Bijlage Stekelhuidigen Leuk om te weten als je op reis gaat, gastleven op stekelhuidigen Auteur: Eveline Crone de Brabander Fotograaf: Andre Crone Gepubliceerd in: Duikmagazine
In de artikelen over zeezwepen en veersterren laten we zien dat er veel kleine diertjes een verscholen leven leiden op deze dieren. In de groep stekelhuidigen zijn er nog meer dieren als de veersterren. Ook zeesterren, kussenzeesterren, zeekomkommers, zeeegels en zeeappels behoren tot deze zelfde diergroep. En ook op deze diertjes kunnen weer prachtige, kleine maar verscholen gasten leven. Zoals hiervoor al werd aangegeven zijn zeesterren dieren die behoren tot het Fylum van de stekelhuidigen (Echinodermata) en de daaronder vallende klasse Asteroidea. Hieronder zijn weer verschillende groepen geïdentificeerd. Op dit moment zijn er ongeveer 1800 verschillende soorten zeesterren ontdekt. Het leuke van de zeester is dat je ze in alle zeeën over de wereld tegen komt. Het tropische water van de Indo Pacific staat bekend om haar grote variëteit aan zeesterren. Maar ook gebieden rondom Australië en koud water gebieden van het Noord Pacifisch gebied staan bekend om hun grote diversiteit aan zeesterren. Het belangrijkste kenmerk van zeesterren is hun symmetrisch opgebouwde lichaam. De meeste zeesterren hebben vijf armen die rondom een onzichtbare centrale disk in het lichaam zijn opgebouwd. Incidenteel worden er zeesterren gevonden die meer of minder armen hebben dan vijf. Alhoewel alle zeesterren dezelfde lichaamsopbouw hebben variëren ze onderling sterk qua vorm en kleur. De gewone zeester zoals we in Nederland kennen heeft duidelijk herkenbaar vijf armen terwijl bij de kussenzeester geen afzonderlijke armen te onderscheiden zijn. Toch heeft ook deze kussenzeester qua lichaamsbouw dezelfde vijfvoudige symmetrie.
Documentnaam: Stekelhuidigen_bijlage.doc www.SilvioDAndolfi.nl
1
Aan het einde van elke arm heeft de zeester een lichtgevoelige “oog”. Met dit oog kan de zeester niet echt zien maar het kan licht en donker onderscheiden zodat ze bewegingen in hun omgeving kunnen waarnemen. Bovenop het lijf heeft de zeester, net als de andere stekelhuidigen, een groot aantal predicellarien, dit zijn een soort kleine tangetjes, schaartjes die gebruikt worden om het lijf van de stekelhuidige schoon te houden. Waar veel dieren onder water poetsgarnalen of poetsvissen nodig hebben om parasieten van het lichaam te verwijderen, heeft een stekelhuidige dit zelf bij zich. De mond van de zeester bevindt zich aan de onderkant van het lichaam. Een zeester beschikt over twee magen. De eerste maag is vrij bijzonder; hij kan namelijk buiten het lichaam van de zeester worden gebracht. Hierdoor is de zeester in staat om prooien te verorberen die veel groter zijn dan zijn mond. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het verorberen van een mossel. De mossel is te groot om in één keer te verorberen en de schaal van de mossel smaakt niet echt lekker. De zeester zal allereerst proberen de mossel te vermoeien door voortdurende kracht op de buitenkant van de schelp te plaatsen. Zodra de mossel moe wordt en er een kleine kier ontstaat tussen de schelpdelen zal de zeester zijn maag in de mossel brengen. Al in de schelp van de mossel begint het verteringsproces. Zodra het vlees van de mossel voldoende is verteerd wordt dit opgenomen in de tweede maag van de zeester. Zeesterren hebben geen geraamte zoals wij dit kennen. Zoals elke stekelhuidige hebben ze een stelsel van verschillende kalkplaten die gezamenlijk voor de stevigheid van de zeester zorgen. Daarnaast hebben ze wel een soort vaat-systeem, het ambulacraalstelsel, dat gevuld is met water. Dit systeem wordt gebruikt om het gehele lichaam te laten functioneren. Het beste kun je dit zien aan de onderkant van de armen van de zeester. Duizenden kleine “pootjes” worden door water in en uit te laten gebruikt om zich voort te bewegen. Kussenzeesterren zien er op het eerste gezicht eigenlijk helemaal niet uit