Bijlagen Bijlage 1 Natuuronderzoek P&R station Arnhem-Zuid
Bijlage 2 Bestemmingsplan “Elderveld” voorschriften + plankaart
Gemeente Arnhem Datum ontvangst : Zaaknummer :
06-06-2013 2013-06-00450
Bijlage 1 Natuuronderzoek P&R station Arnhem-Zuid Bureau Waardenburg bv (6 juni 2012)
NOTITIE Gemeente Arnhem SO afdeling Mobiliteit Dhr. G. Coumans Postbus 99 6800 AB Arnhem
DATUM:
6 juni 2012
ONS KENMERK:
12-323/12.02907/DimEm
UW KENMERK:
e-mail d.d. 02-05-2012
AUTEUR:
drs. D. Emond
PROJECTLEIDER:
drs. D. Emond
STATUS:
versie 1.0.
CONTR OLE:
drs. G.F.J. Smit
Natuuronderzoek P&R station Arnhem-Zuid De gemeente Arnhem is voornemens om de parkeerterrein bij station Arnhem-Zuid te vergroten. Hierbij zal rekening gehouden moeten worden met het huidige voorkomen van 1 soorten planten en dieren die beschermd zijn krachtens de Flora- en faunawet . Bureau Waardenburg heeft in dit kader een oriënterend onderzoek uitgevoerd naar de betekenis van het plangebied voor beschermde soorten. Deze notitie doet verslag van onze bevindingen. In het kader van de kapvergunning zijn de aanwezige bomen ingemeten (stamdiameter > 25 cm op 130 cm hoogte).
Plangebied en werkzaamheden Het plangebied is gelegen aan de oostkant van het treinstation Arnhem-Zuid, ten noorden van de Metamorfosenallee. In de huidige situatie biedt de parkeerplaats ruimte aan 70 parkeerplaatsen en nog eens 50 plaatsen op een tijdelijke uitbreiding. Het nieuwe parkeerterrein wordt aan de noordkant van de bestaande parkeerplaats uitgebreid met nog eens 50 plaatsen. Hiervoor verdwijnt een oppervlakte van circa 2000 m2 aan bos met schietwilg als dominante soort. Verder staan hier enkele populieren (Italiaanse en witte abeel) en in de struiklaag meidoorn, vlier, Noorse esdoorn en Gelderse roos. De kruidlaag is typerend voor zeer voedselrijke omstandigheden met kleefkruid, brandnetel,
1
Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de Flora- en faunawet. In de Flora- en faunawet worden drie beschermingsregimes onderscheiden. Voor soorten uit Tabel 1 geldt vrijstelling van verbodsbepalingen bij werkzaamheden in het kader van ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. In voorkomende gevallen hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd. Voor soorten van Tabel 2 of 3 geldt geen vrijstelling en kan aanvraag van een ontheffing aan de orde zijn bij overtreding van verbodsbepalingen. In de lopende tekst is per beschermde soort aangegeven in welke categorie deze is opgenomen.
berenklauw, riet en braam. Het bosgebied maakt onderdeel uit van de groenzone ten oosten van de spoorlijn Arnhem – Nijmegen.
Foto links: bosgebied
Foto rechts: huidige parkeerplaats
Methodiek Het plangebied is op 24 mei 2012 bezocht. Tijdens het terreinbezoek is zoveel mogelijk concrete informatie verzameld met betrekking tot de aan- of afwezigheid van beschermde soorten (zicht- en geluidswaarnemingen, sporenonderzoek naar de aanwezigheid van pootafdrukken, nesten, holen, uitwerpselen, haren, etc). Op basis van terreinkenmerken en expert judgement is beoordeeld of het terrein geschikt is voor de in de regio voorkomende beschermde soorten.
Resultaten Planten In het plangebied zijn geen beschermde soorten planten aangetroffen. Geschikte groeiplaatsen / biotopen zijn niet aanwezig. Op grond hiervan is beoordeeld dat het plangebied geen betekenis heeft voor beschermde soorten planten. Vleermuizen In 2006 heeft Bureau Waardenburg uitgebreid onderzoek gedaan naar het voorkomen van vleermuizen in Schuytgraaf en de spoorzone. Ook het voorliggende plangebied is hierbij onderzocht. Vaste rust- en verblijfplaatsen (kraam-, paar- en zomerverblijven) zijn hierbij niet aangetroffen. Wel wordt de groenstrook gebruikt door gewone dwergvleermuis en (in mindere mate) laatvlieger om te foerageren. Beide soorten zijn gebouwbewonende soorten en hebben hun verblijfplaatsen waarschijnlijk in Elden of Elderveld. Tijdens het veldbezoek is een holte (in gebruik) van de grote bonte specht aangetroffen in de te kappen bomen. Potentiële verblijfplaatsen voor boombewonende vleermuissoorten zijn niet aangetroffen.
2
Natuuronderzoek P&R station Arnhem-Zuid
Vogels (met jaarrond beschermde nestplaats2) Tijdens het veldbezoek zijn geen verblijfplaatsen aangetroffen van vogels waarvan de nestplaats jaarrond is beschermd. Wel zijn diverse (algemene) vogels aangetroffen, waaronder grote bonte specht, gaai, merel en koolmees, die in het plangebied (kunnen) broeden. Overige soortgroepen Voor overige beschermde soorten van tabel 2/3 geldt dat geschikt leefgebied ontbreekt of kunnen worden uitgesloten op basis van verspreidingsgegevens. Van tabel 1 kunnen diverse soorten zoogdieren en amfibieën in het plangebied aangetroffen worden.
