Burgemeester en Wethouders Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon 030 - 286 10 00 Fax 030 - 286 12 24 www.utrecht.nl
Commissie Mens en Samenleving
Behandeld door Doorkiesnummer E-mail Bijlage(n) Uw kenmerk Uw brief van
Jet Smit, Tanja Heijkamp 030-286 00 00
[email protected] geen
Datum Ons kenmerk Onderwerp
24 maart 2015 15.502950 Voortgang aanpak jeugdgroepen 2014
Verzonden Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden
Geachte leden van de commissie Mens en Samenleving, De totale criminaliteit is in 2014 met 1% gedaald ten opzichte van 2013. Op de prioriteiten in de aanpak, te weten woninginbraak, autokraak en geweld, scoort Utrecht in 2014 positief ten opzichte van 2013. Op deze prioriteiten uit het Integraal veiligheidsplan 2013-2014 zijn onze doelen gehaald. Wij gaan er vanuit dat onze aanpak jeugdgroepen – een belangrijk onderdeel van onze veiligheidsaanpak hieraan een bijdrage heeft geleverd. In deze brief krijgt u een bericht over de voortgang en resultaten over heel 2014. Inleiding Utrecht is een jonge stad. Bijna een op de vijf inwoners is jonger dan 18 jaar. Nog eens een vijfde van de Utrechters behoort tot de leeftijdsgroep 18 tot 26 jaar. Met het overgrote deel van deze jongeren gaat het goed. Voor een klein deel van de Utrechtse jongeren geldt dat niet. Ze hebben problemen en / of veroorzaken problemen. Jeugd hoort op straat, zeker in een grote stad als Utrecht. Maar er zijn ook groepen jongeren die op straat onacceptabel gedrag vertonen en hinderlijk, overlastgevend of crimineel zijn. Dat varieert van vernielingen en luidruchtig rondhangen, tot provoceren en lichte en zware vormen van criminaliteit. Uitgangspunten van de ketenpartners bij de aanpak van jeugdgroepen zijn: Jeugd hoort op straat, zeker in een grote stad; Maar: wij tolereren hinderlijk, overlastgevend en crimineel gedrag niet; Jongeren hebben een toekomst; wij schrijven niemand af. Dus: grenzen stellen én perspectief bieden.
De aanpak jeugdgroepen; korte toelichting op de werkwijze Voor alle groepen wordt een plan van aanpak gemaakt, met daarin inzet gericht op het individu, de groep als geheel en op de omgeving. Er wordt ingezet op het actief betrekken van ouders en bewoners. De individuele aanpak bestaat uit twee onderdelen: de kopstukkenaanpak en een aanpak gericht op zorg, hulp en begeleiding. De aanpak vindt plaats onder regie van de gebiedsmanagers veiligheid in samenwerking met het jongerenwerk, de politie en het openbaar ministerie.
Korte terugblik op 2014: minder groepen en minder jongeren in die groepen Utrecht telt na het shortlisten in mei 2014 in totaal 14 problematische jeugdgroepen (vijf hinderlijke, vijf overlastgevende en vier criminele groepen. Eind 2014 zijn er twee groepen afgevallen en is er een groep bijgekomen. In mei 2013 werden er in Utrecht in totaal 21 groepen geshortlist. In de groepen zitten in 2014 in totaal 199 jongeren. In 2013 waren dat er 288. Voor alle groepen is een plan van aanpak in uitvoering, met daarin een aanpak gericht op het individu, een aanpak gericht op de groep als geheel en op het domein. Het percentage bewoners dat aangeeft in de buurt vaak overlast te ervaren van groepen jongeren bedraagt in Utrecht al jaren ongeveer 20%. In 2014 gaf 22% van de bewoners aan (vaak) overlast te
Burgemeester en Wethouders
Datum 24 maart 2015 Ons kenmerk 15.502950
ervaren. In 2013 was dit 19% en in 2012 was dit 21%. We zien dat de ervaren jeugdoverlast, ondanks de goede resultaten van de aanpak (minder groepen, minder jongeren in die groepen) nog niet evenredig daalt. Het beeld van de professionals uit de wijken is dat het rustig is en er weinig incidenten zijn. Ook is de zwaarte van de gemelde overlast afgenomen. 1. Individuele aanpak De individuele aanpak bestaat uit twee onderdelen: de kopstukkenaanpak en een aanpak gericht op zorg, hulp en begeleiding. Jongeren uit de aanpak jeugdgroepen maken gebruik van trajecten van aanbieders van hulpverlening en dagbesteding. In de individuele aanpak hebben we in 2014 aandacht besteed aan het verder vormgeven van de rol van de buurtteams in de aanpak van jeugdgroepen en dit zal ook in 2015 een belangrijk aandachtspunt zijn.