als een zeester. De verschillende armen die zo duidelijk herkenbaar zijn bij de zeester is bij de kussenzeester niet of nauwelijks zichtbaar. Als je goed naar zo’n kussenzeester kijkt kun je de verschillende armen wel ontdekken. Ze zijn als het ware rondom de kern van het lijf gebogen en vormen zo een bolvormige zeester. Zeesterren en kussenzeesterren op zich zijn al mooi zijn om naar te kijken. Toch loont het de moeite af en toe net iets meer tijd te besteden aan de zeester. Tijdens een van onze zoektochten naar klein gastleven op stekelhuidigen vonden we een aparte combinatie. Een mini roze haarster heeft zich gevestigd op een grote bolster. Dit soort combinaties zijn niet echt algemeen Documentnaam: Stekelhuidigen_bijlage.doc www.SilvioDAndolfi.nl
2
maar op de rug, armen of onderaan het lichaam van een zeester of kussenzeester zie je vaak verschillende kleine krabbetjes of garnalen leven. Kleine bewoners op een groot lichaam. Het is niet helemaal duidelijk waarom deze krabbetjes en garnalen ervoor hebben gekozen om op een zeekomkommer of een zeester te gaan leven. Maar als leek kun je er wel een paar bedenken; je wordt gratis vervoerd van de ene plaats naar de andere, als de zeester eten laat vallen kun je direct toeslaan en tijdens de reis langs het rif komen er vast allerlei lekkere hapjes voorbij. De meest bekende garnaal die leeft op de zeester is de commensaal garnaal. Dit zijn kleine en vaak kleurige garnaaltjes. De commensaal garnaal zoals de Periclimenes soror leven meestal alleen op een zeester. Toch kun je af en toe ook meerdere garnalen op een zeester tegen komen. Het grootste aantal garnaaltjes op een zeester is 24. Dat moet dus een enorme zeester geweest zijn. Soms hebben de garnalen felle kleuren, maar op deze donker gekleurde kussenzeester kwamen wij een net zo donkere, bijna zwarte garnaal tegen. Met de kleuring van het lichaam proberen de garnalen zich onzichtbaar te maken. Hoewel sommige garnaal dit vergeten lijkt te zijn. Af en toe leven er ook kleine krabbetjes op of onder de zeester. Alhoewel zeekomkommers op het eerste gezicht niets te maken lijken te hebben met de zeesterren is niets minder waar. Ze behoren namelijk tot dezelfde groep van de stekelhuidigen. Qua bouw is de zeekomkommer een eenvoudig dier. Vooraan de zeekomkommer bevindt zich de mond die omsloten is door vijf tentakels. Het darmkanaal loopt recht door het lichaam heen en komt aan de achterkant van het lichaam uit in de anus. Deze anus heeft voor de zeekomkommer nog een bijzondere functie; die van verdedigingsmechanisme. Aan het einde van de darm monden namelijk ook de buizen van Cuvier uit die gevuld zijn met een sterk klevende substantie. In geval van nood spuit hij deze kleefstof over een belager die vervolgens niets meer kan doen en snel de hongerdood zal sterven. De ambulacraalvoetjes van de zeekomkommer zien er anders uit dan die van de zeesterren. De bekende zuignapjes van de zeesterren ontbreken namelijk doordat de voetjes van de zeekomkommer dicht zijn. De ambulacraalvoetjes bevinden zich in verschillende rijen op de buik en de rug van de zeekomkommer. In eerste instantie een zeekomkommer niet het beest waar je bij stil blijft Documentnaam: Stekelhuidigen_bijlage.doc www.SilvioDAndolfi.nl
3
hangen. Je hebt ze in verschillende vormen en maten, van donker zwart tot meer gekleurd vol met een soort stekels op het lichaam. Kom je onder water zo’n donkere “rol” tegen; denk dan niet dat je een “drol” ziet liggen; nee het is toch echt een zeekomkommer. Zie je een exemplaar met allerlei “rare” bulten? Neem gerust eens even de tijd om dit beest te bestuderen, er kunnen allerlei verborgen diertjes leven op de zeekomkommer. Neem bijvoorbeeld dit krabbetje (Lissocarcinus orbicularis); tijdens een van onze duiken kwamen we een behoorlijk grote zeekomkommer tegen met een groot aantal stekels en iets wat leek op huidplooien. Onze gids bleef bij deze zeekomkommer wel heel erg lang stilhangen. Snel werd duidelijk waar