JAARGANG 11 • JUNI 2011 • NUMMER 2
SPORT, CULTUUR EN VRIJE TIJD
Sinds januari 2011 heeft Spirit een ‘cultuurmakelaar’ die hulpverleners de weg wijst naar culturele activiteiten in Amsterdam en omstreken voor jeugdigen van Spirit. Het cultuuraanbod is namelijk groot, maar nog onvoldoende bekend. Zie ook het thema van deze Jong aan de Amstel
psychische zorg ‘Pleegzorg geeft een ontzettende kick’ Zaanstad wil stut en
Amsterbaken wil nieuwe familietherapie Amsterbaken, een justitiële jeugdinrichting (JJI) voor jongens van 12 tot 18 jaar, wil een nieuwe vorm van MultiDimensionele FamilieTherapie (MDFT) toepassen. De gezinsbehandeling begint als de jongere bij Amsterbaken binnenkomt en de behandeling wordt met dezelfde therapeut een paar maanden voortgezet als de jongere naar de maatschappij terugkeert. Na het verblijf in JJI keert de jongere vaak terug naar het gezin van oorsprong. Maar de thuisomgeving is niet veranderd, waardoor de jongere snel in oude patronen vervalt. Daarom moeten ouders vanaf de eerste detentiedag bij de behandeling worden betrokken. MDFT doet dit. Het programma kent verschillende sessies: alleen met de jongere, alleen met de ouders en sessies met het gehele gezin. Ook zijn er sessies met derden, zoals de mentor in de JJI. Meer informatie: www.spirit.nl
Lijn5 opent Kamertrainingscentrum Lijn5 opende begin dit jaar haar eerste Kamertrainingscentrum (KTC) in Amsterdam. Aan het Slotermeerplein wonen nu acht jongeren tussen de 18 en 23 jaar. Zij hebben een licht verstandelijke beperking en kunnen nog niet helemaal op eigen benen staan. Onder permanente begeleiding leren zij bij het KTC zo zelfstandig mogelijk te worden. De jongeren gaan overdag gewoon naar school, stage of werk. Op het KTC leren zij praktische vaardigheden als eten koken en boodschappen doen. Daarnaast krijgen zij trainingen op het gebied van onder andere sociale vaardigheden en nuttige vrijetijdsbesteding. Aan het eind van de behandeling, die ongeveer twee jaar duurt, kunnen de jongeren geheel zelfstandig of begeleid gaan wonen. Voor een goed begeleide door- en uitstroom van de jongeren voert Lijn5 op dit moment gesprekken met Amsta en woningbouwvereniging Eigen Haard. Lijn5 wil de hulpverlening uiteindelijk uit breiden tot zestien cliënten. Meer informatie: www.ln5.nl
Volg Spirit via social media Wilt u op de hoogte blijven van het laatste nieuws van Spirit jeugd- en opvoedhulp, filmpjes bekijken en actief reageren op interessante kwesties? Volg Spirit dan via Twitter, Facebook, Linkedin en Youtube. Voor de laatste vacatures volgt u de vacature-twitter van Spirit. http://twitter.com/#!/spiritjeugdhulp http://www.facebook.com/Spiritjeugdhulp http://www.linkedin.com/company/spirit-jeugdzorg http://www.youtube.com/user/spiritAmsterdam http://twitter.com/#!/spiritvacatures
steun zijn voor lvg’ers
2 3 4
Jeugdzorg richt zich op het gezin, de school en de vrienden van het kind. Maar de vrije tijd is minstens zo belangrijk. Zinvolle invulling van de vrije tijd leidt namelijk tot betere sociale vaardigheden, het vergroten van capaciteiten en de ontwikkeling van talenten. Het maakt jongeren sterker. Jeugdzorg begeeft zich daarom meer en meer op het gebied van de vrije tijd met speciale programma’s voor sport en cultuur.
Lees verder op blz. 5 DOO R : MA RT I N G ERRIT SEN
Erik Gerritsen waarschuwt voor nieuwe wachtlijsten
‘Een menselijk drama in een beschaafd land’
Justitie een onderzoek naar de tarieven en kwam tot deze conclusie. Bij de vrijwillige jeugdzorg schiet het geld ook tekort. Dat bleek weer uit een onderzoek van BMC. Het gevolg is dat we structureel 3 tot 4 miljoen euro op jaarbasis tekort komen.’ Gerritsen het geld tekort schoot. Hij becijferde ‘Ik sta daarom voor een duivels dilemma’, destijds dat hij 8 miljoen euro nodig had om de vervolgt hij. ‘Ik kan de wachtlijst laten oplopen wachtlijsten weg te werken en de financiën op of de caseload laten toenemen. Dat is een keuze orde te krijgen. Uiteindelijk kreeg hij met het pistool op de borst. Ik kan de wachtlijst 1 miljoen euro en vond wat geld bij steunniet laten toenemen, want die kinderen worden stichting Pro Juventute. ‘Wat we deden was ernstig in hun ontwikkeling bedreigd. Dat eigenlijk onmogelijk’, zegt Gerritsen. ‘We haalden heeft de rechter bepaald. Die kinderen kun je het, doordat alle medewerkers een tandje niet laten wachten. Aan de andere kant kan ik bijschakelden dat er eigenlijk niet was.’ ook de caseload niet verzwaren. Mijn mensen werken al twee jaar op het puntje van hun tenen. Vicieuze cirkel Bovendien kunnen ze bij een hogere caseload Maar de rek is eruit. Dat is de boodschap van niet de wettelijke kwaliteit leveren wat op Gerritsen. ‘Als we niet uitkijken, zitten we zo termijn weer leidt tot meer uithuisplaatsingen en weer in een vicieuze cirkel naar beneden. Dat ondertoezichtstellingen.’ komt vooral door de te lage tarieven voor de hulp. Die zijn volgens Deloitte structureel 8 Lees verder op pagina 2 procent te laag. Deloitte deed in opdracht van
Marlies Veldhuijzen van Zanten, Fred Teeven en Lodewijk Asscher krijgen elke twee weken een lijst met namen van kinderen die op de wachtlijst van Bureau Jeugdzorg staan. Zo wil Erik Gerritsen, bestuursvoorzitter Bureau Jeugdzorg, de politiek verantwoordelijken laten zien met de veiligheid van welke kinderen ze een onverantwoord risico nemen. ‘En dan zeg ik het netjes.’ Nadat Bureau Jeugdzorg in twee jaar orde op zaken stelde, dreigt het nu weer mis te gaan. De bestuursvoorzitter luidt de noodklok en spreekt van “een menselijk drama in een beschaafd land”.
‘H
et management is vernieuwd, het personeelsverloop is teruggebracht van 23 naar 13 procent, het ziekteverzuim van 9 naar 6,2 procent, de wachtlijsten zijn verdwenen, de financiën zijn op orde en de aanwijzing van de gemeente is ingetrokken evenals het verscherpt toezicht.’ Gerritsen somt de resultaten op die Bureau Jeugdzorg de afgelopen twee jaar haalde. De instelling die toen op sterven na dood leek, is nu trendsetter als het gaat om gezinsmanagement en de omschakeling van indicatiestelling naar verwijzing. ‘We bieden nu meer hulp en minder papier’, zo vat Gerritsen de resultaten samen.
