MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20 juillet 2005.
Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen van 20 juli 2005.
Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse :
Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op :
www.moniteur.be
www.staatsblad.be
Direction du Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles - Conseiller : A. Van Damme
Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel - Adviseur : A. Van Damme
Numéro tél. gratuit : 0800-98 809
Gratis tel. nummer : 0800-98 809 N. 156
177e ANNEE
177e JAARGANG
VENDREDI 25 MAI 2007
VRIJDAG 25 MEI 2007
DEUXIEME EDITION
TWEEDE EDITIE
SOMMAIRE Lois, décrets, ordonnances et règlements Service public fédéral Mobilité et Transports
INHOUD Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer
30 AVRIL 2007. — Loi portant dispositions urgentes concernant le chemin de fer, p. 28160.
30 APRIL 2007. — Wet houdende dringende spoorwegbepalingen, bl. 28160.
9 MAI 2007. — Loi relative aux normes techniques minimales de sécurité applicables aux tunnels du réseau routier transeuropéen, p. 28165.
9 MEI 2007. — Wet betreffende de minimale technische veiligheidsnormen voor tunnels in het trans-Europese wegennet, bl. 28165.
Annexe 1re à l’Accord relatif à la fourniture et à l’exploitation d’installations et des services de la circulation aérienne par Eurocontrol au centre de contrôle régional de Maastricht signé à Bruxelles le 25 novembre 1986, p. 28166.
Bijlage 1 aan de Overeenkomst inzake de terbeschikkingstelling en exploitatie van installaties en diensten voor het luchtverkeer door Eurocontrol in het luchtverkeersleidingscentrum Maastricht, ondertekend te Brussel op 25 november 1986, bl. 28166.
Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie 11 MAI 2007. — Loi modifiant la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur, p. 28167.
Service public fédéral Intérieur 17 MAI 2007. — Arrêté royal portant modification de l’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants, p. 28168.
Service public fédéral Sécurité sociale 26 AVRIL 2007. — Arrêté royal fixant la date d’entrée en vigueur de l’article 5, 3°, de la loi du 24 mai 2005 modifiant l’arrêté royal n° 143 du 30 décembre 1982 fixant les conditions auxquelles les laboratoires doivent répondre en vue de l’intervention de l’assurance maladie pour les prestations de biologie clinique, p. 28191.
Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie 11 MEI 2007. — Wet tot wijziging van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, bl. 28167.
Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken 17 MEI 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, bl. 28168.
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid 26 APRIL 2007. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 5, 3°, van de wet van 24 mei 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming van de ziekteverzekering voor verstrekkingen van klinische biologie, bl. 28191.
268 pages/bladzijden
28156
MONITEUR BELGE − 25.05.2007 − Ed. 2 − BELGISCH STAATSBLAD
26 AVRIL 2007. — Arrêté royal exécutant l’article 3, § 1er, 2°, de l’arrêté royal n° 143 du 30 décembre 1982 fixant les conditions auxquelles les laboratoires doivent répondre en vue de l’intervention de l’assurance obligatoire soins de santé pour les prestations de biologie clinique, p. 28191.
26 APRIL 2007. — Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 3, § 1, 2°, van het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor verstrekkingen van klinische biologie, bl. 28191.
7 MAI 2007. — Arrêté royal rendant applicables à l’Office européen des Brevets, les dispositions de la loi du 10 février 2003 réglant le transfert de droits à pensions entre des régimes belges de pensions et ceux d’institutions de droit international public, p. 28193.
7 MEI 2007. — Koninklijk besluit dat de bepalingen van de wet van 10 februari 2003 tot regeling van de overdracht van pensioenrechten tussen Belgische pensioenregelingen en die van instellingen van internationaal publiek recht, toepasselijk maakt op het Europees Octrooibureau, bl. 28193.
11 MAI 2007. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 14 septembre 1984 établissant la nomenclature des prestations de santé en matière d’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, p. 28194.
11 MEI 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, bl. 28194.
11 MAI 2007. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 29 février 1996 portant fixation de l’intervention personnelle des bénéficiaires pour certaines prestations dentaires, p. 28198.
11 MEI 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 februari 1996 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden voor sommige tandheelkundige verstrekkingen, bl. 28198.
Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement
Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
26 AVRIL 2007. — Arrêté royal relatif à la rétribution annuelle sur les quotas alloués gratuitement aux titulaires d’un compte d’exploitant dans le registre national de gaz à effet de serre, p. 28200.
26 APRIL 2007. — Koninklijk besluit met betrekking tot de jaarlijkse retributie op de emissierechten die gratis toegewezen worden aan de houders van een exploitanttegoedrekening in het nationaal register voor broeikasgassen, bl. 28200.
27 AVRIL 2007. — Arrêté royal portant exécution de l’article 4 de la loi du 26 mars 2003 réglementant la pratique de l’autopsie après le décès inopiné et médicalement inexpliqué d’un enfant de moins de dix-huit mois, p. 28203.
27 APRIL 2007. — Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 4 van de wet van 26 maart 2003 houdende regeling van de autopsie na het onverwachte en medisch onverklaarde overlijden van een kind van minder dan achttien maanden, bl. 28203.
27 AVRIL 2007. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 17 juin 1997 définissant la fonction d’assistant en logistique, p. 28205.
27 APRIL 2007. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 17 juni 1997 tot vaststelling van de functie van logistiek assistent, bl. 28205.
Service public fédéral Justice
Federale Overheidsdienst Justitie
26 AVRIL 2007. — Arrêté royal organique de la Commission des frais de justice, p. 28206.
26 APRIL 2007. — Koninklijk besluit houdende regeling van de Commissie voor de gerechtskosten, bl. 28206.
4 MAI 2007. — Arrêté ministériel accordant délégation de pouvoir en matière de frais de justice à certains fonctionnaires du Service public fédéral Justice, p. 28208.
4 MEI 2007. — Ministerieel besluit houdende overdracht van bevoegdheid inzake gerechtskosten aan sommige ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Justitie, bl. 28208.
Service public fédéral Justice et Service public fédéral Finances 27 AVRIL 2007. — Arrêté royal portant règlement général des frais de justice en matière répressive, p. 28209.
Ministère de la Défense 25 AVRIL 2007. — Arrêté ministériel fixant la composition, le mode de désignation et la durée du mandat des membres, les compétences et le mode de fonctionnement du conseil d’administration et du comité scientifique de l’Institut royal supérieur de Défense, p. 28242.
Gouvernements de Communauté et de Région
Federale Overheidsdienst Justitie en Federale Overheidsdienst Financiën 27 APRIL 2007. — Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken, bl. 28209.
Ministerie van Landsverdediging 25 APRIL 2007. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de samenstelling, de aanwijzingsregels en de duur van het mandaat van de leden, de bevoegdheden en de werkingsregels van de raad van bestuur en van het wetenschappelijk comité van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie, bl. 28242. Gemeenschaps- en Gewestregeringen
Communauté flamande
Vlaamse Gemeenschap
Autorité flamande
Vlaamse overheid
20 AVRIL 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand instaurant le certificat de performance énergétique pour les bâtiments publics, p. 28248.
20 APRIL 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de invoering van het energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen, bl. 28244.
MONITEUR BELGE − 25.05.2007 − Ed. 2 − BELGISCH STAATSBLAD Communauté française
Franse Gemeenschap
Ministère de la Communauté française
Ministerie van de Franse Gemeenschap
30 MARS 2007. — Arrêté du Gouvernement de la Communauté française définissant ce qu’il y a lieu d’entendre par étudiant de condition modeste dans l’enseignement supérieur hors universités, p. 28253.
30 MAART 2007. — Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van hetgeen dient te worden verstaan onder minvermogende student in het hoger onderwijs buiten de universiteiten, bl. 28253.
Région de Bruxelles-Capitale
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale
Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
20 JUILLET 2006. — Ordonnance modifiant l’ordonnance du 27 avril 1995 relative aux services de taxis et aux services de location de voitures avec chauffeur. Errata, p. 28254.
Autres arrêtés
Service public fédéral Budget et Contrôle de la Gestion Fonds de vieillissement. Démission. Nomination, p. 28255.
Service public fédéral Intérieur Commissaire divisionnaire de police. Renouvellement de mandat, p. 28255.
Service public fédéral Sécurité sociale
28157
20 JULI 2006. — Ordonnantie ter wijziging van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur. Errata, bl. 28254.
Andere besluiten
Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole Zilverfonds. Ontslag. Benoeming, bl. 28255.
Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Hoofdcommissaris van politie. Hernieuwing van het mandaat, bl. 28255.
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid
21 AVRIL 2007. — Arrêté royal attribuant une filière de métiers à certains agents du niveau A de l’Office de contrôle des mutualités et des unions nationales de mutualités, p. 28255.
21 APRIL 2007. — Koninklijk besluit tot toewijzing van een vakrichting aan sommige ambtenaren van niveau A van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, bl. 28255.
Institut national d’assurance maladie-invalidité. Comité paritaire pour la rhumatologie, institué auprès du Service des soins de santé. Renouvellement de mandats et nomination de membres, p. 28258.
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Paritair comité voor reumatologie, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. Hernieuwing van mandaten en benoeming van leden, bl. 28258.
Service public fédéral Justice 4 MAI 2007. — Arrêté ministériel portant nomination des membres de la Commission des frais de justice, p. 28258. Ordre judiciaire, p. 28260.
Agence fédérale de Contrôle nucléaire 22 MAI 2007. — Arrêté fixant le règlement d’ordre intérieur du Jury médical visé à l’article 54.9 de l’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants, p. 28262. Gouvernements de Communauté et de Région
Federale Overheidsdienst Justitie 4 MEI 2007. — Ministerieel besluit houdende benoeming der leden van de Commissie voor de gerechtskosten, bl. 28258. Rechterlijke Orde, bl. 28260.
Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle 22 MEI 2007. — Besluit tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van de Medische Jury vermeld in artikel 54.9 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, bl. 28262. Gemeenschaps- en Gewestregeringen Vlaamse Gemeenschap Vlaamse overheid Bestuurszaken Agentschap voor Binnenlands bestuur, afdeling regelgeving en werking. G.A.B. Hamse Investeringsmaatschappij. Onteigening. Rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden. Machtiging, bl. 28265. Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Provinciebestuur van Antwerpen. Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, bl. 28265. — Ruimtelijke ordening, bl. 28265.
28158
MONITEUR BELGE − 25.05.2007 − Ed. 2 − BELGISCH STAATSBLAD
Région wallonne
Waals Gewest
Ministère de la Région wallonne
Ministerie van het Waalse Gewest
Energie, p. 28266. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets AT 008350, p. 28275. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets CA 505576, p. 28275. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets FI 001856, p. 28276. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets IE 120104, p. 28276. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets IE 160128, p. 28277. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets IT 006430, p. 28277.
Energie, bl. 28272.
Gemeinschafts- und Regionalregierungen Wallonische Region Ministerium der Wallonischen Region Energie, S. 28269.
Officiële berichten
Avis officiels
Grondwettelijk Hof
Cour constitutionnelle Extrait de l’arrêt n° 43/2007 du 15 mars 2007, p. 28278.
Uittreksel uit arrest nr. 43/2007 van 15 maart 2007, bl. 28280.
Extrait de l’arrêt n° 44/2007 du 21 mars 2007, p. 28286.
Uittreksel uit arrest nr. 44/2007 van 21 maart 2007, bl. 28285.
Extrait de l’arrêt n° 45/2007 du 21 mars 2007, p. 28290.
Uittreksel uit arrest nr. 45/2007 van 21 maart 2007, bl. 28291.
Extrait de l’arrêt n° 46/2007 du 21 mars 2007, p. 28295.
Uittreksel uit arrest nr. 46/2007 van 21 maart 2007, bl. 28294.
Extrait de l’arrêt n° 47/2007 du 21 mars 2007, p. 28301.
Uittreksel uit arrest nr. 47/2007 van 21 maart 2007, bl. 28298.
Extrait de l’arrêt n° 54/2007 du 28 mars 2007, p. 28308.
Uittreksel uit arrest nr. 54/2007 van 28 maart 2007, bl. 28306.
Extrait de l’arrêt n° 55/2007 du 28 mars 2007, p. 28314.
Uittreksel uit arrest nr. 55/2007 van 28 maart 2007, bl. 28312.
Extrait de l’arrêt n° 57/2007 du 18 avril 2007, p. 28318.
Uittreksel uit arrest nr. 57/2007 van 18 april 2007, bl. 28316.
Extrait de l’arrêt n° 60/2007 du 18 avril 2007, p. 28324.
Uittreksel uit arrest nr. 60/2007 van 18 april 2007, bl. 28323.
Verfassungsgerichtshof Auszug Auszug Auszug Auszug Auszug Auszug Auszug Auszug Auszug
aus aus aus aus aus aus aus aus aus
dem dem dem dem dem dem dem dem dem
Urteil Urteil Urteil Urteil Urteil Urteil Urteil Urteil Urteil
Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr.
43/2007 44/2007 45/2007 46/2007 47/2007 54/2007 55/2007 57/2007 60/2007
vom vom vom vom vom vom vom vom vom
15. März 21. März 21. März 21. März 21. März 28. März 28. März 18. April 18. April
2007, 2007, 2007, 2007, 2007, 2007, 2007, 2007, 2007,
S. S. S. S. S. S. S. S. S.
28282. 28288. 28292. 28297. 28303. 28310. 28315. 28320. 28326.
SELOR. — Bureau de Sélection de l’Administration fédérale
SELOR. — Selectiebureau van de Federale Overheid
Sélection comparative de Web Communication Coordinators (m/f) (niveau A), d’expression française, pour le SPF Chancellerie du Premier Ministre (AFG06843), p. 28328.
Vergelijkende selectie van Nederlandstalige Web Communication Coordinators (m/v) (niveau A), voor de FOD Kanselarij van de Eerste Minister (ANG06843), bl. 28328.
Sélection comparative de spécialistes en communication externe (m/f) (niveau A), d’expression française, pour l’Office national des Pensions (AFG07010), p. 28329.
Vergelijkende selectie van Franstalige specialisten in externe communicatie (m/v) (niveau A), voor de Rijksdienst voor Pensioenen (AFG07010), bl. 28329.
Sélection comparative d’attachés-collaborateurs stratégiques en relations internationales dans le domaine de l’énergie (m/f) (niveau A), d’expression néerlandaise, pour le SPF Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie (ANG07012), p. 28330.
Vergelijkende selectie van Nederlandstalige attachés-strategisch medewerkers internationale relaties in het domein van de energie (m/v) (niveau A), voor de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie (ANG07012), bl. 28330.
MONITEUR BELGE − 25.05.2007 − Ed. 2 − BELGISCH STAATSBLAD
28159
Sélection comparative de contrôleurs (m/f) (niveau B), d’expression néerlandaise, pour le SPF Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie (ANG07015), p. 28331.
Vergelijkende selectie van Nederlandstalige controleurs (m/v) (niveau B), voor de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie (ANG07015), bl. 28331.
Sélection comparative de conseillers en prévention-sécurité de travail (m/f) (niveau A), d’expression néerlandaise, pour le département « Bestuurszaken » de l’Administration flamande (ANV07020), p. 28332.
Vergelijkende selectie van Nederlandstalige preventieadviseursarbeidsveiligheid (m/v) (niveau A), voor het beleidsdomein Bestuurszaken van de Vlaamse overheid (ANV07020), bl. 28332.
Sélection comparative de conseillers en prévention-ergonomie (m/f) (niveau A), d’expression néerlandaise, pour le département « Bestuurszaken » de l’Administration flamande (ANV07025), p. 28332.
Vergelijkende selectie van Nederlandstalige preventieadviseursergonomie (m/v) (niveau A), voor het beleidsdomein Bestuurszaken van de Vlaamse overheid (ANV07025), bl. 28332.
Sélection comparative de conseillers en prévention-bien-être psychosocial (m/f) (niveau A), d’expression néerlandaise, pour le département « Bestuurszaken » de l’Administration flamande (ANV07026) , p. 28333.
Vergelijkende selectie van Nederlandstalige preventieadviseurspsychosociaal welzijn (m/v) (niveau A), voor het beleidsdomein Bestuurszaken van de Vlaamse overheid (ANV07026), bl. 28333.
Sélection comparative de responsables d’équipe de portefeuille d’entreprise (m/f) (niveau A), d’expression néerlandaise, pour « Agentschap Economie » (Administration flamande) (ANV07027), p. 28334.
Vergelijkende selectie van Nederlandstalige teamverantwoordelijken ondernemerschapsportefeuille (m/v) (niveau A), voor het Agentschap Economie (Vlaamse overheid) (ANV07027), bl. 28334.
Service public fédéral Finances Administration de la Trésorerie. Situation mensuelle du Trésor. Situation au 28 février 2007, p. 28335. Service public fédéral Justice Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms. Publications, p. 28340. Ministère de la Défense Recrutement d’un professeur civil à l’Ecole royale technique à Saffraanberg (Sint-Truiden), p. 28341. — Recrutement d’un professeur civil de mathématiques à l’Ecole royale technique à Saffraanberg (Sint-Truiden), p. 28342. Agence fédérale de contrôle nucléaire Désignation des membres du Jury médical en application de l’article 54.9. de l’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants, p. 28343.
Federale Overheidsdienst Financiën Administratie van de thesaurie. Maandelijkse schatkisttoestand. Toestand op 28 februari 2007, bl. 28335. Federale Overheidsdienst Justitie Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen. Bekendmakingen, bl. 28340. Ministerie van Landsverdediging Werving van een burgerleraar bij de Koninklijke Technische School te Saffraanberg (Sint-Truiden), bl. 28341. — Werving van een burgerleraar wiskunde bij de Koninklijke Technische School te Saffraanberg (Sint-Truiden), bl. 28342. Federaal Agentschap voor Nucléaire controle Aanduiding van de leden van de Medische Jury in toepassing van artikel 54.9. van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, bl. 28343.
Gouvernements de Communauté et de Région Région wallonne Ministère de la Région wallonne 16 MAI 2007. — Circulaire relative à la Fonction publique locale : conditions de promotion des officiers des services d’incendie, p. 28345. 16 MAI 2007. — Circulaire relative à l’article 60 de la loi du 8 juillet 1976 organique des C.P.A.S., p. 28346. 16 MAI 2007. — Circulaire n° 18 relative à la Fonction publique locale : formation du personnel administratif et technique des pouvoirs locaux et provinciaux du niveau D, p. 28347. 16 MAI 2007. — Circulaire n° 19 relative à la Fonction publique locale : évolutions de carrières ″D5 en D5.1″ et ″D5/D5.1 en D6″ des membres des services d’incendie, p. 28348. 16 MAI 2007. — Circulaire n° 21 relative à la Fonction publique locale : formation des animateurs culturels, p. 28349.
Ordres du jour Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale, p. 28350.
Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans ce sommaire mais figurent aux pages 28351 à 28422.
Agenda’s Brussels Hoofdstedelijk Parlement, bl. 28350.
De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten worden niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van bl. 28351 tot bl. 28422.
28160
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER
F. 2007 — 2121 [C − 2007/14187] 30 AVRIL 2007. — Loi portant dispositions urgentes concernant le chemin de fer
N. 2007 — 2121 [C − 2007/14187] 30 APRIL 2007. — Wet houdende dringende spoorwegbepalingen
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Les Chambres ont adopté et Nous sanctionnons ce qui suit :
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
TITRE Ier. — Disposition générale
TITEL I. — Algemene bepaling
Article 1 . La présente loi règle une matière visée à l’article 78 de la Constitution.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
TITRE II. — Diabolo Extension du réseau ferroviaire reliant l’aéroport de Bruxelles au réseau existant
TITEL II. — Diabolo Uitbreiding van het spoorwegnet dat de luchthaven van Brussel met het bestaande net verbindt
CHAPITRE Ier. — Définitions
HOOFDSTUK I. — Definities
er
er
Art. 2. § 1 . Pour l’application du présent Titre il y a lieu d’entendre par :
Art. 2. § 1. Voor de toepassing van deze Titel wordt verstaan onder :
1° « abonnements domicile-lieu de travail » : toutes cartes train (en ce compris les cartes train mixtes) délivrées par la SA de droit public SNCB dans le cadre du transport domicile-lieu de travail;
1° « abonnementen woon-werkverkeer » : alle treinkaarten (met inbegrip van de gemengde treinkaarten) die door de NV van publiek recht NMBS worden uitgereikt in het kader van het woon-werkverkeer;
2° « début des travaux » : la date de commencement des travaux du marché attribué pour la construction de l’Infrastructure, fixée conformément à l’article 28, 1°, de l’arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics;
2° « aanvangsdatum van de werken » : de datum van de aanvang van de werken van de opdracht gegund voor de bouw van de Infrastructuur, vastgesteld overeenkomstig artikel 28, 1°, van het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;
3° « Infrabel » : la SA de droit public « Infrabel »; et
3° « Infrabel » : de NV van publiek recht « Infrabel »; en
4° « mise en service » : la date de mise en service fixée dans l’autorisation de mise en service visée à l’article 12, 1°, de la loi du 19 décembre 2006 relative à la sécurité d’exploitation ferroviaire.
4° « ingebruikname » : de datum van ingebruikname vastgesteld in de toelating tot ingebruikname bedoeld in artikel 12, 1°, van de wet van 19 december 2006 betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen.
§ 2. Pour l’application du présent Titre, les mots « capacité » ou « capacité d’infrastructure ferroviaire », « entreprise ferroviaire », « gestionnaire de l’infrastructure ferroviaire », « infrastructure ferroviaire », « ministre », « organe de contrôle », « réseau » et « sillon » ont le sens qui leur est donné à l’article 5 de la loi du 4 décembre 2006 relative à l’utilisation de l’infrastructure ferroviaire.
§ 2. Voor de toepassing van deze Titel hebben de woorden « capaciteit » of « spoorweginfrastructuurcapaciteit », « spoorwegonderneming », « spoorweginfrastructuurbeheerder », « spoorweginfrastructuur », « minister », « toezichthoudende orgaan », « net » en « treinpad » de betekenis die eraan wordt gegeven in artikel 5 van de wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur.
CHAPITRE II. — Extension du réseau
HOOFDSTUK II. — Uitbreiding van het net
Art. 3. Sous réserve de l’article 17, Infrabel peut confier à un tiers, dénommé « l’exploitant », le financement, la conception, la construction et l’exploitation de l’infrastructure ferroviaire reliant l’aéroport de Bruxelles-National à la berme centrale de l’autoroute E19, y compris la jonction de cette infrastructure avec la gare ferroviaire souterraine de l’aéroport de Bruxelles-National et les aménagements d’infrastructure utiles ou nécessaires à l’intérieur de cette gare, dénommée « l’Infrastructure », ainsi que toutes tâches accessoires aux tâches précitées confiées par Infrabel à l’exploitant.
Art. 3. Onder voorbehoud van artikel 17, kan Infrabel de financiering, het ontwerp, de bouw en de exploitatie van de spoorweginfrastructuur die de luchthaven van Brussel-Nationaal met de middenberm van de snelweg E19 verbindt, inclusief de verbinding van deze infrastructuur met het ondergronds spoorwegstation van de luchthaven van Brussel-Nationaal en de infrastructuurinrichtingen die dienstig of nodig zijn binnenin het station (de « Infrastructuur » genoemd), toevertrouwen aan een derde, « de exploitant » genoemd, alsook alle taken horend bij de voornoemde taken die door Infrabel aan de exploitant zijn toevertrouwd.
Infrabel détermine, dans une convention à conclure avec l’exploitant, les termes et conditions auxquels les tâches visées à l’alinéa 1er sont confiées à l’exploitant.
Infrabel bepaalt, in een overeenkomst die met de exploitant zal worden gesloten, de bepalingen en voorwaarden waartegen de taken bedoeld in het eerste lid aan de exploitant worden toevertrouwd.
Art. 4. Infrabel peut notamment, aux fins de l’article 3, constituer une filiale, céder sa participation dans cette filiale et confier à cette société, avant ou après cession de sa participation, les tâches visées à l’article 3. Dans ce cas, l’article 13, § 3, de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques ne s’applique pas.
Art. 4. Infrabel kan inzonderheid, voor de doeleinden van artikel 3, een dochtervennootschap oprichten, haar deelneming in deze dochtervennootschap overdragen en aan deze vennootschap, vóór of na de overdracht van haar deelneming, de in artikel 3 bedoelde taken toevertrouwen. In dat geval is artikel 13, § 3, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, niet van toepassing.
Art. 5. Les droits de l’exploitant en vertu de la convention visée à l’article 3, alinéa 2, peuvent être cédés, transférés ou donnés en sûreté au profit de prêteurs, de prestataires de services financiers ou de personnes désignées par ceux-ci dans le cadre d’opérations de financement ou de refinancement, aux conditions déterminées dans la convention visée à l’article 3, alinéa 2.
Art. 5. De rechten van de exploitant krachtens de in artikel 3, tweede lid, bedoelde overeenkomst, kunnen worden overgedragen of tot zekerheid gesteld ten gunste van kredietverstrekkers, van verstrekkers van financiële diensten, of van personen aangewezen door deze laatsten in het kader van financieringsoperaties of van herfinanciering, onder de voorwaarden bepaald in de in artikel 3, tweede lid bedoelde overeenkomst.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28161
CHAPITRE III. — Droits immobiliers
HOOFDSTUK III. — Onroerende rechten
Art. 6. Infrabel peut céder à l’exploitant la propriété de fonds, le cas échéant limités à des emprises en sous-sols, nécessaires ou utiles à la mise en œuvre des tâches visées à l’article 3. Toute cession faite en vertu du présent article prévoit une option de rachat des fonds précités et de l’Infrastructure en faveur d’Infrabel, à exercer aux conditions convenues entre Infrabel et l’exploitant lors de la cession, lorsque l’exploitation de l’Infrastructure par l’exploitant prend fin par l’échéance du terme ou autrement.
Art. 6. Infrabel kan aan de exploitant de eigendom overdragen van onroerende goederen, in voorkomend geval beperkt tot ondergrondse innames, die nodig of dienstig zijn voor de uitvoering van de in artikel 3 bedoelde taken. Elke overdracht krachtens dit artikel voorziet in een terugkoopoptie van de voornoemde onroerende goederen en van de Infrastructuur ten voordele van Infrabel, uitoefenbaar tegen de voorwaarden overeengekomen tussen Infrabel en de exploitant op het ogenblik van de overdracht, wanneer de exploitatie van de Infrastructuur door de exploitant eindigt door het verstrijken van de termijn of anderszins.
Art. 7. Infrabel peut constituer en faveur de l’exploitant d’autres droits réels ou des droits personnels sur les fonds visés à l’article 6. Tout droit réel ou personnel constitué en vertu du présent article expire lorsque l’exploitation de l’Infrastructure par l’exploitant prend fin par l’échéance du terme ou autrement.
Art. 7. Infrabel kan ten gunste van de exploitant andere zakelijke rechten of persoonlijke rechten op de onroerende goederen bedoeld in artikel 6 vestigen. Elk zakelijk of persoonlijk recht gevestigd krachtens dit artikel vervalt wanneer de exploitatie van de Infrastructuur door de exploitant eindigt door het verstrijken van de termijn of anderszins.
Art. 8. Les droits réels que l’exploitant détient en vertu des articles 6 et 7 sont exclusivement destinés à la mise en œuvre des tâches visées à l’article 3.
Art. 8. De zakelijke rechten die de exploitant krachtens de artikelen 6 en 7 bezit, zijn uitsluitend bestemd voor de uitvoering van de in artikel 3 bedoelde taken.
Art. 9. Les fonds dont la propriété est cédée ou sur lesquels d’autres droits réels ou personnels sont constitués en vertu des articles 6 et 7 sont et resteront désaffectés de plein droit du domaine public à compter de la cession ou la constitution de droits réels ou personnels en cause en faveur de l’exploitant jusqu’à la fin de l’exploitation de l’Infrastructure par l’exploitant, par l’échéance du terme ou autrement.
Art. 9. De onroerende goederen waarvan de eigendom is overgedragen of waarop andere zakelijke of persoonlijke rechten zijn gevestigd met toepassing van de artikelen 6 en 7, zijn en blijven van rechtswege gedesaffecteerd van het openbaar domein te rekenen vanaf de overdracht of de vestiging van de betrokken zakelijke of persoonlijke rechten ten voordele van de exploitant tot de beëindiging van de exploitatie van de Infrastructuur door de exploitant, door het verstrijken van de termijn of anderszins.
Art. 10. La SA de droit public SNCB Holding peut constituer des droits réels ou personnels sur la gare ferroviaire souterraine de l’aéroport de Bruxelles-National en faveur de l’exploitant en vue de lui permettre de réaliser la jonction de l’Infrastructure avec la gare ferroviaire souterraine de l’aéroport de Bruxelles-National et les aménagements utiles ou nécessaires à la mise en œuvre des tâches visées à l’article 3.
Art. 10. De NV van publiek recht NMBS Holding kan zakelijke of persoonlijke rechten vestigen op het ondergrondse spoorwegstation van de luchthaven van Brussel-Nationaal ten voordele van de exploitant om hem toe te laten de verbinding van de Infrastructuur met het ondergrondse spoorwegstation van de luchthaven van BrusselNationaal en de inrichtingen die dienstig of nodig zijn voor de uitvoering van de in artikel 3 bedoelde taken, te verwezenlijken.
Les droits réels constitués en vertu du premier alinéa confèrent à l’exploitant, pendant leur durée, la propriété des améliorations apportées à la gare. Ces droits réels expirent lorsque l’exploitation de l’Infrastructure par l’exploitant prend fin par l’échéance du terme ou autrement.
De zakelijke rechten gevestigd krachtens het eerste lid, geven de exploitant, tijdens de duur ervan, het eigendomsrecht van de verbeteringen die aan het station worden aangebracht. Deze zakelijke rechten vervallen wanneer de exploitatie van de Infrastructuur door de exploitant eindigt door het verstrijken van de termijn of anderszins.
CHAPITRE IV. — Financement du coût d’investissement de l’Infrastructure
HOOFDSTUK IV. — Financiering van de investeringskost van de Infrastructuur
Section 1re. — Contribution du gestionnaire de l’infrastructure ferroviaire
Afdeling 1. — Bijdrage van de spoorweginfrastructuurbeheerder
Art. 11. § 1er. Le gestionnaire de l’infrastructure ferroviaire peut s’engager par contrat à payer une contribution annuelle à l’exploitant à partir de l’année calendrier du second anniversaire de la date de début des travaux et pour la durée convenue dans la convention visée à l’article 3, alinéa 2.
Art. 11. § 1. De spoorweginfrastructuurbeheerder kan zich contractueel verbinden tot betaling van een jaarlijkse bijdrage aan de exploitant vanaf het kalenderjaar van de tweede verjaardag van de aanvangsdatum van de werken en voor een termijn overeengekomen in de overeenkomst bedoeld in artikel 3, tweede lid.
§ 2. Le montant initial de la contribution visée au § 1er est fixé à 9 millions d’euros. Toute augmentation de ce montant en vertu de la convention visée à l’article 3, alinéa 2, est soumise à l’approbation du Roi, par un arrêté délibéré en Conseil des ministres.
§ 2. Het initiële bedrag van de bijdrage bedoeld in § 1 is vastgesteld op 9 miljoen euro. Elke verhoging van dit bedrag krachtens de in artikel 3, tweede lid bedoelde overeenkomst, is onderworpen aan de goedkeuring van de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.
§ 3. Le montant de la contribution visée au § 1er est indexé sur base de l’indice santé (ou tout indice comparable le remplac¸ ant) à partir de l’année calendrier du troisième anniversaire de la date de début des travaux, aux modalités déterminées dans la convention conclue en vertu de l’article 3, alinéa 2.
§ 3. Het bedrag van de bijdrage bedoeld in § 1 wordt geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex (of elke vergelijkbare index die deze vervangt) vanaf het kalenderjaar van de derde verjaardag van de aanvangsdatum van de werken, tegen de voorwaarden bepaald in de overeenkomst gesloten krachtens artikel 3, tweede lid.
Section 2. — Redevances passager
Afdeling 2. — Passagiervergoedingen
Art. 12. §1 . Toute entreprise ferroviaire utilisant l’infrastructure ferroviaire pour le transport de voyageurs applique et perc¸ oit, sur chaque voyage par train au départ ou à destination de l’aéroport de Bruxelles-National, à l’exclusion des abonnements domicile-lieu de travail dont la gare de l’aéroport de Bruxelles-National est la gare d’arrivée et des voyages des personnes ayant droit au libre parcours sur toutes les voies de communication exploitées ou concédées par les pouvoirs publics conformément aux articles 66, 71 et 118bis de la Constitution, un supplément sur le prix du voyage à acquitter par le voyageur, dénommé « redevance passager ».
Art. 12. § 1. Elke spoorwegonderneming die gebruik maakt van de spoorweginfrastructuur voor het vervoer van reizigers, int en ontvangt voor elke treinreis van of naar de luchthaven van Brussel-Nationaal, met uitzondering van de abonnementen woon-werkverkeer waarvan het station van de luchthaven van Brussel-Nationaal het eindstation is en de reizen van personen die recht hebben op gratis reizen met alle verplaatsingsmiddelen die door de publieke overheden worden uitgebaat of in concessie gegeven overeenkomstig de artikelen 66, 71 en 118bis van de Grondwet, een supplement op de prijs van de reis te voldoen door de reiziger, « passagiervergoeding » genoemd.
§ 2. Le montant initial de la redevance passager et toute modification ultérieure de ce montant sont arrêtés par le Roi, par un arrêté délibéré en Conseil des Ministres, sur proposition du gestionnaire de l’infrastructure ferroviaire.
§ 2. Het initieel bedrag van de passagiervergoeding en elke latere wijziging van dit bedrag worden vastgesteld door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voorstel van de spoorweginfrastructuurbeheerder.
er
28162
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
§ 3. Nonobstant les §§ 1er et 2, une entreprise ferroviaire peut convenir avec l’exploitant, dans la convention visée à l’article 13, § 2, de ne pas appliquer et percevoir la redevance passager sur les voyages au départ ou à destination de l’aéroport de Bruxelles-National de passagers bénéficiant de réductions tarifaires ou de la gratuité imposées par l’Etat, moyennant le paiement par l’entreprise ferroviaire à l’exploitant d’un montant équivalent aux redevances à appliquer et percevoir en vertu du § 1er sur les voyages de ces passagers.
§ 3. Niettegenstaande §§ 1 en 2, kan een spoorwegonderneming met de exploitant, in de in artikel 13, § 2, bedoelde overeenkomst, overeenkomen om de passagiervergoeding voor de reizen van en naar de luchthaven van Brussel-Nationaal niet te innen en te ontvangen voor reizigers die genieten van tariefverminderingen of van gratis vervoer opgelegd door de Staat, mits de betaling door de spoorwegonderneming aan de exploitant van een bedrag gelijk aan de vergoedingen te innen en te ontvangen krachtens § 1 voor de reizen van deze passagiers.
§ 4. Le montant de la redevance passager est indexé annuellement en fonction de la moyenne de l’indice santé (ou tout indice comparable le remplac¸ ant) pour l’année calendrier précédant l’année calendrier pour laquelle la redevance est due par rapport à la moyenne de l’indice santé (ou tout indice comparable le remplac¸ ant) pour l’année 2004.
§ 4. Het bedrag van de passagiervergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de gemiddelde gezondheidsindex (of elke vergelijkbare index die deze vervangt) voor het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de vergoeding verschuldigd is ten opzichte van de gemiddelde gezondheidsindex (of elke vergelijkbare index die deze vervangt) voor het jaar 2004.
Art. 13. § 1er. Toute entreprise ferroviaire verse à l’exploitant les redevances passager à appliquer et percevoir conformément à l’article 12, § 1er.
Art. 13. § 1. Elke spoorwegonderneming stort aan de exploitant de passagiervergoedingen die moeten worden geïnd en ontvangen overeenkomstig artikel 12, § 1.
§ 2. Les termes et conditions de la rétrocession prévue au § 1er sont arrêtés dans une convention à conclure entre l’exploitant et chaque entreprise ferroviaire demandant l’attribution de capacités pour le transport de voyageurs au départ ou à destination de l’aéroport de Bruxelles-National. Ces termes et conditions comprennent la périodicitéde la rétrocession, les méthodes de comptage du nombre de passagers transportés, les sûretés à constituer par l’entreprise ferroviaire en garantie de son obligation de rétrocession et la rémunération de la perception de redevances passager non incorporées dans le prix du titre de transport.
§ 2. De bepalingen en voorwaarden van de retrocessie bepaald in § 1, worden vastgesteld in een overeenkomst die zal worden gesloten tussen de exploitant en elke spoorwegonderneming die de toekenning van capaciteiten vraagt voor het vervoer van reizigers van en naar de luchthaven van Brussel-Nationaal. Deze bepalingen en voorwaarden behelzen de periodiciteit van de retrocessie, de methodes van het tellen van het aantal vervoerde reizigers, de zekerheden die door de spoorwegonderneming moeten worden gevestigd als waarborg voor haar retrocessieverplichting en de vergoeding voor de inning van de passagiervergoedingen die niet inbegrepen zijn in de prijs van het vervoersbewijs.
§ 3. A défaut d’accord entre l’exploitant et l’entreprise ferroviaire ayant introduit une demande de capacité sur les termes et conditions de la convention visée au § 2 dans les trois mois de cette demande, le Roi peut, par un arrêté délibéré en Conseil des ministres, fixer des règles concernant les matières visées au § 2 sur proposition du gestionnaire de l’infrastructure ferroviaire. Ces règles sont d’application jusqu’à l’entrée en vigueur d’une convention conclue conformément au § 2.
§ 3. Bij gebrek aan een overeenkomst tussen de exploitant en de spoorwegonderneming die een aanvraag tot capaciteit heeft ingediend tegen de bepalingen en voorwaarden van de in § 2 bedoelde overeenkomst binnen drie maand na deze aanvraag, kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, regels vaststellen betreffende de in § 2 bedoelde materies op voorstel van de spoorweginfrastructuurbeheerder. Deze regels zijn van toepassing tot de inwerkingtreding van een overeenkomst gesloten overeenkomstig § 2.
Art. 14. § 1er. La redevance passager est appliquée et perc¸ ue à partir du premier jour du mois suivant le second anniversaire de la date de début des travaux jusque et y compris le dernier jour du mois au cours duquel prend fin l’exploitation de l’Infrastructure par l’exploitant, par l’échéance du terme ou autrement.
Art. 14. § 1. De passagiervergoeding wordt geïnd en ontvangen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de tweede verjaardag van de aanvangsdatum van de werken tot en met de laatste dag van de maand tijdens dewelke de exploitatie van de Infrastructuur door de exploitant eindigt, door het verstrijken van de termijn of anderszins.
§ 2. Par dérogation au § 1er, le montant de la redevance passager est réduit de moitié pour la période allant du premier jour du mois suivant le second anniversaire de la date de début des travaux jusque et y compris le dernier jour du mois de la mise en service de l’Infrastructure.
§ 2. In afwijking van § 1, wordt het bedrag van de passagiervergoeding met de helft verminderd voor de periode vanaf de eerste dag van de maand volgend op de tweede verjaardag van de aanvangsdatum van de werken tot en met de laatste dag van de maand van de ingebruikname van de Infrastructuur.
Section 3. — Contribution des entreprises ferroviaires
Afdeling 3. — Bijdrage van de spoorwegondernemingen
er
Art. 15. § 1 . Toute entreprise ferroviaire utilisant l’infrastructure ferroviaire pour le transport intérieur de voyageurs est redevable d’une contribution annuelle, dénommée « contribution des entreprises ferroviaires », égale au plus élevé des deux montants suivants :
Art. 15. § 1. Elke spoorwegonderneming die gebruik maakt van de spoorweginfrastructuur voor het binnenlands vervoer van reizigers dient een jaarlijkse bijdrage te betalen, « bijdrage van de spoorwegondernemingen » genoemd, gelijk aan het hoogste van beide onderstaande bedragen :
– 0,5 % du chiffre d’affaires (hors T.V.A.) réalisé par l’entreprise ferroviaire concernée sur le transport intérieur de voyageurs sur l’infrastructure ferroviaire au cours de l’année calendrier précédant l’année pour laquelle la contribution est due; et
– 0,5 % van de omzet (exclusief BTW) die door de betrokken spoorwegonderneming werd gerealiseerd op het binnenlands vervoer van reizigers op de spoorweginfrastructuur tijdens het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is; en
– 1.887.000 euros indexés en fonction de la moyenne de l’indice santé (ou tout indice comparable le remplac¸ ant) pour l’année calendrier précédant l’année pour laquelle la contribution est due par rapport à la moyenne de l’indice santé pour l’année 2004 multiplié par la clé de répartition visée au § 3.
– 1.887.000 euro geïndexeerd op basis van de gemiddelde gezondheidsindex (of elke vergelijkbare index die deze vervangt) voor het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is ten opzichte van de gemiddelde gezondheidsindex voor het jaar 2004 vermenigvuldigd met de in § 3 bedoelde verdeelsleutel.
§ 2. La contribution des entreprises ferroviaires est perc¸ ue par le gestionnaire de l’infrastructure ferroviaire. Le gestionnaire de l’infrastructure ferroviaire verse les sommes perc¸ ues à l’exploitant dans les vingt jours ouvrables de la perception de celles-ci.
§ 2. De bijdrage van de spoorwegondernemingen wordt ontvangen door de spoorweginfrastructuurbeheerder. De spoorweginfrastructuurbeheerder stort de ontvangen bedragen aan de exploitant binnen twintig werkdagen vanaf de ontvangst ervan.
Pour s’assurer du paiement de cette contribution, le gestionnaire de l’infrastructure ferroviaire peut imposer aux entreprises ferroviaires la fourniture d’une garantie financière. Celle-ci est proportionnelle à la contribution dont l’entreprise ferroviaire en question est redevable, transparente et non discriminatoire.
Om zeker te zijn van de betaling van deze bijdrage, kan de spoorweginfrastructuurbeheerder aan de spoorwegondernemingen het verstrekken van een financiële waarborg opleggen. Deze staat in verhouding tot de bijdrage die de betrokken spoorwegonderneming verschuldigd is, en is transparant en niet-discriminerend.
§ 3. La clé de répartition visée au § 1er est égale, pour l’entreprise ferroviaire redevable de la contribution, au quotient (i) du chiffre d’affaires (hors T.V.A.) réalisé par cette entreprise ferroviaire sur le transport intérieur de voyageurs sur l’infrastructure ferroviaire au cours de l’année calendrier précédant l’année pour laquelle la contribution est due sur (ii) la somme des chiffres d’affaires (hors T.V.A.) réalisés sur le transport intérieur de voyageurs sur l’infrastructure ferroviaire, au cours de l’année calendrier précédant l’année pour
§ 3. De in § 1 bedoelde verdeelsleutel is, voor de spoorwegonderneming die de bijdrage verschuldigd is, gelijk aan het quotiënt van (i) de omzet (exclusief BTW) die door deze spoorwegonderneming werd gerealiseerd op het binnenlands vervoer van reizigers op de spoorweginfrastructuur tijdens het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is op (ii) de som van de omzetcijfers (exclusief BTW) gerealiseerd op het binnenlands vervoer van reizigers op de spoorweginfrastructuur tijdens het kalenderjaar voorafgaand aan
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28163
laquelle la contribution est due, par les entreprises ferroviaires qui sont redevables de la contribution.
het kalenderjaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is door de spoorwegondernemingen die de bijdrage verschuldigd zijn.
§ 4. Pour les besoins du calcul du montant de la contribution des entreprises ferroviaires, chaque entre prise ferroviaire redevable de la contribution communique au gestionnaire de l’infrastructure, au plus tard le 1er juin de l’année pour laquelle la contribution est due, le chiffre d’affaires (hors T.V.A.) réalisé par celle-ci sur le transport intérieur de voyageurs sur l’infrastructure ferroviaire au cours de l’année calendrier précédente, ainsi que les éléments en permettant le contrôle.
§ 4. Voor de berekening van het bedrag van de bijdrage van de spoorwegondernemingen, deelt elke spoorwegonderneming die de bijdrage verschuldigd is de infrastructuurbeheerder uiterlijk op 1 juni van het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is, de omzet (exclusief BTW) mee die zij heeft gerealiseerd op het binnenlands vervoer van reizigers op de spoorweginfrastructuur tijdens het voorafgaande kalenderjaar, evenals de gegevens die de controle ervan moeten toelaten.
Sur base des données communiquées par les entreprises ferroviaires conformément à l’alinéa précédent, le gestionnaire de l’infrastructure ferroviaire notifie à chaque entreprise ferroviaire redevable de la contribution, au plus tard le 15 juin de chaque année, le montant de la contribution dont elle est redevable pour l’année en cours.
Op basis van de gegevens meegedeeld door de spoorwegondernemingen overeenkomstig het voorgaande lid, stelt de spoorweginfrastructuurbeheerder elke spoorwegonderneming die de bijdrage verschuldigd is, uiterlijk op 15 juni van elk jaar in kennis van het bedrag van de bijdrage die zij verschuldigd is voor het lopende jaar.
§ 5. L’entreprise ferroviaire redevable de la contribution verse au gestionnaire de l’infrastructure, au plus tard le 30 juin de l’année en cours, le montant de la contribution dont il est redevable pour cette année.
§ 5. De spoorwegonderneming die de bijdrage verschuldigd is, stort aan de infrastructuurbeheerder, uiterlijk op 30 juni van het lopende jaar, het bedrag van de bijdrage die hij voor dat jaar verschuldigd is.
Art. 16. § 1er. La contribution visée à l’article 15 est due à partir de l’année calendrier du second anniversaire de la date de début des travaux jusque et y compris :
Art. 16. § 1. De in artikel 15 bedoelde bijdrage is verschuldigd vanaf het kalenderjaar van de tweede verjaardag van de aanvangsdatum van de werken tot en met :
– l’année calendrier du trente-neuvième anniversaire de la date de début des travaux; ou
– het kalenderjaar van de negenendertigste verjaardag van de aanvangsdatum van de werken; of
– si, elle intervient avant cette année, l’année au cours de laquelle l’exploitation de l’Infrastructure par l’exploitant prend fin par l’échéancedu terme ou autrement.
– indien dit gebeurt vóór dat jaar, het jaar tijdens welk de exploitatie van de Infrastructuur door de exploitant eindigt door het verstrijken van de termijn of anderszins.
§ 2. Le montant de la contribution dont une entreprise ferroviaire est redevable pour l’année calendrier du second anniversaire de la date de début des travaux est calculé au prorata du nombre de mois entiers compris entre le second anniversaire de la date de début des travaux et le 1er janvier de l’année suivante.
§ 2. Het bedrag van de bijdrage die een spoorwegonderneming verschuldigd is voor het kalenderjaar van de tweede verjaardag van de aanvangsdatum van de werken wordt berekend pro rata van het aantal volledige maanden tussen de tweede verjaardag van de aanvangsdatum van de werken en 1 januari van het volgende jaar.
CHAPITRE V. — Gestion de l’Infrastructure
HOOFDSTUK V. — Beheer van de Infrastructuur
Art. 17. Nonobstant l’article 3, le gestionnaire de l’infrastructure ferroviaire assure la gestion du trafic et des circulations sur l’Infrastructure.
Art. 17. Niettegenstaande artikel 3 verzekert de spoorweginfrastructuurbeheerder het beheer van het verkeer en de circulatie op de Infrastructuur.
Art. 18. § 1er. Tout accord visé à l’article 24 de la loi du 4 décembre 2006 relative à l’utilisation de l’infrastructure ferroviaire comporte la faculté pour le gestionnaire de l’infrastructure ferroviaire :
Art. 18. § 1. Elke overeenkomst bedoeld in artikel 24 van de wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur houdt voor de spoorweginfrastructuurbeheerder het recht in om :
– de suspendre ou d’exclure les capacités attribuées sur l’Infrastructure ou, à défaut, sur d’autres segments pertinents de l’infrastructure ferroviaire à une entreprise ferroviaire restant en défaut, au cours de la période de validité de ces capacités, de respecter tout ou partie de ses obligations en vertu des articles 12 à 16 ou de conventions conclues sur base de l’article 13, § 2, après mise en demeure par le gestionnaire de l’infrastructure ferroviaire; ou
– de capaciteiten op te schorten of uit te sluiten die op de Infrastructuur of, bij gebreke daaraan, op andere relevante segmenten van de spoorweginfrastructuur zijn toegekend aan een spoorwegonderneming die, tijdens de geldigheidsperiode van deze capaciteiten, in gebreke blijft alle of een deel van haar verplichtingen krachtens de artikelen 12 tot 16 of krachtens overeenkomsten gesloten op basis van artikel 13, § 2, na een ingebrekestelling door de spoorweginfrastructuurbeheerder, na te komen; of
– de ne pas renouveler les capacités attribuées sur l’Infrastructure ou, à défaut, sur d’autres segments pertinents de l’infrastructure ferroviaire à une entreprise ferroviaire étant restée en défaut, aux cours des deux périodes de validité précédentes de ces capacités, de respecter tout ou partie des obligations précitées après mise en demeure par le gestionnaire de l’infrastructure ferroviaire.
– de capaciteiten niet te vernieuwen die op de Infrastructuur of, bij gebreke daaraan, op andere relevante segmenten van de spoorweginfrastructuur zijn toegekend aan een spoorwegonderneming die, tijdens de twee voorafgaande geldigheidsperiodes in gebreke is gebleven alle of een deel van voornoemde verplichtingen, na ingebrekestelling door de spoorweginfrastructuurbeheerder, na te komen.
§ 2. L’organe de contrôle tranche, au titre de sa mission de règlement administratif des litiges visée à l’article 62, § 4, de la loi du 4 décembre 2006 précitée, les litiges relatifs à l’usage par le gestionnaire de l’infrastructure ferroviaire de la faculté visée au § 1er, selon les modalités fixées audit article ou fixées par le Roi en vertu de celui-ci.
§ 2. Het toezichthoudende orgaan beslecht, in uitvoering van zijn opdracht inzake de administratieve afhandeling van geschillen bedoeld in artikel 62, § 4, van voornoemde wet van 4 december 2006, de geschillen betreffende het gebruik door de beheerder van de spoorweginfrastructuur van het recht bedoeld in § 1, overeenkomstig de nadere regels bepaald in dit artikel of bepaald door de Koning krachtens dit artikel.
Art. 19. Le document de référence du réseau visé à l’article 21 de la loi du 4 décembre 2006 précitée mentionne les dispositions des articles 12 à 16 de même que les dispositions arrêtées en exécution de ceux-ci. CHAPITRE VI. — Dispositions diverses
Art. 19. De netverklaring bedoeld in artikel 21 van voornoemde wet van 4 december 2006 vermeldt zowel de bepalingen van de artikelen 12 tot 16 als de bepalingen vastgesteld in uitvoering daarvan.
Art. 20. Dans l’exercice de ses missions visées à l’article 62, §§ 3 à 5, de la loi du 4 décembre 2006 relative à l’utilisation de l’infrastructure ferroviaire en relation avec des matières visées aux articles 18, § 1er, et 19, l’organe de contrôle applique les articles 12 à 19.
Art. 20. In de uitoefening van zijn opdrachten bedoeld in artikel 62, §§ 3 tot 5, van de wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur met betrekking tot materies bedoeld in de artikelen 18, § 1, en 19, past het toezichthoudende orgaan de artikelen 12 tot 19 toe.
HOOFDSTUK VI. — Diverse bepalingen
28164
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 21. Pour l’application de la présente loi, toute référence à l’exploitant vise également les personnes visées à l’article 5 qui lui sont substituées par ou en vertu de contrats directs conclus avec les personnes visées à l’article 5.
Art. 21. Voor de toepassing van deze wet, verwijst elke verwijzing naar de exploitant ook naar de personen bedoeld in artikel 5 of de personen aangewezen door hen die overeenkomstig of krachtens directe overeenkomsten gesloten met de personen bedoeld in artikel 5, in hun plaats werden gesteld.
Art. 22. Le gestionnaire de l’infrastructure ferroviaire notifie aux entreprises ferroviaires utilisant l’infrastructure ferroviaire pour le transport de voyageurs, par lettre recommandée avec accusé de réception :
Art. 22. De spoorweginfrastructuurbeheerder stelt de spoorwegondernemingen die gebruik maken van de spoorweginfrastructuur voor het vervoer van reizigers per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs in kennis van :
– la date de début de travaux dans les vingt jours de celle-ci ou, pour les entreprises ferroviaires n’utilisant pas l’infrastructure ferroviaire pour le transport de voyageurs à cette date, dans les vingt jours de la première demande de capacité pour le transport de voyageurs;
– de aanvangsdatum van de werken binnen twintig dagen vanaf die datum of, voor de spoorwegondernemingen die op die datum geen gebruik maken van de spoorweginfrastructuur voor het vervoer van reizigers, binnen twintig dagen vanaf het eerste verzoek om capaciteit voor het vervoer van reizigers;
– la date de mise en service de l’Infrastructure, au plus tard vingt jours avant cette date ou, pour les entreprises ferroviaires n’utilisant pas l’infrastructure ferroviaire pour le transport de voyageurs à cette date, dans les vingt jours de la première demande de capacité pour le transport de voyageurs au départ ou à destination de l’aéroport de Bruxelles-National;
– de datum van de ingebruikname van de Infrastructuur, uiterlijk twintig dagen voor deze datum of, voor de spoorwegondernemingen die op die datum geen gebruik maken van de spoorweginfrastructuur voor het vervoer van reizigers, binnen twintig dagen vanaf het eerste verzoek om capaciteit voor het vervoer van reizigers van of naar de luchthaven van Brussel-Nationaal;
– la date à laquelle prennent fin les droits d’exploitation de l’exploitant, dans les vingt jours de celle-ci.
– de datum waarop de exploitatierechten van de exploitant vervallen, binnen twintig dagen vanaf die datum.
Art. 23. Les articles 360 et 361 de la loi du 20 juillet 2006 portant des dispositions diverses, sont abrogés.
Art. 23. Artikelen 360 en 361 van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen, worden opgeheven.
TITRE III. — Rectifications relatives à la répartition des biens lors de la scission de la SNCB
TITEL III. — Rechtzettingen in verband met de verdeling van de goederen bij de splitsing van NMBS
Art. 24. Il est inséré un article 359bis dans la loi du 20 juillet 2006 portant dispositions diverses, rédigé comme suit :
Art. 24. In de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen wordt een artikel 359bis ingevoegd dat als volgt luidt :
« Le Roi peut préciser les droits d’usage maintenus de manière ininterrompu et non équivoque à la SNCB Holding sur des actifs visés aux articles 3, § 1er, 2°, et 14, § 1er, 1°, de l’arrêté royal du 14 juin 2004 précité afin de garantir la continuité de ses droits et obligations résultant de contrats qu’elle a conclus avec des tiers avant le 1er janvier 2005. »
« De Koning kan de gebruiksrechten preciseren die de NMBS Holding op ononderbroken en ondubbelzinnige wijze heeft behouden op activa bedoeld in de artikelen 3, § 1, 2°, en 14, § 1, 1°, van voornoemd koninklijk besluit van 14 juni 2004 teneinde de continuïteit te garanderen van de rechten en verbintenissen die voortvloeien uit contracten die zij vóór 1 januari 2005 met derden heeft gesloten. »
Promulguons la présente loi, ordonnons qu’elle soit revêtue du sceau de l’Etat et publié par le Moniteur belge.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ’s lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Donné à Bruxelles, le 30 avril 2007.
ALBERT
Gegeven te Brussel, 30 april 2007.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre du Budget et de la Protection de la Consommation, Mme F. VAN DEN BOSSCHE
De Minister van Begroting en Consumentenbescherming Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE
Le Ministre de la Mobilité R. LANDUYT
De Minister van Mobiliteit R. LANDUYT
Le Secrétaire d’Etat aux Entreprises publiques, B. TUYBENS
De Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, B. TUYBENS
Scellé du sceau de l’Etat :
Met ’s Lands zegel gezegeld :
La Ministre de la Justice, Mme L. ONKELINX
De minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX
Notes Documents de la Chambre des représentants : 51-3055 - 2006/2007 N° 1 : Projet de loi. N° 2 : Amendements. N° 3 : Avis du Conseil d’Etat. N° 4 : Rapport N° 5 : Texte adopté par la commission N° 6 : Texte adopté en séance plénière et transmis au Sénat. Compte rendu intégral : 24 et 25 avril 2007. Documents du Sénat : 3-2434 - 2006/2007 N° 1 : Projet évoqué par le Sénat. N° 2 : Rapport. N° 3 : Décision de ne pas amender. Annales du Sénat : 26 avril 2007.
Nota’s Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 51-3055 - 2006/2007 Nr. 1 : Wetsontwerp. Nr. 2 : Amendementen. Nr. 3 : Advies van de Raad van State. Nr. 4 : Verslag. Nr. 5 : Tekst aangenomen door de commissie. Nr. 6 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat. Integraal Verslag : 24 en 25 april 2007. Stukken van de Senaat : 3-2434 - 2006/2007 Nr. 1 : Ontwerp geëvoceerd door de Senaat. Nr. 2 : Verslag. Nr. 3 : Beslissing om niet te amenderen. Handelingen van de Senaat : 26 april 2007.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS F. 2007 — 2122
[C − 2007/14190]
9 MAI 2007. — Loi relative aux normes techniques minimales de sécurité applicables aux tunnels du réseau routier transeuropéen (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Les Chambres ont adopté et Nous sanctionnons ce qui suit :
28165
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N. 2007 — 2122
[C − 2007/14190]
9 MEI 2007. — Wet betreffende de minimale technische veiligheidsnormen voor tunnels in het trans-Europese wegennet (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l’article 78 de la Constitution.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2. La présente loi transpose partiellement la directive 2004/54/CE du 29 avril 2004 concernant les exigences de sécurité minimales applicables aux tunnels du réseau routier transeuropéen.
Art. 2. Deze wet zet de richtlijn 2004/54/EG van 29 april 2004 inzake minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet gedeeltelijk om.
Art. 3. Les normes techniques minimales de sécurité auxquelles doivent répondre les tunnels du réseau routier transeuropéen d’une longueur supérieure à 500 mètres, qu’ils soient en exploitation, en construction ou en projet, sont fixées par le Roi, conformément à l’annexe Ire de la Directive 2004/54/CE du 29 avril 2004 concernant les exigences de sécurité minimales applicables aux tunnels du réseau routier transeuropéen.
Art. 3. De minimale technische veiligheidsnormen waaraan de tunnels van het trans-Europese wegennet van meer dan 500 meter lang, ongeacht of die in gebruik, in aanbouw, of in de ontwerpfase zijn, moeten voldoen worden bepaald door de Koning overeenkomstig bijlage I van de Richtlijn 2004/54/EG van 29 april 2004 inzake minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet.
Lorsque certaines normes techniques minimales de sécurité ne peuvent être satisfaites qu’à l’aide de solutions techniques qui soit ne peuvent pas être respectées, soit ne peuvent être respectées qu’à un coût disproportionné, la mise en œuvre de mesures de réduction de risques comme solution de substitution à l’application de ces exigences peut être acceptée, selon les modalités fixées par le Roi, à condition que ces solutions de substitution assurent une protection équivalente ou supérieure.
Indien aan de minimale technische veiligheidsnormen alleen kan worden voldaan met behulp van technische oplossingen die hetzij niet haalbaar zijn, hetzij alleen tegen overmatig hoge kosten uitvoerbaar zijn, mag de toepassing van risicobeperkende maatregelen als alternatief voor deze eisen geaccepteerd worden, volgens de door de Koning bepaalde modaliteiten, op voorwaarde dat die maatregelen tot een gelijkwaardige of betere bescherming leiden.
Afin de permettre l’installation et l’utilisation d’équipements de sécurité innovants offrant un niveau de protection équivalent ou supérieur aux technologies actuelles prescrites, une dérogation à ces exigences peut être accordée aux conditions fixées par le Roi.
Om het mogelijk te maken innovatieve veiligheidsvoorzieningen te installeren en te gebruiken die een gelijkwaardig of hoger beschermingsniveau bieden dan de voorgeschreven actuele technologieën, kan een afwijking van die eisen volgens de door de Koning bepaalde voorwaarden toegestaan worden.
Art. 4. A l’exception du présent article, le Roi fixe la date d’entrée en vigueur de la présente loi.
Art. 4. Met uitzondering van dit artikel bepaalt de Koning de dag waarop deze wet in werking treedt.
Promulguons la présente loi, ordonnons qu’elle soit revêtue du sceau de l’Etat et publiée par le Moniteur belge.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ’s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Donné à Bruxelles, le 9 mai 2007.
ALBERT
Gegeven te Brussel, 9 mei 2007.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre de la Mobilité, R. LANDUYT
De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT
Scellé du sceau de l’Etat :
Met ’s Lands zegel gezegeld :
La Ministre de la Justice, Mme L. ONKELINX
De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX
Note
Nota
(1) Session ordinaire 2006-2007. Chambre des représentants : Documents. — Projet de Loi, 51-3063 - N° 1. — Texte adopté en séance plénière et transmis au Sénat, 51-3063 - N° 2. Compte rendu intégral. — 19 avril 2007. Sénat. Documents. — Projet non évoqué par le Sénat.
(1) Gewone zitting 2006-2007. Kamer van volksvertegenwoordigers. Stukken. — Wetsontwerp, 51-3063 - Nr. 1. — Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 51-3063 - Nr. 2. Integraal verslag. — 19 april 2007. Senaat. Stukken. — Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.
28166
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS F. 2007 — 2123
[C − 2007/14173]
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N. 2007 — 2123
[C − 2007/14173]
Annexe 1re à l’Accord relatif à la fourniture et à l’exploitation d’installations et des services de la circulation aérienne par Eurocontrol au centre de contrôle régional de Maastricht, signé à Bruxelles le 25 novembre 1986 (Moniteur belge 14 mars 1990) (1)
Bijlage 1 aan de Overeenkomst inzake de terbeschikkingstelling en exploitatie van installaties en diensten voor het luchtverkeer door Eurocontrol in het luchtverkeersleidingscentrum Maastricht, ondertekend te Brussel op 25 november 1986 (Belgisch Staatsblad 14 maart 1990) (1)
Configuration de l’espace aérien pour lequel l’Organisation fournit les installations et exploite les services de circulation aérienne de route
Grenzen van het luchtruim ten aanzien waarvan de Organisatie de installaties en diensten voor het en-route luchtverkeer ter beschikking stelt en exploiteert
La configuration de l’espace aérien pour lequel les Parties contractantes nationales chargent l’Organisation de fournir les installations et d’exploiter les services de circulation aérienne de route est déterminée de la manière suivante :
De grenzen van het luchtruim ten aanzien waarvan de Nationale Overeenkomstsluitende Partijen de Organisatie belasten met het ter beschikking stellen en exploiteren van de installaties en diensten voor het en-route luchtverkeer worden bepaald als volgt :
Parties contractantes nationales
Limites latérales
Limites verticales
République fédérale d’Allemagne
L’espace aérien compris à l’intérieur des limites latérales de la Région supérieure d’information de vol Hanovre.
L’espace aérien situé au-dessus du niveau de vol 245.
Royaume de Belgique grand-duché de Luxembourg
L’espace aérien compris à l’intérieur des limites latérales de la Région supérieure d’information de vol Bruxelles.
L’espace aérien situé au-dessus du niveau de vol 245 (1).
Royaume des Pays-Bas
L’espace aérien compris à l’intérieur des limites latérales de la Région d’information de vol Amsterdam.
Au-dessus du niveau de vol 245 à l’exception de la partie de ladite région située au sud de la ligne définie par les coordonnées 51°42’20’’ N – 02°10’15’’ E et 51°38’04’’ N – 02°30’ E; au-dessus du niveau de vol 245 (1) dans la mesure où il s’agit de la zone située au sud de la ligne définie par les coordonnées 51°38’04’’ N – 02°30’ E et 51°16’15’’ N – 04°06’30’’ E (1).
(1) A titre transitoire, cet espace est étendu à l’espace aérien situé au niveau de vol 200 et au-dessus jusqu’à la date de mise en service des nouvelles installations du Centre de contrôle régional de Bruxelles. Nationale Overeenkomstsluitende Partijen
Laterale begrenzing
Verticale begrenzing
De Bondsrepubliek Duitsland
Het luchtruim begrepen binnen de laterale grenzen van het hogere vluchtinlichtingengebied Hannover.
Boven vliegniveau 245.
Het Koninkrijk België Het Groothertogdom Luxemburg
Het luchtruim begrepen binnen de laterale grenzen van het hogere vluchtinlichtingengebied Brussel.
Boven vliegniveau 245 (1)
Het Koninkrijk der Nederlanden
Het luchtruim begrepen binnen de laterale grenzen van het vluchtinlichtingengebied Amsterdam.
Boven vliegniveau 245, m.u.v. : dat deel van het vluchtinlichtingengebied zuid van de lijn welke de punten 51°42’20’’ N – 02°10’15’’ E en 51°38’04’’ N – 02°30’ E verbindt; Boven vliegniveau 245 (1) : voor zover het het gebied betreft zuid van de lijn welke de punten 51°38’04’’ N – 02°30’ E en 51°16’15’’ N – 04°06’30’’ E verbindt.
(1) Tot de ingebruikneming van de nieuwe installaties van het luchtverkeersleidingscentrum Brussel wordt dit luchtruim tijdelijk uitgebreid tot vliegniveau 200 en daarboven.
28167
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE F. 2007 — 2124
[C − 2007/11182]
11 MAI 2007. — Loi modifiant la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Les Chambres ont adopté et Nous sanctionnons ce qui suit :
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE N. 2007 — 2124
[C − 2007/11182]
11 MEI 2007. — Wet tot wijziging van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l’article 78 de la Constitution.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Elle prévoit l’exécution détaillée du Règlement (CE) N° 2006/2004 du Parlement européen et du Conseil du 27 octobre 2004 relatif à la coopération entre les autorités nationales chargées de veiller à l’application de la législation en matière de protection des consommateurs.
Zij voorziet in de nadere uitvoering van Verordening (EG) Nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming.
Art. 2. Un article 94quater, rédigé comme suit, est inséré dans la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur :
Art. 2. In de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, wordt een artikel 94quater ingevoegd, luidende :
« Art. 94quater. — Est interdit tout acte ou toute omission contraire aux lois protégeant les intérêts des consommateurs, – c’est-à-dire au Règlement mentionné dans l’Annexe du Règlement (CE) n° 2006/2004 du Parlement Européen et du Conseil du 27 octobre 2004 relatif à la coopération entre les autorités nationales chargées de veiller à l’application de la législation en matière de protection des consommateurs, ou aux Directives également mentionnées à l’Annexe susdite telles qu’elles ont été transposées, qui porte atteinte ou est susceptible de porter atteinte aux intérêts collectifs des consommateurs domiciliés dans un autre Etat membre que celui où l’acte ou l’omission en question a son origine ou a eu lieu, ou sur le territoire duquel le vendeur ou le fournisseur responsable est établi, ou dans lequel se trouvent des preuves ou des actifs en rapport avec l’acte ou l’omission.
« Art. 94quater. — Verboden is elke handeling of omissie die strijdig is met de wetgeving ter bescherming van de consument, – namelijk met de Verordening vermeld in de Bijlage van Verordening (EG) Nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming, of met de eveneens in voornoemde Bijlage vermelde Richtlijnen zoals omgezet –, en die schade toebrengt of kan toebrengen aan de collectieve belangen van consumenten die woonachtig zijn in een andere lidstaat dan de lidstaat waar de handeling of omissie haar oorsprong vond of plaatshad, waar de verantwoordelijke verkoper of dienstverlener gevestigd is, of waar bewijsmateriaal of vermogensbestanddelen met betrekking tot de handeling of omissie gevonden kunnen worden.
Art. 3. A l’article 98 de la même loi, modifiée par les lois des 14 juillet 1994 et 7 décembre 1998, sont apportées les modifications suivantes :
Art. 3. In artikel 98 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1994 en 7 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° au § 1er, alinéa 1er, 2., les mots « ou du Directeur général de la Direction générale Contrôle et Médiation du Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes & Energie » sont insérés entre les mots « ministre » et « sauf »;
1° in § 1, eerste lid, 2., worden de woorden « of de Directeur-generaal van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand & Energie » ingevoegd tussen de woorden « minister » en « ,tenzij »;
2° le § 1er est complété par l’alinéa suivant :
2° § 1 wordt aangevuld als volgt :
« L’action fondée sur l’article 95, pour des actes visés à l’article 94quater, peut également être formée par le ministre qui est compétent pour la matière concernée. »
« Voor de daden die bedoeld worden in artikel 94quater kan de vordering, gegrond op artikel 95, eveneens worden ingesteld door de minister die voor de betrokken aangelegenheid bevoegd is. ».
Art. 4. A l’article 101 de la même loi, sont apportées les modifications suivantes :
Art. 4. In artikel 101 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° à l’alinéa 1er, les mots « à l’initiative du ministre, celui-ci ou l’agent qu’il » sont remplacés par les mots « conformément à l’article 98, § 1er, alinéa 1er, 2., l’agent que le ministre ou le ministre compétent pour la matière concernée »;
1° in het eerste lid, worden de woorden « op initiatief van de minister, kan deze of de door hem » vervangen door de woorden « overeenkomstig artikel 98, § 1, eerste lid, 2., kan de door de minister of de minister bevoegd voor de betrokken aangelegenheid »;
2° à l’alinéa 3, c), les mots « le ministre intentera une action en cessation » sont remplacés par les mots « une action en cessation sera formée conformément à l’article 98, § 1er, alinéa 1er, 2. »;
2° in het derde lid, c), worden de woorden « de minister een vordering tot staking zal instellen » vervangen door de woorden « overeenkomstig artikel 98, § 1, eerste lid, 2., een vordering tot staking zal ingesteld worden »;
28168
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD 3° het derde lid wordt aangevuld als volgt :
3° l’alinéa 3 est complété comme suit : « d) que l’engagement du contrevenant de mettre fin à l’infraction peut être rendu public. »
« d) dat de toezegging van de overtreder dat de inbreuk zal worden beëindigd, openbaar kan worden gemaakt. »
Promulguons la présent loi, ordonnons qu’elle soit revêtue du sceau de l’Etat et publiée par le Moniteur belge.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ’s Lands zegel zal worden bekleed door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Gegeven te Brussel, 11 mei 2007.
Donné à Bruxelles, le 11 mai 2007.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de la Protection de la Consommation, Mme F. VAN DEN BOSSCHE
De Minister van Consumentenzaken, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE
Le Ministre de l’Economie, M. VERWILGEN
De Minister van Economie, M. VERWILGEN
La Ministre des Classes moyennes, Mme S. LARUELLE
De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE
Scellé du sceau de l’Etat :
Met ’s Lands zegel gezegeld :
La Ministre de la Justice, Mme L. ONKELINX
De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX
Note
Nota
(1) Documents de la Chambre des représentants : 51-2843 – 2006/2007 : N° 1 : Projet de loi. N° 2 : Erratum. N° 3 : Rapport. N° 4 : Texte adopté en séance plénière et transmis au Sénat. Compte rendu intégral : 1er mars 2007. Documents du Sénat : 3-2093 – 2006/2007 : N° 1 : Projet non évoqué par le Sénat.
(1) Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 51-2843 – 2006/2007 : Nr. 1 : Wetsontwerp. Nr. 2 : Erratum. Nr. 3 : Verslag. Nr. 4 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat. Integraal Verslag : 1 maart 2007. Stukken van de Senaat : 3-2093 – 2006/2007 : Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.
* SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
F. 2007 — 2125 [C − 2007/00327] 17 MAI 2007. — Arrêté royal portant modification de l’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants
N. 2007 — 2125 [C − 2007/00327] 17 MEI 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 8 août 1980 relative aux propositions budgétaires 19791980, notamment l’article 179, § 2, modifiée par la loi du 11 janvier 1991 et la loi du 12 décembre 1997; Vu la loi du 15 avril 1994 relative à la protection de la population et de l’environnement contre les dangers résultant des rayonnements ionisants et relative à l’Agence fédérale de Contrôle nucléaire, notamment les articles 3 et 19; Vu l’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants, modifié par les arrêtés royaux du 12 mars 2002, 24 janvier 2006 et 23 mai 2006;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, inzonderheid op artikel 179, § 2, gewijzigd door de wet van 11 januari 1991 en de wet van 12 december 1997; Gelet op de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, inzonderheid op de artikelen 3 en 19; Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 12 maart 2002, 24 januari 2006 en 23 mei 2006; Gelet op de richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid van de bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende stralingen verbonden gevaren; Gelet op de richtlijn 97/43/Euratom van de Raad van 30 juni 1997 betreffende de bescherming van personen tegen de gevaren van ioniserende straling in verband met medische blootstelling en tot intrekking van Richtlijn 84/466/Euratom; Gelet op het advies van de Raad van bestuur van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, gegeven op 14 december 2006; Gelet op de adviezen van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 2 mei 2006 en op 19 december 2006; Gelet op de adviezen van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, gegeven op 24 februari 2006 en op 15 december 2006;
Vu la directive 96/29/Euratom du Conseil du 13 mai 1996, fixant les normes de base relative à la protection sanitaire de la population et des travailleurs contre les dangers résultant des rayonnements ionisants; Vu la directive 97/43/Euratom du Conseil du 30 juin 1997 relative à la protection sanitaire des personnes contre les dangers des rayonnements ionisants lors d’expositions à des fins médicales, remplaçant la directive 84/466/Euratom; Vu l’avis du Conseil d’administration, donné le 14 décembre 2006; Vu les avis du Conseil national du travail, donnés le 2 mai 2006 et le 19 décembre 2006; Vu les avis du Conseil supérieur pour la Prévention et la Protection au travail, donnés le 24 février 2006 et le 15 décembre 2006;
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Vu les avis du Conseil national des Etablissements hospitaliers, donnés le 11 mai 2006 et le 14 décembre 2006; Vu les avis du Conseil supérieur d’Hygiène, donnés le 7 décembre 2005 et le 6 décembre 2006; Vu les avis des deux Académies royales de Médecine de Belgique, donnés le 25 mars 2006, 11 janvier 2007 et le 13 janvier 2007; Vu la communication à la Commission européenne, faite le 30 novembre 2006; Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 15 janvier 2007; Vu l’avis du Ministre du Budget, donné le 1er février 2007; Vu l’urgence motivée par le fait que les articles 50 à 55.3 de l’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants, ont été annulés par l’arrêt n° 164.521 du 8 novembre 2006 de la section d’administration du Conseil d’Etat; Considérant que, suite à cette annulation, diverses dispositions de la directive 93/47/Euratom ne sont plus transposées en droit belge; Considérant qu’il convient de remédier le plus rapidement possible à cette lacune dans l’intérêt de la protection de la population contre les dangers des rayonnements ionisants; Considérant que le délai de transposition de la directive précitée expirait le 13 mai 2000; Considérant que le délai de transposition est largement dépassé; Vu l’avis 42.360/3 du Conseil d’Etat rendu le 22 février 2007, en application de l’article 84, § 1er, premier alinéa, 2°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de Notre Ministre de la Justice, de Notre Ministre des Finances, de Notre Ministre de l’Intérieur, de Notre Ministre de l’Economie, de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique, de Notre Ministre des Affaire sociales et de la Santé publique, de Notre Ministre de la Mobilité, de Notre Ministre de l’Environnement, de Notre Ministre de l’Emploi et de l’avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons arrêté et arrêtons : er
28169
Gelet op de adviezen van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen gegeven op 11 mei 2006 en op 14 december 2006; Gelet op de adviezen van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 7 december 2005 en op 6 december 2006; Gelet op de adviezen van de beide Koninklijke Academiën voor Geneeskunde van België, gegeven op 25 maart 2006, 11 januari 2007 en op 13 januari 2007; Gelet op de aanmelding bij de Europese Commissie, gegeven op 30 november 2006; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 januari 2007; Gelet op het advies van de minister van begroting, gegeven op 1 februari 2007; Gelet op de dringendheid door het feit dat de artikelen 50 tot 55.3 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, vernietigd werden door het arrest nr. 164.521 van 8 november 2006 van de afdeling administratie van de Raad van State; Overwegende dat ingevolge deze vernietiging diverse bepalingen van richtlijn 97/43/Euratom niet langer zijn omgezet in Belgisch recht; Overwegende dat zo spoedig als mogelijk aan deze lacune moet verholpen worden, in het belang van de bescherming van de bevolking tegen de gevaren van ioniserende stralingen; Overwegende dat de termijn van omzetting van voormelde richtlijn verstreek op 13 mei 2000; Overwegende dat de termijn van omzetting aldus ruimschoots is overschreden; Gelet op het advies 42.360/3 van de Raad van State, gegeven op 22 februari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, van Onze Minister van Financiën, van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse handel en Wetenschapsbeleid, van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, van Onze Minister van Mobiliteit, van Onze Minister van Leefmilieu, van Onze Minister van Werk en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . Dans l’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants, la définition d’expert en radiophysique médicale à l’article 2, 2° est remplacée comme suit :
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, wordt in artikel 2, 2°, de definitie van deskundige in de medische stralingsfysica, vervangen als volgt :
expert en radiophysique médicale: un expert de la physique ou de la technologie des rayonnements appliquée aux expositions de personnes visées à l’article 50.2.2, qui, selon les cas, agit ou prodigue des conseils concernant la dosimétrie des patients, le développement et l’utilisation de techniques et d’équipements complexes, l’optimisation, l’assurance de qualité, y compris le contrôle de qualité, et d’autres questions liées à la radioprotection relative aux expositions médicales de personnes visées à l’article 50.2.2; les experts en radiophysique médicale sont agréés selon la procédure décrite à l’article 51.7;
deskundige in de medische stralingsfysica : een deskundige in de stralingsfysica of in de technieken, aangewend in de blootstellingen van personen zoals bedoeld in artikel 50.2.2, die, al naargelang van het geval, handelt of raad geeft inzake de patiëntendosimetrie, de ontwikkeling en het gebruik van ingewikkelde technieken en uitrustingen, de optimalisering, de kwaliteitsborging, inbegrepen de kwaliteitscontrole en andere problemen verbonden met de stralingsbescherming met betrekking tot de medische blootstellingen van personen zoals bedoeld in artikel 50.2.2; de deskundigen in de medische stralingsfysica worden erkend volgens de procedure beschreven in artikel 51.7.
Art. 2. L’ancien chapitre VI de l’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants, annulé par l’arrêt n° 164.521 du 8 novembre 2006 de la section d’administration du Conseil d’Etat est remplacé par les dispositions suivantes :
Art. 2. Voor het vroegere hoofdstuk VI van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, dat vernietigd is bij arrest nr. 164.521 van 8 november 2006 van de afdeling administratie van de Raad van State, treedt een nieuw hoofdstuk VI in de plaats luidende :
″CHAPITRE VI. — Applications de radiations ionisantes en médecine humaine et vétérinaire
″HOOFDSTUK VI. — Geneeskundige en diergeneeskundige toepassingen van ioniserende stralingen
Art. 50. Définitions et Champ d’application 50.1. Définitions Pour l’application du présent chapitre, on entend par : audit clinique : un examen ou un passage en revue systématique des procédures radiologiques médicales, qui vise à améliorer la qualité et le résultat des soins administrés au patient grâce à un examen structuré dans le cadre duquel les pratiques, les procédures et les résultats radiologiques sont comparés à des référentiels convenus de bonnes procédures radiologiques médicales et qui donne lieu à la modification des pratiques, si cela s’impose, et à l’application de nouveaux référentiels en cas de nécessité; responsabilité médicale : la responsabilité attribuée à un praticien en matière d’expositions médicales individuelles, notamment : la justification; l’optimisation; l’évaluation clinique du résultat; la collaboration
Art. 50. Definities en Toepassingsgebied 50.1. Definities Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : klinische audit : een stelselmatige analyse of het stelselmatig doorlopen van medisch-radiologische procedures ter verbetering van de kwaliteit en de resultaten van de patiëntenzorg via een gestructureerde doorlichting waarbij radiologische handelingen, procedures en resultaten worden getoetst aan de overeengekomen normen voor goede radiologische praktijk, waarna de handelingen, waar zulks wenselijk is, worden gewijzigd en waarna zo nodig nieuwe normen worden toegepast; medische verantwoordelijkheid : de verantwoordelijkheid toegewezen aan een practicus betreffende individuele medische blootstellingen, meer bepaald : de rechtvaardiging; de optimalisering; de klinische
28170
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
avec d’autres spécialistes et le personnel, le cas échéant, sur le plan des aspects pratiques; la collecte d’informations, si cela est nécessaire, sur des examens antérieurs; la fourniture, à d’autres praticiens et/ou médecins prescripteurs, d’informations et/ou de dossiers radiologiques, selon les cas; la fourniture éventuelle d’informations aux patients et autres personnes concernées sur les risques des rayonnements ionisants; niveaux de référence diagnostiques : des niveaux de dose dans les pratiques radiodiagnostiques ou, dans le cas de produits radiopharmaceutiques, des niveaux d’activité, pour des examens types sur des groupes de patients types ou sur des ″fantômes″ types, pour des catégories larges de types d’installations. Ces niveaux ne devraient pas être dépassés pour les procédures courantes si des pratiques bonnes et normales en matière de diagnostic et de performance technique sont appliquées; dépistage médical : une procédure de diagnostic précoce pratiquée au moyen d’installations radiologiques sur des groupes de population à risque; détriment individuel : les effets nocifs cliniquement observables sur les individus ou leurs descendants et dont l’apparition est soit immédiate, soit tardive, auquel cas l’apparition est plus probable que certaine; procédure radiologique médicale : toute procédure concernant des expositions à des fins médicales; procédures médico-légales : procédures accomplies, sans indication médicale, à des fins judiciaires ou pour les assurances; dose du patient : la dose concernant les patients ou les autres personnes qui subissent des expositions à des fins médicales; dosimétrie du patient : la dosimétrie concernant les patients ou les autres personnes qui subissent des expositions à des fins médicales; aspects pratiques : le déroulement physique d’une des expositions visées à l’article 50.2.2 et les aspects qui le sous-tendent, y compris la manipulation et l’utilisation d’équipements radiologiques et l’évaluation de paramètres techniques et physiques, dont les doses de rayonnement, l’étalonnage et l’entretien d’équipements, la préparation et l’injection de produits radiopharmaceutiques et le développement de films; praticien : médecin ou dentiste habilité à assumer la responsabilité médicale d’une exposition individuelle à des fins médicales; assurance de qualité : l’ensemble des opérations prévues et systématiques nécessaires pour garantir, avec un niveau de confiance satisfaisant, qu’une installation, un système, une pièce d’équipement ou une procédure fonctionnera de manière satisfaisante conformément à des normes convenues; contrôle de qualité : fait partie de l’assurance de qualité. L’ensemble des opérations (programmation, coordination, mise en œuvre) destinées à maintenir ou à améliorer la qualité. Il englobe la surveillance, l’évaluation et le maintien aux niveaux requis de toutes les caractéristiques d’exploitation des équipements qui peuvent être définies, mesurées et contrôlées; radiologique : qui se rapporte au radiodiagnostic et aux procédures de radiothérapie et à la radiologie interventionnelle ou à d’autres procédures de repérage ou de guidage; installation radiologique : une installation contenant un équipement radiologique; radiodiagnostique : qui se rapporte aux applications diagnostiques de la médecine nucléaire in vivo et de la radiologie médicale ou dentaire; comprend également les procédures invasives (à ciel ouvert, endoscopiques ou percutanées, endovasculaires ou non) à but diagnostique et/ou thérapeutique guidées par imagerie à base de radiations ionisantes quels que soit l’organe ou la région visés; radiothérapeutique : qui se rapporte à la radiothérapie, y compris la médecine nucléaire à des fins thérapeutiques. radiologie interventionnelle : toute procédure invasive, y compris chirurgicale (procédures à ciel ouvert, procédures endoscopiques, procédures percutanées endovasculaires ou non) à but diagnostique et/ou thérapeutique, guidée par imagerie à base de rayonnements ionisants, quels que soient l’organe ou la région visés. 50.2. Champ d’application 50.2.1. Le présent chapitre s’applique à la détention et à l’utilisation à des fins médicales, en médecine humaine et vétérinaire - y compris des fins de dépistage médical, de recherche, ou dans le cadre de procédures médico-légales - de sources de radiations ionisantes et de
evaluatie van het resultaat; de samenwerking ten aanzien van de praktische aspecten, waar nodig, met andere specialisten en het personeel; waar noodzakelijk het inwinnen van gegevens over eerdere onderzoeken; het onmiddellijk verstrekken van bestaande radiologische gegevens en/of dossiers aan andere practici en/of voorschrijvende artsen, naargelang het geval; in voorkomend geval het verstrekken van informatie aan patiënten en andere betrokken personen over het risico van ioniserende stralingen; diagnostische referentieniveaus : de dosisniveaus in de medische radiodiagnostiek en, in het geval van radiofarmaca, de hoeveelheden die voor karakteristieke onderzoeken worden toegediend, voor groepen patiënten van standaardafmetingen of standaardfantomen voor breed gedefinieerde soorten apparatuur. Deze niveaus zouden voor standaardprocedures niet mogen worden overschreden wanneer ten aanzien van diagnostische en technische prestaties goede en normale praktijken in acht worden genomen; bevolkingsonderzoek : een procedure waarbij radiologische installaties worden gebruikt voor de vroegtijdige diagnose bij risicogroepen van de bevolking; individuele schade : klinisch waarneembare schadelijke gevolgen die tot uiting komen bij personen of hun nakomelingen en die onmiddellijk of vertraagd optreden; in het laatste geval betekent dit meer een waarschijnlijkheid dan een zekerheid dat zij optreden; medisch-radiologische procedure : om het even welke procedure inzake medische blootstelling; medisch-juridische procedures : procedures uitgevoerd voor verzekeringstechnische of juridische doeleinden, zonder medische indicatie; patiëntendosis : de dosis die betrekking heeft op patiënten of andere personen die medische blootstellingen ondergaan; patiëntendosimetrie : de dosimetrie die betrekking heeft op patiënten of andere personen die medische blootstellingen ondergaan; praktische aspecten : de fysieke uitvoering van een blootstelling als bedoeld in artikel 50.2.2 en de daarmee verband houdende aspecten, waaronder het hanteren en gebruiken van radiologische apparatuur, en het evalueren van technische en fysische parameters, waaronder de stralingsdoses, de ijking en het onderhoud van de apparatuur, de bereiding en de toediening van radiofarmaca en de ontwikkeling van films; practicus : arts of tandarts die bevoegd is om de medische verantwoordelijkheid te dragen bij een individuele medische blootstelling; kwaliteitsborging : alle geplande en systematische verrichtingen die noodzakelijk zijn om voldoende zekerheid te krijgen dat een structuur, een systeem, een component van een uitrusting of een procedure naar behoren en in overeenstemming met overeengekomen normen functioneert; kwaliteitsbeheersing : maakt deel uit van de kwaliteitsborging. Het geheel van verrichtingen (programmeren, coördineren, uitvoeren) die bedoeld zijn om de kwaliteit te handhaven of te verbeteren. Zij omvat monitoring, evaluatie en handhaving op het vereiste niveau van alle prestaties van de apparatuur die gedefinieerd, gemeten en beheerst kunnen worden; radiologisch : betrekking hebbend op radiodiagnostische en radiotherapeutische procedures en op de interventieradiologie of op andere opsporings- of geleidingsprocedures; radiologische installatie : een installatie waar zich radiologische uitrustingen bevinden; radiodiagnostisch : betrekking hebbend op in vivo diagnostische toepassingen van de nucleaire geneeskunde en op medische of tandheelkundige diagnostische radiologie; omvat eveneens de invasieve procedures (open, endoscopische of percutane, al dan niet endovasculaire) met een diagnostisch en/of therapeutisch doel, geleid d.m.v. medische beeldvorming op basis van ioniserende stralingen, ongeacht het beoogde orgaan of de bedoelde lichaamsstreek; radiotherapeutisch : betrekking hebbend op de radiotherapie, met inbegrip van de nucleaire geneeskunde voor therapeutische doeleinden; interventionele radiologie : elke invasieve procedure, chirurgische ingrepen inbegrepen (open procedures, endoscopische procedures, al dan niet percutane endovasculaire procedures) in het kader van diagnose en/of therapie, die gericht worden via beeldvorming met ioniserende stralen, van om het even welk orgaan of lichaamsdeel. 50.2. Toepassingsgebied 50.2.1. Dit hoofdstuk is van toepassing op het in bezit houden en op het gebruik voor medische doeleinden, in de geneeskunde en in de diergeneeskunde - hierin inbegrepen voor doeleinden van bevolkingsonderzoek, van wetenschappelijk onderzoek of in het kader van
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28171
toute installation radiologique. Il s’applique également d’une fac¸ on générale aux expositions à des fins médicales décrites à l’article 50.2.2, entre autres à leur justification, à leur optimisation, aux responsabilités, aux procédures à suivre et à l’estimation des doses rec¸ ues.
medisch-juridische procedures - van bronnen van ioniserende stralingen en van alle radiologische installaties. Het is eveneens van toepassing, in het algemeen, op de blootstelling voor medische doeleinden beschreven in artikel 50.2.2, onder andere, op hun rechtvaardiging, hun optimalisering, de verantwoordelijkheden, de te volgen procedures en op de schatting van de opgelopen doses.
50.2.2. Le présent chapitre s’applique notamment aux expositions de personnes à des fins médicales suivantes :
50.2.2. Dit hoofdstuk is onder meer van toepassing op de volgende blootstellingen van personen voor medische doeleinden :
a) l’exposition de patients au titre d’un diagnostic ou d’un traitement médical personnel;
a) de blootstelling van patiënten in het kader van hun persoonlijke medische diagnose of behandeling;
b) l’exposition de personnes dans le cadre de la surveillance médicale professionnelle;
b) de blootstelling van personen in het kader van het beroepshalve medisch toezicht;
c) l’exposition de personnes dans le cadre de programmes de dépistage médical;
c) de blootstelling van personen in het kader van bevolkingsonderzoeksprogramma’s;
d) l’exposition de personnes en bonne santé ou de patients participant volontairement à des programmes de recherche médicale ou biomédicale, diagnostique ou thérapeutique;
d) de blootstelling van gezonde personen of van patiënten die vrijwillig deelnemen aan medische of biomedische onderzoeksprogramma’s, diagnostisch of therapeutisch;
e) l’exposition de personnes dans le cadre de procédures médicolégales.
e) de blootstelling van personen in het kader van medisch-juridische procedures.
Le présent chapitre s’applique également aux personnes qui, en connaissance de cause et de leur plein gré, mais en dehors de leur profession, participent au soutien et au réconfort de personnes soumises à des expositions à des fins médicales.
Dit hoofdstuk is eveneens van toepassing op personen die, met kennis van zaken en uit eigen vrije wil, maar niet beroepshalve, andere personen bijstaan die een medisch onderzoek of een medische behandeling ondergaan. Art. 51. Algemene bepalingen
Art. 51. Dispositions générales 51.1. Justification des expositions à des fins médicales 51.1.1. Les expositions à des fins médicales doivent, si l’on compare les avantages diagnostiques ou thérapeutiques potentiels globaux qu’elles procurent, y compris les avantages médicaux directs pour la personne concernée et les avantages pour la société, présenter un avantage net suffisant par rapport au détriment individuel qu’une exposition pourrait provoquer, en tenant compte de l’efficacité ainsi que des avantages et des risques d’autres techniques disponibles ayant le même objectif mais n’impliquant aucune exposition ou une exposition moindre à des rayonnements ionisants. En particulier :
51.1. Rechtvaardiging van de medische blootstellingen 51.1.1. Medische blootstellingen moeten voldoende netto voordeel opleveren wanneer de totale potentiële diagnostische of therapeutische voordelen, waaronder begrepen het directe medische voordeel voor de betrokken persoon en het maatschappelijke voordeel, worden afgewogen tegen de individuele schade die een blootstelling zou kunnen veroorzaken, rekening houdend met de doeltreffendheid, evenals met de voordelen en de risico’s van andere beschikbare technieken die hetzelfde oogmerk hebben maar die geen of minder blootstelling aan ioniserende stralingen met zich meebrengen. In het bijzonder :
a) conformément aux dispositions reprises à l’article 20.1.1.1 premier alinéa, a), tout nouveau type de pratique impliquant des expositions à des fins médicales visées à l’article 50.2.2, ou des expositions à des fins de médecine vétérinaire, est justifié avant une première autorisation ou avant une adoption généralisée dans le secteur médical;
a) dient, overeenkomstig de bepalingen vermeld in artikel 20.1.1.1, eerste lid, a), elk nieuw type handeling die een blootstelling voor medische doeleinden zoals beoogd in artikel 50.2.2, of die een blootstelling voor diergeneeskundige doeleinden met zich meebrengt, te worden gerechtvaardigd alvorens het voor de eerste maal wordt vergund of alvorens een aanvang te maken met een veralgemeende aanwending in de medische sector;
b) conformément aux dispositions reprises à l’article 20.1.1.1 second alinéa, a), les types de pratique existants impliquant des expositions à des fins médicales visées à l’article 50.2.2, ou des expositions à des fins de médecine vétérinaire, peuvent être revus à la lumière de connaissances nouvelles et importantes concernant leur efficacité ou leurs conséquences;
b) kunnen, overeenkomstig de bepalingen vermeld in artikel 20.1.1.1, tweede lid, a), de bestaande types handelingen die een blootstelling voor medische doeleinden, zoals beoogd in artikel 50.2.2, of die een blootstelling voor diergeneeskundige doeleinden met zich meebrengen, worden herbekeken in het licht van nieuwe en belangrijke gegevens met betrekking tot hun doeltreffendheid of hun gevolgen;
c) toutes les expositions individuelles à des fins médicales sont justifiées préalablement par les personnes qui en sont responsables en vertu des dispositions du présent règlement en tenant compte des objectifs spécifiques de l’exposition et des caractéristiques de la personne concernée. Si un type de pratique impliquant une exposition à des fins médicales n’est pas justifié d’une manière générale, une exposition individuelle déterminée de ce type peut être justifiée dans des conditions particulières qu’il convient d’évaluer cas par cas. Le médecin prescripteur et le praticien s’efforcent chacun d’obtenir, lorsque cela est possible, des informations diagnostiques antérieures ou des dossiers médicaux utiles pour l’exposition prévue et ils les examinent afin d’éviter toute exposition inutile. Dans le cas d’une femme en état de procréer, le médecin prescripteur et le praticien s’informent chacun auprès de celle-ci sur la possibilité d’une grossesse ou l’existence d’un allaitement; dans la mesure du possible, la réponse de la patiente est notée dans le dossier. Le médecin prescripteur et le praticien prennent entre eux les contacts nécessaires afin d’assurer la transmission des informations utiles ou de discuter, le cas échéant, de la justification ou du choix de l’examen. Le médecin prescripteur et le praticien prennent en considération les critères de prescription visés à l’article 51.3, 5e alinéa ainsi que les doses d’irradiation provoquées par les examens envisagés. Les praticiens sont tenus de mettre les images radiodiagnostiques et les protocoles de lecture à disposition de tout médecin consulté par le patient;
c) zijn alle individuele blootstellingen voor medische doeleinden, vooraf gerechtvaardigd door de personen die er krachtens de bepalingen van dit reglement verantwoordelijk voor zijn, met inachtneming van de specifieke doelstellingen van de blootstelling en de kenmerken van de betrokken persoon. Indien het type handeling die een blootstelling voor medische doeleinden met zich meebrengt, in het algemeen niet gerechtvaardigd is, kan een welbepaalde individuele blootstelling van dit type toch gerechtvaardigd zijn onder bijzondere omstandigheden, welke geval per geval moeten geëvalueerd worden. De voorschrijvende arts en de practicus trachten elk, waar zulks mogelijk is, voorafgaande diagnostische informatie of nuttige medische dossiers betreffende de geplande blootstelling te verkrijgen en ze onderzoeken deze teneinde elke nodeloze blootstelling te voorkomen. In het geval van een vrouw in de vruchtbare leeftijd, dienen zowel de voorschrijvende arts als de practicus bij haar te informeren naar de mogelijkheid van een zwangerschap of het geven van borstvoeding; in de mate dat zulks mogelijk is, dient het antwoord van de patiënte te worden vermeld in het dossier. De voorschrijvende arts en de practicus dienen de noodzakelijke onderlinge contacten te onderhouden ten einde de overdracht van nuttige informatie te kunnen verzekeren of desgevallend, de rechtvaardiging of de keuze van het onderzoek te bespreken. De voorschrijvende arts en de practicus nemen de voorschrijfcriteria beoogd in artikel 51.3, 5de lid in acht, evenals de stralingsdoses die worden opgelopen bij de beoogde onderzoeken. De practici dienen de radiodiagnostische beelden en hun protocols ter beschikking te stellen van iedere arts die door de patiënt wordt geraadpleegd;
28172
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
d) les expositions médicales à des fins de recherche biomédicale et médicale sont examinées, conformément à l’article 11 de la loi du 7 mai 2004 relative aux expérimentations sur la personne humaine, par le comité d’éthique accompagnant cette recherche, en application des dispositions de l’arrêté royal du 12 août 1994 modifiant l’arrêté royal du 23 octobre 1964 fixant les normes auxquelles les hôpitaux et leurs services doivent répondre; les praticiens assurant la responsabilité clinique pour les expositions médicales à des fins de recherche biomédicale et médicale sont tenus de prendre en considération les recommandations européennes en la matière; e) une attention particulière est accordée à la justification des expositions à des fins médicales qui ne présentent pas un avantage médical direct pour la personne qui les subit et plus particulièrement des expositions requises dans le cadre de procédures médico-légales. 51.1.2. Les expositions des personnes qui, en connaissance de cause et de leur plein gré, mais en dehors de leur profession, participent au soutien et au réconfort de personnes soumises à des expositions à des fins médicales, doivent présenter un avantage net suffisant, en tenant compte des avantages pour les personnes en question, des avantages médicaux directs pour le patient, et des détriments individuels que l’exposition pourrait provoquer. 51.1.3. Toute exposition qui ne peut pas être justifiée est interdite. 51.2. Optimisation des expositions à des fins médicales 51.2.1. Toute dose consécutive à des expositions médicales à des fins radiologiques, à l’exception des procédures radiothérapeutiques, est maintenue au niveau le plus faible raisonnablement possible pour permettre d’obtenir l’information diagnostique requise, compte tenu des facteurs économiques et sociaux. Pour toutes les expositions médicales de personnes à des fins radiothérapeutiques, les expositions des volumes-cibles sont programmées cas par cas, en tenant compte du fait que les doses pour les volumes et tissus autres que ceux de la cible sont maintenues au niveau le plus faible raisonnablement possible compte tenu des facteurs économiques et sociaux à condition de rester conformes aux fins radiothérapeutiques de l’exposition. 51.2.2. Pour les examens à fins radiodiagnostiques tels que visés par l’article 50.2.2, premier alinéa, a), b), c) et e), les niveaux de référence diagnostiques disponibles les plus appropriés, doivent être utilisés dans le cadre de l’assurance de qualité, en tenant compte des niveaux de référence diagnostiques européens, dans tous les cas où de tels niveaux existent. Aux fins de comparaison avec ces niveaux de référence diagnostiques, l’exploitant veille à ce que la dose moyenne au patient soit déterminée pour les types d’examen, aux intervalles de temps et suivant la procédure définis par l’Agence. Au cas où ces niveaux sont dépassés, l’exploitant veille à ce que soit procédé à une investigation et que, le cas échéant, des actions correctives soient entreprises. Les résultats des déterminations de dose au patient, les résultats de l’investigation et les actions correctives sont inscrits dans le registre visé au dernier alinéa de l’article 51.7.1. 51.2.3. Pour chaque projet de recherche médicale ou biomédicale, tel que visé par l’article 50.2.2, premier alinéa, d) : a) les personnes concernées doivent être volontaires; s’il s’agit de personnes appartenant au personnel de l’établissement où a lieu la recherche, le comité d’éthique accompagnant la recherche devra s’assurer qu’aucune pression n’a été exercée sur elles et qu’elles puissent à tout moment se retirer, sans conséquences négatives pour elles, de la dite recherche; b) les personnes concernées doivent être informées de fac¸ on complète, objective et compréhensible des risques de cette exposition, en ce compris de la nature et de la probabilité d’apparition de ceux-ci; c) une contrainte de dose doit être établie conformément aux dispositions de l’article 20.1.1.1; d) dans le cas de patients qui acceptent volontairement de se soumettre à une pratique diagnostique ou thérapeutique expérimentale et qui devraient en retirer un avantage diagnostique ou thérapeutique, les niveaux cibles des doses sont déterminés cas par cas par le praticien en concertation avec un expert en radiophysique médicale; d) le protocole de recherche, y compris les éléments devant démontrer le respect des principes de justification et d’optimisation visés aux points a) et b) de l’article 20.1.1.1, et notamment la contrainte de dose,
d) moeten medische blootstellingen met het oog op biomedische en medische research worden onderzocht, in overeenstemming met artikel 11 van de wet van 7 mei 2004 inzake experimenten op de menselijke persoon, door het voor deze research ingestelde comité voor ethiek, met toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot vaststelling van de normen waaraan de ziekenhuizen en hun diensten moeten beantwoorden; de practici die de medische verantwoordelijkheid dragen voor de medische blootstelling voor biomedische en medische onderzoeksdoeleinden dienen rekening te houden met de Europese aanbevelingen hieromtrent; e) wordt bijzondere aandacht geschonken aan de rechtvaardiging van medische blootstellingen die geen direct medisch voordeel opleveren voor de persoon die de blootstelling ondergaat en meer in het bijzonder voor blootstellingen in het kader van medisch-juridische procedures. 51.1.2. De blootstelling van personen die, met kennis van zaken en uit eigen vrije wil, maar niet beroepshalve, andere personen onderworpen aan medische blootstellingen hulp en steun verlenen, dient een voldoende netto voordeel te bieden, rekening houdend met de voordelen voor de personen in kwestie, de rechtstreekse medische voordelen voor de patiënt en de individuele schade die de blootstelling zou kunnen veroorzaken. 51.1.3. Elke blootstelling die niet kan worden gerechtvaardigd is verboden. 51.2. Optimalisering van de medische blootstelling 51.2.1. Elke dosis ten gevolge van medische blootstellingen voor radiologische doeleinden, met uitzondering van radiotherapeutische procedures, moet zo laag worden gehouden als redelijkerwijze mogelijk is om toe te laten de vereiste diagnostische informatie te bekomen, rekening houdend met economische en sociale factoren. Voor alle medische blootstellingen van personen voor radiotherapeutische doeleinden worden de blootstellingen van de doelvolumes geval per geval gepland, rekening houdend met het feit dat de doses voor de volumes en de weefsels buiten de doelvolumes zo gering als redelijkerwijze mogelijk moeten zijn, rekening houdend met economische en sociale factoren en op voorwaarde dat ze in overeenstemming zijn met de radiotherapeutische doeleinden van de blootstelling. 51.2.2. Voor radiodiagnostisch onderzoek, zoals bedoeld in artikel 50.2.2, eerste lid, a), b), c), en e), moeten de meest gepaste beschikbare diagnostische referentieniveaus worden gebruikt in het kader van de kwaliteitsborging, rekening houdend met de Europese diagnostische referentieniveaus, in alle gevallen waar dergelijke niveaus bestaan. Om een vergelijking te kunnen maken met deze diagnostische referentieniveaus, waakt de exploitant erover dat de gemiddelde patiëntendosis wordt bepaald voor de types van onderzoek, met de frequentie en volgens de procedure gedefinieerd door het Agentschap. In geval deze niveaus worden overschreden, waakt de exploitant er over dat een onderzoek wordt uitgevoerd en dat desgevallend correctieve acties worden ondernomen. De gedane vaststellingen, de resultaten van het onderzoek en de correctieve acties worden opgetekend in het register waarvan sprake in het laatste lid van artikel 51.7.1. 51.2.3. Voor elk medisch of biomedisch onderzoeksproject, zoals bedoeld bij artikel 50.2.2, eerste lid, d) : a) moeten de betrokken personen hieraan vrijwillig deelnemen; wanneer het personen betreft die deel uitmaken van het personeel van de inrichting waar het onderzoek plaatsvindt, dient het comité voor ethiek dat het onderzoek begeleidt, zich ervan te vergewissen dat geen enkele druk werd uitgeoefend op deze personen en dat ze zich op elk ogenblik uit dit onderzoek kunnen terugtrekken, zonder dat dit negatieve gevolgen voor hen inhoudt; b) moeten de betrokken personen volledig en objectief en op een verstaanbare manier worden ingelicht over de risico’s van deze blootstelling, met inbegrip over de aard ervan en over de kans dat ze optreden; c) moet er een dosisbeperking worden vooropgesteld, overeenkomstig de bepalingen van artikel 20.1.1.1; d) worden voor patiënten die zich vrijwillig onderwerpen aan een experimentele diagnostische of therapeutische handeling en die hieruit een diagnostisch of therapeutisch voordeel zouden moeten kunnen halen, de richtniveaus voor de doses geval per geval vastgesteld door de practicus in overleg met een deskundige in de medische stralingsfysica; e) moet het onderzoeksprotocol goedgekeurd worden door het comité voor ethiek dat het onderzoek begeleidt, daarbij inbegrepen de elementen die aantonen dat het rechtvaardigingsprincipe en het
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD doit être approuvé par le comité d’éthique accompagnant cette recherche. Les avis de l’expert en radiophysique médicale et, le cas échéant, du médecin de travail seront joints au dossier transmis au comité d’éthique. 51.2.4. Pour les personnes qui, en connaissance de cause et de leur plein gré, mais en dehors de leur profession, participent au soutien et au réconfort de patients qui subissent un diagnostic ou un traitement médical : a) des contraintes de dose doivent être fixées, conformément aux dispositions de l’article 20.1.1.1; b) les conditions de radioprotection de ces personnes sont fixées par le médecin qui assume la responsabilité médicale de l’exposition, en suivant, le cas échéant, les directives de l’Agence et en tenant compte, le cas échéant, des recommandations de celle-ci; c) dans le cas d’un patient subissant un traitement ou un diagnostic au moyen de radionucléides, le médecin qui assume la responsabilité médicale de l’exposition lui remet, en personne ou à son tuteur légal, des instructions écrites en vue de restreindre, dans la mesure du possible, les doses et les contaminations pour les personnes qui seront en contact direct ou indirect avec le patient et de fournir des informations objectives et compréhensibles sur les risques des rayonnements ionisants. Ces instructions écrites sont remises par le médecin avant que le patient ne quitte l’hôpital ou la clinique ou tout autre établissement similaire. Le contenu de ces instructions suit, le cas échéant, les directives de l’Agence et tient compte, le cas échéant, des recommandations de celle-ci. 51.2.5. Le processus d’optimisation comporte le choix de l’équipement, la production régulière d’informations diagnostiques adéquates ou de résultats thérapeutiques ainsi que les aspects pratiques, l’assurance de qualité, y compris le contrôle de qualité, les entretiens et adaptations, l’optimisation de la gestion des déchets, l’évaluation des doses ou des activités administrées au patient et la vérification de toutes les mesures prises pour réduire la probabilité et l’amplitude des doses accidentelles ou non intentionnelles rec¸ ues par le patient, le personnel ou le voisinage. 51.3. Responsabilités Toute exposition à des fins médicales visée à l’article 50.2.2 est effectuée sous la responsabilité médicale d’un praticien autorisé conformément aux dispositions des articles 53, 54.3 et 54.5. c). Sans préjudice des dispositions légales et réglementaires relatives à l’art de guérir et des dispositions de l’article 51.7, les aspects pratiques de la procédure, ou d’une partie de celle-ci, peuvent être délégués par le praticien visé à l’alinéa précédent à une ou plusieurs personnes habilitées à agir à cet égard dans un domaine de spécialisation reconnu. Conformément aux dispositions de l’article 51.1.1, et sans préjudice des dispositions légales et réglementaires relatives à l’art de guérir, le médecin prescripteur et le praticien sont associés au processus de justification, au niveau approprié. Pour les examens dans le cadre de procédures médico-légales, l’Agence définit les procédures à suivre. L’Agence met à la disposition des médecins prescripteurs d’expositions à des fins médicales les recommandations disponibles appropriées concernant les critères de prescription, avec mention des doses d’irradiation. 51.4. Procédures Pour les types de pratique ou d’examen radiologique définis par l’Agence, des procédures écrites sont établies et disponibles pour chaque équipement, sous la responsabilité du praticien. Des audits cliniques sont effectués dans les installations radiologiques définies par l’Agence et selon les modalités fixées ou approuvées par celle-ci. L’exploitant veille à ce que soient mis en œuvre, pour les installations radiologiques de son établissement, des programmes appropriés d’assurance de qualité, comprenant des mesures de contrôle de qualité, des évaluations des doses ou des activités administrées au patient et l’élaboration de mesures pour réduire la probabilité et l’amplitude des doses accidentelles ou non intentionnelles rec¸ ues par le patient, ainsi que la vérification de la mise en œuvre de ces mesures. Conformément aux dispositions de l’article 51.7, l’exploitant veillera à s’assurer de la
28173
optimaliseringsprincipe bedoeld in de punten a) en b) van artikel 20.1.1.1. werden nageleefd, en in het bijzonder de dosisbeperking. De adviezen van de deskundige in de medische stralingsfysica en, in voorkomend geval, van de arbeidsgeneesheer, worden toegevoegd aan het dossier dat aan het comité voor ethiek wordt toegestuurd. 51.2.4. Voor de personen die, met kennis van zaken en uit eigen vrije wil, maar niet beroepshalve, patiënten hulp en steun verlenen die een diagnose of een medische behandeling ondergaan : a) moeten dosisbeperkingen worden vastgesteld, overeenkomstig de bepalingen van artikel 20.1.1.1; b) worden de voorwaarden van stralingsbescherming van deze personen vastgesteld door de arts die de medische verantwoordelijkheid voor de blootstelling draagt en die, in voorkomend geval, hierbij de richtlijnen van het Agentschap volgt en, in voorkomend geval, rekening houdt met de aanbevelingen van het Agentschap; c) in het geval een patiënt een behandeling of een diagnose door middel van radionucliden ondergaat, moet de arts die de medische verantwoordelijkheid voor de blootstelling draagt, aan de patiënt of zijn wettelijke voogd schriftelijk instructies overhandigen om, voor de personen die rechtstreeks of onrechtstreeks met de patiënt in contact komen, de doses en de besmetting zo laag te houden als redelijkerwijze mogelijk is en moet hij objectieve en begrijpelijke informatie verstrekken over de risico’s van ioniserende stralingen. Deze schriftelijke instructies worden door de arts verstrekt vóórdat de patiënt het ziekenhuis of de kliniek of elk andere gelijksoortige instelling verlaat. De inhoud van deze instructies volgt, in voorkomend geval, de richtlijnen van het Agentschap en houdt, in voorkomend geval, rekening met de aanbevelingen van het Agentschap. 51.2.5. Het optimaliseringproces omvat de keuze van de uitrusting, het continu genereren van de adequate diagnostische informatie of van de therapeutische resultaten, evenals de praktische aspecten, de kwaliteitsborging, de kwaliteitsbeheersing inbegrepen, het onderhoud en de aanpassingen, de optimalisering van het afvalbeheer, de evaluatie van de doses en activiteiten toegediend aan de patiënt en de verificatie van alle getroffen maatregelen om de kans en de omvang van accidentele of niet-intentionele doses, opgelopen door de patiënt, het personeel of de omgeving, te beperken. 51.3. Verantwoordelijkheden Elke medische blootstelling, bedoeld in artikel 50.2.2 wordt uitgevoerd onder de medische verantwoordelijkheid van een practicus, vergund overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 53, 54.3 en 54.5. c). Onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de geneeskundepraktijk en de bepalingen van artikel 51.7, kunnen de praktische aspecten van de procedure of een deel daarvan, door de practicus bedoeld in het vorige lid worden gedelegeerd aan een of meerdere personen die gemachtigd zijn om ter zake werkzaam te zijn in een erkend specialisatiegebied. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 51.1.1 en onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de geneeskundepraktijk, zijn zowel de voorschrijvende arts als de practicus, ieder op zijn niveau, betrokken bij de rechtvaardiging van de medische blootstelling. Voor onderzoeken in het kader van medisch-juridische procedures stelt het Agentschap de te volgen procedures vast. Het Agentschap stelt aan de artsen die de medische blootstellingen voorschrijven, de gepaste beschikbare aanbevelingen betreffende de voorschrijfcriteria, met vermelding van de stralingsdoses, ter beschikking. 51.4. Procedures Voor elk door het Agentschap gedefinieerd type van handeling of radiologisch onderzoek, zijn voor elke uitrusting schriftelijke procedures opgesteld en ter beschikking, onder de verantwoordelijkheid van de practicus. Klinische audits worden uitgevoerd in de radiologische installaties die door het Agentschap worden aangeduid en volgens de door het Agentschap bepaalde of goedgekeurde modaliteiten. De exploitant waakt er over dat, voor de radiologische installaties van zijn inrichting, de gepaste programma’s inzake kwaliteitsborging uitgewerkt worden, met inbegrip van maatregelen inzake kwaliteitsbeheersing, de evaluatie van de doses of van de activiteiten, toegediend aan de patiënt, en het opstellen van maatregelen om de kans en de omvang van een accidentele of niet-intentionele dosis, opgelopen door de patiënt, te verminderen, evenals het toezicht op de uitvoering van deze maatregelen. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 51.7 moet
28174
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
collaboration active d’un expert en radiophysique médicale pour la mise au point et la réalisation de cette tâche. Les radionucléides sous forme non scellée ne peuvent être utilisés que s’il est satisfait aux dispositions du chapitre V. 51.5. Protection spéciale pendant la grossesse et l’allaitement Si l’éventualité d’une grossesse ne peut être exclue, une attention particulière est accordée, en fonction du type d’exposition à des fins médicales visé à l’article 50.2.2, en particulier si les zones abdominale et pelvienne sont concernées, à la justification, notamment l’urgence, et à l’optimisation de l’exposition à des fins médicales, en tenant compte à la fois de l’exposition et de la santé de la femme enceinte et de celles de l’enfant à naître. Dans le cas des femmes allaitantes, en médecine nucléaire, selon le type d’examen ou de traitement médical, une attention particulière est accordée à la justification, notamment l’urgence, et à l’optimisation de l’exposition à des fins médicales, en tenant compte à la fois de l’exposition et de la santé de la mère et de celles de l’enfant. Les mesures nécessaires sont prises, par exemple par l’affichage de mises en garde dans les salles d’attente, pour attirer l’attention des femmes devant être soumises à une exposition à des fins médicales, sur la nécessité d’informer le médecin prescripteur et le praticien de l’existence ou de la possibilité d’une grossesse ou d’un allaitement. 51.6. Equipements 51.6.1. Les appareils visés à l’article 50.2.1, destinés à être utilisés en médecine humaine sont, lorsqu’ils sont mis sur le marché, porteurs du marquage CE conformément aux dispositions de l’arrêté royal du 18 mars 1999 relatif aux dispositifs médicaux. Sans préjudice des autres dispositions du présent règlement, la détention et/ou l’usage d’appareils mis sur le marché avant le 14 juin 1998 restent autorisés pour autant qu’ils répondaient aux dispositions réglementaires en vigueur relatives à la mise sur le marché. En cas de refus de mise sur le marché ou de mise en service, la procédure décrite dans l’article 15 de l’arrêté royal du 18 mars 1999 relatif aux dispositifs médicaux est suivie. 51.6.2. § 1er. Tous les équipements destinés au radiodiagnostic de personnes, à l’exception des appareils de radiographie dentaire intraorale et des appareils de mesure de la densité osseuse, doivent être équipés, lorsque ces dispositifs sont disponibles sur le marché, d’un système approprié permettant l’évaluation de la dose au patient au cours de la procédure radiologique. L’Agence détermine les modalités de mesures de doses, d’enregistrement et de traitement des données. § 2. Tous les appareils de fluoroscopie doivent être munis d’un dispositif de contrôle du débit de dose. Les examens fluoroscopiques sans intensification d’image ou technique équivalente sont interdits. § 3. Un équipement radiologique spécifique ou des paramètres appropriés doivent être utilisés pour les expositions à des fins médicales : — concernant des enfants; — effectuées dans le cadre d’un programme de dépistage médical; — impliquant des doses élevées pour le patient, comme la radiologie interventionnelle ou la tomographie assistée par ordinateur. 51.6.3. Les appareils visés à l’article 50.2.1, exclusivement destinés à être utilisés en médecine vétérinaire, répondent à la dernière version officiellement publiée de la norme internationale CEI 601-1-3, ’Medical equipment - part 1 : general requirements for safety, 3. Collateral standard : General requirements for radiation protection in diagnostic X-ray equipment’. 51.6.4. Sans préjudice des dispositions de l’article 10, § 11 de l’arrêté royal du 18 mars 1999 relatif aux dispositifs médicaux, la réception des appareils utilisés lors des expositions visées à l’article 50.2.2 est exécutée, avant la première mise en service des équipements à des fins médicales, par un expert en radiophysique médicale dont question à l’article 51.7. L’Agence peut déterminer les procédures à utiliser pour la réception.
de exploitant erover waken dat hij zich voor het op punt stellen en het realiseren van deze taak verzekert van de actieve medewerking van een deskundige in de medische stralingsfysica. Radionucliden in niet-ingekapselde vorm mogen enkel worden gebruikt indien er voldaan is aan de bepalingen van hoofdstuk V. 51.5. Bijzondere bescherming gedurende de zwangerschap en de borstvoedingsperiode Indien een zwangerschap niet kan worden uitgesloten, dient, in functie van het soort medische blootstelling, bedoeld in artikel 50.2.2, in het bijzonder indien het betrekking heeft op het abdomen en de bekkenstreek, bijzondere aandacht te worden besteed aan de rechtvaardiging, inzonderheid de hoogdringendheid, en aan de optimalisering van de medische blootstelling, zowel rekening houdend met de blootstelling en de gezondheid van de zwangere vrouw als met die van het ongeboren kind. In het geval van borstvoeding gevende vrouwen, moet in de nucleaire geneeskunde, volgens het soort onderzoek of medische behandeling, bijzondere aandacht worden besteed aan de rechtvaardiging, inzonderheid de hoogdringendheid en aan de optimalisering van de medische blootstelling, zowel rekening houdend met de blootstelling en de gezondheid van de vrouw als met die van het kind. De noodzakelijke maatregelen worden getroffen, bijvoorbeeld door het uithangen van waarschuwingen in de wachtzalen, om vrouwen die een medische blootstelling moeten ondergaan, attent te maken op het belang van het inlichten van de voorschrijvende arts en de practicus over het bestaan of over de mogelijkheid van een zwangerschap of het geven van borstvoeding. 51.6. Uitrustingen 51.6.1. De toestellen, bedoeld in artikel 50.2.1, bestemd voor het gebruik in de geneeskunde, dragen, wanneer ze in de handel worden gebracht, een EG-markering overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 maart 1999 betreffende de medische hulpmiddelen. Onverminderd de andere bepalingen van dit reglement, blijft het in bezit houden en/of het gebruik van toestellen die in de handel werden gebracht vóór 14 juni 1998 toegelaten voor zover zij beantwoordden aan de van kracht zijnde reglementaire bepalingen betreffende het in de handel brengen. In geval van weigering tot het in de handel brengen of het in gebruik nemen, wordt de procedure gevolgd die beschreven is in artikel 15 van het koninklijk besluit van 18 maart 1999 betreffende de medische hulpmiddelen. 51.6.2. § 1. Alle toestellen voor de radiodiagnose van personen met uitzondering van de toestellen voor de intra-orale tandradiografie en van de toestellen voor de botdensitometrie, moeten uitgerust zijn met een geschikt systeem, voor zover dit in de handel voorhanden is, dat toelaat de gedurende de radiologische procedure door de patiënt opgelopen dosis te bepalen. Het Agentschap stelt de modaliteiten vast voor het meten van de doses, de registratie en de behandeling van de gegevens. § 2. Alle toestellen voor fluoroscopie moeten voorzien zijn van een toestel voor de controle van het dosistempo. De fluoroscopische onderzoeken zonder beeldversterking of gelijkwaardige techniek zijn verboden. § 3. Een specifieke radiologische uitrusting of aangepaste parameters moeten worden gebruikt voor de medische blootstellingen : — van kinderen; — uitgevoerd in het kader van een bevolkingsonderzoeksprogramma; — waarbij de patiënt aan hoge doses wordt blootgesteld, zoals bij de interventionele radiologie of de computertomografie. 51.6.3. De toestellen bedoeld in artikel 50.2.1 die uitsluitend bestemd zijn voor gebruik in de diergeneeskunde, voldoen aan de laatste officiële gepubliceerde editie van de internationale norm IEC 601-1-3, ’Medical equipment - part 1 : general requirements for safety, 3. Collateral standard : General requirements for radiation protection in diagnostic X-ray equipment’. 51.6.4. Onverminderd de bepalingen van artikel 10, § 11 van het koninklijk besluit van 18 maart 1999 betreffende de medische hulpmiddelen, gebeurt het in ontvangst nemen van de toestellen die aangewend worden bij blootstellingen bedoeld in artikel 50.2.2, vóór de eerste ingebruikname van de uitrustingen voor medische doeleinden, door een deskundige in de medische stralingsfysica waarvan sprake in artikel 51.7. Het Agentschap kan de voor de inontvangstname te gebruiken procedures vaststellen.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD 51.6.5. L’exploitant d’un établissement dans lequel des sources de radiations ionisantes et/ou des installations radiologiques sont utilisées lors des expositions visées à l’article 50.2.2, veille à ce qu’un expert en radiophysique médicale dont question à l’article 51.7 vérifie au moins annuellement la conformité de chaque appareil utilisé dans l’établissement avec les critères d’acceptabilité fixés ou approuvés par l’Agence. L’expert en radiophysique médicale établit un rapport relatif à ce contrôle de conformité avec les critères d’acceptabilité et le transmet au service de contrôle physique qui le conserve dans le registre du contrôle physique. En cas d’urgence, une copie de ce rapport est transmis sans délai à l’Agence. A la fin de chaque année civile, l’organisme agréé transmet à l’Agence une liste des appareils qui ne satisfont pas aux critères d’acceptabilité, ainsi que des appareils qui n’ont pas fait l’objet du rapport précité.
Conformément à l’article 27, les appareils qui ne répondent pas aux critères d’acceptabilité doivent être mis hors services jusqu’à ce qu’il ait été porté remède aux défectuosités constatées. 51.7. Assistance d’experts agréés en radiophysique médicale 51.7.1. Rôle de l’expert en radiophysique médicale Sans préjudice des dispositions de l’article 23 et de l’arrêté royal du 5 avril 1991 fixant les normes auxquelles un service de radiothérapie doit répondre pour être agréé comme service médico-technique lourd au sens de l’article 44 de la loi sur les hôpitaux, coordonnée le 7 août 1987, l’exploitant des établissements comprenant des installations de radiodiagnostic, de radiothérapie ou de médecine nucléaire in vivo veille à disposer de l’assistance d’experts en radiophysique médicale pour l’organisation et la mise en œuvre des mesures nécessaires pour assurer la radioprotection des personnes soumises à des expositions à des fins médicales visées à l’article 50.2.2.
28175
51.6.5. De exploitant van een inrichting waarin bronnen van ioniserende stralingen en/of radiologische installaties worden gebruikt bij blootstellingen bedoeld in artikel 50.2.2, waakt er over dat een deskundige in de medische stralingsfysica, waarvan sprake in artikel 51.7 minstens jaarlijks nagaat of elk toestel dat in de inrichting wordt gebruikt, beantwoordt aan de aanvaardbaarheidscriteria die door het Agentschap werden bepaald of goedgekeurd. De deskundige in de medische stralingsfysica stelt een verslag op betreffende de controle aangaande de conformiteit met de aanvaardbaarheidscriteria en maakt dit over aan de dienst voor fysische controle die dit bewaart in het register van de fysische controle. In dringende gevallen wordt een kopie van dit verslag onverwijld naar het Agentschap gestuurd. Op het einde van elk burgerlijk jaar maakt de erkende instelling aan het Agentschap een lijst over van de toestellen die niet beantwoorden aan de aanvaardbaarheidscriteria, evenals van de toestellen die niet het voorwerp hebben uitgemaakt van voornoemd verslag. Overeenkomstig artikel 27 moeten de toestellen die niet aan de aanvaardbaarheidscriteria beantwoorden, buiten gebruik worden gesteld zolang aan de vastgestelde gebreken niet verholpen is. 51.7. Bijstand door in de medische stralingsfysica erkende deskundigen 51.7.1. Rol van de deskundige in de medische stralingsfysica Onverminderd de bepalingen van artikel 23 en van het koninklijk besluit van 5 april 1991 houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst radiotherapie moet voldoen om erkend te worden als zware medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 44 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, ziet de exploitant van inrichtingen waarin installaties voor radiodiagnose, radiotherapie of nucleaire geneeskunde in vivo voorkomen, erop toe te beschikken over de bijstand van deskundigen in de medische stralingsfysica voor de organisatie van en de toepassing van de maatregelen die nodig zijn om de stralingsbescherming te verzekeren van personen die blootstellingen voor medische doeleinden ondergaan zoals bedoeld in artikel 50.2.2.
De telles mesures comprennent notamment :
Deze maatregelen omvatten ondermeer :
— la dosimétrie liée à l’appareil;
— de toestelgebonden dosimetrie;
— dans les cas appropriés, en collaboration avec l’équipe médicale, la participation à la dosimétrie liée au patient;
— daar waar aangewezen, in samenwerking met het medische team, medewerking aan de patiëntgebonden dosimetrie;
— dans les cas appropriés, la consultation pour la préparation des cahiers de charges destinés à l’achat de nouveaux appareils;
— daar waar aangewezen, het verlenen van advies bij de voorbereiding van de lastenboeken bestemd voor de aankoop van nieuwe toestellen;
— la sélection, la réception, la calibration des instruments et appareils de mesure de dose et d’activité;
— de keuze, ontvangst en calibratie van instrumenten en meettoestellen voor dosimetrie en meting van de activiteit;
— l’élaboration, l’implantation et le suivi des procédures de contrôle de qualité;
— de uitwerking, invoering en opvolging van procedures voor kwaliteitsbeheersing;
— la participation, en collaboration avec l’équipe médicale, aux projets d’optimisation de la dose rec¸ ue par le patient;
— medewerking, in samenwerking met het medische team, aan projecten voor de optimalisering van de door de patiënt opgelopen dosis;
— le contrôle de qualité des appareils.
— de kwaliteitsbeheersing van de toestellen.
D’une fac¸ on générale, le nombre d’experts en radiophysique médicale, leur domaine de compétence, leur degré de disponibilité et les modalités de l’assistance seront fonction de la nature et du volume des missions à accomplir, et notamment du nombre de pièces d’équipement, du type et de la complexité des techniques, du nombre d’actes demandant l’intervention d’un expert en radiophysique médicale, du nombre de patients et des risques pour ceux-ci.
In het algemeen zullen het aantal deskundigen in de medische stralingsfysica, hun bevoegdheidsgebied, hun beschikbaarheid en de modaliteiten van de bijstand afhangen van de aard en het volume van de te vervullen opdrachten en ondermeer van het aantal uitrustingsstukken, van het type en de complexiteit van de technieken, van het aantal handelingen waarvoor de tussenkomst van een deskundige in de medische stralingsfysica vereist is, van het aantal patiënten en van de door hen gelopen risico’s.
En particulier, dans chaque service de radiothérapie, la présence d’au moins un expert en radiophysique médicale, compétent dans la matière concernée, est requise à temps plein. Pour les pratiques courantes de médecine nucléaire thérapeutique et pour les pratiques de médecine nucléaire diagnostique, un expert en radiophysique médicale, compétent dans la matière concernée, doit être disponible. Pour les autres pratiques radiologiques, un expert en radiophysique médicale, compétent dans la matière concernée, doit être impliqué, suivant les nécessités découlant du présent règlement et, en particulier, à des fins d’optimisation, en ce compris la dosimétrie des patients et l’assurance de qualité.
In het bijzonder is in elke dienst radiotherapie de aanwezigheid van ten minste één deskundige in de medische stralingsfysica, bekwaam in de betrokken materie, voltijds vereist. Bij standaard therapeutische nucleair-geneeskundige handelingen en bij diagnostische nucleairgeneeskundige handelingen, moet er een deskundige in de medische stralingsfysica, bekwaam in de betrokken materie, beschikbaar zijn. Bij de andere radiologische handelingen moet er een deskundige in de medische stralingsfysica, bekwaam in de betrokken materie, ingezet worden, volgens de noodwendigheden die voortvloeien uit dit reglement en, in het bijzonder voor optimaliseringsdoeleinden, met inbegrip van de patiëntendosimetrie en de kwaliteitsborging.
Chaque intervention d’un expert en radiophysique médicale sera consignée dans un registre; les registres sont conservés pendant trente ans au sein de l’établissement; ils peuvent être consultés à tout moment par l’Agence.
Elke tussenkomst van een deskundige in de medische stralingsfysica wordt opgetekend in een register; de registers worden gedurende dertig jaar bewaard in de inrichting; zij kunnen op elk ogenblik geraadpleegd worden door het Agentschap.
51.7.2. Obligation d’agrément des experts en radiophysique médicale
51.7.2. Verplichting tot erkenning van de deskundigen in de medische stralingsfysica
28176
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Les experts en radiophysique médicale dont question à l’article 51.7 doivent, préalablement à l’exercice de leurs missions, être agréés par l’Agence conformément aux dispositions des articles 51.7.3 et 51.7.4 dans un ou plusieurs des domaines de compétence suivants : la radiothérapie, la médecine nucléaire in vivo, la radiologie.
De deskundigen in de medische stralingsfysica waarvan sprake in artikel 51.7 moeten, voorafgaandelijk aan de uitoefening van hun opdrachten, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 51.7.3 en 51.7.4 erkend zijn door het Agentschap in één of meerdere van de volgende bevoegdheidsgebieden : de radiotherapie, de nucleaire geneeskunde in vivo, de radiologie.
51.7.3. Critères d’agrément pour les experts en radiophysique médicale
51.7.3. Criteria voor de erkenning van deskundigen in de medische stralingsfysica
Pour pouvoir être agréé comme expert en radiophysique médicale le candidat doit être détenteur d’un des diplômes de base décrits au point a) ci-dessous et d’un diplôme, certificat ou autre document attestant que la formation supérieure universitaire ou interuniversitaire en radiophysique médicale décrite au point b) ci-dessous a été suivie et que le candidat a subi avec succès un contrôle de connaissances. Ce diplôme, certificat ou document devra préciser dans quel(s) domaine(s) particuliers la compétence a été acquise.
Om erkend te kunnen worden als deskundige in de medische stralingsfysica, dient de kandidaat houder te zijn van een van de onder punt a) hieronder beschreven basisdiploma’s en van een diploma, certificaat of een ander document welk attesteert dat de hogere universitaire of interuniversitaire opleiding in de medische stralingsfysica, beschreven in onderstaand punt b) werd gevolgd en dat de kandidaat met goed gevolg een kenniscontrole heeft ondergaan. Dit diploma, certificaat of ander document zal het (de) verworven bevoegdheidsgebied(en) moeten vermelden.
a) Le candidat à l’agrément comme expert en radiophysique médicale doit posséder un diplôme universitaire de licence en sciences physiques ou chimiques ou un diplôme d’ingénieur civil ou un diplôme d’ingénieur industriel en énergie nucléaire ou un diplôme reconnu ou déclaré équivalent en Belgique.
a) De kandidaat voor de erkenning als deskundige in de medische stralingsfysica dient houder te zijn van een universitair diploma van licentiaat in de fysica of scheikunde of een diploma van burgerlijk ingenieur of een diploma van industrieel ingenieur kernenergie of een in België erkend of gelijkwaardig verklaard diploma.
Les détenteurs d’autres diplômes de base peuvent entrer en considération comme candidats à l’agrément s’ils apportent la preuve que leur formation est équivalente.
De houders van andere basisdiploma’s kunnen in aanmerking komen als kandidaat voor de erkenning indien zij het bewijs leveren dat hun opleiding gelijkwaardig is.
b) Le candidat à l’agrément comme expert en radiophysique médicale dans un domaine particulier de compétence doit en outre avoir effectué avec fruit une formation supérieure universitaire ou interuniversitaire en radiophysique médicale qui répond aux conditions suivantes : la durée de cette formation est de deux ans au moins, incluant 600 heures au moins d’enseignement théorique et pratique, couvrant les trois domaines - à savoir la radiothérapie, la médecine nucléaire in vivo et la radiologie - et un an au moins de stage clinique dans le domaine de compétence pour lequel l’agrément est postulé.
b) De kandidaat voor de erkenning als deskundige in de medische stralingsfysica in een bijzonder bevoegdheidsgebied moet daarenboven met vrucht een universitaire of interuniversitaire opleiding in de medische stralingsfysica hebben doorlopen welke aan de volgende voorwaarden beantwoordt : de duur van deze opleiding bedraagt minstens twee jaar, waarin minstens 600 uren theoretisch en praktisch onderricht over de drie gebieden, te weten de radiotherapie, de nucleaire geneeskunde in vivo en de radiologie, en een klinische stage van minstens één jaar in het bevoegdheidsgebied waarvoor de erkenning wordt aangevraagd.
L’enseignement théorique et pratique porte au moins sur les matières suivantes :
Het theoretisch en praktisch onderricht omvat minstens volgende vakken :
— éléments d’anatomie
— beginselen van de anatomie
— éléments de physiologie
— beginselen van de fysiologie
— physique et chimie nucléaire
— kernfysica en nucleaire scheikunde
— éléments de radiobiologie
— beginselen van de radiobiologie
— éléments de radiopathologie
— beginselen van de radiopathologie
— dosimétrie
— dosimetrie
— détection et mesure des rayonnements ionisants
— opsporing en meting van ioniserende stralingen
— radioprotection
— stralingsbescherming
— législation
— wetgeving
— technologie (appareillages de radiologie, radiothérapie, médecine nucléaire in vivo)
— technologie (toestellen voor radiologie, radiotherapie, nucleaire geneeskunde in vivo)
— production de radionucléides
— productie van radionucliden
— éléments de sécurité classique
— elementen van klassieke veiligheid
— assurance de qualité
— kwaliteitsborging
— techniques radiologiques
— radiologische technieken
— techniques spéciales
— speciale technieken
Le candidat à l’agrément comme expert en radiophysique médicale dans plusieurs domaines de compétence doit, en plus de la formation décrite ci-dessus, effectuer un stage clinique complémentaire d’un an au moins pour la radiothérapie et de six mois au moins pour la radiologie ou la médecine nucléaire in vivo.
De kandidaat voor de erkenning als medisch stralingfysicus in meerdere bevoegdheidsgebieden moet, bovenop de hierboven beschreven opleiding, een klinische stage doorlopen van minstens één jaar voor de radiotherapie en van minstens zes maanden voor de radiologie of de nucleaire geneeskunde in vivo.
La formation accordera une attention particulière aux expositions à des fins médicales concernant des enfants, à celles effectuées dans le cadre d’un programme de dépistage médical et à celles impliquant des doses élevées pour le patient, comme la radiologie interventionnelle, la tomographie assistée par ordinateur et la radiothérapie.
De opleiding besteedt een bijzondere aandacht aan de medische blootstelling van kinderen, aan deze uitgevoerd in het kader van medische bevolkingsonderzoeksprogramma’s, en aan deze waarbij aan de patiënt hoge doses worden toegediend, zoals bijvoorbeeld bij interventionele radiologie, computertomografie en radiotherapie.
51.7.4. Modalités d’agrément des experts en radiophysique médicale
51.7.4. Erkenningsmodaliteiten van de deskundigen in de medische stralingsfysica
Les demandes d’agrément sont adressées sous pli recommandé à l’Agence; elles comprennent tous renseignements ou documents demandés par l’Agence.
De erkenningsaanvragen worden per aangetekende brief naar het Agentschap gestuurd; deze bevatten alle inlichtingen of documenten die door het Agentschap worden vereist.
L’agrément est accordé ou refusé par l’Agence, après avis du jury médical.
De erkenning wordt door het Agentschap verleend of geweigerd na advies van de medische jury.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Si l’Agence estime ne pouvoir accorder l’agrément sollicité, elle en informe au préalable le demandeur en précisant qu’il a le droit d’être entendu dans les trente jours calendrier à partir de la notification.
Les conditions relatives à la durée de validité et à la nature des installations ou équipements visés sont définies dans l’agrément; l’agrément peut être limité à certains établissements classés. 51.7.5. Formation continue L’expert agréé en radiophysique médicale est tenu d’entretenir et de développer ses connaissances et sa compétence, dans le cadre d’une formation continue de niveau universitaire. L’Agence fixe, après avis du jury médical, les règles minimum pour la formation continue et vérifie s’il a été satisfait à ces critères. 51.7.6. Rapport d’activité. L’expert agréé en radiophysique médicale communique à l’Agence, après une première période d’activité de 3 ans et ensuite, sauf décision contraire de l’Agence, après chaque période d’activité de 6 ans, un rapport d’activités dont le contenu et la forme sont déterminés par l’Agence. La qualité des rapports d’activité fait l’objet d’un avis du jury médical. 51.8. Protection du personnel Le personnel des établissements dans lesquels se déroulent des pratiques visées à l’article 50.2, qu’il s’agisse notamment des utilisateurs de sources de radiations ionisantes, de leurs auxiliaires ou de toute autre catégorie de personnel, y compris les apprentis, les stagiaires et étudiants, ainsi que le personnel d’entretien, bénéficie des mesures de protection radiologique visées au présent règlement, et ce quel que soit leur statut, y compris les indépendants. Il est soumis entre autres aux dispositions des articles 20 et 21 concernant les normes de base de protection contre l’exposition aux rayonnements ionisants. Une attention spéciale est portée à la protection des femmes enceintes ou susceptibles de l’être et des femmes en période d’allaitement. Les dispositions de l’article 20.1.1.3 et de l’article 25 seront appliquées avec une vigilance particulière, y compris dans le cas du personnel, médical ou autre, travaillant comme indépendant. Art. 52. Dispositions générales concernant les établissements et les locaux 52.1. Etablissements Les sources de radiations ionisantes et les installations radiologiques visées à l’article 50.2 ne peuvent être détenues que dans des établissements qui sont dûment autorisés conformément à la procédure prévue au chapitre II. 52.2. Locaux Sans préjudice des dispositions du chapitre III, les locaux où les sources de radiations ionisantes et les installations radiologiques visées à l’article 50.2 sont détenues ou utilisées, répondent aux conditions suivantes : 1° à la surface extérieure des locaux, en tout endroit accessible où des personnes peuvent séjourner, la dose rec¸ ue ne peut atteindre 0,02 millisievert par semaine, dans les conditions habituelles de fonctionnement des installations; 2° les locaux doivent pouvoir être fermés à clé; toutefois, la sortie des locaux reste toujours possible; 3° à l’exclusion des cabinets dentaires où se trouve un appareil spécifiquement conc¸ u pour la radiographie dentaire, le symbole de la radioactivité ainsi que les mentions prévues à l’article 31, figurent sur les portes; 4° les membres du personnel, ainsi que toute personne se trouvant dans le voisinage de l’utilisateur sont protégés au moyen des dispositifs et procédés prévus au chapitre III, section III. L’équipement de protection individuelle est disponible dans les locaux d’utilisation et de détention. Les mesures nécessaires sont prises pour éviter toute exposition inutile du patient, conformément aux dispositions des articles 51.1 et 51.2. En ce qui concerne les chambres destinées à l’hospitalisation des malades porteurs de sources, les parois doivent permettre d’assurer, compte tenu du degré d’occupation des locaux, le respect d’une contrainte de dose de 0,5 millisievert par personne et par an, pour toute
28177
Indien het Agentschap van oordeel is dat de gevraagde erkenning niet kan worden toegekend, wordt dit vooraf aan de aanvrager medegedeeld, waarbij wordt verduidelijkt dat hij het recht heeft om binnen de dertig kalenderdagen vanaf de kennisgeving gehoord te worden. In de erkenning worden de voorwaarden met betrekking tot de geldigheidsduur en de aard van de bedoelde installaties of uitrustingen bepaald; de erkenning kan beperkt worden tot sommige ingedeelde inrichtingen. 51.7.5. Permanente vorming De in de medische stralingsfysica erkende deskundige is ertoe gehouden zijn kennis en bekwaamheid op peil te houden en te vervolmaken in het kader van een permanente vorming op universitair niveau. Het Agentschap stelt, na advies van de medische jury, de minimumvereisten vast voor de permanente vorming en gaat na of aan die criteria werd voldaan. 51.7.6. Activiteitsverslag De in de medische stralingsfysica erkende deskundige stuurt aan het Agentschap, na een eerste activiteitsperiode van 3 jaar en vervolgens, onder voorbehoud van een andersluidende beslissing van het Agentschap, na elke activiteitsperiode van 6 jaar, een activiteitsverslag waarvan de inhoud en de vorm worden bepaald door het Agentschap. De medische jury brengt advies uit over de kwaliteit van de activiteitsverslagen. 51.8. Bescherming van het personeel Het personeel van de inrichtingen in dewelke handelingen worden gesteld zoals bedoeld in artikel 50.2, ongeacht of het gaat om gebruikers van bronnen van ioniserende stralingen, hun helpers of enige andere personeelscategorie, hierin inbegrepen de leerlingen, stagiairs en studenten evenals het onderhoudspersoneel, geniet van de beschermingsmaatregelen voorzien in dit reglement en dit ongeacht hun statuut, de zelfstandigen inbegrepen. Zij worden ondermeer onderworpen aan de bepalingen opgenomen in de artikelen 20 en 21 inzake de basisnormen betreffende de blootstelling aan ioniserende stralingen. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de bescherming van zwangere vrouwen of vrouwen die mogelijk zwanger zijn en vrouwen tijdens de periode van borstvoeding. De bepalingen van de artikelen 20.1.1.3. en 25 worden met bijzondere aandacht toegepast ondermeer op het medisch en ander personeel dat tewerkgesteld is als zelfstandige. Art. 52. Algemene bepalingen betreffende de inrichtingen en de lokalen 52.1. Inrichtingen De in artikel 50.2 bedoelde bronnen van ioniserende straling en radiologische installaties mogen alleen in bezit worden gehouden in inrichtingen die overeenkomstig de in hoofdstuk II bepaalde procedure regelmatig vergund zijn. 52.2. Lokalen Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk III, voldoen de lokalen waar de in artikel 50.2 bedoelde bronnen van ioniserende straling en radiologische installaties zich bevinden of worden aangewend aan de volgende voorwaarden : 1° langs de buitenzijde van de lokalen, op elke bereikbare plaats waar personen kunnen verblijven, kan de ontvangen dosis geen 0,02 millisievert per week bereiken, onder de gewone werkingsvoorwaarden van de installaties; 2° de lokalen moeten op slot kunnen worden gedaan; nochtans moet het altijd mogelijk zijn deze te verlaten; 3° met uitzondering van de behandelingskamers van de tandartsen waar een speciaal voor de tandradiografie ontworpen toestel is opgesteld, dient het symbool van de radioactiviteit, evenals de in artikel 31 bepaalde vermeldingen, op de deuren te worden aangebracht; 4° de personeelsleden, evenals elke persoon die zich in de omgeving van de gebruiker bevindt zijn beschermd door middel van de in hoofdstuk III, afdeling III, opgelegde beschermingsmiddelen en procédés. De individuele beschermingsuitrusting is beschikbaar in de lokalen van bewaring of gebruik. De nodige maatregelen worden genomen om, overeenkomstig de artikelen 51.1 en 51.2, iedere nodeloze blootstelling van de patiënt te vermijden. Voor wat betreft de kamers bestemd voor de opname van zieken die drager zijn van bronnen, moeten de wanden, rekening houdend met de bezettingsgraad van de lokalen, een dosisbeperking van 0,5 millisievert per persoon en per jaar, voor elke persoon die geen beroepshalve
28178
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
personne non professionnellement exposée occupée dans une pièce voisine, ainsi que pour tout malade occupant une chambre voisine (y compris pièces et chambres situés aux niveaux supérieurs et inférieurs), même en cas d’hospitalisation exceptionnellement longue.
blootgestelde persoon is en een taak verricht in een aangrenzend vertrek, evenals voor elke zieke in een aangrenzende kamer (de vertrekken en kamers gesitueerd op de niveaus hoger of lager inbegrepen), zelfs in het geval van een uitzonderlijk langdurige hospitalisatie, kunnen verzekeren.
Art. 53. Dispositions concernant les utilisateurs 53.1. Dispositions générales Sans préjudice des dispositions légales et réglementaires relatives à l’art de guérir, à la sécurité et à l’hygiène des travailleurs, à la sécurité, à l’hygiène et au confort des malades, l’utilisation des sources de radiations ionisantes et des installations radiologiques visées à l’article 50.2 est réservée aux détenteurs du diplôme légal de docteur en médecine, chirurgie et accouchements, ou du grade académique de médecin ou du diplôme de docteur en médecine vétérinaire, autorisés à cet effet par l’Agence. Les pharmaciens et licenciés en chimie, préalablement habilités à effectuer des analyses de biologie clinique en vertu, d’une part, de l’arrêté royal du 5 novembre 1964, déterminant les conditions d’habilitation des pharmaciens appelés à effectuer des analyses de biologie clinique et d’autre part, de l’arrêté royal du 23 juin 1975 relatif à l’agrément des licenciés en sciences, groupe des sciences chimiques, en vue de l’exécution des analyses de biologie clinique, peuvent également obtenir une autorisation de l’Agence. Celle-ci est limitée aux radionucléides sous forme non scellée destinés à des fins de diagnostic, et ne peut être accordée que dans la mesure où il s’agit d’analyses in vitro et que si les intéressés respectent les prescriptions de l’article 53.4.
Art. 53. Bepalingen betreffende de gebruikers 53.1. Algemene Bepalingen Onverminderd de bepalingen van de wetten en reglementen betreffende de geneeskunde, de veiligheid en de hygiëne van de werknemers, de veiligheid, de hygiëne en het comfort van de zieken, mogen de in artikel 50.2 bedoelde bronnen van ioniserende stralingen en radiologische uitrustingen alleen worden gebruikt door de houders van het wettelijk diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde, of de academische graad van arts of het diploma van dierenarts en die hiervoor vergund zijn door het Agentschap. De apothekers en licentiaten in de scheikunde, die vooraf bevoegd worden geacht om bioklinische analyses uit te voeren, enerzijds krachtens het koninklijk besluit van 5 november 1964 tot vaststelling van de voorwaarden voor de machtiging van de apothekers die bevoegd zijn om bioklinische analyses te verrichten en anderzijds krachtens het koninklijk besluit van 23 juni 1975 betreffende de erkenning van licentiaten in de wetenschappen, groep scheikundige wetenschappen, met het oog op het uitvoeren van bioklinische laboratoriumonderzoeken, kunnen eveneens een vergunning verkrijgen van het Agentschap. Deze is beperkt tot de radionucliden in niet-ingekapselde vorm bestemd voor diagnostische doeleinden en mag slechts toegekend worden voor zover het in vitro analyses betreft en de belanghebbenden de voorschriften van artikel 53.4 in acht nemen. De licentiaten in de tandheelkunde en de houders van een bekwaamheidsgetuigschrift van tandarts kunnen van het Agentschap een vergunning verkrijgen voor het gebruiken van röntgenstralen voortbrengende toestellen die speciaal voor de tandradiografie zijn ontworpen. De in vorige leden bedoelde vergunningen worden enkel verleend aan de personen die een bekwaamheid op het gebied van de stralingsbescherming hebben verworven, alsmede een passende opleiding hebben genoten die is afgestemd op de methodes en technieken die worden toegepast, naargelang het geval, in de geneeskunde of in de dierengeneeskunde, in de medische, diergeneeskundige of tandheelkundige radiologie, in de radiotherapie of de nucleaire geneeskunde voor mens of dier. De opleiding voor de humane toepassingen besteedt een bijzondere aandacht aan de medische blootstelling van kinderen, aan deze uitgevoerd in het kader van medische bevolkingsonderzoeksprogramma’s, en aan deze waarbij aan de patiënt hoge doses worden toegediend, zoals bijvoorbeeld bij interventionele radiologie, computertomografie en radiotherapie. Op verzoek van het Agentschap of op eigen initiatief mag de medische jury adviezen uitbrengen over de geldigheidsvoorwaarden van de in dit artikel vermelde vormingen. De vergunde artsen, tandartsen en dierenartsen zijn ertoe gehouden hun kennis en bekwaamheid op het gebied van de stralingsbescherming op peil te houden en te vervolmaken, in het kader van een permanente vorming op universitair niveau. De vergunningsaanvraag wordt bij aangetekend schrijven gericht aan het Agentschap op een formulier waarvan het model door het Agentschap is vastgesteld. De vergunningen worden verleend rekening houdend met, enerzijds, de bekwaamheid van de aanvrager, en anderzijds, de aard en de gebruiksomstandigheden van deze toestellen of stoffen. De bekwaamheid van de aanvrager wordt beoordeeld volgens zijn diploma’s, getuigschriften en titels en volgens elk wetenschappelijk of professioneel element waarvan hij het bewijs kan leveren. De vergunning kan beperkt zijn : a) in de tijd; b) tot bepaalde bronnen van ioniserende stralingen en radiologische uitrustingen; c) tot bepaalde toepassingsvormen van de ioniserende stralingen. Indien het Agentschap van oordeel is dat de gevraagde vergunning niet kan worden toegekend, wordt dit vooraf aan de aanvrager medegedeeld, waarbij wordt verduidelijkt dat hij het recht heeft om binnen de dertig kalenderdagen vanaf de kennisgeving gehoord te worden. Voor elke wijziging van werkzaamheden, buiten de beperkingen die in de vergunning worden aangegeven, dient een nieuwe aanvraag ingediend.
Les licenciés en sciences dentaires et les détenteurs d’un certificat de capacité de dentiste peuvent être autorisés par l’Agence à utiliser des appareils émetteurs de rayons X spécifiquement conc¸ us pour la radiographie dentaire. Les autorisations visées aux alinéas précédents ne sont délivrées qu’aux personnes ayant acquis une compétence en radioprotection et ayant suivi une formation appropriée aux méthodes et techniques appliquées, selon le cas, en médecine humaine ou vétérinaire, en radiologie médicale, vétérinaire ou dentaire, en radiothérapie ou en médecine nucléaire pour êtres humains ou animaux.
La formation pour les applications humaines accordera une attention particulière aux expositions à des fins médicales concernant des enfants, à celles effectuées dans le cadre d’un programme de dépistage médical et à celles impliquant des doses élevées pour le patient, comme la radiologie interventionnelle, la tomographie assistée par ordinateur et la radiothérapie. Sur demande de l’Agence ou de sa propre initiative, le jury médical peut émettre des avis sur les conditions de validité des formations visés dans le présent article. Les médecins, dentistes et vétérinaires autorisés sont tenus d’entretenir et de développer leurs connaissances et leur compétence en radioprotection, dans le cadre d’une formation continue de niveau universitaire. La demande d’autorisation est adressée sous pli recommandé à la poste à l’Agence, sur un formulaire d’un modèle établi par l’Agence. Les autorisations sont délivrées en raison, d’une part, de la compétence du demandeur et, d’autre part, de la nature et des conditions d’emploi de ces appareils ou substances qu’il est appelé à manipuler. La compétence du demandeur est appréciée en fonction des diplômes, certificats et titres et en fonction de tout élément scientifique ou professionnel dont il peut apporter la preuve. L’autorisation peut être limitée : a) dans le temps; b) à certaines sources de radiations ionisantes et installations radiologiques; c) à certaines formes d’application des radiations ionisantes. Si l’Agence estime ne pouvoir accorder l’autorisation sollicitée, elle en informe au préalable le demandeur en précisant qu’il a le droit d’être entendu dans les trente jours calendrier à partir de la notification.
Toute modification d’activité, qui sort des limitations fixées dans l’autorisation, doit faire l’objet d’une nouvelle demande.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD 53.2. Des Auxiliaires er
28179
53.2. Help(st)ers
§ 1 . Les infirmiers(ères), paramédicaux et personnes assimilées ne peuvent manipuler à des fins médicales les sources de radiations ionisantes et les installations radiologiques visées à l’article 50.2 que sur instructions et sous la surveillance et la responsabilité effectives des personnes autorisées en application de l’article 53.1.
§ 1. Verple(e)g(st)ers, paramedici en gelijkgestelden mogen de in artikel 50.2 bedoelde bronnen van ioniserende stralingen en radiologische uitrustingen alleen gebruiken voor geneeskundige doeleinden volgens de instructies en onder de werkelijke controle en verantwoordelijkheid van personen die vergund zijn met toepassing van artikel 53.1.
L’exploitant de l’établissement veille à ce que les auxiliaires visé(e)s au premier alinéa de l’article 53.2, § 1er aient rec¸ u une formation qui correspond à leur activité professionnelle.
De exploitant van de inrichting ziet erop toe dat de in het eerste lid van artikel 53.2 § 1 bedoelde help(st)ers een opleiding hebben genoten die overeenstemt met hun beroepsbezigheden.
Sur simple demande de l’Agence, l’exploitant doit être en mesure de fournir, pour chacun de ces auxiliaires, un diplôme, un certificat ou une attestation de compétence dont il ressort qu’ils ont suivi une formation appropriée d’un niveau qui correspond au minimum à celui de l’enseignement supérieur non universitaire, et comprenant au moins 50 heures au total, dont 20 % de pratique, et qu’ils ont subi avec succès un contrôle de connaissances concernant cette formation. Au cas où l’utilisation des rayons X est limitée à la mesure de la densité osseuse, cette formation est réduite à un total d’au moins 8 heures, avec une attention particulière pour la densitométrie osseuse.
Op eenvoudige vraag van het Agentschap, moet de exploitant bij machte zijn om voor elk van deze help(st)ers, een diploma, een getuigschrift of een attest van bekwaamheid voor te leggen, waaruit blijkt dat zij een gepaste opleiding hebben gevolgd van een niveau dat op zijn minst overeenstemt met dat van het niet-universitair hoger onderwijs, en dat in totaal minstens 50 uur omvat, waarvan ten minste 20 % praktijk, en dat zij met succes een kenniscontrole betreffende deze opleiding hebben ondergaan. In het geval het aanwenden van röntgenstralen beperkt is tot de botdensitometrie, is deze opleiding herleid tot een totaal van minstens 8 uur, waarbij bijzondere aandacht besteed wordt aan botdensitometrie.
La formation visée ci-dessus porte sur les techniques appliquées, les effets sur la santé résultant de l’exposition aux rayonnements ionisants, les règles pratiques de radioprotection, y compris leurs bases physiques et la législation en radioprotection, l’assurance de qualité et, en particulier, les procédures de contrôle de qualité des équipements utilisés; elle accordera une attention particulière aux expositions à des fins médicales concernant des enfants, à celles effectuées dans le cadre d’un programme de dépistage médical ou à celles impliquant des doses élevées pour le patient, comme la radiologie interventionnelle, la tomographie assistée par ordinateur et la radiothérapie.
Bovenvermelde opleiding heeft betrekking op de aangewende technieken, de gezondheidseffecten van de blootstelling aan ioniserende stralingen, de praktische regels van de stralingsbescherming, met inbegrip van hun fysische grondslagen, de wetgeving inzake stralingsbescherming, de kwaliteitsborging en, in het bijzonder de procedures inzake de kwaliteitsbeheersing van de gebruikte toestellen. De opleiding besteedt een bijzondere aandacht aan de medische blootstelling van kinderen, aan deze uitgevoerd in het kader van medische bevolkingsonderzoeksprogramma’s, en aan deze waarbij aan de patiënt hoge doses worden toegediend, zoals bijvoorbeeld bij interventionele radiologie, computertomografie en radiotherapie.
Pour la médecine nucléaire et/ou la radiothérapie, il faut en outre avoir suivi une formation complémentaire appropriée de 10 heures et avoir subi avec succès un contrôle de connaissances concernant cette formation.
Voor de nucleaire geneeskunde en/of de radiotherapie dient men daarenboven een gepaste aanvullende opleiding van 10 uur gevolgd te hebben en met succes een kenniscontrole betreffende deze opleiding ondergaan te hebben.
L’exploitant veille à ce que les personnes visées à l’article 53.2 bénéficient d’une formation continue dans les matières concernées.
De exploitant waakt er over dat de in artikel 53.2 bedoelde personen van een permanente vorming in de betrokken materie genieten.
§ 2. En ce qui concerne l’art dentaire, les licenciés en sciences dentaires et les porteurs d’un certificat de capacité de dentiste sont tenus d’exécuter personnellement les radiographies dentaires.
§ 2. Wat de tandheelkunde betreft, zijn de licentiaten in de tandheelkunde en de houders van een bekwaamheidsgetuigschrift van tandarts er toe gehouden persoonlijk de tandradiografiëen uit te voeren.
§ 3. En ce qui concerne la médecine vétérinaire, les vétérinaires sont tenus d’exécuter personnellement les radiographies et scopies.
§ 3. Wat de diergeneeskunde betreft, zijn de dierenartsen er toe gehouden persoonlijk de radiografiëen en -scopieën uit te voeren.
53.3. Dispositions spécifiques pour les différentes catégories, à l’exclusion de la médecine nucléaire
53.3. Specifieke bepalingen voor de verschillende categorieën, met uitzondering van de nucleaire geneeskunde
53.3.1. En ce qui concerne l’utilisation des rayons X à des fins de diagnostic médical, l’autorisation n’est accordée qu’aux médecins pouvant produire un diplôme, un certificat ou une attestation de compétence pour l’utilisation diagnostique des rayons X dont il ressort qu’ils ont suivi une formation de niveau universitaire comprenant au moins 45 heures de théorie et 30 heures de pratique, et qu’ils ont subi avec succès un contrôle de connaissances.
53.3.1. Voor wat het gebruik van röntgenstralen voor medischdiagnostische doeleinden betreft wordt de vergunning enkel toegekend aan de artsen die een diploma, een getuigschrift of een attest van bekwaamheid in het diagnostische gebruik van röntgenstralen kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij een opleiding van universitair niveau hebben genoten welke minstens 45 uren theorie en 30 uren praktijk omvat en hierover met succes een kenniscontrole hebben ondergaan.
La formation visée ci-dessus porte sur les techniques appliquées en radiologie, les effets sur la santé résultant de l’exposition aux rayonnements ionisants, les règles pratiques de radioprotection, y compris leurs bases physiques, la législation en radioprotection, les méthodes de mesure de rayonnements, l’estimation et l’évaluation des doses auxquelles le patient est exposé au cours des examens radiologiques.
De hierboven bedoelde opleiding slaat op de in de radiologie aangewende technieken, de gezondheidseffecten van de blootstelling aan ioniserende stralingen, de praktische regels van stralingsbescherming met inbegrip van hun fysische grondslagen, de wetgeving inzake stralingsbescherming, de methodes voor het meten van stralingen, de schatting en beoordeling van de doses waaraan de patiënt tijdens radiologische onderzoeken blootstaat.
Les médecins agréés comme porteurs du titre particulier de médecin spécialiste en radiodiagnostic avant le 1er juillet 1994 sont considérés comme ayant satisfait aux conditions de formation décrites ci-dessus.
De artsen die vóór 1 juli 1994 werden erkend als houders van de bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in de röntgendiagnose worden geacht voldaan te hebben aan de hiervoor beschreven opleidingsvereisten.
53.3.2. Si la mise en œuvre de rayons X est limitée à la mesure de la densité osseuse à l’aide d’un appareil avec tube incorporé et fixe, une autorisation peut être délivrée aux médecins pouvant produire un diplôme, un certificat ou une attestation de compétence dont il ressort qu’ils ont suivi une formation en matière de radioprotection de niveau universitaire et spécifique à cette application qui comprend au moins huit heures et qu’ils ont subi avec succès un contrôle de connaissances.
53.3.2. Indien het gebruik van röntgenstralen beperkt is tot botdensitometrie door middel van een toestel met ingebouwde, vaste röntgenbuis, kan een vergunning worden verleend aan de artsen die een diploma, een getuigschrift of een attest van bekwaamheid kunnen voorleggen, waaruit blijkt dat zij een specifiek op deze toepassing gerichte opleiding inzake stralingsbescherming van universitair niveau hebben genoten welke ten minste 8 uren omvat en hierover met succes een kenniscontrole hebben ondergaan.
28180
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
53.3.3. En ce qui concerne l’utilisation de rayons X à des fins de radiographie dentaire, l’autorisation n’est accordée qu’aux praticiens pouvant produire un diplôme, un certificat ou une attestation dont il ressort qu’ils ont suivi une formation de niveau universitaire en radioprotection et qu’ils ont subi avec succès un contrôle de connaissance.
53.3.3. Voor wat het gebruik van röntgenstralen voor de tandradiografie betreft, wordt de vergunning enkel verleend aan de practici die een diploma of een getuigschrift of een attest kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij een opleiding in de stralingsbescherming van universitair niveau hebben genoten en hierover met succes een kenniscontrole hebben ondergaan.
La formation visée ci-dessus porte sur les effets sur la santé résultant de l’exposition aux radiations ionisantes, les règles pratiques de radioprotection, y compris leurs bases physiques et les méthodes de mesure de rayonnements, la législation en radioprotection, l’estimation et l’évaluation des doses auxquelles le patient est exposé ainsi que leur distribution selon les techniques utilisées pour les examens radiographiques dentaires.
De hierboven bedoelde opleiding slaat op de gezondheidseffecten van de blootstelling aan ioniserende stralingen, de praktische regels van stralingsbescherming met inbegrip van hun fysische grondslagen en de methodes voor het meten van stralingen, de wetgeving inzake stralingsbescherming en de schatting en de beoordeling van de doses waaraan de patiënt blootstaat, evenals hun distributie, naargelang de aangewende technieken voor tandradiografische onderzoeken.
