BIJLAGE Onderdeel van Administratieve Organisatie
versie: 4 juli 2013
Inhoud Bijlage 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Toestemmingsformulier – ook digitaal Checklist – ook digitaal Format PVA Koelkastplan* Vragenlijsten Evaluatie – checken! Protocol Huisbezoeken – alleen digitaal Grenzen & stappenplannen (illegaliteit, huiselijk geweld, kindermishandeling) 8. Standaard Trainingen * 9. Standaard Materiaal * 10. Protocol Werkbezoeken 11. Opschaling & Knelpunten 12. Gedragscode Bureau Frontlijn 13. Rapportagecyclus in RIS – handleiding * 14. Studentbegeleiding * * beschikbaar in augustus
1.
Toestemmingsformulier
Verklaring geen bezwaar informatie uitwisseling
Ondergetekende, naam coach ……….. Verklaart hierbij; - Dat op een zeer zorgvuldige wijze wordt omgegaan met persoonsgegevens - Dat zonder toestemming géén informatie wordt uitgewisseld met anderen - Dat bij twijfel opnieuw om toestemming zal worden gevraagd - Dat betrokkene op verzoek inzage heeft in zijn/haar dossier - Dat na ‘het traject’ op verzoek dossiers uit het systeem worden verwijderd - Dat informatie – opslag hoofdzakelijk is bedoeld als ondersteuning voor een adequate behandeling. - Dat de hierna verstrekte toestemming zonder opgaaf van redenen kan worden ingetrokken of uitgebreid. Ondergetekenden, de heer/mevrouw: Geboren op: Wonende te: Verklaart hierbij; Verklaart hierbij, geen bezwaar te hebben tegen het verstrekken van informatie door Bureau Frontlijn aan onderstaande instellingen, over zijn/haar persoon en/of gezinsleden, achtergrond en levensomstandigheden, indien dit in het belang is van de voortgang van de begeleiding. Alsmede Geen bezwaar te hebben, tegen het inwinnen van informatie door Bureau Frontlijn over zijn/haar persoon en/of gezinsleden, achtergrond en levensomstandigheden, indien dit in het belang is van de voortgang van de begeleiding, bij de volgende instellingen: (aankruisen wat van toepassing is)
Sociale Zaken en werkgelegenheid Regiopolitie Rotterdam Rijnmond Stichting Welzijn Antillianen Directie Veilig, gemeente Rotterdam Reclassering Nederland Stichting Jeugdzorg afdeling Jeugdreclassering Bureau jeugdzorg, gemeente Rotterdam Dienst Jeugd Onderwijs en Samenleving, gemeente Rotterdam Raad voor de Kinderbescherming / Advies Meldpunt Kindermishandeling Justitie Stichting Delta Bouman Bureau Halt Strafrechtelijke Opvang Verslaafden School / Algemeen Maatschappelijk werk Consultatiebureau Intern begeleider basisschool Woningcorporatie
Stichting Charlois Welzijn Gerechtsdeurwaarders en Incassokantoren CJG Anders namelijk…………………………………………………………. Anders namelijk …………………………………………………………
Aldus vastgesteld d.d. …. te Rotterdam.
Naam
Naam Coach
Handtekening
Handtekening Coach
Mocht u achteraf toch ontevreden zijn over de informatie uitwisseling, dan kunt u hierover een klacht indienen bij de gemeente Rotterdam of bij de Rotterdamse Ombudsman. U kunt een kopie van uw dossier opvragen en U kunt uw dossier uit het comuptersysteem laten verwijderen Uw klacht zullen wij gebruiken om het proces nog zorgvuldiger te maken.
Hoogachtend, Barend Rombout Hoofd Bureau Frontlijn Gemeente Rotterdam 010-2673250
[email protected]
2.
Checklist
CHECKLIST Naam: Adres: Postcode:
Woonplaats:
Telefoon:
Dag / Datum / Tijd:
………..dag
… /
…
/ …
… : …
uur
Aanwezig: Naam:
Functie:
Naam:
Functie:
Naam:
Functie:
Legitimatie getoond: ja / nee
Het doel van het huisbezoek is aan de bewoner meegedeeld. Vooraf is deze erop gewezen dat het betreden van de woning geschiedt op basis van vrijwilligheid: ja / nee
De bewoner heeft mij uitdrukkelijk toestemming verleend de woning te betreden, hetgeen mij bleek uit:
Uitreiken tijdens intake: startbrief / (kopie) begeleidingsovereenkomst / toestemmingsformulier / folder deelgemeente of ander voorlichtingsmateriaal / …
PERSONALIA EN ALGEMENE INFORMATIE GEGEVENS BETROKKENE Rol binnen huishouden:
O Vader
O Moeder
O Kind
O Anders, nl:
Familienaam: Voorna(a)m(en): Roepnaam: Geb.datum+plaats: Tel:
BSN:
Mob.tel:
Nationaliteit:
E-mail:
Gesproken taal:
Partner:
ja / nee
Huwelijkse staat:
GEGEVENS OVERIGE GEZINSLEDEN O Partner: O Vader: O Moeder:
Namen:
BSN:
Geb.datum+plaats:
Tel:
Nationaliteit:
E-mail:
Inwonend: ja / nee O Partner: O Vader: O Moeder:
Namen:
BSN:
Geb.datum+plaats:
Tel:
Nationaliteit:
E-mail:
Inwonend: ja / nee Kind 1 j/m Kind 2 j/m Kind 3 j/m Kind 4 j/m Kind 5 j/m
BSN: Leeftijd: BSN: Leeftijd: BSN: Leeftijd: BSN: Leeftijd: BSN: Leeftijd:
LEEFGEBIED 1: WONEN HUISVESTING
ACTIE
Huur- of koopwoning: Klopt de GBA:
O Ja
O Nee
Huidige situatie:
O Zelfstandig
O Instelling
O Inwonend
Gewenste situatie:
O Zelfstandig
O Instelling
O Inwonend
(dreigende) huisuitzetting:
O Ja
O Nee
(dreigende) afsluiting GWL:
O Ja
O Nee
Huurcontract aanwezig:
O Ja
O Nee
O Ja
O Nee
O Geen
O servicecontract aanwezig
WoCo/Part. Verhuurder: Staat onderhoud pand: Gebreken in woning: Vervuiling/ongedierte: Overlast van/aan buren: Woning efficiënt ingericht: Tuin: WA/inboedelverzekering:
VERHUIZEN Verhuiswens:
O Nee
O Ja, namelijk:
Woonpas aanwezig:
O Nee
O Ja
Urgentie:
O Aanwezig
O Nodig INRICHTING
Inboedel
Bank/stoelen
O Borden/bestek
O
Eet- salontafel:
O Bedden/beddengoed
O
Koelkast
O Kasten
O
Gasfornuis
O Wasmachine/droogrek
O
Kookgerei
O
VEILIGHEID Open bedrading:
O Ja
O Nee
Gasslang fornuis:
O Ja
O Nee
Brand-/ CO2 melder:
O Ja
O Nee
Vluchtweg:
O Ja
O Nee
Ventilatie in keuken:
O Ja
O Nee
Ventilatie in gehele woning:
O Ja
O Nee
Controle cv/kachel:
O Ja
O Nee
(kind)veilige omgeving:
O Onveilige stopcontacten O Traphekje ontbreekt O Anders:
O Gevaarlijke stoffen op kindhoogte O Valmogelijkheden kinderen
HUISHOUDEN Routine in het huishouden
O Ja
O Beetje
O Nee
Lukt het schoonmaken
O Ja
O Beetje
O Nee
Lukt het wassen
O Ja
O Beetje
O Nee
Lukt het boodschappen doen
O Ja
O Beetje
O Nee
Lukt het koken
O Ja
O Beetje
O Nee
Overig:
O Ja
O Beetje
O Nee
LEEFGEBIED 2: WERK & INKOMEN WERK Werk:
ACTIE
O Nee en niet op zoek naar werk O Nee en wel op zoek naar werk O Ja, maar wel op zoek naar een andere baan O Ja, maar huidige baan is onzeker/instabiel O Ja en tevreden met huidige baan
Huidige werkgever: Werkervaring: Toekomstplannen; wat wil je?
