupe le jour précédant l’exercice de fixation du budget B1, déduction faite des frais d’internat.

« 1ste bewerking : het beschikbare nationale budget van elk van de in artikel 40 bedoelde groepen wordt gevormd door de som van de budgetten waarover de ziekenhuizen van elke groep beschikken de dag die het dienstjaar voorafgaat waarin het budget B1 vastgesteld werd, en dat na aftrek van de internaatkosten.

A partir du 1er juillet 2007, le budget national disponible est augmenté du montant de la sous-partie B1 de l’hospitalisation chirurgicale de jour, octroyé au 30 juin 2006 en vue de couvrir les charges y afférentes. »;

Vanaf 1 juli 2007 wordt het beschikbare nationale budget verhoogd met het bedrag van onderdeel B1 betreffende de chirurgische daghospitalisatie dat op 30 juni 2006 is toegekend teneinde de bijbehorende lasten te dekken. »;

2° dans la 3e opération, 1°, le 1er alinéa de la définition de A est remplacé comme suit :

2° in de 3de bewerking, 1°, wordt het eerste lid van de definitie van A vervangen als volgt :

« A = le nombre de m2 de l’unité d’hospitalisation chirurgicale de jour et le nombre de m2 dans les services visés à l’article 8, a) à d), pondéré en fonction du nombre de m2 par lit suivant les formules suivantes : »;

« A = het aantal m2 van de eenheid voor chirurgische daghospitalisatie en het aantal m2 van de diensten bedoeld in artikel 8, a) tot d), gewogen op basis van het aantal m2 per bed overeenkomstig de volgende formules : »;

3° dans la 3e opération, 1°, le 1er alinéa de la définition de B est remplacé comme suit :

3° in de 3de bewerking, 1°, wordt het eerste lid van de definitie van B vervangen als volgt :

« B = le nombre de m2 calculé sous A, a) et b) adapté en augmentant de 25 % la partie relative au quartier opératoire de l’hospitalisation classique et au quartier opératoire de l’hospitalisation chirurgicale de jour, aux services d’urgences, à l’unité d’hospitalisation chirurgicale de jour et aux lits C, D, E à caractère intensif dans l’ensemble des services et en diminuant de 25 % la partie relative à l’administration. »;

« B = het aantal m2 berekend onder A, a) en b) waarbij het gedeelte van het operatiekwartier voor de klassieke hospitalisatie en voor de chirurgische daghospitalisatie, van de spoedgevallendiensten, de eenheid voor chirurgische daghospitalisatie en de C-, D- en E - bedden van intensieve aard in het geheel van de diensten met 25 % wordt vermeerderd en het gedeelte van de administratie met 25 % wordt verminderd. »;

4° dans la 3e opération, 2°, le premier alinéa est remplacé comme suit :

4° in de 3de bewerking, 2°, wordt het eerste lid vervangen als volgt :

« 2° Entretien : le nombre de m2 des services visés à l’article 8, pondéré selon la formule reprise sous le point 1°, A), a) et b), augmenté de 50 % pour la partie relative au quartier opératoire de l’hospitalisation classique et de l’hospitalisation chirurgicale de jour et de 25 % pour l’unité d’hospitalisation chirurgicale de jour, hors quartier opératoire, la néonatologie intensive, le service d’urgence et les lits C, D, E à caractère intensif dans l’ensemble des services et diminué de 50 % pour la partie relative à l’administration. »;

« 2° Onderhoud : het aantal m2 van de in artikel 8 bedoelde diensten, gewogen volgens de formule van punt 1°, A), a), en b), vermeerderd met 50 % voor het gedeelte van het operatiekwartier voor de klassieke hospitalisatie en voor de chirurgische daghospitalisatie en met 25 % voor de eenheid chirurgische daghospitalisatie, met uitzondering van het operatiekwartier, voor de intensieve neonatologie, de spoedgevallendienst en de C, D- en E - bedden van intensieve aard in het geheel van de diensten, en verminderd met 50 % voor het gedeelte van de administratie. »;

5° dans la 3e opération, le point 4° est remplacé comme suit : « 4° Frais administratifs : le nombre résultant de la formule suivante :

5° in de 3de bewerking wordt punt 4° vervangen als volgt : « 4° Administratieve kosten : het aantal resulterend uit de volgende formule :

A + (0,05 * J1) + (0,01* J2) + 43 * P

A + (0,05 * J1) + (0,01* J2) + 43 * P

où:

waarbij :

A = nombre d’admissions en hospitalisation classique et en hospitalisation chirurgicale de jour du dernier exercice connu;

A = aantal opnamen in klassieke hospitalisatie en in chirurgische daghospitalisatie van het laatst bekende dienstjaar;

35438


J1 = nombre de journées en hospitalisation classique réalisées durant le dernier exercice connu, limité toutefois à une occupation de 100 % pour l’hospitalisation classique;

J1 = aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie gedurende het laatst bekende dienstjaar, beperkt evenwel tot een bezetting van 100 % voor de klassieke hospitalisatie;

J2 = nombre de journées en hospitalisation chirurgicale de jour réalisées durant le dernier exercice connu;

J2 = aantal ligdagen in chirurgische daghospitalisatie gedurende het laatst bekende dienstjaar;

P = nombre de membres du personnel infirmier et soignant présents dans les unités et services visés à l’article 8, a), et b), exprimé en équivalents temps plein. Ce nombre tient compte des maxima suivants :

P = aantal verpleegkundige en verzorgende personeelsleden in de in artikel 8, a), en b), bedoelde eenheden en diensten, uitgedrukt in voltijds equivalenten. Dat aantal houdt rekening met de volgende maxima :

— pour les unités de soins, les normes visées à l’article 45, § 8, calculées sur base des lits agréés, augmentées du personnel octroyé en vertu des différents accords sociaux;

— voor de verpleegeenheden, de in artikel 45, § 8, bedoelde normen, berekend op basis van de erkende bedden, vermeerderd met het krachtens de verschillende sociale akkoorden toegekende personeel;

— pour les lits à caractère intensif, le nombre de lits calculé conformément à l’article 46, § 2, 2°, c), multiplié par 2 équivalents temps plein;

— voor de bedden van intensieve aard, het aantal bedden berekend overeenkomstig artikel 46, § 2, 2°, c), vermenigvuldigd met 2 voltijdse equivalenten;

— pour le bloc opératoire de l’hospitalisation classique et de l’hôpital chirurgical de jour, l’urgence et la stérilisation centrale, le nombre de points attribués en application de l’article 46, § 3, 2°, a), b), et d), divisé par 2,5;

— voor het operatiekwartier m.b.t. de klassieke hospitalisatie en de chirurgische daghospitalisatie, voor de spoedgevallendiensten en de centrale sterilisatie, het aantal punten toegekend in toepassing van artikel 46, § 3, 2°, a), b) en d), gedeeld door 2,5;

— pour l’unité d’hospitalisation chirurgicale de jour, le nombre de points attribués, en application du point 4 de l’annexe 3, est divisé par 2,5;

— voor de eenheid chirurgische daghospitalisatie wordt het aantal punten, toegekend in toepassing van punt 4 van bijlage 3, gedeeld door 2,5;

— 1 ETP chef du département infirmier par hôpital;

— 1 FTE hoofd van het verpleegkundig departement per ziekenhuis;

— 1 ETP cadre intermédiaire par 150 lits agréés;

— 1 FTE middenkader per 150 erkende bedden;

— pour les hôpitaux publics, le personnel financé pour les remplacements des absences de longue durée;

— voor de openbare ziekenhuizen, het personeel dat wordt gefinancierd voor de vervangingen van de afwezigheden van lange duur;

— pour les conventions de premier emploi, le nombre limité à 1,8 % de l’effectif exprimé en équivalent temps plein occupé au 30 juin de l’année civile précédant l’exercice considéré;

— voor de eerste werkervaringsovereenkomsten, het aantal, beperkt tot 1,8 %, van de personeelsformatie, uitgedrukt in voltijds equivalenten, dat in dienst was op 30 juni van het kalenderjaar dat het beschouwde dienstjaar voorafging;

— pour les contractuels subventionnés par le Fonds budgétaire interdépartemental pour la promotion de l’emploi, le nombre exprimé en équivalents temps plein occupés pendant l’année civile considérée;

— voor de door het interdepartementaal Fonds voor de bevordering van de werkgelegenheid gesubsidieerde contractuelen, het aantal tewerkgestelde uitgedrukt in voltijds equivalenten die gedurende het beschouwde kalenderjaar in dienst zijn;

— l’infirmier(e) en hygiène hospitalière dont le nombre est fixé en application de l’article 56;

— de verpleegkundige ziekenhuishygiënist(e) waarvan het aantal vastgesteld wordt in toepassing van artikel 56;

— le personnel recruté ’Maribel Social’;

— het in het kader van de ’Sociale Maribel’ aangeworven personeel;

— le personnel octroyé en application de l’article 51;

— het in toepassing van artikel 51 toegekende personeel;

— le personnel supplémentaire visé à l’article 15, 26° du présent arrêté. ».

— het bijkomend personeel, bedoeld in artikel 15, 26° van dit besluit. ».



« 5° Buanderie - lingerie : le nombre de journées d’hospitalisation classique réalisées durant le dernier exercice connu, limité toutefois à une occupation de 100 %, et le nombre de journées réalisées en hospitalisation chirurgicale de jour, étant entendu que les journées réalisées dans l’unité d’hospitalisation chirurgicale de jour et dans les services C, M, NIC, G et lits D et E à caractère intensif sont pondérées par un coefficient égal à 1,25. »;

« 5° Wasserij - linnen : het aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie gedurende het laatst bekende dienstjaar, beperkt evenwel tot een bezetting van 100 %, en het aantal ligdagen in chirurgische daghospitalisatie, met dien verstande dat de ligdagen in de eenheid chirurgische daghospitalisatie en in de C-, M-, NIC- en G-diensten en de D- en E-bedden van intensieve aard, gewogen worden met een coëfficiënt gelijk aan 1,25. »;



« 6° Alimentation : le nombre de journées d’hospitalisation classique réalisées durant le dernier exercice connu, limité toutefois à une occupation de 100 % et le nombre de journées réalisées en hospitalisation chirurgicale de jour pondérées par 1 coefficient de 0,44. »;

« 6° Voeding : het aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie gedurende het laatst bekende dienstjaar, beperkt evenwel tot een bezetting van 100 %, en het aantal ligdagen in chirurgische daghospitalisatie, gewogen met een coëfficiënt gelijk aan 0,44. »;

8° la 10e opération est remplacée comme suit : « 10e opération : pour les hôpitaux visés à l’article 33, §§ 1er et 2, le financement accordé en vue de couvrir les charges liées à l’hospitalisation chirurgicale de jour est fixé à la valeur au 30 juin qui précède l’exercice de fixation de la sous-partie B1. ».

8° de 10de bewerking wordt vervangen als volgt : « 10de bewerking : voor de in artikel 33, § 1 en 2 bedoelde ziekenhuizen wordt de financiering die is toegekend om de lasten van de chirurgische daghospitalisatie te dekken, vastgesteld op de waarde op 30 juni die het dienstjaar voorafgaat waarin onderdeel B1 werd vastgesteld. ».


35439

Art. 8. A l’article 44, § 3, du même arrêté, le 3° est remplacé par les alinéas suivants :

Art. 8. In artikel 44, § 3, van hetzelfde besluit wordt 3° vervangen door de volgende leden :

« 3° A partir du 1er juillet 2007, un montant de 2.445.000 EUR est réparti entre les hôpitaux psychiatriques dont le montant de la sous-partie B1 divisé par le nombre de référence, visé à l’article 87, § 3, est inférieur à 110 % du résultat de la division de la somme des sous-parties B1 de l’ensemble des hôpitaux psychiatriques par la somme de leur nombre de référence.

« 3° Vanaf 1 juli 2007 wordt een bedrag van 2.445.000 EUR verdeeld onder de psychiatrische ziekenhuizen waarvan het bedrag van onderdeel B1 gedeeld door het in artikel 87, § 3, bedoelde referentieaantal, lager ligt dan 110 % van het resultaat van de som van onderdelen B1 van alle psychiatrische ziekenhuizen gedeeld door de som van hun referentieaantal.

La répartition du budget disponible s’effectue selon le calcul suivant :

Het beschikbare budget wordt overeenkomstig de volgende berekening verdeeld :

2.445.000 * [(Σ1n A /Σ1n N * 1,1 * N) - A] / Σ1n [(Σ1n A / Σ1n N * 1,1 * N) - A] où: A = montant de la sous-partie B1 au 30 juin 2007; N = nombre de référence de l’hôpital. ». Art. 9. Dans l’article 45 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes : 1° le § 1er, 2e alinéa, 1er tiret, est remplacé comme suit: « - pour les hôpitaux visés à l’article 33, § 1er, 1re phrase, et § 2, la valeur au 30 juin de l’exercice de fixation de la sous-partie B2 est maintenue. A partir du 1er juillet 2008, ce budget tient compte de l’indice de correction sociale, visé au § 3, 4°, 3e alinéa. »; 2° le § 3, 4°, est remplacé comme suit : er

2.445.000 * [(Σ1n A /Σ1n N * 1,1 * N) - A] / Σ1n [(Σ1n A / Σ1n N * 1,1 * N) - A] waarbij : A = bedrag van onderdeel B1 op 30 juni 2007; N = referentieaantal van het ziekenhuis. ». Art. 9. In artikel 45 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, tweede lid, het eerste streepje wordt vervangen als volgt : « - voor de ziekenhuizen bedoeld in artikel 33, § 1, eerste zin, en § 2, wordt de waarde op 30 juni van het dienstjaar van vaststelling van het onderdeel B2 behouden. Vanaf 1 juli 2008 houdt dit budget rekening met de sociale correctie-index, zoals bedoeld in § 3, 4°, derde lid. »; 2° § 3, 4°, wordt vervangen als volgt :

juillet 2007, un montant supplémentaire de « 4° Au 1 9.661.667 EUR est ajouté à la sous-partie B2 des hôpitaux généraux, hors services Sp, Sp soins palliatifs, G isolés et unités de traitement de grands brûlés.

« 4° Op 1 juli 2007 wordt een extra bedrag van 9.661.667 EUR toegevoegd aan onderdeel B2 van de algemene ziekenhuizen, met uitzondering van de Sp-diensten, de Sp-diensten voor palliatieve zorg, de geïsoleerde G-diensten en de eenheden voor de behandeling van zware brandwonden.

A partir du 1er juillet 2007, le profil social de l’hôpital est défini selon les variables et les modalités définies dans l’annexe 17.

Vanaf 1 juli 2007 wordt het sociale profiel van het ziekenhuis bepaald overeenkomstig de variabelen en de modaliteiten in bijlage 17.

Un indice de correction sociale découlant de la prise en compte de ce profil est calculé, par hôpital, selon la formule reprise dans l’annexe 3 au présent arrêté, point 3bis, correspondant à la détermination d’un nombre de journées justifiées sociales Nh.

Op basis van dit profiel wordt per ziekenhuis een sociale correctieindex berekend overeenkomstig de formule opgenomen in bijlage 3 bij dit besluit, waarbij in punt 3bis een aantal verantwoorde sociale Nh-dagen wordt vastgesteld.

Les montants visés aux points 3° et 4° sont répartis entre les hôpitaux généraux, hors services Sp, Sp soins palliatifs, G isolés et unités de traitement de grands brûlés, dont l’indice de correction sociale, exprimé en nombre de journées justifiées, est positif.

De in de punten 3° en 4° bedoelde bedragen worden verdeeld onder de algemene ziekenhuizen, met uitzondering van de Sp-diensten, de Sp-diensten voor palliatieve zorg, de geïsoleerde G-diensten en de eenheden voor de behandeling van zware brandwonden, met een positieve sociale correctie-index, uitgedrukt in een aantal verantwoorde ligdagen.

Le budget disponible de 19.323.334 EUR est réparti au prorata de la part respective des hôpitaux dont l’indice de correction sociale est positif.

Het beschikbaar budget van 19.323.334 EUR wordt verdeeld naar rata van het respectievelijk deel van de ziekenhuizen waarvan de sociale correctie-index positief is.

5° Au 1er juillet 2008, les montants visés aux points 3° et 4° sont ajoutés au budget global visé au 1er alinéa du point 1°. ».

5° Op 1 juli 2008 worden de bedragen zoals bedoeld in de punten 3° en 4° toegevoegd aan het globaal budget zoals bedoeld in de eerste lid van punt 1°. ».

Art. 10. Dans l’article 46, § 1er, du même arrêté, le point 1° du 2e alinéa est remplacé comme suit :

Art. 10. In artikel 46, § 1, van hetzelfde besluit, wordt punt 1° van het 2e lid vervangen als volgt :

« 1° par lits justifiés : le nombre de lits déterminé en application de l’annexe 3 au présent arrêté, dont le calcul tient compte, à partir du 1er juillet 2008, de l’indice de correction sociale dont les modalités de calcul sont définies dans l’annexe 3, point 3bis; ».

« 1° verantwoorde bedden : het aantal bedden vastgesteld in toepassing van bijlage 3 bij dit besluit, waarbij de berekening vanaf 1 juli 2008 rekening houdt met de sociale correctie-index waarvan de berekeningsregels in bijlage 3, punt 3bis worden bepaald″.

Art. 11. Dans l’article 47, § 2, du même arrêté, la dernière phrase est remplacée par les dispositions suivantes :

Art. 11. In artikel 47, § 2, van hetzelfde besluit wordt de laatste zin vervangen als volgt :

« M est octroyé à raison d’1/3 au 1er juillet 2005, de 2/3 au 1er juillet 2006 et de 3/3 au 1er janvier 2007.

« M wordt pro rata van 1/3 op 1 juli 2005, 2/3 op 1 juli 2006 en 3/3 op 1 januari 2007 toegekend.


De laatste toe te kennen schijf op 1 januari 2007 wordt enkel toegekend aan ziekenhuizen dewelke voor de in een dubbele en gemeenschappelijke kamer opgenomen patiënten, voor het geheel van het ziekenhuis, de tarieven van het nationaal akkoord artsenverzekeringsinstellingen toepassen. In geval waar er geen akkoord is, zijn de tarieven die gebruikt worden als basis voor de berekening van de tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, de maximale tarieven dewelke kunnen toegepast worden. Het bewijs moet geleverd worden via een attest ondertekend door de beheerder en de voorzitter van de medische raad.

35440



Indien er een saldo overblijft t.o.v. de aan de ziekenhuizen toegekende financiering, die het in het vorige lid bedoelde attest hebben ingediend, wordt dit saldo onder diezelfde ziekenhuizen verdeeld.

Art. 12. Dans l’article 55 du même arrêté, il est inséré un § 2bis, libellé comme suit :

Art. 12. In artikel 55 van hetzelfde besluit, wordt een § 2bis ingevoegd, luidend als volgt :

« § 2bis : A partir du 1er juillet 2007, un montant supplémentaire de 45,44 EUR (index 1er juillet 2007) est alloué par lit agréé en vue de revaloriser le financement des enregistrements.

« § 2bis : Vanaf 1 juli 2007 wordt er per erkend bed een extra bedrag van 45,44 EUR toegekend (index 1 juli 2007) teneinde de financiering van de registraties te herwaarderen.

Pour la fixation du nombre de lits, il est tenu compte des lits agréés et existants au 1er janvier qui précède l’exercice de fixation du budget. ».

Voor de vaststelling van het aantal bedden wordt enkel rekening gehouden met de bestaande en erkende bedden op 1 januari dat het dienstjaar voorafgaat waarin het budget werd vastgesteld. ».

Art. 13. A l’article 56 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes :

Art. 13. In artikel 56 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° les §§ 1er et 2 sont remplacés par les dispositions suivantes :

1° §§ 1 en 2 worden vervangen als volgt :

« § 1er. Afin de répondre aux obligations légales concernant l’infirmier(e) hygiéniste hospitalier(e) et le médecin hygiéniste hospitalier, visées à l’arrêté royal du 23 octobre 1964 fixant les normes auxquelles les hôpitaux et leurs services doivent répondre, la sous-partie B4 du budget des hôpitaux généraux, hors les hôpitaux et services Sp et G isolés de moins de 150 lits et les hôpitaux et services Sp soins palliatifs, est augmentée, à partir du 1er juillet 2007, pour les deux fonctions de 53.105,00 EUR (index 1er juillet 2007) par infirmier(e) en hygiène hospitalière équivalent temps plein et 81.709,74 EUR (index 1er juillet 2007) par médecin en hygiène hospitalière équivalent temps plein.

« § 1. Teneinde te voldoen aan de wettelijke verplichtingen met betrekking tot de verpleegkundige-ziekenhuishygiënist en de geneesheerziekenhuishygiënist, bedoeld in het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd, wordt onderdeel B4 van het budget van de algemene ziekenhuizen, met uitzondering van de ziekenhuizen en Sp-diensten en geïsoleerde G-diensten met minder dan 150 bedden en de ziekenhuizen en Sp-diensten voor palliatieve zorg, vanaf 1 juli 2007 voor beide functies verhoogd met 53.105,00 EUR (index 1 juli 2007) per fulltime equivalent verpleegkundige-ziekenhuishygiënist en met 81.709,74 EUR (index 1 juli 2007) per fulltime equivalent geneesheer-ziekenhuishygiënist.

Le nombre respectif d’équivalent temps plein est calculé comme suit :

Het respectievelijk aantal fulltime equivalenten wordt als volgt berekend :

— pour l’infirmier(e) en hygiène hospitalière : Li x C/1.000,

— voor de verpleegkundige-ziekenhuishygiënist : Bi x C/1.000,

— pour le médecin en hygiène hospitalière : Li x C/2.400,

— voor de geneesheer-ziekenhuishygiënist : Bi x C/2.400,

étant entendu que chaque hôpital concerné doit disposer du financement d’au minimum un ETP infirmier(e) hygiéniste et 0,5 ETP médecin hygiéniste, où:

met dien verstande dat elk betrokken ziekenhuis moet beschikken over een financiering van op zijn minst 1 FTE verpleegkundigen hygiënist en 0,5 FTE geneesheer hygiënist; waarbij :

Li = nombre de lits justifiés déterminés conformément à l’annexe 3 du présent arrêté pour le service concerné au 1er juillet de l’exercice;

Bi = aantal verantwoorde bedden vastgesteld overeenkomstig bijlage 3 van dit besluit voor de betrokken dienst op 1 juli van het dienstjaar;

C = coefficient par service.

C = coëfficiënt per dienst.

Ce coefficient par service est fixé comme suit :

Deze coëfficiënt wordt per dienst als volgt vastgesteld :

C

3

D

2,3

C + D (I)

4,6

E

2,3

M

2,3

NIC

4,6

L

4,6

G

1,5

A

0,2

T

0,1

K

0,2

Au budget ainsi déterminé est ajouté un montant égal à 10 pour-cent du budget précité en vue de couvrir les frais de fonctionnement inhérents à l’activité des fonctions précitées. § 1bis. Afin de répondre aux obligations légales concernant l’infirmier(e) hygiéniste hospitalier(e) et le médecin hygiéniste hospitalier, visées à l’arrêté royal du 23 octobre 1964 fixant les normes auxquelles les hôpitaux et leurs services doivent répondre, la sous-partie B4 du budget des hôpitaux et services Sp et hôpitaux G isolés de moins de 150 lits est augmentée, à partir du 1er juillet 2007, pour les deux fonctions de 53.105,00 EUR (index 1er juillet 2007) par infirmier(e) en hygiène hospitalière équivalent temps plein et 81.709,74 EUR (index 1er juillet 2007) par médecin en hygiène hospitalière équivalent temps plein. Le nombre respectif d’équivalent temps plein est calculé comme suit : — pour l’infirmier(e) en hygiène hospitalière : Li x C/1.000, — pour le médecin en hygiène hospitalière : Li x C/2.400,

Het aldus bepaalde bedrag wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan 10 percent van voornoemd budget teneinde de werkingskosten te dekken die inherent zijn aan de activiteit van voornoemde functies. § 1bis. Teneinde te voldoen aan de wettelijke verplichtingen met betrekking tot de verpleegkundige-ziekenhuishygiënist en de geneesheerziekenhuishygiënist, bedoeld in het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd, wordt onderdeel B4 van het budget van de ziekenhuizen en van de Sp-diensten en geïsoleerde G-diensten met minder dan 150 bedden, vanaf 1 juli 2007 voor beide functies verhoogd met 53.105,00 EUR (index 1 juli 2007) per fulltime equivalent verpleegkundige-ziekenhuishygiënist en met 81.709,74 EUR (index 1 juli 2007) per fulltime equivalent geneesheer-ziekenhuishygiënist. Het respectievelijk aantal fulltime equivalenten wordt als volgt berekend : — voor de verpleegkundige-ziekenhuishygiënist : Bi x C/1.000, — voor de geneesheer-ziekenhuishygiënist : Bi x C/2.400,

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Où : Li = nombre de lits agréés déterminés conformément à l’annexe 3 du présent arrêté pour le service concerné au 1er juillet de l’exercice; C = coefficient par service. Ce coefficient par service est fixé comme suit :

waarbij : Bi = aantal erkende bedden vastgesteld overeenkomstig bijlage 3 van dit besluit voor de betrokken dienst op 1 juli van het dienstjaar; C = coëfficiënt per dienst. Deze coëfficiënt wordt per dienst als volgt vastgesteld :

Sp

0,2

G

1

Au budget ainsi déterminé est ajouté un montant égal à 10 pour-cent du budget précité en vue de couvrir les frais de fonctionnement inhérents à l’activité des fonctions précitées. § 1ter. Afin de répondre aux obligations légales concernant l’infirmier(e) hygiéniste hospitalier(e) et le médecin hygiéniste hospitalier, visées à l’arrêté royal du 23 octobre 1964 fixant les normes auxquelles les hôpitaux et leurs services doivent répondre, la sous-partie B4 du budget des hôpitaux psychiatriques est augmentée, à partir du 1er juillet 2007, pour les deux fonctions de 53.105,00 EUR (index 1er juillet 2007) par infirmier(e) en hygiène hospitalière équivalent temps plein et 81.709,74 EUR (index 1er juillet 2007) par médecin en hygiène hospitalière équivalent temps plein. Le nombre respectif d’équivalent temps plein est calculé comme suit : — pour l’infirmier(e) en hygiène hospitalière : Li x C/1.000, — pour le médecin en hygiène hospitalière : Li x C/2.400, Où : Li = nombre de lits agréés déterminés conformément à l’annexe 3 du présent arrêté pour le service concerné au 1er juillet de l’exercice; C = coefficient par service. Ce coefficient par service est fixé comme suit :

Het aldus bepaalde bedrag wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan 10 percent van voornoemd budget teneinde de werkingskosten te dekken die inherent zijn aan de activiteit van voornoemde functies. § 1ter. Teneinde te voldoen aan de wettelijke verplichtingen met betrekking tot de verpleegkundige-ziekenhuishygiënist en de geneesheerziekenhuishygiënist, bedoeld in het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd, wordt onderdeel B4 van het budget van de psychiatrische ziekenhuizen, vanaf 1 juli 2007 voor beide functies verhoogd met 53.105,00 EUR (index 1 juli 2007) per fulltime equivalent verpleegkundige-ziekenhuishygiënist en met 81.709,74 EUR (index 1 juli 2007) per fulltime equivalent geneesheerziekenhuishygiënist. Het respectievelijk aantal fulltime equivalenten wordt als volgt berekend : — voor de verpleegkundige-ziekenhuishygiënist : Bi x C/1.000, — voor de geneesheer-ziekenhuishygiënist : Bi x C/2.400, waarbij : Bi = aantal erkende bedden vastgesteld overeenkomstig bijlage 3 van dit besluit voor de betrokken dienst op 1 juli van het dienstjaar; C = coëfficiënt per dienst. Deze coëfficiënt wordt per dienst als volgt vastgesteld :

A

0,2

T

0,1

K

0,2

Au budget ainsi déterminé est ajouté un montant égal à 10 pour-cent du budget précité en vue de couvrir les frais de fonctionnement inhérents à l’activité des fonctions précitées. § 2. A partir du 1er juillet 2007, tous les hôpitaux généraux, hors les hôpitaux et services Sp et G isolés de moins de 150 lits, les hôpitaux et services Sp soins palliatifs et les unités de traitement de grands brûlés, doivent participer aux initiatives ’Surveillance des infections nosocomiales’. La surveillance se fait par site hospitalier, sauf si le protocole en question ne s’applique pas à un ou plusieurs sites spécifiques de l’hôpital. ` cette fin, la sous-partie B4 des hôpitaux concernés est augmentée A d’un montant forfaitaire de 9.629,90 EUR (index 1er juillet 2007). La surveillance porte obligatoirement sur le staphylocoque doré (Staphylococcus aureus) résistant à la méthicilline (MRSA) selon le protocole de l’Institut scientifique de Santé publique, de la Belgian Infection Control Society et du laboratoire de référence MRSA et sur le Clostridium difficile selon le protocole de l’Institut scientifique de Santé publique, de la Belgian Infection Control Society et du laboratoire de référence et, au choix, sur un des protocoles suivants : 1. surveillance des pneumonies et des bactériémies dans les unités de soins intensifs selon le protocole de l’Institut scientifique de Santé publique - Louis Pasteur et de la Société belge de Médecine intensive et de Médecine d’urgence, 2. surveillance des septicémies au niveau de tout l’hôpital selon le protocole de l’Institut scientifique de Santé publique - Louis Pasteur, 3. surveillance des infections des plaies opératoires selon le protocole de l’Institut scientifique de Santé publique - Louis Pasteur, 4. surveillance des Enterobacteriaceae multi-résistants selon le protocole de l’Institut Scientifique de Santé publique et de la Belgian Infection Control Society. La surveillance porte également sur des indicateurs de qualité relatifs à la politique d’hygiène hospitalière dans l’établissement, indicateurs qui sont définis par la ’Commission de coordination de la politique antibiotique’, créée par l’arrêté royal du 26 avril 1999, sur avis de la ’Plate-Forme Fédérale pour l’Hygiène Hospitalière’.

35441

Het aldus bepaalde bedrag wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan 10 percent van voornoemd budget teneinde de werkingskosten te dekken die inherent zijn aan de activiteit van voornoemde functies. § 2. Vanaf 1 juli 2007 moeten alle algemene ziekenhuizen, met uitzondering van de ziekenhuizen en Sp-diensten en geïsoleerde G-diensten met minder dan 150 bedden, de ziekenhuizen en Sp-diensten voor palliatieve zorg en de eenheden voor de behandeling van zware brandwonden deelnemen aan de initiatieven ’Toezicht op de nosocomiale infecties’. Het toezicht gebeurt voor elke vestigingsplaats van het ziekenhuis, behalve indien het protocol in kwestie niet van toepassing is op één of meerdere specifieke locaties van het ziekenhuis. Onderdeel B4 van de betreffende ziekenhuizen wordt daartoe verhoogd met een forfaitair bedrag van 9.629,90 EUR (index 1 juli 2007). Het toezicht heeft verplicht betrekking op de Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) overeenkomstig het protocol van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, van de Belgian Infection Control Society en van het referentielaboratorium voor MRSA en op de Clostridium difficile overeenkomstig het protocol van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, van de Belgian Infection Control Society en van het referentielaboratorium en, naar keuze, op één van de volgende protocollen : 1. toezicht op pneumonieën en bacteremieën in de eenheden intensieve zorg overeenkomstig het protocol van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid - Louis Pasteur en van de Belgische Maatschappij voor Intensieve en Spoedgevallengeneeskunde, 2. toezicht op septicemieën over het hele ziekenhuis overeenkomstig het protocol van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Louis Pasteur, 3. toezicht op infecties van de operatiewonden overeenkomstig het protocol van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid - Louis Pasteur, 4. toezicht op de multiresistente Enterobacteriaceae overeenkomstig het protocol van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid en van de Belgian Infection Control Society. Het toezicht heeft eveneens betrekking op de kwaliteitsindicatoren met betrekking tot het ziekenhuishygiënebeleid in de instelling, indicatoren die gedefinieerd worden door de ’Commissie voor de coördinatie van het antibioticabeleid’, opgericht door het koninklijk besluit van 26 april 1999, op advies van het ’Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëne’.

35442


Pour pouvoir bénéficier de ce montant, les hôpitaux doivent s’engager à : — la récolte des données relatives aux protocoles précités et aux indicateurs de qualité; — à la transmission de ces données avant la fin du deuxième mois qui suit la période considérée, à l’Institut scientifique de Santé publique - Louis Pasteur; — au versement à l’Institut scientifique de Santé Publique d’un montant de 8.008,40 EUR (index 1er juillet 2007) sur le compte 001-1660480-13 de l’ISP-Patrimoine, avec la mention ’Surveillance et le nom de l’hôpital’, étant entendu que sous ce terme de ’Surveillance’, on entend la surveillance des infections nosocomiales, le suivi des indicateurs de qualité relatifs à la politique d’hygiène hospitalière et en matière d’antibiotiques. Le versement doit intervenir avant fin mars de chaque année. L’Institut scientifique de Santé publique - Louis Pasteur communique à chaque hôpital un feedback qui contient l’analyse de données individuelles et de données nationales. Il fournit également tous les six mois au Ministre qui a la santé publique dans ses attributions, un rapport reprenant notamment les données nationales ainsi que les avis ou recommandations en la matière. De plus, il assure un soutien administratif en la matière au Ministre qui a la santé publique dans ses attributions, selon les termes d’une convention signée avec le Directeur général de la Direction générale ’Organisation des établissements de soins’ du Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement. ». 2° l’article 56 est complété par les dispositions suivantes : « § 4. A partir du 1er juillet 2007, afin de stimuler la coordination des activités de qualité et de sécurité (’safety’) dans les hôpitaux, un budget de 6.800.000 EUR (index 1er juillet 2007) est réparti entre les hôpitaux qui, sur base volontaire, concluent une convention avec le Directeur général de la ’Direction générale Organisation des établissements de soins’ du Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la chaîne alimentaire et Environnement. La sous-partie B4 des hôpitaux concernés est augmentée d’un montant forfaitaire (X) calculé comme suit : X = A * B/C où: A = budget disponible de 6.800.000 EUR; B = nombre de lits agréés de l’hôpital concerné; C = nombre total des lits agréés des hôpitaux concernés. Le cas échéant, X est porté à minimum 10.000 EUR. Pour la fixation du nombre de lits, il est tenu compte des lits agréés et existants au 1er janvier qui précède l’exercice de fixation du budget. Pour conserver le bénéfice du financement octroyé, les hôpitaux doivent envoyer un rapport au Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la chaîne alimentaire et Environnement pour le 1er mars de chaque année, et pour la première fois en 2008, qui décrit les actions mises en place et leurs résultats dans le cadre de la coordination des activités de qualité et de sécurité décrites dans la convention. »

Om te kunnen genieten van dit bedrag dienen de ziekenhuizen zich te verbinden tot : — het verzamelen van de gegevens met betrekking tot voormelde protocollen en kwaliteitsindicatoren; — het overmaken van voormelde gegevens aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid - Louis Pasteur, en dit voor het einde van de tweede maand die volgt op de beschouwde periode; — het storten aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid van een bedrag van 8.008,40 EUR (index 1 juli 2007) op rekeningnummer 001-1660480-13 van het WIV-Patrimonium met de vermelding ’Toezicht’ en de naam van het ziekenhuis, met dien verstande dat onder de term ’Toezicht’ het toezicht op nosocomiale infecties wordt verstaan, alsook de follow-up van de kwaliteitsindicatoren m.b.t. het ziekenhuishygiënebeleid en het antibioticabeleid. De storting dient voor einde maart van ieder jaar vereffend te zijn. Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid - Louis Pasteur zal ieder ziekenhuis een feedback geven met de analyse van de individuele gegevens en de nationale gegevens. Het zal eveneens iedere zes maanden aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft een rapport overmaken met onder andere de nationale gegevens alsook de adviezen of aanbevelingen ter zake. Bovendien waarborgt het Instituut de administratieve ondersteuning dienaangaande van de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, overeenkomstig de bewoordingen van een overeenkomst die werd ondertekend met de Directeur-generaal van het Directoraatgeneraal ’Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen’ van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. ». 2° artikel 56 wordt aangevuld als volgt : « § 4. Vanaf 1 juli 2007 wordt om de coördinatie van de activiteiten in de ziekenhuizen op het vlak van kwaliteit en veiligheid (’safety’) te bevorderen een bedrag van 6.800.000 EUR (index 1 juli 2007) verdeeld onder de ziekenhuizen die op vrijwillige basis een overeenkomst sluiten met de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal ’Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen’ van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Onderdeel B4 van de betrokken ziekenhuizen wordt verhoogd met een forfaitair bedrag (X) dat als volgt wordt berekend : X = A * B/C waarbij : A = beschikbaar budget van 6.800.000 EUR; B = aantal erkende bedden van het betrokken ziekenhuis; C = totaal aantal erkende bedden van de betrokken ziekenhuizen. Indien nodig wordt X op minimum 10.000 EUR gebracht. Voor de vaststelling van het aantal bedden wordt enkel rekening gehouden met de bestaande en erkende bedden op 1 januari dat het dienstjaar voorafgaat waarin het budget werd vastgesteld. Om het voordeel van de toegekende financiering te behouden, moeten de ziekenhuizen vóór 1 maart van elk jaar en dit voor het eerst in 2008 een verslag bezorgen aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu waarin de ondernomen acties en de resultaten ervan worden beschreven in het kader van de coördinatie van de in de overeenkomst beschreven activiteiten op het vlak van kwaliteit en veiligheid. »

Art. 14. Dans l’article 63 du même arrêté, sont apportées les modifications suivantes :


1° dans le § 1er, 1er alinéa, les mots ″7.520.765 EUR (index 1er juillet 2006)″ sont remplacés par les mots ″34.317.103 EUR (index 1er juillet 2007)″;

1° in § 1, eerste lid, worden de woorden ″7.520.765 EUR (index 1 juli 2006)″ vervangen door de woorden ″34.317.103 EUR (index 1 juli 2007)″;

2° le 2e alinéa, 2e tiret, est remplacé comme suit :

2° het tweede lid, tweede streepje, wordt vervangen als volgt :

« - l’étude doit porter sur un sujet qui concerne l’ensemble des hôpitaux généraux, ou une catégorie de ceux-ci, et ses résultats doivent pouvoir être généralisés à ces hôpitaux; »;

« - de studie dient een onderwerp te behandelen dat het geheel van de algemene ziekenhuizen of een categorie van ziekenhuizen aanbelangt, en de resultaten moeten tot die ziekenhuizen kunnen worden veralgemeend; »;

3° dans le § 2, 1er alinéa, les mots ″11.200.251 EUR (index 1er juillet 2006)″ sont remplacés par les mots ″35.069.257 EUR (index 1er juillet 2007)″.

3° in § 2, eerste lid worden de woorden ″11.200.251 EUR (index 1 juli 2006)″ vervangen door de woorden ″35.069.257 EUR (index 1 juli 2007)″.

4° le 2e alinéa est complété comme suit: « - sur un sujet qui concerne l’ensemble des hôpitaux psychiatriques, ou une catégorie de ceux-ci, et les résultats doivent pouvoir être généralisés à ces hôpitaux. ».

4° het tweede lid wordt aangevuld als volgt : « - een onderwerp dat het geheel van de psychiatrische ziekenhuizen of een categorie ervan aanbelangt, en de resultaten moeten tot die ziekenhuizen kunnen worden veralgemeend; ».


35443

Art. 15. Dans l’article 65 du même arrêté, les points a) et b) sont remplacés par les points suivants :

Art. 15. In artikel 65 van hetzelfde besluit worden de punten a) et b) vervangen door de volgende punten :

« Art. 65. Au 1er juillet 2007, en vue de financer les coûts relatifs à une équipe mobile ou une équipe mobile de support pour la fonction palliative agréée, la sous-partie B4 du budget des moyens financiers est augmentée :

« Art. 65. Vanaf 1 juli 2007 wordt, met het oog op de financiering van de kosten betreffende een mobiele equipe of een mobiel supportteam voor de erkende palliatieve functie, onderdeel B4 van het budget van financiële middelen verhoogd :

1° d’un montant fixe, calculé comme suit :

1° met een vast bedrag dat als volgt wordt berekend :

a) hôpitaux généraux, hors hôpitaux et services Sp et G isolés de moins de 200 lits, hôpitaux et services Sp soins palliatifs et unités de traitement de grands brûlés :

a) algemene ziekenhuizen, met uitzondering van de ziekenhuizen en Sp-diensten en geïsoleerde G-diensten met minder dan 200 bedden, de ziekenhuizen en Sp-diensten voor palliatieve zorg en de eenheden voor de behandeling van zware brandwonden :

— pour les hôpitaux de moins de 500 lits, d’un montant de 100.663,10 EUR (index 1er juillet 2007) correspondant à l’occupation de 0,5 ETP médecin avec la formation requise et/ou l’expérience en soins palliatifs, de 0,5 ETP infirmier(e) gradué(e) et de 0,5 ETP psychologue;

— voor de ziekenhuizen met minder dan 500 bedden met een bedrag van 100.663,10 EUR (index 1 juli 2007) dat overeenstemt met een bezetting van 0,5 FTE arts met voldoende vorming en/of ervaring in palliatieve zorg, 0,5 FTE gegradueerde verpleegkundige en 0,5 FTE psycholoog;

— pour les hôpitaux de 500 lits et plus, d’un montant de 100.663,10 EUR (index 1er juillet 2007) multiplié par le nombre de lits de l’hôpital et divisé par 500.

— voor de ziekenhuizen met 500 bedden of meer, met een bedrag van 100.663,10 EUR (index 1 juli 2007), vermenigvuldigd met het aantal bedden van het ziekenhuis en gedeeld door 500.

Pour la fixation du nombre de lits, il est tenu compte des lits agréés et existants au 1er janvier qui précède l’exercice de fixation du budget.

Voor de vaststelling van het aantal bedden wordt enkel rekening gehouden met de bestaande en erkende bedden op 1 januari dat het dienstjaar voorafgaat waarin het budget werd vastgesteld.

b) Services et hôpitaux G isolés et Sp isolés de moins de 200 lits, à l’exception des lits Sp - soins palliatifs et des hôpitaux bénéficiant d’un financement suivant les modalités visées au point a) :

b) Geïsoleerde Sp- en G-diensten en geïsoleerde Sp- en G-ziekenhuizen met minder dan 200 bedden, met uitzondering van de Sp-bedden voor palliatieve zorg en ziekenhuizen die een financiering toegekend krijgen volgens de modaliteiten bedoeld in punt a) :

— pour les services comptant moins de 40 lits d’un montant forfaitaire de 15.894,18 EUR (index 1er juillet 2007);

— voor de diensten met minder dan 40 bedden met een forfaitair bedrag van 15.894,18 EUR (index 1 juli 2007);

— pour les services comptant 40 lits et plus d’un montant forfaitaire de 28.256,33 EUR (index 1er juillet 2007).

— voor de diensten met 40 of meer bedden met een forfaitair bedrag van 28.256,33 EUR (index 1 juli 2007).



2° d’un montant variable, calculé comme suit :

2° met een variabel bedrag dat als volgt wordt berekend : er

un montant variable de 1.783.018,89 EUR (index 1 juillet 2007) est réparti entre tous les hôpitaux, visés au point 1°, sur base des séjours d’hospitalisation classique enregistrés dans le cadre des deux derniers semestres connus du résumé clinique minimum dans tous les index de service à l’exception des index NIC, A, M et Sp-soins palliatifs.

een variabel bedrag van 1.783.018,89 EUR (index 1 juli 2007) wordt verdeeld onder alle ziekenhuizen bedoeld in punt 1°, op basis van de verblijven in klassieke hospitalisatie, geregistreerd in het kader van de 2 laatst bekende semesters van de minimale klinische gegevens in alle diensten, met uitzondering van de diensten met kenletters NIC, A, M en de Sp- diensten voor palliatieve zorg.

Les séjours pris en considération sont :

De verblijven die in aanmerking worden genomen, zijn :

— les séjours avec un code ICD9-CM de diagnostic secondaire V667 ’Encounter for palliative care’,

— de verblijven met als nevendiagnose - code ICD9-CM - V667 ’Encounter for palliative care’,

— et les séjours avec un niveau de sévérité 3 ou 4 dans la classification APR-DRG ’All patients diagnosis related groups, Definitions manual, version 15.0’. ».

— en de verblijven met ernstgraad 3 of 4 in de APR-DRGclassificatie ’All patients diagnosis related groups, Definitions manual, version 15.0’. ».

Art. 16. L’article 70 du même arrêté est remplacé comme suit :

Art. 16. Artikel 70 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

er

« Art. 70. A partir du 1 juillet 2007, dans les limites du budget disponible de 636.000 EUR (index 1er juillet 2007), la sous-partie B4 des hôpitaux volontaires ayant conclu un protocole de collaboration avec les autres acteurs de santé de la zone d’attractivité de l’hôpital est augmentée d’un montant de 12.000 EUR.

« Art. 70. Vanaf 1 juli 2007 wordt, binnen de grenzen van het beschikbare budget van 636.000 EUR (index 1 juli 2007), onderdeel B4 van de ziekenhuizen die vrijwillig een samenwerkingsprotocol hebben gesloten met de andere gezondheidsactoren van de aantrekkingszone van het ziekenhuis, verhoogd met een bedrag van 12.000 EUR.

Ce protocole doit porter sur le développement de procédures et d’outils télématiques en appui à une politique efficace assurant la continuité des soins, via notamment le dossier santé résumé, et la prise en charge optimale du patient lors d’admissions et de sorties des hôpitaux.

Dit protocol moet betrekking hebben op de ontwikkeling van telematicaprocedures en -instrumenten ter ondersteuning van een efficiënt beleid waarbij de zorgcontinuïteit wordt gewaarborgd, via met name het beknopt gezondheidsdossier en de optimale opvang van de patiënt tijdens zijn opname in en zijn ontslag uit het ziekenhuis.

Ce protocole est établi selon les modalités et les objectifs spécifiques fixés par le Ministre qui a la santé publique dans ses attributions et doit être transmis au Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement - Direction générale ’Organisation des établissements de soins’.

Dit protocol wordt opgesteld overeenkomstig de modaliteiten en de specifieke doelstellingen bepaald door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, en moet worden ingediend bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu - Directoraat-generaal ’Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen’.

Un groupe de concertation composé, sur proposition de la Direction générale ’Organisation des établissements de soins’, de représentants des médecins généralistes et des médecins-chefs d’hôpitaux généraux, hors services Sp et G isolés, est chargé par le Ministre qui a la Santé publique dans ses attributions de collaborer avec la Direction générale susmentionnée pour le suivi et l’accompagnement des projets retenus.

Een overleggroep die op voorstel van het Directoraat-generaal ’Organisatie Gezondheidszorg-voorzieningen’ is samengesteld uit vertegenwoordigers van huisartsen en hoofdgeneesheren van algemene ziekenhuizen, met uitzondering van Sp-diensten en geïsoleerde G-diensten, wordt door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, samen met voormeld Directoraat-generaal belast met de follow-up en de begeleiding van de gekozen projecten.

Les hôpitaux doivent envoyer un rapport qui décrit les actions mises en place et leurs résultats au Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la chaîne alimentaire et Environnement pour le 1er mars de chaque année et ce, pour la première fois, en 2008. Pour conserver le

De ziekenhuizen moeten vóór 1 maart van elk jaar en dit voor het eerst in 2008 een verslag bezorgen aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu waarin de ondernomen acties en de resultaten ervan worden beschreven. Om

35444


bénéfice du financement octroyé, ce rapport d’activités fait l’objet d’une validation par le groupe de concertation sus-mentionné. ».

het voordeel van de toegekende financiering te behouden, moet dit activiteitenverslag door voormelde overleggroep worden gevalideerd. ».

Art. 17. Un article 73bis est inséré dans le même arrêté, libellé comme suit :

Art. 17. Een artikel 73bis wordt in hetzelfde besluit ingevoegd, luidend als volgt :

« Art. 73bis. Afin d’équilibrer l’avantage au secteur privé dans le cadre de l’accord interprofessionnel, il est décidé d’augmenter le financement du personnel contractuel et statutaire des hôpitaux publics, hors Maribel, stagiaires ONEM, contractuels subventionnés par le Fonds budgétaire inter-départemental et conventions de premier emploi, de 0,25 % à partir du 1er juillet 2007.

« Art. 73bis. Teneinde het in de privé-sector bestaande voordeel te compenseren in het kader van het interprofessioneel akkoord, wordt beslist om vanaf 1 juli 2007 de financiering van het contractueel en statutair personeel van de openbare ziekenhuizen met 0,25 % te verhogen, met uitzondering van het Maribel-personeel, RVA-stagiairs en contractuelen die via het interdepartementaal begrotingsfonds of in het kader van de eerste werkervaringsovereenkomsten worden gesubsidieerd.

A cette fin, dans les limites d’un budget disponible de 3.000.000 EUR (index 1er juillet 2007), la sous-partie B4 des hôpitaux publics est augmentée d’un montant (X) calculé comme suit :

Daartoe wordt binnen de grenzen van het beschikbare budget van 3.000.000 EUR (index 1 juli 2007) onderdeel B4 van de openbare ziekenhuizen verhoogd met een bedrag (X) dat wordt berekend als volgt :

X = A * B/C

X = A * B/C

où :

waarbij :

A = montant disponible de 3.000.000 EUR;

A = beschikbare bedrag van 3.000.000 EUR;

B = nombre d’ETP contractuel et statutaire de l’hôpital public repris dans les centres de frais 020 à 899 visés dans l’annexe 2 de l’arrêté royal du 14 août 1987 relatif au plan comptable minimum normalisé des hôpitaux, hors personnel Maribel, stagiaires ONEM, contractuels subventionnés par le Fonds budgétaire interdépartemental et conventions de premier emploi;

B = aantal contractuele en statutaire FTE’s van het openbaar ziekenhuis opgenomen in de kostenplaatsen 020 tot en met 899, bedoeld in bijlage 2 van het koninklijk besluit van 14 augustus 1987 tot bepaling van de minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel voor de ziekenhuizen, met uitzondering van het Maribel-personeel, RVA-stagiairs en contractuelen die via het interdepartementaal begrotingsfonds of in het kader van de eerste werkervaringsovereenkomsten worden gesubsidieerd;

C = nombre d’ETP contractuel et statutaire de l’ensemble des hôpitaux publics repris dans les centres de frais 020 à 899, hors personnel Maribel, stagiaires ONEM, contractuels subventionnés par le Fonds budgétaire interdépartemental et conventions de premier emploi. ».

C = aantal contractuele en statutaire FTE’s van alle openbare ziekenhuizen, opgenomen in de kostenplaatsen 020 tot en met 899, met uitzondering van het Maribel-personeel, RVA-stagiairs en contractuelen die via het interdepartementaal begrotingsfonds of in het kader van de eerste werkervaringsovereenkomsten worden gesubsidieerd. ».

Art. 18. A l’article 74quinquies du même arrêté, le premier alinéa est remplacé comme suit :

Art. 18. In artikel 74quinquies van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt :

« Art. 74quinquies. A partir du 1er juillet 2007, dans les limites du budget disponible fixé à 1.050.417,85 EUR (index 1er juillet 2007), la sous-partie B4 des hôpitaux qui ont une expertise reconnue pour les patients en état neurovégétatif persistant ou en état pauci-relationnel est augmentée de 8.329,05 EUR par lit, occupé par ces patients, en vue de couvrir les charges de personnel infirmier et/ou paramédical supplémentaire ainsi que de 2.500 EUR par lit, occupé par ces patients, pour la fonction de liaison externe. ».

« Art. 74quinquies. Vanaf 1 juli 2007 wordt, binnen de grenzen van het beschikbare budget dat vastgesteld is op 1.050.417,85 EUR (index 1 juli 2007), onderdeel B4 van de ziekenhuizen die een zekere expertise hebben op het vlak van patiënten in een persisterende neurovegetatieve of minimum responsieve status, verhoogd met 8.329,05 EUR per bed dat door die patiënten wordt bezet, teneinde de lasten van extra verpleegkundig en/of paramedisch personeel te dekken, en met 2.500 EUR per bed dat door die patiënten wordt bezet voor de externe liaisonfunctie. ».

Art. 19. A l’article 75, du même arrêté, sont apportées les modifications suivantes :


1° le § 1er, g), est complété par l’alinéa suivant : « Par dérogation à l’alinéa précédent, il n’y aura pas de recalcul au 1er juillet 2007. Les calculs dont question aux points a) à e) ci-dessus interviendront la prochaine fois le 1er juillet 2008 et ensuite tous les deux ans. »; 2° le § 2 est complété par l’alinéa suivant : « Les calculs dont question aux points a) à c) ci-dessus interviendront la prochaine fois le 1er juillet 2008 et ensuite tous les deux ans. »; 3° le § 3 est complété par l’alinéa suivant : « Les calculs dont question ci-dessus interviendront la prochaine fois le 1er juillet 2008 et ensuite tous les deux ans. »; 4° le § 6 est remplacé par les dispositions suivantes :

1° § 1, g), wordt met het volgende lid aangevuld : « In afwijking van het vorige lid vindt er geen herberekening plaats op 1 juli 2007. De berekeningen waarvan sprake in punten a) tot en met e) hierna zullen de volgende keer plaatsvinden op 1 juli 2008 en vervolgens om de twee jaar. »; 2° § 2 wordt met het volgende lid aangevuld : « De berekeningen waarvan sprake in punten a) tot en met c) hierna zullen de volgende keer plaatsvinden op 1 juli 2008 en vervolgens om de twee jaar. »; 3° § 3 wordt met het volgende lid aangevuld : « De berekeningen waarvan sprake hierna zullen de volgende keer plaatsvinden op 1 juli 2008 en vervolgens om de twee jaar. »; 4° § 6 wordt vervangen als volgt :

« § 6. A partir du 1er juillet 2007, un budget de 3.609.208 EUR (index 1er juillet 2007) est réparti entre les hôpitaux généraux, hors les hôpitaux Sp et G isolés de moins de 150 lits et les hôpitaux et services Sp soins palliatifs, pour financer un délégué à la gestion de l’antibiothérapie et les ’secrétariats de formation inter-universitaire pour délégués à la gestion de l’antibiothérapie’.

« § 6. Vanaf 1 juli 2007 wordt een budget van 3.609.208 EUR (index 1 juli 2007) verdeeld onder de algemene ziekenhuizen, met uitzondering van de ziekenhuizen en Sp-diensten en geïsoleerde G-diensten met minder dan 150 bedden en de ziekenhuizen en Sp-diensten voor palliatieve zorg om een afgevaardigde bij het antibiotherapiebeheer, alsook de ’interuniversitaire opleidingssecretariaten voor afgevaardigden bij het antibiotherapiebeheer’ te financieren.

La sous-partie B5 du budget de ces hôpitaux est augmentée d’un montant forfaitaire (X) calculé comme suit :

Onderdeel B5 van het budget van die ziekenhuizen wordt met een forfaitair bedrag (X) verhoogd, dat als volgt wordt berekend :

X = A * B/C

X = A * B/C

où :

waarbij :

A = budget disponible 3.609.208 EUR;

A = beschikbaar budget van 3.609.208 EUR;

B = nombre de points de l’hôpital concerné;

B = aantal punten van het betrokken ziekenhuis;

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD C = total des points pour les hôpitaux concernés.

35445

C = totaal aantal punten voor de betrokken ziekenhuizen.

Le cas échéant, X est porté à minimum 10.000 EUR et à maximum 81.709,73 EUR correspondant à 1 ETP.

Indien nodig wordt X op minimum 10.000 EUR en maximum 81.709,73 EUR gebracht, wat met 1 FTE overeenstemt.

Pour fixer le nombre de points, il est tenu compte du nombre de lits C, D, L, NIC, E, G, Sp et M de l’hôpital avec une pondération établie comme suit :

Om het aantal punten te bepalen, wordt er rekening gehouden met het aantal C-, D-, L-, NIC-, E-, G-, Sp- en M-bedden van het ziekenhuis met een weging, vastgesteld als volgt :

— Lits C, D, L, NIC : 3 points par lit;

— C-, D-, L-en NIC-bedden : 3 punten per bed;

— Lits E, Sp et G : 2 points par lit;

— E-, Sp- en G-bedden : 2 punten per bed;

— Lits M : 1 point par lit.

— M-bedden : 1 punt per bed.

La sous-partie B5 du budget des hôpitaux qui abritent un ’secrétariat pour la formation inter-universitaire de délégués à la gestion de l’antibiothérapie’, est augmentée d’un montant forfaitaire de 21.934,08 EUR.

Onderdeel B5 van het budget van de ziekenhuizen die een ’interuniversitair opleidingssecretariaat voor afgevaardigden bij het antibiotherapiebeheer’ herbergen, wordt met een forfaitair bedrag van 21.934,08 EUR verhoogd.

Au terme de l’exercice, les hôpitaux doivent faire parvenir leur rapport d’activité à la ’Commission de coordination de la politique antibiotique’. Ce rapport d’activité comprend, entre autres, des indicateurs de qualité concernant la politique de l’établissement en matière d’antibiotiques. Ces indicateurs sont définis par la ’Commission de coordination de la politique antibiotique’, créée par l’arrêté royal du 26 avril 1999. ».

Na beëindiging van het werkingsjaar moeten de ziekenhuizen hun activiteitenverslag opsturen naar de ’Commissie voor de Coördinatie van het Antibioticabeleid’. Dit activiteitenverslag bevat onder andere kwaliteitsindicatoren met betrekking tot het antibioticabeleid van de instelling. Die indicatoren worden bepaald door de ’Commissie voor de Coördinatie van het Antibioticabeleid’, opgericht bij koninklijk besluit van 26 april 1999. ».

Art. 20. L’article 78, 1°, du même arrêté, est remplacé comme suit :

Art. 20. Artikel 78, 1°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

« 1° Un montant de 18.908.034,57 EUR (index 1er juillet 2007) est réparti entre les hôpitaux généraux, hors services Sp, Sp soins palliatifs, G isolés et unités de traitement de grands brûlés.

« 1° Een bedrag van 18.908.034,57 EUR (index 1 juli 2007) wordt verdeeld onder de algemene ziekenhuizen, met uitzondering van de Sp-diensten, de Sp-diensten voor palliatieve zorg, de geïsoleerde G-diensten en de eenheden voor de behandeling van zware brandwonden.

a) Au 1er juillet 2007, 100 % du montant disponible est réparti selon les modalités suivantes.

a) Op 1 juli 2007 wordt het volledige beschikbare bedrag overeenkomstig de volgende modaliteiten verdeeld.

1. Pour chaque hôpital sont calculés les ratios suivants :

1. Voor elk ziekenhuis worden de volgende ratio’s berekend :

1.1. ratio du nombre d’admissions classiques et d’hospitalisation de jour chirurgicale relatives à des patients qui remplissent les conditions pour bénéficier du maximum à facturer social par rapport au nombre total d’admissions classiques et d’hospitalisation de jour chirurgicale relatives à des patients relevant des organismes assureurs repris à l’article 99, § 1er;

1.1. ratio van het aantal klassieke opnamen en chirurgische daghospitalisatie betreffende patiënten die aan de voorwaarden voldoen om de sociale maximumfactuur te genieten in verhouding tot het totaal aantal klassieke opnamen en chirurgische daghospitalisatie betreffende patiënten die vallen onder de verzekeringsinstellingen zoals opgegeven in artikel 99, § 1;

1.2. ratio du nombre d’admissions classiques et d’hospitalisation de jour chirurgicale relatives aux patients bénéficiant du maximum à facturer bas revenus et qui sont isolés par rapport au nombre total d’admissions classiques et d’hospitalisation de jour chirurgicale relatives à des patients relevant des organismes assureurs repris à l’article 99, § 1er;

1.2. ratio van het aantal klassieke opnamen en chirurgische daghospitalisatie betreffende patiënten die de maximumfactuur lage inkomens genieten en die alleenstaand zijn, in verhouding tot het totaal aantal klassieke opnamen en chirurgische daghospitalisatie betreffende patiënten die vallen onder de verzekeringsinstellingen zoals opgegeven in artikel 99, § 1;

1.3. ratio du nombre de dossiers des personnes sans domicile de secours dont les coûts d’hospitalisation sont remboursés aux CPAS par le SPP Intégration sociale, Lutte contre la pauvreté et Economie sociale par rapport au nombre total d’admissions classiques et d’hospitalisation de jour chirurgicale de ces patients.

1.3. ratio van het aantal dossiers van personen zonder onderstandsdomicilie waarvan de hospitalisatiekosten door de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie terugbetaald worden aan de OCMW’s ten opzichte van het totaal aantal klassieke opnamen en chirurgische daghospitalisatie van die patiënten.

Si les organismes assureurs repris à l’article 99, § 1er, ou le SPP Intégration sociale, Lutte contre la pauvreté et Economie sociale ne peuvent fournir, pour un hôpital particulier, les données visées aux points a), b) et/ou c), le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement s’adresse directement auprès de l’hôpital concerné pour obtenir les données manquantes. A défaut de pouvoir obtenir ces données manquantes, une sous-partie B8, 1°, est attribuée à cet hôpital, s’il a antérieurement obtenu un financement au titre d’un profil de patients très faible sur le plan socio-économique, dont le montant correspond au budget disponible susvisé divisé par le total des lits agréés de l’ensemble des hôpitaux bénéficiaires et multiplié par le nombre de lits agréés de l’hôpital concerné.

Indien de verzekeringsinstellingen zoals opgegeven in artikel 99, § 1 of de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie, voor een specifiek ziekenhuis, de gegevens bedoeld in de punten a), b) en/of c) niet kunnen verstrekken, richt de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu zich rechtstreeks tot het betreffende ziekenhuis om de ontbrekende gegevens te verkrijgen. Indien de ontbrekende gegevens niet kunnen verkregen worden, wordt een onderdeel B8, 1°, aan dit ziekenhuis toegekend, indien het reeds vroeger een financiering heeft verkregen wegens een op sociaal-economisch vlak zwak patiëntenprofiel, waarbij het bedrag overeenstemt met het bovenbedoeld beschikbaar bedrag, gedeeld door het totaal aantal erkende bedden van het geheel van de begunstigde ziekenhuizen en vermenigvuldigd met het aantal erkende bedden van het desbetreffende ziekenhuis.

2. Les trois ratios ci-dessus sont pondérés comme suit :

2. De drie hierboven vermelde radio’s worden als volgt gewogen :

— ratio sous 1.1. : par 0,25

— ratio onder 1.1. : met 0,25

— ratio sous 1.2. : par 0,66

— ratio onder 1.2. : met 0,66

— ratio sous 1.3. : par 1,00.

— ratio onder 1.3. : met 1,00.

Après pondération, les ratios sont additionnés pour constituer un score.

De radio’s worden na weging opgeteld om een score te vormen.

Les hôpitaux sont classés selon la valeur décroissante du score obtenu.

De ziekenhuizen worden naar afnemende waarde van de verkregen score gerangschikt.

Le budget disponible est réparti comme suit :

3. Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld :

— 60 % pour les cas relevant du ratio sous 1.1.,

— 60 % voor de gevallen afhangend van de ratio onder 1.1.,

— 25 % pour les cas relevant du ratio sous 1.2.,

— 25 % voor de gevallen afhangend van de ratio onder 1.2.,

35446


— 15 % pour les cas relevant du ratio sous 1.3.

— 15 % voor de gevallen afhangend van de ratio onder 1.3.

La répartition du budget entre les hôpitaux dont le score est plus élevé que la médiane est effectuée sur base du nombre de leur cas pris en compte dans le calcul de chaque ratio ci-dessus.

Het budget wordt onder de ziekenhuizen met een score hoger dan de mediaan verdeeld op basis van het totale aantal van deze gevallen welke in aanmerking genomen werden in de berekening van elke voormelde ratio.

b) Au 1er juillet 2008, 75 % du budget disponible est réparti selon les règles décrites au point a).

b) Op 1 juli 2008 wordt 75 % van het beschikbare budget verdeeld overeenkomstig de in punt a) beschreven regel.

Au 1er juillet 2009, 50 % du budget disponible est réparti selon les règles décrites au point a).

Op 1 juli 2009 wordt 50 % van het beschikbare budget verdeeld overeenkomstig de in punt a) beschreven regel.

Au 1er juillet 2010, 25 % du budget disponible est réparti selon les règles décrites au point a).

Op 1 juli 2010 wordt 25 % van het beschikbare budget verdeeld overeenkomstig de in punt a) beschreven regel.

Au 1er juillet 2011, 100 % du budget disponible est réparti selon les règles décrites ci-dessous.

Op 1 juli 2011 wordt het volledige budget verdeeld overeenkomstig de hieronder beschreven regel.

Aux 1er juillet 2008, 2009 et 2010, le solde du budget disponible est réparti, entre tous les hôpitaux par variable définie dans l’annexe 3 au présent arrêté, point 3bis, par rapport au total national suivant la formule suivante :

Op 1 juli 2008, 2009 en 2010 wordt het saldo van het beschikbare budget onder alle ziekenhuizen verdeeld per variabele, gedefinieerd in bijlage 3 bij dit besluit, punt 3bis, in verhouding tot het nationale totaal overeenkomstig de volgende formule :

S x Σj Xj x βj / Σj Yj x βj

S x Σj Xj x βj / Σj Yj x βj

où:

waarbij :

S = montant à répartir;

S= te verdelen bedrag;

Xj = nombre d’admissions de l’hôpital pour la variable explicative j, telle que définies dans l’annexe 17;

Xj = aantal opnamen van het ziekenhuis voor de verklarende variabele j, zoals gedefinieerd in bijlage 17;

Yj = nombre d’admissions du Royaume pour la variable explicative j, telle que définies dans l’annexe 17;

Yj = aantal opnamen van het Rijk voor de verklarende variabele j, zoals gedefinieerd in bijlage 17;

ßj = paramètre estimé de la variable explicative j, telle que définies dans l’annexe 17.

ßj = geraamde parameter van de verklarende variabele j, zoals gedefinieerd in bijlage 17.

Pour les hôpitaux visés à l’article 33, §§ 1er et 2, une sous-partie B8, 1°, est attribuée, dont le montant correspond à la valeur au 30 juin 2008, s’ils ont antérieurement obtenu un financement au titre d’un profil de patients très faible sur le plan socio-économique.

Voor de ziekenhuizen bedoeld in artikel 33, §§ 1 en 2, wordt een onderdeel B8, 1°, toegekend, waarvan het bedrag overeenkomt met de waarde op 30 juin 2008, indien het reeds vroeger een financiering heeft verkregen wegens een op sociaal-economisch vlak zwak patiëntenprofiel.

Pour conserver le bénéfice du financement précité, les hôpitaux sélectionnés doivent faire la preuve que, pour l’ensemble de l’hôpital, ils appliquent aux patients admis en chambre double et commune, les tarifs de l’accord national médecins-organismes assureurs. Au cas où il n’existe pas d’accord, les tarifs qui servent de base au calcul de l’intervention de l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités constituent les tarifs maximaux qui peuvent être appliqués. La preuve est apportée par une attestation signée par le gestionnaire et le président du conseil médical.

Om het voordeel van de bovengenoemde financiering te behouden, moeten de geselecteerde ziekenhuizen bewijzen dat zij voor de, in een tweepatiëntenkamer en gemeenschappelijke kamer opgenomen patiënten, voor het geheel van het ziekenhuis, de tarieven van het nationaal akkoord artsenverzekeringsinstellingen toepassen. In geval waar er geen akkoord is, zijn de tarieven die gebruikt worden als basis voor de berekening van de tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, de maximale tarieven dewelke kunnen toegepast worden. Het bewijs moet geleverd worden via een attest ondertekend door de beheerder en de voorzitter van de medische raad.

Afin de pouvoir conserver le bénéfice des montants précités de la sous-partie B8, les hôpitaux doivent :

Om het voordeel van voormelde bedragen van het onderdeel B8 te kunnen behouden, moeten de ziekenhuizen :

— collaborer à la collecte systématique et à la transmission au SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement, de données correctes et complètes relatives au profil social de leurs patients;

— meewerken aan het systematisch verzamelen en het doorsturen aan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu van correcte en volledige gegevens met betrekking tot het sociaal profiel van hun patiënten;

— participer aux journées d’information et de formation portant sur l’accompagnement de patients à profil social faible et aux projets qui conduisent à un meilleur accueil des patients à profil social faible;

— deelnemen aan informatie- en vormingsdagen met betrekking tot de begeleiding van patiënten met een zwak sociaal profiel en aan projecten die leiden tot een betere opvang van patiënten met een zwak sociaal profiel;

— soumettre annuellement un rapport attestant l’affectation des moyens au profit du groupe cible.

— jaarlijks een verslag uitbrengen waaruit de besteding van de middelen ten gunste van de doelgroep blijkt.

Le Ministre qui a la fixation du budget des moyens financiers dans ses attributions peut définir, par voie de convention avec les hôpitaux concernés, les modalités pratiques, y compris celles relatives à l’enregistrement, sur la base desquelles les obligations précitées sont exécutées et contrôlées.

De Minister die de vaststelling van het budget van financiële middelen onder zijn bevoegdheid heeft kan, door een overeenkomst met de betreffende ziekenhuizen, de praktische modaliteiten, inclusief deze van registratie, omschrijven op basis waarvan voormelde verplichtingen worden uitgevoerd en gecontroleerd.

Lorsqu’un hôpital ne répond pas à l’ensemble des critères, le Ministre dont question ci-dessus fixe les pourcentages du montant octroyé devant être remboursé par l’hôpital concerné ainsi que le calendrier du remboursement. ».

Wanneer een ziekenhuis niet aan alle criteria voldoet, bepaalt de Minister waarvan hierboven sprake de percentages van het toegekende bedrag dat per betrokken ziekenhuis moet worden teruggestort alsook de timing van de terugbetaling. ».

Art. 21. Dans l’article 79 du même arrêté le 1er et le 2e alinéa sont remplacés par l’alinéa suivant :

Art. 21. In artikel 79 van hetzelfde besluit worden het eerste en tweede lid vervangen als volgt :

« Art. 79. A partir du 1er octobre 2005, en vue de financer les mesures de fin de carrière dans tous les hôpitaux, la sous-partie B9 est augmentée d’un montant destiné à couvrir les frais y afférents. ».

« Art. 79. Vanaf 1 oktober 2005 wordt, teneinde in alle ziekenhuizen de eindeloopbaanmaatregelen te financieren, onderdeel B9 verhoogd met een bedrag om die bijhorende kosten te dekken. ».

Art. 22. L’article 79bis du même arrêté est remplacé par les dispositions suivantes :

Art. 22. Artikel 79bis van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

« Art. 79bis. § 1er. Il est octroyé, dans les hôpitaux publics, à partir du 1er décembre 2005, pour tous les travailleurs salariés un complément forfaitaire à la prime d’attractivité.

« Art. 79bis. § 1. Vanaf 1 december 2005 wordt aan alle werknemers van de openbare ziekenhuizen een forfaitair complement bij de attractiviteitspremie toegekend.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Ce complément est financé en plusieurs phases :

Dit complement wordt in verschillende fases gefinancierd :

— en 2005 : 40 EUR;

— in 2005 : 40 EUR;

— en 2006 : 170 EUR;

— in 2006 : 170 EUR;

— en 2007 : 260 EUR;

— in 2007 : 260 EUR;

— en 2008 : 380 EUR;

— in 2008 : 380 EUR;

— en 2009 : 480 EUR.

— in 2009 : 480 EUR.

35447

Pour l’année 2005, le montant est calculé en multipliant le nombre d’ETP admissibles de l’hôpital par 53,87 EUR, soit 40 EUR majorés des charges patronales.

Voor het jaar 2005 wordt het bedrag berekend door het aantal toegelaten FTE’s van het ziekenhuis te vermenigvuldigen met 53,87 EUR, dus 40 EUR verhoogd met de werkgeversbijdragen.

Pour l’année 2006, le montant est calculé en multipliant le nombre d’ETP admissibles de l’hôpital par 228,94 EUR, soit 170 EUR majorés des charges patronales (index 1er juillet 2005).

Voor het jaar 2006 wordt het bedrag berekend door het aantal toegelaten FTE’s van het ziekenhuis te vermenigvuldigen met 228,94 EUR, dus 170 EUR verhoogd met de werkgeversbijdragen (index 1 juli 2005).

Pour l’année 2007, le montant est calculé en multipliant le nombre d’ETP admissibles de l’hôpital par 350,14 UR, soit 260 EUR majorés des charges patronales (index 1er juillet 2005).






§ 2. Il est octroyé, à partir du 1er octobre 2006 pour tous les travailleurs salariés des hôpitaux privés, un complément forfaitaire à la prime d’attractivité.

§ 2. Vanaf 1 oktober 2006 wordt aan alle werknemers van de privé-ziekenhuizen een forfaitair complement bij de attractiviteitspremie toegekend.

Ce complément est financé en plusieurs phases :


— en 2006 : 195 EUR;

— in 2006 : 195 EUR;

— en 2007 : 127 EUR;

— in 2007 : 127 EUR;

— en 2008 : 128 EUR;

— in 2008 : 128 EUR;

— en 2009 : 48 EUR.

— in 2009 : 48 EUR.









Art. 79ter. § 1er. Il est octroyé, à partir du 1er janvier 2006, pour tous les travailleurs statutaires de l’hôpital un complément de pécule de vacances de telle sorte qu’il atteigne, en 2008, 92 % du traitement d’activité du mois de mars de l’année en cours.

Art. 79ter. § 1. Vanaf 1 januari 2006 wordt aan alle statutaire ziekenhuiswerknemers een aanvullend vakantiegeld toegekend, zodat dit in 2008 gelijk is aan 92 % van de activiteitswedde van de maand maart van het lopende jaar.

Ce complément est financé en plusieurs phases :


— en 2006 : paiement d’un pécule de vacances de valeur correspondant à 80 % du traitement d’activité;

— in 2006 : betaling van een vakantiegeld gelijk aan 80 % van de activiteitswedde;

— à partir de 2008 : paiement d’un pécule de vacances de valeur correspondant à 92 % du traitement d’activité.

— vanaf 2008 : betaling van een vakantiegeld gelijk aan 92 % van de activiteitswedde.

Un montant provisionnel de 3.420.463,90 EUR (index 01/01/2006) est réparti entre tous les hôpitaux publics en tenant compte du nombre total d’ETP multiplié par 40 %.

Een voorlopig bedrag van 3.420.463,90 EUR (index 01/01/2006) wordt onder alle openbare ziekenhuizen verdeeld, rekening houdende met het totaal aantal FTE’s vermenigvuldigd met 40 %.

Lors de la révision de ce montant sur base des coûts réels, les statutaires de l’ensemble des hôpitaux sont pris en considération.

Bij de herziening van dit bedrag op basis van de reële kosten wordt het statutair personeel van alle ziekenhuizen in aanmerking genomen.

Cette révision a lieu pour la dernière fois en 2008. § 2. Au 1er janvier 2007, dans les limites d’un montant de 4.500.000 EUR (index 1er juillet 2007), la sous-partie B9 des hôpitaux disposant de personnel statutaire dont le pécule de vacances, en 2005, était inférieur à 65 % du traitement d’activité du mois de mars de l’année en cours est augmentée au prorata des ETP statutaires concernés sur base du pourcentage réel appliqué à chaque ETP concerné.

Die herziening gebeurt voor de laatste keer in 2008. § 2. Op 1 januari 2007 wordt, binnen de grenzen van een bedrag van 4.500.000 EUR (index 1 juli 2007), onderdeel B9 van de ziekenhuizen die over statutair personeel beschikken waarvan het vakantiegeld in 2005 lager lag dan 65 % van de activiteitswedde van de maand maart van het lopende jaar, verhoogd naar rata van het aantal betrokken statutaire FTE’s op basis van het reële percentage dat op elke betrokken FTE werd toegepast.

35448


Les montants octroyés sont revus, pour l’année 2007, sur base du nombre réel d’ETP et du pourcentage réel de pécule de vacances appliqué.

De toegekende bedragen worden voor 2007 herzien op basis van het reële aantal FTE’s en het reële percentage vakantiegeld dat werd toegepast.

79quater. A partir du 1er janvier 2006, un budget de 3.400.000 EUR est prévu en complément de l’article 73, § 1er, pour couvrir le remplacement des absences de longue durée du personnel statutaire dans les hôpitaux publics.

79quater. Vanaf 1 januari 2006 wordt in een budget van 3.400.000 EUR voorzien ter aanvulling van artikel 73, § 1, om in de openbare ziekenhuizen de vervanging van statutair personeel dat voor lange tijd afwezig is, te dekken.

Le montant total disponible est réparti entre les hôpitaux concernés au prorata du financement accordé au 1er juillet 2005.

Het beschikbare totaalbedrag wordt onder de betrokken ziekenhuizen verdeeld naar rata van de op 1 juli 2005 toegekende financiering.

Lors de la révision de ce montant sur base des coûts réels, les statutaires de l’ensemble des hôpitaux sont pris en considération.

Bij de herziening van dit bedrag op basis van de reële kosten wordt het statutair personeel van alle ziekenhuizen in aanmerking genomen.

79quinquies. Afin de continuer à offrir de faç on durable des soins accessibles et de haute qualité, les mesures de création d’emplois suivantes sont mises en œuvre :

79quinquies. Teneinde op duurzame wijze toegankelijke en kwaliteitsvolle zorg te blijven aanbieden, worden de volgende maatregelen ingevoerd op het vlak van jobcreatie :

§ 1er. Hôpital de jour pour le patient gériatrique : er

A partir du 1 janvier 2006, il est financé 2 ETP personnel infirmier dans l’hôpital de jour pour le patient gériatrique, à concurrence de 45.881,10 EUR par ETP (index 01/01/2006). § 2. Médiation interculturelle :

§ 1. Dagziekenhuis voor de geriatrische patiënt : Vanaf 1 januari 2006 worden er 2 FTE’s verpleegkundigen gefinancierd in het dagziekenhuis voor de geriatrische patiënt ten belope van 45.881,10 EUR per FTE (index 01/01/2006). § 2. Interculturele bemiddeling

er

A partir du 1 janvier 2006, il est financé 16 ETP supplémentaires dans les hôpitaux psychiatriques et dans les hôpitaux généraux, hors services Sp, Sp palliatifs et G isolés, qui répondent aux conditions de désignation visées à l’article 78, 2°. § 3. Salles d’opérations :

Vanaf 1 januari 2006 worden 16 extra FTE’s gefinancierd in de psychiatrische ziekenhuizen en in de algemene ziekenhuizen, met uitzondering van de Sp-diensten, Sp-diensten voor palliatieve zorg en geïsoleerde G-diensten, die voldoen aan de voorwaarden van aanwijzing, bedoeld in artikel 78, 2°. § 3. Operatiezalen :

er

A partir du 1 janvier 2006, un complément de financement, à concurrence de 45.881,10 EUR (index 01/01/2006) par ETP, est octroyé aux hôpitaux généraux, hors services Sp, Sp palliatifs et G isolés, pour renforcer l’encadrement dans les blocs opératoires, à raison de :

Vanaf 1 januari 2006 wordt aan de algemene ziekenhuizen, met uitzondering van de Sp-diensten, Sp-diensten voor palliatieve zorg en geïsoleerde G-diensten, een aanvullende financiering ten belope van 45.881,10 EUR (index 01/01/2006) per FTE toegekend teneinde het personeelskader in de operatiekwartieren te versterken naar rata van :

— 0,5 ETP pour les hôpitaux pour lesquels le nombre de salles d’opérations déterminé conformément aux dispositions de l’article 46, § 3, 2°, a), a.1), est inférieur à 5 salles;

— 0,5 FTE voor de ziekenhuizen waarvoor het aantal operatiezalen, bepaald overeenkomstig de bepalingen van artikel 46, § 3, 2°, a), a.1), minder dan 5 operatiezalen bedraagt;

— 1 ETP entre 5 et 10 salles;

— 1 FTE tussen 5 en 10 operatiezalen;

— 1,5 ETP au delà de 10 salles.

— 1,5 FTE boven de 10 operatiezalen. er

Pour les hôpitaux visés à l’article 33, §§ 1 et 2, il est retenu une salle d’opérations par 25 lits agréés sous l’indice C. § 4. Renfort des équipes de nuit er

Voor de ziekenhuizen, bedoeld in artikel 33, §§ 1 en 2, wordt er één operatiezaal in aanmerking genomen per 25 erkende bedden onder kenletter C. § 4. Versterking van de nachtploegen.

A partir du 1 janvier 2007, afin de renforcer les équipes de nuit, le budget des hôpitaux psychiatriques, en ce qui concerne les lits A et A nuit, et des hôpitaux généraux, en ce qui concernent tous les lits, est augmenté d’un montant (X) correspondant à 0,5 membre de personnel infirmier ou soignant en plus par 60 lits agréés, à concurrence de 47.734,69 EUR (index 1er juillet 2007) par ETP.

Vanaf 1 januari 2007 wordt, teneinde de nachtploegen te versterken, het budget van de psychiatrische ziekenhuizen voor de A en A-nachtbedden, alsook van de algemene ziekenhuizen voor alle bedden met een bedrag (X) verhoogd, wat overeenstemt met 0,5 FTE extra verpleegkundig of verzorgend personeel per 60 erkende bedden ten belope van 47.734,69 EUR (index 1 juli 2007) per FTE.

La sous-partie B9 des hôpitaux concernés est augmentée selon le calcul suivant :

Onderdeel B9 van de betrokken ziekenhuizen wordt verhoogd overeenkomstig de volgende berekening :

X = A *(B*0,5/60)

X = A *(B*0,5/60)

où :

waarbij :

A = 47.734,69 EUR par ETP;

A = 47.734,69 EUR per FTE;

B = nombre de lits agréés de l’hôpital.

B = aantal erkende bedden van het ziekenhuis.



79sexies. Dans les limites d’un budget de 2.264.654 EUR (index 1er juillet 2007), afin de financer à partir du 1er janvier 2007, dans les hôpitaux privés, le supplément relatif aux prestations de nuit effectuées le dimanche et les jours fériés, porté de 50 à 56 %, la sous-partie B9 de ces hôpitaux est augmentée d’un montant (X) calculé comme suit :

79sexies. Binnen de grenzen van een budget van 2.264.654 EUR (index 1 juli 2007) wordt, teneinde vanaf 1 januari 2007 in de privéziekenhuizen het supplement te financieren dat van 50 op 56% is gebracht voor nachtprestaties op zondag en op feestdagen, onderdeel B9 van die ziekenhuizen verhoogd met een bedrag (X) dat als volgt wordt berekend :

X = A * B/C

X = A * B/C

où:

waarbij :

A = budget disponible de 2.264.654 EUR;


B = nombre total d’heures payées à 50 % de l’hôpital concerné, sur base des dernières données connues;

B = totaal aantal uren betaald aan 50% van het betrokken ziekenhuis op basis van de laatst bekende gegevens;


35449

C = nombre total d’heures payées à 50 % de tous les hôpitaux concernés, sur base des dernières données connues.

C = totaal aantal uren betaald aan 50% van alle betrokken ziekenhuizen op basis van de laatst bekende gegevens.

Les montants octroyés sont revus, pour l’année 2007, sur base du nombre réel d’heures de prestations de nuit du dimanche et des jours fériés. ».

De toegekende bedragen worden voor 2007 herzien op basis van het reële aantal uren nachtprestaties op zondag en op feestdagen. ».

Art. 23. Dans l’article 80 du même arrêté, il est inséré un § 4, rédigé comme suit :

Art. 23. In artikel 80 van hetzelfde besluit wordt een § 4 ingevoegd, luidend als volgt :

« § 4. En vue de couvrir les augmentations barémiques découlant de l’évolution de l’ancienneté pécuniaire, les budgets fixés en application des articles 33, § 3, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 65, 66, 67, 68, 70, 72, 73, 73bis, 74, 74bis, 74ter, 74quater, 74quinquies, 74sexies, 74septies, 75, 77, 78, 79, 79bis, 79ter, 79quater, 79quinquies et 79sexies sont augmentés à partir du 1er juillet 2007 de 0,39 %. ».

« § 4. Teneinde de baremieke verhogingen te dekken, voortvloeiend uit de evolutie van de geldelijke anciënniteit, worden de budgetten zoals bepaald in uitvoering van de artikelen 33, § 3, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 65, 66, 67, 68, 70, 72, 73, 73bis, 74, 74bis, 74ter, 74quater, 74quinquies, 74sexies, 74septies, 75, 77, 78, 79, 79bis, 79ter, 79quater, 79quinquies en 79sexies verhoogd vanaf 1 juli 2007 met 0,39 %. ».

Art. 24. L’article 83 du même arrêté est complété par un § 4 libellé comme suit :

Art. 24. Artikel 83 van hetzelfde besluit wordt met een § 4 aangevuld, luidend als volgt :

« § 4. Au 1er juillet 2007, en compensation de la perte de rentrées faisant suite à l’interdiction de facturer des suppléments de chambre à deux lits pour les patients chroniques, un montant (X) de 7.500.000 EUR (index 1er juillet 2007) est ajouté à la sous-partie C3 des hôpitaux généraux qui n’appliquent aucun supplément d’honoraires en chambre commune. Par malade chronique, on entend le patient qui souffre d’une pathologie reprise sur la liste des pathologies chroniques dans le cadre du MAF ’Malades chroniques’, ainsi que le patient qui séjourne plus de 15 fois au cours d’une année civile et le patient admis dans un service de revalidation pour une durée de séjour de minimum 45 jours.

« § 4. Op 1 juli 2007 wordt ter compensatie van het verlies aan inkomsten ingevolge het verbod om supplementen in tweepersoonskamers voor chronische patiënten te factureren, een bedrag (X) van 7.500.000 EUR (index 1 juli 2007) toegevoegd aan onderdeel C3 van de algemene ziekenhuizen die geen enkel ereloonsupplement in gemeenschappelijke kamers vragen. Met chronische patiënt bedoelt men de patiënt die lijdt aan een pathologie, opgenomen in de lijst van de chronische pathologieën in het kader van de MAF ’Chronische zieken’, alsmede de patiënt met meer dan 15 verblijven in de loop van een kalenderjaar en de patiënt die voor een verblijfsduur van minstens 45 dagen in een revalidatiedienst wordt opgenomen.

Ce montant est réparti de la manière suivante :

Dit bedrag wordt verdeeld als volgt :

X = A * B/C * D/E

X = A * B/C * D/E

où :

waarbij :

A = montant disponible de 7.500.000 EUR;


B = nombre de chambre commune de l’hôpital;

B = aantal gemeenschappelijke kamers van het ziekenhuis;

C = nombre total de chambres communes de l’ensemble des hôpitaux;

C = totaal aantal gemeenschappelijke kamers van alle ziekenhuizen;

D = nombre de malades chroniques de l’hôpital;

D = aantal chronische zieken van het ziekenhuis;

E = nombre de malades chroniques de l’ensemble des hôpitaux.

E = totaal aantal chronische zieken van alle ziekenhuizen.

Ce montant est réparti entre les hôpitaux, dont l’ensemble des médecins s’engagent, d’une manière générale, au 1er juillet 2007, à ne réclamer aucun supplément d’honoraires en chambre commune, au prorata du nombre de malades chroniques susmentionnés par hôpital. ».

Dit bedrag wordt verdeeld onder de ziekenhuizen waarvan alle artsen zich ertoe verbinden om vanaf 1 juli 2007 geen enkel ereloonsupplement meer te vragen in een gemeenschappelijke kamer, en dat naar rata van het vermelde aantal chronische zieken per ziekenhuis. ».

Art. 25. Dans l’article 92, du même arrêté, le point 10. est remplacé comme suit :

Art. 25. In artikel 92 van hetzelfde besluit wordt punt 10. vervangen als volgt :

« 10. la sous-partie B9, en ce qui concerne l’article 79bis »; Art. 26. Dans l’annexe 3 du même arrêté, sont apportées les modifications suivantes : 1° il est inséré un point 3bis., libellé comme suit :

« 10. onderdeel B9, met betrekking tot artikel 79bis »; Art. 26. In bijlage 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een punt 3bis ingevoegd, luidend als volgt :

« 3bis. Calcul d’un nombre de journées justifiées par hôpital compte tenu d’un indice de correction sociale.

« 3bis. Berekening van een aantal verantwoorde ligdagen per ziekenhuis rekening houdende met een sociale correctie-index.

La correction du nombre de journées justifiées en fonction de l’indice de correction sociale se fait à raison de 25 % au 1er juillet 2008, de 50 % au 1er juillet 2009 et de 100 % au 1er juillet 2010.

De correctie van het aantal verantwoorde ligdagen op basis van de sociale correctie-index gebeurt naar rata van 25 % op 1 juli 2008, 50 % op 1 juli 2009 en 100 % op 1 juli 2010.

3bis.1. Sources des données des variables reprises à l’annexe 17

3bis.1. Gegevensbronnen van de in bijlage 17 opgenomen variabelen

— Organismes assureurs pour les variables individuelles : âge, BIM, handicap, isolé et forfait;

— Verzekeringsinstellingen voor de individuele variabelen : leeftijd, RVV, handicap, alleenstaand en forfait;

35450


— Direction générale Statistique et Information économique du Service Public Fédéral Economie pour les variables pourcentage de déclaration inférieure à 20.000 EUR, pourcentage de propriétaires et pourcentage de logement précaire.

— Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de Federale Overheidsdienst Economie voor de variabelen, percentage van inkomensaangifte minder dan 20.000 EUR, percentage van eigenaar en percentage van precaire woning.

3bis.2. Calcul du nombre de journées justifiées en fonction de l’indice de correction sociale.

3bis.2. Berekening van het aantal verantwoorde bijdragen in functie van de sociale-correctie-index.

Un nombre de journées justifiées est calculé selon la formule suivante :

Een aantal verantwoorde dagen wordt berekend overeenkomstig de volgende formule :

Le nombre de journées justifiées en fonction de l’indice de correction sociale est réparti au prorata des journées justifiées calculées selon la méthode définie au point 3, pour les services définis aux points 3.2.1 à 3.2.4. 2° le point 6. ’Codes INAMI retenus pour l’identification de l’hospitalisation de jour réalisée (liste A)’ est remplacé par l’annexe 1 au présent arrêté; 3° le point 7. ’Codes INAMI retenus en vue de l’identification des séjours hospitaliers classiques inappropriés (liste B)’ est remplacé par l’annexe 2 au présent arrêté.

Het aantal verantwoorde dagen in functie van de sociale correctieindex wordt verdeeld a ratio van de berekende verantwoorde dagen, volgens de in punt 3, voor de in de punten 3.2.1. tot 3.2.4. gedefinieerde diensten, gedefinieerde methode. 2° punt 6. ’Weerhouden RIZIV-codes bij de identificatie van de gerealiseerde daghospitalisatie (lijst A)’ wordt vervangen door bijlage 1 bij dit besluit; 3° punt 7. ’Weerhouden RIZIV-codes bij de identificatie van de oneigenlijke klassieke ziekenhuisverblijven’ wordt vervangen door bijlage 2 bij dit besluit.

Art. 27. Dans le tableau de l’annexe 9 du même arrêté sont insérés les codes suivants :

Art. 27. In de tabel van bijlage 9 van hetzelfde besluit worden de volgende codes ingevoegd :

Nomenclature / Nomenclatuur

Code (1)

312314-312325

4

312410-312421

4

312432-312443

4

Art. 28. Dans le 1er alinéa de l’annexe 15, du même arrêté, les mots ″ l’article 76bis ″ sont remplacés par les mots ″ l’article 74bis ».

Art. 28. In het eerste lid van bijlage 15 van hetzelfde besluit worden de woorden ″artikel 76bis″ vervangen door de woorden ″artikel 74bis″.

Art. 29. Les annexes du même arrêté sont complétées par l’annexe 17 annexée au présent arrêté.

Art. 29. De bijlagen van hetzelfde besluit worden aangevuld met bijlage 17 bij dit besluit.

Art. 30. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juillet 2007, sauf l’article 6 qui produit ses effets le 1er janvier 2007, l’article 25 qui produit ses effets le 1er décembre 2005, l’article 26, 2° et 3° qui produit ses effets le 1er janvier 2006 et l’article 27 qui produit ses effets le 1er février 2004.

Art. 30. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2007, met uitzondering van artikel 6 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2007, artikel 25 dat uitwerking heeft met ingang van 1 december 2005, artikel 26, 2° et 3° dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2006 en artikel 27 dat uitwerking heeft met ingang van 1 februari 2004.





ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

Le Ministre des Affaires Sociales et de la Santé publique, R. DEMOTTE


35451

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Annexe 1re / Bijlage 1 6. CODES INAMI RETENUS POUR L’IDENTIFICATION DE

6. WEERHOUDEN RIZIV-CODES BIJ DE IDENTIFICATIE VAN DE

L’HOSPITALISATION DE JOUR REALISEE (LISTE A)

GEREALISEERDE DAGHOSPITALISATIE (LIJST A)

Code de la nomenclature — Nomenclatuurcode

220231

246610

256336

280195

287512

293370

220275

246632

256491

280534

287534

294210

220290

246654

256513

280571

287556

294232

220312

246676

256550

280674

287571

294475

220334

246772

256653

280711

287696

294615

221152

246831

256815

280755

287711

294674

227076

246912 *3

256830

280792

287755

294711

228152

246934 *3

256852

283010

287792

300252

229176

247575 *2

257390

284572

287814

300274

230613

247590 *2

257434

284911

287836

300296

232013

247612 *2

257876

285095

288094

300311

232035

247634 *2

257891

285235

288116

300333

235174

247656 *2

257994

285375

291410

310575

238114

250176

258031

285390

291970

310715

238173

250191

258053

285434

291992

310774

238195

250213

258090

285456

292014

310796

238210

251274

258112

285471

292235

310811

241150

251311

258156

285574

292574

310855

241312

251370

258171

285596

292633

310951

241091

251650

260315

285611

292736

310973

244193

253153

260470

285670

292773

310995

244311

253190

260676

285692

292795

311312

244436

253212

260691

285810

292810

311334

244473

253551

260735

285832

292832

311452

244495

253573

260794

285935

292854

311835

244554

255172

260853

285972

292891

311990

244635

255194

260875

285994

292935

312314 *1

245534

255231

260890

286112

292972

312410 *1

245571

255253

260912

286134

292994

312432 *1

245630

255592

260934

286215

293016

317214

245733

255614

260956

286230

293031

350512

245755

255695

261214

286252

293053

353253

245814

255732

261236

286296

293075

354056

245851

255776

262216

286451

293134

431056

245873

255894

262231

287350

293156

431071

246094

255916

280055

287372

293171

431513

246212

255975

280070

287431

293230

432191

246514

256115

280092

287453

293252

432213

246551

256130

280136

287475

293274

432316

246573

256174

280151

287490

293296

432434

246595

256314

293311

432692

*1 Remplace, à partir du 01/02/2004, la prestation 312152

*1 Vervangt vanaf 01/02/2004 de verstrekking 312152

*2 Ces 5 codes remplacent le 247531 à partir du 01/12/2006

*2 Deze 5 codes vervangen code 247531 vanaf 01/12/2006

35452


*3 Ajoutés à partir du 01/05/2007 Vu pour être annexé à Notre arrêté du 19 juin 2007 modifiant l’arrêté royal du 25 avril 2002 relatif à la fixation et à la liquidation du budget des moyens financiers des hôpitaux.

*3 Toegevoegd vanaf 01/05/2007 Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 juni 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen.

ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :



Annexe 2 / Bijlage 2 7. CODES INAMI RETENUS EN VUE DE L’IDENTIFICATION DES SEJOURS HOSPITALIERS CLASSIQUES INAPPROPRIES (LISTE B)

7. WEERHOUDEN RIZIV-CODES BIJ DE IDENTIFICATIE VAN DE ONEIGENLIJKE KLASSIEKE ZIEKENHUISVERBLIJVEN (LIJST B)

Code de la nomenclature — Nomenclatuurcode

220231 - 220242

246831 - 246842

258171 - 258182

285972 - 285983

293134 - 293145

220275 - 220286

246853 - 246864

260175 - 260186

285994 -286005

293156 - 293160

220290 - 220301

250176 - 250180

260315 - 260326

286112 - 286123

293230 - 293241

220312 - 220323

250191 - 250202

260676 - 260680

286134 - 286145

293252 - 293263

220334 - 220345

251274 - 251285

260691 - 260702

286215 - 286226

293274 - 293285

221152 - 221163

251370 - 251381

260735 - 260746

286230 - 286241

293311 - 293322

227076 - 227080

253190 - 253201

260794 - 260805

286252 - 286263

293370 - 293381

230613 - 230624

253551 - 253562

260890 - 260901

286296 - 286300

294210 - 294221

232013 - 232024

253573 - 253584

260912 - 260923

287350 - 287361

294232 - 294243

232035 - 232046

253654 - 253665

260934 - 260945

287372 - 287383

294615 - 294626

238114 - 238125

255172 - 255183

260956 - 260960

287431 - 287442

294674 - 294685

238151 - 238162

255194 - 255205

261214 - 261225

287453 - 287464

294711 - 294722

238173 - 238184

255231 - 255242

261236 - 261240

287475 - 287486

300252 - 300263

238195 - 238206

255253 - 255264

262231 - 262242

287490 - 287501

300274 - 300285

238210 - 238221

255592 - 255603

280055 - 280066

287512 - 287523

300296 - 300300

241150 - 241161

255614 - 255625

280070 - 280081

287534 - 287545

300311 - 300322

244311 - 244322

255695 - 255706

280092 - 280103

287556 - 287560

300333 - 300344

244436 - 244440

255732 - 255743

280136 - 280140

287571 - 287582

310575 - 310586

244473 - 244484

255754 - 255765

280151 - 280162

287696 - 287700

310715 - 310726

244495 - 244506

255776 - 255780

280195 - 280206

287711 - 287722

310774 - 310785

244576 - 244580

255894 - 255905

280534 - 280545

287755 - 287766

310855 - 310866

244591 - 244602

255916 - 255920

280571 - 280582

287792 - 287803

310951 - 310962

244635 - 244646

255975 - 255986

280674 - 280685

287814 - 287825

310973 - 310984

245114 - 245125

256115 - 256126

280711 - 280722

287836 - 287840

310995 - 311006

245534 - 245545

256130 - 256141

280755 - 280766

288094 - 288105

311312 - 311323

245571 - 245582

256174 - 256185

280792 - 280803

288116 - 288120

311334 - 311345

245630 - 245641

256314 - 256325

284572 - 284583

291410 - 291421

311452 - 311463

245733 - 245744

256336 - 256340

284911 - 284922

291970 - 291981

311835 - 311846

245755 - 245766

256491 - 256502

285095 - 285106

291992 - 292003

311990 - 312001

245770 - 245781

256513 - 256524

285110 - 285121

292014 - 292025

312314 - 312325

245792 - 245803

256550 - 256561

285235 - 285246

292633 - 292644

312410 - 312421

245814 - 245825

256653 - 256664

285375 - 285386

292736 - 292740

312432 - 312443

245851 - 245862

256815 - 256826

285390 - 285401

292773 - 292784

317214 - 317225

245873 - 245884

256830 - 256841

285434 - 285445

292810 - 292821

353253 - 353264

246094 - 246105

256852 - 256863

285456 - 285460

292832 - 292843

354056 - 354060

246514 - 246525

257390 - 257401

285471 - 285482

292891 - 292902

431056 - 431060

35453

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD 246551 - 246562

257434 - 257445

285574 - 285585

292935 - 292946

431071 - 431082

246573 - 246584

257876 - 257880

285670 - 285681

292972 - 292983

432191 - 432202

246595 - 246606

258031 - 258042

285692 - 285703

292994 - 293005

432213 - 432224

246610 - 246621

258090 - 258101

285810 - 285821

293016 - 293020

432294 - 432305

246632 - 246643

258112 - 258123

285832 - 285843

293053 - 293064

432316 - 432320

246676 - 246680

258156 - 258160

285935 - 285946

293075 - 293086

432434 - 432445 432692 - 432703

Le code 312152-312163 est supprimé à partir du 1er février 2004 Vu pour être annexé à Notre arrêté du 19 juin 2007 modifiant l’arrêté royal du 25 avril 2002 relatif à la fixation et à la liquidation du budget des moyens financiers des hôpitaux.

De code 312152-312163 wordt vanaf 1 februari 2004 afgeschaft Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 juni 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen.

ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :



Annexe 3

Bijlage 3

Annexe 17 — Définitions des variables et paramètres explicatifs du profil social de l’hôpital

Bijlage 17 — Definities van de verklarende variabelen en parameters m.b.t. het sociale profiel van het ziekenhuis

1. Sources de données :

1. Gegevensbronnen :

— les admissions dans les hôpitaux généraux fournies par les organismes assureurs;

— de opnamen in de algemene ziekenhuizen verstrekt door de verzekeringsinstellingen;

— les données socio-économiques des patients (âge, handicap, isolé, intervention majorée, forfaits maladies chroniques) fournies par les organismes assureurs;

— de socio-economische gegevens van patiënten (leeftijd, handicap, allenstand, verhoogde tussenkomst, forfaits chronische ziekten) verstrekt door de verzekeringsinstellingen;

— les données par quartier statistique (éducation, revenus logement...) fournies par la Direction générale Statistique et Information économique du Service Public Fédéral Economie.

— de gegevens, per statistische buurt (opleiding, inkomsten, woning...) verstrekt door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de Federale Overheidsdienst Economie.

1. Variables de profil social

1. Variabelen m.b.t. het sociale profiel

1.1. Variables provenant des organismes assureurs

1.1. Variabelen die afkomstig zijn van de verzekeringsinstellingen

age : nombre d’admissions pour les patients âgés de 75 ans ou plus;

leeftijd : aantal opnamen voor de patiënten van 75 jaar of ouder;

bim : nombre d’admissions pour les patients bénéficiant du MàF social via leur qualité de BIM;

rvv : aantal opnamen voor de patiënten die de sociale MAF genieten door hun hoedanigheid als RVV;

ihand : nombre d’admissions pour les patients bénéficiant du MàF social via l’intervention pour personne handicapée;

ihand : aantal opnamen voor de patiënten die de sociale MAF genieten via de tegemoetkoming voor gehandicapten;

isolé : nombre d’admissions pour les patients isolés c’est-à-dire dont le ménage MàF ne comprend qu’une seule personne (eux-mêmes);

alleenstaand : aantal opnamen voor alleenstaande patiënten, d.w.z. waarvan het MAF-gezin slechts een persoon telt (zijzelf);

forfait : nombre d’admissions pour les patients bénéficiant du forfait infirmier B ou du forfait infirmier C ou du forfait Kinésithérapeute E.

forfait : aantal opnamen voor de patiënten die het forfait B en C verpleegkundige zorg of het forfait E kinesitherapie genieten.

1.2. Variables provenant de la Direction générale Statistique et Information économique du Service Public Fédéral Economie

1.2. Variabelen die afkomstig zijn van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de Federale Overheidsdienst Economie

% déclaration < 20.000 : nombre d’admissions pour les patients habitant dans un quartier statistique dont le pourcentage de déclaration de revenu inférieur à 20.000 EUR est supérieur à la médiane pour ce quartier;

% inkomensaangifte < 20.000 : aantal opnamen voor de patiënten die in een statistische buurt wonen waarvan het percentage inkomensaangiften van minder dan 20.000 EUR hoger ligt dan het gemiddelde voor die buurt;

% propriétaire : nombre d’admissions pour les patients habitant dans un quartier statistique dont le pourcentage de propriétaire est inférieur à la médiane pour ce quartier;

% eigenaar : aantal opnamen voor de patiënten die in een statistische buurt wonen waarvan het percentage eigenaars lager ligt dan het gemiddelde voor die buurt;

% logement précaire : nombre d’admissions pour les patients habitant dans un quartier statistique dont le pourcentage de logement précaire est supérieur à la médiane pour ce quartier.

% precaire woning : aantal opnamen voor de patiënten die in een statistische buurt wonen waarvan het percentage precaire woningen hoger ligt dan het gemiddelde voor die buurt.

35454


1.3. Interactions entre ces variables

1.3. Interacties tussen die variabelen

age*bim : nombre d’admissions pour les patients

leeftijd*rvv : aantal opnamen voor de patiënten

— âgés de 75 ans ou plus et

— van 75 jaar of ouder en

— bénéficiant du MàF social via leur qualité de BIM;

— die de sociale MAF genieten door hun hoedanigheid als RVV;

ihand*isolé : nombre d’admissions pour les patients

ihand*alleenstaande : aantal opnamen voor de patiënten

— bénéficiant du MàF social via l’intervention pour personne handicapée et

— die de sociale MAF genieten via de tegemoetkoming voor gehandicapten en

— isolés;

— die alleenstaand zijn;

ihand*forfait : nombre d’admissions pour les patients

ihand*forfait : aantal opnamen voor de patiënten die

— bénéficiant du MàF social via l’intervention pour personne handicapée et

— de sociale MAF genieten via de tegemoetkoming voor gehandicapten en

— bénéficiant du forfait infirmier B ou du forfait infirmier C ou du forfait Kinésithérapeute E;

— die het forfait B en C verpleegkundige zorg of het forfait E kinesitherapie genieten;

age*ihand : nombre d’admissions pour les patients

leeftijd*ihand : aantal opnamen voor de patiënten



— bénéficiant du MàF social via l’intervention pour personne handicapée;

— die de sociale MAF genieten via de tegemoetkoming voor gehandicapten;

age*isolé : nombre d’admissions pour les patients

leeftijd*alleenstaand : aantal opnamen voor de patiënten



— isolés;


age*forfait : nombre d’admissions pour les patients

leeftijd*forfait : aantal opnamen voor de patiënten



— bénéficiant du forfait infirmier B ou du forfait infirmier C ou du forfait Kinésithérapeute E;

— die het forfait B en C verpleegkundige zorg of het forfait E kinesitherapie genieten;

% decl <20.000*age : nombre d’admissions pour les patients

% inkomensaangifte <20.000*leeftijd : aantal opnamen voor de patiënten

— habitant dans un quartier statistique dont la valeur pour la variable pourcentage de déclaration de revenu inférieur à 20.000 EUR est supérieur à la médiane pour ce quartier et

— die in een statistische buurt wonen waarvan de waarde voor de variabele percentage inkomensaangiften van minder dan 20.000 EUR hoger ligt dan het gemiddelde voor die buurt en

— âgé de 75 ans ou plus;

— die 75 jaar zijn of ouder;

% decl <20.000*ihand : nombre d’admissions pour les patients

% inkomensaangifte <20.000*ihand : aantal opnamen voor de patiënten



— bénéficiant du MàF social via l’intervention pour personne handicapée

— die de sociale MAF genieten via de tegemoetkoming voor gehandicapten;

% decl <20.000*isolé : nombre d’admissions pour les patients

% inkomensaangifte <20.000*alleenstaand : aantal opnamen voor de patiënten



— isolés;


% propriétaire*age : nombre d’admissions pour les patients

% eigenaar*leeftijd : aantal opnamen voor de patiënten

— habitant dans un quartier statistique dont la valeur pour la variable pourcentage de déclaration de revenu inférieur à 20.000 EUR est supérieur à la médiane pour ce quartier


— âgés de 75 ans ou plus

— die 75 jaar zijn of ouder

% propriétaire*bim : nombre d’admissions pour les patients

% eigenaar*rvv : aantal opnamen voor de patiënten



— bénéficiant du MàF social via leur qualité de BIM;

— die de sociale MAF genieten door hun hoedanigheid als RVV;

35455

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD % propriétaire*ihand : nombre d’admissions pour les patients — habitant dans un quartier statistique dont la valeur pour la variable pourcentage de déclaration de revenu inférieur à 20.000 EUR est supérieur à la médiane pour ce quartier et — bénéficiant du MàF social via l’intervention pour personne handicapée; % propriétaire*isolé : nombre d’admissions pour les patients — habitant dans un quartier statistique dont la valeur pour la variable pourcentage de déclaration de revenu inférieur à 20.000 EUR est supérieur à la médiane pour ce quartier et — isolés. 2. Régression multivariée de la durée de séjour compte tenu des facteurs sociaux pour l’ensemble des variables sociales.

% eigenaar*ihand : aantal opnamen voor de patiënten — die in een statistische buurt wonen waarvan de waarde voor de variabele percentage inkomensaangiften van minder dan 20.000 EUR hoger ligt dan het gemiddelde voor die buurt en — die de sociale MAF genieten via de tegemoetkoming voor gehandicapten; % eigenaar*alleenstaand : aantal opnamen voor de patiënten — die in een statistische buurt wonen waarvan de waarde voor de variabele percentage inkomensaangiften van minder dan 20.000 EUR hoger ligt dan het gemiddelde voor die buurt en — die alleenstaand zijn. 2. Multigevarieerde daling van de ligduur rekening houdende met de sociale factoren voor het geheel van de sociale variabelen

Variables / Variabelen

Coefficient / Coefficient

% déclaration < 20.000

% inkomensaangifte < 20.000

0,1042

% propriétaire

% eigenaar

0,0558

% logement précaire

% precaire woningen

0,1170

âge

leeftijd

0,1496

bim

rvv

0,1883

ihand

ihand

0,4566

isolé

alleenstaand

0,2793

forfait

forfait

0,6195

age*bim

leeftijd*bim

0,1278

ihand*isolé

ihand*alleenstaand

0,4747

ihand*forfait

ihand*forfait

-0,2912

age*ihand

leeftijd*ihand

0,9959

age*isolé

leeftijd*alleenstaand

1,0208

age*forfeit

leeftijd*forfait

0,5661

% decl < 20.000*age

% inkomensaangifte < 20.000*leeftijd

0,1655

% decl < 20.000*ihand

% inkomensaangifte < 20.000*ihand

0,1127

% decl < 20.000*isolé

% inkomensaangifte < 20.000*alleenstaand

0,1095

% propriétaire*age

% eigenaar*leeftijd

0,1355

% propriétaire*bim

% eigenaar*rvv

0,1071

% propriétaire*ihand

% eigenaar*ihand

0,2436

% propriétaire*isolé

% eigenaar*alleenstaand

0,0851

Vu pour être annexé à Notre arrêté du 19 juin 2007 modifiant l’arrêté royal du 25 avril 2002 relatif à la fixation et à la liquidation du budget des moyens financiers des hôpitaux.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 juni 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen.

ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :



35456

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

F. 2007 — 2761 [C − 2007/23058] 13 JUIN 2007. — Arrêté ministériel modifiant l’annexe de l’arrêté royal du 29 août 1997 relatif à la fabrication et au commerce de denrées alimentaires composées ou contenant des plantes ou préparations de plantes

N. 2007 — 2761 [C − 2007/23058] 13 JUNI 2007. — Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlage van het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, Vu la loi du 24 janvier 1977 relative à la protection de la santé des consommateurs en ce qui concerne les denrées alimentaires et les autres produits, notamment l’article 2; Vu l’arrêté royal du 29 août 1997 relatif à la fabrication et au commerce de denrées alimentaires composées ou contenant des plantes ou préparations de plantes, notamment l’article 4, § 6, 3°; Considérant le fait qu’il a été satisfait aux formalités prescrites par la Directive 98/34/CE du Parlement européen et du Conseil du 22 juin 1998 prévoyant une procédure d’information dans le domaine des normes et réglementations techniques et des règles relatives aux services de la société de l’information; Vu les avis de la Commission d’Avis des Préparations de Plantes, donnés le 6 avril 2004 et le 6 décembre 2006; Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l’article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l’urgence; Considérant que l’urgence se justifie étant donné la présence dans les plantes Aspidosperma spp. et Geissospermum spp. d’alcaloïdes s’intercalant au niveau de l’ADN et ayant des propriétés mutagènes et tératogènes; Arrête : er

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 2; Gelet op het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten, inzonderheid op artikel 4, § 6, 3°; Overwegende het feit dat voldaan is aan de formaliteiten voorgeschreven door de Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende de informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij; Gelet op de adviezen van de Commissie van Advies voor Plantenbereidingen, gegeven op 6 april 2004 en 6 december 2006; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat de dringende noodzaak verantwoord is omwille van de DNA-intercallerende alkaloïden met teratogene en mutagene eigenschappen die aanwezig zijn in de planten Aspidosperma spp. en Geissospermum spp.; Besluit :

re

Article 1 . Les listes 1 et 3 de l’annexe de l’arrêté royal du 29 août 1997 relatif à la fabrication et au commerce de denrées alimentaires composées ou contenant des plantes ou préparations de plantes sont modifiées conformément aux dispositions de l’annexe du présent arrêté.

Artikel 1. De lijsten 1 en 3 van de bijlage van het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten, worden gewijzigd overeenkomstig de bepalingen van de bijlage bij dit besluit.

Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.

Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Bruxelles, le 13 juin 2007.

Brussel, 13 juni 2007. R. DEMOTTE

R. DEMOTTE

Annexe

Bijlage

1° Les noms des plantes suivantes sont ajoutés à la liste 1 :

Nom scientifique — Wetenschappelijke naam

Nom franç ais — Franse naam

1° Aan lijst 1 worden de namen van de volgende planten toegevoegd : Nom néerlandais — Nederlandse naam

Limites et conditions — Beperkingen, voorwaarden

Aspidosperma spp. Geissospermum spp. 2° Le nom de la plante suivante est supprimé dans la liste 3 : Nom scientifique — Wetenschappelijke naam Aspidosperma tomentosum Martius et Zucc. Schltdl.

Nom franç ais — Franse naam

Nom néerlandais — Nederlandse naam

Quebracha

Quebracha

Vu pour être annexé à l’arrêté ministériel du 13 juin 2007.

R. DEMOTTE

2° In lijst 3 wordt de naam van de volgende plant geschrapt : Limites et conditions — Beperkingen, voorwaarden

Gezien om te worden bijgevoegd bij het ministerieel besluit van 13 juni 2007.

R. DEMOTTE


35457

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

F. 2007 — 2762 [C − 2007/11252] 27 AVRIL 2007. — Arrêté royal relatif à la gestion de l’espace de numérotation national et à l’attribution et au retrait des droits d’utilisation de numéros

N. 2007 — 2762 [C − 2007/11252] 27 APRIL 2007. — Koninklijk besluit betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers

RAPPORT AU ROI

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Sire,

Le présent arrêté vise à exécuter les différentes dispositions de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques en matière de numérotation. L’arrêté d’exécution précédent en matière de numérotation date de la fin 1997. Depuis lors, plusieurs développements sur le marché de nature technologique et réglementaire sont intervenus, parmi lesquels la percée commerciale des applications Voice over IP, l’émergence sur le marché belge des différents revendeurs de services de communications électroniques, le développement important des services payants offerts via de numéros courts SMS, l’entrée en vigueur des nouvelles directives européennes en 2003, etc. Le présent arrêté vise à inscrire les développements susmentionnés dans un cadre correct et ensuite à compléter le cadre réglementaire actuel par des dispositions dont l’expérience nous enseigne qu’elles sont utiles pour la gestion concrète de l’espace de numérotation et des plans de numérotation belges. Dans le présent arrêté, l’avis du Conseil d’Etat a été intégralement suivi. Les principales innovations apportées par le présent arrêté par rapport à l’arrêté royal du 10 décembre 1997 relatif à la gestion du plan de numérotation sont les suivantes : — une réglementation claire de la sous-allocation de la capacité de numérotation (art. 5); — l’introduction de procédures spéciales d’attribution d’une capacité de numérotation donnée, parmi lesquelles : • une procédure d’urgence (art. 21); • la désignation de numéros ayant une valeur économique particulière (art. 22 et annexe 1); • une procédure unique de souscription en vue de la réservation de numéros courts SMS et MMS (art. 31-32); • l’introduction d’une procédure de détermination de nouveaux plans de numérotation ou la modification des plans de numérotation existants (art. 36-39); — une réglementation définitive et un encadrement de l’utilisation nomade des numéros géographiques nationaux E.164 (art. 43); — l’introduction d’identités de services pour les services de numéros personnels (art. 52) et l’établissement et l’offre de réseaux d’entreprise (art. 53); — la destination des séries 17XX et 18XX pour l’offre de services d’une grande importance pour la société par les autorités et les ASBL (art. 63); — la définition d’un plan de numérotation public pour les services SMS et MMS (art. 69-74). Cet arrêté commence par déterminer un certain nombre de principes généraux, afin d’ensuite exposer plusieurs procédures en vertu desquelles les droits d’utilisation de numéros peuvent être obtenus et exercés. Ensuite, cet arrêté vise à définitivement fixer un certain nombre de plans de numérotation qui ont reç u un caractère stable depuis 1997. Il définit également les principes d’un certain nombre de nouveaux plans de numérotation, qui semblent générer une demande du marché importante ou pour lesquels il existe une volonté politique de les déterminer au niveau réglementaire dans l’intérêt général. Ensuite il est profité de l’occasion pour fixer au niveau réglementaire un certain nombre de dispositions européennes en matière de maintenance et de contrôle de la numérotation. Une dernière partie importante du présent arrêté traite des redevances pour l’obtention et l’exercice de droits d’utilisation des numéros qui sont mises à jour à certains niveaux.

Dit besluit heeft tot doel uitvoering te geven aan verscheidene bepalingen van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie inzake nummering. Het vorige uitvoeringsbesluit inzake nummering dateert van eind 1997. Sedertdien zijn er verschillende technologische, regelgevende en marktontwikkelingen tussengekomen, waaronder de commerciële doorbraak van Voice over IP toepassingen, de komst op de Belgische markt v a n v e r s c h i l l e n d e d o o r v e r k o p e r s v a n e l e k t ro n i s c h e communicatiediensten, de sterke ontwikkeling van betalende diensten aangeboden via SMS korte nummers, de inwerkingtreding van nieuwe Europese richtlijnen in 2003, enz. Dit besluit beoogt bovenstaande ontwikkelingen in een correct kader te plaatsen en verder het huidige reglementair kader aan te vullen met bepalingen waarvan de ervaring leert dat ze nuttig zijn voor het concrete beheer van de Belgische nummeringsruimte en nummerplannen. In onderhavig besluit werd het advies van de Raad van State integraal gevolgd. De belangrijkste innovaties die dit besluit aanbrengt ten opzichte van het koninklijk besluit van 10 december 1997 betreffende het beheer van het Belgische nummeringsplan zijn : — een duidelijke regeling voor de suballocatie van nummercapaciteit (art. 5); — de invoering van bijzondere procedures voor de toekenning van bepaalde nummercapaciteit, waaronder : • een spoedprocedure (art. 21); • de aanwijzing van nummers met een bijzondere economische waarde (art. 22 en bijlage 1); • een eenmalige procedure van voorintekening met het oog op de reservatie van SMS en MMS korte nummers (art. 31-32); • de invoering van een procedure voor het vaststellen van nieuwe nummerplannen of het wijzigen van bestaande nummerplannen (art. 36-39); — een definitieve regeling en omkadering van het nomadisch gebruik van geografisch nationale E.164 nummers (art. 43); — de invoering van dienstidentiteiten voor persoonlijke nummerdiensten (art. 52) en het opzetten en aanbieden van bedrijfsnetwerken (art. 53); — de bestemming van de 17XX- en 18XX-reeksen voor het aanbieden van diensten van groot maatschappelijk belang door overheden en VZW’s (art. 63); — de definitie van een publiek nummerplan voor SMS en MMS diensten (art. 69-74). Dit besluit begint met het bepalen van een aantal algemene principes, om vervolgens verschillende procedures uiteen te zetten volgens dewelke gebruiksrechten voor nummers kunnen verkregen en uitgeoefend worden. Verder heeft dit besluit de bedoeling een aantal nummerplannen die sedert 1997 een stabiel karakter gekregen hebben definitief vast te leggen. Tevens worden de principes gedefinieerd voor een aantal nieuwe nummerplannen, waarvoor er veel marktvraag lijkt te zijn of waarvoor er een politieke wil is om ze in het algemeen belang op reglementair niveau vast te leggen. Daarnaast wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal Europese voorschriften inzake de handhaving en controle op het vlak van nummering vast te leggen op reglementair niveau. Een laatste belangrijk deel van dit besluit handelt over de heffingen voor het verkrijgen en uitoefenen van gebruiksrechten voor nummers, die op bepaalde vlakken geüpdatet worden.

Commentaire article par article L’article 1er contient les définitions nécessaires à une bonne compréhension du présent arrêté. L’article 1er, 1°, définit le concept du plan de numérotation qui occupe une place centrale en matière de numérotation. Les plans de numérotation sont étroitement liés à l’architecture des réseaux de communications électroniques étant donné qu’ils touchent aux systèmes d’identification afin de relier les utilisateurs finals entre-eux et qu’ils sont soutenus par les différentes technologies et systèmes.

Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 bevat de definities die noodzakelijk zijn voor een goed begrip van dit besluit. Artikel 1, 1°, definieert het op het vlak van de nummering centrale begrip van het nummerplan. Nummerplannen zijn sterk verbonden met de architectuur van elektronische-communicatienetwerken aangezien ze de identificatiesystemen aanreiken om eindgebruikers met elkaar te verbinden en worden ondersteund door verschillende technologieën en systemen.

35458


Un numéro donne accès à l’utilisateur final aux services de communications électroniques. Le développement d’un plan de numérotation efficace constitue donc un facteur déterminant important pour la qualité et le succès des services de communications électroniques. Il peut contenir des informations sur les caractéristiques du service (ex. communication mobile) et donner un ordre de grandeur du coût d’une communication. L’acceptation du concept de numéro est large dans l’arrêté, à savoir tout signe ou ensemble de signes servant à identifier des utilisateurs finals de réseaux de communications électroniques (y compris l’Internet) ou éléments de réseau afin d’établir des communications. Certaines catégories de numéros sont un bien rare. Cela est certainement le cas si on tient compte des frais énormes entraînés par les modifications de numéros. L’IBPT doit veiller à ce que cette ressource rare soit utilisée le plus efficacement possible. Les plans de numérotation doivent être régulièrement adaptés afin de permettre de nouveaux services et de continuer à approvisionner la réserve de numéros, si nécessaire. Les acteurs du marché doivent avoir un accès transparent et non-discriminatoire aux numéros du plan de numérotation tant sur le plan qualitatif que quantitatif. La convivialité des plans de numérotation est primordiale pour les utilisateurs finals. L’inscription dans l’harmonisation européenne est tout à fait approriée dans ce cadre. Un plan de numérotation est rendu le plus neutre possible sur le plan technologique afin que différentes solutions techniques visant à offrir les mêmes services soient traitées de la même manière. Les opérateurs peuvent ainsi implémenter les dernières technologies sans que l’utilisateur final n’en subisse les effets. Nous sommes de plus en plus confrontés à la convergence, entre autres au niveau technologique, ce qui signifie concrètement que les différents réseaux spécialisés sont remplacés par un réseau qui soutient toutes les applications en se basant sur le Protocole Internet. Par conséquent, les frontières entre des services traditionnellement fortement séparés comme par exemple les communications fixes et mobiles s’estompent. En outre, la couche de transport est séparée de la couche de services de sorte que la fonction du routage de par exemple les numéros E.164 disparaît et que les numéros sont de plus en plus séparés des opérateurs auxquels ils ont été initialement attribués. Le système DNS peut être utilisé à cet effet. Enfin, il est souligné qu’il n’est pas nécessaire que l’Institut belge des services postaux et des télécommunications gère lui-même tous les plans de numérotation, tant que les préoccupations d’une gestion ouverte, honnête, transparente, non-discriminatoire visant une continuité suffisante sont garanties. Il est important de signaler qu’un numéro, au sens de l’article 1er, 3°, peut également être un nom comme ’A’ ou ’B’, d’où la reprise du ’signe’ dans la définition à côté d’un ensemble de signes. Le fait qu’un numéro soit utilisé pour identifier un client est inhérent à la définition (cf. le passage « qui sont utilisés pour identifier les utilisateurs ou les opérateurs de réseaux et de services de communications électroniques »). En outre un numéro peut également avoir une fonction de routage (cfr. le passage « pour établir une communication électronique sur cette base »). Le préfixe, défini à l’article 1er, 5°, est un concept qui est surtout important dans le cadre de la détermination du plan de composition des numéros, défini à l’article 1er, 6°. Les préfixes les plus connus sont le ’0’ des préfixes géographiques belges et des numéros non géographiques nationaux (le ’0’ des 0800, 0900, etc.) et le ’00’ qui doit en principe être formé afin d’établir un appel international. Toutefois, rien n’empêche de définir les préfixes d’une autre forme (ex. avec d’autres chiffres). La nomadicité est un concept qui est défini pour la première fois au niveau réglementaire à l’article 1er, 14°, dans le secteur des communications électroniques en Belgique. La nomadicité a pour conséquence que la fourniture d’un service de communications électroniques n’est pas liée à une position physique ou à un raccordement déterminé chez un opérateur déterminé. Ainsi, des services de communications électroniques peuvent être fournis par des opérateurs différents de ceux qui contrôlent l’accès – tant fixe que mobile – à l’utilisateur final. Ce qui est rendu possible par la séparation de la couche de transport et de services (voir plus haut). La définition d’un service payant via un réseau de communications électroniques, proposée à l’article 1er, 15°, est une définition qui tente de comprendre de manière plus précise ce que représente un ’service infokiosque’ dans le secteur. La définition utilise des éléments issus de la définition d’un ’service offert par le biais de télécommunications’, repris dans le Code de conduite relatif à l’offre de certains services par le biais de télécommunications qui a été établi par Belgacom et un

Een nummer geeft voor de eindgebruiker toegang tot elektronischecommunicatiediensten. Daarom is de ontwikkeling van een efficiënt nummerplan een belangrijke bepalende factor voor de kwaliteit en het succes van elektronische-communicatiediensten. het kan informatie bevatten over de karakteristieken van de dienst (vb. mobiele communicatie) en een grootte-orde geven over de kostprijs van een gesprek. In het besluit wordt het begrip nummer breed opgevat, namelijk elk teken of geheel van tekens dat dient om eindgebruikers van elektronischecommunicatienetwerken (met inbegrip van het Internet) of netwerkelementen te identificeren om communicaties tot stand te brengen. Sommige nummercategorieën zijn een schaars goed. Dit is zeker het geval als men rekening houdt met de enorme kosten die nummerwijzigingen met zich brengen. Het BIPT moet ervoor zorgen dat deze schaarse hulpbron zo efficiënt mogelijk wordt aangewend. Regelmatig moeten nummerplannen worden aangepast om nieuwe diensten mogelijk te maken en om de nummervoorraad indien nodig verder aan te vullen. De marktactoren moeten zowel op kwalitatief als kwantitatief vlak een transparante en niet-discriminerende toegang krijgen tot nummers in het nummerplan. Voor eindgebruikers is de gebruiksvriendelijkheid van nummerplannen primordiaal. Het inschrijven in de Europese harmonisatie past hierin volledig. Een nummerplan wordt zo technologie neutraal mogelijk gemaakt zodat verschillende technische oplossingen om dezelfde diensten aan te bieden op dezelfde manier worden behandeld. Hierdoor kunnen operatoren nieuwere technologieën implementeren zonder dat er een impact is op de eindgebruiker. Meer en meer wordt men geconfronteerd met convergentie, onder ander op technologisch niveau, wat concreet betekent dat de verschillende gespecialiseerde netwerken worden vervangen door een netwerk dat alle toepassingen ondersteunt, gebaseerd op het Internet Protocol. Hierdoor vervagen de grenzen tussen traditioneel sterk gescheiden diensten zoals bijvoorbeeld vaste- en mobiele communicatie. Daarnaast wordt de transportlaag gescheiden van de dienstenlaag zodat de routeringsfunctie van bijvoorbeeld E.164 nummers verdwijnt en nummers meer en meer worden losgekoppeld van de operatoren waaraan ze origineel werden toegewezen. Het DNS systeem kan worden gebruikt om dit te realiseren. Tot slot wordt opgemerkt dat het niet noodzakelijk is dat het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie alle nummerplannen zelf beheert, zolang de bezorgdheden van een open, eerlijk, transparant, niet-discriminerende beheer met oog op voldoende continuïteit worden gewaarborgd. Belangrijk te vermelden is dat een nummer, in de zin van artikel 1, 3°, ook een naam zoals ’A’ of ’B’ kan zijn, vandaar de opname van ’teken’ in de definitie naast een geheel van tekens. Inherent aan de definitie is dat een nummer gebruikt wordt om een klant te identificeren (cfr. de passage « die worden gebruikt om gebruikers of operatoren van elektronische-communicatiediensten en –netwerken te identificeren »). Daarnaast kan een nummer ook een routeringsfunctie hebben (cfr. de passage « om op basis hiervan elektronische communicatie tot stand te brengen. »). De prefix, gedefinieerd in artikel 1, 5°, is een concept dat vooral van belang is in het kader van het vaststellen van het kiesplan, gedefinieerd in artikel 1, 6°. De bekendste prefixen zijn de ’0’ van de Belgische geografische zonenummers en van de nationale niet-geografische nummers (de ’0’ van 0800, 0900, enz.) en de ’00’ die in principe gevormd moet worden om een internationale oproep tot stand te brengen. Niets belet echter om prefixen van een andere vorm (bv. met andere cijfers) te definiëren. Nomadiciteit is een concept dat in artikel 1, 14°, voor het eerst in de sector van de elektronische communicatie in België op reglementair niveau wordt gedefinieerd. Nomadiciteit maakt dat het leveren van een elektronische-communicatiedienst niet verbonden is aan een welbepaalde fysieke locatie of aansluiting bij een welbepaalde operator. Zo kunnen elektronische-communicatiediensten worden geleverd door operatoren die verschillend zijn van diegenen die de toegang – zowel vast als mobiel – controleren tot de eindgebruiker. Dit wordt mogelijk gemaakt door de scheiding van de transport- en dienstenlaag (zie hierboven). De definitie van een betalende dienst via een elektronischecommunicatienetwerk, voorgesteld in artikel 1, 15°, is een definitie die tracht op een meer accurate wijze te vatten wat in de sector bekend staat als een ’infokioskdienst’. De definitie maakt gebruik van elementen uit de definitie van een ’dienst aangeboden via telecommunicatie’, opgenomen in de Gedragscode betreffende het aanbod van bepaalde diensten via telecommunicatie die door Belgacom en een aantal

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD certain nombre d’opérateurs de services de communications électroniques fournis en position déterminée. Un service payant par le biais ’d’un réseau de communications électroniques est souvent désigné par premium rate service’ en anglais. Les VPN, dont une définition est donnée à l’article 1er, 18°, simulent en fait un réseau privé sur une infrastructure publique. Les abonnés peuvent avoir accès à ce service à caractère privé par le biais de réseaux publics commutés comme PSTN, ISDN, GSM, Internet ou des réseaux non commutés. La définition de MMS fixée à l’article 1er, 20°, n’a pas pour but de s’étendre aux e-mails sur l’Internet public étant donné que les plans de numérotation pour celui-ci ne sont pas fixés dans le présent arrêté. L’article 2 définit un certain nombre de principes de base généraux concernant l’attribution de droits d’utilisation pour la capacité de numérotation. La Belgique poursuit la pratique suivie à ce jour d’une procédure en deux étapes. La procédure consistant à réserver d’abord la capacité, de l’attribuer ensuite, puis éventuellement de la retirer si les conditions prévues ne sont plus remplies, permet aux demandeurs de capacité de numérotation d’anticiper de manière flexible leurs besoins de numérotation lors de leur planification commerciale dans un secteur en mutation constante. Cette méthode est également utilsée à très large échelle à l’étranger. L’article 2 implique également que pour des raisons d’objectivité, de transparence et de non-discrimination, une attribution des droits d’utilisation pour la capacité de numérotation n’est pas possible sans un plan de numérotation précédemment fixé. Dans le cas d’ISPC ou de NSPC, une répartition en identités de service ″n’est pas pertinente″ étant donné que ces plans de numérotation ne remplissent pas de fonction d’identification de l’utilisateur final. L’article 4 définit quelles sont les personnes pouvant demander de la capacité de numérotation et exercer des droits d’utilisation en rapport avec cette capacité. En théorie, il serait logique que l’Institut attribue directement la capacité de numérotation à chaque utilisateur final individuel et que cet utilisateur final s’adresse à un opérateur de son choix qui implémente ensuite le numéro. Cette solution est trop onéreuse et irréalisable d’un point de vue opérationnel pour l’IBPT et engendrerait des coûts supplémentaires pour les opérateurs. C’est pourquoi, traditionnellement, les opérateurs reç oivent de gros blocs de numéros et dans ces blocs de numéros, ils attribuent des numéros individuels aux utilisateurs finals. Ce principe est traduit à l’article 4, 1°, et l’article 6. Les problèmes pratiques cités ci-dessus n’interviennent toutefois pas pour les services visés à l’article 4, 2°, soit parce que le nombre de fournisseurs de ces services est limité, soit parce que le passage à un autre opérateur se fait via un reroutage à la demande expresse du titulaire du numéro et non via le mécanisme de la portabilité du numéro, soit parce qu’un autre modèle d’interconnexion est utilisé. Dans ces cas, la capacité de numérotation peut être attribuée directement à d’autres personnes que les opérateurs. L’article 5 précise dans quels cas et dans quelles conditions la capacité de numérotation attribuée par l’Institut à une entreprise peut être régulièrement reprise par une autre entreprise et/ou dans quelles conditions d’autres personnes que le demandeur peuvent exercer certains droits d’utilisation relatifs à la capacité de numérotation concernée. Le premier paragraphe de l’article 5 permet dans certaines conditions la mise en possession de numéros géographiques et non géographiques, y compris les numéros mobiles. La mise en possession a lieu uniquement entre opérateurs (voir le renvoi à l’article 4, 1°). L’attribution secondaire de numéros ou de blocs de numéros par les opérateurs à, par exemple, des prestataires de services payants via des réseaux de communications électroniques ne doit donc plus se faire via cette procédure, étant donné que ces derniers ne sont pas des opérateurs. Le mécanisme de mise en possession doit permettre principalement aux opérateurs débutants et petits opérateurs de disposer plus facilement et de manière rentable d’une capacité de numérotation adaptée. La mise en possession (également appelée « sous-allocation ») s’inspire de la « mise à disposition à un opérateur tiers » en France, à la différence que (1), pour des raisons pratiques, il n’est pas estimé souhaitable que la mise en possession soit notifiée à l’Institut avant la conclusion du contrat, (en d’autres mots, les parties peuvent terminer leurs négociations commerciales sans attendre l’autorisation de l’Institut; mais la mise en possession ne peut évidemment pas avoir lieu, tant que l’Institut n’a pas accepté la notification) et (2) que la personne mise en possession reç oive plus de droits que dans le plan de numérotation franç ais. La mise en possession a pour conséquence que la personne

35459

operatoren van elektronische-communicatiediensten geleverd op een vaste locatie is opgesteld. Een betalende dienst via een elektronischecommunicatienetwerk wordt in het Engels vaak aangeduid met een ’premium rate service’. VPN’s, waarvan een definitie gegeven wordt in artikel 1, 18°, simuleren in feite een privaat netwerk op openbare infrastructuur. Via geschakelde openbare netwerken zoals PSTN, ISDN, GSM, Internet of niet-geschakelde netwerken kunnen de abonnees toegang krijgen tot deze dienst met een privaat karakter. De definitie van MMS, vastgelegd in artikel 1, 20°, heeft niet de bedoeling zich uit te strekken tot e-mails op het publieke Internet, vermits de nummerplannen hiervoor niet vastgelegd worden in dit besluit. Artikel 2 legt een aantal algemene basisprincipes vast inzake de toekenning van gebruiksrechten voor nummercapaciteit. België zet de tot nu toe gevolgde praktijk van een tweestapsprocedure verder. De procedure om eerst capaciteit te reserveren, daarna toe te wijzen en eventueel als aan de opgelegde voorwaarden niet meer wordt voldaan, in te trekken, stelt aanvragers van nummeringscapaciteit ertoe in staat op flexibele wijze te anticiperen op hun nummerbehoeften bij hun commerciële planning, in een uiterst snel wijzigende omgeving. Deze methode wordt ook op zeer ruime schaal gebruikt in het buitenland. Artikel 2 impliceert eveneens dat om redenen van objectiviteit, transparantie en non-discriminatie, een toekenning van gebruikrechten voor nummercapaciteit niet kan zonder een voorafgaand vastgelegd nummerplan. Ingeval van ISPC’s of NSPC’s, is een opdeling in dienstidentiteiten « niet relevant », vermits deze nummerplannen geen functie van identificatie van de eindgebruiker vervullen. In artikel 4 wordt omschreven wie recht heeft om nummercapaciteit aan te vragen en gebruiksrechten met betrekking tot die capaciteit uit te oefenen. In theorie zou het logisch zijn dat het Instituut rechtstreeks nummercapaciteit toekent aan iedere individuele eindgebruiker en dat deze eindgebruiker zich richt tot een operator naar keuze die het nummer vervolgens implementeert. Dit is operationeel te duur en onuitvoerbaar voor het BIPT en zou bijkomende kosten veroorzaken voor de operatoren. Daarom is het traditioneel zo dat operatoren grote nummerblokken krijgen en uit deze nummerblokken individuele nummers toekennen aan eindgebruikers. Dit principe wordt vertaald in artikel 4, 1°, en artikel 6. Hoger vermelde praktische problemen spelen echter niet ten aanzien van de diensten, vermeld in artikel 4, 2°, hetzij omdat het aantal aanbieders van die diensten beperkt is in aantal, hetzij omdat de overgang naar een andere operator verloopt via een herroutering op uitdrukkelijke aanvraag van de houder van het nummer en niet via het mechanisme van de nummeroverdraagbaarheid, hetzij omdat er een ander interconnectiemodel wordt gehanteerd. In die gevallen kan nummercapaciteit rechtstreeks aan andere personen dan operatoren worden toegekend. Artikel 5 preciseert in welke gevallen en onder welke voorwaarden nummercapaciteit die door het Instituut toegekend is aan één onderneming op regelmatige wijze overgenomen kan worden door een andere onderneming en/of onder welke voorwaarden andere personen dan de aanvrager bepaalde gebruiksrechten met betrekking tot de betrokken nummercapaciteit kunnen uitoefenen. De eerste paragraaf van artikel 5 maakt onder bepaalde voorwaarden de inbezitstelling van geografische en niet-geografische nummers, met ingebrip van mobiele nummers, mogelijk. Inbezitstelling speelt zich enkel af tussen operatoren (zie de verwijziging naar artikel 4, 1°). Het verrichten van een secundaire toewijzing van nummers of nummerblokken door operatoren aan bijvoorbeeld aanbieders van betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken dient dus niet te gebeuren via deze procedure, nu deze laatsten geen operatoren zijn. Het mechanisme van inbezitstelling moet hoofdzakelijk opstartende en kleinere operatoren in de gelegenheid stellen om op een vereenvoudigde en kostenefficiënte manier gepaste nummercapaciteit ter beschikking te krijgen. De inbezitstelling (soms ook « suballocatie » genoemd) is geïnspireerd op de « mise à disposition à un opérateur tiers » in Frankrijk, met dit verschil dat (1) het, om praktische redenen, niet wenselijk wordt geacht dat de inbezitstelling voorafgaand aan de contractssluiting aan het Instituut wordt aangemeld (partijen mogen met andere woorden hun commerciële onderhandelingen afronden zonder een fiat van het Instituut af te wachten; de inbezitstelling kan uiteraard niet uitgevoerd worden, zolang het Instituut de notificatie niet heeft aanvaard) en (2) dat de inbezitgestelde meer rechten krijgt dan in het Franse nummerplan. De inbezitstelling heeft tot gevolg dat de inbezitgestelde bepaalde contractueel vastgelegde rechten krijgt met

35460


mise en possession se voit attribuer certains droits fixés contractuellement pour ce qui est de la capacité de numérotation en question. Au niveau des obligations spécifiques à la numérotation, le titulaire initial de la capacité de numérotation reste responsable du respect des obligations du présent arrêté qui ne sont pas spécifiquement liées à la relation entre l’utilisateur final et l’opérateur (ce qui implique par exemple le paiement des droits annuels fixés dans le présent arrêté). Les obligations à propos desquelles la personne mise en possession peut être interpellée concernent le contrôle de l’attribution des numéros aux utilisateurs finals, le respect des obligations en matière de portabilité des numéro vis-à-vis de l’abonné, la garantie de l’authenticité de l’identification de la ligne appelante et l’attribution des numéros à l’utilisateur final conformément aux principes du plan de numérotation.

betrekking tot de nummercapaciteit in kwestie. Qua nummeringspecifieke verplichtingen blijft de oorspronkelijke houder van de nummercapaciteit verantwoordelijk voor de naleving van de verplichtingen van dit besluit die niet specifiek te maken hebben met de relatie tussen de eindgebruiker en de operator (daaronder valt bijvoorbeeld de betaling van de in dit besluit bepaalde jaarlijkse rechten). Verplichtingen waarop de inbezitgestelde kan aangesproken worden betreffen de controle op de toewijzing van de nummers aan de eindgebruikers, het naleven van de verplichtingen inzake nummeroverdraagbaarheid ten aanzien van de abonnee, het garanderen van de authenticiteit van de identificatie van de oproepende lijn en de toewijzing van de nummers aan de eindgebruiker conform de principes van het nummerplan.

La condition 1° de l’article 5, § 1er implique non seulement que la capacité de numérotation concernée sous-allouée ne peut pas être retirée mais également que la sous-allocation de numéros issus de blocs de numéros réservés pas encore utilisés n’est pas possible.

Voorwaarde 1° van artikel 5, § 1 impliceert niet alleen dat de betrokken nummercapaciteit die gesuballoceerd wordt niet ingetrokken mag zijn maar ook dat de suballocatie van nummers uit gereserveerde, nog niet in gebruik genomen nummerblokken niet mogelijk is.

La condition 5° de l’article 5, § 1er, stipulant que la personne mise en possession doit utiliser le réseau mis à disposition par le titulaire initial a pour but de garantir la gérabilité du routage des appels vers des numéros sous-alloués. Si la personne mise en possession pouvait faire aboutir les appels vers des numéros sous-alloués sur un autre réseau que celui du titulaire initial, cela impliquerait pour les opérateurs interconnectés que ceux-ci doivent établir différents routages par bloc de numéros attribué, ce qui est difficilement gérable d’un point de vue technique et serait onéreux. Cette exigence n’empêche pas que la personne mise en possession peut faire appel, pour le trafic sortant, à un autre opérateur que l’opérateur qui est le titulaire initial du bloc de numéros dans lequel la mise en possession a eu lieu.

Voorwaarde 5° van artikel 5, § 1, stellende dat de inbezitgestelde voor binnenkomende oproepen het netwerk moet gebruiken dat ter beschikking wordt gesteld door de oorspronkelijke houder heeft tot doel de routering van oproepen naar de gesuballoceerde nummers beheerbaar te houden. Indien de inbezitgestelde de oproepen naar gesuballoceerde nummers zou kunnen laten toekomen op een ander netwerk dan dat van de oorspronkelijke houder, dan zou dit voor geïnterconnecteerde operatoren inhouden dat deze verschillende routeringen per toegewezen nummerblok moeten uitwerken, wat op technisch vlak moeilijk beheersbaar en kostelijk zou zijn. Deze vereiste belet niet dat de inbezitgestelde voor uitgaand verkeer beroep kan doen op een andere operator dan de operator die de oorspronkelijke houder is van het nummerblok waarbinnen de inbezitstelling heeft plaatsgevonden.

Les réglementations administratives reprises dans les autres parties de cet article visent à éviter tout malentendu entre les parties concernées, y compris l’Institut, concernant le fait et la portée de la mise en possession.

De administratieve regelingen die in de andere onderdelen van dit artikel opgenomen zijn beogen ertoe bij te dragen dat er tussen de betrokken partijen, met inbegrip van het Instituut, geen misverstanden bestaan omtrent het feit en de draagwijdte van de inbezitstelling.

Le paragraphe 3 règle la situation du transfert de l’ensemble de la capacité de numérotation qu’un opérateur ou un prestataire de services visé à l’article 4, 2°, a reç u de l’Institut à la demande de cet opérateur ou de ce prestataire de services.

Paragraaf 3 regelt de situatie van de overdracht van het geheel van de nummercapaciteit die een operator of leverancier van diensten bedoeld in artikel 4, 2° van het Instituut heeft verkregen, op verzoek van die operator of dienstenleverancier.

Les conditions liées au transfert de capacité de numérotation dans son ensemble visent principalement à freiner le commerce de droits de numérotation (en particulier à des fins spéculatives et par des sociétés-écrans ou non).

De voorwaarden die gekoppeld worden aan de overdracht van nummercapaciteit in zijn geheel beogen voornamelijk de handel in nummerrechten (in het bijzonder voor speculatieve doeleinden en al dan niet door schermvennootschappen) aan banden te leggen.

L’article 6 octroie la compétence aux opérateurs d’attribuer des numéros individuels issus de la capacité de numérotation qui leur est attribuée en bloc. Ceux qui peuvent obtenir une telle sous attribution sont tout d’abord les utilisateurs finals pour leurs propres besoins de communications, mais il peut également s’agir de prestataires de services payants via des réseaux de communications électroniques ou des prestataires d’accès à l’Internet, à savoir les utilisateurs au sens de l’article 2, 12°, de la loi du 13 juin 2005.

Artikel 6 geeft de bevoegdheid aan operatoren om uit de nummercapaciteit die hen in blok is toegewezen individuele nummers toe te wijzen. Diegenen die een dergelijke verdere toewijziging kunnen verkrijgen zijn in de eerste plaats eindgebruikers voor hun eigen communicatiebehoeften, maar het kan ook gaan om aanbieders van betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken of aanbieders van internettoegang, zijnde gebruikers in de zin van artikel 2, 12° van de wet van 13 juni 2005.

L’article 7 vise à garantir le choix de l’appelant ainsi qu’une concurrence loyale. Lorsque le numéro que l’appelant souhaite atteindre n’est pas proposé par son opérateur, aucun mécanisme ne peut être mis en oeuvre pour dévier l’appelant vers un service concurrent avec lequel l’opérateur concerné a en fait des liens commerciaux. Dans cette situation, l’appelant ne peut pas davantage être dévié vers un service de renseignements donné. Ces exigences ne sont pas d’application lorsque le client appelle un numéro erroné ou non existant. Dans ce cas, un message d’interception reprenant tous les services de renseignements disponibles peut être utilisé.