Enthousiasme Bureau Jeugdzorg wist dit vooral te bereiken door te investeren in de deskundigheid van de medewerkers en de kwaliteit van de leidinggevenden. Gerritsen: ‘Er was jarenlang niet geïnvesteerd in onze medewerkers. Normaal hoort 2 tot 4 procent van het budget van een organisatie naar opleiding te gaan, maar bij ons waren mensen die al meer dan 10 jaar geen enkele cursus of training hadden gevolgd. Wij investeerden daarom onder andere in opleidingen voor risicomanagement, de deltamethode en het omgaan met agressie en geweld. Dat vergrootte niet alleen de deskundigheid, maar zorgde er ook voor dat het enthousiasme terugkwam.’ Op die manier wist Bureau Jeugdzorg de eerste twee jaar veel te bereiken, ondanks dat volgens Erik Gerritsen: ‘Ik sta voor een duivels dilemma. Ik kan de wachtlijst laten oplopen of de caseload laten toenemen.’ F OTO : SA K E R I JP KE MA
Cultuureducatief aanbod jongeren Spirit
Oase verlaagt drempel
1
Vervolg van de voorpagina
Overname van artikelen uit ‘Jong aan de Amstel’ is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. Hoofdredactie Martin Gerritsen/TekstBeeld.Eu Kernredactie Sanne Bender (Spirit), Maurits de Jong (Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam), Bertie van der Linden (Altra), Clara Vollaard (De Bascule) Redactie Guus de Beer (De Bascule), Rik van Beijma (Spirit), Hermien Buijse (Altra), Annemarie Burgers (GGZ InGeest/Arkin), Iris Clarkson (MEE Amstel en Zaan), Elvira Draijer (William Schrikker Groep), Tom Pijpers (REC BovenAmstel), Marc Onnen (HVO Querido), Paul Proost (Leger des Heils), Monique van der Velden (Lijn 5), Hans Visser (MOC ’t Kabouterhuis) Vaste medewerkers Michel van Dijk, Tamara Franke, Anja Geldermans, Suzan Hilhorst, Evelien Hoekstra, Geert Snoeier, Elizabeth Stilma, Florence Tonk, Sake Rijpkema en Wim Stevenhagen. Redactie-adres Jong aan de Amstel, Fred. Roeskestraat 73, 1076 EC Amsterdam e-mail:
[email protected] website: www.jongaandeamstel.nl Ontwerp en DTP Marjolein Lensink Productie Heijnis & Schipper Drukkerij bv, Zaandijk
Contactgegevens Altra Stationsplein 63, 1012 AB Amsterdam tel. 020 - 555 83 33 •
[email protected] • www.altra.nl
Arkin/ PuntP Cluster Kinder- en Jeugdpsychiatrie en Verslavingszorg/ Infant Mental Health Keizersgracht 572, 1017 EM Amsterdam tel.: 020 - 590 43 33 • www.puntp.nl
‘Een menselijk drama in een beschaafd land’ ‘Ik heb besloten dat we de kinderen die we helpen ook goed moeten helpen. Dat betekent dat we de caseload gelijk houden, maar dat de wachtlijst oploopt. Portefeuillehouder jeugdzorg Lodewijk Asscher gaat hier in mee. Maar hij vindt wel dat we iets met de wachtlijst moeten. Dat heet wachtlijstbeheer en houdt in dat we af en toe bellen en contact houden met ogen en oren om het kind. Ik vind dat niet verantwoord. De veiligheid in die gezinnen is niet optimaal. Dat heeft de rechter al beslist. Als je geen goede hulp biedt, neem je een onaanvaardbaar risico, dan gok je met de veiligheid van kwetsbare kinderen. Dat geeft me een zwaar gemoed. Ik stuur daarom nu elke twee weken een lijst met namen van kinderen die op de wachtlijst staan naar Asscher en de staatssecretarissen Veldhuijzen van Zanten (VWS) en Teeven (Veiligheid en Justitie). Ik begin geanonimiseerd, maar desnoods schakel ik door naar naam en toenaam in een vertrouwelijke bijlage. De politiek moet weten met de veiligheid van welke kinderen ze een onaanvaardbaar risico nemen.’
regionale overheid een taak heeft. ‘De stadsregio is wettelijk verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de jeugdzorg. Daarnaast denk ik dat de provincie ook wat kan doen. De provincie Noord-Holland steunde Bureau Noord-Holland met 6 miljoen euro. Wij vallen weliswaar niet onder de provincie, maar ze krijgen wel de opcenten uit de stadsregio. Daar willen we ook wel eens wat van terugzien. Daarnaast ontving Amsterdam 800 miljoen uit de verkoop van Nuon. Daarvan gaat het meeste geld naar de Noord/Zuidlijn. Zoveel wil ik helemaal niet. Wat betreft de uitgaven zit ik aan de onderkant.’ Maar elke maand dat het geld er niet komt, zullen er 30 kinderen op de wachtlijst komen.
Politieke impasse Inmiddels heeft Lodewijk Asscher begin mei in een brief aan Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam laten weten dat hij bereid is Bureau Jeugdzorg incidenteel meer geld te geven totdat de rijksoverheid de tarieven voor de jeugdbescherming heeft vastgesteld. Die tarieven zijn op het ogenblik onderwerp van onderzoek van de rekenkamer en naar verwachting zal de rekenkamer deze met 5 procent verhogen. Maar de uitkomst van dit onderzoek laat zeker vijf maanden op zich wachten. En in die tussentijd is de veiligheid van kinderen niet gegarandeerd, zo stelt Asscher ook. De Stadsregio zal daarom een bedrag van 500.000 euro uit de algehele reserve halen om gedurende 5 maanden het tarief voor de jeugdbescherming met 5 procent te verhogen. Tegelijk schreef hij een brief naar staatssecretaris Fred Teeven en de Tweede Kamer waarin hij zijn zorgen uitsprak over de penibele financiële
Opwerkfabriek Het is ook kortzichtig beleid, meent Gerritsen. ‘We zijn op deze manier een opwerkfabriek voor ondertoezichtstellingen. We laten de situatie in deze gezinnen uit de hand lopen tot er een crisis is en dan kunnen we ingrijpen. Dat kost veel meer geld, maar wat ik persoonlijk veel erger vind is dat dit onvoorstelbaar meer leed bij de kinderen teweeg brengt, dat we het risico accepteren op een drama.’ Het structurele geld moet komen van de rijksoverheid, maar Gerritsen vindt ook dat de
De Oase verlaagt drempel psychische zorg De Oase krijgt extra geld en kan daardoor meer personeel aannemen en uitbreiden. Amsterdam-Noord is als eerste aan de beurt. Klinisch psycholoog Jan van Driel legt uit waarom de Oase zo laagdrempelig is.
‘D
e Oase is er omdat de reguliere instellingen allochtone jongeren met psychische problemen en hun ouders slecht bereiken. Dat blijkt in Nieuw-West waar we al een tijdje actief zijn. Van onze cliënten is tweederde van Marokkaanse en Turkse afkomst
en eenderde is autochtoon. Dat is een groot verschil met reguliere afdelingen, waar de verhouding over het algemeen 20 procent allochtoon en 80 procent autochtoon is. Dit hebben we kunnen bereiken door de drempel voor psychische zorg te verlagen.’
De Oase is een samenwerkingsverband tussen de Bascule en de Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra. De Oase biedt hulp aan kinderen, jongeren en gezinnen met psychische of psychiatrische problemen. Op dit moment zijn er afdelingen in Osdorp, de Aker en Slotermeer. Van Driel: ‘Nu we extra geld krijgen van zorgverzekeraar Agis willen we zo snel mogelijk een Oase starten in Amsterdam-Noord. We willen daar klein beginnen in het gezondheidscentrum en langzaam uitbreiden. De bevolkingssamenstelling is weliswaar anders dan in Nieuw-West, maar daar staat tegenover dat hier veel mensen wonen met een lagere sociaaleconomische positie. En zij zijn ook moeilijk te bereiken voor de reguliere hulpverlening.’
Multicultureel De Oase werkt op een andere manier dan de reguliere zorgaanbieders, waardoor zij makkelijker allochtone jongeren bereiken. Van Driel: ‘We bereiken veel allochtone cliënten omdat wij dicht bij de huisarts zitten waar de gezinnen mee bekend zijn en met wie ze vaak een vertrouwensband hebben. Daarnaast werkt de Oase met een multicultureel team. Wij hebben niet alleen witte hulpverleners, zodat onze cliënten zich makkelijker kunnen herkennen in de hulpverleners.’
Academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie IJsbaanpad 6, 1076 CV Amsterdam • 020 - 890 19 00
[email protected] • www.debascule.com
GGZ inGeest - Jeugd en Jongerenpsychiatrie Overschiestraat 57, 1062 HN Amsterdam 020 - 788 56 00 • www.ggzingeest.nl
Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam Overschiestraat 57, 1062 HN Amsterdam 020 - 3059 359 •
[email protected] • www.bjaa.nl
HVO Querido Wibautstraat 133 d, 1097 DN Amsterdam • 020 - 561 90 90
[email protected] • www.hvoquerido.nl
Scholen Bijzonder is dat de Oase intensief samenwerkt met de scholen in de buurt. Daar komen de problemen immers vaak het eerst aan het licht, vertelt Van Driel. ‘Ouders willen dat hun kind het goed doet op school. Ze stemmen dan ook vaak in met behandeling als wij kunnen zeggen dat met onze hulp het ook beter op school gaat.’ Hulpverleners van de Oase zijn geregeld aanwezig bij besprekingen van de zorgteams op de scholen en voeren regelmatig gesprekken op scholen met een leerling, in het bijzijn van een leerkracht met wie de leerling al een vertrouwensrelatie heeft. ‘Door deze manier van werken bereiken wij veel allochtone gezinnen en zijn wij in staat al hulp te bieden voordat de problemen uit de hand lopen en jongeren terecht komen in gedwongen vormen van hulp.’
