Bijlagen Woonvisie Teylingen 1. Afkortingen 2. Begrippen en definities 3. Aantal transacties van koopwoningen in Teylingen en de regio in de periode 2000-2006 4. Karakteristieken en bouwperiode verschillende buurten in Teylingen 5. Samenvatting Regionaal Woonruimteverdelingsysteem 6. Verschillende regelingen voor Maatschappelijk Gebonden Eigendom (MGE) 7. Mogelijke interventies op de woningmarkt voor starters 8. Bevoegdheden van verschillende partijen in het wonen 9. Nieuwbouwprojecten Teylingen vanaf 2008 10. Duurzaam Bouwen Plusrichtlijn 11. Woonvormen senioren 12. Levensloopbestendige woningen en bijzondere instellingen in Teylingen 13. Sterrensysteem levensloopbestendige woningen 14. Overzicht mogelijke diensten woonservicezone 15. Verslag werkconferentie 25 april 2007 16. Verslag werkconferentie 14 november 2007 17. Literatuur
Bijlage 1: Afkortingen BLS
Besluit Locatiegebonden Subsidies
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CPB
Centraal Planbureau
HT
Huurtoeslag
ISV
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
MGE
Maatschappelijk Gebonden Eigendom
RCG ZHN
Regionale Commissie Gezondheidszorg Zuid-Holland Noord
RIO
Regionaal Inkomensonderzoek
VINEX
Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra
VROM
(Ministerie van) Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
WBO
Woningbehoeftenonderzoek
Wmo
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
WoON
Woononderzoek Nederland
WOZ
Wet Waardering Onroerende Zaken
WRO
Wet op de Ruimtelijke Ordening
Wvg
Wet Voorzieningen Gehandicapten
EGW
Eengezinswoning
MGW
Meergezinswoning
Bijlage 2: Begrippen en definities Doelgroep van beleid Door het ministerie van VROM gehanteerde term om aan te geven voor welke huishoudens de sociale sector moet functioneren. Voor de huurtoeslag worden grenzen in het belastbare inkomen gehanteerd. Deze worden jaarlijks door de Minister van VROM geïndexeerd. Sociale huurwoning Een sociale huurwoning is een nieuwe of bestaande huurwoning die in eigendom is van een sociale verhuurder (in de praktijk een woningcorporatie). De huur van een sociale huurwoning ligt onder de liberalisatiegrens van € 631,73 (prijspeil 1-7-2008). Huurprijsgrenzen De grenzen uit de huurtoeslagwetgeving zijn per 1-7-2008 als volgt: Boven liberalisatiegrens meer dan € 631,73 Tot de liberalisatiegrens € 499,51 / € 535,33 tot en met € 631,73 Tot de aftoppingsgrens (1/2 pers) € 348,99 tot en met € 499,51 Tot de aftoppingsgrens (> 2 pers) € 348,99 tot en met € 535,33 Tot de kwaliteitskortingsgrens tot en met € 348,99 N.B. De kwaliteitskortingsgrens is tevens de maximale huurtoeslaggrens voor jongeren tot 23 jaar, uitgezonderd jongeren tot 23 die wegens een fysieke handicap gedwongen zijn duurder te wonen. Op sommige plaatsen in de tekst wordt gesproken van de huurtoeslaggrens in plaats van de liberalisatiegrens. Deze termen duiden exact dezelfde grens aan. HT HuurToeslag, een financiële tegemoetkoming in de maandelijkse huurlasten voor lagere inkomens. Afhankelijk van de hoogte van de huur, de financiële situatie en de samenstelling van het huishouden. De regeling wordt met ingang van 2006 uitgevoerd door de Belastingdienst. Maatschappelijk gebonden eigendom (MGE) Met ‘maatschappelijk gebonden eigendom’ (MGE) worden woningen bedoeld die door de corporatie/projectontwikkelaar onder de marktprijs worden verkocht, waarbij deze met de koper afspreekt de woning bij (door)verkoop als eerste aan te bieden aan de corporatie/projectontwikkelaar. Daarbij wordt de winst of het verlies gedeeld. De corporatie/projectontwikkelaar beslist daarna of de woning opnieuw verkocht wordt aan een volgende koper of opnieuw wordt verhuurd. Levensloopbestendig “Levensloopbestendig” is een begrip dat betrekking heeft op de geschiktheid van een woning om bewoond te worden door mensen die een lichamelijke beperking hebben. Dit begrip is niet gestandaardiseerd: er is geen norm voor. In het algemeen kan gesteld worden dat levensloopbestendige woningen in elk geval voldoen aan de eisen van Woonkeur® en daar nog een aantal extra kwaliteiten aan toevoegen, zodat de woningen ook geschikt zijn voor mensen met een ernstige lichamelijke handicap of thuisverpleging. Gradaties van levensloopbestendigheid worden in een ‘sterren’ uitgedrukt. Het ‘sterrensysteem’ ken vijf sterren. Het classificatiesysteem beoordeelt woningen los van de zorgintensiteit. Het beoordeelt de fysieke toe- en doorgankelijkheid van de woning. Het systeem gaat tevens uit van minimale oppervlaktematen waaraan verblijfsruimten moeten voldoen, willen zij toe- en doorgankelijk en bruikbaar zijn voor zorgverlening. Verzorgd/beschut wonen Verzorgd/beschut wonen kan zijn: zelfstandig wonen (niet in een complex) in een seniorencomplex in een servicecomplex. Verzorgd/beschut wonen is in ieder geval zelfstandig wonen in een verder aangepaste woning. Dienstverlening en zorg op afspraak of op afroep zijn desgewenst mee-gearrangeerd met de woning die altijd levensloop geschikt is.
Woonzorgcirkel / woonservicezone Een woonservicezone is een wijk waar mensen met beperkingen zelfstandig kunnen wonen. Het concept woonservicezone of woonzorgcirkel gaat ervan uit dat buurten vitaal kunnen blijven door enerzijds zorg en welzijn efficiënt te organiseren en tegelijkertijd voldoende draagvlak te creëren voor voorzieningen (winkels, cafés, sport). Vanuit een centrale punt wordt een belangrijk deel van het zorgaanbod vervuld. Dit kan een kleinschalige intramurale instelling zijn, die daarnaast verschillende vormen en niveaus van zorg-aan-huis levert. Dit centrale punt zou idealiter moeten samenvallen met een aantal basisvoorzieningen, zoals winkels, huisartsen, openbaar vervoer, horeca en dergelijke. In cirkels rond dit punt zijn met afnemende maat verschillende vormen van aangepaste woningen en voorzieningen te vinden. Ook is de openbare ruimte toegesneden op het gebruik van rollator en rolstoel. Zelfstandige/onzelfstandige woning In deze woonvisie wordt onderscheid gemaakt tussen zelfstandige en onzelfstandige woningen. De grens tussen deze twee woonvormen wordt meestal getrokken bij de zelfstandige beschikbaarheid over een badkamer en een keuken. Bij zelfstandige woningen heeft de bewoner hier wel de beschikking over, bij onzelfstandige woningen niet. Van deze laatste vorm is vaak sprake bij kamerbewoning. Inschrijfduur Inschrijfduur is de tijd woonruimteverdelingsysteem.
die
een
woningzoekende
ingeschreven
staat
in
het
Woonwaarde De Woonwaarde vertegenwoordigt de populariteit van een corporatiewoning, uitgedrukt in tijd. Voor het bepalen van de woonwaarde van de woning is gebruik gemaakt van de aanslag onroerende zaakbelasting (WOZ-waarde), gedeeld door een omrekenfactor van 1325. De woonwaarde wordt jaarlijks berekend. Inschrijfwaarde De optelsom van inschrijftijd en woonwaarde. Starters hebben alleen inschrijfduur, doorstromers hebben ook woonwaarde. Doorstromer Een doorstromer is een woningzoekende die een zelfstandige huurwoning van één van de deelnemende woningcorporaties van het woonruimteverdelingsysteem achterlaat. Starter Er zijn verschillende definities starters in gebruik. Belangrijkste is hierbij het volgende verschil: Starters op de woningmarkt: jonge huishoudens (tot 30 jaar) die wonen bij de ouders thuis of op een kamer en die het eerste keer een zelfstandige woning zoeken. Starters op de sociale woningmarkt: in het regionale woonruimteverdelingsysteem Woonzicht is een starter een huishouden dat geen woning van een aangesloten woningcorporatie achterlaat. Dat zijn dus ook huishoudens die ontstaan uit relatieontbinding, van buiten de regio, particuliere huurders of eigenaar-bewoners. Socratesmodel Het Socratesmodel is een simulatiemodel met als doel een kwantitatief en kwalitatief inzicht te geven in de huidige situatie en de ontwikkelingen op de regionale woningmarkt. Het model geeft niet alleen weer hoe mensen feitelijk gehuisvest zijn, maar ook wat ze eigenlijk zouden willen. De spanning tussen de feitelijke situatie en de gewenste situatie wordt in beeld gebracht. Tekorten en eventuele overschotten kunnen daardoor gekwantificeerd worden. Voor meer uitleg zie “Woningmarktverkenning Teylingen”, ABF Research, 2007. Primos prognose Primos is een bevolkings- en huishoudenprognosemodel. Het model geeft een kwantitatieve prognose van de bevolking naar leeftijd en geslacht, evenals een prognose van het aantal huishoudens naar type en leeftijd. Primos is de demografische basis van Socrates. Het typische verschil tussen Primos en Socrates is, dat Primos de ontwikkeling van de woningbehoefte aangeeft, uitgedrukt in het totaal aantal woningen per regio, en dat Socrates de kwalitatieve woningbehoefte aangeeft, dat wil zeggen onderscheiden naar woningtype en type woonmilieu. Voor meer uitleg zie “Woningmarktverkenning Teylingen”, ABF Research, 2007.