1.a Kopstukkenaanpak Er wordt met een stevige repressieve aanpak extra ingezet op de negatieve sleutelfiguren uit de criminele en overlastgevende groepen, zodat hun invloed op de groep wegvalt of afneemt en het overlastgevend of crimineel gedrag wordt doorbroken. Uitgangspunt is dat er drie kopstukken per groep aangepakt worden. Omdat er minder groepen zijn, is er ruimte om, waar dat nodig is, per groep meer kopstukken te kunnen aanpakken. Om het gedrag van de jongere te veranderen wordt breed gekeken naar mogelijkheden van strafrecht, bestuurs- en civiele maatregelen of waar nodig zorg en begeleiding. Politie en OM hebben extra capaciteit vrijgemaakt voor de kopstukkenaanpak. Als sluitstuk zijn er door het OM afspraken gemaakt met de Rechtbank om maandelijks een kopstukkenzitting te houden. Op deze zitting kunnen alle zaken m.b.t. deze jongere worden aangebracht; minder- en meerderjarigen, overtredingen en misdrijven, met uitzondering van zaken die voor een meervoudige kamer moeten voorkomen. Hieronder volgen de belangrijkste resultaten van de kopstukkenaanpak: Er zijn 61 plannen van aanpak voor de kopstukken gemaakt. Het eerste half jaar waren dat er 42 en in het tweede half jaar 29 waarvan er nog 10 overeenkomen met de eerste periode van 2014. Er zijn 32 plannen van aanpak afgesloten, omdat de jeugdgroep, waarin de jongere actief was niet meer op straat aanwezig was, de jongere niet meer actief was in de groep, verhuisd was of langdurig in detentie zat. In 2014 heeft de politie 154 aanhoudingen verricht van kopstukken voor misdrijven en/of overtredingen. Een aantal kopstukken is meerdere keren aangehouden. Er zijn 102 justitiële interventies gepleegd op de kopstukken. Dat betekent dat er een dossier is ingestuurd naar het OM waarin een beslissing is genomen: het merendeel gaat het om een dagvaarding waardoor een kopstuk voor de rechter moet komen, in sommige gevallen gaat het om een OM-strafbeschikking, een voeging (bij een andere zaak ondergebracht) of een sepot. 70 keer hebben kopstukken op een zitting gestaan in 2014. Hiervan is het merendeel op een kopstukkenzitting geweest. Een aantal kopstukken is meer dan 1 keer op zitting geweest. Er zijn 18 gevangenisstraffen opgelegd, met een gemiddelde lengte van 58 dagen. Ook is er 23 keer een werkstraf opgelegd, die gemiddeld 58 uur duurde. Daarnaast zijn er ook verschillende vormen van verplichte begeleiding of voorwaarden opgelegd, zoals (jeugd) reclasseringsmaatregel, contact- gebiedsverboden), elektronisch toezicht en andere bijzondere voorwaarden. De focus op de kopstukken heeft resultaat in de wijken. Focus op de kopstukken heeft invloed op de hele groep. Doordat kopstukken lang uit beeld blijven door bijvoorbeeld detentie of omdat ze begeleiding accepteren, vallen groepen uit elkaar. De overlast wordt minder of minder heftig en groepen verdwijnen soms totaal. Voor één kopstuk is een gebiedsverbod in het kader van de overlastwet ingezet. Daarnaast loopt het alcoholverbod dat in 2013 in een winkelcentrum is ingesteld vanwege aanhoudende overlast van een groep jongeren die elkaar daar ontmoeten en daarbij veel alcohol drinken door.
2/5
Burgemeester en Wethouders
Datum 24 maart 2015 Ons kenmerk 15.502950
Het afgelopen jaar is besloten de kopstukkenaanpak te integreren in een vernieuwde persoonsgerichte aanpak in het Veiligheidshuis Regio Utrecht, de Top X aanpak. Deze start per 2015 en behelst een nog intensievere aanpak van onder meer kopstukken waarin zowel zorg als ‘drang en dwang’ kunnen worden ingezet.