Leger des Heils-Goodwillcentra Amsterdam Rode Kruisstraat 24, 1025 KN Amsterdam 020 - 630 11 11 •
[email protected] www.legerdesheils-goodwillcentra.nl
Lijn 5 Postbus 43, 1970 AA IJmuiden • 088 - 513 13 13
[email protected] • www.ln5.nl
MEE Amstel en Zaan Derkinderenstraat 10-18, 1062 DB Amsterdam 020 - 512 72 72 •
[email protected] • www.meeaz.nl
MOC ’t Kabouterhuis Amsteldijk 136, 1079 LK Amsterdam • 020 – 644 53 51
[email protected] • www.kabouterhuis.nl
REC BovenAmstel Stationsplein 63, 1012 AB Amsterdam • 020 - 555 83 33
[email protected] • www.recbovenamstel.nl
Spirit IL L UST RAT IE : WIM ST E VE NH AGE N
Meer informatie: www.deoase.org
William Schrikker Groep Postbus 12685, 1100 AR Amsterdam • 020 - 740 00 00
[email protected] • www.wsg.nu
Erik Gerritsen: ‘Als je geen goede hulp biedt, gok je met de veiligheid van kwetsbare kinderen.’
E V E L I E N HO E K ST RA
De Bascule
Fred.Roeskestraat 73, 1076 EC Amsterdam 020 - 5400 500 •
[email protected] • www.spirit.nl
situatie van de jeugdzorg. Erik Gerritsen is blij met de krachtige inzet van Asscher richting Teeven. ‘Het is een belangrijke eerste stap op weg naar hopelijk een doorbraak van de politieke impasse.’ Maar, zo voegt hij er aan toe: ‘Vijf ton biedt tijdelijk verlichting, maar geen volledige oplossing voor 2011. Daarvoor is structureel 2,2 miljoen euro nodig.’
F OTO: SAKE RIJ PKEMA
‘Jong aan de Amstel’ is een gezamenlijke uitgave van dertien instellingen voor de jeugdzorg, de kinder- en jeugdpsychiatrie, speciaal onderwijs en hulp voor licht verstandelijk beperkten in de stadsregio Amsterdam: Altra, Arkin, De Bascule, Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam, GGZ inGeest, HVO Querido, Leger des Heils, Lijn 5, MEE Amstel en Zaan, MOC ’t Kabouterhuis, REC BovenAmstel, Spirit en de William Schrikker Groep. ‘Jong aan de Amstel’ verschijnt vier keer per jaar. De digitale nieuwsbrief ‘Jong Digitaal’ verschijnt elf keer per jaar. De artikelen in dit blad vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de organisaties. Evenmin kunnen aan de inhoud van dit blad rechten worden ontleend.
2
DOO R : E DO V E E N ST R A
Marion en Henk vangen crisiskinderen op
Muziekles voor kinderen met een beperking
‘Geluk van een kind geeft zo’n ontzettende kick’ Onverwacht
Jonge kinderen horen in een gezin en niet in een leefgroep. Dat is de reden dat Altra op 1 april de crisisopvang voor uithuisgeplaatste kinderen tot zes jaar sloot. Maar waar komen kinderen terecht die als gevolg van een crisis direct het huis uit moeten? Spirit heeft voor deze kinderen al jaren een speciale pool pleegouders. Jong aan de Amstel sprak met een van de opvanggezinnen.
D
e 65-jarige Marion en haar 75-jarige echtgenoot verzorgen op het moment een Filippijns meisje van zeven maanden. Het is hun zevende pleegkind. Ze ligt tijdens het gesprek in de box te kraaien van plezier. ‘Moet je nagaan’, vertelt Marion, ‘dat ze in het begin alleen maar huilde, echt dag en nacht. Totdat bleek dat ze een maagkwaal had. Dat was met de nodige medicatie snel opgelost. En kijk eens hoe ze nu ligt te stralen, heerlijk toch, daarvoor doe je dit werk. Je weet uit wat voor beroerde situatie de kinderen komen, hoe angstig en getraumatiseerd ze soms zijn. Een jongetje dat hier kwam, liet letterlijk z’n koppie hangen. Hij was angstig, heel bang voor de bank. Maar op een gegeven moment zie je zo’n joch opknappen. Je merkt dat het zich lekker voelt en hij ontdekt dat het leven ook goede kanten heeft. Dat kost ongelooflijk veel tijd en energie, maar het resultaat telt. Het gaat om het geluk van het kind. Dat geeft zo’n ontzettende kick. Ook al kunnen ze nog niet praten, hun mimiek en lichaamstaal zeggen alles.’
Gastvrij Het huis van Marion en Henk ziet er gastvrij uit: een heerlijk parkje voor de deur en een huisdeur omlijst met plantenbakken vol bloeiende bloemen. Hier vangen ze al jaren jonge kinderen
Kenmerk van crisispleegzorg is dat het kind van het ene op het andere moment voor je kan staan. Een crisis doet zich namelijk altijd onverwacht voor. Soms zit er maar een paar uur tussen het telefoontje van Spirit en het moment dat de baby in huis komt. Natuurlijk kunnen Marion op. Ze meldden zich vijf jaar geleden aan als en Henk ‘nee’ zeggen als het hen niet uitkomt. pleegouder voor kleine kinderen en besloten om Marion heeft ook niet altijd alles klaar staan baby’s in een crisissituatie op te vangen. Dat zijn voor een nieuw crisisbaby’tje, zoals kleren, luiers situaties waarbij een kind direct uit huis wordt en voeding. Een baby van een paar dagen heeft geplaatst omdat de veiligheid gevaar loopt, bijimmers andere voeding en kleren nodig dan een voorbeeld omdat de moeder verslaafd is, naar de baby van zes maanden. Marion en Henk geven gevangenis moet of om een andere reden niet bij het vertrek het kind bovendien de nodige voor het kind kan zorgen. “eigen” spulletjes mee, zoals een knuffel, een De baby’s blijven doorgaans zes weken tot soms kussen of een dekentje. En een dagboekje met zes maanden. Totdat de crisis thuis is opgelost foto’s en onder andere de eerste stapjes en eerste of totdat Spirit een pleeggezin heeft gevonden woordjes. Zo weet het kindje later hoe de eerste dat het kind voor langere tijd wil opnemen. Uimaanden van z’n leven eruit zagen. teraard hebben crisispleegouders in die tijd veel contact met Spirit, met de ouder(s) en eventueel Zwaar Het afscheid van de kinderen valt soms zwaar, met de toekomstige pleegouders. ‘Ons eerste kindje was een week of vijf oud toen beaamt Marion. ‘Daarom kiezen we bewust voor pleegzorg voor een korte periode. Anders hechhet bij ons kwam’, vertelt Marion. ‘Moeder was hasjverslaafd en kon niet voor haar kind zorgen. ten we ons teveel aan zo’n kind. We ruimen na het vertrek van het kindje alles op, zodat we niet Maar we hebben ook verwaarloosde baby’s gesteeds tegen herinneringen aanlopen.’ had en zelfs eens een broertje en zusje tegelijk. Marion schatert het uit bij de vraag hoe lang Het jongetje was erg verwaarloosd, maar z’n oudere zusje helemaal niet. Waarom dat zo was, ze nog baby’s wil opvangen. ‘We hebben tegen weet ik niet. Dat hoef ik ook niet te weten, maar elkaar gezegd “tot tien” en dan is het genoeg die twee konden eigenlijk niet uit elkaar gehaald geweest. Maar ik weet nu dat als Spirit daarna belt, ik toch weer omga. Je laat een kindje toch worden. Daarom kwamen ze allebei. Van het voorlaatste kindje, een Surinaams jochie, was de niet aan z’n lot over.’ moeder zwaar verslaafd. Om die reden moest het kind meteen aan de medicijnen. Daar knapte hij Marion en Henk wilden om redenen van privacy alleen met hun voornaam in Jong aan de Amstel. gelukkig zienderogen van op.’
Kinderen met een beperking willen ook vaak gewoon naar de muziekschool om hun creatieve talent te ontwikkelen en zich te leren uiten door middel van muziek. In Amsterdam is nu de Muziekcirkel ontwikkeld, aangepaste lessen voor kinderen met een autisme spectrum stoornis en voor kinderen die moeilijk lerend zijn. De lessen vinden plaats in kleine groepjes van 4 à 5 leerlingen op vijf locaties in Amsterdam. Er komen verschillende instrumenten aan bod. De programma’s zijn ontwikkeld in samenwerking met MEE Amstel en Zaan. Na de zomer gaan er weer nieuwe lessen van start. Meer informatie en aanmelden: Muziekschool Amsterdam afdeling Zuid, tel: 020-578 73 73.
