Bijlage 1. Inhoudelijke toelichting op de Actielijnen Informatievoorziening Sociaal Domein
Actielijn 1. Specificaties voor een gemeentelijk regiesysteem Vanuit ‘het veld’ is de behoefte aan ondersteuning bij het invullen van de regiefunctie geformuleerd. In die context is in de verkenning ook een programma van functionele eisen uitgewerkt voor een systeem waarmee het mogelijk wordt regie te voeren op de werkzaamheden in het sociaal domein (van ondersteuning van de zelfredzaamheid tot één gezin, één plan). Daarvoor zijn, per onderdeel, tevens gegevenssets ontwikkelt. En is een uitwerking gemaakt van de nieuwe dienstverleningsprocessen in het sociaal domein Voor het daadwerkelijk ontwikkelen of selecteren van een regiesysteem zal het functionele programma verder gespecificeerd moeten worden. Vervolgens is het zaak deze specificaties te delen: Met de leveranciers die gaan bouwen, met gemeenten die de regie gaan voeren en met de door hen aan te wijzen organisaties die er mee moeten gaan werken. Wat gaan we realiseren? Indicatieve planning 1.1 Een bestek / specificaties voor een gemeentelijk regiesysteem Gereed Q1 2014 sociaal domein. Op basis waarvan gemeenten een regiesysteem in de markt kunnen verwerven 1.2 Beheer en doorontwikkeling van de specificaties. Inrichten en Q1 2014 – Q2 2015 faciliteren van een gemeentelijke beheercommunity 1.3 Ondersteuning van gemeenten bij het verwerven van een Q2 2014 – Q4 2014 regiesysteem 1.4 Marktordening: informeren van leveranciers over de Q2 2014 – Q3 2014 specificaties, certificering va systemen, bewaken van conformiteit aan standaarden Wat vragen we hiervoor van gemeenten? • Participeer in living labs (zie ook actielijn 8) en documenteer de gemaakte besluiten en keuzes op het gebied van procesinrichting en ondersteuning • Breng kennis en ervaring in, in de ontwikkeling van de specificaties. Participeer actief in de beheer -‐en ontwikkelcommunity • Realiseer waar mogelijk gezamenlijke aanschaf van een regiesysteem • Verwerf alleen een regiesysteem dat voldoet aan de specificaties • Stem waar mogelijk eigen ontwikkeling en aanschaf van regiesystemen af op het ontwikkelde bestek Wat vragen we hiervoor van het Rijk? • Lever expertise op het gebied van architectuur (NORA) en ketenspecifieke knooppunten • Laat rijkspartijen / ZBO’s participeren in living labs t.b.v. de aansluiting tussen sectorspecifieke IV en gemeentelijke IV
1
Actielijn 2. Zelfredzaamheid en ICT Uitgangspunt is dat de zelfredzaamheid van de burger maximaal gefaciliteerd en gestimuleerd wordt. Gemeenten zijn reeds bezig met tal van digitale voorzieningen om de burger meer regie over zijn of haar eigen leven te geven. De belangrijkste lessen uit de verkenning, in samenwerking met de digitale stedenagenda (DSA), zijn dat ICT daadwerkelijk de positie van de burger kan versterken en maatschappelijk rendeert doordat aanspraak op duurdere (professionele) zorg kan worden voorkomen. De aanbevelingen vanuit de verkenning op dit terrein vragen om opvolging. Veel gemeenten oriënteren zich op dergelijke digitale voorzieningen en de markt hiervoor is innovatief. Het eindperspectief is dat er maatwerk zal zijn voor verschillende doelgroepen in combinatie met een aantal collectieve voorzieningen. Wat gaan we realiseren? Indicatieve planning 2.1 één burgerportaal voor casusinformatie (mijn 1-‐plan), bij Vooronderzoek: Q2 2014 voorkeur via MijnOverheid.nl Gereed: Q4 2014 2.2 bundeling van bestaande content op de domeinen jeugd, wmo Vooronderzoek: Q2 – Q3 2014 en werk & inkomen (in elk geval de contentcollecties van Gereed: Q4 2014 Regelhulp, opvoeden.nl en werk.nl) en eenduidige ontsluiting van die content 2.3 het actief verzamelen en uitwisselen van succesvolle Q1 2014 – Q2 2015 voorbeelden van burgerapps, e-‐zelfhulptools en toepassingen van open-‐data in het sociaal domein. Wat vragen we hiervoor van gemeenten? • Bundel en ontsluit content ten behoeve van zelfredzaamheid, • Aansluiten op bestaande contentcollecties • Deel goede voorbeelden van gebruik en effect van digitale voorzieningen ten behoeve van zelfredzaamheidbevordering via de Digitale Stedenagenda (DSA) / Zorgende stad community • Maak burgers digitaal vaardig • Stel bestaande middelen en projecten, en kennis hierover beschikbaar, bijvoorbeeld via de Digitale Stedenagenda (DSA) / Zorgende stad. Wat vragen we hiervoor van het Rijk? • Stel bestaande contentcollecties beschikbaar • Stel een centrale omgeving voor een burgerportaal beschikbaar (bijvoorbeeld MijnOverheid) • Breng specifieke sector kennis en best practices in op dit gebied. • Betrek ZBO’s en rijksdiensten die bezig zijn met informatieontsluiting naar de burger (UWV, Regelhulp, kennisinstituten e.d.)
Actielijn 3. Keteninformatisering sociaal domein: één gegevensknooppunt sociaal domein Uit de analyse van de informatiebehoefte van gemeenten en de analyse van beschikbare bronnen blijkt dat veel van deze gegevens al in de bestanden van ketenpartners beschikbaar zijn. De volgende 2
stap is dat deze bestaande gegevens met ondersteuning van de bestaande infrastructuur kunnen worden benut voor de informatiebehoefte van gemeenten. Obstakels die de uitwisseling van deze gegevens belemmeren moeten worden weggenomen. Naar analogie van de ketens en haar bestaande structuren zullen ook gemeenten een infrastructuur moeten ontwikkelen om deze gegevensuitwisseling mogelijk te maken. Niets doen betekent in deze dat de ambitie van de decentralisaties niet waar gemaakt kan worden en dat de kosten en administratieve last van gegevensverzameling hoog zullen zijn. Wat gaan we realiseren? Indicatieve planning 3.1 Ontwikkel / verwerf een gemeentelijk gegevensmakelaar Vooronderzoek: Q1 2014 sociaal domein eventueel met hergebruik van Suwinet kennis en Verwerving: Q3 2014 functionaliteit) Testen en aansluiten: Q4 2014 3.2 Maak een voorziening op basis van Digikoppeling om de Vooronderzoek: Q1 2014 gegevensmakelaar sociaal domein aan te kunnen sluiten op Realisatie: Q3 2014 andere ketens (o.a. Suwinet, CORV, i-‐Wmo, AZR) Testen en aansluiten: Q4 2014 3.3 Richt governance en beheer in op deze Q3 2014 infrastructuurvoorzieningen 3.4 Ontwikkel/ Sluit aan op generieke ontsluiting van bronnen Vooronderzoek: Q2 2014 (basisregistraties, dossiersystemen in het veld, Realisatie: Q3 2014 binnengemeentelijke gegevens) 3.5 Regel wettelijk dat gegevensuitwisseling via een Ntb (afhankelijk van gegevensknooppunt mogelijk is wetgevingstraject) Wat vragen we hiervoor van gemeenten • Sluit via digikoppeling aan op de te realiseren gemeentelijk gegevensmakelaar • Stem informatiebehoefte regie, vroegsignalering, inkijk en registratie af op de in te richten werkprocessen en vice versa Wat vragen we hiervoor van het Rijk • Stel kennis beschikbaar met betrekking tot gebruik componenten Suwinet • Organiseer de informatievoorziening in de verschillende domeinen en gegevensknooppunten per domein, naar analogie van SUWInet • Ontwikkel de noodzakelijke voorzieningen om uitwisseling tussen deze knooppunten mogelijk te maken • Richt beheer in op deze infrastructuurvoorzieningen
