Bijlage 07 Voortgang Regionale Woonagenda’s Zaaknummer 2015-008266
Aanleiding Ontwikkelingen en stand van zaken In deze bijlage informeren wij u over de voortgang van de Regionale Woonagenda’s. Wij geven daarmee invulling aan onze toezegging in de Statenbrief van 22 april 2014 u hierover periodiek te informeren (PS2014-361). De Regionale Woonagenda’s zijn de basis voor de uitvoering van ons woonbeleid, zoals dat is vastgelegd in de Omgevingsvisie Gelderland. Uitgangspunt van de agenda’s is het streven naar evenwicht tussen vraag en aanbod op de woningmarkt. Wij willen dit bereiken door te koersen op een verschuiving: van een woonbeleid met een primaire focus op de omvang van de woningvoorraad (aanbodgericht) naar een woonbeleid dat vertrekt vanuit regionale opgaven en de bestaande woningbehoefte en zich richt op woonkwaliteiten. Wij informeren u over de ontwikkelingen en stand van zaken op deze terreinen voor de periode mei 2015 tot en met april 2016 door in te gaan op: Tendensen op de Gelderse woningmarkt Regionale Woonagenda’s Stand van zaken per regio Conclusies Perspectieven voor het komend jaar
Tendensen op de Gelderse woningmarkt Knelpunten in de in- en doorstroom op de woningmarkt In de afgelopen periode heeft de woningmarkt een meer gefragmenteerd karakter gekregen. Meer en meer valt de woningmarkt uiteen in deelmarkten naar eigendom en regio. De in- en doorstroom tussen deze markten staat onder druk. Dit blijkt onder andere uit onderstaande ontwikkelingen. Deze komen uit ‘Wonen in verandering’ van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI)/2015 en ‘WoOn 2015 van het CBS/BZK.
De sociale huursector, de vrije huursector en de koopsector zijn vrijwel los van elkaar komen te staan. Bewegen tussen deze markten wordt problematischer. Er ontstaat onder meer een kloof tussen de zittende bewoners (‘insiders’) en nieuwe woningvragers (‘buitenstaanders’) Voor de sociale huursector geldt dat er minder woningen zijn. Deels komt dit door de keuzen die gemeenten maken bij hun programmering en deels door landelijke ontwikkelingen zoals de verhuurdersheffing.. Tegelijkertijd zijn en komen er meer groepen die aanspraak maken op deze woningen en met voorrang moeten worden geholpen. Het gaat hier vooral om mensen met een zorgbehoefte, statushouders en spoedzoekers, zoals arbeidsmigranten en net gescheiden mensen. Hierdoor neemt de druk op de huursector, in ieder geval voor de korte termijn, toe. Verder zijn de woonlasten voor huurders gestegen door de stijging van huurprijzen en daling van het huishoudinkomen. Hiermee is de betaalbaarheid in de huursector verder onder druk komen te staan, ook voor huishoudens met een inkomen boven het minimum.
De doorstroom vanuit koopwoningen is tussen 2009 en 2015 bijna gehalveerd. De gemiddelde prijzen van de koopwoningen en de verkoop zijn inmiddels wel weer aangetrokken. De woonlasten voor de koopwoningen zijn laag door de lage hypotheekrentestand. Op lokaal niveau moeten er keuzes worden gemaakt om goed in te kunnen spelen op de demografische ontwikkelingen. Dit wordt bemoeilijkt door grondbeleid uit het verleden. Tevens is bij vroegere programmering van nieuwbouw niet voorzien in de transformatie van leegstand vastgoed.