Bijlage 3: Aantal transacties van koopwoningen in Teylingen en de regio in de periode 2000-2006
2000 Teylingen
EGW MGW Totaal Sassenheim EGW MGW Totaal Voorhout EGW MGW Totaal Warmond EGW MGW Totaal Duin- & BollenEGW streek MGW Totaal Regio Leiden EGW MGW Totaal Totaal Holland EGW Rijnland MGW Totaal Bron: De Leeuw Makelaardij
2001
2002
2003
2004
2005
2006
247 273 305 252 306 319 338 35 37 48 37 42 66 46 282 310 353 289 348 385 384 111 109 114 91 135 139 141 27 31 34 29 31 45 34 138 140 148 120 166 184 175 122 128 151 128 126 148 177 5 4 10 4 9 20 5 127 132 161 132 135 168 182 14 36 40 33 45 32 20 3 2 4 4 2 1 7 17 38 44 37 47 33 27 1.117 1.187 1.144 1.093 1.105 1.283 1.171 473 491 425 434 489 511 395 1.590 1.678 1.569 1.527 1.594 1.794 1.566 1.226 1.367 1.430 1.385 1.507 1.435 1.491 890 835 905 861 992 956 909 2.116 2.202 2.335 2.246 2.499 2.391 2.400 2.343 2.554 2.574 2.478 3.583 2.718 2.662 1.363 1.326 1.330 1.295 1.481 1.467 1.304 3.706 3.880 3.904 3.773 4.093 4.185 3.966 B.V. 2007
Eg/mg 2006 88% 12% 81% 19% 97% 3% 74% 26% 75% 25% 62% 38% 67% 33%
Bijlage 4: Karakteristieken en bouwperiode verschillende buurten in Teylingen
Nr
Naam
Bouwperiod e
Koop/huur
Karakteristiek
Sassenheim EGW, MGW, historisch, monumentaal 2 onder een kap, EGW, groen, vergl. Kievitspark Voorhout EGW, kleine woningen, ruime opzet wijk
A
Centrum
1900 / nieuw
koop, sociale huur
B
Vogelbuurt
jaren 50/60
dure koop
C1
De Kooi noord
C2
De Kooi zuid
D1
Vijfmeibuurt
D2
Vrouwenpolder
E
Wasbeek
F1 F2 G1 G2
Horsten Emmalaan Postwijk Postwijk
H
Landelijk gebied
I
Oranjebuurt
jaren 30 / 2000+
sociale huur, rand dure koop
J
Mennepark
1998
koop, huur, 20% sociaal
K
2000+
koop, huur, 30% sociaal
L
Overteylingen Warmond langs De Kaag
EGW, MGW, vrije kavels, ruime opzet, aantrekkelijk EGW, MGW
dure koop
grote kavels
M
Centrum
koop, sociale huur
EGW, monumentaal
N O P Q
Oranjebuurt De Weiden Endepoel Lommerlust
vooroorlogs vooroorlogs/ eeuwwisseling jaren 50 jaren 70/80 jaren 70 jaren 80/90
dure koop, sociale huur sociale huur sociale huur huur, koop
EGW
R
Landelijk gebied
S
Voorhout Dorpskern
jaren 20/30
goedkope koop
T
Kievitspark
jaren 50
dure koop
U
Schildersbuurt / Oranjebuurt
jaren 50/60/70
V
Beukenrode / Spoorlaan I
1974-1976
W
Spoorlaan II
1983/1984
goedkope en middeldure koop, sociale huur sociale huur, sociale koop, middeldure koop, aan de randen vrijstaand sociale huur, sociale koop
X
Oosthout
1984-1992
Y
Hoogh Teylingen
1995-2006
Z
Vooroorlogsjaren 20/30 jaren 70 uitleg jaren 50/60 vooroorlogs jaren 20/30 eind jaren 70/ begin 80 jaren 70 jaren 20/30 begin 90 jaren 80
koop sociale huur, koop
EGW, MGW
sociale huur, koop
EGW
sociale huur, koop
EGW
middeldure + dure koop, sociale huur koop merendeel koop dure koop huur, koop dure koop
dure koop
Broederhuis begin 80 NieuwSchoonoord Totaal 60% 1970+
EGW, MGW woonerf, EGW, MGW portiek EGW EGW, aantrekkelijk EGW, MGW villa`s, groen, gemengde functies EGW, MGW
EGW, MGW, Liduina EGW villa`s, groen, gemengde functies EGW, historische kern vrijstaand, 2 of 3 onder een kap, groen vergl. Vogelbuurt Sassenheim eenvoudige EGW, rijtjeshuizen eenvoudige EGW, tuinkamerwoningen EGW, MGW
premie A+C woningen, sociale huur, vrije sector 15% sociale koop, 15% sociale huur, dure koop aan randen huur
EGW, MGW, vrijstaand aan de randen
merendeels sociale huur
MGW en aanleunwoningen
65% koop
86% eengezinswoningen
EGW, vrijstaand aan de randen
Bijlage 5: Samenvatting Regionaal Woonruimteverdelingsysteem Woonzicht.nl, zoals het woonruimteverdelingsysteem van de Regio Holland Rijnland heet, is per 1-7-2006 in werking getreden. Het verdeelsysteem heeft betrekking op alle zelfstandige huurwoningen tot de maximale huurtoeslaggrens en alle nieuwbouw koopwoningen onder de koopprijsgrens. De regels voor de verdeling van sociale huurwoningen en nieuwbouwkoopwoningen zijn vastgelegd in de Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2005 (versie 2006) en het convenant woonruimteverdeling. Met uitzondering van de gemeenten Katwijk, Noordwijk en Noordwijkerhout is dit de leidraad voor de woonruimteverdeling. De woningen worden via de gezamenlijke website www.woonzicht.nl aangeboden. Belangrijke uitgangspunten voor het model zijn o.a. dat: er sprake is één open regionale woningmarkt van alle sociale huurwoningen (en ook sociale koopwoningen); er in beginsel geen regionale of lokale bindingseisen worden gesteld (wat impliceert dat de woningmarkt voor iedereen in Nederland toegankelijk is); de passendheidseisen voor de meeste woningen zijn vervallen (woning- en huishoudgrootte, inkomen); er zo groot mogelijke keuzevrijheid is voor de woningzoekenden; op lokaal niveau zoveel mogelijk de sociale cohesie wordt geborgd; de kansen voor starters, senioren en bijzondere doelgroepen worden geborgd. Woningen worden toegewezen op volgorde van inschrijfwaarde. De inschrijfwaarde bestaat uit inschrijfduur en mogelijk ook de woonwaarde. De woonwaarde vertegenwoordigt de populariteit van een corporatiewoning. Voor het bepalen van de woonwaarde van de woning is gebruik gemaakt van de aanslag onroerende zaakbelasting (WOZ-waarde), gedeeld door een omrekenfactor van 1.325. Alleen doorstomers kunnen woonwaarde opbouwen door de corporatiewoning die ze achter laten. Voor geoormerkte seniorenwoningen en aangepaste woningen krijgen mensen die tot deze groepen behoren voorrang. Dit geldt ook voor (stadsvernieuwings-)urgenten. De kansen van starters worden nauwlettend in de gaten gehouden. Indien blijkt dat hun slaagkans laag is ten opzichte van andere groepen, dat wil zeggen onder 20% ligt, kan 20% van het vrijkomende aanbod voor starters worden gelabeld.
Bijlage 6: Verschillende regelingen voor Maatschappelijk Gebonden Eigendom (MGE) Variant Naam regeling
1 Koopgarant
2 Slimmer Kopen
3 Sociale Koop
4 Koop Goedkoop
Object
Woning: koop Grond: afgekochte erfpacht, geen grondhuur Korting door corporatie te bepalen
Woning incl. grond
Woning: koop Grond: erfpacht
Woning: koop Grond: erfpacht met grondhuur
Korting door corporatie te bepalen
Korting 10-50%
Korting 0-50%
Korting door koper te bepalen. Rest wordt betaald bij doorverkoop Korting 0-65%
1 jaar geen grondhuur, stijgt per jaar 20-50% lagere aanvangsmaandlasten
NHG verplicht Aanbiedingsplicht aan corporatie Terugverkoop verplicht door corporatie. Doorverkoop aan kinderen mogelijk. Winstdeling volgens afgesproken aandeel minimaal 50%
NHG mogelijk Aanbiedingsplicht aan corporatie Geen terugkoopplicht door corporatie
NHG mogelijk Aanbiedingsplicht aan corporatie. Corpo heeft terugkooprecht, geen terugkoopplicht
NHG mogelijk Aanbiedingsplicht aan corporatie. Verkoop woning aan derden mogelijk. Grond blijft eigendom corporatie.
Voordeel bij koop
Financiering Regels bij verkoop
Voordeel klant
Winstdeling volgens afgesproken aandeel minimaal 50%
Klant heeft volle Eigenaar profiteert waardeprofijt / van waardestijging risico over woning. betaald aandeel. Corporatie ontvangt geïndexeerde restdeel. Bronnen: SEV: Atlas koopvarianten 2006, gemeente Zaanstad, Noordwijkse Woningstichting
5 Betaalbare Koopwoning Zaanstad (BKZ) Woning: koop Grond: erfpacht met grondhuur
Deelkoop afhankelijk van inkomen (tussen € 25.000€ 32.000). Grondhuur stijgt met inkomensstijging NHG mogelijk Aanbiedingsplicht aan BKZ BV
Eigenaar profiteert van waardestijging
6 De Klant Kiest Koopcomfort
Deelkoop
Woning incl. grond
Woning: koop Grond: erfpacht
Tegen marktwaarde
7
Grond: erfpacht (= feitelijk huur i.p.v. koop). Woning: zittende huurders krijgen 10% korting op taxatiewaarde.
Corpo heeft recht op terugkoop tegen marktwaarde
Eigenaar profiteert van waardestijging
8 Model Noordwijkse Woningstichting Woning incl. grond
75% van de marktwaarde
Corpo heeft recht op terugkoop tegen 75% nieuwe marktwaarde
Eigenaar profiteert van vastgoedontwikkeling, niet van grondontw.
Eigenaar profiteert beperkt van waardestijging
Bijlage 7: Mogelijke interventies op de woningmarkt voor starters Oplossing Nieuwbouw
Argumenten voor
Argumenten tegen
Nieuwbouw starterswoningen
Er wordt rechtstreeks een product op de markt gebracht waar vraag naar is.
1.
Nieuwbouw van huurwoningen
Er komt doorstroming op de huurmarkt
Nieuwbouw van koopwoningen
Er komt doorstroming op de koopmarkt en daarmee ook op de huurmarkt
Financiële instrumenten Starterslening
Populair bij gemeenten (incl. Teylingen). Biedt de mogelijkheid om bovenop NHG te lenen. Maandlasten groeien met inkomensontwikkeling. Kosten/risico 50% bij VROM.
Koopsubsidie
Maandelijkse tegemoetkoming in hypotheeklasten voor lage inkomens. Max 173 p.m.
Verkoop vrij op naam door corporaties
Bij verkoop aan zittende huurder komt de VON-korting bij de ‘doelgroep’
Varianten tussen koop en huur
Vormen van gedeeld eigendom betekenen ‘aandelen’ in de woning voor de verkoper, die daarmee grip houdt (terug kooprecht of winstdeling) Door de grondprijzen voor specifieke doeleinden te verlagen brengen gemeenten de kosten voor ‘sociale’ ontwikkelaars omlaag.
Goedkope grond voor sociale/starterswoningen
Woonruimteverdelingsysteem In toewijzigingscriteria kansen voor starters vergroten
Hiermee kunnen de kansen voor starters vergroot worden. Bijvoorbeeld door regionale of zelfs lokale starters grotere kansen te geven. Hiermee wordt instroom van buiten de regio beperkt.
Er is al (regionaal) een grote voorraad van deze woningen. 2. De kwaliteit (kleine woningen) heeft weinig toekomstwaarde, tenzij wordt voorgesorteerd op samenvoegen. Op de langere termijn is er regionaal minder vraag naar dit type woningen, volgens het WBO/WOoN 2006. Het huidige gat tussen huur en koop is te groot voor de ‘sprong’. Er komt dus maar een beperkte doorstroming op gang. 1.
Banken en VEH: er stroomt meer geld de markt op, dus stijgen de prijzen. Woningtekort niet opgelost. 2. Subsidie komt terecht bij eerste koper, geen blijvend positief effect. 3. Ervaring in Teylingen tot nu toe: 7 leningen in twee jaar verstrekt 1. Banken en VEH: er stroomt meer geld de markt op, dus stijgen de prijzen. Woningtekort niet opgelost. 2. Subsidie komt bij eerste koper, geen blijvend positief effect. 1. De voorraad goedkope en betaalbare woningen wordt niet groter. 2. Er wordt vaak niet verhuisd. 3. Geholpen worden koopstarters, dit zijn veelal geen starters. 4. Subsidie komt bij eerste koper, geen blijvend positief effect voor starters. Als het niet wordt uitgevoerd door een toegelaten instelling of overheidsinstantie, vloeit het geld de markt op en ontstaan er vormen van beleggen of speculatie. 1. 2. 3.
1. 2. 3.
Niet-transparante vorm van subsidie. Corporaties hebben in principe voldoende vermogen. Afhankelijk van condities kan effect tijdelijk zijn.
Regionaal woonruimteverdelingsysteem nog maar kort van kracht Kansen voor doorstromers worden kleiner Kansen voor Noordwijkse starters in de regio nemen af. Ontkent de regionale woningmarkt.
Bron: Moosdijk, H. van den, “Tekort aan starterswoningen is een mythe”, tbv Nirov-discussiedagen Bouwen en Wonen, september 2006
Bijlage 8: Bevoegdheden van verschillende partijen in het wonen
Rijk
Provincie
Regio
Gemeente
Bevoegdheid Beleidsmatig beïnvloeden Landelijke wet- en regelgeving Subsidiering Toezicht houden op corporaties Privaatrechtelijke overeenkomsten Beleidsmatig beïnvloeden Toetsen ruimtelijke planvorming Toetsen plannen Beleidsmatig beïnvloeden Regio-afspraken Woonruimte verdelen Beleidsmatig beïnvloeden Lokale regelgeving
Privaatrechtelijke overeenkomsten
Investeringsbevoegdheid
Ontwikkelingsbevoegdheid
Investeringsbevoegdheid Uitvoeringsbevoegdheid
Corporaties
Voorbeeld Visie op toekomst corporatiebestel Woonwet, Huisvestingswet Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS) Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) Landelijk Woningakkoord
Uitvoeringsbevoegdheid Beheren en exploiteren woningvoorraad Marktpartijen Investeringsbevoegdheid
Ontwikkelingsbevoegdheid Beheren en exploiteren woningvoorraad Bron: Woonvisie Leiden 2005
Nota Samenhang en samenspel (woonvisie 2005-2014) Streekplan Vergunning verlenen Regionale Woonvisie Regionale Prestatieafspraken Woonruimteverdelingsysteem Toekomstvisie, Woonvisie RO-beleid, Bestemmingsplannen Verordening woonruimteverdeling BLS-gelden, Wmo-middelen Overige stedelijke subsidies Bouw en woningtoezicht Grondexploitatie/gronduitgifte Convenant erfpacht Samenwerkingsovereenkomsten gebiedsontwikkeling Prestatiecontracten met corporaties Eigen middelen en leningen Sociaal met mogelijkheid om onrendabele top met duurdere huur of koop af te dekken Uitvoering woonruimteverdelingsverordening Beheer volgens Besluit Beheer Sociale Huursector Eigen middelen en leningen Projectontwikkeling en realisatie Beheer en exploitatie volgens woonwet
Bijlage 9: Nieuwbouwprojecten Teylingen vanaf 2008, gecorrigeerd. Opleveringen 2005 Opleveringen 2006 Opleveringen 2007
: 102 woningen : 251 : 222
Totaal 2005-2007
: 575 woningen
PROJECTEN 2008 – 2009
Naam project
Periode
Aantal woningen
Aantal Sociaal
% sociaal
Oranjebuurt Sassenheim1 Hoofdstraat Oude Post Overteylingen Rieteiland Overteylingen Urban villa’s Hoofdstraat 5-9 Klein Wildtrijck
2008/09 2008 2008 2008 2008
196 + 32 24 10 40 8
82 24 0 0 0
37% 100% 0% 0% 0%
Agneslocatie Beukenrode
2008/09 2008
60 + 66 5
43 0
34% 0%
Centrumplan Ssh blok 9 Kerklaan Essenlaan 36 (voormalig garage Dool) Hortusplein (Suikerbakkersteeg)
2009 2009 2009
24 29 12
0 10 0
0% 34 % 0%
Boerhaavestraat Hooghkamer (J.v Beierenweg) Rotonde Componistenlaan Ammerlaan J.v.Beierenweg 16-22
2009 2009 2009 2009 2009
26 50 21 11 23
0 15 0 0 6
0% 30% 0% 0% 26%
Van Winsen Bernhardstraat Van Wassenaarstraat (Anna’s hofje) KlimOp Voormalig gemeentehuis Warmond
2009 2009 2009 2009 2009
33 16 10 17 n.t.b.