1.b Aanpak gericht op zorg, hulp en begeleiding Voor de overige groepsleden uit de jeugdgroepen is er waar nodig een individuele aanpak ingezet gericht op zorg, hulp en begeleiding. Het jongerenwerk zet in op laagdrempelig contact en biedt coaching en individuele begeleiding. Als een integraal plan van aanpak gemaakt moet worden dan kunnen jongeren worden aangemeld bij het Gemeentelijke Casusoverleg (GCO). Omdat er minder groepen zijn, is er waar dat nodig is, per groep meer ruimte voor een individuele aanpak gericht op zorg, hulp en begeleiding. We zien dat de goede samenwerking met de begeleiders vanuit JoU, politie en hulpverlening in de wijk maakt dat er minder jongeren worden aangemeld in het gemeentelijk casusoverleg. Hieronder volgen de belangrijkste resultaten: Gemiddeld 56% van de jongeren uit jeugdgroepen is individueel begeleid door het jongerenwerk. Meestal gaat het om kortdurende begeleiding van jongeren om hen een steuntje in de rug te geven, maar ook bijvoorbeeld begeleiding richting school, vrije tijdsbesteding, bijbaan, werk of hulpverlening. Het jongerenwerk heeft o.a. 23 jongeren toegeleid naar een bijbaan, 16 naar opleiding/school, 12 naar een leerwerktraject/dagbesteding of sociale zaken en ook werd er 10 keer toegeleid naar hulpverlening zoals het buurtteam/JES030. Vanuit het Gemeentelijke Casusoverleg zijn 62 casussen afgesloten. Voor 44 was dit het geval omdat de doelstellingen (geheel of grotendeels) zijn behaald. Dit zijn doelstellingen gericht op bijvoorbeeld het verkrijgen van een vrije tijdsbesteding, verminderen van middelengebruik en verminderen van overlast. In 14 gevallen bleek geen integrale aanpak nodig/of werd vrijwillige hulp niet geaccepteerd. Drie casussen zijn doorgeleid naar het Veiligheidshuis omdat de medewerking werd geweigerd en er wel ernstige zorgen waren in combinatie met strafbare feiten. Het jongerenwerk heeft steeds meer individuele contacten met die jongeren waar zorgen over zijn en met hun ouders. In de individuele begeleiding pakken jongeren samen met de jongerenwerker problemen zelf aan, pakken jongeren de regie en werken aan hun toekomstperspectief. De inzet op individuen wordt beter gekoppeld aan het gedrag op straat en steeds meer ouders worden betrokken bij de zorgen die er zijn rond hun kinderen. Ook hiervan zien de partijen in de wijk terug dat jongeren minder in groepen aanwezig zijn en overlast vermindert. 2. Aanpak op het terrein van de groep als geheel en op de omgeving Voor alle 14 groepen is er een integraal plan van aanpak opgesteld met maatregelen gericht op de groep als geheel en op de omgeving. Voorbeelden van maatregelen zijn activiteiten vanuit het jongerenwerk, aanpassingen van de omgeving zoals verlichting of het plaatsen of juist weghalen van bankjes, het inzetten van cameratoezicht etc. Er worden afspraken gemaakt over inzet van het jongerenwerk op de groep en de inzet gericht op handhaving vanuit politie en toezichthouders. In dit plan van aanpak is bijzondere aandacht voor het betrekken van ouders, bewoners en ondernemers. Naar aanleiding van de shortlist zijn alle jongeren die gezien worden in een geshortliste jeugdgroep hierover geïnformeerd door middel van een brief. Ook ouders van thuiswonende jongeren zijn geïnformeerd. In veel gevallen is de brief aanleiding geweest voor het voeren van gesprekken met ouders. Het jongerenwerk heeft in 2014 zo'n 208 oudergesprekken gevoerd. Ook vanuit de politie en gemeente worden ouders actief benaderd. Het jongerenwerk heeft 84% van de jongeren in de geshortliste jeugdgroepen in beeld. Er zijn 129 bewoners aanwezig geweest en actief betrokken bij de aanpak door middel van bijeenkomsten in de wijken. 112 jongeren zijn actief geweest in nieuwe initiatieven voor hun buurt, bijvoorbeeld tijdens een maandelijkse prikactie (schoonmaken), in de organisatie van een bingo voor de buurt, door deelname aan een koffieochtend voor bewoners en partners of het organiseren van een voetbaltoernooi voor kinderen. 3/5
Burgemeester en Wethouders
Datum 24 maart 2015 Ons kenmerk 15.502950
3. Projectmatig opsporingsonderzoek In het najaar van 2013 is er een projectmatig opsporingsonderzoek opgestart naar twee groepen in Utrecht. Er zijn tot nu toe zeven aanhoudingen verricht. Het betreft hier een nog lopend strafrechtelijk onderzoek. 4. Ontwikkeling in ervaren overlast De Aanpak Jeugdgroepen levert een bijdrage aan de doelstelling van de gemeente om de (ervaren) jeugdoverlast te laten dalen. Ook gaan we er vanuit dat de aanpak effect heeft op de criminaliteitscijfers. Er zijn daarnaast verschillende bronnen die ons een beeld geven van de (ervaren) overlast in de stad: de Inwonersenquête, de rapportages en beoordeling van professionals in de wijken, het aantal meldingen jeugdoverlast bij de politie en meldingen bij de gemeente.