Verschillen tussen regio’s Aanvullend constateert de RLI in haar adviesrapport dat verschillen tussen regio’s toenemen als gevolg van economische en demografische ontwikkelingen (bijvoorbeeld de vergrijzing en toenemende trek naar de steden). Wat deze ontwikkelingen betekenen voor de woningbehoefte en bijbehorende uitdagingen voor de woningmarkt verschilt per regio en soms zelfs per gemeente of kern. Zo zien wij in Gelderland dat er in de Achterhoek sprake is van krimp en ontspanning op de woningmarkt. In andere regio’s is er regio breed nog sprake van (soms beperkte) groei maar zijn er ook gebieden waar de vraag duidelijk afneemt, zoals in dorpen die wat verder afliggen van voorzieningen.
Regionale Woonagenda’s Gelders woonbeleid op maat De bestaande knelpunten in de in- en doorstroom op de woonmarkt in combinatie met de verschillen tussen regio’s pleiten voor regionaal maatwerk en regionale regie. In onze Regionale Woonagenda’s, die wij sinds 2014 samen met onze partners in de regio’s opstellen, houden wij rekening met en spelen wij in op de regionale verschillen in Gelderland. De agenda’s vinden hun basis in het cocreatieve proces rondom de Omgevingsvisie Gelderland waarin wij samen met onze partners in gesprek zijn gegaan over de woonopgaven waarvoor de regio’s staan. Qua inhoud koersen de agenda’s op een kanteling van een aanpak gericht op nieuwbouw en woningaantallen (omvang woningvoorraad) naar een aanpak gericht op regionale opgaven en uitdagingen, waaronder betaalbaarheid, voorkoming van leegstand, wonen en zorg en duurzaamheid (woonkwaliteiten). In de Regionale Woonagenda agenderen alle relevante partijen uit een regio de lokale opgaven en maken afspraken over wat zij hieraan gaan doen. De Woonagenda’s zijn daarmee meer dan een ambitiedocument. Het betreft een doorlopend proces waarbij ook het regionale netwerk wordt versterkt en waarbinnen werkafspraken worden gemaakt. Rol van provincie, gemeenten, corporaties en andere stakeholders. Eerste verantwoordelijke bij de programmering van de woningbouw zijn de gemeenten. Deze maken de bestemmingsplannen, houden toezicht op de woningbouw en maken afspraken met de woningcorporaties en ontwikkelaars. De gemeenten doen dit binnen de grenzen die de provincie stelt vanuit haar toezichthoudende taak op de ruimtelijke ordening. De provincie stelt grenzen aan het aantal woningen per regio en aan de plaatsen waar deze mogen worden neergezet. Hierbuiten hebben wij geen bevoegdheden, maar pakken wij een inspirerende en een verbindende rol op basis van gelijkwaardigheid. De regio treedt op in naam van de gemeenten die zij vertegenwoordigt. De bevoegdheden, middelen en verantwoordelijkheden, die de gemeenten aan de regio geven, verschillen per regio. De Regionale Woonagenda’s verschillen dan ook per regio, zowel de inhoud als de afspraken en de aanpak. Opgemerkt dient te worden dat wij de samenwerking met marktpartijen en corporaties op regionaal niveau niet kunnen afdwingen. Deze
is afhankelijk van de situatie en de relaties tussen partijen en regio. Als provincie investeren we waar mogelijk in de verbreding en verbetering van netwerken. De opbouw van de netwerken begint bij de gemeenten en breiden we uit naar andere partijen al gelang de mogelijkheden binnen de regio’s. Inzet van de provincie Deze periode hebben wij geïnvesteerd in de uitbreiding van netwerken, in samenwerking, in het helder krijgen van ambities en in een regionale aanpak van de programmering. Daarbij zijn de regio’s ondersteund door: Ondersteuning door kennisdeling
De deelname aan het landelijke onderzoek “WoON 2015” van CBS/BZK. Hiermee zijn voor alle Gelderse woonregio’s gegevens en nieuwe inzichten beschikbaar over onder andere de huidige woonsituatie van huishoudens, woonwensen en betaalbaarheid. Beschikbaarstelling van het digitale platform www.gldwonen.nl, (vanaf mei 2016 het nieuwe platform Wonen en Ruimte) waar partijen (ook op regionaalniveau) informatie, discussies en blogs over woningmarktthema’s met elkaar kunnen delen. De digitale woningmarktmonitor met online cijfers per regio en gemeente over relevante woningmarktthema’s (vanaf najaar 2015). De monitor wordt aangevuld met nieuwe cijfers en op onderdelen (bijv. koopmarktinformatie) twee keer per jaar geactualiseerd. Met nieuwe prognose cijfers voor de ontwikkeling van de bevolking en de huishoudens in de Gelderse regio’s. Organiseren van uitwisseling van kennis en ervaringen tussen de regio’s over het werken aan de Regionale Woonagenda’s en gezamenlijk met stakeholders zoeken naar de juiste aanpak en schaal van voorliggende vraagstukken.