Les praticiens qualifiés pour exercer l’art dentaire avant le 1er juillet 1994 sont considérés comme ayant satisfait aux conditions de formation décrites ci-dessus.
De practici die vóór 1 juli 1994 gekwalificeerd waren om de tandheelkunde te beoefenen, worden geacht voldaan te hebben aan de hiervoor beschreven opleidingsvereisten.
53.3.4. En ce qui concerne l’utilisation d’appareils et la détention et l’utilisation des radionucléides dans le cadre de la radiothérapie, l’autorisation n’est accordée qu’à des médecins spécialistes pouvant produire un diplôme, un certificat ou une attestation dont il ressort qu’ils ont suivi une formation de niveau universitaire comportant au moins 120 heures de théorie et 80 heures de pratique, portant sur la physique nucléaire, les méthodes de mesure de rayonnements, la radiochimie, la radioprotection, la législation en radioprotection, la radiotoxicologie, la radiobiologie et la dosimétrie en radiothérapie et qu’ils ont subi avec succès un contrôle de connaissances.
53.3.4. Wat betreft het gebruik van toestellen en het in bezit houden en het gebruik van radionucliden in het kader van de radiotherapie, wordt de vergunning enkel verleend aan geneesheren-specialisten die een diploma, een getuigschrift of een attest kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij een opleiding van universitair niveau hebben gevolgd die minstens 120 uren theorie en 80 uren praktijk omvat en is afgestemd op de kernfysica, de methodes voor het meten van stralingen, de radiochemie, de stralingsbescherming, de wetgeving inzake stralingsbescherming, de radiotoxicologie, de radiobiologie en de dosimetrie in de radiotherapie, en dat zij hierover met succes een kenniscontrole hebben ondergaan.
Les médecins agréés comme porteurs du titre professionnel particulier de médecin spécialiste en radiothérapie ou radio- et radiumthérapie avant le 1er juillet 1994 sont considérés comme ayant satisfait aux conditions de formation décrites ci-dessus.
De artsen die vóór 1 juli 1994 werden erkend als houder van de bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in de radiotherapie of radio- en radiumtherapie, worden geacht aan de hiervoor beschreven opleidingsvereisten te hebben voldaan.
L’Agence peut subordonner son autorisation au respect de conditions qu’elle peut fixer et qui sont relatives entre autres aux conditions d’hospitalisation et de sortie des patients traités au moyen de radionucléides, ainsi qu’aux conditions de traitement ambulatoire de ces mêmes patients.
Het Agentschap kan het verlenen van een vergunning afhankelijk maken van de naleving van de voorwaarden, die het kan vaststellen en die o.a. betrekking hebben op de voorwaarden voor de hospitalisatie en voor het ontslaan uit het ziekenhuis van patiënten die met radionucliden werden behandeld en eveneens op de voorwaarden inzake de ambulante behandeling van deze patiënten.
53.3.5. Les personnes autorisées avant le 1er juillet 1994 et qui notifient un changement d’adresse et/ou de lieu(x) d’exercice, sont considérées comme ayant satisfait aux conditions de formation appropriées décrites aux articles 53.3.1, 53.3.2, 53.3.3 ou 53.3.4, suivant que leur autorisation a été délivrée à des fins de radiodiagnostic médical, à des fins de mesure de la densité osseuse, à des fins de radiographie dentaire ou à des fins de radiothérapie.
53.3.5. Van de personen die vergund zijn vóór 1 juli 1994 en die een wijziging melden van hun adres en/of van de plaats(en) waar zij hun activiteit uitoefenen wordt aangenomen dat zij voldaan hebben aan de gepaste opleidingsvoorwaarden beschreven in de artikelen 53.3.1, 53.3.2, 53.3.3 of 53.3.4, al naargelang hun vergunning werd verleend voor doeleinden van medische radiodiagnostiek, van botdensitometrie, van tandradiografie of van radiotherapie.
53.3.6. Pour les utilisateurs d’appareils et de radionucléides dans le cadre de la radiothérapie, la compétence du demandeur en radioprotection et dans les disciplines citées plus haut fait l’objet d’un avis du jury médical.
53.3.6. Voor de gebruikers van toestellen en van radionucliden in het kader van de radiotherapie, maakt de bekwaamheid van de aanvrager op het gebied van de stralingsbescherming en in de voormelde disciplines het voorwerp uit van een advies van de medische jury.
53.3.7. En ce qui concerne l’utilisation des rayons X à des fins de diagnostic en médecine vétérinaire, l’autorisation n’est accordée qu’aux vétérinaires pouvant produire un diplôme, un certificat ou une attestation de compétence pour l’utilisation diagnostique des rayons X dont il ressort qu’ils ont suivi une formation de niveau universitaire comprenant au moins 40 heures, dont 20 % de pratique, et qu’ils ont subi avec succès un contrôle de connaissances.
53.3.7. Voor wat het gebruik van röntgenstralen voor diagnostische doeleinden in de dierengeneeskunde betreft wordt de vergunning enkel toegekend aan de dierenartsen die een diploma, een getuigschrift of een attest van bekwaamheid in het diagnostische gebruik van röntgenstralen kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij een opleiding van universitair niveau hebben genoten welke minstens 40 uren omvat, waarvan 20 % praktijk, en hierover met succes een kenniscontrole hebben ondergaan.
La formation visée ci-dessus porte sur les techniques appliquées en radiologie, les effets sur la santé résultant de l’exposition aux rayonnements ionisants, les règles pratiques de radioprotection, y compris leurs bases physiques, la législation en radioprotection, les méthodes de mesure de rayonnements, l’estimation et l’évaluation des doses auxquelles le vétérinaire, ses auxiliaires ou des personnes du public sont susceptibles d’être exposés au cours des examens radiologiques.
De hierboven bedoelde opleiding slaat op de in de radiologie aangewende technieken, de gezondheidseffecten van de blootstelling aan ioniserende stralingen, de praktische regels van stralingsbescherming met inbegrip van hun fysische grondslagen, de wetgeving inzake stralingsbescherming, de methodes voor het meten van stralingen, de schatting en beoordeling van de doses waaraan de dierenarts, zijn help(st)ers of personen van het publiek tijdens radiologische onderzoeken kunnen blootgesteld worden.
Les vétérinaires ayant obtenus leur diplôme avant l’entrée en vigueur du présent arrêté et qui n’ont pas complètement suivi la formation visée ci-dessus, sont tenus de terminer, éventuellement dans le cadre de la formation continue, la formation visée ci-dessus au plus tard dans les deux années suivant l’entrée en vigueur du présent arrêté.
De dierenartsen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit hun diploma behaalden en die de hierboven bedoelde opleiding niet volledig gevolgd hebben, dienen, eventueel in het kader van de permanente vorming, de hierboven bedoelde opleiding te vervolledigen en dit ten laatste twee jaar na de inwerkingtreding van dit besluit.
53.4. Dispositions spécifiques pour la médecine nucléaire 53.4.1. La détention et l’utilisation des radionucléides destinés au diagnostic in vivo ou in vitro ou à la thérapie dans le cadre de la médecine nucléaire font l’objet d’une autorisation délivrée par l’Agence et réservée aux personnes visées à l’article 53.1, alinéas 1er et 2.
53.4. Specifieke bepalingen voor de nucleaire geneeskunde 53.4.1. Voor het in bezit houden of het gebruik van de radionucliden bestemd voor de in vivo of in vitro diagnostiek of voor de therapie in het kader van de nucleaire geneeskunde is een vergunning vereist die door het Agentschap wordt verleend en die voorbehouden is aan de in artikel 53.1, lid 1 en 2, bedoelde personen.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Cette autorisation vise la nature et la quantité des radionucléides que ces personnes peuvent détenir et utiliser en fonction des endroits et locaux de détention et d’utilisation, ainsi que les formes d’application que ces personnes peuvent réaliser. L’Agence peut subordonner son autorisation au respect de conditions relatives entre autres aux conditions d’hospitalisation et de sortie des patients traités au moyen de radionucléides, ainsi qu’aux conditions de traitement ambulatoire de ces mêmes patients.
53.4.2. Les autorisations visées à l’article 53.4.1 ne sont accordées qu’aux demandeurs pouvant produire un certificat ou une attestation dont il ressort qu’ils ont suivi une formation de niveau universitaire comportant au moins 120 heures de théorie et 80 heures de pratique, portant sur la physique nucléaire, les méthodes de mesure de rayonnements, la radiochimie, la radioprotection, la législation en radioprotection, la radiotoxicologie, la radiobiologie et la radiopharmacie, et qu’ils ont subi avec succès un contrôle de connaissances. Les personnes autorisées avant le 1er juillet 1994 et qui demandent une nouvelle autorisation en raison d’un changement du (des) lieu(x) d’exercice sont considérés comme ayant satisfaits aux conditions de formation décrites à l’alinéa précédent. Les médecins qui ont été agréés comme porteurs des titres professionnels particuliers de médecin spécialiste en médecine nucléaire ou de médecin spécialiste en biologie clinique et en médecine nucléaire in vitro avant le 1er juillet 1994, ainsi que les pharmaciens biologistes ou assimilés habilités pour les applications in vitro des radionucléides avant le 1er juillet 1994 sont considérés comme ayant satisfaits aux conditions de formation décrites ci-dessus. La compétence du demandeur de l’autorisation fait l’objet d’un avis du jury médical et porte sur les diplômes, certificats et titres. De plus, en ce qui concerne les médecins, l’avis porte également sur tout élément de justification que l’intéressé peut produire et qui a été jugé satisfaisant par le jury. Dans le cas des vétérinaires, le jury émet un avis en fonction des éléments scientifiques et professionnels avancés par le demandeur. 53.5. Les diplômes reconnus ou déclarés équivalents en Belgique à ceux visés dans les dispositions de l’article 53 produisent les mêmes effets. Art. 54. Dispositions particulières complémentaires 54.1. En ce qui concerne les appareils destinés exclusivement à la radioscopie : a) l’appareil est muni de dispositifs protégeant l’examinateur et toute personne se trouvant dans le voisinage de l’utilisateur contre les rayonnements directs et les rayonnements secondaires; b) l’appareil comporte les éléments nécessaires pour réduire la section du faisceau utile à la valeur la plus petite compatible avec les nécessités de l’examen; c) le tube radiogène et l’amplificateur de brillance sont solidaires et/ou dans un alignement satisfaisant. Les examens radioscopiques directs sans amplification de brillance sont interdits. 54.2. En ce qui concerne les appareils destinés à la radiographie : a) les dispositions de l’article 54.1. a) et b) sont d’application; b) les locaux ont des dimensions permettant la circulation aisée autour des tables et l’éloignement suffisant de l’utilisateur et de toute autre personne par rapport à la source et au faisceau utile; c) les emplacements où l’utilisateur et toute autre personne peuvent être appelés à se tenir et qui seraient exposés aux rayonnements au cours des opérations, tel le pupitre de commande, sont protégés; d) les appareils sont munis d’éléments qui permettent une localisation précise du faisceau utile.
28181
Die vergunning slaat op de aard en op de hoeveelheid van de radionucliden die deze personen mogen in bezit houden en gebruiken, afhankelijk van de plaatsen en lokalen van bewaring en van gebruik, evenals op de toepassingsvormen die deze personen mogen aanwenden. Het Agentschap kan het verlenen van een vergunning afhankelijk maken van de naleving van voorwaarden die onder andere betrekking hebben op de voorwaarden voor de hospitalisatie en voor het ontslaan uit het ziekenhuis van patiënten die met radionucliden werden behandeld en eveneens op de voorwaarden inzake de ambulante behandeling van deze patiënten. 53.4.2. De vergunningen bedoeld in artikel 53.4.1 worden enkel verleend aan de aanvragers die een getuigschrift of een attest kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij een opleiding van universitair niveau hebben gevolgd die minstens 120 uren theorie en 80 uren praktijk omvat en slaat op de kernfysica, de methodes voor het meten van stralingen, de radiochemie, de stralingsbescherming, de wetgeving inzake stralingsbescherming, de radiotoxicologie, de radiobiologie en de radiofarmacie, en met succes een kenniscontrole hebben ondergaan. Van de personen vergund vóór 1 juli 1994 die een nieuwe vergunning vragen om reden van wijziging van de plaats(en) waar zij hun activiteit uitoefenen, wordt aangenomen dat zij voldoen aan de opleidingsvoorwaarden beschreven in het voorgaande lid. De artsen die vóór 1 juli 1994 erkend zijn als houder van de bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in de nucleaire geneeskunde of in de klinische biologie en in de nucleaire in vitro geneeskunde evenals de apothekers-biologen of gelijkgestelden die vóór 1 juli 1994 bevoegd waren voor de in vitro toepassingen van radionucliden, worden geacht aan de hierboven beschreven opleidingsvereisten te hebben voldaan. De bekwaamheid van de aanvrager van de vergunning maakt het voorwerp uit van een advies van de medische jury en heeft betrekking op de diploma’s, getuigschriften en titels. Voor de artsen slaat het advies bovendien ook op elk door de betrokkene ter overtuiging ingediend element, dat door de jury bevredigend wordt geacht. Voor de dierenartsen verstrekt de jury een advies op grond van de wetenschappelijke en beroepselementen die de aanvrager voorlegt. 53.5. Diploma’s die in België als equivalent van de in de bepalingen van artikel 53 genoemde diploma’s erkend of verklaard zijn, hebben dezelfde uitwerking. Art. 54. Bijzondere aanvullende bepalingen 54.1. Wat de uitsluitend voor de radioscopie bestemde toestellen betreft : a) is het toestel zodanig uitgerust dat de onderzoekende persoon en elke persoon die zich in de omgeving van de gebruiker bevindt tegen de rechtstreekse en de secundaire stralingen beschermd worden; b) bevat het toestel de nodige onderdelen om de doorsnede van de nuttige bundel te beperken tot de kleinste waarde die met de noodwendigheden van het onderzoek verenigbaar is; c) zijn de röntgenbuis en de beeldversterker onderling verbonden en/of behoorlijk gealigneerd. Rechtstreekse radioscopische onderzoeken zonder beeldversterking zijn verboden. 54.2. Wat de voor de radiografie bestemde toestellen betreft : a) zijn de bepalingen van artikel 54.1. a) en b) van toepassing; b) hebben de lokalen zulke afmetingen dat men zich gemakkelijk rond de tafels kan bewegen en dat de gebruiker en elke andere persoon op een voldoende afstand van de bron en de nuttige bundel kunnen blijven; c) zijn de plaatsen waar de gebruiker en elke andere persoon zich moeten ophouden en die tijdens de verrichtingen aan straling kunnen blootgesteld zijn, zoals het bedieningsbord, beschermd; d) zijn de toestellen uitgerust met elementen die een nauwkeurige lokalisatie van de nuttige bundel mogelijk maken.
54.3. En ce qui concerne les radiographies humaines, à l’exception toutefois des radiographies des extrémités, le médecin est agréé comme porteur d’un titre professionnel particulier de médecin spécialiste.
54.3. Voor wat de radiografie van de mens betreft, met uitzondering evenwel van de radiografieën van de ledematen, dient de arts erkend te zijn als houder van een der bijzondere beroepstitels van geneesheerspecialist.
Peuvent procéder aux examens des organes thoraciques à l’aide de rayons X, sans remplir aucune des conditions formulées au présent paragraphe, les bénéficiaires de l’agrément délivré par le Ministre qui a la santé publique dans ses attributions en vertu de l’article 3 de l’arrêté
Het onderzoek van de borstkas met röntgenstralen mag worden verricht, zonder de voorwaarden te vervullen geformuleerd in deze paragraaf, door de begunstigden van de erkenning, afgeleverd door de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort, in
28182
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
ministériel du 22 juin 1948 relatif à l’agrément des services radiologiques et des médecins radiologues en ce qui concerne la protection du travail. 54.4. En ce qui concerne le cas particulier d’appareils destinés à la radiographie dentaire :
uitvoering van artikel 3 van het ministerieel besluit van 22 juni 1948 betreffende de erkenning van de radiologische diensten en van de geneesheren-radiologen wat de arbeidsbescherming betreft. 54.4. Wat het bijzonder geval van voor de tandradiografie bestemde toestellen betreft :
a) l’appareil est spécifiquement conc¸ u et réservé à cet usage; il est muni d’une protection efficace et disposé de telle manière dans le local qu’aucune des personnes qui y travaillent ou y séjournent ne puisse recevoir une dose atteignant 0,1 millisievert par semaine;
a) het toestel is specifiek voor dat gebruik ontworpen en alleen daartoe bestemd; het is van een doeltreffende bescherming voorzien en zo in het lokaal opgesteld dat geen van de personen die er werken of er verblijven een dosis kunnen ontvangen die 0,1 millisievert per week bedraagt;
b) la section du faisceau est strictement limitée à la zone à radiographier et le faisceau, lors des prises de clichés, est orienté de manière à réduire au minimum l’exposition de l’organisme du patient.
b) de doorsnede van de bundel is strikt beperkt tot de te radiograferen zone en bij het nemen van de foto’s is de bundel zo gericht dat de blootstelling van het organisme van de patiënt tot het minimum wordt beperkt.
54.5. En ce qui concerne les appareils destinés à la radiothérapie :
54.5. Wat de voor de radiotherapie bestemde apparaten betreft :
a) les cabines de déshabillage se trouvent en dehors de la salle où fonctionne l’appareil. Les tableaux de commande sont placés en dehors du local de traitement. Lorsqu’elle existe, la fenêtre d’observation assure la même protection que celle assurée par les parois. Un dispositif d’observation directe ou indirecte du patient est prévu. Le patient, le pupitre de commande de l’appareillage et les portes d’accès de la salle de radiothérapie sont, pendant le fonctionnement, sous la surveillance permanente du personnel préposé aux applications des rayonnements.
a) de ontkleedkabines zijn gelegen buiten de zaal waar het apparaat werkt. De bedieningsborden staan buiten de behandelingszaal. Het kijkgaatje, wanneer dit bestaat, waarborgt eenzelfde bescherming als die welke door de wanden verzekerd wordt. De patiënt kan rechtstreeks of onrechtstreeks geobserveerd worden. De patiënt, het bedieningsbord van de toestellen en de deuren die tot de radiotherapiezaal toegang verlenen, staan gedurende de werking onder bestendig toezicht van het personeel dat aangesteld is voor het toedienen van de stralingen.
Ces dispositions complémentaires peuvent ne pas être exigées dans le cas d’un appareil spécifiquement destiné à la thérapie de contact.
In het geval van een speciaal voor de contacttherapie bestemd toestel hoeven deze aanvullende schikkingen niet te worden geëist.
b) un dispositif d’appel permet au patient de communiquer avec la salle de commande. Une minuterie contrôle la durée de l’exposition et assure son interruption après le temps fixé.
b) een oproepinrichting maakt het de patiënt mogelijk in verbinding te komen met de bedieningszaal. Door middel van een tijdschakelaar wordt de duur van de blootstelling gecontroleerd en onderbroken na de gestelde tijd.
L’utilisateur dispose d’un appareil permettant de mesurer la dose débitée par unité de temps.
De gebruiker beschikt over een toestel waarmee de per tijdseenheid toegediende dosis kan worden gemeten.
Si plusieurs appareils sont installés dans un même local, un dispositif empêche la mise en service de plus d’un appareil à la fois.
Indien in eenzelfde lokaal verscheidene apparaten zijn opgesteld, is er een voorziening die verhindert dat meer dan één apparaat tegelijk in werking wordt gesteld.
c) l’utilisateur d’installations destinées à des applications humaines chez l’homme est agréé comme porteur du titre professionnel particulier de médecin spécialiste en radiothérapie-oncologie.
c) de gebruiker van installaties, die voor toepassing op de mens zijn bestemd, is erkend als houder van de bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in de radiotherapie-oncologie.
Toutefois, les appareils spécifiquement destinés à la thérapie de contact peuvent être utilisés par les médecins agréés comme porteurs du titre professionnel particulier de médecin spécialiste en dermatovénéréologie qui ont apporté la preuve de leur compétence dans l’utilisation de ces appareils.
De speciaal voor de contacttherapie bestemde toestellen mogen echter worden gebruikt door houders van de bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in de dermato-venereologie die het bewijs van hun bekwaamheid in het gebruik van deze toestellen hebben geleverd.
54.6. En ce qui concerne les appareils destinés à la télégammathérapie :
54.6. Wat de voor de telegammatherapie bestemde toestellen betreft :
a) les dispositions de l’article 54.5 sont d’application; b) les appareils sont conc¸ us pour éviter, en toute circonstance, la libération incontrôlée ou la dispersion de la source radioactive. Un dispositif permet de se rendre compte, à tout moment, à partir du tableau de commande, de la position de la source radioactive et, le cas échéant, des obturateurs.
a) zijn de bepalingen van artikel 54.5 van toepassing; b) zijn de toestellen ontworpen om, in elke omstandigheid, het ongecontroleerd vrijkomen of de verspreiding van de radioactieve bron te voorkomen. Er is een voorziening die toelaat zich op elk ogenblik, vanaf het bedieningsbord, rekenschap te geven van de positie van de radioactieve bronnen, en in voorkomend geval van de afsluiters.
54.7. En ce qui concerne les accélérateurs de particules :
54.7. Wat de deeltjesversnellers betreft :
a) les dispositions de l’article 54.5 sont d’application;
a) zijn de bepalingen van artikel 54.5 van toepassing;
b) la radioactivité éventuellement induite est surveillée.
b) wordt op de eventueel geïnduceerde radioactiviteit toezicht gehouden.
54.8. Dispositions concernant les radionucléides
54.8. Bepalingen betreffende de radionucliden
54.8.1. Locaux
54.8.1. Lokalen
0utre les dispositions de l’article 52.2, les prescriptions suivantes sont d’application pour les locaux où sont utilisés ou détenus des radionucléides :
Naast de bepalingen van artikel 52.2, zijn de volgende voorschriften van toepassing op de lokalen waar radionucliden gebruikt of bewaard worden :
a) les radionucléides ne peuvent être détenus que dans des locaux prévus à cet effet;
a) de radionucliden mogen alleen bewaard worden in lokalen die voor dit doel bestemd zijn;
b) ces locaux comportent un emplacement exclusivement réservé à l’entreposage de substances radioactives. Cet emplacement permet une protection efficace contre l’exposition et contre la dispersion éventuelle de ces substances et présente des garanties suffisantes contre le vol;
c) die lokalen beschikken over een ruimte die uitsluitend is bestemd voor het opslaan van radioactieve stoffen. Die ruimte maakt een doeltreffende bescherming mogelijk tegen de blootstelling en tegen de eventuele verspreiding van die stoffen en biedt voldoende waarborgen tegen diefstal;
c) en cas de détention et d’utilisation de sources non scellées, les locaux comportent :
c) wanneer niet-ingekapselde bronnen in bezit gehouden en gebruikt worden, zijn de lokalen uitgerust met :
1° les moyens appropriés pour recueillir rapidement les substances radioactives qui viendraient à se disperser;
1° de aangepaste middelen om de radioactieve stoffen, die zouden verspreid worden, snel op te vangen;
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28183
2° les moyens permettant de recueillir et d’entreposer, sans entraîner de risques d’exposition, les déchets radioactifs liquides ou solides pouvant apparaître à tous les stades de la détention et de l’utilisation, pendant le temps nécessaire pour les rendre inoffensifs ou avant de les évacuer vers une installation de traitement;
2° de middelen om, zonder blootstelling te veroorzaken, de vloeibare of vaste radioactieve afvalstoffen die in elk stadium van het in bezit houden of gebruiken kan ontstaan, te kunnen opvangen en opslaan, zolang als het nodig is om deze afvalstoffen onschadelijk te maken of vooraleer die naar een behandelingsinstallatie af te voeren;
3° les moyens de prévenir la contamination de l’atmosphère. Si celle-ci est inévitable, des dispositifs appropriés permettent d’écarter tout risque de contamination des locaux et de l’environnement;
3° de middelen om de besmetting van de atmosfeer te voorkomen. Indien deze onafwendbaar is, maken geschikte voorzieningen het mogelijk alle gevaar voor besmetting van de lokalen en de omgeving te voorkomen;
d) lorsque les quantités et la nature des radionucléides entraînent le classement de l’établissement en classe II, les murs, le sol et les surfaces de travail des locaux de travail sont sans fissures ni interstices. Ils sont lisses, imperméables et permettent un entretien et une décontamination aisés.
d) wanneer de hoeveelheden en de aard van de radionucliden aanleiding geven tot de indeling van de inrichting in klasse II, mogen de muren, de vloer en de werkoppervlakken van de werklokalen noch scheuren, noch voegen vertonen. Zij zijn glad, ondoordringbaar en gemakkelijk te onderhouden en te ontsmetten.
54.8.2. Obligations de protection et de surveillance La personne autorisée à détenir et utiliser des radionucléides :
54.8.2. Verplichtingen inzake bescherming en toezicht De persoon die vergund is om radionucliden in bezit te houden en te gebruiken :
a) dispose, en fonction des substances utilisées et des formes d’application, des appareils nécessaires pour apprécier la nature des rayonnements émis, pour procéder à leur mesure au cours de l’application de la technique d’utilisation, ainsi que pour assurer le respect des règles de protection;
a) beschikt, naargelang de gebruikte stoffen en de vormen van toepassing, over de nodige toestellen om de aard van de uitgezonden stralingen te bepalen, om tot het meten ervan over te gaan tijdens de toepassing van de gebruikstechniek, alsmede om de naleving van de beschermingsregels te verzekeren;
b) dispose, si la nature et l’activité des radionucléides l’imposent, des moyens de manipulation à distance;
b) beschikt, indien de aard en de activiteit van de radionucliden dit vereisen, over de middelen voor afstandsbediening;
c) dispose d’un inventaire permanent des sources et de leurs mouvements;
c) beschikt over een bestendige inventaris van de bronnen en van de verplaatsingen ervan;
d) prend, dans le cas des applications thérapeutiques, les dispositions nécessaires pour éviter que les patients porteurs de radionucléides puissent constituer un risque significatif d’exposition pour les personnes se trouvant dans leur voisinage. A cette fin, elle recourt, en cas de nécessité, à des dispositions appropriées d’hospitalisation;
d) treft, in geval van therapeutische toepassingen, de nodige maatregelen om te voorkomen dat de patiënten, die dragers zijn van radionucliden, een significatief risico zouden uitmaken voor de blootstelling van de personen die zich in hun omgeving bevinden. Desnoods neemt hij daartoe zijn toevlucht tot geschikte hospitalisatievoorwaarden;
e) dans le cas de sources scellées utilisées pour la curiethérapie de contact et la curiethérapie interstitielle, surveille régulièrement l’intégrité des sources. En outre, les aiguilles, plaques, etc. contenant des substances radioactives sont contrôlées au moins une fois par an par le service de contrôle physique de l’établissement ou par l’Agence ou par l’organisme agréé qu’elle délègue;
e) oefent, wanneer ingekapselde bronnen voor de contactcurietherapie en de interstitiële curietherapie worden gebruikt regelmatig toezicht uit op de ongeschonden toestand van de bronnen. Bovendien worden de naalden, platen, enz. die radioactieve stoffen bevatten, ten minste eenmaal per jaar gecontroleerd door de dienst voor fysische controle van de inrichting of door het Agentschap of door de door het Agentschap aangewezen erkende instelling;
f) prend les dispositions nécessaires pour assurer l’accès aux locaux dans des conditions garantissant une protection efficace, au sens de l’article 2, pour les personnes chargées d’exercer la supervision de la préparation galénique des solutions radiopharmaceutiques injectables, conformément à l’arrêté royal du 4 mars 1991 fixant les normes auxquelles une officine hospitalière doit satisfaire pour être agréée.
f) treft de nodige maatregelen om de toegang tot de lokalen en een doeltreffende bescherming in de zin van artikel 2 te verzekeren voor de persoon belast met de uitoefening van het toezicht op de galenische bereiding van inspuitbare radio-farmaceutische bereidingen, overeenkomstig het koninklijk besluit van 4 maart 1991 houdende vaststelling van de normen waaraan een ziekenhuisapotheek moet voldoen om te worden erkend.
54.9. Le jury médical
54.9. De medische jury
Le jury médical est composé de représentants de l’Agence et d’autres personnalités, choisis en vertu de leur compétence scientifique : spécialistes en radioprotection, experts en radiophysique médicale dans les trois domaines visés à l’article 51.7 (radiothérapie, médecine nucléaire in vivo, radiologie), médecins agréés comme porteurs du titre professionnel particulier de médecin spécialiste en médecine du travail, de médecin-spécialiste en radiothérapie-oncologie, de médecin spécialiste en radiodiagnostic, de médecin spécialiste en médecine nucléaire, et de médecin spécialiste en biologie clinique et en médecine nucléaire in vitro et pharmaciens biologistes ou assimilés habilités pour les applications in vitro des radionucléides.
De medische jury wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van het Agentschap en uit andere persoonlijkheden gekozen wegens hun wetenschappelijke bekwaamheid : specialisten in de stralingsbescherming, deskundigen in de medische stralingsfysica in de drie gebieden bedoeld in artikel 51.7 (radiotherapie, nucleaire geneeskunde in vivo, radiologie), artsen erkend als houder van de bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in de arbeidsgeneeskunde, van geneesheerspecialist in de radiotherapie-oncologie, van geneesheer-specialist in de röntgendiagnose, van geneesheer-specialist in de nucleaire geneeskunde en van geneesheer-specialist in de klinische biologie en in de nucleaire in vitro geneeskunde en apothekers-biologen of gelijkgestelden bevoegd voor de in vitro toepassingen van radionucliden.
Les membres de ce jury sont désignés par l’Agence. Deux des membres du jury, un médecin et un non-médecin, seront choisis parmi les membres du Conseil Supérieur d’Hygiène.
De leden van deze jury worden aangeduid door het Agentschap. Twee leden van de jury, een geneesheer en een niet-geneesheer, worden aangeduid uit leden van de Hoge Gezondheidsraad.
Le président est choisi par le jury parmi les membres n’appartenant pas au personnel de l’Agence, pour une période de 3 ans renouvelable.
De voorzitter wordt aangeduid onder de leden die geen deel uitmaken van het Agentschap voor een hernieuwbare periode van 3 jaar.
Le secrétariat est assuré par un représentant de l’Agence qui ne fait pas partie du jury.
Het secretariaat wordt waargenomen door een vertegenwoordiger van het Agentschap die geen deel uitmaakt van de jury.
28184
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Tous les membres du jury disposent d’une voix délibérative, à l’exception de ceux faisant partie du personnel de l’Agence, qui ne disposent que d’une voix consultative. Le membre du jury qui a un intérêt, direct ou indirect, dans une question soumise à l’avis du jury est tenu d’en avertir ce dernier. Cette déclaration doit être mentionnée au procès-verbal de la séance. Le membre concerné ne peut participer ni à la délibération ni au vote relatifs à cette question. L’Agence définit les règles de fonctionnement de ce jury. En particulier, la composition de ce jury est modulée selon les matières visées au paragraphe suivant. Cependant, dans toutes les configurations, le jury doit conserver un équilibre entre membres du corps médical, experts en radiophysique médicale et spécialistes en radioprotection. Le jury est chargé d’émettre un avis, sur dossier individuel ou de fac¸ on générique selon la demande de l’Agence, dans les matières suivantes : — les demandes d’agrément des experts en radiophysique médicale; — les règles minimales pour la formation continue des experts en radiophysique médicale; — la qualité des rapports d’activité des experts en radiophysique médicale; — les demandes d’agrément des médecins chargés des contrôles médicaux prévus au présent règlement; — la compétence en matière de radioprotection du demandeur de l’autorisation pour la détention et l’utilisation des radionucléides destinés au diagnostic in vivo ou in vitro ou à la thérapie dans le cadre de la médecine nucléaire; — la compétence en matière de radioprotection du demandeur d’autorisation pour l’utilisation d’appareils et de radionucléides dans le cadre de la radiothérapie, en ce qui concerne la compétence en radioprotection et dans les disciplines citées à l’article 53.3.4. Sur demande de l’Agence ou de sa propre initiative, le jury médical peut également émettre des avis sur les conditions de validité des formations visées à l’article 53. L’Agence peut en outre recueillir l’avis du jury pour tout point relatif à l’application du présent chapitre et de l’article 75. Les avis du jury médical ne sont pas contraignants. L’Agence informe le jury des suites qui ont été données à ses avis.
Alle leden van de jury beschikken over een beslissende stem, met uitzondering van de leden die deel uitmaken van het personeel van het Agentschap. Zij beschikken slechts over een raadgevende stem. Het lid van de jury dat een direct of indirect belang heeft bij een vraag voor advies voorgelegd aan de medische jury meldt dit aan deze laatste. Deze verklaring wordt opgenomen in de notulen van de vergadering. Het lid in kwestie mag niet deelnemen aan de beraadslaging over, noch aan de stemming met betrekking tot deze vraag. Het Agentschap stelt de werkingsregels van de jury vast. De samenstelling van de jury wordt aangepast volgens de onderwerpen bedoeld in de volgende paragraaf. Desalniettemin moet de jury in alle mogelijke samenstellingen het evenwicht behouden tussen leden van het medisch korps, deskundigen in de medische stralingsfysica en specialisten in de stralingsbescherming. De jury wordt ermee belast een advies uit te brengen over de volgende onderwerpen en dit voor individuele dossiers of op algemene wijze, al naargelang de vraag van het Agentschap : — de erkenningsaanvragen van de deskundigen in de medische stralingsfysica; — de minimale vereisten voor de permanente vorming van de deskundigen in de medische stralingsfysica; — de kwaliteit van de activiteitsverslagen van de deskundigen in de medische stralingsfysica; — de erkenningsaanvragen van de geneesheren belast met het medisch toezicht voorzien in onderhavig reglement; — de bekwaamheid inzake stralingsbescherming van de aanvrager van de vergunning voor het in bezit houden of het gebruik van de radionucliden bestemd voor de in vivo of in vitro diagnostiek of voor de therapie in het kader van de nucleaire geneeskunde; — de bekwaamheid inzake stralingsbescherming van de aanvrager van een vergunning voor het gebruik van toestellen en van radionucliden in het kader van de radiotherapie, op het gebied van de stralingsbescherming en voor de materies aangehaald in artikel 53.3.4. De medische jury kan tevens op verzoek van het Agentschap of op eigen initiatief een advies verlenen over de geldigheidsvereisten van de opleidingen bedoeld in artikel 53. Het Agentschap kan tevens een advies inwinnen over elke punt dat betrekking heeft op de toepassing van dit hoofdstuk en op artikel 75. De adviezen van de medische jury zijn niet bindend. Het Agentschap informeert de jury over het gevolg dat het verleent aan de adviezen.
55.2. Un recours contre les décisions de l’Agence, qui n’est pas suspensif de la décision intervenue, est ouvert auprès du Ministre qui a l’intérieur dans ses attributions dans un délai de trente jours calendrier à partir de la notification.″
Art. 55. Slotbepalingen 55.1. Schorsing, opheffing en intrekking van de vergunning, de goedkeuring of de erkenning Onverminderd de toepassing van de artikelen 16 en 79.2 kan het Agentschap de in dit hoofdstuk bedoelde vergunningen, goedkeuringen of erkenningen, geheel of gedeeltelijk schorsen, opheffen of intrekken wanneer de in de artikelen 50 tot 54 of de in de vergunningen, goedkeuringen of erkenningen bepaalde voorwaarden niet worden nageleefd, of wanneer de door de aanvrager medegedeelde inlichtingen niet met de werkelijkheid overeenstemmen. Indien het Agentschap meent een vergunning, goedkeuring of erkenning geheel of gedeeltelijk te moeten schorsen, opheffen of intrekken, wordt dit vooraf aan de houder medegedeeld, waarbij wordt verduidelijkt dat hij het recht heeft om gehoord te worden binnen de door het Agentschap vastgestelde termijn. 55.2. Tegen de beslissingen van het Agentschap kan binnen de dertig kalenderdagen vanaf de kennisgeving bij de Minister tot wiens bevoegdheid de binnenlandse zaken behoren, beroep worden aangetekend, hetgeen de getroffen beslissing niet schorst.″
Art. 3. Dans l’article 75 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes :
Art. 3. In artikel 75 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
Art. 55. Dispositions finales 55.1. Suspension, abrogation et retrait de l’autorisation, de l’approbation ou de l’agrément Sans préjudice de l’application des articles 16 et 79.2, l’Agence peut suspendre, abroger ou retirer, totalement ou partiellement, les autorisations, approbations ou agréments visés au présent chapitre, lorsque les conditions prévues aux articles 50 à 54 ou celles des autorisations, approbations ou agréments ne sont pas respectées, ou lorsque les renseignements communiqués par le demandeur ne correspondent pas à la réalité. Si l’Agence estime devoir suspendre, abroger ou retirer, totalement ou partiellement une autorisation, une approbation ou un agrément elle en informe au préalable le détenteur en précisant qu’il a le droit d’être entendu dans le délai fixé par l’Agence.
1° l’article 75.2.8° est remplacé comme suit :
1° artikel 75.2.8° wordt vervangen als volgt :
« 75.2.8° apporter la preuve de sa connaissance théorique et pratique. »;
« 75.2.8° het bewijs van zijn theoretische en praktische kennis leveren. »;
2° dans l’article 75.3, les alinéas suivants sont ajoutés avant le premier alinéa :
2° in artikel 75.3. worden voor het eerste lid de volgende leden toegevoegd :
« L’agrément est délivré ou refusé par l’Agence après avis du jury visé à l’article 54.9.
« De erkenning wordt door het Agentschap verleend of geweigerd na advies van de jury bedoeld in artikel 54.9.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28185
Si l’Agence est d’avis qu’un agrément ne peut être délivré, le demandeur en est informé au préalable, en précisant qu’il a le droit d’être entendu s’il en fait la requête dans les 30 jours calendriers à partir de la prise de connaissance. »
Indien het Agentschap van oordeel is dat er geen erkenning kan worden gegeven, wordt dit vooraf aan de aanvrager medegedeeld, waarbij wordt verduidelijkt dat hij het recht heeft om gehoord te worden indien hij daartoe binnen de dertig kalenderdagen vanaf de kennisgeving verzoekt. »
Art. 4. L’article 81.6 de l’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants, est remplacé comme suit :
Art. 4. Artikel 81.6 het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, wordt vervangen als volgt :
81.6. Dispositions transitoires relatives au chapitre VI
« 81.6. Overgangsbepalingen en tijdelijke bepalingen betreffende hoofdstuk VI
81.6.1. Les autorisations visées au chapitre VI, qui ont été accordées avant le 8 novembre 2006, demeurent valables jusqu’à leur échéance pour autant qu’aucune modification d’activité, sortant des limitations fixées dans l’autorisation, ne soit intervenue.
81.6.1. De vergunningen bedoeld in hoofdstuk VI, die werden verleend vóór 8 november 2006, blijven geldig tot de vervaldatum ervan, voor zover geen enkele activiteitswijziging is gebeurd die valt buiten de limieten die in de vergunning worden aangegeven.
81.6.2. Les dispositions visées à l’article 51.1.1, 2ee alinéa, d, entrent en vigueur le 1er juin 2007.
81.6.2. De bepalingen bedoeld in artikel 51.1.1., 2e lid, d, worden van kracht op 1 juni 2007.
Jusqu’au 1er juin 2007, les expositions médicales à des fins de recherche biomédicale et médicale visées à l’article 51.1.1., 2e alinéa, d, en ce qui concerne leur justification, sont examinées par le comité d’éthique accompagnant cette recherche, en application des dispositions de l’arrêté royal du 12 août 1994 modifiant l’arrêté royal du 23 octobre 1964 fixant les normes auxquelles les hôpitaux et leurs services doivent répondre; les praticiens assurant la responsabilité clinique pour les expositions médicales à des fins de recherche biomédicale et médicale sont tenus de prendre en considération les recommandations européennes en la matière.
Tot 1 juni 2007 worden de in artikel 51.1.1., 2e lid, d, bedoelde medische blootstellingen met het oog op biomedische en medische research, voor wat hun rechtvaardiging betreft, onderzocht door het voor deze research ingestelde comité voor ethiek, in toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot vaststelling van de normen waaraan de ziekenhuizen en hun diensten moeten beantwoorden; de practici die de medische verantwoordelijkheid dragen voor de medische blootstelling voor biomedische en medische onderzoeksdoeleinden dienen rekening te houden met de Europese aanbevelingen hieromtrent.
81.6.3. Pour les équipements de radiodiagnostic pour personnes visés à l’article 51.6.2. et achetés avant le 1er mars 2002, l’Agence définit, en tenant compte de l’importance de l’exposition, les catégories d’appareils qui doivent être équipés d’un système permettant l’évaluation de la dose au patient au cours de la procédure radiologique ainsi que les modalités d’adaptation des appareils.
81.6.3. Voor de toestellen voor de radiodiagnose van personen bedoeld in artikel 51.6.2., § 1, die aangekocht werden vóór 1 maart 2002, bepaalt het Agentschap, rekening houdend met de omvang van de blootstelling, de categorieën van toestellen die moeten uitgerust worden met een systeem dat toelaat de gedurende de radiologische procedure door de patiënt opgelopen dosis te bepalen, alsook de modaliteiten voor de aanpassing van de toestellen.
81.6.4. Les dispositions visées à l’article 51.6.2, § 3, entrent en vigueur le 1er juin 2007.
81.6.4. De bepalingen bedoeld in artikel 51.6.2., § 3, worden van kracht op 1 juni 2007.
Jusqu’au 1er juin 2007, pour les expositions médicales visées à l’article 51.6.2, § 3, un équipement radiologique et accessoires adaptés sont utilisés.
Tot 1 juni 2007 wordt voor de in 51.6.2., § 3 bedoelde medische blootstellingen een aangepaste radiologische uitrusting en toebehoren gebruikt.
81.6.5. Les dispositions visées à l’article 51.6.3 entrent en vigueur le 1er janvier 2011.
81.6.5. De bepalingen bedoeld in artikel 51.6.3. worden van kracht op 1 januari 2011.
Jusqu’au 1er janvier 2011 les appareils visés à l’article 50.2.1, exclusivement destinés à être utilisés en médecine vétérinaire, sont approuvés selon les critères fixés par l’Agence.
Tot 1 januari 2011 worden de toestellen bedoeld in artikel 50.2.1. die uitsluitend bestemd zijn voor gebruik in de diergeneeskunde, goedgekeurd door het Agentschap dat hiertoe de criteria vastlegt.
En cas d’appareils types, le producteur ou l’importateur introduit la demande d’approbation sur un formulaire d’un modèle établi par l’Agence. Si l’Agence estime qu’elle ne peut pas accorder l’approbation sollicitée, elle en informe au préalable le demandeur en précisant qu’il a le droit d’être entendu dans les 30 jours calendriers à partir de la notification.
Ingeval van typetoestellen dient de producent of de invoerder de goedkeuringsaanvraag in op een formulier waarvan het model door het Agentschap is vastgesteld. Indien het Agentschap oordeelt dat de gevraagde goedkeuring niet kan worden verleend, dan informeert het de aanvrager hiervan op voorhand, met de expliciete vermelding dat hij het recht heeft om binnen de dertig kalenderdagen vanaf de kennisgeving te worden gehoord.
En attendant la fixation ou l’approbation par l’Agence de critères d’acceptabilité, en application de l’article 51.6.5, il y a lieu d’utiliser les critères d’acceptabilité définis dans la publication Radioprotection 91 de la Commission européenne (Luxembourg, 1997).
In afwachting van de bepaling of de goedkeuring door het Agentschap van de aanvaardbaarheidscriteria, krachtens artikel 51.6.5, moeten de aanvaardbaarheidscriteria gedefinieerd in de publicatie Stralingsbescherming 91 van de Europese Commissie (Luxemburg, 1997) worden gebruikt.
81.6.6. Pour les experts en radiophysique médicale, les dispositions transitoires suivantes sont d’application :
81.6.6. Voor de deskundigen in de medische stralingsfysica gelden de volgende overgangsbepalingen :
a) Les personnes qui, à la date du 3 novembre 1997, exerc¸ aient déjà leurs activités en milieu hospitalier dans un des trois domaines particuliers de la radiophysique médicale sans répondre aux conditions visées à l’article 51.7.3, peuvent être agréées par l’Agence en tant qu’experts en radiophysique médicale dans leur(s) domaine(s) de compétence, si elles possèdent une compétence équivalente et pour autant qu’elles aient introduit les demandes d’agrément ou d’approbation avant le 4 mai 1998.
a) De personen die op 3 november 1997 in het ziekenhuismilieu werkzaam waren in één van de drie bijzondere gebieden van de medische stralingsfysica, zonder te voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 51.7.3 kunnen door het Agentschap worden erkend als deskundige in de medische stralingsfysica in hun bevoegdheidsgebied(en) wanneer zij over een gelijkwaardige bekwaamheid beschikken en voor zover zij hun aanvraag tot erkenning of tot goedkeuring hadden ingediend vóór 4 mei 1998.
La compétence du demandeur est appréciée en fonction des diplômes, certificats et titres et en fonction de tout élément scientifique ou professionnel dont il peut apporter la preuve.
De bekwaamheid van de aanvrager wordt beoordeeld in functie van de diploma’s, certificaten en titels en in functie van elk wetenschappelijk of professioneel element dat hij kan bewijzen.
28186
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
L’Agence définit éventuellement la formation complémentaire qu’elle juge nécessaire pour pouvoir accorder l’agrément. L’avis du jury prévu à l’article 54.9 est requis pour chaque demande.
Het Agentschap bepaalt eventueel de aanvullende opleiding die het noodzakelijk oordeelt om de erkenning te kunnen verlenen. Het advies van de jury voorzien in artikel 54.9 is vereist voor iedere aanvraag.
b) Les personnes qui, avant la date du 3 novembre 1997, suivaient une formation dans le domaine de la radiophysique qui ne satisfait pas aux conditions prévues à l’article 51.7.3. b) peuvent être agréées comme experts en radiophysique médicale au terme de leur formation si celle-ci a été approuvée par l’Agence, après avis du jury prévu à l’article 54.9 et ce pour autant qu’elles aient introduites leur demande d’agrément ou d’approbation avant le 4 mai 1998;
b) De personen die voor 3 november 1997 een opleiding op het gebied van stralingsfysica volgden die niet voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 51.7.3. b), kunnen na voltooiing van hun opleiding erkend worden als deskundige in de medische stralingsfysica wanneer hun opleiding wordt goedgekeurd door het Agentschap na advies van de jury bepaald in artikel 54.9 en voor zover zij hun aanvraag tot erkenning of tot goedkeuring hadden ingediend vóór 4 mei 1998; »
81.6.7. Les dispositions visées à l’article 51.7.1, alinéa 1er, entrent en vigueur le 1er juin 2007.
81.6.7. De bepalingen bedoeld in artikel 51.7.1., lid 1, worden van kracht op 1 juni 2007.
Jusqu’au 1er juin 2007, et sans préjudice des dispositions de l’article 23 et de l’arrêté royal du 5 avril 1991 fixant les normes auxquelles un service de radiothérapie doit répondre pour être agréé comme service médico-technique lourd au sens de l’article 44 de la loi sur les hôpitaux, coordonnée le 7 août 1987, l’exploitant des établissements visé à l’article 51.7.1 comprenant des installations de radiodiagnostic, de radiothérapie ou de médecine nucléaire in vivo veille à disposer de l’assistance d’experts en radiophysique médicale pour l’organisation et le contrôle des mesures nécessaires pour assurer la radioprotection du patient et pour assurer le contrôle de qualité de l’équipement.
Tot 1 juni 2007, en onverminderd de bepalingen van artikel 23 en van het koninklijk besluit van 5 april 1991 houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst radiotherapie moet voldoen om erkend te worden als zware medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 44 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, ziet de in artikel 51.7.1. bedoelde exploitant van inrichtingen waarin installaties voor radiodiagnose, radiotherapie of nucleaire geneeskunde in vivo voorkomen, erop toe te beschikken over de bijstand van deskundigen in de medische stralingsfysica voor de organisatie van en het toezicht op de maatregelen die nodig zijn om de stralingsbescherming van de patiënt en de kwaliteitsbeheersing van de apparatuur te verzekeren.
81.6.8. Les dispositions visées à l’article 51.7.3 entrent en vigueur le 1er juin 2007.
81.6.8. De bepalingen bedoeld in artikel 51.7.3. worden van kracht op 1 juni 2007.
Jusqu’au 1er juin 2007, le candidat à l’agrément comme expert en radiophysique médicale dans plusieurs domaines de compétence visé à l’article 51.7.3, alinéa 1er, b, suit un an au moins de stage en radiotherapie.
Tot 1 juni 2007 doorloopt de in artikel 51.7.3., lid 1, b, bedoelde kandidaat voor de erkenning als medisch stralingsfysicus in meerdere bevoegdheidsgebieden, een stage van minstens één jaar voor de radiotherapie.
Jusqu’au 1er juin 2007, le candidat à l’agrément comme expert en radiophysique médicale visé à l’article 51.7.3, suit une formation spécifique adaptée pour les expositions à des fins médicales concernant des enfants, à celles effectuées dans le cadre d’un programme de dépistage médical et à celles impliquant des doses élevées pour le patient, comme la radiologie interventionnelle, la tomographie assistée par ordinateur et la radiothérapie, en ce compris la médecine nucléaire destinée à des fins thérapeutiques.
Tot 1 juni 2007 volgt de in artikel 51.7.3., bedoelde kandidaat voor de deskundige in de medische stralingsfysica, een gepaste specifieke opleiding voor medische blootstelling van kinderen, uitgevoerd in het kader van een bevolkingsonderzoeksprogramma, of medische blootstellingen waarbij aan de patiënt hoge doses worden toegediend, zoals bij interventionele radiologie, computertomografie en radiotherapie, hierin inbegrepen de nucleaire geneeskunde bestemd voor therapeutische doeleinden.
81.6.9. Les dispositions visées à l’article 53 entrent en vigueur le 1er juin 2007. Les dispositions suivantes sont d’application jusqu’au 1er juin 2007 :
81.6.9. De bepalingen bedoeld in artikel 53 worden van kracht op 1 juni 2007. Tot 1 juni 2007 gelden volgende bepalingen :
1° Sans préjudice des dispositions légales et réglementaires relatives à l’art de guérir, à la sécurité et à l’hygiène des travailleurs, à la sécurité, à l’hygiène et au confort des malades, l’utilisation des sources de radiations ionisantes et des installations radiologiques visées à l’article 50.2 est réservée aux détenteurs du diplôme légal de docteur en médecine, chirurgie et accouchements, ou du grade académique de médecin ou du diplôme de docteur en médecine vétérinaire, autorisés à cet effet par l’Agence.
1° Onverminderd de bepalingen van de wetten en reglementen betreffende de geneeskunde, de veiligheid en de hygiëne van de werknemers, de veiligheid, de hygiëne en het comfort van de zieken, mogen de in artikel 50.2 bedoelde bronnen van ioniserende stralingen en radiologische uitrustingen alleen worden gebruikt door de houders van het wettelijk diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde, of de academische graad van arts of het diploma van dierenarts en die hiervoor vergund zijn door het Agentschap.
L’autorisation peut être limitée :
De vergunning kan beperkt zijn :
a. dans le temps;
a. in de tijd;
b. à certaines sources de radiations ionisantes et installations radiologiques; c. à certaines formes d’application des radiations ionisantes.
b. tot bepaalde bronnen van ioniserende stralingen en radiologische uitrustingen; c. tot bepaalde toepassingsvormen van de ioniserende stralingen.
Les pharmaciens et licenciés en chimie, préalablement habilités à effectuer des analyses de biologie clinique en vertu, d’une part, de l’arrêté royal du 5 novembre 1964, déterminant les conditions d’habilitation des pharmaciens appelés à effectuer des analyses de biologie clinique et d’autre part, de l’arrêté royal du 23 juin 1975 relatif à l’agrément des licenciés en sciences, groupe des sciences chimiques, en vue de l’exécution des analyses de biologie clinique, peuvent également obtenir une autorisation de l’Agence.
De apothekers en licentiaten in de scheikunde, die vooraf bevoegd worden geacht om bioklinische analyses uit te voeren, enerzijds krachtens het koninklijk besluit van 5 november 1964 tot vaststelling van de voorwaarden voor de machtiging van de apothekers die bevoegd zijn om bioklinische analyses te verrichten en anderzijds krachtens het koninklijk besluit van 23 juni 1975 betreffende de erkenning van licentiaten in de wetenschappen, groep scheikundige wetenschappen, met het oog op het uitvoeren van bioklinische laboratoriumonderzoeken, kunnen eveneens een vergunning verkrijgen van het Agentschap.
Celle-ci est limitée aux radionucléides sous forme non scellée destinés à des fins de diagnostic, et ne peut être accordée que dans la mesure où il s’agit d’analyses in vitro et que si les intéressés respectent les prescriptions visées au 12° jusqu’au 15° y compris.
Deze is beperkt tot de radionucliden in niet-ingekapselde vorm bestemd voor diagnostische doeleinden en mag slechts toegekend worden voor zover het in vitro analyses betreft en de belanghebbenden de voorschriften bedoeld in 12° tot en met 15° in acht nemen.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28187
Les licenciés en sciences dentaires et les détenteurs d’un certificat de capacité de dentiste peuvent être autorisés par l’Agence à utiliser des appareils émetteurs de rayons X spécifiquement conc¸ us pour la radiographie dentaire.
De licentiaten in de tandheelkunde en de houders van een bekwaamheidsgetuigschrift van tandarts kunnen van het Agentschap een vergunning verkrijgen voor het gebruiken van röntgenstralen voortbrengende toestellen die speciaal voor de tandradiografie zijn ontworpen.
Les autorisations visées aux alinéas précédents ne sont délivrées qu’aux personnes ayant acquis une compétence en radioprotection lors de leur formation et ayant suivi une formation appropriée aux méthodes et techniques appliquées, selon le cas, en radiologie médicale ou dentaire, en radiothérapie ou en médecine nucléaire.
De in vorige leden bedoelde vergunningen worden enkel verleend aan de personen die tijdens hun opleiding een bekwaamheid op het gebied van de stralingsbescherming hebben verworven, alsmede een passende opleiding hebben genoten die is afgestemd op de technieken toegepast in de medische of tandheelkundige radiologie, de radiotherapie of de nucleaire geneeskunde.
La formation pour les applications humaines accordera une attention particulière aux expositions à des fins médicales concernant des enfants, à celles effectuées dans le cadre d’un programme de dépistage médical et à celles impliquant des doses élevées pour le patient, comme la radiologie interventionnelle, la tomographie assistée par ordinateur et la radiothérapie, en ce compris la médecine nucléaire destinée à des fins thérapeutiques.
Voor medische blootstelling van kinderen, uitgevoerd in het kader van bevolkingsonderzoeksprogramma’s, of waarbij aan de patiënt hoge doses worden toegediend, zoals bijvoorbeeld bij interventionele radiologie, computertomografie en radiotherapie, hierin inbegrepen de nucleaire geneeskunde bestemd voor therapeutische doeleinden, dient daarenboven een gepaste specifieke opleiding te zijn gevolgd.
Sur demande de l’Agence ou de sa propre initiative, le jury médical visé à l’article 54.9 peut émettre des avis sur les conditions de validité des formations visés dans le présent règlement.
Op verzoek van het Agentschap of op eigen initiatief mag de in artikel 54.9 bedoelde jury adviezen uitbrengen over de geldigheidsvoorwaarden van de in deze regeling vermelde vormingen.
2° Toute autre personne que celle autorisée en application du 1° ne peut manipuler à des fins médicales les sources de radiations ionisantes et les installations radiologiques visées à l’article 50.2 que sur instructions et sous la surveillance et la responsabilité effectives des personnes autorisées en application du 1°.
2° Ieder ander persoon dan die vergund met toepassing van 1° mag de in artikel 50.2 bedoelde bronnen van ioniserende stralingen en radiologische uitrustingen alleen gebruiken voor geneeskundige doeleinden volgens de instructies en onder de werkelijke controle en verantwoordelijkheid van personen die vergund zijn met toepassing van 1°.
En ce qui concerne l’art dentaire, les licenciés en sciences dentaires et les porteurs d’un certificat de capacité de dentiste sont tenus d’exécuter personnellement les radiographies dentaires.
Wat de tandheelkunde betreft, zijn de licentiaten in de tandheelkunde en de houders van een bekwaamheidsgetuigschrift van tandarts er toe gehouden persoonlijk de tandradiografiëen uit te voeren.
L’exploitant de l’établissement veille à ce que les auxiliaires visés au premier alinéa du 1° aient rec¸ u une formation qui correspond à leur activité professionnelle.
De exploitant van de inrichting ziet erop toe dat de in het eerste lid van 1° bedoelde help(st)ers een opleiding hebben genoten die overeenstemt met hun beroepsbezigheden.
Sur simple demande de l’Agence, l’exploitant doit être en mesure de fournir, pour chacun de ces auxiliaires, un diplôme, un certificat ou une attestation de compétence dont il ressort qu’ils ont suivi une formation appropriée d’un niveau qui correspond au minimum à celui de l’enseignement supérieur non universitaire, et comprenant au moins 50 heures au total, dont 10 heures de pratique, et qu’ils ont subi avec succès un contrôle de connaissances concernant cette formation.
Op eenvoudige vraag van het Agentschap, moet de exploitant bij machte zijn om voor elk van deze help(st)ers, een diploma, een getuigschrift of een attest van bekwaamheid voor te leggen, waaruit blijkt dat zij een gepaste opleiding hebben gevolgd van een niveau dat op zijn minst overeenstemt met dat van het niet-universitair hoger onderwijs, en dat in totaal minstens 50 uur omvat, waarvan ten minste 10 uur praktijk, en dat zij met succes een kenniscontrole betreffende deze opleiding hebben ondergaan.
La formation visée ci-dessus porte sur les techniques appliquées, les effets sur la santé résultant de l’exposition aux rayonnements ionisants, les règles pratiques de radioprotection, y compris leurs bases physiques et la législation en radioprotection, l’assurance de qualité et, en particulier, les procédures de contrôle de qualité des équipements utilisés; elle accordera une attention particulière aux expositions à des fins médicales concernant des enfants, à celles effectuées dans le cadre d’un programme de dépistage médical ou à celles impliquant des doses élevées pour le patient, comme la radiologie interventionnelle, la tomographie assistée par ordinateur et la radiothérapie.
Bovenvermelde opleiding heeft betrekking op de aangewende technieken, de medische gevolgen van de blootstelling aan ioniserende stralingen, de praktische regels van de stralingsbescherming, met inbegrip van hun fysische grondslagen, de wetgeving inzake stralingsbescherming, de kwaliteitsborging en, in het bijzonder de procedures inzake de kwaliteitsbeheersing van de gebruikte toestellen. De opleiding besteedt een bijzondere aandacht aan de medische blootstelling van kinderen, of aan deze uitgevoerd in het kader van medische bevolkingsonderzoeksprogramma’s, of waarbij aan de patiënt hoge doses worden toegediend, zoals bijvoorbeeld bij interventionele radiologie, computertomografie en radiotherapie.
Pour la médecine nucléaire et/ou la radiothérapie, il faut en outre avoir suivi une formation complémentaire appropriée de 10 heures.
Voor de nucleaire geneeskunde en/of de radiotherapie dient daarenboven een gepaste aanvullende opleiding van 10 uur te zijn gevolgd.
L’exploitant veille à ce que les personnes visées au 2° bénéficient d’une formation continue dans les matières concernées.
De exploitant waakt er over dat de in 2° bedoelde personen van een permanente vorming in de betrokken materie genieten.
3° Les autorisations pour l’utilisation de rayons X à des fins de diagnostic médical ou dentaire et les autorisations pour l’utilisation d’appareils et de radionucléides dans le cadre de la radiothérapie sont délivrées en raison, d’une part de la compétence du demandeur et d’autre part, de la nature et des conditions d’emploi de ces appareils ou substances qu’il est appelé à manipuler. La compétence du demandeur est appréciée en fonction des diplômes, certificats et titres et en fonction de tout élément scientifique ou professionnel dont il peut apporter la preuve.
3° De vergunningen voor het gebruik van röntgenstralen voor medische en tandheelkundige diagnose en de vergunningen voor het gebruik van toestellen en radionucliden in het kader van de radiotherapie, worden afgeleverd rekening houdend met, enerzijds, de bekwaamheid van de aanvrager, en anderzijds, de aard en de gebruiksomstandigheden van deze toestellen of stoffen. De bekwaamheid van de aanvrager wordt beoordeeld volgens zijn diploma’s, getuigschriften en titels en volgens elk wetenschappelijk of professioneel element waarvan hij het bewijs kan leveren.
4° En ce qui concerne l’utilisation des rayons X à des fins de diagnostic médical, l’autorisation n’est accordée qu’aux médecins pouvant produire un diplôme, un certificat ou une attestation de compétence pour l’utilisation diagnostique des rayons X dont il ressort qu’ils ont suivi une formation de niveau universitaire comprenant au moins 45 heures de théorie et 30 heures de pratique, et qu’ils ont subi avec succès un contrôle de connaissances.
4° Voor wat het gebruik van röntgenstralen voor medischdiagnostische doeleinden betreft wordt de vergunning enkel toegekend aan de artsen die een diploma, een getuigschrift of een attest van bekwaamheid in het diagnostisch gebruik van röntgenstralen kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij een opleiding van universitair niveau hebben genoten welke minstens 45 uren theorie en 30 uren praktijk omvat en hierover met succes een kenniscontrole hebben ondergaan.
28188
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
La formation visée ci-dessus porte sur les techniques appliquées en radiologie, les effets sur la santé résultant de l’exposition aux rayonnements ionisants, les règles pratiques de radioprotection, y compris leurs bases physiques, la législation en radioprotection, les méthodes de mesure de rayonnements, l’estimation et l’évaluation des doses auxquelles le patient est exposé au cours des examens radiologiques.
De hierboven bedoelde opleiding slaat op de in de radiologie aangewende technieken, de medische gevolgen van de blootstelling aan ioniserende stralingen, de praktische regels van stralingsbescherming met inbegrip van hun fysische grondslagen, de wetgeving inzake stralingsbescherming, de methodes voor het meten van stralingen, de schatting en beoordeling van de doses waaraan de patiënt tijdens radiologische onderzoeken blootstaat.
En ce qui concerne la mise en œuvre de rayons X pour la mesure de la densité osseuse à l’aide d’un appareil avec tube incorporé et fixe, une autorisation peut être délivrée aux médecins pouvant produire un diplôme, un certificat ou une attestation de compétence dont il ressort qu’ils ont suivi une formation en matière de radioprotection de niveau universitaire et spécifique à cette application qui comprend au moins huit heures et qu’ils ont subi avec succès un contrôle de connaissances.
Voor wat betreft het gebruik van röntgenstralen voor botdensitometrie via dubbele energie röntgenstralen-absorptiometrie door middel van een toestel met ingebouwde, vaste röntgenbuis, kan evenwel een vergunning worden verleend aan de artsen die een diploma, een getuigschrift of een attest van bekwaamheid kunnen voorleggen, waaruit blijkt dat zij een specifiek op deze toepassing gerichte opleiding inzake stralingsbescherming van universitair niveau hebben genoten welke ten minste 8 uren omvat en hierover met succes een kenniscontrole hebben ondergaan.
Les médecins agréés comme porteurs du titre particulier de médecin spécialiste en radiodiagnostic avant le 1er juillet 1994 sont considérés comme ayant satisfait aux conditions de formation décrites ci-dessus.
De artsen die vóór 1 juli 1994 werden erkend als houders van de bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in de röntgendiagnose worden geacht voldaan te hebben aan de hiervoor beschreven opleidingsvereisten.
5° Les médecins utilisateurs de rayons X à des fins de diagnostic médical sont tenus d’entretenir et de développer leurs connaissances et leur compétence en radioprotection, dans le cadre d’une formation continue de niveau universitaire.
5° De artsen die röntgenstralen voor medisch-diagnostische doeleinden aanwenden zijn ertoe gehouden hun kennis en bekwaamheid op het gebied van de stralingsbescherming op peil te houden en te vervolmaken, in het kader van een permanente vorming op universitair niveau.
6° En ce qui concerne l’utilisation de rayons X à des fins de radiographie dentaire, l’autorisation n’est accordée qu’aux praticiens pouvant produire un diplôme, un certificat ou une attestation dont il ressort qu’ils ont suivi une formation de niveau universitaire en radioprotection et qu’ils ont subi avec succès un contrôle de connaissance.
6° Voor wat het gebruik van röntgenstralen voor de tandradiografie betreft, wordt de vergunning enkel verleend aan de practici die een diploma of een getuigschrift of een attest kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij een opleiding in de stralingsbescherming van universitair niveau hebben genoten en hierover met succes een kenniscontrole hebben ondergaan.
La formation visée ci-dessus porte sur les effets médicaux de l’exposition aux radiations ionisantes, les règles pratiques de radioprotection, y compris leurs bases physiques et les méthodes de mesure de rayonnements, la législation en radioprotection, l’estimation et l’évaluation des doses auxquelles le patient est exposé ainsi que leur distribution selon les techniques utilisées pour les examens radiographiques dentaires.
De hierboven bedoelde opleiding slaat op de medische gevolgen van de blootstelling aan ioniserende stralingen, de praktische regels van stralingsbescherming met inbegrip van hun fysische grondslagen en de methodes voor het meten van stralingen, de wetgeving inzake stralingsbescherming en de schatting en de beoordeling van de doses waaraan de patiënt blootstaat, evenals hun distributie, naargelang de aangewende technieken voor tandradiografische onderzoeken.
Les praticiens qualifiés pour exercer l’art dentaire avant le 1er juillet 1994 sont considérés comme ayant satisfait aux conditions de formation décrites ci-dessus.
De practici die vóór 1 juli 1994 gekwalificeerd waren om de tandheelkunde te beoefenen, worden geacht voldaan te hebben aan de hiervoor beschreven opleidingsvereisten.
Les utilisateurs de rayons X pour la radiographie dentaire sont tenus d’entretenir et de développer leurs connaissances et leur compétence en radioprotection, dans le cadre d’une formation continue de niveau universitaire.
De gebruikers van röntgenstralen voor tandradiografie zijn er echter wel toe gehouden hun kennis en bekwaamheid op het gebied van de stralingsbescherming op peil te houden en te vervolmaken, in het kader van een permanente vorming van universitair niveau.
7° En ce qui concerne l’utilisation d’appareils et la détention et l’utilisation des radionucléides dans le cadre de la radiothérapie, l’autorisation n’est accordée qu’à des médecins spécialistes pouvant produire un diplôme, un certificat ou une attestation dont il ressort qu’ils ont suivi une formation de niveau universitaire comportant au moins 120 heures de théorie et 80 heures de pratique, portant sur la physique nucléaire, les méthodes de mesure de rayonnements, la radiochimie, la radioprotection, la législation en radioprotection, la radiotoxicologie, la radiobiologie et la dosimétrie en radiothérapie et qu’ils ont subi avec succès un contrôle de connaissances.
7° Wat betreft het gebruik van toestellen en het in bezit houden en het gebruik van radionucliden in het kader van de radiotherapie, wordt de vergunning enkel verleend aan geneesheren-specialisten die een diploma, een getuigschrift of een attest kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij een opleiding van universitair niveau hebben gevolgd die minstens 120 uren theorie en 80 uren praktijk omvat en is afgestemd op de kernfysica, de methodes voor het meten van stralingen, de radiochemie, de stralingsbescherming, de wetgeving inzake stralingsbescherming, de radiotoxicologie, de radiobiologie en de dosimetrie in de radiotherapie, en dat zijn hierover met succes een kenniscontrole hebben ondergaan.
Les médecins agréés comme porteurs du titre professionnel particulier de médecin spécialiste en radiothérapie ou radio- et radiumthérapie avant le 1er juillet 1994 sont considérés comme ayant satisfait aux conditions de formation décrites ci-dessus.
De artsen die vóór 1 juli 1994 werden erkend als houder van de bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in de radiotherapie of radio- en radiumtherapie, worden geacht aan de hiervoor beschreven opleidingsvereisten te hebben voldaan.
L’Agence peut subordonner son autorisation au respect de conditions qu’elle peut fixer et qui sont relatives entre autres aux conditions d’hospitalisation et de sortie des patients traités au moyen de radionucléides, ainsi qu’aux conditions de traitement ambulatoire de ces mêmes patients.
Het Agentschap kan het verlenen van een vergunning afhankelijk maken van de naleving van de voorwaarden, die door hem kunnen worden bepaald en die o.a. betrekking hebben op de voorwaarden voor de hospitalisatie en voor het ontslaan uit het ziekenhuis van patiënten die via metabolische weg met radionucliden werden behandeld en eveneens op de voorwaarden inzake de ambulante behandeling van deze patiënten.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28189
8° Les personnes autorisées avant le 1er juillet 1994 et qui notifient un changement d’adresse et/ou de lieu(x) d’exercice, sont considérées comme ayant satisfait aux conditions de formation appropriées décrites aux 4°, 6° ou 7°, suivant que leur autorisation a été délivrée à des fins de radiodiagnostic médical, à des fins de radiographie dentaire ou à des fins de radiothérapie.
8° Van de personen die vergund zijn vóór 1 juli 1994 en die een wijziging melden van hun adres en/of van de plaats(en) waar zij hun activiteit uitoefenen wordt aangenomen dat zij voldaan hebben aan de gepaste opleidingsvoorwaarden beschreven in 4°, 6° of 7°, al naargelang hun vergunning werd verleend voor doeleinden van medische radiodiagnostiek, van tandradiografie of van radiotherapie.
9° La demande d’autorisation est adressée à l’Agence par lettre recommandée.
9° De vergunningsaanvraag wordt bij aangetekend schrijven gericht aan het Agentschap.
Si l’Agence estime qu’elle ne peut pas accorder l’approbation sollicitée, elle en informe au préalable le demandeur en précisant qu’il a le droit d’être entendu dans les 30 jours calendriers à partir de la notification.
Indien het Agentschap van oordeel is dat de gevraagde vergunning niet kan worden toegekend, wordt dit vooraf aan de aanvrager medegedeeld, waarbij wordt verduidelijkt dat hij het recht heeft om binnen de dertig kalenderdagen vanaf de kennisgeving gehoord te worden.
10° Pour les utilisateurs d’appareils et de radionucléides dans le cadre de la radiothérapie, la compétence du demandeur en radioprotection et dans les disciplines citées plus haut fait l’objet d’un avis du jury visé à l’article 54.9.
10° Voor de gebruikers van toestellen en van radionucliden in het kader van de radiotherapie, maakt de bekwaamheid van de aanvrager op het gebied van de stralingsbescherming en in de voormelde disciplines het voorwerp uit van een advies van de jury bedoeld in artikel 54.9.
11° Toute modification d’activité, qui sort des limitations fixées dans l’autorisation, fait l’objet d’une nouvelle demande.
11° Voor elke wijziging van werkzaamheden, buiten de beperkingen die door de vergunning worden aangegeven, dient een nieuwe aanvraag ingediend.
12° La détention et l’utilisation des radionucléides destinés au diagnostic in vivo ou in vitro ou à la thérapie dans le cadre de la médecine nucléaire font l’objet d’une autorisation délivrée par l’Agence et réservée aux personnes visées au 1°, alinéa 1er et 3.
12° Voor het in bezit houden of het gebruik van de radionucliden bestemd voor de in vivo of in vitro diagnostiek of voor de therapie in het kader van de nucleaire geneeskunde is een vergunning vereist die door het Agentschap wordt verleend en die voorbehouden is aan de in 1°, lid 1 en 3, bedoelde personen.
Cette autorisation vise la nature et la quantité des radionucléides que ces personnes peuvent détenir et utiliser en fonction des endroits et locaux de détention et d’utilisation, ainsi que les formes d’application que ces personnes peuvent réaliser.
Die vergunning slaat op de aard en op de hoeveelheid van de radionucliden die deze personen mogen in bezit houden en gebruiken, afhankelijk van de plaatsen en lokalen van bewaring en van gebruik, evenals op de toepassingsvormen die deze personen mogen aanwenden.
L’Agence peut subordonner son autorisation au respect de conditions relatives entre autres aux conditions d’hospitalisation et de sortie des patients traités au moyen de radionucléides par voie métabolique qu’elle peut elle-même définir, ainsi qu’aux conditions de traitement ambulatoire de ces mêmes patients.
Het Agentschap kan het verlenen van een vergunning afhankelijk maken van de naleving van de voorwaarden, die door hem kunnen worden bepaald en die o.a. betrekking hebben op de voorwaarden voor de hospitalisatie en voor het ontslaan uit het ziekenhuis van patiënten die via metabolische weg met radionucliden werden behandeld en eveneens op de voorwaarden inzake de ambulante behandeling van deze patiënten.
13° La demande d’autorisation visée au 12° est adressée à l’Agence, sous pli recommandé à la poste et sur un formulaire d’un modèle établi sur celle-ci.
13° De aanvraag voor de vergunning bedoeld in 12° wordt bij een ter post aangetekend schrijven gericht aan het Agentschap op een formulier waarvan het model door het Agentschap is vastgesteld.
Si l’Agence estime qu’elle ne peut pas accorder l’approbation sollicitée, elle en informe au préalable le demandeur en précisant qu’il a le droit d’être entendu dans les 30 jours calendriers à partir de la notification.
Indien het Agentschap van oordeel is dat de gevraagde vergunning niet kan worden toegekend, wordt dit vooraf aan de aanvrager medegedeeld, waarbij wordt verduidelijkt dat hij het recht heeft om binnen de dertig kalenderdagen vanaf de kennisgeving gehoord te worden.
14° Les autorisations visées au 12° ne sont accordées qu’aux demandeurs pouvant produire un certificat ou une attestation dont il ressort qu’ils ont suivi une formation de niveau universitaire comportant au moins 120 heures de théorie et 80 heures de pratique, portant sur la physique nucléaire, les méthodes de mesure de rayonnements, la radiochimie, la radioprotection, la législation en radioprotection, la radiotoxicologie, la radiobiologie et la radiopharmacie, et qu’ils ont subi avec succès un contrôle de connaissances.
14° De vergunningen bedoeld in 12° worden enkel verleend aan de aanvragers die een getuigschrift of een attest kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij een opleiding van universitair niveau hebben gevolgd die minstens 120 uren theorie en 80 uren praktijk omvat en slaat op de kernfysica, de methodes voor het meten van stralingen, de radiochemie, de stralingsbescherming, de wetgeving inzake stralingsbescherming, de radiotoxicologie, de radiobiologie en de radiofarmacie, en met succes een kenniscontrole hebben ondergaan.
Les personnes autorisées avant le 1er juillet 1994 et qui demandent une nouvelle autorisation en raison d’un changement du(des) lieu(x) d’exercice sont considérés comme ayant satisfaits aux conditions de formation décrites à l’alinéa précédent.
Van de personen vergund vóór 1 juli 1994 die een nieuwe vergunning vragen om reden van wijziging van de plaats(en) waar zij hun activiteit uitoefenen, wordt aangenomen dat zij voldoen aan de opleidingsvoorwaarden beschreven in het voorgaande lid.
Les médecins qui ont été agréés comme porteurs des titres professionnels particuliers de médecin spécialiste en médecine nucléaire ou de médecin spécialiste en biologie clinique et en médecine nucléaire in vitro avant le 1er juillet 1994, ainsi que les pharmaciens biologistes ou assimilés habilités pour les applications in vitro des radionucléides avant le 1er juillet 1994 sont considérés comme ayant satisfaits aux conditions de formation décrites ci-dessus.
De artsen die vóór 1 juli 1994 erkend zijn als houder van de bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in de nucleaire geneeskunde of in de klinische biologie en in de nucleaire in vitro geneeskunde evenals de apothekers-biologen of gelijkgestelden die vóór 1 juli 1994 bevoegd waren voor de in vitro toepassingen van radionucliden, worden geacht aan de hierboven beschreven opleidingsvereisten te hebben voldaan.
La compétence du demandeur de l’autorisation fait l’objet d’un avis du jury médical visé à l’article 54.9 et porte sur les diplômes, certificats et titres.
De bekwaamheid van de aanvrager van de vergunning maakt het voorwerp uit van een advies van de jury bedoeld in artikel 54.9 en heeft betrekking op de diploma’s, getuigschriften en titels.
28190
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
En ce qui concerne les médecins, l’avis porte également sur tout élément de justification que l’intéressé peut produire et qui a été jugé satisfaisant par le jury visé à l’article 54.9. Dans le cas des vétérinaires, le jury émet un avis en fonction des éléments scientifiques et professionnels avancés par le demandeur.
Voor de artsen slaat het advies bovendien ook op elk door de betrokkene ter overtuiging ingediend element, dat door de jury bedoeld in artikel 54.9 bevredigend wordt geacht. Voor de dierenartsen verstrekt de jury een advies op grond van de wetenschappelijke en beroepselementen die de aanvrager voorlegt.
15° Toute modification d’activité, qui sort des limitations fixées dans l’autorisation, ainsi que tout changement dans l’endroit où l’activité est exercée, fait l’objet d’une nouvelle demande.
15° Elke wijziging van de werkzaamheden die valt buiten de beperkingen die door de vergunning worden aangegeven, evenals elke verandering van plaats waar de activiteit wordt uitgeoefend, geeft aanleiding tot een nieuwe aanvraag voor een speciale vergunning.
81.6.10. Les dispositions visées à l’article 54.9 entrent en vigueur le 1er juin 2007.
81.6.10. De bepalingen bedoeld in artikel 54.9. worden van kracht op 1 juni 2007.
Jusqu’au 1er juin 2007, le jury médical visé à l’article 54.9 est composé de représentants de l’Agence et d’autres personnalités, choisis en vertu de leur compétence scientifique : spécialistes en radioprotection, experts en radiophysique médicale dans les trois domaines visés à l’article 51.7 (radiothérapie, médecine nucléaire in vivo, radiologie), médecins agréés comme porteurs du titre professionnel particulier de médecin spécialiste en médecine du travail, de médecin-spécialiste en radiothérapie-oncologie, de médecin spécialiste en radiodiagnostic, de médecin spécialiste en médecine nucléaire, et de médecin spécialiste en biologie clinique et en médecine nucléaire in vitro et pharmaciens biologistes ou assimilés habilités pour les applications in vitro des radionucléides.
Tot 1 juni 2007 wordt de medische jury bedoeld in artikel 54.9. samengesteld uit vertegenwoordigers van het Agentschap en uit persoonlijkheden gekozen wegens hun wetenschappelijke bekwaamheid : specialisten in de stralingsbescherming, deskundigen in de medische stralingsfysica in de drie gebieden bedoeld in artikel 51.7 (radiotherapie, nucleaire geneeskunde in vivo, radiologie), artsen erkend als houder van de bijzondere beroepstitel van geneesheerspecialist in de radiotherapie-oncologie, van geneesheer-specialist in de röntgendiagnose, van geneesheer-specialist in de nucleaire geneeskunde en van geneesheer-specialist in de klinische biologie en in de nucleaire in vitro geneeskunde en apothekers-biologen of gelijkgestelden bevoegd voor de in vitro toepassingen van radionucliden.
Jusqu’au 1er juin 2007 les règles d’entrée en vigueur suivantes sont d’application pour le jury médical visé à l’article 54.9 :
Tot 1 juni 2007 gelden de volgende werkingsregels voor de medische jury bedoeld in artikel 54.9. :
Les membres du jury peuvent être choisis dans le jury médical visé à l’article 75.2.8 ou hors de celui-ci. La composition de ce jury est modulée selon les matières traitées afin d’assurer un équilibre représentatif des divers domaines susmentionnés.
De leden van de jury mogen worden gekozen uit de medische jury bedoeld in artikel 75.2.8 of daarbuiten. De samenstelling van deze jury wordt aangepast volgens de behandelde onderwerpen teneinde een evenwichtige vertegenwoordiging van de hogergenoemde gebieden te verzekeren.
Si le jury estime qu’un avis favorable ne peut pas être donné, il en informe au préalable le demandeur en précisant qu’il a le droit, s’il en fait la demande, d’être entendu par le jury dans les 30 jours calendriers à partir de la notification.
Indien de jury van oordeel is dat er geen gunstig advies kan gegeven worden, wordt dit aan de aanvrager medegedeeld waarbij wordt verduidelijkt dat hij het recht heeft om door de jury gehoord te worden indien hij daartoe verzoekt binnen de dertig kalenderdagen vanaf de kennisgeving.
L’Agence peut demander l’avis du jury pour chaque matière en rapport avec l’application des articles 50 à 55.2 y compris.″
Het Agentschap kan het advies van de jury inwinnen voor elk onderwerp dat betrekking heeft op de toepassing van de artikelen 50 tot en met 55.2.″
Art. 5. A l’exception de l’article 51.8. visé à l’article 2 du présent arrêté et de l’article 3 qui entrent en vigueur le 1er juin 2007, le présent arrêté produit ses effets le 8 novembre 2006.
Art. 5. Met uitzondering van artikel 51.8. bedoeld in artikel 2 van dit besluit, en artikel 3 die in werking treden op 1 juni 2007, heeft dit besluit uitwerking met ingang van 8 november 2006.
Art. 6. Notre Ministre qui a l’économie dans ses attributions, Notre Ministre qui a l’intérieur dans ses attributions, Notre Ministre qui a l’énergie dans ses attributions, Notre Ministre qui a les finances dans ses attributions, Notre Ministre qui a la santé publique dans ses attributions, Notre Ministre qui a l’emploi et le travail dans ses attributions, Notre Ministre qui a le transport dans ses attributions, sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution du présent arrêté.
Art. 6. Onze Minister tot wiens bevoegdheid de economie behoort, Onze Minister tot wiens bevoegdheid de binnenlandse zaken behoren, Onze Minister tot wiens bevoegdheid de energie behoort, Onze Minister tot wiens bevoegdheid de financiën behoren, Onze Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort, Onze Minister tot wiens bevoegdheid de tewerkstelling en de arbeid behoren, Onze Minister tot wiens bevoegdheid het vervoer behoort, zijn ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Donné à Bruxelles, le 17 mai 2007.
Gegeven te Brussel, 17 mei 2007.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de la Justice, Mme L. ONKELINX
De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX
Le Ministre des Finances, D. REYNDERS
De Minister van Financiën, D. REYNDERS
Le Ministre de l’Intérieur, P. DEWAEL
De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL
Le Ministre de l’Economie, de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique, M. VERWILGHEN
De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN
Le Ministre des Affaire sociales et de la Santé publique, R. DEMOTTE
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE
Le Ministre de la Mobilité, R. LANDUYT
De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT
Le Ministre de l’Environnement, B. TOBBACK
De Minister van Leefmilieu, B. TOBBACK
Le Ministre de l’Emploi, P. VANVELTHOVEN
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
28191
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
F. 2007 — 2126 [C − 2007/22797] 26 AVRIL 2007. — Arrêté royal fixant la date d’entrée en vigueur de l’article 5, 3°, de la loi du 24 mai 2005 modifiant l’arrêté royal n° 143 du 30 décembre 1982 fixant les conditions auxquelles les laboratoires doivent répondre en vue de l’intervention de l’assurance maladie pour les prestations de biologie clinique
N. 2007 — 2126 [C − 2007/22797] 26 APRIL 2007. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 5, 3° van de wet van 24 mei 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming van de ziekteverzekering voor verstrekkingen van klinische biologie
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 24 mai 2005 modifiant l’arrêté royal n° 143 du 30 décembre 1982 fixant les conditions auxquelles les laboratoires doivent répondre en vue de l’intervention de l’assurance maladie pour les prestations de biologie clinique, notamment l’article 12, § 2;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 24 mei 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming aan de ziekteverzekering voor vestrekkingen van klinische biologie, inzonderheid op 12, § 2; Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 29 januari 2007; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 16 februari 2007; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 28 februari 2007; Gelet op het advies 42.478/1 van de Raad van State gegeven op 27 maart 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,
Vu l’avis du Comité de l’assurance soins de santé, donné le 29 janvier 2007; Vu l’avis de l’Inspection des Finances du 16 février 2007; Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 28 février 2007; Vu l’avis 42.478/1 du Conseil d’Etat, donné le 27 mars 2007 en application de l’article 84, § 1, 1° des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique et de l’avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons arrêté et arrêtons :
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
er
Article 1 . L’article 5, 3° de la loi du 24 mai 2005 modifiant l’arrêté royal n° 143 du 30 décembre 1982 fixant les conditions auxquelles les laboratoires doivent répondre en vue de l’intervention de l’assurance maladie pour les prestations de biologie clinique, entre en vigueur à la date d’entrée en vigueur du présent arrêté.
Artikel 1. Artikel 5, 3° van de wet van 24 mei 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming van de ziekteverzekering voor verstrekkingen van klinische biologie, treedt in werking op de datum van inwerkingtreding dit besluit.
Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du quatrième mois qui suit sa publication au Moniteur belge.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de vierde maand die volgt op zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. Notre ministre des Affaires sociales et de la Santé publique est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donné à Bruxelles, le 26 avril 2007.
Gegeven te Brussel, 26 april 2007.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, R. DEMOTTE
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE F. 2007 — 2127
[C − 2007/22798] er
26 AVRIL 2007. — Arrêté royal exécutant l’article 3, § 1 , 2°, de l’arrêté royal n° 143 du 30 décembre 1982 fixant les conditions auxquelles les laboratoires doivent répondre en vue de l’intervention de l’assurance obligatoire soins de santé pour les prestations de biologie clinique
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
N. 2007 — 2127
[C − 2007/22798]
26 APRIL 2007. — Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 3, § 1, 2°, van het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor verstrekkingen van klinische biologie ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Vu l’arrêté royal exécutant l’article 3, § 1er, alinéa 1er, 2°, de l’arrêté royal n° 143 du 30 décembre 1982 fixant les conditions auxquelles les laboratoires doivent répondre en vue de l’intervention de l’assurance obligatoire soins de santé pour des prestations de biologie clinique, notamment l’article 3, § 1er, 2°, remplacé et renuméroté par la loi du 24 mai 2005;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor verstrekkingen van klinische biologie, inzonderheid op artikel 3, § 1, 2°, vervangen en hernummerd door de wet van 24 mei 2005;
Vu l’avis du Comité de l’assurance soins de santé, donné le 29 janvier 2007;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 29 januari 2007;
28192
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Vu l’avis de l’Inspection des Finances du 16 février 2007;
Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 27 février 2007;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 16 februari 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 28 februari 2007
Vu l’avis du Conseil d’Etat 42.458/1, donné le 27 mars 2007 en application de l’article 84, § 1, 1° des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat;
Gelet op het advies 42.458/1 van de Raad van State gegeven op 27 maart 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique et de l’avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil,
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,
Considérant que l’article 3, § 1er, 4° de l’arrêté royal du 30 décembre 1982 fixant les conditions auxquelles les laboratoires doivent répondre en vue de l’intervention de l’assurance maladie pour les prestations de biologie clinique prévoit, à compter d’une date à fixer par le Roi, que les laboratoires pourront être exploités par des personnes morales qui relèvent de certaines catégories fixées par le Roi par arrêté délibéré en Conseil des Ministres; que cela concerne globalement les laboratoires qui ne sont pas exploités par des personnes physiques, des hôpitaux, des universités ou des autorités publiques; que ces personnes morales sont définies par le présent projet d’arrêté comme étant trois catégories de sociétés de personnes civiles et des personnes morales sans but lucratif, que tous les effets de la présente réglementation devront être évalués au plus tard fin 2009 avant de procéder, le cas échéant, à une prolongation; que cette évaluation a trait aussi bien aux dépenses dans l’assurance obligatoire soins de santé qu’à la qualité des prestations,
Overwegende dat artikel 3, § 1, 4°, van het koninklijk besluit van 30 december 1982 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor vestrekkingen van klinische biologie, met ingang van een door een Koning te bepalen datum, voorziet dat laboratoria kunnen worden uitgebaat door rechtspersonen die behoren tot de door de Koning, bij in Ministerraad overlegd besluit, bepaalde categorieën; dat dit globaal de laboratoria betreft die niet door fysieke personen, ziekenhuizen, universiteiten of openbare overheden worden uitgebaat; dat bij onderhavig ontwerp van besluit deze rechtspersonen worden gedefinieerd als zijnde drie categorieën burgerlijke personenvennootschappen en rechtspersonen zonder winstoogmerk; dat alle effecten van deze regeling uiterlijk eind 2009 dienen te worden geëvalueerd alvorens desgevallend tot een verlenging over te gaan; dat deze evaluatie zowel de uitgaven in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, als de kwalitatieve verstrekking betreft,
Nous avons arrêté et arrêtons :
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1er. Les personnes morales visées à l’article 3, § 1er, 2°, de l’arrêté royal n° 143 du 30 décembre 1982 fixant les conditions auxquelles les laboratoires doivent répondre en vue de l’intervention de l’assurance obligatoire soins de santé pour les prestations de biologie clinique, sont les suivantes :
Artikel 1. De rechtspersonen bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging zijn de volgende :
1° la société civile ayant emprunté la la forme d’une société privée à responsabilité limitée;
1° de burgerlijke vennootschap die de vorm heeft van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid;
2° la société civile ayant emprunté la forme d’une société en nom collectif;
2° de burgerlijke vennootschap die de vorm heeft van een vennootschap onder firma;
3° la société civile ayant la forme d’une société coopérative; 4° une personne morale sans but lucratif.
3° de burgerlijke vennootschap die de vorm heeft van een coöperatieve vennootschap; 4° een rechtspersoon zonder winstoogmerk.
Les personnes juridiques visées à l’alinéa précédent doivent reprendre une disposition dans leurs statuts selon laquelle les personnes morales visées tendent vers une pratique de qualité qui évite tout acte entraînant des dépenses supplémentaires injustifiées par l’assurance obligatoire soins de santé ou par les patients ou les personnes qui assurent le paiement des prestations.
De in het vorige lid bedoelde rechtspersonen dienen in hun statuten een bepaling op te nemen krachtens welke bedoelde rechtspersonen een kwaliteitsvolle praktijkvoering nastreven waarbij elke daad die leidt tot onverantwoorde bijkomende uitgaven door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging of door de patiënten of de personen die voor de betaling van de verstrekkingen instaan, wordt vermeden.
Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du quatrième mois qui suit sa publication au Moniteur belge et cesse d’être en vigueur le 31 décembre 2009.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de vierde maand die volgt op zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2009.
Art. 3. Notre ministre des Affaires sociales et de la Santé publique est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donné à Bruxelles, le 26 avril 2007.
Gegeven te Brussel, 26 april 2007.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, R. DEMOTTE
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE
28193
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE F. 2007 — 2128
[C − 2007/22769]
7 MAI 2007. — Arrêté royal rendant applicables à l’Office européen des Brevets, les dispositions de la loi du 10 février 2003 réglant le transfert de droits à pensions entre des régimes belges de pensions et ceux d’institutions de droit international public
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
N. 2007 — 2128
[C − 2007/22769]
7 MEI 2007. — Koninklijk besluit dat de bepalingen van de wet van 10 februari 2003 tot regeling van de overdracht van pensioenrechten tussen Belgische pensioenregelingen en die van instellingen van internationaal publiek recht, toepasselijk maakt op het Europees Octrooibureau ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Vu la loi du 10 février 2003 réglant le transfert de droits à pensions entre des régimes belges de pensions et ceux d’institutions de droit international public, notamment l’article 3, § 2;
Gelet op de wet van 10 februari 2003 tot regeling van de overdracht van pensioenrechten tussen Belgische pensioenregelingen en die van instellingen van internationaal publiek recht, inzonderheid op artikel 3, § 2;
Considérant que, par lettre du 22 août 2003, l’Office européen des Brevets a demandé que les dispositions de la loi du 10 février 2003 précitée soient rendues applicables à cet Office;
Overwegende dat het Europees Octrooibureau, in een brief van 22 augustus 2003, heeft gevraagd om de bepalingen van voormelde wet van 10 februari 2003 op dit bureau toepasselijk te maken;
Vu l’avis du Comité de gestion de l’Office national des pensions, donné le 28 février 2005;
Gelet op de advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen, gegeven op 28 februari 2005;
Vu l’avis du Conseil d’administration de l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants, donné le 2 mars 2005;
Gelet op het advies van de Raad van beheer van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, gegeven op 2 maart 2005;
Vu l’avis du Comité de gestion de l’Office de sécurité sociale d’outre-mer, donné le 19 avril 2005;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Dienst voor Overzeese sociale Zekerheid, gegeven op 19 april 2005;
Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 3 mai 2005;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 3 mei 2005;
Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 16 novembre 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 16 november 2005;
Vu l’avis de la Commission Entreprises publiques du 13 février 2006;
Gelet op het advies van het Comité Overheidsbedrijven van 13 februari 2006;
Vu le protocole du Comité de négociation du personnel militaire des forces armées du 7 mars 2006;
Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht van 7 maart 2006;
Vu le protocole n° 154/2 du 26 juin 2006 du Comité commun à l’ensemble des services publics;
Gelet op het protocol nr 154/2 van 26 juni 2006 van het Gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten;
Vu l’avis du Conseil d’Etat n° 40.955/2, donné le 16 avril 2007; Sur la proposition de Notre Ministre des Pensions et de Notre Ministre des Classes moyennes et de l’avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons arrêté et arrêtons :
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 40.955/2, gegeven op 16 april 2007; Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en van Onze Minister van Middenstand en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1er. Pour l’application du présent arrêté, il faut entendre :
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan :
1° par « la loi » : la loi du 10 février 2003 réglant le transfert de droits à pensions entre des régimes belges de pensions et ceux d’institutions de droit international public;
1° onder « de wet » : de wet van 10 februari 2003 tot regeling van de overdracht van pensioenrechten tussen Belgische pensioenregelingen en die van instellingen van internationaal publiek recht;
2° par « l’OEB » : l’Office européen des Brevets;
2° onder « het EOB » : het Europees Octrooibureau;
3° par « le règlement de pensions » : le règlement de pensions de l’OEB;
3° onder « het pensioenreglement » : het pensioenreglement van het EOB;
4° par « agent » : le fonctionnaire visé à l’article 1er, § 1er du règlement de pensions ou l’agent contractuel visé à l’article 10, § 2 des conditions d’emploi des agents contractuels de l’Office européen des Brevets;
4° onder « ambtenaar » : de ambtenaar in de zin van artikel 1, § 1 van het pensioenreglement of het contractueel personeelslid bedoeld in artikel 10, § 2 van de arbeidsvoorwaarden van de contractuele personeelsleden van het Europees Octrooibureau;
5° par « l’Office » : l’Office au sens de l’article 2, 5° de la loi.
5° onder « de Dienst » : de Dienst in de zin van artikel 2, 5° van de wet.
Art. 2. La loi est applicable à l’OEB selon les modalités particulières prévues par le présent arrêté.
Art. 2. De wet is toepasselijk op het EOB overeenkomstig de in dit besluit bepaalde bijzondere nadere regels.
Art. 3. Lors de sa transmission à l’Office, la demande de transfert prévue à l’article 4 de la loi doit être accompagnée d’un document constatant l’accord de l’OEB et indiquant la date de l’entrée en service de l’agent.
Art. 3. Wanneer zij wordt overgezonden aan de Dienst dient de in artikel 4 van de wet bepaalde aanvraag tot overdracht vergezeld te zijn van een document dat het akkoord van het EOB bevat en dat de datum van indiensttreding van de ambtenaar aangeeft.
Art. 4. § 1er. Pour les agents qui doivent effectuer un stage probatoire, la demande de transfert prévue à l’article 4 de la loi doit parvenir à l’Office dans un délai de six mois à compter de la notification de la confirmation de l’engagement à l’issue du stage probatoire.
Art. 4. § 1. Voor de ambtenaren die een proeftijd dienen te doorlopen, dient de in artikel 4 van de wet bepaalde aanvraag tot overdracht bij de Dienst toe te komen binnen een termijn van zes maanden na de betekening van de bevestiging van de aanwerving na afloop van de proeftijd.
28194
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
§ 2. Pour les agents dispensés d’effectuer un stage probatoire, la demande de transfert prévue à l’article 4 de la loi doit parvenir à l’Office dans un délai de six mois à compter de la date de l’entrée en fonction.
§ 2. Voor de van een proeftijd vrijgestelde ambtenaren dient de in artikel 4 van de wet bepaalde aanvraag tot overdracht bij de Dienst toe te komen binnen een termijn van zes maanden na de datum van indiensttreding.
§ 3. Pour l’agent contractuel visé à l’article 10, § 2 des conditions d’emploi des agents contractuels de l’OEB qui devient fonctionnaire au sens de l’article 1er, § 1er du règlement de pensions, la demande de transfert prévue à l’article 4 de la loi doit parvenir à l’Office dans un délai de six mois à compter de la date de l’entrée en fonction comme fonctionnaire.
§ 3. Voor het contractueel personeelslid bedoeld in artikel 10, § 2 van de arbeidsvoorwaarden van de contractuele personeelsleden van het EOB dat ambtenaar wordt in de zin van artikel 1, § 1 van het pensioenreglement dient de in artikel 4 van de wet bepaalde aanvraag tot overdracht bij de Dienst toe te komen binnen een termijn van zes maanden na de datum van indiensttreding als ambtenaar.
Art. 5. Les ayants droit d’un agent visé à l’article 4 qui est décédé avant l’expiration des délais prévus par cet article sans avoir introduit la demande prévue par l’article 4 de la loi, peuvent introduire la demande prévue par l’article 5, § 2 de la loi jusqu’au terme de ces délais.
Art. 5. De rechtverkrijgenden van een in artikel 4 bedoelde ambtenaar die overleden is voor het verstrijken van de in dat artikel bepaalde termijnen zonder de in artikel 4 van de wet bepaalde aanvraag te hebben ingediend, kunnen de in artikel 5, § 2 van de wet bepaalde aanvraag indienen tot het verstrijken van die termijnen.
Art. 6. La demande de transfert prévue à l’article 4 de la loi doit parvenir à l’Office au plus tard le dernier jour du sixième mois qui suit celui de l’entrée en vigueur du présent arrêté pour :
Art. 6. De in artikel 4 van de wet bepaalde aanvraag tot overdracht dient bij de Dienst toe te komen uiterlijk de laatste dag van de zesde maand volgend op die van de inwerkingtreding van dit besluit voor :
1° les agents en fonction à la date d’entrée en vigueur du présent arrêté à l’exception des agents en stage;
1° de ambtenaren in dienst op de datum van inwerkingtreding van dit besluit met uitzondering van de stagedoende ambtenaren;
2° les anciens agents dont la pension à charge du régime de pension de l’OEB a pris cours entre le 1er janvier 2002 et la date d’entrée en vigueur du présent arrêté.
2° de gewezen ambtenaren van wie het pensioen ten laste van de pensioenregeling van het EOB is ingegaan tussen 1 januari 2002 en de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 7. Les ayants droit d’un agent visé à l’article 6 qui est décédé avant l’expiration du délai prévu par cet article sans avoir introduit la demande prévue par l’article 4 de la loi, peuvent introduire la demande prévue par l’article 5, § 2 de la loi jusqu’au terme de ce délai.
Art. 7. De rechtverkrijgenden van een in artikel 6 bedoelde ambtenaar die overleden is voor het verstrijken van de in dat artikel bepaalde termijn zonder de in artikel 4 van de wet bepaalde aanvraag te hebben ingediend, kunnen de in artikel 5, § 2 van de wet bepaalde aanvraag indienen tot het verstrijken van die termijn.
Art. 8. L’Office rejette toute demande qui lui parvient après l’expiration des délais prévus aux articles 4 à 7.
Art. 8. De Dienst verwerpt elke aanvraag die bij hem toekomt na het verstrijken van de in de artikelen 4 tot 7 bepaalde termijnen.
Art. 9. Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du mois qui suit celui au cours duquel il aura été publié au Moniteur belge.
Art. 9. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die waarin het in het Belgisch Staatsblad zal zijn bekendgemaakt.
Art. 10. Notre Ministre des Pensions et Notre Ministre des Classes moyennes sont, chacun en ce qui le concerne, chargés de l’exécution du présent arrêté.
Art. 10. Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister van Middenstand zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.
Donné à Bruxelles, le 7 mai 2007.
Gegeven te Brussel, 7 mei 2007.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre des Pensions, B. TOBBACK
De Minister van Pensioenen, B. TOBBACK
La Ministre des Classes moyennes, Mme S. LARUELLE
De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE F. 2007 — 2129
[C − 2007/22746]
11 MAI 2007. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 14 septembre 1984 établissant la nomenclature des prestations de santé en matière d’assurance obligatoire soins de santé et indemnités
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
N. 2007 — 2129
[C − 2007/22746]
11 MEI 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Vu la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, notamment l’article 35, § 2, 2° modifié par la loi du 20 décembre 1995 et l’arrêté royal du 25 avril 1997;
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 35, § 2, 2° gewijzigd bij de wet van 20 december 1995 en het koninklijk besluit van 25 april 1997;
Vu l’annexe à l’arrêté royal du 14 septembre 1984 établissant la nomenclature des prestations de santé en matière d’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, notamment l’article 5, remplacé par l’arrêté royal du 6 décembre 2005 et modifié par les arrêtés royaux des 13 février 2006, 5 octobre 2006 et 22 novembre 2006 et l’article 6, modifié par les arrêtés royaux des 7 juin 1991, 19 décembre 1991, 8 août 1997, 29 mars 2000, 11 décembre 2000, 15 juin 2001, 28 février 2002, 20 septembre 2002, 6 décembre 2005, 13 février 2006, 5 octobre 2006 et 22 novembre 2006;
Gelet op de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, inzonderheid op artikel 5, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 december 2005 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 februari 2006, 5 oktober 2006 en 22 november 2006 en op artikel 6, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 juni 1991, 19 december 1991, 8 augustus 1997, 29 maart 2000, 11 december 2000, 15 juni 2001, 28 februari 2002, 20 september 2002, 6 december 2005, 13 februari 2006, 5 oktober 2006 en 22 november 2006;
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Vu les propositions du Conseil technique dentaire formulées au cours de ses réunions des 8 février 2007 et 8 mars 2007; Vu l’avis du Service d’évaluation et de contrôle médicaux de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité donné le 12 mars 2007; Vu la décision de la Commission nationale dento-mutualiste en date du 13 mars 2007; Vu l’avis de la Commission de contrôle budgétaire donné le 14 mars 2007; Vu la décision du Comité de l’assurance soins de santé de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité en date du 19 mars 2007; Vu l’avis de l’Inspecteur des finances, donné le 2 avril 2007; Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 9 mai 2007; Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l’article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l’urgence; Considérant qu’il s’agit en l’occurrence de l’exécution des projets N0708/01, 02, 04, 05, 06, 07, 11 et 12 de l’Accord national dento–mutualiste du 24 janvier 2007 qui doivent entrer en vigueur le 1er juin 2007; qu’une exécution dans les temps de cet Accord est nécessaire pour la sécurité tarifaire et pour le maintien du modèle de concertation en assurance soins de santé obligatoire. Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, Nous avons arrêté et arrêtons : er
Article 1 . A l’article 5 de l’annexe à l’arrêté royal du 14 septembre 1984 établissant la nomenclature des prestations de santé en matière d’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, remplacé par l’arrêté royal du 6 décembre 2005 et modifié par les arrêtés royaux des 13 février 2006, 5 octobre 2006 et 22 novembre 2006 sont apportées les modifications suivantes :
28195
Gelet op de voorstellen van de Technische tandheelkundige raad, gedaan tijdens zijn vergadering van 8 februari 2007 en 8 maart 2007; Gelet op het advies van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering gegeven op 12 maart 2007; Gelet op de beslissing van de Nationale commissie tandheelkundigen–ziekenfondsen van 13 maart 2007; Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole gegeven op 14 maart 2007; Gelet op de beslissing van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van 19 maart 2007; Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 2 april 2007; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, van 9 mei 2007; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat het hier gaat om de uitvoering van de voorstellen N0708/01, 02, 04, 05, 06, 07, 11 en 12 van het Nationaal akkoord tandheelkundigen–ziekenfondsen van 24 januari 2007 die in werking moeten treden op 1 juni 2007; dat een tijdige uitvoering van dit Akkoord nodig is voor de tariefzekerheid en voor het behoud van het overlegmodel in de verplichte ziekteverzekering; Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. In artikel 5 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 december 2005 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 februari 2006, 5 oktober 2006 en 22 november 2006 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° le § 1er est modifié comme suit :
1° § 1 wordt gewijzigd als volgt :
a) dans la rubrique « Consultations » :
a) in de rubriek « Raadplegingen » :
1. le numéro de prestation « 371011 » est remplacé par le numéro « 371011-371022 »;
1. wordt het verstrekkingsnummer « 371011 » door het verstrekkingsnummer « 371011-371022 » vervangen;
2. le numéro de prestation « 371033 » est remplacé par le numéro « 371033-371044 »;
2. wordt het verstrekkingsnummer « 371033 » door het verstrekkingsmer « 371033-371044 » vervangen;
3. le numéro de prestation « 371055 » est remplacé par le numéro « 371055-371066 »;
3. wordt het verstrekkingsnummer « 371055 » door het verstrekkingsnummer « 371055-371066 » vervangen;
4. le numéro de prestation « 371070 » est remplacé par le numéro « 371070-371081 ».
4. wordt het verstrekkingsnummer « 371070 » door het verstrekkingsnummer « 371070-371081 » vervangen.
b) dans la rubrique « Traitements préventifs » :
b) in de rubriek « Preventieve behandelingen » :
1. le numéro de prestation « 371556 » est remplacé par le numéro « 371556-371560 »;
1. wordt het verstrekkingsnummer « 371556 » door het verstrekkingsnummer « 371556-371560 » vervangen;
2. le numéro de prestation « 371571 » est remplacé par le numéro « 371571-371582 »;
2. wordt het verstrekkingsnummer « 371571 » door het verstrekkingsnummer « 371571-371582 » vervangen;
3. le numéro de prestation « 372514 » est remplacé par le numéro « 372514-372525 »;
3. wordt het verstrekkingsnummer « 372514 » door het verstrekkingsnummer « 372514-372525 » vervangen;
4. le numéro de prestation « 372536 » est remplacé par le numéro « 372536-372540 ».
4. wordt het verstrekkingsnummer « 372536 » door het verstrekkingsnummer « 372536-372540 » vervangen.
c) Dans la rubrique « Soins conservateurs » les prestations suivantes sont insérées après la prestation 374776-374780 :
c) in de rubriek « Conserverende verzorging » worden na de verstrekking 374776-374780 de volgende verstrekkingen ingevoegd :
« 373590-373601 ** Honoraires complémentaires pour l’utilisation de techniques adhésives pour des soins conservateurs prévus à l’art. 5 de la nomenclature, sur canines ou incisives, jusqu’au 12e anniversaire, par dent...........................................................................................................L 7,81 373612-373623 ** Honoraires complémentaires pour l’isolation de dent(s) au moyen d’une digue lors de soins conservateurs prévus à l’art. 5 de la nomenclature, jusqu’au 12e anniversaire, par séance et quel que soit le nombre de dents ................................................................................ L 7,81 373575-373586 * Forfait pour traitement d’urgence, uniquement dans le cadre d’un service de garde organisé, dans lequel un traitement prévu à l’article 5 de la nomenclature dans la rubrique des soins conservateurs ne peut être effectué que partiellement, jusqu’au 12e anniversaire ... L 58,55 »
« 373590-373601 ** Bijkomend honorarium voor het gebruik van adhesieve technieken voor conserverende verstrekkingen uit het artikel 5 van de nomenclatuur op snij- of hoektand, tot de 12de verjaardag, per tand ..... L 7,81 373612-373623 ** Bijkomend honorarium voor het afzonderen van één of meerdere tanden door middel van een cofferdam voor conserverende verstrekkingen uit het artikel 5 van de nomenclatuur, tot de 12de verjaardag, per zitting en ongeacht het aantal tanden..................................... L 7,81 373575-373586 * Forfait voor urgentiebehandeling, uitsluitend in het kader van een georganiseerde wachtdienst, waarbij een behandeling voorzien in artikel 5 van de nomenclatuur uit de rubriek conserverende verzorging slechts gedeeltelijk wordt uitgevoerd, tot de 12de verjaardag. L 58,55 »
28196
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
d) la rubrique « Extractions » est remplacée par la disposition suivante :
d) de rubriek « Extracties » wordt vervangen als volgt :
« EXTRACTIONS
« EXTRACTIES
374850-374861
374850-374861
* Extraction d’une canine lactéale, d’une molaire lactéale ou d’une dent définitive, jusqu’au 12e anniversaire................................... L 21,21 374872-374883 * Extraction d’une canine lactéale, d’une molaire lactéale ou d’une dent définitive jusqu’au 12e anniversaire, par dent supplémentaire dans le même quadrant et au cours de la même séance ..................... L 15 »
* Extractie van een melkhoektand, een melkmolaar of een blijvende tand, tot de 12de verjaardag .......................................................... L 21,21 374872-374883 * Extractie van een melkhoektand, een melkmolaar of een blijvende tand, tot de 12de verjaardag, per bijkomende tand in hetzelfde kwadrant en in dezelfde zitting ...................................................... L 15 »
2° le § 2 est modifié comme suit :
2° § 2 wordt gewijzigd als volgt :
a) dans la rubrique « Consultations » :
a) in de rubriek « Raadplegingen » :
1. le numéro de prestation « 0401-301011 » est remplacé par le numéro « 0401-301011-301022 »;
1. wordt het verstrekkingsnummer « 0401-301011 » door het verstrekkingnummer « 0401-301011-301022 » vervangen;
2. le numéro de prestation « 301033 » est remplacé par le numéro « 301033-301044 »;
2. wordt het verstrekkingsnummer « 301033 » door het verstrekkingsnummer « 301033-301044 » vervangen;
3. le numéro de prestation « 301055 » est remplacé par le numéro « 301055-301066 »;
3. wordt het verstrekkingsnummer « 301055 » door het verstrekkingsnummer « 301055-301066 » vervangen;
4. le numéro de prestation « 301070 » est remplacé par le numéro « 301070-301081 ».
4. wordt het verstrekkingsnummer « 301070 » door het verstrekkingsnummer « 301070-301081 » vervangen.
b) dans la rubrique « Traitements préventifs » :
b) in de rubriek « Preventieve behandelingen » :
1. dans le libellé de la prestation 301593, « 54e » est remplacé par « 56e ».
1. wordt in de omschrijving van de verstrekking 301593, « 54ste » vervangen door « 56ste »;
2. le numéro de prestation « 301556 » est remplacé par le numéro « 301556-301560 »;
2. wordt het verstrekkingsnummer « 301556 » door het verstrekkingsnummer « 301556-301560 » vervangen;
3. le numéro de prestation « 301571 » est remplacé par le numéro « 301571-301582 »;
3. wordt het verstrekkingsnummer « 301571 » door het verstrekkingsnummer « 301571-301582 » vervangen;
4. le numéro de prestation « 301593 » est remplacé par le numéro « 301593-301604 »;
4. wordt het verstrekkingsnummer « 301593 » door het verstrekkingsnummer « 301593-301604 » vervangen;
5. le numéro de prestation « 302514 » est remplacé par le numéro « 302514-302525 »;
5. wordt het verstrekkingsnummer « 302514 » door het verstrekkingsnummer « 302514-302525 » vervangen;
6. le numéro de prestation « 302536 » est remplacé par le numéro « 302536-302540 »;
6. wordt het verstrekkingsnummer « 302536 » door het verstrekkingsnummer « 302536-302540 » vervangen.
c) dans la rubrique « Soins conservateurs » les prestations suivantes sont insérées après la prestation 304732-304743 :
c) in de rubriek « Conserverende verzorging » worden na de verstrekking 304732-304743 de volgende verstrekkingen ingevoegd :
« 303590-303601 ** Honoraires complémentaires pour l’utilisation de techniques adhésives pour des soins conservateurs prévus à l’art. 5 de la nomenclature, sur canines ou incisives, à partir du 12e anniversaire, par dent....................................................................................................... L 7,81 303612-303623 ** Honoraires complémentaires pour l’isolation de dent(s) au moyen d’une digue lors de soins conservateurs prévus à l’art. 5 de la nomenclature, à partir du 12e anniversaire, par séance et quel que soit le nombre de dents ................................................................................L 7,81 303575-303586 * Forfait pour traitement d’urgence, uniquement dans le cadre d’un service de garde organisé, dans lequel un traitement prévu à l’article 5 de la nomenclature dans la rubrique des soins conservateurs ne peut être effectué que partiellement, à partir du 12e anniversaire ...L 58,55 » d) la rubrique « Extractions » est remplacée par la disposition suivante :
« 303590-303601 ** Bijkomend honorarium voor het gebruik van adhesieve technieken voor conserverende verstrekkingen uit het artikel 5 van de nomenclatuur op snij- of hoektand, vanaf de 12de verjaardag, per tand....................................................................................................... L 7,81 303612-303623 ** Bijkomend honorarium voor het afzonderen van één of meerdere tanden door middel van een cofferdam voor conserverende verstrekkingen uit het artikel 5 van de nomenclatuur, vanaf de 12de verjaardag, per zitting en ongeacht het aantal tanden.........................................L 7,81 303575-303586 * Forfait voor urgentiebehandeling, uitsluitend in het kader van een georganiseerde wachtdienst, waarbij een behandeling voorzien in artikel 5 van de nomenclatuur uit de rubriek conserverende verzorging slechts gedeeltelijk wordt uitgevoerd, vanaf de 12de verjaardag ............................................................................. L 58,55 » d) de rubriek « Extracties » wordt vervangen als volgt :
« EXTRACTIONS
« EXTRACTIES
304850-304861
304850-304861
* Extraction d’une dent du 12e anniversaire au 15e anniversaire ou à partir du 66e anniversaire .............................................................. L 21,21 304872-304883 * Extraction d’une dent du 12e anniversaire au 15e anniversaire ou à partir du 66e anniversaire, par dent supplémentaire dans le même quadrant et au cours de la même séance ......................................... L 15
* Extractie van een tand, vanaf de 12de tot de 15de verjaardag of vanaf de 66ste verjaardag............................................................... L 21,21 304872-304883 * Extractie van een tand, vanaf de 12de tot de 15de verjaardag of vanaf de 66ste verjaardag, per bijkomende tand in hetzelfde kwadrant en in dezelfde zitting............................................................................ L 15
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28197
304894-304905
304894-304905 * Extraction d’une dent à partir du 15e anniversaire jusqu’au 66e anniversaire, dans le cas où le bénéficiaire répond à une des conditions de l’article 6, § 3bis .......................................................................... L 21.21
* Extractie van een tand, vanaf de 15de tot de 66ste verjaardag, in geval de rechthebbende beantwoordt aan één van de voorwaarden van het artikel 6, § 3bis ........................................................................... L 21,21 304916-304920
304916-304920 * Extraction d’une dent à partir du 15e anniversaire jusqu’au 66e anniversaire, dans le cas où le bénéficiaire répond à une des conditions de l’article 6, § 3bis, par dent supplémentaire dans le même quadrant et au cours de la même séance ............................................................... L 15
* Extractie van een tand, vanaf de 15de tot de 66ste verjaardag, in geval de rechthebbende beantwoordt aan één van de voorwaarden van het artikel 6, § 3bis, per bijkomende tand in hetzelfde kwadrant en in dezelfde zitting ...................................................................................... L 15
Art. 2. A l’article 6 de l’annexe au même arrêté, modifié par les arrêtés royaux des 7 juin 1991, 19 décembre 1991, 8 août 1997, 29 mars 2000, 11 décembre 2000, 15 juin 2001, 28 février 2002, 20 septembre 2002, 6 décembre 2005, 13 février 2006, 5 octobre 2006 et 22 novembre 2006, sont apportées les modifications suivantes :
Art. 2. In artikel 6 van de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 juni 1991, 19 december 1991, 8 augustus 1997, 29 maart 2000, 11 december 2000, 15 juni 2001, 28 februari 2002, 20 september 2002, 6 december 2005, 13 februari 2006, 5 oktober 2006 en 22 november 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° il est inséré un § 1quater, rédigé comme suit : « § 1quater. Pendant une hospitalisation pour une prestation de l’article 5 ou 14 l, aucune consultation ne peut être attestée. » 2° il est inséré un § 3bis, rédigé comme suit :
1° er wordt een § 1quater ingevoegd, luidende : « § 1quater. Tijdens een hospitalisatie voor een verstrekking uit het artikel 5 of 14l) kan geen raadpleging geattesteerd worden. » 2° er wordt een § 3bis ingevoegd, luidende :
« § 3bis. L’intervention de l’assurance pour les prestations 304894304905 et 304916-304920 est uniquement due si l’extraction dentaire est fait dans une des circonstances suivantes :
« § 3bis. De verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekkingen 304894-304905 en 304916-304920 is enkel verschuldigd als de tandextractie gebeurt in één van de volgende omstandigheden :
1) consécutive à une ostéomyélite, une radionécrose, une chimiothérapie, un traitement par agent ionisant ou immunodépresseur;
1) ten gevolge van een osteomyelitis, een radionecrose, een chemotherapie, een behandeling met ionisatie- of immunodepressie-agens;
2) préalable à une sanification de la bouche dans le cadre d’une radiothérapie au niveau de la tête ou du cou, une chimiothérapie, une opération à cœur ouvert, une transplantation d’organe, un traitement par agent ionisant ou immunodépresseur;
2) met het oog op een mondsanering in het kader van een radiotherapie in het hoofd- of halsgebied, een chemotherapie, een openhartoperatie, een orgaantransplantatie, een behandeling met ionisatie- of immunodepressie-agens;
3) consécutive à une impossibilité pour le bénéficiaire d’acquérir ou de conserver sans l’aide d’un tiers une hygiène buccale correcte à cause d’un handicap persistant.
3) ten gevolge van de onmogelijkheid voor de rechthebbende om een correcte mondhygiëne te verwerven of te behouden zonder de hulp van derden, wegens een blijvende handicap.
L’invocation d’une de ces conditions d’intervention est de la responsabilité du praticien de l’art dentaire traitant. La motivation en est reprise et conservée par le praticien de l’art dentaire dans le dossier du bénéficiaire, et en plus est confirmée :
Het inroepen van een van deze tegemoetkomingsvoorwaarden behoort tot de verantwoordelijkheid van de tandheelkundige. De motivering hiervan wordt door de tandheelkundige opgenomen en bewaard in het dossier van de rechthebbende, en daarenboven bevestigd :
- pour le point 1) par une attestation du médecin qui traitait l’affection.
- voor het punt 1) door een attest van de geneesheer die de aandoening behandelde.
- pour le point 2) par une demande écrite de sanification de la bouche par le médecin traitant la pathologie.
- voor het punt 2) door een schriftelijk verzoek tot mondsanering vanwege de geneesheer die de pathologie behandelt.
Ces éléments peuvent être réclamés pour consultation par le médecin conseil. »
Deze elementen kunnen door de adviserend geneesheer ter inzage worden opgevraagd. »
3° il est inséré un § 3ter, rédigé comme suit :
3° er wordt een § 3ter ingevoegd, luidende :
« § 3ter. Les prestations 373575–373586 et 303575-303586 ne peuvent être cumulées avec aucune prestation de l’ensemble de la nomenclature des prestations de santé.
« § 3ter. De verstrekkingen 373575–373586 en 303575-303586 mogen met geen enkele verstrekking van de gehele nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen worden gecumuleerd.
Le service de garde organisé dont il est question dans les prestations 373575–373586 et 303575-303586 doit remplir les conditions de l’article 9, §§ 1er et 2 de l’arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967 relatif à l’exercice des professions de soins de santé. »
De georganiseerde wachtdienst waarvan sprake bij de verstrekkingen 373575–373586 en 303575-303586 dient te beantwoorden aan de bepalingen van artikel 9 § 1 en § 2 van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen. »
Art. 3. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007. Art. 4. Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique est chargé de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 11 mai 2007.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007. Art. 4. Onze Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 11 mei 2007.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, R. DEMOTTE
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE
28198
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE F. 2007 — 2130
[C − 2007/22747]
N. 2007 — 2130
[C − 2007/22747]
11 MAI 2007. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 29 février 1996 portant fixation de l’intervention personnelle des bénéficiaires pour certaines prestations dentaires
11 MEI 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 februari 1996 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden voor sommige tandheelkundige verstrekkingen
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, notamment l’article 37, § 1er, alinéa 3; Vu l’arrêté royal du 29 février 1996 portant fixation de l’intervention personnelle des bénéficiaires pour certaines prestations dentaires, modifié par les arrêtés royaux des 6 mai 1996, 10 juin 1996, 23 mai 1997, 8 août 1997, 10 novembre 1997, 20 mars 1998, 28 avril 1998, 29 mars 2000, 11 décembre 2001, 4 février 2005, 6 décembre 2005, 13 février 2006, 5 octobre 2006 et 22 novembre 2006;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 37, § 1, derde lid; Gelet op het koninklijk besluit van 29 februari 1996 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden voor sommige tandheelkundige verstrekkingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 mei 1996, 10 juni 1996, 23 mei 1997, 8 augustus 1997, 10 november 1997, 20 maart 1998, 28 april 1998, 29 maart 2000, 11 december 2001, 4 februari 2005, 6 december 2005, 13 februari 2006, 5 oktober 2006 en 22 november 2006; Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 19 maart 2007; Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 2 april 2007; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, van 9 mei 2007; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat dit besluit, dat het bedrag vaststelt van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kostprijs van de nieuwe verstrekkingsnummers, op hetzelfde tijdstip in werking moet treden als het koninklijk besluit waarbij deze verstrekkingsnummers worden opgenomen in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen ter uitvoering van de voorstellen N0708/01, 02, 04, 05, 06, 07, 11 en 12 van het Nationaal akkoord tandheelkundigen–ziekenfondsen van 24 januari 2007 die in werking moeten treden op 1 juni 2007; dat een tijdige uitvoering van dit Akkoord nodig is voor de tariefzekerheid en voor het behoud van het overlegmodel in de verplichte ziekteverzekering.
Vu l’avis du Comité de l’assurance soins de santé de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité, donné le 19 mars 2007; Vu l’avis de l’Inspecteur des finances, donné le 2 avril 2007; Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 9 mai 2007; Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l’article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l’urgence; Considérant que le présent arrêté royal, qui fixe le montant de l’intervention personnelle des bénéficiaires dans le coût des nouveaux numéros de prestation, doit entrer en vigueur au même moment que l’arrêté royal insérant ces numéros de prestation dans la nomenclature des prestations de santé, ainsi exécutant les projets N0708/01, 02, 04, 05, 06, 07, 11 et 12 de l’Accord national dento–mutualiste du 24 janvier 2007 qui doivent entrer en vigueur le 1er juin 2007; qu’une exécution à temps de cet Accord est nécessaire pour la sécurité tarifaire et pour le maintien du modèle de concertation en assurance soins de santé obligatoire.
Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, Nous avons arrêté et arrêtons : er
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . L’article 1 de l’arrêté royal du 29 février 1996 portant fixation de l’intervention personnelle des bénéficiaires pour certaines prestations dentaires, remplacé par l’arrêté royal du 6 mai 1996 et modifié par les arrêtés royaux des 11 décembre 2001 et 6 décembre 2005, est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 29 februari 1996 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden voor sommige tandheelkundige verstrekkingen, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 mei 1996 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 december 2001 en 6 december 2005, wordt vervangen als volgt :
« Article 1er. L’intervention personnelle du bénéficiaire dans les honoraires pour les prestations 303811-303822, 303833-303844, 303855303866, 304216-304220, 304231-304242, 304253-304264, 304275-304286 et 304290-304301, visées à l’article 5 de l’annexe à l’arrêté royal du 14 septembre 1984 établissant la nomenclature des prestations de santé en matière d’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, est fixée à 2,67 EUR, et pour les prestations 304312-304323, 304533-304544, 304555-304566, 304570-304581, 304754-304765 et 304776-304780, visées à l’article 5 précité, à 3,47 EUR. »
« Artikel 1. Het persoonlijk aandeel van de rechthebbende in de honoraria voor de verstrekkingen 303811-303822, 303833-303844, 303855303866, 304216-304220, 304231-304242, 304253-304264, 304275-304286 en 304290-304301, bedoeld in artikel 5 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, wordt vastgesteld op 2,67 EUR en voor de verstrekkingen 304312-304323, 304533-304544, 304555304566, 304570-304581, 304754-304765, 304776-304780, bedoeld in voornoemd artikel 5, op 3,47 EUR. »
Art. 2. L’article 2 du même arrêté, modifié par les arrêtés royaux des 6 mai 1996, 23 mai 1997 et 11 décembre 2001, est remplacé par la disposition suivante :
Art. 2. Artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 mei 1996, 23 mei 1997 en 11 december 2001, wordt vervangen als volgt :
« Art. 2. L’intervention personnelle du bénéficiaire dans les honoraires pour les prestations 304393-304404 et 304415-304426, visées à l’article 5 précité, est fixée à 7,40 EUR.
« Art. 2. Het persoonlijk aandeel van de rechthebbende in de honoraria voor de verstrekkingen 304393-304404 en 304415-304426, bedoeld in voornoemd artikel 5, wordt vastgesteld op 7,40 EUR.
L’intervention personnelle du bénéficiaire dans les honoraires pour les prestations 303575-303586, 304430-304441 et 304452-304463, visées à l’article 5 précité, est fixée à 8,61 EUR.
Het persoonlijk aandeel van de rechthebbende in de honoraria voor de verstrekkingen 303575-303586, 304430-304441 en 304452-304463, bedoeld in voornoemd artikel 5, wordt vastgesteld op 8,61 EUR.
L’intervention personnelle du bénéficiaire dans les honoraires pour les prestations 304496-304500, 304592-304603, 304614-304625 et 304636304640, visées à l’article 5 précité, est fixée à 9,58 EUR. »
Het persoonlijk aandeel van de rechthebbende in de honoraria voor de verstrekkingen 304496-304500, 304592-304603, 304614-304625 en 304636-304640, bedoeld in voornoemd artikel 5, wordt vastgesteld op 9,58 EUR.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28199
Art. 3. L’article 3 du même arrêté, modifié par les arrêtés royaux des 10 novembre 1997, 29 mars 2000 et 11 décembre 2001, est remplacé par la disposition suivante :
Art. 3. Artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 november 1997, 29 maart 2000 en 11 december 2001, wordt vervangen als volgt :
« Art. 3. L’intervention personnelle du bénéficiaire dans l’honoraire pour la prestation 301593-301604, visée à l’article 5 précité, est fixée à 3,30 EUR.
« Art. 3. Het persoonlijk aandeel van de rechthebbende in het honorarium voor de verstrekking 301593-301604, bedoeld in voornoemd artikel 5, wordt vastgesteld op 3,30 EUR.
L’intervention personnelle du bénéficiaire dans les honoraires pour les prestations 301556-301560 et 301571-301582, visées à l’article 5 précité, est fixée à 3,70 EUR.
Het persoonlijk aandeel van de rechthebbende in de honoraria voor de verstrekkingen 301556-301560 en 301571-301582, bedoeld in voornoemd artikel 5, wordt vastgesteld op 3,70 EUR.
L’intervention personnelle du bénéficiaire dans l’honoraire pour la prestation 301011-301022, visée à l’article 5 précité, est fixée à 4,48 EUR. »
Het persoonlijk aandeel van de rechthebbende in het honorarium voor de verstrekking 301011-301022, bedoeld in voornoemd artikel 5, wordt vastgesteld op 4,48 EUR.
Art. 4. A l’article 4 du même arrêté, modifié par les arrêtés royaux des 6 mai 1996, 10 juin 1996, 8 août 1997, 20 mars 1998, 28 avril 1998, 4 février 2005, 13 février 2006, 5 octobre 2006 et 22 novembre 2006, sont apportées les modifications suivantes :
Art. 4. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 mei 1996, 10 juni 1996, 8 augustus 1997, 20 maart 1998, 28 april 1998, 4 februari 2005, 13 februari 2006, 5 oktober 2006 en 22 november 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) en 1° les numéros de code 302514 et 302536 sont remplacés par les numéros de codes 302514-302525 et 302536-302540;
a) in 1° worden de codenummers 302514 en 302536 vervangen door de codenummers 302514-302525 en 302536-302540;
b) en 2° sont apportées les modifications suivantes : 1° les numéros de code 301033, 301055 et 301070 sont remplacés par les numéros de codes 301033-301044, 301055-301066 et 301070-301081; 2° le numéro de code 304813-304824 est supprimé;
b) in 2° worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de codenummers 301033, 301055 en 301070 worden vervangen door de codenummers 301033-301044, 301055-301066 en 301070-301081; 2° het codenummer 304813-304824 wordt geschrapt;
3° les numéros de code 303590-303601 et 303612-303623 sont insérés entre les codes 302234-302245 et 304371-304382;
3° de codenummers 303590-303601 en 303612-303623 worden ingevoegd tussen de codenummers 302234-302245 en 304371-304382;
4° les numéros de code 304850-304861, 304872-304883, 304894-304905 et 304916-304920 sont insérés entre les codes 304813-304824 et 305594305605;
4° de codenummers 304850-304861, 304872-304883, 304894-304905 en 304916-304920 worden ingevoegd tussen de codenummers 304813304824 en 305594-305605;
Art. 5. A l’article 5bis du même arrêté, remplacé par l’arrêté royal du 22 novembre 2006, sont apportées les modifications suivantes :
Art. 5. In artikel 5bis van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 november 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) les numéros de code 371011, 371033, 371055, 371070, 371556, 371571, 372514 et 372536 sont remplacés par les numéros de codes 371011-371022, 371033-371044, 371055-371066, 371070-371081, 371556371560, 371571-371582, 372514-372525 et 372536-372540;
a) de codenummers 371011, 371033, 371055, 371070, 371556, 371571, 372514 en 372536 worden vervangen door de codenummers 371011371022, 371033-371044, 371055-371066, 371070-371081, 371556-371560, 371571-371582, 372514-372525 en 372536-372540;
b) les numéros de code 374813-374824 et 374835-374846 sont supprimés;
b) de codenummers 374813-374824 en 374835-374846 worden geschrapt;
c) les numéros de code 373575-373586, 373590-373601 et 373612373623 sont insérés entre les codes 372536 et 373811-373822;
c) de codenummers 373575-373586, 373590-373601 en 373612-373623 worden ingevoegd tussen de codenummers 372536 en 373811-373822;
d) les numéros de code 374850-374861 et 374872-374883 sont insérés entre les codes 374835-374846 et 377016-377020;
d) de codenummers 374850-374861 en 374872-374883 worden ingevoegd tussen de codenummers 374835-374846 en 377016-377020;
Art. 6. A l’article 6 du même arrêté, modifié par l’arrêté royal du 11 décembre 2001, le mot « 2001 » est remplacé par le mot « 2007 »
Art. 6. In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2001, wordt het woord « 2001 » vervangen door het woord « 2007 » :
Art. 7. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007. Art. 8. Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique est chargé de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 11 mai 2007.
Art. 7. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007. Art. 8. Onze Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 11 mei 2007.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, R. DEMOTTE
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE
28200
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT
F. 2007 — 2131
[C − 2007/22760]
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU N. 2007 — 2131
[C − 2007/22760]
26 AVRIL 2007. — Arrêté royal relatif à la rétribution annuelle sur les quotas alloués gratuitement aux titulaires d’un compte d’exploitant dans le registre national de gaz à effet de serre
26 APRIL 2007. — Koninklijk besluit betreffende de jaarlijkse retributie op de emissierechten die gratis worden toegekend aan de houders van een exploitanttegoedrekening in het nationaal register voor broeikasgassen
RAPPORT AU ROI
VERSLAG AAN DE KONING
Sire,
Sire,
Le respect des engagements du protocole de Kyoto par la Belgique entraîne des dépenses considérables pour l’Autorité fédérale. En particulier, celle-ci se voit contrainte d’acquérir un important volume de crédits d’émission de gaz à effet de serre afin que le bilan global des unités de Kyoto à l’actif du pays soit suffisant pour couvrir les émissions de gaz à effet de serre dans les trois régions pendant la période 2008-2012.
De naleving van de verbintenissen van het Kyoto-protocol door België brengt aanzienlijke uitgaven voor de federale overheid met zich mee. De federale overheid ziet zich gedwongen een aanzienlijk volume broeikasgaskredieten te verwerven zodat de algemene balans van de Kyoto-eenheden op het activa van het land voldoende zou zijn om de uitstoot van broeikasgassen in de drie gewesten tijdens de periode 2008-2012 te dekken.
Selon les calculs définitifs établis sur la base du rapportage qui devait servir à établir la quantité attribuée à la Belgique, l’Autorité fédérale doit fournir un effort d’acquisition de 2,46 millions de droits d’émission par an pour réaliser cet objectif.
Volgens de uiteindelijke berekening op basis van de emissierapportage die moest gebruikt worden voor de bepaling van de toegewezen hoeveelheid voor België, moest de Federale Overheid zich inspannen om 2,46 miljoen emissierechten per jaar te verwerven, teneinde deze doelstelling te bereiken.
Ce principe est sur le point de devenir une obligation juridique depuis qu’il a été repris dans le projet d’un nouvel accord de coopération entre l’Autorité fédérale et les trois régions pour la mise en œuvre de certaines dispositions du protocole de Kyoto, qui a été approuvé par le Comité de concertation du 20 décembre 2006. Le 26 janvier 2007, le Conseil des Ministres a approuvé l’accord de coopération et même le projet de loi d’assentiment à celui-ci.
Dit principe staat op het punt een juridische verplichting te worden sinds het werd opgenomen in een nieuw samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de drie gewesten voor de uitvoering van sommige bepalingen van het Kyoto-protocol dat door het Overlegcomité op 20 december 2006 is goedgekeurd. Op 26 januari 2007 heeft de Ministerraad het samenwerkingsakkoord goedgekeurd en zelfs het wetsontwerp houdende instemming hiermee.
L’Autorité fédérale doit mettre en œuvre cette obligation en achetant des crédits d’émission de gaz à effet de serre par le truchement de projets de mise en œuvre conjointe et de développement propre, et en participant à des fonds carbone multilatéraux.
De Federale Overheid moet deze verplichting uitvoeren door het aankopen van broeikasgaskredieten door middel van projecten van gezamenlijke uitvoering en projecten voor schone ontwikkeling en door deel te nemen aan de multilaterale koolstoffondsen.
Le prix d’achat des crédits proprement dit (2,46 millions de crédits d’émission x 5 ans x prix des crédits) sera couvert par les montants provenant du fonds géré par la CREG et destiné au financement de la politique fédérale de réduction des émissions de gaz à effet de serre, en vertu d’arrêtés royaux tels ceux qui ont déjà été pris le 28 octobre 2004 et le 27 décembre 2006 (respectivement 10 et 50 millions d’euros). Des coûts supplémentaires, qui ne sont pas des coûts d’achat proprement dits, doivent cependant être exposés, tels que les coûts administratifs à payer dès 2007 à des fonds carbone, les coûts d’assistance juridique et technique aux consultations du marché destinées à sélectionner des projets et les coûts d’appui des processus en termes d’expertise.
De aankoopprijs van de eigenlijke kredieten (2, 46 miljoen emissiekredieten x 5 jaar x prijs van de kredieten) zal worden gedekt door de bedragen die afkomstig zijn van het fonds dat door de CREG wordt beheerd en bestemd is om het federale beleid inzake de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen te financieren, krachtens de koninklijke besluiten zoals die op 28 oktober 2004 en 27 december 2006 (respectievelijk 10 en 50 miljoen euro) werden genomen. Andere soorten kosten ten laste van de Federale Overheidsdienst Leefmilieu die geen eigenlijke aankoopkosten zijn, moeten evenwel worden gedragen, zoals de administratieve kosten die vanaf 2007 aan de koolstoffondsen moeten worden betaald, de kosten voor technische en juridische ondersteuning in het kader van de marktconsultaties die bestemd zijn om projecten te selecteren, en de kosten voor de ondersteuning van de expertiseprocessen.
En conséquence, le législateur a prévu, dans la loi-programme (I) du 27 décembre 2006, d’établir un prélèvement annuel indexé de 0,1 euro par quota d’émission alloué gratuitement auprès des titulaires d’un compte d’exploitant dans le registre national de gaz à effet de serre. En vertu de cette loi-programme, le Roi est habilité à fixer les modalités de la nouvelle rétribution par arrêté délibéré en Conseil des Ministres. Tel est l’objet du présent texte.
Bijgevolg heeft de wetgever in de programmawet (I) van 27 december 2006 erin voorzien een jaarlijkse geïndexeerde afname van 0,1 euro per gratis toegekend emissierecht bij de titularissen van een exploitanttegoedrekening in het nationale register voor broeikasgassen vast te leggen. Krachtens deze programmawet, is de Koning gemachtigd om de modaliteiten van deze nieuwe retributie bij een in Ministerraad overlegd besluit vast te leggen. Vandaar deze tekst.
Ce prélèvement ne constitue pas une taxe mais une rétribution à la charge des titulaires de comptes d’exploitants sur le registre national des gaz à effet de serre. Ces exploitants tirent en effet un bénéfice immédiat de l’effort d’acquisition fédéral, dans la mesure où le volume total des quotas qui leur sont alloués en vertu du plan national d’allocation 2008-2012 sera, du fait même, supérieur à celui que permet la quantité attribuée à la Belgique en vertu du protocole de Kyoto et de la décision européenne n° 2002/358/CE du Conseil du 25 avril 2002 (effort de réduction de –7,5 % par rapport aux niveaux d’émission de référence).
Deze afname is geen taks maar wel een retributie ten laste van de houders van exploitanttegoedrekeningen op het nationaal register voor broeikasgassen. Deze exploitanten halen namelijk een direct voordeel uit de federale verwervingsinspanning, in die mate dat het totale volume van de quotas, die hen werden toegestaan krachtens het nationaal toewijzingsplan 2008-2012, op zich hoger zal zijn dan het grensvolume dat aan België is toegekend krachtens het Kyotoprotocol en krachtens de Europese beslissing nr.2002/358/EG van de Raad van 25 april 2002 (reductie-inspanning van –7,5 % ten aanzien van de emissie-referentieniveaus).
La rétribution introduite par le présent arrêté royal se différencie donc des redevances à charge des titulaires d’un compte sur le registre national des émissions de gaz à effet de serre introduite par la loi-programme du 27 décembre 2004 (art.239) et l’arrêté royal du 14 octobre 2005 relatif à la gestion de ce registre (art.8) :
De retributie die door dit koninklijk besluit wordt ingevoerd verschilt dus van de heffingen ten laste van de houders van een tegoedrekening op het nationaal register voor broeikasgassen die werden ingevoerd door de programmawet van 27 december 2004 (art. 239) en door het koninklijk besluit van 14 oktober 2005 betreffende het beheer van dit register (art. 8) :
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28201
Alors que celles-ci sont à la charge des titulaires de comptes d’exploitants autant que de comptes de personnes, la nouvelle rétribution ne s’adresse qu’aux titulaires de comptes d’exploitants.
Deze zijn zowel ten laste van de houders van exploitanttegoedrekeningen als van persoonstegoedrekeningen, en de nieuwe retributie treft enkel de houders van exploitanttegoedrekeningen.
Par ailleurs, les redevances introduites par la loi-programme du 27 décembre 2004 sont exclusivement affectées aux frais de fonctionnement du registre national des émissions de gaz à effet de serre (art.238). La nouvelle rétribution, quant à elle, doit contribuer au financement de l’effort fédéral d’acquisition des unités de Kyoto supplémentaires par rapport à la quantité attribuée, qui seront nécessaires pour que la Belgique dispose, en fin de période d’engagement, d’un nombre d’unités suffisant pour remplir son engagement selon le protocole de Kyoto.
De heffingen ingevoerd door de programmawet van 27 december 2004 worden overigens uitsluitend aangewend om de werkingskosten van het nationaal register voor broeikasgassen te dekken (art.238). De nieuwe retributie moet daarentegen bijdragen tot de financiering van de federale inspanning tot verwerving van extra Kyoto-eenheden die bovenop de toegekende hoeveelheid noodzakelijk zijn opdat België op het einde van de verbintenisperiode zou beschikken over genoeg eenheden om zijn verbintenis volgens het Kyotoprotocol na te komen. We hebben de eer te zijn,
Nous avons l’honneur d’être, Sire,
Sire,
De votre Majesté, le très respectueux et très fidèle serviteur.
van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en getrouwe dienaars.
Le Ministre de l’Environnement, B. TOBBACK
De Minister van Leefmilieu B. TOBBACK
26 AVRIL 2007. — Arrêté royal relatif à la rétribution annuelle sur les quotas alloués gratuitement aux titulaires d’un compte d’exploitant dans le registre national de gaz à effet de serre
26 APRIL 2007. — Koninklijk besluit met betrekking tot de jaarlijkse retributie op de emissierechten die gratis toegewezen worden aan de houders van een exploitanttegoedrekening in het nationaal register voor broeikasgassen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, inzonderheid het fonds 25-1 dat bedoeld is voor de financiering van het federale beleid ter reductie van de emissies van broeikasgassen van de rubriek 25 van de tabel gevoegd bij deze organieke wet; Gelet op artikel 239 lid 2 van de programmawet van 27 december 2004; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 12 februari 2007; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 16 februari 2007; Gelet op advies van de Raad van State, gegeven op 19 maart 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Overwegende dat de gewesten in de uitgebreide Interministeriële Conferentie Leefmilieu op 20 april 2007 een schriftelijke informatie hebben ontvangen; Op voordracht van Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Leefmilieu en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi organique du 27 décembre 1990 créant des fonds budgétaires, notamment le fonds 25-1 Fonds destiné au financement de la politique fédérale de réduction des émissions de gaz à effet de serre de la rubrique 25 du tableau annexé à cette loi organique; Vu l’article 239 alinéa 2 de la loi-programme du 27 décembre 2004; Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances du 12 février 2007; Vu l’accord du Ministre du Budget, donné le 16 février 2007; Vu l’avis du Conseil d’Etat, donné le 19 mars 2007, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Considérant que les régions ont rec¸ u une information écrite dans la Conférence interministérielle de l’Environnement élargie le 20 avril 2007; Sur la proposition de Notre Ministre du Budget et de Notre Ministre de l’Environnement et de l’avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons arrêté et arrêtons : er
CHAPITRE I . — Définitions Article 1er. Pour l’application du présent arrêté, on entend par :
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. — Definities Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
a) « administrateur du registre » : la personne qui gère et tient à jour le registre de gaz à effet de serre de la Belgique, conformément aux exigences de la directive, du règlement et de la décision n° 280/2004/CE du Parlement européen et du Conseil du 11 février 2004 relative à un mécanisme pour surveiller les émissions de gaz à effet de serre dans la Communauté et mettre en œuvre le protocole de Kyoto;
a) « registeradministrateur » : degene die overeenkomstig de vereisten van de richtlijn, de verordening en de beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende een bewakingssysteem voor de uitstoot van broeikasgassen in de Gemeenschap en de uitvoering van het protocol van Kyoto, het nationaal register beheert en bijhoudt;
b) « compte de dépôt d’exploitant » : tout compte sur le registre établi conformément à l’article 15 du règlement;
b) « exploitanttegoedrekening » : elke rekening in het register dat is opgesteld overeenkomstig artikel 15 van de verordening;
c) « compte de dépôt de la Belgique » : le compte de Partie créé pour la Belgique conformément à l’article 12 du règlement;
c) « partijtegoedrekening van België » : de partijtegoedrekening die voor België gecreëerd is overeenkomstig artikel 12 van de verordening;
d) « directive » : la directive 2003/87/CE du Parlement européen et du Conseil du 13 octobre 2003 établissant un système d’échange de quotas d’émission de gaz à effet de serre dans la Communauté et modifiant la directive 96/61/CE du Conseil, telle que modifiée par la directive 2004/101/CE du Parlement européen et du Conseil du 27 octobre 2004, au titre des mécanismes de projet du protocole de Kyoto;
d) « richtlijn » : Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad, zoals gewijzigd door richtlijn 2004/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 met betrekking tot de projectgebonden mechanismen van het Protocol van Kyoto;
28202
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
e) « plan national d’allocation » : le plan national belge établi conformément à l’article 9 de la directive et se composant d’un plan d’allocation fédéral et des plans d’allocation régionaux, précisant la quantité totale des quotas que les autorités compétentes ont l’intention d’allouer pour une période d’engagement et la manière dont elles se proposent de les attribuer;
e) « nationaal toewijzingsplan » : het Belgische nationale plan dat is uitgewerkt overeenkomstig artikel 9 van de richtlijn, dat bestaat uit een federaal toewijzingsplan en gewestelijke toewijzingsplannen, en waarin de totale hoeveelheid emissierechten gepreciseerd wordt die de bevoegde autoriteiten van plan zijn toe te wijzen voor een verbintenisperiode, en de wijze waarop ze van plan zijn ze toe te wijzen;
f) « quota » : le quota autorisant à émettre une tonne d’équivalentdioxyde de carbone au cours de la période 2005-2007, de la période 2008-2012 et des périodes de cinq ans suivantes, valable uniquement pour respecter les exigences de la directive;
f) « emissierecht » : het recht om gedurende de periode 2005-2007, de periode 2008-2012 en de daaropvolgende periodes van vijf jaar een ton kooldioxide-equivalent uit te stoten, geldig enkel en alleen ter naleving van de vereisten van de richtlijn;
g) « règlement » : le règlement (CE) n° 2216/2004 de la Commission du 21 décembre 2004 concernant un système de registres normalisé et sécurisé conformément à la directive et à la décision n° 280/2004/CE du Parlement européen et du Conseil.
g) « verordening » : Verordening (EG) nr. 2216/2004 van de Commissie van 21 december 2004 inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig de Richtlijn en de Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad.
CHAPITRE II. — Rétribution annuelle indexée
HOOFDSTUK II. — Jaarlijkse geïndexeerde retributie
Art. 2. La rétribution établie par l’article 239, alinéa 2, de la loi-programme du 27 décembre 2004 est due à partir de 2007 et chaque année civile suivante. Cette rétribution représente la participation de chaque titulaire d’un compte de dépôt d’exploitant aux frais de personnel, d’expertise et de conseils juridiques et financiers, aux frais de promotion ainsi qu’aux frais divers découlant, pour l’Autorité fédérale, de l’achat de crédits d’émission par l’intermédiaire des mécanismes de flexibilité du Protocole de Kyoto, ou de la participation à des fonds carbone.
Art. 2. De retributie vastgesteld door artikel 239 lid 2 van de programmawet van 27 december 2004 is verschuldigd vanaf 2007 en elk daarop volgend kalenderjaar. Deze retributie legt de bijdrage vast van elke titularis van een exploitanttegoedrekening aan de personeels- en expertisekosten en kosten voor juridisch en financieel advies, aan de promotiekosten evenals aan de diverse kosten die, voor de federale overheid, voortvloeien uit de aankoop van emissierechten via flexibiliteitsmechanismen onder het Protocol van Kyoto of de deelname aan koolstoffondsen.
Art. 3. § 1er. Le montant de base de la rétribution, par année civile, est de 0,1 euro par quota. La rétribution est liée aux fluctuations de l’index et est calculée par application de la formule suivante :
Art. 3. § 1. Het basisbedrag van de retributie, per kalenderjaar, bedraagt 0,1 euro per emissierecht. De retributie is gekoppeld aan de schommelingen van de index en wordt berekend aan de hand van de volgende formule :
Montant de base x nouvel index Index de base
Basisbedrag x nieuwe index Basisindex
§ 2. Le nouvel index est l’indice des prix à la consommation du mois de janvier de l’année au cours de laquelle l’administrateur du registre alloue les quotas à titre gratuit aux exploitants. L’index de base est l’indice des prix à la consommation de janvier 2007. § 3. L’administrateur du registre calcule le montant de la rétribution due par l’exploitant sur la base de la part du total des quotas alloués à titre gratuit selon le plan national d’allocation, qui lui est délivrée pour l’année.
§ 2. De nieuwe index is de index van de consumptieprijzen van de maand januari van het jaar waarin de registeradministrateur de emissierechten gratis aan de exploitanten toekent. De basisindex is de index van de consumptieprijzen van januari 2007.
CHAPITRE III. — Perception de la rétribution
HOOFDSTUK III. — Inning van de retributie
Art. 4. § 1er. La rétribution est perc¸ ue par l’administrateur du registre conformément aux modalités suivantes :
Art. 4. § 1. De retributie wordt geïnd door de registeradministrateur overeenkomstig de volgende regels :
§ 2. Au plus tard trois mois après la délivrance de quotas à l’exploitant, l’administrateur du registre envoie une attestation de rétribution, par courrier recommandé avec accusé de réception, au titulaire du compte de dépôt de cet exploitant. L’attestation établit le montant dû par celui-ci.
§ 2. Ten laatste drie maanden na de verlening van de emissierechten aan de exploitant stuurt de registeradministrateur een retributieattest per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs aan de houder van de tegoedrekening van deze exploitant. Dit attest legt het door hem verschuldigde bedrag vast.
§ 3. Par dérogation au § 2, l’attestation relative aux quotas délivrés pour 2007 est envoyée au plus tard le 1er juillet 2007 ou au plus tard deux mois suivant la publication du présent arrêté, si celle-ci est postérieure au 1er mai 2007.
§ 3. In afwijking van § 2 wordt het attest met betrekking tot de afgeleverde emissierechten ten laatste op 1 juli 2007 verzonden, of ten laatste 2 maanden volgend op de publicatie van dit besluit, indien deze na 1 mei 2007 plaats vindt.
§ 4. La rétribution doit être versée par l’exploitant dans les quarante jours civils à compter de la date d’envoi de l’attestation, le cachet de la poste faisant foi.
§ 4. De retributie dient door de exploitant gestort te worden binnen de veertig kalenderdagen te rekenen vanaf de datum waarop het attest verzonden is, waarbij de postdatum als bewijs geldt.
§ 5. A défaut de versement de la rétribution dans le délai visé au § 3, l’administrateur du registre adresse, par courrier recommandé avec accusé de réception, un rappel à l’exploitant. Ce rappel stipule que l’exploitant dispose encore d’un délai de trente jours civils à compter de sa date d’envoi pour verser la rétribution.
§ 5. Wanneer de retributie niet gestort is binnen de termijn bedoeld in § 3, stuurt de registeradministrateur, per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, een herinnering naar de exploitant. Deze herinnering bepaalt dat de exploitant nog een termijn van dertig kalenderdagen de tijd heeft, te rekenen vanaf de datum van verzending, om de retributie te storten.
§ 6. Si le montant dû n’est pas payé dans le délai visé au § 5, l’administrateur du registre adresse à l’exploitant, par courrier recommandé avec accusé de réception, une sommation de payer le montant de base de la rétribution, augmenté de 1000 euros indexés pour couvrir les frais administratifs et augmenté des intérêts de retard.
§ 6. Indien het verschuldigde bedrag niet betaald is binnen de termijn bedoeld in § 5 stuurt de registeradministrateur de exploitant, per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, een aanmaning om het basisbedrag van de retributie te betalen, verhoogd met 1000 euro geïndexeerd om de administratieve kosten te dekken en verhoogd met de nalatingheidsinteresten.
§ 7. Les frais administratifs sont indexés selon la formule visée à l’article 3 § 1er du présent arrêté, en prenant pour index de base l’indice des prix à la consommation de janvier 2007.
§ 7. De administratieve kosten worden geïndexeerd volgens de formule bedoeld in artikel 3, § 1 van dit artikel, waarbij de index van de consumptieprijzen van januari 2007 als basisindex geldt.
§ 8. L’administrateur du registre peut charger l’administration du cadastre, de l’enregistrement et des domaines de la perception des créances dont le paiement n’a pas été effectué.
§ 8. De registeradministrateur kan de administratie van het kadaster, registratie en domeinen belasten met het innen van de schuldvorderingen waarvan de betaling is uitgebleven.
§ 3. De registeradministrateur berekent het bedrag van de retributie verschuldigd door de exploitant op basis van het aandeel van het totaalaantal emissierechten die hem gratis worden toegewezen op basis van het nationale toewijzingsplan, dat hem voor dat jaar wordt verleend.
28203
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE IV. — Procédure de réclamation er
HOOFDSTUK IV. — Procedure voor het indienen van bezwaren
Art. 5. § 1 . L’exploitant qui entend contester la rétribution doit introduire une réclamation auprès de l’administrateur du registre dans les quarante jours civils à compter de la date d’envoi de l’attestation, le cachet de la poste faisant foi. Cette réclamation n’a pas d’effet suspensif sur le paiement de la rétribution.
Art. 5. § 1. De exploitant die de retributie wenst te betwisten moet een bezwaar indienen bij de registeradministrateur binnen de veertig kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van verzending van het attest, waarbij de postdatum als bewijs geldt. Dit bezwaar heeft geen opschortend effect op de betaling van de retributie.
§ 2. La réclamation doit être motivée et se baser exclusivement sur :
§ 2. Het bezwaar moet gemotiveerd worden en mag enkel gebaseerd zijn op :
— une erreur matérielle commise dans l’attestation, et/ou
— een materiële fout op het attest en/of
— la démonstration que les quotas ayant servi de base au calcul de la rétribution n’avaient pas été alloués à titre gratuit selon le plan national d’allocation.
—het bewijs dat de emissierechten die als basis dienden voor de berekening van de retributie niet gratis toegewezen zijn volgens het nationale toewijzingsplan.
§ 3. La réclamation est traitée par l’administrateur du registre, qui notifie sa décision à l’exploitant dans les 45 jours civils à compter de la date de réception de la réclamation.
§ 3 Het bezwaar wordt behandeld door de registeradministrateur, die zijn beslissing aan de exploitant notificeert in de 45 kalenderdagen volgend de datum van receptie van het bezwaar.
§ 4. Le recours administratif organisé par le présent article ne restreint pas le recours juridictionnel.
§ 4. De administratieve beroep beschreven in dit artikel beperkt de gerechtelijk beroep niet.
CHAPITRE V. — Révision de la rétribution
HOOFDSTUK V. — Herziening van de retributie
er
Art. 6. § 1 . A tout moment, l’administrateur du registre peut prendre l’initiative de rectifier l’attestation de rétribution, notamment en raison d’une erreur commise, ou en raison de corrections apportées au plan national d’allocation en vertu des articles 38 et 44 du règlement.
Art. 6. § 1. De registeradministrateur kan te allen tijde het initiatief nemen om het attest van de retributie te verifiëren, met name naar aanleiding van een fout of naar aanleiding van verbeteringen die aan het nationale toewijzingsplan werden aangebracht op grond van artikels 38 en 44 van de verordening.
§ 2. Dans les plus brefs délais l’attestation rectifiée est envoyée au titulaire du compte de dépôt de l’exploitant concerné, par courrier recommandé avec accusé de réception.
§ 2. Binnen de kortst mogelijke termijn wordt het geverifieerde attest, per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, opgestuurd naar de houder van de exploitanttegoedrekening in kwestie.
§ 3. Les dispositions du chapitre IV relatives aux réclamations sont également applicables en cas de révision de la rétribution.
§ 3. De bepalingen van hoofdstuk IV in verband met de procedures voor het indienen van bezwaren zijn eveneens van toepassing in geval van herziening van de retributie.
CHAPITRE VI. — Dispositions finales
HOOFDSTUK VI. — Slotbepalingen
Art. 7. Notre Ministre du Budget et Notre Ministre de l’Environnement sont chargés, chacun en ce qui les concerne, de l’exécution du présent arrêté.
Art. 7. Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Leefmilieu zijn, ieder wat hem/haar betreft, belast met de utvoering van dit besluit.
Donné à Bruxelles, le 26 avril 2007.
Gegeven te Brussel, op 26 april 2007.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Par le Roi :
Le Ministre de l’Environnement, B. TOBBACK
De Minister van Leefmilieu, B. TOBBACK
* SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT F. 2007 — 2132
[C − 2007/22638]
27 AVRIL 2007. — Arrêté royal portant exécution de l’article 4 de la loi du 26 mars 2003 réglementant la pratique de l’autopsie après le décès inopiné et médicalement inexpliqué d’un enfant de moins de dix-huit mois
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 26 mars 2003 réglementant la pratique de l’autopsie après le décès inopiné et médicalement inexpliqué d’un enfant de moins de dix-huit mois, notamment l’article 4, modifié par la loi du 22 décembre 2003; Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances du 8 mars 2005; Vu l’accord de Notre Ministre du Budget du 12 septembre 2005;
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU N. 2007 — 2132
[C − 2007/22638]
27 APRIL 2007. — Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 4 van de wet van 26 maart 2003 houdende regeling van de autopsie na het onverwachte en medisch onverklaarde overlijden van een kind van minder dan achttien maanden
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 26 maart 2003 houdende regeling van de autopsie na het onverwachte en medisch onverklaarde overlijden van een kind van minder dan achttien maanden, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij de wet van 22 december 2003; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 8 maart 2005; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 12 september 2005;
28204
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Vu l’avis 42.557/3 du Conseil d’Etat, donné le 11 avril 2007, en application de l’article 84, § 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de Notre Ministre de la Santé publique, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er. Pour l’application de la loi du 26 mars 2003 réglementant la pratique de l’autopsie après le décès inopiné et médicalement inexpliqué d’un enfant de moins de dix-huit mois, il faut entendre par : 1° « centre de mort subite du nourrisson » :
Gelet op advies 42.557/3 van de Raad van State, gegeven op 11 april 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Voor de toepassing van de wet van 26 maart 2003 houdende regeling van de autopsie na het onverwachte en medisch onverklaarde overlijden van een kind van minder dan achttien maanden, wordt verstaan onder : 1° « centrum voor wiegendood » :
La section de diagnostic et de traitement de la mort subite du nourrisson relevant d’un hôpital général, qui, en application des articles 22, 6° et 23, § 3 de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, a conclu une convention avec le comité de l’assurance du service des soins de santé de l’INAMI en matière de réadaptation fonctionnelle relative au monitorage cardio-respiratoire à domicile de nouveau-nés et de nourrissons présentant un risque accru de mort subite du nourrisson.
De afdeling voor diagnose van en behandeling tegen wiegendood van een algemeen ziekenhuis dat bij toepassing van de artikelen 22, 6° en 23, § 3, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, met het verzekeringscomité van de dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV een overeenkomst gesloten heeft inzake revalidatie met betrekking tot cardio-respiratoire thuismonitoring van pasgeborenen en zuigelingen met verhoogd risico op wiegendood.
2° « un service d’anatomopathologie » : Le service qui effectue l’autopsie des enfants de moins de 18 mois décédés, et qui en vue de l’organisation d’une permanence, a conclu une convention avec des médecins spécialistes en anatomopathologie, qui ont effectué en première main des autopsies sur des enfants. La permanence est organisée de telle manière qu’un médecin spécialiste en anatomopathologie est appelable en permanence, de sorte qu’il puisse être présent dans le centre de prévention de la mort subite du nourrisson dans les plus brefs délais après l’appel.
2° « een dienst voor anatomopathologie » : de dienst die instaat voor de autopsie op overleden kinderen van minder dan 18 maand, en die, met het oog op het instellen van een permanentie, een overeenkomst afgesloten heeft met geneesheren - specialisten in de pathologische anatomie, die in eerste hand autopsieën op kinderen verricht hebben. Bedoelde permanentie is zo georganiseerd dat een geneesheer specialist in de pathologische anatomie permanent oproepbaar is, derwijze dat hij binnen de kortst mogelijke tijd na de oproep, in het centrum voor wiegendood kan zijn.
Art. 2. Après avoir constaté que les parents ne souhaitent pas utiliser leur droit de refus d’autopsie, le médecin qui constate le décès prend contact sans délai avec le centre de prévention de la mort subite du nourrisson le plus proche.
Art. 2. De arts die het overlijden vaststelt neemt, nadat hij geconstateerd heeft dat de ouders geen gebruik wensen te maken van hun recht op weigering van autopsie, onverwijld contact op met het dichtstbijzijnde centrum voor wiegendood.
Art. 3. L’hôpital général qui exploite le centre et le service tels que visés à l’article 1er et où est pratiquée l’autopsie, est chargé du transport.
Art. 3. Het algemeen ziekenhuis dat het in artikel 1 bedoelde centrum en dienst uitbaat en waar de autopsie wordt verricht, staat in voor het transport.
Art. 4. Dès que l’hôpital général où sera pratiquée l’autopsie, est informé de ce qu’un enfant décédé doit être transporté, le service d’anatomopathologie doit être averti. Le médecin spécialiste en anatomopathologie appelé se rend sans délai au centre de prévention de la mort subite du nourrisson.
Art. 4. Van zodra het algemeen ziekenhuis waar de autopsie zal uitgevoerd worden op de hoogte gebracht wordt dat er een overleden kind moet getransporteerd worden, moet de anatomopathologiedienst worden verwittigd. De opgeroepen geneesheer - specialist in de pathologische anatomie begeeft zich onverwijld naar het centrum voor wiegendood.
Art. 5. En vue d’assurer le soutien psychologique des parents et de la famille de l’enfant décédé, le centre de prévention de la mort subite du nourrisson doit pouvoir faire appel, au sein de l’hôpital, à une équipe pluridisciplinaire de soutien psychosocial composée d’un psychologue clinique et d’un travailleur social ou d’un infirmier gradué en santé publique.
Art. 5. Voor psychologische ondersteuning van de ouders en het gezin van het overleden kind moet het centrum voor wiegendood in het ziekenhuis een beroep kunnen doen op een pluridisciplinair psychosociaal supportteam bestaande uit een klinisch psycholoog en een maatschappelijk werker of een gegradueerde verpleegkundige in de sociale gezondheidszorg.
Le soutien psychologique visé à l’alinéa 1er tel que repris dans le premier alinéa, est ciblé sur l’information et l’accompagnement en ce qui concerne l’exécution de l’autopsie.