Inwonersenquête: De gemeente Utrecht voert jaarlijks de Inwonersenquête uit. De Inwonersenquête bestaat uit vragen over onderwerpen zoals veiligheid, openbare ruimte, milieu, wonen, participatie en cultuur. Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van wat Utrechters vinden, wordt een steekproef getrokken van 12.000 mensen uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA) van de gemeente Utrecht. In 2014 gaven 22% van de bewoners aan vaak overlast te ervaren. De ambitieuze doelstelling uit het Integraal Veiligheidsplan 2014 om de (vaak) ervaren jeugdoverlast te laten dalen naar 14% is helaas niet gehaald. In onderstaande tabel is te zien dat het aantal bewoners dat vaak overlast ervaart de afgelopen jaren rond de 20% schommelt. In 2009 was er een positieve uitschieter naar 14%. In het IVP 2015-2018 is de doelstelling op 17% gesteld, we merken dat dit percentage lastig te beïnvloeden is.
Vaak jongerenoverlast in de buurt ervaren
2006 22
2007 19
2008 20
2009 14
2010 19
2011 19
2012 21
2013 19
2014 22
- meldingen jeugdoverlast gemeente en politie Het aantal meldingen over jeugdoverlast bij gemeente laat een lichte daling zien, van 410 in 2012 naar 330 in 2013 naar 259 in 2014. De meldingen bij politie waren in 2013 enorm gedaald met 19% ten opzichte van 2012. Dit jaar zien we een lichte stijging met 8%. De daling ten opzichte van 2012 is nog 11%. Deze meldingen zijn niet allemaal te koppelen aan de jeugdgroepen.
- Beeld van professionals uit de wijken: 2014 was redelijk rustig Op basis van rapportages van professionals in de wijken is het beeld over de stad Utrecht is dat het rustig is geweest wat betreft jeugdoverlast. Een aantal van de geshortliste groepen is nauwelijks zichtbaar of overlastgevend aanwezig geweest op straat en we verwachten dat deze volgend jaar niet meer op de shortlist zullen voorkomen. De zwaarte van de gemelde overlast is volgens de professionals afgenomen. Helaas veroorzaakt een deel van de groepen nog wel overlast en zijn er nog situaties waarbij bewoners (ernstige) overlast ervaren door jeugdgroepen. Deze ontwikkelingen houden onze aandacht en inzet.
5. Vervolg De afgelopen jaren hebben we al veel bereikt in de aanpak jeugdgroepen. De aanpak van jeugdgroepen blijft een aanpak die een lange adem vergt. We zetten de ingezette koers dan ook voort. De inzet op terrein van zowel repressie en strafrecht als op terrein van preventieve inzet van het jongerenwerk, het bieden van kansen, zorg en begeleiding moet vastgehouden worden. Eind juni 2015 verschijnt er een nieuwe shortlist waaruit het aantal groepen en het aantal jongeren in die groepen blijkt. In 2015 vindt er een pilot plaats met een nieuw instrument voor de shortlist. Het betreft hier een landelijke pilot waaraan Utrecht ook deel zal nemen. Tevens treffen we voorbereidingen om dit goed te implementeren als dit instrument beschikbaar komt. U wordt volgend jaar geïnformeerd over de 4/5
Burgemeester en Wethouders
Datum 24 maart 2015 Ons kenmerk 15.502950
voortgang van dit instrument en het beeld dat dit oplevert voor de stad. Verder wordt in samenwerking met de buurtteams gewerkt aan snelle signalering en toeleiding van jongeren vanuit de individuele aanpak. In 2015 worden de kopstukken uit de individuele aanpak verder geïntegreerd in de persoonsgerichte aanpak TOP X. De aanpak jeugdgroepen maakt onderdeel uit van één van de prioriteiten van het IVP; het thema Jeugdoverlast –en criminaliteit. In het kader van repressie werken we o.a. nauw samen met de politie en het openbaar ministerie. In het kader van preventie investeren we als gemeente veel in het jongerenwerk breed en de buurtteams (die inzetten op laagdrempelige jeugdhulp die zoveel mogelijk 'aan de voorkant' plaats vindt). In preventief opzicht kan echter ook gedacht worden aan bijvoorbeeld HALTlessen op school en toeleiding naar werk of school van risicojongeren. Wij informeren u volgend jaar met een integrale brief die naast de aanpak jeugdgroepen ook in beeld brengt op welke manier we nog meer inzetten op het verminderen van jeugdcriminaliteit en jeugdoverlast.
Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Utrecht, De secretaris,
De burgemeester,
5/5