Artikel 7 beoogt de keuze van de oproeper en een eerlijke mededinging te vrijwaren. Wanneer het nummer dat de oproeper wenste te bereiken niet door zijn operator wordt aangeboden mogen er geen mechanismen in werking gesteld worden waarbij de oproeper gedevieerd wordt naar een concurrerende dienst waarmee de betrokken operator wel commerciële banden heeft. Evenmin mag de oproeper in die situatie gedevieerd worden naar een welbepaalde inlichtingendienst. Deze vereisten zijn niet van toepassing wanneer de klant een verkeerd of niet bestaand nummer oproept. In dat geval mag een onderscheppingsbericht afgespeeld worden dat alle beschikbare inlichtingendiensten dient te vermelden.

L’article 9 tire un certain nombre de conclusions de la nature intrinsèque de l’attribution de la capacité de numérotation. Selon l’avis du Conseil d’Etat, section de législation du 29 septembre 1997, préalable à l’arrêté royal du 10 décembre 1997 relatif à la gestion du plan de numérotation, l’attribution de la capacité de numérotation est une autorisation administrative d’utiliser un certain nombre de numéros pour l’exploitation d’un service de communications électroniques donné. Il va dès lors de soi que cette capacité d’attribution ne peut faire l’objet d’un droit de propriété quel qu’il soit. La circonstance que le bénéficiaire peut, à son tour, attribuer une certaine partie de sa capacité de numérotation à ses clients, éventuellement contre paiement, ne modifie pas la nature de son droit puisque, par définition le droit d’utiliser une capacité de numérotation consiste à attribuer ces numéros à des utilisateurs.

Artikel 9 trekt een aantal gevolgtrekkingen uit de intrinsieke aard van de toekenning van nummercapaciteit. Volgens het advies van de Raad van State, afdeling wetgeving van 29 september 1997, voorafgaand aan het koninklijk besluit van 10 december 1997 betreffende het beheer van het nummeringsplan is de toekenning van een nummeringscapaciteit een administratieve machtiging om gebruik te maken van een aantal nummers voor de exploitatie van een welbepaalde elektronische-communicatiedienst. Het ligt dus voor de hand dat op die toegewezen capaciteit niet enig eigendomsrecht toepasselijk kan zijn. De omstandigheid dat de begunstigde op zijn beurt een bepaald gedeelte van zijn nummeringscapaciteit aan zijn cliënten mag toewijzen, eventueel tegen betaling, wijzigt de aard van zijn recht niet, aangezien het recht om een nummeringscapaciteit te gebruiken per definitie bestaat in het toewijzen van die nummers aan gebruikers.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Cette ″sous-attribution″ n’entraîne pas de ″cession″ ou de ″transfert″ du droit attribué par l’Institut au demandeur, ce dernier restant le titulaire de son autorisation administrative d’attribuer ou de retirer à des utilisateurs le ou les numéros faisant partie de sa capacité de numérotation. La Section 1ère du Chapitre III, constituée par les articles 10 à 20, règle les procédures standards applicables à toutes les demandes de numéros. La Section 2 règle quelques procédures spéciales dont certains points s’écartent des procédures générales. L’objectif poursuivi est que les matières non réglementées par les procédures spéciales de la section 2 soient contrôlées par les passages pertinents des procédures générales décrites à la section 1ère. L’article 10 décrit le mode d’introduction d’une demande de réservation de capacité de numérotation, les critères d’évaluation dont l’Institut tiendra compte lors de son examen technique et les conséquences d’une réservation attribuée. Les informations demandées à l’article 10, § 1er, alinéa 2, sont traitées de manière strictement confidentielle par l’Institut et sont limitées aux éléments pertinents nécessaires à l’examen de la demande. L’article 13 règle la situation où plusieurs demandes sont exécutées pour la même capacité de numérotation. Celle-ci est attribuée prioritairement au bénéficiaire de droits primaires. Ce n’est qu’au moment où celui-ci y renonce volontairement ou sur ordre de l’Institut, à la suite d’un non-respect des règles, que la capacité de numérotation peut être attribuée au bénéficiaire de droits secondaires. Le même principe est d’application pour les droits tertiaires et suivants. Cette disposition vise à donner au demandeur la possibilité d’obtenir une prolongation de sa réservation tout en maintenant l’ordre de priorité qui lui était conféré lors de l’acceptation de sa demande initiale. L’article 13, alinéa 4, prévoit une exception aux principes précités afin de tenir compte de la situation spécifique des numéros courts SMS et MMS. Les numéros courts SMS et MMS sont intrinsèquement des codes propres à chaque réseau de communications électroniques individuel. Il n’existe actuellement aucun arrangement contractuel par lequel un opérateur mobile donne accès à des utilisateurs finals d’autres opérateurs mobiles à ses numéros courts SMS et MMS. Toutefois, lorsqu’un service payant via un réseau de communications électroniques est proposé via de tels codes, le but est que ces codes puissent être choisis par tous les utilisateurs finals de services de communications électroniques mobiles. Si le principe de « Premier arrivé, premier servi » était appliqué dans ce cas, les numéros courts concernés ne seraient joignables qu’à partir d’un seul réseau mobile pour les utilisateurs finals raccordés à ce réseau mobile. Pour éviter cette situation, il est autorisé que plusieurs opérateurs mobiles puissent demander et obtenir le même numéro court, à condition qu’ils s’engagent à ouvrir le numéro court concerné en même temps au trafic. L’article 14 règle la prolongation d’une réservation déjà obtenue. Etant donné que la capacité de numérotation est une ressource rare et que, sur la base de considérations concurrentielles, il n’est pas loyal de bloquer dans certains cas la capacité de numérotation pour d’autres prestataires potentiels sur le marché, la prolongation d’une réservation est limitée dans le temps à maximum deux fois par an. Chaque demande de prolongation d’une réservation est un nouveau dossier, auxquels les mêmes principes, critères et conditions sont d’application que pour une demande de réservation, y compris le paiement de nouveaux frais de dossier pour la réservation. Les frais de dossier sont dus pour l’examen du dossier par l’Institut, quel que soit le résultat de l’enquête. C’est pourquoi l’article 16 stipule que les frais de dossier ne sont pas remboursés en cas de refus d’une réservation. L’article 17 vise non seulement les changements de noms et les changements des autres données administratives du demandeur initial mais également les modifications de par exemple les services et applications utilisant la capacité de numérotation concernée. L’article 19 règle la manière dans laquelle la capacité de numérotation reç oit le statut « attribué ». Cette attribution reste uniquement valable si toutes les conditions définies à l’alinéa deux sont cumulativement remplies. La plupart des conditions d’attribution sont reprises mutatis mutandis de l’arrêté royal précédent en matière de numérotation. Une exception à ce principe est la condition 5° selon laquelle le titulaire de la capacité de numérotation attribuée doit en principe veiller à ce que l’identification de la ligne appelante (ou CLI) soit la même que pour le numéro d’appel attribué à l’utilisateur final (ou tout au moins sa ligne). Cette exigence vise à introduire une garantie d’authenticité de la CLI

35461

Die « verdere toewijzing » brengt geen « afstand » of « overdracht » van het door het Instituut aan de aanvrager toegekende recht met zich, omdat die aanvrager houder blijft van zijn administratieve machtiging om aan gebruikers het nummer dat deel uitmaakt van zijn nummeringscapaciteit, respectievelijk de nummers die daarvan deel uitmaken, toe te wijzen of te ontnemen. Afdeling 1 van Hoofdstuk III, gevormd door de artikelen 10 tot en met 20, regelt de standaardprocedures die van toepassing zijn op alle nummeraanvragen. Afdeling 2 regelt enkele bijzondere procedures, die op bepaalde punten afwijken van de algemene procedures. Het is de bedoeling dat de materies die niet geregeld zijn onder de bijzondere procedures van afdeling 2 beheerst worden door de relevante passages van de algemene procedures beschreven onder afdeling 1. Artikel 10 beschrijft de manier waarop een aanvraag tot reservatie van nummercapaciteit moet ingediend worden, met welke evaluatiecriteria het Instituut zal rekening houden bij zijn technisch onderzoek en wat de gevolgen zijn van een toegekende reservatie. De in artikel 10, § 1, lid 2, gevraagde informatie wordt door het Instituut als strikt confidentieel behandeld en is beperkt tot de relevante elementen vereist voor het onderzoek van de aanvraag. Artikel 13 regelt de situatie waarin er voor dezelfde nummercapaciteit meerdere aanvragen worden verricht. De verkrijger van primaire rechten heeft de prioriteit voor de toewijzing van de gevraagde nummeringscapaciteit. Pas indien hij vrijwillig of op last van het Instituut, wegens het niet respecteren van de regels, hiervan afstand doet, kan de nummeringcapaciteit gaan naar de houder van de secundaire rechten. Hetzelfde principe is van toepassing op de tertiaire en volgende rechten. Deze bepaling heeft tot doel om de aanvrager de mogelijkheid te bieden een verlenging van zijn reservering te verkrijgen en daarbij de volgorde van voorrang te behouden die hem was toegestaan bij de aanvaarding van zijn oorspronkelijke aanvraag. Artikel 13, vierde lid voorziet een uitzondering op voorgaande principes teneinde rekening te houden met de specifieke situatie van de SMS en MMS korte nummers. SMS en MMS korte nummers zijn intrinsiek codes die eigen zijn aan ieder individueel elektronischecommunicatienetwerk. Er bestaan op dit ogenblik geen contractuele regelingen waarmee een mobiele operator eindgebruikers van andere mobiele operatoren toegang geeft tot zijn SMS en MMS korte nummers. Wanneer er met dergelijke codes echter een betalende dienst via een elektronische-communicatienetwerk wordt aangeboden is het de bedoeling dat deze codes aangekozen kunnen worden door alle eindgebruikers van mobiele elektronische-communicatiediensten. Indien het principe van « first come, first served » in dat geval zou toegepast worden, zouden de betrokken korte nummers maar vanaf één mobiel netwerk bereikbaar zijn voor de eindgebruikers aangesloten op dat mobiel netwerk. Om die situatie te vermijden wordt toegestaan dat verschillende mobiele operatoren hetzelfde korte nummer kunnen aanvragen en verkrijgen, op voorwaarde dat zij zich engageren om het betrokken korte nummer gelijktijdig open te stellen voor verkeer. Artikel 14 regelt de verlenging van een reeds verkregen reservatie. Omdat nummercapaciteit een schaarse hulpbron is en het, op grond van concurrentiële overwegingen in sommige gevallen niet billijk is dat nummercapaciteit geblokkeerd wordt voor andere potentiële aanbieders in de markt, wordt de verlenging van een reservatie in de tijd beperkt tot maximaal tweemaal één jaar. Iedere aanvraag voor een verlenging van een reservatie is een nieuw dossier, waarop dezelfde principes, criteria en voorwaarden van toepassing zijn als op een aanvraag tot reservatie, met inbegrip van het betalen van nieuwe dossierkosten voor de reservatie. De dossierkosten zijn verschuldigd voor het onderzoek van het dossier door het Instituut, ongeacht het resultaat van dat onderzoek. Daarom bepaalt artikel 16 dat, ingeval van weigering van een reservatie, de dossierkosten niet worden terugbetaald. Artikel 17 viseert niet alleen naamswijzigingen en wijzigingen van andere administratieve gegevens van de oorspronkelijke aanvrager maar ook wijzigingen van bijvoorbeeld de diensten en toepassingen die van de betrokken nummeringscapaciteit gebruik maken. Artikel 19 regelt op welke manier de nummercapaciteit de status « toegewezen » krijgt. Deze toewijzing blijft slechts geldig indien cumulatief aan alle voorwaarden bepaald in het tweede lid wordt voldaan. De meeste voorwaarden voor de toewijzing zijn mutatis mutandis overgenomen uit het vorige koninklijk besluit inzake nummering. Een uitzondering daarop is voorwaarde 5° die wil dat de houder van toegewezen nummercapaciteit er in principe voor moet zorgen dat de identificatie van de oproeplijn (of CLI) hetzelfde is als het oproepnummer dat toegewezen is aan de eindgebruiker (of althans zijn lijn). Deze vereiste wenst een garantie van authenticiteit van de CLI in te voeren

35462


comme condition pour l’exercice valable des droits d’utilisation des numéros. Auparavant ce n’était tout simplement pas possible au niveau technique que la CLI donnée en même temps que l’appel ne corresponde pas au numéro d’appel mais en raison de l’évolution de la technologie, c’est bien le cas actuellement, avec toutes les conséquences désavantageuses qui s’en suivent (parmi lesquelles des problèmes pour le repérage judiciaire ou fraude). Etant donné qu’aucun appel n’est réalisé à partir des numéros 0800, des numéros payants et des numéros courts nationaux, ils ne peuvent pas être indiqués comme numéro de la ligne appelante. La règle de l’alinéa deux de l’article 20 tient compte du fait que la taille standard de la capacité de numérotation est réduite pour certaines sortes de numéros, sinon une pénurie de numéros ou d’autres problèmes émergent. Dans ces cas-là, il n’est pas non plus logique d’obliger les titulaires de capacité de numérotation historique attribuée de conserver les blocs de numéros non utilisés dans la capacité de numérotation attribuée et de payer des droits annuels à cet effet, s’ils ne le souhaitent pas. Afin toutefois de limiter l’impact opérationnel de cette possibilité, elle pourra uniquement être utilisée en cas de pénurie. L’article 21 introduit une procédure d’urgence pour la réservation de la capacité de numérotation, en ce sens que le délai d’obtention de droits d’utilisation pour la capacité de numérotation est, selon cette procédure, de maximum 7 jours ouvrables, alors que dans la procédure standard il s’élève à 3 semaines (voir article 11, § 4 de la loi du 13 juin 2005). Ce service supplémentaire est soumis à un droit de dossier majoré servant à l’organiser. L’article 22 explique que, lorsqu’un ou plusieurs numéros ayant une valeur économique particulière repris dans l’annexe 1 sont demandés, l’Institut ne peut pas procéder à la réservation conformément à la procédure générale mais doit agir conformément à l’article 11, § 5 de la loi du 13 juin 2005. Les articles 23 à 30 règlent la problématique de la portabilité des blocs de numéros ou de la réattribution d’un bloc de numéros complet. Cette procédure spéciale, qui consiste en fait en un retrait coordonné des droits d’utilisation d’un bloc de numéros à un opérateur pour ensuite l’attribuer à un autre opérateur, peut se produire lorsqu’un nombre suffisant de numéros individuels d’un bloc de numéros attribué sont transférés vers un opérateur donné. L’objectif de l’exécution de la portabilité des blocs de numéros est d’atteindre une minimalisation globale des coûts et une efficacité du routage en réduisant les coûts de trafic supplémentaires créés par chaque transfert de numéros individuel. Ces articles contiennent la procédure de demande d’une réattribution, l’énumération des critères dont l’Institut devra tenir compte et les informations à fournir par les parties en présence afin de permettre à l’Institut de mener l’examen. L’Institut évaluera les demandes sur la base des informations fournies et compte tenu des critères spécifiques à appliquer pour chaque type de capacité de numérotation. En dépit de son nom, la portabilité des blocs de numéros est donc davantage liée à l’attribution et au retrait des droits d’utilisation des numéros par le biais d’une procédure menée par l’Institut qu’à la portabilité des numéros, qui est une procédure démarrée par l’utilisateur final où l’Institut ne remplit aucun rôle opérationnel. Le déplacement du contenu de l’article 9 de l’arrêté royal du 16 mars 2000 relatif à la portabilité des numéros des abonnés des services de télécommunications vers le présent arrêté doit être considéré dans ce contexte. Vu l’objectif visé par une réattribution d’un bloc de numéros, à savoir la minimalisation globale des coûts totaux et l’obtention d’une efficacité de routage globale, il est logique que l’article 29 stipule que la portabilité des numéros ait la priorité sur les droits de réservation secondaires et suivants. Il est évident que ces articles sont sans préjudice de l’application de l’article 135 de la Loi. Les articles 31 et 32 introduisent la procédure unique et spéciale de souscription en vue de la réservation de numéros courts SMS et MMS. La problématique à la base de cette procédure exceptionnelle peut être schématisée comme suit. La répartition et l’attribution des numéros courts SMS et MMS étaient effectuées par le passé par les trois opérateurs mobiles qui coordonnaient leurs actions relatives au plan de numérotation privé SMS et MMS dans le cadre du GOF (« GSM Operator’s Forum »). Dans les grandes lignes, cela a donné lieu à une situation où des séries

als voorwaarde voor het geldig uitoefenen van gebruiksrechten voor nummers. Vroeger was het eenvoudigweg technisch niet mogelijk dat de CLI die meegegeven werd met de oproep niet correspondeerde met het oproepnummer maar door evolutie van de technologie is dat nu wel het geval, met alle nadelige gevolgen vandien (waaronder problemen voor de gerechtelijke opsporing of fraude). Vermits er met 0800-nummers, betaalnummers en nationale korte nummers geen oproepen verricht worden, kunnen (en mogen) zij niet worden weergegeven als nummer van de oproepende lijn. De regel van het tweede lid van artikel 20 houdt verband met het feit dat voor bepaalde nummersoorten de standaardgrootte van de nummercapaciteit verlaagd wordt, omdat er anders nummerschaarste of andere problemen rijzen. In die gevallen is het ook niet logisch om houders van historisch toegewezen nummercapaciteit te verplichten om nummerblokken die binnen die toegewezen nummercapaciteit niet in gebruik genomen zijn te behouden en daarvoor jaarlijkse rechten te betalen, indien zij dat niet wensen. Teneinde evenwel de operationele impact van deze mogelijkheid te beperken wordt voorzien dat zij enkel benut kan worden wanneer er sprake is van schaarste. Artikel 21 stelt een spoedprocedure voor de reservatie van nummercapaciteit in, in die zin dat de termijn voor het verkrijgen van gebruiksrechten voor nummercapaciteit volgens die procedure maximaal 7 werkdagen bedraagt, terwijl die in de standaardprocedure 3 weken bedraagt (zie artikel 11, § 4 van de wet van 13 juni 2005). Tegenover deze extra dienst staat een verhoogd dossierrecht dat dient om de extra dienst te organiseren. Artikel 22 maakt duidelijk dat, wanneer één of meer in de bijlage 1 opgenomen nummers met een bijzondere economische waarde aangevraagd worden, het Instituut niet kan overgaan tot reservatie volgens de algemene procedure maar moet handelen overeenkomstig artikel 11, § 5 van de wet van 13 juni 2005. De artikelen 23 tot 30 regelen de problematiek van de nummerblokoverdraagbaarheid of de hertoewijzing van een volledig nummerblok. Deze bijzondere procedure, die in feite bestaat in een gecoördineerde terugtrekking van de gebruiksrechten op een nummerblok aan één operator om deze vervolgens toe te wijzen aan een andere operator kan zich voordoen wanneer een voldoende aantal individuele nummers uit een toegewezen nummerblok zijn overgedragen naar één bepaalde operator. Het doel van het doorvoeren van nummerblokoverdraagbaarheid is het bereiken van een globale kostenminimalisatie en routeringsefficiëntie door het verminderen van de extra verkeerskosten die ontstaan door iedere individuele nummeroverdracht. Deze artikelen bevatten de procedure voor de aanvraag van een hertoewijzing, de opsomming van de criteria waarmee het Instituut rekening zal moeten houden en de informatie die de betrokken partijen moeten leveren teneinde het Instituut in staat te stellen zijn onderzoek te voeren. Het Instituut zal op basis van de gegeven informatie, rekening houdend met de specifiek toe te passen criteria voor elke soort nummercapaciteit, de aanvragen evalueren. Niettegenstaande zijn naam, heeft nummerblokoverdraagbaarheid dus meer uitstaans met het toekennen en intrekken van gebruiksrechten voor nummers via een procedure gevoerd voor het Instituut dan met nummeroverdraagbaarheid, dat een proces is dat opgestart wordt door de eindgebruiker en waarin het Instituut geen operationele rol vervult. Het verplaatsen van de inhoud van artikel 9 van het koninklijk besluit van 16 maart 2000 betreffende de overdraagbaarheid van de nummers van de abonnees van de telecommunicatiediensten naar dit besluit moet in die context gezien worden. Gelet op de doelstelling van een hertoewijzing van een nummerblok, namelijk de globale minimalisatie van de totale kosten en het bereiken van globale routeringsefficiëntie, is het logisch dat in artikel 29 bepaald wordt dat nummerblokoverdraagbaarheid voorrang krijgt op secundaire en volgende reserveringsrechten. Het spreekt voor zich dat deze artikelen de toepassing van artikel 135 van de Wet onverlet laten. De artikelen 31 en 32 voeren de eenmalige, bijzondere procedure van voorintekening met het oog op de reservatie van SMS en MMS korte nummers in. De problematiek die aan de basis van deze uitzonderlijke procedure ligt kan als volgt geschetst worden. De verdeling en toekenning van SMS en MMS- korte nummers gebeurde in het verleden door de drie mobiele operatoren die hun acties betreffende het private SMS, en MMS nummerplan coördineerden binnen het kader van het GOF (« GSM Operator’s Forum »). In grote lijnen resulteerde dit in een situatie waarbij hele hoofdreeksen

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD principales entières de numéros courts (à savoir les séries 19XX, 2XXX et 5XXX) ont été réservées aux propres services de ces opérateurs et où quelques autres séries principales (les séries 3XXX, 4XXX et 7XXX, cette dernière série étant exclusivement réservée à un ’contenu pour adultes’) servent à autoriser un grand groupe de tierces parties (le fameux ’service de fournisseurs de contenu’) à offrir des services payants via des réseaux de communications électroniques. A présent, le plan de numérotation SMS et MMS public voulu par le législateur devra remplir les exigences des directives européennes en matière d’égalité de traitement (article 10.2 de la directive Cadre), d’objectivité, de non-discrimination, de proportionnalité et de transparence (article 6.1. de la directive Autorisation). En application de ces dispositions, le plan de numérotation SMS et MMS doit entre autres prévoir de manière non-discriminatoire une capacité suffisamment disponible pour tous les opérateurs concernés et pour les éventuels nouveaux acteurs du marché (ex. MVNO). Parallèlement, le plan de numérotation public devra satisfaire à différents besoins sociaux, auxquels il n’est actuellement qu’en partie satisfait, comme (i) l’hébergement de formes de détente et de jeux, de contenu érotique et d’autre contenu dans trois séries de numéros distinctes, afin de permettre une limitation des appels ou « Call Barring » sensée, (ii) l’offre de davantage de protection efficace contre les sms et mms qualifiés de « reversed charged » (la pratique où l’on paie pour la réception d’un sms ou mms), (iii) l’introduction de la transparence tarifaire via les séries dans le plan de numérotation (par exemple l’affectation de la série 8XXX aux sms et mms gratuits), etc. La répartition actuelle (privée, coordonnée) et l’attribution des numéros courts SMS et MMS ne pourra pas être poursuivie en raison du développement de ces exigences européennes et de ces besoins et souhaits sociaux et de nombreux acteurs du marché seront contraints d’adapter leurs numéros et procédure actuels. Afin de donner suffisamment de temps à ces acteurs du marché pour s’adapter, cet arrêté prévoit que les principes du plan de numérotation public SMS et MMS n’entreront en vigueur que dans +/- un an suivant la publication du présent arrêté. Toutefois si l’on ne se limitait qu’à cette mesure, l’Institut serait confronté à la date de l’entrée en vigueur de la section 4 du Chapitre VI à différents cas de demande du même numéro court par plusieurs demandeurs ainsi que pour la capacité de numérotation qui permet de déjà fournir un grand nombre de cas des services (quotidiens). Dans cette situation, la procédure générale de répartition des droits primaires, secondaires, tertiaires et suivants n’est pas à la hauteur car en l’occurence, il ne s’agit pas de la capacité de numérotation pas encore utilisée mais bien de la capacité de numérotation qui (sous un régime privé) a déjà été utilisée et pour laquelle il est impensable de suspendre la prestation jusqu’à ce qu’une procédure de conciliation ou un tirage au sort ait résolu les demandes conflictuelles. Pour disposer de suffisamment de temps pour organiser une conciliation ou d’autres mesures de répartition plus coercitives, il est pour la problématique susmentionnée pour une fois dérogé à la règle prévue à l’article 10, § 1er selon laquelle une demande de réservation peut uniquement être valablement introduite lorsqu’il existe un plan de numérotation entré en vigueur pour la capacité de numérotation concernée. La possibilité d’introduire des demandes de réservation malgré le fait que le plan de numérotation public SMS et MMS ne soit pas en vigueur cesse d’exister au bout de 8 mois après l’entrée en vigueur du présent arrêté, de sorte que les 4 mois suivants peuvent éventuellement être utilisés pour effectuer les procédures décrites à l’article 32. L’article 32 décrit en détail quelles procédures doivent éventuellement être effectuées lorsque plusieurs demandes valables pour le même numéro court SMS ou MMS sont introduites. La première règle est de prévoir que les titulaires de droits dans le cadre du plan de numérotation SMS et MMS privé conformes au nouveau plan de numérotation publique se voient attribuer la priorité, afin que des modifications de numéros ne doivent pas être effectuées là où elles ne sont pas absolument nécessaires. L’article 33 détermine dans quels cas l’Institut peut procéder au retrait de la capacité de numérotation. Le retrait est non seulement la conséquence du non-respect de certaines dispositions du présent arrêté (dont le non-paiement des droits annuels comme condition à l’exercice des droits d’utilisation des numéros) ou de la perte de la qualité requise pour pouvoir obtenir ou exercer des droits d’utilisation pour des numéros mais peut également être ordonné, lorsque l’Institut constate que la capacité de numérotation en question n’est pas utilisée ou ne l’est pas efficacement. En ce qui concerne les modalités de retrait en raison d’une utilisation non efficace, il est précisé en réaction à l’avis du Conseil d’Etat que l’Institut publie des directives en matière d’utilisation efficace des numéros et examine concrètement si chaque dossier est

35463

van korte nummers (met name de 19XX-, 2XXX- en 5XXX –reeksen) voorbehouden werden aan de eigen diensten van deze operatoren en enkele andere hoofdreeksen (de 3XXX-, 4XXX- en 7XXX-reeksen, deze laatste reeks uitsluitend voor zogenaamde ’adult content’) dienden om een grote groep van derde partijen (zogenaamde ’service of content providers’) toe te laten betalende diensten via elektronischecommunicatienetwerken aan te bieden. Thans zal het publieke SMS en MMS nummerplan, dat de wetgever gewild heeft, moeten voldoen aan de eisen van de Europese richtlijnen inzake gelijke behandeling (artikel 10.2 van de Kaderrichtlijn), objectiviteit, non discriminatie, proportionaliteit en transparantie (artikel 6.1 van de Machtigingsrichtlijn). In toepassing hiervan moet het publieke SMS en MMS nummerplan onder meer op niet-discriminerende wijze voldoende beschikbare capaciteit voorzien voor alle betrokken operatoren en voor eventuele nieuwe marktactoren (bv. MVNO’s). Tegelijkertijd zal het publieke nummerplan verschillende maatschappelijke noden moeten invullen, die thans slechts gedeeltelijk ingevuld zijn, zoals (i) het onderbrengen van ontspanning en spelletjes, erotische inhoud en andere inhoud in drie onderscheiden nummerreeksen, zodat een zinvolle oproepbeperking of « Call Barring » mogelijk is, (ii) het bieden van meer effectieve bescherming tegen zogenaamde « reversed charged » sms’- en mms’en (de praktijk waarbij men betaalt voor het ontvangen van een sms of mms), (iii) het introduceren van tarieftransparantie via de reeksen in het nummerplan (bijvoorbeeld het bestemmen van de reeks 8XXX voor gratis sms’en en mms’en), enz. Omwille van de doorwerking van deze Europese vereisten en maatschappelijke noden en wensen, zal de huidige (private, gecoördineerde) verdeling en toekenning van SMS en MMS korte nummers niet kunnen voortgezet worden en zullen vele marktactoren verplicht zijn hun huidige nummers en handelswijze aan te passen. Om die marktactoren voldoende tijd te geven om zich aan te passen voorziet dit besluit dat de principes van het publieke SMS en MMS-nummerplan pas in werking zullen treden binnen +/- één jaar volgend op de publicatie van dit besluit. Indien men zich zou beperken tot deze maatregel, zou het Instituut op de datum van de inwerkingtreding van afdeling 4 van Hoofdstuk VI echter geconfronteerd kunnen worden met verschillende gevallen waarin hetzelfde korte nummer door verschillende aanvragers aangevraagd wordt en zulks voor nummercapaciteit waarmee in een groot aantal gevallen reeds (dagdagelijkse) diensten geleverd worden. In een dergelijke situatie schiet de algemene procedure van de verdeling van primaire, secundaire, tertiaire en volgende rechten tekort omdat het hier niet gaat om nummercapaciteit die nog niet in gebruik genomen is maar wel om nummercapaciteit die (onder een privaat regime) reeds in gebruik genomen werd en waarvoor het ondenkbaar is om de dienstverlening op te schorten totdat een verzoeningsprocedure of lottrekking een uitkomst geboden heeft voor de conflicterende aanvragen. Om voldoende tijd te creëren om een verzoening of andere meer dwingende verdelingsmaatregelen te organiseren, wordt er voor bovenstaande problematiek eenmalig afgeweken van de regel voorzien in artikel 10, § 1 dat een aanvraag tot reservatie slechts geldig kan ingediend worden wanneer er voor de betrokken nummercapaciteit een nummerplan bestaat en in werking getreden is. De mogelijkheid tot het indienen van reserveringsaanvragen niettegenstaande het niet van kracht zijn van het SMS en MMS publieke nummerplan houdt op te bestaan na 8 maanden volgend op de inwerkingtreding van dit besluit, zodat de 4 volgende maanden eventueel kunnen gebruikt worden voor het doorlopen van de procedures beschreven in artikel 32. Artikel 32 beschrijft in detail welke procedures er eventueel doorlopen moeten worden wanneer er verscheidene geldige aanvragen voor hetzelfde SMS of MMS kort nummer worden verricht. Als eerste regel wordt voorzien dat houders van rechten onder het private SMS en MMS nummerplan die conform zijn aan het nieuwe publieke nummerplan prioriteit krijgen, zodat nummerwijzigingen niet doorgevoerd moeten worden daar waar ze niet absoluut noodzakelijk zijn. Artikel 33 bepaalt in welke gevallen het Instituut kan overgaan tot de intrekking van nummercapaciteit. Intrekking is niet alleen het gevolg van het niet naleven van bepaalde bepalingen van dit besluit (waaronder het niet betalen van de jaarlijkse rechten als voorwaarde voor het uitoefenen van gebruiksrechten voor nummers) of van het verlies van de hoedanigheid die vereist is om gebruiksrechten voor nummers te verkrijgen of uit te oefenen, maar kan ook bevolen worden, wanneer het Instituut vaststelt dat de betrokken nummercapaciteit niet of niet efficiënt gebruikt wordt. Qua modaliteiten van intrekking omwille van niet-efficiënt gebruik wordt als reactie op het advies van de Raad van State ingeschreven dat het Instituut richtlijnen publiceert inzake het efficiënt gebruik van nummers en elk concreet dossier aftoetst aan die

35464


L’article 36 permet à une large catégorie de parties intéressées d’introduire de manière motivée auprès de l’Institut une demande de détermination d’un nouveau plan de numérotation ou de modification d’un plan de numérotation existant. En outre, l’Institut peut également lancer de sa propre initiative une proposition de nouveau plan de numérotation ou d’adaptation du plan de numérotation. Conformément à l’article 14.1 de la directive Autorisation, l’article 36 prévoit également que les projets de nouveaux plans de numérotation ou de projets d’arrêtés qui apportent des modifications aux redevances, conditions ou procédures liées à un plan de numérotation existant soient soumis à la consultation pendant au moins quatre semaines. Afin d’assurer la stabilité nécessaire dans le secteur, il est uniquement possible d’introduire trois fois par an de nouveaux plans de numérotation ou d’apporter des modifications aux plans de numérotation existants. Cette règle, qui a vu le jour à la demande des opérateurs, a été reprise de la procédure pour les modifications et les ajouts aux notices explicatives relatives à la numérotation. L’article 37 vise à geler les réservations effectuées au cours de la procédure de modification d’un plan de numérotation existant jusqu’à ce que l’on soit définitivement fixé sur l’exécution ou non de la modification envisagée. L’article 38 permet à l’Institut de définir et d’exécuter un plan de conversion des numéros en cas de modifications fondamentales du plan de numérotation.

richtlijnen. Dit is een voortzetting van de huidige praktijk die toegepast wordt in het kader van de explicatieve nota’s inzake niet-geografische nummers voor het gebruik van freephonenummers (0800-nummers) en kadert perfect in de bevoegdheden van het Instituut om als beheerder van de nummeringsruimte (artikel 11, § 1, 1°, van de wet van 13 juni 2005) het efficiënt gebruik van de nummervoorraad te bevorderen en te zorgen voor een efficiënt beheer van de nummervoorraad (artikel 6, 4° van de wet van 13 juni 2005). Een voorbeeld van niet efficiënt gebruik is bijvoorbeeld het gebruik van slechts één nummer in een toegewezen blok van 10.000 nummers. Een laatste geval van intrekking kan tussenkomen wanneer vast komt te staan dat een operator geen medewerking verleent aan het uitvoeren van een beslissing van de Ethische Commissie voor het aanbieden van betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken, bedoeld in artikel 134 van de wet van 13 juni 2005. Qua modaliteit wordt voorzien dat een dergelijke intrekking pas kan tussenkomen wanneer de beroepstermijn van 60 dagen tegen een beslissing van de Ethische Commissie verstreken is of wanneer het Hof van Beroep te Brussel, uitspraak doende op basis van artikel 2 van de wet van 6 juli 2005 betreffende sommige juridische bepalingen inzake elektronische communicatie, het hoger beroep tegen een beslissing van de Ethische Commissie heeft verworpen. Ingeval van intrekking wordt naast een update van de nummerdatabank een mededeling op de website van het Instituut gepubliceerd teneinde de operatoren in de gelegenheid te stellen hun routeringsinformatie aan te passen. Tevens zal het Instituut ingeval van intrekking een bevriezingsperiode aankondigen tijdens dewelke de ingetrokken nummercapaciteit niet in aanmerking komt voor reservatie, dit om foutieve oproepen tot een minimum te beperken. De artikelen 36 tot 39 omkaderen het vaststellen van nieuwe nummerplannen of het wijzigen van bestaande nummerplannen waarmee het Instituut, overeenkomstig artikel 11, § 1, 1°, van de wet van 13 juni 2005 belast is. Artikel 36 biedt aan een ruime categorie van belanghebbenden de gelegenheid om op gemotiveerde wijze een aanvraag tot het vaststellen van een nieuw nummerplan of het wijzigen van een bestaand nummerplan bij het Instituut in te dienen. Daarnaast kan het Instituut ook op eigen initiatief een voorstel van nieuw of aangepast nummerplan lanceren. Conform artikel 14.1 van de Machtingingsrichtlijn voorziet artikel 36 eveneens dat ontwerpen van nieuwe nummerplanen of ontwerpbesluiten die wijzigingen aanbrengen aan de rechten, voorwaarden of procedures verbonden aan een bestaand nummerplan ten minste gedurende vier weken ter consultatie voorgelegd worden. Teneinde de nodige stabiliteit in de sector te verzekeren is het slechts mogelijk om drie maal per jaar nieuwe nummerplannen in te voeren of wijzigingen aan te brengen aan de bestaande nummerplannen. Deze regel, die er gekomen is op vraag van de operatoren, werd overgenomen uit de procedure voor wijzigingen en toevoegingen aan de explicatieve nota’s omtrent nummering. Artikel 37 strekt ertoe om reservaties die verricht werden lopende de procedure voor het wijzigen van een bestaand nummerplan te bevriezen totdat er een definitief uitsluitsel is over het al dan niet doorvoeren van de voorgenomen wijziging. Artikel 38 geeft aan het Instituut de mogelijkheid om, ingeval van fundamentele wijzigingen aan een nummerplan, een nummerconversieplan te definiëren en ten uitvoer te leggen.

Le Chapitre VI, composé des articles 40 à 79, définit les structures de base des plans nationaux de numérotation pour respectivement les services de téléphonie, les numéros courts, les services de données commutées par paquets, les services SMS et MMS l’identification de l’équipement et les utilisateurs en situation de roaming et divers autres mécanismes d’identification. A l’exception du plan de numérotation pour les services SMS et MMS, ils sont essentiellement basés sur les règles de base imposées par l’UIT. Tant le plan de composition des numéros associé à certains de ces plans de numérotation que les règles d’interfonctionnement (article 80) sont fixés par le Ministre.

Hoofdstuk VI, bestaande uit de artikelen 40 tot en met 79, legt de basisstructuren vast van de nationale nummerplannen voor respectievelijk de telefoondiensten, de korte nummers, de pakketgeschakelde datadiensten, de SMS en MMS diensten, de identificatie van apparatuur en gebruikers in roamingtoestand en diverse andere identificatiemechanismen. Met uitzondering van het nummerplan voor SMS en MMS diensten steunen ze in essentie op de basisregels opgelegd door de ITU. Zowel het kiesplan geassocieerd aan sommige van deze nummerplannen als de interwerkingsregels (artikel 80) worden vastgelegd door de Minister.

Concernant le plan de composition des numéros pour les numéros E.164, chaque appel national est au moment de l’adoption du présent arrêté précédé du préfixe ’0’. Suite à l’introduction du ’full dialling’ en Belgique en 2000 (c.-à-d. l’exigence d’également former le préfixe lorsqu’on souhaite établir une communication dans la même zone) ce préfixe n’a plus de signification dans le contexte national belge et, combiné aux nouveaux développements technologiques dans les centraux téléphoniques, l’on peut donc tout à fait l’omettre. L’article 41 rend cette réforme possible.

Wat betreft het kiesplan voor de E.164 nummers wordt elke nationale oproep op het ogenblik van het aannemen van dit besluit voorafgegaan door de prefix ’0’. Wegens het invoeren van ’full dialling’ in België in 2000 (d.i. de vereiste om ook het zonenummer te vormen wanneer men een gesprek binnen dezelfde zone wenst op te zetten) heeft deze prefix in de Belgische nationale context geen betekenis meer en, gecombineerd met nieuwe technologische ontwikkelingen in de telefooncentrales, kan ze dus perfect weggelaten worden. Artikel 41 maakt deze hervorming mogelijk.

conforme à ces directives. Il s’agit-là de la poursuite de la pratique actuelle appliquée dans le cadre des notices explicatives relatives aux numéros non géographiques pour l’utilisation de numéros freephone (numéros 0800) et cela s’inscrit parfaitement dans le cadre des compétences de l’Institut, en tant que gestionnaire de l’espace de numérotation, (article 11, § 1er, 1°, de la loi du 13 juin 2005) de promouvoir l’utilisation efficace des ressources de numérotation et de veiller à une gestion efficace des ressources de numérotation (article 6, 4°, de la loi du 13 juin 2005). Un exemple d’utilisation non efficace est par exemple l’utilisation de seulement un numéro dans un bloc attribué de 10.000 numéros. Un dernier cas de retrait peut intervenir lorsqu’il est constaté qu’un opérateur ne coopère pas à l’exécution d’une décision de la Commission d’éthique pour la fourniture de services payants via des réseaux de communications électroniques, visée à l’article 134 de la loi du 13 juin 2005. En ce qui concerne les modalités, il est prévu que ce retrait ne peut intervenir que lorsque le délai d’appel de 60 jours à l’encontre d’une décision de la Commission d’éthique a expiré ou lorsque la Cour d’Appel de Bruxelles, statuant sur la base de l’article 2 de la loi du 6 juillet 2005 relative à certaines dispositions judiciaires en matière de communications électroniques, a rejeté l’appel à l’encontre d’une décision de la Commission d’éthique. En cas de retrait, une communication est, outre une mise à jour de la base de données de numéros, publiée sur le site Internet de l’Institut afin de permettre aux opérateurs d’adapter leurs informations de routage. De plus, l’Institut annoncera en cas de retrait une période de gel durant laquelle la capacité de numérotation retirée n’entrera pas en considération pour la réservation et ce afin de limiter à un minimum les appels erronés. Les articles 36 à 39 s’inscrivent dans le cadre de la détermination des nouveaux plans de numérotation dont l’Institut est chargé conformément à l’article 11, § 1er, 1°, de la loi du 13 juin 2005.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Lorsque des besoins légitimes sur le marché des communications électroniques le justifient, le Ministre pourra encore apporter d’autres modifications à l’avenir au plan de composition des numéros. Les principes spécifiques applicables aux numéros géographiques nationaux E.164 sont réglés dans les articles 42 et 43. Les numéros géographiques nationaux E.164 sont les numéros connus dans le langage ordinaire comme ’les numéros fixes’ (actuellement, par exemple les numéros commenç ant par ’02’, ’03’, ’081’, qui caractérisent respectivement la région autour de Bruxelles, Anvers et Namur). Traditionnellement (à savoir au cours d’une phase technologique où la téléphonie vocale a été exclusivement fournie à l’aide de réseaux commutés), un numéro géographique était lié à un emplacement spécifique, à savoir le point physique (ou l’interface radio) sur lequel un utilisateur final se voyait offrir l’accès à un réseau public de communications électroniques (appelé le « point de terminaison du réseau » à l’article 43). Par conséquent, le numéro ne pouvait plus être utilisé sur aucun autre point de terminaison du réseau. Actuellement cette donnée a en partie été rattrapée par l’évolution de la technologie et plus précisément par le développement des services « Voice over IP ». L’on entend par service « VoIP » : « le service de communications électroniques offert au public pour le transport de la voix envoyée entièrement ou partiellement par un réseau fonctionnant à l’aide du Protocole Internet (également appelé ici « le réseau IP ») et pour lequel au moins un des points de terminaison du réseau est connecté à un réseau IP. En l’espèce, le terme « voix » se limite à un service qui fournit les informations individualisées et caractérisées par une forme de confidentialité. La technologie permettant de transmettre la voix via Internet offre des services, qui du point de vue d’un utilisateur final, ressemblent fortement aux services de téléphonie des différents opérateurs de téléphonie vocale publics actifs sur le marché belge. A cet effet, on utilise un accès (large bande) à l’Internet public, fourni soit par la même partie que celle qui fournit le service VoIP, soit par une autre partie. Une caractéristique intrinsèque des services VoIP est que les utilisateurs finals peuvent recevoir et effectuer des appels partout dans le monde, sans être gênés par la moindre frontière géographique. Cette dernière caractéristique est généralement décrite comme l’usage ’nomade’. Les entreprises peuvent fournir des services de ce type partout dans le monde à l’aide d’un ’serveur’ qui peut également se trouver à n’importe quel endroit. La réglementation doit s’inscrire dans le cadre de cette évolution et doit concilier les services VoIP de manière non-discriminatoire et neutre sur le plan de la technologie. Pour ce qui est de l’utilisation des numéros, il faut tenir compte de la disparition du lien entre le numéro d’appel et le lieu d’installation de l’équipement terminal en raison du caractère nomade du service VoIP. Aucune série de numéros telle que définie à l’arrêté royal du 10 décembre 1997 n’était, sans changement des critères de réservation et/ou conditions d’utilisation, appropriée pour les services VoIP ayant entre autres une composante nomade. Vu ce qui précède et l’urgence des demandes des opérateurs des « services VoIP », les autorités belges ont opté pour une réglementation provisoire, où des numéros géographiques pouvaient être utilisés dans certaines conditions pour les services VoIP ayant une composante nomade. Le choix s’est porté sur l’utilisation de numéros E.164 géographiques nationaux (au lieu de par exemple la définition d’une nouvelle série de numéros ou l’utilisation de numéros mobiles), parce que : a) les nouveaux fournisseurs peuvent plus facilement entrer en concurrence avec les fournisseurs utilisant des technologies par commutation de circuits; b) la neutralité sur le plan de la technologie est garantie; c) la préférence des demandeurs allait et va clairement vers les numéros géographiques; d) les utilisateurs finals sont le mieux familiarisés avec les numéros géographiques; e) les services utilisant des numéros géographiques appliquent les tarifs des utilisateurs finals les plus bas, ce qui est avantageux pour le client; f) c’est par les numéros géographiques que l’interopérabilité est la mieux garantie (de nombreuses séries de numéros spéciales ne sont par exemple pas accessibles de l’étranger);

35465

Wanneer dit gerechtvaardigd is door legitieme behoeften in de markt van de elektronische communicatie kan de Minister in de toekomst ook andere wijzigingen aanbrengen aan het kiesplan. De specifieke principes van toepassing op de geografische nationale E.164 nummers worden geregeld in de artikelen 42 en 43. De geografische nationale E.164 nummers zijn de nummers die in het gewone taalgebruik bekend staan als ’de vaste nummers’ (momenteel bijvoorbeeld de nummers beginnend met ’02’, ’03’, ’081’, die respectievelijk de regio rond Brussel, Antwerpen en Namen karakteriseren). Traditioneel (en met name in een fase van de technologie waarbij spraaktelefonie uitsluitend werd geleverd aan de hand van circuitgeschakelde netwerken) was een geografisch nummer verbonden met een specifieke locatie, met name het fysieke punt (of de radio-interface) waarop een eindgebruiker de toegang tot een openbaar elektronischecommunicatienetwerk wordt geboden (in artikel 43 het « netwerkaansluitpunt » genoemd). Het nummer kon dan ook op geen enkele ander netwerkaansluitpunt gebruikt worden. Dit gegeven is door de evolutie van de technologie en meer bepaald de ontwikkeling van « Voice over IP » diensten thans gedeeltelijk achterhaald. Onder een ″VoIP″-dienst wordt verstaan : de aan het publiek aangeboden elektronische-communicatiedienst voor het transport van spraak die geheel of gedeeltelijk wordt verstuurd over een netwerk dat functioneert aan de hand van het Internet Protocol (hierna ook « het IP netwerk » genoemd) en waarbij ten minste één van de netwerkaansluitpunten op een IP-netwerk is aangesloten. De term « spraak » is hier beperkt tot een dienst waarbij geïndividualiseerde en door een vorm van vertrouwelijkheid gekenmerkte informatie wordt geleverd. Met de technologie die spraak over het Internet mogelijk maakt worden diensten aangeboden die vanuit het oogpunt van een eindgebruiker in sterke mate gelijken op de telefoniediensten van de verschillende publieke spraaktelefoonoperatoren die actief zijn op de Belgische markt. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van een (breedband)toegang tot het publieke Internet, geleverd door ofwel dezelfde partij als diegene die de VoIP-dienst levert ofwel een andere partij. Een intrinsieke eigenschap van VoIP-diensten is dat eindgebruikers wereldwijd oproepen kunnen ontvangen en maken, niet gehinderd door enige geografische grenzen. Deze laatste karakteristiek omschrijft men meestal als het ’nomadische’ gebruik. Ondernemingen kunnen dergelijke diensten wereldwijd aanbieden met behulp van een ’server’ die zich eveneens op om het even welke plaats kan bevinden. De reglementering dient zich in te schrijven in deze evolutie en VoIP-diensten op een niet-discriminerende en technologie-neutrale wijze te accommoderen. Wat betreft het gebruik van nummers dient er rekening gehouden te worden met het feit dat door het nomadische karakter van de VoIP-dienst het verband tussen het oproepnummer en de opstelplaats van het eindapparaat verdwijnt. Geen enkele nummerreeks zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 10 december 1997 was zonder verandering van de reservatiecriteria en/of gebruiksvoorwaarden geschikt voor VoIPdiensten met onder andere een nomadische component. Gelet op het voorgaande en de hoogdringendheid van de aanvragen van operatoren van « VoIP-diensten », koos de Belgische overheid voor een voorlopige regeling, waarbij onder een aantal voorwaarden geografische nummers konden gebruikt worden voor VoIP-diensten met een nomadische component. De keuze viel op het gebruik van geografische nationale E.164 nummers (in de plaats van bijvoorbeeld het definiëren van een nieuwe nummerreeks of het gebruik van mobiele nummers) omdat : a) nieuwe aanbieders eenvoudiger kunnen concurreren met aanbieders die gebruik maken van circuitgeschakelde technologieën; b) de technologieneutraliteit wordt gewaarborgd; c) de voorkeur van de aanvragers duidelijk ging en gaat naar geografische nummers; d) eindgebruikers het best vertrouwd zijn met geografische nummers; e) de diensten die geografische nummers gebruiken de goedkoopste eindgebruikerstarieven hanteren, wat voordelig is voor de klant; f) interoperabiliteit het best wordt gewaarborgd door geografische nummers (vele speciale nummerreeksen zijn bijvoorbeeld niet bereikbaar vanuit het buitenland);

35466


g) pour les cas où un réseau radio est utilisé, l’utilisateur final ne peut établir aucune communication à longue distance lors de ses déplacements;

g) voor de gevallen waarbij gebruik wordt gemaakt van een radionetwerk er geen communicaties door de eindgebruiker mogelijk zijn gedurende verplaatsingen over lange afstand;

h) de nombreux pays rendent également cette solution possible (en combinaison ou non avec une série de numéros non géographiques).

h) talrijke landen eveneens deze oplossing (al dan niet in combinatie met een niet-geografische nummerreeks) mogelijk maken.

L’article 43 fixe définitivement cette option politique ainsi que les conditions y afférentes. Pour les services nomades, il n’est donc pas opté pour le remplacement des numéros géographiques par un autre type de numéros dans l’année qui suit l’entrée en vigueur du présent arrêté (possibilité prévue dans l’ancienne réglementation).

Artikel 43 legt deze beleidsoptie en de bijhorende voorwaarden definitief vast. Er wordt dus niet geopteerd voor het vervangen van geografische nummers voor nomadische diensten door een ander type van nummers voor dergelijke diensten binnen het jaar na het van kracht worden van dit besluit (mogelijkheid die in de voorlopige regeling voorzien was).

La condition 1° s’inspire de la réglementation mise en avant par le régulateur néerlandais OPTA. Cette condition implique qu’un opérateur qui donne un numéro à un utilisateur final doit disposer et tenir à jour des données vérifiables, comme une fiche de salaire récente, un relevé de compte récent, un extrait du registre des entreprises ou une copie d’une carte d’identité, établissant qu’un abonné habite bel et bien dans la zone de numéros correspondant à l’adresse indiquée sur le bon de commande ou d’autres documents contractuels.

Voorwaarde 1° is geïnspireerd op de regeling die naar voren werd geschoven door de Nederlandse regulator OPTA. Deze voorwaarde impliceert dat een operator die een nummer uitgeeft aan een eindgebruiker verifieerbare gegevens, zoals een recente loonstrook, een recent bankafschrift, een uittreksel uit het ondernemingsregister of een kopie van een identiteitskaart, moet hebben en up-to-date houden, die aantonen dat een abonnee wel degelijk in de nummerzone woont die overeenkomt met het adres dat vermeld staat in de bestelbon of andere contractuele documenten.

L’objectif de la condition 2° est de veiller à ce que l’attention de l’abonné soit suffisamment attirée sur le problème de l’accessibilité des services d’urgence en cas d’utilisation nomade des numéros géographiques. Si le problème de localisation est résolu par des développements technologiques, il est logique que la condition 2° sera supprimée à l’avenir.

Voorwaarde 2° wil ervoor zorgen dat het probleem van de bereikbaarheid van de nooddiensten bij nomadisch gebruik van geografische nummers voldoende onder de aandacht van de abonnee wordt gebracht. Indien door technologische ontwikkelingen het probleem van de lokalisatie wordt opgelost dan is het logisch dat voorwaarde 2° zal worden opgeheven.

Le caractère nomade du service VoIP fait disparaître dans certains cas le lien indissociable entre le numéro d’appel et le lieu d’installation de l’appareil terminal. Les services d’urgence ne sont par conséquent pas toujours en mesure de localiser physiquement des appels d’urgence avec 100 %. de certitude. Un arrêté pris en exécution de l’article 107, § 3, de la loi du 13 juin 2005 et préparé au sein d’un groupe de travail composé de l’IBPT, des représentants des services d’urgence et des représentants du secteur des communications électroniques doit être en mesure de répondre à cette problématique. L’article 43, in fine, lie dans l’intérêt de la sécurité publique, l’accès aux services d’urgence à l’entrée en vigueur de ce dernier arrêté. Par identification de l’appelant, l’article 43 in fine entend toute donnée, disponible directement ou indirectement, dans les réseaux et services d’un opérateur, qui détermine le numéro d’appel du terminal, le nom de l’abonné et l’endroit où le terminal se situe au moment de l’appel.

Door het nomadische karakter van de VoIP-dienst verdwijnt in bepaalde gevallen het onlosmakelijke verband tussen het oproepnummer en de opstelplaats van het eindapparaat. Hierdoor zijn de nooddiensten niet altijd in staat om noodoproepen met 100 % zekerheid fysisch te lokaliseren. Een besluit genomen in uitvoering van artikel 107, § 3 van de wet van 13 juni 2005 en voorbereid in een werkgroep bestaande uit het BIPT, vertegenwoordigers van de nooddiensten en vertegenwoordigers van de sector van de elektronische communicatie dient een antwoord te geven op deze problematiek. Artikel 43, in fine, koppelt, in het belang van de openbare veiligheid, de toegang tot de nooddiensten aan het van kracht worden van dit laatste besluit. Onder identificatie van de oproeper in de zin van artikel 43, in fine, wordt verstaan elk gegeven, rechtstreeks of onrechtstreeks beschikbaar, in de netwerken en diensten van een operator, dat het oproepnummer van het eindapparaat, de naam van de abonnee en de plaats waar het eindtoestel zich bevindt op het ogenblik van de oproep bepaalt.

Lorsque l’on a recours à des solutions techniques qui permettent déjà cette identification aujourd’hui, le titulaire du numéro, en l’occurrence l’opérateur, peut permettre des appels d’urgence. Le titulaire du numéro a bien entendu la responsabilité de vérifier si la solution technique utilisée permet l’identification dans toutes les circonstances.

Wanneer gebruik wordt gemaakt van technische oplossingen waarbij vandaag reeds de voormelde identificatie mogelijk is dan mag de houder van het nummer, dit is in casu de operator, noodoproepen mogelijk maken. Het spreekt voor zich dat de houder van het nummer de verantwoordelijkheid heeft om te verifiëren of de gebruikte technische oplossing de identificatie in alle omstandigheden mogelijk maakt.

La condition 3° apporte une solution à la problématique de la portabilité des numéros pour les numéros nationaux E.164 utilisés de manière nomade. Etant donné que les opérateurs qui proposent la nomadicité ne peuvent actuellement pas fournir l’accès aux services d’urgence, ils n’entrent pas en ligne de compte pour une qualification en tant qu’opérateur de services téléphoniques accessibles au public (voir article 2, 22°, de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques). Par conséquent, ces opérateurs ne sont pas soumis à l’obligation de fournir la facilité de portabilité des numéros à leurs abonnés (voir article 11, § 7, de la loi du 13 juin 2005). Ils sont toutefois autorisés à demander le transfert de numéros d’autres opérateurs de services téléphoniques accessibles au public. Un abonné qui a transféré son numéro vers un opérateur proposant l’utilisation nomade de numéros géographiques nationaux E.164 ne peut alors toutefois plus reprendre ce numéro pour passer à un autre opérateur. Ce qui est contraire au libre choix du consommateur et entraîne une distorsion de la concurrence. Comme autorisé par le point C.3 de l’annexe de la Directive européenne 2002/20/CE du Parlement européen et du Conseil du 7 mars 2002 relative à l’autorisation de réseaux et de services de communications électroniques, l’autorisation de ’portabilité sortante de numéros’ est une condition pour l’utilisation nomade d’un numéro national géographique E.164.

Voorwaarde 3° geeft een oplossing aan de problematiek van de nummeroverdraagbaarheid van nomadisch gebruikte nationale E.164 nummers. Doordat operatoren die nomadiciteit aanbieden op dit ogenblik geen toegang mogen geven tot de nooddiensten komen zij niet in aanmerking voor een kwalificatie als operator van openbare telefoondiensten (zie artikel 2, 22°, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie). Hierdoor rust op deze operatoren geen verplichting om aan hun abonnees de faciliteit numeroverdraagbaarheid aan te bieden (zie artikel 11, § 7 van de wet van 13 juni 2005). Ze zijn echter wel gerechtigd om nummers van andere operatoren van openbare telefoondiensten in te porteren. Als gevolg hiervan kan een abonnee die zijn nummer overgedragen heeft naar een operator die het nomadisch gebruik van nationale geografische E.164 nummers aanbiedt zijn nummer niet meer opnieuw meenemen naar een andere operator. Dit is in strijd met de vrije keuze van de consument en veroorzaakt een scheeftrekking van de concurrentie. Zoals toegestaan door punt C.3 van de bijlage bij de Europese Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronischecommunicatienetwerken en –diensten, is het toestaan van ’uitgaande nummeroverdraagbaarheid’ voorwaarde voor het gebruik van een nationaal geografisch E.164 nummer op nomadische wijze.

Les principes spécifiques et conditions d’utilisation applicables aux numéros non géographiques nationaux E.164 sont réglés dans les articles 44 à 53.

De specifieke principes en gebruiksvoorwaarden van toepassing op niet-geogafische nationale E. 164 nummers worden geregeld in de artikelen 44 tot en met 53.


35467

L’identité de service 800, dont les principes sont réglés à l’article 45, vise à indiquer à l’appelant que l’appel vers le numéro qu’il veut atteindre est gratuit. Par conséquent, les appels vers l’identité de service 800 à partir d’un réseau mobile ou de téléphones publics doivent également être gratuits pour l’appelant.

De dienstidentiteit 800, waarvan de principes geregeld worden in artikel 45, beoogt de beller duidelijk te maken dat de oproep naar het nummer dat hij wil bereiken hem niet kost. Derhalve mogen ook de oproepen naar de dienstidentiteit 800 vanaf een mobiel netwerk of vanuit openbare telefoons de oproeper niets kosten.

L’article 46 stipule que les numéros ’079 7’ peuvent encore rester en service jusqu’au 31 décembre 2011 pour la fourniture et la facturation des services internet dial-up par les ISP ou les opérateurs indépendamment de l’opérateur d’accès ou de l’opérateur CSC/CPS. Suite au développement de l’Internet large bande, ce modèle ne cesse de se faire rattraper, de sorte que les numéros qui y sont liés peuvent être retirés en prévoyant suffisamment de temps pour organiser la migration.

Artikel 46 bepaalt dat de ’079 7’-nummers nog tot 31 december 2011 in dienst kunnen blijven voor het aanbieden en factureren van dial-up internetdiensten door ISP’s of operatoren los van de toegangs- of CSC/CPS operator. Dit model is door de ontwikkeling van het breedbandinternet steeds meer achterhaald, zodat de nummers die gekoppeld zijn aan dit model, mits voldoende tijd om de migratie te organiseren, ingetrokken kunnen worden.

Les numéros ’078’, visés à l’article 47, ont été introduits avant la libéralisation du secteur des télécommunications afin de partager les coûts des communications à longue distance en Belgique. Aujourd’hui, ces numéros ont la fonction d’un numéro national sans lien géographique.

De ’078’ nummers, bedoeld in artikel 47, werden vóór de liberalisering van de telecomsector ingevoerd om de kosten te delen van lange afstandsgesprekken in België. Vandaag hebben deze nummers de functie van een nationaal nummer zonder geografische link.

La série de numéros ’070’, visée à l’article 48, est également une série introduite avant la libéralisation principalement pour les besoins des entreprises qui ne souhaitaient pas que les clients doivent payer un tarif différent selon que forfuitement, ils appellent ou non depuis la même zone téléphonique que l’entreprise concernée. Actuellement, ces numéros, auxquels un tarif standard est encore lié comparable au tarif standard d’avant la libéralisation, servent de numéros ’low cost premium rate’ (ou de numéros payants). Ce repositionnement de facto de la série de numéros ’070’ est aujourd’hui fixé officiellement. En vue de garantir le plus possible la fonction de l’identité de service ’9’ comme indicateur de services payants via des réseaux de communications électroniques, le nombre de types de services possibles pouvant être offerts sous cette série de numéros est limité et un mécanisme est introduit afin de veiller à ce que le niveau tarifaire de cette série soit inférieur au niveau tarifaire le plus bas dans la série ’0900’.

De ’070’-nummerreeks, bedoeld in artikel 48, is eveneens een reeks die vóór de liberalisering werd ingevoerd ten behoeve van hoofdzakelijk bedrijven die niet wensten dat klanten een verschillend tarief dienden te betalen al naargelang ze toevallig wel of niet vanuit dezelfde telefoonzone als het betrokken bedrijf belden. Tegenwoordig doen deze nummers, waaraan nog een tariefstandaard verbonden is die vergelijkbaar is met de tariefstandaard van vóór de liberalisering, dienst als ’low cost premium rate’ (of betaal)nummers. Deze de facto herpositionering van de ’070’-nummerreeks wordt thans officieel vastgelegd. Om de functie van de dienstidentiteit ’9’ als indicator voor betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken zoveel mogelijk te vrijwaren, wordt het aantal mogelijke types van diensten die onder deze nummerreeks worden aangeboden beperkt en wordt een mechanisme ingevoerd dat ervoor moet zorgen dat het tariefniveau van deze reeks lager ligt dan het laagste tariefniveau in de ’0900-reeks’.

La série ’077’, examinée à l’article 49, date également d’avant l’adoption de l’arrêté royal relatif à la gestion du plan de numérotation du 10 décembre 1997 et ne remplit pas le principe déjà retenu dans cet arrêté selon lequel le code de communication 9 désigne les services d’information pour lequels l’utilisateur final doit, outre le prix de l’appel, également payer pour le contenu (voir article 10, § 3, 2° de l’arrêté royal du 10 décembre 1997). Vu que le besoin de création de transparence tarifaire se fait le plus sentir pour les numéros payants chers ( la tarification du numéro ’077’ est la même que pour les numéros 0900) et le fait que la suppression de la série ’077’ a déjà été annoncée à plusieurs reprises dans les consultations de l’IBPT, il est justifié d’accélerer la mise hors service de cette série.

De ’077’-reeks, besproken in artikel 49, dateert eveneens van vóór het aannemen van het koninklijk besluit betreffende het beheer van het nationale nummeringsplan van 10 december 1997 en voldoet niet aan het principe dat reeds in dat besluit weerhouden is dat de communicatiecode 9 de informatiediensten aanduidt waarbij de eindgebruiker naast de prijs voor de oproep ook dient te betalen voor de inhoud (zie artikel 10, § 3, 2° van het koninklijk besluit van 10 december 1997). Gezien de nood van het creëren van tarieftransparantie het hoogst is bij de dure betaalnummers (het ’077’ nummer wordt getarifeerd aan hetzelfde tarief als de 0900-nummers) en het feit dat de uitfasering van de ’077’-reeks al meerdere malen in consultaties van het BIPT werd aangekondigd, is het verantwoord om deze reeks versneld uit dienst te nemen.

L’article 50 réglemente les principes et les indications de contenu et de tarif liés aux séries derrière l’identité de service 9. Le premier chiffre qui suit l’identité de service 9 ne peut pas être ’2’ ou ’3’, car cela crée un conflit avec les numéros E.164 géographiques nationaux utilisés dans la zone de Gand.

Artikel 50 regelt de principes en de inhouds- en tariefindicaties die verbonden worden aan de reeksen achter de dienstidentiteit 9. Het eerste cijfer dat volgt op de dienstidentiteit 9 kan niet ’2’ of ’3’ zijn, omdat dit een conflict veroorzaakt met de nationale geografische E.164 nummers die gebruikt worden in de zone Gent.

Le présent arrêté opte pour deux voies en matière d’indication du tarif applicable. D’une part, il tente via les chiffres derrière l’identité de service 9 de créer une certaine prise de conscience des différents tarifs associés aux différentes séries de numéros (à savoir en instituant une règle qui veut que le dernier nombre le plus élevé indique un tarif plus élevé dans la même classe de contenu (voir plus loin)). L’expérience et les études nous enseignant que l’indication du préfixe n’aide pas ou très peu le consommateur à retenir le tarif, une deuxième mesure, développée au § 2, consiste à lier, à partir d’un montant donné, à l’utilisation d’un numéro payant une obligation de fourniture d’un message tarifaire.

Qua indicatie van het toepasselijke tarief kiest dit besluit twee sporen. Enerzijds wordt er getracht via de cijfers achter de dienstidentiteit 9 een zekere bewustwording van de verschillende tarieven geassocieerd met de verschillende nummerreeksen te creëren (met name door de regel dat binnen eenzelfde inhoudsklasse (zie verder) het hogere eindgetal wijst op een hoger tarief). Omdat de ervaring en studies leren dat de consument de aanduiding van de hoogte van het tarief via de prefixen niet of nauwelijks oppikt, bestaat een tweede maatregel, uitgewerkt in § 2, erin om vanaf een bepaald bedrag aan het gebruik van een betaalnummer een verplichting tot het verstrekken van een tariefboodschap te verbinden.

Un message tarifaire doit prendre la forme d’un message d’avertissement tarifaire s’affichant sur l’écran de l’ordinateur de l’utilisateur, lorsque le service payant passant par un réseau de communications électroniques ne fait pas usage de la voix.

Een tariefboodschap dient de vorm aan te nemen van een tariefwaarschuwingsbericht vertoond op het computerscherm van de gebruiker, wanneer de betalende dienst via een elektronische-communicatienetwerk geen gebruik maakt van spraak.

L’exigence selon laquelle le tarif applicable et le numéro formé doivent être communiqués de manière univoque vise à souligner (1) qu’il est interdit de scinder de quelque manière que ce soit les préfixes lorsqu’ils sont indiqués oralement ou par écrit et que (2) dans les réclames ou les mentions qui ne sont pas uniquement audibles, il est obligatoire de séparer le préfixe par un espace, un tiret ou tout autre signe de ponctuation.

De vereiste dat het toepasselijke tarief en gevormde nummer op een ondubbelzinnige wijze moeten meegedeeld worden is bedoeld om erop te wijzen (1) dat het verboden is prefixen op enige wijze te splitsen wanneer ze, mondeling of schriftelijk, vermeld worden en (2) dat in reclame of vermeldingen die niet enkel hoorbaar zijn het verplicht is de prefix te scheiden door een spatie, een streepje of gelijk welk ander leesteken.

35468


Au niveau du contenu, trois catégories différentes de séries de numéros sont créées : 1) les séries générales de numéros payants, à savoir les séries de numéros 900, 901, 902, 903, 904 et 909; 2) la série parmi laquelle les jeux, les compétitions (televoting, etc) et les autres formes de détente (téléchargement de logos et de sonneries) doivent être fournis, à savoir la série 905; la compétence de l’Institut pour établir des sous-séries dans la série 905 pour l’offre de services payants, via des réseaux de communications électroniques, liés à des exigences particulières en application d’autres dispositions légales ou réglementaires a pour but de permettre aux opérateurs ou à d’autres parties concernées de respecter les obligations découlant de l’arrêté royal du 10 octobre 2006 portant les conditions auxquelles doivent satisfaire les jeux proposés dans le cadre de programmes télévisés au moyen de séries de numéros du plan belge de numérotation pour lesquels il est autorisé de facturer à l’appelant, en plus du prix de la communication, également le prix du contenu, étant entendu que ce prix est limité aux séries pour lesquelles le tarif de l’utilisateur final ne dépend pas de la durée de l’appel, et qui forment un programme complet de jeu. On pense par exemple à l’obligation incombant à l’opérateur de prévoir la possibilité pour toute personne qui en fait personnellement la demande ou à la demande du représentant légal des mineurs de bloquer l’accès du préfixe « contenu pour jeu » (article 9.2 de l’arrêté royal du 10 octobre 2006). 3) les séries destinées à un contenu à connotation érotique ou sexuelle, à savoir les numéros 906 et 907. La raison de cette tripartite est liée à la nécessité d’organiser un « Call Barring » ou blocage d’appels efficace. Les parents doivent avoir la possibilité de protéger leurs enfants d’un contenu nuisible pour eux et qui ne leur est pas destiné (contenu pour adultes) tout en leur permettant néanmoins d’accéder à des jeux ou à d’autres possibilités de détente (ex. participer à un télévoting, télécharger des sonneries ou encore chatter) fournis par le biais de ces numéros payants. Parallèlement, les entreprises doivent pouvoir bloquer les appels tant vers les séries de numéros à connotation sexuelle et érotique qu’aux séries de jeux et de détente. Il n’est pas possible de réaliser ces deux objectifs en même temps en scindant d’une part un contenu pour adultes versus un contenu non destiné aux adultes, tel que cela existe actuellement. En ce qui concerne les cas limites dans la catégorisation (ex. à quelle série appartient un jeu érotique ?), le § 4 de l’article 50 vise à introduire la règle de conduite selon laquelle, si la connotation érotique ou sexuelle d’un service de détente peut encore susciter des doutes, le service doit être herbégé sous les séries de numéros 906 et 907 au contenu pour adultes. Ce n’est qu’en appliquant cette règle qu’il sera possible d’atteindre la plus grande protection possible (entre autres en termes de Call Barring). L’article 50, § 5 traite, outre les numéros payants ’résiduels’ (à savoir les séries de numéros 900, 901, 902, 903 et 904), également d’une série spéciale de numéros, à savoir la série de numéros 909. Cette série est la série à tarification flexible. C’est à dire que le coût (tarif fixe, tarif variable par unité de temps ou en combinant les deux) d’une communication vers ce numéro peut être choisi librement. Outre la flexibilité offerte, cette série se caractérise également par le fait que dès que l’appelant a accès à un numéro de la série 909, celle-ci doit, sur une base obligatoire pour chaque communication, recevoir une annonce gratuite sur un support auditif ou visuel (autrement dit, cette partie de l’appel est entièrement gratuite), quel que soit le tarif d’application à l’appel. Ce message vise à expliquer la tarification de l’appel. Si après avoir été informé des coûts de la communication, l’appelant ne souhaite pas établir l’appel, il doit immédiatement en faire part après cette annonce. C’est possible par exemple en ajoutant ou en envoyant un message DTMF, etc. Cette possibilité de mettre fin à l’appel sans coûts doit être clairement indiquée dans le message. Ce n’est qu’après que le client ait expressément accepté le service qu’il peut être facturé.

Pour éviter le plus possible de grands drames financiers parfois causés par une utilisation excessive de numéros payants, la flexibilité associée à la série 909 est limitée par un plafond absolu de 31 EUR par appel. Comme une tarification variable est associée à la série 909, ce montant ne correspond pas nécessairement à un maximum de 31 EUR par appel. S’il a été opté pour une tarification à la minute, le tarif maximum autorisé est dans la plupart des cas de 3,10 EUR par minute (étant donné que la durée des appels facturés selon la durée ne peut excéder 10 minutes maximum en application de l’article 50, § 6). Toute autre combinaison d’une tarification à la minute avec une composante fixe (ex. coût fixe de 6 euros facturé au début de la connexion avec le

Qua inhoud worden drie verschillende categorieën van nummerreeksen gecreëerd : 1) de algemene betaalnummerreeksen, zijnde de 900-, 901-, 902-, 903-, 904- en 909-nummerreeksen; 2) de reeks waaronder spelletjes, competities (televoting, enz) en andere vormen van ontspanning (downloaden van logo’s en beltonen) moeten ’worden aangeboden, zijnde de 905- reeks; De bevoegdheid van het Instituut om binnen de 905-reeks subreeksen vast te stellen voor het a a n b i e d e n v a n b e t a l e n d e d i e n s t e n v i a e l e k t ro n i s c h e communicatienetwerken waaraan in uitvoering van andere wettelijke of reglementaire bepalingen bijzondere vereisten gekoppeld zijn dient om de operatoren of andere betrokken partijen in staat te stellen om tegemoet te komen aan verplichtingen, zoals deze die voortvloeien uit het koninklijk besluit van 10 oktober 2006 houdende de voorwaarden waaraan spelen die aangeboden worden in het kader van televisieprogramma’s via nummerreeksen van het Belgische nummerplan, waarvoor het toegelaten is om van de oproeper, naast de prijs van de communicatie, ook de betaling van de inhoud te vragen, doch beperkt tot deze reeksen waarop het eindgebruikerstarief geen functie is van de tijdsduur van de oproep en die een totaalprogramma inhouden dienen te voldoen. Er wordt hierbij bijvoorbeeld gedacht aan de verplichting van de operator om de mogelijkheid te voorzien om elkeen die hierom persoonlijk verzoekt, of op verzoek van de wettelijke vertegenwoordiger voor minderjarigen, via de prefix « spelinhoud » te blokkeren (art. 9.2 van het koninklijk besluit van 10 oktober 2006). 3) de reeksen bedoeld voor erotisch of sexueel getinte inhoud, zijnde de 906- en 907-nummers. De reden voor deze driedeling heeft te maken met de noodzaak om een efficiënte « Call Barring » of oproepblokkering te kunnen organiseren. Ouders moeten de keuze kunnen maken om hun kinderen af te schermen van voor hen schadelijke en niet bestemde inhoud (volwasseneninhoud) en diezelfde kinderen toch toegang te bieden tot spelletjes of andere ontspanningsmogelijkheden (bv. het deelnemen aan een televoting of het downloaden van ringtones of chatten) geleverd via betaalnummers. Tegelijkertijd moeten bedrijven oproepen naar zowel de sexueel en erotisch getinte nummerreeksen als de spelletjes- en ontspanningsreeksen kunnen blokkeren. Deze twee doelstellingen tegelijkertijd realiseren is niet mogelijk met een tweedeling volwasseneninhoud versus niet-volwasseneninhoud, zoals die momenteel bestaat. Wat betreft de grensgevallen in de categorisering (bv. tot welke reeks behoort een erotisch spelletje?) heeft § 4 van artikel 50 de bedoeling de stelregel in te voeren dat, indien er twijfel kan bestaan over het erotisch of seksueel karakter van een ontspanningsdienst, de dienst ondergebracht moet worden onder de 906 en 907 nummerreeksen voor volwasseneninhoud. Enkel door een dergelijke regel te hanteren wordt de grootst mogelijke bescherming (onder meer in termen van Call Barring) bereikt. In artikel 50, § 5 wordt naast de ’residuele’ betaalnummers (zijnde de 900, 901, 902, 903 en 904-nummerreeksen) ook een bijzondere nummerreeks behandeld, met name de 909-nummerreeks. Deze reeks is de reeks met flexibele tarifering. Dit wil zeggen dat de kostprijs (vast tarief, variabel tarief per tijdseenheid of combinatie van beide) van een gesprek naar een dergelijk nummer vrij te kiezen is. Bijzonder aan deze reeks is naast de geboden flexibiliteit ook dat zodra de oproeper toegang heeft verkregen tot een nummer uit de 909-reeks deze op een verplichte basis voor elke oproep een kosteloze aankondiging (m.a.w dit gedeelte van de oproep is volledig gratis) te horen of te zien (on-line) moet krijgen, ongeacht het tarief dat op de oproep van toepassing is. Deze boodschap heeft als doel de tarifering van de oproep uit te leggen. Indien de oproeper na de informatie over de gesprekskosten niet wenst door te gaan met de oproep dient zij/hij na deze aankondiging dit onmiddellijk aan te geven. Dit kan door middel van bijvoorbeeld het inhaken, het versturen van een DTMFboodschap, enz. Deze mogelijkheid tot beëindiging van de oproep zonder kosten moet duidelijk worden vermeld in de boodschap. Pas nadat de klant uitdrukkelijk de dienst heeft aanvaard kan worden aangerekend. Om grote financiële drama’s die soms veroorzaakt worden door een overmatig gebruik van betaalnummers zoveel mogelijk te vermijden wordt de flexibiliteit geassocieerd aan de 909-reeks beperkt door een absoluut plafond van 31 EUR per oproep. Omdat er een variabele tarifering geassocieerd is met de 909-reeks komt dit niet noodzakelijk neer op een maximum van 31 EUR per oproep. Indien er geopteerd werd voor een tarifering per minuut, is het maximum toegelaten tarief in de meeste gevallen de facto 3,10 EUR per minuut (aangezien de duur van oproepen die op tijdsbasis gefactureerd worden in toepassing van artikel 50, § 6, maximaal 10 minuten mag bedragen). Elke andere combinatie van een tarifering per minuut met een vaste component

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD numéro 0909 et ensuite de 2,5 euros par minute) est également possible pour autant que la limite absolue de 31 euros ne soit pas dépassée.

L’article 51 associe l’identité de service 4 à tous les services offrant la mobilité, telle que définie à l’article 1er, 17°. La règle selon laquelle le premier chiffre qui suit l’identité de service 4 ne peut pas être ’2’ ou ’3’, vise à éviter un conflit avec les numéros géographiques nationaux E.164 utilisés dans la zone de Liège. L’article 52 introduit l’identité de service 76, pour l’offre de services de numéros personnels, définie à l’article 1er, 16°. Les fameux ’numéros personnels’ introduits par ce biais ont été créés afin de permettre aux consommateurs d’être appelés via un numéro unique indépendant de l’emplacement où ils se trouvent et/ou du réseau (également le réseau mobile) auquel ils sont reliés. Les clients obtiennent ainsi le contrôle de leurs appels entrants et sont toujours joignables. Une caractéristique inhérente de cette série de numéros est qu’elle peut être utilisée (quasi) en permanence de manière nomade par des personnes dont la résidence principale est située en Belgique. Vu qu’ils sont indépendants du réseau, ces numéros peuvent aussi être utilisés pour les services dits services de convergence fixe et mobile. L’article 52, alinéa 3, stipule que, contrairement aux autres numéros non géographiques nationaux E.164, la conversion des numéros (par exemple en un numéro géographique) n’est pas une exigence nécessaire pour que les appels atteignent leur destination. Le fait que la conversion de numéros soit nécessaire dépend de l’utilisation du Protocole IP. En principe, la conversion de numéros n’est pas nécessaire en cas d’utilisation de ce protocole. Dans le cas contraire, il est effectivement peut-être encore nécessaire d’effectuer une conversion de numéros. Le caractère indépendant du réseau des numéros personnels, mentionné à l’article 52, alinéa 4, vise le phénomène où en utilisant le protocole IP la couche de transport et de services sont séparées et de ce fait, des services peuvent se développer indépendamment de la couche de transport sous-jacente. Les numéros E.164 classiques fonctionnent aussi bien comme des noms que comme des adresses. Toutefois, la séparation des couches provoque la disparition de la tâche d’adressage du numéro E.164 et il ne reste plus que la tâche d’identification. Ce numéro est donc indépendant du réseau. La tâche d’adressage est prise en charge par des mécanismes de conversion non visibles par l’utilisateur final. Il va de soi que les opérateurs pouvant fournir eux-mêmes la terminaison des appels, parce qu’ils disposent de leur propre réseau avec des clients directement connectés, peuvent également fournir ce service. Les numéros d’entreprise introduits par l’article 53, ont la même fonctionnalité que les numéros personnels à la différence qu’ils sont introduits pour l’établissement et la fourniture de réseaux d’entreprise. Les appels vers ces numéros se termineront principalement sur le propre réseau d’entreprise. Ce propre réseau d’entreprise peut supporter aussi bien les services de communications électroniques fournis en position déterminée que les services de communications électroniques mobiles. Les numéros d’entreprise peuvent être formés depuis tous les réseaux et peuvent pour l’entreprise en question également servir de guichet d’information unique à l’attention des clients et des parties intéressées par l’entreprise, ses produits et services, sans pour autant être exploités comme un numéro payant. L’article 54 a trait à la compétence du Ministre de déterminer le nombre de chiffres dont se compose un numéro E.164. L’article 55 permet à l’Institut de fournir la capacité de numérotation en plus petites quantités que la taille standard. En principe, l’Institut a recours à cette possibilité en cas de pénurie des numéros dans une capacité de numérotation donnée ou à la suite d’une demande justifiée d’un demandeur. Les articles 57 à 67 expliquent les principes d’application aux numéros courts nationaux (de trois ou quatre chiffres). Ces numéros courts nationaux doivent pouvoir être offerts tant sur les réseaux publics de communications électroniques fixes que mobiles. L’article 58 introduit le principe selon lequel les numéros de trois chiffres sont réservés pour les services publics et les services d’intérêt public sans aucun but commercial. Un service d’intérêt public se réfère en premier lieu aux services n’étant pas un service public au sens strict du terme mais apportant bien des contributions sociales extrêmement utiles en cas de situations d’urgence. Les numéros 116 et 118,

35469

(bv. vaste kost van 6 euro aangerekend aan het begin van de verbinding met het 0909-nummer en vervolgens 2,5 euro per minuut) is ook mogelijk voorzover de absolute drempel van 31 euro niet overschreden wordt. Artikel 51 associeert de dienstidentiteit 4 aan alle diensten die mobiliteit, zoals gedefinieerd in artikel 1, 17°, bieden. De regel dat het eerste cijfer dat volgt op de dienstidentiteit 4 niet ’2’ of ’3’ kan zijn beoogt een conflict te voorkomen met de nationale geografische E.164 nummers die gebruikt worden in de zone Luik. Artikel 52 introduceert de dienstidentiteit 76, voor het aanbieden van persoonlijke nummerdiensten, gedefinieerd in artikel 1, 16°. De zogenaamde ’persoonlijke nummers’ die hiermee ingevoerd worden zijn ontworpen om consumenten toe te laten te worden opgebeld via een uniek nummer onafhankelijk van de locatie waarop zij zich bevinden en/of het netwerk (eveneens het mobiele) waaraan zij verbonden zijn. Op deze wijze verwerven klanten de controle over hun inkomende oproepen en kunnen ze steeds worden bereikt. Een inherent kenmerk van deze nummerreeks is dat ze op (quasi-)permanente basis op nomadische wijze kan gebruikt worden door personen wiens hoofdverblijfplaats in België gelegen is. Eveneens kunnen deze nummers gezien ze netwerkonafhankelijk zijn gebruikt worden voor de zogenaamde vaste- en mobiele convergentiediensten. Artikel 52, lid 3, brengt tot uitdrukking dat, in tegenstelling tot de andere niet-geografische nationale E.164 nummers, nummervertaling (naar bijvoorbeeld een geografisch nummer) geen noodzakelijke vereiste is om oproepen op hun bestemming te krijgen. Of nummervertaling vereist is, is afhankelijk van het gebruik van het IP Protocol. Indien dit protocol gebruikt wordt, is nummervertaling in principe geen vereiste. Wanneer het niet gebruikt wordt, dan is het mogelijk wel nog noodzakelijk om een nummervertaling te verrichten. Het netwerkonafhankelijk karakter van de persoonlijke nummers, bedoeld in artikel 52, lid 4, viseert het fenomeen waarbij door gebruik te maken van het IP protocol de transport- en dienstenlaag gescheiden worden, waardoor zich diensten kunnen ontwikkelen onafhankelijk van de onderliggende transportlaag. Klassieke E.164 nummers functioneren zowel als namen en adressen. Door de scheiding van de lagen verdwijnt echter de adresseringstaak van het E.164 nummer en blijft slechts de identificatietaak over. Een dergelijk nummer is dan netwerkonafhankelijk. De adresseringstaak wordt waargenomen door voor de eindgebruiker niet zichtbare translatiemechanismen. Het spreekt voor zich dat operatoren die zelf terminatie van oproepen kunnen verzorgen, omdat ze over een eigen netwerk beschikken met direct aangesloten klanten, deze dienst ook kunnen aanbieden. De bedrijfsnummers, die geïntroduceerd worden door artikel 53, hebben dezelfde functionaliteit als de persoonlijke nummers met dit verschil dat ze worden ingezet voor het opzetten en aanbieden van bedrijfsnetwerken. Oproepen naar deze nummers zullen hoofdzakelijk op het eigen bedrijfsnetwerk termineren. Dat eigen bedrijfsnetwerk kan zowel elektronische-communicatiediensten geleverd op een vaste locatie als mobiele elektronische-communicatiediensten ondersteunen. Bedrijfsnummers zijn aankiesbaar vanuit alle netwerken en kunnen voor het bedrijf in kwestie ook dienst doen als uniek informatieloket voor klanten en geïnteresseerden in het bedrijf, zijn producten en diensten, zonder evenwel als een betaalnummer uitgebaat te mogen worden. Artikel 54 handelt over de bevoegdheid van de Minister om het aantal cijfers waaruit een E.164 nummer bestaat vast te leggen. Artikel 55 geeft het Instituut de mogelijkheid om nummercapaciteit in kleinere hoeveelheden dan de standaardgrootte af te leveren. Deze mogelijkheid wordt in principe uitgeoefend ingeval van nummerschaarste in een bepaalde nummercapaciteit of na een gerechtvaardigd verzoek van een aanvrager. De artikelen 57 tot 67 zetten de principes uiteen die van toepassing zijn op de nationale korte (drie- of viercijferige) nummers. Deze nationale korte nummers moeten zowel op vaste als op mobiele openbare elektronische-communicatienetwerken aangeboden kunnen worden. Artikel 58 stelt het principe in dat driecijferige nummers worden voorbehouden voor overheidsdiensten en diensten van openbaar nut zonder enig commercieel doel. Met een dienst van openbaar nut wordt in eerste instantie gerefereerd naar de diensten die geen overheidsdienst in de strikte zin van het woord zijn maar die wel uiterste nuttige maatschappelijke tussenkomsten leveren ingeval van noodsituaties. De

35470


éventuellement suivis d’un suffixe de un à trois chiffres, sont laissés en dehors du champ d’application de l’article 58, vu leur future utilisation européenne potentiellement harmonisée, qui le cas échéant ne se limitera pas aux services publics et aux services d’intérêt public sans but commercial. Pour l’utilisation européenne potentiellement harmonisée du numéro 116, il est renvoyé à l’explication de l’article 60 ci-après. La mention du numéro 118 est pour mémoire, étant donné qu’au moment de l’adoption du présent arrêté, aucun texte contraignant prévoyant l’utilisation harmonisée du numéro 118 n’existe ou n’est en préparation.

nummers 116 en 118, eventueel gevolgd door een suffix van één tot drie cijfers, worden buiten het toepassingsgebied van artikel 58 gelaten, gelet op hun toekomstig potentieel geharmoniseerd Europees gebruik, dat desgevallend niet beperkt zal zijn tot overheidsdiensten en diensten van openbaar nut zonder commercieel doel. Voor het potentieel geharmoniseerd Europees gebruik van het nummer 116 wordt verwezen naar de uitleg bij artikel 60 hieronder. De vermelding van het nummer 118 is pro memorie, aangezien er op het ogenblik van het aannemen van dit besluit geen bindende teksten bestaan of in de maak zijn die een geharmoniseerd gebruik van het nummer 118 voorschrijven.

L’article 59 reprend les numéros courts à trois chiffres mentionnés à l’article 2 de l’arrêté royal du 2 février 2007 relatif aux services d’urgence en exécution de l’article 107, § 1er et § 3, de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques, et portant des dispositions diverses en matière de communications électroniques pour les services d’urgence et leur confère par conséquent également une place dans l’espace de numérotation national. Le numéro court national 105, attribué à la Croix Rouge belge, est indiqué séparément car la Croix Rouge belge ne souhaite pas être considérée comme un service d’urgence pour des raisons de neutralité.

Artikel 59 neemt de korte driecijferige nummers over die vermeld worden in artikel 2 van het koninklijk besluit van 2 februari 2007 betreffende de nooddiensten tot uitvoering van artikel 107, § 1 en § 3, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, en houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie voor de noodiensten en geeft ze aldus ook een plaats in de nationale nummeringsruimte. Het nationale korte nummer 105, toegekend aan het Belgische Rode Kruis, wordt apart vernoemd omdat het Belgische Rode Kruis om neutraliteitsredenen niet in aanmerking wil genomen worden als nooddienst.

L’article 60 désigne, tel que recommandé dans la Recommandation CEE (04)07, la série de numéros commenç ant par 116 pour la fourniture de futurs services européens harmonisés. L’objectif est que les citoyens puissent atteindre à l’aide du même numéro court un service donné qui remplit un certain nombre de critères fixés au niveau européen au plus d’emplacements possibles en Europe. Les procédures, conditions et critères précis appliqués au niveau européen pour désigner quel service entre en considération pour la réception des numéros commenç ant par 116 dans chacun des pays participants sont fixés dans la Décision de la Commission du 15 février 2007 sur la réservation de la série nationale des numéros commenç ant par « 116 » à des numéros harmonisés pour des services à valeur sociale harmonisés. Les modalités ultérieures au niveau belge seront élaborées par l’Institut sur la base de l’article 11, § 3, de la loi du 13 juin 2005.

Artikel 60 duidt, zoals aanbevolen in ECC Aanbeveling (04)07, de nummerreeks beginnend met 116 aan voor het aanbieden van toekomstige geharmoniseerde Europese diensten. Bedoeling is dat burgers een welbepaalde dienst die voldoet aan een aantal op Europees niveau vastgelegde criteria op zoveel mogelijk plaatsen in Europa kunnen bereiken aan de hand van hetzelfde korte nummer. De precieze procedures, voorwaarden en criteria die op Europees niveau toegepast worden om aan te duiden welke dienst in aanmerking komt voor het ontvangen van nummers beginnend met 116 in ieder van de deelnemende landen is vastgelegd in de Beschikking van de Commissie van 15 februari 2007 inzake het reserveren van de nationale nummerreeks die begint met ’116’ voor geharmoniseerde diensten met een maatschappelijke waarde. De verdere modaliteiten op Belgisch niveau zullen door het Instituut uitgewerkt worden op basis van artikel 11, § 3, van de wet van 13 juni 2005.

L’article 61 maintient l’utilisation des séries 12XX, 13XX et 14XX pour l’offre de services de messagerie vocale et de services de renseignements, comme déterminé dans la notice explicative relative aux codes de communication d’accès, telle que prévue à l’art. 10, § 5, alinéa 1er, de l’arrêté royal relatif à la gestion du plan de numérotation. Dans le cadre de leur offre de services, les services de renseignements peuvent offrir des compléments de services. Par exemple un portail de la voix, la fourniture de renseignements sur les horaires des trains, etc. Ces compléments de services ne peuvent accroître le montant facturé pour l’appel.

Artikel 61 bestendigt het gebruik van de reeksen 12XX, 13XX en 14XX voor het aanbieden van voice mail en inlichtingendiensten, zoals vastgelegd in de explicatieve nota omtrent toegangscommunicatiecodes zoals voorzien in art. 10 § 5 lid 1 van het koninklijk besluit betreffende het beheer van het nummeringsplan. In het kader van hun dienstverlening mogen inlichtingendiensten bijkomende faciliteiten aanbieden. Zo kan gedacht worden aan een voice portaal, het verstrekken van inlichtingen omtrent de dienstregeling van de treinen, enz. Deze bijkomende faciliteiten mogen geen aanleiding geven tot het aanrekenen van een hogere prijs voor de oproep.

Le troisième alinéa de l’article 61 confirme l’interdiction (1) d’offrir des services payants déguisés via des réseaux de communications électroniques via les séries de numéros destinées aux services de renseignements et (2) l’interdiction d’effectuer des transferts vers ces numéros.

Het derde lid van artikel 61 bevestigt het verbod om (1) verkapte betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken aan te bieden via de nummerreeksen bestemd voor de inlichtingendiensten en (2) het verbod om naar dergelijke nummers door te schakelen.

La première interdiction se base sur les considérations suivantes :

Het eerstgenoemde verbod is gegrond op de volgende overwegingen :

a) si l’on autorisait les fournisseurs de ’services de renseignements’ à utiliser leurs numéros courts pour également offrir les services payants via des réseaux de communications électroniques, cela porterait préjudice et discriminerait les fournisseurs des services payants via les réseaux de communications électroniques, vu que ces derniers devraient continuer à travailler sur la base de numéros plus longs et moins attrayants (de type 090X ABCDE).

a) indien men verstrekkers van ’inlichtingendiensten’ zou toelaten om hun korte nummers te gebruiken om eveneens betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken aan te bieden, benadeelt en discrimineert dit de leveranciers van de betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken, vermits deze laatste verder moeten blijven werken op basis van langere en minder aantrekkelijke nummers (van het type 090X ABCDE).

b) Dans la pratique, il ne peut pas être remédié à ce préjudice et à cette discrimination en autorisant également les prestataires de services payants via des réseaux de communications électroniques à utiliser les numéros 12XX, 13XX et 14XX, vu le nombre élevé de ce type de fournisseurs et la pénurie au niveau des numéros 12XX, 13XX et 14XX dans ce scénario;

b) Deze benadeling en discriminatie kan in de praktijk niet opgeheven worden door de leveranciers van betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken ook toe te laten de 12XX-, 13XXen 14XX – nummers te laten gebruiken, gelet op het hoge aantal van dergelijke leveranciers en de schaarste op vlak van 12XX-, 13XX- en 14XX-nummers in een dergelijk scenario;

c) En outre, les droits annuels à payer pour l’utilisation des numéros courts 12XX, 13XX et 14XX risquent d’être trop élevés pour les fournisseurs de services payants via des réseaux de communications électroniques, tandis que le coût incrémentiel pour les fournisseurs de services de renseignements lié à la fourniture de services d’information en plus de leurs services de renseignements est nul. Cette dernière constatation pourrait créer une concurrence déloyale sur ces marchés, ce qu’il y a lieu d’éviter.

c) Daarnaast riskeren de jaarlijkse rechten te betalen voor het gebruik van de 12XX, 13XX en 14XX korte nummers te hoog te zijn voor leveranciers van betalende diensten via elektronischecommunicatienetwerken, terwijl de incrementele kost voor de leveranciers van inlichtingendiensten om naast hun inlichtingendiensten eveneens betalende diensten te leveren nihil is. Deze laatste vaststelling zou oneerlijke concurrentie op deze markten kunnen creëren, hetgeen moet vermeden worden.


35471

L’interdiction de transfert vers les numéros 090X s’inspire des considérations suivantes :

Het verbod op doorschakeling naar 090X-nummers is ingegeven door de volgende overwegingen :

a) Eviter que les fournisseurs de services payants via des réseaux de communications électroniques se procurent un numéro de services de renseignements attrayant sans viser à fournir un véritable service de renseignements mais dans l’intention d’offrir en réalité derrière un service de renseignements (superficiel) des services payants via des réseaux de communications électroniques en concurrence déloyale vis-à-vis des autres fournisseurs de ces services qui utilisent bien des numéros de type 90X ABCDE;

a) Het vermijden dat leveranciers van betalende diensten via elektronische-communicatiediensten zich een aantrekkelijk inlichtingendienstennummer aanschaffen niet met het oogmerk om een daadwerkelijke inlichtingendienst te verstrekken maar met het oogmerk om achter een (oppervlakkige) inlichtingendienst in werkelijkheid betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken aan te bieden in oneerlijke concurrentie met andere leveranciers van dergelijke diensten die wel nummers van het type 90X ABCDE gebruiken;

b) Eviter les scénarios élusifs de la régulation (autorégulation) des services payants via des réseaux de communications électroniques (applicable aux numéros payants mais pas aux numéros des services de renseignements), qui pourraient être mis en place en collaboration ou non avec les fournisseurs des services de renseignements;

b) Het vermijden van ontwijkingsscenario’s van de (zelf)regulering van betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken (toepasselijk op betaalnummers maar niet op nummers voor de inlichtingendiensten), die opgezet zouden kunnen worden al dan niet in samenwerking met aanbieders van inlichtingendiensten;

c) éviter le contournement des institutions responsables du blocage des appels ou le Call Barring;

c) het vermijden van een omzeiling van de instellingen van de oproepblokkering of Call Barring;

d) garantir la visibilité des numéros avec l’identité de service ’9’ (et la fonction d’avertissement tarifaire y afférente).

d) het vrijwaren van de zichtbaarheid van de nummers met de dienstidentiteit ’9’ (en de daaraan gekoppelde tariefwaarschuwingsfunctie).

Comme c’était le cas pour certains numéros non géographiques nationaux E.164, certains numéros de la série 12XX, 13XX ou 14XX sont pour des raisons historiques encore utilisés pour une utilisation non-conforme à la destination de ces séries. L’article 61, alinéa quatre, vise à mettre fin à cette situation malsaine en prévoyant la mise hors service de ce service pour au plus tard le 1er janvier 2012 (mise hors service signifiant également que la capacité de numérotation concernée est à nouveau disponible pour la réservation conformément aux dispositions du présent arrêté).

Zoals het geval was bij sommige niet-geografische nationale E.164 nummers, worden bepaalde nummers uit de 12XX-, 13XX- of 14XXreeks om historische redenen nog aangewend voor een gebruik dat niet conform is met de bestemming van deze reeksen. Artikel 61, vierde lid, beoogt een einde te maken aan deze ongezonde situatie door ten laatste op 1 januari 2012 de uit dienstneming van dergelijke dienst te voorzien (waarbij uit dienst nemen ook betekent dat de betrokken nummercapaciteit terug beschikbaar wordt voor reservatie overeenkomstig de bepalingen van dit besluit).

L’article 62 prévoit que les séries 15XX et 16XX servent également à l’attribution des Carrier Selection Codes.

Artikel 62 voorziet dat de reeksen 15XX en 16XX dienen voor het toekennen van Carrier Selection Codes.

L’article 63 prévoit entre autres la définition de capacité de numérotation pouvant être utilisée pour le soutien de services commerciaux ou non d’une grande importance pour la société, fournis par les pouvoirs publics au sens large du terme ou par des asbl et des fondations. Les entreprises commerciales ne peuvent obtenir des numéros courts issus de ces séries, car leur capacité (réduite) serait très rapidement épuisée. De plus, certains numéros spécifiques sont destinés à d’autres fins pour des raisons historiques.

Artikel 63 voorziet onder meer in het aanduiden van nummercapaciteit die gebruikt kan worden voor de ondersteuning van al dan niet commerciële diensten van groot maatschappelijk belang, geleverd door de overheid in de brede zin van het woord of VZW’s en stichtingen. Commerciële bedrijven komen niet in aanmerking voor het bekomen van korte nummers uit deze reeksen, omdat anders de (beperkte) capaciteit in deze reeksen zeer snel zou uitgeput raken. Daarnaast worden om historische redenen bepaalde specifieke nummers in deze reeks bestemd voor andere doeleinden.

La destination et les possibilités d’utilisation de la série 19XX, qui sont déterminées à l’article 64, sont étendues par rapport à ce qui était autorisé en vertu de l’arrêté royal du 10 décembre 1997 relatif à la gestion du plan de numérotation. A présent, ces numéros peuvent non seulement être utilisés pour des applications gratuites, internes, publiques ou non, telles que le signalement d’erreurs et la diffusion d’informations commerciales ou non concernant l’offre de services propres, la messagerie vocale, la consultation de la situation de la facture télécoms, etc. Mais l’utilisation de ces numéros peut également être étendue aux parties avec lesquelles l’opérateur du ’réseau-hôte’ a conclu un contrat commercial volontaire. Une plus grande flexibilité est également offerte en ce qui concerne la tarification.

De bestemming en de gebruiksmogelijkheden van de 19XX-reeks, die worden vastgelegd in artikel 64, worden uitgebreid ten opzichte van hetgeen toegestaan was onder de gelding van het koninklijk besluit van 10 december 1997 betreffende het beheer van het nummeringsplan. Deze nummers mogen thans niet alleen gebruikt worden voor gratis, interne al dan niet publieke toepassingen, zoals het rapporteren van fouten, het geven van al dan niet commerciële informatie over het eigen dienstenaanbod, voice mail, het opvragen van de stand van de telecomrekening, enzovoort. Het gebruik van deze nummers kan ook uitgebreid worden tot partijen waarmee de operator van het ’gastheernetwerk’ een vrijwillige commerciële overeenkomst heeft aangegaan. Ook qua tarifering wordt meer flexibiliteit geboden.

Comme il s’agit de numéros pour les applications internes, ils ne doivent pas être implémentés dans les réseaux des autres opérateurs interconnectés (autres que les parties avec lesquelles l’opérateur du réseau-hôte a conclu un contrat commercial volontaire). C’est pour cette raison que l’obtention de droits d’utilisation pour les numéros de la série 19XX n’est pas soumise à la procédure de réservation, visée aux articles 10 à 18. La période durant laquelle les numéros sont réservés sert en effet à faire implémenter la capacité de numérotation obtenue dans les réseaux des autres opérateurs interconnectés, afin que les numéros concernés soient accessibles à partir d’autres réseaux. La mise en service de cette capacité de numérotation doit cependant être communiquée au préalable à l’Institut, afin de lui permettre de contrôler si l’utilisation déclarée est conforme aux dispositions du présent arrêté et en particulier à l’article 64.

Omdat het gaat om nummers voor interne toepassingen dienen zij niet geïmplementeerd te worden in de netwerken van andere geïnterconnecteerde operatoren (andere dan de partijen waarmee de operator van het gastheernetwerk een vrijwillige commerciële overeenkomst heeft aangegaan). Om die reden wordt het verkrijgen van gebruiksrechten voor de nummers uit de 19XX-reeks niet onderworpen aan de reservatieprocedure, bedoeld in de artikelen 10 tot 18. De periode waarin de nummers gereserveerd zijn dient immers om verkregen nummercapaciteit geïmplementeerd te krijgen in de netwerken van andere geïnterconnecteerde operatoren, met het oog op de bereikbaarheid van de betrokken nummers vanuit andere netwerken. De ingebruikname van deze nummercapaciteit dient wel vooraf aan het Instituut meegedeeld te worden, teneinde dit laatste toe te staan om te controleren of het aangemelde gebruik conform is aan de bepalingen van dit besluit en in het bijzonder aan artikel 64.

L’article 65 autorise le titulaire d’un numéro court de quatre chiffres à également utiliser à l’aide de son numéro court le numéro correspondant du plan de numérotation SMS ou MMS. Cette règle s’inspire d’une règle similaire dans le plan de numérotation norvégien.

Artikel 65 geeft aan de houder van een kort viercijferig nummer het recht om ook het met zijn kort nummer overeenstemmende nummer uit het SMS of MMS nummerplan te gebruiken. Deze regel is geïnspireerd op een gelijkaardige regel in het Noorse nummerplan.

L’article 68 précise le rôle de l’IBPT par rapport à l’octroi de la capacité de numérotation issue du plan de numérotation des services de données commutées par paquets. La gestion de ce plan de numérotation se fait conformément à la Recommandation de l’UIT applicable et internationalement reconnue.

Artikel 68 specifieert de rol van het BIPT in relatie tot het verlenen van nummercapaciteit uit het nummerplan voor pakketgeschakelde datadiensten. Het beheer van dit nummerplan gebeurt conform de internationaal aanvaarde toepasselijke ITU Aanbeveling.

35472


Conformément à la volonté du législateur (voir Exposé des motifs relatif à l’article 11 de la loi du 13 juin 2005), l’IBPT reprend la responsabilité du plan de numérotation des services SMS et MMS des opérateurs mobiles. Les articles 69 à 74 règlent les grands principes en vertu desquels ce plan de numérotation sera géré.

Conform de wil van de wetgever (zie Memorie van toelichting bij artikel 11 van de wet van 13 juni 2005), neemt het BIPT de verantwoordelijkheid voor het nummerplan voor SMS en MMS diensten van de mobiele operatoren over. De artikelen 69 tot 74 regelen de grote principes waaronder dit nummerplan zal beheerd worden.

L’article 69 introduit l’innovation selon laquelle certains numéros courts SMS et MMS ne peuvent avoir une longueur que de trois chiffres. Cette innovation permet de développer des applications pour des sourds (ex. 112 par sms) ou -en général- d’étendre l’offre de services des services d’urgence existants ou d’autres services publics d’intérêt public, s’ils le souhaitent (ex. 110 par sms).

Artikel 69 voert de innovatie in dat sommige SMS en MMS korte nummers een lengte van slechts drie cijfers kunnen hebben. Een dergelijke innovatie maakt de ontwikkeling mogelijk van toepassingen voor doven (bv. 112 per sms) of -in het algemeen- een uitbreiding van het dienstenaanbod van de bestaande nooddiensten of andere overheidsdiensten of diensten van openbaar nut, indien zij dit wensen (bv. 110 per sms).

L’article 70, § 1er, constitue le pendant de l’article 65 et souligne les principes conformément auxquels un titulaire d’un numéro (de trois ou quatre chiffres) court national peut demander et utiliser le numéro court SMS ou MMS correspondant à son service.

Artikel 70, § 1, vormt de tegenhanger van artikel 65 en brengt naar voren overeenkomstig welke principes een houder van een nationaal kort (drie- of viercijferig) nummer het met zijn dienst corresponderende SMS of MMS kort nummer kan aanvragen en gebruiken.

Le premier principe est que le titulaire (candidat) d’un numéro court national peut introduire la réservation d’un numéro court SMS et MMS correspondant au plus tôt en même temps que sa demande de réservation pour le numéro court national en question.

Een eerste principe is dat de (kandidaat)houder van een nationaal kort nummer de reservering van het overeenstemmende SMS en MMS kort nummer ten vroegste tegelijkertijd met zijn reserveringsaanvraag voor het betrokken nationale korte nummer kan indienen.

Le deuxième principe est que le mode de tarification d’application aux deux sortes de numéros courts se recoupe le plus possible. Si le titulaire de par exemple un numéro court national de la série 17XX le commercialise comme un numéro gratuit, le numéro SMS doit par conséquent également être gratuit. Si le titulaire d’un numéro similaire opte pour commercialiser le numéro comme un numéro tarifié au prix d’appel standard facturé à l’abonné par son opérateur pour une communication standard vers un numéro E.164 géographique belge, alors l’appel SMS doit être facturé au prix d’appel facturé à l’abonné par son opérateur pour l’envoi d’un SMS standard.

Een tweede principe wil dat de wijze van tarifering van toepassing op beide soorten van korte nummers zoveel mogelijk gelijk loopt. Indien de houder van bijvoorbeeld een nationaal kort nummer uit de 17XX-reeks dit nummer in de markt zet als een gratis nummer dan dient het corresponderende SMS nummer ook gratis te zijn. Indien de houder van een soortgelijk nummer ervoor kiest om het nummer in de markt te zetten als een nummer dat getarifeerd wordt aan de standaard oproepprijs die de abonnee aangerekend krijgt van zijn operator voor een standaardgesprek naar een Belgisch geografisch E.164 nummer, dan dient de SMS oproep aangerekend te worden aan de oproepprijs die de abonnee aangerekend krijgt van zijn operator voor het verzenden van een standaard SMS.

L’article 71, § 1er, alinéa premier, relie, par analogie à la réglementation telle que prévue à l’article 45, le chiffre le plus significatif ’8’ aux SMS et MMS dont l’envoi est gratuit pour l’expéditeur. Toutes les autres identités de service mentionnées aux §§ 2 à 5 sont ouvertes pour l’offre de services payants via des réseaux de communications électroniques.

Artikel 71, § 1, eerste lid, koppelt, naar analogie met de regeling zoals voorzien in artikel 45, het meest significante cijfer ’8’ aan de SMS’en MMS’en waarvan het versturen gratis is voor de verzender. Alle andere dienstidentiteiten vermeld in de §§ 2 tot en met 5 staan open voor het a a n b i e d e n v a n b e t a l e n d e d i e n s t e n v i a e l e k t ro n i s c h e communicatienetwerken.

Tout comme pour la réglementation des numéros payants à l’article 50, la base est une tripartite au niveau du contenu associée aux numéros courts SMS et MMS, à savoir :

Net zoals voor de regeling van de betaalnummers in artikel 50 wordt er qua inhoud geassocieerd met de SMS en MMS korte nummers uitgegaan van een driedeling, te weten :

1) les séries 2XXX, 3XXX et 4XXX pour les séries ’résiduelles’;

1) de 2XXX-, 3XXX- en 4XXX-reeksen als ’residuele’ reeksen;

2) les séries 5XXX et 6XXX pour l’offre de jeux et d’autres formes de détente.

2) de 5XXX- en 6XXX -reeksen voor het aanbieden van spelletjes en andere vormen van ontspanning.

3) la série 7XXX pour l’offre de contenu à connotation érotique et sexuelle.

3) de 7XXX-reeks voor het aanbieden van erotisch en seksueel getinte inhoud.

La série de numéros 4XXX est liée à un tarif plus élevé comparable à celui de la série 909 et ce, pour s’adapter à la plupart des formes d’applications de m-paiement.

De 4XXX-nummerreeks wordt gekoppeld aan een hoger tarief gelijkaardig aan dat van de 909-reeks, dit om de meeste vormen van ’m payment’-toepassingen te accomoderen.

La compétence de l’Institut pour fixer des sous-séries dans la série 6XXX (ex. la sous-série 61XX) pour l’offre de services payants via des réseaux de communications électroniques, liés à des exigences spécifiques en application d’autres dispositions légales ou réglementaires doit aussi permettre aux opérateurs ou aux autres parties concernées de respecter les obligations découlant de l’arrêté royal du 10 octobre 2006 portant les conditions auxquelles doivent satisfaire les jeux proposés dans le cadre de programmes télévisés au moyen de séries de numéros du plan belge de numérotation pour lesquels il est autorisé de facturer à l’appelant, en plus du prix de la communication, également le prix du contenu, étant entendu que ce prix est limité aux séries pour lesquelles le tarif de l’utilisateur final ne dépend pas de la durée de l’appel, et qui forment un programme complet de jeu.

De bevoegdheid van het Instituut om binnen de 6XXX-reeks subreeksen (bv. de subreeks 61XX) vast te stellen voor het aanbieden van betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken waaraan in uitvoering van andere wettelijke of reglementaire bepalingen bijzondere vereisten gekoppeld zijn dient eveneens om de operatoren of andere betrokken partijen in staat te stellen om tegemoet te komen aan verplichtingen, zoals deze die voortvloeien uit het koninklijk besluit van 10 oktober 2006 houdende de voorwaarden waaraan spelen die aangeboden worden in het kader van televisieprogramma’s via nummerreeksen van het Belgische nummerplan, waarvoor het toegelaten is om van de oproeper, naast de prijs van de communicatie, ook de betaling van de inhoud te vragen, doch beperkt tot deze reeksen waarop het eindgebruikerstarief geen fuctie is van de tijdsduur van de oproep en die een totaalprogramma inhouden dienen te voldoen.

Une série séparée (à savoir la série 9XXX) a été spécifiquement créée pour le plan de numérotation SMS et MMS, dans laquelle il faut puiser afin d’offrir les SMS et MMS reserved charged’. En l’espèce, il s’agit par exemple des services offrant deux fois par semaine à leurs utilisateurs inscrits une nouvelle sonnerie et où la réception des SMS ou des MMS offrant cette sonnerie est facturée par l’opérateur mobile. Toutefois, les services qui relèvent de la série 9XXX ne doivent pas nécessairement être offerts selon un modèle régulier, un ’service d’alerte’ qui prévient l’utilisateur inscrit lorsqu’un incident donné non prévisible se produit (ex. une inondation ou un but lors d’un match de football) doit également être offert sous la série 9XXX. Le but est que les services payants destinés spécifiquement aux adultes via des réseaux de

Specifiek voor het SMS en MMS nummerplan is dat er een afzonderlijke reeks (met name de 9XXX-reeks) gecreëerd wordt, waaruit geput moet worden om reversed charged SMS’en en MMS’en aan te bieden. Het gaat hier bijvoorbeeld om diensten die twee maal per week aan hun ingeschreven gebruikers een nieuwe ringtone aanbieden en waarbij het ontvangen van de SMS of MMS waarmee die ringtone wordt aangeboden door de mobiele operator wordt gefactureerd. De diensten die onder de 9XXX-reeks vallen moeten echter niet noodzakelijk volgens een regelmatig patroon aangeboden worden; een ’alertservice’ die de ingeschreven gebruiker waarschuwt wanneer een bepaald niet voorspelbaar voorval zich voordoet (bv. een overstroming of een doelpunt in een voetbalwedstrijd) dient eveneens aangeboden te

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD communications électroniques ne puissent pas être offerts selon le principe de ’reversed charging’.

L’hébergement du trafic ’reserved charged’ sous une série de numéros a pour but, si nécessaire, de permettre la protection de l’utilisateur par le biais d’un mécanisme de blocage à la réception’ (au lieu d’un ’blocage des appels’). L’article 72 fixe le principe selon lequel les numéros courts SMS et MMS ont une longueur fixe de 4 chiffres. Une possibilité d’extension à 5 chiffres est toutefois prévue pour répondre éventuellement à une demande future de plus de capacité et ’afin de ne pas entraver la’ participation à des services payants étrangers via des réseaux de communications électroniques qui fonctionnent avec des numéros courts SMS et MMS à cinq chiffres. L’article 75 réalise la transposition dans l’ordre judiciaire belge des principales dispositions de la Recommandation E.212 de l’UIT déterminant the international identification plan for mobile terminals and mobile users. » . La Recommandation E.212 est un plan d’identification. Un plan d’identification sert à identifier les utilisateurs de services de communications électroniques de manière unique par exemple lorsqu’ils font du roaming, mais, contrairement à un plan de numérotation, les codes de ce plan ne sont pas utilisés pour router les communications électroniques. Les codes de réseau mobiles qui, en vertu de cet article, peuvent être attribués, peuvent l’être à tous les opérateurs que ceux-ci offrent leurs services en position déterminée ou bien par le biais d’un réseau de communications électroniques mobile. Compte tenu de la rareté de ces numéros, l’Institut devra analyser de manière approfondie toute demande relative à ces codes de réseau mobiles et en particulier vérifier si l’opérateur a besoin de ces codes. L’article 76 détermine les principes relatifs à l’obtention d’un code de point sémaphore international. Un code de point sémaphore international est le numéro d’identification des noeuds sémaphores internationaux, comme les centraux téléphoniques et d’autres éléments du réseau directement connectés à un élément du réseau étranger. Le point de code sémaphore national visé à l’article 77, a les mêmes fonctionnalités qu’un ISPC, mais alors uniquement sur le plan national. L’article 80 traite de l’interfonctionnement des différents plans de numérotation. Par le passé, l’interfonctionnement concernait par exemple la réalisation de l’interopérabilité entre les réseaux X.25 et PSTN. Ainsi, un utilisateur final peut à l’aide d’un code escape appeler vers ou depuis un équipement terminal relié au réseau X.25 vers le réseau PSTN. A l’avenir, la définition des modalités d’interfonctionnement pourrait être importante pour l’introduction d’ENUM. Les articles 81 à 83, dans le chapitre sur la maintenance et le contrôle, sont une transposition de l’article 10 de la « directive Autorisation ». Les mesures prévues par ces articles doivent permettre à l’Institut de mettre sur les rails la gestion de l’espace de numérotation. La procédure de l’article 82 est indépendante de la procédure de mise en demeure prévue à l’article 21 de la loi du 17 janvier 2003 relative au statut du régulateur des secteurs des postes et des télécommunications belges. L’article 82 n’empêche donc pas que l’IBPT, en cas d’infraction à la réglementation ou aux décisions en matière de numérotation, impose une amende administrative, en application de l’article 21 de la loi du 17 janvier 2003. Lors de la mise en ouvre concrète de la procédure de l’article 83, on pourrait penser à l’application de l’article 20 de la loi du 17 janvier 2003. L’article 84 porte exécution des articles 29 et 30 de la loi du 13 juin 2005. En général, l’on s’efforce de répartir de manière plus équilibrée les redevances entre les différentes sortes de numéros en tenant compte de l’expérience acquise par l’IBPT au niveau du temps consacré au traitement des dossiers de réservation combinés à la constatation qu’absolument aucune redevance n’a été perç ue par le passé pour un certain nombre de sortes de numéros de plus en plus utilisés. L’article 84, § 1er, fixe l’importance concrète des contributions administratives pour l’obtention de droits d’utilisation pour les numéros, qualifiés ici de « frais de dossier pour la réservation » d’une capacité de numérotation donnée. Sur la base de l’expérience acquise

35473

worden onder de 9XXX-reeks. Het is de bedoeling dat specifiek voor volwassenen bestemde betalende diensten via elektronischecommunicatienetwerken niet aangeboden kunnen worden volgens het principe van ’reversed charging’. Het onderbrengen van reversed charged verkeer onder één nummerreeks heeft tot doel, indien dit nodig is, gebruikersbescherming mogelijk te maken via een nog te definiëren mechanisme van ’ontvangstblokkering’ (i.p.v. ’oproepblokkering’). Artikel 72 legt het principe vast dat de SMS en MMS korte nummers een vaste lengte van 4 cijfers hebben. Er wordt evenwel een uitbreidingsmogelijkheid tot 5 cijfers voorzien om eventueel tegemoet te komen aan een toekomstige vraag naar meer capaciteit en om participatie aan buitenlandse betalende diensten via elektronischecommunicatienetwerken die werken met vijf-cijferige SMS en MMS korte nummers, niet in het gedrang te brengen. Artikel 75 realiseert de overname in de Belgische rechtsorde van de voornaamste bepalingen van de E.212 Aanbeveling van de ITU tot vaststelling van « the international identification plan for mobile terminals and mobile users. » De E.212 Aanbeveling is een identificatieplan. Een identificatieplan dient om gebruikers van elektronischecommunicatiediensten op unieke wijze te identificeren bijvoorbeeld als ze roamen, maar, in tegenstelling tot een nummerplan, worden de codes uit dit plan niet gebruikt om de elektronische communicatie te routeren. De mobiele netwerkcodes die krachtens dit artikel kunnen toegewezen worden, kunnen toegewezen worden aan alle operatoren ongeacht of deze operatoren hun dienst aanbieden op een vaste locatie dan wel via een mobiel elektronische-communicatienetwerk. Rekening houdend met het schaars karakter van deze nummers zal het Instituut elke aanvraag m.b.t deze mobiele netwerkcodes grondig analyseren en in het bijzonder nagaan of de operator de desbetreffende codes nodig heeft. Artikel 76 legt de principes vast in verband met het verkrijgen van een internationale signaleringspuntcode. Een internationale signaleringspuntcode is het identificatienummer van internationale signaleringsknooppunten, zoals telefooncentrales en andere netwerkonderdelen van een openbaar elektronische-communicatienetwerk die een directe verbinding hebben met een buitenlands netwerkonderdeel. De nationale signaleringspuntcode, bedoeld in artikel 77, heeft dezelfde functionaliteiten als een ISPC, maar dan enkel op nationaal vlak. Artikel 80 handelt over de interwerking van verschillende nummerplannen. In het verleden ging interwerking bijvoorbeeld over het realiseren van de interoperabiliteit tussen X.25 en PSTN-netwerken. Zo kan een eindgebruiker met behulp van een escape code bellen naar of van een eindapparaat verbonden op het X.25 netwerk naar het PSTN-netwerk. In de toekomst zou het definiëren van interwerkingsmodaliteiten van belang kunnen zijn bij de invoering van ENUM. De artikelen 81 tot en met 83, in het hoofdstuk over handhaving en controle, zijn een omzetting van artikel 10 van de « Machtigingsrichtlijn ». De maatregelen die deze artikelen voorzien moeten het het Instituut mogelijk maken om het beheer van de nummeringsruimte in goede banen te leiden. De procedure van artikel 82 staat los van de procedure van ingebrekestelling voorzien in artikel 21 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgisch posten telecommunicatiesector. Artikel 82 belet dus niet dat het BIPT ingeval van overtreding op de reglementering of van de besluiten inzake nummering, een administratieve geldboete, in toepassing van artikel 21 van de wet van 17 januari 2003 oplegt. Bij de concrete uitvoering van de procedure van artikel 83 zou kunnen gedacht worden aan de toepassing van artikel 20 van de wet van 17 januari 2003. Artikel 84 geeft uitvoering aan de artikelen 29 en 30 van de wet van 13 juni 2005. In het algemeen wordt getracht te zorgen voor een evenwichtigere verdeling van de rechten tussen de verschillende soorten nummers waarbij rekening wordt gehouden met de door het BIPT opgedane ervaring op vlak van de tijdsbesteding voor de verwerking van de reservatiedossiers gecombineerd met de vaststelling dat voor een aantal soorten nummers die meer en meer worden gebruikt in het verleden helemaal geen rechten werden geïnd. Artikel 84, § 1, legt de concrete hoogte vast van de administratieve bijdragen voor het verkrijgen van gebruiksrechten voor nummers, hier « dossierkosten voor de reservatie » van een welbepaalde nummercapaciteit genoemd. Op basis van de opgedane ervaring gedurende

35474


au cours de ces dernières 8 années au niveau de la quantité de travail nécessaire pour traiter ces dossiers, il est proposé pour deux sortes de numéros (ISPC et IMSI) d’augmenter les tarifs, pour les autres séries il est proposé de diminuer les tarifs nominaux. Lors de l’exercice consistant à déterminer les frais de dossier concrets, l’on s’est efforcé d’excentrer les baisses et hausses de prix susmentionnées, de sorte qu’elles aient un impact budgétaire neutre (l’effet de la réduction de la taille standard contribue à cette excentration, parce que pour une taille standard plus petite pour les séries de numéros dont les prix baissent, il y a potentiellement plus de dossiers et donc plus de frais de dossier à payer individuellement. La donnée selon laquelle il y aura également de nouveaux droits de dossier par rapport aux nouvelles séries de numéros créées dans le présent arrêté contribue aussi à l’excentration). Il est important de noter que l’effort de rééquilibrage des redevances et du maintien du statu quo concernant le niveau général des revenus issus des frais de dossier fait en sorte que le financement de l’IBPT par le biais des contributions administratives en l’an 2006 reste au niveau du Service Nummérotation plus que conforme aux exigences de couverture de coûts prévues à l’article 12 de la directive Autorisation et à l’article 29 de la loi du 13 juin 2005. Enfin, il est indiqué de préciser que même si l’Institut autorise la réservation de plus petites fractions que la taille standard, les frais de dossier restent identiques, car le travail lié à la réservation reste aussi le même, quel que soit la taille du bloc de numéros. L’article 84, § 2, utilise la possibilité offerte par l’article 30 de la loi du 13 juin 2005 de soumettre les droits d’utilisation pour les numéros à une redevance, afin de garantir l’utilisation optimale de ces moyens. Les lignes de force pour percevoir des droits annuels pour l’attribution de la capacité de numérotation sont les suivantes : • Des redevances sont désormais portées en compte pour toutes les sortes de numéros, sauf celles visées à la Section 7 du Chapitre VI (les demandes pour cette capacité de numérotation sont vraiment négligeables), ce qui n’était pas le cas précédemment; • Les tarifs des numéros non géographiques nationaux E.164 augmentent tandis que ceux pour les numéros géographiques nationaux E.164 baissent; • Les tarifs des numéros courts baissent. Pour certaines sortes de numéros il est déterminé que les droits annuels sont dus par taille standard de la capacité de numérotation, tel que défini dans le présent arrêté « quelle que soit la taille standard de la capacité de numérotation au moment de l’attribution ». L’objectif de cette phrase est d’expliquer que lorsqu’un opérateur a reç u une capacité de numérotation attribuée en vertu de l’arrêté royal du 10 décembre 1997 dont la taille standard est supérieure à celle de la capacité de numérotation actuelle, il est redevable du montant nominal défini dans le présent arrêté par fraction de cette taille standard historique correspondant à la taille standard actuelle. Exemple : conformément à l’arrêté royal du 10 décembre 1997, une capacité de numérotation mobile a été attribuée dans des blocs d’un million de numéros et soumise à un droit annuel d’environ 12.500 euros, non indexés (le montant indexé au moment de la rédaction du présent arrêté s’élevait à 14.436 euros). Suite au présent arrêté, la capacité de numérotation mobile est normalement attribuée en blocs de 100.000 numéros et est soumise à un droit annuel de 1.500 euros, non indexés. Le passage « quelle que soit la taille standard de la capacité de numérotation au moment de l’attribution » fait en sorte que dans cet exemple, l’opérateur mobile est, sous réserve de l’application de l’article 20, alinéa 2, redevable de 10 x 1.500 euros pour les droits annuels, sur un pied d’égalité avec un opérateur mobile qui a, en vertu du présent arrêté, reç u et utilisé 10 nouveaux blocs de numéros de 100.000 numéros mobiles. La nécessité de garantir l’utilisation optimale des numéros comme ressource rare est évidemment la plus importante lorsque le nombre de numéros réservables est petit et/ou qu’une demande importante du marché pour ces numéros est prévisible. En Belgique, cette donnée s’applique surtout pour tous les numéros courts de quatre chiffres, tant du type ’numéros courts nationaux’ que du type ’SMS et MMS’. Cette nécessité est encore plus accentuée pour ces sortes de numéros vis-à-vis des numéros ’attrayants’, ou ’les numéros ayant une valeur économique particulière’. Dans la catégorie des numéros courts nationaux, l’optimalisation de l’utilisation des numéros attrayants pourra se faire par le biais de la procédure de l’article 11, § 5 de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques. Pour les numéros courts SMS et MMS, l’utilisation systématique d’une procédure de sélection comparative ou basée sur la concurrence, entre autres pour les raisons

de laatste 8 jaar op vlak van de hoeveelheid werk om dergelijke dossiers te behandelen wordt voor een tweetal soorten nummers (ISPC’s en IMSI’s) voorgesteld om de tarieven te verhogen, voor de andere reeksen wordt voorgesteld om de nominale tarieven te verlagen. Bij de oefening van het bepalen van de concrete dossierkosten werd getracht om hogervernoemde prijsdalingen en -stijgingen uit te middelen, zodat dit een neutrale budgettaire impact heeft (het effect van de verkleining van de standaardgrootte draagt bij tot deze uitmiddeling, omdat er bij een kleinere standaardgrootte voor de nummerreeksen waarvoor de prijzen dalen potentieel meer dossiers en dus meer individueel te betalen dossierkosten zullen zijn. Het gegeven dat er tegenover de nieuwe in dit besluit gecreëerde nummerreeksen ook nieuwe dossierrechten zullen staan draagt ook bij tot de uitmiddeling). Belangrijk te vermelden is dat het streven naar herbalancering van de rechten en het behoud van de status quo inzake het algemene niveau van de inkomsten uit dossierkosten ervoor zorgt dat de financiering van het BIPT via administratieve bijdragen anno 2006 op het niveau van de Dienst Nummering meer dan conform blijft met de vereisten van kostendekking voorzien in artikel 12 van de Machtigingsrichtlijn en artikel 29 van de wet van 13 juni 2005. Tot slot past het te vermelden dat zelfs indien het Instituut de reservatie van kleinere fracties dan de standaardgrootte toestaat de dossierkosten gelijk blijven, omdat het werk gerelateerd aan de reservatie gelijk blijft, ongeacht de grootte van het nummerblok. In artikel 84, § 2, wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid die artikel 30 van de wet van 13 juni 2005 biedt om de gebruiksrechten voor nummers te onderwerpen aan een heffing, teneinde het optimaal gebruik van deze middelen te waarborgen. De krachtlijnen voor het heffen van jaarlijkse rechten voor de toewijzing van nummercapaciteit zijn : • Voor alle nummersoorten, behalve de nummersoorten bedoeld in Afdeling 7 van Hoofdstuk VI (de aanvragen voor dergelijke nummercapaciteit zijn werkelijk verwaarloosbaar) worden nu rechten aangerekend wat vroeger niet het geval was; • De tarieven voor niet-geografische nationale E.164 nummers stijgen; deze voor geografische nationale E.164 nummers dalen; • De tarieven voor korte nummers dalen. Ten aanzien van welbepaalde soorten nummers wordt bepaald dat de jaarlijkse rechten verschuldigd zijn per standaardgrootte van de nummercapaciteit, zoals vastgelegd in dit besluit « ongeacht de standaardgrootte van de nummercapaciteit op het ogenblik van de toewijzing ». Deze zinsnede heeft tot doel duidelijk te maken dat wanneer een operator onder de gelding van het koninklijk besluit van 10 december 1997 een welbepaalde nummercapaciteit heeft verkregen aan een grotere standaardgrootte van de nummercapaciteit dan vandaag het geval is, hij het nominale bedrag bepaald in dit besluit verschuldigd is per fractie van die historische standaardgrootte die overeenkomt met de huidige standaardgrootte. Bijvoorbeeld : onder het koninklijk besluit van 10 december 1997 werd mobiele nummercapaciteit toegekend in blokken van 1 miljoen nummers en onderworpen aan een jaarlijks recht van om en bij de 12.500 euro, niet geïndexeerd (het geïndexeerd bedrag op het ogenblik van het opstellen van dit besluit bedroeg 14.436 euro). Ingevolge dit besluit wordt mobiele nummercapaciteit standaard toegekend in blokken van 100.000 nummers en onderworpen aan een jaarlijks recht van 1.500 euro, niet geïndexeerd. De passage « ongeacht de standaardgrootte van de nummercapaciteit op het ogenblik van de toewijzing » zorgt ervoor dat de mobiele operator in dit voorbeeld, onder voorbehoud van de toepassing van artikel 20, lid 2, 10 x 1.500 euro verschuldigd is voor de jaarlijkse rechten, op gelijke voet met een mobiele operator die onder de gelding van het huidige besluit 10 nieuwe nummerblokken van 100.000 mobiele nummers verkregen en in gebruik genomen heeft. De noodzaak om het optimale gebruik van nummers als schaarse hulpbron te waarborgen is uiteraard het grootst wanneer het aantal reserveerbare nummers klein is en/of er een grote marktvraag voor deze nummers voorzienbaar is. In België is dit gegeven voornamelijk van toepassing voor alle viercijferige korte nummers, zowel van het type ’nationale korte nummers’ als van het ’SMS en MMS type’. Deze noodzaak stelt zich binnen deze nummersoorten nog scherper ten aanzien van ’aantrekkelijke’ nummers, oftewel ’nummers met een bijzondere economische waarde’. Binnen de categorie van de nationale korte nummers zal de optimalisering van het gebruik van aantrekkelijke nummers kunnen gebeuren via de procedure van artikel 11, § 5 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie. Voor de SMS en MMS korte nummers is het systematisch gebruik van een vergelijkende of op mededinging gebaseerde selectieprocedure,

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD exposées à l’article 31, n’est pas possible. C’est pourquoi l’article 84, § 3, prévoit-il trois niveaux de droits annuels possibles qui correspondent à ce que l’on pourrait appeler respectivement des numéros SMS, ou MMS ’en diamant’, ’en or’ et ’ordinaires’. La sous-répartition exprimée à l’article 84, § 3 peut être schématiquement représentée et illustrée comme suit : 1. Les ’numéros en diamant’ sont des numéros qui prennent la forme suivante : • A=B=C=D (ex. 7777); • B=C=D=0 (ex. 2000); • B=A+1, C= B+ 1, D=C+1 (ex. 3456); • A=B +1, B=C+1, C=D+1 (ex. 4321) Pour ces numéros, une redevance annuelle de 83 euros est due. 2. Les ’numéros en or’ sont des numéros qui prennent la forme suivante : • A= B et C=D (ex. 5599); • A=C et B=D (ex. 4040; 5656); • B=C=D=9 (ex. 3999) • A = différent de B et C=D=0 (ex. 6200) Pour ces numéros, une redevance annuelle de 33 euros est due. 3. Les Numéros ordinaires’ sont tous les autres numéros. Pour ces numéros, une redevance annuelle de 8 euros est due. L’article 85 autorise le Ministre à accorder dans certains cas pour une période de transition limitée des exceptions aux principes applicables aux plans de numérotation décrits dans le présent arrêté. L’expérience nous enseigne que cette disposition est utile car un arrêté royal n’est pas toujours adapté en temps voulu aux évolutions technologiques rapides dans le secteur des communications électroniques. L’entrée en vigueur du présent arrêté est reportée de manière générale d’un peu plus de trois mois après la publication du présent arrêté, afin de permettre à tous les acteurs de s’adapter aux dispositions du présent arrêté. L’entrée en vigueur des articles relatifs à la mise en possession (art. 5, § 1er et 2), la nouvelle classification des numéros payants et la nouvelle obligation d’émettre un message tarifaire (art. 50, § 2 et suivants) et de la section relative au plan de numérotation SMS et MMS est encore davantage différée car les adaptations (nécessaires) à ce niveau sont plus complexes et prennent donc plus de temps. L’annexe 1re au présent arrêté vise à offrir une certaine sécurité juridique concernant la question de savoir quels numéros ayant une valeur économique particulière peuvent, conformément à l’article 11, § 5 de la Loi, uniquement être attribués par le biais d’une procédure de sélection comparative ou concurrentielle. Pour le moment, les numéros suivant ’ayant une valeur économique particulière’ sont utilisés dans les séries 12XX, 13XX, 14XX, et 18XX : 1200, 1300, 1400 (par Belgacom) et 1866 (par Verizon Business, ayant-droit de WorldCom / MCI). Afin d’éviter un certain nombre d’appels ou de connexions erronés, une période de refroidissement d’un an est prévue, pendant laquelle les numéros en question ne peuvent pas être attribués conformément à l’article 11, § 5 de la Loi par rapport à ces numéros devant être mis hors service car une autre destination y est liée. L’annexe 2 prévoit un certain nombre d’exceptions pour une durée indéterminée sur un certain nombre de principes du présent arrêté vis-à-vis de certains services d’opérateurs qui utilisaient déjà une capacité donnée de numéros courts avant l’arrêté royal du 10 décembre 1997. L’exception accordée à Belgacom SA pour le numéro 1966 est dictée par la nécessité de fournir également une certaine flexibilité à (aux clients de) Belgacom en ce qui concerne les paramètres de niveau de qualité et de prix pour, en principe, les appels internationaux. Outre, la série 19XX, la capacité de numérotation qui entre le plus en considération pour accommoder ce service est la série de numéros 15XX et 16XX (voir article 62). L’utilisation d’un numéro 15XX et 16XX est toutefois atypique étant donné que pour le service offert sous 1966, on ne choisit pas d’autre opérateur que Belgacom. Dans ces circonstances, il n’est pas raisonnable et il est disproportionné, au vu entre autres des problèmes opérationnels et techniques engendrés par une migration, soit de définir une nouvelle série d’exceptions pour un service déterminé, soit de classer le service dans une série dans laquelle sont classés des services possédant certaines autres caractéristiques. Les exceptions accordées à Belgacom Mobile SA pour les numéros 6000, 6030 et 6060 sont liées au fait que ces numéros courts ont été introduits récemment par Belgacom Mobile en vue de libérer le numéro

35475

onder meer om de redenen uitgelegd onder artikel 31, niet mogelijk. Daarom voorziet artikel 84, § 3, in drie niveaus van mogelijke jaarlijkse rechten die corresponderen met wat men respectievelijk ’diamanten’, ’gouden’ en ’gewone’ SMS of MMS nummers zou kunnen noemen. De onderverdeling die in artikel 84, § 3, verwoord is kan schematisch als volgt voorgesteld en geïllustreerd worden : 1. ’Diamanten nummers’ zijn de nummers die de volgende vorm aannemen : • A=B=C=D (bv. 7777); • B=C=D=0 (bv. 2000); • B=A+1, C= B+ 1, D=C+1 (bv. 3456); • A=B +1, B=C+1, C=D+1 (bv. 4321) Voor deze nummers is een jaarlijks recht verschuldigd van 83 euro. 2. ’Gouden nummers’ zijn de nummers die de volgende vorm aannemen : • A= B én C=D (bv. 5599); • A=C én B=D (bv. 4040; 5656); • B=C=D=9 (bv. 3999) • A = verschillend van B én C=D=0 (bv. 6200) Voor deze nummers is een jaarlijks recht verschuldigd van 33 euro. 3. Gewone nummers’ zijn alle overige nummers. Voor deze nummers is een jaarlijks recht verschuldigd van 8 euro. Artikel 85 staat de Minister toe om in welbepaalde gevallen voor een beperkte overgangsperiode uitzonderingen toe te staan op de principes van toepassing op de in dit besluit beschreven nummerplannen. De ervaring leert dat een dergelijke bepaling nuttig is omdat een koninklijk besluit niet steeds tijdig aangepast geraakt aan de snelle technologische ontwikkelingen in de sector van de elektronische communicatie. De inwerkingtreding van dit besluit wordt in het algemeen met iets meer dan drie maanden na de publicatie van dit besluit uitgesteld, om alle actoren de gelegenheid te bieden zich aan te passen aan de bepalingen van dit besluit. De inwerkingtreding van de artikelen betreffende de inbezitstelling (art. 5, § 1 en 2), de nieuwe indeling van de betaalnummers en de nieuwe verplichting van het verrichten van een tariefboodschap (art. 50, § 2 en volgende) en de afdeling betreffende het SMS en MMS nummerplan wordt nog langer uitgesteld omdat de (noodzakelijke) aanpassingen op dat vlak complexer en dus tijdrovender zijn. Bijlage 1 bij dit besluit heeft tot doel rechtszekerheid te bieden omtrent de vraag welke nummers nummers met een bijzondere economische waarde zijn die overeenkomstig artikel 11, § 5 van de Wet slechts via een vergelijkende of op mededinging gebaseerde selectieprocedure kunnen toegekend worden. Momenteel zijn de volgende nummers ’met een bijzondere economische waarde’ in de 12XX-, 13XX-, 14XX-, en 18XX-reeksen in gebruik : 1200, 1300, 1400 (door Belgacom), en 1866 (door Verizon Business, rechtsopvolger van WorldCom / MCI). Om het aantal foutieve oproepen of verbindingen te vermijden, wordt er ten aanzien van deze nummers die uit dienst moeten genomen worden omdat er een andere bestemming aan gekoppeld is, een afkoelingsperiode van één jaar ingebouwd, gedurende dewelke de betrokken nummers niet toegekend kunnen worden overeenkomstig artikel 11, § 5 van de Wet. Bijlage 2 voorziet een aantal uitzonderingen van onbeperkte duur op een aantal principes van dit besluit ten aanzien van bepaalde diensten van operatoren die reeds vóór het koninlijk besluit van 10 december 1997 gebruik maakten van welbepaalde korte nummercapaciteit. De uitzondering die verleend wordt aan Belgacom NV voor het nummer 1966 is ingegeven door de noodzaak om ook aan (klanten van) Belgacom een zekere mate van flexibiliteit te geven aangaande de parameters kwaliteitsniveau en prijzen voor, in principe, internationale oproepen. De nummercapaciteit die naast de 19XX-reeks het meest in aanmerking komt om deze dienst te accomoderen is de 15XX- en 16XX-nummerreeks (zie artikel 62). Het gebruik van een 15XX- of 16XX-nummer is echter atypisch, omdat er voor de dienst aangeboden onder 1966 geen keuze gemaakt wordt voor een andere carrier dan Belgacom. In die omstandigheden is het, mede gelet op de operationele en technische problemen die een migratie met zich meebrengt, niet verantwoord en disproportioneel om ofwel een nieuwe uitzonderingsreeks voor één welbepaalde dienst te definiëren ofwel de dienst onder te brengen onder een reeks waaronder diensten met bepaalde andere kenmerken ondergebracht worden. De uitzonderingen die verleend worden aan Belgacom Mobile NV voor de nummers 6000, 6030 en 6060 hebben te maken met het feit dat deze korte nummers recent door Belgacom Mobile geïntroduceerd

35476


court 1212 qui était auparavant associé au service clientèle de cet opérateur mais qui avait également été réservé par un fournisseur d’un service de renseignements. Il n’est dès lors pas raisonnable de provoquer à nouveau une migration du numéro du service clientèle de Belgacom Mobile, qui est l’un des numéros les plus appelés de Belgacom Mobile. Une telle migration implique d’ailleurs que Belgacom Mobile doit à nouveau modifier des documents (brochures, contrats, etc.), reprogrammer des cartes SIM, informer ses utilisateurs finals, etc. Une telle situation peut nuire à l’image de Belgacom Mobile et n’est pas dans l’intérêt des utilisateurs finals.

Les exceptions pour les numéros 5123, 5500, 5555 et 5580 sont justifiées par la grande fréquence d’utilisation de ces numéros et par la difficulté et l’inadaptation de la modification des habitudes des clients de Mobistar. La différence de longueur entre la liste de numéros pour lesquels Belgacom Mobile d’une part et Mobistar d’autre part obtiennent une exception s’explique par le fait que l’utilisation actuelle des numéros courts 1230, 1231 et 1232 dans le réseau de Belgacom Mobile peut être jugée conforme à l’utilisation à laquelle la série 12XX était destinée dans l’article 62. Les autres articles ne nécessitent pas de commentaires. Nous avons l’honneur d’être,

werden om het korte nummer 1212, dat voordien geassocieerd was met de klantendienst van deze operator maar dat ook gereserveerd werd door een aanbieder van een inlichtingendienst, vrij te maken. Het is dan ook niet redelijk om nogmaals een migratie van het nummer van de klantendienst van Belgacom Mobile, dat één van de meest opgeroepen nummers in het netwerk van Belgacom Mobile is, te veroorzaken. Een dergelijke migratie houdt immers in dat Belgacom Mobile opnieuw documenten (brochures, contracten, enz) moet herzien, SIM-kaarten opnieuw moet herprogrammeren, zijn eindgebruikers opnieuw moet inlichten, enz. Een dergelijke situatie kan schadelijk zijn voor het imago van Belgacom Mobile en is niet in het belang van de eindgebruikers. De uitzonderingen voor de nummers 2440 en 2455 worden eveneens gerechtvaardigd door het grote gebruik dat van deze nummers gemaakt wordt en door de moeilijkheid en onaangepastheid van het veranderen van de gewoontes van de klanten van Belgacom Mobile. De nummers 5000, 5100, 5432 en 5995 van Mobistar zijn eveneens één van de meest opgeroepen nummers in het mobiele elektronischecommunicatienetwerk van Mobistar, aangezien het gaat om nummers waarmee toegang gegeven wordt tot de klantendienst van Mobistar. Een migratie van deze nummers naar een andere reeks houdt eveneens in dat Mobistar opnieuw documenten (brochures, contracten, enz.) moet herzien, SIM-kaarten opnieuw moet herprogrammeren, zijn eindgebruikers uitgebreid opnieuw moet inlichten, enz Een dergelijke situatie is niet in het belang van de eindgebruikers. De uitzonderingen voor de nummers 5123, 5500, 5555 en 5580 worden gerechtvaardigd door het grote gebruik dat van deze nummers gemaakt wordt en door de moeilijkheid en onaangepastheid van het veranderen van de gewoontes van de klanten van Mobistar. Het verschil in lengte tussen de lijst van nummers waarvoor Belgacom Mobile enerzijds en Mobistar anderzijds een uitzondering krijgen houdt verband met het feit dat het huidige gebruik van de korte nummers 1230, 1231 en 1232 in het netwerk van Belgacom Mobile conform geacht kan worden met het gebruik waarvoor de 12XX-reeks bestemd werd in artikel 62. De overige artikelen behoeven geen commentaar. Wij hebben de eer te zijn,

Sire, de Votre Majesté, les très respectueux et très fidèle serviteurs,

Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedwaardige en zeer getrouwe dienaars,

La Vice-Première Ministre, Ministre du Budget et de la Protection de la Consommation Mme F. VAN DEN BOSSCHE

De Vice-Eerste Minister, Minister van Begroting en Consumentenzaken, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

Le Ministre de l’Economie, de l’Energie, du Commerce Extérieur et de la politique scientifique, VERWILGHEN

De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN

AVIS 42.548/4 DU 16 AVRIL 2007 DE LA SECTION DE LE´ GISLATION DU CONSEIL D’ETAT Le Conseil d’Etat, section de législation, quatrième chambre, saisi par le Ministre de l’Economie, le 20 mars 2007, d’une demande d’avis, dans un délai de trente jours, sur un projet d’arrêté royal ″relatif à la gestion de l’espace de numérotation national et à l’attribution et au retrait des droits d’utilisation de numéros″, a donné l’avis suivant :

ADVIES 42.548/4 VAN 16 APRIL 2007 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, vierde kamer, op 20 maart 2007 door de Minister van Economie verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit ″betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers″, heeft het volgende advies gegeven : Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de afdeling wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten. Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Les exceptions pour les numéros 2440 et 2455 sont également justifiées par la grande fréquence d’utilisation de ces numéros et par la difficulté et l’inadaptation de la modification des habitudes des clients de Belgacom Mobile. Les numéros 5000, 5100, 5432 et 5995 de Mobistar figurent également parmi les numéros les plus appelés du réseau mobile de communications électroniques de Mobistar étant donné qu’il s’agit de numéros donnant accès au service clientèle de Mobistar. Une migration de ces numéros vers une autre série implique également que Mobistar doit à nouveau modifier des documents (brochures, contrats, etc.), reprogrammer des cartes SIM, informer ses utilisateurs finals dans le détail, etc. Une telle situation n’est pas dans l’intérêt des utilisateurs finals.

Comme la demande d’avis est introduite sur la base de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, tel qu’il est remplacé par la loi du 2 avril 2003, la section de législation limite son examen au fondement juridique du projet, à la compétence de l’auteur de l’acte ainsi qu’à l’accomplissement des formalités préalables, conformément à l’article 84, § 3, des lois coordonnées précitées. Sur ces trois points, le projet appelle les observations suivantes. Observation préalable L’arrêté en projet vise à donner exécution à l’article 11, § 1er, de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques, en tenant compte des modifications qui y sont apportées par l’article 167 du projet de loi ″portant des dispositions diverses″. Ce projet de loi, qui a été adopté par la Chambre et examiné en commission au Sénat, doit encore faire l’objet d’un examen en séance plénière du Sénat (1). Les observations qui suivent sont émises en tenant compte de la version de

Voorafgaande opmerking Het ontworpen besluit strekt tot de tenuitvoerlegging van artikel 11, § 1, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, rekening houdend met de wijzigingen die daarin worden aangebracht bij artikel 167 van het ontwerp van wet ″houdende diverse bepalingen″. Dat wetsontwerp, dat aangenomen is in de Kamer en onderzocht is door de Senaatscommissie, moet nog door de voltallige vergadering van de Senaat worden onderzocht (1). In de


35477

l’article 167 adoptée par la Commission des Finances et des Affaires économiques en date du 28 mars 2007 (2) et sous réserve, d’une part, que cet article ne soit pas modifié et, d’autre part, que la loi soit adoptée, sanctionnée, puis promulguée.

hiernavolgende opmerkingen is rekening gehouden met de versie van artikel 167 die op 28 maart 2007 aangenomen is in de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden (2). Ze worden gemaakt onder voorbehoud enerzijds dat dat artikel niet gewijzigd wordt, en anderzijds dat de wet aangenomen, bekrachtigd en vervolgens afgekondigd wordt.