De in het eerste lid bedoelde psychologische ondersteuning is gericht op informatie en begeleiding inzake de uitvoering van de autopsie.
En ce qui concerne les compétences précitées, il peut être fait appel aux membres de l’équipe pluridisciplinaire qui assure également la fonction palliative au sein de l’hôpital.
Voor voornoemde deskundigheden kan een beroep worden gedaan op de leden van het pluridisciplinair team dat ook de palliatieve functie in het ziekenhuis waarneemt.
Art. 6. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juillet 2007. Art. 7. Notre Ministre de la Santé publique est chargé de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 27 avril 2007.
Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2007. Art. 7. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 27 april 2007.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre de la Santé publique, R. DEMOTTE
De Minister vanVolksgezondheid, R. DEMOTTE
28205
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT F. 2007 — 2133
[C − 2007/22692]
27 AVRIL 2007. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 17 juin 1997 définissant la fonction d’assistant en logistique Le Ministre de la Santé publique,
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU N. 2007 — 2133
[C − 2007/22692]
27 APRIL 2007. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 17 juni 1997 tot vaststelling van de functie van logistiek assistent De Minister van Volksgezondheid,
Vu la loi du 29 juin 1981 établissant les principes généraux de la sécurité sociale des travailleurs salariés, notamment l’article 35, § 5, A, remplacé par la loi du 22 décembre 2003;
Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid van de werknemers, inzonderheid op artikel 35, § 5, A, vervangen bij de wet van 22 december 2003;
Vu l’arrêté royal du 18 juillet 2002 portant des mesures visant à promouvoir l’emploi dans le secteur non marchand, notamment l’article 49, alinéa 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, inzonderheid op artikel 49, tweede lid;
Vu l’arrêté ministériel du 17 juin 1997 définissant la fonction d’assistant en logistique, modifié par les arrêtés ministériels des 16 mars 1998 et 24 juillet 1998;
Gelet op het ministerieel besluit van 17 juni 1997 tot vaststelling van de functie van logistiek assistent, gewijzigd door de ministeriële besluiten van 16 maart 1998 en 24 juli 1998;
Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances du 23 janvier 2007; Vu l’avis 42.241/3 du Conseil d’Etat, donné le 27 février 2007, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, Arrête :
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 23 januari 2007; Gelet op het advies 42.241/3 van de Raad van State, gegeven op 27 februari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Article unique. L’article 2, § 1, 1er alinéa, de l’arrêté ministériel du 17 juin 1997 définissant la fonction d’assistant en logistique, modifié par l’arrêté ministériel du 16 mars 1998, est complété d’un point e), rédigé comme suit : « e) soit qui figure dans la liste suivante des formations reconnues par la Communauté flamande et sanctionnées par un certificat de fin d’études :
Enig artikel. Artikel 2, § 1, eerste lid, van het ministerieel besluit van 17 juni 1997 tot vaststelling van de functie van logistiek assistent, gewijzigd door het ministerieel besluit van 16 maart 1998, wordt aangevuld met een punt e) luidend als volgt : « e) hetzij dat voorkomt in volgende lijst van opleidingen erkend door de Vlaamse Gemeenschap en bekrachtigd door een eindstudiebewijs :
S’agissant de l’enseignement secondaire professionnel ordinaire à temps plein et la forme d’enseignement 4 de l’enseignement secondaire spécial : — aide organisationnelle; — organisation-assistant; — assistant en logistique dans des hôpitaux et des établissements de soins. S’agissant de la forme d’enseignement 3 de l’enseignement secondaire spécial : — assistant en logistique dans des hôpitaux et des établissements de soins. S’agissant de l’enseignement secondaire professionnel à temps partiel : — assistant en logistique dans les hôpitaux; — aide logistique dans des établissements de soins; — assistant en logistique dans des hôpitaux et des établissements de soins. S’agissant de l’enseignement secondaire de promotion sociale (enseignement secondaire pour adultes) : — assistant en logistique». « f) soit qui figure dans la liste suivante des formations reconnues par la Communauté franc¸ aise et sanctionnées par un certificat de fin d’études et/ou un certificat de qualification : S’agissant de l’enseignement secondaire professionnel ordinaire de plein exercice et en alternance et de la forme 4 de l’enseignement secondaire spécialisé : — auxiliaire familial/auxiliaire familiale et sanitaire (certificat d’études de 6e année de l’enseignement professionnel et certificat de qualification). S’agissant de l’enseignement secondaire professionnel en alternance et de la forme 3 de l’enseignement secondaire spécialisé : — aide logistique en collectivité (certificat de qualification). S’agissant de l’enseignement secondaire de promotion sociale : — assistant en logistique en unité de soins et/ou au service d’urgences (certificat); — auxiliaire polyvalent(e) des services à domicile et en collectivités (certificat de qualification) ». Bruxelles, le 27 avril 2007.
Voor wat betreft het voltijds gewoon beroepssecundair onderwijs en opleidingsvorm 4 van het buitengewoon secundair onderwijs :
R. DEMOTTE
R. DEMOTTE
— organisatiehulp; — organisatieassistentie; — logistiek assistent in ziekenhuizen en zorginstellingen. Voor wat betreft de opleidingsvorm 3 van het buitengewoon secundair onderwijs : — logistiek assistent in ziekenhuizen en zorginstellingen. Voor wat betreft het deeltijds beroepssecundair onderwijs : — logistiek assistent in de ziekenhuizen; — logistiek helper in de verzorgingsinstellingen; — logistiek assistent in ziekenhuizen en zorginstellingen. Voor wat betreft het secundair onderwijs voor sociale promotie (secundair volwassenenonderwijs) : — logistiek assistent». « f) hetzij dat voorkomt in volgende lijst van opleidingen erkend door de Franse Gemeenschap en bekrachtigd door een eindstudiebewijs en/of een kwalificatiegetuigschrift : Voor wat betreft het alternerend gewoon beroepssecundair onderwijs met volledig leerplan en de vorm 4 van het gespecialiseerd secundair onderwijs : — mannelijke of vrouwelijke gezins- en sanitaire hulpkracht (getuigschrift van onderwijs van het 6e jaar van het beroepsonderwijs en kwalificatiegetuigschrift). Voor wat betreft het alternerend beroepssecundair onderwijs en de vorm 3 van het gespecialiseerd secundair onderwijs : — logistieke hulp in gemeenschappen (kwalificatiegetuigschrift). Voor wat betreft het secundair onderwijs voor sociale promotie : — logistiek assistent in verzorgingseenheden en/of spoeddiensten (getuigschrift); — polyvalente hulpkracht voor diensten thuis en aan gemeenschappen (kwalificatiegetuigschrift)». Brussel, 27 april 2007.
28206
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
F. 2007 — 2134 [C − 2007/09448] 26 AVRIL 2007. — Arrêté royal organique de la Commission des frais de justice
N. 2007 — 2134 [C − 2007/09448] 26 APRIL 2007. — Koninklijk besluit houdende regeling van de Commissie voor de gerechtskosten
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi-programme II du 27 décembre 2006, Titre II Justice, notamment l’article 5, §§ 6 et 7; Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 5 janvier 2007;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op programmawet II van 27 december 2006, Titel II Justitie, inzonderheid op artikel 5, §§ 6 en 7; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 januari 2007; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 6 februari 2007; Gelet op advies 42.388/2 van de Raad van State, gegeven op 21 maart 2007 in toepassing van artikel 84, §1, 1ste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Justitie,
Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 6 février 2007; Vu l’avis 42.388/2 du Conseil d’Etat donné le 21 mars 2007 en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de Notre Ministre de la Justice, Nous avons arrêté et arrêtons : CHAPITRE 1er. — De la Commission des frais de justice er
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. — Commissie voor de gerechtskosten
Article 1 . Il y a une Commission des frais de justice; le président peut organiser des chambres, soit par langue, soit par thème, selon les nécessités de l’examen des affaires.
Artikel 1. Er bestaat een Commissie voor de gerechtskosten. De voorzitter kan kamers organiseren, hetzij per taal, hetzij per thema, volgens de behoeften van het onderzoek van de zaken.
En cas d’urgence, et de l’accord du requérant, le président peut attribuer une affaire à une commission composée sans égard à la règle visée ci-avant.
In dringende gevallen kan de voorzitter, op voorwaarde dat de eisende partij ermee instemt, een zaak toewijzen aan een commissie die wordt samengesteld zonder voornoemde regel in acht te nemen.
Art. 2. Le président compose la Commission ou la chambre, en respectant les dispositions de la loi, à savoir : un magistrat du siège, un magistrat du parquet et un expert ou prestataire de service.
Art. 2. De voorzitter stelt de Commissie of de kamer samen met inachtneming van de bepalingen van de wet, te weten : een magistraat van de zetel, een magistraat van het parket en een deskundige of dienstverlener.
Pour chaque affaire ou groupe d’affaires, le président compose la Commission en retenant comme membre expert ou prestataire de service un membre relevant de la spécialité concernée.
Voor iedere zaak of reeks zaken stelt de voorzitter de commissie samen, door als deskundige of dienstverlener iemand met de betrokken specialiteit te kiezen.
Art. 3. Les membres de la Commission peuvent être récusés pour les causes qui donnent lieu à récusation aux termes des articles 828 et 830 du Code judiciaire.
Art. 3. De leden van de commissie kunnen worden gewraakt om de redenen die overeenkomstig de artikelen 828 en 830 van het Gerechtelijk Wetboek aanleiding geven tot wraking.
Tout membre de la Commission qui sait cause de récusation en sa personne, est tenu de la déclarer à la Commission qui décide s’il doit s’abstenir.
Ieder lid van de commissie dat kennis ervan heeft dat jegens hem een reden tot wraking bestaat, is ertoe gehouden zulks mee te delen aan de commissie, die beslist of hij zich moet onthouden.
Celui qui veut récuser, doit le faire dès qu’il a connaissance de la cause de récusation.
Een ieder die iemand wenst te wraken, moet zulks doen zodra hij kennis heeft van de reden tot wraking.
Art. 4. Il y a un rôle général des affaires tenu par le secrétaire. Chaque affaire rec¸ oit un numéro qui est mentionné sur toutes les pièces de procédure.
Art. 4. De Secretaris houdt een algemene rol van zaken bij. Iedere zaak krijgt een nummer dat op alle procedurestukken wordt vermeld.
CHAPITRE 2. — De la procédure devant la Commission
HOOFDSTUK 2. — Procedure voor de commissie
Art. 5. Peuvent saisir la Commission, le prestataire ou l’expert, contre la décision ministérielle ou contre celle de réduction du magistrat taxateur et le Ministre de la Justice ou le fonctionnaire délégué, contre la décision de payement du magistrat taxateur.
Art. 5. Op de Commissie kan een beroep worden gedaan door de dienstverlener of de deskundige tegen de ministeriële beslissing of de beslissing tot vermindering van de taxerende magistraat en door de Minister van Justitie of de gemachtigde ambtenaar tegen de beslissing tot betaling van de taxerende magistraat.
Art. 6. A peine d’irrecevabilité, les recours sont formés par écrit, adressés par lettre recommandée au secrétaire de la Commission et exposent les motifs évoqués. Le recours intenté par le Ministre ou son délégué peut toutefois être déposé contre récépissé.
Art. 6. Op straffe van onontvankelijkheid wordt het beroep schriftelijk ingesteld, wordt het bij aangetekende brief aan de secretaris van de commissie toegezonden en worden de aangevoerde redenen erin uiteengezet. Het door de minister of zijn afgevaardigde ingestelde beroep kan evenwel tegen ontvangstbewijs worden ingediend.
Art. 7. Le secrétaire inscrit les recours au rôle de la Commission dans l’ordre de leur réception, adresse un accusé de réception au demandeur et constitue un dossier.
Art. 7. De secretaris schrijft de beroepen in volgorde van ontvangst in op de rol van de commissie, zendt een ontvangstbewijs toe aan de eisende partij en stelt een dossier samen.
Art. 8. § 1er. Le secrétaire transmet les dossiers au président de la Commission qui désigne un rapporteur. Le président peut déléguer cette compétence au secrétaire.
Art. 8. § 1. De secretaris bezorgt de dossiers aan de voorzitter van de Commissie, die een verslaggever aanwijst. De voorzitter mag deze bevoegdheid verlenen aan de secretaris.
Le rapporteur est chargé de l’examen préalable du dossier.
De verslaggever wordt belast met het voorafgaande onderzoek van het dossier.
Il dispose d’un délai de deux mois pour déposer un rapport motivé comprenant une proposition de décision.
Hij beschikt over een termijn van twee maanden om een gemotiveerde verlag met een voorstel tot beslissing in te dienen.
§ 2. Le secrétaire transmet le recours à la partie adverse qui dispose de 30 jours pour présenter ses observations éventuelles.
§ 2. De secretaris maakt het beroep aan de tegenpartij over die over een termijn van 30 dagen beschikt om eventuele opmerkingen in te dienen.
Art. 9. Si la Commission désire entendre une partie soit d’office, soit à la demande de la partie, le magistrat taxateur ou toute autre personne pouvant fournir des renseignements utiles, elle les convoque par lettre ordinaire.
Art. 9. Indien de Commissie een partij of de met de begroting belaste magistraat of eenieder met nuttige informatie wenst te horen, roept zij hen op bij gewone brief.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28207
Art. 10. La Commission peut procéder ou faire procéder à toutes investigations utiles. Elle peut notamment se faire communiquer le dossier répressif, moyennant l’autorisation du procureur général près la cour d’appel, du procureur fédéral ou du procureur général près la cour de cassation et avec l’accord du juge d’instruction s’il s’agit d’une affaire à l’instruction.
Art. 10. De Commissie kan de nodige daden van onderzoek verrichten of doen verrichten. Zij kan zich inzonderheid het strafdossier doen overhandigen, op voorwaarde dat de procureur-generaal bij het hof van beroep, de federale procureur of de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie daartoe toestemming heeft verleend en de onderzoeksrechter daarmee heeft ingestemd ingeval het gaat om een gerechtelijk onderzoek.
Art. 11. La Commission se réunit sur convocation du président. Le président peut déléguer au secrétaire la rédaction des convocations.
Art. 11. De Commissie komt samen na bijeenroeping door de voorzitter. De voorzitter kan het opmaken van de bijeenroepingen aan de secretaris delegeren.
Art. 12. Le président de la Commission dirige et clôt les débats. Il assure la police des séances.
Art. 12. De voorzitter van de commissie leidt de debatten en sluit ze af. Hij handhaaft de orde van de zittingen.
Le président, s’il l’estime nécessaire, peut convoquer des membres ou des suppléants en nombre supplémentaire.
Indien de voorzitter zulks nodig acht, kan hij bijkomende leden of plaatsvervangers oproepen.
Ceux-ci participent au délibéré de la Commission.
Zij nemen deel aan de beraadslaging van de commissie.
Le procès-verbal de la séance sera signé par le président et le secrétaire.
Het proces-verbaal van de zitting zal getekend worden door de voorzitter en door de secretaris.
Art. 13. Lors de la séance, le rapporteur résume le dossier et dépose une proposition dans un rapport écrit et motivé.
Art. 13. De verslaggever vat tijdens de zitting het dossier samen en dient in de vorm van een geschreven en met redenen omkleed verslag een voorstel in.
Art. 14. Lorsque la Commission est appelée à connaître d’un mémoire rédigé en franc¸ ais, elle est composée de membres ayant la connaissance de cette langue. S’il s’agit d’un recours rédigé en néerlandais, elle est composée de membres connaissant cette langue.
Art. 14. Wanneer de Commissie wordt gevorderd kennis te nemen van een memorie opgesteld in de Nederlandse taal, is zij samengesteld uit leden die kennis hebben van die taal. Indien het gaat om een beroep opgesteld in de Franse taal, is zij samengesteld uit leden welke kennis hebben van die laatste taal.
Dans toute affaire qui doit être traitée en langue allemande, la Commission comprend au moins un membre connaissant cette langue.
Voor zaken die in de Duitse taal moeten worden behandeld, zetelt in de commissie ten minste een lid dat kennis heeft van die taal.
CHAPITRE 3. — Des décisions de la Commission
HOOFDSTUK 3. — Beslissingen van de Commissie
Art. 15. La Commission ne peut, sauf pour rectifier une erreur matérielle dont le mémoire est entaché, réduire le montant de cet état de frais sans avoir demandé les explications qui lui paraissent utiles.
Art. 15. De Commissie mag het bedrag van deze onkostenstaat niet verminderen zonder aan de deskundige de volgens haar vereiste uitleg te vragen, tenzij het gaat om de verbetering van een materiële fout in de memorie.
Art. 16. La Commission statue dans le mois à partir de la réception de la lettre recommandée, sauf si des informations complémentaires sont demandées, auquel cas, le délai est suspendu jusqu’à accomplissement de ce devoir d’enquête.
Art. 16. De Commissie beslist binnen een maand na ontvangst van de aangetekende brief, tenzij wordt verzocht om aanvullende informatie. In dat geval wordt de termijn opgeschort tot deze onderzoekshandeling is verricht.
Le courrier de la Commission indique le délai fixé pour la réponse. Elle statue d’office si l’expert n’a pas répondu dans les deux mois à la demande d’explication, sauf motif légitime.
In de brief van de Commissie wordt de voor het antwoord bepaalde termijn vermeld. Behoudens uitstel wegens gewettigde reden beslist zij ambtshalve ingeval de deskundige niet heeft geantwoord binnen twee maanden te rekenen van het verzoek tot uitleg.
Art. 17. La Commission peut d’office ou à la requête d’une partie, revoir ou modifier sa décision si un élément nouveau est porté à sa connaissance ou pour rectifier une erreur matérielle ou de calcul.
Art. 17. De Commissie kan haar beslissing ambtshalve of op verzoek van een partij herzien of wijzigen indien zij van een nieuw element in kennis wordt gesteld of een materiële fout of een rekenfout moet worden verbeterd.
Art. 18. La décision contient les motifs et le dispositif et porte mention :
Art. 18. In de beslissing worden de redenen en het beschikkend gedeelte vermeld, alsook :
1° de l’identité des parties;
1° de identiteit van de partijen;
2° du déroulement de la procédure;
2° het verloop van de procedure;
3° de la date du prononcé de la décision et du nom des membres qui ont délibéré. Art. 19. La décision est signée par le président et le secrétaire.
3° de datum van de uitspraak van de beslissing en de naam van de leden die hebben beraadslaagd. Art. 19. De beslissing wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
Une copie certifiée conforme de la décision est transmise dans les trente jours par le secrétaire aux parties.
De secretaris zendt binnen dertig dagen een voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing toe aan de partijen.
Art. 20. Les décisions de la Commission ne sont susceptibles ni d’appel, ni d’opposition.
Art. 20. Tegen de beslissingen van de commissie kan geen beroep of verzet worden aangetekend.
En cas de cassation par le Conseil d’Etat, la cause est renvoyée devant la Commission autrement composée.
In geval van vernietiging door de Raad van State wordt de zaak naar een anders samengestelde commissie verwezen.
Art. 21. Le jeton de présence, alloué pour chaque séance de la Commission des Frais de Justice, est fixé à 21,92 euros pour le président et à 17,55 euros pour les membres.
Art. 21. Het presentiegeld, dat wordt toegekend voor iedere zitting van de commissie voor de gerechtskosten, wordt bepaald op 21,92 euro voor de voorzitter en 17,55 euro voor de leden.
Les rapporteurs sont rémunérés en heures en conscience selon l’article 44 du barème annexé à l’arrêté royal portant règlement général des frais de justice en matière répressive.
De verslaggevers zullen betaald worden in uren naar eer en geweten volgens artikel 44 van de bijgevoegde schaal van het koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken.
Les membres qui ne bénéficient pas de moyen de transport à charge de l’Etat ont droit à des frais de parcours comme prévu à l’arrêté royal du 18 janvier 1965 portant réglementation générale en matière de frais de parcours; ils sont assimilés à cet effet à des fonctionnaires de classe A.
De leden die niet beschikken over een vervoermiddel ten laste van de Staat hebben recht op reiskosten zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten; zij worden daartoe gelijkgesteld met ambtenaren van klasse A.
28208
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 22. Les sommes fixées en vertu du présent règlement sont liées, au 1er janvier de chaque année, aux fluctuations de l’indice des prix à la consommation tel qu’il est appliqué pour les traitements du personnel des SPF.
Art. 22. De krachtens dit reglement vastgestelde bedragen worden op 1 januari van elk jaar gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, zoals dit voor de wedden van het personeel van de federale overheidsdiensten wordt toegepast.
Elles sont multipliées, le 1er janvier de chaque année, par une fraction dont le numérateur est la moyenne arithmétique de l’indice des prix à la consommation des mois d’août à novembre inclus de l’année précédente et dont le dénominateur est 104,41. Dans le numérateur, les centièmes d’unité inférieurs à cinq seront négligés et les centièmes d’unité égaux ou supérieurs à cinq seront arrondis au dixième supérieur.
De bedragen worden op 1 januari van elk jaar vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller het rekenkundig gemiddelde is van de indexcijfers van de consumptieprijzen van de maanden augustus tot en met november van het voorafgaande jaar en de noemer 104,41 is. De honderdsten van de teller beneden vijf worden niet in aanmerking genomen en de honderdsten gelijk of boven vijf worden afgerond naar het hogere tiende.
Les fractions de cents sont négligées, exception faite pour les indemnités de déplacement.
Gedeelten van een cent worden niet in aanmerking genomen, met uitzondering van reiskosten.
Art. 23. La Commission nouvellement créée examine les dossiers déjà soumis à la Commission des frais de justice répressive visé à l’article 114 de l’arrêté royal du 28/12/1950.
Art. 23. De nieuwe ingestelde Commissie zal de aan de commissievoor gerechtskosten in strafzaken bedoeld in artikel 114 van het koninklijk besluit van 28/12/1950 al voorgelegde dossiers bestuderen.
Art. 24. L’adresse du secrétariat de la Commission est boulevard de Waterloo 115, à 1000 Bruxelles.
Art. 24. Het adres van het secretariaat van de Commissie is Waterloolaan 115, te 1000 Brussel.
Art. 25. Les décisions de la Commission pourront être publiée sur un site web tout en respectant la loi sur la protection de la vie privée.
Art. 25. De beslissingen van de Commissie zullen bekendgemaakt worden op de site.
Art. 26. Le présent arrêté produit ses effets le 8 janvier 2007. Art. 27. Notre Ministre de la Justice est chargée de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 26 avril 2007
Art. 26. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 8 januari 2007. Art. 27. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 26 april 2007.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de la Justice, Mme L. ONKELINX
De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX
* SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
F. 2007 — 2135 [C − 2007/09449] 4 MAI 2007. — Arrêté ministériel accordant délégation de pouvoir en matière de frais de justice à certains fonctionnaires du Service public fédéral Justice
N. 2007 — 2135 [C − 2007/09449] 4 MEI 2007. — Ministerieel besluit houdende overdracht van bevoegdheid inzake gerechtskosten aan sommige ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Justitie
La Ministre de la Justice, Vu la loi-programme II du 27 décembre 2006, Titre II Justice et notamment l’article 4; Vu l’arrêté royal organique de la Commission des frais de justice du 26 avril 2007 et notamment l’article 5; Vu l’arrêté royal portant règlement général des frais de justice en matière répressive du 27 avril 2007 et notamment les articles 15 et 30; Considérant qu’il est nécessaire pour le bon fonctionnement des institutions de la justice en vue d’assurer un service de qualité, de déléguer au Directeur général de la Direction générale de l’Organisation judiciaire et au chef du Service des Frais de Justice qu’il désigne, la compétence de vérifier les états de frais des prestataires de services,
De Minister van Justitie, Gelet op de programmawet II van 27 december 2006, Titel II Justitie en inzonderheid op artikel 4; Gelet op het koninklijk besluit houdende regeling van de Commissie voor de gerechtskosten van 26 april 2007 en inzonderheid op artikel 5; Gelet op het koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken van 27 april 2007 en inzonderheid op artikelen 15 en 30; Overwegende dat het noodzakelijk is voor de goede werking van de instellingen van Justitie en teneinde een dienst van hoog niveau te waarnemen, aan de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal van de Rechterlijke Organisatie en aan het hoofd van de dienst Gerechtskosten die hij aanwijst, de bevoegdheid te verlenen om de kostenstaten van de dienstverleners na te kijken, Besluit :
Arrête : er
Article 1 . Délégation est donnée, en matière de vérification des Frais de Justice et le cas échéant, de réduction des états de frais des prestataires de services, au Directeur général de l’Organisation judiciaire et au chef du Service des Frais de Justice qu’il désigne.
Artikel 1. Delegatie wordt verleend, inzake controle van de Gerechtskosten en eventueel, van vermindering van de kostenstaten van de dienstverleners, aan de Directeur-generaal van de Rechterlijke Organisatie en het hoofd van de dienst Gerechtskosten die hij aanwijst.
Art. 2. En cas d’absence ou d’empêchement des fonctionnaires susmentionnés, les délégations de pouvoir accordées par le présent arrêté sont exercées par leur remplac¸ ant.
Art. 2. Bij afwezigheid of verhindering van bovenvermelde ambtenaren, worden de door dit besluit verleende overdrachten van bevoegdheden uitgeoefend door hun plaatsvervanger.
Art. 3. Le Directeur général de la Direction générale de l’Organisation judiciaire et le chef du service des Frais de Justice, signent les pièces en mentionnant la formule : « Pour le Ministre », suivie de la mention de leur fonction.
Art. 3. De Directeur-generaal van het Directoraat-generaal van de Rechterlijke Organisatie en het hoofd van de dienst Gerechtskosten, ondertekenen de stukken met vermelding van de formule « Voor de Minister », met daaronder de vermelding van hun functie.
Art. 4. Les dispositions du présent arrêté produisent leurs effets au 8 janvier 2007.
Art. 4. De bepalingen van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 8 januari 2007.
Bruxelles, le 4 mai 2007 Mme L. ONKELINX
Brussel, 4 mei 2007. Mevr. L. ONKELINX
28209
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE ET SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES F. 2007 — 2136
[C − 2007/09447]
27 AVRIL 2007. — Arrêté royal portant règlement général des frais de justice en matière répressive ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi–programme II du 27 décembre 2006, Titre II Justice, notamment l’article 6; Vu le Code judiciaire, notamment l’article 692; Vu le Code d’instruction criminelle, notamment l’article 28quinquies, § 2, inséré par l’article 5 et notamment l’article 57, § 2, rétabli par la loi du 12 mars 1998 relative à l’amélioration de la procédure pénale au stade de l’information et de l’instruction, article 9;
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN N. 2007 — 2136
[C − 2007/09447]
27 APRIL 2007. — Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de programmawet II van 27 december 2006, Titel II Justitie, inzonderheid op artikel 6; Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 692; Gelet op het Wetboek van Strafvordering, inzonderheid op artikel 28quinquies, § 2, ingevoegd bij artikel 5, en inzonderheid op artikel 57, § 2, hersteld bij de wet van 12 maart 1998 tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek, artikel 9;
Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 9 mars 2007;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 maart 2007;
Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 30 mars 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 30 maart 2007;
Vu les lois coordonnées sur le Conseil d’Etat en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°;
Gelet op de gecoörineerde wetten op de Raad van State overeenkomstig op artikel 84, § 1er, eerste lid, 2°;
Vu l’urgence,
Gelet op de dringende noodzakelijkheid,
Considérant que la loi du 27 décembre 2006 a abrogé les dispositions en vigueur en matière des frais de justice et que des mesures d’exécution doivent être prises dans l’urgence;
Overwegende dat de wet van 27 december 2006, de beschikkingen die van toepassing zijn op de gerechtskosten, heeft opgeheven en dat derhalve uitvoeringsmaatregelen dringend dienen genomen te worden;
Considérant que la procédure de vérification et de mise en paiement est essentielle au bon fonctionnement de la Justice pénale;
Overwegende dat de verificatieprocedure en het in betalingstellen essentieel is voor de goede werking van Justitie op strafrechtelijk vlak;
Considérant que l’absence de tarification est préjudiciable à la sécurité budgétaire.
Overwegende dat het ontbreken van een tarifering invoorziene budgettaire gevolgen kan hebben.
Les frais de justice représentant plus de 80.000.000,00 d’euros; Considérant que le paiement des prestataires de service doit être assuré; Vu l’avis 42.730/2 du Conseil d’Etat donné le 10 avril 2007; Sur la proposition de Notre Ministre de la Justice et de l’avis de nos Ministres qui en ont délibéré en conseil, Nous avons arrêté et arrêtons :
De gerechtskosten bedragen meer dan 80.000.000,00 euro; Overwegende dat het uitbetalen van de dienstverleners dient gewaarborgd; Gelet op advies 42.730/2 van de Raad van State, gegeven op 10 april 2007; Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
TITRE 1er. — Dispositions générales
TITEL 1. — Algemene bepalingen
Article 1er. Le présent règlement détermine la manière dont sont alloués, payés et, recouvrés, les frais de justice en matière répressive et les dépenses assimilées.
Artikel 1. Dit reglement bepaalt de wijze waarop de gerechtskosten in strafzaken en de daarmee gelijkgestelde uitgaven worden toegekend, betaald en, in voorkomend geval, ingevorderd.
Les frais d’exécution, sur la poursuite du ministère public, des commissions rogatoires en matière civile ou commerciale, délivrées par des juges étrangers sont recouvrés conformément aux conventions internationales.
De kosten van rogatoire commissies in burgerlijke zaken en in handelszaken gegeven door buitenlandse rechters die op vordering van het openbaar ministerie worden uitgevoerd, worden evenwel overeenkomstig de internationale verdragen ingevorderd.
Ils sont imputables sur le budget du SPF Justice.
Zij worden op de begroting van de FOD Justitie aangerekend.
Art. 2. Les sommes fixées par ou en vertu du présent règlement sont liées, au 1er janvier de chaque année, aux fluctuations de l’indice des prix à la consommation tel qu’il est appliqué pour les traitements du personnel des SPF.
Art. 2. De krachtens dit reglement vastgestelde bedragen worden op 1 januari van elk jaar gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, zoals dit voor de wedden van het personeel van de federale overheidsdiensten wordt toegepast.
Elles sont multipliées, le 1er janvier de chaque année, par une fraction dont le numérateur est la moyenne arithmétique de l’indice des prix à la consommation des mois d’août à novembre inclus de l’année précédente et dont le dénominateur est 104,41. Dans le numérateur, les centièmes d’unité inférieurs à cinq seront négligés et les centièmes d’unité égaux ou supérieurs à cinq seront arrondis au dixième supérieur.
De bedragen worden op 1 januari van elk jaar vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller het rekenkundig gemiddelde is van de indexcijfers van de consumptieprijzen van de maanden augustus tot en met november van het voorafgaande jaar en de noemer 104,41 is. De honderdsten van de teller beneden vijf worden niet in aanmerking genomen en de honderdsten gelijk of boven vijf worden afgerond naar het hogere tiende.
Les fractions de cents sont négligées, exception faite pour les indemnités de déplacement et de même pour le montant net des taxes, états de frais et mémoires d’honoraires.
Gedeelten van een cent worden niet in aanmerking genomen, met uitzondering van reiskosten. Hetzelfde geldt voor de nettobedragen van vergoedingen, kostenstaten en memories van erelonen.
28210
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 3. Les montants figurant au présent règlement général s’entendent hors taxe sur la valeur ajoutée.
Art. 3. In de bedragen vastgesteld in dit algemeen reglement is de belasting over de toegevoegde waarde niet inbegrepen.
Art. 4. Les prestataires de services établissent leurs factures ou l’état de leurs honoraires conformément aux forfaits ou aux taux horaires prévus par ou en vertu du présent règlement.
Art. 4. De dienstverleners maken de staat op van hun facturen of hun ereloon, naargelang het geval, op grond van vaste prijzen of uurtarieven bepaald in of krachtens dit reglement.
Dès qu’ils ont accepté la réquisition du magistrat ou du service de police, ils sont liés par les forfaits ou taux horaires prévus par ou en vertu du présent règlement.
Zodra zij een door een magistraat toegekende opdracht hebben aanvaard, zijn zij gebonden door de vaste prijzen of uurtarieven bepaald in of krachtens dit reglement.
Art. 5. L’indemnité de déplacement est fixée à 0,4500 euro par kilomètre.
Art. 5. De reiskostenvergoeding is vastgesteld op 0,4500 euro per kilometer.
Cette indemnité comprend les frais de voiture ainsi que le temps du déplacement.
Deze vergoeding houdt de wagenkosten evenals de verplaatsingstijd in.
Art. 6. Le calcul des distances s’effectue, sur base du Livre des distances légales établi en vertu de l’article 1er de l’arrêté royal du 15 octobre 1969 ou d’un logiciel agréé par le Ministre de la justice.
Art. 6. De afstanden worden berekend op grond van het Boek van de wettelijke afstanden bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 oktober 1969 of op grond van software erkend door de Minister van Justitie.
TITRE 2. — Prestataires de service requis à prêter leur concours à la justice
TITEL 2. — Dienstverleners opgeroepen om aan het gerecht hun medewerking te verlenen
CHAPITRE 1er. — Les experts
HOOFDSTUK 1. — Deskundigen
Art. 7. Les experts sont rémunérés conformément au barème annexé qui détermine les indemnités forfaitaires et les taux horaires.
Art. 7. De deskundigen worden vergoed overeenkomstig de bijgevoegde schaal die de forfaitaire vergoedingen en de uurlonen bepaalt.
Il est alloué des honoraires doubles, pour les devoirs à effectuer entre 20 heures et 8 heures, du vendredi 20 heures au lundi à 8 heures ou un jour férié légal. Sauf réquisition motivée ou en cas d’urgence découlant des faits, les prestations se font en dehors des périodes ci-dessus.
Voor taken die tussen 20.00 uur en 8.00 uur, tussen vrijdag 20.00 uur en maandag 8.00 uur of op een wettelijke feestdag moeten worden verricht, worden aan de dienstverleners een dubbel ereloon toegekend. Behoudens met redenen omklede vordering of bij spoedeisende gevallen, wordt er gepresteerd buiten de bovenvermelde periodes.
Art. 8. Le magistrat assigne à l’expert qu’il requiert un terme pour accomplir sa mission et déposer son rapport. Si le délai ne peut être respecté, l’expert en informe par écrit le magistrat requérant et lui en fait connaître les motifs.
Art. 8. De magistraat legt aan de deskundige die hij oproept een termijn op waarbinnen hij zijn opdracht moet beëindigen en zijn verslag indienen. Indien de termijn niet kan worden nageleefd, moet de deskundige de vorderende magistraat daarvan schriftelijk in kennis stellen en de redenen daarvoor opgeven.
Art. 9. Les états d’honoraires et de frais des experts sont dressés en triple exemplaire. Ils mentionnent les noms, prénoms, qualités, adresse et numéro de compte du bénéficiaire ainsi que :
Art. 9. De in drievoud opgemaakte memories van erelonen en van kosten van deskundigen vermelden behalve de naam, de voornamen, het adres en het rekeningnummer van de begunstigde, de volgende gegevens :
1° la date et heure de la réquisition, le nom du magistrat dont elle émane, le numéro de notice du dossier;
1° de datum en het uur van de vordering, de naam van de magistraat van wie zij uitgaat, het notitienummer van het dossier;
2° le nom du prévenu, de l’inculpé ou du préjudicié et la prévention;
2° de naam van de personen op wie een verdenking rust of van de verdachten en het hen ten laste gelegde misdrijf;
3° le numéro d’ordre du mémoire;
3° het volgnummer van de memorie;
4° la date du dépôt du rapport;
4° de datum waarop het verslag is ingediend;
5° la date du mémoire;
5° de datum van de memorie;
6° le coût en toutes lettres;
6° de kostprijs, voluit geschreven;
7° la mention signée et datée : « J’affirme sur l’honneur que la présente déclaration est sincère et complète ».
7° de volgende geschreven en ondertekende vermelding : « Ik bevestig op mijn eer dat deze verklaring oprecht en volledig is ».
Art. 10. Les états d’honoraires indiquent, dans l’ordre chronologique, les prestations avec les références au présent règlement ou au barème. L’état d’honoraires reprend leur description détaillée et leur plage horaire.
Art. 10. De memories vermelden : in chronologische volgorde, de prestaties verricht met referenties naar huidig reglement of schaal. De memories geven hun uitvoerige beschrijving van deze verrichtingen en hun uurroosters weer.
L’expert précise les déplacements effectués en indiquant le point de départ et de destination ainsi que les dates et heures.
De deskundige verduidelijkt de gedane reizen met vermelding van de plaatsen van vertrek en bestemming evenals de data en uren.
Copie des réquisitoires est jointe à l’état d’honoraires. Art. 11. Les devoirs accomplis et les frais exposés par plusieurs experts désignés dans un même réquisitoire et qui ont opéré ensemble, sont portés dans un seul état qui mentionne les honoraires et frais de chacun et le coût total de l’expertise.
Een kopie van de vorderingen wordt bij de memories gevoegd. Art. 11. De taken verricht en de kosten opgegeven door verschillende deskundigen die in dezelfde vordering zijn aangewezen en in dezelfde zaak samen zijn opgetreden, worden op een enkele memorie vermeld, waarop tevens het bedrag van de erelonen en de kosten gevorderd door iedere deskundige, alsook de totale kostprijs van het deskundigenonderzoek zijn aangegeven.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28211
Art. 12. Dans une même affaire où plusieurs rapports sont déposés par le même expert, les états successifs rappellent les dates des états antérieurs et le montant des sommes qui y sont portées. Il en va de même pour les états provisionnels introduits dans une même affaire.
Art. 12. Indien een zelfde deskundige in dezelfde zaak achtereenvolgens verschillende verslagen indient, vermelden de opeenvolgende memories de data van de voorgaande memories, alsook de daarin opgegeven bedragen. Hetzelfde geldt voor de provisionele memories die in dezelfde zaak zijn ingediend.
Art. 13. Tout rapport d’expert comprend, en annexe, son état d’honoraires.
Art. 13. Op elk deskundigenverslag moet voluit de kostenstaat worden vermeld.
Art. 14. Les rapports des experts sont adressés à l’autorité requérante qui taxe les états d’honoraires, le cas échéant, après les avoir réduits par décision motivée.
Art. 14. De deskundigen richten hun memories samen met hun verslagen aan de vorderende autoriteit. Deze laatste begroot de memories met de eventuele vermindering bij gemotiveerde beslissing.
Art. 15. § 1er. Les états d’honoraires, approuvés ou réduits, sont transmis au Ministre de la Justice, par l’intermédiaire des parquets, auditorats du travail ou du greffe.
Art. 15. § 1. De goedgekeurde of verminderde memories worden door toedoen van de parketten, de arbeidsauditoraten of de griffies aan de minister van Justitie overgemaakt.
§ 2. Avant paiement, le Ministre vérifie la conformité desdits états.
§ 2. Alvorens te betalen, kijkt de minister de overeenstemming van deze memories na.
§ 3. En cas de non-conformité, il notifie, à l’expert, le refus de paiement.
§ 3. Indien dit niet overeenkomstig is, geeft hij aan de deskundige kennis van de weigering tot betaalbaarstelling.
§ 4. Lorsque l’état est réduit par le magistrat taxateur ou le Ministre, le montant non contesté est immédiatement mis en paiement, nonobstant recours devant la Commission des frais de justice.
§ 4. Indien de memorie door de taxerende magistraat of de Minister in mindering is gebracht, stelt de minister het onbetwiste bedrag onmiddellijk betaalbaar, ondanks het beroep bij de commissie voor de gerechtskosten.
CHAPITRE 2. — Traducteurs et interprètes
HOOFDSTUK 2. — Vertalers en tolken
Art. 16. Les traductions sont payées par page de trente lignes comportant soixante caractères, espaces compris.
Art. 16. Vertalingen worden aangerekend per bladzijde van dertig regels die zestig tekens bevatten, spaties inbegrepen.
La première page est allouée en entier. Au-delà de la première, les fractions de page sont payées au prorata du nombre de lignes traduites. Toute ligne commencée compte pour une ligne complète. Art. 17. Par page traduite, il est alloué :
1° pour les langues franc¸ aise et néerlandaise : 7,11 euros;
De eerste bladzijde wordt als een volledige bladzijde beschouwd. Behoudens de eerste bladzijde worden gedeelten van een bladzijde naar rata van het aantal vertaalde regels betaald. Iedere begonnen regel wordt als een volledige regel beschouwd. Art. 17. Per vertaalde bladzijde zijn de volgende bedragen verschuldigd : 1° voor het Nederlands en het Frans : 7,11 euro;
2° pour les langues allemande, luxembourgeoise, anglaise, espagnole, italienne, portugaise, danoise, suédoise, norvégienne, finnoise et grecque : 15,40 euros;
2° voor het Duits, het Luxemburgs, het Engels, het Spaans, het Italiaans, het Portugees, het Deens, het Zweeds, het Noors, het Fins en het Grieks : 15,40 euro;
3° pour les langues celtes, slaves, turques, hongroise, roumaine et albanaise ainsi que pour les autres langues européennes et le braille : 19,28 euros;
3° voor de Keltische talen, Slavische talen, alsook voor het Turks, het Hongaars, het Roemeens en het Albanees en voor de andere Europese talen en het blindenschrift : 19,28 euro;
4° pour les langues arabes, hébraïque, iraniennes, indiennes, africaines et les autres langues du Proche-Orient : 26,53 euros;
4° voor het Arabisch en het Hebreeuws, alsook voor de Iraanse, Indische en Afrikaanse talen en de andere talen van het Nabije Oosten : 26,53 euro;
5° pour les langues japonaise, chinoise et autres langues extrêmeorientales : 32,41 euros.
5° voor het Japans, het Chinees en andere talen uit het Verre Oosten : 32,41 euro.
Art. 18. En cas d’urgence, ou si le texte présente des difficultés particulières, des majorations motivées peuvent être accordées par le magistrat taxateur. Il en avertit le service des Frais de justice.
Art. 18. In spoedeisende gevallen of indien de tekst bijzondere moeilijkheden oplevert, kan de taxerende magistraat de vertaler machtiging verlenen om het tarief te overschrijden. Hij informeert ervan de dienst van de Gerechtskosten.
Art. 19. Lorsqu’il est fait usage de formulaires à compléter, il est dérogé à l’article 16, aliéna 2, et le calcul des honoraires se fera au prorata du nombre de lignes traduites.
Art. 19. Wanneer gebruik wordt gemaakt van in te vullen formulieren, worden de erelonen in afwijking van artikel 16, tweede lid, berekend naar rata van het aantal vertaalde regels.
28212
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 20. Les interprètes sont payés au prorata de la durée de leurs prestations sur la base d’un taux horaire de :
Art. 20. Tolken worden naar rata van de duur van hun prestaties vergoed op grond van een uurloon van :
1° pour les langues franc¸ aise, néerlandaise, allemande, luxembourgeoise, anglaise, espagnole, italienne, portugaise, danoise, suédoise, norvégienne, finnoise, grecque et pour le langage par gestes 29,71 euros;
1° 29,71 euro voor het Nederlands, het Frans, het Duits, het Luxemburgs, het Engels, het Spaans, het Italiaans, het Portugees, het Deens, het Zweeds, het Noors, het Fins, het Grieks en voor gebarentaal;
2° pour les langues celtes, slaves, ainsi que pour les langues turques, hongroise, roumaine, albanaise et pour les autres langues européennes, 41,39 euros;
2° 41,39 euro voor de Keltische talen, voor de Slavische talen, alsook voor het Turks, het Hongaars, het Roemeens en het Albanees en voor de andere Europese talen;
3° pour les langues arabes, hébraïque, iraniennes, indiennes, africaines et pour les autres langues du Proche-Orient, 46,31 euros;
3° 46,31 euro voor het Arabisch en het Hebreeuws, alsook voor de Iraanse, de Indische en Afrikaanse talen en voor de andere talen van het Nabije Oosten;
4° pour les langues japonaise, chinoise et les autres langues extrême-orientales 51,33 euros.
4° 51,33 euro voor het Japans, het Chinees en andere talen uit het Verre Oosten.
Si la première prestation de la matinée ou de l’après-midi n’atteint pas la durée d’une heure, il est alloué un montant égal au taux horaire.
Indien de eerste prestatie die ’s morgens of ’s namiddags wordt verricht, minder dan een uur duurt, is een bedrag verschuldigd gelijk aan het uurloon.
Pour les prestations effectuées entre 20 heures et 8 heures, du vendredi 20 heures au lundi à 8 heures ou un jour férié légal, il est alloué un taux horaire double, le cas échéant au prorata de la prestation effectuée dans les plages horaires mentionnées ci-dessus.
Voor de prestaties die tussen 20.00 uur en 8.00 uur of van vrijdag 20.00 uur tot maandag 8.00 uur of op een wettelijke feestdag worden verricht, wordt een dubbel ereloon toegekend, in voorkomend geval naar rata van de prestatie die tijdens bovenvermelde uren wordt verricht.
Pour les interprètes qui perc¸ oivent un traitement ou une rétribution à charge du pouvoir fédéral, communautaire, régional, provincial, communal ou d’un service public qui en dépend, et qui, étant de service, assurent la prestation qui leur est demandée, le taux horaire est limité à 14,93 euros.
Voor tolken die vanwege de federale staat, een gemeenschap, een gewest, een provincie, een gemeente of vanwege een openbare dienst die ervan afhangt, een wedde of vergoeding ontvangen, en die de hen gevraagde prestatie in het kader van hun dienst verrichten, worden de hierboven omschreven uurlonen vastgesteld op 14,93 euro.
Art. 21. Le temps d’attente est rémunéré au prorata de sa durée selon le taux prévu à l’article 20, 1°.
Art. 21. De wachttijd wordt naar gelang van de duur ervan vergoed op grond van het uurloon vastgesteld in artikel 20, 1°.
Art. 22. Les réquisitoires, citations et convocations pour lesquels sont alloués des honoraires d’interprètes, mentionnent, outre l’heure d’arrivée et de départ, celle du début et de fin de la prestation.
Art. 22. De vorderingen, dagvaardingen en oproepingsbrieven waarop onderaan de erelonen toegekend aan de tolken worden genoteerd, vermelden naast het tijdstip van aankomst en vertrek dat van aanvang en beëindiging van de prestatie.
Art. 23. L’indemnité de déplacement est fixée aux articles 5 et 6 du présent règlement.
Art. 23. De reiskostenvergoeding wordt vastgesteld in de artikelen 5 en 6 van dit reglement.
CHAPITRE 3. — Huissiers de justice
HOOFDSTUK 3. — Gerechtsdeurwaarders
Art. 24. Il est alloué à l’huissier de justice pour toute citation ou signification à la même adresse, une somme forfaitaire de 21,61 euros pour l’original et les copies, tous frais compris, à l’exception des frais de mentions hypothécaires, des frais postaux exceptionnels pour signification à l’étranger, des frais de traduction des pièces à joindre à la signification de l’acte (soit 2,15 euros comptés comme il est dit à l’article 16) et des frais de déplacement.
Art. 24. Voor het origineel en de afschriften van dagvaardingen en betekeningen op hetzelfde adres, wordt aan de gerechtsdeurwaarder een forfaitair bedrag van 21,61 euro toegekend, alle kosten inbegrepen, met uitzondering van die voor hypothecaire vermeldingen, uitzonderlijke verzendingskosten bij betekeningen in het buitenland, kosten voor vertaling van de stukken die bij de akte van betekening moeten worden gevoegd (hetzij 2,15 euro te rekenen zoals vermeld in artikel 16) en reiskosten.
Art. 25. Il n’est tenu compte à l’huissier que d’un seul original pour citer tous les inculpés et témoins, à la même adresse, compris dans la même cédule ou citation, même si leur comparution a lieu à des dates différentes.
Art. 25. De gerechtsdeurwaarder mag slechts een origineel in rekening brengen om alle verdachten en getuigen op hetzelfde adres, die op dezelfde cedel of dagvaarding voorkomen, te dagvaarden, zelfs indien zij op verschillende dagen moeten verschijnen.
Il en est de même pour la signification des mandats de comparution et des décisions de justice concernant plusieurs personnes.
Hetzelfde geldt voor de betekening van bevelen tot verschijning en voor gerechtelijke beslissingen die verscheidene personen betreffen.
Art. 26. L’émolument dû pour la signification d’un acte d’opposition à une condamnation pénale, ou d’un acte concernant l’exécution d’un mandat d’amener ou d’une ordonnance de capture ou de prise de corps, d’un mandat de perquisition, pour l’assistance à l’inscription de l’écrou est fixé à 28,82 euros pour chaque copie signifiée même par un seul original ou pour l’opération qui ne nécessite pas une signification.
Art. 26. De vergoeding voor de betekening van een akte van verzet tegen een veroordeling tot straf, van een akte betreffende de tenuitvoerlegging van een bevel om een persoon mede te brengen, gevangen te nemen of te vatten, van een huiszoekingsbevel, voor bijstand bij de inschrijving in de gevangenisrol, wordt vastgesteld op 28,82 euro voor ieder, zelfs bij een enkel origineel betekend afschrift of voor verrichtingen die geen betekening vereisen.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 27. Les déplacements donnent lieu au paiement d’une indemnité forfaitaire variable selon les arrondissements judiciaires dans lesquels sont établis les huissiers de justice. Cette indemnité, qui est allouée autant de fois qu’il y a d’originaux, est fixée comme suit :
28213
Art. 27. Verplaatsingen geven aanleiding tot betaling van een vaste vergoeding die verschilt naar gelang van het gerechtelijk arrondissement waar de gerechtsdeurwaarder is gevestigd. De vergoeding die zoveel maal wordt toegekend als er originelen zijn, wordt als volgt vastgesteld :
Anvers : 1,86 euro;
Aarlen : 3,04 euro;
Arlon : 3,04 euros;
Antwerpen : 1,86 euro;
Audenaerde : 2,72 euros;
Bergen : 2,44 euro;
Bruges : 3,04 euros;
Brugge : 3,04 euro;
Bruxelles : 1,86 euro;
Brussel : 1,86 euro;
Charleroi : 1,86 euro;
Charleroi : 1,86 euro;
Courtrai : 2,01 euros;
Dendermonde : 2,01 euro;
Dinant : 6,84 euros;
Dinant : 6,84 euro;
Eupen : 6,53 euros;
Doornik : 1,86 euro;
Furnes : 2,44 euros;
Eupen : 6,53 euro;
Gand : 2,44 euros;
Gent : 2,44 euro;
Hasselt : 2,44 euros;
Hasselt : 2,44 euro;
Huy : 4,61 euros;
Hoei : 4,61 euro;
Louvain : 3,32 euros;
Ieper : 3,89 euro;
Liège : 1,86 euro;
Kortrijk : 2,01 euro;
Marche-en-famenne 8,59 euros;
Leuven : 3,32 euro;
Malines : 2,15 euros;
Luik : 1,86 euro;
Mons : 2,44 euros;
Marche-en-famenne : 8,59 euro;
Namur : 2,89 euros;
Mechelen : 2,15 euro;
Neufchâteau : 5,07 euros;
Namen : 2,89 euro;
Nivelles : 4,61 euros;
Neufchateau : 5,07 euro;
Termonde : 2,01 euros;
Nijvel : 4,61 euro;
Tongres : 2,58 euros;
Oudenaarde : 2,72 euro;
Tournai : 1,86 euro;
Tongeren : 2,58 euro;
Turnhout : 2,15 euros;
Turnhout : 2,15 euro;
Verviers : 3,04 euros;
Verviers : 3,04 euro;
Ypres : 3,89 euros.
Veurne : 2,44 euro.
Art. 28. Les mémoires des huissiers de justice indiquent, outre les renseignements prévus à l’article ci-dessus et qui peuvent être appliqués, les actes et diligenees dans l’ordre chronologique, ceux faits le même jour et relatifs à une même personne, à la suite les uns des autres.
Art. 28. De memories van de gerechtsdeurwaarders vermelden naast de gegevens omschreven in voornoemd artikel die van toepassing zijn, in chronologische volgorde de handelingen en taken die op dezelfde dag betreffende eenzelfde persoon zijn verricht.
Le procureur général, le procureur fédéral, le procureur du Roi et l’auditeur du travail organisent, chacun en ce qui le concerne, la périodicité et les modalités selon lesquelles les huissiers de justice introduisent leurs mémoires. Il en va de même pour le regroupement dans un seul état d’honoraires et de frais de tous les actes et diligences faits dans un même laps de temps pour une ou plusieurs juridictions.
De procureur-generaal, de federale procureur en de procureur des Konings en de arbeidsauditeur bepalen, elk wat hem betreft, de frequentie waarmee de gerechtsdeurwaarders hun memories moeten indienen en de wijze waarop zij zulks moeten doen. Hetzelfde geldt voor de samenbrenging in dezelfde staat van de erelonen en kosten van alle handelingen en taken die binnen een zelfde tijdsbestek voor een of meer rechtbanken zijn verricht.
La vérification de leurs mémoires s’effectuera au moyen d’un registre, tenu aux parquets ou aux auditorats du travail des cours et tribunaux, qui contient, pour chaque huissier de justice séparément, la mention sommaire des exploits par ordre de date, avec indication de l’objet et de la nature des diligences. Ce registre peut être manuel ou informatisé.
De memories van gerechtsdeurwaarders worden geverifieerd aan de hand van een register gehouden bij de parketten of de arbeidsauditoraten van de hoven en rechtbanken dat voor iedere gerechtsdeurwaarder beknopt en chronologisch gerangschikt melding maakt van de exploten met opgave van onderwerp en aard van de taken. Het kan hierbij gaan om een manueel of om een geïnformatiseerd register.
Mention de cette vérification sera faite sur la première page du mémoire.
Van die verificatie moet op de eerste bladzijde van de memorie melding worden gemaakt.
Les mémoires des huissiers de justice sont ensuite taxés par le ministère public.
De memories van de gerechtsdeurwaarders worden vervolgens door het openbaar ministerie begroot.
28214
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 29. Les mémoires sont transmis au SPF Justice. Le Ministre fait vérifier si les dispositions du présent règlement sont respectées; dans l’affirmative, les mémoires sont mis en paiement.
Art. 29. De memories worden aan de FOD Justitie overgezonden. De Minister laat nagaan of de bepalingen van dit reglement in acht zijn genomen. Is dit het geval, dan worden de memories betaalbaar gesteld.
Art. 30. Si le Ministre ou son délégué estime que les honoraires et les frais ont été taxés à une somme que les prestations fournies ne semblent pas justifier, il notifie le refus de la mise en paiement à l’huissier de justice nonobstant recours devant la Commission des frais de justice.
Art. 30. Wanneer de Minister of zijn gemachtigde van oordeel is dat de erelonen en de kosten zijn begroot op een bedrag dat niet met de geleverde prestaties blijkt overeen te stemmen, betekent hij aan de gerechtsdeurwaarder de weigering tot betaalbaarstelling ondanks beroep voor de Commissie voor de gerechtskosten.
CHAPITRE 4. — Jurés des cours d’assises
HOOFDSTUK 4. — Gezworenen bij de hoven van assisen
Art. 31. Il est alloué aux jurés ou aux jurés suppléants une indemnité de 37,69 euros pour chaque jour où ils ont, soit siégé, soit assisté aux débats. Les jurés ayant répondu à la convocation, mais n’ayant ni siégé ni assisté aux débats, rec¸ oivent une indemnité de 9,29 euros.
Art. 31. Gezworenen en plaatsvervangende gezworenen ontvangen een vergoeding van 37,69 euro voor iedere dag waarop zij zitting hebben gehad of de debatten hebben bijgewoond. Gezworenen die op de oproeping zijn ingegaan maar geen zitting hebben gehad en geen debatten hebben bijgewoond, ontvangen een vergoeding van 9,29 euro.
Art. 32. Pour chaque journée de prestation en qualité de juré ou de juré suppléant au-delà de la cinquième, il est accordé :
Art. 32. Na de vijfde dag worden voor elke bijkomende dag zitting of bijwoning van de debatten in de hoedanigheid van gezworene of plaatsvervangend gezworene, volgende vergoedingen toegekend :
1° à l’employeur du juré, qui aura maintenu la rémunération normale, une indemnité égale au montant de la rétribution journalière brute, majorée des cotisations patronales versées aux organismes de sécurité sociale, du pécule de vacances et de la prime de fin d’année y afférents. Les paiements extra-légaux ne sont pas pris en compte.
1° aan de werkgever van de gezworene, die het normale loon heeft doorbetaald, een vergoeding gelijk aan de dagelijkse brutobezoldiging, vermeerderd met de werkgeversbijdragen die aan de instellingen van de sociale zekerheid worden gestort, alsook met de vakantiegelden en de eindejaarspremie die erop betrekking hebben. Extralegale betalingen worden niet in aanmerking genomen.
L’indemnité journalière sera calculée sur la base de huit fois le salaire horaire brut ou du vingtième du traitement mensuel selon que la rétribution accordée par l’employeur est calculée par heure ou par mois. Cette disposition ne s’applique pas aux personnes qui perc¸ oivent un traitement ou une rétribution à charge du pouvoir fédéral, communautaire, régional, provincial, communal ou d’un service public qui en dépend;
De dagelijkse vergoeding stemt overeen met acht maal het brutouurloon of een twintigste van het maandsalaris, naargelang de bezoldiging die de werkgever uitkeert, in uurloon of maandloon wordt uitgedrukt. Die bepaling is niet van toepassing op personen die vanwege de federale overheid, een gemeenschap, een gewest, een provincie, een gemeente of vanwege een openbare dienst die ervan afhangt, een wedde of vergoeding ontvangen;
2° au juré travailleur indépendant, une indemnité égale à 1/220e du revenu professionnel annuel net repris au dernier avertissement extrait de rôle en matière d’impôt des personnes physiques à laquelle s’ajoutent les montants y afférents versés pour la sécurité sociale.
2° aan de gezworene die zelfstandige is, een vergoeding gelijk aan 1/220ste van het laatste netto jaarlijkse beroepsinkomen vermeld op het aanslagbiljet betreffende de personenbelasting, vermeerderd met de bedragen gestort voor de sociale zekerheid.
Art. 33. Pour chaque journée de prestation en qualité de juré ou de juré suppléant, pour une personne travaillant à l’étranger pour un employeur étranger, il est accordé à l’employeur du juré, qui aura maintenu la rémunération normale, une indemnité égale au montant de la rétribution journalière brute, majorée des cotisations patronales versées aux organismes de sécurité sociale, du pécule de vacances et de la prime de fin d’année y afférents. Les paiements extra-légaux ne sont pas pris en compte.
Art. 33. Voor iedere dag waarop een persoon die in het buitenland voor een buitenlandse werkgever werkt, zitting heeft gehad of de debatten heeft bijgewoond in de hoedanigheid van gezworene of plaatsvervangend gezworene, wordt aan de werkgever van de gezworene, die het normale loon heeft doorbetaald, een vergoeding toegekend gelijk aan de dagelijkse brutobezoldiging, vermeerderd met de werkgeversbijdragen die aan de instellingen van de sociale zekerheid worden gestort, alsook met de vakantiegelden en de eindejaarspremie die erop betrekking hebben. Extralegale betalingen worden niet in aanmerking genomen.
Art. 34. Les jurés rec¸ oivent comme frais de déplacement, pour chaque jour où ils ont dû se rendre aux assises, tant à l’aller qu’au retour une indemnité prévue aux articles 5 et 6 du présent règlement.
Art. 34. Gezworenen ontvangen voor elke dag waarop zij zich naar het hof van assisen hebben moeten begeven, zowel heen als terug, een vergoeding zoals bepaald in de artikelen 5 en 6 van dit reglement.
Lorsqu’un juré qui séjourne à l’étranger se trouve dans l’impossibilité de subvenir aux frais de son déplacement, une avance d’un montant qui ne peut dépasser la moitié de l’indemnité qui pourrait lui revenir, est consentie par le consul de Belgique.
Wanneer een gezworene in het buitenland verblijft en niet in staat is om in zijn reiskosten te voorzien wordt hem een voorschot verstrekt door de consul van België voor een bedrag dat niet hoger is dan de helft van de vergoeding waarop hij recht zou kunnen hebben.
Il en est fait mention en marge ou au bas de la citation, de l’avertissement ou du réquisitoire.
Hiervan wordt melding gemaakt in de rand van of onderaan op de dagvaarding, de waarschuwing of de vordering.
Art. 35. Les demandes relatives à l’allocation des indemnités prévues au présent chapitre sont introduites auprès du président de la cour d’assises.
Art. 35. Verzoeken inzake toekenning van de in dit hoofdstuk vastgestelde vergoedingen moeten bij de voorzitter van het hof van assisen worden ingediend.
CHAPITRE 5. — Témoins
HOOFDSTUK 5. — Getuigen
Art. 36. Il est alloué aux témoins qui ont comparu au cours de l’instruction ou à l’audience, s’ils le sollicitent, une indemnité forfaitaire de 14,71 euros par demi-jour de comparution.
Art. 36. Getuigen die tijdens het onderzoek of ter zitting zijn verschenen, ontvangen wanneer zij daarom verzoeken per halve dag prestatie een vaste vergoeding van 14,71 euro.
Les experts qui ont comparu en cette qualité rec¸ oivent, par demi-jour de comparution, une indemnité de 45,34 euros.
Deskundigen die in voornoemde hoedanigheid zijn verschenen, ontvangen per halve dag prestatie een vergoeding van 45,34 euro.
L’indemnité de déplacement est fixée selon les articles 5 et 6 du présent règlement.
De reiskostenvergoeding wordt vastgesteld op grond van de artikelen 5 en 6 van dit reglement.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28215
Art. 37. Les frais de route et de séjour des personnes domiciliées à l’étranger et qui, en leur qualité de témoins, doivent se déplacer vers la Belgique sont alloués par le magistrat ou le greffier, le secrétaire du parquet ou encore le secrétaire de l’auditorat du travail; et il est tenu compte, s’il y a lieu, des dispositions contenues dans les conventions internationales.
Art. 37. De reis- en verblijfkosten van personen gedomicilieerd in het buitenland die in hun hoedanigheid van getuige naar België moeten reizen, worden toegekend door de magistraat, door de griffier, door de secretaris bij het parket of door de secretaris van het arbeidsauditoraat; waarbij, indien nodig, rekening wordt gehouden met de bepalingen van de internationale overeenkomsten.
Lorsque cette personne se trouve dans l’impossibilité de subvenir aux frais de déplacement, une avance d’un montant qui ne peut dépasser la moitié de l’indemnité qui pourrait lui revenir, est consentie par le consul de Belgique.
Wanneer deze persoon niet in staat is om in zijn reiskosten te voorzien wordt hem een voorschot verstrekt door de consul van België voor een bedrag dat niet hoger is dan de helft van de vergoeding waarop hij recht zou kunnen hebben.
Il en est fait mention en marge ou au bas de la citation, de l’avertissement ou du réquisitoire.
Hiervan wordt melding gemaakt in de rand van of onderaan op de dagvaarding, de waarschuwing of de vordering.
Art. 38. Il n’est rien alloué aux témoins qui se trouvent sous la main de la justice comme inculpés, prévenus, accusés, condamnés, ou qui sont internés en vertu de la loi de défense sociale ou qui sont placés en vertu de la loi sur la protection de la jeunesse.
Art. 38. Er wordt geen vergoeding toegekend aan getuigen die zich in handen van het gerecht bevinden als verdachte, beklaagde, beschuldigde of veroordeelde, die bij de wet op de bescherming van de maatschappij zijn geïnterneerd of krachtens de wet betreffende de jeugdbescherming zijn geplaatst.
Art. 39. Les témoins accompagnés âgés de moins de seize ans ou ceux dont l’état de santé nécessite un accompagnement, ont droit au double de l’indemnité de déplacement prévue aux articles 5 et 6 du présent règlement.
Art. 39. Getuigen beneden zestien jaar die van andere personen zijn vergezeld of getuigen van wie de gezondheidstoestand begeleiding vereist, hebben recht op het dubbele van de reiskostenvergoeding vastgesteld van de artikelen 5 en 6 van dit reglement.
TITRE 3. — Autres frais
TITEL 3. — Andere kosten
Art. 40. Les frais de saisies des animaux, des biens périssables ou des objets qui ne peuvent être déposés au greffe, sont alloués conformément à l’usage des lieux, sans préjudice des dispositions prévues à l’article 43.
Art. 40. De kosten inzake inbeslagneming van dieren, van bederfelijke goederen of van voorwerpen die niet ter griffie kunnen worden neergelegd, worden, onverminderd het bepaalde van artikel 43, volgens het plaatselijk gebruik vergoed.
La saisie pour être maintenue au-delà du 8e jour, doit être confirmée par le procureur du Roi, l’auditeur du travail, le juge d’instruction, le procureur fédéral, le procureur général ou le conseiller instructeur près la cour d’appel.
Om de inbeslagname langer dan 8 dagen te handhaven, dient zij bevestigd te worden door de procureur des Konings, de arbeidsauditeur, de onderzoeksrechter, de federale procureur, de procureurgeneraal of de raadsheer-onderzoeker bij het Hof van Beroep.
Le procès-verbal de saisie ainsi que toutes informations utiles doivent être transmis au magistrat, au plus tard le cinquième jour qui suit la saisie.
Het proces-verbaal van inbeslagneming evenals alle nodige informatie moeten aan de magistraat, ten laatste de vijfde dag die volgt op de inbeslagneming toegezonden worden.
Lorsque la saisie d’un véhicule pour défaut d’assurance se prolonge plus de trente jours, le procès-verbal de constatation de nonrégularisation doit être transmis au procureur de Roi, dès l’écoulement de ce terme.
Wanneer de inbeslagneming van een voertuig bij gebrek van verzekering langer duurt dan 30 dagen moet bij het verstrijken van deze termijn het proces-verbaal van vaststelling van niet-regularisatie overgemaakt worden aan de procureur des Konings.
Si des animaux ou des biens périssables ne peuvent être restitués ou si la proposition du magistrat de restituer moyennant versement d’un montant fixé par celui-ci n’est pas acceptée, ils seront vendus sur ordre du magistrat qui a requis leur saisie et le produit de la vente ou le montant versé sera déposé sur le compte bancaire de l’Organe central pour la Saisie et la Confiscation. A défaut de pouvoir être vendus, les biens périssables pourront être donnés à des fins sociales ou humanitaires.
Indien deze dieren, goederen of voorwerpen niet kunnen worden teruggegeven of indien niet wordt ingegaan op het voorstel van de magistraat tot teruggave met de betaling van een door deze vastgesteld bedrag, worden zij verkocht op bevel van de magistraat die de inbeslagneming ervan heeft gevorderd. De opbrengst van de verkoop of het betaalde bedrag wordt gestort op de bankrekening van het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en Verbeurdverklaring. Indien de bederfelijke goederen niet verkocht kunnen worden, kunnen ze worden gegeven voor sociale of humanitaire doeleinden.
Le Ministre de la justice pourra fixer des tarifs de référence ou conclure toute convention avec des entreprises de gardiennage.
De Minister van Justitie kan referentietarieven opleggen of een overeenkomst sluiten met een bewakingsfirma.
Art. 41. En matière d’enlèvement et de gardiennage de véhicules automobiles, les autorités judiciaires ne peuvent requérir que les entreprises de dépannage qui en ont fait la demande auprès du parquet concerné et qui se sont engagées à respecter les tarifs et conditions fixées par le Ministre de la justice.
Art. 41. De gerechtelijke overheden kunnen enkel de takelfirma’s vorderen die daartoe bij het betrokken parket een aanvraag hebben ingediend en die zich ertoe hebben verbonden, door de Minister vastgelegde tarieven en voorwaarden na te leven.
Lorsque le véhicule a été entreposé au greffe correctionnel ou dans une de ses annexes, les tarifs applicables au gardiennage s’appliquent à cet entreposage et constituent des frais de justice.
Wanneer het voertuig werd neergelegd op een correctionele griffie of in één van de plaatsen eraan verbonden, dan zijn de geldende stallingstarieven toepasselijk op deze neerlegging en worden zij beschouwd als gerechtskosten.
Le Ministre peut également imposer des tarifs et des conditions pour le transport privé de personnes, ainsi que pour tout autre prestataire de services.
De Minister kan ook tarieven en voorwaarden opleggen voor het privé transport van personen, evenals van welk andere dienstverlener.
Art. 42. Les frais de séjour et de déplacement des magistrats et des greffiers, s’ils n’ont pu faire usage d’une voiture ou d’un coupon de service, leur sont remboursés suivant le tarif prévu par la réglementation en matière de frais de route et de séjour des fonctionnaires fédéraux, sur avis du procureur général ou du procureur fédéral.
Art. 42. De verblijf- en reiskosten van magistraten en van griffiers die niet van een dienstwagen of een dienstbiljet gebruik hebben kunnen maken, worden hen terugbetaald volgens het tarief vastgesteld in de regelgeving inzake reis- en verblijfkosten van federale ambtenaren, na advies van de procureur-generaal of de federale procureur.
28216
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 43. Les mémoires des magistrats et des greffiers relatifs à leur frais de séjour et de déplacement, les mémoires relatifs aux frais d’impression, les mémoires ou factures relatifs aux frais de saisie et aux dépenses non prévues par le tarif sont transmises à l’autorité requérante qui les taxe.
Art. 43. De memories betreffende reis- en verblijfkosten van magistraten en griffiers, de memories betreffende drukkosten, de memories of facturen betreffende de kosten van inbeslagname en kosten die niet in het tarief zijn vastgesteld, worden aan de vorderende autoriteit bezorgd teneinde ze te begroten.
Art. 44. Pour les frais de transfèrement des personnes arrêtées et des mineurs, une indemnité est allouée par kilomètre conformément à l’arrêté royal du 18 janvier 1965 portant règlementation générale en matière de frais de parcours pour les agents du service public si les transfèrements des personnes arrêtées ou des mineurs ont été effectués au moyen de véhicules appartenant aux polices locales ou aux établissements où les mineurs sont placés et pour autant que le lieu de destination soit situé en dehors de la commune ou de l’agglomération.
Art. 44. Met betrekking tot de kosten voor overbrenging van aangehouden personen en van minderjarigen wordt de kilometervergoeding toegekend, die is bepaald bij het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten voor staatsambtenaren ingeval de aangehouden personen of de minderjarigen zijn overgebracht in een voertuig van de lokale politie of van de instelling waar de minderjarigen zijn geplaatst en de plaats van bestemming gelegen is buiten de gemeente of de agglomeratie.
Si les transfèrements des mineurs ont été effectués par taxi, les frais seront taxés sur présentation de la facture ou de la preuve de paiement.
Indien de minderjarigen in een taxi zijn overgebracht, worden de kosten begroot na overlegging van de factuur of van het betalingsbewijs.
Les transfèrements des détenus par taxi ne peuvent être envisagés que lorsqu’aucun véhicule de police n’est disponible. Il est fait mention expressément de cette indisponibilité dans le réquisitoire.
De overbrenging van gedetineerden in een taxi mag enkel worden overwogen wanneer geen enkel politievoertuig beschikbaar is. Van deze onmogelijkheid wordt uitdrukkelijk in de vordering melding gemaakt.
Art. 45. Les membres de la police locale ou fédérale qui doivent se rendre hors de leur arrondissement sont remboursés de leurs frais de séjour conformément à l’article 43 du présent règlement.
Art. 45. De verblijfkosten van de leden van de lokale of federale politie die zich buiten hun arrondissement moeten begeven, worden terugbetaald overeenkomstig artikel 43 van dit reglement.
Art. 46. Les frais d’impression suivants sont alloués selon les prix du marché :
Art. 46. Volgende drukkosten worden vergoed volgens de marktprijs :
1° les expéditions ou extraits d’arrêts ou jugements de condamnation dont la loi a ordonné ou autorisé l’impression et la publication;
1° uitgiften van of uittreksels uit arresten of vonnissen van veroordeling waarvan de wet bevel of machtiging tot druk en bekendmaking heeft gegeven;
2° les actes dont une loi ou un arrêté royal a ordonné l’impression et la publication et ceux dont l’impression ont été jugées nécessaires par une décision du Ministre de la Justice.
2° akten waarvan een wet of koninklijk besluit druk en bekendmaking heeft bevolen en de akten waarvan druk en bekendmaking op grond van een beslissing van de Minister van Justitie nodig zijn geacht.
Art. 47. Les frais d’exhumation de dépouilles mortelles sont fixés conformément aux usages locaux.
Art. 47. De kosten voor opgraving van stoffelijke overschotten worden vastgesteld overeenkomstig het plaatselijk gebruik.
Art. 48. Il est alloué, pour le transport des dépouilles mortelles : 101,80 euros.
Art. 48. Voor het vervoer van stoffelijke overschotten wordt 101,80 euro toegekend.
Lorsque le trajet dépasse 15 km aller et retour, il est alloué, par kilomètre supplémentaire parcouru : 1 euro.
Ingeval de heen- en terugreis bijeengerekend 15 km overschrijdt, wordt per bijkomende afgelegde kilometer 1 euro toegekend.
Art. 49. Il est alloué, pour l’usage d’une salle d’autopsie : 1° 72,13 euros
Art. 49. Voor het gebruik van een zaal voor lijkschouwingen worden volgende vergoedingen toegekend : 1° 72,13 euro
2° 158,67 euros lorsque la salle dispose, outre des équipements indispensables, d’installations frigorifiques, d’une instrumentation complète, d’éviers, d’échelle, de ventilation, d’une prise en charge de l’accueil des familles, d’un accès aux services médico-techniques complémentaires telle que la radiologie et d’aide en personnel.
2° 158,67 euro voor een zaal die beschikt over de volgende uitrusting : tafel voor lijkschouwingen, tafel voor dissecties, koelinstallaties, volledig instrumentarium, spoelbakken, ladder, ventilatie, opvang voor de familie, bijkomende medisch-technische hulpmiddelen o.a. röntgenapparatuur, personeel.
Art. 50. Il n’est alloué aucune indemnité pour la mise à disposition de locaux à des médecins légistes en vertu de l’article 255, 11°, de l’arrêté royal du 24 juin 1988 codifiant la nouvelle loi communale.
Art. 50. Er wordt geen vergoeding toegekend voor zalen die krachtens artikel 255, 11°, van het koninklijk besluit van 24 juni 1988 tot codificatie van de nieuwe gemeentewet aan wetsdokters ter beschikking worden gesteld.
Art. 51. Pour l’utilisation de la morgue, il est alloué, journellement, 14,42 euros par dépouille mortelle.
Art. 51. Voor het gebruik van een mortuarium wordt voor ieder stoffelijk overschot een dagelijkse vergoeding van 14,42 euro toegekend.
Art. 52. Il est alloué aux serruriers : 1° pour l’ouverture d’une porte : 50,90 euros;
Art. 52. Aan slotenmakers worden volgende vergoedingen toegekend : 1° voor het openen van een deur : 50,90 euro;
Pour les prestations effectuées entre 20 heures et 8 heures, du vendredi 20 heures au lundi à 8 heures ou un jour férié légal, il est alloué une indemnité double;
Voor de prestaties verricht tussen 20.00 uur en 8.00 uur of van vrijdag 20.00 uur tot maandag 8.00 uur of op een wettelijke feestdag wordt een dubbel ereloon toegekend;
2° pour l’ouverture d’un coffre à la banque : le tarif appliqué par la banque;
2° voor het openen van een bankkluis : het door de bank toegepast tarief;
3° pour les fournitures éventuelles, telles que clés et cylindres : remboursement au prix du marché;
3° voor eventueel geleverd materiaal, zoals sleutels en cilinders, worden volgens de marktprijzen terugbetaald;
4° pour les frais de déplacement, les articles 5 et 6 du présent règlement sont d’application.
4° voor de reiskosten, artikelen 5 en 6 van huidig reglement zijn van toepassing.
Art. 53. Les factures des opérateurs de téléphonie sont vérifiées par le Service NTSU/CTIF (Police fédérale). Elles sont ensuite payées par le SPF Justice conformément à l’arrêté royal portant exécution des articles 46bis, § 2, alinéa 1er, 88bis, § 2, alinéa 1er et 3, et 90quater, § 2, alinéa 3 du Code d’instruction criminelle, de l’article 109ter, E, § 2, de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques.
Art. 53. De facturen van de operatoren van telefonie worden nagekeken door de Dienst NTSU/CTIF (Federale politie). Zij worden vervolgens betaald door de FOD Justitie overeenkomstig het koninklijk besluit ter uitvoering van artikelen 46bis, § 2, lid 1, 88bis, § 2, lid 1 en 3, en 90quater, § 2, lid 3 van het Wetboek van Strafvordering, van het artikel 109ter, E, § 2, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 54. Il est alloué aux organismes bancaires ou assimilés : 1°) pour une simple identification d’un compte bancaire : gratuit
28217
Art. 54. De bankinstellingen of de geassimileerde instellingen ontvangen : 1°) voor een eenvoudige identificatie van een bankrekening : gratis
2°) pour l’exécution d’un réquisitoire par compte bancaire comprenant notamment :
2°) voor de uitvoering van een vordering die betrekking heeft op een bankrekening en die meer bepaald omvat :
— l’identification du titulaire personne physique ou morale d’un compte bancaire et des personnes autorisées à utiliser ce compte, type de compte, code IBAN, date d’ouverture et de fermeture
— de identificatie van de titularis natuurlijke of morele persoon van een bankrekening en van de personen gemachtigd deze rekening te gebruiken, soort van rekening, code IBAN, openings- en sluitingsdata.
— l’historique bancaire tel que date des opérations, heure des opérations, date de valeur, compte donneur d’ordre et identification, compte bénéficiaire et identification, type de transaction et montant, devise utilisée, solde du compte, agence de transaction…
— de bankhistoriek zoals de datum en het uur van de geldhandelingen, datum van de waarde, rekening van de opdrachtgever en identificatie, rekening van de begunstigde en identificatie, soort van transactie en bedrag, gebruikte valuta, saldo van de rekening, agentschap van de transactie…
— tous les documents relatifs à la gestion du compte et aux transactions sur ce compte : un forfait de 20,00 euros.
— alle documenten betreffende het beheer van de rekening en alle geldhandelingen op deze rekening : een forfaitair bedrag van 20,00 euro.
Cette transmission peut être faite par voie électronique.
Dit kan via e-mail doorgestuurd worden.
Art. 55. Les dégâts occasionnés lors d’une perquisition sont pris en charge par le SPF Justice lorsqu’ils se sont avérés indispensables à l’exécution correcte de la mission. Ils sont payés au prix du marché.
Art. 55. De tijdens een huiszoeking veroorzaakte schade valt ten laste van de FOD Justitie ingeval zij onontbeerlijk is gebleken voor de correcte tenuitvoerlegging van de opdracht. Zij wordt betaald volgens de marktprijs.
Sauf flagrant délit ou flagrant crime, le magistrat qui a requis cette perquisition doit faire parvenir au SPF Justice le procès-verbal dressé par la police, le réquisitoire ainsi que la facture pour la réparation des dégâts.
Behalve op heterdaad vastgesteld wanbedrijf of misdaad, moet de magistraat die deze huiszoeking heeft gevorderd aan de FOD Justitie het door de politie opgemaakte proces-verbaal overmaken, de vordering en de factuur voor het herstel van de schade bezorgen.
Une avance peut être versée à la personne lésée.
Er kan een voorschot worden betaald aan de benadeelde persoon.
Art. 56. Les prestations des plongeurs, des scaphandriers et des maîtres-chiens sont rémunérées sur la base du taux horaire de 29,41 euros.
Art. 56. De prestaties van duikers, helmduikers en hondengeleiders worden vergoed volgens een uurloon van 29,41 euro.
S’ils perc¸ oivent un traitement ou une rétribution à charge du pouvoir fédéral, communautaire, régional, provincial, communal ou d’un service public qui en dépend, l’allocation prévue au présent article n’est due que pour autant que cette prestation ne relève pas de l’exercice de leurs fonctions habituelles.
Indien zij een wedde of vergoeding ontvangen vanwege de federale overheid, een gemeenschap, een gewest, een provincie, een gemeente of vanwege een openbare dienst die ervan afhangt, is de vergoeding vastgesteld in dit artikel slechts verschuldigd ingeval zij die prestatie niet in het kader van hun gewone dienst verrichten.
Art. 57. Il est alloué 29,41 euros l’heure aux praticiens qui établissent les portraits-robots.
Art. 57. Samenstellers van robotfoto’s worden vergoed volgens een uurloon van 29,41 euro.
S’ils perc¸ oivent un traitement ou une rétribution à charge du pouvoir fédéral, communautaire, régional, provincial, communal ou d’un service public qui en dépend, l’allocation prévue au présent article n’est due que pour autant que cette prestation ne relève pas de l’exercice de leurs fonctions habituelles.
Indien zij een wedde of vergoeding ontvangen vanwege de federale overheid, een gemeenschap, een gewest, een provincie, een gemeente of vanwege een openbare dienst die ervan afhangt, is de vergoeding vastgesteld in dit artikel slechts verschuldigd ingeval zij die prestatie niet in het kader van hun gewone dienst verrichten.
Art. 58. Les frais de mention hypothécaire sont alloués conformément aux tarifs en vigueur.
Art. 58. De kosten van hypothecaire vermelding worden vergoed overeenkomstig de ter zake geldende tarieven.
Art. 59. Le matériel destiné au dosage d’alcool ou de drogue dans le sang ou l’urine est pris en charge au titre de frais de justice.
Art. 59. Het materiaal dat bestemd is om de hoeveelheid alcohol of drugs in het bloed of de urine te bepalen, wordt als een gerechtskost beschouwd.
Art. 60. Le médiateur agréé par la commission visée à l’article 1727 du Code judiciaire rec¸ oit pour la prestation visée à l’article 671, alinéa premier du Code judiciaire, un montant horaire de 40 euros, et ce à concurrence de vingt heures maximum par médiation.
Art. 60. De bemiddelaar, die erkend is door de in artikel 1727 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde commissie, ontvangt voor de in artikel 671, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde prestatie een ereloon van 40 euro per uur en dit ten belope van maximaal twintig uur per bemiddeling.
Le médiateur agréé rec¸ oit, par médiation, une indemnité forfaitaire de 50 euros pour les frais visés à l’article 671, alinéa premier du Code judiciaire.
De erkende bemiddelaar ontvangt voor de kosten, bedoeld in artikel 671, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, een vaste vergoeding van 50 euro per bemiddeling.
Les honoraires et frais du médiateur sont taxés, payés et, le cas échéant, recouvrés conformément au présent règlement.
Het ereloon en de kosten van de bemiddelaar worden begroot, betaald en, bij voorkomend geval, ingevorderd overeenkomstig dit reglement.
Si toutes les parties à la médiation ne bénéficient pas de l’assistance judiciaire, les montants visés aux alinéas qui précèdent sont divisés par le nombre des parties à la médiation et multipliés par le nombre de parties à la médiation bénéficiant de l’assistance judiciaire.
Indien niet alle partijen betrokken bij de bemiddeling rechtsbijstand genieten, zullen de bedragen beoogd in voorafgaande leden worden verdeeld door het aantal partijen betrokken bij de bemiddeling en vermenigvuldigd met het aantal van de partijen die wel rechtsbijstand genieten.
Art. 61. Le conseiller technique perc¸ oit pour la prestation visée à l’article 671 alinéa 1er du Code judiciaire un montant horaire de 40 euros et ce à concurrence de 20 heures maximum.
Art. 61. De technisch adviseur ontvangt voor de in artikel 671, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde prestatie een ereloon van 40 euro per uur en dit ten belope van maximaal 20 uur.
Il rec¸ oit en outre une indemnité forfaitaire de 50 euros pour les frais exposés dans le cadre de son intervention.
Hij ontvangt daarenboven een vaste vergoeding van 50 euro voor de in het kader van zijn optreden gemaakte kosten.
28218
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 62. Lorsque l’information ou l’instruction d’une affaire exige des dépenses extraordinaires et non prévues par le présent règlement, elles ne peuvent être faites qu’avec l’autorisation préalable de l’auditeur du travail, du juge d’instruction, du procureur du Roi, du procureur fédéral, du procureur général près la Cour d’appel, du procureur général près la cour de cassation ou du président de la cour d’assises dans le cas où celui-ci agit en vertu de son pouvoir discrétionnaire. Lorsque ces dépenses dépassent 2.500,00 euros, ou lorsque les frais de conservation mensuels sont supérieurs à 500 euros, ces magistrats en informe sans délai le SPF Justice qui statue.
Art. 62. Wanneer voor het opsporingsonderzoek of voor het gerechtelijk onderzoek van een bepaalde zaak sommige buitengewone uitgaven vereist die niet voorzien zijn door het huidig reglement, kan dit alleen mits voorafgaande machtiging van de arbeidsauditeur, van de onderzoeksrechter, van de procureur des Konings, van de federale procureur, van de procureur-generaal bij het Hof van beroep, van de procureur-generaal bij het Hof van cassatie of van de voorzitter van het Hof van assisen, in het geval deze handelen krachtens hun discretionaire bevoegdheid. Wanneer deze kosten 2.500,00 euro overschrijden, of wanneer de maandelijkse bewaringskosten hoger zijn dan 500 euro, informeren deze magistraten onverwijld de FOD Justitie die beslist.
TITRE 4. — Frais exposés lors de l’exécution de demandes d’entraide judiciaire et commissions rogatoires internationales
TITEL 4. — Kosten gemaakt bij de tenuitvoerlegging van verzoeken om rechtshulp en internationale rogatoire commissies
Art. 63. Après avis du procureur général ou du procureur fédéral, le magistrat en charge de l’information ou de l’instruction sollicite l’autorisation pour exposer des frais en vue de l’exécution de commissions rogatoires ou demandes d’entraide judiciaire auprès du Ministre de la justice lorsque le montant dépasse 2.500,00 euros.
Art. 63. Na advies van de procureur-generaal of de federale procureur, vraagt de met het opsporingsonderzoek of gerechtelijk onderzoek belaste magistraat vraagt de Minister van Justitie toestemming om kosten in rekening te brengen met het oog op de tenuitvoerlegging van rogatoire commissies of verzoeken om rechtshulp, zulks voor ieder bedrag dat 2.500,00 euro te boven gaat.
Les mêmes règles s’appliquent lors d’un transfert d’une personne suspecte ou condamnée vers le Royaume suite à l’exécution d’une décision d’extradition ou de remise.
Dezelfde regels zijn van toepassing bij overbrenging van een verdachte of veroordeelde persoon naar het Koninkrijk tengevolge de uitvoering van een beslissing van uitlevering of van overdracht.
Les frais engagés par les fonctionnaires de police en vue de l’exécution des mêmes missions, sont taxés conformément à la législation qui leur est applicable, après avoir obtenu l’accord du magistrat compétent ou du Ministre de la Justice lorsque le montant dépasse 2.500,00 euros.
De kosten gemaakt door de politieambtenaren voor de uitvoering van dezelfde opdrachten worden getaxeerd overeenkomstig de op hen van toepassing zijnde wetgeving, mits toestemming van de bevoegde magistraat of, wanneer het bedrag hoger is dan 2.500,00 euro, van de Minister van Justitie.
Art. 64. § 1er. Sauf si les frais correspondants sont pris en charge par un tiers, les missions temporaires donnent lieu à des indemnités forfaitaires journalières et à des indemnités couvrant les frais de logement.
Art. 64. § 1. Behalve als de overeenstemmende kosten door een derde ten laste worden genomen, geven de tijdelijke opdrachten aanleiding tot vaste dagvergoedingen en vergoedingen die de verblijfkosten dekken.
§ 2. Les indemnités forfaitaires journalières sont destinées à couvrir les frais encourus au cours de missions temporaires pour les repas, boissons, transports locaux et autres menues dépenses.
§ 2. De dagelijkse vaste vergoedingen worden geacht de kosten te dekken die tijdens de tijdelijke opdracht worden gemaakt voor de maaltijden, de drank, het plaatselijke vervoer en de andere geringe kosten.
§ 3. Les magistrats et greffiers en mission temporaire perc¸ oivent les mêmes indemnités forfaitaires journalières que celles allouées aux délégués et agents qui relèvent du SPF Affaires étrangères, du commerce extérieur et de la coopération au développement lorsqu’ils sont chargés d’une mission officielle à l’étranger ou lorsqu’ils siègent dans les commissions internationales.
§ 3. De magistraten en griffiers met tijdelijke opdracht ontvangen dezelfde vaste dagvergoedingen als deze die worden toegekend aan de afgevaardigden en ambtenaren die ressorteren onder de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, wanneer zij worden belast met een officiële opdracht in het buitenland of wanneer zij in de internationale commissies zetelen.
Les magistrats et greffiers perc¸ oivent les indemnités forfaitaires journalières allouées aux agents appartenant à la carrière de l’Administration Centrale ou ceux des carrières du Service extérieur et de la Chancellerie, non expatriés.
De magistraten en griffiers ontvangen de vaste dagvergoedingen die worden toegekend aan de ambtenaren die deel uitmaken van de diplomatieke dienst van de Centrale Administratie of van de diplomatieke diensten van de Buitendienst of van de Kanselarij voor de niet-uitgeweken personen.
§ 4. Dans des cas exceptionnels, après une demande motivée émanant des magistrats ou greffiers et accord préalable du Ministre de la Justice, un montant forfaitaire supérieur au montant dont il est question dans le § 3 peut être alloué.
§ 4. In uitzonderlijke gevallen kan na een met redenen omkleed verzoek van de magistraten of de griffiers en na de voorafgaande instemming van de Minister van Justitie een vast bedrag worden toegekend dat hoger is dan het in § 3 bedoelde bedrag.
Si un ou plusieurs repas ou autres frais sont pris en charge par les autorités étrangères ou par l’organisme international, il y a lieu de le signaler aux fins de réduction de l’indemnité journalière due à concurrence.
Als één of verschillende maaltijden of andere kosten door de buitenlandse overheden of de internationale gastheerinstelling ten laste worden genomen, dient het personeelslid dat feit te vermelden en zal de vaste dagvergoeding in dat geval ingehouden worden of naar verhouding beperkt worden.
La réactualisation des montants des indemnités forfaitaires journalière s’opère dans la même mesure et suivant le même rythme qu’au SPF Affaires étrangères.
De herwaardering van de bedragen van de vaste dagvergoedingen komt in dezelfde mate en overeenkomstig hetzelfde ritme tot stand als bij de FOD Buitenlandse Zaken.
L’indemnité forfaitaire due pour la journée du départ en mission est celle du lieu où doit s’accomplir la mission temporaire.
De vaste vergoeding verschuldigd voor de dag van het vertrek op opdracht, is deze van de plaats waar de tijdelijke opdracht moet worden vervuld.
Art. 65. § 1er. Les frais de logement sont remboursés dans la limite de montants maxima par nuitée sur base des frais réellement engagés, moyennant présentation des factures et des preuves de paiement. Les montants alloués sont les mêmes qu’à l’article 64, § 3.
Art. 65. § 1. De verblijfkosten worden terugbetaald binnen de perken van de maximumbedragen per overnachting op basis van de werkelijk gemaakte kosten en op vertoon van facturen en betalingsbewijzen. De toegekende bedragen zijn dezelfde als die in artikel 64, § 3.
§ 2. Les dépassements des montants maxima visés au § 1er, ne pourront être pris en considération que s’il est impératif que le magistrat ou le greffier loge dans un hôtel bien déterminé parce que les circonstances particulières de la mission l’imposent ou parce que l’hôtel est réservé d’office et d’initiative par les autorités étrangères, notamment dans le cadre de réunions ou conférences internationales; le dépassement pris en compte ne pourra toutefois pas dans ce cas être supérieur de 40 % au montant maximum.
§ 2. De overschrijdingen van de maximumbedragen bedoeld in § 1, kunnen slechts in aanmerking worden genomen als het noodzakelijk is dat de magistraat of de griffier in een welbepaald hotel verblijft ingevolge de bijzondere omstandigheden van de opdracht of wanneer het hotel ambtshalve en op initiatief door de buitenlandse overheden werd gereserveerd, onder meer in het raam van internationale vergaderingen of conferenties. De in aanmerking genomen overschrijding mag evenwel, in dit geval, niet hoger liggen dan 40 % van het maximumbedrag.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 66. Le Ministre de la Justice peut également donner son accord pour la prise en charge des frais repris sur la liste, non limitative, ci-après :
28219
Art. 66. De Minister van Justitie kan tevens ermee instemmen de volgende kosten ten laste te nemen, zonder dat deze lijst evenwel limitatief is :
— les frais de représentation;
— representatiekosten;
— les frais de transport locaux dans des cas particuliers;
— kosten voor het plaatselijke vervoer in bijzondere gevallen;
— les frais de télécommunications et autres frais de fonctionnement;
— telecommunicatiekosten en andere werkingskosten;
— les frais relatifs à l’obtention de titres de voyage permettant l’accès aux territoires étrangers où les missions officielles doivent être exécutées; — les frais d’assurance.
— kosten met betrekking tot het verkrijgen van reisdocumenten die de mogelijkheid bieden toegang te hebben tot het buitenlandse grondgebied waar de officiële opdrachten moeten worden uitgevoerd; — de verzekeringskosten.
TITRE 5. — Allocation et paiement des frais
TITEL 5. — Toekenning en betaling van de kosten
Art. 67. Les catégories de frais suivantes sont allouées au bas des réquisitoires, citations et avertissements :
Art. 67. Volgende kostencategorieën worden toegekend onder aan de vorderingen, dagvaardingen en waarschuwingen :
1° les indemnités dues aux jurés;
1° vergoedingen verschuldigd aan gezworenen;
2° les indemnités dues aux témoins;
2° vergoedingen verschuldigd aan getuigen;
3° les honoraires des interprètes et traducteurs;
3° erelonen van tolken en vertalers;
4° les frais de saisie.
4° beslagkosten.
Art. 68. Les frais alloués en vertu des réquisitoires, citations et avertissements sont taxés par les autorités requérantes. L’allocation est datée et acquittée par le bénéficiaire. Art. 69. Sont payés par les greffiers des cours et tribunaux au moyen d’une provision que le Ministre de la Justice met à leur disposition à cette fin, les frais classés dans les catégories suivantes :
Art. 68. De kosten toegekend ingevolge vorderingen, dagvaardingen en waarschuwingen worden begroot door de verzoekende autoriteiten. De toekenning is gedagtekend. De partij die de vergoeding ontvangt, tekent voor voldaan. Art. 69. De griffiers bij de hoven en rechtbanken betalen de volgende kostencategorieën met de voorschotten die de Minister van Justitie hen daartoe ter beschikking stelt :
1° les honoraires des interprètes et des traducteurs;
1° erelonen van tolken en vertalers;
2° les indemnités dues aux jurés;
2° vergoedingen verschuldigd aan gezworenen;
3° les indemnités dues aux témoins;
3° vergoedingen verschuldigd aan getuigen;
4° les frais du titre 3 à l’exception des articles 55, 59 et les frais de téléphonie; 5° les frais en matière d’assistance judiciaire et de procédure gratuite;
4° de kosten van titel 3 met uitzondering van artikelen 55, 59 en kosten van telefonie; 5° de kosten inzake rechtsbijstand en kosteloze procedure;
6° les frais du titre 4 à l’exception des commissions rogatoires internationales exécutées par la police fédérale ou locale.
6° de kosten van titel 4 met uitzondering van de internationale rogatoire commissies uitgevoerd door de federale of lokale politie.
Art. 70. Les frais qui ne sont pas repris à l’article précédent sont mis en paiement par le Ministre de la Justice.
Art. 70. De kostencategorieën die niet in het vorige artikel zijn vermeld, worden door de Minister van Justitie betaalbaar gesteld.
Les frais de commissions rogatoires internationales exécutées par la Police fédérale ou locale et les frais de téléphonie sont payés par le SPF justice et transmis aux parquets pour taxation par l’autorité requérante.
De kosten van internationale rogatoire commissies uitgevoerd door de federale of lokale politie en de telefoniekosten worden betaald door de FOD Justitie en overgemaakt aan de parketten voor taxatie door de eisende autoriteit.
Art. 71. A la fin de chaque mois, les greffiers des cours et tribunaux classent et réunissent dans autant d’états distincts qu’il y a de catégories de frais tous les états qu’ils ont payés pendant le mois.
Art. 71. Op het einde van elke maand klasseren en brengen de griffiers van de hoven en rechtbanken op evenveel staten als er kostencategorieën zijn, alle memories samen die zij in de loop van de maand hebben betaald.
Art. 72. Au début du mois suivant, les états dressés conformément à l’article précédent, ainsi que les originaux des pièces justificatives, sont adressés au Ministre de la Justice avec un bordereau récapitulatif en double exemplaire.
Art. 72. In het begin van de daaropvolgende maand worden de overeenkomstig het vorige artikel opgemaakte staten, alsook de originelen van de bewijsstukken, samen met een in tweevoud opgemaakt verzamelborderel aan de Minister van Justitie gericht.
Art. 73. Le Ministre de la Justice ou son délégué fait procéder à la vérification desdits bordereaux et états, ainsi que des pièces justificatives, il arrête les bordereaux aux sommes totales des paiements faits régulièrement et rembourse séparément les montants aux greffiers intéressés, en vue de la reconstitution de leur provision.
Art. 73. De Minister van Justitie of zijn gemachtigde zorgt ervoor dat het borderel, de staten en de bewijsstukken worden geverifieerd. Hij sluit het borderel af op het totaalbedrag van de regelmatig gedane betalingen en betaalt de afzonderlijke bedragen terug aan de betrokken griffiers met het oog op de wedersamenstelling van een bestemmingsreserve.
Si des sommes ont été indûment allouées, le Ministre de la Justice ou son délégué fait dresser des rôles de restitution, recouvrables contre ceux qui les ont perc¸ ues.
Indien de sommen ten onrechte zijn toegekend, doet de Minister van Justitie of zijn gemachtigde, rollen van teruggave opmaken die op hen die ze hebben toegeschat invorderbaar zijn.
Art. 74. Lorsque la vérification a eu lieu par les soins du Ministre de la Justice et que les dépenses ont été imputées sur les crédits alloués au budget, le Ministre adresse à la Cour des comptes, en vue de leur régularisation définitive, les états et les pièces justificatives, il y joint les bordereaux détaillés, un état récapitulatif, ainsi que les rôles de restitution, s’il y a lieu.
Art. 74. Nadat de stukken op last van de minister van Justitie zijn geverifieerd en de uitgaven zijn aangerekend op de kredieten toegekend in de begroting, zendt de Minister met het oog op de definitieve regularisatie aan het Rekenhof de staten en de bewijsstukken toe. Daarbij voegt hij de omstandig opgemaakte borderellen, een verzamelstaat, alsook, in voorkomend geval, de rollen inzake teruggave.
Les pièces reconnues irrégulières par la Cour des comptes sont renvoyées avec ses observations au Ministre de la Justice. Les rôles de restitution déclarés recouvrables en vertu de l’article 73 et visés par la Cour sont mis en recouvrement.
Het Rekenhof zendt de stukken die het als onregelmatig beschouwt samen met opmerkingen aan de Minister van Justitie terug. De rollen inzake teruggave die krachtens artikel 73 invorderbaar zijn verklaard en door het Hof zijn bedoeld, worden betaalbaar gesteld.
Art. 75. Le Ministre de la Justice arrête des modèles pour les mémoires, actes et états d’honoraires et de frais établis en vertu du présent règlement.
Art. 75. De Minister van Justitie bepaalt de modellen van de memories, van de akten en van de ereloon- en kostenstaten die overeenkomstig dit reglement zijn opgemaakt.
28220
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 76. Les taxateurs sont responsables des allocations délivrées par eux contrairement au présent règlement.
Art. 76. De taxateurs zijn aansprakelijk voor de vergoedingen die zij in strijd met dit reglement hebben toegekend.
Leur responsabilité cesse lorsque les indemnités, indûment allouées, ont été restituées par les parties prenantes ou recouvrées contre le condamné.
Hun aansprakelijkheid neemt een einde wanneer de partijen de vergoedingen die zij ten onrechte hebben ontvangen, hebben teruggegeven of op de veroordeelde verhaald zijn.
Art. 77. Dans les affaires criminelles et correctionnelles et de police qui ont donné lieu à des frais de port de lettres et paquets, il sera alloué par le juge à l’Etat, à titre de frais de correspondance, une somme qui ne pourra dépasser 10 pour cent de la totalité des frais.
Art. 77. In criminele, correctionele en politiezaken die kosten voor de verzending van brieven en pakketten hebben meegebracht, kent de rechter aan de Staat daarvoor een bedrag toe, dat niet hoger kan zijn dan 10 percent van de totale kosten.
Pour chaque affaire criminelle, correctionnelle et de police, une indemnité de 28,84 euros sera imposée par le juge à chaque condamné.
In criminele, correctionele en politiezaken legt de rechter van iedere veroordeelde een vergoeding van 28,84 euro op.
Art. 78. Sont déclarés dans tous les cas à charge de l’Etat, sans recours contre les parties condamnées :
Art. 78. Volgende kosten komen in elk geval ten laste van de Staat, en wel zonder verhaal op de veroordeelde partijen :
1° les frais de voyage et de séjour des magistrats chargés du service des assises;
1° reis- en verblijfkosten van magistraten belast met assisenzaken;
2° les indemnités des jurés ainsi que les droit d’expédition concernant la notification des listes des jurés et des extraits de ces listes, dans les cas prévus par la loi;
2° vergoedingen van gezworenen, alsmede uitgifterechten betreffende de betekening van de lijsten van gezworenen en van de uittreksels uit deze lijsten in de bij wet bepaalde gevallen;
3° les frais de traducteurs et d’interprètes;
3° kosten van vertalers en tolken;
4° les frais de transfert, à l’intérieur du Royaume, des inculpés, prévenus, des accusés, des condamnés, des mineurs d’âge et des personnes mises à la disposition du gouvernement;
4° kosten van overbrenging, binnen het Rijk, van verdachten, beklaagden, beschuldigden, veroordeelden, minderjarigen, alsook van personen die ter beschikking van de regering zijn gesteld;
5° les frais de rapatriement de mineurs sur ordre du juge de la jeunesse ou du procureur du Roi.
5° kosten voor repatriëring van minderjarigen op bevel van de jeugdrechter of van de procureur des Konings.
Art. 79. Les frais sont liquidés par le jugement, l’ordonnance ou l’arrêt qui y condamne.
Art. 79. De kosten worden vastgesteld door het vonnis, de vordering of het arrest dat daarin veroordeelt.
TITRE 6. — Dispositions sur l’exécution des condamnations
TITEL 6. — Bepalingen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de veroordelingen
Art. 80. Il est dressé pour chaque affaire criminelle, correctionnelle et de police, un état de liquidation des frais autres que ceux mentionnés à l’article 78.
Art. 80. In criminele, correctionele en politiële zaken wordt een staat van vaststelling van die kosten opgemaakt, welke niet in artikel 78 zijn bedoeld.
Pour faciliter cette liquidation, les taxateurs, aussitôt qu’ils ont terminé leur travail relativement à chaque affaire, joignent aux pièces un état, signé d’eux, des frais qui sont de nature à être recouvrés.
Om de vaststelling te vergemakkelijken, voegen de taxateurs, na beëindiging van hun werkzaamheden betreffende elke zaak bij de stukken, een door hen ondertekende staat van de invorderbare kosten.
Quant aux frais qui n’ont pu être prévus et liquidés par le jugement, il est dressé un état de liquidation séparé que le juge compétent déclare exécutoire et dont le greffier délivre copie au receveur compétent des domaines et/ou des amendes pénales, aux fins de recouvrement sur les condamnés.
Van de kosten die in het vonnis niet konden worden voorzien en vastgesteld, wordt een afzonderlijke staat van vaststelling opgemaakt, die de bevoegde rechter uitvoerbaar verklaart en waarvan de griffier een afschrift aan de bevoegde ontvanger van de domeinen en/of penale boeten bezorgt, teneinde de kosten op de veroordeelden terug te vorderen.
Art. 81. Le recouvrement des amendes, des confiscations, des restitutions, des dommages-intérêts et des frais est poursuivi par toutes voies de droit à la diligence des receveurs compétents des domaines et/ou des amendes pénales.
Art. 81. De bevoegde ontvangers van de domeinen en/of penale boeten vervolgen met alle rechtsmiddelen de invordering van geldboeten, verbeurdverklaringen, teruggaven, schadeloosstellingen en kosten.
Il en est de même du recouvrement des rôles de restitution dressés conformément à l’article 73.
Hetzelfde geldt voor de invordering van de overeenkomstig artikel 73 opgemaakte rollen van teruggave.
Art. 82. § 1er. Sans qu’il ne doive au préalable signifier le jugement ou l’arrêt passé en force de chose jugée, le receveur des domaines et/ou des amendes pénales peut faire procéder, par pli recommandé à la poste, à la saisie-arrêt exécution entre les mains d’un tiers sur les sommes et effets dus ou appartenant à un condamné, jusqu’à concurrence de tout ou partie du montant dû par ce dernier au titre d’amendes, frais, contributions, sommes confisquées et frais de poursuite ou d’exécution. La saisie-arrêt doit également être dénoncée au condamné par pli recommandé à la poste.
Art. 82. § 1. Zonder dat de ontvanger van de domeinen en/of penale boeten voorafgaandelijk het in kracht van gewijsde getreden vonnis of arrest moet betekenen, kan hij, bij een ter post aangetekende brief, uitvoerend beslag onder derden leggen op de aan een veroordeelde verschuldigde of toebehorende sommen en zaken, tot beloop van het bedrag, geheel of gedeeltelijk, dat door deze laatste verschuldigd is uit hoofde van geldboeten, kosten, bijdragen, verbeurdverklaarde geldsommen en kosten van vervolging of tenuitvoerlegging. Het beslag wordt eveneens bij een ter post aangetekende brief aan de veroordeelde aangezegd.
Cette saisie sort ses effets à compter de la remise de la pièce au destinataire.
Dit beslag heeft uitwerking vanaf de overhandiging van het stuk aan de geadresseerde.
Le condamné peut faire opposition à la saisie-arrêt par lettre recommandée adressée au receveur compétent dans les quinze jours du dépôt à la poste de la dénonciation de la saisie. Le condamné doit en informer le tiers saisi dans le même délai par pli recommandé à la poste.
De veroordeelde kan tegen het beslag bij ter post aangetekende brief verzet aantekenen bij de bevoegde ontvanger binnen de 15 dagen te rekenen vanaf de afgifte ter post van de aanzegging van het beslag. De veroordeelde moet binnen dezelfde termijn bij ter post aangetekende brief de derde-beslagene inlichten.
§ 2. La saisie-arrêt visée au § 1er donne lieu à l’établissement de l’avis de saisie instauré par l’article 1390 du Code judiciaire. Toutefois cet avis est dressé par le receveur chargé du recouvrement, qui le transmet au greffier du tribunal de première instance dans les 24 heures du dépôt à la poste du pli recommandé contenant la saisie-arrêt.
§ 2. Het in § 1 bedoelde beslag geeft aanleiding tot het opmaken van het bericht van beslag ingevoerd bij artikel 1390 van het Gerechtelijk Wetboek. Dit bericht wordt evenwel aangelegd door de met de invordering belaste ontvanger die het aan de griffier van de rechtbank van eerste aanleg zendt binnen 24 uren na het neerleggen ter post van het bij aangetekende brief gedane beslag.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28221
§ 3. Sous réserve de ce qui est prévu au § 1er, les dispositions des articles 1539, 1540, 1542, alinéas 1er et 2, et 1543 du Code judiciaire, sont applicables à cette saisie-arrêt, étant entendu que la remise du montant de la saisie se fait entre les mains du receveur compétent.
§ 3. Onder voorbehoud van het bepaalde in § 1, zijn op dit beslag de bepalingen toepasselijk van de artikelen 1539, 1540, 1542, eerste en tweede lid, en 1543 van het Gerechtelijk Wetboek, met dien verstande dat de afgifte van het bedrag van het beslag geschiedt in handen van de bevoegde ontvanger.
§ 4. La saisie-arrêt exécutoire doit être pratiquée par exploit d’huissier, de la manière prévue par les articles 1539 à 1544 du Code judiciaire, lorsqu’il apparaît :
§ 4. Het uitvoerend beslag onder derden moet geschieden door middel van een deurwaardersexploot op de wijze bepaald bij de artikelen 1539 tot 1544 van het Gerechtelijk Wetboek, wanneer blijkt :
1) que le condamné s’oppose à la saisie-arrêt visée au § 1er; 2) que le tiers-saisi conteste sa dette à l’égard du condamné; 3) que les sommes et effets font l’objet de la part d’autres créanciers, d’une opposition ou d’une saisie-arrêt antérieure à la saisie visée au § 1; 4) que les effets doivent être réalisés.
1) dat de veroordeelde zich verzet tegen het in § 1 bedoelde beslag; 2) dat de derde-beslagene zijn schuld tegenover de veroordeelde betwist; 3) dat de sommen en zaken het voorwerp zijn van een verzet of beslag onder derden dat vóór het in § 1, bedoelde beslag werd gedaan door andere schuldeisers; 4) dat de zaken te gelde moeten worden gemaakt.
Dans ces cas, la saisie-arrêt pratiquée par le receveur en application du § 1er, garde ses effets conservatoires si le receveur fait procéder par exploit d’huissier, comme prévu à l’article 1539 du Code judiciaire, à une saisie-arrêt exécution entre les mains du tiers dans le mois qui suit le dépôt à la poste de l’opposition du condamné prévue au § 1er, alinéa 3, ou de la déclaration prévue à l’article 1452 du Code judiciaire.
In deze gevallen blijft het door de ontvanger overeenkomstig § 1, gelegd beslag zijn bewarend effect behouden wanneer een uitvoerend beslag onder derden bij deurwaardersexploot wordt gelegd als bepaald bij artikel 1539 van het Gerechtelijk Wetboek, binnen een maand na de afgifte ter post van het verzet van de veroordeelde overeenkomstig § 1, derde lid, of van de verklaring als bepaald bij artikel 1452 van het Gerechtelijk Wetboek.
Art. 83. Sur la demande du receveur des domaines et/ou des amendes pénales, les services administratifs de l’Etat, des autorités locales et des organismes chargés d’une mission d’intérêt public, sont tenus de fournir, à leurs frais, tous renseignements utiles concernant le patrimoine ou les revenus du condamné.
Art. 83. Op vraag van de ontvanger der domeinen en/of penale boeten zijn de administratieve diensten van de Staat, van de lokale besturen en de instellingen die belast zijn met een opdracht van openbaar nut, ertoe gehouden hem op hun kosten alle nuttige inlichtingen te verstrekken met betrekking tot het vermogen of de inkomsten van de veroordeelde.
Toutefois, les actes, pièces, registres et documents ou renseignements relatifs à des procédures judiciaires, ne peuvent être communiqués sans l’autorisation du procureur général près la Cour de Cassation ou près la cour d’appel ou du procureur fédéral .
De akten, stukken, registers, documenten of gegevens betreffende gerechtelijke procedures mogen evenwel niet worden meegedeeld zonder machtiging van de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie of van de procureur-generaal bij het hof van beroep of de federaal Procureur.
Art. 84. Les huissiers chargés des actes de recouvrement rec¸ oivent les sommes dont les parties se libèrent dans leurs mains, à charge pour eux d’en faire mention dans leurs répertoires et de les verser immédiatement dans la caisse du receveur compétent des domaines et/ou des amendes pénales. Les membres de la police fédérale ou locale, et les gardes forestiers, chargés des actes relatifs à l’exécution, peuvent également recevoir les sommes dont les parties offrent de se libérer dans leurs mains, à charge pour eux de faire mention de la somme rec¸ ue au bas du mandat de capture et de la verser immédiatement entre les mains du receveur, ce dernier en donne décharge sur la même pièce que l’agent exécuteur remet ensuite au parquet.
Art. 84. De gerechtsdeurwaarders belast met akten tot invordering nemen de bedragen die de partijen hen wensen te betalen, in ontvangst op voorwaarde dat zij daarvan melding maken in hun repertoria en ze onmiddellijk in de kas van de bevoegde ontvanger van de domeinen en/of penale boeten storten. De leden van de federale of plaatselijke politie en de boswachters belast met akten tot invordering kunnen eveneens de bedragen die de partijen hen wensen te betalen, in ontvangst nemen op voorwaarde dat zij onderaan het bevel tot gevangenneming melding maken van het ontvangen bedrag en het onmiddellijk aan de ontvanger storten. Deze laatste verleent daarvan kwijting op hetzelfde stuk, dat de uitvoerende ambtenaar vervolgens aan het parket overhandigt.
Si l’agent exécuteur envoie par la poste au receveur la somme qu’il a rec¸ ue, il annexe le récépissé au mandat de capture et porte en compte les frais de l’envoi sur un état de frais, lequel, après taxation par l’autorité, est payable conformément à l’article 69 du présent arrêté.
Indien de uitvoerende ambtenaar het door hem ontvangen bedrag per post aan de ontvanger overmaakt, voegt hij het ontvangstbewijs bij het bevel tot gevangenneming en brengt hij de verzendingskosten in rekening op een kostenstaat die na taxatie door de autoriteiten, betaalbaar is overeenkomstig artikel 69 van dit besluit.
TITRE 7. — Intervention de la partie civile et assimilée
TITEL 7. — Tussenkomst van de burgerlijke partij en gelijkgestelde
Art. 85. Les provinces, les communes, les administrations et établissements publics sont assimilés aux parties civiles dans les poursuites en matière correctionnelle ou de police faites à leur requête ou même d’office, et principalement dans leur intérêt pécuniaire.
Art. 85. De provincies, de gemeenten, de openbare besturen en instellingen worden bij vervolgingen in correctionele of politiezaken ingesteld op hun verzoek of zelfs van ambtswege, voornamelijk met het oog op hun geldelijke belangen, gelijkgesteld met de burgerlijke partijen.
Art. 86. En matière criminelle, lorsqu’il s’agit des crimes prévus par les articles 196 et 197 du Code pénal, ainsi qu’en matière correctionnelle ou de police, la partie civile, lorsqu’elle agit directement ou lorsque l’instruction a été ouverte suite à la constitution de partie civile, est tenue de déposer au greffe la somme présumée nécessaire pour les frais de procédure, sans qu’il puisse être exigé aucune rétribution pour la garde de ce dépôt. Une nouvelle somme doit être fournie si la première est devenue insuffisante.
Art. 86. Wanneer het gaat om misdaden omschreven in de artikelen 196 en 197 van het Strafwetboek of om correctionele of politiezaken, moet de burgerlijke partij wanneer zij rechtstreeks optreedt of wanneer een onderzoek is ingesteld ten gevolge van haar optreden als burgerlijke partij, het bedrag nodig ter dekking van de kosten van de rechtspleging ter griffie neerleggen, zonder dat voor de bewaring ervan, op straffe van knevelarij, enige vergoeding mag worden geëist. Een nieuw bedrag moet worden bezorgd, indien het eerste ontoereikend is geworden.
Les droits d’enregistrement éventuellement dus sur la décision judiciaire statuant sur la demande de la partie civile ne sont pas compris dans cette somme.
De registratierechten die eventueel verschuldigd zijn op grond van de rechterlijke beslissing waarbij uitspraak wordt gedaan over het verzoek van de burgerlijke partij, zijn in dat bedrag niet begrepen.
En cas de condamnation des inculpés, la somme consignée par la partie civile lui est remboursée, après déduction des frais faits dans son intérêt et taxés par le jugement, l’ordonnance ou l’arrêt.
Bij veroordeling van de verdachten wordt aan de burgerlijke partij het bedrag terugbetaald dat zij in consignatie heeft gegeven, zulks na aftrek van de kosten die in haar belang zijn gemaakt en door het vonnis, de vordering of het arrest zijn begroot.
Les provinces, les communes, les administrations et établissements publics sont dispensés de la consignation.
De provincies, de gemeenten, de openbare besturen en instellingen worden van consignatie vrijgesteld.
28222
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Il en est de même de la partie civile qui a été admise au bénéfice de l’assistance judiciaire, sous réserve de l’application des articles 508/10, 669, 672, 674, 674bis du Code judiciaire.
Hetzelfde geldt voor de burgerlijke partij aan wie rechtsbijstand is verleend, zulks onder voorbehoud van de toepassing van de artikelen 508/10, 669, 672, 674 en 674bis van het Gerechtelijk Wetboek.
Art. 87. Dans toute procédure où il y a contitution de partie civile, tout réquisitoire et acte pouvant donner lieu à des frais recouvrables sur les parties condamnées portent la mention « partie civile ».
Art. 87. In alle rechtsplegingen waarin een burgerlijke partij optreedt, dragen de vorderingen en akten die aanleiding kunnen geven tot kosten invorderbaar bij de veroordeelde partijen, de vermelding « burgerlijke partij ».
Art. 88. Le greffier paie, sur les sommes consignées, tous les frais de procédure dûment alloués.
Art. 88. De griffier betaalt op de geconsigneerde bedragen alle behoorlijk toegekende kosten van de rechtspleging.
Lorsque l’affaire a été terminée par une décision devenue irrévocable à l’égard de la partie civile, le greffier remet à cette partie, sur récépissé, les sommes non employées ainsi que les pièces justificatives des frais exposés dans l’intérêt de la partie civile et taxés par le jugement.
Wanneer de zaak beëindigd is door een beslissing die ten aanzien van de burgerlijke partij onherroepelijk is geworden, overhandigt de griffier aan die partij tegen een ontvangstbewijs. De niet gebruikte bedragen, alsmede de stukken tot bewijs van de kosten die in het belang van de burgerlijke partij zijn gemaakt en door het vonnis zijn begroot.
En cas de condamnation des inculpés, le greffier dresse, en outre, un mémoire relatif aux autres frais. Après avoir été revêtu de la taxe du juge, le montant en est remboursé, sur récépissé, à la partie civile.
In geval van veroordeling van de verdachten maakt de griffier bovendien met betrekking tot de andere kosten een memorie op. Nadat de begroting van de rechter daarop is aangebracht, wordt het bedrag ervan tegen ontvangstbewijs aan de burgerlijke partij terugbetaald.
Le mémoire, accompagné des pièces justificatives, est ensuite introduit en dépenses dans le compte mensuel prévu à l’article 71.
De memorie, vergezeld van de bewijsstukken, wordt vervolgens als uitgave ingeschreven in de maandelijkse rekening bedoeld in artikel 71.
Art. 89. Dans les affaires où les provinces, les communes, les administrations et établissements publics sont assimilés aux parties civiles, les frais de poursuites taxés sur la base du présent arrêté sont avancés par le Ministre de la Justice, à l’intervention des greffiers des cours et tribunaux et portés en dépenses dans les comptes à charge du budget de la justice et recouvrés sur la partie qui a succombé.
Art. 89. In zaken waarin de provincies, de gemeenten, de openbare besturen en instellingen met de burgerlijke partijen worden gelijkgesteld, worden de kosten van vervolging die op grond van dit besluit zijn begroot, door de Minister van Justitie, via de griffiers bij de hoven en rechtbanken, voorgeschoten, als uitgaven ingeschreven op de rekeningen ten laste van de begroting van Justitie en teruggevorderd op de partij die in het ongelijk is gesteld.
Art. 90. Lorsqu’une partie civile est admise au bénéfice de l’assistance judiciaire, les frais de poursuites sont avancés de la même manière.
Art. 90. Wanneer aan een burgerlijke partij rechtsbijstand wordt verleend, worden de kosten van vervolging op dezelfde wijze voorgeschoten.
Tous les actes de procédure porteront l’indication de l’admission au bénéfice de l’assistance judiciaire.
In alle akten van rechtspleging wordt van de verlening van rechtsbijstand melding gemaakt.
Art. 91. En matière criminelle, lorsqu’il s’agit de crimes autres que ceux prévus par les articles 196 et 197 du Code pénal, si la partie civile est responsable des frais par suite d’ordonnance ou d’arrêt de non-lieu, il est dressé un état de liquidation des frais que le juge compétent rend exécutoire et dont le greffier délivre copie au receveur des domaines et/ou des amendes pénales aux fins de recouvrement.
Art. 91. Wanneer het gaat om andere misdaden dan die omschreven in de artikelen 196 en 197 van het Strafwetboek en de burgerlijke partij ingevolge een beschikking of een arrest van buitenvervolgingstelling voor de kosten aansprakelijk is, wordt een staat van vaststelling van de kosten opgemaakt, die de bevoegde rechter uitvoerbaar maakt en waarvan de griffier een afschrift bezorgt aan de ontvanger van de domeinen en/of penale boeten, teneinde ze terug te vorderen.
TITRE 8. — Dispositions particulières
TITEL 8. — Bijzondere bepalingen
er
Art. 92. § 1 . Le greffier remet au ministère public un extrait de tout jugement ou arrêt passé en force de chose jugée et portant condamnation à une peine privative de liberté.
Art. 92. § 1. De griffier overhandigt aan het openbaar ministerie een uittreksel uit elk vonnis of arrest dat in kracht van gewijsde is gegaan en een veroordeling tot een vrijheidsberovende straf inhoudt.
Lorsqu’un même jugement ou arrêt a condamné plusieurs personnes à des peines privatives de liberté et que celles-ci sont devenues définitives pour certains d’entres eux, un extrait de la décision sera délivré au ministère public en ce qui concerne ces derniers.
Wanneer eenzelfde vonnis of arrest verscheidene personen tot een vrijheidsberovende straf heeft veroordeeld en die voor sommigen onder hen definitief is geworden, wordt voor deze laatste een uittreksel uit de beslissing aan het openbaar ministerie bezorgd.
Endéans les trois jours, le greffier remet au receveur de l’enregistrement et des domaines, sous la forme d’un document ou par la voie électronique, un extrait de tout jugement ou arrêt passé en force de chose jugée et portant condamnation à des amendes, confiscation ou frais.
Binnen drie dagen maakt de griffier, in de vorm van een document of via elektronische weg, aan de ontvanger van de registratie en domeinen een uittreksel over uit elk vonnis of arrest dat in kracht van gewijsde is gegaan en verwijzing tot geldboeten, verbeurdverklaring of kosten inhoudt.
En outre, le greffier communique à l’Organe central pour la Saisie et la Confiscation, sous la forme d’un document ou par la voie électronique, une copie de tout jugement de condamnation emportant la confiscation spéciale prévue à l’article 197bis du Code d’Instruction criminelle, ainsi qu’une copie de l’extrait de ce jugement.
Daarenboven maakt de griffier, in de vorm van een document of via elektronische weg, een kopie van elk veroordelend vonnis dat de bijzondere verbeurdverklaring zoals bedoeld in artikel 197bis van het Wetboek van strafvordering inhoudt, alsmede kopie van het uittreksel ervan, over aan het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring.
Endéans le même délai, le greffier communique, par la voie électronique, à l’administration centrale de l’enregistrement et des domaines, responsable de la banque de données amendes pénales, confiscations et frais de justice en matière répressive, les éléments qui sont contenus dans tout extrait et qui sont nécessaires pour le traitement des données relatives aux amendes pénales, aux confiscations et aux frais de justice en matière répressive.
Binnen dezelfde termijn maakt de griffier aan de centrale administratie van de registratie en domeinen, verantwoordelijk voor de werking van de gegevensbank penale boeten, verbeurdverklaringen en gerechtskosten in strafzaken, via elektronische weg de elementen over die vervat zijn in elk uittreksel, en die noodzakelijk zijn voor de verwerking van de gegevens betreffende de penale boeten, de verbeurdverklaringen en de gerechtkosten in strafzaken.
Lorsqu’un même jugement ou l’arrêt a condamné plusieurs individus à des amendes, confiscation ou frais, et que ces condamnations sont devenues définitives pour les uns, sans l’être pour les autres, il est procédé conformément aux alinéas 3 à 5 concernant la partie devenue définitive du jugement ou de l’arrêt.
Wanneer een zelfde vonnis of arrest verscheidene personen veroordeeld heeft tot geldboeten, verbeurdverklaring of kosten, en die veroordelingen voor de enen definitief zijn geworden zonder het voor de anderen te zijn, wordt met betrekking tot het definitief geworden gedeelte van het vonnis of arrest gehandeld zoals voorzien in het derde tot en met het vijfde lid.
§ 2. Lorsque plusieurs personnes condamnées par un même jugement ou arrêt doivent subir leurs peines dans des établissements pénitenciaires différents, le ministère public peut se faire délivrer un extrait pour chaque établissement.
§ 2. Wanneer verscheidene personen, die door een zelfde vonnis of arrest zijn veroordeeld, hun straf in verschillende strafinrichtingen moeten ondergaan, kan het openbaar ministerie zich voor elke inrichting een uittreksel doen afleveren.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28223
Art. 93. Ne sont expédiés dans la forme exécutoire que les arrêts, jugements et ordonnances de justice que les parties, le ministère public ou le receveur compétent des domaines et/ou des amendes pénales demandent dans cette forme.
Art. 93. In uitvoerbare vorm worden alleen de arresten, vonnissen en rechterlijke beschikkingen verzonden die de partijen, het openbaar ministerie of de bevoegde ontvanger van de domeinen en/of penale boeten in die vorm aanvragen.
Art. 94. Dans le cas de renvoi des accusés, pour quelque cause que ce soit, devant un autre juge d’instruction ou devant une autre cour d’assises, il ne peut leur être délivré aux frais du Trésor, même lorsqu’ils sont plusieurs, s’ils comparaissent simultanément, de nouvelles copies de pièces dont ils ont déjà rec¸ u une copie.
Art. 94. Ingeval de beschuldigden om welke reden ook naar een andere onderzoeksrechter of een ander hof van assisen worden verwezen, kunnen hen op kosten van de schatkist geen nieuwe afschriften worden verstrekt van stukken waarvan zij reeds een afschrift hebben bekomen, zelfs niet als zij met verscheidene personen tegelijk moeten verschijnen.
Art. 95. Dans tous les cas où il y a envoi de pièces de procédure, le greffier est tenu d’y joindre un inventaire, ainsi qu’il est prescrit par le Code d’instruction criminelle.
Art. 95. In alle gevallen waarin processtukken worden verzonden, moet de griffier daarbij een inventaris voegen, zoals is voorgeschreven in het Wetboek van Strafvordering.
Art. 96. En matière criminelle, correctionnelle et de police et en matière disciplinaire, aucune expédition ou copie des actes d’instruction et de procédure ne peut être délivrée sans une autorisation du juge d’instruction, du procureur du Roi, de l’auditeur du travail, du procureur fédéral ou du procureur général près la cour d’appel en fonction de l’état de la procédure, sous réserve de l’application des articles 28quinquies, § 2, et 57, § 2, du Code d’instruction criminelle. Il est délivré aux parties, sur leur demande, expédition de la plainte, de la dénonciation, des ordonnances et des jugements sous réserve de l’application des articles 28 quinquies, § 2, et 57, § 2, du Code d’instruction criminelle.
Art. 96. In criminele, correctionele, politiezaken en in tuchtzaken mag geen uitgifte of afschrift van de akten van onderzoek en rechtspleging worden afgeleverd zonder machtiging van de onderzoeksrechter, de procureur des Konings, de arbeidsauditeur, de federaal procureur of de procureur-generaal bij het hof van beroep in functie van de toestand van de procedure, behoudens bij toepassing van de artikelen 28quinquies, § 2, en 57, § 2, van het Wetboek van Strafvordering. Het in op verzoek van de partijen wordt hen evenwel een uitgifte van de klacht, de aangifte, de bevelschriften en de vonnissen verstrekt behoudens bij toepassing van de artikelen 28 quinquies, § 2, et 57, § 2, van het wetboek van strafvordering.
Les frais de toutes ces expéditions ou copies sont à la charge des requérants, sous réserve de l’application des articles 28quinquies, § 2, et 57, § 2, du Code d’instruction criminelle.
De kosten van alle uitgiften of afschriften komen ten laste van de personen die ze aanvragen, behoudens bij toepassing van de artikelen 28quinquies, § 2, en 57, § 2, van het Wetboek van Strafvordering.
Art. 97. Les membres de la police fédérale et locale prêtent aide et mainforte aux huissiers de justice chaque fois qu’ils en sont requis, sans toutefois pouvoir en exiger aucune rétribution.
Art. 97. De leden van de federale politie en van de lokale politie verlenen hulp en bijstand aan de gerechtsdeurwaarders wanneer zij daartoe worden gevorderd, zonder evenwel daarvoor een vergoeding te kunnen eisen.
Les gardes champêtres et forestiers, les agents de la police locale et fédérale, les directeurs et gardiens en chef des prisons pourront être chargés par le ministère public de faire, concuremment avec les huissiers de justice, mais sans frais, tous les actes de la justice répressive.
De veldwachters en boswachters, de agenten van de lokale- en federale politie, de gevangenisdirecteurs en hoofdbewaarders der gevangenissen kunnen door het openbaar ministerie, in navolging van de gerechtsdeurwaarders, maar zonder kosten, gelast worden met de uitvoering van alle gerechtelijke akten in strafzaken.
TITRE 9. — Dispositions abrogatoires et générales
TITEL 9. — Algemene en abrogative bepalingen Art. 98. Worden opgeheven :
Art. 98. Sont abrogés : 1° l’arrêté royal du 28 décembre 1950 portant règlement général sur les frais de justice en matière répressive, modifié notamment par les arrêtés royaux des 12 mai 1952, 23 juin 1965, 14 mars 1968, 3 novembre 1968, 2 mars 1971, 3 mai 1976, 9 décembre 1977, 17 juillet 1978, 6 juillet 1982, 9 mars 1983, 3 août 1988, 29 juillet 1992, 23 décembre 1993, 16 novembre 1994 et 13 juin 1999;
1° het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende het algemeen reglement betreffende de gerechtskosten in strafzaken, gewijzigd onder andere bij de koninklijke besluiten van 12 mei 1952, 23 juni 1965, 14 maart 1968, 3 november 1968, 2 maart 1971, 3 mei 1976, 9 december 1977, 17 juli 1978, 6 juli 1982, 9 maart 1983, 3 augustus 1988, 29 juli 1992, 23 december 1993, 16 november 1994 en 13 juni 1999;
2° l’arrêté ministériel du 27 juin 1983 fixant les indemnités de voyage prévues au règlement général sur les frais de justice en matière répressive;
2° het ministerieel besluit van 27 juni 1983 tot vaststelling van de reisvergoedingen bepaald in het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken;
3° l’arrêté ministériel du 11 mars 1986 relatif aux dépenses soumises à l’autorisation ou avis préalable par application des articles 50, 51 et 62 du règlement général sur les frais de justice en matière répressive;
3° het ministerieel besluit van 11 maart 1986 tot vaststelling van de uitgaven waarvoor voorafgaande machtiging of advies is vereist bij toepassing van de artikelen 50, 51 en 62 van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken;
4° l’arrêté ministériel du 4 août 1988 relatif à l’exécution des articles 66, 67 et 85 du règlement général sur les frais de justice en matière répressive.
4° het ministerieel besluit van 4 augustus 1988 betreffende de uitvoering van de artikelen 66, 67 en 85 van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken.
Art. 99. Les dispositions du présent arrêté produisent leurs effets au 8 janvier 2007.
Art. 99. De bepalingen van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 8 januari 2007.
Art. 100. Notre Ministre de la Justice est chargée de l’exécution du présent arrêté.
Art. 100. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donné à Bruxelles, le 27 avril 2007.
Gegeven te Brussel, 27 april 2007.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de la Justice, Mme L. ONKELINX
De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX
28224
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28225
28226
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28227
28228
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28229
28230
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28231
28232
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28233
28234
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28235
28236
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28237
28238
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28239
28240
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 27 avril 2007 potant règlement général des frais de justice en matière répressive.
Donné à Bruxelles, le 27 avril 2007.
28241
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 27 april 2007 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken.
Gegeven te Brussel, 27 april 2007.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de la Justice,
De Minister van Justitie,
Mme L. ONKELINX
Mevr. L. ONKELINX
28242
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DE LA DEFENSE
F. 2007 — 2137
[S − C − 2007/07113]
25 AVRIL 2007. — Arrêté ministériel fixant la composition, le mode de désignation et la durée du mandat des membres, les compétences et le mode de fonctionnement du conseil d’administration et du comité scientifique de l’Institut royal supérieur de Défense
Le Ministre de la Défense,
Vu l’arrêté royal du 10 août 2006 relatif à l’organisation de l’Institut royal supérieur de Défense, notamment l’article 5, alinéa 2,
Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 17 avril 2007,
Arrête :
MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING N. 2007 — 2137
[S − C − 2007/07113]
25 APRIL 2007. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de samenstelling, de aanwijzingsregels en de duur van het mandaat van de leden, de bevoegdheden en de werkingsregels van de raad van bestuur en van het wetenschappelijk comité van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie De Minister van Landsverdediging,
Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 2006 betreffende de organisatie van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie, inzonderheid op artikel 5, tweede lid; Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 17 april 2007, Besluit :
CHAPITRE Ier. — Disposition générale
HOOFDSTUK I. — Algemene bepaling
Article 1er. Pour l’application du présent arrêté royal, il faut entendre par :
Artikel 1. Voor de toepassing van dit koninklijk besluit wordt verstaan onder :
1° ″l’institut″ : l’Institut royal supérieur de Défense,
1° ″het instituut″ : het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie,
2° ″le ministre″ : le Ministre de la Défense.
2° de minister″ : de Minister van Landsverdediging.
CHAPITRE II. — Du conseil d’administration Art. 2. Le conseil d’administration de l’institut est composé de onze membres :
HOOFDSTUK II. — De raad van bestuur Art. 2. De raad van bestuur van het instituut bestaat uit elf leden :
1° un président;
1° een voorzitter;
2° un vice-président;
2° en vice-voorzitter;
3° le directeur général de l’institut;
3° de directeur-generaal van het instituut;
4° un membre, représentant du ministre;
4° een lid, afgevaardigde van de minister;
5° un membre, sous-chef d’état-major ou directeur général;
5° een lid, onderstafchef of directeur-generaal;
6° deux membres, représentants du monde social ou politique;
6° twee leden, vertegenwoordigers van de sociale of de politieke wereld;
7° deux membres, représentants du monde universitaire ou du monde de la recherche;
7° tweede leden, vertegenwoordigers van de universitaire wereld of de wereld van het onderzoek;
8° deux membres, représentants du monde économique ou industriel.
8° twee leden, vertegenwoordigers van de economische of industriële wereld.
Lorsque le président est un membre du personnel de la Défense, le vice-président ne peut être membre de ce personnel ou vice-versa.
Wanneer de voorzitter een personeelslid van Defensie is, mag de vice-voorzitter geen lid zijn van dit personeel of omgekeerd.
Le représentant du chef de la défense est le membre visé, selon le cas, à l’article 2, alinéa 1er, 2° ou 5°.
De afgevaardigde van de chef defensie is het lid bedoeld, naargelang het geval, in artikel 2, eerste lid, 2° of 5°.
Excepté le directeur général de l’institut, les membres du conseil d’administration sont désignés par le ministre.
Met uitzondering van de directeur-generaal van het instituut, worden de leden van de raad van bestuur aangewezen door de minister.
Excepté le président, les membres du conseil d’administration se répartissent en nombre égal entre les rôles linguistiques franc¸ ais et néerlandais.
Met uitzondering van de voorzitter, worden de leden van de raad van bestuur gelijk verdeeld over de Nederlandse en de Franse taalrol.
Le mandat des membres du conseil d’administration a une durée de quatre ans et est renouvelable une fois.
Het mandaat van de leden van de raad van bestuur duurt vier jaar en is éénmaal hernieuwbaar.
Le membre démissionnaire, décédé ou pensionné par atteinte de la limite d’âge conformément aux dispositions qui lui sont applicables, est remplacé. Le membre remplac¸ ant achève le mandat de son prédécesseur.
Het ontslagnemend, overleden of wegens het bereiken van de leeftijdsgrens overeenkomstig de bepalingen op hem van toepassing, gepensioneerd lid wordt vervangen. Het vervangend lid voltooit het mandaat van zijn voorganger.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 3. Le conseil d’administration est chargé dans les domaines sécurité et défense et recherche scientifique et technologique de la Défense de proposer annuellement, avant le 1er novembre, au ministre :
28243
Art. 3. De raad van bestuur is in de domeinen veiligheid en defensie en wetenschappelijk en technologisch onderzoek van Defensie belast met het jaarlijks voorstellen, vóór 1 november, aan de minister :
1° une note de politique générale;
1° van een algemene beleidsnota;
2° les priorités du programme de recherche de la Défense;
2° van de prioriteiten van het onderzoeksprogramma van Defensie;
3° le programme de recherche de la Défense.
3° van het onderzoeksprogramma van Defensie.
Le conseil d’administration présente, au ministre, un rapport annuel concernant la recherche menée au sein de la Défense.
De raad van bestuur legt aan de minister een jaarlijks verslag voor betreffende het onderzoek gevoerd in de schoot van Defensie.
Art. 4. Le conseil d’administration établit son règlement d’ordre intérieur, qui est soumis à l’approbation du ministre.
Art. 4. De raad van bestuur stelt zijn huishoudelijk reglement op dat voor goedkeuring aan de minister wordt voorgelegd.
CHAPITRE III. — Du comité scientifique
HOOFDSTUK III. — Het wetenschappelijk comité
Art. 5. Le comité scientifique de l’institut est composé de sept membres :
Art. 5. Het wetenschappelijke comité van het instituut bestaat uit zeven leden :
1° un président,
1° voorzitter;
2° un vice-président,
2° een vice-voorzitter;
3° le directeur du département gestion de la recherche scientifique et technologique de la Défense de l’institut;
3° de directeur van het departement wetenschappelijk en technologisch onderzoek van Defensie van het instituut;
4° quatre membres pouvant justifier d’une expérience scientifique dans des disciplines couvrant le terrain de la recherche au sein de la Défense.
4° vier leden die een wetenschappelijke ervaring kunnen bewijzen in de domeinen die het veld bestrijken van het onderzoek binnen Defensie.
Deux des quatre membres visés à l’alinéa 1er, 4°, sont des professeurs, professeurs militaires ou professeurs ordinaires, représentant chaque faculté de l’Ecole royale militaire.
Twee van de vier leden bedoeld in het eerste lid, 4°, zijn hoogleraren, militaire hoogleraren of gewone hoogleraren, die elke faculteit van de Koninklijke Militaire School vertegenwoordigen.
Lorsque le président est un membre du personnel de la Défense, le vice-président ne peut être membre de ce personnel ou vice-versa.
Wanneer de voorzitter een personeelslid van Defensie is, mag de vice-voorzitter geen lid zijn van dit personeel of omgekeerd.
Excepté le membre visé à l’alinéa 1er, 3°, les membres du comité scientifique sont désignés par le ministre.
Met uitzondering van het lid bedoeld in het eerste lid, 3°, worden de leden van het wetenschappelijk comité aangewezen door de minister.
Excepté le président, les membres du comité scientifique se répartissent en nombre égal entre les rôles linguistiques franc¸ ais et néerlandais.
Met uitzondering van de voorzitter, worden de leden van het wetenschappelijk comité gelijk verdeeld over de Nederlandse en de Franse taalrol.
Le mandat des membres du comité scientifique a une durée de quatre ans et est renouvelable une fois.
Het mandaat van de leden van het wetenschappelijk comité duurt vier jaar en is éénmaal hernieuwbaar.
Le membre démissionnaire, décédé ou pensionné par atteinte de la limite d’âge conformément aux dispositions qui lui sont applicables, est remplacé. Le membre remplac¸ ant achève le mandat de son prédécesseur.
Het ontslagnemend, overleden of wegens het bereiken van de leeftijdsgrens overeenkomstig de bepalingen op hem van toepassing, gepensioneerd lid wordt vervangen. Het vervangend lid voltooit hei mandaat van zijn voorganger.
Art. 6. Le comité scientifique est, pour les études et les projets de recherche pour lequel l’institut est compétent, chargé :
Art. 6. Het wetenschappelijk comité is, voor de studies en onderzoeksprojecten waarvoor het instituut bevoegd is, belast :
1° de proposer les objectifs de recherche, d’évaluer et de suggérer un classement provisoire des projets d’études proposés;
1° met het voorstellen van de onderzoeksobjectieven, het evalueren en het voorleggen van een voorlopige rangschikking van de voorgestelde studies en onderzoeksprojecten;
2° de participer à l’élaboration des méthodes d’évaluation des études et des projets de recherche;
2° met het deelnemen aan de uitwerking van de evaluatiemethodes van studies en onderzoeksprojecten;
3° de vérifier le niveau académique, scientifique ou technologique des études ou des projets de recherche proposés;
3° met het verifiëren van het academisch, wetenschappelijk of technologisch niveau van de voorgestelde studies en onderzoeksprojecten;
4° d’évaluer les études ou les projets de recherche proposés; 5° d’évaluer les rapports d’avancement des études et des projets de recherche et de formuler des recommandations; 6° d’évaluer les rapports finals.
4° met het evalueren van de voorgestelde studies of onderzoeksprojecten; 5° met het evalueren van de vorderingsverslagen van de studies en onderzoeksprojecten en het formuleren van aanbevelingen; 6° met het evalueren van de eindrapporten.
Art. 7. Le comité scientifique établit son règlement d’ordre intérieur, qui est soumis à l’approbation du ministre.
Art. 7. Het wetenschappelijk comité stelt zijn huishoudelijk reglement op dat voor goedkeuring aan de minister wordt voorgelegd.
CHAPITRE IV. — Disposition finale
HOOFDSTUK IV. — Slotbepaling
Art. 8. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 8. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Bruxelles, le 25 avril 2007. A. FLAHAUT
Brussel, 25 april 2007. A. FLAHAUT
28244
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID N. 2007 — 2138
[C − 2007/35778]
20 APRIL 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de invoering van het energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, inzonderheid op artikel 20; Gelet op het decreet van 2 april 2004 tot vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in het Vlaamse Gewest door het bevorderen van het rationeel energiegebruik, het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en de toepassing van flexibiliteitsmechanismen uit het Protocol van Kyoto, inzonderheid op artikel 22, vervangen bij decreet van 22 december 2006; Gelet op het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat voor gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet, inzonderheid op artikel 19, 21 en 22; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen, inzonderheid op artikel 24bis, ingevoegd bij het besluit van 2 december 2005, en artikel 25, vervangen bij besluit van 16 juni 2006; Overwegende dat artikel 7 van de Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen, de invoering van een energieprestatiecertificaat bepaalt; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 20 april 2006; Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, gegeven op 8 juni 2006; Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 21 juni 2006; Gelet op het advies nr. 42.482/3 van de Raad van State, gegeven op 27 maart 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur; Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder: 1° bruikbare vloeroppervlakte : de som van de bruto vloeroppervlakten van alle vloerniveaus binnen het beschermd volume van het gebouw, zoals berekend volgens de geldende Belgische normen en eventuele door het Vlaams Energieagentschap vastgelegde specificaties; 2° energiezorgsysteem : een systeem dat systematisch het energieverbruik in eigen beheer controleert en tot eenvoudige ingrepen leidt om onnodig energieverbruik te vermijden en het duurzaam energiebeleid te versterken. De energieboekhouding vormt het geraamte van de energiezorg. Een energieaudit van één of meerdere entiteiten kan ook een onderdeel zijn van een energiezorgsysteem voor zover als de resultaten ervan leiden tot concrete besparingsmaatregelen met controleerbare effecten. Ook de effectieve besparingsmaatregelen vormen een onderdeel van een energiezorgsysteem; 3° gebouw : elk gebouw in zijn geheel of delen ervan die zijn ontworpen of aangepast om afzonderlijk te worden gebruikt en waarvoor energie verbruikt wordt om ten behoeve van mensen een specifieke binnentemperatuur te bereiken; 4° gebouwsite : één of meer gebouwen die geheel of gedeeltelijk door een publieke organisatie worden gebruikt én op dezelfde locatie gelegen zijn én gebruik maken van minstens 1 gemeenschappelijke teller;
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD 5° gezondheidsvoorziening : een organisatie die erkend is door de Vlaamse Gemeenschap en activiteiten uitoefent op het gebied van de zorgverstrekking, de gezondheidsopvoeding en de preventieve gezondheidszorg, vermeld in artikel 5, § 1, I, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, met uitzondering van de voorzieningen werkzaam op het vlak van de medisch verantwoorde sportbeoefening; 6° kengetal : de verhouding tussen enerzijds het bijgehouden gemeten globaal energieverbruik voor de verwarming, de warmtapwatervoorziening, de koeling, de ventilatie, de verlichting van een gebouw en andere energieverbruiken, en anderzijds de bruikbare vloeroppervlakte van het gebouw; 7° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid; 8° onderwijsinstelling : alle scholen, internaten, centra voor volwassenenonderwijs en voor basiseducatie, centra voor leerlingenbegeleiding, hogescholen en universiteiten, die gefinancierd, gesubsidieerd of erkend zijn door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming; 9° publieke gebouw : gebouw met een bruikbare vloeroppervlakte van meer dan 1 000 m2 dat vaak door het publiek wordt bezocht omdat er een publieke organisatie in is gevestigd; 10° publieke organisatie : de federale overheid, inclusief de parastatalen, de Vlaamse overheid, inclusief de intern en extern verzelfstandigde agentschappen, de provinciale overheden, de gemeentelijke overheden, inclusief de OCMW’s, overheidsbedrijven en onderwijsinstellingen, welzijns- of gezondheidsvoorzieningen; 11° Vlaams Energieagentschap : het agentschap, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap, het Vlaamse Energieagentschap; 12° welzijnsvoorziening : een organisatie die erkend is door de Vlaamse Gemeenschap en activiteiten uitoefent op het gebied van het gezin, het maatschappelijk welzijn, het onthaal en de integratie van inwijkelingen, de mindervaliden, de bejaarden, de jeugdbescherming en de sociale hulpverlening aan gedetineerden met het oog op hun sociale reïntegratie, vermeld in artikel 5, § 1, II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. HOOFDSTUK II. — Energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen Art. 2. § 1. De gebruiker van een publiek gebouw, beschikt uiterlijk op 1 januari 2009, voor elk afzonderlijk publiek gebouw of gebouwsite, over een energieprestatiecertificaat. Publieke gebouwen die na 1 oktober 2007 door een publieke organisatie in gebruik worden genomen, beschikken uiterlijk vijftien maanden na de ingebruikname over een energieprestatiecertificaat. Het energieprestatiecertificaat wordt opgemaakt door een energiedeskundige voor publieke gebouwen en bevat de volgende gegevens : 1° de datum van opmaak van het energieprestatiecertificaat; 2° de uitdrukking van de energieprestatie van het gebouw aan de hand van het kengetal; 3° de referentiewaarden met betrekking tot de geldende minimumeisen en de benchmarks, of een verwijzing ernaar; 4° de aanbevelingen voor de kosteneffectieve verbetering van de energieprestatie van het gebouw, die minstens betrekking hebben op : a) de thermische kenmerken van het gebouw; b) de verwarmingsinstallatie en warmtevoorziening; c) de installatie voor ventilatie; d) het gebruik van passieve zonne-energie en zonnewering; e) de koelinstallatie; f) de ingebouwde lichtinstallatie; g) het gebruikersgedrag; h) het energiezorgsysteem indien beschikbaar. § 2. Het energieprestatiecertificaat wordt opgemaakt op basis van een webapplicatie die door het Vlaams Energieagentschap wordt beheerd. Nadat de energiedeskundige voor publieke gebouwen de noodzakelijke gegevens via de webapplicatie elektronisch heeft ingediend, bezorgt het Vlaams Energieagentschap de energiedeskundige voor publieke gebouwen een elektronisch bestand om af te drukken als papieren versie van het energieprestatiecertificaat. De energiedeskundige voor publieke gebouwen ondertekent het energieprestatiecertificaat en bezorgt het aan de gebruiker.
28245
28246
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD De minister bepaalt welke gegevens via de webapplicatie elektronisch aan het Vlaams Energieagentschap worden bezorgd. Die gegevens worden bijgehouden in de certificatendatabank en hebben minstens betrekking op : 1° het type gebouw; 2° de bestemming; 3° het adres; 4° het bouwjaar, evenals eventuele verbouwjaren; 5° de bruikbare vloeroppervlakte van het gebouw of van de gebouwen op de gebouwsite; 6° het kengetal van het gebouw of de gebouwsite; 7° de identificatie van de energiedeskundige voor publieke gebouwen; 8° de aanbevelingen, vermeld in § 1, tweede lid, 4°, aan de hand van een evaluatielijst; 9° in geval van leegstand, de tijdsduur en de leegstaande oppervlakte. Voor energiedeskundigen voor publieke gebouwen die niet kunnen beschikken over een elektronische identiteitskaart of een federaal token, stelt de minister een alternatieve procedure vast. § 3. De minister bepaalt nadere regels tot vaststelling van de vorm en inhoud van het energieprestatiecertificaat. De minister kan tevens nadere regels vastleggen met betrekking tot het gebruik en de toegankelijkheid van de certificatendatabank. § 4. Het energieprestatiecertificaat heeft een geldigheidsduur van tien jaren, die aanvangt op de datum van de opmaak van het certificaat. De energiedeskundige voor publieke gebouwen houdt tijdens de geldigheidsduur van het energieprestatiecertificaat de berekeningen van de bruikbare vloeroppervlakte, de meetgegevens en de normalisatieberekening bij en stelt die op eenvoudig verzoek aan het Vlaams Energieagentschap ter beschikking. § 5. Het energieprestatiecertificaat wordt door de gebruiker van het publieke gebouw uitgehangen op een voor het publiek opvallende plaats in het gebouw waarop het betrekking heeft. § 6. Als een publiek gebouw waarvoor een nog geldig energieprestatiecertificaat werd aangemaakt een andere gebruiker krijgt, dan vervalt het energieprestatiecertificaat in kwestie. Als de nieuwe gebruiker een publieke organisatie is, beschikt deze binnen vijftien maanden volgende op zijn ingebruikname van het publiek gebouw over een energieprestatiecertificaat. HOOFDSTUK III. — Berekening van het kengetal Art. 3. § 1. De gebruikers van de publieke gebouwen houden voor de berekening van het kengetal, vermeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 2°, de volgende gegevens bij : 1° het aantal tellers voor elektriciteit, aardgas en indien beschikbaar hun EAN-nummer; 2° het aantal tellers voor stookolie; 3° de bruikbare vloeroppervlakte van het gebouw, berekend volgens artikel 1, 1°; 4° jaarlijks de hoeveelheid verbruikte elektriciteit, aardgas, stookolie en andere brandstoffen. De minister kan voor de bepaling van het kengetal nadere regels vaststellen betreffende het bij te houden gemeten globaal energieverbruik van minstens de energie die nodig is voor de verwarming, warmtapwatervoorziening, koeling, ventilatie en verlichting. § 2. De hoeveelheid verbruikte elektriciteit, aardgas, stookolie en andere brandstoffen kunnen worden berekend op basis van de factuurgegevens, een verwerking van telemetrische opnamegegevens of de registratie van de tellers. Het stookolieverbruik wordt bijgehouden aan de hand van een stookoliedebietmeter. § 3. De elektriciteits- en aardgasmeters, evenals de plaatsing ervan, voldoen aan de technische reglementen van de VREG. De minister kan nadere regels vaststellen met betrekking tot het gebruik van de tellers in het kader van de berekening van het kengetal en de minimale vereisten voor de stookoliedebietmeters. Art. 4. Om de gegevens over het geregistreerde energieverbruik te kunnen vergelijken, wordt een normalisatie doorgevoerd aan de hand van : 1° de interpolatie van de gegevens over het gemeten energieverbruik; 2° de omrekening van het verbruik naar kilowattuur met vastgestelde conversiefactoren; 3° de uitschakeling van klimatologische omstandigheden door graaddagen te verrekenen; 4° de omrekening naar primair energieverbruik. De gegevens, vermeld in het eerste lid hebben betrekking op een periode van één jaar.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Het kengetal, vermeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 2°, wordt berekend op basis van het genormaliseerde energieverbruik en de bruikbare vloeroppervlakte van het gebouw. Als, gedurende de periode dat het energieverbruik in rekening wordt gebracht voor de opmaak van het energieprestatiecertificaat, de bruikbare vloeroppervlakte van een gebouw zou wijzigen, worden de gegevens die betrekking hebben op de veranderde oppervlakte geëxtrapoleerd over de respectieve periode. Art. 5. De gebruiker van een publiek gebouw stelt alle gegevens die nodig zijn om het energieprestatiecertificaat op te stellen, ter beschikking van de energiedeskundige voor publieke gebouwen. HOOFDSTUK IV. — Energiedeskundige voor publieke gebouwen Afdeling I. — Gemeenschappelijke bepalingen Art. 6. § 1. De gebruiker van een publiek gebouw, wijst voor het opstellen van het energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen een energiedeskundige voor publieke gebouwen aan. De volgende personen komen in aanmerking als energiedeskundige voor een publiek gebouw : 1° een externe energiedeskundige voor publieke gebouwen; 2° een interne energiedeskundige voor publieke gebouwen. Bij de aanwijzing van een energiedeskundige voor publieke gebouwen om een energieprestatiecertificaat op te stellen, garandeert de gebruiker van een publiek gebouw, formeel dat de energiedeskundige voor publieke gebouwen op een onafhankelijke wijze zijn opdracht kan uitvoeren. § 2. De ambtenaren van het Vlaams Energieagentschap worden aangesteld om de nodige controles met betrekking tot het energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen uit te voeren en om overtredingen van de bepalingen van het EPB-decreet en zijn uitvoeringsbesluiten op te sporen en vast te stellen door een verslag van vaststelling. Het Vlaams Energieagentschap oefent in dit kader steekproefsgewijs controle uit op de geleverde prestaties van de energiedeskundigen voor publieke gebouwen, de erkenningsvoorwaarden en op de volledigheid en correctheid van de uitgereikte energieprestatiecertificaten. De gebruiker van het publieke gebouw en de energiedeskundige voor publieke gebouwen stellen alle hiertoe noodzakelijke gegevens op het eerste verzoek ter beschikking van het Vlaams Energieagentschap. § 3. Als misbruiken worden vastgesteld of als blijk wordt gegeven van kennelijke onbekwaamheid, kan het Vlaams Energieagentschap het erkenningsnummer of het registratienummer schorsen of intrekken en kunnen tevens de betreffende energieprestatiecertificaten door het Vlaams Energieagentschap worden ingetrokken. Het Vlaams Energieagentschap kan de energiedeskundige voor publieke gebouwen verplichten een opleiding, als vermeld in artikel 7, § 2, te volgen. Het Vlaams Energieagentschap brengt de energiedeskundige voor publieke gebouwen per aangetekende brief op de hoogte van zijn voornemen. De betrokken energiedeskundige voor publieke gebouwen kan vragen om gehoord te worden, waarna het Vlaams Energieagentschap zijn beslissing per aangetekende brief aan de energiedeskundige bezorgt. § 4. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na de betekening van de beslissing van het Vlaams Energieagentschap kan de energiedeskundige voor publieke gebouwen of de kandidaat-energiedeskundige voor publieke gebouwen beroep aantekenen bij de minister. De energiedeskundige voor publieke gebouwen of de kandidaat-energiedeskundige voor publieke gebouwen kan vragen om gehoord te worden. De minister of zijn gemachtigde beslist binnen een termijn van zestig kalenderdagen die ingaat op de dag waarop het beroep is ontvangen. De beslissing wordt per aangetekende brief aan de energiedeskundige voor publieke gebouwen of de kandidaatenergiedeskundige voor publieke gebouwen meegedeeld. Afdeling II. — Externe energiedeskundige voor publieke gebouwen Onderafdeling I. — Procedure tot erkenning als externe energiedeskundige voor publieke gebouwen Art. 7. § 1. De externe energiedeskundige voor publieke gebouwen is een natuurlijke persoon die onderworpen is aan het sociaal statuut van de zelfstandige of de bezoldigde medewerker van een rechtspersoon, die energieadvies voor publieke gebouwen verstrekt. § 2. Om door het Vlaamse Gewest erkend te worden, beschikt de kandidaat-externe energiedeskundige voor publieke gebouwen over een door het Vlaams Energieagentschap erkend getuigschrift betreffende een opleiding tot externe energiedeskundige voor publieke gebouwen, dat hoogstens twaalf maanden voor de erkenningsaanvraag werd uitgereikt. De minister legt de voorwaarden vast waaraan deze opleidingen voldoen om voor erkenning in aanmerking te komen. § 3. De kandidaat-externe energiedeskundige voor publieke gebouwen registreert zich online op de door het Vlaams Energieagentschap aangewezen website. Het Vlaams Energieagentschap kent de kandidaat-externe energiedeskundige voor publieke gebouwen een erkenningsnummer toe. Het Vlaams Energieagentschap kan ten allen tijde nagaan of de kandidaat-externe energiedeskundige voor publieke gebouwen voldoet aan de opleidingsvoorwaarde, vermeld in § 2. § 4. De externe energiedeskundige voor publieke gebouwen stelt het Vlaams Energieagentschap onmiddellijk op de hoogte van wijzigingen in de persoonlijke identificatiegegevens die betrekking hebben op de erkenning. § 5. Het Vlaams Energieagentschap maakt de lijst met erkende externe energiedeskundigen voor publieke gebouwen openbaar.
28247
28248
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Onderafdeling II. — Overgangsbepaling voor de erkenning van externe energiedeskundigen voor publieke gebouwen met beroepservaring Art. 8. In afwijking van artikel 7, § 2, voldoen kandidaat-externe energiedeskundigen voor publieke gebouwen met beroepservaring aan de volgende voorwaarden om door het Vlaamse Gewest erkend te kunnen worden als energiedeskundige voor publieke gebouwen : 1° beroepservaring hebben in het geven van energieadvies aan vennootschappen, niet-commerciële instellingen of publiekrechtelijke rechtspersonen; 2° de erkenningsaanvraag voor 31 december 2007 indienen bij het Vlaams Energieagentschap. De beroepservaring, vermeld in het eerste lid, wordt aangetoond door aan het Vlaams Energieagentschap een kopie te bezorgen van vijf uitgevoerde contracten met betrekking tot het verstrekken van schriftelijke energieadviezen aan vennootschappen, niet-commerciële instellingen of publiekrechtelijke rechtspersonen, evenals een kopie van de schriftelijke adviezen die uit die contracten zijn voortgekomen. De schriftelijke energieadviezen moeten verstrekt zijn in de twee jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit. Als uit de contracten of de daaruit voortvloeiende schriftelijke energieadviezen niet rechtstreeks blijkt dat ze werden uitgevoerd door de kandidaat-externe energiedeskundige voor publieke gebouwen, moeten ze vergezeld zijn van een verklaring op erewoord, ondertekend door de bevoegde vertegenwoordiger van de rechtspersoon, waarin wordt bevestigd dat de vijf contracten werden uitgevoerd door de kandidaat-externe energiedeskundige voor publieke gebouwen als werknemer van de rechtspersoon. De procedure, vermeld in artikel 6, § 4, is van overeenkomstige toepassing. Afdeling III. — Interne energiedeskundige voor publieke gebouwen Art. 9. § 1. De interne energiedeskundige voor publieke gebouwen is een persoon die binnen de publieke organisatie van de gebruiker van het publieke gebouw een functie bekleedt met betrekking tot het aspect energiezorg en die minstens twee jaar relevante beroepservaring in die functie kan aantonen of die een door het Vlaams Energieagentschap erkende opleiding, als vermeld in artikel 7, § 2, heeft gevolgd. De minister kan nadere regels vastleggen betreffende de inhoud van de relevante ervaring. § 2. De interne energiedeskundige voor publieke gebouwen kan enkel optreden voor de publieke organisatie waarvoor hij werkzaam is. De interne energiedeskundige voor publieke gebouwen meldt elektronisch zijn aanstelling aan het Vlaams Energieagentschap evenals voor welke publieke organisatie hij zal optreden. Het Vlaams Energieagentschap kent aan de interne energiedeskundige voor publieke gebouwen een registratienummer toe. HOOFDSTUK V. — Wijzigingen aan het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen Art. 10. In artikel 24bis, § 2, tweede lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen worden tussen de woorden « de vorm » en de woorden « van het energieprestatiecertificaat » de woorden « en de inhoud » ingevoegd. Art. 11. In artikel 25 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « de vorm en inhoud » en de woorden « van de EPB-aangifte » de woorden « en de wijze van indienen » ingevoegd. HOOFDSTUK VI. — Slotbepalingen Art. 12. De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 20 april 2007. De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS
TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2007 — 2138
[C − 2007/35778] 20 AVRIL 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand instaurant le certificat de performance énergétique pour les bâtiments publics
Le Gouvernement Flamand, Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, notamment l’article 20; Vu le décret du 2 avril 2004 portant réduction des émissions de gaz à effet de serre en Région flamande par la promotion de l’utilisation rationnelle de l’énergie, l’utilisation de sources d’énergie renouvelables et l’application des mécanismes de flexibilité prévus par le Protocole de Kyoto, notamment l’article 22, remplacé par le décret du 22 décembre 2006; Vu le décret du 22 décembre 2006 établissant des exigences et mesures de maintien en matière de performance énergétique et de climat intérieur de bâtiments et portant instauration d’un certificat de performance énergétique et de modification de l’article 22 du décret REG, notamment les articles 19, 21 et 22;
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 11 mars 2005 établissant les exigences en matière de performance énergétique et de climat intérieur des bâtiments, notamment l’article 24bis, inséré par l’arrêté du 2 décembre 2005, et l’article 25, remplacé par l’arrêté du 16 juin 2006; Considérant que l’article 7 de la directive 2002/91/CE du Parlement européen et du Conseil du 16 décembre 2002 sur la performance énergétique de bâtiments, instaure un certificat de performance énergétique; Vu l’accord du Ministre flamand chargé du budget, donné le 20 avril 2006; Vu l’avis du Conseil de l’Environnement et de la Nature de la Flandre, rendu le 8 juin 2006; Vu l’avis du Conseil socio-économique de la Flandre, rendu le 21 juin 2006; Vu l’avis n° 42 482/3 du Conseil d’Etat, donné le 27 mars 2007, par application de l’article 84, § 1, premier alinéa, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition du Ministre flamand des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature; Après délibération, Arrête : CHAPITRE Ier. — Dispositions générales Article 1er. Dans le présent arrêté, on entend par : 1° surface au sol utile : la somme des surfaces au sol brutes de tous les niveaux de sol dans le volume protégé du bâtiment, telle que calculée selon les normes belges en vigueur et des spécifications à déterminer éventuellement par la ″Vlaams Energieagentschap″ (Agence flamande de l’Energie); 2° système de gestion d’énergie : un système qui contrôle systématiquement la consommation d’énergie en gestion directe et qui mène à des interventions simples pour éviter la consommation inutile d’énergie et pour renforcer la politique énergétique durable. La comptabilité énergétique constitue la charpente de la gestion de l’énergie. Un audit énergétique d’une ou plusieurs entités peut faire partie d’un système de gestion de l’énergie pour autant que ses résultats conduisent à des mesures d’économie concrètes à effets contrôlables. Les mesures d’économie effectives font elles aussi partie du système de gestion de l’énergie; 3° bâtiment : tout bâtiment dans son ensemble ou ses parties qui sont conc¸ ues ou adaptées pour être utilisées séparément et pour lesquels de l’énergie est consommée afin d’atteindre une température intérieure spécifique au profit de personnes; 4° site de bâtiments : un ou plusieurs bâtiments utilisés entièrement ou partiellement par une organisation publique et situés à un même endroit et utilisant au moins 1 compteur commun; 5° établissement de santé : une organisation agréée par la Communauté flamande et exerc¸ ant des activités dans le domaine de la dispensation de soins, de l’éducation à la santé et des soins de santé préventifs, cités à l’article 5, § 1er, I, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, à l’exception des services agissant dans le domaine de la pratique du sport dans le respect des impératifs de santé; 6° nombre indicatif : le rapport entre, d’une part, la consommation d’énergie globale mesurée et enregistrée pour le chauffage, l’installation d’eau chaude, le refroidissement, la ventilation, l’éclairage d’un bâtiment et les autres consommation énergétiques, et, d’autre part, la surface au sol utile du bâtiment; 7° Ministre : le Ministre flamand chargé de la politique de l’énergie; 8° établissement d’enseignement : les écoles, internats, centres d’éducation des adultes et de base, centres d’encadrement des élèves, instituts supérieurs et universités, financés, subventionnés ou agréés par le Ministère flamand de l’Enseignement et de la Formation; 9° bâtiment public : bâtiment ayant une surface au sol utile de plus de 1000 m2 souvent fréquenté par le public étant donné qu’une organisation publique y est établie; 10° organisation publique : l’autorité fédérale, y compris les organismes parastataux, l’Autorité flamande, y compris les agences internes et externes autonomisées, les autorités provinciales, les autorités communales, y compris les CPAS, les entreprises publiques et établissements d’enseignement, les établissements d’aide sociale et de santé; 11° ″Vlaams Energieagentschap″ : l’agence créée par l’arrêté du Gouvernement flamand du 16 avril 2004 portant création de l’agence autonomisée interne ″Vlaams Energieagentschap″; 12° établissement d’aide sociale : une organisation agréée par la Communauté flamande et exerc¸ ant des activités dans le domaine de la famille, de l’aide sociale, de l’accueil et de l’intégration des immigrés, des personnes handicapées, des personnes âgées, de la protection de la jeunesse et de l’aide sociale aux détenus en vue de leur réintégration sociale, cités à l’article 5, § 1er, II de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles.