Gewenst beroep: Waarom: Leuke werkzaamheden van dit beroep: Minder leuke werkzaamheden:
Toekomstplannen; wat kan je?
Kwaliteiten/talenten: Sterke punten: Zwakke punten:
Kunt u/je zelf (vrijwilligers)werk vinden?
O ja
O misschien
O nee
Heeft u/je een ritme en dagstructuur?
O ja
O soms
O nee
INKOMEN Inkomen:
O Geen
Inkomenssoort:
O Betaalde baan
Uitkering:
O Nee, niet nodig O Nee, wel nodig
O Ja, welke:
Contact klantmanager
O Goed
O Wisselend
O Ja; O Stabiel O Instabiel O Onder bestaansminimum O Vrijwilligerswerk; O Uitkering O Geen
O Slecht
Klantmanager Inkomen Naam:
Tel:
Mail:
Klantmanager Werk
Naam:
Tel:
Mail:
Jobcoach
Naam:
Tel:
Mail:
Aanvullend inkomen nodig:
Bijzondere bijstand: O Inrichting/verhuizing O Witgoed O Pers. Hulpmiddelen O LDT O Kindertoeslag O Overig:
Overig: O Voedselbank O Kledingbank O Speelgoedbank O Kinderbijslag O Huurtoeslag O Zorgtoeslag O Fonds: O Overig:
Betaalt u/je vaste lasten O Ja zelf? O Nee, dat lukt niet O Nee, bewindvoerder, contactpersoon: O Nee, instantie, contactpersoon: O Nee, persoon en instantie samen, contactpersoon: Budgetteert u/je?
O ja
O niet altijd
O nee
INKOMSTEN:
UITGAVEN:
Loon/uitkering:
Huur/hypotheek:
Huurtoeslag/belastingvoordeel:
Gas/licht/water:
Zorgtoeslag
Verzekeringen:
Kindgebonden budget:
Ziektekosten:
Kinderbijslag:
Televisie/internet
Alimentatie:
(mobiele)telefoon(s): Auto:
Totaal:
Overige vaste lasten:
Te besteden: SCHULDEN Schulden?
O Nee
O Ja, ongeveer: €
Schuldhulpverlening?
O Nee
O Ja, instantie:
Contactpersoon:
Naam:
Tel:
Schuldeiser:
Schuld:
email: Regeling:
Mndbedrag:
O ja O nee O ja O nee O ja O nee O ja O nee O ja O nee Lukt het om geen (nieuwe) schulden te maken?
O ja
O net aan
O nee
ADMINISTRATIE Administratie in orde?
O ja
O nee
O deels:
Inkomsten / Uitgaven
Overzicht aanwezig? O ja
Digi D
O ja
O nee
O deels:
O nee
Heeft u/je goed (telefonisch) contact met instanties?
O ja
O soms
O nee
Verwerkt en ordent u/je alle post direct?
O ja
O soms
O nee
Houdt u/je een agenda bij (tijdsplanning)?
O ja
O soms
O nee
LEEFGEBIED 3: GEZONDHEID & HULPVERLENING BASISZORG
ACTIE
Huisarts:
O Nee
O Ja
Naam huisarts:
Tandarts:
O Nee
O Ja
Naam tandarts:
Bezoek tandarts:
O Nee
O Ja
Frequentie:
Zorgverzekering:
O Nee
O Ja:
O Basis
Gezondheidsklachten?
O Nee
O Ja, namelijk:
O Aanvullend
Hulpverleningsverleden: GESPECIALISEERDE ZORG Beperkingen?
Gespecialiseerde hulp?
Begeleider/coach/ contactpersoon: Is er sprake van een ziektebeeld? Medicatiegebruik? Heeft u last van bijwerkingen?
Naam: Tel: O Ja Welke: O Ja Welke: O Ja Welke:
Organisatie: E-mail: O Nee O Nee O Nee GEZOND LEEFPATROON
Dagelijks eetritme:
Ochtend: Middag: Avond: Tussendoortjes:
Voedingssupplement?:
O Nee
O Ja
Beweegt u voldoende?
O Nee Namelijk:
O Ja
Zwangerschap:
Gezinslid zwanger? Verloop zwangerschap:
Anticonceptie:
Gezinsleden op de hoogte? O Ja O Nee
O Ja
O Nee
PSYCHISCHE GEZONDHEID
Is er een diagnose gesteld?
O Nee O Ja
O In onderzoek Welke:
Medicatiegebruik
O Ja Welke:
O Nee
Bijwerkingen?
O Ja Welke:
O Nee
Zit u/je goed in uw/je vel? Bij beetje/nee:
O Ja Hoe komt dat?
O Beetje
O Nee
Wat zou u liever willen? Wat heeft u daar voor nodig? Op welke momenten zit u wel goed in uw vel? Ervaart u/je stress?
O Ja Hoe komt dat?
O Beetje
O Nee
Ervaart u/je slapeloosheid?
O Ja Hoe komt dat?
O Beetje
O Nee
Voelt u/je zich/je in staat O Ja O Beetje om met moeilijkheden Hoe komt dat? om te gaan? Bij beetje/nee: Wat zou u liever willen?
O Nee
Wat heeft u daar voor nodig? VERSLAVING Vorm verslaving
Middelen / Gamen / Gokken
Huidig gebruik middelen Roken / Heroïne / Cocaïne / Cannabis / Alcohol / Overig Geschiedenis/ verslavingsverleden:
Mogelijke terugvalperiodes? Wat verwacht u/je bij terugval van ons?
O Ja Aanleiding:
O Nee
LEEFGEBIED 4: OPVOEDING Zijn er kinderen in huis?
O Ja
O Nee (Bij Nee: dit leefgebied overslaan)
ONDERWIJSSTIMULEREND GEDRAG Zijn er kinderen op de basisschool (of peuterspeelzaal - PSZ)? Stel dan de volgende vragen: Naam: School: Klas: Leerkracht: Gaat het goed met de kind(eren) op school (of PSZ)?
O Ja
O Beetje
O Nee
O Weet niet
Goed met taal?
O Ja O Beetje O Nee O Weet niet
Goed met rekenen? Goede fijne motoriek? Goede concentratie?
O Ja O Beetje O Nee O Weet niet O Ja O Beetje O Nee O Weet niet O Ja O Beetje O Nee O Weet niet
Praat u geregeld met uw kind over O Ja
O Beetje
O Nee
O Beetje
O Nee
school/PSZ? Wilt u thuis extra aandacht aan
O Ja
school/PSZ besteden?
