TRACING DAMPOORT DAMPOOR research
SOUND OF THE DAM
DRIFTING DRIFTIN with Pedro
THE HE DARKNESS DARKNESS the dark side of....
STRIP STR IP<<<< dampoort dampoort naked
Gent-Dampoort dérive
Bijzonder Vraagstuk ‘Alledaagse Stedenbouw’ o.l.v. Pieter Uyttenhove Universiteit Gent Vakgroep Architectuur & Stedenbouw 2004-‐2005
cover story: design
Bijzonder Vraagstuk Alledaagse Stedenbouw
Voorwoord De dampoortsite dient zich aan als een nog onontgonnen gebied in het Gentse stadsweefsel. Aan ons, studenten architectuur, werd gevraagd een textueel ontwerp te maken voor deze ruimte vol kansen. Het resultaat ligt hier voor u. Het is een neerslag van de geleverde onderzoeken, brainstormsessies, het denkwerk, tekenwerk en schrijfwerk. Een mengeling van allerhande media werd aangewend om greep te krijgen op het gebied. Het resultaat is misschien afgeweken van de bedoeling, of net niet, maar het laat ons wel toe om een beeld te vormen van de potenties die zich schuil houden onder de patine op de huizen en het roest op de hijskranen en schepen. Het slotgesprek van de sessies met Prof. Uyttenhove werd uitgeschreven en dient hier ter inleiding op het boek. Laat u vooral leiden door de impulsen en beleef uw eigen papieren stadsderive.
001
1
04
9
01
7
00
dr o
pe
ie
fic t
o
zz
po
us sie
sc
di
002
g
9
07
tra cin
1
05
a
ed i
t
ich
/l
tim
ul
m
t
or
s
ni
m po
da
er
ist
du
3
06
inhoud #2 inhoud 04/05 003
cin g
tra
9
12
rio
3
12
1
10
kk en
vle
sc en a
film
3
te
im
ru
de
in
bl
+2 +
t1
or
po
m
da
e
iek
bl
pu
09 5
KA 1
004
16 2 co lo fo n
16 1
e
m
ru
fo
7
t:
or
po
m
da
14
g
cin
tra
ka d
rd
oo
de
w
na
15 1
lan gs
3
13
ul
m
cu m at ie
inhoud #2 inhoud 04/05 005
discussie
008
Inleiding discussie met alle studenten van het bijzonder vraagstuk alledaagse stedenbouw
Ik heb eigenlijk één opmerking bij uw niet-plaats, non-place. Het is inderdaad een gebrek aan authenticiteit, identiteit en geschiedenis. Maar vind je dat daar in de Dampoort een gebrek is aan authenticiteit bijvoorbeeld? Neen, maar wat ik bedoel is dat als je bijvoorbeeld binnenkomt in dat Asecgebouw dan kan je dat niet onmiddellijk plaatsen. Maar als je meer van die plekken bij elkaar ziet, dan wordt dat op zich wel een identiteit. Het feit dat die plekken niet zo’n uitgesproken karakter hebben, is hetgeen wat ik wou zeggen. Er is natuurlijk wel een authenticiteit en geschiedenis aan die plekken verbonden, maar ik denk dat dat voor een buitenstaander soms moeilijk is om te herkennen en dat dat vaak wordt gezien als soort van restruimte, terwijl als je die plekken meer bestudeert en ze als een netwerk gaat zien, dan denk ik dat ze meer identeit gaan tonen. Ik denk dat de geschiedenis van de plekken in die buurt wel van een andere aard zijn dan de geschiedenis van plekken in een historische stad omdat dat een soort industriële geschiedenis is die zeer snel verandert ten opzichte van een geschiedenis waar we nog altijd mee zitten in een historische stad. Het zijn nog altijd Middeleeuwse gebouwen, terwijl de gebouwen op de site waar wij werken gebouwen zijn uit de 19e, zelfs 20e die zeer snel veranderen, platgesmeten worden en opnieuw worden opgebouwd. Tegelijk staan die Asec-gebouwen er nog en staan er misschien nog en zolang dat ze meegaan, gaan we ze blijven gebruiken. Ja nee, ik doe geen uitspraak over de waarde van die geschiedenis maar ik denk dat het wel een andere soort geschiedenis is en dat we daarmee moeten rekening houden.
discussie Maar die hebben toch een soort authenticiteit en... Maar ik doe ook geen uitspraak over de authenticiteit. Het is gewoon een opmerking dat we moeten rekening houden met het feit dat dat een andere geschiedenis is. Dat is denk ik ook wel hetgeen wat ik bedoelde. Het is geen gekende geschiedenis die we allemaal delen, geen collectief geheugen. Het is meer een bijzonderheid. Maar het is wel iets dat identiteit bepaalt. Identiteit gaat over representatie en symboliek en mijn stelling is dat de authenticiteit die er is in de Dampoortsite complex is en terrain vague en heel divers en het niet in vijf woorden te vatten is. Het is misschien te vatten in een boek vol geluiden, foto’s en teksten. Die representatie is gewoon te zwaar om het ver te dragen of gemakkelijk over te dragen. Identiteit gaat juist om representatie en daarom zal die buurt geen identiteit hebben voor mensen die die geschiedenis niet kennen of die buurt niet kennen. Ik heb ook de tekst van Roger doorgenomen omdat ik het wel vond passen binnen dit bijzonder vraagstuk. Maar daarnet ging het over het feit of de Dampoort een plek is waar geschiedenis niet op toepasbaar is. Maar Roger heeft het wel over dat een plaats gedefinieerd wordt door identiteit, relaties en geschiedenis van zijn bewoners. En dat ontbreekt wel in de Dampoort omdat het er wel divers en multicultureel is. En dit is in feite wel een beetje synoniem voor we kunnen het niet vatten in één beeld. De invulling van de bevolking die er woont is ook heel recent denk ik. Dus het is wel degelijk een niet-plaats...
Monofunctioneel, wat bedoel je daarmee ? In de eerste plaats heeft het station de bedoeling zich te verplaatsen, het is een transitzone, dat is de functie van het station, dat is duidelijk. Er kunnen natuurlijk veel meer andere dingen gebeuren als je dieper ingaat op die dampoort. Maar van de site waar wij mee bezig zijn is dat niet; dus er is geen één functie die die site omvat. Ik denk eigenlijk dat je de identiteit van de dampoortsite zou kunnen zien als een sfeer, ook om de redenen die reeds zijn aangehaald : de complexiteit, het feit dat je er niet één begrip op kan plakken zoals de drie torens ofzo, maar in een sfeer kunnen verschillende zaken worden opgenomen, zoals visuele, auditieve of geurelementen. Dat verwijst naar het individuele waar matthias het over had, het feit dat iedereen zijn eigen ervaringen aan een identiteit kan koppelen. Ik denk dus dat sfeer wel voor iedereen anders is, maar de identiteit kan weergeven. Identiteit van wat er nu is ? dat zo een woord dus rijk genoeg is om te beschrijven wat daar is ? Ja, dat de ervaring die iedereen daar gehad heeft ook de sfeer van die site kan weergeven. Het is vrij logisch, want vanaf het moment dat een bepaald aspect in de ruimtelijkheid zich niet gaat opdringen, zal men beginnen shoppen in hetgene wat in het oog springt of belangrijk is. Gevoelssfeer wordt dan inderdaad een juistere term dan te spreken over identiteit. Ik denk dat het wel heel moeilijk is omdat een persoonlijke ervaring doorheen de tijd zal veranderen voor die site, omdat die zeer sterk in ontwikkeling is. Dus dat het een momentopname is, die wel interessant is maar dat die misschien morgen al niet meer opgaat.
009
010
Dat zit net in de definitie van dat woord, sfeer. Sfeer is iets ... Ik denk inderdaad ook dat de identiteit van de site ook constant wijzigt. In die zin : dat het ook daarom weer moeilijk te vatten is in een begrip, dat begrip zal niet meer geldig zijn. De identiteit hangt ook bijna samen met de gebruikers van die site, en door het feit dat die gebruikers enerzijds inheems, anderzijds allochtoon zijn, en aldus een combinatie vormen; waar het beeld van de ‘sociale controle’ van weleer bestaat, is het hier een feit dat nog moet groeien, dat nog teveel in inegratie moet komen. Nu zie je nog teveel opdeling tussen allochtonen en anderen : bijvoorbeeld de Lucas Munichstraat. Daar wonen quasi geen allochtonen, maar op het moment dat de ‘mix’ er wel in zou komen, zou je allerlei processen kunnen herkennen die het beeld ook veranderen, zoals sociale controle, die in een dorpsstructuur bijvoorbeeld wel aan de orde zijn. Men kan natuurlijk nooit voorspellen hoe zo een gebied in die zin evolueert, maar er kunnen eventueel wel elementen terugkomen.
stelpen. Maar dat werkt echt averechts. Zo van die ingrepen van, kom we gaan nu eens nieuwe tegels leggen want dan komen er ineens super nieuwe winkels en dat gaat goed marcheren en zo en dan heeft dat echt een averechts effect en dan is dat echt zo een verwrongen straatbeeld, terwijl dat een ietwat verloederde straat best nog wel aangenaam kan zijn. Ik ben misschien wel een beetje pervers daarin. Maar misschien zijn er wel ingrepen te bedenken die wél zouden kunnen slagen. Ja, ja Omdat die net rekening houden met wat dat er is Ik ben niet pessimistisch hoor. Ik denk voor de mensen die er wonen dat het minder charmant is. Ja, nee, nee, maar bijvoorbeeld in die verloederde straat eerder punctuele dingen aanbrengen zou meer kunnen teweegbrengen dan het wegdek oppoetsen. Is dat niet punctueel?
Ik denk dat de dorpsstructuur er nooit zal komen; ik ken een paar mensen die wonen op de antwerpsesteenweg en de wijken erachter, en voor de drie gevallen die ik daar ken is het juist zo dat ... [onderbreking opname] Wanneer dat die Dampoortstraat vernieuwd wordt en terug winkels in verval zich gaan voordoen gaat die breuk eigenlijk zo’n beetje kunstmatig zijn. Ik vind dat een winkelstraat die echt in verval is best wel charmant kan zijn. Charmanter dan zo een … Tot dat je daar dan woont natuurlijk. Nee, ik heb dat echt meegemaakt thuis. Dat is echt zo een doekje om het bloed te
Nee, ik vind dat niet. Dat is eigenlijk als op een vuil raam, één streep proper maken en dan zit je eigenlijk met een heel grote breuk Ik vind dat eigenlijk meer een layer ingreep dan een punctuele ingreep. Een ingreep is toch altijd geïsoleerd. Punctueler zou kunnen zijn: … Maar je zit daar niet alleen met het opkuisen van de straat, de waterkant is volledig gerenoveerd en opgeknapt met al die pontons. Je ziet dat de stad daar echt redelijk veel bedoelingen heeft met dat gebied. Dat is niet gewoon het opknappen van die
discussie straat. Ja, het kadert wel in een … Bedoel jij niet dat opsmuk niet volstaat?
Zo’n opsmuk is toch ook zo een beetje vanuit een geitenwollen sokken beeld van wat stadsvernieuwing zou moeten zijn. De idee dat je door de straten her aan te leggen nieuwe winkels krijgt en dan bepaalde ontwikkelingen. Ik denk dat als je iets doet dat je er rekening mee moet houden dat het waarschijnlijk niet loopt zoals je het wilt. Dat inderdaad die breuk gaat komen. Houten pontons daarentegen, ik denk dat dat net iets minder faliekant kan zijn. Ik denk dat het niet zozeer de schaal is van de ingreep, maar eerder de bedoeling. Maar dan ook het algemeen beeld achter de verzameling van die puntsgewijze ingrepen Als je er een redelijk aantal doet, maar altijd met dezelfde visie erbij, dan … Met punctueel wil ik ook niet zeggen een bepaald aantal vierkante meters of zo. Het is zo meer de idee erachter. Dus de mening dat opsmuk geen punctuele ingreep is, maar een soort van algemene strategie om impulsen te geven Wat is dan een punctuele ingreep? Ik denk dat die ingreep iets van structurele waarde moet hebben.Want bijvoorbeeld die houten pontons, dat zijn dingen, je kunt dat als opsmuk beschouwen, maar dat is een extra input in het stadsleven. Die kunnen op een andere manier gebruikt worden. Maar die straat die heraangelegd wordt, die wordt op dezelfde manier gebruikt als
daarvoor. Moest die straat verkeersvrij gemaakt worden bijvoorbeeld, dat zou een punctuele ingreep zijn die structureel is en die wél bijdraagt tot het net er rond. Als die straat dan weer “vuil”wordt, blijft die straat wel op dezelfde manier werken. Dus die opsmuk brengt op zich niet echt een verandering van gebruik teweeg. ’t Is een soort facade zo. Ja, maar wél met stijging van prijzen denk ik. Ja, ja dat is wel dubbel natuurlijk. In die zin kan dat zijn dat een opgesmukte straat er voor zorgt dat de huurprijzen van de panden die er aanliggen stijgen en dat die winkels toch falen gewoon daardoor. Maar ik weet niet of dat die opsmuk van die ene straat zo echt de boosdoener is. Misschien is het meer de uitbreiding van de reep en dergelijke die zo veel meer effect hebben dan die straat. Ik denk dat die opsmuk niet alleen moet staan, maar kaderen in een grotere bedoeling. Ik denk dat dit het belangrijkste is. Omdat die straat waarschijnlijk een van de minst belangrijke elementen zal zijn. Maar voor die straat zelf zal dat in de eerste 5 of 10 jaar wel geen slecht resultaat opleveren. Want ik ben wel overtuigd dat als je het daarbij laat, dat het eigenlijk een zinloos ingreep is geweest. Ik vind dat door die ingreep die straat eigenlijk van dat gebied wordt losgetrokken en aan de stad toegevoegd. ’t Is niet een visie van gans die wijk iets bij te brengen. Het is meer iets beter maken om het er dan eigenlijk los van te trekken.
011
012
Maar ik vind dat er hier nogal gemakkelijk kritiek gegeven wordt over het feit dat die straat vernieuwd wordt. Wij gaan er zo maar vanuit dat dat geen effect zal hebben Stel nu dat er daar een impuls komt en dat er daar een interessante mix van bevolking komt. Dat er misschien meer mensen die nu uit de stad wegtrekken daar wel komen. Ik denk dat je daar nu al bijna met een maximale culturele mix zit. Terwijl stijging in waarde er voor gaat zorgen dat dit vermindert.
