Burgemeester en Wethouders Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon 14 030 www.utrecht.nl
Aan: de commissie Stad en Ruimte
Behandeld door Doorkiesnummer E-mail Bijlage(n) Uw kenmerk Uw brief van
Eelko van den Boogaard 030 - 28 64838
[email protected] 5
Datum Ons kenmerk Onderwerp
18 maart 2016 16502217 Duiding en antwoord op vragen stadsverwarming
Verzonden Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden
Geachte commissieleden, Tijdens de Raadsinformatieavond van 10 maart 2016 bent u in grote lijnen mondeling en met behulp van sheets geïnformeerd over de mededeling van Eneco dat zij bij de productie van stadsverwarming het milieurendement van de kwaliteitsverklaring niet langer kon realiseren. In deze brief, met de antwoorden op de schriftelijk ingediende vragen (zie bijlage) en de andere bijlagen zullen we u uitgebreider informeren over de ontstane situatie. Tijdens de Raadsinformatiebijeenkomst verwezen wij u naar drie second opinions, deze zijn als bijlagen toegevoegd. Ook is een bestand met correspondentie bijgevoegd. Op de bijlage ‘Second opinion Stadsverwarming Leidsche Rijn 14 maart 2016’ heeft het college ex 86 lid 2 permanente geheimhouding opgelegd in samenhang met art. 10 lid 2 sub g van de WOB. De notitie bevat informatie die bij openbaar maken derden onevenredig kan bevoordelen. Informatievoorziening Wij hebben u op de Raadsinformatieavond geïnformeerd over de wijze waarop de informatievoorziening binnen de gemeente Utrecht is verlopen. Het college betreurt het dat de informatie over het niet realiseren van het milieurendement te laat op waarde is geschat en dat daardoor niet alleen het college maar ook de raad niet tijdig is geïnformeerd. Het college draagt hiervoor de verantwoordelijkheid. Aangezien het college niet alleen verantwoordelijk is voor de inhoudelijke aspecten van dit dossier maar ook verantwoordelijk is voor haar eigen informatievoorziening en die aan de raad heeft zij onderzocht wat er in deze casus is misgegaan. Gebleken is, kort samengevat, dat de mededeling van Eneco ambtelijk niet op waarde is geschat en dat het bestuur pas via een omweg en veel te laat op de kwestie is geattendeerd. Inmiddels heeft het college maatregelen genomen om dit in de toekomst te voorkomen
Burgemeester en Wethouders Datum Ons kenmerk
18 maart 2016 16502217
Het college vindt dat het bij de eerste berichten over de waarden zowel op bestuurlijk niveau door Eneco, als door de betreffende gemeentelijke afdelingen medio 2015 op de hoogte had moeten worden gesteld. Ook daarna zijn er momenten geweest die om opschaling naar het management en bestuur vroegen. De impact van het blijven gebruiken van een hoger rendement dan het feitelijke is ambtelijk niet goed ingeschat. Daardoor is de energiezuinigheid van nieuwbouwwoningen lager dan wanneer met het feitelijke rendement zou zijn gerekend. Hierdoor is ongerustheid ontstaan bij ontwikkelaars, eigenaren en bewoners en leken gelijkwaardige warmtebronnen minder gelijkwaardig dan in werkelijkheid. Dit betreuren we. Voor nadere informatie over het proces tussen mei 2015 en juni 2016 verwijzen we naar de bijlage met de schriftelijke antwoorden op de vragen die ook tijdens de raadsinformatiebijeenkomst zijn beantwoord. Maatregelen Na 19 februari zijn de volgende maatregelen genomen. De betreffende medewerkers en teamleiders zijn aangesproken door de verantwoordelijk managers. Daarbij zijn maatregelen genomen om sturing op dit specifieke dossier te borgen. Het programma dat zich richt op het vergroten van politiek-bestuurlijke responsiviteit van onze gemeentelijke medewerkers zal worden geïntensiveerd. Met name in de afdelingen die zich bezighouden met ruimtelijk fysieke opgaven ligt hier een opgave. Dat is onderdeel van de Transitie Ruimte, die gericht is op samenwerken, integraal en vanuit de opgaven werken. Klimaat neutrale stad In het coalitieakkoord is de ambitie voor een klimaat neutrale stad opgenomen. Hierover staan kaders in het door u recent besproken Energieplan en de vastgestelde Duiding. Wij vinden dat de woningen, die in Utrecht worden gebouwd, niet alleen op papier, maar ook in de echte wereld moeten voldoen aan de hoge eisen op het gebied van duurzaamheid. Om die reden heeft het college direct actie ondernomen na op de hoogte te zijn gebracht van het niet behalen van de milieurendementen van stadsverwarming. Deze actie bestond uit:
het vaststellen van het structurele karakter van de actuele energie-efficiëntie van stadsverwarming;
de ambtelijke instructie om bij het beoordelen van vergunningaanvragen voor woningen met stadsverwarming te rekenen met de forfaitaire waarde van 110%;
het vaststellen van de woningen waarvoor, na 1 mei 2015, een omgevingsvergunning is afgegeven en waarin met een waarde voor stadsverwarming is gerekend die in de werkelijkheid nu niet wordt gehaald en
het starten van het gesprek met Eneco over het heroverwegen van de aansluitplicht in Leidsche Rijn.