28249
28250
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE II. — Certificat de performance énergétique pour bâtiments publics Art. 2. § 1er. L’utilisateur d’un bâtiment public dispose, au plus tard le 1er janvier 2009, pour chaque bâtiment public ou site de bâtiments publics, d’un certificat de performance énergétique. Les bâtiments publics utilisés par une organisation publique après le 1er octobre 2007, disposent d’un certificat de performance énergétique au plus tard quinze mois après la mise en service. Le certificat de performance énergétique est rédigé par un expert énergétique en bâtiments publics et comprend les données suivantes : 1° la date à laquelle le certificat de performance énergétique a été dressé; 2° l’expression de la performance énergétique du bâtiment à l’aide du nombre indicatif; 3° les valeurs de référence relatives aux exigences minimales en vigueur et aux benchmarks, ou une référence à ces derniers; 4° les recommandations en vue d’une amélioration des effets sur le coût de la performance énergétique du bâtiment, qui ont au moins trait : a) aux caractéristiques thermiques du bâtiment; b) à l’installation et aux équipements de chauffage; c) à l’installation de ventilation; d) à l’utilisation d’énergie solaire passive et de pare-soleils; e) à l’installation de refroidissement; f) à l’installation d’éclairage incorporée; g) au comportement de l’utilisateur; h) au système de gestion d’énergie si disponible. § 2. Le certificat de performance énergétique est dressé sur la base d’une application web gérée par la ″Vlaams Energieagentschap″. Après que l’expert énergétique en bâtiments publics a introduit les données nécessaires par l’application web électronique, la ″Vlaams Energieagentschap″ fournit un fichier électronique à l’expert énergétique en bâtiments publics en vue de l’imprimer comme version sur papier du certificat de performance énergétique. L’expert énergétique en bâtiments publics signe le certificat de performance énergétique et le transmet à l’utilisateur. Le Ministre détermine quelles sont les données qui sont transmises à la ″Vlaams Energieagentschap″ par application web électronique. Ces données sont conservées dans la banque de données des certificats et ont au moins trait : 1° au type de bâtiment; 2° à son affectation; 3° à l’adresse; 4° à l’année de construction, ainsi qu’aux éventuelles années de transformation; 5° à la surface du sol utile du bâtiment ou des bâtiments sur le site de bâtiments; 6° au nombre indicatif du bâtiment ou du site de bâtiments; 7° à l’identification de l’expert énergétique en bâtiments publics; 8° aux recommandations, visées au § 1er, deuxième alinéa, 4°, à l’aide dune liste d’évaluation; 9° en cas d’abandon, à la durée et à la superficie abandonnée. Le Ministre arrête une procédure alternative pour les experts énergétiques en bâtiments publics qui ne peuvent pas disposer d’une carte d’identité électronique ou d’un signe distinctif fédéral. § 3. Le Ministre arrête les modalités d’établissement de la forme du certificat de performance énergétique. Le Ministre peut également décider les modalités relatives à l’utilisation et à l’accessibilité de la banque de données des certificats. § 4. Le certificat de performance énergétique a une durée de validité de 10 ans commenc¸ ant à la date de l’établissement du certificat. Pendant la durée de validité du certificat de performance énergétique, l’expert énergétique en bâtiments publics conserve les calculs de la surface au sol utile, les données de mesurage et le calcul de normalisation et les met à la disposition de la ″Vlaams Energieagentschap″ sur simple demande. § 5. Le certificat de performance énergétique est affiché par l’utilisateur du bâtiment public à un endroit bien visible au public dans le bâtiment auquel le certificat a trait. § 6. Lorsque le bâtiment public pour lequel il existe toujours un certificat de performance énergétique change d’utilisateur, le certificat de performance énergétique en question échoit. Lorsque le nouvel utilisateur est une organisation publique, cette dernière disposera d’un certificat de performance énergétique dans les quinze mois après l’occupation du bâtiment public.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE III. — Calcul du nombre indicatif Art. 3. § 1er. Pour le calcul du nombre indicatif, visé à l’article 2, § 1er, deuxième alinéa, 2°, les utilisateurs des bâtiments publics tiennent les données suivantes : 1° le nombre de compteurs d’électricité, de gaz naturel et, si disponible, le numéro EAN; 2° le nombre de compteurs de gasoil; 3° la surface au sol utile du bâtiment, calculée suivant l’article 1er, 1°; 4° annuellement, la quantité d’électricité, de gaz naturel, de gasoil et d’autres combustibles consumée. En vue de déterminer le nombre indicatif, le Ministre peut arrêter les modalités relatives à la consommation d’énergie globale mesurée d’au moins l’énergie nécessaire au chauffage, aux équipements d’eau chaude, au refroidissement, à la ventilation et à l’éclairage. § 2. La quantité consumée d’électricité, de gaz naturel, de gasoil et d’autres combustibles, peut être calculée sur la base des données mentionnées sur les factures, du traitement des données de prélèvement télémétrique ou de l’enregistrement des compteurs. La consommation de gasoil est tenue à jour à l’aide d’un débitmètre pour gasoil. § 3. Les compteurs d’électricité et de gaz naturel, ainsi que leur installation, répondent aux règlements techniques du VREG. Le Ministre peut arrêter les modalités relatives à l’utilisation des compteurs dans le cadre du calcul du nombre indicatif et des exigences minimales des débitmètres pour gasoil. Art. 4. Afin de pouvoir comparer les données relatives à la consommation d’énergie enregistrée, il est procédé à une normalisation à l’aide : 1° de l’interpolation des données sur la consommation d’énergie enregistrée; 2° de la conversion de la consommation en kilowatt/heure au moyen de facteurs de conversion déterminés; 3° de l’élimination des circonstances climatologiques en tenant compte de journées-degrés; 4° de la conversion en une consommation primaire d’énergie. Les données visées au premier alinéa ont trait à une période d’un an. Le nombre indicatif, visé à l’article 2, § 1er, deuxième alinéa, 2°, est calculé sur la base de la consommation d’énergie normalisée et de la surface au sol utile du bâtiment. Lorsque pendant la période pendant laquelle la consommation d’énergie est portée en compte en vue de l’établissement du certificat de performance énergétique, la surface au sol utile d’un bâtiment changerait, les donnés ayant trait à la surface modifiée sont extrapolées sur la période respective. Art. 5. L’occupant d’un bâtiment public tient tout les données nécessaires à l’établissement du certificat de performance énergétique à la disposition de l’expert énergétique en bâtiments publics. CHAPITRE IV. — Expert énergétique en bâtiments publics Section Ire. — Dispositions communes Art. 6. § 1er. L’occupant d’un bâtiment public désigne un expert énergétique en bâtiments publics en vue de l’établissement du certificat de performance énergétique pour bâtiments publics. Les personnes suivantes peuvent être expert énergétique en bâtiments publics : 1° un expert énergétique externe en bâtiments publics; 2° un expert énergétique interne en bâtiments publics. Lors de la désignation d’un expert énergétique en bâtiments publics en vue de l’établissement d’un certificat de performance énergétique, l’occupant d’un bâtiment public garantit formellement que l’expert énergétique en bâtiments publics peut accomplir sa mission de manière indépendante. § 2. Les fonctionnaires de la ″Vlaams Energieagentschap″ sont désignés pour effectuer les contrôles nécessaires relatifs au certificat de performance énergétique pour bâtiments publics et pour dépister et constater par un rapport de constat des infractions aux dispositions du décret EPB et de ses arrêtés d’exécution. Dans ce cadre, la ″Vlaams Energieagentschap″ procède à des contrôles aléatoires des prestations fournies par les experts énergétiques en bâtiments publics, des conditions d’agrément et de la complétude et de l’exactitude des certificats de performance énergétique délivrés. L’utilisateur du bâtiment public et l’expert énergétique en bâtiments publics rendent disponibles toutes les données nécessaires à cet effet sur la première demande de la ″Vlaams Energieagentschap″. § 3. Lorsque des abus sont constatés ou lorsqu’il y a preuve d’incompétence manifeste, la ″Vlaams Energieagentschap″ peut suspendre ou retirer le numéro d’enregistrement; les certificats de performance énergétique concernés peuvent également être retirés. La ″Vlaams Energieagentschap″ peut obliger l’expert énergétique en bâtiments publics de suivre une formation, telle que visée à l’article 7, § 2. La ″Vlaams Energieagentschap″ informe l’expert énergétique en bâtiments publics de son intention par lettre recommandée. L’expert énergétique en bâtiments publics intéressé peut demander d’être entendu, après quoi la ″Vlaams Energieagentschap″ transmet sa décision, par lettre recommandée, à l’expert énergétique. § 4. Dans un délai de trente jours calendaires après la notification de la décision de la ″Vlaams Energieagentschap″, l’expert énergétique en bâtiments publics ou le candidat-expert énergétique en bâtiments publics peut former un recours auprès du Ministre. L’expert énergétique en bâtiments publics ou le candidat-expert énergétique en bâtiments publics peut demander d’être entendu. Le Ministre ou son délégué décide dans un délai de soixante jours calendaires qui prend cours le jour de réception du recours. La décision est communiquée à l’expert énergétique en bâtiments publics ou au candidat-expert énergétique en bâtiments publics par lettre recommandée.
28251
28252
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Section II. — Expert énergétique externe en bâtiments publics Sous-section Ire. — Procédure d’agrément en tant qu’expert énergétique externe en bâtiments publics Art. 7. § 1er. L’expert énergétique externe en bâtiments publics est une personne physique soumise au statut social d’indépendant ou le collaborateur rémunéré d’une personne morale qui émet des avis énergétiques en matière de bâtiments publics. § 2. Afin d’être agréé par la Région flamande, le candidat-expert énergétique externe en bâtiments publics dispose d’une attestation agréée par la ″Vlaams Energieagentschap″ relative à la formation d’expert énergétique en bâtiments publics, qui a été délivrée au maximum douze mois avant la demande d’agrément. Le Ministre arrête les conditions auxquelles ces formations doivent répondre afin de pouvoir faire l’objet d’un agrément. § 3. Le candidat-expert énergétique externe en bâtiments publics s’enregistre ″en ligne″ au site web désigné par la ″Vlaams Energieagentschap″. La ″Vlaams Energieagentschap″ attribue un numéro d’enregistrement au candidat-expert énergétique externe en bâtiments publics. La ″Vlaams Energieagentschap″ peut en tout temps vérifier si le candidat-expert énergétique externe en bâtiments publics répond à la condition de formation visée au § 2. § 4. L’expert énergétique externe en bâtiments publics informe immédiatement la ″Vlaams Energieagentschap″ des modifications dans les données d’identification ayant trait à l’agrément. § 5. La ″Vlaams Energieagentschap″ publie la liste des experts énergétiques externes en bâtiments publics. Sous-section II. Disposition transitoire pour l’agrément en tant qu’experts énergétiques externes en bâtiments publics ayant de l’expérience professionnelle Art. 8. En dérogation à l’article 7, § 2, les candidats-experts énergétiques externes en bâtiments publics ayant de l’expérience professionnelle répondent aux conditions suivantes afin de pouvoir être agréés par la Région flamande en tant qu’experts experts énergétiques externes en bâtiments publics : 1° avoir une expérience professionnelle sur le plan de la consultance énergétique destinée aux sociétés, aux institutions non commerciales ou aux personnes morales de droit public; 2° avoir introduit la demande d’agrément avant le 31 décembre 2007 auprès de la ″Vlaams Energieagentschap″. L’expérience professionnelle, visée à l’alinéa premier, est démontrée en transmettant à la ″Vlaams Energieagentschap″ une copie de cinq contrats réalisés relatifs à la fourniture par écrit de conseils énergétiques à des sociétés, des institutions non commerciales ou des personnes morales de droit public, ainsi qu’une copie des conseils écrits résultant de ces contrats. Les conseils énergétiques écrits doivent être fournis dans les deux ans précédant l’entrée en vigueur du présent arrêté. S’il ne ressort pas directement des contrats ou des conseils énergétiques écrits y découlant qu’ils ont été réalisés par le candidat-expert énergétique externe en bâtiments publics, ils doivent être accompagnés d’une déclaration sur l’honneur signée par le représentant compétent de la personne morale, dans laquelle il est confirmé que les cinq contrats ont été exécutés par le candidat-expert énergétique externe en bâtiments publics en sa qualité d’employé de la personne morale. La procédure prescrite à l’article 6, § 4, s’applique par analogie. Section III. — Expert énergétique interne en bâtiments publics Art. 9. § 1er. L’expert énergétique interne en bâtiments publics est une personne qui au sein de l’organisation publique de l’utilisateur du bâtiment public occupe une fonction relative à l’aspect gestion d’énergie et qui peut au moins prouver deux années d’expérience professionnelle pertinente dans cette fonction ou qui a suivi une formation agréée par la ″Vlaams Energieagentschap″, telle que visée à l’article 7, § 2. Le Ministre peut arrêter les modalités relatives au contenu de l’expérience pertinente. § 2. L’expert énergétique interne en bâtiments publics ne peut agir que pour l’organisation publique au sein de laquelle il est actif. L’expert énergétique interne en bâtiments publics signale sa désignation par voie électronique à la ″Vlaams Energieagentschap″ ainsi quelle sera l’organisation publique pour laquelle il agira. La ″Vlaams Energieagentschap″ attribue un numéro d’enregistrement à l’expert énergétique interne en bâtiments publics. CHAPITRE V. — Modifications à l’arrêté du Gouvernement flamand du 11 mars 2005 établissant les exigences en matière de performance énergétique et de climat intérieur des bâtiments Art. 10. A l’article 24bis, § 2, deuxième alinéa, de l’arrêté du Gouvernement flamand du 11 mars 2005 établissant les exigences en matière de performance énergétique et de climat intérieur des bâtiments, les mots ″et le contenu″ sont insérés entre les mots ″la forme″ et les mots ″du certificat de performance énergétique″. Art. 11. A l’article 25 du même arrêté, les mots ″et la manière d’introduction″ sont insérés entre les mots ″la forme et le contenu″ et les mots ″de la déclaration EPB″. CHAPITRE VI. — Dispositions finales Art. 12. Le Ministre flamand qui a la politique de l’énergie dans ses attributions, est chargé de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 20 avril 2007. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Y. LETERME Le Ministre flamand des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature, K. PEETERS
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
COMMUNAUTE FRANÇAISE — FRANSE GEMEENSCHAP MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE F. 2007 — 2139 [2007/201717] 30 MARS 2007. — Arrêté du Gouvernement de la Communauté française définissant ce qu’il y a lieu d’entendre par étudiant de condition modeste dans l’enseignement supérieur hors universités Le Gouvernement de la Communauté française, Vu la loi du 29 mai 1959 modifiant certaines dispositions de la législation de l’enseignement, notamment l’article 12, § 2, alinéa 5, inséré par le décret du 20 juillet 2005; Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances du 14 février 2007; Vu l’accord du Ministre du Budget du 2 mars 2007; Vu l’urgence motivée par le fait que les premières inscriptions dans l’enseignement supérieur non universitaire, pour l’année académique 2007-2008, seront enregistrées dès les vacances de Pâques, que dans cette mesure, il est impératif que les plafonds de revenus qui déterminent la condition modeste des étudiants visée à l’article 12, § 2, alinéa 5, de la loi du 29 mai 1959 soient définis avant cette date et ce, afin de rédiger la circulaire relative au minerval et aux droits complémentaires en toute connaissance de cause; Vu la concertation avec les organisations représentatives des étudiants reconnues au niveau communautaire du 9 mars 2007; Vu l’avis no 42 513/2 du Conseil d’Etat, donné le 21 mars 2007, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 2o, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de la Vice-Présidente et Ministre de l’Enseignement supérieur, de la Recherche scientifique et des Relations internationales; Après délibération, Arrête : Article 1er. A l’article 12, § 2, de la loi du 29 mai 1959 modifiant certaines dispositions de la législation de l’enseignement, il y a lieu d’entendre par étudiants de condition modeste les étudiants qui auraient été éligibles pour l’octroi d’une allocation d’études en vertu de l’arrêté de l’Exécutif de la Communauté française du 26 avril 1993 fixant la condition peu aisée des candidats à une allocation d’études ainsi que les critères servant à déterminer les montants des allocations d’études, si leur revenu pris en compte ne dépassait pas de plus de 2.914 euros celui du plafond fixé en son article 1er, § 1er, sans préjudice de l’application des autres articles dudit arrêté. Art. 2. A partir de l’année académique 2008-2009, les montants visés à l’article 1er sont indexés conformément aux dispositions de l’article 2 de l’arrêté du 26 avril 1993 précité. Art. 3. Le présent arrêté entre en vigueur à partir de l’année académique 2007-2008. Art. 4. Le Ministre qui a l’Enseignement supérieur dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 30 mars 2007. Par le Gouvernement de la Communauté française : La Vice-Présidente et Ministre de l’Enseignement supérieur de la Recherche scientifique et des Relations internationales, Mme M.-D. SIMONET
VERTALING MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP N. 2007 — 2139
[2007/201717] 30 MAART 2007 Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van hetgeen dient te worden verstaan onder minvermogende student in het hoger onderwijs buiten de universiteiten De Regering van de Franse Gemeenschap,
Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid op artikel 12, § 2, lid 5, ingelast bij het decreet van 20 juli 2005; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 februari 2007; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 2 maart 2007; Gelet op de dringende noodzakelijkheid die erop gegrond is dat de eerste inschrijvingen voor het academiejaar 2007-2008 in het hoger niet universitair onderwijs vanaf de Paasvakantie opgenomen worden, dat het bijgevolg vereist is dat de maximumbedragen van de inkomsten die de in artikel 12, § 2, lid 5, van de wet van 29 mei 1959 bepaalde minvermogendheid van de studenten vaststellen vóór deze datum te bepalen om namelijk het rondschrijven betreffende het inschrijvingsgeld en het bijkomend inschrijvingsgeld na grondig onderzoek op te kunnen maken; Gelet op het overleg met de representatieve verenigingen van de studenten erkend op gemeenschapsniveau op 9 maart 2007;
28253
28254
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Gelet op het advies nr. 42 513/2 van de Raad van State gegeven op 21 maart 2007, bij toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 2o van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van de Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. In artikel 12, § 2 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving dient te worden verstaan onder minvermogende studenten de studenten die in aanmerking zouden zijn gekomen voor de toekenning van een studietoelage krachtens het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 26 april 1993 tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage en van de criteria voor de bepaling van de bedragen van de studietoelagen als hun in aanmerking komend inkomen het in zijn artikel 1, § 1 bepaald maximumbedrag met niet meer dan 2.914 S overschreed, onverminderd de toepassing van de andere artikelen van voormeld besluit. Art. 2. Vanaf het academiejaar 2008-2009 worden de bedragen bepaald in artikel 1 geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 2 van het voormeld besluit van 26 april 1993. Art. 3. Dit besluit treedt in werking vanaf het academiejaar 2007-2008. Art. 4. De Minister tot wier bevoegdheden het Hoger Onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 30 maart 2007. Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap, De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET
REGION DE BRUXELLES-CAPITALE — BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE F. 2007 — 2140 (2006 — 3856)
[C − 2007/31221]
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2007 — 2140 (2006 — 3856)
[C − 2007/31221]
20 JUILLET 2006. — Ordonnance modifiant l’ordonnance du 27 avril 1995 relative aux services de taxis et aux services de location de voitures avec chauffeur. — Errata
20 JULI 2006. — Ordonnantie ter wijziging van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur. — Errata
Publié au Moniteur belge n° 312 du 29 septembre 2006, 3e édition, pp. 50664 à 50668.
Gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad nr. 312 van 29 september 2006, 3e editie, blzn. 50664 tot 50668.
A la page 50664, à l’article 4 du texte franc¸ ais, le mot « meurs » est remplacé par le mot « mœurs ».
Op bladzijde 50664, in de Franse tekst van artikel 4, wordt het woord « meurs » vervangen door het woord « mœurs ».
A la page 50664, à l’article 5 du texte franc¸ ais, le mot « autorisrtion » est remplacé par le mot « autorisation ».
Op bladzijde 50664, in de Franse tekst van artikel 5, wordt het woord « autorisrtion » vervangen door het woord « autorisation ».
A la page 50664, à l’article 7 du texte franc¸ ais, les mots « tempérarnent », « uniqueunent », « prit » et « aurai » sont respectivement remplacés par les mots « tempérament », « uniquement », « pli » et « ainsi ».
Op bladzijde 50664, in de Franse tekst van artikel 7, worden de woorden « tempérarnent », « uniqueunent », « prit » en « aurai » respectievelijk vervangen door de woorden « tempérament », « uniquement », « pli » en « ainsi ».
A la page 50665, à l’article 9 du texte franc¸ ais, les mots « momies », « accordde » et « persamies » sont respectivement remplacés par les mots « morales », « accordée » et « personnes ».
Op bladzijde 50665, in de Franse tekst van artikel 9, worden de woorden « momies », « accordde » en « persamies » respectievelijk vervangen door de woorden « morales », « accordée » en « personnes ».
A la page 50665, à l’article 10 du texte franc¸ ais, le mot « ex- ploitant » est remplacé par le mot « exploitant ».
Op bladzijde 50665, in de Franse tekst van artikel 10, wordt het woord « ex- ploitant » vervangen door het woord « exploitant ».
A la page 50666, à l’article 18 du texte franc¸ ais, le mot « les » est remplacé par le mot « 1er ».
Op bladzijde 50666, in de Franse tekst van artikel 18, wordt het woord « les » vervangen door het woord « 1er ».
A la page 50666, à l’article 20 du texte franc¸ ais, le mot « capacités » est remplacé par le mot « capacité ».
Op bladzijde 50666, in de Franse tekst van artikel 20, wordt het woord « capacités » vervangen door het woord « capacité ».
A la page 50667, à l’article 24 du texte franc¸ ais, les mots « remplacés » et « gouvernement » sont respectivement remplacés par les mots « remplacés » et « Gouvernement ».
Op bladzijde 50667, in de Franse tekst van artikel 24, worden de woorden « rempla-cés » en « gouvernement » respectievelijk vervangen door de woorden « remplacés » en « Gouvernement ».
A la page 50667, à l’article 26 du texte franc¸ ais, les mots « cep-ci », « coiitrole », « non-obstant » et « (autorisation » sont respectivement remplacés par les mots « celui-ci », « contrôle », « nonobstant » et « l’autorisation ».
Op bladzijde 50667, in de Franse tekst van artikel 26, worden de woorden « cep-ci », « coiitrole », « non-obstant » en « (autorisation » respectievelijk vervangen door de woorden « celui-ci », « contrôle », « nonobstant » en « l’autorisation ».
A la page 50668, à l’article 28 du texte franc¸ ais, le mot « ordonrrnce » est remplacé par le mot « ordonnance ».
Op bladzijde 50668, in de Franse tekst van artikel 28, wordt het woord « ordonrrnce » vervangen door het woord « ordonnance ».
A la page 50668, à l’article 29 du texte franc¸ ais, les mots « unie », « délivres » et « eventuelle » sont respectivement remplacés par les mots « une », « délivrées » et « éventuelle ».
Op bladzijde 50668, in de Franse tekst van artikel 29, worden de woorden « unie », « délivres » en « eventuelle » respectievelijk vervangen door de woorden « une », « délivrées » en « éventuelle ».
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28255
AUTRES ARRETES — ANDERE BESLUITEN SERVICE PUBLIC FEDERAL BUDGET ET CONTROLE DE LA GESTION [2007/03199] Fonds de vieillissement. — Démission. — Nomination Par arrêté royal du 21 avril 2007 : — démission honorable de son mandat de membre du conseil d’administration du Fonds de vieillissement est accordée à M. Xavier Verboven; — M. Rudy De Leeuw est nommé membre du conseil d’administration du Fonds de vieillissement en remplacement de M. Xavier Verboven, dont il achèvera le mandat. Cet arrêté produit ses effets le 9 mars 2007.
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUDGET EN BEHEERSCONTROLE [2007/03199] Zilverfonds. — Ontslag. — Benoeming Bij koninklijk besluit van 21 april 2007 : — wordt aan de heer Xavier Verboven eervol ontslag verleend uit zijn functie van lid van de raad van bestuur van het Zilverfonds; — wordt de heer Rudy De Leeuw benoemd tot lid van de raad van bestuur van het Zilverfonds, ter vervanging van de heer Xavier Verboven wiens mandaat hij zal beëindigen. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 9 maart 2007.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR [2007/00518] Commissaire divisionnaire de police. — Renouvellement de mandat
[2007/00518] Hoofdcommissaris van politie. — Hernieuwing van het mandaat
Par arrêté royal du 25 avril 2007, la désignation de M. Bottamedi, Claude, à l’emploi de chef de corps de la police locale de la zone de police d’Eghezée/Gembloux/La Bruyère est prolongée pour un terme de cinq ans à partir du 8 avril 2007.
Bij koninklijk besluit d.d. 25 april 2007 wordt de aanwijzing van de heer Bottamedi, Claude, tot korpschef van de lokale politie van de politiezone Eghezée/Gembloux/La Bruyère, met ingang van 8 april 2007 voor vijf jaar verlengd.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [2007/22643]
[2007/22643]
21 AVRIL 2007. — Arrêté royal attribuant une filière de métiers à certains agents du niveau A de l’Office de contrôle des mutualités et des unions nationales de mutualités
21 APRIL 2007. — Koninklijk besluit tot toewijzing van een vakrichting aan sommige ambtenaren van niveau A van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Vu la loi du 16 mars 1954 relative au contrôle de certains organismes d’intérêt public, notamment l’article 11, § 1er, remplacé par la loi du 22 juillet 1993 et modifié par la loi du 24 décembre 2002;
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de contrôle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen bij de wet van 22 juli 1993 en gewijzigd bij de wet van 24 december 2002;
Vu la loi du 6 août 1990 relative aux mutualités et aux unions nationales de mutualités, modifiée en dernier lieu par la loi du 27 décembre 2004;
Gelet op de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, laatst gewijzigd bij de wet van 27 december 2004;
Vu l’arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut des agents de l’Etat, notamment l’article 3, remplacé par l’arrêté royal du 4 août 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 3, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004;
Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1973 fixant le statut du personnel de certains organismes d’intérêt public, notamment l’article 3, § 1er, 1° et 15°, rétabli par l’arrêté royal du 4 août 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 1° en 15°, hersteld bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004;
Vu l’arrêté royal du 6 juin 1991 portant organisation, fonctionnement et statut du personnel de l’Office de contrôle des mutualités et des unions nationales de mutualités;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 juni 1991 houdende inrichting, werking en statuut van het personeel van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen;
Vu l’arrêté royal du 4 août 2004 relatif à la carrière du niveau A des agents de l’Etat, notamment l’article 224, modifié par l’arrêté royal du 4 mai 2005;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 224, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 mei 2005;
28256
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Vu l’avis du Conseil de l’Office de contrôle des mutualités et des unions nationales de mutualités; Vu l’accord de Notre Ministre de la Fonction publique, donné le 24 avril 2006; Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales,
Gelet op het advies van de Raad van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 24 april 2006; Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Nous avons arrêté et arrêtons : er
er
Article 1 . En exécution de l’article 224, § 1 , alinéa 4, de l’arrêté royal du 4 août 2004 relatif à la carrière A des agents de l’Etat, une filière de métiers est attribuée aux agents du niveau A de l’Office de contrôle des mutualités et des unions nationales de mutualités, nommés en application de l’article 74ter, § 1er, de la loi du 6 août 1990 relative aux mutualités et aux unions nationales de mutualités ou en application de l’article 10 de l’arrêté royal du 6 juin 1991 portant organisation, fonctionnement et statut du personnel de l’Office de contrôle des mutualités et des unions nationales de mutualités, conformément à l’annexe du présent arrêté.
Artikel 1. In uitvoering van artikel 224, § 1, vierde lid, van het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan A van het Rijkspersoneel, wordt een vakrichting toegewezen aan de ambtenaren van niveau A van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, benoemd in toepassing van het artikel 74ter, § 1, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen of in toepassing van het artikel 10 van het koninklijk besluit van 6 juni 1991 houdende inrichting, werking en statuut van het personeel van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 1er décembre 2004. Art. 3. Notre Ministre des Affaires sociales est chargés de l’exécution du présent arrêté.
Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2004. Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donné à Bruxelles, le 21 avril 2007.
Gegeven te Brussel, 21 april 2007.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre des Affaires sociales, R. DEMOTTE
De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE
Annexe 1re à l’arrêté royal du 21 avril 2007 attribuant une filière de métiers aux agents de niveau A de l’Office de contrôle des mutualités et des unions nationales de mutualités — Bijlage bij het koninklijk besluit van 21 april 2007 tot toewijzing van een vakrichting aan de ambtenaren van niveau A van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen Nom, Prénom (F/N)/Naam, Voornaam (N/F)
Classe/Klasse
1° Filière de métiers Budget et Finances publics 1° Vakrichting Overheidsbegroting en Overheidsfinanciën BOUIDIDA, Abdeltif (F) CLEMENT, Stefaan (N) DEBAILLE, Josiane (F) DETIEGE, Jean-Luc (F) DOOM, Dirk (N) MOXHET, Fernand (F) NKANU, Nzita (F) PREAT, Fabienne (F) SERRIEN, Eric (N) VAN DEN BOSSCHE, Elke (N) VANDEN BURRE, Marc (F) VAN KERCKHOVE, Hans (N) VERSCHOREN, Robert (N) 2° Filière de métiers communication et Information 2° Vakrichting Communicatie en Informatie
3° Filière de métiers Economie 3° Vakrichting Economie
4° Filière de métiers Emploi 4° Vakrichting Tewerkstelling
5° Filière de métiers Fiscalité 5° Vakrichting Fiscaliteit
A1 A1 A1 A1 A4 A3 A1 A2 A2 A2 A2 A1 A3
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Nom, Prénom (F/N)/Naam, Voornaam (N/F)
28257
Classe/Klasse
6° Filière de métiers Gestion Générale 6° Vakrichting Algemeen Beheer DEBRUYN, Yves (F) LANGENDRIES, Christian (N)
A5 A5
7° Filière de métiers Logistique et Economat 7° Vakrichting Logistiek en Economaat
8° Filière de métiers Mobilité et Transports 8° Vakrichting Mobiliteit en Vervoer
9° Filière de métiers Normes juridiques et Litiges 9° Vakrichting Juridische Normen en Geschillen
10° Filière de métiers Personnel et Organisation 10° Vakrichting Personeel en Organisatie VAN BEECK, Wim (N)
A4
11° Filière de métiers Population et Sécurité 11° Vakrichting Bevolking en Veiligheid
12° Filière de métiers Relations internationales 12° Vakrichting Internationale relaties
13° Filière de métiers Santé humaine et animale 13° Vakrichting Menselijke en Dierlijke Gezondheid
14° Filière de métiers Sciences, Sciences appliquées, Etude et Recherche 14° Vakrichting Wetenschappen, Toegepaste Wetenschappen, Studie en Onderzoek
15° Filière de métiers Sécurité sociale et Protection sociale 15° Vakrichting Sociale Zekerheid en Sociale Bescherming NICAISE, Danielle (F)
A4
16° Filière de métiers technique et Infrastructure 16° Vakrichting Techniek en Infrastructuur
17° Filière de métiers Technologie de l’Information et de la Communication 17° Vakrichting Informatie - en Communicatietechnologie
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 21 avril 2007 attribuant une filière de métiers aux agents de niveau A de l’Office de contrôle des mutualités et des unions nationales de mutualités.
Gezien om te worden gevoegd bij het Ons besluit van 21 april 2007 tot toewijzing van een vakrichting aan de ambtenaren van niveau A van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre des Affaires sociales, R. DEMOTTE
De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE
28258
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
[2007/22723] Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Comité paritaire pour la rhumatologie, institué auprès du Service des soins de santé. — Renouvellement de mandats et nomination de membres
[2007/22723] Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Paritair comité voor reumatologie, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. — Hernieuwing van mandaten en benoeming van leden
Par arrêté royal du 26 avril 2007, sont renouvelés pour un terme de quatre ans, prenant cours le 30 septembre 2006, en qualité de membres du Comité paritaire pour la rhumatologie, institué auprès du Service des soins de santé de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité, au titre de représentants des universités, des organisations scientifiques médicales et des cercles de formation continue, les mandats de :
Bij koninklijk besluit van 26 april 2007 worden hernieuwd voor een termijn van vier jaar, ingaande op 30 september 2006, als leden van het Paritair comité voor reumatologie, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, als vertegenwoordigers van de universiteiten, de wetenschappelijke geneeskundige verenigingen en de kringen van continue opleiding, de mandaten van : - Mevrn. Peretz, A en Ribbens, C. en de heren De Clerck, L.; Devogelaer, J.-P., Geusens, P.; Houssiau, F.; Luyten, F.; Mielants, H.; Verbruggen, L. en Westhovens, R., in de hoedanigheid van werkende leden en Mevr. Wouters, M. en de heren De Keyser, F.; de Vlam, K.; Vanhoof, J.; Van Offel, J.; Verschueren, P. en Williame, L., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden. Bij hetzelfde besluit, worden benoemd tot leden bij genoemd Comité, vanaf de datum van deze publicatie, voor een termijn verstrijkend op 29 september 2010, als vertegenwoordigers van universiteiten, wetenschappelijke geneeskundige verenigingen en kringen voor continue opleiding : - de heren Appelboom, Th. en Verbruggen, A., in de hoedanigheid van werkende leden en Mevrn. André, B. en Gangji, V; en de heren Boutsen, Y.; Durez, P. en Elewaut, D., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden.
- Mmes Peretz, A. et Ribbens, C. et MM. De Clerck, L.; Devogelaer, J.-P.; Geusens, P.; Houssiau, F.; Luyten, F.; Mielants, H.; Verbruggen, L. et Westhovens, R., en qualité de membres effectifs et Mme Wouters, M. et MM. De Keyser, F.; de Vlam, K.; Vanhoof, J.; Van Offel, J.; Verschueren, P. et Williame, L., en qualité de membres suppléants. Par le même arrêté, sont nommés membres audit Comité, à partir de la date de cette publication, pour un terme expirant le 29 septembre 2010, au titre de représentants d’universités, d’organisations scientifiques médicales et de cercles de formation continue : - MM. Appelboom, Th. et Verbruggen, A., en qualité de membres effectifs et Mmes André, B. et Gangji, V. et MM. Boutsen, Y.; Durez, P. et Elewaut, D., en qualité de membres suppléants.
* SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE [C − 2007/09450] 4 MAI 2007. — Arrêté ministériel portant nomination des membres de la Commission des frais de justice La Ministre de la Justice,
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE [C − 2007/09450] 4 MEI 2007. — Ministerieel besluit houdende benoeming der leden van de Commissie voor de gerechtskosten De Minister van Justitie,
Vu la loi-programme II du 27 décembre 2006, Titre II Justice; Vu l’arrêté royal organique de la Commission des frais de justice du 26 avril 2007; Vu l’arrêté royal portant règlement général des frais de justice en matière répressive du 27 avril 2007,
Gelet op de programmawet van 27 december 2006, Titel II Justitie; Gelet op het organiek koninklijk besluit van de Commissie voor de gerechtskosten van 26 april 2007; Gelet op het koninklijk besluit houdende het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken van 27 april 2007,
Arrête : Sont nommés membres de la Commission des frais de justice pour un terme de deux ans prenant cours à la date de publication de cet arrêté au Moniteur belge : FREYNE, Thierry, juge d’instruction au tribunal de première instance de Bruxelles, président; BRYS, Kathelyne, substitut du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Bruxelles, membre et président suppléant; AUDENAERT, André, premier substitut de l’auditeur militaire, affecté au parquet du tribunal de première instance de Bruxelles, membre et président suppléant; VAN SANTVLIET, Paul, juge d’instruction au tribunal de première instance d’Anvers, membre suppléant; LUGENTZ, Frédéric, juge d’instruction au tribunal de première instance de Bruxelles, membre suppléant; HOLSTERS, Luc, avocat général près la cour d’appel d’Anvers, membre suppléant; MAILLARD, Francine, avocat général près la cour d’appel de Mons, membre suppléant; DAENS, Herman, procureur du Roi à Audenarde, membre suppléant; HAEGEMAN, Bérengère, substitut du procureur du Roi à Bruxelles, membre suppléant; SECRETARIAT : PARENTE, Nicole, assistant administratif au SPF Justice, secrétaire;
Besluit : Tot lid van de Commissie voor de gerechtskosten in strafzaken zijn voor een termijn van twee jaar benoemd, met ingang van de datum van bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad : FREYNE, Thierry, onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, voorzitter; BRYS, Kathelyne, substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, lid en plaatsvervangend voorzitter; AUDENAERT, André, eerste substituut-krijgs-auditeur, gedelegeerd bij het parket van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, lid en plaatsvervangend voorzitter; VAN SANTVLIET, Paul, onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen; plaatsvervangend lid; LUGENTZ, Frédéric, onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Brussel; plaatsvervangend lid; HOLSTERS, Luc, advocaat-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen, plaatsvervangend lid; MAILLARD, Francine, advocaat-generaal bij het hof van beroep te Bergen, plaatsvervangend lid; DAENS, Herman, procureur des Konings te Oudenaarde, plaatsvervangend lid; HAEGEMAN, Bérengère, substituut-procureur des Konings te Brussel, plaatsvervangend lid; SECRETARIAAT : PARENTE, Nicole, administratief assistent bij de FOD Justitie, secretaris; MILIANO, Anna, administratief assistent bij de FOD Justitie, plaatsvervangend secretaris; THILMANY, Anne, administratief assistent bij de FOD Justitie, plaatsvervangend secretaris;
MILIANO, Anna, assistant administratif au SPF Justice, secrétaire adjoint; THILMANY, Anne, assistant administratif au SPF Justice, secrétaire adjoint;
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD MEMBRES EXPERTS : Psychiatres : DEMEULEMEESTER, Francis, membre; LINDEMANS, Ignaas-Paul, membre suppléant; SCHOUTEDEN, Philippe, membre suppléant; DUPONT, Henry, membre suppléant; Psychologues : WATILLON, Véronique, membre; VERMEIRE, Anne, membre suppléant; HOEBANX, Jean-Luc, membre suppléant; Huissiers de justice : BUISSERET, Jacqueline, membre; DUCHATEAU, Jacqueline, membre suppléant; VAN DEN BERGHE, Anne, membre suppléant; TOURNEL, Edward, membre suppléant; Architectes : DEMOOR, Pierre, membre; STERNO, Henry, membre suppléant; RUTGEERTS, Johan, membre suppléant; VANDEWALLE, Marc, membre suppléant; Médecins : BEAUTHIER, Jean-Pol, membre; VAN DE VOORDE, Wim, membre suppléant; PASTIJN, Marc, membre suppléant; STEPHANY, Didier, membre suppléant; Experts en biologie : HOSTE, Bernadette, membre; DEFORCE, Dieter, membre suppléant; Comptables : DE BRUYN, John, membre; GYSELINX, Jean, membre suppléant; KAHN, Guy, membre suppléant; Experts en matière d’incendies : DEFECHEREUX, J., membre; DEBONTRIDDER, Julien, membre suppléant; BEEL, Guy, membre suppléant; GEYSEN, Willy, membre suppléant; FACK, Glenn, membre suppléant; LIGOT, René, membre suppléant; Experts en matière d’accidents de la circulation : VERPLANCKE, Gérard, membre; BEEL, Guy, membre suppléant; DEBONTRIDDER, Julien, membre suppléant; LEGRAND, Pascal, membre suppléant; HAMAIDE, Olivier, membre suppléant; Experts en écritures : STEVENS, Emmanuel, membre; WYFFELS, Filip, membre suppléant; DESOBRY, Albert, membre suppléant; Toxicologues : DAENENS, Paul, membre; NOIRFALISE, Alfred, membre suppléant; NOEL, Etienne, membre suppléant; Experts en balistique : DEMANET, Fernand, membre; HOET, Jozef, membre suppléant; DE KINDER, Jan, membre suppléant; VAN DEN MEERSCHAUT, Eric, membre suppléant; Experts en informatique : VAN ROOSMALEN, Rudolf, membre; THIRY, Paul, membre suppléant; VIATOUR, Michel, membre suppléant; FACK, Glenn, membre suppléant;
LEDEN DESKUNDIGEN : Psychiaters : DEMEULEMEESTER, Francis, lid; LINDEMANS, Ignaas-Paul, plaatsvervangend lid; SCHOUTEDEN, Philippe, plaatsvervangend lid; DUPONT, Henry, plaatsvervangend lid; Psychologen : WATILLON, Véronique, lid; VERMEIRE, Anne, plaatsvervangend lid; HOEBANX, Jean-Luc, plaatsvervangend lid; Gerechtsdeurwaarders : BUISSERET, Jacqueline, lid; DUCHATEAU, Jacqueline, plaatsvervangend lid; VAN DEN BERGHE, Anne, plaatsvervangend lid; TOURNEL, Edward, plaatsvervangend lid; Architecten : DEMOOR, Pierre, lid; STERNO, Henry, plaatsvervangend lid; RUTGEERTS, Johan, plaatsvervangend lid; VANDEWALLE, Marc, plaatsvervangend lid; Geneesheren : BEAUTHIER, Jean-Pol, lid; VAN DE VOORDE, Wim, plaatsvervangend lid; PASTIJN, Marc, plaatsvervangend lid; STEPHANY, Didier, plaatsvervangend lid; Deskundigen in de biologie : HOSTE, Bernadette, lid; DEFORCE, Dieter, plaatsvervangend lid; Rekenplichtigen : DE BRUYN, John, lid; GYSELINX, Jean, plaatsvervangend lid; KAHN, Guy, plaatsvervangend lid; Deskundigen in brand : DEFECHEREUX, J., lid; DEBONTRIDDER, Julien, plaatsvervangend lid; BEEL, Guy, plaatsvervangend lid; GEYSEN, Willy, plaatsvervangend lid; FACK, Glenn, plaatsvervangend lid; LIGOT, René, plaatsvervangend lid; Deskundigen in verkeersongevallen : VERPLANCKE, Gerard, lid; BEEL, Guy, plaatsvervangend lid; DEBONTRIDDER, Julien, plaatsvervangend lid; LEGRAND, Pascal, plaatsvervangend lid; HAMAIDE, Olivier, plaatsvervangend lid; Deskundigen in geschriften : STEVENS, Emmanuel, lid; WYFFELS, Filip, plaatsvervangend lid; DESOBRY, Albert, plaatsvervangend lid; Scheikundigen : DAENENS, Paul, lid; NOIRFALISE, Alfred, plaatsvervangend lid; NOEL, Etienne, plaatsvervangend lid; Deskundigen in ballistiek : DEMANET, Fernand, lid; HOET, Jozef, plaatsvervangend lid; DE KINDER, Jan, plaatsvervangend lid; VAN DEN MEERSCHAUT, Eric, plaatsvervangend lid; Deskundigen in informatica : VAN ROOSMALEN, Rudolf, lid; THIRY, Paul, plaatsvervangend lid; VIATOUR, Michel, plaatsvervangend lid; FACK, Glenn, plaatsvervangend lid;
28259
28260
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Experts en art : SIRONVAL, Hélène, membre; COOLEN, Jan, membre suppléant; LALOUX, Vincent, membre suppléant; Expert vétérinaire : DOPPEE, Catherine, vétérinaire, membre; Experts en télépnonie : WARNENT, David, commissaire, membre; DE SMET, Rudy, chef de service NTSU/CTIF, membre suppléant; Experts en frais divers : En matière de voitures : VRANKEN, Ann, juriste, membre, En matière de frais bancaires : DE WOLF, Veerle, commissaire, membre; SEYNHAEVE, Philippe, commissaire, membre; Bruxelles, le 4 mai 2007.
Kunstkenners : SIRONVAL, Hélène, lid; COOLEN, Jan, plaatsvervangend lid; LALOUX,Vincent, plaatsvervangend lid; Deskundige in diergeneeskunde DOPPEE, Catherine, dierenarts, lid; Deskundigen in telefonie : WARNENT, David, Commissaris, lid; DE SMET, Rudy, hoofd van de dienst NTSU/CTIF, plaatsvervangend lid; Deskundigen in diverse kosten : Inzake auto’s : VRANKEN, Ann, jurist, lid; Inzake bankkosten : DE WOLF, Veerle, commissaris, lid; SEYNHAEVE, Philippe, commissaris, plaatsvervangend lid; Brussel, 4 mei 2007.
Mme L. ONKELINX
Mevr. L. ONKELINX
* SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE [C − 2007/09518]
[C − 2007/09518] Ordre judiciaire
Rechterlijke Orde
Par arrêté ministériel du 14 mai 2007, Mme Reygaert, C., collaborateur au greffe de la justice de paix du canton de Grammont-Brakel, est temporairement déléguée aux fonctions de greffier adjoint à la justice de paix de ce canton. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment, laquelle ne peut avoir lieu avant le 1er août 2007.
Bij ministerieel besluit van 14 mei 2007, is aan Mevr. Reygaert, C., medewerker bij de griffie van het vredegerecht van het kanton Geraardsbergen-Brakel, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij het vredegerecht van dit kanton te vervullen. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging, welke niet kan geschieden vóór 1 augustus 2007.
Par arrêtés ministériels du 16 mai 2007 : — Mme Heremans, C., assistant au greffe du tribunal de première instance d’Anvers, est temporairement déléguée aux fonctions de greffier adjoint à ce tribunal. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment; — Mme Nagels, M., greffier au tribunal du travail de Bruxelles, est déléguée aux mêmes fonctions à la justice de paix du cinquième canton de Bruxelles. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007.
Bij ministeriële besluiten van 16 mei 2007 : — is aan Mevr. Heremans, C., assistent bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij deze rechtbank te vervullen. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging; — is aan Mevr. Nagels, M., griffier bij de arbeidsrechtbank te Brussel, opdracht gegeven om haar ambt te vervullen bij het vredegerecht van het vijfde kanton Brussel. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007.
Par arrêtés ministériels du 21 mai 2007 : — Mme Rodeyns, C., collaborateur au greffe de la cour d’appel de Gand, est temporairement déléguée aux fonctions de greffier adjoint à cette cour. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment; — Mme Van Wijnsberge, A., collaborateur au greffe de la cour d’appel de Gand, est temporairement déléguée aux fonctions de greffier adjoint à cette cour. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007; — M. Van der Hoeven, S., collaborateur au greffe de la cour du travail de Gand, est temporairement déléguée aux fonctions de greffier adjoint à cette cour. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007; — M. Biesemans, J., assistant au greffe du tribunal de première instance d’Anvers, est temporairement délégué aux fonctions de greffier adjoint à ce tribunal. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007; — M. Wagemans, P., assistant au greffe du tribunal de première instance d’Anvers, est temporairement délégué aux fonctions de greffier adjoint à ce tribunal. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007;
Bij ministeriële besluiten van 21 mei 2007 : — is aan Mevr. Rodeyns, C., medewerker bij de griffie van het hof van beroep te Gent, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunctgriffier bij dit hof te vervullen. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging; — is aan Mevr. Van Wijnsberge, A., medewerker bij de griffie van het hof van beroep te Gent, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij dit hof te vervullen. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007; — is aan de heer Van der Hoeven, S., medewerker bij de griffie van het arbeidshof te Gent, opdracht gegeven om het ambt van adjunctgriffier bij dit hof te vervullen. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007; — is aan de heer Biesemans, J., assistent bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij deze rechtbank te vervullen. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007; — is aan de heer Wagemans, P., assistent bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij deze rechtbank te vervullen. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007;
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD — Mme Bastiaensen, M.-J., assistant au greffe du tribunal de première instance de Turnhout, est temporairement déléguée aux fonctions de greffier adjoint à ce tribunal. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007; — Mme Nietvelt, S., assistant au greffe du tribunal de première instance de Turnhout, est temporairement délégueé aux fonctions de greffier adjoint à ce tribunal. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007; — Mme Delmotte, A., assistant au greffe du tribunal de première instance de Mons, est temporairement déléguée aux fonctions de greffier adjoint à ce tribunal. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment; — Mme Vanheel, C., assistant au greffe de la justice de paix du canton de Neerpelt-Lommel, est temporairement déléguée aux fonctions de greffier adjoint à la justice de paix de ce canton. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007; — Mme Verbeken, S., collaborateur au greffe de la justice de paix du deuxième canton d’Alost, est temporairement déléguée aux fonctions de greffier adjoint à la justice de paix de ce canton. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment; — M. Van Cauwenberghe, G., assistant au greffe de la justice de paix du canton d’Eeklo, est temporairement délégué aux fonctions de greffier adjoint à la justice de paix de ce canton. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007; — Mme Scheire, K., collaborateur au greffe de la justice de paix du canton de Wetteren-Zele, est temporairement déléguée aux fonctions de greffier adjoint à la justice de paix de canton. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007; — Mme Gemis, M., assistant au greffe du tribunal de police de Tongres, est temporairement déléguée aux fonctions de greffier adjoint à ce tribunal. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment; — Mme Degives, C., collaborateur au greffe du tribunal de police de Neufchâteau, est temporairement déléguée aux fonctions de greffier adjoint à ce tribunal. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007.
28261
— is aan Mevr. Bastiaensen, M.-J., assistent bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij deze rechtbank te vervullen. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007; — is aan Mevr. Nietvelt, S., assistent bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij deze rechtbank te vervullen. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007; — is aan Mevr. Delmotte, A., assistent bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Bergen, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij deze rechtbank te vervullen. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging; — is aan Mevr. Vanheel, C., assistent bij de griffie van het vredegerecht van het kanton Neerpelt-Lommel, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij het vredegerecht van dit kanton te vervullen. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007; — is aan Mevr. Verbeken, S., medewerker bij de griffie van het vredegerecht van het tweede kanton Aalst, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij het vredegerecht van dit kanton te vervullen. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging; — is aan de heer Van Cauwenberghe, G., assistent bij de griffie van het vredegerecht van het kanton Eeklo, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij het vredegerecht van dit kanton te vervullen. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007; — is aan Mevr. Scheire, K., medewerker bij de griffie van het vredegerecht van het kanton Wetteren-Zele, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij het vredegerecht van dit kanton te vervullen. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007; — is aan Mevr. Gemis, M., assistent bij de griffie van de politierechtbank te Tongeren, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij deze rechtbank te vervullen. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging; — is aan Mevr. Degives, C., medewerker bij de griffie van de politierechtbank te Neufchâteau, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij deze rechtbank te vervullen. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007.
Par arrêté ministériel du 20 mars 2007, Mme Schöller, F., juriste sous contrat dans le ressort de la cour d’appel d’Anvers, est désignée pour exercer ses fonctions au tribunal de première instance d’Anvers.
Bij ministerieel besluit van 20 maart 2007, is Mevr. Schöller, F., jurist op arbeidsovereenkomst in het rechtsgebied van het hof van beroep te Antwerpen, aangewezen om haar ambt te vervullen bij de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen.
Par arrêtés ministériels du 21 mai 2007 : — M. De Liège, W., assistant au parquet de la cour du travail d’Anvers, est temporairement délégué aux fonctions de secrétaire adjoint au parquet de cette cour. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007; — Mme De Boever, N., assistant au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Gand, est temporairement déléguée aux fonctions de secrétaire adjoint à ce parquet.
Bij ministeriële besluiten van 21 mei 2007 : — is aan de heer De Liège, W., assistent bij het parket van het arbeidshof te Antwerpen, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-secretaris bij het parket van dit hof te vervullen. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007; — is aan Mevr. De Boever, N., assistent bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent, opdracht gegeven om het ambt van adjunct-secretaris bij dit parket te vervullen. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007; — is aan de heer Van den Broeck, J., medewerker bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent, opdracht gegeven om het ambt van adjunct-secretaris bij dit parket te vervullen. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007; — is aan Mevr. Donnay, F., assistent bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-secretaris bij dit parket te vervullen; Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging;
Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007; — M. Van den Broeck, J. , collaborateur au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Gand, est temporairement délégué aux fonctions de secrétaire adjoint à ce parquet. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007; — Mme Donnay, F., assistant au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Liège, est temporairement déléguée aux fonctions de secrétaire adjoint à ce parquet. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment;
28262
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
— M. Dresse, J., assistant au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Liège, reste temporairement délégué aux fonctions de secrétaire adjoint à ce parquet. Le présent arrêté entre en vigueur le 27 août 2007; — Mme Gérard, A., assistant au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Liège, reste temporairement délégué aux fonctions de secrétaire adjoint à ce parquet. Le présent arrêté produit ses effets le 15 mai 2007; — M. Harmegnies, J.-P., assistant au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Liège, reste temporairement délégué aux fonctions de secrétaire adjoint à ce parquet. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007; — M. Hella, D., assistant au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Liège, reste temporairement délégué aux fonctions de secrétaire adjoint à ce parquet. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007; — Mme Petit, N., assistant au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Liège, reste temporairement délégué aux fonctions de secrétaire adjoint à ce parquet. Le présent arrêté entre en vigueur le 29 mai 2007; — M. Pinson, J.-P., assistant au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Liège, reste temporairement délégué aux fonctions de secrétaire adjoint à ce parquet. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2007; — Mme Vromen, M.-P., assistant au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Liège, reste temporairement délégué aux fonctions de secrétaire adjoint à ce parquet. Le présent arrêté entre en vigueur le 22 août 2007.
Le recours en annulation des actes précités à portée individuelle peut être soumis à la section administration du Conseil d’Etat endéans les soixante jours après cette publication. La requête doit être envoyée au Conseil d’Etat (adresse : rue de la Science 33, 1040 Bruxelles), sous pli recommandé à la poste.
— blijft aan de heer Dresse, J., assistent bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-secretaris bij dit parket te vervullen. Dit besluit treedt in werking op 27 augustus 2007; — is aan Mevr. Gérard, A., assistent bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-secretaris bij dit parket te vervullen. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 15 mei 2007; — is aan de heer Harmegnies, J.-P., assistent bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-secretaris bij dit parket te vervullen. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007; — is aan de heer Hella, D., assistent bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-secretaris bij dit parket te vervullen Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007; — is aan Mevr. Petit, N., assistent bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-secretaris bij dit parket te vervullen. Dit besluit treedt in werking op 29 mei 2007; — is aan de heer Pinson, J.-P., assistent bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-secretaris bij dit parket te vervullen Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007; — is aan Mevr. Vromen, M.-P., assistent bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-secretaris bij dit parket te vervullen. Dit besluit treedt in werking op 22 augustus 2007.
Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akten met individuele strekking kan voor de afdeling administratie van de Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), te worden toegezonden.
*
AGENCE FEDERALE DE CONTROLE NUCLEAIRE
FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR NUCLEAIRE CONTROLE
[C − 2007/00416]
[C − 2007/00416]
22 MAI 2007. — Arrêté fixant le règlement d’ordre intérieur du Jury médical visé à l’article 54.9 de l’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants
22 MEI 2007. — Besluit tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van de Medische Jury vermeld in artikel 54.9 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen
L’Agence fédérale de Contrôle nucléaire, Vu l’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants (RGPRI), notamment l’article 54.9,
Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen (ARBIS), inzonderheid op artikel 54.9, Besluit :
Arrête : COMPOSITION
SAMENSTELLING
Article 1er. Les membres du Jury médical sont répartis en quatre sections distinctes, à savoir les membres du noyau, les membres désignés pour délibérer des dossiers se rapportant à l’article 51.7 du RGPRI, les membres désignés pour délibérer des dossiers se rapportant à l’article 53 du RGPRI et les membres désignés pour délibérer des dossiers se rapportant à l’article 75 du RGPRI.
Artikel 1. De leden van de Medische Jury worden onderverdeeld in vier verschillende groepen, met name de kernleden, de leden aangewezen om te beraadslagen over de dossiers die betrekking hebben op artikel 51.7 van het ARBIS, de leden aangeduid om te beraadslagen over de dossiers die betrekking hebben op artikel 53 van het ARBIS en de leden aangeduid om te beraadslagen over de dossiers die betrekking hebben op artikel 75 van het ARBIS.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Le Jury a ainsi la possibilité de se réunir en quatre compositions différentes :
28263
Zo kan de jury op vier verschillende wijzen samenkomen :
l’ensemble du Jury pour délibérer de tout point à l’ordre du jour, à l’exception des points se rapportant aux articles 51.7, 53 et 75 du RGPRI;
de gehele jury om een uitspraak te doen over alle agendapunten, met uitzondering van deze die betrekking hebben op de artikelen 51.7, 53 en 75 van het ARBIS;
les membres du noyau et les membres devant délibérer des points à l’ordre du jour se rapportant à l’article 51.7 du RGPRI;
de kernleden en de leden die moeten beraadslagen over de agendapunten die betrekking hebben op artikel 51.7 van het ARBIS;
les membres du noyau et les membres devant délibérer des points à l’ordre du jour se rapportant à l’article 53 du RGPRI.
de kernleden en de leden die moeten beraadslagen over de agendapunten die betrekking hebben op artikel 53 van het ARBIS;
les membres du noyau et les membres devant délibérer des points à l’ordre du jour se rapportant à l’article 75 du RGPRI.
de kernleden en de leden die moeten beraadslagen over de agendapunten die betrekking hebben op artikel 75 van het ARBIS.
CONVOCATION
UITNODIGING
Art. 2. Le Jury médical est convoqué à l’initiative de son Président.
Art. 2. De Medische Jury wordt samengeroepen op initiatief van zijn Voorzitter.
La convocation est adressée aux membres par écrit ou par e-mail au moins quatorze jours avant la date fixée pour la réunion. Pour des raisons exceptionnelles qui sont mentionnées dans la convocation, le Président peut convoquer une réunion extraordinaire dans un délai plus court.
De uitnodiging wordt schriftelijk of per e-mail en ten minste veertien dagen voor de datum die voor de vergadering werd vastgelegd, aan de leden gestuurd. Omwille van uitzonderlijke redenen die in de uitnodiging worden vermeld, kan de Voorzitter een buitengewone vergadering binnen een kortere termijn bijeenroepen.
La convocation mentionne l’heure et le lieu de la réunion ainsi que l’ordre du jour. Ce dernier, en cas de réunion extraordinaire, peut se limiter aux points qui ont justifié le caractère urgent de cette réunion.
De uitnodiging vermeldt uur en plaats van de vergadering alsook de agenda. Deze laatste kan, in geval van een buitengewone vergadering, beperkt worden tot de punten die de dringende aard van deze vergadering rechtvaardigen.
La convocation est accompagnée des documents de travail se rapportant aux points figurant à l’ordre du jour de la réunion.
Bij de uitnodiging worden de werkdocumenten gevoegd die betrekking hebben op de punten van de agenda van de vergadering.
Lorsque la convocation est envoyée par e-mail, les documents de travail sont envoyés par la poste le jour même s’ils n’ont pas été joints à la convocation.
Wanneer de uitnodiging via mail wordt verstuurd, worden de werkdocumenten diezelfde dag via post verstuurd indien ze niet bij de uitnodiging werden gevoegd.
La convocation, l’ordre du jour et les documents de travail se rapportant à la réunion sont envoyés à l’adresse communiquée à cet effet par chacun des membres au Secrétaire du Jury médical.
De uitnodiging, de agenda en de werkdocumenten die betrekking hebben op de vergadering, worden verstuurd naar het adres dat hiertoe door elk van de leden aan de secretaris van de Medische Jury wordt meegedeeld.
ORDRE DU JOUR
AGENDA
Art. 3. Le Président du Jury médical fixe, en concertation avec le secrétaire, l’ordre du jour des réunions.
Art. 3. De Voorzitter van de Medische Jury stelt, in overleg met de secretaris, de agenda van de vergaderingen voor.
Ce dernier comprend également les points dont l’inscription a été demandée au Président par un membre au moins 20 jours ouvrables avant la réunion.
Deze laatste bevat eveneens de punten waarvoor een lid ten laatste twintig werkdagen voor de vergadering, een verzoek tot inschrijving heeft ingediend bij de Voorzitter.
REUNION — VOTE
VERGADERING — STEMMING
Art. 4. Le Jury médical se réunit sous la présidence de son Président. En cas d’empêchement de celui-ci, les réunions sont dirigées par le membre le plus âgé ayant voix délibérative qui est présent.
Art. 4. De voorzitter leidt de vergaderingen. Wanneer de voorzitter verhinderd is, worden de vergaderingen geleid door het oudste stemgerechtigde lid dat aanwezig is.
Art. 5. Au début de chaque réunion, les membres déclarent par écrit les dossiers ou les points à l’ordre du jour pour lesquels il existe un conflit d’intérêt.
Art. 5. Bij aanvang van iedere vergadering verklaren de leden schriftelijk voor welke agendapunten of dossiers er een belangenvermenging is.
Art. 6. Le Jury médical ne peut délibérer valablement sur un point à l’ordre du jour que lorsque au moins la moitié des membres ayant une voix délibérative sont personnellement présents.
Art. 6. De Medische Jury kan enkel op geldige wijze over een punt op de agenda beraadslagen indien minstens de helft van de stemgerechtigde leden persoonlijk aanwezig is.
Si ce quorum n’est pas atteint, le Président convoque une nouvelle réunion dans les deux semaines avec un ordre du jour comprenant les matières qui n’ont pus être délibérées. Le Jury médical peut alors délibérer quel que soit le nombre de membres présents.
Indien dit aanwezigheidsquorum niet bereikt is, belegt de Voorzitter binnen de twee weken een nieuwe vergadering met op de agenda de onderwerpen waarover niet kon beraadslaagd worden. De Medische Jury kan dan beraadslagen, ongeacht het aantal aanwezige leden.
Les décisions sont prises à la majorité simple des voix délibératives des membres présents. Dans la détermination du résultat des votes, il n’est pas tenu compte des abstentions.
De beslissingen worden bij gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige stemgerechtigde leden getroffen. Bij het bepalen van de stemresultaten, wordt er geen rekening gehouden met onthoudingen.
Art. 7. Le membre qui ne peut être présent à une réunion peut adresser au Président ou au secrétaire un avis écrit au plus tard le jour précédant la réunion. Cet avis peut être envoyé par courrier, par fax ou par e-mail.
Art. 7. Het lid dat niet aanwezig kan zijn op een vergadering kan een schriftelijk advies doen toekomen aan de Voorzitter of de Secretaris en dit ten laatste op de dag die aan de vergadering voorafgaat. Dit kan zowel per post, per fax als per e-mail.
Une copie des avis écrits est distribuée aux membres présents au début de la réunion.
Een kopie van de schriftelijke adviezen wordt bij het begin van de vergadering aan de aanwezige leden gegeven.
Art. 8. Un membre qui ne peut être présent à une réunion en avertit le secrétaire au plus tard cinq jours ouvrables avant la réunion.
Art. 8. Een lid dat niet kan aanwezig zijn op de vergadering deelt dat ten laatste vijf werkdagen voor de vergadering mee aan het secretariaat.
S’il ressort des absences annoncées que le quorum requis ne pourra être atteint, le Président ajourne la réunion et convoque une nouvelle réunion dans les deux semaines avec le même ordre du jour. Le Jury médical peut alors délibérer quel que soit le nombre de membres présents.
Indien uit de gemelde afwezigheden blijkt dat het vereiste aanwezigheidsquorum niet bereikt kan worden, gelast de voorzitter de vergadering af en belegt hij een nieuwe vergadering binnen de twee weken met dezelfde agenda. De Medische Jury kan dan beraadslagen ongeacht het aantal aanwezige leden.
28264
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 9. Lorsqu’un membre le demande, un vote est organisé. Le vote est anonyme et secret.
Art. 9. Wanneer een lid erom verzoekt, wordt er een stemming georganiseerd. De stemming is anoniem en geheim.
Art. 10. Lorsque le Jury médical est appelé par un vote à émettre un choix entre plus de deux propositions, il procède, si nécessaire, à un ou des scrutin(s) préliminaire(s), de manière à ce que le scrutin final porte sur les deux propositions ayant recueilli le plus de voix lors du ou des scrutin(s) préliminaire(s).
Art. 10. Wanneer de Medische Jury door een stemming ertoe wordt gebracht een keuze te maken tussen meer dan twee voorstellen, dan wordt er, indien nodig, overgegaan tot één of meerdere voorafgaande stemmingen; zodoende wordt de uiteindelijke stemming gehouden over de twee voorstellen die de meeste stemmen behaald hebben tijdens de voorafgaande stemrondes.
Art. 11. La voix du président de séance est prépondérante en cas de parité de voix.
Art. 11. Bij gelijkheid van stemmen is de stem van de Voorzitter van de zitting doorslaggevend.
Lorsque la parité de voix fait suite à un vote secret, le Président convoque dans les plus brefs délais et au plus tard dans le mois une nouvelle réunion du Jury médical avec à son ordre du jour le point sur lequel le Jury n’a pas pu se départager. Au cas où la parité de voix subsiste à cette séance après deux tours de scrutin préalables, le Président arrête au nom du Jury la décision en la matière.
Wanneer de gelijkheid van stemmen volgt op een geheime stemming, dan belegt de Voorzitter zo snel mogelijk, en ten laatste binnen de maand, een nieuwe vergadering van de Medische Jury met op de agenda het punt waarover de Jury niet tot een beslissing is kunnen komen. In geval de gelijkheid van stemmen op deze zitting behouden blijft na twee voorafgaande stemrondes, dan beslist de Voorzitter in naam van de Jury.
Art. 12. Immédiatement après le vote, le résultat en est communiqué par le président de séance; ce résultat est consigné au compte rendu.
Art. 12. Onmiddellijk na de stemming wordt het resultaat ervan meegedeeld door de Voorzitter van de zitting; dit resultaat wordt in het verslag vermeld.
Art. 13. Les discussions menées au sein du Jury médical sont confidentielles.
Art. 13. De besprekingen die binnen de Medische Jury worden gehouden, zijn vertrouwelijk.
En dehors des réunions du Jury médical, les membres du Jury médical ne se prononcent pas sur les dossiers pour lesquels ils savent qu’ils ont été ou seront soumis au Jury médical.
De leden van de Medische Jury doen buiten de vergaderingen van de medische jury geen uitspraken die betrekking hebben op dossiers waarvan zij weten dat ze werden voorgelegd of voorgelegd zullen worden aan de Medische Jury.
COMPTES RENDUS
NOTULEN
Art. 14. Le compte rendu des réunions mentionne, pour chaque point à l’ordre du jour, la décision ou l’avis ainsi que la motivation. Toutefois, lorsque ce point à l’ordre du jour est une audition, un rapport concis de l’audition est joint en annexe du compte rendu. Cette annexe est envoyée à la personne auditionnée pour être approuvée.
Art. 14. De notulen van de vergaderingen vermelden, per agendapunt, de beslissing of het advies en de motivering ervan. Wanneer dit agendapunt evenwel een hoorzitting is, dan wordt een beknopt verslag van de hoorzitting als bijlage bij de notulen gevoegd. Deze bijlage wordt aan de persoon die gehoord werd ter goedkeuring toegestuurd.
Les membres ont le droit de faire inscrire explicitement dans le compte rendu les remarques qu’ils souhaitent. Dans ce cas, le membre transmet, séance tenante, le texte écrit de sa remarque au responsable du secrétariat.
De leden hebben het recht om de opmerkingen waarvan zij het wensen, expliciet in het verslag te laten opnemen. In dat geval maakt het lid de geschreven tekst van zijn opmerking tijdens de zitting over aan de verantwoordelijke voor het secretariaat.
Art. 15. – Le projet de compte rendu est soumis préalablement à l’approbation des membres dans les deux semaines suivant la réunion. Dans les deux semaines, les membres communiquent au secrétariat leurs remarques ou propositions de modifications. Si aucune remarque n’est rec¸ ue dans ce délai, le compte rendu est considéré comme approuvé.
Art. 15. – Het ontwerp van notulen wordt ter goedkeuring aan de leden voorgelegd, binnen de twee weken na de vergadering. De leden delen binnen de twee weken hun opmerkingen of voorstellen tot wijziging mee aan het secretariaat. Indien binnen deze termijn geen opmerkingen werden ontvangen, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd.
Si le secrétariat rec¸ oit des remarques, il les traite dans un nouveau projet qui sera soumis à l’approbation des membres lors de la prochaine réunion.
Indien het secretariaat opmerkingen ontvangt verwerkt het deze in een nieuw ontwerp dat dan op de eerstvolgende vergadering ter goedkeuring wordt voorgelegd.
Art. 16. – Le compte rendu approuvé est signé par le président de séance et par le secrétaire. Une copie du compte rendu approuvé et signé est envoyée aux membres.
Art. 16. – De goedgekeurde notulen worden door de Voorzitter van de zitting en door de secretaris ondertekend. Aan de leden wordt een kopie van de goedgekeurde en ondertekende notulen toegestuurd.
Le compte rendu approuvé est conservé par le secrétariat. Le secrétariat tient également à jour un registre des comptes rendus.
De goedgekeurde notulen worden door het secretariaat bewaard. Het secretariaat houdt eveneens een register bij van de notulen.
Art. 17. Les membres du Jury médical ont le droit de consulter, au lieu où ils sont conservés, les comptes rendus des années écoulées et de l’année en cours, après entente avec le secrétariat.
Art. 17. De leden van de Medische Jury hebben het recht om de verslagen van de afgelopen jaren en van het lopende jaar, daar waar deze bewaard worden, in te kijken, na afspraak met het secretariaat.
CONSULTATION
RAADPLEGING
Art. 18. Le Jury médical peut inviter en séance toute personne qu’il juge utile d’entendre.
Art. 18. De Medische Jury kan iedere persoon uitnodigen waarvan ze het nuttig oordeelt dat hij gehoord wordt.
Bruxelles, le 22 mai 2007. Le directeur général, W. DE ROOVERE
Brussel, 22 mei 2007. De directeur-generaal, W. DE ROOVERE
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID Bestuurszaken [C − 2007/35648] Agentschap voor Binnenlands bestuur, afdeling regelgeving en werking G.A.B. Hamse Investeringsmaatschappij. — Onteigening Rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden. — Machtiging Bij besluit van 19 maart 2007 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering wordt het G.A.B. Hamse Investeringsmaatschappij, Marktplein 1, 9220 Hamme gemachtigd tot het verwerven, bij wege van onteigening tot nut van het algemeen, van onroerende goederen gelegen in Hamme, groot 790 m2 en er kadastraal bekend zoals vermeld in genoemd besluit, met het oog op de realisatie van een kleinschalig en inbreidingsgericht huisvestingsproject, onteigeningsplan : « Varkensmarkt ». Hetzelfde besluit verklaart dat de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden, bepaald bij artikel 5 van de wet van 26 juli 1962, op dezelfde onteigening mag worden toegepast.
*
VLAAMSE OVERHEID Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed [C − 2007/35783] Provinciebestuur van Antwerpen. — Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan BEERSE. — Het besluit van de deputatie van de provincieraad van Antwerpen van 26 april 2007 verleent goedkeuring aan het ruimtelijk structuurplan van de gemeente Beerse, dat de gemeenteraad op 21 december 2006 definitief vastgesteld heeft.
*
VLAAMSE OVERHEID Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed
[C − 2007/35776] Ruimtelijke Ordening AALST. — Machtiging om te onteigenen met toepassing van de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden voor wat de gronden betreft begrepen in het onteigeningsplan voor het bedrijventerrein « Erembodegem Zuid IV » gevoegd bij het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan « Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst ».
Bij besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 wordt aan het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband voor Ruimtelijke Ordening en Socio-Economische Expansie SOLvA machtiging verleend om de gronden, begrepen in het onteigeningsplan voor het bedrijventerrein « Erembodegem Zuid IV », gevoegd bij het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan « Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst », definitief vastgesteld op 10 juli 2003, te onteigenen met toepassing van de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden. De Vlaamse minister bevoegd voor ruimtelijke ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.
28265
28266
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2007/201614] Energie Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée M. Alain Laforêt, domicilié rue Vertbois 25, à 4420 Montegnée, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1059, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée M. Michel Cantella, domicilié rue de Loncin 206, à 4460 GrâceHollogne, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1065, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRL Europalux Plomberie Chauffage, dont le siège social est établi rue A. Dehem 16, à 1070 Bruxelles, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1067, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée M. Bruno Baudine, domicilié rue des Sorcières 21, à 5030 Gembloux, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1070, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRL E.P.S. Chauffage, dont le siège social est établi rue Pionfosse 60, à 4140 Sprimont, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1071, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRL Maconnelle, dont le siège social est établi rue du Trou Perdu 6B, à 5300 Thon, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1073, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRL H2o Confort, dont le siège social est établi rue Vieux Grainchamps 22, à 6971 Tenneville, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1074, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRL Couvreur, J.-M., dont le siège social est établi rue Blangugue 3, à 1440 Braine-le-Château, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1075, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRL Ecclipse, dont le siège social est établi rue Emile Dony 28, à 6464 Bourlers, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1076, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRL Dominique Mommen et fils, dont le siège social est établi rue des Bons Enfants 71, à 4500 Huy, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1077, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SA MB Construct, dont le siège social est établi rue d’Harchies 15, à 7322 Pommerœul, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1078, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRLU Sanigaz+, dont le siège social est établi rue de l’Egalité 30, à 7170 Bois-d’Haine, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1050, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SA Bepa, dont le siège social est établi avenue Einstein 11E, à 1348 Louvain-la-Neuve, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1055, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRL Guy Decker & fils, dont le siège social est établi rue d’Autelhaut 20, à 6700 Autelbas, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1063, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SA Lucien Bodson, dont le siège social est établi rue du Chalet 79, à 4920 Aywaille, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1064, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRL Vincent, A.P., dont le siège social est établi rue Jean Gouders 110, à 4845 Sart-lez-Spa, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1066, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée M. Serge Bourlet ″Fabritube″, domicilié rue Coclisart 7, à 4020 Jupille, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1068, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée M. José Dehandschutter, domicilié rue des Sarts 6, à 7050 Jurbise, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1045, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée M. Eric Gérard, domicilié rue du Tronqui 14, à 6870 Vesqueville, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS602, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRL JM Chauffage, dont le siège social est établi rue de Roubaix 2, à 7520 Templeuve, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1015, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRL Pascal Servais, dont le siège social est établi rue des Acquises 39, à 5100 Naninne, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1037, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
28267
28268
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée M. Alain Ramet, dont le siège social est établi rue Chantraine 4, à 4890 Clermont, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1041, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRL Superma, dont le siège social est établi chaussée de Brunehault 30, à 7134 Péronnes-lez-Binche, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1051, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée M. Christophe Résimont, domicilié rue Terres Simon 8, à 6960 Harre (Manhay), en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1052, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRL Marcel Demour & fils, dont le siège social est établi drève du Tumulus 3, à 1495 Villers-la-Ville, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1053, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRL Schreurs, Jean-Claude, dont le siège social est établi rue de la Citadelle 18, à 4633 Melen-Soumagne, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1054, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SA Gosseye, dont le siège social est établi rue Saint-Sauveur 1, à 9600 Renaix, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1056, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée M. Albert Van Wymeersch, domicilié rue Debobbeleer 17, à 7170 Manage, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1057, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRL Techniconstruction, dont le siège social est établi clos du Champ d’Abeiche 1, à 1420 Braine-l’Alleud, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1060, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRL La Maison bruxelloise, dont le siège social est établi rue des Trois Tilleuls 63, à 1170 Bruxelles, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1061, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
Un arrêté ministériel du 24 avril 2007 agrée la SPRL Chauffage & Sanitaire Heylemans, dont le siège social est établi rue des Sarrazins 110, à 6043 Ransart, en qualité d’installateur de chauffe-eau solaire. Cet agrément, repris sous la référence IS1062, est délivré pour une période renouvelable de deux ans prenant cours le 24 avril 2007.
28269
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD ÜBERSETZUNG MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION [2007/201614] Energie Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird Herrn Alain Laforêt, wohnhaft rue Vertbois 25 in 4420 Montegnée, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1059 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird Herrn Michel Cantella, wohnhaft rue de Loncin 206 in 4460 Grâce-Hollogne, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1065 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″Europalux Plomberie Chauffage″, deren Gesellschaftssitz A. Dehem 16 in 1070 Brüssel festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1067 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird Herrn Bruno Baudine, wohnhaft rue des Sorcières 21 in 5030 Gembloux, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1070 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″E.P.S. Chauffage″, deren Gesellschaftssitz rue Pionfosse 60 in 4140 Sprimont festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1071 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SPRL Maconnelle″, deren Gesellschaftssitz rue du Trou Perdu 6B in 5300 Thon festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1073 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SPRL H2o Confort″, deren Gesellschaftssitz rue Vieux Grainchamps 22 in 6971 Tenneville festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1074 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SPRL Couvreur J.-M.″, deren Gesellschaftssitz rue Blangugue 3 in 1440 Braine-le-Château festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1075 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SPRL Ecclipse″, deren Gesellschaftssitz rue Emile Dony 28 in 6464 Bourlers festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1076 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
28270
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SPRL Dominique Mommen et fils″, deren Gesellschaftssitz rue des Bons Enfants 71 in 4500 Huy festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1077 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SA MB Construct″, deren Gesellschaftssitz rue d’Harchies 15 in 7322 Pommerœul festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1078 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SPRLU Sanigaz+″, deren Gesellschaftssitz rue de l’Egalité 30 in 7170 Bois-d’Haine festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1050 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SA Bepa″, deren Gesellschaftssitz Avenue Einstein 11E in 1348 Louvain-la-Neuve festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1055 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SPRL Guy Decker & fils ″, deren Gesellschaftssitz rue d’Autelhaut 20 in 6700 Autelbas gelegen ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1063 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SA Lucien Bodson″, deren Gesellschaftssitz rue du Chalet 79 in 4920 Aywaille festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1064 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SPRL Vincent A.P. » , deren Gesellschaftssitz rue Jean Gouders 110 in 4845 Sart-lez-Spa festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1066 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird Herrn Serge Bourlet ″Fabritube″, wohnhaft rue Coclisart 7 in 4020 Jupille, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1068 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird Herrn José Dehandschutter, wohnhaft rue des Sarts 6 in 7050 Jurbise, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1045 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird Herrn Eric Gérard, wohnhaft rue du Tronqui 14 in 6870 Vesqueville, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS602 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SPRL JM Chauffage″, deren Gesellschaftssitz rue de Roubaix 2 in 7520 Templeuve festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1015 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SPRL Pascal Servais″, deren Gesellschaftssitz rue des Acquises 39 in 5100 Naninne festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1037 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird Herrn Alain Ramet, dessen Gesellschaftssitz rue Chantraine 4 in 4890 Clermont festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1041 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SPRL Superma″, deren Gesellschaftssitz chaussée de Brunehault 30 in 7134 Péronnes-lez-Binche festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1051 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird Herrn Christophe Résimont, wohnhaft rue Terres Simon 8 in 6960 Harre (Manhay), die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1052 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SPRL Marcel Demour & fils″, deren Gesellschaftssitz Drève du Tumulus, 3 in 1495 Villers-la-Ville gelegen ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1053 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″Schreurs, Jean-Claude″, deren Gesellschaftssitz rue de la Citadelle 18 in 4633 Melen-Soumagne festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1054 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SA Gosseye″, deren Gesellschaftssitz rue Saint-Sauveur 1 in 9600 Renaix festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1056 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird Herrn Albert Van Wymeersch, wohnhaft rue Debobbeleer 17 in 7170 Manage, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1057 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SPRL Techniconstruction″, deren Gesellschaftssitz clos du Champ d’Abeiche 1 in 1420 Braine-l’Alleud festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1060 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
28271
28272
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SPRL La Maison bruxelloise″, deren Gesellschaftssitz rue des Trois Tilleuls 63 in 1170 Brüssel festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1061 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
Durch Ministerialerlass vom 24. April 2007 wird der Firma ″SPRL JM Chauffage″, deren Gesellschaftssitz rue des Sarrazins 110 in 6043 Ransart festgesetzt ist, die Zulassung als Installateur von Solaranlagen zur Warmwasserbereitung gewährt. Diese unter dem Bezugszeichen IS1062 registrierte Zulassung wird für einen erneuerbaren Zeitraum von zwei Jahren ab dem 24. April 2007 gewährt.
VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST [2007/201614] Energie Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de heer Alain Laborêt, woonachtig rue Vertbois 25, te 4420 Montegnée, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1059) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de heer Michel Cantella, woonachtig rue de Loncin 206, te 4460 Grâce-Hollogne, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1065) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SPRL Europalux Plomberie Chauffage″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue A. Dehem 16, te 1070 Brussel, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1067) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de heer Bruno Baudine, woonachtig rue des Sorcières 21, te 5030 Gembloux, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1070) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SPRL E.P.S. Chauffage″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue Pionfosse 60, te 4140 Sprimont, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1071) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SPRL Maconnelle″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue du Trou Perdu 6B, te 5300 Thon, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1073) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SPRL H2o Confort″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue Vieux Grainchamps 22, te 6971 Tenneville, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1074) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de Couvreur, J.-M., waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue Blangugue 3, te 1440 Kasteelbrakel, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1075) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SPRL Ecclipse″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue Emile Dony 28, te 6464 Bourlers, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1076) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SPRL Dominique Mommen et fils″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue des Bons Enfants 71, te 4500 Hoei, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1077) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SA MB Construct″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue d’Harchies 15, te 7322 Pommerœul, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1078) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SPRLU Sanigaz+″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue de l’Egalité 30, te 7170 Bois d’Haine, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1050) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SA Bepa″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is avenue Einstein 11E, te 1348 Louvain-la-Neuve, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1055) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SPRL Guy Decker & fils″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue d’Autelhaut 20, te 6700 Autelbas, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1063) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SA Lucien Bodson, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue du Chalet 79, te 4920 Aywaille, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1064) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SPRL Vincent A.P.″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue Jean Gouders 110, te 4845 Sart-lez-Spa, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1066) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de heer Serge Bourlet ″Fabritube″, woonachtig rue Coclisart 7, te 4020 Jupille, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1068) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de heer José Dehandschutter, woonachtig rue des Sarts 6, te 7050 Jurbeke, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1045) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de heer Eric Gérard, woonachtig rue du Tronqui 14, te 6870 Vesqueville, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS602) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
28273
28274
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SPRL JM Chauffage″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue de Roubaix 2, te 7520 Templeuve, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1015) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SPRL Pascal Servais″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue des Acquises 39, te 5100 Naninne, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1037) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de heer Alain Ramet, wiens maatschappelijke zetel gevestigd is rue Chantraine 4, te 4890 Clermont, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1041) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SPRL Superma″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is chaussée de Brunehault 30, te 7134 Péronnes-lez-Binche, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1051) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de heer Christophe Résimont, woonachtig rue Terres Simon 8, te 6960 Harre (Manhay), als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1052) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SPRL Marcel Demour & fils″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is drève du Tumulus 3, te 1495 Villers-la-Ville, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1053) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SPRL Schreurs, Jean-Claude″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue de la Citadelle 18, te 4633 Melen-Soumagne, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1054) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SA Gosseye″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue Saint-Sauveur 1, te 9600 Ronse, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1056) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de heer Albert Van Wymeersch, woonachtig rue Debobbeleer 17, te 7170 Manage, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1057) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SPRL Techniconstruction″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is clos du Champ d’Abeiche 1, te 1420 Eigenbrakel, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1060) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SPRL La Maison bruxelloise″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue des Trois Tilleuls 63, te 1170 Brussel, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1061) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
Bij ministerieel besluit van 24 april 2007 wordt de ″SPRL Chauffage & Sanitaire Heylemans″, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is rue des Sarrazins 110, te 6043 Ransart, als zonneboilerinstallateur erkend. Deze erkenning (IS1062) wordt verleend voor een verlengbare periode van twee jaar, die ingaat op 24 april 2007.
28275
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2007/201636] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets AT 008350 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002; Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, AT 008350, d’Autriche vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Poussières de convertisseurs contenant des oxydes de zinc 10.06.03 1 000 tonnes 01/02/2007 au 31/01/2008 MONTANWERKE BRIXLEGG A-6230 BRIXLEGG HYDROMETAL 4480 ENGIS
Namur, le 18 avril 2007. * A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2007/201635] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets CA 505576 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002; Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, CA 505576, du Canada vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Gâteaux de filtration contenant du cuivre, du zinc, du cadmium et du plomb 10.06.01 4 000 tonnes 01/12/2006 au 30/11/2007 TECK COMINCO METALS LTD V1R 4L8 COLUMBIA REVATECH 4480 ENGIS
Namur, le 3 avril 2007. * A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
28276
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2007/201637] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets FI 001856 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002; Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, FI 001856, de Finlande vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Solutions acides usagées contenant du cuivre 11.01.06 300 tonnes 01/05/2007 au 30/04/2008 ASPOCOMP OY 24100 SALO ERACHEM EUROPE 7334 SAINT-GHISLAIN
Namur, le 18 avril 2007. * A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2007/201633] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets IE 120104 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002; Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, IE 120104, d’Irlande vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Déchets mélangés 08.01.11 1 000 tonnes 20/03/2007 au 19/03/2008 ENVA IRELAND CO LAOIS GEOCYCLE 7181 FAMILLEUREUX
Namur, le 18 avril 2007. * A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
28277
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2007/201632] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets IE 160128 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002; Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, IE 160128, d’Irlande vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Boues et gâteaux de filtration d’oxyde de zinc 11.02.02 240 tonnes 01/03/2007 au 28/02/2008 LITTELFUSE IRELAND CO DUNDALK COUNTY LOUTH EIRE HYDROMETAL 4480 ENGIS
Namur, le 19 avril 2007. * A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2007/201634] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets IT 006430 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002; Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, IT 006430, d’Italie vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Boues de séparateurs eaux/hydrocarbures 13.05.02 800 tonnes 07/05/2007 au 06/05/2008 TESECO 56121 PISA GEOCYCLE 7181 FAMILLEUREUX
Namur, le 24 avril 2007. * A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
28278
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
AVIS OFFICIELS — OFFICIELE BERICHTEN COUR CONSTITUTIONNELLE [2007/201608] Extrait de l’arrêt n° 43/2007 du 15 mars 2007 Numéro du rôle : 4029 En cause : la question préjudicielle relative à l’article 488bis du Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Charleroi. La Cour d’arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 27 juin 2006 en cause de Yves Losseau, dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour d’arbitrage le 6 juillet 2006, le Tribunal de première instance de Charleroi a posé la question préjudicielle suivante : « Les dispositions de l’article 488bis du Code civil, en tant, - d’une part, qu’elles ne prévoient, ni aucune autre disposition légale, une quelconque méthode de calcul objective et légale, applicable indistinctement à toutes les personnes protégées, des rémunérations pour devoirs exceptionnels assurés par un administrateur provisoire, et que, - d’autre part et concomitamment, ne prévoient non plus une représentation judiciaire ’ ad hoc ’ de ladite personne protégée, dès lors que dans l’évaluation par le juge du montant des sommes dues à l’administrateur provisoire, celle-ci ne peut faire valoir ses droits, lesquels, dans cette hypothèse ne coïncident pas, voire, sont opposés, à ceux dudit administrateur, violent-elles les articles 10 et 11 de la Constitution ? ». (...) III. En droit (...) B.1.1. L’article 488bis, a) à k), du Code civil règle l’administration provisoire des biens appartenant à un majeur qui, en raison de son état de santé, est totalement ou partiellement hors d’état de gérer ses biens, fût-ce temporairement. B.1.2. L’article 488bis, a), du Code civil, inséré par l’article 3 de la loi du 18 juillet 1991 « relative à la protection des biens des personnes totalement ou partiellement incapables d’en assumer la gestion en raison de leur état physique ou mental » dispose ce qui suit : « Le majeur qui, en raison de son état de santé, est totalement ou partiellement hors d’état de gérer ses biens, fût-ce temporairement, peut, en vue de la protection de ceux-ci, être pourvu d’un administrateur provisoire, lorsqu’il n’est pas déjà pourvu d’un représentant légal ». B.1.3. L’administrateur provisoire est désigné par le juge de paix, conformément à l’article 488bis, c), § 1er, du Code civil. L’article 488bis, f), du même Code définit sa mission. B.1.4. Le juge de paix peut accorder une rémunération à l’administrateur provisoire. A l’origine, l’article 488bis, h), du Code civil, tel qu’il avait été inséré par l’article 10 de la loi du 18 juillet 1991, disposait à ce sujet ce qui suit : « Par décision motivée, le juge de paix peut allouer à l’administrateur provisoire une rémunération dont le montant ne peut dépasser trois pour cent des revenus de la personne protégée. Il peut, néanmoins, sur présentation d’états motivés, lui allouer une rémunération en fonction des devoirs exceptionnels accomplis ». Cette disposition a été remplacée par l’article 8 de la loi du 3 mai 2003, qui est entré en vigueur le 31 décembre 2003. Elle énonce : « § 1er. Par décision motivée, le juge de paix peut allouer à l’administrateur provisoire, après la remise par celui-ci du rapport visé à l’article 488bis, c), § 3, une rémunération dont le montant ne peut dépasser trois pour cent des revenus de la personne protégée, majorée du montant des frais exposés, dûment contrôlés par le juge de paix. Il peut néanmoins, sur présentation d’états motivés, lui allouer une rémunération en fonction des devoirs exceptionnels accomplis. L’administrateur provisoire ne peut recevoir, en dehors des rémunérations visées à l’alinéa 1er, aucune rétribution ni aucun avantage, de quelque nature ou de qui que ce soit, en rapport avec l’exercice du mandat judiciaire d’administrateur provisoire. [...] ». Quant au fond B.2. Le juge a quo demande si l’article 488bis du Code civil est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution en tant, d’une part, qu’il ne prévoit aucune méthode de calcul objective des rémunérations pour devoirs exceptionnels assurés par un administrateur provisoire et, d’autre part, qu’il ne prévoit pas non plus une représentation judiciaire particulière de la personne protégée dès lors que celle-ci ne peut faire valoir ses droits, lesquels pourraient être opposés à ceux de ce dernier. B.3. Le Conseil des ministres fait valoir que la question préjudicielle serait sans objet à défaut de préciser, tant dans sa première partie que dans sa seconde partie, à quelles autres situations est comparée la disposition litigieuse et, partant, en quoi celle-ci serait contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Quant à la première partie de la question préjudicielle B.4. Le juge a quo constate que dans son arrêt no 175/2005 du 30 novembre 2005, la Cour a estimé que l’article 488bis du Code civil n’est pas discriminatoire en tant que cette disposition prévoit que l’administrateur provisoire peut recevoir une rémunération de 3 p.c. des revenus de la personne protégée, éventuellement majorée en fonction des devoirs exceptionnels accomplis, alors que le curateur et le médiateur de dettes, qui, comme l’administrateur provisoire, agissent en tant que mandataire judiciaire, reçoivent une rémunération plus élevée pour des prestations équivalentes. Le juge a quo se demande ensuite si la même disposition viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu’elle ne prévoit pas de méthode de calcul objective et légale pour les devoirs exceptionnels assurés par un administrateur provisoire. Il peut donc être déduit implicitement mais certainement des motifs invoqués pour poser la question préjudicielle que l’administrateur provisoire doit être comparé au curateur et au médiateur de dettes. Pour ce qui concerne la première partie de la question, l’exception d’irrecevabilité est rejetée. B.5. L’administrateur provisoire gère les biens d’une personne protégée, alors que le curateur gère une faillite dans l’intérêt de l’ensemble des créanciers comme dans celui du failli et que le médiateur de dettes intervient dans le cadre du règlement collectif de dettes. B.6. En vertu de l’article 488bis, h), § 1er, alinéa 1er, du Code civil, l’administrateur provisoire peut prétendre à une rémunération pour les devoirs habituels, à une indemnité de frais et, le cas échéant, à une rémunération pour des devoirs exceptionnels. Seule la rémunération mentionnée en dernier lieu fait l’objet de la question préjudicielle, en particulier la manière dont elle est calculée. B.7.1. Le calcul de la rémunération pour des devoirs exceptionnels de l’administrateur provisoire est laissé au juge de paix. Plus précisément, la disposition en cause permet au juge de paix, au cas où une rémunération de 3 p.c. des revenus de la personne protégée ne serait pas proportionnée aux prestations fournies par l’administrateur provisoire, eu égard à leur caractère exceptionnel, d’allouer une rémunération plus élevée. B.7.2. Les honoraires du curateur sont fixés en fonction de l’importance et de la complexité de sa mission. Ils ne peuvent être fixés exclusivement sous la forme d’une indemnité proportionnelle aux actifs réalisés. Les règles et barèmes relatifs à la fixation des honoraires sont établis par le Roi. Le Roi détermine les prestations et frais couverts par les honoraires. Le Roi peut également déterminer les frais pouvant faire l’objet d’une indemnisation séparée, ainsi que les modalités de leur arbitrage (article 33, alinéa 1er, de la loi sur les faillites du 8 août 1997). Les honoraires du curateur consistent en principe en une indemnité proportionnelle calculée par tranche sur la base des actifs récupérés et réalisés (article 1er, alinéa 1er, de l’arrêté royal du 10 août 1998 « établissant les règles et barèmes relatifs à la fixation des honoraires et des frais de curateurs »). Le tribunal de commerce peut, par une décision motivée, faire varier à la hausse comme à la baisse les honoraires en leur appliquant un coefficient correcteur variant de 0.8 à 1.2. Cela peut se faire en fonction de divers facteurs tels que, entre autres, l’ampleur et la complexité de l’affaire, le personnel occupé, le nombre de créances, la valeur de réalisation de l’actif, la diligence avec laquelle la faillite est gérée et les créanciers privilégiés payés, ainsi que la valorisation donnée à des actifs déterminés, même de moindre importance (article 3 du même arrêté royal). Certaines prestations du curateur qui ne font pas partie de la liquidation normale de la faillite et qui ont contribué ou qui auraient raisonnablement dû contribuer à conserver ou à augmenter l’actif de la faillite ou à en limiter le passif peuvent faire l’objet d’honoraires extraordinaires. Sont, entre autres, ainsi visés la poursuite de l’activité commerciale par le curateur ou les devoirs exceptionnels résultant du nombre des créanciers ou de la dispersion des avoirs du failli (article 7 du même arrêté royal). B.7.3. Les règles et tarifs fixant les honoraires, émoluments et frais du médiateur de dettes sont également déterminés par le Roi (article 1675/19 du Code judiciaire). Les honoraires et les émoluments consistent en des indemnités forfaitaires (article 1er de l’arrêté royal du 18 décembre 1998 établissant les règles et tarifs relatifs à la fixation des honoraires, des émoluments et des frais du médiateur de dettes). Le Roi n’a pas prévu d’indemniser les devoirs exceptionnels. B.8. Il découle de ce qui précède, d’une part, que le calcul de la rémunération pour des devoirs exceptionnels aussi bien de l’administrateur provisoire que du curateur est laissé au juge et, d’autre part, que la mission du médiateur de dettes ne saurait donner lieu au calcul d’une rémunération similaire pour des devoirs exceptionnels. L’administrateur provisoire et le curateur de faillite ne sont donc pas traités de manière différente. Il ne peut être fait de comparaison utile avec le médiateur de dettes puisqu’il ne peut obtenir la rémunération de devoirs exceptionnels. B.9. La première partie de la question préjudicielle appelle une réponse négative. Quant à la deuxième partie de la question préjudicielle B.10. La deuxième partie de la question préjudicielle interroge la Cour sur le point de savoir si la disposition en cause viole les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu’elle ne prévoit pas de représentation légale « ad hoc » de la personne protégée dont les intérêts sont opposés à ceux de l’administrateur provisoire. Il est notamment renvoyé, en guise de comparaison, au subrogé tuteur qui intervient à ce titre en cas de tutelle. Il peut donc être déduit implicitement mais certainement des motifs de la décision et des écrits de procédure que l’administrateur provisoire est comparé au subrogé tuteur. L’exception d’irrecevabilité est rejetée pour ce qui concerne la deuxième partie de la question préjudicielle. B.11.1. La deuxième différence de traitement mentionnée dans la question préjudicielle repose, elle aussi, sur un critère objectif, à savoir la nature différente de la mission des mandataires judiciaires concernés : l’administrateur provisoire est chargé de gérer les biens d’une personne protégée alors que la mission essentielle du subrogé tuteur est la surveillance constante du tuteur tant dans les actes d’éducation du mineur que dans ceux qui concernent ses biens. S’il est vrai que l’article 404 du Code civil dispose qu’à titre accessoire et exceptionnel, le subrogé tuteur remplace le tuteur lorsque celui-ci doit accomplir un acte qui fait naître une opposition d’intérêts entre lui et son pupille, l’article 488bis, b), § 4, du Code civil dispose que la personne à protéger a le droit de se faire assister d’une personne de confiance qu’elle désigne ou désignée par le juge de paix. Aux termes de l’article 488bis, b), § 4, alinéa 3, « lorsque la personne de confiance constate que l’administrateur provisoire manque à ses devoirs dans l’exercice de sa mission, elle doit, en tant que personne intéressée conformément à l’article 488bis, d), demander au juge de paix de revoir son ordonnance ». Cette dernière disposition vise la question des biens de la personne protégée.
28279
28280
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.11.2. Il s’ensuit que, s’il n’existe pas, en matière d’administration provisoire, une disposition générale comparable à l’article 404 du Code civil en matière de tutelle, il y a une possibilité de faire assister la personne protégée en cas d’opposition d’intérêts entre celle-ci et l’administrateur provisoire. B.11.3. S’il existe des différences dans la manière dont sont protégés les intérêts du mineur et ceux du majeur pourvu d’un administrateur provisoire, ces différences ne sont pas telles que les articles 10 et 11 de la Constitution seraient violés. B.12. La deuxième partie de la question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : L’article 488bis, h), du Code civil ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, conformément à l’article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, à l’audience publique du 15 mars 2007. Le greffier, Le président, P.-Y. Dutilleux. M. Melchior.
GRONDWETTELIJK HOF [2007/201608] Uittreksel uit arrest nr. 43/2007 van 15 maart 2007 Rolnummer 4029 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 488bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Charleroi. Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Martens, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman en E. Derycke, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 27 juni 2006 in zake Yves Losseau, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 6 juli 2006, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Charleroi de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de bepalingen van artikel 488bis van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre, - enerzijds, noch zij, noch enige andere wettelijke bepaling voorzien in een objectieve en wettelijke berekeningsmethode, die zonder onderscheid van toepassing is op alle beschermde personen, voor de bezoldiging voor buitengewone ambtsverrichtingen vervuld door een voorlopige bewindvoerder, en, - anderzijds, en tegelijkertijd, zij evenmin voorzien in een procesrechtelijke vertegenwoordiging ’ ad hoc ’ van de genoemde beschermde persoon, aangezien deze, bij de beoordeling door de rechter van het bedrag van de bezoldiging die aan de voorlopige bewindvoerder verschuldigd is, zijn rechten niet kan laten gelden, die in dat geval niet samenvallen met en zelfs tegengesteld zijn aan die van de genoemde bewindvoerder ? ». (...) III. In rechte (...) B.1.1. Artikel 488bis, a) tot en met k), van het Burgerlijk Wetboek regelt het voorlopige bewind over de goederen toebehorend aan een meerderjarige die, geheel of gedeeltelijk, zij het tijdelijk, wegens zijn gezondheidstoestand, niet in staat is zijn goederen te beheren. B.1.2. Artikel 488bis, a), van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij artikel 3 van de wet van 18 juli 1991 « betreffende de bescherming van de goederen van personen die wegens hun lichaams- of geestestoestand geheel of gedeeltelijk onbekwaam zijn die te beheren », bepaalt dienaangaande : « De meerderjarige die, geheel of gedeeltelijk, zij het tijdelijk, wegens zijn gezondheidstoestand, niet in staat is zijn goederen te beheren, kan met het oog op de bescherming ervan, een voorlopige bewindvoerder toegevoegd worden, als hem nog geen wettelijke vertegenwoordiger werd toegevoegd ». B.1.3. De voorlopige bewindvoerder wordt aangesteld door de vrederechter overeenkomstig artikel 488bis, c), § 1, van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 488bis, f), van hetzelfde Wetboek omschrijft diens opdracht. B.1.4. De vrederechter kan de voorlopige bewindvoerder een vergoeding toekennen. Oorspronkelijk bepaalde artikel 488bis, h), van het Burgerlijk Wetboek, zoals ingevoegd bij artikel 10 van de wet van 18 juli 1991, hieromtrent het volgende : « De vrederechter kan aan de voorlopige bewindvoerder, bij een gemotiveerde beslissing, een vergoeding toekennen waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan drie procent van de inkomsten van de beschermde persoon. Hij kan hem nochtans, na overlegging van met redenen omklede staten, een vergoeding toekennen in verhouding tot de vervulde buitengewone ambtsverrichtingen ». Die bepaling werd vervangen bij artikel 8 van de wet van 3 mei 2003, dat in werking is getreden op 31 december 2003. Die bepaling luidt : « § 1. De vrederechter kan aan de voorlopige bewindvoerder, bij een gemotiveerde beslissing, na de overlegging door de voorlopige bewindvoerder van het verslag bedoeld in artikel 488bis, c), § 3, een bezoldiging toekennen waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan drie procent van de inkomsten van de beschermde persoon. Naast de bezoldiging worden de gemaakte kosten vergoed, na door de vrederechter behoorlijk te zijn nagezien. Hij kan hem nochtans, na overlegging van met redenen omklede staten, een bezoldiging toekennen in verhouding tot de vervulde buitengewone ambtsverrichtingen.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Het is de voorlopige bewindvoerder verboden, buiten de in het eerste lid vermelde bezoldigingen, enige bezoldiging of voordeel, van welke aard ook of van wie ook, te ontvangen met betrekking tot het uitoefenen van het gerechtelijke mandaat van voorlopige bewindvoerder. [...] ». Ten gronde B.2. De verwijzende rechter vraagt of artikel 488bis van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre, enerzijds, het in geen enkele objectieve berekeningsmethode voorziet voor de bezoldiging voor buitengewone ambtsverrichtingen vervuld door een voorlopige bewindvoerder en, anderzijds, het evenmin voorziet in een bijzondere procesrechtelijke vertegenwoordiging van de beschermde persoon aangezien deze zijn rechten, die tegengesteld zouden kunnen zijn aan die van die laatste, niet kan laten gelden. B.3. De Ministerraad voert aan dat de prejudiciële vraag zonder voorwerp zou zijn omdat niet wordt gepreciseerd noch in het eerste deel, noch in het tweede deel - met welke andere situaties de in het geding zijnde bepaling wordt vergeleken, noch bijgevolg in welk opzicht de bepaling strijdig zou zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Ten aanzien van het eerste onderdeel van de prejudiciële vraag B.4. De verwijzende rechter stelt vast dat het Hof in zijn arrest nr. 175/2005 van 30 november 2005 heeft geoordeeld dat artikel 488bis van het Burgerlijk Wetboek niet discrimineert in zoverre die bepaling voor de voorlopige bewindvoerder in een bezoldiging voorziet van 3 pct. van de inkomsten van de beschermde persoon, eventueel te verhogen op grond van de vervulde buitengewone ambtsverrichtingen, terwijl de curator en de schuldbemiddelaar, die zoals de voorlopige bewindvoerder als gerechtelijk mandataris optreden, voor gelijkwaardige prestaties een hogere vergoeding ontvangen. De verwijzende rechter vraagt zich vervolgens af of dezelfde bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat zij niet in een objectieve en wettelijke berekeningsmethode voorziet voor de buitengewone ambtsverrichtingen vervuld door een voorlopige bewindvoerder. Uit de motieven voor het stellen van de prejudiciële vraag kan aldus impliciet maar zeker worden afgeleid dat de voorlopige bewindvoerder moet worden vergeleken met de curator en de schuldbemiddelaar. Wat het eerste onderdeel van de vraag betreft, wordt de exceptie van onontvankelijkheid verworpen. B.5. De voorlopige bewindvoerder beheert de goederen van een beschermd persoon, terwijl de curator een faillissement beheert in het belang van zowel de gezamenlijke schuldeisers als van de gefailleerde, en de schuldbemiddelaar optreedt in het kader van de collectieve schuldenregeling. B.6. Krachtens artikel 488bis, h), § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek kan de voorlopige bewindvoerder aanspraak maken op een bezoldiging voor de gewone ambtsverrichtingen, een onkostenvergoeding en, in voorkomend geval, een bezoldiging voor buitengewone ambtsverrichtingen. Enkel de laatstgenoemde bezoldiging maakt het voorwerp uit van de prejudiciële vraag, inzonderheid de wijze waarop zij wordt berekend. B.7.1. De berekening van de bezoldiging voor buitengewone ambtsverrichtingen van de voorlopige bewindvoerder wordt aan de vrederechter overgelaten. Meer bepaald stelt de in het geding zijnde bepaling de vrederechter in staat, wanneer een bezoldiging van 3 pct. van de inkomsten van de beschermde persoon niet evenredig zou zijn met de door de voorlopige bewindvoerder geleverde prestaties, gelet op het buitengewone karakter ervan, een hogere bezoldiging toe te kennen. B.7.2. Het ereloon van de curator wordt bepaald in verhouding tot het belang en de complexiteit van zijn opdracht. Het mag niet uitsluitend worden uitgedrukt in een procentuele vergoeding op basis van de gerealiseerde activa. De regels en barema’s tot vaststelling van het ereloon worden door de Koning bepaald. Hierbij bepaalt de Koning welke prestaties en kosten door het ereloon worden gedekt. De Koning kan tevens bepalen welke kosten afzonderlijk worden vergoed en op welke wijze ze worden begroot (artikel 33, eerste lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997). Het ereloon van de curator bestaat in beginsel in een proportionele vergoeding per schijf berekend op grond van de teruggeïnde en gerealiseerde activa (artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de regels en barema’s tot bepaling van de kosten en het ereloon van de curatoren). De rechtbank van koophandel kan op grond van een met redenen omklede beslissing het ereloon vermeerderen of verminderen aan de hand van een correctiecoëfficiënt die varieert van 0.8 tot 1.2. Dat kan gebeuren op basis van verscheidene factoren zoals de omvang en de complexiteit van de zaak, het tewerkgestelde personeel, het aantal schuldvorderingen, de realisatiewaarde van het actief, de spoed waarmee het faillissement wordt afgewikkeld en de bevoorrechte schuldeisers worden betaald, alsook de waarde die voor bepaalde, zelfs minder belangrijke, activa wordt gekregen (artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit). Bepaalde prestaties van de curator die geen deel uitmaken van de normale vereffening van de failliete boedel en die ertoe hebben bijgedragen of er redelijkerwijs toe hadden moeten bijdragen het actief van het faillissement te bewaren of te vergroten of het passief ervan te beperken, kunnen aanleiding geven tot betaling van een buitengewoon ereloon. Het gaat hierbij onder meer om de voortzetting van de handelsactiviteit door de curator of om buitengewone opdrachten voortvloeiend uit het aantal schuldeisers of uit de versnippering van het vermogen van de gefailleerde (artikel 7 van hetzelfde koninklijk besluit). B.7.3. De regels en barema’s tot vaststelling van het ereloon, de emolumenten en de kosten van de schuldbemiddelaar worden eveneens door de Koning bepaald (artikel 1675/19 van het Gerechtelijk Wetboek). Het ereloon en de emolumenten bestaan uit forfaitaire vergoedingen (artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 december 1998 houdende vaststelling van de regels en barema’s tot bepaling van het ereloon, de emolumenten en de kosten van de schuldbemiddelaar). De Koning heeft niet voorzien in de vergoeding van buitengewone ambtsverrichtingen. B.8. Uit hetgeen voorafgaat volgt, enerzijds, dat de berekening van de bezoldiging voor buitengewone ambtsverrichtingen van zowel de voorlopige bewindvoerder als de curator aan de rechter wordt overgelaten en, anderzijds, dat de opdracht van de schuldbemiddelaar geen aanleiding kan geven tot de berekening van een soortgelijke bezoldiging voor buitengewone ambtsverrichtingen.
28281
28282
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD De voorlopige bewindvoerder en de curator van het faillissement worden dus niet verschillend behandeld. Er kan geen nuttige vergelijking gemaakt worden met de schuldbemiddelaar vermits die geen aanspraak kan maken op een bezoldiging voor buitengewone ambtsverrichtingen. B.9. Het eerste onderdeel van de prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Ten aanzien van het tweede onderdeel van de prejudiciële vraag B.10. Het tweede onderdeel van de prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of de in het geding zijnde bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat zij niet in een wettelijke vertegenwoordiging « ad hoc » van de beschermde persoon voorziet wanneer diens belangen tegengesteld zijn aan die van de voorlopige bewindvoerder. Er wordt meer bepaald verwezen, ter vergelijking, naar de toeziende voogd die in die hoedanigheid optreedt in geval van voogdij. Uit de motieven van de beslissing en uit de procedurestukken kan dus impliciet maar zeker worden afgeleid dat de voorlopige bewindvoerder wordt vergeleken met de toeziende voogd. De exceptie van onontvankelijkheid wordt verworpen wat het tweede onderdeel van de prejudiciële vraag betreft. B.11.1. Het tweede verschil in behandeling dat in de prejudiciële vraag wordt vermeld, berust eveneens op een objectief criterium, namelijk de verschillende aard van de opdracht van de betrokken gerechtelijke mandatarissen : de voorlopige bewindvoerder wordt belast met het beheer van de goederen van een beschermde persoon, terwijl de hoofdopdracht van de toeziende voogd erin bestaat voortdurend toezicht te houden op de voogd, zowel wat diens handelingen betreft voor de opvoeding van de minderjarige als die welke betrekking hebben op zijn goederen. Artikel 404 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt weliswaar dat de toeziende voogd, in bijkomende orde en bij wijze van uitzondering, de voogd vervangt wanneer deze een handeling moet stellen die aanleiding geeft tot een belangenconflict tussen hem en zijn pupil; dat neemt echter niet weg dat artikel 488bis, b), § 4, van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de te beschermen persoon het recht heeft zich te laten bijstaan door een door hemzelf of door de vrederechter aangewezen vertrouwenspersoon. Luidens artikel 488bis, b), § 4, derde lid, moet de vertrouwenspersoon, « indien [hij] vaststelt dat de voorlopige bewindvoerder tekortschiet in de uitoefening van zijn taak, [...] als belanghebbende, de vrederechter verzoeken de beschikking te herzien, overeenkomstig artikel 488bis, d) ». Die laatste bepaling heeft betrekking op de goederen van de beschermde persoon. B.11.2. Daaruit volgt dat, ook al bestaat er inzake voorlopig bewind geen algemene bepaling die vergelijkbaar is met artikel 404 van het Burgerlijk Wetboek dat geldt inzake voogdij, toch de mogelijkheid bestaat om de beschermde persoon te laten bijstaan in geval van een belangenconflict tussen die laatste en de voorlopige bewindvoerder. B.11.3. Ook al zijn er verschillen in de wijze waarop de belangen van de minderjarige en die van de meerderjarige aan wie een voorlopige bewindvoerder is toegevoegd, worden beschermd, toch zijn die verschillen niet van die aard dat de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zouden zijn geschonden. B.12. Het tweede onderdeel van de prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 488bis, h), van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 15 maart 2007. De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux. M. Melchior.
ÜBERSETZUNG VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2007/201608] Auszug aus dem Urteil Nr. 43/2007 vom 15. März 2007 Geschäftsverzeichnisnummer 4029 In Sachen: Präjudizielle Frage in Bezug auf Artikel 488bis des Zivilgesetzbuches, gestellt vom Gericht erster Instanz Charleroi. Der Schiedshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden M. Melchior und A. Arts, und den Richtern P. Martens, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman und E. Derycke, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden M. Melchior, verkündet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der präjudiziellen Frage und Verfahren In seinem Urteil vom 27. Juni 2006 in Sachen Yves Losseau, dessen Ausfertigung am 6. Juli 2006 in der Kanzlei des Schiedshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Charleroi folgende präjudizielle Frage gestellt: «Verstoßen die Bestimmungen von Artikel 488bis des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem - einerseits weder sie noch jegliche andere Gesetzesbestimmung eine objektive und gesetzliche Berechnungsmethode, die ohne Unterschied auf alle geschützten Personen Anwendung findet, für die Vergütung eines vorläufigen Verwalters aufgrund der von ihm verrichteten außergewöhnlichen Aufgaben festlegt, und - andererseits - und gleichzeitig - sie auch keine verfahrensrechtliche Vertretung ’ ad hoc ’ für die genannte geschützte Person vorsehen, indem diese bei der durch den Richter vorgenommenen Bewertung des Betrags der dem vorläufigen Verwalter geschuldeten Vergütung ihre Rechte nicht geltend machen kann, die in dieser Hypothese denen des genannten Verwalters nicht entsprechen bzw. ihnen sogar entgegengesetzt sind?». (...)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD III. In rechtlicher Beziehung (...) B.1.1. Artikel 488bis Buchstaben a) bis k) des Zivilgesetzbuches regelt die vorläufige Verwaltung des Vermögens von Volljährigen, die aufgrund ihres Gesundheitszustandes ganz oder teilweise außerstande sind, ihr Vermögen zu verwalten, und sei es zeitweise. B.1.2. Artikel 488bis Buchstabe a) des Zivilgesetzbuches, eingefügt durch Artikel 3 des Gesetzes vom 18. Juli 1991 «über den Schutz des Vermögens von Personen, die aufgrund ihres körperlichen oder geistigen Gesundheitszustands nicht in der Lage sind, die Verwaltung dieses Vermögens wahrzunehmen», bestimmt diesbezüglich: «Einem Volljährigen, der aufgrund seines Gesundheitszustands ganz oder teilweise außerstande ist, und sei es nur zeitweise, sein Vermögen zu verwalten, kann zum Schutz dieses Vermögens ein vorläufiger Verwalter zugewiesen werden, wenn ihm nicht schon ein gesetzlicher Vertreter zugewiesen worden ist». B.1.3. Der vorläufige Verwalter wird bestellt durch den Friedensrichter aufgrund von Artikel 488bis Buchstabe c) § 1 des Zivilgesetzbuches. Artikel 488bis Buchstabe f) desselben Gesetzbuches beschreibt seinen Auftrag. B.1.4. Der Friedensrichter kann dem vorläufigen Verwalter eine Vergütung bewilligen. Ursprünglich bestimmte Artikel 488bis Buchstabe h) des Zivilgesetzbuches, eingefügt durch Artikel 10 des Gesetzes vom 18. Juli 1991, diesbezüglich folgendes: «Durch eine mit Gründen versehene Entscheidung kann der Friedensrichter dem vorläufigen Verwalter eine Vergütung bewilligen, deren Betrag drei Prozent der Einkünfte der geschützten Person nicht übersteigen darf. Er kann ihm jedoch gegen Vorlage von mit Gründen versehenen Aufstellungen eine Vergütung aufgrund der verrichteten außergewöhnlichen Aufgaben bewilligen». Diese Bestimmung wurde durch Artikel 8 des Gesetzes vom 3. Mai 2003 ersetzt, der am 31. Dezember 2003 in Kraft getreten ist. Sie lautet wie folgt: «§ 1. Durch eine mit Gründen versehene Entscheidung kann der Friedensrichter dem vorläufigen Verwalter, nachdem dieser den in Artikel 488bis c) § 3 erwähnten Bericht vorgelegt hat, eine Vergütung bewilligen, deren Betrag drei Prozent der Einkünfte der geschützten Person, erhöht um den Betrag der vom Friedensrichter ordnungsgemäß geprüften eingegangenen Kosten, nicht übersteigen darf. Er kann ihm jedoch gegen Vorlage von mit Gründen versehenen Aufstellungen eine Vergütung aufgrund der verrichteten außergewöhnlichen Aufgaben bewilligen. Außer den in Absatz 1 erwähnten Vergütungen darf der vorläufige Verwalter keinerlei auf die Ausführung des gerichtlichen Mandats als vorläufiger Verwalter zurückzuführenden Vergütungen oder Vorteile gleich welcher Art oder von wem auch immer erhalten. [...]». Zur Hauptsache B.2. Der vorlegende Richter fragt, ob Artikel 488bis des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern er einerseits keine objektive Berechnungsmethode der Vergütungen für außergewöhnliche Aufgaben eines vorläufigen Verwalters und andererseits ebenfalls keine besondere verfahrensrechtliche Vertretung einer geschützten Person vorsehe, da diese nicht ihre Rechte geltend machen könne, die denjenigen des Verwalters entgegengesetzt sein könnten. B.3. Der Ministerrat führt an, die präjudizielle Frage sei gegenstandslos, da weder im ersten noch im zweiten Teil präzisiert werde, mit welchen anderen Situationen die fragliche Bestimmung verglichen werde und folglich inwiefern sie im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung stünde. In Bezug auf den ersten Teil der präjudiziellen Frage B.4. Der vorlegende Richter stellt fest, dass der Hof in seinem Urteil Nr. 175/2005 vom 30. November 2005 erkannt hat, dass Artikel 488bis des Zivilgesetzbuches nicht diskriminierend ist, insofern diese Bestimmung für den vorläufigen Verwalter eine Entlohnung von drei Prozent der Einkünfte der geschützten Person vorsieht, die gegebenenfalls aufgrund der verrichteten außergewöhnlichen Aufgaben zu erhöhen ist, während ein Konkursverwalter und ein Schuldenvermittler, die ebenso wie vorläufige Verwalter als gerichtliche Mandatsträger auftreten, für gleichartige Leistungen eine höhere Vergütung erhalten. Der vorlegende Richter fragt sich anschließend, ob dieselbe Bestimmung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstoße, insofern sie keine objektive und gesetzliche Berechnungsmethode für die von einem vorläufigen Verwalter erfüllten außergewöhnlichen Aufgaben vorsehe. Implizit, aber mit Sicherheit ist aus der für die präjudizielle Frage angeführten Begründung abzuleiten, dass der vorläufige Verwalter mit dem Konkursverwalter und dem Schuldenvermittler zu vergleichen ist. In Bezug auf den ersten Teil der Frage wird die Einrede der Unzulässigkeit abgewiesen. B.5. Ein vorläufiger Verwalter verwaltet das Vermögen einer geschützten Person, während ein Konkursverwalter einen Konkurs sowohl im Interesse der Gesamtheit der Gläubiger als auch des Konkursschuldners verwaltet und ein Schuldenvermittler im Rahmen einer kollektiven Schuldenregelung auftritt. B.6. Aufgrund von Artikel 488bis Buchstabe h) § 1 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches kann der vorläufigen Verwalter für gewöhnliche Aufgaben eine Kostenentschädigung und gegebenenfalls eine Vergütung für außergewöhnliche Aufgaben beanspruchen. Nur die letztgenannte Vergütung ist Gegenstand der präjudiziellen Frage, insbesondere die Weise ihrer Berechnung. B.7.1. Die Berechnung der Vergütung für außergewöhnliche Aufgaben des vorläufigen Verwalters ist dem Friedensrichter überlassen. Die fragliche Bestimmung erlaubt es insbesondere dem Friedensrichter in dem Fall, wo eine Vergütung von drei Prozent der Einkünfte der geschützten Person nicht im Verhältnis zu den Leistungen des vorläufigen Verwalters angesichts ihrer außergewöhnlichen Beschaffenheit stehen würde, eine höhere Vergütung zu gewähren.
28283
28284
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.7.2. Das Honorar der Konkursverwalter wird je nach Umfang und Schwierigkeit ihres Auftrags bestimmt. Es darf nicht ausschließlich in einer im Verhältnis zu den realisierten Aktiva stehenden Vergütung ausgedrückt werden. Die Regeln und die Gebührenordnung in Bezug auf die Festsetzung des Honorars werden vom König bestimmt. Der König bestimmt die Leistungen und Kosten, die durch das Honorar gedeckt werden. Der König kann auch bestimmen, welche Kosten separat vergütet werden und auf welche Weise sie festgesetzt werden (Artikel 33 Absatz 1 des Konkursgesetzes vom 8. August 1997). Das Honorar der Konkursverwalter besteht grundsätzlich in einer proportionalen Vergütung, die nach Teilbeträgen auf der Grundlage der wiedererlangten und realisierten Aktiva berechnet wird (Artikel 1 Absatz 1 des königlichen Erlasses vom 10. August 1998 zur Festlegung der Regeln und der Gebührenordnung in Bezug auf die Festsetzung der Kosten und des Honorars der Konkursverwalter). Das Handelsgericht kann durch eine mit Gründen versehene Entscheidung die Honorare nach oben oder nach unten anpassen, indem es einen Korrekturkoeffizienten von 0,8 bis 1,2 darauf anwendet. Dies kann entsprechend verschiedenen Faktoren geschehen, wie unter anderem der Umfang und die Komplexität der Sache, das beschäftigte Personal, die Zahl der Forderungen, der Realisierungswert der Aktiva, die Schnelligkeit, mit der der Konkurs abgewickelt wird und die bevorrechtigten Gläubiger bezahlt werden, sowie der Wert, der für gewisse, wenn auch weniger bedeutende Aktiva erzielt wird (Artikel 3 desselben königlichen Erlasses). Gewisse Leistungen des Konkursverwalters, die nicht Bestandteil der normalen Abwicklung des Konkurses sind und die zur Wahrung oder Erhöhung der Aktiva des Konkurses oder zur Begrenzung seiner Passiva beigetragen haben oder vernünftigerweise hätten beitragen müssen, können Gegenstand außergewöhnlicher Honorare sein. Dies gilt unter anderem für die Fortführung der Handelstätigkeit durch den Konkursverwalter oder für außergewöhnliche Aufgaben wegen der Zahl der Gläubiger oder der Streuung des Vermögens des Konkursschuldners (Artikel 7 desselben königlichen Erlasses). B.7.3. Die Regeln und die Tarifordnung zur Festlegung der Honorare, Gebühren und Kosten des Schuldenvermittlers werden ebenfalls vom König bestimmt (Artikel 1675/19 des Gerichtsgesetzbuches). Die Honorare und Gebühren bestehen in Pauschalentschädigungen (Artikel 1 des königlichen Erlasses vom 18. Dezember 1998 zur Bestimmung der Regeln und der Tarifordnung zur Festlegung der Honorare, Gebühren und Kosten der Schuldenvermittler). Der König hat nicht vorgesehen, außergewöhnliche Aufgaben zu vergüten. B.8. Aus den vorstehenden Erwägungen ergibt sich einerseits, dass die Berechnung der Vergütung für außergewöhnliche Aufgaben sowohl des vorläufigen Verwalters als auch des Konkursverwalters dem Richter überlassen bleibt, und andererseits, dass der Auftrag des Schuldenvermittlers nicht zur Berechnung einer ähnlichen Vergütung für außergewöhnliche Aufgaben führen kann. Der vorläufige Verwalter und der Konkursverwalter werden also nicht unterschiedlich behandelt. Es kann kein sachdienlicher Vergleich mit dem Schuldenvermittler gezogen werden, weil er die Vergütung für außergewöhnliche Aufgaben nicht erhalten kann. B.9. Der erste Teil der präjudiziellen Frage ist verneinend zu beantworten. In Bezug auf den zweiten Teil der präjudiziellen Frage B.10. Im zweiten Teil der präjudiziellen Frage wird der Hof gefragt, ob die betreffende Bestimmung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstoße, insofern sie keine gesetzliche «ad hoc»-Vertretung der geschützten Person, deren Interessen denjenigen des vorläufigen Verwalters entgegengesetzt seien, vorsehe. Zum Vergleich wird insbesondere auf den Gegenvormund verwiesen, der im Falle der Vormundschaft in dieser Eigenschaft auftrete. Implizit, aber mit Sicherheit ist aus der Begründung der Entscheidung und den Verfahrensunterlagen abzuleiten, dass der vorläufige Verwalter mit dem Gegenvormund verglichen wird. Die Einrede der Unzulässigkeit wird abgewiesen in Bezug auf den zweiten Teil der präjudiziellen Frage. B.11.1. Der zweite, in der präjudiziellen Frage angeführte Behandlungsunterschied beruht ebenfalls auf einem objektiven Kriterium, nämlich der unterschiedlichen Beschaffenheit des Auftrags der betreffenden gerichtlichen Mandatsträger: Der vorläufige Verwalter ist mit der Verwaltung der Güter einer geschützten Person beauftragt, während der wesentliche Auftrag des Gegenvormundes in der ständigen Überwachung des Vormundes sowohl bei den Handlungen zur Erziehung des Minderjährigen als auch denjenigen bezüglich seiner Güter besteht. Zwar sieht Artikel 404 des Zivilgesetzbuches vor, dass der Gegenvormund ergänzend und ausnahmsweise den Vormund ersetzt, wenn dieser eine Handlung ausführen muss, durch die ein Interessenkonflikt zwischen ihm und seinem Mündel entsteht, doch Artikel 488bis Buchstabe b) § 4 des Zivilgesetzbuches sieht vor, dass die zu schützende Person das Recht hat, sich von einer von ihr oder durch den Friedensrichter bestimmten Vertrauensperson unterstützen zu lassen. Artikel 488bis Buchstabe b) § 4 Absatz 3 bestimmt: «Wenn die Vertrauensperson feststellt, dass der vorläufige Verwalter seinen Pflichten bei der Ausführung seines Auftrags nicht nachkommt, muss sie als interessehabende Person gemäß Artikel 488bis d) den Friedensrichter ersuchen, seinen Beschluss zu revidieren». Die letztgenannte Bestimmung betrifft die Güter der geschützten Person. B.11.2. Wenngleich auf dem Gebiet der vorläufigen Verwaltung keine allgemeine Bestimmung besteht, die mit Artikel 404 des Zivilgesetzbuches hinsichtlich der Vormundschaft vergleichbar wäre, besteht folglich eine Möglichkeit, die geschützte Person im Falle eines Interessenkonflikts zwischen ihr und dem vorläufigen Verwalter unterstützen zu lassen. B.11.3. Wenngleich es in der Weise, auf die die Interessen Minderjähriger und diejenigen Volljähriger mit einem vorläufigen Verwalter geschützt werden, Unterschiede gibt, sind diese nicht derart, dass gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstoßen würde. B.12. Der zweite Teil der präjudiziellen Frage ist verneinend zu beantworten. Aus diesen Gründen: Der Hof erkennt für Recht: Artikel 488bis Buchstabe h) des Zivilgesetzbuches verstößt nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung. Verkündet in französischer und niederländischer Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof, in der öffentlichen Sitzung vom 15. März 2007. Der Kanzler, (gez.) P.-Y. Dutilleux.
Der Vorsitzende, (gez.) M. Melchior.
28285
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD GRONDWETTELIJK HOF [2007/201607] Uittreksel uit arrest nr. 44/2007 van 21 maart 2007 Rolnummer 3952 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 7bis van de jachtwet van 28 februari 1882 en artikel 24 van het jachtdecreet van het Vlaamse Gewest van 24 juli 1991, gesteld door de Vrederechter van het kanton Zelzate. Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters R. Henneuse, M. Bossuyt, J.-P. Snappe, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 23 maart 2006 in zake Dirk Neyt-De Geest tegen John Denie en Gert De Roover, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 30 maart 2006, heeft de Vrederechter van het kanton Zelzate de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 7bis van de Jachtwet van 28 februari 1882 en 24 van het Jachtdecreet van 24 juli 1991, afzonderlijk en samen gelezen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat zij met betrekking tot de regels (met inbegrip van rechtspleging) om de vaststelling en begroting van belangrijke wildschade mogelijk te maken een onderscheid maken tussen belangrijke wildschade veroorzaakt door konijnen en belangrijke wildschade veroorzaakt door ander wild, in die zin dat iemand die belangrijke wildschade lijdt die werd veroorzaakt door fazanten zich niet op de (snellere en goedkopere) procedure van artikel 7bis van de Jachtwet kan steunen om deze schade te laten vaststellen en begroten, terwijl deze procedure wel kan worden aangewend door het iemand die belangrijke wildschade lijdt door konijnen ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, van artikel 7bis van de jachtwet van 28 februari 1882 en van artikel 24 van het jachtdecreet van het Vlaamse Gewest van 24 juli 1991, in zoverre die bepalingen in een verschillende rechtspleging voorzien ten aanzien van vorderingen tot vergoeding van wildschade naargelang die schade door konijnen dan wel door ander wild wordt veroorzaakt. B.2.1. Artikel 7bis van de jachtwet van 28 februari 1882 bepaalt, wat het Vlaamse Gewest betreft : « Hij die beweert schade te hebben geleden, richt tot de vrederechter een mondeling of schriftelijk verzoek, waarin hij zijn naam, beroep en woonplaats en die van de verantwoordelijke persoon vermeldt, alsmede het voorwerp en de oorzaak van de eis. Geschiedt het verzoek mondeling, dan maakt de rechter daarvan proces-verbaal op. Binnen de acht dagen benoemt hij een deskundige en, na te bekwamer tijd bij aangetekende brief en zo nodig bij geregistreerd telegram aan partijen kennis te hebben gegeven van de inhoud van het verzoek, alsmede van de dag en het uur van de plaatsopneming en van het deskundig onderzoek, begeeft hij zich, vergezeld van de deskundige ter plaatse. Is de eis vatbaar voor hoger beroep, dan maakt hij van de verklaringen van de deskundige proces-verbaal op en, indien daartoe reden is, ook van zijn eigen bevindingen. De partijen worden verzocht al hun middelen uiterlijk tijdens deze plaatsopneming te doen kennen. Tenzij de verweerder verkiest het bedrag, door de deskundige als dubbele vergoeding bepaald, en de kosten dadelijk te betalen, verwijst de rechter de zaak naar een terechtzitting, te houden binnen de eerstvolgende acht dagen. Is bij deze verwijzing een van de partijen niet aanwezig, dan wordt haar daarvan aanstonds kennis gegeven bij aangetekende brief. Op de terechtzitting waarnaar de zaak is verwezen, worden partijen zonder enige andere procesvorm gehoord en doet de rechter uitspraak. Indien de rechter een getuigenverhoor of een nieuw deskundig onderzoek beveelt, geschieden deze binnen acht dagen en partijen pleiten in voorkomend geval zonder verwijl. Het vonnis wordt terstond of uiterlijk binnen de acht dagen uitgesproken. Worden de hierboven gestelde termijnen verlengd om uitzonderlijke redenen, dan worden deze in het vonnis vermeld. Hij die beweert schade te hebben geleden, kan de zaak ook bij gewone dagvaarding aanhangig maken. In dat geval kan hij dagvaarden, hetzij tot behandeling van de zaak in haar geheel, hetzij alleen tot instelling van een deskundig onderzoek en dan zijn de leden 2 tot 6 niet van toepassing. Aan partijen wordt, binnen drie dagen na de uitspraak, bij ter post aangetekende brief kennis gegeven van het beschikkende gedeelte van elk vonnis dat niet in hun tegenwoordigheid is gewezen. Hoger beroep is niet meer ontvankelijk na veertien dagen, te rekenen van de uitspraak van het vonnis. Eisen van duizend frank en minder, berekend op de grondslag van het enkele schadebedrag, worden uitgewezen bij een vonnis dat niet vatbaar is voor hoger beroep, maar alleen voor verzet ». B.2.2. Artikel 24 van het jachtdecreet van 24 juli 1991 luidt : « De vergoeding van de belangrijke wildschade, behoudens de schade die veroorzaakt wordt door konijnen, wordt vastgesteld volgens de gewone rechtsregels. Onder wildschade wordt verstaan : de volledige schade veroorzaakt door de dieren die behoren tot de in artikel 3 bedoelde soorten.
28286
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Op verzoek van eigenaars van gronden waarvan de aaneengesloten oppervlakte kleiner is dan veertig hectare, kan de houder van het jachtrecht van het aangrenzende jachtterrein bij afwezigheid van een minnelijke regeling, verplicht worden het jachtrecht op eerstvernoemde gronden te verwerven, zulks nadat de Vlaamse Regering en de door haar aangestelde ambtenaar of de beheerder van de wildbeheerseenheid deze verwerving opportuun oordeelt in het kader van de doelstellingen van dit decreet en de voorwaarden heeft vastgesteld ». B.3. Die bepalingen, in samenhang gelezen, roepen een verschil in behandeling in het leven, wat de rechtspleging betreft, tussen de personen op wie ze van toepassing zijn en de personen die worden onderworpen aan het gemeen recht van de burgerlijke rechtspleging : de personen die wildschade hebben geleden, veroorzaakt door konijnen, kunnen vergoeding van die schade vorderen op grond van de bijzondere procedure waarin artikel 7bis van de jachtwet voorziet; de personen die wildschade hebben geleden, veroorzaakt door andere wildsoorten - te dezen fazanten -, kunnen enkel vergoeding van die schade vorderen op grond van het gemeen recht van de burgerlijke rechtspleging, wat in artikel 24 van het jachtdecreet wordt verwoord onder verwijzing naar de toepassing van « de gewone rechtsregels ». B.4. Artikel 7bis van de jachtwet van 28 februari 1882 bevat een aantal procedurele maatregelen in verband met de vordering tot schadeloosstelling voor schade die door konijnen is veroorzaakt aan de vruchten en gewassen. De parlementaire voorbereiding van die bepaling toont aan dat de wetgever, die zich bewust was van « de ernst van de schade die in sommige streken van het land veroorzaakt werd door de konijnen » (Parl. St., Senaat, 1900, nr. 37, p. 2) wegens hun ongebreidelde vermenigvuldiging, een antwoord wilde bieden op die « plaag voor de landbouwers » (Parl. St., Kamer, 1898, nr. 175, p. 14), met name door « de rechtsvordering tot herstel van de veroorzaakte schade te vergemakkelijken » (ibid., p. 17), zodat « alles wat de regelmatige uitoefening van het bezwaarrecht kan belemmeren » wordt geweerd (Parl. St., Senaat, 1900, nr. 37, p. 6). B.5. Hoewel die bijzondere procedureregeling een maatregel heeft kunnen vormen die zowel relevant als evenredig was ten opzichte van de destijds met de wet van 4 april 1900 nagestreefde doelstelling van vereenvoudiging van de gevolgde procedure, dient te worden onderzocht of die maatregel in de huidige omstandigheden verantwoord blijft ten aanzien van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. B.6. Het Hof stelt vast dat niet is betwist dat belangrijke wijzigingen zich hebben voorgedaan in de feitelijke omstandigheden : de vermenigvuldiging van de konijnen is sterk en op duurzame wijze verminderd als gevolg van diverse ziekten waaronder myxomatose, zodat zij thans nog bezwaarlijk als een plaag kan worden beschouwd die zou verantwoorden dat proceduremaatregelen blijven gelden die enkel op vorderingen tot schadeloosstelling voor schade, veroorzaakt door konijnen, van toepassing zijn. B.7. Daaruit volgt dat artikel 7bis van de jachtwet van 28 februari 1882, volgens hetwelk de slachtoffers van schade, veroorzaakt door konijnen, op de bijzondere rechtspleging waarin die bepaling voorziet, een beroep kunnen doen, niet langer een evenredige maatregel is ten aanzien van de huidige omstandigheden. B.8. Nu artikel 24 van het jachtdecreet van 24 juli 1991 het in het geding zijnde verschil in behandeling in werkelijkheid bevestigt door erin te voorzien dat de vergoeding van wildschade, behoudens de schade die door konijnen wordt veroorzaakt, volgens de gewone rechtsregels wordt vastgesteld, zodat de bijzondere procedureregeling voor konijnenschade, neergelegd in artikel 7bis van de jachtwet, blijft gehandhaafd, schendt artikel 24 van het jachtdecreet eveneens het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. Daaraan wordt geen afbreuk gedaan door de vaststelling dat de decreetgever geen regeling van de rechtspleging inzake wildschade in het jachtdecreet heeft uitgewerkt, hetgeen in beginsel tot de residuaire bevoegdheid van de federale wetgever behoort. B.9. De grief van de eisende partij in het bodemgeschil volgens welke artikel 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens wordt geschonden, kan niet in aanmerking worden genomen, nu het niet aan een partij staat de door de verwijzende rechter gestelde prejudiciële vraag te wijzigen of uit te breiden. B.10. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 7bis van de jachtwet van 28 februari 1882 en artikel 24 van het jachtdecreet van het Vlaamse Gewest van 24 juli 1991 schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 maart 2007. De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux. A. Arts.
COUR CONSTITUTIONNELLE [2007/201607] Extrait de l’arrêt n° 44/2007 du 21 mars 2007 Numéro du rôle : 3952 En cause : la question préjudicielle relative à l’article 7bis de la loi du 28 février 1882 sur la chasse et à l’article 24 du décret de la Région flamande du 24 juillet 1991 sur la chasse, posée par le Juge de paix du canton de Zelzate. La Cour d’arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges R. Henneuse, M. Bossuyt, J.-P. Snappe, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 23 mars 2006 en cause de Dirk Neyt-De Geest contre John Denie et Gert De Roover, dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour d’arbitrage le 30 mars 2006, le Juge de paix du canton de Zelzate a posé la question préjudicielle suivante : « Les articles 7bis de la loi du 28 février 1882 sur la chasse et 24 du décret du 24 juillet 1991 sur la chasse, lus séparément et conjointement, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que, pour ce qui concerne les règles (y compris de procédure) permettant de fixer et d’évaluer les dommages importants causés par le gibier, ils font une distinction entre les dommages importants causés par les lapins et les dommages importants causés par un autre gibier, en ce sens que quelqu’un qui subit des dommages importants causés par des faisans ne peut recourir à la procédure (plus rapide et moins onéreuse) de l’article 7bis de la loi sur la chasse afin de fixer et d’évaluer ces dommages, alors que cette procédure peut être utilisée par quelqu’un qui subit des dommages importants causés par des lapins ? ». (...)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD III. En droit (...) B.1. La question préjudicielle porte sur la compatibilité de l’article 7bis de la loi du 28 février 1882 sur la chasse et de l’article 24 du décret de la Région flamande du 24 juillet 1991 sur la chasse avec le principe d’égalité et de non-discrimination, en tant que ces dispositions prévoient une procédure différente en matière d’actions en réparation des dommages causés par le gibier selon que ces dommages ont été occasionnés par des lapins ou par une autre espèce de gibier. B.2.1. L’article 7bis de la loi du 28 février 1882 sur la chasse énonce, en ce qui concerne la Région flamande : « Celui qui se prétend lésé présente au juge de paix, soit verbalement, soit par écrit, requête indiquant ses noms, profession et domicile, ceux de la personne responsable, ainsi que l’objet et la cause de la demande. Si la requête est présentée de vive voix, le juge en dresse procès-verbal. Dans la huitaine, il nomme un expert et, après avoir, en temps utile, fait connaître aux parties, par lettre recommandée, et au besoin par télégramme enregistré, le contenu de la requête ainsi que le jour et l’heure de la visite des lieux et de l’expertise, il se transporte sur les lieux accompagné de l’expert. Quand la demande est sujette à appel, il dresse procès-verbal des déclarations de l’expert, et, s’il y a lieu, de ses propres constatations. Les parties sont invitées à faire connaître tous leurs moyens, au plus tard lors de cette descente. Si le défendeur n’aime mieux payer sur-le-champ la somme fixée par l’expert comme double indemnité, ainsi que les frais, le juge renvoie la cause à une audience de la huitaine. Si l’une des parties n’est pas présente lors de ce renvoi, elle en est immédiatement avisée par lettre recommandée. A l’audience de renvoi, les parties sont entendues sans autre procédure et le juge statue. Lorsque le juge ordonne une enquête ou une nouvelle expertise, elles se font dans la huitaine, et les parties, s’il y a lieu, plaident sans désemparer. Le jugement est rendu sur l’heure ou au plus tard dans la huitaine. Si, pour des motifs exceptionnels, les délais indiqués ci-dessus ont été prorogés, le jugement fera mention de ces motifs. Celui qui se prétend lésé peut aussi introduire l’instance par voie de citation ordinaire. Dans ce cas, il peut assigner soit à toutes fins, soit à seule fin d’expertise; les alinéas 2 à 6 ne seront pas applicables. Les parties sont avisées, dans les trois jours du prononcé et par lettre recommandée à la poste, du dispositif de tout jugement non rendu en leur présence. L’appel n’est plus recevable après la quinzaine du prononcé du jugement. Les demandes s’élevant à 1.000 francs de dommage simple et au-dessous sont jugées sans appel et seules sujettes à opposition ». B.2.2. L’article 24 du décret du 24 juillet 1991 sur la chasse énonce : « L’indemnité pour des dommages importants causés par le gibier, sauf les dégâts causés par les lapins, est fixée selon les règles du droit commun. Par dommages causés par le gibier on entend : l’ensemble des dommages causés par les animaux qui appartiennent aux espèces visées à l’article 3. A la demande des propriétaires des terrains dont la superficie d’un seul tenant est inférieure à quarante hectares, le titulaire du droit de chasse du terrain de chasse attenant, peut être obligé, à défaut d’un accord amiable, à acquérir les terrains susmentionnés, après que le Gouvernement flamand ou le fonctionnaire désigné par lui ou le gestionnaire de l’unité de gestion du gibier juge opportune cette acquisition dans le cadre des objectifs du présent décret et a fixé les conditions ». B.3. Ces dispositions, lues conjointement, créent une différence de traitement, sur le plan de la procédure, entre les personnes à qui elles s’appliquent et les personnes qui sont soumises au droit commun de la procédure civile : les personnes qui ont subi des dommages causés par des lapins peuvent en demander réparation sur la base de la procédure spéciale prévue par l’article 7bis de la loi sur la chasse; les personnes qui ont subi des dommages causés par d’autres espèces de gibier - en l’occurrence des faisans -, ne peuvent demander réparation de ces dommages que sur la base du droit commun de la procédure civile, comme le prévoit l’article 24 du décret sur la chasse par un renvoi à l’application des « règles du droit commun ». B.4. L’article 7bis de la loi du 28 février 1882 sur la chasse contient un ensemble de mesures procédurales concernant l’action en réparation des dommages causés aux fruits et récoltes par les lapins. Les travaux préparatoires de cette disposition montrent que le législateur, conscient de la « gravité [...] atteinte, dans certaines régions du pays, [par] les dégâts causés par les lapins » (Doc. parl., Sénat, 1900, no 37, p. 2) en raison de leur prolifération très importante, entendait apporter une réponse à ce « fléau pour le cultivateur » (Doc. parl., Chambre, 1898, no 175, p. 14), notamment en « facilitant le recours judiciaire pour la demande en réparation des dommages causés » (ibid., p. 17), de manière à écarter « tout ce qui pouvait entraver l’exercice régulier du droit de réclamation » (Doc. parl., Sénat, 1900, no 37, p. 6). B.5. Si ces règles de procédure particulières ont pu constituer une mesure à la fois pertinente et proportionnée à l’objectif de simplification de la procédure poursuivi, à l’époque, par la loi du 4 avril 1900, il y a lieu de vérifier si cette mesure reste justifiée, dans les circonstances actuelles, au regard du principe d’égalité et de non-discrimination. B.6. La Cour constate qu’il n’est pas contesté que des changements importants soient intervenus dans les circonstances de fait : la prolifération des lapins a été réduite fortement et de façon durable par l’effet de diverses maladies, dont la myxomatose, de telle sorte qu’il est difficile d’y voir encore aujourd’hui un fléau qui justifierait que demeurent en vigueur des mesures procédurales qui ne s’appliquent qu’aux actions en réparation des dommages causés par les lapins. B.7. Il s’ensuit que l’article 7bis de la loi du 28 février 1882 sur la chasse, en vertu duquel les victimes de dommages causés par les lapins peuvent avoir recours à la procédure particulière prévue par cette disposition, ne constitue plus une mesure proportionnée aux circonstances actuelles.
28287
28288
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.8. L’article 24 du décret du 24 juillet 1991 sur la chasse, dès lors qu’il confirme en réalité la différence de traitement en cause en prévoyant que l’indemnité pour les dommages causés par le gibier, sauf les dégâts causés par les lapins, est fixée selon les règles du droit commun, de sorte que les règles de procédure particulières pour les dommages causés par les lapins, inscrites à l’article 7bis de la loi sur la chasse, sont maintenues, viole également le principe d’égalité et de non-discrimination. Ceci n’est pas infirmé par le constat que le législateur décrétal n’a pas réglé la procédure en matière de dommages causés par le gibier dans le décret sur la chasse, ce qui relève en principe de la compétence résiduaire du législateur fédéral. B.9. Le grief de la partie demanderesse dans l’instance principale, selon lequel l’article 13 de la Convention européenne des droits de l’homme serait violé, ne peut être pris en considération; il n’appartient en effet pas à une partie de modifier ou d’étendre la question préjudicielle posée par le juge a quo. B.10. La question préjudicielle appelle une réponse affirmative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : L’article 7bis de la loi du 28 février 1882 sur la chasse et l’article 24 du décret de la Région flamande du 24 juillet 1991 sur la chasse violent les articles 10 et 11 de la Constitution. Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, conformément à l’article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, à l’audience publique du 21 mars 2007. Le greffier, Le président, P.-Y. Dutilleux. A. Arts.
ÜBERSETZUNG VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2007/201607] Auszug aus dem Urteil Nr. 44/2007 vom 21. März 2007 Geschäftsverzeichnisnummer 3952 In Sachen: Präjudizielle Frage in Bezug auf Artikel 7bis des Jagdgesetzes vom 28. Februar 1882 und Artikel 24 des Jagddekrets der Flämischen Region vom 24. Juli 1991, gestellt vom Friedensrichter des Kantons Zelzate. Der Schiedshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden A. Arts und M. Melchior, und den Richtern R. Henneuse, M. Bossuyt, J.-P. Snappe, E. Derycke und J. Spreutels, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden A. Arts, verkündet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der präjudiziellen Frage und Verfahren In seinem Urteil vom 23. März 2006 in Sachen Dirk Neyt-De Geest gegen John Denie und Gert De Roover, dessen Ausfertigung am 30. März 2006 in der Kanzlei des Schiedshofes eingegangen ist, hat der Friedensrichter des Kantons Zelzate folgende präjudizielle Frage gestellt: «Verstoßen Artikel 7bis des Jagdgesetzes vom 28. Februar 1882 und Artikel 24 des Jagddekrets vom 24. Juli 1991, an sich und in Verbindung miteinander, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie in Bezug auf die Regeln (einschließlich des Verfahrens) für die Feststellung und Festsetzung erheblicher Wildschäden unterscheiden zwischen erheblichen durch Kaninchen verursachten Wildschäden und erheblichen durch anderes Wild verursachten Wildschäden, insofern derjenige, der erhebliche durch Fasane verursachte Wildschäden erleidet, sich nicht auf das (schnellere und billigere) Verfahren von Artikel 7bis des Jagdgesetzes berufen kann, um diese Schäden feststellen und festsetzen zu lassen, währ end dieses Verfahren wohl von demjenigen in Anspruch genommen werden kann, der erhebliche durch Kaninchen verursachte Wildschäden erleidet?». (...) III. In rechtlicher Beziehung (...) B.1. Die präjudizielle Frage bezieht sicht auf die Vereinbarkeit von Artikel 7bis des Jagdgesetzes vom 28. Februar 1882 und von Artikel 24 des Jagddekrets der Flämischen Region vom 24. Juli 1991 mit dem Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung, insofern diese Bestimmungen ein unterschiedliches Verfahren in Bezug auf Klagen auf Entschädigung für Wildschäden vorsähen, je nachdem, ob diese Schäden durch Kaninchen oder durch anderes Wild verursacht worden seien. B.2.1. Artikel 7bis des Jagdgesetzes vom 28. Februar 1882 bestimmt, was die Flämische Region betrifft: «Wer behauptet, einen Schaden erlitten zu haben, richtet einen mündlichen oder schriftlichen Antrag an den Friedensrichter, in dem er seinen Namen, seinen Beruf und seinen Wohnort sowie diejenigen der verantwortlichen Person und den Gegenstand und die Ursache der Klage angibt. Im Falle eines mündlichen Antrags erstellt der Richter ein entsprechendes Protokoll. Innerhalb von acht Tagen bezeichnet er einen Sachverständigen, und nachdem er innerhalb einer angemessenen Frist per Einschreibebrief und gegebenenfalls per eingetragenes Telegramm den Parteien den Inhalt der Klage sowie den Tag und die Uhrzeit des Ortstermins und der Begutachtung mitgeteilt hat, begibt er sich zusammen mit dem Sachverständigen an Ort und Stelle. Wenn die Klage berufungsfähig ist, erstellt er ein Protokoll über die Erklärungen des Sachverständigen und gegebenenfalls über seine eigenen Feststellungen. Die Parteien werden ersucht, ihre gesamten Gründe spätestens während dieses Ortstermins mitzuteilen.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Falls der Beklagte es vorzieht, den vom Sachverständigen als doppelte Entschädigung festgelegten Betrag und die Kosten nicht sofort zu bezahlen, verweist der Richter die Sache auf eine innerhalb der nächsten acht Tage anzuberaumende Sitzung. Ist bei dieser Verweisung eine der Parteien nicht anwesend, so wird ihr dies unverzüglich per Einschreibebrief mitgeteilt. Bei der Sitzung, auf die die Sache verwiesen wurde, werden die Parteien ohne irgendein anderes Verfahren angehört und fällt der Richter ein Urteil. Wenn der Richter eine Zeugenvernehmung oder eine neue Begutachtung anordnet, werden diese innerhalb von acht Tagen vorgenommen und plädieren die Parteien gegebenenfalls unverzüglich. Das Urteil wird unmittelbar oder spätestens innerhalb von acht Tagen verkündet. Wenn die vorstehend angeführten Fristen aus außergewöhnlichen Gründen verlängert werden, dann wird dies im Urteil vermerkt. Wer behauptet, einen Schaden erlitten zu haben, kann die Sache auch durch eine ordentliche Vorladung anhängig machen. In diesem Fall kann er im Hinblick auf die Behandlung der Sache insgesamt oder lediglich im Hinblick auf die Durchführung einer Begutachtung vorladen; dann sind die Absätze 2 bis 6 nicht anwendbar. Den Parteien wird innerhalb von drei Tagen nach der Urteilsverkündung der Tenor eines jeden Urteils, das nicht in ihrer Anwesenheit gefällt wurde, per Einschreibebrief mitgeteilt. Berufung ist nach vierzehn Tagen ab der Urteilsverkündung nicht mehr zulässig. Über Klagen auf einfachen Schadensersatz von 1.000 Franken und weniger wird durch ein Urteil entschieden, das nicht berufungsfähig ist, sondern gegen das nur Einspruch eingelegt werden kann». B.2.2. Artikel 24 des Jagddekrets vom 24. Juli 1991 bestimmt: «Die Entschädigung erheblicher Wildschäden wird, vorbehaltlich der durch Kaninchen verursachten Schäden, gemäß den Regeln des allgemeinen Rechts festgelegt. Unter Wildschäden ist der gesamte Schaden zu verstehen, der durch Tierarten im Sinne von Artikel 3 verursacht wird. Auf Antrag der Eigentümer von Grundstücken, deren zusammenhängende Gesamtfläche geringer als vierzig Hektar ist, kann der Inhaber des Jagdrechtes des angrenzenden Jagdreviers in Ermangelung einer gütlichen Regelung verpflichtet werden, das Jagdrecht für die erstgenannten Grundstücke zu erwerben, nachdem die Flämische Regierung und der von ihr bezeichnete Beamte oder der Verwalter der Wildhegestelle diesen Erwerb als sachdienlich erachtet haben im Rahmen der Ziele dieses Dekrets und die Bedingungen festgelegt haben». B.3. Diese Bestimmungen führen in Verbindung miteinander einen Behandlungsunterschied auf Verfahrensebene zwischen den Personen, auf die sie Anwendung finden, und den Personen, auf die das allgemeine Zivilprozessrecht Anwendung findet, ein: Personen, die einen durch Kaninchen verursachten Wildschaden erlitten haben, können eine Entschädigung für diesen Schaden auf der Grundlage des in Artikel 7bis des Jagdgesetzes vorgesehenen Sonderverfahrens fordern; Personen, die einen durch andere Wildarten verursachten Schaden erlitten haben - in diesem Fall Fasane -, können eine Entschädigung für diesen Schaden lediglich auf der Grundlage des allgemeinen Zivilprozessrechts fordern, so wie es in Artikel 24 des Jagddekrets unter Verweisung auf die Anwendung der «Regeln des allgemeinen Rechts» vorgesehen ist. B.4. Artikel 7bis des Jagdgesetzes vom 28. Februar 1882 enthält eine Reihe verfahrensrechtlicher Maßnahmen im Zusammenhang mit der Klage auf Entschädigung für den den Früchten und Gewächsen durch Kaninchen zugefügten Schaden. Die Vorarbeiten zu dieser Bestimmung machen deutlich, dass der Gesetzgeber im Bewusstsein «des Ernstes des in manchen Gegenden des Landes durch Kaninchen verursachten Schadens» (Parl. Dok., Senat, 1900, Nr. 37, S. 2) wegen ihrer ungehinderten Vermehrung eine Antwort auf diese «Plage für die Landwirte» finden wollte (Parl. Dok., Kammer, 1898, Nr. 175, S. 14), insbesondere dadurch, dass er «die Klage auf Wiedergutmachung des verursachten Schadens [erleichterte]» (ebenda, S. 17), so dass «alles, was die reguläre Ausübung des Beschwerderechts behindern kann», aus dem Wege geräumt wird (Parl. Dok., Senat, 1900, Nr. 37, S. 6). B.5. Obgleich diese besondere Verfahrensregelung als Maßnahme gelten kann, die hinsichtlich der damaligen, durch das Gesetz vom 4. April 1900 angestrebten Zielsetzung der Vereinfachung des Verfahrens sowohl relevant als auch verhältnismäßig war, muss untersucht werden, ob diese Maßnahme unter den heutigen Umständen hinsichtlich des Gleichheits- und Nichtdiskriminierungsgrundsatzes noch gerechtfertigt ist. B.6. Der Hof stellt fest, dass erhebliche Veränderungen der tatsächlichen Umstände nicht angezweifelt werden; die Vermehrung der Kaninchen ist stark und dauerhaft als Folge verschiedener Krankheiten, u.a. Myxomatose, zurückgegangen, so dass sie heute kaum noch als eine Plage angesehen werden kann, die es rechtfertigen würde, dass weiterhin verfahrensrechtliche Maßnahmen gelten, die nur auf Klagen auf Wiedergutmachung von durch Kaninchen verursachten Schäden anwendbar sind. B.7. Daraus ist zu schlussfolgern, dass Artikel 7bis des Jagdgesetzes vom 28. Februar 1882, wonach die Opfer von durch Kaninchen verursachten Wildschäden auf das in dieser Bestimmung vorgesehene besondere Verfahren zurückgreifen können, unter den heutigen Umständen keine verhältnismäßige Maßnahme mehr ist. B.8. Da Artikel 24 des Jagddekrets vom 24. Juli 1991 den fraglichen Behandlungsunterschied in Wirklichkeit bestätigt, indem er vorsieht, dass Wildschäden, vorbehaltlich der durch Kaninchen verursachten Wildschäden, gemäß den Regeln des allgemeinen Rechts festgestellt werden, so dass die in Artikel 7bis des Jagdgesetzes vorgesehene besondere Verfahrensregelung für durch Kaninchen verursachte Schäden aufrechterhalten wird, verstößt Artikel 24 des Jagddekrets ebenfalls gegen den Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung. Dies wird nicht entkräftet durch die Feststellung, dass der Dekretgeber keine Regelung für Verfahren bei Wildschäden im Jagddekret ausgearbeitet hat, was grundsätzlich zur Restbefugnis des föderalen Gesetzgebers gehört.
28289
28290
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.9. Die Beschwerde der im Hauptverfahren klagenden Partei, wonach gegen Artikel 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstoßen werde, kann nicht berücksichtigt werden, da es nicht einer Partei obliegt, die vom vorlegenden Richter gestellte präjudizielle Frage zu ändern oder zu erweitern. B.10. Die präjudizielle Frage ist bejahend zu beantworten. Aus diesen Gründen: Der Hof erkennt für Recht: Artikel 7bis des Jagdgesetzes vom 28. Februar 1882 und Artikel 24 des Jagddekrets der Flämischen Region vom 24. Juli 1991 verstoßen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung. Verkündet in niederländischer und französischer Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof, in der öffentlichen Sitzung vom 21. März 2007. Der Kanzler, Der Vorsitzende, (gez.) P.-Y. Dutilleux. (gez.) A. Arts.
* COUR CONSTITUTIONNELLE [2007/201606] Extrait de l’arrêt n° 45/2007 du 21 mars 2007 Numéro du rôle : 3978 En cause : la question préjudicielle relative à l’article 43 de la loi du 7 février 2003 portant diverses dispositions en matière de sécurité routière, posée par le Tribunal correctionnel de Dinant. La Cour d’arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, A. Alen et J.-P. Moerman, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 27 mars 2006 en cause du ministère public contre Christian Schwaenen, dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour d’arbitrage le 5 mai 2006, le Tribunal correctionnel de Dinant a posé la question préjudicielle suivante : « La loi du 7 février 2003, portant diverses dispositions en matière de sécurité routière et spécialement l’article 43 du chapitre 8 ne viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu’il crée des peines plus sévères en degré d’appel devant le Tribunal correctionnel, qu’en première instance devant le Tribunal de police pour la personne pouvant soumettre un document quelconque au tribunal qui apporte la preuve de sa situation financière précaire, le tribunal correctionnel ne pouvant pas prononcer une peine d’amende inférieure au minimum légal ? ». (...) III. En droit (...) B.1. La Cour est invitée à se prononcer sur la compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la Constitution, de l’article 43 de la loi du 7 février 2003 portant diverses dispositions en matière de sécurité routière (Moniteur belge, 25 février 2003), en ce qu’il crée des peines plus sévères en degré d’appel devant le tribunal correctionnel qu’en première instance devant le tribunal de police pour la personne pouvant soumettre un document quelconque au tribunal qui apporte la preuve de sa situation financière précaire, le tribunal correctionnel ne pouvant pas prononcer une peine d’amende inférieure au minimum légal. B.2. L’article 43 en cause énonce : « L’article 163 du même Code [d’instruction criminelle], modifié par la loi du 27 avril 1987, est complété par les alinéas suivants : ’ Lorsqu’il condamne à une peine d’amende, le juge tient compte, pour la détermination de son montant, des éléments invoqués par le prévenu eu égard à sa situation sociale. Le juge peut prononcer une peine d’amende inférieure au minimum légal, si le contrevenant soumet un document quelconque qui apporte la preuve de sa situation financière précaire. ’ ». B.3. L’article 195 du Code d’instruction criminelle disposait, avant sa modification par la loi du 20 juillet 2005 modifiant les lois coordonnées du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière : « Tout jugement de condamnation énonce les faits dont les personnes citées sont jugées coupables ou responsables, la peine, les condamnations civiles et la disposition de la loi dont il est fait application. Le jugement indique, d’une manière qui peut être succincte mais doit être précise, les raisons du choix que le juge fait de telle peine ou mesure parmi celles que la loi lui permet de prononcer. Il justifie en outre le degré de chacune des peines ou mesures prononcées. Lorsqu’il condamne à une peine d’amende, il peut tenir compte, pour la détermination de son montant, des éléments invoqués par le prévenu eu égard à sa situation sociale. Le deuxième alinéa n’est pas applicable lorsque le tribunal statue en degré d’appel, sauf lorsqu’il prononce une déchéance du droit de conduire un véhicule, un aéronef et une monture. [...] ». B.4. La question soumise à l’appréciation de la Cour constate une différence de traitement entre deux catégories de prévenus : d’une part, les prévenus qui comparaissent devant le tribunal de police, à l’égard desquels le juge peut prononcer une peine d’amende inférieure au minimum légal si le contrevenant soumet un document quelconque qui apporte la preuve de sa situation financière précaire et, d’autre part, les prévenus qui comparaissent devant le tribunal correctionnel, qui ne peuvent, quant à eux, bénéficier d’une telle possibilité.
