Bijlagen bij Van profielwerkstuk naar meesterproef
Lessen uit vijf SLO-profielmeesterstukwedstrijden 2008-2012 SLO • nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling
Bijlagen bij Van profielwerkstuk naar meesterproef Lessen uit vijf SLO-profielmeesterstukwedstrijden 20082012
Inhoud Bijlage 1: de voorschriften met betrekking tot het profielwerkstuk Bijlage 2: overzicht van de vaardigheden-eindtermen havo van de exacte vakken, de maatschappij- en de kunstvakken 2.1 De vaardigheden-eindtermen havo van de exacte vakken Powered by SHL Bijlage 3: de competenties van het KBB-competentiemodel Bijlage 4: competentielijst gebruikt bij de profielmeesterstukwedstrijd Bijlage 5: groslijst van PWS-relevante competenties Bijlage 6: analyse van de samenvattingen van de havo-finalisten van de profielmeesterstukwedstrijden 2008-2012 6.1 2008 6.4 2011 6.5 2012 Bijlage 7: analyse van de samenvattingen van de vwo-finalisten van de profielmeesterstukwedstrijden 2008-2012 7.1 2008 7.2 2009 7.3 2010 7.4 2011
3 4 4 25 28 30 33 33 51 57 63 63 69 75 81
Bijlage 1: de voorschriften met betrekking tot het profielwerkstuk
Het schoolexamen vwo en havo omvat mede een profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel. Het profielwerkstuk heeft betrekking op één of meer vakken van het eindexamen. Ten minste één van deze vakken heeft een omvang van 400 uur of meer voor vwo en 320 uur of meer voor havo. Bron: het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo - Artikel 4. Indeling eindexamen; profielwerkstuk en sectorwerkstuk en maatschappelijke stage.
3
Bijlage 2: overzicht van de vaardigheden-eindtermen havo van de exacte vakken, de maatschappij- en de kunstvakken 2.1 De vaardigheden-eindtermen havo van de exacte vakken 2.1.1
Biologie, Natuurkunde, Scheikunde, NLT en ANW Biologie havo
A
A
A
A
A
A
4
Natuurkunde havo
Scheikunde havo
NLT havo
Vaardigheden
1
2
3
4
5
Algemene vaardigheden profieloverstijgend niveau Informatievaardigheden gebruiken
Communiceren
ANW vwo Domein A: Vaardigheden
A3: Informatievaardigheden 1. De kandidaat kan doelgericht 1. De kandidaat kan doelgericht 1. De kandidaat kan doelgericht 1. De kandidaat kan doelgericht 3. De kandidaat kan, mede met behulp informatie zoeken, beoordelen, selecteren informatie zoeken, beoordelen, selecteren informatie zoeken, beoordelen, selecteren informatie zoeken, beoordelen, selecteren van ICT, informatie selecteren, verwerken, en verwerken. en verwerken. en verwerken. en verwerken. beoordelen en presenteren. A1: Taalvaardigheden 2. De kandidaat kan adequaat schriftelijk, mondeling en digitaal in het publieke domein communiceren over onderwerpen uit het desbetreffende vakgebied.
2. De kandidaat kan adequaat schriftelijk, mondeling en digitaal in het publieke domein communiceren over onderwerpen uit het desbetreffende vakgebied.
2. De kandidaat kan adequaat schriftelijk, mondeling en digitaal in het publieke domein communiceren over onderwerpen uit het desbetreffende vakgebied.
2. De kandidaat kan adequaat schriftelijk, mondeling en digitaal in het publieke domein communiceren over onderwerpen uit het desbetreffende vakgebied.
3. De kandidaat kan bij het verwerven van vakkennis en vakvaardigheden reflecteren op eigen belangstelling, motivatie en leerproces.
3. De kandidaat kan bij het verwerven van vakkennis en vakvaardigheden reflecteren op eigen belangstelling, motivatie en leerproces.
3. De kandidaat kan bij het verwerven van vakkennis en vakvaardigheden reflecteren op eigen belangstelling, motivatie en leerproces.
3. De kandidaat kan bij het verwerven van vakkennis en vakvaardigheden reflecteren op eigen belangstelling, motivatie en leerproces.
4. De kandidaat kan aangeven op welke wijze natuurwetenschappelijke kennis in studie en beroep wordt gebruikt en kan mede op basis daarvan zijn belangstelling voor studies en beroepen onder woorden brengen.
4. De kandidaat kan aangeven op welke wijze natuurwetenschappelijke kennis in studie en beroep wordt gebruikt en kan mede op basis daarvan zijn belangstelling voor studies en beroepen onder woorden brengen.
4. De kandidaat kan aangeven op welke wijze natuurwetenschappelijke kennis in studie en beroep wordt gebruikt en kan mede op basis daarvan zijn belangstelling voor studies en beroepen onder woorden brengen.
4. De kandidaat kan aangeven op welke wijze natuurwetenschappelijke kennis in studie en beroep wordt gebruikt en kan mede op basis daarvan zijn belangstelling voor studies en beroepen onder woorden brengen.
1. De kandidaat kan adequaat schriftelijk en mondeling communiceren over natuurwetenschappelijke onderwerpen.
Reflecteren op leren
Studie en beroep
Natuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden – bètaprofielniveau Onderzoeken
A6: Onderzoeksvaardigheden
Biologie havo 5. De kandidaat kan in contexten instructies voor onderzoek op basis van vraagstellingen uitvoeren en conclusies trekken uit de onderzoeksresultaten. De kandidaat maakt daarbij gebruik van consistente redeneringen en relevante rekenkundige en wiskundige vaardigheden. A
A
A
6
7
8
9
NLT havo 5. De kandidaat kan in contexten instructies voor onderzoek op basis van vraagstellingen uitvoeren en conclusies trekken uit de onderzoeksresultaten. De kandidaat maakt daarbij gebruik van consistente redeneringen en relevante rekenkundige en wiskundige vaardigheden.
ANW vwo 6. De kandidaat kan een natuurwetenschappelijk onderzoek voorbereiden, uitvoeren, de verzamelde onderzoeksresultaten verwerken en hieruit een conclusie trekken.
A5: Ontwerpvaardigheden 6. De kandidaat kan in contexten op basis van een gesteld probleem een technisch ontwerp voorbereiden, uitvoeren, testen en evalueren en daarbij relevante begrippen, theorie en vaardigheden en valide en consistente redeneringen hanteren
6. De kandidaat kan in contexten op basis van een gesteld probleem een technisch ontwerp voorbereiden, uitvoeren, testen en evalueren en daarbij relevante begrippen, theorie en vaardigheden en valide en consistente redeneringen hanteren.
6. De kandidaat kan in contexten op basis van een gesteld probleem een technisch ontwerp voorbereiden, uitvoeren, testen en evalueren en daarbij relevante begrippen, theorie en vaardigheden en valide en consistente redeneringen hanteren.
6. De kandidaat kan in contexten op basis 5. De kandidaat kan een technisch van een gesteld probleem een technisch ontwerp voorbereiden, uitvoeren, testen ontwerp voorbereiden, uitvoeren, testen en evalueren. en evalueren en daarbij relevante begrippen, theorie en vaardigheden en valide en consistente redeneringen hanteren.
7. De kandidaat kan in contexten een probleem analyseren, een adequaat model selecteren, en modeluitkomsten genereren en interpreteren. De kandidaat maakt daarbij gebruik van consistente redeneringen en relevante rekenkundige en wiskundige vaardigheden.
7. De kandidaat kan in contexten een probleem analyseren, een adequaat model selecteren, en modeluitkomsten genereren en interpreteren. De kandidaat maakt daarbij gebruik van consistente redeneringen en relevante rekenkundige en wiskundige vaardigheden.
7. De kandidaat kan in contexten een relevant probleem analyseren, inperken tot een hanteerbaar probleem, vertalen naar een model, modeluitkomsten genereren en interpreteren, en het model toetsen en beoordelen. De kandidaat maakt daarbij gebruik van consistente redeneringen en relevante rekenkundige en wiskundige vaardigheden.
7. De kandidaat kan in contexten met name een gesloten probleem analyseren, een adequaat model selecteren en modeluitkomsten genereren en interpreteren. De kandidaat maakt daarbij gebruik van consistente redeneringen en relevante rekenkundige en wiskundige vaardigheden.
Modelvorming
Natuurwetenschappelijk instrumentarium 8. De kandidaat kan in contexten een voor de natuurwetenschappen relevant instrumentarium hanteren, waar nodig met aandacht voor risico’s en veiligheid; daarbij gaat het om instrumenten voor dataverzameling en -bewerking, vaktaal, vakconventies, symbolen, formuletaal en rekenkundige bewerkingen.
8. De kandidaat kan in contexten een voor de natuurwetenschappen relevant instrumentarium hanteren, waar nodig met aandacht voor risico’s en veiligheid; daarbij gaat het om instrumenten voor dataverzameling en -bewerking, vaktaal, vakconventies, symbolen, formuletaal en rekenkundige bewerkingen.
8. De kandidaat kan in contexten een voor de natuurwetenschappen relevant instrumentarium hanteren, waar nodig met aandacht voor risico’s en veiligheid; daarbij gaat het om instrumenten voor dataverzameling en -bewerking, vaktaal, vakconventies, symbolen en formuletaal.
Waarderen en oordelen
A4: Technisch-instrumentele vaardigheden 4. De kandidaat kan op een verantwoorde manier omgaan met voor het vak relevante organismen en stoffen, instrumenten, apparaten en ICTtoepassingen.
A7: Maatschappelijke situaties 9. De kandidaat kan in contexten een beargumenteerd oordeel geven over een situatie in de natuur of een technische toepassing, en daarin onderscheid maken tussen wetenschappelijke argumenten, normatieve maatschappelijke overwegingen en persoonlijke opvattingen.
5
Scheikunde havo 5. De kandidaat kan in contexten vraagstellingen analyseren, gebruik makend van relevante begrippen en theorie, vertalen in een vakspecifiek onderzoek, dat onderzoek uitvoeren, en uit de onderzoeksresultaten conclusies trekken. De kandidaat maakt daarbij gebruik van consistente redeneringen en relevante rekenkundige en wiskundige vaardigheden.
Ontwerpen
8. De kandidaat kan in contexten een voor de natuurwetenschappen relevant instrumentarium hanteren, waar nodig met aandacht voor risico’s en veiligheid; daarbij gaat het om instrumenten voor dataverzameling en -bewerking, vaktaal, vakconventies, symbolen, formuletaal en rekenkundige bewerkingen. A
Natuurkunde havo 5. De kandidaat kan in contexten instructies voor onderzoek op basis van vraagstellingen uitvoeren en conclusies trekken uit de onderzoeksresultaten. De kandidaat maakt daarbij gebruik van consistente redeneringen en relevante rekenkundige en wiskundige vaardigheden.
9. De kandidaat kan in contexten een beargumenteerd oordeel geven over een situatie in de natuur of een technische toepassing, en daarin onderscheid maken tussen wetenschappelijke argumenten, normatieve maatschappelijke overwegingen en persoonlijke opvattingen.
9. De kandidaat kan in contexten een beargumenteerd oordeel geven over een situatie in de natuur of een technische toepassing, en daarin onderscheid maken tussen wetenschappelijke argumenten, normatieve maatschappelijke overwegingen en persoonlijke opvattingen.
9. De kandidaat kan in contexten een beargumenteerd oordeel over een situatie in de natuur of een technische toepassing geven en daarin onderscheid maken tussen wetenschappelijke argumenten, normatieve maatschappelijke overwegingen en persoonlijke opvattingen.
7. De kandidaat kan toepassingen en effecten van natuurwetenschappen en techniek in verschillende maatschappelijke situaties herkennen en benoemen.
A
A
10
11
Biologische vakvaardigheden
Natuurkundige vakvaardigheden
Chemische vakvaardigheden
NLT-specifieke vaardigheden
Beleven
Kennisontwikkeling en -toepassing
Toepassen van chemische concepten
10. De kandidaat kan in contexten gevoelens en betekenissen expliciteren die worden opgeroepen door het omgaan met de natuur of in de natuur voorkomende objecten en daarbij aandacht schenken aan de gevoelens en betekenissen van anderen.
10. De kandidaat kan in contexten analyseren op welke wijze natuurkundige en technologische kennis wordt ontwikkeld en toegepast
10. De kandidaat kan chemische concepten en in de chemie gebruikte fysische en biologische concepten herkennen en met elkaar in verband brengen.
Vormfunctiedenken
Technisch-instrumentele vaardigheden Redeneren in termen van contextconcept 11. De kandidaat kan op een 11. De kandidaat kan in leefwereld-, verantwoorde wijze omgaan met voor de beroeps- en wetenschapscontexten natuurkunde relevante materialen, chemische concepten herkennen en instrumenten, apparaten en ICTgebruiken en kan op basis daarvan toepassingen voorspellingen doen, berekeningen en schattingen maken en daarbij een argumentatie geven. Redeneren in termen van structuureigenschappen 12. De kandidaat kan macroscopische eigenschappen in relatie brengen met structuren op meso- en (sub)microniveau, en daarin aspecten van schaal herkennen en kan omgekeerd vanuit structuren voorspellingen doen over die macroscopische eigenschappen. Rekenkundige en wiskundige vaardigheden
Interdisciplinaire vraagstukken in studie- en beroepspraktijk 10.De kandidaat kan van een breed spectrum aan bètatechnische studies en beroepen voorbeelden geven van interdisciplinaire vraagstukken die daarbinnen een rol spelen. Daarnaast kan de kandidaat een verband leggen tussen de praktijk van deze studies en beroepen en de eigen kennis, vaardigheden en belangstelling. Redeneren
11. De kandidaat kan in contexten redeneringen hanteren waarbij van biologische objecten op verschillende organisatieniveaus vanuit een gegeven vorm naar een bijbehorende functie wordt gezocht en andersom. A
12
Ecologisch denken 12. De kandidaat kan in contexten op het gebied van duurzaamheid redeneringen hanteren waarbij uitgewerkt wordt wat de gevolgen van interne of externe veranderingen in een levensgemeenschap of ecosysteem zijn.
A
12
11.De kandidaat kan met gegevens van wiskundige en natuurwetenschappelijke aard consistente redeneringen opzetten van zowel inductief als deductief karakter.
Rekenkundige en wiskundige vaardigheden A2: Reken-/wiskundige vaardigheden
A
13
Evolutionair denken 13. De kandidaat kan in contexten redeneringen hanteren waarmee biologische verschijnselen op verschillende organisatieniveaus verklaard worden met behulp van theorie over evolutiemechanismen.
6
12. De kandidaat kan een aantal voor de natuurkunde relevante rekenkundige en wiskundige vaardigheden correct en geroutineerd toepassen bij voor de natuurkunde specifieke probleemsituaties. Vaktaal Redeneren over systemen, verandering en energie 13. De kandidaat kan de specifieke 13. De kandidaat kan chemische vaktaal en vakterminologie interpreteren processen beschrijven in termen van en produceren, waaronder formuletaal, systemen met kennis van stoffen, conventies en notaties. deeltjes, reactiviteit en energie.
12.De kandidaat kan een aantal relevante rekenkundige en wiskundige vaardigheden correct en geroutineerd toepassen bij vakspecifieke probleemsituaties. Samenwerken 13.De kandidaat kan bij het werken aan interdisciplinaire vraagstukken samenwerken met anderen, daarbij actief de inbreng van groepsgenoten stimuleren, deze op waarde schatten en gebruiken en een herkenbare eigen inbreng hebben bij het tot stand komen van het eindresultaat
2. De kandidaat kan een aantal voor het vak relevante reken-/wiskundigevaardigheden toepassen om natuurwetenschappelijke problemen op te lossen.
A
A
A
14
Systeemdenken
15
14. De kandidaat kan in contexten een onderscheid maken tussen verschillende organisatieniveaus, relaties binnen en tussen organisatieniveaus uitwerken en uiteenzetten hoe biologische eenheden op verschillende organisatieniveaus zichzelf in stand houden en ontwikkelen. Contexten
16
15. De kandidaat kan de in domein A genoemde vaardigheden en de in domeinen B tot en met F genoemde concepten ten minste gebruiken in beroepscontexten en in leefwereldcontexten. Kennisontwikkeling en toepassing
Vakspecifiek gebruik van de computer
Redeneren in termen van duurzaamheid 14. De kandidaat kan de computer 14. De kandidaat kan in gebruiken bij modelleren en visualiseren maatschappelijke, beroeps- en van verschijnselen en processen, en voor wetenschapscontexten aspecten van het verwerken van gegevens. duurzaamheid aangeven en beschrijven, daarmee samenhangende problemen analyseren en voorstellen formuleren voor een mogelijke oplossing daarvan. Kwantificeren en interpreteren Redeneren over ontwikkelen van chemische kennis 15. De kandidaat kan fysische grootheden 15. De kandidaat kan analyseren op kwantificeren en mathematische welke wijze natuurwetenschappelijke, uitdrukkingen in verband brengen met technologische en chemische kennis relaties tussen fysische begrippen. wordt ontwikkeld en toegepast.
16. De kandidaat kan in contexten analyseren op welke wijze natuurwetenschappelijke en technologische kennis wordt ontwikkeld en toegepast.
7
B: Exacte wetenschappen en technologie B1: Interdisciplinariteit
B: Analyse van en reflectie op natuurwetenschap en techniek B1: Kennisvorming
14.De kandidaat kan voor de context relevante conceptuele kennis en benaderingen uit in ieder geval de aardwetenschappen, de biologie, de natuurkunde, de scheikunde en de wiskunde toepassen op interdisciplinaire vraagstukken die betrekking hebben op de domeinen C t/m E. De kandidaat kan daarbij: de rol van de verschillende disciplines bij de aanpak van het vraagstuk aan de hand van voorbeelden toelichten; situaties beschrijven in termen van modelvorming, systeem, schaal en verandering; experimenteel onderzoek en/of simulaties uitvoeren dan wel resultaten van experimenten en/of simulaties interpreteren; technologische oplossingen ontwerpen dan wel ontworpen technologische oplossingen toelichten.
8. De kandidaat kan weergeven hoe natuurwetenschappelijke kennis ontstaat, welke vragen natuurwetenschappelijke onderzoekers kunnen stellen en hoe ze aan betrouwbare antwoorden komen.
B2: Wisselwerking tussen natuurwetenschap en technologie 15.De kandidaat kan de wisselwerking tussen de ontwikkeling van natuurwetenschappelijke kennis en technologie beschrijven en toelichten aan de hand van voorbeelden uit de domeinen C t/m E.
B2: Toepassing van kennis 9. De kandidaat kan analyseren hoe natuurwetenschappelijke en technische kennis wordt toegepast en kan reflecteren op de wisselwerking tussen natuurwetenschap, techniek en samenleving. B3: De invloed van natuurwetenschap en techniek 10. De kandidaat kan oordelen over de betrouwbaarheid van toegepaste natuurwetenschappelijke kennis en een eigen mening over maatschappelijk natuurwetenschappelijke vraagstukken vormen.
Bronnen: http://www.betanova.nl/downloads. Examenprogramma biologie havo. Advies OCW, juli 2011 http://www.betanova.nl/downloads. Examenprogramma natuurkunde havo. Advies OCW, juli 2011 http://www.betanova.nl/downloads. Examenprogramma scheikunde havo. Advies OCW, augustus 2011 http://www.betanova.nl/downloads. Examenprogramma NLT havo, in: Staatscourant Nr. 9161 26 mei 2011. Bijlage 1 http://www.examenblad.nl; Examenprogramma algemene natuurwetenschappen vwo (tevens havo)
2.1.2 A A
1
Wiskunde
De eindterm in dit subdomein heeft betrekking op vaardigheden die van belang zijn voor alle examenvakken, de wiskunde in het bijzonder.
A
2
Wiskunde A havo
Wiskunde B havo
1 De kandidaat heeft kennis van de rol van wiskunde in de maatschappij, kan hierover gericht informatie verzamelen en de resultaten communiceren met anderen. 1.1 De kandidaat kan doelgericht informatie zoeken, beoordelen, selecteren en verwerken. 1.2 De kandidaat kan adequaat schriftelijk, mondeling en digitaal communiceren over onderwerpen uit de wiskunde. 1.3 De kandidaat kan bij het verwerven van vakkennis en vakvaardigheden reflecteren op eigen belangstelling, motivatie en leerproces. 1.4 De kandidaat kan toepassingen en effecten van wiskunde in het dagelijks leven en in verschillende vervolgopleidingen en beroepssituaties herkennen en benoemen.
1 De kandidaat heeft kennis van de rol van wiskunde in de maatschappij, kan hierover gericht informatie verzamelen en de resultaten communiceren met anderen. 1.1 De kandidaat kan doelgericht informatie zoeken, beoordelen, selecteren en verwerken. 1.2 De kandidaat kan adequaat schriftelijk, mondeling en digitaal communiceren over onderwerpen uit de wiskunde. 1.3 De kandidaat kan bij het verwerven van vakkennis en vakvaardigheden reflecteren op eigen belangstelling, motivatie en leerproces. 1.4 De kandidaat kan toepassingen en effecten van wiskunde in het dagelijks leven en in verschillende vervolgopleidingen en beroepssituaties herkennen en benoemen.
2 De kandidaat kan een profielspecifieke probleemsituatie in wiskundige termen analyseren, oplossen en het resultaat naar de betrokken context terugvertalen. 2.1 De kandidaat kan een profielspecifieke probleemsituatie interpreteren, structureren en vertalen naar een model waarin wiskundig gereedschap kan worden ingezet.
2 De kandidaat kan profielspecifieke probleemsituaties in wiskundige termen analyseren, oplossen en het resultaat naar de betrokken context terugvertalen. 2.1 De kandidaat kan een probleemsituatie in een wiskundige, natuurwetenschappelijke of economische context analyseren, gebruik makend van relevante begrippen en theorie vertalen in een vakspecifiek onderzoek, dat onderzoek uitvoeren, en uit de onderzoeksresultaten conclusies trekken. 2.2 De kandidaat kan een realistisch probleem in een context analyseren, inperken tot een hanteerbaar probleem, vertalen naar een wiskundig model, modeluitkomsten genereren en interpreteren en het model toetsen en beoordelen.
Vaardigheden Algemene vaardigheden
Profielspecifieke vaardigheden De eindterm in dit subdomein heeft betrekking op vaardigheden die van belang zijn voor de profielvakken waarin de kandidaat examen doet, de wiskunde in het bijzonder.
2.2 De kandidaat kan wiskundige methoden en modellen toepassen op profielspecifieke probleemsituaties.
8
Wiskunde A havo 2.3 De kandidaat kan de resultaten van de wiskundige behandeling terugvertalen naar de context.
A
3
Wiskundige vaardigheden
De eindterm in dit subdomein heeft betrekking op vaardigheden die specifiek van belang zijn voor het programma wiskunde havo A. 3 De kandidaat beheerst de bij het examenprogramma passende rekenkundige, algebraïsche en deductieve vaardigheden en kan de bewerkingen uitvoeren zonder ICT en waar nodig met ICT-hulpmiddelen. 3.1 De kandidaat beheerst de regels van de rekenkunde en algebra zonder ICT-middelen. 3.2 De kandidaat kan waar nodig ICT-middelen inzetten om omvangrijke of rekenintensieve problemen aan te pakken. 3.3 De kandidaat kan de correctheid van redeneringen verifiëren. 3.4 De kandidaat heeft inzicht in wiskundige notaties en formules en kan daarmee kwalitatief redeneren. 3.5 De kandidaat kan een oplossingsstrategie kiezen, deze correct toepassen en de gevonden oplossing controleren op wiskundige juistheid.
Wiskunde B havo 2.3 De kandidaat kan met gegevens van wiskundige en natuurwetenschappelijke aard consistente redeneringen opzetten. 2.4 De kandidaat kan een beargumenteerd oordeel over een situatie in de natuur of een technische toepassing geven, en daarin onderscheid maken tussen wetenschappelijke argumenten en persoonlijke uitgangspunten. De eindterm in dit subdomein heeft betrekking op vaardigheden die specifiek van belang zijn voor het programma wiskunde havo B 3 De kandidaat beheerst de bij het examenprogramma passende rekenkundige, algebraïsche en deductieve vaardigheden en kan de bewerkingen uitvoeren zonder ICT en waar nodig met ICT-hulpmiddelen. 3.1 De kandidaat beheerst de regels van de rekenkunde en algebra zonder ICT-middelen. 3.2 De kandidaat heeft inzicht in wiskundige notaties en formules en kan daarmee kwalitatief redeneren. 3.3 De kandidaat kan wiskundige begrippen vatten in abstracties en de bijbehorende correcte vakspecifieke taal en terminologie interpreteren en produceren, inclusief formuletaal, conventies en notaties. 3.4 De kandidaat kan bij het raadplegen van wiskundige informatie, bij het verkennen van wiskundige situaties, bij wiskundige redeneringen en bij het uitvoeren van wiskundige berekeningen gebruik maken van geschikte ICT-middelen waaronder de grafische rekenmachine. 3.5 De kandidaat kan de correctheid van redeneringen verifiëren. 3.6 De kandidaat kan een oplossingsstrategie kiezen, deze correct toepassen en de gevonden oplossing controleren op wiskundige juistheid.
Bronnen: http://www.betanova.nl/downloads. cTWO. Experimenteel examenprogramma 2014 havo wiskunde A. definitieve versie. 20 februari 2009. http://www.betanova.nl/downloads. cTWO. Experimenteel examenprogramma 2014 havo wiskunde B. definitieve versie. 20 februari 2009.
9
De vaardigheden-eindtermen havo van de maatschappijvakkenvakken Aardrijkskunde havo (*) A A
1
1. De kandidaat kan de geografische benadering adequaat hanteren. Hij kan in dit verband: a. geografische informatie selecteren, verwerken en weergeven;
b. geografische vragen herkennen en zelf formuleren;
c. de geografische werkwijzen toepassen bij het formuleren en beantwoorden van geografische vragen.
A
2
1a. De kandidaat kan geografische informatie selecteren, verwerken en weergeven Het betreft: 1a 1. kaarten selecteren, lezen, analyseren, interpreteren en produceren bij het beantwoorden van geografische vragen 1a 2. beelden die verkregen zijn via aardobservatietechnieken selecteren, analyseren, combineren, bewerken en interpreteren bij het beantwoorden van geografische vragen 1a 3. de waarneembare werkelijkheid5 en informatie in teksten, beelden en cijfers hanteren bij het beantwoorden van geografische vragen 1b. De kandidaat kan geografische vragen herkennen, formuleren en beantwoorden In dit verband kan hij: 1. Aangeven waarover geografische vragen gaan. 2. De volgende typen geografische vragen herkennen en formuleren beschrijvende vragen verklarende vragen voorspellende vragen waarderende vragen vragen gericht op het maken van keuzes en het oplossen van problemen. 1c. De kandidaat kan de geografische werkwijzen toepassen bij het formuleren en beantwoorden van geografische vragen In dat verband kan hij: 1. Verschijnselen en gebieden vergelijken in ruimte en tijd. 2. Relaties leggen binnen een gebied en tussen gebieden. 3. Verschijnselen en gebieden vanuit meerdere dimensies beschrijven en analyseren (natuur, economie, politiek, cultuur). 4. Verschijnselen en gebieden in hun geografische context plaatsen. 5. Verschijnselen en gebieden op verschillende ruimtelijke schalen beschrijven en analyseren. 6. Verschijnselen en gebieden beschrijven en analyseren door relaties te leggen tussen het bijzondere en het algemene. (***)
Geografisch onderzoek 2. De kandidaat kan een geografisch onderzoek opzetten, uitvoeren, presenteren en evalueren: a. op basis van een geografische onderzoeksvraag en een gestructureerd plan van aanpak; b. met gebruikmaking van de geografische werkwijzen en primaire data; c. aansluitend op onderdelen van het examenprogramma, met name de domeinen B, C en E.
F
gespecificeerd(**):
Vaardigheden Geografische benadering
In dat verband kan hij, in het kader van het schoolexamen: 1. Een plan van aanpak maken voor een aardrijkskundig onderzoek in de eigen regio. 2. Op basis van een plan van aanpak een aardrijkskundig onderzoek in de eigen regio uitvoeren, gebruik makend van geografische werkwijzen (voor werkwijzen zie 1c en de toelichting). 3. Rapporteren over een zelf uitgevoerd aardrijkskundig onderzoek in de eigen regio.
Oriëntatie op studie en beroep
Bronnen: (*) CvE. Aardrijkskunde HAVO. Concept syllabus centraal examen 2013 vernieuwd. Utrecht juni 2011; Bijlage 2. Examenprogramma, pp. 45-47. (**) bron: CvE. Aardrijkskunde HAVO. Concept syllabus centraal examen 2013 vernieuwd. Utrecht juni 2011; hfdst. 3 Specificatie van de globale eindtermen voor het CE, pp. 10-14. (***) Schematische toelichting:
10
Geografische werkwijze: Wat doe je? 1. Vergelijken van verschijnselen en gebieden in ruimte en tijd
Denkvaardigheden: Hoe doe je dit? Door onderscheid te maken tussen soorten verschijnselen en gebieden
Aspecten /inhoud: Waar let je op? Overeenkomsten en verschillen
2. Relaties leggen binnen een gebied en tussen gebieden Je zoekt antwoord op de vraag: Wat beïnvloedt elkaar?
Door verbanden te leggen tussen verschijnselen binnen en tussen gebieden
Interne, respectievelijk externe factoren
3. Verschijnselen en gebieden vanuit meer dimensies beschrijven en analyseren
Je zoekt antwoord op de vraag: Welke aspecten spelen een rol?
Door onderscheid te maken en verbanden te leggen tussen verschijnselen
Dimensies: natuur, economie, politiek, cultuur
4. Verschijnselen en gebieden in hun geografische context plaatsen
Je zoekt antwoord op de vraag: In welke ruimtelijke context functioneert dit?
Door onderscheid te maken tussen deelgebieden Onderdeel en geheel en verbanden te leggen met een groter geheel
5. Verschijnselen en gebieden op verschillende ruimtelijke schaal beschrijven en analyseren
Je zoekt antwoord op de vraag: Wat is de grote lijn en wat is detail?
Door onderscheid te maken tussen patronen en processen op verschillende schaal
Overzicht en detail
6. Verschijnselen en gebieden beschrijven en analyseren door relaties te leggen tussen het bijzondere en het algemene
Je zoekt antwoord op de vraag: Hoe werken algemene processen uit in een specifieke regionale context?
Door onderscheid te maken en verbanden te leggen tussen het bijzondere en het algemene
Algemene processen en bijzondere regionale omstandigheden
11
Functie: Waarom doe je dit? Je zoekt antwoord op de vraag: Waar hoort dit bij?
Mogelijke aanpak: 1. relevante kenmerken noemen 2. verschillen en overeenkomsten zoeken 3. verschijnselen en gebieden indelen in categorieën 1. relevante verschijnselen noemen 2. verticale en horizontale associaties inventariseren 3. interne en externe samenhangen beschrijven 1 relevante dimensies beschrijven 2. wederzijdse invloed van dimensies beschrijven 1. relevante onderdelen noemen 2. relevant groter geheel noemen 3. positie in geografische context beschrijven 1. relevante ruimtelijke schalen noemen 2 belangrijke details beschrijven 3 hoofdzaak / ruimtelijk overzicht schetsen 4. ruimtelijk patroon beschrijven 1 het algemene proces benoemen 2. beschrijven hoe dit proces in een concreet gebied uitwerkt 3 beschrijven hoe er in het gebied op de gevolgen van het algemene proces gereageerd wordt
Economie havo (*) A
gespecificeerd (****):
Vaardigheden De kandidaat kan economische concepten herkennen en toepassen in uiteenlopende contexten.
A
1
Informatievaardigheden de benodigde informatie halen uit digitale en niet-digitale bronnen zoals tabellen, grafieken, cartoons en/of film- en televisiebeelden; de aangeboden bronnen beoordelen op bruikbaarheid, betrouwbaarheid en representativiteit; met voorbeelden toelichten; feiten van meningen onderscheiden; gegeven bronnen interpreteren en in combinatie met economische kennis komen tot een oplossing van economische vraagstukken.