Ergens heeft die mix nu enerzijds zijn sterke kanten en mogelijkheden maar anderzijds blijft het ook voor een deel een achtergestelde buurt. Die mix bestaat inderdaad en de gemeenschappelijke deler voor alle mensen is de goedkope, economische waarde. Voorlopig kan je er geen rijke buurt inbeelden met die mix. Er is altijd een soort polarisatie die ontstaat. Als die mix er inderdaad altijd is, is het misschien te gemakkelijk om kritiek te geven op hoe die nu zou kunnen ontstaan. Mensen kiezen ervoor om in elkaars nabijheid te wonen. Zo’n gemeenschappen zijn ook sterk op elkaar gesteld. Maar je hebt toch ook Tunesiërs, Turken, Marokkanen en er zijn ook onderling spanningen tussen die groepen. Het is te gemakkelijk om die als één allochtone gemeenschap te beschouwen. Maar dat is ook zo. Eigenlijk heb je drie assen hier in Gent, de Sleepstraat natuurlijk ook, maar de Wondelgemstraat en de Phenixstraat zijn eigenlijk systemen die je makkelijk kunt herkennen. In feite doorgangswegen zoals de Dampoortstraat, vrij druk, maar tegelijk kenmerken die zich ook door een bruisende straatactiviteit die je in de Veldstraat enkel
de zaterdagmiddag ziet. Ik denk dat dit een interessant dubbelgebruik is. Die mensen verkiezen precies die plek omdat er weinig weerstand is om hun activiteiten uit te voeren maar tegelijkertijd is er wel de weerstand van doorgaand verkeer. Ik denk dat verkiezen of kiezen helemaal niet aan de orde is. Inderdaad, die plekken kenmerken zich door kleine arbeiderswoningen. Het is te gemakkelijk om te zeggen dat ze kiezen om samen te wonen. Het gaat gewoon om die slechte leefkwaliteit. Maar het wordt precies bijna als een ideaal gezien. Het is er gewoon goedkoop en die mensen gaan er naartoe en maken er het beste van. Dit is waar maar ze kiezen er ook voor om in elkaars nabijheid te wonen. Stel dat ze de mogelijkheid hebben om in een betere wijk te wonen, dan zullen ze nog altijd vragen om in elkaars nabijheid te wonen. Het beste bewijs daarvan is Guusts verhaal over dat huis. Maar die zijn wel met grote families en die komen wel samen. Ik denk dat we het eerder zo moeten zien, onderling zijn er inderdaad ook spanningen. Maar de band is wel veel sterker in vergelijking met onze gemeenschap. Per gemeenschaanschap. Die grenzen tussen de gemeenschappen vervagen ook. Maar het is ook van religieuse aard. In de Sleepstraat is er vorig jaar een centrum geopend, een soort integratiecentrum. Meestal associëren wij de turkse gemeenschap met cafés en vzw’s en heeft de belgische gemeenschap daar af en toe zijn café tussen maar die blijven uiteindelijk gescheiden van elkaar. Door jongeren samen te brengen in dat nieuw centrum zie je ook dat de oudere gemeenschap er begint samen te komen. Het is een zeer transparant gebouw, letterlijk (glazen gevel) en figuurlijk. Het is een voorbeeld van een punctuele ingreep die wel op een schaal werkt die in dat gebied toepasselijk is.
discussie Zo heb je bv. ook verschillende jeugdwerkingen van de stad Gent, voorbeeld buurtsport. De kinderen die eraan deelnemen krijgen direct de stempel allochtoon. Het zijn Albanezen, Turken, Marokkanen maar geen Belgen. Maar zij werken wel samen aan een gezamelijke integratie, aan een gezamelijke activeit, een gezamenlijke bezigheid. En ergens kun je zeer algemeen stellen -natuurlijk hebben die elk hun eigen identiteit, eigen cultuur en achtergrond – als je kijkt naar de manier waarop die zich in het stadsweefsel profileren dat je die twee groepen hebt: allochtonen en autochtonen. Tuurlijk. Allochtonen vormen een sterkere groep, nog meer dan autochtonen één groep vormen. De Centrale is ook multicultureel, het is er ook allochtoon versus autochtoon uiteindelijk. Er is wel een soort vermenging, een interessante mix, maar de activiteiten die georganiseerd worden draaien uiteindelijk wel altijd om Belgen die iets doen met buitenlanders. Buitenlanders worden er wel over dezelfde kam geschoren. Ik ben het er daar mee eens maar ik denk dat wij te veel uitgaan van een idealisering van het feit dat ze samen wonen. Dat denk ik ook wel. Maar het is wel een belangrijk punt waarin zij zich onderscheiden van ons. Dat buurtgevoel, uw buur kennen, erkennen wij al lang niet meer als een soort van sociale waarde. De enige link die wij met onze buur hebben is het feit dat als hij aan het stofzuigen is en lawaai maakt dat wij erop kunnen vloeken. Bij hen zit dat echt nog ingekapseld als sociale waarde en het kan wel een belangrijk gegeven zijn. Maar is dit geen veralgemening? Ja tuurlijk, maar je moet veralgemenen als je een stelling wil poneren over een bepaald gebied en er zijn uiteraard altijd uitzonderingen op de regel. Het hangt inderdaad sterk samen met de
waarde van de gebouwen en het feit dat ze daar een woning kunnen betalen. Maar je kan er niet naast kijken dat als je een volledige opsmuk doet van een gebied dat die waarde stijgt en dat je die mensen wegjaagt en in die zin was die opmerking over die straat bedoeld, denk ik. Moeten zij dan zelf beslissen samen om die gaten in het wegdek, en zo, weg te doen om een beter leven... Neen, dat zeg ik niet. Je moet gewoon een andere soort kijk... We zijn niet tegen dat er daar vlot op gereden kan worden op de Dampoortstraat. Ik zou er bijvoorbeeld niet van verschieten dat zo een straat die er nu gaat komen, dat dat heel sterk vergelijkbaar is met de Veldstraat of zo, terwijl je daar een andere... Volgens mij wordt dat gewoon een nieuwe weg met nieuwe... de tram gaat daar niet door gaan, er gaan daar geen megashoppings komen. Sorry dat ik stoor, vastgoedmakelaars volgen ons denken wel niet, dus ik denk dat zij... Als je daar kijkt op de hoeken, de winkels die daar staan, dat zijn winkels en die passen, en de rest van het beeld van die straat? Maar dat zijn de twee winkels op de hoek aan het water zoals je eigenlijk gewoon langs het water ook allemaal van die chique herenhuizen hebt, die ook niet passen. Als een scharnierproject, dan gaan ze het uitgevoerd doen, dus is eigenlijk die straat net de link naar de stad en dat is, ik denk dat je dat wel krijgt dat... Maar nu, ik bedoel, de Dampoortstraat, vormt ook al gewoon een verbinding tussen de stad en het station Dampoort, ik denk dat dat ook al een verbindingsstraat is. Ja. Hm, mag ik eventjes, ik zou eigenlijk een keer een oefening willen doen en dat is dit gesprek verder zetten met het werkwoord zullen? Allé vooruit. Gezien de toekomende tijd...
013
014
En mogen we ook een ander werkwoord... We zulllen eens zien om te geven wat dat zegt. Want als architect, als je een tekening maakt, dan spreek je met het werkwoord ‘zullen’. Allé, euh, Nick, jij begint. En als ik het niet gebruik, dan val ik weg of zo. Als je het niet zal gebruiken. Dat is waar. Misschien zouden..., ah neen. Het is wel moeilijk meteen, omdat we eigenlijk altijd praten over wat er gebeurt en ons ontwerp beperkt zich voorlopig tot een soort kritiek op dingen die aan de gang zijn, maar het is niet zoiets dat we, we hebben ‘zullen’ nog niet echt gebruikt en dat is misschien onze fout en dat is wel heel moeilijk om (de zin af te maken)’ zullen’ te gebruiken, omdat ‘zullen’ meteen een visie kan naar voor schuiven. Als je een tekening maakt, maar dat is misschien meer een voorwaardelijke wijze. Dat zou goed kunnen. Als een alternatieve mogelijkheid. Het is misschien gemakkelijker om zouden te gebruiken voor het ontwerp. Maar we moeten wel komen tot een gebouw. Ik zou tot drie torens komen. Ik denk dat we allemaal een beetje schrik hebben om te zullen, omdat we houden van de manier waarop het... van het zekere. ... standvastig is. Want het is gemakkelijk om iets, allé ja, om kritiek te leveren op wat er gaande is. Dat is veel gemakkelijker dan zelf tien bladzijden te poneren. Ik denk dat we voortdurend kunnen praten over problemen daarover maar als oefening... Maar als er mensen zijn die we willen weg krijgen, dan denk ik dat we zullen moeten ingrepen doen die rekening houden met de bestaande mix van de bevolking. En dat is denk ik bijvoorbeeld in het scharnierproject misschien niet direct zo. Maar als ze in de stad zullen, de straat zul-
len afgewerkt hebben, hoe konden ze dat anders gedaan hebben? Maar ja... Met rekening te houden met de x- factor. Dat is de centrale... Maar dat is eigenlijk zelf geen... ... topic. Idem. Die straten daar rondom zijn ook aan vernieuwing toe. Awel ja, het is daarom dat ik het zo belangrijk vind dat het niet enkel de straten zijn die als een soort problematiek op het ganse gebied... Zullen ze de straten daarom rond ook aanpakken? Of zullen ze die pas aanpakken vanaf dat die ene straat ervoor heeft gezorgd dat het gebied in economische waarde is gestegen. Maar ik denk dat de Dampoortstraat wel sterk toe was aan vernieuwing. Ja, inderdaad. Wat zeg je Ann? Wel de Dampoortstraat, daar passeer ik elke vrijdag langs om naar het station te gaan. En ik denk dat het ook wel de enige straat is in de buurt die echt wel zo sterk behoefte had, of nood had aan... Maar gans die wijk erbuiten is toch verloederd. Ja, want er is daar al iets mee gebeurd hé, want uiteindelijk, als ge u wilt verplaatsen dan rijd je daar eigenlijk in lussen die veel te groot zijn. Dus bijvoorbeeld daar aan die Steinerschool of zo, er is daar zo een school... . Je moet ergens proberen om met de auto van punt a naar b te... dat is dus een enorme... . Ze hebben dus al die mobiliteit daar aangepakt zodanig dat de Dampoortstraat en die assen errond... Maar dat is toch het beleid in heel de stad Gent die... Ja, inderdaad. Aan de borden dat er een aantal verbindingswegen... Misschien wel, maar daar werd dat ook... Vandaar dat de Dampoortstraat een verbinding vormt met het rond punt, omdat
discussie dit zo de prioriteit is. Maar de Dampoortstraat is een niet een typisch element van de Muidewijk hé, het valt er toch wel wat uit. Het is de verbinding naar deze punten. Het is hoofdzakelijk langs het water denk ik, het zijn enkel de bussen en de fietsers door de Dampoortstraat, denk ik. Neen, je mag er met de auto door. Op een gegeven moment moet je naar rechts gaan. Neen, je kan ook rechtdoor. Luce zei daarnet zoiets van die wijk, die effectief wel verloederd is, dus dan zeg je uiteindelijk toch wel dat er wel iets nodig is maar dat er dan wel bij die ingreep telkens moet worden nagedacht over de manier waarop dat die ingreep daar kan gemaakt worden dus of dat die inwoners eigenlijk niet zullen wegtrekken. Ja, maar nu als je de Dampoortstraat aandoet heb je het gevoel dat je Potemkinstadt, dat ze zo eigenlijk de zijkant aanpakken, maar wat erachter ligt, dat wordt zowat weggestoken achter de nieuwe grote weg. Maar ligt dat ook niet aan de eigendomsstructuur van de stad? Wat kan de stad aanpakken? Ik heb gehoord in het masterplan dat het voorstel zou zijn om een groot percentage aan sociale woningbouw te realiseren. Dat is een wens waarmee je probeert invloed te krijgen op de kansen dat die bevolking daar kan blijven maar op een andere manier. Awel ja, dat is wel interessant. Ik denk dat dit interessanter is in plaats van te zeggen ‘dat moet zo blijven’, want anders gaan die mensen weg. Het is misschien interessanter om te kijken op welke manier kunnen we die problematiek van dat gebied aanpakken zonder dat die mensen automatisch verdwijnen en sociale huisvesting of zo kan daar ... En geef daar eens een antwoord op? Op welke manier … bijvoorbeeld… Nu heb je het altijd over publieke ruimte, over openbaar domein Nee, ik denk qua huisvesting, om er voor
te zorgen dat je niet enkel dure wooneenheden hebt, maar er ook rekening mee houdt dat daar nu een bevolkingsgroep is die daar is omwille van goedkopere huisvesting, Wat misschien interessant is, om dat toch ook een deel te behouden. Zoals aan dat Handelsdok, dat zou zoiets zeer exclusief kunnen worden aan dat water en zo, maar… Misschien is het meer, zou het beter zijn moest er daar net sociale woningbouw of zo komen. Of niet… Een mix, denk ik, is beter, want anders krijg je weer getto’s, maar dan in een nieuwe vorm. Is dan tabula rasa van dat gebied de oplossing? Nee, nee… Net niet… (gelach) Nee, maar ik stel mij de vraag omdat het… euhm… we spreken van… Misschien kan er een soort van sociale huisvesting in de vorm van renovatieprojecten komen in plaats van nieuwbouw. Ja… Meestal is sociale huisvesting nieuwbouw en misschien is dat… Maar toen ik die vraag… Door een manier van opkopen en zo… Misschien heeft dat ook wel te maken met het feit dat het goedkoper is om af te breken en opnieuw te bouwen dan renoveren. Maar dan kan er ook, in plaats van een ganse wijk ineens voor nieuwe sociale huisvesting, punctueel… euhm - ik weet niet of dat realiseerbaar is – punctueel een huis opkopen en dat opknappen zodanig dat het kan dienen voor sociale huisvesting. En zo te werk gaan en dan krijg je effectief een mix in plaats van … Je ziet regelmatig genoeg ineens een blok sociale huisvesting met daarnaast een blok met exclusieve woningen, en die staan dan naast elkaar, maar ik weet niet of je dan echt van een mix kunt spreken. Dat is ook wel het probleem vaak, dat zo’n ganse delen sociale huisvesting worden en
015
016
dat je in dezelfde situatie zit als voorheen, alleen in een mooier, allé, nieuwer project. Sociale huisvesting is ook wel iets dat zelden in het weefsel opgenomen wordt en dat heeft daar ook wel mee te maken. Bijvoorbeeld een gesloten blok… Asociaal… Wablief? Ja, eigenlijk net asociaal. Het is asociale huisvesting… (gelach) En dat zo meestal dan nog in een typologie die bepaalde sociale contacten tussen de bewoners zo halvelings oplegt… Aan de …straat is er bijvoorbeeld een letterlijk voorbeeld, je hebt daar zo’n wijk en dan heb je een groot grasplein en dan staat daar een luxueuze appartementenblok, maar ik denk niet dat je daar echt van een mix kunt spreken tussen de twee... Wat is dan een mix? Ik geloof dat dat plein - ik kom daar regelmatig – ik denk dat dat bijna enkel gebruikt wordt door de mensen van die sociale wijk en nauwelijks door mensen van die luxeappartementen, behalve dan om hun hond uit te laten… Ik vond wel een goeie opmerking van Matthias… (gelach) Dat is genoteerd… Dat die sociale huisvesting echt in dat weefsel zou moeten worden opgenomen. Ja ja. Want dat weefsel bestaat en dat heeft ook zijn potenties en zijn sfeer en charme, maar… Daarom is het misschien belangrijk om dat te behouden en niet tabula rasa te doen. NN Nee nee… Dat was eigenlijk mijn vraag omdat ik zo meteen dat beeld had van sociale huisvesting zoals daar nu al dingen… Aan de doorsteek van het water naar de ring heb je daar al van die rare toestanden, en dat zijn eigenlijk net plaatsen die er voor zorgen dat die sfeer daar wat begint te wringen en het is zo… De sfeer van de Dampoort nu wordt toch ook al enorm bepaald door die kleine rijhuisjes en ik denk
dat inderdaad, door gewoon er twee samen te nemen of door te renoveren, punctueel dan nieuwe dingen aanbrengen interessanter is dan sociale woonblokken te gaan injecteren… Woonblokken is ook een zwaar woord… En we zijn ook een beetje aan het fantaseren over die mooie rijhuisjes. Het zijn erbarmelijke leefomstandigheden, dat zijn arbeiderswoningen, je hebt de voordeur en dan zit je binnen… Ja, maar ik denk dat het heel gevaarlijk is om te zeggen van … Uiteindelijk – het is een beetje een clichématige term - de geest van de plek en zo, de geest van Dampoort is nog wel belangrijk en ik denk niet dat je dat zomaar mag opheffen om daar nieuwe dingen over te smijten. Maar als je nu dat project van Kolhoff bekijkt in Amsterdam aan het water… KNSM KNSM, dan is dat toch een nieuwbouwproject met een zeer sterk… een zeer sterke sfeer in zich die optimaal gebruik maakt van zijn locatie. Maar dat past daar wel juist…