Indien ja, waaraan: Taal?
O Ja O Beetje O Nee
Rekenen? Goede concentratie?
O Ja O Beetje O Nee O Ja O Beetje O Nee
Fijne motoriek?
O Ja O Beetje O Nee
Zijn er vaste momenten waarop (u met) uw kind oefent?
O Ja
Heeft u goed contact met de school (of PSZ)?
O Ja
O Beetje
O Nee
O Beetje
O Nee
Zijn er kinderen op de middelbare school? Stel dan de volgende vragen: Naam: Niveau: Richting: Mentor: Vinden kinderen het leuk op school?
O Ja
O Beetje
O Nee
O Weet niet
Gaat het goed op school met
O Ja
O Beetje
O Nee
O Weet niet
ACTIE
cijfers/prestaties? Heeft ouder goed contact met de leerkrachten/mentor?
O Ja
O Beetje
O Nee
Weet ouder wanneer kind huiswerk O Ja heeft?
O Beetje
O Nee
Is er een rustige plek waar het kind schoolwerk kan doen?
O Ja
O Beetje
O Nee
Krijgen de kinderen extra ondersteuning via school?
O Ja Zo ja, wat?:
O Nee
KIND EN GEDRAG Gaat het goed met het gedrag van O Ja de kinderen op school?
O Beetje
O Nee
Gehoorzaam? Samen werken/samen spelen? Zelfvertrouwen? Emoties uiten en beheersen?
Gaat het goed met het gedrag van O Ja O Beetje de kinderen thuis? Gehoorzaam?
O Ja O Ja O Ja O Ja
O Beetje O Beetje O Beetje O Beetje
O Nee O Nee O Nee O Nee
O Ja
O Beetje O Nee
O Ja O Ja O Ja
O Beetje O Nee O Beetje O Nee O Beetje O Nee
O Nee
Samen werken/samen spelen? Zelfvertrouwen? Emoties uiten en beheersen? STRUCTUUR Gaat het goed met het slapen van uw kind(eren)?
O Ja
O Beetje
O Nee
Gaat het goed met het eten van uw kind(eren)?
O Ja
O Beetje
O Nee
Gaat het goed met het bewegen van uw kind(eren)?
O Ja
O Beetje
O Nee
PEDAGOGISCHE OMGEVING Bent u samen met de vader/moeder van de kinderen?
O Ja O Nee: Is er nog contact met vader/moeder? O Ja O Nee Bent u tevreden over hoe dit contact verloopt? O Ja O Nee Zo nee, hoe wilt u dat dit contact verloopt?
Zit u met uw mede-opvoeders op één lijn?
O Ja
O Beetje
O Nee
Heeft u voldoende, leeftijdsgepast speelgoed voor uw kinderen?
O Ja
O Beetje
O Nee
Is er hulpverlening actief (geweest) O Ja voor de kinderen?
O Nee
Naam kind: Instantie: Reden: Nu nog actief? O Ja O Nee Toestemming tot afstemming (indien nodig)? O Ja
O Nee
LEEFGEBIED 5: SCHOLING OPLEIDING
ACTIE
Hoogst genoten opleiding? Diploma's of certificaten?
O Nee
O Ja, welke:
Startkwalifcatie?
O Nee
O Ja, welke:
Schoolgeschiedenis:
Huidige opleiding:
O Volgt geen opleiding O Volgt geen opleiding, maar wil dit wel O Volgt de volgende opleiding: Opleiding: Niveau: Leerjaar: School:
Verloop huidige opleiding:
O Goed O Niet goed, namelijk: O Resultaten zijn onvoldoende O Conflicten met leerkrachten O Verzuim
Leer-werktraject?
O Nee
O Op zoek
O Ja, waar:
O Nee
O Op zoek
O Ja, waar:
O Nee
O Ja, wie:
Contactpersoon: Stageplek? Contactpersoon: Contact met leerplicht:
ALGEMENE VAARDIGHEDEN Inburgeringscursus gevolgd? O Ja, welke: Wanneer afgerond: O Nee Wel nodig? O Ja Nederlands taalonderwijs gevolgd?
O Nee
O Ja O Nee Wel nodig? O Ja
O Nee
Taalniveau nu: Moeite met lezen:
O Ja
O Beetje
O Nee
Moeite met schrijven:
O Ja
O Beetje
O Nee
Moeite met rekenen:
O Ja
O Beetje
O Nee
LEEFGEBIED 6: SOCIAAL FUNCTIONEREN NETWERK Contact met:
Ouders:
O Ja
O Deels
Kinderen: O Ja
O Deels
Overige familieleden: Vrienden: Buren: Hulpverleners:
O Nee O Nee
O Nee, wil wel O Nee, wil wel
Overig: VRIJETIJDSBESTEDING Wat doet u/je om te ontspannen? Sociale activering:
O Ja
O Nee, op zoek naar:
O Ja
O Nee, liever:
Bibliotheek:
O Ja
O Nee
Rotterdampas:
O Ja
O Nee
Vrije tijd/hobby's/sport: Zijn ouders het eens met vrijetijdsbesteding kind? Kerk e/o vereniging(en) & welke:
SOCIAAL EMOTIONELE ONTWIKKELING Ingevuld voor:
O kind
O amigo
O jongere
O moeder
O vader
Wat zijn uw/je goede eigenschappen? Heeft u/je zelfvertrouwen?
Kunt u/je voor jezelf opkomen?
Thuis: Op school/werk: Bij vrienden/familie: Op straat/buitenspelen: In andere situaties:
O Ja O Ja O Ja O Ja O Ja
O Beetje O Beetje O Beetje O Beetje O Beetje
O Nee O Nee O Nee O Nee O Nee
Thuis: Op school/werk: Bij vrienden/familie: Op straat/buitenspelen: In andere situaties:
O Ja O Ja O Ja O Ja O Ja
O Beetje O Beetje O Beetje O Beetje O Beetje
O Nee O Nee O Nee O Nee O Nee
Thuis: Op school/werk: Bij vrienden/familie: Op straat/buitenspelen: In andere situaties:
O Ja O Ja O Ja O Ja O Ja
O Beetje O Beetje O Beetje O Beetje O Beetje
O Nee O Nee O Nee O Nee O Nee
Thuis: Op school/werk: Bij vrienden/familie: Op straat/buitenspelen:
O Ja O Ja O Ja O Ja
O Beetje O Beetje O Beetje O Beetje
O Nee O Nee O Nee O Nee
O n.v.t. O n.v.t.
O n.v.t. O n.v.t.
Hoe doet u/je dat? Kunt u/je ‘nee’ zeggen als u/je iets niet wil?
Kunt u/je het vertellen als u/je ergens mee zit?
O n.v.t. O n.v.t.
O n.v.t. O n.v.t.
In andere situaties:
O Ja
O Beetje
O Nee
Thuis: Op school/werk: Bij vrienden/familie: Op straat/buitenspelen: In andere situaties:
O Ja O Ja O Ja O Ja O Ja
O Beetje O Beetje O Beetje O Beetje O Beetje
O Nee O Nee O Nee O Nee O Nee
Zie u/jij wel eens erg op tegen bepaalde dingen?