9 16 3 17 0
27% 100% 30% 100% 0%
713
225
31,6%
TOTAAL
1
Sloop oude Oranjebuurt 118 woningen, Nieuwe wijk omvat 228 woningen, hiervan 82 in de sociale sector (70 egw sociale huur in oude buurt en 12 mgw sociale koop gedeeltelijk in oude buurt).
PROJECTEN 2010 - 2030
Naam project
Periode
Aantal woningen
Aantal Sociaal
% sociaal
Kistenfabriek Bakker Plan Sassembourg / hoofdgebouw Plan Sassembourg / atriumgebouw
2010 2010 2010
94 66 18
42 1) 1)
45% 32% 32%
Stationslocatie Voorhout
2010
n.t.b.
-
2)
Project De Baan Herenweg /Lockhorstlaan Liduina
2010
8
2010 2010
12 84
2 4 46
30% 30% 55%
Hoek Narcissenlaan/Parklaan LocatieTennisvelden Terrein Langeveld Overteylingen (4 urban villa’s ) Overteylingen (laatste fasen) Locatie Colijn
2011 2011 2011 2011 2011 2011
30 32 80 60 75 n.t.b.
9 10 24 1) 1) -
30% 30% 30% 32% 32% 2)
2012-2019
750
2012 2012 2012 2012
n.t.b. 50 50-100 12
225 15 n.t.b 4
30% 2) 30% 2) 30%
2013 2013 2014 2016
16 20 12 n.t.b.
5 6 4 -
30% 30% 30% 30%
n.t.b. n.t.b. n.t.b. n.t.b. n.t.b.
-
2) 2) 2) 2) 2)
900
315
35%
2.369-2.419
711
29-30%
Hooghkamer Locatie Oosthaven Hortuslaan A. Verkleystraat e.o. Norremeerstraat Kaagstraat / Norremeerstraat V. Duvenvoordestraat V. Leydenstraat Ganzewei Narcissenlaan/Garage West End Project ’t Fort Locatie De Krogt Locatie Rabobank Locatie Gemeentewerf Warmond Nieuw Boekhorst TOTAAL
2020-2030
1) Voor Overteylingen geldt dat van de 333 woningen 106 woningen in de sociale sector worden gerealiseerd 2) Uitgangspunt is 30%
Bijlage 10: Duurzaam Bouwen Plusrichtlijn Samenvatting ambitieniveaus wonen uit de Dubo-plusrichtlijn Onder duurzaam bouwen wordt verstaan: zodanig bouwen dat zo min mogelijk negatieve effecten op het milieu en de menselijke gezondheid ontstaan, gedurende de hele levensloop van het bouwwerk en de gebouwde omgeving. Woningbouw nieuwbouw, grootonderhoud en renovatie: Voor de woningnieuwbouw, -grootonderhoud en -renovatie wordt uitgegaan van de regionale Duboplusrichtlijn. Hierin zijn duurzaamheidprestaties opgenomen, waarvan de maatlat hoger ligt dan wettelijk vereist, voor CO2-reductie en energiezuinigheid, verantwoord materiaal gebruik, (drink)waterbesparing, afvalbeperking, gezondheid, gebruiks- en woonkwaliteit en toekomstwaarde. Deze duurzaam bouwen prestaties worden berekend met het rekeninstrument Gemeentelijke Praktijk Richtlijn (GPR) met een minimale regionale score van 7 voor alle thema’s. Voor het meest actuele regionale ambities en -maatregelen wordt verwezen naar de website van Milieudienst West-Holland, www.mdwh.nl/dubo.
Bijlage 11: Woonvormen senioren Onderstaand worden de woonvormen die in regionaal verband worden onderscheiden nader toegelicht. Grootschalig intramuraal verblijf: het huidige verpleeghuis en het verzorgingshuis nieuwe stijl. Kleinschalig intramuraal verblijf: woonzorgcombinaties waarbij een intramurale instelling verantwoordelijk is voor zowel wonen als zorg, maar waarbij de woonfunctie is gelegen in een extramurale omgeving en bij voorkeur wordt geleverd door een woningcorporatie. Veelal zal de doelgroep voor deze voorzieningen bestaan uit dementerende ouderen of ouderen met een mate van fysieke beperkingen die zelfstandig wonen onmogelijk maakt, maar een verblijf in een grootschalig verpleeghuis niet nodig. De wooneenheden zijn aangepast aan rolstoelgebruik en visuele handicaps. Woonzorgcomplexen: veelal een atriumgebouw of een gebouw van vergelijkbare functionaliteit, waarin meestal meer dan één woonlaag van volwaardige, zelfstandige appartementen wordt gecombineerd met algemene (ontmoetings-)ruimtes, 'directe' beschikbaarheid van activiteiten (overkapt te bereiken), snelle beschikbaarheid van verzorging en verpleging, gestructureerde dienstverlening op hoog niveau (ouderenadviseurs, zorgmakelaars, vormen van mentorschap), conciërgefuncties en een selectief open toegang (meldsysteem). De wooneenheden zijn aangepast aan rolstoelgebruik. Seniorencomplexen: complexen waarin zelfstandige wooneenheden een functioneel geheel vormen en waarbij de zorg- en dienstverlening zich in de directe omgeving bevinden en zowel op afspraak als oproep beschikbaar zijn. De wooneenheden zijn aangepast aan rolstoelgebruik (vergelijk veel van de huidige aanleunwoningen). Er zijn beperkte gemeenschappelijke, algemene voorzieningen. Groepswonen: woonmilieu waarin diverse, volwaardige appartementen (tot maximaal twintig) geclusterd zijn rond een centrale voorziening en waarin de bewoners bewust voor elkaar, voor gemeenschappelijke activiteiten en voor wederzijdse ondersteuning hebben gekozen. Professionele zorgen dienstverlening zijn niet direct beschikbaar. De wooneenheden zijn aanpasbaar gebouwd, maar niet bij voorbaat aangepast. Servicecomplexen: complexen waarin zelfstandige wooneenheden een functioneel geheel vormen, maar waarbij zorg- en dienstverlening, met uitzondering van een conciërgefunctie, niet direct beschikbaar zijn. De woningen zijn aanpasbaar voor rolstoelgebruik, maar niet aangepast. Er is sprake van een gezamenlijke, afsluitbare entree. Levensloopbestendige / aanpasbaar gebouwde zelfstandige woningen in de wijk. Reguliere woningvoorraad in de wijk: niet aanpasbaar gebouwd. Bron: Regionale Commissie Gezondheidszorg Zuid-Holland Noord, De vraag naar wonen, zorg en welzijn van ouderen in de regio Zuid-Holland Noord, augustus 2002, p. 14-15.
Bijlage 12: Levensloopbestendige woningen en bijzondere instellingen/woonvormen in Teylingen In onderstaand overzicht is een inventarisatie gemaakt van levensloopbestendige woningen in Teylingen. De aangepaste woningen van de woningcorporaties die verspreid zijn over het hele bezit zijn niet genoemd. Bij sommige locaties is sprake van een combinatie van verpleeg-, en verzorgingshuisplaatsen en levensloopbestendige woningen. Levensloopbestendige woningen Locatie Zorgwoningen Zilverstroom Palet Gildehof Parkstaete Woonzorgcentrum Broederhuis Nieuw Schoonoord
Kern Sassenheim
Plaatsen 29 appartementen
Eigenaar Wst Vooruitgang
Sassenheim Sassenheim Sassenheim
36 appartementen 50 appartementen 31 appartementen
Wst Vooruitgang Wst Vooruitgang Wst Vooruitgang
Voorhout
Stichting Hoogland
Park Overbosch Bolero Meerpunt In aanbouw / planning Woonzorgcentrum Herenstaete (Agneslocatie) Woonzorgcentrum Liduina Woonzorgcentrum Sassembourg (locatie De Schutse)
Voorhout Voorhout Warmond
70 aanleunwoningen 53 appartementen + eengezinswoningen 45 appartementen 15 appartementen 18 appartementen
Voorhout (2008-2010)
126 appartementen (83 koop, 43 sociale huur)
In aanbouw: Trias, Timpaan, LAS
Warmond (2010-2012) Sassenheim (2010-2012)
28 koopappartementen 56 aanleunwoningen 18 appartementen Atriumgebouw 66 appartementen hoofdgebouw
Wst Vooruitgang, LAS
142 verpleegplaatsen 55 verzorgingsplaatsen verzorgingsplaatsen 24 verpleegplaatsen
Valent RDB
4x6 verpleegplaatsen 3 tijdelijke opvangplaatsen 24 units psychogeriatrie
Trias, LAS
100 plaatsen, woonzorgcomplex 210 plaatsen, psychogeriatrie 15 verzorgingsplaatsen 18 plaatsen psychogeriatrie
Stichting Mariënstaete
Woonzorg Nederland Wst Vooruitgang Wst Warmunda
Wst Vooruitgang, LAS
Verpleeg- en verzorgingscentra Verpleeghuis Bernardus
Sassenheim
De Schutse Woonzorgcentrum Sassembourg Woonzorgcentrum Herenstaete Woonzorgcentrum Liduina Mariëngaerde en –weide
Sassenheim Sassenheim
Marienhaven Woonzorgcentrum Broederhuis Nieuw Schoonoord
Warmond Voorhout
Voorhout Warmond Warmond
LAS Wst Vooruitgang, LAS
Wst Vooruitgang, LAS
Stichting Mariënstaete Stichting Hoogland
Woningen voor verstandelijk en/of lichamelijke gehandicapten ’s Heeren Loo Diverse locaties o.a. Tolhuisstraat (Ssh) en Speenkruidhof (Vht) Johan Dixsstraat
Sassenheim Sassenheim en Voorhout
8 woningen Oranjebuurt 12 appartementen/woningen
Wst Vooruitgang Stichting Het Raamwerk
Sassenheim
19 appartementen
Floris Schoutenstraat
Sassenheim
14 appartementen
Voorhavenkwartier
Sassenheim
9 appartementen
De Haven
Warmond
7 appartementen, jongeren met verstandelijke beperking
Stichting Het Raamwerk Stichting Het Raamwerk Stichting Het Raamwerk Stichting De Haven
Bijlage 13: Sterrensysteem levensloopbestendige woningen
N.B. Noordwijk streeft bij gestapelde drie *** woningen naar liften die voldoen aan de vier **** eisen. Bron: RAVG, zie weblink: www.rrc.nl en zoek naar “Advisering bij aanpasbaar bouwen”. Volg dan de link: Download 'Classificatiesysteem van woningen in Tilburg' (pdf 229 kB).
Bijlage 14: Overzicht mogelijke diensten woonservicezone Voor wat betreft het gewenste minimumpakket aan welzijnsdiensten is het Productenboek Welzijnsdiensten, opgesteld door de Regionale Commissie Zuid-Holland Noord, een goed vertrekpunt. De volgende elementen kunnen in een woonservice-programma aan bod komen: Haalfuncties Onder haalfuncties vallen alle diensten die niet bij de klant aan huis worden geleverd. Van dit type functies dient het volgende aanwezig te zijn: Een seniorenrestaurant, dit kan een belangrijke functie vervullen voor onderlinge ontmoeting van senioren/ouderen. Huisarts en apotheek Fysiotherapeut Pedicure Winkel Postagentschap Ontmoetingsactiviteiten Een centraal informatie- en adviespunt Ondersteuning van groepen ouderen rond bepaalde thema's Recreatieve en gezondheidsbevorderende mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld zwembad, jeu de boules, midgetgolf, kinderboerderij, vismogelijkheid. Brengfuncties Brengfuncties betreffen zaken die de bewoner aan huis krijgt geleverd door de aanbieder. Dit betreft bijvoorbeeld de volgende functies: Ouderenadviseur Tafeltje Dek Je Alarmering Signalerend huisbezoek Hulp bij de financiële administratie en dergelijke Dienstverlening op het gebied van klusjesdienst, schoonmaak en dergelijke. Interne functies Deze functies worden geleverd aan bewoners van een woonservicecomplex: De wooncomplexen voor mensen met een meer intensieve zorg behoefte (intramurale plaatsen) zouden gesitueerd moeten worden nabij een woonserviceflat. Een zorgsteunpunt. De 24-uurs alarmopvolging zou hieraan kunnen worden gekoppeld. Samenwerking met een verpleeg- en ziekenhuis. Gedacht kan worden aan terminale mensen die zijn uitbehandeld. Dagactiviteiten Overige 'functies' Daarnaast zijn er nog enkele aanvullende functies, die niet direct in de bovenbeschreven rubrieken vallen: Levensloopbestendige woningen en domotica. Goed bereikbaar en toegankelijk openbaar vervoer met op de route beschutte rustpunten. Aanvullend vervoer voor mensen met een handicap. Voldoende voorzieningen als winkels, culturele voorzieningen en dergelijke. Veilige en goed begaanbare looproutes met goede verlichting. Bron: Gemeente Alphen aan den Rijn, Woonservicezone Nieuwe Sloot ‘een visie op hoofdlijnen’, november 2004.
