Bezoek aan Nigeria Nguru door Dieuke Bouma & Jan Portengen augustus 1988
Bezoek aan Nigeria Vrijdag 5 augustus 1988.(Jan) Je komt niet zomaar Nigeria binnen. Daartoe moet je uitgenodigd worden. Aangezien onze schoonzoon en daarmee onze dochter voor zekere tijd in dat vreemde land gehuisvest zijn, was dat mogelijk. Met hun officieel gewaarmerkte uitnodiging kon een visum verkregen worden bij de ambassade te Den Haag. De volgende stap was het Academisch Ziekenhuis, met name de afdeling tropische ziekten. Daar kregen we de injecties, malariatabletten en goede raad. Tenslotte boekten we voor een retour Amsterdam-Kano. Bij de KLM voor onze gemoedsrust. Je merkt pas dat je in Afrika bent als jet het vliegtuig verlaten hebt en afdaalt langs de verrijdbare trap. Toch viel de warmte mee, het was avond en het donkerde snel. Bij de belangstellenden die onze afdaling gade sloegen was een jeugdig man, gekleed in een groen uniform en een baret op het hoofd. Hij hield een bordje omhoog met de letters Mr. en Mrs. Portengen. De daartoe door onze schoonzoon verzochte gids maakte zich kenbaar. Hij overhandigde ons een nadere boodschap waaruit wij opmaakten dat we deze man blind moesten volgen! We liepen naar de uitgang en wuifden naar onze kleinzoon die uitbundig dansend onze aankomst begroette onder geleide van zijn ouders achter het glas van de tweede etage. Daarna begon voor ons de wedloop met hindernissen in zes bedrijven.
2
Bezoek aan Nigeria doel dat werd me achteraf pas een beetje duidelijk. Aan het begin van de balie moesten de papieren ingeleverd worden: het paspoort, de vaccinatiebewijzen, een verblijfsvergunning en de retourkaartjes. De bedoeling was dat deze spullen de diverse controles zouden passeren en daarna in ontvangst genomen worden aan het eind van de balie. Onze gids had de papieren via een achterdeurtje afgegeven en maakte me duidelijk dat ik zelf de rest moest doen. Met een niet mis te verstaan gebaar wees hij me hoe: naar voren dringen en vooraan zien te komen! Waarop ik geheel tegen mijn gewoonte in met gebruikmaking van mijn natuurlijke eigenschappen niet lang daarna aan het hoofd van de meute stond opgesteld. Zij die zich naast me bevonden bleken echter gaandeweg over betere papieren te beschikken. Al wat er uit de rij stempelende douaniers naar voren kwam, mijn paspoort niet. Zo kreeg ik wel de kans de gang van zaken nauwlettend te bewonderen. De verschillende technieken die toegepast werden om de aandacht van de douaneambtenaren te trekken. De Nigerianen deden daarbij niets onder voor de blanken. Ook vrouwen mengden zich in het gevecht. Een hooggehakte Nigeriaanse had voor de directe aanval gekozen. Terwijl ze door woord en gebaar de indruk wekte alsof de man achter de balie haar geroepen had werkte ze zich met een sneltreinvaart naar voren, duwde me opzij en nam mijn positie in. Gelijk had ze.
onze kleinzoon achter het glas van de tweede etage
Voorafgegaan door onze gids begaven we ons naar een plaats in de buitenlucht waar van ons verwacht werd dat we ons netjes in de rij zouden opstellen. Daartoe aangespoord door een militair uitziend persoon. Stuk voor stuk mochten we de aankomsthal binnentreden voor fase twee, de inklaring. De taak van de gids was ons zo spoedig mogelijk door de douane te loodsen, hij had zich intussen over onze paspoorten en tickets ontfermd en was daarmee in het gewoel verdwenen. Bezorgd nagekeken door mijn vrouw, ons was op het hart gedrukt die papieren nimmer af te geven. Fase twee bestond uit een lange balie, waarachter zich een vijftal mannelijke en vrouwelijke douanebeambten opgesteld had en waarvoor zich in onordelijke rijen het grootste deel van de passagiers reeds verdrong. Met welk
Het zweet brak me intussen aan alle kanten uit en ik besloot te retireren naar de achterhoede, waar mijn vrouw en onze gids mijn afgang gadesloegen. Deze laatste gebaarde heftig naar één der beambten aan het begin van de balie zonder zichtbaar 3
Bezoek aan Nigeria tassen. Snel zocht ik mijn eigendommen bijeen, dank zij mijn gids werd deze hindernis moeiteloos genomen.
resultaat. Ik besloot te doen wat ik eigenlijk gewild had, gewoon wachten tot de drukte voorbij was. Het werd me niet gegund. Mijn naam werd, ietwat verbasterd afgeroepen, over de hoofden der anderen heen kreeg ik mijn papieren aangereikt.
Met een gelukkig gevoel haastten we ons naar de volgende hindernis. Bedrijf vijf. Het controleren van de koffers. Voorafgegaan door mijn begeleider en op weg daarheen werd mij via een achterdeur een terugblik gegund op slagveld nummer twee. Daar stond als vrijwel laatste deelnemer mijn vrouw, haar paspoort was tenslotte boven water gekomen. Aangezien ik de overige papieren in bezit had stagneerde haar afhandeling. Hetgeen via het achterdeurtje snel in orde gemaakt kon worden. Nadat uitvoerig uiteengezet was dat zij geen Hollands geld te wisselen had mocht ze gaan. Samen werden we verder geloodst langs donker kijkende uniformen, onder vreemde klanken. Half rennend snelden we naar het wenkende eindpunt.
Niet echter die van mijn vrouw. “My wife?” hief ik mijn handen machteloos richting de beginbalie. Schouderophalend vervolgde de man erachter zijn ondankbare taak. Ook onze gids leek aan het einde van zijn Latijn. “Plan plan !” probeerde ik hem in het Maleis te kalmeren om in gebrekkig Engels te vervolgen: “Can we vast take the luggage?” Ik begreep dat eerst al het Hollandse geld ingewisseld moest worden. Derde bedrijf. Geleid via een duister gangenstelsel werd ik overgedragen aan een andere begeleider. Voor een eenzaam loketje werd halt gehouden. Mijn nieuwe gids onderhield zich via de openstaande deur met de twee geldwisselaars in het kantoortje, zag mij weifelend aan, stelde weer enige onverstaanbare vragen waarop ik hem al mijn geld toevertrouwde, ruim honderd gulden. Op een groot bord in het kantoortje stonden de wisselkoersen aangegeven. Er volgde een langdurig over en weer gepraat waaruit ik tenslotte begreep dat ook het wisselen niet voor niets zou gaan, tien Naira’s zouden er aan de strijkstok blijven hangen. “O.K.” zei ik. Er werd een geelkleurig bewijs opgemaakt. Met tenslotte een dikke stapel Naira’s in mijn bezit werd ook deze hindernis genomen.
We waren er nog niet. Bedrijf zes kondigde zich aan, een controle of onze koffers werkelijk de onze waren. Zeer terecht overigens. Nogmaals werden onze papieren aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen. Omstandig werd een op het retourbiljet geplakt strookje verwijderd om te kijken of er iets onder geschreven was. De poging werd na enige tijd gestaakt en met een achteloos handgebaar werden we doorgelaten. Met een zucht van verlichting spoedden we ons naar de wenkende uitgang. Nigeria had ons toegelaten. "You are welkom !”
Vierde bedrijf. Een deel van het vliegveld platform was ingeruimd voor de opslag van de bagage. Een aantal duistere figuren scharrelde er in het donker rond tussen de koffers en 4
Bezoek aan Nigeria Zaterdagmorgen 6 augustus 1988.(Dieuke) Het heeft geregend 's nachts. De temperatuur is heerlijk. Deze eerste dag zullen we in Kano blijven. De stad bestaat uit twee delen. Een oud en een nieuw gedeelte. In dit nieuwe gedeelte staan de kantoren, flatgebouwen en de grote soms mooie huizen van de rijken. Voor 't merendeel Nigerianen maar ook Grieken, Libanezen en Cyprioten. En het "Leventis-compound" waar we zullen logeren. Iets verderop staat een dergelijk "paleis". Gebouwd van natuursteen, mooie vorm, prachtige tuin, zelfs buiten de omheining fraai aangelegd en beplant met uitheemse planten. Langs de straatzijde afgewerkt met een betonnen afvoergoot. Maar pal naast het toegangshek ligt een vuilnisbelt. Het buurthuis staat leeg en ziet er vervallen uit. Zo maakt op mij de hele stad een rommelige indruk. In 't oude gedeelte stoort dat me niet. De rijen lemen huizen aaneengesloten tot straten en van elkaar gescheiden door smalle paden en open riolen zijn levendig. Volgens Minke proberen nu de rijken ook een woonplaats in dit oude gedeelte te vinden. Is het omdat je hier met elkaar leeft? In de nieuwe stad heeft ieder zijn eigen "fort". Weliswaar van alle gemakken voorzien maar op zichzelf.