Formalités préalables 1. L’accord du Ministre du Budget n’était pas joint au dossier transmis au Conseil d’Etat. Si cette formalité n’a pas été accomplie, il conviendra d’y remédier. 2. L’avis de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications est requis par l’article 11, § 1er, de la loi du 13 juin 2005. Un avis a été donné par l’Institut en date du 6 mars 2007. Il apparaît à la lecture du projet d’arrêté que celui-ci a été modifié après cet avis (3), sans que les modifications apportées ne visent à tenir compte de l’avis rendu. Il est rappelé, à cet égard, que, lorsqu’une autorité demande l’avis d’un organe dont la consultation est légalement prescrite à titre de formalité substantielle, elle ne peut s’écarter sur des points importants du texte soumis à l’organe consulté que, soit pour tenir compte des suggestions ou objections formulées par celui-ci, soit après avoir soumis la modification envisagée à cet organe.

Voorafgaande vormvereisten 1. De akkoordbevinding van de Minister van Begroting was niet gevoegd bij het dossier dat aan de Raad van State is overgezonden. Indien dit vormvoorschrift niet vervuld is, moet dat verholpen worden. 2. Luidens artikel 11, § 1, van de wet van 13 juni 2005 is het advies van het Belgische Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie vereist. Het Instituut heeft op 6 maart 2007 een advies gegeven. Bij het lezen van het ontwerpbesluit blijkt dat dit na dat advies gewijzigd is (3), en dat de wijzigingen die zijn aangebracht niet bedoeld zijn om rekening te houden met het gegeven advies. Wat dat betreft wordt erop gewezen dat een overheid die het advies inwint van een orgaan waarvan de raadpleging een wettelijk voorgeschreven substantieel vormvereiste is, alleen op belangrijke punten van de tekst die aan het geraadpleegde orgaan is voorgelegd mag afwijken, hetzij om rekening te houden met de suggesties of bezwaren van dat orgaan, hetzij na de geplande wijziging aan dat orgaan te hebben voorgelegd. In casu behoort het ontwerpbesluit, zoals het gewijzigd is, bijgevolg opnieuw voor advies aan het Instituut te worden voorgelegd.

En l’espèce, il conviendra dès lors de soumettre à nouveau le projet d’arrêté tel que modifié à l’avis de l’Institut. Fondement juridique

Rechtsgrond

Observations générales 1. L’article 4, alinéa 1er, 1°, se réfère aux ″entreprises et personnes morales qui ont rempli les exigences légales pour offrir ou revendre des services ou réseaux de communications électroniques″. Il ressort du rapport au Roi que l’auteur du projet entend ainsi viser les opérateurs de services ou réseaux de communications électroniques, c’est-à-dire, selon la définition de l’article 2, 11°, de la loi du 13 juin 2005, les personnes qui ont introduit une notification conformément à l’article 9 de cette loi.

Algemene opmerkingen 1. In artikel 4, eerste lid, 1°, wordt verwezen naar ″ondernemingen en de natuurlijke personen (4) die voldaan hebben aan de wettelijke vereisten om elektronische-communicatiediensten of -netwerken aan te bieden of door te verkopen″. Uit het verslag aan de Koning blijkt dat de steller van het ontwerp daarmee de operatoren van elektronischecommunicatiediensten of -netwerken bedoelt, dat wil zeggen, volgens de definitie van artikel 2, 11°, van de wet van 13 juni 2005, de personen die overeenkomstig artikel 9 van die wet een kennisgeving hebben ingediend. In die omstandigheden is het de afdeling wetgeving niet duidelijk waarom de steller van het ontwerp niet gewoon verwijst naar ″operatoren van communicatiediensten of -netwerken″ in plaats van gebruik te maken van de termen ″ondernemingen en rechtspersonen″, die de indruk kunnen wekken dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen ondernemingen - een begrip dat overigens niet gedefinieerd wordt - en rechtspersonen. Dat het de bedoeling is een onderscheid te maken tussen ″ondernemingen″ en ″rechtspersonen″ zou ook afgeleid kunnen worden uit de redactie van een aantal bepalingen waarin alleen sprake is van ondernemingen. Dat is onder meer het geval met artikel 5, § 1, eerste lid, dat ″ondernemingen″ die gebruiksrechten voor nationale nummers verkregen hebben de mogelijkheid biedt deze nummers ter beschikking te stellen van andere ″ondernemingen″. Zoals de bepaling is gesteld, voorziet ze immers alleen voor ondernemingen in een mogelijkheid om nummers ter beschikking te stellen. In het verslag aan de Koning worden de begrippen onderneming en operator evenwel door elkaar gebruikt, zodat het niet vaststaat dat het de bedoeling was van de steller van het ontwerp de werkingssfeer van deze bepaling te beperken. Het ontworpen besluit moet in het licht van deze opmerking worden herzien. 2. De artikelen 33 en 82 van het ontworpen besluit hebben betrekking op de voorwaarden voor de intrekking van de rechten om nummers te gebruiken. Naast het feit dat die bepalingen, ter wille van de leesbaarheid, in eenzelfde hoofdstuk ondergebracht hadden kunnen worden, moet opgemerkt worden dat de voorwaarden die ze vaststellen zo geredigeerd zijn dat op basis daarvan moeilijk te voorzien valt in welke gevallen het Instituut zou kunnen beslissen bepaalde gebruiksrechten in te trekken. Zo bijvoorbeeld bepaalt artikel 33, eerste lid, dat beslist kan worden tot de intrekking van een gereserveerde of toegewezen nummercapaciteit indien niet langer voldaan wordt ″aan de bepalingen van de Hoofdstukken II en III of aan de voorwaarden voor het verkrijgen en uitoefenen van gebruiksrechten voor nummers vastgesteld in dit besluit″. Aangezien de hoofdstukken II en III van het besluit betrekking hebben op de voorwaarden voor het verkrijgen en het uitoefenen van de gebruiksrechten, is het de afdeling wetgeving niet duidelijk waarom niet gewoon in het eerste lid verwezen wordt naar de bepalingen van

Dans ces circonstances, la section de législation n’aperç oit pas la raison pour laquelle l’auteur du projet ne se réfère pas simplement ″aux opérateurs de services ou réseaux de communications″ plutôt que d’utiliser l’expression ″entreprises et personnes morales″, qui peut laisser penser qu’une distinction doit être établie entre les entreprises - notion qui n’est du reste pas définie - et les personnes morales. Cette volonté de distinguer ″entreprises″ et ″personnes morales″ pourrait également être déduite de la rédaction de certaines dispositions qui se réfèrent uniquement à la notion d’entreprises. Tel est notamment le cas de l’article 5, § 1er, alinéa 1er, qui permet aux ″entreprises″ qui ont reç u des droits d’utilisation pour les numéros nationaux de mettre ces numéros à disposition d’autres ″entreprises″. Tel qu’elle est rédigée, cette disposition ne prévoit en effet le mécanisme de mise à disposition de numéros que pour les entreprises. Toutefois, dans le rapport au Roi, les notions d’entreprise et d’opérateur sont utilisées indistinctement de sorte qu’il n’est pas certain que l’auteur du projet ait souhaité restreindre le champ d’application de cette disposition. L’arrêté en projet sera revu à la lumière de cette observation. 2. Les articles 33 et 82 de l’arrêté en projet ont trait aux conditions de retrait des droits d’utilisation de numéros. Au-delà du fait que ces dispositions auraient pu, dans un souci de lisibilité, être rassemblées dans un même chapitre, il convient d’observer que les conditions qu’elles fixent sont rédigées de manière telle qu’il est difficile de prévoir, à leur lecture, les cas dans lesquels l’Institut pourrait décider de retirer certains droits d’utilisation. Ainsi, l’article 33, alinéa 1er, prévoit que le retrait d’une capacité de numérotation réservée ou attribuée peut être décidé lorsqu’il n’est plus satisfait ″aux dispositions des Chapitres II et III ou aux conditions d’obtention et d’exercice des droits d’utilisation pour les numéros déterminés dans le présent arrêté″. Les chapitres II et III de l’arrêté ayant trait aux conditions d’obtention et d’exercice des droits d’utilisation, la section de législation n’aperç oit pas la raison pour laquelle l’alinéa 1er ne se contente pas de renvoyer aux dispositions de ces chapitres. Si cette référence aux conditions d’obtention et d’exercice des

35478


droits d’utilisation a pour objet de renvoyer à d’autres conditions que celles qui sont prévues aux chapitres II et III, il conviendrait de les mentionner avec plus de précision.

L’article 33, alinéa 2, prévoit en outre que le retrait d’une capacité de numérotation attribuée peut également être décidé lorsque cette capacité n’est pas utilisée ou ne l’est pas efficacement. Selon l’article 82, § 1er, le retrait d’une capacité de numérotation est possible ″lorsqu’il ressort d’un contrôle que les dispositions du présent arrêté [...] ne sont pas respectées″. Une telle disposition inclut les hypothèses visées par l’article 33, alinéa 1er - dont on n’aperç oit dès lors plus l’utilité - mais a une portée plus large, puisqu’elle vise tous les cas de non-respect d’une disposition de l’arrêté. Elle ne vise toutefois pas l’hypothèse prévue à l’article 33, alinéa 2, où le retrait qui est envisagé n’est pas basé sur le non-respect d’une condition prévue par l’arrêté.

Compte tenu de ces éléments, il convient de revoir fondamentalement ces dispositions afin que les conditions qu’elles fixent puissent permettre aux personnes qui ont obtenu une réservation ou une attribution d’une capacité de numérotation de connaître avec précision les hypothèses dans lesquelles ces droits d’utilisation peuvent être retirés. 3. Plusieurs dispositions de l’arrêté en projet prévoient les tarifs applicables pour les appels vers certaines catégories de numéros. Dans certains cas, l’arrêté en projet détermine le tarif maximum qui peut être imposé à l’utilisateur final (5), dans d’autres, il fixe un tarif déterminé (6). La fixation de tarifs constitue une limitation à la liberté de commerce et d’industrie. Une telle limitation n’est admissible que si elle est dûment motivée par des objectifs d’intérêt général dans le respect du principe de proportionnalité. ` ce propos, le délégué du ministre a donné les explications A suivantes : « Het opleggen van tariefmaxima schrijft zich in in het werken met dienstidentiteiten. Het is inderdaad de bedoeling dat nummers voor de gebruikers een bepaalde signaalfunctie hebben en iets zeggen over de aard van de dienst die ze wensen te bereiken. Eén van de belangrijkste karakteristieken van een dienst is zijn kostprijs. Via het type nummer (lees : dienstidentiteit) tracht men dan ook onder meer aan de oproeper een indicatie te geven van het tarief -of althans grootteorde van tarief- dat verbonden is aan de oproep die hij wil plegen (bv. dienstidentiteit 8(00) voor gratis oproepen; dienstidentiteit 4 voor mobiele oproepen die duurder zijn dan oproepen naar vaste nummers (7), enz). In het kader van de betaalnummers (artikelen 48, 50 en 71) stelt dit aspect van het leveren van tarieftransparantie via nummers zich in bijzondere mate, nu oproepen naar deze nummers een veelvoud kosten van oproepen naar « gewone » vaste nummers (zone 02, enz) of het versturen van SMS’en naar « gewone » mobiele nummers (04xx-nummers) en dus bijzonder vatbaar zijn voor het onverwacht en substantieel verhogen van de factuur van de consument. Daarom wordt het in het kader van consumentenbescherming noodzakelijk en opportuun geacht om via de rechtsbasis hierboven beschreven [artikel 11, § 1, tweede alinea, 1°, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie] (1) maxima te stellen aan de tarieven die operatoren kunnen aanrekenen en (2) het leveren van een voorafgaande gratis tariefboodschap te koppelen als een vereiste aan het leveren van betalende diensten via elektronischecommunicatienetwerken met nummers die getarifeerd worden aan een bedrag boven de drempel van 1 euro per oproep of per minuut (art. 50, § 1) of boven de drempel van maximaal gemiddeld 30 of 60 eurocent per minuut (artikel 48). » Compte tenu de l’objectif poursuivi, il peut être admis que des tarifs maxima soient déterminés pour les appels vers certaines catégories de numéros. Par contre, on n’aperç oit pas la raison qui permet de justifier que des tarifs fixes soient imposés. Une telle mesure, qui constitue une atteinte disproportionnée à la liberté de commerce et d’industrie, ne peut donc être admise. En conséquence, l’arrêté en projet sera revu afin de supprimer l’imposition de tarifs fixes et, le cas échéant, de remplacer cette imposition par celle de tarifs maxima.

die hoofdstukken. Indien die verwijzing naar de voorwaarden voor het verkrijgen en het uitoefenen van de gebruiksrechten tot doel heeft te verwijzen naar andere voorwaarden dan die gesteld in de hoofdstukken II en III, moeten die andere voorwaarden nauwkeuriger worden aangeduid. Artikel 33, tweede lid, bepaalt bovendien dat ook beslist kan worden tot het intrekken van een toegewezen nummercapaciteit indien die capaciteit niet of niet efficiënt gebruikt wordt. Luidens artikel 82, § 1, kan een bepaalde nummercapaciteit ingetrokken worden ″wanneer uit een controle blijkt dat de bepalingen van dit besluit (...) niet worden nageleefd″. In zulk een bepaling zitten de gevallen vervat genoemd in artikel 33, eerste lid - waarvan het nut bijgevolg niet meer duidelijk is - maar ze heeft een ruimere strekking, aangezien ze slaat op alle gevallen waarin een bepaling van het besluit niet in acht genomen wordt. Ze heeft evenwel geen betrekking op het geval genoemd in artikel 33, tweede lid, waarin de beoogde intrekking niet het gevolg is van de niet-naleving van een voorwaarde gesteld in het besluit. Gelet op het bovenstaande, moeten die bepalingen grondig worden herzien, zodat de personen die een reservatie of een toewijzing van een nummercapaciteit verkregen hebben, op basis van de voorwaarden die in die bepalingen worden vastgesteld, nauwkeurig kunnen uitmaken in welke gevallen die gebruiksrechten kunnen worden ingetrokken. 3. Verscheidene bepalingen van het ontworpen besluit stellen de tarieven vast die van toepassing zijn voor oproepen naar bepaalde categorieën van nummers. In sommige gevallen bepaalt het ontworpen besluit het maximumtarief dat aan de eindgebruiker kan worden aangerekend (5), in andere gevallen stelt het een welbepaald tarief vast (6). Het vaststellen van tarieven vormt een beperking van de vrijheid van handel en nijverheid. Zulk een beperking is slechts geoorloofd wanneer ze behoorlijk gemotiveerd is met doelstellingen van algemeen belang en het evenredigheidsbeginsel nageleefd wordt. Wat dat betreft heeft de gemachtigde van de minister de volgende uitleg gegeven : « Het opleggen van tariefmaxima schrijft zich in in het werken met dienstidentiteiten. Het is inderdaad de bedoeling dat nummers voor de gebruikers een bepaalde signaalfunctie hebben en iets zeggen over de aard van de dienst die ze wensen te bereiken. Eén van de belangrijkste karakteristieken van een dienst is zijn kostprijs. Via het type nummer (lees : dienstidentiteit) tracht men dan ook onder meer aan de oproeper een indicatie te geven van het tarief -of althans grootteorde van tarief- dat verbonden is aan de oproep die hij wil plegen (bv. dienstidentiteit 8(00) voor gratis oproepen; dienstidentiteit 4 voor mobiele oproepen die duurder zijn dan oproepen naar vaste nummers (7), enz). In het kader van de betaalnummers (artikelen 48, 50 en 71) stelt dit aspect van het leveren van tarieftransparantie via nummers zich in bijzondere mate, nu oproepen naar deze nummers een veelvoud kosten van oproepen naar « gewone » vaste nummers (zone 02, enz) of het versturen van SMS’en naar « gewone » mobiele nummers (04xx-nummers) en dus bijzonder vatbaar zijn voor het onverwacht en substantieel verhogen van de factuur van de consument. Daarom wordt het in het kader van consumentenbescherming noodzakelijk en opportuun geacht om via de rechtsbasis hierboven beschreven [artikel 11, § 1, tweede alinea, 1°, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie] (1) maxima te stellen aan de tarieven die operatoren kunnen aanrekenen en (2) het leveren van een voorafgaande gratis tariefboodschap te koppelen als een vereiste aan het leveren van betalende diensten via elektronischecommunicatienetwerken met nummers die getarifeerd worden aan een bedrag boven de drempel van 1 euro per oproep of per minuut (art. 50, § 1) of boven de drempel van maximaal gemiddeld 30 of 60 eurocent per minuut (artikel 48). » Gezien het doel dat wordt nagestreefd, kan worden aanvaard dat voor oproepen naar bepaalde categorieën van nummers maximumtarieven worden vastgesteld. Het is daarentegen niet duidelijk welke reden kan wettigen dat vaste tarieven worden opgelegd. Zulk een maatregel, die een onevenredige inbreuk vormt op de vrijheid van handel en nijverheid, kan dus niet worden toegestaan. Het ontworpen besluit moet dan ook worden herzien, zodat het opleggen van vaste tarieven wordt geschrapt, en, in voorkomend geval, de voorgeschreven vaste tarieven vervangen worden door maximumtarieven.


35479

1° l’article 49, alinéa 5, qui charge l’Institut de déterminer les modalités d’encadrement de la migration de certaines séries de numéros vers d’autres séries; 2° l’article 52, alinéa 5, et l’article 53, alinéa 5, selon lesquels l’Institut fixe les principes tarifaires des appels vers les numéros visés dans ces articles; 3° l’article 57, alinéa 2, qui charge l’Institut de déterminer le plan de composition des numéros visés à cet article. Ces dispositions seront revues afin, soit de supprimer ces habilitations, soit, en ce qui concerne les dispositions visées aux 1° et 3°, de les conférer au Ministre (8).

4. Bij een aantal bepalingen worden aan het Instituut bevoegdheden gedelegeerd. Wanneer het gaat om het nemen van individuele maatregelen lijken die delegaties in overeenstemming te zijn met artikel 11, § 1, van de voornoemde wet van 13 juni 2005, gezien de opdrachten die bij deze bepaling aan het Instituut worden toegewezen. Dat is niet het geval wanneer het Instituut gemachtigd wordt maatregelen van reglementaire aard te nemen. Dat geschiedt onder meer in : 1° artikel 49, vijfde lid, waarbij het Instituut ermee belast wordt de nadere begeleidingsmaatregelen te bepalen voor de migratie van sommige nummerreeksen naar andere reeksen; 2° artikel 52, vijfde lid, en artikel 53, vijfde lid, luidens welke het Instituut de tariefprincipes vaststelt voor oproepen naar de nummers genoemd in die artikelen; 3° artikel 57, tweede lid, waarbij het Instituut ermee belast wordt het kiesplan vast te stellen voor de nummers genoemd in dat artikel. Die bepalingen moeten worden herzien, zodat die machtigingen ofwel worden geschrapt, ofwel, in het geval van de bepalingen genoemd in 1° en 3°, worden toegewezen aan de Minister (8).

Observations particulières

Bijzondere opmerkingen

Préambule Pour les raisons exprimées sous l’article 85 du projet, l’article 31 de la loi du 13 juin 2005, ne peut pas constituer de fondement à l’arrêté en projet; sa mention à l’alinéa 1er du préambule sera donc omise.

Aanhef Om de redenen genoemd in artikel 85 van het ontwerp kan artikel 31 van de wet van 13 juni 2005 geen rechtsgrond vormen voor het ontworpen besluit; de vermelding ervan in het eerste lid van de aanhef moet bijgevolg vervallen.

Dispositif

Dispositief

Article 3 L’article 3 prévoit que les plans de numérotation sont fixés ″après autorisation du Ministre conformément à l’article 11, § 3, de la Loi″. L’article 11, § 3, de la loi du 13 juin 2005 n’impose pas une telle formalité dans cette hypothèse. En effet, il prévoit uniquement l’autorisation du Ministre dans l’hypothèse où l’Institut fixe des conditions d’obtention et d’exercice de droits d’utilisation de numéros. En ce qui concerne les plans de numérotation, l’article 11, § 1er, de la loi précitée habilite l’Institut à les fixer, selon les modalités fixées par le Roi, sans imposer d’autorisation du Ministre. Il n’appartient dès lors pas au Roi de soumettre la fixation de ces plans à l’autorisation du Ministre.

Artikel 3 Artikel 3 bepaalt dat de nummerplannen vastgesteld worden ″na machtiging van de Minister overeenkomstig artikel 11, § 3 van de Wet″. Artikel 11, § 3, van de wet van 13 juni 2005 legt in dat geval niet zulk een vormvoorschrift op. Het schrijft immers alleen de machtiging van de Minister voor in het geval dat het Instituut voorwaarden voor het verkrijgen en uitoefenen van gebruiksrechten voor nummers vaststelt. Wat de nummerplannen betreft, wordt het Instituut bij artikel 11, § 1, van de voornoemde wet ertoe gemachtigd deze vast te stellen, volgens de nadere regels vastgesteld door de Koning, zonder dat een machtiging daartoe vanwege de Minister vereist is. De Koning is derhalve niet gerechtigd om te bepalen dat die plannen alleen vastgesteld mogen worden na machtiging van de Minister. De woorden ″na machtiging van de Minister overeenkomstig artikel 11, § 3 van de Wet″ moeten bijgevolg vervallen. Dezelfde opmerking geldt voor de artikelen 36, vijfde lid, en 38, eerste lid.

4. Un certain nombre de dispositions confèrent des délégations à l’Institut. Lorsqu’il s’agit de prendre des mesures individuelles, ces délégations paraissent conformes à l’article 11, § 1er, de la loi du 13 juin 2005, précitée, eu égard aux missions que cette disposition attribue à l’Institut. Il en va différemment lorsqu’il s’agit d’habiliter l’Institut à prendre des mesures de nature réglementaire. Tel est notamment le cas de :

Les mots ″après autorisation du Ministre conformément à l’article 11, § 3, de la Loi″ seront donc omis. La même observation vaut pour les articles 36, alinéa 5, et 38, alinéa 1er. Article 4 L’alinéa 2 habilite le Ministre à compléter la liste des services pour lesquels une demande de réservation peut être introduite par des personnes autres que celles qui sont visées à l’alinéa 1er, 1°. Cette habilitation permet au Ministre de modifier l’une des conditions à remplir pour pouvoir introduire une demande visant à l’octroi de droits d’utilisation de numéros. Il s’agit d’un élément essentiel pour lequel une telle habilitation au Ministre ne peut être admise. L’alinéa 2 sera dès lors omis.

Artikel 4 In het tweede lid wordt de Minister gemachtigd de lijst van diensten aan te vullen waarvoor een reservatieaanvraag kan worden ingediend door andere personen dan die genoemd in het eerste lid, 1°. Door die machtiging kan de Minister één van de voorwaarden wijzigen die vervuld moeten worden om een aanvraag te kunnen indienen met het oog op de toekenning van rechten voor het gebruik van nummers. Het gaat om een essentieel aspect; de machtiging van de Minister om dat aspect te regelen is niet geoorloofd. Het tweede lid moet derhalve vervallen.

Article 5 L’article 5, § 1er, alinéa 2, dispose comme suit : « Le titulaire initial de la capacité de numérotation reste, avec la personne mise en possession, responsable du respect de toutes les obligations légales et réglementaires en matière de numérotation, à l’exception des obligations visées à l’article 19, 2°, 3°, 5° et 6°. »

Artikel 5 Artikel 5, § 1, tweede lid, bepaalt het volgende : « De oorspronkelijke houder van de nummercapaciteit blijft samen met de inbezitgestelde verantwoordelijk voor de naleving van alle wettelijke en reglementaire verplichtingen inzake nummering, met uitzondering van de verplichtingen bedoeld in artikel 19, 2°, 3°, 5° en 6°. » Bij deze bepaling wordt de oorspronkelijke houder en de inbezitgestelde hoofdelijk een verplichting opgelegd, tenzij wat betreft het nakomen van de verplichtingen genoemd in artikel 19, tweede lid, 2°, 3°, 5° en 6°. Er staat evenwel niet in wie aan die laatstgenoemde verplichtingen moet voldoen. Artikel 5, § 1, derde lid, bepaalt het volgende : « Zolang het Instituut de notificatie niet aanvaardt, blijft de houder van de nummercapaciteit eveneens verantwoordelijk voor de naleving van de wettelijke en reglementaire verplichtingen die in toepassing van het vorige lid overgaan op de inbezitgestelde. » Uit deze bepaling kan worden afgeleid dat de inbezitgestelde verplicht zou zijn te voldoen aan de verplichtingen waarin is voorzien in artikel 19, tweede lid, 2°, 3°, 5° en 6°. Door te stellen dat de

Cette disposition oblige solidairement le titulaire initial et la personne mise en possession, sauf en ce qui concerne le respect des obligations visées à l’article 19, alinéa 2, 2°, 3°, 5° et 6°. Elle n’indique toutefois pas qui est tenu au respect de ces obligations. Selon l’article 5, § 1er, alinéa 3, « Tant que l’Institut n’accepte pas la notification, le titulaire de la capacité de numérotation reste également responsable du respect des obligations légales et réglementaires, qui en application de l’alinéa précédent, sont transférées à la personne mise en possession. » On peut déduire de cette disposition que la personne mise en possession serait tenue au respect des obligations prévues à l’article 19, alinéa 2, 2°, 3°, 5° et 6°. En outre, en indiquant que le titulaire initial

35480


« Au niveau des obligations spécifiques à la numérotation, le titulaire initial de la capacité de numérotation reste responsable du respect des obligations du présent arrêté qui ne sont pas spécifiquement liées à la relation entre l’utilisateur final et l’opérateur (ce qui implique par exemple le paiement des droits annuels fixés dans le présent arrêté). Les obligations à propos desquelles la personne mise en possession peut être interpellée concernent le contrôle de l’attribution des numéros aux utilisateurs finals, le respect des obligations en matière de portabilité des numéro[s] vis-à-vis de l’abonné, la garantie de l’authenticité de l’identification de la ligne appelante et l’attribution des numéros à l’utilisateur final conformément aux principes du plan de numérotation. » Compte tenu de ces éléments, il y aurait lieu de revoir l’article 5, § 1er, alinéas 2 et 3, afin qu’apparaissent de manière claire les obligations des uns et des autres.

oorspronkelijke houder ″eveneens verantwoordelijk blijft″, lijkt deze bepaling bovendien aan te geven dat de oorspronkelijke houder in het vorige lid alleen verplicht is te voldoen aan de wettelijke en reglementaire verplichtingen inzake nummering (met uitzondering van de verplichtingen genoemd in artikel 19, 2°, 3°, 5° en 6°, waaraan de inbezitgestelde moet voldoen). Die verdeling van verantwoordelijkheden over de oorspronkelijke houder en de inbezitgestelde is overigens terug te vinden in het verslag aan de Koning : « Qua nummeringspecifieke verplichtingen blijft de oorspronkelijke houder van de nummercapaciteit verantwoordelijk voor de naleving van de verplichtingen van dit besluit die niet specifiek te maken hebben met de relatie tussen de eindgebruiker en de operator (daaronder valt bijvoorbeeld de betaling van de in dit besluit bepaalde jaarlijkse rechten). Verplichtingen waarop de inbezitgestelde kan aangesproken worden betreffen de controle op de toewijzing van de nummers aan de eindgebruikers, het naleven van de verplichtingen inzake nummeroverdraagbaarheid ten aanzien van de abonnee, het garanderen van de authenticiteit van de identificatie van de oproepende lijn en de toewijzing van de nummers aan de eindgebruiker conform de principes van het nummerplan. » Gelet op het bovenstaande, zou artikel 5, § 1, tweede en derde lid, herzien moeten worden, zodat het duidelijk is welke verplichtingen elkeen heeft.

Article 6 1. Interrogé sur la question de savoir si l’article 6 s’appliquait à toutes les personnes visées à l’article 4, alinéa 1er, le délégué du ministre a apporté les précisions suivantes : « Voor de diensten die thans beschreven staan in artikel 4, eerste lid, 2°, wordt geen reserveerbaarheid van blokken van nummers voorzien. Het is niet de bedoeling dat de nummers die individueel toegekend worden aan de personen bedoeld in artikel 4, eerste lid, 2°, verder secundair toegewezen worden aan eindgebruikers. Het is met andere woorden de bedoeling dat artikel 6 enkel toepassing vindt op de personen bedoeld in artikel 4, eerste lid, 1°. » L’article 6 sera modifié afin de viser uniquement l’article 4, alinéa 1er, 1°. 2. L’expression ″d’autres droits d’utilisation″ ne permet pas de comprendre la portée de l’article 6 et le rapport au Roi est muet sur ce point.

Artikel 6 1. Op de vraag of artikel 6 van toepassing is op alle personen genoemd in artikel 4, eerste lid, heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord : « Voor de diensten die thans beschreven staan in artikel 4, eerste lid, 2°, wordt geen reserveerbaarheid van blokken van nummers voorzien. Het is niet de bedoeling dat de nummers die individueel toegekend worden aan de personen bedoeld in artikel 4, eerste lid, 2°, verder secundair toegewezen worden aan eindgebruikers. Het is met andere woorden de bedoeling dat artikel 6 enkel toepassing vindt op de personen bedoel in artikel 4, eerste lid, 1°. » Artikel 6 moet zo gewijzigd worden dat daarin alleen artikel 4, eerste lid, 1°, wordt genoemd. 2. De uitdrukking ″verdere gebruiksrechten″ laat niet toe de strekking van artikel 6 te begrijpen en in het verslag aan de Koning staat daarover niets.

Article 10 ` l’article 10, § 1er, alinéa 2, 5°, l’exigence que le demandeur A démontre qu’il remplit ″les dispositions″ de l’arrêté en projet est beaucoup trop floue. Il y a lieu soit de préciser ″les dispositions″ pour lesquelles une telle ″démonstration″ est requise, soit d’omettre cette exigence.

Artikel 10 In artikel 10, § 1, tweede lid, 5°, is het vereiste dat de aanvrager aantoont dat hij voldoet aan ″de bepalingen″ van het ontworpen besluit, veel te vaag. Ofwel moet gepreciseerd worden voor welke ″bepalingen″ zulk een ″demonstratie″ vereist is, ofwel moet dat vereiste vervallen.

Article 13 La section de législation n’aperç oit pas la portée de la dérogation prévue à l’article 13, alinéa 4, du projet. Le rapport au Roi doit être complété sur ce point.

Artikel 13 Het is de afdeling wetgeving niet duidelijk wat de strekking is van de afwijking waarin is voorzien in artikel 13, vierde lid, van het ontwerp. Het verslag aan de Koning moet op dat punt worden aangevuld.

Article 16 L’obligation de motivation formelle du refus de réservation par l’Institut étant déjà imposée par la loi du 29 juillet 1991 relative à la motivation formelle des actes administratifs, elle n’a pas à l’être à l’article 16. La première phrase doit être omise.

Artikel 16 Aangezien de verplichting voor het Instituut om de weigering van reservatie uitdrukkelijk te motiveren reeds opgelegd wordt bij de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, hoeft ze niet meer bij artikel 16 te worden opgelegd. De eerste zin moet vervallen.

Article 33 Outre l’observation générale 2, on relèvera qu’à l’alinéa 2, le Ministre est chargé de fixer les modalités selon lesquelles l’Institut peut retirer la capacité de numérotation attribuée lorsque celle-ci n’est pas utilisée ou ne l’est pas efficacement. Etant donné que l’article 11, § 1er, de la loi du 13 juin 2005 confie au Roi le pouvoir de fixer les modalités du retrait des droits d’utilisation, il ne Lui appartient pas de confier cette mission au Ministre.

Artikel 33 Los van algemene opmerking 2, wordt erop gewezen dat de Minister in het tweede lid ermee belast wordt de nadere regels vast te stellen volgens welke het Instituut de toegewezen nummercapaciteit kan intrekken indien ze niet of niet efficiënt gebruikt wordt. Aangezien artikel 11, § 1, van de wet van 13 juni 2005 de Koning de bevoegdheid toevertrouwt om de nadere regels vast te stellen voor het intrekken van de gebruiksrechten, is Hij niet gerechtigd die opdracht aan de Minister toe te vertrouwen.

Article 35 L’article 11, § 1er, de la loi n’habilite pas le Roi à établir des règles dérogatoires à celles qui figurent dans le Code civil en matière de responsabilité. Cette disposition sera donc omise. La même observation vaut pour l’article 39.

Artikel 35 Bij artikel 11, § 1, van de wet, wordt de Koning niet gemachtigd regels vast te stellen die afwijken van die van het Burgerlijk Wetboek op het gebied van aansprakelijkheid. Deze bepaling moet dus vervallen. Dezelfde opmerking geldt voor artikel 39.

Article 63 1. L’article 63, § 1er, conditionne l’attribution des numéros visés par cette disposition à l’obtention de l’autorisation du Ministre. Selon l’article 11, § 1er, de la loi du 13 juin 2005, l’Institut est chargé de l’octroi

Artikel 63 1. Artikel 63, § 1, bepaalt dat de nummers genoemd in deze bepaling alleen toegekend kunnen worden nadat de machtiging van de Minister is verkregen. Luidens artikel 11, § 1, van de wet van 13 juni 2005, is het

″reste également responsable″, cette disposition semble indiquer qu’à l’alinéa précédent, le titulaire initial est seul tenu au respect des obligations légales et réglementaires en matière de numérotation (à l’exception des obligations visées à l’article 19, 2°, 3°, 5° et 6°, dont le respect incombe à la personne mise en possession). Cette répartition des responsabilités entre titulaire initial et personne mise en possession figure d’ailleurs dans le rapport au Roi :

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD des droits d’utilisation, selon les modalités fixées par le Roi. Il n’appartient dès lors pas au Roi de soumettre cet octroi à l’autorisation préalable du Ministre. La même observation vaut pour l’article 72. 2. L’article 63, § 2, indique d’une part, la date limite d’utilisation de certains numéros, à savoir le 31 décembre 2009, et d’autre part, celle à laquelle ces numéros devront, au plus tard, être mis hors service, soit le 7 avril 2012, soit le 1er janvier 2013. La section de législation n’aperç oit pas la raison pour laquelle une telle marge est prévue entre la fin de l’utilisation et le début de la mise hors service, et ce, d’autant plus que dans la version du texte proposée par l’Institut également mentionnée dans cette disposition, les dates proposées se suivent, ce qui paraît beaucoup plus logique. L’article 63, § 2, sera réexaminé en conséquence.

35481

Instituut belast met het toekennen van gebruiksrechten volgens de nadere regels vastgesteld door de Koning. De Koning is derhalve niet gerechtigd te bepalen dat die nummers pas toegekend kunnen worden na voorafgaande machtiging van de Minister. Dezelfde opmerking geldt voor artikel 72. 2. In artikel 63, § 2, staat enerzijds de uiterste gebruiksdatum van sommige nummers, namelijk 31 december 2009, en anderzijds de datum waarop die nummers uiterlijk buiten dienst moeten worden gesteld, namelijk ofwel 7 april 2012, ofwel 1 januari 2013. Het is de afdeling wetgeving niet duidelijk waarom in zulk een tijdverschil is voorzien tussen het einde van het gebruik en het begin van de buitendienststelling, en zulks te meer daar in de versie van de tekst voorgesteld door het Instituut, welke versie ook vermeld wordt in deze bepaling, de voorgestelde data op elkaar volgen, wat heel wat logischer lijkt. Artikel 63, § 2, moet dienovereenkomstig worden herzien.

Article 64

Artikel 64

L’article 64, alinéa 3, prévoit que l’obtention des droits d’utilisation des numéros visés par cette disposition n’est pas soumise à la procédure de réservation. Il conviendrait de préciser dans le rapport au Roi les raisons qui permettent de justifier ce régime particulier.

Artikel 64, derde lid, bepaalt dat de reservatieprocedure niet geldt voor het verkrijgen van de rechten voor het gebruik van de nummers genoemd in deze bepaling. In het verslag aan de Koning zouden de redenen moeten worden opgegeven die die bijzondere regeling wettigen.

La même observation vaut pour l’article 70, § 2, alinéa 3.

Dezelfde opmerking geldt voor artikel 70, § 2, derde lid.

Article 83

Artikel 83

En tant que cet article rappelle que l’article 20 de la loi du 17 janvier 2003 relative au statut du régulateur des secteurs des postes et des télécommunications belges peut trouver à s’appliquer en l’espèce, il doit être omis. En effet, il n’appartient pas au Roi de déterminer si une disposition légale s’applique ou non. Une telle précision peut cependant figurer dans le rapport au Roi.

Voorzover er in dit artikel op gewezen wordt dat artikel 20 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische posten telecommunicatiesector in casu van toepassing kan zijn, moet het vervallen. De Koning is immers niet gerechtigd te bepalen of een wetsbepaling al dan niet van toepassing is. Zulk een precisering kan echter wel in het verslag aan de Koning staan.

Article 84

Artikel 84

1. Au paragraphe 4, alinéa 2, en prévoyant que les redevances qui ne sont pas payées à l’échéance fixée donnent lieu, de plein droit et sans mise en demeure, à un intérêt correspondant au taux légal augmenté de 2 %, le Roi excède ses pouvoirs : il ne lui appartient pas, en effet, de déroger ainsi au droit commun. Cette disposition sera omise.

1. Voorzover in paragraaf 4, tweede lid, bepaald wordt dat rechten die niet zijn betaald op de vastgestelde vervaldatum van rechtswege en zonder ingebrekestelling aanleiding geven tot een interest gelijk aan het wettelijk tarief verhoogd met 2 % overschrijdt de Koning zijn bevoegdheden : Hij mag immers niet op die wijze afwijken van het gemeen recht. Deze bepaling moet vervallen.

2. Au paragraphe 6, la section de législation n’aperç oit pas les motifs susceptibles de justifier, au regard du principe de proportionnalité, que le retrait de la capacité de numérotation réservée ou attribuée ne puisse donner lieu à un remboursement, total ou partiel, selon les cas, des redevances annuelles payées pour la période qui suit la décision de retrait.

2. Wat paragraaf 6 betreft, is het de afdeling wetgeving niet duidelijk welke redenen ten aanzien van het evenredigheidsbeginsel kunnen wettigen dat de intrekking van de gereserveerde of toegekende nummercapaciteit geen aanleiding kan geven tot de, naargelang van het geval, volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de jaarlijkse rechten betaald voor de periode die volgt op de beslissing tot intrekking.

Article 85

Artikel 85

L’article 85 prévoit la publication par l’Institut d’une base de données de numéros qui contient des informations sur la capacité de numérotation réservée, attribuée et retirée. Selon le rapport au Roi, il s’agit de l’exécution de l’article 31 de la loi du 13 juin 2005. Or, cette disposition impose déjà à l’Institut la publication d’un certain nombre d’informations et leur mise à jour. Par ailleurs, elle n’habilite pas le Roi à prévoir les modalités de cette publication. Dépourvu de fondement légal, l’article 85 sera donc omis.

Artikel 85 bepaalt dat het Instituut een nummerdatabank bekendmaakt die informatie bevat over de gereserveerde, toegekende en ingetrokken nummercapaciteit. Volgens het verslag aan de Koning gaat het om de tenuitvoerlegging van artikel 31 van de wet van 13 juni 2005. Bij die bepaling wordt het Instituut echter reeds verplicht een aantal gegevens en de bijwerking ervan te publiceren. Anderzijds wordt de Koning daarbij niet gemachtigd de nadere regels voor die bekendmaking vast te stellen. Artikel 85 moet bijgevolg vervallen aangezien daarvoor geen rechtsgrond voorhanden is.

Article 86

Artikel 86

La section de législation n’aperç oit pas la disposition légale qui permet au Roi d’imposer à Belgacom de mettre à disposition des autres opérateurs des cartes de frontières zonales. La deuxième phrase de l’alinéa 1er et l’alinéa 2 seront donc omis.

Het is de afdeling wetgeving niet duidelijk op basis van welke wetsbepaling de Koning Belgacom kan verplichten kaarten met geografische grenzen ter beschikking te stellen van andere operatoren. Bijgevolg moet het eerste lid zich ertoe beperken te bepalen dat de geografische grenzen die van toepassing waren op 1 januari 1997 ongewijzigd blijven en moet het tweede lid vervallen.

Articles 89 et 90

Artikelen 89 en 90

La section de législation se demande si l’abrogation, prévue le premier jour du troisième mois qui suit la publication de l’arrêté au Moniteur belge, des textes visés à l’article 89 combiné avec l’entrée en vigueur postposée de certaines dispositions en projet, prévues par l’article 90, n’est pas de nature à créer un vide juridique.

De afdeling wetgeving vraagt zich af of de opheffing van de teksten genoemd in artikel 89, die gepland is voor de eerste dag van de derde maand na die waarin het besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, samen met de uitgestelde inwerkingtreding van sommige ontworpen bepalingen, genoemd in artikel 90, geen juridisch vacuüm doet ontstaan.

35482


Observation finale L’arrêté en projet pourrait être amélioré tant sur le plan de la correction de la langue que sur celui de la légistique formelle. Pour ne prendre que quelques exemples : 1° à l’article 5, § 2, alinéa 5, il y a lieu de viser les alinéas 5 à 7 et non les alinéas 4 à 6; 2° dans la version franç aise de l’article 5, § 3, il y a lieu de viser l’article 4, alinéa 1er, 2°, et non l’article 4, alinéa 2; 3° dans la version franç aise de l’article 24, il y a lieu d’ajouter les mots ″des blocs″ entre les mots ″portabilité″ et ″des numéros″; 4° à l’article 32, alinéa 4, il y a lieu d’écrire dans le texte franç ais, à l’instar de la version néerlandaise, ″si l’Institut ne constate pas cet accord″; 5° à l’article 36, alinéa 1er, il convient de viser l’alinéa 4 et non l’alinéa 3; 6° dans la version franç aise de l’article 70, § 2, il y a lieu de viser l’article 4, alinéa 1er, 1°; 7° dans la version franç aise de l’article 75, § 3, le mot ″ou″ doit être remplacé par ″et″; 8° il y a lieu d’écrire, en franç ais et en néerlandais ″jours″ pour identifier les jours civils au lieu des ″jours calendrier″; 9° en franç ais, ″euro″ s’accorde en nombre et prend la marque du pluriel ″euros″. La chambre était composée de : MM. : Ph. Hanse, président de chambre; P. Liénardy, J. Jaumotte, conseillers d’Etat; Mme C. Gigot, greffier. Le rapport a été présenté par Mme L. Vancrayebeck, auditeur.

Le greffier, C. Gigot.

Le président, Ph. Hanse.

Slotopmerking Het ontworpen besluit is zowel uit het oogpunt van correct taalgebruik, als uit het oogpunt van de wetgevingstechniek voor verbetering vatbaar. Enkele voorbeelden : 1° in artikel 5, § 2, vijfde lid, moeten het vijfde tot zevende lid worden genoemd, en niet de leden 4 tot en met 6; 2° in de Franse versie van artikel 5, § 3, moet verwezen worden naar artikel 4, eerste lid, 2°, en niet naar artikel 4, tweede lid; 3° in de Franse versie van artikel 24 moeten de woorden ″des blocs″ ingevoegd worden tussen de woorden ″portabilité″ en ″des numéros″; 4° in artikel 32, vierde lid, schrijve men in de Franse tekst naar het voorbeeld van wat in de Nederlandse tekst staat, ″si l’Institut ne constate pas cet accord″; 5° in artikel 36, eerste lid, moet verwezen worden naar het vierde lid en niet naar het derde lid; 6° in de Franse versie van artikel 70, § 2, moet verwezen worden naar artikel 4, eerste lid, 1°; 7° in de Franse versie van artikel 75, § 3, moet het woord ″of″ vervangen worden door het woord ″en″; 8° zowel in het Nederlands als in het Frans schrijve men ″dagen″ om kalenderdagen aan te duiden, en niet ″kalenderdagen″; 9° in het Frans krijgt het woord ″euro″ de meervoudsvorm ″euros″ zodra het om meer dan één euro gaat. De kamer was samengesteld uit : de heren : Ph. Hanse, kamervoorzitter; P. Liénardy, J. Jaumotte, staatsraden; Mevr. C. Gigot, griffier. Het verslag werd uitgebracht door Mevr. L. Vancrayebeck, auditeur. De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de H. P. Liénardy. De griffier, De voorzitter, C. Gigot. Ph. Hanse.

Notes

Nota’s

(1) Il est inscrit à l’ordre du jour de la séance plénière du 12 avril 2007. (2) Comme le texte n’a pas été amendé en commission, il convient de se référer au texte adopté par la Chambre et transmis au Sénat (Doc. parl., Chambre, 2006-2007, n° 2873/27, pp. 76-78).

(5) Tel est le cas des articles 47, 48, 50, §§ 3 et 4, alinéa 10, 63, 64, 70, § 2, et 71, §§ 2, 3, 4 et 5, alinéa 6. (6) Tel est le cas des articles 50, §§ 1er et 4, alinéas 4, 5, 6, 7 et 8, et 71, § 5, alinéas 2 et 3. (7) De dienstidentiteit 4 heeft ook als doel aan te duiden dat de opgeroepene zich mogelijk niet thuis bevindt en er dus meer kans is dat de oproep storend zou zijn. (8) Une subdélégation à un ministre d’une habilitation légale au Roi est en effet admissible si elle porte sur des points secondaires ou de détail.

(1) Dat onderzoek staat op de agenda van de voltallige vergadering van 12 april 2007. (2) Aangezien de tekst niet gewijzigd is in de commissie, dient verwezen te worden naar de tekst aangenomen door de Kamer en overgezonden aan de Senaat (Gedr. St., Kamer, 2006-2007, nr. 2873/27, blz. 76-78). (3) Zie artikel 63, § 2, waarin de versie van de tekst die voorgesteld is door het BIPT als gemarkeerde tekst wordt weergegeven. (4) Lees : ″de ondernemingen en de rechtspersonen″. Deze opmerking geldt ook voor artikel 4, eerste lid, 2°. (5) Dat is het geval met de artikelen 47, 48, 50, §§ 3 en 4, tiende lid, 63, 64, 70, § 2, en 71, §§ 2, 3, 4 en 5, zesde lid. (6) Dat is het geval met de artikelen 50, §§ 1 en 4, vierde, vijfde, zesde, zevende en achtste lid, en 71, § 5, tweede en derde lid. (7) De dienstidentiteit 4 heeft ook als doel aan te duiden dat de opgeroepene zich mogelijk niet thuis bevindt en er dus meer kans is dat de oproep storend zou zijn. (8) Een subdelegatie aan de minister van een wettelijke machtiging aan de Koning is immers toegestaan indien ze betrekking heeft op bijkomstige zaken of detailkwesties.

27 AVRIL 2007. — Arrêté royal relatif à la gestion de l’espace de numérotation national et à l’attribution et au retrait des droits d’utilisation de numéros

27 APRIL 2007. — Koninklijk besluit betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques, notamment l’article 11, § 1er et 6, article 29, § 2 et article 30, § 2;

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, inzonderheid op artikel 11, § 1 en 6, artikel 29, § 2 en artikel 30, § 2; Gelet op het advies van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, gegeven op 25 april 2007; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 maart 2007; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 30 maart 2007;

(3) Voir l’article 63, § 2, qui indique, en texte surligné, la version du texte proposée par l’IBPT. (4)

Vu l’avis de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications, donné le 25 avril 2007; Vu l’avis de l’Inspecteur des finances, donné le 15 mars 2007; Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 30 mars 2007;

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Vu l’avis n° 42.548/4 du Conseil d’Etat, donné le 16 avril 2007, en application de l’article 84, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de Notre Vice-Première Ministre, Ministre du Budget et de la Protection de la Consommation et de Notre Ministre de l’Economie, de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique, Nous avons arrêté et arrêtons : CHAPITRE Ier. — Définitions Article 1er. Dans le cadre du présent arrêté, les définitions suivantes sont d’application :

35483

Gelet op het advies nr. 42.548/4 van de Raad van State, gegeven op 16 april 2007, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister, Minister van Begroting en van Consumentenzaken en van Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I.— Definities Artikel 1. In het kader van dit besluit wordt verstaan onder :

1° « plan de numérotation » : partie de l’espace de numérotation qui est structurée sur la base des règles et des conditions fixées dans le présent arrêté et les arrêtés de l’Institut et qui de ce fait devient susceptible d’être attribuée;

1° « nummerplan » : deel van de nummeringsruimte dat door middel van de regels en voorwaarden vastgesteld in dit besluit en in besluiten van het Instituut gestructureerd wordt en daardoor vatbaar wordt voor toewijzing;

2° « capacité de numérotation » : capacité d’un plan national de numérotation qui, selon le cas, peut se composer de numéros individuels ou de blocs de numéros;

2° « nummercapaciteit » : capaciteit uit een nationaal nummerplan dat, naargelang het geval, kan bestaan uit individuele nummers of nummerblokken;

3° « numéro » : signe ou ensemble de signes, pouvant se composer de chiffres, d’adresses ou de noms, qui sont utilisés pour identifier les utilisateurs ou les opérateurs de réseaux et de services de communications électroniques et pour établir une communication électronique sur cette base;

3° « nummer » : teken of geheel van tekens, dat kan bestaan uit cijfers, adressen of namen, die worden gebruikt om gebruikers of operatoren van elektronische-communicatiediensten en -netwerken te identificeren en om op basis hiervan elektronische communicatie tot stand te brengen;

4° « identité de service » : la première partie du numéro utilisée dans le plan de numérotation pour l’identification d’un groupe de services similaires;

4° « dienstidentiteit » : het eerste gedeelte van het nummer dat in het nummerplan wordt gebruikt voor de identificatie van een groep van gelijkaardige diensten;

5° « préfixe » : indicateur qui ne fait pas partie du numéro, qui est composé d’un ou plusieurs chiffres, et qui permet soit la sélection des différents types de formats de numéro, que sont les numéros locaux, nationaux et internationaux, soit la sélection de réseaux de transit et de services;

5° « prefix » : indicator, die geen deel uitmaakt van het nummer, die uit één of meer cijfers bestaat en die de selectie mogelijk maakt van de verschillende types van nummerformaten, te weten lokale, nationale en internationale nummerformaten, en van transitnetwerken en diensten;

6° « plan de composition des numéros » : série de règles qui doivent être suivies pour réaliser un appel;

6° « kiesplan » : reeks van regels die gevolgd moeten worden om een oproep tot stand te laten komen;

7° « Loi » : la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques;

7° « Wet » : de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie;

8° « réservation » : action de l’Institut autorisant le demandeur à utiliser la capacité de numérotation concernée de sa propre initiative et dans les conditions du certificat de réservation;

8° « reservatie » : handeling van het Instituut die aan de aanvrager het recht verleent om op diens eigen initiatief en onder de voorwaarden van het reservatiecertificaat de betrokken nummercapaciteit in gebruik te nemen;

9° « attribution » : modification du statut de la capacité de numérotation réservée, qui résulte du respect des conditions d’attribution déterminées dans le présent arrêté et, le cas échéant, de l’arrêté pris en application de l’article 11, § 3 ou § 5, de la Loi et qui permet au titulaire de la capacité de numérotation concernée d’exercer les droits d’utilisation relatifs à la capacité de numérotation;

9° « toewijzing » : wijziging van het statuut van gereserveerde nummercapaciteit, die volgt uit het naleven van de toewijzingsvoorwaarden vastgesteld in dit besluit en, in voorkomend geval, het besluit genomen in toepassing van artikel 11, § 3 of § 5, van de Wet en die de houder van de betrokken nummercapaciteit in staat stelt om gebruiksrechten met betrekking tot die nummercapaciteit uit te oefenen;

10° « retrait » : le retrait par l’Institut d’une capacité de numérotation antérieurement réservée ou attribuée;

10° « intrekking » : het ontnemen door het Instituut van eerder gereserveerde of toegewezen nummercapaciteit;

11° « taille standard de la capacité de numérotation » : le nombre de numéros contenu par le bloc de numéros individuellement réservable;

11° « standaardgrootte van de nummercapaciteit » : het aantal nummers dat een individueel reserveerbaar blok van nummers bevat;

12° « Recommandations E., X. et Q. » : les recommandations qui se rapportent aux règles en matière de numérotation imposées par l’Union Internationale des Télécommunications, secteur de normalisation, auxquelles les plans de numérotation doivent satisfaire;

12° « .E-, X.-, Q.- aanbevelingen » : de aanbevelingen die refereren aan de regels, opgelegd door de Internationale Telecommunicatie Unie, sector normalisatie, waaraan nummerplannen moeten voldoen;

13° « Normes E., X. et Q. » : les normes qui se rapportent aux protocoles en matière de connexion des réseaux imposées par l’Union Internationale des Télécommunications, secteur de normalisation;

13° « E.-, X.-, Q. – standaards » : de standaards die refereren aan de protocols inzake koppeling van netwerken opgelegd door de Internationale Telecommunicatie Unie sector normalisatie;

14° « nomadicité » : caractéristique d’un service de communications électroniques qui permet à ce service d’être utilisé à partir de pratiquement n’importe quelle connexion à un réseau de communications électroniques;

14° « nomadiciteit » : eigenschap van een elektronischecommunicatiedienst waardoor deze dienst gebruikt kan worden vanuit potentieel om het even welke aansluiting op een elektronischecommunicatienetwerk;

15° « service payant via un réseau de communications électroniques » : le service qui via des équipements reliés à un réseau de communications électroniques offre la possibilité à l’appelant d’obtenir des informations, de renvoyer des informations, d’entrer en contact avec d’autres utilisateurs du service d’informations, d’accéder à des jeux ou autres avantages ou d’effectuer des paiements pour des produits et/ou services offerts pendant l’appel ou en conséquence directe de celui-ci, moyennant le paiement d’une indemnité supérieure au tarif utilisateur final normal pour un appel vers un numéro géographique standard ou mobile;

15° « betalende dienst via een elektronische-communicatienetwerk » : dienst die via apparatuur aangesloten op een elektronischcommunicatienetwerk de oproeper de mogelijkheid biedt informatie te verkrijgen, informatie terug te sturen, in contact te treden met andere gebruikers van de informatiedienst, toegang te krijgen tot spelletjes of andere voordelen of betalingen uit te voeren voor producten of diensten die worden geleverd tijdens de oproep of als direct gevolg hiervan, tegen betaling van een vergoeding hoger dan het normale eindgebruikerstarief voor een oproep naar een standaard geografisch of mobiel nummer;

16° « service de numéro personnel » : service visant à faciliter la communication de personne à personne. Un utilisateur final de ce type de services peut établir et recevoir des appels sur la base d’un numéro

16° « persoonlijke nummerdienst » : dienst die tot doel heeft persoon-tot-persoon communicatie te vergemakkelijken. Een eindgebruiker van een dergelijke dienst kan oproepen maken en ontvangen op

35484


propre, indépendant du réseau sur n’importe quel appareil, fixe ou mobile, indépendamment de l’emplacement géographique;

basis van een eigen, netwerkonafhankelijk nummer op gelijk welke apparatuur, vast of mobiel, onafhankelijk van de geografische locatie;

17° « mobilité » : propriété d’un service de communications électroniques par le biais duquel un utilisateur final qui se déplace sur de longues distances peut utiliser sans interruption un service de communications électroniques;

17° « mobiliteit » : eigenschap van een elektronischecommunicatiedienst waardoor een eindgebruiker die beweegt over lange afstanden zonder onderbreking een elektronischecommunicatiedienst kan gebruiken;

18° « VPN » : « Virtual Private Network », soit un service à valeur ajoutée, qui utilise principalement des parties d’un réseau public de communications électroniques afin de fournir des fonctions de réseau privé;

18° « VPN » : « Virtual Private Network », zijnde een dienst met toegevoegde waarde, die hoofdzakelijk gebruik maakt van onderdelen van een openbaar elektronische-communicatienetwerk om private netwerkfuncties te leveren;

19° « SMS » : « Short Message Service », soit un service qui permet d’envoyer ou de recevoir des messages courts de maximum 140 bytes ou 160 caractères à l’aide d’équipements terminaux connectés à un réseau de communications électroniques;

19° « SMS » : « Short Message Service », zijnde een dienst die toelaat om met eindapparatuur aangesloten op een elektronischecommunicatienetwerk korte berichten van maximaal 140 bytes of 160 karakters te versturen of te ontvangen;

20° « MMS » : « Multimedia Messaging Service », soit un service qui permet d’envoyer ou de recevoir du texte, du son, des images ou des fichiers vidéo ou une combinaison de ces types de communications à l’aide d’équipements terminaux connectés à un réseau de communications électroniques;

20° « MMS » : « Multimedia Messaging Service », zijnde een dienst die toelaat om met apparatuur aangesloten op een elektronischecommunicatienetwerk tekst, geluid, afbeeldingen of videobestanden of een combinatie van deze soorten van communicatie te versturen of te ontvangen »;

21° « TETRA » : « Terrestrial Trunked Radio », soit une norme de l’Institut européen des normes de télécommunication (appelé « ETSI » ci-après) pour les radiocommunications numériques à fréquence partagée;

21° « TETRA » : « Terrestrial Trunked Radio », zijnde een standaard van het European Telecommunications Standards Institute (hierna ook « ETSI » genoemd) voor digitale radiocommunicatie met gedeelde frequentie;

22° « tarif utilisateur final » : le tarif total à payer par l’utilisateur final, y compris la taxe sur la valeur ajoutée, toutes les autres taxes et les coûts de tous les services à payer en plus par l’utilisateur final.

22° « eindgebruikerstarief » : het totale door de eindgebruiker te betalen tarief, met inbegrip van de belasting over de toegevoegde waarde, alle overige taksen en de kosten van alle diensten die door de eindgebruiker moeten worden bijbetaald.

CHAPITRE II. — Principes généraux

HOOFDSTUK II. — Algemene principes

Art. 2. L’attribution de droits d’utilisation pour la capacité de numérotation se déroule de manière transparente et non discriminatoire dans le cadre des plans nationaux de numérotation, selon des critères objectifs et les principes successivement de la réservation et de l’attribution.

Art. 2. De toekenning van gebruiksrechten voor nummercapaciteit gebeurt op transparante en niet-discriminerende wijze binnen het kader van de nationale nummerplannen volgens objectieve criteria en volgens de principes van achtereenvolgens de reservatie en de toewijzing.

Art. 3. Les plans nationaux de numérotation sont fixés par l’Institut sur la base des principes suivants :

Art. 3. De nationale nummerplannen worden door het Instituut vastgesteld aan de hand van de volgende principes :

1° un plan de numérotation comporte, si cela s’avère pertinent, les différentes identités de service et la sous-répartition de celles-ci avec les conditions y afférentes et les conditions d’utilisation telles que fixées dans le présent arrêté ainsi que par l’Institut;

1° een nummerplan bevat, indien relevant, de verschillende dienstenidentiteiten en de verdere opdeling ervan met bijhorende voorwaarden en gebruikscondities zoals vastgelegd in dit besluit en door het Instituut;

2° l’identité de service est, dans la mesure du possible, attribuée selon le principe de la neutralité de la technologie;

2° de dienstidentiteit wordt in de mate van het mogelijke volgens het principe van de technologieneutraliteit toegekend;

3° si cela s’avère pertinent, les plans de numérotation sont établis de manière à ce que l’identification des services similaires l’emporte sur celle des opérateurs.

3° indien relevant worden nummerplannen zo opgebouwd dat de identificatie van gelijkaardige diensten primeert op die van operatoren.

Art. 4. Ont le droit d’introduire une demande pour réserver des numéros et ensuite, dans les conditions du présent arrêté et, le cas échéant, dans les conditions fixées conformément à l’article 11, § 3 et § 5, de la Loi, d’obtenir et d’exercer les droits d’utilisation des numéros :

Art. 4. Hebben recht om een aanvraag in te dienen om nummers te reserveren en vervolgens, onder de voorwaarden van dit besluit en, in voorkomend geval, de voorwaarden vastgesteld krachens artikel 11, § 3 en § 5, van de Wet, gebruiksrechten voor nummers te verkrijgen en uit te oefenen :

1° les opérateurs de réseaux de communications électroniques ou de services de communications électroniques;

1° operatoren van elektronische-communicatienetwerken of van elektronische-communicatiediensten;

2° les personnes autres que les opérateurs visés au 1° pour :

2° andere personen dan de operatoren bedoeld onder 1° voor :

— l’offre de services d’intérêt public selon la capacité de numérotation visée à l’article 58;

— het aanbieden van diensten van openbaar belang op basis van nummercapaciteit bedoeld in artikel 58;

— l’offre d’applications ou de services européens harmonisés selon la capacité de numérotation visée à l’article 60;

— het aanbieden van geharmoniseerde Europese toepassingen of diensten op basis van nummercapaciteit bedoeld in artikel 60;

— l’offre de services de renseignements selon la capacité de numérotation visée à l’article 61;

— het aanbieden van inlichtingendiensten op basis van nummercapaciteit bedoeld in artikel 61;

— le soutien d’autres services commerciaux ou non d’une grande importance pour la société selon la capacité de numérotation visée à l’article 63.

— de ondersteuning van andere al dan niet commerciële diensten van groot maatschappelijk belang op basis van nummercapaciteit bedoeld in artikel 63.

Art. 5. § 1er. Les personnes qui ont reç u des droits d’utilisation pour les numéros nationaux E.164 géographiques ou non géographiques peuvent mettre ces numéros à la disposition d’autres personnes qui, conformément à l’article 4, 1°, peuvent réserver des numéros ainsi qu’obtenir et exercer des droits d’utilisation pour les numéros, à condition que :

Art. 5. § 1. Personen die gebruiksrechten voor geografische of niet-geografische nationale E.164 nummers verkregen hebben kunnen deze nummers ter beschikking stellen van andere personen die conform artikel 4, 1°, nummers kunnen reserveren en gebruiksrechten voor nummers kunnen verkrijgen en uitoefenen, op voorwaarde dat :

1° la capacité de numérotation concernée soit toujours valablement attribuée;

1° de betrokken nummercapaciteit nog steeds geldig toegewezen is;

2° le titulaire initial de la capacité de numérotation notifie à l’Institut la capacité de numérotation qu’il met à disposition, ainsi que le nom et l’adresse ou le siège social de la personne mise en possession et

2° de oorspronkelijke houder van de nummercapaciteit de nummercapaciteit die hij ter beschikking stelt notificeert aan het Instituut, tesamen met de naam en het adres of de maatschappelijke zetel van de


35485

l’utilisation de la capacité de numérotation concernée projetée par la personne mise en possession;

inbezitgestelde en het voorgenomen gebruik van de betrokken nummercapaciteit door de inbezitgestelde;

3° le titulaire initial apporte la preuve dans la notification de l’accord avec la personne mise en possession tendant à la mise à disposition de la capacité de numérotation concernée;

3° de oorspronkelijke houder in de notificatie het bewijs voorlegt van de overeenkomst met de inbezitgestelde tot het ter beschikking stellen van de betrokken nummercapaciteit;

4° le titulaire initial soumette dans la notification une copie du document dans lequel il informe la personne mise en possession de la notification de l’Institut;

4° de oorsponkelijke houder in de notificatie een kopie voorlegt van het document waarin hij de inbezitgestelde in kennis stelt van de notificatie aan het Instituut;

5° la personne mise en possession utilise le réseau mis à sa disposition par le titulaire initial pour les appels entrants;

5° de inbezitgestelde voor binnenkomende oproepen het netwerk gebruikt dat hem ter beschikking wordt gesteld door de oorspronkelijke houder;

6° la personne mise en possession remplit toutes les autres conditions en matière de réservation et d’attribution de capacité de numérotation.

6° de inbezitgestelde voldoet aan alle andere voorwaarden inzake reservatie en toewijzing van nummercapaciteit.

Le titulaire initial de la capacité de numérotation reste responsable du respect de toutes les obligations légales et réglementaires en matière de numérotation, à l’exception des obligations visées à l’article 19, 2°, 3°, 5° et 6°.

De oorspronkelijke houder van de nummercapaciteit blijft verantwoordelijk voor de naleving van alle wettelijke en reglementaire verplichtingen inzake nummering, met uitzondering van de verplichtingen bedoeld in artikel 19, 2°, 3°, 5° en 6°.

Tant que l’Institut n’accepte pas la notification, le titulaire de la capacité de numérotation reste également responsable du respect des obligations légales et réglementaires qui, en application de l’alinéa précédent, sont transférées à la personne mise en possession.

Zolang het Instituut de notificatie niet aanvaardt, blijft de houder van de nummercapaciteit eveneens verantwoordelijk voor de naleving van de wettelijke en reglementaire verplichtingen die in toepassing van het vorige lid overgaan op de inbezitgestelde.

L’Institut refuse la notification s’il ressort de la demande qu’elle a été introduite pour contourner les règles énoncées dans le présent arrêté.

Het Instituut weigert de notificatie wanneer uit de aanvraag blijkt dat zij werd ingediend met het oog op het omzeilen van de regels vervat in dit besluit.

La personne mise en possession ne peut pas mettre la capacité de numérotation mise à sa disposition à la disposition d’autres entreprises qui, conformément à l’article 4, 1°, peuvent réserver des numéros ainsi qu’obtenir et exercer des droits d’utilisation, à moins que la personne mise en possession ne prouve lors de la notification que cette interdiction rend fortement difficile voire impossible la prestation de services existante ou prévue et qu’il soumette un document contractuel conclu entre le titulaire initial, la personne mise en possession et les autres parties impliquées dans la prestation de services pour approbation à l’Institut, dans lequel les droits et les obligations respectifs de ces parties sont dûment réglés.

De inbezitgestelde kan de hem ter beschikking gestelde nummercapaciteit niet verder ter beschikking stellen van andere ondernemingen die conform artikel 4, 1°, nummers kunnen reserveren en gebruiksrechten voor nummers kunnen verkrijgen en uitoefenen, tenzij de inbezitgestelde ter gelegenheid van de notificatie bewijst dat dit verbod de bestaande of voorgenomen dienstverlening op ernstige wijze bemoeilijkt of onmogelijk maakt en hij een contractueel document tussen de oorspronkelijke houder, de inbezitgestelde en de andere bij de dienstverlening betrokken partijen aan het Instituut ter goedkeuring voorlegt, waarin de respectievelijke rechten en plichten van die partijen op afdoende wijze worden geregeld.

Si l’Institut constate que les conditions fixées dans ce paragraphe ne sont pas respectées, il peut, en application de l’article 82 ou 83 ordonner la restitution du bloc ou des blocs de numéros concernés au titulaire initial.

Indien het Instituut vaststelt dat de voorwaarden vastgelegd in deze paragraaf niet nageleefd worden, kan het, in toepassing van artikel 82 of 83 de teruggave van de betrokken nummers aan de oospronkelijke houder bevelen.

Le titulaire initial communique à temps les modifications éventuelles concernant les informations fournies conformément à ce paragraphe à l’Institut. L’arrêt de la mise en possession est communiqué par le titulaire initial à l’Institut trois jours ouvrables avant l’arrêt effectif.

De oorspronkelijke houder deelt de eventuele wijzigingen op het vlak van de overeenkomstig deze paragraaf verstrekte informatie tijdig mee aan het Instituut. De stopzetting van de inbezitstelling wordt drie werkdagen voorafgaand aan de effectieve stopzetting door de oorspronkelijke houder aan het Instituut meegedeeld.

§ 2. Pendant une période de 3 mois à compter de l’entrée en vigueur du présent paragraphe, les personnes qui, avant l’entrée en vigueur de l’article 9 de la Loi, n’étaient pas obligées d’obtenir une autorisation ou d’effectuer une notification ou une déclaration pour offrir des réseaux et services de communications électroniques et qui avant l’entrée en vigueur du présent arrêté sont mises en possession d’une capacité de numérotation attribuée à un autre opérateur ou prestataitre de services peuvent également, par dérogation au § 1er, effectuer une notification au sens du § 1er.

§ 2. Gedurende een periode van 3 maanden te rekenen vanaf de inwerkingtreding van deze paragraaf, kunnen, in afwijking van § 1, ook personen die vóór de inwerkingtreding van artikel 9 van de Wet niet verplicht waren om een vergunning te bekomen of een kennisgeving of aangifte te verrichten om elektronische-communicatienetwerken en -diensten aan te bieden of door te verkopen en die vóór de inwerkingtreding van dit besluit in het bezit zijn gesteld van nummercapaciteit die toegewezen werd aan een andere operator of dienstenleverancier een notificatie in de zin van § 1 verrichten.

La mise en possession de la capacité de numérotation concernée ne peut être acceptée qu’à condition que :

De inbezitsstelling van de betrokken nummercapaciteit kan enkel aanvaard worden op voorwaarde dat :

1° la personne mise en possession de la capacité de numérotation ait effectué une notification conformément à l’article 9 de la Loi;

1° de inbezitgestelde een kennisgeving verricht heeft overeenkomstig artikel 9 van de Wet;

2° la capacité de numérotation concernée soit toujours valablement attribuée;

2° de betrokken nummercapaciteit nog steeds geldig toegewezen is;

3° la personne mise en possession notifie par une lettre recommandée à l’Institut la capacité de numérotation dont la régularisation est demandée, en indiquant le nom et l’adresse ou le siège social de l’entreprise qui l’a mis en possession de la capacité de numérotation concernée et en indiquant l’utilisation projetée ou réelle de la capacité de numérotation concernée;

3° de inbezitgestelde de nummercapaciteit waarvan de regularisatie gevraagd wordt via een aangetekend schrijven notificeert aan het Instituut, met opgave van de naam en het adres of de maatschappelijke zetel van de onderneming die hem in het bezit gesteld heeft van de betrokken nummercapaciteit en met opgave van het voorgenomen of daadwerkelijke gebruik van de betrokken nummercapaciteit;

4° la personne mise en possession apporte la preuve dans sa notification de l’accord de transfert de la capacité de numérotation concernée avec l’autre ou les autres parties concernées par le transfert, ainsi que la preuve de la date de la mise en possession de la capacité de numérotation concernée;

4° de inbezitgestelde in zijn notificatie het bewijs voorlegt van de overeenkomst met de andere bij de overdracht betrokken partij of partijen tot overdracht van de betrokken nummercapaciteit, alsmede het bewijs van de datum van inbezitstelling van de betrokken nummercapaciteit;

5° le demandeur soumette dans sa notification une copie du document dans lequel il informe l’autre ou les autres parties concernées par le transfert de la notification auprès de l’Institut;

5° de aanvrager in zijn notificatie een kopie voorlegt van het document waarin hij de andere bij de overdracht betrokken partij of partijen in kennis stelt van de notificatie bij het Instituut;

6° la personne mise en possession utilise le réseau du titulaire initial pour les appels entrants;

6° de inbezitgestelde voor binnenkomende oproepen het netwerk gebruikt van de oorspronkelijke houder;

35486


7° la personne mise en possession de la capacité de numérotation concernée remplisse toutes les autres conditions en matière de réservation et d’attribution de capacité de numérotation;

7° de inbezitgestelde van de betrokken nummercapaciteit voldoet aan alle andere voorwaarden inzake de reservatie en toewijzing van nummercapaciteit;

Si l’Institut n’accepte pas la notification ou si la notification n’est pas introduite au cours de la période visée au premier alinéa, les droits de la personne mise en possession concernant la capacité de numérotation concernée expirent et l’entreprise enregistrée auprès de l’Institut comme le titulaire de la capacité de numérotation concernée reste responsable du respect de toutes les obligations légales et réglementaires relatives à cette capacité de numérotation.

Indien het Instituut de notificiatie niet aanvaardt of indien de notificatie niet wordt ingediend gedurende de periode vermeld in het eerste lid, vervallen de gebruiksrechten van de inbezitgestelde met betrekking tot de betrokken nummercapaciteit en blijft de onderneming die bij het Instituut geregistreerd staat als de houder van de betrokken nummercapaciteit verantwoordelijk voor de naleving van alle wettelijke en reglementaire verplichtingen in verband met die nummercapaciteit.

L’Institut refuse la notification s’il ressort de la demande qu’elle a été introduite pour contourner les règles énoncées dans le présent arrêté.

Het Instituut weigert de notificatie wanneer uit de aanvraag blijkt dat zij werd ingediend met het oog op het omzeilen van de regels vervat in dit besluit.

L’alinéa deux et les alinéas 5 à 7 du § 1er sont d’application à la mise en possession notifiée conformément à ce paragraphe.

Het tweede lid en de leden 5 tot en met 7 van § 1 zijn van toepassing op de inbezitstelling die genotificeerd wordt overeenkomstig deze paragraaf.

§ 3 Le transfert de l’ensemble de la capacité de numérotation qu’un opérateur ou une personne visée à l’article 4, 2° a reç u de l’Institut en vue de l’exploitation d’un service donné de communications électroniques est uniquement possible pour autant que :

§ 3 De overdracht van het geheel van de nummercapaciteit die een operator of een persoon bedoeld in artikel 4, 2°, van het Instituut heeft verkregen met het oog op de exploitatie van een welbepaalde elektronische-communicatiedienst is enkel mogelijk voor zover :

1° le demandeur cède ou cesse l’exploitation du service pour lequel la capacité de numérotation est attribuée;

1° de aanvrager de exploitatie van de dienst waarvoor nummercapaciteit is toegekend afstaat of stopzet;

2° la cession ou l’arrêt de l’exploitation du service pour lequel la capacité de numérotation concernée est attribuée soit dictée par une autre raison démontrable qu’à cause du transfert de la capacité de numérotation concernée;

2° de afstand of stopzetting van de exploitatie van de dienst waarvoor de betrokken nummercapaciteit is toegekend ingegeven is door een andere aantoonbare reden dan omwille van de overdracht van de betrokken nummercapaciteit;

3° le cessionnaire soit lui-même habilité à exploiter le service concerné;

3° de cessionaris zelf gemachtigd is de betrokken dienst uit te baten;

4° l’Institut ait donné son autorisation à cet effet.

4° het Instituut hiervoor zijn toestemming heeft gegeven.

§ 4. Le demandeur qui représente une personne physique ou morale spécifie son titre et justifie son mandat.

§ 4. De aanvrager die een natuurlijk persoon of een rechtspersoon vertegenwoordigt specifieert zijn titel en rechtvaardigt zijn mandaat.

Art. 6. Les personnes visées à l’article 4, 1°, peuvent uniquement attribuer des numéros à leurs utilisateurs à partir de la capacité de numérotation qui leur a été attribuée ou valablement mise à disposition.

Art. 6. De personen bedoeld in artikel 4, 1°, kunnen enkel uit de aan hen toegewezen of geldig ter beschikking gestelde nummercapaciteit verder nummers toewijzen aan hun gebruikers.

Art. 7. Si un opérateur, sans porter préjudice à ses obligations relatives à la garantie de connectivité de bout en bout, ne donne pas accès aux services qui utilisent les numéros des séries fixées dans le présent arrêté ou conformément à l’article 11, § 3 ou § 5 de la Loi, les appels vers ces numéros ne pourront pas être interceptés en vue de les transférer vers des services propres ou des services de filiales ou de partenaires commerciaux. Seul un message peut être donné signalant que l’opérateur concerné n’a pas accès au service concerné.

Art. 7. Indien een operator, zonder afbreuk te doen aan zijn verplichtingen in verband met het waarborgen van eind-tot-eindverbindingen, geen toegang geeft tot diensten die gebruik maken van de nummers uit de reeksen die vastgesteld worden in dit besluit of krachtens artikel 11, § 3 of § 5 van de Wet, dan mogen de oproepen naar deze nummers niet worden onderschept met als doel om door te verwijzen naar eigen diensten of diensten van dochterondernemingen of commerciële partners. Er mag enkel een boodschap gegeven worden waarin gemeld wordt dat de betrokken operator geen toegang geeft tot de betrokken dienst.

Art. 8. A l’exception des utilisateurs finals des services de communications électroniques mobiles en situation de roaming et de l’utilisation nomade des numéros des autres pays qui acceptent également la nomadicité des services de communications électroniques nationaux à l’extérieur des frontières nationales à des conditions égales ou similaires à celles auxquelles la nomadicité est acceptée dans le présent arrêté, les utilisateurs finals des services de communications électroniques sur le territoire belge peuvent uniquement être identifiés en utilisant la capacité de leurs plans nationaux de numérotation.

Art. 8. Met uitzondering van eindgebruikers van mobiele elektronische- communicatiediensten in roaming-toestand en het nomadisch gebruik van nummers van andere landen die de nomadiciteit van nationale elektronische- communicatiediensten buiten de landsgrenzen eveneens aanvaarden onder voorwaarden die gelijk of gelijkaardig zijn aan de voorwaarden waaronder nomadiciteit in dit besluit aanvaard wordt, mogen eindgebruikers van elektronische-communicatiediensten op het Belgische grondgebied enkel geïdentificeerd worden door gebruik te maken van capaciteit uit de nationale nummerplannen.

Le Ministre peut, dans le cadre de développements européens ou internationaux, prévoir des exceptions supplémentaires au principe de l’alinéa premier.

De Minister kan, in het kader van Europese of internationale ontwikkelingen, verdere uitzonderingen op het principe van het eerste lid vaststellen.

Art. 9. La capacité d’un plan de numérotation national ne peut pas devenir la propriété des demandeurs ou des utilisateurs. Elle ne peut être protégée par un droit de propriété industriel ou intellectuel.

Art. 9. Capaciteit uit een nationaal nummerplan kan geen eigendom worden van de aanvragers noch van de gebruikers. Ze kan niet worden beschermd door industrieel of intellectueel eigendomsrecht.

CHAPITRE III. — L’attribution de la capacité de numérotation

HOOFDSTUK III. — De toekenning van nummercapaciteit

re

Section 1 . — Procédures générales

Afdeling 1. — Algemene procedures

Sous-section 1re. — La réservation

Onderafdeling 1. — De reservatie

Art. 10. § 1er. L’Institut examine chaque demande de réservation de capacité de numérotation pour les applications ou services pour lesquels, les plans de numérotation sont fixés et sont entrés en vigueur conformément aux dispositions du présent arrêté, si les conditions suivantes sont remplies :

Art. 10. § 1. Het Instituut onderzoekt elke aanvraag voor reservatie van nummercapaciteit voor toepassingen of diensten waarvoor conform de bepalingen van dit besluit de nummerplannen vastgelegd en in werking getreden zijn, indien voldaan is aan volgende voorwaarden :

1° la demande est adressée à l’Institut par lettre recommandée et doit être datée et signée par la personne souhaitant exploiter la capacité de numérotation ou en son nom et pour son compte;

1° de aanvraag wordt gedaan bij een aangetekende brief aan het Instituut en moet gedagtekend en ondertekend zijn door of in naam en voor rekening van de persoon die de nummercapaciteit wenst te exploiteren;


35487

2° le demandeur qui représente une personne physique ou morale spécifie son titre et justifie son mandat;

2° de aanvrager die een natuurlijk persoon of een rechtspersoon vertegenwoordigt, specifieert zijn titel en rechtvaardigt zijn mandaat;

3° la demande contient le nom du demandeur, son adresse complète ou le siège social de cette personne et, le cas échéant, l’adresse d’exploitation en Belgique;

3° de aanvraag bevat de naam van de aanvrager, het volledige adres of de maatschappelijke zetel van deze persoon alsook in voorkomend geval het adres van waaruit de exploitatie in België zal plaatsvinden;

4° les frais de dossier destinés à couvrir les frais d’examen de la demande de réservation, visée à l’article 84 du présent arrêté, sont payés à l’avance à l’Institut;

4° de dossierkosten bestemd om de kosten te dekken van het onderzoek van de reservatie-aanvraag, bepaald in artikel 84 van dit besluit, zijn voorafgaandelijk aan het Instituut betaald;

5° la demande contient toutes les informations prévues à l’alinéa suivant.

5° de aanvraag bevat alle informatie zoals bepaald in volgend lid.

Afin de permettre à l’Institut de mener l’examen selon les critères énumérés au troisième alinéa, le demandeur met gratuitement à sa disposition les informations suivantes, qui seront considérées comme confidentielles :

Teneinde het Instituut toe te laten het onderzoek te voeren volgens de criteria opgesomd in het derde lid, stelt de aanvrager gratis de volgende informatie, die als vertrouwelijk zal worden beschouwd, ter beschikking :

1° une énumération claire du type et de la quantité de capacité de numérotation souhaitée;

1° een duidelijke opgave van de gewenste soort en hoeveelheid nummercapaciteit;

2° une description détaillée des : — services et applications utilisant cette capacité de numérotation;

2° een omstandige omschrijving van : — de diensten en toepassingen die van deze nummercapaciteit gebruik maken;

— éléments de réseau technique et leurs relations réciproques;

— de technische netwerkelementen en hun onderlinge relatie;

— principes de routage à mettre en oeuvre;

— de te hanteren routeringsprincipes;

— besoins futurs de capacité de numérotation;

— de toekomstige behoeften aan nummercapaciteit;

— principes de tarification si le demandeur le juge utile;

— de tariferingsprincipes, indien de aanvrager dit relevant vindt;

— principes que le demandeur mettra en oeuvre pour attribuer la capacité de numérotation obtenue à ses utilisateurs finals;

— de principes die de aanvrager zal hanteren om de verkregen nummercapaciteit verder toe te wijzen aan zijn eindgebruikers;

3° la démonstration par le demandeur qu’il n’y a pas d’alternative technique et/ou commerciale valable que d’exploiter ses services et ses applications avec la capacité de numérotation demandée;

3° de demonstratie door de aanvrager dat er geen volwaardige technische en/of commercieel aanvaardbare alternatieven zijn om zijn diensten en toepassingen te exploiteren dan met de aangevraagde nummercapaciteit;

4° l’évolution dans le temps des informations demandées au 2°;

4° de evolutie in de tijd van de gevraagde informatie in 2°;

La demande sera évaluée par l’Institut sur la base des critères suivants :

De aanvraag zal door het Instituut worden geëvalueerd aan de hand van volgende criteria :

1° l’utilisation réelle et la gestion efficace de la capacité de numérotation demandée comme ressource limitée;

1° het daadwerkelijk gebruik en efficiënt beheer van de gevraagde nummercapaciteit als beperkte hulpbron;

2° la nécessité de disposer d’une capacité de numérotation suffisante pour anticiper les besoins futurs;

2° de behoefte om voldoende nummercapaciteit beschikbaar te hebben om te anticiperen op toekomstige vereisten;

3° l’effort pour arriver à une compatibilité optimale entre les besoins en numéros des différents demandeurs;

3° het streven naar een zo groot mogelijke compatibiliteit tussen de nummerbehoeften van de verschillende aanvragers;

4° les réservations déjà obtenues par le demandeur;

4° de reeds door de aanvrager verkregen reservaties;

5° la faculté de satisfaire aux développements européens et internationaux;

5° de mogelijkheid om te voldoen aan Europese en internationale ontwikkelingen;

6° la faculté de satisfaire aux accords, recommandations et normes internationaux en la matière;

6° de mogelijkheid om te voldoen aan relevante internationale akkoorden, aanbevelingen en standaards;

7° les limitations techniques et l’implémentation concrète;

7° de technische beperkingen en praktische uitvoerbaarheid;

8° l’impact sur les autres demandeurs;

8° de impact op andere aanvragers;

9° les frais éventuels;

9° de eventuele kosten;

10° les aspects du routage;

10° de impact op de routering;

11° les aspects relatifs aux principes de tarification;

11° de impact inzake tariferingsprincipes;

12° les aspects géographiques;

12° de geografische impact;

13° les alternatives possibles;

13° de mogelijke alternatieven;

14° les intérêts de l’utilisateur final, y compris la facilité d’emploi;

14° de belangen van de eindgebruiker inclusief de gebruiksvriendelijkheid;

15° les exigences spécifiques des services d’urgence;

15° de specifieke vereisten van de nooddiensten;

16° les aspects commerciaux;

16° de commerciële impact;

17° tout autre critère fixé conformément à l’article 11, § 3 ou § 5, de la Loi.

17° ieder ander criterium vastgesteld krachtens artikel 11, § 3 of § 5, van de Wet.

La capacité de numérotation ne peut pas être réservée s’il n’est pas satisfait aux dispositions du présent arrêté ou aux conditions et aux critères fixés conformément à l’article 11, § 3 et 5, de la Loi.

Nummercapaciteit kan niet worden gereserveerd als niet wordt voldaan aan de bepalingen van dit besluit of de voorwaarden en criteria vastgesteld krachtens artikel 11, § 3 en 5, van de Wet.

§ 2. Si l’Institut accède à la demande, la capacité de numérotation est réservée au moyen d’un certificat de numérotation fixant entre autres le délai dans lequel la capacité de numérotation réservée doit être introduite par d’autres opérateurs dans leurs réseaux. En conséquence la capacité de numérotation peut uniquement être attribuée au demandeur initial et aux fins spécifiées dans sa demande. La date à laquelle la demande est considérée comme valable, est considérée comme date de réservation.

§ 2. Indien het Instituut de aanvraag inwilligt wordt de nummercapaciteit gereserveerd door middel van een nummercertificaat, dat onder meer de termijn vaststelt binnen dewelke de gereserveerde nummercapaciteit door andere operatoren in hun netwerken dient ingevoerd te worden. Bijgevolg kan de nummercapaciteit enkel worden toegewezen aan de oorspronkelijke aanvrager en voor de in zijn aanvraag gespecificeerde doeleinden. Als reserveringsdatum wordt de datum genomen van de geldige aanvraag.

35488


Art. 11. La réservation peut être annulée par le demandeur luimême à l’aide d’une lettre à l’Institut.

Art. 11. De reservatie kan door de aanvrager zelf opgezegd worden door middel van een schrijven gericht aan het Instituut.

Art. 12. La réservation expire automatiquement un an après la date de réservation, si durant cette période aucune attribution effective ou prolongation selon l’article 14 n’est intervenue.

Art. 12. De reservatie vervalt automatisch één jaar na de reserveringsdatum indien binnen deze periode geen effectieve toewijzing of verlenging overeenkomstig artikel 14 heeft plaatsgevonden.

Art. 13. Si deux ou plusieurs demandeurs demandent la même capacité de numérotation, le demandeur qui a introduit la première demande valable bénéficiera des droits primaires.

Art. 13. Indien twee of meer aanvragers dezelfde nummercapaciteit aanvragen, gaan de primaire rechten naar de aanvrager die als eerste in de tijd een geldige aanvraag heeft gedaan.

Si plusieurs demandes valables sont introduites le même jour pour une même capacité de numérotation, l’Institut organisera une tentative de conciliation pour l’attribution des droits primaires, secondaires, tertiaires, et suivants.

Indien op dezelfde dag verscheidene geldige aanvragen voor dezelfde nummercapaciteit worden ingediend, zal het Instituut voor de toekenning van de primaire, secundaire, tertiaire en volgende rechten een poging tot verzoening organiseren.

Si une conciliation n’est pas possible, l’Institut organise un tirage au sort.

Indien een verzoening niet mogelijk is, organiseert het Instituut een lottrekking.

Par dérogation au paragraphe premier, un même numéro SMS ou MMS comme visé aux articles 71 et 72, peut être demandé par plusieurs demandeurs et être attribué à plusieurs demandeurs, à condition que les demandeurs s’engagent à mettre ce numéro en service de manière coordonnée sur leur réseau individuel.

In afwijking van het eerste lid kan eenzelfde SMS of MMS nummer als bedoeld in artikel 71 en 72 door verschillende aanvragers aangevraagd worden en aan verschillende aanvragers toegekend worden, op voorwaarde dat de aanvragers toezeggen dit nummer op gecoördineerde wijze in dienst te stellen op hun individuele netwerk.

Art. 14. Une réservation déjà obtenue peut être prolongée d’un an maximum deux fois, moyennant une demande valable au plus tard un mois avant l’expiration de la réservation précédente. Les mêmes principes, critères et conditions que pour une demande de réservation sont d’application à la demande de prolongation d’une réservation. Si l’Institut accepte la demande de prolongation, la date de la première réservation est considérée comme la date de réservation.

Art. 14. Een reeds verkregen reservatie kan maximaal tweemaal met één jaar worden verlengd, mits opnieuw een geldige aanvraag wordt gedaan ten laatste één maand voor het vervallen van de vorige reservatie. Op de aanvraag tot verlenging van een reservatie zijn dezelfde principes, criteria en voorwaarden van toepassing als op een aanvraag tot reservatie. Indien het Instituut de aanvraag tot verlenging inwilligt, dan wordt de datum van de eerste reservatie genomen als reserveringsdatum.

Art. 15. L’Institut communique au demandeur sa décision concernant la demande de réservation, la demande de prolongation d’une réservation déjà obtenue ou la notification telle que prévue à l’article 5, dans un délai de trois semaines après la date de réception d’une demande complète.

Art. 15. Het Instituut maakt zijn beslissing aangaande de aanvraag tot reservatie, de aanvraag tot verlenging van een reeds verkregen reservatie of aangaande de notificatie zoals voorzien in artikel 5, aan de aanvrager bekend binnen een termijn van drie weken na de datum van ontvangst van een volledige aanvraag.

Si l’Institut estime que la demande est incomplète ou souhaite des renseignements ou explications supplémentaires, il en informe le demandeur. Le délai dont l’Institut dispose sur la base de l’alinéa précédent est suspendu pendant la période dont le demandeur a besoin pour adapter sa demande. Cette période ne peut excéder un mois. Si, à l’issue de cette période, le demandeur n’a pas adapté sa demande, celle-ci est considérée comme inexistante.

Indien het Instituut van oordeel is dat de aanvraag onvolledig is of indien het bijkomende inlichtingen of verduidelijkingen wenst, brengt het de aanvrager daarvan op de hoogte. De termijn waarover het Instituut beschikt op grond van vorig lid, wordt opgeschort gedurende de periode die de aanvrager nodig heeft om zijn aanvraag aan te passen. Die periode mag niet langer zijn dan één maand. Indien de aanvrager na afloop van deze periode zijn aanvraag niet heeft aangepast, wordt zijn aanvraag als onbestaande beschouwd.

Art. 16. Le refus de réservation ne donne pas droit à un remboursement des frais de dossier.

Art. 16. Een weigering van reservatie geeft geen recht tot terugbetaling van de dossierkosten.

Art. 17. Les modifications éventuelles aux informations fournies conformément à l’article 10, § 1er, alinéa 2, sont communiquées à temps à l’Institut.

Art. 17. Eventuele wijzigingen op het vlak van de overeenkomstig artikel 10, § 1, tweede lid, verstrekte informatie worden tijdig aan het Instituut meegedeeld.

Art. 18. Une demande de réservation de la capacité de numérotation pour un délai déterminé doit remplir les conditions du présent Chapitre mais a toujours une priorité secondaire, si plusieurs demandes pour la même capacité de numérotation sont reç ues à la même date.

Art. 18. Een aanvraag tot reservatie van nummercapaciteit voor een bepaalde termijn dient te voldoen aan de voorwaarden van dit Hoofdstuk maar is steeds ondergeschikt in prioriteit, indien er op dezelfde datum meerdere aanvragen voor dezelfde nummercapaciteit ontvangen worden.

Une réservation de capacité de numérotation pour un délai déterminé est valable pour une période de maximum six mois. Cette réservation ne peut pas être prolongée.

Een reservatie van nummercapaciteit voor een bepaalde termijn geldt voor een periode van maximaal zes maanden. Een dergelijke reservatie kan niet verlengd worden.

La redevance annuelle fixée à l’article 84 du présent arrêté est toujours réduite de moitié quel que soit le délai de validité de la réservation, sauf en cas d’une procédure d’urgence, prévue à l’article 21.

Het jaarlijks recht bepaald in artikel 84 van dit besluit wordt, ongeacht de termijn waarvoor de reservatie geldt, steeds gehalveerd, behalve ingeval van een beroep op de spoedprocedure, voorzien in artikel 21.

Sous-section 2. — L’attribution

Onderafdeling 2. — De toewijzing

Art. 19. La capacité de numérotation est seulement attribuée si pendant le délai de réservation la capacité de numérotation est effectivement mise en service pour les objectifs déclarés. La date de mise en service est communiquée par écrit à l’Institut au moins trois jours à l’avance.

Art. 19. De nummercapaciteit wordt slechts toegewezen indien binnen de reserveringsperiode de nummercapaciteit effectief in gebruik wordt genomen voor de opgegeven doeleinden. De datum van ingebruikneming wordt minstens drie dagen voordien schriftelijk meegedeeld aan het Instituut.

L’attribution de capacité de numérotation reste uniquement valable si toutes les conditions suivantes sont réunies :

De toewijzing van nummercapaciteit blijft slechts geldig indien tegelijk aan de volgende voorwaarden wordt voldaan :

1° la capacité de numérotation attribuée est uniquement utilisée pour les objectifs spécifiés dans la demande initiale;

1° de toegewezen nummercapaciteit wordt enkel gebruikt voor de doelstellingen gespecificeerd in de oorspronkelijke aanvraag;

2° la sous-attribution éventuelle à l’utilisateur final est contrôlée par le demandeur initial;

2° de eventuele verdere toewijzing aan de eindgebruiker wordt gecontroleerd door de originele aanvrager;

3° les obligations en matière de portabilité des numéros sont respectées;

3° de verplichtingen inzake nummeroverdraagbaarheid worden nageleefd;

4° les engagements pris par la personne ayant reç u la réservation au cours de la procédure sont respectés;

4° de toezeggingen die de persoon die de reservatie heeft verkregen in de loop van de procedure heeft gedaan worden nageleefd;


35489

5° le titulaire de la capacité de numérotation veille à ce que la présentation du numéro pour l’appelé, qui est envoyée avec l’appel soit la même que le numéro d’appel attribué à la ligne appelante, à moins que le titulaire prouve que ce n’est pas faisable au niveau technique. En cas de transfert, le numéro utilisé par l’appelant est affiché;

5° de houder van de nummercapaciteit zorgt ervoor dat de weergave van het nummer voor de opgeroepene die meegestuurd wordt met de oproep hetzelfde is als het oproepnummer toegewezen aan de oproeplijn, tenzij de houder bewijst dat dit technisch niet haalbaar is. Ingeval van doorschakeling, wordt het nummer dat gebruikt wordt door de oproeper weergegeven;

6° la sous-attribution éventuelle à l’utilisateur final se fait conformément aux dispositions du présent arrêté, le plan de numérotation tel que fixé ou élaboré plus en détail par l’Institut et, le cas échéant, conformément à la décision prise confomément à l’article 11, § 3, de la Loi;

6° de eventuele verdere toewijzing aan de eindgebruiker gebeurt conform de bepalingen van dit besluit, het nummerplan zoals vastgesteld of nader uitgewerkt door het Instituut en, in voorkomend geval, conform het besluit genomen krachtens artikel 11, § 3, van de Wet;

7° les droits annuels sont réglés selon les modalités définies à l’article 84 du présent arrêté;

7° de jaarlijkse rechten worden vereffend volgens de nadere regels bepaald in artikel 84 van dit besluit;

8° le demandeur tient une statistique sur le pourcentage utilisé de la capacité de numérotation attribuée et la remet périodiquement à l’Institut selon les règles que celui-ci a définies.

8° de aanvrager houdt een statistiek bij over het gebruikte percentage van de toegewezen nummercapaciteit en levert die periodiek, volgens de regels vastgesteld door het Instituut, aan deze laatste.

9° le cas échéant, les obligations en matière de mise en possession sont respectées.

9° in voorkomend geval, de verplichtingen inzake inbezitstelling worden nagekomen.

Art. 20. L’attribution peut être annulée par le demandeur lui-même à l’aide d’une lettre à l’Institut.

Art. 20. De toewijzing kan door de aanvrager zelf opgezegd worden door middel van een schrijven gericht aan het Instituut.

Si une capacité de numérotation a été attribuée au moment de l’attribution à une taille standard de la capacité de numérotation supérieure aux dispositions du présent arrêté et uniquement en ce qui concerne les zones de numérotation géographiques et les autres identités de services non géographiques pour lesquelles l’Institut a constaté une pénuire, le demandeur peut, conformément aux dispositions du présent arrêté, remettre à la disposition de l’Institut les blocs de numéros non utilisés qui correspondent à la taille standard de la capacité de numérotation.

Indien nummercapaciteit op het ogenblik van de toewijzing toegewezen werd aan een grotere standaardgrootte van de nummercapaciteit dan volgens de bepalingen van dit besluit en enkel voor wat betreft de geografische nummerzones en de andere nietgeografische dienstidentiteiten waarvoor door het Instituut een schaarste werd vastgesteld dan kan de aanvrager de niet in gebruik genomen blokken van nummers die overeenstemmen met de standaardgrootte van de nummercapaciteit volgens de bepalingen van dit besluit terug ter beschikking stellen van het Instituut.

Section 2. — Procédures spéciales

Afdeling 2. — Bijzondere procedures

Sous-section 1re. — Procédure d’urgence

Onderafdeling 1. — Spoedprocedure

Art. 21. Pour les identités de service désignées par l’Institut, la réservation des droits d’utilisation peut être effectuée à la demande du demandeur par dérogation à l’article 15, premier alinéa, du présent arrêté, dans un délai de 7 jours ouvrables à compter de la réception d’une demande complète.

Art. 21. Voor de dienstidentiteiten die het Instituut aanduidt, kan de reservatie van gebruiksrechten, op verzoek van de aanvrager in afwijking van artikel 15, eerste lid, van dit besluit, plaatsvinden binnen een termijn van 7 werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van een volledige aanvraag.

Lorsque le demandeur fait appel à cette procédure, les droits de réservation, fixés à l’article 84, par capacité de numérotation correspondant à la taille standard de la capacité de numérotation fixée dans le présent arrêté, sont augmentés de 200 EUR.

Wanneer er door de aanvrager een beroep op deze procedure gedaan wordt, worden de dossierkosten voor de reservatie, bepaald in artikel 84, per nummercapaciteit die overeenkomt met de standaardgrootte van de nummercapaciteit vastgelegd in dit besluit, verhoogd met 200 EUR.

Sous-section 2. — Attribution des droits d’utilisation pour les numéros ayant une valeur économique particulière

Onderafdeling 2. — Toekenning van gebruiksrechten voor nummers met een bijzondere economische waarde

Art. 22. L’attribution des droits d’utilisation pour les numéros repris en annexe 1 a lieu conformément à l’article 11, § 5, de la Loi.

Art. 22. De toekenning van de gebruiksrechten voor de in bijlage 1 opgenomen nummers gebeurt overeenkomstig artikel 11, § 5, van de Wet.

L’Institut dresse la liste des numéros ayant une valeur économique particulière qui résultent d’un plan de numérotation nouveau ou modifié, fixé conformément aux dispositions du Chapitre V. L’attribution des droits d’utilisation pour ces numéros a également lieu conformément à l’article 11, § 5, de la Loi.

Het Instituut stelt de lijst vast van de nummers met een bijzondere economische waarde die voortvloeien uit een nieuw of gewijzigd nummerplan, vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van Hoofdstuk V. De toekenning van gebruiksrechten voor deze nummers gebeurt eveneens overeenkomstig artikel 11, § 5, van de Wet.

Sous-section 3. — Portabilité des blocs de numéros

Onderafdeling 3. — Nummerblokoverdraagbaarheid

Art. 23. La portabilité des blocs de numéros est le transfert d’un bloc de numéros issu d’un plan national de numérotation belge du titulaire du bloc de numéros concerné vers l’opérateur auquel est transféré un grand nombre de numéros de ce bloc de numéros suite à la portabilité des numéros, dans le but de réaliser une minimalisation globale des coûts et une efficacité globale du routage.

Art. 23. Nummerblokoverdraagbaarheid is de overdracht van een door het Instituut toegewezen volledig nummerblok uit een Belgisch nationaal nummerplan van de operator die houder is van het betrokken nummerblok naar de operator waarnaar tengevolge van de nummeroverdraagbaarheid een groot aantal nummers uit dat nummerblok zijn overgedragen, met als doel globale kostenminimalisatie en routeringsefficiëntie te bereiken.

Art. 24. La portabilité des blocs de numéros ne peut avoir lieu que si un opérateur adresse, selon les modalités de cette sous-section, une demande complète à l’Institut et si celui-ci accepte cette demande.

Art. 24. Nummerblokoverdraagbaarheid kan enkel plaatsvinden indien een operator volgens de nadere regels van deze onderafdeling een volledige aanvraag richt aan het Instituut en indien het Instituut deze aanvraag inwilligt.

Art. 25. § 1er. Une demande de portabilité des blocs de numéros n’est complète que lorsqu’elle contient les informations suivantes :

Art. 25. § 1. Een aanvraag voor nummerblokoverdraagbaarheid is pas volledig wanneer zij de volgende inlichtingen bevat :

1° le nom du demandeur ainsi que son adresse ou siège social;

l° de naam van de aanvrager alsook zijn adres of maatschappelijke zetel;

2° l’énumération des blocs de numéros pour lesquels le demandeur souhaite la portabilité des blocs de numéros;

2° de opsomming van de nummerblokken waarvoor de aanvrager nummerblokoverdraagbaarheid wenst;

3° une description des coûts de l’implémentation technique de la portabilité du bloc de numéros;

3° een beschrijving van de kosten van de technische uitvoering van de nummerblokoverdraagbaarheid;

4° le nombre de numéros portés dans les blocs de numéros pour lesquels le demandeur souhaite la portabilité des blocs de numéros.

4° het aantal overgedragen nummers binnen de nummerblokken waarvoor de aanvrager nummerblokoverdraagbaarheid wenst.

35490


§ 2. La demande doit être adressée par lettre à l’Institut par l’opérateur auquel les droits d’utilisation pour le bloc de numéros ont été attribués ou par l’opérateur qui souhaite obtenir les droits d’utilisation pour le bloc ou par tous les deux. Elle est datée et signée par ou au nom du ou des demandeurs.

§ 2. De aanvraag wordt gedaan bij een schrijven gericht aan het Instituut door de operator aan wie de gebruiksrechten voor het nummerblok werden toegewezen of de operator die de gebruiksrechten voor het blok wenst te bekomen of door beiden samen. Zij is gedagtekend en ondertekend door of in naam van de aanvrager(s).

Le demandeur qui représente une personne physique ou morale spécifie son titre et justifie son mandat.

De aanvrager die een natuurlijk persoon of een rechtspersoon vertegenwoordigt specifieert zijn titel en rechtvaardigt zijn mandaat.

Art. 26. L’opérateur auquel les droits d’utilisation pour le bloc de numéros sont attribués pour lequel la portabilité des blocs de numéros est demandée, ou l’opérateur auquel les droits d’utilisation pour le bloc de numéros pourraient être attribués et éventuellement d’autres concernés, mettent au besoin les informations suivantes à la disposition de l’Institut :

Art. 26. De operator aan wie de gebruiksrechten voor het nummerblok waarvoor nummerblokoverdraagbaarheid wordt aangevraagd toegewezen zijn of de operator aan wie de gebruiksrechten voor het nummerblok mogelijk zullen worden toegewezen en andere betrokkenen stellen indien dit nodig mocht zijn, de volgende informatie ter beschikking van het Instituut :

1° la quantité de numéros qui sont utilisés dans le bloc de numéros;

1° het aantal nummers die in het nummerblok in gebruik zijn;

2° la description des coûts de l’implémentation technique de la portabilité du bloc de numéros;

2° de beschrijving van de kosten van de technische uitvoering van de nummerblokoverdraagbaarheid;

3° le nombre de numéros portés dans les blocs de numéros pour lesquels la portabilité des blocs de numéros est demandée.

3° het aantal overgedragen nummers binnen de nummerblokken waarvoor de nummerblokoverdraagbaarheid gevraagd wordt.

L’Institut fixe le délai dans lequel cette information est mise à disposition.

Het Instituut bepaalt de termijn waarbinnen deze informatie ter beschikking wordt gesteld.

Art. 27. L’Institut évalue la demande sur la base des critères suivants :

Art. 27. Het Instituut evalueert de aanvraag aan de hand van de volgende criteria :

1° la minimalisation globale des coûts;

1° de globale kostenminimalisatie;

2° l’efficacité globale du routage et la stabilité du routage;

2° de globale routeringsefficiëntie en de stabiliteit van de routering;

3° l’absence d’effet négatif sur les services et les ressources qui sont disponibles pour les abonnés de l’opérateur à partir duquel le bloc de numéros sera transféré après le retrait des droits d’utilisation pour le bloc de numéros concerné.

3° het uitblijven van een negatief effect op de diensten en faciliteiten die beschikbaar zijn voor de abonnees van de operator van waaruit het nummerblok zal worden overgedragen na de intrekking van de gebruiksrechten voor het betrokken nummerblok.

Art. 28. Si l’Institut accepte la demande, les droits d’utilisation pour le bloc de numéros sont retirés à l’opérateur auquel ces droits d’utilisation étaient attribués. Les droits d’utilisation pour le bloc de numéros concerné sont attribués à l’opérateur bénéficiaire à la date fixée par l’Institut après concertation avec les opérateurs concernés. L’Institut informe les opérateurs concernés de sa décision.

Art. 28. Indien het Instituut de aanvraag inwilligt worden de gebruiksrechten voor het nummerblok teruggetrokken van de operator waaraan die gebruiksrechten waren toegewezen. De gebruiksrechten voor het betrokken nummerblok worden toegekend aan de begunstigde operator op de datum bepaald door het Instituut na overleg met de betrokken operatoren. Het Instituut licht de betrokken operatoren in over zijn beslissing.

Art. 29. Les droits à la portabilité des blocs de numéros sont prioritaires par rapport aux droits de réservation secondaires, tertiaires et suivants.

Art. 29. Rechten op nummerblokoverdraagbaarheid zijn prioritair ten opzichte van secundaire, tertiaire en volgende reserveringsrechten.

Art. 30. Suite au transfert d’un bloc de numéros, tous les droits et obligations liés au bloc de numéros sont transférés vers le nouveau titulaire du bloc de numéros.

Art. 30. Met de overdracht van een nummerblok gaan alle rechten en plichten verbonden aan het nummerblok over naar de nieuwe houder van het nummerblok.

Sous-section 4. — La procédure unique de souscription en vue de la réservation de numéros courts SMS et MMS

Onderafdeling 4. — De eenmalige procedure van voorintekening met het oog op de reservatie van SMS et MMS korte nummers

Art. 31. Les demandes de réservation de numéros courts SMS ou MMS peuvent être introduites auprès de l’Institut avant l’entrée en vigueur du plan de numérotation, fixé à la Section 4 du Chapitre VI durant une période allant de l’entrée en vigueur du présent arrêté jusqu’au moment où la date de l’entrée en vigueur de la Section 4 du Chapitre VI compte moins de quatre mois.

Art. 31. Gedurende een periode gaande van de inwerkingtreding van dit besluit tot op het ogenblik waarop de datum van inwerkingtreding van Afdeling 4 van Hoofdstuk VI minder dan vier maanden verwijderd is, kunnen aanvragen tot reservatie van SMS of MMS korte nummers bij het Instituut ingediend worden vóór het van kracht worden van het nummerplan, vastgesteld in Afdeling 4 van Hoofdstuk VI.

Une demande valablement introduite conformément aux dispositions de ce Chapitre au cours de la période visée à l’alinéa précédent entre en considération pour une réservation à la date de l’entrée en vigueur de la Section 4 du Chapitre VI.

Een aanvraag die overeenkomstig de bepalingen van dit Hoofdstuk geldig ingediend werd gedurende de periode bedoeld in het vorige lid komt in aanmerking voor een reservatie op de datum van inwerkingtreding van Afdeling 4 van Hoofdstuk VI.

Cet article est d’application sans préjudice de l’article 13, dernier alinéa du présent arrêté.

Dit artikel is van toepassing onverminderd artikel 13, laatste lid van dit besluit.

Art. 32. Si au cours de la période déterminée à l’article 31, alinéa premier, plusieurs demandes valables sont introduites pour le même numéro court SMS ou MMS, l’Institut attribuera les droits primaires au demandeur qui prouve dans sa demande que :

Art. 32. Indien gedurende de in het artikel 31, eerste lid, bepaalde periode verscheidene geldige aanvragen voor hetzelfde SMS of MMS kort nummer worden ingediend, verleent het Instituut de primaire rechten aan de aanvrager die in zijn aanvraag bewijst dat :

1° il est le titulaire légitime du numéro court SMS ou MMS concerné;

1° hij de legitieme houder is van het betrokken SMS of MMS kort nummer;

2° le numéro concerné est, au moment de la demande, exploité conformément aux principes qui seront d’application au moment où la Section 4 du Chapitre VI entrera en vigueur.

2° het betrokken nummer op het ogenblik van de aanvraag uitgebaat wordt conform de principes die van toepassing zullen zijn op het ogenblik dat Afdeling 4 van Hoofdstuk VI in werking treedt.

Si aucun des demandeurs n’apporte la preuve visée à l’alinéa précédent, l’Institut organisera une tentative de conciliation pour l’attribution des droits primaires, secondaires, tertiaires, et suivants, quelle que soient les dates d’introduction des demandes.

Indien geen van de aanvragers het bewijs bedoeld in het vorige lid levert, organiseert het Instituut, ongeacht de data van indiening van de aanvragen, voor de toekenning van de primaire, secundaire, tertiaire en volgende rechten een poging tot verzoening.

Si une conciliation n’est pas possible, l’Institut organisera un tirage au sort.

Indien een verzoening niet mogelijk is, organiseert het Instituut een lottrekking.


35491

Si le numéro court SMS ou MMS appartient à une des catégories visées à l’article 84, § 3, 1° et 2°, le tirage au sort peut uniquement être organisé à condition que tous les demandeurs soient d’accord. Si l’Institut ne constate pas cet accord dans le délai qu’il détermine, l’attribution des droits d’utilisation pour le numéro concerné a lieu conformément à l’article 11, § 5, de la Loi.

Indien het SMS of MMS kort nummer behoort tot één van de categorieën bedoeld in artikel 84, § 3, 1° en 2°, kan de lottrekking enkel georganiseerd worden indien alle aanvragers hiermee akkoord gaan. Indien het Instituut binnen de termijn die het bepaalt geen dergelijk akkoord vaststelt, gebeurt de toekenning van de gebruiksrechten voor het betrokken nummer overeenkomstig artikel 11, § 5, van de Wet.

La procédure prévue dans les alinéas précédents n’est pas applicable si plusieurs opérateurs introduisent une demande de réservation pour une même capacité de numérotation visée aux articles 71 et 72 auprès de l’Institut dans un laps de temps de trois jours ouvrables maximum selon les modalités prévues dans le présent Chapitre. Si l’Institut approuve les demandes de réservation visées au présent alinéa, il s’agit d’une réservation simultanée de la capacité de numérotation en question à la date d’entrée en vigueur de la Section 4 du Chapitre VI.

De procedure bepaald in de vorige leden is niet van toepassing indien meerdere operatoren een aanvraag tot reservatie van eenzelfde nummercapaciteit bedoeld in de artikelen 71 en 72 binnen een tijdsbestek van maximum drie werkdagen bij het Instituut indienen door middel van aanvragen, die voldoen aan de bepalingen van dit Hoofdstuk. Indien de aanvragen tot reservatie bedoeld in dit lid door het Instituut ingewilligd worden, leidt dit tot een gelijktijdige reservatie van de betrokken nummercapaciteit op de datum van inwerkingtreding van Afdeling 4 van Hoofdstuk VI.

CHAPITRE IV. — Le retrait de la capacité de numérotation

HOOFDSTUK IV. — De intrekking van nummercapaciteit

Art. 33. Une capacité de numérotation réservée ou attribuée peut être retirée par l’Institut :

Art. 33. Gereserveerde of toegewezen nummercapaciteit kan door het Instituut ingetrokken worden indien :

1° s’il n’est plus satisfait aux dispositions de l’article 4;

1° niet langer voldaan wordt aan de bepalingen van artikel 4;

2° si après avoir suivi la procédure prévue à l’article 82, on constate que les dispositions du présent arrêté ou de l’arrêté pris en vertu de l’article 11, § 3 ou § 5, de la Loi, ne sont pas respectées.

2° na het doorlopen van de procedure bepaald in artikel 82 vastgesteld wordt dat de bepalingen van dit besluit of het besluit genomen krachtens artikel 11,§ 3 of § 5, van de Wet niet worden nageleefd.

En outre, l’Institut peut retirer, la capacité de numérotation attribuée, si :

Toegewezen nummercapaciteit kan bovendien door het Instituut ingetrokken worden, indien :

1° la capacité de numérotation concernée n’est pas ou pas utilisée efficacement. L’utilisation non efficace est soumise aux directives de l’Institut concernant l’utilisation efficace des numéros;

1° de betrokken nummercapaciteit niet of niet efficiënt gebruikt wordt. Het niet efficiënt gebruik wordt getoetst aan de richtlijnen van het Instituut aangaande het efficiënt gebruik van nummers;

2° le titulaire de la capacité de numérotation destinée à la fourniture de services payants via des réseaux de communications électroniques n’exécute pas les décisions de la Commission d’éthique pour la fourniture de services payants via des réseaux de communications électroniques, contre lesquelles il n’est plus possible d’interjeter appel ou à propos desquelles l’appel a été déclaré irrecevable ou non fondé.

2° de houder van nummercapaciteit bestemd voor het aanbieden van betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken geen uitvoering geeft aan beslissingen van de Ethische Commissie voor het a a n b i e d e n v a n b e t a l e n d e d i e n s t e n v i a e l e k t ro n i s c h e communicatienetwerken, waartegen geen hoger beroep meer kan ingesteld worden of omtrent dewelke het hoger beroep onontvankelijk of ongegrond verklaard werd.

Art. 34. L’Institut publie sur son site Internet une communication relative à la capacité de numérotation retirée conformément à l’article précédent. A partir de la date définie dans la communication, les opérateurs ne peuvent plus acheminer d’appels vers les numéros retirés.

Art. 34. Het Instituut publiceert op zijn website een mededeling in verband met de overeenkomstig het vorige artikel ingetrokken nummercapaciteit. Vanaf de datum bepaald in de mededeling mogen de operatoren geen oproepen meer afwikkelen naar de ingetrokken nummers.

Art. 35. L’Institut détermine, dans chacune des situations décrites à l’article 33, la période au cours de laquelle la capacité de numérotation retirée ne peut pas être réservée.

Art. 35. Het Instituut bepaalt in elk van de in artikel 33 beschreven situaties de periode tijdens welke de ingetrokken nummercapaciteit niet gereserveerd mag worden.

CHAPITRE V. — La détermination de nouveaux plans de numérotation ou la modification de plans de numérotation existants

HOOFDSTUK V. — Het vaststellen van nieuwe nummerplannen of het wijzigen van bestaande nummerplannen

Art. 36. Toute partie concernée par la numérotation qui estime que le développement de nouveaux services de communications électroniques nécessite la détermination d’un nouveau plan national de numérotation ou l’adaptation des plans nationaux de numérotation, peut introduire une demande motivée à cet effet auprès de l’Institut. Cette demande est introduite au plus tard 16 semaines avant l’une des dates déterminées à l’alinéa quatre.

Art. 36. Iedere bij de nummering belanghebbende partij die van oordeel is dat door de ontwikkeling van nieuwe elektronischecommunicatiediensten het vaststellen van een nieuw nationaal nummerplan of een bijsturing van de nationale nummerplannen aangewezen is, kan hiertoe een gemotiveerde aanvraag indienen bij het Instituut. Een dergelijke aanvraag wordt uiterlijk 16 weken voor één van de in het vierde lid bepaalde data ingediend.

De plus, l’Institut peut prendre de son propre chef l’initiative de déterminer un nouveau plan de numérotation, de modifier un plan de numérotation existant ou de bloquer une capacité de numérotation pour anticiper les besoins futurs.

Het Instituut kan tevens uit eigen beweging het initiatief nemen om een nieuw nummerplan vast te stellen, een bestaand nummerplan te wijzigen of nummercapaciteit te blokkeren om te anticiperen op toekomstige vereisten.

Un projet de nouveau plan de numérotation ou un projet de décision qui apporte des modifications aux droits, conditions ou procédures liées à un plan de numérotation existant est soumis à la consultation pendant au moins quatre semaines par le biais du site Internet de l’Institut.

Een ontwerp van nieuw nummerplan of een ontwerpbesluit dat wijzigingen aanbrengt aan de rechten, voorwaarden of procedures verbonden aan een bestaand nummerplan wordt ten minste gedurende vier weken ter consultatie voorgelegd via de website van het Instituut.

Les nouveaux plans de numérotation ou les modifications aux plans de numérotation existants ne peuvent entrer en vigueur qu’à partir du 1er février, 1er juin et 1er octobre de chaque année.

Nieuwe nummerplannen of wijzigingen aan bestaande nummerplannen kunnen slechts van kracht worden op 1 februari, 1 juni en 1 oktober van elk jaar.

La décision fixant les nouveaux plans de numérotation ou modifiant les plans de numérotation existants est publiée sur le site Internet de l’Institut au plus tard deux semaines avant les dates indiquées dans l’alinéa précédent.

Het besluit tot vaststelling van nieuwe nummerplannen of tot wijziging van bestaande nummerplannen wordt uiterlijk twee weken vóór de data vermeld in het vorige lid gepubliceerd op de website van het Instituut.

Art. 37. Les demandes de capacité de numérotation issues des plans de numérotation qui font l’objet d’une consultation visant à la révision du plan de numérotation en question et qui ont été introduites après la date à laquelle l’Institut a décidé de lancer la consultation sont suspendues et sont censées avoir été introduites à la date indiquée à l’article 36, alinéa 4, qui dans le temps suit la date de la demande initiale.

Art. 37. Aanvragen voor nummercapaciteit uit de nummerplannen die het voorwerp zijn van een consultatie met het oog op de herziening van dat nummerplan en die werden ingediend na de datum waarop het Instituut beslist heeft om de consultatie te lanceren worden opgeschort en worden geacht ingediend te zijn op de datum vermeld in artikel 36, vierde lid, die in tijd volgt op de datum van de initiële aanvraag.

35492


Si nécessaire, l’Institut peut demander au demandeur d’adapter la demande initiale ou le demandeur peut le faire de sa propre initiative.

Indien nodig kan het Instituut de aanvrager verzoeken de initiële aanvraag aan te passen of kan de aanvrager zulks op eigen initiatief doen.

Art. 38. Si l’Institut décide de modifier le plan de numérotation, il peut, si nécessaire, automatiquement transposer vers le nouveau plan de numérotation toutes les réservations et la capacité de numérotation attribuée.

Art. 38. Indien het Instituut beslist om het nummerplan te wijzigen dan kan het, indien nodig, alle reservaties en toegewezen nummercapaciteit automatisch omzetten naar het nieuwe nummerplan.

Art. 39. En cas de modification du plan de numérotation, les personnes qui exercent des droits d’utilisation pour les numéros doivent :

Art. 39. Ingeval van wijziging van het nummerplan moeten de personen die gebruiksrechten voor nummers uitoefenen :

1° informer leurs utilisateurs finals en détail à cet égard;

1° hun eindgebruikers uitgebreid hierover informeren;

2° pendant une période déterminée par l’Institut de minimum trois mois à maximum un an offrir gratuitement un service qui fournit des informations sur le changement du numéro d’appel. L’appelant qui établit un appel vers l’ancien numéro est au moins informé par ce service du nouveau numéro.

2° gedurende een periode bepaald door het Instituut van minimum drie maanden tot maximum één jaar gratis een dienst aanbieden die informatie levert over de verandering van het oproepnummer. De oproeper die een oproep pleegt naar het oude nummer wordt door deze dienst minstens geïnformeerd over het nieuwe nummer.

CHAPITRE VI. — Eléments de base de quelques plans de numérotation

HOOFDSTUK VI. — Basiselementen van enkele nummerplannen

Section 1re. — Le plan de numérotation pour les services de téléphonie

Afdeling 1. — Het nummerplan voor telefoondiensten

re

Sous-section 1 . — Généralités

Onderafdeling 1. — Algemeen

Art. 40. Le plan international de numérotation pour le service de téléphonie est établi par l’Union Internationale des Télécommunications dans la série des recommandations E. Le code de pays attribué par l’Union Internationale des Télécommunications à la Belgique est le « 32 ». Le préfixe pour l’établissement d’appels internationaux est le « 00 ».

Art. 40. Het internationale nummerplan voor de telefoondienst is vastgesteld door de Internationale Telecommunicatie Unie in de reeks E- aanbevelingen. De landencode die de Internationale Telecommunicatie Unie aan België heeft toegekend is « 32 ». De prefix voor het tot stand brengen van internationale oproepen is « 00 ».

Art. 41. Le Ministre détermine après avis de l’Institut le plan de composition des numéros pour l’établissement des appels vers les numéros visés dans la présente section.

Art. 41. De Minister stelt na advies van het Instituut het kiesplan voor het tot stand brengen van oproepen naar de in deze afdeling bedoelde nummers vast.

Sous-section 2. — Principes applicables aux numéros E.164 nationaux géographiques

Onderafdeling 2. — Principes van toepassing op geografische nationale E.164 nummers

Art. 42. Un numéro E.164 national géographique comprend une identité de service géographique qui caractérise une zone géographique de Belgique définie par le Ministre sur proposition de l’Institut.

Art. 42. Een geografisch nationaal E.164 nummer bevat een geografische dienstidentiteit die een door de Minister, op voorstel van het Instituut, gedefinieerd, geografisch deelgebied van België karakteriseert.

Le Ministre peut, sur proposition de l’Institut et après consultation des opérateurs, modifier les frontières géographiques de l’identité du service géographique (également appelé ci-après « la zone de numéros »). Avant de transmettre sa proposition au Ministre, l’Institut consulte tous les opérateurs concernés.

De Minister kan, op voorstel van het Instituut en na consultatie van de operatoren, de geografische grenzen van de geografische dienstidentiteit (hierna ook « de nummerzone » genoemd) wijzigen. Vooraleer het zijn voorstel aan de Minister overmaakt raadpleegt het Instituut alle betrokken operatoren.

La capacité de numérotation disponible derrière l’identité de service visée dans cet article est individuellement réservable par série de 10.000 numéros.

Nummercapaciteit beschikbaar achter de dienstidentiteit bedoeld in dit artikel is individueel reserveerbaar per reeks van 10.000 nummers.

Par dérogation à l’alinéa précédent, la capacité de numérotation disponible derrière l’identité de service visée dans cet article est individuellement réservable par série de 1000 numéros dans les zones de numéros où l’Institut a constaté une pénurie.

In afwijking van het vorige lid is nummercapaciteit beschikbaar achter de dienstidentiteit bedoeld in dit artikel individueel reserveerbaar per reeks van 1000 nummers in de nummerzones waar het Instituut schaarste heeft vastgesteld.

Art. 43. Les numéros géographiques nationaux E.164 sont attribués pour les services à portée géographique. Les numéros E. 164 nationaux géographiques d’une zone de numéros déterminée peuvent uniquement être attribués aux utilisateurs finals dont le raccordement se trouve physiquement dans les limites de cette zone de numéros.

Art. 43. De geografische nationale E.164 nummers worden toegewezen voor diensten met geografische betekenis. Geografische nationale E.164 nummers uit een welbepaalde nummerzone mogen enkel worden toegewezen aan eindgebruikers waarvan de aansluiting zich fysiek bevindt binnen de grenzen van deze nummerzone.

Les appels vers un numéro E.164 national géographique se terminent sur l’emplacement physique du point de terminaison du réseau de l’utilisateur final à moins qu’ils ne soient transférés vers un autre numéro ou que le numéro soit utilisé de faç on nomade.

Oproepen naar een geografisch nationaal E.164 nummer termineren op de fysieke locatie van het netwerkaansluitpunt van de eindgebruiker tenzij deze worden doorgeschakeld naar een ander nummer of het nummer nomadisch gebruikt wordt.

En cas de transfert ou d’utilisation nomade, le coût de la communication de la partie appelante est identique à celui d’une communication vers un autre numéro géographique du même type.

Ingeval van doorschakeling of nomadisch gebruik bedraagt de kostprijs van het gesprek voor de oproepende partij evenveel als de kostprijs van een gesprek naar een ander geografisch nummer van hetzelfde type.

Les numéros géographiques nationaux E.164 spécifiques réservés à l’Institut pour une utilisation nomade peuvent être utilisés pour les services nomades à condition que :

Specifieke met het oog op nomadisch gebruik bij het Instituut gereserveerde geografische nationale E.164 nummers mogen gebruikt worden voor nomadische diensten op voorwaarde dat :

1° le titulaire du numéro, tant au moment de la sous-attribution à l’abonné que pendant la période d’utilisation du numéro par l’abonné, garantisse que l’identité du service géographique du numéro E.164 national attribué à l’abonné corresponde à l’adresse donnée par l’abonné, cette adresse devant être clairement liée à l’abonné sur la base de données objectives;

1° de houder van het nummer, zowel op het ogenblik van de verdere toewijzing aan de abonnee als gedurende de periode dat de abonnee het nummer gebruikt, waarborgt dat de geografische dienstidentiteit van het aan de abonnee toegewezen nationale E.164 nummer correspondeert met het door de abonnee opgegeven adres, waarbij dit adres duidelijk en aan de hand van objectieve gegevens gerelateerd is aan de abonnee;

2° l’opérateur attire expressément l’attention de l’abonné et ce, au plus tard au moment de la souscription du contrat et ensuite au moins deux fois par an de manière individuelle sur les restrictions relatives, selon le cas, à l’accessibilité des services d’urgence utilisant les numéros

2° de operator de abonnee uitdrukkelijk en uiterlijk bij het onderschrijven van het contract en daarna minstens twee maal per jaar op individuele wijze wijst op de beperkingen inzake, naargelang het geval, de bereikbaarheid van de nooddiensten die gebruik maken van de


35493

courts nationaux 100, 101 et 112 ou à la localisation physique de l’appelant si des appels sont établis à l’aide du numéro géographique concerné vers les numéros courts nationaux 100, 101 et 112 de certains services d’urgence en Belgique.

nationale korte nummers 100, 101 en 112 of de fysieke lokalisatie van de oproeper indien er met het betrokken geografisch nummer oproepen worden gemaakt naar de nationale korte nummers 100, 101 en 112 van bepaalde nooddiensten in België;

3° l’opérateur rende possible le transfert du numéro demandé par l’abonné vers un autre opérateur d’un service téléphonique accessible au public fourni en position déterminée ou vers un autre opérateur autorisant l’utilisation de numéros géographiques nationaux E.164 pour les services nomades.

3° de operator de door de abonnee gevraagde overdracht van het nummer naar een andere operator van een openbare telefoondienst aangeboden op een vaste locatie of naar een andere operator die het gebruik van geografische nationale E.164 nummers voor nomadische diensten toestaat mogelijk maakt.

Les opérateurs qui sont titulaires des numéros géographiques nationaux E.164 et qui autorisent leurs abonnés à utiliser ces numéros de manière nomade empêchent leurs utilisateurs finals d’établir des appels vers les numéros courts nationaux 100, 101 et 112 sur le territoire belge à l’aide de ces numéros, tant que la collaboration de ces opérateurs avec les centrales de gestion du service médical d’urgence et des services de police concernant l’identification de l’appelant n’est pas garantie conformément aux modalités fixées en exécution de l’article 107, § 3, de la Loi.

De operatoren die houder zijn van nationale geografische E.164 nummers en die hun abonnees toestaan om die nummers op nomadische wijze te gebruiken blokkeren de mogelijkheid voor hun eindgebruikers om met deze nummers op het Belgisch grondgebied oproepen naar de nationale korte nummers 100, 101 en 112 te maken, zolang de medewerking van deze operatoren met de beheerscentrales van de medische spoeddienst en de politiediensten inzake de identificatie van de oproeper niet verzekerd is conform de nadere regels vastgesteld in uitvoering van artikel 107, § 3, van de Wet.

Par dérogation à l’alinéa précédent, les appels vers les services d’urgence visés à l’alinéa précédent par le titulaire du numéro géographique national E.164 sont autorisés, si le titulaire en question peut assurer en toutes circonstances l’identification de l’appelant, visée au présent alinéa ainsi que le bon routage.

In afwijking van het vorige lid mogen oproepen naar de in het vorige lid vermelde nooddiensten door de houder van het nationale geografische E.164 nummer toegelaten worden indien de desbetreffende houder onder alle omstandigheden de in dit lid bedoelde identificatie van de oproeper en de correcte routering kan verzekeren.

Sous-section 3. — Principes applicables aux numéros non géographiques nationaux E.164

Onderafdeling 3. — Principes van toepassing op niet-geografische nationale E.164 nummers

Art. 44. Un numéro non géographique national E.164 est composé d’une identité de service de deux ou trois chiffres.

Art. 44. Een niet-geografisch nationaal E.164 nummer bestaat uit een dienstidentiteit van twee of drie cijfers.

Art. 45. L’identité de service 800 est utilisée pour offrir des services dont les coûts de communication pour les appels vers ces numéros sont entièrement supportés par l’appelé.

Art. 45. De dienstidentiteit 800 wordt gebruikt voor het aanbieden van diensten waarvan de gesprekskosten voor oproepen naar dergelijke nummers volledig worden gedragen door de opgeroepene.



Art. 46. L’identité de service 79 7 peut être utilisée jusqu’au 31 décembre 2011 inclus pour l’offre de services de connexion à Internet selon le modèle de collecting. Le modèle de collecting permet aux fournisseurs d’accès de connexion à Internet ou aux opérateurs qui fournissent un accès de connexion à Internet de facturer un service de connexion à Internet, indépendamment de l’opérateur qui facture l’abonnement téléphonique ou le fournisseur d’un service de sélection ou de présélection de l’opérateur.

Art. 46. De dienstidentiteit 79 7 kan tot en met 31 december 2011 gebruikt worden voor het aanbieden van inbeldiensten op het Internet volgens het collecting-model. Het collectingmodel staat aanbieders van inbelinternettoegang of operatoren die inbelinternettoegang aanbieden toe om de toegang tot het Internet via een inbeldienst te factureren, los van de operator die het telefoonabonnement factureert of de aanbieder van een carrier selectie- of preselectiedienst.



L’identité de service 79 7, sélectionnée par la formation préalable du préfixe national ’0’, est mis définitivement hors service le 1er janvier 2012.

De dienstidentiteit 79 7, aangekozen door voorafgaande vorming van de nationale prefix ’0’, wordt definitief uit dienst genomen op 1 januari 2012.

Art. 47. L’identité de service 78 est utilisée pour l’offre de services pour lesquels l’appelé ne souhaite pas d’identification de sa localisation physique.

Art. 47. De dienstidentiteit 78 wordt gebruikt voor het aanbieden van diensten waarbij de opgeroepene geen identificatie wenst van zijn fysieke lokalisatie.



Le demandeur est obligé de veiller à ce que le tarif utilisateur final d’un appel vers un numéro court visé dans le présent article ne dépasse jamais le tarif utilisateur final standard que l’abonné se voit facturer par son opérateur pour une communication standard vers un numéro E.164 géographique belge.

De aanvrager is verplicht ervoor te zorgen dat het eindgebruikerstarief van een oproep naar een nummer bedoeld in dit artikel nooit hoger is dan het standaard eindgebruikerstarief dat de abonnee aangerekend krijgt van zijn operator voor een standaardgesprek naar een Belgisch geografisch E.164 nummer.

Art. 48. L’identité de service 70 est utilisée pour la fourniture de services payants via des réseaux de communications électroniques dont le tarif utilisateur final pour les appels provenant d’un emplacement fixe, s’élève en moyenne à maximum 30 eurocents par minute et pour les appels provenant d’une connexion mobile, en moyenne à maximum 60 eurocents par minute. Si le tarif utilisateur final facturé dépasse néanmoins le seuil visé dans la phrase précédente, l’opérateur responsable de l’établissement de l’appel met gratuitement à disposition un message tarifaire vocal mentionnant de manière clairement audible le tarif utilisateur final applicable avant que l’appel proprement dit ne soit établi. Après avoir annoncé le tarif, l’utilisateur final peut décider de terminer l’appel. Si l’utilisateur final termine l’appel, l’opérateur ne peut rien lui facturer.

Art. 48. De dienstidentiteit 70 wordt gebruikt voor het aanbieden van betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken, waarvan het eindgebruikerstarief voor oproepen uitgaande van een vaste locatie, maximaal gemiddeld 30 eurocent per minuut en voor oproepen uitgaande van een mobiele aansluiting, maximaal gemiddeld 60 eurocent per minuut bedraagt. Indien het aangerekende eindgebruikerstarief toch de in de vorige zin bedoelde drempel overschrijdt, stelt de operator die instaat voor het tot stand brengen van de oproep, voordat de eigenlijke oproep tot stand komt, gratis een gesproken tariefboodschap in waarin het toepasselijke eindgebruikerstarief duidelijk hoorbaar vermeld wordt. Na de aankondiging van het tarief heeft de eindgebruiker de keuze om de oproep te beëindigen. Indien de eindgebruiker de oproep beëindigt, mag de operator de abonnee niets factureren.



35494


Les services suivants ne peuvent pas être offerts sous les numéros visés dans le présent article :

De volgende diensten mogen niet aangeboden worden onder de nummers bedoeld in dit artikel :

1° les services payants destinés spécifiquement aux adultes via des réseaux de communications électroniques;

1° specifiek voor volwassenen bestemde betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken;

2° les services payants via des réseaux de communications électroniques donnant accès à des jeux ou des compétitions ou qui permettent de payer pour des sonneries, des logos ou d’autres produits ou services de divertissement, fournis pendant l’appel ou comme conséquence directe de celui-ci.

2° betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken waarmee toegang wordt gegeven tot spelletjes of competities of die het mogelijk maken te betalen voor beltonen, logo’s of andere ontspanningsproducten of –diensten, die geleverd worden tijdens de oproep of als direct gevolg hiervan.

Art. 49. L’identité de service 77 peut être utilisée jusqu’à la date d’entrée en vigueur de l’article 50 pour l’offre de services payants spécifiquement destinés aux adultes via des réseaux de communications électroniques.

Art. 49. De dienstidentiteit 77 kan tot en met de inwerkingtreding van artikel 50 gebruikt worden voor het aanbieden van specifiek voor volwassenen bestemde betalende diensten via elektronischecommunicatienetwerken.



L’identité de service 77 est mise définitivement hors service à la date d’entrée en vigueur de l’article 50.

De dienstidentiteit 77 wordt definitief uit dienst genomen op het ogenblik dat artikel 50 in werking treedt.

L’Institut peut, si nécessaire, automatiquement convertir toutes les réservations et la capacité de numérotation attribuée dans l’identité de service 77 vers les séries de numéros avec les chiffres’ 06’ suivant l’identité de service 9.

Het Instituut kan, indien nodig, alle reservaties en toegewezen nummercapaciteit in de diensidentiteit 77 automatisch omzetten naar de nummerreeks met de cijfers ’06’ volgend op de dienstidentiteit 9.

Art. 50. § 1er. L’identité de service 9 suivie de deux chiffres est utilisée, en plus de l’identité du service 70, pour l’offre de services payants via des réseaux de communications électroniques. Le premier chiffre qui suit l’identité de service 9 ne peut cependant pas être ’2’ ou ’3’.

Art. 50. § 1. De dienstidentiteit 9 gevolgd door twee cijfers wordt, naast de dienstidentiteit 70, gebruikt voor het aanbieden van betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken. Het eerste cijfer dat volgt op de dienstidentiteit 9 kan echter niet ’2’ of ’3’ zijn.



Les deux chiffres qui suivent l’identité de service 9 indiquent le caractère lié à la durée ou non du tarif utilisateur final et la nature du service payant.

De twee cijfers die volgen op de dienstidentiteit 9 geven een aanduiding van het al dan niet tijdsgebonden karakter van het eindgebruikerstarief en van de aard van de betalende dienst.

§ 2. Si le tarif utilisateur final le plus élevé d’application dans le secteur des communications électroniques pour un appel national vers un service payant via un réseau de communications électroniques émanant de n’importe quel réseau de communications électroniques dépasse 1 EUR par appel ou s’élève à 1 EUR par minute, il est clairement fait mention par le prestataire du service payant, avant l’établissement de la communication avec le prestataire du service payant via un réseau de communications électroniques, du tarif utilisateur final le plus élevé d’application dans le secteur des communications électroniques pour un appel émanant d’un réseau de communications électroniques en position déterminée et du tarif utilisateur final le plus élevé d’application dans le secteur des communications électroniques pour un appel émanant d’un réseau de communications électroniques mobile. La mention est indiquée que le numéro de la ligne donnant accès au service soit formé manuellement par l’utilisateur final ou automatiquement par l’équipement terminal utilisé par l’utilisateur final. Si le tarif utilisateur final varie en fonction de l’heure ou du jour, le message qui indique le prix de l’appel communique au moins le tarif utilisateur final le plus élevé.

§ 2. Indien het hoogste eindgebruikerstarief dat in de sector van de elektronische communicatie toegepast wordt op een nationale oproep naar een betalende dienst via een elektronische-communicatienetwerk uitgaande van om het even welk elektronische-communicatienetwerk meer dan 1 EUR per oproep of 1 EUR per minuut bedraagt, worden door de aanbieder van de betalende dienst vóór het maken van de verbinding met de aanbieder van de betalende dienst via een elektronische-communicatienetwerk het hoogste eindgebruikerstarief dat in de sector van de elektronische-communicatie toegepast wordt op een oproep uitgaande van een elektronische-communicatienetwerk, verzorgd op een vaste locatie, en het hoogste eindgebruikerstarief dat in de sector van de elektronische-communicatie toegepast wordt op een oproep uitgaande van een mobiel elektronische-communicatienetwerk duidelijk vermeld. De melding wordt gegeven, ongeacht of het nummer van de lijn die toegang verleent tot de dienst manueel wordt gevormd door de eindgebruiker of automatisch door het eindapparaat dat de eindgebruiker hanteert. Indien het eindgebruikerstarief varieert afhankelijk van het uur of de dag vermeldt het bericht dat de prijs van de oproep meedeelt minstens het hoogste eindgebruikerstarief.

Si le tarif indiqué dans l’alinéa précédent porte sur un service payant via un réseau de communications électroniques utilisant la voix, y compris les services utilisant un système automatique d’ » Interactive Voice Response », les tarifs utilisateur final appliqués les plus élévés sont au moins mentionnés de manière clairement audible par le prestataire du service payant. Après avoir indiqué les tarifs utilisateur final et signalé que l’appel devient payant après le signal bip, il est laissé suffisamment de temps à l’utilisateur final pour décider de terminer l’appel. Si l’utilisateur final termine l’appel avant le signal bip, l’opérateur ne peut rien facturer à l’abonné.

Indien het tarief bedoeld in het vorige lid betrekking heeft op een betalende dienst via een elektronische-communicatienetwerk die gebruikt maakt van spraak, met inbegrip van diensten die gebruik maken van een automatisch « Interactive Voice Response »-systeem, worden de hoogste toegepaste eindgebruikerstarieven minstens duidelijk hoorbaar vermeld door de aanbieder van de betalende dienst. Na de vermelding van de eindgebruikerstarieven en de melding dat de oproep na het beepsignaal betalend wordt, wordt voldoende tijd gelaten aan de eindgebruiker om hem de keuze te geven om de oproep te beëindigen. Indien de eindgebruiker de oproep beëindigt voor het beepsignaal, mag de operator de abonnee niets factureren.

Si le tarif visé à l’alinéa premier porte sur un service payant via un réseau de communications électroniques n’utilisant pas la voix, comme l’accès à Internet formé par modem via un numéro payant, la liaison n’est établie et facturée qu’après que le prestataire du service payant via un réseau de communications électroniques ait montré à l’utilisateur final un message visuel communiquant de manière clairement lisible et explicite les tarifs utilisateur final appliqués les plus élevés et le numéro formé manuellement ou par l’appareil terminal et après que l’utilisateur final ait confirmé avoir pris connaissance des tarifs utilisateur final appliqués les plus élevés et ait donné son accord quant à l’utilisation du numéro payant.

Indien het tarief bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op een betalende dienst via een elektronische-communicatienetwerk die geen gebruik maakt van spraak, zoals toegang tot het Internet via een betaalnummer gevormd door een modem, wordt de verbinding pas opgezet en gefactureerd nadat de aanbieder van de betalende dienst via een elektronisch communicatienetwerk de eindgebruiker een visuele boodschap getoond heeft waarop de hoogste toegepaste eindgebuikerstarieven en het manueel of door het eindapparaat gevormde nummer op een duidelijk leesbare en ondubbelzinnige wijze meegedeeld zijn en nadat de eindgebruiker bevestigd heeft kennis genomen te hebben van de hoogste toegepaste eindgebruikerstarieven en zijn akkoord heeft gegeven omtrent het gebruik van het betaalnummer.


35495

§ 3. Sous réserve de l’application de l’article 49, les services payants spécifiquement destinés aux adultes via des réseaux de communications électroniques sont offerts dans les séries de numéros avec les chiffres ’06’ et ’07’ suivant l’identité de service 9.

§ 3. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 49 worden specifiek voor volwassenen bestemde betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken aangeboden in de nummerreeksen met de cijfers ’06’ en ’07’ volgend op de dienstidentiteit 9.

La tarification des appels vers les numéros des séries de numéros avec les chiffres ’06’ et ’07’ suivant l’identité de service 9 est fonction de la durée d’appel.

De tarifering van de oproepen naar de nummers uit de nummerreeksen met de cijfers ’06’ en ’07’ volgend op de dienstidentiteit 9 is tijdsgebonden.

Le tarif applicable aux utilisateurs finals des appels vers les numéros de la série de numéros avec les chiffres 06’ suivant l’identité de service 9 s’élève à 1 EUR maximum par minute pour les appels émanant d’un réseau de communications électroniques en position déterminée et à 2 EUR maximum par minute pour les appels émanant d’un réseau de communications électroniques mobile.

Het eindgebruikerstarief voor oproepen naar de nummers uit de nummerreeks met de cijfers ’06’ volgend op de dienstidentiteit 9 bedraagt maximaal 1 EUR per minuut voor oproepen uitgaande van een elektronische-communicatienetwerk, verzorgd op een vaste locatie, en maximaal 2 EUR per minuut voor oproepen uitgaande van een mobiel elektronische-communicatienetwerk.

Le tarif utilisateur final pour les appels vers les numéros de la série de numéros avec les chiffres ’07’ suivant l’identité de service 9 s’élève à 2 EUR maximum par minute pour les appels émanant d’un réseau de communications électroniques en position déterminée et à 4 EUR maximum par minute pour les appels émanant d’un réseau de communications électroniques mobile.

Het eindgebruikerstarief voor oproepen naar de nummers uit de nummerreeks met de cijfers ’07’ volgend op de dienstidentiteit 9 bedraagt maximaal 2 EUR per minuut voor oproepen uitgaande van een elektronische-communicatienetwerk, verzorgd op een vaste locatie, en maximaal 4 EUR per minuut voor oproepen uitgaande van een mobiel elektronische-communicatienetwerk.

§ 4. Les services payants via des réseaux de communications électroniques donnant accès à des jeux ou des compétitions, à l’exception de jeux ou de compétitions à connotation érotique ou sexuelle, ou qui permettent de payer pour des logos, des sonneries ou d’autres produits ou services de détente, à l’exception des logos, sonneries ou produits ou services de détente à connotation érotique ou sexuelle ou des services, qui sont fournis durant l’appel ou en conséquence directe de celui-ci, sont offerts dans la série de numéros avec les chiffres ’05’ suivant l’identité de service 9.

§ 4. Betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken waarmee toegang wordt gegeven tot spelletjes of competities, met uitzondering van erotisch of seksueel getinte spelletjes of competities, of die het mogelijk maken te betalen voor logo’s, beltonen of andere ontspanningsproducten of –diensten, met uitzondering van erotisch of seksueel getinte logo’s, beltonen of ontspanningsprocucten of –diensten, die geleverd worden tijdens de oproep of als direct gevolg hiervan, worden aangeboden in de nummerreeks met de cijfers ’05’ volgend op de dienstidentiteit 9.

Le tarif utilisateur final pour les appels vers les numéros de la série de numéros avec les chiffres ’05’ suivant l’identité de service 9 n’est pas fonction de la durée d’appel et ne peut jamais dépasser 2 EUR par appel.

Het eindgebruikerstarief voor oproepen naar de nummers uit de nummerreeks met de cijfers ’05’ volgend op de dienstidentiteit 9 is niet tijdsgebonden en kan niet meer bedragen dan 2 EUR per oproep.

L’Institut peut, après avoir consulté les opérateurs, fixer dans la série de numéros avec les chiffres ’05’ suivant l’identité de service 9 des sous-séries pour la fourniture de services payants via des réseaux de communications électroniques auxquelles sont liées des exigences spécifiques en application d’autres dispositions légales ou réglementaires.

Het Instituut kan, na consultatie van de operatoren, binnen de nummerreeks met de cijfers ’05’ volgend op de dienstidentiteit 9, subreeksen vaststellen voor het aanbieden van betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken waaraan in uitvoering van andere wettelijke of reglementaire bepalingen bijzondere vereisten gekoppeld zijn.

§ 5. D’autres services payants via de réseaux de communications électroniques sont offerts dans les séries de numéros avec les chiffres ’00’, ’01’, ’02’, ’03’, ’04’, ’09’ suivant l’identité de service 9.

§ 5. Andere betalende diensten via elektronischecommunicatienetwerken worden aangeboden in de nummerreeksen met de cijfers ’00’, ’01’, ’02’, ’03’, ’04’, ’09’volgend op de dienstidentiteit 9.