O Ja
O Beetje
O Nee
Wordt u/jij hierdoor belemmerd?
O Ja
O Beetje
O Nee
O Ja O Ja O Ja O Ja O Ja
O Beetje O Beetje O Beetje O Beetje O Beetje
O Nee O Nee O Nee O Nee O Nee
Als u/jij boos bent, hoe uit u/jij dit dan?
O n.v.t. O n.v.t.
Wat voor dingen zijn dat? Heeft u/jij een goede band met…
Familieleden: Vrienden: Klasgenoten/collega’s: Leidinggevenden: Anderen:
Accepteert u/je gezag van:
Vader: Moeder: Baas/leerkrachten: Vrienden: Professionals: Andere volwassenen:
Aan welke doelen moet het kind/de jongere volgens ouder(s) werken:
1. 2. 3.
O Ja O Ja O Ja O Ja O Ja O Ja
O Beetje O Beetje O Beetje O Beetje O Beetje O Beetje
O Nee O Nee O Nee O Nee O Nee O Nee
O n.v.t. O n.v.t. O n.v.t. O n.v.t. O n.v.t.
WERKHOUDING Ingevuld voor:
O kind
O amigo
O jongere
O Beetje
O Nee
Lukt het u/je om je aan de afspraken te houden op school/werk?
O Ja
Kunt u/je de aandacht vasthouden op uw/je werk/opleiding?
Werk: O Ja School: O Ja Bij luisteren naar uitleg: O Ja
O moeder
O Beetje O Beetje O Beetje
O vader
O Nee O Nee O Nee
LEEFGEBIED 7: VEILIGHEID & CRIMINALITEIT VEILIGHEID Voelt u/je zich veilig thuis?
O Ja
O Nee
Voelt u/je zich veilig in de wijk?
O Ja
O Nee
Hoe komt dat?
Is de wijkagent bekend? O Ja Naam:
O Nee
Conflicten in de buurt?
O Ja
O Nee
Conflicten in familiesfeer?
O Ja
O Nee
Sprake van huiselijk geweld?
O Ja: O Nee
O op dit moment
O in het verleden
POLITIE & JUSTITIE Politie- en justitiecontacten?
O Nee O Ja:
O Actueel
O In het verleden
Politie en justitieO Nee contacten gezinsleden? O Ja:
O Actueel
O In het verleden
Detentieverleden?
O Nee
O Ja
Detentieverleden gezinsleden?
O Nee
O Ja
Lopende rechtzaken?
O Nee O Ja, behoefte aan uitleg/ondersteuning bij het proces? RESOCIALISATIE
Reclasseringstoezicht?
O Nee
O Ja, naam:
organisatie:
O Ja
O Nee
SAMENVATTING Werkbegeleider: Coach 1: Coach 2: Algemeen beeld:
Gemaakte afspraken tijdens intake:
3.
Format Plan van Aanpak
Plan van aanpak
Opgesteld door: voornaam + achternaam
Gemeente Rotterdam Bureau Frontlijn - project - adres -
Datum: 00-00-0000 www.bureaufrontlijn.nl
1 Personalia Familienaam: Voornaam: Adres: BSN: Geboortedatum: Geboorteplaats: Dossiernummer (RIS/ADV): Aanmelddatum: Aanmelder: 2 Probleemanalyse 1. Algemeen beeld (momentopname)
2. Protectieve en risicofactoren: Niveau Persoon (eigenschappen, IQ, gezondheid, talent etc.)
Bescherming
Risico
Informeel netwerk (familie, vrienden, etc.) Formeel netwerk (school, buurt, jongerenwerk etc.) Gebeurtenissen
3. Huidige situatie Leefgebieden
Hulpvragen
Wonen Werk & Inkomen Gezondheid & hulpverlening Opvoeding Scholing Participatie Veiligheid & criminaliteit
4. Conclusie van de analyse
Ontbrekende vaardigheden
3 Plan van aanpak 1. Hoofdoel: 2. Doelen per leefgebied:
Datum start actie
Datum actie voltooid
Wie?
Datum start actie
Datum actie voltooid
Actiepunten
Wie?
Datum start actie
Datum actie voltooid
Doel/Vaardigheid
Actiepunten
Wie?
Datum start actie
Datum actie voltooid
Doel/Vaardigheid
Actiepunten
Wie?
Datum start actie
Datum actie voltooid
Wonen
Doel/Vaardigheid
Actiepunten/Instrumenten
Zwaar
Per doel/vaardigheid een regel. Gestandiseerd en automatisch ingevuld door systeem.
Gestandiseerd, gelinkt aan doelen/vaardigheden en automatisch ingevuld door systeem.
Doel/Vaardigheid
Actiepunten
Doel/Vaardigheid
Wie? Vaste keuzes in systeem: - zelf - eigen netwerk - BF (samen) - andere org.
Middel
Licht
Werk & inkomen
Zwaar Middel Licht
Gezonheid & hulpverl.
Zwaar Middel Licht
Opvoeding
Zwaar Middel Licht
Scholing
Zwaar Middel Licht
Participatie
Doel/Vaardigheid
Actiepunten
Wie?
Datum start actie
Datum actie voltooid
Doel/Vaardigheid
Actiepunten
Wie?
Datum start actie
Datum actie voltooid
Zwaar Middel Licht
Veiligheid & crimin.
Zwaar Middel Licht
5 Ondertekening Hierbij verklaren wij dat wij akkoord gaan met dit plan van aanpak en dat wij ons volledig zullen inzetten om de doelen te behalen.
Datum:
……………………….
……………………….
(Burger)
(Coach Bureau Frontlijn)
………………………… (Werkbegeleider Bureau Frontlijn)
4.
Koelkastplan
5.
Vragenlijsten Evaluatie
Evaluatievragen
Zijn deze doelen volgens u behaald? Doel uit PVA Waarom wel/niet?
Doel uit PVA Waarom wel/niet?
Doel uit PVA Waarom wel/niet?
Doel uit PVA Waarom wel/niet?
Zijn er andere dingen waar u nog vragen over heeft?
Vanuit RIS wordt automatisch een overzicht van behaalde en niet behaalde doelen weergegeven vanuit specifiek dossier O Ja O Beetje O Nee …………………………………………………………………………………………… Indien nee, noteer afspraak/vervolg: …………………………………………………………………………………………… O Ja O Beetje O Nee …………………………………………………………………………………………… Indien nee, noteer afspraak/vervolg: …………………………………………………………………………………………… O Ja O Beetje O Nee …………………………………………………………………………………………… Indien nee, noteer afspraak/vervolg: …………………………………………………………………………………………… O Ja O Beetje O Nee …………………………………………………………………………………………… Indien nee, noteer afspraak/vervolg: …………………………………………………………………………………………… O Ja O Nee Indien ja, wat……………………………………………………………………… Afspraak mbt deze vragen: …………………………………………………
Samenvatting resultaten begeleiding en eventuele afspraken
Hervatten begeleiding gewenst? Doorverwijzen gewenst?
Heeft de begeleiding u geholpen? Wat heeft u geleerd van de begeleiding?
O Ja O Nee Indien ja, afspraak: …………………………………………………………… O Ja O Nee Indien ja, naar……………………………………………………………………… Evaluatie begeleiding O Ja O Beetje O Nee
Wat zou u nog meer willen leren/anders willen?