A
2
Rekenkundig en/of grafisch onderbouwen basisrekenvaardigheden toepassen op economische relaties rekenregels optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, positieve en negatieve getallen/breuken/decimalen procenten en promillen onderscheid procentuele mutatie en procentpunt verandering verhoudingen en schatting lineaire vergelijkingen, beschrijvende statistiek en grafieken toepassen op economische relaties werken met eerstegraadsvergelijkingen oplossen van een stelsel van vergelijkingen via substitutie werken met assenstelsels (X en Y) en kwadranten indexcijfers: partieel, samengesteld (gewogen), basisjaar verleggen diagrammen: lijn, staaf, cirkel; enkelvoudig en samengesteld tabellen: rijen/kolommen, indeling in klassen (decielen e.d.), cumuleren gemiddeldes: gewogen en ongewogen
A
3
Standpuntbepaling
A
4
Strategisch inzicht
A
5
Experimenten
de rol van de verschillende actoren beschrijven; een eventuele botsing van belangen beschrijven; oplossingen voor mogelijk ongewenste gedrag bepalen; een standpunt bepalen en onderbouwen of een gegeven standpunt onderbouwen afwegingsvraagstukken beschrijven met behulp van een schrijfopdracht
Bronnen: (*) CvE. Economie HAVO. Syllabus centraal examen 2012. Utrecht november 2010; hoofdstuk 3 Specificatie van de globale eindtermen voor het CE, pp. 8-20. (**) CvE. Economie HAVO. Syllabus centraal examen 2011. Utrecht september 2009; Bijlage 1. Examenprogramma economie havo, pp. 25-26.
12
Geschiedenis havo (*) A
Historisch besef
Maatschappijwetenschappen havo (****)
Maatschappijleer havo (***) A
1. De kandidaat kan: - gebeurtenissen uit zijn eigen leven alsmede verschijnselen, gebeurtenissen en personen uit de geschiedenis met behulp van een tijdbalk of een andere vorm van chronologische schematisering ordenen en daarbij de volgende aanduidingen van tijd en tijdsindeling gebruiken: jaren, eeuwen, tijdvakken, perioden en jaartellingen; - met gebruik van voorbeelden uit de perioden- en tijdvakkenindeling van eindterm 2, de westerschristelijke jaartelling en een ander voorbeeld van een jaartelling of periodisering /meerdere andere voorbeelden van jaartellingen of periodiseringen uitleggen dat chronologische indelingen interpretatief van aard zijn en (mede) afhangen van de standplaats die men inneemt en/of de vraag die men wil beantwoorden.
13
gespecificeerd (**): Vaardigheden
A
Vaardigheden
gespecificeerd (*****):
Geschiedenis havo (*) 2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken: - tijdvak 1: van jagers en boeren (3000 voor Christus) / Prehistorie; - tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen (3000 voor Christus-500 na Christus) / Oudheid; - tijdvak 3: tijd van monniken en ridders (500-1000) / vroege Middeleeuwen; - tijdvak 4: tijd van steden en staten (1000-1500) / hoge en late Middeleeuwen; - tijdvak 5: tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600) / Renaissancetijd / 16e eeuw; - tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw; - tijdvak 7: tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) / eeuw van de Verlichting/ 18e eeuw; - tijdvak 8: tijd van burgers en stoommachines (18001900) / industrialisatietijd / 19e eeuw; - tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen (1900-1950) / eerste helft 20e eeuw; - tijdvak 10: tijd van televisie en computer (vanaf 1950) / tweede helft 20e eeuw.
14
gespecificeerd (**):
Maatschappijleer havo (***)
Maatschappijwetenschappen havo (****)
gespecificeerd (*****):
Geschiedenis havo (*)
gespecificeerd (**):
Maatschappijwetenschappen havo (****)
Maatschappijleer havo (***)
3 De kandidaat kan: - de tijdvakken van eindterm 2 plaatsen in de periodes Prehistorie, Oudheid, Middeleeuwen, Vroegmoderne Tijd en Moderne Tijd; - uitleggen dat de indeling in perioden en tijdvakken een westers perspectief op de geschiedenis vertegenwoordigt en wat de beperkingen en bezwaren daarvan kunnen zijn. 7. De kandidaat kan: - in historische processen de samenhang tussen veranderingen en continuïteit beschrijven; - de betekenis van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen voor het heden aangeven; - verschillende soorten historische verandering onderscheiden; - door het onderscheiden van continuïteiten van langere en kortere duur onderkennen hoe elementen afkomstig uit verschillende tijdvakken zich gelijktijdig in één tijdvak kunnen manifesteren (de gelijktijdigheid van het ongelijktijdige). A 1 8. De kandidaat kan:
15
Informatievaardigheden
A 1 1. De kandidaat kan:
Informatievaardigheden 1. De kandidaat kan:
gespecificeerd (*****):
Geschiedenis havo (*) -
-
16
gespecificeerd (**):
Maatschappijleer havo (***)
een vraag en een daarop aansluitende hypothese formuleren;
voor een vraag bruikbaar bronnenmateriaal verwerven en gegevens eruit selecteren.
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen historisch redeneren met en over bronnen. Bij het redeneren met bronnen gaat het om de inhoud van de bronnen. Het gaat om het verwerven van bronnenmateriaal en het selecteren van gegevens daaruit in relatie tot een vraagstelling. Bij de inhoud van de bron gaat het om vragen als: Wat voor (historische) feiten /meningen/interpretaties bevat de bron Wat voor informatie bevat de bron juist niet (terwijl die wellicht verwacht mocht worden).
a. voor een vraag bruikbaar bronnenmateriaal verwerven en er gegevens uit selecteren;
Maatschappijwetenschappen havo (****)
gespecificeerd (*****):
- met betrekking tot een concreet maatschappelijk vraagstuk verschillende typen vragen herkennen en zelfstandig vragen formuleren;
De verschillende typen vragen zijn: - beschrijvende vragen; - verklarende vragen; - evaluatieve vragen.
De kandidaat kan een onderscheid maken tussen een vraagstelling en een hypothese. - uit bronnenmateriaal over De kandidaat kan op basis van een concreet vakinhoudelijke kennis gericht maatschappelijk vraagstuk, informatie c.q. gegevens op basis van gegeven of zelf selecteren uit een overmaat geformuleerde vragen, aan informatie. […] bruikbare gegevens selecteren; De kandidaat kan vakinhoudelijke kennis inzetten bij het begrijpen van de informatie en/ of het interpreteren van gegevens. […]
Geschiedenis havo (*)
gespecificeerd (**): Bij het redeneren over bronnen gaat het om de aard van de bronnen en het analyseren van de bron. Bij de aard van de bron gaat het om vragen als: onder welke omstandigheden is de bron tot stand gekomen wie is de auteur (tijd- en plaatsgebondenheid) wat is het doel voor welk publiek is de bron bedoeld. Voor zowel redeneren met als over bronnen moet rekening gehouden worden met de bruikbaarheid. Deze is: groter naarmate de informatie uit de bron betrouwbaarder (of verifieerbaar) is in relatie tot een vraagstelling; groter naarmate de informatie uit de bron representatiever is in relatie tot een vraagstelling.
17
Maatschappijleer havo (***)
Maatschappijwetenschappen havo (****)
gespecificeerd (*****): Tevens kan de kandidaat: - de betrouwbaarheid van informatiebronnen vaststellen door na te gaan waar deze vandaan komt (denk aan bijv. wie is de schrijver?, met welk doel is het geschreven?, de identiteit of formule van het medium) op welke wijze zij is verzameld (denk bijv. aan selectiecriteria, referentiekader) en hoe zij is weergegeven (denk aan bijv. journalistieke principes toepassen als hoor wederhoor, scheiding feiten en commentaar, streven naar objectiviteit, juiste weergave van feiten, citaten, checken van bronnen) […]. - de representativiteit van informatie vaststellen door meerdere bronnen met elkaar te vergelijken […]. - de mate van objectiviteit / subjectiviteit van informatie vaststellen […].
Geschiedenis havo (*)
gespecificeerd (**):
Maatschappijleer havo (***)
Maatschappijwetenschappen havo (****)
gespecificeerd (*****): - feiten onderscheiden van meningen, van vooroordelen en van stereotypen […]. - aan de hand van de begrippen selectieve perceptie en referentiekader beargumenteren welke factoren een objectieve weergave van de maatschappelijke werkelijkheid in de weg kunnen staan […]. - maatstaven aanleggen voor het zo objectief mogelijk omgaan met informatie: juiste weergave van feiten, citaten e.d. ; meerdere bronnen gebruiken; onbevooroordeeld: onderzoek met open vizier; hoor en wederhoor toepassen / belichting van verschillende kanten; scheiden van feiten en meningen; het feitenmateriaal controleren en bronnen checken; toegankelijk voor doelgroep qua taal, stijl, vorm; herkenbaar als genre (nieuws, achtergrond, analyse, commentaar). - elementaire statistische informatie interpreteren. - met betrekking tot een concreet maatschappelijk vraagstuk een beargumenteerd standpunt formuleren.
b. (verworven) informatie verwerken o.a. met behulp van ICT en daaruit beredeneerde conclusies trekken;
18
- (verworven) informatie over een concreet maatschappelijk vraagstuk vanuit gegeven of zelf geformuleerde vragen mede met behulp van ICT verwerken en daaruit beredeneerde conclusies trekken;
Geschiedenis havo (*)
gespecificeerd (**):
Maatschappijleer havo (***)
Maatschappijwetenschappen havo (****)
c. een stelling, zowel mondeling als schriftelijk, nuanceren, verdedigen en bestrijden en daarbij gebruikmaken van argumentatievaardigheden.
- de resultaten van een leeractiviteit overdragen naar anderen;
- bij raadplegen, verwerken en presenteren van informatie gebruikmaken van toepassingen van ICT. A 2
Onderzoeksvaardigheden 2. De kandidaat kan een eenvoudig sociaalwetenschappelijk onderzoek opzetten en uitvoeren over een concreet maatschappelijk vraagstuk en daarbij de benaderingswijzen van maatschappijleer toepassen.
A 2
19
Benaderingswijzen
A 3
Benaderingswijzen
gespecificeerd (*****):
20
Geschiedenis havo (*)
gespecificeerd (**):
Maatschappijleer havo (***)
Maatschappijwetenschappen havo (****)
9. De kandidaat kan: - in het kader van een historische vraagstelling verklaringen geven voor historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen; - onderscheid maken tussen verschillende soorten oorzaken.
Het gaat om causale (oorzaak/gevolg) verbanden tussen verschijnselen of gebeurtenissen, waarbij rekening gehouden moet worden met motieven van mensen. Het aangeven van oorzaken, motieven en gevolgen is een interpretatie die (mede) afhangt van eigen tijd- en plaatsgebondenheid (zie ook 7). - voorbeelden van oorzaken zijn: structurele (indirecte) en incidentele (directe) oorzaken. Een incidentele of directe oorzaak die onmiddellijk aan een gebeurtenis voorafgaat, wordt ook vaak 'aanleiding' genoemd. politieke, economische, sociale en culturele oorzaken - voorbeelden van gevolgen zijn: direct optredende gevolgen en gevolgen op langere termijn bedoelde en onbedoelde gevolgen politieke, economische, sociale en culturele gevolgen belangrijke en minder belangrijke gevolgen, denk hierbij aan: o de schaal van de gevolgen (hoeveel mensen/landen waren erbij betrokken) o de intensiteit (hoe diep werd het leven van mensen er door beïnvloed ) o de duur
2. De kandidaat kan concrete maatschappelijke vraagstukken en ontwikkelingen analyseren en daarbij: a. aannemelijk maken wat de relatie is tussen het vraagstuk/probleem en de rechtsstaat, parlementaire democratie, verzorgingsstaat en pluriforme samenleving; b. beargumenteren of door het vraagstuk/probleem belangrijke waarden van de rechtsstaat, parlementaire democratie, verzorgingsstaat en pluriforme samenleving in het geding zijn; c. beschrijven wat de relatie is tussen het maatschappelijke vraagstuk/probleem en sociale ongelijkheid in de samenleving.
3. De kandidaat kan concrete maatschappelijke vraagstukken en ontwikkelingen analyseren en daarbij gebruikmaken van de benaderingswijzen van maatschappijleer: - de politiek-juridische benaderingswijze; - de sociaal-economische benaderingswijze; - de sociaal-culturele benaderingswijze; - de veranderings- en vergelijkende benaderingswijze.
gespecificeerd (*****):
3.1 De politiek-juridische benaderingswijze - een korte beschrijving geven van aard, omvang en ontstaansgeschiedenis van een maatschappelijk vraagstuk en uitleggen waarom het vraagstuk een sociaal en politiek probleem is; - beschrijven welk beleid c.q. welke regelgeving door de overheid is ontwikkeld; - in het overheidsbeleid politiek-ideologische visies en belangen herkennen; - van betrokken groeperingen aangeven welke mogelijkheden zij hebben om het beleid te beïnvloeden en herkennen welke mogelijkheden zij daadwerkelijk benutten; - ten aanzien van een maatschappelijk vraagstuk […] [basis]begrippen kunnen toepassen.
Geschiedenis havo (*)
gespecificeerd (**):
Maatschappijleer havo (***)
Maatschappijwetenschappen havo (****)
gespecificeerd (*****): 3.2 De sociaaleconomische benaderingswijze - van de betrokken groeperingen aangeven welke belangen zij hebben, c.q. nastreven; - herkennen in hoeverre de nagestreefde belangen en ideologische oriëntaties samenhangen met de - sociale en economische posities van de betrokken groeperingen; - de sociaaleconomische/ maatschappelijke oorzaken aangeven van het maatschappelijke vraagstuk; - financieel-economische belangen of financiële aspecten erbij betrekken/ herkennen; - ten aanzien van een maatschappelijk vraagstuk […][basis]begrippen kunnen toepassen. 3.3 De sociaal-culturele benaderingswijze - van de betrokken groeperingen aangeven welke opvattingen zij hebben over de aard, de oorzaken - van het maatschappelijk vraagstuk en het gewenste beleid; - in de opvattingen van betrokken groeperingen normatieve uitgangspunten herkennen en deze in - verband brengen met ideologische en levensbeschouwelijke oriëntaties. - ten aanzien van een maatschappelijk vraagstuk […] [basis]begrippen kunnen toepassen.
21
Geschiedenis havo (*)
gespecificeerd (**):
Maatschappijleer havo (***)
Maatschappijwetenschappen havo (****)
gespecificeerd (*****): 3.4 De veranderings- en vergelijkende benaderingswijze - maatschappelijke ontwikkelingen / veranderingen in verband brengen met het maatschappelijk - vraagstuk, overheidsbeleid en in opvattingen van betrokken groeperingen; - verschillende aspecten van het vraagstuk vergelijken met die in andere samenlevingen. - ten aanzien van een maatschappelijk vraagstuk […] [basis]begrippen kunnen toepassen.
10. De kandidaat kan bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met: - het onderscheid tussen feiten en meningen; - tijden plaatsgebondenheid van interpretaties en oordelen afkomstig van personen uit het verleden en afkomstig van hedendaagse personen, onder wie hij zelf; - de rol van waardepatronen in heden en verleden; - het ondersteunen van uitspraken met behulp van argumenten. Bronnen: (*) CvE. Geschiedenis HAVO. Concept syllabus centraal examen 2013. Met de thema’s: De Verenigde Staten en hun federale overheid 1865 – 1965 Republiek in een tijd van vorsten. Utrecht oktober 2011; Bijlage 1: Examenprogramma geschiedenis havo/vwo, pp. 22-26. Cursiveringen gelden voor het vwo. (**) CvE. Geschiedenis HAVO. Concept syllabus centraal examen 2013. Met de thema’s: De Verenigde Staten en hun federale overheid 1865 – 1965 Republiek in een tijd van vorsten. Utrecht oktober 2011; Bijlage 2 Explicitering van domein A, waar relevant voor domein C (uit de werkversie syllabus geschiedenis voor de pilotexamens), pp. 27-30. (***) http://www.examenblad.nl; Examenprogramma maatschappijleer havo. Cursiveringen gelden voor het vwo. (****) CvE. Maatschappijwetenschappen HAVO. Syllabus centraal examen 2012. Utrecht november 2010; Bijlage: examenprogramma maatschappijwetenschappen, pp. 67-71. (*****) CvE. Maatschappijwetenschappen HAVO. Syllabus centraal examen 2012. Utrecht november 2010; 3. Specificatie van de globale eindtermen voor het CE, pp. 7-65.
22
2.1.3
De eindtermen havo van de kunstvakken CKV(*)
A
kunst (algemeen) havo/vwo (**)
Culturele activiteiten 1. De kandidaat heeft actief deelgenomen aan tenminste 6 (havo), respectievelijk 8 (vwo) culturele activiteiten. De culturele activiteiten zijn gespreid naar de verschillende kunstdisciplines in beeldende vormgeving, dans, drama, literatuur en muziek.
B
Kennis van kunst en cultuur
A
Vaardigheden
B
Invalshoeken voor reflectie
1. De kandidaat kan: - de belangrijkste termen en begrippen hanteren uit de kunstdisciplines beeldende vormgeving, - dans, drama en muziek die voorwaardelijk zijn voor adequate receptie en reflectie, en noodzakelijk voor begrip van verbanden tussen kunst en cultuur; - informatie over kunst en cultuur herkennen, benoemen en toepassen om verbanden aan te geven; - bij het reflecteren bronnenmateriaal op een adequate wijze hanteren; - overeenkomsten en verschillen noemen en beargumenteren met betrekking tot het beschouwingsapparaat bij de vier kunstdisciplines (alleen vwo).
2. De kandidaat kan vorm, inhoud, functie en historische achtergronden aangeven van kunstuitingen en daarbij ingaan op: - onderlinge relaties tussen deze aspecten; - relaties tussen kunstdisciplines; - invloeden die (sub)culturen op elkaar kunnen hebben. C
Praktische activiteiten 3. De kandidaat heeft actief deelgenomen aan praktische activiteiten gericht op het maken van een eigen werkstuk of productie binnen een of meer kunstdisciplines.
D
Reflectie. 4. De kandidaat kan met betrekking tot de culturele activiteiten: - verslag doen van zijn ervaringen, interpretaties en waarderingen; - deze toelichten onder verwijzing naar vorm, inhoud, functie en historische achtergronden; - deze koppelen aan ervaringen met praktische activiteiten; - aan de hand daarvan reflecteren op zijn keuzen en zijn ervaringen.
B
1
Kunst en religie, levensbeschouwing 2. De kandidaat kan aangeven met welke visies, doelen, middelen en inhouden de kunsten religieuze en/of levensbeschouwelijke uitgangspunten vertolken.
B
2
Kunst en esthetica 3. De kandidaat kan aangeven welke ideeën over schoonheid in kunst en kunstwaardering een rol spelen.
B
3
Kunstenaar en opdrachtgever; politieke en economische macht 4. De kandidaat kan aangeven welke invloed opdrachtgevers en politieke ideeën hebben op de rol en de inhoud van kunst en op de positie van de kunstenaar.
B
4
Kunst en vermaak 5. De kandidaat kan aangeven hoe vorm en inhoud bepaald worden door de vermaaksfuncties van kunst in relatie tot het daarbij betrokken publiek.
23
CKV(*)
kunst (algemeen) havo/vwo (**) B
5
Kunst, wetenschap en techniek
B
6
Kunst intercultureel
6. De kandidaat kan aangeven hoe kunst en wetenschap/techniek op elkaar inwerken. 7. De kandidaat kan aangeven hoe Westerse en niet-Westerse kunst en cultuur elkaar wederzijds beïnvloeden. C
Onderwerpen 8. De kandidaat kan de eindtermen van domein A en B toepassen op voorbeelden uit de volgende onderwerpen: - de cultuur van de kerk in de elfde tot en met veertiende eeuw; - de hofcultuur in de zestiende en zeventiende eeuw; - de burgerlijke cultuur van Nederland in de zeventiende eeuw; - de cultuur van Romantiek en realisme in de negentiende eeuw; - de cultuur van het moderne in de eerste helft van de twintigste eeuw; - de massacultuur vanaf 1950.
Bronnen: (*) http://www.examenblad.nl; Examenprogramma culturele en kunstzinnige vorming havo/vwo. (**) CvE. Kunst (beeldende vormgeving/dans/drama/muziek/algemeen HAVO. Syllabus centraal examen 2012. Utrecht november 2010; BIJLAGE 1. EXAMENPROGRAMMA KUNST (ALGEMEEN) HAVO/VWO, pp. 12-13.
24
Bijlage 3: de competenties van het KBB-competentiemodel Powered by SHL Cluster: I leiden en beslissen
II
III
IV
25
ondersteunen en samenwerken
interacteren, beïnvloeden, presenteren
analyseren en interpreteren
Competentie: A beslissen en activiteiten initiëren
B
aansturen
C
begeleiden
D
aandacht en begrip tonen
E
samenwerken en overleggen
F
ethisch en integer handelen
G
relaties bouwen en netwerken
H
overtuigen en beïnvloeden
I
presenteren
J
formuleren en rapporteren
Deelcompetentie: 1 beslissingen durven nemen 2 afgewogen risico's nemen 3 op eigen initiatief handelen 4 acties en activiteiten initiëren 5 zelfvertrouwen tonen 6 verantwoordelijkheid nemen voor eigen beslissingen en initiatieven 1 richting geven 2 functioneren van mensen controleren 3 instructies en aanwijzingen geven 4 uitoefenen van gezag 5 taken delegeren 6 anderen bevoegdheden en verantwoordelijkheden geven 7 diversiteit benutten 1 adviseren 2 motiveren 3 coachen 4 anderen ontwikkelen 1 interesse tonen 2 begrip hebben voor de standpunten en houding van anderen 3 je inleven in andermans gevoelens 4 luisteren 5 verdraagzaamheid en welwillendheid tonen 6 bezorgdheid tonen voor anderen 7 anderen steunen 8 zichzelf kennen en laten zien 1 anderen raadplegen en betrekken 2 afstemmen 3 proactief informeren 4 openhartig en oprecht communiceren 5 bijdrage van anderen waarderen 6 bevorderen van teamgeest 7 aanpassen aan de groep 1 integer handelen 2 ethisch handelen 3 (omgevings)verantwoord handelen 4 verschillen tussen mensen respecteren 1 relaties opbouwen met mensen 2 relaties opbouwen op verschillende niveaus 3 relatienetwerk onderhouden en benutten 4 goede relatie behouden bij moeilijkheden 5 bemiddelen bij onenigheid 1 indruk maken op anderen 2 ideeën en meningen naar voren brengen en onderbouwen 3 emoties aanspreken 4 gesprekken richting geven 5 onderhandelen 6 overeenstemming nastreven 1 duidelijk uitleggen en toelichten 2 onderhoudend communiceren 3 kernachtig communiceren 4 betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen 5 enthousiasme uitstralen 6 humor gebruiken 7 op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen 1 nauwkeurig en volledig rapporteren 2 structuur aanbrengen 3 vlot en bondig formuleren 4 correct formuleren
Cluster:
V
VI
VII
VIII
26
creëren en leren
organiseren en uitvoeren
aanpassen en aankunnen
ondernemen en presteren
Competentie:
K
vakdeskundigheid toepassen
L
materialen en middelen inzetten
M
analyseren
N
onderzoeken
O
creëren en innoveren
P
leren
Q
organiseren en uitvoeren
R
op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten
S
kwaliteit leveren
T
instructies en procedures opvolgen
U
omgaan met verandering en aanpas sen
V
met druk en tegenslag omgaan
W
gedrevenheid en ambitie tonen
Deelcompetentie: 5 communicatie op de ontvanger(s) richten 6 aantrekkelijk en boeiend formuleren 1 vakspecifieke fysieke kwaliteiten tonen 2 vakspecifieke manuele vaardigheden aanwenden 3 vakspecifieke mentale vermogens aanwenden 4 gevoel voor ruimte en richting tonen 5 expertise delen 6 kwaliteiten tonen en aanwenden 1 geschikte materialen en middelen kiezen 2 materialen en middelen efficiënt gebruiken 3 materialen en middelen doeltreffend gebruiken 4 goed zorgdragen voor materialen en middelen 1 gegevens controleren en aannames toetsen 2 informatie uiteenrafelen 3 conclusies trekken 4 verbanden leggen 5 informatie genereren uit gegevens 6 oplossingen voor problemen bedenken 1 informatie achterhalen 2 vanuit meerdere invalshoeken kijken 3 openstaan voor nieuwe informatie 1 vernieuwend en creatief handelen 2 verandering zoeken en introduceren 3 toekomstvisie laten zien 4 toekomstgerichte strategieën ontwikkelen 1 vakkennis en -vaardigheden bijhouden 2 zichzelf verder willen ontwikkelen 3 leren van feedback en fouten 1 doelen en prioriteiten stellen 2 tijd indelen 3 activiteiten plannen 4 mensen en middelen organiseren 5 voortgang bewaken 1 behoeften en verwachtingen achterhalen 2 aansluiten bij behoeften en verwachtingen 3 klanttevredenheid in de gaten houden 1 kwaliteits- en productiviteitsnormen formuleren 2 productiviteitsniveaus halen 3 kwaliteitsniveaus halen 4 systematisch werken 5 kwaliteits- en productiviteitsniveaus bewaken 1 instructies opvolgen 2 werken conform voorgeschreven procedures 3 discipline tonen 4 werken conform veiligheidsvoorschriften 5 werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen 1 aanpassen aan veranderde omstandigheden 2 nieuwe ideeën accepteren 3 omgaan met onduidelijkheid en onzekerheid 4 met diversiteit (tussen mensen) omgaan 1 effectief blijven presteren onder druk 2 gevoelens onder controle houden 3 een positieve kijk houden 4 constructief omgaan met kritiek 5 grenzen stellen 6 werk en privé in evenwicht brengen 1 uitdagingen aanvaarden 2 taken en verantwoordelijkheden naar je toe trekken 3 zichzelf actief beschikbaar stellen 4 geestdrift tonen 5 successen willen boeken 6 vooruit willen komen in de organisatie
Cluster:
Competentie: X ondernemend en commercieel handelen Y
27
bedrijfsmatig handelen
Deelcompetentie: 1 kansen en mogelijkheden identificeren en creëren 2 kansen en mogelijkheden benutten 3 de markt en de spelers daarin kennen 4 uitbouwen van de commerciële positie van de organisatie 1 kostenbewust handelen 2 financieel bewustzijn tonen 3 inzicht tonen in de dynamiek van de organisatie
Bijlage 4: competentielijst gebruikt bij de profielmeesterstukwedstrijd 1. Methodisch handelen De volgende gedragskenmerken tonen de competentie aan: • Maakt een plan van aanpak. • Werkt systematisch volgens het plan van aanpak. • Benoemt oorzaken van problemen die zich bij de uitvoering voordoen. • Stelt zo nodig het plan van aanpak bij. • Houdt overzicht over het werk. Werkt doelgericht. • Is zelfstandig in de uitvoering van het werk. 2. Informatie verzamelen De volgende gedragskenmerken tonen de competentie aan: • Stelt de informatievragen. • Hanteert zoekmethodieken en de juiste informatiebronnen. • Legt verbanden tussen verschillende soorten informatie. • Signaleert waar informatie ontbreekt om de oorzaak van het probleem vast te kunnen stellen. • Maakt systematisch aantekeningen van gevonden informatie. • Selecteert de informatie die aansluit op de informatievraag. • Is niet snel tevreden met gevonden informatie. • Is kritisch t.a.v. de betrouwbaarheid van de gevonden informatie. 3. Onderzoeken De volgende gedragskenmerken tonen de competentie aan: • Formuleert een heldere probleemstelling. • Formuleert bij de probleemstelling onderzoeksvragen (deelvragen). • Maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken. • Past kennis en inzicht toe bij de oplossing van een probleem(stelling). • Benadert een probleemstelling vanuit verschillende invalshoeken. • Vormt een eigen oordeel op basis van beschikbare gegevens. • Heeft een analytische instelling en redeneert logisch. • Houdt de eisen waaraan het resultaat moet voldoen in de gaten. 4. Ontwerpen • Analyseert de wensen van de gebruikers van het te ontwikkelen product. • Analyseert de zwakke kanten van bestaande oplossingen. • Kan als resultaat van deze analyses het probleem precies formuleren. • Kan op basis van de probleemanalyse een programma van eisen opstellen waaraan het ontwerp moet voldoen. • Kan op creatieve wijze meerdere oplossingen bedenken. • Zoek naar nieuwe toepassingen van bestaande kennis, zo nodig uit meerdere vakgebieden. • Kan, rekening houdend met het programma van eisen, een ontwerpvoorstel doen. • Kan het ontwerpvoorstel uitwerken tot een prototype van het eindproduct. • Kan het prototype testen en nagaan in hoeverre het aan het programma van eisen voldoet. • Kan, indien nodig, voorstellen tot verbetering van het prototype doen en deze uitvoeren. • Is in staat het ontwerpproces kritisch te volgen en het zonodig bij te stellen. 5. Samenwerken De volgende gedragskenmerken tonen de competentie aan: • Levert een bijdrage aan de resultaten van de groep. • Zorgt voor een taakverdeling tussen de groepsleden. • Informeert groepsleden over eigen acties en houdt zich op de hoogte van acties van anderen. • Spreekt indien nodig anderen op respectvolle wijze aan op hun prestaties en/of gedrag. • Doet wat hij zegt. Komt beloften na. • Is bereid anderen te helpen en is ook bereid zelf hulp te vragen. • Houdt rekening met de kwaliteiten en gevoelens van anderen. 28
• • • • •
Neemt de leiding op zich en zet mensen en middelen effectief in. Nodigt groepsleden uit om inbreng te geven. Geeft feedback aan groepsleden. Geeft argumenten voor eigen stellingname en is bereid die te geven. Heeft aandacht voor de argumenten van anderen en stelt zo nodig zijn eigen mening bij.
6. Communiceren De volgende gedragskenmerken tonen de competentie aan: • Schrijft correct en in begrijpelijke taal (schriftelijk communiceren). • Houdt bij schrijven rekening met de kenmerken en de mogelijke reacties van het publiek (schriftelijk communiceren). • Besteedt aandacht aan de vormgeving van het schrijfproduct (schriftelijk communiceren). • Spreekt verstaanbaar en gebruikt daarbij correcte en begrijpelijke taal (mondeling communiceren). • Houdt bij spreken rekening met de kenmerken en de (mogelijke) reacties van het publiek (mondeling communiceren). • Geeft samenvattingen van wat gezegd is (mondeling communiceren, discussie of debat). • Vraagt door op gegeven informatie (mondeling communiceren, discussie of debat). • Toetst of hij begrijpt wat anderen hebben willen zeggen (mondeling communiceren, discussie of debat). • Geeft anderen de ruimte om een mening of idee in te brengen (mondeling communiceren, discussie of debat). • Besteedt aandacht aan kleding, persoonlijke verzorging en aan de verzorging van het materiaal dat bij de voordracht wordt gebruikt (mondeling communiceren, voordracht). • Kan omgaan met moderne technische hulpmiddelen (mondeling communiceren, voordracht). • Is in staat een gesproken of geschreven tekst helder te structureren (mondeling en schriftelijk communiceren). • Brengt de bedoeling van de boodschap goed over (mondeling en schriftelijk communiceren). 7. Reflecteren De volgende gedragskenmerken tonen de competentie aan: • Is in staat op eigen handelen terug te blikken. • Vraagt anderen om een oordeel over het eigen functioneren. • Past wat in eerdere situaties geleerd is vlot toe. • Vraagt feedback op eigen bijdrage, werkwijze en houding. • Is bereid van anderen te leren. 8. 'Willen' en 'zijn' De volgende kenmerken tonen de competentie aan: • Is enthousiast Is gemotiveerd. • Is nieuwsgierig Is scherpzinnig. • Is open Is creatief Is zelfbewust. • Is ondernemend. • Geeft niet op.