28291
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.5. L’article 27 de la loi du 20 juillet 2005 a modifié l’article 195 du Code d’instruction criminelle comme suit : « 1o à l’alinéa 2, les mots ’ il peut tenir compte ’ sont remplacés par les mots ’ il tient compte ’; 2o l’alinéa suivant est inséré entre les alinéas 2 et 3 : ’ Le juge peut prononcer une peine d’amende inférieure au minimum légal, si le contrevenant soumet un document quelconque qui apporte la preuve de sa situation financière précaire. ’ ». Cette disposition est issue d’une proposition d’amendement justifiée comme suit : « Cet article sert à préciser que le tribunal correctionnel peut infliger une amende moins élevée que le minimum légal si la situation financière du contrevenant est précaire. Cette possibilité existe déjà actuellement pour le juge de police (voir art. 163 du Code d’Instruction Criminelle) mais pas encore pour le juge correctionnel » (Doc. parl. Chambre, 2004-2005, DOC 51-1428/004, p. 17). B.6. L’article 32 de la loi du 20 juillet 2005 a chargé le Roi de fixer la date d’entrée en vigueur de chacune des dispositions de la loi, à l’exception des règles fixées en son article 31. Par arrêté royal du 22 mars 2006, publié au Moniteur belge du 27 mars 2006, le Roi a fixé la date d’entrée en vigueur de l’article 27 de la loi du 20 juillet 2005 au 31 mars 2006, soit après la commission des faits soumis au juge a quo. B.7. L’article 2, alinéa 2, du Code pénal dispose que si la peine établie au temps du jugement diffère de celle qui était portée au temps de l’infraction, la peine la moins forte sera appliquée. B.8. Il découle de ce qui précède qu’il appartient au juge a quo de déterminer les dispositions applicables aux faits de la cause et de décider s’il y a lieu de poser, le cas échéant, une nouvelle question préjudicielle. Par ces motifs, la Cour renvoie l’affaire au juge a quo. Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, conformément à l’article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, à l’audience publique du 21 mars 2007. Le greffier, Le président, P.-Y. Dutilleux. M. Melchior.
GRONDWETTELIJK HOF [2007/201606] Uittreksel uit arrest nr. 45/2007 van 21 maart 2007 Rolnummer 3978 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 43 van de wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid, gesteld door de Correctionele Rechtbank te Dinant. Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, A. Alen en J.-P. Moerman, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 27 maart 2006 in zake het openbaar ministerie tegen Christian Schwaenen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 5 mei 2006, heeft de Correctionele Rechtbank te Dinant de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt de wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid en in het bijzonder artikel 43 van hoofdstuk VIII niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het voorziet in strengere straffen in hoger beroep voor de correctionele rechtbank dan in eerste aanleg voor de politierechtbank voor de persoon die aan de rechtbank om het even welk document kan voorleggen dat zijn precaire financiële toestand bewijst, terwijl de correctionele rechtbank geen geldboete beneden het wettelijke minimum mag uitspreken ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. Het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 43 van de wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid (Belgisch Staatsblad, 25 februari 2003), in zoverre het in hoger beroep voor de correctionele rechtbank strengere straffen invoert dan in eerste aanleg voor de politierechtbank voor de persoon die aan de rechtbank om het even welk document kan voorleggen dat zijn precaire financiële toestand bewijst, waarbij de correctionele rechtbank geen geldboete beneden het wettelijke minimum mag uitspreken. B.2. Het in het geding zijnde artikel 43 bepaalt : « Artikel 163 van hetzelfde Wetboek [van strafvordering], gewijzigd bij de wet van 27 april 1987, wordt aangevuld met de volgende leden : ’ Indien hij veroordeelt tot een geldboete, dan houdt de rechter bij het bepalen van het bedrag rekening met de elementen die door de beklaagde worden ingeroepen met betrekking tot zijn sociale toestand. De rechter kan een geldboete uitspreken beneden het wettelijk minimum van de boete indien de overtreder om het even welk document voorlegt dat zijn precaire financiële toestand bewijst. ’ ». B.3. Artikel 195 van het Wetboek van strafvordering, vóór de wijziging ervan bij de wet van 20 juli 2005 tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, bepaalde : « Ieder veroordelend vonnis vermeldt de feiten waaraan de gedaagden schuldig of waarvoor zij aansprakelijk geoordeeld worden, de straf, de burgerlijke veroordelingen en de toegepaste wetsbepaling.
28292
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Het vonnis vermeldt nauwkeurig, maar op een wijze die beknopt mag zijn, de redenen waarom de rechter, als de wet hem daartoe vrije beoordeling overlaat, dergelijke straf of dergelijke maatregel uitspreekt. Het rechtvaardigt bovendien de strafmaat voor elke uitgesproken straf of maatregel. Wanneer hij veroordeelt tot een geldboete kan hij voor de vaststelling van het bedrag ervan rekening houden met de door de beklaagde aangevoerde elementen over zijn sociale toestand. Het tweede lid is niet van toepassing wanneer de rechtbank uitspraak doet in graad van beroep, behalve wanneer zij een verval van het recht tot het besturen van een voertuig, een luchtschip en het geleiden van een rijdier uitspreekt. [...] ». B.4. De ter beoordeling van het Hof voorgelegde vraag stelt een verschil in behandeling vast tussen twee categorieën van beklaagden : enerzijds, de beklaagden die verschijnen voor de politierechtbank, ten aanzien van wie de rechter een geldboete kan uitspreken beneden het wettelijke minimum indien de overtreder om het even welk document voorlegt dat zijn precaire financiële toestand bewijst, en, anderzijds, de beklaagden die verschijnen voor de correctionele rechtbank, die deze mogelijkheid niet genieten. B.5. Artikel 27 van de wet van 20 juli 2005 heeft artikel 195 van het Wetboek van strafvordering als volgt gewijzigd : « 1o in het tweede lid worden de woorden ’ kan hij ’ vervangen door ’ houdt hij ’ en vervalt het woord ’ houden ’; 2o na het tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd dat luidt als volgt : ’ De rechter kan een geldboete uitspreken beneden het wettelijk minimum van de boete indien de overtreder om het even welk document voorlegt dat zijn precaire financiële situatie bewijst. ’ ». Die bepaling vloeit voort uit een voorstel van amendement dat als volgt is verantwoord : « Dit artikel strekt er toe te bepalen dat de correctionele rechtbank een lagere boete kan opleggen dan het wettelijk minimum ingeval de financiële situatie van de verkeersovertreder precair is. Die mogelijkheid bestaat vandaag al voor de politierechter (zie art. 163 van het Wetboek van Strafvordering) maar nog niet voor de correctionele rechter » (Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51-1428/004, p. 17). B.6. Artikel 32 van de wet van 20 juli 2005 heeft de Koning ermee belast de datum van inwerkingtreding van elke bepaling van de wet vast te stellen, met uitzondering van de in artikel 31 ervan bepaalde regels. Bij koninklijk besluit van 22 maart 2006, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 27 maart 2006, heeft de Koning de datum van inwerkingtreding van artikel 27 van de wet van 20 juli 2005 vastgesteld op 31 maart 2006, namelijk na het plegen van de aan de verwijzende rechter voorgelegde feiten. B.7. Artikel 2, tweede lid, van het Strafwetboek voorziet erin dat indien de straf, ten tijde van het vonnis bepaald, verschilt van die welke ten tijde van het misdrijf was bepaald, de minst zware straf wordt toegepast. B.8. Gelet op hetgeen voorafgaat, staat het aan de verwijzende rechter te oordelen welke bepalingen van toepassing zijn op de feiten van de zaak en te beslissen of er aanleiding toe bestaat om in voorkomend geval een nieuwe prejudiciële vraag te stellen. Om die redenen, het Hof zendt de zaak terug naar de verwijzende rechter. Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 maart 2007. De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux. M. Melchior.
ÜBERSETZUNG VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2007/201606] Auszug aus dem Urteil Nr. 45/2007 vom 21. März 2007 Geschäftsverzeichnisnummer 3978 In Sachen: Präjudizielle Frage in Bezug auf Artikel 43 des Gesetzes vom 7. Februar 2003 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen in Sachen Verkehrssicherheit, gestellt vom Korrektionalgericht Dinant. Der Schiedshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden M. Melchior und A. Arts, und den Richtern P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, A. Alen und J.-P. Moerman, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden M. Melchior, verkündet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der präjudiziellen Frage und Verfahren In seinem Urteil vom 27. März 2006 in Sachen der Staatsanwaltschaft gegen Christian Schwaenen, dessen Ausfertigung am 5. Mai 2006 in der Kanzlei des Schiedshofes eingegangen ist, hat das Korrektionalgericht Dinant folgende präjudizielle Frage gestellt: «Verstößt das Gesetz vom 7. Februar 2003 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen in Sachen Verkehrssicherheit, insbesondere dessen Artikel 43 in Kapitel VIII, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er schwerere Strafen in der Berufungsinstanz vor dem Korrektionalgericht als in der ersten Instanz vor dem Polizeigericht für denjenigen vorsieht, der vor Gericht ein Dokument vorlegen kann, mit dem seine prekäre finanzielle Lage nachgewiesen wird, während das Korrektionalgericht keine unter dem gesetzlichen Mindestbetrag liegende Geldbuße verhängen kann?». (...)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD III. In rechtlicher Beziehung (...) B.1. Befragt wird der Hof zur Vereinbarkeit von Artikel 43 des Gesetzes vom 7. Februar 2003 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen in Sachen Verkehrssicherheit (Belgisches Staatsblatt, 25. Februar 2003) insofern, als er schwerere Strafen in der Berufungsinstanz vor dem Korrektionalgericht als in der ersten Instanz vor dem Polizeigericht für denjenigen vorsehe, der vor Gericht ein Dokument vorlegen könne, mit dem seine prekäre finanzielle Lage nachgewiesen werde, während das Korrektionalgericht keine unter dem gesetzlichen Mindestbetrag liegende Geldbuße verhängen könne, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung. B.2. Der fragliche Artikel 43 bestimmt: «Artikel 163 [des Strafprozessgesetzbuches], abgeändert durch das Gesetz vom 27. April 1987, wird durch folgende Absätze ergänzt: ’ Wenn der Richter zu einer Geldstrafe verurteilt, berücksichtigt er für die Bestimmung des Betrags die vom Angeklagten vorgebrachten Elemente mit Bezug auf seine soziale Lage. Der Richter kann eine unter dem gesetzlichen Mindestbetrag liegende Geldstrafe verhängen, wenn der Zuwiderhandelnde ein Dokument vorlegt, mit dem seine prekäre finanzielle Lage nachgewiesen wird. ’». B.3. Artikel 195 des Strafprozessgesetzbuches bestimmte vor seiner Abänderung durch das Gesetz vom 20. Juli 2005 zur Abänderung der koordinierten Gesetze vom 16. März 1968 über die Straßenverkehrspolizei: «In jeder verurteilenden Entscheidung werden die Fakten, deren die Vorgeladenen für schuldig oder haftbar befunden werden, die Strafe, die zivilrechtlichen Verurteilungen und die angewandte Gesetzesbestimmung angeführt. Im Urteil werden genau, möglicherweise kurz gefasst, die Gründe angeführt, warum sich der Richter für die eine oder andere Strafe oder Maßnahme entscheidet, wenn das Gesetz ihm hierzu die freie Wahl lässt. Er rechtfertigt überdies das Maß einer jeden verfügten Strafe oder Maßnahme. Wenn er zu einer Geldbuße verurteilt, kann er bei der Festlegung ihrer Höhe den vom Angeklagten angeführten Elementen in Bezug auf seine soziale Lage Rechnung tragen. Absatz 2 ist nicht anwendbar, wenn das Gericht in der Berufungsinstanz entscheidet, außer wenn es eine Entziehung der Erlaubnis zum Führen eines Fahrzeugs, eines Luftfahrzeugs oder eines Reittieres verfügt. [...]». B.4. In der Frage, die dem Hof zur Beurteilung vorgelegt wurde, wird ein Behandlungsunterschied zwischen zwei Kategorien von Angeklagten festgestellt, und zwar einerseits den vor dem Polizeigericht erscheinenden Angeklagten, denen der Richter eine unter dem gesetzlichen Mindestbetrag liegende Geldbuße verhängen könne, wenn der Zuwiderhandelnde ein Dokument vorlege, mit dem seine prekäre finanzielle Lage nachgewiesen werde, und andererseits den vor dem Korrektionalgericht erscheinenden Angeklagten, die nicht diese Möglichkeit hätten. B.5. Artikel 27 des Gesetzes vom 20. Juli 2005 hat Artikel 195 des Strafprozessgesetzbuches wie folgt abgeändert: «1. In Absatz 2 werden die Wörter ’ kann er ’ durch die Wörter ’ trägt er ’ ersetzt und wird das Wort ’ tragen ’ gestrichen. 2. Nach Absatz 2 wird ein neuer Absatz mit folgendem Wortlaut eingefügt: ’ Der Richter kann eine unter dem gesetzlichen Mindestbetrag liegende Geldbuße verhängen, wenn der Zuwiderhandelnde ein Dokument vorlegt, mit dem seine prekäre finanzielle Lage nachgewiesen wird. ’». Diese Bestimmung ergibt sich aus einem Abänderungsantrag, der folgendermaßen begründet wurde: «Dieser Artikel soll präzisieren, dass das Korrektionalgericht eine niedrigere Geldbuße als den gesetzlichen Mindestbetrag auferlegen kann, wenn der Zuwiderhandelnde sich in einer prekären finanziellen Lage befindet. Diese Möglichkeit besteht heute bereits für den Polizeirichter (siehe Artikel 163 des Strafprozessgesetzbuches), aber noch nicht für den Korrektionalrichter» (Parl. Dok., Kammer, 2004-2005, DOC 51-1428/004, S. 17). B.6. Artikel 32 des Gesetzes vom 20. Juli 2005 hat den König beauftragt, das Datum des Inkrafttretens der verschiedenen Bestimmungen des Gesetzes festzulegen, mit Ausnahme der in dessen Artikel 31 festgelegten Regeln. Durch königlichen Erlass vom 22. März 2006, der im Belgischen Staatsblatt vom 27. März 2006 veröffentlicht wurde, hat der König das Datum des Inkrafttretens von Artikel 27 des Gesetzes vom 20. Juli 2005 auf den 31. März 2006 festgelegt, das heißt nach der Verübung der dem vorlegenden Richter unterbreiteten Fakten. B.7. Artikel 2 Absatz 2 des Strafgesetzbuches sieht für den Fall, dass eine zum Zeitpunkt des Urteils angedrohte Strafe sich von der zum Zeitpunkt der Straftat angedrohten Strafe unterscheidet, vor, dass die mildere Strafe angewandt wird. B.8. Angesichts der vorstehenden Erwägungen obliegt es dem vorlegenden Richter, die Bestimmungen festzulegen, die auf den Sachverhalt anwendbar sind, und zu entscheiden, ob es angebracht ist, gegebenenfalls eine neue präjudizielle Frage zu stellen. Aus diesen Gründen: Der Hof verweist die Sache an den vorlegenden Richter zurück. Verkündet in französischer und niederländischer Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof, in der öffentlichen Sitzung vom 21. März 2007. Der Kanzler, (gez.) P.-Y. Dutilleux.
Der Vorsitzende, (gez.) M. Melchior.
28293
28294
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD GRONDWETTELIJK HOF [2007/201611] Uittreksel uit arrest nr. 46/2007 van 21 maart 2007 Rolnummer 3996 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 14 van de wet van 16 januari 2003 « tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen », gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Martens, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 22 mei 2006 in zake de NV « Keravisie » tegen de BVBA « Hermitage » en Jan Thys, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 31 mei 2006, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is het gelijkheidsbeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet al dan niet geschonden door de discriminatoire behandeling gemaakt in artikel 14 in het algemeen en artikel 14, vierde lid, in het bijzonder van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een kruispuntbank voor ondernemingen tussen, enerzijds, de onderneming wiens vordering ingeleid bij deurwaardersexploot onontvankelijk wordt verklaard daar haar vordering gebaseerd is op een activiteit waarvoor de onderneming niet is ingeschreven of die niet valt onder het maatschappelijk doel, waarvoor de onderneming op deze datum is ingeschreven en, anderzijds, de onderneming wiens tegenvordering gesteld bij conclusie ontvankelijk wordt verklaard niettegenstaande haar vordering gebaseerd is op een activiteit waarvoor de onderneming niet is ingeschreven of die niet valt onder het maatschappelijk doel waarvoor de onderneming op deze datum is ingeschreven ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. De aan het Hof voorgelegde prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid van artikel 14, vierde lid, van de wet van 16 januari 2003 « tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen » met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een verschil in behandeling zou instellen tussen, enerzijds, de onderneming die optreedt als eiseres op hoofdvordering en waarvan de vordering ingeleid bij deurwaardersexploot, onontvankelijk is wanneer zij gebaseerd is op een activiteit waarvoor zij niet is ingeschreven in de Kruispuntbank voor Ondernemingen of op een activiteit die niet valt onder haar maatschappelijk doel, en, anderzijds, de onderneming die optreedt als eiseres op bij conclusie ingestelde tegenvordering en die niet aan de voormelde voorwaarden dient te voldoen. B.2. Artikel 14 van de voormelde wet van 16 januari 2003 luidt als volgt : « Elk op verzoek van een handels- of ambachtsonderneming betekend deurwaardersexploot vermeldt steeds het ondernemingsnummer. Bij gebreke aan vermelding van het ondernemingsnummer op het deurwaardersexploot, verleent de rechtbank uitstel aan de handels- of ambachtsonderneming om haar inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen op de datum van het inleiden van de vordering te bewijzen. Indien de handels- of ambachtsonderneming haar inschrijving in deze hoedanigheid in de Kruispuntbank van Ondernemingen op de datum van het inleiden van haar vordering niet bewijst binnen de door de rechtbank gestelde termijn of indien blijkt dat de onderneming niet ingeschreven is in de Kruispuntbank van Ondernemingen, verklaart de rechtbank de vordering van ambtswege onontvankelijk. Indien de handels- of ambachtsonderneming wel in deze hoedanigheid is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, maar haar vordering gebaseerd is op een activiteit waarvoor de onderneming op de datum van de inleiding van de vordering niet is ingeschreven of die niet valt onder het maatschappelijk doel waarvoor de onderneming op deze datum is ingeschreven, is de vordering van die onderneming eveneens onontvankelijk. De onontvankelijkheid is evenwel gedekt, indien de onontvankelijkheid niet voor elke andere exceptie of verweermiddel wordt ingeroepen ». B.3. De in artikel 14 van de wet van 16 januari 2003 omschreven sancties zijn, naar luid van de parlementaire voorbereiding, « een herformulering van de artikelen 41 en 42 van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende het handelsregister en de artikelen 28 en 29 van de wet van 18 maart 1965 op het ambachtsregister » (Parl. St., Kamer, 2002-2003, DOC 50-2058/001, p. 23). Artikel 42 van de bij koninklijk besluit van 20 juli 1964 gecoördineerde wetten betreffende het handelsregister, dat zelf teruggaat op artikel 37 van de wet van 3 juli 1956 op het handelsregister (Belgisch Staatsblad, 25 juli 1956), luidde, vóór het met ingang van 1 juli 2003 (artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 15 mei 2003, Belgisch Staatsblad, 19 mei 2003, tweede editie) werd opgeheven bij artikel 72, 2o, van de voormelde wet van 16 januari 2003 : « Onontvankelijk is elke hoofdeis, tegeneis of eis tot tussenkomst welke zijn grond vindt in een handelswerkzaamheid waarvoor de verzoeker niet ingeschreven was bij het instellen van de vordering. De niet-ontvankelijkheid is gedekt indien zij niet vóór iedere andere exceptie of verweermiddel wordt voorgesteld ». B.4. In de door het verwijzende rechtscollege gegeven interpretatie van de in het geding zijnde bepaling, berust het verschil in behandeling tussen beide categorieën van ondernemingen op een objectief criterium, namelijk de wijze waarop de vordering van de onderneming is ingeleid, respectievelijk bij deurwaardersexploot en bij conclusie.
28295
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.5. Het vereiste dat de bij deurwaardersexploot ingestelde vordering, wil zij ontvankelijk zijn, moet zijn gebaseerd op een activiteit waarvoor de onderneming op de datum van de inleiding van de vordering is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen of op een activiteit die valt onder het maatschappelijk doel waarvoor de onderneming op die datum is ingeschreven, gaat derhalve terug op de algemene doelstelling die aan de wet van 3 juli 1956 op het handelsregister ten grondslag ligt. Met die wetgeving beoogde de wetgever immers het zwartwerk te bestraffen van diegenen die een handelswerkzaamheid uitoefenen zonder de juridische, sociale en fiscale gevolgen ervan te dragen en de maatregel strekte ertoe die handelaars de toegang tot de rechtszaal te ontzeggen (Hand., Senaat, 1955-1956, zitting van 29 november 1956, p. 47; Pasin., 1956, pp. 519-520). Aldus droeg die maatregel bij tot het bestrijden van de oneerlijke concurrentie. Die zorg geldt evenzeer voor de tegenvorderingen die door ondernemingen bij wege van conclusie worden ingesteld. Voor het in de prejudiciële vraag vermelde verschil in behandeling is in de parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde bepaling geen verantwoording gegeven en het Hof ziet niet in op welke gronden het verschil zou kunnen worden verantwoord. Doordat de ondernemingen op het vlak van hun vorderingen verschillend worden behandeld, naargelang de vordering wordt ingesteld bij deurwaardersexploot dan wel bij conclusie, wordt een verschil in behandeling ingesteld dat niet redelijk is verantwoord. B.6. In de door het verwijzende rechtscollege gegeven interpretatie is artikel 14 van de voormelde wet van 16 januari 2003 onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en dient de prejudiciële vraag bevestigend te worden beantwoord. B.7. De in het geding zijnde bepaling kan evenwel ook, zoals de Ministerraad aangeeft, worden geïnterpreteerd als een - weliswaar minder accurate - « herformulering » van artikel 42 van de bij koninklijk besluit van 20 juli 1964 gecoördineerde wetten betreffende het handelsregister, waarbij de wetgever noch van de ratio legis noch van de draagwijdte van dat artikel wou afwijken. In die interpretatie is de daarin bepaalde sanctie van niet-ontvankelijkheid bijgevolg eveneens van toepassing op elke tegeneis die niet bij deurwaardersexploot wordt ingesteld. B.8. In de in B.7 vermelde interpretatie bestaat het in de prejudiciële vraag opgeworpen verschil in behandeling niet en dient zij ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : - Aldus geïnterpreteerd dat de daarin bepaalde sanctie van niet-ontvankelijkheid niet van toepassing is op een bij conclusie ingestelde tegenvordering die gebaseerd is op een activiteit waarvoor de onderneming op de datum van de inleiding van de vordering in de Kruispuntbank van Ondernemingen niet is ingeschreven of op een activiteit die niet valt onder het maatschappelijk doel waarvoor de onderneming op die datum is ingeschreven, schendt artikel 14, vierde lid, van de wet van 16 januari 2003 « tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen » de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. - Aldus geïnterpreteerd dat de daarin bepaalde sanctie van niet-ontvankelijkheid eveneens van toepassing is op een bij conclusie ingestelde tegenvordering die gebaseerd is op een activiteit waarvoor de onderneming op de datum van de inleiding van de vordering in de Kruispuntbank van Ondernemingen niet is ingeschreven of op een activiteit die niet valt onder het maatschappelijk doel waarvoor de onderneming op die datum is ingeschreven, schendt artikel 14, vierde lid, van de voormelde wet van 16 januari 2003 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 maart 2007. De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux. A. Arts.
COUR CONSTITUTIONNELLE [2007/201611] Extrait de l’arrêt n° 46/2007 du 21 mars 2007 Numéro du rôle : 3996 En cause : la question préjudicielle relative à l’article 14 de la loi du 16 janvier 2003 « portant création d’une Banque-Carrefour des Entreprises, modernisation du registre de commerce, création de guichets-entreprises agréés et portant diverses dispositions », posée par la Cour d’appel d’Anvers. La Cour d’arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman et J. Spreutels, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par arrêt du 22 mai 2006 en cause de la SA « Keravisie » contre la SPRL « Hermitage » et Jan Thys, dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour d’arbitrage le 31 mai 2006, la Cour d’appel d’Anvers a posé la question préjudicielle suivante : « Le principe d’égalité inscrit aux articles 10 et 11 de la Constitution est-il violé ou non par le traitement discriminatoire opéré à l’article 14 en général et à l’article 14, alinéa 4, en particulier, de la loi du 16 janvier 2003 portant création d’une Banque-Carrefour des Entreprises, entre, d’une part, l’entreprise dont l’action, introduite par exploit d’huissier, est déclarée irrecevable au motif que cette action est basée sur une activité pour laquelle l’entreprise n’est pas inscrite à la date de l’introduction de l’action ou qui ne tombe pas sous l’objet social pour lequel l’entreprise est inscrite à cette date et, d’autre part, l’entreprise dont l’action reconventionnelle, formée par conclusions, est déclarée recevable, bien que cette action soit basée sur une activité pour laquelle l’entreprise n’est pas inscrite à la date de l’introduction de l’action ou qui ne tombe pas sous l’objet social pour lequel l’entreprise est inscrite à cette date ? ». (...)
28296
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD III. En droit (...) B.1. La question préjudicielle posée à la Cour porte sur la compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la Constitution, de l’article 14, alinéa 4, de la loi du 16 janvier 2003 « portant création d’une Banque-Carrefour des Entreprises, modernisation du registre de commerce, création de guichets-entreprises agréés et portant diverses dispositions », en tant qu’il établirait une différence de traitement entre, d’une part, l’entreprise qui agit en tant que demandeur principal et dont l’action intentée par exploit d’huissier est irrecevable lorsqu’elle est fondée sur une activité pour laquelle cette entreprise n’est pas inscrite à la Banque-Carrefour ou une activité qui n’entre pas dans son objet social et, d’autre part, l’entreprise qui agit en tant que demandeur reconventionnel, dont l’action est intentée par voie de conclusions et qui ne doit pas satisfaire aux conditions précitées. B.2. L’article 14 de la loi précitée du 16 janvier 2003 énonce : « Tout exploit d’huissier notifié à la demande d’une entreprise commerciale ou artisanale mentionnera toujours le numéro d’entreprise. En l’absence de l’indication du numéro d’entreprise sur l’exploit d’huissier, le tribunal accordera une remise à l’entreprise commerciale ou artisanale en vue de prouver son inscription à la Banque-Carrefour des Entreprises à la date de l’introduction de l’action. Dans le cas où l’entreprise commerciale ou artisanale ne prouve pas son inscription en cette qualité à la Banque-Carrefour des Entreprises à la date de l’introduction de son action dans le délai assigné par le tribunal ou s’il s’avère que l’entreprise n’est pas inscrite à la Banque-Carrefour des entreprises, le tribunal déclare l’action de l’entreprise commerciale non recevable d’office. Dans le cas où l’entreprise commerciale ou artisanale est inscrite en cette qualité à la Banque-Carrefour des Entreprises, mais que son action est basée sur une activité pour laquelle l’entreprise n’est pas inscrite à la date de l’introduction de l’action ou qui ne tombe pas sous l’objet social pour lequel l’entreprise est inscrite à cette date, l’action de cette entreprise est également non recevable. L’irrecevabilité est cependant couverte si aucune autre exception ou aucun autre moyen de défense n’est opposé comme fin de non-recevoir ». B.3. Les sanctions prévues à l’article 14 de la loi du 16 janvier 2003 sont, aux termes des travaux préparatoires, « une reformulation des articles 41 et 42 de l’arrêté royal du 20 juillet 1964 relatif au registre du commerce et des articles 28 et 29 de la loi du 18 mars 1965 sur le registre de l’artisanat » (Doc. parl., Chambre, 2002-2003, DOC 50-2058/001, p. 23). L’article 42 des lois relatives au registre du commerce, coordonnées par l’arrêté royal du 20 juillet 1964, qui remonte lui-même à l’article 37 de la loi du 3 juillet 1956 sur le registre du commerce (Moniteur belge, 25 juillet 1956), énonçait, avant d’être abrogé par l’article 72, 2o, de la loi précitée du 16 janvier 2003, avec effet au 1er juillet 2003 (article 3, § 1er, de l’arrêté royal du 15 mai 2003, Moniteur belge, 19 mai 2003, deuxième édition) : « Est irrecevable toute action principale, reconventionnelle ou en intervention qui trouve sa cause dans une activité commerciale pour laquelle le requérant n’était pas immatriculé lors de l’intentement de l’action. Cette non-recevabilité est couverte si elle n’est proposée avant toute autre exception ou toute défense ». B.4. Dans l’interprétation de la disposition en cause donnée par la juridiction a quo, la différence de traitement entre les deux catégories d’entreprises repose sur un critère objectif, à savoir la manière dont l’action de l’entreprise a été intentée, respectivement par exploit d’huissier de justice ou par voie de conclusions. B.5. Le fait que, pour être recevable, l’action intentée par exploit d’huissier doit être fondée sur une activité pour laquelle l’entreprise est inscrite à la « Banque-Carrefour des Entreprises » à la date de l’introduction de l’action ou qui tombe sous l’objet social pour lequel l’entreprise est inscrite à cette date trouve dès lors son origine dans l’objectif général de la loi du 3 juillet 1956 sur le registre du commerce. En effet, à travers cette législation, le législateur entendait réprimer le travail au noir de ceux qui exercent une activité commerciale sans vouloir en supporter les obligations juridiques, sociales ou fiscales et la mesure visait à écarter ces commerçants du prétoire (Ann., Sénat, 1955-1956, séance du 29 novembre 1956, p. 47; Pasin. 1956, pp. 519-520). Cette mesure contribuait dès lors à la lutte contre la concurrence déloyale. Ce souci vaut pareillement pour les actions reconventionnelles intentées par les entreprises par voie de conclusions. La différence de traitement mentionnée dans la question préjudicielle n’a pas été justifiée au cours des travaux préparatoires de la disposition en cause, et la Cour n’aperçoit pas quels motifs pourraient justifier cette différence. En traitant différemment les entreprises pour ce qui est de leurs actions, selon que l’action est intentée par exploit d’huissier ou par voie de conclusions, l’on a établi une différence de traitement qui n’est pas raisonnablement justifiée. B.6. Dans l’interprétation donnée par la juridiction a quo, l’article 14 de la loi précitée du 16 janvier 2003 est incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution et la question préjudicielle appelle une réponse affirmative. B.7. La disposition en cause peut toutefois également s’interpréter, ainsi que le relève le Conseil des ministres, comme une « reformulation » - certes moins précise - de l’article 42 des lois relatives au registre du commerce coordonnées par l’arrêté royal du 20 juillet 1964, le législateur n’ayant eu l’intention de déroger ni à la raison d’être ni à la portée de cet article. Dans cette interprétation, la sanction d’irrecevabilité qu’elle contient est donc également applicable à toute demande reconventionnelle qui n’est pas intentée par exploit d’huissier. B.8. Dans l’interprétation mentionnée en B.7, la différence de traitement évoquée dans la question préjudicielle n’existe pas et celle-ci appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : - Interprété en ce sens que la sanction d’irrecevabilité qu’il prévoit n’est pas applicable à une action reconventionnelle intentée par voie de conclusions qui est fondée sur une activité pour laquelle l’entreprise n’est pas inscrite à la « Banque-Carrefour des Entreprises » à la date d’introduction de l’action ou qui n’entre pas dans l’objet social pour lequel l’entreprise est inscrite à cette date, l’article 14, alinéa 4, de la loi du 16 janvier 2003 « portant création d’une Banque-Carrefour des Entreprises, modernisation du registre de commerce, création de guichets-entreprises agréés et portant diverses dispositions » viole les articles 10 et 11 de la Constitution.
28297
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD - Interprété en ce sens que la sanction d’irrecevabilité qu’il prévoit est également applicable à une action reconventionnelle intentée par voie de conclusions qui est fondée sur une activité pour laquelle l’entreprise n’est pas inscrite à la « Banque-Carrefour des Entreprises » à la date d’introduction de l’action ou qui n’entre pas dans l’objet social pour lequel l’entreprise est inscrite à cette date, l’article 14, alinéa 4, de la loi précitée du 16 janvier 2003 ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, conformément à l’article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, à l’audience publique du 21 mars 2007. Le greffier,
Le président,
P.-Y. Dutilleux.
A. Arts.
ÜBERSETZUNG VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2007/201611] Auszug aus dem Urteil Nr. 46/2007 vom 21. März 2007 Geschäftsverzeichnisnummer 3996 In Sachen: Präjudizielle Frage in Bezug auf Artikel 14 des Gesetzes vom 16. Januar 2003 «zur Schaffung einer Zentralen Datenbank der Unternehmen, zur Modernisierung des Handelsregisters, zur Schaffung von zugelassenen Unternehmensschaltern und zur Festlegung verschiedener Bestimmungen», gestellt vom Appellationshof Antwerpen. Der Schiedshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden A. Arts und M. Melchior, und den Richtern P. Martens, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman und J. Spreutels, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden A. Arts, verkündet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der präjudiziellen Frage und Verfahren In seinem Urteil vom 22. Mai 2006 in Sachen der «Keravisie» AG gegen die «Hermitage» PGmbH und Jan Thys, dessen Ausfertigung am 31. Mai 2006 in der Kanzlei des Schiedshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Antwerpen folgende präjudizielle Frage gestellt: «Verstößt Artikel 14 - insbesondere dessen Absatz 4 - des Gesetzes vom 16. Januar 2003 zur Schaffung einer Zentralen Datenbank der Unternehmen gegen den in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankerten Gleichheitsgrundsatz, indem er diskriminierend unterscheidet zwischen einerseits dem Unternehmen, dessen Klage, die mittels einer Gerichtsvollzieherurkunde eingeleitet wurde, für unzulässig erklärt wird, weil diese Klage sich auf eine Tätigkeit bezieht, für die das Unternehmen zum Zeitpunkt der Einleitung der Klage nicht eingetragen ist oder die nicht unter den Gesellschaftszweck fällt, für den das Unternehmen zu diesem Zeitpunkt eingetragen ist, und andererseits dem Unternehmen, dessen mittels Hinterlegung eines Schriftsatzes erhobene Widerklage für zulässig erklärt wird, obwohl diese Klage sich auf eine Tätigkeit bezieht, für die das Unternehmen zum Zeitpunkt der Einleitung der Klage nicht eingetragen ist oder die nicht unter den Gesellschaftszweck fällt, für den das Unternehmen zu diesem Zeitpunkt eingetragen ist?». (...) III. In rechtlicher Beziehung (...) B.1. Die dem Hof vorgelegte präjudizielle Frage bezieht sich auf die Vereinbarkeit von Artikel 14 Absatz 4 des Gesetzes vom 16. Januar 2003 «zur Schaffung einer Zentralen Datenbank der Unternehmen, zur Modernisierung des Handelsregisters, zur Schaffung von zugelassenen Unternehmensschaltern und zur Festlegung verschiedener Bestimmungen» mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern er einen Behandlungsunterschied einführe zwischen einerseits den Unternehmen, die als Hauptkläger aufträten und deren mittels einer Gerichtsvollzieherurkunde eingeleitete Klage unzulässig sei, wenn sie sich auf eine Tätigkeit beziehe, für die sie nicht in der Zentralen Datenbank der Unternehmen eingetragen seien, oder auf eine Tätigkeit, die nicht unter ihren Gesellschaftszweck falle, und andererseits den Unternehmen, die als Kläger aufträten und deren mittels Hinterlegung eines Schriftsatzes erhobene Widerklage für zulässig erklärt werde, und die nicht die vorerwähnten Bedingungen erfüllen müssten. B.2. Artikel 14 des vorerwähnten Gesetzes vom 16. Januar 2003 bestimmt: «Auf allen auf Antrag eines Handels- oder Handwerksbetriebes notifizierten Gerichtsvollzieherurkunden ist die Unternehmensnummer anzugeben. Fehlt die Angabe der Unternehmensnummer auf der Gerichtsvollzieherurkunde, bewilligt das Gericht dem Handels- oder Handwerksbetrieb im Hinblick auf die Erbringung des Nachweises seiner Eintragung in der Zentralen Datenbank der Unternehmen Aufschub bis zum Zeitpunkt der Einleitung der Klage. Falls der Handels- oder Handwerksbetrieb zum Zeitpunkt der Einleitung der Klage innerhalb der vom Gericht festgelegten Frist seine Eintragung in dieser Eigenschaft in der Zentralen Datenbank der Unternehmen nicht nachweist oder falls sich herausstellt, dass das Unternehmen nicht in der Zentralen Datenbank der Unternehmen eingetragen ist, erklärt das Gericht die Klage des Handelsbetriebes von Amts wegen für unzulässig. Falls der Handels- oder Handwerksbetrieb in dieser Eigenschaft in der Zentralen Datenbank der Unternehmen eingetragen ist, die Klage sich aber auf eine Tätigkeit bezieht, für die das Unternehmen zum Zeitpunkt der Einleitung der Klage nicht eingetragen ist oder die nicht unter den Gesellschaftszweck fällt, für den das Unternehmen zu diesem Zeitpunkt eingetragen ist, ist die Klage dieses Unternehmens ebenfalls unzulässig. Die Unzulässigkeit ist jedoch gedeckt, wenn keine andere Einrede beziehungsweise kein anderes Verteidigungsmittel als Unzulässigkeitsgrund geltend gemacht wird».
28298
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.3. Bei den in Artikel 14 des Gesetzes vom 16. Januar 2003 angeführten Sanktionen handelt es sich gemäß den Vorarbeiten um «eine Neuformulierung der Artikel 41 und 42 des königlichen Erlasses vom 20. Juli 1964 über das Handelsregister und der Artikel 28 und 29 des Gesetzes vom 18. März 1965 über das Handwerksregister» (Parl. Dok., Kammer, 2002-2003, DOC 50-2058/001, S. 23). Artikel 42 der durch den königlichen Erlass vom 20. Juli 1964 koordinierten Gesetze über das Handelsregister, der selbst auf Artikel 37 des Gesetzes vom 3. Juli 1956 über das Handelsregister (Belgisches Staatsblatt, 25. Juli 1956) beruht, bestimmte vor seiner zum 1. Juli 2003 (Artikel 3 § 1 des königlichen Erlasses vom 15. Mai 2003, Belgisches Staatsblatt, 19. Mai 2003, zweite Ausgabe) in Kraft getretenen Änderung durch Artikel 72 Nr. 2 des vorerwähnten Gesetzes vom 16. Januar 2003: «Unzulässig sind alle Hauptklagen, Widerklagen oder Interventionsklagen, die sich auf eine Handelstätigkeit beziehen, für die der Kläger zum Zeitpunkt der Einleitung der Klage nicht eingetragen war. Die Unzulässigkeit ist gedeckt, wenn keine andere Einrede beziehungsweise kein anderes Verteidigungsmittel als Unzulässigkeitsgrund geltend gemacht wird». B.4. In der Auslegung, die das vorlegende Rechtsprechungsorgan der fraglichen Bestimmung verleiht, beruht der Behandlungsunterschied zwischen beiden Kategorien von Unternehmen auf einem objektiven Kriterium, nämlich der Weise der Einleitung der Klage des Unternehmens, entweder durch Gerichtsvollzieherurkunde oder mittels Hinterlegung eines Schriftsatzes. B.5. Das Erfordernis, dass eine durch Gerichtsvollzieherurkunde eingereichte Klage, um zulässig zu sein, sich auf eine Tätigkeit beziehen muss, für die das Unternehmen zum Zeitpunkt der Einleitung der Klage in der Zentralen Datenbank der Unternehmen eingetragen ist oder die unter den Gesellschaftszweck fällt, für den das Unternehmen zu diesem Zeitpunkt eingetragen ist, beruht somit auf der allgemeinen Zielsetzung, die dem Gesetz vom 3. Juli 1956 über das Handelsregister zugrunde lag. Mit dieser Gesetzgebung wollte der Gesetzgeber nämlich die Schwarzarbeit derjenigen bestrafen, die eine Handelstätigkeit ausüben, ohne deren rechtliche, soziale und steuerliche Folgen zu übernehmen, und die Maßnahme bezweckte, diesen Handeltreibenden den Zugang zum Gericht zu verbieten (Ann., Senat, 1955-1956, Sitzung vom 29. November 1956, S. 47; Pasin., 1956, SS. 519-520). Somit trug diese Maßnahme zur Bekämpfung des unlauteren Wettbewerbs bei. Dieses Bemühen gilt im gleichen Maße für Widerklagen, die Unternehmen mittels Hinterlegung eines Schriftsatzes einreichen. Der in der präjudiziellen Frage angeführte Behandlungsunterschied wurde in den Vorarbeiten zu der fraglichen Bestimmung nicht gerechtfertigt, und der Hof erkennt nicht, aus welchen Gründen der Unterschied gerechtfertigt sein könnte. Indem die Unternehmen in Bezug auf ihre Klagen unterschiedlich behandelt werden, je nachdem, ob die Klage durch eine Gerichtsvollzieherurkunde oder mittels Hinterlegung eines Schriftsatzes eingereicht wird, wird ein Behandlungsunterschied eingeführt, der nicht vernünftig gerechtfertigt ist. B.6. In der Auslegung durch das vorlegende Rechtsprechungsorgan ist Artikel 14 des vorerwähnten Gesetzes vom 16. Januar 2003 unvereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung und ist die präjudizielle Frage bejahend zu beantworten. B.7. Die fragliche Bestimmung kann jedoch auch, wie der Ministerrat anführt, als eine - wenn auch weniger genaue - «Neuformulierung» von Artikel 42 der durch den königlichen Erlass vom 20. Juli 1964 koordinierten Gesetze über das Handelsregister ausgelegt werden, wobei der Gesetzgeber weder von der ratio legis noch von der Tragweite dieses Artikels abweichen würde. In dieser Auslegung findet die darin angeführte Sanktion der Unzulässigkeit folglich ebenfalls Anwendung auf alle Widerklagen, die nicht durch Gerichtsvollzieherurkunde eingereicht werden. B.8. In der in B.7 angeführten Auslegung besteht der in der präjudiziellen Frage angeführte Behandlungsunterschied nicht und ist die Frage verneinend zu beantworten. Aus diesen Gründen: Der Hof erkennt für Recht: - Dahingehend ausgelegt, dass die darin vorgesehene Sanktion der Unzulässigkeit nicht auf eine mittels Hinterlegung eines Schriftsatzes erhobene Widerklage anwendbar ist, die sich auf eine Tätigkeit bezieht, für die das Unternehmen zum Zeitpunkt der Einleitung der Klage nicht in der Zentralen Datenbank der Unternehmen eingetragen ist oder die nicht unter den Gesellschaftszweck fällt, für den das Unternehmen zu diesem Zeitpunkt eingetragen ist, verstößt Artikel 14 Absatz 4 des Gesetzes vom 16. Januar 2003 «zur Schaffung einer Zentralen Datenbank der Unternehmen, zur Modernisierung des Handelsregisters, zur Schaffung von zugelassenen Unternehmensschaltern und zur Festlegung verschiedener Bestimmungen» gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung. - Dahingehend ausgelegt, dass die darin vorgesehene Sanktion der Unzulässigkeit ebenfalls auf eine mittels Hinterlegung eines Schriftsatzes erhobene Widerklage anwendbar ist, die sich auf eine Tätigkeit bezieht, für die das Unternehmen zum Zeitpunkt der Einleitung der Klage nicht in der Zentralen Datenbank der Unternehmen eingetragen ist oder die nicht unter den Gesellschaftszweck fällt, für den das Unternehmen zu diesem Zeitpunkt eingetragen ist, verstößt Artikel 14 Absatz 4 des vorerwähnten Gesetzes vom 16. Januar 2003 nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung. Verkündet in niederländischer und französischer Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof, in der öffentlichen Sitzung vom 21. März 2007. Der Kanzler, Der Vorsitzende, (gez.) P.-Y. Dutilleux. (gez.) A. Arts.
* GRONDWETTELIJK HOF [2007/201612] Uittreksel uit arrest nr. 47/2007 van 21 maart 2007 Rolnummer 4008 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 198, § 1, van het Wetboek van vennootschappen, gesteld door de Rechtbank van Koophandel te Dendermonde.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 19 juni 2006 in zake de NV « Immocenter Van Goethem » tegen Marc Lyssens en in zake Koen D’Hondt, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 26 juni 2006, heeft de Rechtbank van Koophandel te Dendermonde de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Maakt het artikel 198, § 1, Wetboek Vennootschappen een schending uit van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel, inzoverre uit deze bepaling volgt dat de titularis van de rechtsvordering op grond van artikel 530 Wetboek Vennootschappen tegen een bestuurder van een vennootschap deze vordering moet stellen binnen de vijf jaar van ’ de verrichtingen ’ het feit dus dat oorzaak is van de schade zelf (ongeacht of het slachtoffer kennis had van kwestieuze handeling en het veroorzaken van de schade welke de aansprakelijkheid van de bestuurder met zich brengt) terwijl algemeen inzake buitencontractuele aansprakelijkheidsvorderingen artikel 2262bis, § 1, tweede lid, Burgerlijk Wetboek voorziet dat rechtsvorderingen tot vergoeding van dergelijke extra contractuele schade slechts verjaren door verloop van vijf jaren vanaf de dag volgend op deze waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. De verwijzende rechter vraagt aan het Hof of artikel 198, § 1, van het Wetboek van vennootschappen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt « inzoverre uit deze bepaling volgt dat de titularis van de rechtsvordering op grond van artikel 530 Wetboek Vennootschappen tegen een bestuurder van een vennootschap deze vordering moet stellen binnen de vijf jaar van ’ de verrichtingen ’ het feit dus dat oorzaak is van de schade zelf (ongeacht of het slachtoffer kennis had van kwestieuze handeling en het veroorzaken van de schade welke de aansprakelijkheid van de bestuurder met zich brengt) terwijl algemeen inzake buitencontractuele aansprakelijkheidsvorderingen artikel 2262bis, § 1, tweede lid, Burgerlijk Wetboek voorziet dat rechtsvorderingen tot vergoeding van dergelijke extra contractuele schade slechts verjaren door verloop van vijf jaren vanaf de dag volgend op deze waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon ». B.2.1. Artikel 198, § 1, van het Wetboek van vennootschappen luidt : « Door verloop van vijf jaren verjaren : - alle rechtsvorderingen tegen vennoten, te rekenen van de bekendmaking hetzij van hun uittreding hetzij van de akte van ontbinding van de vennootschap, of te rekenen van het verstrijken van de overeengekomen duur; - alle rechtsvorderingen van derden tot teruggave van ten onrechte uitgekeerde dividenden, te rekenen van de uitkering; - alle rechtsvorderingen tegen de vereffenaars als zodanig, of bij ontstentenis van vereffenaars, tegen de personen die krachtens artikel 185 als vereffenaars worden beschouwd, te rekenen van de bekendmaking voorgeschreven bij artikel 195; - alle rechtsvorderingen tegen zaakvoerders, bestuurders, leden van de directieraad, leden van de raad van toezicht, commissarissen, vereffenaars, wegens verrichtingen in verband met hun taak, te rekenen van die verrichtingen of, indien ze met opzet verborgen zijn gehouden, te rekenen van de ontdekking; - alle rechtsvorderingen tot nietigverklaring van een naamloze vennootschap, een Europese vennootschap, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een commanditaire vennootschap op aandelen, gegrond op een vormgebrek, te rekenen van de bekendmaking, indien het vennootschapscontract gedurende ten minste vijf jaar is uitgevoerd, onverminderd de schadevergoeding, zo daartoe grond bestaat ». Artikel 2262bis, § 1, van het Burgerlijk Wetboek luidt : « Alle persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van tien jaar. In afwijking van het eerste lid verjaren alle rechtsvorderingen tot vergoeding van schade op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid door verloop van vijf jaar vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon. De in het tweede lid vermelde vorderingen verjaren in ieder geval door verloop van twintig jaar vanaf de dag volgend op die waarop het feit waardoor de schade is veroorzaakt, zich heeft voorgedaan ». B.2.2. Uit de elementen van het dossier blijkt dat de vraag betrekking heeft op de bijzondere aansprakelijkheid van de bestuurder die op grond van artikel 530, § 1, van het Wetboek van vennootschappen persoonlijk en al dan niet hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het geheel of een deel van de schulden van de vennootschap tot het beloop van het tekort, wanneer hij een kennelijk grove fout heeft begaan die heeft bijgedragen tot het faillissement van de vennootschap. Artikel 530, § 1, van het Wetboek van vennootschappen luidt : « Indien bij faillissement van de vennootschap de schulden de baten overtreffen, kunnen bestuurders of gewezen bestuurders, alsmede alle andere personen die ten aanzien van de zaken van de vennootschap werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad, persoonlijk en al dan niet hoofdelijk aansprakelijk worden verklaard voor het geheel of een deel van de schulden van de vennootschap tot het beloop van het tekort, indien komt vast te staan dat een door hen begane, kennelijk grove fout heeft bijgedragen tot het faillissement.
28299
28300
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Zowel de curators als de benadeelde schuldeisers kunnen een rechtsvordering instellen. De benadeelde schuldeiser die een rechtsvordering instelt, brengt de curator hiervan op de hoogte. In het laatste geval is het bedrag toegekend door de rechter beperkt tot het nadeel gelegen door de schuldeisers die de vordering hebben ingesteld. Dat bedrag komt uitsluitend aan hen toe, ongeacht enige vordering vanwege de curators in het belang van de boedel van de schuldeisers. Als kennelijk grove fout wordt beschouwd iedere vorm van ernstige en georganiseerde fiscale fraude in de zin van artikel 3, § 2, van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld ». B.2.3. De verjaring van de aansprakelijkheid op grond van artikel 530, § 1, van het Wetboek van vennootschappen is in dat artikel niet bijzonder geregeld zodat wordt aangenomen - ook door de verwijzende rechter - dat artikel 198, § 1, vierde streepje, van hetzelfde Wetboek van toepassing is en de rechtsvordering op grond van artikel 530, § 1, van het Wetboek van vennootschappen verjaart door verloop van vijf jaren te rekenen van de kennelijk grove fout of, indien ze met opzet verborgen is gehouden, van de ontdekking ervan. Het Hof zal bijgevolg de bestaanbaarheid van artikel 198, § 1, vierde streepje, van het Wetboek van vennootschappen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet onderzoeken in zoverre het betrekking heeft op die bijzondere bestuurdersaansprakelijkheid in geval van faillissement. B.3. De verwijzende rechter verzoekt het Hof, wat de aanvangsdatum van de verjaringstermijn betreft, de situatie te vergelijken van een persoon die tegen een bestuurder een vordering instelt op grond van artikel 530, § 1, van het Wetboek van vennootschappen met de situatie van de houder van een rechtsvordering tot vergoeding van schade op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid. Terwijl de eerstgenoemde de vordering moet instellen binnen een termijn van vijf jaar te rekenen van de kennelijk grove fout, dient de tweede de vordering in te stellen binnen vijf jaar vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon (artikel 2262bis, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek). De aanvangsdatum van de termijn bedoeld in artikel 198, § 1, vierde streepje, van het Wetboek van vennootschappen verschilt dus van die waarin artikel 2262bis, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek voorziet, aangezien het tijdstip waarop de bestuurder de kennelijk grove fout die heeft bijgedragen tot het faillissement, heeft begaan - in de hypothese dat ze niet met opzet verborgen is gehouden - niet noodzakelijkerwijze samenvalt met het tijdstip waarop de benadeelde schuldeiser kennis had van die fout en van de schadelijke gevolgen ervan. B.4. De personen die schade lijden ten gevolge van een kennelijk grove fout begaan door een bestuurder van een vennootschap die heeft bijgedragen tot het faillissement van die vennootschap en degene die schade lijdt op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid bevinden zich, wat de aanvangsdatum van de verjaringstermijn betreft, niet in situaties die dermate uiteenlopend zijn dat zij niet vergelijkbaar zouden zijn. B.5.1. Artikel 530, § 1, van het Wetboek van vennootschappen gaat terug op artikel 63ter van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen en werd in die wetten ingevoegd bij artikel 91 van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering. De wetgever beoogde de situatie van de schuldeisers bij faillissement te verbeteren en de aansprakelijkheid van bestuurders ten opzichte van de schuldeisers te verzwaren in geval van faillissement met ontoereikend actief. B.5.2. Opdat die bijzondere aansprakelijkheid van bestuurders in geval van faillissement kan worden aangevoerd, moet aan de volgende cumulatieve voorwaarden zijn voldaan : het faillissement van de vennootschap is uitgesproken; het actief van de vennootschap is ontoereikend om de schuldeisers te voldoen; de vordering wordt ingeleid tegen een bestuurder, gewezen bestuurder of feitelijke bestuurder van een vennootschap; die personen hebben een kennelijk grove fout begaan waarmee de wetgever « het exceptioneel karakter van die fout [wilde] beklemtonen » (Parl. St., Senaat, 1977-1978, nr. 415-2, p. 150); die fout heeft bijgedragen tot het faillissement, waarbij het voldoende is dat de grove fout mede de oorzaak van het faillissement is. B.6. Met het instellen van de korte verjaringstermijn van vijf jaar in artikel 198, § 1, vierde streepje, van het Wetboek van vennootschappen was het de bedoeling van de wetgever de bestuurders van vennootschappen niet te lang in de onzekerheid te laten omtrent hun eventuele aansprakelijkheid voor fouten begaan in de uitoefening van hun opdracht. Hij vreesde dat anders slechts weinig personen bereid zouden worden gevonden verantwoordelijke taken op zich te nemen. Tevens meende hij dat van degenen die een aansprakelijkheidsvordering zouden willen instellen, redelijkerwijze mag worden gevraagd dat ze dat doen op een tijdstip dat niet te ver verwijderd ligt van het ogenblik waarop de schadeveroorzakende handelingen werden gesteld, zodanig dat de aangesproken personen zich die handelingen nog kunnen herinneren en zich daarop kunnen verdedigen. De wetgever heeft, door een van het gemeen recht afwijkende termijn op te leggen in een algemene en imperatieve bepaling die wordt geacht te voldoen in alle gevallen, de privébelangen van de schuldeisers ondergeschikt gemaakt aan de hogere belangen van het handelsverkeer (Cass., 27 mei 1994, Arr. Cass., 1994, p. 544). B.7. Het verschil in behandeling, wat de aanvangsdatum van de verjaringstermijn betreft, tussen diegene die de aansprakelijkheidsvordering tegen bestuurders op grond van artikel 530, § 1, van het Wetboek van vennootschappen instelt en diegene die een rechtsvordering tot schadevergoeding op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid instelt, is pertinent ten opzichte van het doel van de wetgever. B.8.1. Het Hof dient evenwel nog te onderzoeken of de aanvangsdatum van de vijfjarige verjaringstermijn, namelijk de dag van de kennelijk grove fout, onevenredige gevolgen heeft omdat aldus, in tegenstelling tot het vertrekpunt van de gemeenrechtelijke termijn bepaald in artikel 2262bis, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, geen rekening wordt gehouden met de kennisneming door de benadeelde van het schadeverwekkende feit of van de schade.
28301
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.8.2. Terwijl artikel 2262bis, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek betrekking heeft op alle vorderingen inzake buitencontractuele aansprakelijkheid, is artikel 530, § 1, van het Wetboek van vennootschappen een specifieke bepaling die erop is gericht de bestuurder die door een kennelijk grove fout die heeft bijgedragen tot het faillissement van de vennootschap, aansprakelijk te stellen. Die specifieke aard en de cumulatieve voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om de vordering te kunnen instellen, inzonderheid de aanwezigheid van een kennelijk grove fout die heeft bijgedragen tot het faillissement, verantwoorden dat de wetgever redelijkerwijs ervan kon uitgaan dat de schade van de schuldeiser zich in de regel binnen een relatief korte tijdsspanne na het begaan van die fout zou manifesteren en niet pas talrijke jaren nadien. Het is dan ook niet onredelijk de verjaring bij die kennelijk grove fout te laten aanvangen. B.8.3. De regel dat de vijfjarige verjaringstermijn begint te lopen bij de kennelijk grove fout zelf, is daarenboven niet absoluut. Allereerst voorziet artikel 198, § 1, vierde streepje, van het Wetboek van vennootschappen in een uitzondering in het geval dat de handelingen en de verrichtingen met opzet verborgen zijn gehouden : in dat geval begint de verjaringstermijn pas te lopen op het ogenblik dat de verrichtingen zijn ontdekt. Wanneer de aansprakelijkheidsvordering tegen bestuurders is gebaseerd op een ondeelbaar geheel van feiten, vangt de verjaringstermijn pas aan wanneer de fout is voltrokken door het laatste van die ondeelbare feiten (Cass., 14 februari 1935, Pas., 1935, I, 159). Het ondeelbaar karakter van die feiten wordt door de feitenrechter soeverein vastgesteld. Indien de aansprakelijkheidsvordering die wordt ingesteld tegen één van de personen vermeld in artikel 198, § 1, vierde streepje, van het Wetboek van vennootschappen, de burgerlijke rechtsvordering is die strekt tot het herstel van de schade veroorzaakt door een misdrijf dat door een van die personen in de uitoefening van zijn taak zou zijn begaan, verjaart die vordering eveneens na vijf jaar, maar niet vóór de strafvordering (Cass., 27 mei 1994, Arr. Cass., 1994, p. 544). B.8.4. Tevens moet mede in rekening worden gebracht dat artikel 530, § 1, van het Wetboek van vennootschappen de toepasselijkheid van het bestaande recht niet beperkt en de andere aansprakelijkheidsgronden van bestuurders, namelijk de artikelen 527, 528 en 633 van het Wetboek van vennootschappen en artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, onverlet laat. B.8.5. De in het geding zijnde maatregel is niet onevenredig. B.9. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 198, § 1, vierde streepje, van het Wetboek van vennootschappen schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, in zoverre die bepaling tot gevolg heeft dat de rechtsvordering op grond van artikel 530, § 1, van hetzelfde Wetboek vijf jaar na de kennelijk grove fout die heeft bijgedragen tot het faillissement, verjaart. Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 maart 2007. De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux. A. Arts.
COUR CONSTITUTIONNELLE [2007/201612] Extrait de l’arrêt n° 47/2007 du 21 mars 2007 Numéro du rôle : 4008 En cause : la question préjudicielle relative à l’article 198, § 1er, du Code des sociétés, posée par le Tribunal de commerce de Termonde. La Cour d’arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 19 juin 2006 en cause de la SA « Immocenter Van Goethem » contre Marc Lyssens et en cause de Koen D’Hondt, dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour d’arbitrage le 26 juin 2006, le Tribunal de commerce de Termonde a posé la question préjudicielle suivante : « L’article 198, § 1er, du Code des sociétés viole-t-il le principe constitutionnel d’égalité en tant qu’il découle de cette disposition que le titulaire de l’action intentée sur la base de l’article 530 du Code des sociétés contre un administrateur d’une société doit former cette action dans les cinq ans des ’ opérations ’, à savoir le fait qui est la cause du dommage lui-même (que la victime ait eu connaissance ou non de l’acte en question et du dommage causé, qui entraîne la responsabilité de l’administrateur), alors qu’en règle générale, pour ce qui concerne les actions en responsabilité extracontractuelle, l’article 2262bis, § 1er, alinéa 2, du Code civil prévoit que les actions en réparation d’un tel dommage extracontractuel ne se prescrivent par cinq ans qu’à partir du jour qui suit celui où la personne lésée a eu connaissance du dommage ou de son aggravation et de l’identité de la personne responsable ? ». (...) III. En droit (...) B.1. Le juge a quo demande à la Cour si l’article 198, § 1er, du Code des sociétés viole les articles 10 et 11 de la Constitution « en tant qu’il découle de cette disposition que le titulaire de l’action intentée sur la base de l’article 530 du Code des sociétés contre un administrateur d’une société doit former cette action dans les cinq ans des ’ opérations ’, à savoir le fait qui est la cause du dommage lui-même (que la victime ait eu connaissance ou non de l’acte en question et du dommage causé, qui entraîne la responsabilité de l’administrateur), alors qu’en règle générale, pour ce qui concerne les actions en responsabilité extracontractuelle, l’article 2262bis, § 1er, alinéa 2, du Code civil prévoit que les actions en réparation d’un tel dommage extracontractuel ne se prescrivent par cinq ans qu’à partir du jour qui suit celui où la personne lésée a eu connaissance du dommage ou de son aggravation et de l’identité de la personne responsable ».
28302
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.2.1. L’article 198, § 1er, du Code des sociétés énonce : « Sont prescrites par cinq ans : - toutes actions contre les associés, à partir de la publication de leur retraite de la société, sinon à partir de la publication d’un acte de dissolution ou de l’expiration du terme contractuel; - toutes actions de tiers en restitution de dividendes indûment distribués, à partir de la distribution; - toutes actions contre les liquidateurs, en cette qualité ou, à défaut, contre les personnes considérées comme liquidateurs en vertu de l’article 185, à partir de la publication prescrite par l’article 195; - toutes actions contre les gérants, administrateurs, membres du conseil de direction, membres du conseil de surveillance, commissaires, liquidateurs, pour faits de leurs fonctions, à partir de ces faits ou, s’ils ont été celés par dol, à partir de la découverte de ces faits; - toutes actions en nullité d’une société anonyme, d’une société européenne, d’une société privée à responsabilité limitée, d’une société coopérative à responsabilité limitée ou d’une société en commandite par actions fondées sur un vice de forme, à partir de la publication, lorsque le contrat a reçu son exécution pendant cinq ans au moins, sans préjudice des dommages-intérêts qui seraient dus ». L’article 2262bis, § 1er, du Code civil énonce : « Toutes les actions personnelles sont prescrites par dix ans. Par dérogation à l’alinéa 1er, toute action en réparation d’un dommage fondée sur une responsabilité extra-contractuelle se prescrit par cinq ans à partir du jour qui suit celui où la personne lésée a eu connaissance du dommage ou de son aggravation et de l’identité de la personne responsable. Les actions visées à l’alinéa 2 se prescrivent en tout cas par vingt ans à partir du jour qui suit celui où s’est produit le fait qui a provoqué le dommage ». B.2.2. Il ressort des éléments du dossier que la question porte sur la responsabilité particulière de l’administrateur qui, en vertu de l’article 530, § 1er, du Code des sociétés, peut être déclaré personnellement obligé, avec ou sans solidarité, de tout ou partie des dettes sociales à concurrence de l’insuffisance de l’actif, s’il a commis une faute grave et caractérisée qui a contribué à la faillite de la société. L’article 530, § 1er, du Code des sociétés énonce : « En cas de faillite de la société et d’insuffisance de l’actif et s’il est établi qu’une faute grave et caractérisée dans leur chef a contribué à la faillite, tout administrateur ou ancien administrateur, ainsi que toute autre personne qui a effectivement détenu le pouvoir de gérer la société, peuvent être déclarés personnellement obligés, avec ou sans solidarité, de tout ou partie des dettes sociales à concurrence de l’insuffisance d’actif. L’action est recevable de la part tant des curateurs que des créanciers lésés. Le créancier lésé qui intente une action en informe le curateur. Dans ce dernier cas, le montant alloué par le juge est limité au préjudice subi par les créanciers agissants et leur revient exclusivement, indépendamment de l’action éventuelle des curateurs dans l’intérêt de la masse. Est réputée faute grave et caractérisée toute fraude fiscale grave et organisée au sens de l’article 3, § 2, de la loi du 11 janvier 1993 relative à la prévention de l’utilisation du système financier aux fins de blanchiment de capitaux ». B.2.3. La prescription de la responsabilité fondée sur l’article 530, § 1er, du Code des sociétés n’a pas été réglée de façon particulière dans cet article, de sorte qu’il est admis - par le juge a quo également - que l’article 198, § 1er, quatrième tiret, du même Code est applicable et que l’action fondée sur l’article 530, § 1er, du Code des sociétés se prescrit par cinq ans à compter de la faute grave et caractérisée ou, si celle-ci a été celée par dol, à partir de sa découverte. La Cour examinera par conséquent la compatibilité de l’article 198, § 1er, quatrième tiret, du Code des sociétés avec les articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu’il porte sur cette responsabilité particulière de l’administrateur en cas de faillite. B.3. Le juge a quo invite la Cour à comparer, en ce qui concerne le point de départ du délai de prescription, la situation d’une personne qui intente une action contre un administrateur sur la base de l’article 530, § 1er, du Code des sociétés, avec la situation du titulaire d’une action en réparation d’un dommage fondée sur une responsabilité extracontractuelle. Alors que la première doit intenter l’action dans un délai de cinq ans à partir de la faute grave et caractérisée, le second doit intenter l’action dans un délai de cinq ans à partir du jour qui suit celui où la personne lésée a eu connaissance du dommage ou de son aggravation et de l’identité de la personne responsable (article 2262bis, § 1er, alinéa 2, du Code civil). Le point de départ du délai visé à l’article 198, § 1er, quatrième tiret, du Code des sociétés diffère donc de celui prévu par l’article 2262bis, § 1er, alinéa 2, du Code civil, car le moment où l’administrateur a commis la faute grave et caractérisée qui a contribué à la faillite - dans l’hypothèse où elle n’a pas été celée par dol - ne correspond pas nécessairement au moment où le créancier lésé a eu connaissance de cette faute et de ses conséquences dommageables. B.4. Les personnes qui subissent un dommage consécutif à une faute grave et caractérisée commise par un administrateur d’une société qui a contribué à la faillite de cette société et celles qui subissent un dommage sur la base d’une responsabilité extracontractuelle ne se trouvent pas, en ce qui concerne le point de départ du délai de prescription, dans des situations à ce point éloignées qu’elles ne pourraient être comparées. B.5.1. L’article 530, § 1er, du Code des sociétés trouve sa source dans l’article 63ter des lois coordonnées sur les sociétés commerciales et a été inséré dans ces lois par l’article 91 de la loi du 4 août 1978 de réorientation économique. Le législateur cherchait à améliorer la situation des créanciers en cas de faillite et entendait aggraver la responsabilité des administrateurs à l’égard des créanciers en cas de faillite avec insuffisance d’actif. B.5.2. Afin que cette responsabilité particulière des administrateurs puisse être invoquée en cas de faillite, les conditions cumulatives suivantes doivent être réunies : la faillite de la société a été prononcée; l’actif de la société est insuffisant pour satisfaire les créanciers; l’action est intentée contre un administrateur, un ancien administrateur ou un administrateur de fait d’une société; ces personnes ont commis une faute grave et caractérisée, terme par lequel le législateur entendait « souligner le caractère exceptionnel de cette faute » (Doc. parl., Sénat, 1977-1978, no 415-2, p. 150); cette faute a contribué à la faillite, étant entendu qu’il suffit que la faute grave soit l’une des causes de la faillite.
28303
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.6. Lorsqu’il a instauré le bref délai de prescription de cinq ans à l’article 198, § 1er, quatrième tiret, du Code des sociétés, le législateur avait l’intention de ne pas laisser les administrateurs de sociétés trop longtemps dans l’incertitude concernant leur éventuelle responsabilité pour des fautes commises dans l’exercice de leur mandat. Il craignait que dans le cas contraire, seul un nombre restreint de personnes eussent été disposées à assumer des fonctions à responsabilité. Il estimait par ailleurs qu’on peut raisonnablement demander aux personnes désireuses d’intenter une action en responsabilité qu’elles le fassent à un moment qui ne soit pas trop éloigné du moment de l’accomplissement des faits qui ont provoqué le dommage, de façon à ce que les personnes mises en cause puissent encore se souvenir de ces faits et s’en justifier. En imposant un délai de prescription dérogeant au droit commun par une disposition générale et impérative qui est censée être applicable dans tous les cas, le législateur a subordonné les intérêts privés des créanciers aux intérêts supérieurs des relations commerciales (Cass., 27 mai 1994, Pas., 1994, I, no 270). B.7. La différence de traitement, en ce qui concerne le point de départ du délai de prescription, entre les personnes qui intentent l’action en responsabilité contre des administrateurs sur la base de l’article 530, § 1er, du Code des sociétés et les personnes qui intentent une action en réparation d’un dommage sur la base d’une responsabilité extracontractuelle, est pertinente par rapport au but du législateur. B.8.1. La Cour doit cependant encore examiner si le point de départ du délai de prescription quinquennale, à savoir le jour de la faute grave et caractérisée, a des effets disproportionnés parce que, contrairement au point de départ du délai de droit commun fixé à l’article 2262bis, § 1er, alinéa 2, du Code civil, il n’est pas tenu compte de la prise de connaissance, par la personne lésée, du fait qui a provoqué le dommage ou du dommage même. B.8.2. Alors que l’article 2262bis, § 1er, alinéa 2, du Code civil porte sur toutes les actions en matière de responsabilité extracontractuelle, l’article 530, § 1er, du Code des sociétés est une disposition spécifique visant à engager la responsabilité de l’administrateur qui, par une faute grave et caractérisée, a contribué à la faillite de la société. Cette nature spécifique et les conditions cumulatives qui doivent être réunies pour pouvoir intenter l’action, en particulier l’existence d’une faute grave et caractérisée qui a contribué à la faillite, justifient que le législateur ait pu raisonnablement considérer que le dommage du créancier se manifesterait, en règle, dans un laps de temps relativement bref après la commission de cette faute et non pas de nombreuses années plus tard. Il n’est dès lors pas déraisonnable de faire courir le délai de prescription à partir de cette faute grave et caractérisée. B.8.3. La règle selon laquelle le délai de prescription quinquennal prend cours à partir de la faute grave et caractérisée même n’est en outre pas absolue. Tout d’abord, l’article 198, § 1er, quatrième tiret, du Code des sociétés prévoit une exception dans le cas où les actes et les faits ont été celés par dol : dans ce cas, le délai de prescription ne court qu’à partir de la découverte des faits. Lorsque l’action en responsabilité contre des administrateurs est fondée sur une série indivisible de faits, le délai de prescription ne prend cours que lorsque la faute s’est trouvée consommée par le dernier fait de cette série indivisible (Cass., 14 février 1935, Pas., 1935, I, 159). Le caractère indivisible de ces faits est constaté souverainement par le juge du fond. Enfin, si l’action en responsabilité intentée contre l’une des personnes mentionnées à l’article 198, § 1er, quatrième tiret, du Code des sociétés est l’action civile tendant à la réparation du dommage causé par une infraction qui aurait été commise par l’une de ces personnes dans l’exercice de ses fonctions, cette action se prescrit également après cinq ans, mais non avant l’action publique (Cass., 27 mai 1994, Pas., 1994, I, no 270). B.8.4. Il faut également prendre en compte le fait que l’article 530, § 1er, du Code des sociétés ne limite pas l’applicabilité du droit existant et ne porte pas atteinte aux autres fondements de responsabilité des administrateurs, à savoir les articles 527, 528 et 633 du Code des sociétés et l’article 1382 du Code civil. B.8.5. La mesure en cause n’est pas disproportionnée. B.9. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : L’article 198, § 1er, quatrième tiret, du Code des sociétés ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que cette disposition a pour effet que l’action intentée sur la base de l’article 530, § 1er, du même Code est prescrite cinq ans après la faute grave et caractérisée qui a contribué à la faillite. Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, conformément à l’article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, à l’audience publique du 21 mars 2007. Le greffier, Le président, P.-Y. Dutilleux. A. Arts.
ÜBERSETZUNG VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2007/201612] Auszug aus dem Urteil Nr. 47/2007 vom 21. März 2007 Geschäftsverzeichnisnummer 4008 In Sachen: Präjudizielle Frage in Bezug auf Artikel 198 § 1 des Gesellschaftsgesetzbuches, gestellt vom Handelsgericht Dendermonde. Der Schiedshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden A. Arts und M. Melchior, und den Richtern P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke und J. Spreutels, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden A. Arts, verkündet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der präjudiziellen Frage und Verfahren In seinem Urteil vom 19. Juni 2006 in Sachen der «Immocenter Van Goethem» AG gegen Marc Lyssens und in Sachen Koen D’Hondt, dessen Ausfertigung am 26. Juni 2006 in der Kanzlei des Schiedshofes eingegangen ist, hat das Handelsgericht Dendermonde folgende präjudizielle Frage gestellt: «Verstößt Artikel 198 § 1 des Gesellschaftsgesetzbuches gegen den verfassungsmäßigen Gleichheitsgrundsatz, insofern aus dieser Bestimmung folgt, dass der Inhaber der Klage aufgrund von Artikel 530 des Gesellschaftsgesetzbuches dem Verwalter einer Gesellschaft gegenüber diese Klage innerhalb von fünf Jahren nach den ’ Handlungen ’, d.h. dem schadensbegründenden Ereignis (ungeachtet dessen, ob das Opfer in Kenntnis von der fraglichen Handlung
28304
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD und der Schadensbegründung war, die zur Haftung des Verwalters führt) erheben muss, während generell in Sachen der außervertraglichen Haftungsklagen Artikel 2262bis § 1 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches vorsieht, dass Rechtsklagen auf Wiedergutmachung solcher außervertraglichen Schäden erst verjähren nach Ablauf von fünf Jahren ab dem Tag, der demjenigen folgt, an dem der Geschädigte von dem Schaden oder dessen Verschlimmerung und von der Identität der dafür haftenden Person Kenntnis erhalten hat?». (...) III. In rechtlicher Beziehung (...) B.1. Der vorlegende Richter fragt den Hof, ob Artikel 198 § 1 des Gesellschaftsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstoße, «insofern aus dieser Bestimmung folgt, dass der Inhaber der Klage aufgrund von Artikel 530 des Gesellschaftsgesetzbuches dem Verwalter einer Gesellschaft gegenüber diese Klage innerhalb von fünf Jahren nach den ’ Handlungen ’, d.h. dem schadensbegründenden Ereignis (ungeachtet dessen, ob das Opfer in Kenntnis von der fraglichen Handlung und der Schadensbegründung war, die zur Haftung des Verwalters führt) erheben muss, während generell in Sachen der außervertraglichen Haftungsklagen Artikel 2262bis § 1 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches vorsieht, dass Rechtsklagen auf Wiedergutmachung solcher außervertraglichen Schäden erst verjähren nach Ablauf von fünf Jahren ab dem Tag, der demjenigen folgt, an dem der Geschädigte von dem Schaden oder dessen Verschlimmerung und von der Identität der dafür haftenden Person Kenntnis erhalten hat». B.2.1. Artikel 198 § 1 des Gesellschaftsgesetzbuches lautet: «In fünf Jahren verjähren: - Ansprüche gegen Gesellschafter, zu rechnen ab Bekanntmachung ihres Austritts aus der Gesellschaft oder der Urkunde über die Auflösung der Gesellschaft oder ab Ablauf der vertraglich festgelegten Dauer, - Ansprüche Dritter auf Rückerstattung unrechtmäßig ausgeschütteter Dividenden, zu rechnen ab der Ausschüttung, - Ansprüche gegen die Liquidatoren als solche oder mangels Liquidatoren gegen die Personen, die aufgrund von Artikel 185 als Liquidatoren gelten, zu rechnen ab der durch Artikel 195 vorgeschriebenen Bekanntmachung, - Ansprüche gegen Geschäftsführer, Verwalter, Vorstandsmitglieder, Aufsichtsratsmitglieder, Kommissare oder Liquidatoren wegen Handlungen in Zusammenhang mit ihrer Funktion, zu rechnen ab dem Zeitpunkt dieser Handlungen oder, sofern sie arglistig verheimlicht worden sind, ab Entdeckung dieser Handlungen, - auf einem Formmangel fußende Klagen auf Nichtigkeitserklärung einer Aktiengesellschaft, Europäischen Gesellschaft, Privatgesellschaft mit beschränkter Haftung, Genossenschaft mit beschränkter Haftung oder Kommanditgesellschaft auf Aktien, zu rechnen ab der Bekanntmachung, sofern der Gesellschaftsvertrag mindestens fünf Jahre zur Ausführung gekommen ist, unbeschadet eines etwaigen Schadenersatzes». Artikel 2262bis § 1 des Zivilgesetzbuches lautet: «Alle persönlichen Klagen verjähren nach zehn Jahren. In Abweichung von Absatz 1 verjähren alle Schadenersatzklagen aufgrund außervertraglicher Haftung nach fünf Jahren ab dem Tag nach demjenigen, an dem der Benachteiligte von dem Schaden oder dessen Verschlimmerung und von der Identität der dafür haftenden Person erfahren hat. Die in Absatz 2 genannten Klagen verjähren in jedem Fall nach zwanzig Jahren ab dem Tag nach demjenigen, an dem das schadenstiftende Ereignis sich zugetragen hat». B.2.2. Aus den Elementen der Akte geht hervor, dass die Frage sich auf die besondere Haftung eines Verwalters bezieht, der aufgrund von Artikel 530 § 1 des Gesellschaftsgesetzbuches für die Gesamtheit oder einen Teil der Gesellschaftsschulden in Höhe des Mangels an Masse für persönlich haftbar erklärt werden kann, gesamtschuldnerisch oder nicht, wenn ein von ihm begangener, deutlich als schwerwiegend anzusehender Fehler zum Konkurs der Gesellschaft beigetragen hat. Artikel 530 § 1 des Gesellschaftsgesetzbuches lautet: «Bei Konkurs der Gesellschaft und mangels Masse können Verwalter oder ehemalige Verwalter und alle anderen Personen, die effektiv befugt gewesen sind, die Gesellschaft zu verwalten, für die Gesamtheit oder einen Teil der Gesellschaftsschulden in Höhe des Mangels an Masse für persönlich haftbar erklärt werden, gesamtschuldnerisch oder nicht, wenn erwiesen ist, dass ein von ihnen begangener, deutlich als schwerwiegend anzusehender Fehler zum Konkurs beigetragen hat. Die Klage kann sowohl von den Konkursverwaltern als von den geschädigten Gläubigern erhoben werden. Der geschädigte Gläubiger, der eine Klage erhebt, setzt den Konkursverwalter hiervon in Kenntnis. In letzterem Fall ist der vom Richter zuerkannte Betrag auf den Schaden begrenzt, den die Gläubiger, die die Klage erhoben haben, erlitten haben. Ungeachtet einer eventuell von den Konkursverwaltern erhobenen Klage im Interesse der Masse steht dieser Betrag ausschließlich den Gläubigern zu, die die Klage erhoben haben. Als deutlich als schwerwiegend anzusehender Fehler gilt jede schwere und organisierte Steuerhinterziehung im Sinne von Artikel 3 § 2 des Gesetzes vom 11. Januar 1993 zur Verhinderung der Nutzung des Finanzsystems zum Zwecke der Geldwäsche». B.2.3. Die Verjährung der Haftung aufgrund von Artikel 530 § 1 des Gesellschaftsgesetzbuches ist in diesem Artikel nicht speziell geregelt, so dass angenommen wird - auch durch den vorlegenden Richter -, dass Artikel 198 § 1 vierter Gedankenstrich desselben Gesetzbuches anwendbar ist und eine aufgrund von Artikel 530 § 1 des Gesellschaftsgesetzbuches bestehende Klage nach Ablauf von fünf Jahren ab dem deutlich als schwerwiegend anzusehenden Fehler oder, sofern er arglistig verheimlicht worden ist, ab dessen Entdeckung verjährt. Der Hof prüft somit die Vereinbarkeit von Artikel 198 § 1 vierter Gedankenstrich des Gesellschaftsgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern er sich auf die besondere Haftung der Verwalter im Falle des Konkurses bezieht.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.3. Der vorlegende Richter bittet den Hof, in Bezug auf das Anfangsdatum der Verjährungsfrist die Lage einer Person, die gegen einen Verwalter eine Klage einreicht auf der Grundlage von Artikel 530 § 1 des Gesellschaftsgesetzbuches, mit der Lage eines Inhabers einer Klage auf Wiedergutmachung eines Schadens aufgrund der außervertraglichen Haftung zu vergleichen. Während der Erstgenannte die Klage innerhalb einer Frist von fünf Jahren ab dem deutlich als schwerwiegend anzusehenden Fehler einreichen muss, muss der Zweite die Klage innerhalb von fünf Jahren ab dem Tag nach dem Tag, an dem der Geschädigte von dem Schaden oder dessen Verschlimmerung und von der Identität der dafür haftenden Person Kenntnis erworben hat, einreichen (Artikel 2262bis § 1 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches). Das in Artikel 198 § 1 vierter Gedankenstrich des Gesellschaftsgesetzbuches vorgesehene Anfangsdatum der Frist unterscheidet sich somit von dem in Artikel 2262bis § 1 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches vorgesehenen Anfangsdatum, da der Zeitpunkt, an dem der Verwalter den deutlich als schwerwiegend anzusehenden Fehler, der zum Konkurs beigetragen hat, begangen hat - unter der Voraussetzung, dass er nicht arglistig verheimlicht worden ist -, nicht notwendigerweise dem Zeitpunkt entspricht, an dem der geschädigte Gläubiger Kenntnis von diesem Fehler und von dessen schädlichen Folgen erlangt hat. B.4. Die Personen, die einen Schaden infolge eines deutlich als schwerwiegend anzusehenden, zum Konkurs beitragenden Fehlers eines Verwalters einer Gesellschaft erleiden, und die Personen, die einen Schaden aufgrund einer außervertraglichen Haftung erleiden, befinden sich hinsichtlich des Anfangsdatums der Verjährungsfrist nicht in Situationen, die derart unterschiedlich sind, dass sie nicht miteinander vergleichbar wären. B.5.1. Artikel 530 § 1 des Gesellschaftsgesetzbuches beruht auf Artikel 63ter der koordinierten Gesetze über die Handelsgesellschaften und wurde durch Artikel 91 des Gesetzes vom 4. August 1978 zur wirtschaftlichen Neuorientierung in diese Gesetze eingefügt. Der Gesetzgeber wollte die Lage der Konkursgläubiger verbessern und die Haftung der Verwalter gegenüber den Gläubigern im Fall eines Konkurses mit unzureichenden Aktiva erschweren. B.5.2. Damit diese besondere Haftung von Verwaltern im Fall eines Konkurses geltend gemacht werden kann, müssen gleichzeitig folgende Bedingungen erfüllt sein: Das Konkursverfahren wurde über die Gesellschaft eröffnet; die Aktiva der Gesellschaft sind unzureichend, um die Gläubiger zu entschädigen; die Klage wird gegen einen Verwalter, einen ehemaligen Verwalter oder einen faktischen Verwalter einer Gesellschaft eingeleitet; diese Personen haben einen deutlich als schwerwiegend anzusehenden Fehler begangen, womit der Gesetzgeber «die außerordentliche Beschaffenheit dieses Fehlers hervorheben» wollte (Parl. Dok., Senat, 1977-1978, Nr. 415-2, S. 150); dieser Fehler hat zum Konkurs beigetragen, wobei es ausreicht, dass der schwerwiegende Fehler eine der Ursachen des Konkurses darstellt. B.6. Mit der Einführung der kurzen Verjährungsfrist von fünf Jahren in Artikel 198 § 1 vierter Gedankenstrich des Gesellschaftsgesetzbuches verfolgte der Gesetzgeber die Absicht, die Verwalter von Gesellschaften nicht zu lange im Ungewissen zu lassen in Bezug auf ihre etwaige Haftung für im Rahmen ihres Auftrags begangene Fehler. Er befürchtete, dass andernfalls nur wenige Personen bereit sein würden, Verantwortungsaufgaben zu übernehmen. Gleichzeitig vertrat er den Standpunkt, dass von denjenigen, die eine Haftungsklage einzureichen beabsichtigten, vernünftigerweise zu erwarten sei, dass sie dies innerhalb eines Zeitraumes täten, der nicht zu weit vom Zeitpunkt der den Schaden verursachenden Handlungen läge, so dass die haftbar gemachten Personen sich noch an diese Handlungen erinnern und sich dagegen verteidigen könnten. Durch die Auferlegung einer vom allgemeinen Recht abweichenden Verjährungsfrist in einer allgemeinen und zwingenden Bestimmung, die auf alle Fälle anwendbar sein soll, hat der Gesetzgeber die privaten Interessen der Gläubiger den übergeordneten Interessen des Handelsverkehrs untergeordnet (Kass., 27. Mai 1994, Arr. Cass., 1994, S. 544). B.7. Der Behandlungsunterschied hinsichtlich des Anfangsdatums der Verjährungsfrist zwischen denjenigen, die eine Haftungsklage gegen Verwalter aufgrund von Artikel 530 § 1 des Gesellschaftsgesetzbuches einreichen, und denjenigen, die eine Gerichtsklage auf Schadenersatz aufgrund der außergewöhnlichen Haftung einreichen, ist sachdienlich hinsichtlich der Zielsetzung des Gesetzgebers. B.8.1. Der Hof muss jedoch noch prüfen, ob das Anfangsdatum der fünfjährigen Verjährungsfrist, nämlich der Tag des deutlich als schwerwiegend anzusehenden Fehlers, unverhältnismäßige Folgen hat, weil dadurch, im Gegensatz zum Anfangszeitpunkt der gemeinrechtlichen Frist im Sinne von Artikel 2262bis § 1 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches, nicht der Kenntnisnahme des schadensbegründenden Ereignisses oder des Schadens durch den Geschädigten Rechnung getragen wird. B.8.2. Während Artikel 2262bis § 1 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches sich auf alle Klagen in Bezug auf die außervertragliche Haftung bezieht, ist Artikel 530 § 1 des Gesellschaftsgesetzbuches eine spezifische Bestimmung, die darauf ausgerichtet ist, die Verwalter, die durch einen deutlich als schwerwiegend anzusehender Fehler, der zum Konkurs der Gesellschaft beigetragen hat, haftbar zu machen. Diese spezifische Beschaffenheit und die kumulativen Bedingungen, die erfüllt sein müssen, damit die Klage eingereicht werden kann, insbesondere das Vorliegen eines deutlich als schwerwiegend anzusehenden Fehlers, der zum Konkurs beigetragen hat, rechtfertigen es, dass der Gesetzgeber vernünftigerweise davon ausgehen konnte, dass der Schaden des Gläubigers in der Regel innerhalb eines relativ kurzen Zeitraums nach dem Begehen dieses Fehlers erkennbar werden würde, und nicht erst viele Jahre später. Daher ist es nicht unvernünftig, die Verjährungsfrist mit diesem deutlich als schwerwiegend anzusehenden Fehler beginnen zu lassen. B.8.3. Die Regel, dass die fünfjährige Verjährungsfrist mit dem deutlich als schwerwiegend anzusehenden Fehler selbst beginnt, ist darüber hinaus nicht absolut. Zunächst sieht Artikel 198 § 1 vierter Gedankenstrich des Gesellschaftsgesetzbuches eine Ausnahme vor in dem Fall, dass die Handlungen und Verrichtungen arglistig verheimlicht wurden; in diesem Fall beginnt die Verjährungsfrist erst zu dem Zeitpunkt, wo die Verrichtungen festgestellt werden. Wenn eine Haftungsklage gegen Verwalter auf einem unteilbaren Ganzen von Handlungen beruht, beginnt die Verjährungsfrist erst, wenn der Fehler durch die letzte dieser unteilbaren Handlungen vollzogen wird (Kass., 14. Februar 1935, Pas., 1935, I, 159). Die Unteilbarkeit dieser Handlungen wird souverän durch den Tatrichter festgestellt. Wenn es sich bei der Haftungsklage, die gegen eine der in Artikel 198 § 1 vierter Gedankenstrich des Gesellschaftsgesetzbuches erwähnten Personen eingereicht wird, um die Zivilklage handelt, die zur Wiedergutmachung des Schadens dient, der durch eine Straftat verursacht wurde, die eine dieser Personen in der Ausübung ihrer Aufgabe begangen haben, verjährt diese Klage ebenfalls nach fünf Jahren, aber nicht vor der Strafklage (Kass., 27. Mai 1994, Arr. Cass., 1994, S. 544).
28305
28306
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.8.4. Ferner ist zu berücksichtigen, dass Artikel 530 § 1 des Gesellschaftsgesetzbuches die Anwendbarkeit des bestehenden Rechts nicht begrenzt und die anderen Haftungsgründe bei Verwaltern, nämlich die Artikel 527, 528 und 633 des Gesellschaftsgesetzbuches und Artikel 1382 des Zivilgesetzbuches, unberührt lässt. B.8.5. Die fragliche Maßnahme ist nicht unverhältnismäßig. B.9. Die präjudizielle Frage ist verneinend zu beantworten. Aus diesen Gründen: Der Hof erkennt für Recht: Artikel 198 § 1 vierter Gedankenstrich des Gesellschaftsgesetzbuches verstößt nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Bestimmung zur Folge hat, dass Ansprüche aufgrund von Artikel 530 § 1 desselben Gesetzbuches in fünf Jahren nach dem deutlich als schwerwiegend anzusehenden Fehler, der zum Konkurs beigetragen hat, verjähren. Verkündet in niederländischer und französischer Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof, in der öffentlichen Sitzung vom 21. März 2007. Der Kanzler, Der Vorsitzende, (gez.) P.-Y. Dutilleux. (gez.) A. Arts.
* GRONDWETTELIJK HOF [2007/201618] Uittreksel uit arrest nr. 54/2007 van 28 maart 2007 Rolnummer 4005 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 91 van de wet van 17 februari 1997 tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot het personeel van de griffies en parketten, gesteld door de Raad van State. Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en J.-P. Snappe, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 12 juni 2006 in zake André Mercier tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 23 juni 2006, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 91 van de wet van 17 februari 1997 tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot het personeel van de griffies en parketten artikel 10 van de Grondwet, indien het wordt uitgelegd in de zin dat de houder van een getuigschrift van kandidaat-griffier, verkregen na de inwerkingtreding van de voornoemde wet, met het oog op een benoeming tot hoofdgriffier van een vredegerecht geen aanspraak kan maken op de toepassing in zijn voordeel van dit artikel, terwijl dit wel het geval is voor degene die op het ogenblik van de inwerkingtreding van die wet reeds houder was van een getuigschrift van kandidaat griffier ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 91 van de wet van 17 februari 1997 tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot het personeel van de griffies en parketten (hierna : wet van 17 februari 1997), dat luidt als volgt : « De persoon die op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze wet het ambt uitoefent van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier, hoofdsecretaris, secretaris, adjunct-secretaris, opsteller of beambte kan, overeenkomstig de benoemingsvoorwaarden gesteld in het Gerechtelijk Wetboek voor de inwerkingtreding van deze wet, worden benoemd tot het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier, hoofdsecretaris, secretaris of adjunct-secretaris, indien hij op dat ogenblik voldoet aan al de voormelde benoemingsvoorwaarden, met uitzondering van die betreffende de dienstanciënniteit ». Ten aanzien van de ontvankelijkheid B.2.1. De Ministerraad voert aan dat het antwoord op de prejudiciële vraag niet dienstig is voor de oplossing van het geschil dat hangende is voor de verwijzende rechter, aangezien de in het geding zijnde bepaling enkel van toepassing zou zijn op personeelsleden van de griffies en de parketsecretariaten die op het ogenblik van de inwerkingtreding van de wet van 17 februari 1997 een ambt bekleedden waarin zij niet waren benoemd. De verzoeker voor de verwijzende rechter zou niet aan die voorwaarde voldoen, zodat de bepaling niet op hem van toepassing zou kunnen zijn. B.2.2. In beginsel komt het de verwijzende rechter toe de normen vast te stellen die toepasselijk zijn op het hem voorgelegde geschil. Wanneer aan het Hof evenwel bepalingen worden voorgelegd die kennelijk niet op het bodemgeschil kunnen worden toegepast, staat het niet aan het Hof de grondwettigheid van zulke bepalingen te onderzoeken. B.2.3. Op grond van het onderzoek van de feiten van het geding en het dossier van de rechtspleging kan niet worden besloten dat de in het geding zijnde bepaling kennelijk niet van toepassing zou zijn op het bodemgeschil. Het Hof antwoordt dus op de vraag zoals zij door de verwijzende rechter is gesteld.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Ten gronde B.3. De verwijzende rechter vraagt of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met artikel 10 van de Grondwet, in de interpretatie volgens welke de houder van een getuigschrift van kandidaat-griffier, verkregen na de inwerkingtreding van de wet van 17 februari 1997, met het oog op een benoeming tot hoofdgriffier van een vredegerecht zich niet kan beroepen op die bepaling, terwijl dit wel het geval is voor diegene die op het ogenblik van de inwerkingtreding van die wet reeds houder was van een getuigschrift van kandidaat-griffier. B.4. De voorwaarden om tot hoofdgriffier van een vredegerecht te worden benoemd, worden bepaald in artikel 263, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek. Vóór de inwerkingtreding van de wet van 17 februari 1997, luidde dat artikel als volgt : « § 1. Om tot griffier-hoofd van de griffie van het vredegerecht of van de politierechtbank te worden benoemd, moet men : 1o volle dertig jaar oud zijn; 2o hetzij gedurende ten minste tien jaar het ambt van griffier, klerk-griffier, opsteller of beambte hebben vervuld bij een hof, een rechtbank, een vredegerecht of een politierechtbank en houder zijn van het getuigschrift van hoger middelbaar onderwijs of door de Koning gelijkwaardig verklaard onderwijs, alsmede van het getuigschrift van kandidaat-griffier, hetzij doctor in de rechten zijn en op de griffie van een hof of een rechtbank ten minste één jaar stage hebben doorgemaakt ». Na de inwerkingtreding van de wet van 17 februari 1997, luidt die bepaling, in de versie zoals van toepassing in de zaak voor de verwijzende rechter, als volgt : « § 1. Om tot hoofdgriffier van een vredegerecht of van een politierechtbank te worden benoemd, moet de kandidaat : 1o volle vijfendertig jaar oud zijn; 2o a) licentiaat in de rechten zijn en ten minste vijf jaar een ambt, ten minste gelijk aan dat van beambte bij de griffie van een hof, van een rechtbank, van een vredegerecht of van een politierechtbank hebben uitgeoefend; b) of houder zijn van het getuigschrift van kandidaat-griffier en daarenboven ofwel ten minste vijf jaar het ambt van griffier, ofwel ten minste tien jaar het ambt van adjunct-griffier hebben uitgeoefend bij een hof, een rechtbank, een vredegerecht of een politierechtbank ». B.5. Met de wet van 17 februari 1997 beoogde de wetgever, onder meer, een efficiëntere werking van de griffies en de parketsecretariaten en een herwaardering van het ambt van griffier en van parketsecretaris (Parl. St., Senaat, 1995-1996, nr. 1-270/1, pp. 1 en 2). Met het oog op die herwaardering werden de benoemingsvoorwaarden verzwaard (ibid., p. 10). B.6.1. De in het geding zijnde bepaling dient te worden beschouwd als een overgangsbepaling, die met zich meebrengt dat sommige personen kunnen worden benoemd tot de in die bepaling vermelde ambten - waaronder het ambt van hoofdgriffier van een vredegerecht - overeenkomstig de benoemingsvoorwaarden die waren gesteld in het Gerechtelijk Wetboek vóór de inwerkingtreding van de wet van 17 februari 1997, met uitzondering van die betreffende de dienstanciënniteit. B.6.2. Zoals de verwijzende rechter vaststelt, kunnen enkel de personen die op het ogenblik van de inwerkingtreding van de wet van 17 februari 1997 voldeden aan de vóór die wet geldende benoemingsvoorwaarden, met uitzondering van die betreffende de dienstanciënniteit, zich op die bepaling beroepen. Vermits één van die voorwaarden inhield dat men houder diende te zijn van een getuigschrift van kandidaat-griffier, brengt de in het geding zijnde bepaling een verschil in behandeling met zich mee tussen houders van een dergelijk getuigschrift, naargelang zij dat getuigschrift hebben verkregen vóór of na de inwerkingtreding van de wet van 17 februari 1997 : terwijl de eersten kunnen worden benoemd overeenkomstig de benoemingsvoorwaarden met uitzondering van die betreffende de dienstanciënniteit - die golden vóór de inwerkingtreding van de wet van 17 februari 1997, kunnen de laatsten enkel worden benoemd overeenkomstig de bij die wet gewijzigde voorwaarden. B.7. Het staat in beginsel aan de wetgever te beoordelen of een wetswijziging gepaard moet gaan met overgangsmaatregelen. Inherent aan een overgangsregeling is dat een onderscheid wordt gemaakt tussen personen die betrokken zijn bij rechtstoestanden die onder het toepassingsgebied van die regeling vallen en personen die betrokken zijn bij rechtstoestanden die onder het toepassingsgebied van een nieuwe regeling vallen. Een dergelijk onderscheid houdt op zich geen schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet : elke overgangsbepaling zou inopportuun zijn, indien zou worden aangenomen dat zulke bepalingen de voormelde grondwetsbepalingen zouden schenden om de enkele reden dat zij afwijken van de toepassingsvoorwaarden van de nieuwe wetgeving. Overgangsmaatregelen moeten echter reglementeren bij algemene bepaling en zijn gebaseerd op objectieve en pertinente criteria die verantwoorden waarom sommige personen tijdelijk maatregelen genieten die afwijken van de regeling die door de nieuwe norm is vastgesteld. B.8.1. Tijdens de parlementaire voorbereiding werd over de in het geding zijnde bepaling het volgende gesteld : « Er dienen overgangmaatregelen getroffen voor de personeelsleden die op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze wet reeds in de voorwaarden verkeren tot de benoeming tot een bepaald ambt. [...] Er dient vooropgesteld dat, met het oog op de herwaardering van de functies, in de toekomst elke overgangsbepaling dient te worden afgewezen die afbreuk zou doen aan deze herwaardering. Toch zou eventueel nog moeten voorzien worden in een bijkomende overgangsmaatregel ten voordele van de personen die op de datum van de inwerkingtreding van de wet niet voldoen aan de dienstanciënniteit [...] » (Parl. St., Senaat, 1995-1996, nr. 1-270/1, pp. 15 en 16) en « Spreker is echter niet blind voor de mogelijke repercussies van de in zijn voorstel vervatte innovaties op de bestaande praktijk, noch voor het feit dat hierdoor verkregen rechten in het gedrang kunnen worden gebracht. Hij staat derhalve open voor een overgangsregeling die deze rechten eerbiedigt. [...]
28307
28308
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD De minister antwoordt dat artikel 91 ertoe wil komen dat al wie opdracht krijgt een van de ambten van dat artikel uit te oefenen, aan de benoemingsvereisten blijft voldoen wanneer de betrokkene daar thans aan voldoet. De vorige spreker vraagt dat daarover een verklarende nota wordt opgesteld. Hij verklaart het ermee eens te zijn dat men naar een oplossing zoekt om een aantal verkregen rechten of bestaande verwachtingen te waarborgen » (Parl. St., Senaat, 1996-1997, nr. 1-270/3, pp. 34 en 192). B.8.2. Uit wat voorafgaat, blijkt dat de wetgever met de in het geding zijnde bepaling heeft beoogd « een aantal verkregen rechten of bestaande verwachtingen te waarborgen », zonder afbreuk te doen aan de met de wet van 17 februari 1997 nagestreefde herwaardering van het ambt van, onder meer, hoofdgriffier in de vredegerechten. B.9. Het in de prejudiciële vraag bedoelde verschil in behandeling berust op een objectief criterium, namelijk het tijdstip waarop het getuigschrift van kandidaat-griffier werd verkregen (vóór of na de inwerkingtreding van de wet van 17 februari 1997). B.10. Dat criterium is pertinent ten aanzien van de doelstelling die erin bestaat bepaalde verwachtingen niet te verijdelen, zonder afbreuk te doen aan de nagestreefde herwaardering van het ambt van hoofdgriffier. De wetgever kon redelijkerwijze ervan uitgaan dat personen die het getuigschrift van kandidaat-griffier hadden verkregen vóór de inwerkingtreding van de wet van 17 februari 1997, konden hopen op een benoeming overeenkomstig de bestaande benoemingsregels, en dat het om die reden niet was aangewezen om die personen te onderwerpen aan de nieuwe benoemingsvoorwaarden. Hij vermocht eveneens redelijkerwijze te oordelen dat het niet opportuun was om het toepassingsgebied van de in het geding zijnde bepaling uit te breiden tot de houders van een getuigschrift van kandidaat-griffier, verkregen na de inwerkingtreding van de wet van 17 februari 1997, wat tot gevolg zou hebben dat die bepaling op permanente wijze afbreuk zou doen aan de met de wet van 17 februari 1997 beoogde herwaardering van het ambt van hoofdgriffier. B.11. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 91 van de wet van 17 februari 1997 tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot het personeel van de griffies en parketten schendt artikel 10 van de Grondwet niet. Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 28 maart 2007. De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux. A. Arts.
COUR CONSTITUTIONNELLE [2007/201618] Extrait de l’arrêt n° 54/2007 du 28 mars 2007 Numéro du rôle : 4005 En cause : la question préjudicielle relative à l’article 91 de la loi du 17 février 1997 modifiant certaines dispositions du Code judiciaire en ce qui concerne le personnel des greffes et des parquets, posée par le Conseil d’Etat. La Cour d’arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot et J.-P. Snappe, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par arrêt du 12 juin 2006 en cause de André Mercier contre l’Etat belge, dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour d’arbitrage le 23 juin 2006, le Conseil d’Etat a posé la question préjudicielle suivante : « L’article 91 de la loi du 17 février 1997 modifiant certaines dispositions du Code judiciaire en ce qui concerne le personnel des greffes et des parquets viole-t-il l’article 10 de la Constitution s’il est interprété en ce sens que le porteur d’un certificat de candidat-greffier obtenu après l’entrée en vigueur de la loi précitée ne peut prétendre à l’application en sa faveur dudit article, en vue d’être nommé greffier en chef d’une justice de paix, alors que tel est le cas pour ceux qui, au moment de l’entrée en vigueur de cette loi, étaient déjà porteurs du certificat de candidat-greffier ? ». (...) III. En droit (...) B.1. La question préjudicielle porte sur l’article 91 de la loi du 17 février 1997 modifiant certaines dispositions du Code judiciaire en ce qui concerne le personnel des greffes et des parquets (ci-après : loi du 17 février 1997), qui énonce comme suit : « La personne qui, au moment de l’entrée en vigueur de la présente loi, exerce la fonction de greffier en chef, de greffier, de greffier adjoint, de secrétaire en chef, de secrétaire, de secrétaire adjoint, de rédacteur ou d’employé peut, conformément aux conditions de nomination fixées par le Code judiciaire avant l’entrée en vigueur de la présente loi, être nommée greffier en chef, greffier, greffier adjoint, secrétaire en chef, secrétaire ou secrétaire adjoint, pour autant qu’elle remplisse à ce moment toutes les conditions de nomination précitées, à l’exception de celles relatives à l’ancienneté de service ». Quant à la recevabilité B.2.1. Le Conseil des ministres fait valoir que la réponse à la question préjudicielle n’est pas utile à la solution du litige pendant devant le juge a quo, étant donné que la disposition en cause ne s’appliquerait qu’aux membres du personnel des greffes et des secrétariats de parquets qui, au moment de l’entrée en vigueur de la loi du 17 février 1997, exerçaient une fonction à laquelle ils n’avaient pas été nommés. Le requérant devant le juge a quo ne remplirait pas cette condition, si bien que la disposition ne pourrait pas lui être applicable.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.2.2. Il appartient en principe au juge a quo de déterminer les normes applicables au litige qui lui est soumis. Toutefois, lorsqu’elle est confrontée à des dispositions manifestement inapplicables au litige pendant devant le juge a quo, la Cour n’a pas à examiner la constitutionnalité de pareilles dispositions. B.2.3. L’examen des faits de la cause et du dossier de la procédure ne permettent pas de conclure que la disposition en cause ne serait manifestement pas applicable à l’instance principale. La Cour répond donc à la question préjudicielle telle qu’elle est posée par le juge a quo. Quant au fond B.3. Le juge a quo demande si la disposition en cause est compatible avec l’article 10 de la Constitution, dans l’interprétation selon laquelle le porteur d’un certificat de candidat-greffier obtenu après l’entrée en vigueur de la loi du 17 février 1997 ne peut se prévaloir de cette disposition, en vue d’être nommé greffier en chef d’une justice de paix, alors que tel est le cas pour ceux qui, au moment de l’entrée en vigueur de cette loi, étaient déjà porteurs du certificat de candidat-greffier. B.4. Les conditions pour être nommé greffier en chef d’une justice de paix sont définies à l’article 263, § 1er, du Code judiciaire. Avant l’entrée en vigueur de la loi du 17 février 1997, cet article énonçait comme suit : « § 1er. Pour pouvoir être nommé greffier-chef de greffe de la justice de paix ou du tribunal de police, le candidat doit : 1o être âgé de trente ans accomplis; 2o avoir soit exercé pendant dix ans au moins les fonctions de greffier, commis-greffier, de rédacteur ou d’employé dans une cour, un tribunal, une justice de paix ou un tribunal de police et être porteur du certificat d’études moyennes du degré supérieur ou d’études déclarées équivalentes par le Roi, ainsi que du certificat de candidat-greffier, soit, étant docteur en droit, avoir fait pendant un an au moins un stage au greffe d’une cour ou d’un tribunal ». Après l’entrée en vigueur de la loi du 17 février 1997, cette disposition énonce, dans sa version applicable à l’affaire devant le juge a quo : « § 1er. Pour pouvoir être nommé greffier en chef de la justice de paix ou du tribunal de police, le candidat doit : 1o être âgé de trente-cinq ans accomplis; 2o a) être licencié en droit et avoir exercé pendant cinq ans au moins des fonctions au moins égales à celles d’employé au greffe d’une cour, d’un tribunal, d’une justice de paix ou d’un tribunal de police; b) ou être porteur du certificat de candidat-greffier, et, en outre, avoir exercé soit les fonctions de greffier pendant cinq ans au moins, soit les fonctions de greffier adjoint dans une cour, un tribunal, une justice de paix ou un tribunal de police pendant dix ans au moins ». B.5. Par la loi du 17 février 1997, le législateur visait, notamment, à renforcer l’efficacité du fonctionnement des greffes et des secrétariats des parquets et à revaloriser la fonction de greffier et celle de secrétaire de parquet (Doc. parl., Sénat, 1995-1996, no 1-270/1, pp. 1 et 2). C’est en vue de cette revalorisation que les conditions de nomination ont été rendues plus sévères (ibid., p. 10). B.6.1. La disposition en cause doit être considérée comme une disposition transitoire, ayant pour effet que certaines personnes peuvent être nommées aux fonctions qui y sont mentionnées - dont celle de greffier en chef d’une justice de paix - conformément aux conditions de nomination qui étaient fixées par le Code judiciaire avant l’entrée en vigueur de la loi du 17 février 1997, à l’exception de celles relatives à l’ancienneté de service. B.6.2. Ainsi que le constate le juge a quo, seules les personnes qui, au moment de l’entrée en vigueur de la loi du 17 février 1997, réunissaient les conditions de nomination applicables avant cette loi, à l’exception de celles relatives à l’ancienneté de service, peuvent se prévaloir de cette disposition. Puisqu’une de ces conditions impliquait la nécessité d’être porteur d’un certificat de candidat-greffier, la disposition en cause crée une différence de traitement entre les porteurs d’un tel certificat, selon qu’ils l’ont obtenu avant ou après l’entrée en vigueur de la loi du 17 février 1997 : alors que les premiers peuvent être nommés conformément aux conditions de nomination - à l’exception de celles relatives à l’ancienneté de service - qui s’appliquaient avant l’entrée en vigueur de la loi du 17 février 1997, les derniers peuvent seulement être nommés conformément aux conditions modifiées par cette loi. B.7. C’est au législateur qu’il appartient, en principe, d’apprécier si un changement législatif doit s’accompagner de mesures transitoires. Le propre d’une règle transitoire est d’établir une distinction entre les personnes qui sont concernées par des situations juridiques qui entrent dans le champ d’application de cette règle et les personnes qui sont concernées par des situations juridiques qui entrent dans le champ d’application d’une règle nouvelle. Semblable distinction ne viole pas, en soi, les articles 10 et 11 de la Constitution : à peine de nier l’opportunité de toute disposition transitoire, il ne peut être admis que de telles dispositions violeraient les dispositions constitutionnelles précitées par cela seul qu’elles s’écartent des conditions d’application de la législation nouvelle. Les mesures transitoires doivent cependant être prises par voie de disposition générale et être fondées sur des critères objectifs et pertinents qui justifient les raisons pour lesquelles certaines personnes bénéficieront, à titre transitoire, de mesures dérogatoires au régime établi par la norme nouvelle. B.8.1. Au cours des travaux préparatoires, les éléments suivants ont été précisés concernant la disposition en cause : « Il y a lieu de prévoir des mesures transitoires en faveur des membres du personnel qui remplissent déjà les conditions pour pouvoir être nommés à certaines fonctions, au moment où la loi proposée entrera en vigueur. [...] Il importe de souligner qu’il y aura lieu, à l’avenir, en vue de la revalorisation des fonctions, d’éviter toute disposition transitoire qui irait à l’encontre de celle-ci.
28309
28310
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Il faudrait cependant prévoir éventuellement une mesure transitoire supplémentaire en faveur des personnes qui, au moment de l’entrée en vigueur de la loi, ne disposent pas de l’ancienneté de service requise [...] » (Doc. parl., Sénat, 1995-1996, no 1-270/1, pp. 15 et 16) et « L’intervenant est toutefois conscient des répercussions possibles des innovations que comporte sa proposition sur la pratique existante, ainsi que du fait que cela pourrait compromettre des droits acquis. C’est pourquoi il n’est pas hostile à un régime transitoire respectant ces droits. [...] Le ministre précise que le but de l’article 91 est que tout ceux qui, par délégation, exercent l’une des fonctions énumérées à cet article, restent dans les conditions pour être nommés, s’ils se trouvent actuellement dans ces conditions. L’intervenant précédent demande qu’une note explicative soit déposée à ce sujet. Il peut admettre que l’on cherche une solution pour garantir certains droits ou aspirations acquis [...] » (Doc. parl., Sénat, 1996-1997, no 1-270/3, pp. 34 et 192). B.8.2. Il ressort de ce qui précède que le législateur a cherché, par la disposition en cause, à « garantir certains droits ou aspirations acquis », sans porter atteinte à la revalorisation, entre autres, de la fonction de greffier en chef des justices de paix, poursuivie par la loi du 17 février 1997. B.9. La différence de traitement visée dans la question préjudicielle repose sur un critère objectif, à savoir le moment auquel le certificat de candidat-greffier a été obtenu (avant ou après l’entrée en vigueur de la loi du 17 février 1997). B.10. Ce critère est pertinent par rapport à l’objectif qui consiste à ne pas décevoir certaines attentes, sans porter atteinte à la revalorisation de la fonction de greffier en chef poursuivie par la loi. Le législateur a pu raisonnablement partir du postulat que les personnes qui avaient obtenu le certificat de candidat-greffier avant l’entrée en vigueur de la loi du 17 février 1997 pouvaient espérer une nomination conformément aux règles de nomination en vigueur et qu’il n’était, pour cette raison, pas indiqué de soumettre ces personnes aux nouvelles conditions de nomination. Il a aussi pu raisonnablement considérer qu’il n’était pas opportun d’étendre le champ d’application de la disposition en cause aux porteurs d’un certificat de candidat-greffier obtenu après l’entrée en vigueur de la loi du 17 février 1997, ce qui aurait pour effet que cette disposition porterait atteinte de façon permanente à la revalorisation de la fonction de greffier en chef visée par la loi du 17 février 1997. B.11. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : L’article 91 de la loi du 17 février 1997 modifiant certaines dispositions du Code judiciaire en ce qui concerne le personnel des greffes et des parquets ne viole pas l’article 10 de la Constitution. Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, conformément à l’article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, à l’audience publique du 28 mars 2007. Le greffier, Le président, P.-Y. Dutilleux. A. Arts.
ÜBERSETZUNG VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2007/201618] Auszug aus dem Urteil Nr. 54/2007 vom 28. März 2007 Geschäftsverzeichnisnummer 4005 In Sachen: Präjudizielle Frage in Bezug auf Artikel 91 des Gesetzes vom 17. Februar 1997 zur Abänderung gewisser Bestimmungen des Gerichtsgesetzbuches bezüglich des Personals der Kanzleien und Staatsanwaltschaften, gestellt vom Staatsrat. Der Schiedshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden A. Arts und M. Melchior, und den Richtern P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot und J.-P. Snappe, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden A. Arts, verkündet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der präjudiziellen Frage und Verfahren In seinem Urteil vom 12. Juni 2006 in Sachen André Mercier gegen den Belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 23. Juni 2006 in der Kanzlei des Schiedshofes eingegangen ist, hat der Staatsrat folgende präjudizielle Frage gestellt: «Verstößt Artikel 91 des Gesetzes vom 17. Februar 1997 zur Abänderung gewisser Bestimmungen des Gerichtsgesetzbuches bezüglich des Personals der Kanzleien und Staatsanwaltschaften gegen Artikel 10 der Verfassung, wenn er dahingehend ausgelegt wird, dass der Inhaber einer nach dem Inkrafttreten des vorerwähnten Gesetzes ausgestellten Bescheinigung als Anwärter auf das Amt eines Greffiers im Hinblick auf die Ernennung in den Dienstgrad eines Chefgreffiers bei einem Friedensgericht die Anwendung dieses Artikels zu seinem Vorteil nicht beanspruchen kann, während dies wohl der Fall ist für denjenigen, der zum Zeitpunkt des Inkrafttretens dieses Gesetzes bereits Inhaber einer Bescheinigung als Anwärter auf das Amt eines Greffiers war?». (...)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD III. In rechtlicher Beziehung (...) B.1. Die präjudizielle Frage betrifft Artikel 91 des Gesetzes vom 17. Februar 1997 zur Abänderung gewisser Bestimmungen des Gerichtsgesetzbuches bezüglich des Personals der Kanzleien und Staatsanwaltschaften (nachstehend: Gesetz vom 17. Februar 1997), der wie folgt lautet: «Die Person, die zum Zeitpunkt des Inkrafttretens dieses Gesetzes ein Amt als Chefgreffier, Greffier, beigeordneter Greffier, Chefsekretär, Sekretär, beigeordneter Sekretär, Sachbearbeiter oder Angestellter ausübt, kann gemäß den im Gerichtsgesetzbuch vor dem Inkrafttreten dieses Gesetzes festgelegten Ernennungsbedingungen in das Amt als Chefgreffier, Greffier, beigeordneter Greffier, Chefsekretär, Sekretär oder beigeordneter Sekretär ernannt werden, wenn er zu diesem Zeitpunkt alle vorerwähnten Ernennungsbedingungen erfüllt, mit Ausnahme derjenigen bezüglich des Dienstalters». In Bezug auf die Zulässigkeit B.2.1. Der Ministerrat führt an, die Beantwortung der präjudiziellen Frage sei nicht sachdienlich zur Lösung der vor dem vorlegenden Richter anhängigen Streitsache, da die fragliche Bestimmung nur auf Personalmitglieder der Kanzleien und der Sekretariate der Staatsanwaltschaften anwendbar sei, die zum Zeitpunkt des Inkrafttretens des Gesetzes vom 17. Februar 1997 ein Amt bekleidet hätten, in das sie nicht ernannt gewesen seien. Der Kläger vor dem vorlegenden Richter erfülle diese Bedingung nicht, so dass die Bestimmung nicht auf ihn anwendbar sein könne. B.2.2. Grundsätzlich obliegt es dem vorlegenden Richter, die Normen zu bestimmen, die auf die ihm unterbreitete Streitsache anwendbar sind. Wenn dem Hof jedoch Bestimmungen vorgelegt werden, die eindeutig nicht auf das Hauptverfahren anwendbar sind, obliegt es dem Hof nicht, die Verfassungsmäßigkeit dieser Bestimmungen zu prüfen. B.2.3. Auf der Grundlage der Prüfung des Sachverhaltes und der Verfahrensakte kann nicht geschlussfolgert werden, dass die fragliche Bestimmung eindeutig nicht auf das Hauptverfahren anwendbar wäre. Daher beantwortet der Hof die Frage in der durch den vorlegenden Richter gestellten Form. Zur Hauptsache B.3. Der vorlegende Richter fragt, ob die fragliche Bestimmung mit Artikel 10 der Verfassung vereinbar sei, ausgelegt in dem Sinne, dass der Inhaber einer Bescheinigung als Anwärter auf das Amt als Greffier, die er nach dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 17. Februar 1997 erhalten habe, sich im Hinblick auf eine Ernennung zum Chefgreffier eines Friedensgerichts nicht auf diese Bestimmung berufen könne, während dies wohl der Fall sei für denjenigen, der zum Zeitpunkt des Inkrafttretens dieses Gesetzes bereits Inhaber einer Bescheinigung als Anwärter auf das Amt als Greffier gewesen sei. B.4. Die Bedingungen, um zum Chefgreffier eines Friedensgerichts ernannt zu werden, sind in Artikel 263 § 1 des Gerichtsgesetzbuches festgelegt. Vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 17. Februar 1997 lautete dieser Artikel wie folgt: «§ 1. Um zum Greffier-Kanzleichef des Friedensgerichts oder des Polizeigerichts ernannt zu werden, muss man: 1. das Alter von dreißig Jahren vollendet haben; 2. entweder während mindestens zehn Jahren das Amt als Greffier, Kommis-Greffier, Sachbearbeiter oder Angestellter bei einem Gerichtshof, einem Gericht, einem Friedensgericht oder einem Polizeigericht bekleidet haben und im Besitz des Diploms der Oberstufe des Mittelschulunterrichts oder eines durch den König als gleichwertig erklärten Unterrichts sowie der Bescheinigung als Anwärter auf das Amt als Greffier oder des Diploms eines Doktors der Rechte sein und in der Kanzlei eines Gerichtshofes oder eines Gerichts wenigstens ein Jahr lang ein Praktikum absolviert haben». Seit dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 17. Februar 1997 lautet diese Bestimmung in der auf die dem vorlegenden Richter unterbreitete Rechtssache anwendbaren Fassung wie folgt: «§ 1. Um zum Chefgreffier eines Friedensgerichts oder eines Polizeigerichts ernannt zu werden, muss der Bewerber: 1. das Alter von fünfunddreißig Jahren vollendet haben; 2. a) das Diplom eines Lizentiaten der Rechte besitzen und während mindestens fünf Jahren ein Amt ausgeübt haben, das wenigstens demjenigen als Angestellter in der Kanzlei eines Gerichtshofes, eines Gerichts, eines Friedensgerichts oder eines Polizeigerichts entspricht; b) oder Inhaber einer Bescheinigung als Anwärter auf das Amt als Greffier sein und darüber hinaus entweder mindestens fünf Jahre das Amt als Greffier oder mindestens zehn Jahre das Amt als beigeordneter Greffier bei einem Gerichtshof, einem Gericht, einem Friedensgericht oder einem Polizeigericht ausgeübt haben». B.5. Mit dem Gesetz vom 17. Februar 1997 bezweckte der Gesetzgeber unter anderem eine effizientere Arbeitsweise der Kanzleien und der Sekretariate der Staatsanwaltschaften sowie eine Aufwertung des Amtes als Greffier und als Sekretär der Staatsanwaltschaft (Parl. Dok., Senat, 1995-1996, Nr. 1-270/1, SS. 1 und 2). Im Hinblick auf diese Aufwertung wurden die Ernennungsbedingungen erschwert (ebenda, S. 10). B.6.1. Die fragliche Bestimmung ist als eine Übergangsbestimmung zu betrachten, die zur Folge hat, dass gewisse Personen in die in dieser Bestimmung erwähnten Ämter - darunter das Amt als Chefgreffier eines Friedensgerichts gemäß den Ernennungsbedingungen ernannt werden können, die vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 17. Februar 1997 im Gerichtsgesetzbuch festgelegt waren, mit Ausnahme derjenigen bezüglich des Dienstalters. B.6.2. Wie der vorlegende Richter feststellt, können nur die Personen, die zum Zeitpunkt des Inkrafttretens des Gesetzes vom 17. Februar 1997 die vor diesem Gesetz geltenden Ernennungsbedingungen, mit Ausnahme derjenigen bezüglich des Dienstalters, erfüllten, sich auf diese Bestimmung berufen. Da eine dieser Bedingungen beinhaltete, dass man Inhaber einer Bescheinigung als Anwärter auf das Amt als Greffier sein musste, führt die fragliche Bestimmung einen Behandlungsunterschied ein zwischen den Inhabern einer solchen Bescheinigung, je nachdem, ob sie diese Bescheinigung vor oder nach dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 17. Februar 1997 erhalten haben, denn während die Ersteren gemäß den Ernennungsbedingungen - mit Ausnahme derjenigen bezüglich des Dienstalters - ernannt werden können, die vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 17. Februar 1997 galten, können die Letzteren nur gemäß den durch dieses Gesetz abgeänderten Bedingungen ernannt werden.
28311
28312
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.7. Es obliegt grundsätzlich dem Gesetzgeber zu beurteilen, ob eine Gesetzesänderung mit Übergangsmaßnahmen einhergehen muss. Es ist kennzeichnend für eine Übergangsregelung, dass unterschieden wird zwischen Personen, die von Rechtssituationen betroffen sind, auf die diese Regelung Anwendung findet, und Personen, die von Rechtssituationen betroffen sind, auf die eine neue Regelung Anwendung findet. Ein solcher Unterschied beinhaltet an sich keinen Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, denn jegliche Übergangsbestimmung wäre irrelevant, wenn man davon ausgegangen würde, dass solche Bestimmungen aus dem bloßen Grund gegen die vorerwähnten Verfassungsbestimmungen verstoßen würden, dass sie von den Anwendungsbedingungen der neuen Gesetzgebung abweichen. Übergangsmaßnahmen müssen jedoch durch eine allgemeine Bestimmung ergehen und auf objektiven und sachdienlichen Kriterien beruhen, die begründen, warum gewisse Personen zeitweise in den Genuss von Maßnahmen gelangen, die von der durch die neue Norm festgelegten Regelung abweichen. B.8.1. Während der Vorarbeiten wurde bezüglich der fraglichen Bestimmung Folgendes erklärt: «Es müssen Übergangsmaßnahmen für die Personalmitglieder ergriffen werden, die zum Zeitpunkt des Inkrafttretens dieses Gesetzes bereits die Bedingungen zur Ernennung in ein bestimmtes Amt erfüllen. [...] Es ist davon auszugehen, dass im Hinblick auf die Aufwertung der Funktionen in Zukunft jede Übergangsbestimmung abzulehnen ist, die diese Aufwertung beeinträchtigen würde. Dennoch sollte gegebenenfalls noch eine zusätzliche Übergangsmaßnahme zugunsten der Personen vorgesehen werden, die am Datum des Inkrafttretens des Gesetzes nicht das Dienstalter erreichen [..]» (Parl. Dok., Senat, 1995-1996, Nr. 1-270/1, SS. 15 und 16) und «Der Redner ist jedoch nicht verschlossen gegenüber den möglichen Auswirkungen der in seinem Vorschlag enthaltenen Neuerung auf die bestehende Praxis, und ebenfalls nicht gegenüber der Tatsache, dass hierdurch erworbene Rechte in Frage gestellt werden können. Er ist daher offen für eine Übergangsregelung, die diese Rechte berücksichtigt. [...] Der Minister antwortet, dass Artikel 91 erreichen soll, dass jeder, der beauftragt wird, eines der in diesem Artikel vorgesehenen Ämter zu bekleiden, weiterhin die Ernennungsbedingungen erfüllt, wenn die betreffende Person sie derzeit erfüllt. Der Vorredner bittet darum, diesbezüglich eine erklärende Notiz zu verfassen. Er erklärt sich einverstanden damit, dass nach einer Lösung gesucht wird, um eine Reihe erworbener Rechte oder bestehender Erwartungen zu berücksichtigen» (Parl. Dok., Senat, 1996-1997, Nr. 1-270/3, SS. 34 und 192). B.8.2. Aus den vorstehenden Erwägungen ergibt sich, dass der Gesetzgeber im Hinblick auf die fragliche Bestimmung bezweckt hat, «eine Reihe erworbener Rechte oder bestehender Erwartungen zu berücksichtigen», ohne die mit dem Gesetz vom 17. Februar 1997 angestrebte Aufwertung unter anderem des Amtes als Chefgreffier in den Friedensgerichten zu beeinträchtigen. B.9. Der in der präjudiziellen Frage angeführte Behandlungsunterschied beruht auf einem objektiven Kriterium, nämlich dem Zeitpunkt, zu dem die Bescheinigung als Anwärter auf das Amt als Greffier ausgestellt wurde (vor oder nach dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 17. Februar 1997). B.10. Dieses Kriterium ist sachdienlich hinsichtlich der Zielsetzung, die darin besteht, gewisse Erwartungen nicht zu enttäuschen, ohne die angestrebte Aufwertung des Amtes als Chefgreffier zu beeinträchtigen. Der Gesetzgeber konnte vernünftigerweise davon ausgehen, dass Personen, die eine Bescheinigung als Anwärter auf das Amt als Greffier vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 17. Februar 1997 erhalten hatten, auf eine Ernennung gemäß den bestehenden Ernennungsregeln hoffen konnten, und dass es aus diesem Grund nicht angebracht war, diesen Personen die neuen Ernennungsbedingungen aufzuerlegen. Er konnte ebenfalls vernünftigerweise den Standpunkt vertreten, dass es nicht angebracht war, den Anwendungsbereich der fraglichen Bestimmung auf die Inhaber einer Bescheinigung als Anwärter auf das Amt als Greffier, die nach dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 17. Februar 1997 ausgestellt wurde, auszudehnen, weil dies zur Folge haben würde, dass diese Bestimmung dauerhaft die mit dem Gesetz vom 17. Februar 1997 bezweckte Aufwertung des Amtes als Chefgreffier beeinträchtigen würde. B.11. Die präjudizielle Frage ist verneinend zu beantworten. Aus diesen Gründen: Der Hof erkennt für Recht: Artikel 91 des Gesetzes vom 17. Februar 1997 zur Abänderung gewisser Bestimmungen des Gerichtsgesetzbuches bezüglich des Personals der Kanzleien und Staatsanwaltschaften verstößt nicht gegen Artikel 10 der Verfassung. Verkündet in niederländischer und französischer Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof, in der öffentlichen Sitzung vom 28. März 2007. Der Kanzler, Der Vorsitzende, (gez.) P.-Y. Dutilleux. (gez.) A. Arts.
* GRONDWETTELIJK HOF [2007/201619] Uittreksel uit arrest nr. 55/2007 van 28 maart 2007 Rolnummer 4119 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 145, § 3, 2o, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, gesteld door de Correctionele Rechtbank te Brugge.
28313
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en A. Alen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 18 december 2006 in zake het openbaar ministerie en I.M. tegen M.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 8 januari 2007, heeft de Correctionele Rechtbank te Brugge de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 145, § 3, 2o, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het voor diegene die gebruik maakt van een telecommunicatiemiddel om zijn correspondent overlast te bezorgen, voorziet in zwaardere straffen dan die waarin artikel 442bis van het Strafwetboek voorziet ? ». Op 17 januari 2007 hebben de rechters-verslaggevers M. Bossuyt en P. Martens, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, het Hof ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen een arrest van onmiddellijk antwoord te wijzen. (...) III. In rechte (...) B.1. Artikel 145, § 3, 2o, van de wet van 13 juni 2005 bepaalt : « Met een geldboete van 500 tot 50 000 EUR en met een gevangenisstraf van één tot vier jaar of met één van die straffen alleen wordt gestraft : [...] 2o de persoon, die elektronische-communicatienetwerk of -dienst of andere elektronische-communicatiemiddelen gebruikt om overlast te veroorzaken aan zijn correspondent of schade te berokkenen; ». Artikel 442bis van het Strafwetboek luidt : « Hij die een persoon heeft belaagd terwijl hij wist of had moeten weten dat hij door zijn gedrag de rust van die bewuste persoon ernstig zou verstoren, wordt gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar en met geldboete van vijftig euro tot driehonderd euro of met een van die straffen alleen. Tegen het in dit artikel bedoelde misdrijf kan alleen vervolging worden ingesteld op een klacht van de persoon die beweert te worden belaagd ». B.2. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van het onderscheid dat de artikelen 145, § 3, 2o, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie en 442bis van het Strafwetboek maken tussen, enerzijds, de persoon die gebruik maakt van een telecommunicatiemiddel om iemand overlast te bezorgen en, anderzijds, diegene die iemand belaagt door diens rust ernstig te verstoren, in zoverre het gedrag van de eerstgenoemde persoon zwaarder kan worden bestraft (namelijk met een gevangenisstraf van één tot vier jaar en met een geldboete van vijfhonderd tot vijftigduizend euro of met één van die straffen alleen) dan dat van de laatstgenoemde (namelijk met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar en met een geldboete van vijftig euro tot driehonderd euro of met een van die straffen alleen). B.3. De vaststelling van de ernst van een misdrijf en van de zwaarwichtigheid waarmee dat misdrijf kan worden bestraft, behoort tot het opportuniteitsoordeel van de wetgever. Het Hof zou zich op het aan de wetgever voorbehouden domein begeven, indien het bij de vraag naar de verantwoording van verschillen in de talrijke wetteksten houdende strafrechtelijke sancties, wat de strafmaat betreft, zijn oordeel niet zou beperken tot die gevallen waar de keuze van de wetgever dermate onsamenhangend is dat ze leidt tot een kennelijk onredelijk verschil in behandeling tussen vergelijkbare misdrijven. B.4. De twee in het geding zijnde bepalingen hebben tot doel gedragingen te bestraffen die andermans rust kunnen verstoren. Zij kunnen dus, wat de strafmaat betreft, op voldoende pertinente wijze met elkaar worden vergeleken. B.5.1. Artikel 442bis van het Strafwetboek heeft tot doel handelingen te bestraffen die het privéleven van de personen aantasten door hen lastig te vallen op een wijze die voor de betrokkenen overlast meebrengt. B.5.2. De straf waarin artikel 442bis van het Strafwetboek voorziet, is alleen van toepassing wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan : het belagende karakter van het gedrag van de vervolgde persoon, een verstoring van de rust van de persoon die de belager beoogt, een oorzakelijk verband tussen het gedrag van die persoon en die verstoring van andermans rust, alsook de ernst van die verstoring. De straf waarin artikel 145, § 3, 2o, van de wet van 13 juni 2005 voorziet, kan ook worden toegepast wanneer aan die voorwaarden niet is voldaan. Er wordt niet vereist dat het gebruik van het telecommunicatiemiddel een belagend karakter heeft, noch dat de rust van de correspondent van de persoon daadwerkelijk wordt verstoord. B.5.3. Het morele bestanddeel van het misdrijf dat artikel 442bis van het Strafwetboek invoert, is weliswaar van een lagere graad dan dat van het misdrijf dat artikel 145, § 3, 2o, van de wet van 13 juni 2005 invoert. Die laatste bepaling stelt het gedrag van de gebruiker van het telecommunicatiemiddel alleen strafbaar wanneer hij het voornemen had zijn correspondent overlast te bezorgen, terwijl de belager die in de eerste bepaling wordt bedoeld, ook strafbaar is wanneer hij niet het voornemen had andermans rust te verstoren. Het Hof ziet echter niet in waarom die omstandigheid of het gebruik van een telecommunicatiemiddel van dien aard zijn dat zij dermate zwaardere straffen verantwoorden. B.6. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. Artikel 145, § 3, 2o, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre, voor diegene die gebruik maakt van een telecommunicatiemiddel om zijn correspondent overlast te bezorgen, het voorziet in straffen die zwaarder zijn dan die waarin artikel 442bis van het Strafwetboek voorziet. Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 28 maart 2007. De griffier, P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, A. Arts.
28314
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD COUR CONSTITUTIONNELLE [2007/201619] Extrait de l’arrêt n° 55/2007 du 28 mars 2007 Numéro du rôle : 4119 En cause : la question préjudicielle concernant l’article 145, § 3, 2o, de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques, posée par le Tribunal correctionnel de Bruges. La Cour d’arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot et A. Alen, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 18 décembre 2006 en cause du ministère public et de I.M. contre M.V., dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour d’arbitrage le 8 janvier 2007, le Tribunal correctionnel de Bruges a posé la question préjudicielle suivante : « L’article 145, § 3, 2o, de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu’il prévoit, pour celui qui utilise un moyen de télécommunication afin d’importuner son correspondant, des peines plus lourdes que celles prévues par l’article 442bis du Code pénal ? ». Le 17 janvier 2007, en application de l’article 72, alinéa 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, les juges-rapporteurs M. Bossuyt et P. Martens ont informé la Cour qu’ils pourraient être amenés à proposer de rendre un arrêt de réponse immédiate. (...) III. En droit (...) B.1. L’article 145, § 3, 2o, de la loi du 13 juin 2005 dispose : « Est punie d’une amende de 500 à 50 000 EUR et d’une peine d’emprisonnement d’un à quatre ans ou d’une de ces peines seulement : [...] 2o la personne qui utilise un réseau ou un service de communications électroniques ou d’autres moyens de communications électroniques afin d’importuner son correspondant ou de provoquer des dommages; ». L’article 442bis du Code pénal énonce : « Quiconque aura harcelé une personne alors qu’il savait ou aurait dû savoir qu’il affecterait gravement par ce comportement la tranquillité de la personne visée, sera puni d’une peine d’emprisonnement de quinze jours à deux ans et d’une amende de cinquante euros à trois cents euros, ou de l’une de ces peines seulement. Le délit prévu par le présent article ne pourra être poursuivi que sur la plainte de la personne qui se prétend harcelée ». B.2. La Cour est interrogée sur la compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la Constitution, de la différence que font les articles 145, § 3, 2o, de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques et 442bis du Code pénal entre, d’une part, la personne qui utilise un moyen de télécommunications afin d’importuner quelqu’un et, d’autre part, celle qui harcèle quelqu’un en affectant gravement sa tranquillité, en ce que le comportement de la première personne est susceptible d’être sanctionné plus lourdement (à savoir par un emprisonnement d’un à quatre ans et une amende de cinq cents à cinquante mille euros ou une de ces peines seulement) que celui de la seconde (à savoir par un emprisonnement de quinze jours à deux ans et une amende de cinquante à trois cents euros ou une de ces peines seulement). B.3. L’appréciation du caractère plus ou moins grave d’une infraction et de la sévérité avec laquelle cette infraction peut être punie relève du jugement d’opportunité qui appartient au législateur. La Cour empiéterait sur le domaine réservé au législateur si, en s’interrogeant sur la justification des différences qui existent entre les nombreux textes législatifs portant des sanctions pénales, elle ne limitait pas, en ce qui concerne l’échelle des peines, son appréciation aux cas dans lesquels le choix du législateur contient une incohérence telle qu’il aboutit à un traitement différent manifestement déraisonnable d’infractions comparables. B.4. Les deux dispositions en cause ont pour objectif de réprimer des comportements qui sont susceptibles de perturber la tranquillité d’autrui. Celles-ci peuvent donc être comparées de façon suffisamment pertinente en ce qui concerne l’échelle des peines. B.5.1. L’article 442bis du Code pénal a pour objectif de réprimer des agissements portant atteinte à la vie privée des personnes en les importunant de manière irritante. B.5.2. La peine prévue par l’article 442bis du Code pénal n’est applicable que moyennant la réunion des conditions suivantes : le caractère harcelant du comportement de la personne poursuivie, une atteinte à la tranquillité de la personne visée par le harceleur, un lien de causalité entre le comportement de celui-ci et cette perturbation de la tranquillité d’autrui ainsi que la gravité de cette perturbation. La peine prévue par l’article 145, § 3, 2o, de la loi du 13 juin 2005 peut être appliquée même si ces conditions ne sont pas remplies. Il n’est requis ni que l’utilisation du moyen de télécommunication présente un caractère harcelant ni que la tranquillité du correspondant de la personne soit effectivement perturbée. B.5.3. L’élément moral de l’infraction créée par l’article 442bis du Code pénal est, certes, d’un degré moindre que celui de l’infraction créée par l’article 145, § 3, 2o, de la loi du 13 juin 2005. Cette dernière disposition ne rend punissable le comportement de l’utilisateur du moyen de télécommunication que si celui-ci avait l’intention d’importuner son correspondant, alors que le harceleur visé par la première disposition est punissable même s’il n’avait pas l’intention de perturber la tranquillité d’autrui. La Cour n’aperçoit cependant pas en quoi cette circonstance ou l’utilisation d’un moyen de télécommunication sont de nature à justifier des peines à ce point plus lourdes. B.6. La question préjudicielle appelle une réponse positive. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : L’article 145, § 3, 2o, de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu’il prévoit, pour celui qui utilise un moyen de télécommunication afin d’importuner son correspondant, des peines plus lourdes que celles prévues par l’article 442bis du Code pénal.
28315
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, conformément à l’article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, à l’audience publique du 28 mars 2007. Le greffier, Le président, P.-Y. Dutilleux. A. Arts.
ÜBERSETZUNG VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2007/201619] Auszug aus dem Urteil Nr. 55/2007 vom 28. März 2007 Geschäftsverzeichnisnummer 4119 In Sachen: Präjudizielle Frage in Bezug auf Artikel 145 § 3 Nr. 2 des Gesetzes vom 13. Juni 2005 über die elektronische Kommunikation, gestellt vom Korrektionalgericht Brügge. Der Schiedshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden A. Arts und M. Melchior, und den Richtern P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot und A. Alen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden A. Arts, verkündet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der präjudiziellen Frage und Verfahren In seinem Urteil vom 18. Dezember 2006 in Sachen der Staatsanwaltschaft und I.M. gegen M.V., dessen Ausfertigung am 8. Januar 2007 in der Kanzlei des Schiedshofes eingegangen ist, hat das Korrektionalgericht Brügge folgende präjudizielle Frage gestellt: «Verstößt Artikel 145 § 3 Nr. 2 des Gesetzes vom 13. Juni 2005 über die elektronische Kommunikation gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er für diejenigen, die ein Telekommunikationsmittel nutzen, um Personen zu belästigen, schwerere Strafen vorsieht als Artikel 442bis des Strafgesetzbuches?». Am 17. Januar 2007 haben die referierenden Richter M. Bossuyt und P. Martens in Anwendung von Artikel 72 Absatz 1 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof den Hof davon in Kenntnis gesetzt, dass sie dazu veranlasst werden könnten, vorzuschlagen, ein Urteil in unverzüglicher Beantwortung zu verkünden. (...) III. In rechtlicher Beziehung (...) B.1. Artikel 145 § 3 Nr. 2 des Gesetzes vom 13. Juni 2005 bestimmt: «Mit einer Geldbuße von 500 bis zu 50 000 EUR und einer Gefängnisstrafe von einem bis zu vier Jahren oder mit nur einer dieser Strafen wird belegt: [...] 2. wer elektronische Kommunikationsnetze beziehungsweise -dienste oder andere elektronische Kommunikationsmittel nutzt, um Personen zu belästigen oder Schaden zu verursachen,». Artikel 442bis des Strafgesetzbuches bestimmt: «Wer eine Person belästigt hat, obwohl er wusste oder hätte wissen müssen, dass er durch dieses Verhalten die Ruhe der betroffenen Person schwerwiegend beeinträchtigen würde, wird mit einer Gefängnisstrafe von fünfzehn Tagen bis zu zwei Jahren und einer Geldbuße von fünfzig Euro bis dreihundert Euro oder nur einer dieser Strafen bestraft. Die in diesem Artikel erwähnte Straftat kann nur auf die Klage der Person hin, die vorgibt, Opfer von Belästigung zu sein, verfolgt werden». B.2. Der Hof wird gefragt, ob der Unterschied, der in den Artikeln 145 § 3 Nr. 2 des Gesetzes vom 13. Juni 2005 über die elektronische Kommunikation und 442bis des Strafgesetzbuches gemacht werde zwischen einerseits einer Person, die ein Telekommunikationsmittel benutze, um jemanden zu belästigen, und andererseits einer Person, die jemanden belästige, indem sie dessen Ruhe schwerwiegend beeinträchtige, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern das Verhalten der erstgenannten Person schwerer bestraft werden könne (nämlich mit einer Gefängnisstrafe von einem bis vier Jahren und einer Geldbuße von fünfhundert bis fünfzigtausend Euro oder nur einer dieser Strafen) als die letztgenannte (nämlich mit einer Gefängnisstrafe vom fünfzehn Tagen bis zwei Jahre und mit einer Geldbuße von fünfzig Euro bis dreihundert Euro oder nur einer dieser Strafen). B.3. Die Beurteilung der Schwere einer Straftat und der Strenge, mit der diese Straftat geahndet werden kann, hängt von dem Opportunitätsurteil ab, das dem Gesetzgeber obliegt. Der Hof würde auf den Zuständigkeitsbereich des Gesetzgebers übergreifen, wenn er sich nach der Rechtfertigung der Unterschiede fragen würde, die zwischen den zahlreichen Gesetzestexten mit Strafsanktionen bestehen, und dabei hinsichtlich der Abstufung der Strafen seine Beurteilung nicht auf die Fälle beschränken würde, in denen die Entscheidung des Gesetzgebers derart inkohärent ist, dass sie zu einem offensichtlich unvernünftigen Behandlungsunterschied bei vergleichbaren Straftaten führen würde. B.4. Zweck der beiden fraglichen Bestimmungen ist es, Verhaltensweisen zu ahnden, die die Ruhe anderer stören können. Sie können also mit ausreichender Sachdienlichkeit hinsichtlich der Abstufung der Strafen verglichen werden. B.5.1. Artikel 442bis des Strafgesetzbuches hat zum Zweck, Handlungen zu ahnden, die das Privatleben von Personen beeinträchtigen können, indem diese auf irritierende Weise belästigt werden. B.5.2. Die in Artikel 442bis des Strafgesetzbuches vorgesehene Strafe ist nur anwendbar, wenn folgende Bedingungen alle erfüllt sind: belästigende Beschaffenheit des Verhaltens der verfolgten Person, Störung der Ruhe der vom Urheber der Belästigung ins Auge gefassten Person, ursächlicher Zusammenhang zwischen dem Verhalten dieser Person und der Störung der Ruhe des anderen sowie die Schwere dieser Störung. Die in Artikel 145 § 3 Nr. 2 des Gesetzes vom 13. Juni 2005 vorgesehene Strafe kann selbst dann angewandt werden, wenn diese Bedingungen nicht erfüllt sind. Es ist weder erforderlich, dass die Benutzung des Telekommunikationsmittels belästigend ist, noch, dass die Ruhe des Gesprächsteilnehmers tatsächlich gestört wird. B.5.3. Das moralische Element der durch Artikel 442bis des Strafgesetzbuches eingeführten Straftat ist gewiss geringer als dasjenige der Straftat, die durch Artikel 145 § 3 Nr. 2 des Gesetzes vom 13. Juni 2005 eingeführt wurde.
28316
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Die letztgenannte Bestimmung stellt das Verhalten des Benutzers des Telekommunikationsmittels nur unter Strafe, wenn dieser die Absicht hatte, seinen Gesprächsteilnehmer zu belästigen, während der Urheber einer Belästigung im Sinne der erstgenannten Bestimmung selbst dann bestraft werden kann, wenn er nicht die Absicht hatte, die Ruhe anderer zu stören. Der Hof erkennt jedoch nicht, inwiefern dieser Umstand oder die Benutzung eines Telekommunikationsmittels derart schwerere Strafen rechtfertigen könnte. B.6. Die präjudizielle Frage ist bejahend zu beantworten. Aus diesen Gründen: Der Hof erkennt für Recht: Artikel 145 § 3 Nr. 2 des Gesetzes vom 13. Juni 2005 über die elektronische Kommunikation verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er für diejenigen, die ein Telekommunikationsmittel nutzen, um Personen zu belästigen, schwerere Strafen vorsieht als Artikel 442bis des Strafgesetzbuches. Verkündet in niederländischer und französischer Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof, in der öffentlichen Sitzung vom 28. März 2007. Der Kanzler, Der Vorsitzende, (gez.) P.-Y. Dutilleux. (gez.) A. Arts.
* GRONDWETTELIJK HOF [2007/201620] Uittreksel uit arrest nr. 57/2007 van 18 april 2007 Rolnummer 3962 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 38, § 2, tweede lid, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968, zoals gewijzigd bij artikel 19, 4o, van de wet van 7 februari 2003 houdende diverse bepalingen inzake verkeersveiligheid, gesteld door de Politierechtbank te Hasselt, afdeling Beringen. Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 april 2006 in zake het openbaar ministerie en de burgerlijke partijen Bertha Vanhove en anderen tegen Philip Vanhamel, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 14 april 2006, heeft de Politierechtbank te Hasselt, afdeling Beringen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 38, § 2, tweede lid, van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, nu de politierechter in toepassing van deze bepaling verplicht is om bij een veroordeling wegens een overtreding van artikel 419bis van het Strafwetboek en een overtreding van artikel 29, § 1, van de wegverkeerswet, in casu artikel 19.3.3 wegcode, zijnde een zware overtreding van de tweede categorie, verplicht is om het herstel in het recht tot sturen dat hij moet uitspreken in toepassing van artikel 38, § 2, ten eerste [lees : eerste lid] afhankelijk te stellen van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in paragraaf 3, eerste lid, terwijl de politierechter niet verplicht is om dit te doen wanneer een identieke, of zelfs zwaardere overtreding van artikel 29, § 1, wegverkeerswet niet samenloopt met een overtreding van artikel 419bis van het Strafwetboek, rekening houdende met de inherente bedoeling van een beveiligingsmaatregel, namelijk de maatschappij te beschermen tegen een gepercipieerde gevaarstoestand ? Maakt met andere woorden het gevolg van een zware overtreding in toepassing van artikel 29, § 1, wegverkeerswet, namelijk het al dan niet overlijden van een eventueel slachtoffer, een billijke, evenredige en aan de bedoeling van de beveiligingsmaatregel beantwoordende factor uit, die wettigt dat de bovenvermelde ongelijke behandeling zich voordoet ? ». (...) III. In rechte (...) B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 38, § 2, tweede lid, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968 (hierna : de wegverkeerswet), zoals gewijzigd bij artikel 19, 4o, van de wet van 7 februari 2003 houdende diverse bepalingen inzake verkeersveiligheid. De in het geding zijnde bepaling, in de redactie zoals van toepassing op het geschil voor de verwijzende rechter, luidt als volgt : « Het herstel in het recht tot sturen is afhankelijk van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid ». B.1.2. De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij de rechter verplicht, wanneer hij tegelijkertijd veroordeelt wegens een overtreding van artikel 419bis van het Strafwetboek en wegens een overtreding van artikel 29, § 1, van de wegverkeerswet, het herstel in het recht tot sturen afhankelijk te maken van het slagen voor de vier examens en onderzoeken, bedoeld in artikel 38, § 3, eerste lid, van de wegverkeerswet, terwijl de rechter daartoe niet is verplicht wanneer een identieke of zelfs zwaardere overtreding van artikel 29, § 1, van die wet niet samenloopt met een overtreding van artikel 419bis van het Strafwetboek. B.1.3. Artikel 38, § 2, eerste lid, van de wegverkeerswet, artikel 419bis van het Strafwetboek en de artikelen 29, § 1, en 38, § 3, eerste lid, van de wegverkeerswet - telkens in de redactie zoals van toepassing op het geschil voor de verwijzende rechter - luiden als volgt : - Artikel 38, § 2, eerste lid, van de wegverkeerswet : « Indien de rechter tegelijkertijd veroordeelt wegens een overtreding van artikel 419bis van het Strafwetboek en wegens een overtreding van de artikelen 29, § 1, 34, § 2, 35 of 37bis, § 1, van deze gecoördineerde wetten, zal het verval van het recht tot sturen worden uitgesproken voor een duur van ten minste 3 maanden ».
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD - Artikel 419bis van het Strafwetboek : « Met gevangenisstraf van 3 maanden tot 5 jaar en met geldboete van 50 euro tot 2000 euro of met een van die straffen alleen, wordt gestraft, elke weggebruiker die door gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg een verkeersongeval veroorzaakt dat iemands dood tot gevolg heeft ». - Artikel 29, § 1, van de wegverkeerswet : « De speciaal door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, als zodanig aangewezen zware overtredingen van de derde graad van de reglementen uitgevaardigd op grond van deze gecoördineerde wetten, worden gestraft met geldboete van 100 euro tot 500 euro en met een verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig voor een duur van ten minste acht dagen en ten hoogste vijf jaar. De speciaal door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, als zodanig aangewezen zware overtredingen van de tweede graad van de reglementen uitgevaardigd op grond van deze gecoördineerde wetten, worden gestraft met geldboete van 50 euro tot 500 euro. De speciaal door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, als zodanig aangewezen zware overtredingen van de eerste graad van de reglementen uitgevaardigd op grond van deze gecoördineerde wetten, worden gestraft met geldboete van 50 euro tot 250 euro ». Te dezen is enkel het tweede lid van artikel 29, § 1, van de wegverkeerswet in het geding. In de zaak voor de verwijzende rechter wordt de beklaagde immers vervolgd wegens een zware verkeersovertreding van de tweede graad in de zin van het voormelde artikel 29, § 1, tweede lid, namelijk « aan het normaal verkeer van de andere weggebruikers geen voorrang verleend hebben » (artikel 19.3.3o van het verkeersreglement, vermeld in artikel 3 van het inmiddels opgeheven koninklijk besluit van 22 december 2003 « tot aanwijzing van de zware overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen in uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer »). - Artikel 38, § 3, eerste lid, van de wegverkeerswet : « De rechter kan het herstel in het recht tot sturen afhankelijk maken van het slagen voor een of meer van de hiernavermelde examens en onderzoeken : 1o een theoretisch examen; 2o een praktisch examen; 3o een geneeskundig onderzoek; 4o een psychologisch onderzoek; 5o specifieke scholingen bepaald door de Koning ». B.2.1. In de parlementaire voorbereiding van de wet van 7 februari 2003 wordt de wijziging van artikel 38, § 2, van de wegverkeerswet als volgt toegelicht : « § 2 van artikel 38 werd herzien om meer bepaald berekend te zijn op situaties waarbij verschillende overtredingen gelijktijdig voorkomen. Voor zover er werd voorzien in nieuwe gevallen van verplicht verval van het recht tot rijden voor bepaalde overtredingen die geen letsels hebben veroorzaakt, moet het verval van het recht tot sturen ook worden uitgesproken wanneer deze overtredingen een ongeval met gewonden of doden hebben veroorzaakt. Wanneer een overtreding van de artikelen 29, § 1, 34, § 2, 35 of 37bis, § 1, of verscheidene van deze overtredingen een ongeval met de dood tot gevolg heeft veroorzaakt, wordt er derhalve voorzien in een verplicht verval van het recht tot sturen van ten minste 3 maanden. Wanneer een overtreding van de artikelen 36 of 37bis, § 2 of verscheidene van deze overtredingen een ongeval met letsels heeft veroorzaakt, wordt er voorzien in een verplicht verval van het recht tot sturen van ten minste 6 maanden. Wanneer een overtreding van de artikelen 36 of 37bis, § 2, een ongeval met letsels heeft veroorzaakt, wordt er voorzien in een verplicht verval van het recht tot sturen van ten minste 1 jaar. In deze drie gevallen is het opnieuw verwerven van het recht tot sturen afhankelijk van het slagen voor vier examens waarin artikel 38, § 3, van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer voorziet » (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1915/001, p. 14). B.2.2. Voor het overige blijkt, zoals het Hof heeft geoordeeld in zijn arresten nrs. 45/2005, 138/2005, 151/2005 en 153/2005, dat de wetgever heeft vastgesteld dat de straffen bepaald in de door hem gewijzigde wet niet op adequate wijze beantwoordden aan de noodzaak om een einde te maken aan de stijging van het aantal slachtoffers van verkeersongevallen en dat zulks een strengere bestraffing vereiste van de misdrijven die daaraan ten grondslag liggen. In de memorie van toelichting wordt immers vermeld : « De tekst van dit ontwerp schrapt een groot aantal gevangenisstraffen en maakt van het verval van het recht tot sturen of de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs de voornaamste tot onbekwaamheid leidende straffen » (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1915/001, pp. 12 en 15; DOC 50-1915/006, pp. 34 en 80; Parl. St., Senaat, 2002-2003, nr. 2-1402/3, p. 13). B.2.3. De in het geding zijnde bepaling maakt deel uit van een geheel van maatregelen die werden genomen nadat de Regering had vastgesteld dat « de [...] situatie van België [ongunstig was] ten overstaan van verschillende andere lidstaten van de Europese Unie inzake verkeersveiligheid ». De wetgever « heeft zich uitgesproken voor een georganiseerde aanpak met doelstellingen die het aantal verkeersdoden tegen 2006 met 33 % en tegen 2010 met 50 % beoogt te doen dalen, zoals wordt aanbevolen door de Europese Commissie » (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1915/001, p. 6). B.2.4. Eén van die maatregelen was de invoering van een nieuwe overtreding (ibid., p. 27). Rekening houdend met een opmerking van de Raad van State die had voorgesteld « de artikelen 419 en 420 van het Strafwetboek te wijzigen, bijvoorbeeld door te voorzien in een verzwarende omstandigheid in geval van verkeersongevallen » (ibid., p. 43), heeft de wetgever de artikelen 419bis en 420bis in het Strafwetboek ingevoegd. Bij het voormelde artikel 419bis wordt « een specifieke strafbaarstelling » ingevoerd (Parl. St., Kamer, 2002-2003, DOC 50-1915/006, p. 9) wanneer een weggebruiker « door gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg een verkeersongeval [heeft] veroorzaakt dat iemands dood tot gevolg heeft ». B.2.5. Een andere maatregel bestond erin sancties zoals het verval van het recht tot sturen te verkiezen boven een gevangenisstraf. In dat verband heeft de wetgever een onderscheid gemaakt : de rechter kan het verval van het recht tot sturen uitspreken indien hij veroordeelt wegens één van de overtredingen opgesomd in artikel 38, § 1, van de wegverkeerswet. Dat is meer bepaald het geval wanneer hij veroordeelt wegens een zware overtreding van de eerste of de tweede graad, of wegens doding (artikel 38, § 1, 2o en 3o). De rechter moet daarentegen het verval van het recht tot sturen uitspreken wanneer hij veroordeelt wegens één van de zware overtredingen waarin artikel 29, § 1, tweede lid, voorziet en hij daarnaast de beklaagde veroordeelt met toepassing van het voormelde artikel 419bis van het Strafwetboek omdat die « door gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg een verkeersongeval [heeft] veroorzaakt dat iemands dood tot gevolg heeft ». B.3.1. De prejudiciële vraag bekritiseert niet het verschil in behandeling dat voortvloeit uit het feit dat het verval van het recht tot sturen in dat laatste geval verplicht is.
28317
28318
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD De verwijzende rechter ziet een mogelijke discriminatie in het feit dat het herstel in het recht tot sturen afhankelijk is van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in paragraaf 3, eerste lid, van het voormelde artikel 38 wanneer de rechter tegelijkertijd veroordeelt op grond van artikel 29, § 1, tweede lid, van de wegverkeerswet en op grond van artikel 419bis van het Strafwetboek, terwijl hij nagaat of het nodig is om voor die examens en onderzoeken te slagen wanneer hij veroordeelt wegens een overtreding van dat artikel 29, § 1, tweede lid, zonder tegelijkertijd te veroordelen wegens een gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg van een weggebruiker die een dodelijk ongeval heeft veroorzaakt. B.3.2. Het verschil in behandeling tussen de twee categorieën van beklaagden is op een objectief criterium gegrond : in het ene geval is het mogelijk dat de zware overtreding geen enkel gevolg had, of in elk geval niet heeft geleid tot de dood van een slachtoffer; in het andere geval gaat de overtreding van de wegverkeerswet gepaard met een gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg, met iemands dood tot gevolg. B.3.3. De wetgever handelt niet op een klaarblijkelijk onredelijke wijze wanneer hij, in zijn poging om het aantal verkeersdoden te beperken in de context vermeld in B.2.3, de beklaagde die werd veroordeeld wegens een zware overtreding en de beklaagde die tegelijkertijd werd veroordeeld wegens zulk een overtreding en wegens een gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg dat dodelijke gevolgen heeft gehad, verschillend behandelt. De wetgever kon redelijkerwijs ervan uitgaan dat een persoon die zich tegelijkertijd schuldig heeft gemaakt aan een inbreuk op artikel 419bis van het Strafwetboek en op artikel 29, § 1, tweede lid, van de wegverkeerswet, door dat gedrag heeft aangetoond dat hij een reëler gevaar kon inhouden voor de andere weggebruikers dan de persoon die zich enkel schuldig heeft gemaakt aan een inbreuk op dat artikel 29, § 1, tweede lid, en dat hij het voorwerp moest zijn van een maatregel die ertoe strekt zijn rijvaardigheid aan te tonen. Het behoort tot zijn beoordelingsbevoegdheid te beslissen of de rechter, op grond van de elementen van het dossier waarover hij beschikt, zich al dan niet over de noodzakelijkheid van de vier examens en onderzoeken, opgesomd in het voormelde artikel 38, § 3, dient uit te spreken. B.3.4. Onder voorbehoud dat hij geen maatregel mag nemen die kennelijk onredelijk is, vermag de democratisch verkozen wetgever het strafrechtelijk beleid zelf vast te stellen en aldus de beoordelingsvrijheid van de rechter uit te sluiten. Die overwegingen gelden zowel voor de veiligheidsmaatregelen als voor de eigenlijke straffen. B.4. Uit hetgeen voorafgaat volgt dat de wetgever, door de rechter niet toe te staan te oordelen of het nodig is om de beklaagde die een zware overtreding heeft begaan en die zich schuldig heeft gemaakt aan een gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg dat iemands dood heeft veroorzaakt, aan examens en onderzoeken te onderwerpen, een maatregel heeft genomen die niet onbestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. B.5. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 38, § 2, tweede lid, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968, zoals gewijzigd bij artikel 19, 4o, van de wet van 7 februari 2003 houdende diverse bepalingen inzake verkeersveiligheid, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 18 april 2007. De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux. A. Arts.
