Nota voor
:
vergadering algemeen bestuur
Datum
:
18 december 2014
Onderwerp
:
Opleidingsinstituut VNOG
Agendapunt
:
6
Kenmerk
:
AB/1423
Bijlage: 2
Portefeuillehouder:
J.A. Gerritsen
Inleiding De VNOG heeft een eigen opleidingsinstituut dat brandweeropleidingen verzorgt tot en met het niveau van bevelvoerder. In het landelijk project Versterking Brandweeronderwijs onderzoekt Brandweer Nederland hoe de kwaliteit van het brandweeronderwijs kan worden versterkt en de versnippering kan worden verminderd. Daarbij wordt gestreefd naar efficiëntere landelijke samenwerking. Dit project moet leiden tot vereenvoudiging van de infrastructuur en de verbetering van het brandweeronderwijs. Aangezien dit landelijke project nog enige tijd zal vergen, heeft het DB in april besloten om, hierop vooruitlopend, onderzoek te doen naar de mogelijkheid van versterking door samenwerking met de BOGO (Brandweeropleidingen Gelderland en Overijssel). Dit is vastgelegd in een intentieovereenkomst tussen BOGO en VNOG, die op 30 april is ondertekend door beide partijen. De projectfase, waarin BOGO en VNOG gezamenlijk onderzoek hebben gedaan naar de mogelijkheden voor samenwerking, is afgerond. Naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek is in het DB van 27 november jl. is besloten deel te nemen aan de stichting BOGO. Het DB heeft de bevoegdheid om hiertoe te besluiten “indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang” 1. Door deelname in de stichting BOGO wordt het openbaar belang gediend, doordat de VNOG het verzorgen van opleidingen voor brandweermensen onderbrengt bij stichting BOGO. Het besluit om deel te nemen in de stichting BOGO behoeft goedkeuring van Gedeputeerde Staten (op grond van artikel 155 Gemeentewet, zoals die luidde tot 7 maart 2002’). Deze goedkeuring kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. De procedure bij de provincie wordt in gang gezet. Advies-besluit 1. In te stemmen met de overeenkomst met de BOGO; 2. In te stemmen met de bijbehorende aanpassing van het formatieplan.
1
Deze bevoegdheid is gebaseerd op artikel 33 WGR en artikel 155 Gemeentewet, zoals die luidde tot 7 maart 2002, in combinatie met artikel 6 lid 1 van de Gemeenschappelijke regeling VNOG en het delegatiebesluit van uw AB.
1
Beoogd effect Invulling geven aan de doelstellingen van het Projectplan Versterking Brandweeronderwijs, het borgen van kwaliteit van de opleidingen en uniformiteit binnen Oost 5. Op dit moment is de VNOG de enige veiligheidsregio in Oost 5 die nog geen deel uitmaakt van de BOGO. Argumenten 1.1 In de overeenkomst zijn de uitvoeringsafspraken voor samenvoeging vastgelegd Tussen april en oktober heeft de ingestelde projectgroep VNOG/BOGO onderzocht welke aspecten spelen bij samenvoeging en hoe deze kunnen worden georganiseerd. De basis hiervoor was de intentieovereenkomst van april en de daarin benoemde onderwerpen. De aspecten zijn benoemd in de voorliggende overeenkomst. 1.2 De OR heeft positief geadviseerd omtrent de samenvoeging. Op grond van de WOR artikel 25 lid 1 sub d heeft de OR adviesrecht. 2.1
Het formatieplan kan worden aangepast, aangezien een passende oplossing voor de betrokken medewerkers is gevonden Het DB heeft in september in overleg met (en na instemming door) het GO besloten dat kon worden afgezien van een apart sociaal plan voor de betrokken medewerkers. Voorwaarde om af te zien van een apart sociaal plan was dat voor het betrokken VNOG personeel maatwerkoplossingen gevonden zouden worden. Deze maatwerkoplossingen zijn uitgewerkt in overleg met de betrokken medewerkers. Kanttekeningen 2.1 Voor en effectuering van de samenvoegingsovereenkomst is instemming van het bestuur van de BOGO vereist Het bestuur van de BOGO heeft met de ondertekening van de intentieovereenkomst al laten blijken positief te staan tegenover de samenvoeging. Gedurende de looptijd van het project is het bestuur van de BOGO op de hoogte gehouden van de gang van zaken. De overeenkomst met de BOGO wordt zowel aan uw bestuur als aan het bestuur van de BOGO ter instemming wordt voorgelegd. 2.2
Opleidingen worden voortaan niet meer intern georganiseerd, maar er is sprake van inkoop (bij de BOGO) Op grond van de wet- en regelgeving voor aanbesteding vallen opleidingen onder de categorie ‘2B Diensten’. Voor deze categorie geldt geen verplichting tot aanbesteding. Uitvoering/ communicatie/ inwerkingtreding De statuten van de BOGO zijn zodanig geformuleerd, dat geen statutenwijziging nodig is voor toetreding van de VNOG. De betrokken medewerkers en instructeurs zijn gedurende de loop van het project regelmatig op de hoogte gesteld van de voortgang. Na instemming van het AB zullen de medewerkers die overgaan naar de BOGO formeel worden ontslagen bij VNOG en aangenomen bij BOGO. Rapportage/ evaluatie Begin 2016 vindt een gezamenlijke evaluatie plaats met de BOGO, met als doel de samenwerking in 2016 verder te optimaliseren.