Samen voor Werk! Jongeren uit de jeugdzorg zijn vaak onvoldoende in staat om een plek op de arbeidsmarkt te verwerven en te behouden. Deze jongeren zijn wel hard nodig, gezien de krapte op de arbeidsmarkt en het tekort aan gekwalificeerd personeel. Het behalen van een diploma en het hebben van werk behoren tot de belangrijkste factoren die een basis leggen voor een stabiel leven en sociaal gedrag. Door deze jongeren een baan aan te bieden, kan een werkgever hieraan een belangrijke bijdrage leveren. En hij of zij krijgt op die manier een gemotiveerde werknemer. MKB-Amsterdam, Altra en Spirit hebben de handen ineengeslagen om jongeren uit de jeugdzorg voor te bereiden op een zelfstandige toekomst. Het project ‘Samen voor Werk’ motiveert jongeren tussen de 16 en 23 jaar om aan het arbeidsproces deel te nemen. De jongere krijgt hierbij intensieve begeleiding, ook als hij of zij een werkplek heeft gevonden, zodat de werkgever geen extra inzet hoeft te leveren. Ook de werkgever krijgt goede begeleiding en nazorg door de trajectbegeleiders. Verder kan ook het team waarin de jongere werkt, een beroep doen op de ervaring en kennis van de jeugdzorginstelling. Meer informatie: www.mkb-amsterdam.nl
FOTO: D REA M ST IM E
Sao Paulo is favoriete zorgverlener
‘ Op een gegeven moment zie je een kind toch opknappen.’
De afdeling Sao Paulo van de Bascule is genomineerd voor de verkiezing van ‘Beste Zorgafdeling 2011’. Sao Paulo is een groep voor deeltijdbehandeling voor jongeren van 10 tot 23 jaar met een eetstoornis en maakt onderdeel uit van het Centrum voor Eetstoornissen van de Bascule. Bij de door pensioenuitvoeringsorganisatie PGGM georganiseerde actie ‘Nederland bedankt de zorg’ konden cliënten, oud-cliënten en hun naasten via de site www.bedankdezorg.nl een bedankje sturen naar hun favoriete zorgverlener. Er zijn in totaal meer dan 11.500 bedankjes verstuurd. De zorgafdelingen met de meeste bedankjes maken kans op de titel ‘Beste Zorgafdeling 2011’. Sao Paulo is een van de negen genomineerde zorgafdelingen. Op 12 mei werden de medewerkers van Sao Paulo verrast met deze nominatie. Twee medewerkers van PGGM overhandigden bloemen en taart aan de medewerkers. De medewerkers waren zeer verguld met deze nominatie: een blijk van waardering door de cliënten. Op 8 juni wordt de winnaar bekend gemaakt. Meer informatie: www.debascule.com
Vanwege de privacy van de betrokkenen staan er modellen op de foto.
Sportmiddag voor brusjes Durf de uitdaging aan Spirit is nog steeds op zoek naar pleegouders. Niet alleen voor crisissituaties, maar ook voor de langdurige opvang van kinderen. Meer informatie: www.spirit.nl en www.youtube. com/user/SpiritAmsterdam. Naast Spirit zoeken ook de William Schrikker Groep en de Bascule pleegouders. Zij richten zich op specifieke groepen kinderen. William Schrikker Pleegzorg biedt
gespecialiseerde begeleiding aan pleeggezinnen die een kind met een beperking of chronische ziekte in hun gezin hebben opgenomen of willen opnemen. William Schrikker Pleegzorg beschikt over speciale methodieken die pleegouders, pleegkinderen én biologische ouders hierbij helpen. Meer informatie: www.wsg.nu
problemen en een ontwikkelingsachterstand. De opvoedouders nemen voor maximaal een jaar een kind in de leeftijd van 3 tot 7 jaar op in hun gezin. Het gaat om kinderen die het zonder extra hulp niet redden om in een gezinssituatie te functioneren. Meer informatie: www.debascule.com (onder ‘Pleegouders’) Voor kinderen die niet in een pleeggezin terecht kunnen, heeft Altra Gezinshuizen opgericht.
De Bascule werkt met pleegouders en opvoedouders voor kinderen met gedrags-
3
Op 15 juni houdt MEE een sportmiddag voor broertjes en zusjes (brusjes) van kinderen met een beperking. Zo krijgen deze kinderen een keer alle aandacht. MEE organiseert deze middag samen met Only Friends, Better Together en Stichting Mija op het Ronald McDonald Centre in Amsterdam-Noord. Er zijn geen kosten aan verbonden. Aanmelden kan door een e-mail te sturen aan
[email protected].
DOO R : S U Z A N HIL HORST
Lijn5 opent regiokantoor Amsterdam Sinds 1 mei heeft Lijn5 een regiokantoor aan de Pieter Calandlaan 7 in Amsterdam. In het kantoor is onder andere het Zorgloket gevestigd voor informatie en aanmelding bij Lijn5 in de regio Groot Amsterdam. Ook de Ambulante Gezinsbehandeling Amsterdam-West verhuisde naar de Pieter Calandlaan 7. Lijn 5 wil met een regiokantoor in Amsterdam haar zichtbaarheid in de hoofdstad vergroten. Lijn5 Regiokantoor Amsterdam Pieter Calandlaan 7 1065 KH Amsterdam (West) Telefoon: 088 - 513 11 28 Telefoon Zorgloket: 088 - 513 11 04 E-mail:
[email protected] Website: www.ln5.nl
Gezinscoaches bij OKC’s Amsterdam-West Vier gezinscoaches van Spirit werken nu bij Ouderen Kindcentra (OKC’s) in stadsdeel West. Ze werken daar nauw samen met organisaties in de directe leefomgeving van de gezinnen. Portefeuillehouder Jeugd van Stadsdeel West, Martien Kuitenbrouwer: ’Er zijn in West veel gezinnen met meerdere hulpvragen. Door intensieve samenwerking tussen de gezinscoaches en de lokale partijen kunnen we de ondersteuning sneller en beter op elkaar afstemmen. Ook kunnen we zo in een veel vroeger stadium problemen signaleren en samen met de ouders zorgen voor een goede aanpak.’ www.spirit.nl
‘Als je verandering wilt, moet je het gewoon zeggen Enthousiasme
Sinds twee jaar kunnen cliënten van de afdeling jeugdreclassering van de William Schrikker Groep (WSG) in zogenaamde jongerenfora hun mening geven over de geboden hulp. ‘Het is jouw leven.’
Reclasseringswerkers uit het hele land benaderden vervolgens de ruim 1800 jongeren die de William Schrikker Groep begeleidt. Motivatie was het enige criterium voor deelname. Jacobs: ‘Als jongeren gemotiveerd zijn, maakt het niet uit of ze een hoog of laag niveau hebben. Er is ruimte voor iedereen.’ Al gauw bleek er genoeg enthousiasme. In het hele land ontstonden regionale groepjes die hun mening gaven over het methodische beleid van de William Schrikker Groep. Twee coaches begeleidden de jongeren hierbij. Jacobs: ‘De coaches hebben een neutrale insteek. Het zijn geen hulpverleners, zodat de jongeren vrijuit kunnen spreken. De coaches maken notulen van de bijeenkomsten, die ik vervolgens aan de directeur geef.’
‘E
r wordt naar mij geluisterd’, zegt de 21-jarige Willem Troost. Hij is een van de jongeren die deelnam aan de jongerenfora. Hij is enthousiast. ‘Ik hoor zo vaak jongens om mij heen klagen over alles wat niet goed gaat. Maar ik denk juist: het is jouw leven, de mensen van “de Schrikker” zijn er om jou te helpen. Dus als je verandering wilt, moet je het gewoon zeggen! Daar heeft iedereen wat aan.’ ‘We vonden dat de stem van de cliënt beter kon worden gehoord’, zegt projectleider Ruud Jacobs. ‘We hebben weliswaar een cliëntenraad maar die bestaat voornamelijk uit ouders. Wij wilden juist weten wat de jongeren van onze hulp vinden.’
Inzicht De jongerenfora hebben twee doelen. Ze geven de William Schrikker Groep inzicht in de eigen werkwijze en leren jongeren hun mening te
Zaanstad wil stut en steun zijn voor lvg’ers Vanaf 2012 krijgen licht verstandelijk beperkten (lvg) met een IQ tussen de 70 en 85 geen AWBZ-zorg meer. Althans, als het aan het kabinet ligt. Deze mensen moeten dan voor bijvoorbeeld begeleid wonen of dagbestedingactiviteiten aankloppen bij de gemeente. Maar zijn de gemeenten hier wel klaar voor? Een gesprek met Corrie Noom, wethouder maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Zaanstad.
oktober 2010 december 2010 maart 2011 juni 2011
Oude nummers van ‘Jong aan de Amstel’ zijn – zolang de voorraad strekt – op te vragen via het e-mailadres van de redactie:
[email protected]. Alle nummers zijn als pdf te downloaden via www.jongaandeamstel.nl * = niet meer voorradig.