COUR CONSTITUTIONNELLE [2007/201620] Extrait de l’arrêt n° 57/2007 du 18 avril 2007 Numéro du rôle : 3962 En cause : la question préjudicielle concernant l’article 38, § 2, alinéa 2, des lois relatives à la police de la circulation routière, coordonnées par l’arrêté royal du 16 mars 1968, tel qu’il a été modifié par l’article 19, 4o, de la loi du 7 février 2003 portant diverses dispositions en matière de sécurité routière, posée par le Tribunal de police de Hasselt, section Beringen. La Cour d’arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 6 avril 2006 en cause du ministère public et des parties civiles Bertha Vanhove et autres contre Philip Vanhamel, dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour d’arbitrage le 14 avril 2006, le Tribunal de police de Hasselt, section Beringen, a posé la question préjudicielle suivante : « L’article 38, § 2, alinéa 2, de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, dès lors qu’en application de cette disposition, le juge de police est obligé, en cas de condamnation pour cause d’infraction à l’article 419bis du Code pénal et à l’article 29, § 1er, de la loi sur la circulation routière, en l’occurrence l’article 19.3.3 du Code de la route, soit une infraction grave du deuxième degré, de subordonner la réintégration dans le droit de conduire, qu’il doit prononcer en application de l’article 38, § 2, [alinéa 1er,] à la réussite des quatre examens visés au paragraphe 3, alinéa 1er, alors qu’il n’est pas tenu de le faire lorsqu’une infraction identique, voire plus grave, à l’article 29, § 1er, de la loi sur la circulation routière ne s’accompagne pas d’une infraction à l’article 419bis du Code pénal, compte tenu de l’intention inhérente à une mesure de sécurité, à savoir protéger la société contre une situation perçue comme dangereuse ? En d’autres termes, la conséquence d’une infraction grave en application de l’article 29, § 1er, de la loi sur la circulation routière, à savoir le décès possible d’une éventuelle victime, constitue-t-elle un facteur équitable, proportionné et répondant à l’intention de la mesure de sécurité, justifiant que se produise le traitement inégal précité ? ». (...) III. En droit (...)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.1.1. La question préjudicielle porte sur l’article 38, § 2, alinéa 2, des lois relatives à la police de la circulation routière, coordonnées par l’arrêté royal du 16 mars 1968 (ci-après : la loi relative à la circulation routière), tel qu’il a été modifié par l’article 19, 4o, de la loi du 7 février 2003 portant diverses dispositions en matière de sécurité routière. La disposition en cause, dans sa rédaction applicable devant le juge a quo, est libellée comme suit : « La réintégration dans le droit de conduire est subordonnée à la réussite des quatre examens visés au § 3, alinéa 1er ». B.1.2. Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de cette disposition avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu’elle oblige le juge, s’il condamne simultanément du chef d’une infraction à l’article 419bis du Code pénal et d’une infraction à l’article 29, § 1er, de la loi relative à la circulation routière, à subordonner la réintégration dans le droit de conduire à la réussite des quatre examens visés à l’article 38, § 3, alinéa 1er, de la loi relative à la circulation routière, alors qu’il n’y est pas tenu lorsqu’une infraction identique, voire plus grave, à l’article 29, § 1er, de cette loi ne coïncide pas avec une infraction à l’article 419bis du Code pénal. B.1.3. L’article 38, § 2, alinéa 1er, de la loi relative à la circulation routière, l’article 419bis du Code pénal et les articles 29, § 1er, et 38, § 3, alinéa 1er, de la loi relative à la circulation routière - chacun dans leur rédaction applicable devant le juge a quo -, énoncent : - Article 38, § 2, alinéa 1er, de la loi relative à la circulation routière : « Si le juge condamne simultanément du chef d’une infraction à l’article 419bis du Code pénal et d’une infraction aux articles 29, § § 1er, 34, § 2, 35 ou 37bis, § 1er, des présentes lois coordonnées, la déchéance du droit de conduire sera prononcée pour une période de 3 mois au moins ». - Article 419bis du Code pénal : « Sera puni d’un emprisonnement de 3 mois à 5 ans et d’une amende de 50 euros à 2000 euros ou d’une de ces peines seulement, tout usager de la route qui par défaut de prévoyance ou de précaution aura provoqué un accident de la circulation d’où il est résulté la mort d’une personne ». - Article 29, § 1er, de la loi relative à la circulation routière : « Les infractions graves de troisième degré aux règlements pris en exécution des présentes lois coordonnées, spécialement désignées comme telles par le Roi, par arrêté délibéré en Conseil des Ministres, sont punies d’une amende de 100 euros à 500 euros et d’une déchéance du droit de conduire un véhicule à moteur de huit jours au moins à cinq ans au plus. Les infractions graves de deuxième degré aux règlements pris en exécution des présentes lois coordonnées, spécialement désignées comme telles par le Roi, par arrêté délibéré en Conseil des Ministres, sont punies d’une amende de 50 euros à 500 euros. Les infractions graves de premier degré aux règlements pris en exécution des présentes lois coordonnées, spécialement désignées comme telles par le Roi, par arrêté délibéré en Conseil des Ministres, sont punies d’une amende de 50 euros à 250 euros ». En l’espèce, c’est uniquement le deuxième alinéa de l’article 29, § 1er, de la loi relative à la circulation routière qui est en cause. Dans l’affaire soumise au juge a quo, le prévenu est en effet poursuivi en raison d’une infraction de roulage grave du deuxième degré au sens de l’article 29, § 1er, alinéa 2, précité, à savoir « ne pas avoir cédé le passage à la circulation normale des autres usagers » (article 19.3.3o du Code de la route mentionné à l’article 3 de l’arrêté royal, entre-temps abrogé, du 22 décembre 2003 « désignant les infractions graves par degrés aux règlements généraux pris en exécution de la loi relative à la police de la circulation routière »). - Article 38, § 3, alinéa 1er, de la loi relative à la circulation routière : « Le juge peut subordonner la réintégration dans le droit de conduire à la condition d’avoir satisfait à un ou plusieurs des examens cités ci-après : 1o un examen théorique; 2o un examen pratique; 3o un examen médical; 4o un examen psychologique; 5o des formations spécifiques déterminées par le Roi ». B.2.1. Les travaux préparatoires de la loi du 7 février 2003 commentent la modification de l’article 38, § 2, de la loi relative à la circulation routière comme suit : « Le § 2 de l’article 38 a été revu de manière à viser plus spécifiquement les situations de concours d’infractions. Dans la mesure où des déchéances du droit de conduire obligatoires nouvelles ont été prévues pour certaines infractions n’ayant pas entraîné de lésions, il y a lieu lorsque ces infractions ont entraîné un accident avec blessures ou mort de prévoir que la peine de déchéance du droit de conduire soit également prononcée. Dès lors lorsqu’il est résulté un accident ayant entraîné la mort suite à une infraction aux articles 29, § 1er, alinéa 2 et 3, 34, § 2, 35 ou 37bis § 1er ou suite à plusieurs de ces infractions, une déchéance obligatoire du droit de conduire de 3 mois minimum a été prévue. Lorsqu’il est résulté un accident avec blessures suite à une infraction aux articles 36 ou 37bis, § 2, ou suite à plusieurs de ces infractions, une déchéance obligatoire du droit de conduire de 6 mois minimum a été prévue. Lorsqu’il est résulté un accident ayant entraîné la mort suite à une infraction aux articles 36 ou 37bis, § 2, ou suite à plusieurs de ces infractions, une déchéance obligatoire du droit de conduire de 1 an minimum a été prévue. Dans ces trois hypothèses la réintégration dans le droit de conduire est subordonnée à la réussite des quatre examens prévus à l’article 38, § 3, des lois coordonnées le 16 mars 1968 relatives à la police de la circulation routière » (Doc. parl., Chambre, 2001-2002, DOC 50-1915/001, p. 14). B.2.2. Pour le reste, il apparaît, ainsi que la Cour l’a jugé dans ses arrêts nos 45/2005, 138/2005, 151/2005 et 153/2005, que le législateur a constaté que les peines prévues par la loi qu’il modifiait ne répondaient pas de manière adéquate à la nécessité de remédier à l’augmentation du nombre de victimes d’accidents de la circulation et que celle-ci requérait une répression plus sévère des infractions qui en sont la cause. L’exposé des motifs indique en effet : « Le texte du présent projet procède à la suppression d’un grand nombre de peines de prison et place la peine de déchéance du droit de conduire ou le retrait immédiat du permis comme peines incapacitantes principales » (Doc. parl., Chambre, 2001-2002, DOC 50-1915/001, pp. 12 et 15; DOC 50-1915/006, pp. 34 et 80; Doc. parl., Sénat, 2002-2003, no 2-1402/3, p. 13). B.2.3. La disposition en cause s’inscrit dans un ensemble de mesures prises après que le Gouvernement eut constaté « la situation défavorable de la Belgique par rapport à plusieurs autres Etats membres de l’Union européenne en matière de sécurité routière ». Le législateur s’est « prononcé pour une action coordonnée par objectifs visant à réduire de 33 % le nombre de tués sur les routes à l’horizon 2006, et de 50 % à l’horizon 2010 comme le préconise la Commission européenne » (Doc. parl., Chambre, 2001-2002, DOC 50-1915/001, p. 6).
28319
28320
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.2.4. Une de ces mesures a consisté à créer une infraction nouvelle (ibid., p. 27). Tenant compte d’une observation du Conseil d’Etat qui avait suggéré de « modifier les articles 419 et 420 du Code pénal, par exemple, en prévoyant une circonstance aggravante en cas d’accident de la circulation » (ibid., p. 43), le législateur a inséré dans le Code pénal les articles 419bis et 420bis. L’article 419bis précité crée « une incrimination spécifique » (Doc. parl., Chambre, 2002-2003, DOC 50-1915/006, p. 9) lorsqu’un usager de la route a « par défaut de prévoyance ou de précaution » provoqué « un accident de la circulation d’où il est résulté la mort d’une personne ». B.2.5. Une autre mesure a consisté à préférer aux peines de prison des sanctions telles que la déchéance du droit de conduire. A cet égard, le législateur a fait une distinction : le juge peut prononcer la déchéance du droit de conduire s’il condamne du chef d’une des infractions énumérées à l’article 38, § 1er, de la loi relative à la circulation routière. Tel est le cas notamment s’il condamne du chef d’une infraction grave de 1er ou de 2ème degré ou du chef d’homicide (article 38, § 1er, 2o et 3o). Par contre, le juge doit prononcer la déchéance du droit de conduire lorsqu’il condamne du chef d’une des infractions graves prévues à l’article 29, § 1er, alinéa 2, et qu’il condamne, en outre, le prévenu en application de l’article 419bis précité du Code pénal, pour avoir « par défaut de prévoyance ou de précaution », provoqué « un accident de la circulation d’où il est résulté la mort d’une personne ». B.3.1. La question préjudicielle ne critique pas la différence de traitement qui découle de ce que la déchéance est, dans ce dernier cas, obligatoire. Le juge a quo voit une éventuelle discrimination dans le fait que la réintégration dans le droit de conduire est subordonnée à la réussite des quatre examens visés au paragraphe 3, alinéa 1er, de l’article 38 précité, lorsque le juge condamne à la fois sur la base de l’article 29, § 1er, alinéa 2, de la loi relative à la circulation routière et sur la base de l’article 419bis du Code pénal, alors qu’il apprécie si la réussite de ces examens est nécessaire lorsqu’il condamne du chef d’une infraction à cet article 29, § 1er, alinéa 2, sans condamner simultanément pour un défaut de prévoyance ou de précaution d’un usager de la route qui a provoqué un accident mortel. B.3.2. La différence de traitement entre les deux catégories de prévenus est fondée sur un critère objectif : dans un cas, l’infraction grave a pu n’avoir aucune conséquence ou, en tout cas, n’a pas entraîné la mort d’une victime; dans l’autre cas, l’infraction à la loi relative à la circulation routière se double d’un défaut de prévoyance ou de précaution qui a provoqué la mort d’une victime. B.3.3. Le législateur n’agit pas de manière manifestement déraisonnable lorsque, pour tenter de réduire le nombre de morts sur les routes dans le contexte rappelé en B.2.3, il traite différemment le prévenu condamné pour une infraction grave et celui qui est condamné à la fois pour une telle infraction et pour un défaut de prévoyance ou de précaution qui a eu des conséquences mortelles. Le législateur a pu raisonnablement considérer qu’une personne qui s’est rendue coupable simultanément d’une infraction à l’article 419bis du Code pénal et à l’article 29, § 1er, alinéa 2, de la loi relative à la circulation routière a démontré par ce comportement qu’elle pouvait représenter un danger plus réel pour les autres usagers de la route que celle qui ne s’est rendue coupable que d’une infraction à cet article 29, § 1er, alinéa 2, et qu’elle devait faire l’objet d’une mesure visant à établir son aptitude à conduire un véhicule. Il relève de son pouvoir d’appréciation de décider si le juge, sur la base des éléments du dossier dont il dispose, doit ou non se prononcer sur la nécessité de faire subir les quatre examens énumérés à l’article 38, § 3, précité. B.3.4. Sous la réserve qu’il ne peut prendre une mesure manifestement déraisonnable, le législateur démocratiquement élu peut déterminer lui-même la politique pénale et exclure ainsi le pouvoir d’appréciation du juge. Ces considérations valent autant pour les mesures de sûreté que pour les peines proprement dites. B.4. Il découle de ce qui précède qu’en n’autorisant pas le juge à apprécier s’il est nécessaire de soumettre à des examens le prévenu qui a commis une infraction grave et qui s’est rendu coupable d’un manque de prévoyance ou de précaution qui a provoqué la mort d’une personne, le législateur a pris une mesure qui n’est pas incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. B.5. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : L’article 38, § 2, alinéa 2, des lois relatives à la police de la circulation routière, coordonnées par l’arrêté royal du 16 mars 1968, tel qu’il a été modifié par l’article 19, 4o, de la loi du 7 février 2003 portant diverses dispositions en matière de sécurité routière, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, conformément à l’article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, à l’audience publique du 18 avril 2007. Le greffier,
Le président,
P.-Y. Dutilleux.
A. Arts.
ÜBERSETZUNG VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2007/201620] Auszug aus dem Urteil Nr. 57/2007 vom 18. April 2007 Geschäftsverzeichnisnummer 3962 In Sachen: Präjudizielle Frage in Bezug auf Artikel 38 § 2 Absatz 2 der durch den königlichen Erlass vom 16. März 1968 koordinierten Gesetze über die Straßenverkehrspolizei, in der durch Artikel 19 Nr. 4 des Gesetzes vom 7. Februar 2003 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen in Sachen Verkehrssicherheit abgeänderten Fassung, gestellt vom Polizeigericht Hasselt, Abteilung Beringen.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Der Schiedshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden A. Arts und M. Melchior, und den Richtern P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke und J. Spreutels, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden A. Arts, verkündet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der präjudiziellen Frage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. April 2006 in Sachen der Staatsanwaltschaft und der Zivilparteien Bertha Vanhove und anderer gegen Philip Vanhamel, dessen Ausfertigung am 14. April 2006 in der Kanzlei des Schiedshofes eingegangen ist, hat das Polizeigericht Hasselt - Abteilung Beringen - folgende präjudizielle Frage gestellt: «Verstößt Artikel 38 § 2 Absatz 2 des Gesetzes vom 16. März 1968 über die Straßenverkehrspolizei gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem der Polizeirichter in Anwendung dieser Bestimmung dazu verpflichtet ist, bei einer Verurteilung wegen eines Verstoßes gegen Artikel 419bis des Strafgesetzbuches und eines Verstoßes gegen Artikel 29 § 1 des Straßenverkehrsgesetzes, im vorliegenden Fall gegen Artikel 19.3 Nr. 3 der Straßenverkehrsordnung, d.h. ein schwerer Verstoß zweiten Grades, die Wiedererlangung der Fahrerlaubnis, die er in Anwendung von Artikel 38 § 2 [Absatz 1] aussprechen muss, an die Bedingung zu knüpfen, die in § 3 Absatz 1 erwähnten Prüfungen und Untersuchungen bestanden zu haben, während der Polizeirichter nicht dazu verpflichtet ist, dies zu tun, wenn ein identischer oder sogar schwererer Verstoß gegen Artikel 29 § 1 des Straßenverkehrsgesetzes nicht zusammentrifft mit einem Verstoß gegen Artikel 419bis des Strafgesetzbuches, unter Berücksichtigung des inhärenten Ziels einer Sicherheitsmaßnahme, nämlich die Gesellschaft vor einer als gefährlich betrachteten Situation zu schützen? Stellt mit anderen Worten die Folge eines schweren Verstoßes in Anwendung von Artikel 29 § 1 des Straßenverkehrsgesetzes, nämlich der mögliche Tod eines eventuellen Opfers, einen angemessenen, proportionalen und dem Ziel der Sicherheitsmaßnahme entsprechenden Faktor dar, der den obenerwähnten Behandlungsunterschied rechtfertigen kann?». (...) III. In rechtlicher Beziehung (...) B.1.1. Die präjudizielle Frage bezieht sich auf Artikel 38 § 2 Absatz 2 der durch den königlichen Erlass vom 16. März 1968 koordinierten Gesetze über die Straßenverkehrspolizei (weiter unten Straßenverkehrsgesetz genannt), abgeändert durch Artikel 19 Nr. 4 des Gesetzes vom 7. Februar 2003 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen in Sachen Verkehrssicherheit. Die fragliche Bestimmung lautet in der auf den Streitfall vor dem vorlegenden Richter anwendbaren Fassung wie folgt: «Die Wiedererlangung der Fahrerlaubnis wird vom Bestehen der vier in § 3 Absatz 1 erwähnten Prüfungen beziehungsweise Untersuchungen abhängig gemacht». B.1.2. Der vorlegende Richter befragt den Hof über die Vereinbarkeit dieser Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, indem sie den Richter dazu verpflichte, wenn dieser gleichzeitig eine Verurteilung wegen eines Verstoßes gegen Artikel 419bis des Strafgesetzbuches und wegen eines Verstoßes gegen Artikel 29 § 1 des Straßenverkehrsgesetzes ausspreche, die Wiedererlangung der Fahrerlaubnis vom Bestehen der vier in Artikel 38 § 3 Absatz 1 des Straßenverkehrsgesetzes erwähnten Prüfungen beziehungsweise Untersuchungen abhängig zu machen, während der Richter nicht dazu verpflichtet sei, wenn ein ähnlicher oder sogar schwererer Verstoß gegen Artikel 29 § 1 dieses Gesetzes nicht mit einem Verstoß gegen Artikel 419bis des Strafgesetzbuches zusammentreffe. B.1.3. Artikel 38 § 2 Absatz 1 des Straßenverkehrsgesetzes, Artikel 419bis des Strafgesetzbuches und die Artikel 29 § 1 und 38 § 3 Absatz 1 des Straßenverkehrsgesetzes - jeweils in der auf den Streitfall vor dem vorlegenden Richter anwendbaren Fassung - lauten wie folgt: - Artikel 38 § 2 Absatz 1 des Straßenverkehrsgesetzes: «Wenn die Verurteilung gleichzeitig wegen eines Verstoßes gegen Artikel 419bis des Strafgesetzbuches und wegen eines Verstoßes gegen die Artikel 29 § 1, 34 § 2, 35 oder 37bis § 1 der vorliegenden koordinierten Gesetze erfolgt, wird die Entziehung der Fahrerlaubnis für eine Dauer von mindestens drei Monaten ausgesprochen». - Artikel 419bis des Strafgesetzbuches: «Mit einer Gefängnisstrafe von drei Monaten bis zu fünf Jahren und einer Geldstrafe von 50 bis zu 2.000 Euro oder mit nur einer dieser Strafen wird jeder Verkehrsteilnehmer bestraft, der aus Mangel an Vorsicht oder Vorsorge einen Verkehrsunfall verursacht, der für eine Person den Tod zur Folge hat». - Artikel 29 § 1 des Straßenverkehrsgesetzes: «Die vom König durch einen im Ministerrat beratenen Erlass als schwere Verstöße dritten Grades bestimmten Verstöße gegen die in Ausführung der vorliegenden koordinierten Gesetze ergangenen Verordnungen werden mit einer Geldstrafe von 100 bis zu 500 Euro und mit einer Entziehung der Erlaubnis zum Führen eines Motorfahrzeugs für eine Dauer von mindestens acht Tagen und höchstens fünf Jahren geahndet. Die vom König durch einen im Ministerrat beratenen Erlass als schwere Verstöße zweiten Grades bestimmten Verstöße gegen die in Ausführung der vorliegenden koordinierten Gesetze ergangenen Verordnungen werden mit einer Geldstrafe von 50 bis zu 500 Euro geahndet. Die vom König durch einen im Ministerrat beratenen Erlass als schwere Verstöße ersten Grades bestimmten Verstöße gegen die in Ausführung der vorliegenden koordinierten Gesetze ergangenen Verordnungen werden mit einer Geldstrafe von 50 bis zu 250 Euro geahndet». Im vorliegenden Fall steht nur Absatz 2 von Artikel 29 § 1 des Straßenverkehrsgesetzes zur Debatte. In der Rechtssache vor dem vorlegenden Richter wird der Angeklagte nämlich wegen eines schweren Verstoßes zweiten Grades im Sinne des vorerwähnten Artikels 29 § 1 Absatz 2 verfolgt, und zwar «dem normalen Verkehr für andere Verkehrsteilnehmer keine Vorfahrt gewährt haben» (Artikel 19.3 Nr. 3 der Straßenverkehrsordnung, erwähnt in Artikel 3 des mittlerweile aufgehobenen königlichen Erlasses vom 22. Dezember 2003 «zur Bestimmung der schweren Verstöße nach Graden gegen die in Ausführung des Gesetzes über die Straßenverkehrspolizei ergangenen allgemeinen Verordnungen»). - Artikel 38 § 3 Absatz 1 des Straßenverkehrsgesetzes: «Der Richter kann die Wiedererlangung der Fahrerlaubnis an die Bedingung knüpfen, eine oder mehrere der nachstehenden Prüfungen beziehungsweise Untersuchungen bestanden zu haben: 1. eine theoretische Prüfung; 2. eine praktische Prüfung; 3. eine ärztliche Untersuchung; 4. eine psychologische Untersuchung; 5. vom König festgelegte spezifische Schulungen».
28321
28322
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.2.1. In den Vorarbeiten zum Gesetz vom 7. Februar 2003 wird die Abänderung von Artikel 38 § 2 des Straßenverkehrsgesetzes wie folgt erläutert: «Paragraph 2 von Artikel 38 wurde revidiert, damit insbesondere Situationen Rechnung getragen wird, in denen mehrere Verstöße zusammentreffen. Insofern neue Fälle der verpflichtenden Entziehung der Fahrerlaubnis bei bestimmten Verstößen ohne Körperschaden vorgesehen wurden, muss die Entziehung der Fahrerlaubnis auch dann ausgesprochen werden, wenn diese Verstöße zu einem Unfall mit Verletzten oder zu einem tödlichen Unfall geführt haben. Wenn ein Verstoß gegen die Artikel 29 § 1 Absätze 2 und 3, 34 § 2, 35 oder 37bis § 1 oder mehrere solche Verstöße zu einem Unfall mit Todesfolge geführt haben, wird deshalb eine verpflichtende Entziehung der Fahrerlaubnis während mindestens drei Monaten vorgesehen. Wenn ein Verstoß gegen die Artikel 36 oder 37bis § 2 oder mehrere solche Verstöße zu einem Unfall mit Verletzten geführt haben, wird eine verpflichtende Entziehung der Fahrerlaubnis während mindestens sechs Monaten vorgesehen. Wenn ein Verstoß gegen die Artikel 36 oder 37bis § 2 oder mehrere solche Verstöße zu einem Unfall mit Todesfolge geführt haben, wird eine verpflichtende Entziehung der Fahrerlaubnis während mindestens eines Jahres vorgesehen. In diesen drei Fällen wird die Wiedererlangung der Fahrerlaubnis vom Bestehen der vier in Artikel 38 § 3 der am 16. März 1968 koordinierten Gesetze über die Straßenverkehrspolizei vorgesehenen Prüfungen abhängig gemacht» (Parl. Dok., Kammer, 2001-2002, DOC 50-1915/001, S. 14). B.2.2. Im Übrigen zeigt es sich - wie der Hof in seinen Urteilen Nrn. 45/2005, 138/2005, 151/2005 und 153/2005 erkannt hat -, dass der Gesetzgeber festgestellt hat, dass die in dem von ihm abgeänderten Gesetz vorgesehenen Strafen nicht in angemessener Weise der Notwendigkeit entsprachen, der Zunahme der Anzahl Opfer von Verkehrsunfällen abzuhelfen, und dass diese eine strengere Bestrafung der Straftaten, die deren Ursache sind, erforderte. In der Begründung heißt es nämlich: «Durch den Text des vorliegenden Entwurfs werden zahlreiche Gefängnisstrafen abgeschafft und werden die Strafen der Entziehung der Fahrerlaubnis oder des unverzüglichen Führerscheinentzugs zu den wichtigsten fähigkeitseinschränkenden Strafen» (Parl. Dok., Kammer, 2001-2002, DOC 50-1915/001, SS. 12 und 15; DOC 50-1915/006, SS. 34 und 80; Parl. Dok., Senat, 2002-2003, Nr. 2-1402/3, S. 13). B.2.3. Die fragliche Bestimmung ist Teil einer Gesamtheit von Maßnahmen, die ergriffen worden sind, nachdem die Regierung die «ungünstige Situation Belgiens im Vergleich zu verschiedenen anderen Mitgliedstaaten der Europäischen Union im Bereich der Verkehrssicherheit» festgestellt hatte. Der Gesetzgeber hat sich für «ein organisiertes Vorgehen im Hinblick auf die Senkung der Anzahl tödlicher Verkehrsopfer um 33% bis 2006 und um 50% bis 2010 gemäß der Empfehlung der Europäischen Kommission» entschieden (Parl. Dok., Kammer, 2001-2002, DOC 50-1915/001, S. 6). B.2.4. Eine dieser Maßnahmen war die Einführung eines neuen Verstoßes (ebenda, S. 27). Unter Berücksichtigung einer Bemerkung des Staatsrates, der vorgeschlagen hatte, «die Artikel 419 und 420 des Strafgesetzbuches zu ändern, indem beispielsweise ein erschwerender Umstand bei Verkehrsunfällen vorgesehen wird» (ebenda, S. 43), hat der Gesetzgeber die Artikel 419bis und 420bis in das Strafgesetzbuch eingefügt. Durch den vorerwähnten Artikel 419bis wird «eine spezifische Strafbarkeit» vorgesehen (Parl. Dok., Kammer, 2002-2003, DOC 50-1915/006, S. 9), wenn ein Verkehrsteilnehmer «aus Mangel an Vorsicht oder Vorsorge einen Verkehrsunfall verursacht [hat], der für eine Person den Tod zur Folge hat». B.2.5. Eine andere Maßnahme bestand darin, statt einer Gefängnisstrafe vielmehr Sanktionen wie die Entziehung der Fahrerlaubnis zu verhängen. In diesem Zusammenhang hat der Gesetzgeber einen Unterschied eingeführt. Der Richter kann die Entziehung der Fahrerlaubnis aussprechen, wenn die Verurteilung wegen eines der in Artikel 38 § 1 des Straßenverkehrsgesetzes aufgeführten Verstöße erfolgt. Dies ist insbesondere der Fall, wenn die Verurteilung wegen eines schweren Verstoßes ersten oder zweiten Grades oder wegen Tötung ausgesprochen wird (Artikel 38 § 1 Nrn. 2 und 3). Der Richter muss jedoch die Entziehung der Fahrerlaubnis aussprechen, wenn die Verurteilung wegen eines der in Artikel 29 § 1 Absatz 2 erwähnten schweren Verstöße erfolgt und der Angeklagte überdies in Anwendung des vorerwähnten Artikels 419bis des Strafgesetzbuches verurteilt wird, weil er «aus Mangel an Vorsicht oder Vorsorge einen Verkehrsunfall verursacht [hat], der für eine Person den Tod zur Folge hat». B.3.1. Die präjudizielle Frage kritisiert nicht den Behandlungsunterschied, der sich daraus ergibt, dass die Entziehung der Fahrerlaubnis im letztgenannten Fall verpflichtend ist. Der vorlegende Richter sieht eine mögliche Diskriminierung darin, dass die Wiedererlangung der Fahrerlaubnis vom Bestehen der vier in Paragraph 3 Absatz 1 des vorerwähnten Artikels 38 genannten Prüfungen beziehungsweise Untersuchungen abhängig ist, wenn die Verurteilung gleichzeitig aufgrund von Artikel 29 § 1 Absatz 2 des Straßenverkehrsgesetzes und aufgrund von Artikel 419bis des Strafgesetzbuches ausgesprochen wird, wohingegen geprüft wird, ob es notwendig ist, diese Prüfungen beziehungsweise Untersuchungen zu bestehen, wenn die Verurteilung wegen eines Verstoßes gegen diesen Artikel 29 § 1 Absatz 2 erfolgt, ohne dass die Verurteilung gleichzeitig wegen Mangels an Vorsicht oder Vorsorge eines Verkehrsteilnehmers, der einen tödlichen Unfall verursacht hat, ausgesprochen wird. B.3.2. Der Behandlungsunterschied zwischen den beiden Kategorien von Angeklagten beruht auf einem objektiven Kriterium, denn im einen Fall ist es möglich, dass der schwere Verstoß keine Folgen nach sich gezogen hat oder jedenfalls nicht zum Tod eines Opfers geführt hat, und im anderen Fall geht der Verstoß gegen das Straßenverkehrsgesetz mit einem Mangel an Vorsicht oder Vorsorge mit tödlichem Ablauf einher. B.3.3. Der Gesetzgeber handelt nicht offensichtlich unvernünftig, wenn er in seinem Versuch, die Anzahl tödlicher Verkehrsopfer in dem in B.2.3 erwähnten Kontext zu begrenzen, den Angeklagten, der wegen eines schweren Verstoßes verurteilt wurde, und den Angeklagten, der gleichzeitig wegen eines solchen Verstoßes und wegen eines Mangels an Vorsicht oder Vorsorge mit Todesfolge verurteilt wurde, unterschiedlich behandelt. Der Gesetzgeber konnte vernünftigerweise davon ausgehen, dass eine Person, die sich gleichzeitig eines Verstoßes gegen Artikel 419bis des Strafgesetzbuches und gegen Artikel 29 § 1 Absatz 2 des Straßenverkehrsgesetzes schuldig gemacht hat, durch dieses Verhalten gezeigt hat, dass sie eine reellere Gefahr für andere Verkehrsteilnehmer darstellen konnte als eine Person, die sich nur eines Verstoßes gegen diesen Artikel 29 § 1 Absatz 2 schuldig gemacht hat, und dass sie den Gegenstand einer Maßnahme sein musste, die darauf abzielt, sie auf ihre Fahrtüchtigkeit hin zu prüfen. Es liegt in seinem Ermessen zu entscheiden, ob der Richter aufgrund der Elemente der Akte, über die er verfügt, sich zur Notwendigkeit der vier im vorerwähnten Artikel 38 § 3 aufgeführten Prüfungen beziehungsweise Untersuchungen äußern soll oder nicht. B.3.4. Vorbehaltlich dessen, dass er keine Maßnahme ergreifen darf, die offensichtlich unvernünftig ist, ist der demokratisch gewählte Gesetzgeber berechtigt, die Strafrechtspolitik selbst zu bestimmen und somit die Ermessensfreiheit des Richters auszuschließen. Diese Erwägungen gelten sowohl für die Sicherheitsmaßnahmen als für die eigentlichen Strafen.
28323
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.4. Aus dem Vorstehenden ergibt sich, dass der Gesetzgeber dadurch, dass er es dem Richter nicht erlaubt zu beurteilen, ob es nötig ist, einen Angeklagten, der einen schweren Verstoß begangen und sich eines Mangels an Vorsicht oder Vorsorge mit Todesfolge schuldig gemacht hat, Prüfungen und Untersuchungen zu unterziehen, eine mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung nicht unvereinbare Maßnahme ergriffen hat. B.5. Die präjudizielle Frage ist verneinend zu beantworten. Aus diesen Gründen: Der Hof erkennt für Recht: Artikel 38 § 2 Absatz 2 der durch den königlichen Erlass vom 16. März 1968 koordinierten Gesetze über die Straßenverkehrspolizei, abgeändert durch Artikel 19 Nr. 4 des Gesetzes vom 7. Februar 2003 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen in Sachen Verkehrssicherheit, verstößt nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung. Verkündet in niederländischer und französischer Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof, in der öffentlichen Sitzung vom 18. April 2007. Der Kanzler, Der Vorsitzende, (gez.) P.-Y. Dutilleux. (gez.) A. Arts.
* GRONDWETTELIJK HOF [2007/201664] Uittreksel uit arrest nr. 60/2007 van 18 april 2007 Rolnummer 4018 In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 38, § 4, laatste lid, en 47, eerste lid, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde. Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 31 mei 2006 in zake het openbaar ministerie tegen Hugo De Winne, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 30 juni 2006, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 38, § 4 (laatste lid), en artikel 47, eerste lid, van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, afzonderlijk dan wel samen gelezen, de artikelen 10, 11, 12 en 14 van de Grondwet gelezen in samenhang met artikel 7 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden en artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, doordat (of in die zin gelezen dat) ze het herstel in het recht tot sturen verplichtend afhankelijk maken van het voorafgaandelijk slagen voor geneeskundige en psychologische onderzoeken en geen termijn bepalen waarbinnen de onderzoeken moeten kunnen worden gedaan zodat het verval tot het recht van sturen veel langer kan duren dan de termijn uitgesproken door de rechter en zelfs voor altijd ingeval er helemaal geen onderzoeken worden georganiseerd ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. De verwijzende rechter verzoekt het Hof zich uit te spreken over de eventuele schending van de artikelen 10, 11, 12 en 14 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, door de artikelen 38, § 4, laatste lid, en 47, eerste lid, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968 (hierna : « wegverkeerswet »), al dan niet in samenhang gelezen, doordat voormelde artikelen het herstel in het recht tot sturen verplichtend afhankelijk maken van het voorafgaandelijk slagen voor geneeskundige en psychologische onderzoeken en geen termijn zou bepalen waarbinnen de onderzoeken moeten kunnen worden gedaan « zodat het verval tot het recht van sturen veel langer kan duren dan de termijn uitgesproken door de rechter en zelfs voor altijd ingeval er helemaal geen onderzoeken worden georganiseerd ». B.2.1. Het voormelde artikel 38, § 4, laatste lid, vóór de wijziging ervan bij artikel 10, 7o, van de wet van 20 juli 2005 tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, bepaalde : « In geval van overtreding van de artikelen 30, eerste lid, 3o, 35, 36 of 37bis, § 2, moet het herstel in het recht tot sturen afhankelijk worden gemaakt van het slagen voor de onderzoeken bedoeld in § 3, 3o en 4o ». B.2.2. Het voormelde artikel 47, eerste lid, bepaalt : « Hij die het verval van het recht tot sturen heeft opgelopen na 25 mei 1965 en onderworpen werd aan een theoretisch, praktisch, geneeskundig of psychologisch onderzoek, mag, wanneer het verval geëindigd is, een voertuig van een der categorieën waarop de beslissing van vervallenverklaring slaat, slechts besturen mits hij met goed gevolg het opgelegd onderzoek heeft ondergaan ». B.2.3. De in het geding zijnde bepalingen maken deel uit van de wegverkeerswet. Het betreft een kaderwet die in haar drie eerste titels de basisbeginselen inzake de politie over het wegverkeer, de verkeerstekens en het rijbewijs vaststelt en ter zake aan de Koning en, wat sommige aspecten betreft, aan andere overheden de bevoegdheid geeft die regels nader uit te werken. Wat het herstel in het recht tot sturen betreft, bepaalt artikel 47, tweede lid, van de wegverkeerswet : « De Koning bepaalt de organisatie en de nadere regels van dit onderzoek en stelt het tarief vast van de ten bate van de Staat of van de erkende instellingen te heffen retributies om de kosten ervan te dekken ». Op grond van die machtiging heeft de Koning bij koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs de organisatie en de nadere regels van die onderzoeken vastgesteld. Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de prejudiciële vraag
28324
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.3.1. De Ministerraad merkt op dat, noch in de prejudiciële vraag, noch in het verwijzingsvonnis, wordt verduidelijkt om welke redenen artikel 47, eerste lid, van de wegverkeerswet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zou schenden, zodat de vraag enkel in het licht van een mogelijke schending van het strafrechtelijk wettigheidsbeginsel dient te worden beantwoord. B.3.2. De aan het Hof toevertrouwde toetsing van wetskrachtige normen aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet impliceert dat een welbepaalde categorie van personen ten aanzien van wie een mogelijke discriminatie wordt aangevoerd, het voorwerp uitmaakt van een pertinente vergelijking met een andere categorie. B.3.3. Uit de motieven van het verwijzingsvonnis en uit de memorie van de verwerende partij voor de verwijzende rechter blijkt voldoende dat die partij zich erover beklaagt dat zij niet de onder meer in de artikelen 12 en 14 van de Grondwet gewaarborgde grondrechten geniet. Zodoende vergelijkt zij zich impliciet maar noodzakelijkerwijze met alle personen die wel die grondrechten genieten. B.4. De exceptie van de Ministerraad wordt verworpen. B.5. Aangezien de prejudiciële vraag betrekking heeft op de duurtijd van het door de strafrechter opgelegde verval van het recht tot sturen, dient het Hof zijn toetsing uit te oefenen ten aanzien van artikel 14 van de Grondwet, dat bepaalt : « Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet ». Het Hof dient eveneens rekening te houden met artikel 7.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, dat bepaalt : « Niemand kan worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten, dat geen strafbaar feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakte ten tijde dat het handelen of nalaten geschiedde. Evenmin zal een zwaardere straf worden opgelegd dan die welke ten tijde van het begaan van het strafbare feit van toepassing was ». Ten slotte dient rekening te worden gehouden met artikel 15.1 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, dat bepalingen bevat die analoog zijn aan die van het voormelde artikel 7.1 van het Europees Verdrag. B.6. Artikel 14 van de Grondwet verleent aan de wetgevende macht de bevoegdheid om een wet aan te nemen op grond waarvan een straf kan worden bepaald en toegepast. Daardoor waarborgt het aan elke burger dat geen enkele straf zal worden opgelegd dan krachtens regels aangenomen door een democratisch verkozen beraadslagende vergadering. Uit de voormelde bepalingen vloeit tevens voort dat de strafwet moet worden geformuleerd in bewoordingen op grond waarvan eenieder, op het ogenblik waarop hij een gedrag aanneemt, de op te lopen straf kan kennen wanneer dat gedrag strafbaar is. Die bepalingen willen aldus elk risico van willekeurig optreden vanwege de uitvoerende of de rechterlijke macht uitsluiten bij het vaststellen en toepassen van de straffen. B.7. Artikel 47, eerste lid, van de wegverkeerswet schendt de voormelde grondwettelijke en verdragsbepalingen niet doordat het geen enkele termijn vaststelt voor de uitvoering van de onderzoeken. De termijn van verval van het recht tot sturen die krachtens de artikelen 37bis, § 2, en 38, § 1, van dezelfde wet door de rechter wordt vastgesteld, impliceert immers dat de beklaagde die uit het recht tot sturen is ontzet, de mogelijkheid moet hebben om vóór het verstrijken van die termijn die onderzoeken te ondergaan. Mocht dat niet zo zijn, dan zou de verlenging van de termijn van verval niet te wijten zijn aan de tekst van het voormelde artikel 47, eerste lid, maar aan een verkeerde toepassing ervan. B.8.1. Het behoort niet tot de bevoegdheid van het Hof te oordelen of de Koning Zijn bevoegdheden heeft overschreden door in het koninklijk besluit geen vervaltermijn te bepalen waarbinnen de onderzoeken dienen te worden afgelegd. Het staat evenmin aan het Hof te oordelen of de bevoegde examencentra over de nodige middelen beschikken om binnen de door de rechter vastgestelde termijn de onderzoeken te organiseren. B.8.2. Artikel 47, eerste lid, van de wegverkeerswet schendt bijgevolg het strafrechtelijk wettigheidsbeginsel niet. B.9. Het onderzoek of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, leidt niet tot een andere conclusie. B.10. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 47, eerste lid, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968, schendt niet de artikelen 10, 11, 12 en 14 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 18 april 2007. De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux. A. Arts.
COUR CONSTITUTIONNELLE [2007/201664] Extrait de l’arrêt n° 60/2007 du 18 avril 2007 Numéro du rôle : 4018 En cause : la question préjudicielle concernant les articles 38, § 4, dernier alinéa, et 47, alinéa 1er, des lois relatives à la police de la circulation routière, coordonnées par l’arrêté royal du 16 mars 1968, posée par le Tribunal de première instance de Termonde.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD La Cour d’arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 31 mai 2006 en cause du ministère public contre Hugo De Winne, dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour d’arbitrage le 30 juin 2006, le Tribunal de première instance de Termonde a posé la question préjudicielle suivante : « Les articles 38, § 4, (dernier alinéa) et 47, alinéa 1er, de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière, lus séparément ou conjointement, violent-ils les articles 10, 11, 12 et 14 de la Constitution, combinés avec l’article 7 de la Convention européenne de sauvegarde des droits de l’homme et des libertés fondamentales et avec l’article 15 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, en ce que (ou lus en ce sens que) ces dispositions subordonnent obligatoirement la réintégration dans le droit de conduire à la réussite préalable d’examens médicaux et psychologiques et ne fixent aucun délai pour procéder à ces examens, de sorte que la déchéance du droit de conduire peut être beaucoup plus longue que le délai prononcé par le juge et peut même être perpétuelle si aucun examen n’est organisé ? ». (...) III. En droit (...) B.1. Le juge a quo invite la Cour à se prononcer sur l’éventuelle violation des articles 10, 11, 12 et 14 de la Constitution, combinés avec l’article 7 de la Convention européenne des droits de l’homme et avec l’article 15 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, par les articles 38, § 4, dernier alinéa, et 47, alinéa 1er, des lois relatives à la police de la circulation routière, coordonnées le 16 mars 1968 (ci-après : « loi relative à la circulation routière »), lus séparément ou conjointement, en ce que ces dispositions subordonnent obligatoirement la réintégration dans le droit de conduire à la réussite préalable d’examens médicaux et psychologiques et ne fixeraient aucun délai pour procéder à ces examens « de sorte que la déchéance du droit de conduire peut être beaucoup plus longue que le délai prononcé par le juge et peut même être perpétuelle si aucun examen n’est organisé ». B.2.1. L’article 38, § 4, dernier alinéa, précité, avant sa modification par l’article 10, 7o, de la loi du 20 juillet 2005 modifiant les lois coordonnées du 16 mars 1968 relatives à la police de la circulation routière, énonçait : « En cas d’infraction aux articles 30, § 1er, 3o, 35, 36 ou 37bis, § 2, la réintégration dans le droit de conduire doit être subordonnée à la réussite des examens visés au § 3, 3o et 4o ». B.2.2. L’article 47, alinéa 1er, précité énonce : « Quiconque a été frappé d’une déchéance du droit de conduire après le 25 mai 1965 et a été soumis à un examen théorique, pratique, médical ou psychologique ne peut, lorsque cette déchéance a pris fin, conduire un véhicule de l’une des catégories visées à la décision de déchéance, qu’à la condition d’avoir satisfait à l’examen imposé ». B.2.3. Les dispositions en cause font partie de la loi relative à la circulation routière. Il s’agit d’une loi-cadre qui fixe dans ses trois premiers titres les principes de base en matière de police de la sécurité routière, de signalisation et de permis de conduire et qui, en l’espèce, confère au Roi, et pour certains aspects à d’autres autorités, le pouvoir de préciser ces règles. Au sujet de la réintégration dans le droit de conduire, l’article 47, alinéa 2, de la loi relative à la circulation routière énonce : « Le Roi arrête l’organisation et les modalités de cet examen et fixe le taux de redevances à percevoir au profit de l’Etat ou des organismes agréés pour en couvrir les frais ». Sur la base de cette habilitation, le Roi, par arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire, a fixé l’organisation et les modalités de ces examens. Quant à la recevabilité de la question préjudicielle B.3.1. Le Conseil des ministres observe que ni la question préjudicielle ni le jugement de renvoi ne précisent pour quelles raisons l’article 47, alinéa 1er, de la loi relative à la circulation routière violerait les articles 10 et 11 de la Constitution, de sorte qu’il n’y a lieu de répondre à la question qu’à la lumière d’une éventuelle violation du principe de légalité en matière pénale. B.3.2. Le contrôle des normes législatives au regard des articles 10 et 11 de la Constitution, qui est confié à la Cour, exige qu’une catégorie déterminée de personnes dont la discrimination éventuelle est alléguée fasse l’objet d’une comparaison pertinente avec une autre catégorie. B.3.3. Il ressort à suffisance des motifs du jugement de renvoi et du mémoire de la partie défenderesse devant le juge a quo que cette dernière se plaint de ne pas jouir des droits fondamentaux garantis notamment par les articles 12 et 14 de la Constitution. Ce faisant, elle se compare implicitement mais nécessairement à l’ensemble des personnes qui jouissent de ces droits. B.4. L’exception du Conseil des ministres est rejetée. B.5. La question préjudicielle étant relative à la durée de la déchéance du droit de conduire infligée par le juge pénal, la Cour doit exercer son contrôle au regard de l’article 14 de la Constitution, qui dispose : « Nulle peine ne peut être établie ni appliquée qu’en vertu de la loi ». La Cour doit également tenir compte de l’article 7.1 de la Convention européenne des droits de l’homme, qui dispose : « Nul ne peut être condamné pour une action ou une omission qui, au moment où elle a été commise, ne constituait pas une infraction d’après le droit national ou international. De même il n’est infligé aucune peine plus forte que celle qui était applicable au moment où l’infraction a été commise ». Enfin, elle doit avoir égard à l’article 15.1 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, qui contient des dispositions analogues à celles de l’article 7.1 précité de la Convention européenne. B.6. L’article 14 de la Constitution attribue au pouvoir législatif la compétence d’adopter la loi en vertu de laquelle une peine peut être établie et appliquée. Ce faisant, il garantit à tout citoyen qu’aucune peine ne sera infligée qu’en vertu de règles adoptées par une assemblée délibérante, démocratiquement élue. Il découle également des dispositions précitées que la loi pénale doit être formulée en des termes qui permettent à chacun de connaître, au moment où il adopte un comportement, la peine encourue lorsque ce comportement est punissable. Ces dispositions entendent ainsi exclure tout risque d’intervention arbitraire de la part du pouvoir exécutif ou du pouvoir judiciaire dans l’établissement et l’application des peines.
28325
28326
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.7. L’article 47, alinéa 1er, de la loi relative à la circulation routière ne viole pas les dispositions constitutionnelles et conventionnelles précitées en ce qu’il ne fixe aucun délai pour procéder aux examens. En effet, le délai de déchéance du droit de conduire qui, en vertu des articles 37bis, § 2, et 38, § 1er, de la même loi, est fixé par le juge, implique que le prévenu qui est déchu du droit de conduire doit avoir la possibilité de se soumettre à ces examens avant l’expiration de ce délai. Si tel n’est pas le cas, l’allongement du délai de déchéance serait dû, non au texte de l’article 47, alinéa 1er, précité, mais à une mauvaise application de celui-ci. B.8.1. Il ne relève pas de la compétence de la Cour d’apprécier si le Roi a excédé Ses pouvoirs en ne fixant pas, dans l’arrêté royal, de délai pour la présentation des examens. Il n’appartient pas davantage à la Cour d’apprécier si les centres d’examen compétents disposent des moyens nécessaires pour organiser les examens dans le délai fixé par le juge. B.8.2. L’article 47, alinéa 1er, de la loi relative à la circulation routière ne viole donc pas le principe de légalité en matière pénale. B.9. L’examen de la compatibilité de la disposition en cause avec les articles 10 et 11 de la Constitution ne conduit pas à une autre conclusion. B.10. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : L’article 47, alinéa 1er, des lois relatives à la police de la circulation routière, coordonnées par l’arrêté royal du 16 mars 1968, ne viole pas les articles 10, 11, 12 et 14 de la Constitution, combinés ou non avec l’article 7 de la Convention européenne des droits de l’homme et avec l’article 15 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques. Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, conformément à l’article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, à l’audience publique du 18 avril 2007. Le greffier, Le président, P.-Y. Dutilleux. A. Arts.
ÜBERSETZUNG VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2007/201664] Auszug aus dem Urteil Nr. 60/2007 vom 18. April 2007 Geschäftsverzeichnisnummer 4018 In Sachen: Präjudizielle Frage in Bezug auf die Artikel 38 § 4 letzter Absatz und 47 Absatz 1 der durch den königlichen Erlass vom 16. März 1968 koordinierten Gesetze über die Straßenverkehrspolizei, gestellt vom Gericht erster Instanz Dendermonde. Der Schiedshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden A. Arts und M. Melchior, und den Richtern P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke und J. Spreutels, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden A. Arts, verkündet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der präjudiziellen Frage und Verfahren In seinem Urteil vom 31. Mai 2006 in Sachen der Staatsanwaltschaft gegen Hugo De Winne, dessen Ausfertigung am 30. Juni 2006 in der Kanzlei des Schiedshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Dendermonde folgende präjudizielle Frage gestellt: «Verstoßen die Artikel 38 § 4 (letzter Absatz) und 47 Absatz 1 des Gesetzes vom 16. März 1968 über die Straßenverkehrspolizei einzeln oder kombiniert gegen die Artikel 10, 11, 12 und 14 der Verfassung, in Verbindung mit Artikel 7 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten und Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, indem (oder dahingehend ausgelegt, dass) die Wiedererlangung der Fahrerlaubnis verpflichtend an die Bedingung geknüpft ist, vorher ärztliche und psychologische Untersuchungen bestanden zu haben, während keine First festgelegt wird, innerhalb deren diese durchzuführen sind, so dass die Entziehung der Fahrerlaubnis viel länger als die vom Richter auferlegte Frist dauern kann, sogar für immer, falls gar keine Untersuchungen durchgeführt werden?». (...) III. In rechtlicher Beziehung (...) B.1. Der vorlegende Richter bittet den Hof, sich zu der etwaigen Verletzung der Artikel 10, 11, 12 und 14 der Verfassung, in Verbindung mit Artikel 7 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, durch die Artikel 38 § 4 letzter Absatz und 47 Absatz 1 der am 16. März 1968 koordinierten Gesetze über die Straßenverkehrspolizei (weiter unten Straßenverkehrsgesetz genannt), einzeln oder kombiniert, zu äußern, indem die vorerwähnten Artikel die Wiedererlangung der Fahrerlaubnis verpflichtend vom vorherigen Bestehen ärztlicher und psychologischer Untersuchungen abhängig machen und keine Frist festlegen würden, innerhalb deren diese Untersuchungen durchzuführen wären, «so dass die Entziehung der Fahrerlaubnis viel länger als die vom Richter auferlegte Frist dauern kann, sogar für immer, falls gar keine Untersuchungen durchgeführt werden». B.2.1. Der vorerwähnte Artikel 38 § 4 letzter Absatz bestimmte vor seiner Abänderung durch Artikel 10 Nr. 7 des Gesetzes vom 20. Juli 2005 zur Abänderung der koordinierten Gesetze vom 16. März 1968 über die Straßenverkehrspolizei: «Bei Verstoß gegen die Artikel 30 Absatz 1 Nr. 3, 35, 36 oder 37bis § 2 muss die Wiedererlangung der Fahrerlaubnis vom Bestehen der in § 3 Nr. 3 und 4 erwähnten Untersuchungen abhängig gemacht werden».
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD B.2.2. Der vorerwähnte Artikel 47 Absatz 1 bestimmt: «Jeder, dem nach dem 25. Mai 1965 die Fahrerlaubnis entzogen worden ist und dem eine praktische oder theoretische Prüfung oder eine ärztliche oder psychologische Untersuchung auferlegt worden ist, darf, wenn der Zeitraum dieser Entziehung zu Ende ist, ein Kraftfahrzeug einer der Klassen, auf die sich der Beschluss der Entziehung der Fahrerlaubnis bezieht, nur führen unter der Bedingung, dass er den Anforderungen der auferlegten Prüfung beziehungsweise Untersuchung genügt hat». B.2.3. Die fraglichen Bestimmungen sind Teil des Straßenverkehrsgesetzes. dabei handelt es sich um ein Rahmengesetz, das in seinen ersten drei Titeln die Grundprinzipien im Bereich der Straßenverkehrspolizei, der Verkehrszeichen und des Führerscheins festlegt und diesbezüglich dem König und - was bestimmte Aspekte betrifft anderen Behörden die Zuständigkeit erteilt, diese Regeln näher auszuarbeiten. Bezüglich der Wiedererlangung der Fahrerlaubnis bestimmt Artikel 47 Absatz 2 des Straßenverkehrsgesetzes: «Der König bestimmt die Organisation und die Modalitäten dieser Prüfung beziehungsweise Untersuchung und legt den Satz der Gebühren fest, die zugunsten des Staates oder der zugelassenen Einrichtungen zu erheben sind, um deren Kosten zu decken». Aufgrund dieser Ermächtigung hat der König durch königlichen Erlass vom 23. März 1998 über den Führerschein die Organisation und die Modalitäten dieser Prüfungen beziehungsweise Untersuchungen festgelegt. In Bezug auf die Zulässigkeit der präjudiziellen Frage B.3.1. Der Ministerrat bringt vor, dass weder in der präjudiziellen Frage noch im Verweisungsurteil verdeutlicht werde, aus welchen Gründen Artikel 47 Absatz 1 des Straßenverkehrsgesetzes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstoßen würde, so dass die Frage nur im Lichte einer etwaigen Verletzung des strafrechtlichen Legalitätsprinzips zu beantworten sei. B.3.2. Die dem Hof aufgetragene Prüfung gesetzeskräftiger Normen anhand der Artikel 10 und 11 der Verfassung setzt voraus, dass eine bestimmte Personenkategorie, deren etwaige Diskriminierung geltend gemacht wird, in sachdienlicher Weise mit einer anderen Personenkategorie verglichen wird. B.3.3. Aus der Begründung des Verweisungsurteils und aus dem Schriftsatz der vor dem vorlegenden Richter beklagten Partei geht hinlänglich hervor, dass diese sich darüber beschwert, dass sie nicht die unter anderem in den Artikeln 12 und 14 der Verfassung gewährleisteten Grundrechte genieße. Somit vergleicht sie sich implizit aber notwendigerweise mit allen Personen, die in den Genuss dieser Grundrechte gelangen. B.4. Die vom Ministerrat erhobene Einrede wird abgewiesen. B.5. Da sich die präjudizielle Frage auf die Dauer der vom Strafrichter verhängten Entziehung der Fahrerlaubnis bezieht, hat der Hof seine Prüfung angesichts des Artikels 14 der Verfassung auszuüben, der bestimmt: «Eine Strafe darf nur aufgrund des Gesetzes eingeführt oder angewandt werden». Der Hof hat ebenfalls Artikel 7 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention zu berücksichtigen, der bestimmt: «Niemand kann wegen einer Handlung oder Unterlassung verurteilt werden, die zur Zeit ihrer Begehung nach inländischem oder internationalem Recht nicht strafbar war. Ebenso darf keine höhere Strafe als die im Zeitpunkt der Begehung der strafbaren Handlung angedrohte Strafe verhängt werden». Schließlich ist Artikel 15 Absatz 1 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, der ähnliche Bestimmungen wie der vorerwähnte Artikel 7 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention enthält, Rechnung zu tragen. B.6. Artikel 14 der Verfassung erteilt der gesetzgebenden Gewalt die Zuständigkeit, ein Gesetz zu verabschieden, auf dessen Grundlage eine Strafe eingeführt und angewandt werden kann. Dadurch gewährleistet er jedem Bürger, dass eine Strafe nur aufgrund von Regeln auferlegt wird, die von einer demokratisch gewählten beratenden Versammlung angenommen worden sind. Aus den vorerwähnten Bestimmungen ergibt sich ebenfalls, dass das Strafgesetz so formuliert sein muss, dass ein jeder zu dem Zeitpunkt, wo er ein bestimmtes Verhalten annimmt, wissen kann, welcher Strafe er sich aussetzt, wenn dieses Verhalten strafbar ist. Diese Bestimmungen sollen also jede Gefahr des willkürlichen Vorgehens der ausführenden oder rechtsprechenden Gewalt bei der Einführung und Anwendung der Strafen ausschließen. B.7. Artikel 47 Absatz 1 des Straßenverkehrsgesetzes verstößt nicht gegen die vorerwähnten Verfassungs- und Vertragsbestimmungen, indem er keine Frist für die Durchführung der Untersuchungen festlegt. Die Frist der Entziehung der Fahrerlaubnis, die kraft der Artikel 37bis § 2 und 38 § 1 desselben Gesetzes vom Richter festgelegt wird, setzt nämlich voraus, dass der Angeklagte, dem die Fahrerlaubnis entzogen wurde, die Möglichkeit haben muss, vor Ablauf dieser Frist diesen Untersuchungen unterzogen zu werden. Sollte dies nicht der Fall sein, so wäre die Verlängerung der Entziehungsfrist nicht auf den Wortlaut des vorerwähnten Artikels 47 Absatz 1 zurückzuführen, sondern auf eine falsche Anwendung desselben. B.8.1. Es gehört nicht zum Zuständigkeitsbereich des Hofes, zu beurteilen, ob der König Seine Kompetenzen überschritten hat, indem im königlichen Erlass keine Frist festgelegt wurde, innerhalb deren die Untersuchungen durchgeführt werden müssen. Es ist genauso wenig Sache des Hofes, zu beurteilen, ob die zuständigen Prüfungszentren über die nötigen Mittel verfügen, um die Untersuchungen innerhalb der vom Richter festgelegten Frist zu organisieren. B.8.2. Artikel 47 Absatz 1 des Straßenverkehrsgesetzes verstößt demzufolge nicht gegen das strafrechtliche Legalitätsprinzip. B.9. Die Prüfung der Vereinbarkeit der fraglichen Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung führt nicht zu einer anderen Schlussfolgerung. B.10. Die präjudizielle Frage ist verneinend zu beantworten. Aus diesen Gründen: Der Hof erkennt für Recht: Artikel 47 Absatz 1 der durch den königlichen Erlass vom 16. März 1968 koordinierten Gesetze über die Straßenverkehrspolizei verstößt nicht gegen die Artikel 10, 11, 12 und 14 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 7 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte. Verkündet in niederländischer und französischer Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof, in der öffentlichen Sitzung vom 18. April 2007. Der Kanzler, Der Vorsitzende, (gez.) P.-Y. Dutilleux. (gez.) A. Arts.
28327
28328
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
SELOR BUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE
SELOR SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID
[2007/201697]
[2007/201697]
Sélection comparative de Web Communication Coordinators (m/f) (niveau A), d’expression française, pour le SPF Chancellerie du Premier Ministre (AFG06843)
Vergelijkende selectie van Nederlandstalige Web Communication Coordinators (m/v) (niveau A), voor de FOD Kanselarij van de Eerste Minister (ANG06843)
Une liste de 25 lauréats maximum, valable deux ans, sera établie. Si plusieurs lauréats sont à égalité de points pour l’attribution de la dernière place, le nombre maximum de lauréats fixé est augmenté en leur faveur.
Na deze selectie wordt een lijst met maximum 25 geslaagden aangelegd, die twee jaar geldig blijft. Indien er voor de toekenning van de laatste plaats verscheidene geslaagden zijn met een gelijk aantal punten, wordt het maximum aantal geslaagden in hun voordeel verhoogd.
Il est établi, outre cette liste des lauréats, une liste spécifique des personnes handicapées lauréates. Celles-ci n’y figurent qu’à leur demande et pour autant qu’elles aient produit une attestation leur conférant la qualité de personne handicapée. Les personnes handicapées reprises dans la liste spécifique gardent le bénéfice de leur classement sans limite de temps.
Naast deze lijst van geslaagden wordt een bijzondere lijst opgesteld van de personen met een handicap die geslaagd zijn. Deze personen worden er enkel in opgenomen op hun vraag en voor zover zij een attest hebben voorgelegd waarin hen de hoedanigheid van persoon met een handicap wordt toegekend. De personen met een handicap die zijn opgenomen in de bijzondere lijst, blijven hun rangschikking behouden zonder beperking in de tijd.
Le candidat doit remplir, à la date de son affectation, e.a. la condition suivante : être Belge ou citoyen d’un autre Etat faisant partie de l’Espace économique européen.
Als u geslaagd bent voor deze selectie, moet u - om benoemd te worden - op de datum van indiensttreding o.a. Belg zijn of burger van een ander land behorende tot de Europese Economische Ruimte.
Conditions d’admissibilité : 1. Expérience requise au 11 juin 2007 : expérience pertinente d’un an minimum au total répartie dans chacun des domaines suivants :
Toelaatbaarheidsvereisten : 1. Vereiste ervaring op 11 juni 2007 : in totaal minstens 1 jaar relevante ervaring verdeeld over onderstaande domeinen :
- rédaction de textes pour l’Internet;
- het opstellen van teksten voor Internet;
- connaissance et pratique d’un Content Management system;
- kennis en praktijkervaring in een Content Management system;
- expérience dans la mise en place d’architectures de sites;
- ervaring in het opstellen van architecturen van websites;
- conception et la réalisation de projets de communication en particulier pour Internet, sous l’angle du contenu de l’information;
- het ontwerpen en het verwezenlijken van communicatieprojecten, in het bijzonder voor internet en in verband met de inhoud van de informatie;
- connaissances de base de HTML et d’un logiciel d’édition web (par exemple dreamweaver).
- basiskennis van HTML en van een web editor software (bijvoorbeeld dreamweaver).
2. Diplômes requis au 11 juin 2007 :
2. Vereiste diploma’s op 11 juni 2007 :
- diplôme de licencié, docteur, pharmacien, agrégé, ingénieur, ingénieur industriel, architecte, maître (diplôme de base du 2e cycle) reconnus et délivrés par les universités belges et les établissements d’enseignement supérieur de type long, après au moins quatre ans d’études et par un jury de l’Etat ou d’une Communautés;
- een diploma van licentiaat, arts, doctor, apotheker, geaggregeerde van het onderwijs, ingenieur, industrieel ingenieur, architect, meester (basisopleiding van 2 cycli), erkend en uitgereikt door de Belgische universiteiten en de instellingen voor hoger onderwijs van het lange type, voor zover de studies ten minste vier jaar hebben omvat, of door een door de Staat of een van de Gemeenschappen ingestelde examencommissies;
- certificats délivrés aux lauréats de l’Ecole royale militaire qui peuvent porter le titre d’ingénieur civil ou de licencié.
- een getuigschrift uitgereikt aan de laureaten van de Koninklijke Militaire School en die gerechtigd zijn tot het voeren van de titel van burgerlijk ingenieur of van licentiaat.
Les diplômes et l’expérience sont des exigences absolues pour participer à une procédure de sélection de SELOR.
Het diploma en de relevante ervaring zijn beiden absolute vereisten voor deelname aan deze selectieprocedure bij SELOR.
La description de la fonction ainsi que la procédure de sélection sont plus amplement détaillées dans le règlement complet de sélection que vous pourrez obtenir auprès des services du SELOR (ligne info 0800-505 55) ou via le site web du SELOR.
De gedetailleerde functiebeschrijving en selectieprocedure vindt u in het selectiereglement, dat u kan verkrijgen bij de diensten van SELOR (via de infolijn 0800-505 54) of op de SELOR-website.
Traitement annuel brut de début : 30.636,38 EUR, allocations réglementaires non comprises.
Jaarlijks bruto-beginsalaris : 30.636,38 EUR, reglementaire toelagen niet inbegrepen.
Posez votre candidature jusqu’au 11 juin 2007. Attention : votre inscription à cette sélection doit être accompagnée du CV standardisé ″AFG06843″ (+ les annexes) et d’une copie de votre diplôme. Faute de quoi, votre candidature ne sera pas prise en considération.
Solliciteren kan tot 11 juni 2007. Opgelet : uw sollicitatie voor deze selectie moet vergezeld zijn van het gestandaardiseerd CV ANG06843 (+ de bijlagen) en een kopie van uw diploma. Zoniet wordt er geen rekening gehouden met uw sollicitatie.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Vous postulez uniquement par fax (02-788 68 44) ou par lettre (SELOR, Division Sélections, AFG06843, bâtiment « Centre Etoile », boulevard Bischoffsheim 15, 1000 Bruxelles). Vous pouvez également poser votre candidature directement sur notre site web http://www.selor.be. Dans ce cas, vous devez encore envoyer les documents exigés (voyez plus haut) avec la mention « inscription web ». Vous trouvez le CV standardisé à remplir sur le site www.selor.be à la rubrique de la sélection concernée ou sur demande via la ligne info du SELOR (0800-505 55) ou via
[email protected].
28329
U kan dit enkel doen per fax (02-788 68 44) of brief (SELOR, Afdeling Selectie, ANG06843, gebouw « Centre Etoile », Bischoffsheimlaan 15, 1000 Brussel). U kan ook rechtstreeks solliciteren op onze website http://www.selor.be. U dient dan nog wel de vereiste documenten (zie hierboven) op te sturen met de vermelding « webinschrijving ». U vindt het in te vullen CV op de website www.selor.be, bij de rubriek van de selectie of u vraagt het aan via de infolijn van SELOR (0800-505 54) of via
[email protected]
* SELOR BUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE
SELOR SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID
[2007/201698]
[2007/201698]
Sélection comparative de spécialistes en communication externe (m/f), (niveau A), d’expression française, pour l’Office national des Pensions (AFG07010)
Vergelijkende selectie van Franstalige specialisten in externe communicatie (m/v) (niveau A), voor de Rijksdienst voor Pensioenen (AFG07010)
Une liste de 10 lauréats maximum, valable 2 ans, sera établie. Si plusieurs lauréats sont à égalité de points pour l’attribution de la dernière place, le nombre maximum de lauréats fixé est augmenté en leur faveur.
Na deze selectie wordt een lijst met maximum 10 geslaagden aangelegd, die 2 jaar geldig blijft. Indien er voor de toekenning van de laatste plaats verscheidene geslaagden zijn met een gelijk aantal punten, wordt het maximum aantal geslaagden in hun voordeel verhoogd.
Il est établi, outre cette liste des lauréats, une liste spécifique des personnes handicapées lauréates. Celles-ci n’y figurent qu’à leur demande et pour autant qu’elles aient produit une attestation leur conférant la qualité de personne handicapée. Les personnes handicapées reprises dans la liste spécifique gardent le bénéfice de leur classement sans limite de temps.
Naast deze lijst van geslaagden wordt een bijzondere lijst opgesteld van de personen met een handicap die geslaagd zijn. Deze personen worden er enkel in opgenomen op hun vraag en voor zover zij een attest hebben voorgelegd waarin hen de hoedanigheid van persoon met een handicap wordt toegekend. De personen met een handicap die zijn opgenomen in de bijzondere lijst blijven hun rangschikking behouden zonder beperking in de tijd.
Le candidat doit remplir, à la date de son affectation, e.a. la condition suivante : être Belge ou citoyen d’un autre Etat faisant partie de l’Espace économique européen.
Als u geslaagd bent voor deze selectie, moet u - om benoemd te worden - op de datum van indiensttreding o.a. Belg zijn of burger van een ander land behorende tot de Europese Economische Ruimte.
Condition d’admissibilité :
Toelaatbaarheidsvereiste :
Diplômes requis au 11 juin 2007 : diplôme de base de 2e cycle (par exemple licencié) de l’enseignement universitaire ou de l’enseignement supérieur de type long, obtenu dans le secteur des sciences humaines et sociales (par exemple philosophie, histoire, langues, lettres, art et archéologie, droit, criminologie, psychologie et sciences de l’éducation, sciences économiques ou commerciales, sciences du travail, sciences politiques, administratives ou sociales).
Vereiste diploma’s op 11 juni 2007 : diploma van de basisopleiding van de 2e cyclus (vb. licentiaat) van het universitair onderwijs of het hoger onderwijs van het lange type, behaald in de humane en sociale wetenschappen (vb. wijsbegeerte, geschiedenis, talen, letterkunde, kunstwetenschappen en archeologie, rechten, criminologie, psychologische en pedagogische wetenschappen, economische wetenschappen of handelswetenschappen, politieke en sociale wetenschappen, bestuurskunde).
Les étudiants qui au cours de l’année académique 2006-2007 suivent la dernière année des études pour l’obtention du diplôme requis, sont également admis.
Ook laatstejaarsstudenten van het academiejaar 2006-2007 zijn toegelaten tot de selectie.
La description de la fonction ainsi que la procédure de sélection sont plus amplement détaillées dans le règlement complet de sélection que vous pourrez obtenir auprès des services du SELOR (ligne info 0800-505 55) ou via le site web du SELOR.
De gedetailleerde functiebeschrijving en selectieprocedure vindt u in het selectiereglement, dat u kan verkrijgen bij de diensten van SELOR (via de infolijn 0800-505 55) of op de SELOR-website.
Traitement annuel brut de début : 30.636,37 EUR, allocations réglementaires non comprises.
Jaarlijks bruto-beginsalaris : 30.636,37 EUR, reglementaire toelagen niet inbegrepen.
Posez votre candidature jusqu’au 11 juin 2007.
Solliciteren kan tot 11 juni 2007.
Vous le faites par téléphone (exclusivement au numéro 070 66 66 30 ayez no de registre national et no de réf. sous la main !), par fax (02-788 68 44) ou par lettre (SELOR, Division Sélections, AFG07010, bâtiment « Centre Etoile », boulevard Bischoffsheim 15, 1000 Bruxelles). Vous pouvez également poser votre candidature directement sur notre site web http://www.selor.be
U reageert per telefoon (enkel op het nummer 070-66 66 30 - hou rijksregisternr. en referentienr. bij de hand!), fax (02-788 68 44) of brief (SELOR, Afdeling Selecties, AFG07010, gebouw « Centre Etoile », Bischoffsheimlaan 15, 1000 Brussel). U kan ook rechtstreeks solliciteren op onze website http://www.selor.be
Pour que votre inscription soit valable, vous devez indiquer vos nom, prénom, adresse complète, date de naissance, numéro de registre national et le numéro de référence (AF07010) de la procédure de sélection. Faute de quoi, votre candidature ne sera pas prise en considération.
Om geldig te solliciteren vermeldt u uw naam, voornaam, volledig adres, geboortedatum, rijksregisternummer en het referentienummer (AFG07010) van de selectieprocedure. Zoniet zal met uw sollicitatie geen rekening worden gehouden.
Votre candidature sera confirmée par lettre.
Uw sollicitatie zal per brief worden bevestigd.
28330
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
SELOR BUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE
SELOR SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID
[2007/201699]
[2007/201699]
Sélection comparative d’attachés-collaborateurs stratégiques en relations internationales dans le domaine de l’énergie (m/f) (niveau A), d’expression néerlandaise, pour le SPF Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie (ANG07012)
Vergelijkende selectie van Nederlandstalige attachés-strategisch medewerkers internationale relaties in het domein van de energie (m/v) (niveau A), voor de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie (ANG07012)
Une liste de 20 lauréats maximum, valable deux ans, sera établie. Si plusieurs lauréats sont à égalité de points pour l’attribution de la dernière place, le nombre maximum de lauréats fixé est augmenté en leur faveur.
Na deze selectie wordt een lijst met maximum 20 geslaagden aangelegd, die 2 jaar geldig blijft. Indien er voor de toekenning van de laatste plaats verscheidene geslaagden zijn met een gelijk aantal punten, wordt het maximum aantal geslaagden in hun voordeel verhoogd.
Il est établi, outre cette liste des lauréats, une liste spécifique des personnes handicapées lauréates. Celles-ci n’y figurent qu’à leur demande et pour autant qu’elles aient produit une attestation leur conférant la qualité de personne handicapée. Les personnes handicapées reprises dans la liste spécifique gardent le bénéfice de leur classement sans limite de temps.
Naast deze lijst van geslaagden wordt een bijzondere lijst opgesteld van de personen met een handicap die geslaagd zijn. Deze personen worden er enkel in opgenomen op hun vraag en voor zover zij een attest hebben voorgelegd waarin hen de hoedanigheid van persoon met een handicap wordt toegekend. De personen met een handicap die zijn opgenomen in de bijzondere lijst, blijven hun rangschikking behouden zonder beperking in de tijd.
Le candidat doit remplir, à la date de son affectation, e.a. la condition suivante : être Belge ou citoyen d’un autre Etat faisant partie de l’Espace économique européen.
Als u geslaagd bent voor deze selectie, moet u - om benoemd te worden - op de datum van indiensttreding o.a. Belg zijn of burger van een ander land behorende tot de Europese Economische Ruimte.
Conditions d’admissibilité : 1. Expérience requise au 11 juin 2007 : vous attestez d’une expérience d’au moins deux ans dans le domaine de représentation et/ou de négociation et/ou de concertation avec des organisations nationales et internationales en relation avec le domaine politique de l’énergie : SPF (Affaires étrangères, Environnement,...), les régions, UE, IEA, NU, les fédérations professionnelles, ONG,... 2. Diplômes requis au 11 juin 2007 :
Toelaatbaarheidsvereisten : 1. Vereiste ervaring op 11 juni 2007 : u beschikt over minstens 2 jaar relevante beroepservaring met betrekking tot vertegenwoordiging en/of onderhandeling en/of overleg met nationale en internationale organisaties op het vlak van het beleidsdomein energie : FOD (Buitenlandse Zaken, Leefmilieu,...), gewesten, EU, IEA, UNO, beroepsfederaties, NGO’s,... 2. Vereiste diploma’s op 11 juni 2007 :
- diplôme de licencié, docteur, pharmacien, agrégé, ingénieur, ingénieur industriel, architecte, maître (diplôme de base du 2e cycle) reconnus et délivrés par les universités belges et les établissements d’enseignement supérieur de type long, après au moins quatre ans d’études et par un jury de l’Etat ou d’une Communautés;
- een diploma van licentiaat, arts, doctor, apotheker, geaggregeerde van het onderwijs, ingenieur, industrieel ingenieur, architect, meester (basisopleiding van 2 cycli), erkend en uitgereikt door de Belgische universiteiten en de instellingen voor hoger onderwijs van het lange type, voor zover de studies ten minste vier jaar hebben omvat, of door een door de Staat of een van de Gemeenschappen ingestelde examencommissies;
- certificats délivrés aux lauréats de l’Ecole royale militaire qui peuvent porter le titre d’ingénieur civil ou de licencié.
- een getuigschrift uitgereikt aan de laureaten van de Koninklijke Militaire School en die gerechtigd zijn tot het voeren van de titel van burgerlijk ingenieur of van licentiaat.
Les diplômes et l’expérience sont des exigences absolues pour participer à cette procédure de sélection de SELOR.
Het diploma en de relevante ervaring zijn beiden absolute vereisten voor deelname aan deze selectieprocedure bij SELOR.
La description de la fonction ainsi que la procédure de sélection sont plus amplement détaillées dans le règlement complet de sélection que vous pourrez obtenir auprès des services du SELOR (ligne info 0800-505 54) ou via le site web du SELOR.
De gedetailleerde functiebeschrijving en selectieprocedure vindt u in het selectiereglement, dat u kan verkrijgen bij de diensten van SELOR (via de infolijn 0800-505 54) of op de SELOR-website.
Traitement annuel brut de début : 31.882,55 EUR, allocations réglementaires non comprises.
Jaarlijks bruto-beginsalaris : 31.882,55 EUR, reglementaire toelagen niet inbegrepen.
Posez votre candidature jusqu’au 11 juin 2007.
Solliciteren kan tot 11 juni 2007.
Attention : votre inscription à cette sélection doit être accompagnée du CV ANG07012 (+ les annexes) et d’une copie de votre diplôme. Faute de quoi, votre candidature ne sera pas prise en considération.
Opgelet : uw sollicitatie voor deze selectie moet vergezeld zijn van het gestandaardiseerd CV « ANG07012 » (+ de bijlagen) en een kopie van uw diploma. Zoniet wordt er geen rekening gehouden met uw sollicitatie.
Vous postulez uniquement par fax (02-788 68 44) ou par lettre (SELOR, Divison Sélections, ANG07012, bâtiment « Centre Etoile », boulevard Bischoffsheim 15, 1000 Bruxelles). Vous pouvez également poser votre candidature directement sur notre site web http://www.selor.be. Dans ce cas, vous devez encore envoyer les documents exigés (voyez plus haut) avec la mention « inscription web ».
U kan dit enkel doen per fax (02-788 68 44) of brief (SELOR, Afdeling Selectie, ANG07012, gebouw « Centre Etoile », Bischoffsheimlaan 15, 1000 Brussel). U kan ook rechtstreeks solliciteren op onze website http://www.selor.be. U dient dan nog wel de vereiste documenten (zie hierboven) op te sturen met de vermelding « webinschrijving ».
Vous trouvez le CV standardisé à remplir sur le site www.selor.be à la rubrique de la sélection concernée ou sur demande via la ligne info du SELOR (0800-505 54) ou via nicole.vandenhouwe]@selor.be
U vindt het in te vullen cv op de website www.selor.be, bij de rubriek van de selectie of u vraagt het aan via de infolijn van SELOR (0800-505 54) of via nicole.vandenhouwe]@selor.be
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD SELOR BUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE
28331
SELOR SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID
[2007/201700]
[2007/201700]
Sélection comparative de contrôleurs (m/f) (niveau B), d’expression néerlandaise, pour le SPF Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie (ANG07015)
Vergelijkende selectie van Nederlandstalige controleurs (m/v) (niveau B), voor de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie (ANG07015)
Une liste de 25 lauréats maximum, valable deux ans, sera établie. Si plusieurs lauréats sont à égalité de points pour l’attribution de la dernière place, le nombre maximum de lauréats fixé est augmenté en leur faveur.
Na deze selectie wordt een lijst met maximum 25 geslaagden aangelegd, die twee jaar geldig blijft. Indien er voor de toekenning van de laatste plaats verscheidene geslaagden zijn met een gelijk aantal punten, wordt het maximumaantal geslaagden in hun voordeel verhoogd.
Il est établi, outre cette liste des lauréats, une liste spécifique des personnes handicapées lauréates. Celles-ci n’y figurent qu’à leur demande et pour autant qu’elles aient produit une attestation leur conférant la qualité de personne handicapée. Les personnes handicapées reprises dans la liste spécifique gardent le bénéfice de leur classement sans limite de temps.
Naast deze lijst van geslaagden wordt een bijzondere lijst opgesteld van de personen met een handicap die geslaagd zijn. Deze personen worden er enkel in opgenomen op hun vraag en voorzover zij een attest hebben voorgelegd waarin hen de hoedanigheid van persoon met een handicap wordt toegekend. De personen met een handicap die zijn opgenomen in de bijzondere lijst, blijven hun rangschikking behouden zonder beperking in de tijd.
Le candidat doit remplir, à la date de son affectation, e.a. la condition suivante : être Belge ou citoyen d’un autre Etat faisant partie de l’Espace économique européen.
Als u geslaagd bent voor deze selectie, moet u - om benoemd te worden - op de datum van indiensttreding o.a. Belg zijn of burger van een ander land behorende tot de Europese Economische Ruimte.
Condition d’admissibilité : Diplômes requis au 11 juin 2007 :
Toelaatbaarheidsvereiste : Vereiste diploma’s op 11 juni 2007 :
— diplôme de l’enseignement supérieur de type court (formation de base d’un cycle) de plein exercice ou de promotion sociale;
— diploma van het hoger onderwijs van het korte type (basisopleiding van één cyclus) met volledig leerplan of voor sociale promotie;
— diplôme de candidature délivré après un cycle d’au moins deux années d’études;
— kandidaatsdiploma uitgereikt na een cyclus van tenminste twee jaar studie;
— certificats attestant la réussite des deux premières années d’études de l’Ecole royale militaire;
— getuigschrift na het slagen voor de eerste twee studiejaren van de Koninklijke Militaire School;
— diplôme de l’enseignement maritime de cycle supérieur ou de l’enseignement artistique ou technique supérieur du 3e, 2e ou 1er degré de plein exercice;
— diploma van zeevaartonderwijs van de hogere cyclus of van hoger kunst- of technisch onderwijs van de 3e, 2e of 1e graad met volledig leerplan;
— diplôme de géomètre-expert immobilier; de géomètre des mines ou diplôme d’ingénieur technicien.
— diploma van meetkundig schatter van onroerende goederen, van mijnmeter of van technisch ingenieur.
Les étudiants qui au cours de l’année académique 2006-2007 suivent la dernière année des études pour l’obtention du diplôme requis, sont également admis.
Ook laatstejaarsstudenten van het academiejaar 2006-2007 zijn toegelaten tot de selectie.
La description de la fonction ainsi que la procédure de sélection sont plus amplement détaillées dans le règlement complet de sélection que vous pourrez obtenir auprès des services du SELOR (ligne info 0800-505 54) ou via le site web du SELOR.
De gedetailleerde functiebeschrijving en selectieprocedure vindt u in het selectiereglement, dat u kan verkrijgen bij de diensten van SELOR (via de infolijn 0800-505 54) of op de SELOR-website.
Traitement annuel brut de début : 23.528,96 EUR, allocations réglementaires non comprises.
Jaarlijks brutobeginsalaris : 23.528,96 EUR, reglementaire toelagen niet inbegrepen.
Posez votre candidature jusqu’au 11 juin 2007.
Solliciteren kan tot 11 juni 2007.
Vous le faites par téléphone (exclusivement au numéro 070-66 66 20 ayez no de registre national et no de réf. sous la main !), par fax (02-788 68 44) ou par lettre (SELOR, Division Sélections, ANG07015, bâtiment « Centre Etoile », boulevard Bischoffsheim 15, 1000 Bruxelles).
U reageert per telefoon (enkel op het nummer 070-66 66 20 - hou rijksregisternr. en referentienr. bij de hand !), fax (02-788 68 44) of brief (SELOR, Afdeling Selectie, ANG07015, gebouw « Centre Etoile », Bischoffsheimlaan 15, 1000 Brussel).
Vous pouvez également poser votre candidature directement sur notre site web http://www.selor.be
U kan ook rechtstreeks solliciteren op onze website http://www.selor.be
Pour que votre inscription soit valable, vous devez indiquer vos nom, prénom, adresse complète, date de naissance, numéro de registre national et le numéro de référence (ANG07015) de la procédure de sélection. Faute de quoi, votre candidature ne sera pas prise en considération.
Om geldig te solliciteren vermeldt u uw naam, voornaam, volledig adres, geboortedatum, rijksregisternummer en het referentienummer (ANG07015) van de selectieprocedure. Zo niet zal met uw sollicitatie geen rekening worden gehouden.
Votre candidature sera confirmée par lettre.
Uw sollicitatie zal per brief worden bevestigd.
28332
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
SELOR BUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE
SELOR SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID
[2007/201701] Sélection comparative de conseillers en prévention-sécurité de travail (m/f) (niveau A), d’expression néerlandaise, pour le département « Bestuurszaken » de l’Administration flamande (ANV07020)
[2007/201701] Vergelijkende selectie van Nederlandstalige preventieadviseursarbeidsveiligheid (m/v) (niveau A), voor het beleidsdomein Bestuurszaken van de Vlaamse overheid (ANV07020)
Une liste de 5 lauréats maximum, valable deux ans, sera établie. Si plusieurs lauréats sont à égalité de points pour l’attribution de la dernière place, le nombre maximum de lauréats fixé est augmenté en leur faveur.
Na deze selectie wordt een lijst met maximum 5 geslaagden aangelegd, die twee jaar geldig blijft. Indien er voor de toekenning van de laatste plaats verscheidene geslaagden zijn met een gelijk aantal punten, wordt het maximumaantal geslaagden in hun voordeel verhoogd. Als u geslaagd bent voor deze selectie, moet u - om benoemd te worden - op de datum van indiensttreding o.a. Belg zijn of burger van een ander land behorende tot de Europese Economische Ruimte. Toelaatbaarheidsvereisten : 1. Vereiste ervaring op 11 juni 2007 : 4 jaar relevante ervaring in preventie en welzijn. 2. Vereiste diploma’s op 11 juni 2007 : — diploma van burgerlijk ingenieur - alle opties of diploma van industrieel ingenieur - alle opties; — en in het bezit van getuigschrift « veiligheid niveau 1 ». Het diploma en de relevante ervaring zijn beiden absolute vereisten voor deelname aan deze selectieprocedure bij SELOR. De gedetailleerde functiebeschrijving en selectieprocedure vindt u in het selectiereglement, dat u kan verkrijgen bij de diensten van SELOR (via de infolijn 0800-505 54) of op de SELOR-website.
Le candidat doit remplir, à la date de son affectation, e.a. la condition suivante : être Belge ou citoyen d’un autre Etat faisant partie de l’Espace économique européen. Conditions d’admissibilité : 1. Expérience requise au 11 juin 2007 : quatre ans d’expérience pertinente en prévention et bien-être. 2. Diplômes requis au 11 juin 2007 : — diplôme d’ingénieur civil - toutes options ou diplôme d’ingénieur industriel - toutes options; — et être en possession du certificat « sécurité niveau 1 ». Les diplômes et l’expérience sont des exigences absolues pour participer à cette procédure de sélection de SELOR. La description de la fonction ainsi que la procédure de sélection sont plus amplement détaillées dans le règlement complet de sélection que vous pourrez obtenir auprès des services du SELOR (ligne info 0800-505 54) ou via le site web du SELOR. Traitement annuel brut de début, allocations réglementaires non comprises : — ingénieur industriel (A1) : 34.024,86 EUR; — ingénieur civil (A2) : 40.395,77 EUR. Posez votre candidature jusqu’au 11 juin 2007. Attention : votre inscription à cette sélection doit être accompagnée du CV ANV07020 (+ annexe) et d’une copie de votre diplôme. Faute de quoi, votre candidature ne sera pas prise en considération. Vous postulez uniquement par fax (02-788 68 44) ou par lettre (SELOR, Divison Sélections, ANV07020, bâtiment « Centre Etoile », boulevard Bischoffsheim 15, 1000 Bruxelles). Vous pouvez également poser votre candidature directement sur notre site web http://www.selor.be Dans ce cas, vous devez encore envoyer les documents exigés (voyez plus haut) avec la mention « inscription web ». Vous trouvez le CV standardisé à remplir sur le site www.selor.be à la rubrique de la sélection concernée ou sur demande via la ligne info du SELOR (0800-505 54) ou via
[email protected]
Jaarlijks brutobeginsalaris, reglementaire toelagen niet inbegrepen : — industrieel ingenieur (A1) : 34.024,86 EUR; — burgerlijk ingenieur (A2) : 40.395,77 EUR. Solliciteren kan tot 11 juni 2007. Opgelet : uw sollicitatie voor deze selectie moet vergezeld zijn van het gestandaardiseerd CV ANV07020 (+ bijlage) en een kopie van uw diploma. Zo niet wordt er geen rekening gehouden met uw sollicitatie. U kan dit enkel doen per fax (02-788 68 44) of brief (SELOR, Afdeling Selectie, ANV07020, gebouw « Centre Etoile », Bischoffsheimlaan 15, 1000 Brussel). U kan ook rechtstreeks solliciteren op onze website http://www.selor.be U dient dan nog wel de vereiste documenten (zie hierboven) op te sturen met de vermelding « webinschrijving ». U vindt het in te vullen CV op de website www.selor.be, bij de rubriek van de selectie of u vraagt het aan via de infolijn van SELOR (0800-505 54) of via
[email protected]
*
SELOR BUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE
SELOR SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID
[2007/201702]
[2007/201702]
Sélection comparative de conseillers en prévention-ergonomie (m/f) (niveau A), d’expression néerlandaise, pour le département « Bestuurszaken » de l’Administration flamande (ANV07025)
Vergelijkende selectie van Nederlandstalige preventieadviseursergonomie (m/v) (niveau A), voor het beleidsdomein Bestuurszaken van de Vlaamse overheid (ANV07025)
Une liste de 5 lauréats maximum, valable deux ans, sera établie. Si plusieurs lauréats sont à égalité de points pour l’attribution de la dernière place, le nombre maximum de lauréats fixé est augmenté en leur faveur.
Na deze selectie wordt een lijst met maximum 5 geslaagden aangelegd, die twee jaar geldig blijft. Indien er voor de toekenning van de laatste plaats verscheidene geslaagden zijn met een gelijk aantal punten, wordt het maximumaantal geslaagden in hun voordeel verhoogd.
Le candidat doit remplir, à la date de son affectation, e.a. la condition suivante : être Belge ou citoyen d’un autre Etat faisant partie de l’Espace économique européen.
Als u geslaagd bent voor deze selectie, moet u - om benoemd te worden - op de datum van indiensttreding o.a. Belg zijn of burger van een ander land behorende tot de Europese Economische Ruimte.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Conditions d’admissibilité : 1. Expérience requise au 11 juin 2007 : quatre ans d’expérience pertinente en prévention et bien-être. 2. Diplômes requis au 11 juin 2007 : — diplôme d’éducation de base de 2 cycles (p.e. licencié) délivré par une université belge ou une école supérieure, si les études comprennent au moins quatre ans, ou par un jury de l’Etat ou d’une Communauté; — certificat délivré aux lauréats de l’Ecole royal militaire qui peuvent porter le titre d’ingénieur civil ou de licencié et vous êtes en possession d’un certificat d’éducation de base multi disciplinaire avec un module de spécialisation en ergonomie. Les diplômes et l’expérience sont des exigences absolues pour participer à cette procédure de sélection de SELOR. La description de la fonction ainsi que la procédure de sélection sont plus amplement détaillées dans le règlement complet de sélection que vous pourrez obtenir auprès des services du SELOR (ligne info 0800-505 54) ou via le site web du SELOR. Traitement annuel brut de début : 34.024,86 EUR, allocations réglementaires non comprises. Posez votre candidature jusqu’au 11 juin 2007. Attention : votre inscription à cette sélection doit être accompagnée du CV ANV07025 (+ annexe) et d’une copie de votre diplôme. Faute de quoi, votre candidature ne sera pas prise en considération. Vous postulez uniquement par fax (02-788 68 44) ou par lettre (SELOR, Divison Sélections, ANV07025, bâtiment « Centre Etoile », boulevard Bischoffsheim 15, 1000 Bruxelles). Vous pouvez également poser votre candidature directement sur notre site web http://www.selor.be Dans ce cas, vous devez encore envoyer les documents exigés (voyez plus haut) avec la mention « inscription web ». Vous trouvez le CV standardisé à remplir sur le site www.selor.be à la rubrique de la sélection concernée ou sur demande via la ligne info du SELOR (0800-505 54) ou via
[email protected]
28333
Toelaatbaarheidsvereisten : 1. Vereiste ervaring op 11 juni 2007 : vier jaar relevante ervaring in preventie en welzijn. 2. Vereiste diploma’s op 11 juni 2007 : — diploma van basisopleiding van de 2e cyclus (b.v. licentiaat) afgeleverd door een Belgische universiteit of een Hogeschool, indien de studies ten minste vier jaar hebben omvat, of door een door de Staat of een van de Gemeenschappen ingestelde examencommissie; — getuigschrift uitgereikt aan de laureaten van de Koninklijke Militaire School en die gerechtigd zijn tot het voeren van de titel van burgerlijk ingenieur of licentiaat en u bent bovendien in het bezit van een getuigschrift van de multidisciplinaire basisvorming met een specialisatiemodule ergonomie. Het diploma en de relevante ervaring zijn beiden absolute vereisten voor deelname aan deze selectieprocedure bij SELOR. De gedetailleerde functiebeschrijving en selectieprocedure vindt u in het selectiereglement dat u kan verkrijgen bij de diensten van SELOR (via de infolijn 0800-505 54) of op de SELOR-website. Jaarlijks brutobeginsalaris : 34.024,86 EUR, reglementaire toelagen niet inbegrepen. Solliciteren kan tot 11 juni 2007. Opgelet : uw sollicitatie voor deze selectie moet vergezeld zijn van het gestandaardiseerd CV ANV07025 (+ bijlage) en een kopie van uw diploma. Zo niet wordt er geen rekening gehouden met uw sollicitatie. U kan dit enkel doen per fax (02-788 68 44) of brief (SELOR, Afdeling Selectie, ANV07025, gebouw « Centre Etoile », Bischoffsheimlaan 15, 1000 Brussel). U kan ook rechtstreeks solliciteren op onze website http://www.selor.be U dient dan nog wel de vereiste documenten (zie hierboven) op te sturen met de vermelding « webinschrijving ». U vindt het in te vullen CV op de website www.selor.be, bij de rubriek van de selectie of u vraagt het aan via de infolijn van SELOR (0800-505 54) of via
[email protected]
* SELOR SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID
SELOR BUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE [2007/201703]
[2007/201703]
Sélection comparative de conseillers en prévention-bien-être psychosocial (m/f) (niveau A), d’expression néerlandaise, pour le département « Bestuurszaken » de l’Administration flamande (ANV07026)
Vergelijkende selectie van Nederlandstalige preventieadviseurspsychosociaal welzijn (m/v) (niveau A), voor het beleidsdomein Bestuurszaken van de Vlaamse overheid (ANV07026)
Une liste de 5 lauréats maximum, valable deux ans, sera établie. Si plusieurs lauréats sont à égalité de points pour l’attribution de la dernière place, le nombre maximum de lauréats fixé est augmenté en leur faveur.
Na deze selectie wordt een lijst met maximum 5 geslaagden aangelegd, die twee jaar geldig blijft. Indien er voor de toekenning van de laatste plaats verscheidene geslaagden zijn met een gelijk aantal punten, wordt het maximumaantal geslaagden in hun voordeel verhoogd.
Le candidat doit remplir, à la date de son affectation, e.a. la condition suivante : être Belge ou citoyen d’un autre Etat faisant partie de l’Espace économique européen.
Als u geslaagd bent voor deze selectie, moet u - om benoemd te worden - op de datum van indiensttreding o.a. Belg zijn of burger van een ander land behorende tot de Europese Economische Ruimte.
Conditions d’admissibilité : 1. Expérience requise au 11 juin 2007 : quatre ans d’expérience pertinente en prévention et bien-être. 2. Diplômes requis au 11 juin 2007 :
Toelaatbaarheidsvereisten : 1. Vereiste ervaring op 11 juni 2007 : 4 jaar relevante ervaring in preventie en welzijn. 2. Vereiste diploma’s op 11 juni 2007 :
— diplôme d’éducation de base de 2 cycles (p.e. licencié) délivré par une université belge ou une école supérieure, si les études ont empoigné au moins quatre ans, ou par un jury de l’Etat ou d’une Communauté;
— diploma van basisopleiding van de 2e cyclus (b.v. licentiaat) afgeleverd door een Belgische universiteit of een Hogeschool, indien de studies ten minste vier jaar hebben omvat, of door een door de Staat of een van de Gemeenschappen ingestelde examencommissie;
— certificat délivré aux lauréats de l’Ecole royale militaire qui peuvent porter le titre d’ingénieur civil ou de licencié
— getuigschrift uitgereikt aan de laureaten van de Koninklijke Militaire School en die gerechtigd zijn tot het voeren van de titel van burgerlijk ingenieur of licentiaat
et vous êtes en possession d’un certificat d’éducation de base multidisciplinaire avec un module de spécialisation des aspects psychosociaux.
en u bent bovendien in het bezit van een getuigschrift van de multidisciplinaire basisvorming met een specialisatiemodule psychosociale aspecten.
28334
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Les diplômes et l’expérience sont des exigences absolues pour participer à cette procédure de sélection de SELOR. La description de la fonction ainsi que la procédure de sélection sont plus amplement détaillées dans le règlement complet de sélection que vous pourrez obtenir auprès des services du SELOR (ligne info 0800-505 54) ou via le site web du SELOR. Traitement annuel brut de début : 34.024,86 EUR, allocations réglementaires non comprises. Posez votre candidature jusqu’au 11 juin 2007. Attention : votre inscription à cette sélection doit être accompagnée du CV ANV07026 (+ annexe) et d’une copie de votre diplôme. Faute de quoi, votre candidature ne sera pas prise en considération. Vous postulez uniquement par fax (02-788 68 44) ou par lettre (SELOR, Divison Sélections, ANV07026, bâtiment « Centre Etoile », boulevard Bischoffsheim 15, 1000 Bruxelles). Vous pouvez également poser votre candidature directement sur notre site web http://www.selor.be Dans ce cas, vous devez encore envoyer les documents exigés (voyez plus haut) avec la mention « inscription web ». Vous trouvez le CV standardisé à remplir sur le site www.selor.be à la rubrique de la sélection concernée ou sur demande via la ligne info du SELOR (0800-505 54) ou via
[email protected]
Het diploma en de relevante ervaring zijn beiden absolute vereisten voor deelname aan deze selectieprocedure bij SELOR. De gedetailleerde functiebeschrijving en selectieprocedure vindt u in het selectiereglement, dat u kan verkrijgen bij de diensten van SELOR (via de infolijn 0800-505 54) of op de SELOR-website. Jaarlijks brutobeginsalaris : 34.024,86 EUR, reglementaire toelagen niet inbegrepen. Solliciteren kan tot 11 juni 2007. Opgelet : uw sollicitatie voor deze selectie moet vergezeld zijn van het gestandaardiseerd CV ANV07026 (+ bijlage) en een kopie van uw diploma. Zo niet wordt er geen rekening gehouden met uw sollicitatie. U kan dit enkel doen per fax (02-788 68 44) of brief (SELOR, Afdeling Selectie, ANV07026, gebouw « Centre Etoile », Bischoffsheimlaan 15, 1000 Brussel). U kan ook rechtstreeks solliciteren op onze website http://www.selor.be U dient dan nog wel de vereiste documenten (zie hierboven) op te sturen met de vermelding « webinschrijving ». U vindt het in te vullen CV op de website www.selor.be, bij de rubriek van de selectie of u vraagt het aan via de infolijn van SELOR (0800-505 54) of via
[email protected]
* SELOR BUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE
SELOR SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID
[2007/201704]
[2007/201704]
Sélection comparative de responsables d’équipe de portefeuille d’entreprise (m/f) (niveau A), d’expression néerlandaise, pour « Agentschap Economie » (Administration flamande) (ANV07027)
Vergelijkende selectie van Nederlandstalige teamverantwoordelijken ondernemerschapsportefeuille (m/v) (niveau A), voor het Agentschap Economie (Vlaamse overheid) (ANV07027)
Une liste de 15 lauréats maximum, valable deux ans, sera établie. Si plusieurs lauréats sont à égalité de points pour l’attribution de la dernière place, le nombre maximum de lauréats fixé est augmenté en leur faveur.
Na deze selectie wordt een lijst met maximum 15 geslaagden aangelegd, die twee jaar geldig blijft. Indien er voor de toekenning van de laatste plaats verscheidene geslaagden zijn met een gelijk aantal punten, wordt het maximumaantal geslaagden in hun voordeel verhoogd.
Le candidat doit remplir, à la date de son affectation, e.a. la condition suivante : être Belge ou citoyen d’un autre Etat faisant partie de l’Espace économique européen.
Als u geslaagd bent voor deze selectie, moet u - om benoemd te worden - op de datum van indiensttreding o.a. Belg zijn of burger van een ander land behorende tot de Europese Economische Ruimte.
Conditions d’admissibilité :
Toelaatbaarheidsvereisten :
Diplômes requis au 11 juin 2007 : un diplôme de formation de base du 2e cycle (ex. licence, ingénieur commercial...) obtenu dans les sciences économiques, les sciences économiques appliquées, les sciences commerciales ou en droits, délivrés par une école supérieure belge ou une université.
Vereiste diploma’s op 11 juni 2007 : een diploma van basisopleiding van de 2e cyclus (b.v. licentiaat, handelsingenieur...) behaald in de economische wetenschappen, de toegepaste economische wetenschappen, de handelswetenschappen of in de rechten uitgereikt door een Belgische hogeschool of universiteit.
Les diplômes sont des exigences absolues pour participer à cette procédure de sélection de SELOR.
Het diploma is een absolute vereiste voor deelname aan deze selectieprocedure bij SELOR.
La description de la fonction ainsi que la procédure de sélection sont plus amplement détaillées dans le règlement complet de sélection que vous pourrez obtenir auprès des services du SELOR (ligne info 0800-505 54) ou via le site web du SELOR.
De gedetailleerde functiebeschrijving en selectieprocedure vindt u in het selectiereglement, dat u kan verkrijgen bij de diensten van SELOR (via de infolijn 0800-505 54) of op de SELOR-website.
Traitement annuel brut de début : 30.944,42 EUR, allocations réglementaires non comprises.
Jaarlijks brutobeginsalaris : 30.944,42 EUR, reglementaire toelagen niet inbegrepen.
Posez votre candidature jusqu’au 11 juin 2007.
Solliciteren kan tot 11 juni 2007.
Attention : votre inscription à cette sélection doit être accompagnée du CV ANV07027 (+ annexe) et d’une copie de votre diplôme. Faute de quoi, votre candidature ne sera pas prise en considération.
Opgelet : uw sollicitatie voor deze selectie moet vergezeld zijn van het gestandaardiseerd CV ANV07027 (+ bijlage) en een kopie van uw diploma. Zo niet wordt er geen rekening gehouden met uw sollicitatie.
Vous postulez uniquement par fax (02-788 68 44) ou par lettre (SELOR, Divison Sélections, ANV07027, bâtiment « Centre Etoile », boulevard Bischoffsheim 15, 1000 Bruxelles).
U kan dit enkel doen per fax (02-788 68 44) of brief (SELOR, Afdeling Selectie, ANV07027, gebouw « Centre Etoile », Bischoffsheimlaan 15, 1000 Brussel).
Vous pouvez également poser votre candidature directement sur notre site web http://www.selor.be
U kan ook rechtstreeks solliciteren op onze website http://www.selor.be
Dans ce cas, vous devez encore envoyer les documents exigés (voyez plus haut) avec la mention « inscription web ».
U dient dan nog wel de vereiste documenten (zie hierboven) op te sturen met de vermelding « webinschrijving ».
Vous trouvez le CV standardisé à remplir sur le site www.selor.be à la rubrique de la sélection concernée ou sur demande via la ligne info du SELOR (0800-505 54) ou via
[email protected]
U vindt het in te vullen CV op de website www.selor.be, bij de rubriek van de selectie of u vraagt het aan via de infolijn van SELOR (0800-505 54) of via
[email protected]
28335
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES — FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN
[C − 2007/40602]
Administration de la trésorerie − Administratie van de thesaurie
SITUATION MENSUELLE DU TRESOR − MAANDELIJKSE SCHATKISTTOESTAND
Situation au 28 février 2007 — Toestand op 28 februari 2007 (en millions EURO)
(in miljoenen EURO)
I. Exécution du budget au cours de l’année 2007 (sur base d’imputation)
I. Uitvoering van de begroting tijdens het jaar 2007 (op aanrekeningsbasis) Budget 2006 Begroting 2006
Budget 2007 Begroting 2007
A. RECETTES
A. ONTVANGSTEN
Recettes courantes
Lopende ontvangsten
Recettes fiscales Recettes non fiscales Total
0,0
6.004,0
37,7
97,5
37,7
6.101,5
Fiscale ontvangsten Niet-fiscale ontvangsten Totaal
Recettes en capital
Kapitaalontvangsten
Recettes fiscales Recettes non fiscales Total Produits d’emprunts consolidés Total général
B.
0,0
0,0
493,0
22,3
493,0
22,3
0,0
4.956,0
530,7
11.079,8
DEPENSES
Fiscale ontvangsten Niet-fiscale ontvangsten Totaal Opbrengst van geconsolideerde leningen Algemeen totaal
B.
UITGAVEN
Départements d’autorité
246,1
2.319,0
Autoriteitsdepartementen
Cellule sociale
200,0
4.048,1
Sociale cel
Cellule économique
351,9
1.454,2
Economische cel
2.279,3
0,0
SPF Fin., pr Dette publ. - sans amortissement
0,4
176,4
FOD Fin., vr Rijksschuld - zonder aflossing
SPF Finances, pour les Dotations
0,0
102,1
FOD Financiën, voor de Dotaties
3.077,7
8.099,8
318,9
0,9
3.396,6
8.100,7
SPF Fin., pr le Fin. Union européenne
Total SPF Fin., pr Dette publ. - amortissement Total général
FOD Fin., vr Financ. Europese Unie
Totaal Fod Fin., vr Rijksschuld - aflossing Algemeen totaal
28336 II.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Situation du trésor sur base de caisse
II. Février 2007 — Februari 2007
Schatkisttoestand op kasbasis
2 mois 2007 — 2 maand 2007
1. Recettes
2.535,6
6.654,5
1. Ontvangsten
2. Dépenses
2.705,0
9.134,4
2. Uitgaven
2.479,9
3. Begrotingsresultaat (1 − 2)
3. Résultat budgétaire (1 − 2)
−
169,4
4. Autres opérations (*)
−
971,4
5. Solde net à financer (3 + 4)
−
1.140,8
−
143,2 −
2.336,7
Passage vers la variation de la dette 6. Solde net à financer 7. Variations de change (− = gain) 8. Opérations de gestion
4. Andere verrichtingen (*) 5. Netto te financieren saldo (3 + 4)
Overgang naar schuldvariatie 1.140,8 8,5
2.336,7
6. Netto te financieren saldo
3,9
7. Wisselverschil (− = winst)
−
666,0
2.429,1
9. Intérêts capitalisés (échanges)
0,0
0,0
10. Intérêts capitalisés (zéro-bonds)
0,0
0,0
10. Gekapital. intresten (zero-bonds)
11. Reprise dettes
0,0
0,0
11. Overname van schulden
12. Divers
0,0
0,0
12. Diverse
13. Evolution nominale (6 à 12)
1.815,3
4.761,9
13. Nominale evolutie (6 tot 12)
14. Amortissement Dette publique
1.001,0
2.458,9
14. Aflossing Rijksschuld
15. Solde brut à financer (6 + 14)
2.141,8
4.795,6
15. Bruto te financieren saldo (6 + 14)
(*) Les « autres opérations » comprennent le solde des fonds de tiers et des opérations de trésorerie et les différences d’émission et d’amortissement.
17. Court terme 18. Total (16 + 17)
9. Gekapital. intresten (omruilingen)
(*) De « andere verrichtingen » omvatten het saldo van de derdengelden en van de thesaurieverrichtingen en de uitgifteen delgingsverschillen
Situation nominale de la Dette publique à fin février 2007 16. Moyen et long terme
8. Beheersverrichtingen
Nominale stand van de Rijksschuld per eind februari 2007 240.443,0 34.919,6 (**) 275.362,6
(**) Y compris les opérations de gestion du Trésor : 4.364,3 millions EURO.
16 Middellange en lange termijn 17. Korte termijn 18. Totaal (16 + 17)
(**) Inclusief de beheersverrichtingen van de Schatkist : 4.364,3 miljoen EURO.
28337
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD III. Situation des opérations de recettes du 1er janvier au 28 février 2007 (sur base de caisse)
III. Toestand van de ontvangstverrichtingen van 1 januari tot 28 februari 2007 (op kasbasis) Recettes — Ontvangsten
A. Voies et Moyens Recettes fiscales courantes Contributions directes 36.06 Taxe assimilée au droit d’accise 37.01.02 Précompte mobilier 37.02 Versements anticipés 37.03 Impôt des non-résidents (par rôle) 37.04 Impôt des sociétés (par rôle) 37.05 Impôt des personnes physiques (par rôle) 37.06 Précompte professionnel 37.07 Prélèv. sur produit impôt des pers. phys. 37.08/09 Produits divers 37.10 Impôt sur la participation des travailleurs 37.11 Recettes des mesures de régularisation
21,4 400,7 365,4 12,4 975,8 11,8 3.520,8 50,0 6,9 0,0
Total Douanes et Accises 36.02 Droits d’accise 36.03 Taxe de patente 36.04/05 Produits divers Total
36.01 36.02 36.03 36.04 36.05 36.06 36.07 37.01 37.02 38.02 38.03
T.V.A., Enregistrement et Domaines T.V.A. et droits de timbre Droits d’enregistrement Droits de greffe Droits d’hypothèque Droits et amendes en mat. d’assistance Amendes en matière d’impôts Taxes sur les centres de coordination Taxes sur les ASBL Organismes de placement collectif Amendes de condamnations Amendes de condamnations (Fonds) Total
−
−
−
Evaluations — Ramingen
−
122,2 2.543,8 12.184,9 204,6 952,9 3.378,6 19.586,9 150,0 38,8 14,0
A. Rijksmiddelen Lopende fiscale ontvangsten Directe belastingen 36.06 Met accijnsrecht gelijkgestelde belasting 37.01.02 Roerende voorheffing 37.02 Voorafbetalingen 37.03 Belasting niet-verblijfhouders (kohier) 37.04 Vennootschapsbelasting (kohier) 37.05 Personenbelasting (kohier) 37.06 Bedrijfsvoorheffing 37.07 Voorafname en opbrengst personenbel. 37.08/09 Diverse opbrengsten 37.10 Belasting op de werknemersparticipatie 37.11 Ontvangsten uit regularisatiemaatregelen
0,4
50,0
5.365,6
32.469,5
1.075,8 0,0 1,2
6.513,5 0,0 8,1
Douane en Accijnzen 36.02 Accijnzen 36.03 Vergunningsrecht 36.04/05 Diverse ontvangsten
1.077,0
6.521,6
Totaal
454,7 14,3 5,3 11,4 0,1 0,6 0,1 0,7 1,3 20,3 2,6
2.689,2 77,9 31,3 82,5 0,2 81,0 12,3 46,1 263,4 370,1 14,0
36.01 36.02 36.03 36.04 36.05 36.06 36.07 37.01 37.02 38.02 38.03
438,6
3.668,0
Totaal
Totaal
Marge de conjoncture
BTW, Registratie en Domeinen BTW en zegelrechten Registratierechten Griffierechten Hypotheekrechten Rechten en boeten inzake bijstand Boeten inzake belastingen Taks op de coördinatiecentra Taks op de VZW’s Collectieve beleggingsinstellingen Boeten van veroordelingen Boeten van veroordelingen (Fonds)
Conjunctuurbuffer
Total des recettes fiscales courantes
6.004,0
42.659,1
Recettes non fiscales courantes
135,2
2.034,3
Total des recettes courantes
6.139,2
44.693,4
0,0
0,0
Recettes non fiscales en capital
515,3
1.233,4
Niet-fiscale kapitaalontvangsten
Total des recettes en capital
515,3
1.233,4
Totaal van de kapitaalontvangsten
6.654,5
45.926,8
Recettes fiscales en capital
Total Voies et Moyens
Totaal lopende fiscale ontvangsten Lopende niet-fiscale ontvangsten Totaal van de lopende ontvangsten Fiscale kapitaalontvangsten
Totaal Rijksmiddelen
Recettes — Ontvangsten B.
Droits cédés à l’Union Européenne
B.
Droits d’entrée T.V.A.
341,8 76,5 Total
418,3
Aan de Europese Unie afgestane rechten Invoerrechten BTW
Totaal
28338 C.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Affectation à la sécurité sociale
66.31 T.V.A. : Congé éduc. 66.32 Allocation d’attente CECA 66.33 Accises tabacs manufact. 66.36 Options sur des actions 66.37 T.V.A. à Séc.Soc et Pens.Police 66.91 Impôt sur la participation des travailleurs 66.92 Affectation du précompte mobilier 66.93 Fonds Statut Social Travailleurs Indépend.
0,0 123,5 1,7 1.391,1 0,0 70,7 0,3
66.31 BTW : Educ. verlof 66.32 Wachtvergoeding EGKS 66.33 Accijnzen tabakfabrikaten 66.36 Aandelenoptie 66.37 BTW à Soc.Zek en Pens.Politie 66.91 Belasting werknemersparticipatie 66.92 Affectatie van RV 66.93 Fonds Soc. Statuut Zelfst. Arbeiders
21,7
66.95 Verpakkingsheffing
66.36 IPP, ISOC, INR
10,8
66.36 PB, Ven.B, BNI
1.632,1
Affectation aux zones de police 66.61 Sécurité routière E.
F.
67,4
66.61 Verkeersveiligheid E. Toewijzing aan de gezinnen
3,2
Attributions diverses
66.80 Caisse nat. des Calamités
Totaal Bijdrage Sociale Zekerheid
D. Toewijzing aan de politiezones
Affectation aux ménages
66.71 Attr. gasoil au chauffage
G.
12,3
66.95 Cotisation d’emballage
Total Affectation Sécurité Sociale
D.
C. Toewijzing aan de sociale zekerheid
66.71 Tegemoetk. huisbrandolie F. Diverse toewijzingen
2,0
66.80 Nat. Kas Rampenschade
66.82 Impôts sociétés CREG
0,0
66.82 Vennootschapsbel. CREG
66.83 Droit d’accise spéc. CREG
0,0
66.83 Bijz. accijnsrecht CREG
66.84 Recettes T.V.A. au CREG
0,0
66.84 BTW-ontvang. aan CREG
Total Attributions diverses
2,0
Totaal Diverse toewijzingen
Titrisation créances de l’Etat 82.08.02 Titrisation CD B-TRA 2005 82.08.03 Titrisation CD B-TRA 2006 86.09.13 Titrisation TVA B-TRA 2006
G. Effectisering schuldvorderingen van de Staat 22,3
82.08.02 Effectisering DB B-TRA 2005
2,8
82.08.03 Effectisering DB B-TRA 2006
124,2
86.09.13 Effectisering BTW B-TRA-2006
149,3
H. Impôt des personnes physiques perçu sous forme de précompte professionnel
86.07.06 Récupération avances FP/ICPC
H. Personenbelasting geïnd als bedrijfsvoorheffing
6,2
86.07.06 Recuperatie voorschotten VK/ICPC
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD I.
Financement Régions et Communautés
I.
Comm. fl. — Vl. Gem.
Rég. wall. — Waals Gew.
Rég. Comm. fr. brux. — — Fr. Gem. Br. Gew.
Comm. germ. — D. Gem.
28339
Financiering Gewesten en Gemeenschappen
Total — Totaal
Impôts régionaux + intérêts + amendes
Gewestbelastingen + intresten + boeten
Taxe jeux et paris
2,9
3,7
−
3,4
−
10,0
Belasting spelen en weddenschappen
23,0
6,9
−
5,5
−
35,4
Belasting automatische ontspanningstoestellen
0,1
0,0
−
0,0
−
0,1
149,2
65,3
−
47,6
−
262,1
0,0
0,6
−
0,5
−
1,1
315,1
135,5
−
80,8
−
531,4
Registratierechten
Taxe de circulation
96,0
42,4
−
13,0
−
151,4
Verkeersbelasting
Eurovignette
10,7
3,5
−
0,7
−
14,9
Eurovignet
Taxe de mise en circulation
25,6
9,5
−
5,5
−
40,6
Belasting op inverkeerstelling
Intérêts
1,8
1,1
−
0,8
−
3,7
Intresten
Amendes
2,5
1,6
−
0,4
−
4,5
Boeten
626,9
270,1
Taxe app. automatiques de divertissements Taxe ouverture débits de boissons Droits de succession Précompte immobilier Droits d’enregistrement
Total
0,0
158,2
0,0
1.055,2
Moyens attribués
Openingstaks slijterijen Successierechten Onroerende voorheffing
Totaal Toegewezen middelen
Impôts personnes physiques (Rég.)
902,5
552,4
−
124,3
Impôts personnes physiques (Comm.)
685,9
−
355,8
−
1.178,6
−
869,5
−
2.767,0
552,4
T.V.A. (Comm.) Total
1.225,3
− 0,9 −
124,3
0,9
1.579,2
Personenbelasting (Gewest)
1.042,6
Personenbelasting (Gemeenschap)
2.048,1
BTW (Gemeenschap)
4.669,9
Totaal
Br.Hfdst. Gew. — Rég. Brux.Cap.
Vl.Gem. Fr.Gem. Comm. Comm. — — Comm. Comm. Comm.Fl. Comm.Fr.
Commissions communautaires
Gemeenschapscommissies
Impôts personnes physiques (Comm. Comm.)
1,0
4,0
Total Régions et Communautés et Commissions communautaires
3.394,9
826,5
TOTAL RECETTES (A — I)
5,0
1.225,3
287,5
14.668,1
Additionnels et taxes
10,0
0,9
5.735,1
Personenbelasting (Gemeenschapscommissies) Totaal Gewesten en Gemeenschappen en Gemeenschapscommissies
TOTAAL ONTVANGSTEN (A — I)
Opcentiemen en taksen
Communes
272,5
Gemeenten
Provinces
9,4
Provincies
Agglomérations
7,2
Agglomeraties
Total
289,1
Totaal
28340
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE [2007/09494] Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms Publications Par arrêté royal du 3 mai 2007,
[2007/09494] Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen Bekendmakingen Bij koninklijk besluit van 3 mei 2007 is machtiging verleend aan,
Mme Sher Singh Bisht, Sentosh, née à Jakarta (Indonésie) le 15 avril 1975, demeurant à Koekelberg,
Mevr. Sher Singh Bisht, Sentosh, geboren te Jakarta (Indonesië) op 15 april 1975, wonende te Koekelberg,
a été autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Sher » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.
om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Sher » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.
Par arrêté royal du 3 mai 2007, la nommée Liley Beyoma, Sandrine, née à Verviers le 4 juillet 1995, demeurant à Anderlecht, a été autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Liley » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.
Bij koninklijk besluit van 3 mei 2007 is machtiging verleend aan, de genaamde Liley Beyoma, Sandrine, geboren te Verviers op 4 juli 1995, wonende te Anderlecht, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Liley » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.
Par arrêté royal du 3 mai 2007, M. Kwabikunu-Lema, Simplice, né à Kinshasa (République démocratique du Congo) le 12 décembre 1970, et le nommé Kwabikunu-Lema Simplice, Kyle Lokangi, né à Etterbeek le 18 août 1999, tous deux demeurant à La Louvière, ont été autorisés, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à leur nom patronymique celui de « Lambert » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.
Bij koninklijk besluit van 3 mei 2007 is machtiging verleend aan, de heer Kwabikumu-Lema Simplice, geboren te Kinshasa (Democratische Republiek Kongo) op 12 december 1970, en de genaamde Kwabikumu-Lema Simplice, Kyle Lokangi, geboren te Etterbeek op 18 augustus 1999, beiden wonende te La Louvière, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, hun geslachtsnaam in die van « Lambert » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.
Par arrêté royal du 3 mai 2007, M. Mbayi Wa Kanda Kaninda-Mwana, né à Etterbeek le 19 septembre 1981, demeurant à Luxembourg (grand-duché de Luxembourg),
Bij koninklijk besluit van 3 mei 2007 is machtiging verleend aan, de heer Mbayi Wa Kanda Kaninda-Mwana, geboren te Etterbeek op 19 september 1981, wonende te Luxemburg (Groothertogdom Luxemburg), om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Mbayi » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.
a été autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Mbayi » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.
Par arrêté royal du 3 mai 2007, M. Lens, Jamal Béchar, né à Namur le 26 juin 1980, y demeurant, a été autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Faouzi » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.
Bij koninklijk besluit van 3 mei 2007 is machtiging verleend aan, de heer Lens, Jamal Béchar, geboren te Namen op 26 juni 1980, er wonende, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Faouzi » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.
28341
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING
MINISTERE DE LA DEFENSE
[C − 2007/07117]
[C − 2007/07117] Recrutement d’un professeur civil à l’Ecole royale technique à Saffraanberg (Sint-Truiden)
Werving van een burgerleraar bij de Koninklijke Technische School te Saffraanberg (Sint-Truiden)
I. Le Ministère de la Défense procédera à bref délai au recrutement d’un professeur civil technique du rôle linguistique néerlandais.
I. Het Ministerie van Landsverdediging zal binnenkort overgaan tot de werving van een technisch burgerleraar van de Nederlandse taalrol.
II. Conditions auxquelles doivent répondre les candidats à cet emploi :
II. Vereisten waaraan de kandidaten voor deze betrekking moeten voldoen :
1° être Belge ou ressortissant de l’Union européenne; 2° être d’une conduite répondant aux exigences de la fonction; 3° jouir des droits civils et politiques; 4° avoir satisfait aux lois sur la milice (pour les candidats masculins);
1° Belg zijn of onderdaan van de Europese Unie; 2° een gedrag hebben in overeenstemming met de eisen van de betrekking; 3° de burgerlijke en politieke rechten genieten; 4° aan de dienstplichtwetten voldoen (voor de mannelijke kandidaten);
5° être porteur d’un des diplômes cités ci-après :
5° houder zijn, van één van de hierna vermelde diploma’s :
— Diploma van burgerlijk ingenieur werktuigkunde-elektrotechniek;
— Diploma van burgerlijk ingenieur werktuigkunde-elektrotechniek;
— Diploma van burgerlijk materiaalkundig ingenieur;
— Diploma van burgerlijk materiaalkundig ingenieur;
— Diploma van burgerlijk metaalkundig ingenieur;
— Diploma van burgerlijk metaalkundig ingenieur;
— Diploma van burgerlijk metallurgisch ingenieur;
— Diploma van burgerlijk metallurgisch ingenieur;
— Diploma van burgerlijk werktuigkundig elektrotechnisch ingenieur;
— Diploma van burgerlijk werktuigkundig elektrotechnisch ingenieur;
— Diploma van burgerlijk werktuigkundig ingenieur;
— Diploma van burgerlijk werktuigkundig ingenieur;
— Diploma van industrieel ingenieur elektromechanica;
— Diploma van industrieel ingenieur elektromechanica;
— Diploma van industrieel ingenieur mechanica;
— Diploma van industrieel ingenieur mechanica;
— Burgerlijk ingenieur Polytechnicus;
— Burgerlijk ingenieur Polytechnicus;
— Post-universitaire opleiding Lucht-en Ruimtevaart;
— Post-universitaire opleiding Lucht- en Ruimtevaart;
— Ingenieur Lucht-en Ruimtevaarttechniek.
— Ingenieur Lucht- en Ruimtevaarttechniek.
En outre, être en possession du certificat d’aptitude pédagogique.
Daarenboven in het bezit zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid.
6° satisfaire à un concours qui aura lieu à l’Ecole royale technique. Ce concours consiste dans l’exposé d’une lec¸ on dont le sujet choisi dans la branche à enseigner sera communiqué aux candidats au plus tard 48 heures avant l’examen;
6° slagen voor een vergelijkend examen dat zal plaatshebben in de Koninklijke Technische School. Dit vergelijkend examen bestaat in het geven van een les in het te onderwijzen vak waarvan het onderwerp uiterlijk 48 uren voor het examen aan de kandidaten zal worden medegedeeld;
7° obtenir au concours précité au moins les 6/10 des points. III. Statut et rémunération. Les professeurs sont nommés à titre définitif par le Roi après un stage de deux ans. Les professeurs jouissent d’une rémunération annuelle allant de 21.643,31 euros à 38.103,66 euros (indice pivot 138,01).
7° in het voormeld vergelijkend examen ten minste 6/10 der punten behalen. III. Statuut en bezoldiging. De leraars worden definitief door de Koning benoemd na een stage van twee jaar. De leraars genieten een jaarlijkse bezoldiging gaande van 21.643,31 euro tot 38.103,66 euro (spilindex 138,01).
Ce traitement est majoré des allocations réglementaires.
Deze bezoldiging wordt verhoogd met de reglementaire toelagen.
IV. Inscription et convocation.
IV. Inschrijving en oproeping.
Les sollicitations seront adressées par une lettre recommandée à la poste adressée au Commandant de l’Ecole royale technique, Luikersteenweg 371, à 3800 Sint-Truiden, dans les trente jours qui suivent la publication du présent avis au Moniteur belge. Seule la date de la poste fait foi. Les demandes doivent être établies sous forme de curriculum vitae, mentionnant l’emploi sollicité et éventuellement les services antérieurs prestés dans l’enseignement.
De sollicitatiebrieven moeten worden ingediend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de Commandant van de Koninklijke Technische School, Luikersteenweg 371, te 3800 Sint-Truiden, binnen de dertig dagen na de publicatie van dit bericht in het Belgisch Staatsblad. Alleen de postdatum is rechtsgeldig. De aanvragen moeten worden gesteld onder vorm van een curriculum vitae met vermelding van de gesolliciteerde betrekking en eventueel van vorige diensten gepresteerd in het onderwijs.
28342
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Elles doivent être accompagnées :
Zij moeten vergezeld zijn van :
1° d’un certificat récent de bonnes vie et mœurs – Modèle II (Certificat de bonnes conduite, vie et mœurs demandé pour accéder à une activité qui relève de l’éducation, de la guidance psycho-médicosociale, de l’aide à la jeunesse, de la protection infantile, de l’animation ou de l’encadrement de mineurs);
1° een recent getuigschrift van goed zedelijk gedrag – Model 2 (getuigschrift van goed zedelijk gedrag gevraagd voor de uitoefening van een activiteit die onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen valt);
2° d’un certificat de milice (pour les candidats masculins);
2° een militiegetuigschrift (voor de mannelijke kandidaten);
3° d’un extrait de l’acte de naissance;
3° een uittreksel uit de geboorteakte;
4° éventuellement d’un extrait de l’acte de mariage;
4° eventueel een uittreksel uit de huwelijksakte;
5° d’une copie du diplôme.
5° een afschrift van het diploma.
Les candidats seront convoqués par le Commandant de l’Ecole royale technique par une lettre recommandée à la poste, à l’effet de subir le concours. V. Durée de validité de la réserve de recrutement. La validité de la réserve de recrutement est d’une durée de deux ans à compter de la date du procès-verbal du concours.
De kandidaten zullen door de Commandant van de Koninklijke Technische School bij een ter post aangetekende brief voor het vergelijkend examen worden opgeroepen. V. Geldigheidsduur van de wervingsreserve. De geldigheidsduur van de wervingsreserve bedraagt twee jaar te rekenen vanaf de datum van het proces-verbaal van het vergelijkend examen. (De pers wordt verzocht dit bericht over te nemen.)
(La presse est invitée à reproduire le présent avis.)
*
MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING
MINISTERE DE LA DEFENSE
[C − 2007/07116]
[C − 2007/07116] Recrutement d’un professeur civil de mathématiques à l’Ecole royale technique à Saffraanberg (Sint-Truiden)
Werving van een burgerleraar wiskunde bij de Koninklijke Technische School te Saffraanberg (Sint-Truiden)
I. Le Ministère de la Défense procédera à bref délai au recrutement d’un professeur civil de mathématiques du rôle linguistique franc¸ ais.
I. Het Ministerie van Landsverdediging zal binnenkort overgaan tot de werving van een burgerleraar wiskunde van de Franse taalrol.
II. Conditions auxquelles doivent répondre les candidats à cet emploi :
II. Vereisten waaraan de kandidaten voor deze betrekking moeten voldoen :
1° être Belge ou ressortissant de l’Union européenne; 2° être d’une conduite répondant aux exigences de la fonction; 3° jouir des droits civils et politiques; 4° avoir satisfait aux lois sur la milice (pour les candidats masculins);
1° Belg zijn of onderdaan van de Europese Unie; 2° een gedrag hebben in overeenstemming met de eisen van de betrekking; 3° de burgerlijke en politieke rechten genieten; 4° aan de dienstplichtwetten voldoen (voor de mannelijke kandidaten);
5° être porteur du diplôme cité ci-après :
5° houder zijn van het hierna vermelde diploma :
— Licencié(e) en sciences mathématiques.
— Licencié(e) en sciences mathématiques.
En outre, être en possession du diplôme d’agrégé de l’enseignement secondaire supérieur;
Daarenboven in het bezit zijn van het diploma van geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs;
6° satisfaire à un concours qui aura lieu à l’Ecole royale technique. Ce concours consiste dans l’exposé d’une lec¸ on dont le sujet choisi dans la branche à enseigner sera communiqué aux candidats au plus tard 48 heures avant l’examen;
6° slagen voor een vergelijkend examen dat zal plaatshebben in de Koninklijke Technische School. Dit vergelijkend examen bestaat in het geven van een les in het te onderwijzen vak waarvan het onderwerp uiterlijk 48 uren voor het examen aan de kandidaten zal worden meegedeeld;
7° obtenir au concours précité au moins les 6/10 des points. III. Statut et rémunération. Les professeurs sont nommés à titre définitif par le Roi après un stage de deux ans. Les professeurs jouissent d’une rémunération annuelle allant de 21.643,31 euros à 38.103,66 euros (indice pivot 138,01). Ce traitement est majoré des allocations réglementaires.
7° in het voormeld vergelijkend examen ten minste 6/10 der punten behalen. III. Statuut en bezoldiging. De leraars worden definitief door de Koning benoemd na een stage van twee jaar. De leraars genieten een jaarlijkse bezoldiging gaande van 21.643,31 euro tot 38.103,66 euro (spilindex 138,01).Deze bezoldiging wordt verhoogd met de reglementaire toelagen.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD IV. Inscription et convocation. Les sollicitations seront adressées par une lettre recommandée à la poste adressée au Commandant de l’Ecole royale technique, Luikersteenweg 371, à 3800 Sint-Truiden, dans les trente jours qui suivent la publication du présent avis au Moniteur belge. Seule la date de la poste fait foi. Les demandes doivent être établies sous forme de curriculum vitae, mentionnant l’emploi sollicité et éventuellement les services antérieurs prestés dans l’enseignement. Elles doivent être accompagnées : 1° d’un certificat récent de bonnes vie et mœurs - Modèle II (certificat de bonnes conduite, vie et moeurs demandé pour accéder à une activité qui relève de l’éducation, de la guidance psycho-médico-sociale, de l’aide à la jeunesse, de la protection infantile, de l’animation ou de l’encadrement de mineurs); 2° d’un certificat de milice (pour les candidats masculins); 3° d’un extrait de l’acte de naissance; 4° éventuellement d’un extrait de l’acte de mariage; 5° d’une copie du diplôme. Les candidats seront convoqués par le Commandant de l’Ecole royale technique par une lettre recommandée à la poste, à l’effet de subir le concours. V. Durée de validité de la réserve de recrutement. La validité de la réserve de recrutement est d’une durée de deux ans à compter de la date du procès-verbal du concours.
28343
IV. Inschrijving en oproeping. De sollicitatiebrieven moeten worden ingediend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de Commandant van de Koninklijke Technische School, Luikersteenweg 371, te 3800 Sint-Truiden, binnen de dertig dagen na de publicatie van dit bericht in het Belgisch Staatsblad. Alleen de postdatum is rechtsgeldig. De aanvragen moeten worden gesteld onder vorm van een curriculum vitae met vermelding van de gesolliciteerde betrekking en eventueel van vorige diensten gepresteerd in het onderwijs. Zij moeten vergezeld zijn van : 1° een recent getuigschrift van goed zedelijk gedrag - Model 2 (getuigschrift van goed zedelijk gedrag gevraagd voor de uitoefening van een activiteit die onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen valt); 2° een militiegetuigschrift (voor de mannelijke kandidaten); 3° een uittreksel uit de geboorteakte; 4° eventueel een uittreksel uit de huwelijksakte; 5° een afschrift van het diploma. De kandidaten zullen door de Commandant van de Koninklijke Technische School bij een ter post aangetekende brief voor het vergelijkend examen worden opgeroepen. V. Geldigheidsduur van de wervingsreserve. De geldigheidsduur van de wervingsreserve bedraagt twee jaar te rekenen vanaf de datum van het proces-verbaal van het vergelijkend examen.
* AGENCE FE´ DE´ RALE DE CONTRO ˆ LE NUCLE´ AIRE [C − 2007/00415]
FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR NUCLEAIRE CONTROLE [C − 2007/00415]
Désignation des membres du Jury médical en application de l’article 54.9. de l’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants
Aanduiding van de leden van de Medische Jury in toepassing van artikel 54.9. van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen
Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle,
L’Agence fédérale de Contrôle nucléaire,
Vu l’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants, notamment l’article 54.9,
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, inzonderheid op artikel 54.9, Besluit :
Arrête : Article 1er. Le Jury médical visé à l’article 54.9 de l’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants, est composé comme suit :
NOM ET PRENOM — NAAM EN VOORNAAM
Artikel 1. De Medische Jury bedoeld in artikel 54.9 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, is samengesteld als volgt : DISCIPLINE — DISCIPLINE
ROLE LINGUISTIQUE — TAALROL
Noyau central — Kerngroep 1.
AVNI Freddy Efraim
Geneesheer-specialist Radiologie Médecin-spécialiste Radiologie
FR
2.
BOGAERTS Ria
Deskundige Stralingsbescherming Expert Radioprotection
NL
3.
DENIS Jean-Marc
Deskundige in de Medische Stralingsfysica – bevoegdheidsgebied Radiologie Expert en radiophysique médicale – domaine de compétence Radiologie
FR
28344
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD NOM ET PRENOM — NAAM EN VOORNAAM
DISCIPLINE — DISCIPLINE
ROLE LINGUISTIQUE — TAALROL
4.
DUPONT Patrick
Deskundige in de Medische Stralingsfysica – bevoegdheidsgebied Nucleaire Geneeskunde Expert en radiophysique médicale – domaine de compétence Médecine nucléaire
NL
5.
HOLMSTOCK Luc
Arbeidsgeneesheer Médecin du travail
NL
6.
HOORNAERT Marie-Thérèse
Deskundige in de Medische Stralingsfysica – bevoegdheidsgebied Radiotherapie/Radiologie en vertegenwoordigster van de Hoge Gezondheidsraad Expert en radiophysique médicale – domaine de compétence Radiothérapie/ radiologie et représentante du Conseil supérieur d’hygiène
FR
7.
JAMAR Franc¸ ois
Geneesheer-specialist Nucleaire Geneeskunde en vertegenwoordiger van de Hoge Gezondheidsraad Médecin-spécialiste Médecine nucléaire et représentant du Conseil supérieur d’hygiène
FR
8.
MONSIEURS Myriam
Deskundige Stralingsbescherming Expert Radioprotection
NL
9.
PIRLET Vera
Deskundige Stralingsbescherming Expert Radioprotection
FR
10.
VAN HOUTTE Paul
Geneesheer-specialist Radiotherapie Médecin-spécialiste Radiothérapie
FR
11.
VERELLEN Dirk
Deskundige in de Medische Stralingsfysica – bevoegdheidsgebied Radiotherapie Expert en radiophysique médicale – domaine de compétence Radiothérapie
NL
Art. 51.7 12.
BULS Nico
Deskundige in de Medische Stralingsfysica – bevoegdheidsgebied Radiologie Expert en radiophysique médicale – domaine de compétence Radiologie
NL
13.
RIJNDERS Alex
Deskundige in de Medische Stralingsfysica – bevoegdheidsgebied Radiotherapie Expert en radiophysique médicale – domaine de compétence Radiothérapie
NL
14.
SERET Alain
Deskundige in de Medische Stralingsfysica – bevoegdheidsgebied Nucleaire Geneeskunde Expert en radiophysique médicale – domaine de compétence Médecine nucléaire
FR
Art. 53.4 15.
MATHIEU Isabelle
Geneesheer-specialist Nucleaire Geneeskunde Médecin-spécialiste Médecine nucléaire
FR
16.
SCALLIET Pierre
Geneesheer-specialist Radiotherapie Médecin-spécialiste Radiothérapie
FR
28345
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD NOM ET PRENOM — NAAM EN VOORNAAM
DISCIPLINE — DISCIPLINE
ROLE LINGUISTIQUE — TAALROL
SMEETS Peter
Geneesheer-specialist Radiologie Médecin-spécialiste Radiologie
NL
17.
Art. 75 18.
DE BROUWER Christophe
Arbeidsgeneesheer Médecin du travail
NL
19.
MAILLET Chantal
Geneesheer-Inspecteur Médecin-Inspecteur
FR
20.
VERBEEK Chris
Arbeidsgeneesheer Médecin du travail
NL
Représentants AFCN — Vertegenwoordigers FANC 21.
FREMOUT An
Vertegenwoordiger FANC Représentant AFCN
NL
22.
HAEST Karen
Vertegenwoordiger FANC Représentant AFCN
NL
23.
LEONARD Sophie
Vertegenwoordiger FANC Représentant AFCN
FR
24.
VAN BLADEL Lodewijk
Vertegenwoordiger FANC Représentant AFCN
NL
Bruxelles, le 22 mai 2007.
Brussel, 22 mei 2007.
Le Directeur général, W. De ROOVERE
De Directeur-generaal, W. De ROOVERE
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2007/201661] 16 MAI 2007. — Circulaire relative à la Fonction publique locale : conditions de promotion des officiers des services d’incendie A Madame et Messieurs les Gouverneurs, A Mesdames et Messieurs : les Députés provinciaux, les Bourgmestres et Echevins, les Présidents des Intercommunales, Mesdames, Messieurs, L’arrêté royal du 19 avril 1999 établit les critères d’aptitude et de capacité ainsi que les conditions de nomination et de promotion des officiers des services publics d’incendie. Cet arrêté dispose que, pour être promu au grade de sous-lieutenant et aux grades supérieurs au grade de sous-lieutenant, il faut notamment compter respectivement une ancienneté de trois ans au moins au sein du service d’incendie et une ancienneté de trois ans au moins dans le grade de sous-officier pour les sous-lieutenants et dans un grade directement inférieur pour les autres grades. Il est à noter également que pour l’accès aux grades supérieurs à sous-lieutenant, à défaut de candidats réunissant les conditions d’ancienneté, une ancienneté inférieure à trois ans dans le grade directement inférieur ou de trois ans comme officier peut également être prise en considération. La présente circulaire a pour but de mettre en conformité avec les dispositions susvisées dudit arrêté royal les dispositions correspondantes de la circulaire du 16 mai 1995 relative au statut pécuniaire du personnel des corps de sécurité telle que modifiée par les circulaires des 4 décembre 1997 et 6 décembre 2001.
28346
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD C’est ainsi que la condition d’ancienneté de quatre ans requise notamment par ladite circulaire pour l’application par voie de promotion respectivement des échelles des officiers des services d’incendie à savoir les échelles A.P.7 (sous-lieutenant); A.P.10-A.P.11 (lieutenant); A.P.14-A.P.15-A.P.16 (capitaine-commandant) et A.P.17 (major et lieutenantcolonel) est supprimée. J’estime, en effet, que le fait de satisfaire aux conditions prévues par les dispositions légales et réglementaires en vigueur est suffisant. Je vous invite à porter la teneur de la présente à la connaissance des membres de votre personnel concerné et à modifier les dispositions de vos règlements et statuts en conséquence. Namur, le 16 mai 2007. Le Ministre des Affaires intérieures et de la Fonction publique, Ph. COURARD
*
MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2007/201659] 16 MAI 2007. — Circulaire relative à l’article 60 de la loi du 8 juillet 1976 organique des C.P.A.S. Mesdames et Messieurs les Président(e)s des Centres publics d’action sociale, Mesdames et Messieurs les Secrétaires des Centres publics d’action sociale, Mesdames et Messieurs les Président(e)s des associations chapitre XII, Pour information à Mesdames et Messieurs les Bourgmestres, les Echevins et les Gouverneurs, Mesdames et Messieurs les Président(e)s, Mesdames et Messieurs les Secrétaires,
L’article 60, § 7, de la loi du 8 juillet 1976 organique des C.P.A.S. stipule notamment que : « lorsqu’une personne doit justifier d’une période de travail pour obtenir le bénéfice complet de certaines allocations sociales ou afin de favoriser l’expérience professionnelle de l’intéressé, le C.P.A.S. prend toutes les dispositions de nature à lui procurer un emploi. Le cas échéant, il fournit cette forme d’aide sociale en agissant lui-même comme employeur pour la période visée. La durée de la mise à l’emploi visée à l’alinéa précédent, ne peut être supérieure à la durée nécessaire à la personne mise au travail en vue d’obtenir le bénéfice complet des allocations sociales (alinéa ajouté par la loi-programme du 2 août 2002. Moniteur belge 29 août 2002) ». L’emploi ″article 60, § 7″ doit être réalisé hors cadre. Le cadre comprend tous les emplois nécessaires à l’exécution des tâches et missions qui incombent aux C.P.A.S. Dès lors, doivent apparaître au cadre les emplois qui répondent à des activités permanentes. Dès lors, le recours au mécanisme de l’article 60, § 7, n’est pas prévu pour occuper des emplois considérés comme ″permanents″. Il s’agit en réalité d’emplois limités à la durée nécessaire à l’obtention des allocations sociales. En outre, je me permets d’attirer votre attention sur le fait que la loi du 3 juillet 1978 relative au contrat de travail est applicable dans le cadre de l’article 60, § 7, de la loi du 8 juillet 1976 précitée. Les personnes engagées sous contrat ″article 60, § 7″ seront au moins rémunérées au salaire minimum interprofessionnel. Le cas échéant, le contrat de travail peut faire référence, par exemple, aux modalités de prise en charge des frais de déplacement Je recommande un suivi par le C.P.A.S. du bénéficiaire de l’article 60, § 7. Un accompagnement et une formation adéquate permettent, en effet, une perspective de réinsertion à long terme. Bien entendu, mon administration, la Direction générale de l’Action sociale et de la Santé, se tient à votre disposition pour toutes informations complémentaires. Namur, le 16 mai 2007. Le Ministre des Affaires intérieures et de la Fonction publique, Ph. COURARD
28347
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2007/201660] 16 MAI 2007. — Circulaire n° 18 relative à la Fonction publique locale : formation du personnel administratif et technique des pouvoirs locaux et provinciaux du niveau D A Madame et Messieurs les Gouverneurs, A Mesdames et Messieurs : les Députés provinciaux, les Bourgmestres et Echevins, les Présidents des Intercommunales, les Présidents des Conseils d’Action sociale, les Présidents d’Associations chapitre XII,
Mesdames, Messieurs, Suivant les règles régissant l’octroi des échelles pour le personnel administratif et technique déterminées dans la circulaire relative aux principes généraux de la Fonction publique locale et provinciale du 27 mai 1994 telle que modifiée ultérieurement et notamment par la circulaire du 14 novembre 2001, les échelles D2 et D3 s’appliquent en évolution de carrière aux titulaires respectifs des échelles D1 et D2 pour autant que soient réunies notamment les conditions suivantes : évaluation au moins positive + ancienneté de quatre ans dans l’échelle s’ils ont acquis une formation complémentaire. En ce qui concerne cette exigence de formation et suivant en cela l’avis ″no 21″ émis par le Conseil régional de la Formation pour le personnel en cause, j’ai l’honneur de vous transmettre les critères à prendre en considération, suivant le type de personnel concerné : 1) Evolution de carrière du personnel administratif D1 D2 et D2 D3. Un volume de cinquante périodes de formation de nature à améliorer la qualité du service rendu est recommandé pour chacune des évolutions. Si cette formation est suivie parmi le 1er module de sciences administratives, elle est capitalisable pour l’évolution en D4. Les conditions d’évolution en D4 à partir de D2 et D3, sont les mêmes que celles à partir de D1. 2) Evolution de carrière du personnel technique D1 D2 D3. Pour l’évolution de D1 vers D2 et de D2 vers D3, l’agent doit, pour chaque évolution, avoir suivi un volume de formation(s) de quarante périodes au moins, sanctionnée(s) par une attestation de réussite; — la formation à l’accueil est obligatoire; — la formation doit avoir pour résultat l’amélioration de la qualité du travail et du service rendu. Je vous informe que les échelles d’évolution de carrière en cause pourront être appliquées à partir de la date de la présente circulaire. Je vous invite à porter la teneur de la présente à la connaissance des membres de votre personnel concerné. Namur, le 16 mai 2007.
Le Ministre des Affaires intérieures et de la Fonction publique, Ph. COURARD
28348
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2007/201658] 16 MAI 2007. — Circulaire n° 19 relative à la Fonction publique locale : évolutions de carrières ″D5 en D5.1″ et ″D5/D5.1 en D6″ des membres des services d’incendie
A Madame et Messieurs les Gouverneurs, A Mesdames et Messieurs : les Députés provinciaux, les Bourgmestres et Echevins, les Présidents des Intercommunales,
Mesdames, Messieurs,
Bien que la matière visant le personnel de sécurité ait été ″re-fédéralisée″, il subsiste des problèmes au niveau de(s) formations permettant les évolutions de carrière de D5 à D5.1 et de D5/D5.1 à D6 pour lesquelles les volumes des formations complémentaires nécessaires à l’évolution de carrière n’ont pas été précisés. Afin de remédier à cette situation et suite à l’avis no 23 du Conseil régional de la formation, j’ai l’honneur de vous communiquer ci-après les volumes de formation complémentaires nécessaires aux évolutions de carrière dont objet : pour l’évolution de D5 en D5.1 : un volume de formation de 60 périodes qui soit de nature à améliorer la qualité du service, à choisir parmi les formations existantes; pour l’évolution de D5/D5.1 en D6 : un volume de 360 périodes reprenant des formations acquises utiles à la fonction.
Il est rappelé que les formations valorisables doivent être utiles à la fonction et être dispensées, en Région wallonne, par un organisme reconnu ou agréé par les Ministres wallons des Affaires intérieures et de la Fonction publique ou de la Santé et/ou la Région wallonne, ou par le Ministère fédéral de l’Intérieur.
En outre, ces formations doivent avoir fait l’objet d’un contrôle de l’acquis et être sanctionnées par un brevet ou une attestation de réussite. Les formations doivent avoir été inscrites dans le catalogue géré par le CRF.
Les formations obligatoires pour le recrutement et la nomination des agents des services d’incendie ne sont pas valorisables pour l’évolution de carrière.
Par contre, si elles sont obligatoires, notamment pour le maintien d’une qualification, par exemple le maintien du badge ″A.M.U.″, elles peuvent être prises en considération pour autant qu’un contrôle de l’acquis soit effectué. Les différents brevets sont ainsi valorisables.
Je vous engage à informer vos agents du contenu de la présente circulaire.
Namur, le 16 mai 2007.
Le Ministre des Affaires intérieures et de la Fonction publique, Ph. COURARD
28349
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2007/201663] 16 MAI 2007. — Circulaire n° 21 relative à la Fonction publique locale : formation des animateurs culturels A Madame et Messieurs les Gouverneurs, A Mesdames et Messieurs : les Députés provinciaux, les Bourgmestres et Echevins, les Présidents des Intercommunales, les Présidents des Conseils d’Action sociale, les Présidents d’Associations, chapitre XII, Mesdames, Messieurs, Après analyse de la problématique des conditions d’évolution de carrière des animateurs culturels et sur base de la recommandation no 12 du Conseil régional de la formation, les modifications suivantes sont apportées dans la composition des modules I, II et III tels qu’imposés dans la circulaire no 12 : Le module I de 150 heures est articulé comme suit : MODULE I AC 1
Constitution et Institutions
30 périodes
(circ. 17)
AC 2
Projets - Conception
35 périodes
(circ. 12)
AC 3
Législation
25 périodes
nouveau module
AC 4
Conduite de réunions et dynamique de groupe
35 périodes
(circ. 12)
AC 5
Formation liée à la fonction dans le domaine de la découverte et/ou de l’animation culturelle
25 périodes
nouveau module
Les cours ″Lois de base - approche″ (10 h) et ″Droits et devoirs du fonctionnaire″ (10 h) ont été supprimés par la circulaire 17. Par analogie avec d’autres catégories de personnel d’animation (culturels et sportifs), un cours ″Formation liée à la fonction dans le domaine de la découverte et/ou de l’animation culturelle″ est inséré (25 périodes). Le module II de 150 heures est articulé de la façon suivante : MODULE II AC 1
Législation sociale
20 périodes
(circ. 17)
AC 2 AC 3
Affaires culturelles et sociales
20 périodes
(circ. 12)
Finances
30 périodes
(circ. 17)
AC 4 AC 5
Projet - Conduite
30 périodes
(circ. 12)
Formation liée à la fonction dans le domaine de la découverte et/ou de l’animation culturelle
50 périodes
nouveau module
Conformément au module I, un cours ″Formation liée à la fonction dans le domaine de la découverte et/ou de l’animation culturelle″ (50 périodes) est inséré. Le module III de 150 heures est articulé de la façon suivante : MODULE III AC 1
Gestion des ressources humaines
40 périodes
(circ. 17)
AC 2
Connaissance des Institutions européennes
15 périodes
(circ. 12)
AC 3
Recherche et gestion des sources de financement
30 périodes
nouveau module
AC 4
Marketing, promotion et relations publiques
20 périodes
nouveau module
AC 5
Projet - Gestion (y compris l’évaluation)
45 périodes
(circ. 12)
Dans le même esprit de concordance entre les catégories d’animateurs (culturels et sportifs), les cours ″Recherche et gestion des sources de financement″ (30 périodes), ″Marketing, promotion et relations publiques″ (20 périodes) sont appliqués aux animateurs culturels. La formation ″Projet - Gestion″ est portée de 40 à 45 périodes. Je vous invite à porter à la connaissance de vos agents les changements intervenus à la formation en cause tels que déterminés par la présente circulaire. Namur, le 16 mai 2007. Le Ministre des Affaires intérieures et de la Fonction publique, Ph. COURARD
28350
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
ORDRES DU JOUR — AGENDA’S PARLEMENT DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE [C − 2007/20062]
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT [C − 2007/20062]
Réunions de commission
Commissievergaderingen
Ordre du jour
Agenda
Jeudi 24 mai 2007, à 14 h 30 m
Donderdag 24 mei 2007 om 14 u. 30 m.
(Palais du Parlement bruxellois – salle de commission 206)
(Paleis van het Brussels Parlement – commissiezaal 206)
Commission des Finances, du Budget, de la Fonction publique, des Relations exterieures et des Affaires générales
Commissie voor de Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, Externe Betrekkingen en Algemene Zaken
Modification budgétaire n° 1 de l’exercice 2007 de l’Etablissement francophone chargé de la gestion des intérêts matériels et financiers de la communauté philosophique non confessionnelle et des services d’assistance morale reconnus de l’arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale – Avis à émettre par le Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale (article 33 de la loi du 21 juin 2002).
Budgettaire aanpassing nr. 1 van het boekjaar 2007 van de Franstalige Instelling belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levens-beschouwelijke gemeenschappen en erkende centra voor morele dienstverlening van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad – Advies uit te brengen door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement (artikel 33 van de wet van 21 juni 2002).
Budget de l’exercice 2008 de l’Etablissement francophone chargé de la gestion des intérêts matériels et financiers de la communauté philosophique non confessionnelle et des services d’assistance morale reconnus de l’arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale – Avis à émettre par le Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale (article 33 de la loi du 21 juin 2002).
Begroting van het boekjaar 2008 van de Franstalige Instelling belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levens-beschouwelijke gemeenschappen en erkende centra voor morele dienstverlening van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad – Advies uit te brengen door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement (artikel 33 van de wet van 21 juni 2002).
Modification budgétaire n° 1 de l’exercice 2007 de l’Etablissement néerlandophone chargé de la gestion des intérêts matériels et financiers de la communauté philosophique non confessionnelle et des services d’assistance morale reconnus de l’arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale – Avis à émettre par le Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale (article 33 de la loi du 21 juin 2002).
Budgettaire aanpassingen nr. 1 van het boekjaar 2007 van de Nederlandstalige Instelling belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen en erkende centra voor morele dienstverlening van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad – Advies uit te brengen door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement (artikel 33 van de wet van 21 juni 2002).
Budget de l’exercice 2008 de l’Etablissement néerlandophone chargé de la gestion des intérêts matériels et financiers de la communauté philosophique non confessionnelle et des services d’assistance morale reconnus de l’arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale – Avis à émettre par le Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale (article 33 de la loi du 21 juin 2002).
Begroting van het boekjaar 2008 van de Nederlandstalige Instelling belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levens-beschouwelijke gemeenschappen en erkende centra voor morele dienstverlening van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad – Advies uit te brengen door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement (artikel 33 van de wet van 21 juni 2002).
Désignation d’un rapporteur. Exposé du Gouverneur de l’arrondissement administratif de BruxellesCapitale. Discussion — Votes. Interpellation de M. Jacques Simonet (F) à MM. Charles Picqué, Ministre-Président du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du Territoire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine, du Logement, de la Propreté publique et de la Coopération au Développement, et Pascal Smet, Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de la Mobilité et des Travaux publics, concernant « les dernières propositions du Ministre-Président à propos de la répartition des compétences entre communes et Région et les réactions du Ministre des Travaux publics et de la Mobilité ».
Aanwijzing van een rapporteur. Uiteenzetting van de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. Bespreking — Stemmingen. Interpellatie van de heer Jacques Simonet (F) tot de heren Charles Picqué, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, en de heer Pascal Smet, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, betreffende « de jongste voorstellen van de MinisterPresident over de verdeling van de bevoegdheden tussen het Gewest en de gemeenten en de reacties van de Minister belast met Openbare Werken en Mobiliteit ».
16e Cahier de la Cour des comptes.
16e Boek van het Rekenhof.
Echange de vues.
Gedachtewisseling.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28351
RE10
PUBLICATIONS LEGALES ET AVIS DIVERS WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN EN VERSCHILLENDE BERICHTEN
Een betrekking van voltijds assistent bij de vakgroep Belastingrecht (tel. : 09-264 68 50) - salaris a 100 % : min. S 23.468,58 - max. S 39.716,10 (thans uitbetaald à 140,02 %). Profiel van de kandidaat : diploma van master/licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen of van master/licentiaat in de rechten; laatstejaarsstudenten kunnen eveneens kandideren; het volgen of gevolgd hebben van een voortgezette opleiding in de fiscaliteit strekt tot aanbeveling;
VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Vacatures academisch personeel Vacature nr. : PE/2007/012. Faculteit : psychologie en educatiewetenschappen. Betrekking : assisterend academisch personeel. Intern of extern : extern. Mandaat : assistent met voltijdse opdracht. Ingangsdatum : 1 oktober 2007.
goede kennis van en interesse voor accountancy (boekhouden en boekhoudrecht). Inhoud van de functie : bijstand bij het onderwijs van de vakgroep; wetenschappelijk onderzoek ter voorbereiding van een doctoraat (minstens 50 % van de tijd dient besteed te worden aan onderzoek in het kader van de voorbereiding van een doctoraat). De kandidaturen, met curriculum vitae, een afschrift van het vereist diploma en een overzicht van de behaalde studieresultaten (per jaar), moeten per aangetekend schrijven ingediend worden bij de Directie Personeel en Organisatie van de Universiteit Gent, SintPietersnieuwstraat 25, 9000 Gent, uiterlijk op 5 juni 2007. (80001)
Duur : 2 jaar (verlengbaar 2 × 2 jaar). Vakgebied en vakgroep : pedagogische wetenschappen - onderwijskunde. Omschrijving : Onderwijsondersteuning bij opleidingsonderdelen in de vakgroep Onderwijskunde en maatschappelijke dienstverlening. Onderwijskundig onderzoek ter voorbereiding van een doctoraatsproefschrift, en in het kader daarvan bijdragen leveren aan publicaties, bijdragen op congressen en aanvragen voor extern gefinancierde projecten. Vereisten : Licentiaat/Master in de pedagogische wetenschappen. Bij voorkeur een diploma lerarenopleiding. Minstens onderscheiding in het laatste jaar van de opleiding tot licentiaat/master. Sterke onderzoeksvaardigheden op niveau van beginnend onderzoeker communicatieve vaardigheden. Bereid en vaardig om in teamverband te werken. Ook laatstejaarsstudenten kunnen kandideren. Contactpersoon : prof. dr. Nadine Engels. Contact telefoon : 02-629 36 34. Contact e-mail :
[email protected]. Naam decaan : Roland Pepermans. Inwachtingstermijn : uiterlijk 1 maand na publicatie in het Belgisch Staatsblad . De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/ AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02) van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel. (80000)
UNIVERSITEIT GENT Vacatures (zie http://aivwww.UGent.be/DPO/vacatures/AAP.pl) Assisterend academisch personeel Bij de Faculteit rechtsgeleerdheid is volgend mandaat te begeven : het betreft een tijdelijke aanstelling voor een termijn van twee jaar die hernieuwbaar is.
Bij de Faculteit economie en bedrijfskunde is volgend mandaat te begeven : het betreft een tijdelijke aanstelling voor een termijn van twee jaar die hernieuwbaar is. EB03 Een betrekking van voltijds assistent bij de vakgroep Sociale economie (tel. : 09-264 34 82) - salaris a 100 % : min. S 23.468,58 max. S 39.716,10 (thans uitbetaald à 140,02 %). Profiel van de kandidaat : academisch diploma van licentiaat in de economische wetenschappen of licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen of handelsingenieur; laatstejaarsstudenten kunnen eveneens kandideren; een aanvullend MaNaMa-diploma Master of Science of Master of Arts in Economics strekt tot aanbeveling; belangstelling voor onderzoek in het domein van de econometrie en de macro-economie. Inhoud van de functie : bijstand bij het onderwijs van de vakgroep; wetenschappelijk onderzoek in het domein van de econometrie en/of de macro-economie ter voorbereiding van een doctoraat (minstens 50 % van de tijd dient besteed te worden aan onderzoek in het kader van de voorbereiding van een doctoraat). De kandidaturen, met curriculum vitae, een afschrift van het vereist diploma en een overzicht van de behaalde studieresultaten (per jaar), moeten per aangetekend schrijven ingediend worden bij de Directie Personeel en Organisatie van de Universiteit Gent, SintPietersnieuwstraat 25, 9000 Gent, uiterlijk op 5 juni 2007. (80002)
Bij de Faculteit economie en bedrijfskunde is volgend mandaat te begeven : het betreft een tijdelijke aanstelling voor een termijn van drie jaar die éénmaal hernieuwbaar is. E803 Een betrekking van voltijds doctor-assistent bij de vakgroep Sociale economie (fel. : 09-264 34 82) - salaris à 100 % : min. S 29.069,73 max. S 45.317,25, thans uitbetaald à 140,02 %. Profiel van de kandidaat : diploma van doctor in de economische wetenschappen (aan de diplomavoorwaarden moet voldaan zijn op datum van aanstelling);
28352
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
ruime onderzoekservaring in het domein van de micro-economie en de arbeidseconomie; specifieke ervaring in het onderzoeksdomein van de transitie van onderwijs naar arbeidsmarkt strekt tot aanbeveling; publicaties in wetenschappelijke tijdschriften die een ruime verspreiding kennen en die een beroep doen op deskundigen voor de beoordeling van de ingezonden manuscripten; mededelingen of voordrachten op wetenschappelijke conferenties strekken tot aanbeveling; uitgesproken interesse hebben voor studentenbegeleiding in de academische en/of voortgezette academische opleidingen. Inhoud van de functie : wetenschappelijk onderzoek in het domein van de arbeidseconomie, meer bepaald met betrekking tot de transitie van onderwijs naar arbeidsmarkt en de kwaliteit van de arbeid en medewerking aan de dagelijkse leiding van onderzoeksprojecten in dit domein; medewerking aan het onderwijs van de vakgroep, meer bepaald het onderwijs in de micro-economie, de arbeidseconomie en het sociaaleconomisch beleid; medewerking aan de dienstverlening in de vakgroep; mininum 70 % van de tijd dient aan wetenschappelijk onderzoek besteed te worden. De kandidaturen, met curriculum vitae en een afschrift van het vereist diploma, moeten per aangetekend schrijven ingediend worden bij de Directie Personeel en Organisatie van de Universiteit Gent, SintPietersnieuwstraat 25, 9000 Gent, uiterlijk op 5 juni 2007. (80003)
Profiel van de kandidaat : diploma van licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen of licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen, richting technische bedrijfskunde of handelsingenieur of handelsingenieur in de beleidsinformatica of licentiaat in de informatica of burgerlijk ingenieur in de computerwetenschappen of een academisch diploma van de tweede cyclus, met bijkomend diploma van aanvullende opleiding economie en bedrijfskunde, optie bedrijfseconomie; laatstejaarsstudenten kunnen eveneens kandideren. Inhoud van de functie : bijstand bij het onderwijs van de vakgroep; wetenschappelijk onderzoek op het domein van de beleidsinformatica ter voorbereiding van een doctoraat (minstens 50 % van de tijd dient besteed te worden aan onderzoek in het kader van de voorbereiding van een doctoraat); medewerking aan de dienstverlening in de vakgroep. De kandidaturen, met curriculum vitae, een afschrift van het vereist diploma en een overzicht van de behaalde studieresultaten (per jaar), moeten per aangetekend schrijven ingediend worden bij de Directie Personeel en Organisatie van de Universiteit Gent, SintPietersnieuwstraat 25, 9000 Gent, uiterlijk op 5 juni 2007. (80005)
Bij de Faculteit ingenieurswetenschappen is volgend mandaat te begeven : het betreft een tijdelijke aanstelling voor een termijn van drie jaar die éénmaal hernieuwbaar is. TW18
Bij de Faculteit economie en bedrijfskunde is volgend mandaat te begeven : het betreft een tijdelijke aanstelling voor een termijn van twee jaar die hernieuwbaar is. E807 Een betrekking van voltijds assistent bij de vakgroep Marketing (tel. : 09-264 35 22) - salaris a 100 % : min. S 23.468,58 max. S 39.716,10 (thans uitbetaald à 140,02 %). Profiel van de kandidaat : academisch diploma van licentiaat in de economische wetenschappen of licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen of handelsingenieur of licentiaat in de psychologie of licentiaat in de communicatiewetenschappen of licentiaat in de handelswetenschappen of een academisch diploma van de tweede cyclus, samen met een diploma van een voortgezette academische opleiding in het studiegebied economische en toegepaste economische wetenschappen; laatstejaarsstudenten kunnen eveneens kandideren. Inhoud van de functie : bijstand bij het onderwijs van de vakgroep; wetenschappelijk onderzoek op het gebied van marktonderzoek of consumentengedrag, ter voorbereiding van een doctoraat (minstens 50 % van de tijd dient besteed te worden aan onderzoek in het kader van de voorbereiding van een doctoraat); medewerking aan de dienstverlening in de vakgroep. De kandidaturen, met curriculum vitae, een afschrift van het vereist diploma en een overzicht van de behaalde studieresultaten (per jaar), moeten per aangetekend schrijven ingediend worden bij de Directie Personeel en Organisatie van de Universiteit Gent, SintPietersnieuwstraat 25, 9000 Gent, uiterlijk op 5 juni 2007. (80004)
Bij de faculteit is volgend mandaat te begeven : het betreft een tijdelijke aanstelling voor een termijn van twee jaar die hernieuwbaar is. E808 Een betrekking van voltijds assistent bij de vakgroep Beleidsinformatie, operationeel beheer en technologiebeleid (tel. : 09-264 35 17) salaris à 100 % : min. S 23.468,58 - max. S 39.716, 10, thans uitbetaald à 140,02 %.
Een betrekking van voltijds doctor-assistent bij de vakgroep Technische Bedrijfsvoering (tel. : 09-264 55 01) - salaris a 100 % : min. S 29.069,73 - max. S 45.317,25 (thans uitbetaald à 140,02 %). Profiel van de kandidaat : diploma van doctor in de ingenieurswetenschappen (aan de diplomavoorwaarden moet voldaan zijn op datum van aanstelling); wetenschappelijk onderzoek verricht hebben in het vakgebied Supply Chain Logistics, met gebruik van methodes uit het Operationeel Onderzoek; publicaties in wetenschappelijke tijdschriften die een ruime verspreiding kennen en die een beroep doen op deskundigen voor de beoordeling van de ingezonden manuscripten; - mededelingen of voordrachten op wetenschappelijke conferenties strekken tot aanbeveling; uitgesproken interesse hebben voor studentenbegeleiding in de academische en/of voortgezette academische opleidingen. Inhoud van de functie : wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied Supply Chain Logistics; medewerking aan het onderwijs van de vakgroep in operationeel onderzoek; medewerking aan de dienstverlening in de vakgroep; minimum 70 % van de tijd dient aan wetenschappelijk onderzoek besteed te worden. De kandidaturen, met curriculum vitae en een afschrift van het vereist diploma, moeten per aangetekend schrijven ingediend worden bij de Directie Personeel en Organisatie van de Universiteit Gent, SintPietersnieuwstraat 25, 9000 Gent, uiterlijk op 5 juni 2007. (80006)
Bij de Faculteit ingenieurswetenschappen is volgend mandaat te begeven : het betreft een tijdelijke aanstelling voor een termijn van twee jaar die hernieuwbaar is. TW08 Een betrekking van voltijds assistent bij de vakgroep Elektrische energie, systemen en automatisering (tel. : 09-264 34 17) - salaris à 100 % : min. S 23.468,58 - max. S 39.716,10, thans uitbetaald à 140,02 %.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Profiel van de kandidaat : diploma van burgerlijk werktuigkundig-elektrotechnisch ingenieur; laatstejaarsstudenten kunnen eveneens kandideren.