Actielijn 4. Systematiek voor benchmarking, statistiek en beleidsinformatie De Wet Revitalisering Generiek toezicht heeft verbetering gebracht, maar de huidige sectoren in het sociaal domein kennen ieder nog hun specifieke inrichting van informatieverzameling voor beleid en toezicht. Veelomvattend, historisch gegroeid en gedetailleerd, hier en daar met vraagtekens bij nut-‐ en noodzaak en leidend tot een aanzienlijke administratieve last bij gemeenten. De verkenning heeft uitgangspunten voor een standaardmethode voor gegevensverzameling opgeleverd passen bij de nieuwe verantwoordelijkheid van gemeenten. Daarin ligt het accent op de horizontale verantwoording op gemeentelijk niveau. Invoering van die methode zal leiden tot een aanzienlijke vermindering van administratieve lasten bij zowel het rijk als de gemeenten. Het zal 3
bijdragen aan transparantie en, naast het vergroten van het gemeentelijk inzicht, ook de sectorverantwoordelijkheid van de afzonderlijke ministers kunnen bedienen.1 Wat gaan we realiseren? Indicatieve planning 4.1 Uitwerken van de systematiek (gegevenssets, opstellen Q2 2014 protocol aanlevering, beheer en governance op de gegevenssets e.d.) 4.2 Ontwikkeling en inrichten van centrale voorziening voor Vooronderzoek: Q2 2014 gegevensverwerking (bij voorkeur bij CBS) Gereed: Q4 2014 4.3 Regelen wettelijke borging, regelen in materiewetten (en evt. Q1 2014 in CBS-‐wet) 4.4 Harmoniseren van bestaande en in ontwikkeling zijnde Q1 2014 – Q4 2014 monitors, en beleidsverantwoordingen in het sociale domein, en deze conform de eenduidige systematiek uitvoeren (o.a. beleidsinformatie jeugd, BUS / SRG, prestatiebeoordeling Wmo, 3d-‐monitor) Wat vragen we hiervoor van gemeenten • Inventariseer de informatiebehoefte van Raad en college ten behoeve van sturing en control • Richt de horizontale verantwoording hiervoor in. • Afspraken maken met zorgaanbieders conform de standaarden van de systematiek, en aanpassen van ICT systemen (gemeenten en aanbieders) op die standaarden Wat vragen we hiervoor van Rijk • Stel kennis beschikbaar ten behoeve van het inrichten van de systematiek van verticale verantwoording (beleidsverantwoording) • Richt de systematiek voor verticale verantwoording in conform uitgewerkte systematiek in het werkprogramma, terughoudendheid in het inrichten van monitors buiten deze systematiek
Actielijn 5. Eenheid van taal: standaardisatie van gegevensdefinities, werkprocessen en (administratieve) procedures De verschillende domeinen kennen een eigen historisch gegroeid begrippen kader. Zowel in het dagelijks gebruik van gegevensdefinities als ook bij de gehanteerde standaarden voor gedigitaliseerde gegevensuitwisseling is synchronisatie en translatie noodzakelijk. Standaardisatie is gewenst en waar mogelijk hergebruik van standaarden voor gelijksoortige administratieve processen ook. Dit beperkt de administratieve last enorm. In de verkenning zijn daarvoor de eerste aanzetten gegeven. Het onderwerp vraagt verdere uitwerking en gerichte aandacht. Regie en sturing vanuit een integraal perspectief op het beheer en de doorontwikkeling van standaarden en voorzieningen is een noodzakelijke voorwaarde om op termijn te kunnen komen tot de benodigde harmonisatie. Zonder gemeenschappelijk taal is het moeilijk communiceren. 1
Af te leiden uit opmerkingen van Actal (Den Haag 8 juli 2013) ten aanzien van de nieuwe Jeugdwet is dit nog niet overal geland. Dit onderschrijft de noodzaak snel tot verdere uitwerking over te gaan.