2
Personele consequenties De consequenties voor de VNOG leiden tot de volgende formatiewijziging. Administratie
Huidige formatie Opleidingsinstituut VNOG 2,09 fte
Opleidingscoördinator
2fte
Regionaal opleidingsmanager / Trajectbegeleider Leidinggeven Vakbekwaam worden Beleidswerkzaamheden Vakbekwaam worden
geen
Formatie na samenvoeging met de BOGO Geen (1,56 formatie gaat over naar BOGO) (0,53 fte was vacature en vervalt) Geen 1 fte formatie gaat over naar BOGO en 1 fte vervalt 1 fte (nieuwe formatie VNOG)
0,3
-
Geen Wordt uitgevoerd door leidinggevende
0,3 fte
Drie medewerkers van ‘Vakbekwaam worden’ van de VNOG gaan over naar de BOGO (totaal 2,56 fte). Daarbij zijn maatwerkoplossingen gevonden voor zover er grote afwijkingen waren in de (secundaire) arbeidsvoorwaarden. De formatie van 0,3 fte voor (beleidswerkzaamheden) Vakbekwaam worden bij de VNOG blijft structureel en wordt ingevuld door de teamleider Vakbekwaamheid. Een medewerker ‘Vakbekwaam worden’ (1,0fte) zal bij de VNOG blijven; ook hier is een maatwerkoplossing gevonden2. De vacature voor de nieuwe functie van ‘Regionaal opleidingsmanager / Trajectbegeleider’ (1,0fte) bij de VNOG is breed uitgezet in de VNOG organisatie. Instructeurs VNOG De instructeurs die nu de opleidingen voor de VNOG verzorgen zijn niet in dienst van de VNOG, maar ontvangen een vergoeding via een Payroll constructie. De BOGO zal via een vergelijkbare constructie zoveel mogelijk een beroep op de VNOG instructeurs voor Vakbekwaam Worden. De vergoedingsregeling van de BOGO is dan van toepassing3. De BOGO draagt tevens zorg voor een bijscholing voor alle VNOG leerganginstructeurs om te komen tot het niveau van nieuwe instructeur. De VNOG stelt hiervoor middelen beschikbaar uit het ESF fonds. Cursisten De cursisten zijn voor het merendeel vrijwilligers. De cursisten zullen weinig merken van de veranderingen. Opgave aan de leergang loopt nu en straks via de postcommandant en / of het cluster. BOGO regelt de administratie en coördinatie van de leergangen; daarbij zijn dezelfde medewerkers als voorheen betrokken; zij werken nu nog bij de VNOG en na 1 januari bij de BOGO. Tijdens de leergang hebben de cursisten te maken met dezelfde instructeurs uit de VNOG die nu ook al de leergang verzorgen. Wel wordt de trajectbegeleider die vanuit de VNOG contact houdt met de cursisten een nieuw persoon, die wordt overigens geworven uit VNOG personeel.
2
In eerste instantie is hier sprake van bovenformativiteit. Mogelijk zal na het invullen van de vacature van trajectbegeleider een passende functie vrijkomen. 3 Uiteraard blijven bestaande afspraken gehandhaafd: dus voor instructeurs die gestart zijn met een leergang in 2014 blijft gedurende de verdere leergang de vergoeding van de VNOG van toepassing.