Ondersteuning door het faciliteren van menskracht
Bijdrage aan de aanstelling van een procesmanager voor het regionale proces (FoodValley). Advies aan gemeenten over het risico op planschade bij het veranderen van bestemmingsplannen. Door in enkele regio’s de ontwikkeling van een regionale woningmarktmonitor te ondersteunen (Achterhoek
Ondersteuning door experimenteerruimte
Pilot programmeren in BAG in de Stedendriehoek. Dit gaat om een andere manier om de bestaande woningaantallen te berekenen op basis van de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (zelfstandige woongelegenheden).
STAND VAN ZAKEN PER REGIO Regionale Woonagenda Achterhoek Terugbrenging daling woningvoorraad In 2015 is de Regionale Woonagenda Achterhoek 2015-2025 vastgesteld door de gemeenteraden, de besturen van de woningcorporaties en door ons. In de Woonagenda Achterhoek hebben de gemeenten afgesproken om het netto aantal woningen dat kan worden toegevoegd opnieuw te verlagen met 10%, naar 3.145 woningen in de periode 2015-2025. Prognoses worden periodiek geactualiseerd en jaarlijks vindt monitoring van de woonagenda plaats. Indien dat nodig is zullen afspraken opnieuw worden bijgesteld. In het najaar van 2015 heeft de regio een Programma Wonen vastgesteld waarin de woonagenda nader is geconcretiseerd. Uitvoering van de woonagenda vindt deels plaats in de uitvoeringsprojecten die vallen onder het Programma Wonen van de Uitvoeringsagenda Achterhoek 2020 2.0, de inzet van de Achterhoek voor o.a. de Gebiedsopgave, SteenGoed Benutten en het Gelders Energie Akkoord. De gemeenten en corporaties vertalen de regionale woonagenda in lokale agenda’s en prestatieafspraken. In het najaar van 2015 is bijvoorbeeld gestart met de (regionale) uitvraag en dit heeft geresulteerd in de Woondroom van de Achterhoek, die momenteel wordt uitgewerkt in projecten, zoals de ontwikkeling van tijdelijke woonvormen. Bouwend Nederland heeft onder meer het voorstel gedaan om in gezamenlijkheid te komen tot een regionale portefeuillestrategie, het inrichten van een ‘vernieuwings’fonds en de verdere ontwikkeling van een marktmonitor. Voortgang: stoplichtmodel voor de woningvoorraad, regionale aanpak wonen en zorg en statushouders Om de plancapaciteit voor woningbouw terug te brengen zijn de Achterhoekse gemeenten in 2015 gestart met het zogenaamde stoplichtmodel. Hierbij worden woningbouwplannen kritisch tegen het licht gehouden met als uiteindelijk doel om nieuwbouwplannen op kwalitatieve gronden (af) te waarderen. Daarbij houdt de regio rekening met de noodzakelijke herbestemming en transformatie van leegstaand en vrijkomend vastgoed en de lege plekken die daardoor mogelijk ontstaan. De regio maakt halverwege 2016 de tussenstand op. De Achterhoek pakt de huisvesting van statushouders en noodopvang van vluchtelingen regionaal op, waarbij naast huisvesting - regulier maar ook in tijdelijke woonvormen, het opkopen van lege koopwoningen en door middel van het verbouwen van bestaande panden - aandacht is voor leren van elkaar, integratie, etc. Ook ‘wonen en zorg’ pakt de regio gezamenlijk op en dit jaar wordt er wederom een woningmarktmonitor gemaakt, die inzicht geeft in de bijdrage die is geleverd aan de doelstellingen en ambities uit de Regionale Woonagenda. Naar de toekomst Het voornemen is om in 2017 een aantal nieuwe zaken op te pakken in het kader van de Regionale Woonagenda, zoals de introductie van een digitale woningmarktmonitor, een onderzoek naar leefbaarheid en woonwensen, de doorontwikkeling van een energieloket (incl. levensloopbestendigheid), de ontwikkeling van instrumenten en aanpakken leegstaand vastgoed en het uitvoeren van pilots m.b.t. bestaande particuliere woningvoorraad.
