Blaasstenen bij de Engelse Bulldog Er zijn een aantal verschillende blaasstenen die bij alle honden kunnen voorkomen, daarnaast zijn er blaasstenen die rasspecifiek zijn. Deze laatste groep blaasstenen komen bij een beperkt aantal rassen voor, in enkele gevallen maar bij een tot drie rassen.
Wat zijn blaasstenen? Blaasstenen ontstaan doordat in de urine afvalstoffen worden afgegeven die met elkaar samenklonteren, waardoor er kristallen ontstaan. Deze kristallen klonteren vervolgens samen tot urinewegstenen. De afgifte van afvalstoffen kan een aangeboren of verkregen stofwisselingsstoornis zijn. Daarnaast wordt bij infectie de kans op kristalvorming vergroot. De meeste stenen die gevormd worden zullen we aantreffen in de blaas, maar ze kunnen ook ontstaan in de nier (nierstenen). De stenen die in de nier gevormd worden zullen, indien ze groot zijn, de nier niet meer kunnen verlaten en geven irritatie aan het nierbekken. Indien de stenen in de nier nog erg klein zijn gaan ze via de afvoerende buis vanaf de nier naar de blaas (ureter) en zal de ƐƚĞĞŶƵŝƚĞŝŶĚĞůŝũŬŝŶĚĞďůĂĂƐĂĂŶŬŽŵĞŶŽĨŝŶĚĞĂĨǀŽĞƌĞŶĚĞďƵŝƐďůŝũǀĞŶ͞ŚĂŶŐĞŶ͘͟Indien het steentje of steentjes blijven hangen in de ureter geeft dit pijn en koorts, Dit laatste is ook bij de mens bekend als een niersteenaanval. De meeste stenen zullen echter in de blaas gevormd worden en kunnen zowel bij reuen als teven een probleem vormen. Bij de reu is de kans op problemen echter groter, omdat bij de reu de plasbuis langer is dan bij de teef en de reu een penis heeft met daarin een penisbotje wat een beperkte diameter heeft. Dus teven kunnen kleine blaasstenen uitplassen, terwijl de kleine blaasstenen bij de reu vast kunnen lopen in de plasbuis.
1
Welke types van blaasstenen bestaan er? We kunnen de blaasstenen in 4 groepen indelen: x x x x
Struvietstenen Calcium oxalaat stenen Cysteinestenen Uraatstenen
blaasstenen in blaas
Struvietstenen: Dit zijn bij de hond een van de meest voorkomende blaasstenen. Dat deze stenen zo frequent worden gezien komt omdat bij een chronische infectie in de blaas de stenen snel kunnen ontstaan. De behandeling van struvietstenen bestaat uit het operatief verwijderen van de stenen of proberen de stenen op te lossen met een speciaal dieet. Nadat de stenen zijn opgelost of verwijderd dient de urine gecontroleerd te worden op een mogelijke nieuwe infectie en of er zich mogelijk opnieuw kristallen vormen. Door een speciaal dieet te volgen, wat o.a. de zuurgraad van de urine verlaagd, kan de kans van kristal-‐ en steenvorming sterk verminderd worden.
Calcium oxalaat stenen Dit zijn de stenen die na de struvietstenen het meest frequent voorkomen bij de hond. Het ontstaan van dit type steen is niet altijd helemaal duidelijk. Factoren die het ontstaan van deze stenen beïnvloeden zijn een verhoging van het mineraal calcium in het bloed en een te geconcentreerde urine. Dit betekent als we dit type steen willen voorkomen dat we de hond voldoende moeten laten drinken en dat we het voer nat moeten maken. Daarnaast dient het calciumpercentage in het bloed 2
van de hond gecontroleerd te worden. Er zijn ook speciale dieetvoeders, echter deze kunnen niet bij iedere patiënt toegepast worden. In overleg met de dierenarts wordt het juiste dieet gekozen. Mocht een hond calcium oxalaatstenen hebben dan dienen die operatief verwijderd te worden, ze kunnen niet met een dieet opgelost worden.