29
Bijlage 5: groslijst van PWS-relevante competenties Cluster: I leiden en beslissen
II
III
IV
30
ondersteunen en samenwerken
interacteren, beïnvloeden, presenteren
analyseren en interpreteren
Competentie: A beslissen en activiteiten initiëren
B
aansturen
C
begeleiden
D
aandacht en begrip tonen
E
samenwerken en overleggen
F
ethisch en integer handelen
G
relaties bouwen en netwerken
H
overtuigen en beïnvloeden
I
presenteren
J
formuleren en rapporteren
Deelcompetentie: 1 beslissingen durven nemen 2 afgewogen risico's nemen 3 op eigen initiatief handelen 4 acties en activiteiten initiëren 5 zelfvertrouwen tonen 6 verantwoordelijkheid nemen voor eigen beslissingen en initiatieven 1 richting geven 3 instructies en aanwijzingen geven 5 taken delegeren 7 diversiteit benutten 1 adviseren 3 coachen 1 interesse tonen 2 begrip hebben voor de standpunten en houding van anderen 3 je inleven in andermans gevoelens 4 luisteren 5 verdraagzaamheid en welwillendheid tonen 7 anderen steunen 8 zichzelf kennen en laten zien 1 anderen raadplegen en betrekken 2 afstemmen 3 proactief informeren 4 openhartig en oprecht communiceren 5 bijdrage van anderen waarderen 6 bevorderen van teamgeest 7 aanpassen aan de groep 1 integer handelen 2 ethisch handelen 3 (omgevings)verantwoord handelen 4 verschillen tussen mensen respecteren 2 relaties opbouwen op verschillende niveaus 5 bemiddelen bij onenigheid 1 indruk maken op anderen 2 ideeën en meningen naar voren brengen en onderbouwen 4 gesprekken richting geven 5 onderhandelen 1 duidelijk uitleggen en toelichten 2 onderhoudend communiceren 3 kernachtig communiceren 4 betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen 7 op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen 1 nauwkeurig en volledig rapporteren 2 structuur aanbrengen 3 vlot en bondig formuleren 4 correct formuleren
specificatie:
Cluster:
Competentie:
K
vakdeskundigheid toepassen
Deelcompetentie: 5 communicatie op de ontvanger(s) richten 6 aantrekkelijk en boeiend formuleren 3 vakspecifieke mentale vermogens aanwenden
specificatie:
a b c d e
f 5 6 L
materialen en middelen inzetten
2 3 4
M
analyseren
1 2 3 4 5 6
V
creëren en leren
N
onderzoeken
1 2 3
O
creëren en innoveren
1 4
P
leren
1 2 3a
3b
VI
organiseren en uitvoeren
Q
organiseren en uitvoeren
R
op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten
S
kwaliteit leveren
4 1 2 3 4 5 1 2 1
3 4
31
expertise delen kwaliteiten tonen en aanwenden materialen en middelen efficiënt gebruiken materialen en middelen doeltreffend gebruiken goed zorgdragen voor materialen en middelen gegevens controleren en aannames toetsen informatie uiteenrafelen conclusies trekken verbanden leggen informatie genereren uit gegevens oplossingen voor problemen bedenken informatie achterhalen vanuit meerdere invalshoeken kijken openstaan voor nieuwe informatie vernieuwend en creatief handelen toekomstgerichte strategieën ontwikkelen vakkennis en -vaardigheden bijhouden zichzelf verder willen ontwikkelen leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen handelen/functioneren en/of de resultaten daarvan leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen leren transfer doelen en prioriteiten stellen tijd indelen activiteiten plannen mensen en middelen organiseren voortgang bewaken behoeften en verwachtingen achterhalen aansluiten bij behoeften en verwachtingen kwaliteits- en productiviteitsnormen formuleren kwaliteitsniveaus halen systematisch werken
snel en/of veel informatie in zich opnemen vlot en accuraat rekenen gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen abstractievermogen tonen parate know what en know how activeren en toepassen gebruik maken van ICT
Cluster:
VII
VIII
aanpassen en aankunnen
ondernemen en presteren
Competentie:
T
instructies en procedures opvolgen
U
omgaan met verandering en aanpas sen
V
met druk en tegenslag omgaan
W
gedrevenheid en ambitie tonen
X
ondernemend en commercieel handelen bedrijfsmatig handelen
Y
Deelcompetentie: 5 kwaliteits- en productiviteitsniveaus bewaken 1 instructies opvolgen 2 werken conform voorgeschreven procedures 3 discipline tonen 1 aanpassen aan veranderde omstandigheden 2 nieuwe ideeën accepteren 3 omgaan met onduidelijkheid en onzekerheid 4 met diversiteit (tussen mensen) omgaan 1 effectief blijven presteren onder druk 3 een positieve kijk houden 4 constructief omgaan met kritiek 5 grenzen stellen 1 uitdagingen aanvaarden 3 zichzelf actief beschikbaar stellen 4 geestdrift tonen 5 successen willen boeken 2 kansen en mogelijkheden benutten 1 3
specificatie:
kostenbewust handelen inzicht tonen in de dynamiek van de wetenschap
Cursiveringen zijn aanvullingen op of wijzigingen in de competenties van het KBB-competentiemodel
32
Powered by SHL
Bijlage 6: analyse van de samenvattingen van de havo-finalisten van de profielmeesterstukwedstrijden 2008-2012 6.1 2008 e
6.1.1
1 prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: ontwerpen
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren a. een onderwerp, probl eems i tua tie en/of opdra chtgever ki ezen 2. het ontwerp voorbereiden 3. een ontwerpvoorstel formuleren 4. het ontwerpvoorstel uitvoeren c. een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen 5.
het ontwerp testen het prototype tes ten en eva l ueren a a n de ha nd va n het progra mma va n ei s en en wens en en i n het l i cht va n de bes chi kba re mogel i jkheden en ra ndvoorwa a rden
a.
6. a. b. 7. a. b. i
c. i
33
het ontwerp opleveren een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen ontwerpres ul taten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: ontwerpres ul taten beoordel en op rel eva ntie, cons i s tentie en brui kba a rhei d
het ei gen l eren: a a n het begi n va n het ontwerpproces pers oonl i jke l eerdoel en verbi nden a a n het ui t te voeren ontwerp
titel :
Winglets
a uteur(s ): Li s et Gei js el a ers en Ma a i ke Ma a s profi el /va k(ken): s chool : Bonhoeffer col l ege Va n der Wa a l s l a a n Ens chede (l eer)ja a r: H5 2008 Wij hebben een profielmeesterstuk over winglets gemaakt.
Wij hebben uit ons hoofd een eigen winglet gemaakt zonder eerst te berekenen hoe lang en dik de winglet zou moeten zijn. Deze hebben wij gemonteerd op een bestaand model van een vleugel en hebben we op de Universiteit Twente in een windtunnel getest. Toen we gingen meten in de windtunnel hebben wij eerst metingen gedaan zonder de winglet en daarna met de winglet. Liset was op de computer bezig met het invoeren van gegevens en Maaike stond bij de vleugel, zij moest steeds de vleugel een paar graden draaien zodat we de vleugel op verschillende hoeken hebben gemeten. We moesten gehoorbeschermers op omdat de windtunnel teveel lawaai maakte. Daarom ging onze samenwerking door middel van gebaren, wat trouwens heel goed werkte.
Onze winglet werkt niet perfect, wat wij ook niet hadden verwacht. Onze winglet werkt goed tot een invalshoek van 12 graden, daarna is onze winglet nadelig. De lift is bij onze winglet tot 12 graden beter dan een vleugel zonder winglet, maar de drag [weers tand] neemt dan ook toe. Deze winglet is alleen verstandig te gebruiken als je net dat extra beetje lift nodig hebt. Omdat de drag ook wordt verhoogd zal deze winglet geen brandstof besparen. Dit onderwerp hebben wij gekozen omdat wij beide iets met vliegtuigen hebben; Liset wil graag piloot worden en Maaike wordt vliegtuigonderhoudstechnicus.
34 op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren anderen raadplegen en betrekken bevorderen van teamgeest
X X X X
X X X X X X
X X
X
X X X X X X X X X X X X X
X X
X X X
d e f
X X
X X X X
X
X
parate know what en know how activeren gebruik maken van ICT
3 N 5 1
X X X
X X X
goed zorgdragen voor materialen en middelen conclusies trekken informatie genereren uit gegevens
X
X
X
X
X X
X
X X
X X
X X X X
2 3 U 1 2 3
X X
werken conform voorgeschreven procedures discipline tonen aanpassen aan veranderde omstandigheden
X
X X X X
omgaan met onduidelijkheid en onzekerheid
VI
nieuwe ideeën accepteren
instructies opvolgen
4 T 5 1
kwaliteits- en productiviteitsniveaus bewaken
P Q R S 2 3 1 2 3 a
systematisch werken
kwaliteitsniveaus halen
aansluiten bij behoeften en verwacht
V
doelen en prioriteiten stellen
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
vanuit meerdere invalshoeken kijken
informatie achterhalen
gegevens controleren en aannames toetsen
3 M 4 1
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
L 2
materialen en middelen efficiënt gebruiken
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
5
snel en/of veel informatie in zich opnemen
4
aantrekkelijk en boeiend formuleren
3
communicatie op de ontvanger(s) richten
2
correct formuleren
1
vlot en bondig formuleren
7
structuur aanbrengen
6
nauwkeurig en volledig rapporteren
5
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
J
4
humor gebruiken
IV
H I 6 1 1 3
enthousiasme uitstralen
III 2
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
3
kernachtig communiceren
2 E 4 1
onderhoudend communiceren
A 1
duidelijk uitleggen en toelichten
SHL-competenties: I II
indruk maken op anderen
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren a. een onderwerp, probl eems i tua tie en/of opdra chtgever ki ezen 2. het ontwerp voorbereiden 3. een ontwerpvoorstel formuleren 4. het ontwerpvoorstel uitvoeren c. een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen 5. het ontwerp testen a. het prototype tes ten en eva l ueren a a n de ha nd va n het 6. het ontwerp opleveren a. een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen b. ontwerpres ul taten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: i ontwerpres ul taten beoordel en op rel eva ntie, cons i s tentie en c. het ei gen l eren: i a a n het begi n va n het ontwerpproces pers oonl i jke l eerdoel en
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VII
X X
X X
6.1.2
2e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: proefondervindelijk onderzoeken
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren c. de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren
2. b. d.
het onderzoek voorbereiden een pl a nni ng ma ken (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en
b.
het onderzoek uitvoeren een of meer experi menten ui tvoeren
3.
c. 4.
gegevens verza mel en gegevens verwerken
ti tel :
Invloed van eetstoornissen op het gebit
a uteur(s ): Ei l een Ba der, Ka ri n Steenvoorden, Debora h Zorn, Joyce Ba ffour en Joyce va n Wees profi el /va k(ken): s chool : Northgo Col l ege Noordwi jk (l eer)ja a r: H5 2008 Op welke manieren tasten de eetstoornissen boulimie, anorexia en Binge eating disorder het gebit aan? Om het antwoord op onze hoofdvraag te formuleren hebben we eerst een onderzoek uitgevoerd en een aantal deelvragen beantwoord.
Eerst hebben we een enquête gehouden onder Havo-5 leerlingen om te onderzoeken welke voedingsmiddelen het meeste worden genuttigd. Vervolgens hebben we bij kaakchirurgen en tandartsen echte) gebitselementen gehaald. Er zat nog wat tandvlees aan, dus moesten we de gebitselementen eerst zorgvuldig schoonmaken. We hebben ze in verschillende voedingsmiddelen gelegd zoals Bullit, water, sinaasappelsap, appelsap, koffie, thee en cola. Ook hebben we maagzuur nagebootst (een zoutzuuroplossing met een pH-waarde van 1,5). Vervolgens hebben we de potjes met tanden en voedingsmiddelen zeven dagen in een stoof geplaatst, onder een temperatuur van 37° Celsius. Zo hebben we de omstandigheden van het menselijk lichaam kunnen nabootsen. Na drie dagen hebben we de gebitselementen uit de stoof gehaald en onder een binoculair onderzocht. Vervolgens hebben we onze waarnemingen genoteerd en de gebitelementen weer terug gezet in de stoof. Vier dagen later hebben we de tanden gepoetst en met behulp van het binoculair de veranderingen waargenomen. Bij dit onderzoek zijn wij tot de conclusie gekomen dat maagzuur, koffie en thee de tand het meest aantasten. Anorexiepatiënten vinden zich altijd dik en zullen er alles aan doen om meer af te slanken. Hierbij moet gedacht worden aan (bijna) niets meer eten, laxeermiddelen innemen, voedsel weer uitbraken, etc. Eén van de effecten op het gebit is erosie van de tanden, dit komt door het vele braken waardoor de tanden in contact komen met maagzuur [...]. Het glazuur slijt af, de tanden worden kleiner, gevoeliger en soms transparant. Ook geven anorexiepatiënten minder speeksel af dan anderen, hierdoor krijgen bacteriën in de mond een kans om veel schade aan te richten aan het gebit. Boulimia Nervosa is een stoornis rondom het denken en de omgang met voedsel. [...] Voor het gebit heeft Boulimia Nervosa gevolgen. Zo hebben de meeste Boulimia Nervosa patiënten een zwelling van de oorspeekselklier en erosies op de gebitselementen. Dit komt onder andere door het vele braken. BED patiënten eten veel, maar doen verder geen extreme dingen. Als men het gebit goed onderhoudt door regelmatig de tanden te poetsen en/of te flossen heeft het vrijwel geen gevolgen.
5. a.
6. a. b. 7. a. b. c.
35
het onderzoek afronden concl us i es trekken
het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: het ei gen l eren:
Anorexia Nervosa en Boulimia Nervosa zijn eetstoornissen waarbij er langdurige tijden niet wordt gegeten, mocht dit wel gebeuren dan wordt er vrijwel altijd gebraakt. Binge Eating Disorder is een eetstoornis waarbij de patiënten hun eetgedrag niet onder controle hebben, hierdoor nuttigen zij vaak grote hoeveelheden voedsel in een korte tijd. [...] Door middel van literatuuronderzoek en het uitvoeren van een proef zijn we er achter gekomen dat Anorexia Nervosa en Boulimia Nervosa een nadelig effect hebben op het gebit. Binge Eating Disorder heeft een minder nadelig effect op het gebit. Dit komt door de zuuraanvallen die het gebit te verduren krijgt na een eetbui, deze zijn echter goed te bestrijden.
36 op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren
X X X X
X X X X
X X X X X X X X X X X X X
X X X
X
5
X X X X
X
X X X
X
d e f
parate know what en know how activeren gebruik maken van ICT
X X
H X
X X X X
X
X X X
X X
X X X
X X X
X
2 3 4
X X
goed zorgdragen voor materialen en middelen informatie uiteenrafelen conclusies trekken verbanden leggen
X X X X X
X
X
5 2 Q 3 1 2 3 S T 4 4 2
vanuit meerdere invalshoeken kijken openstaan voor nieuwe informatie doelen en prioriteiten stellen tijd indelen activiteiten plannen mensen en middelen organiseren systematisch werken
X X X X X X X
X X X X X
3 Y 1
discipline tonen kostenbewust handelen
werken conform voorgeschreven procedures
informatie achterhalen
VI
N 6 1
oplossingen voor problemen bedenken
X X
V
informatie genereren uit gegevens
gegevens controleren en aannames toetsen
3 M 4 1
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
L 2
materialen en middelen efficiënt gebruiken
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
4
snel en/of veel informatie in zich opnemen
3
aantrekkelijk en boeiend formuleren
2
communicatie op de ontvanger(s) richten
correct formuleren
X
vlot en bondig formuleren
1
structuur aanbrengen
7
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
J
4
enthousiasme uitstralen
IV
H I 6 1 1 3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
III 2
kernachtig communiceren
onderhoudend communiceren
3
duidelijk uitleggen en toelichten
SHL-competenties: I II
indruk maken op anderen
2 E 4 1
bevorderen van teamgeest
A 1
anderen raadplegen en betrekken
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren c. de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren 2. het onderzoek voorbereiden b. een pl a nni ng ma ken d. (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en 3. het onderzoek uitvoeren b. een of meer experi menten ui tvoeren c. gegevens verza mel en 4. gegevens verwerken 5. het onderzoek afronden a. concl us i es trekken 6. het eindproduct opleveren a. het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen b. onderzoeks res ul taten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: c. het ei gen l eren:
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VIII
X
X X X X X X
X X
6.1.3
3e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: bronnenonderzoek doen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren c. de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren 2. het onderzoek voorbereiden b. een pl a nni ng ma ken 3. het onderzoek uitvoeren b. bronnen ra a dpl egen; i nforma tie verza mel en c. verza mel de i nforma tie op rel eva ntie en betrouwba a rhei d a na l ys eren 4. informatie verwerken 5. 6. a. b. 7. a. b. i
ii
c.
37
het onderzoek afronden het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul taten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: onderzoeks res ul taten beoordel en op rel eva ntie, cons i s tentie en brui kba a rhei d
onderzoeks res ul taten borgen
het ei gen l eren:
titel :
Aanslag in Nederland?
a uteur(s ): Stefa n Verma a t en Mi l a n va n der Vel den profi el /va k(ken): s chool : Mi l l -Hi l l col l ege Goi rl e (l eer)ja a r: 52008 Onze hoofdvraag was: Is het mogelijk voor ons, om met behulp van Internet, zelf een aanslag te plegen?
Als eerste hebben wij geprobeerd om recepten voor explosieven te zoeken op het Internet en die zoveel mogelijk te verifiëren, zodat we konden weten dat onze informatie klopt. We hebben manieren bedacht om aan de benodigde stoffen te komen, het explosief te maken en de daadwerkelijke aanslag te plegen.
We hebben dit goed gedaan, en hoe we dat weten? Omdat de AIVD en de politie het voor echt aanzag. Nadat ons profielwerkstuk al bijna af was, leek het ons een leuk idee om met de politie over onze bevindingen te gaan praten, we wilden dus een interview. We werden met onze vraag doorverwezen naar een explosievenexpert, die ons naar het politie bureau lokte onder het mom van een interview. Samen met onze vraag voor een interview, hadden we ook hoofdstuk 6 meegestuurd met daarin onze scenario’s. De politieagenten waren hier blijkbaar erg van geschrokken en hebben ons duidelijk verteld hoe het in elkaar zat, wij stonden op dat moment net zo in de picture als de Hofstadgroep. Elke keer als wij iets opzochten op internet, ging er een seintje naar de AIVD. En we hebben veel opgezocht, héél veel. Voor de AIVD waren wij terrorismeverdachten. De AIVD heeft ons in de gaten gehouden, wij weten alleen niet op welke manieren.[...] In zekere zin is het eigenlijk ook wel een compliment [...] voor ons profielwerkstuk. [...] We hebben onze scenario’s zo echt gemaakt dat de politie het ook zo heeft ervaren. [...] Wij hebben dit gedaan om aan te tonen hoe makkelijk is om zelf een aanslag te plegen. Of eigenlijk ook niet, want ze [de politie] weten alles gelijk.[...] Wij vinden dat er hierin iets niet klopt. Misschien is dit wel weer zo’n vreemde vorm van gedoogbeleid, ‘je mag die sites [met informatie over de vervaardiging van explosieven en de verkrijging van grondstoffen] bezoeken, maar dan ben je wel verdacht’. Met de vrijheid van meningsuiting is het moeilijk om van alles te gaan verbieden en zo hoort het ook. Maar misschien kunnen we in dit geval een uitzondering maken. In Amerika zijn dit soort sites ook al verboden en in Europa begint dit ook wel wat meer te spelen. De kans op een aanslag kun je nooit helemaal wegnemen, maar je kunt het wel moeilijker maken…
38 op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren
X X X X
X X
H H X X X X X X X X X X X X X
X X X
X
5
X X X
X X X
f
parate know what en know how activeren gebruik maken van ICT
X X
X
X X X X X X X X X
X X X X
X X X
X
X X X X
X X
VI
4 N 5 1 2 P Q 3 3 4 1 a
X
informatie genereren uit gegevens vanuit meerdere invalshoeken kijken openstaan voor nieuwe informatie
X
X X
X
X X X
X X
systematisch werken
X X X
X X X
geestdrift tonen
mensen en middelen organiseren
X
W 4
discipline tonen
activiteiten plannen
X
3
werken conform voorgeschreven procedures
3
tijd indelen
X
2 S T 4 4 2
doelen en prioriteiten stellen
transfer
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
informatie achterhalen
V
verbanden leggen
3
conclusies trekken
e 2
informatie uiteenrafelen
d M 1
gegevens controleren en aannames toetsen
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
4
snel en/of veel informatie in zich opnemen
3
aantrekkelijk en boeiend formuleren
2
communicatie op de ontvanger(s) richten
correct formuleren
X
vlot en bondig formuleren
1
structuur aanbrengen
7
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
J
4
enthousiasme uitstralen
IV
H I 6 1 1 3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
III 2
kernachtig communiceren
onderhoudend communiceren
3
duidelijk uitleggen en toelichten
SHL-competenties: I II
indruk maken op anderen
2 E 4 1
bevorderen van teamgeest
A 1
anderen raadplegen en betrekken
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren c. de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren 2. het onderzoek voorbereiden b. een pl a nni ng ma ken 3. het onderzoek uitvoeren b. bronnen ra a dpl egen; i nforma tie verza mel en c. verza mel de i nforma tie op rel eva ntie en betrouwba a rhei d 4. informatie verwerken 5. het onderzoek afronden 6. het eindproduct opleveren a. het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen b. onderzoeks res ul taten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: i onderzoeks res ul taten beoordel en op rel eva ntie, cons i s tentie i i onderzoeks res ul taten borgen c. het ei gen l eren:
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VIII
X X X X X X
H
6.2
2009
6.2.1
1e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: proefondervindelijk onderzoeken
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen
b.
het te onderzoeken probl eem bepa l en
2.
het onderzoek voorbereiden een pl a nni ng ma ken het onderzoek uitvoeren een of meer experi menten ui tvoeren
b. 3. b.
ti tel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
Coanda effect Ba rt Vel ma ns en Irene Snel l ema n na tuurkunde Ca ndea Col l ege Dui ven H5 2009
Het Coandă effect is het verschijnsel dat een vloeistof- of gasstroom de neiging heeft een bol oppervlak te volgen, in plaats van een rechte lijn in de oorspronkelijke richting. Henri Coandă raakte in het verschijnsel geïnteresseerd nadat het prototypevliegtuig (de Coandă-1910), dat hij had ontwikkeld, neerstortte. We hebben het Coandă effect onderzocht aan de hand van drie experimenten en hiermee ons eigen model opgesteld.
Het eerste experiment ging over de factoren die het Coandă effect veroorzaken. We wilden graag weten waardoor het Coandă effect optreedt. Daarom hebben we geprobeerd wervelingen zichtbaar te maken. We hebben deze proef gefilmd. En het materiaal hebben we op de computer vertraagd afgespeeld en bekeken. Hieruit hebben we onze conclusie getrokken. De tweede proef was een proef over snelheid. We wilden graag weten wat voor invloed snelheid heeft op het Coandă effect. Daarbij hebben we de bovenstaande* opstelling gebruikt. We konden de helling van de plaat veranderen, daardoor ging het water langzamer (kleinere helling) of sneller (grotere helling) over de plaat. We hebben de hoek tussen de plaat en tafel berekend (dit geeft de helling van de plaat). Zo konden we zien bij welke snelheden het Coandă effect het meest optreedt.
4.
gegevens verwerken
5.
het onderzoek afronden een s ta ndpunt i nnemen en onderbouwen
c.
6. a. b. 7. a. b. c. i
het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: het ei gen l eren: a a n het begi n va n het onderzoek pers oonl i jke l eerdoel en verbi nden a a n het ui t te voeren onderzoek
Het Coandă effect heeft ook invloed op (bijvoorbeeld) vleugels van vliegtuigen. Om er voor te zorgen dat een vleugel daadwerkelijk lift krijgt, moet het oppervlak niet te ruw zijn. Is het oppervlak te ruw, dan kan de lucht het oppervlak niet volgen of zich er aan hechten. Om te onderzoeken wat voor invloed het oppervlak heeft op het Coandă effect, hebben wij een proef bedacht met een rookmachine. Wij hebben rook laten gaan over verschillende bolle oppervlakken, van onder andere noppenfolie, gritfolie en vlak hout. We hebben de resultaten gefilmd, bekeken en geanalyseerd. Na a r a a nl ei di ng va n deze dri e experi menten i s het vol gende verkl a rende model opges tel d:
Het Coandă effect heeft belangrijke toepassingen op diverse gebieden, onder andere de luchtvaart en de voortstuwende werking van zeilen in de zeilsport. [...] Het Coandă effect heeft [...] ook een grote invloed op het milieu en als we daar goed mee om gaan, is dit zeer energiebesparend!
We hebben het Coandă effect onderzocht [...] omdat er héél weinig informatie over het Coandă effect op internet en in de boeken staat. Bovendien, weinig mensen weten van het Coandă effect, er zijn zelfs maar enkele professoren die er kennis over hebben! * Zi e de onders ta a nde fi guur:
39
5. c.
6. a. b.
7. a. b. c. i
40 het onderzoek afronden een standpunt innemen en onderbouwen het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul taten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: het ei gen l eren: a a n het begi n va n het onderzoek pers oonl i jke l eerdoel en
op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren bevorderen van teamgeest
X X
X X X X X X X X X X
X
X X
X X X X X X X X X X X X X
3
X
4
X
5
X X X
X X X X X
parate know what en know how activeren gebruik maken van ICT
X X X
X
X X X X X X
X X
X X X X X X
3 Q 1 2 3 4 S T 4 2
vanuit meerdere invalshoeken kijken openstaan voor nieuwe informatie doelen en prioriteiten stellen tijd indelen activiteiten plannen mensen en middelen organiseren systematisch werken
X X X X X
X X X X X
X X X
X
discipline tonen
V
werken conform voorgeschreven procedures
IV
informatie achterhalen
2
oplossingen voor problemen bedenken
X
5 N 6 1
informatie genereren uit gegevens
4
verbanden leggen
f 3
conclusies trekken
e 2
informatie uiteenrafelen
d M 1
gegevens controleren en aannames toetsen
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
2
snel en/of veel informatie in zich opnemen
J
aantrekkelijk en boeiend formuleren
1
communicatie op de ontvanger(s) richten
7
correct formuleren
6
vlot en bondig formuleren
I
structuur aanbrengen
SHL-competenties: I II III
nauwkeurig en volledig rapporteren
5
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
4
humor gebruiken
3
enthousiasme uitstralen
2
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
1
kernachtig communiceren
2
onderhoudend communiceren
3
duidelijk uitleggen en toelichten
2 E H 4 6 1
ideeën en meningen naar voren brengen en
A 1
indruk maken op anderen
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua tie ki ezen b. het te onderzoeken probl eem bepa l en 2. het onderzoek voorbereiden b. een pl a nni ng ma ken 3. het onderzoek uitvoeren b. een of meer experi menten ui tvoeren 4. gegevens verwerken
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VI 3
X X X X
X X
6.2.2
2e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: ontwerpen
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren a. een onderwerp, probl eems i tua tie en/of opdra chtgever ki ezen
c. 2. a. 3. a.
4. a. c. 5. 6. a. b. 7. a. b. c.
41
titel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
Macht Jet Teuni s beel dende kuns t Zwi js encol l ege, Veghel H5 2009
Voor mijn profielwerkstuk melde ik me aan bij Kunstbende. Kunstbende is een nationale wedstrijd waar jongeren in verschillende categorieën kunnen meedoen. Ook heeft Kunstbende elk jaar een thema. Het thema van dit jaar: Macht. Dit thema is daarom de basis van mijn collectie geworden [...]. Bij dit thema zocht ik naar veel beeldmateriaal en bepaalde ik mijn eigen onderwerp: leger. een productverkenni ng ui tvoeren: eerdere opl os s i ngen voor het De weken daarna ging ik op onderzoek uit. Ik onderzocht alles rondom het leger, rondom soldaten, rondom hun ontwerpprobl eem a na l ys eren gevoelens en hun leven. het ontwerp voorbereiden (op ba s i s va n de product- en doel groepverkenni ng) een Ik dacht na over de dubbele gevoelens van soldaten. Aan de ene kant de moed en het gevecht, aan de andere progra mma va n ei s en en wens en ops tel l en kant de angst en kwetsbaarheid. Hierop baseerde ik mijn collectie. een ontwerpvoorstel formuleren vers chi l l ende ui twerki ngen geven voor functies en Ik heb gekozen voor een tegenstelling in materiaal. Toen ik begon met het onderwerp Leger, en daar ei gens cha ppen va n het ontwerp beeldmateriaal bij ging zoeken, zag ik eigenlijk alleen maar stoere mannen in een uniform. Maar toen ik me steeds meer verdiepte in het onderwerp en ik me verdiepte in de landmacht, de soldaten en hun leven, voelde ik ook een hele andere kant. De werkelijke gevoelens van soldaten, diep onder hun grote jassen: b ang, kwetsbaar en gevoelig . Ze zien vrienden sterven, maar ook zien ze ouders en kinderen lijden. Ze zien bloed, geweld en dood. Ze vechten door, lijken stoer, maar diep van binnen voelen ze totaal wat anders. het ontwerpvoorstel uitvoeren een werkpl a n ma ken voor het ui tvoeren va n het ontwerp Deze beide kanten wil ik in mijn collectie naar voren laten komen. een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen het ontwerp testen het ontwerp opleveren een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen ontwerpres ul taten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: het ei gen l eren: i a a n het begi n va n het ontwerpproces pers oonl i jke l eerdoel en Omdat ik naar de modeacademie wil, en daar mijn interesses liggen, besloot ik een profielwerkstuk te verbi nden a a n het ui t te voeren ontwerp maken rondom het vak Beeldend. i i i na a fl oop va n het ontwerpproces na ga a n i n hoeverre de Met dit profielwerkstuk ben ik aangenomen op de kunstacademie ArtEZ op richting Fashion Design. oors pronkel i jk ges tel de l eerdoel en zi jn gerea l i s eerd
42 X
X X X
X
X X X X X X X X X X X X
5
X X
X X
X
X X
f
X X X
X
X X X
X X X X
3
X
X X X
X X X
goed zorgdragen voor materialen en middelen conclusies trekken
X X
X X
5 P Q 2 3 1 b
X X
X
X
X X X
X
activiteiten plannen
X
X X X
U 1 2 3
X
X X X X
discipline tonen aanpassen aan veranderde omstandigheden omgaan met onduidelijkheid en onzekerheid
3
nieuwe ideeën accepteren
2
werken conform voorgeschreven procedures
instructies opvolgen
kwaliteits- en productiviteitsnormen formuleren
aansluiten bij behoeften en verwacht
2 R S T 3 2 1 1
tijd indelen
doelen en prioriteiten stellen
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
vanuit meerdere invalshoeken kijken
VI
N 6 1
informatie achterhalen
V
oplossingen voor problemen bedenken
IV
informatie genereren uit gegevens
gegevens controleren en aannames toetsen
3 M 4 1
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
L 2
materialen en middelen efficiënt gebruiken
e
gebruik maken van ICT
X
d
parate know what en know how activeren
K 6 3 a b
abstractievermogen tonen
vlot en accuraat rekenen
4
snel en/of veel informatie in zich opnemen
J
aantrekkelijk en boeiend formuleren
3
communicatie op de ontvanger(s) richten
2
correct formuleren
1
vlot en bondig formuleren
7
structuur aanbrengen
SHL-competenties: I II III
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
E H I 4 1 1 1
onderhoudend communiceren
duidelijk uitleggen en toelichten
3
indruk maken op anderen
2
anderen raadplegen en betrekken
acties en activiteiten initiëren
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren a. een onderwerp, probl eems i tua tie en/of opdra chtgever ki ezen X c. een productverkenni ng ui tvoeren: eerdere opl os s i ngen voor het 2. het ontwerp voorbereiden a. (op ba s i s va n de product- en doel groepverkenni ng) een 3. een ontwerpvoorstel formuleren a. vers chi l l ende ui twerki ngen geven voor functies en 4. het ontwerpvoorstel uitvoeren a. een werkpl a n ma ken voor het ui tvoeren va n het ontwerp c. een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen 5. het ontwerp testen 6. het ontwerp opleveren a. een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen b. ontwerpres ul taten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: c. het ei gen l eren: i a a n het begi n va n het ontwerpproces pers oonl i jke l eerdoel en X i i i na a fl oop va n het ontwerpproces na ga a n i n hoeverre de op eigen initiatief handelen
A 1
afgewogen risico's nemen
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VII
X X X X
X X X
X X X
3e prijs
6.2.3
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: ontwerpen
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren a. een onderwerp, probl eems i tua ti e en/of opdra chtgever ki ezen b.
een ontwerpprobl eem herkennen, c.q. overeenkomen
d.
een doel groepverkenni ng ui tvoeren: na ga a n wel ke behoeften en verwa chti ngen de beoogde doel groep heeft met betrekki ng tot het ontwerpprobl eem
e.
het ontwerpprobl eem formul eren, c.q. met de opdra chtgever va s ts tel l en
2.
het ontwerp voorbereiden (op ba s i s va n de product- en doel groepverkenni ng) een progra mma va n ei s en en wens en ops tel l en
a.
3. 4.
een ontwerpvoorstel formuleren het ontwerpvoorstel uitvoeren een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen
c.