28353
Les candidats sont priés de faire parvenir, par envoi recommandé, à M. le recteur de l’Université de Liège, place du 20 Août 7, 4000 Liège, pour le 18 juin 2007 : leur requête assortie d’un CV complet rédigé en double exemplaire;
Inhoud van de functie : bijstand bij het onderwijs van de vakgroep in het vakgebied elektrische energietechniek; wetenschappelijk onderzoek ter voorbereiding van een doctoraat (minstens 50 % van de tijd dient besteed te worden aan onderzoek in het kader van de voorbereiding van een doctoraat);
un exemplaire de leurs publications; un projet de recherche de maximum 5 pages. (Ce texte remplace celui paru au Moniteur belge du 18 mai 2007, ed. 2, p. 27170, avis n° 26053.) (80008)
medewerking aan de dienstverlening van de vakgroep. De kandidaturen, met curriculum vitae, een afschrift van het vereist diploma en een overzicht van de behaalde studieresultaten (per jaar), moeten per aangetekend schrijven ingediend worden bij de Directie Personeel en Organisatie van de Universiteit Gent, SintPietersnieuwstraat 25, 9000 Gent, uiterlijk op 5 juni 2007. (80008)
Decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening
Gemeente Middelkerke Bijzonder plan van aanleg — Bericht van openbaar onderzoek B.P.A. 19/B « Lombardsijde centrum »
UNIVERSITE DE LIEGE Faculté de philosophie et lettres Charges à conférer Une charge à temps partiel équivalente à 50 % d’une charge à temps plein dans le domaine de la musicologie, comprenant des activités d’enseignement, de recherche et de service à la communauté. Les candidats, titulaires d’un doctorat, devront faire valoir des travaux de recherche et des publications dans le domaine de l’histoire des représentations musicales et des musiques populaires du 20e siècle. Tous renseignements complémentaires peuvent être obtenus auprès du secrétariat de la faculté (Mme F. Hartkopf, tél. 04-366 54 54). Les candidats retenus seront engagés pour une période déterminée ne pouvant être supérieure à cinq ans et à l’issue de laquelle une nomination définitive pourra être envisagée. Les barèmes et leurs modalités d’application sont disponibles auprès de l’administration centrale de l’Université. Les candidats sont priés de faire parvenir, par envoi recommandé, à M. le recteur de l’Université de Liège, place du 20 Août 7, 4000 Liège, pour le 25 juin 2007 :
Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Middelkerke brengt, overeenkomstig de bepalingen van art. 19 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996 ter kennis van de bevolking dat een openbaar onderzoek geopend wordt betreffende het bijzonder plan van aanleg B.P.A. 19/B « Lombardsijde centrum », voorlopig aangenomen door de gemeenteraad in zitting van 10 mei 2007. Het plan omvattende de bestaande toestand, het bestemmingsplan met de stedebouwkundige voorschriften, ligt ter inzage van het publiek in het gemeentehuis van Middelkerke, Spermaliestraat 1, 8430 Middelkerke, dit vanaf 18 juni 2007 tot en met 17 juli 2007 tijdens de openingsuren. De bezwaren en opmerkingen waartoe dit plan aanleiding kan geven dienen schriftelijk medegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen, Spermaliestraat 1, te 8430 Middelkerke, ten laatste op 17 juli 2007, om 12 uur. Middelkerke, 13 juli 2007.
(25592)
leur requête assortie d’un CV complet en double exemplaire; un exemplaire de leurs publications.
(80007)
Annonces − Aankondigingen Faculté de sciences Charges à conférer Une charge à temps plein, rattachée au département de géographie, dans le domaine de la topoclimatologie, incluant des activités d’enseignement pour un maximum de 250 heures, y compris les travaux pratiques, le développement de recherches dans le domaine précité et des services à la communauté. Le futur chargé de cours sera plus spécifiquement chargé de la coordination du nouveau master en sciences géographiques, orientation climatologie, des liens avec le Wing Météorologique et avec le Ministère de l’Equipement et des Transports (MET) de la Région Wallonne; il aura aussi en charge la coordination des mémoires en climatologie. Tous renseignements complémentaires peuvent être obtenus auprès du secrétariat de la faculté (Mme F. Motte, tél. 04-366 36 52). Les candidats retenus seront : soit engagés pour une période déterminée ne pouvant être supérieure à cinq ans et à l’issue de laquelle une nomination définitive pourra être envisagée; soit nommés d’emblée à titre définitif. Les barèmes et leurs modalités d’application sont disponibles auprès de l’administration centrale de l’Université.
SOCIETES − VENNOOTSCHAPPEN
Etablissement Demat, société anonyme, avenue des Saisons 100-102, bte 30, 1050 Ixelles BE 401.529.718
Mmes et MM. les actionnaires sont priés d’assister à l’assemblée générale ordinaire qui se tiendra en la salle de la « Brasserie de l’Alliance », avenue Alphonse Allard 400, à 1420 Braine-l’Alleud, le 28 juin 2007, à 19 heures. Ordre du jour : 1. Approbation des comptes annuels arrêtés au 31 décembre 2006. 2. Affectation des résultats. 3. Décharge aux administrateurs. 4. Emoluments.
28354
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
5. Avenir de la société : compte tenu des différends entre une partie de l’actionnariat et le conseil d’administration, compte tenu également de l’apparente relative unanimité s’agissant d’un désintéressement futur de l’ensemble des actionnaires actuels pour l’entreprise, ce dernier souhaiterait que l’assemblée générale se prononce de manière non équivoque sur le type de politique qu’elle entend adopter pour l’avenir. (25593) Françoise Delbroisse, administrateur délégué.
Bureau Detang, société anonyme, avenue des Perdreaux 13, 1341 Céroux-Mousty RPM Nivelles 0444.851.995
L’assemblée générale ordinaire se tiendra le 13 juin 2007, à 14 heures, au siège social. Ordre du jour : Rapport conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation du résultat. Décharge aux administrateurs. Divers. (25594)
Proposition de décision : approbation des comptes annuels relatifs à l’exercice clôturé au 31 décembre 2006, y compris l’affectation suivante du résultat : Bénéfice à affecter Bénéfice de l’exercice :
2.234.294,55 EUR
Résultat reporté au 31 décembre 2006 :
11.031.911,53 EUR
Solde bénéficiaire à affecter :
13.266.206,08 EUR
Affectation Dividende brut :
1.632.000,00 EUR
Report à nouveau :
11.634.206,08 EUR
Total de l’affectation :
13.266.206,08 EUR
Pour 2006, le dividende brut s’élève à 6,40 EUR, donnant droit à un dividende net de précompte mobilier de 4,80 EUR par part sociale. Le dividende net sera payable à partir du 28 juin 2007. 5. Décharge à accorder aux administrateurs.
Omnium Belgique, société anonyme, rue de Bosnie 101, 1060 Bruxelles
Proposition de décision : accorder la décharge aux administrateurs pour l’exercice de leur mandat pendant l’exercice clôturé au 31 décembre 2006.
T.V.A. BE 446.588.889 6. Décharge à accorder au commissaire. L’assemblée générale extraordinaire se réunira au siège social, le 14 juin 2007, à 17 heures. — Ordre du jour : 1. Rapport de gestion du conseil d’administration. 2. Approbation des comptes annuels. 3. Affectation des résultats. 4. Décharge aux administrateurs. 5. Divers. (25595)
New Car Auto, société anonyme, rue Herkolies 49, 1081 Bruxelles T.V.A. BE 0423.969.578
L’assemblée générale ordinaire se réunira au siège social, le 15 juin 2007, à 17 heures. Ordre du jour : 1. Rapport de gestion du conseil d’administration. 2. Approbation des comptes annuels. 3. Affectation des résultats. 4. Décharge aux administrateurs. 5. Divers. (25596)
Rosier, société anonyme, Société faisant appel public à l’épargne, rue du Berceau 1, 7911 Moustier R.C. Tournai 140 — Numéro d’entreprise 0401.256.237 Assemblée générale ordinaire Les actionnaires sont invités à participer à l’assemblée générale annuelle des actionnaires qui aura lieu au siège social le jeudi 21 juin 2007, à 10 h 30 m, avec l’ordre du jour suivant : 1. Prise de connaissance des rapports de gestion du conseil d’administration relatifs aux comptes annuels et aux comptes annuels consolidés au 31 décembre 2006. 2. Prise de connaissance du rapport du commissaire relatif aux comptes annuels et aux comptes annuels consolidés au 31 décembre 2006. 3. Prise de connaissance des comptes annuels consolidés au 31 décembre 2006. 4. Approbation des comptes annuels au 31 décembre 2006.
Proposition de décision : accorder la décharge au commissaire pour l’exercice de son mandat pendant l’exercice clôturé au 31 décembre 2006. 7. Nominations statutaires. Proposition de décision : Renouveler pour une durée de trois années, soit jusqu’à l’assemblée générale de 2010, le mandat de commissaire du bureau KPMG, représenté par M. Benoit Van Roost. Fixer les émoluments du commissaire. 8. Renouvellement de l’autorisation à donner au conseil d’administration d’acquérir des actions de la société. Proposition de décision : Conformément à l’article 9 des statuts coordonnés, renouveler l’autorisation donnée au conseil d’administration de faire acquérir par la société, pour une durée de dix-huit mois, un maximum de 25 500 parts sociales de la société à un prix unitaire minimum de un euro et maximum de dix pour cent supérieur à la moyenne des dix dernières cotations du titre sur Euronext Bruxelles précédant la décision d’acquisition. L’adoption de ce point de l’ordre du jour requiert les quatre cinquièmes des voix de l’assemblée. 9. Divers. Pour être admis à cette assemblée générale ordinaire, tout titulaire d’actions au porteur doit, conformément à l’article 28 des statuts, déposer ses actions trois jours ouvrables avant la date de l’assemblée, soit au siège social, soit aux guichets de Fortis Banque SA; les titulaires d’actions nominatives doivent avoir été inscrits trois jours ouvrables avant la date de l’assemblée au registre des actions nominatives; les mandataires doivent déposer leurs procurations au siège social au moins trois jours ouvrables avant la date de l’assemblée, au siège social; les organes des personnes morales doivent pouvoir justifier des pouvoirs établissant leur qualité, au plus tard avant le commencement de l’assemblée générale. Le texte de la procuration peut être obtenu sur demande auprès de la société et est disponible sur le site de la société www.rosier.eu (25597)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD CORA, société anonyme, Zoning Industriel, Quatrième Rue, Charleroi (Jumet) RPM Charleroi - TVA – BE 0402.537.726
Mesdames et Messieurs les actionnaires sont invités, à assister, à l’assemblée générale ordinaire statutaire qui se tiendra au siège social de la société, 6040 Jumet, Zoning Industriel, Quatrième Rue, le 15 juin 2007, à 10 heures. Ordre du jour : 1. Examen du rapport de gestion du conseil d’administration et du rapport du commissaire-réviseur sur l’exercice 2006. 2. Approbation des comptes annuels arrêtés au 31 décembre 2006. 3. Affectation des résultats. 4. Décharge aux administrateurs et au commissaire-réviseur pour l’exercice 2006. 5. Nominations statutaires. 6. Divers. Les actionnaires au porteur qui désirent assister, à l’assemblée générale ordinaire précitée sont tenus de déposer leurs titres dans une banque installée en Belgique au moins cinq jours avant la réunion, soit pour le 8 juin 2007 au plus tard, contre remise d’un certificat de dépôt et de blocage des actions jusqu’à l’issue de la réunion, éventuellement prorogée ou ajournée, à faire parvenir au siège administratif de la société, à 6040 Jumet, Zoning Industriel, Quatrième Rue, trois jours francs avant l’assemblée générale, soit pour le 11 juin 2007 par lettre recommandée. Les actionnaires nominatifs sont dispensés du dépôt de titres, mais doivent signaler par écrit au conseil d’administration, à la même adresse, leur intention d’assister, à l’assemblée générale pour le 8 juin 2007 au plus tard. Un modèle de lettre est joint, à cet effet. Tout propriétaire de titre peut se faire représenter, à l’assemblée générale ordinaire par un fondé de pouvoirs dont la procuration doit être déposée au siège administratif pour le 8 juin 2007, pourvu que ce fondé de pouvoirs soit lui-même actionnaire et qu’il ait lui-même le droit d’assister, à l’assemblée. Une procuration est jointe, à cet effet. (25598) Le conseil d’administration.
Real Software, afgekort “RLS”, naamloze vennootschap, Prins Boudewijnlaan 26, 2550 Kontich RPR 0429.037.235 Kanton Kontich, Arrondissement Antwerpen
Aankondiging voor de buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering te houden op 19 juni 2007 De raad van bestuur van de naamloze vennootschap “Real Software” heeft de eer de houders van de financiële instrumenten uitgegeven door de vennootschap uit te nodigen tot de buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering die gehouden zal worden op de zetel van de vennootschap (of op een plaats die aldaar op dat moment zal worden aangeduid) op dinsdag 19 juni 2007, om 16 uur. De agenda en voorstellen van besluit van de gewone algemene vergadering zijn als volgt : 1. Kennisname van het bijzonder verslag opgemaakt door de raad van bestuur overeenkomstig artikel 604 van het Wetboek van vennootschappen. 2. Verlenging van de bevoegdheid van de raad van bestuur om het kapitaal van de vennootschap te verhogen binnen het kader van het toegestaan kapitaal.
28355
Voorstel van besluit - De algemene vergadering beslist om de bevoegdheden van de raad van bestuur onder het toegestaan kapitaal van de vennootschap te hernieuwen en beslist om : (a) de eerste alinea van artikel 6 van de statuten te vervangen als volgt : “Aan de raad van bestuur werd door een besluit van de algemene vergadering der aandeelhouders van negentien juni tweeduizend en zeven, de bevoegdheid verleend om het maatschappelijk kapitaal, in één of meerdere malen, te verhogen met een maximaal bedrag gelijk aan het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap op de datum van deze vergadering, met name zeventien miljoen vijfhonderddrieënzeventigduizend achthonderd vijfenzestig EURO negenenzestig cent (S 17.573.865,69). Deze machtiging geldt voor een periode van vijf (5) jaar, ingaand op de datum waarop het machtigingsbesluit van de algemene vergadering der aandeelhouders wordt gepubliceerd in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad (datum waarop de vorige machtiging van zes april tweeduizend en vier komt te vervallen).”; (b) de derde alinea van artikel 6 van de statuten te vervangen als volgt : “De raad van bestuur wordt door de algemene vergadering gemachtigd en verplicht om een eventuele uitgiftepremie betaalbaar bij de inschrijving op een kapitaalverhoging binnen het toegestaan kapitaal, te boeken op een onbeschikbare rekening die in dezelfde mate als het maatschappelijk kapitaal tot waarborg van derden zal strekken en die enkel mag verminderd of weggeboekt worden bij beslissing van de algemene vergadering der aandeelhouders, beraadslagend overeenkomstig de regels van toepassing bij een statutenwijziging.” (c) de vijfde alinea van artikel 6 van de statuten te vervangen als volgt : “Ingevolge het besluit van de algemene vergadering der aandeelhouders van negentien juni tweeduizend en zeven, is de raad van bestuur in geval van kennisgeving door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van een openbaar overnamebod op de effecten van de vennootschap eveneens gemachtigd om het kapitaal van de vennootschap te verhogen door middel van een inbreng in geld of een inbreng in natura, met of zonder opheffing of beperking van het voorkeurrecht, onder meer ten voordele van één of meerdere personen die geen personeelsleden zijn, mits naleving van de wettelijke bepalingen terzake. Deze bijzondere machtiging geldt voor een periode van drie jaar, ingaande op negentien juni tweeduizend en zeven.” 3. Statutenwijziging. Voorstel van besluit - De algemene vergadering beslist om de statuten van de vennootschap te wijzigen om ze in overeenstemming te brengen met de nieuwe modaliteiten van het toegestaan kapitaal ingevolge de beslissing genomen overeenkomstig punt 1 van de agenda. 4. Volmachten. De houders van warrants en ACO’s uitgegeven door de vennootschap kunnen overeenkomstig artikel 537 van het Wetboek van vennootschappen slechts deelnemen aan de vergadering met raadgevende stem. Om tot de algemene vergadering te worden toegelaten, dienen de houders van financiële instrumenten uitgegeven door de vennootschap zich te schikken naar artikel 24 van de statuten van de vennootschap en artikel 536 van het Wetboek van vennootschappen, en de volgende formaliteiten en kennisgevingen te vervullen : - De houders van respectievelijk aandelen, warrants of ACO’s op naam moeten ingeschreven zijn in respectievelijk het register van aandelen, warrants of ACO’s op naam van de vennootschap en moeten de raad van bestuur uiterlijk op de derde werkdag (exclusief zaterdag) vóór de algemene vergadering in kennis stellen van hun voornemen de vergadering bij te wonen. - De houders van aandelen, warrants of ACO’s aan toonder in fysieke vorm moeten uiterlijk op de derde werkdag (exclusief zaterdag) vóór de vergadering hun aandelen, warrants of ACO’s in fysieke vorm neerleggen in een kantoor van KBC Bank of Fortis Bank. - De houders van aandelen of ACO’s aan toonder in girale vorm moeten uiterlijk op de derde werkdag (exclusief zaterdag) vóór de vergadering in een kantoor van KBC Bank of Fortis Bank een attest neerleggen dat is afgeleverd door een erkend rekeninghouder bij de
28356
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
vereffeningsinstelling voor het aandeel of de ACO’s van de vennootschap, óf een attest dat is afgeleverd door de vereffeningsinstelling zelf, dat het aantal aandelen of ACO’s bevestigt dat op naam van de houder is ingeschreven en waarbij de onbeschikbaarheid van de aandelen of ACO’s tot na de datum van de algemene vergadering wordt vastgesteld. De houders van financiële instrumenten uitgegeven door de vennootschap die zich wensen te laten vertegenwoordigen bij volmacht, worden verzocht gebruik te maken van het model van volmacht (met steminstructies) dat op de maatschappelijke zetel van de vennootschap ter beschikking ligt. Zij worden verzocht om, in voorkomend geval, hun volmacht schriftelijk te laten toekomen op de zetel van de vennootschap, ten minste vijf (5) dagen vóór de datum van de vergadering. De houders van financiële instrumenten uitgegeven door de vennootschap kunnen tegen overlegging van hun financieel instrument vanaf vijftien (15) dagen voor de algemene vergadering op de zetel van de vennootschap kosteloos een kopie verkrijgen van het verslag vermeld in de agenda van de vergadering. Teneinde een vlotte registratie mogelijk te maken, worden de deelnemers verzocht minstens een half uur, voor de aanvang van de vergadering aanwezig te zijn. (25599) De raad van bestuur.
ALIVIO, naamloze vennootschap, Fonteinestraat 37, 8740 PITTEM Ondernemingsnummer 0467.118.445 Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2007, om 14 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-08900/25.05)
(25752)
ALLIANCE DESIGNERS, société anonyme, avenue de l’Astronomie 9, 1210 Bruxelles Numéro d’entreprise 0870.515.018 Assemblée ordinaire au siège social le 14/6/2007, à 9 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Délibération en application des articles 633 & 634 du Code des sociétés. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-05282/25.05)
(25753)
Jetteque, naamloze vennootschap, De Smet de Naeyerlaan 10, 1090 Brussel
ALLIANCE D’INITIATIVES MODERNES, naamloze vennootschap, Van Dijckstraat 87, 2640 MORTSEL
Ondernemingsnummer 0877.301.157
Ondernemingsnummer 0400.599.508
Algemene vergadering op de zetel op 8 juni 2007, om 14 uur. Agenda : Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan de bestuurders. Diversen. (25600)
Algemene vergadering op de zetel op 11/6/2007, om 14 uur. 30 m. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-01603/25.05)
(25754)
AB CONFORT, société anonyme, rue Hulin 64, 6180 COURCELLES
Amusement with Prize, en abrégé ″A.W.P.″, société anonyme, Parc Industriel, 4890 THIMISTER
Numéro d’entreprise 0453.417.887
Numéro d’entreprise 0446.406.371
Assemblée ordinaire au siège social le 19/6/2007, à 17 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers.
Assemblée ordinaire au siège social le 11/6/2007, à 16 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers.
(AOPC1708425/25.05)
(25749)
(AOPC-1-7-08882/25.05)
(25755)
AGRINEFFE, société anonyme, rue de Neffe 1, 5537 BIOUL
APTAN, société anonyme, avenue Delleur 18, 1170 Bruxelles
Numéro d’entreprise 0434.699.065
Numéro d’entreprise 0478.058.164
Assemblée ordinaire, rue sur les Dos 43, 5537 Bioul (Anhée), le 12/6/2007, à 17 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers.
Assemblée ordinaire au siège social le 13/6/2007, à 18 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Délibération en application des articles 633 & 634 du Code des sociétés. Nominations statutaires éventuelles. Divers.
(AOPC-1-7-02638/25.05)
(25750)
(AOPC-1-7-05280/25.05)
(25756)
Algemene Ondernemingen Peetermans, naamloze vennootschap, Herentalsesteenweg 37, 2230 HERSELT
ARTEMIS, naamloze vennootschap, Grote Ringlaan 6, 1070 BRUSSEL
Ondernemingsnummer 0440.556.875
Ondernemingsnummer 0402.119.735
Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2007, om 20 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen.
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 17 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen.
(AOPC-1-7-08039/25.05)
(25751)
(AOPC-1-7-04218/25.05)
(25757)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD ASCOT BELGIUM, naamloze vennootschap,
A.C. MATIC, société anonyme, Parc Industriel - Les Plenesses 75, 4890 THIMISTER
Oude Weg 39, 9991 ADEGEM
Numéro d’entreprise 0442.462.134
Ondernemingsnummer 0453.344.940
De jaarvergadering zal gehouden worden op de zetel op 12/6/2007, om 17 uur. Agenda : 1. Verslag raad van bestuur. 2. Goedkeuring van de jaarrekening per 31/12/’06. 3. Bestemming resultaat. 4. Goedkeuring wedde bestuurders. Kwijting aan bestuurders. 6. Ontslag en benoeming bestuurders. (AOPC-1-7-06355/25.05)
28357
(25758)
Assemblée ordinaire au siège social le 11/6/2007, à 17 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-08883/25.05) (25763)
B & C, naamloze vennootschap, Jules Vandenbemptlaan 85, 3001 HEVERLEE Ondernemingsnummer 0454.570.209
ATA INVESTMENTS, société anonyme, Côte de Hagelstein 15, 4880 AUBEL Numéro d’entreprise 0464.639.995
Assemblée ordinaire au siège social le 13/6/2007, à 10 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-08451/25.05)
(25759)
De algemene vergadering zal plaatsvinden op de zetel van de vennootschap op 14 juni 2007, om 14u. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-04941/25.05) (25764)
BEHEERCENTRALE, naamloze vennootschap, Hopland 38, 2000 ANTWERPEN Ondernemingsnummer 0406.391.002
AUZON, société anonyme, avenue Delleur 18, 1170 Bruxelles 17 Numéro d’entreprise 0476.098.269
Assemblée ordinaire au siège social le 13/6/2007, à 10 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-05281/25.05)
De heren aandeelhouders worden uitgenodigd tot het bijwonen der jaarvergadering op Bisschopsstraat nr. 1, Brussel 1000, op 11 juni 2007, om 10 uur. Dagorde : 1. Beheersverslag van de raad van bestuur. 2. Verslag van de commissaris. 3. Goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2006. 4. Bestemming van het resultaat. 5. Kwijting aan bestuurders en aan de commissaris. 6. Hernieuwing van mandaat van de commissaris. 7. Varia. Om toegelaten te worden, zich gedragen volgens de statuten. De raad van bestuur. (AOPC-1-7-08908/25.05) (25765)
(25760) BELBALI, naamloze vennootschap, Sint-Lenaartsesteenweg 91, 2310 RIJKEVORSEL
AXELCO, naamloze vennootschap,
Ondernemingsnummer 0461.000.814
Pastoor De Conincklaan 55, 2610 WILRIJK Ondernemingsnummer 0448.818.208
De Algemene Vergadering van Aandeelhouders zal plaatsvinden op vrijdag, 15 juni 2007, om 20uur te 2000 Antwerpen, Tavernierkaai 2, 6de verdieping met volgende agenda : 1. Kennisname en bespreking van het jaarverslag van de raad van bestuur en het Verslag van de Commissaris voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2006. 2. Kennisname en goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2006. 3. Kwijting bestuurders, accountant en commissaris. 4. Ontslag en benoeming bestuurders. 5. Varia. (AOPC-1-7-08846/25.05)
(25761)
A. DAEMS-BLOCKX VARKENSMESTERIJ, naamloze vennootschap,
Algemene vergadering op de zetel op 11/6/2007, om 20 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-08893/25.05) (25766)
BERFINA, naamloze vennootschap, Keiberg 14, 8551 ZWEVEGEM-HEESTERT Ondernemingsnummer 0434.751.624 Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 17 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-04911/25.05) (25767)
Molsebaan 47, 2470 RETIE CAPALOU, naamloze vennootschap, Prins Filiplaan 52, 8300 KNOKKE-HEIST
Ondernemingsnummer 0437.026.966
Ondernemingsnummer 0436.605.215 - RPR Brugge De jaarvergadering zal gehouden worden op de maatschappelijke zetel op 11 juni 2007, om 17 uur. Agenda : Verslag van de raad van bestuur. Lezing en goedkeuring van de jaarrekening 31.12.06. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-08921/25.05)
(25762)
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 11 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening op 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-03645/25.05) (25768)
28358
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Brusselle Marine Industries, naamloze vennootschap, Westendelaan 1, 8620 NIEUWPOORT
C. Nomination et pouvoirs des commandité-gérants.
Ondernemingsnummer 0405.244.224 - RPR Veurne
4° Pouvoirs conférés, à la gérance pour l’exécution des résolutions, à prendre sur l’objet qui précède. (AXPC-1-7-08626/25.05) (25773)
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 15 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening op 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Herkiezing commissaris. Diversen. (AOPC-1-7-03647/25.05) (25769)
CHATEAU LIBERME HOLDING, Aktiengesellschaft, Aachener Strasse 302, 4701 KETTENIS
CAPE INVESTMENTS, société anonyme, avenue Georges Henri 320, 1200 Bruxelles Numéro d’entreprise 0466.294.836 Assemblée ordinaire au siège social le 12/6/2007, à 16 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-03484/25.05) (25770)
CAROPHIL, naamloze vennootschap, Zeedijk 36, 8420 DEN HAAN Ondernemingsnummer 0425.825.050 Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2007, om 16 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-03099/25.05) (25771)
CASTELI, naamloze vennootschap, Ruggeveldlaan 753/B13, 2100 DEURNE (ANTWERPEN) Ondernemingsnummer 0418.883.810 Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-05/06/25.05) (25772)
Numéro d’entreprise 0862.802.627 L’assemblée générale ordinaire se réunira au siège social, le 12/6/2007, à 17 heures. Agenda : 1. Approbation du bilan et du compte de résultats. 2. Affectation du résultat. 3. Décharge aux administrateurs. 4. Divers. (AOPC-1-7-08780/25.05) (25774) CHAUSSURES VANSILIETTE, société anonyme, rue de l’Ange 81-83, 5000 Namur Numéro d’entreprise 0401.428.461 Assemblée ordinaire au siège social le 12/6/2007, à 15 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-03483/25.05) (25775) CHRISAL, société anonyme, avenue Bel Air 70, 1180 Bruxelles Numéro d’entreprise 0440.229.352 Assemblée ordinaire au siège social le 11/6/2007, à 11 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-08766/25.05) (25776) Compagnie Ardennaise Delcourt, société anonyme, Parc Industriel des Hauts Sarts, 4040 HERSTAL Numéro d’entreprise 0402.391.137
CHAMPSY, société anonyme, rue de la Croix 27, 1050 Bruxelles
Convocation
Numéro d’entreprise 0415143370
Mesdames et Messieurs les Actionnaires sont invités, à assister, à l’assemblée Générale Ordinaire de LA COMPAGNIE ARDENNAISE DELCOURT, qui se tiendra le mercredi 13 juin 2007, à 11 heures, au siège administratif, rue Dieudonné Lefèvre 160, à 1020 Bruxelles, et qui aura pour ordre du jour :
Assemblée générale extraordinaire le 18 juin 2007, à 18 heures en l’etude des Notaires Pierre Dandoy et Kathleen Dandoy, avenue Hubert Jacobs 18, 1360 Perwez. Ordre du jour : 1° Conversion du capital social en Euros et suppression de la valeur nominale des parts sociales.
a) Approbation des comptes annuels arrêtés au 31/12/2006. b) Affectation des résultats.
2° Modification de la raison sociale en ″M-L. Hardy de Frahan J. Raulier″.
c) Décharge aux Administrateurs pour l’exécution de leur mandat au cours de l’exercice clôturé le 31/12/2006.
3° Transformation de la société anonyme en société en commandite par actions.
d) Décharge au commissaire pour l’exécution de son mandat au cours de l’exercice clôturé le 31/12/2006.
A. Rapports préalables : - Conformément aux articles 777 et 778 du Code des Sociétés visant notamment la transformation d’une société anonyme en société privée, à responsabilité limitée, rapport justificatif établi par le conseil d’administration, avec en annexe un état comptable ne remontant pas, à plus de trois mois; - Rapport spécial du réviseur d’entreprises désigné par le conseil d’administration relatif, à cet état comptable. B. Adoption des nouveaux statuts de la société en commandite par actions;
e) Conseil d’administration : Renouvellement de mandats et/ou nomination d’administrateurs. Pour être admis, à l’assemblée, MM. les Actionnaires doivent déposer leurs titres au porteur cinq jours au moins avant la date de l’assemblée au siège social ou au siège administratif précité. Les comptes annuels seront, à la disposition des Actionnaires, quinze jours avant l’assemblée, sur simple demande adressée au siège administratif précité. Liège, le 27/4/2007. (AOPC-1-7-08037/25.05)
Le conseil d’administration. (25777)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28359
COMPAGNIE JULES VAN LANCKER, société anonyme, rue des Drapiers 31, 1050 Bruxelles (Ixelles)
CRISFIL, société anonyme, rue Pisseroule 174, 4820 DISON
Numéro d’entreprise 0402.835.357
Numéro d’entreprise 0460.654.384
Assemblée ordinaire au siège social le 12/6/2007, à 11 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires. Cession de participation. Divers. (AOPC-1-7-08861/25.05) (25778)
Assemblée ordinaire au siège social le 12/6/2007, à 21 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-03649/25.05)
CONCEPT DESIGN, naamloze vennootschap, Baliestraat 3, 8510 KORTRIJK-MARKE
(25783)
Cunibert-Daumen, société anonyme, Chemin-rue 49, 4960 MALMEDY
Ondernemingsnummer 0425.288.085 - RPR Kortrijk
Numéro d’entreprise 0431.057.112 Algemene vergadering op de zetel op 14/6/2007, om 9 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur en commissaris. Goedkeuring van de jaarrekening per 31.12.2006. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders en commissaris. Diversen. (AOPC-1-7-08042/25.05) (25779)
Assemblée ordinaire au siège social le 18/6/2007, à 18 h 30 m. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-08306/25.05)
COSELOG, société anonyme, boulevard Delwart 38, 7500 Tournai
“Credimo”, naamloze vennootschap, Weversstraat 6-10, 1730 ASSE
Numéro d’entreprise 0473.768.685 Assemblée ordinaire au siège social le 12/6/2007, à 10 heures. Ordre du jour : Lecture et approbation des comptes annuels clôturés au 31/12/2006. Affectation du résultat. Décharge aux administrateurs. (AOPC-1-7-08783/25.05) (25780)
RPR 0407.226.685
De aandeelhouders en de obligatiehouders worden uitgenodigd op de jaarlijkse algemene vergadering welke zal gehouden worden in de vergaderlokalen te 1730 Asse, Neerstraat 11, op donderdag 14 juni 2007 te 19 u.
COTE NORD, naamloze vennootschap, Graaf Jandijck 465, 8300 KNOKKE-HEIST Ondernemingsnummer 0476.715.012
(25784)
Agenda : 1. Verslag van de raad van bestuur; 2. Verslag van de commissaris;
Algemene vergadering op de zetel op 14/6/2007, om 20 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-08786/25.05) (25781)
3. Lezing van de jaarrekening afgesloten per 31/12/2006; 4. Goedkeuring van de jaarrekening en van de verwerking van de resultaten; 5. Goedkeuring waarderingsregels; 6. Kwijting verlenen aan de raad van bestuur en de commissaris;
“Credimo Holding”, naamloze vennootschap, Weversstraat 6-8-10, 1730 ASSE RPR Brussel 0459.322.021 De aandeelhouders worden uitgenodigd de jaarlijkse algemene vergadering bij te wonen die zal gehouden worden in de vergaderlokalen te 1730 Asse, Neerstraat 11 op donderdag 14 juni 2007, om 11 u. Agenda : 1. Verslagen van de raad van bestuur; 2. Verslagen van de commissaris; 3. Lezing van de jaarrekening afgesloten per 31.12.2006; 4. Lezing van de geconsolideerde jaarrekening afgesloten per 31.12.2006; 5. Goedkeuring van de jaarrekening en de verwerking van de resultaten; 6. Goedkeuring van de geconsolideerde jaarrekening; 7. Kwijting verlenen aan de raad van bestuur en de commissaris; 8. Varia. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (AOPC-1-7-08788/25.05) (25782)
7. Ontslag en benoeming bestuurders; 8. Ontslag en benoeming Commissaris; 9. Varia. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. De obligatiehouders en de houders van achtergestelde certificaten dienen overeenkomstig de beslissing van de raad van bestuur hun intentie, om deel te nemen aan de algemene vergadering schriftelijk mee te delen aan de raad van bestuur ten laatste vijf dagen voor de algemene vergadering. (AOPC-1-7-08790/25.05)
(25785)
C3ACH, commanditaire vennootschap op aandelen, Bruulstraat 77, 1130 BRUSSEL Ondernemingsnummer 0475.839.438 - RPR Brussel
Jaarvergadering te 8510 Kortrijk-Marke, Baliestraat, 3 op 12/6/2007, om 11 uur. Dagorde : 1. Verslag raad van bestuur en commissaris. 2. Goedkeuring van de jaarrekening op 31/12/2006. 3. Aanwending van het resultaat. 4. Kwijting aan bestuurders en commissaris. 5. Allerlei. (AOPC-1-7-08032/25.05)
(25786)
28360
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD DABA, naamloze vennootschap, Molsebaan 47, 2470 RETIE
DISCOUNT BOGHE, naamloze vennootschap, Blandenstraat 173, 3053 OUD-HEVERLEE Ondernemingsnummer 0433.894.262
Ondernemingsnummer 0437.361.221
De jaarvergadering zal gehouden worden op de maatschappelijke zetel op 11 juni 2007, om 16 uur. Agenda : Verslag van de raad van bestuur. Lezing en goedkeuring van de jaarrekening 31.12.06. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-08873/25.05)
(25787)
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 18 uur. 30 m. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-03485/25.05) (25792)
DIS-3-BUTION, naamloze vennootschap, Hoekstraat 4, 1860 MEISE RPR Brussel 0449.743.666 — BTW BE 0449.743.666
DE BEUCKELAER HARELBEKE, naamloze vennootschap, Bethanienlei 15, 2980 ZOERSEL Ondernemingsnummer 0452.292.588
Algemene vergadering op de zetel op 14/6/2007, om 18 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. (AOPC-1-7-05688/25.05)
(25788)
Ondernemingsnummer 0449.158.203
Algemene vergadering op de zetel op 14/6/2007, om 21 uur. Agenda : 1. Toepassing art. 523 van de Vennootschappenwet. 2. Verslag van de raad van bestuur. 3. Goedkeuring van de jaarrekening met toewijzing van het resultaat. 4. Kwijting aan de bestuurders. 5. Ontslagen en benoemingen van bestuurders. 6. Allerlei. (25789)
RPR 0404.706.863 Antwerpen
Gewone algemene vergadering op 21/6/2007, om 15.30 uur in Lange Herentalsestraat 48, 2018 Antwerpen. Agenda : 1. bespreking en goedkeuring van de jaarrekening afgesloten per 31.12.2006, met inbegrip van de bestemming van het resultaat; 2. kwijting aan de bestuurders; 3. vergoeding van de bestuurders; 4. ontslag en benoeming van bestuurders; 5. varia. Bijzondere algemene vergadering op 21/6/2007, die onmiddellijk na de Gewone Algemene Vergadering zal plaatsvinden, in Lange Herentalsestraat 48, 2018 Antwerpen. Agenda : 1. bespreking beleid van de vennootschap; 2. bespreking van de toestand van alle onroerende goederen van de vennootschap. De raad van bestuur. (25790)
DRUKKERIJ NEVADA, naamloze vennootschap, Researchdreef 30, 1070 BRUSSEL Ondernemingsnummer 0406.445.539
DYNAMOTOR DE COSTER, naamloze vennootschap, De Costerstraat 43, 3150 Wespelaar-Haacht BTW BE-0403.558.503 — RPR Leuven De houders van effecten aan toonder worden uitgenodigd tot de jaarvergadering op de zetel van de vennootschap op 11/6/2007, om 15uur. Agenda : Bespreking en goedkeuring van de jaarrekening afgesloten per 31/12/2006. Kwijting. (AOPC-1-7-08917/25.05) (25796)
EATON, naamloze vennootschap, Pastoor De Conincklaan 55, 2610 WILRIJK Ondernemingsnummer 0448.888.680
DECO-IM, naamloze vennootschap, Molenstraat 14, 1755 GOOIK Ondernemingsnummer 0454.235.360
Algemene vergadering op de zetel op 14/6/2007, om 20 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-05477/25.05)
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 19 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-02720/25.05) (25794)
Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2007, om 17 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-03040/25.05) (25795)
De Gulden Spoor, naamloze vennootschap, Lange Herentalsestraat 50, 2018 ANTWERPEN
(AOPC-1-7-08872/25.05)
DIVEMO, naamloze vennootschap, Miraeusstraat 29, 2000 ANTWERPEN Ondernemingsnummer 0446.450.319
DE KEMPHAAN, naamloze vennootschap, Atealaan 7, 2270 HERENTHOUT
(AOPC-1-7-03022/25.05)
Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2007, om 10 uur. Agenda : 1. Verslag van de raad van bestuur. 2. Bespreking en goedkeuring van de jaarrekening per 31.12.2006. 3. Bestemming van het resultaat. 4. Kwijting aan de bestuurders van het gevoerde beleid. 5. Herbenoemingen. 6. Varia. (AOPC-1-7-08899/25.05) (25793)
(25791)
De Algemene Vergadering van Aandeelhouders zal plaatsvinden op vrijdag, 15 juni 2007, om 20.30 uur te 2000 Antwerpen, Tavernierkaai 2, 6de verdieping met volgende agenda : 1. Kennisname en bespreking van het jaarverslag van de raad van bestuur en het Verslag van de Commissaris voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2006. 2. Kennisname en goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2006. 3. Kwijting bestuurders, accountant en commissaris. 4. Ontslag en benoeming bestuurders. 5. Varia. (AOPC-1-7-08842/25.05) (25797)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Ebénisterie d’Art J. Barbier, société anonyme, rue Albert Ier 23, 5640 METTET
Eurowood, naamloze vennootschap, Kalbergstraat 113, 8780 Oostrozebeke
Numéro d’entreprise 0406.708.924
Ondernemingsnummer 0433.136.771
Assemblée ordinaire au siège social le 11/6/2007, à 14 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-08903/25.05)
28361
(25798)
EMKA-B, naamloze vennootschap, Georges Minnelaan 1A, 9830 SINT-MARTENS-LATEM
De aandeelhouders en bestuurders worden uitgenodigd tot de gewone algemene vergadering op 12/6//2007, om 11 uur, op de zetel van de vennootschap. Agenda : 1. Lezing van de jaarrekening per 31/12//2006. 2. Goedkeuring van voornoemde stukken. 3. Bestemming van het resultaat. 4. Kwijting aan de bestuurders. 5. Goedkeuring van de stand van de lopende rekeningen. 6. Varia. Zich richten naar de statuten. (AOPC-1-7-06123/25.05)
(25804)
Ondernemingsnummer 0449.243.226 EXETER INTERNATIONAL, naamloze vennootschap, Algemene vergadering op de zetel op 23/6/2007, om 18 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-06543/25.05)
(25799)
Ondernemingsnummer 0451.608.739 — RPR Antwerpen
De gewone algemene vergadering zal gehouden worden op de zetel, op 13 juni 2007, om 15 uur. Dagorde : Jaarverslag van de raad van bestuur. Behandeling van de jaarrekening per 31 december 2006. Kwijting aan de bestuurders voor de uitoefening van hun mandaat. Ontslagen en benoemingen. Diversen. De aandeelhouders dienen zich te schikken naar de statuten.
ENGELEN INVEST, naamloze vennootschap, Kerkstraat 23, 2845 NIEL Ondernemingsnummer 0458.360.632 Algemene vergadering op de zetel op 25/5/2007, om 9 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-08897/25.05)
Straalstraat 2, 2170 MERKSEM
(25800)
(AOPC-1-7-06993/25.05)
(25805)
E.C.C., naamloze vennootschap, Terbekehofdreef 50-52, 2610 WILRIJK (ANTWERPEN)
Etablissements Eurobuttons, société anonyme, rue de l’Avenir 37, 1080 Bruxelles
Ondernemingsnummer 0406.921.532
Numéro d’entreprise 0411.101.440
Algemene vergadering op de zetel op 19/6/2007, om 16 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen.
Assemblée ordinaire au siège social le 14/6/2007, à 18 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-05228/25.05)
(25801)
(AOPC-1-7-08310/25.05)
(25806)
FACRO, société anonyme, La Moudreye 3, 4820 DISON
EURASPHALTE, société anonyme, rue Vandervelde 187, 6200 BOUFFIOULX
Numéro d’entreprise 0429.275.478
Numéro d’entreprise 0475.286.934 Assemblée ordinaire au siège social le 13/6/2007, à 11 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-06004/25.05)
Assemblée ordinaire au siège social le 11/6/2007, à 15 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-08880/25.05)
(25807)
(25802) FARIM, société anonyme,
EUROPEAN ESTATE MANAGEMENT, naamloze vennootschap, Sint-Jansvliet 2, bus 6, 2000 ANTWERPEN Ondernemingsnummer 0407.869.261 Jaarvergadering op 12.06.07, te 14 uur, op de zetel. Agenda : Verslag bestuurders. Goedkeuring jaar- en resultatenrekening per 31.12.2006. Bestemming resultaten. Kwijting bestuurders en externe accountants. Statutaire benoemingen. Diversen. Zie statuten. (AOPC-1-7-08478/25.05)
(25803)
avenue d’Hyon 85, 7000 MONS Numéro d’entreprise 0451.671.293
Assemblée ordinaire au siège social le 14/6/2007, à 14 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-05907/25.05)
(25808)
28362
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD FAMICO, naamloze vennootschap, Kleine Roeselarestraat 9, 8760 MEULEBEKE
F.M. CONSTRUCT, naamloze vennootschap, Gentsestraat 88A, 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM
BTW BE 0446.612.249 — RPR Kortrijk
Ondernemingsnummer 0443.302.371
Jaarvergadering ten maatschappelijke zetel op 11/6/2007, om 11uur. Agenda : Melding toepassing artikel 523 Wetboek van vennootschappen. Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Benoemingen. Zich richten naar de statuten. (AOPC-1-7-01328/25.05) (25809)
Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2007, om 15 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-02142/25.05) (25814) FLARONIS, société anonyme, Herbesthaler Strasse 323, 4701 EUPEN
FILTEINT INVEST, naamloze vennootschap, Landbouwersstraat 82b, 9100 SINT-NIKLAAS Ondernemingsnummer 0405.028.349 De aandeelhouders worden uitgenodigd op de gewone algemene vergadering van 14 juni 2007, om 15 u op de maatschappelijke zetel van de vennootschap. De raad van bestuur verzoekt de algemene vergadering van aandeelhouders te beslissen over de onderstaande agenda : 1. Lezing van het verslag van de raad van bestuur en van de jaarrekening. 2. De jaarrekening in haar geheel goed te keuren. 3. Haar kwijting te verlenen voor het uitgeoefende beleid gedurende het boekjaar 2006. 4. Varia. (AOPC-1-7-08452/25.05) (25810)
Unternehmensnummer 0431.633.370 Einladung zur ordentlichen Generalversammlung, welche am 12/6/2007 um 10 Uhr am Sitz der Gessellschaft stattfinden wird. Tagesordnung : Bericht des Verwaltungsrates. Vorlage und Annahme der Bilanz und Gewinn- u. Verlustrechnung. Ergebnisverteilung. Entlastung des Verwaltungsrates. Eventuelle statutäre Mandatsemennungen. Diverses. (AOPC-1-7-08768/25.05) (25815) FRADOM, société anonyme, avenue Bel Air 70, 1180 Bruxelles Numéro d’entreprise 0442.767.881
FILTEINT, naamloze vennootschap, Landbouwersstraat 82B, 9100 SINT-NIKLAAS Ondernemingsnummer 0870.441.871
Assemblée ordinaire au siège social le 11/6/2007, à 14 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-08764/25.05) (25816)
De aandeelhouders worden uitgenodigd op de gewone algemene vergadering van 14 juni 2007, om 16 u op de maatschappelijke zetel van de vennootschap. De raad van bestuur verzoekt de algemene vergadering van aandeelhouders te beslissen over de onderstaande agenda : 1. Lezing van het verslag van de raad van bestuur en van de jaarrekening. 2. Lezing van het controleverslag van de commissaris. 3. De jaarrekening in haar geheel goed te keuren. 4. Haar kwijting te verlenen voor het uitgeoefende beleid gedurende het boekjaar 2006. 5. Kwijting te verlenen aan de commissaris voor het uitoefenen van zijn mandaten over het voorbije boekjaar. 6. De B.V.B.A. “Ernst & Young & Partners”, bedrijsrevisorenkantoor, met als mandaatdrager de heer Gislenus Bats, te herbenoemen als commissaris van Filteint NV. 7. Varia. (AOPC-1-7-08453/25.05) (25811)
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 20 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-04703/25.05) (25817)
FIRMA CRAS, naamloze vennootschap, Industrielaan 5, 8790 WAREGEM
FU-WAH, naamloze vennootschap, Kol. Silvertopstraat 5-7, 2850 BOOM
Ondernemingsnummer 0405.398.137 - RPR Kortrijk
Ondernemingsnummer 0462.214.106
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 15 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening op 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Bespreking geconsolideerde jaarrekening. Herkiezing commissaris. Diversen. (AOPC-1-7-03643/25.05) (25812)
Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2007, om 15 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-05310/25.05) (25818)
FIX-O-PRESS, naamloze vennootschap, Piezelstraat 26, 1760 ROOSDAAL
FRANS WITTOCKX, naamloze vennootschap, Herseltsesteenweg 70, 3200 AARSCHOT Ondernemingsnummer 0427.798.011
GELDOF INVEST, naamloze vennootschap, Broelstraat 31, 8530 HARELBEKE Ondernemingsnummer 0429.888.459
Ondernemingsnummer 0411.637.514 Algemene vergadering op de zetel op 11/6/2007, om 14 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-08490/25.05) (25813)
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 18 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-04913/25.05) (25819)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD GENERAL PROJECT SERVICES, naamloze vennootschap, Huybergsebaan 216, 2910 ESSEN Ondernemingsnummer 0449.169.980
28363
HOTEL-RESTAURANT RIJCKENDAEL, naamloze vennootschap, J. Van Elewijckstraat 35, 1853 Grimbergen (Strombeek-Bever) Ondernemingsnummer 0441.146.003
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 14 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-04713/25.05) (25820)
Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2007, om 19 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-07152/25.05) (25826)
GRAVEYRON, société anonyme, avenue Delleur 18, 1170 Bruxelles Numéro d’entreprise 0462.032.774 Assemblée ordinaire au siège social le 13/6/2007, à 14 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-05464/25.05) (25821)
GRABA TRADING, naamloze vennootschap, Wolfsakker 6, 9160 LOKEREN
HOTEX, société anonyme, boulevard Reyers 137, 1030 Bruxelles Numéro d’entreprise 0402.867.526 Assemblée ordinaire au siège social le 12/6/2007, à 15 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels au 31/12/2006. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-08784/25.05) (25827)
RPR 0459.454.851 - Dendermonde — BTW BE 459.454.851
IMALC, société anonyme, chaussée d’Antoing 55, 7500 Tournai
De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de buitengewone algemene vergadering van Graba Trading NV, die zal doorgaan te, 9520 Sint-Lievens-Houtem, Boekhoutstraat 29 op maandag 11/6/2007, om 12 u. 30 m. Dagorde : 1. Jaarverslag van de raad van bestuur. 2. Verslag van de Commissaris. 3. Toelichting, bespreking en goedkeuring van de jaarrekening. 4. Bestemming resultaat. 5. Décharge aan de bestuurders en de commissaris. 6. Ontslagen en benoemingen. 7. Diversen. De aandeelhouders dienen zich te schikken naar de statuten. (AXPC-1-7-08888/25.05) (25822)
Numéro d’entreprise 0447.632.036 Assemblée ordinaire au siège social le 13/6/2007, à 14 h 30 m. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-08793/25.05) (25828)
IMBERT, naamloze vennootschap, Keiberg 14, 8551 HEESTERT G.S.L., naamloze vennootschap, Langstraat 13, 3384 ATTENRODE
Ondernemingsnummer 0434.753.505
Ondernemingsnummer 0445.418.654 Algemene vergadering op de zetel op 18/6/2007, om 20 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting/bezoldiging bestuurders. Allerlei. Zie statuten. (AOPC-1-7-08849/25.05) (25823)
HOOG VONDER, naamloze vennootschap, Bisschoppenhoflei 14, 2930 BRASSCHAAT Ondernemingsnummer 0433.167.851 Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 16 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-05877/25.05) (25824)
HORSIMA, naamloze vennootschap, Kruibekesteenweg 48, 9120 BEVEREN
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 16 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-04912/25.05) (25829)
IMD, naamloze vennootschap, Mijlstraat 265, 2570 DUFFEL Ondernemingsnummer 0423.276.029 Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 14 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-02897/25.05) (25830)
IMMIVOS, naamloze vennootschap, Jagershoek 206, 9320 EREMBODEGEM Ondernemingsnummer 0427.965.186
Ondernemingsnummer 0427.498.596 Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 15 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-08904/25.05) (25825)
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 20 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-05482/25.05) (25831)
28364
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD IMMO BERTREM, naamloze vennootschap, Keiberg 10, 8551 ZWEVEGEM-HEESTERT
IMMO MEVAN, société anonyme, rue du Bardé 18, 1460 ITTRE
Ondernemingsnummer 0436.847.814
Numéro d’entreprise 0425.469.615
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 16 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-04909/25.05)
(25832)
Assemblée ordinaire au siège social le 22/6/2007, à 14 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-02246/25.05) (25838)
IMMO DELACHRIS DE TIELRODE, naamloze vennootschap, Legen Heirweg 51, 9140 TEMSE
IMMO MIMOSA, naamloze vennootschap, Mimosastraat 17, 8301 KNOKKE-HEIST
Ondernemingsnummer 0453.534.584
Ondernemingsnummer 0419.154.123
Algemene vergadering op de zetel op 14/6/2007, om 10 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening per 31.12.06. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders en aan de vaste vertegenwoordigers in de rechtspersoon bestuurder. Diversen.
Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2007, om 16 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-07766/25.05) (25839)
(AOPC-1-7-04464/25.05)
(25833)
IMMO DESEURE, commanditaire vennootschap op aandelen, steenweg op Gent 393, 1080 BRUSSEL 8 Ondernemingsnummer 0447.650.743 Algemene vergadering op de zetel op 22/6/2007, om 16 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-04970/25.05)
(25834)
IMMO MV, naamloze vennootschap, Kustlaan 8, 8300 KNOKKE-HEIST Ondernemingsnummer 0429.476.507 Jaarvergadering op 12.06.07 te 10 uur op de zetel. Agenda : Verslag bestuurders. Goedkeuring jaar- en resultatenrekening per 31.12.2006. Bestemming resultaten. Kwijting bestuurders en externe accountants. Diversen. Zie statuten. (AOPC-1-7-08480/25.05) (25840)
Immobiliën Verbraeken, naamloze vennootschap, Amerikalei 18, 2000 ANTWERPEN
IMMO J & A, naamloze vennootschap, Onze-Lieve-Vrouwstraat 64, 3560 LUMMEN-HASSELT
Ondernemingsnummer 0444.159.634 - RPR Antwerpen
Ondernemingsnummer 0416.747.137
De gewone algemene vergadering zal gehouden worden op de zetel, op 14 juni 2007, om 14 uur. Dagorde : Jaarverslag van de raad van bestuur. Behandeling van de jaarrekening per 31 december 2006. Kwijting aan de bestuurders voor de uitoefening van hun mandaat. De aandeelhouders dienen zich te schikken naar de statuten. (AOPC-1-7-06995/25.05) (25841)
Algemene vergadering op de zetel op 22/6/2007, om 18 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-06950/25.05)
(25835) IMMO 33, société anonyme, rue du Calvaire 40, 4650 HERVE
IMMO KOCKX, naamloze vennootschap, Poorthoflaan 76, 2180 EKEREN
Numéro d’entreprise 0427.538.485
Ondernemingsnummer 0425.985.693 Algemene vergadering op de zetel op 11/6/2007, om 18 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-08901/25.05)
(25836)
IMMO MELISSA, naamloze vennootschap, Keiberg 14, 8551 HEERSTERT Ondernemingsnummer 0466.148.247 Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 18 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-04908/25.05)
(25837)
Messieurs les actionnaires sont priés d’assister, à l’assemblée Générale Extraordinaire de la société qui se tiendra en l’étude du Notaire P. Binet, à Aubel 4880, rue de la Bel 51, le 13 juin 2007, à 17 heures. Ordre du jour : 1. Rapport du conseil d’administration. 2. Approbation des comptes annuels au 31 décembre 2006. 3. Affectation des résultats. 4. Décharge aux administrateurs. 5. Décision, à prendre quant, à l’application de l’art. 633 du Code des sociétés. 6. Augmentation du capital de 75.000 euro pour le porter de 37.184 euro, à 112.184 euro par la création de 25 000 parts sociales sans mention de valeur nominale jouissants des mêmes droits et avantages que les parts existantes sauf qu’elles ne participeront aux résultats de la société qu’après les résultats de 2007 présentés, à l’assemblée Générale Ordinaire de 2008. Ces parts nouvelles seront immédiatement souscrites en espèces et entièrement libérées, à la souscription. 7. Droit de souscription préférentielle.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD 8. Constatation de la réalisation effective de l’augmentation du capital.
28365
Immo-Heutz Aktiengesellschaft, Grossenbusch 47, 4730 RAEREN-HAUSET
9. Souscription et libération des parts nouvelles. 10. Modification des statuts pour les mettre en concordance avec ce qui précède. 11. Transfert du siège social, à 4860 Pepinster, rue Hodister 142. 12. Modification des statuts pour les mettre en concordance avec ce qui précède (article 2). 13. Proposition de remplacer dans les statuts les références aux lois coordonnées sur les sociétés commerciales par celles du code des sociétés. 14. Nomination d’un administrateur, pouvoir de représentation de l’administrateur délégué. 15. Pouvoirs, à conférer au conseil d’administration pour l’exécution des résolutions, à prendre sur les objets qui précèdent. Pour être admis, à l’assemblée, tout propriétaire de titres au porteur doit déposer ses titres 5 (cinq) jours francs avant l’assemblée conformément, à l’article 26 des statuts au bureau de l’agence ING, 4860 Pepinster, rue Neuve 44. (AXPC-1-7-08871/25.05)
(AOPC-1-7-08797/25.05)
(25847)
INGEFIN, société anonyme, avenue Delleur 18, 1170 Bruxelles Numéro d’entreprise 0865.373.226
Assemblée ordinaire au siège social le 13/6/2007, à 17 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Délibération en application des articles 633 & 634 du code des sociétés. Nominations statutaires éventuelles. Divers.
Numéro d’entreprise 0433.503.490
(AOPC-1-7-05283/25.05)
Assemblée ordinaire au siège social le 14/6/2007, à 18 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (25843)
IMMOFA, naamloze vennootschap, steenweg op Mol 87/2, 2360 OUD-TURNHOUT
(25848)
International Laboratory- Medical-School - Factory Furniture & Equipment Manufacturing Company, in het kort : ″LABONORM″, naamloze vennootschap, Baliestraat 3, 8510 KORTRIJK-MARKE Ondernemingsnummer 0425.288.481 - RPR Kortrijk
Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2006, om 17 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur en commissaris. Goedkeuring van de jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders en commissaris. Diversen.
Ondernemingsnummer 0424.438.643 Algemene vergadering op de zetel op 14/6/2007, om 17 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Ontslag en benoeming bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-03021/25.05)
Einladung zur ordentlichen Generalversammlung, welche am 14/6/2007 um 17. 00 Uhr am Sitz der Gesellschaft stattfinden wird. Tagesordnung : Bericht des Verwaltungsrates. Vorlage und Annahme der Bilanz und Gewinn- u. Verlustrechnung. Ergebnisverteilung. Entlastung des Verwaltungsrates. Eventuelle statutäre Mandatsernennungen. Diverses.
(25842)
IMMOBILIERE VOLTA, société anonyme, rue Volta 6, 6001 MARCINELLE
(AOPC-1-7-05230/25.05)
Unternehmensnummer BE 0451.973.775
(25844)
(AOPC-1-7-08023/25.05)
(25849)
″International Sanitary Ware Manufacturing Cy″, ″INTERSAN″, naamloze vennootschap, Ommegangstraat 51, 9970 KRUISHOUTEM
IMMORENT, société anonyme, chaussée de Waterloo 1232, 1180 Bruxelles
Ondernemingsnummer 0416.686.066 - RPR Oudenaarde
Numéro d’entreprise 0432.141.037 Assemblée ordinaire au siège social le 14/6/2007, à 18 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-03324/25.05)
Algemene vergadering te 8510 Kortrijk-Marke, Baliestraat 3, op 14/6/2007, om 15 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur en commissaris. Goedkeuring van de jaarrekening op 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders en commissaris. Herkiezing bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-08040/25.05)
(25850)
(25845) JENNES & ZONEN, naamloze vennootschap,
IMMOTIEN, naamloze vennootschap, Karekiet 50, 2970 SCHILDE
Molenbergstraat 2, 2230 HERSELT Ondernemingsnummer 0437.200.873
Ondernemingsnummer 0429.810.265 Algemene vergadering op de zetel op 11/6/2007, om 18 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-08854/25.05)
(25846)
Algemene vergadering op de zetel op 14/6/2007, om 20 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-08043/25.05)
(25851)
28366
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD JOALFRA, naamloze vennootschap, Mechelsesteenweg 108, 2500 LIER
LA SAPINIERE, société anonyme, Enclus du Haut 48, 7750 Mont de l’Enclus (Orroir)
Ondernemingsnummer 0439.786.815
Numéro d’entreprise 0860.254.792 - RPM Tournai
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 14 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-04216/25.05) (25852)
Assemblée ordinaire au siège social le 12/6/2007, à 10 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels au 31.12.2006. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-03648/25.05)
JUST IN TIME, société anonyme, rue de Menin 156, 7700 MOUSCRON Numéro d’entreprise 0412.396.389 - RPM Tournai
(25858)
LAENNEC, naamloze vennootschap, Warschaustraat 8, 8400 OOSTENDE Ondernemingsnummer 0443.035.622
Assemblée ordinaire, à 8510 Kortrijk-Marke, Baliestraat 3, le 12/6/2007, à 17 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration et du commissaire. Approbation des comptes annuels au 31/12/2006. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs et commissaire. Réélection commissaire. Divers. (AOPC-1-7-08029/25.05) (25853)
Algemene vergadering op de zetel op 18/6/2007, om 15 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen.
JUXA, naamloze vennootschap, Wortegemseweg 52, 8790 WAREGEM
LAUNA, société anonyme, rue Champ du Loup 29, 6540 LOBBES
Ondernemingsnummer 0469.064.680
Numéro d’entreprise 0443.885.064
Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2007, om 10 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-08838/25.05) (25854)
Assemblée ordinaire au siège social le 14/6/2007, à 18 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers.
(AOPC-1-7-08422/25.05)
(AOPC-1-7-03845/25.05) KEMISOL, naamloze vennootschap, Hulshoutsesteenweg 33, 2220 HEIST-OP-DEN-BERG Ondernemingsnummer 0464.536.859
(25859)
(25860)
LES BAYARDS, société anonyme, rue des Bayards 22-24, 4000 Liège Numéro d’entreprise 0455.909.403
Algemene vergadering op de zetel op 18/6/2007, om 14 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Ontslag en benoeming bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-07222/25.05) (25855)
Assemblée ordinaire au siège social le 12/6/2007, à 11 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-02924/25.05)
KEMPISCHE PAPIERHANDEL, naamloze vennootschap, Atealaan 7, 2270 HERENTHOUT Ondernemingsnummer 0449.158.302
(25861)
LIJNWAAD INDUSTRIE, naamloze vennootschap, Baliestraat 3, 8510 Kortrijk-MARKE Ondernemingsnummer 0443.829.735 - RPR Kortrijk
Algemene vergadering op de zetel op 14/6/2007, om 19 uur. Agenda : 1. Toepassing art. 523 van de Vennootschappenwet. 2. Verslag van de raad van bestuur. 3. Goedkeuring van de jaarrekening met toewijzing van het resultaat. 4. Kwijting aan de bestuurders. 5. Ontslagen en benoemingen van bestuurders. 6. Allerlei. (AOPC-1-7-03020/25.05) (25856)
L EN D, naamloze vennootschap, Waterhoendreef 4, 9940 EVERGEM Ondernemingsnummer 0434.730.640 Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 14 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-03039/25.05) (25857)
Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2007, om 14 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur en commissaris. Goedkeuring van de jaarrekening op 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders en commissaris. Diversen. (AOPC-1-7-08026/25.05)
(25862)
LISBLOEM, naamloze vennootschap, Rijksweg 84, 8710 SINT-BAAFS-VIJVE Ondernemingsnummer 0447.183.361 Algemene vergadering op de zetel op 14/6/2007, om 10 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-02450/25.05)
(25863)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28367
LOPAR, naamloze vennootschap, Nijverheidsstraat 48, 2260 OEVEL
MAGAZIJNEN DONCKERS, naamloze vennootschap, Bredabaan 1259-1261, 2900 SCHOTEN
Ondernemingsnummer 0430.266.561 — RPR Turnhout
Ondernemingsnummer 0424.255.135
De gewone algemene vergadering zal gehouden worden op de zetel, op 14 juni 2007, om 15 uur. Dagorde : Jaarverslag van de raad van bestuur. Behandeling van de jaarrekening per 31 december 2006. Kwijting aan de bestuurders voor de uitoefening van hun mandaat. Ontslagen en benoemingen. Diversen. De aandeelhouders dienen zich te schikken naar de statuten. (AOPC-1-7-06996/25.05)
(25864)
Algemene vergadering op de zetel op 14/6/2007, om 10 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Ontslag en herbenoeming bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-05214/25.05) (25868) MARANDS, société anonyme, rue du Calvaire 74/6, 6280 LOVERVAL
LUMIFORM BELGIUM, société anonyme, rue du Bardé 18, 1460 ITTRE
Numéro d’entreprise 0402.535.647
Numéro d’entreprise 0426.964.997
Assemblée ordinaire au siège social le 14/6/2007, à 11 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-04617/25.05) (25869)
Assemblée ordinaire au siège social le 25/5/2007 à. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-02244/25.05)
(25865)
Ondernemingsnummer 0459.198.196
L’HARMONIE, société anonyme, rue des Alliés 41, 7080 FRAMERIES Numéro d’entreprise 0401.180.023 AVIS AUX ACTIONNAIRES Vous êtes conviés, à participer, à l’assemblée Générale Extraordinaire qui se déroulera au siège social, le 14 juin 2007, à 19 heures, devant Mre Jean Marie De Deken, Notaire, à Saint-Ghislain. Ordre du jour : 1. Modification de l’article 7 des statuts : transformation des ″parts sociales au porteur″ en ″parts sociales nominatives″. 2. Suspension des droits afférents aux titres au porteur dont la conversion n’est pas demandée par le titulaire. 3. Modalités pratiques de l’échange : dépôt au siège social contre récépissé et inscription au registre des parts lors des permanences au siège social les 3 août et 7 septembre 2007 de 15 à 17 heures. 4. Une deuxième assemblée se tiendra le 6 juillet 2007, à 19 heures, au siège social, conformément l’article 33 des statuts, si le nombre voulu d’actions n’est pas réuni. Cette assemblée délibèrera valablement quel que soit le nombre d’actions représentées. - Appèl est fait à tous les actionnaires. - Modèle de procuration disponible au siège social et en l’Etude du notaire De Deken. - Se munir des actions pour être admis, à l’assemblée. Le conseil d’administration. (AXPC-1-7-08898/25.05)
MARIGOT INVESTISSEMENTS, naamloze vennootschap, Schuttershofstraat 6, 2000 ANTWERPEN
(25866)
L.B. HOLDING, société anonyme, avenue Delleur 18, 1170 Bruxelles
De jaarvergadering zal gehouden worden op de maatschappelijke zetel op 11 juni 2007, om 10 uur. Agenda : Verslag van de raad van bestuur. Lezing en goedkeuring van de jaarrekening 31.12.06. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-08875/25.05) (25870)
MARKGRAVE, naamloze vennootschap, Italiëlei 92-94, 2000 ANTWERPEN Ondernemingsnummer 0424.146.950 De raad van bestuur nodigt de aandeelhouders uit, om deel te nemen aan de gewone algemene vergadering van de vennootschap, die zal gehouden worden op 11 juni 2007, om 20uur op de maatschappelijke zetel, met volgende agendapunten : goedkeuring jaarrekening en winstverdeling, kwijting aan de leden van de raad van Bestuur, varia. (AOPC-1-7-08902/25.05) (25871)
MARPO, naamloze vennootschap, Paalsesteenweg 286, 3583 BERINGEN NN 0438.249.463 - RPR Hasselt Jaarvergadering op 13/6/2007, om 17 uur, op de zetel. Agenda : Verslag. Raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening dd 31/12/2006. Bestemming resultaat. (Her)benoemingen. Kwijting bestuurders. Varia. (AOPC-1-7-05711/25.05) (25872)
MARSHIP, naamloze vennootschap, Lange Nieuwstraat 21, 2000 Antwerpen
Numéro d’entreprise 0443.627.619
Ondernemingsnummer 0476.274.750 Assemblée ordinaire au siège social le 15/6/2007, à 14 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-05470/25.05)
(25867)
Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2007, om 17 uur. Agenda : - Goedkeuring van de jaarrekening op 31 december 2006. Bestemming van het resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-08886/25.05) (25873)
28368
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD MASSAN, société anonyme, avenue Delleur 18, 1170 Bruxelles 17
MK MOBEL KRINGS Aktiengesellschaft, Hunningen 48, 4784 SANKT VITH
Numéro d’entreprise 0477.738.658
Unternehmensnummer 0417.628.055
Assemblée ordinaire au siège social le 13/6/2007, à 17 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-05279/25.05)
(25874)
MATHIEU & COWEZ, société anonyme, avenue du Champ de Bataille 101, 7012 MONS (JEMAPPES) Numéro d’entreprise 0432.779.554
Einladung zur ordentlichen Generalversammlung, welche am 12/6/2007 um 18 Uhr am Sitz der Gessellschaft stattfinden wird. Tagesordnung : Bericht des Verwaltungsrates. Vorlage und Annahme der Bilanz und Gewinn- u. Verlustrechnung. Ergebnisverteilung. Entlastung des Verwaltungsrates. Eventuelle statutäre Mandatsemennungen. Diverses. (AOPC-1-7-08769/25.05) (25880)
MONOPOLYS, naamloze vennootschap, Schumanplein 6/5, 1000 BRUSSEL Ondernemingsnummer 0463.146.492
Assemblée ordinaire au siège social le 14/6/2007, à 15 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-05906/25.05)
(25875)
Algemene vergadering op de zetel op 21/6/2007, om 18 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-08545/25.05) (25881)
MAVO BEHEERS- EN BELEGGINGSMIJ, naamloze vennootschap, Kathovenstraat 35, 2260 WESTERLO
OHN-MATTAR Aktiengesellschaft, Bahnhofstrasse 1, 4700 EUPEN
Ondernemingsnummer 0444.933.753
Unternehmensnummer BE 0412.998.878
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 11 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen.
Einladung zur ordentlichen Generalversammlung, welche am 12/6/2007 um 15 Uhr am Sitz der Gesellschaft stattfinden wird. Tagesordnung : Bericht des Verwaltungsrates. Vorlage und Annahme der Bilanz und Gewinn- u. Verlustrechnung. Ergebnisverteilung. Entlastung des Verwaltungsrates. Eventuelle statutäre Mandatsernennungen. Diverses. (AOPC-1-7-08778/25.05) (25882)
(AOPC-1-7-04712/25.05)
(25876)
MELIAN, société anonyme, rue du Saule 26, 1090 Bruxelles Numéro d’entreprise 0428.507.189
OOMS, naamloze vennootschap, Snapperstraat 31, 3511 KURINGEN
Assemblée ordinaire au siège social le 14/6/2007, à 15 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-02642/25.05)
(25877)
Mewaf International, naamloze vennootschap, Baliestraat 3, 8510 Kortrijk (Marke)
Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2007, om 14 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. (AOPC-1-7-08881/25.05) (25883)
Oostvlaamse Investeringsmaatschappij, naamloze vennootschap, Doornzelestraat 71, 9000 GENT
Ondernemingsnummer 0443.277.132 - RPR Kortrijk
Ondernemingsnummer 0444241291
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2006, om 14 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur en commissaris. Goedkeuring van de jaarrekening op 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders en commissaris. Diversen. (AOPC-1-7-08030/25.05)
Ondernemingsnummer 0465.555.557
(25878)
MINIOX, société anonyme, chaussée de Waterloo 645, 1050 Bruxelles
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 11 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-01587/25.05) (25884)
O.R.B.M. Onroerende Beleggingsmaatschappij van Brabant, naamloze vennootschap, Dorpsstraat 19, 1840 LONDERZEEL
Numéro d’entreprise 0406.404.264
Ondernemingsnummer 0414.105.173 Assemblée ordinaire au siège social le 11/6/2007, à 15 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-08878/25.05)
(25879)
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 14 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-04462/25.05) (25885)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28369
PALVIC, société anonyme, avenue Bel-Air 70, 1180 Bruxelles
PERSY, naamloze vennootschap, Testeltsesteenweg 109, 3201 AARSCHOT (LANGDORP)
Numéro d’entreprise 0429.116.023
Ondernemingsnummer 0461.053.965
Assemblée ordinaire au siège social le 11/6/2007, à 9 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers.
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 11 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-08767/25.05) (25890)
(AOPC-1-7-08765/25.05)
(25886) PLASTI-LINE, société anonyme, rue du Bardé 18, 1460 ITTRE
PARFEUROP, société anonyme, avenue des Alliés 13-15, 6000 CHARLEROI
Numéro d’entreprise 0451.711.974
Numéro d’entreprise 0412.933.156 Assemblée ordinaire au siège social le 12/6/2007, à 18 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-08762/25.05)
Assemblée ordinaire au siège social le 22/6/2007, à 9 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-02247/25.05) (25891)
(25887) PRINVEST-B, naamloze vennootschap, Wolvertemsesteenweg 95, 1850 GRIMBERGEN
PARKHOTEL BRUGGE, naamloze vennootschap, Vrijdagmarkt 5-6, 8000 BRUGGE
Ondernemingsnummer 0445.184.765
Rijkspersonenregister nr. 0424.522.181 De vennoten worden uitgenodigd op de buitengewone algemene vergadering die zal gehouden worden op het kantoor van notaris Chr. Mouriau de Meulenacker te Torhout, Aartrijkestraat 28, op donderdag 21 juni aanstaande, om 9 u. 30 m., om te beraadslagen over de volgende agenda : 1. Omzetting en afronding van het in Belgische frank uitgedrukte kapitaal in Euro.
Gewone algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 14 uur. Dagorde : 1. Verslag van de raad van bestuur. 2. Goedkeuring van balans en resultatenrekening per 31.12.2006. 3. Bestemming van het resultaat. 4. Decharge te verlenen aan bestuurders. 5. Ontslag en benoeming bestuurders. 6. Allerlei. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (AOPC-1-7-05480/25.05) (25892)
PRODUSAN, naamloze vennootschap, Kazerneweg 1, 9970 KRUISHOUTEM
2. Wijziging van de datum van de jaarvergadering, om het te brengen naar éénentwintig juni, om tien uur - Overgangsmaatregel.
Ondernemingsnummer 0449.667.749 - RPR Oudenaarde
3. (Her)formulering van de modaliteiten betreffende : uitoefening van voorkeurrecht bij kapitaalverhoging in geld, aflossing van het kapitaal; ondeelbaarheid, volstorting en uitgifte van effecten; bijeenkomst, samenstelling, bevoegdheid en werking van de raad van Bestuur, benoeming en bezoldiging van bestuurders en commissarissen, bijeenkomst, werking van en toelatingsvoorwaarden tot de algemene vergadering, winstverdeling; ontbinding, vereffening en omzetting.
Algemene vergadering te 8510 Kortrijk-Marke, Baliestraat 3 op 14/6/2007, om 16 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur en commissaris. Goedkeuring van de jaarrekening op 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders en commissaris. Diversen. (AOPC-1-7-08038/25.05) (25893)
4. Aanneming van volledig nieuwe statuten in overeenstemming met te nemen besluiten en actualisering met onder meer schrapping van de overbodige bepalingen en verwijdering van alle verwijzingen naar (de artikelen van) de Vennootschappenwet. 5. Opdracht tot coördinatie van de statuten en tot uitvoering van de genomen besluiten. 6. Ontslag en benoeming van bestuurders. De vennoten worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (AXPC-1-7-08853/25.05)
PROMEXA, naamloze vennootschap, Te Boelaerlei 123, 2140 ANTWERPEN Ondernemingsnummer 0415.366.470 Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2007, om 10 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-08792/25.05) (25894)
(25888) P3DEH, commanditaire vennootschap op aandelen Bruulstraat 77, 1130 BRUSSEL
PATRIMANA, naamloze vennootschap, Keerbergsesteenweg 33, 3150 HAACHT
Ondernemingsnummer 0475.839.339 - RPR Brussel
Ondernemingsnummer 0458.628.371 Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 15 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-03486/25.05)
(25889)
Jaarvergadering te 8510 Kortrijk-Marke, Baliestraat, 3, op 12/6/2007, om 10 uur. Dagorde : 1. Verslag raad van bestuur en commissaris. 2. Goedkeuring van de jaarrekening op 31/12/2006. 3. Aanwending van het resultaat. 4. Kwijting aan bestuurders en commissaris. 5. Allerlei. (AOPC-1-7-08033/25.05) (25895)
28370
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Real Estate & Consulting Company, en abrégé : ″R.E.C.C.″, société anonyme,
SIMITRI, naamloze vennootschap, Dascottelei 37, 2100 DEURNE (ANTWERPEN)
drève du Moulin 46A, 1410 Waterloo
Ondernemingsnummer 0442.737.494
Numéro d’entreprise 0431.270.017
Assemblée ordinaire au siège social le 13/6/2005, à 18 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-08450/25.05)
(25896)
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 18 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-03487/25.05)
(25901)
Société Financière d’Investissement, société anonyme, rue de l’Avenir 20, 7090 BRAINE-LE-COMTE Numéro d’entreprise 0472.171.155
REDERIJ JET, naamloze vennootschap, Lambrechtshoekenlaan 24, 2170 MERKSEM (ANTWERPEN)
Assemblée ordinaire au siège social le 11/6/2007, à 14 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers.
Ondernemingsnummer 0439.216.889
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 19 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-05878/25.05)
(25897)
(AOPC-1-7-08837/25.05)
(25902)
SOPROFA, naamloze vennootschap, Eekhoutstraat 30, 9790 WORTEGEM-PETEGEM Ondernemingsnummer 0418.437.709
RENE LIBERT, société anonyme, rue Emile Goedert 16, 4970 STAVELOT-FRANCORCHAMPS Numéro d’entreprise 0402.465.866
Algemene vergadering op de zetel op 11/6/2007, om 18 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-04460/25.05)
Assemblée ordinaire au siège social le 19/6/2007, à 15 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-08305/25.05)
(25898)
SOGIPA, société anonyme, rue de Linthout 65, 1030 Bruxelles Numéro d’entreprise 0447.751.208 Assemblée ordinaire au siège social le 12/6/2007, à 15 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels au 31.12.2006. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers.
REVADA, naamloze vennootschap, Wettersesteenweg 104, te 9520-Sint-Lievens-Houtem RPR 0401.795.576 Oudenaarde
(AOPC-1-7-08791/25.05)
De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de buitengewone algemene vergadering van REVADA NV, die zal doorgaan te 9520 SintLievens-Houtem, Boekhoutstraat 29, op maandag 11 juni 2007, om 12 uur. - Dagorde : 1. Jaarverslag van de raad van bestuur. 2. Verslag van de Commissaris. 3. Toelichting, bespreking en goedkeuring van de jaarrekening. 4. Bestemming resultaat. 5. Décharge aan de bestuurders en de commissaris. 6. Ontslagen en benoemingen. 7. Diversen. De aandeelhouders dienen zich te schikken naar de statuten. (AOPC-1-7-08887/25.05)
(25903)
(25899)
(25904)
SOPA-INVEST, naamloze vennootschap, Kerkstraat 87, 1150 SINT-PIETERS-WOLUWE Ondernemingsnummer 0428.885.993 Algemene vergadering op de zetel op 11/6/2007, om 19 u. 30 m. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-01793/25.05)
(25905)
SAUMAN FINANCE, société anonyme, avenue Delleur 18, 1170 Bruxelles
STAALBEDRIJF STUBBE, naamloze vennootschap, Baliestraat 3, 8510 MARKE
Numéro d’entreprise 0479.068.944
Ondernemingsnummer 0405.142.868 - RPR Kortrijk Assemblée ordinaire au siège social le 13/6/2007, à 12 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Délibération en application des articles 233 et 234 du code des sociétés. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-05278/25.05)
(25900)
Algemene vergadering op de zetel op 14/6/2007, om 14 u. 30 m. Agenda : Verslag raad van bestuur en commissaris. Goedkeuring van de jaarrekening op 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders en commissaris. Diversen. (AOPC-1-7-08041/25.05)
(25906)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD STEINER ET CIE, société anonyme,
TANKSTELLE RAUW, Aktiengesellschaft
avenue de la Résistance 355, 4630 SOUMAGNE-MICHEROUX
In 4750 Bütgenbach (Elsenborn), Lagerstrasse Nr 51 Unternehmensnummer : 0441.314.465
Numéro d’entreprise 0413.674.514
Assemblée ordinaire au siège social le 12/6/2007, à 16 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (AOPC-1-7-02639/25.05)
28371
(25907)
Die Aktionäre sind gebeten an der Ordentlichen und an der Ausserordentlichen Generalversammlung der Aktionäre teilzunehmen, die am Freitag, den 15. Juni 2007 um 18 Uhr bzw. um 19 Uhr in der Amtsstube des Notars Erwin Maraite in Malmedy, rue Abbé Peters Nr 32 stattfindet um über folgende Punkte der Tagesordnung zu beraten und abzustimmen : Ordentliche Generalversammlung um 18 Uhr :
STEYLS RAMEN EN DEUREN, naamloze vennootschap, Elleboogstraat 25, 3500 HASSELT Ondernemingsnummer 0462.047.226
Ausserordentliche Generalversammlung um 19 Uhr :
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 10 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-02761/25.05)
1) Bericht des Verwaltungsrates betreffend das Geschäftsjahr 2006, 2) Billigung des Jahresabschlusses zum 31.12.2006, 3) Verwendung des Ergebnisses des Geschäftsjahres 2006, 4) Entlastung für die Verwaltungsratsmitglieder, 5) Verschiedenes;
(25908)
Sunyata, société anonyme,
1) Kapitalerhöhung um 100.000,00 — durch Einverliebung von Reserven, 2) Reduzierung des gesellschafskapitals um einen Betrag von 100.000,00 —, 3) Feststellung der tatsächlichen Verwirklichung der Kapitalerhöhung under der anschliessenden Kapitalreduzierung, 4) Statutenänderungen, 4) Erweiterung des Gesellschaftsgegenstandes, 5) Statutenänderungen, 6) Vorschlag zur Ernennubng von zwei weiteren Verwaltungsratsmitgliedern, 7) Mandatsverlängerungen, 8) Vollmacht für den Verwaltungsrat im Hinblick auf die Ausführung der gefassten Beschlüsse. Für die Hinterlegung der Aktien wird auf die Satzungen verwiesen.
rue Blavier 3A, 7190 ECAUSSINNES
(AOPC-1-7-08852/25.05)
(25912)
Numéro d’entreprise 0458.396.660 TAVERNIER, naamloze vennootschap, Les actionnaires sont priés d’assister, à l’assemblée générale ordinaire qui se tiendra le 09/6/07, à 18 heures au siège social. Ordre du Jour : 1. Approbation des comptes annuels arrêtés au 31/12/2006. 2. Affectation du résultat. 3. Décharge aux administrateurs. 4. Divers. Se conformer aux statuts. (AOPC-1-7-08876/25.05)
(25909)
Oostendebaan 41, 8470 GISTEL Ondernemingsnummer 0433.769.746
Algemene vergadering op de zetel op 23/6/2007, om 15 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-06723/25.05)
S.A.W. CONSULTING, naamloze vennootschap,
(25913)
Vijfseweg 21, 8790 WAREGEM TER DOENAERT KANTOREN, naamloze vennootschap,
Ondernemingsnummer 0405.458.020 - RPR Kortrijk
Baliestraat 3, 8510 Kortrijk-MARKE Ondernemingsnummer 0443.830.329 - RPR Kortrijk
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 10 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening op 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-03646/25.05)
(25910)
Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2007, om 15 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur en commissaris. Goedkeuring van de jaarrekening op 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders en commissaris. Diversen. (AOPC-1-7-08025/25.05)
(25914)
Société de Gestion et de Participations Industrielles, Financières et Commerciales ″S.I.F.C.O.″, société anonyme, rue des Drapiers 31, 1050 Bruxelles (IXELLES)
TIENS CENTRALE VERWARMINGSBEDRIJF, naamloze vennootschap,
Numéro d’entreprise 0402.040.551
Industriepark 39, 3300 TIENEN Ondernemingsnummer 0425.819.211
Assemblée ordinaire au siège social le 13/6/2007, à 11 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires. Cession de participation. Divers. (AOPC-1-7-08863/25.05)
(25911)
Algemene vergadering op de zetel op 15/6/2007, om 10 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-08730/25.05)
(25915)
28372
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD TORNIL, naamloze vennootschap, Rodestraat 59, 1180 BRUSSEL
VANDAMME & CIE, commanditaire vennootschap op aandelen, Koningslaan 180, 8300 KNOKKE
Ondernemingsnummer 0402.182.586
Ondernemingsnummer 0448.003.309
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 15 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-04217/25.05) (25916)
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 16 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen.
TRAFIC, société anonyme, rue Terre, à Brique 29A, bte 33, 7500 Tournai (ex Marquain)
VANPOUCKE GERY INSTALLATIONS PUBLICITAIRES, société anonyme, rue du Bardé 18, 1460 ITTRE
Numéro d’entreprise 0466.118.553
(AOPC-1-7-08782/25.05)
(25922)
Numéro d’entreprise 0413.594.736 Assemblée ordinaire au siège social le 16/6/2007, à 10 heures. Ordre du jour : Rapport de gestion sur les comptes annuels au 31/3/2007 et rapport du commissaire. Approbation des comptes annuels au 31/3/2007. Affectation du résultat. Décharge aux administrateurs et commissaire. Nominations administrateurs. (AOPC-1-7-08877/25.05) (25917)
TRIPLE-A. DIAMONDS, naamloze vennootschap, Schupstraat 20, bus 16, 2000 ANTWERPEN Ondernemingsnummer 0428.556.589 Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders en aan commissaris revisor. Diversen. (AOPC-1-7-05212/25.05) (25918) TRUCK WASH & GO, société anonyme, Zone Industrielle de l’Europe 19, 7900 LEUZE-EN-HAINAUT Numéro d’entreprise 0466.228.322
Assemblée ordinaire au siège social le 22/6/2007, à 11 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-02245/25.05)
(25923)
VASSOLLES MANAGEMENT, société anonyme, avenue Delleur 18, 1170 Bruxelles Numéro d’entreprise 0479.195.143 Assemblée ordinaire au siège social le 13/6/2007, à 15 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (AOPC-1-7-05466/25.05)
(25924)
VEDRAN, société anonyme, avenue Delleur 18, 1170 Bruxelles Numéro d’entreprise 0462.032.873
Assemblée ordinaire au siège social le 16/6/2007, à 11 heures. Ordre du jour : Rapport de gestion sur les comptes annuels au 30/4/2007 et rapport du commissaire. Approbation des comptes annuels au 30/4/2007. Affectation du résultat. Décharge aux administrateurs et commissaire. Nominations administrateurs. (AOPC-1-7-08884/25.05) (25919)
Assemblée ordinaire au siège social le 13/6/2007, à 16 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers.
VAL RIANT naamloze vennootschap, Krommedijk 57, 8301 KNOKKE-HEIST
VERCAVON, naamloze vennootschap, Schuttersvest 8, 2800 MECHELEN
Ondernemingsnummer 0861.984.956
Ondernemingsnummer 0437.899.669
Jaarvergadering op 11.06.07, om 10 uur, op zetel. Agenda : Verslag bestuurders. Goedkeuring jaarrekening per 31.12.2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders en externe accountants. Diversen. Zie statuten. (AOPC-1-7-08479/25.05) (25920)
(AOPC-1-7-05462/25.05)
(25925)
Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2007, om 14 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-04702/25.05)
(25926)
VAN MARCKE PROPERTIES, naamloze vennootschap, Weggevoerdenlaan 5, 8500 Kortrijk
VERICA, naamloze vennootschap, Michel Gillemanstraat 7, 9060 ZELZATE
Ondernemingsnummer 0443819639 - RPR Kortrijk
Ondernemingsnummer 0461.281.619
Algemene vergadering te 8510 Kortrijk-Marke, Baliestraat 3, op 13/6/2007, om 11 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur en commissaris. Goedkeuring van de jaarrekening op 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders en commissaris. Diversen. (AOPC-1-7-08027/25.05) (25921)
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 11 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening per 31/12/06. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-04463/25.05)
(25927)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD VERZEKERINGEN HENDERICKX & C°, naamloze vennootschap, Antwerpsesteenweg 100, 2500 LIER RPR Mechelen met nummer 0445.533.668
28373
WEST-VLAAMS SCHEEPVAART BEDRIJF, commanditaire vennootschap op aandelen, Donkseinde 14, 2930 BRASSCHAAT Ondernemingsnummer 0428.012.993
Oproeping tot jaarlijkse algemene vergadering der aandeelhouders te houden op de maatschappelijke zetel op donderdag 07 juni 2007 te 15 uur, nadat de eerste algemene vergadering gehouden op vrijdag 18 mei 2007 niet geldig kon beslissen. Agenda : 1. Jaarverslag van de raad van bestuur en melding inzake artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen. 2. Goedkeuring van de jaarrekening en bestemming resultaat. 3. Kwijting aan de bestuurders. 4. Eventuele statutaire benoemingen. 5. Varia. (AOPC-1-7-08858/25.05) (25928)
Algemene vergadering op de zetel op 13/6/2007, om 15 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-04914/25.05)
(25933)
WIDABEN, naamloze vennootschap, Prinsenstraat 31B, 1850 GRIMBERGEN
VIOLETINVEST, société anonyme, boulevard Bischoffsheim 36, 1000 Bruxelles
Ondernemingsnummer 0439.724.655
Numéro d’entreprise 0455.968.591
Algemene vergadering op de zetel op 14/6/2007, om 16 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen.
L’assemblée générale se tiendra au siège social le 13/6/2007, à 11 heures. Ordre du jour : 1. Rapport du conseil d’administration. 2. Approbation des comptes annuels arrêtés au 31/12/’06. 3. Affectation des résultats. 4. Approbation des rémunérations aux administrateurs. 5. Décharge aux administrateurs. 6. Démissions et nominations des administrateurs. (AOPC-1-7-06359/25.05) (25929)
WASSERIJ FLANDRIA, naamloze vennootschap, De Buruburelaan 46-48, 1970 WEZEMBEEK-OPPEM BE 0400.731.051 - RPR Brussel Oproeping voor de algemene vergadering van 19 juni 2007, om 15 u. Agenda : Aangezien op de gewone algemene vergadering van 05 mei 2007, om 15 uur het vereiste quorum niet werd bereikt, zal een tweede vergadering worden gehouden op de maatschappelijke zetel op 19 juni 2007, om 15 uur. 1. Voorlezing en analyse van de jaarrekening en de resultatenrekening afgesloten op 31 december 2006. 2. Voorlezing en bespreking van het verslag van de raad van bestuur en van de jaarrekening. 3. Goedkeuring van de jaarrekening en resultatenrekening en van de voorgestelde winstuitkering. 4. Kwijting aan de bestuurders voor de uitoefening van hun mandaat. 5. Diversen. Om de vergadering te kunnen bijwonen, dient u uw aandelen ten laatste acht dagen voor de vergadering op de maatschappelijke zetel te deponeren. (AOPC-1-7-08839/25.05) (25930)
WATERMAN, naamloze vennootschap, Leuvensesteenweg 366, 3200 AARSCHOT Ondernemingsnummer 0479.604.919
(AOPC-1-7-05821/25.05)
(25934)
WILBORTS - BELGIUM, naamloze vennootschap, Aprillaan 60, 1200 BRUSSEL Ondernemingsnummer 0408.454.627 Algemene vergadering op de zetel op 14/6/2007, om 14 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-05481/25.05)
(25935)
WILGE, naamloze vennootschap, Zestien Bundersstraat 65, 3500 HASSELT Ondernemingsnummer 0435.161.497 Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 19 uur. Agenda : Beraadslaging i.v.m. art. 523 W. Venn. Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-03855/25.05)
(25936)
WILLY MICHIELS COMPANY, naamloze vennootschap, Wijngaardstraat 36, 9451 KERKSKEN Ondernemingsnummer 0417.374.568
Algemene vergadering op de zetel op 12/6/2007, om 18 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (AOPC-1-7-04711/25.05) (25931)
Weggevoerdenlaan Properties, naamloze vennootschap, Weggevoerdenlaan 5, 8500 Kortrijk Ondernemingsnummer 0443.831/913 - RPR Kortrijk Algemene vergadering te 8510 Kortrijk-Marke, Baliestraat 3 op 13/6/2007, om 10 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur en commissaris. Goedkeuring van de jaarrekening op 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders en commissaris. Diversen. (AOPC-1-7-08028/25.05) (25932)
Algemene vergadering op de zetel op 14/6/2007, om 9 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-08795/25.05)
(25937)
WILSIMMO, naamloze vennootschap, Bouwelven 15, 2280 GROBBENDONK Ondernemingsnummer 0456.400.737 Algemene vergadering op de zetel op 14/6/2007, om 19 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (AOPC-1-7-03323/25.05)
(25938)
28374
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD ’T SCHAEK, naamloze vennootschap, Kapellestraat 13, 8970 POPERINGE Ondernemingsnummer 0418.430.482
Algemene vergadering op de zetel op 14/6/2007, om 16 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Herbenoeming bestuurders : voorstel tot herbenoeming van volgende bestuurders : Jan Claeys, Kapellestraat 13, 8970 Poperinge; Els Parmentier, Kapellestraat 13, 8970 Poperinge; Bert Claeys, Kleine Markt 30, 8978 Watou; Nele Claeys, Kloefhoek 7, 8647 Lo Reninge; gedelegeerd bestuurder : Jan Claeys. Diversen. (AOPC-1-7-05712/25.05) (25939)
AXA BELGIUM FUND, naamloze vennootschap, BEVEK naar Belgisch recht
worden er van in kennis gesteld dat hen gedurende één maand, te rekenen vanaf de inbetalingstelling van de vereffeningswaarde, de mogelijkheid geboden wordt, om zonder kosten, behoudens eventuele taksen en leveringskosten, in te schrijven op andere compartimenten van AXA B FUND. Naar aanleiding van dit voorstel tot vereffening worden de bepaling van de netto-inventariswaarde evenals de uitvoering van aanvragen tot uitgifte of inkoop van de aandelen opgeschort vanaf 25 mei 2007, om 11 uur. (25940) De raad van bestuur.
Leaf Belgique, société anonyme, avenue Cida 15, 7170 Manage (Bois-d’Haine) Numéro d’entreprise 0438.998.541 Convocation à l’assemblée générale ordinaire, qui se tiendra le 11 juin 2007, à 11 h 30 m, au siège social.
Maatschappelijke zetel : Vorstlaan 25, 1170 Brussel Ondernemingsnummer 0453.689.685 Buitengewone algemene vergadering der aandeelhouders van de compartimenten MULTIBASE en MULTIBASE USA De aandeelhouders worden uitgenodigd op de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders die gehouden zal worden op maandag 11 juni 2007, om 14 uur, op de maatschappelijke zetel van de vennootschap.
Ordre du jour : Demande d’approbation du report de la présentation des comptes. (PC-1-7-08932/25.05)
(25941)
Micron, naamloze vennootschap, Hottonstraat 6, 8870 Izegem Ondernemingsnummer 0420.340.095
De agenda is als volgt : Vereffening van de compartimenten MULTIBASE en MULTIBASE USA 1. Kennisname en bespreking van de verslag van de raad van bestuur over het voorstel tot vereffening van de compartimenten en een bondige staat van activa en passiva van de genoemde compartimenten. 2. Voorstel tot besluit van vereffening van de compartimenten Multibase en Multibase USA. 3. Onder de opschortende voorwaarde van de sluiting van de vereffening van voornoemde compartimenten, voorstel tot wijziging van de statuten van de vennootschap, om elke verwijzing naar de aldus vereffende compartimenten uit de statuten te schrappen. Die beslissing zal in werking treden vanaf de sluiting van de vereffening van de compartimenten. 4. Voorstel, om alle machten te verlenen aan de raad van bestuur die nodig zijn voor de uitvoering van de te nemen beslissingen van de agenda en aan de instrumenterende notaris, om de statuten van de vennootschap te coördineren. Om toegelaten te worden tot de algemene vergadering moet elke aandeelhouder conform de statuten zijn aandelen uiterlijk vijf werkdagen voor de vastgestelde datum van de vergadering neerleggen op de zetel van de vennootschap of op één der verkooppunten van AXA Bank Belgium NV. Elke aandeelhouder kan deelnemen aan de algemene vergadering door schriftelijk een andere persoon als mandataris aan te duiden. Alleen volmachtformulieren die door de raad van bestuur zijn opgesteld, worden aanvaard. Zij kunnen op de maatschappelijke zetel bekomen worden. De raad van bestuur heeft vastgesteld dat de beperkte grootte van de compartimenten geen efficiënte uitvoering van het beleggingsbeleid van deze compartimenten meer toe laat en dat de algemene kosten, die gedeeltelijk forfaitair zijn, aanzienlijk geworden zijn in verhouding tot de grootte van de compartimenten. De raad besluit meent dat de compartimenten niet meer over de nodige kritische massa beschikken, om een behoorlijk rendement aan de aandeelhouders aan te bieden en, om een optimaal beheer te verzekeren. In deze omstandigheden acht de raad het behoud van de compartimenten niet meer gerechtvaardigd en stelt hij voor, om deze compartimenten te vereffenen en het netto-aktief aan de aandeelhouders terug te betalen. De aandeelhouders van de betrokken compartimenten
Algemene vergadering op de zetel, op 11/06/2007, om 18 u. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Benoeming bestuurders. Diversen. (26054)
Compac, naamloze vennootschap, Reetse steenweg 17, 2630 Aartselaar Ondernemingsnummer 0418.519.564 Algemene vergadering op de zetel, op 31 mei 2007, om 18 uur. — Agenda : Verslag van de raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming van het resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diverse. (26055)
System Engineering, naamloze vennootschap, Reetse steenweg 17, 2630 Aartselaar Ondernemingsnummer 0424.943.538 Algemene vergadering op de zetel, op 31 mei 2007, om 10 uur. — Agenda : Verslag van de raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming van het resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (26056)
″Crehabo Belgium″, naamloze vennootschap, Voshollei 57, 2930 Brasschaat 0454.474.890 RPR Antwerpen De aandeelhouders worden verzocht de gewone jaarvergadering bij te wonen, die zal gehouden worden op 18/06/2007 te 14 uur, op de zetel van de vennootschap. Agenda : 1. Verslag van de Raad van Bestuur. 2. Goedkeuring toekenningen bestuurders. 3. Goedkeuring jaarrekening. 4. Bestemming resultaat. 5. Kwijting aan de bestuurders. 6. Ontslag en benoemingen. 7. Art. 633 W. Venn. 8. Rondvraag. De aandeelhouders worden verzocht zich te gedragen naar de voorschriften van de statuten. (25942)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28375
″Mardi″, naamloze vennootschap, Terbekehofdreef 75, 2610 Antwerpen (Wilrijk)
Bakkerij & Patisserie Van Heuckelom, naamloze vennootschap, Retiesebaan 11, 2460 Kasterlee
0448.874.824 RPR Antwerpen
0414.895.625 RPR Turnhout
De aandeelhouders worden verzocht de gewone jaarvergadering bij te wonen, die zal gehouden worden op 19/06/2007 te 16 uur, op de zetel van de vennootschap. Agenda : 1. Verslag van de raad van bestuur. 2. Goedkeuring toekenningen bestuurders. 3. Goedkeuring jaarrekening. 4. Bestemming van het resultaat. 5. Kwijting aan de bestuurders. 6. Ontslag en benoemingen. 7. Rondvraag. De aandeelhouders worden verzocht zich te gedragen naar de voorschriften van de statuten. (25943)
Jaarvergadering op 20/06/2007 om 16 u. op de zetel. Agenda : 1. Verslag van de Raad van Bestuur. 2. Goedkeuring van de vergoedingen aan de bestuurders. 3. Goedkeuring van de jaarrekening afgesloten per 31/12/2006. 4. Bestemming van het resultaat. 5. Déchargeverlening aan de Raad van Bestuur. 6. Ontslag en benoemingen. 7. Allerlei. (25949)
Bariseau, naamloze vennootschap, Moorseelsestraat 152, 8500 Kortrijk (Heule) Algemene Ondernemingen Goossens, naamloze vennootschap, Nachtegaallaan 4, 2470 Retie 0404.182.172 RPR Turnhout Jaarvergadering op 19/06/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Bespreking en goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Bespreking art. 523, § 1, tegenstrijdige belangen. Bespreking art. 633/634 verderzetting van de vennootschap. Varia. (25944)
Anlie, naamloze vennootschap, Heldenlaan 55, 9620 Zottegem 0426.745.164 RPR Oudenaarde Jaarvergadering op 18/06/2007 om 14 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Kwijting bestuurders. (25945)
0422.289.104 RPR Kortrijk Aangezien het wettelijk quorum niet bereikt werd op de erste vergadering gehouden 14/05/2007 worden de aandeelhouders uitgenodigd op een tweede jaarvergadering die zal gehouden worden op 12 juni 2007 om 11 uur op de maatschappelijke zetel. Agenda : 1. verslag van de raad van bestuur. 2. goedkeuring van de jaarrekening per 31/12/2006. 3. bestemming van het resultaat. 4. kwijting van de bestuurders en goedkeuring van hun vergoeding. 5. varia. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de statuten. (25950)
Baublo, naamloze vennootschap, Kasteeldreef 94, 9120 Beveren 0461.969.725 RPR Dendermonde Jaarvergadering op 19/06/2007 om 19 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 30/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Varia. (25951)
Anrebo, naamloze vennootschap, Schippersstraat 8, 2000 Antwerpen
Beenhouwerij Quetin, naamloze vennootschap, Maastrichterstraat 14, 3500 Hasselt
0436.363.507 RPR Antwerpen
0423.736.481 RPR Hasselt
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 17 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Rondvraag. Zich richten naar de statuten. (25946)
Jaarvergadering op 20/06/2007 om 15 u. op de zetel. Agenda : 1. Verslag Raad van Bestuur. 2. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006 - Bestemming resultaat. 3. Décharge, ontslag en benoeming bestuurders. 4. Varia. Zich richten naar de statuten. (25952)
Avifor, commanditaire vennootschap op aandelen, Oude Beersebaan 40, 2300 Turnhout
Belgian Coast Company (B.C.C.), naamloze vennootschap, Kervijnstraat 83, 8531 Harelbeke (Bavikhove)
0473.696.332 RPR Turnhout
0431.404.035 RPR Kortrijk
Jaarvergadering op 20 juni 2007 op de maatschappelijke zetel. Agenda : Voorlezing van de resultaatrekening en jaarrekening per 31/12/2006. Voorlezing van het verslag van de zaakvoerders. Goedkeuring van voornoemde stukken. Kwijting verlenen aan de zaakvoerders. Diversen. (25947)
Uitnodiging tot de jaarvergadering op 18/06/2007 om 10 u. ten maatschappelijke zetel. Dagorde : 1. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006, inclusief de bestemming van het resultaat. 2. Kwijting aan bestuurders. 3. Benoemingen. 4. Varia. Zich richten naar de statuten. (25953) De Raad van Bestuur.
Avo-Cars, naamloze vennootschap, Antwerpsesteenweg 47, 2630 Aartselaar
Berendonk, naamloze vennootschap, Berendonk 20, 2370 Arendonk
0477.692.633 RPR Antwerpen
0459.146.530 RPR Turnhout
Jaarvergadering op 20/06/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Ontslag en benoeming. Kwijting bestuurders. (25948)
Jaarvergadering op 20/06/2007 om 11 u. op de zetel. Agenda : Lezing verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Ontslagen en benoemingen. Kwijting bestuurders. Rondvraag. Zich richten naar de statuten. (25954)
28376
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Blanco, naamloze vennootschap, Moorseelsestraat 113, 8501 Kortrijk (Heule)
D.V.C., naamloze vennootschap, Burgstraat 20/22, 9000 Gent
0421.971.576 RPR Kortrijk
0432.308.115 RPR Gent
Jaarvergadering op 11/06/2007 om 10 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Varia. Zich richten naar de statuten. (25955)
Jaarvergadering op 20/06/2007 om 14 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Varia. (25961)
Brunim, naamloze vennootschap,
Den Hoed, naamloze vennootschap, Markt 17, 2450 Meerhout
Felix D’hoopstraat 175, 8700 Tielt
0444.161.614 RPR Turnhout
0442.802.129 RPR Brugge
De Raad van Bestuur nodigt de aandeelhouders uit tot de jaarvergadering op de maatschappelijke zetel op 18/06/07 om 9 u. Dagorde : 1. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/06 met bestemming van het resultaat. 2. Kwijting aan bestuurders. 3. Benoemingen en ontslagen. 4. Varia. Om toegelaten te worden tot de vergadering zich schikken naar de statuten. (25956)
Casabull, naamloze vennootschap,
Jaarvergadering op 20/06/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Bespreking en goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Bespreking art. 523, § 1, tegenstrijdige belangen. (Her)benoeming bestuurders. Varia. (25962)
Depko, naamloze vennootschap, Oude Vestenstraat 29, 3300 Tienen 0427.704.870 RPR Leuven
Wezestraat 38, 8870 Izegem 0424.709.253 RPR Kortrijk
Jaarvergadering op 15/06/2007 om 15 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. (Her)benoeming. Kwijting bestuurders. Varia. (25957)
Ceramital, naamloze vennootschap,
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Goedkeuring bezoldigingen. Ontslagen en benoemingen. Rondvraag. (25963)
Diethera, naamloze vennootschap, Hazelarenlaan 34, bus 13, 3500 Hasselt 0401.354.920 RPR Hasselt
Dorp 91, 2980 Zoersel 0445.321.159 RPR Antwerpen
Jaarvergadering op 17/06/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Bezoldiging bestuurders. Kwijting bestuurders. Allerlei. Zich richten naar de statuten. (25958)
Compass, naamloze vennootschap,
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 11 u. op de zetel Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Goedkeuring bezoldigingen. Ontslagen en benoemingen. Rondvraag. (25964)
Dockx Bouw, naamloze vennootschap, Bleekstraat 19, 2480 Dessel 0453.114.912 RPR Turnhout
Luikersteenweg 214, 3700 Tongeren 0446.566.620 RPR Tongeren
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 15 u. op de zetel. Agenda : Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006 met bestemming van het resultaat. Kwijting bestuurders. (25959)
Container Service Gielen, naamloze vennootschap,
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 14 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. (Her)benoeming. Kwijting bestuurders. Varia. (25965)
Dossche Mills & Bakery, naamloze vennootschap, Tolpoortstraat 40, 9800 Deinze 0400.771.039 RPR Gent
Dorpsstraat 31, 3720 Kortessem 0424.564.446 RPR Tongeren
Jaarvergadering op 20/06/2007 om 15 u. op de zetel. Agenda : 1. Verslag Raad van Bestuur en commissaris. 2. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006 - Bestemming resultaat. 3. Décharge, ontslag en benoeming bestuurders en commissaris. 4. Varia. Zich richten naar de statuten. (25960)
De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de jaarvergadering van woensdag 13 juni 2007 om 18 u. op de zetel van de vennootschap met als agenda : 1. Bevestiging uitstel jaarvergadering. 2. Jaarverslag en verslag commissaris. 3. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. 4. Bestemming resultaat. 5. Kwijting bestuurders en commissaris. 6. Benoemingen en ontslagen bestuurders. 7. Benoeming commissaris. Om toegelaten te worden tot de jaarvergadering zich schikken naar de statuten. (25966) De raad van bestuur.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD East-West Debt, naamloze vennootschap,
28377
Meir 24, 2000 Antwerpen
Etudimo, société anonyme, en liquidation, Rue Warmonceau 28A, 6060 Gilly
Antwerpen RPR 0457.468.628
0405.630.937 R.P.M. Charleroi
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 14 u. op de zetel. Agenda : 1. Toepassing art. 523 Venn. W. 2. Verslag raad van bestuur. 3. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. 4. Bestemming resultaat. 5. Kwijting bestuurders en vaststelling bezoldiging. 6. Herbenoeming bestuurders. 7. Allerlei. Zich schikken naar de statuten. (25967)
Assemblée générale extraordinaire au cabinet du liquidateur Me Triviere, avocat, rue de Marcinelle 247, à 6032 Mont-surMarchienne, le mardi 12 juin 2007 à 18 heures. Ordre du jour : Examen des offres reçues par le liquidateur pour la vente des biens immeubles de la société. Autorisation et ratification en application de l’article 186 du Code des sociétés. Décharge. Si l’assemblée n’est pas en nombre, une seconde assemblée aura lieu, même heure et endroit, le mardi 26 juin 2007. (25973)
Elite, naamloze vennootschap, Zeedijk 94, 8370 Blankenberge 0405.184.440 RPR Brugge
Jaarvergadering op 17/06/2007 om 16 u. op de zetel. Agenda : Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Resultaatsaanwending. Kwijting aan de bestuurders. Ontslagen en benoemingen. (25968) De Raad van bestuur.
Evendijk, naamloze vennootschap, Evendijk West 12, 8380 Brugge 0430.630.114 RPR Brugge
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. (25974)
Energy Technology, naamloze vennootschap, Grote Moortel 4, 9830 Sint-Martens-Latem 0422.981.960 RPR Gent
Everaerts Wegenbouw, naamloze vennootschap, Kapelstraat 9, 3560 Linkhout 0400.942.867 RPR Hasselt
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 15 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Varia. Zich richten naar de statuten. (25969)
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 10 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur en commissaris. Goedkeuring jaarrekening 31/12/2006. Bestemming resultaat. Decharge, ontslag en benoeming bestuurders en commissaris. Varia. Zich richten naar de statuten. (25975)
Entertainment Consultants Belgium, afgekort : ″ECB″, naamloze vennootschap, Bredabaan 644, 2930 Brasschaat 0445.488.534 RPR Antwerpen
Far West Fruit Farm, naamloze vennootschap, Tempelare 8, 8647 Lo-Reninge 0438.604.801 RPR Veurne
Jaarvergadering op 20/06/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Bespreking art. 523, § 1, tegenstrijdige belangen. Varia. (25970)
Entreprises Jonet, société anonyme,
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 14 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/03/2007. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Allerlei. (25976)
rue De La Tourette 9, 1495 Villers-la-Ville
Food Chemicals, naamloze vennootschap, Oude Brugseweg 2, 9910 Knesselare
0444.589.996 R.P.M. Nivelles
0416.609.357 RPR Gent
Assemblée générale ordinaire le 25/05/2007 à 15 heures au siège social. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels au 31/12/2006. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (25971)
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 15 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Ontslag en benoeming bestuurders. Kwijting bestuurders. Zich richten naar de statuten. (25977)
Ets Lejeune & Partners, naamloze vennootschap, Schrijnwerkersstraat 4, 3500 Hasselt
Framobil, naamloze vennootschap, Le Roylaan 13, 2520 Ranst
0454.280.296 RPR Hasselt
0447.378.351 RPR Antwerpen
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 10 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening 31/12/2006. Bestemming resultaat. Décharge, ontslag en benoeming bestuurders. Varia. Zich richten naar de statuten. (25972)
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 16 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Ontslagen en benoemingen. Varia. Zich richten naar de statuten. (25978)
28378
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Franky, naamloze vennootschap, Waregemseweg 28, 9790 Wortegem-Petegem 0416.905.901 RPR Oudenaarde
Geldhof Hout, naamloze vennootschap, Iepersestraat 12A, 8890 Moorslede 0405.565.710 RPR Ieper
Gewone algemene vergadering op de zetel van de vennootschap op 09/06/2007 om 10 u. Agenda : Jaarverslag. Verslag commissaris. Bespreking en goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders en commissaris en goedkeuring vergoeding. Ontslagen en benoemingen. (25979)
Gewone algemene vergadering op de zetel van de vennootschap op 14/06/2007 om 15 u. Agenda : Bespreking en goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Ontslagen en benoemingen (25986)
Frans, naamloze vennootschap, Gistelsesteenweg 21, 8460 Oudenburg
Giso, naamloze vennootschap,
0442.787.875 RPR Oostende
Molshof 1, 3640 Kinrooi 0429.291.910 RPR Tongeren
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Varia. Zich richten naar de statuten. (25980)
Freca, naamloze vennootschap, Oude Liersebaan 204, 2570 Duffel 0441.373.754 RPR Mechelen Jaarvergadering op 9/06/2007 om 11 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Kwijting bestuurders. (25981)
Garage Castus, société anonyme, chaussée de Bruxelles 261, 6042 Lodelinsart
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Verslag art. 633-634 Wb van Venn, mbt besluitvorming aangaande de voortzetting van de vennootschap. (25987)
Hartin, naamloze vennootschap, Hovestraat 109, 2650 Edegem 0454.766.484 RPR Antwerpen
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. (Her)benoeming. Kwijting bestuurders. Varia. (25988)
0418.117.510 R.P.M. Charleroi Assemblée générale ordinaire le 18/06/2007 à 10h. au si[00e8]ge social. Ordre du jour : Rapport du Conseil d’administration. Approbation des comptes annuels au 31/12/2006. Affectation des résultats. (Re)nomination. Décharge aux administrateurs. Divers. (25982)
Herosoft, naamloze vennootschap,
Garage Zagers, naamloze vennootschap, Handelslei 274, 2980 Zoersel
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 19. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. (Her)benoeming. Kwijting bestuurders. (25989)
0434.716.287 RPR Antwerpen Jaarvergadering op 19/06/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 1/01/2006. Kwijting bestuurders. (25983)
Moerstraat 13, 2970 Schilde 0446.415.378 RPR Antwerpen
Hottlet International Agencies, naamloze vennootschap, Mechelsesteenweg 57, 2540 Hove 0423.494.179 RPR Antwerpen
GC Consulting, naamloze vennootschap, Vlaskapelstraat 22, 8560 Gullegem 0460.743.367 RPR Kortrijk Jaarvergadering op 20/06/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Kwijting bestuurders. Zich richten naar de statuten. (25984)
Jaarvergadering op 01/06/2007 om 16 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Ontslag en benoeming. Kwijting bestuurders. Varia. (25990)
Imbromo, naamloze vennootschap, Tieltstraat 21, 8760 Meulebeke
Gebroeders Verbeemen, naamloze vennootschap, Oosterhovenstraat 48, 3560 Lummen
0412.420.145 RPR Kortrijk
0430.023.467 RPR Hasselt Jaarvergadering op 20/06/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur - Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006 - Bestemming resultaat - Kwijting Bestuurders - Varia - Zich richten naar de statuten. (25985)
De Raad van Bestuur nodigt de aandeelhouders uit tot de jaarvergadering op de maatschappelijke zetel op 18/06/2007 om 13 u. Dagorde : 1. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006 met bestemming van het resultaat. 2. Kwijting aan bestuurders. 3. Benoemingen en ontslagen. 4. Varia. Om toegelaten te worden tot de vergadering zich schikken naar de statuten. (25991)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Immo De Poortere, commanditaire vennootschap op aandelen, Kasteelstraat 18, 9100 Sint-Niklaas 0425.711.521 RPR Dendermonde Jaarvergadering van 4 juni 2007 op de zetel van de vennootschap om 15.00 uur. Dagorde : Bespreking en goedkeuring jaarrekening 31/12/ 2006. Bezoldigingen. Kwijting aan de statutaire zaakvoerder. Bevestiging stand rekeningen-courant. Intrestvergoedingen rekeningencourant en leningen. Toepassing art. 96, 6°, Wetboek van vennootschappen. (25992)
Immo Lambrechts, naamloze vennootschap, Luikersteenweg 214, 3700 Tongeren 0416.559.768 RPR Tongeren Jaarvergadering op 18/06/2007 om 14 u. op de zetel. Agenda : Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006 met bestemming van het resultaat. Kwijting bestuurders. (25993)
Immo Lejeune, naamloze vennootschap, Schrijnwerkersstraat 4, 3500 Hasselt 0454.280.395 RPR Hasselt
28379
Indubema, naamloze vennootschap, Hoge Mauw 381, 2370 Arendonk Turnhout RPR 0430.877.166
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 16u op de zetel. Agenda : Verslag Raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Goedkeuring bezoldigingen. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Ontslagen en benoemingen. Diversen. (25999)
Janssen-Geurts, naamloze vennootschap, André Dumontlaan 20, 3665 As 0439.794.535 RPR Tongeren
Jaarvergadering op 20/06/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : 1. Verslag Raad van Bestuur. 2. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006 - Bestemming resultaat. 3. Decharge, ontslag en benoeming bestuurders. 4. Varia. Zich richten naar de statuten. (26000)
Kahil, naamloze vennootschap, Heizijde 8, 2300 Turnhout 0447.825.541 RPR Turnhout
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 11 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening 31/12/2006. Bestemming resultaat. Décharge, ontslag en benoeming bestuurders. Varia. Zich richten naar de statuten. (25994)
Immo Lomax, naamloze vennootschap, Kerkplein 6, 2950 Kapellen 0453.663.159 RPR Antwerpen Jaarvergadering op 18/06/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 30/12/2006. Aanwending resultaten. Kwijting bestuurders. Rondvraag. (25995)
Immo Peeters-Rousere, naamloze vennootschap, Sint-Idesbaldusstraat 22, 8630 Veurne
Jaarvergadering op 20/06/2007 om 16 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Bespreking en goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Bespreking art. 523, § 1, tegenstrijdige belangen. Varia. (26001)
Karpov Design, naamloze vennootschap, Vloeyenbergdreef 24, 2970 Schilde 0434.336.504 RPR Antwerpen
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 16 u. op de zetel. Agenda : 1. Toepassing art. 523 Venn. W. 2. Verslag raad van bestuur. 3. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. 4. Bestemming resultaat. 5. Kwijting bestuurders en vaststelling bezoldiging. 6. Herbenoeming bestuurders. 7. Allerlei. Zich schikken naar de statuten. (26002)
RPR Veurne 0442.718.589 Gewone algemene vergadering op de zetel van de vennootschap op 09/06/2007 om 14 u. Agenda : Bespreking en goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Ontslagen en benoemingen. (25996)
Immo V.D.L., naamloze vennootschap, Europaweg 11, 3560 Lummen
Keijers Metaalwerken, naamloze vennootschap, Gremelsloweg 16, 3680 Maaseik 0438.199.280 RPR Tongeren
Jaarvergadering op 15/06/2007 om 17.00 uur. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. (26003)
0450.290.034 RPR Hasselt Jaarvergadering op 4/06/2007 om 10 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Kwijting bestuurders. (25997)
Imsun, naamloze vennootschap, Rozenlaan 29, 3580 Beringen 0439.528.081 RPR Hasselt Jaarvergadering op 18/06/2007 om 18.00. op de zetel. Agenda : Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Varia. (25998)
Kempar Groep, naamloze vennootschap, Achterstenhoek 48, 2275 Lille 0455.715.896 RPR Turnhout
Oproeping tot de jaarvergadering op 15 juni 2007 om 16 uur op de zetel, met volgende agendapunten : 1. Kennisname en bespreking jaarverslag raad van bestuur over he boekjaar afgesloten op 31/12/2006. 2. Goedkeuring jaarrekening, afgesloten op 31/12/2006. 3. Bestemming resultaat over het boekjaar afgesloten op 31/12/2006. 4. Verlenen kwijting aan bestuurders. 5. Ontslag en benoeming bestuurders. 6. Herbenoeming commissaris. 7. Varia. Zich schikken naar de statuten. (26004)
28380
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD LIMAC, naamloze vennootschap, Kruisstraat 21, 3530 Houthalen
Jos Tilborghsstraat 87, 2920 Kalmthout
0434.538.323 RPR Hasselt
0460.468.007 RPR Antwerpen
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 10 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening 31/12/2006. Bestemming resultaat. Decharge, ontslag en benoeming bestuurders. Varia. Zich richten naar de statuten. (26005)
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 20 u. te Strijboshof, Achterbroeksteenweg 69 te 2920 Kalmthout. Dagorde : 1. Verslag raad van bestuur; 2. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006; 3. Bestemming resultaat; 4. Kwijting bestuurders; 5. Varia. Zich richten naar de statuten. (26011)
Lobelu, naamloze vennootschap, Koning Albertlaan 123, 9080 Lochristi
Algemene Bouwonderneming Vaessen, naamloze vennootschap,
0443.227.444 RPR Gent
Tongeren RPR 0412.589.104
Jaarvergadering op 20/06/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : 1. Toepassing art 523 W. Venn. 2. Verslag raad van bestuur. 3. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. 4. Bestemming resultaat. 5. Bezoldiging bestuurders. 6. Kwijting bestuurders. 7. Ontslag/benoeming bestuurders. 8. Rondvraag. Wil u schikken naar de statuten. (26006)
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 10 u., op de zetel Agenda : Verslag Raad van Bestuur en de Commissaris. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders en de commissaris. Goedkeuring bezoldigingen. Ontslagen en benoemingen. Rondvraag. (26012)
Lumar Beheer, naamloze vennootschap, Zoutwerf 26/401, 2800 Mechelen 0437.159.105 RPR Mechelen
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 15 u. op de zetel. Agenda : 1. Toepassing art. 523 Venn. W. 2. Verslag raad van bestuur. 3. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. 4. Bestemming resultaat. 5. Kwijting bestuurders en vaststelling bezoldiging. 6. Herbenoeming bestuurders. 7. Allerlei. Zich schikken naar de statuten. (26007)
M.J.K. Invest, naamloze vennootschap, Helmetsesteenweg 175-177, 1030 Brussel
Nouws, naamloze vennootschap,
Industriezone Lanklaar, Siemenslaan 7, 3650 Dilsen-Stokkem
Immo Vaessen, naamloze vennootschap, Daalderdijk 4, 3650 Dilsen-Stokkem Tongeren RPR 0423.878.716
Jaarvergadering op 20/06/2007 om 15 u., op de zetel Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Goedkeuring bezoldigingen. Ontslagen en benoemingen. Rondvraag. (26013)
Optieken en Hoorcentra De Voorzorg, coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, Thonissenlaan 40, 3500 Hasselt
0441.958.328 RPR Brussel
0878.045.186 RPR Hasselt
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Kwijting bestuurders. (26008)
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 11 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. (Her)benoeming. Kwijting bestuurders. Varia. (26014)
Master Meubel, naamloze vennootschap, steenweg op Diest 111, 2300 Turnhout
Oscara, naamloze vennootschap,
0427.129.503 RPR Turnhout
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : 1. Verslag Raad van Bestuur. 2. Bespreking jaarrekening per 31/12/ 2006. 3. Bestemming resultaat. 4. Kwijting bestuurders. 5. Bezoldiging bestuurders. 6. Varia. (26009)
Kerkstraat 53, 8540 Deerlijk 0454.135.588 RPR Kortrijk
Gewone algemene vergadering op 16/06/2007 om 10 u. op de zetel. Agenda : Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Ontslagen en benoemingen. (26015)
Matériaux et Pavements industriels, société anonyme, rue de Vrière 16, 1020 Bruxelles
P.P.P.-Grond, naamloze vennootschap,
0404.652.227 R.P.M. Bruxelles
0432.079.966 RPR Antwerpen
Assemblée générale ordinaire le 19/06/2007 à 11 heures au siège social. Ordre du jour : Rapport du Conseil d’administration et rapport du commissaire. Approbation des comptes annuels au 31/12/2006 et affectation du résultat. Décharge aux administrateurs et au commissaire. Nominations. Divers. (26010)
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 14 u. op de zetel. Agenda : 1. Toepassing art. 523 Venn. W. 2. Verslag raad van bestuur. 3. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. 4. Bestemming resultaat. 5. Kwijting bestuurders en vaststelling bezoldiging. 6. Allerlei. Zich schikken naar de statuten. (26016)
Vloeyenbergdreef 24, 2970 Schilde
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28381
Partimo, naamloze vennootschap,
Quercus Invest, naamloze vennootschap,
Koninklijke Baan 181 GV02, 8670 Koksijde
Edward Verheyestraat 1/W1, 8300 Knokke-Heist
BTW BE 0457.853.262 RPR Veurne
0426.030.334 RPR Brugge
De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de jaarvergadering die zal gehouden worden op de zetel van de vennootschap op 19 juni 2007 om 14.00 uur. Agenda : Bespreking en goedkeuring van de jaarrekening afgesloten per 31 december 2006. Kwijting. Ontslag en benoeming. (26017) De raad van bestuur.
Jaarvergadering op 15/06/2007 om 10u00 op de zetel. Agenda : Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Resultaatsaanwending. Kwijting aan de bestuurders. Ontslagen en benoemingen. (26022) De Raad van bestuur.
Rebo, naamloze vennootschap, Partimo, naamloze vennootschap,
Eeuwfeestlaan 74, 2500 Lier
Koninklijke Baan 181 GV02, 8670 Koksijde
0438.229.073 RPR Mechelen
0457.853.262 RPR Veurne
De houders van de effecten aan toonder worden uitgenodigd de buitengewone algemene vergadering bij te wonen op 12 juni 2007 om 11 uur, ter studie van geassocieerde notarissen Marc Vanden BusschePeter De Baets, te Koksijde, Guldenvlieslaan 34A, met de volgende agenda : 1/ Kennisneming van het fusievoorstel, kosteloos ter inzage van de aandeelhouders op de zetel van de vennootschap. 2/ Fusiebesluit waarbij de vennootschap bij wijze van fusie de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ″DIACO″, voornoemd, overneemt, volgens voornoemd fusievoorstel. 3/ Kwijting aan de zaakvoerder van de overgenomen besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ″DIACO″. 4/ Aanpassing van de statuten als gevolg van beslissing van de raad van bestuur om de zetel te verplaatsen naar het huidige adres. 5/ Wijziging van de naam van de vennootschap. 6/ Opdracht tot coördinatie van de statuten en tot uitvoering van de genomen besluiten - volmachten. (26018) De bestuurders.
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 15 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Diversen. (26023)
Rejeanne, naamloze vennootschap, Stationsstraat 153, 9890 Gavere 0412.788.052 RPR Gent
Jaarvergadering op 13/06/2007 om 17 u. op de zetel. Agenda : 1. Jaarverslag. 2. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. 3. Kwijting raad van bestuur. 4. Goedkeuring verantwoording art. 94 en 96 van het wetboek van vennootschappen. Zich schikken naar de statuten. (26024)
Right Advice Management Consultants, naamloze vennootschap, Platevoet, naamloze vennootschap,
Sint-Michielskaai 40/4, 2000 Antwerpen
Ooststraat 42-44, 8630 Veurne
0451.920.327 RPR Antwerpen
0412.513.680 RPR Veurne
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 14 u. op de zetel. Agenda : Goedkeuring jaarrekening per 31/01/2007. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Herbenoeming bestuurders. Zich richten naar de statuten. (26019)
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 18U. op de zetel.Agenda : 1. Toepassing art. 523 Venn.W. 2. Verslag raad van bestuur. 3. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. 4. Bestemming resultaat. 5. Kwijting bestuurders en vaststelling bezoldiging. 6. Allerlei. Zich schikken naar de statuten. (26025)
Ruralis, naamloze vennootschap, Prozon Invest, naamloze vennootschap, Dijkbeemdenweg 58, 3520 Zonhoven
Auguste Reyerslaan 107, 1030 Brussel 0440.064.551 RPR Brussel
0440.404.447 RPR Hasselt
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006 en bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Ontslag en benoeming bestuurders. Varia. Zich richten naar de statuten. (26020)
Pyckavet, naamloze vennootschap, ’t Walletje 10, 8300 Knokke-Heist 0418.968.932 RPR Brugge
Jaarvergadering op 13/06/2007 om 14 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. (Her)benoeming. Kwijting bestuurders. Varia. (26021)
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 10 u. op de zetel. Agenda : Tegenstrijdige belangen toepassing art. 523 W. Venn. Jaarverslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Emolumenten bestuurders. Kwijting bestuurders. Benoemingen en ontslagen. Varia. Zich schikken naar de statuten. (26026)
S.J.H. Invest, naamloze vennootschap, Beemdstraat 42, 3670 Meeuwen-Gruitrode 0465.237.833 RPR Tongeren
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 10 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders en beslissing over hun vergoedingen. Ontslagen en benoemingen. Diversen. (26027)
28382
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Smets Aviation Service, naamloze vennootschap,
T.J.V., naamloze vennootschap,
Vliegplein 2, bus 2, 3600 Genk
Karel Govaertsstraat 56, 2222 Heist-op-den-Berg
0442.606.248 RPR Tongeren
0437.386.163 RPR Mechelen
Jaarvergadering op 20/06/2007 om 16 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders en beslissing over de vergoedingen. Ontslagen en benoemingen. Rondvraag. (26028)
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 16 u. op de zetel. Agenda : 1. Toepassing art. 523 Venn.V. 2. Verslag raad van bestuurder 3. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. 4. Bestemming resultaat. 5. Kwijting bestuurders en vaststelling bezoldiging. 6. Allerlei. Zich schikken naar de statuten. (26034)
Solimel Invest, naamloze vennootschap, Ezelpoort 6, 8000 Brugge 0437.991.424 RPR Brugge
Jaarvergadering op 20/06/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Herbenoeming bestuurders. (26029)
Spanbeton Hollevoet Charles, naamloze vennootschap, Keibergstraat 87, 8820 Torhout 0413.202.677 RPR Brugge
The Island Company, naamloze vennootschap, Londenstraat 32, 2000 Antwerpen 0441.718.105 RPR Antwerpen
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 14.00 uur. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Varia. (26035)
Tilia, naamloze vennootschap, Lindendreef 5, 2470 Retie 0445.677.485 RPR Turnhout
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Resultaatsaanwending. Kwijting bestuurders. Ontslagen en benoemingen. (26030) De Raad van bestuur.
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 16 u. op de zetel. Agenda : 1. Toepassing art. 523 VEnn.W. 2. Verslag raad van bestuur. 3. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. 4. Bestemming resultaat. 5. Kwijting bestuurders en vastelling bezoldiging. 6. Allerlei. Zich schikken naar de statuten. (26036)
Sterko, naamloze vennootschap,
Timco, naamloze vennootschap,
Heizijde 92, 2300 Turnhout
Z.3 Doornveld 51, 1731 Zellik
0439.105.835 RPR Turnhout
0411.098.767 RPR Brussel
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 15 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Bespreking en goedkeuring jaarrekening per 31/03/2007. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Bespreking art. 523, § 1, tegenstrijdige belangen. Varia. (26031)
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 16 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders en commissaris-revisor. Varia. (26037)
Stone Build, naamloze vennootschap,
Transport Gielen, naamloze vennootschap,
Leuvensesteenweg 687, 2800 Mechelen
Dorpsstraat 31, 3720 Kortessem
0456.882.767 RPR Mechelen
0423.899.601 RPR Tongeren
Jaarvergadering op 20/06/2007 om 09 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. (Her)benoeming. Kwijting bestuurders. Varia. (26032)
Jaarvergadering op 20/06/2007 om 11 u. op de zetel. Agenda : 1. Verslag Raad van Bestuur en commissaris. 2. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006 - Bestemming resultaat. 3. Decharge, ontslag en benoeming bestuurders en commissaris. 4. Varia. Zich richten naar de statuten. (26038)
Subema, naamloze vennootschap,
Transport Nagels, naamloze vennootschap,
Luikersteenweg 214, 3700 Tongeren
Kluisdreef 4, 2970 Schilde
0416.560.065 RPR Tongeren
0401.482.604 RPR Antwerpen
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 16 u. op de zetel. Agenda : Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006 met bestemming van het resultaat. Kwijting bestuurders. (26033)
Jaarvergadering op 13/06/2007 om 11 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Kwijting bestuurders. Kwijting Commissaris. (26039)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28383
Treatex, naamloze vennootschap, Carnotstraat 5, 2000 Antwerpen
Vleesgroothandel Dekeyzer, naamloze vennootschap, Dorpwegel 1A, 8211 Aartrijke
0437.745.657 RPR Antwerpen
0417.777.020 RPR Brugge
Bijzondere algemene vergadering 11/06/2007 om 17 u. bij notaris Vanaenrode, Mosselerlaan 135, bus 1, 3600 Genk. Agenda : Verlenging van het boekjaar. Varia (26040)
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 19 u. op de zetel. Agenda : Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Resultaatsaanwending. Kwijting aan de bestuurders. Ontslagen en benoemingen. (26047) De Raad van bestuur.
Van Ginder & C°, société anonyme, rue Franz Merjay 151, 1050 Ixelles 0400.716.995 RPM Bruxelles
Volders-Maes, naamloze vennootschap, Kerkstraat 20, 3945 Kwaadmechelen 0418.960.717 RPR Hasselt
Assemblée générale ordinaire le 18/06/2007 à 15 heures au siège social. Ordre du jour : Rapport du Conseil d’administration. Approbation des comptes annuels au 31/12/2006. Décharge aux administrateurs. (26041)
Van Hove, naamloze vennootschap, Eeuwfeestlaan 56, 2500 Lier 0450.345.165 RPR Mechelen
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening 31/12/2006. Bestemming resultaat. Décharge, ontslag en benoeming bestuurders. Varia. Zich richten naar de statuten. (26048)
Wautex, naamloze vennootschap, Boomlaarstraat 309, 2500 Lier 0404.067.752 RPR Mechelen
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 17 u. op de zetel. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. (26042)
Vanemar, commanditaire vennootschap op aandelen, Albert I-laan 72, 8630 Veurne 0445.485.069 RPR Veurne
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting + herbenoeming bestuurders. (26049)
Woodinvest, naamloze vennootschap, Botestraat 19, 9032 Wondelgem 0444.652.354 RPR Gent
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 16 u. op de zetel. Agenda : Onderzoek en goedkeuring jaarrekening. Kwijting bestuurders. Varia. Zich gedragen naar de statuten. (26043)
Vavidin & C°, naamloze vennootschap, Hasseltsesteenweg 398, 3800 Sint-Truiden
Jaarvergadering op 12/06/2007 om 15 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. (Her)benoeming. Kwijting bestuurders. Varia. (26050)
0429.578.950 RPR Hasselt
Woodpack, naamloze vennootschap, Liefkenstraat 39, Industriezone, 9032 Wondelgem
Jaarvergadering op 18/06/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Kwijting bestuurders. (26044)
0447.984.305 RPR Gent
Vero Duco, naamloze vennootschap, Handelsstraat 19, 8630 Veurne
Jaarvergadering op 12/06/2007 om 16 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. (Her)benoeming. Kwijting bestuurders. Varia. (26051)
0456.974.225 RPR Veurne Gewone algemene vergadering op de zetel van de vennootschap op 16/06/2007 om 16 u. Agenda : Jaarverslag. Verslag commissaris. Bespreking en goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders en commissaris en goedkeuring vergoeding. Ontslagen en benoemingen. (26045)
Videoland, naamloze vennootschap, Toekomstlaan 4/1, 2200 Herentals 0429.324.572 RPR Turnhout
Yvongest, naamloze vennootschap, Losgatstraat 8, 1750 Lennik 0451.442.255 RPR Brussel Jaarvergadering op 19/06/2007 om 17 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Varia. (26052)
Zilmat, naamloze vennootschap, Stationsstraat 104, 3650 Dilsen-Stokkem 0475.731.352 RPR Tongeren
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : 1. Toepassing art.523 Vann.W. 2. Verslag raad van bestuur. 3. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2006. 4. Bestemming resultaat. 5. Kwijting bestuurders en vaststelling bezoldiging. 6. Herbenoeming bestuurders. 7. Allerlei. Zich schikken naar de statuten. (26046)
Jaarvergadering op 19/06/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Verslag bestuurders. Goedkeuring jaarrekening. Aanwending resultaat. Ontlasting bestuurders. Varia. (26053)
28384
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Profiel :
Administrations publiques et Enseignement technique
U hebt minimum een masterdiploma in de pedagogische wetenschappen, specialisatie orthopedagogiek. Een doctoraatsdiploma is een pluspunt.
Openbare Besturen en Technisch Onderwijs
U hebt ruime ervaring met het verlenen van orthopedagogisch advies en het begeleiden van kinderen en opvoeders in probleemsituaties.
PLACES VACANTES − OPENSTAANDE BETREKKINGEN
U beschikt over duidelijke leidinggevende capaciteiten, uitmuntende organisatorische vaardigheden en voldoende realiteitszin. U geeft blijk van een grote dynamiek en bent communicatief zeer sterk.
Katholieke Universiteit Leuven
U bent vertrouwd met de courante PC-toepassingen (Word, Excel, PowerPoint, Access). U beschikt over goede mondelinge en schriftelijke communicatievaardigheden in het Nederlands en het Engels.
Voor de groep Humane wetenschappen, Faculteit psychologie en pedagogische wetenschappen, Centrum voor Orthopedagogiek zoeken wij een Verantwoordelijke Orthopedagogische Consultatiedienst Leuven (OCL) (m/v) - VBC200721W De Orthopedagogische Consultatiedienst Leuven (OCL) biedt ouders en opvoeders gespecialiseerde orthopedagogische hulp bij problemen met leren, gedrag en ontwikkeling. Hierbij staat de relatie tussen opvoeder en kind centraal. Vertrekkend van concrete vragen van het gezin in kwestie wordt – in samenwerking met ouders en leerkrachten – gezocht naar een aanpak op maat van het kind. Deze manier van werken komt tot uiting in respectievelijk het diagnostisch onderzoek, het advies en de begeleiding. Doel van de functie : U coördineert en superviseert de activiteiten van de Orthopedagogische Consultatiedienst Leuven. Hierbij stuurt u een team aan van onderwijsassistenten en zelfstandige consulenten. Samen met het ZAP-personeel van het Centrum voor Orthopedagogiek werkt u ook mee aan de inhoudelijke invulling van de betreffende activiteiten. Opdrachten : U voert een personeels- en vormingsbeleid ten aanzien van de zelfstandige consulenten en de consulenten in dienstverband. U bent verantwoordelijk voor het financiële beheer en beleid van de dienst. U ondersteunt en superviseert de consulenten op inhoudelijk vlak, u coördineert teamvergaderingen en voert regelmatig functioneringsgesprekken met de consulenten.
Selectieproeven : Preselectie op basis van elementen uit het profiel. Proeven en/of interviews in verband met bovengenoemde taken. Wij bieden : Een halftijdse tewerkstelling (50 %) voor onbepaalde duur. Gekoppeld aan een salaris van graad 8. Hoe solliciteren ? Interesse ? Surf naar http ://www.kuleuven.be/personeel/jobsite/ vacatures.htm en solliciteer online. Voor meer informatie kan u contact opnemen met Maud Wellens, tel. : 016-32 83 78. De kandidaturen moeten binnen zijn op de Personeelsdienst uiterlijk op 2007-06-15. K.U.Leuven voert een gelijkekansen- en diversiteitsbeleid.
(25601)
Hogeschool voor Wetenschap & Kunst
De Hogeschool voor Wetenschap & Kunst biedt voor toewijzing door werving volgende vacante betrekkingen aan op campus De Nayer instituut te Sint-Katelijne-Waver : Algemene toelatingsvoorwaarden : 1) onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Vrijhandelsassociatie; 2) de burgerlijke en politieke rechten genieten;
U staat in voor de praktische coördinatie van de dienst : het verdelen van de aanmeldingen, plannen van consultaties, coördineren van de inzet van stagiairs en specialisatiestudenten, maken en beheren van interne afspraken, etc. U volgt het procesverloop van de casussen op, controleert steekproefsgewijs de dossiers en maakt een jaarverslag op. U staat in voor de public relations van de dienst, zowel binnen als buiten de universiteit. U verzorgt de band tussen de werkzaamheden van de dienst enerzijds en de opleiding orthopedagogiek binnen de Faculteit Psychologie en pedagogische wetenschappen anderzijds. U coördineert de onderzoeksactiviteiten in de context van de Orthopedagogische Consultatiedienst Leuven. U voert ook zelf consultaties uit en ontwikkelt diagnostische en begeleidingsactiviteiten ten aanzien van kinderen en jongeren met leer-, gedrags- en ontwikkelingsproblemen en gezinnen met opvoedingsproblemen.
3) houder zijn van een vereist bekwaamheidsbewijs; 4) voldoen aan de bepalingen van de taalwetten terzake; 5) een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van het beoogde ambt; 6) voldoen aan de dienstplichtwetten; 7) de lichamelijke geschiktheid bezitten die vereist is voor het uit te oefenen ambt. De Sociaal-Medische Rijksdienst controleert de vereiste lichamelijke geschiktheid. Het hogeschoolbestuur vraagt het onderzoek aan. Departement Industriële Wetenschappen : 1) Een voltijdse tijdelijke betrekking in de personeelsformatie van het onderwijzend personeel in het ambt van docent in het vakgebied materiaalkunde. Ingangsdatum : 24 september 2007. Aanstellingstermijn : tot en met 21 september 2008 met mogelijkheid tot verlenging na gunstige evaluatie.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Diplomavereiste : dr. ir. met specialisatie materiaalkunde of werktuigkunde. Taakomschrijving : 50 % onderwijs : hoorcolleges en laboratoria in het vakgebeid materiaalkunde; 30 % onderzoek : wetenschappelijke ondersteuning aan de onderzoeksprojecten in de onderzoeksgroepen ″ontwerp en productie″ en ″lastechniek″ en werven en begeleiden van onderzoeksprojecten; 20 % beleidsvoerende taken : hoofd van de personeelseenheid elektromechanica. Profiel : duidelijke interesse voor onderwijs en onderzoek, zeer communicatief, zin voor initiatief, leidinggevende capaciteiten en efficiënt kunnen werken. Ervaring : ervaring in materiaalkunde. 2) Een halftijdse (50 %) tijdelijke betrekking in de personeelsformatie van het onderwijzend personeel in het ambt van docent in het vakgebied fysica. Ingangsdatum : 24 september 2007. Aanstellingstermijn : tot en met 21 september 2008 met mogelijkheid tot verlenging na gunstige evaluatie. Diplomavereiste : doctoraat opproefschrift in de wetenschappen, groep natuurkunde. Taakomschrijving : titularisschap van het opleidingsonderdeel fysica 1; actieve bijdragen leveren tot de verdere optimalisatie van de opleiding; onderzoek verrichten in samenwerking met andere onderzoeksgroepen binnen en buiten de hogeschool -initiatieven uitwerken vanuit de vakgroep fysica op het vlak van wetenschapsfeest, wetenschapsweek, kennismakingsdagen, etc. in het kader van wetenschapspopularisering en studentenwerving. Profiel : beschikken over de nodige didactische kwaliteiten; bereid zijn onderzoeksprojecten uit te voeren in samenwerking met collega’s binnen en buiten de hogeschool (nationaal en internationaal); beschikken over de nodige capaciteiten om het brede publiek te begeesteren in het kader van de maatschappelijke dienstverlening. Ervaring : beschikken over ervaring in het begeleiden van eerstejaarsstudenten in het hoger onderwijs met behulp van moderne leermiddelen en nieuwe werkvormen. Belangstellenden dienen te solliciteren d.m.v. een sollicitatieformulier dat via onze website www.denaver.wenk.be beschikbaar is. 3) Een voltijdse tijdelijke betrekking in de personeelsformatie van het onderwijzend personeel in het ambt van assistent in het vakgebied chemie. Ingangsdatum : 24 september 2007. Aanstellingstermijn : 2 jaar met mogelijkheid tot verlenging na gunstige evaluatie. Diplomavereiste : burgerlijk ingenieur chemie, bio-ingenieur of industrieel ingenieur taakomschrijving : ondersteunende onderwijsopdrachten, oefeningen, laboratoria en projectwerk, in de vakgebieden algemene chemie, fysische chemie en chemische installaties; uitvoeren onderzoek, bij voorkeur met het oog op het behalen van een doctoraat, binnen de onderzoeksgroep Proces- en milieutechnologie.
28385
4) Een voltijdse tijdelijke betrekking in de personeelsformatie van het onderwijzend personeel in het ambt van assistent in het vakgebied bouwkunde. Ingangsdatum : 24 september 2007. Aanstellingstermijn : 2 jaar met mogelijkheid tot verlenging na gunstige evaluatie. Diplomavereiste : industrieel ingenieur in bouwkunde : optie bouwkunde. Taakomschrijving : verzorgen van oefeningensessies, laboratoria en begeleiden van projectwerk in de opleidingen Bachelor en Master in de industriële wetenschappen Bouwkunde; begeleiden van masterproeven in opleiding Master in de industriële wetenschappen Bouwkunde -meewerken aan de opbouw van nieuwe proefopstellingen in de opleidingen Bachelor en Master in de industriële wetenschappen Bouwkunde en in de personeelseenheid Bouwkunde-Landmeten -vertalen van onderzoeksresultaten naar onderwijs in de onderzoeksgroep Materialen en Structuren; meewerken als onderzoeksondersteuning in de onderzoekscel Geotechniek; meewerken aan de promotie van de opleiding en de campus. Profiel : beschikken over communicatieve vaardigheden; didactisch ingesteld en bereid zijn zich hierin verder te vervolmaken; praktisch ingesteld en vertrouwd met projectmatig werk en met onderzoekstaken en in teamverband kunnen functioneren; flexibel en eveneens bereid zijn tot verdere bijscholing waar nodig ervaring : onderwijservaring (niveau hoger onderwijs) en/of een Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid is een pluspunt. Voor een gedetailleerde beschrijving van deze functies verwijzen wij naar onze website : www.denayer.wenk.be Belangstellenden kunnen hun kandidatuur met curriculum vitae vóór 8 juni 2007 richten aan de heer Willy Asselman, departementshoofd Industriële Wetenschappen, Hogeschool voor Wetenschap & Kunst, campus De Nayer instituut, Jan De Nayerlaan 5, te 2860 Sint-KatelijneWaver. Departement Technologie : Twee halftijdse (50 %) tijdelijke betrekkingen in de personeelsformatie van het onderwijzend personeel in het ambt van lector : Ingangsdatum : 24 september 2007. Aanstellingstermijn : tot en met 21 september 2008 met mogelijkheid tot verlenging na gunstige evaluatie. Diplomavereiste : burgerlijk of industrieel ingenieur elektronica - ict. Taakomschrijving : onderwijs aan de professionele bacheloropleidingen binnen het studiegebied IWT; begeleiding van projecten en eindwerken. Profiel : zeer goede kennis van elektronica-ICT en telecommunicatie in het bijzonder; goede communicatieve vaardigheden; sterke affiniteit voor projectmatig wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijke dienstverlening Belangstellenden kunnen hun kandidatuur met curriculum vitae vóór 8 juni 2007 richten aan de heer Luc Van Goidsenhoven, departementshoofd Technologie, Hogeschool voor Wetenschap & Kunst, campus De Nayer instituut, Jan De Nayerlaan 5, te 2860 Sint-Katelijne-Waver. (25602)
28386
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn van Scherpenheuvel-Zichem
Het O.C.M.W. van Scherpenheuvel-Zichem is voor de verdere uitbouw van de administratieve diensten op zoek naar een enthousiast (m/v) : Deskundige voor de personeelsdienst, voltijds - statutair dienstverband Functie: Personeelsbeheer en personeelsadministratie inclusief loon- en weddeberekeningen. Alle taken met betrekking tot personeelszaken. Organisatie van vorming voor het O.C.M.W.-personeel. Profiel : diploma van maatschappelijk assistent, van assistent in de psychologie of diploma van maatschappelijk adviseur behorende tot het sociaal hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan of sociale promotie (basisopleiding van één cyclus). Wij bieden : Een uitdagende job met verantwoordelijkheid. Een statutaire aanstelling. Gratis hospitalisatieverzekering. Maaltijdcheques. Een fietsvergoeding. Interesse ? je schriftelijke kandidatuur samen met een kopie van het vereiste diploma dient uiterlijk op maandag 11 juni 2007 (postdatum geldt als enig bewijs) toe te komen bij de voorzitter van het O.C.M.W., Markt 21, te 3271 Scherpenheuvel-Zichem. Bijkomende informatie over de selectieprocedure kan je aanvragen bij de personeelsdienst, tel. 013-61 21 72 of via e-mail :
[email protected] (25603)
Universiteit Hasselt In het kader van het onderzoeksproject “Fluorescent whole cell based biosensors” stelt de Universiteit Hasselt in het Biomedisch Onderzoeksinstituut een onderzoeksmandaat (m/v) vacant ter voorbereiding van een doctoraatsproefschrift :
Houders van een diploma dat equivalent kan worden gesteld met een van de vermelde diploma’s en laatstejaarsstudenten kunnen eveneens kandideren. Onderzoekservaring in de aangewende technologieën of onderzoeksthematiek is een pluspunt. De kandidaten dienen minstens de Nederlandse of de Engelse taal te beheersen. Bijkomende inlichtingen Dr. Luc Michiels (BIOMED) (+32-11-26 92 31,
[email protected]) Prof. dr. Marcel Ameloot (BIOMED) (+32-11-26 85 46,
[email protected]) Prof. dr. Patrick Wagner (IMO) (+32-11-26 88 95,
[email protected]) Kandidaatstelling : Gebeurt met sollicitatieformulieren die u : kan aanvragen bij het Rectoraat van de Universiteit Hasselt, Campus Diepenbeek - Agoralaan, gebouw D, 3590 Diepenbeek, tel. 011-26 80 03; kan downloaden via de site http://www.uhasselt.be/actueel/ vacatures/sollicitatieforms.asp en die, ingevuld, uiterlijk op vrijdag 8 juni 2007 op dit adres dienen toe te komen. Sollicitatieformulieren kan u via e-mail enkel terugsturen op het adres :
[email protected] (25617)
Actes judiciaires et extraits de jugements Gerechtelijke akten en uittreksels uit vonnissen
Navorser-doctoraatsbursaal (2 × 2 jaar) (mandaat MBW/2007/002) Achtergrond : Het Biomedisch Onderzoeksinstituut (www.biomed.uhasselt.be) is een multidisciplinair onderzoeksinstituut van de Universiteit Hasselt waar moleculair en cellulair biomedisch onderzoek wordt uitgevoerd door een staf van 70 onderzoekers en technici. Het wetenschappelijk onderzoek is gefocust rond twee kerndomeinen : neuroinflammatieonderzoek en de ontwikkeling van biosensoren. Het onderzoek in het domein van de biosensoren verloopt in nauwe samenwerking met het Instituut voor Materiaalonderzoek (www.imo.uhasselt.be). Opdracht : De kandidaat zal wetenschappelijk onderzoek verrichten binnen het Biomedisch onderzoeksinstituut in het domein van de cel gebaseerde biosensoren. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in teamverband en verloopt in nauwe samenwerking met het Instituut voor Materiaalonderzoek van de Universiteit Hasselt. Het te begeven mandaat beoogt de genetische wijziging van membraan gebonden receptoren in eukaryote cellen. Hierdoor worden deze eukaryote cellen gevoelig gemaakt voor geselecteerde doelwitmoleculen. De werking van deze genetisch gewijzigde cellen en hun receptoren zal onderzocht worden. In een laatste fase worden deze cellen ingezet als reportercellen die de aanwezigheid van het gekozen target kunnen aantonen. Dit kan ondermeer door de aangemaakte reporter cellen aan elektronische componenten te koppelen in een biosensor prototype. De communicatie van de reporter cellen met de elektronische componenten in de biosensor zal onderzocht worden. Diploma en profiel : licentiaat/master (of equivalent) in de scheikunde, biochemie, biologie, biotechnologie, biomedische wetenschappen of in de (dier)geneeskunde;. bioingenieur.
Publication faite en exécution de l’article 488bis e, § 1er du Code civil Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 488bis e, § 1 van het Burgerlijk Wetboek
Désignation d’administrateur provisoire Aanstelling voorlopig bewindvoerder
Justice de paix du premier canton d’Anderlecht
Par ordonnance du juge de paix du premier canton d’Anderlecht, en date du 10 mai 2007, faisant suite à la requête du 12 avril 2007, le nommé Lamongie, Jacques, né à Antwerpen le 15 février 1922, résidant actuellement à 1070 Anderlecht, « Clinique Sainte-Anne, Saint-Remi, Sainte-Etienne », boulevard Jules Graindor 66, domicilié à 1070 Anderlecht, rue Van Soust 261, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, étant : Blanc, Yannick, avocat, domicilié à 1090 Bruxelles, rue A. Vandenschrieck 92. Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) Luc Vandyck. (65405)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
28387
Justice de paix du canton d’Ath-Lessines, siège de Lessines
Justice de paix du cinquième canton de Bruxelles
Par ordonnance du juge de paix du canton d’Ath-Lessines, siège de Lessines, rendue le 10 mai 2007, M. Julien Odutoit, né à Tournai le 23 décembre 1932, domicilié à Montroeul-au-Bois, pavé des Pélerins 1, mais résidant à Flobecq, « Home La Providence des Malades », rue des Frères Gabreau 43, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Thérèse Dutoit, domiciliée à Forest (HT), rue Mortagne 18.
Par ordonnance du juge de paix du nouveau cinquième canton de Bruxelles, rendue en date du 20 avril 2007, le nommé Beghin, Albert Alexandre Joseph, né le 13 octobre 1924, résidant actuellement à 1000 Bruxelles, « Pachéco », rue du Grand Hospice 7, domicilié à 1020 Bruxelles, rue Fineau 13, bte 1, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, étant : Me Hanon de Louvet, Sandrine, avocate, domiciliée à 1030 Bruxelles, boulevard Lambermont 364.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Derobertmasure, Jean-Marie. (65406)
Suite à la requête déposée le 24 avril 2007, par ordonnance du juge de paix du canton d’Ath-Lessines, siège de Lessines, rendue le 3 mai 2007, M. Eric Marchand, né à Rocourt le 2 août 1962, domicilié à Lessines, chaussée de Renaix 155/2, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Nathalie Joly, avocat, dont les bureaux sont sis à Lessines, Grand Rue 26. POur extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Derobertmasure, Jean-Marie. (65407)
Justice de paix du canton de Beaumont-Chimay-Merbes-le-Château, siège de Chimay
Le greffier en chef, (signé) Hilda De Greif.
(65411)
Justice de paix du deuxième canton de Charleroi
Par ordonnance de M. le juge de paix du deuxième canton de Charleroi, en date du 18 mai 2007, la nommée Bastien, Marcelle, née à Nismes le 29 mai 1927, domiciliée à 6280 Gerpinnes, rue du Blanc Tri 34, résidant actuellement à 6000 Charleroi, « Home Brichart », rue Casimir Lambert 27, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire de biens, étant : Mme Manise, Marie-France, domiciliée à 6280 Gougnies, rue de la Briqueterie 10. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Demarteau, Jean-Marie. (65412)
Justice de paix du troisième canton de Charleroi Le juge de paix du canton de Beaumont-Chimay-Merbes-le-Château, siège de Chimay, par décision du 2 mai 2007, a dit pour droit que M. Wallerand, Didier, né le 12 septembre 1985, domicilié cité Pourpre 9, à 6590 Momignies, est totalement hors d’état de gérer ses biens et lui a désigné en qualité d’administrateur provisoire de ses biens, Me Cathy Sebille, avocat, rue de Marchienne 4, à 6110 Montigny-le-Tilleul. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Mireille Dubail. (65408)
Justice de paix du canton de Boussu
Suite à la requête déposée le 30 mars 2007, par ordonnance du juge de paix du troisième canton de Charleroi, rendue le 7 mai 2007, Gelinne, Lucy, née à Jumet le 3 juillet 1921, domiciliée à 6041 Gosselies, « L’Adret », rue de l’Observatoire 111, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Machtelinck, Jean-Marie, commerçant, domicilié à 6120 Nalinnes, rue Ferrée 94. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Desart, Valérie. (65413)
Suite à la requête déposée le 8 mai 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Boussu, rendue le 10 mai 2007, Mme Lemoine, Georgette Pauline, née à La Houssoye (France) le 20 juin 1922, domiciliée à 7370 Dour, rue de Boussu 117, mais se trouvant actuellement à 7300 Boussu, « Hôpital de Warquignies », rue des Chauffours 27, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Jonathan Jurga, avocat à 7350 Thulin, rue L. Mahieu 20.
Suite à la requête déposée le 28 mars 2007, par ordonnance du juge de paix du troisième canton de Charleroi, rendue le 7 mai 2007, Jaumet, Monique, née à Marcinelle le 9 février 1931, domiciliée à 6223 Wagnelée, « Résidence Chassart », rue de l’Eglise 14, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de son frère, Jaumet, Jacques, retraité, domicilié à 5651 Somzée, Grand’Rue 43.
Pour extrait conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) Yperman, Christine. (65409)
Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Desart, Valérie. (65414)
Suite à la requête déposée le 30 avril 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Boussu, rendue le 10 mai 2007, Mme Roucou, Adeline, née à Hainin le 14 septembre 1925, domiciliée à 7350 Hainin, rue de la Centenaire 2, mais se trouvant actuellement à 7350 Thulin, « Home les 3 Sources », rue A. Lecomte 1, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de De Smet, Claire, domiciliée à 7350 Thulin, rue Grande Ruelle 62.
Suite à la requête déposée le 5 avril 2007, par ordonnance du juge de paix du troisième canton de Charleroi, rendue le 7 mai 2007, Storms, Jacqueline Berthe Victorine, née à Ransart le 13 août 1927, domiciliée à 6060 Charleroi (Gilly), chaussée de Châtelet 42/D3, résidant « Adret », rue de l’Observatoire 111, à 6041 Gosselies, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de sa fille, Etienne Christiane, psychologue, domiciliée à 5640 Oret, rue de la Citadelle 17.
Pour extrait conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) Christine Yperman. (65410)
Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Desart, Valérie. (65415)
28388
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Justice de paix du canton de Forest
Par ordonnance du juge de paix du canton de Forest, en date du 3 mai 2007, sur requête déposée le 16 avril 2007, Bartholoméus, Aurélie Catherine, née à Bruxelles le 9 août 1917, domiciliée à 1190 Forest, rue Cervantès 94/0001, résidant à 1200 Woluwe-Saint-Lambert, rue de la Charette 27, « Le Relais », a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Libert, François, avocat à 1000 Bruxelles, avenue Emile De Mot 19.
Justice de paix du canton de Huy II - Hannut, siège de Huy
Par ordonnance de M. le juge de paix du canton de Huy II - Hannut, siège de Huy, rendue le 7 mai 2007, Me Géraldine Danloy, avocat à 4500 Huy, rue de la Motte 41, a été désigné en qualité d’administrateur provisoire des biens de Mme Carlon, Sonia, née le 3 mars 1947 à Seraing, domiciliée à 4470 Saint-Georges-sur-Meuse, rue Warfusée 61, incapable de gérer ses biens. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jeannine Rycken. (65421)
Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) Patrick De Clercq. (65416) Justice de paix du deuxième canton de Liège
Par ordonnance du juge de paix du canton de Forest, en date du 10 mai 2007, sur requête déposée le 23 avril 2007, Degreef, Gertrude Paula Albertine, née à Bruxelles le 9 mai 1946, domiciliée à 1190 Forest, avenue Mozart 84, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Degreef, Arthur, domicilié à 1030 Schaerbeek, rue de Kessels 21. Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) Patrick De Clercq. (65417)
Suite à la requête déposée le 26 avril 2007, une ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Liège, rendue le 9 mai 2007, a déclaré Mlle Nibogora, Pauline, née le 1er janvier 1967 au Burundi, domiciliée à 4020 Liège, quai Churchill 31/0042, mais n’y ayant plus aucun intérêt et résidant au « C.H.P. Le Petit Bourgogne » à 4000 Liège, rue Professeur Mahaim 84, incapable de gérer ses biens, et cette personne a, en conséquence, été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Gillis, Marielle, avocate, dont les bureaux sont établis à 4000 Liège, rue Sainte-Véronique 20. Liège, le 16 mai 2007.
Justice de paix du canton de Fosses-la-Ville
Suite à la requête déposée le 22 mars 2007, par ordonnance de Mme le juge de paix du canton de Fosses-la-Ville, rendue le 16 mai 2007, Mme Franquien, Céline, née le 1er janvier 1932 à Namur, « Résidence Charlotte », place du Roi Baudouin 5, à 5150 Floreffe, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Pierret, Sophie, avocat, rue du Beau Vallon 128, à 5002 Saint-Servais. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Lesire, Huguette. (65418)
Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Lefort, Carine. (65422)
Suite à la requête déposée le 25 avril 2007, une ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Liège, rendue le 9 mai 2007, a déclaré Mme Yakowlewa, Ewgenija, de nationalité belge, née le 12 avril 1924 à Stalino (U.R.S.S.), pensionnée, domiciliée à 4000 Liège, rue des Lauriers 1/0012, incapable de gérer ses biens, et cette personne a, en conséquence, été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Henquet, Yves, avocat, dont l’étude est établie à 4000 Liège, rue Fabry 13. Liège, le 15 mai 2007. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Lefort, Carine. (65423)
Suite à la requête déposée le 10 avril 2007, par ordonnance de Mme le juge de paix du canton de Fosses-la-Ville, rendue le 16 mai 2007, M. Scelfo, Angelo, né le 16 mars 1910 à Villarosa, domicilié rue Fleurus 80, à 5060 Moignelée, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de son fils, M. Scelfo, Antonio, sans profession, domicilié rue de Fleurus 80, à 5060 Moignelée. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Lesire, Huguette. (65419)
Justice de paix du troisième canton de Liège
Suite à la requête déposée le 9 mai 2007, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 14 mai 2007, Mme Blerot, Emilie, née le 26 avril 1983 à Eupen, domiciliée rue Général de Gaulle 29/6, à 4020 Liège, de résidence à la « Clinique Notre-Dame des Anges », rue Emile Vandervelde 67, à 4000 Liège, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Thiry, Sophie, avocat, dont l’étude est sise rue Paul Devaux 2, à 4000 Liège.
Justice de paix du canton de Hamoir
Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Bouchoms, Jacques. (65424)
Suite à la requête déposée le 26 avril 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Hamoir, rendue le 11 mai 2007, Mme Servais, Camille, née le 22 avril 1922 à Terwagne, pensionnée, domiciliée rue Principale 14, à 4560 Clavier, résidant à la « M.R.S. Château d’Ochain », rue du Château 1, à 4560 Clavier, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Goijen-Corroy, Marianne, avocat, dont les bureaux sont sis rue de l’Ourthe 58, à 4171 Poulseur.