FOTO: RO B VA N DE R H OUT
december 2003 maart 2004 juni 2004 november 2004 maart 2005 juni 2005 oktober 2005 december 2005 maart 2006 juni 2006 oktober 2006 december 2006 maart 2007 juni 2007 oktober 2007 december 2007 maart 2008 juni 2008 oktober 2008 december 2008 maart 2009 juni 2009 oktober 2009 december 2009 maart 2010 juni 2010
Meer informatie:
[email protected].
DOO R : A N JA G EL D ERMAN S
‘Jong aan de Amstel’ behandelt elk nummer een thema. Hierin belicht ze het onderwerp vanuit verschillende hoeken en geeft daarbij een overzicht van het hulpaanbod van de jeugdzorg op dit terrein. Tot nu toe kwamen de volgende thema’s aan bod: 2003/4 Basisonderwijs 2004/1 Jeugdpsychiatrie* 2004/2 Voortgezet onderwijs 2004/3 Crisishulp* 2005/1 Huiselijk geweld 2005/2 Jeugdgezondheidszorg 2005/3 Lokaal jeugdbeleid 2005/4 Speciaal onderwijs (primair)* 2006/1 Armoede 2006/2 Meidenhulpverlening 2006/3 Lichtverstandelijk gehandicapten 2006/4 Voortgezet speciaal onderwijs 2007/1 Hulp aan huis 2007/2 Veiligheid 2007/3 Autisme* 2007/4 Gezondheid en sport 2008/1 De harde kern* 2008/2 Drang en dwang 2008/3 Volwassenenpsychiatrie 2008/4 Preventie 2009/1 Multiprobleemgezinnen 2009/2 Pleegzorg 2009/3 Jonge moeders 2009/4 Vroegtijdige signalering* 2010/1 Licht verstandelijk beperkten 2010/2 Passend basisonderwijs 2010/3 Jeugdzorg in een strafrechtelijk kader 2010/4 Opvoedondersteuning 2011/1 Alcohol en drugs 2011/2 Sport, cultuur en vrije tijd
geven. Jacobs: ‘Het is leerzaam voor beide partijen. Zo ging een van de gesprekken over de dossiers. De jongeren vroegen zich af wie er allemaal inzage heeft in hun dossier. Daar sta je als organisatie vanuit een ander perspectief bij stil, maar het is wel een belangrijke vraag. We willen laten zien dat de mening van de jongeren telt en dus kijken we daar nu scherp naar.’ Afgelopen jaar kwamen de fora bijeen op een congres in Utrecht. Dat was een idee van Willem. ‘Ik was benieuwd hoe het met andere jongens ging, wat zij hadden meegemaakt en wat zij wilden veranderen.’ Een succes, volgens Jacobs: ‘Elke jongere kreeg naar aanleiding van het congres een brief waarin de directeur opsomt wat de William Schrikker Groep gaat doen met de besproken punten. Het idee is om dit soort brieven vaker te gaan versturen.’ Voor Willem was het in ieder geval een fantastische ervaring: ‘Ik ben er nog steeds trots op dat ik dit heb bereikt.’
Corrie Noom: ‘De zorgvraag neemt alleen maar toe en er worden te weinig resultaten geboekt.’
‘V
eel mensen met een IQ tussen 70 en 85 hebben helemaal geen ondersteuning nodig’, begint Noom. ‘Als zij wel zorg nodig hebben, is er vaak sprake van aanvullende problematiek, zoals een psychiatrische aandoening of schulden.’ Maar desondanks krijgt de gemeente te maken met een nieuwe groep die gebruik zal maken van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Noom wijst erop dat gemeenten naast deze taak nog veel meer taken krijgen toebedeeld. ‘We worden niet alleen verantwoordelijk voor de begeleiding en zorg voor de dagbesteding voor deze en andere groepen die nu nog onder de AWBZ vallen, maar in 2013 komt de Wet werken naar vermogen ook onze kant op en in 2015 wordt de jeugdzorg overgeheveld van de provincie naar de gemeenten. Daarnaast moeten we ook nog bezuinigen. We weten nu nog niet wat dit allemaal teweeg gaat brengen.’ Dat betekent overigens niet dat de gemeente deze taak niet wil overnemen. Noom: ‘We wil-
len dit juist wél. We denken namelijk dat wij deze taak beter en efficiënter kunnen uitvoeren, omdat we de lokale situatie goed kennen. Maar we moeten er wel anders mee omgaan, want de zorgvraag neemt alleen maar toe en er worden te weinig resultaten geboekt.’
nen wonen. Maar voor de rest willen we terug naar het gewone. We kijken nu hoe we stut en steun in de eigen omgeving kunnen vormgeven.’
Kennis en expertise
Het is de gemeente die de zorgbehoefte bepaalt, stelt Noom. ‘Vervolgens kijken we wie wat Stut en steun voor ons kan verzorgen. We proberen daarbij aan te sluiten bij structuren die er al zijn. Zo De gemeente Zaanstad heeft een programmamaken de thuiszorginstellingen gebruik van manager aangesteld om deze maatregelen wijkteams voor ouderen. Misschien kunnen we integraal voor te bereiden en een nieuwe visie dat verbreden naar jongeren. Ook hebben we te ontwikkelen. Noom, die op dit gebied nauw in Zaanstad het Centrum Jong, dat goede versamenwerkt met acht andere gemeentes in de regio, kan daarbij wel al een richting aangeven. bindingen heeft met het onderwijs en via hun consultatiebureaus ook dicht bij gezinnen staat.’ ‘We willen kijken hoe we zwakbegaafde jongeren en volwassenen kunnen ondersteunen in de De gemeente maakt bij het formuleren van hun visie gebruik van de kennis en expertise van de eigen omgeving: in het gezin, op school of op het werk. En daarbij willen we ook steun geven instellingen. Noom: ‘Ik merk dat alle organisaties betrokken zijn en mee willen denken. Ook aan ouders en leerkrachten, zodat het voor hen zij zien kansen om allerlei taken dichterbij huis behapbaar is. Natuurlijk zijn er altijd jongeren met zware gedragsproblemen die niet thuis kun- te organiseren.’
4
SPORT, CULTUUR EN VRIJE TIJD
Jongeren sterker maken
F OTO: DREAMSTIME
Jeugdzorg richt zich op het gezin, de school en de vrienden van het kind. Maar de vrije tijd is minstens zo belangrijk. En dan gaat het niet zozeer om activiteiten om jongeren ‘van de straat te houden’. Een zinvolle invulling van de vrije tijd kan namelijk veel meer opleveren. Het leidt namelijk tot betere sociale vaardigheden, het vergroten van capaciteiten en de ontwikkeling van talenten. Het maakt jongeren sterker. Jeugdzorg begeeft zich daarom meer en meer op het gebied van de vrije tijd met speciale programma’s voor sport en cultuur.
DOOR: ANJA GELDERMANS
Verwey-Jonker Instituut over sport en cultuur
‘Een impuls voor empowerment’ Sport en cultuur kunnen jongeren helpen om vaardigheden op te doen. Maar dan moet je ze daarbij wel goed begeleiden. Dat stellen onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut. ‘Ze leren zich uiten, beter luisteren en reflecteren op het eigen gedrag.’
‘M
aatschappelijke participatie leidt tot een positief zelfbeeld en het vergroot je competenties’, stelt Jodi Mak, onderzoeker op het gebied van jeugdparticipatie en -beleid bij het Verwey-Jonker Instituut. Sport en culturele activiteiten zijn dan ook belangrijk voor jongeren. Alleen blijkt uit onderzoek dat juist kinderen en jongeren met (gedrags)problemen minder vaak deelnemen aan sportieve of culturele activiteiten. Ook is er een groot verschil te zien tussen allochtone en autochtone jongeren. Allochtone jongeren nemen veel minder vaak in verenigingsverband deel aan hobby- of sportclubs dan autochtone jongeren. Op het gebied van politieke participatie kom je bijna geen allochtone jongeren tegen.