Regionale Woonagenda Foodvalley Voorbeeldregio voor opvang statushouders. In de FoodValley is de werkwijze van een regionale woonagenda omarmd. In het portefeuillehoudersoverleg Wonen worden tegenwoordig standaard de corporatiedirecteuren en een vertegenwoordiging van het bestuur van de stichting Vastgoedmonitor uitgenodigd. In de stichting Vastgoedmonitor is een grote groep regionale marktpartijen vertegenwoordigd. In het afgelopen jaar is gebruik gemaakt van zowel online (FoodValleyforum) als offline communicatiemiddelen om met partijen te werken aan kennisontwikkeling en agendering. Voortgang: betaalbaarheid huisvesting, regionale aanpak en pilots integratie statushouders Het afgelopen jaar heeft in het teken gestaan van betaalbaarheid van het wonen, van huisvesting en integratie van statushouders. Mede naar aanleiding van de online- en offlinediscussies over betaalbaarheid die in 2015 plaatsvond is samen met betrokken partijen (marktpartijen en corporaties) gewerkt aan het gezamenlijk benaderen van beleggers in de vrije sector huur, zijn de woonwensen van kenniswerkers (medewerkers van de Wageningen Universiteit en aanverwante onderzoeksinstellingen) onderzocht en hebben corporaties en gemeenten overlegd over doorstroming in de huursector. Met de vroegtijdige agendering van het thema huisvesting en integratie van statushouders is de regio landelijk koploper als het gaat om regionale samenwerking op dit thema. De corporaties en gemeenten zijn samen opdrachtgever voor het project. Onder het motto 'een keer uitzoeken acht keer uitvoeren' voeren de gemeenten vijf vernieuwende pilots uit en delen ze hun ervaringen. In de pilots wordt nauw samengewerkt met o.a. vluchtelingenwerk, COA, onderwijs en bedrijven. Naar de toekomst In november 2015 heeft de regio FoodValley de kwantitatieve binnenregionale verdeling vastgesteld. De regio geeft aan dat de afspraken niet voor alle gemeenten gebaseerd zijn op dezelfde uitgangspunten. De regiogemeenten willen daarom, samen met marktpartijen en corporaties, komend jaar werken aan een verdiept inzicht in de kwalitatieve en kwantitatieve woningbehoefte. In 2017 wil de regio de woningbouwafspraken actualiseren op basis van meer gedeelde uitgangspunten. In de FoodValley is, gezien de geprognotiseerde groei, geen sprake van overcapaciteit van plannen. De komende periode gaan gemeenten, corporaties en marktpartijen met elkaar in gesprek over woonkwaliteit en flexibele en betaalbare woningbouw. Ook huisvesting statushouders blijft een belangrijk thema op de Woonagenda. Ze willen daarbij opnieuw gebruik maken van het digitale woonforum.