hij naar op zoek was; kleine krabbetjes die leven tussen de huidplooien van de zeekomkommer. Je kunt echt goed zien dat hij zich met zijn scharen vasthoudt aan zijn gastheer. De stekels op de zeekomkommer zijn ook veel gebruikte verstopplaatsen voor commensaal garnalen. Deze Periclemenes Imperator maakt in ieder geval dankbaar gebruik van de stekels om zich te verstoppen. Behalve het gebruik maken van deze “verstopplaatsen” proberen de garnaaltjes zich ook door hun kleur aan te passen aan de zeekomkommer waar op ze leven. Andere commensaal garnaal (Periclemenes Imperator) hebben duidelijk veel minder hoge stekels om zich te verstoppen, maar heeft zijn kleur prachtig aangepast aan de omgeving. Een ander lid van de stekelhuidigen is de zeeappel. Ook de zeeappel kun je over de hele wereld tegenkomen. In Nederland kun je met regelmaat een zeeappel aantreffen in bijvoorbeeld de Grevelingen of de Oosterschelde. Waarom dit dier tot de familie van de stekelhuidigen hoort hoeft geen uitleg. Alhoewel het aantal stekels verschilt van soort zeeappel zijn ze bij allen overduidelijk aanwezig. In tropisch water troffen we enorme zeeappels aan. Door de omvang van deze zeeappel konden we eens goed de opbouw van deze stekels bekijken. Naast een aantal normale stekels zagen we ook nog een aantal stekels met een schaartje aan het uiteinde. Zoals eerder al werd aangegeven worden deze scharen door de zeeappel gebruikt om ongenode gasten die zich op het lichaam van een zeeappel willen vestigen te verwijderen. Toch zijn er ook gasten die gedoogd worden op het lijf van de zeeappel. Neem bijvoorbeeld dit zebrakrabbetje [Zebrida adamsii], met zijn lichaam imiteert hij perfect de kleurschakeringen op de zeeappel. Donker als de kleur van het lichaam en wit als de kleur van de stekels van de zeeappel. Als je goed onder de buik van dit krabbetje let kun je zien dat hij een groot aantal eitjes draagt Tot slot hebben we nog de zee-egel, misschien wel het familielid met de langste stekels. Normaal gesproken is de zee-egel eigenlijk meer een dier om voor op te Documentnaam: Stekelhuidigen_bijlage.doc www.SilvioDAndolfi.nl
4
passen. Een aanraking met de stekels van de zee-egel zul je nog lang herinneren. De stekels doorboren de huid razendsnel en de wonden genezen slechts heel langzaam. Bij een zee-egel is de vijfvoudige symmetrie normaal gesproken slecht zichtbaar. Eigenlijk alleen door het bekijken van de schaal van een dode zee-egel wordt dit duidelijk. De schaal bestaat uit verschillende kalkplaatjes die gezamenlijk vijf segmenten vormen. Als je de schaal van een zee-egel verder bekijkt zul je opmerken dat er verschillende kleine gaatjes inzitten. Door deze gaatjes komen de ambulacraalvoetjes naar buiten. Ook kun je op de schaal van de zee-egel kleine bultjes zien, hierop staan de stekels van de levende zee-egel. Doordat de stekels van een zee-egel veel langer zijn is het bij een levende zee-egel erg lastig om de ambulacraalvoetjes te ontdekken. Toch gebruikt de zee-egel, net als de zeesterren de zuignappen van de amulacraalvoetjes om zich voort te bewegen. De belangrijkste kleur van de zee-egel is zwart, maar in meer tropische wateren wordt de zee-egel vaak “versiert” door bijna lichtgevende blauwe en rode banen. Het lijken dan complete lichtshows onder water. Als je de zee-egel voorzichtig benaderd en een tussen de stekels door probeert te kijken zul je zien dat er toch gasten zijn die blijkbaar geen last lijken te hebben van de scherpe stekels, nee ze maken dankbaar gebruikt van deze stekels als bescherming. Neem nu de kleine kardinaalsvisjes (Urchin cardinalfish), zo klein als ze zijn en waarschijnlijk een makkelijke prooi hebben ze hun toevlucht gezocht tussen de stekels van de zee-egel. Grote vis die ze nu nog durft aan te vallen. Een andere vis die ook zijn toevlucht heeft genomen tussen de stekels van de zee-egel is de Urchin Clingfish (Diademichthys lineatus).
Documentnaam: Stekelhuidigen_bijlage.doc www.SilvioDAndolfi.nl
5