Effecten Vleermuizen Ondanks dat de vleermuizengegevens uit 2006 dateren en daarmee verouderd zijn is er geen reden om aan te nemen dat de betekenis van het gebied wezenlijk veranderd is. De bomen zijn weliswaar ouder geworden maar voor de rest is er sindsdien niks in de groenzone gebeurd. Daarnaast is het ontbreken van (meerdere) geschikte holtes of andere wegkruipmogelijkheden geen aanleiding om een verandering in gebruik door vleermuizen te verwachten. Het verlies aan oppervlakte foerageergebied is beperkt en verwaarloosbaar ten opzichte van de hoeveelheid aan bosschages die zich in Schuytgraaf ontwikkelen. Vogels (met jaarrond beschermde nestplaats) Verblijfplaatsen van vogels waarvan de nestplaats jaarrond is beschermd zijn niet aangetroffen. Mits rekening wordt gehouden met het broedseizoen zijn ook effecten op dergelijke nestplaatsen die zich mogelijk elders in de groenzone bevinden uitgesloten (verstoring). Overige soortgroepen Aanwezigheid van overige soorten van tabel 2/3 zijn uitgesloten, en daarmee ook mogelijke effecten. Voor effecten op soorten van tabel 1 geldt een vrijstelling voor ruimtelijke ingrepen.
Conclusie Bij uitvoering van de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet ten aanzien van broedvogels. Indien bij de werkzaamheden de hieronder genoemde maatregelen worden getroffen, wordt overtreding van verbodsbepalingen voorkomen.
2
Op grond van door het ministerie van LNV verstrekte handreikingen worden nesten van de volgende soorten als jaarrond beschermde nestplaatsen beschouwd: boomvalk, buizerd, gierzwaluw, grote gele kwikstaart, havik, huismus, kerkuil, oehoe, ooievaar, ransuil, roek, slechtvalk, sperwer, steenuil, wespendief, zwarte wouw.
Natuuronderzoek P&R station Arnhem-Zuid
3
Randvoorwaarden Flora- en faunawet voor uitvoering project •
Verstoring van broedvogels dient voorkomen te worden. Dit kan door bomen en struiken buiten het broedseizoen te verwijderen en/of bebouwing buiten het broedseizoen te slopen. Het rooien van beplanting en/of slopen van bebouwing binnen het broedseizoen is mogelijk indien is vastgesteld dat er met deze werkzaamheden geen nesten van broedvogels worden verstoord. Voor het broedseizoen wordt in het kader van de Flora- en faunawet geen standaard periode gehanteerd. Het broedseizoen verschilt per soort. Globaal moet rekening gehouden worden met de periode eind maart – begin augustus.
Literatuur Emond, D., M. van der Valk & L.S.A. Anema, 2006. Vleermuizen in Schuytgraaf e.o., Arnhem. Aanvullend onderzoek in het kader van de Flora- en faunawet. Rapport 06-235. Bureau Waardenburg, Culemborg.
Bomeninventarisatie Voor het opmeten van de stamdiameter is gebruik gemaakt van een boomklem. Omdat in het veld nog geen markeringen zijn aangebracht van de begrenzing van het plangebied is op basis van aangeleverd kaartmateriaal het aantal ingemeten bomen iets ruimer genomen. Het inmeten van elke afzonderlijke boom op Amersfoort-coördinaten bleek niet zinvol te zijn. De standaardafwijking van de GPS bleek dermate groot dat dit overlappend zou zijn voor het aantal te kappen bomen, die vrij dicht op elkaar staan. In totaal zijn 45 bomen ingemeten binnen een oppervlakte van circa 2000 m2. In tabel 1 is per klasse het aantal bomen weergegeven op basis van de stamdiameter. Indien een boom meerdere stammen heeft is de grootste stamdiameter aangehouden bij de indelen. Alle bomen vallen in de hoogteklasse van 25-30 meter.
4
Natuuronderzoek P&R station Arnhem-Zuid
Tabel 1. Aantal bomen per soort en per klasse stamdiameter. Stamdiameter Salix alba (N) Populus alba (N) 25-29 8 30-34 5 35-39 9 40-44 5 45-49 2 50-54 9 55-59 3 60-64 1 1 65-69 70-74 1 75-80 1 -
Voor vragen over deze notitie kunt u contact opnemen met Dimitri Emond. Akkoord voor uitgave:
Teamleider Bureau Waardenburg bv drs. G.F.J. Smit
Paraaf: Bureau Waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv; opdrachtgever vrijwaart Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. © Bureau Waardenburg bv / Gemeente Arnhem Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf-gaande schrif-telijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Bureau Waardenburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitsmanagementsysteem van Bureau Waardenburg bv is door CERTIKED gecertificeerd overeenkomstig ISO 9001:2008.
Natuuronderzoek P&R station Arnhem-Zuid
5
Bijlage 2 Bestemmingsplan “Elderveld” voorschriften + plankaart Datum vaststelling: 23/03/1971, datum goedkeuring: 23/02/1972