Welk cijfer geeft u ons voor.. …het eerste huisbezoek/de intake? Waarom?
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 …………………………………………………………………………………………
…communicatie naar u toe? Waarom? …betrokkenheid bij u(w gezin)? Waarom? Welk cijfer geeft u de coach voor …houding? Waarom? …kennis? Waarom? …handelen? Waarom? Wat kunnen wij voortaan beter doen?
Overige opmerkingen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ………………………………………………………………………………………… 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 …………………………………………………………………………………………… 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 …………………………………………………………………………………………… 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 …………………………………………………………………………………………… 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ……………………………………………………………………………………………
7.
Grenzen & stappenplannen (illegaliteit, huiselijk geweld, kindermishandeling)
Motivatieproblemen Wanneer gedurende het begeleidingsproces problemen ontstaan rondom de motivatie van de moeder of vader dan wordt dit door de stagiaire en de begeleider met het gezin besproken. Soms is het nodig dat er duidelijke afspraken worden gemaakt zodat helder is wat moeder van de begeleiding kan verwachten en wat er van moeder verwacht wordt. Problemen rondom motivatie en vrijwillige participatie kennen nooit een standaardoplossing. Het is belangrijk om op bovenstaande procedure terug te vallen maar de beschreven procedure is niet altijd een oplossing op zichzelf. Je moet je ervan bewust zijn dat dit soort onderwerpen weerbarstige dilemma’s zijn binnen dit werk en het is dan ook erg belangrijk dat je de ruimte zoekt hierover met collega’s en begeleider in gesprek te gaan. Je kunt hen vragen naar ervaringen in soortgelijke situaties en je kunt bespreken hoe je grenzen kunt vaststellen en bewaken door hierover te praten en afspraken over te maken met het gezin. Dit kan bijvoorbeeld tijdens briefings en casusoverleggen. Het is ook belangrijk in je achterhoofd te houden dat er tijdens de eerste fase van de begeleiding (de A-fase) vaak sprake is van een grote mate van stress binnen de gezinssituatie. Indien je ernstig in de problemen zit en zorgen hebt over geld voor eten, ben je daar soms zo op gefocust dat je andere zaken (die misschien ook belangrijk zijn) minder prioriteit geeft. Het is hierdoor soms lastig om afspraken na te komen omdat mensen geen structuur in hun leven hebben. Ze zien soms door de bomen het bos niet meer’. Tijdens deze fase is het belangrijk dat de stagiaire het voortouw neemt en een tijdsinvestering doet in het gezin. Vaak moet er even wat extra energie in het gezin vanuit de kant van de hulpverlening om het machinetje weer draaiend te krijgen. Op een gegeven moment moet je ook iets terug kunnen verwachten van de cliënt en het is daarom wel belangrijk om vanaf het begin te focussen dat ouders zelf ook zaken oppakken (dat kan ook in ‘het klein’; zoals het posten van een brief). Zelfredzaamheid (hoe klein dan ook) is dus tegelijkertijd een aandachtspunt vanaf het begin van de begeleiding. De balans tussen input vanuit hulpverlening en vanuit cliënt ligt echter in de acute fase iets meer bij de hulpverlener en gaat wordt gedurende de begeleiding verschoven naar de gezinsleden zelf. Illegaliteit Het algemene uitgangspunt dat in alle situaties geldt wanneer illegale situaties worden aangetroffen: ‘wat niet mag, moet stoppen. We kunnen wel helpen met het vinden van een oplossing maar die oplossing past binnen de kaders van de wet.’ Indien er illegale situaties voordoen wordt dit in de eerste plaats expliciet benoemd richting het gezin. Vaak is het hierbij belangrijk te wijzen op consequenties die de illegale situatie met zich meebrengen. Soms is het mogelijk om een termijn te stellen waarbinnen het probleem opgelost moet zijn. Daarbij spreek je af wat de rol van het gezinslid is, en wat het gezinslid kan verwachten van de stagiaire. Afhankelijk van de situatie kan dit schriftelijk worden vastgelegd. Het kan voorkomen dat je in aanraking komt met illegale situaties binnen het gezin. Voorbeelden hiervan zijn illegale bewoning, uitkeringsfraude, kindermishandeling of huiselijk geweld. Maar er zijn nog tal van andere zaken te bedenken die onder het onderwerp illegaliteit kunnen vallen. Illegale situaties zijn niet altijd direct zichtbaar of aantoonbaar, soms heb je een ‘onderbuik-gevoel’. Enerzijds is het belangrijk een einde te maken aan illegale situaties, anderzijds moet de algehele situatie waar het gezin zich in bevindt in ogenschouw genomen worden. Het zoeken naar oplossingen moet dus altijd nadrukkelijk worden gestimuleerd. Uiteindelijk zijn de consequenties van illegale situaties (‘straffen’) namelijk niet altijd positief voor het welzijn van het kind in het gezin. Uiteindelijk is er een verplichting om actie te ondernemen indien illegale situaties voortduren. Hoe die actie eruit ziet is sterk afhankelijk van de situatie. De begeleider draagt hiervoor de eindverantwoordelijkheid. Soms komen er situaties voor waarin de stagiaire onder druk wordt gezet door gezinsleden. Dit kan op verbale en fysieke wijze. Mocht de stagiaire zich op wat voor manier dan ook onder druk gezet voelen; dan meldt hij dit altijd bij de begeleider (via direct contact, in casusoverleggen of in briefings). De stagiaire en begeleider bespreken de situatie uitgebreid en bekijken samen hoe ze hierop gaan handelen. Indien er een duidelijk incident heeft plaatsgevonden dan gaat de begeleider een gesprek aan met de cliënt om de consequenties van zijn of haar gedrag te bespreken. De begeleider houdt nauwlettend in de gaten of deze consequenties moeten worden opgevolgd en houdt hiermee ook de positie en veiligheid van de stagiaire in de gaten.
Protocollen Ten eerste hebben wij een protocol over hoe te handelen in situaties waarbij sprake is van geweld achter de voordeur. Ten tweede hebben wij een protocol wanneer kindermishandeling geconstateerd wordt. Hieronder worden de twee protocollen besproken. Kindermishandeling Net als bij situaties waarbij sprake is van geweld achter de voordeur, is het zaak om situaties van kindermishandeling goed te handelen. Overleg ook hierom uitgebreid met de teamleider/werkbegeleider (ook WB in dit schema) . Dit geldt voor situaties waarbij er zeker sprake is van kindermishandeling, maar misschien nog wel meer in de situaties waarbij je slechts een vermoeden hebt. Het protocol voor kindermishandeling ziet er als volgt uit:
1. signalen verzamelen
2.2.Bespreken met Bespreken met Interventiewerkbegeleider (WB) specialist
3. bellen met AMK voor advies
4. Gesprek door 4. Gesprek door interventiewerkbegeleider specialist
5. Ouders blijven in begeleiding?
nee
6. Aanmelden bij LZN
nee
8. Bespreken dat melding gedaan moet worden bij het AMK
ja 7. Ouders willen meewerken aan oplossing ja 9. Verwijzing naar hulpverlenende instantie
10. Melding doen bij AMK
Geweld achter de voordeur Geweld kan op verschillende manieren worden geconstateerd. Cliënten kunnen tegen je zeggen dat het speelt maar je kunt het ook signaleren. Als het speelt, is het belangrijk dat je weet hoe je moet handelen. Het protocol voor geweld achter de voordeur staat op de volgende pagina. Het is belangrijk om te weten dat je als coach/stagiaire niet buitenspel gezet wordt (ook al staat bij stap 4 dat de werkbegeleider de casus overneemt). Aangezien situaties met geweld lastige situaties zijn, is het aan te raden dat de werkbegeleider nauw betrokken is bij de casus. Houd de werkbegeleider daarom heel goed op de hoogte van wat allemaal speelt! Je kunt bij je werkbegeleider ook advies inwinnen voor eventuele begeleiding voor slachtoffer en/of pleger.
