Bijbelcursus Wim Rietkerk Inleiding. Wat maakt de bijbel nu zo'n bijzonder boek? Die vraag is vandaag volop aan de orde. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat er geen hoekje in de bijbel is of het draagt de kenmerken van de tijd waarin het geschreven is. Er blijkt geen hoofdstuk te zijn dat niet geschreven is door een mens als jij en ik. Kunnen we dan wel spreken van het Woord van God? Bovendien komen we steeds meer in aanraking met allerlei andere religies, die allemaal ook hun heilige boeken blijken te hebben. Waar baseren wij het op dat we de bijbel wel als Woord van God aanvaarden en die andere boeken niet? Veel mensen zijn wel met de bijbel opgevoed of hebben zelfs op een “School met de bijbel” gezeten, maar hun lezen is verslapt en zij vinden het moeilijk om de bijbel toe te passen. Iedere ketter heeft zijn letter… Maar vooral: waar is die vonk, die mij (opnieuw) enthousiast maakt en mij de bijbel zo doet lezen dat ik er Gods stem in hoor ..en er zelf mee kan werken in de praktijk van mijn leven en oog in oog met de twijfelvragen van deze tijd. In deze bijbelcursus werk ik met de volgende methode: •
Al gaat het over de bijbel , toch zijn dit geen lezingen over de bijbel, maar wij laten de bijbel zelf spreken
•
Wij slaan een tekst op en nemen die als uitgangspunt.
•
Zetten deze woorden midden in het spanningsveld van de vragen van deze tijd
•
Waaieren uit naar heel de bijbel
•
Proberen dat praktisch toe te passen
Lezing 1. Het wonder van de bijbel. •
Uitgangspunt: Lucas 24: 32
•
“Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?”
•
Er gebeurt iets in ons, subjectief, we worden getroffen, betrokken..hoe??wie?
•
Er gebeurt iets buiten ons: objectief, de Schriften ontsluiten en onthullen de zin van de geschiedenis.. Van ons..van mij
•
HIJ spreekt nog altijd voort.. Lied 1
•
(lees Lucas 24:13-33)
Ik neem mijn uitgangspunt in de geschiedenis van de Emmaüsgangers. Daar wordt ons aan het slot het geheim onthuld. Wat het wonder is van de bijbel. De geschiedenis speelt zich af op de paasmiddag. Je moet de Emmaüsgangers hier zien als een soort van prototype van de gemeente. Het zijn Joden, ze weten alles van de schepping en de thora. Ze hadden van Jezus al eerder onderwijs ontvangen over schuld en verlossing, redding, bevrijding en toekomst, zelfs ook over kruis en opstanding. En toch voelen ze zich totaal in de steek gelaten. Ze twijfelen en ze weten niet wat ze met de recente gebeurtenissen aanmoeten. En dan komt daar helemaal anoniem iemand met hen mee oplopen, een gewone man, er is niets bovenmenselijks aan hem. Als er iets bijzonders aan hem is, dan is het juist zijn menselijkheid. Want doordat Hij echte interesse in hen toont, leggen ze heel hun hart voor hem open. En dan gebeurt er iets wonderlijks. We zitten te wachten op het moment dat Hij tegen hen zal zeggen: “Maar zien jullie dan niet dat Ik het ben?” Maar in plaats daarvan neemt Hij als het ware de bijbel erbij en onderwijst hen uit de Schriften. In eerst instantie houdt Hij zichzelf verborgen. Hij verbergt zich, zei Calvijn, in het gewaad van de Schrift. Als we verder luisteren naar wat Hij gaat zeggen, dan zien we dat Hij zich daarin niet alleen verbergt, maar dat Hij zich daarin ook onthult. Beginnend bij het begin van het Oude Testament en eindigend bij het eind legde Hij hun uit wat in al die schriften op hem betrekking had. Hoe heel de Schrift uitmondt in de komst van die Ene, de Messias, de gekruisigde en de opgestane. Heilige Geest En toen de avond daalde en de nacht nabij kwam, vroegen zij hem: blijf bij ons, want de dag is al gedaald. Toen bleef Hij bij hen en zij vroegen hem als gast de maaltijd te openen. En op het moment dat Hij daar met de handen geheven de zegenbede uitsprak, herkenden zij hem. Zij zeiden tegen elkaar: maar was ons hart niet brandende in ons, toen Hij ons de Schriften opende? Hier vinden we in een verhaal uit de bijbel zelf aangegeven wat het gezag en geheim