discussie
017
pedro pozzo
020
Drifting in Dampoort Peddro Pozzo
DRIFTING IN DAMPOORT EXPERIENCE FOR THE SEMINAR “EVERYDAY URBANISM” by PROF. PIETER UYTTENHOVE
Pedro Pozo
pedro pozzo “One or several people abandoning themselves to the derive, are renouncing during a time more or less long to the motives to be displaced or to act normally in their relationships, jobs and entertainments that are of their own, to be left carried out for the solicitations of the land and the encounters that correspond to it. The objective passionate land in which the drift is moving should be defined at the same time in agreeing with determinism and with its relations with the social morphology.” Theory of the drift, Guy Debord (1958) “DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
DEFINITION In the experiment of the dérive, I try to approach to the place without prejudices, from the outside. I am an intruder that is lost in the chaos of Dampoort, causing an invasion of the place, introducing myself in the territory without having an unique point of view, with the positive determining factor that Dampoort is a complete stranger for me, so I do not have prejudices that conduct me towards one direction or another, because I do not know what I will find at the end of my way, at the end of my drift. Among the procedures of situationism, the “theory of the drift”, supported by Guy Debord in 1958, was presented like a technique in uninterrupted transit through diverse environments. It consisted of the displacement of one or several people, during a time more or less long, being left to carry for the solicitations of the place and by the encounters that happened in it. The chance would take important part in this action, but would be less determinant of what it seems, therefore from the point of view of the drift, it exists in the cities a “psychogeogropahic relief”, with constant paths and fixed points, factors that being dominated by its knowledge or the simple one calculation of possibilities, would make possible the control of what is intended as a random wandering urban journey. Thus therefore, the maps of the situationists are devoid of the administrative borders of the cities that make the space more homogeneous, carrying out an emotional description of the space; in this way, a map would be composed by fragments of cities that are related of random form, not by their functionality but by their emotional character. The situationist drift bets on a non-productive but experimental utilization of the urban space, emphasizing the fragmentary character of the urban zones. At this moment of rapprochement, the first question arises, the LIMITS from the zone to study, do they exist? Are they Important? I am assaulted by the doubt of asking, defining, surveying those limits. But I renounce it, why shall I sk? No answer.
Thus therefore, I arrange me to carry out the drift. “DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
021
022
DEFINITION
DESCRIPTION OF THE “DERIVE”
pedro pozzo
DESCRIPTION OF THE “DERIVE”
• •
•
15:40, starting point, station Gent Dampoort Medium to use: I carry out the first exploration in bicycle, but the details are lost, the colours, the flavours…I renounce First images: hostile neighbourhood, that receives you with difficulties.
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
DESCRIPTION OF THE “DERIVE” I seek the nodes of forces, the landmarks, the conductive points of the flows of communication and traffic, fully identifiable signs.
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
023
024
DESCRIPTION OF THE “DERIVE”
But immediately I am conducted from the square where the GB Supermarket is set (I dispense with names, they do not interest me, neither I understand them, they means nothing to me) toward those zones in which I do not recognize immediately all the references, maybe I am starting to feel the energy of Guy Debord called “psycho-geography” of the cities, or maybe it is just because human beings are attracted immediately for the unknown things : first towards the railways, where I find a forgotten place of stay, a PLACE lost in a hank of notplaces. I sit down and I contemplate, but above all, I am contemplated. “DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
DESCRIPTION OF THE “DERIVE”
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
pedro pozzo
DESCRIPTION OF THE “DERIVE”
The search of the more hidden secrets encourages me, the ugly part that the city of Ghent, coquette, tries to hide to itself, and I am conducted towards the zone of the port in itself, through a strange street in which social dwellings for the immigration are mixed with stately residences abandoned as traces of that once was, factories and a luxurious dealer Mazda, set against a “modern” study of Interior Architecture that tries to imitate the lofts of the Docklands of London. I meet a seminar partner and I verify that has my same doubts about the limits, we are so used to move us in enclosed, defined lands, that it is very difficult to us to try to sense the hidden identities in a “terrain vague” as Dampoort. It is difficult to be left to carry, to seek the hidden things, everything they can tell us if we just listen. “DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
DESCRIPTION OF THE “DERIVE” Based on this article of the magazine “Quaderns”, Fragment of the article “The invisible city” written by Pedro Zarraluki (2001) for the n° 219, p. 144 in the magazine Quaderns D’architecture i urbanisme where the architect Toni Gironés describes his experience as “blind” during a walk by the city of Barcelona. “From the moment on in which the mask clouds your view you enter in another world, in another way to perceive. The relations are altered and the intensities among the senses are modified. You do not want to assume the absence of references; that you are drifting and, at the very beginning, you do not accept the apparently entropic character of the new situation. References that habitually remain in the background appear now as basics... by way of “red capes”, they serve you to mould and to think up the new situation. The sounds, the changes of temperature, the smells ... and even the flavours are used “to register” in moments of confusion. You realize that the smells have weight or they are light or they are dense, that the sounds dictate you the size of a space – the distance that there is between you and the transmitter focus -. The four senses in which the perception “apparently” remains reduced are concatenated and they are related in progression, transferring veils of the memory, offering new experiences, product of the multiple analogies that are established. You are used to a physical, acotable, permanent space and pass to perceive a changing, ephemeral, and mental PLACE."
I try to listen, to perceive a not only visual reality, a new sense: smell almost to sea, sounds of factories, but above all, traffic: trains, ships, cars, trucks, bicycles, seagulls, all passes almost without grazing for this zone.
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
025
026
DESCRIPTION OF THE “DERIVE” I found a living metaphor, a very symbolic image of what, until now, I know about Dampoort: it is a piece of the city no longer in use but still full of points of production and conduction of energy, like this boat dead as a fish out of the water whose frame is an energy tower.
It seems that nobody wants to be there, to inhabit this zone. Nevertheless, a marginal zone appears, a free hotel, in which aside the bad smells, thousand histories of people lost can be also smelled, people without course. “DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
DESCRIPTION OF THE “DERIVE” The cuts of newspapers full of artistic drawings, condoms, rests of alcohol and beverages fill of dead natures this living skeleton.
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
pedro pozzo
DESCRIPTION OF THE “DERIVE”
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
DESCRIPTION OF THE “DERIVE” In the background, noise of passing cars, a radio sounds in a ship, singing something that neither I understand nor I like. A seagull passes and al reminds me of the sea. I light a cigarette, feeling as a prisoner of my gentrified existence, of course the first thing in which I have thought is in not touching anything.
Where has this stair once conducted? This place is full of remainders, like photographs of dead persons without head, as strange characters removed of a movie of Tim Burton. “DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
027
028
DESCRIPTION OF THE “DERIVE” I aspire the smoke of the tobacco and I try my head flows without prejudices. I continue my way. The cold makes all seem still more desolate. The barks of a dog can be listened in the distance.
All is abandoned, forgotten. A weird sensation of solitude begins to be seizing my body, as the sun sets. Graffitis, clear reference of the contemporary city, which talks about the extrarradio, suburbs… Even the railways lie down dead, they no longer conduct to anywhere. It makes me think about what the city rejects of itself, abandoned city that the City does not want to see. “DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
DESCRIPTION OF THE “DERIVE” I find another hidden, secret place, who put that chair there? What did who sat down in this abandoned chair contemplate? The consumist city not only fagocita to their inhabitants, also finishes for fagocitarse to itself, vomiting its rests where only can be seen by those of whom the “common” inhabitants set apart their look when crossing. Now only I hear the steps of my shoes full of black clay and my snotty respiration.
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
pedro pozzo
DESCRIPTION OF THE “DERIVE” Every item then starts acquiring a pink colour that once again recalls me the sea, to the sunsets of Mazagón that I haven’t watched for too much time. The man always seeks in the external impulses references to the intimate, to feel secure, even the yearning makes him feel secure insurance. The cold and the coldness make me abandon for this time the drift. The lights begin to arise and with them, the places of the sex, always next to the train station in any city of the world. Places of traffic seem to be more favourable to hide the most evil instincts of the human being, because no traces will be left..
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
DESCRIPTION OF THE “DERIVE” 2º day: I come back to Dampoort Starting Point: my more loved place up to now, the Free Hotel. Hour: 15:20 But today I am not so alone, noises of hammer blows of a crane make me think about the triviality of my experience of yesterday, trying to seek the poetry of the dirtiness and the ugliness but above all of the unexplored thing in a place in which hundreds, thousands of feet have left their trace before than mine. I smiled when thinking about the human egocentrism.
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
029
030
DESCRIPTION OF THE “DERIVE” I aspire the smoke of the tobacco and I try my head flows without prejudices. I continue my way. The cold makes all seem still more desolate. The barks of a dog can be listened in the distance.
All is abandoned, forgotten. A weird sensation of solitude begins to be seizing my body, as the sun sets. Graffitis, clear reference of the contemporary city, which talks about the extrarradio, suburbs… Even the railways lie down dead, they no longer conduct to anywhere. It makes me think about what the city rejects of itself, abandoned city that the City does not want to see. “DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
DESCRIPTION OF THE “DERIVE” I find another hidden, secret place, who put that chair there? What did who sat down in this abandoned chair contemplate? The consumist city not only fagocita to their inhabitants, also finishes for fagocitarse to itself, vomiting its rests where only can be seen by those of whom the “common” inhabitants set apart their look when crossing. Now only I hear the steps of my shoes full of black clay and my snotty respiration.
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
pedro pozzo
DESCRIPTION OF THE “DERIVE” I aspire the smoke of the tobacco and I try my head flows without prejudices. I continue my way. The cold makes all seem still more desolate. The barks of a dog can be listened in the distance.
All is abandoned, forgotten. A weird sensation of solitude begins to be seizing my body, as the sun sets. Graffitis, clear reference of the contemporary city, which talks about the extrarradio, suburbs… Even the railways lie down dead, they no longer conduct to anywhere. It makes me think about what the city rejects of itself, abandoned city that the City does not want to see. “DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
DESCRIPTION OF THE “DERIVE” I find another hidden, secret place, who put that chair there? What did who sat down in this abandoned chair contemplate? The consumist city not only fagocita to their inhabitants, also finishes for fagocitarse to itself, vomiting its rests where only can be seen by those of whom the “common” inhabitants set apart their look when crossing. Now only I hear the steps of my shoes full of black clay and my snotty respiration.
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
031
032
DESCRIPTION OF THE “DERIVE” 2º day: I come back to Dampoort Starting Point: my more loved place up to now, the Free Hotel. Hour: 15:20 But today I am not so alone, noises of hammer blows of a crane make me think about the triviality of my experience of yesterday, trying to seek the poetry of the dirtiness and the ugliness but above all of the unexplored thing in a place in which hundreds, thousands of feet have left their trace before than mine. I smiled when thinking about the human egocentrism.
I continue my way. Background noises of manufacturing, cranes, cars, hammer blows… It is curious that the names of the streets of this zone of nobody, are referred to other countries, other places. A coincidence that pours irony in each detail. “DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
DESCRIPTION OF THE “DERIVE” It is the first time I listen, feel, smell life. Background children voices… A life missed, I refer, transferred because is a solitary nucleus in the middle of many places without more life than the one that just gives the money in movement. This building, an island almost with an infinite continuity in itself (if you forget the search of the limits) is a foreigner more, like me, in this chaos.
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
pedro pozzo DESCRIPTION OF THE “DERIVE” Next to it, a trip to the America of the years ´50, with a neighbourhood of likely prefabricated houses, in which I find a “Diens kinderopvang” in which I am not allowed to enter. More cars are passing, more driving noise.
Surprisingly, I find an established limit, is one of the parts where Dampoort ends for me. It is getting dark.