Binnen Rotterdam bestaat er een Meldpunt Huiselijk Geweld. Informatie over hulpverlening en advies over hoe je in deze situaties als hulpverlener moet handelen staan op hun website (http://www.ggdrotterdamrijnmond.nl/huiselijk-geweld.html). Het is raadzaam om je goed te laten adviseren en voorlichtingen in situaties waarin huiselijk geweld een rol speelt. Raadpleeg voor algemene informatie het ASHG en indien je hulp in wilt schakelen voor een specifieke cliënt dan kun je hulp inschakelen van de LTHGcoordinator (Lokaal Team Huiselijk Geweld).
1. Signalen verzamelen
2.2.Bespreken Bespreken metmet interventiewerkbegeleider (WB) specialist
3. Contact met Advies- en Steunpunt Huiselijk geweld
4. Signalen 4. signalenzijn zijn zo zo ernstig dat ernstig dat WB IVS overneemt overneemt
5. Blijven monitoren
nee
ja 6. Gesprek door 6. Gesprek door WB IVS met met slachtoffer slachtoffer
ja 7. Slachtoffer geeft HG toe
nee
8. Slachtoffer blijft in begeleiding
nee
9. Melden bij LZN
ja 10. Gesprek slachtoffer en pleger
nee
11. slachtoffer verwijzen naar AMW
nee
15. Pleger melden bij LTHG
ja 12. Gesprek met pleger zonder slachtoffer
13. IVS 13. WB organiseert organiseert gesprek gesprek
14. Pleger wil gedrag veranderen ja 16. Passende begeleiding zoeken
8. 9.
Standaard Trainingen Standaard Materiaal
10.
Protocol Werkbezoeken
Wij krijgen vaak bezoek van ‘externen’ (zoals een directeur van een gemeentelijke dienst, een wethouder of andere politici). Zij zijn geïnteresseerd in de manier waarop wij werken. Voor het voortbestaan van de werkwijze van Bureau Frontlijn is het van groot belang dat veel mensen bekend worden met onze aanpak. Om beter te worden en onszelf steeds te ontwikkelen krijgen we mensen over de vloer die dit proces vanuit hun functie kunnen steunen of die ervan willen leren voor hun eigen organisatie. Wanneer ‘externe belangstellenden’ langskomen om een ‘kijkje in de keuken’ te krijgen dan is het meest representatief om deze belangstellenden mee te laten gaan op een huisbezoek. Op die manier kunnen zij het beste zien wat de methodiek inhoudt. Ze kunnen aan de moeders vragen stellen over wat zij zélf van de begeleiding vinden en de coaches kunnen een beeld schetsen van hun werkzaamheden. De burgers en de coaches weten het meest van het ‘echte werk’ en kunnen dit dan ook het beste zélf vertellen. Jullie zijn ervaringsdeskundigen! Jullie medewerking is dan ook van groot belang. Uitgangspunten: de gezinnen zijn goed voorbereid en weten wat hen te wachten staat de basiscoaches zijn altijd in koppelvorm aanwezig tijdens het huisbezoek (of vergezeld door interventiespecialist) bij onstabiele gezinnen geen huisbezoek met externen vanwege de kwetsbaarheid van het contact Hoofd Bureau Frontlijn wijst werkbezoeken toe aan betrokken team(s)
Zo vroeg mogelijk, minimaal 1 week voor bezoek
Projectleider stelt een verantwoordelijk werkbegeleider of meerdere werkbegeleiders aan
Zo vroeg mogelijk,
om huisbezoeken te organiseren. De projectleider maakt een programma en mailt dit aan
minimaal 1 week voor
betrokkenen rond. Projectleider mailt daarnaast ook wat achtergrond van gasten is en met
bezoek
welke doel zij op bezoek komen. Burgers worden benaderd door coach/stagiaire of werkbegeleider. Er wordt een afspraak
Minimaal
gepland voor een voorbereidingsgesprek (kan ook telefonisch). Bij grote omvang van
1 week voor het bezoek
bezoek (meer dan 2 bezoeken): er worden zogenaamde ‘reservegezinnen’ benaderd. Aan hen wordt duidelijk gecommuniceerd dat we in geval van uitval bij hen op bezoek komen. Verantwoordelijke werkbegeleider maakt een plan en bij grote omvang van bezoek een
Minimaal 1 week voor het
draaiboek. Hierin staan de gezinnen die benaderd zijn en hebben aangegeven mee te
bezoek.
werken (óók: een lijst met ‘reservegezinnen’). Deze lijst wordt doorgestuurd naar alle medewerkers die bij het bezoek betrokken zijn. Voorbereidingsgesprekken vinden plaats met gezinnen en stagiaires/coaches:
Minimaal een dag voor het
Qua gezinnen: verwachtingen m.b.t. het gesprek worden uitgesproken. Verder worden er
bezoek
concrete afspraken gemaakt met moeder. (Hoe laat? Wie komt er? Hoe lang zal het gesprek duren?) – kan ook telefonisch Qua betrokken stagiaires/coaches: besproken wordt wie komen, wat het doel is van het bezoek, waar de mogelijke meerwaarde van het bezoek voor ons project zit. Daarnaast wordt de inhoud van het bezoek besproken (wat gaat er gebeuren? Wat wordt er besproken? Is nog voorbereiding benodigd?) – kan in de briefing Een laatste ‘check’ vindt plaats (door student of interventiespecialist). Idealiter bij bewoner
De (vroege) ochtend op de
thuis anders telefonisch. Nagevraagd wordt of moeder echt thuis is en weet wat er gaat
dag van het huisbezoek
gebeuren. Op basis hiervan worden (eventueel) reservegezinnen gebeld.
Het huisbezoek vindt plaats.
Tijd en datum te bepalen.
Er vindt een korte evaluatie tussen bewoner en medewerker plaats. Gevraagd wordt hoe
Of op dezelfde dag als het
bewoner het vond. Ook wordt de vraag gesteld of moeder vaker bezoek wil ontvangen/
bezoek, of een dag/ twee
haar verhaal wil doen. Een klein presentje wordt overhandigd (coach of werkbegeleider
dagen erna.
zorgen dat er een presentje beschikbaar is).
11.