PAja! Dat jongeren zelf sport en cultuur belangrijk vinden en dat het hen verder helpt, bleek uit het project Participatie Audit (Zwerf-)Jongeren Amsterdam (PAja!) dat Jodi Mak in 2008 opzette. Jongeren kregen in dit project de kans om hun eigen opvangvoorziening te beoordelen aan de hand van een keuringsmethodiek. De jongeren en de medewerkers van de verblijfsvoorziening gingen vervolgens met de resultaten van dit onderzoek aan de slag. Mak: ‘Het project was niet alleen een innovatieve manier van cliëntenparticipatie, maar gaf ook een impuls aan de empowerment van de jongeren. Tijdens het project
deden we allerlei creatieve activiteiten met ze, zoals een filmworkshop. We zagen dat ze daardoor echt uit hun schulp kropen. Ze leerden zich uiten, beter luisteren, reflecteren op het eigen gedrag en het versterkte het groepsgevoel. Het project bleek zelfs een middel om uit het hulpverleningscircuit te komen en - voor sommigen - om een baan te gaan zoeken. Ze vonden het heel leuk, sommigen hebben het er nog over. Het doet echt wat met jongeren, ook al kost het in het begin wat moeite om ze te motiveren. Op dit moment zijn opvang- en jeugdzorginstellingen in Den Haag aan de slag met dit project.’
Klimaat Het is belangrijk dat jeugdzorg meer kijkt naar de vrijetijdsbesteding van jongeren met (gedrags)problemen, vindt Niels Hermens, onderzoeker naar de maatschappelijke functie van
sport bij het Verwey-Jonker Instituut. ‘Tijdens je vrije tijd kun je, anders dan op school, op een ontspannen manier allerlei dingen leren.’ Wel wil hij een paar kanttekeningen plaatsen bij de algemene aanname dat sportdeelname leidt tot betere schoolprestaties en het voorkomen van probleemgedrag. ‘Het is daarbij wel belangrijk dat de jongere goede begeleiding krijgt, het sociaalpedagogisch klimaat moet goed zijn.’ Onder die voorwaarde kunnen jongeren belangrijke vaardigheden opdoen, zegt Hermens. ‘Uit veel onderzoek komt dat jongeren op deze manier kunnen werken aan zelfregulering. Ook leren ze bewust te werken aan de verbetering van hun prestaties. Dat zijn vaardigheden die je ook nodig hebt op school.’ Bij jongeren met gedragsproblemen is het belangrijk om te kijken welke sport bij hen past. Hermens: ‘Het gaat hierbij echt om maatwerk. Als
een jongere een angststoornis heeft, heeft hij of zij vaak meer baat bij een individuele sport, zoals hardlopen, fietsen of atletiek. En een jongen met ADHD kan prima aan een teamsport doen, maar moet daarbij wel goed worden begeleid en ook de medesporters moeten weten hoe op hem te reageren. Maar niet alle trainers beschikken over voldoende agogische kwaliteiten.’ Hermens wijst erop dat er vaak nog hoge schuttingen staan tussen de jeugdzorg, het welzijnswerk en de sportverenigingen. ‘Als je als maatschappij zoveel effecten verwacht van goede vrijetijdsbesteding, dan moet je investeren in samenwerking.’
Veertien beloftevolle projecten Het Verwey-Jonker Instituut heeft veertien beloftevolle sportprojecten geselecteerd, waarbij het aanleren van sociale vaardigheden een belangrijk onderdeel is, zoals Buitensport sociale vaardigheidstraining (BUSOVA) en Sport-it. Meer informatie: www.verwey-jonker.nl. Zoek op: Sporten geen probleem
Iedereen kan meedoen! Het Jeugdcultuurfonds en het Jeugdsportfonds willen ervoor zorgen dat ook kinderen in achterstandsposities kunnen deelnemen aan actieve kunstbeoefening en sport. De fondsen willen zo de persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie van kinderen in achterstandsposities verbeteren.
F OTO : D R EAM STIM E
Het lesgeld of contributie voor de kinderen komt uit ‘het potje’ dat gemeenten bestemmen voor de bestrijding van armoede. Leerkrachten, maatschappelijk werkers of jeugdhulpverleners kunnen een aanvraag doen voor een kind. Meer informatie: www.jeugdcultuurfonds.nl en www.jeugdsportfonds.nl
‘Sport en cultuur zorgen ervoor dat kinderen echt uit hun schulp kruipen.’
5
SPORT, CULTUUR EN VRIJE TIJD DOOR: TAMAR A FRAN KE
Persoonlijke groei door improvisatie Improbattle of theatersport is improvisatie op toneel, soms in wedstrijdvorm. Jongeren spelen samen geïmproviseerde scènes, met elkaar of als team tegen een ander team. Marijn Vissers van Improbattle: ‘Alle bagage die jongeren met zich meedragen kunnen ze gebruiken en positief inzetten. Daardoor durven ze trots te zijn. Dat is het begin van persoonlijke groei.’
O
p een muurtje voor de ingang van Jongerencentrum Jaco zitten een aantal jongens en een paar meisjes. De leeftijd varieert tussen de 15 en 20 jaar. Ze wachten tot Improbattle begint. Sharon (18) is een van hen.
Ze komt hier pas een paar maanden, maar is erg enthousiast. ‘Ik ben heel druk en energiek en kon nooit mijn energie kwijt, dat maakte me onrustig. Mijn begeleidster van Spirit vond Improbattle echt iets voor mij. En ze
had gelijk’, zegt Sharon lachend. ‘Dit is de eerste plek waar ik echt mijn energie kwijt kan. Meer dan dat, ik kan hier ‘mijn ding doen’ en dat geeft een goed gevoel.’ De totale groep bestaat uit ruim twintig jongeren met zeer uiteenlopende achtergronden, per keer komen er meestal zo’n twaalf jongeren. Ongeveer de helft van de jongeren komt via de jeugdhulpverlening. Elke dinsdagavond is er training en er zijn regelmatig uitwisselingen en optredens.
Impulsen ‘Bij Improbattle gebruiken we de impulsen van het moment van iedereen die meespeelt’, zegt Marijn Vissers, initiatiefnemer van Improbattle. ‘Het is improvisatie, dus geen teksten uit het hoofd leren. Tijdens de battle wordt de beurt steeds doorgegeven. Je moet dus goed naar elkaar luisteren, oogcontact maken en concentreren. Vaardigheden die ze hier spelenderwijs en met plezier leren en uiteindelijk toepassen in hun dagelijks leven. Je ziet hun zelfvertrouwen groeien.’
Dankzij de verschillende achtergronden en culturen leren de jongeren van elkaar. ‘De vooroordelen over en weer gebruiken we ook tijdens battles. Door met elkaar te spelen en te improviseren leren ze ideeën van anderen accepteren. Achtergrond valt hier weg, ook het feit of je uit de jeugdhulpverlening komt is niet belangrijk. Alle bagage die jongeren met zich meedragen kunnen ze gebruiken en positief inzetten, ze worden er hier niet op afgerekend. Daardoor durven ze trots te zijn. Dat is het begin van dingen anders doen, van persoonlijke groei.’
Eigen kracht ‘In het begin vond ik het wel spannend, zo’n groep’. Je weet niet wat ze van je vinden of hoe ze op je zullen reageren, maar ik werd met open armen ontvangen. Dat is wel gaaf. Ik voelde me meteen erg welkom. En improviseren is erg leuk om te doen’, zegt Sharon. ‘Sinds ik dit doe ben ik meer ontspannen, heb meer rust. En ik kan me beter concentreren. Ik geloof meer in mijn eigen kracht. Ik merk hier dat anderen het fijn vinden om met mij te spelen, dat geeft een goed gevoel, ik merk dat ik groei. En het is ook gewoon leuk.’
F OTO : SA K E R I J PK EM A
Jongeren kunnen zich aanmelden bij Marijn Vissers,
[email protected] en/of naar een training komen: dinsdag 18.00 – 20.00 uur, Jongerencentrum Jaco, Rhijnspoorplein 1, Amsterdam.
Je moet goed naar elkaar luisteren, oogcontact maken en concentreren.
DOOR: MAARTJE HAGAR TREEP
Vriendenkringen: een spel van sociale vaardigheden
S
amen kokkerellen of een keer naar een voetbalwedstrijd van Ajax of een concert van Anouk. Allemaal leuke plannen, maar wat als je niemand hebt om mee te gaan? ‘Zeer frustrerend en slecht voor het zelfvertrouwen’, meent Geraldine de Visser van MEE Amstel en Zaan. Combiwel, Dock, IJsterk en MEE Amstel en Zaan werken daarom samen in het project “Vriendenkringen”.