van de Schrift is. De Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt het zo: Wij geloven dat niet omdat de Kerk het ons zo heeft verkondigd, maar omdat de heilige Geest getuigenis geeft in ons hart. Het is de stem van de Heer zelf, de levende, de opgestane, die door dat Woord hen aanraakt en hen de ogen opende. Dat is het wonder van de bijbel. Een hart dat brandt Eigenlijk zijn er drie momenten in de slotzin van de geschiedenis van de Enmmaus gangers. Eerst is er het inzicht dat groeit als zij ernaar luisteren hoe Jezus hen deze eenheid van de Schriften laat zien. Dat opent hen de ogen voor wat er buiten hen en los van hen gebeurt en gebeurd is. Maar dat gaat gepaard met iets in hen. Dat ongelofelijke gevoel dat zij onderdeel zijn van een plan van God , een plan dat niet alleen hen maar ook heel Israel., ja alle volkeren omvat! Een doorbrekend besef, een mengeling van ontzag en blijdschap , verbazing en verlegenheid, verlangen om mee te doen en er alles van te weten. Dat alles zit opgesloten in de beschrijving dat hun harten in hen brandende waren. Hij van wie ze dachten dat hij hen voor altijd van hen was ggegaan en die hen van hun droom had beroofd blijkt nu degene te zijn die tot hen sprak door de de Schriften voor hen te openen. Laten wij dat nog wat nader uitwerken.
Gewoon Wat leert deze geschiedenis ons nog meer over het geheim van het Woord van God?. In iedre geval ook dit, dat het spreken van God door het Woord volop menselijk is. Eerst wordt Jezus helemaal niet herkend. Het is alsof een gewoon mens met ons spreekt, zeggen de Emmaüsgangers. En zo is het tot vandaag aan toe gebleven. Als wij in gesprek gaan met de bijbel, dan mogen we beginnen met gewoon te lezen. Er hoeft niet iets speciaals met mij te gebeuren, of ik hoef niet eerst aan te nemen dat de bijbel een bijzonder boek is. Jezus komt gewoon met de Emmaüsgangers mee oplopen en ze hebben het heel gewoon over wat er gebeurd is en Hij leert hun de bijbel te lezen net als ieder ander boek. En terwijl ze Jezus de Schrift horen uitleggen, gaat hun een licht op. Er is geen aureool om Jezus’ hoofd, er zit geen gouden randje rond de bijbel, het is voor honderd procent gewoon een menselijk boek. Maar tegelijk is het geheim van dit boek dat het je hart in vuur en vlam zet. Ze zeggen: “Was ons hart niet in ons brandende?” Een prachtige uitdrukking voor wat er gebeurt, als we in gesprek gaan met de Schriften en ons daarin laten gezeggen.
Begrip Langs deze weg komt een proces van begrijpen op gang. We gaan samenhangen zien. Jezus gaf geduldig tekst en uitleg. Ze legden al hun vragen, twijfelvragen en wanhoop op tafel en dan gaan ze langzaam aan verbanden zien. Ze gaan iets begrijpen van wat God bedoeld heeft, van de grote samenhang van de geschiedenis die uitmondt in Christus. Ten slotte volgt de herkenning. Dat is het derde moment. Het plotselinge besef dat het de Here zelf is die tot mij spreekt. Dat gebeurt hier bij het breken van het brood aan het begin van de maaltijd. Christus treedt op ons toe, maar dan wel in het gewaad van de Schrift. En zo is Hij onder ons present. Een weg van volop menselijke ontmoeting, dan begrijpen door tekst en uitleg gevolgd door herkenning van de stem van God.
Gezang 73
1 De Heer is onze reisgenoot, Hij die ons zijn gezelschap bood en sprekend over kruis en graf geduldig tekst en uitleg gaf. 2 Zo valt een lange weg ons licht, de schrift opent een vergezicht en brengt verdwaalden dicht bij huis, verloren zonen komen thuis. 3 De avond daalt, blijf bij ons Heer! Hij zet zich aan de tafel neer en breekt het brood en schenkt de wijn, die gast, het moet de gastheer zijn! 4 Wij keren naar Jeruzalem, ons brandend hart verneemt zijn stem, Hij deelt met ons het daag'lijks brood, de Heer is onze reisgenoot.