2/5
Burgemeester en Wethouders Datum Ons kenmerk
18 maart 2016 16502217
Bestuurlijke besluitvorming Nadat het college begin februari 2016 is geïnformeerd hebben wij op 11 februari 2016 besloten de behandeling van vergunningaanvragen voor woningen met stadsverwarming aan te houden. Ook hebben we Eneco gevraagd ons binnen 10 dagen te informeren over het realistische milieurendement van stadsverwarming. In het bestuurlijk overleg met Eneco op 16 februari 2016 is ons gebleken dat Eneco volgens eigen opgave al enkele jaren een rendement van rond de 125% heeft, dat dit voorlopig niet hoger wordt en in de voorzienbare toekomst niet meer op 177% komt. Omdat dit een structurele afwijking is, hebben wij op 19 februari 2016 besloten tot toepassing van de forfaitaire waarde van 110%, bij de beoordeling van bouwvergunningen. Daarbij hebben we uiteraard besloten de rechten, verbonden aan lopende aanvragen en reeds aangegane overeenkomsten uit bestuursrechtelijke overwegingen, te respecteren. Door toepassing van deze forfaitaire waarde zullen extra maatregen nodig zijn, die leiden tot de bouw van energiezuiniger woningen met lagere energielasten. Uit het bijgevoegde rapport van DGMR blijkt dat hierbij kan worden gedacht aan zonnepanelen of warmteterugwinning voor de douche. De investeringen bedragen € 600 tot € 1750 per woning. De jaarlijkse besparing op de energielasten bedraagt €70 tot € 250. In de gesprekken met Eneco hebben we aangegeven teleurgesteld te zijn in het behaalde rendement en hebben aangedrongen op het verbeteren van het milieurendement van stadsverwarming. Eneco heeft, ook tijdens de raadsinformatiebijeenkomst, aangekondigd een nieuwe kwaliteitsverklaring door TNO te laten opstellen. Daarna zullen we heroverwegen of we bij de toetsing van bouwvergunningen voor woningen met stadsverwarming de forfaitaire waarde blijven hanteren of het werkelijke milieurendement van stadsverwarming. Intentieovereenkomst en aansluitplicht We hebben Pels Rijcken & Drooglever Fortuijn advocaten een onafhankelijk advies gevraagd over het karakter en de mogelijkheden van het heroverwegen van de intentieovereenkomst en de aansluitplicht op stadsverwarming in een deel van Leidsche Rijn. Voor het bijgevoegde – strategisch relevante rapport geldt een onbeperkte geheimhouding. Tegen de achtergrond van het uitgebrachte advies zijn wij van oordeel, dat de intentieovereenkomst is opgesteld in een ander tijdsgewricht, tussen de gemeente en haar gemeentelijk nutsbedrijf, in een situatie van centrale energieopwekking en -levering door de overheid. Inmiddels is het een overeenkomst met een commerciële onderneming, is de verhouding tussen energieleverancier en consument in het algemeen ingrijpend gewijzigd. Destijds was stadsverwarming het meest reële duurzame alternatief. Inmiddels zijn er door technologische ontwikkelingen andere duurzame – decentrale – warmtebronnen. Het karakter van “intentie”-verklaring blijkt een bindende overeenkomst. Het bevat afspraken over de verplichte aansluiting van woningen in een deel Leidsche Rijn op stadsverwarming. De basis van de overeenkomst is naar ons oordeel weggevallen door de gebleken afname van het milieurendement, verbonden aan de warmte, die Eneco aan haar afnemers levert. Wij zijn in overleg getreden met Eneco
3/5
Burgemeester en Wethouders Datum Ons kenmerk
18 maart 2016 16502217
over het heroverwegen intentieovereenkomst en verplichte aansluiting. Daarmee is op 16 februari 2016 en 4 maart 2016 een begin gemaakt. Onze inzet voor de korte termijn daarbij is het realiseren van meer keuzevrijheid, als andere warmtebronnen gelijkwaardig of beter presteren dan stadsverwarming. We weten dat door het lagere rendement van stadsverwarming, afhankelijk van de situatie, andere warmtebronnen concurrerend(er) worden. Vergunningen rechtmatig afgegeven Zoals toegelicht is tijdens de Raadsinformatiebijeenkomst zijn ambtenaren, sinds het telefonisch contact met Eneco op 16 juli 2015, ervan op de hoogte dat Eneco de milieurendementen van stadsverwarming niet haalt. Op basis van overleg met Eneco is deze informatie als tijdelijke afwijking gezien, die geen effect zou hebben op de voor vergunningverlening te hanteren EPC waarde. De gemeente handhaafde het milieurendement van de kwaliteitsverklaring bij de beoordeling van bouwvergunningen voor woningen met stadsverwarming. Wij hebben Pels Rijcken & Drooglever