5. 6. a. b. 7. a. b. ii
c.
het ontwerp testen het ontwerp opleveren een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen ontwerpres ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: ontwerpres ul ta ten borgen
het ei gen l eren: a a n het begi n va n het ontwerpproces pers oonl i jke l eerdoel en verbi nden a a n het ui t te voeren ontwerp i i i na a fl oop va n het ontwerpproces na ga a n i n hoeverre de oors pronkel i jk ges tel de l eerdoel en zi jn gerea l i s eerd
ti tel :
Schoolplein: van idee tot ontwerp
a uteur(s ): Ma l ou de Koni ng profi el /va k(ken): s chool : Montes s ori Col l ege Ni jmegen (l eer)ja a r: H5 2009 Ik heb een profielwerkstuk gemaakt over het ontwerpen van een schoolplein en welke stappen er nodig zijn om tot een goed ontwerp te komen. De opdracht van de school was: ontwerp een schoolplein, dat past bij de visie van de school en de wensen van de gebruikers. De school Het Talent is gevestigd in een voorzieningenhart genaamd de Ster, deze is gelegen in een nieuwbouwwijk van Nijmegen-noord. Naast de school is er ook een kindercentrum, sportzaal, cultureel centrum en een jongerencentrum in het gebouw aanwezig. Het schoolplein is een openbaar speelterrein voor de wijk. De school is een sportieve school en maakt gebruik van een nieuw soort onderwijsconcept genaamd KWP. Er wordt niet zozeer uitgegaan van leermethodes op basis van leeftijd, maar er wordt uitgegaan van de ontwikkeling van het kind. Aan drie kanten van het gebouw is er ruimte voor speelterrein. Een gedeelte daarvan, is ingericht door het kindercentrum. Verder is er op een klein gedeelte van het terrein, een kleine speelvoorziening ingericht, voor de kinderen van de school en voor de buurt. De rest van de speelruimte mocht ik gebruiken voor mijn ontwerp. Na een oriënterend gesprek met de directeur en de gymdocent van de school, heb ik een plan van aanpak gemaakt. Dit plan van aanpak heb ik voorgelegd aan de school en toen ben ik begonnen. Het schoolplein moet dus aan een aantal eisen voldoen, zoals passen bij de ontwikkeling van een kind, het voldoen aan de eisen van de gemeente, overheid en gebruikers en daarnaast moet het passen bij de visie van de school. Dus naast de informatie die ik heb ingewonnen bij de gemeente en het ministerie van VROM, heb ik ook naar de wensen en ideeën van de gebruikers gevraagd, onder de gebruikers wordt verstaan, de kinderen, docenten en buurtbewoners. Hieruit is gekomen: - Leerlingen vinden het vooral belangrijk dat ze plezier kunnen maken, dat het gezellig is en dat er veel speeltoestellen zijn. - Docenten vinden het belangrijk dat de kinderen veel materiaal hebben om mee te spelen en dat het schoolplein overzichtelijk en veilig is. - Buurtbewoners vinden de veiligheid het belangrijkste, daarnaast vinden ze het belangrijk dat er voldoende uitdaging is.
Het ontwerp is ingericht voor alle leeftijden. De voorkant is voor de jongere kinderen van ongeveer groep 1 tot en met 4, met veel activiteiten waarbij kinderen veel kunnen klimmen, klauteren en ontdekken. De achterkant is voor de oudere kinderen, van groep 5 tot en met 8, met activiteiten die veel al gericht zijn op sport.
Het ontwerp heb ik mogen presenteren tijdens een studiedag van de basisschool.
Momenteel is de school bezig om inkomsten te genereren om daarmee de uitvoering van het ontwerp te kunnen bekostigen. De school heeft gevraagd, of als ze gaan starten met de uitvoering, zij indien nodig informatie en advies mogen inwinnen bij mij.
i
43
Ik vond het erg interessant om dit profielwerkstuk te maken, omdat ik me bezig heb gehouden met iets waarvan mensen hun beroep gemaakt hebben en ik was erg gedreven om dit project aan te gaan. Ook vond ik het een eer om voor een ‘echte’ opdrachtgever een ontwerp te maken.
44 op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren
X X
X X X X X X X X
X
X X X X
X X X X X X X X X
X
X X
X
4
X
X
5
X X
X
X
f
X X X X X X X
X X
X X X X
X
3
X
goed zorgdragen voor materialen en middelen conclusies trekken
X X
X
5 P Q 2 3 4 1 b
X X X X X
X X
X X
X X X
X
X
X
X X X
activiteiten plannen X
X
X X
2 U 3 1
X
X
discipline tonen
X X X X X X X X X X X
X X X
X X X
2 3 5
successen willen boeken
omgaan met onduidelijkheid en onzekerheid
X X
nieuwe ideeën accepteren
X
aanpassen aan veranderde omstandigheden
instructies opvolgen
T 3 1
werken conform voorgeschreven procedures
S 2 1
kwaliteitsniveaus halen
kwaliteits- en productiviteitsnormen formuleren
aansluiten bij behoeften en verwacht
behoeften en verwachtingen achterhalen
2 R 3 1
tijd indelen
doelen en prioriteiten stellen
transfer
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
vanuit meerdere invalshoeken kijken
VI
N 6 1
informatie achterhalen
V
oplossingen voor problemen bedenken
IV
informatie genereren uit gegevens
gegevens controleren en aannames toetsen
3 M 4 1
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
L 2
materialen en middelen efficiënt gebruiken
e
gebruik maken van ICT
X
d
parate know what en know how activeren
X X
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
3
snel en/of veel informatie in zich opnemen
J
aantrekkelijk en boeiend formuleren
2
communicatie op de ontvanger(s) richten
1
correct formuleren
7
vlot en bondig formuleren
I
structuur aanbrengen
SHL-competenties: I II III
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
1
onderhoudend communiceren
4
duidelijk uitleggen en toelichten
3 E H 4 1 1
gesprekken richting geven
2
indruk maken op anderen
A 1
anderen raadplegen en betrekken
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren a. een onderwerp, probl eems i tua tie en/of opdra chtgever ki ezen b. een ontwerpprobl eem herkennen, c.q. overeenkomen d. een doel groepverkenni ng ui tvoeren: na ga a n wel ke behoeften e. het ontwerpprobl eem formul eren, c.q. met de opdra chtgever 2. het ontwerp voorbereiden a. (op ba s i s va n de product- en doel groepverkenni ng) een 3. een ontwerpvoorstel formuleren 4. het ontwerpvoorstel uitvoeren c. een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen 5. het ontwerp testen 6. het ontwerp opleveren a. een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen b. ontwerpres ul taten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: i i ontwerpres ul taten borgen c. het ei gen l eren: i a a n het begi n va n het ontwerpproces pers oonl i jke l eerdoel en i i i na a fl oop va n het ontwerpproces na ga a n i n hoeverre de
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VII VIII
H
6.3
2010
6.3.1
1e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: proefondervindelijk onderzoeken
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen b. het te onderzoeken probl eem bepa l en d. hypothes e ops tel l en
2. a.
het onderzoek voorbereiden de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen
b. d.
een pl a nni ng ma ken (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en
b. c.
het onderzoek uitvoeren een of meer experi menten ui tvoeren gegevens verza mel en
3.
4.
gegevens verwerken
ti tel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
Creativiteit in verband met intelligentie Anna va n der Schoot kuns t Neha l enni a SSG Mi ddel burg H5 2010
Ik heb besloten mijn profielwerkstuk te houden over het verband tussen creativiteit en intelligentie. meer s peci fi ek: creativiteit bij hoogbegaafden, laagbegaafden, normaal begaafden en verstandelijk beperkten Mijn verwachting was dat geestelijk hoger ontwikkelde kinderen (laagbegaafden boven verstandelijk beperkten, normaal begaafden boven laagbegaafden, en de hoogbegaafden boven iedere groep), creatief beter ontwikkeld zouden zijn [...]. De verschillen en overeenkomsten tussen deze groepen zijn naar voren gekomen door middel van tests die ik bepaalde personen (te plaatsen in een van de groepen) heb laten afleggen. Deze test [s ] doe [n] een beroep op de creativiteit van de geteste personen, ze zijn opgesteld naar aanleiding van bestaande creativiteitstesten maar ze zijn door mij aangepast zodat de geteste personen deze zouden begrijpen.
Er is hierbij gekeken naar de verschillende factoren [wa a rmee] creativiteit kan worden gemeten [...]: divergentie, flexibiliteit, originaliteit en elaboratie. Naar aanleiding van [de] uitkomsten is een tabel op te stellen:
creatief aspect: intelligentieniveau: 1 laagbegaafd 2 gemiddeld begaafd 3 hoogbegaafd verstandelijk beperkt 5. a.
het onderzoek afronden concl us i es trekken
b.
onderzoeks res ul ta ten vergel i jken met de hypothes e
c.
een s ta ndpunt i nnemen en onderbouwen
d.
s ugges ti es doen voor na der onderzoek het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: onderzoeks res ul ta ten beoordel en op rel eva nti e, cons i s tenti e en brui kba a rhei d onderzoeks res ul ta ten borgen het ei gen l eren: a a n het begi n va n het onderzoek pers oonl i jke l eerdoel en verbi nden a a n het ui t te voeren onderzoek
6. a. b. 7. a. b. i ii c. i
45
divergent?
flexibel?
origineel?
nee
nee
ja/nee
elaboratief? nee
nee
nee
nee
ja/nee
ja
ja
ja
ja
ja/nee
ja/nee
ja
ja/nee
Als er een ranglijst wordt samen gesteld van meest creatief naar minst creatief ziet deze, afgeleid uit de tabel, er zo uit: 1. Hoogbegaafden 2. Verstandelijk beperkten 3. Gemiddeld begaafden 4. Laagbegaafden Mijn verwachting was dat geestelijk hoger ontwikkelde kinderen [...] creatief beter ontwikkeld zouden zijn, maar naar uitkomsten van de tests werd mijn ongelijk bewezen. Een verrassende uitkomst van deze rangorde [zi e 5.a ] is dat de verstandelijk beperkten erg hoog scoorden. [...] Niet alleen een grote ontdekking maar ook een belangrijke voor verder onderzoek naar hoe creativiteit in verband staat met intelligentie. Want verwonderlijk was zeker wel dat er vrij weinig onderzoek bekend was naar dit verband.
[Er i s ] vrij weinig onderzoek bekend naar [het] verband [tus s en i ntel l i genti e en crea ti vi tei t]. Maar dat heeft het mijne niet benadeeld. Het was een ontmoeting met mijn eigen creativiteit en met die van anderen.
Ik wil een vervolg opleiding psychologie doen, zo heb ik dus voor een psychologisch onderwerp [...].
5. a. b. c. d.
6. a. b.
7. a. b. i ii
c. i
46 het onderzoek afronden concl us i es trekken onderzoeks res ul ta ten vergel i jken met de hypothes e een s ta ndpunt i nnemen en onderbouwen s ugges ti es doen voor na der onderzoek het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: onderzoeks res ul ta ten beoordel en op rel eva nti e, cons i s tenti e onderzoeks res ul ta ten borgen het ei gen l eren: a a n het begi n va n het onderzoek pers oonl i jke l eerdoel en
op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren
X X
X X X X X X X X X X X X
X X
X
X X X X X X X X X X X X
X
4
X
5
H X X X
X
X X X
X
e f
gebruik maken van ICT
X X X X X
X X X X
X
X X X
X X
X X X
X X X X
X
2 3 4
X X
goed zorgdragen voor materialen en middelen informatie uiteenrafelen conclusies trekken verbanden leggen
X X
X
X X X
X
X X
X
VI
5 N 6 1 2 P Q 3 3 4 1 a
X
X
vanuit meerdere invalshoeken kijken openstaan voor nieuwe informatie
X
X
X
X
X
activiteiten plannen mensen en middelen organiseren
X X X
X
X X
X X X
X X
X
4
X X X
X
X
X X
systematisch werken kwaliteits- en productiviteitsniveaus bewaken
geestdrift tonen
3
discipline tonen
4 T 5 2
werken conform voorgeschreven procedures
X
kwaliteitsniveaus halen
3
tijd indelen
X X X
2 S 4 3
doelen en prioriteiten stellen
transfer
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
informatie achterhalen
V
oplossingen voor problemen bedenken
IV
informatie genereren uit gegevens
gegevens controleren en aannames toetsen
3 M 4 1
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
L 2
materialen en middelen efficiënt gebruiken
d
parate know what en know how activeren
X
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
3
snel en/of veel informatie in zich opnemen
J
aantrekkelijk en boeiend formuleren
2
communicatie op de ontvanger(s) richten
1
correct formuleren
7
vlot en bondig formuleren
I
structuur aanbrengen
SHL-competenties: I II III
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
1
onderhoudend communiceren
2
duidelijk uitleggen en toelichten
3 E H 4 1 1
ideeën en meningen naar voren brengen en
2
indruk maken op anderen
A 1
anderen raadplegen en betrekken
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen b. het te onderzoeken probl eem bepa l en d. hypothes e ops tel l en 2. het onderzoek voorbereiden a. de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen b. een pl a nni ng ma ken d. (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en 3. het onderzoek uitvoeren b. een of meer experi menten ui tvoeren c. gegevens verza mel en 4. gegevens verwerken
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VIII
X X X X X X X
X X X X X X X X
2e prijs
6.3.2
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen
ontwerpen
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren a. een onderwerp, probl eems i tua ti e en/of opdra chtgever ki ezen c. een productverkenni ng ui tvoeren: eerdere opl os s i ngen voor het ontwerpprobl eem a na l ys eren 2. het ontwerp voorbereiden 3. een ontwerpvoorstel formuleren a. vers chi l l ende ui twerki ngen geven voor functi es en ei gens cha ppen va n het ontwerp
c.
a.
een bea rgumenteerd voors tel doen voor het ontwerp, rekeni ng houdend met het progra mma va n ei s en en wens en en de bes chi kba re mogel i jkheden en ra ndvoorwa a rden het ontwerpvoorstel uitvoeren een werkpl a n ma ken voor het ui tvoeren va n het ontwerp
b.
(l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en
c.
een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen
4.
5. a.
6. a. b. 7. a. i
het ontwerp testen het prototype tes ten en eva l ueren a a n de ha nd va n het progra mma va n ei s en en wens en en i n het l i cht va n de bes chi kba re mogel i jkheden en ra ndvoorwa a rden het ontwerp opleveren een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen ontwerpres ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : het verl oop va n het ontwerpproces bi jhouden
ti tel :
Het bouwen van een hovercraft
a uteur(s ): Ba rt Spa nbroek en Tom Aa l mers profi el /va k(ken): s chool : Montes s ori Col l ege Ni jmegen (l eer)ja a r: H5 2010 Wij [...] hebben bij ons profielwerkstuk het onderwerk ‘de hovercraft’ gekozen. We hebben eerst research gedaan om achter het idee van de hovercraft te komen. We hebben veel sites gevonden waarop het principe van een hovercraft was uitgelegd.
Behalve teksten hebben we ook filmpjes gekeken. Hierdoor begrepen we beter hoe een hovercraft precies werkt. Ook hadden we allemaal theorieën gevonden over hovercrafts. Deze theorieën wilden we zelf eerst uittesten op schaalmodellen. [...] We hebben twee schaalmodellen gebouwd van verschillende grootte. Hierdoor konden we namelijk de theorie testen of een groot oppervlak voor meer draagkracht zorgt. Dit klopte. Ook hebben we de schaalmodellen gebouwd om te kijken hoe moeilijk het eigenlijk is om een paar kilo op te tillen. Na veel rondgeneusd te hebben op het internet besloten we zelf een ontwerp te gaan maken. We hadden er drie en kozen, de volgens ons, beste uit.
Behalve een ontwerp is er ook een plan nodig hoe je het ontwerp daadwerkelijk gaat uitvoeren. Anders kan je namelijk niet goed aan de slag. Als allereerst zijn we op zoek gegaan naar een werkplaats. Wij hadden beiden thuis te weinig plaats om de hovercraft te gaan bouwen. Daarom hadden we de andere locatie van onze school bezocht. Daar was namelijk wel een techniek lokaal. Na een gesprek met de techniek docent mochten wij het lokaal gebruiken voor onze hovercraft. Ook hadden we daar de juiste gereedschappen tot onze beschikking en konden beginnen. De materialen waren niet makkelijk om aan te komen. Het budget was namelijk niet al te breed. Bart heeft op de bouwmarkt wat bouwhout gekocht en thuis had hij nog een bladblazer liggen. Tom had de familie afgevraagd naar een oud luchtbed. Uiteindelijk had hij er een gevonden. Toen zijn we begonnen met bouwen. Alleen we waren tegen een aantal problemen aangelopen. De bladblazer moest namelijk intact blijven waardoor het lastig werd hem op de hovercraft te bevestigen. Dit hebben we op een creatieve manier met houten plaatjes, plastic zakken, ducktape, en touw opgelost. Het nadeel hiervan was echter wel dat we de bladblazer iedere keer weer opnieuw moesten monteren, al is dit in een minuutje al gedaan. Ook bleek het luchtbed kleiner te zijn als de plank. [Het] bleek [...] dat de hovercraft veel wiebelde. Dit hebben we met stabilisatoren opgelost. Verder zijn we op een paar punten afgeweken van ons ontwerp. Dit kwam vaak omdat de we niet exact de juiste materialen hadden. Dit hebben we vaak opgelost door de oorzaak van het probleem aan te pakken.
We zijn allebei trots op ons resultaat. We hebben namelijk een werkende hovercraft gemaakt.
De samenwerking tussen ons was erg goed. Natuurlijk ben je het niet altijd met elkaar eens maar dit werd altijd netjes opgelost door gewoon de ander zijn punt goed uit te laten leggen. Soms heb je namelijk een bepaalde kijk op iets en soms dacht de ander er anders over. Maar uiteindelijk kwamen we er altijd wel uit. Behalve met elkaar is ook de samenwerking met docenten belangrijk. We moesten bijvoorbeeld rekening houden met de techniek docenten en hun klassen. Ook hebben we veel met onze begeleider het gehad over bepaalde natuurwetten.
b. c. i
de opbrengs ten: het ei gen l eren: a a n het begi n va n het ontwerpproces pers oonl i jke l eerdoel en verbi nden a a n het ui t te voeren ontwerp
i i i na a fl oop va n het ontwerpproces na ga a n i n hoeverre de oors pronkel i jk ges tel de l eerdoel en zi jn gerea l i s eerd
47
Dit onderwerp hebben we beiden gekozen omdat we ervan houden iets te bouwen. Het is ook nog eens iets technisch en aangezien we allebei wel iets met techniek wilden doen was het bouwen van een voertuig toch wel ideaal. [We] hebben [...] er veel van geleerd. Behalve hoe je een hovercraft moet bouwen ook hoe belangrijk het is een goede planning te hebben en je daar ook aan te houden. Ook hebben we geleerd dat het handig is bij alles wat je doet een foto te maken en een beetje tekst erbij te schrijven. Dan weet je later namelijk nog wanneer je iets hebt gedaan en dat is handig voor een verslag.
48 X
X X X
X X
X X
X X
X X X
X
X X X X X
X
X X
X X X X
4
X
X
5
X
X X
X X X
f
X X X
X X X
X X X X X X
X X X X
X
X
X
3
X
X X X
X X X
goed zorgdragen voor materialen en middelen conclusies trekken
X
X
X
X
5 Q 2 1 2 3
X X X
X
tijd indelen activiteiten plannen
X X
X X
X
X
X
X
X
X X
X
X X
X
voortgang bewaken aansluiten bij behoeften en verwacht X
2 U 3 1
X X
X X
X
kwaliteits- en productiviteitsniveaus bewaken werken conform voorgeschreven procedures discipline tonen
X X X
X X X X
X X X X
X X
VII
H
kostenbewust handelen
een positieve kijk houden
omgaan met onduidelijkheid en onzekerheid
X
nieuwe ideeën accepteren
aanpassen aan veranderde omstandigheden
instructies opvolgen
4 T 5 1
systematisch werken
kwaliteitsniveaus halen
4 R S 5 2 3
mensen en middelen organiseren
doelen en prioriteiten stellen
vanuit meerdere invalshoeken kijken
VI
N 6 1
informatie achterhalen
V
oplossingen voor problemen bedenken
IV
informatie genereren uit gegevens
gegevens controleren en aannames toetsen
3 M 4 1
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
L 2
materialen en middelen efficiënt gebruiken
e
gebruik maken van ICT
X
d
parate know what en know how activeren
X
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
3
snel en/of veel informatie in zich opnemen
J
aantrekkelijk en boeiend formuleren
2
communicatie op de ontvanger(s) richten
1
correct formuleren
7
vlot en bondig formuleren
I
structuur aanbrengen
III
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
1
onderhoudend communiceren
2
duidelijk uitleggen en toelichten
H 6 1
ideeën en meningen naar voren brengen en
SHL-competenties: I II
indruk maken op anderen
3 E 4 1
bevorderen van teamgeest
2
anderen raadplegen en betrekken
acties en activiteiten initiëren
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren a. een onderwerp, probl eems i tua ti e en/of opdra chtgever ki ezen X c. een productverkenni ng ui tvoeren: eerdere opl os s i ngen voor het 2. het ontwerp voorbereiden 3. een ontwerpvoorstel formuleren a. vers chi l l ende ui twerki ngen geven voor functi es en c. een bea rgumenteerd voors tel doen voor het ontwerp, rekeni ng 4. het ontwerpvoorstel uitvoeren a. een werkpl a n ma ken voor het ui tvoeren va n het ontwerp b. (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en c. een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen 5. het ontwerp testen a. het prototype tes ten en eva l ueren a a n de ha nd va n het 6. het ontwerp opleveren a. een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen b. ontwerpres ul ta ten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : i het verl oop va n het ontwerpproces bi jhouden b. de opbrengs ten: c. het ei gen l eren: i a a n het begi n va n het ontwerpproces pers oonl i jke l eerdoel en X i i i na a fl oop va n het ontwerpproces na ga a n i n hoeverre de
op eigen initiatief handelen
A 1
afgewogen risico's nemen
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H):
2 V Y 3 3 1
VIII
6.3.3
3e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: bronnenonderzoek doen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua tie ki ezen b. het te onderzoeken probl eem bepa l en
2.
het onderzoek voorbereiden een pl a nni ng ma ken het onderzoek uitvoeren informatie verwerken het onderzoek afronden concl us i es trekken
b. 3. 4. 5. a. 6. a. b. 7. a. b. c. i
49
het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul taten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: het ei gen l eren: a a n het begi n va n het onderzoek pers oonl i jke l eerdoel en verbi nden a a n het ui t te voeren onderzoek
titel :
L'Histoire de la Robe
a uteur(s ): Na nda Pri ns profi el /va k(ken): s chool : Zuyderzee Col l ege Emmel oord (l eer)ja a r: H5 2010 De titel van mijn profielwerkstuk is L’Histoire de la Robe, de geschiedenis van de jurk. [...] “de Jurk” vind ik niet alleen prachtig van vorm, maar ook een vrouwelijk symbool, een met status. Diezelfde Jurk heeft in de loop van de geschiedenis grote veranderingen doorgemaakt. Vandaar mijn vraag: “Welke ontwikkelingen onderging de jurk in de loop der eeuwen?”
De bijgevoegde illustraties zijn onderdeel van het werkstuk en door mijzelf gemaakt. De jurk is nog steeds het meest voorkomende kledingstuk. Ontwerpers geven tegenwoordig de trends aan en maken gebruik van allerlei elementen uit L’Histoire de la Robe .
De s a menva tti ng i s voor meer da n 80% gewi jd a a n een chronol ogi s che ontwi kkel i ngs ga ng va n de jurk.
In het komend jaar wil ik Fashion&Design aan de kunstacademie gaan studeren.
50 op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren
X X
X X X X X X X X
X
X X X X X X X X X X X X X
5
H X
X X X
f
parate know what en know how activeren gebruik maken van ICT
X X X
X X X
X X
X X X X
activiteiten plannen mensen en middelen organiseren systematisch werken
X X X X
X X
X
X X
X
geestdrift tonen
tijd indelen
X
discipline tonen
3
doelen en prioriteiten stellen
IV
werken conform voorgeschreven procedures
2 S T 4 4 2
informatie genereren uit gegevens
X
4 Q 5 1
verbanden leggen
3
conclusies trekken
e 2
informatie uiteenrafelen
d M 1
gegevens controleren en aannames toetsen
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
4
snel en/of veel informatie in zich opnemen
J
aantrekkelijk en boeiend formuleren
3
communicatie op de ontvanger(s) richten
2
correct formuleren
1
vlot en bondig formuleren
7
structuur aanbrengen
SHL-competenties: I III
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
3 H I 4 1 1
onderhoudend communiceren
2
duidelijk uitleggen en toelichten
A 1
indruk maken op anderen
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua tie ki ezen b. het te onderzoeken probl eem bepa l en 2. het onderzoek voorbereiden b. een pl a nni ng ma ken 3. het onderzoek uitvoeren 4. informatie verwerken 5. het onderzoek afronden a. concl us i es trekken 6. het eindproduct opleveren a. het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen b. onderzoeks res ul taten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: c. het ei gen l eren: i a a n het begi n va n het onderzoek pers oonl i jke l eerdoel en
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VI VIII
3 W 4
X X X H
X X X
6.4 2011 6.4.1
1e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: proefondervindelijk onderzoeken
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen b.
het te onderzoeken probl eem bepa l en
d.
hypothes e ops tel l en
a.
het onderzoek voorbereiden de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen
ti tel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
Gehoorschade door muziek, bij de jeugd Puck Weve & Ca rol i ne Tombrock bi ol ogi e Da l ton Col l ege, Den Ha a g H5 2010
Samen hebben wij [...] een profielwerkstuk gemaakt voor het vak biologie. Dit is een breed vak, maar al snel wisten we wat ons onderwerp zou worden: Gehoorschade door muziek, bij de jeugd. Omeen te weten hoe gehoorschade ontstaat, wilden wij eerstrond alles4000 weten zelf en het gehoororgaan. Bij gehoorschade door muziek zal er een dip ontstaan Hz.over Dit geluid komt doordat de haarcellen die de 4000 Hz doorgeven aan de gehoorzenuw, zijn beschadigd.
2.
b.
een pl a nni ng ma ken het onderzoek uitvoeren een of meer experi menten ui tvoeren
3. b.
Nadat we alle informatie hadden verzameld zijn wij zelf gaan onderzoeken naar de effecten van harde muziek op het gehoor. Dit hebben wij gedaan aan de hand van twee onderzoeken. De onderzoeken zijn uitgevoerd met behulp van een screeningsaudiometer.
Bij onderzoek 1 hebben wij het effect van harde muziek op de korte termijn onderzocht. Dit hebben wij gedaan door van proefpersonen het gehoor te testen voordat zij zijn uitgegaan (tijdstip 1). Nadat de proefpersonen een avond zijn uitgeweest werd het gehoor opnieuw getest (tijdstip 2). Hierna werd het gehoor nog een maal getest 24 uur na het uitgaan (tijdstip 3). Bij onderzoek 2 hebben wij het effect van harde muziek op de lange termijn onderzocht. Dus de blijvende schade aan de haarcellen. Dit onderzoek hebben wij gedaan bij alle leerjaren van onze school. Bij twee klassen per leerjaar hebben wij een enquête afgenomen om te kijken welke leerlingen veel met muziek bezig zijn en leerlingen die minder met muziek bezig zijn. We hebben per leerjaar zes leerlingen geselecteerd. Drie die veel met muziek bezig zijn en drie die weinig met muziek bezig zijn. Hieruit is een gemiddelde genomen om er zo achter te komen of er een verschil is tussen deze groepen.
c.
gegevens verza mel en gegevens verwerken het onderzoek afronden concl us i es trekken
4. 5. a.
c.
een s ta ndpunt i nnemen en onderbouwen
a. b.
het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul ta ten pres enteren
6.
7. a. b. ii
c. i
51
evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: onderzoeks res ul ta ten borgen
het ei gen l eren: a a n het begi n va n het onderzoek pers oonl i jke l eerdoel en verbi nden a a n het ui t te voeren onderzoek
[Ui t onderzoek 1 bl i jkt] dat er vlak na het uitgaan er een flinke dip is ontstaan rond de 6000 Hz. Echter is deze dip weer hersteld na 24 uur. Dit verschijnsel noemt men functie-uitval. Hierbij worden de haarcellen tijdelijk stilgezet zodat het gehoor minder goed werkt. Na een tijdje van rust werken de haarcellen weer als voorheen. Door vaak je haarcellen te belasten zullen ze definitief kapot gaan. [Ui t onderzoek 2 bl i jkt] duidelijk dat er bij de groep die veel met muziek bezig is een dip is ontstaan. Er is dus al gehoorschade bij leerlingen van 12 tot 18 jaar. Hier zijn wij erg van geschrokken! Het is duidelijk dat de meeste jongeren zich niet bewust zijn van de risico's. Daarom moet de jeugd worden bereikt om hen bewust te maken van de gevaren.
Dit proberen wij te doen door presentaties te houden in onderbouwklassen. En om de jeugd aan te spreken hebben wij ons profielwerkstuk ook in een glossy vorm laten drukken. Wij hopen hierdoor de gehoorschade op lange termijn bij onze generatie te beperken. Dit onderwerp hebben wij deels gebaseerd op onze toekomstplannen. Caroline wil na de HAVO logopedie studeren en Puck wil graag via het VWO geneeskunde gaan studeren.
52 op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren
X X
X X X X X X X X X X X X
X X
X X
X X
X
X X X X X X X X X X X X
X X X
X X
X
4
X
5
H X X X X
X X X X
X
e f
gebruik maken van ICT
X X X X X
X X
X X X X
X
X X X
X X
X X X
X X
X
2 3 4
X X
goed zorgdragen voor materialen en middelen informatie uiteenrafelen conclusies trekken verbanden leggen
X X X X X
X
X
5 2 Q 3 1 2 3 S T 4 4 2
openstaan voor nieuwe informatie doelen en prioriteiten stellen tijd indelen activiteiten plannen mensen en middelen organiseren systematisch werken
X X X X X X
X X X
X
X
X X
X X X X X X
X X X X
3 W 4
geestdrift tonen
discipline tonen
X
werken conform voorgeschreven procedures
informatie achterhalen
VI
N 6 1
vanuit meerdere invalshoeken kijken
X X
V
oplossingen voor problemen bedenken
IV
informatie genereren uit gegevens
gegevens controleren en aannames toetsen
3 M 4 1
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
L 2
materialen en middelen efficiënt gebruiken
d
parate know what en know how activeren
X
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
3
snel en/of veel informatie in zich opnemen
J
aantrekkelijk en boeiend formuleren
2
communicatie op de ontvanger(s) richten
1
correct formuleren
7
vlot en bondig formuleren
I
structuur aanbrengen
III
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
1
onderhoudend communiceren
2
duidelijk uitleggen en toelichten
3 H 6 1
ideeën en meningen naar voren brengen en
SHL-competenties: I II
indruk maken op anderen
2 E 4 1
bevorderen van teamgeest
A 1
anderen raadplegen en betrekken
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen b. het te onderzoeken probl eem bepa l en d. hypothes e ops tel l en 2. het onderzoek voorbereiden a. de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen b. een pl a nni ng ma ken 3. het onderzoek uitvoeren b. een of meer experi menten ui tvoeren c. gegevens verza mel en 4. gegevens verwerken 5. het onderzoek afronden a. concl us i es trekken c. een s ta ndpunt i nnemen en onderbouwen 6. het eindproduct opleveren a. het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen b. onderzoeks res ul ta ten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: i i onderzoeks res ul ta ten borgen c. het ei gen l eren: i a a n het begi n va n het onderzoek pers oonl i jke l eerdoel en
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VIII
X X
H
2e prijs
6.4.2
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: ontwerpen
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren a. een onderwerp, probl eems i tua ti e en/of opdra chtgever ki ezen b. een ontwerpprobl eem herkennen, c.q. overeenkomen c. een productverkenni ng ui tvoeren: eerdere opl os s i ngen voor het ontwerpprobl eem a na l ys eren d. een doel groepverkenni ng ui tvoeren: na ga a n wel ke behoeften en verwa chti ngen de beoogde doel groep heeft met betrekki ng tot het ontwerpprobl eem 2. het ontwerp voorbereiden b. (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en
3.
een ontwerpvoorstel formuleren vers chi l l ende ui twerki ngen geven voor functi es en ei gens cha ppen va n het ontwerp
a.
b.
ui twerki ngen voorl eggen a a n (vertegenwoordi gers va n) de beoogde doel groep, c.q. de opdra chtgever
4. b.
het ontwerpvoorstel uitvoeren (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en
c.
een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen
a. b.
het ontwerp testen het ontwerp opleveren een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen ontwerpres ul ta ten pres enteren
5. 6.