Regionale Woonagenda Noord Veluwe Woningbouwafspraken en aanpak verouderde recreatieparken De regio Noord-Veluwe vormt samen met de gemeente Epe al lange tijd een gezamenlijke huurwoningmarkt, hoewel de verhuisbewegingen tussen de verschillende kernen beperkt zijn. Toch is er al jaren sprake van samenwerking op het thema wonen. De gemeenten hebben in 2014 gezamenlijk een Regionale Woonvisie opgesteld, die als kapstok dient voor de lokale woonvisies die in 2015 en 2016 zijn uitgewerkt of worden. De Regionale Woonvisie vormt de basis voor de woonagenda. Een belangrijk onderdeel van de agenda rondom de woningbouwafspraken zijn in goed overleg gemaakt en in de loop van 2015 vastgesteld door het dagelijks bestuur en aan GS aangeboden. Een ander belangrijk thema is de aanpak van verouderd recreatievastgoed. Recreatieparken zijn van oudsher een buffer voor de woningmarkt, De handhaving op permanente bewoning maakt duidelijk dat er
veel mensen (illegaal) wonen op vakantieparken. Het gaat niet alleen om arbeidskrachten uit andere landen, maar ook om spoedzoekers, zoals mensen in scheiding en mensen die uit een instelling afkomstig zijn en daar niet meer naar terug kunnen. Inzet: samenbundeling krachten ontwikkelaars, corporaties en overheid In de regio groeit het besef dat er wat gedaan moet worden, om deze mensen legale en toereikende huisvesting te bieden. Hier ligt een duidelijke relatie met de gebiedsopgave Veluwe. Oplossingen ziet de regio in het gebruik van recreatieterreinen voor de huisvesting van voornoemde groepen (met een tijdelijke vrijstelling van het bestemmingsplan), waarna het terrein een niet-recreatieve functie krijgt, zoals natuur. In een flexwonen café zijn ontwikkelaars, corporaties en overheid met elkaar in gesprek gekomen om over oplossingen na te denken, in bijvoorbeeld leegstaand vastgoed. Naar de toekomst De vraag naar betaalbare woonruimte zal naar verwachting de komende jaren blijven. De inzet zal zich richten op het vinden van goede (tijdelijke) oplossingen voor mensen in nood, arbeidsmigranten en statushouders. Daarbij zal onderzocht worden wat de omvang van de vraag is en welke oplossingsmogelijkheden er zijn in vrijkomend vastgoed, waarbij dus nadrukkelijk gekeken zal worden naar recreatieparken.
Regionale Woonagenda Rivierenland Samen werken aan wonen De Regionale Woonagenda in Rivierenland is in concept gereed. De regio kiest ervoor de Woonagenda tegelijk met de nieuwe woningbouwprogrammering vast te stellen. De planning is dat dit voor de zomer zal gebeuren. Bouwstenen van de woonagenda zijn het regionale woningbehoefte-onderzoek uit 2015, het convenant wonen en zorg en een plan van aanpak Woonladder voor de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg. Jaarlijks wordt bekeken welke onderwerpen prioriteit krijgen, of de nu vastgestelde onderwerpen nog actueel zijn en of er aanleiding is om onderwerpen aan de Woonagenda toe te voegen dan wel van de woonagenda af te halen. Regiogemeenten zijn alvast gestart met de uitwerking van een aantal thema's. Inzet: regionaal woningbouwprogramma en huisvesting statushouders De gemeenten ontwikkelen met elkaar een afwegingsmethodiek en hebben hun plannen in categorieën ondergebracht. Er zijn 3 categorieën: 1. kansrijke plannen voor de komende 5 jaar; 2. plannen met risico’s of te realiseren na 2020; en 3. plannen die niet of pas na 2025 gerealiseerd kunnen worden. een methodiek en hebben hun programmering opnieuw bekeken. Deze methodiek is gebaseerd op kwalitatieve afwegingen: elk plan krijgt een weging op basis van de factoren hardheid, marktkansen en urgentie. Jaarlijks monitort de regio de ontwikkelingen en trends en stelt het woningbouwprogramma bij. Ook zet de regio in op de huisvesting van statushouders in samenwerking met de corporaties. Diverse projecten uit het convenant wonen-zorg zijn opgepakt evenals het plan van aanpak Woonladder voor een samenhangende en sluitende keten van woon- en opvangvoorzieningen, zodat niemand meer dakloos is. Naar de toekomst
Belangrijke onderwerpen voor Rivierenland zijn de woningbouwprogrammering, wonen en zorg, arbeidsmigranten en statushouders. Gezien de kenmerken van deze regio zullen dit de komende tijd de grootste opgaven blijven, mogelijk op termijn uitgebreid met het thema betaalbaarheid.