3
Financiën De financiële aspecten zijn vermeld in de overeenkomst. In de bijlage bij dit voorstel is een uitgewerkt overzicht opgenomen van de financiële consequenties van de samenvoeging voor de VNOG vanaf 1 januari 2015. Hieruit blijkt dat de samenvoeging in de loop van de komende drie jaar een financieel voordeel oplevert. Voor het jaar 2014 zijn afspraken gemaakt met de BOGO over de verrekening van de reeds gestarte opleidingen die door de BOGO worden overgenomen. De financiële consequenties hiervan worden verwerkt in de rekening 2014. Risico’s dan wel onzekerheden bij dit financiële overzicht zijn: de afspraak met de BOGO om voor het eerste jaar eventuele kosten van WW voor de werknemers die overgaan te dragen; de afspraak met de BOGO om de kosten van arbeidsongeschiktheid binnen een termijn van drie jaar van de medewerkers die overgaan naar de BOGO voor 50% te dragen; de kostenverlaging door het verschil in tarieven tussen BOGO en VNOG waarmee is gerekend; Deze is afhankelijk van o.a. prijs- en loonontwikkelingen, ontwikkelingen t.a.v. de instructeursvergoedingen, het toekomstig aantal te verzorgen leergangen e.d. Het tarief ligt voor de komende jaren niet vast. de locatievergoeding waarmee is gerekend; deze is afhankelijk van het aantal te faciliteren leergangen. Bijlagen 1. Overeenkomst VNOG BOGO. 2. Uitwerking financiële consequenties.
4
Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland; Bijeen in de vergadering d.d. 18 december 2014; Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d.27 november 2014; Besluit:
1. 2.
In te stemmen met de overeenkomst met de BOGO; In te stemmen met de bijbehorende aanpassing van het formatieplan.
De voorzitter
De ambtelijk secretaris
Drs. J.C.G.M. Berends
mr. M. Assies
Apeldoorn, 18 december 2014
5
OVEREENKOMST Inzake samenvoeging van de opleidingsorganisaties VNOG en BOGO
De ondergetekenden: 1.
De Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland, te dezen vertegenwoordigd door de heer J. Berends (voorzitter), hierna te noemen: “de VNOG”,
en 2.
De Stichting Brandweeropleidingen BOGO, te dezen vertegenwoordigd door de heer H.J. Zomerdijk (voorzitter), hierna te noemen: “BOGO”,
de onder 1. en 2. genoemde ondergetekenden gezamenlijk te noemen: “partijen”.
Overwegende dat:
in het landelijk project Versterkingsplan Brandweeronderwijs wordt gestreefd naar één landelijke opleidingsorganisatie voor het brandweeronderwijs met decentrale vestigingen; het opleidingsinstituut VNOG samen met de BOGO één van de decentrale vestigingen zal vormen; het realiseren van het landelijke streven tot één opleidingsorganisatie voor het brandweeronderwijs nog enige tijd zal duren; partijen vooruitlopend hierop samenvoeging van het opleidingsinstituut VNOG en de BOGO willen realiseren; Partijen op 30 april 2014 daarom een intentieovereenkomst hebben gesloten om te komen tot samenvoeging; Op grond van deze intentieovereenkomst een onderzoek heeft plaatsgevonden naar de aspecten van deze beoogde samenvoeging; partijen met onderhavige overeenkomst hun afspraken over de samenvoeging wensen vast te leggen;
Partijen komen overeen als volgt: 1.
Doel overeenkomst
Het doel van deze overeenkomst is het vastleggen van afspraken voor de samenvoeging van het opleidingsinstituut van de VNOG en de BOGO.
2.
De organisatie van de samenwerking, waaronder zeggenschap, taakverdeling en bestuur;
Bestuur: Het bestuur van de VNOG draagt de directeur brandweer voor als bestuurslid van de BOGO.