7. a. b. ii
c. i
53
evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: ontwerpres ul ta ten borgen
het ei gen l eren: a a n het begi n va n het ontwerpproces pers oonl i jke l eerdoel en verbi nden a a n het ui t te voeren ontwerp
ti tel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
Rosa-Max Magazine Roos Sta ps en Ma xi me i n 't Groen Dui ts Theres i a l yceum Ti l burg H5 2010
Voor het profielwerkstuk hebben wij een tijdschrift gemaakt. Niet zomaar een tijdschrift, maar een Duitstalig We hebben [...] ontzettend veel gebrainstormd. Maar zonder het gehoopte resultaat… Tussendoor hebben we [...] geprobeerd of we een keer mee mochten kijken in de drukkerij van bijvoorbeeld het tijdschrift LINDA, maar dit was helaas niet mogelijk. We besloten een enquête af te nemen bij jongeren. Hierin stelden wij hen vragen als: welke onderwerpen interesseren je, wat zijn je hobby‟s en wat vind je van een Duitstalig tijdschrift. Op deze manier kregen wij een beeld van wat jongeren interessant vinden, en waar we op kunnen letten bij het maken van ons magazine. Uit de enquête bleek dat vooral meisjes een fotoreportage erg leuk vinden. Dat lieten wij ons geen tweede keer zeggen! We besloten menig fotograaf te benaderen met de vraag of hij foto‟s van ons zou willen maken (gratis!), in ruil voor een advertentie in ons magazine. Er was één man die dit wel zag zitten. [...] We hebben een ontzettend leuke dag gehad toen, en er zijn mooie foto‟s uitgekomen die we hebben verwerkt in het Daarna zijn we begonnen met het schrijven van de artikelen. De onderwerpen van deze artikelen haalden we dus uit die enquête. We schreven ze eerst in het Nederlands, en daarna vertaalden wij ze met behulp van een woordenboek. We lieten ze zien aan mevrouw van Alphen [de docent-begeleider], en zij controleerde ze zorgvuldig. Ze liet ons na de controle ook zien wat we fout hadden gedaan, waardoor we nu voor ons schoolexamen Duits een buitengewoon goed punt hadden! Halverwege het maken van de artikelen zijn we in andere tijdschriften gaan kijken, en we misten telkens iets. Ons leek het namelijk leuk om een magazine te maken voor jongens én meisjes! Een nieuw idee was geboren. Na het minder leuke gedeelte, konden we starten met het leukste gedeelte: de opmaak! Één probleem… Welk programma gebruik je voor het maken van een tijdschrift (op A5 formaat!) ? Gelukkig wist de moeder van Roos daar het antwoord op. Namelijk; Microsoft Office Publisher. We hebben dit op school op de computers laten zetten, waardoor we ons elk tussenuur achter de computer konden, maar ook moesten verschuilen omdat we het anders nooit af zouden krijgen. We hebben héél erg lang besteed aan het opmaken van het tijdschrift, en op het eind hadden we er echt genoeg van. Vooral na wat problemen met USB-sticks en dergelijke.
We [...] bedachten [...] dat een tijdschrift eigenlijk geen tijdschrift is zonder dat het is afgedrukt bij een echte drukkerij! We mailden en belden elke drukkerij in de buurt, maar we hadden niet nagedacht over de prijs… Dit was een enorme tegenvaller. [...] [We hebben in totaal 50 exemplaren laten drukken. ] [...] Uiteindelijk hebben de sectie Duits en Nostimos BV (bedrijf waar de vader van Maxime werkt) de kosten gedeeld. Het tijdschrift is ook op internet geplaatst, zodat men het ook online kan bekijken.
Omdat school zo te spreken was over onze inzet, en mevrouw van Alphen het tijdschrift aan iedereen had gepromoot, wordt het vanaf nu ook in de lessen gebruikt als extra lesmateriaal. [...] Bij het tijdschrift hebben we een opgavenboek gemaakt. Hierin staan onder andere vragen over de teksten en artikelen, maar ook moeten de leerlingen naar de redactie van ROSA-MAX een brief schrijven. Hierin moeten ze schrijven wat ze van het magazine vinden, en wat er eventueel nog verbeterd kan worden. De tweede en derde klas antwoordt in het Nederlands, en de vierde, vijfde en zesde klas antwoordt in het Duits. Een standaard werkstuk van een A4-tje of 40 vonden wij een beetje saai, dus zochten we naar een creatievere manier die tevens aansloot bij ons profiel, en onze vervolgopleiding. [...] We willen allebei iets met communicatie gaan doen. Roos wil namelijk docent Duits worden, en Maxime wil communicatiewetenschappen gaan studeren.
54 X
X X X X X X
X X
X X X X
X X
X
X X X X X X X
X
X X
X X X X
X
X
X X
X X
X X X
f
X X X X X X X
X X
X X X
X X X X
X
X
X
X
goed zorgdragen voor materialen en middelen X
VI
5 N 6 1 P Q 2 4 1 R 4 1
oplossingen voor problemen bedenken informatie achterhalen vanuit meerdere invalshoeken kijken
mensen en middelen organiseren
X X X X X X
X X X
X
X
X
X X X
2 U 3 1
X
X X
werken conform voorgeschreven procedures discipline tonen
X
X X X X
X
X
VII X Y 2 1 3
X
X X X
H
H H
kostenbewust handelen
5
inzicht tonen in de dynamiek van de
X
W 4
kansen en mogelijkheden benutten
X X X X
3
successen willen boeken
X X X X
2
geestdrift tonen
omgaan met onduidelijkheid en onzekerheid
X
nieuwe ideeën accepteren
aanpassen aan veranderde omstandigheden
instructies opvolgen
T 2 1
aansluiten bij behoeften en verwacht
behoeften en verwachtingen achterhalen
doelen en prioriteiten stellen
transfer
V
informatie genereren uit gegevens
conclusies trekken
3 M 4 3
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
L 2
materialen en middelen efficiënt gebruiken
e
gebruik maken van ICT
X X X
d
parate know what en know how activeren
K 6 3 a b
abstractievermogen tonen
vlot en accuraat rekenen
snel en/of veel informatie in zich opnemen
5
aantrekkelijk en boeiend formuleren
4
communicatie op de ontvanger(s) richten
3
correct formuleren
2
vlot en bondig formuleren
1
structuur aanbrengen
7
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
J
4
enthousiasme uitstralen
IV
H I 6 1 1 3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
III 2
kernachtig communiceren
onderhoudend communiceren
duidelijk uitleggen en toelichten
SHL-competenties: I II
indruk maken op anderen
3 E 4 1
bevorderen van teamgeest
2
anderen raadplegen en betrekken
acties en activiteiten initiëren
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren a. een onderwerp, probl eems i tua ti e en/of opdra chtgever ki ezen X b. een ontwerpprobl eem herkennen, c.q. overeenkomen X c. een productverkenni ng ui tvoeren: eerdere opl os s i ngen voor het d. een doel groepverkenni ng ui tvoeren: na ga a n wel ke behoeften 2. het ontwerp voorbereiden b. (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en 3. een ontwerpvoorstel formuleren a. vers chi l l ende ui twerki ngen geven voor functi es en b. ui twerki ngen voorl eggen a a n (vertegenwoordi gers va n) de 4. het ontwerpvoorstel uitvoeren b. (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en c. een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen 5. het ontwerp testen 6. het ontwerp opleveren a. een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen b. ontwerpres ul ta ten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: i i ontwerpres ul ta ten borgen c. het ei gen l eren: i a a n het begi n va n het ontwerpproces pers oonl i jke l eerdoel en X
op eigen initiatief handelen
A 1
afgewogen risico's nemen
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VIII
X
X H X
3e prijs
6.4.3
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: ontwerpen
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren a. een onderwerp, probl eems i tua ti e en/of opdra chtgever ki ezen
b.
een ontwerpprobl eem herkennen, c.q. overeenkomen
e.
b.
het ontwerpprobl eem formul eren, c.q. met de opdra chtgever va s ts tel l en het ontwerp voorbereiden (op ba s i s va n de product- en doel groepverkenni ng) een progra mma va n ei s en en wens en ops tel l en (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en een ontwerpvoorstel formuleren het ontwerpvoorstel uitvoeren een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen het ontwerp testen het prototype tes ten en eva l ueren a a n de ha nd va n het progra mma va n ei s en en wens en en i n het l i cht va n de bes chi kba re mogel i jkheden en ra ndvoorwa a rden het ontwerpvoorstel uitvoeren (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en
c.
een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen
b.
het ontwerp testen het ontwerpvoorstel uitvoeren (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en
c.
een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen
a.
het ontwerp testen het ontwerp opleveren een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen
2. a. b. 3. 4. c. 5. a.
4'.
5'. 4''.
5''. 6.
b.
i
ontwerpres ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : het verl oop va n het ontwerpproces bi jhouden
ii
de opbrengs ten: ontwerpres ul ta ten borgen
7. a.
b.
c.
het ei gen l eren: a a n het begi n va n het ontwerpproces pers oonl i jke l eerdoel en verbi nden a a n het ui t te voeren ontwerp i i i na a fl oop va n het ontwerpproces na ga a n i n hoeverre de oors pronkel i jk ges tel de l eerdoel en zi jn gerea l i s eerd
ti tel :
Panorama tour
a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r: In mijn profielwerkstuk ga ik in ongeveer 140 pagina’s uitbundig in op de processen die ten grondslag lagen aan het maken van een Virtuele Tour en de mogelijkheden van Virtuele Tours. Ja! Virtuele Tours, panoramafotografie in het algemeen. Kort gezegd gaat het als volgt: 1) het maken van de foto’s met een speciale panoramakop 2) het ‘stitchen’ van de foto’s tot één panorama 3) meerdere panorama’s omzetten tot een virtuele tour. De onderzoeksvraag is [...]: “Hoe maak ik een interactieve virtuele tour, op een manier dat mensen het leuk en interessant vinden en wat komt erbij kijken?” In het eerste hoofdstuk [va n het l ogboek, zi e 6.a . hi eronder] , “Idee”, ga ik in op de beginselen van het idee om een virtuele tour te maken van het Graaf Huyn College. Ik probeer een plattegrond van het terrein te regelen en ik vraag hulp van een docent die tevens fotograaf is.
In het tweede hoofdstuk, “Test panorama’s” leest u over de eerste panorama’s die we maakten. Deze waren ronduit slecht.
In het derde hoofdstuk, “Parallax bestrijden”, leest u hoe we een panoramakop importeerden uit de Verenigde Staten. Met dit materiaal kan je het fenomeen “parallax” bestrijden, de reden waarom de test panorama’s zo slecht waren verlopen. In het vierde hoofdstuk, “Krpano en Proefles BÈTA”, leert u wat dinosauriërs met panorama’s te maken hebben en de ontwikkeling rondom de interface van de virtuele tour. Daarnaast heb ik het over de panorama’s die werden gebruikt voor de proeflessen.
In het vijfde hoofdstuk, “Bo-tek en de Panoweek 2010”, heb ik het over het regelen van de plattegronden (in AutoCAD-formaat) en het omwerken hiervan voor de plaatsing in de virtuele tour. Ook gaat dit hoofdstuk over de Panoweek 2010, de week waarin we de meeste panorama’s hebben gemaakt. We zaten namelijk met het probleem dat “lessen” heet, wat resulteerde in géén tijd voor panorama’s maken. De oplossing heet “tussenuur”, of in het geval van de Panoweek 2010 “minirooster”. In het zesde hoofdstuk, “De afsluiting en de 360 Pano Tour”, ziet u hoe ik alle eindjes aan elkaar brei, om een volledige tour te maken. Dit viel niet mee. Ik moest 62 panorama’s stitchen, renderen, photoshoppen en transformeren.
In mijn logboek kunt u kennis nemen van het onderzoeksproces voor het maken van panorama’s, het programmeren, de diverse fotografische aspecten en andere theorie. [...] Het logboek is iets anders opgebouwd als de meeste profielwerkstukken. Het logboek beslaat ongeveer 90 procent van het profielwerkstuk.
Dit logboek is zo groot omdat ik u in een chronologische volgorde mijn ontwikkelingen, obstakels en oplossingen laat zien. Tevens heb ik alle begrippen die noodzakelijk zijn voor het begrijpen van het geheel, in aparte kopjes binnen het logboek gezet. Door het op deze manier te doen, leert u mij en mijn leven een beetje kennen en is het ook makkelijker om u in te leven. In het zevende hoofdstuk [va n het l ogboek, zi e 6.a hi erboven], “Van Flits tot Tour”, leg ik in vijf delen uit hoe een virtuele tour tot stand komt zodat u het me na kunt doen.
i
55
Toen ik een hele tijd geleden met mijn half kapotte camera op een ballonnenfestival stond en een luchtballon niet op de foto kreeg, had ik nooit verwacht dat hetgeen ik nu mijn profielwerkstuk mag noemen zo ver zou gaan. De procedure [om een i ntera cti eve vi rtuel e rondl ei di ng op ba s i s va n pa nora ma fotogra fi e te ma ken] klinkt vrij simpel, maar ik heb zelf ervaren dat er veel meer bij komt kijken.
56 op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren
X
H
X X
X X X X X X X X
H
H H H X
H
X
H H H
H H H
X
X
H H H H H H X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X
X X X X
X X X X X X X X
X
X X
X
4
X
X
5
X
X X
X X X
f
X X X X X
X X
X X
X X X
X
3
X X X
X X X
goed zorgdragen voor materialen en middelen conclusies trekken
X X
X
H
X
X
5 P Q 2 3 4 1 b
X
X
X X
X
X X
X X
X X X
X
X
X
X
3 4
X X
X
X
activiteiten plannen mensen en middelen organiseren voortgang bewaken
X
X
4
X X
X X
X
systematisch werken kwaliteits- en productiviteitsniveaus bewaken
X
discipline tonen X X X X X X
W 4 5 Y 1
kostenbewust handelen
X X X
3
successen willen boeken
X X X
2
geestdrift tonen
omgaan met onduidelijkheid en onzekerheid
X
nieuwe ideeën accepteren
X
aanpassen aan veranderde omstandigheden
2 U 3 1
werken conform voorgeschreven procedures
instructies opvolgen
3 T 5 1
kwaliteitsniveaus halen
kwaliteits- en productiviteitsnormen formuleren
aansluiten bij behoeften en verwacht
2 R S 5 2 1
tijd indelen
doelen en prioriteiten stellen
transfer
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
vanuit meerdere invalshoeken kijken
VI
N 6 1
informatie achterhalen
V
oplossingen voor problemen bedenken
IV
informatie genereren uit gegevens
gegevens controleren en aannames toetsen
3 M 4 1
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
L 2
materialen en middelen efficiënt gebruiken
e
gebruik maken van ICT
X
d
parate know what en know how activeren
X
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
3
snel en/of veel informatie in zich opnemen
J
aantrekkelijk en boeiend formuleren
2
communicatie op de ontvanger(s) richten
1
correct formuleren
7
vlot en bondig formuleren
I
structuur aanbrengen
III
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
1
onderhoudend communiceren
4
duidelijk uitleggen en toelichten
E H 3 1 1
gesprekken richting geven
II
indruk maken op anderen
anderen raadplegen en betrekken
5 D 3 1
je inleven in andermans gevoelens
I
interesse tonen
4 B 6 1
instructies en aanwijzingen geven
3
richting geven
2
verantwoordelijkheid nemen voor eigen
A 1
zelfvertrouwen tonen
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren a. een onderwerp, probl eems i tua ti e en/of opdra chtgever ki ezen b. een ontwerpprobl eem herkennen, c.q. overeenkomen e. het ontwerpprobl eem formul eren, c.q. met de opdra chtgever 2. het ontwerp voorbereiden a. (op ba s i s va n de product- en doel groepverkenni ng) een b. (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en 3. een ontwerpvoorstel formuleren 4. het ontwerpvoorstel uitvoeren c. een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen 5. het ontwerp testen a. het prototype tes ten en eva l ueren a a n de ha nd va n het 4'. het ontwerpvoorstel uitvoeren b. (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en c. een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen 5'. het ontwerp testen 4''. het ontwerpvoorstel uitvoeren b. (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en c. een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen 5''. het ontwerp testen 6. het ontwerp opleveren a. een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen b. ontwerpres ul ta ten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : i het verl oop va n het ontwerpproces bi jhouden b. de opbrengs ten: i i ontwerpres ul ta ten borgen c. het ei gen l eren: i a a n het begi n va n het ontwerpproces pers oonl i jke l eerdoel en i i i na a fl oop va n het ontwerpproces na ga a n i n hoeverre de
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VII VIII
X
X H H X
X H H X
X X X X X X
X X X X X X
X X X X X X
H X
6.5 2012 6.5.1
1e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: proefondervindelijk onderzoeken
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen 2.
het onderzoek voorbereiden de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen
a.
b. c. d. a.
een pl a nni ng ma ken te ra a dpl egen bronnen bepa l en (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en het onderzoek uitvoeren bronnen ra a dpl egen; i nforma ti e s el ecteren
b. c.
een of meer experi menten ui tvoeren gegevens verza mel en
3.
ti tel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
De levensreddende boom Jur Gerri ts en, Ma rc Verbeek & Sa nder Vri el i nk Schei kunde Ca rmel Col l ege Sa l l a nd, Ra a l te ha vo5 2012
In de bast van de wilg zit een stofje genaamd Salicine.Met veel verschillende reacties en met behulp van enzymen kan dit stofje worden omgezet tot Acetylsalicylzuur, dit is de werkzame stof in de Aspirine. Het kostte veel moeite om uit te zoeken welke omzettingen er gedaan moesten worden, er is weinig over bekend [...]
[...] de bronnen die zijn gebruikt zijn voornamelijk oude Engelse en Duitse bronnen uit de vorige eeuw. [...] de inzet lag heel hoog en we kregen veel professionele hulp. Begonnen is met het maken van verschillende wilgenextracten, er zijn 3 compleet verschillende wilgen gebruikt. Omdat het niet zeker was of er wel Salicine aanwezig is in de extracten is een analyse met een HPLC apparaat uitgevoerd Bij Saxion Deventer. Helaas was de analyse te ingewikkeld om op korte termijn uit te voeren. Daarom is er Salicine besteld en met deze bestelde pure Salicine is verder gewerkt. De eerste omzetting is de omzetting van Salicine naar Salicylalcohol. Dit is gedaan met behulp van een enzym genaamd Bèta-glucosidase. [...] Hiervoor is een pH buffer gemaakt en een waterbad gebruikt. Het substraat (de Salicine) is vervolgens omgezet tot Salicylalcohol en glucose. Er ontstond een schimmel in de oplossing, deze schimmel heeft de vrijgekomen glucose verbruikt. Dit is aangetoond met behulp van een DLC (dunne laag chromatografie). De salicylalcohol is geconcentreerder gemaakt. Vervolgens moest de Salicylalcohol omgezet worden tot Salicylzuur. Dit is geprobeerd met een oxidatie, hiervoor is Kaliumpermanganaat gebruikt. Theoretisch is deze oxidatie mogelijk. In de praktijk bleek al snel dat er veel stoffen reageren en dat het bijna niet mogelijk is. Deze stap is dus overgeslagen.
4. 5. 6. a. b. 7. a. b. c. i
57
gegevens verwerken het onderzoek afronden het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: het ei gen l eren: a a n het begi n va n het onderzoek pers oonl i jke l eerdoel en verbi nden a a n het ui t te voeren onderzoek
Op school was vast Salicylzuur aanwezig en hiermee is de laatste stap uitgevoerd. Met de Salicylzuur is een acetylatie uitgevoerd waardoor Acetylsalicylzuur ontstond.
Jur: Ik heb natuur en gezondheid als profiel en heb dus biologie in mijn pakket, ik vind biologie het leukste vak op school. Ik ga waarschijnlijk Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek studeren omdat ik vooral Medische biologie heel erg interessant vindt en de opleiding er het meest bij aansluit.
58 X
X X
X X X X X X X
X X X X X X X X X X
X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
X
d e f
X X X X X X
X
X X X X X X X X
X X X X
X
parate know what en know how activeren gebruik maken van ICT
2 3 4
X X
materialen en middelen doeltreffend gebruiken goed zorgdragen voor materialen en middelen informatie uiteenrafelen conclusies trekken verbanden leggen
X X X X X X X
oplossingen voor problemen bedenken X X X X X X
X
X
werken conform voorgeschreven procedures discipline tonen
X X X X X X X X X
X X X X X X X X X
kostenbewust handelen
kansen en mogelijkheden benutten
instructies opvolgen
kwaliteits- en productiviteitsniveaus bewaken
doelen en prioriteiten stellen
2 VIII X Y 3 2 1
systematisch werken
openstaan voor nieuwe informatie X
3 T 5 1
mensen en middelen organiseren
2 S 4 4
activiteiten plannen
2 VI Q 3 1
vanuit meerdere invalshoeken kijken
informatie achterhalen
5 V N 6 1
informatie genereren uit gegevens
gegevens controleren en aannames toetsen
3 M 4 1
tijd indelen
X
L 2
materialen en middelen efficiënt gebruiken
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
snel en/of veel informatie in zich opnemen
5
aantrekkelijk en boeiend formuleren
4
communicatie op de ontvanger(s) richten
3
correct formuleren
2
vlot en bondig formuleren
IV J 7 1
structuur aanbrengen
6
nauwkeurig en volledig rapporteren
I
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
1
onderhoudend communiceren
5
duidelijk uitleggen en toelichten
4
onderhandelen
2
gesprekken richting geven
SHL-competenties: I II III A E H 1 2 3 4 1 2 1
ideeën en meningen naar voren brengen en onderbouwen
indruk maken op anderen
afstemmen
X
anderen raadplegen en betrekken
op eigen initiatief handelen
X
acties en activiteiten initiëren
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen 2. het onderzoek voorbereiden a. de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen b. een pl a nni ng ma ken c. te ra a dpl egen bronnen bepa l en d. (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en 3. het onderzoek uitvoeren a. bronnen ra a dpl egen; i nforma ti e s el ecteren b. een of meer experi menten ui tvoeren c. gegevens verza mel en 4. gegevens verwerken 5. het onderzoek afronden 6. het eindproduct opleveren a. het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen b. onderzoeks res ul ta ten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: c. het ei gen l eren: i a a n het begi n va n het onderzoek pers oonl i jke l eerdoel en verbi nden a a n het ui t te voeren onderzoek
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H):
H
H H H
H H
6.5.2
2e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen:
bronnenonderzoek doen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen
b.
het te onderzoeken probl eem bepa l en
c.
de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren het onderzoek voorbereiden bronnen opzoeken het onderzoek uitvoeren bronnen ra a dpl egen; i nforma ti e verza mel en informatie verwerken
2. d. 3. b. 4.
ti tel :
a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
Wat betekende de Tweede Wereldoorlog voor de Hagenaars? Ma rten Zwa rt Ges chi edeni s Da l ton Col l ege Den Ha a g ha vo5 2012
Als ik bij mijn opa en oma ben, komt in bijna ieder gesprek wel iets van de Tweede Wereldoorlog naar boven. Het is belangrijk om een stuk geschiedenis te horen van mensen die het zelf hebben meegemaakt, zolang deze mensen er nog zijn. Deze persoonlijke verhalen vertellen mij meer over deze tijd dan de feiten in een geschiedenisboek. Omdat mijn grootouders en de andere mensen die ik geïnterviewd heb uit Den Haag komen, heb ik me beperkt tot de stad Den Haag. Als hoofdvraag heb ik daarom : Wat betekende de Tweede Wereldoorlog voor de Hagenaars?
In hoofdstuk 1 wordt een algemeen beeld gegeven van de aanleiding en de aanvang van de Tweede Wereldoorlog, aan de hand van tekstfragmenten van Hitlers redevoeringen en geluiden van Nederlandse radiozenders. Daarna wordt uitgebreid ingegaan op de slag om Den Haag, de strijd om drievliegvelden, Vliegveld Ockenburg, Valkenburg en Ypenburg. De verliezen die de Duitsers hier moeten incasseren, hebben er voor gezorgd dat de opmars naar Engeland hier gestopt is. Bij dit gedeelte is gebruik gemaakt van interviews van ooggetuigen en oudstrijders. [...] In hoofdstuk 2 wordt beschreven hoe de geïnterviewden de eerste jaren van de oorlog beleefd hebben. Er wordt geschreven hoe de bezetter het gaandeweg steeds moeilijker maakte om gewoon door te leven. In het ‘Haagse achterhuis’, wordt geschreven over een adres waar 24 joodse onderduikers zijn opgepakt. [...] In hoofdstuk 3 worden de laatste jaren van de oorlog beschreven. De hoofdzaken die genoemd worden zijn de lancering van de v2-raketten van plekken rond en in Den Haag en het bombardement door de Engelsen, per vergissing op het Bezuidenhout. De terreur van de Duitsers, in de vorm van razzia’s en de ontberingen van de Nederlanders worden beschreven. De hongerwinter, de gaarkeukens en het zoeken naar brandstof voor de majo-kacheltjes. Als laatste de bevrijding. [...] In hoofdstuk 4 wordt de wederopbouw beschreven, die een teleurstelling blijkt, omdat er niet meteen weer van alles te koop is. In hoofdstuk 5 staan de terugblikken van de gebeurtenissen en de gevoelens over de oorlog centraal.
5. a. b. 6. a. b. 7. a. b. c.
59
het onderzoek afronden concl us i es trekken een s ta ndpunt i nnemen en onderbouwen het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: het ei gen l eren: i i i na a fl oop va n het onderzoek na ga a n i n hoeverre de oors pronkel i jk ges tel de l eerdoel en zi jn gerea l i s eerd
In de conclusie is beschreven hoe moeilijk het is om een oorlog mee te maken en om keuzes te maken in die tijd. Ook het belang van de opgerichte monumenten wordt onderstreept.
Door mij hier in te verdiepen ben ik erachter gekomen dat door een oorlog mensen tot compleet nieuwe dingen in staat zijn. Ze worden inventief omdat ze moeten overleven. Als je nu een keuze zou moeten maken tussen het verzet of de NSB, tussen goed en kwaad, dan zou je die keuze makkelijk maken. Dat was in die tijd toch veel lastiger. Het is achteraf makkelijk praten, maar zo duidelijk lag alles toen niet.
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen b. het te onderzoeken probl eem bepa l en c. de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren 2. het onderzoek voorbereiden d. bronnen opzoeken 3. het onderzoek uitvoeren b. bronnen ra a dpl egen; i nforma ti e verza mel en 4. informatie verwerken
5. a. b.
6. a. b.
7. a. b. c.
60 het onderzoek afronden concl us i es trekken een s ta ndpunt i nnemen en onderbouwen het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: het ei gen l eren: i i i na a fl oop va n het onderzoek na ga a n i n hoeverre de oors pronkel i jk ges tel de l eerdoel en zi jn gerea l i s eerd 1 2 3 4 5
anderen raadplegen en betrekken ideeën en meningen naar voren brengen en onderbouwen duidelijk uitleggen en toelichten onderhoudend communiceren kernachtig communiceren betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen enthousiasme uitstralen
X X X X
X X X X X X
2 3 4 5 K 6 3
X X
structuur aanbrengen vlot en bondig formuleren correct formuleren communicatie op de ontvanger(s) richten aantrekkelijk en boeiend formuleren
X
X X
X
X X X X X
X X X X
X X X X X
X
X X X
X X
X X X
X
X
X X
X
X
informatie uiteenrafelen conclusies trekken verbanden leggen
2
X X
X X
X X
X
X X X X X X
X X X X X X
X X X X X X
werken conform veiligheidsvoorschriften geestdrift tonen
3 VIII W 4 4
discipline tonen
werken conform voorgeschreven procedures
systematisch werken
mensen en middelen organiseren
informatie achterhalen
5
openstaan voor nieuwe informatie
4
vanuit meerdere invalshoeken kijken
3 VI Q S T 3 4 4 2
oplossingen voor problemen bedenken
2 V N 6 1
informatie genereren uit gegevens
M 1
gegevens controleren en aannames toetsen
gebruik maken van ICT
parate know what en know how activeren
X
abstractievermogen tonen
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
snel en/of veel informatie in zich opnemen
nauwkeurig en volledig rapporteren
6 IV J 7 1
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
I
humor gebruiken
indruk maken op anderen
2
acties en activiteiten initiëren
X
3
op eigen initiatief handelen
2 II III E H 4 1 1
afgewogen risico's nemen
I A 1
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): SHL-competenties:
H
H
X X
H
3e prijs
6.5.3
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen:
modelleren
werkprocessen: 1. initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen b. 2. a.
voorbereiden een model l eervra a g en deel vra gen formul eren
b.
model l eerdeel vra gen verta l en na a r een model
a.
uitvoeren een model ma ken met gebrui kma ki ng va n een s ys teemdyna mi s che model l eertool
3.
4. c. 5. c. i i
6. 6. a . b. 7. a. b. c.
61
de probl eems i tua ti e a na l ys eren en i nperken tot een ha nteerba a r probl eem
resultaten verzamelen en verwerken het model eva l ueren en a a npa s s en op ba s i s va n ui tkoms ten, verwa chti ngen en (meet)gegevens afronden probl emen en moei l i jkheden herkennen en benoemen
het model opleveren een vers l a g va n het model l eerproces en de opbrengs ten da a rva n ma ken en i nl everen model en res ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: het ei gen l eren:
ti tel :
Inslag planetoïde Apophis minidocumentaire
a uteur(s ): Jorri t Schul te, Kevi n Za ndbergen, Ron va n der Pl a s , Mi tchel l va n der Hul s t profi el /va k(ken): s chool : Northgo Col l ege, Noordwi jk (l eer)ja a r: ha vo5 2012 Een documentaire over een natuurramp zat al in ons hoofd voordat we begonnen met het profielwerkstuk. Na het kijken van een documentaire op televisie leek het ons interessant om er een te maken over meteorietinslagen. De planetoïde Apophis is het grootste object dat dicht bij aarde is gemeten, de gegevens van dit hemellichaam waren dus goed te gebruiken. Omdat we een mooie visualisatie wilden maken van de inslag was het zaak om onderzoek te doen naar de effecten in de praktijk. In het literair onderzoek is er onderzoek gedaan naar de formules en natuurwetten die een rol spelen bij een inslag. We hebben formules toegepast die de baan van Apophis in kaart brengen en bekeken hoeveel effect de zwaartekracht van de aarde op de planetoïde heeft. Eveneens hebben we gekeken naar de effecten van een inslag op de maan. Het berekenen van de luchtweerstand als Apophis op aarde zou komen, bleek moeilijker te zijn dan we dachten, maar met meerdere formules kwamen wij erachter hoe je dit zou moeten berekenen. Zodra Apophis de grond zou raken, konden we ook berekenen hoe groot de krater zou worden en hoeveel energie er vrij zou komen bij de inslag. Ten slotte hebben we onderzoek gedaan naar hoe we de inslag eventueel zouden kunnen voorkomen.
Al deze informatie was echter maar een voorbereiding op het echte, en het meest tijdrovende werk, namelijk het maken van de minidocumentaire. De taken waren makkelijk te verdelen gezien iedereen een eigen richting had waar hij zich op kon focussen. Jorrit is goed met compositen en dat houdt in dat hij effecten aan de filmpjes heeft toegevoegd en alles [heeft] samengevoegd tot het uiteindelijke resultaat. Kevin heeft alle geluidseffecten gemaakt met fruity loops studio. Ron heeft modellen gemaakt in een 3D-programma en Mitchell was verantwoordelijk voor het animeren en simuleren van de gemaakte 3D-modellen. Voor de uitleg van alle formules hebben we een animatie gemaakt waarbij je Apophis ziet vliegen met de vectoren erbij. Dat zijn schematische visualisaties van hoe de formules veranderen. Daarbij hebben we uitleg van de formules ingesproken.