Bijlage 15: Verslag werkconferentie 25 april 2007 ______________________________________________________________________ aanwezig: Gespreksleider: Wethouder:
de heer D. Wielenga (Bureau Bind) de heer G. van der Meer
Alsmede:
Bond van Ouderen Sassenheim: mevrouw M. Koot de heer E. Veltman de heer W. Barnas de heer M. Bergman Bond van Ouderen Voorhout: de heer Meijer Bond Ouderen Warmond: mevrouw T. Cozijn Bureau Bind: mevrouw D. Wullers Valent RDB: mevrouw Boudestein Gemeente Teylingen: mevrouw Th. Aandewiel (afd. Ruimtelijke Ontwikkeling) de heer P. van Goch (afd. Ruimtelijke Ontwikkeling) mevrouw M. de Groot (afd. Ruimtelijke Ontwikkeling) de heer H. Hoeijmans (griffier cie Ruimte) mevrouw K. Hoek (afd. Beheer Leefomgeving) 's Heeren Loo: de heer L.O. Levenbach Huurdersbelangenvereniging Bollenstreek: mevrouw Y. Baas MEE regio Leiden: mevrouw H. Veldstra Raads/commissieleden gemeente Teylingen: de heer R. Alewijnse (raadslid CDA/lid cie Ruimte) mevrouw A. Fortanier (raadslid CDA/lid cie Ruimte) de heer A. van Kempen (D66 burgercommissielid Ruimte) mevrouw R. Keijzer (raadslid D66/lid cie BFT) mevrouw D. Nieuwenhuizen (raadslid VVD/voorzitter cie Ruimte) de heer J. Peetoom (raadslid PvdA/lid cie Ruimte) de heer L.C.M. van Steijn (raadslid Trilokaal/lid cie Ruimte) de heer J. Tomassen (steunfractielid PvdA) Het Raamwerk: de heer L. Bellekom Stichting Bewonersplatform Sassenheim: de heer G. den Haring Stichting Platform Gehandicapten: mevrouw L. Jansen Stichting Welzijn Ouderen Teylingen: de heer A. Kuckartz mevrouw C. Saris Stichting Woonzorgcentra LAS: de heer L. van der Ark Trias Woondiensten: de heer H. Al de heer H. van Dijk Woonstichting Vooruitgang: de heer S. Schrader de heer J. van Buren Woningstichting Warmunda: de heer B. Kalverda
Verslag:
J. Kroondijk-Beaumont (Beaumont Business Consultancy)
1.
Opening
Wethouder Van der Meer opent deze bijeenkomst en verwelkomt alle aanwezigen. Het verheugt hem dat alle organisaties die de gemeente graag aan de start van het traject voor het opstellen van een woonvisie voor Teylingen erbij wil hebben, op de uitnodiging van de gemeente in zijn gegaan. Het is belangrijk om aan die start van allerlei maatschappelijke groeperingen inbreng te verkrijgen, waar de gemeente haar voordeel mee doet. Hij stelt mevrouw Wullers en de heer Wielenga van Adviesbureau Bind voor, die vanavond op de inhoud ingaan. 2.
Aanwezigen stellen zich voor
De heer Wielenga stelt voor dat de aanwezigen zich allen in een eerste rondje aan elkaar voorstellen. Daarbij wil hij hen de vraag meegeven wat vanuit hun organisatie de belangrijkste uitdaging is op het gebied van wonen. Wat moet de gemeente doen? Mevrouw Wullers en hijzelf werken als ondersteuning van een werkgroep; daarin participeren zowel vertegenwoordigers van de drie grote corporaties die hier actief zijn als ook medewerkers van de gemeente. Hij wijst op de stukken die zijn toegestuurd. Het is de bedoeling dat de komende maanden de analyse afgemaakt kan worden en vooral ook te komen tot een visie en actieprogramma. Een woonvisie geeft aan welke kant de gemeente op wil en welke instrumenten daarvoor ingezet zullen worden. Mevrouw Baas van Huurdersbelangenvereniging Bollenstreek behartigt de belangen van huurders van Trias Woondiensten, die woningen in Lisse en Voorhout bezit. Zij wil vooral betaalbare woningen voor doelgroepen die het meest in de knel zitten, dus ook betaalbare koopwoningen omdat dat de doorstroming bevordert. De heer Bellekom is Manager Vastgoed van Het Raamwerk. Deze stichting biedt producten en diensten aan aan mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking in de Rijn-, Duin- en Bollenstreek. De stichting richt zich mn op de kwaliteit van de woonomgeving, de bereikbaarheid van de woningen en de mobiliteit van de cliënten. Hij wil graag een stap maken naar woonzorgzones in de gemeenten. Ten tweede is van belang de kwaliteit van de woningen zelf (toegankelijkheid, privacy). Tot slot zegt hij dat nu gewerkt wordt aan een strategisch vastgoedplan voor de komende 15 jaar. De heer Van Steijn is raadslid namens Trilokaal. Hij verwijst naar het verkiezingsprogramma van Trilokaal, waarin staat dat Trilokaal staat voor een selectieve en beperkte groei omdat het dorpse karakter behouden moet blijven. Twee speerpunten daarbij zijn de senioren en jongeren omdat zij vooral kansen missen; daar moeten inspanningen voor geleverd worden. De heer Peetoom is raadslid namens de PvdA. Belangrijk is dat de woningmarkt toegankelijk is voor starters omdat de huizenprijzen sneller groeien dan de inkomens. Hij is voorstander van levendige, gemêleerde wijken die van goede kwaliteit blijven en levensloop bestendige huizen. Mensen moeten kunnen blijven instromen in goedkopere woningen ivm de doorstroming. De heer Hoeijmans is commissiegriffier van de commissie Ruimte. De heer Tomassen is steunfractielid van de PvdA. In het verkiezingsprogramma van de PvdA wordt ook het kernenbeleid genoemd; alle drie de kernen zouden een gemêleerde samenstelling moeten hebben. De heer Alewijnse is raadslid namens het CDA. Ook het CDA is voorstander van een matige en selectieve groei in een bepaalde fasering. Er moet gebouwd worden met enige toekomstvisie. Gelet moet worden op een evenwichtige bouw zowel wat demografische ontwikkeling betreft als qua sociale opbouw. Er moet echt iets gaan gebeuren voor speciale doelgroepen, zijnde de senioren en starters. Mevrouw Jansen is secretaresse van het Platform Gehandicapten Teylingen. Dit platform pleit voor levensloopbestendige woningen, extramurale zorgwoningen, kangoeroewoningen en focuswoningen. De heer Meijer is vice-voorzitter van de Bond van Ouderen Voorhout. Het gaat hem om betaalbare woningen voor ouderen, vooral flats. Mevrouw Keijzer is raadslid namens D66. Zij pleit voor goede en betaalbare woningen voor iedereen, dus ook voor starters en zeker ook voor ouderen. Centraal hierbij staat de veiligheid van de leefomgeving; ook moeten ouderen in hun eigen dorp kunnen blijven wonen.
De heer Van Kempen is burgercommissielid voor D66. Een belangrijk punt vindt hij dat niet alleen woningen voor bepaalde doelgroepen worden gerealiseerd maar vooral ook gelet wordt op een prettige leefomgeving en de rol van woningcorporaties. De heer Al is werkzaam bij Trias Woondiensten. In Voorhout zou meer differentiatie moeten komen. Hij vindt het belangrijk dat een helder woningbouwprogramma een integraal onderdeel is van de woonvisie. De heer Schrader is werkzaam bij de Woonstichting Vooruitgang. Het gaat bij Vooruitgang niet zozeer om het wonen maar om het leven; goede voorzieningen en parkeergelegenheid moeten ook geregeld worden. Speerpunten daarbij zijn wonen en zorg, en het op gang brengen van de doorstroming. Tevens is hij benieuwd hoe Teylingen geplaatst wordt in de grotere context. Er moet voor gewaakt worden dat er nu woningen gebouwd worden die voldoen aan de vraag van heden en niet aan die van de toekomst. De heer Kalverda is werkzaam bij de Woningstichting Warmunda en tevens lid van de projectgroep. Hij sluit bij voorgaande sprekers aan. Hij staat er open voor om met allerlei organisaties ontwikkelingen op gang te zetten in Teylingen, ook met de gemeente. Belangrijk is om in de woonvisie te onderkennen dat de drie kernen alle een eigen identiteit hebben en die moeten zij ook behouden vwb voorzieningen etc. De heer Wielenga merkt op dat naast de projectgroep er ook een stuurgroep is waarin de Wethouder en de drie directeuren van de corporaties zitting hebben. De heer Van Dijk is beleidsmedewerker bij Trias Woondiensten en tevens lid van de projectgroep. Mevrouw Boudestein is werkzaam bij Valent RDB. Valent RDB verleent thuiszorg in Teylingen en in Sassenheim heeft Valent RDB het Verpleeghuis en het woonzorgcentrum Bernardus. Het is van belang dat gekeken wordt naar senioren; mensen zouden zo lang mogelijk in hun eigen omgeving en zelfstandig moeten kunnen blijven wonen. Daar zijn veel partijen bij nodig. Mevrouw Veldstra is regiomanager bij MEE, een organisatie die mensen met een beperking of een chronische ziekte ondersteunt. Het is moeilijk voor die groepering om een plaats in de maatschappij te verwerven en daarom is woon, zorg en welzijn voor haar één geheel. Zij werkt samen met veel organisaties die hier vanavond aanwezig zijn. Mevrouw Koot is werkzaam bij de Bond van Ouderen Sassenheim. Zij vraagt vooral om aandacht voor de woonomgeving om zo ook de eenzaamheid onder ouderen die alleen leven tegen te gaan. De heer Bergman is werkzaam bij de Bond van Ouderen Sassenheim. Ook hij legt de nadruk op het belang van een locatie waar alleenwonenden samen kunnen leven, een plaats waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. De heer Veltman is eveneens werkzaam bij de Bond van Ouderen Sassenheim. Een punt dat nog niet genoemd is, is de verdeling bij de doorstroming. Voor sommige ouderen is die nl. heel ongunstig. De heer Barnas is voorzitter van de Bond van Ouderen Sassenheim. Mensen moeten zo lang mogelijk in hun eigen leefomgeving kunnen blijven wonen. Hij vindt een versnelde procedure van de woningbouw van belang. Aanbieders van zorg en welzijn en ook voor wonen zouden elkaar meer moeten vinden tbv een cliëntgericht aanbod. Hij wijst op de doorstroming van oud naar nieuw. 14% van de huidige bewoners van Teylingen is 65 jaar of ouder; slechts 40% zit in de sector van de woningcorporaties en 60% zit bij projectontwikkelaars en andere verhuurders. Het enige dat een gemeente kan aanbieden, is een stuk grond of sturen op een stuk grond. Mevrouw Cozijn is bestuurslid van de Stichting Welzijn Ouderen Teylingen en secretaris van de Warmondse Bond van Ouderen. Zij streeft naar levensloopbestendige woningen en het evt. aanpassen van woningen. Zij pleit voor meer snelheid in sommige bouwprojecten. Zij is tegen een concentratie van senioren in Warmond. De heer Levenbach is werkzaam bij 's Heeren Loo (Willem van der Bergh in Noordwijk). De stichting is in meerdere gemeenten actief. Het gaat er de stichting primair om een bijdrage te leveren aan wat nog vanzelfsprekender kan, zoals een passende plek van mensen met een