De verfputten Zodoende hebben we alleen foto's van de dierentuin van Kano die we 's middags bezoeken. Een dierentuin in verval. Veel lege hokken. En is een hok bewoond, dan toch maar door een enkel dier. Te zien waren wat apen o.a. chimpansees, een nijlpaard, een krokodil, een zebra, een koe met zes poten, een leeuwin, wat roofvogels en een grote schildpad. En de muurhagedissen. Maar die vind je overal in vele maten en soorten en kleuren. Soms met een fel oranje kop en donkerblauw lijf.
Op onze tocht door Kano bezoeken we eerst de verfputten. Daar worden katoenen lappen indigo geverfd. Niet effen. Ze hebben een oeroud patroon vanuit een spiraalvormig middelpunt. Wanneer we vragen of we mogen fotograferen moet er geld komen. We gaan er niet op in.
5
Bezoek aan Nigeria zoiets als een gaskachel maar daar komt koude lucht uit. Ramen en deuren zijn potdicht om muggen de toegang te verhinderen. Andere ongenode gasten worden geweerd met ijzer traliewerk. En de nachtwaker bij de voordeur op een stoel. Die nacht slaap ik weer niet al te best. De airconditioner maakt het geluid van een enorme regenbui en daar ben ik zo één, twee, drie niet aan gewend. Zondag, 7 augustus 1988. (Dieuke) Weer heeft het die nacht geregend en als we tegen acht uur uit Kano vertrekken regent het nog steeds. De Landrover wordt zo dicht mogelijk tegen de voorgalerij gereden zodat Jan en Bruin er in kunnen klimmen zonder kletsnat te worden want het giet behoorlijk. Daarna stappen Minke en ik in de Mitsubishi bestuurd door Sabo, de chauffeur. De straten liggen er verlaten bij maar niet vanwege de zondag. We rijden door een tamelijk vlak landschap, roodbruine aarde, overal beplant met Guinea-corn dat op maïs lijkt of aardnoten en bonen. Aan weerszijden van de weg staan grote delen onder water. Het is midden in de regentijd. Bij 't verlaten van Kano passeren we een wegversperring bewaakt door politieagenten die rond een smeulend houtvuurtje zitten kleumen onder een afdakje. Iedere stad wordt 's avonds afgesloten zodat niemand via de hoofdweg ongemerkt kan binnenkomen of weggaan.
In de dierentuin Die dag bezochten we ook het museum dat met foto's, documenten en oude gebruiksvoorwerpen de geschiedenis van het land wil tonen. Daar hing ook een lap zoals we die bij de verfputten hadden gezien. Het museum zelf is een "Hausa" gebouw. Opgetrokken van leem. Met in elkaar overlopende kamertjes van verschillende afmetingen, zonder ramen, alleen een deuropening. En bolvormige plafonds als een hut. Het was er koel en donker.
Af en toe zien we een dorp. Omheind door schuttingen van takken en palmbladeren waarbinnen ronde hutten, schuren en stallen van hetzelfde materiaal. Wanneer de regen is opgehouden begint het leven: herders met geiten, schapen en koeien trekken het land in. Boeren met hoog hun hak gaan naar de
Tegen zessen komen we weer "thuis". Minke kookt aardappelen en sperzieboontjes meegenomen uit Holland evenals de Unox rookworst. IJs toe. In de kamer is het koud. Er staat 6
Bezoek aan Nigeria tuin. "Een chimpansee", denk ik af en toe te zien. Maar nee het is een jongetje dat tussen de planten zit. Na een paar keer overkomt me dat niet meer.
Minke ook zo gehuisvest zijn dan zal ik 't daar knap moeilijk mee hebben: een haveloos bankstel, kapotte vloeren, lekkende kranen, 'n gore badkamer waar alles kapot is wat maar kapot kan zijn. Maar buiten staat een prachtige boom met gele bloesembolletjes. Rivièra, mimosa, denk ik. En maak een foto.
Twee uur later passeren we het dorp waar David woont. Hij is een landbouwkundige uit Engeland die als vrijwilliger hier werkt en met Minke en Wandert bevriend is. Bruin is weg van hem. Misschien kunnen we hier koffiedrinken. Maar David is helaas niet thuis. Wel kunnen we van het sanitair gebruik ma-
Verder gaan we en drinken koffie in een restaurant langs de weg: oploskoffie, kokend water, blikje koffiemelk. Het doet me aan Biak denken. De vliegen bederven de illusie. En de bedelaars: blind, kreupel en arm. Na drie uur rijden komen we in Hadejia. Langs de kant van de weg is er markt. Minke koopt er tarwe waar ze brood van zal bakken. En we ontmoeten daar Martina en haar vriendin. Ook zij zijn Engelse vrijwilligsters.
Davids huis
ken want het huis is aan de achterzijde open. Wanneer ik naar binnen ga slaat de schrik me om het hart. Mochten Wandert en
Markt in Hadejia
7
Bezoek aan Nigeria Om zes uur komt Adamo het erf op. Hij is de nachtwaker die het achtererf bewaakt. Ook hij vertelt ons zeer verheugd te zijn over onze komst naar zijn land en met het stukje zeep. De voorkant van het huis blijft die nacht onbewaakt. Husseini heeft malaria.
De vriendin rijdt met ons mee naar Nguru waar we tegen één uur arriveren. Onderweg vertelt ze over haar werk als lerares voedingsleer. De lessen moeten in de Engelse taal gegeven worden maar het merendeel van de leerlingen kent die taal niet of nauwelijks. Minkes huis ligt aan het einde van een mooie schaduwrijke laan in dat deel van de stad dat voor ambtenaren is gereserveerd. En binnen is alles heel, schoon en gezellig. Gelukkig! Goed en wel aangekomen volgt een eerste kennismaking met Baba Tuo. Hij is de tuinman die 's ochtends dienst doet. Voor hem heb ik een stuk luxe zeep meegenomen. Met veel buigingen en dankbetuigingen wordt het cadeau in ontvangst genomen. Een uur later word ik door Minke naar de achterdeur van de keuken geroepen: Baba Tuo geeft me drie levende hanen, de poten aan elkaar gebonden, de vlerken op een ingenieuze wijze in elkaar gevouwen zodat ze geen kant op kunnen en als versuft er bij hangen. Geheel verlegen met het geschenk ter waarde van drie weeklonen roep ik Jan erbij. "Moet ik ze slachten", vraagt hij enigszins vertwijfeld. Minke overlegt met Baba Tuo en Sabo. Die nemen 't geschenk van me over en verdwijnen er mee naar een plekje achter in de tuin. Daar wordt een kuiltje in het zand gemaakt en terwijl ze zich tegenover de hanen verontschuldigen wordt hen snel de keel doorgesneden en bloeden ze boven de kuil leeg. Die avond eten we kippensoep. De rest gaat in de diepvries.
Voor het huis wordt koopwaar aan de vrouw gebracht
8
Bezoek aan Nigeria wordt niets weggegooid. Nou niets? De smalle paden en greppels tussen alle stalletjes liggen vol vuil: colablikjes, plastic, sinaasappelschillen, lege maïskolven.
Maandag, 8 augustus.(Dieuke) De zon schijnt. Adamo rolt zijn matje op en zet het samen met zijn pijl en boog in een hoek van de galerij voor het kantoor van Wandert. Hij gaat naar huis. Sabo is om zeven uur binnen gekomen evenals Baba Tuo. Om half acht had Carolyn moeten verschijnen maar ze pleegt ook wel eens weg te blijven. Minke moppert al. Zal ze zelf aan de slag moeten? Gelukkig, tegen half negen is Carolyn er en krijgt meteen de mantel uitgeveegd. "Mijn man wilde eten hebben en daarom ben ik nu te laat", is haar verweer. Het excuus wordt niet geaccepteerd. "Dan sta je eerder op en kom voortaan op tijd". Het heeft kennelijk geholpen want alle dagen is ze er. Ook zij krijgt haar stukje zeep voor "Lady's only".
Dan de visafdeling. Ruikt ook niet lekker. Verder dus naar de afdeling groente en fruit. Vrouwen gehuld in kleurige lappen, gehurkt op dito matten en omringd door mandjes gevuld met pinda's, tomaten, pepers, augurken. Lachend verwelkomen ze ons met: Sanu, sanu! Blijven we ergens staan dan verzamelt zich ogenblikkelijk een stoet kinderen om ons heen. We zijn een bezienswaardigheid. Eerlijk gezegd valt de kwaliteit van het fruit me tegen, het is nog lang niet rijp. Veel variatie is er ook niet. Er liggen wat bananen, sinaasappels en citroenen. Goed zoeken dus en heb je iets naar je zin gevonden dan begint het spel van loven en bieden. Je moet vooral geen haast hebben in dit land.