Regionale Woonagenda Regio Arnhem-Nijmegen Versterken van bestaande kwaliteiten in de regio In mei 2014 is door de Stadsregio (nu regio Arnhem Nijmegen) de Regionale Woonagenda voor de hele regio vastgesteld. De drie subregio’s (Arnhem, Liemers en Nijmegen) hebben ieder een eigen dynamiek, de afspraken worden daarom op subregionale schaal verder opgepakt. De focus van de Regionale Woonagenda ligt op het versterken van de bestaande kwaliteiten in de regio. De bestaande woningvoorraad wordt gezien als het uitgangspunt. Hoofddoel is de aanpak van de mismatch tussen planaanbod en woningbehoefte zoals die blijkt uit de gemaakte analyses. Inzet: stoplichtmodel voor woningvoorraad De regio werkt met een flexibele vorm van woningbouwprogrammeren volgens het stoplichtmodel, met als doel ruimte te creëren voor goede woningbouwplannen. Dit betekent dat woningbouwplannen worden verdeeld in drie categorieën: groen, oranje en rood. Groene plannen sluiten aan bij de actuele regionale behoefte en kunnen worden gerealiseerd. Voor oranje plannen geldt dat deze op termijn kunnen voorzien in de behoefte, vaak moeten deze plannen worden herzien qua aantallen of soorten woningen. Rode plannen voorzien niet in de behoefte en worden geschrapt. De provincie werkt samen met de gemeenten om inspiratiesessies en discussies over de bredere context te organiseren en zeker ook met het vaststellen van een (sub)regionaal cijfer voor woningbouw (norm). De belangrijkste subregionale opgaven rondom programmering zijn: - In de subregio Liemers wordt de overcapaciteit aan harde plannen teruggebracht en is daarnaast ook nog aandacht nodig voor de omvang van de zachte plancapaciteit; - in de subregio Nijmegen en omgeving is de (te grote) voorraad aan zachte plancapaciteit teruggebracht; - In de subregio Arnhem en omgeving wordt plancapaciteit toegevoegd (en op sommige plekken onttrokken) om te kunnen voldoen aan de hoge behoefte. Naar de toekomst Bij alle subregio’s is het nu de uitdaging de bestaande plannen en nieuwe plannen kwalitatief te matchen met de behoefte. De woningmarkt trekt aan en de vraag is of de plannen die er liggen nog wel voldoen aan de vraag van de markt. De regio start dit jaar met een vernieuwing van de onderzoeken naar de kwalitatieve match. Een belangrijk onderdeel bij elke subregio zijn de kansen die transformatie van leegkomend vastgoed bieden voor ontwikkelingen. Ondersteunend aan die uitdagingen organiseren we gezamenlijk verschillende bijeenkomsten, om met elkaar de belangrijkste kwalitatieve vragen met elkaar helder te krijgen, zoals de levensloopbestendigheid, betaalbaarheid (nu een belangrijke focus door o.a. de huisvesting van statushouders) en duurzaamheid van de woningvoorraad. Deelnemers verschillen al naar gelang het onderwerp. De gemeenten zijn de verbindende partij. .