Opschaling & Knelpunten
Bekijk prezi: http://prezi.com/hn5hhdkxws2l/?utm_campaign=share&utm_medium=copy&rc=ex0share Een knelpunt is een actiepunt dat moeizaam of niet van de grond komt zodat het gezin in een onwenselijke en soms gevaarlijke situatie terecht komt. We kunnen hierbij denken aan zaken variërend van het uitblijven van maand- of weekgeld door de KBR tot een dringende behoefte aan opvoedingsondersteuning via een indicatie van Jeugdzorg etc. Knelpunten kunnen zich op twee manieren manifesteren: - Stelselmatig bij verschillende gezinnen maar met dezelfde oorzaak - Zeer ernstige en ingewikkelde problematiek waarbij vaak vele verschillende actoren betrokken zijn en waar geen oplossing voor komt (of waarbij de oplossing onacceptabel lang duurt) Het signaleren, beschrijven en aanpakken van knelpunten neemt een belangrijke positie in binnen de begeleiding van gezinnen. Via deze functie levert Bureau Frontlijn opbouwende kritiek aan betrokken instanties die soms niet goed zijn ingericht op de cliënten, of steken laten vallen. Hiermee worden vanuit de frontlinie (de realiteit, met de poten in de modder) signalen doorgegeven aan management en beleidsmakers op verschillende niveaus zodat zij beter kunnen anticiperen op de realiteit van hun doelgroep. Via deze opbouwende kritiek zouden betrokken instanties en gemeentelijke diensten hun werkprocessen beter kunnen inrichten op de vraag van de burger. Van alle teamleden wordt gevraagd alert te zijn op het signaleren van deze knelpunten. Dit begint al op het niveau van de coach die in het logboek in RIS een knelpunt kan beschrijven. Deze knelpunten worden met de werkbegeleider besproken in het casusoverleg of (indien sprake is van een urgente situatie) tijdens de briefings. Als de coach het knelpunt niet kan oplossen, adviseert de werkbegeleider hem of haar daarbij. Waar nodig neemt de werkbegeleider ook zélf initiatief. Als ook dit niet het gewenste resultaat oplevert dan laat de werkbegeleider zich adviseren door de projectleider. Dit kan dagelijks (indien sprake van een urgente situatie) of tijdens het gezamenlijke casusoverleg. Hier zit wederom een ‘opschalingsmogelijkheid’; wanneer het knelpunt niet wordt opgelost kan de projectleider initiatief nemen om de situatie op te lossen. Zowel coach, als werkbegeleider als projectleider kunnen in dat geval contact opnemen met contactpersonen uit het netwerk. Daarnaast kan ook worden uitgeweken naar juridische stappen (zoals sociaal raadslieden of een advocaat). Als er binnen het team geen oplossing kan worden gevonden dan bespreekt de projectleider het knelpunt met Bureauhoofd. Naar aanleiding hiervan kunnen verschillende actie’s worden uitgezet zoals gesprekken met directie van betrokken organisaties, maar ook een klacht bij de ombudsman behoor tot de mogelijkheden. Deze mogelijkheden vindt je terug in het schema. Het schema loopt van beneden naar boven, dit betekent dat je eerst de eerste stap moet hebben gezet, voordat uitgeweken kan worden naar de volgende stap. Los van de inspanning naar de concrete oplossing van het probleem toe, dient er op elk niveau ook inspanning te gaan naar het beschrijven van het knelpunt zodat hier een toekomstles uit gehaald kan worden. Je kunt ervan uitgaan dat deze informatie (via de projectleider) ook gedeeld wordt met de betrokken instantie/organisatie.
President Rutte
Ombudsman
Directie betrokken organisatie
Barend (hoofd Bureau Frontlijn)
Projectleider
Juridische stappen (advocaat, sociaal raadslieden, bezwaar)
Werkbegeleider
Coach
Gezin
Betrokken medewerker organisatie
12.
Gedragscode Bureau Frontlijn
Een gedragscode is een verzameling normen en waarden waarmee Bureau Frontlijn aan iedereen laat zien waar wij voor staan en wat wij belangrijk vinden in het zakelijke en maatschappelijke verkeer. De gedragscode moet duidelijkheid scheppen over wat wel en niet is toegestaan. De gedragscode is van toepassing voor iedereen die werkzaam is bij Bureau Frontlijn. Werknemers, uitzendkrachten, stagiaires, vrijwilligers, gedetacheerde of ander ingehuurd personeel. 1. Goed ambtenaarschap Je bent onderdeel van de overheid. Je dient het algemeen belang en probeert met handelen het vertrouwen in de overheid te steken. Je houdt je aan de wettelijke voorschriften en aan algemeen aanvaarde gedragsregels. Je treedt correct op tegen burgers en bedrijven en treedt klanten met respect tegemoet. Je discrimineert niet en verleent geen voorkeursbehandelingen. Je voert je werk op een professionele, klantgerichte manier uit. Je geeft de ambtelijke leiding en de klanten tijdig de juiste, relevante en volledige informatie. Situaties waarin je niet volgens jouw professionele normen kan werken, stel je intern direct aan de orde. Je gaat respectvol met je collega’s om. Je houdt er rekening mee dat normen en waarden onderling kunnen verschillen. Je bent aanspreekbaar op gedrag. Je gaat verantwoord om met middelen van Bureau Frontlijn (gelden, diensten, goederen, kennis). Je vermijdt het maken van onnodige kosten. Je draagt verantwoordelijkheid voor je eigen handelen. Je kunt de keuzes die je binnen je werk maakt verantwoorden. Je komt gemaakte afspraken na en bent daarop aanspreekbaar. Je ondersteunt de verantwoordelijkheid van je leidinggevende door hem of haar waar nodig te informeren. 2. Vertrouwelijke informatie Je gaat binnen en buiten je werk zorgvuldig om met persoonlijke gegevens van burgers, gegevens van diensten, bedrijven en instellingen, politiek gevoelige informatie en andere informatie die in handen van buitenstaanders de belangen van Bureau Frontlijn kan schaden. Je gaat functioneel om met gevoelige informatie. Informatie waarover je van leidinggevenden een geheimhoudingsplicht hebt opgelegd, houd je geheim. Je respecteert de privacy van (externe en interne) klanten, leveranciers en overige zakelijke relaties en collega’s. Je gebruikt financiële informatie en voorkennis van beleid voor de uitoefening van je functie en niet voor andere doeleinden. Je ‘lekt’ geen vertrouwelijke informatie vanuit Bureau Frontlijn naar buiten. Je laat niet uit slordigheid buitenstaanders meeluisteren naar een gesprek over het werk of meekijken naar interne stukken van Bureau Frontlijn zelf of van een klant van Bureau Frontlijn. Je zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig zijn opgeborgen als je je werkplek verlaat en dat je computer is afgesloten. Je verstrekt geen informatie aan media zonder overleg met het hoofd van Bureau Frontlijn. 3. Nevenfuncties Binnen Bureau Frontlijn zijn nevenfuncties feitelijk niet gewenst. Bij het aangaan van een nevenfunctie (ook wanneer dit geen raakvlakken heeft met je functie-uitoefening) wordt hier vooraf toestemming voor gevraagd bij het hoofd van Bureau Frontlijn. Voorbeelden van nevenactiviteiten zijn bestuursfuncties, vrijwilligerswerk of een eigen bedrijf. Je meldt activiteiten die (kunnen) leiden tot een botsing of onverenigbaarheid met belangen van Bureau Frontlijn waar je in je functie mee te maken hebt. Je meldt een nevenactiviteit ook als deze het risico op schade met zich mee kan brengen voor de organisatie. Bijvoorbeeld: ethisch of politiek omstreden privé-activiteiten van ambtenaren. Je realiseert je dat het oordeel