verstandelijke beperking in deze wereld; dat moet aandacht krijgen in een woonvisie. Dat geldt zowel voor ouderen als voor verstandelijk beperkten, meervoudig gehandicapten etc. De heer Van der Ark is werkzaam bij de Stichting Woonzorgcentra LAS. Hij hoort de term snelheid hier een aantal malen noemen. LAS heeft drie plannen in zowel Warmond, Sassenheim als Voorhout voor het ontmantelen van verzorgingstehuizen en het creëren van nieuwe woningen in samenwerking met de woningbouwstichtingen. Mensen zouden inderdaad in hun eigen dorp moeten kunnen blijven wonen; kleinschalige woonprojecten dus in ieder dorp. Een huis aan de rand van Voorhout is niet wat bewoners willen; die willen juist in het centrum wonen. Bekeken wordt of ook in het centrum welzijnsmogelijkheden te creëren zijn in het gebouw zodat mensen zich daarin prettig voelen. De heer Van Buren is werkzaam bij Woonstichting Vooruitgang en maakt tevens deel uit van de projectgroep. Hij hoopt vanavond van de aanwezigen te horen hoe de projectgroep met de woonvisie verder moet. De heer Van Goch en mevrouw Aandewiel werken bij de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling van de gemeente Teylingen en zijn tevens lid van de projectgroep. Zij zijn aanwezig als toehoorder. Mevrouw De Groot is eveneens werkzaam bij de gemeente Teylingen bij de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling en lid van de projectgroep. Mevrouw Hoek werkt bij de afdeling Beheer Leefomgeving van de gemeente Teylingen. Zij is adviseur openbare orde en veiligheid. Een veilige woonomgeving is ook een prettige woonomgeving; daarom wil zij graag meedenken. Mevrouw Wullers is werkzaam bij Bureau Bind. Zij is benieuwd naar de ideeën van de organisaties. De heer Den Haring is voorzitter van de Stichting Bewonersplatform Sassenheim. Hij constateert dat er veel actieve mensen zijn en veel ideeën. Er zijn ongeveer 2.100 sociale huurwoningen in Sassenheim; zorg en welzijn voor deze mensen is van belang. Er moet rekening gehouden worden bij nieuwbouw met de wensen van die bewoners. Als de gemeente grond heeft: geef het want er is ruimte nodig om te bouwen. Mevrouw Saris is voorzitter van de Stichting Welzijn Ouderen Teylingen. Deze stichting is vooral actief in het bestrijden van de eenzaamheid, die zeker nog zal gaan toenemen. Dat baart haar zorgen want die mensen zijn vaak moeilijk te bereiken. Bij wonen is het van belang dat altijd een mix wordt gemaakt van oud en jong in de verschillende dorpen. Ook is een goede doorstroming van belang en bedacht moet worden hoe mensen bewogen kunnen worden om te gaan verhuizen. Dat is vaak een pijnlijk moment voor een ouderen tenzij er een aanbod komt dat zo aantrekkelijk is dat hen dat wel iets lijkt. Dus: niet alleen aanleunwoningen of alleen grote tehuizen maar een diversiteit aan aanbod. Daarbij moet niet alleen aan de ouderen van nu worden gedacht maar ook over hoe het er over 10 jaar uitziet. De heer Kuckartz is werkzaam bij de Stichting Welzijn Ouderen Teylingen. Hij noemt kwaliteit van de woonomgeving, het combineren van wonen en welzijn, het belang van een goede doorstroming. Er moet helderheid komen over het nieuwe woningtoewijzingsysteem en mensen moeten ook kansen krijgen in dat systeem. Juist de oudere mensen in hun eigen eengezinswoning hebben geen kans omdat ze geen woonwaarde hebben. Projecten als verzilverd wonen zijn elders in het land toch heel interessant evenals thuishuis; daardoor worden mensen meer gestimuleerd toch te gaan verhuizen. Mevrouw Fortanier is raadslid voor het CDA en lid van de commissie Ruimte. Mevrouw Nieuwenhuizen is raadslid voor de VVD en voorzitter van de commissie Ruimte. De heer Wielenga hoort veel aandacht voor de relatie van wonen met zorg en de relatie met wonen, zorg en welzijn. De leefomgeving wordt van belang geacht evenals een diversiteit aan woonaanbod waardoor veel groepen bediend kunnen worden. Tevens is er een aantal vragen en suggesties mbt de woningmarkt zelf naar voren gekomen. Helaas heeft de gemeente niet zoveel grond en kan dat ook nauwelijks krijgen.
3.
Samenvatting vooraf toegestuurde stukken
De heer Wielenga geeft middels een powerpointpresentatie een samenvatting van de twee stukken die vooraf aan alle aanwezigen zijn toegestuurd; de bijbehorende sheets worden als bijlage bij het verslag gevoegd. Nav de presentatie merkt de heer Alewijnse op, dat het sturen van de gemeente middels ''verleiden'' slechts een zeer bescheiden bijdrage oplevert; dat is overigens wel jammer. De heer Peetoom denkt dat de gemeente een goede invloed uit kan oefenen door het invullen van de openbare ruimte; dat is een goed instrument om mensen bijv. beter in een wijk te laten wonen. De heer Barnas heeft in Den Haag meegemaakt dat in de verhuursector veel jonge gezinnen kwamen wonen. Op een gegeven moment gaan de kinderen het huis uit en ineens kan zo'n hele buurt verpauperen door andere bevolkingsgroepen die er komen te wonen; daar moet voor opgepast worden. Er zijn buurten waarvan nu al bekend is dat daar over een aantal jaren alleen nog maar 65+-ers wonen en die moeten daar weg, maar die mensen wonen daar vaak voor een lage huur of hypotheekvrij en verhuizing naar elders zou veel hogere kosten met zich meebrengen. Dat is het grote probleem: de mensen willen wel maar doorstromen is voor hen veel te duur. De heer Levenbach vindt het jammer dat eerst verteld wordt wat er allemaal niet kan; hij pleit ervoor eerst te gaan kijken wat wenselijk is en wat kan. Teylingen is een gemeente met mogelijkheden. Mevrouw Veldstra vraagt of zij het goed gehoord heeft dat hier 2.500 woningen gebouwd kunnen gaan worden. Dat staat inderdaad verwoord in het discussiestuk voor de Toekomstvisie, aldus de heer Wielenga. Mevrouw Veldstra woont in Leiderdorp en zij denkt dat andere dorpen daar heel blij mee zouden zijn. De heer Schrader zegt dat de gemeente en de corporaties natuurlijke partners van elkaar zijn. Zij willen wat met de voorraad doen en zij willen wat met de nieuwbouw. De komende drie/vier jaar investeren de corporaties voor een bedrag van € 140 miljoen; pak die kans en ga de dialoog aan. De heer Van Steijn vraagt of er ook jongerengroeperingen voor vanavond uitgenodigd zijn; die zouden toch bij een avond als deze aanwezig moeten zijn en hij ziet er geen een. Wethouder Van der Meer antwoordt dat die groeperingen wel uitgenodigd zijn. De heer Wielenga vult daarop aan, dat jongeren moeilijk te bereiken zijn. De corporaties hebben overigens wel een goed beeld van de woonwensen van jongeren en dat wordt hierin meegenomen. De heer Alewijnse merkt op dat juist de mensen met een kleinere beurs hier niet aan de bak komen. Daar zijn er ook minder van in Teylingen, al is de vraag wat oorzaak en gevolg is: het kleine aanbod, de kleinere groep, of de druk van koopkrachtiger huishoudens, aldus de heer Wielenga. De heer Alewijnse meent dat als op dezelfde manier gebouwd blijft worden hier er straks helemaal geen plek meer is voor die mensen; dat is geen sociaal beleid. Het gaat om een evenwichtige opbouw. De heer Wielenga zegt dat Teylingen ook in regionaal verband bekeken moet worden. Wethouder Van der Meer benadrukt dat regionaal afgesproken is dat bij alle nieuwbouwprojecten 30% sociale woningbouw gerealiseerd moet worden. Hij kan zich overigens geen woonvisie meer voorstellen waar dat niet in staat. De heer Veltman had verwacht dat er een prognose van de groei gegeven zou worden in de stukken voor de komende 10 tot 15 jaar bijv. tav het groeipercentage van de bevolking. Belangrijk daarbij is waar de gemeente nu staat. Een visie zou echter elk jaar veranderd moeten worden want niets is wispelturiger dan een consument. Ook moet er rekening mee gehouden worden dat in 2038 er geen bevolkingsgroei meer is maar dat die juist afneemt.
De heer Wielenga komt na de pauze op wat een woningmarktmodel voor de komende 15 jaar heeft uitgerekend. Dat is niet toegestuurd aan de aanwezigen omdat hij dat zelf pas maandag heeft ontvangen. De heer Bergman vraagt zich af of de jongeren hier weggestroomd zijn vanwege de hoge woonlasten. De heer Wielenga antwoordt dat het beperkte aanbod en de slaagkans daarbij een rol spelen. De huren die corporaties hier vragen, liggen zelfs wat lager dan in de regio maar iemand moet veel woonwaarde opgebouwd hebben om aan bod te komen. Dat duurt te lang. Bovendien trekken veel jongeren voor een baan of studie naar de stad. Wethouder Van der Meer merkt mbt de jonge woningvoorraad in Teylingen op, dat er ook in Teylingen veel wijken zijn die gebouwd zijn met eisen aan de leefomgeving die nu niet meer voldoen bijv. tav de parkeernorm. Die wijken zijn daarbij veelal zo compact gebouwd dat er geen parkeeroplossing mogelijk is. De heer Schrader zegt tav het grote gat tussen huur en koop dat ook onderzocht kan worden of wellicht behoefte is aan duurdere huurwoningen. De heer Wielenga stelt een korte pauze voor (21.00-21.15h). 4.
Woningbehoefteonderzoek Teylingen
De heer Wielenga legt aan de hand van een powerpointpresentatie uit hoe het zgn. Socratesmodel eruit ziet en wat de uitkomsten zijn voor de gemeente Teylingen; de bijbehorende sheets worden als bijlage bij het verslag gevoegd. Nav de presentatie vraagt de heer Schrader of het model uitgaat van de huidige bezetting van de woningmarkt. De heer Wielenga antwoordt bevestigend. Dat betekent volgens de heer Schrader dat daar waar op dit moment sprake is van scheefgroei daarop ook doorgerekend is. Dat is niet het geval, aldus de heer Wielenga. De heer Van Kempen vraagt of ook rekening wordt gehouden met economische ontwikkelingen van buiten deze streek. De heer Wielenga antwoordt bevestigend. Er wordt uitgegaan van CPB-scenario's en van PRIMOS, waarin voorspeld wordt hoe de huishoudens zich de komende jaren ontwikkelen. Tot 2010 is uitgegaan van de bouwafspraken die regionaal zijn gemaakt met het Ministerie van VROM en daarna wordt de PRIMOS-prognose gevolgd. Vorig jaar zijn 40.000 mensen in Nederland geïnterviewd over hun wensen mbt het wonen; aan de hand daarvan wordt bekeken wat de consumentenvoorkeuren zijn. De heer Van Kempen mist demografische ontwikkelingen in dit rijtje. Die zijn in de PRIMOS-prognose meegenomen, volgens de heer Wielenga. Wordt die demografie op regioniveau weergegeven in dat model, vraagt de heer Van Kempen? De heer Wielenga antwoordt dat PRIMOS zelfs verder gaat dan alleen regionaal. De heer Barnas denkt dat er in de toekomst een corporatie zal zijn die grote woningen van eenpersoonshuishoudens opkoopt en die terug gaat verhuren of de verhuisketen tot stand brengen. De heer Van Steijn vraagt zich af of het niet een reactie is op de grijze Vinex-wijken dat mensen nu vooral een individuele woonwens hebben en zich willen onderscheiden van hun buren.
Dat zou inderdaad een verklaring kunnen zijn, aldus de heer Wielenga. Misschien heeft het ook te maken met de voortschrijdende individualisering die in de woning en het woonmilieu terugkeren. Op een vraag van de heer Al antwoordt de heer Wielenga, dat er een vraag is naar andere dure koopwoningen dan die er nu al staan. De heer Schrader vraagt of de goedkope bestaande huurwoningen in te ruilen zijn voor goedkope koopwoningen. Dat zou kunnen, aldus de heer Wielenga. De heer Barnas mist de appartementen van meerdere lagen hoog. De heer Wielenga zegt dat die onder meergezinswoningen vallen (hoge of lage flats). Mevrouw Fortanier vraagt of centrum-dorps en dorps erkende begrippen zijn. Wat is de definitie van centrum-dorps? De heer Wielenga antwoordt dat dat vaste begrippen zijn. De hele kernen van Voorhout en Sassenheim zijn bestempeld als centrum-dorps. Wethouder Van der Meer voegt daaraan toe, dat centrum-dorps net even iets meer verstedelijkt gebied is dan het typisch klassieke, Hollandse dorpsmilieu met weinig compacte bebouwing en grote kavels. De heer Wielenga merkt op dat senioren kijken naar meer stedelijke milieus omdat zij daar de garantie van een goed voorzieningenniveau hebben. Als dorpse kernen het voorzieningenniveau op peil kunnen houden, kunnen dorpen die mensen aan zich blijven binden en zullen senioren eerder bereid zijn binnen hun eigen kern te verhuizen. De heer Alewijnse denkt dat ook de grotere behoefte aan mantelzorg hierbij een rol speelt. De heer Den Haring vraagt of voor de toekomst studentenwoningen in de omgeving Leiden is meegenomen.
ook
het
chronische
gebrek
aan
De heer Wielenga antwoordt dat er een terugval te voorzien is in goedkope huurwoningen; daar zijn er veel van in Leiden en driekamerportiekwoningen worden veelal opgevuld door studenten. Van die woningen hoeven er dus minder gesloopt te worden. Wethouder Van der studentenhuisvesting.