Eerste contact Het eerste contact leggen blijkt vaak niet eens het moeilijkst. De Visser: ‘Het
gaat vooral mis wanneer jongeren met een verstandelijke beperking het contact moeten onderhouden. Bedenken dat je elkaars nummer nodig hebt, verzinnen waar en hoe laat je afspreekt en hoe je daar komt. Het zijn zoveel dingen om aan te denken. Ergens in dat traject loopt het vast. Ze weten het niet te organiseren.’ Bij “Vriendenkringen” ondersteunt een vrijwilliger of stagiaire hen een jaar lang. Uiteindelijk moet de vriendengroep zichzelf redden.
Klikkaart Nieuwkomers krijgen eerst een kennismakingsgesprek waarin ze kunnen aangeven wat hun interesses zijn. Tijdens een eerste Kringlink-bijeenkomst leren ze elkaar op een ongedwongen manier kennen. ‘De één wil vooral graag mensen leren kennen uit de eigen buurt, de ander geeft aan dezelfde hobby te willen delen’, vertelt De Visser. ‘Het bijzondere aan “Vriendenkringen” is dat je zelf de regie in handen hebt. Via de zogenaamde “Klikkaart” kunnen deelnemers aangeven met wie ze een klik voelen en met wie niet. Op
basis daarvan vormen we groepjes en spreken de deelnemers drie keer af. Daarna besluiten ze of ze met elkaar door willen. Wil de groep bij elkaar blijven, dan begeleiden we ze een jaar. Het is een continu spel van sociale vaardigheden. Als iemand altijd te laat komt, wordt die door de groep aangesproken op zijn gedrag. Hoe ga je om met die kritiek? Hoe kun je aangeven als iets je niet bevalt? Goede oefeningen voor de persoonlijke ontwikkeling.’
tot depressie. We hopen dat dankzij “Vriendenkringen” deelnemers meer zelfvertrouwen opbouwen en op hun verjaardag tenminste iemand kunnen uitnodigen.’
Meer informatie en aanmelding: www.vriendenkringenamsterdam.nl of tel: 020-412 50 10 (Muriël Schipper, OSA).
Opbloeien De deelnemers bloeien zichtbaar op dankzij de nieuwe contacten. ‘Een van onze deelnemers is een erg verlegen jongen die altijd alleen thuis zat te gamen. Hij is nu aangesloten bij de mannengroep die elkaar vinden in de hobby “voetbal, bier drinken en praten over vrouwen”. Samen bezoeken ze nu vaak voetbalwedstrijden.’ Het concept is eenvoudig, maar de noodzaak is groot. ‘Geen vrienden hebben, heeft een negatief effect op je welzijn. Ik zie dat mensen zichzelf sneller verwaarlozen. Ze krijgen minder Hij is nu aangesloten bij de mannengroep die elkaar vinden in de hobby “voetbal, bier zelfvertrouwen, wat zelfs kan leiden drinken en praten over vrouwen”.’ F OTO : NO S R AT M AN S OU R I GI LA NI
Er samen op uit trekken, lekker bijkletsen of lief en leed delen. Het zijn basisbehoeften waar iedereen naar verlangt, maar die niet altijd vanzelfsprekend zijn. Ongeveer de helft van de mensen met een verstandelijke beperking heeft geen vrienden en moeite met het onderhouden van sociale contacten. “Vriendenkringen” moeten hen uit hun isolement halen.
6
SPORT, CULTUUR EN VRIJE TIJD DOOR: TAMAR A FRAN KE
De sportvereniging als minimaatschappij
‘S
port is een goede manier om de maatschappelijke participatie van onze jongeren te vergroten’, zegt Tessa Blom enthousiast. Blom is hulpverlener en sportzorgcoördinator bij Altra. ‘Hoofddoel is zorgen voor een positieve gedragverandering en daarmee de maatschappelijke participatie te vergroten. En het blijkt dat dit werkt. Dat komt mede omdat de focus ligt op de mogelijkheden van jongeren en niet op hun problemen. Dat is de kracht van sportzorg. Bijna alle jongeren vinden sporten leuk. Daarom zijn ze gemotiveerd. In de sportzorgtrajecten combineren we een goede vrijetijdsbesteding met werken aan persoonlijke doelen. Bij de jongeren die deelnemen zie je duidelijk een fysieke en mentale groei.’
Minimaatschappij ‘Jongeren zijn onderdeel van de maatschappij. En je kunt de sportvereniging zien als een minimaatschappij. Ook hier moeten ze op tijd komen, aanwezig zijn en zich houden aan regels en afspraken. Ook hier hebben ze sociale vaardigheden nodig. De sportclub is tevens een plek waar ze gewoon zijn, ze zijn onderdeel van de groep. Ze zien andere rolmodellen om zich aan te spiegelen dan in de thuissituatie en ze ervaren dat persoonlijke problemen minder een issue zijn. Ze worden beoordeeld op hun spel. We zien hun zelfvertrouwen groeien als het ze lukt om goed mee te doen. En als het ze lukt om binnen een sportvereniging mee te doen, waarom zou het dan niet lukken op school of het werk?’
Afspraken De mentor, trainer en sportclub maken met de jongeren heel duidelijke afspraken. Bijvoorbeeld over de terugkoppeling naar de mentor over wat er wel en niet goed gaat en over de doelen van de jongere. Maar ook over wie er met wie contact opneemt als een jongere niet komt opdagen. Er is absoluut geen vrijblijvendheid. ‘Gelukkig zijn er steeds meer sportverenigingen die mee willen werken. Ze moeten wel enige affiniteit met de groep hebben en in het begin extra moeite voor de jongere doen. Zoals contact opnemen als de jongere niet is geweest of iets extra uitleggen. Maar verder zijn onze jongeren even gewoon als de rest van de sporters en zo moeten we ze ook behandelen. Daar gaat het juist om, dat ze als “normaal” worden gezien. Ze ervaren dat ze meer zijn dan alleen maar een probleemgeval en daar gaat een positieve stimulans vanuit.’ In principe is deelname aan elke sport mogelijk. Aanmelden kan via Tessa Blom, tel: 06-33315315, e-mail:
[email protected].
F OTO: DREAMSTIME
Gedrag veranderen en maatschappelijke participatie vergroten. Dat is het doel van de sportzorgtrajecten. Om die reden maakt de jeugdzorg steeds vaker gebruik van deze trajecten. En het helpt, zo blijkt uit het evaluatierapport “Sport zorgt”. ‘Als het ze lukt met sport mee te doen, lukt het toch ook op school of het werk?’
‘Sport is een goede manier om de maatschappelijke participatie van onze jongeren te vergroten’
DOOR: MARIO N BRAAT
Hardlopen als aanvulling op therapie ‘Als ik dit kan, waarom zou ik dan niet veel meer kunnen!’ Het enthousiasme spat ervan af bij Laura, als ze vertelt over het rondje Rembrandtpark dat ze tegenwoordig met gemak rennend aflegt. Ze is één van de deelnemers aan de hardloopgroepen van GGZ inGeest voor jongeren tot 23 jaar die onder psychiatrische behandeling zijn. En het is precies dit geloof in de eigen mogelijkheden dat de begeleiders van de loopgroepen zo graag zien. Een gesprek met Laura en begeleiders Rick Bakker en Karen Diemeer.
R
F OTO : DR EA M STI ME
ick Bakker loopt wekelijks met een groep jongeren een rondje om de Sloterplas. Toen hij daarmee begon, trof hem vooral het gebrek aan motivatie bij deze jongeren. Hij constateerde dat het voor hen heel moeilijk is om gewoon naar buiten te gaan en iets te ondernemen. Laat staan sport. Een gezonder lijf, minder kilo’s, een trots gevoel, de meesten lopen er – letterlijk – niet warm voor. Eenmaal aan het sporten wordt dat anders, maar het blijft nodig ze achter de broek zitten, te bellen waar ze blijven, ze desnoods zelf op te halen. Karen Diemeer, ervaren oefentherapeute, bevestigt dat beeld. Daarom is ze ook zo blij dat háár loopgroep start vanaf de locatie van GGZ inGeest aan de Overschiestraat. De jongeren zijn daar overdag al voor hun behandeling: het lopen wordt dan een soort logisch vervolg daarop. Wie geen zin heeft, gaat vaak toch maar mee om het commentaar van de anderen voor te zijn. Hoewel het lopen voor deze groep niet verplicht is, blijkt het in de praktijk een uitstekende aanvulling op de behandeling te zijn.
Endorfine Beweging heeft een positief effect op allerlei psychische klachten. Hersenen produceren tijdens het sporten endorfine. Endorfine wordt ook het gelukshormoon genoemd. Endorfine heeft een kalmerend en pijnstillend effect. Daarnaast krijg je door regelmatig te sporten een betere conditie. Hierdoor kun je meer aan en voel je je in het algemeen beter.