De fotorealistische visualisaties waren het meeste werk, omdat ervoor gezorgd moest worden dat de 3D modellen in onze gefilmde scene kwamen. Hiervoor moesten we elke filmpje matchmoven, een programma "tracked" het beeldmateriaal, zodat er een aantal punten wordt berekend die de objecten in de gefilmde scene volgen. Aan de hand van die punten wordt er berekend waar de camera in het echt waarschijnlijk zou zijn geweest. Die 3D camera kun je dan in een ander programma importeren, en daarmee konden we een animatie maken, bijvoorbeeld de auto die over de weg rijdt. De inslag van een stukje astroïde op de auto was de grootste uitdaging om te maken. Er moesten diverse verschillende elementen gemaakt worden en omdat er slow motion in voor komt, moest er ook rekening houden worden met de timing van de animaties. De auto moest realistisch zijn, dus ook belichting en ingewikkelde reflecties moesten worden gemaakt. Daarna moest de auto nog in brokken worden verdeeld en geanimeerd worden voor de explosie. Daarvoor is een speciale plug-in gebruikt. Die kijkt naar de vorm van een object en snijdt het object dan [in stukken]. Die kun je een beginsnelheid geven naar willekeurige kanten toe. Een het programma zorgt dan dat de brokken bewegen en stuiteren, zoals het in het echt ook gebeurt. Voor realistisch vuur hebben we ook een plug-in gebruikt. Deze plug-in maakt het mogelijk om drie dimensionaal vuur te simuleren, zodat we niet van twee dimensionale Stock Footage afhankelijk waren. Ten slotte moesten onder andere deze lagen over elkaar worden gezet voor het uiteindelijke shot. Daarmee is het ook mogelijk om bijvoorbeeld de achtergrond op te schonen en de kleur aan te passen van de individuele onderdelen. Dit wordt gedaan in een compositing programma.
62
X X
X
X
X
X
X
X
geestdrift tonen
X X
systematisch werken
X X
transfereren
X
X X
vernieuwend en creatief handelen
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
x
H H
X
X
X
X
X
X
X
x
H
X X
X
openstaan voor nieuwe informatie
X X
informatie achterhalen
X X
2
oplossingen voor problemen bedenken
X
5
informatie genereren uit gegevens
X
4
VI VIII S W 4 4 4
verbanden leggen
X
3
O 3 1
conclusies trekken
X
2
V N 6 1
informatie uiteenrafelen
X
correct formuleren
X
vlot en bondig formuleren
X
structuur aanbrengen
X
humor gebruiken
X
enthousiasme uitstralen
X
kernachtig communiceren
X
onderhoudend communiceren
X
duidelijk uitleggen en toelichten
X
indruk maken op anderen
X
materialen en middelen doeltreffend
f
materialen en middelen efficiënt gebruiken
e
M 3 1
gebruik maken van ICT
d
L 2
gegevens controleren en aannames toetsen
6
parate know what en know how activeren
5
abstractievermogen tonen
4
aantrekkelijk en boeiend formuleren
3
communicatie op de ontvanger(s) richten
nauwkeurig en volledig rapporteren
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s)
2
afstemmen
6
anderen raadplegen en betrekken
5
acties en activiteiten initiëren
betrouwbaarheid en deskundigheid
4
op eigen initiatief handelen
3
K
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua tie ki ezen b. de probl eems i tua tie a na l ys eren en i nperken tot een ha nteerba a r probl eem 2. voorbereiden a. een model l eervra a g en deel vra gen formul eren b. model l eerdeel vra gen vertal en na a r een model 3. uitvoeren a. een model ma ken met gebrui kma ki ng va n een s ys teemdyna mi s che model l eertool 4. resultaten verzamelen en verwerken c. het model eva l ueren en a a npa s s en op ba s i s va n ui tkoms ten, verwa chtingen en (meet)gegevens 5. afronden c. i i probl emen en moei l i jkheden herkennen en benoemen 6. het model opleveren 6. a . een vers l a g va n het model l eerproces en de opbrengs ten da a rva n ma ken en i nl everen b. model en res ul taten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: c. het ei gen l eren:
2
IV J 7 1
beslissingen durven nemen
SHL-competenties: I II III A E H I 1 2 3 4 1 2 1 1
vanuit meerdere invalshoeken kijken
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H):
X
X
x H
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Bijlage 7: analyse van de samenvattingen van de vwo-finalisten van de profielmeesterstukwedstrijden 2008-2012 7.1 2008 7.1.1
1e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: proefondervindelijk onderzoeken
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen
Slepende melkziekte Trynts je Boers ma Na tuur & Techni ek CSG Bogerma n vwo 6 2008
Ik heb voor slepende melkziekte gekozen, omdat deze ziekte niet altijd opgemerkt wordt, maar wel grote schade aan kan richten. Niet alleen aan de koe, maar ook aan de boer. De melkproductie van de koeien met slepende melkziekte daalt, hierdoor heeft een boer minder inkomsten.
c.
de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren
Dit onderzoek is bedoeld om: 1 – meer informatie over deze ziekte krijgen, 2 – te kijken bij welk rantsoen een koe eerder slepende melkziekte ontwikkelt. [...] Hebben koeien met een royaal dieet [...] meer kans op slepende melkziekte dan koeien met een schaars dieet [...]?
d.
hypothes e ops tel l en
Slepende melkziekte kan tussen 3 en 7 weken na het afkalven vóórkomen. Na het kalven moet de koe overschakelen van droogstand naar melkgift, ze krijgen hierbij een ander rantsoen. De pensbacteriën [...] kunnen zich niet zo snel aanpassen en gaan dood, waardoor de penscapaciteit sterk vermindert. Onder invloed van hormonen blijft de melkproductie van de koeien hoog, maar ze verbruiken meer energie dan dat ze binnen krijgen. Gevolg is dat de koeien vermageren en suf en lusteloos gedrag vertonen. Na 3 à 7 weken verlaagt de melkproductie. In de melk daalt het eiwitgehalte. Koeien in een vette conditie hebben een grotere kans op slepende melkziekte, omdat zij door de grote vetafbraak leververvetting in de hand werken.
a.
het onderzoek voorbereiden de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen
d.
(l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en
b.
het onderzoek uitvoeren een of meer experi menten ui tvoeren
b.
gegevens verwerken het onderzoek afronden onderzoeks res ul ta ten vergel i jken met de hypothes e
2.
3.
4. 5.
6. a. b. 7. a. i ii
b. c.
63
ti tel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : het verl oop va n het onderzoek bi jhouden de a a npa k va n het onderzoek beoordel en op cons i s tenti e, brui kba a rhei d en effecti vi tei t
de opbrengs ten: het ei gen l eren: i i gedurende het onderzoek de rea l i s a ti e va n di e l eerdoel en bewa ken i v vervol gl eerdoel en met betrekki ng tot onderzoeken (en da a rbi j behorende competenti es ) formul eren
Er zijn 12 koeien van twee verschillende bedrijven bemonsterd. Het ene bedrijf met een luxe dieet en andere met een schraal dieet. Ik zag op tegen het vragen van medewerking van de boeren en de melkcontrole. Maar zij waren bijna net zo enthousiast over mijn PWS als ikzelf. Ook toen ik nog een tru-tester (om een betrouwbaar resultaat te krijgen bij bemonstering van de melk) moest regelen, kon ik één kosteloos lenen. De samenwerking tussen mij en de boeren ging dus prima. Elke week nam ik twee keer een monster van 12 koeien 6 op het ene bedrijf en 6 op het andere. Ik bracht dit op maandag en donderdag voor schooltijd naar de melkcontrole die de melk voor me analyseerde op het vet- en eiwitgehalte.
Met het oog op slepende melkziekte zou het schrale dieet in het voordeel moeten zijn. Uit het onderzoek bleek het omgekeerde het geval. Dit was uit te leggen, omdat de boer die de koeien een royaal dieet aanbood, meer aandacht gaf aan het geleidelijk overgaan naar een ander rantsoen.
Door het maken van het PWS heb ik veel geleerd. Over hoe ik iets moet aanpakken, hoe ik informatie kan vinden en welke werkwijze het beste bij mij past. Mijn werkplan hielp me goed om op de juiste weg te blijven. De grootste problemen verwachtte ik bij het zoeken van formatie en het uitvoeren van het onderzoek. Het eerste bleek waar, want er zijn niet veel boeken te vinden met uitgebreide theorie over slepende melkziekte. Het tweede, het uitvoeren van het onderzoek, bleek veel gemakkelijker.
Al met al ben ik best trots op mijn prestatie. Vanaf september ga ik dierwetenschappen studeren in Wageningen. Bij deze opleiding kun je als masteropleiding Animal Nutrition, bij deze master ligt mijn voorkeur. Onderzoek naar slepende melkziekte sluit naadloos aan op deze opleiding, omdat de opleiding de invloed van voedsel op de gezondheid van dieren behandelt.
64 op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren
X X X X X X X X X X X X
X X H
H H
X X X X X X X X X X
X X
H H X X X X
X
5
H H H H X X
X X X X
parate know what en know how activeren gebruik maken van ICT
X X X X X
H X X X X X X
X X
X X
X
X X X X
VI
5 N 6 1 2 P Q 3 3 4 a
X
vanuit meerdere invalshoeken kijken openstaan voor nieuwe informatie
X
X X X
X X X
X
X X
X
X
X
3 W 4 5 Y 1
X X
X X
X X
X X X
X
discipline tonen geestdrift tonen successen willen boeken kostenbewust handelen
werken conform voorgeschreven procedures
4 T 5 2
kwaliteits- en productiviteitsniveaus bewaken
S 5 3
systematisch werken
kwaliteitsniveaus halen
voortgang bewaken
mensen en middelen organiseren
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
informatie achterhalen
V
oplossingen voor problemen bedenken
IV
informatie genereren uit gegevens
4
verbanden leggen
f 3
conclusies trekken
e 2
informatie uiteenrafelen
d M 1
gegevens controleren en aannames toetsen
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
4
snel en/of veel informatie in zich opnemen
J
aantrekkelijk en boeiend formuleren
3
communicatie op de ontvanger(s) richten
2
correct formuleren
1
vlot en bondig formuleren
7
structuur aanbrengen
III
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
G H I 5 2 1 1
onderhoudend communiceren
4
duidelijk uitleggen en toelichten
2
indruk maken op anderen
II
relaties opbouwen op verschillende niveaus
3
bijdrage van anderen waarderen
2 E 4 1
openhartig en oprecht communiceren
A 1
afstemmen
I
anderen raadplegen en betrekken
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen c. de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren d. hypothes e ops tel l en 2. het onderzoek voorbereiden a. de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen d. (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en 3. het onderzoek uitvoeren b. een of meer experi menten ui tvoeren 4. gegevens verwerken 5. het onderzoek afronden b. onderzoeks res ul ta ten vergel i jken met de hypothes e 6. het eindproduct opleveren a. het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen b. onderzoeks res ul ta ten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : i het verl oop va n het onderzoek bi jhouden i i de a a npa k va n het onderzoek beoordel en op cons i s tenti e, b. de opbrengs ten: c. het ei gen l eren: i i gedurende het onderzoek de rea l i s a ti e va n di e l eerdoel en i v vervol gl eerdoel en met betrekki ng tot onderzoeken (en da a rbi j
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): SHL-competenties: VIII
H
X X X X X X
X X
H
H H
7.1.2
2e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: bronnenonderzoek doen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen
De Perm-Trias-massa-extinctie Ma ya Ka i js er Aa rdri jks kunde, Bi ol ogi e R. K. Gymna s i um Juvena a t Hei l i g Ha rt Bergen op Zoom vwo 6 2008
De zwaarste uitstervingsgolf aller tijden vond 250 miljoen jaar geleden plaats, op de grens van het Perm en het Trias. Deze massa-extinctie, de zogeheten Perm-Trias-massa-extinctie, betekende voorgoed het einde van naar schatting 70% van alle soorten op het land en 95% van de soorten in zee.
b.
het te onderzoeken probl eem bepa l en
In de loop der jaren zijn veel theorieën omtrent de Perm-Trias-massaextinctie ontwikkeld, van de welbekende meteorietinslag en [...] klimaatverandering tot relatief onbekende mogelijke extinctieoorzaken als vulkanisme, plaattektoniek een supernova en zuurstofgebrek in zee (anoxia).
c.
de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren
Het is deze [...] zoektocht naar antwoorden op een geologische thriller, waar ik mijn profielwerkstuk aan gewijd heb. [...] Wat zou deze verschrikkelijke ramp veroorzaakt kunnen hebben?
a.
het onderzoek voorbereiden de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen
b. d.
een pl a nni ng ma ken bronnen opzoeken
b.
het onderzoek uitvoeren bronnen ra a dpl egen; i nforma ti e verza mel en
a.
informatie verwerken het onderzoek afronden concl us i es trekken
c.
s ugges ti es doen voor na der onderzoek
2.
3.
4. 5.
6. a. b. 7. a. b. i
c.
65
ti tel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: onderzoeks res ul ta ten beoordel en op rel eva nti e, cons i s tenti e en brui kba a rhei d
het ei gen l eren: i v vervol gl eerdoel en met betrekki ng tot onderzoeken (en da a rbi j behorende competenti es ) formul eren
[Ik heb ervoor gekozen] de mogelijke theorieën te vinden en te toetsen met behulp van de kennis die we nu hebben over de wereld van vroeger. Het zoeken naar gegevens, wat in het begin moeizaam leek te gaan, leverde uiteindelijk een grote hoeveelheid informatie op uit veel verschillende bronnen. Niet zozeer Internet, maar vooral boeken in verschillende talen boden een schat aan gegevens over aardse processen en geologische onderzoeken naar deze periode. Met de hoeveelheid informatie bleek ook het aantal theorieën aanzienlijk toe te nemen. Uiteindelijk leverde dit een samenhang op tussen verschillende theorieën.
Hieruit heb ik uiteindelijk als antwoord op mijn hoofdvraag [...] een eigen mogelijk scenario opgesteld met behulp van deze samenhangende theorieën: vulkanisme, klimaatverandering (met name een sterk oplopende temperatuur in combinatie met sterke droogte) en anoxia, uitmondend in een climax waarin het giftige gas waterstofsulfide de druppel was die de emmer deed overlopen, de laatste benodigde factor om meer dan 90% van alle levende soorten te vernietigen. [...] de Perm-Trias-massa-extinctie is een vakoverschrijdend onderwerp uit een hopelijk nog vele jaren tot de verbeelding sprekend vakgebied.
Het voornaamste doel van mijn profielwerkstuk was bewustwording, aan de ene kant van het feit dat deze massaextinctie, die gezien haar omvang en impact mijns inziens toch een belangrijke plaats in zou moeten nemen in de geschiedenisboeken over de aarde, heeft plaatsgevonden, aan de andere kant bewustwording van deze ontnuchterende wreedheid die de aarde ten toon kan stellen. [...] Tot slot wil ik proberen met mijn profielwerkstuk inzicht te geven in een paar van de grote processen op aarde, zoals evolutie, plaattektoniek, de rol die het klimaat speelt en het belang van een stabiele samenstelling van het zeewater. Uit de hierboven genoemde onderwerpen blijkt dat mijn profielwerkstuk aansluit op twee universitaire vervolgopleidingen: biologie, wat betreft de evolutionaire kant en het verklaren van bepaalde biologische processen, zoals waterstofsulfide en de daaruit voortvloeiende sterfte van soorten, en aardwetenschappen, wat betreft geologische mogelijke extinctieoorzaken, plaattektoniek en het bepalen van het precieze tijdstip waarop de Perm-Trias-massa-extinctie heeft plaatsgevonden.
66 op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren
X X X X X X X X X X X X
X X
X X X X X X X X X X
X
X
X X
5
X
X X X X X X
X X X X X
X X
X X X
X X
X X
X X
X
2 P 3 2
oplossingen voor problemen bedenken vanuit meerdere invalshoeken kijken openstaan voor nieuwe informatie
X
X X X
X X X
X X X X X
3 4 S T 4 2
doelen en prioriteiten stellen tijd indelen activiteiten plannen
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
2
X X X
X
X X
X X
discipline tonen
X
Q 1
werken conform voorgeschreven procedures
X
4
systematisch werken
X
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
V
mensen en middelen organiseren
X
3 a b
transfer
X X X
zichzelf verder willen ontwikkelen
IV
informatie achterhalen
5 N 6 1
informatie genereren uit gegevens
4
verbanden leggen
gebruik maken van ICT
X X
3
conclusies trekken
f 2
informatie uiteenrafelen
e M 1
gegevens controleren en aannames toetsen
d
parate know what en know how activeren
X
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
4
snel en/of veel informatie in zich opnemen
J
aantrekkelijk en boeiend formuleren
3
communicatie op de ontvanger(s) richten
2
correct formuleren
1
vlot en bondig formuleren
7
structuur aanbrengen
SHL-competenties: I II
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
3 H I 4 1 1
onderhoudend communiceren
2
duidelijk uitleggen en toelichten
A 1
indruk maken op anderen
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen b. het te onderzoeken probl eem bepa l en c. de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren 2. het onderzoek voorbereiden a. de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen b. een pl a nni ng ma ken d. bronnen opzoeken 3. het onderzoek uitvoeren b. bronnen ra a dpl egen; i nforma ti e verza mel en 4. informatie verwerken 5. het onderzoek afronden a. concl us i es trekken c. s ugges ti es doen voor na der onderzoek 6. het eindproduct opleveren a. het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen b. onderzoeks res ul ta ten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: i onderzoeks res ul ta ten beoordel en op rel eva nti e, cons i s tenti e c. het ei gen l eren: i v vervol gl eerdoel en met betrekki ng tot onderzoeken (en da a rbi j
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VI 3
X X X X X X X
X X X X X X
X X X X X X
7.1.3
3e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen:
67
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H):
68
7.2 2009 1e prijs
7.2.1
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: ontwerpen
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren a. een onderwerp, probl eems i tua tie en/of opdra chtgever ki ezen
2. a.
3. 4. c. 5. a.
6. a. b. 7. a. b. i ii
69
El Oro Azul Frederi gue Ba a s , Fons Mentink en Mi chi el Roel ofs Na tuur & Techni ek Stra brecht Col l ege Gel drop vwo 5 2009
We have created a new way of desalinating water using the local energy sources and the knowledge of the local population. een productverkenni ng ui tvoeren: eerdere opl os s i ngen voor het We have taken a technology that is commonly used in the industry but never to desalinate water only in a small ontwerpprobl eem a na l ys eren experimental state. het ontwerp voorbereiden (op ba s i s va n de product- en doel groepverkenni ng) een Our technique distinguishes from other desalinating techniques on progra mma va n ei s en en wens en ops tel l en these points: - low price per litre ( 0,19 $ per 1000 litre ) - high investment but low maintenance cost - self-sufficient on the long term - using present resources - able to work on a large scale - numerous suitable locations to imply the technique
c.
c.
titel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
een ontwerpvoorstel formuleren het ontwerpvoorstel uitvoeren een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen het ontwerp testen het prototype tes ten en eva l ueren a a n de ha nd va n het progra mma va n ei s en en wens en en i n het l i cht va n de bes chi kba re mogel i jkheden en ra ndvoorwa a rden het ontwerp opleveren een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen ontwerpres ul taten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: ontwerpres ul taten beoordel en op rel eva ntie, cons i s tentie en brui kba a rhei d ontwerpres ul taten borgen
het ei gen l eren:
We have designed a process and prototype for this technology to make a case study. Our conclusion is that this technique has a lot of potential and might be a key solution to solve the global water issue.
Because our project focuses on the present resources we can imply our technique on numerous places, and solve local water problems and on the long run help to solve the global water issue. As we calculated in business case, our price per litre is so low that we can use the desalinated water to irrigate agriculture and still be profitable. In this way investing in agriculture becomes interesting to governments and that might lead to a new impulse in global food prices.
70 X
X X X H X H X
H X
X X
H X H X X X X X X X X X X X X X X X
5
H X X
X X X
f
X X X
H
X X
X X X X
X
X
X X X
X X X
goed zorgdragen voor materialen en middelen
X
X
X
3 P Q 2 3 4 1 a
X
X
X X
X
X X
X
X X
X
X X
X X
X
aansluiten bij behoeften en verwacht
4
X X
systematisch werken kwaliteits- en productiviteitsniveaus bewaken X X
discipline tonen X X X
X X X
VII 5 X Y 2 1
kostenbewust handelen
W 4
kansen en mogelijkheden benutten
X X
3
successen willen boeken
X X
2
geestdrift tonen
omgaan met onduidelijkheid en onzekerheid
X
nieuwe ideeën accepteren
X
aanpassen aan veranderde omstandigheden
2 U 3 1
werken conform voorgeschreven procedures
instructies opvolgen
3 T 5 1
kwaliteitsniveaus halen
kwaliteits- en productiviteitsnormen formuleren
3 S 2 1
activiteiten plannen
doelen en prioriteiten stellen
transfer
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
vanuit meerdere invalshoeken kijken
VI
N 5 1
informatie achterhalen
V
informatie genereren uit gegevens
IV
conclusies trekken
gegevens controleren en aannames toetsen
3 M 4 1
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
L 2
materialen en middelen efficiënt gebruiken
e
gebruik maken van ICT
X
d
parate know what en know how activeren
X
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
4
snel en/of veel informatie in zich opnemen
J
aantrekkelijk en boeiend formuleren
3
communicatie op de ontvanger(s) richten
2
correct formuleren
1
vlot en bondig formuleren
7
structuur aanbrengen
III
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
F H I 6 3 1 1
onderhoudend communiceren
duidelijk uitleggen en toelichten
SHL-competenties: I II
indruk maken op anderen
(omgevings)verantwoord handelen
2
bevorderen van teamgeest
3 E 4 1
afstemmen
2
anderen raadplegen en betrekken
acties en activiteiten initiëren
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren a. een onderwerp, probl eems i tua tie en/of opdra chtgever ki ezen X c. een productverkenni ng ui tvoeren: eerdere opl os s i ngen voor het 2. het ontwerp voorbereiden a. (op ba s i s va n de product- en doel groepverkenni ng) een 3. een ontwerpvoorstel formuleren 4. het ontwerpvoorstel uitvoeren c. een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen 5. het ontwerp testen a. het prototype tes ten en eva l ueren a a n de ha nd va n het 6. het ontwerp opleveren a. een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen b. ontwerpres ul taten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: i ontwerpres ul taten beoordel en op rel eva ntie, cons i s tentie en i i ontwerpres ul taten borgen c. het ei gen l eren:
op eigen initiatief handelen
A 1
afgewogen risico's nemen
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VIII
H
X
X X
X H H H H
7.2.2
2e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: proefondervindelijk onderzoeken
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen c. de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren
2.
het onderzoek voorbereiden de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen
a.
b. b. c. 4. 5. a. 6. a. b. 7. a. b. i
ii
71
Music is more Syts ke Anne Bergs tra en Eva Vodegel ... RSG Ma gi s ter Al vi nus Sneek vwo 6 2009
Het boek ‘Musicofilia' van neuroloog Oliver Sacks heeft ons bijzonder geïnspireerd en heeft geleid tot de onderzoeksvraag van ons profielwerkstuk: "Wat is de invloed van muziek op de kwaliteit van leven van ouderen met een cognitieve stoornis?" [...] [In casu] mensen met geheugenproblemen zoals dementie en ook vaak mensen met de ziekte van Alzheimer. In september 2008 zijn wij met ons onderzoek begonnen en hebben wij gedurende 5 weken lang het verpleeghuis ‘de Ielânen' te Sneek bezocht. Tijdens onze bezoeken aan het verpleeghuis hebben wij 10 keer een muziektherapie georganiseerd. [...] Tijdens de muziektherapie zijn de demente ouderen geobserveerd en de observaties verwerkt in opgestelde schema's. Verder zijn er enquêtes uitgedeeld aan het verplegende team van het verpleeghuis gedurende het onderzoek.
een pl a nni ng ma ken het onderzoek uitvoeren een of meer experi menten ui tvoeren
3.
c.
ti tel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
gegevens verza mel en gegevens verwerken het onderzoek afronden concl us i es trekken het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: onderzoeks res ul ta ten beoordel en op rel eva nti e, cons i s tenti e en brui kba a rhei d onderzoeks res ul ta ten borgen
het ei gen l eren: i i i na a fl oop va n het onderzoek na ga a n i n hoeverre de oors pronkel i jk ges tel de l eerdoel en zi jn gerea l i s eerd
Na het verwerken van alle resultaten, zijn we tot conclusie gekomen, zoals de titel al verklapte: Music is More.
Wij beschouwen ons onderzoek als een pilotstudy, waaruit wel duidelijk naar voren is gekomen dat verder onderzoek van belang is. Wij benadrukken dat de invloed van muziek op de kwaliteit van leven een zeer maatschappij relevant en nuttig onderwerp is. In januari 2009 hebben wij ons aangemeld voor de ‘Patiënt Centraal Prijs' t.w.v. €2000. [...] We hebben vanuit ons onderzoek [ons] project als volgt ingestuurd: ‘Het ontwikkelen van een dvd voor alle 250 verpleeghuizen in Nederland, ter promotie van de muziektherapie voor dementerende ouderen.' We hadden geen enkele verwachting om in aanmerking te komen voor de prijs. Tot onze verrassing hebben 348 stemmen van de congresbezoekers en een juryoordeel ertoe geleid dat wij deze prijs hebben gewonnen. Wij [...] zullen dit jaar de promotie-dvd gaan ontwikkelen.
Wij hebben een waardevolle ervaring aan ons contact met [mensen met dementie] overgehouden en we vinden dan ook dat we deze ervaring met zoveel mogelijk mensen moeten delen.
72 op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren anderen raadplegen en betrekken
X X X X X X X X H H X H H X
X X H H X X
X X
X X
X H
X X X X X X X X X X
H
X X X
4
X X X
X
5
H H H H H H X X X X
X
X X X
X
d e f
parate know what en know how activeren gebruik maken van ICT
X X X
H
X X X X
X
X X X
X X
X X X X
2 3 4
X X
goed zorgdragen voor materialen en middelen informatie uiteenrafelen conclusies trekken verbanden leggen
X X
X
X
X
X X X X
2 P 3 3 a b
oplossingen voor problemen bedenken vanuit meerdere invalshoeken kijken openstaan voor nieuwe informatie
X
X
X X X
X X
X
X
X
X X
systematisch werken
X X X X X X X X X X X
X X
x
kansen en mogelijkheden benutten
successen willen boeken
VI
geestdrift tonen
discipline tonen
X X
werken conform voorgeschreven procedures
X
3
mensen en middelen organiseren
X X
2 S T 4 4 2
activiteiten plannen
Q 4 1
tijd indelen
V
doelen en prioriteiten stellen
transfer
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
IV
informatie achterhalen
5 N 6 1
informatie genereren uit gegevens
gegevens controleren en aannames toetsen
3 M 4 1
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
L 2
materialen en middelen efficiënt gebruiken
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
3
snel en/of veel informatie in zich opnemen
J
aantrekkelijk en boeiend formuleren
2
communicatie op de ontvanger(s) richten
correct formuleren
1
vlot en bondig formuleren
7
structuur aanbrengen
III
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
G H I 3 2 1 1
onderhoudend communiceren
duidelijk uitleggen en toelichten
indruk maken op anderen
SHL-competenties: I II
relaties opbouwen op verschillende niveaus
2 F 6 2
(omgevings)verantwoord handelen
3
ethisch handelen
2 E 4 1
bevorderen van teamgeest
A 1
afstemmen
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua tie ki ezen c. de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren 2. het onderzoek voorbereiden a. de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen b. een pl a nni ng ma ken 3. het onderzoek uitvoeren b. een of meer experi menten ui tvoeren c. gegevens verza mel en 4. gegevens verwerken 5. het onderzoek afronden a. concl us i es trekken 6. het eindproduct opleveren a. het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen b. onderzoeks res ul taten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: i onderzoeks res ul taten beoordel en op rel eva ntie, cons i s tentie i i onderzoeks res ul taten borgen c. het ei gen l eren: i i i na a fl oop va n het onderzoek na ga a n i n hoeverre de
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VIII W X 3 4 5 2
X X
H H H H
3e prijs
7.2.3
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: ontwerpen
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren a. een onderwerp, probl eems i tua ti e en/of opdra chtgever ki ezen
Argonautica Zenobi a Homa n Oude Ta l en OSG Wi l l em Bl a eu Al kma a r vwo 6 2009
ik wou weten of je van computerspelletjes iets kan leren over Griekse kunstgeschiedenis.
b.
een ontwerpprobl eem herkennen, c.q. overeenkomen
Games hebben ontzettend veel macht vandaag de dag: 95% van de jongeren in de westerse wereld speelt ze. Aan de andere kant is er nauwelijks nog iemand die KCV doet op school, omdat Grieks en Latijn saai en overbodig lijken. Ik wou deze twee dingen combineren om via games aandacht te richten op iets dat anders vergeten zal worden. Dat is ook wat ik van plan ben te doen na mijn studie.
c.
een productverkenni ng ui tvoeren: eerdere opl os s i ngen voor het ontwerpprobl eem a na l ys eren het ontwerpprobl eem formul eren, c.q. met de opdra chtgever va s ts tel l en het ontwerp voorbereiden een ontwerpvoorstel formuleren vers chi l l ende ui twerki ngen geven voor functi es en ei gens cha ppen va n het ontwerp
Er zijn wel al spelletjes met een Grieks of Romeins thema. [...] De jongeren die deze games spelen onthouden wat er gebeurt! [...] Terwijl het allemaal niet klopt! ik besloot om maar eens mijn eigen spel te maken, om te zien of ik kon bewijzen dat je wel degelijk iets kan leren door een spel te spelen.
e. 2. 3. a.
4.
het ontwerpvoorstel uitvoeren een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen het ontwerp testen het prototype tes ten en eva l ueren a a n de ha nd va n het progra mma va n ei s en en wens en en i n het l i cht va n de bes chi kba re mogel i jkheden en ra ndvoorwa a rden
c. 5. a.
b.
voors tel l en doen voor verbeteri ng va n het ontwerp
6. a. b. 7. a. b. c. i
het ontwerp opleveren een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen ontwerpres ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: het ei gen l eren: a a n het begi n va n het ontwerpproces pers oonl i jke l eerdoel en verbi nden a a n het ui t te voeren ontwerp
i i i na a fl oop va n het ontwerpproces na ga a n i n hoeverre de oors pronkel i jk ges tel de l eerdoel en zi jn gerea l i s eerd
73
ti tel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
Voor mijn werkstuk heb ik [...] als [onderwerp] genomen: de Argonautica. [...] De Argonautica is een episch verhaal geschreven door Apollonius Rhodius [...]. Om te beginnen heb ik onderzocht wanneer het is geschreven, waar het ligt, welke mensen daar woonden en hoe de gebouwen er dan uit zagen; kort om, de omgeving voor het spel. Daarna heb ik hoofdpersonen uitgekozen en die onderzocht, onder andere door de oorspronkelijke Griekse tekst te lezen (komt het toch nog van pas!). Ik wou niet Achilles gebruiken, maar personen waar nog nooit iemand van had gehoord, zoals Aethalides. Je kan natuurlijk niet iets leren als je het van te voren al weet!
Ongeveer zestig zeer gedetailleerde pagina’s aan onderzoek over verschillende onderwerpen (inclusief originele Griekse muziek) verder kon ik beginnen met testen. De enige voorwaarde was dat mijn proefpersonen Engels begrepen, omdat mijn spel in het Engels is. Ik heb het op verschillende leeftijden uitgeprobeerd en op verschillende niveaus (niet zomaar alleen de VWO/TTO leerlingen op mijn school). Het gemiddelde cijfer dat iedereen op mijn mini-toets na afloop haalde: een 6.6. Hun kennis was meer dan 50% toegenomen nadat ze mijn kleine amateur-spelletje een uurtje hadden gespeeld! Met dit werkstuk hoop ik bewezen te hebben dat de game industry zich meer op correct onderzoek moet richten… want die macht die ze hebben, die moeten ze gebruiken om iets goeds te doen! Als zij het niet doen dan doe ik dat later wel.
Oude geschiedenis en het totaal tegenovergestelde, computergames. Dat zijn de twee dingen waar ik een passie voor heb. Deze onderwerpen heb ik niet alleen voor mijn profielwerkstuk gekozen, maar ook voor mijn vervolgopleiding. Ik heb mij aangemeld om ‘Ancient History & Archaeology’ te studeren in Engeland. Daar moet je een ‘personal statement’ voor schrijven dus toen kon ik meteen handig vertellen dat mijn profielwerkstuk ook over ‘Ancient History’ gaat. Ik ben inmiddels aangenomen op Durham, St Andrews en Bristol.