Regionale Woonagenda Stedendriehoek Vier pijlers De Regionale Woonagenda Stedendriehoek kent vier agendapunten: woon kwaliteit, voorraadstrategie, voldoende aanbod sociale huur- en koopwoningen en wonen met zorg. Inzet: Woonkwaliteit als vestigingsfactor De woonkwaliteit en kwaliteit van bestaande woonmilieus zijn belangrijke vestigingsfactoren voor de regio. Dit vraagt meer inzet op behouden, versterken en profileren van de vele (gedifferentieerde) eigen kwaliteiten in de regio. Als hulpmiddel hiervoor is door de regiogemeenten samen met marktpartijen een instrument ontwikkeld om per gemeente inzicht te krijgen in hoeverre het aanbod van woningbouwplannen aansluit bij de (modelmatige berekende) vraag. Gemeentelijke overheden en andere betrokken partijen in de regionale woningmarkt van de Stedendriehoek kunnen hier hun voordeel mee doen. Inzet is om dit instrument in 2016 te implementeren en toe te passen. Het behoud van voldoende aanbod sociale huur- en koopwoningen voor meest kwetsbare doelgroepen. De opgave ‘huisvesting statushouders’ was ten tijde van het opstellen van de woonagenda nog niet actueel. Elke gemeente heeft inmiddels deze opgave opgepakt en ook regionaal wil de Stedendriehoek hierop samen werken. Regionale bestuurders zien op de volgende punten een meerwaarde voor samenwerking: - inzicht in problematiek en zicht op activiteiten van betrokken partijen (wonen, onderwijs, werk, voorzieningen); - relevante informatie vergaren en ontsluiten (o.a. vraag en aanbod arbeidskrachten); - verbinden van partijen. De regionale doelstelling voor wonen en zorg is het vergroten van het gezamenlijk inzicht over de effecten van het scheiden van wonen en zorg. De informatie bijeenkomsten over wonen en zorg die wij organiseren als provincie voor de gemeenten sluiten hier goed op aan. Voorraadstrategie: de woonkwaliteit komt terug in de wijze waarop wordt ingegrepen in de Woningvoorraad door middel van aanpassing van bestaande gebouwen en door nieuwbouw. Bij de nieuwbouw is er verspreid over de regio sprake van een teveel aan plannen voor de korte termijn. Adaptief programmeren, waarbij vraag en aanbod op de juiste wijze bij elkaar gebracht worden, vergt aandacht van de regio. Naar de toekomst De regio heeft overeenstemming bereikt over een nieuw kwantitatief afsprakenkader tot 2024. Besluitvorming over de afspraken bij gemeenten en provincie vindt voor de zomer 2016 plaats. De regio gemeenten hebben ervoor gekozen om met ingang van de nieuwe afspraken te programmeren aan de hand van de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG). Hiermee is de regio voorloper ten opzichte van andere regio’s in Gelderland en daarbuiten. Wij ondersteunen deze pilot en zullen samen met de gemeenten deze werkwijze evalueren.