Liedboek voor de Kerken
• Uitwaaiering: Wat heeft Jezus besproken op de weg naar Emmaus? •
Wet: Gen.1:27 e.v.;3:15;12:1-3;45:5 e.v.Ex. 12, het LamDt.18:18(uitgaande van Mozes)
•
Profeten: Jozua (=Jezus),David en Salomo, Jes.40:1-5;53;
•
Geschriften: Psalm 22, 72:1-8 : Hooglied, Daniel..
•
N.T.: Mt.4:12-17;26,Joh.19:28/30,1Cor.15.Rom.8 en Openb. 21,5
•
Koninkrijk centraal: een zuiver begin, een duister misdrijf, een weg ten leven
. Wat heeft Jezus aan de Emmaüsgangers verteld? We zouden er ontzettend graag bij geweest zijn om het te horen. Eén ding is zeker: het was een ‘eye-opener’. Er gebeurde iets wat de discipelen later beschreven als hoe Hij hen de Schriften uitlegde en zo ontsloot. Net alsof ze er toch tevoren blind voor waren. Maar als luisterend vaalen voor hen alle puzzlestukjes in elkaar. Dat lezen we heel kort samengevat in het verslag van Lucas. Er staat: beginnende bij Mozes en dan gaande door heel de Schrift legde Hij hun uit wat in al de Schriften op hem betrekking had. Hij leverde hun bij wijze van spreken het bewijs achteraf. We kunnen de uitspraken van de bijbel toetsen aan de werkelijkheid. Zoals Jezus deed toen Hij de profetieën nam en aan de hand van de feiten liet zien dat ze in in hem vervuld waren. Hij begon waarschijnlijk bij Genesis 1. Daar lezen we in vers 28 dat God de mens schiep als zijn onderkoning over de schepping en dat de mens de opdracht meekrijgt om het ‘ruwe’ nog onbewerkte materiaal van de schepping te bewerken.(vgl.2:14). De hoofdlijn van de bijbel is : van de tuin naar de tuinstad. De bijbel begint met de Hof van Eden (ook wel het paradijs genoemd, wat het O.T. zelf niet doet) en de bijbel eindigt met de komst van het nieuwe Jeruzalem (Openbaring 21). Ook als er nooit een zondeval was geweest zou er nog een geschiedenis hebben plaatsgevonden van ontwikkeling en voortgang . Blijkbaar wilde de Heer dat het werk dat Hij zo gaaf (‘en zie het was zeer gaaf ‘ = ‘tof’ 1: 31) begonnen was, door de mens zou worden voortgezet en voltooid. Van de aanvang af is daar de dynamiek van het Koninkrijk, waar alles in zou uitmonden. Maar wat zo verschrikkelijk fout ging toen de mens het werk begon. En door de slang werd verleid om God naar de kroon te stoten. Van daar af begint eigenlijk het verhaal van de Messias. God de Heer begint niet opnieuw maar blijft zijn opzet trouw. Het koninkrijk gaat komen. Zelfs op een nog veel fascinerender wijze dan ooit tevoren. Hij gaat zelf de weg banen voor herstel. Nog in het paradijs is hij begonnen. Door vijandschap te zetten btuseen de vrouw en die Ene, die de slang de kop vermorzelen zal. (3:14). Vervolgens is hij gegaan naar Abraham. De verkiezing van Israël tot zegen van alle volkeren (12:1-3). Uit hen zou voortkomen die heel de wereld verlossen zou. Hij zal uitgelege hebben hoe de eeredienst van Isreal draaide het lam bij het Pascha en het bloed aan de deurpost en de zondebok op wie alle zonden der wereld werden neergelegd en dan