Nu Minke niet hoeft te poetsen gaan we naar de markt. Fascinerend! Eigenlijk met geen pen te beschrijven. Dat moet je ondergaan: die kleuren, die herrie, die stank! Ieder ambacht heeft zijn eigen vaste plek. De smeden slaan er op los onder een afdak van palmbladeren op vier palen. Eigenlijk nog wel een vrolijke herrie dat geluid van ijzer op ijzer. Nee, dan de afdeling meel malen. Hier moet je schreeuwen om verstaanbaar te zijn. Minke geeft er de tarwe af die ze in Hadejia kocht, bedingt een prijs: 30 kobo 10 cent. Straks halen we het wel op.
Tegen elven zitten we in de schaduw van de grote mangoboom koffie te drinken. Minke stelt voor het gezamenlijke personeel een schaap aan te bieden wanneer we over drie weken weer vertrekken. We vinden 't een goed idee. Een uur later stelt ze voor het schaap nu alvast te kopen. Volgens Sabo is er vandaag veemarkt in een nabijgelegen dorp (25 km van Nguru) en daar zijn de prijzen veel lager dan hier in de stad. Wel, 't is mij om 't even. Sabo en Baba Tuo gaan er met de Landrover op uit. Een paar uur later arriveert de aankoop. Twee schapen? Baba Tuo heeft ter plekke besloten zelf ook een schaap te kopen dat hij in Minkes geitenhok stalt. Ons' schaap moet nu ritueel geslacht worden en daar moeten wij als goede gevers eigenlijk zelf bij zijn maar dat is toch teveel gevraagd. Wel komen we tenslotte
We lopen langs de vleesafdeling. Het vlees zie je nauwelijks wel de vliegen. Flinterdunne repen vlees liggen in de zon te drogen. Hier stinkt het behoorlijk. Even verderop wordt vlees geroosterd. Wel een heet karwei in die toch al hete zon. Maar lekker ruikt het wel. Onverwachts word ik aangestaard door geiten- en schapenogen in dode koppen. Ook te koop. Hier 9
Bezoek aan Nigeria Dinsdag, 9 augustus. (Dieuke) Vanmorgen zijn we eerst naar "de boerderij" geweest. Ergens in het wijde veld staan een stel koeien bijeen achter een houten hekwerk. Ter linkerzijde een bouwwerk dat wellicht als stal zou moeten dienen maar nu niet gebruikt wordt. Ter rechterzijde een kantoorgebouwtje waar niemand is. En daar ergens tussenin een schaduwgevende boom waaronder enkele kruiken met melk. Geen mens te zien. De vele vliegen maken 't wachten bepaald onaangenaam. Maar juist als we besluiten terug te gaan komen er een man en een vrouw aan. De vrouw blijkt de verkoopster te zijn. De man is de koper. Eigenlijk is de hoeveelheid melk al verkocht maar de man staat bereidwillig enkele liters aan ons af.
de verdeling goedkeuren. Op de betonnen plaat van de septic tank liggen de delen uitgestald: de kop, het vel, het hart, de lever enz. Nadat de porties in een plasticzak zijn gestopt en weggezet wordt de plaat schoongespoeld met de tuinslang en herinnert alleen een weeë geur nog aan 't gebeuren.
Bij thuiskomst is Wandert met de vier motorfietsen in de weer. Ze zijn een geschenk van een Engelse natuurbeschermingsclub en bestemd voor de medewerkers aan het Wetlandproject. Vandaag moeten ze worden geregistreerd, verzekerd en gefotografeerd waarna de jongens er een proefrit mee mogen maken. Minke, Bruin en ik zullen een eind gaan wandelen. Sabo moet de geiten laten grazen. Het één wordt met het ander gecombineerd: we stappen met z'n allen in de Landrover en rijden naar het meer. Sabo blijft daar met de geiten en rijdt ze straks terug. Wij lopen. Dwars door de milletvelden en bonenaanplant. Overal worden we gegroet: Sanu, madam. How are you? You are welcome! We zien rode spinnetjes en een groene kameleon. Turkse tortels en houtduiven. Vuurrode Bishopvogeltjes en de blauw-bruine Abesinian Ruler, een soort ekster. Libellen en vliegen dansen om ons heen.
Rituele slachting
10
Bezoek aan Nigeria Melk halen bij de boer (Jan) Mijn dochter verstaat de kunst de weg zodanig aan te duiden dat mij één ding volkomen duidelijk was, ik zou maar moeten proberen er te komen. "Bij de asfaltweg links af," zei ze. Ik starttte de motorfiets en ging op weg. De eerste asfaltweg leidde naar een dorpje, klaarblijkelijk niet de goede weg. Terug en nieuwe instructies halen. De tweede asfaltweg was daarna niet moeilijk te vinden. "Tot aan het bord met de letters MANR". Van de vorige keer herinnerde ik me nog vaag een zandpad door de savanna maar deze keer kwam mij niets bekend voor. Even later moest ik uit vijf mogelijkheden kiezen. Ik koos op goed geluk een zandpad parallel aan de hoofdweg. Een eenzame voorbijganger kruiste mijn pad. In het Engels vroeg ik hem de weg naar MANR (dit laatste woord sprak ik uit als was het Nederlands). Hij wees me met beslist gebaar een veelbereden pad! Niet lang daarna zag ik een met prikkeldraad omgeven landbouwgebied daarin centraal een tweetal witte stenen gebouwtjes waarin zich een tweetal mannen zichtbaar ophielden.
Bij 't meer is een wasserij "gevestigd", 's Morgens komen enkele mannen hier de was doen met Omo dat ook in Nigeria witter dan wit wast volgens de reclameborden en dat ondanks het modderige water uit het meer. Zo te zien is het uitsluitend mannenkleding dat daar wordt gewassen in een slootje. Tegen 't einde van de middag wordt dat schoon en droog bij de eigenaars terug gebracht. Wat is het hier rustig. Geen achtergrond lawaai van wegen luchtverkeer. Ik geniet! Bij thuiskomst staan de mannen gebogen over de motorkap van de Mitsubishi. Die zuipt olie en waardoor komt dat? Jan probeert het antwoord op de vraag te vinden.
Eén hunner sprak ik aan, hij echter verwees me naar één van de gebouwtjes waar ik (naar ik begreep) meer begrip zou vinden. Het eerste vertrek bleek de radiokamer, een kwetterend geluid uit een zender/ontvanger. De zich hier ophoudende persoon verwees me uiterst vriendelijk naar het volgende vertrekje en daar, in conclaaf bijeen, een drietal mannen bezig met de werkplanning, of simpeler zaken zoals zich heel goed laat denken. Het hoofd van de afdeling, duidelijk verrast door het onaangekondigde bezoek, richtte zich in keurig Engels tot mij waarop ik me op twee manieren introduceerde: "I am not Eng-
De Mitsubishi zuipt olie
11
Bezoek aan Nigeria Mamma en Baba "Kip". (Dieuke) De tuin rond het huis is groot. Oorspronkelijk een woestijn is er na anderhalf jaar zoiets als een oase ontstaan. Veel bomen en struiken en bloemperken. Dat was alleen mogelijk door twee maal per dag alles te besproeien. Daarnaast heeft Minke zich ook kippen en geiten aangeschaft. De laatsten moeten naar grazige weiden worden gebracht en de eersten uit de bloemperken en groentebedden worden geweerd. Dat alles was teveel voor Baba Tuo. Zodat sinds kort Baba "Kip" erbij gekomen is. Zijn eigenlijke naam ken ik niet. Hij loopt mank. Daarom wordt hij 's avonds per auto thuisgebracht. Want dat ligt nogal een eindje uit de buurt. Samen met mama Kip woont hij in een lemen huis. Maandagochtend kwam ze ons begroeten en nam een mandje voor me mee.
lish but Dutch" en "I speak English but only a little". Waarop de aangesprokene mij hartelijk toeknikte en toevoegde "You are welcome". Daarop vertelde ik hem dat ik op zoek was naar de "farm". "Cows", verduidelijkte ik. Hij knikte begrijpend. Nadenkend keek hij me aan. "You have to go back your way". Uit zijn woorden begreep ik dat ik terug moest keren op mijn weg en er verstandig aan deed dan opnieuw de weg te vragen. Als ik naar "vetenary" zou vragen zou iedereen me begrijpen. Met een vriendelijk gebaar werd ik uitgezwaaid. Teruggekeerd tot het uitgangspunt vroeg ik een viertal mannen naar de "vetenary" die echter allen niet begrijpend het hoofd schudden. Waarop ik gezien de bijna lege benzinetank en de vele diepe plassen besloot dit keer maar geen melk te halen. Op een motorfiets van het project
Mamma Kip
12
Bezoek aan Nigeria Na een poosje ging mamma Kip erbij liggen en viel in slaap. Tegen vier uur werd ze wakker. Ging naar de tuin om te bidden. (Ze is moslim.) En nam daarna afscheid. Twee dagen later kwam ze weer. Nu nam ze een pakje kauwgom voor me mee. Maar daar bleef het niet bij. Bij de latere bezoeken bracht ze nog twee maal een mat mee. En of ik haar huis wilde zien. Minke bracht haar weg en Bruin en ik gingen mee. We kwamen bij een lemen muur en daarin een deuropening. Zo kwam ik in een lemen hut zonder ramen maar wel een tweede deuropening aan de achterzijde.