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
DESCRIPTION OF THE “DERIVE”
3º day: Third and last visit to Dampoort Starting Point: one of the limits found, a crossing of roads from which in my private universe begins Dampoort. Hour: 12:30 This visit is more premeditated, thing that in part contradicts some of the premises proposed by Debord as defining of the drift, but I said to myself I do not want to be left again towards the marginal things, remaining at the borders of society, to look for getting myself into the places where those individuals whose destiny has conducted them to this zone are inhabiting. I decided to start in that crossroad, a new limit…finally, this question that was so important at the end, it is being answered day by day, but now, I don´t care about it.
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
033
034
DESCRIPTION OF THE “DERIVE”
But although I was not looking for this constructions on the edge of “civitas”, they appear.
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
DESCRIPTION OF THE “DERIVE” Rows of houses appear then, all are very similar one to the others, sprinkled of individual references to the religion, or some buildings or architectonics objects that surprise me breaking mentioned monotony.
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
pedro pozzo DESCRIPTION OF THE “DERIVE”
Background: Urban noises, perfectly recognizable by the “homus urbanus” in which we have become: cars, claxons, voices in the street, some noises of bars. ..common places for the memory. “DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
DESCRIPTION OF THE “DERIVE” And I discover, very surprised, that I am not the first Pedro in visiting the area!
It starts raining, and is she, the rain, the one that decides the end of this history of love with Dampoort.
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
035
036
CONCLUSIONS OF THE “DERIVE”
CONCLUSIONS OF THE “DERIVE” As a way of to extract some conclusions of the drift, trying to make the drift “an opportunity not just for observation but also for thought and debate”, I try to analyze it lived schematically:
1.- The evident thing at first sight, the landmarks, the first references The most immediate references of this zone, the first ones that assault not only with visual impulses to the one who arrives, are references to the industrial thing (chimneys of factories, smell to smoke, noises of machines) and to continuous traffic (large worn and roundabouts, almost constant sound of vehicles passing). These first impressions serve to accommodate since the first touch of contact this area with a model in my head, that of the suburbs enclosed to the cities with the population growth associated to the Industrial Revolution. In a more personal level of codes, and seeing the type of population that expects impatient the bus, or the rows of rickety houses that populate the grey streets, the neighbourhood in a first instant makes me think about a place that beyond speaking only of traffic, speaks me of uprootness.
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
pedro pozzo CONCLUSIONS OF THE “DERIVE” 2.- What remains hidden? Still the own identity of the place remains hidden, perhaps by the accumulation of nationalities, with the references of their own, or perhaps is that its final identity be that of being constituted as the “terrain vague” own of Ghent. In the second approximations, other looks in the place are discovered that do not respond only to the rooms of the immigration, but to what the conventional capitalist society would qualify as “alternative”, perhaps because being a land of nobody can be turns around to the definition and being a land of and for all. That does that some walls exist expressing themselves in an intense and chaotic way, sprinkling of colour the chromatic monotony of the residences. But is difficult to extract and understand new lacks of the place, I think the best conclusion to have finally is that this piece of the city is still in transit from the ancient port surroundings to a new kind of residential area, set in the parameters of the rules of the new inhabitant of the contemporary city: the one whose roots are in nowhere, the human being that lives in transit, as a particle of energy moving from one place to other to transform its heat in money. “DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
CONCLUSIONS OF THE “DERIVE”
That does that some walls exist expressing themselves in an intense and chaotic way, sprinkling of colour the chromatic monotony of the residences. But is difficult to extract and understand new lacks of the place, I think the best conclusion to have finally is that this piece of the city is still in transit from the ancient port surroundings to a new kind of residential area, set in the parameters of the rules of the new inhabitant of the contemporary city: the one whose roots are in nowhere, the human being that lives in transit, as a particle of energy moving from one place to other to transform its heat in money.
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
037
038
CONCLUSIONS OF THE “DERIVE” 3.- Relations between the public space and the private one Life is lived in the interior of ships, houses, barely there are people in the streets, and also is lived in the traffic. Not spontaneous occupations of the streets appear, there are not barely squares in which boys playing can be seen. It can be told therefore that is an area in which the public space is reduced to its most minimum definition, that of them travelling roads of circulation and parking of vehicles.
“DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
CONCLUSIONS OF THE “DERIVE” Of this experience several interrogations arose, to begin the debate about the future of this area: Does an identity exist in Dampoort? How do they see themselves in relation with the city of Gent? Which are the collective and individual desires of the inhabitants? Which are the urbanistic lacks of the zone? Which would be the convenient strategies for its renewal?
“The cities also believe that they are product of the mind or of the chance, but neither one nor the other are enough to keep standing their walls. You do not enjoy in a city the seven or the seventy-seven wonders, but the answer that gives to a question of your own. Or the question that asks you, obliging you to answer.” (Italo Calvino)
__THE END __ Thank you! “DERIVE SITUATIONISTE” IN DAMPOORT – “Everyday Urbanism” Seminar Oct.-Dec.´04
pedro pozzo
039
fictie
042
Verhaal 1 Eveline Bossuyt
Een half uur was wel genoeg. Misnoegd draaide ik me om en liep het station uit. Twijfelend wierp ik een laatste blik op de klok, passeerde de mensenmassa aan de loketten en stond plots in de gure vrieskou. Ik had het wel gehad. In een opwelling greep ik naar mijn gsm en zette hem uit. Ik hoefde geen verontschuldigingen, geen redenen. Ik greep mijn fiets uit het rek en wou meteen wegspurten. De auto’s raasden voorbij. Het rondepunt leek wel zo’n draaimolen waar je, eenmaal je erop zit, nooit meer van wil. Maar om de een of andere reden maakte het me misselijk. Ik sloeg na een half toertje alweer af. De weg leidde me naar onbekend terrein, met aan de rechterkant oude herenhuizen. In een designwinkel doofde men juist de lichten. De verkoopster gritste gehaast haar sleutels en handtas van de toonkast. Die gast in zijn stoere bak met ronkende motor zat er ongetwijfeld voor iets tussen. Ik keek bijna automatisch de andere kant op. Daar was nog een meubelzaak met een klein steegje naast. Een naderende auto sloeg er in en ik volgde. Wat verder zwiepte het portier van de donkere wagen open. Een man stapte uit en begon de boodshappentassen uit de kofferbak naar het portaal van zijn loft te sleuren. Het kleine kind op de achterbank huilde, waarschijnlijk omwille van het kinderslot. De man keek me onderzoekend aan. Ik nam snel het kleine paadje rechtsaf. Op de kade zat een koppel te filosoferen over later. Zij wou duidelijk ook zo een loft, hij die woonboot aan de overkant. Het gesprek verstomde. Ik ging op de trappers staan, maar ging nauwelijks vooruit door het zand. Lichtjes geërgerd stapte ik af maar zette er flinke pas in. De lichten aan de overkant van het water gaven slechts een vale schijn. De oude gebouwen met hun afgeblakerd label lagen er maar troosteloos bij. Het zand onder mijn voeten verdween geleidelijk en maakte plaats voor asfalt doorgroefd met rails. Wellicht een overblijfsel van die grote roeste kranen die vroeger schepen hebben geladen en gelost. Ik fietste verder, één hand diep in mijn jas. Wat moet hij hebben gedacht als hij zag dat ik er niet meer was?
fictie Opgeschrikt greep ik mijn stuur vast, ondertussen was ik op een kasseienstrook beland. De oude man met zijn hond keek me ongetwijfeld bedenkelijk na. Het pad trok weg van de kaai en leidde rond een grote bouwvallige loods. Een oude bus stond verveeld tussen het hoge gras en de straatverlichting. In een woonbuurt, met een duidelijk afgebakend poepplekje voor de honden, was geen mens te bespeuren. Een eind verder raasde het drukke verkeer. De verkeerslichten sprongen op groen en ik reed rechtdoor. Door de dwarse straatjes rechts zag ik kinderen aan de waterkant spelen. Een zwaar geronk naderde me in de rug, en bleef vlak achter mij hangen. Toen ik omkeek maakte de chauffeur me met gebaren duidelijk dat ik moest wijken voor zijn vrachtwagen. Ik draaide rechtsaf in een steegje en reed de helling af tot aan het water. Een wagen wou indraaien waar ik kwam uitgereden. Hij remde bruusk en kwam piepend tot stilstand. Ik zwaaide mijn stuur om en gleed bijna uit over de kasseien. Het manoeuver trok de aandacht van een paar mannen van de groendienst aan de overkant van het kanaal. De wind kreeg eventjes vrij spel in hun bijeen geharkte hoop bladeren. De auto reed verder, maar ze bleven me aankijken. Ik wou snel verderrijden maar plots besefte ik dat ik mij niet meer kon oriënteren. Verdwaald en in een vlaag van woede voelde ik me kinderlijk onnozel. Die grote baan links moest me terug naar bekend terrein leiden. Had ik nog verder moeten luisteren? Ik haatte het dat ik mijn gelijk in vraag begon te stellen. Ik was het rode licht al voorbij voordat de betekenis ervan tot me doordrong. Mijn instinct leidde me linksaf, weg van de naderende auto’s. Ik moest even bekomen en mijn gedachten ordenen. Ik reed een parking op in de hoop een rustige plek te vinden. De ramen van een kantoor staarden mij aan, maar de secretaresses typten onverstoord verder. Ik ging verder en plots stond ik weer aan het water. Het station was vlakbij, maar de kans was groot dat hij er nog zou zijn, dus koos ik voor links. Niet veel verder passeerde ik het grote Acec gebouw. De poort stond open. Ik besloot
toch maar eens te gaan kijken, maar er was niemand te zien. Ik fietste naar binnen. Het vreemde gebouw was akelig stil en vol zandheuvels. Een groepje jongens stond op een heuvel, nochalant hangend over het stuur van hun stuntfiets, te praten. Ze hadden me totaal niet in de gaten. Ik hoopte op een demonstratie en besloot hier eventjes te blijven kijken en de trein nòg wat later te nemen. Wat verder in het oude gebouw brandde er licht, ik ging er nieuwsgierig op af. Er was iemand druk bezig bouwmateriaal uit zijn pick up te laden. ‘Dit wordt een carwash’ zei hij trots. Ik knikte en fietste het gebouw uit. Via een achterpoortje belandde ik plots in een drukke wijk. Arbeiders kwamen de fabriek uitgelopen. Ik passeerde een café en loerde naar binnen. Daar zat hij in het rode interieur een koffie te drinken. Ik draaide rechtsomkeer en haaste me naar het station. Misschien was mijn trein nog niet vertrokken.
043
044
Verhaal 2 Dirk Liekens
Eigenlijk is het niet zo slim van me mijn radiowekker steeds te programmeren zodat net het nieuws begint als hij afgaat. Alvorens je dag echt begonnen is, krijg je alle shit waar je nog maar met een half oor naar luistert te horen en als je pech hebt, is het allereerste wat je hoort het verschrikkelijke geluid tussen twee nieuwsflashs door. Mijn god, wat heb ik weer slecht geslapen. Hopelijk betekenen m’n eerste tassen koffie nogmaals de redding van mijn dag. Ik woon aan de Kleindokkaai in een loft op de bovenste verdieping, op ons terras staat een schommel van waarop je een heerlijk zicht hebt op de haven van Gent of op Gent zelf als je met je benen naar de andere kant zwaait. Van de treinen in de ochtendspits word ik nu al lang niet meer wakker, integendeel, moest ik ze niet meer horen, ik zou het maar raar vinden. Sinds de werken aan de ring zijn begonnen, speelt mijn gewoonte om laat in de ochtend op te staan me echter parten. Ze starten steevast om zeven uur, waardoor mijn laatste uren slaap de voorbije weken grondig zijn verstoord. De tunnel van de Kasteellaan naar de Afrikalaan is al gegraven. Men is nu bezig hem van zijn jas te voorzien. Het brood is op. Gelukkig moet ik niet meer zo ver lopen en word ik niet meer elke morgen met mijn slaapkop geconfronteerd met de sex-cinema’s in de Derdemondsesteenweg. Ik kan nu om brood in de nieuwe Panos die er gekomen is dankzij de renovatie van het station. Het is herfst, het regent eens niet en de zon komt er zelfs redelijk veel door. Dit geeft me samen met de koffie bij het ontbijt, zoals verhoopt, een goed vooruitzicht op m’n dag. Voor ik naar het bureau vertrek, loop ik nog vijf minuten nerveus de loft door om dan mijn bril op de vensterbank in de slaapkamer te vinden. Ik ben al laat. Moest ik even behendig kunnen fietsen als de BMX-ers in de grote hal naast ons grafisch bureau op de ACEC-site, zou ik me nog wagen langs de Dampoortbrug op het Oktrooiplein. Door de werken is dat levensgevaarlijk geworden en moet ik om. Ik
fictie prijs me nog gelukkig dat ik niet elke ochtend mee moet staan aanschuiven tussen de verkeerschaos die daar nu heerst. Eens de voetgangersbrug aan het begin van het Handelsdok er is, zal ik helemaal niet meer te klagen hebben.
uitstraalt, is er voor een groot deel verloren gegaan. Begrijpelijk zou je denken, maar de ganse buurt van de ACEC- site en de Culture Club tonen nog steeds aan dat je zonder al te veel gebouwen te labelen toch veel volk kan aantrekken.
Haastig fiets ik langs het water richting Muide. M’n fietsrek zit een beetje los en rammelt voortdurend. Ik geneer me door de blik van een schipper op rust, omdat ik opzettelijk lijk te participeren in het produceren van zoveel mogelijk kabaal. Sinds de aanvang van de werken blijken ook de vissers het Handelsdok te mijden. De grappige havenkranen concurreren met de eerste kranen van het Scharnierproject. Ook al zijn ze niet meer in werking, toch stralen ze meer activiteit en betekenis uit dan de hoge bouwkranen. Ergens vind ik al deze nieuwe projecten jammer. Het spontane van enkele jaren terug toen we hier als één van de eersten kwamen wonen, is een beetje verloren. Onopgemerkt kon iedereen hier zijn ding doen. Het eiland tussen de spoorwegbedding en het water dat we toen ontdekten, wordt meer en meer één van de places-to-be van Gent.
Ik rij de Sint-Salvatorstraat in en er is zoals altijd veel leven op straat. Als het weer zo blijft kan ik straks misschien nog een laatste keer dit jaar genieten van een terrasje bij Rood op het pleintje voor de kerk aan het einde van de Sleepstraat en misschien ook wel de zoveelste durüm eten. Hier zijn de prijzen gelukkig nog niet gestegen. Een omweg maken blijkt ook zijn charmes te hebben.