La tarification des appels vers les numéros des séries de numéros avec les chiffres ’00’, ’02’ et ’03’ suivant l’identité de service 9 est toujours fonction de la durée de l’appel.

De tarifering van de oproepen naar de nummers uit de nummerreeksen met de cijfers ’00’, ’02’ en ’03’ volgend op de dienstidentiteit 9 is steeds tijdsgebonden.

La tarification des appels vers les numéros de la série de numéros avec les chiffres ’01’ suivant l’identité de service 9 peut être fonction de la durée d’appel ou non.

De tarifering van de oproepen naar de nummers uit de nummerreeks met de cijfers ’01’ volgend op de dienstidentiteit 9 kan zowel tijdsgebonden als niet tijdsgebonden zijn.

Le tarif utilisateur final des appels vers les numéros de la série de numéros avec les chiffres ’00’ suivant l’identité de service 9 s’élève à 50 eurocents maximum par minute pour les appels émanant d’un réseau de communications électroniques en position déterminée et à 1 EUR maximum par minute pour les appels émanant d’un réseau de communications électroniques mobile.

Het eindgebruikerstarief voor oproepen naar de nummers uit de nummerreeks met de cijfers ’00’ volgend op de dienstidentiteit 9 bedraagt maximaal 50 eurocent per minuut voor oproepen uitgaande van een elektronische-communicatienetwerk, verzorgd op een vaste locatie, en maximaal 1 EUR per minuut voor oproepen uitgaande van een mobiel elektronische-communicatienetwerk.

Le tarif utilisateur final pour les appels vers les numéros de la série de numéros avec les chiffres ’01’ suivant l’identité de service 9 s’élève :

Het eindgebruikerstarief voor oproepen naar de nummers uit de nummerreeks met de cijfers ’01’ volgend op de dienstidentiteit 9 bedraagt :

1° pour les appels émanant d’un réseau de communications électroniques en position déterminée à 50 eurocents maximum par minute, si la tarification des appels est fonction de la durée et à 50 eurocents maximum l’appel, si la tarification des appels n’est pas fonction de la durée;

1° voor oproepen uitgaande van een elektronischecommunicatienetwerk, verzorgd op een vaste locatie, maximaal 50 eurocent per minuut, indien de tarifering van oproepen tijdsgebonden is en maximaal 50 eurocent per oproep, indien de tarifering van oproepen niet tijdsgebonden is;

2° pour les appels émanant d’un réseau de communications électroniques mobile à 1 EUR maximum par minute, si la tarification des appels est fonction de la durée et à 1 EUR maximum l’appel, si la tarification des appels n’est pas fonction de la durée.

2° voor oproepen uitgaande van een mobiel elektronischecommunicatienetwerk maximaal 1 EUR per minuut, indien de tarifering van oproepen tijdsgebonden is, en maximaal 1 EUR per oproep, indien de tarifering van oproepen niet tijdsgebonden is.


Het eindgebruikerstarief voor oproepen naar de nummers uit de nummerreeks met de cijfers ’02’ volgend op de dienstidentiteit 9 bedraagt maximaal 1 EUR per minuut voor oproepen uitgaande van een elektronische-communicatienetwerk, verzorgd op een vaste locatie, en maximaal 2 EUR per minuut voor oproepen uitgaande van een mobiel elektronisch-communicatienetwerk.

Le tarif utilisateur final pour les appels vers les numéros de la série de numéros avec les chiffres ’03’ suivant l’identité de service 9 s’élève à 1,5 EUR maximum par minute pour les appels émanant d’un réseau de communications électroniques en position déterminée et à 3 EUR

Het eindgebruikerstarief voor oproepen naar de nummers uit de nummerreeks met de cijfers ’03’ volgend op de dienstidentiteit 9 bedraagt maximaal 1,5 EUR per minuut voor oproepen uitgaande van een elektronische-communicatienetwerk, verzorgd op een vaste locatie,

35496


maximum par minute pour les appels émanant d’un réseau de communications électroniques mobile.

en maximaal 3 EUR per minuut voor oproepen uitgaande van een mobiel elektronische-communicatienetwerk.


Het eindgebruikerstarief voor oproepen naar de nummers uit de nummerreeks met de cijfers 04’ volgend op de dienstidentiteit 9 bedraagt maximaal 2 EUR per minuut voor oproepen uitgaande van een elektronische-communicatienetwerk, verzorgd op een vaste locatie, en maximaal 4 EUR per minuut voor oproepen uitgaande van een mobiel elektronische-communicatienetwerk.

Le tarif utilisateur final facturé aux abonnés pour les appels vers les numéros de la série de numéros avec les chiffres ’09’ suivant l’identité de service 9 peut aussi bien être fonction de la durée de l’appel que non ou être une combinaison des deux, mais il reste cependant soumis à la communication d’un message tarifaire tel que prévu au § 2, quel que soit le tarif utilisateur final d’application à l’appel.

Het eindgebruikerstarief voor de oproepen naar de nummers uit de nummerreeks met de cijfers ’09’ volgend op de dienstidentiteit 9 kan zowel tijdsgebonden, niet tijdsgebonden als een combinatie van beiden zijn, doch is steeds onderworpen aan het geven van een tariefboodschap voorzien in § 2, ongeacht het eindgebruikerstarief dat op de oproep van toepassing is.

Le montant total facturé à l’abonné pour un appel individuel vers un numéro de la série de numéros avec les chiffres ’09’ suivant l’identité de service 9 ne peut, quel que soit le critère utilisé pour déterminer le tarif utilisateur final, jamais dépasser 31 EUR.

Het totaalbedrag dat aan de abonnee aangerekend wordt voor één individuele oproep naar een nummer uit de nummerreeks met de cijfers ’09’ volgend op de dienstidentiteit 9 kan, ongeacht de maatstaf die gebruikt wordt om het eindgebruikerstarief te bepalen, nooit meer bedragen dan 31 EUR.

§ 6. Les appels vers les numéros des séries de numéros dont la tarification est fonction de la durée sont automatiquement terminés après 10 minutes. Ce paragraphe n’est pas d’application à l’identité de service 70.

§ 6. Oproepen naar de nummers van de nummerreeksen waarvan de tarifering tijdsgebonden is worden automatisch afgebroken na 10 minuten. Deze paragraaf is niet van toepassing op de dienstidentiteit 70.

Art. 51. L’identité de service 4 est utilisée pour la fourniture de tous les services offrant la mobilité, y compris la radiomessagerie. Le premier chiffre qui suit l’identité de service 4 ne peut pas être ’2’ ou ’3’.

Art. 51. De dienstidentiteit 4 wordt gebruikt voor het aanbieden van alle diensten die mobiliteit bieden, met inbegrip van de semafonie. Het eerste cijfer dat volgt op de dienstidentiteit 4 kan niet’2’ of ’3’ zijn.



Art. 52. L’identité de service 76 est utilisée pour l’offre de services de numéros personnels aux personnes physiques qui ont une résidence principale en Belgique. Les numéros avec l’identité de service 76 appelés également ci-après « numéros personnels », peuvent être attribués pour des services de nomadicité, cependant uniquement si ce service est fourni à des personnes physiques qui ont une résidence principale en Belgique.

Art. 52. De dienstidentiteit 76 wordt gebruikt voor het aanbieden van persoonlijke nummerdiensten aan natuurlijke personen die een vaste verblijfplaats in België hebben. De nummers met de dienstidentiteit 76, hierna ook « persoonlijke nummers » genoemd, kunnen toegewezen worden voor nomadiciteitsdiensten, doch enkel indien deze dienst verleend wordt aan natuurlijke personen die een vaste verblijfplaats in België hebben.



La terminaison des appels vers ces numéros peut se faire sur la base du Procotole Internet. La conversion du numéro d’appel n’est pas une exigence nécessaire pour l’acheminement des appels vers ces numéros.

De terminatie van oproepen naar deze nummers mag geschieden op basis van het Internet Protocol. Voor het afwikkelen van oproepen naar deze nummers is nummervertaling geen noodzakelijke vereiste.

Les numéros personnels sont indépendants du réseau. L’utilisateur final qui utilise ces numéros ne doit pas disposer d’un point de terminaison physique unique et peut utiliser ces numéros à l’étranger pour une période indéterminée.

De persoonlijke nummers zijn netwerkonafhankelijk. De eindgebruiker die gebruik maakt van deze nummers hoeft niet over een uniek fysiek terminatiepunt te beschikken en kan deze nummers voor een onbepaalde periode in het buitenland gebruiken.

L’Institut fixe les principes tarifaires des appels vers les numéros visés dans le présent article après consultation des opérateurs.

Het Instituut stelt de tariefprincipes voor oproepen naar nummers bedoeld in dit artikel vast na consultatie van de operatoren.

Les numéros visés dans cet article ne peuvent être réservés qu’après que la décision dont il est question à l’alinéa précédent ait été prise par l’Institut.

De nummers bedoeld in dit artikel kunnen pas gereserveerd worden nadat het besluit waarvan sprake in het vorige lid door het Instituut werd genomen.

Les opérateurs qui sont titulaires des numéros visés par cet article et qui autorisent leurs abonnés à utiliser ces numéros de manière nomade empêchent leurs utilisateurs finals d’établir des appels sur le territoire belge à l’aide de ces numéros courts nationaux 100, 101 et 112, tant que la collaboration de ces opérateurs avec les centrales de gestion des services d’urgence et les services de police concernant l’identification de l’appelant n’est pas garantie conformément aux modalités fixées en exécution de l’article 107, § 3, de la Loi.

De operatoren die houder zijn van de nummers bedoeld in dit artikel en die hun abonnees toestaan om die nummers op nomadische wijze te gebruiken blokkeren de mogelijkheid voor hun eindgebruikers om met deze nummers op het Belgisch grondgebied oproepen naar de nationale korte nummers 100, 101 en 112 te maken, zolang de medewerking van deze operatoren met de beheerscentrales van de medische spoeddienst en de politiediensten inzake de identificatie van de oproeper niet verzekerd is conform de nadere regels vastgesteld in uitvoering van artikel 107, § 3, van de Wet.



Art. 53. L’identité de service 79 est utilisée pour l’installation et l’offre de réseaux d’entreprise. Dans le sens de cet article, un réseau d’entreprise est l’ensemble de liaisons privées ou non, par le biais desquelles des communications électroniques peuvent être envoyées et grâce auxquelles les filiales d’une même entreprise situées à différents endroits physiques peuvent être reliées l’une avec l’autre.

Art. 53. De dienstidentiteit 79 wordt gebruikt voor het opzetten en aanbieden van bedrijfsnetwerken. Een bedrijfsnetwerk in de zin van dit artikel is het geheel van al dan niet private verbindingen waarover elektronische communicatie kan worden verstuurd, waarmee vestigingen van eenzelfde onderneming die gelegen zijn op verschillende fysieke plaatsen met elkaar verbonden worden.




35497

La terminaison des appels vers les numéros utilisant l’identité de service 79, également appelés ci-après « numéros d’entreprise », peut se faire sur la base du Protocole Internet. La conversion du numéro d’appel n’est pas une exigence nécessaire pour l’acheminement des appels vers ces numéros.

De terminatie van oproepen naar de nummers die gebruik maken van de dienstidentiteit 79, hierna ook « bedrijfsnummers » genoemd, mag geschieden op basis van het Internet Protocol. Voor het afwikkelen van oproepen naar deze nummers is nummervertaling geen noodzakelijke vereiste.

Les numéros d’entreprise sont utilisés pour l’installation et l’offre de réseaux d’entreprise virtuels ou non avec une large portée géographique allant éventuellement jusqu’à l’étranger. Ils peuvent éventuellement être utilisés comme numéro de contact unique de l’entreprise en question. L’offre de services payants par le biais de réseaux de communications électroniques via ces numéros est interdite.

De bedrijfsnummers worden gebruikt voor het opzetten en aanbieden van al dan niet virtuele bedrijfsnetwerken met een ruim geografisch bereik tot eventueel in het buitenland. Ze kunnen eveneens gebruikt worden als uniek contactnummer van het bedrijf in kwestie. Het aanbieden van betalende diensten via elektronischecommunicatienetwerken via deze nummers is verboden.

L’Institut fixe les principes tarifaires des appels vers les numéros visés dans le présent article après consultation des opérateurs.

Het Instituut stelt de tariefprincipes voor oproepen naar nummers bedoeld in dit artikel vast na consultatie van de operatoren.

Les numéros visés dans cet article ne peuvent être réservés qu’après que la décision dont il est question à l’alinéa précédent ait été prise par l’Institut.

De nummers bedoeld in dit artikel kunnen pas gereserveerd worden nadat het besluit waarvan sprake in het vorige lid door het Instituut werd genomen.

Les opérateurs qui sont titulaires des numéros visés par cet article et qui autorisent leurs abonnés à utiliser ces numéros de manière nomade empêchent leurs utilisateurs finals d’établir des appels sur le territoire belge à l’aide de ces numéros courts nationaux 100, 101 et 112, tant que la collaboration de ces opérateurs avec les centrales de gestion des services d’urgence et les services de police concernant l’identification de l’appelant n’est pas garantie conformément aux modalités fixées en exécution de l’article 107, § 3, de la Loi.

De operatoren die houder zijn van de nummers bedoeld in dit artikel en die hun abonnees toestaan om die nummers op nomadische wijze te gebruiken blokkeren de mogelijkheid voor hun eindgebruikers om met deze nummers op het Belgisch grondgebied oproepen naar de nationale korte nummers 100, 101 en 112 te maken, zolang de medewerking van deze operatoren met de beheerscentrales van de medische spoeddienst en de politiediensten inzake de identificatie van de oproeper niet verzekerd is conform de nadere regels vastgesteld in uitvoering van artikel 107, § 3, van de Wet.



Sous-section 4. — Dispositions communes aux sous-sections 2 et 3

Onderafdeling 4. — Bepalingen gemeenschappelijk aan de onderafdelingen 2 en 3

Art. 54. Le Minsitre détermine après avis de l’Institut et après avoir consulté les opérateurs, par identité de service indiquée dans les sous-sections 2 et 3, le nombre de chiffres dont se compose un numéro appartenant à cette identité de service.

Art. 54. De Minister bepaalt na advies van het Instituut en na consultatie van de operatoren per dienstidentiteit vermeld in de onderafdelingen 2 en 3, het aantal cijfers waaruit een nummer dat behoort tot die dienstidentiteit bestaat.

Art. 55. S’il a constaté une pénurie pour certaines zones de numéros géographiques ou certaines identités de service non géographiques, l’Institut peut attribuer la capacité de numérotation en fractions de dixièmes ou de centièmes de la taille standard de la capacité de numérotation mentionnée dans les sous-sections 2 et 3.

Art. 55. Het Instituut kan, indien het schaarste heeft vastgesteld voor bepaalde geografische nummerzones of voor bepaalde nietgeografische dienstidentiteiten, nummercapaciteit toekennen in fracties van tienden of honderdsten van de standaardgrootte van de nummercapaciteit vermeld in de onderafdelingen 2 en 3.

Art. 56. L’Institut peut attribuer des numéros d’essai et de routage aux entités visées à l’article 4 du présent arrêté.

Art. 56. Het Instituut kan test- en routeringsnummers toewijzen aan de entiteiten bedoeld in artikel 4 van dit besluit.

Ces numéros sont exclusivement destinés à des applications internes, non accessibles au public et gratuites.

Die nummers zijn uitsluitend bedoeld voor interne toepassingen, niet toegankelijk voor het publiek en gratis.

Section 2. — Le plan de numérotation pour les numéros courts nationaux

Afdeling 2. — Het nummerplan voor nationale korte nummers

Sous-section 1re. — Généralités

Onderafdeling 1. — Algemeen

Art. 57. Les numéros courts nationaux commencent par l’identité de service 1 suivie de deux ou trois chiffres.

Art. 57. De nationale korte nummers starten met de dienstidentiteit 1 gevolgd door twee of drie cijfers.

Sous-section 2. — Principes applicables aux numéros courts nationaux de trois chiffres

Onderafdeling 2. — Principes van toepassing op nationale korte driecijferige nummers

Art. 58. Seuls les services publics et les services d’intérêt public sans aucun but commercial ont droit à des numéros courts nationaux de trois chiffres des séries 10X ou 11X à l’exception des numéros courts nationaux commenç ant par 116 et 118.

Art. 58. Alleen overheidsdiensten en diensten van openbaar nut zonder enig commercieel doel hebben recht op driecijferige nationale korte nummers uit de reeksen 10X of 11X met uitzondering van de nationale korte nummers die starten met 116 en 118.

Art. 59. Les numéros courts nationaux 100, 101, 102, 103, 104, 106, 107, 108, 110 et 112 sont attribués aux services d’urgence.

Art. 59. De nationale korte nummers 100, 101, 102, 103, 104, 106, 107, 108, 110 en 112 worden toegekend aan de nooddiensten.

Le numéro court national 105 est attribué à la Croix Rouge belge.

Het nationale korte nummer 105 wordt toegekend aan het Belgische Rode Kruis.

L’Institut peut attribuer les autres numéros courts nationaux de trois chiffres à d’autres services publics et services d’intérêt public.

Het Instituut kan de overige nationale korte driecijferige nummers toewijzen aan andere overheidsdiensten en diensten van openbaar nut.

La personne ou le service à qui un chiffre court national de trois chiffres est attribué a le droit de demander les droits d’utilisation du numéro court SMS ou MMS correspondant pour fournir la même application ou le même service pour lesquels le numéro court national de trois chiffres a été attribué.

De persoon of dienst waaraan een nationaal kort driecijferig nummer toegekend wordt heeft het recht om de gebruiksrechten van het corresponderende SMS of MMS korte nummer te vragen voor het leveren van dezelfde toepassing of dienst waarvoor het nationale korte driecijferige nummer toegekend werd.

Si le service concerné n’utilise pas cette possibilité, le numéro court SMS ou MMS correspondant au numéro court national de trois chiffres ne peut pas être attribué à d’autres personnes ou services que la personne ou le service à qui le numéro court national de trois chiffres a été attribué.

Indien de betrokken dienst geen gebruik maakt van deze mogelijkheid, kan het SMS of MMS korte nummer dat overeenkomt met het nationale korte driecijferige nummer niet worden toegekend aan andere personen of diensten dan de persoon of dienst aan wie het nationale korte driecijferige nummer werd toegekend.

35498


Art. 60. La série de numéros commenç ant par 116 est utilisée pour les applications ou services européens harmonisés.

Art. 60. De nummerreeks die start met 116 wordt gebruikt voor geharmoniseerde Europese toepassingen of diensten.

Sous-section 3. — Principes applicables aux numéros courts nationaux de quatre chiffres

Onderafdeling 3. — Principes van toepassing op nationale korte viercijferige nummers

Art. 61. Les numéros courts nationaux des séries 12XX, 13XX et 14XX sont utilisés pour l’offre de services de messagerie vocale et de services de renseignements.

Art. 61. De nationale korte nummers uit de reeksen 12XX, 13XX en 14XX worden gebruikt voor het aanbieden van voice mail en inlichtingendiensten.

Outre les services de renseignements classiques qui limitent leur service à la fourniture d’un numéro d’appel ou d’une adresse aux personnes qui composent ce numéro court et au transfert éventuel vers le numéro d’appel recherché, des compléments de service peuvent être offerts. Ceux-ci ne peuvent pas avoir pour conséquence que le prix de l’appel dépasse le prix standard d’un appel vers un service de renseignements classique.

Naast de klassieke inlichtingendiensten die hun dienstverlening beperken tot het geven van een oproepnummer of een adres aan de personen die dit kort nummer vormen én een eventuele doorschakeling naar het opgezochte oproepnummer kunnen er faciliteiten worden aangeboden die verder gaan. Die bijkomende faciliteiten mogen niet tot gevolg hebben dat de prijs van de oproep hoger ligt dan de standaardprijs van een oproep naar een klassieke inlichtingendienst.

Sans préjudice de l’alinéa précédent, les numéros courts nationaux des séries 12XX, 13XX et 14XX ne peuvent pas être utilisés comme alternative à l’offre de services payants via des réseaux de communications électroniques. Les exploitants de numéros courts nationaux des séries 12XX, 13XX et 14XX ne peuvent pas davantage transférer les appels qu’ils reç oivent vers des numéros payants.

Onverminderd het vorige lid mogen de nationale korte nummers uit de reeksen 12XX, 13XX en 14XX niet worden gebruikt als alternatief voor het aanbieden van betalende diensten via elektronischecommunicatienetwerken. De uitbaters van nationale korte nummers uit de 12XX, 13XX en 14XX mogen evenmin oproepen die zij ontvangen doorschakelen naar betaalnummers.

Les numéros dans ces séries qui ont été attribués avant l’entrée en vigueur de l’arrêté royal du 10 décembre 1997 relatif à la gestion du plan de numérotation pour l’offre d’autres applications ou services que l’offre de services de messagerie vocale et de services de renseignements sont mis définitivement hors service le 1er janvier 2012.

De nummers in deze reeksen die vóór de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 10 december 1997 betreffende het beheer van het nummeringsplan toegekend werden voor het aanbieden van andere toepassingen of diensten dan het aanbieden van voice mail en inlichtingendiensten worden definitief uit dienst genomen op 1 januari 2012.

Le présent article ne porte pas préjudice à l’utilisation et aux conditions d’utilisation des numéros courts nationaux 1299, 1399, 1499 et 1450, comme stipulé dans l’arrêté pris en vertu de l’article 11, § 7, alinéa 2 de la Loi.

Dit artikel doet geen afbreuk aan het gebruik en de gebruiksvoorwaarden van de nationale korte nummers 1299, 1399, 1499 en 1450, zoals bepaald in het besluit genomen op grond van artikel 11, § 7, tweede lid, van de Wet.

Art. 62. Les numéros courts nationaux des séries 15XX et 16XX sont utilisés afin d’autoriser les opérateurs à donner l’accès à leurs abonnés à leur offre de services par le biais des mécanismes de sélection et de présélection de l’opérateur.

Art. 62. De nationale korte nummers uit de reeksen 15XX en 16XX worden gebruikt om operatoren toe te laten hun abonnees toegang te geven tot hun dienstenaanbod via de mechanismen carrierkeuze en carriervoorkeuze

Art. 63. § 1er. Les numéros courts nationaux de la série 17XX sont attribués, à l’autorité fédérale, aux Communautés, aux Régions, aux autres services publics ou services d’intérêt public pour le soutien d’applications commerciales ou non ou de services d’une grande importance pour la société.

Art. 63. § 1. De nationale korte nummers uit de 17XX-reeks worden toegekend aan de federale overheid, de Gemeenschappen, Gewesten, andere overheidsdiensten of diensten van openbaar nut voor de ondersteuning van al dan niet commerciële diensten van groot maatschappelijk belang.

Les numéros courts nationaux de la série 18XX sont attribués aux associations sans but lucratif et aux institutions de soutien de services commerciaux ou non d’une grande importance pour la société.

De nationale korte nummers uit de 18XX-reeks worden toegekend aan verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen voor de ondersteuning van al dan niet commerciële diensten van groot maatschappelijk belang

§ 2. Les numéros existants des séries 17XX et 18XX peuvent être utilisés jusqu’au 31 décembre 2009 inclus pour respectivement l’accès commuté aux réseaux qui fournissent des services de données et l’accès commuté aux services VPN, à l’exception du numéro 1700 de la Vlaamse Infolijn qui est maintenu.

§ 2. De bestaande nummers uit de 17XX- en 18XX-reeksen kunnen tot en met 31 december 2009 gebruikt worden voor respectievelijk de geschakelde toegang tot netwerken die datadiensten leveren en de geschakelde toegang tot VPN-diensten met uitzondering van het nummer 1700 van de Vlaamse Infolijn dat behouden blijft.

A l’exception des numéro 1711, 1712 et 1717, qui devront être mis hors service au plus tard le 7 avril 2010, ces numéros seront définitivement mis hors service le 1er janvier 2010.

Met uitzondering van de nummers 1711, 1712 en 1717, die ten laatste op 7 april 2010 uit dienst moeten genomen worden, worden deze nummers definitief uit dienst genomen op 1 januari 2010.

A l’expiration des trois mois qui suivent l’entrée en vigueur du présent arrêté, les opérateurs ne sont plus autorisés à attribuer ces numéros aux utilisateurs finals. Pour les services VPN, les séries 186x et 187x restent disponibles.

Na verloop van drie maanden volgend op de inwerkingtreding van dit besluit is het de operatoren niet meer toegelaten om deze nummers toe te wijzen aan eindgebruikers. Voor de VPN diensten blijven de reeksen 186x en 187x beschikbaar.

§ 3. Si à la date de la demande d’un numéro court de la série 17XX ou 18XX, plusieurs entités souhaitent offrir les mêmes applications ou services, seule une organisation de coordination, à laquelle participent toutes les entités souhaitant offrir cette application, peut demander ce type de numéro court.

§ 3. Indien op de datum van de aanvraag voor een kort nummer uit de 17XX- of 18XX-reeks meerdere entiteiten dezelfde diensten wensen aan te bieden dan kan enkel een overkoepelende organisatie, waarin alle entiteiten participeren die deze toepassing wensen aan te bieden, een dergelijk kort nummer aanvragen.

Si à une date ultérieure, de nouvelles entités veulent offrir une même application avec le numéro court attribué en question, le demandeur est obligé de l’autoriser immédiatement.

Indien op een latere datum nieuwe entiteiten eenzelfde toepassing met het betrokken toegewezen korte nummer willen aanbieden is de aanvrager verplicht dit onverwijld toe te laten.

Le demandeur est obligé de veiller à ce que le tarif utilisateur final vers un numéro court 17XX ou 18XX ne dépasse jamais le tarif utilisateur final standard que l’abonné se voit facturer par son opérateur pour une communication standard vers un numéro E.164 géographique belge.

De aanvrager is verplicht ervoor te zorgen dat het eindgebruikerstarief van een oproep naar een 17XX of 18XX kort nummer nooit hoger is dan het standaard eindgebruikerstarief dat de abonnee aangerekend krijgt van zijn operator voor een standaardgesprek naar een Belgisch geografisch E.164 nummer.

Art. 64. Les numéros courts nationaux de la série 19XX peuvent être utilisés par les entités telles que définies à l’article 4, 1°, pour les applications internes qui sont intimement liées à l’exploitation directe de leur offre de services ou celle des partenaires commerciaux concernés.

Art. 64. De nationale korte nummers uit de reeks 19XX kunnen door de entiteiten zoals bepaald in artikel 4, 1°, gebruikt worden voor interne toepassingen die nauw verbonden zijn met de directe exploitatie van hun dienstenaanbod of dat van de betrokken commerciële partners.

Le tarif utilisateur final vers ces numéros n’est jamais plus élevé que le tarif utilisateur final standard facturé à l’abonné par son opérateur pour une communication standard.

Het eindgebruikerstarief voor oproepen naar deze nummers is nooit hoger dan het standaard eindgebruikerstarief dat de abonnee aangerekend krijgt van zijn operator voor een standaardgesprek.


35499

L’obtention de droits d’utilisation concernant ces numéros n’est pas soumise aux articles 10 à 18.

Het verkrijgen van gebruiksrechten met betrekking tot deze nummers is niet onderworpen aan de artikelen 10 tot en met 18.

La date de mise en service de ces numéros est, par dérogation à l’article 19, alinéa premier, deuxième phrase, communiqué à l’Institut au moins trois semaines avant la mise en service.

De datum van ingebruikname van deze nummers wordt, in afwijking van artikel 19, eerste lid, tweede zin, ten minste drie weken vóór de ingebruikname aan het Instituut meegedeeld.

A l’exception de l’utilisation divergente autorisée du numéro de la série 19XX visée à l’annexe 2, l’utilisation des numéros visés dans le présent article n’est pas soumise aux droits annuels fixés à l’article 84, § 2.

Met uitzondering van het toegelaten afwijkende gebruik van het nummer uit de 19XX-reeks vermeld in bijlage 2, is het gebruik van de nummers bedoeld in dit artikel niet onderworpen aan de jaarlijkse rechten bepaald in artikel 84, § 2.

Art. 65. Le demandeur d’un chiffre court de quatre chiffres a le droit de demander les droits d’utilisation du numéro court SMS ou MMS correspondant pour fournir la même application ou le même service pour lesquels le numéro court national de quatre chiffres est demandé.

Art. 65. De aanvrager van een kort viercijferig nummer heeft het recht om de gebruiksrechten van het corresponderende SMS of MMS korte nummer te vragen voor het leveren van dezelfde toepassing of dienst waarvoor het korte viercijferige nummer aangevraagd wordt.

Si le demandeur n’utilise pas cette possibilité, le numéro court SMS ou MMS correspondant au numéro court de quatre chiffres pour lequel une demande de réservation a été faite, ne peut pas être attribué à d’autres personnes que le demandeur du numéro court de quatre chiffres correspondant.

Indien de aanvrager geen gebruik maakt van deze mogelijkheid, kan het SMS of MMS korte nummer dat overeenkomt met het korte viercijferige nummer waarvoor een aanvraag tot reservatie gedaan werd niet aan andere personen dan de aanvrager van het corresponderende korte viercijferige nummer worden toegekend.

Sous-section 4. — Dispositions communes aux sous-sections 2 et 3

Onderafdeling 4. — Bepalingen gemeenschappelijk aan de onderafdelingen 2 en 3

Art. 66. Les numéros mentionnés dans les sous-sections 2 et 3 sont toujours individuellement réservables.

Art. 66. De nummers vermeld in de onderafdelingen 2 en 3 zijn steeds individueel reserveerbaar.

Art. 67. L’Institut peut attribuer des numéros d’essai et de routage aux entités visées à l’article 4.

Art. 67. Het Instituut kan test- en routeringsnummers toewijzen aan de entiteiten bepaald in artikel 4.

Ces numéros sont exclusivement destinés à des applications internes, non accessibles au public et gratuites.

Die nummers zijn uitsluitend bedoeld voor interne toepassingen, niet toegankelijk voor het publiek en gratis.

Section 3. — Le plan de numérotation pour les services de données commutées par paquets

Afdeling 3. — Het nummerplan voor pakketgeschakelde datadiensten

Art. 68. La numérotation des réseaux publics pour données commutées par paquets est conforme à la recommandation X.121 de l’Union Internationale des Télécommunications. Les utilisateurs sont identifiés au moyen de 14 chiffres maximum. Le numéro commence par un code d’identification du réseau données, également appelé ci-après « DNIC », se composant de quatre chiffres.

Art. 68. De nummering in openbare pakketgeschakelde datanetwerken voldoet aan de X.121-aanbeveling van de Internationale Telecommunicatie Unie. De gebruikers worden geïdentificeerd aan de hand van maximum 14 cijfers. Het nummer start met een datanetwerkidentificatiecode, hierna ook « DNIC » genoemd, dat bestaat uit vier cijfers.

La capacité de numérotation en dixièmes d’un DNIC pour l’identification d’un réseau public pour données peut seulement être attribuée à un réseau public pour données, interconnecté à au moins un autre réseau public pour données selon la norme X.75.

Nummercapaciteit in tienden van een DNIC voor de identificatie van een openbaar datanetwerk kan slechts toegewezen worden aan een openbaar datanetwerk dat onderling gekoppeld is met minimaal één ander openbaar datanetwerk volgens de X.75-standaard.

L’Institut envoie une notification de toute nouvelle mise en service ou annulation d’un DNIC à l’UIT.

Het Instituut stuurt een notificatie van elke nieuwe ingebruikname of annulering van een DNIC aan de ITU.

Section 4. — Le plan de numérotation pour les services SMS et MMS

Afdeling 4. — Het nummerplan voor SMS en MMS diensten

Art. 69. Les numéros courts SMS et MMS ont une longueur de 4 à 6 chiffres, sauf les numéros courts SMS et MMS commenç ant par l’identité de service 10 et 11, qui ont une longueur fixe de 3 chiffres.

Art. 69. De SMS en MMS korte nummers hebben een lengte van 4 tot 6 cijfers, behalve de SMS en MMS korte nummers die starten met de dienstidentiteit 10 en 11, die een vaste lengte hebben van 3 cijfers.

Art. 70. § 1er. Les numéros courts SMS et MMS commenç ant par une identité de service 10 à 18 peuvent uniquement être attribués aux entités visées à l’article 58 et 59 et les titulaires des numéros visés aux articles 60 à 63 pour les applications et services respectifs prévus dans ces articles. Ces numéros sont attribués par l’Institut à la demande d’une entité visée à l’article 58 et 59 ou d’un demandeur ou titulaire d’un numéro visé aux articles 60 et 63. La demande ne peut cependant pas précéder l’attribution conformément à l’article 58 et 59 ou à la demande basée sur l’article 60 à 63.

Art. 70. § 1. De SMS en MMS korte nummers die starten met de dienstidentiteit 10 tot en met 18 kunnen enkel toegekend worden aan de entiteiten bedoeld in artikel 58 en 59 en de houders van de nummers bedoeld in de artikelen 60 tot en met 63 voor de respectievelijke toepassingen of diensten voorzien in die artikelen. Deze nummers worden door het Instituut toegekend op aanvraag van een entiteit bedoeld in artikel 58 en 59 of een aanvrager of houder van een nummer bedoeld in de artikelen 60 tot en met 63. De aanvraag kan echter niet in de tijd voorafgaan aan de toewijzing overeenkomstig artikel 58 en 59 of de aanvraag gebaseerd op artikel 60 tot en met 63.

Les éventuels principes de tarification des appels vers ces numéros courts SMS et MMS concordent le plus possible avec les principes de tarification qui sont utilisés pour les applications ou services prévus aux articles 58 à 63.

De eventuele tariferingprincipes van de oproepen naar deze SMS en MMS korte nummers zijn zoveel als mogelijk gelijklopend met de tariferingsprincipes die gehanteerd worden voor de toepassingen of diensten voorzien in de artikelen 58 tot en met 63.

§ 2. Les numéros courts SMS et MMS commenç ant par l’identité de service 19 peuvent être utilisés par les entités telles que définies à l’article 4, 1°, pour les applications ou services qui ne dépassent pas leurs propres limites de réseau ou celles de leurs partenaires commerciaux et qui sont intimement liés à l’exploitation directe de leur offre de services ou celle des partenaires commerciaux concernés.

§ 2. De SMS en MMS korte nummers die starten met de dienstidentiteit 19 kunnen door de entiteiten zoals bepaald in artikel 4, 1°, gebruikt worden voor toepassingen of diensten die hun eigen netwerkgrenzen of die van commerciële partners niet overschrijden en die nauw verbonden zijn met de directe exploitatie van hun dienstenaanbod of dat van de betrokken commerciële partners.

Le tarif utilisateur final des appels vers ces numéros n’est jamais plus élevé que le tarif utilisateur final standard facturé à l’abonné par son opérateur pour une communication standard vers un numéro E.164 géographique belge.

Het eindgebruikerstarief voor oproepen naar deze nummers is nooit hoger dan het standaard eindgebruikerstarief dat de abonnee aangerekend krijgt van zijn operator voor een standaardgesprek naar een Belgisch geografisch E.164 nummer.

L’obtention de droits d’utilisation concernant ces numéros n’est pas soumise aux articles 10 à 18.

Het verkrijgen van gebruiksrechten met betrekking tot deze nummers is niet onderworpen aan de artikelen 10 tot en met 18.

La date de mise en service de ces numéros est, par dérogation à l’article 19, alinéa premier, deuxième phrase, communiquée à l’Institut au moins trois semaines avant la mise en service.

De datum van ingebruikname van deze nummers wordt, in afwijking van artikel 19, eerste lid, tweede zin, ten minste drie weken vóór de ingebruikname aan het Instituut meegedeeld.

35500


Art. 71. § 1er. Les numéros courts SMS, et MMS commenç ant par l’identité de service 8 sont utilisés pour offrir des services dont les coûts de communication pour les appels vers ces numéros sont entièrement supportés par l’appelé.

Art. 71. § 1. De SMS en MMS korte nummers die starten met de dienstidentiteit 8 worden gebruikt voor het aanbieden van diensten waarvan de gesprekskosten voor oproepen naar dergelijke nummers volledig worden gedragen door de opgeroepene.

Tous les autres numéros courts SMS, et MMS peuvent, dans les conditions déterminées dans les paragraphes ci-dessous, outre les numéros tels que prévus aux articles 48, 49 et 50, être utilisés pour offrir des services payants via un réseau de communications électroniques.

Alle andere SMS en MMS korte nummers kunnen onder de voorwaarden bepaald in de hierna volgende paragrafen, naast de nummers zoals voorzien in de artikelen 48, 49 en 50, worden gebruikt om betalende diensten via een elektronische-communicatienetwerk aan te bieden.

§ 2. Les services payants spécifiquement destinés aux adultes via des réseaux de communications électroniques peuvent uniquement être offerts à l’aide de numéros courts SMS et MMS commenç ant par l’identité de service 7.

§ 2. Specifiek voor volwassenen bestemde betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken kunnen enkel aangeboden worden aan de hand van de SMS en MMS korte nummers die starten met de dienstidentiteit 7.

Le tarif utilisateur final pour les appels vers ces numéros s’élève à maximum 4 EUR par appel.

Het eindgebruikerstarief voor oproepen naar dergelijke nummers bedraagt maximaal 4 EUR per oproep.

§ 3. Les services payants via des réseaux de communications électroniques donnant accès à des jeux ou des compétitions, à l’exception des jeux ou des compétitions à connotation érotique ou sexuelle, ou qui permettent de payer pour des logos, des sonneries ou d’autres produits ou services de détente, à l’exception des logos, sonneries ou produits ou services de détente à connotation érotique ou sexuelle, qui sont fournis durant l’appel ou en conséquence directe de celui-ci, sont offerts à l’aide de numéros courts SMS et MMS commenç ant par les identités de service 5 en 6.

§ 3. Betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken waarmee toegang wordt gegeven tot spelletjes of competities, met uitzondering van erotisch of sexueel getinte spelletjes of competities, of die het mogelijk maken te betalen voor logo’s, beltonen of andere ontspanningsproducten of –diensten, met uitzondering van erotisch of sexueel getinte logo’s, beltonen of ontspanningsprocucten of –diensten, die geleverd worden tijdens de oproep of als direct gevolg hiervan, worden aangeboden aan de hand van de SMS en MMS korte nummers die starten met de dienstidentiteiten 5 en 6.

Le tarif utilisateur final pour les appels vers les numéros courts SMS ou MMS commenç ant par l’identité de service 5 ne peut pas dépasser 50 eurocents par appel.

Het eindgebruikerstarief voor oproepen naar de SMS of MMS korte nummers die starten met de dienstidentiteit 5 kan niet meer bedragen dan 50 eurocent per oproep.

Le tarif utilisateur final pour les appels vers les numéros courts SMS ou MMS commenç ant par l’identité de service 6 ne peut pas dépasser 2 EUR par appel.

Het eindgebruikerstarief voor oproepen naar de SMS of MMS korte nummers die starten met de dienstidentiteit 6 kan niet meer bedragen dan 2 EUR per oproep.

Dans la série des numéros courts SMS ou MMS commenç ant par l’identité de service 6, l’Institut peut déterminer des sous-séries pour la fourniture de services payants via des réseaux de communications électroniques auxquelles sont liées des exigences spécifiques en application d’autres dispositions légales ou réglementaires.

Het Instituut kan binnen de reeks van SMS of MMS korte nummers die starten met de dienstidentiteit 6 subreeksen vaststellen voor het a a n b i e d e n v a n b e t a l e n d e d i e n s t e n v i a e l e k t ro n i s c h e communicatienetwerken waaraan in uitvoering van andere wettelijke of reglementaire bepalingen bijzondere vereisten gekoppeld zijn.

§ 4. Les services payants via des réseaux de communications électroniques qui impliquent que, suite à une inscription à ce service, l’utilisateur final reç oive régulièrement ou non des messages dont le coût est entièrement à sa charge, peuvent uniquement être offerts à l’aide de numéros courts SMS ou MMS commenç ant par l’identité de service 9.

§ 4. Betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken die impliceren dat de eindgebruiker volgend op een inschrijving voor die dienst op al dan niet regelmatige tijden berichten ontvangt waarvoor de kostprijs volledig ter zijner laste is kunnen enkel worden aangeboden aan de hand van de SMS of MMS korte nummers die starten met de dienstidentiteit 9.

Les services visés au § 2 ne peuvent pas être offerts sous cette série de numéros.

Diensten bedoeld in § 2 kunnen niet aangeboden worden onder deze nummerreeks.

Le tarif utilisateur final pour l’envoi de l’appel par le biais duquel l’inscription au service est effectuée et le tarif utilisateur final pour la réception d’appels émanant des numéros visés à cet article s’élève à maximum 2 EUR par appel. Le tarif utilisateur final pour l’envoi d’appels autres que l’envoi de l’appel par le biais duquel l’inscription au service est effectuée ne peut dépasser le tarif utilisateur final vers un numéro standard géographique ou mobile.

Het eindgebruikerstarief voor het versturen van de oproep waarmee de inschrijving voor de dienst verricht wordt en het eindgebruikerstarief voor het ontvangen van oproepen komende van de nummers bedoeld in dit artikel bedraagt maximaal 2 EUR per oproep. Het eindgebruikerstarief voor het versturen van andere oproepen dan het versturen van de oproep waarmee de inschrijving voor de dienst verricht wordt kan niet meer bedragen dan het eindgebruikerstarief van een oproep naar een standaard geografisch of mobiel nummer.

§ 5. Les services payants via des réseaux de communications électroniques qui n’entrent pas dans le champ d’application des §§ 2 à 4 sont offerts à l’aide de numéros courts SMS et MMS commenç ant par les identités de service 2, 3 et 4.

§ 5. Betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken die niet vallen onder het toepassingsgebied van de §§ 2 tot 4 worden aangeboden aan de hand van de SMS en MMS korte nummers die starten met de dienstidentiteiten 2, 3 en 4.

Le tarif utilisateur final pour les appels vers les numéros courts SMS ou MMS commenç ant par l’identité de service 2 s’élève à 1 EUR maximum par appel.

Het eindgebruikerstarief voor oproepen naar de SMS of MMS korte nummers die starten met de dienstidentiteit 2 bedraagt maximaal 1 EUR per oproep.

Le tarif utilisateur final pour les appels vers les numéros courts SMS ou MMS commenç ant par l’identité de service 3 s’élève à 4 EUR maximum par appel.

Het eindgebruikerstarief voor oproepen naar de SMS of MMS korte nummers die starten met de dienstidentiteit 3 bedraagt maximaal 4 EUR per oproep.

Les services payants via des réseaux de communications électroniques avec lesquels des paiements sont effectués pour des produits ou des services fournis pendant l’appel ou en conséquence directe de celui-ci sont proposés à l’aide de numéros courts SMS ou MMS commenç ant par l’identité de service 4.

Betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken waarmee betalingen uitgevoerd worden voor producten of diensten die worden geleverd tijdens de oproep of als direct gevolg hiervan, worden aangeboden aan de hand van de SMS of MMS korte nummers die starten met de dienstidentiteit 4.

Les services visés au § 2 et 3 ne peuvent pas être proposés dans cette série de numéros.

Diensten bedoeld in § 2 en 3 kunnen niet aangeboden worden onder deze nummerreeks.

Le tarif utilisateur final pour les appels vers les numéros courts SMS ou MMS commenç ant par l’identité de service 4 ne peut dépasser 31 EUR par appel.

Het eindgebruikerstarief voor oproepen naar de SMS of MMS korte nummers die starten met de dienstidentiteit 4 kan niet meer bedragen dan 31 EUR per oproep.

Art. 72. Les numéros courts SMS et MMS visés à l’article 71 ont une longueur fixe de 4 chiffres. L’Institut peut toutefois autoriser, l’utilisation de numéros courts SMS et MMS avec une longueur fixe de 5

Art. 72. De SMS en MMS korte nummers bedoeld in artikel 71 hebben een vaste lengte van 4 cijfers. Het Instituut kan echter het gebruik van SMS en MMS korte nummers met een vaste lengte vaneb


35501

chiffres si cela est nécessaire pour créer une capacité de numérotation supplémentaire ou pour fournir l’accès à des services payants transfrontières via des réseaux de communications électroniques.

5 cijfers toestaan, indien dit noodzakelijk is om bijkomende nummercapaciteit te creëren of om toegang te verlenen tot grensoverschrijdende betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken.

Art. 73. La capacité de numérotation disponible derrière les identités de service visées dans cette section est toujours réservable par série de 100 numéros ou par numéro individuel.

Art. 73. Nummercapaciteit beschikbaar achter de dienstidentiteiten bedoeld in deze afdeling is steeds per reeks van 100 nummers of per individueel nummer reserveerbaar.

Par dérogation à l’article 13, la capacité de numérotation visée aux articles 71 et 72 peut être réservée simultanément par plusieurs opérateurs, à condition que les demandes concernant la même capacité de numérotation soient introduites auprès de l’Institut dans un laps de temps de trois jours ouvrables maximum selon les modalités prévues à l’article 10. Si l’Institut approuve les demandes de réservation visées au présent alinéa, il s’agit d’une réservation simultanée de la capacité de numérotation en question.

In afwijking van artikel 13, kan nummercapaciteit bedoeld in de artikelen 71 en 72 tegelijkertijd door meerdere operatoren gereserveerd worden voor zover de aanvragen voor dezelfde nummercapaciteit binnen een tijdsbestek van maximum drie werkdagen bij het Instituut ingediend worden door middel van aanvragen, die voldoen aan de bepalingen van artikel 10. Indien de aanvragen tot reservatie bedoeld in dit lid door het Instituut ingewilligd worden, leidt dit tot een gelijktijdige reservatie van de betrokken nummercapaciteit.

Art. 74. L’Institut peut attribuer des numéros d’essai et de routage aux entités visées à l’article 4.

Art. 74. Het Instituut kan test- en routeringsnummers toewijzen aan de entiteiten bedoeld in artikel 4.

Ces numéros sont exclusivement destinés à des applications ou services internes, non accessibles au public et gratuits.

Die nummers zijn uitsluitend bedoeld voor interne toepassingen of diensten, niet toegankelijk voor het publiek en gratis.

Section 5. — Le plan de numérotation pour l’identification des équipements et des utilisateurs en situation de roaming

Afdeling 5. — Het nummerplan voor de identificatie van apparatuur en gebruikers in roaming-toestand

Art. 75. § 1er. Le plan international d’identification pour les équipements et les utilisateurs en situation de roaming est établi par l’Union Internationale des Télécommunications dans la recommandation E.212. Le code de pays mobile attribué par l’Union Internationale des Télécommunications à la Belgique est le « 206 ».

Art. 75. § 1. Het internationale identificatieplan voor apparatuur en gebruikers in roaming-toestand is vastgesteld door de Internationale Telecommunicatie Unie in de E.212 aanbeveling. De mobiele landencode die de Internationale Telecommunicatie Unie aan België heeft toegekend is « 206 ».

§ 2. L’Institut attribue les codes de réseau mobiles de deux chiffres après le code de pays mobile aux opérateurs qui disposent d’un réseau ou d’éléments de réseau. Les codes de réseau mobiles sont suivis par un numéro de dix chiffres.

§ 2. Het Instituut kent de tweecijferige mobiele netwerkcodes na de mobiele landencode toe aan operatoren die beschikken over een netwerk of over netwerkelementen. De mobiele netwerkcodes worden gevolgd door een tiencijferig nummer.

§ 3. Les opérateurs attribuent des identités d’abonnés mobiles internationales, se composant du code de pays mobile « 206 » suivi du code de réseau mobile qui leur a été attribué et d’un numéro individuel de dix chiffres, à leurs utilisateurs finals conformément à la recommandation E.212.

§ 3. Operatoren wijzen internationale mobiele abonnee identiteiten, bestaande uit de mobiele landencode « 206 » gevolgd door de aan hen toegewezen mobiele netwerkcode en een individueel nummer van tien cijfers, toe aan hun eindgebruikers conform de E.212 aanbeveling.

Section 6. — Le plan d’identification pour la liaison entre les commutateurs internationaux et nationaux

Afdeling 6. — De nummerplannen voor de koppeling tussen internationale schakelaars en de koppeling tussen nationale schakelaars

Art. 76. § 1er. Le plan international d’identification sémaphore visant à établir le lien entre les commutateurs internationaux est établi par l’Union Internationale des Télécommunications, appelée également ci-après « UIT », dans la recommandation Q.708. Elle se compose d’une identification de la zone de 3 bits, suivie d’une identification de la région de 8 bits et une identification des points sémaphores de 3 bits.

Art. 76. § 1. Het internationale identificatieplan voor signalering om de koppeling tussen internationale schakelaars mogelijk te maken is vastgesteld door de Internationale Telecommunicatie Unie, hierna ook « ITU » genoemd, in de Q.708- aanbeveling. Ze bestaat uit een zone-identificatie van 3 bits, gevolgd door een gebiedsidentificatie van 8 bits en een signaleringspuntidentificatie van 3 bits.

§ 2. L’Institut attribue les codes de points sémaphores internationaux.

§ 2. Het Instituut wijst de internationale signaleringspuntcodes toe.

Un code de point sémaphore international peut uniquement être attribué par l’Institut à condition que :

Een internationale signaleringspuntcode kan enkel door het Instituut worden toegewezen indien :

1° le code soit exploité sur le territoire belge;

1° de code uitgebaat wordt op Belgisch grondgebied;

2° le demandeur projette une interconnexion qui nécessite au moins une relation sémaphore avec un autre code de point sémaphore international.

2° de aanvrager een interconnectie plant die ten minste een signaleringsrelatie vereist met een andere internationale signaleringspuntcode.

Dans des circonstances exceptionnelles et moyennant une motivation détaillée et pertinente par le demandeur, il peut être dérogé à la condition mentionnée au point 1°.

In uitzonderlijke omstandigheden en mits een grondige en afdoende motivering kan door de aanvrager afgeweken worden van de voorwaarde vermeld onder 1°.

§ 3. L’Institut envoie une notification de toute nouvelle mise en service ou annulation d’un code de point sémaphore international à l’UIT.

§ 3. Het Instituut stuurt een notificatie van elke nieuwe ingebruikname of annulering van een internationale signaleringspuntcode aan de ITU.

Art. 77. § 1er. Le plan d’identifcation national sémaphore sert à établir un lien entre les commutateurs nationaux. Il se compose de 14 bits, répartis en deux groupes de 7 bits successifs.

Art. 77. § 1. Het nationale identificatieplan voor signalering dient om de koppeling tussen nationale schakelaars mogelijk te maken. Ze bestaat uit 14 bits, opgesplitst in twee groepen van 7 opeenvolgende bits.

§ 2. L’Institut attribue les codes de points sémaphores nationaux. Un code de point sémaphore national peut uniquement être attribué par l’Institut à condition que : 1° le code soit exploité sur le territoire belge;

§ 2. Het Instituut wijst de nationale signaleringspuntcodes toe. Een nationale signaleringspuntcode kan enkel door het Instituut worden toegewezen indien : 1° de code uitgebaat wordt op Belgisch grondgebied;

2° le demandeur projette une interconnexion qui nécessite au moins une relation sémaphore avec un autre code de point sémaphore national.

2° de aanvrager een interconnectie plant die ten minste een signaleringsrelatie vereist met een andere nationale signaleringspuntcode.

Dans des circonstances exceptionnelles et moyennant une motivation détaillée et pertinente par le demandeur, il peut être dérogé à la condition mentionnée au point 1°.

In uitzonderlijke omstandigheden en mits een grondige en afdoende motivering kan door de aanvrager afgeweken worden van de voorwaarde vermeld onder 1°.

35502

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Section 7. — Autres plans de numérotation

Afdeling 7. — Andere nummerplannen

Art. 78. Les numéros identificateurs de l’entité émettrice sont attribués selon la recommandation E.118 de l’Union Internationale des Télécommunications.

Art. 78. Identificatienummers van de uitreikende instantie worden toegewezen volgens de E.118 aanbeveling van de Internationale Telecommunicatie Unie.

Les numéros identificateurs de l’entité émettrice sont utilisés pour permettre aux clients d’utiliser leur carte de paiement pour différents services de communications électroniques internationaux de sorte que la facturation se fasse sur la carte de paiement dans le pays émetteur. Les numéros identificateurs de l’entité émettrice se composent de maximum 19 chiffres commenç ant par « 8932 » pour la Belgique. L’Institut attribue des numéros identificateurs de trois chiffres dans cette série.

Identificatienummers van de uitreikende instantie worden gebruikt om klanten toe te laten hun betaalkaart te gebruiken voor verschillende internationale elektronische- communicatiediensten zodat gefactureerd wordt op de betaalkaart in het land van uitgifte. De identificatienummers van de uitreikende instantie bestaan uit maximum 19 cijfers, die voor België starten met « 8932 ». Binnen deze reeks wijst het Instituut driecijferige nationale identificatienummers toe.

L’Institut envoie une notification de toute nouvelle mise en service ou annulation d’un numéro identificateur de l’entité émettrice à l’UIT.

Het Instituut stuurt een notificatie van elke nieuwe ingebruikname of annulering van een identificatienummer van de uitreikende instantie aan de ITU.

Art. 79. L’Institut gère le plan d’identification de code réseau mobile TETRA selon la norme ETSI ETS 300-392-1. La norme ETSI définit l’International TETRA Subscriber Identity (« ITSI ») qui se compose de trois champs : le MCC (« Tetra mobile country code »), le MNC (« Tetra mobile network code ») et le SSI (« short subscriber Identity »). L’Institut attribue des codes de réseau mobiles Tetra de quatre chiffres aux opérateurs TETRA, à savoir les opérateurs qui exploitent un réseau numérique à fréquences partagées selon la norme ETSI.

Art. 79. Het Instituut beheert het TETRA mobiele netwerk code identificatieplan volgens de ETSI ETS 300-392-1 standaard. De ETSI standaard definieert de International TETRA Subscriber Identity (« ITSI ») dewelke bestaat uit drie velden : de MCC (« Tetra mobile country code »), de MNC (« Tetra mobile network code ») en de SSI (« short subscriber Identity »). Het Instituut wijst viercijferige Tetra mobile network codes toe aan operatoren van TETRA netwerken, zijnde operatoren die een digitaal netwerk met gedeelde frequenties volgens de ETSI standaard uitbaten.

CHAPITRE VII. — Interfonctionnement

HOOFDSTUK VII. — Interwerking

Art. 80. Les modalités d’interfonctionnement des différents plans de numérotation sont définies selon les recommandations internationales de l’UIT par le Ministre, après avis de l’Institut et consultation des opérateurs.

Art. 80. De interwerkingsmodaliteiten tussen de verschillende nummerplannen worden vastgesteld volgens de internationale ITUaanbevelingen door de Minister, na advies van het Instituut en na raadpleging van de operatoren.

CHAPITRE VIII. — Maintenance et contrôle

HOOFDSTUK VIII. — Handhaving en controle

Art. 81. Pour permettre le contrôle de l’observation du présent arrêté ou de la décision prise en vertu de l’article 11, § 3 ou § 5 de la Loi, le demandeur met sur simple demande gratuitement à la disposition de l’Institut les informations et accès nécessaires.

Art. 81. Teneinde de controle op de naleving van dit besluit of het besluit genomen krachtens artikel 11,§ 3 of § 5, van de Wet mogelijk te maken, stelt de aanvrager op eenvoudige aanvraag de nodige informatie en toegangen gratis ter beschikking van het Instituut.

Art. 82. § 1er. Lorsqu’il ressort d’un contrôle que les dispositions du présent arrêté ou de l’arrêté pris en exécution de l’article 11,§ 3 ou § 5 de la Loi ne sont pas respectées, cela peut donner lieu à une procédure de suspension ou de retrait de la capacité de numérotation en question. Cette procédure débute par une mise en demeure. Le délai dans lequel l’infraction doit être redressée, en application de cette mise en demeure, est d’un mois, à compter de la date de la mise en demeure, à moins que l’Institut ne décide d’appliquer un délai plus long ou à moins que la personne concernée marque son accord sur un délai plus court.

Art. 82. § 1. Wanneer uit een controle blijkt dat de bepalingen van dit besluit of het besluit genomen krachtens artikel 11,§ 3 of § 5, van de Wet niet worden nageleefd, kan dit aanleiding geven tot een procedure van schorsing of intrekking van de betrokken nummercapaciteit. Deze procedure start met een ingebrekestelling. De termijn waarbinnen de overtreding in toepassing van deze ingebrekestelling ongedaan gemaakt moet worden bedraagt één maand, te rekenen vanaf de datum van de ingebrekestelling, tenzij het Instituut beslist een langere termijn toe te passen of tenzij de betrokken persoon instemt met een kortere termijn.

Si la personne concernée a déjà commis des infractions à plusieurs reprises, l’Institut peut également donner un délai plus court qu’un mois pour redresser l’infraction.

Indien de betrokken persoon reeds herhaalde inbreuken heeft gepleegd, kan het Instituut ook een kortere termijn dan één maand geven voor het ongedaan maken van de overtreding.

§ 2. Si le contrevenant n’a pas mis fin à l’infraction dans le délai prévu dans la mise en demeure, l’Institut peut imposer les mesures adéquates et proportionnelles nécessaires.

§ 2. Indien de overtreder binnen de termijn voorzien in de ingebrekestelling geen einde aan de overtreding heeft gemaakt, kan het Instituut de nodige passende en evenredige maatregelen opleggen.

Les mesures, accompagnées des raisons les justifiant, sont communiquées dans la semaine suivant leur adoption et fixent un délai raisonnable au cours duquel l’intéressé doit se conformer à la mesure imposée.

De maatregelen en de daaraan ten grondslag liggende redenen worden binnen een week na de vaststelling meegedeeld met opgave van een redelijke termijn binnen dewelke de betrokkene aan de opgelegde maatregel moet voldoen.

§ 3. Lorsque les mesures imposées en application du § 2 n’ont pas abouti à l’annulation de l’infraction, l’Institut peut, après avoir constaté le non respect grave et répété des obligations du présent arrêté ou de la décision prise en vertu de l’article 11,§ 3 ou § 5, de la Loi, suspendre ou retirer la capacité de numérotation concernée.

§ 3. Wanneer de in toepassing van § 2 opgelegde maatregelen niet geleid hebben tot het ongedaan maken van de overtreding, kan het Instituut, na vaststelling van het ernstig en herhaaldelijk niet nakomen van de verplichtingen van dit besluit of van het besluit genomen krachtens artikel 11,§ 3 of § 5, van de Wet, de betrokken nummercapaciteit opschorten of intrekken.


35503

Art. 83. Lorsque l’Institut dispose de preuves qui constatent un manquement au présent arrêté ou à la décision prise conformément à l’article 11, § 3 ou § 5 de la Loi, entraînant ou susceptible d’entraîner une menace immédiate grave pour l’ordre public, la sécurité publique ou la santé publique ou de nature à provoquer de graves problèmes économiques ou opérationnels pour d’autres fournisseurs ou utilisateurs de réseaux ou de services de communications électroniques, il peut, par dérogation à la procédure décrite à l’article 82, dans l’attente d’une décision définitive, prendre des mesures provisoires pour mettre fin à la situation.

Art. 83. Wanneer het Instituut over bewijzen beschikt dat een overtreding van dit besluit of het besluit genomen krachtens artikel 11, § 3 of § 5 van de Wet een directe en ernstige bedreiging vormt voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid, of ernstige economische of bedrijfstechnische problemen voor andere operatoren of gebruikers van elektronische-communicatienetwerken of -diensten tot gevolg heeft of zal hebben, kan het, in afwijking van de procedure omschreven in artikel 82, in afwachting van een definitief besluit, voorlopige maatregelen nemen om een eind te maken aan de situatie.

L’intéressé se voit ensuite accorder une possibilité raisonnable d’exprimer son point de vue et de proposer des solutions.

De betrokkene krijgt vervolgens een redelijke gelegenheid om zijn standpunt kenbaar te maken en oplossingen voor te stellen.

CHAPITRE IX. — Redevances pour l’obtention et l’exercice de droits d’utilisation des numéros

HOOFDSTUK IX. — Heffingen voor het verkrijgen en uitoefenen van gebruiksrechten voor nummers

Art. 84. § 1er. Sauf pour la réservation des numéros E.164 nationaux géographiques, d’un code de point sémaphore national, d’un code d’identification du réseau données et de la capacité de numérotation du plan de numérotation pour les services SMS, et MMS, les frais de dossier pour la réservation de capacité de numérotation conformément au Chapitre III, section 1ère, sous-section 1ère s’élèvent à 1.000 EUR par taille standard de la capacité de numérotation concernée telle que fixée dans le présent arrêté.

Art. 84. § 1. Behalve voor de reservatie van geografische nationale E.164 nummers, van een nationale signaleringspuntcode, een datanetwerkidentificatiecode en van nummercapaciteit uit het nummerplan voor SMS en MMS diensten bedragen de dossierkosten voor de reservatie van alle nummercapaciteit overeenkomstig Hoofdstuk III, afdeling 1, onderafdeling 1 1.000 EUR per standaardgrootte van de betrokken nummercapaciteit zoals vastgelegd in dit besluit.

Les frais de dossier pour la réservation d’un code de point sémaphore national et d’un code d’identification du réseau données conformément au Chapitre III, section 1ère, sous-section 1ère s’élèvent à 100 EUR par taille standard de la capacité de numérotation concernée fixée dans le présent arrêté.

De dossierkosten voor de reservatie van een nationale signaleringspuntcode en van een datanetwerkidentificatiecode overeenkomstig Hoofdstuk III, afdeling 1, onderafdeling 1 bedragen 100 EUR per standaardgrootte van nummercapaciteit vastgelegd in dit besluit.

Les frais de dossier pour la réservation d’un numéro court SMS ou MMS s’élèvent à 17 EUR.

De dossierkost voor de reservatie van een SMS of MMS kort nummer bedraagt 17 EUR.

Les frais de dossier pour la réservation des numéros géographiques nationaux E.164 s’élèvent à 25 EUR par taille standard de la capacité de numérotation fixée dans le présent arrêté.

De dossierkost voor de reservatie van geografische nationale E.164 nummers bedraagt 25 EUR per standaardgrootte van de nummercapaciteit vastgelegd in dit besluit.

S’il est décidé sur propre demande ou par l’Institut de réserver de plus petites fractions que la taille standard de la capacité de numérotation, les frais de dossier restent inchangés.

Indien op eigen verzoek of door het Instituut wordt beslist om kleinere fracties te reserveren dan de standaardgrootte van nummercapaciteit blijft de dossierkost ongewijzigd.

Les frais de dossier pour la notification d’une mise en possession qui implique une dérogation à l’interdiction prévue à l’article 5, § 1er, alinéa 5, s’élèvent à 1.000 EUR.

De dossierkosten voor de notificatie van een inbezitstelling die een afwijking inhoudt van het verbod voorzien in artikel 5, § 1, vijfde lid, bedragen 1.000 EUR.

§ 2. Les droits annuels pour l’attribution de capacité de numérotation conformément au Chapitre III, section 1ère, sous-section 2 et les droits annuels pour l’attribution conformément à l’annexe 2 s’élèvent à :

§ 2. De jaarlijkse rechten voor de toewijzing van nummercapaciteit overeenkomstig Hoofdstuk III, afdeling 1, onderafdeling 2 en de jaarlijkse rechten voor de toewijzing overeenkomstig bijlage 2 bedragen :

1° 12.500 EUR par numéro court de quatre chiffres attribué, code de point sémaphore international et code de réseau mobile de deux chiffres;

1° 12.500 EUR per toegewezen viercijferig kort nummer, internationale signaleringspuntcode en tweecijferige mobiele netwerkcode;

2° 1.500 EUR par bloc attribué de 100.000 numéros avec l’identité de service 4 quelle que soit la taille standard de la capacité de numérotation au moment de l’attribution;

2° 1.500 EUR per toegewezen blok van 100.000 nummers met de dienstidentiteit 4 ongeacht de standaardgrootte van de nummercapaciteit op het ogenblik van de toewijzing;

3° 1.500 EUR par bloc attribué de 10.000 numéros avec les identités de service 70, 76, 78 et 79 quelle que soit la taille standard de la capacité de numérotation au moment de l’attribution;

3° 1.500 EUR per toegewezen blok van 10.000 nummers met de dienstidentiteiten 70, 76, 78 en 79 ongeacht de standaardgrootte van de nummercapaciteit op het ogenblik van de toewijzing;

4° 1.000 EUR par code d’identification du réseau données, quelle que soit la taille standard de la capacité de numérotation au moment de l’attribution;

4° 1.000 EUR per toegewezen datanetwerkidentificatiecode, ongeacht de standaardgrootte van de nummercapaciteit op het ogenblik van de toewijzing;

5° 750 EUR par bloc attribué de 1.000 numéros avec les identités de service 77, 800 et 9 quelle que soit la taille standard de la capacité de numérotation au moment de l’attribution;

5° 750 EUR per toegewezen blok van 1.000 nummers met de dienstidentiteiten 77, 800 en 9, ongeacht de standaardgrootte van de nummercapaciteit op het ogenblik van de toewijzing;

6° 50 EUR par code de point sémaphore national attribué;

6° 50 EUR per toegewezen nationale signaleringspuntcode;

7° 100 EUR par bloc attribué de 10.000 numéros géographiques nationaux E.164 quelle que soit la taille standard de la capacité de numérotation au moment de l’attribution.

7° 100 EUR per toegewezen blok van 10.000 geografische nationale E.164 nummers ongeacht de standaardgrootte van de nummercapaciteit op het ogenblik van de toewijzing.

Si la capacité de numérotation est attribuée en fractions, la redevance annuelle est réduite de moitié.

Indien de nummercapaciteit in fracties wordt toegekend, wordt het jaarlijks recht met de helft verminderd.

35504


En cas de mise en possession qui implique une dérogation à l’interdiction prévue à l’article 5, § 1er, alinéa 4, les droits annuels visés aux alinéas précédents sont augmentés de 10 % par partie pour laquelle une dérogation à l’interdiction prévue à l’article 5, § 1er, alinéa 4, a été accordée.

Ingeval van inbezitstelling die een afwijking inhoudt van het verbod voorzien in artikel 5, § 1, vierde lid, worden de in de vorige leden vermelde jaarlijkse rechten verhoogd met 10 % per partij waarvoor een afwijking van het verbod voorzien in artikel 5, § 1, vierde lid, is toegestaan.

§ 3. Les droits annuels par numéro court SMS et MMS dans les identités de service 2 à 8 s’élèvent à :

§ 3. De jaarlijkse rechten per toegewezen SMS en MMS kort nummer binnen de dienstidentiteiten 2 tot en met 8 bedragen :

1° 83 EUR dans les cas suivants :

1° 83 EUR in de volgende gevallen :

— lorsque les chiffres derrière l’identité de service sont identiques à ceux de l’identité de service;

— wanneer de cijfers achter de dienstidentiteit dezelfde zijn als die van de dienstidentiteit;

— lorsque tous les chiffres derrière l’identité de service correspondent à ’0’;

— wanneer alle cijfers achter de dienstidentiteit gelijk zijn aan ’0’;

— lorsque le chiffre derrière l’identité de service dépasse d’une unité l’identité de service, le deuxième chiffre derrière l’identité de service dépasse de deux unités l’identité de service et que le troisième chiffre derrière l’identité de service dépasse de trois unités l’identité de service;

— wanneer het cijfer achter de dienstidentiteit één eenheid groter is dan de dienstidentiteit, het tweede cijfer achter de dienstidentiteit twee eenheden groter is dan de dienstidentiteit en het derde cijfer achter de dienstidentiteit drie eenheden groter is dan de dienstidentiteit;

— lorsque le chiffre derrière l’identité de service est inférieur d’une unité à l’identité de service, le deuxième chiffre derrière l’identité de service est inférieur de deux unités l’identité de service et que le troisième chiffre derrière l’identité de service est inférieur de trois unités à l’identité de service.

— wanneer het cijfer achter de dienstidentiteit één eenheid kleiner is dan de dienstidentiteit, het tweede cijfer achter de dienstidentiteit twee eenheden kleiner is dan de dienstidentiteit en het derde cijfer achter de dienstidentiteit drie eenheden kleiner is dan de dienstidentiteit.

2° 33 EUR dans les cas suivants :

2° 33 EUR in de volgende gevallen :

— lorsque l’identité de service et le premier chiffre derrière l’identité de service sont identiques et que le deuxième et le troisième chiffre derrière l’identité de service sont également identiques mais ne sont pas identiques au chiffre de l’identité de service et au premier chiffre derrière l’identité de service;

— wanneer de dienstidentiteit en het eerste cijfer achter de dienstidentiteit gelijk zijn en het tweede en het derde cijfer achter de dienstidentiteit eveneens gelijk zijn maar niet gelijk zijn aan het cijfer van de dienstidentiteit en het eerste cijfer achter de dienstidentiteit;

— lorsque l’identité de service et le deuxième chiffre derrière l’identité de service sont identiques et que le premier chiffre derrière l’identité de service et le troisième chiffre derrière l’identité de service sont également identiques mais ne sont pas identiques au chiffre de l’identité de service et au deuxième chiffre derrière l’identité de service;

— wanneer de dienstidentiteit en het tweede cijfer achter de dienstidentiteit gelijk zijn én het eerste cijfer achter de dienstidentiteit en het derde cijfer achter de dienstidentiteit eveneens gelijk zijn maar niet gelijk zijn aan het cijfer van de dienstidentiteit en het tweede cijfer achter de dienstidentiteit;

— lorsque tous les chiffres derrière l’identité de service correspondent à ’9’;

— wanneer alle cijfers achter de dienstidentiteit gelijk zijn aan ’9’;

— lorsque le premier chiffre derrière l’identité de service est différent de l’identité de service et le deuxième et le troisième chiffre derrière l’identité de service correspondent à ’0’.

— wanneer het eerste cijfer achter de dienstidentiteit verschillend is van de dienstidentiteit én het tweede en het derde cijfer achter de dienstidentiteit gelijk zijn aan ’0’.

3° 8 EUR dans tous les autres cas.

3° 8 EUR in alle andere gevallen.

§ 4. Les droits visés au § 2 et 3 sont payés avant le 31 janvier de l’année pour laquelle ils sont dus. L’année de l’attribution de la capacité de numérotation, ils sont réduits proportionnellement au nombre de mois entiers restant à courir à la date d’attribution. Les redevances dues sont payées dans les trente jours qui suivent cette date.

§ 4. De rechten bedoeld in § 2 en 3 worden betaald vóór 31 januari van het jaar waarvoor ze verschuldigd zijn. Tijdens het jaar waarin de nummercapaciteit wordt toegewezen, worden de verschuldigde rechten gereduceerd in verhouding tot het aantal volle maanden dat dit jaar op de dag van toewijzing nog telt. De verschuldigde rechten worden betaald binnen dertig dagen na die datum.

§ 5. Les montants des redevances et des frais de dossier prévus dans le présent arrêté sont adaptés le 1er janvier de chaque année à l’indice des prix à la consommation. L’adaptation se fait en divisant le coefficient du mois de novembre précédant le mois de janvier dans le courant duquel l’adaptation a lieu par l’indice des prix du mois de novembre 2006. Pour le calcul de ce coefficient, celui-ci est arrondi aux dix millièmes supérieur ou inférieur selon que le chiffre des cent millièmes atteigne ou non cinq. Après application du coefficient, les montants obtenus sont arrondis à l’euro supérieur.

§ 5. De bedragen van de rechten en dossierkosten die in dit besluit zijn vermeld worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. De aanpassing geschiedt door het indexcijfer van de maand november die voorafgaat aan de maand januari in de loop waarvan de aanpassing zal plaatsvinden, te delen door het indexcijfer van de maand november 2006. Bij de berekening van de coëfficiënt wordt deze afgerond tot het hogere of lagere tienduizendste naargelang het cijfer van de honderdduizendsten al of niet vijf bereikt. Na de toepassing van de coëfficiënt worden de bedragen afgerond tot de hogere euro.

§ 6. Le retrait de la capacité de numérotation réservée ou attribuée ne donne pas lieu au remboursement d’une partie ou de la totalité des frais de dossier mentionnés dans le présent arrêté.

§ 6. De intrekking van de gereserveerde of toegekende nummercapaciteit geeft geen aanleiding tot terugbetaling van het geheel of van een deel van de dossierkosten bedoeld in dit besluit.

CHAPITRE X. — Dispositions diverses modificatives, transitoires et finales

HOOFDSTUK X. — Diverse, overgangsen slotbepalingen

Art. 85. Sur proposition de l’Institut, le Ministre peut autoriser, pour des raisons techniques et dans l’intérêt de l’utilisateur final, pour une période transitoire, des exceptions aux principes contenus au Chapitre VI du présent arrêté.

Art. 85. De Minister kan, op voorstel van het Instituut, om technische redenen en in het belang van de eindgebruiker, voor een overgangsperiode uitzonderingen toestaan op de principes vervat in Hoofdstuk VI van dit besluit.

Art. 86. Les numéros courts repris à l’annexe 2 peuvent continuer à être utilisés par les opérateurs cités dans cette annexe pour l’utilisation fixée dans cette annexe.

Art. 86. De korte nummers opgenomen in bijlage 2 kunnen door de operatoren vernoemd in die bijlage verder aangewend worden voor het gebruik bepaald in die bijlage.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Si un numéro repris à l’annexe 2 est retiré du service par l’opérateur concerné, l’utilisation divergente autorisée à l’annexe 2 est supprimée.

35505

Indien een nummer opgenomen in de bijlage 2 door de betrokken operator uit dienst genomen wordt, vervalt het in bijlage 2 toegelaten afwijkend gebruik. Art. 87. Worden opgeheven :

Art. 87. Sont abrogés : 1° l’arrêté royal du 10 décembre 1997 relatif à la gestion du plan de numérotation, tel que modifié par l’arrêté royal du 19 mars 2003;

1° het koninklijk besluit van 10 december 1997 betreffende het beheer van het nummeringsplan, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 maart 2003;

2° le Chapitre IV, comprenant l’article 9, de l’arrêté royal du 16 mars 2000 relatif à la portabilité des numéros d’abonnés aux services de télécommunications, tel que modifié par l’arrêté royal du 23 septembre 2002.

2° Hoofdstuk IV, bestaande uit artikel 9, van het koninklijk besluit van 16 maart 2000 betreffende de overdraagbaarheid van de nummers van de abonnees van de telecommunicatiediensten, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 september 2002.

Art. 88. Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du troisième mois qui suit sa publication au Moniteur belge, à l’exception de :

Art. 88. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van :

1° l’article 5, §§ 1er, et 2, qui entrent en vigueur le premier jour du cinquième mois qui suit celui de la publication du présent arrêté au Moniteur belge;

1° artikel 5, §§ 1 en 2, die in werking treden op de eerste dag van de vijfde maand na die waarin dit besluit is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad;

2° l’article 50, §§ 2 à 6, qui entrent en vigueur le premier jour du dixième mois qui suit celui de la publication du présent arrêté au Moniteur belge;

2° artikel 50, §§ 2 tot 6, die in werking treden op de eerste dag van de tiende maand na die waarin dit besluit is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad;

3° la section 4 du Chapitre VI, qui entre en vigueur le premier jour du douzième mois qui suit celui de la publication du présent arrêté au Moniteur belge.

3° afdeling 4 van Hoofdstuk VI, dat in werking treedt op de eerste dag van de twaalfde maand na die waarin dit besluit is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 89. Notre Ministre des Télécommunications est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Art. 89. Onze Minister van Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Donné à Bruxelles, le 27 avril 2007.

Gegeven te Brussel, 27 april 2007.

ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

La Vice-Première Ministre, Ministre du Budget et de la Protection de la Consommation, Mme F. VAN DEN BOSSCHE

De Vice-Eerste Minister, Minister van Begroting en van Consumentenzaken, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

Le Ministre de l’Economie, de l’Energie, du Commerce Extérieur et de la Politique scientifique, M. VERWILGHEN


Annexe 1re

Bijlage 1

Numéros ayant une valeur économique particulière attribués conformément à l’article 11, § 5, de la Loi — Les numéros suivants dans la série 12XX, 13XX et 14XX : 1200, mais seulement au plus tôt le 1er janvier 2013 1300, mais seulement au plus tôt le 1er janvier 2013 1400, mais seulement au plus tôt le 1er janvier 2013 — Les numéros suivants dans la série 18XX : 1800 1808 1811 1818 1822 1833 1844 1855

Nummers met een bijzondere economische waarde die toegekend worden overeenkomstig artikel 11, § 5, van de Wet — De volgende nummers in de 12XX-, 13XX- en 14XX- reeks : 1200, maar pas ten vroegste op 1 januari 2013 1300, maar pas ten vroegste op 1 januari 2013 1400, maar pas ten vroegste op 1 januari 2013 — De volgende nummers in de 18XX–reeks : 1800 1808 1811 1818 1822 1833 1844 1855

1866

1866

1877

1877

1881

1881

1888

1888

1899

1899

35506


— Chaque numéro court SMS ou MMS appartenant à l’une des catégories visées à l’article 84, § 3, 1° et 2°, pour lequel pendant la période de souscription, plusieurs demandes ont été reç ues et à propos desquelles l’Institut constate que les demandeurs n’ont obtenu ni une conciliation, ni un accord concernant une répartition par tirage au sort organisé par l’Institut, sauf si le numéro concerné est utilisé comme décrit à l’annexe 2. Vu pour être annexé à Notre arrêté du 27 avril 2007 relatif à la gestion de l’espace de numérotation national et à l’attribution et au retrait des droits d’utilisation de numéros.

— Ieder SMS of MMS kort nummer dat behoort tot één van de categorieën bedoeld in artikel 84, § 3, 1° en 2°, waarvoor tijdens de periode van voorintekening meerdere aanvragen ontvangen werden en waaromtrent het Instituut vaststelt dat de aanvragers noch een verzoening noch een akkoord omtrent een verdeling per lottrekking georganiseerd door het Instituut hebben bereikt, behalve indien het betrokken nummer gebruikt wordt zoals beschreven in bijlage 2. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 27 april 2007 betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers.

ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :





Annexe 2

Bijlage 2

Numéros courts avec une autorisation d’utilisation divergente des principes du présent arrêté 1. Par dérogation à l’article 64, Belgacom SA peut utiliser le numéro court 1966 pour la fourniture d’un service sur le réseau de Belgacom permettant de réaliser des appels de qualité moindre à un tarif d’utilisateur final inférieur en comparaison de l’offre standard de Belgacom. Par dérogation à l’article 61, Belgacom SA peut utiliser le numéro court national 1325 pour la fourniture d’un service télégraphique. 2. Par dérogation aux articles 64 et 71, Belgacom Mobile peut continuer à utiliser les numéros courts SMS et MMS suivants dans le cadre de l’utilisation fixée ci-après : — 6000 pour la fourniture d’un service vocal sur le réseau de Belgacom Mobile permettant aux clients de Belgacom Mobile d’accéder au service clientèle néerlandophone; — 6030 pour la fourniture d’un service vocal sur le réseau de Belgacom Mobile permettant aux clients de Belgacom Mobile d’accéder au service clientèle en anglais; — 6060 pour la fourniture d’un service vocal sur le réseau de Belgacom Mobile permettant aux clients de Belgacom Mobile d’accéder au service clientèle en franç ais; — 2440 pour la fourniture de services sur le réseau de Belgacom Mobile liés à la qualité de membre ″Proxiclub″; — 2455 pour la fourniture de services sur le réseau de Belgacom Mobile liés à l’option « Call Check-Up ». 3. Par dérogation à l’article 71, Mobistar SA peut utiliser les numéros courts SMS et MMS suivants dans le cadre de l’utilisation fixée ci-après : — 5000 pour la fourniture d’un service vocal sur le réseau mobile de communications électroniques de Mobistar permettant aux clients résidentiels raccordés à Mobistar d’accéder gratuitement au service clientèle de Mobistar sur la base d’un contrat d’abonnement;

Korte nummers met een van de principes van dit besluit toegelaten afwijkend gebruik 1. In afwijking van artikel 64 kan Belgacom NV het nationale korte nummer 1966 aanwenden voor het aanbieden van een dienst op het netwerk van Belgacom die het mogelijk maakt om in vergelijking met het standaardaanbod van Belgacom minder kwaliteitsvolle oproepen te maken aan een lager eindgebruikerstarief. In afwijking van artikel 61 kan Belgacom NV het nationale korte nummer 1325 aanwenden voor het aanbieden van een telegramdienst. 2. In afwijking van de artikelen 64 en 71 kan Belgacom Mobile NV de volgende viercijferige korte nummers verder aanwenden voor het hierna bepaalde gebruik : — 6000 voor het aanbieden van een spraakdienst op het netwerk van Belgacom Mobile waarmee klanten van Belgacom Mobile toegang krijgen tot de Nederlandstalige klantendienst; — 6030 voor het aanbieden van een spraakdienst op het netwerk van Belgacom Mobile waarmee klanten van Belgacom Mobile toegang krijgen tot de Engelstalige klantendienst; — 6060 voor het aanbieden van een spraakdienst op het netwerk van Belgacom Mobile waarmee klanten van Belgacom Mobile toegang krijgen tot de Franstalige klantendienst; — 2440 voor het aanbieden van diensten op het netwerk van Belgacom Mobile verbonden aan het lidmaatschap van « Proxiclub »; — 2455 voor het aanbieden van diensten op het netwerk van Belgacom Mobile verbonden aan de optie « Call Check-Up ». 3. In afwijking van de artikelen 64 en 71 kan Mobistar NV de volgende viercijferige korte nummers verder aanwenden voor het hierna bepaalde gebruik : — 5000 voor het aanbieden van een spraakdienst op het mobiele elektronische-communicatienetwerk van Mobistar waarmee residentiële klanten die met Mobistar verbonden zijn door middel van een abonnementsovereenkomst toegang krijgen tot de klantendienst van Mobistar; — 5100 voor het aanbieden van een spraakdienst op het mobiele elektronische-communicatienetwerk van Mobistar waarmee residentiële klanten die beroep doen op de diensten van Mobistar geleverd door middel van een voorafbetaalde kaart toegang krijgen tot de klantendienst van Mobistar; — 5123 voor het aanbieden van diensten op het mobiele elektronischecommunicatienetwerk van Mobistar waarmee klanten van Mobistar hun belwaarde verbonden aan de diensten van Mobistar geleverd door middel van een voorafbetaalde kaart kunnen opvragen, hun taalkeuze voor het menu kunnen vastleggen en hun tarief kunnen wijzigen naar producten van Mobistar die geleverd worden door middel van een voorafbetaalde kaart »; — 5432 voor het aanbieden van een spraakdienst op het mobiele elektronische-communicatienetwerk van Mobistar waarmee gepriviligeerde klanten van Mobistar toegang krijgen de klantendienst van Mobistar;

— 5100 pour la fourniture d’un service vocal sur le réseau mobile de communications électroniques de Mobistar permettant aux clients résidentiels faisant appel aux services de Mobistar fournis sur la base d’une carte prépayée, d’accéder au service clientèle de Mobistar; — 5123 pour la fourniture de services sur le réseau mobile de communications électroniques de Mobistar permettant aux clients de Mobistar de se renseigner sur leur crédit d’appel lié aux services de Mobistar fournis sur la base d’une carte prépayée, de fixer la langue choisie pour le menu et de modifier leur tarif vers des produits de Mobistar fournis sur la base d’une carte prépayée; — 5432 pour la fourniture d’un service vocal sur le réseau mobile de communications électroniques de Mobistar permettant aux clients privilégiés de Mobistar d’accéder au service clientèle de Mobistar;

35507

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD — 5500 pour la fourniture du service ″Message Deposit″ sur le réseau mobile de communications électroniques de Mobistar permettant aux clients de Mobistar de laisser directement un message sur le service de messagerie vocale du destinataire sans appeler préalablement le destinataire; — 5555 pour la fourniture d’accès au service de messagerie vocale sur le réseau mobile de communications électroniques de Mobistar; — 5580 pour la fourniture du service ″Info Invoice″ sur le réseau mobile de communications électroniques de Mobistar permettant aux clients raccordés à Mobistar sur la base d’un contrat d’abonnement, d’obtenir des informations sur leur temps d’appel restant, leur crédit d’appel restant et le coût des appels déjà réalisés;

Vu pour être annexé à Notre arrêté du 27 avril 2007 relatif à la gestion de l’espace de numérotation national et à l’attribution et au retrait des droits d’utilisation de numéros.

— 5500 voor het aanbieden van de dienst « Message Deposit » op het mobiele elektronische-communicatienetwerk van Mobistar waarmee klanten van Mobistar rechtstreeks een bericht op de voice maildienst van de bestemmeling kunnen achterlaten zonder voorafgaandelijk een oproep naar de bestemmeling te verrichten; — 5555 voor het aanbieden van toegang tot de voicemail dienst op het mobiele elektronische-communicatienetwerk van Mobistar; — 5580 voor het aanbieden van de dienst « Info Invoice » op het mobiele elektronische-communicatienetwerk van Mobistar waarmee klanten die met Mobistar verbonden zijn door middel van een abonnementsovereenkomst informatie kunnen verkrijgen over hun resterende beltijd, hun resterend beltegoed en over de belkosten die zij reeds gemaakt hebben; — 5995 voor het aanbieden van een spraakdienst op het mobiele elektronische-communicatienetwerk van Mobistar waarmee nietresidentiële klanten van Mobistar toegang krijgen tot de klantendienst van Mobistar. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 27 april 2007 betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers.

ALBERT

ALBERT

— 5995 pour la fourniture d’un service vocal sur le réseau mobile de communications électroniques de Mobistar permettant aux clients non résidentiels de Mobistar d’accéder au service clientèle de Mobistar.

Par le Roi :

Van Koningswege :





* AGENCE FEDERALE POUR LA SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE F. 2007 — 2763

[C − 2007/23040]

12 JUIN 2007. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 18 novembre 2005 établissant le formulaire de déclaration de données pour les contributions visées à l’article 4 de la loi du 9 décembre 2004 relative au financement de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire

Le Ministre de la Santé publique,

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN N. 2007 — 2763

[C − 2007/23040]

12 JUNI 2007. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 november 2005 tot vaststelling van het formulier voor aangifte van gegevens voor de heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen De Minister van Volksgezondheid,

Vu la loi du 9 décembre 2004 relative au financement de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire;

Gelet op de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

Vu l’arrêté royal du 10 novembre 2005 fixant les contributions visées à l’article 4 de la loi du 9 décembre 2004 relative au financement de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire, notamment l’article 12;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, inzonderheid op artikel 12;

Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l’article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Vu l’urgence; Considérant que le système de financement mis en place en 2006 vient de faire l’objet d’une évaluation en concertation avec les secteurs concernés. Qu’ il y a lieu en conséquence d’adapter sans délai, notamment, le formulaire de déclaration annuelle,

Overwegende dat het in 2006 ingevoerde financieringssysteem zopas in overleg met de betreffende sectoren werd geëvalueerd. Dat als gevolg daarvan met name het formulier voor de jaarlijkse aangifte onverwijld moet worden aangepast,

Arrête : Article unique. L’annexe de l’arrêté ministériel du 18 novembre 2005 établissant le formulaire de déclaration de données pour les contributions visées à l’article 4 de la loi du 9 décembre 2004 relative au financement de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire est remplacé par l’annexe au présent arrêté.

Besluit : Enig artikel. De bijlage van het ministerieel besluit van 18 november 2005 tot vaststelling van het formulier voor aangifte van gegevens voor de heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen wordt vervangen door de bijlage bij het huidig besluit. Brussel, 12 juni 2007.

Bruxelles, le 12 juin 2007. R. DEMOTTE

R. DEMOTTE

35508

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Annexe — Bijlage


35509

35510


Vu pour être annexé à l’arrêté ministériel du 12 juin 2007 modifiant l’arrêté ministériel du 18 novembre 2005 établissant le formulaire de déclaration de données pour les contributions visées à l’article 4 de la loi du 9 décembre 2004 relative au financement de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 12 juni 2007 tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 november 2005 tot vaststelling van het formulier voor aangifte van gegevens voor de heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

R. DEMOTTE

R. DEMOTTE


GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID N. 2007 — 2764

[C − 2007/35898]

2 MAART 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de werking van het Intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid art. 20; Gelet op het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, gewijzigd bij de decreten van 7 mei 2004 en 15 juli 2005; Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het Intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur, inzonderheid art. 31, § 2 en § 4; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de Begroting, gegeven op 27 september 2006; Gelet op het advies nr. 41.617/3 van de Raad van State, gegeven op 21 november 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. — Maatschappelijke zetel Artikel 1. De zetel van het agentschap is gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. HOOFDSTUK II. — Het Directiecomité Afdeling 1. — Samenstelling Art. 2. Het Directiecomité bestaat uit de administrateur-generaal, de algemeen directeur en de verschillende afdelingshoofden. De administrateur-generaal zit de vergadering voor. Bij diens afwezigheid wordt het voorzitterschap waargenomen door de algemeen directeur. Als ook de algemeen directeur afwezig is, wijst de administrateur-generaal onder de afdelingshoofden een voorzitter aan. De administrateur-generaal waakt over de voorbereiding van de vergaderingen en over de gevolggeving ervan en de uitvoering van de genomen beslissingen. Hij wijst een personeelslid van niveau A aan voor het secretariaatswerk en de notulering. Afdeling 2. — Bevoegdheid Art. 3. Onverminderd de bevoegdheden van het hoofd van het agentschap en met het oog op een efficiënt functioneren en op een zo groot mogelijke beleidsintegratie, is het Directiecomité belast met het bestuur van het agentschap en met de beleidscoördinatie tussen de afdelingen en gespecialiseerde diensten. Het Directiecomité vervult daarbij de volgende taken : 1° het bevordert de samenwerking tussen de afdelingen en de integrale kwaliteitszorg in het algemeen; 2° het richt interne werkingscommissies op, waaronder een strategische commissie en een planningscommissie, en het omschrijft hun opdracht, samenstelling en werking; 3° het beraadslaagt over elk voorstel dat al of niet aan het raadgevend comité wordt voorgelegd, van bestuurlijke of beleidsmatige aard dat gevolgen heeft voor de organisatie of het functioneren van het agentschap; 4° het overlegt over geschillen tussen de afdelingen en gespecialiseerde diensten; 5° het overlegt over elk ontwerp van dienstorder dat algemene richtlijnen bevat; 6° het verzorgt de beleidsvoorbereiding en follow-up van de beleidsraad; 7° het doet de opdrachtendefiniëring en follow-up van eenmalige en langlopende projecten binnen het agentschap; 8° het bereidt het syndicaal overleg voor en volgt het op; 9° het waakt over de algemene administratieve beheersprincipes van het agentschap en de besluitvormingsprocessen.

35511

35512

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Afdeling 3. — Werking Art. 4. § 1. Het Directiecomité stelt een huishoudelijk reglement op dat ten minste de volgende elementen bepaalt : 1° de frequentie van de vergaderingen; 2° het vereiste quorum en de vereiste meerderheid voor de geldigheid van zijn beslissingen; 3° de wijze van stemmen; 4° de openbaarmaking van de beslissingen. Buiten de gevallen van dringende noodzakelijkheid, die in de notulen worden gemotiveerd, kan het Directiecomité alleen geldig beslissen als de meerderheid van zijn leden aanwezig is. § 2. De voorzitter kan op eigen initiatief of op verzoek van een lid te allen tijde personeelsleden of personen uitnodigen die bekend zijn om hun deskundigheid met betrekking tot een agendapunt van een vergadering van het Directiecomité met het oog op de bespreking van specifieke problemen. De deskundigen hebben geen stemrecht. § 3. Het huishoudelijk reglement van het Directiecomité wordt bij wijze van dienstorder bekendgemaakt aan de personeelsleden. HOOFDSTUK III. — De evaluatie van de interne controlesystemen Art. 5. De evaluatie van de interne controlesystemen wordt, onverminderd de verantwoordelijkheden van de administrateur-generaal met betrekking tot het systeem van interne controle, uitgevoerd door een extern comité voor de evaluatie van de interne controlesystemen enerzijds, hierna het comité te noemen en de dienst voor de evaluatie van de interne controlesystemen anderzijds, hierna de dienst te noemen. Afdeling 1. — Het extern comité voor de evaluatie van de interne controlesystemen Opdracht Art. 6. Het comité heeft als opdracht de Vlaamse minister tot wiens bevoegdheid het agentschap behoort en de leiding van het agentschap bij te staan op de volgende domeinen : 1° de systemen voor de betrouwbaarheid van de financiële rapportering en de beheersrapportering; 2° de conformiteit van het handelen binnen het agentschap met wetten, decreten, reglementen, richtlijnen van bevoegde overheden, geldende interne gedragscodes en beleidslijnen, uitgestippeld door de bevoegde overheden; 3° de evaluatie van de systemen van risicomanagement, interne controle en corporate governance; 4° de evaluatie van de werkwijzen en de kwaliteitsevaluatie van de dienst; 5° het bewaken van de taakstelling en de onafhankelijkheid van de dienst. Bevoegdheid Art. 7. Wat de interne controle betreft, heeft het comité volgende taken : 1° Het comité evalueert het risicomanagement van de organisatie, samen met de maatregelen genomen door het management om de risico’s te beheersen. 2° Het comité waakt erover dat de interne controlemechanismen en systemen binnen het agentschap aangepast en doeltreffend zijn, met inbegrip van de interne controle over de financiële rapportering en de interne controle over de conformiteit van activiteiten van het agentschap met wetten, decreten, reglementen, richtlijnen van bevoegde overheden, geldende interne gedragscodes en beleidslijnen, uitgestippeld door bevoegde overheden en het management. 3° Het comité evalueert de interne controlesystemen die gehanteerd worden binnen het financieel management van het agentschap, en de systemen die gehanteerd worden om de integriteit van de financiële rapportering en de beheersrapportering te waarborgen. 4° Het comité evalueert de verslaggeving van externe auditoren over de financiële rapportering, de belangrijkste bevindingen ter zake en de aanbevelingen alsmede het antwoord van het management hierop. 5° Het comité evalueert het integriteitsbeleid binnen het agentschap, met inbegrip van de wijze waarop het agentschap interne gedragscodes uitvaardigt, implementeert en toepast. Art. 8. Wat de dienst betreft, neemt het comité volgende taken op : 1° het comité evalueert het charter dat de doelstellingen, taken, plaats in de organisatie en werking van de dienst verduidelijkt en keurt het goed. Samen met de administrateur-generaal waakt het comité over de actualisering en de naleving van het charter; 2° het comité evalueert de risicoanalyse die aan de grondslag ligt van de planning van de onderzoeken door de dienst en keurt jaarlijks de planning van de onderzoeken goed die door de dienst zullen worden uitgevoerd, alsmede de mogelijke wijzigingen in die planning en de ad-hocopdrachten die door de administrateur-generaal worden gevraagd; 3° het comité bewaakt de effectiviteit en de efficiëntie van de dienst en ziet erop toe dat de dienst zijn onderzoeken uitvoert volgens het geheel van regels, bepaald door het comité, en waarvan het comité meent dat ze het best aansluiten bij de opdracht van de dienst; 4° het comité evalueert de kwaliteitszorg die de dienst voor haar eigen werking hanteert; 5° het comité evalueert en bespreekt de verslagen van de onderzoeken die de dienst heeft uitgevoerd; 6° het comité waakt erover dat er geen ongerechtvaardigde beperkingen en tussenkomsten zijn in de werking van de dienst.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 9. Om zijn taken te kunnen uitvoeren kan het comité meer bepaald : 1° advies verlenen aan de Vlaamse minister tot wiens bevoegdheid het agentschap behoort of aan de administrateur-generaal van het agentschap over de aanstelling en de evaluatie van externe auditors, onverminderd de bevoegdheden van de Interne Audit van de Vlaamse Administratie en het Rekenhof; 2° alle informatie die nodig is om zijn taken en opdrachten uit te voeren opvragen bij de administrateur-generaal van het agentschap. Eventueel heeft het comité de mogelijkheid om in dit kader elk personeelslid te horen, na kennisgeving van dit voornemen aan de administrateur-generaal; 3° als het dat nodig acht, aan de administrateur-generaal of de Vlaamse minister tot wiens bevoegdheid het agentschap behoort een voorstel tot externe audit voorleggen; 4° elk rapport bespreken dat opgesteld wordt door de dienst bevoegd voor de evaluatie van de interne controlesystemen binnen het agentschap. Art. 10. Het comité verleent advies over het functioneren van de dienst belast met het uitvoeren van het onderzoek naar de interne controlesystemen binnen het agentschap. Het spreekt zich uit over een charter dat de doelstellingen, taken, bevoegdheden, plaats in de organisatie en werking van deze dienst regelt; Het comité adviseert jaarlijks het werkplan van de dienst belast met het uitvoeren van het onderzoek naar de interne controlesystemen binnen het agentschap. Het evalueert hiertoe onder meer de risicoanalyse die aan de grondslag ligt van dit werkplan. Het comité adviseert eveneens tussentijdse wijzigingen aan het werkplan. Communicatie Art. 11. § 1. De voorzitter van het comité of, bij diens afwezigheid, de ondervoorzitter, kan afzonderlijk vergaderen met de ambtenaar, belast met de leiding over de dienst bevoegd voor de evaluatie van de interne controlesystemen binnen het agentschap. § 2. Het comité bespreekt jaarlijks met het hoofd van het agentschap : 1° de stand van zaken inzake de interne controlesystemen in het agentschap; 2° het globaal risicomanagement van het agentschap, in relatie tot de strategische en operationele doelstellingen en de doelstellingen, opgenomen in de beheersovereenkomst; 3° de gevolggeving aan de aanbevelingen van de interne en externe audits en de onderzoeken die de dienst, bevoegd voor de evaluatie van de interne controlesystemen binnen het agentschap, heeft uitgevoerd. § 3. Onverminderd de bepalingen ter zake in het raamstatuut en onverminderd specifieke personeelsstatuten, geeft het comité advies aan de administrateur-generaal over de aanstelling en functiewijzigingen van de personeelsleden van de dienst bevoegd voor de evaluatie van de interne controlesystemen binnen het agentschap. Art. 12. § 1. Het comité bezorgt jaarlijks aan de Vlaamse minister tot wiens bevoegdheid het agentschap behoort een evaluatierapport over de eigen werking. § 2. Het comité brengt jaarlijks verslag uit van zijn werkzaamheden aan de Vlaamse minister en de administrateur-generaal van het agentschap. Het comité kan alle aanbevelingen formuleren die het noodzakelijk acht in het kader van zijn taken. Een kopie van dit verslag wordt aan de Interne Auditdienst van de Vlaamse Administratie bezorgd. Beroepscode Art. 13. § 1. De leden van het comité gaan de verplichting aan om de voorzitter te informeren wanneer zij in een situatie terechtkomen waarbij hun onafhankelijkheid niet meer gewaarborgd is. Zij nemen in overleg met de voorzitter de best passende houding aan. § 2. Voor de leden van het comité gelden de volgende regels : 1° Ze mogen niet aanwezig zijn bij een beraadslaging waarbij ze rechtstreeks belang hebben, hetzij persoonlijk, hetzij als lasthebber, of waarbij hun ouders of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad, een rechtstreeks en persoonlijk belang hebben; 2° ze mogen niet optreden als advocaat, notaris, lasthebber of gerechtelijk expert in een proces tegen het agentschap; 3° ze mogen geen financiële transacties van welke aard ook uitvoeren met het agentschap; 4° ze mogen noch rechtstreeks noch onrechtstreeks deelnemen aan een levering of toewijzing door het agentschap; 5° ze gaan het engagement aan om voldoende tijd vrij te maken die voor een goede uitoefening van deze opdracht vereist is; 6° zijzelf en elkeen die deelneemt aan de volledige of gedeeltelijke vergadering van het comité, respecteren een strikte confidentialiteit met betrekking tot de informatie die zij in het kader hiervan hebben verkregen; 7° behoudens de specifieke bepalingen kunnen zij zich niet wenden tot de personeelsleden van het agentschap, behalve via de voorzitter, die het hoofd van het agentschap hiervan op de hoogte brengt. § 3. Als een conflictsituatie zoals vermeld in § 1 en § 2 blijft voortduren, brengt de voorzitter de minister tot wiens bevoegdheid het agentschap behoort daarvan op de hoogte, die de meest passende maatregel neemt. Samenstelling van het comité Art. 14. § 1. De Vlaamse minister tot wiens bevoegdheid het agentschap Kind en Gezin behoort, wijst de leden van het comité aan voor een periode van vijf jaar. De Vlaamse minister tot wiens bevoegdheid het agentschap behoort wijst een voorzitter en een ondervoorzitter voor het comité aan. Het comité bestaat uit ten minste vier en ten hoogste zes onafhankelijke leden. § 2. Geen van de leden van het comité mag een operationele functie uitoefenen binnen Kind en Gezin of mag een dergelijke functie uitgeoefend hebben in een periode van drie jaar voor de aanstelling in het comité. Van de leden van het comité mag maximaal de helft min één ook zitting hebben in het raadgevend comité van het agentschap. Eén van de leden van het comité wordt aangewezen als financieel expert, op basis van zijn kennis of ervaring.

35513

35514

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Werking van het comité Art. 15. Het comité komt bijeen op initiatief van de voorzitter. Het komt tevens samen op verzoek van de Vlaamse minister tot wiens bevoegdheid het agentschap behoort of van het hoofd van het agentschap. De Vlaamse minister tot wiens bevoegdheid het agentschap behoort, de administrateur-generaal, de algemeen directeur en het hoofd van de dienst, bevoegd voor het uitvoeren van het onderzoek naar de interne controlesystemen binnen het agentschap, worden op de vergaderingen van het comité uitgenodigd. Art. 16. Behoudens spoedeisende gevallen verstuurt het secretariaat van het agentschap de uitnodigingen voor de vergaderingen van het comité ten minste zes kalenderdagen vooraf, dag van de verzending niet inbegrepen. De uitnodigingen vermelden de plaats, het uur en de agenda van de vergadering. De voorbereidende stukken worden bij de uitnodiging gevoegd, behoudens in spoedeisende gevallen of in geval van overmacht. In spoedeisende gevallen, zoals beoordeeld door de voorzitter, zal met elk lid van het comité contact worden opgenomen op de meest gepaste wijze, hetzij per e-mail, brief, telefoon of op een andere wijze. De omstandigheden van de spoedeisendheid moeten in de notulen opgenomen worden. In spoedeisende gevallen kan ook een elektronische of telefonische vergaderprocedure georganiseerd worden, naargelang van de omstandigheden en volgens het oordeel van de voorzitter. Art. 17. De voorzitter bepaalt de agenda van het comité. De agenda omvat : 1° de goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering; 2° elk punt dat krachtens afdeling 1 op het comité geagendeerd moet worden; 3° elk punt dat door de Vlaamse minister tot wiens bevoegdheid het agentschap behoort geagendeerd wordt; 4° elk punt dat door een lid van het comité geagendeerd wordt. Deze punten moeten betrekking hebben op de opdrachten van het comité, zoals omschreven in afdeling 1. Ze moeten geagendeerd worden in overleg met de voorzitter, uiterlijk twee weken voor de vergadering; 5° elk punt dat geagendeerd wordt door het hoofd van het agentschap of door het hoofd van de dienst, bevoegd voor de evaluatie van de interne controlesystemen binnen het agentschap, in overleg met de voorzitter. Art. 18. Het comité vergadert minstens vier keer per jaar. De notulen van de vergadering worden toegezonden aan de Vlaamse minister tot wiens bevoegdheid het agentschap Kind en Gezin behoort. Art. 19. De leden van het comité ontvangen een vergoeding overeenkomstig het toepasselijke besluit van de Vlaamse Regering. De vergoedingen van de comitéleden worden gedragen door de werkingsmiddelen van het agentschap Kind en Gezin. Afdeling 2. — De dienst bevoegd voor de evaluatie van de interne controlesystemen binnen het agentschap Opdracht Art. 20. § 1. Binnen het agentschap Kind en Gezin wordt een dienst opgericht die bevoegd is voor de evaluatie van de interne controlesystemen binnen het agentschap. § 2 De missie van de dienst, vermeld in § 1, bestaat erin : 1° op onafhankelijke en objectieve wijze redelijke zekerheid te verschaffen en advies te verlenen aan het management van het agentschap over de beheersing van de risico’s, de systemen voor interne controle en de beheersprocessen van het agentschap. Dat omvat onder meer het evalueren van de effectiviteit en de efficiëntie van het risicomanagement, de interne controlesystemen en de beheersprocessen door middel van een systematische en planmatige aanpak teneinde toegevoegde waarde te creëren voor het management en de personeelsleden; 2° een charter op te stellen dat de doelstellingen, taken, plaats in de organisatie en werking verduidelijkt en dat goedgekeurd wordt door het comité, vermeld in Afdeling 1. Dat charter omvat bovendien de wijze waarop de dienst kenbaar maakt dat ze systematisch en planmatig werkt en bevat de krachtlijnen van de ethische houding van de personeelsleden van de dienst. Bevoegdheid Art. 21. De dienst bevoegd voor de evaluatie van de interne controlesystemen binnen het agentschap, heeft de volgende bevoegdheden : 1° het onderzoek en de evaluatie van de specifieke interne controlesystemen binnen het agentschap om vast te stellen of die functioneren zoals is bepaald en om aanpassingen en verbeteringen voor te stellen teneinde de doeltreffendheid en de doelmatige werking van die systemen te verhogen. Dat omvat eveneens het onderzoek en de evaluatie met betrekking tot de beveiliging van de activa en het voorkomen van fraude, evenwel met uitsluiting van de certificatie van de rekeningen; 2° het onderzoek en de evaluatie van de betrouwbaarheid, de volledigheid en de integriteit van de financiële informatie en beheersinformatie en de middelen die gebruikt worden om die informatie te identificeren, te meten, op te slaan en erover te rapporteren; 3° het adviseren bij het ontwikkelen van nieuwe processen en procedures, en het evalueren van bestaande projecten, processen en procedures om vast te stellen of die in overeenstemming zijn met beslissingen, strategieën, plannen, contracten, doelstellingen en regelgevingen; 4° het adviseren bij de uitbouw van het risicomanagement binnen het agentschap en bij het sensibiliseren op het vlak van interne controle; 5° het formuleren van de nodige aanbevelingen over de wijze waarop het agentschap zijn mensen en middelen inzet, teneinde de efficiëntie en de doeltreffendheid te optimaliseren. Art. 22. De hiertoe aangewezen personeelsleden van de dienst kunnen onderzoeken doen in alle onderdelen van het agentschap. Ze hebben toegang tot alle informatie, gebouwen, documenten en goederen die ze noodzakelijk achten om de onderzoeken tijdig, doeltreffend en doelmatig uit te voeren. Ze kunnen alle personeelsleden van het agentschap horen. De informatie die bij die onderzoeken verkregen wordt, kan alleen gebruikt worden voor de omschreven doelstellingen.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 23. De dienst stelt jaarlijks een werkplan op dat gebaseerd is op een meerjarige risicoanalyse over alle activiteiten van het agentschap. Het laat een ruimte van maximaal 20 % voor de uitvoering van ad-hocopdrachten. Art. 24. Alle rapporten, opgesteld in het kader van het werkplan en alle andere rapporten die de dienst eventueel opmaakt, worden voorgelegd aan het comité vermeld in Afdeling 1. De rapporten, opgesteld in het kader van het werkplan in artikel 23 vermeld, worden gezonden aan de cliënten en de administrateur-generaal van het agentschap. Het hoofd van de dienst kan de voorzitter en bij diens afwezigheid, de ondervoorzitter van het in Afdeling 1 vermelde comité verzoeken met hem of haar te vergaderen zonder de aanwezigheid van vertegenwoordigers van het management van het agentschap. Art. 25. De administrateur-generaal positioneert de dienst binnen Kind en Gezin, rekening houdend met de specificiteit van de taken en activiteiten ervan, en met het advies van het comité terzake. Onverminderd de bepalingen ter zake in het raamstatuut en onverminderd andere specifieke personeelsstatuten, neemt de voorzitter van het comité vermeld in Afdeling 1, of, bij diens afwezigheid, de ondervoorzitter, deel aan de evaluatie van de ambtenaar die belast is met de leiding van de dienst. HOOFDSTUK IV. — Openbaarheid van Bestuur Art. 26. Wat actieve openbaarheid betreft, bepaalt de administrateur-generaal de wijze waarop de toelichtingen bij het beleid worden verspreid. Een personeelslid van niveau A wordt aangewezen als communicatieambtenaar. Inzake passieve openbaarheid wordt een ambtenaar van niveau A aangewezen die verantwoordelijk is voor de opdrachten, vermeld in het decreet. De ambtenaar beschikt in dat verband over beslissingsbevoegdheid ten aanzien van aanvragen voor inzage in dossiers en mededeling van de relevante stukken. HOOFDSTUK V. — Klachtendienst Art. 27. In uitvoering van het decreet van 1 juni 2001 houdende toekenning van een klachtrecht ten aanzien van bestuursinstellingen gewijzigd bij het decreet van 20 februari 2004, is een Klachtendienst belast met de opdrachten vastgesteld in het decreet. De Klachtendienst bestaat uit een of meer klachtenbehandelaars; een van hen vervult de functie van klachtencoördinator. Art. 28. § 1. De Klachtendienst wordt geleid door de klachtencoördinator, een personeelslid van niveau A, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de decretale taken en de leiding heeft van de dienst. § 2. De Klachtendienst staat onder het hiërarchische gezag van de administrateur-generaal, maar heeft beslissingsbevoegdheid voor taken, vastgesteld door het decreet. In die zin kan de dienst de nodige contacten leggen, met inbegrip van contacten met het agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, volgens de voorwaarden die hiervoor tussen beide agentschappen zijn afgesproken, en het overleggen van dossiers van de administratie. De Klachtendienst kan aan de administrateur-generaal voorstellen tot verbetering van de dienstverlening voorleggen. HOOFDSTUK VI. — De Sociale Dienst voor het Personeel Art. 29. In het agentschap functioneert een Sociale Dienst voor het Personeel, met de volgende opdrachten : 1° de dienstverlening komt tegemoet aan acute en andere noden en behoeften. De hulpzoekenden kunnen er voor alle problemen terecht. De Sociale Dienst voor het Personeel kan evenwel alleen binnen zijn mogelijkheden hulp bieden. De dienstverlening moet een reële meerwaarde hebben; 2° alle personeelsleden en gepensioneerde personeelsleden van Kind en Gezin, alsook alle personen die binnen de administratie opdrachten vervullen zonder personeelslid te zijn, kunnen een beroep doen op de Sociale Dienst voor het Personeel. Art. 30. § 1. De Sociale Dienst voor het Personeel wordt geleid door een personeelslid van niveau A, dat door de administrateur-generaal wordt aangewezen. Het personeelslid zit het Beheerscomité en het Beperkt Comité voor. Het Beheerscomité is belast met de bepaling van het financieel en organisatorisch kader voor de individuele en de collectieve dienstverlening. Het zorgt tevens voor de organisatie ervan. Het Beperkt Comité is belast met de behandeling van de individuele hulpvragen. Beide comités zijn samengesteld uit afgevaardigden van het agentschap en van de representatieve vakbondorganisaties. Het Directiecomité wijst de afgevaardigden van het agentschap aan. De voorzitter van de Sociale Dienst voor het Personeel heeft beslissingsbevoegdheid voor alle materies die in beide comités worden behandeld. § 2. Voor de diverse vormen van dienstverlening kan samenwerking of aansluiting nagestreefd worden met het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of met andere Vlaamse overheidsdiensten. § 3. De collectieve dienstverlening omvat onder meer : 1° organisatie en coördinatie van de mogelijkheden om het middagmaal te gebruiken; 2° informatie over en organisatie van preventieve gezondheidszorg; 3° organisatie en aanmoediging van culturele en sportieve activiteiten en ontspanningsinitiatieven; 4° voorbereiding op het pensioen; 5° seniorenwerking; 6° personeelsblad; 7° informatie rond maatschappelijk welzijn; 8° aanbieding van een geschenk bij specifieke gelegenheden; 9° initiatieven die bijdragen tot de algemene doelstellingen.

35515

35516

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD § 4. De individuele dienstverlening omvat onder meer : 1° sociale, financiële of administratieve problemen in de beroepssfeer of persoonlijke levenssfeer van de personeelsleden en gepensioneerden. De hulpzoekenden op weg helpen naar een oplossing; 2° tegemoetkoming bij buitengewone omstandigheden of bij tegenslag in het gezin of de familie; 3° toekenning van een sociaal voorschot. § 5. Beide comités stellen een intern werkingsreglement op dat ter informatie aan de administrateur-generaal wordt voorgelegd. Het vermeldt de diverse vormen van dienstverlening en de maximale financiële steun. Het personeel van het agentschap wordt op de hoogte gebracht van dat interne reglement. Jaarlijks wordt een werkingsverslag opgesteld met een inventaris van alle vormen van collectieve en individuele dienstverlening, maar zonder vermelding van persoonlijke gegevens. § 6. De individuele dienstverlening gebeurt met de grootst mogelijke discretie. § 7. De Sociale Dienst voor het Personeel beschikt over een budget ten laste van de middelen van het agentschap. Het wordt beheerd volgens de algemene regels inzake overheidscomptabiliteit. In het jaarverslag staat een verantwoording van de besteding ervan. Het agentschap stelt het nodige personeel ter beschikking van de Sociale Dienst voor het Personeel. Het functioneert onder het hiërarchisch gezag van het personeelslid dat met de leiding van Sociale Dienst voor het Personeel is belast. HOOFDSTUK VII. — De medische inbreng Art. 31. In het agentschap functioneren zes artsen met een specialisatie die voor de taken het agentschap relevant is. Zij worden ingezet voor het adviseren van het beleid, alsmede voor de uitwerking van het medische deel ervan in de door het agentschap ontplooide activiteitsdomeinen. De administrateur-generaal bepaalt, na overleg met Directiecomité, hun opdrachten, zowel inhoudelijk als wat hun administratief werkdomein betreft. Art. 32. § 1. Een wetenschappelijk adviseur-hoofdarts is voornamelijk belast met de ondersteuning en advisering van het strategisch management van het agentschap. De adviseur-hoofdarts maakt als dusdanig deel uit van de met deze taak belaste stafdiensten en is tevens voorzitter van het medisch college. § 2. Medische kwaliteitscoördinatoren zijn, naast hun deelname aan het medisch college, voornamelijk belast met een ondersteunende en adviserende functie met betrekking tot de medische preventie in de verschillende voorzieningen en diensten. In die zin kunnen zij per provincie of vanuit hun speciale technische kennis worden ingezet. § 3. De medische kwaliteitscoördinatoren maken administratief deel uit van de centrale afdeling Preventieve Gezinsondersteuning, maar staan, rekening houdend met hun bepaalde opdracht, functioneel ter beschikking van de provinciale afdelingshoofden. Art. 33. Het medisch college, bestaande uit de medische kwaliteitscoördinatoren, vergadert onder leiding van de wetenschappelijk adviseur-hoofdarts. De eerste opdracht van het medisch college bestaat erin, adviezen uit te brengen over algemene, principieel geldende medische aangelegenheden ten behoeve van de beleidsbepaling door het agentschap. Met inachtneming van de bevoegdheid van de Orde van Geneesheren, fungeert het medisch college als deontologische kamer ten aanzien van de artsen die werken in het kader van de door het agentschap erkende voorzieningen en dit wat betreft hun optreden binnen het kader van de ter zake geldende reglementering. De administrateur-generaal en de algemeen directeur maken van rechtswege deel uit van het medisch college. Zij kunnen zich laten vertegenwoordigen of bijstaan. Het agentschap verzorgt de secretariaatsfunctie van het college. De administrateur-generaal bepaalt, in samenspraak met de wetenschappelijk adviseur-hoofdarts, de agenda van de vergaderingen en waakt over de gevolggeving eraan. Art. 34. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 2 maart 2007. De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE

TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2007 — 2764

[C − 2007/35898] 2 MARS 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand réglant le fonctionnement de l’agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique ″Kind en Gezin″

Le Gouvernement flamand, Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, notamment l’article; 20; Vu le décret cadre sur la politique administrative du 18 juillet 2003, modifié par les décrets des 7 mai 2004 et 15 juillet 2005; Vu le décret du 30 avril 2004 portant création de l’agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique ″Kind en Gezin″ (Enfance et Famille); Vu le décret du 26 mars 2004 relatif à la publicité de l’administration, notamment l’article; 31, § 2 et § 4; Vu l’accord du Ministre flamand chargé du Budget, donné le 27 septembre 2006;

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Vu l’avis n° 41 617/3 du Conseil d’Etat, donné le 21 novembre 2006, par application de l’article 84, § 1er, premier alinéa, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de la Ministre flamande du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille; Après délibération, Arrête : CHAPITRE Ier. — Siège social Article 1er. Le siège de l’agence est établi en Région de Bruxelles-Capitale. CHAPITRE II. — Le Comité de direction Section 1re. — Composition Art. 2. Le Comité de direction se compose de l’administrateur général, du directeur général et des divers chefs de division. L’administrateur général préside la réunion. En son absence, la présidence est assurée par le directeur général. Lorsque le directeur général est également absent, l’administrateur général désigne un président parmi les chefs de division. L’administration veille à la préparation des réunions, au suivi et à l’exécution des décisions prises. Il désigne un membre du personnel de niveau A pour le secrétariat et la rédaction des procès-verbaux. Section 2. — Compétence Art. 3. Sans préjudice des compétences du chef de l’agence, et en vue d’assurer un fonctionnement efficace et une intégration politique maximale, le Comité de direction est chargé de l’administration de l’agence et de la coordination politique entre les divisions et les services spécialisés. Le Comité de direction accomplit à cet effet les missions suivantes : 1° il favorise la coopération entre les divisions et la gestion intégrale de la qualité en général; 2° il créé des commissions de fonctionnement internes, dont une commission stratégique et une commission de planification, définit leur mission, leur composition et leur fonctionnement; 3° il délibère sur toute proposition, qui est soumise ou non au comité consultatif, de nature administrative ou gestionnelle, qui a des répercussions sur l’organisation ou le fonctionnement de l’agence; 4° il délibère sur des litiges entre les divisions et des services spécialisés; 5° il délibère sur tout projet d’ordre de service qui contient des directives générales; 6° il assure la préparation de la politique et le suivi du conseil de gestion; 7° il assure la définition des missions et le suivi de projets uniques et à long terme au sein de l’agence; 8° il prépare la concertation syndicale et en assure le suivi; 9° il veille aux principes généraux de gestion administrative de l’agence et aux processus de prise de décisions. Section 3. — Fonctionnement er

Art. 4. § 1 . Le Comité de direction établit un règlement d’ordre intérieur, qui fixe au moins les éléments suivants : 1° la fréquence des réunions; 2° le quorum de présences requis et la majorité requise pour que les décisions soient valables; 3° les modalités du vote; 4° la publicité des décisions. Outre les cas d’urgence motivés dans le procès-verbal, le comité de direction ne délibère valablement que lorsque la majorité de ses membres est présente. § 2. Le président peut en tout temps, d’initiative ou à la demande d’un membre, inviter des membres du personnel en raison de leur expertise sur un point de l’ordre du jour d’une réunion du comité de direction, en vue de discuter des problèmes spécifiques. Les experts assistent sans voix délibérative. § 3. Le règlement d’ordre intérieur du comité de direction est communiqué aux membres du personnel par voie d’ordre de service. CHAPITRE III. — L’évaluation des systèmes de contrôle interne Art. 5. L’évaluation des systèmes de contrôle internes est effectuée, sans préjudice des responsabilités de l’administrateur général quant au système de contrôle interne, par un comité externe pour l’évaluation des systèmes de contrôle internes, d’une part, dénommé ci-après le comité, et le service pour l’évaluation des systèmes de contrôle internes, d’autre part, dénommé ci-après le service. Section Ire . — Le comité externe pour l’évaluation des systèmes de contrôle internes Mission Art. 6. Le comité a pour mission d’assister le Ministre flamand compétent pour l’agence et la direction de l’agence dans les domaines suivants : 1° les systèmes pour la fiabilité des rapports financiers et gestionnels; 2° la conformité de l’application, au sein de l’agence, des lois, décrets, règlements, directives d’autorités compétentes, des codes de conduite et des directives fixés par les autorités compétentes; 3° l’évaluation des systèmes de gestion des risques, de contrôle interne et du gouvernement d’entreprise; 4° l’évaluation des méthodes et l’évaluation de la qualité du service; 5° la surveillance des missions et de l’indépendance du service.

35517

35518

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Compétence Art. 7. En ce qui concerne le contrôle interne, le comité est chargé des tâches suivantes : 1° le comité évalue la gestion des risques de l’organisation, ainsi que les mesures prises par la direction en vue de gérer les risques. 2° le comité veille à ce que les mécanismes et systèmes de contrôle internes de l’agence soient appropriés et efficaces, y compris le contrôle interne des rapports financiers et le contrôle interne de la conformité des activités de l’agence aux lois, décrets, règlements, directives d’autorités compétentes, codes de conduite et directives fixés par les autorités compétentes et la direction. 3° Le comité évalue les systèmes de contrôle internes appliqués dans le cadre de la gestion financière de l’agence, et les systèmes appliqués afin de garantir l’intégrité des rapports financiers et des rapports de gestion. 4° Le comité évalue les rapports d’auditeurs externes sur les rapports financiers, les principales constatations en la matière et les recommandations, ainsi que la réponse de la direction. 5° Le comité évalue la politique d’intégrité au sein de l’agence, y compris le mode dont l’agence fixe et met en œuvre des codes de conduite internes. Art. 8. En ce qui concerne le service, le comité est chargé des tâches suivantes : 1° le comité évalue la charte qui définit les objectifs, les missions, la place dans l’organisation et le fonctionnement du service, et l’approuve. En collaboration avec l’administrateur général, le comité veille à l’actualisation et le respect de la charte. 2° le comité évalue l’analyse des risques qui est à la base du planning des enquêtes du service et approuve annuellement le planning des enquêtes qui seront effectuées par le service, ainsi que les modifications éventuelles à ce planning et les missions ad hoc demandées par l’administrateur général; 3° le comité veille à l’effectivité et à l’efficacité du service et veille à ce que le service effectue ses enquêtes conformément au jeu de règles fixé par le comité, et dont le comité estime qu’ils s’alignent le mieux sur la mission du service; 4° le comité évalue la gestion de la qualité que le service applique à son propre fonctionnement; 5° le comité évalue et discute les rapports des enquêtes effectuées par le service; 6° le comité veille à ce qu’il n’y ait pas de restrictions et interventions non justifiées au niveau du fonctionnement du service. Art. 9. Aux fins d’exécuter ses missions, le comité peut notamment : 1° conseiller le Ministre flamand compétent pour l’agence, ou l’administrateur général de l’agence sur la désignation et l’évaluation d’auditeurs externes, sans préjudice des compétences de l’audit interne de l’Administration flamande et de la Cour des Comptes; 2° demander à l’administrateur général de l’agence toutes informations requises pour l’exécution de ses tâches et missions. Eventuellement, le comité peut dans ce cadre entendre tout membre du personnel, après avoir informé l’administrateur général de cette intention; 3° s’il le juge nécessaire, présenter à l’administrateur général ou au Ministre flamand dont relève l’agence, une proposition d’audit externe; 4° discuter tout rapport établi par le service compétent pour l’évaluation des systèmes de contrôle internes au sein de l’agence. Art. 10. Le comité rend avis sur le fonctionnement du service chargé de l’examen des systèmes de contrôle internes au sein de l’agence. Il se prononce sur une charte réglant les objectifs, les missions, les compétences, la place au sein de l’organisation et le fonctionnement de ce service; Le comité rend avis annuellement sur le plan de travail du service chargé de l’examen des systèmes de contrôle internes au sein de l’agence. Il évalue à cet effet notamment l’analyse des risques qui est à la base de ce plan de travail. Le comité rend avis en outre sur les modifications intermédiaires au plan de travail. Communication er

Art. 11. § 1 . Le président du comité, ou, en son absence, le vice-président, peut délibérer séparément avec le fonctionnaire chargé de la direction du service compétent pour l’évaluation des systèmes de contrôle internes au sein de l’agence. § 2. Le comité discute annuellement avec le chef de l’agence : 1° la situation en matière de systèmes de contrôle internes au sein de l’agence; 2° la gestion des risques globale de l’agence, par rapport aux objectifs stratégiques et opérationnels et aux objectifs repris dans le contrat de gestion; 3° la suite donnée aux recommandations des audits internes et externes, et les enquêtes effectuées par le service compétent pour l’évaluation des systèmes de contrôle internes au sein de l’agence. § 3. Sans préjudice des dispositions en la matière dans le statut cadre, et sans préjudice des statuts spécifiques du personnel, le comité rend avis à l’administrateur général sur la désignation et la modification de fonctions des membres du personnel du service compétent pour l’évaluation des systèmes de contrôle internes au sein de l’agence. Art. 12. § 1er. Le comité remet annuellement un rapport d’évaluation sur le propre fonctionnement au Ministre flamand compétent pour l’agence. § 2. Le comité remet un rapport annuel de ses activités au Ministre flamand et à l’administrateur général de l’agence. Le comité peut formuler toute recommandation qu’il juge nécessaire dans le cadre de ses missions. Copie de ce rapport est remise au Service d’Audit interne de l’Administration flamande.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Code déontologique er

Art. 13. § 1 . Les membres du comité s’engagent à informer le président lorsqu’ils se retrouvent dans une situation où leur indépendance n’est plus garantie. Ils adoptent, en accord avec le président, l’attitude qui convient. § 2. Les règles suivantes s’appliquent aux membres du comité : 1° ils ne peuvent participer à une délibération s’ils ont un intérêt direct, soit à titre personnel, soit comme mandataire ou si leurs parents, ou des parents ou alliés jusqu’au quatrième degré ont un intérêt direct ou personnel. 2° ils ne peuvent servir d’avocat, de notaire, de mandataire ou d’expert juridique dans un procès intenté contre l’agence; 3° ils ne peuvent effectuer des transactions financières, quelle que soit leur nature, avec l’agence; 4° ils ne peuvent participer, directement ou indirectement, à une fourniture ou adjudication par l’agence; 5° il s’engagent à dégager le temps nécessaire pour une bonne exécution de cette mission; 6° les membres du comité et chacun qui assiste à la réunion complète ou partielle du comité, respectent une confidentialité stricte quant à l’information obtenue dans ce cadre; 7° sauf dispositions spécifiques, ils ne peuvent s’adresser aux membres du personnel de l’agence, sauf par le biais du président, qui en informe le chef de l’agence. § 3. Si une situation de conflit telle que visée aux §§ 1er et 2 se prolonge, le président en informe le Ministre compétent pour l’agence, qui prend la mesure la plus appropriée. Composition du comité Art. 14. § 1. Le Ministre flamand compétent pour l’agence Kind en Gezin désigne les membres du comité pour une période de cinq ans. Le Ministre flamand compétent pour l’agence désigne le président et le vice-président du comité. Le comité se compose d’au moins quatre et au plus six membres indépendants. § 2. Aucun membre du comité ne peut exercer une fonction opérationnelle au sein de Kind en Gezin, ou ne peut avoir exercé telle fonction en une période de trois ans avant la désignation au comité. Parmi les membres du comité, la moitié moins un au maximum peut siéger également dans le comité consultatif de l’agence. Un des membres du comité est désigné comme expert financier, sur la base de ses connaissances ou expérience. Fonctionnement du comité Art. 15. Le comité se réunit en outre à la demande du Ministre flamand compétent pour l’agence ou du chef de l’agence. Le Ministre flamand compétent pour l’agence, l’administrateur-général, le directeur général, et le chef du service compétent en matière d’examen des systèmes de contrôle internes au sein de l’agence, sont invités aux réunions du comité. Art. 16. Sauf en cas d’urgence, le secrétariat envoie les convocations aux réunions du comité au moins six jours calendaires avant la réunion, le jour de l’envoi non compris. La convocation mentionne le lieu, le jour, l’heure et l’ordre du jour de la réunion. Les documents préparatoires sont joints à la convocation, sauf en cas d’urgence ou de force majeure. En cas d’urgence, chaque membre du comité sera contacté de la manière la plus appropriée, soit par e-mail, par lettre, par téléphone ou d’une autre manière. Les circonstances de l’urgence doivent être mentionnées dans le procès-verbal. En cas d’urgence, il peut être procédé à une procédure de réunion électronique ou téléphonique, selon les circonstances et l’avis du président. Art. 17. Le président fixe l’ordre du jour du comité. L’ordre du jour comprend : 1° l’approbation du procès-verbal de la réunion précédente; 2° chaque point qui, en vertu de la section 1re, doit être inscrit à l’ordre du jour du comité; 3° chaque point inscrit à l’ordre du jour par le Ministre flamand compétent pour l’agence; 4° chaque point inscrit à l’ordre du jour par un membre du comité. Ces points doivent concerner les missions du comité telles que définies à la section 1ère. Ils doivent être inscrits à l’ordre du jour en concertation avec le président, au plus tard quinze jours avant la réunion; 5° chaque point inscrit à l’ordre du jour par le chef de l’agence ou le chef du service compétent pour l’évaluation des systèmes de contrôle internes au sein de l’agence, en concertation avec le président. Art. 18. Le comité se réunit au moins quatre fois par an. Le procès-verbal de la réunion est envoyé au Ministre flamand compétent pour l’agence Kind en Gezin. Art. 19. Les membres du comité perç oivent une indemnité conformément à l’arrêté applicable du Gouvernement flamand. Les indemnités des membres du comité sont à charge des moyens de fonctionnement. Section 2. — Le service compétent pour l’évaluation des systèmes de contrôle internes au sein de l’agence Mission er

Art. 20. § 1 . Au sein de l’agence Kind en Gezin, il est créé un service compétent pour l’évaluation des systèmes de contrôle internes au sein de l’agence. § 2 La mission du service visé au § 1er est : 1° de procurer à la direction de l’agence, de manière indépendante et objective, une sécurité raisonnable et des conseils concernant la gestion des risques, les systèmes de contrôle internes et les processus de gestion de l’agence. Cela comprend notamment l’évaluation de l’effectivité et de l’efficacité de la gestion des risques, les systèmes de contrôle internes et les processus de gestion, au moyen d’une approche systématique et planifiée, afin de créer une valeur ajoutée pour la direction et les membres du personnel;

35519

35520

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD 2° l’élaboration d’une charte qui définit les objectifs, les missions, la place au sein de l’organisation et le fonctionnement, et qui est approuvé par le comité visé à la section Ire. Cette charte décrit en outre la manière dont le service annonce qu’il travaille de manière systématique et planifiée, et contient les lignes de force de l’attitude éthique des membres du personnel du service. Compétence Art. 21. Le service compétent pour l’évaluation des systèmes de contrôle internes au sein de l’agence est doté des compétences suivantes : 1° l’examen et l’évaluation des systèmes de contrôle spécifiques internes au sein de l’agence, afin de constater si ceux-ci fonctionnent comme prévu et afin de proposer des adaptations et améliorations en vue d’améliorer l’efficacité et le fonctionnement efficient de ces systèmes. Cela comprend en outre l’examen et l’évaluation de la sécurisation de l’actif et la prévention de fraude, à l’exclusion toutefois de la certification des comptes; 2° l’examen et l’évaluation de la fiabilité, de la complétude et de l’intégrité des informations financières et gestionnelles, et les moyens mis en œuvre pour identifier, mesurer, et stocker ces informations, et d’en faire rapport. 3° le conseil en matière de développement de nouveaux processus et procédures, et d’évaluer les projets, processus et procédures existants, afin de vérifier s’ils correspondent aux décisions, stratégies, plans, contrats, objectifs et réglementations; 4° le conseil en matière de la mise en place de la gestion des risques au sein de l’agence et de la sensibilisation sur le plan du contrôle interne; 5° la formulation des recommandations requises sur la manière dont l’agence engage ses membres du personnel et ses moyens, afin d’optimaliser l’efficience et l’efficacité. Art. 22. Les membres du personnel désignés à cet effet peuvent effectuer des enquêtes dans toutes les divisions de l’agence. Ils ont accès à toutes les informations et à tous les bâtiments, documents et biens, qu’ils estiment nécessaires afin d’effectuer les enquêtes à temps, et de manière efficiente et efficace. Ils peuvent entendre tous les membres du personnel de l’agence. Les informations obtenues lors de ces enquêtes, ne peuvent être utilisées que pour les objectifs fixés. Art. 23. Le service établit annuellement un plan de travail basé sur une analyse pluriannuelle des risques concernant toutes les activités de l’agence. Il reste 20 % au maximum pour l’exécution de missions ad hoc. Art. 24. Tous les rapports établis dans le cadre du plan de travail et tous les autres rapports éventuellement établis par le service, sont soumis au comité visé à la section Ire. Les rapports établis dans le cadre du plan de travail visé à l’article 23, sont envoyés aux clients et à l’administrateur général de l’agence. Le chef du service peut demander au président et, en son absence, au vice-président du comité visé à la section Ire de se concerter sans la présence de représentants de la direction de l’agence. Art. 25. L’administrateur général positionne le service au sein de Kind en Gezin, en tenant compte de la spécificité de ses missions et activités, et en prenant l’avis du comité en la matière. Sans préjudice des dispositions en la matière dans le statut cadre, et sans préjudice d’autres statuts spécifiques du personnel, le président du comité visé à la section Ire ou, en son absence, le vice-président, participe à l’évaluation du fonctionnaire chargé de la direction du service. CHAPITRE IV. — Publicité de l’administration Art. 26. En ce qui concerne la publicité active de l’administration, l’administrateur général détermine le mode de diffusion des explications relatives à la politique. Un membre du personnel de niveau A est désigné comme fonctionnaire de communication. En ce qui concerne la publicité passive, un fonctionnaire désigné de niveau A est responsable des missions énoncées dans le décret. A cet effet, le fonctionnaire dispose de la compétence de décision quant aux demandes de consultation de dossiers et de communication de pièces pertinentes. CHAPITRE V. — Service des plaintes Art. 27. En exécution du décret du 1er juin 2001 octroyant un droit de réclamation à l’égard d’administrations, modifié par le décret du 20 février 2004, un Service des plaintes est chargé des missions énoncées dans le décret. Le Service des plaintes se compose d’un ou plusieurs instructeurs des plaintes; l’un d’eux assume la fonction de coordinateur des plaintes. Art. 28. § 1er. Le Service des plaintes est dirigé par le coordinateur des plaintes, un membre du personnel de niveau A, qui est responsable de l’exécution des missions décrétales et assume la direction du service. § 2. Le Service des plaintes relève de l’autorité hiérarchique de l’administrateur général, tout en ayant la compétence de décision pour les tâches fixées par le décret. En ce sens, le service peut nouer les contacts nécessaires, y compris les contacts avec l’agence ″Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin», aux conditions convenues entre les deux agences, et la présentation de dossiers de l’administration. Le Service des plaintes peut présenter à l’administrateur général des propositions visant l’amélioration des services. CHAPITRE VI. — Le Service social pour le personnel Art. 29. Au sein de l’agence fonctionne un Service social pour le personnel, chargé des missions suivantes : 1° les services répondent aux besoins urgents et autres. Les personnes nécessitant de l’aide peuvent s’y adresser pour tous les problèmes. Toutefois, le Service social pour le personnel ne peut venir en aide que dans les limites de ses possibilités. Il faut que les services aient une plus-value réelle; 2° tous les membres du personnel et membres du personnel retraités de Kind en Gezin ainsi que toutes les personnes qui accomplissent des tâches au sein de l’administration sans être membres du personnel, peuvent faire appel au Service social pour le personnel.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 30. § 1er. Le Service social pour le personnel est dirigé par un membre du personnel de niveau A, désigné par l’administrateur général. Ce membre du personnel préside le Comité de gestion et le Comité restreint. Le Comité de gestion est chargé de déterminer le cadre financier et organisationnel des services individuels et collectifs. Il en assure également l’organisation. Le Comité restreint est chargé du traitement des demandes d’aide individuelles. Les deux comités se composent de représentants de l’agence et des organisations syndicales représentatives. Le Comité de direction désigne les représentants de l’agence. Le président du Service social pour le personnel a la compétence de décision pour toutes les matières traitées dans les deux comités. § 2. Une collaboration avec le Ministère de la Communauté flamande ou avec d’autres services publics flamands peut être recherchée pour les diverses formes de prestation de services. § 3. Les services collectifs comprennent notamment : 1° l’organisation et la coordination des possibilités de prendre le déjeuner; 2° l’information sur et l’organisation de l’hygiène préventive; 3° l’organisation et la promotion d’activités culturelles et sportives et de détente; 4° préparation à la retraite; 5° action seniors; 6° revue du personnel; 7° informations relatives à l’aide sociale; 8° présentation d’un cadeau à des occasions spécifiques; 9° initiatives contribuant aux objectifs généraux. § 4. Les services individuels comprennent notamment : 1° problèmes d’ordre social, financier ou administratif au niveau professionnel ou dans la vie privée des membres du personnel et des retraités. Aider les demandeurs d’aide à trouve une solution; 2° intervention en cas de circonstances exceptionnelles ou de malchance familiale; 3° avance sociale. § 5. Les deux comités établissent un règlement d’ordre intérieur qui sera soumis pour information à l’administrateur général. Le règlement présente les diverses formes de prestation de services et l’aide financière maximale. Le personnel de l’agence est mis au courant de ce règlement intérieur. Un rapport d’activité est établi annuellement, comprenant l’inventaire de toutes les formes de services collectifs et individuels, sans mention de données personnelles. § 6. Les services individuels se font dans la plus grande discrétion. § 7. Le Service social pour le personnel dispose d’un budget à charge des fonds de l’agence. Ce budget est géré selon les règles générales relatives à la comptabilité publique. Le rapport annuel contient une justification de l’affectation du budget. L’agence met le personnel nécessaire à la disposition du Service social pour le personnel. Ce personnel relève de l’autorité hiérarchique du membre du personnel chargé de la direction du Service social pour le personnel. CHAPITRE VII. — La contribution médicale Art. 31. L’agence compte six médecins ayant une spécialisation pertinente pour les missions de l’agence. Ils émettent des avis au niveau de la politique, et élaborent le volet médical dans les domaines d’activité couverts par l’agence. L’administrateur général définit leurs missions, après concertation avec le Comité de direction, tant en ce qui concerne le contenu que leur domaine d’activité administratif. Art. 32. § 1er. Un conseiller scientifique–médecin en chef est chargé essentiellement de l’encadrement et du conseil de la gestion stratégique de l’agence. Le conseiller scientifique–médecin en chef fait partie des services du staff chargés de cette mission, et préside également le collège médical. § 2. Les coordinateurs médicaux de la qualité sont chargés essentiellement, outre leur participation au collège médical, d’une fonction d’encadrement et de conseil en matière de prévention médicale dans les différents structures et services. Dans ce sens ils peuvent être engagés par province, ou en raison de leurs connaissances techniques spéciales. § 3. Les coordinateurs médicaux de la qualité relèvent administrativement de la division centrale Soutien préventif aux familles, mais, compte tenu de leur mission, ils sont fonctionnellement mis à la disposition des chefs des divisions provinciales. Art. 33. Le collège médical, composé par les coordinateurs médicaux de la qualité, se réunit sous la direction du conseiller scientifique-médecin en chef. La première mission du collège médical consiste à formuler des avis sur des matières médicales générales fondamentales à l’usage de la définition de la politique par l’agence. Eu égard à la compétence de l’Ordre des Médecins, le collège médical fait fonction de chambre déontologique pour les médecins qui travaillent dans le cadre des structures agréées par l’agence, ce en ce qui concerne leur action dans le cadre de la réglementation y afférente. L’administrateur général et le directeur général font partie de plein droit du collège médical. Ils peuvent se faire représenter ou assister. L’agence assume le secrétariat du collège. L’administrateur général fixe, en accord avec le conseiller scientifique-médecin en chef, l’ordre du jour des réunions et veille au suivi.