Ik voelde me verplicht iets terug te geven. Maar wat? Minke wist raad. Ze pakte een jurk in die ik mamma mocht geven. Maar daarmee was de begroeting nog niet afgelopen. Ze ging in de kamer op het kleed zitten en haalde uit haar bloes een colanoot en wat groene bladeren tevoorschijn. Ze brak de noot in stukjes en wilde mij er ook van geven. Eerst kauwde ze wat op de noot en begon daarna met het blad waaruit de nerven werden verwijderd over haar tandvlees te wrijven dat nu rood begon te kleuren. Het deed me denken aan het Indische sirih pruimen. Minke bakte intussen pannekoeken die we gezamenlijk opaten. En nog bleef ze zitten. Even voelde ik me wat ongemakkelijk. Maar Bruin vroeg aandacht zodat ik met hem ging spelen.
Deze ruimte was het verblijf van Baba Kip waar hij zijn vrienden ontvangt. Meubelstukken stonden er niet. Men zit op matten. Achter deze hut een binnenplaats. In 't midden een cementen bak met waterkraan onder een papajaboom. Langs die binnenplaats weer enkele hutten, één ervan wordt bewoond door mamma Kip. Uit de andere hutten kwamen twee vrouwen te voorschijn en een handvol kinderen. Dochters, schoondochters of vrouwen van Baba? Ik weet het niet maar ze lachten en probeerden met me te praten. Gelukkig spreekt Minke een aardig woordje Hausa. Ze lieten me in een schuurtje gedroogde struiken zien en ruiken. Ze worden gebruikt bij het vuur dat 's avonds brandt om de muskieten uit de buurt te houden. Na veel en vaak handenschudden deden ze ons allemaal vrolijk uitgeleide. Later ontmoetten we ook nog mama's jongste zoon die met vakantie thuis was na zijn examen van een middelbare school. Een vlotte jongen die behoorlijk Engels sprak.
Het huis van Mamma Kip
13
Bezoek aan Nigeria Donderdag, 11 augustus. (Dieuke) Vandaag staat de woestijntocht op het programma. Nguru ligt vrij dicht bij de grens met Niger en vanuit de Sahel rukt de woestijn op richting Nigeria. Vrij vroeg in de morgen vertrekken we na eerst in de landrover water en brood geladen te hebben. We rijden over een brede asfaltweg en Jan stuurt. Na een uur neemt Wandert het stuur over want we verlaten de hoofdweg en begeven ons op de toch nog vrij brede zandwegen. Omdat het veel geregend heeft hebben we geen last van stof. Wanneer je goed let op het spoor van je voorganger kun je al te diepe kuilen en plassen ontwijken. We zijn dus nergens in blijven steken.
terwijl uit een verzameling hutten nieuwsgierige kinderen ons komen bezien. Wil Jan ook graag op de foto. En verder gaat de reis.
Op onze tocht passeren we kudden koeien, geiten en schapen met hun herders. Mannen rijdend op hun ezeltjes waarbij hun benen grappig heen en weer wapperen. Af en toe een ruiter te paard. Vrouwen in hun felgekleurde omslagdoeken, op hun hoofd emaillen schalen, op weg naar de markt. Sanu! Sanu! , begroeten we elkaar. Tenslotte verlaten we de zandpaden en zoeken nu met behulp van een kaart en kompas een weg door het land. Al kent Nigeria geen regentovenaars meer de regen heeft de anders zo dorre zandvlakte nu omgetoverd in grazige weiden getooid met groene bomen en struiken. Tussen al dat groen bloeien rose en witte bloemen. Wandert is hier wel vaker geweest maar nooit was het hier zo groen als nu.
Het boren van een waterput
Af en toe stapt Wandert uit en controleert met kaart en kompas de richting. Tijdens de tocht zien we grauwe klauwieren en een zandhoender. Deze vogel legt haar eieren in het hete woestijnzand. Wanneer de jongen zijn uitgekomen vliegt zij dagelijks, soms wel 50 km ver, op zoek naar water. Heeft zij dat gevonden dan doopt zij haar buik erin en laat haar verenpak zich volzuigen met water. Weer terug drinken haar jongen dat er uit. Een eindje verderop fladdert een hop voor ons uit en een vogel die Wandert nog niet eerder heeft gezien zodat hij gauw een beschrijving van het dier neerkrabbelt.
Midden in 't veld zien we een boorinstallatie staan. Jan wil die wel eens van dichtbij bekijken. Met deze boor worden waterpompen geslagen maar er is iets gebroken zodat het werk nu even stil ligt. Wandert en Jan worden rondgeleid en voorgelicht 14
Bezoek aan Nigeria Over de heuvel links komt een man op een ezeltje aanrijden. En ja hoor, hij buigt af en komt naar ons toe. Uitvoerig worden we begroet en uitgehoord. Waar komen we vandaan en wat komen we hier doen? Minke voert het woord en met de beste wensen daalt hij af als aan zijn nieuwsgierigheid is voldaan. Ook wij vertrekken richting Nguru. Maar eer we daar zijn! Eerst gaat alles naar wens. Af en toe herken ik de weg. Maar dan raken we verzeild in een millet aanplant. De eigenaar beduidt ons halt te houden en verzoekt Wandert beleefd doch dringend een andere route te kiezen zodat zijn toekomstig voedsel niet onder de wielen van de Landrover teloor zal gaan. En met een brede armzwaai wijst hij een andere richting aan die echter niet strookt met Wanderts bedoeling. Daarom rijden we nog even verder, zorgvuldig alle aanplant ontwijkend. Maar hoe Wandert ook wendt of keert steeds stuit hij op akkers zodat hij tenslotte toch maar de aangegeven richting neemt. Zo belanden we in een andere oase. We rijden er dwars doorheen en zoeken een hooggelegen punt zodat Wandert zich kan oriënteren. Als we zo'n punt gevonden hebben ziet hij een verzameling hutten.
Uit de brandende zon
Het terrein wordt nu van lieverlede een ietsje heuvelachtiger en tenslotte komen de rode kale zandduinen in 't zicht. Bij één ervan stoppen we. Schoenen uit en dan de heuvel op. 'k Verwachtte dat het zand bloedheet zou zijn maar dat valt mee. Bruin wordt helemaal enthousiast. Hoewel het nauwelijks waait verdwijnt iedere voetstap ogenblikkelijk weer zodat we geen sporen nalaten. We gaan verder. Bij een woestijn hoort een oase, het volgende reisdoel. Door het donkere groen van de palmbomen onderscheiden ze zich van 't omringende lichtgroene gras. We zien er verschillende op onze tocht. Bij één van de mooiste blijven we staan. Terwijl we ons brood eten, genieten we van 't uitzicht op de oase beneden ons.
We rijden erheen om de naam van 't gehucht te weten te komen zodat op de kaart de juiste richting naar Nguru kan worden gezocht. Het dorpje lijkt verlaten maar tenslotte komt een doodzieke man tevoorschijn die ons desondanks weer op de goede weg helpt. Medicijnen hebben we helaas niet bij ons. Wandert geeft wat geld, misschien kan een familielid daar dan wat voor kopen. Wij rijden verder. Bij het eerstvolgende dorp informeren we opnieuw. Ook hier blijkt iedereen aan het werk 15
Bezoek aan Nigeria Vrijdag. 12 augustus. (Dieuke) In de achtertuin staan twee kleine gebouwtjes z.g. boysquarters, De oppervlakte van de vloer is ongeveer twee bij drie meter en ze zijn bedoeld ter huisvesting van de bedienden. Maar Minke's personeel woont niet op het erf zodat de huisjes leeg staan. Wandert heeft er een andere bestemming voor gevonden. In het ene gebouwtje wordt het gereedschap geborgen. In het andere zullen de motorfietsen worden gestald. Omdat deze voertuigen zeer begerenswaardig zijn en diefstal ook in Nigeria geen onbekend verschijnsel is, zijn de ramen er uit verwijderd en dicht gemetseld en is de houten deur vervangen door een ijzeren. Nu zijn schilders bezig de gebouwen fris in de verf te zetten. En daarbij zingen ze het ene lied na het andere. Tweestemmig! Kom daar in Nederland 's om. Knetterende popmuziek, ja dat wel. Lekker passief. Ik hoor liever een Nigeriaanse schilder. Dat klinkt toch iets beschaafder.
te zijn op de akkers. Alleen een oude man en een paar kinderen (één met een uitzonderlijk dikke buik: ziek of zwanger?) komen nieuwsgierig kijken. Het klopt! Wandert heeft de goede weg gevonden. We bereiken weer de zandwegen. Heeft 't hier misschien geregend? Grote, diepe plassen vinden we op onze weg. Tot groot plezier van Bruin spat het water hoog-op als we er doorheen rijden en is er niets meer door de voorruit te zien. De ruitensproeier doet zijn werk. Tegen het einde van de middag bereiken we Nguru. Bruin ziet opeens de zendmast staan en een uurtje later rijden we het voorplein van huize Benthem op. Stijf van het zitten stappen we uit.