4
Wat gaan we realiseren? Indicatieve planning 5.1 Eén informatiemodel en een sociaal domein brede Globaal model: Q1 2014 gegevensset (jeugd, wmo, w&I), semantische en technische Gereed: Q3 2014 standaarden, conform de eisen vanuit Stuf en College Standaardisatie 5.2 Een overzicht van koppelvlakken tussen ketens / organisaties Indicatie: Q1 2014 en de standaardisatie van de gegevensuitwisseling op de Gereed: Q3 2014 koppelvlakke (berichtenspecificaties) 5.3 Het inregelen en afstemmen van het beheer en sturing Q3 2014 – Q2 2015 (governance) op gegevensstandaarden, zoals die binnen de verschillende domeinen is geregeld. Wat vragen we hiervoor van gemeenten? • Daadwerkelijk sturen op het gebruik van de standaarden (comply or explain) • Inbrengen van kennis en ervaring in het beheer en de ontwikkeling van de standaarden • Aansturen van hun ICT-‐leveranciers (en de ICT-‐leveranciers van zorgaanbieders) dat ze de standaarden volgen Wat vragen we hiervoor van het Rijk? • Inbreng van specifieke kennis van standaarden zoals gehanteerd binnen de verschillende domeinen.
Actielijn 6. Privacybescherming en informatiebeveiliging Beleidsmatig is er bij gemeenten, departementen en zorgaanbieders een breed draagvlak om in geval van multiprobleemsituaties (of de signalering ter voorkoming daarvan) gegevensuitwisseling tussen professionals te willen. Daarnaast is er een breed gedragen gevoel dat in dergelijke multiprobleemsituaties de huidige wetgeving voor zowel de professional als voor de burger te weinig duidelijkheid biedt. Het gaat dan met name om gegevensuitwisseling over sectoren heen (bijvoorbeeld tussen een jeugdhulpverlener en schuldhulp-‐verlening). Tegelijkertijd doen alle betrokken een duidelijke oproep om in geval van zelfredzame burgers, of enkelvoudige hulpverlening juist veel sterker te borgen dat de privacy van burgers wordt beschermd. In deze gevallen is niet zozeer de wetgeving het knelpunt, alswel de kennis van uitvoerders over de privacywetgeving, en de afspraken hierover tussen samenwerkingspartners. Wat gaan we realiseren? Planning 6.1 Ontwikkel eisen ten aanzien van informatiebeveiliging (in Q2 2014 samenwerking met de Taskforce IBD) 6.2 Ontwikkelen protocollen, voorbeelden, landelijke convenanten Q2 – Q4 2014 met betrekking tot privacybescherming en gegevensuitwisseling 6.3 Richt een ondersteunings / opleidingsprogramma in dat Q3 2014 – Q2 2015 gemeenten helpt om lokaal hun privacybescherming en informatiebeveiliging goed te organiseren, faciliteer het opleiden van medewerkers van gemeenten en veld op in privacyprotocollen en eisen ten aanzien van beveiliging en gebruik van informatie 6.4 Harmoniseer wetgevingstrajecten Jeugd, Wmo en Ntb in overleg met Participatiewet op in het sociaal domein noodzakelijke departementen, afhankelijk 5
gegevensuitwisseling 6.5 Onderzoek haalbaarheid voor kaderwetgeving ‘gegevensuitwisseling in het sociaal domein’
van wetstrajecten Ntb in overleg met departementen, afhankelijk van wetstrajecten
Wat vragen we hiervoor van gemeenten • Creëer overzicht en harmoniseer in de bestaande convenanten en afspraken ten behoeve van gegevensuitwisseling • Creëer bewustzijn en methodisch handelen ten aanzien van privacy, maar zeker ook een veilig gebruik van gegevens • Volg de aangeboden opleiding / ondersteuning • Conformeer je aan de geldende privacy-‐ en beveiligingsrichtlijnen (verplichtende zelfregulering IBD Wat vragen we hiervoor van Rijk • Harmoniseer de privacy aspecten in de sectorwetten (Wmo, Jeugdwet, Participatiewet, Suwiwet). • Regel voor de langere termijn overstijgende privacy aspecten (Kaderwetgeving).