De Muide lijkt wél een echt schiereiland van Gent te blijven. Dezelfde rust van weleer heerst hier nog steeds. Het schijnt dat het hier nog steeds redelijk goedkoop is om wonen. Veel van de allochtonen die achter de Dampoortstraat woonden komen naar hier omdat daar de huurprijzen fel gestegen zijn. Dat kan je daar bijna letterlijk zien aan de prijzen in de nieuwe, chiquere winkels die er opduiken. Aan de Muidebrug zie ik wat verder enkele wagens opgehouden worden door enkele werkers van de stad die met een gigantische stofzuiger de gevallen bladeren aan het verwijderen zijn. Waarschijnlijk zitten in enkele van die wagens kooplustigen op weg naar het shoppingcenter in loods 20, 21 en 22 dat verleden jaar geopend is. Ondanks het grote succes vind ik dat ze die site toch een beetje verknoeid hebben, op het logo dat we ervoor ontworpen hebben na natuurlijk. De anonimiteit die de oude haven
Voor ik de oprit van de parking bij ons bureau bereik, zie ik arbeiders van de naastgelegen fabriek naar buiten stromen. Hun vroege shift zit er al op. Mijn gedachten bij het terrasje vervagen snel en mijn laat uur van aankomst wordt extra in de verf gezet. De orde van de dag roept me bij de bonk van mijn voorwiel op de borduur van de oprit, harder dan verwacht.
045
046
Verhaal 3 Luce Beeckmans
De trein stopt en ik stap uit. Het is weer één van zo ‘n barre winteravonden. Ik kom terug van mijn werk en het is al donker. Alsof ik vandaag helemaal niet geleefd heb. Ik neem m’n fiets die ik deze morgen netjes in de bewaakte fietsenstalling van het station geparkeerd heb. Nog snel even naar de supermarkt in de Dendermondsesteenweg, want in mijn buurt is geen winkel te bespeuren. Het is eindelijk mogelijk het rond punt van de dampoort over te steken zonder je leven te riskeren. En in plaats van een diepe put is er een groene oase gekomen. Als ik langs het water fiets, besef ik weer waarom ik elke dag heen en weer pendel tussen Antwerpen en Gent. Overal branden lichtjes en het is hier druk op straat. Voor de Stedelijke Concerthal staat een massa mensen, waarschijnlijk hebben ze weer een bekende artiest aan de haak kunnen slaan. Ik voel me nogal vreemd tussen al die opgetutte dames met m’n kropsla onder de arm. De cafés zitten goed vol voor een dinsdagavond, en ‘In de Dam’ herken ik een aantal kennissen, maar ik besluit verder te fietsen. Het is dinsdag, mijn kookdag, en al tegen achten. In de verte zie ik mijn dakappartement verschijnen. Tussen al die mastodonten door lijkt het maar een klein vertrekje, maar dat valt best mee. In de lift schiet me te binnen dat ik sigaretten vergeten kopen ben. Misschien straks even naar de Muide fietsen, daar is wel nog een Turk open. Of gewoon van de gelegenheid gebruik maken om te stoppen. Het doet altijd deugd om thuis te komen en uit te kijken op mijn stad. Het is negen uur en ik sta op. Vandaag moet ik niet naar Antwerpen en het extra uurtje slaap heeft deugd gedaan. Op weg naar mijn werf in de voormalige Acec- gebouwen, spring ik nog even de bibliotheek binnen, waar mij zoals gewoonlijk een boete staat te wachten. De bibliotheek is gelegen op de kop van het Handelsdok en van daaruit is het zicht misschien nog impressionanter dan bij mij thuis. Dit gebouw
fictie is zo hoog dat je het vanuit de binnenstad kan zien staan. Hier in Gent is het dus niet moeilijk om de bibliotheek te vinden. Op mijn weg verder, koop ik sigaretten in een kruidenier in de Muide. Het is jammer dat deze buurt er zo verloederd is bij blijven liggen. Maar toch kom ik hier graag, de sfeer is totaal verschillend als aan de overkant van het water. Hier is Nederlands de derde taal en uit moskees klinken Arabische gezangen. Hoewel de voormalige Acec-gebouwen op slechts honderd meter van mijn appartement liggen, ben ik er toch in geslaagd te laat te komen. Het zal de aannemer plezieren als de brug over het Handelsdok eindelijk af zal zijn en ik geen omwegen meer kan maken. De Acec-site is enorm groot en er komen ongelooflijk veel nieuwe functies in te liggen. Momenteel zijn ze het grootste pand aan het verbouwen tot een shoppingcentum, maar er komen ook woningen, kantoren, restaurants en een school. Ik ben erg tevreden dat de bmx-piste er is kunnen blijven, alleen jammer dat daar een referendum voor nodig was. Dit complex wordt een kleine stad op zichzelf en het zal niet zichtbaar zijn wat achter de gevels verscholen zit. Die zijn allemaal hetzelfde en reclameborden staan er alleen aan de toegang. Ik hoop dat deze site als bemiddellaar tussen het handelsdok en de achterliggende wijken kan optreden. Kinderen die luidruchtig uit de nog te verbouwen school lopen, brengen mij terug bij de orde van de dag. Het is middag en zoals altijd op woensdag ga ik lunchen met Aidin, een oude schoolvriend. We spreken af in het restaurant ‘Rood’ in de Sleepstraat, niet ver van zijn woning. Aidin is beheerder van de Centrale, een cultureel centrum van de stad hier een paar straten vandaan. De lunch smaakt en Aidin informeert naar de vooruitgang van de werken in het Acec. Als we naar buiten gaan begint het keihard te regenen en we besluiten te schuilen in het portaal van een vervallen arbeidershuisje. Even later komt de bewoner van het huis, een Turkse fabrieksarbeider, aangelopen. Hij
nodigt ons uit binnen te komen en al vlug zijn Aidin en de man in een boeiend, maar voor mij onverstaanbaar gesprek gewikkeld. Er wordt thee geserveerd en we zitten in de benepen woonkamer. Ik kijk door het raam naar de arbeidershuisjes aan de overkant. Er boven staan dakappartementen als de mijne te blinken.
047
048
Verhaal 4 Jonas Van de Walle
Het is 11u34. Ik zit al twee uur afwisselend van de klok naar buiten te kijken. Het klavier van mijn computer heb ik nog nauwelijks aangeraakt, de telefoon leg ik ongezien terug af en het dossier op mijn bureau ligt nog steeds open op de eerste pagina. Zelfs Katrien, het meisje aan de overkant van dit landschapskantoor-in-hippe-loftstijl, die mij anders nooit een blik gunt, heeft daarnet een bezorgd glimlachje in mijn richting geüit. Het jeugdige enthousiasme waarmee ik aan deze job begonnen ben, is stilaan aan het afkalven. De dagen dat ik hier door het raam zit te staren worden steeds frequenter. Dit kantoor kijkt uit over het oude havengedeelte. De stille getuigen tussen het bruisende leven van nu, zijn de oude hijskranen van toen. Nog steeds zie ik ze zand en kijen van op de oevers in de boten storten met een overtuigende kracht en een grote stofwolk die hun silhouetten wazig maakt, waardoor ze op mij nog meer indruk maken. Nu staan ze enkel nog als teken in de stad, de horizon doorprikkend als een naald van blauw en geel staal. Ze lijken een richting aan te duiden, maar ik weet nog steeds niet dewelke. Tien jaar geleden kwam ik hier voor het eerst binnen en liep direct naar het raam. Toen keek ik naar een deel van de stad dat net zoals ik toen, de beloftevolle kans was. Ik zou als jonge kracht voor dynamiek zorgen in dit bedrijf. Een bedrijf vol mogelijkheden in een dynamisch groeiende buurt. Vandaag kijk ik nog steeds door dit raam. Ik kijk naar deze buurt, doorheen mijn half-transparante weerspiegeling en ik vraag me af of ik net zoals deze buurt ben geslaagd in wat de bedoeling was... Het lijkt me niet te lukken om de dingen zorgvuldig te plannen. Misschien moeten Lotte en ik toch naar hier komen wonen. Toen de huizen hier als paddestoelen uit de grond tevoorschijn kwamen, kocht Lotte’s vader een stuk grond in de streek van Kruishoutem, haar thuis. Zijn wil geschiedde en we bouwden er ons huis. Niet groot, ook niet te klein. Veel open ruimte rondom en de Vlaamse Ardennen om in te wandelen, maar niets te doen. Lotte en ik komen amper nog buiten. Voor een film
fictie of een theaterstuk moeten we een half uur rijden en nog eens een half uur zoeken naar parkeerplaats... Ik pendel nu tien jaar naar Gent en elke dag zit ik meer te staren naar de woonblokken aan de overkant. Voor Liesje zouden we een schommel kunnen kopen. Op het dak zou ze dan kunnen wiegen en de kranen en torens van Gent leren kennen. We zouden meer buiten kunnen komen en genieten van het leven. Lotte zou een restaurant kunnen starten in een van de laatste leegstaande panden aan de dokken. Net zoals toen we in Lissabon waren: een pasta aan het water, met uitzicht op de boten. ‘s Morgens zouden we een uur langer kunnen slapen en genieten van die kop koffie die anders toch maar naar binnen wordt gegotent. ‘s Avonds geen drukte om thuis te graken, gewoon een rustig wandeling langs de shortcut door het oude ACEC-gebouw waar ik een glimp opvang van de waaghalzen op hun fietsjes, die bij hun sprongen bijna door het oude dakraam vliegen. Bij het buitenkomen kunnen kiezen tussen de traditionele supermarkt en de Indiër of een Turk om het avondeten te maken, want Lotte wil ik vanavond eens extra verwennen. Bij het nieuwe muziekforum, oorspronkelijk bedoeld aan het zuid, zou ik de programmatie bekijken en een ticket kopen voor die avond, want het is Lotte’s sluitingsdag... In deze dagdromen voor dit raam beeld ik me graag in dat ik hier gelukkig zou leven... Ineens krijg ik een opwelling en grijp naar de telefoon. Ik vorm Lotte’s nummer en nadat de telefoon voor de vierde keer is overgegaan, neemt ze zenuwachtig op. Vertwijfeld: Schat? Ik zeg dat ze deze middag moet vrijnemen omdat er iets heel belangerijk gaat gebeuren en dat liesje moet meekomen, want het is woensdag en ze moet niet naar school en dat ze niet bang moet zijn want dat ik haar iets ga laten zien en dat ze blij zal zijn... Eventjes aarzelt ze en ik zeg dat ze hier om twee uur moet zijn en dat ze de trein kan nemen van één uur kwart. “ok, tot straks. Alles is toch in orde?” “jaja, alles is goed, tot straks.” Klik. Terwijl ik de telefoon laat zakken kijk ik terug door het raam en ik zie tegelijk alle plekken
die ik Lotte vanmiddag zal laten zien. Ze zal er weg van zijn, ik weet het. Vanavond gaan we iets lekker eten in het restaurant in de toren van de bib en we kijken uit een ander raam en we plannen ons leven.
049
duisternis / licht
052
duisternis thomas delporte nik naudts
licht eveline bossuyt
duisternis/licht
053
054
duisternis/licht
055
056
duisternis/licht
057
058
duisternis/licht
059
060
duisternis/licht
061
tracing dampoort
064
Tracing Dampoort Frederic Van Steene Johan Van Opstal Maarten Liefooghe
Opdracht: onderzoek naar de invloed van geheugen en subjectiviteit in de neerslag van een dérive. Hiervoor pasten we opnieuw de dérive toe, maar deze keer in een ander deel van het gebied. We maakten de afspraak zo weinig mogelijk onze observaties aan elkaar te communiceren gedurende de tocht en de individuele teksten pas te schrijven na twee dagen. De reconstructie van de indrukken diende ook te gebeuren zonder hulpmiddelen als foto’s. De teksten (1), (2) en (3) waren hiervan het resultaat. Grotendeels blijken de teksten gelijklopend. Bovendien stelden we ons de vraag of de vastgestelde verschillen in de teksten te wijten waren aan het (dis)functioneren van het geheugen, dan wel aan de verschillende indrukken die we opdeden en de filtering die onvermijdelijk optreedt bij het neerschrijven van een verhaallijn. Tekst (1)+(2)+(3) werd na een volgende werksessie opgesteld als gemene deler van de originele teksten om als basis te kunnen dienen voor opeenvolgende ‘verdubbelingen’ door anderen.