van de buitenwereld belangrijk is. Als je nevenactiviteit de schijn van belangenverstrengeling wekt, is dit ook schadelijk voor het vertrouwen van de overheid. Ook financiële belangen in de privé sfeer kunnen een onafhankelijke besluitvorming in de weg staan of de schijn daarvan hebben. Als de organisatie niets weet van je financiële belangen, ben je de enige die kan inschatten of dat belang zich verdraagt met je functie- uitoefening. Heb je in de je functie een relatie met een bedrijf waar je persoonlijk een financieel belang in hebt, vermijd dan risico’s en bespreek dit met je leidinggevende. 4. Geschenken Je gaat verantwoordelijk om met geschenken, aanbiedingen en vergoedingen. Je accepteert geen geschenken als die je onafhankelijke opstelling ten opzichte van Bureau Frontlijn kan beïnvloeden. Minstens even belangrijk is dat de schijn van belangenverstrengeling vermijdt, ook al is van belangenverstrengeling geen sprake. Al te nauwe contacten en regelmatig aannemen van kleine geschenken is onwenselijk. Aanbiedingen voor privé werkzaamheden, kortingen op privé goederen en andere gunsten accepteer je niet. Je accepteert geen geldbedragen. Je vraagt nooit gunsten voor jezelf aan derden. Bedrijfsattenties (agenda’s, kalenders, pennen, hebbedingetjes) mag je accepteren voor zover dit niet een gezamenlijke waarde van € 25,- te boven gaat. Een kerstpakket is niet toegestaan en weiger je beleefd. Geschenken die op je huisadres worden aangeboden accepteer je niet. Geschenken die worden aangeboden voor het goed uitvoeren van een klus mogen worden geaccepteerd tot een bedrag van € 50,- Ook een afscheidsetentje mag je accepteren. Een combinatie is eveneens toegestaan. Je stelt je leidinggevende zo snel mogelijk op de hoogte van aangeboden geschenken die je niet hebt geaccepteerd en van in vooruitzicht gestelde geschenken. 5. Uitnodigingen Je gaat verantwoord om met uitnodigingen voor reizen, congressen, evenementen, lunches en diners. Je beoordeelt of een uitnodiging relevant is voor Bureau Frontlijn. Je bespreekt alle uitnodigingen met je leidinggevende. Je bent ervoor verantwoordelijk dat de leiding op de hoogte is van het reilen en zeilen binnen je functie uitoefening. Blijkt achteraf een uitnodiging meer te hebben omvat dan ingeschat, laat dit dan aan je leidinggevende weten. 6. Voorzieningen en personeelsregelingen Je houdt privé gebruik van e-mailsysteem, internet, (mobiele) telefoon, kopieerapparaat en dergelijke beperkt. Je zorg ervoor dat dit je dagelijkse werkzaamheden niet hindert. Je laat je privé gebruik van gemeentelijke apparatuur openlijk zijn, zodat je erop kunt worden aangesproken. Je leidinggevende of collega kan een andere opvatting hebben van ‘beperkt gebruik’ dan jijzelf. Je neemt geen gemeentelijke eigendommen mee naar huis. Het leven van eigendommen voor privé gebruik is alleen mogelijk als je daarvoor vooraf toestemming van je leidinggevende hebt gekregen. Je doet geen privé-bestellingen via de gemeente. Je verzendt geen ongefrankeerde privé post via de postkamer. Je declareert alleen kosten die je hebt gemaakt. Je maakt eerlijk gebruik van regelingen voor het personeel, zoals kinderopvang of de fietsregeling. Verantwoord gebruik van gemeentemiddelen betekent ook het naleven van de werktijden en de regels bij ziekteverzuim. 7. (tegengestelde) belangen Je bent alert op situaties in je werk waarin je met privé relaties te maken krijgt, zoals familieleden, vrienden en ex-collega’s. Je licht je leidinggevende in over aanvragen en offertes van vrienden, familieleden of bedrijven
waarin familie of vrienden werkzaam zijn. Je bent terughoudend met het geven van adviezen aan bekenden in de privé-sfeer. Je bent bedacht op botsingen van belangen. 8 Integriteit Je bespreekt twijfels over de integriteit van collega’s zo veel mogelijk met henzelf. Is dit niet mogelijk of leidt dit niet tot positief resultaat, dan licht je de leidinggevende of het hoofd van Bureau Frontlijn in. Je bent ook zelf aanspreekbaar op je handelen en uitlatingen. Collega’s en burgers kunnen je werkwijze of je worden anders ervaren dan je bedoelt. Je meldt een vermoeden van fraude of corruptie bij je leidinggevende of het hoofd van Bureau Frontlijn. Bij vermoedens van fraude, maar ook bij andere twijfelachtige zaken licht je je leidinggevende of het hoofd van Bureau Frontlijn in. Wil je dat niet bekend wordt dat je de misstanden aankaart, dan kun je via de vertrouwenspersoon een melding doen. Als leidinggevende geef je het goede voorbeeld. Je bent open over je manier van werken. Je bent aanspreekbaar op je werkwijze en je houding naar medewerkers. Bij twijfel en vragen over de juiste handelswijze kunnen medewerkers bij jou als leidinggevende terecht. Je bespreekt twijfels en vragen over integriteit in werkverband en stimuleert medewerkers hetzelfde te doen. Je bent alert op risicogevoelige situaties waarin medewerkers terecht kunnen komen en draagt bij aan hun weerbaarheid daartegen. Je spreekt medewerkers aan op dubieus gedrag, maakt afspraken en treft zonodig maatregelen. Werken voor Gemeente Rotterdam is kiezen voor dienstverlening, integriteit en dienstbaarheid aan het openbaar bestuur. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst de ambtelijke integriteit in breder perspectief, te weten de volgende kernwaarden: Vertrouwen … van burgers krijgen. Om dat steeds verder te versterken. Weten wat er leeft in onze stad, altijd kunnen uitleggen wat daaraan jouw bijdrage is. Je levert vraaggerichte dienstverlening, maar zorg ook voor correcte en consequente handhaving. Verantwoording … voor alles wat je doet. En ook toegeven, als er eens iets misgaat. Met als belangrijkste leidraad; afspraak is afspraak. Onafhankelijkheid … door iedereen gelijk te behandelen. Zorgvuldigheid … voor de spullen waarmee je werkt. Voor de tijd die je te besteden hebt. Met alle mogelijke flexibiliteit, maar met voorrang voor het werk als dat daarom vraagt. Begrip … voor anderen, door je in hun situatie te verplaatsen. Discretie … door te laten merken dat vertrouwelijke informatie bij jou in goede handen is en daaraan extra aandacht te geven als het gaat om privé gegevens van wie dan ook. Respect … voor iedereen, burgers en collega’s. Professionaliteit … in de uitoefening van je vak en bij de ontwikkeling van je vaardigheden. Samenwerking Door je hulp aan te bieden als die nodig is en om hulp te vragen als je die nodig hebt. Je kijkt daarbij ook weleens over de grenzen van je eigen organisatie heen. Helderheid … door te laten zien wat je doet en te vertellen waarom je het zo doet.
13. 14.
Rapportagecyclus in RIS – handleiding Studentbegeleiding