7
Maar gáán ze eenmaal over die drempel, dan gebeuren er mooie dingen. Laura, die vorig seizoen in de groep van Karen liep, heeft zichzelf teruggevonden door het lopen: ‘Het heeft me echt uit het dal gehaald, twee jaar terug zat ik alleen maar op de bank, keek naar buiten en dacht “laat maar”. Nu weet ik weer hoe goed het voelt om door het park te rennen en hoe sterk ik me daardoor voel.’ Het sporten bracht haar wereld weer in beweging. Ze denkt weer aan studeren en is serieus bezig om haar leven richting te geven.
Gewoon lekker lopen
Zelfvertrouwen
Het gezamenlijk hardlopen maakt het mogelijk om over allerlei gewone dagelijkse zaken te kletsen. Films, boeken, relaties, alles komt onderweg aan bod. Karen: ‘Misschien is dat wel het belangrijkste, we zijn op dat moment in de eerste plaats een groep lopers, geen groep cliënten met een therapeut. Als dat een doorbraak teweeg kan brengen in het leven van de jongeren is dat geweldig.’ En Laura, die heeft zoveel energie gekregen dat ze zelf een loopgroep op poten zou kunnen zetten!
De jongeren kampen als gevolg van medicatie vaak met overgewicht. Niet zo vreemd dat ze dan een flinke hobbel over moeten voor de loopschoenen tevoorschijn komen.
De naam van Laura is om redenen van privacy gefingeerd.
SPORT, CULTUUR EN VRIJE TIJD D OOR: MA RTIN GERRITSEN
Alex van der Horst, ambulant hulpverlener Spirit
‘Jongeren leren zich een doel stellen’ ‘Een zinvolle vrijetijdsbesteding helpt kinderen bij hun ontwikkeling.’ Dat zegt Alex van der Horst. Hij is ambulant hulpverlener bij Spirit. Voor Boddaert Purmerend begeleidt hij ouders, kinderen en jongeren bij de opvoeding. Voor Rebound begeleidt hij leerlingen uit het voortgezet onderwijs.
‘D
e hulpvraag waar ouders en kinderen bij Boddaert mee komen kan heel divers zijn’, vertelt Van der Horst. ‘Soms vinden de ouders dat hun kinderen niet luisteren, soms vinden ze dat het onderling niet lekker loopt. Ik probeer in elk geval samen de hulpvraag te formuleren en te kijken op welke gebieden ik kan interveniëren.’ Een van de gebieden waarop die interventie plaats kan vinden, is de vrije tijd. ‘Dat is namelijk een belangrijk onderdeel van de leefwereld van de jongeren’, vertelt Van der Horst. ‘Ze maken er vrienden en ze leren hoe ze met anderen moeten omgaan. Dat geldt niet alleen bij sport, maar bijvoorbeeld ook bij culturele activiteiten. Los van het feit dat een zinvolle vrijetijdsbesteding beter is dan een beetje rondhangen, helpt het kinderen bij hun ontwikkeling. Ik heb ooit eens een jongen gehad met spraaktaalproblemen die erg geholpen was toen we aandacht besteedden aan de invulling van zijn vrije tijd. Daar leerde hij namelijk omgaan met andere jongeren.’
FOTO: SAKE RIJPKEMA
Stimuleren
Kim Sijmons, 13 jaar, cliënt van Boddaert Purmerend
Knokken
DOOR: MARTI N G ERRI TSEN
‘Mijn opa en oma stonden vlak voor de finish’ ‘Ik werd gevraagd om mee te doen met de 5 kilometerloop van de Rotterdam Marathon en toen zei ik “ja”. Het is namelijk goed voor je conditie. Hardlopen had ik tot dan toe niet gedaan. Paardrijden was de enige sport die ik deed. Ik herinner me de eerste training ook nog goed. We moesten 500 meter lopen. Dat kan ik makkelijk, dacht ik, maar dat viel tegen. Dat gold gelukkig voor iedereen. Alleen Alex (van der Horst, haar begeleider – red.) had er geen moeite mee. We hebben in totaal tien weken getraind. Een keer per week liepen we samen en een keer per week moest ik zelf lopen. Dat deed ik soms ook. Vier keer. Af en toe dacht ik er wel eens aan om te stoppen, maar dan dacht ik weer aan die 5 kilometer. Ik had A gezegd en moest nu ook B zeggen. Ik deed het ook niet alleen. Stefanie en Nicky waren er ook van Boddaert. Nicky deed de 10 kilometer en Stefanie net als ik de 5 kilometer. Dat je het samen doet, scheelt wel. Ik denk niet dat ik het zou hebben volgehouden als ik in m’n eentje had moeten trainen. Je doet het natuurlijk voor jezelf, maar het helpt wel als je samen bent. Ik was helemaal
Sinds vijf jaar begeleidt Van der Horst jongeren van Spirit tijdens de ASR Jongeren Run. Dat is een programma van de verzekeringstak van ABN AMRO dat jongeren uit de jeugdzorg stimuleert om te lopen. Het programma duurt tien weken waarbij de jongeren eens per week gezamenlijk trainen onder begeleiding van een coach en eens per week zelf moeten lopen. Uiteindelijk doel is deelname aan de 5 of 10 kilometerloop tijdens de Rotterdam Marathon. Van der Horst: ‘Vijf jaar geleden werkte ik nog als begeleider op een leefgroep. Ik kreeg toen een mailtje over de Fortis Run, zoals het toen nog heette. Ik ben zelf hardloper en het leek me ontzettend leuk om samen met de jongens deel te nemen. Ik probeerde ze enthousiast te maken en dat lukte. Al snel wilde een aantal meedoen. Een van hen was een jongen van 93 kilo die ongeveer even lang is als Kim (1.55 meter – red.). Hij wilde wat aan zijn gewicht doen, zei hij. Maar hij gaf zich op voor de 10 kilometer. Dus niet voor de 5 kilometer. Dat vroeg ontzettend veel van zijn doorzettingsvermogen. De voorbereidingsperiode was destijds twaalf weken, maar hij haalde het. Dat was mentaal enorm belangrijk voor die jongen. Los van het feit dat hij ook wat van zijn gewicht kwijt raakte, zette hij mentaal iets neer voor zichzelf.’
niet zenuwachtig toen we in Rotterdam waren. Het ging vanzelf. We kregen eerst een praatje, vervolgens allemaal een paars shirt en ten slotte een warming up. Daarna ging ik met Stefanie en Maaike (Maas, haar begeleider in Rotterdam – red.) naar het startvak. Eindelijk mochten we weg. Het begin was wel zwaar, maar het werd steeds lichter. Ik had ook het idee dat ik wel sneller kon, maar Maaike en Stefanie gingen niet zo hard. Het had wel wat met al die mensen langs de kant. En vlak voor de finish stonden mijn opa en oma, dat was een mooi moment. Dat je het toch hebt gehaald. In 34 minuten. Alleen die foto vind ik verschrikkelijk. Met zo’n bezweet hoofd. Die komt toch niet bij dit stuk? Ik blijf wel lopen, denk ik. Ik vind het niet echt leuk, maar het is goed voor je conditie. En mijn opa gaat soms mee op zijn fiets. Dat maakt het lopen wel makkelijker. En binnenkort is hier de Kwadijkloop. Ik doe dan mee voor school. Je moet dan 4,5 kilometer lopen in dertig minuten. Dat haal ik wel.’
8
‘Ik vind het mooi dat de ASR dit programma biedt’, stelt Van der Horst. ‘ASR vergoedt namelijk niet alleen het startgeld, maar ook de reis naar Rotterdam. Verder krijgen de jongeren ook nog allemaal een shirt en loopschoenen. ASR maakt daarmee het hardlopen financieel mogelijk. Maar net zo belangrijk is het mentale en het sociale aspect. Jongeren leren zich een doel stellen en voor dat doel knokken. Daarnaast zie je hoe de jongeren elkaar stimuleren. Dat zag je bij Stefanie en Kim, maar ook bij anderen. Dat sociale aspect is enorm belangrijk. Jongeren helpen elkaar.’ ‘Het enige wat ik jammer vind, is dat er zo weinig jongeren van Spirit meedoen’, vervolgt hij. ‘Ik was er met 3 jongeren van Boddaert en er waren 6 jongeren van School2Care, maar we hebben 1200 tot 1500 jongeren. Dan moeten er toch meer mee kunnen doen. De twee bedrijfsteams van Spirit voor de Dam tot Damloop zitten altijd gelijk vol. Lopers om te begeleiden hebben we dus genoeg.’