weggezonden (Lev. 16). En naar Jozua, die Israël het beloofde land binnenvoert. Dan Elia op de Karmel en Jesaja 53, over de lijdende knecht van de Heer. En Zacharia: zij zullen zien op hem die zij doorstoken hebben. Psalm 22: zij zullen zijn klederen onder zich verloten. En dan de grootste vervulling: dat Paaslam waar geen been van mocht worden verbroken en later die Romeinse soldaat die daar, niks wetende van de profeten, zegt: “Deze zal ik niet de borst verbrijzelen.” In plaats daarvan doorsteekt hij hem met een speer. Zo ziet Johannes, als hij aan de voet van het kruis staat, de Schriften zich openen. Jezus heeft ze natuurlijk met de vinger erbij gezegd: kijk dat is daar vervuld, dat is hier gebeurd. Zo is het gegaan. Een zich vervullend evangelie, dat volledig inhaakt op onze menselijke situatie met zijn diepste nood. Op de bodem van alle noden ligt tenslotte de schuld van de mens. Dat leiden was nodig om heel de schepping van de vloek te bevrijden. Nu kan het koninkrijk komen! (zie Handelingen 1 de vraag van de discipelen: wanneer komt het nu? Vs.6) en dan steeds de terugkoppeling naar hun werkelijkheid, waardoor de Emmaüsgangers dan ook echt vertroost worden en hun harten voelden branden
Eenheid van de Schrift
N.T. dak Geschriften CHetubim Vensters op het leven Profeten De muren
Nebiim
Wet Thora De fundering 5 heipalen
Een hart dat brandt Eigenlijk zijn er zo dus drie momenten in de slotzin van de geschiedenis van de Enmmaus gangers. Eerst is er het inzicht dat groeit als zij ernaar luisteren hoe Jezus hen deze eenheid
van de Schriften laat zien. Dat opent hen de ogen voor wat er buiten hen en los van hen gebeurt en gebeurd is. Maar dat gaat gepaard met iets in hen. Dat ongelofelijke gevoel dat zij onderdeel zijn van een plan van God , een plan dat niet alleen hen maar ook heel Israel., ja alle volkeren omvat! Een doorbrekend besef, een mengeling van ontzag en blijdschap , verbazing en verlegenheid, verlangen om mee te doen en er alles van te weten. Dat alles zit opgesloten in de beschrijving dat hun harten in hen brandende waren. Hij van wie ze dachten dat hij hen voor altijd van hen was ggegaan en die hen van hun droom had beroofd blijkt nu degene te zijn die tot hen sprak door de de Schriften voor hen te openen. Het wonder Artikel vijf van de Nederlandse Geloofsbelijdenis geeft een bijzonder indringend antwoord op deze vraag naar het wonder: “Al deze boeken (het zijn er 66, 27 in het Nieuwe Testament en 39 in het Oude Testament) en deze alleen ontvangen wij als heilig en canoniek, om ons geloof daarnaar te normeren en daarmee te bevestigen. En we geloven zonder enige twijfel alles wat daarin geschreven staat; en dat niet zozeer omdat de Kerk ze aanvaardt en voor heilig en canoniek houdt, maar vooral omdat de heilige Geest getuigenis geeft in onze harten dat ze van God zijn; en omdat ze ook het bewijs daarvan in zich dragen, iets wat zo duidelijk is dat zelfs blinden kunnen tasten, dat de dingen die daarin voorzegd zijn, geschieden.” In de eerste zin gaat de Nederlandse Geloofsbelijdenis hier in op het gezag van de Schrift, in de tweede op het geheim van de Schrift. In de tijd van de Reformatie vroegen mensen als Luther en Calvijn zich af: geloven we nou dat de bijbel het Woord van God is omdat de kerk ons dat leert? Nee, zeiden ze, wij geloven dat omdat de heilige Geest daarvan getuigenis geeft in onze harten. Inspelend op de vraag of dat niet wat al te subjectief is, knopen ze hier in één adem aan vast: en omdat de bijbel het bewijs daarvan in zichzelf draagt, wat zo evident is dat zelfs blinden kunnen beamen dat de dingen, die daarin voorzegd zijn, geschieden.