Pagina 1
versie 17 november 2014
Het bestuur van de BOGO benoemt de directeur brandweer VNOG tot lid van het bestuur van de BOGO, gelet op artikel 5 lid 2 van de statuten van de BOGO. De BOGO draagt zorg voor de aansprakelijkheidsverzekering voor bestuurders voor de bestuurder vanuit de VNOG en voor inschrijving in het Handelsregister. Taakverdeling De BOGO verzorgt ten behoeve van het brandweerpersoneel van de VNOG de organisatie en de inhoud van de opleidingen tot en met het niveau van bevelvoerder, waarbij wordt gestreefd naar redelijke reistijd voor cursisten. De VNOG verzorgt in overleg met de BOGO de trajectbegeleiding van bovengenoemde opleidingen. (zie ook onder Personeel) De VNOG stelt zo mogelijk ruimte en materieel beschikbaar voor de opleidingen conform de (standaard) eisen die de BOGO daar aan stelt en ontvangt daarvoor de bijbehorende (standaard) vergoeding van de BOGO. Zeggenschap De zeggenschap wordt geborgd door deelname van de directeur brandweer in het bestuur van de BOGO (zie verder onder bestuur)
3.
De personele invulling, mede in relatie tot de ondernemingsraad en GO;
De BOGO neemt de volgende formatie over van de VNOG:
1,56 fte administratief medewerker 1,0 fte opleidingscoördinator
De VNOG vult voor eigen rekening de volgende formatie in
1 fte ‘regionaal opleidingsmanager / trajectbeleider’. Hiërarchische aansturing van de trajectbeleider vindt plaats vanuit de VNOG, inhoudelijke taakaansturing vanuit de BOGO.
De BOGO doet zoveel mogelijk een beroep op de VNOG instructeurs voor Vakbekwaam Worden. De vergoedingsregeling van de BOGO is van toepassing. De BOGO draagt zorg voor een bijscholing voor alle VNOG leergang instructeurs (die de opleiding Manschappen en Bevelvoerder namens de BOGO gaan verzorgen) om te komen tot het niveau van het kwalificatiedossier instructeur. De VNOG stelt hiervoor middelen beschikbaar uit het ESF fonds.
Pagina 2
versie 17 november 2014
4.
De financiële- en eventueel fiscale gevolgen;
De VNOG stelt middelen beschikbaar uit het ESF fonds voor eenmalige bijscholing instructeurs (zie ook onder 3). De VNOG neemt in principe de opleidingen tot en met het niveau van bevelvoerder af bij of via de BOGO. Voor lopende cursussen maken BOGO en VNOG afspraken over verrekening van de gemaakte kosten en ontvangen cursusgelden. Eventuele kosten in het kader van het eigen risico dragerschap voor de WW, voor wat betreft de medewerkers van de VNOG die overgaan naar de BOGO en voor 1 januari 2016 in de WW terechtkomen, komen voor rekening van de VNOG. Bij arbeidsongeschiktheid binnen een termijn van drie jaar worden de financiële gevolgen door iedere partij voor 50% gedragen. Partijen hebben een gezamenlijke inspanningsverplichting voor het re-integratieproces Met inachtneming van bovenstaande vindt de samenvoeging plaats zonder dat financiële verrekening van toepassing is.
5.
De overlegstructuur;
De VNOG levert een persoon als vertegenwoordiger van de VNOG in de Onderwijsraad van de BOGO.
6.
De inhoudelijke aspecten van het brandweeronderwijs;
De BOGO verzorgt de opleidingen conform de besluiten die worden genomen in het kader van het VBO (Versterkingsplan Brandweeronderwijs) van Brandweer Nederland.
7.
(het behouden van) De aansluiting op het landelijk project Versterking Brandweeronderwijs;
VNOG is en blijft onderdeel van het Netwerk Vakbekwaamheid en Kennis van Brandweer Nederland. VNOG draagt zorg voor de inrichting van de eigen Vakbekwaamheidsorganisatie conform de afspraken die daarover binnen brandweer Nederland worden of zijn gemaakt.
8.
Ingangsdatum
Deze overeenkomst treedt in werking na ondertekening door partijen op 1 januari 2015
Pagina 3
versie 17 november 2014
9.
Evaluatie
Partijen komen overeen om de gemaakte afspraken te evalueren, begin 2016, met als doel de samenwerking verder te optimaliseren.
10. Toepasselijk recht en geschillen Op deze overeenkomst en alle overeenkomsten die daaruit voortvloeien is Nederlands recht van toepassing. Alle geschillen die mochten ontstaan naar aanleiding van deze overeenkomst proberen partijen allereerst binnen een redelijke termijn in der minne op te lossen. Slechts indien partijen hierin niet zijn geslaagd, kan het geschil ter beslechting aan de bevoegde rechter worden voorgelegd.