Suite à la requête déposée le 8 mai 2007, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 14 mai 2007, Mme Closson, Elisabeth, veuve de M. Vanspauwen, née le 17 novembre 1922, domiciliée boulevard Ernest Solvay 114, à 4000 Liège, « Résidence Elisabeth », Montagne-Sainte-Walburge 94, à 4000 Liège, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Thiry, Sophie, avocat, dont l’étude est sise rue Paul Devaux 2, à 4000 Liège.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Simon, Maryse. (65420)
Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Bouchoms, Jacques. (65425)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Suite à la requête déposée le 13 avril 2007, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 14 mai 2007, M. Delince, Jean-Jacques, né le 11 juillet 1950, domicilié rue Renard 173, à 4100 Seraing, de résidence à l’« Ipal le Péri », Montagne-SainteWalburge 4bis, à 4000 Liège, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Deventer, Olivier, avocat, dont l’étude est sise rue Emile Vandervelde 109, à 4624 Romsée. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Bouchoms, Jacques. (65426)
28389
Justice de paix du canton de Limbourg-Aubel, siège de Limbourg
Par ordonnance du juge de paix du canton de Limbourg-Aubel, siège de Limbourg, en date du 9 mai 2007, le nommé Moulhan, Jean-Michel, né le 20 mai 1961, domicilié à 4845 Jalhay, Neufmarteau 23, mais résidant actuellement à la « Clinique psychiatrique des Frères alexiens » à 4841 Henri-Chapelle, Ruyff 68, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, étant : Magnée, Véronique, dont le cabinet est établi à 4800 Verviers, rue des Martyrs 24. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Chantal Houyon. (65431)
Suite à la requête déposée le 13 avril 2007, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 14 mai 2007, M. Emans, Jean, né le 2 avril 1932, domicilié rue du Cowa 112, à 4400 Awirs, de résidence à l’« Ipal le Péri », Montagne-Sainte-Walburge 4bis, à 4000 Liège, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de M. Emans, Philippe, domicilié rue Thier de Trixhe 78, à 4400 Flémalle, et en instance de déménagement, rue du Cowa 112, à 4400 Awirs. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Bouchoms, Jacques. (65427)
Suite à la requête déposée le 2 mai 2007, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 14 mai 2007, M. Evrard, Louis, né le 27 août 1936 à Lierneux, domicilié La Falize 31, à 4990 Lierneux, « Ipal le Péri », Montagne-Sainte-Walburge 4bis, à 4000 Liège, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Cokaiko, Cécile, institutrice, domiciliée rue de Theux 33, à 4877 Olne. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Bouchoms, Jacques. (65428)
Suite à la requête déposée le 17 avril 2007, par décision du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue le 14 mai 2007, Mme Lejeune, Liliane, née le 12 septembre 1948, domiciliée rue Verhaeren 3, à 4460 Grâce-Hollogne, « Ipal le Péri », Montagne-Sainte-Walburge 4bis, à 4000 Liège, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Peters, Virginie, domiciliée rue Alfred Defuisseaux 161/2, à 4460 Grâce-Hollogne. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Bouchoms, Jacques. (65429)
Justice de paix du canton de Liège IV
Suite à la requête déposée le 19 avril 2007, par décision du juge de paix du canton de Liège IV, rendue le 19 avril 2007, Mme Filemieg, Théadora Bernarda, mariée à Collombon, Léopold, née le 21 octobre 1924 à Amsterdam (Pays-Bas), veuve, domiciliée quai Orban 48/0021, à 4020 Liège, résidant C.H.C. site Saint-Joseph, rue Hesbaye 75, à 4000 Liège, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Deventer, Olivier, avocat, dont les bureaux sont rue Emile Vandervelde 109, à 4624 Romsée. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Frankinet, Régine. (65430)
Justice de paix du premier canton de Namur
Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Namur, prononcée en date du 16 mai 2007 (RG. N° 07A1023), Mme Bayet, Andrée, née à Charleroi le 17 mars 1962, domiciliée et résidant à 5002 Saint-Servais, rue Jules Bours 11/1, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pouvue d’un administrateur provisoire, à savoir : Me Françoise Brix, avocat, dont le cabinet est établi à 5000 Namur, boulevard Isabelle Brunell 2/1. Namur, le 16 mai 2007. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Angélique Capelle. (65432)
Justice de paix du canton de Seraing
Suite à la requête déposée le 25 avril 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Seraing, rendue le 9 mai 2007, M. Namous, Albert, de nationalité belge, né le 30 avril 1956 à Ougrée, sans profession, célibataire, domicilié rue Goffart 12, à 4100 Seraing, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Jacques Herbiet, avocat, dont les bureaux sont établis à 4000 Liège, avenue Blonden 33. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jean-Marie Fouarge. (65433)
Justice de paix du canton de Sprimont
Par ordonnance du juge de paix du canton de Sprimont, en date du mardi 8 mai 2007, M. Laurent, Camille Vital Ghislain, veuf de Maucq, Andrée, né à Nassogne le 26 août 1932, domicilié et résidant « Les Trois Couronnes », avenue des 3 Couronnes 16, à 4130 Esneux, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, à savoir : Mme Roger, Monique, sans profession, domiciliée rue Vinâve 8, à 4162 Hody. Sprimont, le 16 mai 2007. Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) Joseph Michotte. (65434)
28390
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Justice de paix du second canton de Tournai
Justice de paix du canton de Visé
Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai, rendue le 14 mai 2007, Mme Busa, Angélina, née le 13 juin 1973 à Tournai, domiciliée à 7600 Péruwelz, rue de Queminet 42, résidant « C.H.P. Les Marronniers », pavillon « Les Genêts », rue des Fougères 35, à 7500 Tournai, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Delecluse, Nicolas, avocat, dont le cabinet est établi à 7500 Tournai, rue de l’Athénée 38.
Sur requête déposée le 30 avril 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Visé, du 10 mai 2007, M. José Depaquier, né à Herstal le 19 mai 1921, domicilié cité John Fitzgerald Kennedy 17, à 4684 Haccourt, résidant à la maison de repos et de soins « Les Trois Rois », allée des Alouettes 100, à 4600 Visé, mais se trouvant actuellement à l’« Hôpital du Péri », Montagne-Sainte-Walburge 48, à 4000 Liège, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Isabelle Biemar, avocat, dont l’étude est située rue de Campine 157, à 4000 Liège.
Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Danielle Delbart. (65435)
Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai, rendue le 15 mai 2007, Mme Detournay, Odette, née le 20 mars 1922 à Gaurain-Ramecroix, domiciliée à 7538 Tournai (Vezon), rue Albert Ier 2, résidant « Val de Brunehaut », rue de Rongy 10, à 7620 Brunehaut (Jollain-Merlin), a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Pochart, Jean-Philippe, avocat, dont les bureaux sont établis à 7500 Tournai, rue Childéric 47. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Danielle Delbart. (65436)
Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai, rendue le 14 mai 2007, M. Doutreluigne, David, né le 18 mars 1977 à Mouscron, ouvrier, domicilié à 7500 Tournai, rue du Ballon 2/appartement 3, résidant « C.H.P. Les Marronniers », rue Despars 94, à 75000 Tournai, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Delecluse, Nicolas, avocat, dont le cabinet est établi à 7500 Tournai, rue de l’Athénée 38. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Danielle Delbart. (65437)
Justice de paix du canton d’Uccle
Par ordonnance du juge de paix du canton d’Uccle, en date du 11 mai 2007, en suite de l’inscription au registre des requêtes le 11 mai 2007, M. Adika, Koffi, né à Lomé (Togo) le 11 novembre 1966, domicilié en dernier lieu à 1180 Uccle, avenue Winston Churchill 189/47, d’où il a été radié d’office, en date du 19 avril 2005, résidant actuellement à la « Clinique Fond’Roy », avenue Jacques Pastur 43, à 1180 Uccle, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, étant : Me Leclerc, Patrick, avocat, dont le cabinet est situé à 1030 Bruxelles, avenue Ernest Cambier 39. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Goies, Pascal. (65438)
Pour extrait Marie-Noëlle.
conforme :
le
greffier
adjoint,
(signé)
Darcis, (65441)
Justice de paix du second canton de Wavre
Suite à la requête déposée le 27 mars 2007, par ordonnance du juge de paix du second canton de Wavre, rendue le 9 mai 2007, Mme Dujacquier, Marie, née à Nivelles le 9 mai 1924, domiciliée à 1400 Nivelles, allée des Muguets 22, résidant allée de Clerlande 6, à 1340 Ottignies, résidant à 1340 Ottignies, à l’établissement « Centre William Lennox », allée de Clerlande 6, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Westerlinck, Eléonore, avocate à 1400 Nivelles, rue de Charleroi 2. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jonet, Lucette. (65442)
Suite à la requête déposée le 20 avril 2007, par ordonnance du juge de paix du second canton de Wavre, rendue le 9 mai 2007, M. Houart, Philippe, né à Charleroi le 4 août 1965, domicilié à 1150 Woluwe-Saint-Pierre, avenue Armand Scheitler 32, résidant à 1340 Ottignies, « Centre William Lennox », allée de Clerlande 6, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me della Faille de Leverghem, Alexis, avocat à 1300 Wavre, place de l’Hôtel de Ville 15-16. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jonet, Lucette. (65443)
Suite à la requête déposée le 20 avril 2007, par ordonnance du juge de paix du second canton de Wavre, rendue le 15 mai 2007, M. Vallart, Christian, né à Chapelle d’Armentières (France) le 25 avril 1951, domicilié à 5310 Noville-sur-Mehaigne, route de la Hesbaye 92, résidant « Centre William Lennox », allée de Clerlande 6, à 1340 Ottignies, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Wilgenhof, Marie-Jeanne, domiciliée à 5310 Noville-sur-Mehaigne, route de la Hesbaye 92. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jonet, Lucette. (65444)
Justice de paix du canton de Verviers 1 - Herve, siège de Verviers
Suite à la requête déposée le 2 avril 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Verviers 1 - Herve, siège de Verviers 1, rendue le 9 mai 2007, Mme Vanmal, Nelly Marie Danielle, née le 3 février 1920 à Hoepertingen, pensionnée, domiciliée à la « Résidence Bon Air », rue de la Moinerie 31, à 4800 Verviers (Petit-Rechain), a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de M. Monville, Jean-Marie, avocat, dont les bureaux sont établis avenue Reine Astrid 35/16, à 4900 Spa.
Suite à la requête déposée le 26 avril 2007, par ordonnance du juge de paix du second canton de Wavre, rendue le 9 mai 2007, M. Vander Linden, Roger, né à Louvain le 30 mars 1940, domicilié à 1390 Grez-Doiceau, chaussée de Wavre 299/0001, résidant « Centre William Lennox », allée de Clerlande 6, à 1340 Ottignies, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Delvaux, Emmanuelle, avocate à 1300 Wavre, place de l’Hôtel de Ville 15-16.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Heinrichs, Chantal. (65440)
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jonet, Lucette. (65445)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Avis rectificatif
28391
Vredegerecht van het tweede kanton Brugge
Justice de paix du premier canton de Namur
Au Moniteur belge du 26 avril 2007, page 22335, avis n° 64343, 2e ligne, concernant un avis relatif à Mme Catherine Osinski, il y a lieu de lire : « Osinski, Catherine » au lieu de : « Osinski, Caterine ». Le greffier adjoint, (signé) Angélique Capelle. (65446)
Bij vonnis van 10 mei 2007 heeft de vrederechter van het tweede kanton Brugge voor recht verklaard dat Van Wambeke, Ywan, geboren te Blankenberge op 20 juni 1961, wonende te 8380 Brugge (Zeebrugge), Zeedijk 4/app 5, niet in staat is zelf zijn goederen te beheren. Wijst over hem aan als voorlopige bewindvoerder : Mr. Bommerez, Roger, advocaat, kantoorhoudende te 8310 Brugge (Sint-Kruis), Kartuizersstraat 21. Brugge, 15 mei 2007.
Vredegerecht van het eerste kanton Aalst
De griffier, (get.) Loghe, Karin. Bij beschikking van Mevr. de vrederechter van het eerste kanton Aalst, d.d. 16 mei 2007, verklaart Vermeulen, Jozef, geboren te Wetteren op 5 november 1965, wonende te 9340 Lede, Ledezijdestraat 56, verblijvende in het Psychiatrisch Ziekenhuis Zoete Nood Gods, Reymeersstraat 13A, te 9340 Lede, niet in staat zelf zijn goederen te beheren.
(65451)
Avis rectificatif
Vredegerecht van het vierde kanton Brussel
Voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Mevr. Gillis, Lutgarde, advocaat te 9320 Aalst (Erembodegem), Ninovesteenweg 118. Aalst, 18 mei 2007. De griffier, (get.) Renneboog, Luc.
(65447)
Vredegerecht van het tiende kanton Antwerpen
Bij vonnis van de vrederechter van het tiende kanton Antwerpen, verleend op 9 mei 2007, werd Rosa Almeida Fernando Carlos, geboren te Sao Pedro de Tomar (Portugal) op 3 oktober 1949, wonende te 2030 Antwerpen, Santiagostraat 27/41, thans verblijvende in het A.Z. Jan Palfijn, 2170 Merksem (Antwerpen), Lange Bremstraat 70, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mertens, Jan Lodewijk, advocaat, kantoorhoudende te 2900 Schoten, Alice Nahonlei 74. Merksem (Antwerpen), 16 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Vermaelen, Rudy. (65448)
Bij vonnis van de vrederechter van het tiende kanton Antwerpen, verleend op 9 mei 2007, werd Goetschalckx, Suzanne Paulette, geboren te Parijs (Frankrijk) op 10 november 1922, wonende te 2170 Merksem (Antwerpen), Ringlaan 136, verblijvende te 2170 Merksem (Antwerpen), Lange Bremstraat 70, Z.N.A. Jan Palfijn, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mertens, Jan Lodewijk, advocaat, kantoorhoudende te 2900 Schoten, Alice Nahonlei 74. Merksem (Antwerpen), 16 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Vermaelen, Rudy. (65449)
Bij vonnis, uitgesproken d.d. 13 februari 2007, door de vrederechter van het vierde kanton Brussel, werd Mr. Van Heymbeek, Jan Baptist, geboren op 26 november 1915, van Belgische nationaliteit, wonende te 1547 Bever, Romont 26, verblijvende te 1000 Brussel, Kruidtuinlaan 32, Algemeen Ziekenhuis Sint-Jan, onbekwaam verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder, Mr. Thierry Delahaye, hebbende zijn burelen te 1060 Brussel, Brugmannlaan 12a, bus 11. Brussel, 27 maart 2007. De afgevaardigd adjunct-griffier, (gez.) Tempio, Davide.
(65452)
Vredegerecht van het eerste kanton Gent
Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Gent, verleend op 10 mei 2007, werd De Smedt, Georgette, geboren te Aarsele op 18 juli 1920, wonende te 9000 Gent, Koning Albertlaan 88, verblijvende te 9000 Gent, U.Z. Gent, De Pintelaan 185/K12/K1014, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Verstringhe, Annick, advocaat, met kantoor te 9000 Gent, Monterreystraat 16. Gent, 16 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Parijs, Nadine. (65453)
Vredegerecht van het kanton Geraardsbergen-Brakel, zetel Geraardsbergen
Vredegerecht van het elfde kanton Antwerpen
Bij vonnis van de vrederechter van het elfde kanton Antwerpen, verleend op 8 mei 2007, werd Verbruggen, Clara, geboren te Mechelen op 16 augustus 1939, wonende te 2180 Ekeren (Antwerpen), R.V.T. Hof De Beuken, Geestenspoort 73, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Mevr. Eliaerts, Anne, advocaat, kantoorhoudende te 2600 Berchem, Koninklijkelaan 32. Ekeren (Antwerpen), 16 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Rosanne Daniels. (65450)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton GeraardsbergenBrakel, zetel Geraardsbergen, verleend op 10 mei 2007, verklaart Reintjes, Alain, geboren te Geraardsbergen op 27 november 1966, wonende te 9500 Geraardsbergen, Bosstraat 46, niet in staat zelf zij, goederen te beheren. Voegt als voorlopig bewindvoerder : Puydebois, Marie-Jeanne, geboren te Geraardsbergen op 9 juni 1968, wonende te 9500 Geraardsbergen, Bosstraat 46. Geraardsbergen, 14 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Vercruysse, Kathleen. (65455)
28392
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Vredegerecht van het kanton Halle
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Halle, verleend op 9 mei 2007, werd Vansteenbrugge, Peter, geboren te Halle op 16 december 1985, zonder beroep, wonende te 1500 Halle, Beertsestraat 28, niet in staat verklaard zelf zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Nowe, Cynthia, advocaatplaatsvervangend vrederechter, met kantoor te 1653 Dworp, Krabbos 169.
voegt toe als voorlopige bewindvoerder : Op den Buijsch, Maria Helena Jacoba, geboren te Weert op 5 januari 1954, wonende te 3680 Maaseik, Misweg 11, gezien het verzoekschrift neergelegd ter griffie, d.d. 27 februari 2007. Maaseik, 16 mei 2007. De eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Heymans, Myrjam. (65460)
Vonnis, d.d. 9 mei 2007, van het vredegerecht Maaseik :
Halle, 16 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) De Ridder, Verena. (65456)
verklaart Delvax, Sherly Maria Arno, geboren te Genk op 3 november 1987, studente, wonende te 3650 Dilsen-Stokkem, Krekeldries 28, niet in staat zelf haar goederen te beheren; voegt toe als voorlopige bewindvoerster : Thijs, Peggy Lily M., geboren te Genk op 1 mei 1965, huisvrouw, wonende te 3650 DilsenStokkem, Krekeldries 28, gezien het verzoekschrift neergelegd ter griffie, d.d. 12 april 2007.
Vredegerecht van het kanton Hoogstraten
Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Hoogstraten, verleend op 25 april 2007, werd Torremans, Luc Alfons Josephine, geboren te Beerse op 20 november 1954, ongehuwd, wonende te 2340 Beerse, Abdijstraat 14, niet in staat verklaard zelf zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder, zijn moeder : Meeuwes, Maria Josephina, geboren te Beerse op 21 april 1930, wonende te 2340 Beerse, Abdijstraat 14.
Maaseik, 16 mei 2007. De eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Heymans, Myrjam. (65461)
Vredegerecht van het kanton Mol
Hoogstraten, 9 mei 2007. De hoofdgriffier, (get.) Van Gils, Herman.
(65457)
Vredegerecht van het eerste kanton Kortrijk
Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Kortrijk, verleend op 19 april 2007, werd Mevr. Rogier, Cyrilla Diana, geboren te Kortrijk op 5 oktober 1915, zonder beroep, wonende te 8501 Heule, Peperstraat 141, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : de heer Helin, Jacques Noël, geboren te Kortrijk op 8 mei 1952, bediende, wonende te 8530 Harelbeke, Eikenstraat 167. Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Quaghebeur, Katrien. (65458)
Vredegerecht van het kanton Leuven-3
Beschikking d.d. 15 mei 2007 : verklaart Schulpen, Didier, geboren te Kortrijk-Dutsel op 26 december 1964, wonende te 3390 Tielt-Winge, Buurtstraat 21, opgenomen in de instelling U.Z. Gasthuisberg, Herestraat 49, te 3000 Leuven, niet in staat zelf de goederen te beheren;
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Mol, verleend op 15 mei 2007, werd Cools, Maria Norberta Magdalena, gepensioneerde, geboren te Olmen op 12 juni 1935, gepensioneerde, gedomicilieerd en verblijvende in het rusthuis Home Keiheuvel, Kapelstraat 105-107, te 2490 Balen, niet in staat verklaard om zelf haar goederen te beheren en werd haar toegevoegd als voorlopige bewindvoerster : Peeters, Els Mariette Jozefa, verzorgende, geboren te Balen op 18 juli 1962, wonende te 2491 Balen (Olmen), Bosstraat 22, met algehele bevoegdheid. Mol, 16 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Willy Huysmans. (65462)
Vredegerecht van het kanton Neerpelt-Lommel, zetel Neerpelt
Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Neerpelt-Lommel, met zetel te Neerpelt, verleend op 8 mei 2007, werd Gijsen, Anna, geboren te Gerdingen op 24 juni 1923, gedomicilieerd Hoevestraat 15, te 3910 Neerpelt, met huidige verblijfplaats Beverbekerdijk 7, 3930 Hamont-Achel, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Evers, Bernadette, advocaat, wonende Fabriekstraat 28, 3910 Neerpelt. Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd adjunct-griffier, (get.) Christel Vanheel. (65463)
voegt toe als voorlopig bewindvoerder : De Meirsman, Lucas, advocaat, wonende te 3053 Haasrode, Herpendaalstraat 27. Vredegerecht van het eerste kanton Oostende
Leuven, 16 mei 2007. De hoofdgriffier, (get.) Van der Borght, Celina.
(65459)
Vredegerecht van het kanton Maaseik
Vonnis, d.d. 9 mei 2007, van het vredegerecht Maaseik : verklaart Bokken, Donny Eddy Bianca, geboren te Genk op 3 februari 1989, zonder beroep, wonende te 3680 Maaseik, Misweg 11, niet in staat om zelf zijn goederen te beheren;
Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Oostende, verleend op 27 april 2007, werd De Reuwe, Willy, geboren te Bredene op 2 april 1940, wonende te 8400 Oostende, Orchideelaan 19, verblijvende Home « Westerhauwe », Klemskerkestraat 19, te 8450 Bredene, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : De Reuwe, Els, wonende te 3600 Genk, Houtblookstraat 12. Oostende, 3 mei 2007. De hoofdgriffier, (get.) Wybo, Marleen.
(65464)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Oostende, verleend op 3 mei 2007, werd Inghelbrecht, Jeanne, geboren te Stene op 8 december 1923, wonende te 8400 Oostende, Druivenlaan 21, verblijvende R.V.T. Monica, Ooievaarslaan 3, te 8400 Oostende, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Barrat, Monique, wonende te 8450 Bredene, Zeepaadje 11, bus 1A.
28393
Voegt toe als voorlopig bewindvoerder, met algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid aan de voornoemde beschermde persoon : Volders, Diane, advocaat, kantoorhoudende te 2300 Turnhout, de Merodelei 189. Turnhout, 15 mei 2007. De adjunct-griffier, (get.) Vinckx, Ann.
(65468)
Oostende, 3 mei 2007. De hoofdgriffier, (get.) Wybo, Marleen.
(65465)
Vredegerecht van het kanton Oudenaarde-Kruishoutem, zetel Oudenaarde
Vonnis, d.d. 15 mei 2007 : verklaart Simonne Lateur, geboren te Elsegem op 25 mei 1933, en wonende te 9700 Oudenaarde, R.V.T. Heilig Hart, Marlboroughlaan 3, niet in staat zelf haar goederen te beheren;
Vredegerecht van het kanton Roeselare
Bij verzoekschrift van de vrederechter van het kanton Roeselare, van 10 mei 2007, verleend op verzoekschrift dat ter griffie werd neergelegd op 24 april 2007, werd Mevr. Debaeke, Liliana, geboren te Roeselare op 4 november 1949, wonende te 8810 Lichtervelde, Kruiseboomweg 3, momenteel verblijvende in het Stedelijk Ziekenhuis, Brugsesteenweg 90, te 8800 Roeselare, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : de heer Mertens, Wim, advocaat, met kantoor te 8810 Lichtervelde, Pastoor Denyslaan 70. Roeselare, 15 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Sorina Segers. (65469)
voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Lateur, Vera, wonende te 9700 Oudenaarde, Kortrijkse Heerweg 1. Vredegerecht van het kanton Veurne-Nieuwpoort, zetel Veurne Oudenaarde, 15 mei 2007. De eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Baguet, Filip.
(65466)
Beschikking d.d. 3 mei 2007 : verklaart Christiaens, Maria, geboren te Lennik op 17 januari 1925, wonende te 8660 De Panne, Visserslaan 46/20, niet in staat zelf haar goederen te beheren;
Vredegerecht van het kanton Sint-Truiden
voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Heughebaert, Kathy, advocaat, wonende te 8630 Veurne, Karpelstraat 40. Veurne, 15 mei 2007.
Het vonnis van de vrederechter van het kanton Sint-Truiden, verleend op 15 mei 2007, stellen vast dat Mevr. Verdegem, Germana Francisca, geboren te Gent op 2 juni 1919, wonende te 3800 SintTruiden, Koningin Astridstraat 19, thans verblijvende ’t Meiland, Schurhoven 74, te 3800 Sint-Truiden, niet in staat zelf haar goederen te beheren.
De hoofdgriffier, (get.) Carna, Roger.
(65470)
Beschikking d.d. 27 april 2007 :
Voorlopig recht doende inzake de persoon van de voorlopig bewindvoerder, o.a. bij toepassing van artikel 19, § 2, GWB.
verklaart Huyge, Paul, geboren te Etterbeek op 10 november 1926, wonende te 8660 De Panne, Zeelaan 116, opgenomen in de instelling Rustoord Clep, Gapaard 9, te 8690 Alveringem, niet in staat zelf zijn goederen te beheren;
Benoemen als voorlopige bewindvoerder : Nagels-Coune, Trudo, advocaat te 3800 Sint-Truiden, Terbiest 83.
voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Desmyter, Christel, advocaat, kantoorhoudende te 8630 Veurne, Astridlaan 2A.
Sint-Truiden, 15 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Marina Derwael. (65467)
Veurne, 15 mei 2007. De hoofdgriffier, (get.) Carna, Roger.
(65471)
Beschikking d.d. 27 april 2007 : Vredegerecht van het kanton Turnhout
Het vonnis van de vrederechter van het kanton Turnhout, uitgesproken op 14 mei 2007, verklaart Dierckx, Augustinus, geboren te Kasterlee op 18 februari 1919, wonende te 2300 Turnhout, Oude Dijk 139, niet in staat zijn goederen te beheren.
verklaart Chabot, Mary, geboren te Seraing op 6 juni 1927, wonende te 8660 De Panne, Zeelaan 116, opgenomen in de instelling Rustoord Clep, Gapaard 9, te 8690 Alveringem, niet in staat zelf haar goederen te beheren; voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Desmyter, Christel, advocaat, kantoorhoudende te 8630 Veurne, Astridlaan 2A. Veurne, 15 mei 2007. De hoofdgriffier, (get.) Carna, Roger.
(65472)
28394
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Vredegerecht van het kanton Waregem
Vredegerecht van het kanton Zottegem-Herzele, zetel Zottegem
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Waregem, verleend op 8 mei 2007, werd Merlier, Irma-Clementina-Maria, geboren te Wortegem op 24 november 1911, gepensioneerd, weduwe van De Waele, Raymond, wonende te 9790 Wortegem-Petegem, Oudenaardseweg 38, thans verblijvende in het R.V.T. De Meers, Schakelstraat 43, te 8790 Waregem, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Mr. Desmet, Els, advocaat te 8790 Waregem, R. Vansteenbruggestraat 81. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 12 april 2007.
verklaart De Potter, Denise, geboren te Sint-Maria-Oudenhove op 8 mei 1926, wonende te 9620 Zottegem, Woon- en Zorgcentrum Ter Deinsbeke, Deinsbekestraat 23, niet in staat zelf haar goederen te beheren; voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Mr. Christophe Glas, advocaat, gevestigd te 9620 Zottegem, Wolvenstraat 60. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 23 april 2007. Zottegem, 16 mei 2007.
Waregem, 15 mei 2007. De griffier, (get.) Samyn, Marijke.
Beschikking d.d. 10 mei 2007 :
(65473)
Vredegerecht van het kanton Zandhoven
De eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Van den Abbeele, Veerle. (65477)
Mainlevée d’administration provisoire Opheffing voorlopig bewind Justice de paix du canton d’Ath-Lessines, siège de Lessines
Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Zandhoven, uitgesproken op 15 mei 2007, ingevolge het verzoekschrift ter griffie neergelegd op 4 mei 2007, werd aan Gadeyne, Nicolas Lucien Jeanne, van Belgische nationaliteit, geboren te Deurne op 16 mei 1972, ongehuwd, wonend te 2930 Brasschaat, Klaverheide 38, thans verblijvende in het P.C. Bethanië, Vesaliuslaan 39, te 2980 Zoersel, als voorlopige bewindvoerder toegevoegd : Van Gelder, Patricia, advocaat aan de balie te Antwerpen, met kantoor te 2650 Edegem, Mechelsesteenweg 210. Zandhoven, 16 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Thielen, Willy. (65474)
Par ordonnance de M. le juge de paix du canton d’Ath-Lessines, siège de Lessines, en date du 15 mai 2007, il a été mis fin au mandat de Me Philippe Dumont, avocat, dont les bureaux sont sis à Ath, rue de Brantignies 33, en sa qualité d’administrateur provisoire des biens de Madeleine Heuwelx, née à Herfelingen le 22 mars 1913, domiciliée à Lessines, « Home La Providence des Malades », cette personne étant décédée le 29 avril 2007. Pour extrait conforme : J.-M. Derobertmasure.
le
greffier
en
chef,
(signé) (65478)
Justice de paix du canton de Fléron Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Zandhoven, uitgesproken op 15 mei 2007, ingevolge het verzoekschrift ter griffie neergelegd op 3 mei 2007, werd aan Gielen, Dirk Jacques, van Belgische nationaliteit, geboren te Turnhout op 15 november 1978, ongehuwd, wonende te 2300 Turnhout, Koning Albertstraat 5, bus 1, thans verblijvende in het P.C. Bethanië, Vesaliuslaan 39, te 2980 Zoersel, als voorlopige bewindvoerder toegevoegd : Van Gelder, Patricia, advocaat aan de balie te Antwerpen, met kantoor te 2650 Edegem, Mechelsesteenweg 210. Zandhoven, 16 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Thielen, Willy. (65475)
Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Zandhoven, uitgesproken op 15 mei 2007, ingevolge het verzoekschrift ter griffie neergelegd op 2 mei 2007, werd aan Verdaet, Nicolas Gerard Veerle, van Belgische nationaliteit, geboren te Brasschaat op 24 november 1983, ongehuwd, wonende te 2930 Brasschaat, Heislagsebaan 128, thans verblijvende in het P.C. Bethanië, Vesaliuslaan 39, te 2980 Zoersel, als voorlopige bewindvoerder toegevoegd : Van Gelder, Patricia, advocaat aan de balie te Antwerpen, met kantoor te 2650 Edegem, Mechelsesteenweg 210. Zandhoven, 16 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Thielen, Willy. (65476)
Suite à la requête déposée le 20 avril 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Fléron, rendue le 10 mai 2007, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 14 février 2006, et publiée au Moniteur belge du 6 mars 2006, à l’égard de Mme Lallemand, Marie, veuve Michel, née le 18 septembre 1926, retraitée, domiciliée « Résidence Fr. Schervier », rue J. Brel 6, à 4053 Embourg, cette personne étant redevenue capable de gérer ses biens, il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : Me Jacquemotte, Marc, avocat, dont le cabinet est établi avenue des Martyrs 302/2, à 4620 Fléron. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Joseph Leruth. (65479)
Justice de paix du canton de Huy II - Hannut, siège de Hannut
Par ordonnance du 15 mai 2007, Mme le juge de paix du canton de Huy II - Hannut, siège de Hannut, a prononcé la levée de la mesure de protection ordonnée par décision du 14 novembre 2005 pour la nommée Loth, Germaine Marie Henriette, née le 9 novembre 1929 à Lincent, domiciliée à 4287 Lincent (Racour), rue de Landen 29, « Home Saint-Joseph », et a mis fin à la mission de l’administrateur provisoire, étant : Me Florence Degroot, avocat à 4280 Hannut, rue des Vieux Remparts 4/A. Pour extrait certifié conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) L. Barchy. (65480)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Justice de paix du second canton de Mons
28395
Vredegerecht van het tiende kanton Antwerpen
Suite à la requête déposée le 11 mai 2007, par ordonnance du juge de paix du second canton de Mons, rendue en chambre du conseil le 16 mai 2007, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 2 février 2004, et publiée au Moniteur belge du 23 février 2004 (61472), à l’égard de M. Capouillez, Alain Paul Gustave, né le 1er août 1940 à Elouges, domicilié en son vivant rue de la Grande Triperie 21/6, à 7000 Mons, cette personne étant décédée, il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : M. l’avocat Olivier Lesuisse, dont le cabinet est sis à 7000 Mons, Croix-Place 7.
Bij beschikking van de vrederechter verleend op 16 mei 2007, werd vastgesteld dat : Heylen, Lodewijk, geboren te Olen op 6 oktober 1920, wonende te 2900 Schoten, Botermelkdijk 242, over wie als bewindvoerder werd aangesteld bij vonnis verleend door de vrederechter van het tiende kanton Antwerpen op 9 januari 2007 (rolnummer 06A1340Rep.R. 70/2007), gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 januari 2007, blz. 4167 en onder nr. 60910, Heylen, Virginia, Kopstraat 278, 2900 Schoten, overleden is te Merksem op 16 februari 2007 en aan de opdracht van de voorlopige bewindvoerder een einde is gekomen op datum van het overlijden. Merksem (Antwerpen), 16 mei 2007.
Mons, le 16 mai 2007.
De hoofdgriffier, (get.) Rudy Vermaelen.
(65484)
Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Gallez, Véronique. (65481) Vredegerecht van het kanton Arendonk
Justice de paix du canton de Saint-Josse-ten-Noode
Par ordonnance du juge de paix du canton de Saint-Josse-ten-Noode, en date du 11 mai 2007, mettons fin à la mission de Moerens, Marcel-Henry, dont le cabinet est établi à 1050 Ixelles, avenue du Pesage 61, bte 18, administrateur provisoire des biens de Paye, Marie-Louise, née à Namur le 29 décembre 1944, domiciliée et résidant en dernier lieu à 3090 Overijse, « Résidence du Prince Léopold », Sintjansbergdreef 16, fonctions lui conférées, par ordonnance du juge de paix du canton de Saint-Josse-ten-Noode, du 13 novembre 1991, suite au décès de la personne protégée survenu à une date inconnue entre le 15 juin 1999 et le 18 juin 2003. Le greffier adjoint délégué, (signé) Damien Lardot.
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Arendonk, verleend op 15 mei 2007, werd Mevr. De Jongh, Hildegarde, geboren te Turnhout op 4 juli 1958, wonende te 2400 Mol, Hoogstraat 55, bus 4, aangewezen bij vonnis geveld door de vrederechter van het kanton Arendonk op 29 september 2005 (A.R. 05A1722-Rep.R. 3168/2005) tot voorlopig bewindvoerder over De Jongh, Elisabeth Melania Catharina Maria, geboren te Poppel op 23 december 1921, gepensioneerde, wonende in het rusthuis O.-L.-Vrouw der Kempen, te 2380 Ravels, O.-L.-Vrouwstraat 3, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2005 onder nr. 769516), ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is. Arendonk, 15 mei 2007. De hoofdgriffier, (get.) Van Gorp, Sylvain.
(65485)
(65482) Vredegerecht van het vierde kanton Brugge
Justice de paix du canton de Thuin
Par ordonnance du juge de paix du canton de Thuin, en date du 16 mai 2007, la nommée Leurquin, Brigitte, avocat, dont le cabinet est établi à 6240 Farciennes, rue Albert Ier 236, a été déchargée de ses fonctions d’administrateur provisoire des biens de la personne de Serneels, Gustave Victor Valère, né à Châtelineau le 18 novembre 1938, domicilié en son vivant à 6200 Châtelineau, rue Chant des Oiseaux 33, résidant en son vivant à 6110 Montigny-le-Tilleul, centre de revalidation « Léonard de Vinci », rue de Gozée 706, fonctions lui conférées par notre ordonnance du 14 février 2007, à la suite du décès de la personne protégée. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Jean-François Mahieux. (65483)
Bij beschikking d.d. 15 mei 2007, gewezen op verzoekschrift van 31 januari 2007, heeft de vrederechter over het vierde kanton Brugge voor recht verklaard dat Mr. Mouton, Céline, wonende te 8310 Assebroek, Res. Leysterdael, Jan Moritoenstraat 1, bus 7, van haar taak als voorlopige bewindvoerder is ontlast ingevolge het overlijden van de beschermde persoon, Baervoets, Anita, geboren te Brugge op 14 maart 1943, laatst wonende te 8200 Brugge, Koning Albert I-laan 8, overleden te Brugge op 31 januari 2007. Brugge, 16 mei 2007. De griffier, (get.) Impens, Nancy.
(65486)
Vredegerecht van het kanton Diest
Beschikking van de vrederechter van het kanton Diest d.d. 16 mei 2007. Justice de paix du canton d’Uccle
Par ordonnance du juge de paix du canton d’Uccle, en date du 15 mai 2007, il a été constaté que par le décès survenu le 27 avril 2007, de Mme De Strycker, Emilia, née à Lier le 30 janvier 1920, de son vivant domiciliée à 1180 Uccle, avenue Winston Churchill 255, il a été mis fin au mandat d’administrateur provisoire de Mme Van Eeckhoudt, Christina, domiciliée à 1933 Sterrebeek, Krokuslaan 11. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Goies, Pascal. (65439)
Verklaart de heer Musiek, Tony, burgerlijk ingenieur, wonende te 1652 Alsemberg, Bremlaan 13, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Diest op 19 augustus 1996 (R.V. nr. : 70/96 - Rep.R. nr. 1773/1996) tot voorlopig bewindvoerder over Mevr. Lemmens, Rosa Theresia, geboren te Diest op 29 juli 1913, gedomicilieerd en verblijvende te 3294 Diest (Molenstede), Kruisstraat 35, en overleden te Diest (Molenstede) op 30 oktober 2006 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 september 1996, blz. 23485 en onder nr. 6734), ontslagen van zijn opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is. Diest (Kaggevinne), 16 mei 2007. De griffier, (get.) Colla, Arnold.
(65487)
28396
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Beschikking van de vrederechter van het kanton Diest d.d. 16 mei 2007. Verklaart Mr. Reynders, Annita, advocaat, met kantoor te 3290 Diest, Statiestraat 11-13, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Diest op 4 september 2006 (R.V. nr. 06B158Rep.R. nr. 1975/2006) tot voorlopig bewindvoerder over de heer Vandewijer, Andreas Emiel, geboren te Budingen op 13 juli 1938, gedomicilieerd en verblijvende te 3440 Zoutleeuw (Budingen), Saneveldstraat 9, en overleden te Sint-Truiden op 2 februari 2007, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 19 september 2006, blz. 47715 en onder nr. 69073), ontslagen van haar opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is. Diest (Kaggevinne), 16 mei 2007. De griffier, (get.) Colla, Arnold.
(65488)
Beschikking van de vrederechter van het kanton Diest d.d. 16 mei 2007. Verklaart Mr. Van Der Velpen, André, advocaat, met kantoor te 3290 Diest, Wolvenstraat 39, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Diest op 5 maart 2001 (R.V. nr. 01B26Rep.R. nr. 599/2001) tot voorlopig bewindvoerder over de heer Vanhoof, François Theophile, geboren op 30 december 1920, gedomicilieerd te 3460 Bekkevoort, Heidestraat 2, verblijvende in rusthuis « De Biekorf », te 3582 Koersel, Heerbaan 375, en overleden te HeusdenZolder op 4 maart 2007, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 17 maart 2001, blz. 8606 en onder nr. 61917), ontslagen van zijn opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is. Diest (Kaggevinne), 16 mei 2007. De griffier, (get.) Colla, Arnold.
(65489)
Vredegerecht van het kanton Geel
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Geel, verleend op 15 mei 2007, werd Mevr. Spruyt, Hilda, huisvrouw, geboren te Geel op 14 november 1949, wonende Patrijzenstraat 16, te 2440 Geel, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Geel op 26 maart 2004 (rolnummer 04A105-rep.nr. 592/2004) tot voorlopig bewindvoerder over Vleugels, Maria, geboren te Geel op 21 juni 1925, wonende te 2440 Geel, Kollegestraat 116, ontslagen van haar opdracht gezien de beschermde persoon overleden is te Geel op 25 april 2007. Geel, 15 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Cools, Peggy. (65490)
Remplacement d’administrateur provisoire Vervanging voorlopig bewindvoerder Justice de paix du canton d’Andenne
Par ordonnance en date du 16 mai 2007, le juge de paix du canton d’Andenne a mis fin à la mission confiée par ordonnance du 18 mars 2004 à Mme Brigitte Delcorde en qualité d’administrateur provisoire de Mme Dubasin, Jeanne Henriette Julie Joséphine Ghislaine, née le 7 décembre 1927 à Naninne, domiciliée rue Trieu d’Avillon 34, à 5336 Courrière et résidant Foyer Saint-Antoine rue de Mozet 1, à 5340 Mozet. A dès lors été désignée en remplacement du précédent administrateur provisoire et en la même qualité, Me Françoise Brix, avocate, dont les bureaux sont établis boulevard Isabelle Brunelle 1/2, à 5000 Namur. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Grégoire, Martine. (65492)
Justice de paix du canton de Couvin - Philippeville, siège de Couvin
Suite à la requête déposée le 5 avril 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Couvin-Philippeville, siégeant à 5660 Couvin, rendue le 10 mai 2007, il a été mis fin au mandat de Mme Pire, MarieThérèse, née le 5 juillet 1930 à Le Mesnil, domiciliée rue Ainseveau 14A à 5670 Nismes, en sa qualité d’administrateur provisoire des biens de Mme Patricot, Annie, née le 13 août 1963 à Nismes, sans profession, domiciliée rue Ainseveau 14A, à 5670 Nismes. Un nouvel administrateur provisoire a été désigné à cette personne protégée, à savoir : Mme Patricot, Christiane, domiciliée rue de l’Aurzière 5, à 5670 Nismes. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Dussenne, Dominique. (65493)
Justice de paix du canton de Fléron
Suite à la requête déposée le 30 avril 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Fléron, rendue le 11 mai 2007, M. Bailly, Daniel, domicilié Clos de Haute Fecher 13, à Soumagne, a été désigné en qualité d’administrateur provisoire de Mme Calbert, Pauline, née le 11 juillet 1935 à Rouvreux, domiciliée Au Jardin du Cœur, rue de Magnée 82, 4620 Fléron en remplacement de M. Léon Bailly, décédé. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Joseph Leruth. (65494)
Vredegerecht van het kanton Houthalen-Helchteren Justice de paix du canton de Gembloux - Eghezée De beschikking van de vrederechter van het kanton HouthalenHelchteren, verleend op 15 mei 2007, verklaart Dergez, Philippe Stephane Constant, arbeider (invalide), wonende te 3980 Tessenderlo, Terbeemden 107, aangewezen bij vonnis door ons verleend op 22 november 2004 (rolnummer 04A1171-Rep.R. 2859/2004) tot voorlopig bewindvoerder over Bellinkx, Maria Melania Constantia, geboren te Beverlo op 31 juli 1917, wonende Villa Mozart, te 3550 Heusden-Zolder, Galgeneinde 8, bus 7, (gepubliceerd in het belgisch Staatsblad van 14 december 2004, blz. 84291 en onder nr. 70871), met ingang van 30 april 2007 ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is. Houthalen-Helchteren, 15 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Vrolix, Marleen. (65491)
Par ordonnance du juge depaix du canton de Gembloux-Eghezée, rendue le 15 mai 2007 en son cabinet à Gembloux, il a été mis fin au mandat de Me Desender, Isabelle, avocate, dont les bureaux sont établis Grand-Place 21, à 1360 Perwez en sa qualité d’administrateur provisoire des biens de Mme Sychrowsky, Hélène, veuve de M. Auguste, Albert, née le 12 mars 1923, domiciliée Le Vert Galant, chaussée de Charleroi 24, à 5030 Gembloux. A été nommé pour pour la remplacer : Me Navarre, Jean-Luc, avocat, dont les bureaux sont situés avenue des Combattants 80, à 5030 Gembloux. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Denil, Véronique. (65495)
28397
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Justice de paix du canton d’Ixelles
Justice de paix du premier canton de Wavre
Suite à l’ordonnance du juge de paix du canton d’Ixelles, rendue le 10 mai 2007, M. Lempereur, benoît, notaire à 6747 Saint-Léger (Luxembourg), rue d’Arlon 17, a été déchargé de sa mission d’administrateur provisoire de M. Vériter, Baudouin, né à Lubumashi (Congo) le 27 novembre 1951, domicilié au Centre gériatrique d’Ixelles sis à 1050 Ixelles, boulevard Général Jacques 100, et a été désigné en remplacement d’administrateur provisoire, Me Denoncin, Vincent, avocat, dont les bureaux sont établis à 1070 Bruxelles, avenue G. Moreau 160.
Suite à la requête déposée le 11 avril 2006, par ordonnance du juge depaix du premier canton de Wavre, rendue le 3 mai 2007, Delcourt, Benoit, avocat, domicilié à 1380 Lasne, chaussée de Louvain 523, a été désigné administrateur provisoire de Delbrassine, Luc, domicilié à 1300 Wavre, avenue de la Belle Voie 22, en remplacement de Me Colette Serlippens, avocate, Vert Chemin 26, à 1400 Nivelles. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Smekens, Viviane. (65500)
Pour extrait conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) Cerulus, Madeleine. (65496)
Vredegerecht van het eerste kanton Aalst
Justice de paix du second canton de Namur
Bij beschikking van Mevr. de vrederechter van het eerste kanton Aalst, d.d. 15 mei 2007, maakt op heden een einde aan de opdracht van de heer Coppens, Theophiel als voorlopige bewindvoerder van Coppens, Lucien, geboren te Ninove op 7 november 1947, wonende te 9400 Ninove, Vredelaan 12.
Par ordonnance du 14 mai 2007 le juge de paix du second canton de Namur a déchargé M. Ahmed Azaizaoui, domicilié à 1340 OttigniesLouvain-la-Neuve, Clos Marie Doudouye 8, de sa mission d’administrateur provisoire de M. Al Hassan Azaizaoui, né à Béni Olichek (Maroc) le 11 septembre 1964, domicilié à 1325 Chaumont-Gistoux, chaussée de Huy 252/4, résidant à 5100 Dave, H.N.P. Saint-Martin, rue Saint-Hubert 84, et a désigné pour le remplacer Me Pierre Grossi, avocat à 5100 Jambes, rue de Dave 45. Pour extrait Dewez.
certifié
conforme :
le
greffier,
(signé)
Colette (65497)
Justice de paix du second canton de Verviers
Suite à la requête déposée initialement le 29 mars 2007, par ordonnance du juge de paix du second canton de Verviers, rendue le 18 mai 2007, Mme Blereau, Marcelle Andrée Céline, née le 15 mars 1950 à Verviers, sans profession, divorcée, domiciliée avenue de Thiervaux 28/5, à 4802 Heusy, qui avait été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un nouvel administrateur provisoire en la personne de M. Gason, Renaud, domicilié avenue de Spa 41, à 4800 Verviers, en lieu et place de Me Nathalie Dumoulin, avocat à Verviers, place Albert Ier 4, à 4800 Verviers (ordonnance du 27 avril 2007). Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Kempen, Daniel. (65498)
Stelt ter vervanging aan Mr. Roggeman, Ben, advocaat te 9400 Ninove, Koepoortstraat 11, met de bevoegdheid zoals bepaald in artikel 488bis, f, § 1 t/m § 5 van het Burgerlijk Wetboek. Aalst, 16 mei 2007. De griffier, (get.) Renneboog, Luc.
(65501)
Vredegerecht van het achtste kanton Antwerpen
Bij vonnis van de vrederechter van het achtste kanton Antwerpen, verleend op 16 mei 2007, werd Beelen, Robert Louis Theodore, advocaat, geboren te Tienen op 28 april 1953, kantoorhoudende te 3000 Leuven, aan de Justus Lipsiusstraat 24, aangewezen bij vonnis verleend door de vrederechter van het kanton Leuven-1, op 16 februari 2007 (rolnummer 07A105 - Rep ?R. 716), tot voorlopig bewindvoerder over Vinck, Karel Marie-Louise, geboren te Mortsel op 4 augustus 1967, zonder beroep, wonende te 2500 Lier, aan de Eeuwfeestlaan 110, bus 2, doch momenteel verblijvende in het Psychiatrisch Centrum Sint-Amadeus te 2640 Mortsel, aan de Deurnestraat 252, met ingang van heden ontslagen van zijn opdracht. Mr. Wim Leenaards, advocaat te 2610 Wilrijk (Antwerpen), er kantoorhoudende aan het Ridderveld 16, werd toegevoegd als nieuwe voorlopige bewindvoerder. Berchem (Antwerpen), 16 mei 2007. Voor eensluidend Jespers.
uittreksel :
de
hoofdgriffier,
(get.) Arthur (65502)
Vredegerecht van het kanton Boom Justice de paix du canton de Visé
Suite à la requête déposée le 17 avril 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Visé, rendue le 10 mai 2007, M. Alexis Mouravieff, domicilié rue de l’Angélique 11, à 1348 Louvain-la-Neuve, a été déchargé de sa mission d’administrateur provisoire de son fils M. Alexandre Mouravieff, né le 17 février 1966, domicilié à la « Cerisaie », rue de la Grotte 8, à 4690 Bassenge (ordonnance du 6 janvier 1994 parue au Moniteur belge du 26 janvier 1994); lequel a été pourvu d’un nouvel administrateur provisoire en la personne de Me Jean-Pascal d’Inverno, avocat, dont l’étude est située rue Bellaire 19, à 4120 Neupré. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Darcis, MarieNoëlle. (65499)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Boom, verleend op 15 mei 2007, werd Van Camp, Josephina, aangewezen bijj beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Boom, op 2 juni 2004 (rolnummer 04B90 - Rep.R. 1049), tot voorlopig bewindvoerder over Coeck, Rosita, geboren te Reet op 28 november 1963, wonend te 2620 Hemiksem, Kerkeneinde 133 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 9 juni 2004, onder nr. 2004765118), met ingang van 15 mei 2007 ontslagen van haar opdracht. De voornoemde beschermde persoon kreeg toegevoegd als nieuwe voorlopig bewindvoerder : Coeck, Donald, gepensioneerde, wonende te 2620 Hemiksem, Brouwerijstraat 23. Boom, 15 mei 2007. (Get.) H. Gheuens, griffier.
(65503)
28398
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Boom, verleend op 15 mei 2007, werd Maria De Troetsel, advocaat, plaatsvervangend vrederechter, met kantoor te Niel, Kerkstraat 18, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Boom op 27 juni 2001 (rolnummer 01B69-Rep.R. 1222), tot voorlopig bewindvoerder over Christiaan Van Dyck, geboren te Antwerpen op 6 december 1952, wonende te Boom, Hoek 133 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 6 juli 2001, onder nr. 2001764764), met ingang van 15 mei 2007, ontslagen van haar opdracht. De voornoemde beschermde persoon kreeg toegevoegd als nieuwe voorlopig bewindvoerder : Herman Edward Van Dijck, geboren te Reet op 30 december 1947, wonende te 2870 Liezele (Puurs), Achterheide 18. Boom, 15 mei 2007. (Get.) H. Gheuens, griffier.
(65504)
Vredegerecht van het kanton Geraardsbergen-Brakel, zetel Geraardsbergen
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton GeraardsbergenBrakel, zetel Geraardsbergen, verleend op 3 mei 2007, verklaart De Backer, Piet, advocaat, kantoorhoudende te 9500 Geraardsbergen, Brugstraat 20 B6, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter Geraardsbergen-Brakel, zetel Geraardsbergen, op 22 maart 2007 (rolnummer 07A96-Rep.R. 420/2007), tot voorlopig bewindvoerder over Bogaert, Etienne Louis, geboren te Aalst op 21 februari 1956, metaalbewerker, wonende te 9500 Geraardsbergen, Groteweg 78 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 april 2007, blz. 19441, onder nummer 63689), met ingang van 3 mei 2007 ontslagen van zijn opdracht. Voegt toe als nieuwe voorlopige bewindvoerder aan de voornoemde beschermde persoon De Muylder, Wendy, advocaat, kantoorhoudende te 9400 Voorde, Brakelsesteenweg 639. Geraardsbergen, 16 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Vercruysse, Kathleen. (65505)
Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Gent, verleend op 16 mei 2007, werd De Looze, Marianne, wonende te 9000 Gent, Virginiastraat 87, aangesteld als voorlopig bewindvoerder ingevolge onze beschikking d.d. 29 maart 2007, over Ott, Cécile, geboren op 17 mei 1938, laatst wonende te 9000 Gent, Coupure 293, laatst verblijvende te 9000 Gent, UZ Gent, De Pintelaan 185, ontlast van haar ambt als voorlopig bewindvoerder ingevolge het overlijden van Ott, Cécile, d.d. 24 april 2007. Gent, 16 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Parijs, Nadine. (65454)
Vredegerecht van het kanton Leuven-1
Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Leuven-1, d.d. 16 mei 2007, verklaren Verlooy, Patrick Constance Edmond, geboren te Leuven op 29 april 1959, voorheen kantoor houdende te 3000 Leuven, Vaartstraat 68, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het vredegerecht kanton Leuven-1 op 24 mei 2005, tot voorlopig bewindvoerder over D’Haese, Sidonia, geboren te Aalst op 6 december 1961, werkloos, wonende te 3000 Leuven, Tervuursestraat 44/3, met ingang van 22 mei 2007 ontslagen van zijn opdracht. Voegen toe als nieuwe voorlopige bewindvoerder aan de voornoemde beschermde persoon D’haese, Sidonia : Vandenbempt, Marc Jan Gaston Jeanine, geboren te Leuven op 1 oktober 1964, advocaat, wonende te 3001 Heverlee, Van Arenbergplein 3. Leuven, 16 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Temperville, Karine. (65507)
Publication prescrite par l’article 793 du Code civil Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 793 van het Burgerlijk Wetboek Acceptation sous bénéfice d’inventaire Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving
Uit de verklaring, afgelegd op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen op 11 mei 2007, blijkt dat Maes, Katrien Maria G., wonende te Duffel, Bosstraat 28, handelend als bijzonder gevolmachtigde ingevolge onderhandse volmacht haar verleend op 16 april 2007 door de heer Remkes, Dimitri, wonende te Viersel, Watersportlaan 2, handelend in zijn hoedanigheid van vader, wettige beheerder over de persoon en de goederen van zijn minderjarig kind : jongeheer Remkes, Steff, geboren te Wilrijk op 2 april 1999, wonende te Viersel, Watersportlaan 2, verklaard heeft, handelend in haar voormelde hoedanigheid, de nalatenschap van wijlen Tarzia, Tamara, geboren te Antwerpen op 10 januari 1977, in leven laatst wonende te 2520 Ranst, Schildesteenweg 4, en overleden te Ranst op 20 augustus 2004 te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. Machtiging tot aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving werd verleend ingevolge beschikking van de vrederechter van het kanton Zandhoven van 2 augustus 2005. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de drie maanden, te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen bij notaris Jan Delang, te 2570 Duffel, Kiliaanstraat 14. Duffel, 21 mei 2007.
Vredegerecht van het kanton Lennik
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Lennik, verleend op 8 mei 2007, werd Delvoie, Julien, wonende te 6440 Froidchapelle, Parc Residentiel « Le Bosquet » 49, aangewezen als voorlopige bewindvoerder over de goederen van Delvoie, Cornelia, geboren te Kanne op 21 september 1942, gedomicilieerd en verblijvende te 1703 Schepdaal, Egstraat 13, ter vervanging van wijlen de heer De Lange, Casimir, tijdens zijn leven wonende te 1703 Schepdaal, Egstraat 13, overleden te Dilbeek op 29 april 2007, aangewezen als voorlopige bewindvoerder bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton SintKwintens-Lennik op 23 februari 2001, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 10 maart 2001, blz. 7826 onder nummer 61733. Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) De Gieter, Elke. (65506)
Voor de verzoeker : (get.) Jan Delang, notaris met standplaats te Duffel. (25604)
Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, op 2 mei 2007, heeft Mevr. Baeyens, Lieve, wonende te 1860 Meise, Naessenslaan 4, handelend in haar hoedanigheid van ouder en draagster van het ouderlijk gezag over haar minderjarige kinderen, zijnde jongeheer Simon, Arno, geboren te Jette op 18 maart 2005 en jongheer Simon, Robin, geboren te Jette op 31 juli 2007, verklaard, onder voorrecht van boedelbeschrijving, de nalatenschap te aanvaarden van wijlen de heer Simon, Marc André, geboren te Lommel op 3 maart 1970, in leven laatst wonende te Meise, Naessenslaan 4, en overleden te Meise op 22 januari 2007.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD De schuldeisers en legarissen worden verzocht binnen de drie maanden, te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad, hun rechten, bij aangetekend schrijven, te doen kennen ter studie van Mr. A. De Wulf, notaris ter standplaats 9200 Dendermonde, Sint-Christianastraat 17. Dendermonde, 21 mei 2007. (get.) A. De Wulf, notaris.
(25605)
Tribunal de première instance de Namur
28399
Tribunal de première instance de Nivelles Suivant acte n° 07/190, au greffe du tribunal de première instance de Nivelles, le 10 mai 2007, M. Gaëtan Faveers, avocat, agissant en qualité d’administrateur provisoire de Mme Germaine Vanebosse, née à Incourt le 12 juillet 1933, domiciliée à 1315 Incourt, route de Longpré 18, mais résidant à la Résidence « Joie et Santé », rue du Lambais 32-34, à 1390 Grez-Doiceau, a déclaré accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de M. Vanebosse, Emile, né à Incourt le 16 mars 1915, de son vivant domicilié à 1370 Jodoigne, chaussée de Tirlemont 58, et décédé le 1er mars 2007 à Namur (Bouge).
Au greffe du tribunal de première instance de Namur et par-devant nous, Jacqueline Tholet, greffier, ont comparu :
Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître par avis recommandé leurs droits dans un délai de trois mois à compter de la présente insertion au notaire Pierre Dandoy, de résidence à 1360 Perwez, avenue Hubert Jacobs 18. (Signé) G. Faveers, avocat. (25608)
Mme Devos, Claudine (fille du défunt), née à Trith-Saint-Léger (France) le 15 mars 1955, domiciliée à 5300 Andenne, rue de Tramaka 1/1;
Tribunal de première instance de Charleroi
L’an 2007, le 21 mai.
M. Devos, Raphaël (petit-fils du défunt), né à Waremme le 20 août 1974, domicilié à 5300 Andenne, rue de Tramaka 1; Mme Devos, Angélique (petite-fille du défunt), née à Valenciennes (France) le 28 avril 1967, domiciliée à 4100 Seraing, Voie des Fréhisses 18; Mme Devos, Barbara (petite-fille du défunt), née à Hautmont (France) le 19 novembre 1972, domiciliée à 4100 Seraing, rue du Castor 33; Mme Devos, Olivia (petite-fille du défunt), née à Sarreguemines (France) le 10 septembre 1970, domiciliée à 4100 Seraing, rue Damry 84. Lesquels comparants, ont déclaré en langue française, accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de M. Devos, Robert Léon, domicilié en son vivant à 5300 Andenne, rue de Tramaka 1A, et décédé à Huy en date du 19 février 2007. Dont acte requis par les comparants, qui après lecture, signent avec nous, greffier. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis recommandé, leurs droits, dans un délai de trois mois, à compter de la date de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Me Marie-France George, notaire à 5300 Seilles, rue du Vigna 83. Namur, le 21 mai 2007. Le greffier, (signé) Jacqueline Tholet.
(25606)
Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège en date du 16 mai 2007, aujourd’hui le 16 mai 2007, comparaît au greffe civil du tribunal de première instance séant à Charleroi, province de Hainaut et par-devant Nous, Myriam Vandercappelle, greffier adjoint principal : Mme Lefevre, Marie-Ange, domiciliée à 6040 Jumet, rue Kinet Daniel 6, agissant en son nom personnel; Lefevre, Marie-Madeleine, domiciliée à 6032 Mont-sur-Marchienne, rue Saint-Jacques 162, agissant en sa qualité d’administrateur provisoire de : Lefevre, Geoffrey, né à Gosselies le 14 juillet 1986, domicilié à 6000 Charleroi, rue des Verreries 40, désignée à cette fonction et à ce dûment autorisée par ordonnance du juge de paix du premier canton de Charleroi en date du 15 février 2007; lesquelles comparantes déclarent, en langue française, accepter mais sous bénéfice d’inventaire seulement, la succession de Vanbellinghen, Nicole, de son vivant domiciliée à Pont-à-Celles, rue d’Azebois 134, et décédée le 27 octobre 2006 à Pont-à-Celles; Lefevre, Octave, de son vivant domicilié à Pont-à-Celles, rue d’Azebois 134, et décédé le 24 janvier 2007 à Gosselies. Dont acte, dressé à la demande formelle des comparantes, qu’après lecture faite Nous avons signé avec elles. Cet avis doit être adressé à Me Philippe Dupuis, notaire à 6041 Gosselies, rue des Déportés 2/B. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits par avis recommandé dans le délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Charleroi, le 16 mai 2007. Le greffier adjoint principal, (signé) Myriam Vandercappelle. (25609)
L’an 2007, le 21 mai. Au greffe du tribunal de première instance de Namur et par-devant nous, Jacqueline Tholet, greffier, a comparu : M. Defosse, Philippe (fils de la défunte), domicilié à 7000 Mons, boulevard Kennedy 129, autorisé par ordonnance rendue par Mme le juge des Saisies De Graef, en date du 1er mars 2007. Lequel comparant, a déclaré en langue française, accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de Mme Gerard, Paulette, en son vivant, domiciliée à Sambreville rue Reine Astrid 71, et décédée à Sambreville, en date du 31 décembre 2006. Dont acte requis par le comparant, qui après lecture, signe avec nous, greffier. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis recommandé, leurs droits, dans un délai de trois mois, à compter de la date de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Me Py Erneux, notaire de résidence à 5000 Namur, rue Goderfroid 26. Namur, le 21 mai 2007. Le greffier, (signé) Jacqueline Tholet.
(25607)
Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège en date du 16 mai 2007, aujourd’hui le 16 mai 2007, comparaît au greffe civil du tribunal de première instance séant à Charleroi, province de Hainaut et par-devant Nous, Myriam Vandercappelle, greffier adjoint principal, Me Lefevre, Xavier, avocat dont le cabinet est situé à Fontaine-l’Evêque, rue du Parc 42, agissant en qualité d’administrateur provisoire de Pensis, Bernard, né le 7 mai 1952 à Charleroi, domicilié à Manage, rue Jules Empain 43, désigné en ladite qualité par ordonnance du juge de paix du canton de Seneffe du 30 janvier 2007; Lequel administrateur provisoire autorisé par ordonnance du juge de paix du canton de Seneffe du 20 mars 2007; ledit comparant, à ce dûment autorisé et agissant comme dit ci-dessus déclare, en langue française, accepter mais sous bénéfice d’inventaire seulement, la succession de Pensis, Georges, de son vivant domicilié à Couillet, Route de Châtelet 167, et décédé le 6 février 2007, à Montignies-sur-Sambre. Dont acte, dressé sur réquisition formelle du comparant, qu’après lecture faite Nous avons signé avec lui. Cet avis doit être adressé à Me Carpentier, Denis, notaire, rue de l’Enseignement 15, à 6140 Fontaine-l’Evêque.
28400
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits par avis recommandé dans le délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Charleroi, le 16 mai 2007. Le greffier adjoint principal, (signé) Vandercappelle, Myriam. (25610)
Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège en date du 14 mai 2007, aujourd’hui, le 14 mai 2007, comparaît au greffe civil du tribunal de première instance séant à Charleroi, province de Hainaut, et par-devant Nous, Myriam Vandercappelle, greffier adjoint principal, M. Blondeau, Pascal, domicilié à 6010 Couillet, route de Philippeville 176, agissant en sa qualité de mandataire spécial de M. Lecocq, Serge, domicilié à 7041 Quévy, place de la Gare 5, bte 3, agissant en tant que titulaire de l’autorité parentale sur la personne de ses enfants mineurs : Lecocq, Marveen, né à Mons le 24 janvier 1990; Lecocq, Michèle, née à Mons le 4 décembre 1991; Lecocq, Dylan, né à Mons le 4 mai 1994; Lecocq, Axelle, née à Mons le 20 mai 1996; Lecocq, Eva, née à Mons le 31 mai 2000; Lecocq, Tom, né à Mons le 20 décembre 2005, à ce dûment autorisé par ordonnance du juge de paix du canton de Dour-Colfontaine, siège de Colfontaine, en date du 18 avril 2007, et ce, en vertu d’une procuration légalisée au sein de l’étude du notaire Elleboudt, Philippe, de résidence à Harveng le 16 mars 2007; lequel comparant déclare, en langue française, accepter mais sous bénéfice d’inventaire seulement, la succession de Blondeau, JeanClaude, de son vivant domicilié à Haulchin, rue Buissière 38, et décédé le 25 décembre 2006 à La Louvière. Dont acte, dressé sur réquisition formelle du comparant, qu’après lecture faite Nous avons signé avec lui. Cet avis doit être adressé à Me Ellebout, Philippe, notaire de résidence à 7022 Harveng, rue de la Roche 47. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits par avis recommandé dans le délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Charleroi, le 14 mai 2007. Le greffier adjoint principal, (signé) Myriam Vandercappelle. (25611)
Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège en date du 18 mai 2007, aujourd’hui, le 18 mai 2007, comparaissent au greffe civil du tribunal de première instance séant à Charleroi, province de Hainaut et par-devant Nous, Muriel Dufour, greffier adjoint délégué, M. Pascal Tomson, né à Charleroi le 28 mai 1963, domicilié rue du Marais 17, à 6061 Montignies-sur-Sambre, désigné par l’ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Charleroi du jeudi 26 avril 2007, en qualité de tuteur de Mlle Cathy Tomson, née à Charleroi le 30 septembre 1970, domiciliée rue des Grogères 49, à 6001 Marcinelle, accueillie actuellement à l’I.M.P. L’Heureux Abri A.S.B.L., rue Mahy 11, à 6590 Momignies), placée sous le statut de minorité prolongée par ordonnance du tribunal de premiière instance de Charleroi en date du 30 juin 1994, dûment autorisé en vertu de ladite ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Charleroi du 27 avril 2007; M. Tomson, Jean-Marc, né à Mont-sur-Marchienne, le 30 janvier 1959, domicilié rue Jean Bellière 98, à 6001 Marcinelle, agissant en sa qualité d’administrateur provisoire des biens de M. Vincent Tomson, né à Charleroi le 16 juin 1972, domicilié à 5100 Dave, H.N.P. Saint-Martin, rue Saint-Hubert 84, nommé à cette fonction par ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Charleroi en date du 26 avril 2007, à ce dûment autorisé par ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Charleroi en date du 26 avril 2007; lesquels comparants déclarent, en langue française, accepter mais sous bénéfice d’inventaire seulement, la succession de Tomson, Clément, de son vivant domicilié à Marcinelle, rue des Grogères 49 et décédé le 7 mars 2007 à Charleroi.
Dont acte, dressé à la demande formelle des comparants, qu’après lecture faite Nous avons signé avec eux. Cet avis doit être adressé à Me Bernard Lemaigre, notaire à 6061 Montignies-sur-Sambre, rue des Preys 28. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits par avis recommandé dans le délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Charleroi, le 18 mai 2007. Le greffier adjoint délégué, (signé) Muriel Dufour.
(25612)
Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège en date du 16 mai 2007, aujourd’hui, le 16 mai 2007, comparaît au greffe civil du tribunal de première instance séant à Charleroi, province de Hainaut et par-devant Nous, Myriam Vandercappelle, greffier adjoint principal, M. Vihtelie, Thierry, domicilié à 6030 Goutroux, rue de la Libération 37, lequel comparant déclare, en langue française, accepter mais sous bénéfice d’inventaire seulement, la succession de Vihtelie, Albino, de son vivant domicilié à Jumet (Charleroi), rue de Gosselies 56/B et décédé le 5 novembre 2006 à Montigny-le-Tilleul. Dont acte, dressé à la demande formelle du comparant, qu’après lecture faite Nous avons signé avec lui. Cet avis doit être adressé à Me Jean-Jacques Coppée, notaire à 6030 Marchienne-au-Pont, Route de Mons 35. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits par avis recommandé dans le délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Charleroi, le 16 mai 2007. Le greffier adjoint principal, (signé) Myriam Vandercappelle. (25613)
Suivant acte dressé ce 16 mai 2007 au greffe civil du tribunal de première instance de Charleroi, aujourd’hui, le 16 mai 2007, comparaît au greffe civil du tribunal de première instance séant à Charleroi, province de Hainaut, et par-devant Nous, Myriam Vandercappelle, greffier adjoint principal, Mme Masnelli, Lisiane, domiciliée à 6040 Jumet, rue du Bosquet 31, agissant en sa qualité de titulaire de l’autorité parentale sur Arrotin, Valentin, né à Montignies-sur-Sambre le 27 juin 1990, domicilié avec sa maman à 6040 Jumet, rue du Bosquet 31, à ce dûment autorisée en vertu d’une ordonnance du juge de paix du quatrième canton de Charleroi du 8 mai 2007, laquelle comparante déclare, en langue française, accepter mais sous bénéfice d’inventaire seulement, la succession de Arrotin, Jean, de son vivant domicilié à Jumet, rue des Carrières 23, et décédé le 16 avril 2007 à Charleroi. Dont acte, dressé sur réquisition formelle de la comparante, qu’après lecture faite Nous avons signé avec elle. Cet avis doit être adressé à Me Rombeau, Dominique, notaire de résidence à 6040 Jumet, rue Jacqmain 29. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits par avis recommandé dans les trois mois à compter de la date de la présente insertion. Charleroi, le 16 mai 2007. Le greffier adjoint principal, (signé) Myriam Vandercappelle. (25614)
Tribunal de première instance de Verviers L’an 2007, le 21 mai, au greffe du tribunal de première instance séant à Verviers, a comparu : Mme Cakil, Halime, née à Bolvadin (Turquie) le 18 janvier 1963, divorcée de Anbanazli, Kenan, domiciliée à 4800 Verviers, rue des Fabriques 49/1, agissant en qualité de titulaire de l’autorité parentale sur son enfant mineur d’âge, à savoir : Anbanazli Saadet, née à Verviers le 20 janvier 1995, domiciliée avec elle, dûment autorisée aux fins de la présente par ordonnance de M. le juge de paix du canton de Verviers-1-Herve, siège de Verviers-1, en date du 15 janvier 2007, laquelle restera ci-annexée.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Laquelle comparante a déclaré, au nom de son enfant mineur, accepter sous bénéfice d’inventaire, la succession de M. Anbanazli, Kenan, né à Afyon (Turquie) le 15 décembre 1958, divorcé de Cakil, Halime, domicilié à Verviers, rue Cornonmeuse 11, décédé à Remicourt le 23 avril 2006. Dont acte signé, lecture faite, par la comparante et le greffier. Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leurs droits, dans un délai de trois mois à compter de la présente insertion, par pli recommandé, à Me Voisin, notaire à Dison. Le greffier, (signé) M. Solheid. (25615)
28401
En application de l’article 81 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, déclare la société inexcusable. En conséquence, conformément à l’article 863 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, déclare ladite société dissoute, prononce la clôture immédiate de sa liquidation, et en application de l’article 185 du Code des sociétés, indique en qualité de liquidateur, M. Surya Henry, domicilié ou l’ayant été à 4140 Sprimont, rue Pionfosse 66, organe dirigeant de la société faillie. (Signé) Sandrine Evrard; Didier Grignard, avocats. (25619)
Tribunal de commerce de Nivelles Rechtbank van eerste aanleg te Brussel
Volgens akte (akte nr. 07-952), verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, op 18 mei 2007 : Door : de heer Van Langenhove, David, wonende te 9470 Denderleeuw, Koningin Astridstraat 19, heeft verklaard de nalatenschap aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving, van de heer Van Langenhove, René Marie Jozef, geboren te Asse op 21 juni 1958, in leven wonende te Opwijk, Singel 5A, en overleden op 11 september 2006 te Merchtem. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht, bij aangetekend bericht, hun rechten te doen kennen binnen de drie maanden, te rekenen van de datum van onderhavige opneming, gericht aan Mr. Fermon, H., notaris te 1745 Opwijk, Kloosterstraat 1. Brussel, 18 mei 2007. De griffier, (get.) Van Wynendaele.
(25616)
Ingevolge verklaring, afgelegd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen op 26 februari 2007, heeft Sundermann, Rita Irma Frits, wonende te Brecht, Kerklei 60, handelend in hoedanigheid van langstlevende ouder van Lebon, Tomas, geboren te Malle op 10 juni 1992, ongehuwd, wonende te Brecht, Kerklei 60, in naam voor rekening van voornoemde minderjarige de nalatenschap van wijlen de heer Lebon, Edgard Clement Elisabeth, geboren te Schoten op 14 oktober 1952, laatst wonende te Brecht, en overleden te Wuustwezel op 9 oktober 2006, aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving, dit krachtens beschikking van de vrederechter kanton Brasschaat, verleend op 7 februari 2007. Woonstkeuze wordt gedaan op het kantoor van notaris Luc Bracke, te Brecht, Sint-Job-in-’t-Goor, Eikenlei 1. (get.) L. Bracke, notaris. (25746)
Faillite − Faillissement
Tribunal de commerce de Dinant
Par jugement du tribunal de commerce de Dinant du 15 mai 2007, les opérations de la faillite de M. Fernand Cortis, actuellement domicilié à 4100 Seraing, rue des Ciseleurs 5, bte 3, inscrit à la B.C.E. sous le n° d’entreprise 0616.465.187, déclarée par jugement du 2 janvier 2001, ont été déclarées clôturées, par liquidation. Ce jugement dit y avoir lieu à excusabilité du failli. (Signé) J.-M. Bouillon, avocat. (25618)
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Service Carrosserie SPRL, drève de l’Infante 33, 1410 Waterloo, déclarée ouverte par jugement du 25 septembre 1995, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : M. Vingerhoed, Jean-Paul, domicilié à 1325 Corroy-leGrand, Val Villers 66. Pour extrait conforme : (signé) Cl. François, greffier. (25620)
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de M.C. Sports SA, chaussée de Bruxelles 412B, 1410 Waterloo, déclarée ouverte par jugement du 16 octobre 2000, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : Mme Dominique Lambiotte, domicilié à Mons, chaussée de Binche 50. Pour extrait conforme : (signé) Cl. François, greffier. (25621)
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Mondial Print SPRL, rue du Mons 154, 1480 Tubize, déclarée ouverte par jugement du 7 août 2003, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : M. Sandro Marverti, domicilié à Magione-Perrugia (Italie), Caligiana Case Sparse 10D. Pour extrait conforme : (signé) Cl. François, greffier. (25622)
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Entreprise Joly SCRL, rue du Croly 27/5, 1325 Chaumont-Gistoux (Corroy), déclarée ouverte par jugement du 21 juin 2004, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : M. Yves Joly, domicilié à 1325 Corroy-le-Grand, rue du Croly 27/5. Pour extrait conforme : (signé) Cl. François, greffier. (25623)
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Fab & Co SPRL, sous la dénomination « Cottonwood », rue Ernest Deltenre 4A, 1495 Villers-la-Ville, déclarée ouverte par jugement du 13 février 2006, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : M. Fabien Notte, domicilié à 1495 Villers-la-Ville, rue Ernest Deltenre 4A. Pour extrait conforme : (signé) Cl. François, greffier. (25624)
Tribunal de commerce de Liège
Par jugement du 8 mai 2007, le tribunal de commerce de Liège déclare close, par liquidation, la faillite de la SA Axis Cuisines, avenue Edmond Leburton 41, à 4300 Waremme.
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a ordonné la clôture, par liquidation, de la faillite de Karkkonen, Pierre, rue de Namur 119, 1400 Nivelles, déclarée ouverte par jugement du 14 février 2005, et a déclaré le failli excusable. Pour extrait conforme : (signé) Cl. François, greffier. (25625)
28402
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a ordonné la clôture, par liquidation, de la faillite de Legrain, Christian, rue de la Vallée 8, 1370 Jodoigne, déclarée ouverte par jugement du 6 novembre 2000, et a déclaré le failli excusable. Pour extrait conforme : la greffière en chef faisant fonction, (signé) P. Fourneau. (25626)
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Harley Davidson Waterloo SPRL, chaussée de Bruxelles 660, 1410 Waterloo, déclarée ouverte par jugement du 21 février 2005, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : M. Cuny, Frédéric, domicilié à 1500 Halle, chaussée de Bruxelles 484. Pour extrait conforme : (signé) Cl. François, greffier.
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de World International Management of Brussels SA, route Provinciale 291, 1300 Wavre, déclarée ouverte par jugement du 8 janvier 2001, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : M. Davidio Monaco, domicilié à 1200 WoluweSaint-Lambert, avenue des Vaillants 1/7. Pour extrait conforme : (signé) Cl. François, greffier.
(25627)
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Degueldre - Lamine Entreprises générales de Construction SA, rue de Weert-SaintGeorges 13, 1390 Grez-Doiceau, déclarée ouverte par jugement du 15 décembre 2003, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : M. Yves Lamine, domicilié à Grez-Doiceau, rue de Weert- SaintGeorges 13. Pour extrait conforme : (signé) Cl. François, greffier.
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Idea All Construct SCRL, rue du Faisan 1, 1420 Braine-l’Alleud, déclarée ouverte par jugement du 7 juin 2004, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : M. Michel Goemans, domicilié à 1420 Braine-l’Alleud, rue du Faisan 1. Pour extrait conforme : (signé) Cl. François, greffier.
(25628)
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Delaby Technologies et Services SPRL, rue au Gue 9, 1420 Braine-l’Alleud, déclarée ouverte par jugement du 2 mars 1992, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : M. Pierre Delaby, domicilié à 21490 Norges-la-Ville (France), route de Dijon 9bis. Pour extrait conforme : (signé) Cl. François, greffier.
(25629)
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Service Bingoni SPRL, rue du Grand Chemin 7, 1380 Lasne, déclarée ouverte par jugement du 29 mai 2000, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : M. José Bingoni, domicilié à 5000 Namur, rue Asty Moulin 59. Pour extrait conforme : (signé) Cl. François, greffier.
(25630)
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Horizon Information and Communications Technologies Solutions SA, rue du Pont Gotissart 4, 1400 Nivelles, déclarée ouverte par jugement du 2 septembre 2002, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : Mme Nathalie Peeters, domiciliée à 1190 Bruxelles, avenue des 7 Bonniers 109, bte 10. Pour extrait conforme : (signé) Cl. François, greffier.
(25631)
(25633)
(25634)
Tribunal de commerce de Tournai
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Tournai a déclaré close, sur pied de l’article 73 de la loi du 8 août 1997, modifiée par celle du 4 septembre 2002, la faillite de Desmet, Nelly, domiciliée à 7742 Herinnes-lez-Pecq, chaussée d’Audenarde 415, inscrite à la B.C.E. sous le n° 0670.055.412, et a déchargé Me P. Brotcorne, avocat à Tournai, de ses fonctions de curateur, et M. le juge consulaire P. Wattiaux, de ses fonctions de juge-commissaire. La faillie a été déclarée excusable post mortem. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) G. Lavennes. (25635)
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Tournai a déclaré close, sur pied de l’article 73 de la loi du 8 août 1997, modifiée par celle du 4 septembre 2002, la faillite de la SPRL 747, dont le siège social était sis à 7500 Tournai, place de Lille 7, B.C.E. 0479.039.151, et a déchargé Me P. Brotcorne, avocat à Tournai, de ses fonctions de curateur, et M. le juge consulaire R. Vangeneberg, de ses fonctions de jugecommissaire. Liquidateur : M. Flaszenski, Sylvie, domiciliée à 59760 GrandeSynthe (france), rue Alexandre Fleming 19bis. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) G. Lavennes. (25636)
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Tournai a déclaré close, sur pied de l’article 73 de la loi du 8 août 1997, modifiée par celle du 4 septembre 2002, la faillite de la SPRL Mezzoo, dont le siège social était sis à 7700 Mouscron, Grand-Place 27, B.C.E. 0863.832.213, et a déchargé Me M. Claeys, avocat à Tournai, de ses fonctions de curateur, et M. le juge consulaire P. Luyten, de ses fonctions de juge-commissaire. Liquidateur : Boudlet, Laurent, domicilié à 7900 Leuze-en-Hainaut, avenue de la Libération 34. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) G. Lavennes. (25637)
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Nivelles a prononcé la clôture, par liquidation, de la faillite de Power Supplies SPRL, rue du Château 93/9, 1470 Genappe, déclarée ouverte par jugement du 5 avril 2004, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : M. Schoonheyt, Eric, domicilié à 1380 Lasne, rue de la Gendarmerie. Pour extrait conforme : (signé) Cl. François, greffier.
(25632)
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Tournai a déclaré close, sur pied de l’article 73 de la loi du 8 août 1997, modifiée par celle du 4 septembre 2002, la faillite de la SA Comptoir européen des Gourmets, dont le siège social était sis à 7500 Tournai, rue des Chapeliers 1, B.C.E. 0458.214.340, et a déchargé Me P. Brotcorne, avocat à Tournai, de ses fonctions de curateur, et M. le juge consulaire P. Wattiaux, de ses fonctions de juge-commissaire.
28403
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Liquidateur : M. Bromet, Jean-Louis, domicilié à 93140 Garges-lesGonesse (France), rue Pierre Rebiere. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) G. Lavennes. (25638)
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Tournai a déclaré close, sur pied de l’article 80 de la loi du 8 août 1997, modifiée par celle du 4 septembre 2002, la faillite de la SPRLU La Nouvelle Epoque, dont le siège social était sis à 7534 Barry, chaussée de Mons 76, B.C.E. 0463.222.609, et a déchargé Me P. Brotcorne, avocat à Tournai, de ses fonctions de curateur, et M. le juge consulaire B. Degauquier, de ses fonctions de juge-commissaire. Liquidateur : M. Usai, Franco, domicilié à 7300 Boussu, rue de Dour 405. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) G. Lavennes. (25639)
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Tournai a déclaré close, sur pied de l’article 80 de la loi du 8 août 1997, modifiée par celle du 4 septembre 2002, la faillite de la SPRL Math-Inox, dont le siège social était sis à 7700 Mouscron, chaussée du Risquons-Tout 543, B.C.E. 0454.513.888, et a déchargé Me T. Opsomer, avocat à Bas-Warneton, de ses fonctions de curateur, et M. le juge consulaire T. Vanderborght, de ses fonctions de juge-commissaire. Liquidateur : M. Ovaere, Marc, domicilié à 7711 Dottignies, boulevard des Canadiens 92. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) G. Lavennes. (25640)
Tribunal de commerce de Tournai
Tribunal de commerce de Bruxelles
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Axyhome SPRL, boulevard Maria Groeninckx Demay 22, 1070 Anderlecht. Numéro de faillite : 20070639. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : chauffage. Numéro d’entreprise : 0480.042.013. Juge-commissaire : M. Philippart De Foy. Curateur : Me Van Der Borcht, Nicolas, avenue De Fré 229, 1180 Bruxelles-18. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (25644)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Axyhome BVBA, Maria Groeninckx Demaylaan 22, 1070 Anderlecht. Faillissementsnummer : 20070639.
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Tournai a déclaré close, sur pied de l’article 73 de la loi du 8 août 1997, modifiée par celle du 4 septembre 2002, la faillite de Weverbergh, Xavier, domicilié à 7822 Meslin-l’Evêque, rue de la Sille 60, inscrit à la B.C.E. sous le n° 0747.349.960, et a déchargé Me F. Van Malleghem, avocat à Frasnes-lez-Buissenal, de ses fonctions de curateur, et M. le juge consulaire J. Delcarte, de ses fonctions de juge-commissaire. Le failli a été déclaré excusable. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) G. Lavennes. (25641)
Par jugement du 30 avril 2007, le tribunal de commerce de Tournai a déclaré close, sur pied de l’article 80 de la loi du 8 août 1997, modifiée par celle du 4 septembre 2002, la faillite de Deprez, Gerdy, domicilié à 7780 Comines, avenue des Châteaux s/n, B.C.E. 0668.271.107, et a déchargé Me O. Mercier, avocat à Mouscron, de ses fonctions de curateur, et M. le juge consulaire J. Leclercq, de ses fonctions de jugecommissaire. Le failli a été déclaré excusable. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) G. Lavennes. (25642)
Datum faillissement : 11 mei 2007. Handelsactiviteit : chauffage. Ondernemingsnummer : 0480.042.013. Rechter-commissaris : de heer Philippart De Foy. Curator : Mr. 1180 Brussel-18.
Van
Der
Borght,
Nicolas,
De
Frélaan
229,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (25644)
Tribunal de commerce de Bruxelles Rechtbank van koophandel te Brussel Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Met Clean SPRL, rue Van Schoor 43, 1030 Schaerbeek. De rechtbank van koophandel te Brussel heeft, bij vonnis van 15 mei 2007, de gefailleerde, Mevr. Swolfs, Nathalie, wonende te 1702 Dilbeek, Brusselstraat 53/A, ondernemingsnummer 0864.442.323, geopend verklaard bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Brussel, d.d. 19 september 2006, met als curator Mr. J. Billiet, en als rechter-commissaris Mevr. M.M. Buelens, verschoonbaar verklaard. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) J.-M. Eylenbosch. (25643)
Numéro de faillite : 20070640. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : entreprise de nettoyage. Numéro d’entreprise : 0476.987.206. Juge-commissaire : M. Philippart De Foy.
28404
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Curateur : Me Van Der Borcht, Nicolas, avenue De Fré 229, 1180 Bruxelles-18. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (25645)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Met Clean BVBA, Van Schoorstraat 43, 1030 Schaarbeek. Faillissementsnummer : 20070640.
Handelsactiviteit : reiniging. Ondernemingsnummer : 0476.987.206. Rechter-commissaris : de heer Philippart De Foy. Van
Der
Borght,
Nicolas,
Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Nomagor BVBA, Morgenlandstraat 65, 1040 Etterbeek. Faillissementsnummer : 20070644. Datum faillissement : 11 mei 2007. Handelsactiviteit : fotografie. Ondernemingsnummer : 0479.341.534. Rechter-commissaris : de heer De Moor. Curator : Mr. 1000 Brussel-1.
Speth,
Jean
Frederic,
Kleine
Zavelplein
13,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (25646)
Datum faillissement : 11 mei 2007.
Curator : Mr. 1180 Brussel-18.
Rechtbank van koophandel te Brussel
De
Frélaan
229,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (25645)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Medi Proconsult SA, avenue Delleur 17, 1170 Watermael-Boitsfort. Numéro de faillite : 20070645. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : holding. Numéro d’entreprise : 0449.168.297. Juge-commissaire : M. De Moor. Curateur : Me Speth, Jean Frederic, place du Petit Sablon 13, 1000 Bruxelles-1.
Tribunal de commerce de Bruxelles
Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Nomagor SPRL, rue de l’Orient 65, 1040 Etterbeek.
Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007.
Numéro de faillite : 20070644.
Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.
Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : photographie.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch.
Numéro d’entreprise : 0479.341.534.
(25647)
Juge-commissaire : M. De Moor. Curateur : Me Speth, Jean Frederic, place du Petit Sablon 13, 1000 Bruxelles-1. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.
Rechtbank van koophandel te Brussel
Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Medi Proconsult NV, Delleurlaan 17, 1170 Watermaal-Bosvoorde. Faillissementsnummer : 20070645. Datum faillissement : 11 mei 2007. Handelsactiviteit : holding. Ondernemingsnummer : 0449.168.297.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (25646)
Rechter-commissaris : de heer De Moor.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Curator : Mr. 1000 Brussel-1.
Speth,
Jean
Frederic,
Kleine
Zavelplein
13,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.
28405
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (25648)
Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (25647)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Vandersteegen, Pascal, avenue Brugmann 241, 1180 Uccle. Numéro de faillite : 20070655. Date de faillite : 11 mai 2007.
Tribunal de commerce de Bruxelles
Objet social : librairie. Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Adde Vinum SPRL, rue SaintLambert 202, bte 19, 1200 Woluwe-Saint-Lambert. Numéro de faillite : 20070650.
Numéro d’entreprise : 0567.504.141. Juge-commissaire : M. Noblesse. Curateur : Me Van De Velde, Claire, avenue De Fré 229, 1180 Bruxelles-18.
Date de faillite : 11 mai 2007.
Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.
Objet social : vins. Numéro d’entreprise : 0475.345.629. Juge-commissaire : M. Chaineux. Curateur : Me Baum, Anicet, avenue Armand Huysmans 212, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.
Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch.
Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.
(25649)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (25648)
Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Vandersteegen, Pascal, Brugmannlaan 241, 1180 Ukkel. Faillissementsnummer : 20070655.
Rechtbank van koophandel te Brussel
Datum faillissement : 11 mei 2007. Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Adde Vinum BVBA, Sint-Lambrechtsstraat 202, bus 19, 1200 Sint-LambrechtsWoluwe.
Handelsactiviteit : boekhandel. Ondernemingsnummer : 0567.504.141.
Faillissementsnummer : 20070650.
Rechter-commissaris : de heer Noblesse.
Datum faillissement : 11 mei 2007.
Curator : Mr. Van De Velde, Claire, De Frélaan 229, 1180 Brussel-18.
Handelsactiviteit : wijnen.
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.
Ondernemingsnummer : 0475.345.629. Rechter-commissaris : de heer Chaineux. Curator : Mr. 1050 Brussel-5.
Baum,
Anicet,
Armand
Huysmanslaan
212,
Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007.
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet.
Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007.
Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (25649)
28406
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Tribunal de commerce de Bruxelles
Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Panatta Sport Center SPRL, avenue Van Volxem 300, 1190 Forest.
Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007.
Numéro de faillite : 20070656.
Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.
Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : centre sport.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch.
Numéro d’entreprise : 0462.723.751.
(25651)
Juge-commissaire : M. Noblesse. Curateur : Me Van De Velde, Claire, avenue De Fré 229, 1180 Bruxelles-18. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (25650)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Panatta Sport Center BVBA, Van Volxemlaan 300, 1190 Vorst. Faillissementsnummer : 20070656. Datum faillissement : 11 mei 2007. Handelsactiviteit : sportcentrum. Ondernemingsnummer : 0462.723.751. Rechter-commissaris : de heer Noblesse. Curator : Mr. Van De Velde, Claire, De Frélaan 229, 1180 Brussel-18. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (25650)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Au Toufrais Fleur de Jasmain NV, Alsembergsesteenweg 713, 1180 Ukkel. Faillissementsnummer : 20070660. Datum faillissement : 11 mei 2007. Handelsactiviteit : diepvriesproducten. Ondernemingsnummer : 0411.549.125. Rechter-commissaris : de heer Waver. Curator : Mr. Austraet, 1040 Brussel-4.
Luc,
Kommandant
Lothairelaan
14,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (25651)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Lobster Land Seaproducts SA, en abrégé : « L.L.S. », quai de Marimont 22, 1080 Molenbeek-Saint-Jean. Numéro de faillite : 20070661. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : produits de mer surgelés. Numéro d’entreprise : 0880.569.067.
Tribunal de commerce de Bruxelles
Juge-commissaire : M. Waver. Curateur : Me Austraet, Luc, avenue Commandant Lothaire 14, 1040 Bruxelles-4.
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Au Toufrais - Fleur de Jasmin SA, chaussée d’Alsemberg 713, 1180 Uccle. Numéro de faillite : 20070660. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : produits surgelés. Numéro d’entreprise : 0411.549.125. Juge-commissaire : M. Waver. Curateur : Me Austraet, Luc, avenue Commandant Lothaire 14, 1040 Bruxelles-4.
Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (25652)
28407
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Rechtbank van koophandel te Brussel
Curator : Mr. Austraet, 1040 Brussel-4.
Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Lobster Land Seaproducts NV, in het kort : « L.L.S. », Marimontkaai 22, 1080 SintJans-Molenbeek. Faillissementsnummer : 20070661. Handelsactiviteit : diepvriesproducten.
Lothairelaan
14,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet.
Ondernemingsnummer : 0880.569.067. Rechter-commissaris : de heer Waver. Luc,
Kommandant
Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007.
Datum faillissement : 11 mei 2007.
Curator : Mr. Austraet, 1040 Brussel-4.
Luc,
Kommandant
Lothairelaan
14,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (25652)
Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (25653)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Nhaseatraco SPRL, chaussée d’Alsemberg 713, 1180 Uccle. Numéro de faillite : 20070663. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : produits surgelés. Numéro d’entreprise : 0867.837.818.
Tribunal de commerce de Bruxelles
Juge-commissaire : M. Waver.
Ouverture de la faillite, sur aveu, de : Toufrais Alimentation - Pretty Asia, Supermarket SPRL, chaussée d’Alsemberg 713, 1180 Uccle. Numéro de faillite : 20070662. Date de faillite : 11 mai 2007.
Curateur : Me Austraet, Luc, avenue Commandant Lothaire 14, 1040 Bruxelles-4. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007.
Objet social : superette. Numéro d’entreprise : 0874.219.428. Juge-commissaire : M. Waver. Curateur : Me Austraet, Luc, avenue Commandant Lothaire 14, 1040 Bruxelles-4.
Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (25654)
Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (25653)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Nhaseatraco BVBA, Alsembergsesteenweg 713, 1180 Ukkel. Faillissementsnummer : 20070663. Datum faillissement : 11 mei 2007.
Rechtbank van koophandel te Brussel
Handelsactiviteit : diepvriesproducten. Ondernemingsnummer : 0867.837.818.
Opening van het faillissement, op bekentenis, van : Toufrais Alimentation - Pretty Asia, Supermarket BVBA, Alsembergsesteenweg 713, 1180 Ukkel. Faillissementsnummer : 20070662. Datum faillissement : 11 mei 2007. Handelsactiviteit : superette. Ondernemingsnummer : 0874.219.428. Rechter-commissaris : de heer Waver.
Rechter-commissaris : de heer Waver. Curator : Mr. Austraet, 1040 Brussel-4.
Luc,
Kommandant
Lothairelaan
14,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007.
28408
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (25654)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Ouverture de la faillite, sur citation, de : Spagola Bâtiment SPRL, rue de Russie 21, 1060 Saint-Gilles. Numéro de faillite : 20070665. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : travaux de construction.
Tribunal de commerce de Bruxelles
Numéro d’entreprise : 0479.702.909. Ouverture de la faillite, sur citation, de : Mobil Tracking International SA, avenue des Volontaires 268/2, 1150 Woluwe-Saint-Pierre. Numéro de faillite : 20070664.
Juge-commissaire : M. Waver. Curateur : Me Austraet, Luc, avenue Commandant Lothaire 14, 1040 Bruxelles-4. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.
Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : ingénieurie.
Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007.
Numéro d’entreprise : 0477.570.590.
Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.
Date de cessation des payements : 11 novembre 2006. Juge-commissaire : M. Waver. Curateur : Me Austraet, Luc, avenue Commandant Lothaire 14, 1040 Bruxelles-4. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25655)
Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25656)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Spagola Bâtiment BVBA, Ruslandstraat 21, 1060 Sint-Gillis. Faillissementsnummer : 20070665. Datum faillissement : 11 mei 2007. Handelsactiviteit : bouwwerken. Ondernemingsnummer : 0479.702.909. Rechter-commissaris : de heer Waver.
Rechtbank van koophandel te Brussel
Curator : Mr. Austraet, 1040 Brussel-4.
Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Mobil Tracking International NV, Vrijwilligerslaan 368/2, 1150 Sint-Pieters-Woluwe. Faillissementsnummer : 20070664.
Handelsactiviteit : ingenieur.
Lothairelaan
14,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25656)
Ondernemingsnummer : 0477.570.590. Datum staking betalingen : 11 november 2006. Rechter-commissaris : de heer Waver. Luc,
Kommandant
Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007.
Datum faillissement : 11 mei 2007.
Curator : Mr. Austraet, 1040 Brussel-4.
Luc,
Kommandant
Lothairelaan
14,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25655)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Ouverture de la faillite, sur citation, de : Fox Autos Import Export SPRL, rue Griange 12, 4500 Huy (anciennement à 1210 Saint-Josse-tenNoode, place Saint Lazarre 5). Numéro de faillite : 20070666. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : carrosseries et remorques. Numéro d’entreprise : 0865.108.752. Juge-commissaire : M. Waver.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Curateur : Me Austraet, Luc, avenue Commandant Lothaire 14, 1040 Bruxelles-4. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25657)
28409
Rechtbank van koophandel te Brussel
Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Parent Assurfinances BVBA, Laubespinstraat 83, 1020 Brussel-2. Faillissementsnummer : 20070657. Datum faillissement : 11 mei 2007. Handelsactiviteit : raadgeving. Ondernemingsnummer : 0458.537.212. Rechter-commissaris : de heer Noblesse. Curator : Mr. Van De Velde, Claire, De Frélaan 229, 1180 Brussel-18. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.
Rechtbank van koophandel te Brussel
Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Fox Autos Import Export BVBA, rue Griange 12, 4500 Hoei (vroeger te 1210 SintJoost-ten-Node, Sint-Lazarusplein 5). Faillissementsnummer : 20070666. Datum faillissement : 11 mei 2007. Handelsactiviteit : aanhangwagens. Ondernemingsnummer : 0865.108.752.
Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25658)
Rechter-commissaris : de heer Waver. Curator : Mr. Austraet, 1040 Brussel-4.
Luc,
Kommandant
Lothairelaan
14,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007.
Tribunal de commerce de Bruxelles
Ouverture de la faillite, sur citation, de : Bodet, François, rue de Hembeek 109/B003, 1120 Bruxelles. Numéro de faillite : 20070658. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : attractions foraines.
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25657)
Curateur : Me Van De Velde, Claire, avenue De Fré 229, 1180 Bruxelles-18.
Tribunal de commerce de Bruxelles
Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.
Ouverture de la faillite, sur citation, de : Parent Assurfinances SPRL, rue de Laubespin 83, 1020 Bruxelles-2. Numéro de faillite : 20070657. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : management conseil.
Numéro d’entreprise : 0540.379.773. Juge-commissaire : M. Noblesse.
Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25659)
Numéro d’entreprise : 0458.537.212. Juge-commissaire : M. Noblesse. Curateur : Me Van De Velde, Claire, avenue De Fré 229, 1180 Bruxelles-18. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25658)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Bodet, François, Hembeekstraat 109/B003, 1120 Brussel. Faillissementsnummer : 20070658. Datum faillissement : 11 mei 2007. Handelsactiviteit : foorkramer. Ondernemingsnummer : 0540.379.773. Rechter-commissaris : de heer Noblesse. Curator : Mr. Van De Velde, Claire, De Frélaan 229, 1180 Brussel-18.
28410
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25659)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Ouverture de la faillite, sur citation, de : E.G.M. Trans SCRI, rue Marie-Thérèse 91, bte 1, 1210 Saint-Josse-ten-Noode. Numéro de faillite : 20070659. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : vente par correspondance. Numéro d’entreprise : 0479.035.983. Date de cessation des payements : 14 novembre 2006.
Tribunal de commerce de Bruxelles
Ouverture de la faillite, sur citation, de : Ammi Majus SPRL, rue Armand Campenhout 60, 1050 Ixelles. Numéro de faillite : 20070653. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : fleurs et plantes. Numéro d’entreprise : 0465.454.894. Juge-commissaire : M. Chaineux. Curateur : Me Baum, Anicet, avenue Armand Huysmans 212, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25661)
Juge-commissaire : M. Noblesse. Curateur : Me Van De Velde, Claire, avenue De Fré 229, 1180 Bruxelles-18. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25660)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Ammi Majus BVBA, Armand Campenhoutstraat 60, 1050 Elsene. Faillissementsnummer : 20070653. Datum faillissement : 11 mei 2007. Handelsactiviteit : bloemen en planten. Ondernemingsnummer : 0465.454.894. Rechter-commissaris : de heer Chaineux. Curator : Mr. 1050 Brussel-5.
Rechtbank van koophandel te Brussel
Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : E.G.M. Trans CVOA, Maria-Theresiastraat 91, bus 1, 1210 Sint-Joost-ten-Node. Faillissementsnummer : 20070659. Datum faillissement : 11 mei 2007. Handelsactiviteit : postorderbedrijf. Ondernemingsnummer : 0479.035.983. Datum staking betalingen : 14 november 2006.
Baum,
Anicet,
Armand
Huysmanslaan
212,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25661)
Rechter-commissaris : de heer Noblesse. Curator : Mr. Van De Velde, Claire, De Frélaan 229, 1180 Brussel-18. Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25660)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Ouverture de la faillite, sur citation, de : Exclusif and Perfect SPRL, boulevard de Waterloo 36-37, 1000 Bruxelles. Numéro de faillite : 20070654. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : import-export. Numéro d’entreprise : 0866.243.751. Juge-commissaire : M. Chaineux.
28411
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Curateur : Me Baum, Anicet, avenue Armand Huysmans 212, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25662)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Exclusif and Perfect BVBA, Waterloosesteenweg 36-37, 1000 Brussel. Faillissementsnummer : 20070654.
Handelsactiviteit : invoer-uitvoer. Ondernemingsnummer : 0866.243.751. Rechter-commissaris : de heer Chaineux. Baum,
Anicet,
Armand
Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : AMB BVBA, Vleurgatsesteenweg 157, 1050 Elsene. Faillissementsnummer : 20070652. Datum faillissement : 11 mei 2007. Handelsactiviteit : industriële reiniging. Ondernemingsnummer : 0465.942.072. Rechter-commissaris : de heer Chaineux. Curator : Mr. 1050 Brussel-5.
Baum,
Anicet,
Armand
Huysmanslaan
212,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25663)
Datum faillissement : 11 mei 2007.
Curator : Mr. 1050 Brussel-5.
Rechtbank van koophandel te Brussel
Huysmanslaan
212,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25662)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Ouverture de la faillite, sur citation, de : Episode II SPRL, chaussée de Boondael 406, 1050 Ixelles. Numéro de faillite : 20070651. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : chaussures. Numéro d’entreprise : 0861.958.529. Juge-commissaire : M. Chaineux. Curateur : Me Baum, Anicet, avenue Armand Huysmans 212, 1050 Bruxelles-5.
Tribunal de commerce de Bruxelles
Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.
Ouverture de la faillite, sur citation, de : AMB SPRL, chaussée de Vleurgat 157, 1050 Ixelles.
Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007.
Numéro de faillite : 20070652. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : nettoyage industriel. Numéro d’entreprise : 0465.942.072.
Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25664)
Juge-commissaire : M. Chaineux. Curateur : Me Baum, Anicet, avenue Armand Huysmans 212, 1050 Bruxelles-5. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25663)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Episode II BVBA, Boondaalsesteenweg 406, 1050 Elsene. Faillissementsnummer : 20070651. Datum faillissement : 11 mei 2007. Handelsactiviteit : schoenen. Ondernemingsnummer : 0861.958.529. Rechter-commissaris : de heer Chaineux.
28412
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Curator : Mr. 1050 Brussel-5.
Baum,
Anicet,
Armand
Huysmanslaan
212,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25665)
Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25664)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Ouverture de la faillite, sur citation, de : Kasa SCRI, chaussée de Louvain 517, 1030 Schaerbeek. Numéro de faillite : 20070647. Date de faillite : 11 mai 2007.
Tribunal de commerce de Bruxelles
Objet social : restaurant. Numéro d’entreprise : 0464.574.669.
Ouverture de la faillite, sur citation, de : Jean Marc Lecomte SCRI, avenue de l’Armée 20, 1040 Etterbeek.
Juge-commissaire : M. De Moor. Curateur : Me Speth, Jean Frederic, place du Petit Sablon 13, 1000 Bruxelles-1.
Numéro de faillite : 20070648. Date de faillite : 11 mai 2007.
Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.
Objet social : import-export. Numéro d’entreprise : 0444.282.269.
Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007.
Juge-commissaire : M. De Moor. Curateur : Me Speth, Jean Frederic, place du Petit Sablon 13, 1000 Bruxelles-1. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.
Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25666)
Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25665)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Kasa CVOA, Leuvensesteenweg 517, 1030 Schaarbeek. Faillissementsnummer : 20070647.
Rechtbank van koophandel te Brussel
Datum faillissement : 11 mei 2007. Handelsactiviteit : restaurant.
Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Jean Marc Lecomte CVOA, Legerlaan 20, 1040 Etterbeek.
Rechter-commissaris : de heer De Moor.
Faillissementsnummer : 20070648.
Curator : Mr. 1000 Brussel-1.
Datum faillissement : 11 mei 2007. Handelsactiviteit : invoer-uitvoer.
Rechter-commissaris : de heer De Moor. Speth,
Jean
Frederic,
Speth,
Jean
Frederic,
Kleine
Zavelplein
13,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.
Ondernemingsnummer : 0444.282.269.
Curator : Mr. 1000 Brussel-1.
Ondernemingsnummer : 0464.574.669.
Kleine
Zavelplein
13,
Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007.
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet.
Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007.
Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25666)
28413
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Tribunal de commerce de Bruxelles
Curateur : Me Van Der Borght, Nicolas, avenue De Fré 229, 1180 Bruxelles-18.
Ouverture de la faillite, sur citation, de : Pepo SPRLU, avenue Rogier 177, bte 3, 1030 Schaerbeek. Numéro de faillite : 20070646.
Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007.
Date de faillite : 11 mai 2007.
Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.
Objet social : démolition d’immeubles. Numéro d’entreprise : 0475.989.886. Juge-commissaire : M. De Moor. Curateur : Me Speth, Jean Frederic, place du Petit Sablon 13, 1000 Bruxelles-1.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25668)
Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles.
Rechtbank van koophandel te Brussel
Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007.
Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Rhode International Communications CV, Luchtvaartsquare 7A, 1070 Anderlecht.
Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.
Faillissementsnummer : 20070641.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25667)
Handelsactiviteit : invoer-uitvoer.
Datum faillissement : 11 mei 2007.
Ondernemingsnummer : 0435.534.750. Rechter-commissaris : de heer Philippart De Foy. Curator : Mr. 1180 Brussel-18.
Rechtbank van koophandel te Brussel
Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Pepo EBVBA, Rogierlaan 177, bus 3, 1030 Schaarbeek. Faillissementsnummer : 20070646.
Handelsactiviteit : afbraak. Ondernemingsnummer : 0475.989.886. Rechter-commissaris : de heer De Moor. Speth,
Jean
Frederic,
Der
Borght,
Nicolas,
De
Frélaan
229,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007.
Datum faillissement : 11 mei 2007.
Curator : Mr. 1000 Brussel-1.
Van
Kleine
Zavelplein
13,
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25668)
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.
Tribunal de commerce de Bruxelles
Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007.
Ouverture de la faillite, sur citation, de : Ash SA, rue Robert Buyck 48, 1070 Anderlecht.
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25667)
Numéro de faillite : 20070642. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : bureau d’études de marchés. Numéro d’entreprise : 0435.520.793. Juge-commissaire : M. Philippart De Foy.
Tribunal de commerce de Bruxelles
Ouverture de la faillite, sur citation, de : Rhode International Communications SC, square de l’Aviation 7A, 1070 Anderlecht. Numéro de faillite : 20070641. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : import-export. Numéro d’entreprise : 0435.534.750. Juge-commissaire : M. Philippart De Foy.
Curateur : Me Van Der Borght, Nicolas, avenue De Fré 229, 1180 Bruxelles-18. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25669)
28414
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Rechtbank van koophandel te Brussel
Curator : Mr. 1180 Brussel-18.
Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Ash NV, Robert Buyckstraat 48, 1070 Anderlecht. Faillissementsnummer : 20070642.
Handelsactiviteit : marktonderzoek bureau. Ondernemingsnummer : 0435.520.793. Rechter-commissaris : de heer Philippart De Foy. Van
Der
Borght,
Nicolas,
Der
Borght,
Nicolas,
De
Frélaan
229,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel. Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007.
Datum faillissement : 11 mei 2007.
Curator : Mr. 1180 Brussel-18.
Van
De
Frélaan
229,
Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, Regentschapsstraat 4, 1000 Brussel.
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25670)
Rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge
Stelt de datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen vast op woensdag 13 juni 2007. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter van de faillissementswet. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25669)
Bij vonnis van de eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 7 mei 2007, werd het faillissement van Noijen Petronella Adrina, wonende te 8020 Oostkamp, Hillestraat 32, afgesloten. De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard. Voor eensluidend R. Becue.
verklaard
uittreksel :
de
griffier,
(get.) (25671)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Ouverture de la faillite, sur citation, de : Aarliyaan 7/11 SPRL, rue Brogniez 174, 1070 Anderlecht. Numéro de faillite : 20070643. Date de faillite : 11 mai 2007. Objet social : commerce de détail. Numéro d’entreprise : 0873.005.740.
Bij vonnis van de eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 7 mei 2007, werd het faillissement van Van Der Burgt, Theodorus, wonende te 8020 Oostkamp, Hillestraat 32, met ondernemingsnummer 0531.970.269, afgesloten. De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard. Voor eensluidend R. Becue.
verklaard
uittreksel :
de
griffier,
(get.) (25672)
Juge-commissaire : M. Philippart De Foy. Curateur : Me Van Der Borght, Nicolas, avenue De Fré 229, 1180 Bruxelles-18. Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, rue de la Régence 4, 1000 Bruxelles. Fixe la date pour le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances au mercredi 13 juin 2007. Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (Pro deo) (25670)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Opening van het faillissement, op dagvaarding, van : Aarliyaan 7/11 BVBA, Brogniezstraat 174, 1070 Anderlecht. Faillissementsnummer : 20070643. Datum faillissement : 11 mei 2007. Handelsactiviteit : detailhandel. Ondernemingsnummer : 0873.005.740. Rechter-commissaris : de heer Philippart De Foy.
Bij vonnis van de eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 7 mei 2007, werd het faillissement van Novaro BVBA, destijds met maatschappelijke zetel te 8750 Wingene (Zwevezele), Berkenlaan 5, met ondernemingsnummer 0416.759.015, afgesloten. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Worst als vereffenaar beschouwd, overeenkomstig artikel 185 van het Wetboek van vennootschappen, de heer Nico Van Roose, wonende te 8750 Wingene, Berkenlaan 5. Voor eensluidend R. Becue.
verklaard
uittreksel :
de
griffier,
(get.) (25673)
Bij vonnis van de eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 7 mei 2007, werd het faillissement van Abel BVBA, destijds met maatschappelijke zetel te 8000 Brugge, Brugsesteenweg 152, met ondernemingsnummer 0455.056.001, afgesloten. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Wordt als vereffenaarster beschouwd, overeenkomstig artikel 185 van het Wetboek van vennootschappen, Mevr. Tamara De Busscher, wonende te 8310 Brugge, Prins Albertstraat 27. Voor eensluidend R. Becue.
verklaard
uittreksel :
de
griffier,
(get.) (25674)
28415
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Bij vonnis van de eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 7 mei 2007, werd het faillissement van Depaepe, Catherine, wonende te 8301 Knokke-Heist, Kursaalstraat 16/001, met ondernemingsnummer 0677.316.257, afgesloten. De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard. Voor eensluidend R. Becue.
verklaard
uittreksel :
de
griffier,
(get.) (25675)
Bij vonnis van de eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 7 mei 2007, werd het faillissement van Verheyde, Geert Daniël Mariette, wonende te 8200 Brugge, Rijselstraat 78, met ondernemingsnummer 0789.065.009, afgesloten. De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard. Voor eensluidend R. Becue.
verklaard
uittreksel :
de
griffier,
(get.) (25676)
Bij vonnis van de eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 7 mei 2007, werd het faillissement van SIA-Consult BVBA, destijds met zetel gevestigd te 8200 Brugge, Gistelsesteenweg 324, met ondernemingsnummer 0464.353.351, afgesloten bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Wordt als vereffenaar beschouwd, overeenkomstig artikel 185 van het Wetboek van vennootschappen, de heer Johan Vaes, wonende te 8400 Oostende, Spaarzaamheidstraat 156. Voor eensluidend R. Becue.
verklaard
uittreksel :
de
griffier,
(get.) (25681)
Bij vonnis van de eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 7 mei 2007, werd het faillissement van D en G FASHION CV, destijds met zetel gevestigd te 8380 Brugge, Harwichstraat 17, afgesloten bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard.
Bij vonnis van de eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 7 mei 2007, werd het faillissement van Louagie, Jenny Georgette Rene, wonende te 8370 Blankenberge, Hanneusestraat 34, bus app. 2, afgesloten. De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard. Voor eensluidend R. Becue.
verklaard
uittreksel :
de
griffier,
Stelt vast dat niet kan worden vastgesteld wie als vereffenaars dienen te worden beschouwd, overeenkomstig artikel 185 van het Wetboek van vennootschappen. Voor eensluidend R. Becue.
verklaard
uittreksel :
de
griffier,
(get.) (25682)
(get.) (25677) Rechtbank van koophandel te Dendermonde
Bij vonnis van de eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 7 mei 2007, werd het faillissement van O.E.I. BVBA, destijds met zetel gevestigd te 8730 Beernem (Oedelem), Tinhoutstraat 142, met ondernemingsnummer 0448.685.079, afgesloten bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Wordt als vereffenaar beschouwd, overeenkomstig artikel 185 van het Wetboek van vennootschappen, de heer Yves Dutrieux, wonende te 8500 Kortrijk, Doorniksesteenweg 210. Voor eensluidend R. Becue.
verklaard
uittreksel :
de
griffier,
(get.) (25678)
Bij vonnis van de eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 7 mei 2007, werd het faillissement van New Svenson BVBA in vereffening, destijds met zetel gevestigd te 8300 Knokke-Heist, Natiënlaan 155, met ondernemingsnummer 0423.685.805, afgesloten bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Wordt als vereffenaar beschouwd, overeenkomstig artikel 185 van het Wetboek van vennootschappen, de heer Leon Janssens, wonende te 8380 Brugge (Zeebrugge), Rederskaai 31/23. Voor eensluidend R. Becue.
verklaard
uittreksel :
de
griffier,
(get.) (25679)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, zesde kamer, d.d. 21 mei 2007, werd het faillissement van Pater Nostrum BVBA, uitbating restaurant, Brusselsesteenweg 372, 9402 Meerbeke, ondernemingsnummer 874.561.403, gesloten verklaard bij gebrek aan aktief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. In toepassing van artikel 74 van de faillissementswet wordt de uitvoering van het voormeld vonnis gedurende één maand geschorst vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd : de heer Sanna, Salvatore, wonende te 1040 Etterbeek, Tervatestraat 80, bus 8. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) S. Van Nuffel (25683)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, zesde kamer, d.d. 21 mei 2007, werd het faillissement van Oxygene BVBA, drankgelegenheid, Priester Daensplein 5, 9300 Aalst, ondernemingsnummer 450.804.728, gesloten verklaard bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd : de heer Dierick, Herman, wonende te 9200 Aalst, Priester Daensplein 5. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) S. Van Nuffel (25684)
Bij vonnis van de eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 7 mei 2007, werd het faillissement van Multidruk BVBA, destijds met zetel gevestigd te 8300 Knokke-Heist, Diksmuidestraat 41, bus 31, met ondernemingsnummer 0472.287.258, afgesloten bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Wordt als vereffenaarster beschouwd, overeenkomstig artikel 185 van het Wetboek van vennootschappen, Mevr. Vande Velde, wonende te 8301 Knokke-Heist, Polderstraat 16, bus 11. Voor eensluidend R. Becue.
verklaard
uittreksel :
de
griffier,
(get.) (25680)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, zesde kamer, d.d. 21 mei 2007, werd het faillissement van DEM-Bouw NV, bouwonderneming, Eigenlostraat 120a, 9100 Sint-Niklaas, ondernemingsnummer 448.065.467, gesloten verklaard bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd : de heer Gery Van Uytfange, wonende te 9100 Sint-Niklaas, Regentieplein 1b 001. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) S. Van Nuffel (25685)
28416
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, zesde kamer, d.d. 21 mei 2007, werd het faillissement van Publi-Sign J. Verstraete BVBA, zetwerk en fotogravure, ’s Gravenkerselaar 34, 9450 Haaltert, ondernemingsnummer 420.044.840, gesloten verklaard bij gebrek aan aktief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. In toepassing van artikel 74 van de faillissementswet wordt de uitvoering van het voormeld vonnis gedurende één maand geschorst vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd : de heer Jos Malcorps, wonende te 9450 Haaltert, ’s Gravenkerselaar 34, Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) S. Van Nuffel (25686)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, vijfde kamer, d.d. 16 mei 2007, werd het faillissement van Steel Frame Building NV, Papestraat 1, te 8710 Wielsbeke, door vereffening beëindigd. Ondernemingsnummer 0458.212.261. Als vermoedelijke vereffenaar wordt beschouwd : De heer Filips Bossuyt, wonende te 8710 Wielsbeke, Papestraat 1. De griffier : (get.) Ch. Busschaert. (25691)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, vijfde kamer, d.d. 16 mei 2007, werd het faillissement van Creupelandt, Bart Maurits, Rijksweg 10, te 8860 Lendelede, geboren op 9 mei 1964, thans wonende te 8531 Hulste, Kapelstraat 45, door vereffening beëindigd. Ondernemingsnummer 0678.227.661.
De schuldeisers van het faillissement NV MTA in vereffening destijds met maatschappelijke zetel gevestigd te 9160 Lokeren, Van Duysestraat 25, en ondernemingsnummer 0450.028.035, worden opgeroepen om aanwezig te zijn op de concordataire vergadering op 1 juni 2007, te 9 u. 20 m., in de gehoorzaal van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, Noordlaan 31. (Get.) Emmanuel Koslowski, advocaat. (25687)
Rechtbank van koophandel te Ieper
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Ieper, d.d. 21 mei 2007, werd het faillissement van de coöperatieve vennootschap Internationale Service voor Administratie en Kantoor, afgekort : « ASAK », met vennootschaps- en uitbatingszetel te 8940 Wervik, Leiestraat 43, faillissement geopend bij vonnis van deze rechtbank in datum van 12 januari 2007, gesloten wegens ontoereikend actief en werd gezegd voor recht dat deze beslissing tot sluiting van de verrichtingen van het faillissement de rechtspersoon ontbindt en de onmiddellijke sluiting van haar vereffening meebrengt. Tevens werd gezegd voor recht dat in toepassing van artikel 185 van het Wetboek van vennootschappen als vereffenaar wordt beschouwd de bestuurder, zijnde : Mevr. Martine Heeren, wonende te 8940 Wervik, Leiestraat 43. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Wim Orbie. (25688)
De gefailleerde werd hierbij verschoonbaar verklaard. De griffier : (get.) Ch. Busschaert.
(25692)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, vijfde kamer, d.d. 16 mei 2007, werd volgens faillissement ingetrokken (faillietverklaring gewezen op 28 maart 2007) Le Brandy BVBA, Rijksweg 33, te 8520 Kuurne, handelsbemiddeling gespecialiseerd in overige goederen, n.e.g.; handelsbemiddeling in goederen, algemeen assortiment; handel in onroerend goed; overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfvoering en beheer; managementsactiviteiten van holdings. Rechter-commissaris : Govaerts, Kurt. Curator : Mr. Cappelle, Filip, Rotsestraat 77, 8800 Roeselare. De griffier : (get.) Ch. Busschaert. (25693)
Rechtbank van koophandel te Tongeren
De rechtbank van koophandel te Tongeren heeft bij vonnis van 21 mei 2007, op aangifte, het faillissement uitgesproken van Integro BVBA, te 3700 Tongeren, Muntstraat 7/1. Ondernemingsnummer 0478.837.827. Handelswerkzaamheid : vervaardiging van hanglampen. Handeldrijvende volgens KBO te 3700 Tongeren, Romeinse Kassei 264.
Rechtbank van koophandel te Kortrijk
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, vijfde kamer, d.d. 16 mei 2007, werd het faillissement van Athoni BVBA, Rumbeeksesteenweg 195, te 8800 Roeselare, afgesloten wegens ontoereikend activa. Ondernemingsnummer 0433.921.778. Als vermoedelijke vereffenaar wordt beschouwd : De heer Kristof Commeyne, voorheen wonende te 8400 Oostende, Christinastraat 195, thans echter ambtshalve afgeschreven. De griffier : (get.) Ch. Busschaert. (25689)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, vijfde kamer, d.d. 16 mei 2007, werd het faillissement van Pavarotti BVBA, Rumbeeksesteenweg 371, te 8800 Roeselare, afgesloten wegens ontoereikend activa. Ondernemingsnummer 0448.003.903. Als vermoedelijke vereffenaar wordt beschouwd : De heer Eddy Synaeve, wonende te 8400 Oostende, Kemmelbergstraat 38, bus 52. De griffier : (get.) Ch. Busschaert. (25690)
Als curator werd aangesteld Mr. Toppet-Hoegars, B., Bilzersteenweg 263, 3700 Tongeren. Het tijdstip van staking van betaling werd vastgesteld op 24 april 2007. De schuldvorderingen dienen uiterlijk op 20 juni 2007 neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel te Tongeren, Kielenstraat 22, bus 4. De sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de schuldvorderingen heeft plaats op 28 juni 2007, om 11 uur, in de raadkamer van de rechtbank van koophandel te Tongeren, Kielenstraat 22, bus 4, gelijkvloers, zaal C. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig art. 72ter Fail.W. Ref. rechtbank : PD 4923. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) W. Bours. (25694)
De rechtbank van koophandel te Tongeren heeft bij vonnis van 21 mei 2007, op aangifte, het faillissement uitgesproken van Aendekerk, Jozef, geboren te Genk op 10 april 1946, te 3770 Riemst, Millerdries 34A. Ondernemingsnummer 0638.156.268. Handelswerkzaamheid : detailhandel in boeken.
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Handeldrijvende onder de benaming Etirama, te 3630 Maasmechelen, Rijksweg 364. Als curator werd aangesteld Mr. Toppet-Hoegars, B., Bilzersteenweg 263, 3700 Tongeren.
28417
De schuldvorderingen dienen uiterlijk op 20 juni 2007 neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel te Tongeren, Kielenstraat 22, bus 4.
Het tijdstip van staking van betaling werd vastgesteld op 1 april 2007.
De sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de schuldvorderingen heeft plaats op 28 juni 2007, om 11 uur, in de raadkamer van de rechtbank van koophandel te Tongeren, Kielenstraat 22, bus 4, gelijkvloers, zaal C.
De schuldvorderingen dienen uiterlijk op 20 juni 2007 neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel te Tongeren, Kielenstraat 22, bus 4.
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig art. 72ter Fail.W.
De sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de schuldvorderingen heeft plaats op 28 juni 2007, om 11 uur, in de raadkamer van de rechtbank van koophandel te Tongeren, Kielenstraat 22, bus 4, gelijkvloers, zaal C. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig art. 72ter Fail.W.
Ref. rechtbank : PD 4926. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) W. Bours. (25697)
Rechtbank van koophandel te Veurne
Ref. rechtbank : PD 4924. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) W. Bours. (25695)
De rechtbank van koophandel te Tongeren heeft bij vonnis van 21 mei 2007, op dagvaarding, het faillissement uitgesproken van Rejant Makelaars BVBA, te 3700 Tongeren, Hasseltsesteenweg 305/2. Ondernemingsnummer 0479.944.122. Handelswerkzaamheid : bemiddeling bij de aankoop, verkoop en verhuur van onroerend goed.
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Veurne van 16 mei 2007 werden de verrichtingen van het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Demor, destijds met maatschappelijke zetel te 8670 Koksijde-Oostduinkerke, Zeedijk 439, met als ondernemingsnummer 0460.059.023, afgesloten wegens ontoereikend actief waardoor de voormelde vennootschap wordt ontbonden en haar vereffening onmiddellijk wordt gesloten. Worden als vereffenaars beschouwd, overeenkomstig artikel 185 van het Wetboek van vennootschappen : Mevr. Kirsten Mortier, wonende te 8670 Oostduinkerke, Fabiolaplein 6/0402, en de heer Jaak Mortier, wonende te 8900 Ieper, Dikkebusseweg 299. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) E. Niville.
(25698)
Als curator werd aangesteld Mr. Toppet-Hoegars, B., Bilzersteenweg 263, 3700 Tongeren. Het tijdstip van staking van betaling werd vastgesteld op 29 januari 2007. De schuldvorderingen dienen uiterlijk op 20 juni 2007 neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel te Tongeren, Kielenstraat 22, bus 4. De sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de schuldvorderingen heeft plaats op 28 juni 2007, om 11 uur, in de raadkamer van de rechtbank van koophandel te Tongeren, Kielenstraat 22, bus 4, gelijkvloers, zaal C. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig art. 72ter Fail.W. Ref. rechtbank : PD 4925. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) W. Bours. (25696)
De rechtbank van koophandel te Tongeren heeft bij vonnis van 21 mei 2007, op dagvaarding, het faillissement uitgesproken van Ster I BVBA, te 3630 Maasmechelen, Eksterstraat 34/1. Ondernemingsnummer 0457.166.740. Handelswerkzaamheid : snackbar.
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Veurne van 16 mei 2007 werden de verrichtingen van het faillissement van Ternest, Alexandre, geboren te Anderlecht op 23 juli 1969, destijds wonende te 8670 Koksijde, Zeelaan 75/301, met als ondernemingsnummer 0683.429.732, afgesloten wegens ontoereikend actief waarbij de gefailleerde verschoonbaar werd verklaard. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) E. Niville.
(25699)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Veurne van 16 mei 2007 werden de verrichtingen van het faillissement van de PVBA Marluc, destijds met maatschappelijke zetel te 8600 Menen, Sabbestraat 85, met handelsuitbating te 8670 Koksijde, Strandlaan 200, met als ondernemingsnummer 0424.560.486, afgesloten door vereffening waardoor de voormelde vennootschap wordt ontbonden en haar vereffening onmiddellijk wordt gesloten. Wordt als vereffenaar beschouwd, overeenkomstig artikel 185 van het Wetboek van vennootschappen : Mevr. Dierynck, Martine, wonende te 8434 Westende, Hofstraat 75/B. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) E. Niville.
(25700)
Verbeterend bericht Rechtbank van koophandel te Hasselt
Handeldrijvende te 3600 Genk, Hasseltweg 175. Als curator werd aangesteld Mr. Toppet-Hoegars, B., Bilzersteenweg 263, 3700 Tongeren. Het tijdstip van staking van betaling werd vastgesteld op 1 februari 2007.
In het Belgisch Staatsblad van 29 maart 2007, 2e uitgave, blz. 17647, bericht nr. 10554, gelieve men te lezen : « Aard vonnis : sluiting ontoereikend actief, verschoonbaar (art. 73 F.) » in plaats van : « ..., niet verschoonbaar (art. 73 F.) ». (25747)
28418
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Régime matrimonial − Huwelijksvermogensstelsel
Par décision du tribunal de première instance de Bruxelles, en date du 28 mars 2007, le dit tribunal a homologué l’acte modificatif du régime matrimonial dressé par le notaire André Van Isacker, à Ixelles, en date du 15 septembre 2006, portant modification du régime de communauté en régime de séparation de biens pure et simple entre M. Van Camberg, Stéphane Eleonore Antoine Noël, né à Uccle le 25 décembre 1960, et son épouse, Mme Boite, Joëlle, née à Bruxelles le 28 février 1963, ensemble domiciliés à Uccle, Homborch 14. Pour les époux Van Camberg-Boite : (signé) André Van Isacker, notaire à Bruxelles. (25701)
Par jugement du 16 mai 2007, le tribunal de première instance de Namur, a homologué les conventions matrimoniales reçues par le notaire Pierre Proesmans, de résidence à Gembloux, en date du 10 janvier 2007, avenues entre M. Bauduin Robert Maurice Joseph Verheggen, né à Gembloux le 28 mars 1946, et son épouse, Mme Christiane Marie Louise Joséphine Ghislaine Tireur, née à Bossière le 14 août 1947, domiciliés ensemble à Sauvenière (Gembloux), rue du Village 56, époux mariés sous le régime légal à défaut de contrat de mariage, régime n’ayant fait l’objet ni d’une déclaration de maintien, ni d’une modification, aux termes desquelles Mme Christiane Tireur, a fait apport au patrimoine commun existant entre eux d’un bien immeuble lui appartenant en propre. (Signé) Pierre Proesmans, notaire. (25702)
Par jugement rendu en date du 2 mai 2007, le tribunal de première instance de Tournai, a homologué le contrat modificatif reçu par le notaire Yves Van Roy, à Pecq, le 3 janvier 2007, aux termes duquel les époux Braeye, Pascal et Villyn, Dominique Claire Odette, domiciliés à 7700 Mouscron, rue Henri Duchâtel 258, ont modifié leur patrimoine commun sans modifier leur régime matrimonial par l’apport d’un bien propre de l’époux et complété leur régime par une clause d’attribution au survivant de la communauté mobilière en pleine propriété. (Signé) Yves Van Roy, notaire. (25703)
Par requête du 18 mai 2007, M. Mercenier, Claude Georges Eugène, né à Tienen le 18 juillet 1970, et son épouse, Mme De Zeeuw, Pascale, née à Bruxelles, premier district, le 6 août 1970, domiciliés à 1370 Jodoigne (Mélin), rue de Wahenge 3, ont introduit devant le tribunal de première instance de Nivelles, une requête en homologation d’un acte de changement de régime matrimonial, reçu par le notaire Géry van der Elst, de Perwez, le 8 mars 2007, aux termes duquel il résulte qu’ils maintiennent le régime matrimonial auquel ils sont soumis, et font l’apport à la communauté de biens immeubles propres situés à Jodoigne. (Signé) G. van der Elst, notaire. (25704)
Suivant jugement prononcé, le 15 mars 2007, par le tribunal civil de première instance séant à Dinant, l’acte de modification du régime matrimonial des époux Misson, Joël Hervé Réginald, agent S.N.C.B., né à Albertville (ex-congo Belge) le 18 avril 1957, et son épouse, Mme Bastin, Corine Eugénie Bertha, employée de banque, née à YvesGomezée (Walcourt), le 14 mai 1957, domiciliés à 5620 Florennes, place Baurain 2, reçu par le notaire Geneviève Gigot, à Walcourt, le 18 décembre 2006, et contenant apport par l’époux à la communauté, d’un bien qui lui est propre, a été homologué. Walcourt, le 21 mai 2007. (Signé) G. Gigot, notaire.
(25705)
Par jugement en date du 14 mai 2007, le tribunal de première instance de Mons, a homologué l’acte reçu par le notaire Baudouin Cassart, en date du 26 février 2007, portant modification au régime matrimonial de M. de Leuze, Gilles Jean-Marie Joseph Paul Louis Ghislain Lucien, pensionné, né à La-Roche-en-Ardenne le 19 juin 1929, numéro national : 290619/10375 et Liebin, Jacqueline Augusta Charlotte, pensionnée, née
à Houdeng-Goegnies le 30 mars 1934, numéro national : 340330/10224, domiciliés à 7110 La Louvière (Houdeng-Goegnies), rue Dardry 39, acte modificatif prévoyant un apport d’un bien propre à Mme Liebin au patrimoine commun et ce afin d’apurer le compte de récompense du par l’épouse Mme Liebin. Quaregnon, le 21 mai 2007. (Signé) Baudouin Cassart, notaire.
(25706)
Le tribunal de première instance à Tournai, a homologué par jugement du 2 mai 2007, l’acte de modification de régime matrimonial reçu par le notaire Markey Erwin, à Renaix, le 30 janvier 2007, dont lequel M. Depoorter, Alexandre Octave Désiré, de nationalité belge, et Mme Nottebaert, Yvonne Alice Marthe, de nationalité belge, demeurant ensemble à 7750 Mont-de-l’Enclus (Amougies), rue Saint-Pierre 23, mariés sous le régime de la communauté réduite aux acquêts aux termes de leur contrat de mariage reçu par le notaire Dochy, Léon, à Pecq, le 13 juillet 1965, pas modifié jusqu’à ce jour, ont confirmé leur régime matrimonial mais avec apport en communauté d’un bien immeuble personnel par M. Depoorter, Alexandre. (Signé) M. Erwin, notaire.
(25707)
Par requête déposée au tribunal de première instance de Mons, le 14 décembre 2006, les époux Drouot, Oscar Joseph, né à Tollembeek le 9 juillet 1932 et Mottrie, Marie Josée Gilberte Joséphine, née à Marcq le 25 février 1934, tous deux retraités, domiciliés ensemble à 7850 Enghien (ex Petit-Enghien), avenue Louis Isaac 2, ont sollicité l’homologation de la modification à régime matrimonial qu’ils ont réalisé suivant acte reçu par le notaire Luc Thomas, à Ollignies (ville de Lessines), en date du 30 novembre 2006, comportant apport à la communauté de biens propre à Mme Mottrie, étant une maison, une maison de ferme et verger à Marcq, rue de l’Enfer 5 et 5/A avec pâtures et terres pour un total de 11 ha 53 a 24 ca. (Signé) L. Thomas, notaire.
(25708)
Par requête du 3 avril 2007, M. Edouard Jakhian, né à Schaerbeek le 1er mai 1935, et son épouse, Mme Marie-Sylva Arschavir, née à Salonique le 1er août 1937, tous deux domiciliés à Saint-Gilles, rue SaintBernard 74, ont demandé au tribunal de première instance de Bruxelles, l’homologation d’un acte reçu le 16 mars 2007, par le notaire JeanFrançois Taymans, de résidence à Bruxelles, contenant modification de leur contrat de mariage reçu le 24 juin 1960, par le notaire Jean Willocx, ayant résidé à Saint-Gilles. Le dit acte comporte une modification dans la composition du patrimoine des parties, sans liquidation de leur régime matrimonial antérieur. Bruxelles, le 16 mai 2007. (Signé) J.-F. Taymans, notaire.
(25709)
Suivant jugement prononcé le 7 mars 2007, par la douzième chambre du tribunal de première instance de Bruxelles, le contrat de mariage modificatif du régime matrimonial entre M. Pate, François Henri Eugène, né à Ixelles le 30 mars 1931, et son épouse, Mme Vigliani, Marie Livia Cecilia, née à Saint-Gilles le 30 juin 1926, domiciliés à 1190 Forest, square Larousse 34/4, a été homologué. Le contrat modificatif consiste en l’adoption du régime de la séparation de biens pure et simple. Bruxelles, le 21 mai 2007. Pour extrait analytique conforme : (signé) H. Meersman, notaire associé. (25710)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Par jugement rendu le 30 avril 2007, le tribunal de première instance de Mons, a homologué l’acte reçu par le notaire Jean-Louis Van Boxstael, à Boussu, le 30 décembre 2006, portant modification du régime matrimonial existant entre M. Rolland, Didier Georges Norbert, gérant de société, né à Jemappes le 12 janvier 1953, et son épouse, Mme Van den Langenbergh, Veronica Clara Louis, aidante, née à Schoten le 14 janvier 1953, demeurant et domiciliés ensemble à 7380 Quiévrain, rue de la Gare 10. Le contrat modificatif prévoit la constitution d’une société d’acquêts accessoire à leur contrat de séparation de biens, et apport à la dite société d’acquêts par M. Rolland, d’immeubles sis à Quiévrain, lui appartenant en propre. (Signé) Jean-Louis Van Boxstael, notaire.
(25711)
Par jugement rendu le 16 avril 2007, le tribunal de première instance de Mons, a homologué l’acte de modification du contrat de mariage de M. Sneessens, Hugues Joachim Bertrand Henri Marie, employé, né à Frameries le 9 mai 1979, et de Mme Toubeau, Stéphanie Marie-Pol, avocat, née à Saint-Ghislain le 21 août 1979, demeurant et domiciliés à 7040 Quévy, rue de Frameries 47, reçu par le notaire Jean-Louis Van Boxstael, à Boussu, le 30 octobre 2006. Le contrat modificatif prévoit outre le maintien du régime légal de communauté existant entre eux et la prise de dispositions pour le cas de dissolution de la communauté par le décès de l’un ou l’autre des époux, apport au patrimoine commun par Mme Stéphanie Toubeau, d’une parcelle de terrain à bâtir sis à Quévy (Blaregnies), lieu-dit « Bois du Tilleul ». (Signé) Jean-Louis Van Boxstael, notaire.
(25712)
28419
dat zij gehuwd zijn voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Nevele, op 18 september 1957, onder het wettelijk stelsel bij ontstentenis van huwelijkscontract, welk stelsel niet gewijzigd noch gehandhaafd werd. Lovendegem, 15 mei 2007. (Get.) Vanderplaetsen, notaris te Lovendegem.
(25715)
Bij verzoekschrift van 14 mei 2007, hebben de heer Colson, Davy, arbeider, geboren te Hasselt op 2 april 1974, en zijn echtgenote, Mevr. Smets, Leen Martine Erna, bediende, geboren te Hasselt op 3 september 1976, samenwonend te 3590 Diepenbeek, Helstraat 77, gehuwd te Diepenbeek op 31 juli 2004, aan de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt, de homologatie gevraagd van de wijziging van hun huwelijksstelsel verleden voor notaris Emile Jageneau, te Diepenbeek op 14 mei 2007. Voor de verzoekers : (get.) Emile Jageneau, notaris te Diepenbeek, 14 mei 2007. (25716)
Bij beschikking uitgesproken door de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout op 9 mei 2007, werd gehomologeerd de akte verleden voor notaris Bruno Naets, te Westerlo op 7 februari 2007, houdende wijziging van het huwelijksvermogenstelsel bestaande tussen de heer Hans Lemmens, en zijn echtgenote, Mevr. Brigitte Dillien, samenwonende te 2260 Westerlo, Aspergevelden 13. Voor gelijkluidend uittreksel : voor de echtgenoten, (get.) Bruno Naets, notaris. (25717)
Par requête datée du 16 mai 2007, M. Herbint, Egide Georges Fernand, courtier en assurances, né à Wasmes le 17 janvier 1947, divorcé en premières noces, avec génération, de Mme Cuvelier, Monique, et son épouse en secondes noces, Mme Duwelz, Anne Elisabeth, sans profession, née à Jemappes le 29 juin 1954, demeurant et domiciliés ensemble à 7340 Colfontaine (Wasmes), rue de Petit-Wasmes 106, mariés à Colfontaine, le 16 septembre 1983, sous le régime légal de communauté, à défaut de contrat de mariage, ont introduit devant le tribunal de première instance de Mons, une demande d’homologation du contrat modificatif de leur régime matrimonial reçu par le notaire Jean-Louis Van Boxstael susdit, le 18 avril 2007.
Bij verzoekschrift van 16 mei 2007, hebben de echtgenoten, de heer Vanbrabant, Roland Ghislain Marie, en Mevr. Swinnen, Monique Emma Marcelle, wonende te 3450 Geetbets, Overbeekstraat 3, aan de rechtbank van eerste aanleg te Leuven om de homologatie gevraagd van de akte houdende wijziging van hun huwelijksvermogenstelsel, verleden voor notaris Eric Tallon met standplaats te Geetbets, op 16 mei 2007.
Le contrat modificatif prévoit apport au patrimoine commun par Mme Anne Duwelz, d’une parcelle de terrain lui appartenant en propre sise à Boussu (Hornu), rue de Bavay, sans que le régime matrimonial soit par ailleurs modifié.
Bij verzoekschrift van 16 mei 2007, hebben de heer Rijks, Koenraad, Jaak, en Mevr. Raskin, Els Augusta Magdalena, wonende te MeeuwenGruitrode, Fazantstraat 25, aan de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren, de homologatie aangevraagd van de akte wijziging huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Marc Van Nerum, te Meeuwen-Gruitrode op 16 mei 2007. Deze wijziging betreft de inbreng in de huwgemeenschap van een onroerend goed door de man en de vrouw.
(Signé) Jean-Louis Van Boxstael, notaire.
(25713)
Bij verzoekschrift d.d. 21 mei 2007, hebben de heer Van De Velde, Roger, chauffeur op rust, en zijn echtgenote, Mevr. Vandevannet, Susanna, landbouwster op rust, samenwonende te 8020 Oostkamp (Ruddervoorde), Westkantstraat 45, aan de rechtbank van eerste aanleg te Brugge verzocht de akte houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, inhoudende onder meer de inbreng in het gemeenschappelijk vermogen van een onroerend goed door laatstgenoemde, verleden voor ondergetekende notaris op 21 mei 2007, te homologeren. Voor de echtgenoten Roger Van De Velde-Vandevannet, Suzanna : (get.) K. Denoo, notaris. (25714)
Er blijkt uit een verzoekschrift tot homologatie van wijziging van huwelijksvermogenstelsel opgesteld op 15 mei 2007 door de echtgenoten Georges Maebe-Hautekeete, Rosa, te 9800 Deinze, Damstraat 34 : dat zij bij akte verleden voor notaris Bernard Vanderplaetsen, te Lovendegem op 15 mei 2007, hebben laten opstellen de wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, inhoudende inbreng van een eigen goed van de heer Maebe, Georges, in de huwgemeenschap;
Voor de verzoekers : (get.) Eric Tallon, notaris.
(Get.) M. Van Nerum, notaris.
(25718)
(25719)
Bij verzoekschrift gedateerd op 15 februari 2007, hebben de heer Peeters, Herman Arnold Stephaan, geboren te Rupelmonde op 30 juni 1933 (identiteitskaart met nummer 310-0047225-72, nationaal nummer 33.06.30 207.16), en zijn echtgenote, Mevr. Bollé, Dorothea Christinne Yvonne, geboren te Rupelmonde op 13 mei 1933 (identiteitskaart met nummer 310-0047200-47, nationaal nummer 33.05.13 254-84), wonende te 9140 Temse, Akkerstraat nummer 9, aan de rechtbank van eerste aanleg van Dendermonde de homologatie aangevraagd van de akte inhoudende de wijziging van hun huwelijkscontract, verleden voor geassocieerd notaris Lucas Neirinckx, te Temse, op 15 februari 2007, dze wijziging voorziende de inbreng van een onroerend goed eigen toebehorende aan de heer Herman Peeters alsmede de inbreng van een onroerend goed eigen toebehorende aan Mevr. Dorothea Bollé in voordeel van de huwgemeenschap. Temse, 14 mei 2007. Voor eensluidend uittreksel : (get.) Lucas Neirinckx, geassocieerd notaris. (25720)
28420
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Bij vonnis uitgesproken door de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk op 29 maart 2007, werd de akte wijziging huwelijksvermogensstelsel, verleden op 16 januari 2007 voor notaris Jean-Pierre Lesage, te Hooglede, gehomologeerd. Ingevolge deze akte hebben de heer Gilbert Hendrik Victor Leyn, geboren te Roeselare op 29 maart 1944, en zijn echtgenote, Mevr. Nicole Maria Hinnekint, geboren te Moorslede op 16 juni 1946, samenwonende te 8830 Hooglede, Kleine Noordstraat 10a, verklaard hun huwelijksstelsel zijnde het wettelijk stelsel ingevolge huwelijkscontract verleden voor notaris Reinald Stockman, destijds te Moorslede op 2 november 1968 te wijzigen in die zin dat er door de heer Gilbert Leyn een onroerend goed ingebracht werd in de huwgemeenschap. Voor de echtgenoten Gilbert Leyn-Hinnekint, (get.) J.P. Lesage, notaris. (25721)
Volgens vonnis uitgesproken door de rechtbank van eerste aanleg te Oudenaarde, op 20 februari 2007, werd de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Kristof Van Crombrugge en Mevr. Klaartje Verheylesonne en verleden voor notaris François Story, te Zottegem, op 15 november 2006, gehomologeerd.
Er blijkt uit een verzoekschrift van 15 mei 2007, tot homologatie van een akte houdende wijziging van hun huwelijksstelsel gericht aan de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, dat de heer Jean-Marie Achile Simon Deblaere, geboren te Zwevezele op 22 maart 1962, en zijn echtgenote, Mevr. Sophie Suzanna Jerome, geboren te Roeselare op 16 juli 1962, samenwonend te 8750 Wingene, Rozendalestraat 103, wensen hun huwelijksstelsel te wijzigen door middel van inbreng van eigen goederen in de huwelijksgemeenschap. Wingene, 15 mei 2007. Voor ontledend uittreksel : (get.) J.-M. Deblaere-S Defraeye. (25726)
Bij verzoekschrift, d.d. 16 mei 2007, hebben de heer Knockaert, Mike Joanna Charles, en zijn echtgenote, Mevr. Lauryssen, Nathalie, beiden wonende te 2960 Brecht, Drie Meisjeslaan 3, voor de burgerlijke rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, verzocht tot homologatie van de akte wijziging van huwelijksvermogensstelsel, verleden op 16 mei 2007, voor notaris Luc Bracke, ter standplaats Brecht, deelgemeente Sint-Job-in-’t-Goor, houdende de inbreng door Mevr. Lauryssen van het eigendom gelegen te Brecht, Drie Meisjeslaan 3, in het gemeenschappelijk vermogen. Sint-Job-in-’t-Goor, 16 mei 2007. Namens de verzoekers : (get.) Luc Bracke, notaris.
(25727)
De akte hield een inbreng in van een onroerend goed in de gemeenschap. Voor gelijkluidend uittreksel : namens de verzoekers, (get.) Mr. F. Story, notaris. (25722)
Bij verzoekschrift van 16 mei 2007, gericht tot de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, hebben de heer Bilteryst, Geert, bediende, en zijn echtgenote, Mevr. De Pooter, Gertie, laborant, samenwonende te 2800 Mechelen, Vrijgeweidestraat 82, de rechtbank verzocht over te gaan tot de homologatie van de akte verleden voor het ambt van notaris Marc De Backer, te Mechelen, op 16 mei 2007, waarbij hun bestaande wettelijk stelsel werd behouden en mevrouw een persoonlijk onroerend goed in de huwelijksgemeenschap heeft ingebracht. Voor de verzoekers : (get.) Marc De Backer, notaris.
(25723)
Bij vonnis van 25 april 2007, heeft de eerste kamer voor burgerlijke zaken van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde gehomologeerd, de akte verleden voor notaris Caroline Heiremans, te Zele, op 23 januari 2007, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer De Koning, Marcel Alfons, en zijn echtgenote, Geerinck, Astrid Hilda Michel, wonend te Zele, Hermietstraat 55. Deze wijziging houdt een loutere overdracht in van een eigen onroerend goed van de heer De Koning, naar het gemeenschappelijk vermogen, zonder dat voor het overige het huwelijksvermogensstelsel wordt gewijzigd. (Get.) C. Heiremans, notaris.
(25724)
Bij vonnis van 29 maart 2007, heeft de zesde kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk, gehomologeerd de akte verleden voor notaris Karel Vandeputte, te Roeselare, op 22 januari 2007, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Deprez, Wilfried Alidor Joseph, geboren te Roeselare op 27 februari 1937, en zijn echtgenote, Mevr. Merchie, Rika Maria Theresia Christiana, geboren te Roeselare op 15 oktober 1936, samenwonende te 8800 Roeselare, Keizer Karelstraat 10, gehuwd onder het beheer der wettelijke gemeenschap van goederen, blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris Roger Demeyere, te Roeselare, op 11 augustus 1961, gewijzigd bij akte verleden voor notaris Karel Vandeputte, te Roeselare, op 18 januari 2002, waarbij de tekst van het oude stelsel werd vervangen door het nieuwe wettelijk stelsel. De wijziging betreft de inbreng van het appartement type E en de parkeerplaats nummer 23 in Residentie Centrale I, gelegen aan de Lippenslaan 355/373, te Knokke-Heist, in het gemeenschappelijk vermogen. (Get.) Karel Vandeputte, notaris. (25728)
Bij verzoekschrift van 24 april 2007, neergelegd op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Gent, op 16 mei 2007, hebben de echtgenoten Marc De Loore-Lutgardis Sorgeloose, voor de rechtbank van eerste aanleg te Gent, een vraag ingediend tot homologatie van de akte verleden voor het ambt van notaris Angélique Vandaele, te Gent (Sint-Denijs-Westrem), op 24 april 2007, met het oog op de wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, waardoor a) het woonhuis gelegen te 9040 Gent (Sint-Amandsberg), Rozebroekstraat 92 en b) een hoeve gelegen te Kruishoutem-Wannegem-Lede, Cieskensstraat 1, eigen goederen van Mevr. Lutgardis Sorgeloose, in het gemeenschappelijk vermogen ingebracht worden met toevoeging van een clausule van alternatieve overlevingsrechten. Gent (Sint-Denijs-Westrem), 16 mei 2007. (Get.) A. Vandaele, notaris.
Bij vonnis van 25 april 2007, heeft de eerste kamer voor burgerlijke zaken van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde gehomologeerd, de akte verleden voor notaris Caroline Heiremans, te Zele, op 8 januari 2007, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer De Clippeleir, Baziel Jozef, en zijn echtgenote, De Clercq, Marcella Clementina Maria, wonend te Zele, Hansevelde 122. Deze wijziging houdt een loutere overdracht in van een eigen onroerend goed van Mevr. De Clercq, naar het gemeenschappelijk vermogen, zonder dat voor het overige het huwelijksvermogensstelsel wordt gewijzigd. (Get.) C. Heiremans, notaris.
(25725)
(25729)
Bij verzoekschrift neergelegd op 18 mei 2007, op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, hebben de heer De Neef, Johny Emile, gepensioneerde, en zijn echtgenote, Mevr. Alecu Aurelia, magazijnier, wonende te Aalst, Regelsbruggestraat 10 bus 1, de homologatie gevraagd van de wijzigingsakte verleden voor notaris Danièle Breckpot, te Aalst, op 7 mei 2007. In deze akte hebben de echtgenoten De Neef-Alecu verklaard hun huidig huwelijksstelsel te vervangen door het huwelijksstelsel der zuivere scheiding van goederen. Namens de echtgenoten De Neef-Alecu : (get.) Danièle Breckpot, notaris. (25730)
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD Bij verzoekschrift in datum van 16 mei 2007 hebben de echtgenoten de heer Terrier, Andy-Jacques, zelfstandig schilder-behanger, en Mevr. Decock, Françoise-Agnes-Julie, kapster, samenwonende te Waregem (Desselgem), Nieuwstraat 117, voor de burgerlijke rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk een aanvraag ingediend tot homologatie van het contract houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, opgemaakt bij akte verleden voor notaris Marc De Gomme, te Desselgem (Waregem), op 16 mei 2007. Het wijzigend contract bevat een inbreng door de heer Andy Terrier en Mevr. Françoise Decock, van onroerende goederen in het gemeenschappelijk vermogen. Namens de verzoekers : (get.) Marc De Gomme, notaris.
(25731)
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk op 29 maart 2007, werd de wijziging aan het huwelijksvermogenstelsel tussen de heer Benoit, Frans Joseph Frederic Berlinde Maria, nijveraar op rust, geboren te Deerlijk op 21 mei 1919, en zijn echtgenote, Mevr. Deknudt, Francine Alice, zonder beroep, geboren te Deerlijk op 16 juni 1923, gedomicilieerd te 8540 Deerlijk, Braamakkerstraat 14, houdende onder meer inbreng door Mevr. Deknudt, van onroerend goed te Deerlijk, Braamakkerstraat 14, verleden voor Mr. Stéphane Saey, notaris te Deerlijk, op 29 januari 2007, gehomologeerd. (Get.) Stéphane Saey, notaris te Deerlijk.
(25732)
28421
Zij wensen thans hun huwelijksstelsel te wijzigen door : een inbreng door de heer Louwers, Jaimie, en Mevr. Cremers, Tanja in de huwelijksgemeenschap van een onroerend goed dat hen ieder voor de onverdeelde helft toebehoort; toevoeging van een keuzebeding. Bree, 14 mei 2007. Voor de echtgenoten Louwers-Cremers : (get.) Bart Van Der Meersch, notaris. (25735)
Bij verzoekschrift d.d. 17 april 2007, hebben de heer Roosen, Albert, Christiaan Jan, geboren te Bree op 27 juli 1933 (rijksregister nummer 33.04.27 191-11), en zijn echtgenote, Mevr. Hendriks, Godelieve Maria Louisa Mathea, geboren te Hasselt op 7 april 1933 (rijksregister nummer 33.04.07 210-10), samenwonende te 3960 Bree, Rode Kruislaan 39, voor de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren, een verzoek ingediend tot homologatie van de akte van wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel verleden voor notaris Bart Van Der Meersch, te Bree, op 17 april 2007. De echtgenoten Roosen-Hendriks zijn thans gehuwd onder het wettelijk stelsel bij ontstentenis van een huwelijkscontract. Zij wensen thans hun huwelijksstelsel te wijzigen door een inbreng door de heer Roosen, Hendrik, in de huwelijksgemeenschap van een eigen onroerend goed en toevoeging van een keuzebeding betreffende de verdeling van het gemeenschappelijk vermogen en een contractuele erfstelling. Bree, 9 mei 2007.
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk op 29 maart 2007, werd de wijziging aan het huwelijksvermogenstelsel tussen de heer Benoit, Filips Frans Maria, leraar lichamelijke opvoeding, geboren te Deerlijk op 11 april 1949, en zijn echtgenote, Mevr. D’Heedene, Marie-Thérese Anna, verpleegster, geboren te Kortrijk op 1 januari 1950, gedomicilieerd te 8540 Deerlijk, Kapel ter Rustestraat 31b, houdende onder meer inbreng door de heer Benoit, van eigen onroerend goed te Deerlijk, Kape ter Rustestraat, en door Mevr. D’Heedene van een persoonlijke geldsom, verleden voor Mr. Stéphane Saey, notaris te Deerlijk op 11 oktober 2006, gehomologeerd. (Get.) Stéphane Saey, notaris te Deerlijk.
(25733)
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk op 29 maart 2007, werd de wijziging aan het huwelijksvermogenstelsel tussen de heer Coucke, John Theofiel Adolf, bediende, geboren te Kortrijk op 5 maart 1945, en zijn echtgenote, Mevr. Taelman, Marie Thérèse Rosa Elisa, bediende, geboren te Gent op 16 juni 1948, gedomicilieerd te 8570 Anzegem (Vichte), Bosstraat 5, houdende onder meer inbreng in de huwgemeenschap door Mevr. Taelman, van onroerend goed te Anzegem (Vichte), Bosstraat 5, verleden voor Mr. Stéphane Saey, notaris te Deerlijk op 25 januari 2007, gehomologeerd. (Get.) Stéphane Saey, notaris te Deerlijk.
(25734)
Bij verzoekschrift d.d. 18 april 2007, hebben de heer Louwers, Jaimie, geboren te Weert (Nederland) op 14 juli 1981 (rijksregister nummer 81.07.14 009-60), van Nederlandse nationaliteit, en zijn echtgenote, Mevr. Cremers, Tanja, geboren te Bree op 6 september 1982 (rijksregister nummer 82.09.06 080-70), van Belgische nationaliteit, samenwonende te 3640 Kinrooi, Scheymanshof 10, voor de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren, een verzoek ingediend tot homologatie van de akte van wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel verleden voor notaris Bart Van Der Meersch, te Bree, op 18 april 2007. De echtgenoten Louwers-Cremers zijn thans gehuwd onder het Belgisch wettelijk stelsel bij gebrek aan huwelijkscontract, en vermits zij een verschillende nationaliteit hadden bij het aangaan van het huwelijk en hun eerste gewone verblijfplaats gevestigd was in België, en dit huwelijksvermogensstelsel tot op heden niet gewijzigd hebben.
Voor de echtgenoten Roosen-Hendriks : (get.) Bart Van Der Meersch, notaris. (25736)
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen van 30 maart 2007, werd gehomologeerd de akte verleden voor notaris Philippe Goossens, te Grobendonk, op 20 september 2006, waarbij de heer De Beuckeleer, Dirk Marcel Maria, bediende, geboren te Zandhoven op 15 mei 1962, rijksregisternummer 62.05.15 315-87, en zijn echtgenote, Mevr. Dom, Maria Hubertina, huisvrouw, geboren te Lier op 13 januari 1965, rijksregisternummer 65.01.13 286-17, samenwonende te 2243 Zandhoven (Pulle), Vroegeinde 18A, hun huwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd, bedingende dat zij het wettelijk stelsel zullen behouden, doch dat de heer Mevr. Dom inbreng doet van een onroerend goed te Zandhoven-Pulle en waarbij een toebedeling van het gemeenschappelijk vermogen met keuzebeding werd ingelast. (Get.) An Verwerft, geassocieerd notaris.
(25737)
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen van 25 april 2007, werd gehomologeerd de akte verleden voor notaris Philippe Goossens, te Grobendonk, op 19 september 2006, waarbij de heer Van Beirendonck, Jan August Josephina, verpleegkundige, geboren te Lier op 8 januari 1977, rijksregisternummer 770108 227-93, en zijn echtgenote, Mevr. Molkens, Griet, leerkracht, geboren te Duffel op 15 januari 1979, rijksregisternummer 79.01.15 222-24, wonende te 2850 Boom, Jan Baptist Corremansstraat 87/8, hun huwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd, bedingende dat zij het wettelijk stelsel zullen behouden, doch dat Mevr. de heer Van Beirendonck inbreng doet van een onroerend goed te Zandhoven. (Get.) An Verwerft, geassocieerd notaris.
(25738)
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen van 28 maart 2007, werd gehomologeerd de akte verleden voor notaris Philippe Goossens, te Grobendonk, op 20 december 2006, waarbij de heer Castermans, Dirk Emiel, zaakvoerder, geboren te Mechelen op 5 januari 1965, rijksregisternummer 650105 401-45, en zijn echtgenote, Mevr. Clinckers, Martine Gerarda Emma, bediende, geboren te Lier op 2 april 1967, rijksregisternummer 670402 318-87, samenwonende te 2240 Zandhoven, Driehoekstraat 37, hun huwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd, bedingende dat zij het wettelijk stelsel zullen
28422
MONITEUR BELGE — 25.05.2007 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
behouden, doch dat Mevr. Clinckers, inbreng doet van een onroerend goed te Zandhoven en waarbij een toebedeling van het gemeenschappelijk vermogen met keuzebeding werd ingelast. (Get.) An Verwerft, geassocieerd notaris. (25739)
Bij door beide echtgenoten ondertekend verzoekschrift, op 9 mei 2007, voor gezien getekend door de griffier en ingeschreven in het register der verzoekschriften onder nummer 07/1011/B werd ter homologatie voorgelegd aan de burgerlijke rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, de akte verleden op 3 april 2007, voor notaris Eyskens, Michel, met standplaats te 2360 Oud-Turnhout, waarbij Borgmans, Ben Joannes Marie Josée, geboren te Turnhout op 22 januari 1973, en zijn echtgenote, Proost, Hilde Ludovicus Anna, geboren te Turnhout op 30 oktober 1973, samenwonende te 2300 Turnhout, Kleine Reesdijk 77, hun huwelijksvermogensstelsel wijzigden. Turnhout, 10 mei 2007. De griffier, (get.) S. Nietvelt.
(25740)
Bij door beide echtgenoten ondertekend verzoekschrift, op 14 mei 2007, voor gezien getekend door de griffier en ingeschreven in het register der verzoekschriften onder nummer 07/1061/B werd ter homologatie voorgelegd aan de burgerlijke rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, de akte verleden op 29 maart 2007, voor notaris Vanberghen, Wim, met standplaats te 2360 Oud-Turnhout, waarbij Krols, Franciscuys Dionysius Maria, geboren te Turnhout op 7 juli 1951, en zijn echtgenote, Stymans, Sylvie Josephina Josephus, geboren te Turnhout op 26 augustus 1953, samenwonende te 2300 Turnhout, Glazeniersstraat 15, hun huwelijksvermogensstelsel wijzigden. Turnhout, 15 mei 2007. De griffier, (get.) S. Nietvelt.
(25741)
Succession vacante − Onbeheerde nalatenschap
Par ordonnance prononcée par le tribunal de première instance de Nivelles, en date du 25 avril 2007, j’ai été désigné en qualité d’administrateur provisoire à la succession de M. Raymond Quintin, décédé à Ottignies-Louvain-la-Neuve le 5 mars 2007, avec pour mission : d’administrer et de liquider la succession de M. Quintin; de représenter les héritiers absents, introuvables ou récalcitrants pour faire en leur nom toutes les opérations nécessaires à la liquidation de ladite succession.
Les créanciers à la succession sont invités à déclarer leurs créances au cabinet de l’administrateur provisoire à succession sis rue de la Procession 25, à 1400 Nivelles, en rappelant les références suivantes : 834501, et ce dans un délai de deux mois à dater de la présente publication. (Signé) Michel Janssens, avocat. (25742) Par ordonnance prononcée par le tribunal de première instance de Nivelles, en date du 24 avril 2007, j’ai été désigné en qualité d’administrateur provisoire à la succession de M. Benoît Bourgaux, décédé à Bruxelles le 25 mars 2007, avec pour mission : d’administrer et de liquider la succession de M. Bourgaux; de représenter les héritiers absents, introuvables ou récalcitrants pour faire en leur nom toutes les opérations nécessaires à la liquidation de ladite succession. Les créanciers à la succession sont invités à déclarer leurs créances au cabinet de l’administrateur provisoire à succession sis rue de la Procession 25, à 1400 Nivelles, en rappelant les références suivantes : 1434500, et ce dans un délai de deux mois à dater de la présente publication. (Signé) Michel Janssens, avocat. (25743)
Rechtbank van eerste aanleg te Ieper Bij op verzoekschrift en in raadkamer gewezen vonnis van 18 mei 2007, door de derde burgerlijke kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Ieper, werd Mr. S. Wullus, advocaat te 8900 Ieper, Rijselsestraat 140, benoemd als curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlen Dirk Gerard Pol Vansevenant, geboren te Wevelgem op 7 juli 1957, in leven laatst wonende te 8890 Moorslede, Guido Gezellelaan 109, en overleden te Moorslede op 14 september 2006. Ieper, 18 mei 2007. De griffier-hoofd van dienst, (get.) F. Hoflack. (25744) Bij op verzoekschrift en in raadkamer gewezen vonnis van 18 mei 2007, door de derde burgerlijke kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Ieper, werd Mr. Guillaume Deknudt, advocaat te 8790 Waregem, Franklin Rooseveltlaan 172-174, benoemd als curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlen Maria Cornelia Delaleau, geboren te Poperinge op 2 juli 1919, in leven laatst wonende te 8790 Poperinge, Komstraat 10, en overleden te Poperinge op 25 mei 2006. Ieper, 18 mei 2007. De griffier-hoofd van dienst, (get.) F. Hoflack. (25745)
Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles. − Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel. Conseiller/Adviseur : A. VAN DAMME