74 X
X X X X X X
X
X X X X
X X X X X X X X X
X
X X
X
4
X
X
5
H
X H X
X X X
f
X X X X X X X
X
X X
X X
X X
X
X X
3
X X X
X X X
X X X
goed zorgdragen voor materialen en middelen conclusies trekken
X
X
X X
X
VI
5 N 6 1 2 P Q 3 3 1 b
informatie achterhalen vanuit meerdere invalshoeken kijken openstaan voor nieuwe informatie
X X X X
X
X X X X
X
X X
X
X X X
X X
X
X X
activiteiten plannen aansluiten bij behoeften en verwacht X
2 U 3 1
X
kwaliteits- en productiviteitsniveaus bewaken werken conform voorgeschreven procedures discipline tonen
X X X X X X X X H H
X X
3 W 4 5 X 2
kansen en mogelijkheden benutten
X X X X
2
successen willen boeken
geestdrift tonen
X
omgaan met onduidelijkheid en onzekerheid
X
nieuwe ideeën accepteren
aanpassen aan veranderde omstandigheden
instructies opvolgen
4 T 5 1
systematisch werken
kwaliteitsniveaus halen
2 R S 3 2 3
tijd indelen
doelen en prioriteiten stellen
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
V
oplossingen voor problemen bedenken
IV
informatie genereren uit gegevens
gegevens controleren en aannames toetsen
3 M 4 1
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
L 2
materialen en middelen efficiënt gebruiken
e
gebruik maken van ICT
X
d
parate know what en know how activeren
X X
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
3
snel en/of veel informatie in zich opnemen
J
aantrekkelijk en boeiend formuleren
2
communicatie op de ontvanger(s) richten
1
correct formuleren
7
vlot en bondig formuleren
I
structuur aanbrengen
SHL-competenties: I II
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
1
onderhoudend communiceren
4
duidelijk uitleggen en toelichten
H 2 1
gesprekken richting geven
indruk maken op anderen
3 E 4 1
ethisch handelen
2
anderen raadplegen en betrekken
acties en activiteiten initiëren
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren a. een onderwerp, probl eems i tua tie en/of opdra chtgever ki ezen X b. een ontwerpprobl eem herkennen, c.q. overeenkomen X c. een productverkenni ng ui tvoeren: eerdere opl os s i ngen voor het e. het ontwerpprobl eem formul eren, c.q. met de opdra chtgever 2. het ontwerp voorbereiden 3. een ontwerpvoorstel formuleren a. vers chi l l ende ui twerki ngen geven voor functies en 4. het ontwerpvoorstel uitvoeren c. een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen 5. het ontwerp testen a. het prototype tes ten en eva l ueren a a n de ha nd va n het b. voors tel l en doen voor verbeteri ng va n het ontwerp 6. het ontwerp opleveren a. een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen b. ontwerpres ul taten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: c. het ei gen l eren: i a a n het begi n va n het ontwerpproces pers oonl i jke l eerdoel en X i i i na a fl oop va n het ontwerpproces na ga a n i n hoeverre de
op eigen initiatief handelen
A 1
afgewogen risico's nemen
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VII VIII
X X
X X
H H H
7.3 2010 7.3.1
1e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: proefondervindelijk onderzoeken
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren c. de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren
e
het ei ndproduct (vers l a g en/of pres enta ti e) bepa l en
a.
het onderzoek voorbereiden de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen
2.
b. 3. b. c. 4.
5.
c.
een s ta ndpunt i nnemen en onderbouwen
7. a. b. c.
75
gegevens verza mel en gegevens verwerken
het onderzoek afronden concl us i es trekken
a. b.
Clean Urine Robert va n Houten, Ma ri jn Si emons en Jeroen Wa gena a r Na tuur & Techni ek Bonhoeffer Col l ege, l oca ti e Bruggerts tra a t vwo, Ens chede vwo 6 2010
This essay discusses the profitability of separation toilets, which need less water to flush, and the social acceptance of the toilets but also different aspects of struvite precipitation: the effects of pH-values, different Mg2+-salts, the growth of struvite crystals and the settling speed of struvite. With the results of these researches a reactor design is made for a public building. A small prototype-reactor of this design is build and tested on functionality. Several experiments were executed using the following procedures: - The settling speed of struvite measurements involved a measuring cup filled with water and struvite and a video camera, which monitored the struvite for 30 minutes. - To determine the possible differences between different Mg2+ salts 8 measuring cups are first filled with urine, then MgO is added to the first four, and MgCl2 to the last four. The struvite was filtrated and then measured on a weighing scale. - To find the ideal pH-value for the precipitation of struvite eight measuring cups were filled with a different buffer solution, rising in pH-value. These were then filled with equal amounts of struvite and stirred. Visual observations indicate how much struvite was dissolved. - The test setup for the growth of struvite crystals involves a test reactor, in which different currents were produced with air. The struvite-crystals were examined with a microscope. - A prototype of the reactor was tested by measuring the struvite production, with different quantities of MgCl2 and different mixing times. - The production of urine in the Bonhoeffer College was estimated, by counting the usages of toilets in one toilet section. The gathered information was used to make an estimation of the total usages. With this data the urine production per day was estimated. - A survey about comfort, scent and other points of interests, was performed on 55 11th grade students and the results were compared to other surveys.
een pl a nni ng ma ken het onderzoek uitvoeren een of meer experi menten ui tvoeren
a.
6.
ti tel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: het ei gen l eren:
The results show that struvite precipitates better in a basic solution, while it dissolves in acid solutions. MgCl2 forms more struvite than MgO, but is more expensive. The settling speed of struvite was 12mm/min. The growth of the struvite crystals is hard to achieve and is not suitable for a simple batch-reactor in public buildings. The prototype of the reactor works properly, mixing times between 1 and 5 minutes are sufficient. A waterless urinal reaches its breakeven-point after 10.000 flushes and the separation toilets after 5800. For the Bonhoeffer College the breakeven-point would be reached after 3,2 years. The urine production at the Bonhoeffer College was estimated at 70L per day. The rectangle-shape of the separation toilets needs serious reconsideration. Something should be done about the smell of the waterless urinals. 58% of the students would not like to have a separation toilet at their home. To remove the phosphate in a reactor the pH-value should be basic, around 8,5. MgO is considered as a better source for magnesium-ions than MgCl2. The settling speed was high enough to separate the struvite with settling in a batch reactor. The designed prototype works properly and is very suitable for public buildings. Separation toilets are an interesting investment for both households and public buildings. But the toilets need much improvement to prevent smell and more comfort. In conclusion, the precipitation of struvite is an easy and cheap way to recover phosphate from urine at the source, which can be easily applied in public buildings or schools.
76 op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren
X X X X
X X
X X
X X X X X X X X X X
X
X X
X X
X
H H H H X X X
H H X
X X X X
parate know what en know how activeren gebruik maken van ICT
X X
H H X X
X X X X X X
X X
X X X
X
X
X X
X
X
VI
5 N 6 1 2 P Q 3 3 1 b
X
oplossingen voor problemen bedenken vanuit meerdere invalshoeken kijken openstaan voor nieuwe informatie
X
X
X
X
X X
X
S T 4 2
activiteiten plannen mensen en middelen organiseren systematisch werken
X X X X X X
discipline tonen
X
4
werken conform voorgeschreven procedures
X
3
tijd indelen
X X
2
doelen en prioriteiten stellen
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
informatie achterhalen
V
informatie genereren uit gegevens
4
verbanden leggen
f 3
conclusies trekken
e 2
informatie uiteenrafelen
d M 1
gegevens controleren en aannames toetsen
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
5
snel en/of veel informatie in zich opnemen
4
aantrekkelijk en boeiend formuleren
3
communicatie op de ontvanger(s) richten
correct formuleren
2
vlot en bondig formuleren
1
structuur aanbrengen
7
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
J
4
enthousiasme uitstralen
IV
H I 6 1 1 3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
III 2
kernachtig communiceren
onderhoudend communiceren
2
duidelijk uitleggen en toelichten
SHL-competenties: I II
indruk maken op anderen
3
bevorderen van teamgeest
2 E 4 1
afstemmen
A 1
anderen raadplegen en betrekken
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren d. hypothes e ops tel l en 2. het onderzoek voorbereiden a. de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen b. een pl a nni ng ma ken 3. het onderzoek uitvoeren b. een of meer experi menten ui tvoeren 4. gegevens verwerken 5. het onderzoek afronden a. concl us i es trekken 6. het eindproduct opleveren a. het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen b. onderzoeks res ul taten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: c. het ei gen l eren: i i i na a fl oop va n het onderzoek na ga a n i n hoeverre de
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H):
3
X X X X
X X
7.3.2 2e prijs Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: proefondervindelijk onderzoeken
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren d. hypothes e ops tel l en
2. a.
het onderzoek voorbereiden de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen
b.
een pl a nni ng ma ken
b.
het onderzoek uitvoeren een of meer experi menten ui tvoeren
a.
gegevens verwerken het onderzoek afronden concl us i es trekken
3.
4. 5.
het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul taten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: c. het ei gen l eren: i i i na a fl oop va n het onderzoek na ga a n i n hoeverre de oors pronkel i jk ges tel de l eerdoel en zi jn gerea l i s eerd
titel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
Bolbliksem Ri k Boots ma n Na tuurkunde RSG Enkhui zen vwo 6 2010
in ons onderzoek waren wij benieuwd of het fenomeen bolbliksem zoals [dat] na verschillende onweersbuien wordt gemeld bij het knmi, [...] is te verklaren met een plasmabol, welke wordt opgewekt door een grote ontlading op water (met opgeloste stoffen/zouten), bijvoorbeeld bliksem in een plas water. Het onderzoek opzetten was een hele klus. Er is nog maar 1 keer een onderzoek gedaan naar deze plasmabollen en daardoor durfde geen enkel instituut het aan om het onderzoek uit te voeren. [...] Gelukkig kwamen we via Duitse onderzoekers uit bij een werknemer van Shell in Amsterdam die uiteindelijk ons bij de juiste man heeft gebracht [...]. het hele onderzoek hadden we inmiddels al tot in de puntjes uitgewerkt [...] [...] we [hebben] gebruik gemaakt van een onderzoeksopstelling met een grote condensatorbank welke voor de stroomontlading zorgt en een bak water. [...] [...] doordat we ons onderzoek inmiddels zo ruim hadden opgezet hebben we een paar dingen moeten laten vallen, maar gelukkig hadden we dit op tijd in de gaten en heeft het ons niet meer tijd gekost dan we gepland hadden.
De verkorte conclusie van ons onderzoek is uiteindelijk dat bolbliksems waarschijnlijk niet hetzelfde zijn als plasmabollen op de manier zoals zij in dit experiment vervaardigd zijn. Wel komen verschillende eigenschappen heel goed met elkaar overeen, het zou dus zo kunnen zijn dat een bolbliksem wel een plasma is maar op een andere manier tot stand komt.
6.
a. b.
77
Uiteindelijk hebben wij dit onderzoek met zeer groot plezier gedaan en daardoor ook met een hele grote inzet. wij komen zelf uit Enkhuizen en hebben 2 nachten doorgebracht in Eindhoven om het onderzoek daar te doen en hebben er ontzettend veel van geleerd [...].
78 op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren
X X X X
X X H
X X
X X X X X X X X X X
X
X X
4
X X
X
5
H H H H X X X
X
X X X X
d e f
X X
parate know what en know how activeren gebruik maken van ICT
X X
X X X X X X
X X
X X
2 3 4
goed zorgdragen voor materialen en middelen informatie uiteenrafelen conclusies trekken verbanden leggen
X
X
X
X X
X
X
2 P 3 2
oplossingen voor problemen bedenken vanuit meerdere invalshoeken kijken openstaan voor nieuwe informatie
X X
X
X
3 a b
X X
X
X
3 4
mensen en middelen organiseren voortgang bewaken
X X X X X
3 4 U 1 2 3 V W X 1 4 2
kwaliteits- en productiviteitsniveaus bewaken discipline tonen werken conform veiligheidsvoorschriften aanpassen aan veranderde omstandigheden nieuwe ideeën accepteren omgaan met onduidelijkheid en onzekerheid effectief blijven presteren onder druk
X X X X X X
X X
X X
X
kansen en mogelijkheden benutten
VI
geestdrift tonen
werken conform voorgeschreven procedures
4 T 5 2
systematisch werken
kwaliteitsniveaus halen
2 S 5 3
activiteiten plannen
Q 4 1
tijd indelen
V
doelen en prioriteiten stellen
X X
transfer
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
zichzelf verder willen ontwikkelen
IV
informatie achterhalen
5 N 6 1
informatie genereren uit gegevens
gegevens controleren en aannames toetsen
3 M 4 1
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
L 2
materialen en middelen efficiënt gebruiken
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
3
snel en/of veel informatie in zich opnemen
J
aantrekkelijk en boeiend formuleren
2
communicatie op de ontvanger(s) richten
1
correct formuleren
7
vlot en bondig formuleren
I
structuur aanbrengen
SHL-competenties: I II
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
1
onderhoudend communiceren
2
duidelijk uitleggen en toelichten
H 6 1
ideeën en meningen naar voren brengen en
2
indruk maken op anderen
3
bevorderen van teamgeest
2 E 4 1
afstemmen
A 1
anderen raadplegen en betrekken
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren d. hypothes e ops tel l en 2. het onderzoek voorbereiden a. de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen b. een pl a nni ng ma ken 3. het onderzoek uitvoeren b. een of meer experi menten ui tvoeren 4. gegevens verwerken 5. het onderzoek afronden a. concl us i es trekken 6. het eindproduct opleveren a. het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen b. onderzoeks res ul taten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: c. het ei gen l eren: i i i na a fl oop va n het onderzoek na ga a n i n hoeverre de
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VII
H H H H H H
7.3.3
3e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: proefondervindelijk onderzoeken
werkprocessen:
1.
het onderzoek initiëren een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen het te onderzoeken probl eem bepa l en
a. b. c.
de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren het onderzoek voorbereiden de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen
2. a.
b. d.
een pl a nni ng ma ken (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en het onderzoek uitvoeren een of meer experi menten ui tvoeren gegevens verza mel en gegevens verwerken het onderzoek afronden concl us i es trekken
3. b. c. 4. 5. a. 6. a. b. 7. a. b. i
c.
79
het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: onderzoeks res ul ta ten beoordel en op rel eva nti e, cons i s tenti e en brui kba a rhei d het ei gen l eren:
ti tel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
Duchenne in de magnetron Ta ma ra Gri ffi oen en Iri na ten Kl oos ter Na tuur & Techni ek Chri s tel i jk Lyceum Del ft vwo 6 2010
Wij besloten ons profielwerkstuk te doen over de ziekte van Duchenne. We hoorden dat er een mogelijke nieuwe behandeling is voor deze ziekte: exon-skippen. We kwamen in contact met Annemieke Aartsma-Rus, de leider bij dit onderzoek. We mochten voor haar een onderzoek doen naar een nieuw middel om AON in de cellen te krijgen. Om ons onderzoek te snappen moet je eerst wat van Duchenne afweten. Daarom begonnen wij met een literatuur onderzoek.[...] Duchenne is een ziekte die vrijwel alleen bij jongens voorkomt, omdat de ziekte erfelijk is via het X-chromosoom. Bij deze ziekte wordt het eiwit dystrofine niet meer aangemaakt. Dit komt door een fout in het DMD-gen. Dit gen is verantwoordelijk voor de productie van het eiwit dystrofine, wat ervoor zorgt dat je spieren zich herstellen na inspanning. Het DMD-gen bestaan uit intronen en exonen, waarbij alleen op de exonen nuttige informatie staat over de werking van de spier. [...] De exonen van het DMD-gen sluiten als puzzelstukjes op elkaar aan. Zodra er een mutatie is, kan het zo zijn dat de puzzel niet meer goed past. Op dat moment heeft iemand de ziekte van Duchenne. In Nederland is het LUMC, in samenwerking met Prosensa, hard bezig een manier te ontwikkelen om de ziekte te remmen en om te zetten in een lichtere, en minder ernstige variant, namelijk de ziekte van Becker. [...] Deze methode heet de exon-skip therapie. In het kort houdt deze therapie in dat er AON wordt in de cellen wordt gespoten. Deze zorgt ervoor dat er een exon als het ware wordt verstopt en dat de puzzel van exonen weer past. Hierdoor wordt de ziekte van Duchenne als het ware omgezet naar de ziekte van Becker, waarbij het nog wel mogelijk is om dystrofine te produceren. Maar voordat dit een succes kan worden moet er nog veel onderzoek gedaan worden, onder andere op gekweekte cellen. De cellen moeten eerst behandeld worden voor er AON in kan komen. Wij hebben een nieuwe manier onderzocht om het AON in de cellen te krijgen, namelijk met behulp van de magnetron.
We hadden op het eerste gezicht een geweldig resultaat. Er was inderdaad AON in de cellen gekomen, en veel meer dan met de controle het stofje PEI.
Maar na een vervolgonderzoek bleek dat het AON inderdaad in de cellen was gekomen, maar er was geen skip opgetreden. Oftewel: er was eigenlijk niets gebeurd. Maar toch zien wij wel mogelijkheden voor de toekomst!
80 op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren
X X X X X X X X X X X X h
X X
X X X X X X X X X
X X h X
X X
X
X
X X
X
X
X X X X X X
X
e f
gebruik maken van ICT
X X X X X
X X
X X X X
X
X X X
X X
X X X X
2 3 4
X X
goed zorgdragen voor materialen en middelen informatie uiteenrafelen conclusies trekken verbanden leggen
X X
X
X
X X X
X
X
VI
5 N 6 1 2 P Q 3 3 1 a
X
oplossingen voor problemen bedenken vanuit meerdere invalshoeken kijken openstaan voor nieuwe informatie
X X
X
X X
X
S T 4 2
activiteiten plannen mensen en middelen organiseren systematisch werken
X X X X X X X X X
discipline tonen
X
4
werken conform voorgeschreven procedures
X
3
tijd indelen
X X X
2
doelen en prioriteiten stellen
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
informatie achterhalen
V
informatie genereren uit gegevens
gegevens controleren en aannames toetsen
3 M 4 1
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
L 2
materialen en middelen efficiënt gebruiken
d
parate know what en know how activeren
X
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
snel en/of veel informatie in zich opnemen
5
aantrekkelijk en boeiend formuleren
4
communicatie op de ontvanger(s) richten
3
correct formuleren
2
vlot en bondig formuleren
1
structuur aanbrengen
7
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
J
4
enthousiasme uitstralen
IV
H I 6 1 1 3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
III 2
kernachtig communiceren
onderhoudend communiceren
2
duidelijk uitleggen en toelichten
SHL-competenties: I II
indruk maken op anderen
3
bevorderen van teamgeest
2 E 4 1
afstemmen
A 1
anderen raadplegen en betrekken
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua tie ki ezen b. het te onderzoeken probl eem bepa l en c. de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren 2. het onderzoek voorbereiden a. de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen b. een pl a nni ng ma ken d. (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en 3. het onderzoek uitvoeren b. een of meer experi menten ui tvoeren c. gegevens verza mel en 4. gegevens verwerken 5. het onderzoek afronden a. concl us i es trekken 6. het eindproduct opleveren a. het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen b. onderzoeks res ul taten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: i onderzoeks res ul taten beoordel en op rel eva ntie, cons i s tentie
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H):
3
X X X X X X
X X
7.4 2011 7.4.1.
1e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: proefondervindelijk onderzoeken
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua tie ki ezen b. het te onderzoeken probl eem bepa l en
Entanglement & Bell's Inequality Eri k va n den Boom NA Stedel i jk Gymna s i um Schi eda m vwo 6 2011
Ik wist al vanaf het begin dat ik mijn profielwerkstuk over quantum mechanica wilde gaan schrijven. [...] ik [heb] overlegd op de TU Delft en zijn we tot de conclusie gekomen dat ik mee zou doen met een experiment over verstrengeling (entanglement) op de TU.
c.
de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren
Zo ben ik tot het idee gekomen mijn profielwerkstuk in drie delen te verdelen: als eerst de geschiedenis van de quantum mechanica en daarbij wat algemene uitleg, daarna ben ik ingegaan op de theorie die nodig is om het experiment te begrijpen, en als laatste de beschrijving van het experiment zelf. [...] Ook had ik graag nog een deel willen schrijven over mijn eigen ideeën en meningen wat betreft quantum mechanica en verstrengeling, maar dat kostte te veel tijd.
d.
hypothes e ops tel l en
Waarschijnlijk het raarste fenomeen uit de quantum mechanica is verstrengeling. [...] Verstrengeling houdt in dat twee deeltjes een bepaalde correlatie hebben, onafhankelijk van de afstand tussen die deeltjes. [...] Vanwege verstrengeling, en de andere vreemde aspecten van quantum mechanica dacht Einstein dat quantum mechanica incompleet is. [...] Uiteindelijk heeft John Bell in 1964 bewezen dat [...] quantum mechanica wel degelijk compleet is. [...] Met het experiment in Delft wilden we Bell's theorie praktisch bewijzen. [...]
a.
het onderzoek voorbereiden de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen
b. d.
een pl a nni ng ma ken (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en
b.
het onderzoek uitvoeren een of meer experi menten ui tvoeren
2.
3.
c. 4. 5. a. 6. a. b. 7. a. b. i c.
81
titel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
gegevens verza mel en gegevens verwerken het onderzoek afronden concl us i es trekken het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul taten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: onderzoeks res ul taten beoordel en op rel eva ntie, cons i s tentie en brui kba a rhei d het ei gen l eren:
Dit praktische bewijs hebben we gedaan aan de hand van de CHSH-inequality, dit is een meer praktischere en wiskundigere versie van Bell‟s ongelijkheid. De opstelling die we hebben gebruikt zal ik niet helemaal uitleggen [...]. Een van de belangrijkste onderdelen is een laser, deze zorgde voor fotonen [...]. Bij het experiment heb ik samengewerkt met een groepje derdejaars studenten. We moesten erg goed opletten dat het licht uit was omdat de detectoren extreem gevoelig zijn. We hebben een aantal metingen gedaan en uiteindelijk zijn we tot een correct antwoord gekomen.
82 op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren
X X X X X X X X X X X X X X X X
X X
X X X X X X X X X X
X
X X
X X
5
H H H H H H X X X
X X X
X
f
X X X X X X X
X X X X
X
X X X
X X
X X X X
2 3 4
X X
goed zorgdragen voor materialen en middelen informatie uiteenrafelen conclusies trekken verbanden leggen
X X
X
X
X X X
X
X
VI
5 N 6 1 2 P Q 3 3 1 a
X
vanuit meerdere invalshoeken kijken openstaan voor nieuwe informatie
X X
X X X X
X
X
X X
X X
3
X X X X
activiteiten plannen mensen en middelen organiseren
W X 4 2
X X X X X X X X X
X X
geestdrift tonen kansen en mogelijkheden benutten
3
discipline tonen
werken conform voorgeschreven procedures
systematisch werken
2 S T 4 4 2
tijd indelen
doelen en prioriteiten stellen
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
informatie achterhalen
V
oplossingen voor problemen bedenken
IV
informatie genereren uit gegevens
gegevens controleren en aannames toetsen
3 M 4 1
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
L 2
materialen en middelen efficiënt gebruiken
e
gebruik maken van ICT
X X
d
parate know what en know how activeren
H
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
4
snel en/of veel informatie in zich opnemen
J
aantrekkelijk en boeiend formuleren
3
communicatie op de ontvanger(s) richten
2
correct formuleren
1
vlot en bondig formuleren
7
structuur aanbrengen
SHL-competenties: I II
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
H I 2 1 1
onderhoudend communiceren
duidelijk uitleggen en toelichten
3
indruk maken op anderen
2 E 4 1
afstemmen
A 1
anderen raadplegen en betrekken
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen b. het te onderzoeken probl eem bepa l en c. de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren d. hypothes e ops tel l en 2. het onderzoek voorbereiden a. de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen b. een pl a nni ng ma ken d. (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en 3. het onderzoek uitvoeren b. een of meer experi menten ui tvoeren c. gegevens verza mel en 4. gegevens verwerken 5. het onderzoek afronden a. concl us i es trekken 6. het eindproduct opleveren a. het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen b. onderzoeks res ul ta ten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: i onderzoeks res ul ta ten beoordel en op rel eva nti e, cons i s tenti e en brui kba a rhei d c. het ei gen l eren:
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VIII
H H
2e prijs
7.4.2.
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: ontwerpen
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren b. een ontwerpprobl eem herkennen, c.q. overeenkomen c.
een productverkenni ng ui tvoeren: eerdere opl os s i ngen voor het ontwerpprobl eem a na l ys eren het ontwerpprobl eem formul eren, c.q. met de opdra chtgever va s ts tel l en het ontwerp voorbereiden een ontwerpvoorstel formuleren een bea rgumenteerd voors tel doen voor het ontwerp, rekeni ng houdend met het progra mma va n ei s en en wens en en de bes chi kba re mogel i jkheden en ra ndvoorwa a rden
e. 2. 3. c.
4. b.
het ontwerpvoorstel uitvoeren (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en
c.
een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen
5. a.
6. a. b. 7. a. b. c. i
het ontwerp testen het prototype tes ten en eva l ueren a a n de ha nd va n het progra mma va n ei s en en wens en en i n het l i cht va n de bes chi kba re mogel i jkheden en ra ndvoorwa a rden het ontwerp opleveren een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen ontwerpres ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: het ei gen l eren: a a n het begi n va n het ontwerpproces pers oonl i jke l eerdoel en verbi nden a a n het ui t te voeren ontwerp
i i i na a fl oop va n het ontwerpproces na ga a n i n hoeverre de oors pronkel i jk ges tel de l eerdoel en zi jn gerea l i s eerd
83
ti tel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
Segwii Ti jmen Verhul s donck N&T Hel en Pa rkhurs t Col l ege Al mere vwo 6 2011
Wat ik met mijn PWS heb gedaan is [...] dat ik eigenlijk van de Segway een kleine robotversie heb gemaakt die je op een leuke manier kan besturen met een Wii remote. Ik heb veel lopen peilen of het wel haalbaar was, want je kan dan wel een idee hebben, maar het moet wel haalbaar zijn. Tot mijn opluchting kwam ik met hulp van mensen op een forum erachter dat het haalbaar moest zijn. De problemen die ik zou moeten tackelen in mijn PWS waren: hoe laat je überhaupt een robot balanceren? Dus sensors uitlezen, data verwerken en motoren aansturen.
Voordat ik kon beginnen met ontwikkelen heb ik natuurlijk wel een plan van aanpak en ontwerp voor de robot moeten maken. De keuzes hierin heb ik gebaseerd op ervaringen van andere mensen, maar ook op basis van kleine onderzoekjes.
Toen ik alle plannen had gemaakt moest er natuurlijk wel ergens geld vandaan komen, want mijn idee was niet goedkoop en dat ging school toch echt niet helemaal betalen. En zo heb ik onbedoeld ontzettend veel geleerd over ondernemerschap en sponsors zoeken. Ik heb uiteindelijk een klein deel van school en de rest van het geld van de TU Delft gekregen. 1. een robot bouwen 2. een pl a tformprototype bouwen op ba s i s va n Ardui no 3. communi ca ti e tus s en Wi i mote en Ardui no progra mmeren Ik heb erg veel moeten testen vooral manieren om de data van de sensoren te filteren en te verwerken. Maar het was toch vooral veel opzoeken wat andere mensen voor vergelijkbare dingen hadden gedaan en van hun fouten leren.
ik [wilde] iets [...] maken wat te maken zou hebben met mijn vervolgstudie. Ik wil na mijn VWO Electrical Engineering studeren aan de TU in Eindhoven en ik wil eigenlijk heel mijn beroep maken van programmeren, testen en onderzoeken van technische producten. Het programmeren van [de communicatie tussen Wiimote en Arduino] kostte me wel wat tijd, aangezien ik de programmeertaal nog merendeels moest leren, maar die kennis kan ik nu wel mooi meenemen naar mijn vervolgstudie. [...] Het bouwen heeft me uiteindelijk 3 weken gekost en testen en de kinderziektes eruit halen nog een 3/4 weken. In die tijd heb ik een hoop fouten kunnen maken en gemaakt die ik dus niet meer hoef te maken op mijn vervolgstudie. [...] In een dermate groot project als dit kunnen er erg veel dingen mis gaan, en er is dan ook zat misgegaan van foutjes in de code tot rokende printplaten. Daarnaast heb ik onverwacht erg veel geleerd over het vinden van sponsoren voor initiatieven. Heel vergelijkbaar met hoe in de wetenschap tegenwoordig heel veel word gelobbyd om investeerders te trekken voor jouw onderzoek.
84 X X
X X X
X
X
X X X
X
X X X X X
X
X X
X X
X
X X
X
X
X
X
H
H X
X X X
e f
parate know what en know how activeren gebruik maken van ICT
X
d
abstractievermogen tonen
X X
c
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen X X X X X X
X X X X X
X X X X
X
X
X X X
X X X
X
X
X
X
X
X
X
X
N 6 1
X X X X
X
X
X
P
2 b
X
X X X
X X
X X
X X
X
aansluiten bij behoeften en verwacht X
2 U 3 1
X X
kwaliteits- en productiviteitsniveaus bewaken werken conform voorgeschreven procedures discipline tonen
X X X X
3 W 1 3 4 5 Y 1
omgaan met onduidelijkheid en onzekerheid uitdagingen aanvaarden zichzelf actief beschikbaar stellen geestdrift tonen successen willen boeken kostenbewust handelen inzicht tonen in de dynamiek van de organisatie/ wetenschap
X
2
nieuwe ideeën accepteren
VI
aanpassen aan veranderde omstandigheden
instructies opvolgen
4 T 5 1
systematisch werken
kwaliteitsniveaus halen
3
mensen en middelen organiseren
2 R S 4 2 3
activiteiten plannen
Q 1
tijd indelen
V
doelen en prioriteiten stellen
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
vanuit meerdere invalshoeken kijken
IV
informatie achterhalen
5
oplossingen voor problemen bedenken
3
informatie genereren uit gegevens
M 4 1
conclusies trekken
gegevens controleren en aannames toetsen
3
goed zorgdragen voor materialen en middelen
L 2
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
5 K 6 3 a b
materialen en middelen efficiënt gebruiken
4
vlot en accuraat rekenen
3
snel en/of veel informatie in zich opnemen
J
aantrekkelijk en boeiend formuleren
2
communicatie op de ontvanger(s) richten
1
correct formuleren
7
vlot en bondig formuleren
I
structuur aanbrengen
SHL-competenties: I II III
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
1
onderhoudend communiceren
4
duidelijk uitleggen en toelichten
2
gesprekken richting geven
E H 4 1 1
ideeën en meningen naar voren brengen en
3
indruk maken op anderen
2
anderen raadplegen en betrekken
acties en activiteiten initiëren
werkprocessen: 1. het ontwerp initiëren b. een ontwerpprobl eem herkennen, c.q. overeenkomen X c. een productverkenni ng ui tvoeren: eerdere opl os s i ngen voor het e. het ontwerpprobl eem formul eren, c.q. met de opdra chtgever 2. het ontwerp voorbereiden 3. een ontwerpvoorstel formuleren c. een bea rgumenteerd voors tel doen voor het ontwerp, rekeni ng 4. het ontwerpvoorstel uitvoeren b. (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en c. een prototype va n het ontwerp verva a rdi gen 5. het ontwerp testen a. het prototype tes ten en eva l ueren a a n de ha nd va n het 6. het ontwerp opleveren a. een ontwerpvers l a g ma ken en i nl everen b. ontwerpres ul taten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: c. het ei gen l eren: i a a n het begi n va n het ontwerpproces pers oonl i jke l eerdoel en X i i i na a fl oop va n het ontwerpproces na ga a n i n hoeverre de
op eigen initiatief handelen
A 1
afgewogen risico's nemen
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H): VII VIII
X X X X X X
X
X X X
H H H
3
H H H H H H H H
H
H X H
H
X X
X H
7.4.3
3e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: bronnenonderzoek doen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen 2. a.
het onderzoek voorbereiden de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen
b. f.
een pl a nni ng ma ken bronnen s el ecteren of zoek- en s el ecti ecri teri a herzi en
b.
het onderzoek uitvoeren bronnen ra a dpl egen; i nforma ti e verza mel en
3.
4.
informatie verwerken
5. a.
het onderzoek afronden concl us i es trekken
b.
een s ta ndpunt i nnemen en onderbouwen
c.
s ugges ti es doen voor na der onderzoek
6. a. b. 7. a. ii b. i
c.