tracing dampoort
065
066
Tracing Dampoort Frederic Van Steene
Om 9u afgesproken aan de Dampoort, om kwart na toegekomen, gedeeltelijk door de wegenwerken in de Dampoortstraat. Het pleintje en de brug aan het begin van de straat zijn ook net volledig opnieuw aangelegd. Van op de brug kan je zien hoe de nieuwe jachthaven van Gent stilaan vorm krijgt. De stad is duidelijk bezig met de opwaardering van deze buurt. De fiets gestald in de overvolle rekken aan het station, gaan we te voet op stap. We beslissen bewust deze keer niet het water te volgen en slaan daarom eens op het handeldok de eerste straat links in. Aan de linkerkant staat een grote depot, een trock, waar mensen nog wat kunnen krijgen voor hun oude meubels die dan vaak achteraf in het interieur van jonge of minder welgestelde gezinnen terecht komen. Aan de overkant ligt een desolate parking waarop dicht tegen de straat een oude woonwagen staat omgeven door rommel allerhande. Een huis wat verder in de straat is versierd, misschien al tien jaar geleden, met wat ooit een kleurrijke vlaggenslinger moet geweest zijn. We slaan rechts af en worden onmiddellijk geconfronteerd met de SPE-centrale die de hele straat domineert. Het gebouw met de hoge monumentale schouw ligt in het verlengde van de straat die daardoor een toegangspoort lijkt tot de elektriciteitscentrale. Buiten een Turkse vrouw die vanuit het open raam van één van de kleine huisjes een laken staat uit te schudden, is er geen leven te bespeuren op straat. Even verlaten ligt de speeltuin erbij, wat uiteraard logisch is op een schooldag, maar de dode speeltuigen in de schaduw van de fabriek stralen een grote tristesse uit. Eén van de straten langs het grasperk heet de Zonder Naamstraat, waarschijnlijk zo genoemd door een ambtenaar die geen zin had om voor een straat in deze buurt langer over een naam na te denken? Op
tracing dampoort deze straat geeft onder andere een beluikje uit dat er wel minder uitnodigend uitziet dan de soortgenoten rond de Bijloke en achter het Zuidpark langs de Hertstraat. We vervolgen onze tocht en komen uit aan het eerder vernoemde heraangelegde pleintje. In de Keizer Leopoldstraat die ons daar bracht wonen duidelijk welgesteldere mensen en creatieve zielen. Te zien aan het industrieel gebouw dat tot lofts is omgebouwd en de huizen waar bizarre voorwerpen en schilderijen voor het raam prijken. We volgen nu de Leie die we blijkbaar beschouwen als de grens van ons gebied. Het eerste deel van de weg is een smal grindpad tussen het water en een hoge muur bespoten met graffiti waar weelderig groeiend onkruid en bomen een hoop afval herbergen. De “Reke” zoals dit pad heet, verbreedt ter hoogte van een grote sluis tot een normale gekasseide weg. We volgen het water nog tot aan het MIAT. De gevels van de huizen op de kade hebben bijna stuk voor stuk een grondige reiniging achter de rug en laten vermoeden dat er mooie woningen, kantoren en architectenbureaus achter schuilgaan. Het museum aan de andere kant van het water beschouwen we als gekend en we beslissen opnieuw meer naar de kern van wijk tussen de Leie en het Handelsdok af te zakken. We gaan slaan rechts af . In deze straat vind je enerzijds nog mooi onderhouden woningen en anderzijds en steeds meer, naarmate we de kade achter ons laten, woningen die wel eens een opknapbeurt zouden kunnen gebruiken. Halfweg de straat staat wat afmeting doet vermoeden, de hoofdzetel van de VDAB in Gent. Het smaakloze grijze gebouw met rode raamkaders en opschriften staat in schril contrast met de charme van de 19de-20ste eeuwse huizen. Hier heerst de VDAB, wat we even later in een andere straat nogmaals kunnen ervaren, waar de instelling nog kantoren heeft op een recent verbouwde
industriële site waar het fabrieksgebouw zelf is omgebouwd tot een sociaal flatgebouw dat via passerelles, buitengangen en een losstaande lift wordt ontsloten. Het Acec-gebouw wouden we nog bezoeken. We proberen er niet via de binnenwegen te geraken, maar begeven ons naar het handelsdok, dat we vlak naast het water volgen tot aan het gebouw. De kade is nu veel drukker dan de vorige keer toen we hier in de namiddag langskwamen. Waarschijnlijk zijn de massaal geparkeerde wagens van de postbodes die in de voormiddag hun ronde doen. De aangemeerde schepen daarentegen tonen geen enkel teken van leven. In de hoge binnenhal van het Acec-gebouw treffen we inderdaad zoals door een van de andere groepen meegedeeld, het bmxcrossparcours aan. Het doet heel vreemd aan om zo een programma binnen aan te treffen. Terwijl op één van de heuveltjes van het parcours een jongeman een mars zit te eten, zitten in de andere helft van de hal arbeiders aan een picknicktafel van hun welverdiende boterhammen te genieten. Door een bres in de muur waarlangs de tafel staat kan je naar binnen kijken in het gedeelte van het gebouw dat als leerpunt voor allochtonen is ingericht. Van een gemengd programma gesproken. We verlaten het gebouw en volgen de bordjes die ons zogezegd naar de evenementenzone op de achterliggende site zouden moeten brengen. We bevinden ons op een typisch negentiende eeuwse industriële site fin de carrière. Het oude treinsporennet is gevuld met beton, bepaalde gebouwen worden nog voor industriële toepassingen gebruikt, andere staan leeg en nog andere hebben reeds een nieuwe invulling gekregen. Zoals het gebouw dat volledig achteraan de site ligt waar we na onze vergeefse zoektocht naar een evenementenzone per toeval terechtgekomen zijn. In het gebouw zitten nu al een architectenbureau, een
067
068
muziekstudio een grafisch designbureau en een marketingbureau. Dat laatste bureau zit er al het langst en heeft indertijd voor een appel en een ei een hele verdieping in het fabrieksgebouw kunnen huren. Hoewel de isolatie van het dak en de ramen verre van goed is, zitten ze er toch heel graag. Met een beetje spijt delen ze ons mee dat Acec volgend jaar de industriële activiteiten op het terrein voorgoed stil legt. Op dat moment zullen projectontwikkelaars beginnen met grootse projecten voor woningen, kantoren en winkels.
tracing dampoort
069
070
Tracing Dampoort Maarten Liefooghe
Maandag morgen. Afspraak aan het Dampoortstation. Ik ben er als eerste, en wachten wordt mijmeren. Het Dampoortrondpunt blijft een fascinerende plek. Een plek waar fragmenten botsen of nevenschikken . Een plek van barrières ook en tegelijk van een zeer verreikende ruimtelijkheid. Voor het Dampoortstation staand en de Koopvaardijlaan inkijkend, lijkt het alsof deze laan uitmondt in de lege ruimte; enkel lucht op het einde van deze vista. De spoorwegbrug daarentegen vormt een duidelijke begrenzing van de ervaringsruimte van deze plek. Nu pas valt het me op dat de poel in het midden van het rondpunt geen eindpunt is van het dokwater, maar verbonden is met een kanaal dat uit het stadscentrum komt. Vorige keer niet gemerkt. We beslissen een andere buurt te verkennen als bij de vorige dérive. Na even de ringweg richting dokken te volgen, slaan we onmiddellijk een zijstraatje in. Hier geen verkeer. Ook niemand tegengekomen. Verder noordelijk wandelend in de warandestraat, valt me het grote aantal druivenstokken tegen de huizen op. In een dappere poging om de straat wat op te fleuren aangeplant, wingeren ze vanuit een paar weggehaalde stoeptegels wat doelloos omhoog. Veel druiven zullen hier niet verschijnen maak ik me de bedenking. Nodig gesnoeid. Nog altijd erg weinig beweging op straat. We wandelen voorbij een poort of venster met groot Arabisch opschrift. Een allochtone vrouw opent de ramen om de kamers te luchten. Het laatste huis van de straat blijkt enkel vensters in de voorgevel te hebben. De rest is blind. We slaan linksaf en hier is een parkje met speeltoestellen aangelegd in de oksel van de grootschalige gebouwen van de elektriciteitscentrale. Geen ziel te bespeuren. Aan de andere kant van het speelpark een beluik. Wegwijzer naar de parking ‘zonder naam’. De straat zonder naam is op dit moment even levenloos als
tracing dampoort de vorige straten. In een zijstraat wisselen de rijhuizen een eind af met een blinde fabrieksmuur van begin deze eeuw. Hier is wat beweging in de straat. Een bewoner heeft zijn gelijkvloers straatraam gebruikt om eigen schilderijtjes voor te stellen. Op dit ogenblik ben ik elk gevoel voor oriëntatie kwijt, hoewel de plek me bekend voorkomt. Een oud jaagpad voert ons nu langs het water. Even achteromziend blijkt de gietijzeren brug eigenlijk het mooist van onderen. Brood en couscous op de grond tussen de netels. Al snel het gevoel niet langer in de stad te wandelen. Netjes groen geschilderde niet langer gebruikte vastlegsokkels uit 1890. Herinneringen aan middelbare school, rondjes lopen langs het jaagpad. Het geluid van stromend water. Ons pad eindigt nu op een normale straat langs het water, de blekersdijk. Aan de overkant van het water ligt het Baudelopark, kom ik van Frederic te weten. In mijn mentale kaart was dit enkel vanuit het zuiden bereikbaar via de Vrijdagsmarkt. Niet vermoed nu aan de andere zijde ervan te staan. Wonen aan het water lijkt in deze straat duidelijk voor investeringen gezorgd te hebben. Opgeknapte huizen en woningen rond een binnenkoer. In de Kongostraat en de Bomastraat treffen we meer gediversifieerde activiteiten en bewoners aan. Het experimenteel muziekinstituut Logos blijkt er een drietal ankerplaatsten te hebben. De VDAB heeft er in verschillende decennia en in duidelijk verschillende architecturale taal kantoren gebouwd. Een tijdelijke kunstgalerie in wat vroeger waarschijnlijk een opslagdepot was. Een bedrijfskantoor met omheinde tuin ervoor en een officieel hondenpoepparkje waar je eigenlijk de ingang voor het bedrijf verwacht. Uiteindelijk
wandelen
we
over
de Handelsdokkade, achter de postverdeelgebouwen en de kantoren richting ACEC-gebouw. Op de kade staan veel meer auto’s dan de vorige keer. De morgen is voor de postbedienden immers het natuurlijk arbeidsmoment. De schipperslui laten zich niet zien deze keer. In het Acec-gebouw vinden we inderdaad een indoor bmx-terrein. Indoor, maar ook met een sterk buitengevoel door rondvliegende duiven, de zandbergen, de kou en de leegte en afwezigheid van controle van de activiteiten. Zouden de lichtarmaturen tegen de muur langs het parcours nog werken? Of heeft de natuur hier al zijn dagen nachtritme opgelegd. Geen bmx’ers te zien. Een jongeling zit op een hoop zand eten uit een Spar-zakje op te diepen. Zijn trekkersrugzak op een bergje verderop. Iemand op doortocht, een student, …? Ik heb het gevoel dat we indringers zijn in een verhaal dat het onze niet is. Er worden geen woorden gewisseld en een soort spanning blijft hangen. We verlaten het parcoursdeel en keren terug naar het eerste deel van het gebouw dat we in onze aantrekking door het zand overgelaten hadden. Hier zitten een paar Afrikaanse Gentenaren ook wat te eten aan een in de loods nietig lijkende tafel. Even verder een container op de grond die binnendruppend regenwater opvangt. Op andere plekken maken plassen de beschildering op vloer die elders bestoft is, leesbaar. Bedrijfslogo’s en parkeerstroken. Een gat in een wand van de loods geeft rechtstreeks contact met een archief of bibliotheekruimte op de eerste of tweede verdieping. Daar brandt licht en lijkt men zich van het gat niets aan te trekken. Op het einde van dit loodsdeel is men inboedel van een bureau of magazijn in een bestelwagen aan het laden. Onze nieuwsgierigheid naar de site is nog niet gestild en we volgen van op straat een wegwijzer die een evenementenzone
071
072
aankondigt op de site. Als we langs het Acecgebouw wandelen waar gekromde buizen door muren en vensters naar buiten komen, passeren we enkele geparkeerde auto’s, hopen rommel, opgeslagen vensterglas en een werfcontainer waarvan de vloer onder water staat. Dan komen we op een leeg binnenplein tussen industriële gebouwen. In het beton lopen rails. Het gebouw voor ons draagt centraal op de geveldriehoek boven de poort een uurwerk. Bij het teruglopen naar de straat bemerken we op een van de gebouwen naast een deur een plexiglazen plaat met bedrijfsnamen op. Achter de deur leidt een stoffige metalen trap ons voorbij lassende werklui naar een eerste verdieping die in gebruik genomen is. Op de vensters in de deur tussen de traphal en een hal die verschillende kantoren ontsluit zit nog een oude vakbondssticker. Een man die in de hal koffie komt halen vraagt of hij ons kan helpen en we geraken aan de praat. Hij werkt in het marketingbureau dat samen met een videographicsbureau en een muziekstudio de verdieping van het fabrieksgebouw deelt. Met de deal dat ze het zaakje zelf zouden opknappen konden ze hun verdieping tegen een zeer aantrekkelijke prijs huren. Veel comfort hebben ze niet, maar de plek vinden ze, net als wij geweldig. Ook enkele architecten hebben in de verdieping eronder hun intrek genomen. Met enige spijt vertelt de praatgrage kerel ons dat de site nu wel snel zal veranderen. Een ontwikkelaar heeft het Acec-gebouw gekocht en zal er lofts en kantoren in onder brengen. Das-theater zal het gebouw met de klok ombouwen. Hun huurprijs zal nu wel de hoogte in gaan, vreest hij. Op weg terug naar het dok kijk ik nog eens naar de zijgevel van het hoofdgebouw. Het zal er niet lang meer zo oud en achteloos uit zien. Happy shiny zandstralen dreigen al.