Terug naar onze situatie : hoe kijkt men naar de bijbel? • Voor persoonlijke stichting voor sommigen,soort scheurkalender, ethisch handboek(dubieus), historisch erfgoed..(vvd), heilig voorwerp (St.P), achterhaalde informatie over de schepping (Dawkins)etc. • Historisch onderzoek blijft staan bij : verwarrende verzameling van 66 boekjes zonder samenhang.. Het wonder is weg
De wetenschap benadrukt dat er geen bijbelboek, geen hoofdstuk, geen bijbelvers is of het is door een mens geschreven. Hoe kun je nu ooit zeggen van een boek dat in het Hebreeuws, het Aramees en het Grieks geschreven is, soms met spelfouten, met uitdrukkingen, beelden en beeldspraak uit vergane eeuwen, dat dit boek goddelijk is? Hebben niet vele volken hun heilige boeken? Op die vraag antwoorden we: we geloven dat het goddelijke niet ligt in een soort van gouden aureool, in iets bovenmenselijks, dat je er direct bij het eerste lezen in zou zien. Het ligt juist in het waarachtig menselijke. Je zou kunnen zeggen: wie het goddelijke zoekt in het bovenmenselijke, die valt in de fout van Handelingen 12: 20-23. De geschiedenis die daar beschreven wordt, is het complete tegenbeeld van die van de Emmaüsgangers. Toen Herodes de machtswellust naar het hoofd steeg, zette hij zich op een prachtige goddelijke troon en hij sprak de mensen toe op een wijze meer dan menselijk. Het volk juichte hem toe: de stem van een god en niet van een mens! Zo krachtig en bovennatuurlijk, zo willen wij dat Gods woorden klinken. Herodes werd vervolgens met waanzin geslagen. Zekerheid In het verhaal van de Emmaüsgangers daalt God af tot waar wij zitten. De bijbel is daar vol van. Er is geen menselijk probleem, geen wanhoopsvraag of je treft deze aan in de Schriften. Van Job, de psalmen en de twijfels van Johannes de Doper tot de rijke jongeling met zijn afgod. We worden in de Schrift opgehaald van waar we zijn en van daaruit meegenomen en mee omhoog gevoerd. Er vindt een proces plaats van horen, begrijpen, herkennen en
aanbidden. Dat is het wonder van de vleeswording van het Woord en van de bijbel: zowel voor honderd procent menselijk als voor honderd procent goddelijk. De bijbel draagt een niet te doorgronden geheim. We geloven in de bijbel als het Woord van God, niet omdat het ons bombardeert met een goddelijk gezag dat we moeten gehoorzamen zonder vragen te stellen. Dat is de stijl van Herodes. Nee, het spreekt tot ons hart midden in de verwarde vragen, die ons net als de Emmaüsgangers vervullen. Zij zagen de samenhang in het heilsplan van God. Met de Messias in het centrum En toen ging hun een licht op en werden hun vragen opgelost. Er kwam een antwoord, een antwoord dat ze konden begrijpen. Er werd hoop gewekt en ten slotte brak de zekerheid door. De communie werd gevierd. Zo ging het toen, zo zal het gaan met de gemeente door de eeuwen heen.
Hoe krijgen we dit terug? • F.Buechner; “something holds it together” • ‘it has a single plot’ • NGB. Art.5. H.J.Jager: we lezen het met twee ogen, de een gericht op het heilig blad, de ander omhoog Luisterend lezen Met het oog op wat is dit geschreven? Hoe beweegt het mij? Wat zegt het over onze geschiedenis?