Aldus overeengekomen, per pagina geparafeerd en in tweevoud opgemaakt en ondertekend:
Apeldoorn, 19 december 2014
H.J Zomerdijk , voorzitter bestuur Stichting brandweeropleidingen BOGO
J. Berends, voorzitter bestuur VNOG
Pagina 4
versie 17 november 2014
BIJLAGE: UITWERKING FINANCIELE CONSEQUENTIES
Overzicht ontwikkeling baten en lasten VNOG bij samenvoeging met de Bogo. 2.015
2.016
2.017
2.018
Incidentele lasten Materieel Achterblijvende overhead personeel Bogo Overhead vacatureruimte Boventalligheid (1 fte) Overhead boventalligheid
28.354 49.045 12.638 62.182 23.845
0 32.370 8.341 0 0
0 16.185 4.171 0 0
0 0 0 0 0
Structurele lasten Personeel: regionaal opleidingsmanager (1 fte) Overhead regionaal opleidingsmanager Beleidscapaciteit (0,3 fte) Overhead beleidscapaciteit Kosten locaties voor opleiding
69.118 23.845 27.170 7.154 10.000
69.118 23.845 27.170 7.154 10.000
69.118 23.845 27.170 7.154 10.000
69.118 23.845 27.170 7.154 10.000
Structureel voordeel Kosten verlaging door verschil tarieven Bogo en
-60.000
-60.000
-60.000
-60.000
Structurele baten Locatievergoeding Dienstverlening P&O aan Bogo
-36.000 pm
-36.000 pm
-36.000 pm
-36.000 pm
217.351
81.997
61.642
41.287
-126.000
-126.000
-126.000
-126.000
91.351
-44.003
-64.358
-84.714
Raming kostenontwikkeling VNOG bij samenvoeging Bogo Bestaande financiele dekking d.m.v. gemeentelijke bijdrage Raming ontwikkeling bestaande financiele dekking VNOG bij samenvoeging Bogo
Incidentele lasten Materieel Besloten is om het aanwezige materieel intern te gebruiken (o.a. voor Vakbekwaam blijven) en niet af te stoten naar de Bogo. In de meerjarenraming is de inschatting gemaakt dat de financiële lasten en eventuele nieuwe investeringen in de begroting 2016 (brandweer) worden meegenomen. Overhead Uitgangspunt: afbouw in 3 jaar Boventalligheid Een van de huidige medewerkers is vooralsnog niet geplaatst. Voor 2015 is de volledige loonsom en de bijbehorende overhead opgevoerd; vanaf 2016 is daar niet meer gerekend, omdat de VNOG dan een reorganisatie heeft, waarna het niet meer aan deze samenvoeging toerekenbaar is als betrokkene weer bovenformatief wordt. Overigens is het ook mogelijk dat al in 2015, na het invullen van de vacature van trajectbegeleider (die is opengesteld voor VNOG-medewerkers), een passende functie vrijkomt voor de betrokken medewerker en de in het overzicht opgevoerde kosten voor 2016 dus lager uitvallen.
Structurele lasten Personele kosten en overhead Regionale opleidingsmanager (Trajectbegeleider): Uitgangspunt schaal 10 (indicatief) en bijbehorende overhead. Formatie 0,3 fte (deel formatie teamleider vakbekwaam) Uitgangspunt: bestaande personele kosten en bijbehorende overhead. De betreffende formatie zal na samenvoeging niet langer worden ingezet tbv leidinggevende taken, maar voor beleidsvorming en –uitvoering Vakbekwaam Worden. Eventuele ontwikkelingen binnen project MOED kunnen ertoe leiden dat deze post komt te vervallen (2016/2017) en of als incidenteel moet worden beschouwd. Structureel voordeel Verschil tarieven Bogo en VNOG Uitgangspunt berekening: tarieven VNOG en BOGO 2014 en opleidingen VNOG 2013/2014. Structurele baten Dienstverlening P&O Het voornemen is dat het team P&O ondersteuning gaat verlenen aan de Bogo. Het gaat hierbij om circa 0,1 fte. Hierdoor wordt een deel van de beoogde afbouw van de overheadkosten gerealiseerd. Locatievergoeding Bogo Voor elke opleiding ontvangt de VNOG een locatievergoeding. De baten zijn afhankelijk van het aantal opleidingen.