Conclusies Naar flexibel programmeren gericht op regionale kwaliteiten In bijna alle regio’s is er een werkwijze ontwikkeld die flexibel programmeren mogelijk maakt, gebaseerd op de kwaliteit en kwantiteit van de regionale woonopgave. In de FoodValley wordt hiermee deze zomer gestart en de Noord Veluwe maakt hierover geen regionale afspraken omdat de woningmarkten daar grotendeels lokaal zijn. Regionale afwegingskaders zijn ontwikkeld die gebaseerd zijn op regionaal afgesproken criteria en uitgangspunten. Deze werkwijze brengt met zich mee dat er meer ruimte komt voor plannen die een antwoord bieden voor lokale en regionale uitdagingen. In sommige regio’s is het uitstellen van plannen voldoende, in andere moeten woningplannen definitief worden afgeboekt. Samenwerking In de Stedendriehoek en FoodValley is er een duidelijke verbetering in de samenwerking tussen gemeenten, corporaties en markt. In de andere regio’s nemen de gemeenten in ieder geval de inbreng van de corporaties en soms van marktpartijen mee. Op thema’s zoals wonen en zorg zijn er ook vaak bredere samenwerkingsverbanden. Van een structurele samenwerking is echter niet altijd sprake. Als provincie sturen we op verbreding van de samenwerking, zoals via de bijeenkomsten in de Stadsregio (Stammtische) of flexwonencafe’s. We vinden het belangrijk dat gemeenten, corporaties en marktpartijen hun kennis en informatie delen. Ze hebben elkaar nodig om tot een goed functionerende woningmarkt te komen. De samenwerking tussen de gemeenten in de regio is overal verbeterd. Betaalbaarheid Er is in veel regio’s en gemeenten aandacht voor de onderkant van de woningmarkt. Dit is extra urgent door de druk op de sociale woningbouw door veranderingen in de Woningwet, de scheiding wonen en zorg en een extra druk door het toenemende aantal statushouders. In iedere regio is er aandacht voor de huisvesting van statushouders. Samen met de extramuralisering vraagt deze opgave om snelle oplossingen, voor een (soms tijdelijke) toename in de goedkope huurwoningen. Het is een mooi voorbeeld van hoe grillig de vraagkant van de woningmarkt momenteel is. Toename kennis van de woningmarkt De kennis is door gezamenlijke analyses en kennisdelen, bijeenkomsten, de monitor en www.Gldwonen.nl toegenomen. Het is ook inherent aan de nieuwe manier van programmeren, die in veel regio’s wordt gehanteerd, dat de keuzes worden gemaakt op basis van inhoudelijke afwegingen en kennis van de woningmarkt.
Perspectief voor 2016/2017 Concluderend stellen wij vast dat de regionale samenwerking in de Gelderse regio’s redelijk tot goed verloopt. Wij zien de Regionale Agenda’s dan ook als een goed instrument om tot maatwerk in de regio’s te komen, zodat deze beter de regie kunnen nemen op het evenwicht tussen vraag en aanbod op de woningmarkt. De ambities van de partijen zijn over het algemeen goed. Ondanks alle vooruitgang, die is geboekt in alle regio’s, zal het niet verbazen dat een omschakeling van aanbodgericht bouwen naar een vraaggerichte aanpak nog een grote uitdaging blijft voor de komende jaren. We werken er stap voor stap aan.
Komend jaar gaan wij verder op de ingeslagen weg. We blijven daarbij scherp op nieuwe ontwikkelingen en zullen verder verkennen: -
-
-
Hoe het huidige en toekomstig leegstaand vastgoed te betrekken in de programmering. (Bij het programma SteenGoed Benutten staat dit op de agenda). Door goede (proces)afspraken over woningbouwprogramma’s willen we flexibiliteit en ruimte in programmeringen bevorderen zodat kansen voor hergebruik van leegstaand vastgoed kunnen worden benut als ze zich voordoen. Deze afspraken willen we koppelen aan afspraken over investeringen in het kader van SteenGoed Benutten. Hoe de samenwerking tussen gemeenten en andere partijen verder te verbeteren We gaan dit met de regio’s bespreken. Remmende factoren hierbij kunnen zijn: beperkte bestuurskracht, beperkte ambtelijke capaciteit, en de grote belangen met neiging tot lokale prioriteit;. Hoe tot een meer integrale aanpak te komen. Veel vraagstukken, zoals verduurzaming, wonen en zorg, huisvesting statushouders, vragen om een goede afstemming tussen verschillende sectoren, buiten de gemeenten, maar zeker ook binnen gemeenten. We zijn gestart met het organiseren van afstemmingsoverleggen voor medewerkers Wonen en Sociaal en/of Klimaat van gemeenten rond specifieke thema’s.