Cysteïnestenen Cysteïne is een van de twintig aminozuren die in eiwitten voorkomen en zijn dus een onderdeel van de eiwitten die honden eten. Dit aminozuur komt dus vrij bij de vertering en komt in lage concentraties in het bloed voor. Door de nier wordt het bloed gefilterd en komt het cysteïne in de ͞ǀŽŽƌƵƌŝŶĞ͘͟hŝƚĚĞnjĞ͞ǀŽŽƌƵƌŝŶĞ͟ǁŽƌĚƚǀĞƌǀŽůŐĞŶƐŚĞƚĐLJƐƚĞŢŶĞŐĞƌĞƐŽƌďĞĞƌĚĚŽŽƌĚĞŶŝĞƌĞŶnjĂůĞƌ maar weinig cysteïne in de urine worden uitgescheiden. Echter bij honden bij een genetisch defect zal het cysteïne niet meer geresorbeerd worden door de nier en wordt er een overmaat aan cysteïne uitgescheiden in de urine. Hier ontstaat vervolgens een steen. De rassen waarbij de steen frequent voorkomt zijn o.a. de Engelse Bulldog, Basset Hound, New Foundlander en de Mastiff. Bij de New Foundlander heeft men ontdekt waar het genetisch defect op het DNA gelokaliseerd is en is er een DNA-‐test die aangeeft of de hond drager, lijder of vrij van de aandoening is. Op dit moment (februari 2013) wordt er in de V.S. getracht een DNA-‐test voor deze aandoening bij de Engelse Bulldog te ontwikkelen. Indien de hond cysteïnestenen heeft is operatief verwijderen van de stenen de enige optie. Ter preventie van de stenen kan men niet meer dan doen proberen het cysteïne in het bloed zo laag mogelijk te houden, de zuurgraad van de urine zo optimaal mogelijk te houden (ph >7,2) en de hond zo veel mogelijk laten drinken. De laatste twee maatregelen zorgen ervoor dat de cysteïne moleculen niet snel met elkaar gaan samenklonteren. Het frustrerende voor de hond, baas en dierenarts is dat je nooit 100% zeker er van kunt zijn dat de stenen wederom terugkomen.
Uraatstenen De laatste groep urinewegstenen wordt veroorzaakt door een toegenomen uitscheiding in de urine van uraten of urinezuur. Vooral bij twee rassen komt dit type steen voor: de Dalmatische hond en de Engelse Bulldog. Bij beide rassen gaan we er vanuit dat een genetische factor de oorzaak is van de toegenomen uitscheiding van de stoffen. Het is dan ook mogelijk om Engelse Bulldoggen d.m.v. een DNA-‐test te laten onderzoeken of zij lijder, drager of vrij zijn van deze aandoening. Het is een ĞŶŬĞůǀŽƵĚŝŐƌĞĐĞƐƐŝĞǀĞĂĂŶĚŽĞŶŝŶŐ͕ǁĂĂƌĚŽŽƌĞŶŬĞůĚŝĞƌĞŶŵĞƚƚǁĞĞ͞ĂĨǁŝũŬĞŶĚĞ ŐĞŶĞŶ͟;ĂĂͿůŝũĚĞƌ zijn en klachten kunnen krijgen. Door ouderdieren te testen kun je dus lijders voorkomen zie tabel 1. De DNA-‐test op deze afwijking, HUU test, wordt in Engeland bij de Engelse Bulldoggen inmiddels uitgevoerd.
3
Vader
Moeder
A a
A AA Aa
a Aa aa Tabel 1
In bovenstaande tabel zijn vader en moeder drager (Aa), het gevolg is dat van de nakomelingen 25% genetisch vrij is, 50% drager en 25% van de nakomelingen is lijder.
Moeder
Vader
A A
A AA AA
a Aa Aa
Tabel 2
In tabel 2 is moeder vrij en vader drager van de afwijking. Het gevolg is dat er geen lijders geboren kunnen worden en 50% van de nakomelingen genetisch vrij is en 50% drager is van de aandoening. De behandeling van honden met uraatstenen bestaat uit het operatief verwijderen van de stenen en vervolgens het dieet proberen zo aan te passen dat ze een minimale hoeveelheid dierlijke eiwitten eten waardoor er een minimaal uraten en urinezuur wordt aangemaakt. Daarnaast zal er geprobeerd worden de zuurgraad van de urine zo te houden dat de waarde tussen de 7.1 en 7.7 blijft. En natuurlijk ook bij deze stenen geldt dat de hond zoveel mogelijk moet drinken om de concentratie van afvalstoffen zo laag mogelijk te houden. Bij honden die zelfs na bovenstaande maatregelen nog klachten houden kunnen medicijnen gegeven worden die de aanmaak van urinezuur reduceren. 4
Conclusie Urinewegstenen kunnen een groot probleem zijn voor de hond. We dienen dan ook proberen te voorkomen dat er pups geboren worden die lijder zijn van een genetisch defect waardoor urinewegstenen sneller kunnen ontstaan. Gelukkig is er al een DNA-‐test voor de uraatsteen. Laten we hopen dat er voor de cysteïnesteen ook snel een DNA-‐test ter beschikking komt.
5