Meer
vult
daarop
aan
dat
Leiden
hoge
ambities
heeft
mbt
De heer Wielenga merkt nog op dat ook jongeren steeds meer kwalitatieve wensen hebben en vaak nog wat langer wachten met het kopen van een woning totdat zij een duurdere woning kunnen bekostigen. De nieuwe generatie starters slaat als het ware een stap over die de vroegere starters allemaal namen; dat geeft ook een heel ander beeld van de woningmarkt. Mevrouw Saris wijst op de HAT-eenheden die in de jaren '80 werden gebouwd; toen die klaar waren, wilde niemand er meer in want die doelgroep was inmiddels toe aan een volgende stap. De heer Kalverda merkt op dat mensen hooguit twee tot drie jaar in een HAT-eenheid verblijven. Mevrouw Baas meent dat een HAT-eenheid een goede oplossing is voor acute gevallen maar het zijn kleine eenheden waarin het wonen niet echt prettig is. De heer Kalverda zegt dat de vraag naar dergelijke eenheden wel afneemt. De heer Schrader zegt dat het gunstig zou zijn om in de toekomst naar behoefte te bouwen maar dat die bouw voor meerdere doelgroepen geschikt moet zijn. Flexibel bouwen dus. De heer Wielenga vindt ook dat wat nu neergezet wordt er over 100 jaar nog zou moeten staan en aan de behoefte van dan zou moeten voldoen. De heer Levenbach zegt dat dat altijd een dilemma blijft: wat is nu gewenst en wat wordt over 30 jaar gewenst is. Leiden heeft een woon/zorg/welzijn-visie van welke inhoud Teylingen ook iets zou
kunnen leren. Hij pleit ervoor de cijfers van na 2020 ook in beeld te krijgen omdat voor die mensen ook gebouwd moet worden. Flexibiliteit staat centraal bij nieuwbouw. De heer Barnas meent dat over 10 jaar wellicht een plan gerealiseerd kan zijn dat nu ontwikkeld wordt; dat is de problematiek van nu. Elke projectontwikkelaar en corporatie heeft plannen en zij kunnen dus bouwen, maar zij lopen tegen een muur van procedures aan; daar moet anders mee omgegaan worden. Getracht moet worden te kijken naar de burgers van de toekomst. Op een vraag van mevrouw Cozijn antwoordt de Wielenga, dat de verschillende huurtoeslagregels landelijk zijn vastgelegd. Het Ministerie van VROM wil alle partijen ertoe dwingen om goedkope goede woningen neer te zetten en niet permanent de prijzen te laten stijgen. Voor de meeste corporaties in de regio geldt dat de huren van 90 tot 95% van hun bezit onder de € 520 zitten. In de duurdere huur begint een vraag te ontstaan en die woningen zijn er eigenlijk niet. Dat was ook nooit de core business van een woningcorporatie, aldus Wethouder Van der Meer. De heer Van der Ark kan zich herinneren dat Liduina in 1996 werd afgekeurd; het is nu 11 jaar verder en Liduina staat er nog. Dat komt mn door de procedures waar instanties tegenaan lopen. De ouderen in deze regio wonen in woningen van 20 m2 groot, daar moeten zij in slapen, verblijven etc. De politiek moet zich realiseren dat voor deze doelgroep maatregelen hard nodig zijn. De heer Wielenga zegt dat inderdaad de procedures strak aangehouden moeten worden. Daarmee wordt een deel van het probleem van langlopende procedures weggenomen maar deels zijn die procedures ook van zichzelf lang en daar gaan gemeenten niet over. Wethouder Van der Meer benadrukt dat de lengte van die procedures nauw samenhangt met de rechtsbescherming van de mensen die er al wonen. Gevraagd wordt of 30% sociale woningbouw wat te veel wordt bevonden of juist niet. De heer Wielenga antwoordt dat in Voorhout het grootste bouwvolume zal komen de komende jaren. In die kern is een minimale sociale voorraad en vanuit dat oogpunt zou het logisch zijn aan die 30% vast te houden. Dat is ook een regionale afspraak en die kan niet zomaar terzijde geschoven worden. De onderzoekers hebben aangegeven dat de sociale ambitie wellicht wat aan de hoge kant is; hij vindt echter dat dat ook een bijdrage kan zijn om in de goedkope koopsfeer een product bij te zetten. Dat moet nog uitgewerkt worden. In de goedkope sociale woningbouwsector ontstaat langzamerhand ruimte, ook al wordt dat nu nog maar heel beperkt zo ervaren. Dat geeft een bepaalde spanning. Wethouder Van der Meer is heel benieuwd hoe dit in de regionale woonvisie wordt verwerkt. De heer Wielenga stelt voor dit concept ook aan de ambtenaren in de regio te sturen. Wethouder Van der Meer zegt dat de regionale woonvisie nog lang niet klaar is en daar zal nog veel over gediscussieerd worden. Juist dit onderzoek is daarbij erg interessant. Tot afgelopen maandag was nl. de ambitie om na 2010 boven de 30% sociale woningbouw te gaan zitten om zo de achterstand in te halen maar dat zal opnieuw bezien moeten worden. Dat heeft ook met de Vinex-taakstelling te maken, aldus de heer Van Steijn, waar ook die 30% aan vast zit. Het gaat hier dus niet alleen om de regionale maar ook om de provinciale of zelfs landelijke schaal. De heer Schrader zegt dat op hoger niveau (Rijk) ook goed gekeken wordt naar deze streek. Dat is een enorme kans. In Sassenheim zijn veel monotone woonwijken. Hieraan zou, door herstructurering, iets gedaan moeten worden. Op een niet dure huurwoning komen nog steeds 200 inschrijvingen af; dat is de actualiteit. Met de corporaties zou besproken moeten worden, wat met de toegevoegde voorraad gedaan zou kunnen worden. Wethouder Van der Meer zegt dat hij zeker weer met de corporaties om de tafel zal gaan zitten. Opgemerkt wordt dat er op dit moment 55.000 mensen ingeschreven staan voor een sociale huurwoning en dat zegt natuurlijk wel iets.
Wethouder Van der Meer zegt dat bekeken moet worden wat met nieuwbouw gedaan moet worden en wat met de huidige voorraad. Niemand pleit ervoor in de bestaande voorraad het aantal sociale woningen te gaan verminderen op korte termijn. De heer Schrader zegt dat het zo kan zijn dat bij de keuze voor nieuwbouw juist gekeken wordt naar wat in de bestaande voorraad geherstructureerd kan worden. De heer Barnas benadrukt dat Teylingen niet op een eiland zit en in het grotere geheel bekeken moet worden. Dit rapport moet meegenomen worden in de verdere uitwerking. Mevrouw Saris vraagt extra aandacht voor de behoefte van senioren voor hun eigen leefomgeving. Het voorzieningenniveau vinden zij eigenlijk nog belangrijker dan hun woning; dat is een belangrijk signaal ook voor de senioren in Teylingen. Goed vervoer is daarbij ook van belang. Wethouder Van der Meer merkt op dat de lokale en regionale woonvisie een wisselwerking op elkaar hebben. Wethouder Van der Meer heeft in een regionaal overleg afgelopen september bij het eerste concept gezegd, dat in de regionale woonvisie een aantal aannames zit die gebaseerd zijn op cijfers van voor 2004. Daar kunnen gemeenten niet mee uit de voeten. Voordat de regionale woonvisie vastgesteld wordt, moeten er recentere cijfers en onderzoeken voorhanden zijn. 5.
Sluiting
Wethouder Van der Meer heeft veel geleerd en gehoord vanavond. De project- en stuurgroep heeft veel voeding gekregen om mee te nemen; dat is na vanavond niet klaar, volgende week bijv. vinden alweer gesprekken met de corporaties plaats en andere groeperingen. Hij roept de aanwezigen op dat als zij iets te melden hebben, zij dat ook doen richting gemeente; zij moeten niet wachten tot de gemeente hen vraagt iets te melden. Ook kan het zijn dat de gemeente een belangenorganisatie is vergeten; ook die roept hij op zich te melden bij de gemeente. De komende tijd wordt spannend maar hij vindt die tijd ook erg boeiend. Hij dankt alle aanwezigen wederom voor hun inbreng en sluit de bijeenkomst om 22.05h.
Bijalge 16: Verslag werkconferentie 14 november 2007 ______________________________________________________________________ aanwezig: Gespreksleider: Wethouder:
de heer D. Wielenga (Bureau Bind) de heer G. van der Meer
Alsmede:
Gemeente Teylingen: mevrouw T. Aandewiel (afd. Ruimtelijke Ontwikkeling) de heer P. van Goch (afd. Ruimtelijke Ontwikkeling) mevrouw K. Hoek (afd. Beheer Leefomgeving) mevrouw H.A. Wilbrink (Wethouder Teylingen) 's Heeren Loo: de heer L.O. Levenbach Huurdersbelangenvereniging Bollenstreek: mevrouw Y. Baas mevrouw R. Exel Raads/commissieleden gemeente Teylingen: de heer R. Alewijnse (raadslid CDA/lid cie Ruimte) mevrouw A. Fortanier (raadslid CDA/lid cie Ruimte) de heer H. den Hollander (raadslid CDA/lid cie Ruimte) de heer A. van Kempen (D66 burgercommissielid Ruimte) mevrouw R. Keijzer (raadslid D66/lid cie BFT) mevrouw D. Nieuwenhuizen (raadslid VVD/voorzitter cie Ruimte) de heer J. Peetoom (raadslid PvdA/lid cie Ruimte) Het Raamwerk: de heer L. Bellekom RCG-ZHN: de heer R. van 't Wout Stichting Bewonersplatform Sassenheim: de heer G. den Haring Stichting Milieuoverleg DBN / Betrokken Warmonders: de heer P. Beumer de heer P. Heemskerk de heer C. Husken Stichting Welzijn Ouderen Teylingen: de heer A. Kuckartz de heer G. de Rijk mevrouw C. Saris Stichting Woonzorgcentra LAS: de heer L. van der Ark Trias Woondiensten: de heer H. Al de heer H. van Dijk Woonstichting Vooruitgang: de heer S. Schrader de heer J. van Buren Woningstichting Warmunda: de heer B. Kalverda
Verslag:
J. Kroondijk-Beaumont (Beaumont Business Consultancy)
1.
Opening
Wethouder Van der Meer opent deze bijeenkomst en verwelkomt de aanwezigen op deze tweede werkconferentie inzake de Woonvisie Teylingen. Het is belangrijk te weten wat de aanwezigen vinden van dit eerste concept van de Woonvisie. In het voorjaar is in ongeveer dezelfde samenstelling gesproken over een eerste analyse; daarover is ook gesproken in andere gezelschappen en zodoende heeft de gemeente veel input gekregen. Voorliggend document is nog niet gereed. Vanavond kunnen betrokkenen hun mening geven over dit concept. Het is opgesteld tezamen met de stuurgroep waarin de drie directeuren van de woningcorporaties zitting hebben alsmede ambtenaren en adviseurs van Bureau Bind. Degenen die alsnog een verslag van de eerste bijeenkomst van 25 april jl. wensen, kunnen dit aan de Wethouder doorgeven. 2.