85
het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de a a npa k va n het onderzoek beoordel en op cons i s tenti e, brui kba a rhei d en effecti vi tei t de opbrengs ten: onderzoeks res ul ta ten beoordel en op rel eva nti e, cons i s tenti e en brui kba a rhei d
het ei gen l eren: i v vervol gl eerdoel en met betrekki ng tot onderzoeken (en da a rbi j behorende competenti es ) formul eren
Prenatale hik een voorbode van postnatale ti tel : reflux? a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
Ma xi me Bl okl a nd N&G CSG DE Gouds e Wa a rden, Gouda vwo 6 2011
De stelling van mijn onderzoek luidt: „Kinderen met refluxklachten hebben in de intra-uteriene periode vaker en langer de hik dan kinderen die geen refluxklachten hebben.‟ Om deze stelling te toetsen heb ik een retrospectief onderzoek uitgevoerd. Hiervoor heb ik een vragenlijst opgesteld
die door in totaal 21 vrouwen is ingevuld. Het betrof 9 vrouwen met een kind bij wie refluxklachten optraden (de zogenaamde refluxgroep) en 12 vrouwen bij wie bij het kind geen refluxklachten optraden (de normale groep). Informatie werd verzameld over het hikgedrag tijdens de zwangerschap en de eerste paar maanden na de geboorte van het kind. De twee groepen worden in het onderzoek met elkaar vergeleken. De resultaten van mijn onderzoek lieten mooie verschillen zien tussen het hikgedrag van kinderen uit de refluxgroep en kinderen uit de normale groep. Alle kinderen met refluxklachten hebben tijdens de zwangerschap duidelijk gehikt. De kinderen zonder reflux hebben maar weinig gehikt en soms zo summier dat de hik niet opgemerkt werd door de moeder. Zo bleek uit de enquête. Ook duurden de hikperiodes van de kinderen uit de refluxgroep in verhouding langer dan die van de kinderen zonder reflux. Kinderen met refluxklachten hikten ook na de geboorte frequenter en langer dan kinderen van de normale groep. Uit mijn onderzoek komt naar voren dat aandacht voor hikgedrag in de intra-uteriene periode mogelijk kan leiden tot vroegtijdig signaleren van het risico op refluxklachten. Door de aard van mijn onderzoek kunnen echter geen wetenschappelijk betrouwbare conclusies getrokken worden, vanwege de relatief kleine patiëntengroep. Bij een retrospectief onderzoek geeft het geheugen van de moeder mogelijk een vertekend beeld van het werkelijke hikgedrag. Voor een betere statistische onderbouwing van de conclusies zal een prospectief onderzoek alsmede een groter aantal patiënten noodzakelijk zijn, waarbij tijdens de zwangerschap al wordt bijgehouden hoeveel het kind hikt en in welke mate.
Het grootste probleem waar ik tegenaan liep bij dit onderzoek was het verzamelen van de patiënten, in verband met de privacyregels die binnen de gezondheidszorg worden gehanteerd. Of er een relatie is tussen prenatale hik bij baby‟s en postnatale reflux kan op basis van dit onderzoek niet met zekerheid gesteld worden. Er zijn wel aanwijzingen in die richting. Het ligt daarom voor de hand om op grotere schaal een prospectief onderzoek uit te voeren. Ik hoop als ik straks geneeskunde studeer op de universiteit een prospectieve studie op te kunnen zetten, om betere conclusies te kunnen trekken. Hierdoor zou reflux in de toekomst misschien eerder behandeld kunnen worden, waardoor de kinderen en hun ouders hier profijt van kunnen hebben.
86 X X
X X X H X
H
X X X
X X X X X X X X X X X X
X
X X X X
H X X X X X
X X
X X
parate know what en know how activeren gebruik maken van ICT X
X X X
X X
X
X
2 P 3 2
X
oplossingen voor problemen bedenken vanuit meerdere invalshoeken kijken openstaan voor nieuwe informatie
X
X
X
X
X X X X
X X X X
X X X X
3 a b
X
X
X X
X
3 4 T 2 3
activiteiten plannen mensen en middelen organiseren kwaliteits- en productiviteitsnormen formuleren
X X X X X
discipline tonen
X
S 1
werken conform voorgeschreven procedures
X
4
systematisch werken
X
3
kwaliteitsniveaus halen
X
2
tijd indelen
VI Q 4 1
doelen en prioriteiten stellen
transfer
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen
zichzelf verder willen ontwikkelen
informatie achterhalen
5 V N 6 1
informatie genereren uit gegevens
4
verbanden leggen
f 3
conclusies trekken
e 2
informatie uiteenrafelen
d M 1
gegevens controleren en aannames toetsen
c
abstractievermogen tonen
K 6 3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
vlot en accuraat rekenen
snel en/of veel informatie in zich opnemen
5
aantrekkelijk en boeiend formuleren
4
communicatie op de ontvanger(s) richten
3
correct formuleren
2
vlot en bondig formuleren
IV J 7 1
structuur aanbrengen
6
nauwkeurig en volledig rapporteren
I
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
1
onderhoudend communiceren
2
duidelijk uitleggen en toelichten
SHL-competenties: I II III A E H 1 2 3 4 1 1
ideeën en meningen naar voren brengen en
indruk maken op anderen
anderen raadplegen en betrekken
op eigen initiatief handelen
X
acties en activiteiten initiëren
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen 2. het onderzoek voorbereiden a. de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen b. een pl a nni ng ma ken f. bronnen s el ecteren of zoek- en s el ecti ecri teri a herzi en 3. het onderzoek uitvoeren b. bronnen ra a dpl egen; i nforma ti e verza mel en 4. informatie verwerken 5. het onderzoek afronden a. concl us i es trekken b. een s ta ndpunt i nnemen en onderbouwen c. s ugges ti es doen voor na der onderzoek 6. het eindproduct opleveren a. het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen b. onderzoeks res ul ta ten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : i i de a a npa k va n het onderzoek beoordel en op cons i s tenti e, b. de opbrengs ten: i onderzoeks res ul ta ten beoordel en op rel eva nti e, cons i s tenti e c. het ei gen l eren: i v vervol gl eerdoel en met betrekki ng tot onderzoeken (en da a rbi j
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H):
X X X X X X
X X X X X X
X X X X X X X X X
7.5
2012 e
7.5.1 1 prijs Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: proefondervindelijk onderzoeken
ti tel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen c.
Rondom het ontstaan, frequentie van voorkomen en optimale behandelmethoden om de de pectus excavatum te corrigeren is nog niet veel bekend.
a.
de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren het onderzoek voorbereiden de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen een pl a nni ng ma ken te ra a dpl egen bronnen bepa l en (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en het onderzoek uitvoeren bronnen ra a dpl egen; i nforma ti e s el ecteren gegevens verza mel en gegevens verwerken het onderzoek afronden concl us i es trekken
c.
een s ta ndpunt i nnemen en onderbouwen
Daarnaast is het een duidelijk signaal om actie te ondernemen als meer dan de helft van de totaal 46 geënquêteerde jeugdartsen zelf aangegeven over te weinig informatie te beschikken rondom een aandoening die meer lijkt voor te komen dan men vaak denkt.
d.
s ugges ti es doen voor na der onderzoek
Aan de hand van mijn profielwerkstuk wil ik [...] laten zien dat er veel kan worden verbeterd op onderzoeksgebied, maar ook binnen onze eigen Nederlandse gezondheidszorg. Met de juiste (eenmalige) informatie en begeleiding voor medici die frequent met jonge kinderen en adolescenten werken, kunnen er jaarlijks vermoedelijk honderden kinderen met een pectus excavatum meer bij de medische specialisten terecht komen. Dit betekent nog niet dat ze allemaal ook daadwerkelijk verdere behandeling nodig hebben, maar de pectus excavatum is in ieder geval (op tijd) opgemerkt.
2. a. b. c. d. 3. a. c. 4. 5.
6. a. b. 7. a. b. ii
c.
87
Pectus excavatum Fl ori t Ma rcus e N&G Sta d en Es ch Zui dei nde, Meppel vwo 6 2012
het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: onderzoeks res ul ta ten borgen
het ei gen l eren: i v vervol gl eerdoel en met betrekki ng tot onderzoeken (en da a rbi j behorende competenti es ) formul eren
Vele partijen hebben [...] direct- en indirect meegewerkt aan dit uitgebreide onderzoek.
Uit de onderzoeksresultaten van mijn profielwerkstuk onder een groep van 56 pectuspatiënten blijkt [...] dat medici onvoldoende op de hoogte zijn van deze thoracale aandoening, terwijl de lichamelijke toestand van de patiënt in de meeste gevallen steeds verder achteruit blijkt te gaan. De verbinding tussen de (potentiële) pectuspatiënt en de medisch specialist lijkt ernstig geschaad te zijn.
Als toekomstig student Geneeskunde heb ik inmiddels aan de hand van mijn onderzoeksresultaten verschillende organisaties en onderzoeksinstituten in de gezondheidssector kunnen overtuigen om onderzoek en bekendheid rondom de pectus excavatum vanzelfsprekend te gaan maken. Het vervolg van de uitkomsten en contacten die ik opbouwde brengt mij echter naar een hoger niveau door kritischer naar andere onderzoeken te kijken, wetenschappelijke publicaties te lezen en verbanden te leggen met medische technieken. Mijn aandeel in de medische wereld zal de komende jaren vermoedelijk groot zijn, aangezien er nog niet veel op dit gebied is onderzocht, en ik op dit moment met hulp van een universitair ziekenhuis al vrij snel volledig verder (laboratorisch )onderzoek zal kunnen gaan verrichten. Het onderzoek zal met name op de histologie betrekking hebben, aangezien ik een theorie heb uitgewerkt die het ontstaan van de pectus excavatum deels zou kunnen verklaren. Deze theorie kwam tot stand door verbanden te leggen tussen een orthopedische operatietechniek en het overtollige ribkraakbeen bij pectuspatiënten. Binnenkort volgen gesprekken met de vakgroep en professor onder wiens toezicht ik kom te staan tijdens de onderzoeken, waar ik na mijn eindexamens aan zal gaan beginnen. Ik hoop van harte dat het gehele onderzoeksplan wordt goedgekeurd om zo uit te zoeken of ik mijn theorie omtrent de ontstaanswijze van de pectus excavatum kan verwerpen of kracht bij kan zetten.
88 op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren
X X X X
X
X X X X X X X X X
correct formuleren
X
3
X
4
X X X
X
5
X
X X
X
X
c d e f
abstractievermogen tonen parate know what en know how activeren gebruik maken van ICT
X X X
X X X
X X
X X X X X
X
X X X
X X
X X X X
2 3 4
X X
goed zorgdragen voor materialen en middelen informatie uiteenrafelen conclusies trekken verbanden leggen
X X
X X X
X
X X X
X
X
2 p 3 2
X
oplossingen voor problemen bedenken vanuit meerdere invalshoeken kijken openstaan voor nieuwe informatie
X
X
X X X X X X X
X X X X X X X
X
X X
X X
X
X
X
X X X X X
X
X X
X
3 4 4 2 3
X X X X X X X X X
X
mensen en middelen organiseren systematisch werken werken conform voorgeschreven procedures discipline tonen werken conform veiligheidsvoorschriften
4 5
geestdrift tonen successen willen boeken
zichzelf actief beschikbaar stellen
uitdagingen aanvaarden
VIII W 3 1 3
omgaan met onduidelijkheid en onzekerheid
nieuwe ideeën accepteren
aanpassen aan veranderde omstandigheden
2 VII U 4 1 2
activiteiten plannen
VI O 4 1
tijd indelen
doelen en prioriteiten stellen
3 b
transfer
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen leren
zichzelf verder willen ontwikkelen
informatie achterhalen
5 V N 6 1
informatie genereren uit gegevens
gegevens controleren en aannames toetsen
3 M 4 1
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
materialen en middelen efficiënt gebruiken
5 L 6 2
kwaliteiten tonen en aanwenden
K
expertise delen
vlot en accuraat rekenen
3 a b
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
6
snel en/of veel informatie in zich opnemen
aantrekkelijk en boeiend formuleren
2
communicatie op de ontvanger(s) richten
vlot en bondig formuleren
IV J 7 1
structuur aanbrengen
6
nauwkeurig en volledig rapporteren
I
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
1
onderhoudend communiceren
2
duidelijk uitleggen en toelichten
SHL-competenties: I A E H 1 2 3 4 1 1
ideeën en meningen naar voren brengen en onderbouwen
indruk maken op anderen
anderen raadplegen en betrekken
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen c. de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren 2. het onderzoek voorbereiden a. de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen b. een pl a nni ng ma ken c. te ra a dpl egen bronnen bepa l en d. (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en 3. het onderzoek uitvoeren a. bronnen ra a dpl egen; i nforma ti e s el ecteren c. gegevens verza mel en 4. gegevens verwerken 5. het onderzoek afronden a. concl us i es trekken c. een s ta ndpunt i nnemen en onderbouwen d. s ugges ti es doen voor na der onderzoek 6. het eindproduct opleveren a. het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen b. onderzoeks res ul ta ten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: i i onderzoeks res ul ta ten borgen c. het ei gen l eren: i v vervol gl eerdoel en met betrekki ng tot onderzoeken (en da a rbi j behorende competenti es ) formul eren
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H):
H H H H
H H H
H H H H H H H H H H H H
X X
X H H H H
7.5.2
2e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen:
proefondervindelijk onderzoeken
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen
ti tel : a uteur(s ): profi el /va k(ken): s chool : (l eer)ja a r:
Troponine onderschat? Fenna Da ni ël s en Si ets ke va n Na s s a u N&G Gymna s i um Beekvl i et te Si nt-Mi chi el s ges tel vwo 6 2012
Wij hebben als profielwerkstuk met veel enthousiasme een onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid van de biomarker troponine bij het aantonen van een hartinfarct. Wij hebben dit onderzoek uitgevoerd vóór en in samenwerking met de cardiologische afdeling van het Jeroen Bosch Ziekenhuis te ’s-Hertogenbosch.
b.
het te onderzoeken probl eem bepa l en
Van cardiologen hadden wij vernomen dat soms onduidelijkheid heerst bij het diagnosticeren van een hartinfarct.
c.
de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren
Onze onderzoeksvraag: Is de huidige troponinebepaling in het Jeroen Bosch ziekenhuis een betrouwbare manier om een hartinfarct aan te tonen?
a.
het onderzoek voorbereiden de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen
2.
b. c. d. a. b.
een pl a nni ng ma ken te ra a dpl egen bronnen bepa l en (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en het onderzoek uitvoeren bronnen ra a dpl egen; i nforma ti e s el ecteren een of meer experi menten ui tvoeren
c.
gegevens verza mel en
3.
4.
gegevens verwerken
Om de betrouwbaarheid te kunnen onderzoeken hebben wij een database opgesteld met 2015 patiënten die de afgelopen 2 jaar in het Jeroen Bosch Ziekenhuis geweest zijn met reden tot verdenking op een hartinfarct.
Daarnaast hebben wij een onderzoek uitgevoerd Van al deze mensen hebben wij de symptomen, om te bepalen of een hartcatheterisatie, het in beoordeling van het ECG, gemeten concentratie kaart brengen van vernauwingen in de bij de troponinebepaling en diagnose bekeken en kransslagaders door middel van röntgenstraling uitgezet in Excel 2010. Vervolgens hebben wij en een katheter, ook een oorzaak kan zijn van een met behulp van het statistiek programma SPSS 5 verhoogde troponineconcentratie in het bloed. de gegevens verwerkt in tabellen en grafieken. Dit hebben wij gedaan door de Op die manier hebben wij conclusies getrokken troponineconcentratie vóór deze ingreep en 6 uur over de betrouwbaarheid van de erna te bepalen. troponinebepaling in het Jeroen Bosch Ook deze gegevens hebben wij verwerkt met Ziekenhuis. SPSS 5. De belangrijkste resultaten van ons onderzoek zijn: - totaal 2015 patiënten, 360 met een hartinfarct - van 360 patiënten met een hartinfarct had 19.4% geen verhoogd troponine - bij mensen van 80+ hoogste percentages verhoogd troponine - bij mensen tussen de 70 en 79 jaar hoogste percentage hartinfarct mannen vaker verhoogde troponineconcentratie - 179 patiënten hadden wél een verhoogde troponineconcentratie maar geen hartinfarct - vaak voorkomende oorzaken verhoogde troponineconcentratie: o nierinsufficiëntie o longaandoeningen o zware inspanning o urineweginfectie o leverfunctiestoornissen o kanker - bij 11,6% van de gevallen was na de hartcatheterisatie de troponineconcentratie verhoogd.
5. a.
het onderzoek afronden concl us i es trekken
c.
een s ta ndpunt i nnemen en onderbouwen
De huidige troponinebepaling in het Jeroen Bosch Ziekenhuis is niet betrouwbaar: er kunnen teveel andere oorzaken zijn en te vaak kan de troponinebepaling misleidend zijn. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis zou dus snel maatregelen moeten treffen om hun methode voor het aantonen van een hartinfarct te verbeteren, zodat er geen onnodige paniek gezaaid wordt of zodat geen onnodig mensen sterven!
d.
s ugges ti es doen voor na der onderzoek
Graag willen wij dat het ziekenhuis als vervolgonderzoek gaat kijken bij welke drempelwaarde de betrouwbaarheid van de troponinebepaling optimaal is. Door deze eventueel aan te passen zou de troponinebepaling vaker ‘gelijk kunnen hebben’.
a. b.
het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul ta ten pres enteren
6.
89
Bij het stellen van de diagnose hartinfarct moeten artsen dus niet te veel waarde hechten aan de troponineconcentratie. Een verhoogde troponineconcentratie kan namelijk veel andere oorzaken hebben. Artsen zouden bij het beoordelen van de troponineconcentratie onder andere rekening moeten houden met leeftijd, geslacht en andere ziektebeelden. Bij hartcatheterisaties is er ook een redelijke kans dat er hartspierweefselcellen beschadigd raken en er dus troponine vrijkomt in het bloed, zonder dat dit een hartinfarct aantoont.
7. a. b. c. i
evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: het ei gen l eren: a a n het begi n va n het onderzoek pers oonl i jke l eerdoel en verbi nden a a n het ui t te voeren onderzoek
i i i na a fl oop va n het onderzoek na ga a n i n hoeverre de oors pronkel i jk ges tel de l eerdoel en zi jn gerea l i s eerd
90
Wij hebben dit onderzoek uitgevoerd vóór en in samenwerking met de cardiologische afdeling van het Jeroen Bosch Ziekenhuis te ’s-Hertogenbosch. Beiden zijn wij erg geïnteresseerd in de geneeskunst en willen graag volgend jaar als vervolgopleiding Geneeskunde gaan doen. Voor ons onderzoek hebben wij ons verdiept in Engelse boeken voor de specialisatie cardiologie. Doordat deze boeken van hoog niveau waren, hebben wij veel geleerd naast de dingen die wij hebben verwerkt in de theorie van ons onderzoek. Naast onze interesse in de geneeskunst en het hart, maakte ook onze goede samenwerking het leuker aan ons profielwerkstuk te werken. We zijn met erg veel plezier samen tot een mooi eindresultaat gekomen. Om resultaten van ons onderzoek te verzamelen zijn wij een week lang in het Jeroen Bosch Ziekenhuis geweest. Naast het werk met de database hebben wij ook erg veel geleerd over het werk van een cardioloog. Dit was niet alleen van belang voor ons onderzoek, maar ook voor onze studiekeuze en toekomst.
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H):
91
92 op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren
X
X X
X X X X
X X X
X X X X X X X X X X X
X
X
X X
X X X
X
X X
K
6 3 d e f
X X X X X
X X
X X X X X
X
X X X X X X
X
X X X X
X X
X X X X X
2 3 4
X X
goed zorgdragen voor materialen en middelen informatie uiteenrafelen conclusies trekken verbanden leggen
X X
X X X
X
X X X
X
X
X
2 P 3 3 b
oplossingen voor problemen bedenken vanuit meerdere invalshoeken kijken openstaan voor nieuwe informatie
X X
X
X
X X X X X X X X X
X X X X X X X
X
X
X X
X
X X X X
X X X
X X
X
X X
X
3 4
X X X X X X
mensen en middelen organiseren systematisch werken
werken conform veiligheidsvoorschriften H H H H
2 3 W 1 4 5
nieuwe ideeën accepteren omgaan met onduidelijkheid en onzekerheid uitdagingen aanvaarden geestdrift tonen successen willen boeken
VI
aanpassen aan veranderde omstandigheden
3 U 4 1
discipline tonen
werken conform voorgeschreven procedures
2 T 4 2
activiteiten plannen
Q 4 1
tijd indelen
V
doelen en prioriteiten stellen
transfer
leren van feedback en fouten m.b.t. het eigen leren
IV
informatie achterhalen
5 N 6 1
informatie genereren uit gegevens
gegevens controleren en aannames toetsen
3 M 4 1
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
L 2
materialen en middelen efficiënt gebruiken
c
gebruik maken van ICT
X
b
parate know what en know how activeren
X
a
abstractievermogen tonen
5
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
4
vlot en accuraat rekenen
J
snel en/of veel informatie in zich opnemen
3
aantrekkelijk en boeiend formuleren
2
communicatie op de ontvanger(s) richten
1
correct formuleren
7
vlot en bondig formuleren
I
structuur aanbrengen
III
nauwkeurig en volledig rapporteren
6
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
5
humor gebruiken
4
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
1
onderhoudend communiceren
2
duidelijk uitleggen en toelichten
H 2 1
ideeën en meningen naar voren brengen en onderbouwen
3
indruk maken op anderen
2 E 4 1
afstemmen
A 1
anderen raadplegen en betrekken
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen b. het te onderzoeken probl eem bepa l en c. de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren 2. het onderzoek voorbereiden a. de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen b. een pl a nni ng ma ken c. te ra a dpl egen bronnen bepa l en d. (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en 3. het onderzoek uitvoeren a. bronnen ra a dpl egen; i nforma ti e s el ecteren b. een of meer experi menten ui tvoeren c. gegevens verza mel en 4. gegevens verwerken 5. het onderzoek afronden a. concl us i es trekken c. een s ta ndpunt i nnemen en onderbouwen d. s ugges ti es doen voor na der onderzoek 6. het eindproduct opleveren a. het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen b. onderzoeks res ul ta ten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: c. het ei gen l eren: i a a n het begi n va n het onderzoek pers oonl i jke l eerdoel en verbi nden a a n het ui t te voeren onderzoek i i i na a fl oop va n het onderzoek na ga a n i n hoeverre de oors pronkel i jk ges tel de l eerdoel en zi jn gerea l i s eerd
beslissingen durven nemen
SHL-competenties: I VII VII
H H H H H H H H H
X X X X H H H H H H H H
H H H H H H
7.5.3
3e prijs
Overzicht van de in de samenvatting weergegeven, dan wel daarin te herkennen, werkprocessen: proefondervindelijk onderzoeken
ti tel :
Marine Litter Extraction
a uteur(s ): Boya n Sl a t & Ta n Nguyen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen
In de oceanen bevind zich een zeer grote hoeveelheid plastic afval, dat het zeeleven op meerdere fronten schaadt. Dit plastic verzamelt zich vooral in de 5 gyres waar stromingen bij elkaar komen. De huidige aanpak is vooral gericht op preventie door educatie, omdat opruiming irrealistisch lijkt door de gigantische oppervlaken en logistieke uitdagingen, de grote variatie van deeltjesgroottes (mega- tot nanoschaal), de mogelijke schadelijke gevolgen zoals bijvangst en financiële hindernissen. Bovendien ontbreekt een goede schatting hoeveel plastic er daadwerkelijk in de oceaan is.
b.
het te onderzoeken probl eem bepa l en
In dit profielwerkstuk hebben we geprobeerd door middel van experimenten die antwoord moeten geven op een serie fundamentele vragen de kijk op plastic-extractie te veranderen.
c.
de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren
d.
hypothes e ops tel l en
a.
het onderzoek voorbereiden de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen
b. c. d.
een pl a nni ng ma ken te ra a dpl egen bronnen bepa l en (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en
Huidige metingen zijn gedaan door 333 μm netten; nog nooit zijn kleinere deeltjes gekwantificeerd. Tijdens onze serie metingen nabij Griekenland gebruikten we een 90 μm net die deeltjes tot 15x kleiner kan vangen. Bij onze analyse bleken vooral deze kleinere deeltjes talrijk, en zouden ±4,59% massa toevoegen aan huidige metingen. Nog kleinere deeltjes kunnen niet gemeten worden met conventionele technieken, maar zijn mogelijk in een nog grotere hoeveelheid aanwezig in het zeewater.
2.
3.
het onderzoek uitvoeren
a. b.
bronnen ra a dpl egen; i nforma ti e s el ecteren een of meer experi menten ui tvoeren
c.
gegevens verza mel en gegevens verwerken
4.
5.
het onderzoek afronden concl us i es trekken
a.
6. a. b. 7. a. b. c. i
93
profi el /va k(ken): N&T, Schei kunde en Na tuurkunde s chool : Groti us Col l ege, Del ft (l eer)ja a r: vwo 6 2012
het eindproduct opleveren het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen onderzoeks res ul ta ten pres enteren evalueren en reflecteren het proces : de opbrengs ten: het ei gen l eren: a a n het begi n va n het onderzoek pers oonl i jke l eerdoel en verbi nden a a n het ui t te voeren onderzoek
Het verwerken van plastic-bevattend zeewater zou ook zeer veel plankton vangen (een belangrijke schakel in ecosystemen), maar zou voorkomen kunnen worden door middel van centrifugale scheiding. Wel is de maximale tolerantie voor g-krachten van dierlijk plankton onbekend. Onze hypothese stelde dat als er geen voortplanting is, de lichttransmissie niet omlaag zal gaan na centrifuge. Door Copepodae in de Noordzee te vangen, te centrifugeren op verschillende snelheden, en het lichttransmissieverschil voor en na het centrifugeren te vergelijken, bleek de maximale tolerantie voor een korte tijd op ongeveer 50G te liggen. Wel moet rekening gehouden worden met andere externe factoren als temperatuur en centrifugetijd.
Bekend is dat het meeste plastic zich op of net onder het oppervlak bevind, en dat plastic deeltjes door de hele waterkolom verspreid zijn. Voor een schoonmaakoperatie aan het oppervlak is het van belang te weten hoe de verticale spreiding van plastic is in de bovenste 1-2 m, om zo een maximale schoonmaakdiepte vast te kunnen stellen. Hiervoor ontwierpen en bouwden we een multi-level trawl, een 90 μm sleepnet die op 10 verschillende dieptes met een resolutie van 20 cm onder elkaar metingen verricht. Een dag varen op de Noordzee met de loodsen van Rotterdam leverde helaas geen data op, en daarom zou dit experiment in de toekomst herhaald moeten worden.
Schattingen van de hoeveelheid plastic in de oceanen variëren tussen de 3,5 miljoen ton en 100 miljoen ton. Om door middel van een berekening een betere schatting te kunnen maken werkten we hier samen met Prof. H. Dijkstra van de Universiteit Utrecht, Prof. D. Rixen van de TU Delft en N. Maximenko PhD van de University of Hawaii at Manoa. We combineerden de bekende concentratie plastic op een gegeven locatie in de Grote Oceaan met Maximenko’s relatieve dichtheidsmodel, en kwamen zo uit op een totale hoeveelheid plastic van 5,6 miljoen ton in 2012. Ook voorspelde we gegeven de toename in plasticproductie een hoeveelheid van 8,7 miljoen ton in 2020. Plastic kleiner dan 90 μm of dieper dan 15 cm zijn hierbij nog niet meegerekend. Toen we het percentage plastic in een gebied ten opzichte van de totale hoeveelheid in de oceanen uitzetten tegen het oppervlakte in een gyre, bleek een straal van 500 km het efficiëntste te zijn voor een schoonmaakoperatie. Met de resultaten van deze experimenten in het achterhoofd stellen we een concept voor die alle genoemde uitdagingen vervult. Dit ontwerp berust op het idee plastic af te buigen door middel van booms, niet te vangen met netten, waardoor bijvangst voorkomen wordt, alle deeltjesgroottes gevangen kunnen worden, en een zeer grote schaalvergroting mogelijk wordt. Bovendien berekenden we dat het door verkoop van gevangen plastic het project in de toekomst wellicht winstgevend kan zijn. Volgens Charles Moore, ‘ontdekker’ van de plastic soup in de Grote Oceaan, zou het 79.000 jaar duren om één gyre-oppervlak op te ruimen. Met ons concluderende concept zouden alle 5 gyres binnen slechts 10 jaar opgeruimd kunnen worden.
Omdat onze vervolgstudies technisch (luchtvaat- en ruimtevaarttechniek TU Delft) en biologisch (geneeskunde Erasmus) zijn, hebben we gekozen voor een onderwerp dat beide vlakken bestrijkt, en bovendien ook een maatschappelijk belang heeft.
94 op eigen initiatief handelen acties en activiteiten initiëren
X
X X X
X X X X
X X X X
X X X X X X X X X X
X
X X
X X
5
X H X X
X X X
X X
6
X X
X X X X X
X
X X X X X X
X
X X X X
X X
X X X X
X
4 1 2 3 4 5 6 1 2 3 1 2 3 4 4 2 3 4 1 2 3 1 3 4 5
informatie achterhalen vanuit meerdere invalshoeken kijken openstaan voor nieuwe informatie doelen en prioriteiten stellen tijd indelen activiteiten plannen mensen en middelen organiseren systematisch werken werken conform voorgeschreven procedures discipline tonen werken conform veiligheidsvoorschriften aanpassen aan veranderde omstandigheden nieuwe ideeën accepteren omgaan met onduidelijkheid en onzekerheid uitdagingen aanvaarden zichzelf actief beschikbaar stellen geestdrift tonen successen willen boeken
X X X X
3
oplossingen voor problemen bedenken
X X X
2
informatie genereren uit gegevens
f
verbanden leggen
e
conclusies trekken
d
informatie uiteenrafelen
3
gegevens controleren en aannames toetsen
c
goed zorgdragen voor materialen en middelen
b
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
K
materialen en middelen efficiënt gebruiken
a
gebruik maken van ICT
4
parate know what en know how activeren
3
abstractievermogen tonen
2
gegevens nauwkeurig lezen en begrijpen
1
vlot en accuraat rekenen
IV J
snel en/of veel informatie in zich opnemen
7
aantrekkelijk en boeiend formuleren
6
communicatie op de ontvanger(s) richten
5
correct formuleren
4
vlot en bondig formuleren
3
structuur aanbrengen
III H I
nauwkeurig en volledig rapporteren
2
op de toehoorder(s) / toeschouwer(s) inspelen
1
humor gebruiken
1
enthousiasme uitstralen
3
betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
2
kernachtig communiceren
1
onderhoudend communiceren
4
duidelijk uitleggen en toelichten
3
F
indruk maken op anderen
SHL-competenties: I A E
(omgevings)verantwoord handelen
2
afstemmen
1
anderen raadplegen en betrekken
afgewogen risico's nemen
werkprocessen: 1. het onderzoek initiëren a. een onderwerp en/of een probl eems i tua ti e ki ezen b. het te onderzoeken probl eem bepa l en c. de onderzoeks vra a g (hoofd- en deel vra gen) formul eren d. hypothes e ops tel l en 2. het onderzoek voorbereiden a. de onderzoeks methode en/of techni ek(en) ki ezen b. een pl a nni ng ma ken c. te ra a dpl egen bronnen bepa l en d. (l a ten) voorzi en i n benodi gde ma teri a l en en mi ddel en 3. het onderzoek uitvoeren a. bronnen ra a dpl egen; i nforma ti e s el ecteren b. een of meer experi menten ui tvoeren c. gegevens verza mel en 4. gegevens verwerken 5. het onderzoek afronden a. concl us i es trekken 6. het eindproduct opleveren a. het onderzoeks vers l a g ma ken en i nl everen b. onderzoeks res ul ta ten pres enteren 7. evalueren en reflecteren a. het proces : b. de opbrengs ten: c. het ei gen l eren: i a a n het begi n va n het onderzoek pers oonl i jke l eerdoel en verbi nden a a n het ui t te voeren onderzoek
beslissingen durven nemen
Aan de samengevatte werkprocessen te relateren competenties (X), dan wel in de samenvatting te herkennen competenties (H):
L
X
M
X X X X
V N
X X
X X X X X
VI Q
X X X X X
X X X X
X
X
X X
X
VII U
X X X X X X X X X X X X X X
X X
VII W
H H H H
X X X X H H H H H H H H H
SLO heeft als nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling een publieke taakstelling in de driehoek beleid, praktijk en wetenschap. SLO heeft een onafhankelijke, niet-commerciële positie als landelijke kennisinstelling en is dienstbaar aan vele partijen in beleid en praktijk. Het werk van SLO kenmerkt zich door een wisselwerking tussen diverse niveaus van leerplanontwikkeling (stelsel, school, klas, leerling). SLO streeft naar (zowel longitudinale als horizontale) inhoudelijke samenhang in het onderwijs en richt zich daarbij op de sectoren primair onderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs. De activiteiten van SLO bestrijken in principe alle vakgebieden.
SLO Piet Heinstraat 12 7511 JE Enschede Postbus 2041 7500 CA Enschede T 053 484 08 40 F 053 430 76 92 E
[email protected] www.slo.nl