Door deze verbouwing ligt er veel hout op het erf. Nu gebruiken Hausa's en Fulani's hout om te koken. Daarom worden er nog al wat bomen gekapt. Tot verdriet van de natuurbeschermers. Wandert heeft besloten dat hout onder z'n personeel te verdelen en vandaag zullen we de porties met de auto wegbrengen. Baba Tuo is één van de gelukkigen. Hij zal wel een Fulani zijn want hij woont in een hut van gevlochten palmbladeren. Ook de "keuken" is zo'n hut. In het midden van de vloer is een aarden wal en daarbinnen ligt nog wat houtskool te gloeien. Wat stenen potten en emailIe schalen staan er naast. Zijn kleinkinderen en dochters komen nieuwsgierig kijken. Baba roept zijn vrouw naar buiten. Ze moet ons groeten maar is erg verlegen en schuift gauw de tent weer in.
De kinderen vermaken zich onder de Mangoboom in de achtertuin
16
Bezoek aan Nigeria "Mag ik een foto maken?" Als het maar gevraagd wordt. Ongevraagd foto's maken daar houden ze niet van. Na de keuken en de slaaphut moeten ook de stal en Baba's geiten op de foto. Bij het schaap. We zijn er intussen achtergekomen dat 't tweede schaap een geschenk van Baba aan ons is. Maar wat moeten we ermee? Weigeren is een belediging. We vinden het dus een eer zo'n waardevol geschenk te mogen ontvangen. Gisteren hebben we hem echter gevraagd op ons schaap te willen passen omdat we het niet mee kunnen nemen het vliegtuig in. Zodoende staat ons schaap nu tussen Baba's geiten. Terwijl Minke foto's maakt geeft Baba een kleinzoon de opdracht twee kippen te pakken en bij het afscheid worden ze me in de handen gedrukt. Tegen het einde van de middag begint zich een enorme regenbui af te tekenen die elk moment schijnt te kunnen losbarsten. Daarom brengt Minke Sabo met de auto naar huis. Ook Sabo is een Fulani en woont in een echt Fulanidorp even buiten Nguru. Of ik zin heb om mee te gaan? Natuurlijk, 't Is druk op de weg. Fietsers, brommers, auto's en voetgangers iedereen haast zich om onderdak te zijn voor de regen losbarst. Goed uitkijken dus. Het weerlicht onophoudelijk. Wanneer we midden in het dorp zijn gekomen moeten we stoppen voor een grote kudde schapen, geiten en koeien op weg naar de stal. Dicht bij Sabo's erf gekomen ziet hij een bekende. Stop! Die moet hij even groeten. Hier wordt vlees geroosterd. Wat ruikt dat lekker. Jammer dat op een foto geen geuren kunnen worden vastgelegd. Sabo komt droog thuis maar op de terugweg plenst de regen neer. Brandhout voor Baba Tuo
17
Bezoek aan Nigeria Zaterdag, 13 augustus. (Dieuke) Toen ik een paar dagen geleden pudding kookte op het gasfornuis in het guesthouse plofte er opeens een steekvlam onder de pan vandaan en schroeide mijn jurk en twee vingers van mijn linkerhand waarmee ik in de pan roerde. Omdat ik een paar jaar eerder de overige vingers van die hand gebrand had wist ik wat me te doen stond: gas uit en onder de koude kraan met die hand. Maar in Nguru komt daar geen koud water uit. Met ijsblokjes uit de diepvries lukte het echter ook prima. De volgende dag probeerde ik er weer op te koken maar helemaal vertrouwen deed ik het toestel niet. Terecht! Weer plofte het zaakje maar nu had ik de nodige afstand in acht genomen. Duidelijk deugde het fornuis niet. Weer een klusje voor Jan.
verdroogde, zwarte korrels worden ontdaan en tegen de avond moet de tuin opnieuw worden besproeid. Om zes uur komt Wandert thuis. Heeft van alles uit Kano meegenomen: brood, kaas, ijs, boontjes en radijs. Vanavond zullen we buiten eten. Daarom moten we een lange broek, sokken en een bloes met lange mouwen aan. Omdat ik een dergelijke outfit voor mezelf niet heb meegenomen moet ik dan Jan z'n kleren maar aan. 't Slobbert wel wat om m'n lijf maar toch staat het me goed (zeggen ze). Wandert heeft in 't zand een vuur aangelegd en terwijl we wachten tot het vlees goed geroosterd is proberen we een gesprek te voeren met de Engelse gasten en kijken naar sterren die hier duidelijker zichtbaar zijn dan thuis. Er tussendoor bewegen zich de satellieten. Omdat Jan en ik niet van het rundvlees durven te eten sinds we een bezoek aan de markt hebben gebracht heeft Minke voor ons wat kip uit de diepvries gehaald en gebakken. Wanneer de muskieten te lastig beginnen te worden als het vuur is gedoofd gaan we naar bed. 's Nachts regent het .
Vandaag zullen twee Engelse studentes verschijnen: Sue en Corin. Ze blijven zes weken en willen hier materiaal verzamelen voor hun scriptie. Wandert haalt ze af uit Kano. Dus hebben wij geen auto vandaag. Dat wordt een rustig dagje in en om het huis. Eerst een eindje wandelen dan koffiedrinken onder de mangoboom. Bruin voorlezen, vliegen meppen. Minke stuurt Sabo naar de markt: vlees kopen voor de barbecue, visjes voor de katten en een gepofte maïskolf voor Bruin. Intussen loopt Minke met de geiten in de tuin, luisterend naar de B.B.C. De kip heeft negen kuikentjes en scharrelt met haar kroost tussen de planten. Als het ook onder de boom te heet wordt verhuizen we naar de kamer onder de ventilator. Spelen met Bruin, kleren strijken en lachen tegen mama Kip. De rijst moet van steentjes en
Dreigend onweer
18
Bezoek aan Nigeria Zondag 14 aug. 1988. Kerkdienst in Nigeria. (Jan)
De deur stond wijd open maar niets wees er op dat een kerkdienst zou plaatsvinden. De uitleg liet niet lang op zich wachten. Een klein van stuk vriendelijk persoon kwam op ons af en vertelde dat de kerkdienst weliswaar om acht uur placht aan te vangen maar dit keer een bijzonder karakter zou hebben, een gezamenlijke dienst! Gewoonlijk waren er afzonderlijke diensten in de taal van de Housa en het Engels. En, naar ik begreep, was het grootste deel van de gemeente zeer wel in staat het Housa te volgen en maar weinigen waren genoodzaakt de Engelstalige diensten bij te wonen. Dit keer een gezamenlijke, maandelijkse dienst die daarenboven pas om negen uur zou aanvangen. Er zat niets anders op dan terug te gaan. We gingen een uur later opnieuw, met de auto.
Om acht uur 's morgens zou de kerk beginnen. We besloten te gaan wandelen. Wij, dat zijn mijn vrouw en ik, onze dochter en twee Engelse studenten, jonge vrouwen voor hun eindstudie ondergebracht in het gasthuis van het complex. We liepen door een laan, ooit kunstmatig geordend, nu prijs gegeven aan de natuurlijke willekeur. Als gevolg van de gevallen regen prachtig groen. Met duidelijke belangstelling werden we bekeken door kinderen maar ook volwassenen op weg naar hun werk of zittend op een koele plaats onder een boom. Witte mensen zijn zeldzamer als een regenbui in dit Moslim gebied. Wij echter waren op weg naar de Church of Christ in Nguru.