Korte terugblik analyse
De heer Wielenga merkt op dat een aantal aanwezigen van vanavond er de vorige keer niet bij was dus vandaar even een terugblik met een powerpointpresentatie; de sheets worden als bijlage bij het verslag gevoegd. Tijdens die presentatie worden de volgende opmerkingen gemaakt. De heer De Rijk ziet dat in de Woonvisie wordt gesproken over een termijn van 2008 tot 2020; de heer Wielenga spreekt echter over een termijn tot 2030. De heer Wielenga licht toe dat het grootste deel van het verhaal is geschreven tot aan 2020. Vervolgens werd hij geconfronteerd met de Toekomstvisie die bijna gereed is en het leek hem verstandig dezelfde cijfers te gebruiken. De heer Husken zegt dat er in deze gemeente veel woningen zijn die door één persoon bewoond worden. Vanaf 2010/2015 vindt de grootste vergrijzing cq sterven plaats tot aan 2020; dan komen er dus veel woningen vrij. Volgens hem is het dan ook niet nodig dat er zoveel woningen bij komen. De heer Wielenga verwijst naar de landelijke ramingen, die overigens regiospecifiek zijn. Wethouder Van der Meer voegt daaraan toe, dat er wel degelijk landelijke trends zijn die op Teylingen en Holland Rijnland van toepassing zijn. De heer Husken spreekt over de generatie die rond de Tweede Wereldoorlog geboren is; tegelijkertijd wil de generatie die 10 jaar later geboren is naar de woningen toe die dan vrijkomen. De heer Wielenga benadrukt dat niet onderschat mag worden dat de grootte van de huishoudens steeds verder afneemt; die impact is heel groot. Ook het aantal vierkante meters dat mensen willen bewonen, wordt groter. De vraag verandert echt. De heer Heemskerk hoort dat de vraag naar duurdere huurwoningen groter wordt; dat betekent ook dat goedkopere huurhuizen vrij komen. Kunnen starters daarin? Dat zou kunnen, aldus de heer Wielenga, indien de woningvoorraad groeit maar dat is tot nu toe niet zo. Wel blijven de eisen die starters stellen aan woningen stijgen. De starterproblematiek in Teylingen is een luxe-discussie want die woningen zijn er soms al maar niet altijd gewild. Daarom blijven zij soms langer thuis wonen totdat zij echt een mooie woning kunnen aanschaffen. De heer Heemskerk meent dat de gemeente geen beleid moet maken op starters die verwende eisen hebben. Wethouder Van der Meer denkt dat dat een mooie aanzet zou zijn voor een stevige discussie in de raad. De heer Wielenga gaat over tot het visie- en actieprogramma dat is toegestuurd. Het is goed te realiseren, dat wat Teylingen bouwt uiteindelijk bepaalt wie er komt te wonen en dat is dus tevens de woningbehoefte. De heer Husken denkt dat het net andersom is. Er is een woningbehoefte en daarop speelt de gemeente in door voor die doelgroep te bouwen.
De heer Wielenga zegt dat als de gemeente dat doet het patroon dat de afgelopen 15 jaar is ingezet, versterkt wordt. De afgelopen jaren zijn in Teylingen vooral dure koopwoningen neergezet en wanneer je mensen nu vraagt wat voor soort woning zij willen in Teylingen, dan zijn dat dure koopwoningen. De heer Peetoom denkt dat de afgelopen jaren vooral gebouwd is naar de behoefte van de projectontwikkelaar. Dat heeft opgeleverd dat een bepaalde groep mensen hier is komen wonen en die mensen bepalen wel de woningbehoefte voor de komende tijd. De heer Wielenga vult daarop aan dat ook het inkomensniveau in Teylingen hoger ligt dan gemiddeld en dat is ook een afspiegeling van wat de gemeente de afgelopen 20 jaar in woningbouwprogramma's heeft gerealiseerd. De heer Alewijnse meent dat toch ook gebouwd moet worden voor de kinderen die nu in die duurdere woningen opgroeien. Uiteraard, aldus de heer Wielenga, maar bij een woningbehoeftenonderzoek wordt een representatieve steekproef van de bevolking genomen en die bevolking is de afgelopen 15 jaar in een bepaald segment gegroeid. Dat segment zet een extra toon voor de behoefte in de komende jaren. De vraag is of de gemeente dat patroon wil voortzetten of niet; dat komt straks aan bod. Mevrouw Saris merkt op dat het handiger zou zijn in de betreffende sheet niet te spreken van woningbehoefte maar van toekomstige woningbehoefte. Dat klopt, aldus de heer Wielenga. Hij vervolgt, dat er een sterke behoefte is aan levensloopbestendige woningen. Daarnaast zijn met de regio afspraken gemaakt over wat er gebouwd gaat worden. Van 2005 t/m 2009 zullen in Teylingen 1.333 woningen gebouwd worden, waarvan 30% sociale woningbouw. De tendens is voor de komende jaren wederom die 30% sociale woningbouw regionaal af te spreken. Het zal steeds lastiger worden bouwlocaties binnen de rode contouren te vinden en de kernen toch een eigen gezicht te laten behouden. De gemeente Teylingen heeft weinig grondposities, zo ook de corporaties. Dat is een complexe opgave voor de komende jaren. De heer De Rijk meent dat dat onvolledig is. Hierbij moet meegeteld worden projectontwikkelaars aan grondposities hebben om zo de totale mogelijkheden te bekijken.
wat
De heer Wielenga zegt dat het aansturen van projectontwikkelaars inzake gronden die commercieel aan hen verkocht zijn, een stuk moeilijker is dan wanneer de gemeente of woningcorporaties gronden in hun bezit hebben. Die hebben ook andere doelstellingen. De gemeente heeft in dat geval minder instrumenten in handen om aan te sturen. De heer De Rijk vindt de betreffende sheet niet volledig. De heer Wielenga verwijst naar de tekst van de concept-woonvisie waar dit wel volledig is opgenomen. Tot slot mag niet vergeten worden dat de spanning op de woningmarkt de komende jaren nog wel zal blijven; het gat tussen huur en koop is niet zomaar opgelost. Dat gat moet in ieder geval wel zoveel mogelijk beperkt worden. Vervolgens gaat hij in op de ambities van de gemeente, zoals die ook in de Toekomstvisie zijn verwoord. De heer Alewijnse vraagt of toegewerkt wordt naar meer evenwicht in leeftijdsopbouw of ook in sociale opbouw. De heer Wielenga denkt dat naar beide gestreefd zal worden: meer jongeren en wellicht ook een plek voor mensen met een minder hoog inkomen. Wethouder Van der Meer zegt dat de gedachte daarachter is, dat mensen die minder daadkrachtig zijn in het zoeken naar passende woonruimte ook het meest kwetsbaar zijn. Daar zal de gemeente iets voor moeten doen. De heer Husken vraagt zich af voor welke vraagstukken de gemeenteraad in 2030 zal komen te staan. Hij denkt dat de raad dan geen kant meer op kan. Tegen die tijd is het volgens de heer Wielenga denkbaar dat er een volgende uitleglocatie wordt aangewezen.
Wethouder Van der Meer bevestigt dat, echter, alleen indien er dan nog behoefte is aan meer woningen. De verwachting is dat die behoefte tussen nu en 2030 zal afnemen en het woningtekort veel minder zal worden. In het concept van de Toekomstvisie staat dat bestuurders en raadsleden, die dan de gemeente besturen, ook iets te kiezen moeten hebben en daar dan een besluit over moeten nemen. Een en ander moet niet nu dicht getimmerd worden want er zijn te veel onzekerheden. De ruimtelijke kwaliteit moet bewaakt en versterkt worden, zowel in bestaande als in nieuwbouw. Dat betreft vooral de inrichting van het gebied om de woningen heen. De heer Van Buren merkt over levensloopbestendige woningen op, dat ook bekeken kan worden of in de bestaande huurwoningen wat meer kwaliteit gestopt kan worden zodat deze onder de groep duurdere huurwoningen kunnen gaan vallen. Die suggestie kan ook bekeken worden, aldus de heer Wielenga. De heer Levenbach zegt dat regionaal is afgesproken, dat van de woningen tot 2020 30% in de sociale woningbouw gerealiseerd wordt. Zoals het hier staat, zou de gemeente ook kunnen zeggen: we gaan pas na 2020 bouwen. De heer Wielenga zegt dat dat misschien gek klinkt maar vanuit de behoefte zal dat tegen die tijd best zo kunnen zijn. Hij wijst echter in dit verband op de ambitie inzake het gat tussen huur en koop. De heer Levenbach begrijpt dat maar moet dan ook niet opgeschreven worden, dat tot 2020 van die 3.100 woningen er ook een aantal verwezenlijkt moet zijn? Dat klopt, aldus de heer Wielenga. De heer Schrader refereert aan de woorden van de heer Wielenga inzake de 1.559 levensloopbestendige woningen en dat die ook in de bestaande voorraad gerealiseerd zouden kunnen worden. Waar denkt de heer Wielenga dan aan? De heer Wielenga antwoordt dat dit kan middels het opplussen van corporatiebezit; dat gebeurt deels ook al. Dat is ook de achtergrond van de vraag van de heer Schrader. Zijn corporatie heeft 2.000 woningen waarvan 1.000 eengezinswoningen. Een aantal daarvan is al opgeplust en hierin meegenomen, dus hij vraagt zich af waar in de bestaande voorraad die 1.559 woningen gevonden kunnen worden. Dat aantal mag niet onderschat worden. De heer Wielenga komt daar straks op terug, maar dat is inderdaad een enorme ambitie. Tot slot licht hij de concrete acties toe. Wethouder Van der Meer stelt voor een korte pauze in te lassen (20.30-20.45h). 3.
Reacties aanwezigen op de concept-Woonvisie
Wethouder Van der Meer stelt voor dat de aanwezigen zich kort voorstellen; aan dat verzoek wordt voldaan. Tevens verzoekt hij de aanwezige raadsleden de ruimte te geven aan de overige aanwezigen om hun mening kenbaar te maken. De heer Wielenga geeft aan dat er nu een analyse is van de situatie in Teylingen en vervolgens komt de vraag naar voren: wat kan de gemeente daar nu aan doen? Met sheets geeft hij aan welke acties de gemeente kan nemen. Wethouder Van der Meer complimenteert de heer Wielenga met de duidelijke presentatie. Hij vraagt de aanwezigen wat zij van de visie vinden. De heer Husken mist de architectonische aspecten in het verhaal. Er worden straks woningen gebouwd in samenwerking met ontwikkelaars en waarschijnlijk komen er dan schoksgewijs woningen in groepen op de markt. Dan bestaat er grote kans dat er een soort VINEX-locatie ontstaat en daarmee tevens de kans dat er geen sprake zal zijn van een mooie architectuur maar van eentonigheid. Dat aspect mist hij. Wethouder Van der Meer zegt dat de gemeente veel waarde hecht aan zaken als architectuur en kwaliteit. Per project worden dergelijke zaken zeer nadrukkelijk aan de orde gesteld.
De heer Wielenga verwijst in dit verband ook naar p.35, waar gesproken wordt over het streven naar variatie en het vermijden van Zoetermeer-achtige beelden. Door het toetsen van de ruimtelijke plannen die binnenkomen, wordt daarop gestuurd. Dat is echter niet in een actieprogramma op te nemen. De heer Husken is bang dat dat zich door die schoksgewijze bouw wel voor zal gaan doen. In afspraken met ontwikkelaars zou opgenomen kunnen worden, dat er in de tijd gefaseerd gebouwd wordt; dan zullen zij daar rekening mee moeten houden. Wethouder Van der Meer zegt dat er meer instrumenten daarvoor zijn en die zullen ook ingezet worden. Overigens zullen in dit kader de belangen van de gemeente en projectontwikkelaars dichtbij elkaar komen want projectontwikkelaars houden er ook niet van om in korte tijd een groot aantal woningen te realiseren; dat beïnvloedt de markt namelijk nadelig. De heer Wielenga merkt op dat in het toetsingskader dat opgemaakt zal worden voor nieuwbouw hier explicieter iets over opgenomen zou kunnen worden. Wethouder Van der Meer stelt dat vanavond ook raadsleden aanwezig zijn en die nemen nota van wat wordt gezegd. Zij krijgen ook het verslag dus in de openbare discussies in commissie en raad zal van de bijdragen van de aanwezigen vanavond ook gebruik gemaakt worden. Mevrouw Saris heeft veel waardering voor de aandacht in het plan voor de senioren. Zij wil benadrukken dat er nu veel uitgegaan wordt van het principe dat alle senioren graag in hun eigen huis willen blijven wonen. Daarbij moet eenieder zich wel realiseren, dat niet alle ouderen die wens hebben maar omdat zij geen andere, leuke keus hebben zij toch niet weggaan. Dat bevordert de doorstroming niet. Als alle ouderen in een veel te groot huis blijven wonen, is dat geen mooi plaatje in het totaal. Als in het plan opgenomen zou worden de wens om te streven naar een aantal meergezinswoningen - luxe appartementen onder één dak waar de ruimten aangepast zijn aan de behoeften van ouderen - dan zullen zij eerder willen verhuizen. De heer Levenbach beaamt dat ouderen verleid moeten worden om te verhuizen. Dat is het precies, aldus mevrouw Saris. Er moet een leuk, aantrekkelijk aanbod voor hen zijn en ook betaalbaar. Wethouder Van der Meer is het daarmee eens. Wat er ook in beleidsdocumenten wordt gezet, het is uiteindelijk de senior zelf die de keuze maakt en die keuzemogelijkheid moeten gemeenten dus ook bieden. Bij de opening van de Bolero sprak hij reeds uit, dat de gedachte dat als mensen ouder worden en een toenemende zorgbehoefte krijgen zij het beste achter een muur gestopt zouden kunnen worden, gelukkig achter ons ligt. Mevrouw Saris meent dat dat de afgelopen decennia inderdaad zo definitief is gebeurd. De heer Wielenga merkt op dat een regionale commissie daar een aantal jaren terug onderzoek naar heeft gedaan en daaruit bleek wel, dat driekwart van de ouderen het liefst thuis wil blijven wonen. Maar dan is er ook nog een kwart dat dat niet wil, aldus mevrouw Saris. Ouderen willen eigenlijk niet verhuizen, dat is ook zo, maar daar zitten meer kanten aan. Wethouder Van der Meer denkt dat er langzamerhand ook meer woonvormen komen die tussen een klassiek verzorgingstehuis en het strikt extramurale zelfstandig wonen vallen. Hij noemt in dit verband Sassembourg. De heer Van Dijk vraagt wat de prestatieafspraak van de gemeente zelf is om dit helder te verwoorden naar de burgerij zodat projecten sneller gerealiseerd kunnen worden. Wethouder Van der Meer antwoordt dat er een forse communicatieopdracht aan de Woonvisie kleeft; dat is een opdracht voor de gemeente en die communicatie komt er ook. Echter, als dit in commissie en raad besproken wordt, komt het ook in de lokale kranten te staan en dat is een stukje gratis communicatie waar de gemeente graag gebruik van maakt. De woningcorporaties hebben ook naar hun afnemers toe een stevige communicatieopdracht; die maken zij intussen al waar.