35521

35522

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 34. Le Ministre flamand qui a l’Assistance aux Personnes dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 2 mars 2007. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Y. LETERME La Ministre flamande du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille, I. VERVOTTE

* VLAAMSE OVERHEID N. 2007 — 2765

[C − 2007/35959] 27 APRIL 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van een politiek verlof op verzoek van het personeelslid

De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, inzonderheid op artikel 77, eerste lid, en artikel 80, eerste lid, c); Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid op artikel 51, eerste lid, en op artikel 54, eerste lid, c); Gelet op het decreet van 28 april 1993 betreffende het onderwijs IV, inzonderheid op artikel 31, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 2006; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2006; Gelet op protocol nr. 616 van 22 december 2006 houdende de conclusies van de onderhandelingen, gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten; Gelet op protocol nr. 381 van 22 december 2006 houdende de conclusies van de onderhandelingen, gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité, vermeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs; Gelet op het advies 42.430/1 van de Raad van State, gegeven op 22 maart 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming; Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder het decreet : het decreet van 28 april 1993 betreffende het Onderwijs IV. Art. 2. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden vermeld in artikel 29 van het decreet, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 2006, die een politiek mandaat zoals bedoeld in artikel 31 van het decreet, uitoefenen of zullen uitoefenen. Art. 3. § 1. Het in artikel 2 bedoelde personeelslid heeft recht op een voltijds of deeltijds politiek verlof. § 2. Voor tijdelijk aangestelde personeelsleden geldt dit recht enkel voor zover het verlof binnen hun aanstellingsperiode valt. Art. 4. Het politiek verlof vangt aan op de datum van de eedaflegging, 1 september, 1 oktober, 1 januari, 1 april of op een met de inrichtende macht of schoolbestuur overeengekomen datum. Het personeelslid dat gebruik maakt van het recht op politiek verlof, stelt uiterlijk 15 dagen vóór de aanvang ervan, de inrichtende macht of het schoolbestuur in kennis van de datum waarop het politiek verlof zal aanvangen en van het volume aan wekelijkse prestaties waarvoor, conform artikel 5 van dit besluit, verlof gevraagd wordt. Art. 5. § 1. Een personeelslid dat deeltijds politiek verlof neemt, moet wekelijks prestaties blijven verrichten die ten minste een volledige prestatie-eenheid bedragen, en voor wat de centra voor leerlingenbegeleiding betreft, wekelijks prestaties blijven verrichten die ten minste 10 % van een volledige opdracht bedragen. § 2. Voor de toepassing van § 1 worden eveneens als wekelijkse prestaties beschouwd : 1° de prestaties verstrekt door personeelsleden met verlof wegens bijzondere opdracht of verlof wegens opdracht, zoals bedoeld in artikel 51quater, § 2 en § 3, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding en artikel 77quater, § 2 en § 3, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs; 2° de prestaties verstrekt door de personeelsleden met verlof wegens vakbondsopdracht, zoals bedoeld in artikel 17 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en artikel 77 van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; 3° de prestaties verstrekt in het kader van de begeleiding en ondersteuning van de scholen en de centra voor leerlingenbegeleiding bij de implementatie van het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen I, zoals bedoeld in artikel VI.21 van dit decreet; 4° de prestaties verstrekt ten behoeve van in de wetgevende vergaderingen van de Staat en van de Gemeenschappen of de Gewesten erkende politieke groepen, respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen, zoals bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1991 betreffende het verlof dat aan de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding wordt verleend voor het verrichten van bepaalde prestaties ten behoeve van in de wetgevende vergaderingen van de Staat en van de Gemeenschappen of de Gewesten erkende politieke groepen, respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen;

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD 5° de prestaties verstrekt door de personeelsleden met verlof, zoals bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 21 november 1980 betreffende het verlof toegekend aan bepaalde, ter beschikking van de Koning gestelde personeelsleden van de Rijksdiensten; 6° de prestaties verstrekt door personeelsleden in een ministerieel kabinet van een lid van een gemeenschaps- of gewestregering, van een lid van de federale regering of van een gewestelijk staatssecretaris, en bij een secretariaat, de cel algemene beleidscoördinatie en een cel algemeen beleid bij een lid van de federale regering, zoals bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juli 1995 betreffende het verlof om een ambt uit te oefenen in een ministerieel kabinet van een lid van een gemeenschaps- of gewestregering, van een lid van de federale regering of van een gewestelijk staatssecretaris, en bij een secretariaat, de cel algemene beleidscoördinatie en een cel algemeen beleid bij een lid van de federale regering door personeelsleden van het onderwijs en van de centra voor leerlingenbegeleiding; 7° de prestaties verstrekt door personeelsleden als medewerker, door een regeringslid ter beschikking gesteld van zijn voorganger, zoals bedoeld in artikel 8, derde lid, van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 betreffende de invulling van de beleidsorganen van de federale overheidsdiensten en betreffende de personeelsleden van de federale overheidsdiensten aangewezen om deel uit te maken van een kabinet van een lid van een regering of van een college van een gemeenschap of een gewest; 8° de prestaties verstrekt door een personeelslid ter ondersteuning van het college van commissarissen van de Vlaamse Regering bij de hogescholen, zoals bedoeld in artikel 245, § 2, van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap; 9° de prestaties verstrekt door de personeelsleden met verlof zoals bedoeld in artikel 166, § 1, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997; 10° de prestaties verstrekt door de personeelsleden met verlof zoals bedoeld in artikel 53 van het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van de onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs; 11° de prestaties verstrekt door de personeelsleden met verlof zoals bedoeld in artikel 156 van het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs; 12° de prestaties verstrekt door personeelsleden belast met een opdracht aan een hogeschool, zoals bedoeld in artikel 2, 39° van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. § 3. Het personeelslid dat een politiek verlof opneemt, mag tijdens dit verlof geen vervangende winstgevende activiteit uitoefenen in een gesubsidieerde of gefinancierde school of instelling, in een gesubsidieerd of gefinancierd centrum, in een hogeschool of als personeelslid van de onderwijsinspectie, personeelslid van de pedagogische begeleidingsdiensten of personeelslid van de Dienst voor Onderwijsontwikkeling. § 4. In afwijking van de bepaling van § 1, moet een personeelslid in een selectie- of bevorderingsambt dat deeltijds politiek verlof neemt, wekelijkse prestaties blijven verrichten voor minimaal de helft van het volume van een voltijdse opdracht, tenzij met de inrichtende macht of het schoolbestuur anders wordt overeengekomen. § 5. Het personeelslid kan het volume van zijn politiek verlof alleen op 1 september wijzigen. In dat geval stelt het uiterlijk op 30 juni de inrichtende macht of het schoolbestuur in kennis van deze wijziging. Art. 6. § 1. Het politiek verlof eindigt steeds overeenkomstig de bepaling van artikel 34, eerste lid, van het decreet. Tijdelijke personeelsleden van wie het politiek verlof een einde neemt, komen opnieuw als tijdelijk personeelslid in dienst en nemen de betrekking in waarvoor zij verlof hadden genomen. § 2. Een personeelslid dat gebruik gemaakt heeft van zijn recht op politiek verlof, heeft ook het recht dit te beëindigen vooraleer zijn mandaat beëindigd is. Wanneer het van dit recht gebruik maakt, stelt het uiterlijk op 30 juni de inrichtende macht of het schoolbestuur hiervan in kennis. Het verlof wordt dan beëindigd op 31 augustus daaropvolgend. § 3. Het politiek verlof van tijdelijke personeelsleden eindigt van rechtswege als de tijdelijke aanstelling eindigt. Art. 7. § 1. Het verlof wegens ziekte of gebrekkigheid met inbegrip van arbeidsongevallen, van ongevallen op weg naar het werk en naar huis, van beroepsziekten, de terbeschikkingstelling wegens ziekte of gebrekkigheid, het verlof wegens een bedreiging door een beroepsziekte en het verlof wegens moederschapsbescherming maken geen einde aan het politiek verlof. Het wachtgeld of de wachtgeldtoelage bij terbeschikkingstelling wegens ziekte of gebrekkigheid wordt vastgesteld op basis van de laatste activiteitswedde of activiteitsweddetoelage. § 2. Het politiek verlof wordt opgeschort vanaf het ogenblik dat het personeelslid het recht doet gelden op een andere vorm van dienstonderbreking die door de inrichtende macht of het schoolbestuur niet kan worden geweigerd. Art. 8. Het personeelslid dat gebruik maakt van het recht op deeltijds politiek verlof, ontvangt het salaris of de salaristoelage waarop het recht heeft, rekening houdend met de verminderde prestaties. HOOFDSTUK II. — Slotbepalingen Art. 9. De politieke verloven die op verzoek van de personeelsleden toegekend werden tijdens de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 augustus 2006, worden geacht in overeenstemming te zijn met de bepalingen van dit besluit. Art. 10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2006, met uitzondering van artikel 4, tweede lid, dat in werking treedt op 1 februari 2007. Art. 11. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 27 april 2007. De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

35523

35524

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2007 — 2765

[C − 2007/35959]

27 AVRIL 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand relatif à l’octroi d’un congé politique à la demande du membre du personnel Le Gouvernement flamand, Vu le décret du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de l’enseignement communautaire, notamment les articles 77, alinéa premier, et 80, alinéa premier, c); Vu le décret du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de l’enseignement subventionné et des centres subventionnés d’encadrement des élèves, notamment les articles 51, alinéa premier, et 54, alinéa premier, c); Vu le décret du 28 avril 1993 relatif à l’enseignement IV, notamment l’article 31, modifié par le décret du 7 juillet 2006; Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 7 novembre 2006; Vu le protocole n° 616 du 22 décembre 2006 portant les conclusions des négociations menées en réunion commune du Comité sectoriel X et de la sous-section ″Communauté flamande″ de la section 2 du Comité des services publics provinciaux et locaux; Vu le protocole n° 381 du 22 décembre 2006 portant les conclusions des négociations menées au sein du Comité coordinateur de négociation visé au décret du 5 avril 1995 portant création de comités de négociation dans l’enseignement libre subventionné; Vu l’avis 42.430/1 du Conseil d’Etat, donné le 22 mars 2007, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition du Ministre flamand de l’Emploi, de l’Enseignement et de la Formation; Après délibération, Arrête : CHAPITRE Ier. — Dispositions générales Article 1er. Dans le présent arrêté, on entend par le décret : le décret du 28 avril 1993 relatif à l’enseignement IV. Art. 2. Le présent arrêté s’applique aux membres du personnel visés à l’article 29 du décret, modifié par le décret du 7 juillet 2006, qui exercent ou exerceront un mandat politique tel que visé à l’article 31 du décret. Art. 3. § 1er. Le membre du personnel visé à l’article 2 a droit à un congé politique à temps plein ou à temps partiel. § 2. Pour les membres du personnel temporaires, ce droit s’applique uniquement dans la mesure où le congé tombe dans leur période de désignation. Art. 4. Le congé politique commence à la date de la prestation de serment, au 1er septembre, 1er octobre, 1er janvier, 1er avril ou à une date convenue avec le pouvoir organisateur ou l’autorité scolaire. Le membre du personnel qui exerce le droit au congé politique, informe le pouvoir organisateur ou l’autorité scolaire, au plus tard 15 jours avant son début, de la date à laquelle commencera le congé politique et du volume de prestations hebdomadaires pour lequel un congé est demandé conformément à l’article 5 du présent arrêté. Art. 5. § 1er. Le membre du personnel qui prend un congé politique à temps partiel, doit continuer à exercer chaque semaine des prestations comprenant au moins une unité de prestation complète, et en ce qui concerne les centres d’encadrement des élèves, continuer à exercer chaque semaine des prestations comprenant au moins 10 % d’une charge complète. § 2. Pour l’application du § 1er, sont considérées également comme des prestations hebdomadaires : 1° les prestations dispensées par des membres du personnel en congé pour mission spéciale ou en congé pour mission, tels que visés à l’article 51quater, §§ 2 et 3, du décret du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de l’enseignement subventionné et des centres subventionnés d’encadrement des élèves et à l’article 77quater, §§ 2 et 3 du décret du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de l’enseignement communautaire; 2° les prestations dispensées par les membres du personnel en congé pour activité syndicale, tels que visés à l’article 17 de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités et à l’article 77 de l’arrêté royal du 28 septembre 1984 portant exécution de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités; 3° les prestations dispensées dans le cadre de l’encadrement et du soutien des écoles et des centres d’encadrement des élèves pour la mise en oeuvre du décret du 28 juin 2002 relatif à l’égalité des chances en éducation-I, tels que visés à l’article VI.21 dudit décret; 4° les prestations dispensées au bénéfice de groupes politiques reconnus dans les chambres législatives de l’Etat et des Communautés ou des Régions, ou au bénéfice des présidents de ces groupes, tels que visés à l’article 2 de l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 décembre 1991 relatif au congé accordé aux membres du personnel de l’enseignement et des centres d’encadrement des élèves pour accomplir certaines prestations au bénéfice de groupes politiques reconnus dans les chambres législatives de l’Etat, des Communautés ou des Régions, ou au bénéfice des présidents de ces groupes; 5° les prestations dispensées par les membres du personnel en congé, tels que visés à l’article 2 de l’arrêté royal du 21 novembre 1980 relatif au congé accordé à certains membres du personnel des services de l’Etat mis à disposition du Roi;

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD 6° les prestations dispensées par des membres du personnel dans un cabinet ministériel d’un membre d’un Gouvernement communautaire ou régional, d’un membre du Gouvernement fédéral ou d’un secrétaire d’état régional, et auprès d’un secrétariat, de la cellule de coordination générale et d’une cellule de politique générale auprès d’un membre du Gouvernement fédéral, tels que visés à l’article 2 de l’arrêté du Gouvernement flamand du 28 juillet 1995 relatif au congé pour l’exercice d’une fonction auprès d’un cabinet ministériel d’un membre d’un gouvernement de communauté ou de région, d’un membre du Gouvernement fédéral ou d’un secrétaire d’état régional, et auprès d’un secrétariat, de la cellule de coordination générale de la politique et d’une cellule de politique générale auprès d’un membre du Gouvernement fédéral, par des membres du personnel de l’enseignement et des centres d’encadrement des élèves; 7° les prestations dispensées par des membres du personnel en tant que collaborateur qu’un membre du Gouvernement a mis à disposition de son prédécesseur, tels que visés à l’article 8, troisième alinéa, de l’arrêté royal du 19 juillet 2001 relatif à l’installation des organes stratégiques des services publics fédéraux et relatif aux membres du personnel des services publics fédéraux désignés pour faire partie du cabinet d’un membre d’un Gouvernement ou d’un Collège d’une Communauté ou d’une Région; 8° les prestations dispensées par un membre du personnel à l’appui du collège des commissaires du Gouvernement flamand auprès des instituts supérieurs, tel que visé à l’article 245, § 2, du décret du 13 juillet 1994 relatif aux instituts supérieurs en Communauté flamande; 9° les prestations dispensées par les membres du personnel en congé tels que visés à l’article 166, § 1er, du décret relatif à l’enseignement fondamental du 25 février 1997; 10° les prestations dispensées par les membres du personnel en congé, tels que visés à l’article 53 du décret du 5 avril 1995 portant création de comités de négociation dans l’enseignement libre subventionné; 11° les prestations dispensées par les membres du personnel en congé tels que visés à l’article 156 du décret du 14 juillet 1998 contenant diverses mesures relatives à l’enseignement secondaire et modifiant le décret du 25 février 1997 relatif à l’enseignement fondamental; 12° les prestations dispensées par des membres du personnel exerç ant des charges dans un institut supérieur, tels que visés à l’article 2, 39° du décret du 13 juillet 1994 relatif aux instituts supérieurs en Communauté flamande. » § 3. Le membre du personnel qui prend un congé politique, ne peut exercer durant ce congé aucune activité lucrative de remplacement dans un établissement ou une école subventionné(e) ou financé(e), dans un centre subventionné ou financé, dans un institut supérieur ou en tant que membre du personnel de l’inspection de l’enseignement, membre du personnel des services d’encadrement pédagogique ou membre du personnel du Service de Développement de l’Enseignement. § 4. Par dérogation à la disposition du § 1er, un membre du personnel dans une fonction de sélection ou de promotion qui prend un congé politique à temps partiel, doit continuer à exercer chaque semaine des prestations comprenant au moins la moitié du volume d’une charge à temps plein, sauf convenu autrement avec le pouvoir organisateur ou l’autorité scolaire. § 5. Le membre du personnel ne peut modifier le volume de son congé politique que le 1er septembre. Le cas échéant, il informe le pouvoir organisateur ou l’autorité scolaire au plus tard le 30 juin de cette modification. Art. 6. § 1er. Le congé politique prend toujours fin conformément à la disposition de l’article 34, alinéa premier, du décret. Les membres du personnel temporaire dont le congé politique prend fin, reprennent service comme membre du personnel temporaire, et occupent l’emploi pour lequel ils avaient pris congé. § 2. Le membre du personnel qui a exercé son droit au congé politique, a également le droit de terminer ce congé avant la fin de son mandat. Lorsqu’il exerce ce droit, il en informe le pouvoir organisateur ou l’autorité scolaire au plus tard le 30 juin. Dans ce cas, le congé prend fin le 31 août suivant. § 3. Le congé politique des membres du personnel temporaire prend fin de plein droit si la désignation temporaire prend fin. Art. 7. § 1er. Le congé pour cause de maladie ou d’infirmité, y compris les accidents du travail, les accidents survenus sur le chemin du travail, les maladies professionnelles, la mise en disponibilité pour cause de maladie ou d’infirmité, le congé d’écartement du risque de maladie professionnelle et le congé de protection de la maternité ne mettent pas fin au congé politique. Le traitement d’attente ou la subvention-traitement d’attente pour cause de maladie ou d’infirmité est fixé(e) sur la base du dernier traitement d’activité ou de la dernière subvention-traitement d’activité. § 2. Le congé politique est suspendu dès le moment où le membre du personnel fait valoir le droit à une autre forme d’interruption de service qui ne peut pas être refusée par le pouvoir organisateur ou l’autorité scolaire. Art. 8. Le membre du personnel qui exerce le droit au congé politique à temps partiel, reç oit le traitement auquel ou la subvention-traitement à laquelle il a droit, compte tenu des prestations réduites. CHAPITRE II. — Dispositions finales Art. 9. Les congés politiques octroyés à la demande des membres du personnel pendant la période du 1er janvier 2001 au 31 août 2006 inclus, sont censés être conformes aux dispositions du présent arrêté. Art. 10. Le présent arrêté produit ses effets le 1er septembre 2006, à l’exception de l’article 4, alinéa deux, qui entre en vigueur le 1er février 2007. Art. 11. Le Ministre flamand qui a l’Enseignement dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 27 avril 2007. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Y. LETERME Le Ministre flamand de l’Emploi, de l’Enseignement et de la Formation, F. VANDENBROUCKE

35525

35526

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID N. 2007 — 2766 [C − 2007/35951] 4 MEI 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2005 betreffende de toekenning van subsidies voor de zorg en activering van zorgvragers op landof tuinbouwbedrijven met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 3 maart 2004 inzake de subsidiëring van meer duurzame landbouwproductiemethoden en de erkenning van centra voor meer duurzame landbouw, inzonderheid op artikel 5; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2005 betreffende de toekenning van subsidies voor de zorg en activering van zorgvragers op landof tuinbouwbedrijven met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 juni 2006; Gelet op advies 40.986/1/V van de Raad van State, gegeven op 17 augustus 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. In artikel 1, 3° van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2005 betreffende de toekenning van subsidies voor de zorg en activering van zorgvragers op landof tuinbouwbedrijven met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling wordt punt c vervangen door wat volgt : « c) als het een vennootschap betreft, voldoen aan de definitie van rechtspersoon, vermeld in artikel 1, 3°, a), b) en d) van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2000 betreffende de steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006 ». Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 10 maart 2006. Brussel, 4 mei 2007. De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME De vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming F. VANDENBROUCKE De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE

TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2007 — 2766 [C − 2007/35951] 4 MAI 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l’arrêté du Gouvernement flamand du 14 octobre 2005 concernant l’octroi de subventions à l’aide et l’activation des demandeurs d’aide sur les exploitations agricoles et horticoles dans le cadre du Programme flamand de Développement rural Le Gouvernement flamand, Vu le décret du 3 mars 2004 relatif au subventionnement de méthodes de production agricole plus durables et à l’agrément de centres pour une agriculture plus durable, notamment l’article 5; Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 14 octobre 2005 concernant l’octroi de subventions à l’aide et l’activation des demandeurs d’aide sur les exploitations agricoles et horticoles dans le cadre du Programme flamand de Développement rural; Vu l’avis de l’Inspection des Finances, rendu le 2 juin 2006; Vu l’avis 40.986/1/V du Conseil d’Etat, donné le 17 août 2006, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition du Ministre flamand des Réformes institutionnelles, de l’Agriculture, de la Pêche en mer et de la Ruralité, de la Ministre flamande du Bien-Etre, de la Santé Publique et de la Famille et du Ministre flamand de l’Emploi, de l’Enseignement et de la Formation; Après délibération, Arrête : Article 1er. Dans l’article 1er, 3°, de l’arrêté du Gouvernement flamand du 14 octobre 2005 concernant l’octroi de subventions à l’aide et l’activation des demandeurs d’aide sur les exploitations agricoles et horticoles dans le cadre du Programme flamand de Développement rural, le point c est remplacé par ce qui suit : « c) s’il s’agit d’une personne morale, répondre à la définition de personne morale, visée à l’article 1er, 3°, a), b), et d), de l’arrêté du Gouvernement flamand du 24 novembre 2000 concernant les aides aux investissements et à l’installation dans l’agriculture, modifié par l’arrêté du Gouvernement flamand du 16 juin 2006 ». Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 10 mars 2006. Bruxelles, le 4 mai 2007. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Ministre flamand des Réformes institutionnelles, de l’Agriculture, de la Pêche en mer et de la Ruralité, Y. LETERME

35527

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Le Vice-Ministre-Président du Gouvernement flamand et Ministre flamand de l’Emploi, de l’Enseignement et de la Formation, F. VANDENBROUCKE La Ministre flamande du Bien-Etre, de la Santé publique et de la Famille, I. VERVOTTE

* VLAAMSE OVERHEID N. 2007 — 2767 [C − 2007/35921] 4 MEI 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering houdende verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven onder basisallocatie 00.29 van het programma 24.60 begrotinpsjaar 2007 De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 22 december 2006 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2007, inzonderheid artikel 54; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting van 24 april 2007; Gelet op het positief advies van de Inspectie van Financiën van 18 april 2007, Besluit : Artikel 1. Het krediet ingeschreven op basisallocatie 00.29 van het programma 24.60 van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2007 wordt verdeeld overeenkomstig de bijlage bij dit besluit. Art. 2. Een afschrift van dit besluit wordt ter kennisgeving toegestuurd aan het Rekenhof, het Vlaams Parlement en het Departement van het Vlaams Ministerie van Financiën en Begroting. Brussel, 4 mei 2007. De minister-present van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN

Bijlage : tabel (in euro ) VAN PR

BA

24.60

00.29

NAAR BEDRAG

PR

BA

KS*

BEDRAG

GVK : 3.588.688

11.40

33.16

NGK

299.600

GOK : 2.721.898

32.10

33.14

NGK

147.000

33.10

33.04

NGK

182.950

35.40

33.11

NGK

46.620

41.30

43.10

NGK

27.500

49.20

41.01

NGK

200.000

52.10

41.01

NGK

53.228

52.10

61.01

NGK

625.000

52.40

33.07

NGK

700.000

52.40

41.01

NGK

180.000

52.40

43.02

NGK

260.000

71.30

99.11

MAC

866.790

* KS = kredietsoort Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007. De minister-present van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN

TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2007 — 2767 [C − 2007/35921] 4 MAI 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand portant répartition du crédit provisionnel inscrit à l’allocation de base 00.29 du programme 24.60, année budgétaire 2007 Le Gouvernement flamand,

35528

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Vu le décret du 22 décembre 2006 contenant le budget général des dépenses de la Communauté flamande pour l’année budgétaire 2007, notamment l’article 54; Vu l’accord du Ministre flamand chargé des Finances et du Budget, donné le 24 avril 2007; Vu l’avis positif de l’Inspection des Finances du 18 avril 2007, Arrête : Article 1er. Le crédit inscrit à l’allocation de base 00.29 du programme 24.60 du budget général des dépenses de la Communauté flamande pour l’année budgétaire 2007 est réparti conformément à l’annexe au présent arrêté. Art. 2. Une copie du présent arrêté est transmise, à titre d’information, à la Cour des Comptes, au Parlement flamand et au Département du Ministère flamand des Finances et du Budget. Bruxelles, le 4 mai 2007. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Y. LETERME Le Ministre flamand des Finances et du Budget et de l’Aménagement du Territoire, D VAN MECHELEN

Annexe : tableau (en euros) DE

VERS

PR

AB

MONTANT

PR

BA

SC*

MONTANT

24.60

00.29

CED : 3.588.688

11.40

33.16

CND

299.600

COD : 2.721.898

32.10

33.14

CND

147.000

33.10

33.04

CND

182.950

35.40

33.11

CND

46.620

41.30

43.10

CND

27.500

49.20

41.01

CND

200.000

52.10

41.01

CND

53.228

52.10

61.01

CND

625.000

52.40

33.07

CND

700.000

52.40

41.01

CND

180.000

52.40

43.02

CND

260.000

71.30

99.11

AUT

866.790

* SC = sorte de crédit Bruxelles, le 4 mai 2007. Vu pour être annexé à l’arrêté du Gouvernement flamand du 4 mai 2007. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Y. LETERME Le Ministre flamand des Finances et du Budget et de l’Aménagement du Territoire, D. VAN MECHELEN

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID N. 2007 — 2768 [C − 2007/35950] 11 MEI 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering tot tweede aanpassing van de overgangsaccreditatie van sommige hogeschoolopleidingen De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, inzonderheid op artikel 124, § 10, ingevoegd bij het decreet van 19 maart 2004; Overwegende dat de Vlaamse Hogescholenraad met zijn brief van 7 februari 2007 voorgesteld heeft de overgangsaccreditatie van verschillende opleidingen te verkorten; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 april 2007; Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. Aan de hieronder vermelde opleidingen wordt een overgangsaccreditatie verleend tot en met 30 september 2008 : 1° bachelor in het communicatiemanagement, georganiseerd in de volgende hogescholen : a) Arteveldehogeschool; b) Erasmushogeschool Brussel; c) Hogeschool West-Vlaanderen; d) Katholieke Hogeschool Mechelen; e) Plantijn-Hogeschool van de provincie Antwerpen; f) XIOS Hogeschool Limburg; 2° bachelor in de journalistiek, georganiseerd in de volgende hogescholen : a) Arteveldehogeschool; b) Erasmushogeschool Brussel; c) Hogeschool West-Vlaanderen; d) Katholieke Hogeschool Mechelen; e) Plantijn-Hogeschool van de provincie Antwerpen; f) XIOS Hogeschool Limburg; 3° bachelor in de vroedkunde, georganiseerd in de volgende hogescholen : a) Arteveldehogeschool; b) Erasmushogeschool Brussel; c) Hogeschool Anwerpen; d) Karel de Grote-Hogeschool – Katholieke Hogeschool Antwerpen; e) Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende; f) Katholieke Hogeschool Kempen; g) Katholieke Hogeschool Leuven; h) Katholieke Hogeschool Limburg en Provinciale Hogeschool Limburg; i) Katholieke Hogeschool Sint-Lieven; j) Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen; 4° bachelor in het office management, georganiseerd in de volgende hogescholen : a) Arteveldehogeschool; b) Erasmushogeschool Brussel; c) Hogeschool Anwerpen; d) Hogeschool Gent; e) Hogeschool voor Wetenschap en Kunst; f) Hogeschool West-Vlaanderen; g) Karel de Grote-Hogeschool – Katholieke Hogeschool Antwerpen; h) Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende; i) Katholieke Hogeschool Kempen; j) Katholieke Hogeschool Leuven; k) Katholieke Hogeschool Limburg; l) Katholieke Hogeschool Mechelen; m) Katholieke Hogeschool Sint-Lieven; n) Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen; o) Plantijn-Hogeschool van de provincie Antwerpen; p) Provinciale Hogeschool Limburg; q) XIOS Hogeschool Limburg;

35529

35530

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD 5° bachelor in de verpleegkunde, georganiseerd in de volgende hogescholen : a) Arteveldehogeschool; b) Erasmushogeschool Brussel; c) EHSAL, Europese Hogeschool Brussel; d) Hogeschool Antwerpen; e) Hogeschool Gent; f) Hogeschool West-Vlaanderen; g) Katholieke Hogeschool Sint-Lieven; h) Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen; i) Karel de Grote-Hogeschool – Katholieke Hogeschool Antwerpen; j) Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende; k) Katholieke Hogeschool Kempen; l) Katholieke Hogeschool Leuven; m) Katholieke Hogeschool Limburg; n) Katholieke Hogeschool Mechelen; o) Provinciale Hogeschool Limburg. Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 11 mei 2007. Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 11 mei 2005. De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2007 — 2768 [C − 2007/35950] 11 MAI 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand portant deuxième ajustement de l’accréditation de transition de certaines formations supérieures dispensées par les instituts supérieurs Le Gouvernement flamand, Vu le décret du 4 avril 2003 relatif à la restructuration de l’enseignement supérieur en Flandre, notamment l’article 124, § 10, inséré par le décret du 19 mars 2004; Considérant que le « Vlaamse Hogescholenraad » (Conseil des Instituts supérieurs flamands) a proposé, par sa lettre du 7 février 2007, de raccourcir l’accréditation de transition de plusieurs formations; Vu l’avis de l’Inspection des Finances, rendu le 25 avril 2007; Sur la proposition du Ministre flamand de l’Emploi, de l’Enseignement et de la Formation; Après délibération, Arrête : Article 1er. Il est accordé jusqu’au 30 septembre 2008 inclus une accréditation de transition aux formations mentionnées ci-dessous : 1° « bachelor in het communicatiemanagement », organisée dans les instituts supérieurs suivants : a) Arteveldehogeschool; b) Erasmushogeschool Brussel; c) Hogeschool West-Vlaanderen; d) Katholieke Hogeschool Mechelen; e) Plantijn-Hogeschool de la province d’Anvers; f) XIOS Hogeschool Limburg; 2° « bachelor in de journalistiek », organisée dans les instituts supérieurs suivants : a) Arteveldehogeschool; b) Erasmushogeschool Brussel; c) Hogeschool West-Vlaanderen; d) Katholieke Hogeschool Mechelen; e) Plantijn-Hogeschool de la province d’Anvers; f) XIOS Hogeschool Limburg;

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD 3° « bachelor in de vroedkunde », organisée dans les instituts supérieurs suivants : a) Arteveldehogeschool; b) Erasmushogeschool Brussel; c) Hogeschool Antwerpen; d) Karel de Grote-Hogeschool - Katholieke Hogeschool Antwerpen; e) Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende; f) Katholieke Hogeschool Kempen; g) Katholieke Hogeschool Leuven; h) Katholieke Hogeschool Limburg et Provinciale Hogeschool Limburg; i) Katholieke Hogeschool Sint-Lieven; j) Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen; 4° « bachelor in het office management », organisée dans les instituts supérieurs suivants : a) Arteveldehogeschool; b) Erasmushogeschool Brussel; c) Hogeschool Antwerpen; d) Hogeschool Gent; e) Hogeschool voor Wetenschap en Kunst; f) Hogeschool West-Vlaanderen; g) Karel de Grote-Hogeschool - Katholieke Hogeschool Antwerpen; h) Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende; i) Katholieke Hogeschool Kempen; j) Katholieke Hogeschool Leuven; k) Katholieke Hogeschool Limburg; l) Katholieke Hogeschool Mechelen; m) Katholieke Hogeschool Sint-Lieven; n) Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen; o) Plantijn-Hogeschool de la province d’Anvers; p) Provinciale Hogeschool Limburg; q) XIOS Hogeschool Limburg; 5° « bachelor in de verpleegkunde », organisée dans les instituts supérieurs suivants : a) Arteveldehogeschool; b) Erasmushogeschool Brussel; c) EHSAL, Europese Hogeschool Brussel; d) Hogeschool Antwerpen; e) Hogeschool Gent; f) Hogeschool West-Vlaanderen; g) Katholieke Hogeschool Sint-Lieven; h) Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen; i) Karel de Grote-Hogeschool - Katholieke Hogeschool Antwerpen; j) Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende; k) Katholieke Hogeschool Kempen; l) Katholieke Hogeschool Leuven; m) Katholieke Hogeschool Limburg; n) Katholieke Hogeschool Mechelen; o) Provinciale Hogeschool Limburg. Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 11 mai 2007. Art. 3. Le Ministre flamand qui a l’Enseignement dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 11 mai 2005. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Y. LETERME Le Ministre flamand de l’Emploi, de l’Enseignement et de la Formation, F. VANDENBROUCKE

35531

35532

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID N. 2007 — 2769

[C − 2007/35975]

25 JUNI 2007. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 december 2006 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999; Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001; Gelet op de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser, inzonderheid op artikel 30, § 2; Gelet op het koninklijk besluit van 17 februari 2005 tot uitvoering van de bepalingen van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser, inzonderheid op artikel 19; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005, 19 mei 2006, 30 juni 2006 en 1 september 2006; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, inzonderheid op artikel 18; Gelet op het ministerieel besluit van 21 december 2006 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 maart 2007; Gelet op Verordening (EG) nr. 423/2004 van de Raad van 26 februari 2004 tot vaststelling van herstelmaatregelen voor bepaalde kabeljauwbestanden; Gelet op Verordening (EG) nr. 388/2006 van de Raad van 23 februari 2006 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in de Golf van Biskaje; Gelet op Verordening (EG) nr. 41/2007 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling voor 2007, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften, inzonderheid op de bijlagen IIa en IIc; Gelet op Verordening (EG) nr. 509/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in het westelijk Kanaal; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat voor het jaar 2007 vangstbeperkingen moeten worden vastgesteld om de aanvoer te spreiden, en er bijgevolg zonder verwijl behoudsmaatregelen moeten worden getroffen om de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden; Overwegende dat beperkende maatregelen gedefinieerd moeten worden, die van toepassing zijn voor alle vaartuigen dan wel voor de vaartuigen die onder een collectief benuttingssysteem of een individuele quotatoewijzing vallen; Overwegende dat de eerste toewijsperiode van 6 maanden in geval van toewijzing in functie van het motorvermogen in het collectief benuttingssysteem voor vaartuigen behorend tot het groot vlootsegment afloopt op 30 juni, het derhalve noodzakelijk is de toegewezen hoeveelheden per kW voor de volgende periode 1 juli 2007 – 31 oktober 2007 vast te stellen; Overwegende dat in het kader van het kabeljauwherstelplan de voorwaarden vastgelegd moeten worden voor het maximaal aantal te presteren zeedagen per vaartuig in de beschermde gebieden; Overwegende de visserij-inspanningsbeperkingen, zoals voorzien in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 388/2006 van de Raad tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in de Golf van Biskaje, worden enkel de vaartuigen die op de lijst « Visvergunningen Golf van Gascogne 2007 » voorkomen, toegelaten aanwezig te zijn in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b; Overwegende het verbod van zeedagenoverdracht op vaartuigniveau kunnen aan de boomkorvaartuigen, waarvoor met slechts één type tuig wordt gewerkt, vereveningsdagen worden toegekend; Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van schol VIIf,g en tong VIIe bewerkstelligd kan worden door het aanpassen van maximale vangsten per zeereis, gerekend per vaartdag aanwezigheid in het gebied in kwestie;

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Overwegende het beperkt aantal ingeschreven vaartuigen op de lijst tongvisserij ″Golf van Gascogne 2007″ en ten einde meer flexibiliteit in de tongvisserij in de Golf van Gascogne te bieden, kan de toegewezen hoeveelheid worden verruimd, Besluit : Artikel 1. In het artikel 9, § 4, van het ministerieel besluit van 21 december 2006, houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, wordt het cijfer ″8″ vervangen door het getal ″13″. Art. 2. In het artikel 13 van hetzelfde besluit, worden met ingang van 1 juli 2007 volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de § 1 wordt het getal ″401″ vervangen door het getal ″415″; 2° de § 2 wordt aangevuld met volgende leden : « Het totale tongquotum in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) voorbehouden aan de vissersvaartuigen met een motorvermogen van meer dan 221 kW bedraagt, voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007, 969 ton. Bij uitputting van dit quotum is het aan die vissersvaartuigen tot en met 31 december 2007 verboden nog tong aan te voeren uit de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium). » 3° in de § 4 wordt het getal ″4500″ vervangen door ″6000″; 4° de § 4 wordt aangevuld met het volgende lid : « Vanaf 1 juli 2007 tot en met 31 oktober 2007 is het verboden dat in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) de tongvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 3.000 kg, vermeerderd met een hoeveelheid die gelijk is aan 19 kg vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig, uitgedrukt in kW. » Art. 3. Het artikel 14, § 4, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met het volgende lid : « Vanaf 1 juli 2007 tot en met 31 oktober 2007 is het verboden dat in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) de scholvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW een hoeveelheid overschrijdt, die gelijk is aan 75 kg vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig uitgedrukt in kW. » Art. 4. In het artikel 15 van hetzelfde besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het getal ″60″ vervangen door het getal ″69″; 2° in § 2 wordt het getal ″439″ vervangen door het getal ″506″; 3° de § 4 wordt aangevuld met het volgende lid : « Vanaf 1 juli 2007 tot en met 31 oktober 2007 is het verboden dat in de i.c.e.s.-gebieden VIIf,g, de tongvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 5 kg vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig uitgedrukt in kW. » Art. 5. Het artikel 16, § 2, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met het volgende lid : « Vanaf 1 juli 2007 tot en met 31 oktober 2007 is het verboden dat in de i.c.e.s.-gebieden VIIh,j,k de tongvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 3 kg vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig uitgedrukt in kW. » Art. 6. In het artikel 18, § 3, van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 23 maart 2007 wordt het getal ″15″ vervangen door het getal ″20″. Art. 7. In het artikel 19, § 5, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 maart 2007 wordt met ingang van 1 juli 2007 het getal ″60″ vervangen door het getal ″20″. Art. 8. In het artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 maart 2007 worden volgende wijzigingen met ingang van 1 juli 2007 aangebracht : 1° in § 3 wordt het getal ″60″ vervangen door het getal ″120″; 2° in § 4 wordt het getal ″120″ vervangen door het getal ″240″. Art. 9. Het artikel 24, § 2, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met het volgende lid : « Ingeval voor het betrokken vissersvaartuig gedurende 2006 dagen werden ingeruild, worden voor de toepassing van vorig lid, deze ingeruilde dagen als effectieve vaartdagen meegerekend. » Art. 10. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2007 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2008. Brussel, 19 juni 2007. Y. LETERME

35533

35534

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2007 — 2769

[C − 2007/35975]

25 JUIN 2007. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 21 décembre 2006 portant des mesures complémentaires temporaires de conservation des réserves de poisson en mer Le Ministre flamand des Réformes institutionnelles, de l’Agriculture, de la Pêche maritime et de la Politique de la Ruralité, Vu la loi du 12 avril 1957 autorisant le roi à prescrire des mesures en vue de la conservation des ressources biologiques de la mer, modifiée par les lois des 23 février 1971, 18 juillet 1973, 22 avril 1999 et 3 mai 1999; Vu la loi du 28 mars 1975 relative au commerce des produits de l’agriculture, de l’horticulture et de la pêche maritime, modifiée par les lois des 11 avril 1983, 29 décembre 1990 et 5 février 1999 et par l’arrêté royal du 22 février 2001; Vu la loi du 3 mai 2003 portant réglementation du contrat d’engagement maritime pour la pêche maritime et améliorant le statut social du marin pêcheur, notamment l’article 30, § 2; Vu l’arrêté royal du 17 février 2005, portant exécution des dispositions de la loi du 3 mai 2003 portant réglementation du contrat d’engagement maritime pour la pêche maritime et améliorant le statut social du marin pêcheur, notamment l’article 19; Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 27 juillet 2004 fixant les attributions des membres du Gouvernement flamand, modifiés par des arrêtés du Gouvernement flamand des 15 octobre 2004, 23 décembre 2005, 19 mai 2006, 30 juin 2006 et le 1er septembre 2006; Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 16 décembre 2005 instituant une licence de pêche et portant des mesures temporaires pour l’exécution du régime communautaire relatif à la conservation et à l’exploitation durable des ressources halieutiques, notamment l’article 18; Vu l’arrêté ministériel du 21 décembre 2006 portant des mesures complémentaires de conservation des réserves de poisson en mer, modifié par l’arrêté ministériel du 23 mars 2007; Vu le Règlement (CE) n° 423/2004 du Conseil du 26 février 2004 établissant des mesures de restauration de certaines ressources de cabillauds; Vu le Règlement (CE) n° 388/2006 du Conseil du 23 février 2006 établissant un plan pluriannuel pour l’exploitation durable de la ressource de la sole dans le Golfe de Gascogne; Vu le Règlement (CE) n° 41/2007 du Conseil du 21 décembre 2006 établissant pour 2007 les possibilités de pêche et les conditions associées pour certains stocks halieutiques et groupes de stocks halieutiques, applicables dans les eaux communautaires et, pour les navires communautaires, dans les eaux soumises à des limitations de capture, notamment les annexes IIa et IIc; Vu le Règlement (CE) n° 509/2007 du Conseil du 7 mai 2007 établissant un plan pluriannuel pour l’exploitation durable de la ressource de la sole dans la Manche occidentale; Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 notamment l’article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l’urgence; Considérant que pour l’année 2007 des limitations de captures pour la pêche doivent être fixées afin d’étaler les débarquements, il est nécessaire, en conséquence, de prendre sans retard des mesures de conservation afin de ne pas dépasser les quantités autorisées par la CE; Considérant que des limitations de captures doivent être définies qui sont d’application pour tous les navires de pêche ou encore pour les navires qui ressortent d’un système de gestion collectif ou d’une attribution individuelle de quota; Considérant que le 30 juin 2007 va terminer la première période de 6 mois dans le cas d’une attribution en fonction de la puissance motrice pour les grands navires qui ressortent d’un système de gestion collectif. Il est nécessaire de fixer les quantités attribuées par kW pour la prochaine période du 1er juillet 2007 jusqu’au 31 octobre 2007; Considérant que dans le cadre du plan de restauration du cabillaud il convient de définir les modalités en ce qui concerne le nombre maximum de jours de mer à prester par navire dans les zones protégées; Considérant que des limitations des efforts de pêche comme prévues dans le chapitre III du Règlement (CE) n° 388/2006 du Conseil établissant un plan pluriannuel pour l’exploitation durable de la ressource de la sole dans le Golfe de Gascogne, seulement les bateaux de pêche repris sur la liste ″Licences de pêche Golfe de Gascogne 2007″, sont autoriser d’être présent dans les zones-c.i.e.m. VIIIa,b; Considérant que le transfert de jours de mer au niveau navire est interdit, on peut attribuer quelques jours de compensation aux bateaux de pêche, qui utilisent un seul type engin de pêche, le chalut à perche; Considérant qu’un meilleur étalement des débarquements, de plies VIIf,g et de soles VIIe, peut être réalisé en modifiant des maxima de captures par voyage en mer, calculé par jour de navigation de présence dans la zone concernée;

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Considérant que le nombre de bateaux de pêche repris sur la liste ″Licences de pêche, Golfe de Gascogne 2007″ est limité, il est possible d’élever les quantités attribuées afin d’offrir plus de flexibilité à la pêche à la sole en Golfe de Gascogne, Arrête : Article 1er. Dans l’article 9, § 4, de l’arrêté ministériel du 21 décembre 2006, portant des mesures complémentaires de conservation des réserves de poisson en mer, le nombre ″8″ est remplacé par le nombre ″13″. Art. 2. Dans l’article 13 du même arrêté, sont apportées les modifications suivantes à partir du 1er juillet 2007 : 1° dans le § 1er le nombre ″401″ est remplacé par le nombre ″415″; 2° le § 2 est complété par les alinéas suivantes : « Le quota total de soles dans les zones c.i.e.m. II, IV (Mer du Nord et l’Estuaire de l’Escaut), réservé pour les bateaux de pêche ayant une puissance motrice supérieure à 221 kW, est de 969 tonnes pour la période du 1er janvier 2007 jusqu’au 31 décembre 2007 inclus. A l’épuisement de ce quota et ce jusqu’au 31 décembre 2007 inclus, il est interdit à ces bateaux de pêche de débarquer de la sole provenant des zones-c.i.e.m. II, IV (Mer du Nord et l’Estuaire de l’Escaut). » 3° dans le § 4 le nombre ″4500″ est remplacé par le nombre ″6000″; 4° le § 4 est complété par l’alinéa suivant : « A partir du 1er juillet 2007 jusqu’au 31 octobre 2007 inclus, il est interdit que dans les zones-c.i.e.m. II, IV (Mer du Nord et l’Estuaire de l’Escaut), les captures de soles d’un bateau de pêche d’une puissance motrice de plus de 221 kW dépassent une quantité égale à 3.000 kg majorée d’une quantité égale à 19 kg multiplié par la puissance motrice du bateau de pêche, exprimée en kW. » Art. 3. L’article 14, § 4, du même arrêté est complété par l’alinéa suivant : « A partir du 1er juillet 2007 jusqu’au 31 octobre 2007 inclus, il est interdit dans les zones-c.i.e.m. II, IV (Mer du Nord et l’Estuaire de l’Escaut), que les captures de plies d’un bateau de pêche, ayant une puissance motrice supérieure à 221 kW, dépassent une quantité égale à 75 kg multiplié par la puissance motrice du bateau de pêche exprimée en kW. » Art. 4. Dans l’article 15 du même arrêté, sont apportées les modifications suivantes : 1° dans le § 1er le nombre ″60″ est remplacé par le nombre ″69″; 2° dans le § 2 le nombre ″439″ est remplacé par le nombre ″506″; 3° le § 4 est complété par l’alinéa suivant : « A partir du 1er juillet 2007 jusqu’au 31 octobre 2007 inclus, il est interdit que dans les zones-c.i.e.m. VIIf,g les captures de soles d’un bateau de pêche d’une puissance motrice supérieure à 221 kW dépassent une quantité égale à 5 kg multiplié par la puissance motrice du bateau de pêche, exprimée en kW. » Art. 5. L’article 16, § 2, du même arrêté est complété par l’alinéa suivant : « A partir du 1er juillet 2007 jusqu’au 31 octobre 2007 inclus, il est interdit que dans les zones-c.i.e.m. VIIh,j,k les captures de soles d’un bateau de pêche d’une puissance motrice supérieure à 221 kW dépassent une quantité égale à 3 kg multiplié par la puissance motrice du bateau de pêche, exprimée en kW. » Art. 6. Dans l’article 18, § 3, du même arrêté, remplacé par l’arrêté ministériel du 23 mars 2007 le nombre ″15″ est remplacé par le nombre ″20″. Art. 7. Dans l’article 19, § 5, du même arrêté, modifié par l’arrêté ministériel du 23 mars 2007 le nombre ″60″ est remplacé par le nombre ″20″ à partir du 1er juillet 2007. Art. 8. Dans l’article 20 du même arrêté, modifié par l’arrêté ministériel du 23 mars 2007 sont apportées les modifications suivantes à partir du 1er juillet 2007 : 1° dans le § 3 le nombre ″60″ est remplacé par le nombre ″120″; 2° dans le § 4 le nombre ″120″ est remplacé par le nombre ″240″. Art. 9. L’article 24, § 2, du même arrêté, est complété par l’alinéa suivant : « Pour l’application de l’alinéa précédent, le nombre de jours échangés en 2006 est calculé pour le bateau de pêche concerné, comme jours de navigation effectifs 2006. » Art. 10. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juillet 2007 et cessera d’être en vigueur le 1er janvier 2008. Bruxelles, le 19 juin 2007. Y. LETERME

35535

35536

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID N. 2007 — 2770 (2007 — 4657) [C − 2007/35806] 8 SEPTEMBER 2006. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende de bekwaamheidsbewijzen van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs. — Erratum Belgisch Staatsblad nr. 378 van 23 november 2006 (tweede editie), blz. 65211–65212. In Bijlage 2 « Muziek, Woordkunst en Dans » bij het genoemde besluit van de Vlaamse Regering ontbreekt de hierna volgende pagina « repertoirestudie woordkunst » die moet ingevoegd worden tussen blz. 65211 (literaire creatie) en blz. 65212 (toneel).

TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2007 — 2770 (2007 — 4657)

[C − 2007/35806]

8 SEPTEMBRE 2006. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant la réglementation relative aux titres des membres du personnel directeur et enseignant des établissements d’enseignement artistique à temps partiel. — Erratum Moniteur belge n° 378 du 23 novembre 2006 (deuxième édition), pp. 65211-65212. Dans le texte néerlandais de l’annexe 2 « Muziek, Woordkunst en Dans » – de l’arrêté précité du Gouvernement flamand, la page manquante ci-dessus « repertoirestudie woordkunst » doit être insérée entre la page 65211 (literaire creatie) et la page 65212 (toneel).

35537


REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST MINISTERE DE LA REGION WALLONNE F. 2007 — 2771 [2007/202103] 26 AVRIL 2007. — Arrêté ministériel portant transfert de crédits entre le programme 02 de la division organique 30 et le programme 01 de la division organique 15 du budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007 Le Ministre du Logement, des Transports et du Développement territorial, Vu les lois sur la comptabilité de l’Etat, coordonnées le 17 juillet 1991, notamment l’article 12 tel que modifié par l’article 4 de la loi du 19 juillet 1996; Vu le décret du 21 décembre 2006 contenant le budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007, notamment l’article 38; Vu la circulaire du 18 janvier 2001 relative à la gestion administrative des programmes cofinancés par les Fonds européens en Région wallonne, particulièrement son point III, 2, 4e alinéa; Considérant la nécessité de transférer des crédits d’ordonnancement aux allocations de base 33.02 et 41.02 du programme 01 de la division organique 15 du budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007, afin de rencontrer la décision du Gouvernement wallon du 11 décembre 2003 dans le cadre de l’Interreg III B, à savoir, le dossier suivant (intitulé et codification du projet cofinancé) : Interreg III B Programme Europe du Nord-Ouest; Intitulé : SPAN; Opérateur : Fondation rurale de Wallonie; Allocation de base : 33.02.01; Crédits d’ordonnancement : 100.000,00 EUR; Codification du projet : E INB 1 10200 ID01 B; Intitulé : SPAN; Opérateur : ULB; Allocation de base : 41.02.01; Crédits d’ordonnancement : 100.000,00 EUR; Codification du projet : E INB 1 10200 ID01 B, Arrête : Article 1er. Des crédits d’ordonnancement à concurrence de 200 milliers d’EUR sont transférés du programme 02 de la division organique 30 au programme 01 de la division organique 15. Art. 2. La ventilation des allocations de base suivantes du programme 01 de la division organique 15 et du programme 02 de la division organique 30 du budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007 est modifiée comme suit : (en milliers d’EURO) Allocation de base

Crédit initial et arrêtés de transfert C.D. CE

Transfert

CO

CE

Crédit ajusté CO

CE

CO

DO 15 33.02.01

0

60

-

+ 100

0

160

DO 15 41.02.01

0

0

-

+ 100

0

100

DO 30 01.01.02

133

6.953

-

- 200

133

6.753

Art. 3. Le présent arrêté est transmis au Parlement wallon, à la Cour des comptes, à l’Inspection des Finances, au Secrétariat général du Ministère de la Région wallonne et au Contrôle des engagements. Namur, le 26 avril 2007. A. ANTOINE

ÜBERSETZUNG MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION D. 2007 — 2771 [2007/202103] 26. APRIL 2007 — Ministerialerlass zur Übertragung von Mitteln zwischen dem Programm 02 des Organisationsbereichs 30 und dem Programm 01 des Organisationsbereichs 15 des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007

Der Minister des Wohnungswesens, des Transportwesens und der räumlichen Entwicklung Aufgrund der am 17. Juli 1991 koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung, insbesondere des Artikels 12, in seiner durch den Artikel 4 des Gesetzes vom 19. Juli 1996 abgeänderten Fassung; Aufgrund des Dekrets vom 21. Dezember 2006 zur Festlegung des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007, insbesondere des Artikels 38;

35538

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Aufgrund des Rundschreibens vom 18. Januar 2001 über die administrative Verwaltung der von den Europäischen Fonds mitfinanzierten Programme in der Wallonischen Region, insbesondere des Punkts III, 2, Absatz 4; In Erwägung der Notwendigkeit, Ausgabeermächtigungen auf die Basiszuwendungen 33.02 und 41.02 des Programms 01 des Organisationsbereichs 15 des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007 zu übertragen, um dem in ihrer Sitzung vom 11. Dezember 2003 im Rahmen des Interreg III B getroffenen Beschluss der Wallonischen Regierung Folge zu leisten, nämlich durch die folgende Maßnahme (Bezeichnung und Kodifizierung des mitfinanzierten Projekts): INTERREG III B - Programm Nordwesteuropa; Bezeichnung: SPAN; Träger: ″Fondation Rurale de Wallonie″; Basiszuwendung: 33.02.01; Ausgabeermächtigungen: 100.000,00 EUR; Kodifizierung des Projekts: E INB 1 10200 ID01 B; Bezeichnung: SPAN; Träger: ULB; Basiszuwendung: 41.02.01; Ausgabeermächtigungen: 100.000,00 EUR; Kodifizierung des Projekts: E INB 1 10200 ID01 B, Beschließt: Artikel 1 - Es werden Ausgabeermächtigungen in Höhe von 200.000 EUR vom Programm 02 des Organisationsbereichs 30 auf das Programm 01 des Organisationsbereichs 15 übertragen. Art. 2 - Die Verteilung der folgenden Basiszuwendungen von Programm 01 des Organisationsbereichs 15 und von Programm 02 des Organisationsbereichs 30 des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007 wird wie folgt abgeändert: (in Tausend Euro) Basiszuwendung

Ursprüngliche Mittel und Übertragungserlasse A.M. V.E

OB 15 33.02.01

Übertragung

CO 0

V.E

Angepasste Mittel

CO

60

-

+ 100

V.E

CO 0

160

OB 15 41.02.01

0

0

-

+ 100

0

100

OB 30 01.01.02

133

6.953

-

- 200

133

6.753

Art. 3 - Der vorliegende Erlass wird dem Wallonischen Regionalrat, dem Rechnungshof, der Finanzinspektion, dem Generalsekretariat des Ministeriums der Wallonischen Region und dem Kontrolleur der Verpflichtungen übermittelt. Namur, den 26. April 2007 A. ANTOINE

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST N. 2007 — 2771 [2007/202103] 26 APRIL 2007. — Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 02 van organisatieafdeling 30 en programma 01 van organisatieafdeling 15 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007 De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 12, zoals gewijzigd bij artikel 4 van de wet van 19 juli 1996; Gelet op het decreet van 21 december 2006 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007, inzonderheid op artikel 38; Gelet op de omzendbrief van 18 januari 2001 betreffende het administratief beheer van met Europese fondsen in het Waalse Gewest medegefinancierde programma’s, inzonderheid op punt III, 2, vierde lid; Overwegende dat ordonnanceringskredieten overgedragen moeten worden naar basisallocaties 33.02 en 41.02, programma 01 van organisatieafdeling 15 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007 om gevolg te geven aan de tijdens de zitting van 11 december 2003 door de Waalse Regering genomen beslissing in het kader van Interreg III B, namelijk het volgende dossier (titel en codificatie van het medegefinancierde project) : Interreg III B Programma Noordwestelijk Europa; Titel : ″SPAN″; Operator : ″Fondation Rurale de Wallonie″; Basisallocatie : 33.02.01; Ordonnanceringskredieten : 100.000,00 EUR; Codificatie van het project : E INB 1 10200 ID01 B; Titel : ″SPAN″; Operator : ″ULB″; Basisallocatie : 41.02.01; Ordonnanceringskredieten : 100.000,00 EUR;

35539

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Codificatie van het project : E INB 1 10200 ID01 B, Besluit : Artikel 1. Er worden ordonnanceringskredieten ten belope van 200 duizend EUR overgedragen van programma 02 van organisatieafdeling 30 naar programma 01 van organisatieafdeling 15. Art. 2. De verdeling van de volgende basisallocaties van programma 01 van organisatieafdeling 15 en van programma 02 van organisatieafdeling 30 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007 wordt gewijzigd als volgt : (duizend EUR) Basisallocatie

Initieel krediet En overdrachtsbesluiten G.K. VK

Overdracht

OK

VK

Aangepast krediet OK

VK

OK

OA 15 33.02.01

0

60

-

+ 100

0

160

OA 15 41.02.01

0

0

-

+ 100

0

100

OA 30 01.01.02

133

6.953

-

- 200

133

6.753

Art. 3. Dit besluit wordt doorgezonden naar het Waalse Parlement, het Rekenhof, de Inspectie van Financiën, het Secretariaat-generaal van het Ministerie van het Waalse Gewest en de Controleur der Vastleggingen. Namen, 26 april 2007. A. ANTOINE

* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE F. 2007 — 2772 [2007/202102] 26 AVRIL 2007. — Arrêté ministériel portant transfert de crédits entre le programme 02 de la division organique 30 et le programme 03 de la division organique 11 du budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007 Le Ministre du Logement, des Transports et du Développement territorial, Vu les lois sur la comptabilité de l’Etat, coordonnées le 17 juillet 1991, notamment l’article 12 tel que modifié par l’article 4 de la loi du 19 juillet 1996; Vu le décret du 21 décembre 2006 contenant le budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007, notamment l’article 38; Vu la circulaire du 18 janvier 2001 relative à la gestion administrative des programmes cofinancés par les Fonds européens en Région wallonne, particulièrement son point III, 2, 4e alinéa; Considérant la nécessité de transférer des crédits d’ordonnancement à l’allocation de base 51.04 du programme 03 de la division organique 11 du budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007, afin de rencontrer la décision du Gouvernement wallon des 20 décembre 2000, 29 avril 2004, 20 juillet 2005 et 13 juillet 2006 dans le cadre du ″Phasing Out de l’Objectif 1 - Hainaut″, de l’″Objectif 2 Rural″, de l’″Urban Sambreville″ et de l’″Objectif 2 Urbain″, à savoir, les dossiers suivants (intitulés et codifications des projets cofinancés) : Allocation de base 51.04.03; Phasing Out de l’Objectif 1 - Hainaut; Axe 1 : Polariser la croissance par le développement de la base productive; Mesure 1.3 : Infrastructures d’accueil structurantes nécessaires au redéploiement économique de la zone; Projets : Intitulé : Plate-Forme Logistique Garocentre II - Phase 2 et suivantes; Opérateur : IDEA; Crédits d’ordonnancement : 5.823.000,00 EUR; Codification du projet : E P1A 1 10302 0013 B; Intitulé : Incubateur en biotechnologie Gosselies (aéropôle); Opérateur : IGRETEC; Crédits d’ordonnancement : 37.500,00 EUR; Codification du projet : E P1A 1 10301 0009 B; Intitulé : Bâtiment-relais Surface de bureaux Gosselies (aéropôle); Opérateur : IGRETEC; Crédits d’ordonnancement : 375.000,00 EUR; Codification du projet : E P1A 1 10301 0276 B; Objectif 2 Rural; Axe 2 : Structurer l’espace rural; Mesure 2.3 : Renforcer l’accès aux nouvelles technologies et aux TIC et capitaliser les opportunités de l’Euro-Corridor; Projets : Intitulé : Création de 2 halls-relais (Sorinnes et Ciney 2); Opérateur : BEPN; Crédits d’ordonnancement : 375.000,00 EUR; Codification du projet : E 2RU 1 20300 0090 B; Intitulé : Création de 3 halls-relais complétant les nouvelles zones d’activités économiques (Baillonvilles-ChastresRochefort); Opérateur : BEPN;

35540

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Crédits d’ordonnancement : 1.087.500,00 EUR; Codification du projet : E 2RU 1 20300 0089 B; Intitulé : Construction de 2 bâtiments-relais sur la zone de Marche-en-Famenne; Opérateur : Idelux; Crédits d’ordonnancement : 74.000,00 EUR; Codification du projet : E 2RP 1 20300 0088 B; Urban II Sambreville; Axe 1 : Reconversion économique et développement économique endogène; Mesure 1.3 : Aménagement et amélioration d’infrastructures en équipement structurant; Intitulé : Valorisation d’une zone d’activités économiques d’une superficie d’1 ha 06 (La Vacherie à Auvelais); Opérateur : BEPN; Crédits d’ordonnancement : 49.000,00 EUR; Codification du projet : E URB 1 10300 0004 B; Objectif 2 Urbain; Axe 4 : Consolidation de la fonction internationale; Mesure 4.2 : Plates-formes économiques spécialisées; Intitulé : Construction d’une extension de l’Espace Entreprise du Spatiopôle; Opérateur : SPI+; Crédits d’ordonnancement : 50.000,00 EUR; Codification du projet : E 2UR 1 40200 0037 B, Arrête : Article 1er. Des crédits d’ordonnancement à concurrence de 7.871 milliers d’EUR sont transférés du programme 02 de la division organique 30 au programme 03 de la division organique 11. Art. 2. La ventilation des allocations de base suivantes du programme 02 de la division organique 30 et du programme 03 de la division organique 11 du budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007 est modifiée comme suit : (en milliers d’EURO) Allocation de base


Transfert

CO

CE

Crédit ajusté CO

CE

CO

DO 30 01.01.02

133

20.210

-

- 7.871

133

12.339

DO 11 51.04.03

0

0

-

+ 7.871

0

7.871

Art. 3. Le présent arrêté est transmis au Parlement wallon, à la Cour des comptes, à l’Inspection des Finances, au Secrétariat général du Ministère de la Région wallonne et au Contrôle des engagements. Namur, le 26 avril 2007. A. ANTOINE

ÜBERSETZUNG MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION D. 2007 — 2772 [2007/202102] 26. APRIL 2007 — Ministerialerlass zur Übertragung von Mitteln zwischen dem Programm 02 des Organisationsbereichs 30 und dem Programm 03 des Organisationsbereichs 11 des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007 Der Minister des Wohnungswesens, des Transportwesens und der räumlichen Entwicklung, Aufgrund der am 17. Juli 1991 koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung, insbesondere des Artikels 12, in seiner durch den Artikel 4 des Gesetzes vom 19. Juli 1996 abgeänderten Fassung; Aufgrund des Dekrets vom 21. Dezember 2006 zur Festlegung des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007, insbesondere des Artikels 38; Aufgrund des Rundschreibens vom 18. Januar 2001 über die administrative Verwaltung der von den Europäischen Fonds mitfinanzierten Programme in der Wallonischen Region, insbesondere des Punkts III, 2, Absatz 4; In Erwägung der Notwendigkeit, Ausgabeermächtigungen auf die Basiszuwendung 51.04 des Programms 03 des Organisationsbereichs 11 des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007 zu übertragen, um dem in ihren Sitzungen vom 20. Dezember 2000, vom 29. April 2004, vom 20. Juli 2005 und vom 13. Juli 2006 im Rahmen des ″Phasing Out des Ziels 1 - Hennegau″, des ″Ziels 2 - ländliche Gebiete″, des ″Urban Sambreville″ und des ″Ziels 2 - städtische Gebiete″ getroffenen Beschluss der Wallonischen Regierung Folge zu leisten, nämlich durch die folgenden Maßnahmen (Bezeichnungen und Kodifizierungen der mitfinanzierten Projekte): Basiszuwendung 51.04.03; Phasing Out von Ziel 1 Hennegau; Zielrichtung 1: Stärkung des Wachstums durch den Ausbau der Produktionsbasis; Maßnahme 1.3: Strukturierende Aufnahmeinfrastrukturen, die zum Wiederaufschwung des Gebiets notwendig sind; Projekte: Bezeichnung: Logistische Plattform ″Garocentre″ II - Phasen 2 und folgende; Träger: IDEA; Ausgabeermächtigungen: 5.823.000,00 EUR;

35541

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Kodifizierung des Projekts: E P1A 1 10302 0013 B; Bezeichnung: Inkubator in Biotechnologie Gosselies (Aeropol); Träger: IGRETEC; Ausgabeermächtigungen: 37.500,00 EUR; Kodifizierung des Projekts: E P1A 1 10301 0009 B; Bezeichnung: Relais-Gebäude Bürofläche (Aeropol) Träger: IGRETEC; Ausgabeermächtigungen: 375.000,00 EUR; Kodifizierung des Projekts: E P1A 1 10301 0276 B; Ziel 2 ″ländliche Gebiete″; Zielrichtung 2: Strukturierung des ländlichen Raums; Maßnahme 2.3.: Verbesserung des Zugangs zu den neuen Informations- und Kommunikationstechnologien (NIKT) und Kapitalisierung der Nutzungsmöglichkeiten des Eurocorridors; Projekte: Bezeichnung: Schaffung von zwei Relaishallen (Sorinnes und Ciney 2); Träger: BEPN; Ausgabeermächtigungen: 375.000,00 EUR; Kodifizierung des Projekts: E 2RU 1 20300 0090 B; Bezeichnung: Schaffung von drei Relaishallen als Ergänzung der neuen Gewerbegebiete (Baillonvilles-ChastresRochefort); Träger: BEPN; Ausgabeermächtigungen: 1.087.500,00 EUR; Kodifizierung des Projekts: E 2RU 1 20300 0089 B; Bezeichnung: Bau von 2 Relais-Gebäuden auf dem Gebiet von Marche-en-Famenne; Träger: IDELUX; Ausgabeermächtigungen: 74.000,00 EUR; Kodifizierung des Projekts: E 2RP 1 20300 0088 B; Urban II Sambreville; Zielrichtung 1: Wirtschaftliche Umstellung und endogene wirtschaftliche Entwicklung; Maßnahme 1.3.: Einrichtung und Aufbesserung von Infrastrukturen als strukturierende Ausrüstung; Bezeichnung: Aufwertung einer Gewerbezone mit einer Fläche von 1 ha 06 (La Vacherie in Auvelais); Träger: BEPN; Ausgabeermächtigungen: 49.000,00 EUR; Kodifizierung des Projekts: E URB 1 10300 0004 B; Ziel 2 ″städtische Gebiete″; Zielrichtung 4: Stärkung der internationalen Funktion; Maßnahme 4.2: Spezialisierte Wirtschaftsplattformen; Bezeichnung: Ausbau des ″Espace Entreprise″ des ″Spatiopôle″; Träger: SPI+; Ausgabeermächtigungen: 50.000,00 EUR; Kodifizierung des Projekts: E 2UR 1 40200 0037 B, Beschließt: Artikel 1 - Es werden Ausgabeermächtigungen in Höhe von 7.871.000 EUR vom Programm 02 des Organisationsbereichs 30 auf das Programm 03 des Organisationsbereichs 11 übertragen. Art. 2 - Die Verteilung der folgenden Basiszuwendungen von Programm 02 des Organisationsbereichs 30 und von Programm 03 des Organisationsbereichs 11 des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007 wird wie folgt abgeändert: (in Tausend Euro) Basiszuwendung


Übertragung

CO

V.E

Angepasste Mittel

CO

V.E

CO

OB 30 01.01.02

133

20.210

-

- 7.871

133

12.339

OB 11 51.04.03

0

0

-

+ 7.871

0

7.871

Art. 3 - Der vorliegende Erlass wird dem Wallonischen Regionalrat, dem Rechnungshof, der Finanzinspektion, dem Generalsekretariat des Ministeriums der Wallonischen Region und dem Kontrolleur der Verpflichtungen übermittelt. Namur, den 26. April 2007 A. ANTOINE

35542

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST N. 2007 — 2772

[2007/202102]

26 APRIL 2007. — Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 02 van organisatieafdeling 30 en programma 03 van organisatieafdeling 11 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007 De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 12, zoals gewijzigd bij artikel 4 van de wet van 19 juli 1996; Gelet op het decreet van 21 december 2006 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007, inzonderheid op artikel 38; Gelet op de omzendbrief van 18 januari 2001 betreffende het administratief beheer van met Europese fondsen in het Waalse Gewest medegefinancierde programma’s, inzonderheid op punt III, 2, vierde lid; Overwegende dat ordonnanceringskredieten overgedragen moeten worden naar basisallocatie 51.04, programma 03 van organisatieafdeling 11 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007 om gevolg te geven aan de tijdens de zittingen van 20 december 2000, 29 april 2004, 20 juli 2005 en 13 juli 2006 door de Waalse Regering genomen beslissing in het kader van Phasing Out van Doelstelling 1 Henegouwen, van Landelijke Doelstelling 2, van Urban Sambreville en van Stedelijke Doelstelling 2, namelijk de volgende dossiers (titels, codificaties van de medegefinancierde projecten) : Basisallocatie 51.04.03; Phasing-Out Doelstelling 1 - Henegouwen; Hoofdlijn 1 : De groei polariseren door de ontwikkeling van de productieve basis; Maatregel 1.3 : Structurerende onthaalinfrastructuren die noodzakelijk zijn voor de economische herstructurering van het gebied; Projecten : Titel : Logistiek platform ″Garocentre″ II, fase 2 en volgende; Operator : ″IDEA″; Ordonnanceringskredieten : 5.823.000,00 EUR; Codificatie van het project : E P1A 1 10302 0013 B; Titel : Incubator voor biotechnologie Gosselies (″aeropole″); Operator : ″IGRETEC″; Ordonnanceringskredieten : 37.500,00 EUR; Codificatie van het project : E P1A 1 10301 0009 B; Titel : Voor beperkte duur beschikbaar gestelde bedrijfsruimte - Kantooroppervlakte Gosselies (″aeropole″); Operator : ″IGRETEC″; Ordonnanceringskredieten : 375.000,00 EUR; Codificatie van het project : E P1A 1 10301 0276 B; Landelijke Doelstelling 2; Hoofdlijn 2 : Structurering van de landelijke ruimte; Maatregel 2.3 : De toegang tot de nieuwe technologieën en tot de Informatie- en Communicatietechnologieën versterken en kapitaliseren op de opportuniteiten van de Euro-Corridor; Projecten : Titel : Bouw van 2 doorgangsgebouwen (Sorinnes en Ciney 2); Operator : ″BEPN″; Ordonnanceringskredieten : 375.000,00 EUR; Codificatie van het project : E 2RU 1 20300 0090 B; Titel : Bouw van drie doorgangsgebouwen ter aanvulling van de nieuwe bedrijfsruimten (Baillonville-ChastresRochefort); Operator : ″BEPN″; Ordonnanceringskredieten : 1.087.500,00 EUR; Codificatie van het project : E 2RU 1 20300 0089 B; Titel : Bouw van 2 doorgangsgebouwen op de zone van Marche-en-Famenne; Operator : ″IDELUX″; Ordonnanceringskredieten : 74.000,00 EUR; Codificatie van het project : E 2RP 1 20300 0088 B; Urban II Sambreville; Hoofdlijn 1 : Economische reconversie en endogene economische ontwikkeling; Maatregel 1.3 : Inrichting en verbetering van infrastructuren met structurerende uitrustingen; Titel : Valorisatie van een bedrijfsruimte met een oppervlakte van 1 ha 06 (″la Vacherie″ te Auvelais); Operator : ″BEPN″; Ordonnanceringskredieten : 49.000,00 EUR; Codificatie van het project : E URB 1 10300 0004 B; Stedelijke Doelstelling 2; Hoofdlijn 4 : Versterking van de internationale functie;

35543

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Maatregel 4.2 : Gespecialiseerde economische platformen; Titel : Bouw van een uitbreiding van de ″Espace Entreprise du Spatiopôle″; Operator : ″SPI +″; Ordonnanceringskredieten : 50.000,00 EUR; Codificatie van het project : E 2UR 1 40200 0037 B, Besluit : Artikel 1. Er worden ordonnanceringskredieten ten belope van 7.871 duizend EUR overgedragen van programma 02 van organisatieafdeling 30 naar programma 03 van organisatieafdeling 11. Art. 2. De verdeling van de volgende basisallocaties van programma 02 van organisatieafdeling 30 en van programma 03 van organisatieafdeling 11 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007 wordt gewijzigd als volgt : (duizend EUR) Basisallocatie

Aanvankelijk krediet en overdrachtsbesluiten G.K. VK

Overdracht

OK

VK


VK

OK

OA 30 01.01.02

133

20.210

-

- 7.871

133

12.339

OA 11 51.04.03

0

0

-

+ 7.871

0

7.871

Art. 3. Dit besluit wordt doorgezonden naar het Waalse Parlement, het Rekenhof, de Inspectie van Financiën, het Secretariaat-generaal van het Ministerie van het Waalse Gewest en de Controleur der Vastleggingen. Namen, 26 april 2007. A. ANTOINE

* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE F. 2007 — 2773

[2007/202104]

27 AVRIL 2007. — Arrêté ministériel portant transfert de crédits entre le programme 06 de la division organique 30 et les programmes 02, 03 et 04 de la division organique 12 du budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007 La Ministre de la Recherche, des Technologies nouvelles et des Relations extérieures, Vu les lois sur la comptabilité de l’Etat, coordonnées le 17 juillet 1991, notamment l’article 12 tel que modifié par l’article 4 de la loi du 19 juillet 1996; Vu le décret du 21 décembre 2006 contenant le budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007, notamment l’article 38; Vu la circulaire du 18 janvier 2001 relative à la gestion administrative des programmes cofinancés par les Fonds européens en Région wallonne, particulièrement son point III, 2, 4e alinéa; Considérant la nécessité de transférer des crédits d’ordonnancement à l’allocation de base 01.03 du programme 02, des crédits d’engagement et d’ordonnancement à l’allocation de base 01.04 du programme 02, des crédits d’ordonnancement aux allocations de base 01.03 et 01.04 du programme 03 et des crédits d’engagement et d’ordonnancement aux allocations de base 01.01 et 01.02 du programme 04 de la division organique 12 du budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007, afin de rencontrer les décisions du Gouvernement wallon des 11 janvier 2001, 12 avril 2001, 3 mai 2001, 19 juillet 2001, 27 mars 2002, 2 et 16 mai 2002, 13 juin 2002, 18 juillet 2002, 10 octobre 2002, 7 novembre 2002, 12 décembre 2002, 23 janvier 2003, 15 et 22 mai 2003, 12 juin 2003, 10 et 24 juillet 2003, 4 décembre 2003, 1er avril 2004, 27 mai 2004, 24 et 25 mars 2005, 9 et 30 juin 2005, 13 octobre 2005, 3 décembre 2005, 19 octobre 2006, 30 novembre 2006 et 21 décembre 2006 dans le cadre du Phasing out de l’Objectif 1, de l’Objectif 2, de l’Objectif 3 de l’Urban II, de l’Interreg III et du PRAI, à savoir, les dossiers suivants (intitulés et codifications des projets cofinancés) : Allocation de base 01.03.02 Phasing out de l’Objectif 1 Hainaut; Axe 2 : Polariser la croissance par l’économie de la connaissance; Mesure 2.3 : Valorisation des pôles d’excellence technologique et mise en réseau des compétences; Crédits d’ordonnancement : 2.718.594,00 EUR; Opérateur : CETIC asbl; Codification des projets : E P1A 1 20300 0075 F; E P1A 1 20300 0076 F; E P1A 1 20300 0072 F; E P1A 1 20300 0070 F; E P1A 1 20300 0071 F; E P1A 1 20300 0073 F; E P1A 1 20300 0074 F; E P1A 1 20300 0077 F; Opérateur : MATERIA NOVA asbl; Codification des projets : E P1B 1 20300 0086 F; E P1B 1 20300 0085 F; E P1B 1 20300 0087 F;

35544

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Opérateur : Centre de Recherche MULTITEL asbl; Codification des projets : E P1B 1 20300 0090 F; E P1B 1 20300 0092 F; E P1B 1 20300 0093 F; E P1B 1 20300 0091 F; E P1B 1 20300 0089 F; Opérateur : INISMA TechCeram asbl; Codification des projets : E P1B 1 20300 0083 F; E P1B 1 20300 0084 F; Opérateur : BIOVALLEE asbl; Codification du projet : E P1A 1 20300 0081 F; Opérateur : CERDT asbl; Codification du projet : E P1B 1 20300 0067 F; Opérateur : AGRO FOOD VALLEY asbl; Codification des projets : E P1B 1 20300 0060 F; E P1B 1 20300 0061 F; Opérateur : CENAERO asbl; Codification des projets : E P1A 1 20300 0062 F; E P1A 1 20300 0063 F; Opérateur : Centre Terre et Pierre asbl; Codification du projet : E P1B 1 20300 0066 F; Opérateur : CERTECH asbl; Codification du projet : E P1B 1 20300 0068 F; Phasing out de l’Objectif 1 Hainaut; Axe 2 : Polariser la croissance par l’économie de la connaissance; Mesure 2.5 : Valorisation et polarisation des ressources humaines en matière de recherche; Crédits d’ordonnancement : 1.038.944,00 EUR; Opérateur : CETIC asbl; Codification du projet : E P1A 3 20502 0001 F; Opérateur : BIOVALLEE asbl; Codification du projet : E P1A 3 20502 0002 F; Opérateur : MATERIA NOVA asbl; Codification des projets : E P1B 3 20502 0004 F; E P1B 3 20502 0009 F; Opérateur : CERTECH asbl; Codification du projet : E P1B 3 20502 0005 F; Opérateur : INISMA asbl; Codification du projet : E P1B 3 20502 0006 F; Opérateur : Centre de Recherche MULTITEL asbl; Codification du projet : E P1B 3 20502 0008 F; Opérateur : AGRO FOOD VALLEY asbl; Codification du projet : E P1B 3 20502 0011 F; Opérateur : CENAERO asbl; Codification du projet : E P1B 3 20502 0010 F; Allocation de base 01.04.02 Objectif 2 - Urbain; Axe 2 : Inscription dans la Société de la Connaissance; Mesure 2.2 : Valorisation des pôles d’excellence technologiques et mise en réseau des compétences; Crédits d’engagement : 899.478,00 EUR; Intitulé : Pôle interdisciplinaire spécialisé dans la génomique et protéomique; Opérateur : ULG; Crédits d’engagement : 550.728,00 EUR; Codification du projet : E 2UR 1 20200 0015 F; Intitulé : Equipements de contrôle de revêtements ultra-minces; Opérateur : CRM; Crédits d’engagement : 82.500,00 EUR; Codification du projet : E 2UR 1 20200 0019 F; Intitulé : Thixomolding; Opérateur : Pôle Métal; Crédits d’engagement : 191.250,00 EUR; Codification du projet : E 2UR 1 20200 0022 F; Intitulé : Champs magnétiques contrôlés; Opérateur : CEWAC; Crédits d’engagement : 75.000,00 EUR; Codification du projet : E 2UR 1 20200 0011 F; Objectif 2 - Urbain;

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Axe 2 : Inscription dans la Société de la Connaissance; Mesure 2.2 : Valorisation des pôles d’excellence technologiques et mise en réseau des compétences; Crédits d’ordonnancement : 2.242.500,00 EUR; Opérateur : CELABOR; Codification des projets : E 2UR 1 20200 0009 F; E 2UR 1 20200 0023 F; Opérateur : CEWAC; Codification des projets : E 2UR 1 20200 0010 F; E 2UR 1 20200 0011 F; E 2UR 1 20200 0020 F; Opérateur : CRIF; Codification des projets : E 2UR 1 20200 0012 F; E 2UR 1 20200 0021 F; Opérateur : CRM; Codification des projets : E 2UR 1 20200 0013 F; E 2UR 1 20200 0019 F; Opérateur : ULG; Codification des projets : E 2UR 1 20200 0014 F; E 2UR 1 20200 0015 F; E 2UR 1 20200 0017 F; E 2UR 1 20200 0024 F; E 2UR 1 20200 0025 F; Opérateur : POLE METAL DE WALLONIE; Codification du projet : E 2UR 1 20200 0022 F; Objectif 2 - Urbain; Mesure 2.3 : Valorisation et polarisation des ressources humaines en matière de recherche; Crédits d’ordonnancement : 21.000,00 EUR; Opérateur : POLE METAL; Codification du projet : E 2UR 3 20300 0003 F; Phasing out de l’Objectif 3; Mesure 1.3 : Promotion d’une mise en œuvre des compétences et de l’esprit d’entreprendre; Crédits d’ordonnancement : 531.767,00 EUR; Opérateur : UCL; Codification du projet : E PH3 3 10300 0001 F; Opérateur : ULG; Codification du projet : E PH3 3 10300 0002 F; E PH3 3 10300 0009 F; Opérateur : FUNDP; Codification des projets : E PH3 3 10300 0004 F; E PH3 3 10300 0008 F; Opérateur : POLE TECHNOLOGIQUE; Codification du projet : E PH3 3 10300 0005 F; Opérateur : INTERFACE GEMBLOUX; Codification des projets : E PH3 3 10300 0006 F; E PH3 3 10300 0007 F; Opérateur : AGROBIOPOLE WALLON; Codification du projet : E PH3 3 10300 0010 F; Urban 2 Sambreville; Axe 1 : Reconversion économique et développement économique endogène; Mesure 1.2 : Ouverture à la culture technologique et utilisation des technologies de l’information et de la communication; Crédits d’ordonnancement : 30.000,00 EUR; Opérateur : BEPN-FUNDP-CITA; Codification du projet : E URB 1 10200 0002 F; Interreg III A - France-Wallonie-Flandre; Axe 1 : Stimuler le rapprochement des populations et le développement des services transfrontaliers; Mesure 1.3 : Contribuer au rapprochement des acteurs économiques et améliorer l’environnement des entreprises; Crédits d’engagement : 20.000,00 EUR; Opérateur : CELABOR; Codification du projet : E IFF 1 103FW RT09 F; Interreg III A - France-Wallonie-Flandre;

35545

35546

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Axe 1 : Stimuler le rapprochement des populations et le développement des services transfrontaliers; Mesure 1.3 : Contribuer au rapprochement des acteurs économiques et améliorer l’environnement des entreprises; Crédits d’ordonnancement : 185.972,00 EUR; Opérateur : MATERIA NOVA; Codification des projets : E IFF 1 103FW RT 02 F; E IFF 1 103FW RT 17 F; Opérateur : CELABOR; Codification du projet : E IFF 1 103FW RT09 F; Opérateur : IBMM; Codification du projet : E IFF 1 103FW RT19 F; Opérateur : FUNDP; Codification du projet : E IFF 1 103FW RT20 F; Opérateur : CERTECH; Codification du projet : E IFF 1 103TR RT06 F; Interreg III A - Euregio Meuse-Rhin; Axe 2 : Promotion de la coopération économique et scientifique/technologique; Mesure 2.1 : Stimulation des nouvelles activités et activités innovantes; Crédits d’ordonnancement : 110.000,00 EUR; Opérateur : ULG; Codification des projets : E IEU 1 20100 RT04 F; E IEU 1 20100 RT03 F; E IEU 1 20100 RT01 F; Opérateur : CRM; Codification des projets : E IEU 1 20100 RT02 F; Interreg III A - Wallonie-Lorraine-Luxembourg; Axe 2 : Création et développement d’un espace économique transfrontalier intégré; Mesure 2.2 : Stimuler et soutenir le maillage économique de la zone; Crédits d’ordonnancement : 78.332,00 EUR; Opérateur : CEWAC; Codification du projet : E ILL 1 20200 RT01 F; Opérateur : CRIF - WTCM; Codification du projet : E ILL 1 20200 RT02 F; Opérateur : CCI Luxembourg; Codification du projet : E ILL 1 20200 RT02 F; Allocation de base 01.03.03 Phasing out de l’Objectif 1 Hainaut; Axe 2 : Polariser la croissance par l’économie de la connaissance; Mesure 2.1 : Stimulation et valorisation du potentiel technologique; Crédits d’ordonnancement : 1.189.906,00 EUR; Opérateur : GLAVERBEL; Codification des projets : E P1B 1 20103 R006 F; E P1A 1 20103 R015 F; E P1A 1 20103 R016 F; E P1A 1 20103 R017 F; E P1A 1 20103 R021 F; E P1A 1 20103 R029 F; E P1A 1 20103 R036 F; E P1A 1 20103 R037 F; Opérateur : ALSTOM; Codification des projets : E P1A 1 20103 R007 F; E P1A 1 20103 R009 F; E P1A 1 20103 R023 F; Opérateur : SIGMA COATINGS; Codification des projets : E P1A 1 20103 R028 F; Opérateur : ALCATEL ETCA; Codification des projets : E P1B 1 20103 R005 F; E P1A 1 20103 R010 F; E P1A 1 20103 R011 F; E P1A 1 20103 R012 F; E P1A 1 20103 R041 F; E P1A 1 20103 R042 F; E P1A 1 20103 R043 F; Opérateur : SONACA; Codification des projets : E P1A 1 20103 R018 F; E P1A 1 20103 R030 F; E P1A 1 20103 R031 F; E P1A 1 20103 R038 F; E P1A 1 20103 R039 F;

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD E P1A 1 20103 R044 F; Opérateur : ATOFINA RESEARCH; Codification du projet : E P1B 1 20103 R019 F; Opérateur : IT-OPTICS; Codification des projets : E P1A 1 20103 R025 F; E P1A 1 20103 R027 F; Opérateur : BIEBUYCK; Codification du projet : E P1A 1 20103 R022 F; Opérateur : MEDICAL DIGITAL ASSISTANT; Codification du projet : E P1B 1 20105 R002 F; Opérateur : SARA RC PROFILES; Codification du projet : E P1B 1 20103 R035 F; Opérateur : ACIC; Codification du projet : E P1A 1 20103 R026 F; Opérateur : NEXANS BENELUX; Codification du projet : E P1A 1 20103 R024 F; Opérateur : MP COLINET; Codification du projet : E P1A 1 20105 R003 F; Opérateur : DEXSIL LABS; Codification du projet : E P1A 1 20103 R033 F; Opérateur : WARCOING RESEARCH; Codification du projet : E P1B 1 20103 R034 F; Allocation de base 01.04.03 Phasing out de l’Objectif 2 Urbain; Axe 2 : Inscription dans la Société de la Connaissance; Mesure 2.1 : Stimulation et valorisation du potentiel technologique; Crédits d’ordonnancement : 1.046.473,00 EUR; Opérateur : RDCS GROUPE ARCELOR; Codification des projets : E 2UR 1 20103 R008 F; Opérateur : AKERS BELGIUM; Codification du projet : E 2UR 1 20103 R005 F; Opérateur : COCKERILL SAMBRE R&D; Codification des projets : E 2UR 1 20103 R017 F; E 2UR 1 20103 R015 F; E 2UR 1 20103 R016 F; E 2UR 1 20103 R021 F; E 2UR 1 20103 R025 F; E 2UR 1 20103 R026 F; Opérateur : TECHSPACE; Codification des projets : E 2UR 1 20103 R004 F; E 2UR 1 20103 R010 F; E 2UR 1 20103 R011 F; E 2UR 1 20103 R013 F; E 2UR 1 20103 R014 F; Opérateur : SAMTECH; Codification du projet : E 2UR 1 20103 R020 F; Opérateur : EUROGENTEC; Codification du projet : E 2UR 1 20103 R019 F; Opérateur : ADVANCED COATING; Codification du projet : E 2UR 1 20103 R009 F; Opérateur : MARICHAL KETIN; Codification du projet : E 2UR 1 22103 R018 F; Opérateur : DREVER INTERNATIONAL; Codification du projet : E 2UR 1 20103 R024 F; Opérateur : GDTECH; Codification du projet : E 2UR 1 20103 R027 F; Opérateur : ONCOMETHYLOME SCIENCE; Codification du projet : E 2UR 1 20103 R028 F; Allocation de base 01.01.04 Phasing out de l’Objectif 1 Hainaut; Axe 2 : Polariser la croissance par l’économie de la connaissance; Mesure 2.2 : Assimilation de la culture scientifique et technique; Crédits d’engagement : 35.000,00 EUR; Opérateur : ULB; Codification du projet : E P1A 1 20200 0058 F; Crédits d’ordonnancement : 260.000,00 EUR; Opérateur : PASS; Codification du projet : E P1A 1 20200 0059 F;

35547

35548

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Opérateur : ULB; Codification du projet : E P1A 1 20200 0058 F; Allocation de base 01.02.04 Interreg III A France-Wallonie-Flandre; Axe 2 : Favoriser le développement durable et la valorisation commune des territoires transfrontaliers; Mesure 2.2 : Valoriser le potentiel touristique et culturel du territoire transfrontalier; Crédits d’ordonnancement : 40.000,00 EUR; Opérateur : PASS; Codification du projet : E IFF 1 202FW RT23 F; Programme régional d’Actions innovatrices (PRAI); Promethee II Action 7.1 : Affiner la connaissance du potentiel scientifique de la Région. Instruire les problématiques liées à la valorisation de ce potentiel; Crédits d’engagement : 4.713,00 EUR; Crédits d’ordonnancement : 11.972,00 EUR; Opérateur : COMASE; Codification du projet : E PAI 1 70100 0003 F; Action 7.2 : Favoriser les synergies et les économies d’échelle; Crédits d’ordonnancement : 59.870,00 EUR; Opérateur : RECYWALL GIE; Codification du projet : E PAI 1 70200 0020 F; Opérateur : GIE MUWAC; Codification du projet : E PAI 1 70200 0021 F; Opérateur : Divers bénéficiaires; Codification du projet : E PAI 1 70200 0019 F; Opérateur : CELABOR; Codification du projet : E PAI 1 70200 0016 F; Opérateur : Centre technologique international; Codification des projets : E PAI 1 70200 0017 F; E PAI 1 70200 0018 F; Action 7.3 : Promouvoir la gestion de la qualité au sein des laboratoires de recherche; Crédits d’engagement : 32.670,00 EUR; Intitulé : Renforcement des outils de gestion dans les centres de recherches agréés; Codification du projet : E PAI 1 70300 0023 F; Action 7.4 : Améliorer la visibilité des compétences et services offerts par les opérations wallons de recherche; Crédits d’engagement : 64.015,00 EUR; Crédits d’ordonnancement : 14.320,00 EUR; Opérateur : WIN-WALMAT; Codification du projet : E PAI 1 70400 0001 F, Arrête : Article 1er. Des crédits d’engagement à concurrence de 920 milliers d’EUR et des crédits d’ordonnancement à concurrence de 7.012 milliers d’EUR sont transférés du programme 06 de la division organique 30 au programme 02 de la division organique 12. Art. 2. Des crédits d’ordonnancement à concurrence de 2.237 milliers d’EUR sont transférés du programme 06 de la division organique 30 au programme 03 de la division organique 12. Art. 3. Des crédits d’engagement à concurrence de 137 milliers d’EUR et des crédits d’ordonnancement à concurrence de 387 milliers d’EUR sont transférés du programme 06 de la division organique 30 au programme 04 de la division organique 12. Art. 4. La ventilation des allocations de base suivantes des programmes 02, 03 et 04 de la division organique 12 et du programme 06 de la division organique 30 du budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007 est modifiée comme suit : (en milliers d’EURO) Allocation de base

Crédit initial C.D. CE

Transfert

CO

CE

Crédit ajusté CO

CE

CO

DO 12 01.03.02

0

0

-

+ 3.758

0

3.758

DO 12 01.04.02

0

0

+ 920

+ 3.200

920

3.200

DO 12 01.03.03

0

0

-

+ 1.190

0

1.190

DO 12 01.04.03

0

0

-

+ 1.047

0

1.047

DO 12 01.01.04

0

0

+ 35

+ 260

35

260

DO 12 01.02.04

0

0

+ 102

+ 127

102

127

DO 30 01.01.06

1.417

15.447

- 1.057

- 9.582

360

5.865

Art. 5. Le présent arrêté est transmis au Parlement wallon, à la Cour des comptes, à l’Inspection des finances, au Secrétariat général du Ministère de la Région wallonne et au Contrôle des engagements. Namur, le 27 avril 2007. Mme M.-D. SIMONET

35549

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD ÜBERSETZUNG MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION D. 2007 — 2773

[2007/202104]

27. APRIL 2007 — Ministerialerlass zur Übertragung von Mitteln zwischen dem Programm 06 des Organisationsbereichs 30 und den Programmen 02, 03 und 04 des Organisationsbereichs 12 des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007 Die Ministerin der Forschung, der neuen Technologien und der auswärtigen Beziehungen, Aufgrund der am 17. Juli 1991 koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung, insbesondere des Artikels 12, in seiner durch den Artikel 4 des Gesetzes vom 19. Juli 1996 abgeänderten Fassung; Aufgrund des Dekrets vom 21. Dezember 2006 zur Festlegung des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007, insbesondere des Artikels 38; Aufgrund des Rundschreibens vom 18. Januar 2001 über die administrative Verwaltung der von den Europäischen Fonds mitfinanzierten Programme in der Wallonischen Region, insbesondere des Punkts III, 2, Absatz 4; In Erwägung der Notwendigkeit, Ausgabeermächtigungen auf die Basiszuwendung 01.03 des Programms 02, Verpflichtungs- und Ausgabeermächtigungen auf die Basiszuwendung 01.04 des Programms 02, Ausgabenermächtigungen auf die Basiszuwendungen 01.03 und 01.04 des Programms 03 und Verpflichtungs- und Ausgabeermächtigungen auf die Basiszuwendungen 01.01 und 01.02 des Programms 04 des Organisationsbereichs 12 des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007 zu übertragen, um den in ihren Sitzungen vom 11. Januar 2001, vom 12. April 2001, vom 3. Mai 2001, vom 19. Juli 2001, vom 27. März 2002, vom 2. und 16. Mai 2002, vom 13. Juni 2002, vom 18. Juli 2002, vom 10. Oktober 2002, vom 7. November 2002, vom 12. Dezember 2002, vom 23. Januar 2003, vom 15. und 22. Mai 2003, vom 12. Juni 2003, vom 10. und 24. Juli 2003, vom 4. Dezember 2003, vom 1. April 2004, vom 27. Mai 2004, vom 24. und 25. März 2005, vom 9. und 30. Juni 2005, vom 13. Oktober 2005, vom 3. Dezember 2005, vom 19. Oktober 2006, vom 30. November 2006 und vom 21. Dezember 2006 im Rahmen des Phasing Out des Ziels 1, des Ziels 2, des Ziels 3 von Urban II, des Interreg III und des PRAI getroffenen Beschlüssen der Wallonischen Regierung Folge zu leisten, nämlich durch die folgenden Maßnahmen (Bezeichnungen und Kodifizierungen der mitfinanzierten Projekte): Basiszuwendung 01.03.02 Phasing out des Ziels 1 Hennegau; Zielrichtung 2: Stärkung des Wachstums durch die wissensgestützte Wirtschaft; Maßnahme 2.3.:Aufwertung der technologischen Qualitätszentren und Vernetzung der Kompetenzen; Ausgabeermächtigungen: 2.718.594,00EUR; Träger: ″CETIC asbl″; Kodifizierung der Projekte: E P1A 1 20300 0075 F; E P1A 1 20300 0076 F; E P1A 1 20300 0072 F; E P1A 1 20300 0070 F; E P1A 1 20300 0071 F; E P1A 1 20300 0073 F; E P1A 1 20300 0074 F; E P1A 1 20300 0077 F; Träger: ASBL MATERIA NOVA; Kodifizierung der Projekte: E P1B 1 20300 0086 F; E P1B 1 20300 0085 F; E P1B 1 20300 0087 F; Träger: ″Centre de Recherche MULTITEL asbl″; Kodifizierung der Projekte: E P1B 1 20300 0090 F; E P1B 1 20300 0092 F; E P1B 1 20300 0093 F; E P1B 1 20300 0091 F; E P1B 1 20300 0089 F; Träger: ″INISMA TechCeram asbl″; Kodifizierung der Projekte: E P1B 1 20300 0083 F; E P1B 1 20300 0084 F; Träger: ″BIOVALLEE asbl″; Kodifizierung des Projekts: E P1A 1 20300 0081 F; Träger: ″CERDT asbl″; Kodifizierung des Projekts: E P1B 1 20300 0067 F; Träger: ″AGRO FOOD VALLEY asbl″; Kodifizierung der Projekte: E P1B 1 20300 0060 F; E P1B 1 20300 0061 F; Träger: ″CENAERO asbl″; Kodifizierung der Projekte: E P1A 1 20300 0062 F; E P1A 1 20300 0063 F, Träger: ″Centre Terre et Pierre asbl″; Kodifizierung des Projekts: E P1B 1 20300 0066 F;

35550

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Träger: CERTECH ASBL; Kodifizierung des Projekts: E P1B 1 20300 0068 F; Phasing out des Ziels 1 Hennegau; Zielrichtung 2: Stärkung des Wachstums durch die wissensgestützte Wirtschaft; Maßnahme 2.5.: Aufwertung und Hervorhebung der menschlichen Ressourcen im Bereich der Forschung; Ausgabeermächtigungen: 1.038.944,00 EUR; Träger: ″CETIC asbl″; Kodifizierung des Projekts: E P1A 3 20502 0001 F; Träger: ″BIOVALLEE asbl″; Kodifizierung des Projekts: E P1A 3 20502 0002 F; Träger: ASBL MATERA NOVA; Kodifizierung der Projekte: E P1B 3 20502 0004 F; E P1B 3 20502 0009 F; Träger: CERTECH ASBL; Kodifizierung des Projekts: E P1B 3 20502 0005 F; Träger: ″INISMA asbl″; Kodifizierung des Projekts: E P1B 3 20502 0006 F; Träger: ″Centre de Recherche MULTITEL asbl″; Kodifizierung des Projekts: E P1B 3 20502 0008 F; Träger: ″AGRO FOOD VALLEY asbl″; Kodifizierung des Projekts: E P1B 3 20502 0011 F; Träger: ″CENAERO asbl″; Kodifizierung des Projekts: E P1B 3 20502 0010 F; Basiszuwendung 01.04.02 Ziel 2 ″städtische Gebiete″; Zielrichtung 2: Entwicklung zur Wissensgesellschaft; Maßnahme 2.2.: Aufwertung der technologischen Qualitätszentren und Vernetzung der Kompetenzen; Verpflichtungsermächtigungen: 899.478,00 EUR; Bezeichnung: In Genomik und Proteomik spezialisierter multidiziplinärer Pol; Träger: ULG; Verpflichtungsermächtigungen: 550.728,00 EUR; Kodifizierung des Projekts: E 2UR 1 20200 0015 F; Bezeichnung: Ausrüstungen für die Kontrolle von ultradünnen Beschichtungen; Träger: CRM; Verpflichtungsermächtigungen: 82.500,00 EUR; Kodifizierung des Projekts: E 2UR 1 20200 0019 F; Bezeichnung: Thixomolding; Träger: ″Pôle Métal″; Verpflichtungsermächtigungen: 191.250,00 EUR; Kodifizierung des Projekts: E 2UR 1 20200 0022 F; Bezeichnung: Kontrollierte Magnetfelder; Träger: CEWAC; Verpflichtungsermächtigungen: 75.000,00 EUR; Kodifizierung des Projekts: E 2UR 1 20200 0011 F; Ziel 2 ″städtische Gebiete″; Zielrichtung 2: Entwicklung zur Wissensgesellschaft; Maßnahme 2.2.: Aufwertung der technologischen Qualitätszentren und Vernetzung der Kompetenzen; Ausgabeermächtigungen: 2.242.500,00 EUR; Träger: CELABOR; Kodifizierung der Projekte: E 2UR 1 20200 0009 F; E 2UR 1 20200 0023 F; Träger: CEWAC; Kodifizierung der Projekte: E 2UR 1 20200 0010 F; E 2UR 1 20200 0011 F; E 2UR 1 20200 0020 F; Träger: CRIF; Kodifizierung der Projekte: E 2UR 1 20200 0012 F; E 2UR 1 20200 0021 F; Träger: CRM; Kodifizierung der Projekte: E 2UR 1 20200 0013 F; E 2UR 1 20200 0019 F;

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Träger: ULG; Kodifizierung der Projekte: E 2UR 1 20200 0014 F; E 2UR 1 20200 0015 F; E 2UR 1 20200 0017 F; E 2UR 1 20200 0024 F; E 2UR 1 20200 0025 F; Träger: POLE METAL DE WALLONIE; Kodifizierung des Projekts: E 2UR 1 20200 0022 F; Ziel 2 ″städtische Gebiete″; Maßnahme 2.3.:Aufwertung und Hervorhebung der menschlichen Ressourcen im Bereich der Forschung; Ausgabeermächtigungen: 21.000,00 EUR; Träger: POLE METAL; Kodifizierung des Projekts: E 2UR 3 20300 0003 F; Phasing out des Ziels 3; Maßnahme 1.3: Förderung des Einsatzes fachlicher Kompetenzen und des Unternehmergeistes; Ausgabeermächtigungen: 531.767,00 EUR; Träger: UCL; Kodifizierung des Projekts: E PH3 3 10300 0001 F; Träger: ULG; Kodifizierung des Projekts: E PH3 3 10300 0002 F; E PH3 3 10300 0009 F; Träger: FUNDP; Kodifizierung der Projekte: E PH3 3 10300 0004 F; E PH3 3 10300 0008 F; Träger: TECHNOLOGIEPOL Kodifizierung des Projekts: E PH3 3 10300 0005 F; Träger: INTERFACE GEMBLOUX; Kodifizierung der Projekte: E PH3 3 10300 0006 F; E PH3 3 10300 0007 F; Träger: ″AGROBIOPOLE WALLON″; Kodifizierung des Projekts: E PH3 3 10300 0010 F; Urban 2 Sambreville; Zielrichtung 1: Wirtschaftliche Umstellung und endogene wirtschaftliche Entwicklung; Maßnahme 1.2: Öffnung auf die Technologiekultur und Verwendung der Informations- und Kommunikationstechnologien; Ausgabeermächtigungen: 30.000,00 EUR; Träger: BEPN-FUNDP-CITA; Kodifizierung des Projekts: E URB 1 10200 0002 F; Interreg III A - Frankreich-Wallonie-Flandern; Zielrichtung 1: Förderung der Annäherung der Menschen beiderseits der Grenze und Entwicklung grenzüberschreitender Dienstleistungen; Maßnahme 1.3: Beitrag zur Annäherung der wirtschaftlichen Akteure und Verbesserung der Umwelt der Betriebe; Verpflichtungsermächtigungen: 20.000,00 EUR; Träger: CELABOR; Kodifizierung des Projekts: E IFF 1 103FW RT09 F; Interreg III A - Frankreich-Wallonie-Flandern; Zielrichtung 1: Förderung der Annäherung der Menschen beiderseits der Grenze und Entwicklung grenzüberschreitender Dienstleistungen; Maßnahme 1.3: Beitrag zur Annäherung der wirtschaftlichen Akteure und Verbesserung der Umwelt der Betriebe; Ausgabeermächtigungen: 185.972,00 EUR; Träger: MATERIA NOVA; Kodifizierung der Projekte: E IFF 1 103FW RT 02 F; E IFF 1 103FW RT 17 F; Träger: CELABOR; Kodifizierung des Projekts: E IFF 1 103FW RT09 F; Träger: IBMM; Kodifizierung des Projekts: E IFF 1 103FW RT19 F; Träger: FUNDP; Kodifizierung des Projekts: E IFF 1 103FW RT20 F; Träger: CERTECH; Kodifizierung des Projekts: E IFF 1 103TR RT06 F; INTERREG III A - Euregio-Maas-Rhein; Zielrichtung 2: Förderung der wirtschaftlichen und der wissenschaftlich-technologischen Zusammenarbeit; Maßnahme 2.1: Förderung neuer und innovativer Unternehmen; Ausgabeermächtigungen: 110.000,00 EUR; Träger: ULG; Kodifizierung der Projekte: E IEU 1 20100 RT04 F; E IEU 1 20100 RT03 F; E IEU 1 20100 RT01 F;

35551

35552

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Träger: CRM; Kodifizierung der Projekte: E IEU 1 20100 RT02 F; INTERREG III A - Wallonie-Lothringen-Luxemburg; Zielrichtung 2: Schaffung und Entwicklung eines grenzüberschreitenden integrierten Wirtschaftsraums; Maßnahme 2.2: Förderung und Unterstützung der wirtschaftlichen Vermaschung des Gebiets Ausgabeermächtigungen: 78.332,00 EUR; Träger: CEWAC; Kodifizierung des Projekts: E ILL 1 20200 RT01 F; Träger: CRIF - WTCM; Kodifizierung des Projekts: E ILL 1 20200 RT02 F; Träger: CCI Luxembourg; Kodifizierung des Projekts: E ILL 1 20200 RT02 F; Basiszuwendung 01.03.03 Phasing out des Ziels 1 Hennegau; Zielrichtung 2: Stärkung des Wachstums durch die wissensgestützte Wirtschaft; Maßnahme 2.1: Auftrieb und Aufwertung des technologischen Potentials; Ausgabeermächtigungen: 1.189.906,00 EUR; Träger: GLAVERBEL; Kodifizierung der Projekte: E P1B 1 20103 R006 F; E P1A 1 20103 R015 F; E P1A 1 20103 R016 F; E P1A 1 20103 R017 F; E P1A 1 20103 R021 F; E P1A 1 20103 R029 F; E P1A 1 20103 R036 F; E P1A 1 20103 R037 F; Träger: ALSTOM; Kodifizierung der Projekte: E P1A 1 20103 R007 F; E P1A 1 20103 R009 F; E P1A 1 20103 R023 F; Träger: SIGMA COATINGS; Kodifizierung der Projekte: E P1A 1 20103 R028 F; Träger: ALCATEL ETCA; Kodifizierung der Projekte: E P1B 1 20103 R005 F; E P1A 1 20103 R010 F; E P1A 1 20103 R011 F; E P1A 1 20103 R012 F; E P1A 1 20103 R041 F; E P1A 1 20103 R042 F; E P1A 1 20103 R043 F; Träger: SONACA; Kodifizierung der Projekte: E P1A 1 20103 R018 F; E P1A 1 20103 R030 F; E P1A 1 20103 R031 F; E P1A 1 20103 R038 F; E P1A 1 20103 R039 F; E P1A 1 20103 R044 F; Träger: ATOFINA RESEARCH; Kodifizierung des Projekts: E P1B 1 20103 R019 F; Träger: IT-OPTICS; Kodifizierung der Projekte: E P1A 1 20103 R025 F; E P1A 1 20103 R027 F; Träger: BIEBUYCK; Kodifizierung des Projekts: E P1A 1 20103 R022 F; Träger: MEDICAL DIGITAL ASSISTANT; Kodifizierung des Projekts: E P1B 1 20105 R002 F; Träger: SAPA RC PROFILES; Kodifizierung des Projekts: E P1B 1 20103 R035 F; Träger: ACIC; Kodifizierung des Projekts: E P1A 1 20103 R026 F; Träger: NEXANS BENELUX; Kodifizierung des Projekts: E P1A 1 20103 R024 F; Träger: MP COLINET; Kodifizierung des Projekts: E P1A 1 20105 R003 F; Träger: DEXSIL LABS; Kodifizierung des Projekts: E P1A 1 20103 R033 F; Träger: WARCOING RESEARCH; Kodifizierung des Projekts: E P1B 1 20103 R034 F;

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Basiszuwendung 01.04.03 Phasing Out von Ziel 2 ″Städtische Gebiete″; Zielrichtung 2: Entwicklung zur Wissensgesellschaft; Maßnahme 2.1: Auftrieb und Aufwertung des technologischen Potentials; Ausgabeermächtigungen: 1.046.473,00 EUR; Träger: RDCS GROUPE ARCELOR; Kodifizierung der Projekte: E 2UR 1 20103 R008 F; Träger: AKERS BELGIUM; Kodifizierung des Projekts: E 2UR 1 20103 R005 F; Träger: COCKERILL SAMBRE R&D; Kodifizierung der Projekte: E 2UR 1 20103 R017 F; E 2UR 1 20103 R015 F; E 2UR 1 20103 R016 F; E 2UR 1 20103 R021 F; E 2UR 1 20103 R025 F; E 2UR 1 20103 R026 F; Träger: TECHSPACE; Kodifizierung der Projekte: E 2UR 1 20103 R004 F; E 2UR 1 20103 R010 F; E 2UR 1 20103 R011 F; E 2UR 1 20103 R013 F; E 2UR 1 20103 R014 F; Träger: SAMTECH; Kodifizierung des Projekts: E 2UR 1 20103 R020 F; Träger: EUROGENTEC; Kodifizierung des Projekts: E 2UR 1 20103 R019 F; Träger: ADVANCED COATING; Kodifizierung des Projekts: E 2UR 1 20103 R009 F; Träger: MARICHAL KETIN; Kodifizierung des Projekts: E 2UR 1 22103 R018 F; Träger: DREVER INTERNATIONAL; Kodifizierung des Projekts: E 2UR 1 20103 R024 F; Träger: GDTECH; Kodifizierung des Projekts: E 2UR 1 20103 R027 F; Träger: ONCOMETHYLOME SCIENCE; Kodifizierung des Projekts: E 2UR 1 20103 R028 F; Basiszuwendung 01.01.04 Phasing out des Ziels 1 Hennegau; Zielrichtung 2: Stärkung des Wachstums durch die wissensgestützte Wirtschaft; Maßnahme 2.2.:Assimilation der wissenschaftlichen und technischen Kultur; Verpflichtungsermächtigungen: 35.000,00 EUR; Träger: ULB; Kodifizierung des Projekts: E P1A 1 20200 0058 F; Ausgabeermächtigungen: 260.000,00 EUR; Träger: PASS; Kodifizierung des Projekts: E P1A 1 20200 0059 F; Träger: ULB; Kodifizierung des Projekts: E P1A 1 20200 0058 F; Basiszuwendung 01.02.04 Interreg III A Frankreich - Wallonie - Flandern; Zielrichtung 2: Förderung der nachhaltigen Entwicklung und der gemeinsamen Inwertsetzung des Grenzgebiets; Maßnahme 2.2: Inwertsetzung des touristischen und kulturellen Potentials des Grenzgebiets; Ausgabeermächtigungen: 40.000,00 EUR; Träger: PASS; Kodifizierung des Projekts: E IFF 1 202FW RT23 F; ″Programme régional d’actions innovatrices - PRAI (regionales Programm für innovative Aktionen); Promethee II Maßnahme 7.1: Verbesserung der Kenntnis des wissenschaftlichen Potentials der Region. Untersuchung der Problematik in Verbindung mit der Aufwertung dieses Potentials; Verpflichtungsermächtigungen: 4.713,00 EUR; Ausgabeermächtigungen: 11.972,00 EUR; Träger: COMASE; Kodifizierung des Projekts: E PAI 1 70100 0003 F; Maßnahme 7.2: Förderung von Synergien und größenbedingten Kosteneinsparungen; Ausgabeermächtigungen: 59.870,00 EUR; Träger: RECYWALL GIE; Kodifizierung des Projekts: E PAI 1 70200 0020 F; Träger: GIE MUWAC; Kodifizierung des Projekts: E PAI 1 70200 0021 F;

35553

35554

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Träger: Unterschiedliche Bezugsberechtigte; Kodifizierung des Projekts: E PAI 1 70200 0019 F; Träger: CELABOR; Kodifizierung des Projekts: E PAI 1 70200 0016 F; Träger: ″Centre Technologique International″; Kodifizierung der Projekte: E PAI 1 70200 0017 F; E PAI 1 70200 0018 F; Maßnahme 7.3: Förderung der Qualitätsverwaltung in den Forschungslaboratorien; Verpflichtungsermächtigungen: 32.670,00 EUR; Bezeichnung: Verstärkung der Führungsinstrumente in den zugelassenen Forschungszentren; Kodifizierung des Projekts: E PAI 1 70300 0023 F; Maßnahme 7.4: Verbesserung der Sichtbarkeit der von den Wallonischen Forschungsinstanzen angebotenen Kompetenzen und Dienstleistungen; Verpflichtungsermächtigungen: 64.015,00 EUR; Ausgabeermächtigungen: 14.320,00 EUR; Träger: WIN-WALMAT; Kodifizierung des Projekts: E PAI 1 70400 0001 F, Beschließt: Artikel 1 - Es werden Verpflichtungsermächtigungen in Höhe von 920.000 EUR und Ausgabeermächtigungen in Höhe von 7.012.000 EUR vom Programm 06 des Organisationsbereichs 30 auf das Programm 02 des Organisationsbereichs 12 übertragen. Art. 2 - Es werden Ausgabeermächtigungen in Höhe von 2.237.000 EUR vom Programm 06 des Organisationsbereichs 30 auf das Programm 03 des Organisationsbereichs 12 übertragen. Art. 3 - Es werden Verpflichtungsermächtigungen in Höhe von 137.000 EUR und Ausgabeermächtigungen in Höhe von 387.000 EUR vom Programm 06 des Organisationsbereichs 30 auf das Programm 04 des Organisationsbereichs 12 übertragen. Art. 4 - Die Verteilung der folgenden Basiszuwendungen der Programme 02, 03 und 04 des Organisationsbereichs 12 und des Programms 06 des Organisationsbereichs 30 des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007 wird wie folgt abgeändert: (in Tausend Euro) Basiszuwendung

Ursprüngliche Mittel A.M. V.E

Übertragung

CO

V.E

Angepasste Mittel

CO

V.E

CO

OB 12 01.03.02

0

0

-

+ 3.758

0

3.758

OB 12 01.04.02

0

0

+ 920

+ 3.200

920

3.200

OB 12 01.03.03

0

0

-

+ 1.190

0

1.190

OB 12 01.04.03

0

0

-

+ 1.047

0

1.047

OB 12 01.01.04

0

0

+ 35

+ 260

35

260

OB 12 01.02.04

0

0

+ 102

+ 127

102

127

OB 30 01.01.06

1.417

15.447

- 1.057

- 9.582

360

5.865

Art. 5 - Der vorliegende Erlass wird dem Wallonischen Regionalrat, dem Rechnungshof, der Finanzinspektion, dem Generalsekretariat des Ministeriums der Wallonischen Region und dem Kontrolleur der Verpflichtungen übermittelt. Namur, den 27. April 2007 Frau M.-D. SIMONET

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST N. 2007 — 2773 [2007/202104] 27 APRIL 2007. — Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 06 van organisatieafdeling 30 en programma’s 02, 03 en 04 van organisatieafdeling 12 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007 De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 12, zoals gewijzigd bij artikel 4 van de wet van 19 juli 1996; Gelet op het decreet van 21 december 2006 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007, inzonderheid op artikel 38; Gelet op de omzendbrief van 18 januari 2001 betreffende het administratief beheer van met Europese fondsen in het Waalse Gewest medegefinancierde programma’s, inzonderheid op punt III, 2, vierde lid; Overwegende dat ordonnanceringskredieten overgedragen moeten worden naar basisallocatie 01.03, programma 02, dat vastleggings- en ordonnanceringskredieten overgedragen moeten worden naar basisallocatie 01.04, programma 02, dat ordonnanceringskredieten overgedragen moeten worden naar basisallocaties 01.03 en 01.04, programma 03 en dat vastleggings- en ordonnanceringskredieten overgedragen moeten worden naar basisallocaties 01.01 en 0.02, programma 04 van organisatieafdeling 12 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007 om gevolg te geven aan de tijdens de zittingen van 11 januari 2001, 12 april 2001,

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD 3 mei 2001, 19 juli 2001, 27 maart 2002, 2 en 16 mei 2002, 13 juni 2002, 18 juli 2002, 10 oktober 2002, 7 november 2002, 12 december 2002, 23 januari 2003, 15 en 22 mei 2003, 12 juni 2003, 10 en 24 juli 2003, 4 december 2003, 1 april 2004, 27 mei 2004, 24 en 25 maart 2005, 9 en 30 juni 2005, 13 oktober 2005, 3 december 2005, 19 oktober 2006, 30 november 2006 en 21 december 2006 door de Waalse Regering genomen beslissingen in het kader van Phasing out van Doelstelling 1, van Doelstelling 2, van Doelstelling 3, van Urban II, van Interreg III en van PRAI, namelijk de volgende dossiers (titels en codificaties van de medegefinancierde projecten) : Basisallocatie 01.03.02 Phasing Out van Doelstelling 1 - Henegouwen; Hoofdlijn 2. De groei polariseren door de kenniseconomie; Maatregel 2.3 : Herwaardering van technologische expertisecentra en oprichting van bevoegdheidsnetwerken; Ordonnanceringskredieten 2.718.594,00EUR; Operator : ″CETIC″ vzw; Codificatie van de projecten : E P1A 1 20300 0075 F; E P1A 1 20300 0076 F; E P1A 1 20300 0072 F; E P1A 1 20300 0070 F; E P1A 1 20300 0071 F; E P1A 1 20300 0073 F; E P1A 1 20300 0074 F; E P1A 1 20300 0077 F; Operator : ″MATERIA NOVA″ vzw; Codificatie van de projecten : E P1B 1 20300 0086 F; E P1B 1 20300 0085 F; E P1B 1 20300 0087 F; Operator : ″Centre de Recherche MUTLITEL″ vzw; Codificatie van de projecten : E P1B 1 20300 0090 F; E P1B 1 20300 0092 F; E P1B 1 20300 0093 F; E P1B 1 20300 0091 F; E P1B 1 20300 0089 F; Operator : ″INISMA TechCeral″ vzw; Codificatie van de projecten : E P1B 1 20300 0083 F; E P1B 1 20300 0084 F; Operator : ″BIOVALLEE″ vzw; Codificatie van het project : E P1A 1 20300 0081 F; Operator : ″CERDT″ vzw; Codificatie van het project : E P1B 1 20300 0067 F; Operator : ″AGRO FOOD VALLEY″ vzw; Codificatie van de projecten : E P1B 1 20300 0060 F; E P1B 1 20300 0061 F; Operator : ″CENAERO″ vzw; Codificatie van de projecten : E P1A 1 20300 0062 F; E P1A 1 20300 0063 F; Operator : ″Centre Terre et Pierre″ vzw; Codificatie van het project : E P1B 1 20300 0066 F; Operator : ″CERTECH″ vzw; Codificatie van het project : E P1B 1 20300 0068 F; Phasing Out van Doelstelling 1 - Henegouwen; Hoofdlijn 2. De groei polariseren door de kenniseconomie; Maatregel 2.5 : Herwaardering en polarisering van human resources inzake onderzoek; Ordonnanceringskredieten 1.038.944,00 EUR; Operator : ″CETIC″ vzw; Codificatie van het project : E P1A 3 20502 0001 F; Operator : ″BIOVALLEE″ vzw; Codificatie van het project : E P1A 3 20502 0002 F; Operator : ″MATERIA NOVA″ vzw; Codificatie van de projecten : E P1B 3 20502 0004 F; E P1B 3 20502 0009 F; Operator : ″CERTECH″ vzw; Codificatie van het project : E P1B 3 20502 0005 F; Operator : ″INISMA″ vzw; Codificatie van het project : E P1B 3 20502 0006 F; Operator : ″Centre de Recherche MUTLITEL″ vzw; Codificatie van het project : E P1B 3 20502 0008 F; Operator : ″AGRO FOOD VALLEY″ vzw; Codificatie van het project : E P1B 3 20502 0011 F; Operator : ″CENAERO″ vzw; Codificatie van het project : E P1B 3 20502 0010 F; Basisallocatie 01.04.02

35555

35556

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Stedelijke Doelstelling 2; Hoofdlijn 2 : Aansluiting op de kennismaatschappij; Maatregel 2.2 : Herwaardering van technologische expertisecentra en oprichting van bevoegdheidsnetwerken; Vastleggingskredieten : 899.478,00 EUR; Titel : Interdisciplinaire pool gespecialiseerd in genomica en proteomica; Operator : ULG; Vastleggingskredieten : 550.728,00 EUR; Codificatie van het project : E 2UR 1 20200 0015 F; Titel : Controlevoorzieningen voor ultradunne bekledingen; Operator : ″CRM″; Vastleggingskredieten : 82.500,00 EUR; Codificatie van het project : E 2UR 1 20200 0019 F; Titel : Thixomolding; Operator : ″Pôle Métal″; Vastleggingskredieten : 191.250,00 EUR; Codificatie van het project : E 2UR 1 20200 0022 F; Titel : Gecontroleerde magnetische velden; Operator : ″CEWAC″ Vastleggingskredieten : 75.000,00 EUR; Codificatie van het project : E 2UR 1 20200 0011 F; Stedelijke Doelstelling 2; Hoofdlijn 2 : Aansluiting op de kennismaatschappij; Maatregel 2.2 : Herwaardering van technologische expertisecentra en oprichting van bevoegdheidsnetwerken; Ordonnanceringskredieten 2.242.500,00 EUR; Operator : ″CELABOR″; Codificatie van de projecten : E 2UR 1 20200 0009 F; E 2UR 1 20200 0023 F; Operator : ″CEWAC″ Codificatie van de projecten : E 2UR 1 20200 0010 F; E 2UR 1 20200 0011 F; E 2UR 1 20200 0020 F; Operator : ″CRIF″; Codificatie van de projecten : E 2UR 1 20200 0012 F; E 2UR 1 20200 0021 F; Operator : ″CRM″; Codificatie van de projecten : E 2UR 1 20200 0013 F; E 2UR 1 20200 0019 F; Operator : ″Ulg″; Codificatie van de projecten : E 2UR 1 20200 0014 F; E 2UR 1 20200 0015 F; E 2UR 1 20200 0017 F; E 2UR 1 20200 0024 F; E 2UR 1 20200 0025 F; Operator : ″POLE METAL DE WALLONIE″ (Waalse Metaalkern) Codificatie van het project : E 2UR 1 20200 0022 F; Stedelijke Doelstelling 2; Maatregel 2.3 : Herwaardering en polarisering van human resources inzake onderzoek; Ordonnanceringskredieten 21.000,00 EUR; Operator : ″POLE METAL″ (Metaalkern) Codificatie van het project : E 2UR 3 20300 0003 F; Phasing Out van Doelstelling 3; Maatregel 1.3 : Bevordering van de tenuitvoerlegging van bevoegdheden en van de ondernemingsgeest; Ordonnanceringskredieten 531.767,00 EUR; Operator : ″UCL″; Codificatie van het project : E PH3 3 10300 0001 F; Operator : ″Ulg″; Codificatie van het project : E PH3 3 10300 0002 F; E PH3 3 10300 0009 F; Operator : ″FUNDP″; Codificatie van de projecten : E PH3 3 10300 0004 F; E PH3 3 10300 0008 F; Operator : ″POLE TECHNOLOGIQUE″ (technologische kern) Codificatie van het project : E PH3 3 10300 0005 F; Operator : ″INTERFACE GEMBLOUX″; Codificatie van de projecten : E PH3 3 10300 0006 F; E PH3 3 10300 0007 F; Operator : ″AGROBIOPOLE WALLON″ (Waalse Agrobiokern) Codificatie van het project : E PH3 3 10300 0010 F;

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD URBAN 2 SAMBREVILLE; Hoofdlijn 1 : Economische reconversie en endogene economische ontwikkeling; Maatregel 1.2 : Opening tot technologische cultuur en gebruik van informatie- en communicatietechnologieën; Ordonnanceringskredieten 30.000,00 EUR; Operator : ″BEPN-FUNDP-CITA″; Codificatie van het project : E URB 1 10200 0002 F; Interreg III A - Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen; Hoofdlijn 1 : De toenadering tussen de bevolkingsgroepen en de ontwikkeling van de grensoverschrijdende diensten bevorderen; Maatregel 1.3 : Bijdragen tot de toenadering van economische actoren en het leefmilieu van ondernemingen verbeteren; Vastleggingskredieten : 20.000,00 EUR; Operator : CELABOR; Codificatie van het project : E IFF 1 103FW RT09 F; Interreg III A - Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen; Hoofdlijn 1 : De toenadering tussen de bevolkingsgroepen en de ontwikkeling van de grensoverschrijdende diensten bevorderen; Maatregel 1.3 : Bijdragen tot de toenadering van economische actoren en het leefmilieu van ondernemingen verbeteren; Ordonnanceringskredieten 185.972,00 EUR; Operator : ″MATERIA NOVA″ Codificatie van de projecten : E IFF 1 103FW RT 02 F; E IFF 1 103FW RT 17 F; Operator : ″CELABOR″; Codificatie van het project : E IFF 1 103FW RT09 F; Operator : ″IBMM″; Codificatie van het project : E IFF 1 103FW RT19 F; Operator : ″FUNDP″; Codificatie van het project : E IFF 1 103FW RT20 F; Operator : ″CERTECH″; Codificatie van het project : E IFF 1 103TR RT06 F; Interreg III A - Euregio Maas-Rijn; Hoofdlijn 2 : Bevordering van de economische en wetenschappelijke/technologische samenwerking; Maatregel 2.1 : Stimulering van nieuwe en innoverende activiteiten; Ordonnanceringskredieten 110.000,00 EUR; Operator : ″Ulg″; Codificatie van de projecten : E IEU 1 20100 RT04 F; E IEU 1 20100 RT03 F; E IEU 1 20100 RT01 F; Operator : ″CRM″; Codificatie van de projecten : E IEU 1 20100 RT02 F; Interreg III A - Wallonië-Lotharingen-Luxemburg; Hoofdlijn 2 : Oprichting en ontwikkeling van een geïntegreerde grensoverschrijdende economische ruimte; Maatregel 2.2 : Stimulering en ondersteuning van de economische en technologische vermazing van het gebied; Ordonnanceringskredieten 78.332,00 EUR; Operator : ″CEWAC″ Codificatie van het project : E ILL 1 20200 RT01 F; Operator : ″CRIF - WTCM″; Codificatie van het project : E ILL 1 20200 RT02 F; Operator : ″CCI″ Luxemburg; Codificatie van het project : E ILL 1 20200 RT02 F; Basisallocatie 01.03.03 Phasing Out van Doelstelling 1 - Henegouwen; Hoofdlijn 2. De groei polariseren door de kenniseconomie; Maatregel 2.1 : Stimulering en herwaardering van het technologisch potentieel; Ordonnanceringskredieten 1.189.906,00 EUR; Operator : ″GLAVERBEL″; Codificatie van de projecten : E P1B 1 20103 R006 F; E P1A 1 20103 R015 F; E P1A 1 20103 R016 F; E P1A 1 20103 R017 F; E P1A 1 20103 R021 F; E P1A 1 20103 R029 F; E P1A 1 20103 R036 F; E P1A 1 20103 R037 F; Operator : ″ALSTOM″; Codificatie van de projecten : E P1A 1 20103 R007 F; E P1A 1 20103 R009 F; E P1A 1 20103 R023 F;

35557

35558

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Operator : ″SIGMA COATINGS″; Codificatie van de projecten : E P1A 1 20103 R028 F; Operator : ″ALCATEL ETCA″; Codificatie van de projecten : E P1B 1 20103 R005 F; E P1A 1 20103 R010 F; E P1A 1 20103 R011 F; E P1A 1 20103 R012 F; E P1A 1 20103 R041 F; E P1A 1 20103 R042 F; E P1A 1 20103 R043 F; Operator : ″SONACA″; Codificatie van de projecten : E P1A 1 20103 R018 F; E P1A 1 20103 R030 F; E P1A 1 20103 R031 F; E P1A 1 20103 R038 F; E P1A 1 20103 R039 F; E P1A 1 20103 R044 F; Operator : ″ATOFINA RESEARCH″; Codificatie van het project : E P1B 1 20103 R019 F; Operator : ″IT-OPTICS″; Codificatie van de projecten : E P1A 1 20103 R025 F; E P1A 1 20103 R027 F; Operator : ″BIEBUYCK″; Codificatie van het project : E P1A 1 20103 R022 F; Operator : ″MEDICAL DIGITAL ASSISTANT″; Codificatie van het project : E P1B 1 20105 R002 F; Operator : ″SAPA RC PROFILES″; Codificatie van het project : E P1B 1 20103 R035 F; Operator : ″ACIC″; Codificatie van het project : E P1A 1 20103 R026 F; Operator : ″NEXANS BENELUX″; Codificatie van het project : E P1A 1 20103 R024 F; Operator : ″MP COLINET″; Codificatie van het project : E P1A 1 20105 R003 F; Operator : ″DEXSIL LABS″; Codificatie van het project : E P1A 1 20103 R033 F; Operator : ″WARCOING RESEARCH″; Codificatie van het project : E P1B 1 20103 R034 F; Basisallocatie 01.04.03 Phasing out van Stedelijke Doelstelling 2; Hoofdlijn 2 : Aansluiting op de kennismaatschappij; Maatregel 2.1 : Stimulering en herwaardering van het technologisch potentieel; Ordonnanceringskredieten 1.046.473,00 EUR; Operator : ″RDCS GROUPE ARCELOR″; Codificatie van de projecten : E 2UR 1 20103 R008 F; Operator : ″AKERS BELGIUM″; Codificatie van het project : E 2UR 1 20103 R005 F; Operator : ″COCKERILL SAMBRE R&D″; Codificatie van de projecten : E 2UR 1 20103 R017 F; E 2UR 1 20103 R015 F; E 2UR 1 20103 R016 F; E 2UR 1 20103 R021 F; E 2UR 1 20103 R025 F; E 2UR 1 20103 R026 F; Operator : ″TECHSPACE″; Codificatie van de projecten : E 2UR 1 20103 R004 F; E 2UR 1 20103 R010 F; E 2UR 1 20103 R011 F; E 2UR 1 20103 R013 F; E 2UR 1 20103 R014 F; Operator : ″SAMTECH″; Codificatie van het project : E 2UR 1 20103 R020 F; Operator : ″EUROGENTEC″; Codificatie van het project : E 2UR 1 20103 R019 F; Operator : ″ADVANCED COATING″; Codificatie van het project : E 2UR 1 20103 R009 F; Operator : ″MARICHAL KETIN″; Codificatie van het project : E 2UR 1 22103 R018 F;

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Operator : ″DREVER INTERNATIONAL″; Codificatie van het project : E 2UR 1 20103 R024 F; Operator : ″GDTECH″; Codificatie van het project : E 2UR 1 20103 R027 F; Operator : ″ONCOMETHYLOME SCIENCE ″; Codificatie van het project : E 2UR 1 20103 R028 F; Basisallocatie 01.01.04 Phasing Out van Doelstelling 1 - Henegouwen; Hoofdlijn 2. De groei polariseren door de kenniseconomie; Maatregel 2.2 : Verwerking van de wetenschappelijke en technische cultuur; Vastleggingskredieten : 35.000,00 EUR; Operator : ″ULB″; Codificatie van het project : E P1A 1 20200 0058 F; Ordonnanceringskredieten 260.000,00 EUR; Operator : ″PASS″; Codificatie van het project : E P1A 1 20200 0059 F; Operator : ″ULB″; Codificatie van het project : E P1A 1 20200 0058 F; Basisallocatie 01.02.04 Interreg III A Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen; Hoofdlijn 2 : De duurzame ontwikkeling en de gezamenlijke valorisatie van de grensoverschrijdende grondgebieden bevorderen; Maatregel 2.2 : Valorisatie van het toeristisch en cultureel potentieel van het overschrijdende grondgebied; Ordonnanceringskredieten 40.000,00 EUR; Operator : ″PASS″; Codificatie van het project : E IFF 1 202FW RT23 F; Gewestelijk Programma voor Innoverende Acties (PRAI); ″Promethee II″; Actie 7.1 : De kennis van het wetenschappelijk potentieel van het Gewest preciseren. De problematieken verbonden met de valorisatie van dit potentieel behandelen; Vastleggingskredieten : 4.713,00 EUR; Ordonnanceringskredieten 11.972,00 EUR; Operator : ″COMASE″; Codificatie van het project : E PAI 1 70100 0003 F; Actie 7.2 : Synergieën en schaalvoordelen bevorderen; Ordonnanceringskredieten 59.870,00 EUR; Operator : ″RECYWALL GIE″; Codificatie van het project : E PAI 1 70200 0020 F; Operator : ″GIE MUWAC″; Codificatie van het project : E PAI 1 70200 0021 F; Operator : Diverse begunstigden; Codificatie van het project : E PAI 1 70200 0019 F; Operator : ″CELABOR″; Codificatie van het project : E PAI 1 70200 0016 F; Operator : Internationaal Technologisch Centrum; Codificatie van de projecten : E PAI 1 70200 0017 F; E PAI 1 70200 0018 F; Actie 7.3 : Het kwaliteitsbeheer binnen de onderzoekslaboratoria bevorderen; Vastleggingskredieten : 32.670,00 EUR; Titel : Versterking van de beheersinstrumenten in de erkende onderzoekscentra; Codificatie van het project : E PAI 1 70300 0023 F; Actie 7.4 : Verbetering van de zichtbaarheid van de door de Waalse onderzoeksoperators aangeboden bevoegdheden en diensten; Vastleggingskredieten : 64.015,00 EUR; Ordonnanceringskredieten 14.320,00 EUR; Operator : ″WIN-WALMAT″; Codificatie van het project : E PAI 1 70400 0001 F, Besluit : Artikel 1. Er worden vastleggingskredieten ten belope van 920 duizend EUR en ordonnanceringskredieten ten belope van 7.012 duizend EUR overgedragen van programma 06 van organisatieafdeling 30 naar programma 02 van organisatieafdeling 12. Art. 2. Er worden ordonnanceringskredieten ten belope van 2.237 duizend EUR overgedragen van programma 06 van organisatieafdeling 30 naar programma 03 van organisatieafdeling 12. Art. 3. Er worden vastleggingskredieten ten belope van 137 duizend EUR en ordonnanceringskredieten ten belope van 387 duizend EUR overgedragen van programma 06 van organisatieafdeling 30 naar programma 04 van organisatieafdeling 12.

35559

35560

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 4. De verdeling van de volgende basisallocaties van programma’s 02, 03 en 04 van organisatieafdeling 12 en van programma 06 van organisatieafdeling 30 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007 wordt gewijzigd als volgt : (duizend EUR) Basisallocatie

Initieel krediet G.K. VK

Overdracht

OK

VK


VK

OK

OA 12 01.03.02

0

0

-

+ 3.758

0

3.758

OA 12 01.04.02

0

0

+ 920

+ 3.200

920

3.200

OA 12 01.03.03

0

0

-

+ 1.190

0

1.190

OA 12 01.04.03

0

0

-

+ 1.047

0

1.047

OA 12 01.01.04

0

0

+ 35

+ 260

35

260

OA 12 01.02.04

0

0

+ 102

+ 127

102

127

OA 30 01.01.06

1.417

15.447

- 1.057

- 9.582

360

5.865

Art. 5. Dit besluit wordt doorgezonden naar het Waalse Parlement, het Rekenhof, de Inspectie van Financiën, het Secretariaat-generaal van het Ministerie van het Waalse Gewest en de Controleur der Vastleggingen. Namen, 27 april 2007. Mevr. M.-D. SIMONET

* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE F. 2007 — 2774 [2007/202105] 2 MAI 2007. — Arrêté ministériel portant transfert de crédits entre le programme 05 de la division organique 30 et le programme 01 de la division organique 14 du budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007 Le Ministre des Affaires intérieures et de la Fonction publique, Vu les lois sur la comptabilité de l’Etat, coordonnées le 17 juillet 1991, notamment l’article 12 tel que modifié par l’article 4 de la loi du 19 juillet 1996; Vu le décret du 21 décembre 2006 contenant le budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007, notamment l’article 38; Vu la circulaire du 18 janvier 2001 relative à la gestion administrative des programmes cofinancés par les Fonds européens en Région wallonne, particulièrement son point III, 2, 4e alinéa; Considérant la nécessité de transférer des crédits d’engagement à l’allocation de base 63.09 du programme 01 de la division organique 14 du budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007, afin de rencontrer la décision du Gouvernement wallon du 15 février 2007 dans le cadre de l’Interreg III A Wallonie-Lorraine-Luxembourg, à savoir, le dossier suivant (intitulé et codification du projet cofinancé) : Interreg III A Wallonie-Lorraine-Luxembourg; Axe 2 : Création et développement d’un espace économique transfrontalier intégré; Mesure 2.1 : Stimuler et soutenir la création et le développement de structures intégrées de développement économique et social; Intitulé : Agglomération transfrontalière du Pôle européen de développement; Opérateur : IDELUX; Allocation de base : 63.09.01; Crédits d’engagement : 6.660,00 EUR; Codification du projet : E ILL 1 20100 PL02 E, Arrête : Article 1er. Des crédits d’engagement à concurrence de 7 milliers d’EUR sont transférés du programme 05 de la division organique 30 au programme 01 de la division organique 14. Art. 2. La ventilation des allocations de base suivantes du programme 01 de la division organique 14 et du programme 05 de la division organique 30 du budget général des dépenses de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2007 est modifiée comme suit : (en milliers d’EURO) Allocation de base


Transfert

CO

CE

Crédit ajusté CO

CE

CO

DO 14 63.09.01

599

346

+7

-

606

346

DO 30 01.01.05

177

1.790

-7

-

170

1.790

Art. 3. Le présent arrêté est transmis au Parlement wallon, à la Cour des comptes, à l’Inspection des Finances, au Secrétariat général du Ministère de la Région wallonne et au Contrôle des engagements. Namur, le 2 mai 2007. Ph. COURARD

35561

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD ÜBERSETZUNG MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION D. 2007 — 2774 [2007/202105] 2. MAI 2007 — Ministerialerlass zur Übertragung von Mitteln zwischen dem Programm 05 des Organisationsbereichs 30 und dem Programm 01 des Organisationsbereichs 14 des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007 Der Minister der inneren Angelegenheiten und des öffentlichen Dienstes, Aufgrund der am 17. Juli 1991 koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung, insbesondere des Artikels 12, in seiner durch den Artikel 4 des Gesetzes vom 19. Juli 1996 abgeänderten Fassung; Aufgrund des Dekrets vom 21. Dezember 2006 zur Festlegung des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007, insbesondere des Artikels 38; Aufgrund des Rundschreibens vom 18. Januar 2001 über die administrative Verwaltung der von den Europäischen Fonds mitfinanzierten Programme in der Wallonischen Region, insbesondere des Punkts III, 2, Absatz 4; In Erwägung der Notwendigkeit, Verpflichtungsermächtigungen auf die Basiszuwendung 63.09 des Programms 01 des Organisationsbereichs 14 des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007 zu übertragen, um dem in ihrer Sitzung vom 15. Februar 2007 im Rahmen des Interreg III A Wallonie-Lothringen-Luxemburg getroffenen Beschluss der Wallonischen Regierung Folge zu leisten, nämlich durch die folgende Maßnahme (Bezeichnung und Kodifizierung der mitfinanzierten Projekte): INTERREG III A - Wallonie-Lothringen-Luxemburg; Zielrichtung 2: Schaffung und Entwicklung eines grenzüberschreitenden integrierten Wirtschaftsraums; Maßnahme 2.1: Förderung und Unterstützung der Gründung und der Entwicklung von integrierten Strukturen zur wirtschaftlichen und sozialen Entwicklung; Bezeichnung : ″Agglomération transfrontalière du Pôle européen de développement″ (grenzüberschreitendes Ballungsgebiet des Europäischen Entwicklungspols): Träger: IDELUX; Basiszuwendung: 63.09.01; Verpflichtungsermächtigungen: 6.660,00 EUR; Kodifizierung des Projekts: E ILL 1 20100 PL02 E, Beschließt: Artikel 1 - Es werden Verpflichtungsermächtigungen in Höhe von 7.000 EUR vom Programm 05 des Organisationsbereichs 30 auf das Programm 01 des Organisationsbereichs 14 übertragen. Art. 2 - Die Verteilung der folgenden Basiszuwendungen von Programm 01 des Organisationsbereichs 14 und von Programm 05 des Organisationsbereichs 30 des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2007 wird wie folgt abgeändert: (in Tausend Euro) Basiszuwendung


Übertragung

CO

V.E

Angepasste Mittel

CO

V.E

CO

OB 14 63.09.01

599

346

+7

-

606

346

OB 30 01.01.05

177

1.790

-7

-

170

1.790

Art. 3 - Der vorliegende Erlass wird dem Wallonischen Regionalrat, dem Rechnungshof, der Finanzinspektion, dem Generalsekretariat des Ministeriums der Wallonischen Region und dem Kontrolleur der Verpflichtungen übermittelt. Namur, den 2. Mai 2007 Ph. COURARD

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST N. 2007 — 2774 [2007/202105] 2 MEI 2007. — Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 05 van organisatieafdeling 30 en programma 01 van organisatieafdeling 14 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007 De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 12, zoals gewijzigd bij artikel 4 van de wet van 19 juli 1996; Gelet op het decreet van 21 december 2006 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007, inzonderheid op artikel 38; Gelet op de omzendbrief van 18 januari 2001 betreffende het administratief beheer van met Europese fondsen in het Waalse Gewest medegefinancierde programma’s, inzonderheid op punt III, 2, vierde lid; Overwegende dat vastleggingskredieten overgedragen moeten worden naar basisallocatie 63.09, programma 01 van organisatieafdeling 14 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007 om gevolg te geven aan de tijdens de zitting van 15 februari 2007 door de Waalse Regering genomen beslissing in het kader van Interreg III A Wallonië - Lotharingen - Luxemburg, namelijk het volgende dossier (titel en codificatie van het medegefinancierde project) : INTERREG III A Wallonië - Lotharingen - Luxemburg;

35562

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Hoofdlijn 2 : Oprichting en ontwikkeling van een geïntegreerde grensoverschrijdende economische ruimte; Maatregel 2.1 : Stimulering en ondersteuning van de oprichting en ontwikkeling van geïntegreerde structuren voor economische en sociale ontwikkeling; Titel : Grensoverschrijdende agglomeratie van de Europese Ontwikkelingskern; Operator : ″IDELUX″; Basisallocatie : 63.09.01; Vastleggingskredieten : 6.660,00 EUR; Codificatie van het project : E ILL 1 20100 PL02 E, Besluit : Artikel 1. Er worden vastleggingskredieten ten belope van 7 duizend EUR overgedragen van programma 05 van organisatieafdeling 30 naar programma 01 van organisatieafdeling 14. Art. 2. De verdeling van de volgende basisallocaties van programma 01 van organisatieafdeling 14 en van programma 05 van organisatieafdeling 30 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2007 wordt gewijzigd als volgt : (duizend EUR) Basisallocatie

Initieel krediet en overdrachtsbesluiten G.K. VK

Overdracht

OK

VK


VK

OK

OA 14 63.09.01

599

346

+7

-

606

346

OA 30 01.01.05

177

1.790

-7

-

170

1.790

Art. 3. Dit besluit wordt doorgezonden naar het Waalse Parlement, het Rekenhof, de Inspectie van Financiën, het Secretariaat-generaal van het Ministerie van het Waalse Gewest en de Controleur der Vastleggingen. Namen, 2 mei 2007. Ph. COURARD

* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE F. 2007 — 2775

[2007/202130] re

31 MAI 2007. — Arrêté ministériel modifiant les annexes I et II de l’arrêté du Gouvernement wallon du 27 mai 2004 relatif aux examens pour l’admission des variétés des espèces de plantes agricoles et de légumes au catalogue national Le Ministre de l’Agriculture, de la Ruralité, de l’Environnement et du Tourisme, Vu la loi du 11 juillet 1969 relative aux pesticides et aux matières premières pour l’agriculture, l’horticulture, la sylviculture et l’élevage, notamment l’article 2, modifié par les lois des 21 décembre 1998 et 5 février 1999; Vu l’arrêté royal du 8 juillet 2001 relatif aux catalogues nationaux des variétés des espèces de plantes agricoles et de légumes, notamment l’article 2, alinéa 2; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 27 mai 2004 relatif aux examens pour l’admission des variétés des espèces de plantes agricoles et de légumes au catalogue national, notamment l’article 3; Vu la concertation entre les Gouvernements régionaux et l’autorité fédérale en date du 5 février 2007, approuvée en date du 22 février 2007; Vu l’avis no 42.507/4 du Conseil d’Etat, donné le 28 mars 2007, en application de l’article 84, § 1er, 1o, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Considérant la nécessité de modifier les annexes de l’arrêté du Gouvernement wallon du 27 mai 2004 en vue de les mettre en conformité avec les modifications apportées par la Directive 2006/127/CE, dont le délai de transposition est fixé au 1er juillet 2007, Arrête : Article 1er. Le présent arrêté transpose la Directive 2006/127/CE de la Commission du 7 décembre 2006 portant modification de la Directive 2003/91/CE de la Commission établissant des modalités d’application de l’article 7 de la Directive 2002/55/CE du Conseil en ce qui concerne les caractères devant être couverts au minimum par l’examen et les conditions minimales pour l’examen de certaines variétés d’espèces de légumes. Art. 2. A l’annexe Ire de l’arrêté du Gouvernement wallon du 27 mai 2004 relatif aux examens pour l’admission des variétés des espèces de plantes agricoles et de légumes au catalogue national, la liste reprise sous ″Légumes″ est remplacée par la liste reprise à l’annexe Ire du présent arrêté. Art. 3. A l’annexe II de l’arrêté précité, la liste reprise sous ″Légumes″ est remplacée par la liste reprise à l’annexe II du présent arrêté. Art. 4. Le présent arrêté ne s’applique pas aux examens entamés avant le 1er juillet 2007. Art. 5. Le présent arrêté entre en vigueur au 1er juillet 2007. Namur, le 31 mai 2007. B. LUTGEN

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD ANNEXE Ire Légumes. Nom scientifique

Dénomination courante

Protocole de l’OCVV

Allium cepa L. (Cepa group)

Oignon et échalion

TP 46/1 du 14.06.2005

Allium cepa L. (Aggregatum group)

Echalote

TP 46/1 du 14.06.2005

Allium porrum L.

Poireau

TP 85/1 du 15.11.2001

Allium sativum L.

Ail

TP 162/1 du 25.03.2004

Sparagus officinalis L.

Asperge

TP 130/1 du 27.03.2002

Brassica oleracea L.

Chou-fleur

TP 45/1 du 15.11.2001


Brocoli

TP 151/1 du 27.03.2002


Chou de Bruxelles

TP 54/2 du 1.12.2005


Chou-rave

TP 65/1 du 25.03.2004


Chou de Milan, chou cabus, et chou rouge

TP 48/2 du 1.12.2005

Capsicum annuum L.

Piment ou poivron

TP 76/1 du 27.03.2002

Cichorium endivia L.

Chicorée frisée et scarole

TP 118/2 du 1.12.2005

Cichorium intybus L.

Chicorée industrielle

TP 172/2 du 1.12.2005


Chicorée Witloof

TP 173/1 du 25.03.2004

Cucumis melo L.

Melon

TP 104/1 du 27.03.2002

Cucumis sativus L.

Concombre et cornichon

TP 61/1 du 27.03.2002

Cucurbita pepo L.

Courgette

TP 119/1 du 25.03.2004

Cynara cardunculus L.

Artichaut et cardon

TP 184/1 du 25.03.2004

Daucus carota L.

Carotte et carotte fourragère

TP 49/2 du 1.12.2005

Foeniculum vulgare Mill.

Fenouil

TP 183/1 du 25.03.2004

Lactuca sativa L.

Laitue

TP 13/2 du 1.12.2005

Lycopersicon esculentum Mill.

Tomate

TP 44/2 du 15.11.2001

Phaseolus vulgaris L.

Haricot nain et haricot à rames

TP 12/2 du 1.12.2005

Pisum sativum L. (partim)

Pois ridé, pois rond et mange-tout

TP 07/1 du 6.11.2003

Raphanus sativus L.

Radis

TP 64/1 du 27.03.2002

Spinacia oleracea L.

Epinard

TP 55/1 du 27.03.2002

Valerianella locusta (L.) Laterr.

Mâche

TP 75/1 du 27.03.2002

Vicia faba L. (partim)

Fève

TP Broadbean/1 du 25.03.2004

Zea mays L. (partim)

Maïs doux et maïs à éclater

TP 2/2 du 15.11.2001

Le texte de ces protocoles peut être consulté sur le site Internet de l’OCVV (www.cpvo.europa.eu). Vu pour être annexé à l’arrêté ministériel du 31 mai 2007 modifiant les annexes Ire et II de l’arrêté du Gouvernement wallon du 27 mai 2004 relatif aux examens pour l’admission des variétés des espèces de plantes agricoles et de légumes au catalogue national. Namur, le 31 mai 2007. Le Ministre de l’Agriculture, de la Ruralité, de l’Environnement et du Tourisme, B. LUTGEN

35563

35564

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD ANNEXE II Légumes. Nom scientifique

Dénomination courante

Principes directeurs de l’UPOV

Allium fistulosum L.

Ciboule

TG/161/3 du 1.04.1998

Allium schoenoprasum L.

Ciboulette

TG/198/1 du 9.04.2003

Apium graveolens L.

Céleri

TG/82/4 du 17.04.2002

Apium graveolens L.

Céleri-rave

TG/74/4 corr. du 17.04.2002 + 5.04.2006

Beta vulgaris L.

Poirée ou bette

TG/106/4 du 31.03.2004

Beta vulgaris L.

Betterave rouge y compris Cheltenham beet

TG/60/6 du 18.10.1996


Chou-frisé

TG/90/6 du 31.03.2004

Brassica rapa L.

Chou de Chine

TG/105/4 du 9.04.2003

Brassica rapa L.

Navet

TG/37/10 du 4.04.2001


Chicorée à larges feuilles ou chicorée italienne

TG/154/3 du 18.10.1996

Citrullus lanatus (Thunb.) Matsum. et Nakai

Pastèque

TG/142/4 du 31.03.2004

Cucurbita maxima Duchesne

Potiron

TG/155/3 du 18.10.1996

Petroselinum crispum (Mill.) Nyman ex A.W. Hill

Persil

TG/136/5 du 6.04.2005

Phaseolus coccineus L.

Haricot d’Espagne

TG/9/5 du 9.04.2003

Raphanus sativus L.

Radis noir

TG/63/6 du 24.03.1999

Rheum rhabarbarum L.

Rhubarbe

TG/62/6 du 24.03.1999

Scorzonera hispanica L.

Scorsonère

TG/116/3 du 21.10.1988

Solanum melongena L.

Aubergine

TG/117/4 du 17.4.2002

Le texte de ces principes directeurs peut être consulté sur le site Internet de l’UPOV (www.upov.int). Vu pour être annexé à l’arrêté ministériel du 31 mai 2007 modifiant les annexes Ire et II de l’arrêté du Gouvernement wallon du 27 mai 2004 relatif aux examens pour l’admission des variétés des espèces de plantes agricoles et de légumes au catalogue national. Namur, le 31 mai 2007. Le Ministre de l’Agriculture, de la Ruralité, de l’Environnement et du Tourisme, B. LUTGEN

ÜBERSETZUNG MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION D. 2007 — 2775 [2007/202130] 31. MAI 2007 — Ministerialerlass zur Abänderung der Anlagen I und II des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 27. Mai 2004 über die Prüfungen im Rahmen der Aufnahme der Sorten von landwirtschaftlichen Pflanzenarten und Gemüsearten in den nationalen Katalog Der Minister der Landwirtschaft, der ländlichen Angelegenheiten, der Umwelt und des Tourismus, Aufgrund des Gesetzes vom 11. Juli 1969 über die Pestizide und die Rohstoffe für die Landwirtschaft, den Gartenbau, die Forstwirtschaft und die Viehzucht, insbesondere des Artikels 2 abgeändert durch die Gesetze vom 21. Dezember 1998 und vom 5. Februar 1999; In Erwägung des Königlichen Erlasses vom 8. Juli 2001 über die nationalen Kataloge der Sorten von Gemüsearten und landwirtschaftlichen Pflanzenarten, insbesondere des Artikels 2 Absatz 2; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 27. Mai 2004 über die Prüfungen im Rahmen der Aufnahme der Sorten von landwirtschaftlichen Pflanzenarten und Gemüsearten in den nationalen Katalog, insbesondere des Artikels 3; Aufgrund der Konzertierung zwischen den Regionalregierungen und der Föderalbehörde vom 5. Februar 2007, genehmigt im Rahmen des Berichts vom 22. Februar 2007; Aufgrund des am 28. März 2007 in Anwendung des Artikels 84 § 1 1o der koordinierten Gesetze über den Staatsrat abgegebenen Gutachtens des Staatsrats Nr. 42.507/4; In Erwägung der Notwendigkeit, die Anlagen des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 27. Mai 2004 abzuändern, um sie an die durch die Richtlinie 2006/127/EG eingeführten Änderungen, deren Frist für die Umsetzung auf den 1. Juli 2007 festgelegt ist, anzugleichen, Beschließt: Artikel 1 - Der vorliegende Erlass überträgt die Richtlinie 2006/127/EG der Kommission vom 7. Dezember 2006 zur Änderung der Richtlinie 2003/91/EG der Kommission mit Durchführungsbestimmungen zu Artikel 7 der Richtlinie 2002/55/EG des Rates hinsichtlich der Merkmale, auf welche sich die Prüfungen mindestens zu erstrecken haben, und der Mindestanforderungen für die Prüfung bestimmter Sorten von Gemüsearten.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 2 - In der Anlage I des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 27. Mai 2004 über die Prüfungen im Rahmen der Aufnahme der Sorten von landwirtschaftlichen Pflanzenarten und Gemüsearten in den nationalen Katalog wird die unter der Bezeichnung ″Gemüse″ angeführte Liste durch die Liste ersetzt, die die Anlage I des vorliegenden Erlasses bildet. Art. 3 - In der Anlage II des vorerwähnten Erlasses wird die unter der Bezeichnung ″Gemüse″ angeführte Liste durch die Liste ersetzt, die die Anlage II des vorliegenden Erlasses bildet. Art. 4 - Der vorliegende Erlass findet auf die vor dem 1. Juli 2007 eingeleiteten Prüfverfahren keine Anwendung. Art. 5 - Der vorliegende Erlass tritt am 1. Juli 2007 in Kraft. Namur, den 31. Mai 2007 B. LUTGEN

ANLAGE I Gemüse. Wissenschaftliche Bezeichnung

Gemeinsprachliche Bezeichnung

CPVO-Protokoll

Allium cepa L. (Cepa-Gruppe)

Zwiebel und Lauchzwiebel

TP 46/1 vom 14.06.2005

Allium cepa L. (Aggregatum-Gruppe)

Schalotte

TP 46/1 vom 14.06.2005

Allium porrum L.