tracing dampoort
073
074
Tracing Dampoort Johan Van Opstal
Ons vorige bezoek aan het dampoortgebied heeft ons gedreven langs de stille waters die vroeger het decor vormden voor de talrijke havenactiviteiten. We besluiten ditmaal om niet het traject van het water te volgen. Onder dezelfde weerstomstandigheden van ons vorige bezoek, dringen we nu in de dichtbebouwde zones die grenzen aan het voormalige havengebied. We vertrekken aan het station Dampoort en laten ons even verderop leiden door de logica van het het rondpunt aan het Oktrooiplein. Eens ontsnapt aan de overheersende dynamiek van het verkeer, treffen we aan de eerste straathoek een vreemde parking. In een hoek van het parkeerdomein bevindt zich een collectie vreemde attributen die een oude bus omsingelt. Deze compositie valt onmiddellijk op aangezien de parking slechts afgesloten wordt door een zeer licht hekken. Na onze blik op deze toch wel opmerkelijke situatie, draaien we het straatje dat we oorspronkelijk wilden bezichtigen in. De reeks straten die volgt, vertoont weinig teken van leven op straat. Wat opvalt zijn de talrijke schotelantennes die de helft van de negentiende eeuwse gevels bekleden. Een van de straten werpt een blik op de infrastructuur van het SPE industrie domein. We volgen deze straat en even verderop komen we aan een pleintje dat zich verschuilt achter deze gebouwen. Ook hier is geen spoor van menselijke activiteit, tot een hond in de verte een hint geeft van de aanwezigheid van zijn baasje. Het groen aan de bomen is schaars, waardoor de SPE gebouwen zich duidelijk af tekenen op de achtergrond en de graffiti op de scheidingsmuur ook veel zichtbaarder is. Door de grenzen van het plein af te wandelen, komen we weer terecht in de straten. De uitgerekte lijnen van rijwoningen gelijken sterk op die van de straten even voordien. Eén gebouw valt op door haar
tracing dampoort ontoegankelijke karakter. Nergens is een ingang te bespeuren. Wat vroeger een poort leek te zijn, was nu dichtgemetseld en de dakranden waren afgewerkt met een laag stekelige objecten. De straat leidt ons verder tot de St.Joriskaai. De nauwe straten die duidelijk een zekere zin van richting opdringen, worden nu ingeruild voor een ruim open knooppunt. De locatie is op dit moment onderhevig aan allerlei werkzaamheden. Werklui zijn druk bezig met het plaatsen van stenen voor de nieuwe afgebogen treden die binnenkort definitief onderdeel van de omgeving worden. Net voor de Sint-Jorisbrug, dalen we van een trapje om ons parcours verder te zetten langs het water. Het wandelpadje lijkt een uitverkoren plek van sluikstorters en taggers. Vanop het pad kaapt een aangemeerde boot mijn aandacht. Het betreft een boot die gebruikt wordt als een drinkgelegenheid, gespecialiseerd in wijn. Ook deze boot kent een speciale afwerking, zoals de boten die we op onze vorige tocht waren tegengekomen. Planten en kitcherig meubilair versieren het dek. Even verderop passeren we langs een kleine sluis die vooral opvalt door het kleine niveauverschil tussen het water en het wandeltraject. Even heb ik zelfs niet in de gaten dat aan de overkant het Baudelopark zichtbaar is. Hoewel ik deze site eigenlijk al ken, was ze voor een een seconde niet herkenbaar voor mij, waarschijnlijk door de nieuwe toenadering van het gebied. Ons wandeltocht loopt voor een ogenblik weer parallel met het water, ditmaal met de Leie. We volgen de waterloop tot aan de volgende brug, waar we stoten op een vreemde ingreep op de hoek van de straat. Aan de scherpe hoek tussen de Blekersdijk en de Reke wordt het onbebouwde gedeelte van de hoek verdiept en het hoogteverschil wordt overbrugd door een drietal treden. De schaal van de oppervlakte waar deze ingreep
op is uitgevoerd, zorgt voor het absurde karakter.Een plek bedoeld voor sociale ontmoetingen misschien? We slaan rechtsaf en banen ons een weg door hetzelfde type van woonwijk dat we reeds vroeger op de morgen waren tegengekomen. De straat die we afwandelen, geeft duidelijk uit op de dokken van Dampoort. Hoe meer we het achterdok naderen, hoe meer het aanvoelt als het slot van ons parcours. De interessante weetjes die medestudenten ons in de vorige werksessie wisten te vertellen over het ACEC-complex, motiveren ons toch nog tot een snel bezoek aan het gebouw. Op weg naar de fabriek komen we weinig opvallende elementen tegen. Een klein modern torengebouw weet ons toch even op de bijhorende binnenkoer met parking te lokken. Via een systeem van passerellen blijkt het torentje de bewoners van de aangrenzende woningenblok te bedienen. Het fungeert als nieuwgebouwd traphuis naast het oudere gerenoveerde residentiële gebouw. Na deze korte onderbreking zetten we ons traject onverstoord door tot we het ACECgebouw bereiken. Achter de gevels van het gebouw schuilt een indrukwekkende loods die is opgedeeld in twee compartimenten. Het gedeelte aan de straatkant is praktisch leeg, met centraal een grote container die het doorgedrongen hemelwater opvangt. Het verdergelegen gedeelte is volledig gevuld met een bmx-parcours. Op een van de ramps zit een jongeman zijn ontbijt te eten in stilte. Een rudimentaire ingreep als de zandbanken voor de bmx in een oude loods als deze zorgt voor een geweldig zicht. We verlaten de loods en beslissen om een kijk te nemen wat zich achter het ACEC-gebouw bevindt. We volgen pijltjes die een ‘evenementenzone’ aanduiden. Deze zone kunnen we niet lokaliseren, maar we treffen wel één oud gebouw bekleed met een klein bordje dat de namen van enkele ondernemingen
075
076
draagt en weergeeft op welke verdiepingen deze zijn terug te vinden. We besluiten om een kijk te nemen in het gebouw en treffen er onder andere een grafisch bureau en een opnamestudio aan. De ruimten van de kleinschalige ondernemingen zijn alles behalve afgewerkt en de inrichting van de bureaus is minimaal, maar toch heerst er een gemoedelijke sfeer in het gebouw. Iemand die er werkt, spreekt ons aan en bevestigt dit laatste. Na een kort gesprek met deze persoon, besluiten we om het gebouw te verlaten en zo onze tocht te beëindigen.
tracing dampoort
077
multimedia
080
sound of the dam
081
082
Strips Ann Maelbrancke
Agressieve ruitenwissers…. Verlaten straten…. De haven van Gent…. Aangekondigd door afgebladderde letters op de gevel van een lege loods…. De Handelsdoksite…. Opgespannen tussen het water en de spoorweg…. Het licht weerspiegelend in de plassen…. Gesloten uniforme, industriële platte dozen…. Een opslagruimte waar een oude verroeste schoolbus haar laatste halte heeft gevonden…. Dreigende wolken boven ons hoofd…. Net alsof ze geproduceerd worden door de overvloed aan schoorstenen…. Het profiel van kranen als monsterlijke bakens…. Aangemeerde vrachtschepen wachtend op een vertreksignaal…. Dat nooit meer lijkt te komen…. De Handelsdoksite heeft haar bestaan reeds verloren…. En ligt slapend te wachten op nieuwe injecties die haar wakker schudden… Een gesloten gevel aan de linkerzijde, tientallen meters lang, waarachter de Handelsdoksite zich verschuilt. Af en toe houdt deze blinde wand op en verschaft ze een doorzicht. Aan de rechterkant ononderbroken woningen. De Houtdoklaan en Aziëstraat als abrupte scheiding tussen beide, tussen industrie en grootschalige handel enerzijds en wonen anderzijds. Er is geen spoor meer te vinden van de Sint-Salvatorzusters in de Sint-Salvatorstraat. De Sint-Salvatorstraat en de Sleepstraat kenmerken zich vandaag door hun concentratie aan ethnische restaurants en winkels en brengen ons naar de verschillende wijken in de buurt van het Handelsdok…. Gevels wachtend op een verfrissende facelift…. De wijk Sluizeken-Ham neemt naast het
strips wonen andere voorzieningen in zich op…. Kleine woonblokken worden afgewisseld door vrij grote zoals het ACEC-gebouw en het VDAB-gebouw…. Maar ook De Centrale, het intercultureel centrum van de stad en het kantoor voor werklozencontrole zijn er gehuisvestigd…. Misschien wel typerend voor de bewoners van de buurt…. De buurt, gelegen tussen de stadsrandals woonplaats voor de meer bemiddelde bevolkingsgroepen- en het stadscentrumeveneens voor een meer kapitaalkrachtig publiek- lijkt voornamelijk een lagere middenklasse en kansarme, oudere en allochtone bevolking aan te trekken…. In de wijk Macharius meer in het zuiden geldt hetzelfde scenario…. Een wijk met een klein en dens weefsel…. Dichtgeslibd…. Groene en/of verharde publieke ruimte is er schaars…. Kinderen spelend op straat…. Fietsend op de stoep op zoek naar het ontbrekende fietspad…. Niet alleen in de Handelsdoksite sluipt de leegte naar binnen, ook het braakliggende NMBS-terrein strekt zich uit langs het perron in zijn volle eenzaamheid. De drie grote structuren; de spoorweg, het Handelsdok en de ring snijden het gebied af van de kernstad en de stadsrand. De verbinding tussen de kernstad en de stadsrand lijkt zich te beperken tot het chaotische dampoortknooppunt (en deels de Forelstraat meer in het zuiden). Het dampoortknooppunt brengt ons via het Octrooiplein en het Antwerpenplein, waar een concentratie lijnbussen aan en af komt gereden, naar de Dendermondsesteenweg. Als voetganger, passant in de Dendermondsesteenweg lijken drie verschillende etalages zich voortdurend af te wisselen. De gesloten gevels, etalages van de rijwoningen waar het leven zich afspeelt achter de ondoorzichtige gordijnen, de mobiele
etalages die constant voorbijrazen en de tientallen etalages van de steenwegwinkels: eldi, döner kebap, krantenwinkel ’t poortje, snack gül, slagerij patrick, nachtwinkel pak, masterbet (wedden dat je wint), BMW garage, santana, cinema sexy world, o’ cool, slaapcomfort, arena geschenkenhuis, turantex, celköz tapijtcentrum, chinees restaurant panda, cafe eskischir, begrafenissen maes, galaxi telefoon-internet-fax (marocco en algeria 35 ct., albania 30 ct., turkije 20 ct.), slagerij kasabi, patisserie de brouwer, kruidvat, aldi, casa, blokker, hubo, pronti (aan deze prijs wil ik erbij zijn), wascenter, zonnecenter met nieuwe lampen, leenbakker, turkse pizza en snack dedeoglu, textiel gina, café taxis, all decor, göksin market, kapsalon miray, citybank, kapsalon pepe, internetcafé dampoort, pitta izmir, herenkapsalon izmir, vzw orchidee, mode izmir, coiffeur nezir, autorijschool baert, warme turkse bakkerij sahin, pressing 2000 (luxe dry cleaning), fortis bank, kapsalon berber, pitta snack sari, outlet store lynda lyn, frituur ’t pleintje, cafe garfield op de hoek, pitta yaruz, nachtwinkel durenz, nachtwinkel en callshop mala, apotheek de poorter, de post, power, begrafenissen vandenberghe, café het engel, kaya bakkerij,…. Er lijkt geen einde te komen aan het handelslint…. Ondertussen loop ik onopgemerkt het onderzoeksgebied uit….
083
084
Strip 1 Tekening Ann Maelbrancke Tekst Luce Beeckmans
strips cover story: design
085
086
strips
Strip 2 Tekening Ann Maelbrancke Tekst Dirk Liekens
087
088
strips
089
090
Prent 1
Strip 3 Tekening Ann Maelbrancke Tekst Frederik Van Steene
Ik lig nog in bed en voel de warme gloed van de ochtendzon op m’n gezicht. Tenminste, dat denk ik toch, want hoe meer het vrolijke getjilp van vogels plaats maakt voor het geluid van kibbelende mensen, getoeter en een constant voorbij scheurend geraas, hoe meer mijn ogen zich onvrijwillig openen en verblind worden door mijn nachtlamp die een stuk feller lijkt te schijnen dan een vijftal uur geleden toen het nog zalig vannacht was. Volledig ontnuchterd strompel ik halfdronken uit mijn bed richting raam. Ik open erg tegen mijn zin het gordijn, om daarachter, zoals ik al kon vermoeden, de ochtendlijke duisternis te ontwaren. De straatverlichting en het kleverige geluid van banden op het wegdek verraden dat het weer eens regent. Na een heerlijke kop koffie en een warme verkwikkende stortbui verlaat ik het huis met mijn paraplu reeds in de aanslag. Diep onder het geel plastieken regenscherm hoor ik de oorverdovend kletterende regendruppels die even later tegen mijn benen terug opspatten. Hoewel er veel verkeer is, sta ik eenzaam te wachten op de bus. Mensen in wagens zijn in een flits voorbij terwijl de mensen in de huizen zich gezellig achter hun gordijnen verschuilen. Hopelijk zitten ze voor het raam als straks de te late bus in volle vaart toekomt en mij met deze grote plas een goede morgen wenst.
strips Prent 2
Toen we er twee weken geleden mee begonnen wisten we al hoe het zou aflopen. Toch ging we ermee door. Deze morgen was het dan zover. Een telefoontje van een vriend:”ze komen eraan”. Nog geen minuut later werd hard op de deur geklopt. Ik had net de tijd om de muur over te klimmen en te lopen. Naar waar? Niet goed wetend wie ik nog kon vertrouwen dwaalde ik doelloos door de stad, tot ik de Sleepstraat in wandelde. Ik voelde me plots rustiger alsof ik net een landsgrens overgestoken was. Wie zou mij hier komen zoeken. Ik had nog niks gegeten die dag en kocht me een groot rond brood in wat volgens de verkoper een Turks bergdorpje zou moeten zijn. Even later bevond ik mij in het Marokkaanse Agadir, vanwaar ik vrij van alle zorgen mijn vriend wou bellen om hem te bedanken voor alles wat hij voor mij had gedaan. Onmiddellijk nadat ik het laatste cijfer had ingevoerd ging recht achter mij een gsm af. Nog voor ik de tijd had mij om te draaien voelde ik een steek in de rug. GAME OVER, en plots stond ik terug in een callingshop in de sleepstraat in Gent.
091
092
Prent 3
Hier vanop de brug kan je ons huis zien. Daar aan de overkant, twee huizen links van het huis dat doorsneden wordt door de middenas van het kanaal. Daarnet heb ik er na een zware ruzie de deur hard achter mij dichtgeslaan en ben beginnen wandelen. Eerst langs de grijzige gevels van de huisjes die stuk voor stuk op het onze lijken, de vroegere woningen van de dokwerkers. Dan na de drukke weg te zijn overgestoken langs het water. Het water, dat enerzijds onrechtstreeks verantwoordelijk is voor de troosteloze sfeer die hier hangt, maar anderzijds het element is dat de omgeving nog leefbaar houdt. We leven hier niet opgesloten in een netwerk van smalle straatjes maar kunnen hier genieten van weidse zichten, een verfrissende bries en de rustgevende golfslag van het water zelf. Van hieruit, met het zicht op ons huisje besef ik maar weer eens dat ze gelijk had, en zo gaat dat iedere keer.
strips Prent 4
Ooit was het hier een bruisende buurt. Constant voeren Schepen aan en af en werden ze geladen en gelost. Grote kranen reden rond, hesen en tolden. En daar tussen krioelde het van de dokwerkers die als mieren ijverig in de weer waren. Na het werk liepen de kroegen rond het dok gezellig vol en werd er gedronken en gezongen tot in de vroege uurtjes. Van die periode die ik gedreven door nostalgie waarschijnlijk iet wat te mooi afbeeldt, blijft nu niet veel meer over. Met de tijd werden de schepen te groot en waren de fabrieken aan uitbreiding toe, en trokken ze richting de nieuwe dokken langs het kanaal waardoor de oude haven er steeds meer verloederd begon bij te liggen. Vorig jaar is het bedrijfje waarvoor ik jaren heb gewerkt heb uiteindelijk ook verhuisd en met de grond gelijk gemaakt. Dan ben ik op pensioen gegaan en met mij de kraan die ik heel die periode heb bestuurd. De kraan is hier blijven staan voor de toekomstige bewoners als een aandenken aan wat hier ooit is geweest.
093
blinde linde vlekken
096
Geheugen Giovannah Godefroit
De Dampoortsite wordt gevormd door een samenraapsel van functies, sociale groepen, bouwvormen, activiteiten en sferen. Dit zorgt voor het chaotische karakter dat de voorstad kenmerkt. De verloedering, de kaalslag, de infrastructurele knelpunten zijn belangrijke problematieken van dergelijke sites. De voorstad krijgt hierdoor vaak een negatief karakter. Misschien liggen de potenties net in de ambiguïteit die deze veelzijdigheid met zich meebrengt? Misschien moet de aftakeling eerder als een mogelijke nieuwe impuls worden gezien?