De heer Van Dijk hoorde dat aanpassingen aan woningen onder de WMO gaan vallen. Hoe soepel of bureaucratisch zijn die regels? De heer Wielenga antwoordt dat de vroegere WVG integraal is overgenomen in de nieuwe WMO. Wethouder Wilbrink vult daarop aan, dat het regime van de WVG eigenlijk gewoon is doorgezet in de WMO. Daar zijn uiteraard regels aan verbonden maar de WMO gaat ervan uit, dat iedereen moet kunnen functioneren in de maatschappij dus ook moet kunnen wonen. Als iemand in aanmerking komt voor een traplift bijv. dan behoort dat tot de verstrekkingen die geleverd worden. Hetzelfde geldt voor aanpassing van de woningen alhoewel die regels wat strenger zijn geworden. De heer Van Dijk vraagt of er een beter samenspel mogelijk zou kunnen zijn waarin de gemeente, de WMO en de woningbouwcorporaties en de doelstellingen elkaar zouden kunnen vinden. Als een gehandicapte een woning aan wil passen, is die er namelijk lang mee bezig. Wethouder Wilbrink merkt op dat dit onder de portefeuille van collega Hollart valt. Het beleid wordt gezamenlijk met een aantal andere gemeenten in de regio vastgesteld en getracht wordt zo eenduidig mogelijk het beleid van de ISD te volgen. Zij stelt voor dat Wethouder Hollart hierover met de ISD en de woningcorporaties om de tafel gaat. De heer Schrader zegt dat het levensloopbestendig maken van de particuliere woning een compleet ander verhaal is. Hij herhaalt opnieuw dat de opgave van 1.559 woningen aanpassen een enorme opgave is. Hierover moeten afspraken gemaakt worden tussen corporaties en gemeenten, en misschien ook de particuliere sector. Wethouder Van der Meer geeft aan dat het pakket prestatieafspraken geleidelijk aan breder wordt over de jaren. Prestatieafspraken worden echter nooit door de gemeente opgelegd aan corporaties; dat is een traject van overleg en misschien op een bepaald moment ook van onderhandeling. De heer De Rijk leest op p.34 onder 4.3 het uitgangspunt van 2.700 woningen; op p.41 wordt gesproken over 2.900 woningen, p.42 spreekt weer over 3.100 woningen. Het is onduidelijk wanneer drie verschillende aantallen worden vermeld. De heer Wielenga zegt dat het verschil tussen de 2.700 en 2.900 woningen in het stuk uitgelegd wordt. De 3.100 staat niet zo genoemd in de Toekomstvisie; dat is een verschrijving. Dat aantal is de omvang van wat nu voorzien wordt aan bouwprogramma binnen de rode contouren. Hier zijn verder geactualiseerde cijfers gebruikt en die worden nog niet overal op dezelfde manier genoemd; hij zal ervoor zorgen dat dat consistenter wordt opgenomen in de stukken. Wethouder Van der Meer zal ervoor zorgen dat dit op een heldere manier in de Woonvisie en Toekomstvisie komt te staan en dat die twee op elkaar afgestemd zijn. De rode contouren komen uit het Streekplan van de Provincie. De heer Levenbach merkt over de woonserviceplannen op, dat voor mensen met een verstandelijke beperking wordt gezegd dat die naar een woonservicezone toe moeten. Hij denkt dat het interessant is deze mensen in een gewone woonwijk een plek te geven. Voorzieningen in een gewone wijk moeten in balans gehouden worden met het ontwikkelen van een woonservicezone. Als straks iedereen met een zorgvraag in een woonservicezone moet gaan wonen, wordt een bepaald deel van de doelgroepen uit de gewone wijken gehouden. De heer Schrader zegt behoorlijk bezig te zijn met het realiseren van voorzieningen in woonwijken maar daarvoor is een aantal aanknooppunten nodig. De heer Levenbach is het daar mee eens maar hij vraagt hier aandacht voor. Wethouder Van der Meer zegt dat op ieder moment dat de gemeente zaken uit een beleidsdocument als de Woonvisie nader uitwerkt en vertaalt in concrete plannen, de gemeente weer met direct belanghebbenden in contact treedt. Hij roept de aanwezigen ook op de gemeente alert te houden op dit soort zaken. De heer De Rijk leest op p.43 over actieve advisering door Teylingse ambassadeurs; zijn dat betaalde banen of vrijwilligers? Wethouder Van der Meer antwoordt dat dat vrijwilligers zijn met wellicht enige professionele ondersteuning van het ambtelijk apparaat. Dergelijke vrijwilligers zijn overigens goed te vinden in
Teylingen, zo is zijn ervaring. Hij hoopt dat de aanwezigen hetgeen zij op 25 april hebben meegegeven aan de gemeente, in het stuk terug vinden. De heer Heemskerk merkt op dat dit allemaal nog in de gemeenteraad komt. Als een meerderheid van die raad nu vindt dat er over de rode contouren heen gegaan kan worden, wat dan? Wethouder Van der Meer antwoordt dat de rode contour een principe is dat geldt in het ruimtelijke beleid. Natuurlijk raken het ruimtelijke ordeningsbeleid en de Woonvisie elkaar. Er is al afgesproken dat de ruimte tussen de kernen open blijft. Vanavond is er geen besluitvormende vergadering. De raad kan op punten zijn eigen verantwoordelijkheid nemen dus als dat aan de orde komt dan zal daar zeer zorgvuldig naar gekeken worden en dan zal daar een stevig debat over gevoerd worden, in de openbaarheid. Mevrouw Fortanier meent dat de rode contouren opgelegd zijn door de Provincie dus daarvoor gaat dit niet op. Wethouder Van der Meer zegt dat als de raad aan zou geven de rode contouren te willen heroverwegen, hij de raad zal antwoorden dat hij dat mee zal nemen naar de Provincie. Overigens is dat redelijk theoretisch. Ook de Provincie weet dat zowel het college als de raad van Teylingen overal eerst goed over na willen denken. In een ander beleidstraject, namelijk de Greenport, ziet hij een stevige discussie met de Provincie wel aankomen. Informeel is daarbij ook al geconcludeerd dat wat daar ook vastgesteld zal gaan worden, het zal leiden tot een heroverweging van het Streekplan. De heer Husken zegt dat de rode contouren hier als een soort strafmaatregel worden aangeduid van de Provincie. Hij denkt dat die rode contouren met een ander doel zijn ingesteld namelijk: tot hier en niet verder, om de zaak enigszins leefbaar te houden vooral ook voor toekomstige generaties. Dat staat inderdaad in de Toekomstvisie, aldus Wethouder Van der Meer. De Boekhorstpolder bijv. ligt buiten de rode contouren en de discussie daarover zal de komende tijd nadrukkelijk gevoerd worden, juist ook om de beleidsvrijheid van toekomstige bestuurders open te houden. Niemand weet immers hoe de wereld er precies over 30 jaar uitziet. De heer Husken vindt dat een mooi uitgangspunt maar wat betekent dat volgens de Wethouder voor de ruimte binnen de rode contouren? Vooral voor de ruimtelijke zichtlijnen die nu nog in de dorpen zijn. Inbreiding kan nooit meer teruggedraaid worden. Hij noemt hier vooral de charme van Warmond. Wethouder Van der Meer merkt op dat de discussie nu langzamerhand richting de Toekomstvisie gaat. In de Toekomstvisie staat bijna woordelijk de zorgvuldigheid waar de heer Husken nu om vraagt. Er zal verdicht moeten worden in de kernen de komende jaren, dat is onvermijdelijk. Op zorgvuldig gekozen locaties zal selectief hoger gebouwd worden en Warmond staat daarbij letterlijk als uitzondering genoemd. Het beschermd dorpsgezicht moet gewoon bewaard blijven. Mevrouw Baas complimenteert de opstellers voor het uitstekend leesbare stuk. Haar organisatie heeft een inbreng geleverd en het doet haar veel deugd, dat zij nu kan constateren het op veel punten eens te zijn. Zij ziet drie corporatiedirecteuren en de gemeente Teylingen vanavond aan tafel zitten; zij wil graag van deze gelegenheid gebruik maken om hier het verzoek neer te leggen of de huurderorganisatie - ondanks dat deze geen partij is - betrokken kan worden bij de prestatieafspraken zodat ook met de belangen van de huurderorganisatie rekening gehouden kan worden. Wethouder Van der Meer vindt dat een mooi betoog om mee af te sluiten. Ook hij vindt dat er een stevig verhaal en daarmee een goede prestatie is neergezet. Hij zal het verzoek van mevrouw Baas met de corporatiedirecteuren bespreken. Wel moet daarbij bekeken worden wie de huurderbelangenverenigingen zijn. De overlegsituatie met Trias en Huurdersbelangenvereniging Duin- en Bollenstreek is uitstekend; die wil hij graag als voorbeeld gebruiken maar er zijn nog twee corporaties die hier ook een plek in moeten krijgen. De heer De Rijk leest in het actieprogramma over een betaalbare woonvorm voor starters tussen huur en koop in; waaraan wordt daarbij gedacht? Wethouder Van der Meer antwoordt dat dat het maatschappelijk gebonden eigendom is waar de heer Wielenga het eerder over heeft gehad.
De heer Wielenga voegt daaraan toe dat ook leasen tot de mogelijkheden behoort. 4.
Sluiting
Wethouder Van der Meer heeft vanavond veel positieve reacties over de concept-Woonvisie gehoord en de complimenten daarvoor speelt hij door naar de heer Wielenga en de projectgroep. Daarbij wil hij benadrukken dat de kwaliteit van het document dat nu voorligt ook te danken is aan de aanwezigen hier. Hij dankt hen voor hun constructieve inbreng en de uitstekende discussie die hierover heeft plaats gevonden. Hij hoopt dat de aanwezigen ook de openbare commissie- en raadsvergaderingen hierover willen bijwonen. Hij sluit onder dankzegging de bijeenkomst om 21.35h.
Bijlage 17: Literatuur
ABF Research (2007): Woningmarktverkenning Teylingen
De Leeuw Makelaardij B.V. (2007): Zicht op de woningmarkt
Gemeente Alphen aan den Rijn (2004): Woonservicezone Nieuwe Sloot ‘een visie op hoofdlijnen’
Gemeente Teylingen (2008): Toekomstvisie Teylingen, Vitaal en Vernieuwend
Moosdijk, H. van den (september 2006): “Tekort aan starterswoningen is een mythe”, tbv Nirov-discussiedagen Bouwen en Wonen
Provincies Noord- en Zuid-Holland (mei 2006): Gebiedsuitwerking Bollenstreek – Haarlemmermeer
Regionale Commissie Gezondheidszorg Zuid-Holland Noord (december 2006): “Van Ambitie naar Prestatie”, Regionale prestatieafspraken rond Wonen, Zorg en Welzijn in Zuid-Holland Noord 2007 - 2020
Samenwerkingsverband Holland Rijnland (2006): Regionale Woonvisie, concept
SEV (2006): Atlas koopvarianten – Gids voor betaalbaar kopen
Stichting Welzijn Ouderen Teylingen (2005): Onderzoek 2005 onder 1.000 senioren in Teylingen
Stichting Welzijn Ouderen Teylingen (augustus 2007): Rapportage Welzijnsbezoek Teylingen – Signalerend huisbezoek 75-plussers
Trias Woondiensten (2006): Jaarverslag 2005
VROM / VNG (2006): Handreiking opplussen woningen van oudere eigenaarbewoners
Woningstichting Warmunda Warmond (2006): Jaarverslag 2005
Woonstichting Vooruitgang (2007): Jaarverslag 2005
Evaluatie regionale woonruimteverdeling Holland Rijnland – RIGO 2007