Porree

TP 85/1 vom 15.11.2001

Allium sativum L.

Knoblauch

TP 162/1 vom 25.03.2004


Spargel

TP 130/1 vom 27.03.2002


Blumenkohl

TP 45/1 vom 15.11.2001


Broccoli oder Calabrese

TP 151/1 vom 27.03.2002


Rosenkohl

TP 54/2 vom 1.12.2005


Kohlrabi

TP 65/1 vom 25.03.2004


Wirsing, Weißkohl und Rotkohl

TP 48/2 vom 1.12.2005

Capsicum annuum L.

Chili oder Paprika

TP 76/1 vom 27.03.2002


Krausblättrige Endivie und vollblättrige Endivie

TP 118/2 vom 1.12.2005


Wurzelzichorie

TP 172/2 vom 1.12.2005


Chicorée

TP 173/1 vom 25.03.2004

Cucumis melo L.

Melone

TP 104/1 vom 27.03.2002

Cucumis sativus L.

Speisegurke und Gewürzgurke

TP 61/1 vom 27.03.2002

Cucurbita pepo L.

Eierkürbis oder Zucchini

TP 119/1 vom 25.03.2004


Artischocke und Kardone

TP 184/1 vom 25.03.2004

Daucus carota L.

Karotte und Futtermöhre

TP 49/2 vom 1.12.2005


Fenchel

TP 183/1 vom 25.03.2004

Lactuca sativa L.

Grüner Salat

TP 13/2 vom 1.12.2005


Tomate

TP 44/2 vom 15.11.2001


Buschbohne und Stangenbohne

TP 12/2 vom 1.12.2005


Runzelerbse, Rollerbse und Zuckererbse

TP 07/1 vom 6.11.2003

Raphanus sativus L.

Radieschen

TP 64/1 vom 27.03.2002


Spinat

TP 55/1 vom 27.03.2002

Valerianella locusta L. (Laterr.)

Rapunzel oder Feldsalat

TP 75/1 vom 27.03.2002


Dicke Bohne

TP Broadbean/1 vom 25.03.2004


Süßmais und Puffmais

TP 2/2 vom 15.11.2001

Der Wortlaut dieser Protokolle ist auf der CPVO-Website (www.cpvo.europa.eu) zu finden. Gesehen, um dem Ministerialerlass vom 31. Mai 2007 zur Abänderung der Anlagen I und II des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 27. Mai 2004 über die Prüfungen im Rahmen der Aufnahme der Sorten von landwirtschaftlichen Pflanzenarten und Gemüsearten in den nationalen Katalog als Anlage beigefügt zu werden. Namur, den 31. Mai 2007 Der Minister der Landwirtschaft, der ländlichen Angelegenheiten, der Umwelt und des Tourismus, B. LUTGEN

35565

35566

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD ANLAGE II Gemüse. Wissenschaftliche Bezeichnung

Gemeinsprachliche Bezeichnung

UPOV-Richtlinie


Hohllauch oder Winterzwiebel

TG/161/3 vom 1.04.1998


Schnittlauch

TG/198/1 vom 9.04.2003

Apium graveolens L.

Sellerie

TG/82/4 vom 17.04.2002

Apium graveolens L.

Knollensellerie

TG/74/4 Corr. vom 17.04.2002 + 5.04.2006

Beta vulgaris L.

Mangold oder Beißkohl

TG/106/4 vom 31.03.2004

Beta vulgaris L.

Rote Rübe einschl. der Sorte ″Cheltenham beet″

TG/60/6 vom 18.10.1996


Grünkohl

TG/90/6 vom 31.03.2004

Brassica rapa L.

Chinakohl

TG/105/4 vom 9.04.2003

Brassica rapa L.

Speiserübe

TG/37/10 vom 4.04.2001


Breitblättriger Chicorée oder italienische Zichorie

TG/154/3 vom 18.10.1996


Wassermelone

TG/142/4 vom 31.03.2004


Kürbis

TG/155/3 vom 18.10.1996


Petersilie

TG/136/5 vom 6.04.2005


Feuerbohne

TG/9/5 vom 9.04.2003

Raphanus sativus L.

Schwarzer Rettich

TG/63/6 vom 24.03.1999


Rhabarber

TG/62/6 vom 24.03.1999


Scorzonera oder Schwarzwurzel

TG/116/3 vom 21.10.1988


Aubergine oder Eierfrucht

TG/117/4 vom 17.4.2002

Der Wortlaut dieser Richtlinien ist auf der CPVO-Website (www.upov.int) zu finden. Gesehen, um dem Ministerialerlass vom 31. Mai 2007 zur Abänderung der Anlagen I und II des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 27. Mai 2004 über die Prüfungen im Rahmen der Aufnahme der Sorten von landwirtschaftlichen Pflanzenarten und Gemüsearten in den nationalen Katalog als Anlage beigefügt zu werden. Namur, den 31. Mai 2007 Der Minister der Landwirtschaft, der ländlichen Angelegenheiten, der Umwelt und des Tourismus, B. LUTGEN

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST N. 2007 — 2775 [2007/202130] 31 MEI 2007. — Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlagen I en II bij het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 betreffende de onderzoeken voor de toelating van de rassen van landbouw- en groentegewassen in de nationale rassenlijst De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1998 en 5 februari 1999; Gelet op het koninklijk besluit van 8 juli 2001 betreffende de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen, inzonderheid op artikel 2, tweede lid; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 betreffende de onderzoeken voor de toelating van de rassen van landbouw- en groentegewassen in de nationale rassenlijst, inzonderheid op artikel 3; Gelet op het overleg gepleegd tussen de Gewestregeringen en de federale overheid op 5 februari 2007 en goedgekeurd op 22 februari 2007; Gelet op het advies nr. 42.507/4 van de Raad van State, gegeven op 28 maart 2004, overeenkomstig artikel 84, § 1, 1o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Overwegende dat de bijlagen bij het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 gewijzigd moeten worden om ze in overeenstemming te brengen met de wijzigingen aangebracht door Richtlijn 2006/127/EG, waarvan de omzettingstermijn vastgelegd is op 1 juli 2007, Besluit : Artikel 1. Richtlijn 2006/127/EG van de Commissie van 7 december 2006 tot wijziging van Richtlijn 2003/91/EG van de Commissie houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/55/EG van de Raad met betrekking tot de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken en de minimumeisen voor dat onderzoek wordt bij dit besluit omgezet.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. In bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 betreffende de onderzoeken voor de toelating van de rassen van landbouw- en groentegewassen in de nationale rassenlijst wordt de onder ″Groentegewassen″ opgenomen lijst vervangen door de lijst in bijlage I bij dit besluit. Art. 3. In bijlage II bij voornoemd besluit wordt de onder ″Groentegewassen″ opgenomen lijst vervangen door de lijst in bijlage II bij dit besluit. Art. 4. Dit besluit is niet van toepassing op de onderzoeken opgestart vóór 1 juli 2007. Art. 5. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2007. Namen, 31 mei 2007. B. LUTGEN

BIJLAGE I Groentegewassen. Wetenschappelijke naam

Gewone naam

Protocol van het OCVP

Allium cepa L. (Cepa group)

Ui en echalion

TP 46/1 van 14.06.2005

Allium cepa L. (Aggregatum groep)

Sjalot

TP 46/1 van 14.06.2005

Allium porrum L.

Prei

TP 85/1 van 15.11.2001

Allium sativum L.

Knoflook

TP 162/1 van 25.03.2004


Asperge

TP 130/1 van 27.03.2002


Bloemkool

TP 45/1 van 15.11.2001


Broccoli

TP 151/1 van 27.03.2002


Spruitkool

TP 54/2 van 1.12.2005


Koolrabi

TP 65/1 van 25.03.2004


Savooiekool, wittekool en rodekool

TP 48/2 van 1.12.2005

Capsicum annuum L.

Paprika of Spaanse peper

TP 76/1 van 27.03.2002


Krulandijvie en andijvie

TP 118/2 van 1.12.2005


Cichorei voor de industrie

TP 172/2 van 1.12.2005


Witlof

TP 173/1 van 25.03.2004

Cucumis melo L.

Meloen

TP 104/1 van 27.03.2002

Cucumis sativus L.

Komkommer en augurk

TP 61/1 van 27.03.2002

Cucurbita pepo L.

Courgette

TP 119/1 van 25.03.2004


Artisjok en kardoen

TP 184/1 van 25.03.2004

Daucus carota L.

Wortel en voederwortel

TP 49/2 van 1.12.2005


Knolvenkel

TP 183/1 van 25.03.2004

Lactuca sativa L.

Sla

TP 13/2 van 1.12.2005


Tomaat

TP 44/2 van 15.11.2001


Stamboon en stokboon

TP 12/2 van 1.12.2005


Kreukzadige doperwt, rondzadige doperwt en peul

TP 07/1 van 6.11.2003

Raphanus sativus L.

Radijs

TP 64/1 van 27.03.2002


Spinazie

TP 55/1 van 27.03.2002

Valerianella locusta (L.) Laterr.

Veldsla

TP 75/1 van 27.03.2002


Tuinboon

TP 13/2 van 1.12.2005


Suikermais en pofmais

TP 2/2 van 15.11.2001

De tekst van deze protocollen is te vinden op de website van het CBP (www.cpvo.europa.eu). Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 31 mei 2007 tot wijziging van de bijlagen I en II bij het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 betreffende de onderzoeken voor de toelating van de rassen van landbouw- en groentegewassen in de nationale rassenlijst. Namen, 31 mei 2007. De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

35567

35568

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD BIJLAGE II Groentegewassen. Wetenschappelijke naam

Gewone naam

UPOV-richtsnoer


Stengelui

TP TG/161/3 van 1.04.1998


Bieslook

TP TG/198/1 van 9.04.2003

Apium graveolens L.

Bleekselderij

TP TG/82/4 van 17.04.2002

Apium graveolens L.

Knolselderij

TG/74/4 corr. du 17.04.2002 + 5.04.2006

Beta vulgaris L.

Snijbiet

TP TG/106/4 van 31.03.2004

Beta vulgaris L.

Rode biet, inclusief Cheltenham beet

TP TG/60/6 van 18.10.1996


Boerenkool

TP TG/90/6 van 31.03.2004

Brassica rapa L.

Chinese kool

TP TG/105/4 van 9.04.2003

Brassica rapa L.

Meiraap/stoppelknol

TP TG/37/10 van 4.04.2001


Bladcichorei of taliaanse cichorei

TP TG/154/3 van 18.10.1996


Watermeloen

TP TG/142/4 van 31.03.2004


Pompoen

TP TG/155/3 van 18.10.1996


Peterselie

TP TG/136/5 van 6.04.2005


Pronkboon

TP TG/9/5 van 9.04.2003

Raphanus sativus L.

Rammenas

TP TG/63/6 van 24.03.1999


Rabarber

TP TG/62/6 van 24.03.1999


Schorseneer

TP TG/116/3 van 21.10.1988


Aubergine

TP TG/117/4 van 17.4.2002

De tekst van deze richtsnoeren is te vinden op de website van de UPOV (www.upov.int).

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 31 mei 2007 tot wijziging van de bijlagen I en II bij het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 betreffende de onderzoeken voor de toelating van de rassen van landbouw- en groentegewassen in de nationale rassenlijst.

Namen, 31 mei 2007.

De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

35569


REGION DE BRUXELLES-CAPITALE — BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST COMMISSION COMMUNAUTAIRE COMMUNE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE F. 2007 — 2776

[C − 2007/31252]

31 MAI 2007. — Arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune modifiant l’arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune fixant le modèle de budget des centres publics d’action sociale de la Région de BruxellesCapitale du 25 fevrier 1999

Le Collège réuni,

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2007 — 2776

[C − 2007/31252]

31 MEI 2007. — Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van het model voor de begroting van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 25 februari 1999

Het Verenigd College,

Vu la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics de l’action sociale, notamment l’article 87, remplacé par l’ordonnance du 3 juin 2003;

Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 87, vervangen door de ordonnantie van 3 juni 2003;

Vu le règlement général de la comptabilité des centres publics d’action sociale de la Région de Bruxelles-Capitale du 26 octobre 1995, notamment l’article 43, modifié par arrêtés du Collège réuni en date du 19 février 1998 et 11 décembre 2003;

Gelet op het algemeen reglement op de comptabiliteit van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 26 oktober 1995, inzonderheid op artikel 43, gewijzigd bij besluiten van het Verenigd College van 19 februari 1998 en van 11 december 2003;

Vu l’arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune fixant le modèle de budget des centres publics d’action sociale de la Région de Bruxelles-Capitale du 25 février 1999;

Gelet op het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van het model voor de begroting van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 25 februari 1999;

Vu les lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, notamment l’article 3, § 1er;

Gelet op de gecoördineerde wetten op de Raad van State, inzonderheid op artikel 3, § 1;

Vu l’urgence;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Attendu qu’il y a lieu de compléter sans délai le modèle de budget des centres publics d’action sociale de la Région de BruxellesCapitale afin de pallier à certaines lacunes;

Aangezien het model voor de begroting van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onverwijld dient te worden aangevuld teneinde bepaalde leemtes te kunnen opvullen;

Considérant qu’il importe de doter l’autorité de tutelle d’un outil lui permettant d’exercer sa mission de contrôle en matière de gestion du personnel des centres publics d’action sociale conformément aux articles 42 et 43 de la loi organique;

Overwegende dat het van belang is aan de toezichthoudende overheid een middel toe te wijzen om zijn controle opdracht inzake personeelsbeheer van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn te kunnen uitvoeren overeenkomstig de artikelen 42 en 43 van de organieke wet;

Sur la proposition des Ministres, Membres du Collège réuni compétents pour l’Aide aux personnes,

Op de voordracht van de Ministers, Leden van het Verenigd College bevoegd voor de Bijstand aan personen,

Arrête :

Besluit :

Article 1er. Il est inséré après l’article 2, un article 2bis rédigé comme suit : « Le modèle de budget comprend en outre deux tableaux, relatifs à la situation du personnel statutaire en fonction et à la situation du personnel contractuel en fonction, fixés conformément aux annexes 1re et 2 du présent arrêté. »

Artikel 1. Na artikel 2 wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidend als volgt : « Het model voor de begroting bevat bovendien twee tabellen, met betrekking tot de toestand van het statutair personeel in functie en de toestand van het contractueel personeel in functie, vastgesteld overeenkomstig de bijlagen 1 en 2 van het huidig besluit. »

Art. 2. La dernière page du modèle de budget joint en annexe à l’arrêté précité est remplacé conformément à l’annexe 3 du présent arrêté.

Art. 2. De laatste pagina van het model voor de begroting die als bijlage bij het voormeld besluit is gevoegd, wordt vervangen overeenkomstig de bijlage 3 van het huidig besluit.

Art. 3. Les Ministres sont chargés de l’exécution du présent arrêté.

Art. 3. De Ministers worden belast met de uitvoering van dit besluit.

Bruxelles, le 31 mai 2007.

Brussel, 31 mei 2007.

Les Membres du Collège réuni compétents pour la Politique de l’Aide aux Personnes, Mme E. HUYTEBROECK

De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, P. SMET

35570

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Annexe 1re. — Bijlage 1

Vu pour être annexé à l’arrêté du Collège réuni du 31 mai 2007.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van het Verenigd College van 31 mei 2007.

Les Membres du Collège réuni compétents pour la Politique de l’Aide aux Personnes,

De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen,

Mme E. HUYTEBROECK

P. SMET

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Annexe 2. — Bijlage 2

35571

35572






Mme E. HUYTEBROECK

P. SMET


35573

Annexe 3. — Bijlage 3





Mme E. HUYTEBROECK

P. SMET

35574


AUTRES ARRETES — ANDERE BESLUITEN SERVICE PUBLIC FEDERAL CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE ET AUTORITE FLAMANDE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER EN VLAAMSE OVERHEID

Affaires administratives

Bestuurzaken

[C − 2007/35883] Ordres nationaux. — Nominations. — Promotions

[C − 2007/35883] Nationale Orden. — Benoemingen. — Bevorderingen

Par arrêté royal du 26 février 2007 : — Est promu au grade de Commandeur de l’Ordre de la Couronne : M. DE MEY Joris Marie Germaine (Hamme, le 2 février 1942), conseiller-coordinateur à l’administration provinciale de Flandre orientale, le 15 novembre 2001, comme titulaire de cette nouvelle distinction — Est nommé au grade d’Officier de l’Ordre de la Couronne : M. DECOENE George Lucien Joannes (Ledegem, le 11 avril 1942), secrétaire à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 2002 M. DEWAEL Jean Pierre Anna Catharina (Dilsen, le 14 janvier 1960), directeur administratif à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 2002 M. LEENKNECHT Johan Aloïs (Roeselare, le 19 septembre 1954), secrétaire communal à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 2004 — Est promu au grade de Chevalier de l’Ordre de la Couronne : M. MESTDAGH Laurent Alidoor Cornelius (Zonnebeke, le 19 mai 1941), secrétaire à l’administration du C.P.A.S. de Zonnebeke, le 8 avril 2001, comme titulaire de cette nouvelle distinction — Est nommé au grade de Chevalier de l’Ordre de la Couronne : M. ARENS Joost Raphaël Gabriël Marie (Zele, le 19 mai 1944), secrétaire d’administration à l’administration communale de Zele, le 15 novembre 2004 M. CREEMERS Guido Antonius Lodewijk (Meeuwen, le 10 janvier 1961), secrétaire d’administration à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 2000 M. DE DONDER Maurits Ernest Jan Jozef (Sint-Katelijne-Waver, le 18 novembre 1947), receveur communal à l’administration communale de Sint-Katelijne-Waver, le 15 novembre 1997 Mme DESMIDT Lieve Greta Dany (Kortrijk, le 20 mai 1962), chef de bureau à l’administration communale de Brugge, le 8 avril 2002 Mme GRYSON Monique Nicole (Westrozebeke, le 25 mai 1943), infirmière en chef à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 2003 M. PEETERS Paul Valentinus (Hasselt, le 4 août 1955), secrétaire d’administration à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 1996 M. PIU Pietro (Houthalen, le 31 août 1948), chef du personnel à l’administration communale de Grimbergen, le 15 novembre 1998 Mme ROELENS Lutgarde Cordula Maria Rita (Leuven, le 18 juillet 1953), bibliothécaire à l’administration communale de Schoten, le 8 avril 2003 M. VAN PEER Josephus Franciscus Maria (Boechout, le 28 juillet 1945), secrétaire à l’administration du C.P.A.S. de Kontich, le 15 novembre 1996 M. VANDAMME Frans Julien (Roeselare, le 14 avril 1956), directeur des services techniques à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 1997 M. VERHELST Karel Maria Julien Corneel (Herk-de-Stad, le 16 mars 1960), secrétaire d’administration à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 1999 M. VEYFEYKEN Theo (Neerpelt, le 23 octobre 1958), chef de division-chef de service à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2003 — les Palmes d’Or de l’Ordre de la Couronne sont décernées à : Mme AMEYE Rita Rachel Winifred (Izegem, le 13 décembre 1952), collaborateur touristique à l’administration communale de Brugge, le 15 novembre 2002 M. BOSSUYT Albert René (Torhout, le 22 juillet 1951), collaborateur administratif à l’administration communale de Brugge, le 8 avril 2001 Mme BRYON Monique Marie Gerard Cornelia (Ieper, le 15 juin 1952), infirmière hospitalière à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 2002

Bij koninklijk besluit van 26 februari 2007 : — Wordt bevorderd tot de graad van Commandeur in de Kroonorde : de heer DE MEY Joris Marie Germaine (Hamme, 2 februari 1942), adviseur-coördinator bij het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen, 15 november 2001, als houder van deze nieuwe onderscheiding — Wordt benoemd tot de graad van Officier in de Kroonorde : de heer DECOENE George Lucien Joannes (Ledegem, 11 april 1942), secretaris bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 2002 de heer DEWAEL Jean Pierre Anna Catharina (Dilsen, 14 januari 1960), bestuursdirecteur bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 2002 de heer LEENKNECHT Johan Aloïs (Roeselare, 19 september 1954), gemeentesecretaris bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 2004 — Wordt bevorderd tot de graad van Ridder in de Kroonorde : de heer MESTDAGH Laurent Alidoor Cornelius (Zonnebeke, 19 mei 1941), secretaris bij het O.C.M.W.-bestuur van Zonnebeke, 8 april 2001, als houder van deze nieuwe onderscheiding — Wordt benoemd tot de graad van Ridder in de Kroonorde : de heer ARENS Joost Raphaël Gabriël Marie (Zele, 19 mei 1944), bestuurssecretaris bij het gemeentebestuur van Zele, 15 november 2004 de heer CREEMERS Guido Antonius Lodewijk (Meeuwen, 10 januari 1961), bestuurssecretaris bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 2000 de heer DE DONDER Maurits Ernest Jan Jozef (Sint-Katelijne-Waver, 18 november 1947), gemeenteontvanger bij het gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver, 15 november 1997 Mevr. DESMIDT Lieve Greta Dany (Kortrijk, 20 mei 1962), bureauchef bij het gemeentebestuur van Brugge, 8 april 2002 Mevr. GRYSON Monique Nicole (Westrozebeke, 25 mei 1943), hoofdverpleegkundige bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 2003 de heer PEETERS Paul Valentinus (Hasselt, 4 augustus 1955), bestuurssecretaris bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 1996 de heer PIU Pietro (Houthalen, 31 augustus 1948), personeelschef bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 15 november 1998 Mevr. ROELENS Lutgarde Cordula Maria Rita (Leuven, 18 juli 1953), bibliothecaris bij het gemeentebestuur van Schoten, 8 april 2003 de heer VAN PEER Josephus Franciscus Maria (Boechout, 28 juli 1945), secretaris bij het O.C.M.W.-bestuur van Kontich, 15 november 1996 de heer VANDAMME Frans Julien (Roeselare, 14 april 1956), directeur technische diensten bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 1997 de heer VERHELST Karel Maria Julien Corneel (Herk-de-Stad, 16 maart 1960), bestuurssecretaris bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 1999 de heer VEYFEYKEN Theo (Neerpelt, 23 oktober 1958), afdelingschefdiensthoofd bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2003 — worden de Gouden Palmen in de Kroonorde toegekend aan : Mevr. AMEYE Rita Rachel Winifred (Izegem, 13 december 1952), toeristisch medewerker bij het gemeentebestuur van Brugge, 15 november 2002 de heer BOSSUYT Albert René (Torhout, 22 juli 1951), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Brugge, 8 april 2001 Mevr. BRYON Monique Marie Gerard Cornelia (Ieper, 15 juni 1952), ziekenhuisverpleegkundige bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 2002

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Mme BURGGRAEVE Rita Henriette Adrienne Louise (Brugge, le 17 août 1952), collaborateur administratif à l’administration communale de Brugge, le 8 avril 2002 Mme BUYSSE Maria Louis Sylvie Charles (Brugge, le 30 septembre 1952), collaborateur administratif à l’administration communale de Brugge, le 8 avril 2002 M. CASIER Geert René (Torhout, le 6 novembre 1957), ingénieur industriel à l’administration communale de Wevelgem, le 8 avril 1997 M. CLAEYS José Freddy (Ieper, le 28 octobre 1951), chef de service administratif à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 2001 Mme CLOET Anne Geertrui Beatrijs (Kortrijk, le 7 janvier 1962), kinésithérapeute en chef à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 2001 M. COUSSEMENT Geert Maurice Georges (Waregem, le 6 avril 1963), conseiller financier à l’administration communale de Waregem, le 15 novembre 2002 Mme DE GRANDE Frieda Maria Valérie (Sint-Andries, le 28 mars 1951), collaborateur administratif à l’administration communale de Brugge, le 15 novembre 2000 M. DE KEUKELAERE Albrecht Antoon Louis Maria (Roeselare, le 6 décembre 1945), kinésithérapeute à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 1996 Mme DE MEESTER Magda Irma Elisabeth (Roeselare, le 10 septembre 1944), kinésithérapeute à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 1996 M. DE NEVE Thierry Isidoor Alice (Brugge, le 16 janvier 1952), collaborateur administratif à l’administration communale de Brugge, le 15 novembre 2001 Mme DE POTTER Anne Mieke (Sint-Gillis-Waas, le 6 février 1961), conseiller en formation et en évaluation à l’administration communale de Schoten, le 15 novembre 2001 Mme DEGRYSE Maria Magda Joanna (Roeselare, le 26 mai 1949), assistante sociale à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 1999 Mme DEKETELAERE Marleen Marianne (Oostende, le 13 novembre 1957), accompagnatrice en chef à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 8 avril 2000 Mme DEKLERCK Francine Nadine Florine Joceline (Brugge, le 18 april 1952), assistant de bibliothèque à l’administration communale de Brugge, le 8 avril 2002 M. DELEU Frank Emiel Hector (Wevelgem, le 30 avril 1953), chef de bureau à l’administration communale de Wevelgem, le 8 avril 2002 M. DEMEYERE Geert Jules Hector (Kortrijk, le 17 juin 1956), secrétaire communal à l’administration communale de Ledegem, le 15 novembre 1996 M. DENEWET Stefaan Paul Marcel (Roeselare, le 8 avril 1961), secrétaire à l’administration du C.P.A.S. d’Essen, le 8 avril 2001 M. DENYS Mario Stephaan (Roeselare, le 30 juillet 1963), travailleur social principal à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 2003 M. DEPRINCE Hendrik Charles Maurice (Oostende, le 18 janvier 1952), assistant social à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 15 novembre 2001 Mme DEVINCK Marie Jeanne Alice (Brugge, le 3 mai 1952), collaborateur administratif à l’administration communale de Brugge, le 8 avril 2002 Mme DOBBELS Micheline Anna Marie Fréderique (Oostende, le 16 juin 1946), assistante sociale à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 15 novembre 1996 Mme DOMBRECHT Rita Marie Louise (Brugge, le 10 janvier 1952), collaborateur administratif à l’administration communale de Brugge, le 15 novembre 2001 M. DORISSEN Luc Lode (Leut, le 2 mars 1964), secrétaire d’administration administratif à l’administration communale de Maasmechelen, le 15 novembre 2003 Mme DUMAREY Linda Laura Roger (Oostende, le 30 avril 1957), infirmière en chef à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 8 avril 1997 M. GALLE Hendrik Gerard (Roeselare, le 10 juillet 1948), collaborateur technique en chef à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 1998 M. HABILS Hans Simoen Geert (Saint-Josse-ten-Noode, 11 juillet 1960), chef du personnel à l’administration communale de Grimbergen, le 8 avril 2000 M. HOEFS Benoit Johnny (Ixelles, le 3 avril 1952), géomètre-expert à l’administration communale de Grimbergen, le 15 novembre 2001 Mme JANS Diane (Hasselt, le 31 mai 1954), collaborateur à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2004

35575

Mevr. BURGGRAEVE Rita Henriette Adrienne Louise (Brugge, 17 augustus 1952), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Brugge, 8 april 2002 Mevr. BUYSSE Maria Louis Sylvie Charles (Brugge, 30 september 1952), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Brugge, 8 april 2002 de heer CASIER Geert René (Torhout, 6 november 1957), industrieel ingenieur bij het gemeentebestuur van Wevelgem, 8 april 1997 de heer CLAEYS José Freddy (Ieper, 28 oktober 1951), administratief dienstchef bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 2001 Mevr. CLOET Anne Geertrui Beatrijs (Kortrijk, 7 januari 1962), hoofdkinesiste bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 2001 de heer COUSSEMENT Geert Maurice Georges (Waregem, 6 april 1963), financieel adviseur bij het gemeentebestuur van Waregem, 15 november 2002 Mevr. DE GRANDE Frieda Maria Valérie (Sint-Andries, 28 maart 1951), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Brugge, 15 november 2000 de heer DE KEUKELAERE Albrecht Antoon Louis Maria (Roeselare, 6 december 1945), kinesiste bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 1996 Mevr. DE MEESTER Magda Irma Elisabeth (Roeselare, 10 september 1944), kinesiste bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 1996 de heer DE NEVE Thierry Isidoor Alice (Brugge, 16 januari 1952), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Brugge, 15 november 2001 Mevr. DE POTTER Anne Mieke (Sint-Gillis-Waas, 6 februari 1961), vormings- en beoordelingsadviseur bij het gemeentebestuur van Schoten, 15 november 2001 Mevr. DEGRYSE Maria Magda Joanna (Roeselare, 26 mei 1949), maatschappelijk werkster bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 1999 Mevr. DEKETELAERE Marleen Marianne (Oostende, 13 november 1957), hoofdbegeleidster bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 8 april 2000 Mevr. DEKLERCK Francine Nadine Florine Joceline (Brugge, 18 april 1952), bibliotheekassistent bij het gemeentebestuur van Brugge, 8 april 2002 de heer DELEU Frank Emiel Hector (Wevelgem, 30 april 1953), bureauchef bij het gemeentebestuur van Wevelgem, 8 april 2002 de heer DEMEYERE Geert Jules Hector (Kortrijk, 17 juni 1956), gemeentesecretaris bij het gemeentebestuur van Ledegem, 15 november 1996 de heer DENEWET Stefaan Paul Marcel (Roeselare, 8 april 1961), secretaris bij het O.C.M.W.-bestuur van Essen, 8 april 2001 de heer DENYS Mario Stephaan (Roeselare, 30 juli 1963), hoofdmaatschappelijk werker bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 2003 de heer DEPRINCE Hendrik Charles Maurice (Oostende, 18 januari 1952), maatschappelijk werker bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 15 november 2001 Mevr. DEVINCK Marie Jeanne Alice (Brugge, 3 mei 1952), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Brugge, 8 april 2002 Mevr. DOBBELS Micheline Anna Marie Fréderique (Oostende, 16 juni 1946), maatschappelijk werkster bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 15 november 1996 Mevr. DOMBRECHT Rita Marie Louise (Brugge, 10 januari 1952), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Brugge, 15 november 2001 de heer DORISSEN Luc Lode (Leut, 2 maart 1964), administratieve bestuurssecretaris bij het gemeentebestuur van Maasmechelen, 15 november 2003 Mevr. DUMAREY Linda Laura Roger (Oostende, 30 april 1957), hoofdverpleegster bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 8 april 1997 de heer GALLE Hendrik Gerard (Roeselare, 10 juli 1948), technisch hoofdmedewerker bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 1998 de heer HABILS Hans Simoen Geert (Sint-Joost-ten-Node, 11 juli 1960), personeelschef bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 8 april 2000 de heer HOEFS Benoit Johnny (Elsene, 3 april 1952), meetkundige schatter bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 15 november 2001 Mevr. JANS Diane (Hasselt, 31 mei 1954), medewerker bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2004

35576


M. KNOCKAERT Geert Marcel (Wevelgem, le 11 février 1959), fonctionnaire culturel-directeur à l’administration communale de Wevelgem, le 15 novembre 1998 M. LEFEVERE Willy Henri (Staden, le 14 août 1949), infirmier gradué à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 8 avril 1999 Mme LEURS Marie-Rose Helena Albertina (Neerpelt, le 20 décembre 1959), spécialiste à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 1999 M. LOR Freddy Ferdinand Alphonse (Boussu, le 19 octobre 1952), premier dessinateur à l’administration provinciale de Brabant flamand, le 8 avril 2002 Mme MENTENS Greta Clementina Louis (Balen, le 23 april 1960), receveur communal à l’administration communale de Balen, le 8 avril 2000 M. MESUERE Daniël Joseph André (Knokke, le 6 avril 1952), collaborateur administratif à l’administration communale de Brugge, le 15 novembre 2001 M. MEWIS André Joseph Marie (Alken, le 29 août 1954), collaborateur à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2004 Mme MOERS Monique Veronica Jeanne (Hasselt, le 15 février 1953), collaborateur à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 2002 Mme NAUTS Arlette Marie (Menen, le 21 avril 1950), chef de service administratif à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 2000 Mme NOELANDERS Rosette Josephina Cornelia (Hasselt, le 18 maart 1954), collaborateur à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 2003 M. NOPPE Jozef Hervé (Kortrijk, le 27 août 1957), promoteur des sports à l’administration communale de Wevelgem, le 15 novembre 2001 Mme OPSTAELE Anne Marie Leonie (Oostende, le 23 juillet 1948), première accompagnatrice à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 8 avril 1998 M. PAELINCK Mark Achilles Maria (Ieper, le 5 octobre 1954), chef de bureau à l’administration communale de Wevelgem, le 15 novembre 1996 Mme PEEL Marie Christine Germaine (Oostende, le 14 décembre 1954), infirmière en chef à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 8 avril 1997 M. PLU Patrick (Diest, le 25 mars 1960), receveur à l’administration du C.P.A.S. de Scherpenheuvel-Zichem, le 8 avril 2000 Mme REBRY Marie Paul Simonne (Roeselare, le 8 avril 1953), assistante sociale à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 2003 M. REMMERIE Carlos Albert (Kortrijk, le 22 août 1947), kinésithérapeute à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 1997 Mme SENTOBIN Frieda Christiana (Roeselare, le 17 mars 1948), infirmière hospitalière à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 1997 Mme SERLIPPENS Simonne Renée Maria (Opbrakel, le 1er février 1952), collaborateur administratif à l’administration communale de Brugge, le 8 avril 2003 Mme THOELEN Yolande Barbara (Tongeren, le 18 octobre 1962), spécialiste à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2002 Mme VAN HOUTVEN Martine Adrienne Jean (Brugge, le 5 mars 1952), collaborateur administratif à l’administration communale de Brugge, le 15 novembre 2001 M. VANDE MERGEL Dany Leon (Zottegem, le 16 février 1958), receveur communal à l’administration communale d’Eeklo, le 15 novembre 2003 Mme VANDERMEERSCH Brigitte Rita (Roeselare, le 3 août 1951), chef de service administratif à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 2001 Mme VANDERSCHAEGHE Linda Josepha Godelieve (Brugge, le 19 mars 1952), collaborateur administratif à l’administration communale de Brugge, le 15 novembre 2001 Mme VANHAVERBEKE Marie Thérèse Rita (Roeselare, le 2 avril 1953), infirmière hospitalière à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 2002 Mme VANROBAEYS Greet Georgette Camilla (Oudenaarde, le 11 octobre 1963), responsable du fonctionnement et du personnel à l’administration communale de Waregem, le 8 avril 2003 M. VERLEYEN Dirk Paul Jan (Oostende, le 20 juin 1952), collaborateur technique à l’administration communale de Brugge, le 8 avril 2002 Mme VERMET Rita Maria (Diksmuide, le 22 février 1961), accompagnatrice en chef à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 15 novembre 2000

de heer KNOCKAERT Geert Marcel (Wevelgem, 11 februari 1959), cultuurfunctionaris-directeur bij het gemeentebestuur van Wevelgem, 15 november 1998 de heer LEFEVERE Willy Henri (Staden, 14 augustus 1949), gegradueerde verpleger bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 8 april 1999 Mevr. LEURS Marie-Rose Helena Albertina (Neerpelt, 20 december 1959), deskundige bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 1999 de heer LOR Freddy Ferdinand Alphonse (Boussu, 19 oktober 1952), eerste tekenaar bij het provinciebestuur van Vlaams-Brabant, 8 april 2002 Mevr. MENTENS Greta Clementina Louis (Balen, 23 april 1960), gemeenteontvanger bij het gemeentebestuur van Balen, 8 april 2000 de heer MESUERE Daniël Joseph André (Knokke, 6 april 1952), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Brugge, 15 november 2001 de heer MEWIS André Joseph Marie (Alken, 29 augustus 1954), medewerker bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2004 Mevr. MOERS Monique Veronica Jeanne (Hasselt, 15 februari 1953), medewerker bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 2002 Mevr. NAUTS Arlette Marie (Menen, 21 april 1950), administratief dienstchef bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 2000 Mevr. NOELANDERS Rosette Josephina Cornelia (Hasselt, 18 maart 1954), medewerker bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 2003 de heer NOPPE Jozef Hervé (Kortrijk, 27 augustus 1957), sportpromoter bij het gemeentebestuur van Wevelgem, 15 november 2001 Mevr. OPSTAELE Anne Marie Leonie (Oostende, 23 juli 1948), eerste begeleidster bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 8 april 1998 de heer PAELINCK Mark Achilles Maria (Ieper, 5 oktober 1954), bureauchef bij het gemeentebestuur van Wevelgem, 15 november 1996 Mevr. PEEL Marie Christine Germaine (Oostende, 14 december 1954), hoofdverpleegster bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 8 april 1997 de heer PLU Patrick (Diest, 25 maart 1960), ontvanger bij het O.C.M.W.-bestuur van Scherpenheuvel-Zichem, 8 april 2000 Mevr. REBRY Marie Paul Simonne (Roeselare, 8 april 1953), maatschappelijk werkster bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 2003 de heer REMMERIE Carlos Albert (Kortrijk, 22 augustus 1947), kinesist bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 1997 Mevr. SENTOBIN Frieda Christiana (Roeselare, 17 maart 1948), ziekenhuisverpleegkundige bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 1997 Mevr. SERLIPPENS Simonne Renée Maria (Opbrakel, 1 februari 1952), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Brugge, 8 april 2003 Mevr. THOELEN Yolande Barbara (Tongeren, 18 oktober 1962), deskundige bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2002 Mevr. VAN HOUTVEN Martine Adrienne Jean (Brugge, 5 maart 1952), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Brugge, 15 november 2001 de heer VANDE MERGEL Dany Leon (Zottegem, 16 februari 1958), gemeenteontvanger bij het gemeentebestuur van Eeklo, 15 november 2003 Mevr. VANDERMEERSCH Brigitte Rita (Roeselare, 3 augustus 1951), adm. dienstchef bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 2001 Mevr. VANDERSCHAEGHE Linda Josepha Godelieve (Brugge, 19 maart 1952), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Brugge, 15 november 2001 Mevr. VANHAVERBEKE Marie Thérèse Rita (Roeselare, 2 april 1953), ziekenhuisverpleegkundige bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 2002 Mevr. VANROBAEYS Greet Georgette Camilla (Oudenaarde, 11 oktober 1963), verantwoordelijke werking en personeel bij het gemeentebestuur van Waregem, 8 april 2003 de heer VERLEYEN Dirk Paul Jan (Oostende, 20 juni 1952), technisch medewerker bij het gemeentebestuur van Brugge, 8 april 2002 Mevr. VERMET Rita Maria (Diksmuide, 22 februari 1961), hoofdbegeleidster bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 15 november 2000

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD M. VERMEULEN Edwin Karel Irène (Brugge, le 19 février 1958), collaborateur administratif en chef à l’administration communale de Brugge, le 15 novembre 2001 M. VICTOR Gilles André Yvon (Roeselare, le 4 juillet 1951), collaborateur technique en chef à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 2001 Mme VROMAN Jacqueline Leonie (Wevelgem, le 29 juillet 1948), diététicienne à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 1998 Mme WEYTJENS Marie-Rose (Dilsen, le 30 novembre 1953), collaborateur à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 2003 M. WYBAILLIE Roger Jerome (Oostnieuwkerke, le 25 janvier 1949), chef de service administratif à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 1998 — les Palmes d’Argent de l’Ordre de la Couronne sont décernées à : M. BOESMANS Fernand Marie Eduard (Hoegaarden, le 19 octobre 1942), assistant à l’administration provinciale de Brabant flamand, le 8 avril 2002 Mme BONNEURE Ingrid Leontine Henriette (Brugge, le 10 mai 1952), dactylographe à l’administration communale de Brugge, le 8 avril 2002 M. BORGERMANS Jean Pierre (Genk, le 18 septembre 1954), employé général à l’administration communal de Genk, le 8 avril 2004 Mme BOUCKENOOGHE Annelise Gilberte Marie Amélie (Elisabethville (Congo), le 5 août 1958), assistante sociale à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 8 avril 1998 M. CALLEBERT Geert Maurits Jozef Maria (Roeselare, le 11 mars 1952), collaborateur administratif à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 2001 M. CALLENS Johan Stefaan (Roeselare, le 23 octobre 1960), chef de service administratif à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 2004 Mme CALLENS Christine Rachel Henriette (Roeselare, le 7 mai 1959), infirmière hospitalière à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 1999 Mme CARDOEN Griet Lucia Clémence (Roeselare, le 12 septembre 1949), infirmière hospitalière à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 1999 M. CASTERS Robrecht Alfons Maria (Genk, le 18 septembre 1943), assistant technique à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2003 Mme CAUWE Christiane Jeanne Marie (Oostende, le 27 mai 1951), assistant technique à l’administration communale de Brugge, le 8 avril 2001 M. CLYBOUW Willy Marcel Jozef (Brugge, le 27 avril 1952), assistant administratif à l’administration communale de Brugge, le 8 avril 2002 Mme COPPIETERS Digna Maria Cesar (Temse, le 21 janvier 1962), chef de service-archiviste à l’administration communale de Temse, le 8 avril 2004 M. CORVERS Willy Julianus Franciscus (Tessenderlo, le 20 octobre 1944), chef administratif à l’administration communale de Tessenderlo, le 8 avril 2004 M. DE BOEVER Hendrik Jules Anna (Eeklo, le 1er mai 1957), fonctionnaire des sports à l’administration communale d’Eeklo, le 8 avril 1997 Mme DE MAEGHT Yvette Magdalena Odile (Brugge, le 15 juin 1951), collaborateur administratif à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 2001 Mme DE SCHUTTER Godelieve Maria Leonie Dora (Wetteren, le 24 mai 1955), assistante sociale à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 15 novembre 1996 M. DE WIT Jean Pierre Rosa (Grimbergen, le 11 octobre 1953), collaborateur de gestion à l’administration communale de Grimbergen, le 8 avril 2003 Mme DECLERCQ Lena Maria (Roeselare, le 18 mars 1959), assistante sociale à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 15 novembre 1998 Mme DECLERCQ Magda Louisa (Rumbeke, le 4 septembre 1947), puéricultrice à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 1997 M. DECROUBELE Romain Camiel (Izegem, le 2 janvier 1948), laborantin à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 1997 Mme DEJONGHE Carmen Rachel (Roeselare, le 16 juillet 1964), comptable à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 2004 Mme DEMEY Gerda Rachel Maria (Beernem, le 18 mars 1951), assistant administratif à l’administration communale de Brugge, le 15 novembre 2000

35577

de heer VERMEULEN Edwin Karel Irène (Brugge, 19 februari 1958), administratief hoofdmedewerker bij het gemeentebestuur van Brugge, 15 november 2001, de heer VICTOR Gilles André Yvon (Roeselare, 4 juli 1951), technisch hoofdmedewerker bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 2001 Mevr. VROMAN Jacqueline Leonie (Wevelgem, 29 juli 1948), diëtiste bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 1998 Mevr. WEYTJENS Marie-Rose (Dilsen, 30 november 1953), medewerker bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 2003 de heer WYBAILLIE Roger Jerome (Oostnieuwkerke, 25 januari 1949), administratief dienstchef bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 1998 —worden de Zilveren Palmen in de Kroonorde toegekend aan : de heer BOESMANS Fernand Marie Eduard (Hoegaarden, 19 oktober 1942), assistent bij het provinciebestuur van Vlaams-Brabant, 8 april 2002 Mevr. BONNEURE Ingrid Leontine Henriette (Brugge, 10 mei 1952), typiste bij het gemeentebestuur van Brugge, 8 april 2002 de heer BORGERMANS Jean Pierre (Genk, 18 september 1954), algemeen bediende bij het gemeentebestuur van Genk, 8 april 2004 Mevr. BOUCKENOOGHE Annelise Gilberte Marie Amélie (Elisabethstad (Kongo), 5 augustus 1958), maatschappelijk werkster bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 8 april 1998 de heer CALLEBERT Geert Maurits Jozef Maria (Roeselare, 11 maart 1952), administratief medewerker bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 2001 de heer CALLENS Johan Stefaan (Roeselare, 23 oktober 1960), administratief dienstchef bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 2004 Mevr. CALLENS Christine Rachel Henriette (Roeselare, 7 mei 1959), ziekenhuisverpleegkundige bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 1999 Mevr. CARDOEN Griet Lucia Clémence (Roeselare, 12 september 1949), ziekenhuisverpleegkundige bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 1999 de heer CASTERS Robrecht Alfons Maria (Genk, 18 september 1943), technisch assistent bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2003 Mevr. CAUWE Christiane Jeanne Marie (Oostende, 27 mei 1951), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Brugge, 8 april 2001 de heer CLYBOUW Willy Marcel Jozef (Brugge, 27 april 1952), administratief assistent bij het gemeentebestuur van Brugge, 8 april 2002 Mevr. COPPIETERS Digna Maria Cesar (Temse, 21 januari 1962), diensthoofd-archivaris bij het gemeentebestuur van Temse, 8 april 2004 de heer CORVERS Willy Julianus Franciscus (Tessenderlo, 20 oktober 1944), bestuurschef bij het gemeentebestuur van Tessenderlo, 8 april 2004 de heer DE BOEVER Hendrik Jules Anna (Eeklo, 1 mei 1957), sportfunctionaris bij het gemeentebestuur van Eeklo, 8 april 1997 Mevr. DE MAEGHT Yvette Magdalena Odile (Brugge, 15 juni 1951), administratief medewerker bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 2001 Mevr. DE SCHUTTER Godelieve Maria Leonie Dora (Wetteren, 24 mei 1955), maatschappelijk werkster bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 15 november 1996 de heer DE WIT Jean Pierre Rosa (Grimbergen, 11 oktober 1953), beleidsmedewerker bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 8 april 2003 Mevr. DECLERCQ Lena Maria (Roeselare, 18 maart 1959), maatschappelijk werkster bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 15 november 1998 Mevr. DECLERCQ Magda Louisa (Rumbeke, 4 september 1947), kinderverzorgster bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 1997 de heer DECROUBELE Romain Camiel (Izegem, 2 januari 1948), laborant bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 1997 Mevr. DEJONGHE Carmen Rachel (Roeselare, 16 juli 1964), boekhoudster bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 2004 Mevr. DEMEY Gerda Rachel Maria (Beernem, 18 maart 1951), administratief assistent bij het gemeentebestuur van Brugge, 15 november 2000

35578


Mme DEMEYERE Teresia Maria (Roeselare, le 3 novembre 1957), infirmière hospitalière à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 1997 Mme DENOO Katleen Irma Noëlla (Roeselare, le 29 décembre 1959), secrétaire médicale à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 1999 M. DEPREZ Patrick Julien Jozef (Roeselare, le 2 avril 1953), collaborateur administratif à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 2002 M. DEVRIENDT Rudy Raymond Oscar (Oostende, le 26 janvier 1952), collaborateur administratif à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 15 novembre 2001 Mme DEVRIESE Lucrèce Zoë (Roeselare, le 9 mars 1954), collaborateur administratif à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 2003 Mme DEWULF Christiane Maria (Roeselare, le 8 juillet 1957), chef de service adjoint de la bibliothèque publique locale à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 2000 Mme D’HULSTER Gilberte Maria (Oostende, le 28 juillet 1948), accompagnatrice classe 2A à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 8 avril 1998 M. GELDERS Roger Désiré Irma (Hasselt, le 21 juin 1942), assistant technique à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2002 M. GOEMAERE Jean Pierre Roger (Brugge, le 8 février 1952), assistant technique à l’administration communale de Brugge, le 15 novembre 2001 Mme GOOSSENS Irma Edmonde Camille Louise (Strombeek-Bever, le 28 juin 1951), chef de service adjoint à l’administration communale de Grimbergen, le 8 avril 2001 M. HEEREN Marcel Joseph Maria (Hasselt, le 17 novembre 1944), assistant à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 2004 Mme LAUREYS Marijke Palmyre Luc (Aalst, le 6 mars 1959), infirmière hospitalière à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 1998 M. LIETAERT Christian Richard Leopoldine (Brugge, le 11 mai 1952), assistant administratif à l’administration communale de Brugge, le 8 avril 2002 Mme MECHELE Sabina Josephine (Oostende, le 6 septembre 1959), assistante sociale à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 8 avril 1999 Mme MEYSMANS Helena Maria Aloysia (Mechelen, le 20 janvier 1960), fonctionnaire des sports à l’administration communale de Sint-Katelijne-Waver, le 15 novembre 2003 M. NEIRYNCK Geert Cyriel (Roeselare, le 14 février 1952), collaborateur administratif à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 2001 M. NEYENS Michel Jozef (Torhout, le 6 mars 1952), chef d’équipe à l’administration communale de Brugge, le 15 novembre 2001 M. NIJS Raymond Alfons Martin (Genk, le 8 juin 1954), dessinateur à l’administration communale de Genk, le 8 avril 2004 Mme NOYEZ Bernadette Rita Marie Louise (Roeselare, le 29 octobre 1952), collaborateur administratif à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 2002 Mme OTT Laurette Florida (Oostende, le 12 février 1951), collaboratrice administrative à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 15 novembre 2000 Mme PLASSCHAERT Nicole Maria Elisa (Brugge, le 25 mars 1952), assistant administratif à l’administration communale de Brugge, le 15 novembre 2001 Mme ROMEL Martine Maria (Roeselare, le 21 février 1962), assistante sociale à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 2001 M. SOENENS Roland Marcel (Ingelmunster, le 24 août 1948), laborantin à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 1998 M. SURMONT Jan Remi Paul (Oostende, le 28 août 1953), assistant social à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 15 novembre 1996 M. TANGHE Luc Gerard (Roeselare, le 8 avril 1948), laborantin à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 1998 M. VAN BRABANDT Franky Emiel Henri (Brugge, le 21 novembre 1952), assistant administratif à l’administration communale de Brugge, le 15 novembre 2002 M. VAN BRANTEGHEM Werner Arthur (Roeselare, le 5 avril 1953), collaborateur administratif à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 2002

Mevr. DEMEYERE Teresia Maria (Roeselare, 3 november 1957), ziekenhuisverpleegkundige bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 1997 Mevr. DENOO Katleen Irma Noëlla (Roeselare, 29 december 1959), medisch secretaresse bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 1999 de heer DEPREZ Patrick Julien Jozef (Roeselare, 2 april 1953), administratief medewerker bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 2002 de heer DEVRIENDT Rudy Raymond Oscar (Oostende, 26 januari 1952), administratief medewerker bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 15 november 2001 Mevr. DEVRIESE Lucrèce Zoë (Roeselare, 9 maart 1954), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 2003 Mevr. DEWULF Christiane Maria (Roeselare, 8 juli 1957), assistentdienstleider POB bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 2000 Mevr. D’HULSTER Gilberte Maria (Oostende, 28 juli 1948), begeleidster klasse 2.A bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 8 april 1998 de heer GELDERS Roger Désiré Irma (Hasselt, 21 juni 1942), technisch assistent bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2002 de heer GOEMAERE Jean Pierre Roger (Brugge, 8 februari 1952), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Brugge, 15 november 2001 Mevr. GOOSSENS Irma Edmonde Camille Louise (Strombeek-Bever, 28 juni 1951), assistent-dienstleider bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 8 april 2001 de heer HEEREN Marcel Joseph Maria (Hasselt, 17 november 1944), assistent bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 2004 Mevr. LAUREYS Marijke Palmyre Luc (Aalst, 6 maart 1959), ziekenhuisverpleegkundige bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 1998 de heer LIETAERT Christian Richard Leopoldine (Brugge, 11 mei 1952), administratief assistent bij het gemeentebestuur van Brugge, 8 april 2002 Mevr. MECHELE Sabina Josephine (Oostende, 6 september 1959), maatschappelijk werkster bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 8 april 1999 Mevr. MEYSMANS Helena Maria Aloysia (Mechelen, 20 januari 1960), sportfunctionaris bij het gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver, 15 november 2003 de heer NEIRYNCK Geert Cyriel (Roeselare, 14 februari 1952), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 2001 de heer NEYENS Michel Jozef (Torhout, 6 maart 1952), ploegbaas bij het gemeentebestuur van Brugge, 15 november 2001 de heer NIJS Raymond Alfons Martin (Genk, 8 juni 1954), tekenaar bij het gemeentebestuur van Genk, 8 april 2004 Mevr. NOYEZ Bernadette Rita Marie Louise (Roeselare, 29 oktober 1952), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 2002 Mevr. OTT Laurette Florida (Oostende, 12 februari 1951), administratief medewerkster bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 15 november 2000 Mevr. PLASSCHAERT Nicole Maria Elisa (Brugge, 25 maart 1952), administratief assistent bij het gemeentebestuur van Brugge, 15 november 2001 Mevr. ROMEL Martine Maria (Roeselare, 21 februari 1962), maatschappelijk werkster bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 2001 de heer SOENENS Roland Marcel (Ingelmunster, 24 augustus 1948), laborant bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 1998 de heer SURMONT Jan Remi Paul (Oostende, 28 augustus 1953), maatschappelijk werker bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 15 november 1996 de heer TANGHE Luc Gerard (Roeselare, 8 april 1948), laborant bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 1998 de heer VAN BRABANDT Franky Emiel Henri (Brugge, 21 november 1952), administratief assistent bij het gemeentebestuur van Brugge, 15 november 2002 de heer VAN BRANTEGHEM Werner Arthur (Roeselare, 5 april 1953), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 2002

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD M. VAN DAMME Dirk Marcel Margriet (Zele, le 14 août 1955), conseiller en prévention-gestionnaire de système à l’administration communale d’Eeklo, le 15 novembre 1996 Mme VAN GOSSUM Aldegonde (Wuustwezel, le 16 novembre 1944), assistant social en chef à l’administration du C.P.A.S. de ScherpenheuvelZichem, le 15 novembre 1996 M. VAN HAELEWYN Joost Maria Jozef (Brugge, le 30 mars 1964), criminologue à l’administration communale de Tessenderlo, le 15 novembre 2003 M. VAN LEUVEN Eduard Alfons August (Eddy) (Duffel, le 5 décembre 1964), fonctionnaire culturel-archiviste à l’administration communale de Sint-Katelijne-Waver, le 15 novembre 2004 Mme VAN MULKEN Cornelia Justina Nicole (Boorsem, le 24 octobre 1954), collaborateur administratif à l’administration communale d’Hasselt, le 8 avril 2004 M. VANCOMPERNOLLE Jean-Pierre Maurits (Roeselare, le 10 février 1949), chef d’équipe à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 1998 M. VANDAEL Leonardus Joannes Josephus (Leon) (Neerpelt, le 31 mars 1944), assistant technique à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 2003 Mme VANDE KERCKHOVE Monique Maria Magda (Roeselare, le 14 décembre 1947), laborantin à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 1997 M. VANHECKE Frank Roland René (Oostkerke, le 8 décembre 1957), assistant social à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 15 novembre 1997 M. VERBAUWEN Herman Louis Albert Séraphin (Gent, le 16 mai 1944), administrateur sportif à l’administration communale d’Eeklo, le 8 avril 2004 Mme VERGOTE Hilde Noëmi Germaine Madeleine (Roeselare, le 15 avril 1962), assistante sociale à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 2002 M. VERGOTE Johan Jeroom Maurice (Lendelede, le 31 mars 1960), chef de service administratif à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 2002 Mme VERMOUT Godelieve Marie Jozef (Brugge, le 19 mars 1951), assistant administratif à l’administration communale de Brugge, le 15 novembre 2000 M. WESENBEEK Ludo Firmin Carolina Gommaire (Lier, le 2 décembre 1944), collaborateur administratif à l’administration communale de Lier, le 15 novembre 2004 M. WEYN Dirk Edmond Anna (Beveren, le 8 octobre 1954), collaborateur administratif en chef à l’administration communale de Beveren, le 8 avril 2004 — la Médaille d’Or de l’Ordre de la Couronne est décernée à : M. AMENDT Robert Henri (Genk, le 1er juillet 1954), ouvrier spécialisé à l’administration communale de Genk, le 8 avril 2004 M. BAERT Freddy (Hamme, le 2 mai 1954), collaborateur administratif à l’administration communale de Schoten, le 8 avril 2004 Mme BRUCKNER Anna Katharina Antonia (Leut, le 21 mai 1963), spécialiste population à l’administration communale de Maasmechelen, le 8 avril 2003 Mme CLAES Maria Henriette Josée (Leuven, le 16 juin 1952), assistant social à l’administration du C.P.A.S. de ScherpenheuvelZichem, le 8 avril 2002 Mme CLARISSE Marie Rose Maria Virginia (Roeselare, le 7 juin 1950), assistante en soins hospitaliers à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 2000 Mme COKELAERE Annie Maria (Rumbeke, le 23 mai 1950), assistante en soins hospitaliers à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 2000 Mme CORVELEYN Linda Hermine Marie-Louise (Deurne, le 20 décembre 1953), collaborateur administratif à l’administration communale de Schoten, le 15 novembre 2003 M. DAVID Jozef Maurits (Goma (Congo), le 16 février 1952), chef d’équipe à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 2002 Mme DE SMEDT Aldegonda Magdalena Lambert (Schoten, le 17 juin 1954), assistante de bibliothèque à l’administration communale de Schoten, le 8 avril 2004 Mme DE VREESE Marijke Irène Georges (Waregem, le 7 février 1963), collaborateur de gestion personnel à l’administration communale de Waregem, le 15 novembre 2002 Mme DEBRABANDERE Marie-Rose Andrea (Kortrijk, le 24 octobre 1953), collaborateur administratif à l’administration communale de Waregem, le 8 avril 2003

35579

de heer VAN DAMME Dirk Marcel Margriet (Zele, 14 augustus 1955), preventieadviseur-systeembeheerder bij het gemeentebestuur van Eeklo, 15 november 1996 Mevr. VAN GOSSUM Aldegonde (Wuustwezel, 16 november 1944), hoofdmaatschappelijk assistent bij het O.C.M.W.-bestuur van Scherpenheuvel-Zichem, 15 november 1996 de heer VAN HAELEWYN Joost Maria Jozef (Brugge, 30 maart 1964), criminoloog bij het gemeentebestuur van Tessenderlo, 15 november 2003 de heer VAN LEUVEN Eduard Alfons August (Eddy) (Duffel, 5 december 1964), cultuurfunctionaris-archivist bij het gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver, 15 november 2004 Mevr. VAN MULKEN Cornelia Justina Nicole (Boorsem, 24 oktober 1954), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Hasselt, 8 april 2004 de heer VANCOMPERNOLLE Jean-Pierre Maurits (Roeselare, 10 februari 1949), ploegbaas bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 1998 de heer VANDAEL Leonardus Joannes Josephus (Leon) (Neerpelt, 31 maart 1944), technisch assistent bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 2003 Mevr. VANDE KERCKHOVE Monique Maria Magda (Roeselare, 14 december 1947), laborante bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 1997 de heer VANHECKE Frank Roland René (Oostkerke, 8 december 1957), maatschappelijk werker bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 15 november 1997 de heer VERBAUWEN Herman Louis Albert Séraphin (Gent, 16 mei 1944), sportbeheerder bij het gemeentebestuur van Eeklo, 8 april 2004 Mevr. VERGOTE Hilde Noëmi Germaine Madeleine (Roeselare, 15 april 1962), maatschappelijk werkster bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 2002 de heer VERGOTE Johan Jeroom Maurice (Lendelede, 31 maart 1960), administratief dienstchef bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 2002 Mevr. VERMOUT Godelieve Marie Jozef (Brugge, 19 maart 1951), administratief assistent bij het gemeentebestuur van Brugge, 15 november 2000 de heer WESENBEEK Ludo Firmin Carolina Gommaire (Lier, 2 december 1944), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Lier, 15 november 2004 de heer WEYN Dirk Edmond Anna (Beveren, 8 oktober 1954), administratief hoofdmedewerker bij het gemeentebestuur van Beveren, 8 april 2004 —wordt de Gouden Medaille in de Kroonorde toegekend aan : de heer AMENDT Robert Henri (Genk, 1 juli 1954), gespecialiseerde arbeider bij het gemeentebestuur van Genk, 8 april 2004 de heer BAERT Freddy (Hamme, 2 mei 1954), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Schoten, 8 april 2004 Mevr. BRUCKNER Anna Katharina Antonia (Leut, 21 mei 1963), deskundige bevolking bij het gemeentebestuur van Maasmechelen, 8 april 2003 Mevr. CLAES Maria Henriette Josée (Leuven, 16 juni 1952), maatschappelijk assistent bij het O.C.M.W.-bestuur van ScherpenheuvelZichem, 8 april 2002 Mevr. CLARISSE Marie Rose Maria Virginia (Roeselare, 7 juni 1950), verpleegassistente bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 2000 Mevr. COKELAERE Annie Maria (Rumbeke, 23 mei 1950), verpleegassistente bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 2000 Mevr. CORVELEYN Linda Hermine Marie-Louise (Deurne, 20 december 1953), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Schoten, 15 november 2003 de heer DAVID Jozef Maurits (Goma (Kongo), 16 februari 1952), ploegbaas bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 2002 Mevr. DE SMEDT Aldegonda Magdalena Lambert (Schoten, 17 juni 1954), bibliotheekassistente bij het gemeentebestuur van Schoten, 8 april 2004 Mevr. DE VREESE Marijke Irène Georges (Waregem, 7 februari 1963), beleidsmedewerker personeel bij het gemeentebestuur van Waregem, 15 november 2002 Mevr. DEBRABANDERE Marie-Rose Andrea (Kortrijk, 24 oktober 1953), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Waregem, 8 april 2003

35580


Mme DECLERCQ Nadine Augusta (Roeselare, le 20 juillet 1944), assistante en soins hospitaliers à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 1996 M. DELAERE Geert Frans (Kolwezi (Congo), le 18 janvier 1961), architecte de jardins à l’administration communale de Wevelgem, le 15 novembre 2000 M. DERE Frans Pierre (Moorsele, le 18 mai 1948), collaborateur administratif à l’administration communale de Wevelgem, le 8 avril 1998 M. DUQUESNE Nico René (Wevelgem, le 4 octobre 1962), conseiller de jeunesse à l’administration communale de Waregem, le 8 avril 2002 Mme ENGELBERGT Erna Rosa (Menen, le 24 juillet 1947), assistante en soins hospitaliers à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 1997 M. GEENEN Lambert Jean Godfried (Mechelen-aan-de-Maas, le 27 juillet 1953), collaborateur technique à l’administration communale de Maasmechelen, le 8 avril 2003 Mme GHESQUIERE Eliane Georgine Romanie (Roeselare, le 23 octobre 1950), assistante en soins hospitaliers à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 2000 Mme HEUZEL Marie Rose Liliane (Oostende, le 7 janvier 1947), employée administrative à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 15 novembre 1996 Mme HOUBEN Paulette Alice Maria (Hasselt, le 11 août 1954), collaborateur administratif à l’administration communale de Maasmechelen, le 8 avril 2004 Mme JANSSENS Liliane Anne-Marie (Berchem-Sainte-Agathe, le 26 août 1954), collaborateur administratif à l’administration communale de Grimbergen, le 8 avril 2004 Mme JOOS Monique Henriette Georges (Sint-Niklaas, le 27 septembre 1953), bibliothécaire à l’administration communale de Stekene, le 8 avril 2003 Mme LEEMANS Linda Elisa Anna Catharina (Vilvoorde, le 17 avril 1950), collaborateur administratif à l’administration communale de Grimbergen, le 8 avril 2000 Mme LIBERT Nadine Maria Jacobus (Schoten, le 19 mars 1959), chef de service adjoint à l’administration communale de Schoten, le 15 novembre 1998 M. LIEFSOONS Albert Henri Elisa (Beringen, le 9 décembre 1943), dessinateur à l’administration communale de Tessenderlo, le 15 novembre 2003 M. LOOS Roger Marie Alfons (Vilvoorde, le 30 juillet 1947), coordinateur à l’administration communale de Grimbergen, le 8 avril 1997 Mme MACHARIS Eliane Susanne Frieda (Vilvoorde, le 17 février 1953), collaborateur administratif à l’administration communale de Grimbergen, le 15 novembre 2002 Mme MAES Christa Alfonsine Cyriel (Beveren, le 5 février 1964), spécialiste à l’administration communale de Beveren, le 15 novembre 2003 M. MARCHANT Jean Paul Clement (Uccle, le 19 mai 1952), employé administratif à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 8 avril 2002 Mme MISPLON Mia Paula (Roeselare, le 1er février 1953), aide sanitaire à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 2002 M. MOENS Benoit Johan (Mechelen, le 12 janvier 1964), collaborateur de gestion à l’administration communale de Grimbergen, le 15 novembre 2003 M. NEYENS Willy Philemon Joseph Ghislain (Genk, le 10 janvier 1954), employé exécutif à l’administration communal de Genk, le 15 novembre 2003 M. REPETOWSKI Marcel André Jean (Eisden, le 3 mai 1949), collaborateur administratif à l’administration communale de Maasmechelen, le 8 avril 1999 Mme REYMEN Christiane Irma (Leuven, le 7 janvier 1954), assistant social à l’administration du C.P.A.S. de Scherpenheuvel-Zichem, le 15 novembre 2003 M. ROCLEE Franç ois Auguste (Boom, le 3 janvier 1940), contrôleur de travaux à l’administration communale de Boom, le 15 novembre 1999 M. SAELEN Roger Victor Juliaan (Balen, le 17 juillet 1942), chef du service technique à l’administration communale de Balen, le 15 novembre 1996 M. SMEDTS Emiel Harry Anna (Grimbergen, le 21 août 2003), coordinateur à l’administration communale de Grimbergen, le 8 avril 2003 M. STEENSELS Patrick Charles Hubert Ancré (Menen, le 22 avril 1949), chef cuisinier à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 1999

Mevr. DECLERCQ Nadine Augusta (Roeselare, 20 juli 1944), verpleegassistente bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 1996 de heer DELAERE Geert Frans (Kolwezi (Kongo), 18 januari 1961), tuinarchitect bij het gemeentebestuur van Wevelgem, 15 november 2000 de heer DERE Frans Pierre (Moorsele, 18 mei 1948), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Wevelgem, 8 april 1998 de heer DUQUESNE Nico René (Wevelgem, 4 oktober 1962), jeugdconsulent bij het gemeentebestuur van Waregem, 8 april 2002 Mevr. ENGELBERGT Erna Rosa (Menen, 24 juli 1947), verpleegassistente bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 1997 de heer GEENEN Lambert Jean Godfried (Mechelen-aan-de-Maas, 27 juli 1953), technisch medewerker bij het gemeentebestuur van Maasmechelen, 8 april 2003 Mevr. GHESQUIERE Eliane Georgine Romanie (Roeselare, 23 oktober 1950), verpleegassistente bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 2000 Mevr. HEUZEL Marie Rose Liliane (Oostende, 7 januari 1947), administratief bediende bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 15 november 1996 Mevr. HOUBEN Paulette Alice Maria (Hasselt, 11 augustus 1954), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Maasmechelen, 8 april 2004 Mevr. JANSSENS Liliane Anne-Marie (Sint-Agatha-Berchem, 26 augustus 1954), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 8 april 2004 Mevr. JOOS Monique Henriette Georges (Sint-Niklaas, 27 september 1953), bibliothecaris bij het gemeentebestuur van Stekene, 8 april 2003 Mevr. LEEMANS Linda Elisa Anna Catharina (Vilvoorde, 17 april 1950), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 8 april 2000 Mevr. LIBERT Nadine Maria Jacobus (Schoten, 19 maart 1959), assistent dienstleider bij het gemeentebestuur van Schoten, 15 november 1998 de heer LIEFSOONS Albert Henri Elisa (Beringen, 9 december 1943), tekenaar bij het gemeentebestuur van Tessenderlo, 15 november 2003 de heer LOOS Roger Marie Alfons (Vilvoorde, 30 juli 1947), coördinator bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 8 april 1997 Mevr. MACHARIS Eliane Susanne Frieda (Vilvoorde, 17 februari 1953), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 15 november 2002 Mevr. MAES Christa Alfonsine Cyriel (Beveren, 5 februari 1964), deskundige bij het gemeentebestuur van Beveren, 15 november 2003 de heer MARCHANT Jean Paul Clement (Ukkel, 19 mei 1952), administratief bediende bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 8 april 2002 Mevr. MISPLON Mia Paula (Roeselare, 1 februari 1953), sanitair helpster bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 2002 de heer MOENS Benoit Johan (Mechelen, 12 januari 1964), beleidsmedewerker bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 15 november 2003 de heer NEYENS Willy Philemon Joseph Ghislain (Genk, 10 januari 1954), uitvoerend bediende bij het gemeentebestuur van Genk, 15 november 2003 de heer REPETOWSKI Marcel André Jean (Eisden, 3 mei 1949), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Maasmechelen, 8 april 1999 Mevr. REYMEN Christiane Irma (Leuven, 7 januari 1954), maatschappelijk assistent bij het O.C.M.W.-bestuur van Scherpenheuvel-Zichem, 15 november 2003 de heer ROCLEE Franç ois Auguste (Boom, 3 januari 1940), controleur der werken bij het gemeentebestuur van Boom, 15 november 1999 de heer SAELEN Roger Victor Juliaan (Balen, 17 juli 1942), hoofd technische dienst bij het gemeentebestuur van Balen, 15 november 1996 de heer SMEDTS Emiel Harry Anna (Grimbergen, 21 augustus 2003), coördinator bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 8 april 2003 de heer STEENSELS Patrick Charles Hubert Ancré (Menen, 22 april 1949), chef kok bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 1999

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Mme SYMONS Tilly Maria Florentina (Duffel, le 5 janvier 1950), chef administratif à l’administration communale de Sint-Katelijne-Waver, le 15 novembre 1999 M. TASSIGNON Michel Victor Ghislain (Halle, le 4 septembre 1962), infirmier en chef à l’administration communale de Londerzeel, le 8 avril 2002 M. TOREMANS Bavo Jozef Flor Maria (Sint-Niklaas, le 21 mai 1963), fonctionnaire des sports à l’administration communale de Beveren, le 8 avril 2003 Mme VAN ANDERNOVE Marie-Thérèse (Etterbeek, le 4 mai 1949), collaborateur administratif à l’administration communale de Grimbergen, le 8 avril 1999 M. VAN CALSTER Franç ois Jean Karel (Eppegem, le 16 mai 1948), coordinateur à l’administration communale de Grimbergen, le 8 avril 1998 Mme VAN CANT Annick Theodoor Rosalia (Merksem, le 12 février 1963), chef de service du service de la population à l’administration communale de Schoten, le 15 novembre 2002 Mme VAN COLLIE Christiana Magda Maria Josepha (Roeselare, le 8 octobre 1947), assistante en soins hospitaliers à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 2001 M. VAN DAMME Robert Urbain Julia (Zele, le 24 janvier 1948), contrôleur de travaux à l’administration communale de Temse, le 15 novembre 2002 Mme VAN DE VELDE Anne-Marie August Augusta (Temse, le 7 février 1954), collaborateur administratif à l’administration communale de Temse, le 15 novembre 2003 M. VAN DE VYVERE Luc Jozef Alice (Sint-Niklaas, le 5 octobre 1959), collaborateur administratif en chef à l’administration communale de Beveren, le 15 novembre 2001 M. VAN DELM Willy Franç ois Joseph (Vilvoorde, le 14 mai 1946), collaborateur administratif à l’administration communale de Grimbergen, le 15 novembre 1996 Mme VAN DER BORGHT Anny Augusta (Grimbergen, le 26 décembre 1947), collaborateur administratif à l’administration communale de Grimbergen, le 15 novembre 1997 M. VAN MEENSEL Fernand Leon Maria (Balen, le 11 juillet 1949), collaborateur administratif en chef à l’administration communale de Balen, le 8 avril 2002 M. VANAELST Luc Albert (Waregem, le 14 avril 1954), collaborateur administratif à l’administration communale de Grimbergen, le 8 avril 2004 Mme VANDEMOORTEL Marie Rose Ghislaine (Oostende, le 3 avril 1996), employée administrative à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 15 novembre 1996 Mme VANDENBERGHE Christine Gabrielle (Wevelgem, le 23 juillet 1951), collaborateur administratif à l’administration communale de Wevelgem, le 8 avril 2001 Mme VANDENBUSSCHE Monique Christiana (Roeselare, le 28 février 1952), aide sanitaire à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 2001 M. VANDEZANDE Alexandre Alfons Theophile (Leuven, le 13 avril 1957), consultant en matière de personnel à l’administration communale de Rotselaar, le 15 novembre 2002 M. VANNESTE Marnix Jules Adeline (Kortrijk, le 21 juin 1953), chef de service du service technique à l’administration communale de Ledegem, le 15 novembre 1996 M. VEKEMANS Axel Ludo Alfred (Genk, le 23 avril 1954), ouvrier spécialisé à l’administration communale de Genk, le 8 avril 2004 M. VERBRUGGHE Geert Roger (Roeselare, le 21 octobre 1952), chef d’équipe à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 2002 M. VERCAUTEREN Hugo Domien Victorine (Stekene, le 16 mars 1944), collaborateur administratif à l’administration communale de Stekene, le 15 novembre 2003 Mme VERHAEGHE Dominique Frances Josephine Germaine (Kortrijk, le 5 août 1960), documentaliste à l’administration communale de Wevelgem, le 8 avril 2000 Mme VERMEULEN Jacqueline Francine Alice (Uccle, le 17 juin 1947), collaborateur administratif à l’administration communale de Grimbergen, le 8 avril 1999 Mme ZEPPI Mirella Maria (Eisden, le 10 mai 1953), employé de bibliothèque à l’administration communale de Maasmechelen, le 8 avril 2003 — la Médaille d’Argent de l’Ordre de la Couronne est décernée à : Mme BAEYENS Beatrijs Martha Edgarda (Korbeek-Lo, le 1er décembre 1954), assistante sociale à l’administration du C.P.A.S. de Bonheiden, le 15 novembre 1996

35581

Mevr. SYMONS Tilly Maria Florentina (Duffel, 5 januari 1950), bestuurschef bij het gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver, 15 november 1999 de heer TASSIGNON Michel Victor Ghislain (Halle, 4 september 1962), hoofdverpleegkundige bij het gemeentebestuur van Londerzeel, 8 april 2002 de heer TOREMANS Bavo Jozef Flor Maria (Sint-Niklaas, 21 mei 1963), sportfunctionaris bij het gemeentebestuur van Beveren, 8 april 2003 Mevr. VAN ANDERNOVE Marie-Thérèse (Etterbeek, 4 mei 1949), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 8 april 1999 de heer VAN CALSTER Franç ois Jean Karel (Eppegem, 16 mei 1948), coördinator bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 8 april 1998 Mevr. VAN CANT Annick Theodoor Rosalia (Merksem, 12 februari 1963), diensthoofd bevolkingsdienst bij het gemeentebestuur van Schoten, 15 november 2002 Mevr. VAN COLLIE Christiana Magda Maria Josepha (Roeselare, 8 oktober 1947), verpleegassistente bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 2001 de heer VAN DAMME Robert Urbain Julia (Zele, 24 januari 1948), controleur der werken bij het gemeentebestuur van Temse, 15 november 2002 Mevr. VAN DE VELDE Anne-Marie August Augusta (Temse, 7 februari 1954), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Temse, 15 november 2003 de heer VAN DE VYVERE Luc Jozef Alice (Sint-Niklaas, 5 oktober 1959), administratief hoofdmedewerker bij het gemeentebestuur van Beveren, 15 november 2001 de heer VAN DELM Willy Franç ois Joseph (Vilvoorde, 14 mei 1946), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 15 november 1996 Mevr. VAN DER BORGHT Anny Augusta (Grimbergen, 26 december 1947), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 15 november 1997 de heer VAN MEENSEL Fernand Leon Maria (Balen, 11 juli 1949), administratief hoofdmedewerker bij het gemeentebestuur van Balen, 8 april 2002 de heer VANAELST Luc Albert (Waregem, 14 april 1954), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 8 april 2004 Mevr. VANDEMOORTEL Marie Rose Ghislaine (Oostende, 3 april 1996), administratief bediende bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 15 november 1996 Mevr. VANDENBERGHE Christine Gabrielle (Wevelgem, 23 juli 1951), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Wevelgem, 8 april 2001 Mevr. VANDENBUSSCHE Monique Christiana (Roeselare, 28 februari 1952), sanitair helpster bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 2001 de heer VANDEZANDE Alexandre Alfons Theophile (Leuven, 13 april 1957), personeelsconsulent bij het gemeentebestuur van Rotselaar, 15 november 2002 de heer VANNESTE Marnix Jules Adeline (Kortrijk, 21 juni 1953), diensthoofd technische dienst bij het gemeentebestuur van Ledegem, 15 november 1996 de heer VEKEMANS Axel Ludo Alfred (Genk, 23 april 1954), gespecialiseerde arbeider bij het gemeentebestuur van Genk, 8 april 2004 de heer VERBRUGGHE Geert Roger (Roeselare, 21 oktober 1952), ploegbaas bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 2002 de heer VERCAUTEREN Hugo Domien Victorine (Stekene, 16 maart 1944), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Stekene, 15 november 2003 Mevr. VERHAEGHE Dominique Frances Josephine Germaine (Kortrijk, 5 augustus 1960), documentaliste bij het gemeentebestuur van Wevelgem, 8 april 2000 Mevr. VERMEULEN Jacqueline Francine Alice (Ukkel, 17 juni 1947), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 8 april 1999 Mevr. ZEPPI Mirella Maria (Eisden, 10 mei 1953), bibliotheekbediende bij het gemeentebestuur van Maasmechelen, 8 april 2003 —wordt de Zilveren Medaille in de Kroonorde toegekend aan : Mevr. BAEYENS Beatrijs Martha Edgarda (Korbeek-Lo, 1 december 1954), maatschappelijk assistente bij het O.C.M.W.-bestuur van Bonheiden, 15 november 1996

35582


M. BEX Valère Joseph Marie (Donk, le 19 mars 1953), assistant technique à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 2002 M. BOONS Lucien Jules Jozef (Balen, le 8 octobre 1947), assistant technique à l’administration communale de Balen, le 8 avril 1997 Mme BRUSSEEL Nicole Georgine (Eeklo, le 21 juin 1951), assistant administratif à l’administration communale d’Eeklo, le 8 avril 2001 M. BULTYNCK Willy Jules (Gent, le 9 mars 1946), assistant technique à l’administration communale d’Eeklo, le 15 novembre 1996 M. CLAESSENS Huybrecht Lambert Helena (Holsbeek, le 25 septembre 1953), assistant à l’administration provinciale de Brabant flamand, le 8 avril 2003 M. COSAERT Jan André (Oudenaarde, le 18 juillet 1960), collaborateur administratif en chef à l’administration communale d’Anzegem, le 15 novembre 2000 M. D’HAEYERE Gratien Etienne Valère (Nevele, le 18 mai 1947), chef d’équipe à l’administration communale d’Eeklo, le 8 avril 1997 M. GHEYSENS Frans Henri Jules Maria (Sint-Eloois-Winkel, le 9 janvier 1939), assistant technique à l’administration communale de Ledegem, le 15 novembre 1998 M. GOVERS Jaak Frans Albert (Mol, le 21 mars 1948), assistant technique à l’administration communale de Balen, le 15 novembre 1997 M. HESELMANS Robert Constant (Tessenderlo, le 20 mars 1951), responsable d’équipe à l’administration communale de Tessenderlo, le 8 avril 2004 M. HIMSCHOOT Roger August Cyriel (Eeklo, le 15 décembre 1948), ouvrier qualifié à l’administration communale d’Eeklo, le 15 novembre 1998 Mme JANSSENS Lutgardis Maria Hyacintha (Turnhout, le 25 novembre 1957), comptable à l’administration communale de Malle, le 15 novembre 2001 M. JENNEN Henri Victor Franç ois (Balen, le 27 novembre 1949), assistant technique à l’administration communale de Balen, le 15 novembre 1999 M. MANGELSCHOTS Jozef Vincent Maria (Mol, le 8 août 1949), assistant technique à l’administration communale de Balen, le 8 avril 1999 Mme MARTENS Margareta Joanna Florentina (Alken, le 5 août 1954), assistant à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2004 M. NIJSEN Koen Ernest (Neerpelt, le 16 février 1963), fonctionnaire chargé de l’information à l’administration communale de Bocholt, le 15 novembre 2002 M. ROGGEN Luc Jozef Bruno (Hasselt, le 8 novembre 1953), assistant technique à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2003 Mme RYSAERT Marleen Marie Elodie (Oudenaarde, le 29 septembre 1953), collaborateur administratif en chef à l’administration communale d’Anzegem, le 15 novembre 2000 Mme SEYNAEVE Anita Irma (Roeselare, le 24 février 1943), ouvrière à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 2002 Mme SWENNEN Anita (Hamont, le 28 août 1953), rédacteur à l’administration communale de Bocholt, le 8 avril 2003 M. TECHEL Jean-Claude (Koksijde, le 24 janvier 1942), ouvrier qualifié à l’administration communale de Middelkerke, le 15 novembre 2001 M. TRESONIE Daniël Alfons (Eeklo, le 26 avril 1949), assistant technique à l’administration communale d’Eeklo, le 8 avril 1999 M. ULENS Willem Jan Jozef (Tienen, le 9 novembre 1952), assistant à l’administration provinciale de Brabant flamand, le 8 avril 2002 M. VAN DEN BRANDE Frans Jozef (Koningshooikt, le 12 février 1948), ouvrier qualifié à l’administration communale de Sint-Katelijne-Waver, le 15 novembre 1997 Mme VAN DEN BROECKE Lilian Irena (Hooglede, le 11 janvier 1943), ouvrière à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 2002 M. VANBRABANT Ivan August Gaston (Donk, le 18 août 1954), collaborateur administratif à l’administration communale d’Herk-deStad, le 15 novembre 2004 Mme VANDEBERGHE Annie Maria (Kortrijk, le 6 août 1952), collaborateur administratif à l’administration communale d’Anzegem, le 8 avril 2002 M. VANDEKERCKHOVE Dirk (Kuurne, le 17 février 1960), assistant social service social à l’administration du C.P.A.S. de Kuurne, le 15 novembre 1999 M. VANDENWEGHE Frans Gustaf (Ledegem, le 21 juillet 1946), fonctionnaire des sports à l’administration communale de Ledegem, le 8 avril 2000

de heer BEX Valère Joseph Marie (Donk, 19 maart 1953), technisch assistent bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 2002 de heer BOONS Lucien Jules Jozef (Balen, 8 oktober 1947), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Balen, 8 april 1997 Mevr. BRUSSEEL Nicole Georgine (Eeklo, 21 juni 1951), administratief assistent bij het gemeentebestuur van Eeklo, 8 april 2001 de heer BULTYNCK Willy Jules (Gent, 9 maart 1946), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Eeklo, 15 november 1996 de heer CLAESSENS Huybrecht Lambert Helena (Holsbeek, 25 september 1953), assistent bij het provinciebestuur van Vlaams-Brabant, 8 april 2003 de heer COSAERT Jan André (Oudenaarde, 18 juli 1960), administratief hoofdmedewerker bij het gemeentebestuur van Anzegem, 15 november 2000 de heer D’HAEYERE Gratien Etienne Valère (Nevele, 18 mei 1947), ploegbaas bij het gemeentebestuur van Eeklo, 8 april 1997 de heer GHEYSENS Frans Henri Jules Maria (Sint-Eloois-Winkel, 9 januari 1939), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Ledegem, 15 november 1998 de heer GOVERS Jaak Frans Albert (Mol, 21 maart 1948), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Balen, 15 november 1997 de heer HESELMANS Robert Constant (Tessenderlo, 20 maart 1951), ploegverantwoordelijke bij het gemeentebestuur van Tessenderlo, 8 april 2004 de heer HIMSCHOOT Roger August Cyriel (Eeklo, 15 december 1948), geschoold arbeider bij het gemeentebestuur van Eeklo, 15 november 1998 Mevr. JANSSENS Lutgardis Maria Hyacintha (Turnhout, 25 november 1957), boekhouder bij het gemeentebestuur van Malle, 15 november 2001 de heer JENNEN Henri Victor Franç ois (Balen, 27 november 1949), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Balen, 15 november 1999 de heer MANGELSCHOTS Jozef Vincent Maria (Mol, 8 augustus 1949), technisch assitent bij het gemeentebestuur van Balen, 8 april 1999 Mevr. MARTENS Margareta Joanna Florentina (Alken, 5 augustus 1954), assistent bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2004 de heer NIJSEN Koen Ernest (Neerpelt, 16 februari 1963), informatieambtenaar bij het gemeentebestuur van Bocholt, 15 november 2002 de heer ROGGEN Luc Jozef Bruno (Hasselt, 8 november 1953), technisch assistent bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2003 Mevr. RYSAERT Marleen Marie Elodie (Oudenaarde, 29 september 1953), administratief hoofdmedewerker bij het gemeentebestuur van Anzegem, 15 november 2000 Mevr. SEYNAEVE Anita Irma (Roeselare, 24 februari 1943), arbeidster bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 2002 Mevr. SWENNEN Anita (Hamont, 28 augustus 1953), opsteller bij het gemeentebestuur van Bocholt, 8 april 2003 de heer TECHEL Jean-Claude (Koksijde, 24 januari 1942), gekwalificeerd werkman bij het gemeentebestuur van Middelkerke, 15 november 2001 de heer TRESONIE Daniël Alfons (Eeklo, 26 april 1949), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Eeklo, 8 april 1999 de heer ULENS Willem Jan Jozef (Tienen, 9 november 1952), assistent bij het provinciebestuur van Vlaams-Brabant, 8 april 2002 de heer VAN DEN BRANDE Frans Jozef (Koningshooikt, 12 februari 1948), geschoold werkman bij het gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver, 15 november 1997 Mevr. VAN DEN BROECKE Lilian Irena (Hooglede, 11 januari 1943), arbeidster bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 2002 de heer VANBRABANT Ivan August Gaston (Donk, 18 augustus 1954), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Herk-de-Stad, 15 november 2004 Mevr. VANDEBERGHE Annie Maria (Kortrijk, 6 augustus 1952), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Anzegem, 8 april 2002 de heer VANDEKERCKHOVE Dirk (Kuurne, 17 februari 1960), maatschappelijk werker sociale dienst bij het O.C.M.W.-bestuur van Kuurne, 15 november 1999 de heer VANDENWEGHE Frans Gustaf (Ledegem, 21 juli 1946), sportfunctionaris bij het gemeentebestuur van Ledegem, 8 april 2000

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD M. VANDERSTEEGEN Marc Jean Christiaan (Hasselt, le 27 février 1953), assistant à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 2002 M. VERMET Jacques Victor (Oostende, le 2 mars 1952), chef d’équipe à l’administration communale de Middelkerke, le 15 novembre 2001 M. VERRETH Paul Rosa (Onze-Lieve-Vrouw-Waver, le 4 janvier 1952), ouvrier qualifié à l’administration communale de SintKatelijne-Waver, le 15 novembre 2001 M. WOLFVELDE Leon Georges (Avelgem, le 16 janvier 1949), surveillant des travaux à l’administration communale d’Anzegem, le 15 novembre 2001 — la Médaille de Bronze de l’Ordre de la Couronne est décernée à : M. BAES Rony Jacqeus (Brugge, le 30 avril 1952), ouvrier à l’administration communale de Brugge, le 8 avril 2002 Mme BAILLIEU Maria Paulina (Oostende, le 25 octobre 1942), femme de service à l’administration communale de Middelkerke, le 15 novembre 2002 Mme COSEMANS Paula Maria Ghislaine (Diepenbeek, le 4 octobre 1951), agent technique à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 2002 M. CRIJNS Jozef Martin (Opgrimbie, le 18 octobre 1953), assistant technique à l’administration communale de Maasmechelen, le 8 avril 2003 M. DE BEER Gilbert Georges Cornelius (Lo, le 16 février 1942), ouvrier à l’administration communale de Middelkerke, le 15 novembre 2001 M. DEBONNE Paul Remi (Wevelgem, le 28 décembre 1953), surveillant-homme d’entretien à l’administration communale de Wevelgem, le 15 novembre 2003 M. DEMAN Bernard Germain Albert (Wevelgem, le 22 septembre 1951), technicien adjoint de théâtre à l’administration communale de Wevelgem, le 8 avril 2001 M. FIRQUET Constant Diana Leon (Boom, le 24 septembre 1940), agent technique à l’administration communale de Boom, le 8 avril 2000 M. MENGELS Lizy Georgette Paulina Louise (Diepenbeek, le 6 août 1951), agent technique à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2001 Mme MERTENS Suzanne Theresia Maria (Diepenbeek, le 6 mai 1953), agent technique à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2003 M. PELSSERS Antoine Tony (Uikhoven, le 23 décembre 1954), assistant technique à l’administration communale de Maasmechelen, le 15 novembre 2004 Mme THEBERATH Christianne Hubertina (Leut, le 15 septembre 1954), agent technique à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2004 M. VAN DE WALLE Guido Alfons Irma (Beveren, le 19 mars 1953), assistant technique à l’administration communale de Beveren, le 15 novembre 2002 M. VANBESIEN Dirk Leon (Wevelgem, le 23 décembre 1949), surveillant-homme d’entretien à l’administration communale de Wevelgem, le 15 novembre 1999 M. VANHOLLEBEKE Jacques Paul (Menen, le 16 octobre 1945), surveillant-homme d’entretien à l’administration communale de Wevelgem, le 15 novembre 2001 M. VANVOORDEN Marc Marie Frederik Antoine Valentin (Hasselt, le 23 août 1954), agent à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2004 Ils prennent rang dans l’Ordre à la date indiquée en regard de leur nom. Par arrêté royal du 26 février 2007 : — Sont nommés au grade d’Officier de l’Ordre de Léopold II : M. BIESMANS Jos Gustaaf (Lommel, le 9 octobre 1952), chef de division-chef de service administratif à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 2004 M. BOONS Marc Theofiel Maria (Kruibeke, le 7 août 1953), secrétaire d’administration à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2003 M. BRACKE Leo Maria Theophiel Eugeen (Sint-Niklaas, le 4 novembre 1953), ingénieur à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2003 M. GEUSENS Johannes Maria Lodewijk (Johan) (Bilzen, le 2 juillet 1953), secrétaire d’administration à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2003 M. HORRIX Leopold Theodoor Guillaume Joseph (Mechelen-aan-deMaas, le 17 avril 1950), secrétaire d’administration à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2003

35583

de heer VANDERSTEEGEN Marc Jean Christiaan (Hasselt, 27 februari 1953), assistent bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 2002 de heer VERMET Jacques Victor (Oostende, 2 maart 1952), ploegbaas bij het gemeentebestuur van Middelkerke, 15 november 2001 de heer VERRETH Paul Rosa (Onze-Lieve-Vrouw-Waver, 4 januari 1952), geschoold werkman bij het gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver, 15 november 2001 de heer WOLFVELDE Leon Georges (Avelgem, 16 januari 1949), werktoezichter bij het gemeentebestuur van Anzegem, 15 november 2001 —wordt de Bronzen Medaille in de Kroonorde wordt toegekend aan : de heer BAES Rony Jacqeus (Brugge, 30 april 1952), arbeider bij het gemeentebestuur van Brugge, 8 april 2002 Mevr. BAILLIEU Maria Paulina (Oostende, 25 oktober 1942), schoonmaakster bij het gemeentebestuur van Middelkerke, 15 november 2002 Mevr. COSEMANS Paula Maria Ghislaine (Diepenbeek, 4 oktober 1951), technisch beambte bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 2002 de heer CRIJNS Jozef Martin (Opgrimbie, 18 oktober 1953), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Maasmechelen, 8 april 2003 de heer DE BEER Gilbert Georges Cornelius (Lo, 16 februari 1942), werkman bij het gemeentebestuur van Middelkerke, 15 november 2001 de heer DEBONNE Paul Remi (Wevelgem, 28 december 1953), toezichter-onderhoudsman bij het gemeentebestuur van Wevelgem, 15 november 2003 de heer DEMAN Bernard Germain Albert (Wevelgem, 22 september 1951), adjunct theatertechnieker bij het gemeentebestuur van Wevelgem, 8 april 2001 de heer FIRQUET Constant Diana Leon (Boom, 24 september 1940), technisch beambte bij het gemeentebestuur van Boom, 8 april 2000 de heer MENGELS Lizy Georgette Paulina Louise (Diepenbeek, 6 augustus 1951), technisch beambte bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2001 Mevr. MERTENS Suzanne Theresia Maria (Diepenbeek, 6 mei 1953), technisch beambte bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2003 de heer PELSSERS Antoine Tony (Uikhoven, 23 december 1954), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Maasmechelen, 15 november 2004 Mevr. THEBERATH Christianne Hubertina (Leut, 15 september 1954), technisch beambte bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2004 de heer VAN DE WALLE Guido Alfons Irma (Beveren, 19 maart 1953), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Beveren, 15 november 2002 de heer VANBESIEN Dirk Leon (Wevelgem, 23 december 1949), toezichter-onderhoudsman bij het gemeentebestuur van Wevelgem, 15 november 1999 de heer VANHOLLEBEKE Jacques Paul (Menen, 16 oktober 1945), toezichter-onderhoudsman bij het gemeentebestuur van Wevelgem, 15 november 2001 de heer VANVOORDEN Marc Marie Frederik Antoine Valentin (Hasselt, 23 augustus 1954), beambte bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2004 Zij nemen hun rang in de Orde in op de datum vermeld tegenover hun naam. Bij koninklijk besluit van 26 februari 2007 : — Worden benoemd tot de graad van Officier in de Orde van Leopold II : de heer BIESMANS Jos Gustaaf (Lommel, 9 oktober 1952), afdelingschef - zakelijk diensthoofd bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 2004 de heer BOONS Marc Theofiel Maria (Kruibeke, 7 augustus 1953), bestuurssecretaris bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2003 de heer BRACKE Leo Maria Theophiel Eugeen (Sint-Niklaas, 4 november 1953), ingenieur bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2003 de heer GEUSENS Johannes Maria Lodewijk (Johan) (Bilzen, 2 juli 1953), bestuurssecretaris bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2003 de heer HORRIX Leopold Theodoor Guillaume Joseph (Mechelenaan-de-Maas, 17 april 1950), bestuurssecretaris bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2003

35584


M. MARTENS Jan Marie Alfons Georges Ernest (Hasselt, le 14 juillet 1950), ingénieur à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 2001 M. MEUWIS Hubert Jacobus (Neeroeteren, le 29 octobre 1953), secrétaire d’administration technique à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2003 Mme QUANTEN Danielle Guillaumine Maria (Genk, le 23 juillet 1954), secrétaire d’administration à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2004 M. STEVENS Jan Jozef André (Brasschaat, le 19 mars 1954), chef de division à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 2004 M. VANCOILLIE Frank Lieven (Roeselare, le 31 décembre 1951), pharmacien en chef à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 2001 M. VANNEREM Willy Martin Lucas (Geetbets, le 17 mai 1954), secrétaire d’administration technique à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 2004 — Sont nommés au grade de Chevalier de l’Ordre de Léopold II : Mme BORRY Godelieve Irma (Zonnebeke, le 26 juin 1948), chef de service des soins infirmiers à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 1998 M. CALLEWAERT Ferdy Rogier (Roeselare, le 1er mai 1944), chef de service chargé de l’information à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 2004 M. CEYSSENS Matheus Josef Christianus (Grote-Brogel, le 26 mars 1943), collaborateur technique à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 2002 Mme DE BIE Mia Hendrika Theresia (Kortrijk, le 19 juillet 1955), médecin spécialiste à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 1997 Mme DE SMEDT Roselyne Anne Marleen (Kuurne, le 8 juillet 1958), médecin spécialiste à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 1998 M. DE VOGELAER Henri Cyrille André (Bruxelles, le 17 mars 1943), collaborateur administratif à l’administration provinciale de Brabant flamand, le 15 novembre 2002 M. LEFERE Philippe Alex (Roeselare, le 3 avril 1957), médecin spécialiste à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 1997 M. LINDEN Patrick Maurice Marcel José (Oostende, le 9 mars 1957), médecin spécialiste à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 1997 Mme MARIEN Hilde (Duffel, le 22 mars 1964), secrétaire communal à l’administration communale de Sint-Katelijne-Waver, le 15 novembre 2003 M. MARTENS Herman André (Brasschaat, le 26 novembre 1959), receveur communal à l’administration communale de Schoten, le 15 novembre 1999 M. MISSINNE Lieven-Hendrik Cornelius (Diksmuide, le 26 décembre 1959), médecin spécialiste à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 2003 Mme MOTTEN Antoinette Maria Clementina (Bilzen, le 7 octobre 1944), collaborateur à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2004 M. PILLAERT Didier Robert Justin (Roeselare, le 20 juin 1964), coordinateur de division à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 2004 M. RADELET Richard Louis Philemon Jozef (Diepenbeek, le 23 octobre 1944), collaborateur technique – cuisinier à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2004 Mme VALCKE Ines (Oostende, le 7 février 1955), chef du service de l’enseignement à l’administration communale d’Oostende, le 15 novembre 2000 M. VALLAEY Willy Frans (Roeselare, le 15 mai 1962), archiviste à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 2003 Mme VANDE VOORDE Claudine Marie (Ninove, le 24 juin 1954), chef de bureau à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 1999 M. VANDENHEEDE André Hubert (Kortrijk, le 8 mars 1951), secrétaire à l’administration du C.P.A.S. de Kuurne, le 15 novembre 2000 M. VANSTEENKISTE Leon Gerard Petrus (Menen, le 26 février 1941), chef du service des plantations à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 2000 Mme VERFAILLIE Agnès Anna Cornelia (Ieper, le 9 octobre 1943), infirmière en chef à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 1996

de heer MARTENS Jan Marie Alfons Georges Ernest (Hasselt, 14 juli 1950), ingenieur bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 2001 de heer MEUWIS Hubert Jacobus (Neeroeteren, 29 oktober 1953), technisch bestuurssecretaris bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2003 Mevr. QUANTEN Danielle Guillaumine Maria (Genk, 23 juli 1954), bestuurssecretaris bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2004 de heer STEVENS Jan Jozef André (Brasschaat, 19 maart 1954), afdelingschef bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 2004 de heer VANCOILLIE Frank Lieven (Roeselare, 31 december 1951), hoofd-apotheker bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 2001 de heer VANNEREM Willy Martin Lucas (Geetbets, 17 mei 1954), technisch bestuurssecretaris bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 2004 — Worden benoemd tot de graad van Ridder in de Orde van Leopold II : Mevr. BORRY Godelieve Irma (Zonnebeke, 26 juni 1948), dienstoverste verpleging bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 1998 de heer CALLEWAERT Ferdy Rogier (Roeselare, 1 mei 1944), diensthoofd informatie bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 2004 de heer CEYSSENS Matheus Josef Christianus (Grote-Brogel, 26 maart 1943), technisch medewerker bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 2002 Mevr. DE BIE Mia Hendrika Theresia (Kortrijk, 19 juli 1955), geneesheer specialist bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 1997 Mevr. DE SMEDT Roselyne Anne Marleen (Kuurne, 8 juli 1958), geneesheer specialist bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 1998 de heer DE VOGELAER Henri Cyrille André (Brussel, 17 maart 1943), administratief medewerker bij het provinciebestuur van VlaamsBrabant, 15 november 2002 de heer LEFERE Philippe Alex (Roeselare, 3 april 1957), geneesheer specialist bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 1997 de heer LINDEN Patrick Maurice Marcel José (Oostende, 9 maart 1957), geneesheer specialist bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 1997 Mevr. MARIEN Hilde (Duffel, 22 maart 1964), gemeentesecretaris bij het gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver, 15 november 2003 de heer MARTENS Herman André (Brasschaat, 26 november 1959), gemeenteontvanger bij het gemeentebestuur van Schoten, 15 november 1999 de heer MISSINNE Lieven-Hendrik Cornelius (Diksmuide, 26 december 1959), geneesheer specialist bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 2003 Mevr. MOTTEN Antoinette Maria Clementina (Bilzen, 7 oktober 1944), medewerker bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2004 de heer PILLAERT Didier Robert Justin (Roeselare, 20 juni 1964), afdelingscoördinator bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 2004 de heer RADELET Richard Louis Philemon Jozef (Diepenbeek, 23 oktober 1944), technisch medewerker - kok bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2004 Mevr. VALCKE Ines (Oostende, 7 februari 1955), hoofd van dienst onderwijs bij het gemeentebestuur van Oostende, 15 november 2000 de heer VALLAEY Willy Frans (Roeselare, 15 mei 1962), archivaris bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 2003 Mevr. VANDE VOORDE Claudine Marie (Ninove, 24 juni 1954), bureauchef bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 1999 de heer VANDENHEEDE André Hubert (Kortrijk, 8 maart 1951), secretaris bij het O.C.M.W.-bestuur van Kuurne, 15 november 2000 de heer VANSTEENKISTE Leon Gerard Petrus (Menen, 26 februari 1941), hoofd beplantingsdienst bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 2000 Mevr. VERFAILLIE Agnès Anna Cornelia (Ieper, 9 oktober 1943), hoofdverpleegkundige bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 1996

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Mme WYNS Anne Marie Rinda Joanna (Oostende, le 1er août 1952), accompagnatrice en chef à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 8 avril 2002 — la Médaille d’Or de l’Ordre de Léopold II est décernée à : Mme ALLAERTS Lizette Leonie (Langdorp, le 8 février 1948), soignante à l’administration du C.P.A.S. de Scherpenheuvel-Zichem, le 8 avril 2003 M. CANIPEL André Robert Paul (Vilvoorde, le 30 août 1946), ouvrier qualifié à l’administration communale de Grimbergen, le 15 novembre 1996 Mme DE HERTOGH Rozette Josephine (Humbeek, le 29 août 1946), cuisinière à l’administration communale de Grimbergen, le 8 avril 1997 M. DE MUNCK Guillaume Willy Joseph (Vilvoorde, le 21 avril 1947), ouvrier qualifié à l’administration communale de Grimbergen, le 8 avril 1997 M. DE PAUW William Theofiel Maria (Eeklo, le 17 janvier 1943), chef d’équipe à l’administration communale d’Eeklo, le 15 novembre 2002 Mme DE RYCKE Christiana Irma Camilla (Eeklo, le 6 novembre 1950), collaborateur administratif à l’administration communale d’Eeklo, le 8 avril 2000 Mme DE SMET Karla Viktorina Edwarda (Duffel, le 18 novembre 1962), fonctionnaire de l’environnement à l’administration communale de Sint-Katelijne-Waver, le 15 novembre 2002 M. DEBEUCKELAERE Eric Henri André (Middelkerke, le 12 janvier 1942), chef d’équipe à l’administration communale de Middelkerke, le 15 novembre 2001 Mme DEMETS Marianne Renée Lucie Suzanne (Avelgem, le 4 mars 1952), bibliothécaire à l’administration communale d’Anzegem, le 15 novembre 2001 Mme DEROOVER Magda Pierre Elisabeth (Vilvoorde, le 28 août 1948), collaborateur d’appui à l’administration communale de Grimbergen, le 15 novembre 2002 M. DOSSCHE Roger Justin Leonard (Eeklo, le 22 décembre 1942), assistant technique à l’administration communale d’Eeklo, le 15 novembre 2002 M. DUPAY Stefaan Roger Jozef (Humbeek, le 14 avril 1952), ouvrier qualifié à l’administration communale de Grimbergen, le 8 avril 2002 M. FRANQUI Jozef Clemens Pierre (Grimbergen, le 11 juillet 1947), ouvrier qualifié à l’administration communale de Grimbergen, le 15 novembre 2000 Mme GARRITSEN Beatrice Suzy Berthe Marie (Zwijndrecht (PaysBas), le 29 février 1960), responsable du service des familles d’accueil à l’administration du C.P.A.S. de Kontich, le 15 novembre 1999 M. GEERTS Jozef Benoit Alfons Maria (Balen, le 22 mars 1951), collaborateur administratif à l’administration communale de Balen, le 15 novembre 2000 M. HANNES Leo Jozef Julia (Balen, le 31 août 1946 ), collaborateur technique à l’administration communale de Balen, le 15 novembre 1996 M. HANNES Paul Remi Leonie (Balen, le 12 juin 1951), collaborateur administratif à l’administration communale de Balen, le 8 avril 2001 M. HUYSMANS Alfons Maurits Maria (Balen, le 12 février 1946), collaborateur administratif à l’administration communale de Balen, le 15 novembre 1996 M. IELEGEMS André Georges (Reet, le 24 février 1939), assistant technique à l’administration communale de Boom, le 15 novembre 1998 Mme JANSSENS Renilda Jozefina Gaston (Diest, le 28 novembre 1955), assistant social à l’administration du C.P.A.S. de Scherpenheuvel-Zichem, le 15 novembre 1996 M. KEMPS Valère Karel Jan (Kampenhout, le 1er mai 1953), chef d’équipe à l’administration communale de Vilvoorde, le 8 avril 2003 Mme LAEREMANS Josyane Anna Henri (Diest, le 29 août 1964), assistant social à l’administration du C.P.A.S. de ScherpenheuvelZichem, le 8 avril 2004 M. LEPEVER Albert Jean (Vilvoorde, le 6 mars 1946), ouvrier qualifié à l’administration communale de Grimbergen, le 15 novembre 2000 M. LEYNEN Stef Hans Remi (Mol, le 22 mars 1959), fonctionnaire au service des plantations à l’administration communale de Balen, le 8 avril 1999 M. LODEWIJCKX Jozef Jules Maria (Balen, le 14 mars 1947), collaborateur administratif à l’administration communale de Balen, le 8 avril 2001 M. LORNOY Joannes Elisabeth (Turnhout, le 25 juillet 1943), maître nageur à l’administration communale de Tessenderlo, le 8 avril 2003 M. MACHIELS Gustaaf Achiel Petrus (Balen, le 15 juillet 1950), collaborateur administratif à l’administration communale de Balen, le 8 avril 2000

35585

Mevr. WYNS Anne Marie Rinda Joanna (Oostende, 1 augustus 1952), hoofdbegeleidster bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 8 april 2002 — wordt de Gouden Medaille in de Orde van Leopold II toegekend aan : Mevr. ALLAERTS Lizette Leonie (Langdorp, 8 februari 1948), verzorgende bij het O.C.M.W.-bestuur van Scherpenheuvel-Zichem, 8 april 2003 de heer CANIPEL André Robert Paul (Vilvoorde, 30 augustus 1946), vakman bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 15 november 1996 Mevr. DE HERTOGH Rozette Josephine (Humbeek, 29 augustus 1946), kokkin bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 8 april 1997 de heer DE MUNCK Guillaume Willy Joseph (Vilvoorde, 21 april 1947), vakman bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 8 april 1997 de heer DE PAUW William Theofiel Maria (Eeklo, 17 januari 1943), ploegbaas bij het gemeentebestuur van Eeklo, 15 november 2002 Mevr. DE RYCKE Christiana Irma Camilla (Eeklo, 6 november 1950), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Eeklo, 8 april 2000 Mevr. DE SMET Karla Viktorina Edwarda (Duffel, 18 november 1962), milieuambtenaar bij het gemeentebestuur van Sint-KatelijneWaver, 15 november 2002 de heer DEBEUCKELAERE Eric Henri André (Middelkerke, 12 januari 1942), ploegoverste bij het gemeentebestuur van Middelkerke, 15 november 2001 Mevr. DEMETS Marianne Renée Lucie Suzanne (Avelgem, 4 maart 1952), bibliothecaris bij het gemeentebestuur van Anzegem, 15 november 2001 Mevr. DEROOVER Magda Pierre Elisabeth (Vilvoorde, 28 augustus 1948), ondersteunend medewerker bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 15 november 2002 de heer DOSSCHE Roger Justin Leonard (Eeklo, 22 december 1942), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Eeklo, 15 november 2002 de heer DUPAY Stefaan Roger Jozef (Humbeek, 14 april 1952), vakman bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 8 april 2002 de heer FRANQUI Jozef Clemens Pierre (Grimbergen, 11 juli 1947), vakman bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 15 november 2000 Mevr. GARRITSEN Beatrice Suzy Berthe Marie (Zwijndrecht (Nederland), 29 februari 1960), dienstverantwoordelijke opvanggezinnen bij het O.C.M.W.-bestuur van Kontich, 15 november 1999 de heer GEERTS Jozef Benoit Alfons Maria (Balen, 22 maart 1951), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Balen, 15 november 2000 de heer HANNES Leo Jozef Julia (Balen, 31 augustus 1946 ), technisch medewerker bij het gemeentebestuur van Balen, 15 november 1996 de heer HANNES Paul Remi Leonie (Balen, 12 juni 1951), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Balen, 8 april 2001 de heer HUYSMANS Alfons Maurits Maria (Balen, 12 februari 1946), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Balen, 15 november 1996 de heer IELEGEMS André Georges (Reet, 24 februari 1939), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Boom, 15 november 1998 Mevr. JANSSENS Renilda Jozefina Gaston (Diest, 28 november 1955), maatschappelijk assistent bij het O.C.M.W.-bestuur van ScherpenheuvelZichem, 15 november 1996 de heer KEMPS Valère Karel Jan (Kampenhout, 1 mei 1953), ploegbaas bij het gemeentebestuur van Vilvoorde, 8 april 2003 Mevr. LAEREMANS Josyane Anna Henri (Diest, 29 augustus 1964), maatschappelijk assistent bij het O.C.M.W.-bestuur van ScherpenheuvelZichem, 8 april 2004 de heer LEPEVER Albert Jean (Vilvoorde, 6 maart 1946), vakman bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 15 november 2000 de heer LEYNEN Stef Hans Remi (Mol, 22 maart 1959), groenambtenaar bij het gemeentebestuur van Balen, 8 april 1999 de heer LODEWIJCKX Jozef Jules Maria (Balen, 14 maart 1947), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Balen, 8 april 2001 de heer LORNOY Joannes Elisabeth (Turnhout, 25 juli 1943), badmeester bij het gemeentebestuur van Tessenderlo, 8 april 2003 de heer MACHIELS Gustaaf Achiel Petrus (Balen, 15 juli 1950), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Balen, 8 april 2000

35586


M. MOERHOUT Julien Jean (Grimbergen, le 9 mai 1951), ouvrier qualifié à l’administration communale de Grimbergen, le 8 avril 2001 Mme MOULING Josée Ghislaine Bertha (Stevoort, le 14 mai 1943), agent technique à l’administration provinciale du Limbourg, le 15 novembre 2004 Mme MUYLDERMANS Adeline Jeanine Lisa (Leuven, le 16 février 1951), collaborateur administratif à l’administration communale de Sint-Katelijne-Waver, le 15 novembre 2000 Mme OOMS Christiana Helena Josepha (Olmen, le 26 novembre 1949), collaborateur administratif à l’administration communale de Balen, le 15 novembre 1999 M. PANIS Constant Louis (Diest, le 7 avril 1957), fonctionnaire chargé de la mobilité à l’administration communale de Tessenderlo, le 15 novembre 2000 M. POPPE Jean Benoit Maria (Zele, le 8 janvier 1954), rédacteur à l’administration communale de Zele, le 15 novembre 2003 M. ROESBEKE Paul Irène Marcel (Gent, le 24 décembre 1961), coordinateur technique à l’administration communale d’Eeklo, le 15 novembre 2002 M. RUTTEN Pierre Anny Jozef (Balen, le 26 avril 1954), collaborateur administratif à l’administration communale de Balen, le 8 avril 2004 Mme SCHELFHOUT Greta Denise (Liedekerke, le 27 septembre 1943), agent à l’administration provinciale de Brabant flamand, le 8 avril 2003 Mme SCHOONACKERS Monica Sidonie (Eeklo, le 24 février 1950), collaborateur administratif à l’administration communale d’Eeklo, le 15 novembre 1999 M. SCHROYEN Ludo Jozef (Hasselt, le 29 juin 1954), collaborateur administratif à l’administration communale de Tessenderlo, le 8 avril 2004 M. SELLESLAGH Lucien Louis Maria (Humbeek, le 31 décembre 1950), ouvrier qualifié à l’administration communale de Grimbergen, le 15 novembre 2000 Mme SLACHMUYLERS Anne Maria Joanna (Wilrijk, le 7 mai 1964), secrétaire médicale à l’administration communale de Londerzeel, le 8 avril 2004 M. SPILDOOREN Willem Leon Franç ois (Mechelen, le 23 juillet 1945), ouvrier qualifié à l’administration communale de Grimbergen, le 15 novembre 1996 M. SPOLSPOEL Paul Alfons (Vilvoorde, le 19 octobre 1952), ouvrier qualifié à l’administration communale de Grimbergen, le 8 avril 2002 M. TORFS Luc Adolf Odiel (Sint-Katelijne-Waver, le 5 novembre 1948), collaborateur administratif à l’administration communale de Sint-Katelijne-Waver, le 8 avril 1998 Mme VAN DAMME Lena Adele Emilia (Meerbeke, le 20 octobre 1944), premier assistant social à l’administration du C.P.A.S. de Galmaarden, le 15 novembre 1996 M. VAN DE KERCKHOF Jozef Siard Bernard (Tongerlo, le 6 janvier 1943), ouvrier qualifié à l’administration communale de Westerlo, le 15 novembre 2002 M. VAN DEN BOSCCHE Gaston August Marcel (Humbeek, le 10 septembre 1946), ouvrier qualifié à l’administration communale de Grimbergen, le 15 novembre 2000 Mme VAN DER JEUGHT Vera Clementina Theodora (Willebroek, le 29 décembre 1959), assistante sociale à l’administration du C.P.A.S. de Kontich, le 15 novembre 1999 M. VAN ELEWIJCK Jean (Meise, le 18 septembre 1945), ouvrier qualifié à l’administration communale de Grimbergen, le 15 novembre 1996 M. VAN HUMBEECK Karel Jozef (Grimbergen, le 24 novembre 1950), ouvrier qualifié à l’administration communale de Grimbergen, le 15 novembre 2000 M. VAN NIEUWENHUYSEN Daniel Louis Gaston (Humbeek, le 11 août 1947), ouvrier qualifié à l’administration communale de Grimbergen, le 8 avril 1997 M. VAN PRAET August Julien (Strombeek-Bever, le 15 janvier 1954), ouvrier qualifié à l’administration communale de Grimbergen, le 15 novembre 2003 fMme VANGENECHTEN Maria Ludovica Marcella (Schoten, le 6 septembre 1952), assistant social en chef à l’administration du C.P.A.S. de Bonheiden, le 15 novembre 1996 Mme VANGERVEN Kristin Alfonsina John (Wilrijk, le 5 août 1963), assistante sociale à l’administration du C.P.A.S. de Kontich, le 8 avril 2003 M. VERBRUGGEN Pauwel Lodewijk Bertha (Boom, le 6 décembre 1938), assistant technique à l’administration communale de Boom, le 15 novembre 1998 M. VERHELST Marcel Hortense Victor (Temse, le 1er avril 1953), chef d’équipe à l’administration communale de Temse, le 15 novembre 2002

de heer MOERHOUT Julien Jean (Grimbergen, 9 mei 1951), vakman bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 8 april 2001 Mevr. MOULING Josée Ghislaine Bertha (Stevoort, 14 mei 1943), technisch beambte bij het provinciebestuur van Limburg, 15 november 2004 Mevr. MUYLDERMANS Adeline Jeanine Lisa (Leuven, 16 februari 1951), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver, 15 november 2000 Mevr. OOMS Christiana Helena Josepha (Olmen, 26 november 1949), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Balen, 15 november 1999 de heer PANIS Constant Louis (Diest, 7 april 1957), mobiliteitsambtenaar bij het gemeentebestuur van Tessenderlo, 15 november 2000 de heer POPPE Jean Benoit Maria (Zele, 8 januari 1954), opsteller bij het gemeentebestuur van Zele, 15 november 2003 de heer ROESBEKE Paul Irène Marcel (Gent, 24 december 1961), technisch coördinator bij het gemeentebestuur van Eeklo, 15 november 2002 de heer RUTTEN Pierre Anny Jozef (Balen, 26 april 1954), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Balen, 8 april 2004 Mevr. SCHELFHOUT Greta Denise (Liedekerke, 27 september 1943), beambte bij het provinciebestuur van Vlaams-Brabant, 8 april 2003 Mevr. SCHOONACKERS Monica Sidonie (Eeklo, 24 februari 1950), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Eeklo, 15 november 1999 de heer SCHROYEN Ludo Jozef (Hasselt, 29 juni 1954), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Tessenderlo, 8 april 2004 de heer SELLESLAGH Lucien Louis Maria (Humbeek, 31 december 1950), vakman bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 15 november 2000 Mevr. SLACHMUYLERS Anne Maria Joanna (Wilrijk, 7 mei 1964), medisch secretaresse bij het gemeentebestuur van Londerzeel, 8 april 2004 de heer SPILDOOREN Willem Leon Franç ois (Mechelen, 23 juli 1945), vakman bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 15 november 1996 de heer SPOLSPOEL Paul Alfons (Vilvoorde, 19 oktober 1952), vakman bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 8 april 2002 de heer TORFS Luc Adolf Odiel (Sint-Katelijne-Waver, 5 november 1948), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver, 8 april 1998 Mevr. VAN DAMME Lena Adele Emilia (Meerbeke, 20 oktober 1944), maatschappelijk assistent e.a bij het O.C.M.W.-bestuur van Galmaarden, 15 november 1996 de heer VAN DE KERCKHOF Jozef Siard Bernard (Tongerlo, 6 januari 1943), geschoold arbeider bij het gemeentebestuur van Westerlo, 15 november 2002 de heer VAN DEN BOSCCHE Gaston August Marcel (Humbeek, 10 september 1946), vakman bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 15 november 2000 Mevr. VAN DER JEUGHT Vera Clementina Theodora (Willebroek, 29 december 1959), maatschappelijk werkster bij het O.C.M.W.-bestuur van Kontich, 15 november 1999 de heer VAN ELEWIJCK Jean (Meise, 18 september 1945), vakman bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 15 november 1996 de heer VAN HUMBEECK Karel Jozef (Grimbergen, 24 november 1950), vakman bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 15 november 2000 de heer VAN NIEUWENHUYSEN Daniel Louis Gaston (Humbeek, 11 augustus 1947), vakman bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 8 april 1997 de heer VAN PRAET August Julien (Strombeek-Bever, 15 januari 1954), vakman bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 15 november 2003 Mevr. VANGENECHTEN Maria Ludovica Marcella (Schoten, 6 september 1952), hoofdmaatschappelijk assistent bij het O.C.M.W.-bestuur van Bonheiden, 15 november 1996 Mevr. VANGERVEN Kristin Alfonsina John (Wilrijk, 5 augustus 1963), maatschappelijk werkster bij het O.C.M.W.-bestuur van Kontich, 8 april 2003 de heer VERBRUGGEN Pauwel Lodewijk Bertha (Boom, 6 december 1938), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Boom, 15 november 1998 de heer VERHELST Marcel Hortense Victor (Temse, 1 april 1953), ploegbaas bij het gemeentebestuur van Temse, 15 november 2002

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Mme VERHULST Katrien Jacqueline Cornelia (Poperinge, le 14 juillet 1962), assistant social à l’administration du C.P.A.S. de Scherpenheuvel-Zichem, le 8 avril 2002 Mme VERTOMMEN Hedwige Juliana Louisa (Duffel, le 14 novembre 1953), collaborateur administratif à l’administration communale de Sint-Katelijne-Waver, le 8 avril 2003 M. WAELPUT Dirk René Willem (Gent, le 8 juillet 1957), fontionnaire de l’environnement à l’administration communale d’Eeklo, le 8 avril 1999 M. WILLEKENS Jozef Emiel Maria (Balen, le 12 mars 1951), collaborateur administratif à l’administration communale de Balen, le 8 avril 2001 M. WOUTERS Dirk Vincent Regina (Koersel, le 9 juin 1964), contrôleur de travaux à l’administration communale de Tessenderlo, le 8 avril 2004 M. WYNS Franç ois Jean (Humbeek, le 4 août 1949), ouvrier qualifié à l’administration communale de Grimbergen, le 15 novembre 2000 — la Médaille d’Argent de l’Ordre de Léopold II est décernée à : M. DELANGHE Luc Antoine (Menen, le 17 décembre 1952), ouvrier qualifié à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 2002 M. HEYSE Erik Adolf Maurice (Avelgem, le 5 mars 1951), chef d’équipe à l’administration communale d’Anzegem, le 15 novembre 2000 M. LAMOTE Freddy Fiziel (Roeselare, le 14 janvier 1953), ouvrier qualifié à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 2002 M. LEFEVERE Rudy Henri (Roeselare, le 6 octobre 1952), ouvrier qualifié à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 2002 M. MATTEN Johan Arseen Maria (Roeselare, le 5 juin 1954), ouvrier qualifié à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 2004 M. SCHOUTTETEN Robert Andreas (Roeselare, le 22 avril 1946), assistant technique à l’administration communale de Ledegem, le 8 avril 1997 M. VANCOILLIE Ivan Arthur (Roeselare, le 21 décembre 1952), ouvrier qualifié à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 2002 M. VANDECASTEELE Marc Arseen (Rumbeke, le 14 juillet 1953), ouvrier qualifié à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 2003 Mme VANDEN BRANDE Anne Marie Nelly Joseph (Roeselare, le 31 octobre 1947), ouvrière qualifiée à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 1997 — la Médaille de Bronze de l’Ordre de Léopold II est décernée à : Mme BAERT Jeannine Martha Emma (Beveren, le 7 mai 1948), femme de sevice à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 1998 M. BURKE Freddy Robert Franç ois (Oostende, le 22 mars 1944), agent administratif à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 15 novembre 1996 Mme CLINCKEMAILLIE Erika Maria (Roeselare, le 14 septembre 1950), femme de sevice à l’administration communale de Roeselare, le 8 avril 2000 Mme DEKEERLE Magda Rosa Paula (Roeselare, le 21 février 1949), femme de sevice à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 1998 Mme DEPUYDT Jacqueline Roberta Maria (Rumbeke, le 26 octobre 1944), femme de sevice à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 1996 Mme DESENDER Maria Josepha Andréa (Roeselare, le 22 février 1944), femme de sevice à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 1996 Mme D’HAENE Jacqueline Godelieve (Oekene, le 30 juin 1945), femme de sevice à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 1999 M. D’HOORE Roger Geeraard (Eeklo, le 6 mars 1948), ouvrier demi-qualifié à l’administration communale d’Eeklo, le 15 novembre 1997 Mme GEERINCK Gaby Josephine (Temse, le 13 avril 1953), femme de service à l’administration communale de Temse, le 8 avril 2003 M. HOLLEMAERT Michel Raphaël (Moeskroen, le 15 novembre 1950), assistant technique à l’administration communale d’Anzegem, le 8 avril 2001 Mme JOYYE Christiana Helena (Roeselare, le 26 avril 1947), ouvrière à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 8 avril 1997 Mme LANNOY Denise Christina (Roeselare, le 3 février 1947), femme de sevice à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 1996

35587

Mevr. VERHULST Katrien Jacqueline Cornelia (Poperinge, 14 juli 1962), maatschappelijk assistent bij het O.C.M.W.-bestuur van ScherpenheuvelZichem, 8 april 2002 Mevr. VERTOMMEN Hedwige Juliana Louisa (Duffel, 14 november 1953), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver, 8 april 2003 de heer WAELPUT Dirk René Willem (Gent, 8 juli 1957), milieuambtenaar bij het gemeentebestuur van Eeklo, 8 april 1999 de heer WILLEKENS Jozef Emiel Maria (Balen, 12 maart 1951), administratief medewerker bij het gemeentebestuur van Balen, 8 april 2001 de heer WOUTERS Dirk Vincent Regina (Koersel, 9 juni 1964), controleur der werken bij het gemeentebestuur van Tessenderlo, 8 april 2004 de heer WYNS Franç ois Jean (Humbeek, 4 augustus 1949), vakman bij het gemeentebestuur van Grimbergen, 15 november 2000 — wordt de Zilveren Medaille in de Orde van Leopold II toegekend aan : de heer DELANGHE Luc Antoine (Menen, 17 december 1952), geschoold arbeider bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 2002 de heer HEYSE Erik Adolf Maurice (Avelgem, 5 maart 1951), ploegbaas bij het gemeentebestuur van Anzegem, 15 november 2000 de heer LAMOTE Freddy Fiziel (Roeselare, 14 januari 1953), geschoold arbeider bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 2002 de heer LEFEVERE Rudy Henri (Roeselare, 6 oktober 1952), geschoold arbeider bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 2002 de heer MATTEN Johan Arseen Maria (Roeselare, 5 juni 1954), geschoold arbeider bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 2004 de heer SCHOUTTETEN Robert Andreas (Roeselare, 22 april 1946), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Ledegem, 8 april 1997 de heer VANCOILLIE Ivan Arthur (Roeselare, 21 december 1952), geschoold arbeider bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 2002 de heer VANDECASTEELE Marc Arseen (Rumbeke, 14 juli 1953), geschoold arbeider bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 2003 Mevr. VANDEN BRANDE Anne Marie Nelly Joseph (Roeselare, 31 oktober 1947), geschoold arbeidster bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 1997 — wordt de Bronzen Medaille in de Orde van Leopold II toegekend aan : Mevr. BAERT Jeannine Martha Emma (Beveren, 7 mei 1948), schoonmaakarbeidster bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 1998 de heer BURKE Freddy Robert Franç ois (Oostende, 22 maart 1944), administratief beambte bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 15 november 1996 Mevr. CLINCKEMAILLIE Erika Maria (Roeselare, 14 september 1950), schoonmaakarbeidster bij het gemeentebestuur van Roeselare, 8 april 2000 Mevr. DEKEERLE Magda Rosa Paula (Roeselare, 21 februari 1949), schoonmaakarbeidster bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 1998 Mevr. DEPUYDT Jacqueline Roberta Maria (Rumbeke, 26 oktober 1944), schoonmaakster bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 1996 Mevr. DESENDER Maria Josepha Andréa (Roeselare, 22 februari 1944), schoonmaakarbeidster bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 1996 Mevr. D’HAENE Jacqueline Godelieve (Oekene, 30 juni 1945), schoonmaakarbeidster bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 1999 de heer D’HOORE Roger Geeraard (Eeklo, 6 maart 1948), halfgeschoold werkman bij het gemeentebestuur van Eeklo, 15 november 1997 Mevr. GEERINCK Gaby Josephine (Temse, 13 april 1953), schoonmaakster bij het gemeentebestuur van Temse, 8 april 2003 de heer HOLLEMAERT Michel Raphaël (Moeskroen, 15 november 1950), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Anzegem, 8 april 2001 Mevr. JOYYE Christiana Helena (Roeselare, 26 april 1947), arbeidster bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 8 april 1997 Mevr. LANNOY Denise Christina (Roeselare, 3 februari 1947), schoonmaakarbeidster bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 1996

35588


M. MEESE Ronny Theo Julien (Gent, le 26 février 1954), messager à l’administration communale d’Eeklo, le 15 novembre 2003 Mme PLANCKE Marie Thérèse (Roeselare, le 25 mars 1949), femme de sevice à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 1998 Mme RENIER Annie Juliette (Roeselare, le 3 janvier 1947), ouvrière à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 1996 M. STEVENS Hugo Frans Maria (Boom, le 31 mars 1953), assistant technique à l’administration communale de Boom, le 15 novembre 2002 M. SYMONS Herman Lodewijk Maria (Duffel, le 28 juin 1947), ouvrier qualifié à l’administration communale de Sint-Katelijne-Waver, le 8 avril 1997 M. VAN ORSHOVEN Beneditus Ludovicus (Leuven, le 6 avril 1947), assistant technique à l’administration communale de Rotselaar, le 15 novembre 1996 Mme VANDECASTEELE Magda Germana (Rumbeke, le 30 mars 1945), femme de sevice à l’administration communale de Roeselare, le 15 novembre 1996 M. VANSLEMBROUCK Adrien Eddy (Oostende, le 28 avril 1952), ouvrier qualifié à l’administration communale de Middelkerke, le 8 avril 2002 Ils prennent rang dans l’Ordre à la date indiquée en regard de leur nom. Par arrêté royal du 26 février 2007 — Sont nommés au grade d’Officier de l’Ordre de Léopold : M. DREESSEN Joseph Mathilde Henri Jean (Jos) (Dilsen, le 21 septembre 1952), directeur à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2004 M. LAVREYSEN Jean (Lommel, le 30 novembre 1950), directeur à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2003 Mme VANSUMMEREN Liliane Maria Jeanne (Neerpelt, le 1er juillet 1954), conseiller à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2004 M. WECKX Jan Marcel Herman (Diest, le 26 août 1954), ingénieurchef de service à l’administration provinciale du Limbourg, le 8 avril 2004 — Sont nommés au grade de Chevalier de l’Ordre de Léopold : M. BIESBROUCK Maurits Albert Georges (Roeselare, le 15 février 1946), médecin spécialiste à l’administration du C.P.A.S. de Roeselare, le 15 novembre 1996 M. BOODTS Rudiger August Maria (Sint-Niklaas, le 23 février 1952), receveur communal à l’administration communale de Temse, le 15 novembre 2001 M. BOUMANS Marc (Oostende, le 5 août 1952), chef de service du travail social général à l’administration du C.P.A.S. d’Oostende, le 8 avril 2002 Mme DE CLERCQ Anne Marie Arthur Francisca (Mechelen, le 9 mars 1950), directrice maison de repos à l’administration du C.P.A.S. de Mechelen, le 15 novembre 1999 M. HENDRICKX Jacques Florent Constant (Leopoldsburg, le 21 février 1947), secrétaire communal à l’administration communale de Balen, le 15 novembre 1996 Ils prennent rang dans l’Ordre à la date indiquée en regard de leur nom.

de heer MEESE Ronny Theo Julien (Gent, 26 februari 1954), bode bij het gemeentebestuur van Eeklo, 15 november 2003 Mevr. PLANCKE Marie Thérèse (Roeselare, 25 maart 1949), schoonmaakarbeidster bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 1998 Mevr. RENIER Annie Juliette (Roeselare, 3 januari 1947), arbeidster bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 1996 de heer STEVENS Hugo Frans Maria (Boom, 31 maart 1953), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Boom, 15 november 2002 de heer SYMONS Herman Lodewijk Maria (Duffel, 28 juni 1947), geschoold werkman bij het gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver, 8 april 1997 de heer VAN ORSHOVEN Beneditus Ludovicus (Leuven, 6 april 1947), technisch assistent bij het gemeentebestuur van Rotselaar, 15 november 1996 Mevr. VANDECASTEELE Magda Germana (Rumbeke, 30 maart 1945), schoonmaakarbeidster bij het gemeentebestuur van Roeselare, 15 november 1996 de heer VANSLEMBROUCK Adrien Eddy (Oostende, 28 april 1952), geschoold werkman bij het gemeentebestuur van Middelkerke, 8 april 2002 Zij nemen hun rang in de Orde in op de datum vermeld tegenover hun naam. Bij koninklijk besluit van 26 februari 2007 — Worden benoemd tot de graad van Officier in de Leopoldsorde : de heer DREESSEN Joseph Mathilde Henri Jean (Jos) (Dilsen, 21 september 1952), directeur bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2004 de heer LAVREYSEN Jean (Lommel, 30 november 1950), directeur bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2003 Mevr. VANSUMMEREN Liliane Maria Jeanne (Neerpelt, 1 juli 1954), adviseur bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2004 de heer WECKX Jan Marcel Herman (Diest, 26 augustus 1954), ingenieur-dienstchef bij het provinciebestuur van Limburg, 8 april 2004 — Worden benoemd tot de graad van Ridder in de Leopoldsorde : de heer BIESBROUCK Maurits Albert Georges (Roeselare, 15 februari 1946), geneesheer specialist bij het O.C.M.W.-bestuur van Roeselare, 15 november 1996 de heer BOODTS Rudiger August Maria (Sint-Niklaas, 23 februari 1952), gemeenteontvanger bij het gemeentebestuur van Temse, 15 november 2001 de heer BOUMANS Marc (Oostende, 5 augustus 1952), diensthoofd algemeen maatschappelijk werk bij het O.C.M.W.-bestuur van Oostende, 8 april 2002 Mevr. DE CLERCQ Anne Marie Arthur Francisca (Mechelen, 9 maart 1950), directrice rustoord bij het O.C.M.W.-bestuur van Mechelen, 15 november 1999 de heer HENDRICKX Jacques Florent Constant (Leopoldsburg, 21 februari 1947), gemeentesecretaris bij het gemeentebestuur van Balen, 15 november 1996 Zij nemen hun rang in de Orde in op de datum vermeld tegenover hun naam.

* SERVICE PUBLIC FEDERAL CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE ET AUTORITE FLAMANDE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER EN VLAAMSE OVERHEID

[2007/35922]

[2007/35922]

Ordres nationaux. — Nominations

Nationale Orden. — Benoemingen

Par arrêté royal du 27 mars 2007, est nommé Officier de l’Ordre de Léopold II : — Grouwels, Joseph (°Sint-Truiden, 20 décembre 1945), spécialiste en chef. Prise de rang : 15 novembre 2005, et sont nommés Chevalier de l’Ordre de Léopold II : — Becke, Christiane (°Ninove, 29 août 1960), spécialiste. Prise de rang : 8 avril 2004. — Behaeghe, Christina (Tine) (°Yangambi, Zaïre, 29 janvier 1958), spécialiste. Prise de rang : 8 avril 2005. — Haegeman, Katleen (°Aalst, 25 février 1963), spécialiste. Prise de rang : 15 novembre 2004. Ils prennent rang dans l’Ordre à la date indiqué en regard de leur nom.

Bij koninklijk besluit van 27 maart 2007 wordt benoemd tot Officier in de Orde van Leopold II : — Grouwels, Joseph (°Sint-Truiden, 20 december 1945), hoofddeskundige. Ranginneming : 15 november 2005, en worden benoemd tot Ridder in de Orde van Leopold II : — Becke, Christiane (°Ninove, 29 augustus 1960), deskundige. Ranginneming : 8 april 2004. — Behaeghe, Christina (Tine) (°Yangambi, Zaïre, 29 januari 1958), deskundige. Ranginneming : 8 april 2005. — Haegeman, Katleen (°Aalst, 25 februari 1963), deskundige. Ranginneming : 15 november 2004. Zij nemen hun rang in de Orde in op de datum vermeld tegenover hun naam.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE

35589

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG [2007/12264]

[2007/12264] Juridictions du travail. — Démission

Arbeidsgerechten. — Ontslag

Par arrêté royal du 18 juin 2007, démission honorable de ses fonctions de conseiller social effectif au titre d’employeur à la cour du travail de Liège est accordée à M. Bechet, Jean-Marie, à la fin du mois de novembre 2005, au cours duquel il a atteint la limite d’âge.

Bij koninklijk besluit van 18 juni 2007 wordt aan de heer Bechet, Jean-Marie, op het einde van de maand november 2005, in de loop van dewelke hij de leeftijdsgrens heeft bereikt, eervol ontslag verleend uit het ambt van werkend raadsheer in sociale zaken, als werkgever, bij het arbeidshof van Luik.

L’intéressé est autorisé à porter le titre honorifique de ses fonctions.

Belanghebbende wordt ertoe gemachtigd de eretitel van het ambt te voeren.

*

SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE


[2007/23050] Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Commission supérieure du Conseil médical de l’invalidité, institué auprès du Service des indemnités de l’Institut national d’assurance maladieinvalidité. — Démission et nomination d’un membre

[2007/23050] Rijksinstituut voor ziekteen invaliditeitsverzekering. — Hoge commissie van de Geneeskundige raad voor invaliditeit, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekteen invaliditeitsverzekering. — Ontslag en benoeming van een lid

Par arrêté royal du 7 juin 2007, qui produit ses effets le 1er mars 2007, démission honorable de ses fonctions de membre de la Commission supérieure du Conseil médical de l’invalidité, institué auprès du Service des indemnités de l’Institut national d’assurance maladieinvalidité, est accordée à Mme Wyffels, A., membre effectif.

Bij koninklijk besluit van 7 juni 2007, dat uitwerking heeft met ingang van 1 maart 2007, eervol ontslag uit haar functies van lid van de Hoge commissie van de Geneeskundige raad voor invaliditeit, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekteen invaliditeitsverzekering, wordt verleend aan Mevr. Wyffels, A., werkend lid.

Par le même arrété, est nommé à ladite Commission supérieure, à partir de la date de cette publication, au titre de représentant d’un organisme assureur :

Bij hetzelfde besluit, wordt benoemd bij de genoemde Hoge commissie, met ingang van de dag van deze bekendmaking, als vertegenwoordiger van een verzekeringsinstelling :

- M. Van Kerckhoven, K., en qualité de membre effectif en remplacement de Mme Wyffels, A., dont il achèvera le mandat.

- de heer Van Kerckhoven, K., in de hoedanigheid van werkend lid ter vervanging van Mevr. Wyffels, A., wier mandaat hij zal voleindigen.

*


SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [2007/23046]

[2007/23046]

Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Commission de profils des prestations et des prescriptions des médecins spécialistes, instituée auprès du Service des soins de santé. — Démission et nomination de membres

Rijksinstituut voor ziekteen invaliditeitsverzekering. — Profielencommissie voor de verstrekkingen en de voorschriften van de geneesheren-specialisten, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. — Ontslag en benoeming van leden

Par arrêté royal du 7 juin 2007, démission honorable de ses fonctions de membre suppléant de la Commission de profils des prestations et des prescriptions des médecins spécialistes, instituée auprès du Service des soins de santé de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité, est accordée à Mme Widera, I.

Bij koninklijk besluit van 7 juni 2007, wordt eervol ontslag uit haar functies van plaatsvervangend lid van de Profielencommissie voor de verstrekkingen en de voorschriften van de geneesheren-specialisten, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekteen invaliditeitsverzekering, verleend aan Mevr. Widera, I.

Par le même arrêté, Mme Bonnewyn, C., est nommée en qualité de membre suppléant à ladite Commission, à partir du 1er mai 2007, au titre de représentante d’un organisme assureur, en remplacement de Mme Widera, I., pour un terme expirant le 30 novembre 2009.

Bij hetzelfde besluit, wordt Mevr. Bonnewyn, C., benoemd in de hoedanigheid van plaatsvervangend lid bij genoemde commissie, vanaf 1 mei 2007, als vertegenwoordigster van een verzekeringsinstelling, ter vervanging van Mevr. Widera, I., voor een termijn verstrijkend op 30 november 2009.

Par le même arrêté, M. Deckers, O., est nommé en qualité de membre suppléant à ladite Commission, à partir de la date de cette publication, au titre de représentant d’une organisation représentative de l’ensemble des travailleurs salaries, en remplacement de M. Perissino, A., pour un terme expirant le 30 novembre 2009.

Bij hetzelfde besluit, wordt de heer Deckers, O., benoemd in de hoedanigheid van plaatsvervangend lid bij genoemde commissie, vanaf de datum van deze publicatie, als vertegenwoordiger van een representatieve werknemersorganisatie, ter vervanging van de heer Perissino, A., voor een termijn verstrijkend op 30 november 2009.

35590



[2007/23049] Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Section spéciale du Conseil technique intermutualiste, institué auprès du Service des indemnités. — Démission et nomination de membres

[2007/23049] Rijksinstituut voor ziekteen invaliditeitsverzekering. — Speciale afdeling van de Technische ziekenfondsraad, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen. — Ontslag en benoeming van leden

Par arrêté royal du 7 juin 2007, qui entre en vigueur le jour de la présente publication, démission honorable de leurs fonctions de membres de la Section spéciale du Conseil technique intermutualiste, institué auprès du Service des indemnités de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité, est accordée à MM. De Saeger, C., membre effectif et Vandevoorde, A., membre suppléant.

Bij koninklijk besluit van 7 juni 2007, dat in werking treedt de dag van deze bekendmaking, wordt eervol ontslag uit hun functies van leden van de Speciale afdeling van de Technische ziekenfondsraad, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekteen invaliditeitsverzekering, verleend aan de heren De Saeger, C., werkend lid en Vandevoorde, A., plaatsvervangend lid.

Par le même arrêté, sont nommés à ladite Section spéciale, au titre de représentants d’un organisme assureur, M. Vandevoorde, A., en qualité de membre effectif et Mme Horlin, M., en qualité de membre suppléant, en remplacement respectivement de M. De Saeger, C. et de Vandevoorde, A., dont ils achèveront les mandats.

Bij hetzelfde besluit, worden benoemd bij genoemde Speciale afdeling, als vertegenwoordigers van een verzekeringsinstelling, de heer Vandevoorde, A., in de hoedanigheid van werkend lid en Mevr. Horlin, M., in de hoedanigheid van plaatsvervangend lid, ter vervanging van respectievelijk de heer De Saeger, C., en de heer Vandevoorde, A., wier mandaten zij zullen voleindigen.

* SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE


[2007/23048] Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Conseil technique intermutualiste, institué auprès du Service des indemnités. — Démission et nomination de membres

[2007/23048] Rijksinstituut voor ziekteen invaliditeitsverzekering. — Technische ziekenfondsraad, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen. — Ontslag en benoeming van leden

Par arrêté royal du 7 juin 2007, qui entre en vigueur le jour de la présente publication, démission honorable de leurs fonctions de membres du Conseil technique intermutualiste, institué auprès du Service des indemnités de l’Institut national d’assurance maladieinvalidité, est accordée à M. De Saeger, C., membre effectif et à M. Vandevoorde, A., membre suppléant.

Bij koninklijk besluit van 7 juni 2007, dat in werking treedt de dag van deze bekendmaking, eervol ontslag uit hun functies van leden van de Technische ziekenfondsraad, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekteen invaliditeitsverzekering, wordt verleend aan de heer De Saeger, C., werkend lid en aan de heer Vandevoorde, A., plaatsvervangend lid.

Par le même arrêté, sont nommés audit Conseil, au titre de représentants d’un organisme assureur : - M. Vandevoorde, A., en qualité de membre effectif, en remplacement de M. De Saeger, C., dont il achèvera le mandat;

Bij hetzelfde besluit, worden benoemd bij genoemde raad, als vertegenwoordigers van een verzekeringsinstelling : - de heer Vandevoorde, A., in de hoedanigheid van werkend lid, ter vervanging van de heer De Saeger, C., wiens mandaat hij zal voleindigen; - Mevr. Horlin, M., in de hoedanigheid van plaatsvervangend lid, ter vervanging van de heer Vandevoorde, A., wiens mandaat zij zal voleindigen.

- Mme Horlin, M., en qualité de membre suppléant en remplacement de M. Vandevoorde, A., dont elle achèvera le mandat.

* SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE [C − 2007/09626]

[C − 2007/09626] Ordre judiciaire Par arrêtés royaux du 19 juin 2007 :

Rechterlijke Orde Bij koninklijke besluiten van 19 juni 2007 :

— M. Schretter, B., avocat, est nommé juge au tribunal du travail de Mons.

— is de heer Schretter, B., advocaat, benoemd tot rechter in de arbeidsrechtbank te Bergen.

Il est nommé simultanément aux tribunaux du travail de Charleroi et de Tournai;

Hij is gelijktijdig benoemd in de arbeidsrechtbanken te Charleroi en te Doornik;

— M. Lemaire, Ch., stagiaire judiciaire dans l’arrondissement judiciaire de Liège, est nommé substitut de l’auditeur du travail près le tribunal du travail de Liège.

— is de heer Lemaire, Ch., gerechtelijk stagiair in het gerechtelijk arrondissement Luik, benoemd tot substituut-arbeidsauditeur bij de arbeidsrechtbank te Luik.

Le recours en annulation des actes précités à portée individuelle peut être soumis à la section d’administration du Conseil d’Etat endéans les soixante jours après cette publication. La requête doit être envoyée au Conseil d’Etat (adresse : rue de la Science 33, 1040 Bruxelles), sous pli recommandé à la poste.

Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akten met individuele strekking kan voor de afdeling administratie van de Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), te worden toegezonden.



VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID Bestuurszaken [C − 2007/35947] 8 JUNI 2007. — Ministerieel besluit houdende de bepaling van de kosten voor de randvoorwaarden om een primair inburgeringstraject te volgen waarvoor het onthaalbureau de jaarlijkse subsidie-enveloppe kan aanwenden De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, Gelet op het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid, gewijzigd bij het decreet van 14 juli 2006; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid, inzonderheid op artikel 30; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005, 19 mei 2006, 30 juni 2006 en 1 september 2006; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 mei 2007, Besluit : Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder : besluit : het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid. Art. 2. § 1. Het onthaalbureau kan de subsidie-enveloppe, vermeld in artikel 30 van het besluit, aanwenden om financieel tegemoet te komen in de kosten voor randvoorwaarden als : 1° er een inburgeringscontract werd gesloten met de inburgeraar; 2° de inburgeraar regelmatig deelneemt aan het vormingsprogramma; 3° de inburgeraar het onthaalbureau verzoekt om tegemoet te komen in de kosten en de trajectbegeleider na onderzoek heeft vastgesteld dat het verzoek verantwoord is; 4° de kosten niet vergoed worden door een andere instantie; 5° de periode voor de gemaakte kosten overeenkomt met de duur van het inburgeringscontract. Gedurende de periode van tijdelijke opschorting van het inburgeringscontract, als vermeld in het ministerieel besluit van 4 april 2007 houdende de bepaling van de medische en persoonlijke redenen die aanleiding kunnen geven tot de tijdelijke opschorting van het inburgeringscontract in het kader van het inburgeringsbeleid, kunnen er geen kosten terugbetaald worden. § 2. Als het onthaalbureau vaststelt dat de inburgeraar niet langer regelmatig deelneemt, zoals bepaald in artikel 13, § 1, van het besluit, of onrechtmatig vroegtijdig gestopt is, zoals bepaald in artikel 13, § 3, van het besluit, wordt de financiële tegemoetkoming onmiddellijk stopgezet. Art. 3. § 1. Het onthaalbureau kan de subsidie-enveloppe, vermeld in artikel 30 van het besluit, aanwenden voor : 1° de kosten voor reguliere kinderopvang voor de dagen dat de inburgeraar les volgt, en voor zover dit gestaafd kan worden door officiële bewijzen. Met reguliere kinderopvang wordt bedoeld : alle opvanginitiatieven, erkend door Kind en Gezin, of waarvan een attest van toezicht wordt uitgereikt; 2° de kosten die gemaakt worden als het onthaalbureau, tijdens de cursus maatschappelijke oriëntatie, kinderopvang organiseert; 3° de kosten van het cursusmateriaal voor de cursus Nederlands als tweede taal bij een centrum voor basiseducatie of een centrum voor volwassenenonderwijs, als de inburgeraar de gemaakte kosten kan bewijzen; 4° de kosten van het cursusmateriaal en andere kosten voor de cursus Nederlands als tweede taal bij een universitair talencentrum, als de inburgeraar de gemaakte kosten kan bewijzen. Het onthaalbureau bepaalt zelf hoeveel de financiële tegemoetkoming kan bedragen. § 2. Het onthaalbureau kan de subsidie-enveloppe, vermeld in artikel 30, van het besluit, voor de duur van het vormingsprogramma aanwenden voor de kosten voor openbaar vervoer als : 1° het de goedkoopste formule voor openbaar vervoer betreft; 2° de inburgeraar de vervoersbewijzen kan voorleggen. Hierbij gelden de volgende regels : a) kaartjes kunnen terugbetaald worden mits de inburgeraar aanwezig was in de lessen op die dagen; b) abonnementen kunnen terugbetaald worden als de abonnementsperiode overeenkomt met de cursusperiode en als de inburgeraar in die periode regelmatig heeft deelgenomen aan de lessen; c) abonnementen voor een langere duur dan de cursusperiode kunnen enkel terugbetaald worden voor het deel dat overeenkomt met de cursusperiode; d) op voorhand kan maximaal het bedrag voor een maandabonnement betaald worden. Het toe te kennen bedrag wordt aangepast als er geen volledige maand wordt lesgegeven; e) om recht te hebben op een betaling voor de volgende maand moet de cursist zijn gekochte en verlopen maandabonnement voorleggen en regelmatig naar de les zijn gekomen.

35591

35592

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Het onthaalbureau bepaalt zelf hoeveel de financiële tegemoetkoming kan bedragen en of die achteraf dan wel op voorhand wordt betaald. Art. 4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007. Brussel, 8 juni 2007. M. KEULEN

* VLAAMSE OVERHEID Cultuur, Jeugd, Sport en Media [2007/35948] Vlaamse Mediaraad. — Benoeming van een leden van de Vlaamse Mediaraad Bij besluit van 18 mei 2007 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, wordt Mevr. Tineke Kyndt met ingang van 18 mei 2007 benoemd tot plaatsvervangend lid van de Vlaamse Mediaraad.

Bij besluit van 18 mei 2007 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme wordt de heer Bram De Saedeleer met ingang van 18 mei 2007 benoemd tot effectief lid van de Vlaamse Mediaraad ter vervanging van de heer Peter Boelaert.

Bij besluit van 18 mei 2007 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme wordt de heer Johan Verminnen met ingang van 26 februari 2007 benoemd tot effectief lid van de Vlaamse Mediaraad ter vervanging van de heer Roger Van Ransbeek.

* VLAAMSE OVERHEID Werk en Sociale Economie

[C − 2007/35945] 11 JUNI 2007. — Ministerieel besluit tot bepaling van de standaard voor de titel van calculator bouw De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,

Gelet op het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid, inzonderheid op artikel 6, 4°; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 tot uitvoering van het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid, inzonderheid op artikel 4, § 3; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot bepaling van de beroepen waarvoor een titel van beroepsbekwaamheid kan worden uitgereikt, inzonderheid op artikel 1, 3°; Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 11 april 2007, Besluit : Artikel 1. Voor het beroep van calculator bouw met de overeenkomstige titel van calculator bouw, verwijzend naar het CEVORA-beroepsprofiel ’calculator’ dat door de SERV gelegitimeerd is, met als uniek volgnummer 06/03 als vermeld in artikel 1, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot bepaling van de beroepen waarvoor een titel van beroepsbekwaamheid kan worden uitgereikt, worden de standaard, de succescriteria, de richtlijnen voor beoordeling en de classificatie met bijbehorend subsidiebedrag vastgelegd in de bijlage gevoegd bij dit besluit. Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. Brussel, 11 juni 2007. F. VANDENBROUCKE

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Bijlage

De standaard, de succescriteria, de richtlijnen voor beoordeling en de classificatie voor het beroep van calculator bouw Algemene informatie : 1° standaardnummer : 06/03; 2° classificatie : categorie 1, namelijk 800,00 euro; 3° brondocument : CEVORA-beroepsprofiel calculator. Standaard : Omschrijving van het beroep : Een calculator berekent de kosten van een bouwproject voor een aannemer die een offerte uitbrengt voor een private bouwheer of voor een bestuur of instelling (openbare aanbesteding). Hij werkt de gevraagde offerte tijdig af aan de beste prijs/kwaliteitsverhouding en maakt de offerte technisch klaar opdat de kans dat een project wordt toegewezen zo hoog mogelijk ligt. Kerncompetenties : De calculator bouw kan 1. het aanbestedingsdossier bouwtechnisch analyseren; 2. het aanbestedingsdossier administratief opvolgen; 3. informatie beheren; 4. kostprijs berekenen. Kerncompetentie 1 : het aanbestedingsdossier bouwtechnisch analyseren Succescriteria : 1° controleert en corrigeert de hoeveelheden, de éénheden van posten in de meetstaat aan de hand van plan, lastenboek en de in het aanbestedingsdossier voorgeschreven meetnorm; 2° legt een verband tussen plan en lastenboek zodat hij weet welke bouwtechnieken en materialen waar voorgeschreven worden; 3° meldt aan de directe verantwoordelijke als het aanbestedingsdossier vergeten posten en conceptuele fouten bevat; 4° overloopt met de projectleiding wat nodig is voor de bouwplaatsinrichting aan de hand van een checklist; 5° identificeert de posten waarvoor bijkomend onderzoek (prijsaanvragen en/of overleg) dient te gebeuren. Opmerking : Referentiedocument : Meetnorm NBN-B06-001. Kerncompetentie 2 : het aanbestedingsdossier administratief opvolgen Succescriteria : op;

1° volgt de administratieve bepalingen rond de eigenlijke indiening van de offerte, zoals vermeld in het lastenboek,

2° duidt de administratieve bepalingen die prijsberekening en uitvoering beïnvloeden, zoals vermeld in het lastenboek, aan; 3° vraagt offertes en bijlagen tijdig aan en volgt deze aanvragen op, rekening houdend met de indieningdatum van het aanbestedingsdossier. Kerncompetentie 3 : informatie beheren Succescriteria : 1° doet prijsaanvragen aan onderaannemers en leveranciers conform de gegevens uit het aanbestedingsdossier; 2° gaat na of de gegevens in de offertes van de onderaannemers en leveranciers conform zijn met deze uit het aanbestedingsdossier, vooraleer ze verder te gebruiken; 3° zoekt benodigde firmagegevens en technische fiches van producten op; 4° informeert bij de werfleider en nacalculatie naar materiaalverbruik, uitvoeringstechnieken en -tijden in functie van de eigen calculatie; 5° houdt het bestand van onderaannemers en leveranciers, materiaalprijzen en gegevens omtrent de tijdnormen up to date. Kerncompetentie 4 : kostprijs berekenen Succescriteria : 1° maakt een prijsvergelijking op van onderaannemers en leveranciers; 2° splitst de belangrijkste posten op in deelposten tot het niveau waarvoor kostengegevens (materiaalprijs, tijdnormen, kost onderaannemers en materieel) beschikbaar zijn; 3° stelt de directe kostprijs van de posten samen op basis van materiaalprijs, tijdsnormen, kost onderaannemers en/of materieel; 4° begroot en verdeelt de specifieke bouwplaatskosten over de posten volgens opgelegde verdeelsleutels; 5° licht de verdeling van de algemene kosten over de posten en de verrekening van de winst- en risicomarge in de kostprijs toe.

35593

35594

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Richtlijnen voor de beoordeling : 1° De beoordeling bestaat uit volgende beoordelingstechnieken : a) een directe observatie van het proces in een beroepsrelevante context; b) de kandidaat krijgt de opdracht om de kostprijs van een bouwproject te berekenen; c) voorafgaand aan de beoordeling ontvangt de kandidaat een volledig samengesteld aanbestedingsdossier met volgende karakteristieken : — het plan en lastenboek beschrijven een halfopen bebouwing met 2 bouwlagen, een gescheiden rioleringssysteem en een hellend dak; — in de gedetailleerde meetstaat staan 2 fouten in hoeveelheden van posten en 2 fouten in meeteenheden van posten. Deze 4 fouten worden verspreid over 6 posten die door het testcentrum worden meegedeeld aan de kandidaat. — in de ruwbouwposten van de gedetailleerde meetstaat worden 2 posten vergeten; — het aanbestedingsdossier bevat 1 conceptuele fout; — de belangrijkste posten worden door het testcentrum aan de kandidaat meegedeeld, die hieruit 2 posten kiest en deze vervolgens opsplitst in minimum 4 deelposten. 2° De moeilijkheidsgraad van het plan en het lastenboek die gebruikt worden in de beoordeling moet gelijk zijn aan de moeilijkheidsgraad van het plan en het lastenboek die in bijlage zijn toegevoegd. Het voorbeeldplan en -lastenboek mogen niet gebruikt worden als instrument in de eigenlijke beoordeling van het testcentrum. 3° Aan het succescriterium ’Volgt de administratieve bepalingen rond de eigenlijke indiening van de offerte, zoals vermeld in het lastenboek, op’ is pas voldaan waneer alle in het lastenboek voorkomende administratieve bepalingen rond de eigenlijke indiening van de offerte opgevolgd worden. 4° Aan het succescriterium ’Duidt de administratieve bepalingen die prijsberekening en uitvoering beïnvloeden, zoals vermeld in het lastenboek, aan’, is voldaan wanneer 70 % van de in het lastenboek voorkomende administratieve bepalingen die prijsberekening en uitvoering beïnvloeden aangeduid worden. 5° Voor de beoordeling wordt er met een 3-puntenschaal gewerkt. De betekenis van de puntenschaal is de volgende : a) 1 = het gedrag wordt niet geobserveerd; b) 2 = onzeker over het geobserveerde gedrag; c) 3 = het gedrag wordt geobserveerd. 6° De duurtijd van de beoordeling bedraagt maximum 8 uur, 1 uur voorbereiding van de kandidaat en 1 uur pauze verspreid over de dag inbegrepen. In de voorbereidingstijd wordt de kandidaat ingelicht over de proef en de werking van de PC. 7° Er kunnen maximum 8 personen tegelijk per beoordeling worden beoordeeld. 8° In het beoordelingscentrum is het volgende minstens aanwezig : a) een volledig samengesteld aanbestedingsdossier; b) een checklist bouwplaatsinrichting; c) een computer waarop een spreadsheetprogramma beschikbaar is : — een spreadsheet met volgende 5 tabbladen : meetstaat inclusief formules, prijsofferte, bouwplaatskosten, toeslagen (algemene kosten + winsttoelage) en samenvatting kostenoverzicht; — een spreadsheet met vooraf opgestelde kolommen om de prijsvergelijking uit te voeren. d) de meetnorm NBN-B06-001; e) een bestand van onderaannemers, leveranciers, uitvoeringstechnieken en uitvoeringstijden; f) internet. 9° Om als competent beschouwd te worden dient de kandidaat aan te tonen : a) alle kerncompetenties in deze standaard te beheersen; b) de opdracht binnen de voorziene tijd volledig af te werken. Verklarende woordenlijst 1° Aanbestedingsdossier : plannen en detailtekeningen, algemeen en bijzonder lastenboek, gedetailleerde en samenvattende meetstaat, veiligheids- en gezondheidsplan alsook inschrijvingsformulier. 2° Administratieve bepalingen rond de eigenlijke indiening van de offerte : gevraagd aantal exemplaren, vereiste bijlagen (erkenningen, registraties, RSZ attesten, veilig- en gezondheidsplan, bij te voegen technische fiches, monsters,...), inschrijvingbiljetten, plaats en tijdstip van indienen. 3° Administratieve bepalingen die prijsberekening en uitvoering kunnen beïnvloeden : prijsherziening, uitvoeringstermijnen, termijnen voor vorderingsstaten, markttypes,gebruikte afkortingen, puntenverdeling in geval van wedstrijd, mogelijkheid tot prijsvarianten, wat met vergissingen en leemtes, welke verzekeringen en welke bouwplaatsrisico’s. 4° Belangrijke posten : 30 % van de posten die samen 70 % van de offerte bedragen, alsook posten van het markttype som over het geheel en forfaitaire hoeveelheid. 5° Conceptuele fout : heeft betrekking op de riolering, de warmte- en vochtisolatie of de fundering. 6° Lastenboek : de nauwkeurige beschrijving van de uit te voeren werken, de te gebruiken materialen, de voorwaarden en de kwaliteitseisen, samen met de bouwtekeningen die bij het bouwplan horen. 7° Directe kostprijs van de posten : De prijs die samengesteld wordt uit de basisprijs (prijs zonder winst) van materialen, tijdsnormen, onderaannemers en materieel.

35595

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Bijlagen De bijlagen « plan A01T131R 01 », « plan A01T131R 02 », « plan B01T131 02 » en « lastenboek » werden samen met de standaard calculator bouw door de SERV geadviseerd op 11/04/2007 en maken integraal deel uit van de standaard calculator bouw. Deze bijlagen zijn te raadplegen via http ://www.serv.be/dispatcher.aspx?page-ID=06-00-00-00-002 of kunnen op eenvoudig verzoek bekomen worden bij de SERV, Wetstraat 34-36, 1040 Brussel, tel. 02-20 90 111 Leeswijzer Deze leeswijzer verduidelijkt de wijze waarop de onderdelen van de standaard dienen gelezen of geïnterpreteerd te worden. Omschrijving van het beroep De omschrijving van het beroep in een standaard bestaat uit een weergave van de hoofddoelstelling of de bestaansreden van het beroep, aangevuld met een beschrijving van het resultaat, de wijze waarop of de reden waarom het resultaat moet worden gehaald. De beroepsomschrijving geeft samen met de kerncompetenties een overzicht van de kern van het beroep. Kerncompetenties Kerncompetenties zijn díe competenties die cruciaal zijn voor het uitoefenen van een bepaald beroep en die het verschil maken tussen een goede en een minder goede beroepsbeoefenaar. Kerncompetenties spelen een doorslaggevende rol bij het uitvoeren van een welbepaalde beroepsactiviteit. Kerncompetenties zijn afgeleid uit het ruimere beroepsprofiel en bestaan in principe uit zowel technische als meer transversale competenties. Het aantal kerncompetenties is beperkt aangezien de standaard een bruikbaar beoordelings-instrument moet zijn. Alle kerncompetenties moeten door een kandidaat worden beheerst om een titel van beroepsbekwaamheid te behalen. Succescriteria Succescriteria zijn indicatoren die het voor de beoordelaar mogelijk maken om gericht naar een kerncompetentie te kijken. Succescriteria zijn de operationalisering of uitwerking van kerncompetenties in observeerbaar gedrag specifiek per beroep. Het gaat daarbij opnieuw om gedrag dat het verschil maakt tussen een goede en een minder goede beroepsbeoefenaar. Succescriteria moeten niet in absolute termen gelezen worden; ze zijn richtinggevend. Dat wil zeggen dat kandidaten niet aan alle succescriteria in dezelfde mate moeten beantwoorden. Bij de beoordeling moeten de succescriteria door de beoordelaars tegen elkaar worden afgewogen om een uitspraak over het beheersen van de competentie te doen. Dat wil ook niet zeggen dat wanneer er een richtcijfer in een succescriterium is opgenomen dit exact moet worden nagegaan. Het is een richtcijfer voor de assessoren waarop ze zich bij hun beoordeling moeten oriënteren. Het aantal succescriteria is in functie van de bruikbaarheid eveneens beperkt. Toepassingsgebied Het toepassingsgebied dat bij een bepaalde kerncompetentie wordt vermeld, geeft weer binnen welke context of contexten de kerncompetentie dient te worden beoordeeld. Het toepassingsgebied geeft met andere woorden de context aan waarbinnen de succescriteria moeten worden geobserveerd. Opmerkingen In de opmerkingen kan worden verwezen naar documenten, handboeken, die de beoordelaars kunnen gebruiken. Kennisvereisten In sommige gevallen kan een standaard ook bij bepaalde kerncompetenties kennisvereisten bevatten. Dit komt alleen voor wanneer de sector beslist dat de beoordeling van díe kerncom-petenties ook uit een kennisproef dient te bestaan. Richtlijnen voor de beoordeling De richtlijnen voor de beoordeling kunnen betrekking hebben op de proeven die moeten worden afgelegd, de beoordelingswijze (soort evaluatie, schalen, scores,...), de maximale duur van een beoordeling, Met een beroepsrelevante context wordt een gesimuleerde context bedoeld. De richtlijnen zijn bindend voor de inhoud en het verloop van de beoordeling en moeten door iedere beoordelingsinstantie worden opgevolgd. Dit moet een gelijke en billijke beoordeling van iedere kandidaat garanderen. Verklarende woordenlijst Als laatste onderdeel kan een standaard een verklarende woordenlijst bevatten. Begrippen die in de standaard cursief zijn gedrukt, worden in deze woordenlijst verduidelijkt. Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit tot bepaling van de standaard voor de titel van calculator bouw. Brussel, 11 juni 2007. De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

* VLAAMSE OVERHEID Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed

[2007/35856] Provincie Oost-Vlaanderen. — Ruimtelijke ordening GENT. — Bij besluit van 16 mei 2007 heeft de Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan « SDW6 Sint-Denijs-Westrem Dorp » van de stad Gent goedgekeurd.

35596


REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [C − 2007/27084] 15 MAI 2007. — Arrêté ministériel relatif à l’établissement des zones de prévention rapprochée et éloignée des ouvrages de prise d’eau souterraine de catégorie B (potabilisable) dénommés Ohain 1 et Ohain 2 sis sur le territoire de la commune de Lasne Le Ministre de l’Agriculture, de la Ruralité, de l’Environnement et du Tourisme, Vu le Code de l’Eau, notamment les articles D172 à D174 et R159, § 3; Vu le contrat de gestion du 29 février 2000 conclu entre la Région wallonne et la Société publique de Gestion de l’Eau (S.P.G.E.), modifié par l’avenant du 15 mars 2004; Vu le contrat de service de protection de l’eau potabilisable entre l’Intercommunale des Eaux du Centre du Brabant wallon et la S.P.G.E., signé le 29 septembre 2000; Vu la lettre recommandée à la poste du 5 février 2007 de l’inspecteur général de la Division de l’Eau de la Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement du Ministère de la Région wallonne accusant réception du dossier complet à l’Intercommunale des Eaux du Centre du Brabant wallon; Vu la dépêche ministérielle du 5 février 2007 adressant au collège des bourgmestre et échevins de la commune de Lasne le projet de délimitation des zones de prévention rapprochée et éloignée des ouvrages de prise d’eau souterraine de catégorie B (potabilisable) dénommés Ohain 1 et Ohain 2 sis sur le territoire de la commune de Lasne; Vu le procès-verbal du 21 mars 2007 dressé en clôture de l’enquête publique effectuée du 21 février 2007 au 21 mars 2007 sur le territoire de la commune de Lasne, au cours de laquelle aucune observation écrite n’a été reç ue et au terme de laquelle personne se s’est présenté à la séance de clôture; Vu l’avis motivé du collège des bourgmestre et échevins de la commune de Lasne rendu en date du 26 mars 2007; Considérant la nécessité d’adapter ou de préciser certaines mesures générales de protection en fonction des situations spécifiques rencontrées dans les zones de prévention, Arrête : Article 1er. Pour l’application du présent arrêté, on entend par : — administration : la Division de l’Eau de la Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement du Ministère de la Région wallonne; — titulaire : le titulaire des permis d’environnement portant sur les prises d’eau, à savoir : l’Intercommunale des Eaux du Centre du Brabant wallon, domicilié rue Emile Franç ois 27, à 1474 Genappe; — ouvrages de prise d’eau : les ouvrages de prise d’eau souterraine de catégorie B (potabilisable) dénommés Ohain 1 et Ohain 2 (39/4/4/002 et 39/4/4/005), repris en annexe Ire. Art. 2. § 1er. La zone de prévention rapprochée des ouvrages de prise d’eau est délimitée par le périmètre tracé sur le plan n° 01. Ce plan est consultable à l’administration. La zone de prévention rapprochée a été délimitée sur base du calcul des temps de transfert, ainsi que sur base des limites cadastrales et urbanistiques permettant le repérage de la zone sur le terrain. § 2. La zone de prévention éloignée des ouvrages de prise d’eau est délimitée par le périmètre tracé sur le plan n° 01. Ce plan est consultable à l’administration. La zone de prévention éloignée a été déterminée sur base du calcul des temps de transfert, ainsi que sur base des limites cadastrales et urbanistiques permettant le repérage de la zone sur le terrain. Les limites des zones de prévention peuvent être révisées si une acquisition ultérieure de données permet de les préciser. Un tracé approximatif des zones de prévention rapprochée et éloignée est présenté sur l’extrait de carte de l’annexe II du présent arrêté. Art. 3. § 1er. Dans la zone de prévention rapprochée, les dispositions des articles R165 à R167 et R458, §§ 2 et 3, du Code de l’Eau sont d’application. Toutefois, en complément des dispositions de l’article R165, 1°, à l’exception des stations-service, qui doivent se conformer aux dispositions des arrêtés du Gouvernement wallon du 4 mars 1999, du 30 novembre 2000 et du 17 juillet 2003 modifiant le titre III du règlement général pour la protection du travail en insérant des mesures spéciales applicables à l’implantation et l’exploitation des stations-service, les autres industries et P.M.E. possédant des réservoirs d’hydrocarbures, d’huiles, de lubrifiants, de liquides contenant des produits visés à l’article R175 du Code de l’Eau font l’objet des mesures particulières suivantes : — enlèvement des citernes enterrées simple paroi, à remplacer par des citernes munies d’une double enveloppe dont l’étanchéité peut être contrôlée pour s’assurer de l’absence de tout rejet, ou par des citernes en chambre, ou par des citernes aériennes installées dans des cuvettes de rétention étanches à l’abri de la pluie, ou par des installations ne présentant aucun risque de pollution par des hydrocarbures; — aménagement des récipients aériens de stockage avec cuvettes de rétention étanches à l’abri de la pluie; — étanchéification des aires de manipulation (transfert, chargement/déchargement) des produits et pose de caniveaux de collecte.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD § 2. Dans la zone de prévention éloignée, les dispositions des articles R168 à R170 et R458, § 4 du Code de l’Eau sont d’application. Toutefois, en complément des dispositions de l’article R170, 1°, à l’exception des stations-service, qui doivent se conformer aux dispositions des arrêtés du Gouvernement wallon du 4 mars 1999, du 30 novembre 2000 et du 17 juillet 2003 modifiant le titre III du règlement général pour la protection du travail en insérant des mesures spéciales applicables à l’implantation et l’exploitation des stations-service, les autres industries et P.M.E. possédant des réservoirs d’hydrocarbures, d’huiles, de lubrifiants, de liquides contenant des produits visés à l’article R175 du Code de l’Eau font l’objet des mesures particulières suivantes : — enlèvement des citernes enterrées simple paroi, à remplacer par des citernes munies d’une double enveloppe dont l’étanchéité peut être contrôlée pour s’assurer de l’absence de tout rejet, ou par des citernes en chambre, ou par des citernes aériennes installées dans des cuvettes de rétention étanches à l’abri de la pluie, ou par des installations ne présentant aucun risque de pollution par des hydrocarbures; — aménagement des récipients aériens de stockage avec cuvettes de rétention étanches à l’abri de la pluie; — étanchéification des aires de manipulation (transfert, chargement/déchargement) des produits et pose de caniveaux de collecte. § 3. Tous les récipients enterrés existants à la date d’entrée en vigueur du présent arrêté doivent être soumis, dans les 2 ans qui suivent la désignation des zones de prévention, à un test d’étanchéité et de corrosion de manière à évaluer leur durée de vie, voire détecter une défectuosité. Si le réservoir testé ne présente aucun défaut d’étanchéité et que sa durée de vie est supérieure à quatre ans, un nouveau test doit être reproduit à la moitié de la durée de vie diagnostiquée, et ainsi de suite jusqu’au délai limite fixé par l’article R458, § 2 et § 4, du Code de l’Eau. Si le test indique un manque d’étanchéité, ou une durée de vie inférieure à quatre ans, le réservoir doit être remplacé immédiatement par un récipient répondant aux conditions des articles R165, 1°, et R170, 1°. Ces tests sont pris en charge par le titulaire, sauf s’ils sont déjà imposés par d’autres textes réglementaires. Art. 4. Le titulaire est chargé de, et les fonctionnaires de l’administration habilités à, procéder à toutes les investigations nécessaires en vue de recueillir les informations devant leur permettre d’évaluer de manière précise la nature et le coût des travaux de mise en conformité des constructions et activités implantées dans les zones de prévention; ils sont habilités à surveiller et contrôler l’exécution de ces travaux. Art. 5. § 1er. Des panneaux conformes au modèle repris en annexe III, signalant l’existence d’une zone de prévention, sont placés par le titulaire sur tous les axes principaux de circulation aux points d’entrée de ceux-ci dans la zone de prévention éloignée. § 2. En cas d’incident susceptible de conduire à une pollution des eaux souterraines, les personnes impliquées sont tenues de prévenir : — le titulaire; — le bourgmestre de la commune du lieu de l’incident. Art. 6. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge. Art. 7. L’administration est chargée de transmettre un exemplaire du présent arrêté : — au titulaire; — à la Société publique de Gestion de l’Eau (S.P.G.E.); — à l’administration communale de Lasne; — à la députation permanente du conseil provincial du Brabant wallon; — au Centre de Wavre de la Direction générale de l’Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine du Ministère de la Région wallonne; — à toute personne ayant fait des observations au cours de l’enquête publique. Namur, le 15 mai 2007. B. LUTGEN

Annexe Ire Ouvrages de prise d’eau concernés TITULAIRE : IECBW Nom de l’ouvrage

Commune

Adresse ou lieu-dit

Numéro d’autorisation

OHAIN 1

Lasne

CHEMIN DU PEQUE

1992/2/B/50090

OHAIN 2

Lasne

CHEMIN DU PEQUE

1992/2/B/50096

35597

35598

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Annexe II Tracé approximatif des zones de prévention rapprochée et éloignée des ouvrages de prise d’eau concernés NB : Les plans de détail sont consultables à l’Administration.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Annexe III Modèle de panneau destiné à signaler la (les) zone(s) de prévention

35599

35600

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2007/202116] 21 JUIN 2007. — Arrêté du Gouvernement wallon autorisant à procéder à une expropriation sur le territoire de Sars-la-Bruyère Le Gouvernement wallon, Vu la Constitution, notamment en son article 16; Vu la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980; Vu la loi du 26 juillet 1962 relative à la procédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour cause d’utilité publique; Vu le décret du 6 mai 1998 relatif aux expropriations pour cause d’utilité publique poursuivies ou autorisées par l’Exécutif régional wallon; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 6 octobre fixant la répartition des compétences entre les Ministres et réglant la signature des actes du Gouvernement; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 26 août 2004 portant règlement du fonctionnement du Gouvernement tel que modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon du 16 septembre 2004 et 15 avril 2005, notamment en son article 22; Vu la demande de la commune de Frameries du 10 mars 2006 pour la reconnaissance de l’utilité publique d’une acquisition par voie d’expropriation du domaine militaire de Sars-la-Bruyère; Vu le complément d’informations apporté par la commune de Frameries en date du 12 juin 2006; Considérant que nonobstant les motifs invoqués ci-après, l’arrêt du Conseil d’Etat du 23 février 1999 stipule que ″La procédure d’expropriation d’extrême urgence établie par la loi du 26 juillet 1962 est devenue, en pratique, la procédure ordinaire d’expropriation, les autres procédures prévues par les lois antérieures n’étant plus jamais appliquées; qu’il s’ensuit que l’on ne peut raisonnablement encore exiger des autorités publiques une justification circonstanciée de recours à la procédure qui est devenue le droit commun.″; Considérant que cette acquisition par la commune contribuerait au développement d’un tourisme vert en intégrant dans un espace immédiat à la lisière de la Forêt domaniale de Colfontaine un équipement d’accueil notamment dans une Maison Relais du Parc; Considérant que ce terrain se trouve dans la ceinture verte de l’entité, en plein milieu du Parc naturel des Hauts-Pays, à proximité de la forêt domaniale, poumon vert de l’entité; Considérant que la prise de possession immédiate du bien immeuble situé à Frameries, 5e division Sars-la-Bruyère, terrain avec un bâtiment est indispensable afin d’entamer les aménagements dans les meilleurs délais et retirer ledit bien de la vente immobilière au plus offrant afin d’éviter toute désillusion; Considérant qu’il est ainsi justifié de l’utilité et de l’urgence de la mise en place de ce nouvel emplacement, Arrête : Article 1er. La commune de Frameries est autorisée à poursuivre, en son nom, l’expropriation pour cause d’utilité publique du bien immeuble situé à Frameries, 5e division - Sars-la-Bruyère, terrain avec un bâtiment d’une superficie, d’après l’administration du Cadastre, de 11 ha 76 a 25 ca, cadastrée rue de Dour Son A. no 17. Art. 2. La prise de possession immédiate du bien immeuble tel qu’identifié à l’article 1er du présent arrêté est déclarée indispensable pour cause d’utilité publique. Art. 3. Il sera fait application de la procédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour cause d’utilité publique. Art. 4. Le Ministre du Tourisme est chargé de l’exécution du présent arrêté. Namur, le 21 juin 2007. Le Ministre-Président, E. DI RUPO Le Ministre de l’Agriculture, de la Ruralité, de l’Environnement et du Tourisme, B. LUTGEN

ACTIEF THESAURIETEGOEDEN EN INTERBANKVORDERINGEN Kas, tegoeden bij centrale banken, postcheque- en girodiensten Vorderingen op kredietinstellingen Onmiddellijk opvraagbaar Overige vorderingen VORDERINGEN OP CLIENTEN Kredieten bij de oorsprong verleend door de instellingen Handelswissels Eigen accepten Leasing- en soortgelijke vorderingen Niet-hypothecaire leningen op afbetaling Hypothecaire leningen Leningen op termijn Voorschotten in rekening-courant Overige kredietvorderingen Overige debiteuren EFFECTEN EN ANDER WAARDEPAPIER (2) Overheidspapier Herfinancierbaar bij centrale banken Overige Ander kortlopend waardepapier Overheidsfondsen Overige leningen op lange termijn vertegenwoordigd door effecten Aandelen en deelbewijzen Overige effecten VASTE ACTIVA Financiële vaste activa waarvan (3) : Deelnemingen in verbonden ondernemingen Deelnemingen in andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat Andere financiële vaste activa Aandelen Achtergestelde vorderingen op verbonden ondernemingen en ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat Overige Materiële vaste activa Oprichtingskosten en immateriële vaste activa EIGEN AANDELEN OVERIGE ACTIVA TOTAAL ACTIEF

ACTIF TRESORERIE ET CREANCES INTERBANCAIRES Caisse, avoirs auprès des banques centrales et des offices de chèques postaux Créances sur les établissements de crédit A vue Autres créances CREANCES SUR LA CLIENTELE Crédits accordés à l’origine par les établissements Effets de commerce Acceptations propres Créances résultant de location-financement et créances similaires Prêts non hypothécaires à tempérament Prêts hypothécaires Prêts à terme Avances en comptes courants Autres crédits Autres débiteurs VALEURS MOBILIERES ET AUTRES TITRES NEGOCIABLES (2) Effets publics Admissibles au refinancement auprès de banques centrales Autres Autres titres négociables à court terme Fonds publics Autres emprunts à long terme représentés par des titres Actions et parts de sociétés Autres valeurs mobilières IMMOBILISATIONS Immobilisations financières dont (3) : Participations dans des entreprises liées Participations dans d’autres entreprises avec lesquelles il existe un lien de participation Autres immobilisations financières Actions Créances subordonnées sur des entreprises liées et entreprises avec lesquelles il existe un lien de participation Autres Immobilisations corporelles Frais d’établissement et immobilisations incorporelles ACTIONS PROPRES AUTRES ACTIFS TOTAL ACTIF 1 043 53 3 543 393

1 209 3 421 2 325

37 878

1 107 364 1 266 126

1 043 53 3 543 393

1 209 3 421 2 325

37 878

1 107 364 1 266 126

(miljoenen euro’s) 367 801 2 154 365 647 36 719 328 928 461 366 450 526 1 427 121 1 498 11 759 112 143 295 316 27 256 1 006 10 840 282 900 7 254 4 337 2 917 18 461 142 353 102 133 4 921 7 778 46 694 42 758

gepubliceerd door de Nationale Bank van België ingevolge artikels 45, 71 en 80, § 1, 4° van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen.

publiée par la Banque Nationale de Belgique conformément aux dispositions des articles 45, 71 et 80, § 1er, 4° de la loi du 22 mars 1993 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit. (millions d’euros) 367 801 2 154 365 647 36 719 328 928 461 366 450 526 1 427 121 1 498 11 759 112 143 295 316 27 256 1 006 10 840 282 900 7 254 4 337 2 917 18 461 142 353 102 133 4 921 7 778 46 694 42 758

[2007/40201] ALGEMENE STAAT DER KREDIETINSTELLINGEN PER 31 JANUARI 2007 (1)

[2007/40201] SITUATION GLOBALE DES ETABLISSEMENTS DE CREDIT AU 31 JANVIER 2007 (1)

AVIS OFFICIELS — OFFICIELE BERICHTEN


35601

PASSSIF DETTES INTERBANCAIRES A vue Dettes résultant de mobilisations Autres dettes à terme ou avec préavis DETTES ENVERS LA CLIENTELE Dépôts Dépôts à vue A terme ou avec préavis < 1 mois A terme ou avec préavis > = 1 mois et <= 1 an A terme ou avec préavis > 1 an Dépôts spéciaux Dépôts d’épargne réglementés Liés à des prêts hypothécaires Système de protection des dépôts Autres créanciers DETTES REPRESENTEES PAR UN TITRE Certficats de dépôt et dettes similaires Bons de caisse Emprunts obligataires REDUCTIONS DE VALEUR, PROVISIONS, FONDS DE PREVOYANCE ET IMPOTS DIFFERES AUTRES PASSIFS DETTES SUBORDONNEES CAPITAUX PROPRES dont (3) : Capital Capital souscrit Capital non appelé Primes d’émission Plus-values de réévaluation Réserves Réserve légale Réserves indisponibles Réserves immunisées Réserves disponibles Bénéfice reporté (+) ou perte reportée (-) Bénéfice de l’exercice (+) ou perte de l’exercice (-) TOTAL PASSIF (1) Communication sur base de la situation sociale pour les établissements de crédit de droit de belge et sur base de la situation territoriale pour les succursales d’établissements de crédit de droit étranger établies en Belgique. (2) Contient le portefeuille de placement et le portefeuille commercial. (3) La ventilation n’est pas connue pour les succursales des établissements de crédit relevant du droit d’un autre état membre de l’Union européenne ni pour les succursales assimilées. 13 560 13 564 4 6 796 28 12 118 1 132 116 864 10 006 5 849 505 1 266 126

5 186 111 434 25 058 39 455

(millions d’euros) 489 045 115 690 137 008 236 347 527 619 467 234 136 288 33 648 80 047 51 300 7 379 157 729 712 131 60 385 68 329 33 879 28 179 6 271

(3) De verdeling is niet gekend voor de bijkantoren van kredietinstellingen die onder een andere lidstaat van de Europese Unie ressorteren en evenmin voor de ermee gelijkgestelde bijkantoren.

PASSIEF INTERBANKSCHULDEN Onmiddellijk opvraagbaar Mobiliseringsschulden Overige schulden op termijn of met opzegtermijn SCHULDEN TEGENOVER CLIENTEN Deposito’s Zichtdeposito’s Op termijn of met opzegtermijn < 1 maand Op termijn of met opzegtermijn > = 1 maand en <= 1 jaar Op termijn of met opzegtermijn > 1 jaar Deposito’s van bijzondere aard Gereglementeerde spaardeposito’s Gekoppeld aan hypothecaire leningen Depositiobeschermingsregeling Overige crediteuren IN SCHULDBEWIJZEN BELICHAAMDE SCHULDEN Depositocertificaten en soortgelijke schulden Kasbons Obligatieleningen WAARDEVERMINDERINGEN, VOORZIENINGEN, VOORZORGSFONDSEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN OVERIGE PASSIVA ACHTERGESTELDE SCHULDEN EIGEN VERMOGEN waarvan (3) : Kapitaal Geplaatst kapitaal Niet opgevraagd kapitaal Uitgiftepremies Herwaarderingsmeerwaarden Reserves Wettelijke reserve Onbeschikbare reserves Belastingvrije reserves Beschikbare reserves Overgedragen winst (+) of verlies (-) Winst (+) of verlies (-) van het boekjaar TOTAAL PASSIEF (1) Rapportering over de vennootschappelijke positie voor de kredietinstellingen naar Belgisch recht en over de territoriale positie voor de in België gevestigde bijkantoren van kredietinstellingen naar buitenlands recht. (2) Bevat de beleggings- en de handelsportefeuille. 13 560 13 564 4 6 796 28 12 118 1 132 116 864 10 006 5 849 505 1 266 126

5 186 111 434 25 058 39 455

(miljoenen euro’s) 489 045 115 690 137 008 236 347 527 619 467 234 136 288 33 648 80 047 51 300 7 379 157 729 712 131 60 385 68 329 33 879 28 179 6 271

35602 MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD

35603

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD POUVOIR JUDICIAIRE

RECHTERLIJKE MACHT

[C − 2007/09627] Tribunal de première instance de Gand

[C − 2007/09627] Rechtbank van eerste aanleg te Gent

Le tribunal, réuni en assemblée générale le 24 mai 2007, a désigné Mme Dossche, M., juge de la jeunesse au tribunal de première instance de Gand, comme vice-président à ce tribunal, pour une période de trois ans prenant cours le 29 mai 2007. Le tribunal, réuni en assemblée générale le 24 mai 2007, a désigné M. Claeys, J.-C., juge d’instruction au tribunal de première instance de Gand, comme vice-président à ce tribunal, pour une période de trois ans prenant cours le 29 mai 2007.

De rechtbank, verenigd in algemene vergadering op 24 mei 2007, heeft Mevr. Dossche, M., jeugdrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Gent, aangewezen tot ondervoorzitter in deze rechtbank, voor een termijn van drie jaar met ingang van 29 mei 2007. De rechtbank, verenigd in algemene vergadering op 24 mei 2007, heeft de heer Claeys, J.-C., onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Gent, aangewezen tot ondervoorzitter in deze rechtbank, voor een termijn van drie jaar met ingang van 29 mei 2007.

*

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

[C − 2007/09618] Comité des utilisateurs du système d’information Phenix. — Modification de l’avis du 15 juin 2006 relatif à la composition du comité des utilisateurs du système d’information Phenix. — Remplacement d’un membre

[C − 2007/09618] Comité van gebruikers van het informatiesysteem Phenix. — Wijziging van het advies van 15 juni 2006 betreffende de samenstelling van het gebruikerscomité van het informatiesysteem Phenix. — Vervanging van een lid

En application de l’article 27 de la loi du 10 août 2005 instituant le système d’information Phenix Mme Christiane Malmendier, est désignée en tant que deuxième membre ayant la qualité de magistrat de l’ordre judiciaire représentant le Conseil supérieur de la Justice au sein du comité des utilisateurs du système d’information Phenix en remplacement de M. Xavier De Riemaecker.

In toepassing van het artikel 27 van de wet van 10 augustus tot oprichting van het informatiesysteem Phenix wordt Mevr. Christiane Malmendier aangesteld tot tweede lid met de hoedanigheid van magistraat van de rechterlijke orde als vertegenwoordiger van de Hoge Raad voor de Justitie in het comité van gebruikers van het informatiesysteem Phenix, ter vervanging van de heer Xavier De Riemaecker.


VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE

JOBPUNT VLAANDEREN [2007/202144] Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van projectingenieurs, een verantwoordelijke integrale kwaliteitszorg, een leidinggevend boekhouder en een jurist voor Waterwegen en Zeekanaal In de provincies Oost- en West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant beheert het overheidsagentschap Waterwegen en Zeekanaal NV, kortweg W&Z, de bevaarbare waterwegen en heel wat van de gronden erlangs. W&Z is een nog jonge vennootschap, ontstaan uit een fusie van de NV Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen met een deel van de administratie Waterwegen en Zeewezen. De opdracht van deze overheidsorganisatie is gericht op het optimaliseren en stimuleren van de binnenvaart via goed onderhouden vaarwegen en geautomatiseerde bruggen en sluizen, maar ook door het beheer en de exploitatie van gronden langs de waterwegen. Milieu en veiligheid, alsook ’de mens’ in het algemeen, staan hierbij centraal. Zo bestrijdt W&Z wateroverlast via stuwen, maar ook door de uitbouw van overstromingsgebieden. In onze prachtige natuurgebieden besteedt W&Z aandacht aan onder meer vistrappen, ecologische oeverversterkingen en het herstel van meanders. W&Z bouwt bovendien de verschillende recreatieve functies van onze waterwegen verder uit : van verharde jaagpaden voor wandelaars en fietsers tot faciliteiten voor de pleziervaart en allerlei watersporten. Maar ook brede en veilige wandel- en fietsboulevards horen tot het domein van W&Z.

Multifunctionaliteit is troef bij W&Z en dat geldt ook voor de diverse jobmogelijkheden (m/v)...

35604

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Voor onze afdeling in Antwerpen, Willebroek en Gent zijn wij op zeer korte termijn op zoek naar (m/v) : Projectingenieurs Je krijgt de verantwoordelijkheid over verschillende projecten in de waterbouw : dijken, kaaimuren, steigers, sluizen, bruggen, enz. Je maakt ontwerpen en je begeleidt de projecten van ontwikkeling tot en met de realisatie. Je beschikt over een diploma van burgerlijk ingenieur of industrieel ingenieur bouwkunde. De specialisatie kan gecompenseerd worden door relevante ervaring. Je beschikt over goede plannings- en organisatievaardigheden. Je bent communicatief en resultaatgericht met veel zin voor verantwoordelijkheid. Voor onze afdeling in Willebroek zijn wij op zeer korte termijn op zoek naar (m/v) : Verantwoordelijke Integrale kwaliteitszorg Je ontwikkelt en onderhoudt een systeem van integrale kwaliteitszorg als managementinstrument van het agentschap Waterwegen en Zeekanaal. Je reikt de afdelingen de nodige instrumenten aan en je verleent hen advies bij de implementatie en opvolging van het kwaliteitssysteem. Je organiseert interne IKZ-audits en je rapporteert hierover aan het managementcomité. Je bent verantwoordelijk voor het jaarlijks uitvoeren van een assessment in het kader van het EFQM of CAF-model. Je bouwt opvolgsystemen uit voor het meten van de klanten- en personeelstevredenheid met het oog op kwaliteitsverbetering. Je beschikt over een universitair einddiploma of gelijkwaardig en minstens vier jaar relevante professionele ervaring. Naast goede communicatieve vaardigheden beschik je ook over sterke projectmatige capaciteiten, ben je een doorzetter en heb je overtuigingskracht. Je kunt zowel zelfstandig als in teamverband werken. Leidinggevend boekhouder Je bent medeverantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekeningen en de jaarafsluiting. Je helpt mee bij de voorbereiding en de opmaak van de semesteriële rapportering. Daarnaast coördineer je de teams debiteuren, crediteuren en thesaurie. Naast het aansturen van de teams werk je ook mee aan het opmaken van de inventaris, de financiële opvolging van de investerings- en onderhoudsdossiers, enz. Je beschikt over een diploma bachelor richting boekhouden en twee jaar relevante professionele ervaring. Uiteraard ben je nauwkeurig en stipt, kun je goed in team werken en beschik je over goede leidinggevende capaciteiten. Voor onze afdeling in Antwerpen zijn wij op zeer korte termijn op zoek naar (m/v) : Jurist Je bent verantwoordelijk voor de eerstelijnszorg over een breed spectrum van juridische materies : aansprakelijkheidsrecht, overheidsopdrachten, ruimtelijke ordening en milieurecht, administratief recht, gerechtelijk recht,... Je volgt de regelgeving op en je adviseert de projectingenieurs, het eigen celhoofd en de hoofden van de cellen investeringen, beheer en exploitatie en technische ondersteuning. De adviezen en nota’s hebben voornamelijk betrekking op overheidsopdrachten, domeinbeheer, schadegevallen, overeenkomsten, onteigeningen,... Je beschikt over een diploma master in de rechten. Je bent klantgericht en communicatief. Je kunt nauwkeurig werken met veel zin voor verantwoordelijkheid. Aanbod : W&Z biedt voor de ingenieurs en de boekhouder een contract van onbepaalde duur met op korte termijn de mogelijkheid tot een statutaire benoeming en voor de andere functies van bij aanvang een statutaire benoeming, mits het voldoen binnen de proeftijd. Maar W&Z biedt vooral ook een boeiende job vol afwisseling, waarbij je niet voortdurend achter je computer zit en waar voldoende zelfstandigheid wordt geboden bij het uitoefenen van je job. Volgende brutosalarissen zijn van toepassing : ingenieurs : 3 016 euro, IKZ-verantwoordelijke : 2 835 euro bij vier jaar anciënniteit (alle relevante ervaring wordt gehonoreerd), jurist : 2 578 euro; boekhouder : 2 024 euro bij twee jaar ervaring (alle relevante ervaring wordt gehonoreerd). Vorming, opleiding en training zijn vanzelfsprekendheden bij W&Z, want ze laten jou groeien, maar ook ons. Als overheidsorganisatie bieden wij naast werkzekerheid ook heel wat doorgroeimogelijkheden. Een stevig pakket verlofdagen, een degelijke verloning, maaltijdcheques, gratis openbaar vervoer. Interesse ? Op de website van Jobpunt Vlaanderen alsook op www.wenz.be vind je een uitgebreidere functieomschrijving. Je sollicitatiebrief met CV en duidelijke vermelding van de functie kun je sturen naar De Witte en Morel, t.a.v. Jan Osselaer, Moutstraat 56, 9000 Gent, [email protected]. Houders van een buitenlands diploma sturen een attest van gelijkwaardigheid mee. We verwachten jouw kandidatuur uiterlijk op 9 juli 2007. De eindgesprekken vinden plaats op volgende data : jurist : 29 augustus; boekhouder : 12 juli; projectingenieur : eind augustus; IKZ-verantwoordelijke : 31 juli. Voor of na deze gesprekken worden er nog screenings georganiseerd in de loop van juli en augustus.

* JOBPUNT VLAANDEREN [2007/202143] Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een leidinggevend boekhouder voor Waterwegen en Zeekanaal

In de provincies Oost- en West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant beheert het overheidsagentschap Waterwegen en Zeekanaal NV, kortweg W&Z, de bevaarbare waterwegen en heel wat van de gronden erlangs. W&Z is een nog jonge vennootschap, ontstaan uit een fusie van de NV Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen met een deel van de administratie Waterwegen en Zeewezen. De opdracht van deze overheidsorganisatie is gericht op het optimaliseren en stimuleren van de binnenvaart via goed onderhouden vaarwegen en geautomatiseerde bruggen en sluizen, maar ook door het beheer en de exploitatie van gronden langs de waterwegen. Milieu en veiligheid, alsook ’de mens’ in het algemeen, staan hierbij centraal. Zo bestrijdt W&Z wateroverlast via stuwen, maar ook door de uitbouw van overstromingsgebieden. In onze prachtige natuurgebieden besteedt W&Z aandacht aan onder meer vistrappen, ecologische oeverversterkingen en het herstel van meanders. W&Z bouwt bovendien de verschillende recreatieve functies van onze waterwegen verder uit : van verharde jaagpaden voor wandelaars en fietsers tot faciliteiten voor de pleziervaart en allerlei watersporten. Maar ook brede en veilige wandel- en fietsboulevards horen tot het domein van W&Z.

35605

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Multifunctionaliteit is troef bij W&Z en dat geldt ook voor de diverse jobmogelijkheden (m/v)... Leidinggevend boekhouder Willebroek Je bent medeverantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekeningen en de jaarafsluiting. Je helpt mee bij de voorbereiding en de opmaak van de semesteriële rapportering. Daarnaast coördineer je de teams debiteuren, crediteuren en thesaurie. Naast het aansturen van de teams werk je ook mee aan het opmaken van de inventaris, de financiële opvolging van de investerings- en onderhoudsdossiers, enz. Je beschikt over een diploma bachelor richting boekhouden en twee jaar relevante professionele ervaring. Uiteraard ben je nauwkeurig en stipt, kun je goed in team werken en beschik je over goede leidinggevende capaciteiten. Aanbod : W&Z biedt een contract van onbepaalde duur met mogelijkheid tot een statutaire benoeming. Maar W&Z biedt vooral ook een boeiende job vol afwisseling, waarbij je niet voortdurend achter je computer zit en waar voldoende zelfstandigheid wordt geboden bij het uitoefenen van je job. Een bruto-aanvangssalaris van 2 024 euro per maand (alle relevante ervaring wordt gehonoreerd). Vorming, opleiding en training zijn vanzelfsprekendheden bij W&Z, want ze laten jou groeien, maar ook ons. Als overheidsorganisatie bieden wij naast werkzekerheid ook heel wat doorgroeimogelijkheden. Een stevig pakket verlofdagen, een degelijke verloning, maaltijdcheques, gratis openbaar vervoer. Interesse ? Op de website van Jobpunt Vlaanderen alsook op www.wenz.be vind je een uitgebreidere functieomschrijving. Je sollicitatiebrief met CV en duidelijke vermelding van de functie kun je sturen naar De Witte en Morel, t.a.v. Jan Osselaer, Moutstraat 56, 9000 Gent, [email protected]. Houders van een buitenlands diploma sturen een attest van gelijkwaardigheid mee. We verwachten jouw kandidatuur uiterlijk op 5 juli 2007. De selectiegesprekken vinden plaats op 12 juli. Daarna zullen de geslaagde kandidaten gescreend worden.

*

JOBPUNT VLAANDEREN [2007/202141] Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van 6 beleidsmedewerkers integraal waterbeleid voor Waterwegen en Zeekanaal en NV De Scheepvaart In de provincies Oost- en West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant beheert het overheidsagentschap Waterwegen en Zeekanaal NV, kortweg W&Z, de bevaarbare waterwegen en heel wat van de gronden erlangs. W&Z is een nog jonge vennootschap, ontstaan uit een fusie van de NV Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen met een deel van de administratie Waterwegen en Zeewezen. De opdracht van deze overheidsorganisatie is gericht op het optimaliseren en stimuleren van de binnenvaart via goed onderhouden vaarwegen en geautomatiseerde bruggen en sluizen, maar ook door het beheer en de exploitatie van gronden langs de waterwegen. Milieu en veiligheid, alsook ’de mens’ in het algemeen, staan hierbij centraal. Zo bestrijdt W&Z wateroverlast via stuwen, maar ook door de uitbouw van overstromingsgebieden. In onze prachtige natuurgebieden besteedt W&Z aandacht aan onder meer vistrappen, ecologische oeverversterkingen en het herstel van meanders. W&Z bouwt bovendien de verschillende recreatieve functies van onze waterwegen verder uit : van verharde jaagpaden voor wandelaars en fietsers tot faciliteiten voor de pleziervaart en allerlei watersporten. Maar ook brede en veilige wandel- en fietsboulevards horen tot het domein van W&Z.

Multifunctionaliteit is troef bij W&Z en dat geldt ook voor de diverse jobmogelijkheden (m/v)...

NV De Scheepvaart staat in voor het beheer, de exploitatie en het onderhoud van de bevaarbare waterwegen in de provincies Antwerpen en Limburg : het Albertkanaal, de Kempense kanalen en de Schelde-Rijnverbinding. Ook het beheer van de Grensmaas behoort tot onze opdracht. Onze vennootschap zorgt voor een vlot verloop van het scheepvaartverkeer. Dit omvat in hoofdzaak het onderhoud en de exploitatie van sluizen, bruggen, oevers en jaagpaden. NV De Scheepvaart exploiteert ook de gronden die langs het kanaal gelegen zijn. Onze vennootschap heeft bij het uitvoeren van haar taken steeds oog voor de verscheidene aspecten van de waterwegen : niet alleen de economische, maar ook de ecologische en recreatieve functies. Veiligheid is uiteraard een topprioriteit. NV De Scheepvaart zet dan ook voluit in op een multifunctioneel gebruik van de waterwegen.

Voor tewerkstelling in Gent, Brussel, Antwerpen en Hasselt zijn we op zeer korte termijn op zoek naar (m/v) : 6 beleidsmedewerkers integraal waterbeleid niveau master Binnen het agentschap Waterwegen en Zeekanaal voer je beleidsvoorbereidende taken uit in het kader van één van volgende inhoudelijke domeinen : natuur en bos, fauna en flora, landschap, landbouw, bodem, waterbeheer en/of waterkwaliteit. Voor NV De Scheepvaart ben je het aanspreekpunt voor de duurzame aanpak van de bagger- en ruimingsproblematiek in ons waterwegennetwerk. Je bent voor deze opdrachten binnen de agentschappen het interne aanspreekpunt en je ondersteunt de projectingenieurs en districthoofden. Op die manier geef je binnen het agentschap mee vorm aan een duurzaam en toekomstgericht waterwegennetwerk. Daarnaast werk je halftijds mee in één van de regionale bekkensecretariaten. Je ontwikkelt mee de bekkenbeheerplannen en je verzorgt de voortgangsrapportage. Je verzamelt informatie in het kader van het integraal waterbeleid, je bereidt dossiers voor en formuleert adviezen. Je hebt een masterdiploma en kennis van de relevante wetgeving en de principes van het integraal waterbeleid. Je hebt een studie- en onderzoeksingesteldheid, je kunt goed zelfstandig werken en je bent resultaatgericht.

35606

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Aanbod : NV De Scheepvaart en NV Waterwegen & Zeekanaal bieden een contract van onbepaalde duur en een aanvangssalaris van 2 578 euro bruto per maand. Maar ze bieden vooral een boeiende job vol afwisseling, waar voldoende ruimte is voor zelfstandig werken bij het uitoefenen van je job. Vorming, opleiding en training zijn vanzelfsprekendheden. Wij bieden verder 35 vakantiedagen, maaltijdcheques, gratis openbaar vervoer. Nieuwsgierig ? Voor meer informatie over de functie in Hasselt kun je terecht bij Koen Maeghe, 011-29 84 00. Voor alle andere functies kun je contact opnemen met Ben Quintelier, 02-553 77 19. Interesse ? Stuur dan je sollicitatie met CV en duidelijke vermelding van de locatie en het inhoudelijk vakgebied(en) naar het selectiekantoor De Witte en Morel, t.a.v. Jan Osselaer, Moutstraat 56, 9000 Gent, [email protected]. Houders van een buitenlands diploma sturen een attest van gelijkwaardigheid mee. We verwachten jouw kandidatuur uiterlijk op 9 juli 2007. De screening is gepland in de maand juli of augustus. De eindgesprekken zijn gepland op 7 september 2007.

*

JOBPUNT VLAANDEREN [2007/202142] Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een personeelsdeskundige en een secretariaatsmedewerker project Seine-Schelde voor Waterwegen en Zeekanaal In de provincies Oost- en West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant beheert het overheidsagentschap Waterwegen en Zeekanaal NV, kortweg W&Z, de bevaarbare waterwegen en heel wat van de gronden erlangs. W&Z is een nog jonge vennootschap, ontstaan uit een fusie van de NV Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen met een deel van de administratie Waterwegen en Zeewezen. De opdracht van deze overheidsorganisatie is gericht op het optimaliseren en stimuleren van de binnenvaart via goed onderhouden vaarwegen en geautomatiseerde bruggen en sluizen, maar ook door het beheer en de exploitatie van gronden langs de waterwegen. Milieu en veiligheid, alsook ’de mens’ in het algemeen, staan hierbij centraal. Zo bestrijdt W&Z wateroverlast via stuwen, maar ook door de uitbouw van overstromingsgebieden. In onze prachtige natuurgebieden besteedt W&Z aandacht aan onder meer vistrappen, ecologische oeverversterkingen en het herstel van meanders. W&Z bouwt bovendien de verschillende recreatieve functies van onze waterwegen verder uit : van verharde jaagpaden voor wandelaars en fietsers tot faciliteiten voor de pleziervaart en allerlei watersporten. Maar ook brede en veilige wandel- en fietsboulevards horen tot het domein van W&Z.

Multifunctionaliteit is troef bij W&Z en dat geldt ook voor de diverse jobmogelijkheden (m/v)... Personeelsdeskundige Gent/bachelor Je bent het eerste aanspreekpunt voor de 450 medewerkers van de afdeling voor alle vragen rond personeelsmateries zoals : lonen en barema’s, toelagen en vergoedingen, verlofstelsels,... Je volgt de personeelsbewegingen op en je beheert de contracten. Je maakt voorstellen op voor aanwervingen en vervangingen. Je beheert het tijdsregistratiesysteem, de opleidingen, de evaluaties, enz. Voor de uitvoering hiervan kun je rekenen op je team dat bestaat uit een 5-tal personen. Je beschikt over een bachelordiploma en twee jaar relevante professionele ervaring. Je bent nauwkeurig, communicatief en klantgericht. Bovendien kun je goed een team aansturen. Secretariaatsmedewerker project Seine-Schelde Gent/bachelor Je bent de administratieve rechterhand van de projectingenieurs. Je verzorgt de administratieve opvolging van het Seine-Schelde project en je kunt zelfstandig de dossiers correct en tijdig afhandelen. Verder maak je verslagen, brieven en documenten op, houd je gegevens bij in de databestanden en controleer je de juistheid en volledigheid van de informatie van het project. Je ontvangt bezoekers, beantwoordt telefonische vragen, houdt agenda’s bij, enz. Je hebt een bachelordiploma, richting officemanagement/secretariaat-talen of rechtspraktijk. Je kunt zelfstandig en proactief werken en beschikt over organisatietalent. Je beschikt over een goede talenkennis Frans en Engels. Aanbod : W&Z biedt voor de secretariaatsmedewerker een contract van onbepaalde duur en voor de personeelsdeskundige een statutaire benoeming, mits het voldoen binnen de proeftijd. Maar W&Z biedt vooral ook een boeiende job vol afwisseling, waarbij je niet voortdurend achter je computer zit en waar voldoende zelfstandigheid wordt geboden bij het uitoefenen van je job. Volgende brutosalarissen zijn van toepassing : personeelsdeskundige : 2 024 euro per maand bij twee jaar ervaring (alle relevante ervaring wordt gehonoreerd), secretariaatsmedewerker : 1 907 euro per maand. Vorming, opleiding en training zijn vanzelfsprekendheden bij W&Z, want ze laten jou groeien, maar ook ons. Als overheidsorganisatie bieden wij naast werkzekerheid ook heel wat doorgroeimogelijkheden. Een stevig pakket verlofdagen, een degelijke verloning, maaltijdcheques, gratis openbaar vervoer. Interesse ? Op de website van Jobpunt Vlaanderen alsook op www.wenz.be vind je een uitgebreidere functieomschrijving. Je sollicitatiebrief met CV en duidelijke vermelding van de functie kun je sturen naar Randstad Recruitment & Selection, t.a.v. Eva Monsaert, Heizel Business Park Gebouw 1, Romeinsesteenweg 564A, 1853 Strombeek-Bever, [email protected]. Houders van een buitenlands diploma sturen een attest van gelijkwaardigheid mee. We verwachten jouw kandidatuur uiterlijk op 12 juli 2007. De eindgesprekken vinden plaats op volgende data : 22 augustus voor de secretariaatsmedewerker en 23 augustus voor de personeelsdeskundige. Voor deze gesprekken worden er nog screenings georganiseerd in de loop van juli en augustus.

35607

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed [C − 2007/35965] Openbaar Onderzoek. — Ontwerp Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Provincie Oost-Vlaanderen. — Afbakening kleinstedelijk gebied Dendermonde inclusief de deelplannen « Hoogveld K » (bedrijventerrein) en « Dendermonde West » (randstedelijk groen en gevangenis) van maandag 16 juli 2007 tot en met donderdag 13 september 2007 Het ontwerp ligt ter inzage in het Administratief Centrum van Dendermonde, dienst stedenbouw, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde, en in het Provinciaal Administratief Centrum, W. Wilsonplein 2, 9000 Gent (5e verdieping, bureau 563). Gedurende de periode van het openbaar onderzoek kunnen bezwaren en opmerkingen per aangetekend schrijven ingediend worden bij de Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening, W. Wilsonplein 2, 9000 Gent, of door afgifte tegen ontvangstbewijs in het Provinciaal Administratief Centrum, W. Wilsonplein 2, 9000 Gent (5e verdieping, bureau 563) en in het Administratief Centrum van Dendermonde, dienst stedenbouw, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. De datum van de poststempel op de aangetekende brief of de datum van het ontvangstbewijs geldt als bewijs. Er wordt over dit ontwerp een inspraak- en informatievergadering georganiseerd op dinsdag 3 juli 2007 om 19.30 uur in Sportcentrum Sint-Gillis, Van Langenhovestraat 203, 9200 Dendermonde. Voor bijkomende inlichtingen kunt u zich wenden tot : Provinciebestuur Oost-Vlaanderen Dienst Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw PAC, W. Wilsonplein 2, 9000 Gent tel. 09/267 75 64 – fax 09/267 75 99 mail : [email protected]

REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2007/202134] Promotion par accession au niveau supérieur Mutation à la demande d’un agent. — Appel à candidatures Conformément aux dispositions du Code de la Fonction publique wallonne (article 15, § 2), des emplois de niveau 2+ au Ministère de la Région wallonne, déclarés vacants le 30 mars 2007, sont proposés à la mutation d’agents n’appartenant pas au cadre organique du Ministère de la Région wallonne. Les candidatures seront examinées de manière à pourvoir l’emploi dans l’ordre des procédures suivantes : - promotion par accession au niveau supérieur externe au Ministère de la Région wallonne; - mutation à la demande d’un agent externe au Ministère de la Région wallonne. 1) Personnes concernées par le présent appel Les emplois sont proposés aux agents statutaires occupés à titre définitif au Ministère wallon de l’Equipement et des Transports ou dans un organisme d’intérêt public dont le personnel est soumis au Code de la Fonction publique wallonne. 2) Conditions d’accès à l’emploi : Pour pouvoir prétendre à une promotion ou à une mutation dans le cadre de la présente procédure, l’agent doit satisfaire aux conditions suivantes qui doivent être réunies le jour de la déclaration de vacance d’emploi, à savoir le 30 mars 2007, et le jour de la promotion ou de la mutation. En vertu de la législation sur l’emploi des langues dans les services du Gouvernement wallon, les agents qui postulent des emplois de langue française doivent disposer de la preuve de la connaissance de la langue française. Cette preuve peut être établie uniquement par la langue du diplôme ou par un certificat délivré par le SELOR/SPR. a) Conditions pour la promotion par accession au niveau supérieur : - justifier de l’évaluation favorable; - ne pas être sous le coup d’une sanction disciplinaire définitive et non radiée; - être lauréat d’un concours d’accession correspondant au niveau et au métier considéré; - ne pas se trouver dans une position administrative ne permettant pas de faire valoir ses titres à la promotion (disponibilité pour convenance personnelle...). La promotion produira ses effets le 1er jour du mois qui suit la nomination ou le premier jour du mois qui suit la date à laquelle l’emploi cesse effectivement d’être occupé.

35608

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD b) Conditions pour la mutation à la demande de l’agent : - être titulaire d’un grade du niveau concerné; - être titulaire du métier exigé pour l’emploi déclaré vacant; - ne pas être affecté à un emploi d’encadrement; - ne pas avoir obtenu une mutation dans les deux années précédant la demande; - ne pas se trouver dans une position administrative ne permettant pas de faire valoir ses titres à la mutation (disponibilité pour convenance personnelle...). La mutation est accordée à l’agent du rang le plus élevé qui justifie de l’ancienneté la plus grande. Lorsque des raisons sociales ou familiales sont invoquées, l’agent dont les raisons sont reconnues fondées est prioritaire. Le fonctionnaire qui souhaite invoquer des raisons sociales ou familiales à l’appui de sa demande de mutation doit cocher impérativement la mention prévue à cet effet au point IV de l’acte de candidature. Ce dernier sera alors transmis par le Secrétariat général au Service social. Conformément aux dispositions prévues par le Code de la Fonction publique wallonne, l’agent, assisté ou non par une personne de son choix, est ensuite entendu par le Service social qui émet un avis motivé à l’attention du Secrétaire général dans le mois de la demande. 3) Forme et délais prescrits pour l’introduction des candidatures L’acte de candidature doit être introduit au moyen du formulaire joint en annexe et adressé à : M. le Secrétaire général Ministère de la Région wallonne Division du Personnel Place de la Wallonie 1 5100 Jambes Il sera uniquement pris en considération s’il : - est dûment complété et signé; - est renvoyé dans son intégralité par pli recommandé à la Poste qui doit être déposé, à peine de nullité, dans un délai de vingt et un jour à compter de la publication de cet appel au Moniteur belge. Tous renseignements complémentaires peuvent être obtenus au numéro de téléphone : 081-33 32 40. En application de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard des traitements de données à caractère personnel, veuillez noter que le traitement de ces données est confié à la Division du Personnel. Le maître du fichier est la Région wallonne. Vous pouvez avoir accès aux données qui vous concernent et en obtenir la rectification éventuelle en vous adressant auprès de la Division concernée. Il est possible d’obtenir des renseignements supplémentaires sur les traitements automatisés auprès de la Commission de la protection de la vie privée. MINISTERE DE LA REGION WALLONNE ACTE DE CANDIDATURE A LA PROMOTION NIVEAU 2+ I. IDENTITE Nom : Prénom : Adresse : No de tél. : Date de naissance :

35609

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD II. EMPLOI ACTUEL

Ministère/organisme :

Pool d’affectation :

Division :

Direction :

Résidence administrative :

Métier :

Niveau et grade :

Emploi d’encadrement : oui - non

III. EMPLOI(S) POSTULE(S) Le candidat qui postule plusieurs emplois doit obligatoirement, à peine de nullité, indiquer son ordre de préférence en regard des emplois figurant dans la liste, au moyen des chiffres arabes (1,2,3 ...) portés dans la colonne prévue à cet effet. Le candidat qui ne postule qu’un seul emploi doit indiquer le chiffre 1 en regard de cet emploi. No emploi

Affectation

Métier - exigences particulières

C06734 2+

DGA/ Division des Aides à l’Agriculture /Direction des Contrôles / Mons

C06825 2+

DGA/ Division des Aides à l’Agriculture /Direction des services extérieurs de Wavre / Wavre

37 : agronomie

C06740 2+

DGA/ Division de la Recherche, du Développement et de la Qualité / Direction du Développement et de la Vulgarisation / Wavre

37 : agronomie

Choix

37 : agronomie

Poste occupé jusqu’au 30.09.2007

SIGNATURE

35610

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DE LA REGION WALLONNE ACTE DE CANDIDATURE A LA MUTATION Niveau 2+ I. IDENTITE Nom - Prénom Adresse : No de tél. : Date de naissance : II. EMPLOI ACTUEL Ministère/organisme : Pool d’affectation : Division : Direction : Résidence administrative : Métier : Niveau et grade : Emploi d’encadrement : oui - non III. EMPLOI(S) POSTULE(S) Le candidat qui postule plusieurs emplois doit obligatoirement, à peine de nullité, indiquer son ordre de préférence en regard des emplois figurant dans la liste, au moyen des chiffres arabes (1,2,3 ...) portés dans la colonne prévue à cet effet. Le candidat qui ne postule qu’un seul emploi doit indiquer le chiffre 1 en regard de cet emploi. No emploi

Affectation

Métier - exigences particulières

C06734 2+

DGA/ Division des Aides à l’Agriculture /Direction des Contrôles / Mons

37 : agronomie

Poste occupé jusqu’au 30.09.2007 C06825 2+

DGA/ Division des Aides à l’Agriculture /Direction des services extérieurs de Wavre / Wavre

37 : agronomie

C06740 2+

DGA/ Division de la Recherche, du Développement et de la Qualité / Direction du Développement et de la Vulgarisation / Wavre

37 : agronomie

C07991 2+

SG/ Division de la Fonction publique / Direction de l’Informatique / Namur

53 : informatique

C02381 2+

DGRNE/ Division de la Prévention et des Autorisations/ Direction de la Coordination et de la Prévention des Pollutions / Namur

50 : géomètre, géomètre expertimmobilier, géomètre des mines

IV. INVOCATION DE RAISONS SOCIALES OU FAMILIALES J’invoque des raisons sociales ou familiales : OUI / NON (Biffer la mention inutile) SIGNATURE

Choix


35611

ORDRES DU JOUR — AGENDA’S PARLEMENT DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE [2007/20078]

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT [2007/20078]

Séance plénière

Plenaire vergadering

Ordre du jour

Agenda

Vendredi 29 juin 2007, à 9 h 30 m à 14 h 30 m

Vrijdag 29 juni 2007, om 9 u. 30 m. en om 14 u. 30 m.

(Salle des séances plénières, rue du Lombard 69)

(Zaal van de plenaire vergaderingen, Lombardstraat 69)

1. Installation et prestation de serment de nouveaux membres du Parlement.

1. Installatie en eedaflegging van nieuwe leden van het Parlement.

2. (Pour mémoire) Election et prestation de serment d’un (ou de) membre(s) du Gouvernement.

2. (Pro memorie) Verkiezing en eedaflegging van een lid (of leden) van de Regering.

3. Projets d’ordonnance. — Projet d’ordonnance portant assentiment au Protocole à la Convention de 1979 sur la pollution atmosphérique transfrontière à longue distance, relatif à la réduction de l’acidification, de l’eutrophisation et de l’ozone troposphérique, avec annexes, signés à Göteborg le 30 novembre 1999.

3. Ontwerpen van ordonnantie. — Ontwerp van ordonnantie houdende instemming met het Protocol bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand, ter bestrijding van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau, met bijlagen, ondertekend in Göteborg op 30 november 1999.

— Rapporteur : M. Denis Grimberghs.

— Rapporteur : de heer Denis Grimberghs.

— Discussion.

— Bespreking.

— Projet d’ordonnance modifiant l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’ordonnance du 25 mars 1999 relative à la recherche, la constatation, la poursuite et la répression des infractions en matière d’environnement.

— Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 juni 1997 inzake milieuvergunningen en de ordonnantie van 25 maart 1999 inzake het onderzoek, de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu.

— Rapporteur : M. Jacques De Coster.

— Rapporteur : de heer Jacques De Coster.

— Discussion.

— Bespreking.

4. Interpellations.

4. Interpellaties

— Interpellation de M. Yaron Pesztat à M. Charles Picqué, MinistrePrésident du Gouvernement, concernant « la ’gentryfication’ de certains quartiers centraux de la Région ».

— Interpellatie van de heer Yaron Pesztat tot de heer Charles Picqué, Minister-President van de Regering, betreffende « de ’verzaveling’ van sommige centrale wijken van het Gewest ».

— Interpellation de M. André du Bus de Warnaffe à Mme Evelyne Huytebroeck, Ministre du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargée de l’Environnement, de l’Energie et de la Politique de l’Eau, concernant « l’augmentation du prix du gaz ».

— Interpellatie van de heer André du Bus de Warnaffe tot Mevr. Evelyne Huytebroeck, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, betreffende « de stijging van de gasprijs ».

5. Questions orales.

5. Mondelinge vragen.

(*) Question orale (n° 641) de M. Didier Gosuin à M. Charles Picqué, Ministre-Président du Gouvernement, concernant « l’application par la Régie foncière et dans les contrats de quartier de la loi du 5 décembre 2005 instaurant une indemnité compensatoire de pertes de revenus en faveur des travailleurs indépendants victimes de nuisances dues à la réalisation de travaux sur le domaine public ».

(*) Mondelinge vraag (nr. 641) van de heer Didier Gosuin aan de heer Charles Picqué, Minister-President van de Regering, betreffende « de toepassing van de wet van 5 december 2005 betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op het openbaar domein door de Grondregie en in de wijkcontracten ».

(*) Question orale (n° 642) de M. Didier Gosuin à M. Charles Picqué, Ministre-Président du Gouvernement, concernant « l’enquête en matière de sanctions administratives impliquant que les communes tiennent des statistiques basées sur le sexe et la nationalité ».

(*) Mondelinge vraag (nr. 642) van de heer Didier Gosuin aan de heer Charles Picqué, Minister-President van de Regering, betreffende « het onderzoek inzake administratieve sancties dat impliceert dat de gemeenten statistieken op basis van geslacht en nationaliteit bijhouden ».

(*) Question orale (n° 644) de M. Didier Gosuin à M. Charles Picqué, Ministre-Président du Gouvernement, concernant « l’adaptation de la circulaire du 11 juillet 2006 aux communes sur les relations entre pouvoirs adjudicateurs à la suite de l’arrêt du 19 avril 2007 Asemfo et Tragsa (aff. C-295/05) de la Cour de justice ».

(*) Mondelinge vraag (nr. 644) van de heer Didier Gosuin aan de heer Charles Picqué, Minister-President van de Regering, betreffende « de aanpassing van de circulaire van 11 juli 2006 aan de gemeenten over de betrekkingen tussen aanbestedende overheden ten gevolge van het arrest van 19 april 2007 Asemfo en Tragsa (zaak C-295/05) van het Hof van Justitie ».

(*) Question orale (n° 654) de M. Didier Gosuin à M. Charles Picqué, Ministre-Président du Gouvernement, concernant « le rapport des commissaires de la structure Iris ».

(*) Mondelinge vraag (nr. 654) van de heer Didier Gosuin aan de heer Charles Picqué, Minister-President van de Regering, betreffende « het verslag van de commissarissen van de IRIS-structuur ».

(*) Question orale (n° 248) de M. Didier Gosuin à M. Guy Vanhengel, Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des Finances, du Budget, de la Fonction publique et des Relations extérieures, concernant « les dépenses réalisées par la Société d’acquisition foncière dont le commissaire représentant le Ministre des Finances a été informé ».

(*) Mondelinge vraag (nr. 248) van de heer Didier Gosuin aan de heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, betreffende « de uitgaven gedaan door de maatschappij voor verwerving van vastgoed waarvan de commissaris die de Minister van Financiën vertegenwoordigt op de hoogte gebracht is ».

35612


(*) Question orale (n° 610) de Mme Caroline Persoons à M. Benoît Cerexhe, Ministre du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé de l’Emploi, de l’Economie, de la Recherche scientifique et de la Lutte contre l’Incendie et l’Aide médicale urgente, concernant « BOBIES ».

(*) Mondelinge vraag (nr. 610) van Mevr. Caroline Persoons aan de heer Benoît Cerexhe, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, betreffende « BOBIES ».

(*) Question orale (n° 618) de M. Didier Gosuin à M. Benoît Cerexhe, Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de l’Emploi, de l’Economie, de la Recherche scientifique et de la Lutte contre l’Incendie et l’Aide médicale urgente, concernant « l’application du droit communautaire à l’ORBEm ».

(*) Mondelinge vraag (nr. 618) van de heer Didier Gosuin aan de heer Benoît Cerexhe, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, betreffende « de toepassing van het gemeenschapsrecht op de BGDA ».

(*) Question orale (n° 619) de M. Didier Gosuin à M. Benoît Cerexhe, Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de l’Emploi, de l’Economie, de la Recherche scientifique et de la Lutte contre l’Incendie et l’Aide médicale urgente, concernant « le taux d’exécution du budget 2006 par la SDRB et par l’IRSIB ».

(*) Mondelinge vraag (nr. 619) van de heer Didier Gosuin aan de heer Benoît Cerexhe, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, betreffende « de uitvoeringsgraad van de begroting 2006 door de GOMB en door het IWOIB ».

(*) Question orale (n° 621) de M. Didier Gosuin à M. Benoît Cerexhe, Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de l’Emploi, de l’Economie, de la Recherche scientifique et de la Lutte contre l’Incendie et l’Aide médicale urgente, concernant « le paiement de la pension des agents contractuels statutarisés et staturisation du personnel contractuel ».

(*) Mondelinge vraag (nr. 621) van de heer Didier Gosuin aan de heer Benoît Cerexhe, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, betreffende « de betaling van het pensioen van de in vast verband benoemde contractuele personeelsleden en de benoeming in vast verband van het contractueel personeel ».

(*) Question orale (n° 554) de M. Didier Gosuin à M. Pascal Smet, Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de la Mobilité et des Travaux publics, concernant « l’application par l’AED et la STIB de la loi du 5 décembre 2005 instaurant une indemnité compensatoire de pertes de revenus en faveur des travailleurs indépendants victimes de nuisances dues à la réalisation de travaux sur le domaine public – relations avec les communes ».

(*) Mondelinge vraag (nr. 554) van de heer Didier Gosuin aan de heer Pascal Smet, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, betreffende « de toepassing door het BUV en de MIVB van de wet van 5 december 2005 betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op het openbaar domein – verhouding met de gemeenten ».

(*) Question orale (n° 558) de M. Didier Gosuin à M. Pascal Smet, Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de la Mobilité et des Travaux publics, concernant « les mandats de membres du cabinet du Ministre dans des asbl, sociétés ou autres organismes et instances financées ou contrôlées par la Région ».

(*) Mondelinge vraag (nr. 558) van de heer Didier Gosuin aan de heer Pascal Smet, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, betreffende « de mandaten van de kabinetsmedewerkers van de Minister in vzw’s, vennootschappen of andere instellingen en instanties die door het Gewest gefinancieerd of gecontroleerd worden ».

(*) Question orale (n° 488) de M. Didier Gosuin à Mme Evelyne Huytebroeck, Ministre du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargée de l’Environnement, de l’Energie et de la Politique de l’Eau, concernant « le nombre d’amendes administratives infligées par Bruxelles Environnement et transmises au receveur régional ».

(*) Mondelinge vraag (nr. 488) van de heer Didier Gosuin aan Mevr. Evelyne Huytebroeck, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, betreffende « het aantal administratieve boeten opgelegd door de Leefmilieu Brussel en doorgegeven aan de gewestelijke ontvanger ».

(*) Question orale (n° 489) de M. Didier Gosuin à Mme Evelyne Huytebroeck, Ministre du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargée de l’Environnement, de l’Energie et de la Politique de l’Eau, concernant « l’augmentation ou diminution de personnes affectées à tel ou tel service de Bruxelles Environnement ».

(*) Mondelinge vraag (nr. 489) van de heer Didier Gosuin aan Mevr. Evelyne Huytebroeck, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, betreffende « de toename of vermindering van het aantal personeelsleden toegewezen aan deze of gene dienst van Brussel Leefmilieu ».

— Question orale de M. Didier Gosuin à Mme Evelyne Huytebroeck, Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargée de l’Environnement, de l’Energie et de la Politique de l’Eau, concernant « le défaut de transmission au Parlement régional du contrat de gestion conclu avec la S.B.G.E. et le contenu du contrat ».

- Mondelinge vraag van de heer Didier Gosuin aan Mevr. Evelyne Huytebroeck, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, betreffende « het niet bezorgen, aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, van de beheersovereenkomst met de BMWB en de inhoud van de overeenkomst ».

(*) Question orale (n° 318) de M. Didier Gosuin à Mme Franç oise Dupuis, Secrétaire d’Etat à la Région de Bruxelles-Capitale, chargée du Logement et de l’Urbanisme, concernant « le défaut de transposition, dans le secteur du logement social, de la directive européenne 2000/43/CE du Conseil du 29 juin 2000 relative à la mise en œuvre du principe d’égalité de traitement entre les personnes sans distinction de race ou d’origine ethnique ».

(*) Mondelinge vraag (nr. 318) van de heer Didier Gosuin aan Mevr. Franç oise Dupuis, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Stedenbouw, betreffende « het niet omzetten van de Europese richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming ».

(*) Question orale (n° 323) de M. Didier Gosuin à Mme Franç oise Dupuis, Secrétaire d’Etat à la Région de Bruxelles-Capitale, chargée du Logement et de l’Urbanisme, concernant « la mise en œuvre de la troisième phase du plan logement ».

(*) Mondelinge vraag (nr. 323) van de heer Didier Gosuin aan Mevr. Franç oise Dupuis, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Stedenbouw, betreffende « de uitvoering van de derde fase van het huisvestingsplan ».

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD (*) Question orale (n° 324) de M. Didier Gosuin à Mme Franç oise Dupuis, Secrétaire d’Etat à la Région de Bruxelles-Capitale, chargée du Logement et de l’Urbanisme, concernant « l’impact de l’hébergement égalitaire en cas de co-parenté dans le secteur du logement social après un an d’application de la nouvelle loi ». (*) Question orale (n° 325) de M. Didier Gosuin à Mme Franç oise Dupuis, Secrétaire d’Etat à la Région de Bruxelles-Capitale, chargée du Logement et de l’Urbanisme, concernant « lancement d’un appel à projets relatif à la maîtrise de l’énergie (plan local d’action pour la gestion de l’énergie) ». (*) Question orale (n° 326) de M. Michel Colson à Mme Franç oise Dupuis, Secrétaire d’Etat à la Région de Bruxelles-Capitale, chargée du Logement et de l’Urbanisme, concernant « la concertation dans le cadre du plan logement ». (*) Question orale (n° 328) de M. Didier Gosuin à Mme Franç oise Dupuis, Secrétaire d’Etat à la Région de Bruxelles-Capitale, chargée du Logement et de l’Urbanisme, concernant « le paiement de la pension des agents contractuels statutarisés et staturisation du personnel contractuel ». (*) Question orale (n° 287) de M. Didier Gosuin à M. Emir Kir, Secrétaire d’Etat à la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de la Propreté publique et des Monuments et Sites, concernant « les mandats de membres du cabinet du Secrétaire d’Etat dans des asbl, sociétés ou autres organismes et instances financées ou contrôlées par la Région ». (*) Question orale (n° 293) de M. Didier Gosuin à M. Emir Kir, Secrétaire d’Etat à la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de la Propreté publique et des Monuments et Sites, concernant « le paiement de la pension des agents contractuels statutarisés et staturisation du personnel contractuel ». 6. Questions d’actualité (**). 7. Votes nominatifs (***) — sur les projets d’ordonnance terminés. (*) Questions écrites auxquelles il n’a pas été répondu. (**) A 14 h 30 m. (***) A partir de 17 heures.

35613

(*) Mondelinge vraag (nr. 324) van de heer Didier Gosuin aan Mevr. Franç oise Dupuis, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Stedenbouw, betreffende « de gevolgen van de gelijkmatig verdeelde huisvesting in geval van co-ouderschap in de sector van de sociale huisvesting na een jaar toepassing van de nieuwe wet ». (*) Mondelinge vraag (nr. 325) van de heer Didier Gosuin aan Mevr. Franç oise Dupuis, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Stedenbouw, betreffende « de oproep tot projecten inzake energiebeheersing (lokaal actieplan voor energiebeheer) ». (*) Mondelinge vraag (nr. 326) van de heer Michel Colson aan Mevr. Franç oise Dupuis, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Stedenbouw, betreffende « het overleg in het kader van het huisvestingsplan ». (*) Mondelinge vraag (nr. 328) van de heer Didier Gosuin aan Mevr. Franç oise Dupuis, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Stedenbouw, betreffende « de betaling van het pensioen van de in vast verband benoemde contractuele personeelsleden en de benoeming in vast verband van het contractueel personeel ». (*) Mondelinge vraag (nr. 287) van de heer Didier Gosuin aan de heer Emir Kir, Staatssecretaris voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Openbare Netheid en Monumenten en Landschappen, betreffende « de mandaten van de kabinetsmedewerkers van de Staatssecretaris in vzw’s, vennootschappen of andere instellingen en instanties die door het Gewest gefinancieerd of gecontroleerd worden ». (*) Mondelinge vraag (nr. 293) van de heer Didier Gosuin aan de heer Emir Kir, Staatssecretaris voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Openbare Netheid en Monumenten en Landschappen, betreffende « de betaling van het pensioen van de in vast verband benoemde contractuele personeelsleden en de benoeming in vast verband van het contractueel personeel ». 6. Dringende vragen (*). 7. Naamstemmingen (**). — over de afgehandelde ontwerpen van ordonnantie. (*) Schriftelijke vragen waarop nog niet werd geantwoord. (**) Om 14 u. 30 m. (***) Vanaf 17 uur.

*

ASSEMBLEE REUNIE DE LA COMMISSION COMMUNAUTAIRE COMMUNE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE [2007/20079]

VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [2007/20079]

Séance plénière

Plenaire vergadering

Ordre du jour

Agenda

Vendredi 29 juin 2007

Vrijdag 29 juni 2007

(à l’issue du point 5 de l’ordre du jour du Parlement)

(na afloop van punt 5 van de agenda van het Parlement)

(Salle des séances plénières, rue du Lombard 69)

(Zaal van de plenaire vergaderingen, Lombardstraat 69)

1. Interpellation. — Interpellation de Mme Brigitte De Pauw à M. Pascal Smet, membre du Collège réuni, compétent pour la Politique d’Aide aux Personnes et la Fonction publique, et Mme Evelyne Huytebroeck, membre du Collège réuni, compétente pour la Politique d’Aide aux Personnes, les Finances, le Budget et les Relations extérieures, concernant « le plan d’action du secteur bruxellois de l’aide aux sans-abri ».

1. Interpellatie. — Interpellatie van Mevr. Brigitte De Pauw tot de heer Pascal Smet, lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen en Openbaar Ambt, en Mevr. Evelyne Huytebroeck, lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, betreffende « het actieplan voor de Brusselse thuislozenzorg ».

2. Questions d’actualité (*).

2. Dringende vragen (*).

———————

———————

(*) A 14 h 30 m.

(*) Om 14 u. 30 m.

35614

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Borvo, naamloze vennootschap, Notmeir 67, 2570 Duffel

PUBLICATIONS LEGALES ET AVIS DIVERS

Ondernemingsnummer 0446.489.416

WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN EN VERSCHILLENDE BERICHTEN

Wij hebben genoegen u uit te nodigen op eerstvolgende gewone algemene vergadering van onze vennootschap op 30 juni 2007, om 10 uur, op de maatschappelijke zetel. Agenda : 1. Kennisname van het jaarverslag van de raad van bestuur. 2. Goedkeuring van de jaarrekening en bestemming van het resultaat. 3. Verlenen van kwijting aan de bestuurder(s). 4. Varia. (31438)

Annonces − Aankondigingen ARYSTO, société anonyme, rue Geleystbeek 121, 1180 Bruxelles SOCIETES − VENNOOTSCHAPPEN

Numéro d’entreprise 0873.174.895

Werimmo, société civile sous forme de société anonyme,

Assemblée ordinaire au siège social le 13/7/2007, à 18 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers.

rue Joseph Romainville 10-11, 4520 Oha (Wanze) Numéro d’entreprise 0452.274.673 — RPM Huy

Assemblée générale ordinaire le 16 juillet 2007, à 14 heures, au siège social. — Ordre du jour : 1. Approbation du report de la date d’assemblée. 2. Approbation des comptes annuels arrêtés au 31 décembre 2006. 3. Décharge à donner au conseil d’administration. (31234)

Wera & Cie, société anonyme, Chemin Long 237a, 1310 La hulpe Numéro d’entreprise 0412.885.250 — RPM Nivelles


(AOPC1709584/28.06)

(31439)

DI BIASE, société anonyme, rue L. Aubry 28, 7110 STREPY-BRACQUEGNIES Numéro d’entreprise 0443.560.412 — RPM Mons Le conseil d’administration de la société anonyme « Di Biase », à l’honneur d’inviter les porteurs d’actions émises par la société, à l’assemblée générale extraordinaire qui se tiendra au siège de la société le vendredi 13 juillet 2007, à 14 heures. L’ordre du jour et les propositions de décision de l’assemblée ordinaire sont les suivants : 1. Examen et approbation des comptes annuels ordinaires pour l’exercice comptable clôturé le 31 décembre 2006. Proposition de décision : L’assemblée générale approuve les comptes annuels pour l’exercice comptable clôturé le 31 décembre 2006. 2. Affectation du résultat pour l’exercice comptable clôturé le 31 décembre 2006.

Wera Couture, société anonyme, rue de l’Enseignement 48, 1000 Bruxelles Numéro d’entreprise 0452.290.709 — RPM Bruxelles


Emile Soumoy Assurances, société anonyme, Fort Jaco 54, 5621 Morialmé Numéro d’entreprise 0439.186.801 — RPM Dinant

Assemblée générale ordinaire le 18 juillet 2007, à 15 heures, au siège social. — Ordre du jour : 1. Approbation du report de la date d’assemblée. 2. Rapport du conseil d’administration. 3. Approbation des comptes annuels au 31 décembre 2006. 4. Décharge à donner aux administrateurs. (31237)

Proposition de décision : L’assemblée générale approuve l’affectation des résultats pour l’exercice comptable clôturé le 31 décembre 2006 proposée par le conseil d’administration. 3. Décharge aux administrateurs. Proposition de décision : L’assemblée générale donne décharge, à chacun des administrateurs de la société ayant exercé sa fonction durant l’exercice comptable clôturé le 31 décembre 2006 pour l’exercice de son mandat durant cet exercice comptable. 4. Rémunération du capital. Proposition de décision : L’assemblée générale proposera de rémunérer le capital. 5. Divers. Proposition : les points que les personnes présentes désireraient proposer, à l’assemblée générales seront acceptés. Afin de permettre un enregistrement aisé, les participants, à l’assemblée générale sont priés d’être présents au moins un quart-heure avant la début de cette assemblée. Le conseil d’administration. (AXPC-1-7-09601/28.06)

(31440)


35615

rue sur les Communes 31, 4550 NANDRIN

Administrations publiques et Enseignement technique


Openbare Besturen en Technisch Onderwijs

Assemblée ordinaire au siège social le 13/7/2007, à 16 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers.

PLACES VACANTES − OPENSTAANDE BETREKKINGEN

IMMOCOR, société anonyme,

(AOPC-1-7-09594/28.06)

MODIVEN, société anonyme, rue des Bergeronnettes 6, 7822 GHISLENGHIEN Numéro d’entreprise 0400.008.895

Assemblée ordinaire au siège social le 13/7/2007, à 11 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-09591/28.06)

Groep T

(31441)

(31442)

SINGIE, naamloze vennootschap,

GROEP T is een internationaal georiënteerde hogeschool die onderwijs, onderzoek en dienstverlening onderneemt in Engineering, Enterprising en Educating. GROEP T wil in zijn ingenieursopleidingen en lerarenopleidingen een omgeving creëren waarin studenten en docenten zich kunnen ontplooien doorheen het beleven van de kernactiviteiten Engineering, Educating en Enterprising en dat zowel lokaal als internationaal. Om deze strategische visie mee te helpen ondersteunen en om te zetten in operationele activiteiten zijn wij op zoek naar : Medewerker boekhouding (m/v) Tot zijn/haar taken behoren : Ondersteuning van de verantwoordelijke voor de algemene boekhouding inzake de aankoopadministratie, het verwerken en de controle van aankoopfacturen, het opvolgen van betalingen, de opmaak en verwerking van verkoopfacturen alsook de jaarlijkse rapportering. Verantwoordelijk voor de eindcontrole van financiële data in de geïntegreerde databank en het beheer van deeltoepassing(en)

Eikenlaan 42, 2980 HALLE (KEMPEN)

Ondersteunen en sturen van de administratieve processen naar efficiëntere en meer geautomatiseerde toepassingen en het beschrijven van deze processen.

Ondernemingsnummer 0477.935.232

Profiel : Algemene vergadering op de zetel op 26/7/2007, om 20 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Ontslag en benoeming bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-04556/28.06)

(31443)

Ervaring in een gelijkaardige functie in een onderneming en/of instelling voor hoger onderwijs. Kennis van het Engels is vereist. Goede kennis van de courante informaticapakketten (Word, Excel, Access, Proacc en/of aanverwante pakketten).

Société bruxelloise d’Entreprises et de Travaux, en abrégé : « Bruxentra », société anonyme,

Medewerker directiesecretariaat (m/v) Tot zijn/haar taken behoren :

rue sur les Communes 31, 4550 NANDRIN

Verzorgen van het directiesecretariaat.


Assemblée ordinaire au siège social le 13/6/2007, à 14 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-09593/28.06)

Opleiding hoger onderwijs/universiteit.

(31444)

Assisteren bij internationale samenwerkingsprojecten, in het bijzonder in de regio Zuid-Oost Azië, met regelmatig verblijf in het buitenland. Verzorgen van logistieke en organisatorische taken. Profiel : Universitaire opleiding. Ervaring in een gelijkaardige functie in een onderneming en/of instelling voor hoger onderwijs. Grondige kennis van Engels en Chinees is vereist.

TRANSAQUA, naamloze vennootschap,

Voldoende kennis van de courante informaticapakketten.

Riemstraat 43, 2000 ANTWERPEN Ondernemingsnummer 0453.185.582 — RPR Antwerpen

Onderwijsmedewerker decanaat (m/v) Tot zijn/haar taken behoren : Planning en organisatie van de Leuven Engineering School.

Algemene vergadering op de zetel op 23/7/2007, om 16 uur. Agenda : Jaarverslag van de raad van bestuur over het boekjaar eindigend op 31/3/2007. 2. Goedkeuring jaarrekening per 31/3/2007. 3. Bestemming van het resultaat. 4. Bezoldiging van de raad van bestuur. 5. Kwijting aan de bestuurders. 6. Ontslag en benoeming. 7. Varia. (AOPC-1-7-04636/28.06)

(31445)

Het beheer van studentendossiers. Algemene ondersteuning van onderwijs en onderzoek. Informatiebeheer. Profiel : Opleiding hoger academisch onderwijs/universiteit.

35616


Feeling voor administratieve werking.

ICT-helpdeskmedewerker (m/v) : 100 % ATP-medewerker niveau B of C afhankelijk van diploma en relevante ervaring.

Kennis van het Engels is vereist.

De aanstelling gebeurt in eerste instantie voor een periode van één jaar ter beoordeling van de geschiktheid voor een opdracht van langere duur. Voor interne kandidaten kan via ambtswijziging onmiddellijk een dienstverband van langere duur toegekend worden. De inschaling kan gebeuren op basis van de wettelijk vereiste diploma’s of op basis van niveauverbonden deskundigheid.

Kennis van de courante informaticapakketten. Service-minded naar personeel en studenten. Verantwoordelijke boekhouding (m/v) Tot zijn/haar taken behoren : Verantwoordelijk voor de orderadministratie, de algemene en analytische boekhouding, het kasbeheer en de inventaris. Voorbereiding van de rapportering ten aanzien van de overheden o.l.v. manager financiën.

De aanstellingen gebeuren uiterlijk met ingang van het nieuwe academiejaar op 24 september 2007. Kandidaatstellingen worden verwacht voor 9 juli 2007 ter attentie van Arthur D’Huys op volgend adres : [email protected] met duidelijke vermelding van de functie waarvoor u solliciteert. (31238)

Regelmatige financiële rapportering aan het management van de hogeschool. Opvolging van specifieke procedures of toegewezen projecten of dossiers.

Gemeente Westerlo

Instaan voor de implementatie van software voor het managen van het aankoopproces en bijhorende budgetopvolging i.s.m. de ICT-eenheid.

Het gemeentebestuur van Westerlo gaat over tot de aanwerving in contractueel verband van een voltijds m/v :

Profiel : Opleiding hoger onderwijs/universiteit. Minstens 10 jaar ervaring in een gelijkaardige functie in een dynamische onderneming en/of instelling voor hoger onderwijs. Kennis van het Engels is vereist. Kennis van de courante informaticapakketten (Word, Excel, Access, Proacc en aanverwante pakketten). Beschikken over leidinggevende capaciteiten om een team van medewerkers te begeleiden, hun activiteiten te plannen en te evalueren. ICT helpdeskmedewerker (m/v) Als ICT helpdesk-medewerker zorg je voor eerstelijn ondersteuning van studenten, docenten en eventuele derden in dit dynamische landschap. Tot zijn/haar taken behoren : Algemene dagelijkse ondersteuning aan het management en de administratie, de docenten en studenten op het vlak van ICT-toepassingen.

Systeembeheerder (B1-B3) Een werfreserve van twee jaar wordt aangelegd. Voorwaarden : minimaal een diploma hoger onderwijs van het korte type; slagen voor een aanwervingsexamen. Meer info : Communicatiedienst; e-mail : [email protected]; tel. 014-53 91 77. Interesse ? Stuur je sollicitatiebrief met curriculum vitae en een kopie van het vereiste diploma, uiterlijk op 20 juli 2007, aangetekend naar het college van burgemeester en schepenen, Boerenkrijglaan 61, te 2260 Westerlo. Datum poststempel telt. Sollicitaties per e-mail worden niet aanvaard. Functiebeschrijving, takeninventaris en bijkomende inlichtingen zijn te bekomen op de personeelsdienst, tel. 014-53 91 74, e-mail : [email protected]. (31239)

Medewerking aan het onderhoud, upgraden, installaties en herstellingen aan het computerpark.

Gemeente Lochristi

Mee de permanentie bewaken van de ICT-helpdesk gedurende de openingsuren (ook ’s avonds en zaterdagvoormiddag).

Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Lochristi maakt bekend dat een gelijktijdig en identiek aanwervingsexamen wordt geoganiseerd met het oog op een nakende aanstelling en het aanleggen van twee werfreserves (geldigheidsduur 3 jaar) : enerzijds voor de betrekking van diensthoofd openbare werken, en anderzijds voor de betrekking van toezichter openbare werken (m/v).

Profiel : Minimaal een diploma van secundair onderwijs, aangevuld met een bijkomende opleiding in informatica. Een goede kennis van Windows operating-systems, Internet en e-mail is noodzakelijk evenals inzichten in en vaardigheiden met betrekking tot PC-hardware en MS-Office. Ervaring met helpdesk-procedures strekt tot aanbeveling. Je bent klantgericht, vriendelijk en behulpzaam en flexibel in de arbeidsregeling gedurende de openingsuren van de hogeschool. Voor een correcte service naar onze buitenlandse studenten beheers je ook voldoende het Engels. Voor bovenstaande functies bieden wij : medewerker niveau A11

boekhouding

(m/v) :

Beknopte functiebeschrijving : diensthoofd openbare werken : algemene leiding van de dienst openbare werken (administratieve luik) : adviesverlening, voorbereiding en afwerking dossiers college en gemeenteraad i.v.m. openbare werken en overheidsopdrachten (wegen, rioleringen, gebouwen), enz.; toezichter openbare werken : opvolging overheidsopdrachten (werken/diensten uitgevoerd door derden); controle werken door aannemers, opmetingen, opvolging werken door nutsmaatschappijen, kwaliteitscontroles, enz. Bruto maandwedde : min. 2.549,53 euro, max. 4.486,47 euro.

100

%

ATP-medewerker

medewerker directiesecretariaat (m/v) : 100 % ATP-medewerker niveau A21 onderwijsmedewerker decanaat (m/v) : 100 % ATP-medewerker niveau A21 verantwoordelijke boekhouding (m/v) : 100 % ATP-medewerker niveau A21

Bijkomende voordelen : maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, gunstige vakantieregeling. Toelatings- en aanwervingsvoorwaarden (beknopt) : Minstens houder zijn van één van volgende (master)diploma’s : industrieel ingenieur bouwkunde (optie bouwkunde of optie landmeten); architect.

35617

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Slagen voor een niet-vergelijkend aanwervingsexamen, de geslaagden in het examen worden nadien onderworpen aan een psycho-technische proef. De kandidaturen, vergezeld van een uitgebreid curriculum vitae en een afschrift van het diploma, dienen uiterlijk op 19 juli 2007 bij aangetekende zending toe te komen bij het college van burgemeester en schepenen, Dorp-West 52, 9080 Lochristi. De kandidaturen dienen uitdrukkelijk te vermelden voor welke betrekking gesolliciteerd wordt (diensthoofd o.w., toezichter o.w. of beide). Meer info (uigebreide brochure met details) bij de personeelsdienst (tel. 09-355 51 51, toestel 370, 371, 373 of 460). (31240)

bibliothecaris (m/v), voltijds. Als bibliothecaris werk je in teamverband, waardoor je met alle aspecten van het bibliotheekwerk in aanraking komt. Binnen het team heb je specifieke opdrachten. De kandidaat zal voornamelijk worden belast met algemene zorg voor de verschillende collecties, uitleenadministratie en catalografie. De taken worden afgesproken met het diensthoofd. Profiel : Diploma’s en ervaring : academisch niveau (licentiaat/master) of daaraan gelijkgesteld, aangevuld met : een universitaire bibliotheekschool;

bibliotheekopleiding,

of

volledige

cyclus

ervaring in de bibliotheeksector is wenselijk; Hogeschool voor Wetenschap & Kunst

aantoonbare interesse voor Kunst en Architectuur. Algemene vereisten :

De Hogeschool voor Wetenschap & Kunst, partner in de Associatie K.U.Leuven, campus Sint-Lucas Brussel en Gent, biedt volgende vacante betrekkingen aan : 1 Functie : 100 % bibliothecaris (m/v) in de Sint-Lucasbibliotheek van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst, departement Architectuur op de campus Brussel (vacature 2007-21). Functiebeschrijving : Binnen de Sint-Lucasbibliotheek van het departement Architectuur van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst, campus Brussel bestaat vanaf 1 oktober 2007 een vacature voor een bibliothecaris (m/v), voltijds. Als bibliothecaris heb je de leiding van het bibliotheekteam, maar planning en taakverdeling gebeuren vanuit een sterke collegialiteit. De beperkte omvang van het bibliotheekteam heeft als gevolg dat je met alle aspecten van het bibliotheekwerk in aanraking komt. Je rapporteert rechtstreeks aan het departementshoofd. Profiel : Diploma’s en ervaring : academisch niveau (licentiaat/master) of daaraan gelijkgesteld, aangevuld met : een universitaire bibliotheekschool;

bibliotheekopleiding,

of

volledige

cyclus

ervaring in de bibliotheeksector is wenselijk; aantoonbare interesse voor actuele tendensen in de architectuurwereld. Algemene vereisten : Grondige kennis van de werking van de bibliotheek; Kennis van het Libis-bibliotheeksysteem (Aleph); ICT competenties; Sociale vaardigheden. Aanbod : Statutaire tijdelijke aanstelling voor een opdracht van 100 % met ingang van 1.10.2007 tot 30.9.2008 met mogelijkheid tot verlenging. Salarisschaal : 585 (info : http://www.ond.vlaanderen.be/wedde/ weddenschalen/overzicht.htm) Gelieve vóór 4 juli te reageren. Meer informatie :

Grondige kennis van de werking van de bibliotheek; Kennis van het Libis-bibliotheeksysteem (Aleph) - ICT competenties; Sociale vaardigheden. Aanbod : Statutaire tijdelijke aanstelling voor een opdracht van 100 % met ingang van 1.10.2007 tot 30.9.2008 met mogelijkheid tot verlenging. Salarisschaal : 585 (info : http://www.ond.vlaanderen.be/wedde/ weddenschalen/overzicht.htm). Gelieve vóór 30 juni te reageren. Meer informatie : Indien je concrete vragen hebt over de functie-inhoud kan je contact opnemen met Rik Vanherreweghen, ([email protected]). 3 Functie : 30 % Praktijklector Interieurvormgeving (vacature 200733). Functiebeschrijving : De praktijklector wordt voornamelijk ingeschakeld in de opleiding ’interieurvormgeving’. De profielbeschrijving van deze opleiding is te vinden op : http://www.architectuur.sintlucas.wenk.be De taak bestaat uit de begeleiding en ondersteuning van het ontwerpatelier interieurvormgeving. Hij of zij werkt mee aan de uitbouw en permanente actualisering van de professionele bachelor. Hij/zij bouwt mee aan een opleiding welke toepassings- en ervaringsgericht is met het oog op een directe inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. Het leren ontwerpen vormt de wezenlijke kern van de opleiding Interieurvormgeving. Hij of zij bezit het conceptueel denken en heeft een grote affiniteit met de tactiele uitvoering. Het studiedomein bevat alle interieure situaties. Het gaat om het inrichten van omgevingen, en inrichten betekent het interieur tot spiegel maken van het dagdagelijkse leven en van de ″memories and dreams″... ″Interior design reflects the strong passions of culture″- Ettore Sottsass.

Indien je concrete vragen hebt over de functie-inhoud kan je contact opnemen met Georges Vande Winkel, ([email protected])

De kandidaat/ate zal functioneren binnen de vakgroep ontwerpen. Hij of zij werkt in permanent overleg met de collega’s over de jaren heen.

2 Functie : 100 % medewerker als bibliothecaris (m/v) in de SintLucasbibliotheek van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst, departementen Architectuur en Beeldende Kunst, op de campus Gent (vacature 2007-22).

Hij of zij maakt deel uit van de werkgroep ontwerpen, welke op regelmatige basis vergadert.

Functiebeschrijving : Binnen de Sint-Lucasbibliotheek van de departementen Architectuur en Beeldende Kunst van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst, campus Gent bestaat vanaf 1 oktober 2007 een vacature voor een

Hij/zij heeft een bijzonder affiniteit met het hedendaags interieure gebeuren, de hedendaagse architectuurscene en actuele kunstvormen (plastische en podiumkunsten). Hij/zij confronteert de student(e) met visies, mogelijkheden, middelen en kritiek om hem/haar te leren een degelijk proces te structuren, te beheersen en om te zetten in een reële waarneming.

35618


Hierdoor kan de student, op een zowel inventieve, creatieve als inzichtelijke wijze, zich nog duidelijker affirmeren in het domein van de interieurvormgever. Profiel : Wij zijn op zoek naar een lector met zin voor reflexie en actualiteit, om het ontwerpproces pedagogisch en motiverend te sturen en alzo de studenten responsabiliserend te integreren in het vormingsproces. Minimum 5 jaar praktijkervaring.

Profiel : Kandidaten hebben een bachelor diploma richting chemie optie milieuzorg, richting landschaps- en tuinarchitectuur of gelijkwaardig door ervaring; Kandidaten hebben voeling met bos-, natuur- en landschapsbeheer en -onderzoek; Kandidaten hebben goede kennis inzake identificatie van kruidachtigen, struiken en bomen en inzake het uitvoeren van bosbouw-, vegetatie- en/of landschapskundige opnamen;

Communicatief naar studenten en collega’s. Beheerst de digitale teken- en beeldtaal. Bijzondere interesse voor het professioneel hoger onderwijs (professionele bachelor). Diploma van professioneel of academisch niveau zoals o.a. interieurvormgever, interieurarchitect.

Kandidaten hebben een goede fysieke conditie (veel en zwaar buitenwerk, in Belgische weersomstandigheden); Kandidaten kunnen nauwgezet werken;

De opgeroepen kandidaat postuleert met een portfolio van eigen ontwerpen enlof werkervaring.

Kandidaten zijn in het bezit van de nodige technische bagage, een zekere handigheid is noodzakelijk;

Aanbod : statutaire aanstelling voor een opdracht van 30 % met ingang van 1.10.2007 tot 30.9.2008 met mogelijkheid tot verlenging. Salarisschaal : 316 (info : http://www.ond.vlaanderen.be/wedde/ weddenschalen/overzicht.htm).

Kandidaten kunnen zelfstandig en in team werken, samen met andere technici een semestriële planning opmaken;

Geïnteresseerden voegen bij hun kandidaatstelling een uitgebreid CV en een inhoudsvoorstel voor de omschreven cursussen. Gelieve vóór 15 juli te reageren. Meer informatie :

Kandidaten kunnen goed werken met tekstverwerkingsprogramma’s, rekenbladen en (GIS) databestanden; Praktische kennis van andere talen is een pluspunt; Kandidaten hebben een rijbewijs B.

Indien je concrete vragen hebt over de functie-inhoud kan je contact opnemen met Raf Van den Storm ([email protected]). Solliciteren voor bovenstaande vacante betrekkingen kan op volgende manier : Stuur je sollicitatiebrief, CV met vermelding van het vacaturenummer en een kopie van je identiteitskaart naar Maaike De Vos, Diensthoofd personeelsadministratie, Hoogstraat 51, 9000 Gent, of reageer via e-mail : [email protected] Bij indiensttreding wordt onmiddellijk een kopie van de bankrekening waarop de wedde wordt gestort, gestuurd naar de personeelsadministratie, Hoogstraat 51, 9000 Gent. (31241)

Katholieke Universiteit Leuven

Selectieproeven : Preselectie op basis van elementen uit het profiel. Proeven en/of interviews in verband met bovengenoemde taken. Wij bieden : Een halftijdse tewerkstelling voor onbepaalde duur met ingang van 1 september 2007 (de eerste zes maanden tijdelijk), gekoppeld aan een salaris in graad 4. Werkuren zijn overeen te komen. Plaats van tewerkstelling is Campus Heverlee. Hoe solliciteren ?

Voor de Groep Wetenschap & Technologie, Departement Landbeheer en -economie, Afdeling bos, natuur en landschap zoeken wij een halftijdse technicus bos, natuur en landschap (m/v) - VBD200726W Doel van de functie : Technisch ondersteunen van het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek op het vlak van bosbouw, natuurbeheer, landschapsplanning en agrarisch landgebruik.

Interesse ? Surf naar http://www.kuleuven.be/personeel/jobsite/ vacatures.htm en solliciteer online. Voor meer informatie kan u contact opnemen met Guy Thys, tel. : 016-32 83 13. De kandidaturen moeten binnen zijn op de Personeelsdienst uiterlijk op 25/07/2007. K.U.Leuven voert een gelijkekansen- en diversiteitsbeleid.

Opdrachten : U zorgt, samen met de andere technici van de afdeling, voor de ondersteuning van het wetenschappelijk onderzoek : dit kan zowel terrein- als experimenteel onderzoek zijn; U verzamelt, planten-,...);

prepareert

en

analyseert

monsters

(31242)

UZ Gent

(bodem-,

U helpt bij het inventariseren en karteren van landgebruik (bos, natuur, landbouw) en landschap; U staat mee in voor ondersteuning van thesisstudenten; U bent medeverantwoordelijk voor het uitdenken, uitwerken en bijsturen van experimentele opstellingen; U bent mede verantwoordelijk voor algemene logistieke ondersteuning op het niveau van de organisatie (ontlenen veldmateriaal, orde labo, beheer serre,...); U assisteert bij practica en lessen van de diplomarichting landen bosbeheer.

Het UZ Gent zoekt momenteel (m/v) : Voltijds laboratoriumsupervisor dienst medische genetica Uiterste inschrijvingsdatum : vrijdag 20 juli 2007. Interesse ? Stuur je curriculum vitae, een kopie van de vereiste diploma’s samen met een begeleidende brief (m.v.v. de functietitel) via mail naar [email protected] of per post naar UZ Gent, dienst rekrutering & selectie (11K12E), De Pintelaan 185, 9000 Gent (tel. 09-240 48 95 fax 09-240 58 57). (31437)


35619

Justice de paix du premier canton de Huy

Actes judiciaires et extraits de jugements Gerechtelijke akten en uittreksels uit vonnissen

Publication faite en exécution de l’article 488bis e, § 1er du Code civil

Suite à la requête déposée le 4 juin 2007, par jugement du juge de paix du premier canton de Huy, rendu le 13 juin 2007, Mme Durieux, Céline Marcelle, née le 7 décembre 1922 à Mons, domiciliée « Les Prés Brions », rue de l’Arène 2/A, à 4500 Ben-Ahin, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de : Me Malta, Dominique, avocat, dont l’étude est établie place Saint-Lambert 70/b01, à 4000 Liège. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Fleussu, Nicole. (66722)

Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 488bis e, § 1 van het Burgerlijk Wetboek

Désignation d’administrateur provisoire Aanstelling voorlopig bewindvoerder

Justice de paix du canton de Boussu

Suite à la requête déposée le 7 juin 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Boussu, rendue le 14 juin 2007, Mme Fooz, Christine, née à Mons le 21 février 1963, domiciliée à 7380 Baisieux, rue Alphonse Scouvemont 110B, mais se trouvant actuellement à 7301 Hornu, Centre hospitalier « Hornu-Frameries », route de Mons 63, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Lidwine Ledent, avocat dont le cabinet est sis à 7387 Onnezies, rue des juifs 5bis. Pour extrait conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) Yperman, Christine. (66718)

Suite à la requête déposée le 9 mai 2007, par jugement du juge de paix du premier canton de Huy, rendu le 23 mai 2007, Mme Vanderbruggen, Danièle Jeanne Renée, de nationalité belge, née le 3 avril 1954 à Liège, sans profession, divorcée, domiciliée rue Rioul 13/21, à 4500 Huy, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de : Me Tordeur, Véronique, avocat, dont l’étude est établie rue de la Motte 41, 4500 Huy. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Gendebien-Gautot, Liliane. (66723)

Suite à la requête déposée le 9 mai 2007, par jugement du juge de paix du premier canton de Huy, rendu le 23 mai 2007, Mme Wery, Mélina Josette Michèle, née le 9 septembre 1987 à Liège, sans profession, célibataire, domiciliée rue Rioul 13/21, à 4500 Huy, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de : Me Tordeur, Véronique, avocat, dont l’étude est établie rue de la Motte 41, 4500 Huy. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Gendebien-Gautot, Liliane. (66724)

Justice de paix du canton de Fléron Justice de paix du troisième canton de Liège Suite à la requête déposée le 5 juin 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Fléron, rendue le 14 juin 2007, Mme Messineo, Giuseppina, née le 21 mars 1951, à Petralia (Italie), sans profession, domiciliée rue des Cloutiers 26, 4621 Retinne, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Deventer, Olivier, avocat au Barreau de Liège, domicilié rue E. Vandervelde 109, 4624 Romsée. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Joseph Leruth. (66719)

Suite à la requête déposée le 5 juin 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Fléron, rendue le 14 juin 2005, M. Persia, Luigi, né le 16 juillet 1953, invalide, marié, domicilié rue des Cloutiers 26, 4621 Retinne, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Deventer, Olivier, avocat au Barreau de Liège, domicilié rue E. Vandervelde 109, 4624 Romsée. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Joseph Leruth. (66720)

Suite à la requête déposée le 24 mai 2007, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 18 juin 2007, M. Acedo Ordonez Ricardo, né le 18 novembre 1973 à Liège, domicilié rue Sainte Walburge 101, 4000 Liège, de résidence à Agora Montagne Sainte Walburge 4a, 4000 Liège, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de M. Henquet, Yves-Paul, avocat, domicilié rue Fabry 13, 4000 Liège. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Bouchoms, Jacques. (66725)

Suite à la requête déposée le 18 mai 2007, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 18 juin 2007, M. Baggi, Marc, né le 16 juin 1980, domicilié rue Renory 202, 4031 Angleur, de résidence à Agora Montagne Sainte Walburge 4a, 4000 Liège, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Perin, Julie, domiciliée rue Paul Devaux 2, 4000 Liège. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Bouchoms, Jacques. (66726)

Justice de paix du canton de Fosses-la-Ville

Suite à la requête déposée le 16 mai 2007, par ordonnance de Mme le juge de paix du canton de Fosses-la-Ville, rendue le 20 juin 2007, Mme Vandemoortele, Alexandra, née le 18 avril 1987 à Ixelles, domiciliée rue de Falisolie 102, à 5070 Le Roux, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de son père : M. Vandemoortele, Jean-Marie Camille, né le 27 août 1957 à Etterbeek, comptable, domicilié Kleinenbergstraat 69B, à 1932 Sint-Stevens-Woluwe. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Lesire, Huguette. (66721)

Suite à la requête déposée le 25 mai 2007, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 18 juin 2007, Mme Brouwers, Sylvia, née le 5 septembre 1963, domiciliée rue Saint Nicolas 552, 4000 Liège, de résidence à Agora Montagne Sainte Walburge 4a, 4000 Liège, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Chapelier, Joël, avocat, dont l’étude est établie chaussée de Gaulle 20, 4000 Liège. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Bouchoms, Jacques. (66727)

35620


Suite à la requête déposée le 24 mai 2007, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 18 juin 2007, M. De Selys, Pascal, né le 14 mai 1985 à Verviers, domicilié rue de Liège 20, 4800 Verviers, de résidence à Agora Montagne Sainte Walburge 4a, 4000 Liège, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Poncin, Bénédicte, avocat, dont l’étude est sise quai des Tanneurs 22, 4020 Liège. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Bouchoms, Jacques. (66728)

Suite à la requête déposée le 18 mai 2007, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 18 juin 2007, Mme Huysecom, Marie-Louise, résidence Prince de Liège, Place des Déportés 9, 4000 Liège, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Stipulanti, Mattia, avocat, dont l’étude est sise rue Mandeville 60, 4000 Liège.

Justice de paix du canton de Limbourg-Aubel, siège de Limbourg

Par ordonnance du juge de paix du canton de Limbourg-Aubel, siège de Limbourg, en date du 20 juin 2007, les pouvoirs de Me Defrance, Pierre, administrateur provisoire des biens de M. Pleyers, Frédéric, né à Eupen le 14 juillet 1978, domicilié à 4840 Welkenraedt, rue SaintPaul 145/RC, ont été modifiées comme suit : « décidons,... de rendre à la personne protégée, M. Pleyers, Frédéric,... la gestion temporaire et partielle d’une partie de ses revenus pour une période probatoire d’un an. ... que M. Pleyers, Frédéric, sera mis temporairement sous conseil judiciaire,... en la personne et la nouvelle fonction, restreinte cette fois, de son administrateur provisoire, Me Defrance, Pierre-Eric, avocat, ayant son cabinet à 4800 Verviers, rue des Martyrs 24. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Chantal Houyon. (66734)

Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Bouchoms, Jacques. (66729) Justice de paix du canton de Malmedy-Spa-Stavelot, siège de Stavelot Suite à la requête déposée le 4 juin 2007, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 19 juin 2007, M. Marinelli, Antonio, né le 22 mars 1927 à Ururi (Italie), domicilié place des Déportés 9, 4000 Liège, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Marinelli, Angelina Maria, née le 26 janvier 1954 à Ururi (Italie), domiciliée rue de Volgograd 13, 4000 Liège. Pour extrait conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) Boisdequin, Cécile. (66730)

Suite à la requête déposée le 25 mai 2007, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 18 juin 2007, M. Mestdagt, Cédric, né le 8 mai 1977 à Liège, de résidence à Agora Montagne Sainte Walburge 4a, 4000 Liège, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Girouard, Françoise, avocat, dont l’étude est sise rue Gilles Demarteau 8, 4000 Liège. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Bouchoms, Jacques. (66731)

Suite à la requête déposée le 18 mai 2007, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 18 juin 2007, M. Renard, Stéphane, né le 8 janvier 1966 à Ougrée, domicilié rue Sainte Anne 20, 4800 Verviers, de résidence à Agora Montagne Sainte Walburge 4a, 4000 Liège, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Poncin, Bénédicte, avocat, dont l’étude est sise quai des Tanneurs 22, 4020 Liège. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Bouchoms, Jacques. (66732)

Par ordonnance de M. le juge de paix du canton de Malmedy-SpaStavelot, siège de Stavelot, en date du 18 juin 2007, M. Jean-Marc Lambotte, né à Huy le 23 janvier 1959, domicilié rue du Batty 22, à 6990 Hotton, résidant au C.H.S. « L’accueil », rue du Doyard 15, à 4990 Lierneux, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de M. Charles Crespin, rue Neuve 113, à 4970 Stavelot. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Grogna, Christiane. (66735)

Par ordonnance de M. le juge de paix du canton de Malmedy-SpaStavelot, siège de Stavelot, en date du 18 juin 2007, Mme Astrid Lamby, née à Saint-Vith le 13 octobre 1985, domiciliée Biertasetsche 1, à 4960 Malmedy, résidant au C.H.S. « L’accueil », rue du Doyard 15, à 4990 Lierneux, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de M. Charles Crespin, rue Neuve 113, à 4970 Stavelot. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Grogna, Christiane. (66736)

Justice de paix du canton de Marche-en-Famenne-Durbuy siège de Durbuy

Justice de paix du canton de Liège IV

Suite à la requête déposée le 7 mai 2007, par décision du juge de paix du canton de Liège IV, rendue le 12 juin 2007, Mme Regnier, Laure Maria Lambertine Elisabeth, mariée à Bosman, Léon, née le 11 mars 1919 à Fléron, pensionnée, domiciliée rue des Courteaux 110, à 4032 Chênée, résidant résidence les Mésanges, voie de Liège 150, à 4053 Embourg, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Deventer, Olivier, avocat, dont les bureaux sont rue Emile Vandervelde 109, à 4624 Romsée. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Frankinet, Régine. (66733)

Suite à la requête déposée le 24 mai 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Marche-en-Famenne-Durbuy, siège de Durbuy, rendue le 13 juin 2007, Mme Sprumont, Mariette Elise Gustavine Lambertine Ghislain, Belge, née le 20 avril 1928 à Hody, sans profession, veuve, domiciliée avenue de l’Abbaye 18a, à 4160 Anthisnes, résidant home Véronique Petit Barvaux 60, à 6940 Barvaux-sur-Ourthe, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de M. Fisse, Damien, avocat, dont les bureaux sont situés avenue de la Gare 10, bte 9, à 6980 La Roche-en-Ardenne. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Leruth, Corine. (66737)

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Justice de paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean

Suite à la requête déposée le 16 mai 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean, rendue le 8 juin 2007, Mme Julienne De Wint, née à Bruxelles le 11 mai 1925, domiciliée à 1080 Molenbeek-Saint-Jean, avenue des Myrtes 44, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Géraldine Balthazar, avocate, boulevard de Waterloo 95, à 1000 Bruxelles. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Martine Rimaux. (66738)

Justice de paix du canton de Mouscron-Comines-Warneton, siège de Comines-Warneton

Suite à la requête déposée le 29 mai 2007 et par ordonnance du juge de paix du canton de Mouscron-Comines-Warneton, siège de CominesWarneton, rendue le 18 juin 2007, Mme Dubacq, Isabelle, née le 8 décembre 1979 à Armentières (F), domiciliée rue Paul Roose 13, à 7783 Le Bizet, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Muriel Saintrond, avocate, ayant son cabinet à 7780 Comines, rue des Combattants 3. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Brysse, Francis. (66739)

Justice de paix du premier canton de Namur

Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Namur prononcée en date du 19 juin 2007 (RG.N° 07A1025), Demarque, Bernadette, née à Louvain le 28 février 1940, domiciliée à 5000 Namur, rue Antoine Del Marmol 8, et résidant à 5002 Saint-Servais, rue de Bricgniot 205 (hôpital du Beau Vallon), a été déclarée hors d’état de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, à savoir, M. Olivier Lefert, domicilié à 5350 Evelette, rue des Comognes 5. Namur, le 20 juin 2007. Pour extrait conforme : le greffier-adjoint, (signé) Angélique Capelle. (66740)

Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Namur prononcée en date du 19 juin 2007 (RG.N° 07A1089), Naniot, Monique, née le 19 novembre 1938, domiciliée chaussée de Marche 256, bte 5, à 5100 Jambes, et résidant à 5002 Saint-Servais, rue de Bricgniot 205, hôpital du Beau Vallon, a été déclarée hors d’état de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, à savoir, Me Marie-Noële Oudewater, avocat, dont le cabinet est établi à 5030 Gembloux, rue du Coquelet 24 d1. Namur, 19 juin 2007. Pour extrait conforme : le greffier-adjoint, (signé) Angélique Capelle. (66741)

35621

Justice de paix du canton de Nivelles

Suite aux requêtes déposées les 1er juin 2007 et 20 juin 2007, par ordonnances du juge de paix du canton de Nivelles, rendues les 4 juin 2007 et 20 juin 2007, Mme Lhermitte, Geneviève, née le 16 novembre 1966 à Bruxelles, domiciliée avenue Général Jacques 42, à 1400 Nivelles, résidant prison de Berkendael, rue Berkendael 42-44, à 1190 Forest, a été déclarée incapable de gérer et d’administrer son patrimoine et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Janssens, Michel, avocat de résidence rue de la Procession 25, à 1400 Nivelles, avec la mission limitée de représenter Mme Lhermitte, Geneviève, dans le cadre de la gestion de son patrimoine et prendre de concert avec les indivisaires, toutes mesures conservatoires pour assurer la sauvegarde de ses intérêts. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Vanpé, Marc. (66743)

Justice de paix du canton de Saint-Hubert-Bouillon-Paliseul siège de Saint-Hubert

Suite à la requête déposée le 25 avril 2007, par jugement du juge de paix du canton de Saint-Hubert-Bouillon-Paliseul, siège de SaintHubert, rendu le 21 juin 2007, Mme Dardenne, Denise, née le 31 mars 1918, domiciliée à la résidence Les Allouins, rue Grande, à 6927 Tellin, a été déclarée totalement et définitivement incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Dardenne, Marie-José, domiciliée rue des Récollets 10, à 5580 Jemelle. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Hélène Mathieu. (66744)

Justice de paix du canton de Seraing

Suite à la requête inscrite au greffe le 30 mai 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Seraing, rendue le 13 juin 2007, Vanvinckenroye, Phina Marie Ablonie, de nationalité belge, née le 27 mai 1923 à Hognoul, veuve, Moers, Joseph, pensionnée, domiciliée à 4100 Seraing, place des Tourterelles 3/0051, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de sa fille, Moers, Camille, née le 6 février 1955 à Waremme, divorcée en premières noces de Blais, Daniel et épouse en secondes noces de Grinbaum, Alain, ouvrière-société de services, domiciliée à 4000 Liège, rue Saint-Gilles 345, bte 62. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jean-Marie Fouarge. (66745)

Justice de paix du second canton de Tournai Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Namur prononcée en date du 19 juin 2007 (RG.N° 07A1345), Verryt, Muriel, née à Namur le 9 septembre 1968, domiciliée à 5002 Saint-Servais, chaussée de Waterloo 303, et résidant au C.H.R., avenue Albert 1er 185, à 5000 Namur, a été déclarée hors d’état de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, à savoir, Me Isabelle Bilquin, avocat, dont le cabinet est établi à 5000 Namur, rue Lucien Namêche 19. Namur, 19 juin 2007. Pour extrait conforme : le greffier-adjoint, (signé) Angélique Capelle. (66742)

Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai, rendue le 15 juin 2007, M. Calbert, Christophe, né le 29 mai 1970 à Cologne (Allemagne), domicilié à 7500 Tournai, rue Jean de Mesgrigny 11, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de M. Brunelle, Vincent, domicilié à 7540 Tournai (Kain), rue de l’Union 51. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Danielle Delbart. (66746)

35622

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Justice de paix du premier canton de Wavre

Vredegerecht van het kanton Brasschaat

Suite à la requête déposée le 1er juin 2007, par ordonnance du juge de paix du premier canton de Wavre, rendue le 12 juin 2007, Tilliet, Geoffrey, né le 1er juin 2007, domicilié à 1330 Rixensart, rue du Bazar 27, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Jacobs, Anne, domiciliée à 1330 Rixensart, rue du Bazar 27.

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Brasschaat, verleend op 15 juni 2007, werd Hoppenbrouwers, Joanna, geboren te Antwerpen op 13 november 1914, wonende te 2180 Ekeren (Antwerpen), Asterlaan 13, verblijvende in RVT De Mick, Papestraat 30, te 2930 Brasschaat, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. Jan Lodewijk, advocaat, kantoorhoudende te 2900 Schoten, Alice Nahonlei 74.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Smekens, Viviane. (66747)

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 21 mei 2007. Brasschaat, 20 juni 2007.

Vredegerecht van het kanton Aarschot

De hoofdgriffier, (get.) Ooms-Schrijvers, Maria.

Beschikking d.d. 14 juni 2007.

Vredegerecht van het derde kanton Brugge

Stellen vast dat Goyvaerts, Arthur, geboren te Putte op 24 februari 1939, mindervalide, wonende te 3200 Aarschot, Herseltsesteenweg 35, niet in staat is zijn goederen te beheren. Voegen aan deze persoon als voorlopig bewindvoerder toe : Goyvaerts, Charles Jozef Angelina, geboren te Putte op 24 april 1935, op rust, wonende te 2580 Putte, Mechelbaan 440/1, bus 4. Aarschot, 21 juni 2007. De hoofdgriffier, (get.) Anckaert, Luc.

(66751)

(66748)

Beschikking d.d. 13 juni 2007 van de heer vrederechter van het vredegerecht derde kanton Brugge. Verklaren dat Robert Verwilghen, geboren te Sint-Gillis-bijDendermonde op 12 maart 1922, wonende te 8300 Knokke-Heist, Elizabetlaan 69, bus 21, verblijvende in het RVT Lindenhove, Bremlaan 5, te 8300 Knokke-Heist, niet in staat is zijn goederen te beheren. Voegen toe als voorlopige bewindvoerder : Suzy Cooleman, advocaat, kantoorhoudende, te 8000 Brugge, Cordoeaniersstraat 17. Brugge, 21 juni 2007. De griffier, (get.) Van Der Veken, Monique.

(66752)

Vredegerecht van het tweede kanton Anderlecht Vredegerecht van het kanton Deinze Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Anderlecht, verleend op 11 juni 2007, werd de heer André Marbaix, geboren op 7 april 1929 te Lokeren, wonende te Sint-Agatha-Berchem, Gentsesteenweg 1046, in de home Schweitzer, niet in staat verklaart zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Mr. Magda Vandenhoutte, advocaat, Floréallaan 104, te 1180 Brussel (Ukkel), en dat vanaf de neerlegging van het verzoekschrift zijnde 4 april 2007. Voor eensluidend afschrift : de griffier, (get.) Ninanne, Mireille. (66749)

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Deinze, verleend op 20 juni 2007, werd De Weirdt, Raymond, geboren te Deurle op 23 juni 1912, gepensioneerde, wonende te 9831 Deurle, Keistraat 126, verblijvende te Pontstraat 165, te 9800 Deinze, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Verstringhe, Annick, advocaat, met kantooradres te 9000 Gent, Monterreystraat 16. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 18 mei 2007. Deinze, 20 juni 2007.

Vredegerecht van het vijfde kanton Antwerpen

Bij beschikking van de vrederechter van het vijfde kanton Antwerpen, verleend op 12 juni 2007, werd Piepers, Koen Maria Jean, geboren te Sint-Niklaas op 20 oktober 1978, arbeider, wonende te 2070 Zwijndrecht, Krijgsbaan 90, gedeeltelijk in staat zelf zijn goederen te beheren, doch kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Van Dam, Vincent, advocaat, met kantoor te 9120 Beveren-Waas, Pastoor Steenssensstraat 88 met beperkte opdracht, met name : de beschermde persoon te adviseren, bij te staan en te vertegenwoordigen na voorafgaandelijke machtiging van onzentwege om rechtshandelingen te stellen met belangrijke financiële implicaties zoals het aangaan van een huwelijkscontract, de aan- en verkoop van onroerend goed, de aan- en verkoop van waardevolle roerende goederen van boven de 2.500,00 EUR, aangaan van leningen, borgstellingen, persoonlijke en/of zakelijk zekerheden, enz. Antwerpen, 21 juni 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) François Huysmans. (66750)

Voor eensluidend Stevens.

uittreksel :

de

hoofdgriffier,

(get.)

Dora (66753)

Vredegerecht van het kanton Dendermonde-Hamme, met zetel te Dendermonde

Bij beschikking van de vrederechter Dendermonde-Hamme, met zetel te Dendermonde, verleend op 6 juni 2007, werd François, Marguerite, geboren te Appels op 12 oktober 1923, rusthuis Gentse Poort, 9200 Dendermonde, Gentse Steenweg 289, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Ediers, Konstantijn, advocaat, wonende te 9300 Aalst, Stationsstraat 12. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 30 april 2007. Dendermonde, 6 juni 2007. De adjunct-griffier, (get.) Peter De Bruycker.

(66754)

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Vredegerecht van het kanton Genk

Vredegerecht van het kanton Ieper II-Poperinge, zetel Ieper

Vonnis d.d. 20 juni 2007, verklaart Reynders, Henricus Franciscus, geboren te Kwaadmechelen op 6 juni 1930, wonende te 3945 Ham, Heuvelstraat 1, verblijvende Ziekenhuis Oost-Limburg Sint-Jan, Schiepsebos 6, te 3600 Genk, niet in staat zelf zijn goederen te beheren. Voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Reynders, Gustaaf Roger Marcel, gepensioneerd, wonende te 3581 Beverlo, Twaalf Meilaan 45. Genk, 21 juni 2007. De hoofdgriffier : (get.) Thijs, Lode.

35623

Vonnis d.d. 8 juni 2007. Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Ieper II-Poperinge, zetel Ieper, verleend op 8 juni 2007, werd de heer Parmentier, Johny, geboren te Ieper op 16 juli 1943, wonende te 8900 Ieper, Tulpenlaan 19, P.V.T. « Het Tempelhof », niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : de heer Vanryckeghem, Johan, wonende te 8900 Ieper, Wieltje 41. Ieper, 21 juni 2007.

(66755)

De hoofdgriffier : (get.) Alexander, Yves.

(66760)

Vredegerecht van het kanton Kontich Vonnis d.d. 20 juni 2007, verklaart Cavallari, Teresa, geboren te Torri del Benaco (Italië) op 4 maart 1930, gedomicilieerd te 3600 Genk, Linderstraat 25, verblijvende ZOL-Campus André Dumont, Stalenstraat 2, te 3600 Genk, niet in staat zelf haar goederen te beheren. Voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Peroni, Anna Maria, geboren te Genk op 3 augustus 1962, zelfstandige, wonende te 3600 Genk, Bornstraat 29. Genk, 21 juni 2007. De hoofdgriffier : (get.) Thijs, Lode.

(66756)

Beschikking, d.d. 19 juni 2007, verklaart Corluy, Ferdinand Walter, geboren te Boechout op 21 februari 1925, wonende te 2610 Wilrijk (Antwerpen), Sorbenlaan 42, verblijvende « De Hazelaar » VZW, woonen zorgcentrum, Witvrouwenveldstraat 1, te 2550 Kontich, niet in staat zelf zijn goederen te beheren en voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Corluy, Martine Maria Elsa, geboren te Jadotstad op 19 september 1958, wonende te 2630 Aartselaar, Oever 64, als vertrouwenspersoon : Corluy, Ludo, geboren te Kamina (Zaïre) op 26 oktober 1951, wonende te 2920 Kalmthout, Hof ter Heide 4. Kontich, 20 juni 2007.

Vonnis d.d. 20 juni 2007, verklaart Grouls, Michel, geboren op 10 september 1968, wonende te 3621 Rekem, Daalhoekstraat 106, verblijvende Beschut Wonen, Emiel Vandorenlaan 102, te 3600 Genk, niet in staat zelf zijn goederen te beheren. Voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Hayen, Geert, advocaat, kantoorhoudende te 3600 Genk, Onderwijslaan 72, bus 11. Genk, 20 juni 2007. De hoofdgriffier : (get.) Thijs, Lode.

(66757)

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Nuffel, Geert. (66761)

Beschikking, d.d. 19 juni 2007, verklaart Marico, Jeroen, geboren te Brasschaat op 5 september 1985, wonende te 2930 Brasschaat, Jacobuslei 51, verblijvende p.c. « Broeders Alexianen », Provinciesteenweg 408, te 2530 Boechout, niet in staat zelf zijn goederen te beheren en voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Mr. Mieke De Troetsel, advocaat te 2845 Niel, Kerkstraat 18, als vertrouwenspersoon : Marico, Jan, Jacobuslei 51, te 2930 Brasschaat. Kontich, 19 juni 2007.

Vonnis d.d. 20 juni 2007, verklaart Marques, Alberto, geboren te Genk op 16 juni 1973, invalide, wonende te 3600 Genk, Steenbergstraat 1/13, verblijvende Frans Allardstraat 19, te 3600 Genk, niet in staat zelf zijn goederen te beheren. Voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Marques, José Maria, geboren op 16 november 1963, wonende te 3600 Genk, Venkellaan 43. Genk, 21 juni 2007. De hoofdgriffier : (get.) Thijs, Lode.

(66758)

Beschikking, d.d. 19 juni 2007, verklaart Meyvis, Simone Constantia Stephania, geboren te Borgerhout op 23 februari 1932, wonende te 2650 Edegem, Hovestraat 169/0004, verblijvende Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Wilrijkstraat 10, te 2650 Edegem, niet in staat zelf haar goederen te beheren en voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Govaerts, Frans, geboren te Berchem op 24 januari 1958, wonende te 2830 Willebroek, Breendonkstraat 144, als vertrouwenspersoon : Govaerts, Luc, geboren te Wilrijk op 19 augustus 1959, wonende te 2560 Nijlen (Bevel), Molenweg 1. Kontich, 19 juni 2007.

Vredegerecht van het tweede kanton Gent


Bij vonnis van de vrederechter van het tweede kanton Gent, verleend op 15 juni 2007, werd Van Den Driessche, Jan Maurice, geboren te Geraardsbergen op 31 oktober 1954, gedomicilieerd te Dilbeek, Snikbergstraat 77/A, doch momenteel verblijvende te 9051 Gent (SintDenijs-Westrem), Beukenlaan 20, in het Psychiatrisch Ziekenhuis SintCamillus, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Van Vlaenderen, Frank, advocaat, kantoorhoudend aan de Krijgslaan 47, te 9000 Gent. Gent, 21 juni 2007. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) C. Aper.


(66759)

Vredegerecht van het kanton Landen-Zoutleeuw

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Landen-Zoutleeuw verleend op 19 juni 2007, werd Allard, Maria, geboren te Neerlinter op 25 januari 1920, wonende te 3440 Zoutleeuw, Zoutleeuwsesteenweg 11, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Kamers, Dirk, advocaat, wonende te 3440 Dormaal, Neerlandensestraat 29.

35624


Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 11 juni 2007. Zoutleeuw, 19 juni 2007. Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) Sanoy Gaens. (66764)

Vredegerecht van het kanton Lier

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Lier verleend op 14 juni 2007, werd Terryn, Joanna, geboren te Kessel op 23 mei 1944, wettelijk gedomicilieerd te 2800 Mechelen, Goswin De Stassartstraat 65/001, verblijvende in het psychiatrisch centrum « SintNorbertus », Stationsstraat 22c, te 2570 Duffel, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Geuens, Peter, advocaat, met kantoor te 2800 Mechelen, Koningin Astridlaan 143. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Moeyersoms, Maria. (66765)

Vredegerecht van het kanton Ronse

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Ronse verleend op 20 juni 2007, werd De Cuyper, Anna, geboren te Velzeke op 2 augustus 1923, gedomicilieerd te 9700 Oudenaarde, Doornikse Heerweg 72, feitelijk verblijvende te 9681 Maarkedal, Glorieuxstraat 7-9, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : De Smet, Fernand, bruggepensioneerde, wonende te 9700 Oudenaarde, Verdurestraat 4. Ronse, 21 juni 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier (get.) Armand Coppens. (66766)

Bij beschikking, d.d. 7 juni 2007, (AR 07A200) van de heer vrederechter van het vredegerecht van het kanton Wetteren-Zele, met zetel te Wetteren, werd Raman, Pieter, wonende te 9270 Laarne, Lepelstraat 3, aangewezen als voorlopig bewindvoerder over Van Parys, Rosane, geboren te Brugge op 10 mei 1932, wonende en verblijvende te 9230 Wetteren, Wegvoeringstraat 55, welke niet in staat werd verklaard haar goederen te beheren. Wetteren, 21 juni 2007. (66767)

Zandhoven, 21 juni 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Thielen, Willy. (66769)

Mainlevée d’administration provisoire Opheffing voorlopig bewind Justice de paix du quatrième canton de Bruxelles

Suite à la requête déposée le 26 avril 2007 à la justice de paix du quatrième canton de Bruxelles, la mesure d’administration provisoire rendue en date du 31 mai 2006 par le juge de paix du second canton de Wavre, et publié au Moniteur belge du 21 juin 2006, à l’égard de M. Pavajot, Frédéric, né à Namur le 7 avril 1974, domicilié à 5580 Rochefort, rue des Pairées 36 (ayant comme administrateur provisoire Mme Pavajot, Valérie, domiciliée à 1040 Bruxelles, rue Aviateur Thieffry 24), a été levée par une ordonnance prononcée par le juge de paix du quatrième canton de Bruxelles en date du 18 juin 2007, cette personne étant redevenue capable de gérer ses biens, il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire à savoir : Mme Pavajot, Valérie prénommée ci-dessus. Pour extrait conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) Tempio, Davide. (66770)

Suite à la requête déposée le 22 mars 2007 par ordonnance du juge de paix du canton de Florennes-Walcourt, siègeant à Walcourt, rendue le 13 juin 2007, a été prononcée le mainlevée partielle, dans la mesure indiquée ci-après, de la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 16 janvier 2002, et publiée au Moniteur belge du 31 janvier 2002, à l’égard de M. Dedekker, Michel, né à Fleurus le 20 octobre 1947, domicilié à 6020 Dampremy, chaussée de Bruxelles 85/01, cette personne étant redevenue capable de gérer ses biens, pour les actes de la vie courante. La mission de son administrateur provisoire Me Vanolst, Bénédicte, avocat, dont le cabinet est sis rue de la Gare 35, à 5660 Couvin, est limitée aux actes pour lesquels l’administrateur provisoire doit demander l’autorisation du juge de paix en vertu de l’article 488bis f, § 3, du Code civil et à la gestion du compte-épargne qui reste bloqué. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Rolin, Fany. (66771)

Vredegerecht van het kanton Willebroek

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Willebroek verleend op 20 juni 2007, werd Mr. Jan Borgonie, kantoorhoudende te 2830 Willebroek, Mechelsesteenweg 26, in hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder over Neefs, Joannes Ludovicus, geboren te Tisselt op 16 november 1920, in leven wonende te 2830 Willebroek, Westzavelland 42, met ingang van 1 juni 2007, ontslagen van de opdracht gezien de beschermde persoon overleden is. Willebroek, 21 juni 2007. De eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Borgonie, Mike.

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Zandhoven uitgesproken op 21 juni 2007, ingevolge het verzoekschrift ter griffie neergelegd op 12 juni 2007, werd aan Bax, Hilda Maria Constantia Josepha, van Belgische nationaliteit, geboren te Turnhout op 29 juli 1953, gehuwd, wonende te 2300 Turnhout, Nachtegalenstraat 24, thans verblijvende in het p.c. « Bethanië », Andreas Vesaliuslaan 39, te 2980 Zoersel, als voorlopige bewindvoerder toegevoegd : Van Gelder, Patricia, advocaat aan de balie te Antwerpen, met kantoor te 2650 Edegem, Mechelsesteenweg 210.

Justice de paix du canton de Florennes-Walcourt, siège de Walcourt

Vredegerecht van het kanton Wetteren-Zele, zetel te Wetteren

De griffier, (get.) Robberechts, Katrien.