Toen was het heel wat drukker in en om het wit stenen gebouwtje dat geen gunstiger indruk maakte dan de omringende opstallen. Er is kennelijk geen geld voor uiterlijk vertoon noch behoefte aan verfraaiing. De muren zijn vele jaren geleden gewit en sindsdien prijs gegeven aan de invloed van zon en stof, torren en muurhagedissen. Een gat in de zijwand, gewoonlijk afgesloten door een ruwhouten schuurdeur, bood toegang tot het inwendige van het Godshuis dat was neergezet op een van elk groen kruid ontbloot terrein waar slechts enkele bomen overleefd hadden. De kerk was reeds voor een deel gevuld, linksvoor door een gezelschap mannen en vrouwen, een gemengd koor. Rechtsvoor met een aantal kleurrijk geklede vrouwen die op hun wijze eveneens een koor vormden maar eigenlijk meer een doegroep of vrouwenvereniging met het doel zich te bekwamen in
De Christelijke kerk
19
Bezoek aan Nigeria dien tijde uitgestorven. Slechts voor ons venster verdrongen zich een aantal kinderen, mogelijk heilbegerig maar vermoedelijk nieuwsgierig naar de Batura 's. Zoals reeds gezegd tegenwoordig in dit deel van Nigeria een zeldzaam wezen.
allerhande goede werken. Eenvoudige hardhouten banken zonder rugleuning dienden tot zitplaats en aangezien de rest van de kerk nog leeg was schoof ik zonder daartoe genodigd te zijn op een plaatsje bij het open raam. Zo 'n twee banken achter het gemengde koor. De vrouwen uit mijn gezelschap echter werden opgehouden door een vriendelijk manspersoon die hen hartelijk welkom heette, aarzelend wees hij hen in eerste instantie een plaats aan de rechterzijde van het gebouwtje maar bij nader inzien schonk hij hen de gelegenheid bij mij aan te schuiven, hetgeen geschiedde. Daarop begon de kerk vol te stromen, achter ons uitsluitend mannen, rechts van ons de vrouwen en de kinderen. Het werd vol, ook de twee banken voor ons werden tenslotte gevuld, met mannen.
De eigen inbreng van de gemeente in woord en gebaar was groot. Niet slechts massale bijvalsbetuigingen maar ook getuigenissen speelden daarbij een rol. Bovendien werd het grootste deel der liturgische gebeden uitgesproken door bij toerbeurt een der oudsten die de predikant flankeerden. Uit de rechterachterhoek stond een vrouw op die zich al zingend naar voren begaf. Haar moedertaal onderstrepend met sierlijke danspassen. Zo verhaalde ze haar lotgevallen, als enige Christen in een Moslimfamilie en daardoor uitgestoten. Daarbij omklemde ze haar Bijbeltje als een schat en hief het Boek enige malen omhoog. "Amen!" viel de gemeente haar bij.
Er stonden twee spreekgestoelten opgesteld. De rechter katheder bestemd voor de Housa predikant, een in zwart nauwsluitend pak gestoken man met een kalende schedel. Een wit voorhangdoek aan zijn katheder bevatte de woorden: Jesus saves. Links de in luchtig lichtgroen gewaad gehulde assistent die de Engelse vertaling voor zijn rekening nam. Een vriendelijk blijmoedig gezicht. Zijn voorhangsel verkondigde: Jesus loves! Nadat het gemengde koor enige inleidende liederen ten gehore had gegeven hief de gemeente staande het intochtslied aan, uit volle borst zingend. Door de buiten het gebouwtje opgestelde luidsprekers en de vier wijd geopende vensters tot ver in de omtrek hoorbaar. Voor ons onbekende melodie, onbekende woorden.
Ook de mannen lieten zich niet onbetuigd. Een hunner vertelde in sobere bewoordingen over zijn bekering. Uiteraard in het Housa. Voor ons was het tongentaal. Een rijzige gracieuze dame stelde zich op voor het vrouwenkoor, op haar teken zette een muzikante in met het beroeren van een kleine trom, een tweede bewoog daarbij iets als een rose- gekleurde stamper op en neer. Mij werd het uitzicht op de rest van het muziekinstrument dat op de vloer rustte ontnomen zodat ik daarnaar raden moest. In ieder geval steeg er een welluidend ritmisch geluid omhoog waarop het
Of de blijde boodschap ook door buitenstaanders werd opgevangen kon ik niet bepalen, de omgeving van de kerk leek te 20
Bezoek aan Nigeria bless you all!" souffleerde mijn wederhelft. Hetgeen mij een gepast einde leek. "Amen!" antwoordde de gemeente. Wij konden gaan zitten. Niet echter de Engelse dames. Zij bleven staan en haastten zich te zeggen dat zij wel Engels waren.
koor een meeslepende Housa hymne inzette. De vrouwen gezeten ..in een ietwat voorovergebogen houding, het bovenlichaam op de maat van de muziek bewegend, dan weer staande, het lagere deel zacht heen en weer wiegend. Gepaard met het aanschouwen van de kleurrijke hoofdtooi, de goud en zilverkleurige oor-- hals- en neusversieringen, de zondagse kleding, was het geheel een plezierige belevenis. En zo te zien waren de baby's die sluimerend in de draagdoek op de rug der moeders meedeinden het met me eens.
Waarop een algemeen gelach volgde. De preek kon beginnen. De gemeentezang werd staande uitgevoerd. In het Housa. De opgegeven liederen echter waren moeilijk te vinden in het Engelse liedboek dat ons verstrekt was. Daarom gluurde ik over de schouder van een der mannen voor mij om mee te lezen in het boek dat hij vasthield. Dit bemerkende draaide hij zich opzij en hield me het voor. De Housa woorden in grote letters waren gemakkelijk te volgen te meer daar hij met de vinger aanwees waar ik zijn moest. De melodie lag eveneens in het gehoor. Zodoende kon ik vrij goed meezingen. Zeker, de intonatie was niet onberispelijk en ik begreep er geen snars van maar voor wie zal dat verschil maken?
Voorafgaand aan de woordbediening deed een der broeders het financiële jaarverslag. Eerst in het Housa waarvan ik slechts begreep dat er Naira's bij betrokken waren, de Nigeriaanse gulden. Daarna in het Engels waaruit ik nauwelijks meer kon opmaken. Helaas ben ik dus niet in staat u een getrouw verslag te doen van de stoffelijke stand van zaken van de kerk. Dat het geen vetpot is was me overigens al lang duidelijk.
De collecte was bestemd voor de kerk. Doorgeefzakjes, van rose doek met een handvat. Niet slechts het zakje is drie keer zo groot als de bij ons gebruikelijke, ook het vierkante houten raamwerk zou wel drie handen tegelijk kunnen doorlaten. Klaarblijkelijk vreest men geen ladelichters. De preek ging uit van de gelijkenis van het zaad dat valt, eensdeels in goede aarde anderdeels in minder goede grond. De zinnen, uitgesproken door de Housa predikant werden onmiddellijk vertaald door diens assistent. Beider betoog ontging me volkomen. Intussen verbaasde ik me er over dat de temperatuur onder het golfplaten dak dragelijk was. Terwijl er toch een driehonderd
Eveneens voorafgaand werden de bezoekers welkom geheten. De Housa predikant bediende zich daarbij van de Engelse taal en beduidde ons daartoe op te staan. Helaas kon ik geen zijner woorden verstaan. Misschien omdat ik desondanks zeer begrijpend knikte maar waarschijnlijker omdat ik de enige man in het gezelschap was verzocht hij mij het woord te voeren. Althans dat werd me duidelijk gemaakt door mijn vrouw. Manmoedig verhief ik daarop mijn stem en legde uit dat ik geen Engelsman was doch uit Holland kwam en slechts weinige Engelse woorden tot mijn beschikking had. Dat ik mij zeer verheugde in hun midden te zijn en hen zeer aardige mensen vond. Waarna ik naar woorden zocht om mijn redevoering te vervolgen. "God 21
Bezoek aan Nigeria Eerst naar de werkplaatsen. Terwijl Jan zich verbaast over het improvisatievermogen van de monteurs wachten wij in de schaduw. Er komt een blinde vrouw langs lopen geleidt door een meisje dat ze bij de schouder vasthoudt. Later op de dag kom ik ze op de markt opnieuw tegen.
mensen in het kleine gebowtje bijeen waren! Hoewel, er staat immers geschreven: De zon zal u des daags niet steken! Na de dienst was er buiten, onder de koelte der bomen een uitgebreide kennismaking. Mijn vrouw was het middelpunt van een aantal dames die met duidelijke blikken van belangstelling haar begroetten. Mij viel mannelijke belangstelling ten deel. Zo werd deze kerkdienst, zoals vrijwel al ons wedervaren in dit deel van Afrika, een ervaring van menselijke warmte, goed om te herdenken. Maandag, 15 augustus. (Dieuke) Wandert is vanmorgen vroeg met Sabo naar Maiduguri gegaan om de oude Landrover op te halen die daar is gerepareerd. Het is de bedoeling dat de Engelse meisjes ermee gaan rijden. Zij zijn zojuist per taxi naar Kano vertrokken om Richard, de man van Sue, af te halen. En wij gaan lekker een flink eind wandelen want mijn rug begint wat stijfjes te worden. Dinsdag, 16 augustus. Sabo is gisteravond laat thuis gekomen. De oude Landrover vertoonde kuren onderweg en hij moest er af en toe aan sleutelen om verder te kunnen rijden. Nu haalt hij Jan erbij die de contactpunten wat beter afstelt. Heeft hem dat op een idee gebracht? Hij wil weleens een kijkje nemen bij de autowerkplaatsen. Mallim heeft gevraagd naar zijn Forestery te komen kijken. Dat valt te combineren. Minke rijdt.