Fortuijn advocaten gevraagd een second opinion uit te voeren. Zij komen tot de conclusie dat die handelswijze juridisch juist is en dat de omgevingsvergunningen rechtmatig zijn afgegeven. (Het rapport is als bijlage bijgevoegd). Desalniettemin is het feit, dat het milieurendement niet gehaald is, reden voor het college om met ontwikkelaars in gesprek te gaan over het alsnog zuiniger maken van de woningen. Om te zoveel voorkomen dat inwoners gevolgen ondervinden van een minder energiezuinige woning. Aantal woningen Tussen mei 2015 en februari 2016 zijn circa 20 vergunningen afgegeven voor 240 woningen. Op 19 februari 2016 hebben we bij het besluit over de toepassing van de forfaitaire waarde besloten lopende aanvragen en reeds aangegane overeenkomsten te respecteren. Dat betreft potentieel 6 vergunningaanvragen en 21 overeenkomsten. Dit aantal wordt nader geverifieerd. Op dit moment is nog niet bekend voor hoeveel woningen onvermijdelijk een vergunning moet worden afgegeven op basis van een rendement van 177%. Dit zou een substantieel aantal woningen kunnen zijn als alle projectontwikkelaars hiervan gebruik gaan maken. We onderzoeken of en in hoeverre in de overeenkomsten inderdaad expliciete bindende afspraken zijn gemaakt over het veronderstelde en te hanteren rendement van stadsverwarming. We zijn daarnaast actief in overleg met ontwikkelaars om hen te bewegen te rekenen met het rendement van 110%. Daarnaast verwachten we dat enkele ontwikkelaars vrijstelling gaat vragen voor de aansluiting op stadsverwarming. Energieplan en toekomst In januari 2016 heeft de raad het Energieplan besproken en de gemeentelijke duiding ervan vastgesteld. In de Duiding van het Energieplan staat aangegeven hoe wij als gemeente willen omgaan met de maatregelen en keuzes die in het Energieplan zijn genoemd om gezamenlijk met de stad te komen tot een klimaat neutrale stad. De concrete uitvoering is beschreven in de Utrechtse energieagenda’s.
4/5
Burgemeester en Wethouders Datum Ons kenmerk
18 maart 2016 16502217
In de Duiding en de Energieagenda’s staat:
De totale CO2- uitstoot en doorrekening van maatregelen.
Dat de gemeente aan de slag gaat met Eneco om de service van stadsverwarming te verbeteren.
Dat de gemeente per gebied stuurt op de meest optimale energietechnologie (in kader van CO2uitstoot).
Dat de keuzevrijheid voor klanten vergroot moet worden.
Dat de CO2-uitstoot van de stadsverwarming omlaag moet om een rol te spelen in de energietransitie.
Dat alle nieuwe huizen in Utrecht zo snel mogelijk energieneutraal gebouwd moeten worden. Hiervoor gebruikt de gemeente bij eigen gronduitgifte een hogere waardering voor energieneutraal bouwen in de EMVI criteria.
Dat ongeacht of een woning stadsverwarming heeft we streven naar goed geïsoleerde woningen.
Door de recente situatie is een aantal ontwikkelingen in een stroomversnelling gekomen. Door het lagere milieurendement van stadsverwarming is de CO2 uitstoot in de stad circa 2% hoger dan tot nu toe is aangenomen. De consequentie daarvan is dat er meer maatregelen nodig zijn om de gemeentelijke doelstellingen te behalen. Er is daarvoor geen aanpassing nodig van de door de Raad vastgestelde maatregelen, benadering dan wel visie. We vinden stadsverwarming nog steeds in potentie interessant voor sommige delen van de stad en type woningen. Het is wel reden de algemeen verplichte aansluiting op stadsverwarming bij nieuwbouwprojecten in Leidsche Rijn te heroverwegen. De maatregelen die nu zijn genomen zijn in lijn met de Duiding Energieplan:
Om energieneutraal nieuwbouw mogelijk te maken gebruiken we nu de forfaitaire, lagere waarde. Hiermee vergoten we de energieprestatie van nieuwbouwwoningen.
Om dezelfde reden heroverwegen we de aansluitplicht in een deel van Leidsche Rijn. Hiermee vergroten we de mogelijkheden voor keuzevrijheid naast stadsverwarming en kiezen we voor de optimale technologie per project.
De regietafel Energietransitie komt in april bij elkaar om per deelgebied te kijken naar de visie op verschillende manieren van verwarming in de stad.
We hebben Eneco de suggestie gedaan een gebruikersgroep te vormen om hiermee de service te vergroten. We zullen dit met aandacht volgen.
Eneco heeft aangekondigd, dat zij de milieuprestatie van stadsverwarming zal vergroten.
Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Utrecht, De secretaris,
de burgemeester,
5/5