Vredegerecht van het kanton Zandhoven

(66768)

Justice de paix du canton de Jodoigne-Perwez, section de Perwez

Suite à la requête déposée le 13 juin 2007 par ordonnance du juge de paix du canton de Jodoigne-Perwez, section de Perwez, rendue le 19 juin 2007, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 7 décembre 2005 à l’égard de Watripont, Jean-Marie, né à Vaulx-lez-Tournai le 27 juin 1936, cette personne étant décédée en date

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD du 27 mai 2007, il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : Mme Damhaut, Francine, pensionnée, domiciliée à 1367 Gérompont, rue Gilbert Detry 23. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Courtauche, Fabienne. (66772)

Justice de paix du second canton de Mons

Suite à la requête déposée le 14 juin 2007 par ordonnance du juge de paix du second canton de Mons, rendue en chambre du conseil le 20 juin 2007, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 28 mai 2003, et publiée au Moniteur belge du 17 juin 2003 (65178), à l’égard de AP 11/03, Mme Lerat, Flore, née le 24 avril 1917, résidant à l’établissement M.R.S. du Bois d’Havré, Hôpital Ambroise Paré, Chemin de la Cure d’Air 19, à 7021 Havré, cette personne étant décédée, il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : Mme l’avocat Hélène Pepin, dont le cabinet est sis rue du Port 42, à 7330 Saint-Ghislain. Mons, le 20 juin 2007. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Gallez, Véronique. (66773)

Justice de paix du canton de Soignies

Suite à la requête déposée le 6 juin 2007 par ordonnance du juge de paix du canton de Soignies, rendue le 19 juin 2007, a été levée à la date du 30 juin 2007, la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 2 septembre 2002, et publiée au Moniteur belge du 17 septembre 2002, sous références 67142, à l’égard de M. Delestrait, Philippe, né à Charleroi le 2 mai 1958, actuellement domicilié à 5640 Mettet, rue des Bosseuses 14, boîte D, cette personne étant redevenue capable de gérer ses biens, il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : Me Pierard, Agnès, avocate à 7060 Soignies, chemin du Tour 36. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Borgniet, Jacques. (66774)

Justice de paix du second canton de Wavre

Par ordonnance du juge de paix du second canton de Wavre rendue le 20 juin 2007, la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 6 septembre 2006, et publiée au Moniteur belge du 19 septembre 2006, à pris fin suite au décès de Mme Es, Marie José, née à Kessel-Lo le 22 décembre 1923, domiciliée en son vivant à 1340 Ottignies, résidence le Chenoy, avenue des Combattants 93/0020, décédée à Ottignies-Louvain-La-Neuve le 8 juin 2007. Par conséquent, après dépôt d’un rapport de gestion, il a été mis fin à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : Me Delvaux, Emmanuelle, avocate à 1300 Wavre, Place de l’Hôtel de Ville 15-16. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Leclef, Stéphane. (66775)

Par ordonnance du juge de paix du second canton de Wavre rendue le 20 juin 2007, il a été constaté que la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 22 août 2000, a pris fin suite au décès de Mme Jacobs, Gilberte, née le 2 février 1933, domiciliée en son vivant à 1340 Ottignies, résidence le Chenoy, avenue des Combattants 93/0020, décédée à Ottignies-Louvain-La-Neuve le 18 mai 2007. Par conséquent, après dépôt d’un rapport de gestion, il a été mis fin à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : M. Van de Goor, Eric, domicilié à 1340 Ottignies, Place B., Reynders 15. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Leclef, Stéphane. (66776)

35625

Justice de paix du canton de Woluwe-Saint-Pierre

Par ordonnance rendue le 21 juin 2007 le juge de paix de WoluweSaint-Pierre, lève la mesure prise dans l’ordonnance rendue par M. le juge de paix du premier canton de Schaerbeek, en date du 30 septembre 2005 (rep. : 3129/2005), en conséquence : — M. Willo, Dominique, né à Anderlecht le 1er février 1975, domicilié à 1200 Bruxelles, rue Bâtonnier Braffort 2, boîte 38, est actuellement capable de gérer ses biens; — Me Lapotre, Frédéric, avocat à 1200 Bruxelles, avenue de Broqueville 261/7, désigné en qualité d’administrateur provisoire des biens de M. Willo, Dominique, par ordonnance de Monsieur le juge de paix du premier canton de Schaerbeek, en date du 30 septembre 2005 (rep. : 3129/2005), est déchargé de sa mission. Le greffier adjoint délégué, (signé) Steels, Isabelle.

(66777)

Vredegerecht van het tiende kanton Antwerpen

Bij beschikking van de vrederechter van het tiende kanton Antwerpen, verleend op 18 juni 2007, werd vastgesteld dat : Boundati, Fatima, geboren te Beni Touzine (Ma) in 1946, wonende te 2170 Merksem (Antwerpen), Lange Bremstraat 79, over wie als bewindvoerder werd aangesteld, bij beschikking van 3 december 2003, rolnummer 03B173, rep.nr. 3307/2003, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 december 2003, blz. 59360 en onder nr. 71063, El-Ouâmari, Mohamed, wonende te 2170 Merksem, Lange Bremstraat 79, overleden is te Merksem op 20 december 2003 en aan de opdracht van de voorlopige bewindvoerder een einde is gekomen op datum van het overlijden. Merksem, (Antwerpen), 19 juni 2007. De hoofdgriffier : (get.) Vermaelen, Rudy.

(66778)

Bij beschikking van de vrederechter van het tiende kanton Antwerpen, verleend op 18 juni 2007, werd vastgesteld dat : Vercammen, Octavia, geboren te Antwerpen op 17 september 1913, RVT Melgeschof, 2170 Merksem (Antwerpen), De Lunden 2, over wie als bewindvoerder werd aangesteld, bij beschikking van 9 april 2002, rolnummer 02B75, rep.nr. 982/2002, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 april 2002, blz. 17781 en onder nr. 63438, Speeleman, Rita, wonende te 2170 Merksem, Ringlaan 12, overleden is te Merksem op 12 maart 2005 en aan de opdracht van de voorlopige bewindvoerder een einde is gekomen op datum van het overlijden. Merksem, (Antwerpen), 19 juni 2007. De hoofdgriffier : (get.) Vermaelen, Rudy.

(66779)

Bij beschikking van de vrederechter van het tiende kanton Antwerpen, verleend op 18 juni 2007, werd vastgesteld dat : Van Immerseels, François Jozef, geboren te Hoboken op 17 oktober 1929, wonende te 2100 Deurne (Antwerpen), Europaquare 0, over wie als bewindvoerder werd aangesteld, bij vonnis van 1 juni 2005, rolnummer 05a560, rep.nr. 1800/2005, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 juni 2005, blz. 27461 en onder nr. 65687, Van Immerseels, Ludo, wonende te 2170 Merksem, Bordink 8, overleden is te Deurne op 21 april 2006 en aan de opdracht van de voorlopige bewindvoerder een einde is gekomen op datum van het overlijden. Merksem, (Antwerpen), 19 juni 2007. De hoofdgriffier : (get.) Vermaelen, Rudy.

(66780)

35626

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Vredegerecht van het kanton Boom

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Boom, verleend op 21 juni 2007, werd Mevr. Coppens, Nicole, geboren te Antwerpen op 19 april 1944, bediende, wonende te 2845 Niel, Blauwbrugstraat 135, bus 3, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Boom op 18 oktober 2001 (rolnr. 01B104-Rep.V. 1778/2001), tot voorlopig bewindvoerder over Huyck, Rosalia, geboren te SintAmands op 24 november 1910, in leven laatst wonende te 2845 Niel, Broeklei 1, RVT Maria Boodschap, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 oktober 2001, blz. 202, onder nr. 67411, met ingang van 19 juni 2007 ontslagen van haar opdracht, ingevolge het overlijden van de beschermde persoon te Niel op 19 juni 2007. Er werd vastgesteld dat het overlijdensbericht ter griffie is toegekomen op 21 juni 2007. Boom, 21 juni 2007. De hoofdgriffier : (get.) Verbeken, Sonja.

(66781)

Vredegerecht van het kanton Geel

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Geel, verleend op 20 juni 2007, werd Van De Sande, Gustaaf, geboren op 30 september 1946, fabrieksarbeider, wonend te 2243 Pulle, Keulsebaan 84, aangesteld als voorlopig bewindvoerder bij beschikking van de vrederechter van het kanton Geel, d.d. 12 mei 2004 over de goederen van Van De Sande, Jozef, geboren op 18 februari 1929, te Herentals, wonend te 2440 Geel, Kollegestraat 16, ontslagen van de opdracht gezien de beschermde persoon Van De Sande, Jozef, overleden is te Geel op 7 juni 2007. Geel, 21 juni 2007. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Peggy Cools. (66782)

Vredegerecht van het kanton Genk

Vonnis d.d. 20 juni 2007, verklaart Stamataki, Pelagia, geboren te Zaros (Kreta) op 1 augustus 1927, wonende te 3600 Genk, Rusthuis Prinsenpark, D’Ierdstraat 11, opnieuw in staat zelf haar goederen te beheren vanaf 20 juni 2007, zodat de beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Genk op 27 maart 2006 (rolnummer AR06A649-Rep.R. 1194/2006 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 april 2006, blz. 19984 en onder nr. 63758) ophoudt uitwerking te hebben en er met ingang van 20 juni 2007 een einde komt aan de opdracht als voorlopig bewindvoerder van Eric Wouters, advocaat te Genk, Collegelaan 14/3. Genk, 21 juni 2007. De adjunct-griffier, (get.) Coenen, Vicky.

(66783)

Vredegerecht van het kanton Willebroek

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Willebroek, verleend op 20 juni 2007, werd : Mr. Borgonie, Jan, met kantoor te 2830 Willebroek, Mechelsesteenweg 26, in hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder over Hermans, Frans, in leven wonende te 2880 Bornem, Egied De Jonghestraat 74, geboren te Oppuurs op 15 september 1920, met ingang van 2 juni 2007, onslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is. Willebroek, 21 juni 2007. De eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Borgonie, Mike.

(66784)

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Willebroek, verleend op 20 juni 2007, werd : Mr. Jan Borgonie, advocaat, kantoorhoudende te 2830 Willebroek, Mechelsesteenweg 26, in hoedanigheid van voorlopige bewindvoerder over Ivens, Marie Hortense, in leven wonende te 2880 Bornem, Stationsstraat 29, geboren te Sint-Amands op 12 oktober 1919, met ingang van 14 juni 2007, ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is. Willebroek, 21 juni 2007. De eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Borgonie, Mike.

(66785)

Remplacement d’administrateur provisoire Vervanging voorlopig bewindvoerder Justice de paix du canton d’Ath-Lessines, siège d’Ath

Suite à la requête déposée le 10 mai 2007, par ordonnance du juge de paix du canton d’Ath-Lessines, siège d’Ath, rendue le 13 juin 2007, Mme Foucart, Eva, domiciliée à 7911 Moustier, rue Coquereaumont 36, a été désignée en qualité d’administrateur provisoire des biens de Mme Dervaux, Elisa, née le 23 mars 1929 à Moustier, sans profession, domiciliée rue Coquereaumont 38, à 7911 Moustier (HT), en remplacement de M. Foucart, Guy, domicilié rue Belle Eau 25, à 7911 Frasneslez-Buissenal. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Marbaix, Marie-Jeanne. (66786)

Justice de paix du canton de Herstal

Par ordonnance du juge de paix du canton de Herstal, du 12 juin 2007, Me Pascale Delvoie, avocate, à Liège, rue Saint-Pierre 19, a été nommée, en remplacement de Mme Josiane Feront, domiciliée à Liers, rue du Cheval-Blanc 26, en qualité d’administrateur provisoire de Mlle Valérie Steegmans, née à Montegnée le 12 août 1975, résidant actuellement rue du Cheval Blanc 26, à Liers, laquelle avait été déclarée incapable de gérer ses biens par ordonnance du juge de paix du canton de Sprimont du 21 novembre 2002 (publication au Moniteur belge du 5 décembre 2002). Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Depas, Marie-Paule. (66787)

Justice de paix du troisième canton de Liège

Par décision rendue en date du 20 juin 2007, le juge de paix du troisième canton de Liège a mis fin à la mission confiée par ordonnance du 9 mai 2006 à M. Jean-Claude Archambeau, domicilié rue Tillot 5, à 4910 Theux, en qualité d’administrateur provisoire de M. Marchica, Salvatore, né le 5 juillet 1946 à Agrigento (Italie), domicilié rue Renory 117, bte 13, 4031 Angleur. A dès lors été désigné en remplacement du précédent administrateur provisoire et en la même qualité Me Christel Mahiat, avocat, rue du Jardin Botanique 28, 4000 Liège. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Dasse, Francine. (66788)

Justice de paix du canton de Marche-en-Famenne-Durbuy, siège de Durbuy

Suite à la requête déposée le 13 juin 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Marche-en-Famenne-Durbuy, siège de Durbuy, rendu le 13 juin 2007, Mme Tibacx, Ginette Mathilde Marie Jeanne, Belge, née le 22 novembre 1943 à Glain, séparée de corps et biens, domiciliée rue Basse-Cour 2a, à 6940 Barvaux-sur-Ourthe, résidant domaine de la Rose Blanche Voie d’Andenne 13, à 6940 Petithan, a été pouvue d’un nouvel administrateur provisoire (en remplacement de

35627

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Me Cécile Orban, désignée par ordonnance du 24 février 2005 par le juge de paix du canton de Marche-en-Famenne-Durbuy, siège de Durbuy étant Me Damien Fisse, avocat, dont les bureaux sont sis rue de la Gare 10, bte 9, à 6980 La Roche-en-Ardenne. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Leruth, Corine. (66789)

Justice de paix du premier canton de Namur

Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Namur prononcée en date du 20 juin 2007 (R.G.N° 2648), Mme Chantal Romain, domiciliée à Orp-Jauche, chaussée de Tirlemont 69, sera déchargée à partir du 1er juillet 2007 de la fonction d’administrateur provisoire des biens de Mme Romain, Pascale, née le 24 septembre 1970, domiciliée et résidant rue du Grand Babin 104, à 5020 Malonne, qui lui a été confiée par ordonnance du 8 avril 1998.

Vredegerecht van het eerste kanton Sint-Niklaas

Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton SintNiklaas, verleend op 21 juni 2007, werd Mr. Daniël Amelinckx, met kantoor te 9140 Temse, Piet Nutenlaan 7a, aangesteld als voorlopig bewindvoerder over Anita Van Riet, geboren te Sint-Niklaas op 10 juli 1946, wonende te 9100 Sint-Niklaas, Driekoningenstraat 170, in vervanging van Van Riet, Monique, geboren op 25 augustus 1941, wonende te 9100 Sint-Niklaas, Driekoningenstraat 170, hiertoe aangesteld bij beschikking d.d. 9 april 1992. Sint-Niklaas, 21 juni 2007. Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) Vermeulen, Gisele. (66794)

Un nouvel administrateur provisoire a été désigné à cette personne protégée, à savoir, Me Isabelle Bilquin, avocat, dont le cabinet est établi à Namur, rue Lucien Namêche 19, lequel entrera en fonction à partir du 1er juillet 2007.

Vredegerecht van het kanton Zomergem

Namur, le 20 juin 2007. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Angélique Capelle. (66790)

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Zomergem, verleend op 19 juni 2007, werd Omer Mattheeuws, bij vonnis van de vrederechter van het kanton Zomergem, d.d. 6 april 2005, aangesteld als voorlopige bewindvoerder over Mattheeuws, Firminus, geboren te Knesselare op 6 augustus 1923, ongehuwd, wonende in Veilige Have, te 9880 Aalter, Lostraat 28, op zijn verzoek vanaf heden van zijn opdracht ontslagen.

Justice de paix du canton Saint-Josse-ten-Noode

Par ordonnance de juge de paix du canton de Saint-Josse-ten-Noode, en date du 12 juin 2007, Marcel-Henry Moerens, dont le cabinet est établi à 1050 Ixelles, avenue du Pesage 61, bte 18, administrateur provisoire des bien de Crabts, Henri, domicilié à 1080 Molenbeek-SaintJean, avenue Jean Dubrucq 89, initialement désigné par notre ordonnance du 8 mai 2003, a été déchargé de sa mission et a été remplacé par Marie-Dominique Coppieters ’t Wallant, dont le cabinet est établi à 1050 Bruxelles, avenue du Pesage 61, bte 18. Le greffier adjoint délégué, (signé) Damien Lardot. (66791)

Justice de paix du premier canton de Wavre

Agissant d’office, par ordonnance du juge de paix du premier canton de Wavre, rendue le 19 juin 2007, Malherbe, Françoise, avocat, domiciliée à 1300 Wavre, chaussée de Bruxelles 11, a été désignée administrateur provisoire de : Degucht, Hortensia, née le 1er octobre 1913, domiciliée à 1332 Genval, avenue des Combattants 65, bte 1, résidant à l’établissement maison de repos Saint James, avenue Wolfers, à 1310 La Hulpe, en remplacement de Mme Francine Parengh, domiciliée à 1332 Genval, avenue des Combattants 65, bte 5 ou 102. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Smekens, Viviane. (66792)

Vredegerecht van het kanton Halle

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Halle, verleend op 20 juni 2007, voegen als nieuwe voorlopig bewindvoerder toe aan Mevr. Delcommune, Simonne, geboren te Kessel-Lo op 21 augustus 1912, wonende te 1500 Halle, Zonnig Huis, A. Demaeghtlaan 36, in vervanging van de heer Stuyts, Alfons, wonende te 1500 Halle, Melkerijstraat 22-4. Mevr. Vanvlaenderen, Nelly, wonende te 1500 Halle, Melkerijstraat 22-4. Halle, 21 juni 2007. Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Vanderelst, Monique. (66793)

Aan voornoemde beschermde persoon werd als nieuwe voorlopige bewindvoerder toegevoegd : Mr. De Muyt, Ingrid, wonende te 9990 Maldegem, Koningin Astridlaan 34, met de algemene bevoegdheid zoals voorzien in artikel 488bis, f, §§ 1, 3 en 5 van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd door de wet van 3 mei 2003 (Belgisch Staatsblad 31 december 2003). Zomergem, 20 juni 2007. De hoofdgriffier : (get.) Maes, Henri.

(66795)

Publication prescrite par l’article 793 du Code civil Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 793 van het Burgerlijk Wetboek Acceptation sous bénéfice d’inventaire Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving

Uit een akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Oudenaarde op 27 april 2007, blijkt dat de heer Stephan Marcel De Bleecker, wonende te 9790 Wortegem-Petegem, Volkaartbeekstraat 16, handelend in zijn hoedanigheid van langstlevende ouder en wettelijke vertegenwoordiger van zijn twee minderjarige kinderen : a) jongeheer Stien De Bleecker, 22 september 1989, ongehuwd; en

geboren

te

Wargem

op

b) jongeheer Sander De Bleecker, geboren te Waregem op 21 maart 1994, ongehuwd, beiden wonend bij hun vader Stephan De Bleecker, te WortegemPetegem, Volkaartbeekstraat 16, verklaard heeft, hiertoe gemachtigd bij beschikking van de heer vrederechter van het kanton Oudenaarde (Kruisthoutem), op 20 maart 2007, de nalatenschap van wijlen Mevr. De Stoop, Annick Linda Georgina, (geboren te Oudenaarde op 16 februari 1963, echtgenote van de heer Stephan De Bleecker, laatst wonend te Wortegem-Petegem, Volkaartstraat, ab intestat overleden te Wortegem-Petegem op 24 februari 2007), te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving en ten dien einde woonst te kiezen op het kantoor van notaris Pieter Van Ongeval, te 9790 Wortegem-Petegem, Kortrijkstraat 158.

35628


De schuldeisers en legatarissen worden verzocht, binnen de drie maanden te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op het kantoor van voornoemde notaris. Wortegem-Petegem, 20 juni 2007. (Get.) P. Van Ongeval, notaris. (31243)

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de drie maanden, te rekenen vanaf de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op het kantoor van notaris Clerens, Gauthier, met kantoor te 2800 Mechelen, Korenmarkt 47. Mechelen, 22 juni 2007. De adjunct-griffier, (get.) Veerle Renwa.

(31246)

Rechtbank van eerste aanleg te Brussel Tribunal de première instance de Bruxelles Volgens akte (akte nr. 07-1176), verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel op 22 juni 2007, door de heer Vandersmissen, Fidèle Raymond L., wonende te 1745 Opwijk, Ravensveld 3, in hoedanigheid van volmachtdrager krachtens een hierbijgevoegde onderhandse volmacht gedateerd van 22 mei 2007, en gegeven door Mevr. Carlier, Joanna Carolina, wonende te 1840 Londerzeel, Brusselsestraat 90, heeft verklaard de nalatenschap van de heer De Bondt, Nicolas Jan, geboren te Londerzeel op 16 april 1934, in leven wonende te Londerzeel, Gildenstraat 10, en overleden op 13 maart 2007 te SintPieters-Leeuw, aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht, bij aangetekend bericht hun rechten te doen kennen, binnen de drie maanden te rekenen van de datum van onderhavige opneming, gericht aan Mr. Robberechts, An, notaris te 1840 Londerzeel, Molenstraat 87. Brussel, 22 juni 2007. De griffier, (get.) Philippe Mignon.

(31244)

Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde op 22 juni 2007, heeft Podevijn, Ingeborg Emma Ludwina, geboren te Aalst op 10 november 1963, wonende te 9310 Moorsel, Pachting 1, handelend in haar hoedanigheid van ouder, wettige vertegenwoordiger over de bij haar inwonende minderjarige kinderen : Vermoesen, Jasmien, geboren te Aalst op 22 mei 1994, en Vermoesen, Jonas, geboren te Aalst op 31 januari 1997, verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden van wijlen Moens, Simone Cesarine, geboren te Moorsel op 23 juni 1932, in leven laatst wonende te 9310 Moorsel, Raymond Uyttersprotstraat 24, en overleden te Aalst op 19 januari 2007. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de drie maanden, te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen ter studie van Mr. Yves Vanden Eycken, notaris te 9506 Idegem, Aaltsesteenweg 227. Dendermonde, 22 juni 2007. De afgevaardigd adjunct-griffier, (get.) E. Verschueren. (31245)

Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen op 22 juni 2007, heeft Daelemans, Hilda Karel, geboren te Mechelen op 5 december 1959, wonende te 2800 Mechelen, Neerheide 8/403, handelend in hoedanigheid van drager van het ouderlijk gezag over haar minderjarig kind : Somers, Frederik Willem Annie, geboren te Mechelen op 27 juni 1990, wonende te 2800 Mechelen, Neerheide 8/403, hiertoe gemachtigd bij beschikking van het vredegerecht van het kanton Mechelen, d.d. 18 juni 2007, verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden van wijlen Somers, Emiel Augustus, geboren te Leest op 25 april 1947, in leven laatst wonende te 2811 Leest, Kouter 32, en overleden te Mechelen op 7 april 2007.

Suivant acte n° 07-1173 passé au greffe du première instance de Bruxelles, le 22 juin 2007, par : 1. Mme Blot, Marjorie Frédérique L., 7110 Houdeng-Aimeries, square de Bastogne 14;

tribunal

de

demeurant

à

2. M. Notebaart, Philiep Hendrik R., demeurant à 1654 Huizingen, Eikveldstraat 8; 3. M. Blot, David Marcel M., demeurant à 1180 Bruxelles, avenue Coghen 202/5, ont déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de M. Blot, Frédéric Daniel, né à Uccle le 31 octobre 1952, de son vivant domicilié à Uccle, chaussée de Saint-Job 271, et décédé le 25 juillet 2006 à Jette. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis recommandé, leurs droits, dans un délai de trois mois, à compter de la présente insertion à Me Stas de Richelle, Geoffroy, notaire à 1410 Waterloo, chaussée de Bruxelles 9. Bruxelles, le 22 juin 2007. Le greffier, (signé) Philippe Mignon.

(31247)

Tribunal de première instance de Liège L’an 2007, le 22 juin, au greffe du tribunal de première instance de Liège, a comparu : Gavage, Monique, collaboratrice notariale, domiciliée à SaintGeorges-sur-Meuse, rue du Potay 20, porteuse d’une procuration, sous seing privé, qui restera annexée au présent acte, pour et au nom de : Antoine, Morgane, née à Cologne le 14 octobre 1988, domiciliée à 4030 Grivegnée, rue de Herve 146, laquelle comparante a déclaré, ès qualités, accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Dombart, Patricia Flore Noémie, née à Ougrée le 26 août 1960, de son vivant domiciliée à Liège (Grivegnée), rue de Herve 146, et décédée le 7 mars 2007 à Liège. Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étude de Me Le Maire, Louis, notaire à 4537 Verlaine, rue Haute Voie 59. Dont acte, signé, lecture faite par la comparante et le greffier. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, au domicile élu, dans les trois mois, de la présente insertion. Le greffier, (signature illisible).

(31248)

L’an 2007, le 22 juin, au greffe du tribunal de première instance de Liège, a comparu : Derudder, Françoise, née le 15 mai 1965 à Liège, domiciliée rue de Theux 5, à Soumagne, porteuse d’une procuration, sous seing privé, qui restera annexée à la présente, pour et au nom de : Lovinfosse, Jean-Marc, né le 16 février 1970 à Rocourt, agissant en sa qualité de représentant légal de ses enfants mineurs d’âge : Lovinfosse, Loic, né le 17 octobre 1999 à Liège; Lovinfosse, Yanis, né le 30 novembre 2004 à Liège; Lovinfosse, Lou-Anne, née le 7 octobre 2001 à Liège; tous quatre domiciliés rue Rodolphe Bernard 26, à Sprimont;

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD et à ce, autorisé, par ordonnance du juge de paix du canton de Sprimont, rendue le 31 mai 2007, ordonnance qui est produite en copie conforme, et qui restera annexée au présent acte, laquelle comparante a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de George, Isabelle Myriam Jeanne-Marie, née à Rocourt le 20 décembre 1970, de son vivant domiciliée à Sprimont, rue Rodolphe Bernard 26, et décédée le 6 mai 2007 à Liège. Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étude de Me Sebastien Maertens de Noordhout, notaire, boulevard Piercot 17, à 4000 Liège. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, au domicile élu, dans les trois mois, de la présente insertion. Le greffier, (signature illisible).

(31249)

L’an 2007, le 22 juin, au greffe du tribunal de première instance de Liège, a comparu : Foret, François, né à Liège le 11 mars 1972, domicilié à 4000 Liège, boulevard d’Avroy 55/71, lequel comparant a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Cuypers, Maria Simonne Thérèse, née à Liège le 2 septembre 1923, de son vivant domiciliée à Liège, rue Emile-Verhaeren 51, et décédée le 15 février 2006 à Liège. Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du Code civil, le comparant déclare faire élection de domicile en l’étude de Me Pironnet, Chantal, notaire à 4000 Liège, rue Maghin 65. Dont acte, signé, lecture faite par le comparant et le greffier. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, au domicile élu, dans les trois mois, de la présente insertion. Le greffier, (signature illisible).

(31250)

Tribunal de première instance de Namur

L’an 2007, le 21 juin, au greffe du tribunal de première instance de Namur, et par-devant nous, Jacqueline Tholet, greffier, a comparu : Mme Lebrun, Marie Thérèse, veuve de M. Petitjean, Michel, domiciliée à Namur, rue Reine Astrid 150, agissant personnellement et représentant en vertu de procurations, dont les signatures ont été légalisées par le notaire Thibault Denotte, de résidence à Namur, en date du 21 juin 2007; Mme Petitjean, Judith (fille du défunt), domiciliée à Luxembourg, rue de la Semois 44;

35629

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis recommandé, leurs droits, dans un délai de trois mois, à compter de la date de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Mes Pierre-Yves Erneux, et Thibault Denotte, notaires associés à 5000 Namur, rue Godefroid 26. Namur, le 21 juin 2007. Le greffier, (signé) Jacqueline Tholet.

(31251)

Tribunal de première instance de Tournai Par acte n° 07-305 dressé au greffe du tribunal de première instance de Tournai, province de Hainaut, le 22 juin 2007 : Me Nathalie Joly, avocate à 7860 Lessines, Grand-Rue 26, agissant en qualité de mandataire de : Jennart, Bernard, né à Ath le 13 septembre 1972, veuf non remarié de dame Sigrid Dumont, demeurant à Lessines (Ogy), Remenpont 15, agissant en qualité de père, titulaire de l’autorité parentale sur son enfant mineur : Jennart, Kurtis Guido Bernard, né à Ath le 26 novembre 1977, domicilié avec son père; autorisé, par ordonnance prononcée le 22 mai 2007, par M. le juge de paix du canton d’Ath-Lessines, siège de Lessines; en vertu d’une procuration qui restera annexée à l’acte, laquelle comparante, agissant comme dit ci-dessus a déclaré vouloir accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Dumont, Marcel Théophile, né le 3 février 1939 à Wodecq, en son vivant domicilié à Lessines, Houtain 2, décédé à Lessines le 6 avril 2007. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, au domicile élu, dans les trois mois de la présente insertion. L’élection de domicile est faite chez Me Philippe Winders, notaire de résidence à Lessines, rue de Grammont 37. Tournai, le 22 juin 2007. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Cl. Verschelden.

(31252)

Par acte n° 07-306 dressé au greffe du tribunal de première instance de Tournai, province de Hainaut, le 22 juin 2007 : Me Nathalie Joly, avocate à 7860 Lessines, Grand-Rue 26, agissant en qualité de mandataire de : Vanden Bossche, Brigitte Myriam, née à Lessines le 13 décembre 1960, domiciliée à Lessines, chemin du Pont d’Encre 41, veuve de M. Yves Carpentier, agissant en nom personnel, et en qualité de mère, titulaire de l’autorité parentale sur son enfant mineur : Carpentier, Robin, né à Renaix le 15 septembre 1993, domicilié avec sa mère; autorisée, par ordonnance prononcée le 13 avril 2007, par M. le juge de paix du canton d’Ath-Lessines, siège de Lessines; en vertu d’une procuration qui restera annexée à l’acte,

Mme Petitjean, Catherine (fille du défunt), domiciliée à 1332 Genval, rue Colonel Montegnie 86; M. Petitjean, Jong (fils du défunt), domicilié à Madrid (Espagne), Calle Albacete 2, 6J, laquelle comparante a déclaré, en langue française, agissant comme dit ci-dessus, et pour et au nom de ses mandants, accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de M. Petitjean, Michel, domicilié en son vivant à 5000 Namur, avenue Reine Astrid 150, et décédé à Namur, en date du 8 février 2007. Dont acte requis par la comparante, qui après lecture, signe avec nous, Jacqueline Tholet, greffier.

laquelle comparante, agissant comme dit ci-dessus a déclaré vouloir accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Carpentier, Yves Jean Claude Julien, né le 12 mars 1959 à Lessines, en son vivant domicilié à Lessines, chemin du Pont d’Ancre 41, décédé à Ronse le 26 novembre 2006. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, au domicile élu, dans les trois mois de la présente insertion. L’élection de domicile est faite chez Me Philippe Winders, notaire de résidence à Lessines, rue de Grammont 37. Tournai, le 22 juin 2007. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Cl. Verschelden.

(31253)

35630

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Tribunal de première instance de Verviers

Ondernemingsnummer : 0859.856.696. Rechter-commissaris : de heer Vermoesen.

L’an 2007, le 22 mai, au greffe du tribunal de première instance séant à Verviers, a comparu : M. Carlier, François, clerc de notaire, domicilié à 4860 Pepinster, Soiron-Centre 26, agissant en qualité de mandataire de : M. Moxhet, Thomas Jean Elisa, né à Andrimont le 11 février 1949, époux de Wieczorek, Maria Magdalena, domicilié à 4801 Stembert, rue Pierre Lemarchand 52, agissant en qualité d’administrateur provisoire de : Mme Wintgens, Catherine Anne Elisabeth, née à Andrimont le 27 juillet 1925, veuve de Moxhet, Jean, domiciliée à 4801 Stembert, rue des Sports 107; désigné à cette fonction, par ordonnance de M. le juge de paix du second canton de Verviers, en date du 31 janvier 2007, et; dûment autorisé, aux fins de la présente, par ordonnance de M. le juge de paix du second canton de Verviers, en date du 8 mars 2007, laquelle restera ci-annexée; en vertu d’une procuration, sous seing privé, donnée à Stembert, le 15 mars 2007, laquelle restera ci-annexée, lequel comparant a déclaré, ès dites qualités, accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de M. Moxhet, Jean Cyprien Thomas, né à Andrimont le 23 mai 1926, époux de Wintgens, Catherine, domicilié à Stembert, rue des Sports 107, décédé à Verviers le 21 octobre 2006. Dont acte, signé, lecture faite, par le comparant et le greffier, en attirant l’attention de l’administrateur provisoire qu’il doit faire publier lui-même, l’acceptation, sous bénéfice d’inventaire, au Moniteur belge. (Signatures illisibles). Le greffier, (signé) M. Solheid. (31254)

Faillite − Faillissement

Curator : Mr. Ronse, Boudewijn, G. Macaulaan 33, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 15 juli 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (31256)

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Smokers Food BVBA, Sint-Jozefstraat 39, 1840 Londerzeel. Faillissementsnummer : 20070827. Datum faillissement : 19 juni 2007. Handelsactiviteit : sauzen en kant en klare voedingswaren. Ondernemingsnummer : 0459.994.685. Rechter-commissaris : de heer Vermoesen. Curator : Mr. Ronse, Boudewijn, G. Macaulaan 33, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 15 juli 2007.

Rechtbank van koophandel te Brussel

Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Vanderleest, Antonius, Schoolstraat 142, 1650 Beersel. Faillissementsnummer : 20070830.

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (31257)

Datum faillissement : 19 juni 2007. Handelsactiviteit : stukadoor.

Tribunal de commerce de Bruxelles

Ondernemingsnummer : 0555.264.127. Rechter-commissaris : de heer Vermoesen. Curator : Mr. Ronse, Boudewijn, G. Macaulaan 33, 1050 Brussel-5.

Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Didier Ange SPRL, avenue Général Médecin Derache 12, 1050 Ixelles.

Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.

Numéro de faillite : 20070807.

Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 15 juli 2007.

Numéro d’entreprise : 0465.799.740.


Opening van het faillissement, op bekentenis, van : D.L.M. Bouwwerken BVBA, Gieterijstraat 27, 1502 Lembeek. Faillissementsnummer : 20070828. Datum faillissement : 19 juni 2007. Handelsactiviteit : bouwwerken.

Date de faillite : 18 juin 2007. Objet social : parachèvement de bâtiments.

Juge-commissaire : M. Waver. Curateur : Me Terlinden, Vincent, avenue Louise 349, bte 16, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 25 juillet 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (31258)

35631

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Rechtbank van koophandel te Brussel

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Didier Ange BVBA, Generaal Geneesheer Derachelaan 12, 1050 Elsene. Faillissementsnummer : 20070807. Handelsactiviteit : afwerking gebouwen. Ondernemingsnummer : 0465.799.740. Rechter-commissaris : de heer Waver. Terlinden,

Vincent,

Louizalaan

Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 25 juli 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (31259)

Datum faillissement : 18 juni 2007.

Curator : Mr. 1050 Brussel-5.


349,

bus

16,

Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 25 juli 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (31258)


Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Everbeer SPRL, rue Edith Cavell 238, 1180 Uccle. Numéro de faillite : 20070816. Date de faillite : 18 juin 2007. Objet social : taverne. Numéro d’entreprise : 0463.339.009. Juge-commissaire : M. Dufays. Curateur : Me Speth, Jean Frédéric, place du Petit Sablon 13, 1000 Bruxelles-1.


Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Computer Services & Rescue SPRL, en abrégé : « C.S.R. », chaussée d’Alsemberg 848, 1180 Uccle. Numéro de faillite : 20070812.

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 25 juillet 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Date de faillite : 18 juin 2007. Objet social : informatique.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch.


(31260)

Juge-commissaire : M. Stichelbaut. Curateur : Me Oschinsky, Yves, rue Capouillet 34, 1060 Bruxelles-6. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.


Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 25 juillet 2007.

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Everbeer BVBA, Edith Cavellstraat 238, 1180 Ukkel.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Faillissementsnummer : 20070816. Datum faillissement : 18 juni 2007. Handelsactiviteit : taverne.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (31259)

Ondernemingsnummer : 0463.339.009. Rechter-commissaris : de heer Dufays.


Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Computer Services & Rescue BVBA, in het kort : « C.S.R. », Alsembergsesteenweg 848, 1180 Ukkel. Faillissementsnummer : 20070812. Datum faillissement : 18 juni 2007. Handelsactiviteit : informatica. Ondernemingsnummer : 0477.430.634. Rechter-commissaris : de heer Stichelbaut. Curator : Mr. Oschinsky, Yves, Capouilletstraat 34, 1060 Brussel-6.


Speth,

Jean

Frederic,

Kleine

Zavelplein

13,

Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 25 juli 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (31260)

35632

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Tribunal de commerce de Bruxelles

Curateur : Me Speth, Jean Frédéric, place du Petit Sablon 13, 1000 Bruxelles-1.

Ouverture de la faillite, sur aveu, de : l’Etoile Royale SPRL, place de Houffalize 9, 1030 Schaerbeek. Numéro de faillite : 20070817.

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 25 juillet 2007.

Date de faillite : 18 juin 2007.


Objet social : télécommunication. Numéro d’entreprise : 0479.106.358.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch.

Juge-commissaire : M. Dufays.

(31262)

Curateur : Me Speth, Jean Frédéric, place du Petit Sablon 13, 1000 Bruxelles-1. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.



Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Coavant NV, Klakkedellestraat 50, 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe.


Faillissementsnummer : 20070818. Datum faillissement : 18 juni 2007. Handelsactiviteit : computers.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (31261)

Ondernemingsnummer : 0478.608.787. Rechter-commissaris : de heer Dufays. Curator : Mr. 1000 Brussel-1.


Opening van het faillissement, op bekentenis, van : l’Etoile Royale BVBA, Houffalizeplein 9, 1030 Schaarbeek. Faillissementsnummer : 20070817.

Handelsactiviteit : telecommunicatie. Ondernemingsnummer : 0479.106.358. Rechter-commissaris : de heer Dufays. Speth,

Jean

Frederic,

Jean

Frederic,

Kleine

Zavelplein

13,

Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 25 juli 2007.



Speth,

Kleine

Zavelplein

13,





Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Marlu Kadoo SA, avenue de Broqueville 297/5, 1200 Woluwe-Saint-Lambert.


Numéro de faillite : 20070820. Date de faillite : 18 juin 2007. Objet social : conseil. Numéro d’entreprise : 0424.408.256. Juge-commissaire : M. Andersson.


Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Coavant SA, rue Klakkedelle 50, 1200 Woluwe-Saint-Lambert. Numéro de faillite : 20070818. Date de faillite : 18 juin 2007. Objet social : ordinateurs. Numéro d’entreprise : 0478.608.787. Juge-commissaire : M. Dufays.

Curateur : Me Ossieur, Diane, avenue Hyppolite Limbourg 19, 1070 Bruxelles-7. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 25 juillet 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (31263)

35633



Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Marlu Kadoo NV, De Broquevillelaan 297/5, 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe. Faillissementsnummer : 20070820.

Handelsactiviteit : raadgeving.

Rechter-commissaris : de heer Andersson. Diane,

Hyppolite

Limbourglaan

19,


De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet.

Ondernemingsnummer : 0424.408.256.

Ossieur,

Diane,




Ossieur,

Hyppolite

Limbourglaan

19,

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (31264)



Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 25 juli 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (31263)

Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Manumoderne SA, rue Bollinckx 285, 1190 Forest. Numéro de faillite : 20070826. Date de faillite : 18 juin 2007. Objet social : manutention automatique. Numéro d’entreprise : 0400.428.569.


Juge-commissaire : M. Hislaire.

Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Picnic! SPRL, avenue de Broqueville 297/5, 1200 Woluwe-Saint-Lambert. Numéro de faillite : 20070821. Date de faillite : 18 juin 2007.

Curateur : Me Van Der Borght, Nicolas, avenue De Fré 229, 1180 Bruxelles-18. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 25 juillet 2007.

Objet social : textile. Numéro d’entreprise : 0433.445.983. Juge-commissaire : M. Andersson. Curateur : Me Ossieur, Diane, avenue Hyppolite Limbourg 19, 1070 Bruxelles-7.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (31265)

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 25 juillet 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch.


Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Manumoderne NV, Bollinckxstraat 285, 1190 Forest. Faillissementsnummer : 20070826.

(31264)

Datum faillissement : 18 juni 2007. Handelsactiviteit : automatische verwerking.


Ondernemingsnummer : 0400.428.569. Rechter-commissaris : de heer Hislaire.

Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Picnic! BVBA, De Broquevillelaan 297/5, 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe. Faillissementsnummer : 20070821. Datum faillissement : 18 juni 2007. Handelsactiviteit : textiel. Ondernemingsnummer : 0433.445.983. Rechter-commissaris : de heer Andersson.


Van

Der

Borght,

Nicolas,

De

Frélaan

229,


35634




Ouverture de la faillite, sur citation, de : ABS Electro SPRL, chaussée d’Alsemberg 842-850, 1180 Uccle. Numéro de faillite : 20070829. Date de faillite : 19 juin 2007. Objet social : installation électrique.


Numéro d’entreprise : 0461.483.933. Juge-commissaire : M. Vermoesen. Ouverture de la faillite, sur citation, de : All Roof Concept SPRL, rue François Hellinckx 35-41, 1081 Koekelberg.

Curateur : Me 1050 Bruxelles-5.

Ronse,

Boudewijn,

avenue

G.

Macau

33,

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.

Numéro de faillite : 20070831. Date de faillite : 19 juin 2007. Objet social : construction.




Juge-commissaire : M. Vermoesen. Curateur : Me 1050 Bruxelles-5.

Ronse,

Boudewijn,

avenue

G.

Macau

33,

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 25 juillet 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31266)

Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31267)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : ABS Electro BVBA, Alsembergsesteenweg 842-850, 1180 Ukkel. Faillissementsnummer : 20070829. Datum faillissement : 19 juni 2007. Handelsactiviteit : elektrische installatie. Ondernemingsnummer : 0461.483.933. Rechter-commissaris : de heer Vermoesen.


Curator : Mr. Ronse, Boudewijn, G. Macaulaan 33, 1050 Brussel-5.

Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : All Roof Concept BVBA, François Hellinckxstraat 35-41, 1081 Koekelberg.


Faillissementsnummer : 20070831. Datum faillissement : 19 juni 2007. Handelsactiviteit : bouwwerken. Ondernemingsnummer : 0471.769.101. Rechter-commissaris : de heer Vermoesen.

Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 25 juli 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31267)

Curator : Mr. Ronse, Boudewijn, G. Macaulaan 33, 1050 Brussel-5. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 25 juli 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31266)


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Spitia SPRL, chaussée de Ninove 347, 1070 Anderlecht. Numéro de faillite : 20070822. Date de faillite : 18 juin 2007. Objet social : télécommunication. Numéro d’entreprise : 0475.889.621. Date de cessation des payements : 18 décembre 2006. Juge-commissaire : M. Andersson.

35635

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Curateur : Me Ossieur, Diane, avenue Hyppolite Limbourg 19, 1070 Bruxelles-7. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.



Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 25 juillet 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31268)

Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Master Services Belgium BVBA, Vorstsesteenweg 42, 1060 Sint-Gillis. Faillissementsnummer : 20070823. Datum faillissement : 18 juni 2007. Handelsactiviteit : industriële reiniging. Ondernemingsnummer : 0478.813.180. Rechter-commissaris : de heer Andersson.


Curator : Mr. 1070 Brussel-7. Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Spitia BVBA, Ninoofsesteenweg 347, 1070 Anderlecht. Faillissementsnummer : 20070822. Datum faillissement : 18 juni 2007.

Ondernemingsnummer : 0475.889.621. Datum staking betalingen : 18 december 2006. Rechter-commissaris : de heer Andersson. Ossieur,

Diane,

Hyppolite

Diane,

Hyppolite

Limbourglaan

19,


Handelsactiviteit : telecommunicatie.


Ossieur,

Limbourglaan

19,

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31269)




Ouverture de la faillite, sur citation, de : Morinimmo SPRL, place du Champ de Mars 5, 1050 Ixelles.


Numéro de faillite : 20070824. Date de faillite : 18 juin 2007. Objet social : entreprise de bâtiments. Numéro d’entreprise : 0462.818.177. Juge-commissaire : M. Andersson.


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Master Services Belgium SPRL, chaussée de Forest 42, 1060 Saint-Gilles. Numéro de faillite : 20070823. Date de faillite : 18 juin 2007. Objet social : nettoyage industriel. Numéro d’entreprise : 0478.813.180. Juge-commissaire : M. Andersson. Curateur : Me Ossieur, Diane, avenue Hyppolite Limbourg 19, 1070 Bruxelles-7. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 25 juillet 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Curateur : Me Ossieur, Diane, avenue Hyppolite Limbourg 19, 1070 Bruxelles-7. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 25 juillet 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31270)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Morinimmo BVBA, Marsveldplein 5, 1050 Elsene. Faillissementsnummer : 20070824. Datum faillissement : 18 juni 2007. Handelsactiviteit : bouwfirma.

35636


Ondernemingsnummer : 0462.818.177. Rechter-commissaris : de heer Andersson. Curator : Mr. 1070 Brussel-7.

Ossieur,

Diane,

Hyppolite

Limbourglaan

19,





Ouverture de la faillite, sur citation, de : H.M. Engineering SPRL, boulevard Emile Bockstael 308, 1020 Bruxelles-2. Numéro de faillite : 20070819. Date de faillite : 18 juin 2007. Objet social : travaux de construction.


Numéro d’entreprise : 0870.713.471. Juge-commissaire : M. Dufays.

Ouverture de la faillite, sur citation, de : Générale des Transports, Télécommunications et Services SPRL, en abrégé : « G.T.T.S. », Petite rue des Loups 66, 1070 Anderlecht. Numéro de faillite : 20070825.

Curateur : Me Speth, Jean Fréderic, place du Petit Sablon 13, 1000 Bruxelles-1. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.

Date de faillite : 18 juin 2007. Objet social : télécommunication.


Numéro d’entreprise : 0478.876.726. Juge-commissaire : M. Andersson. Curateur : Me Ossieur, Diane, avenue Hyppolite Limbourg 19, 1070 Bruxelles-7. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 25 juillet 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31271)

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31272)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : H.M. Engineering BVBA, Emile Bockstaellaan 308, 1020 Brussel-2. Faillissementsnummer : 20070819. Datum faillissement : 18 juni 2007.


Handelsactiviteit : bouwwerken. Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Générale des Transports, Télécommunications et Services BVBA, in het kort : « G.T.T.S. », Korte Wolvenstraat 66, 1070 Anderlecht. Faillissementsnummer : 20070825.

Ondernemingsnummer : 0870.713.471. Rechter-commissaris : de heer Dufays. Curator : Mr. 1000 Brussel-1.


Speth,

Jean

Frederic,

Kleine

Zavelplein

13,


Handelsactiviteit : telecommunicatie. Ondernemingsnummer : 0478.876.726. Rechter-commissaris : de heer Andersson. 19,



De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet.


Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31272)


Ossieur,

Diane,

Hyppolite

Limbourglaan


35637


Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.

Ouverture de la faillite, sur citation, de : Fako SPRL, rue Washington 165, 1050 Ixelles.


Numéro de faillite : 20070813. Date de faillite : 18 juin 2007. Objet social : habillement. Numéro d’entreprise : 0414.900.672.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31274)

Juge-commissaire : M. Stichelbaut. Curateur : Me Oschinsky, Yves, rue Capouillet 34, 1060 Bruxelles-6. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 25 juillet 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31273)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Elaborados Métalicos vennootschap naar buitenlands recht NV, Joseph Stevensstraat 7, 24e verdieping, 1000 Brussel-1. Faillissementsnummer : 20070814. Datum faillissement : 18 juni 2007. Handelsactiviteit : staalconstructies. Ondernemingsnummer : 0480.386.758. Rechter-commissaris : de heer Stichelbaut.


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Fako BVBA, Washingtonstraat 165, 1050 Elsene. Faillissementsnummer : 20070813. Datum faillissement : 18 juni 2007. Handelsactiviteit : kleding. Ondernemingsnummer : 0414.900.672. Rechter-commissaris : de heer Stichelbaut. Curator : Mr. Oschinsky, Yves, Capouilletstraat 34, 1060 Brussel-6. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 25 juli 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31273)

Curator : Mr. Oschinsky, Yves, Capouilletstraat 34, 1060 Brussel-6. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 25 juli 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31274)


Ouverture de la faillite, sur citation, de : Mazibas SPRL, rue des Halles 24, 1000 Bruxelles-1. Numéro de faillite : 20070815. Date de faillite : 18 juin 2007. Objet social : activités de courrier. Numéro d’entreprise : 0464.255.559.


Juge-commissaire : M. Stichelbaut. Curateur : Me Oschinsky, Yves, rue Capouillet 34, 1060 Bruxelles-6.

Ouverture de la faillite, sur citation, de : Elaborados Métalicos Société de Droit Etranger SA, rue Joseph Stevens 7, 24e étage, 1000 Bruxelles-1. Numéro de faillite : 20070814. Date de faillite : 18 juin 2007. Objet social : charpentes et couvertures. Numéro d’entreprise : 0480.386.758. Juge-commissaire : M. Stichelbaut. Curateur : Me Oschinsky, Yves, rue Capouillet 34, 1060 Bruxelles-6.

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 25 juillet 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31275)

35638


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Mazibas BVBA, Hallenstraat 24, 1000 Brussel-1. Faillissementsnummer : 20070815. Datum faillissement : 18 juni 2007. Handelsactiviteit : koerierdienst. Ondernemingsnummer : 0464.255.559. Rechter-commissaris : de heer Stichelbaut. Curator : Mr. Oschinsky, Yves, Capouilletstraat 34, 1060 Brussel-6. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.


Vincent,

Louizalaan

349,

bus

16,

Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 25 juli 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31276)



Terlinden,

Ouverture de la faillite, sur citation, de : Sonolight Audio Video Electro SA, rue Schmitz 18, 1081 Koekelberg. Numéro de faillite : 20070809. Date de faillite : 18 juin 2007. Objet social : restauration. Numéro d’entreprise : 0451.387.619


Date de cessation des payements : 18 décembre 2006. Juge-commissaire : M. Waver.

Ouverture de la faillite, sur citation, de : Taverne Le Capitaine SPRL, rue de Liedekerke 131, 1210 Saint-Josse-ten-Noode. Numéro de faillite : 20070808. Date de faillite : 18 juin 2007. Objet social : cafés et bars. Numéro d’entreprise : 0456.345.507 Date de cessation des payements : 18 décembre 2006. Juge-commissaire : M. Waver. Curateur : Me Terlinden, Vincent, avenue Louise 349, bte 16, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 25 juillet 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31276)

Curateur : Me Terlinden, Vincent, avenue Louise 349, bte 16, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 25 juillet 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31277)


Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Sonolight Audio Video Electro NV, Schmitzstraat 18, 1081 Koekelberg. Faillissementsnummer : 20070809. Datum faillissement : 18 juni 2007. Handelsactiviteit : restaurant.


Ondernemingsnummer : 0451.387.619. Datum staking betalingen : 18 december 2006.

Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Taverne Le Capitaine BVBA, Liedekerkestraat 131, 1210 Sint-Joost-ten-Node. Faillissementsnummer : 20070808. Datum faillissement : 18 juni 2007. Handelsactiviteit : café’s en bars. Ondernemingsnummer : 0456.345.507. Datum staking betalingen : 18 december 2006. Rechter-commissaris : de heer Waver.

Rechter-commissaris : de heer Waver. Curator : Mr. 1050 Brussel-5.

Terlinden,

Vincent,

Louizalaan

349,

bus

16,


35639

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31277)


Ouverture de la faillite, sur citation, de : World Rap SPRL, rue Van Malder 87, 1080 Molenbeek-Saint-Jean. Numéro de faillite : 20070811. Date de faillite : 18 juin 2007. Objet social : textiles.


Numéro d’entreprise : 0479.492.378 Juge-commissaire : M. Waver. Ouverture de la faillite, sur citation, de : BG Clean SPRL, quai de Mariemont 12, 1080 Molenbeek-Saint-Jean.

Curateur : Me Terlinden, Vincent, avenue Louise 349, bte 16, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.

Numéro de faillite : 20070810. Date de faillite : 18 juin 2007.


Objet social : nettoyage industriel. Numéro d’entreprise : 0472.378.518


Juge-commissaire : M. Waver. Curateur : Me Terlinden, Vincent, avenue Louise 349, bte 16, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 25 juillet 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31278)



Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : World Rap BVBA, Van Malderstraat 87, 1080 Sint-Jans-Molenbeek. Faillissementsnummer : 20070811. Datum faillissement : 18 juni 2007. Handelsactiviteit : textiel. Ondernemingsnummer : 0479.492.378. Rechter-commissaris : de heer Waver.



Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : BG Clean BVBA, Mariemontkaai 12, 1080 Sint-Jans-Molenbeek. Faillissementsnummer : 20070810.

Handelsactiviteit : industriële reiniging. Ondernemingsnummer : 0472.378.518. Rechter-commissaris : de heer Waver. Terlinden,

Vincent,

Vincent,

Louizalaan

349,

bus

16,




Terlinden,

Louizalaan

349,

bus

16,

Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 25 juli 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (31278)


Tribunal de commerce d’Arlon

Par jugement du 21 juin 2007, le tribunal de commerce d’Arlon a procédé au remplacement, à sa demande, de Me Jean-Marc Ceci, curateur de la faillite de la SPRL Salamon, dont le siège social est établi à 6700 Arlon, rue de Neufchâteau 169, inscrite au registre de la BanqueCarrefour des Entreprises sous le n° 0462.974.862, déclarée le 1er mars 2007. Le nouveau curateur désigné est Me Séraphine Charlier, avocat à 6717 Thiaumont, rue de l’Etang 469. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) J.L. Godiscal. (31280)

35640


Par jugement du 21 juin 2007, le tribunal de commerce d’Arlon a procédé au remplacement, à sa demande, de Me Jean-Marc Ceci, curateur de la faillite de la SPRL Le Club-Virton, dont le siège social est établi à 6823 Villers-devant-Orval, Sentier d’Orval 4, inscrite au registre de la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0480.104.270, déclarée le 20 juillet 2006.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites. Le pro deo a été ordonné. Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.

(31285)

Le nouveau curateur désigné est Me Séraphine Charlier, avocat à 6717 Thiaumont, rue de l’Etang 469. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) J.L. Godiscal. (31281)

Par jugement du 21 juin 2007, le tribunal de commerce d’Arlon a procédé au remplacement, à sa demande, de Me Jean-Marc Ceci, curateur de la faillite de la SCRL Mobipa, dont le siège social est établi à 6780 Messancy, rue des Ardennes 28, inscrite au registre de la BanqueCarrefour des Entreprises sous le n° 0429.281.715, déclarée le 22 juin 2006. Le nouveau curateur désigné est Me Cécile Baudine, avocat à 6700 Arlon, rue G. Kurth 75. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) J.L. Godiscal. (31282)

Par jugement du 21 juin 2007, le tribunal de commerce d’Arlon a prononcé la clôture par insuffisance d’actif de la faillite de la SPRL Le Confort de la Chaleur et du PVC, dont le siège social est établi à 6762 Saint-Mard, rue Léon Colleaux 51, inscrite au registre de la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0451.945.368. En application de l’article 185 du Code des sociétés, est considéré comme liquidateur M. Patrick Richard, domicilié à 6762 Saint-Mard, rue Léon Colleaux 51. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) J.L. Godiscal. (31283)

Par jugement du 18 juin 2007, la première chambre du tribunal de commerce de Charleroi a déclaré ouverte, sur citation, la faillite de la SPRL Wimmo Construct, dont le siège social est sis à 6150 Anderlues, rue de la Résistance 1A8, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0870.217.484. Curateur : Me Charles Dailly, avocat à 6000 Charleroi, rue du Parc 27. Juge-commissaire : André Collart. La date provisoire de cessation des paiements est fixée au 18 juin 2007. Les créanciers sont invités à déposer leurs créances au greffe du tribunal de commerce avant le 17 juillet 2007. Le curateur déposera, au greffe du tribunal de commerce, au plus tard le 14 août 2007, le premier procès-verbal de vérification des créances. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites. Le pro deo a été ordonné. Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.

(31286)

Par jugement du 18 juin 2007, la première chambre du tribunal de commerce de Charleroi a déclaré ouverte, sur citation, la faillite de la SPRL P & A Services, dont le siège social est sis à 6000 Charleroi, avenue Général Michel 1E, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0465.271.287. Curateur : Me Christiane Noel, avocat à 6000 Charleroi, rue de Dampremy 67/32.

Par jugement du 21 juin 2007, le tribunal de commerce d’Arlon a prononcé la clôture par insuffisance d’actif de la faillite de la SA Matt’s, dont le siège social est établi à 6791 Athus/Aubange, Grand’Rue 11, inscrite au registre de la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0454.324.343.

Juge-commissaire : Eric Cals. La date provisoire de cessation des paiements est fixée au 18 juin 2007. Les créanciers sont invités à déposer leurs créances au greffe du tribunal de commerce avant le 17 juillet 2007.

En application de l’article 185 du Code des sociétés, est considéré comme liquidateur M. Thierry Stephan, domicilié à 6700 Arlon, rue Clairefontaine 15.

Le curateur déposera, au greffe du tribunal de commerce, au plus tard le 14 août 2007, le premier procès-verbal de vérification des créances.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) J.L. Godiscal. (31284)

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites.

Tribunal de commerce de Charleroi

Par jugement du 18 juin 2007, la première chambre du tribunal de commerce de Charleroi a déclaré ouverte, sur citation, la faillite de la SPRL R9, dont le siège social est sis à 7170 Manage, rue de l’Etoile 38, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0458.947.580. Curateur : Me Bernard Grofils, avocat à 6000 Charleroi, boulevard Janson 39, et à 7130 Binche, rue de Robiano 62. Juge-commissaire : Pierre Degesves.

Le pro deo a été ordonné. Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.

(31287)

Par jugement du 18 juin 2007, la première chambre du tribunal de commerce de Charleroi a déclaré ouverte, sur citation, la faillite de M. Daniel Lespagnol, né à Orchies (France) le 26 avril 1951, domicilié à 6180 Courcelles, rue Winston Churchill 7, inscrit à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0786.081.070. Curateur : Me Michel Ghislain, avocat à 6041 Gosselies, avenue Fr. Roosevelt 4. Juge-commissaire : Michel Mercier.

La date provisoire de cessation des paiements est fixée au 18 juin 2007.


Les créanciers sont invités à déposer leurs créances au greffe du tribunal de commerce avant le 17 juillet 2007.




MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites. Le pro deo a été ordonné. Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.

(31288)

35641

Le curateur déposera, au greffe du tribunal de commerce, au plus tard le 14 août 2007, le premier procès-verbal de vérification des créances. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites. Le pro deo a été ordonné.

Par jugement du 18 juin 2007, la première chambre du tribunal de commerce de Charleroi a déclaré ouverte, sur citation, la faillite de M. Mario Santangelo, né à Roccamorice (Italie) le 4 octobre 1958, domicilié à 6001 Marcinelle, avenue de Philippeville 6/23, inscrit à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0653.495.631. Curateur : Me Isabelle Bronkaert, avocat à 6001 Marcinelle, avenue Meurée 95/19. Juge-commissaire : Jean-Marie Focant. La date provisoire de cessation des paiements est fixée au 18 juin 2007. Les créanciers sont invités à déposer leurs créances au greffe du tribunal de commerce avant le 17 juillet 2007. Le curateur déposera, au greffe du tribunal de commerce, au plus tard le 14 août 2007, le premier procès-verbal de vérification des créances. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites. Le pro deo a été ordonné. Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.

(31289)

Par jugement du 18 juin 2007, la première chambre du tribunal de commerce de Charleroi a déclaré ouverte, sur citation, la faillite de la SPRL Sotrabel, dont le siège social est sis à 6061 Montignies-surSambre, chaussée de Châtelineau 281, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0861.931.310. Curateur : Me Alexandre Gillain, avocat à 6000 Charleroi, boulevard Devreux 28.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.

(31291)

Par jugement du 18 juin 2007, la première chambre du tribunal de commerce de Charleroi a reporté la date de cessation des paiements de la SPRL Ecovim, dont le siège social est sis à 7130 Binche, rue de Maubeuge 13, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0867.585.123 et l’a fixée au 8 juillet 2006. Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.

(31292)

Tribunal de commerce de Namur

Par jugement prononcé le 14 juin 2007, par le tribunal de commerce de Namur ont été déclarées closes, par liquidation, les opérations de la faillite de M. Binot, Philippe Albert, né à Beauwelz le 17 août 1961, domicilié ci-avant à Noville-sur-Mehaigne, chaussée de Louvain 229, exploitant à la même adresse une entreprise de peinture industrielle, recouvrement de corniches et PVC et actuellement domicilié à 5170 Rivière, rue des Béguines 2B, inscrit à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0662.143.378. Cette faillite a été prononcée par jugement du tribunal de commerce de Namur en date du 20 août 2004. Le dit jugement donne décharge à Me Sine, Jean, avocat au barreau de Namur, de son mandat de curateur et accordé à M. Philippe Binot, le bénéfice de l’excusabilité. Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) André Baye. (31293)

Juge-commissaire : Michel Gaillard. La date provisoire de cessation des paiements est fixée au 18 juin 2007. Les créanciers sont invités à déposer leurs créances au greffe du tribunal de commerce avant le 17 juillet 2007. Le curateur déposera, au greffe du tribunal de commerce, au plus tard le 14 août 2007, le premier procès-verbal de vérification des créances. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites. Le pro deo a été ordonné. Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.

Par jugement prononcé le 14 juin 2007, par le tribunal de commerce de Namur ont été déclarées closes, par liquidation, les opérations de la faillite SPRL « A.C.T. Industry », dont le siège social est sis à 5170 Profondeville, section de Bois-de-Villers, rue Edouard Binamé 30, et le siège d’exploitation sis à 5002 Saint-Servais, route de Gembloux 500, ayant pour objet les prestations de service, conseils techniques, formation, représentation, conception, fabrication, vente, installation de tout matériel relevant de l’électricité, électronique, teléphonie et l’audio visuel, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0450.596.672. Cette faillite a été prononcée par jugement du tribunal de commerce de Namur en date du 20 janvier 2000.

(31290)

Par jugement du 18 juin 2007, la première chambre du tribunal de commerce de Charleroi a déclaré ouverte, sur aveu, la faillite de la SA I.S.P.I, dont le siège social est sis à 6040 Jumet, rue César De Paepe 76, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0467.906.224 (activité commerciale : marketing - dénomination commerciale : néant). Curateur : Me Thierry L’Hoir, avocat à 6210 Frasnes-les-Gosselies, rue Reine Astrid 62.

Le dit jugement donne décharge à Me Gyselinx, Jean-Marie, avocat au barreau de Namur, de son mandat de curateur et considère comme liquidateur M. Bastin, Philippe, domicilié à 5170 Bois-de-Villers, rue Edouard Binamé 30. Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) André Baye. (31294)


Par jugement prononcé le 14 juin 2007, par le tribunal de commerce de Namur ont été déclarées closes, par liquidation, les opérations de la faillite SA Société de Prestation d’Etudes et de Service, en abrégé « Prest », dont le siège social et l’adresse de l’établissement sont sis à Onoz, rue de Montolivet 13/1, y exploitant un holding, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0442.019.991.


Cette faillite a été prononcée par jugement du tribunal de commerce de Namur en date du 20 janvier 2000.

Juge-commissaire : Claude Dewolf.

35642


Le dit jugement donne décharge à Mes Gyselinx, Jean-Marie, Oger, Luc et Sine, Jean, avocats au barreau de Namur, de leur mandat de curateur et considère comme liquidateur M. Leyens, Christian, domicilié à 02500 Mondrepuis (France), rue Dardenne 98. Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) André Baye. (31295)

Par jugement prononcé le 14 juin 2007, par le tribunal de commerce de Namur ont été déclarées closes, par liquidation, les opérations de la faillite SA Obsys, dont le siège social est sis à 5100 Jambes, rue Bois de Wellemme 20, ayant pour activité principale la création de programmes informatiques, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0458.257.692. Cette faillite a été prononcée par jugement du tribunal de commerce de Namur en date du 20 décembre 2001.

Par jugement prononcé le 14 juin 2007, par le tribunal de commerce de Namur ont été déclarées closes, pour insuffisance d’actif, les opérations de la faillite de Mme Audrey Van Heuckelom, domiciliée à 5060 Auvelais, rue du pont à Biesmes 39, exploitant un commerce d’alimentation, anciennement à 6280 Gerpinnes, rue de la Bruyère 2, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0661.562.368. Cette faillite a été prononcée par jugement du tribunal de commerce de Namur en date du 18 mai 2006. Le dit jugement donne décharge à Me Marchal, Pierre-Luc, avocat au barreau de Namur, de son mandat de curateur et accorde à Mme Audrey Van Heuckelom, le bénéfice de l’excusabilité. Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) André Baye. (31296)

Le dit jugement donne décharge à Me Sine, Jean, avocat au barreau de Namur, de son mandat de curateur et considère comme liquidateur M. Schyns, Olivier, domicilié à 5100 Jambes, rue Bois de Wellemme 20. Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) André Baye. (31300)

Par jugement du 21 juin 2007, le tribunal de commerce de Namur a déclaré, sur citation, la faillite de le SPRLU Joelle Gilson, dont le siège social et le siège d’exploitation sont situés avenue du Bourgmestre Jean Materne 140, à 5100 Jambes, ayant comme activité le commerce de détail de vêtements pour hommes, dames et enfants sous la dénomination « L et Elles », inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0475.433.820. Le même jugement reporte à la date provisoire du 21 juin 2007, l’époque de la cessation des paiements.

Par jugement prononcé le 14 juin 2007, par le tribunal de commerce de Namur ont été déclarées closes, pour insuffisance d’actif, les opérations de la faillite SPRL Animal Garden, dont le siège social est sis à 5060 Tamines, avenue du Président Roosevelt 65, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0463.318.223.

Juge-commissaire : M. Fourrier, Luc, juge consulaire. Curateur : Me Bouvier, Thibaut, rue des Tanneries 13B, 5000 Namur. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce, rue du Collège 37, à Namur, dans les trente jours.

Cette faillite a été prononcée par jugement du tribunal de commerce de Namur en date du 2 juin 2005.

Les personnes physiques, qui se sont constituées sûreté personnelle au failli, sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dit jugement donne décharge à Me Marchal, Pierre-Luc, avocat au barreau de Namur, de son mandat de curateur et considère comme liquidateur M. Jean-Michel Francq, domicilié à 6140 Fontaine-l’Evêque, boulevard du Midi 18/1.

Le dépôt du premier procès-verbal de vérification des créances se fera au greffe du tribunal de commerce de Namur le 30 juillet 2007, avant 16 heures, au deuxième étage. Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) A. Baye. (31301)

Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) André Baye. (31297)

Par jugement prononcé le 14 juin 2007, par le tribunal de commerce de Namur ont été déclarées closes, par liquidation, les opérations de la faillite SA Quincaillerie Lambret, dont le siège social et l’adresse de l’établissement sont sis à 5100 Jambes, chaussée de Marche 256, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0445.920.876. Cette faillite a été prononcée par jugement du tribunal de commerce de Namur en date du 9 septembre 2004.

Par jugement du 21 juin 2007, le tribunal de commerce de Namur a déclaré, sur aveu, la faillite de M. Poli, Alain Emile, né à Charleroi le 19 novembre 1960, domicilié à 5100 Namur, section Wierde, rue du Pommier Sauvage 17, y exerçant au départ de son domicile une activité d’intermédiaire commercial, inscrit à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0872.249.140. Le même jugement reporte à la date provisoire du 21 juin 2007, l’époque de la cessation des paiements. Juge-commissaire : M. De Sauvage, Paul, juge consulaire.

Le dit jugement donne décharge à Me de Nève, Marie-Thérèse, avocat au barreau de Namur, de son mandat de curateur et considère comme liquidateur M. Pierre Lambret, domicilié à 5101 Erpent, rue des Piverts 13.

Curateur : Me Rase, Baudhuin, boulevard de la Meuse 25, 5100 Jambes (Namur).

Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) André Baye. (31298)

Les personnes physiques, qui se sont constituées sûreté personnelle au failli, sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Par jugement prononcé le 14 juin 2007, par le tribunal de commerce de Namur ont été déclarées closes, par liquidation, les opérations de la faillite SA Carrosserie Poulin, dont le siège social est sis à Auvelais, rue Bois Sainte Marie 170, y exploitant un atelier de carrosserie, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0456.719.550. Cette faillite a été prononcée par jugement du tribunal de commerce de Namur en date du 27 novembre 2003. Le dit jugement donne décharge à Me de Nève, Marie-Thérèse et Me Brichart, Jean, avocats au barreau de Namur, de leur mandat de curateur et considère comme liquidateur Me de Nève, Marie-Thérèse, avocate à 5140 Sombreffe, chaussée de Nivelle 45. Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) André Baye. (31299)

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce, rue du Collège 37, à Namur, dans les trente jours.


Par jugement du 21 juin 2007, le tribunal de commerce de Namur a déclaré, sur aveu, la faillite de la SPRL Reno-Masson Frères, dont le siège social est sis à 5100 Jambes, chaussée de Liège 129A, y exploitant une entreprise de constructions, rénovation de bâtiments, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0452.240.328. Le même jugement reporte à la date provisoire du 21 juin 2007, l’époque de la cessation des paiements. Juge-commissaire : M. Lechien, Henri, juge consulaire.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Curateur : Me Scholl, Francine, avenue de la Pairelle 77 bte 8, 5000 Namur. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce, rue du Collège 37, à Namur, dans les trente jours. Les personnes physiques, qui se sont constituées sûreté personnelle au failli, sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Le dépôt du premier procès-verbal de vérification des créances se fera au greffe du tribunal de commerce de Namur le 30 juillet 2007, avant 16 heures, au deuxième étage. Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) A. Baye. (31303)

Par jugement du 21 juin 2007, le tribunal de commerce de Namur a déclaré, sur citation, la faillite de M. Wuyts, Eric Cyrille Germain Maurice Ghislain, né à Auvelais le 25 mai 1964, domicilié à 5190 Jemeppe-sur-Sambre, rue François Hittelet 42, ayant à cette même adresse, une entreprise de construction de maisons individuelles, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0859.860.953. Le même jugement reporte à la date provisoire du 21 juin 2007, l’époque de la cessation des paiements. Juge-commissaire : M. De Sauvage, Paul, juge consulaire. Curateur : Me Sohet, Isabelle, rue Henri Lemaitre 67, 5000 Namur. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce, rue du Collège 37, à Namur, dans les trente jours. Les personnes physiques, qui se sont constituées sûreté personnelle au failli, sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Le dépôt du premier procès-verbal de vérification des créances se fera au greffe du tribunal de commerce de Namur le 30 juillet 2007, avant 16 heures, au deuxième étage. Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) A. Baye. (31304)

Par jugement du 21 juin 2007, le tribunal de commerce de Namur a déclaré, sur citation, la faillite de la F.S. Management SPRL, dont le siège social et le siège d’exploitation sont situés allée de la Maison Blanche 18, à 5020 Malonne, ayant comme activité la gestion et l’administration de holdings, conseils pour les affaires et le management, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0866.651.646. Le même jugement reporte à la date provisoire du 21 juin 2007, l’époque de la cessation des paiements. Juge-commissaire : M. Lechien, Henri, juge consulaire. Curateur : Me Steinier, Karl, rue des Faucons 64 bte 3, 5004 Bouge. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce, rue du Collège 37, à Namur, dans les trente jours. Les personnes physiques, qui se sont constituées sûreté personnelle au failli, sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.

35643

Par jugement du 4 juin 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Brasserie de Rovalsart SC, sous la dénomination « Creadhesif », place de la Gare 4, 1330 Rixensart, déclarée ouverte par jugement du 8 mai 2006, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Herbert Pentenrieder, domicilié à 1330 Rixensart, avenue de la Paix 17. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31307)

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a ordonné la clôture, par liquidation, de la faillite de Halloy, Christian Henri, allée du Mont-Cheval 15, 1400 Nivelles, déclarée ouverte par jugement du 5 décembre 2005, et a déclaré le failli excusable. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31308)

Par jugement du 4 juin 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de I.D. Security SPRL, rue de Rixensart 18/71, 1332 Genval, déclarée ouverte par jugement du 29 juillet 2004, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Thaon, Jean-Jacques, domicilié à 1341 Céroux-Mousty, rue du Culot 47. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31309)

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Reo-Click International SPRL, rue de la Gendarmerie 6D, 1380 Lasne, déclarée ouverte par jugement du 19 février 2001, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, Me Vanham, Bernard, domicilié à 1400 Nivelles, rue de Charleroi 2. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31310)

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Autocars SaintEtienne SPRL, avenue des Combattants 16, 1490 Court-Saint-Etienne, déclarée ouverte par jugement du 25 novembre 1991, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Daniel Tollet, domicilié à 1300 Wavre, chaussée de Bruxelles 144/25. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31311)

Par jugement du 30 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a ordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de Detry, Thierry, avenue des Combattants 34, 1370 Jodoigne, déclarée ouverte par jugement du 19 novembre 2001, et a déclaré le failli inexcusable. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31312)

Tribunal de commerce de Nivelles

Par jugement du 4 juin 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Boulangerie artisanale de Waterloo SPRL, rue Bruyère Saint-Jean 55, 1410 Waterloo, déclarée ouverte par jugement du 26 septembre 2005, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Philippe Detaxe, domicilié à 1410 Waterloo, rue Bruyère Saint-Jean 55. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31313)

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Philtoys SPRL, avenue de l’Artisanat 8, 1420 Braine-l’Alleud, déclarée ouverte par jugement du 25 janvier 1993, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, Mme Marie Cinta Aixandri, domiciliée à 1640 Rhode-Saint-Genèse, Grand Air 45. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31306)

Par jugement du 4 juin 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de M4A Consult SA, chaussée de Louvain 47/B3, 1410 Waterloo, déclarée ouverte par jugement du 29 décembre 2003, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Bernard Guenet, domicilié à 1474 Ways, rue E. Debroux 1. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31314)


35644


Par jugement du 4 juin 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Les Pépinières du Train SCRL, rue des Monts 3, 1390 Grez-Doiceau, déclarée ouverte par jugement du 10 juillet 2003, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Busain, Patrick, domicilié à 5380 Forville, rue du Pelaki 33. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31315)

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Telema Belgium SPRL, rue Vesale 29, 1300 Wavre, déclarée ouverte par jugement du 8 janvier 1996, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Marc Ghysels, domicilié à 9050 Gentbrugge, Schooldreef 5. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31323)

Par jugement du 4 juin 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de New Cover Rent SA, chemin du Halage 13, 1460 Ittre, déclarée ouverte par jugement du 9 mars 1998, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Pierre Boon, domicilié à 1460 Virginal-Samme, chemin du Halage 13. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31316)

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Oris SA, Centre commercial du Douaire,1340 Ottignies, déclarée ouverte par jugement du 25 novembre 2002, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Guy Chevalier, domicilié à 1341 Céroux-Mousty, rue de Spangen 38. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31324)

Par jugement du 4 juin 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Blue Stone Decor SPRL, avenue des Cerisiers Roses 13, 1430 Rebecq, déclarée ouverte par jugement du 29 décembre 2003, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateurs, Mme Nadine Knops, domiciliée à 2820 Bonheiden, Kiewitlaan 17, et M. Bernard Masset, domicilié à 1430 Rebecq, avenue des Cerisiers Roses 13. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31317)

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Matelco SCRIS, drève de l’Infante 27/A/2, 1410 Waterloo, déclarée ouverte par jugement du 28 février 2005, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, Mme Claire Rasse, domiciliée à 1420 Braine-l’Alleud, square d’Hougoumont 10/F23. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31325)

Par jugement du 4 juin 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Au Prieure SPRL, rue de Foulx les Caves 2, 1367 Ramillies, déclarée ouverte par jugement du 25 octobre 2004, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Claude Henry, domicilié à 1367 Autre Eglise, rue Faulx Les Caves 2. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31318)

Par jugement du 4 juin 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Technox Equipment SA, rue de La Hulpe 13, 1331 Rosières, déclarée ouverte par jugement du 16 décembre 2002, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Vander Heyden, André, domicilié à 1325 ChaumontGistoux, rue de Chaumont 58. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31319)

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a ordonné la clôture, par liquidation, de la faillite de Pelsmaekers, Eddy, rue de la Brasserie 3, 1450 Chastre-Villeroux-Blanmont, déclarée ouverte par jugement du 7 avril 2003, et a déclaré le failli excusable. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31320)

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Etablissements René Habils SA, rue de Bruxelles 297, 1480 Tubize, déclarée ouverte par jugement du 24 juillet 2003, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Bernard Duquennoy, domicilié à 7850 Enghien, drève des Chevreuils 14. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31321)

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a ordonné la clôture, par liquidation, de la faillite de Biarent, Fabienne, dénomination « Celina Lingerie », rue du Bourgage 3, 1470 Genappe, déclarée ouverte par jugement du 24 août 1993, et a déclaré la faillie excusable. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31322)

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de D C N F SC, chaussée de Braine-le-Comte 67A, 1400 Nivelles, déclarée ouverte par jugement du 15 juin 1998, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, Mme Françoise Devaux, domiciliée à 5620 Florennes, place Verte 19. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31326)

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a ordonné la clôture, par liquidation, de la faillite de Joly, Bernard, avenue Saint-Job 65, 1300 Wavre, déclarée ouverte par jugement du 18 septembre 2000, et a déclaré le failli excusable. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31327)

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de T.I. Consult SA, rue de la Corderie 18, 1300 Wavre, déclarée ouverte par jugement du 10 mars 2003, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. JeanClaude Adriaansen, domicilié à 1457 Walhain, rue de Spêche 30. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31328)

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de La Sicome SA, Parc Industriel 26, 1440 Braine-le-Château, déclarée ouverte par jugement du 6 juin 1994, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, Mme Patricia Marchal, domiciliée à 1990 Hoeilaart, J. Lindtstraat 16. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31329)

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Christ’Art Créationt SPRL, quai aux Huitres 8, 1300 Wavre, déclarée ouverte par jugement du 26 mai 2003, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, Mme Christine Ghaye, domiciliée à 1490 Court-Saint-Etienne, rue Notre Dame 5. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31330)


35645

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a ordonné la clôture, par liquidation, de la faillite de Devos, Alain, sentier de la Genette 11, 1430 Rebecq, déclarée ouverte par jugement du 5 février 2001, et a déclaré le failli excusable. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31331)

Par jugement du 4 juin 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a ordonné la clôture, par liquidation, de la faillite de Plas, Didier, rue de Rosières 7, 1332 Genval, déclarée ouverte par jugement du 4 septembre 1995, et a déclaré le failli excusable. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31339)

Par jugement du 30 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de En Face SA, sous la dénomination « Le Pain Perdu », rue de Genleau 47, 1380 Lasne, déclarée ouverte par jugement du 26 avril 2004, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Michel Vangeluwe, domicilié à 1380 Lasne, rue de Genleau 47. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31332)

Par jugement du 4 juin 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Gilles Père et Fils SPRL, rue Saint-Jean 31, 1370 Jodoigne, déclarée ouverte par jugement du 4 février 2002, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Michel Gillis, domicilié à 5020 Malonne, rue du Manimé 6. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31340)

Rechtbank van koophandel te Antwerpen Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a ordonné la clôture, par liquidation, de la faillite de Stiernon, Philippe Charles Fernand, avenue de Drummondville 5, bte 23, 1420 Brainel’Alleud, déclarée ouverte par jugement du 15 mars 2004, et a déclaré le failli inexcusable. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31333)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 21 juni 2007, is Van Dorst BVBA, Pluyseghemstraat 1, 2550 Kontich, schilderen, op bekentenis, failliet verklaard. Ondernemingsnummer 0449.033.685. Curator : Mr. Hermans, Tom, Amerikalei 122, 2000 Antwerpen-1.

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a ordonné la clôture, par liquidation, de la faillite de Lefranc, Danielle Jeanne Fernande Ghislaine, rue de la Gendarmerie 29, 1430 Rebecq (Quenast), déclarée ouverte par jugement du 26 janvier 2004, et a déclaré la faillie excusable. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31334)

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Deregnoncourt SPRL, rue du Chabut 19, 1320 Beauvechain, déclarée ouverte par jugement du 6 septembre 2004, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Jean-Louis Deregnoncourt, domicilié à 1320 HammeMille, rue du Chabut 19. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31335)

Datum van de staking van betaling : 21 juni 2007. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 20 juli 2007. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 17 augustus 2007, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De adjunct-griffier : B. Franck. (Pro deo) (31341)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 21 juni 2007, is Peeters en Aernouts, gewone commanditaire vennootschap, Laar 4, 2140 Borgerhout (Antwerpen), kapsalons, op bekentenis, failliet verklaard. Ondernemingsnummer 0462.684.357.

Par jugement du 21 mai 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Ducks et Co SPRL, route de la Marache 51, 1380 Lasne, déclarée ouverte par jugement du 21 mai 2001, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Patrick Apremonts, domicilié à 1474 Ways, rue Achille Fiévez 14A. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31336)

Par jugement du 4 juin 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Wavre Hotel SA, rue du Manil 91, 1301 Bierges, déclarée ouverte par jugement du 10 mars 2003, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Vesa Palokari, domicilié en Finlande, Kobbola. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31337)

Par jugement du 4 juin 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de M.S. Associates SPRL, sous la dénomination « Unicis Waterloo », chaussée de Tervuren 179, 1410 Waterloo, déclarée ouverte par jugement du 26 avril 2004, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. Michel Streck, domicilié à 59000 Lille (France), avenue du Parc Monceau 255. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) V. Suetens. (31338)

Curator : Mr. Janseghers, Katleen, Amerikalei 191, 2000 Antwerpen-1. Datum van de staking van betaling : 21 juni 2007. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 20 juli 2007. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 17 augustus 2007, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De adjunct-griffier : B. Franck. (Pro deo) (31342)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 21 juni 2007, is Dirven, Marinus Jacobus Hendrikus, Nederlandse nationaliteit, geboren te Breda op 7 april 1984, wonende te 2990 Wuustwezel, Veldvoort 24, en handeldrijvende te 2930 Brasschaat, Rerum Novarumlei 19, onder de benaming « Computershop PCD », gespecialiseerde detailhandel in kantoormachines en -meubelen, computers en standaardprogrammatuur en telecommunicatieapparatuur, op bekentenis, failliet verklaard. Ondernemingsnummer 0881.938.153. Curator : Mr. Henquin, Michel, Kerkstraat 39B, 2940 Stabroek. Datum van de staking van betaling : 21 juni 2007. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 20 juli 2007.

35646


Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 17 augustus 2007, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De adjunct-griffier : B. Franck.

(Pro deo)

(31343)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 21 juni 2007, is Task Bodyguard Services BVBA, Neerhoeve 42/1, 2900 Schoten, tussenpersoon in de handel, bij dagvaarding, failliet verklaard. Ondernemingsnummer 0473.680.593. Curator : Mr. Vandendriessche, Geert, Karel Oomsstraat 22, 2018 Antwerpen-1. Datum van de staking van betaling : 21 juni 2007. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 20 juli 2007.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 21 juni 2007, is Flashprint BVBA, Paardenmarkt 73, 2000 Antwerpen-1, fotostudio’s en overige fotografische activiteiten, op bekentenis, failliet verklaard. Ondernemingsnummer 0467.019.267. Curator : Mr. Heysse, Barbara, Kerkstraat 39, 2940 Stabroek.

Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 17 augustus 2007, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De adjunct-griffier : B. Franck. (Pro deo) (31347)

Datum van de staking van betaling : 21 juni 2007. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 20 juli 2007. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 17 augustus 2007, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De adjunct-griffier : B. Franck.

(Pro deo)

(31344)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 21 juni 2007, is Efe BVBA, Erwtenstraat 14A, 2060 Antwerpen-6, fastfoodzaken, snackbars, frituren en dergelijke, bij dagvaarding, failliet verklaard. Ondernemingsnummer 0461.484.725. Curator : Mr. Van Doosselaere, Thierry, Lange Gasthuisstraat 27, 2000 Antwerpen-1. Datum van de staking van betaling : 21 juni 2007. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 20 juli 2007.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 21 juni 2007, is Optima Forma Management BVBA, Namenstraat 17-19, 2000 Antwerpen-1, managementactiviteiten van holdings, bij dagvaarding, failliet verklaard. Ondernemingsnummer 0863.851.613. Curator : Mr. Van Kildonck, Karel, Belgiëlei 196, 2018 Antwerpen-1.



(Pro deo)

(31345)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 21 juni 2007, is Technical Wheel BVBA, Bredabaan 289, 2170 Merksem (Antwerpen), groothandel in elektrisch materiaal, inclusief installatiematerieel, bij dagvaarding, failliet verklaard. Ondernemingsnummer 0476.278.611. Curator : Mr. Van 2018 Antwerpen-1.

Gijseghem,

Geert,

Molenstraat

52-54,

Datum van de staking van betaling : 21 juni 2007. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 20 juli 2007.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 21 juni 2007, is Tahri Yamina, geboren te Berkane (Marokko), wonende te 2610 Wilrijk, Valaarstraat 124, onder de benaming « Prestige Cleaning Service », industriële reiniging, bij dagvaarding, failliet verklaard. Ondernemingsnummer 0864.080.354. Curator : Mr. Van 2000 Antwerpen-1.

Den

Cloot,

Alain,

Frankrijklei

115,


(Pro deo)

(31346)


Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 21 juni 2007, is Confradan BVBA, Sint-Bernardsesteenweg 847, 2660 Hoboken (Antwerpen), overige waterbouw, bij dagvaarding, failliet verklaard. Ondernemingsnummer 0867.694.791. Curator : Mr. Van Impe, Bruno, Generaal Slingeneyerlaan 107, 2100 Deurne (Antwerpen). Datum van de staking van betaling : 21 juni 2007. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 20 juli 2007.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 17 augustus 2007, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De adjunct-griffier : B. Franck.

(Pro deo)

(31350)

35647

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 21 juni 2007, is Jepa Construct BVBA, Wenigerstraat 72, 2150 Borsbeek (Antwerpen), stukadoorswerk, bij dagvaarding, failliet verklaard. Ondernemingsnummer 0860.039.711. Curator : Mr. Van Passel, Marc, Frankrijklei 146, 2000 Antwerpen-1. Datum van de staking van betaling : 21 juni 2007. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 20 juli 2007.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 21 juni 2007, is Suzanna BVBA, De Keyserlei 13-15, 2018 Antwerpen-1, cafés, bij dagvaarding, failliet verklaard. Ondernemingsnummer 0880.123.461. Curator : Mr. Van Ingelghem, Daniel, Vrijheidstraat 30-32/14, 2000 Antwerpen-1. Datum van de staking van betaling : 21 juni 2007. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 20 juli 2007. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 17 augustus 2007, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De adjunct-griffier : B. Franck.

(Pro deo)

(31351)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 21 juni 2007, is Welat BVBA, Erwtenstraat 14, bus A, 2060 Antwerpen-6, niet-gespecialiseerde detailhandel in algemene voedingsmiddelen, bij dagvaarding, failliet verklaard.


Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 21 juni 2007, is Bertens, Krist Alice Bert, geboren te Antwerpen op 18 september 1973, en wonende te 2530 Boechout, Lange Kroonstraat 93, bij dagvaarding, failliet verklaard. Curator : Mr. Mertens, Jan Lodewijk, Alice Nahonlei 74, 2900 Schoten. Datum van de staking van betaling : 21 juni 2007. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 20 juli 2007. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 17 augustus 2007, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De adjunct-griffier : B. Franck. (Pro deo) (31355)

Ondernemingsnummer 0474.752.246. Curator : Mr. Van Der Hofstadt, Serge, Jan Van Rijswijcklaan 1-3, 2018 Antwerpen-1. Datum van de staking van betaling : 21 juni 2007.

Ondernemingsnummer 0447.664.502.

Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 20 juli 2007. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 17 augustus 2007, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De adjunct-griffier : B. Franck.

(Pro deo)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 21 juni 2007, is Beukenhof NV, Antwerpsestraat 302, 2850 Boom, restaurants van het traditionele type, op bekentenis, failliet verklaard.

(31352)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 21 juni 2007, is Mobile American Hand Carwash BVBA, in het kort : « M.A.H.C. », Indiëstraat 21, 2000 Antwerpen-1, onderhoud en reparatie van auto’s, bij dagvaarding, failliet verklaard.

Curator : Mr. Loyens, Jan, Cogels-Osylei 17, 2600 Berchem (Antwerpen). Datum van de staking van betaling : 21 juni 2007. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 20 juli 2007. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 17 augustus 2007, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De adjunct-griffier : B. Franck. (31356)

Rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge

Ondernemingsnummer 0479.142.386. Curator : Mr. Van Mechelen, Francis, Mechelsesteenweg 136, 2018 Antwerpen-1. Datum van de staking van betaling : 21 juni 2007. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 20 juli 2007. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 17 augustus 2007, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De adjunct-griffier : B. Franck.

(Pro deo)

(31353)

Bij vonnis van de tijdelijke eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 21 juni 2007, werd, op bekentenis, het faillissement uitgesproken van de BVBA Rotan & Co, met maatschappelijke zetel te 8310 Brugge, Nachtegaalstraat 18, en uitbatingszetel te 8310 Brugge, Baron Ruzettelaan 449, ondernemingsnummer 0429.421.077, met als hoofdactiviteit verkoop meubelen. Datum van staking van betalingen : 21 juni 2007. Curatoren : Mrs. Rik Crivits en Christian Persyn, advocaten te 8000 Brugge, Ezelstraat 25. De aangiften van schuldvordering dienen neergelegd te worden ter griffie van de rechtbank van koophandel te 8000 Brugge, Kazernevest 3, vóór 20 juli 2007.

35648


De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter Fail.W.

Rechtbank van koophandel te Hasselt

Het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen zal dienen neergelegd te worden op de griffie van de rechtbank, uiterlijk op 6 augustus 2007.

De rechtbank van koophandel te Hasselt, tweede kamer, heeft bij vonnis van 21 juni 2007, de faillietverklaring, op dagvaarding, uitgesproken van Wingdiver BVBA, Gemeenteplein 12/1, te 3560 Lummen.

Voor eensluidend verklaard uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) F. Hulpia. (31357)

Ondernemingsnummer 0465.490.924. Handelswerkzaamheid : horeca. Dossiernummer : 6010. Rechter-commissaris : de heer Vermeire.

Bij vonnis van de tijdelijke eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 21 juni 2007, werd, op bekentenis, het faillissement uitgesproken van de NV Provest, met maatschappelijke zetel te 8310 Brugge, Nachtegaalstraat 18, ondernemingsnummer 0455.887.132, met als hoofdactiviteit beheersmaatschappij. Datum van staking van betalingen : 21 juni 2007. Curatoren : Mrs. Rik Crivits en Christian Persyn, advocaten te 8000 Brugge, Ezelstraat 25. De aangiften van schuldvordering dienen neergelegd te worden ter griffie van de rechtbank van koophandel te 8000 Brugge, Kazernevest 3, vóór 20 juli 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter Fail.W. Het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen zal dienen neergelegd te worden op de griffie van de rechtbank, uiterlijk op 6 augustus 2007. Voor eensluidend verklaard uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) F. Hulpia. (Pro deo) (31358)

Curator : Mr. Bielen, Thierry, Havermarkt 27, te 3500 Hasselt. Tijdstip ophouden van betaling : 21 juni 2007. Indienen van de schuldvorderingen : griffie van de rechtbank van koophandel te Hasselt, Havermarkt 10, vóór 21 juli 2007. Datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd, is bepaald op woensdag 1 augustus 2007, om 11 uur. De natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde dienen ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neer te leggen om te kunnen genieten van de bevrijding (overeenkomstig artikelen 72bis en 72ter F.W.). Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) V. Achten. (31360)

De rechtbank van koophandel te Hasselt, tweede kamer, heeft bij vonnis van 21 juni 2007, de faillietverklaring, op dagvaarding, uitgesproken van Broux NV, Koning Albertstraat 64, 3500 Hasselt. Ondernemingsnummer 0447.054.588. Handelswerkzaamheid : horeca. Dossiernummer : 6011.

Rechtbank van koophandel te Dendermonde

Rechter-commissaris : de heer Vermeire. Curator : Mr. Bielen, Thierry, Havermarkt 27, te 3500 Hasselt. Tijdstip ophouden van betaling : 21 juni 2007.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, van 21 juni 2007, werd Heirwegh, Véronique, Dorp 86, 9290 Berlare, horeca, in staat van faillissement verklaard. Ondernemingsnummer 0741.234.012. Rechter-commissaris : M. Marc Tackaert. Curator : Mr. Petra Seymoens, Pollare Dorp 28, 9400 Ninove. Datum staking van betaling : 20 juni 2007, onder voorbehoud van artikel 12, lid 2, F.W. Indienen van de schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend ter griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen de dertig dagen vanaf datum faillissementsvonnis. Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen zal neergelegd worden op vrijdag 27 juli 2007, ter griffie van de rechtbank.

Indienen van de schuldvorderingen : griffie van de rechtbank van koophandel te Hasselt, Havermarkt 10, vóór 21 juli 2007. Datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd, is bepaald op woensdag 1 augustus 2007, om 11 uur. De natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde dienen ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neer te leggen om te kunnen genieten van de bevrijding (overeenkomstig artikelen 72bis en 72ter F.W.). Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) V. Achten. (31361)

De rechtbank van koophandel te Hasselt, tweede kamer, heeft bij vonnis van 21 juni 2007, de faillietverklaring, op dagvaarding, uitgesproken van Ruymen BVBA, Excelsiorlaan 12C, 3500 Hasselt. Ondernemingsnummer 0447.783.474.

Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidstelling vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring (art. 63 F.W.).

Handelswerkzaamheid : benzinestation.

Om te kunnen genieten van de bevrijding moeten de natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neerleggen, waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is (artikel 72bis F.W. en artikel 10 wet 20 juli 2005).

Curator : Mr. Bielen, Thierry, Havermarkt 27, te 3500 Hasselt.

Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) S. Van Nuffel. (31359)

Dossiernummer : 6016. Rechter-commissaris : de heer Vermeire. Tijdstip ophouden van betaling : 21 juni 2007. Indienen van de schuldvorderingen : griffie van de rechtbank van koophandel te Hasselt, Havermarkt 10, vóór 21 juli 2007. Datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd, is bepaald op woensdag 1 augustus 2007, om 11 uur.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD De natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde dienen ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neer te leggen om te kunnen genieten van de bevrijding (overeenkomstig artikelen 72bis en 72ter F.W.). Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) V. Achten. (31362)

De rechtbank van koophandel te Hasselt, tweede kamer, heeft bij vonnis van 21 juni 2007, de faillietverklaring, op bekentenis, uitgesproken van Nevin BVBA, Meylandtlaan 107, te 3550 Heusden (Limburg).

35649

Indienen van de schuldvorderingen : griffie van de rechtbank van koophandel te Hasselt, Havermarkt 10, vóór 21 juli 2007. Datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd, is bepaald op woensdag 1 augustus 2007, om 11 uur. De natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde dienen ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neer te leggen om te kunnen genieten van de bevrijding (overeenkomstig artikelen 72bis en 72ter F.W.). Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) V. Achten. (31365)

Ondernemingsnummer 0873.004.750. Handelswerkzaamheid : horeca. Dossiernummer : 6015. Rechter-commissaris : de heer Vermeire.

De rechtbank van koophandel te Hasselt, tweede kamer, heeft bij vonnis van 21 juni 2007, de faillietverklaring, op bekentenis, uitgesproken van N.V.L. Consulting BVBA, Dellingweidestraat 28, te 3800 Sint-Truiden.


Ondernemingsnummer 0436.258.488.

Tijdstip ophouden van betaling : 21 juni 2007.

Handelswerkzaamheid : adviesverlening en consulting.

Indienen van de schuldvorderingen : griffie van de rechtbank van koophandel te Hasselt, Havermarkt 10, vóór 21 juli 2007.

Dossiernummer : 6012.

Datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd, is bepaald op woensdag 1 augustus 2007, om 11 uur.


De natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde dienen ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neer te leggen om te kunnen genieten van de bevrijding (overeenkomstig artikelen 72bis en 72ter F.W.). Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) V. Achten. (31363)

De rechtbank van koophandel te Hasselt, tweede kamer, heeft bij vonnis van 21 juni 2007, de faillietverklaring, op bekentenis, uitgesproken van Ristorante La Sardegna BVBA, Botermarkt 22, te 3500 Hasselt. Ondernemingsnummer 0458.655.788. Handelswerkzaamheid : restaurant.

Rechter-commissaris : de heer Vermeire. Tijdstip ophouden van betaling : 21 juni 2007. Indienen van de schuldvorderingen : griffie van de rechtbank van koophandel te Hasselt, Havermarkt 10, vóór 21 juli 2007. Datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd, is bepaald op woensdag 1 augustus 2007, om 11 uur. De natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde dienen ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neer te leggen om te kunnen genieten van de bevrijding (overeenkomstig artikelen 72bis en 72ter F.W.). Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) V. Achten. (31366)

Rechtbank van koophandel te Kortrijk

Dossiernummer : 6014. Rechter-commissaris : de heer Vermeire. Curator : Mr. Bielen, Thierry, Havermarkt 27, te 3500 Hasselt. Tijdstip ophouden van betaling : 1 februari 2007. Indienen van de schuldvorderingen : griffie van de rechtbank van koophandel te Hasselt, Havermarkt 10, vóór 21 juli 2007. Datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd, is bepaald op woensdag 1 augustus 2007, om 11 uur. De natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde dienen ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neer te leggen om te kunnen genieten van de bevrijding (overeenkomstig artikelen 72bis en 72ter F.W.). Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) V. Achten. (31364)

De rechtbank van koophandel te Hasselt, tweede kamer, heeft bij vonnis van 21 juni 2007, de faillietverklaring, op bekentenis, uitgesproken van Activ81 BVBA, Vreyshorring 81, te 3920 Lommel. Ondernemingsnummer 0479.391.717. Handelswerkzaamheid : restaurant. Dossiernummer : 6013. Rechter-commissaris : de heer Vermeire. Curator : Mr. Bielen, Thierry, Havermarkt 27, te 3500 Hasselt. Tijdstip ophouden van betaling : 21 juni 2007.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, tweede kamer, d.d. 19 juni 2007, werd het faillissement van Ansa-Promotion, BVBA, Oudenaardsesteenweg 136, bus 3, te 8500 Kortrijk, door vereffening beëindigd. Ondernemingsnummer : 0450.117.117. Als vermoedelijk vereffenaar wordt beschouwd de heer Pierre Van Den Abeele, Vosstraat 32, te 2140 Borgerhout. De griffier, (get.) Engels, Koen. (31367)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, tweede kamer, d.d. 19 juni 2007, werd het faillissement van Q.M.C., NV, Kachtemsestraat 158, te 8870 Izegem, door vereffening beëindigd. Ondernemingsnummer : 0440.341.990. Als vermoedelijk vereffenaar wordt beschouwd de heer Rik Vandaele, Kachtemsestraat 158, te 8870 Izegem. De griffier, (get.) Engels, Koen. (31368)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, tweede kamer, d.d. 19 juni 2007, werd het faillissement van Quality Sauce, BVBA, Ledegemstraat 117, te 8560 Wevelgem, door vereffening beëindigd. Ondernemingsnummer : 0453.926.445. Als vermoedelijk vereffenaar wordt beschouwd Mevr. Rita Declercq, Ledegemstraat 117, te 8560 Moorsele. De griffier, (get.) Engels, Koen. (31369)

35650


Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, tweede kamer, d.d. 19 juni 2007, werd het faillissement van Bernaert, Dominique, Leiestraat 103, bus 103, te 8930 Lauwe, geboren op 4 maart 1973, door vereffening beëindigd. De gefailleerde werd hierbij verschoonbaar verklaard. Ondernemingsnummer : 0527.868.159. De griffier, (get.) Engels, Koen.

(31370)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, tweede kamer, d.d. 19 juni 2007, werd het faillissement van Vandenberghe, Dominique Maurice, Bavikhoofsestraat 144, te 8520 Kuurne, geboren op 22 november 1969, handelsbenaming : ’t Smulderke, door vereffening beëindigd. De gefailleerde werd hierbij verschoonbaar verklaard. Ondernemingsnummer : 0678.325.057. De griffier, (get.) Engels, Koen.

(31371)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, tweede kamer, d.d. 19 juni 2007, werd het faillissement van Des Aubries, BVBA, Ledegemstraat 117, te 8560 Moorsele, handelsbenaming : Gelhato Renato, door vereffening beëindigd.

Indienen van de schuldvordering met bewijsstukken, uitsluitend ter griffie van de rechtbank van koophandel te 9700 Oudenaarde, Bekstraat 14, vóór 21 juli 2007. Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen zal door de curator neergelegd worden op dinsdag 14 augustus 2007, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Oudenaarde; de daaropvolgende processen-verbaal van verificatie zullen neergelegd worden op 14 december 2007, 14 april 2008, 14 augustus 2008 en 14 december 2008. Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidsstelling vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring (artikel 63 F.W.). Om te kunnen genieten van de bevrijding moeten de natuurlijke personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde vennootschap ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neerleggen waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is (artikel 72bis F.W. en artikel 10 van de wet van 20 juli 2005). Voor eensluidend verklaard uittreksel : (get.) Ingrid Verheyen, griffier. (31374)

Rechtbank van koophandel te Tongeren

Ondernemingsnummer : 0459.928.468. Als vermoedelijk vereffenaar wordt beschouwd Mevr. Rita Declercq, Ledegemsestraat 117, te 8560 Moorselee. De griffier, (get.) Engels, Koen. (31372)

Rechtbank van koophandel te Mechelen

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 21 juni 2007, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 8 december 2003, op naam van Olaerts, Joseph, geboren te 22 februari 1957, te 3600 Genk, Neerzijstraat 109, gesloten verklaart bij vereffening. De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard. Ondernemingsnummer : 0638.508.933.

Bij vonnis d.d. 22 juni 2007 van de rechtbank van koophandel te Mechelen werd, op bekentenis, in staat van faillissement verklaard : de heer Buelens, Roger Theofiel, geboren te Perk op 27 juni 1945, uitbating van restaurant, wonende te 2800 Mechelen, Ziekenliedenstraat 30, en handeldrijvende te 2800 Mechelen, O.L.Vrouwestraat 50, onder de benaming Eethuis Roger, met ondernemingsnummer : 0515.717.326. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld (zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld) voor de gefailleerde kunnen hiervan een verklaring ter griffie afleggen. De datum van staking van betaling werd vastgesteld op 22 juni 2007. Tot curator werd benoemd : Mr. Mertens, Yves, advocaat, kantoorhoudende te 2800 Mechelen, Grote Nieuwedijkstraat 417.

Dossier nr. 4195. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) W. Meurmans. (31375)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 21 juni 2007, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 21 juni 2001, op naam van Van Gutshoven, Jozef, geboren op 21 maart 1948, te 3840 Borgloon, de Tieckenstraat 34/101. gesloten verklaart bij vereffening. De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard. Dossier nr. 3673. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) W. Meurmans. (31376)

De schuldvorderingen dienen ingediend te worden ter griffie van de rechtbank van koophandel te 2800 Mechelen, Voochtstraat 7, uiterlijk op 20 juli 2007. De curator dient het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen neer te leggen ter griffie van deze rechtbank op 16 augustus 2007. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) R. Cabuy. (31373)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 21 juni 2007, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 13 februari 2006, op naam van Simons, Kathleen, geboren te 1 augustus 1971, te 3723 Kortessem, Groenstraat 12, gesloten verklaard bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard.

Rechtbank van koophandel te Oudenaarde

Ondernemingsnummer : 0730.270.636. Dossier nr. 4634. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) W. Meurmans. (31377)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Oudenaarde d.d. 21 juni 2007 werd, op dagvaarding, het faillissement uitgesproken van BVBA Eagle Design Screen & Printing, met zetel te 9770 Kruishoutem, Kazerneweg 37, met ondernemingsnummer 0444.864.071. De datum staking van betaling is vastgesteld op 21 juni 2007. Rechter-commissaris : rechter in handelszaken Jo Van den Daele. Curator; Mr. Jo Decraeye, advocaat te 9700 Oudenaarde, Broodstraat 4b.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 21 juni 2007, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 7 juli 2005, op naam van Azzaro, BVBA, te 3650 Dilsen-Stokkem, Mortelveldstraat 9A, gesloten verklaard bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Ondernemingsnummer : 0863.112.730.

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap ontbonden is en vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is en dat overeenkomstig artikel 185 Venn.W. als vereffenaars worden beschouwd : Nijs, Ronny, te 3500 Hasselt, Olmenstraat 12. Dossier nr. 4509. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) W. Meurmans. (31378)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 21 juni 2007, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 12 mei 2005, op naam van Co-Expro BVBA, te 3660 Opglabbeek, Oude Kerkstraat 43, gesloten verklaard bij gebrek aan actief.

35651

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 21 juni 2007, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 27 mei 2002, op naam van Franssen, BVBA, te 3700 Tongeren, Bilzersteenweg 476, gesloten verklaard bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Ondernemingsnummer : 0463.484.410. De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap ontbonden is en vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is en dat overeenkomstig artikel 185 Venn.W. als vereffenaars worden beschouwd : Franssen, Lucien, te 4782 Sankt-Vith, In der Tröt Schnönberg 18.

De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard.

Dossier nr. 3911.

Ondernemingsnummer : 0477.046.493.

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) W. Meurmans. (31383)

De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap ontbonden is en vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is en dat overeenkomstig artikel 185 Venn.W. als vereffenaars worden beschouwd : Vanasten, Linda, te 3530 Houthalen-Helchteren, Tulpenstraat 124. Dossier nr. 4482. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) W. Meurmans. (31379)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 21 juni 2007, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 7 juli 2004, op naam van Lebo, BVBA, te 3670 Meeuwen-Gruitrode, Neerhovenstraat 21, gesloten verklaard bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 21 juni 2007, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 19 maart 2001, op naam van Delvan BVBA, te 3721 Kortessem, Helstraat 84, gesloten verklaard bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Ondernemingsnummer : 0453.473.063. De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap ontbonden is en vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is en dat overeenkomstig artikel 185 Venn.W. als vereffenaars worden beschouwd : Vanlangenakker, Monique, te 3590 Diepenbeek, Nanofstraat 2/0013. Dossier nr. 3685. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) W. Meurmans. (31380)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 21 juni 2007, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 8 oktober 2001, op naam van Heco, NV, te 3700 Tongeren, Rutterweg 63, gesloten verklaard bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Ondernemingsnummer : 0432.000.287. De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap ontbonden is en vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is en dat overeenkomstig artikel 185 Venn.W. als vereffenaars worden beschouwd : Thevis, Georges, te 3500 Hasselt, Boerenkrijgsingel 45. Dossier nr. 3774. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) W. Meurmans. (31381)

Ondernemingsnummer : 0460.539.469. De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap ontbonden is en vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is en dat overeenkomstig artikel 185 Venn.W. als vereffenaars worden beschouwd : Leenders, Frank, te 3670 Meeuwen-Gruitrode, Neerhovenstraat 21. Dossier nr. 4297. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) W. Meurmans. (31384)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 21 juni 2007, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 21 november 2005, op naam van La Cloche, BVBA, te 3680 Maaseik, Markt 35, gesloten verklaard bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Ondernemingsnummer : 0457.493.471. De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap ontbonden is en vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is en dat overeenkomstig artikel 185 Venn.W. als vereffenaars worden beschouwd : Houben, Jan, te Nederland, 6301 LX Valkenburg aan de Geul, Orangje Nassau 1. Dossier nr. 4568. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) W. Meurmans. (31385)

Régime matrimonial − Huwelijksvermogensstelsel Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 21 juni 2007, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 5 november 2001, op naam van Het Hoenderhof, BVBA, te 3730 Hoeselt, Romershovenstraat 73, gesloten verklaard bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Ondernemingsnummer : 0418.158.090. De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap ontbonden is en vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is en dat overeenkomstig artikel 185 Venn.W. als vereffenaars worden beschouwd : Swiatek, Simon, te 3550 Heusen-Zolder, Pastoor Ballingsstraat 41. Dossier nr. 3789. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) W. Meurmans. (31382)

Le contrat modificatif du régime matrimonial des époux Clapiz, Luciano, né à Venzone (Udine-Italie) le 13 mai 1947, de nationalité italienne, Eeckhout, Nicole Hermine Ghislaine, née à Aiseau le 21 mai 1943, de nationalité belge, domiciliés ensemble à 5060 Sambreville (Falisolle), rue du Gay 28, a été homologué par le jugement rendu par la chambre des requêtes du tribunal de première instance de Namur, en date du 16 mai 2007. Le contrat modificatif maintient le régime légal mais est complétée par un apport immobilier au patrimoine commun. Pour extrait conforme : (signé) Jean-Luc Ledoux, notaire associé. (31386)

35652


Par jugement du 18 avril 2007, le tribunal de première instance de Tournai quatrième chambre, a homologué l’acte de modification au régime matrimonial reçu par le notaire Ludovic Du Faux, à Mouscron, en date du 1er février 2007, entre M. Michel Frenay, né à Chaudfontaine le 20 février 1957, et Mme Christiane Marie Marthe Raymonde, Masereel, née à Liège le 17 juillet 1957, domiciliés et demeurant à 7700 Mouscron, chaussée du Risquons-Tout 125, par lequel les époux ont modifié leur régime matrimonial en adoptant le régime légal de communauté qui succède ainsi au régime de la séparation de biens.

17 novembre 2004, par le notaire Marcel Bruyère, de résidence à HaineSaint-Pierre, aux termes duquel les époux Decock-Vanrome, ont déclaré maintenir leur régime matrimonial de la communauté légale et ameublir un immeuble propre à Mme Carine Vanrome.

Mouscron, le 19 juin 2007. Pour les époux Frenay-Masereel : (signé) Ludovic Du Faux, notaire associé à Mouscron. (31387)

En date du 19 avril 2007, M. Ippolito, Cosimo, né à Massafra (Italie) le 30 juillet 1925, (NN 25.07.30 089-70), et son épouse Mme Fontignie, Liliane Clara Ghislaine, née à Péronnes-lez-Binche le 7 décembre 1931, (NN 31.12.07 078-59), tous deux domiciliés à 7134 Ressaix, rue de la Station 19, ont déposé une requête en homologation du contrat modificatif de leur régime matrimonial reçu le 19 avril 2007, par le notaire Marcel Bruyère, de résidence à Haine-Saint-Pierre, aux termes duquel les époux Ippolito-Fontignie ont déclaré maintenir leur régime matrimonial de la communauté légale et ameublir un immeuble propre à M. Cosimo Ippolito.

Par jugement du tribunal civil d’Arlon, première chambre, en date du 18 juin 2007, le tribunal a homologué l’acte portant modification du régime matrimonial de M. Braun, Guillaume Jean, né à Arlon le 2 mars 1969, et son épouse Mme Ries, Carmen, née à Arlon le 18 février 1972, visant adoption du régime de la séparation de bien pure et simple, acte dressé par le notaire Jean-François Bricart, à Messancy en date du 9 mai 2007. (Signé) J.-F. Bricart, notaire. (31388)

(Signé) M. Bruyère, notaire.

(Signé) M. Bruyère, notaire.

(31392)

(31393)

Par requête en date du 21 juin 2007, Par jugement en date du 4 mai 2007, le tribunal civil d’Arlon, première chambre, a homologué l’acte portant modification du régime matrimonial des époux Van De Kerckhove, Eric Henri François Ghislain, boulanger, né à Arlon le 13 avril 1962, de nationalité belge, et son épouse Mme Mayerus, Marie-Laure Carmen Marcelle Ghislaine, aidante-indépendante, née à Bastogne le 1er décembre 1969, de nationalité belge, domiciliés et demeurant ensemble à 6717 Attert (Grendel), rue des Fagnes 101. Pour les époux, (signé) J.-P. Umbreit, notaire. (31389)

Suivant jugement prononcé le 20 juin 2007, par le tribunal de première instance de Neufchâteau, le contrat de mariage modificatif du régime matrimonial entre M. Martin, Christophe Fernand Claude, né à Seraing le 3 juillet 1967, et son épouse Mme Genot, Corine Marie Jeanne, née à Liège le 25 janvier 1962, domiciliés à 6688 Bertogne, Champs 828, dressé par acte du notaire Daniel Pirlet, à Bastogne, en date du 4 mai 2007, a été homologué. Le contrat modificatif comporte maintien du régime de séparation de biens existant entre les époux, avec apport d’un immeuble propre à Mme Genot, au patrimoine propre de M. Martin. (Signé) D. Pirlet, notaire. (31390)

Par requête déposée le 21 juin 2007, les époux Léon Fiasse, et Agnès Goossens, tous deux domiciliés à 1490 Court-Saint-Etienne, clos du Lièvre 5, mariés sous le régime de la communauté de biens réduite aux acquêts en vertu d’un contrat de mariage passé devant le notaire André Roland ayant résidé à Quiévrain le 30 mai 1964, régime n’ayant pas fait l’objet d’une déclaration de maintien ni de modification à ce jour, ont introduit devant le tribunal de première instance de Nivelles un requête en homologation du contrat modificatif de leur régime matrimonial, dressé par acte reçu par le notaire Eric Delvaulx, de résidence à Genappe en date du 18 juin 2007. Le contrat modificatif comporte notamment apport par l’épouse au patrimoine commun d’un immeuble sis à Ixelles, rue Ernest Solvay 13, lui appartenant en propre. (Signé) Eric Delvaulx, notaire à Genappe. (31391)

En date du 17 novembre 2004, M. Decock, Bernard Charles Gabriel Marie Ghislain, né à Lobbes le 17 septembre 1959, (NN 59.09.19 399-05), et son épouse Mme Vanrome, Carine Annie Liliane, née à Carnières le 17 août 1964 (NN 64.08.17 122-89) tous deux domiciliés à 7141 Carnières, rue Remy 15, ont déposé une requête en homologation du contrat modificatif de leur régime matrimonial reçu le

1. M. Paindaveine, Davy Ludovic, né à Haine-Saint-Paul le 23 septembre 1976, (NN 760923.079.17; 2. Mme Maris, Hélène, née à Uccle le 17 février 1975, (NN 750217.248.55). Epoux domiciliés et demeurant à 1180 Uccle, chaussée de Waterloo 1220A. Ont introduit devant le tribunal de première instance de Bruxelles, une requête en homologation du contrat modificatif de leur régime matrimonial, dressé par acte du notaire Yves Gribomont, de Seneffe, en date du 10 mai 2007. Le contrat modificatif contient maintien de leur régime légal et apport au patrimoine commun, par le requérant, de septante pour cent du bien sis à Uccle, chaussée de Waterloo 1220A, cadastré section B, numéro 19/y, dénommé appartement-duplex 0.4 et garage numéroté 10 et par la requérante, de trente pourcent du bien prédécrit. Les requérants, (signé) D. Paindaveine; H. Maris.

(31394)

Par requête du 21 juin 2007, Mr. Declerck, Philippe, né à Herstal le 7 mai 1963, et Mme Crutzen, Sabine, née à Hermalle-sous-Argenteau le 5 août 1965, domiciliés à 4602 Visé, rue aux Communes 228, ont introduit devant le tribunal de première instance de Liège une requête en homologation du contrat modificatif de leur régime matrimonial reçu par le notaire Christophe Declerck, à Herstal, le 19 juin 2007. Ce contrat modificatif emporte le maintien du régime de la communauté mais avec apport par M. Declerck, de la nue-propriété d’un immeuble à la communauté. Herstal, le 22 juin 2007. (Signé) Chr. Declerck, notaire.

(31395)

Bij verzoekschrift aangeboden op 22 juni 2007 hebben de heer Hombrockx, Peter Jozef Emilia Maria, geboren te Wilrijk op 25 februari 1963, en zijn echtgenote, Mevr. Van Rompa, Ann Francine, geboren te Wilrijk op 15 april 1965, samenwonende te Bornem (Hingene), Koningin Astridlaan 16, ter homologatie voorgelegd aan de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, de akte verleden voor geassocieerd notaris Marc Dens, te Antwerpen, op 12 juni 2007, waarbij zij hun wettelijk huwelijksvermogensstelsel bij ontstentenis van huwelijkscontract wijzigden en het stelsel van algemene gemeenschap aannamen. Voor de echtgenoten Hombrockx-Van Rompa : (get.) Marc Dens, notaris. (31396)

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Bij vonnis van 24 april 2007, van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt, werd gehomologeerd de akte verleden voor notaris Marij Hendrickx, te Zolder, op 20 november 2006, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Herman Denis Jordens, bestuurder van vennootschappen, en zijn echtgenote, Mevr. Monique Elisa Maria Corten, bestuurder van vennootschappen, samenwonende te 3550 Heusden-Zolder, Ringlaan 258. Heusden-Zolder, 21 juni 2007. (Get.) Marij Hendrickx, notaris.

(31397)

Bij vonnis van 24 april 2007, van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt, werd gehomologeerd de akte verleden voor notaris Marij Hendrickx, te Zolder, op 24 januari 2007, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Gerard Jean Michel Carolus, zaakvoerder van vennootschap, en zijn echtgenote, Mevr. Lea Maria Bielen, huisvrouw, samenwonende te 3520 Zonhoven, Ekkersputstraat 14. Heusden-Zolder, 21 juni 2007. (Get.) Marij Hendrickx, notaris.

(31398)

Bij verzoekschrift, d.d. 1 juni 2007, hebben de heer Moonen, Albert, gepensioneerde, geboren te Dilsen op 9 januari 1940 (rijksregisternummer 40.01.09 255-31), en zijn echtgenote, Mevr. Meurs, Anna Maria, huisvrouw, geboren te Stokkem op 17 januari 1935, (rijksregisternummer 35.01.17 276-53), samenwonende te 3650 Dilsen-Stokkem, Bakkershoefstraat 10/A, voor de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren een verzoek ingediend tot homologatie van de akte van wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel verleden voor notaris Bart Van Der Meersch, te Bree, op 1 juni 2007. De echtgenoten Moonen-Meurs, zijn thans gehuwd onder het beheer der wettelijke gemeenschap van goederen ingevolge de bepalingen van hun huwelijkscontract verleden voor notaris Joseph Schotsmans, destijds te Stokkem, op 30 juni 1964. Zij wensen thans hun huwelijksstelsel te wijzigen door een inbreng door voornoemde heer Moonen, Albert, van een eigen onroerend goed door toevoeging van een keuzebeding (ter vervanging van het bestaande artikel drie) en door schrapping van de contractuele erfstelling, opgenomen onder het bestaande artikel vier van het huwelijkscontract. Bree, 19 juni 2007. Voor de echtgenoten Moonen-Meurs : (get.) Bart Van Der Meersch, notaris. (31399)

Mevr. Roets, Albertina Francina (volgens trouwboekje, Fransina volgens identiteitskaart) Maria, geboren te Afsnee (thans Gent) op 3 mei 1941, samenwonende te 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem), Henry Stanleylaan 4. Door deze wijzigende akte opgemaakt door geassocieerd notaris Jan Byttebier, op 22 december 2006, wordt het wettelijk stelsel behouden, doch uitgebreid met de inbreng door de heer Danneels, van een onroerend goed in het gemeenschappelijk huwelijksvermogen. Nevele, 22 juni 2007. (Get.) Jan Byttebier, geassocieerd notaris.

Bij vonnis, d.d. 8 maart 2007, heeft de rechtbank van eerste aanleg te Gent gehomologeerd de akte verleden voor Mr. Jan Byttebier, geassocieerd notaris, vennoot van de burgerlijke vennootschap onder vorm van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Duerinck & Byttebier, geassocieerde notarissen, met zetel te Nevele, Cyriel Buyssestraat 38, op 22 december 2006, inhoudende de wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Danneels, Walter Karel Emiel, geboren te Beernem op 20 juni 1938, en zijn echtgenote,

(31401)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, zevende kamer, van 24 april 2007, werd de akte wijziging huwelijksvermogensstelsel verleden voor Mr. Eric Deroose, geassocieerd notaris te Knokke-Heist, op 8 januari 2007, ten verzoeke van de heer Warnez, Dirk Arthur, en zijn echtgenote, Mevr. Discart, Martine Julia Lucien Herman, samenwonende te 8380 Brugge (Zeebrugge), Kustlaan 86, inhoudende wijziging van een wettelijk stelsel in een wettelijk stelsel met inbreng van een onroerend goed, gehomologeerd. Knokke-Heist, 22 juni 2007. (Get.) Eric Deroose, geassocieerd notaris.

(31402)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, zevende kamer, van 24 april 2007, werd de akte wijziging huwelijksvermogensstelsel verleden voor Mr. Eric Deroose, geassocieerd notaris te Knokke-Heist, op 8 januari 2007, ten verzoeke van de heer Crevits, Björn Raymons André, en zijn echtgenote, Mevr. Janssens, Sandra Roger Alida, samenwonende te 8380 Brugge, Zeebruggelaan 123, inhoudende wijziging van een wettelijk stelsel in een wettelijk stelsel met inbreng van een onroerend goed, gehomologeerd. Knokke-Heist, 22 juni 2007. (Get.) Eric Deroose, geassocieerd notaris.

(31403)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, zevende kamer, van 8 mei 2007, werd de akte wijziging huwelijksvermogensstelsel verleden voor Mr. Eric Deroose, geassocieerd notaris te Knokke-Heist, op 4 januari 2007, ten verzoeke van de heer Uyterhaegen, André Camiel, en zijn echtgenote, Mevr. Bleyaert, Annie Ada Celina, samenwonende te 8300 Knokke-Heist, Meerlaan 91/1, inhoudende wijziging van een stelsel van gemeenschap in een stelsel van gemeenschap van aanwinsten met inbreng van een onroerend goed, gehomologeerd. Knokke-Heist, 22 juni 2007. (Get.) Eric Deroose, geassocieerd notaris.

Bij vonnis uitgesproken op 11 mei 2007, door de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen werd de akte gehomologeerd die verleden werd voor notaris Herman Verschraegen, te Wuustwezel, op 13 februari 2007, waarbij de heer Vermeiren, Jozef Felix Joanna, zelfstandige, geboren te Hoogstraten op 4 februari 1960, en zijn echtgenote, Mevr. Mattheeussen, Erna Jeanne Adriana, bediende, geboren te Schoten op 29 oktober 1963, samenwonende te 2960 Brecht, Kapelakker A1, hun huwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd, inhoudende de inbreng van een eigen onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen en de opname van een beding van vooruitmaking op keuze, en waarbij het stelsel ongewijzigd is gebleven, namelijk wettelijk stelsel. Namens de verzoekers : (get.) Isis Vermander, geassocieerd notaris. (31400)

35653

(31404)

Blijkens vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout op 4 april 2007, werd gehomologeerd de akte verleden voor geassocieerd notaris Pia Van Gansewinkel, te Arendonk, op 16 oktober 2006, waarbij de heer Mijnendonckx, Jan, en zijn echtgenote, Mevr. Janssen, Nelly Maria Joanna, samenwonende te Arendonk, Wolvenstraat 20, hun huwelijksstelsel wijzigden door inbreng van een persoonlijk goed door Mevr. Janssen, Nelly, in het gemeenschappelijke vermogen, doch met behoud van hun wettelijk stelsel. Voor de echtgenoten Mijnendonckx-Janssen : (get.) Pia Van Gansewinkel, geassocieerde notaris, te Arendonk. (31405)

Blijkens vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout op 25 april 2007, werd gehomologeerd de akte verleden voor geassocieerd notaris Pia Van Gansewinkel, te Arendonk, op 25 januari 2007, waarbij de heer Van Gestel, Richard Frans Aldegonda, en zijn echtgenote, Mevr. Maes, Julienne Victoria, samenwonende te Arendonk, Klotputten 15, hun huwelijksstelsel wijzigden door inbreng van persoonlijke goederen door Mevr. Maes, Julienne, in het gemeenschappelijke vermogen, doch met behoud van hun wettelijk stelsel. Voor de echtgenoten Mijnendonckx-Janssen : (get.) Pia Van Gansewinkel, geassocieerde notaris, te Arendonk. (31406)

35654


Bij verzoekschrift van 23 mei 2007, welk zal neergelegd worden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, hebben de heer Deckers, Koenraad Albert Lucienne, en zijn echtgenote, Mevr. Fremault, Liesbet Michel Maria, wonende te 2630 Aartselaar, Berkenlaan 6, de homologatie gevraagd van de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel verleden op 23 mei 2007, voor notaris Yves Van Noten, te Willebroek. Bij deze akte heeft Mevr. Liesbet Fremault, een onroerend goed ingebracht in het beperkt gemeenschappelijk vermogen zonder dat de aard van het stelsel werd gewijzigd.

Bij vonnis van de eerste kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, d.d. 13 juni 2007, werd de akte gehomologeerd verleden voor notaris Chr. Uytterhaegen, te Wetteren, op 5 maart 2007, houdende wijziging van huwelijksvoorwaarden tussen de echtgenoten Van de Velde, Frans-Govaert, Gilberta Adhemar, wonende te Wichelen, (Serskamp), Heidestraat 6, waarbij door de heer Van de Velde, twee hem eigen zijnde onroerende goederen in de huwgemeenschap werd gebracht. (Get.) Chr. Uytterhaegen, notaris te Wetteren.

(31412)

Willebroek, 22 juni 2007. (Get.) Yves Van Noten, notaris te Willebroek.

(31407)

Bij vonnis verleend op 15 juni 2007, heeft de rechtbank van eerste aanleg te Ieper, de akte houdende de wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Sioen, Frans Marcel, geboren te Passendale op 21 november 1948, en zijn echtgenote, Mevr. Vermeulen, Nicole Martha, geboren te Passendale op 28 maart 1951, samenwonende te Zonnebeke (Passendale), Potegemstraat 4, verleden voor notaris Jan Vandenweghe, te Zonnebeke, op 29 maart 2007, gehomologeerd.

Bij vonnis van 5 juni 2007, heeft de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, zevende kamer, de akte verleden voor notaris Pierre Paeps, te Machelen, d.d. 26 september 2006, inhoudende de overgang van het wettelijk stelsel naar het stelsel der scheiding van goederen tussen de heer Vanderstraeten, Leo Paul, burgerlijk ingenieur, en zijn echtgenote, Mevr. Cauwenberghs, Manuela Andrea Josepha, logopedist, wonende te Machelen, Stadionstraat 66, gehomologeerd. (Get.) Pierre Paeps, notaris.

(31413)

Namens de echtgenoten Sioen, Frans-Vermeulen, Nicole : (get.) Jan Vandenweghe, notaris. (31408)

Bij verzoekschrift neergelegd op 22 juni 2007, hebben de heer Demyttenaere, Lode Remi Marie, geboren te Ieper op 24 juli 1955, en zijn echtgenote, Mevr. Soetaert, Nicole Gilberte, geboren te Menen op 25 september 1958, samenwonende te Wervik (Geluwe), Kerkhofstraat 6, de homologatie aangevraagd aan de rechtbank van eerste aanleg te Ieper, van een akte verleden voor notaris Jan Vandenweghe, te Zonnebeke, in datum van 11 juni 2007, houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel. (Get.) Jan Vandenweghe, notaris.

(31409)

Bij verzoekschrift van 22 juni 2007 hebben de heer Leon Rotsaert, en zijn echtgenote, Mevr. Marie Thérèse Dullaert, samenwonende te Damme (Sijsele), Rostuinestraat 6, aan de rechtbank van eerste aanleg te Brugge om de homologatie verzocht van de akte verleden voor Mr. Philippe Vanlatum, notaris te Beernem (Oedelem), op 22 juni 2007, waarbij zij hun huwelijksvermogensstelsel wensen te wijzigen als volgt :

Ingevolge vonnis, uitgesproken op 14 juni 2007 door de derde kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, werd de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel, verleden op 13 februari 2007, voor notaris Filip Huygens, te Mechelen, tussen de heer Vanhoenacker, Filip, en zijn echtgenote, Mevr. Willems, Godelieve, te 2820 Bonheiden, Boslaan 24, gehomologeerd. Voor de verzoekers : (get.) Filip Huygens, notaris.

(31414)

Bij verzoekschrift in datum van 21 juni 2007, hebben de echtgenoten, Van De Kerckhoven, Willy-Slaes, Viviane, wonende te 1502 Halle (Lembeek), Edingensesteenweg 824, voor de burgerlijke rechtbank van eerste aanleg te Brussel een verzoekschrift ingediend tot homologatie van het contract houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, opgemaakt bij akte verleden voor notaris Luc Van Eeckhoudt, te Halle, op 21 juni 2007, houdende wijziging aan hun oorspronkelijk huwelijkscontract zijnde scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten, en overgaande tot het wettelijk stelsel. Halle, 22 juni 2007. (Get.) Luc Van Eeckhoudt, notaris.

(31415)

De onroerende goederen te Damme (Sijsele), namelijk : 1. een woonshuis te Damme (Sijsele), Gentsesteenweg 20; 2. verschillende percelen bouwen weiland, te Damme (Sijsele), wijk Rostuyne, die persoonlijk toebehoren aan de heer Leon Rotsaert, voornoemd, worden in het gemeenschappelijk vermogen van de heer Leon Rotsaert, een zijn echtgenote, Mevr. Marie Thérèse Dullaert, beiden voornoemd, gebracht. Beernem (Oedelem), 22 juni 2007. (Get.) Philippe Vanlatum, notaris.

(31410)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, d.d. 23 april 2007, werd de akte verleden voor geassocieerde notaris Luc Van Campenhout, te Keerbergen, op 4 september 2006, waarbij de heer De Roye, Jozef Maria Karel, en zijn echtgenote, Mevr. Gypen, Maria Theresia Louisa, wonende te Keerbergen, Klimopdreef 7, hun huwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd met een onmiddellijke wijziging in de samenstelling van de vermogens, maar zonder vereffening van het vorig stelsel, gehomologeerd. (Get.) L. Van Campenhout, notaris.

Bij vonnis, d.d. 7 juni 2007, heeft de rechtbank van eerste aanleg te Gent, gehomologeerd de akte verleden voor geassocieerd notaris Wim Van Damme, te Lochristi, d.d. 26 maart 2007, waarbij de heer Van De Vijver, Roger, landbouwer, geboren te Zeveneken op 27 augustus 1947, en zijn echtgenote, Mevr. Polfliet, Rita Maria René, landbouwster, geboren te Eksaarde op 4 november 1955, samenwonende te 9080 Lochristi, Oude Veldstraat 180, gehuwd onder het stelsel van de wettelijke gemeenschap, een wijziging aan voormeld stelsel hebben aangebracht door inbreng van een onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen. (Get.) Wim Van Damme, geassocieerd notaris.

(31411)

(31416)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, d.d. 7 mei 2007, werd de akte verleden voor geassocieerde notaris Luc Van Campenhout, te Keerbergen, op 6 januari 2006, waarbij de heer Van Essche, Lucien Henri Paul, en zijn echtgenote, Mevr. Van Den Eynde, Nelly Lucia, wonende te Rotselaar (Werchter), Eggelbroek 25, hun huwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd met een onmiddellijke wijziging in de samenstelling van de vermogens, maar zonder vereffening van het vorig stelsel, gehomologeerd. (Get.) L. Van Campenhout, notaris.

(31417)

MONITEUR BELGE — 28.06.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Bij vonnis uitgesproken in eerste kamer, zitting houdende in burgerlijke zaken van de rechtbank van eerste aanleg van Dendermonde van 13 juni 2007, werd de akte gehomologeerd verleden voor notaris Ellen Verhaert, te Antwerpen, op 29 maart 2007, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Pieter Julia Germain Lena Dewaele, en zijn echtgenote, Mevr. Tinneke De Kimpe, samenwonende te 9200 Dendermonde, Leo Bruynincxstraat 50. (Get.) Jan Van Bael, geassocieerd notaris. (31418)

Bij verzoekschrift van 21 juni 2007 hebben de heer Smolders, Pierre Marie Jean Paul, en zijn echtgenote, Mevr. Lefebvre, Andrée Elisabeth Gabrielle Marie Ghislaine, beiden wonende te Tienen, Vissenakenstraat 165, voor de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, de homologatie aangevraagd van de akte inhoudende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, bij akte veleden voor notaris Albert Janssen, op 21 juni 2007, waarbij zij het stelsel der algehele gemeenschap aannemen. (Get.) Albert Janssen, notaris. (31419)

Bij verzoekschrift van 15 juni 2007, hebben de heer Smet, Elie Raphaël Marie, geboren te Gent op 5 maart 1947, en zijn echtgenote, Mevr. De Rycke, Maria Jozefa Theresia Rita, geboren te Oudenaarde op 30 oktober 1943, samenwonende te Gent-Sint-Amandsberg, op 15 juni 2007, houdende wijziging van hun huwelijksvoorwaarden met behoud van het wettelijk stelsel. Deze wijziging voorziende in de inbreng van de volle eigendom van een onroerend goed, eigen toebehorende aan Mevr. De Rycke, Maria, voornoemd, in voordeel van de huwelijksgemeenschap bestaande tussen de echtgenoten Elie Smet-De Rycke, beiden voornoemd. Gent-Sint-Amandsberg, 22 juni 2007. Voor eensluidend ontledend uittreksel, (get.) A. Dehaene, notaris. (31420)

Bij verzoekschrift d.d. 6 juni 2007, hebben de echtgenoten, de heer Banken, Johny Isidoor Anna, geboren te Gent op 19 augustus 1957, en zijn echtgenote, Mevr. Gonzalez Lopez Maria del Carmen Esperanza, geboren te Hasselt op 28 juli 1976, samenwonende te 3740 Bilzen, Amelsdorp 86, voor de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren een verzoek ingediend tot homologatie van de akte van wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, verleden voor geassocieerd notaris Luc Tuerlinckx, te Bilzen, op 6 juni 2007. (Get.) Luc Tuerlinckx, notaris. (31421)

Bij verzoekschrift d.d. 4 mei 2007, hebben de echtgenoten Lefever, Johan Raymond Cornelis, leraar, geboren te Leuven op 22 december 1958, NN 581222-133-24, en Desmet, Ann Clara Johanna, sociaal assistente, geboren in Leuven op 25 oktober 1962, NN 621025334-94, samenwonende in Leuven (Kessel-Lo), Weergalmlaan 7, voor de rechtbank van eerste aanleg te Leuven een aanvraag ingediend tot homologatie van de akte van wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, wijzigingsakte verleden voor notaris Joz Werckx, te Kessel-Lo (Leuven), op 4 mei 2007, inhoudende inbreng door de man van een eigen onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen en wijziging clausules omtrent verblijvingsbeding. Namens de verzoekers : (get.) Joz Werckx, notaris te Kessel-Lo (Leuven). (31422)

Bij verzoekschrift van 19 juni 2007, hebben de heer D’hulster, Guido Noël Abdon, geboren te Izegem op 31 december 1934, identiteitskaartnummer 590-5062132-19, nationaal nummer 341231-047-15, en zijn echtgenote, Mevr. Vanhoutte, Brigitta Juliana Cyrilla Maria, geboren te Izegem op 4 december 1940, identiteitskaartnummer 590-458363-72, nationaal nummer 401204-068-57, samenwonende te 8870 Izegem, Ardooisestraat 1, gehuwd onder het stelsel der scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten, aan de burgerlijke rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk homologatie gevraagd van een akte verleden voor notaris Luc Sagon, te Izegem, op 19 juni 2007, inhoudend het

35655

behoud van het stelsel der scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten, doch met inbreng door de heer Guido D’hulster van een persoonlijk onroerend goed in de huwgemeenschap en met toevoeging van een verdelingsbeding. Izegem, 21 juni 2007. Voor de verzoekers : (get.) Luc Sagon, notaris, te Izegem.

(31423)

Bij verzoekschrift van 20 juni 2007, hebben de heer Van Acker, Omer Frans, rijksregister nummer 26.09.27-231.53, geboren te Grembergen op 27 september 1926, identiteitskaart nummer 258-0090241-45, en zijn echtgenote, Mevr. Van Den Eede, Carola Rosalia, rijksregister nummer 34.07.07-292.67, geboren te Sint-Amands op 7 juli 1934, identiteitskaart nummer 590-5464594-28, samenwonende te 9200 Dendermonde (Grembergen), Hekkenhoek 2, de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde verzocht tot homologatie van de akte wijziging van hun huwelijksstelsel. Deze wijziging werd verleden voor notaris Christiane, Denys, te Zele, op 20 juni 2007, inhoudende behoud van het stelsel, maar met inbreng door de heer Van Acker, Omer, voormeld, in het gemeenschappelijk vermogen, van volgende onroerende goederen : Stad Dendermonde, vierde afdeling : 1° Een hofstede met afhangen en grond, Hekkenhoek 2, kadastraal gekend volgens titel : sectie B, nummers 142a, 147a, 149c en 149d, groot : vijfentwintig aren vijftig centiaren (25 a 50 ca). Thans gekend ten kadaster : sectie B, nummer 149/G, groot : negentien aren (19 a). 2° Een perceel land, Scholbroeken, kadastraal gekend volgens titel : sectie B, nummer 94, groot : vijfenvijftig aren veertig centiaren (55 a 40 ca). Thans gekend ten kadaster : sectie B, nummer 92A, groot : achtenvijftig are drieënnegentig centiaren (58 a 93 ca). Voor de echtgenoten Van Acker, Omer-Van Den Eede, Carola : (get.) Chr. Denys, notaris. (31424)

Bij verzoekschrift de dato 22 mei 2007, hebben de heer Somers, Bart Gustaaf Cecile, geboren te Antwerpen op 17 oktober 1969, en zijn echtgenote, Mevr. Vercammen, Hilde, Julia Frans, geboren te Reet op 27 april 1968, samenwonende te Niel, Vredestraat 16, voor de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen een verzoek ingediend tot homologatie van de akte wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Ludo Lamot, te Niel, op 22 mei 2007, bevattende : De echtgenoten Somers-Vercammen wensen het wettelijk stelsel te behouden, doch aan te vullen met inbreng door de heer Somers, voornoemd, in de gemeenschap van het hierna gemeld onroerend goed te samen met de hypothecaire schuld die erop drukt en de vergoeding verschuldigd door zijn eigen vermogen aan de gemeenschap tengevolge de gedeeltelijke terugbetaling door de gemeenschap van voormelde schuld : te Niel : een woonhuis op en met grond en alle aanhorigheden, gelegen Vredestraat 16, ten kadaster gekend wijk A, nummer 149/X3, met een oppervlakte van 140 m2. Voor de echtgenoten : (get.) Ludo Lamot, notaris. (31425)

De burgerlijke rechtbank van eerste aanleg te Tongeren, eerste kamer, heeft bij vonnis van 6 juni 2007, de akte verleden voor notaris Yves Clercx, te Genk, op 20 februari 2007, houdende de wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Yilmaz, Ceylan, geboren te Haarlem (Nederland) op 7 maart 1970, van Nederlandse nationaliteit, wonende te 2025 NK, Haarlem (Nederland), Gerard van Eckerenstraat 12 l, en zijn echtgenote, Mevr. Soylu, Nursen, geboren te Genk op 23 mei 1980, wonende te 3600 Genk, Nieuwe Ervenstraat 17, gehomologeerd. Deze wijziging houdt een overgang in van het wettelijk stelsel naar een stelsel der scheiding van goederen. Genk, 22 juni 2007. Namens de echtgenoten Yilmaz-Soylu : (get.) Yves Clercx, notaris, te Genk. (31426)

35656


Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde d.d. 13 juni 2007, werd de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogenstelsel tussen de heer De Ridder, Erik August Maria, en zijn echtgenote Mevr. De Bondt, Marie Ann Carmen Jozefa, verleden voor notaris An Robberechts, te Londerzeel op 21 december 2006, gehomologeerd. (Get.) A. Robberechts, notaris. (31427)

Bij vonnis d.d. 13 juni 2007 van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, werd de akte houdende wijziging van de huwelijkse voorwaarden tussen de heer Van den Poel, Jacques Nathalie Omer, gepensioneerde, geboren te Petegem-aan-de-Leie op 20 augustus 1926, en zijn echtgenote, Mevr. De Bock, Monica Maria Leon Josephus, gepensioneerde, geboren te Sint-Niklaas op 6 februari 1928, beiden wonend te 9112 Sint-Niklaas (Sinaai), Dries 32, verleden voor notaris Annelies Verstraete, geassocieerd notaris te Sint-Niklaas (Sinaai), op 22 februari 2007, gehomologeerd.

Bij vonnis der rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde op 13 juni 2007, werd gehomologeerd de akte verleden voor notaris Pascale Van Den Bossche, te Aalst op 26 maart 2007, inhoudende wijziging van het huwelijksstelsel van de heer Gobel, August, geboren te Hamme op 18 maart 1934, en zijn echtgenote Mevr. De Brandt, Anny Rosalie Francine, geboren te Sint-Gillis-Dendermonde, op 4 maart 1935, samen wonende te 9200 Dendermonde (Sint-Gillis), Spoorwegstraat 54, door inbreng in het gemeenschappelijk vermogen van eigen onroerende goederen, toebehorende aan Mevr. De Brandt, Anny. Namens de verzoekers (get.) P. Van Den Bossche, notaris. (31428)

Voor de verzoekers : (get.) Annelies Verstraete, geassocieerd notaris te Sint-Niklaas (Sinaai). (31432)

Ingevolge vonnis, uitgesproken op 14 juni 2007 door de derde kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, werd de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel, verleden op 12 februari 2007, voor notaris Filip Huygens, te Mechelen tussen de heer Van Gysel, Jozef, en zijn echtgenote, Mevr. Laenen, Sidonia, te Mechelen, Polderstraat 66, gehomologeerd. Voor de verzoekers, (get.) Filip Huygens, notaris.

Bij verzoekschrift d.d. 15 juni 2007, hebben de heer Vandezande, Eddy Karel Florent Jozef, geboren te Leuven op 18 oktober 1964, en zijn echtgenote, Mevr. Goedseels, Greta August Melanie, geboren te Leuven op 31 december 1965, samen wonend te 3050 0ud-Heverlee, Pragenstraat 1A, voor de rechtbank van eerste aanleg te Leuven een verzoek ingediend tot homologatie van de akte van wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Gwen Daniels, op 15 juni 2007. De echtgenoten zijn thans gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen met een beperkt gemeenschappelijk vermogen ingevolge huwelijkscontract verleden voor notaris Luc Talloen, te Leuven op 27 juni 1990, gewijzigd bij akte verleden voor notaris Gwen Daniëls, te Oud-Heverlee, op 13 februari 2007. Via de akte wijziging huwelijksvermogensstelsel hebben zij hun stelsel niet aangepast, maar heeft enkel de heer Vandezande, Eddy, het onroerend goed gelegen te Oud-Heverlee, Pragenstraat 1A, ingebracht in het beperkt gemeenschappelijk vermogen. (Get.) Gwen Daniels, notaris te Oud-Heverlee. (31429)

Bij vonnis d.d. 13 juni 2007 van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, werd de akte houdende wijziging van de huwelijkse voorwaarden tussen de heer Van Audekercke, Edilbert Petrus Germaine, (NI 590/2463144/49, NN 530523/329/32), geboren te SintNiklaas op 23 mei 1953, en zijn echtgenote Mevr. Van den Broeck, Marie Astrid Frank, (NI 590/2463190/95, NN 540628/368/65), geboren te Sint-Niklaas op 28 juni 1954, wonende te 9111 Sint-Niklaas, Roggeveld 45, verleden voor notaris Annelies Verstraete, geassocieerd notaris te Sinaai, op 25 januari 2007, gehomologeerd. Voor de verzoekers : (get.) Annelies Verstraete, geassocieerd notaris te Sint-Niklaas (Sinaai). (31430)

Bij vonnis d.d. 13 juni 2007 van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, werd de akte verleden voor notaris Johan Verstraete, geassocieerd notaris te Sint-Niklaas (Sinaai) op 29 augustus 2006, houdende wijziging van de huwelijkse voorwaarden tussen de heer D’haeyer, Roland Albert Ernestine Fernand Marie, (NN 450601 073-78), technisch ingenieur, geboren te Sint-Niklaas op 2 juni 1945, en zijn echtgenote, Mevr. Maillet, Françoise Marie Madeleine Joseph Leon Jules (NN 460320 122-71), geboren te Sint-Niklaas op 20 maart 1946, wonende te 9100 Sint-Niklaas, Van Landeghemstraat 79, gehomologeerd. Voor de verzoekers : (get.) Johan Verstraete, geassocieerd notaris te Sint-Niklaas (Sinaai). (31431)

(31433)

Bij vonnis gewezen door de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen op 11 mei 2007, werd de akte gehomologeerd verleden voor notaris René Van Kerkhoven, te Broechem (Ranst), op 8 januari 2007, waarbij de heer Spruyt, Alfons Hendrik Augusta, arbeider, en zijn echtgenote Mevr. Janssen, Rita Melania Jozefa, huisvrouw, beiden wonende te 2520 Broechem (Ranst), Pertendonckstraat 69, hun huwelijksvermogensstelsel wijzigden. Bij gezegde wijziging heeft Mevr. Rita Janssen een eigendom ingebracht in het gemeenschappelijk vermogen. (Get.) R. Van Kerkhoven, notaris.

(31434)

Succession vacante − Onbeheerde nalatenschap

Par décision de la troisième chambre du tribunal de première instance de Verviers, du 5 décembre 2006, Me Bertrand Namur, avocat à 4800 Verviers, rue des Martyrs 38, a été désigné en qualité de curateur à la succession réputée vacante de M. Jean Yvon Marcel Ghislain Bouhy, né à Dison le 1er février 1947, divorcé de Mme Claudine Louise Jeannine Emma Voos, ayant eu son dernier domicile à 4910 Theux, rue Juslenville-Petite 13, et décédé à Verviers le 27 novembre 2005. Les créanciers sont invités à envoyer leur déclaration de créance au curateur, par voie recommandée, endéans les trois mois à compter de la présente publication. (Signé) B. Namur, avocat.

(31435)

Bij beschikking d.d. 12 juni 2007 heeft de 5e burgerlijke kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk, Mr. Katrien Desmet, advocaat met kantoor te 8500 Kortrijk, Groeningestraat 33, aangesteld als curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlen de heer Jozef Schouteten, geboren te Heule op 21 mei 1941, laatst wonende te 8531 Hulste, Chrysantenlaan 1, en overleden te Harelbeke op 27 februari 2004. De schuldeisers worden verzocht hun schuldvordering bij aangetekende brief op het kantoor van de curator in te dienen binnen de drie maanden na huidige publicatie. (Get.) Katrien Desmet, advocaat.

Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles. − Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel. Conseiller/Adviseur : A. VAN DAMME

(31436)

bladzijden

Recommend Documents