De autowerkplaats in de open lucht
Wanneer Jans nieuwsgierigheid is bevredigd rijden we naar de afdeling bosbouw. Veel is daar niet te zien, alleen wat jonge aanplant. Was Mallim er geweest dan had hij tekst en uitleg kunnen geven. Nu gaan we weer verder. Eerst komen we op de veemarkt terecht. Op een grote zandvlakte staan kudden koeien en hun eigenaars. Veel kopers en kijkers in hun mooie klederdracht geven het geheel een feestelijk tintje. We staan even stil om een foto te maken maar een man komt op ons toe: nee, nee 22
Bezoek aan Nigeria Deze mensen behoren tot de wat beter gefortuneerde Nigerianen en hebben (althans uiterlijk) een westerse leefwijze. Eerst bekijken we een fotoalbum en dan gaat de fotosessie beginnen: Grace alleen, Grace met haar man, Grace en ik samen. Ik had verwacht wat te drinken aangeboden te krijgen maar dat gebeurde niet. Dit avond eten we dus Nigeriaans: Casave, een knol die geschild, in stukken gesneden en gekookt wordt en een beetje Daarbij gebakken en gekookte cat-fish gegeten. Mirjam ook, volgens Wandert.
dat mag niet. Tenminste dat denken wij. Maar Minke begrijpt hem beter. "Hij wil een koe voor jullie kopen". Wat onhandig zo'n beest in het vliegtuig, is ons argument om van de koop af te zien. Dat begrijpt hij en lachend loopt hij verder. De foto wordt alsnog gemaakt en dan rijden we naar "de alle dag markt". Door de regen is het daar nu een grote blubber-boel. "Blijven jullie maar in de auto. Ik ben zo terug", zegt Minke. En wij maar wachten. Een ietwat rossige jongen komt naar ons toe. Begint in 't Frans tegen ons te praten: Ik zoek werk en ben een apprenti-chauffeur. Hij komt uit Niger en heeft ons aangezien voor Canadese Fransen. Tegen elven zijn we weer thuis. Drinken koffie onder de boom en vandaag drinkt Mirjam een kopje mee. Ze heeft vorig jaar bij Minke gewerkt maar nu een baantje gevonden dat beter betaalt. "Hoe vindt u het Nigeriaanse eten?",vraagt ze. "Hebben wij Nigeriaans gegeten, Minke?" Nee, dat hebben wij niet. "Dan maak ik voor vanavond zo'n maaltijd klaar", besluit Mirjam. Minke geeft geld en is allang blij dat ze vanavond niet in de hete keuken hoeft te staan. Tegen vier uur gaan we naar Grace. Ook zij heeft bij Minke gewerkt. Is nu getrouwd en er is haar beloofd foto's te komen maken. Grace woont in zo'n boys-quarter bij haar zwager die directeur is van de pindaolie fabriek. In het kleine kamertje staat een tweepersoonsbed met aan de zijkant het opschrift "God loves them who obeys Him". Grace en haar man zijn Christen. Verder staat er een bankstel in. Het kamertje is propvol. Maar 't is er niet heet. Ze hebben de ramen opengezet en de wind blaast er lekker doorheen.
Mirjam
23
Bezoek aan Nigeria gekropen waren en tenslotte ook de anderen. Toch heeft Minke tijd gevonden om met me naar de markt te gaan. Ik wil alvast wat cadeautjes kopen. De keus valt op Fulani hoeden. Een leerbewerker zal ze voor acht' Naira's versieren met rood leer. Dan naar de afdeling kalebassen. Een niet al te grote want hij moet wel in de koffer passen. Een echt mooie kan ik niet vinden. Maar dan wordt er een lange, smalle tevoorschijn gehaald. Die wil ik hebben. De koop is gauw gesloten. Bij de pottenbakker zie ik een leuk potje en een mooie schaal hoewel..... een beetje grof. Tenslotte worden er nog twee mandjes aan de verzameling toegevoegd. Thuis gekomen laat Minke alles aan Carolyn zien. Ze vraagt zich af of ze toch niet teveel heeft afgedongen op de prijs van de kalebas. Carolyn vindt van niet. De volgende morgen geeft ze een lepel. Die lijkt ook van een kalebas te zijn gemaakt. Aan de buitenkant worden ze versierd door ze in te branden. Deze lepel is gemaakt in Biu. Daar zijn ze. artistieker dan hier in Nguru.
Woensdag, 17 augustus. (Dieuke) Het heeft vannacht ontzettend geregend, het Voorplein staat nog helemaal blank. Bruin rijdt in z'n blootje met de zandauto door de watermassa. Wat een heerlijk gespetter.
Donderdag, 18 augustus. (Dieuke) Gisteren zou Jan met de motorfiets melk halen maar er zat een rammeltje in de motor. Er was dus weer wat te doen voor hem. Dan was er nog de boot. Zondag hebben we daarmee een tochtje op het meer gemaakt. Met de buitenboordmotor. Eigenlijk een beetje onhandig ding in 't gebruik. In het meer hangen veel visnetten en daarom moest Wandert bij ieder net dat wij passeerden de motor uit het water tillen, 't Was een heerlijk tochtje! We voeren langs een visser die liggend met z'n buik op een kalebas en roeiend met zijn handen z'n netten inspecteerde. In plaats van onze Hollandse zwaan dreef er een pelikaan rond. Toch zat er ook wat onrust in mijn lijf. Wat te
Heerlijk bloot gespetter
Al die nattigheid heeft echter ook een kleine catastrofe tot gevolg. Het dak van het kippenhok heeft gelekt en daardoor is het nest van de kip met parelhoendereieren vol water gelopen en de andere moederkip met kuikens kletsnat geworden. Minke is nu druk bezig een stuk plastic op het dak te leggen en het hok te drogen. Maar het kwaad is geschied. In de komende dagen worden beide kippen ziek. De dierenarts erbij gehaald, drankje in het water maar het mag niet baten. Eerst gaan de moeders dood. Dan de drie parelhoenderkuikens die nog wel uit 't ei 24
Bezoek aan Nigeria inlichten. De Tiga-dam is doorgebroken. Over een paar dagen zal Nguru onder water staan. Nu ligt er altijd al een dijkje om Nguru langs het meer maar dat is verwaarloosd. En waar een weg is of een pad naar het meer is die dijk zelfs helemaal verdwenen. Nu worden de mannen opgeroepen de dijk op te hogen. Als we ontbeten hebben besluiten Minke en ik met Bruin eens te gaan kijken. Lopende in de richting van het ziekenhuis zien we steeds mannen heen- maar ook teruggaan. Bij 't ziekenhuis zelf staat een grote groep, druk pratend. "Laten we bij 't meer gaan kijken", stelt Minke voor. Erg vriendelijk worden we dit keer niet gegroet. En we zien ook geen enkele andere vrouw. Dit is zeker een zuivere mannenaangelegenheid en vrouwelijke nieuwsgierigheid is kennelijk ongewenst. "Laten we maar teruggaan. Mam" stelt Minke dan ook voor.
doen als de motor het zou begeven? Er lagen geen roeispanen in de boot. Ze zouden niet eens gebruikt kunnen worden want er zaten geen roeipennen aan het boord. Toen ik Wandert mijn zorgen vertelde zei hij: "O, de motor gaat niet stuk". Inderdaad. Toch moet Wandert er ook niet helemaal gerust op zijn geweest want hij heeft Jan gevraagd naar de smid te gaan om daar alsnog pennen te laten maken. Inmiddels is dat gebeurd. Ook zijn ze samen naar een ongebruikte airstrip in de buurt geweest. In oktober komt een E.E.G.-delegatie op bezoek om zich op de hoogte te stellen van wat ontwikkelingsproblematiek. Voorlichting, scholing, herbebossing, watervoorziening, vogelbescherming, 't kost allemaal veel geld. Nigeria heeft dat geld niet, de E.E.G. wel. Uit Lagos heeft Wandert het verzoek gekregen de landingsbaan te inspecteren omdat het de bedoeling is de gasten per vliegtuig naar Nguru te brengen. Nu het zoveel geregend heeft staan er overal diepe plassen waar ze dan ook in zijn blijven steken tijdens de inspectie-trip. En vanmorgen zijn ze samen naar Kano vertrokken. De nieuwe Landrover moet nodig gerepareerd worden. Minke en ik kunnen dus nergens heen vandaag. Maar dat is niet erg: in de morgen kun je hier heerlijk wandelen en 't klamboe-net van Bruin is ook aan reparatie toe.