Om dit te illustreren zou ik een vergelijking willen maken tussen het innemen en het gebruiken van de ruimte door de mens en het lezen van een tekst. Om de inhoud van een tekst te communiceren naar de lezer biedt de taal ons heel wat mogelijkheden die eigenlijk ook in meer of mindere mate variëren van taal tot taal. Elke taal bevat een waaier aan regels. Deze zorgen voor het verkrijgen van betekenis die
begrijpbaar wordt voor iedereen. Verbanden worden gelegd door volgorde van woorden of woordgroepen, grammatica, leestekens,… Hierbij speelt de context ook een belangrijke rol. Verleden, mentale toestand, eigen interesses en kennis van de lezer bepalen hoe de lezer een tekst gaat interpreteren. Toch worden door bepaalde teksten heel eenduidige betekenis opgelegd. Analoog hieraan bestaan er ook zeer disciplinaire ruimtes die zeer eenduidig gebruik opleggen. Het minder rigide gebruik van taalstructuren kan zorgen voor een multi-betekenis van een tekst. De aftakeling van een tekst maakt multi-interpreteerbaarheid van de lezer mogelijk. Het verdwijnen van leestekens tast de leesbaarheid aan en zorgt voor verwarring maar maakt ook een veel persoonlijkere invulling van een verhaal mogelijk. De kaalslag in een tekst ( het weglaten van bepaalde woorden of zinnen ) blijft tot een bepaald niveau eenzelfde betekenis suggereren (cfr. Fantoomdriehoek ) . Wordt de ontbinding van de structuren te drastisch dan wordt plots een heel nieuwe lezing mogelijk die bovendien inspeelt op de creativiteit van de lezer die er telkens verschillende dingen uit kan halen. Deze literaire terrains vagues maken verschillende invullingen mogelijk. Ze zorgen voor vaagheid en ambiguïteit. Analoog draagt de ontbinding van ruimtelijke structuren bij tot een niet-gekristalliseerde ruimte. Het wijzigen van de volgorde van woorden of woordgroepen kan leiden tot het leggen van nieuwe linken. In de ruimte wordt dit misschien verkregen door het ontstaan van nieuwe parcours door de ruimte. Een analoog van het chaotische, van de veelzijdigheid aan betekenis die de site kenmerkt kan ook teruggevonden worden in de samengeperste woorden uit James Joyces Finnegans Wake. Ze vormen een literair analogon van de inbetween. In zekere zin zijn het ook illustraties van het feit dat een hogere interactie een ef-
blindde vlekken ficiënter ruimte gebruik mogelijk maakt. Woordspelingen zijn interessante voorbeelden van hoe het misbruiken van taalregels kan leiden tot zeer creatief gebruik van taal.Woordspelingen zijn bovendien taalgebonden wat nog eens wijst op het feit dat ze sterk inspelen op de spelregels van een taal. Zou er hiervan een ruimtelijk analogon bestaan?
Een gelijkaardige omgang met de ruimte biedt de mogelijkheden tot het zich afspelen van zoveel mogelijk diverse verhalen binnen eenzelfde ruimte. Het zet ook aan tot improvisatie en eigen initiatief. Daarom lijkt een dergelijke omgang met de Dampoortsite mij een interessante piste.
Het geheugen speelt een zeer cruciale rol tijdens een dérive. Niet alleen worden we erdoor geleid tijdens de dérive zelf, ook achteraf bepaalt het wat we er ons van zullen herinneren en welk gevoel we er achteraf aan gaan koppelen. Belevenissen en associaties worden opeengestapeld tot een verhaal dat sterk kan afwijken van de werkelijkheid. Informatie verdwijnt terwijl nieuwe linken worden gelegd en toegevoegd. Het weergeven van een dérive ( met tekst, tekeningen, geluid, … ) wordt dan ook een zeer persoonlijke visie van het gebied en de belevenissen die er zich hebben afgespeeld. In die zin bevat het dus ook projecties op het gebied. Uit deze zeer subjectieve documenten kan dan de visie over het gebied gedistilleerd worden. De factor tijd speelt hierin een zeer belangrijke rol. De tijd versterkt de inwerking van eigen verlangens, associaties, angsten, … Ook de overgang naar verschillende media draagt hiertoe bij. De omzetting ( bijvoorbeeld van tekst naar afbeelding en dan weer van afbeelding naar tekst ) verplicht ons er toe om te gaan reduceren en om andere gegevens uit onze eigen verbeelding toe te voegen. Het doorgeven van eigen werk, zodat het door anderen bewerkt zou worden, dwingt tot interpretatie. Zo verkrijgt men een superpositie van ervaringen en visies. Vaak is het zo dat ofwel het meest vreemde ( het niet-alledaagse ), ofwel de dingen die appelleren naar zeer vertrouwde zaken en dus sterke associaties teweegbrengen, ons het meest bijblijven. Wat ertussen zit vervaagt maar kan onbewust wel nog sterk bijdragen tot de sfeer die men aan de dérive overhoud.
097
098
Geheugen Matthias Blondia
blinde vlekken
099
publieke ruimte
0102
fotografisch onderzoek naar ruimte en tijd in de dampoort-zone Guust Selhorst
publieke ruimte
6:31. Aangekomen op de parking van een shoppingmal aan de Dendermondse Steenweg, nabij station Gent-Dampoort. Camera op statief, gericht naar in- en uitgang van supermarkt Aldi. De strategie bestaat uit het nemen van zes fotoreeksen. Om het uur een reeks van vijf opeenvolgende momentfixaties. Tussen die vijf opeenvolgende momenten zit een tijdsinterval van vier minuten. 6:44. De eerste foto. 7:00. De eerste reeks is afgewerkt. Een experiment om via activiteiten de publieke ruimte te analyseren in zijn dagdagelijkse realiteit.
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
6:44
103
104
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
6:48
Nachtelijke activiteiten spelen zich op de achtergrond af in de appartementsblokken.
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
6:52
Nachtelijke activiteiten spelen zich op de achtergrond af in de appartementsblokken.
publieke ruimte
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
6:56
De TREIN raast voorbij de verlaten parking om later halt te houden aan het Dampoortstation.
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
7:00
Nachtelijke activiteiten spelen zich op de achtergrond af in de appartementsblokken.
105
106
eerste bedenking:
Public Life & de informele ontmoeting
De gedachte dat de informele ontmoeting de basisvorm is van de deelname aan het publieke leven, is gebaseerd op een set van vooronderstellingen en verwachtingen betreffende cultuur en politiek die vastzitten op een bijzonder begrip van ‘publieke ruimte’. De mythe van de straat berust namelijk op de voorstelling van de stad als een geheel van straten en pleinen dat een informele ontmoetingsplek vormt. En de vooronderstelling dat deze spontane samenkomst geldt als grondvorm van het sociale leven. De heersende sociale logica van de straat is echter deze van de consumptie. De sociale regels van de publieke ruimte worden niet meer bepaald door de samenkomst van noden en belangen waar men via onderhandelingen tot een overeenkomst komt, maar door eigen verlangens en eigen smaak. Deze sociale logica in het ‘openbaar gebied’ garandeert een vrijheid die niemand verantwoording verschuldigd is. Consumptie speelt zich niet af op een markt, plein of straat, maar eenzaam voor de etalage.
Wat volgt:
7:44 ... 8:00
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
7:44
Nachtelijke activiteiten spelen zich op de achtergrond af in de appartementsblokken.
publieke ruimte
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
7:48
Nachtverlichting van het Belfort verzwakt. Nachtelijke activiteiten spelen zich op de achtergrond af.
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
7:52
Nachtelijke activiteiten spelen zich op de achtergrond af. Verlichting Aldi dooft.
107
108
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
7:56
Nachtelijke activiteiten spelen zich op de achtergrond af. TREIN passeert.
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
8:00
Nachtelijke activiteiten spelen zich op de achtergrond af.
publieke ruimte
Tweede bedenking:
... And Then There Was Shopping
Niet enkel winkelen begint te versmelten met alles, maar alles begint te versmelten met winkelen. Door opeenvolgende golven van uitbreiding – elkeen extensiever en doordringender dan de vorige – is winkelen methodisch terrein gaan winnen op een draaiend spectrum van territoriums zodat het nu, aantoonbaar, de definiërende activiteit van het publieke leven is. Waarom is het zo’n basisaspect van ons bestaan geworden? Omdat het synomiem is met misschien de meest betekenisvolle en fundamentale ontwikkeling om vorm te geven aan het moderne leven: de onbelemmerde groei en aanvaarding van de economische markt als de dominante wereldstandaard. Winkelen is het medium waarmee de markt zich vastgehecht heeft aan onze ruimten, gebouwen, steden, activiteiten en levens. Het is de maatstaf om aan te tonen hoever de economische markt onze omgeving heeft vormgegeven en uiteindelijk onszelf.
Wat volgt:
8:44 ... 9:00
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
8:44
9 geparkeerde auto’s, 1 AUTO in beweging, 1 fiets, geen personen
109
110
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
8:48
10 geparkeerde auto’s, 1 AUTO in beweging, 1 fiets, geen personen
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
8:52
10 geparkeerde auto’s, 1 fiets, geen personen, verlichting ‘Gent-Dampoort’ dooft.
publieke ruimte
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
8:56
10 geparkeerde auto’s, 1 fiets, geen personen.
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
9:00
10 geparkeerde auto’s, 1 fiets, 2 personen, PRATEN.
111
112
derde bedenking:
Verbijzonderde Alledaagse Stedenbouw
Het ‘alledaagse’ slaat op wat iedere dag terugkeert. Wat alle dagen voorkomt wordt niet als merkwaardig beschouwd en is daarom zeer gewoon en banaal. ‘Stedenbouw’ wordt beschouwd als de aanleg, ontwikkeling en uitbreiding van steden, en de daarmee gepaard gaande problemen van esthetische, bouwtechnische, verkeerstechnische en economische aard. Al te vaak wordt de sociaalmaatschappelijke problematiek vergeten. Niet zozeer dat de stedenbouwkundige een oplossing kan bieden voor die problematiek, maar negatie van een existente problematiek kan leiden tot een ernstige afrekening met het ontwerp. Vandaar deze kritiek op (avant-gardistische) elitarisme en verwaarlozing van ‘alledaagse’ aangelegenheden. Het wordt tijd om opnieuw de nadruk leggen op banaliteit en realisme. Niet om ons even te herinneren aan de bestaande lelijkheid van de stad, wel om even na te denken over het belang van architectuur. Om te wijzen op de nederigheid die architecten in zich zouden moeten dragen.
Wat volgt:
9:44 ... 10:00
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
9:46
Lichten uit onder afdak, 9 geparkeerde auto’s, 2 fietsen, 1 persoon, BEDELEN.
publieke ruimte
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
9:48
Trein passeert, 9 geparkeerde auto’s, 2 fietsen, 2 personen, BEDELEN, WANDELEN.
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
9:52
9 geparkeerde auto’s, 2 fietsen, 1 persoon, BEDELEN.
113
114
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
9:56
1 mobiele auto ,10 geparkeerde auto’s, 1 fiets.
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
10:00
2 mobiele AUTO’s ,4 geparkeerde auto’s, 1 persoon, WANDELEN.
publieke ruimte
vierde bedenking:
De foto’s
We zagen auto’s op en afgaan, fietsers, en mensen. De trein die naast de parking voorbijraast werd eveneens elk uur geregistreerd. Het St-Baafs, ‘s nachts gehuld in een hemels licht, verdween overdag in de mist en de nadruk verlegde zich op een banaal appartementsblok. Er werd duidelijk niets spektaculairs geregistreerd in deze ‘openbare’ ruimte. Hoogst waarschijnlijk biedt dit toch een representatief beeld van deze plek. We zien de dagdagelijkse continuïteit in het menselijk bestaan. Niets meer of niets minder.
Wat volgt:
10:44 ... 11:00
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
10:44
1 mobiele AUTO, 12 geparkeerde auto’s, 2 fietsen, 3 personen, PRATEN, FIETSEN.
115
116
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
10:48
1 mobiele AUTO, 15 geparkeerde auto’s, 3 fietsen, 4 personen, WANDELEN.
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
10:52
11 geparkeerde auto’s, 2 fietsen, 2 personen, FIETSEN.
publieke ruimte
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
10:56
1 mobiele AUTO, 11 geparkeerde auto’s, 2 fietsen, 5 personen, WANDELEN.
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
11:00
2 mobiele AUTO’s, 10 geparkeerde auto’s, 1 fiets, 1 persoon, LADEN.
117
118
vijfde bedenking:
Representatief?
Vooreerst moet gezegd worden dat er wel degelijk mensen praten tegen elkaar, maar bij toeval slechts uitzonderlijk op de foto’s. Het gaat echter nooit om samentroepingen of om intense conversaties, eerder om conversaties in het voorbijgaan. Iedereen lijkt gehaast om elders te gaan. Hoewel deze publieke ruimte geen enkele verblijfskwaliteit in zich draagt werd er toch een persoon gespot die wel bleef staan. Het gaat om een bedelende vrouw van buitenlandse afkomst. Ook dit geldt als niets bijzonders in de betekenis van alledaags als we na rondvraag kunnen concluderen dat er aan elke supermarkt in de stad zo’n activiteiten terug te vinden zijn.
Wat volgt:
11:44 ... 12:00
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
11:44
1 mobiele wagen, 11 geparkeerde auto’s, 2 fietsen, 4 personen, LADEN, WANDELEN.
publieke ruimte
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
11:48
1 mobiele AUTO, 13 geparkeerde auto’s, 3 fietsen.
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
11:52
13 geparkeerde auto’s, 3 fietsen, 4 personen, trein passeert, WANDELEN.
119
120
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
11:56
11:56
1 mobiele AUTO, 13 geparkeerde auto’s, 3 fietsen, 5 personen, PRATEN, LADEN.
Parking ‘Aldi’_ Dendermondse Steenweg_ nabij Dampoort_ 9000 Gent_ 1 December 2004_
12:00
12:00
1 mobiele AUTO, 14 geparkeerde auto’s, 3 fietsen, 4 personen, PRATEN, LADEN, WANDELEN.
publieke ruimte
ACTIVITEITEN: 1.TREIN PASSEERT
HORIZNTAAL: 6u-12u VERTIKAAL: 1-15 (aantal)
MOBIELE AUTO 2.GEPARKEERDE AUTO
FIETSEN 3.GEPARKEERDE FIETS
4.PRATEN
5.BEDELEN
6.WANDELEN
7.LADEN LICHTEN BRANDEN: ST-BAAFS APPARTEMENTEN STATIONSBORD 8.LUIFEL AAN INGANG
121
tracing dampoor dampoort 1+2+3 1+2+
124
4RACING $AMPOORT &REDERIC