Actielijn 7. Kennisontwikkeling en ondersteuning De uitgevoerde verkenning is niet alleen belangrijk voor professionals, dienstverleners en informatiedeskundigen. Juist bestuurders en het management van de gemeenten kunnen de verkenning gebruiken om keuzes te maken en te bepalen wat het effect van hun keuzes is. Dit in relatie tot betrokken en efficiënte dienstverlening en de bestuurlijke regie waarbij sprake is van de afstemming van een veelheid aan uitvoerende en besturende partijen, financieringsarrangementen en procedures. Gemeenten en Rijk moeten deelgenoot worden van wat de verkenning heeft opgeleverd. De inzet is te komen tot een samenhangende ondersteuning ten behoeve van professionalering van gemeentebestuurders en ambtenaren daarmee doorontwikkeling van de resultaten uit de verkenning. Dit vraagt om actie op korte termijn. De structuur van (bijvoorbeeld) 41 regio’s voor de jeugdzorg of de schaal van de 35 arbeidsmarktregio’s is hierbij een logische hulpstructuur. Wat gaan we realiseren? Indicatieve planning 7.1 Een kennisplatform waar gemeenten goede voorbeelden Gereed Q1 2014 kunnen plaatsen / uitwisselen over informatievoorziening in het sociaal domein. Een forum / community waar gemeenten over deze onderwerpen kennis kunnen uitwisselen 7.2 Een ondersteunings / voorlichtingsprogramma, waarin de Q1 2014 – Q2 2015 informatie over het werkprogramma voor de gemeenten wordt toegelicht (seminars, congressen, voorlichting e.d.) 7.3 Inrichten / uitvoeren relatiemanagement met ketenpartners Q1 2014 – Q2 2015 7.4 Inrichten / uitvoeren van leveranciersmanagement Q1 2014 – Q2 2015 Wat vragen we hiervoor van gemeenten? • Draag bij cq. neem kennis van de resultaten uit de verkenning 6
Organiseer een regionale aanpak als basis voor de inrichting van de informatievoorziening in het sociaal domein. • Maak gebruik van de informatie / producten die vanuit het kennisplatform worden verstrekt. Wat vragen we hiervoor van Rijk? • Ondersteun de professionaliseringsbehoefte o.a. via de transitiebureaus •
Actielijn 8. Praktijkervaringen in living labs Om ervaring op te doen met het gebruik van bestaande componenten en infrastructuur voor de gegevensuitwisseling in het sociale domein hebben een aantal gemeenten en SZW,VWS en VenJ afspraken gemaakt om een ‘living lab’ te starten voor de gegevensuitwisseling in het sociale domein. In enkele gemeenten (3-‐5 stuks) worden de ideeën uit de 6 inhoudelijke actielijnen beproefd. Daarnaast krijgen de living labs ruimte om met nieuwe werkwijzen te experimenteren, die weer voeding kunnen zijn voor de inhoudelijke uitwerking in de 6 inhoudelijke actielijnen. Wat gaan we realiseren? Indicatieve planning 8.1 Inrichten van circa 3 gemeentelijke living labs Q3 2013 8.2 Ondersteuning vanuit het programma aan de living labs Q4 2013 – Q2 2015 (accountmanagers) Wat vragen we hiervoor van gemeenten? • Richt een living lab in Wat vragen we hiervoor van Rijk • Stel middelen en expertise beschikbaar om deze living labs mogelijk te maken • Neem de juridische en organisatorische obstakels weg die de gegevensuitwisseling naar aanleiding van informatiebehoefte gemeenten belemmeren.
7