Verificatie Dit brengt me tot het tweede antwoord van artikel vijf van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, tot het principe van verificatie. Dit antwoord gaat in op de tweede serie vragen die ik in het begin aansneed, namelijk: er zijn zoveel heilige boeken. Waardoor kunnen wij nu komen tot de zekerheid dat dit ene heilige boek, de bijbel, het Woord van God is? Is dat gevoel dat bij de bijbel het hart in je brandende is niet puur subjectief? Heb ik dat gevoel niet omdat ik nu eenmaal in de kerk geboren en in de christelijke traditie groot geworden ben? Zoals een Mohammedaan dat heeft als hij de koran leest? En ik krijg het niet als ik de koran lees en hij
krijgt het niet als hij de bijbel leest. Kortom, berust het gezag van de Schrift dan niet alleen maar op gevoel, op emotie? Het antwoord op die vraag vinden we aan het slot van artikel vijf, als een samenvatting van wat ook in de geschiedenis van de Emmaüsgangers wordt verteld. Daarin wordt verwezen naar een bewijs achteraf, naar verificatie. Achteraf laten zien aan de hand van de feiten dat het echt waar is, wat iemand gezegd heeft. Als ik bij wijze van spreken nu zeg: vanavond gaat het regenen, dan is dat een uitspraak die niemand nu kan verifiëren. Maar er zit wel een principe van verificatie ingebouwd: je kunt wachten tot de avond en kijken of het gaat regenen. Zo ja, dan is bewezen dat ik de waarheid sprak. De Schrift beweert dat ze zulke verifieerbare uitspraken doet, misschien niet op dit moment verifieerbaar, maar dan later. Daarin zit het verschil tussen de Schrift en alle andere vrome verhalen. De bijbel is geen religieus boek, dat boven de aarde zweeft en ongrijpbare uitspraken doet. Uitspraken, die je niet en nooit kunt bewijzen, maar die wel een religieus gevoel oproepen. Integendeel, de bijbel is een profetisch boek dat honderden profetieën, voorzeggingen en beweringen doet met de pretentie dat deze ook te bewijzen zijn. Ze verhullen zich nu, maar ze zullen uitkomen en ze zijn van toepassing op de keiharde werkelijkheid. Profetieën Nu spring ik weer even terug naar de Emmaüsgangers Betrouwbaar Enthousiast zegt de Nederlandse Geloofsbelijdenis later: zelfs de blinden kunnen voorzien dat de dingen, die daarin voorzegd zijn, geschieden. Een beetje te enthousiast misschien, want we hebben nog lang niet alles gezien. Van de duizend voorzeggingen hebben zij en wij er misschien vijfhonderd vervuld gezien. Maar dan blijven er natuurlijk nog wel altijd vijfhonderd over, waar je geen verificatie voor hebt. Maar wie echt (en dat is het punt natuurlijk) de vervulling gezien heeft van die vijfhonderd en net als de Emmaüsgangers door de opening van de Schriften tot herkenning komt, die zegt inderdaad in zijn enthousiasme: zelfs blinden kunnen voorzien dat ook die overige vijfhonderd in vervulling zullen gaan. Dat legt de basis voor het vertrouwen dat ook die dingen, die nog niet te verifiëren zijn, zich straks zullen vervullen
De eenheid die je in alle bijbelboeken aantreft en die hen verbindt
Uitwerking • A. ‘en Hij sprak’ één wereldbeeld.. Een persoonlijke God.. metafysisch • B.historisch, van tuin naar tuinstad • C.soteriologisch, er is een plot • E. mensbeeld, a glorious ruin • F. Gij zijt die mens, het is mijn verhaal
Rabbi Bar Josef uit Karchow kon nooit verder komen bij het lezen in de bijbel dan Genesis 1:2. Daar staat na de inelidende woorden over de cshepping van hemel en aarde: en God zei. Iedere keer als hij dit las week zijn oog van het heilig blad omhoog en verzonk hij in een ademloze verwondering: een God die spreekt.. De volgende dag begon hij opnieuw maar opnieuw bleef hij steken bij vers 2. Opnieuw bracht hij de dag door in grenzeloze in een diep overdenking: een God die spreekt. Dat herhaalde zich op de derde dag. Hij kwam nooit verder dan Genesis 1:2
Het wonder • God spreekt en Hij handelt m.h.oog op het Koninkrijk • Hij realiseert zijn doel langs de weg van een volop historisch project –in fasen• Gericht op mens en wereld, ja de hele kosmos, • In gevaar door het falen van de mens • Dramatisch gered door Jezus zelf • Doorbraak in zijn dood en opstanding:D-day! • V-day is coming! • Geimplementeerd door het met Geest vervulde leven van de kerk als schriftlezende gemeenschap. • Daar sta ik midden in! Dit is mijn verhaal!
:
Toepassing • Was ons hart niet brandend in ons: hier wordt mijn verhaal verteld • Het maakt mij bewust van mijn situatie • Hoop en pijn • Shocking • This is the final truth, not just a story • Life-changing • Zeg het voort..
Om over na te denken / gespreksvraag: Welke betekenis heeft de bijbel voor mij en is het mijn ervaring dat God zichzelf bekendmaakt in zijn Zoon en in zijn Woord?