Wandert is poolshoogte gaan nemen bij de mensen van "Waterstaat". Nou, de Tiga-dam is niet doorgebroken maar ze stroomt wel over. Het bekken is door de vele regens overvol geraakt. Voor alle zekerheid zijn de mannen opgeroepen voor het geval dat. Wij hoeven ons geen zorgen te maken. De boot ligt in de tuin en 't huis staat een halve meter hoger dan de grond rondom. Onder de neringdoenden telt Nguru ook een bakker. Niet dat Minke er vaak brood koopt. Hij bakt alleen maar zoete broodjes en bovendien nog witte. Bruin lust ze anders best. Als we bij hem komen zijn de ovens al gedoofd. Maar de bakker wil ons graag zijn trots laten zien: een elektrische molen waarmee hij zelf zijn graan kan malen. Helaas is het daarbinnen zo donker dat we er geen foto van kunnen maken. Dan toch maar van de
Vrijdag, 19 augustus. Zojuist wakker geworden door het geluid van de tam-tam. Er is iets aan de hand. We zien mannen met hakken en spaden in de richting van het ziekenhuis lopen. Even later rijdt een geluidswagen voorbij. En een jeep soldaten. Baba Tuo kan ons 25
Bezoek aan Nigeria ovens en hij is bereid er nog wat toneel bij te spelen als hij ook een foto krijgt.
Omdat het lopen mij wat moeilijk af gaat probeert Minke zo ver mogelijk met de auto de markt op te rijden. En ja, daar is dan zo'n meertje. Om dat te ontwijken rijdt ze vlak langs een sta11etje en het lukt....net niet. Achter ons horen we een licht( gekraak. Zo te zien is er niets kapot dus Minke rijdt door. Maar dat gaat zomaar niet. Geroep en geschreeuw. Minke stopt: "Wat is er ?" "U moet kijken wat U hebt gedaan". "Ja straks want eerst wil ik mijn boodschappen halen." "Nee nu!!" "Waarom? Er is niets aan de hand. Jullie willen zeker geld zien maar ik denk dat het overdreven is. Haal de politie er maar bij". Natuurlijk is er intussen een hele menigte om ons heen komen staan. En daaruit komt een man naar voren die Wandert kent, Engels spreekt en Minke wil helpen. Heel rustig en verstandig overtuigt hij haar ervan dat ze beter nu even mee kan gaan. Geld hoeven ze niet, wel aandacht. Ja, één paal is beschadigd. Niet dat het dak op instorten staat en het kan wel gerepareerd worden maar Minke moet weten wat ze heeft aangericht. Tegen de avond brengt Minke hen een balk die in de tuin was blijven liggen.
Des bakkers toneelspel.
Tegen twaalf uur gaat Minke nog even naar de markt. Ik ga graag mee, 't fascineert mij die handel. Nu 't regentijd is liggen hier en daar grote plassen. Als je daar doorheen rijdt loop je de kans er in te blijven steken en in ieder geval ruikt de auto dan allesbehalve lekker. Dat overkwam ons een paar dagen geleden:nog uren later rook je de stank op het plein voor het huis in de wielen van de Landrover. 26
Bezoek aan Nigeria Zaterdag, 20 augustus. (Dieuke) Weer is het druk op de weg voor het huis. Mannen lopen naar het meer of rijden er in vrachtwagens heen. Er klinkt muziek. Militairen en politie patrouilleren. We zien zandauto's rijden. Wordt het dan toch menens met die overstroming? Wandert gaat kijken wat er aan de hand is en Jan wil mee. "Kom ook maar." Met z'n drieën rijden we naar het meer tot het pad ophoudt. Daar staan de mannen. In een beste stemming. Er wordt op trommels geslagen, gedanst en gezongen. Ze maken er een feest van. Daar komt een auto met zand. Onder hoera-geroep stort de inhoud ter aarde. Vlug springen jongens in de nu lege bak daar onmiddellijk uitgeslagen door de arbeiders die het zand gestort hebben. Even hardnekkig als vliegen blijven ze klimmen en springen. Tot de politie ingrijpt. Even kijkt een agent me aan, aarzelt maar begint dan te meppen met een zweepje; daarna kan een nieuwe vracht zand gehaald worden. Nu moet er een dijkje van gefabriceerd worden.
Dijkversterking
Zondag 21 augustus 1988. (Dieuke) 's-Morgens acht uur. Met de oude landrover gaan we op weg naar de Cocin-kerk in Nguru. Wanneer we arriveren blijkt de dienst net begonnen te zijn. De vrouwenafdeling is onbezet. Slechts weinig vrouwen spreken Engels en deze dienst is een Engelstalige. De mannenkant is voor iets meer dan de helft gevuld. Voorin zit nu een ander (veel kleiner) gemengd koor. Ze zingen een tweestemmig lied.. De vrouwenstemmen zijn hard en schel. De mannen donker en mooi van klank.
Veel komt daar niet van terecht. Al ras vliegen de kluiten in de lucht en gooit men elkaar handen vol zand in 't gezicht. Als er dan ook nog een fototoestel te voorschijn komt wil iedereen tegelijk op de foto. Iemand begrijpt dat dat niet onze bedoeling kan zijn en het meppen begint opnieuw. Met als resultaat een foto waar Jan en ik op staan met een stel opgestoken handen achter ons.
27
Bezoek aan Nigeria liegen; Salomo en zijn vele vrouwen; Demas die Paulus in de steek laat) wordt ons voorgehouden welke obstakels ons kunnen verhinderen de weg te gaan naar het koninkrijk van God. Liegen en drankmisbruik worden speciaal genoemd als zonden die Nigerianen veelvuldig begaan. We besluiten de dienst met het gemeenschappelijk bidden van het Onze Vader.
Na gebed en Schriftlezing (l Joh. 3 vers 7 en 8 "Kinderkens, laat niemand u misleiden." worden wij opnieuw speciaal welkom geheten. Daarna volgen de mededelingen: er zal binnenkort een kerkelijke vergadering in Nguru worden gehouden en de mensen worden opgeroepen de deelnemers onderdak en voeding te geven. De opbrengst van de collecte van vorige week wordt opgesomd. De Engelse avonddienst bracht l Naira (25 cent) op. Een man komt naar voren. Twee jaar geleden kwam hij hier vanuit een ander deel van Nigeria op zoek naar werk. Zijn geld werd hem ontstolen waarna hij door nood gedreven ook was gaan stelen. Werd gepakt en tot een gevangenisstraf veroordeeld. Hij was nu vrijgelaten en dankt God daarvoor. Spreekt de hoop uit snel werk te zullen vinden zodat hij niet weer tot zondigen zal komen.
Op het kerkplein komen de kerkleiders ons de hand schudden. We vertellen dat we binnenkort Nigeria weer gaan verlaten en vragen hen de Hausa-gemeente namens ons te groeten. De predikant belooft ons dat te zullen doen in de nu volgende Hausa-dienst en zal bidden voor een goede reis en behouden aankomst in ons vaderland. En vraagt ons u allen te groeten en zijn beste wensen aan u over te brengen. Wat we dan bij deze doen. Het was fijn bij hen te gast te zijn.
Nu volgen de voorbeden. De eerste is een dankgebed voor de overvloedige regen waardoor de oogst er dit jaar goed voor staat. Als er nu maar geen sprinkhanen komen zal er dit jaar genoeg te eten zijn. De tweede voorbede is voor de regering. Fanatieke moslims doen pogingen de islamitische wetgeving voor iedereen te laten gelden. Mochten ze daarin slagen dan zal het leven voor de christenen er niet gemakkelijker op worden. Daarom bidt men: "God, Gij die de harten van koningen neigt als waterbeken neig ook de harten van onze regering tot onze vrijheid." Na de collecte, gemeentezang en een toespraak in Hausa-taal volgt de preek. Thema: het gaan van de goede weg. Met voorbeelden uit de hele bijbel (de vrouw van Lot; Mozes die niet spreekt maar slaat tegen de rots; Ananias en Safira die 28
Bezoek aan Nigeria voldoende gegroet). "En Bruin, is hij ziek dat hij gedragen wordt?" "Nee, hij is wat lui." Laatstgenoemde trekt zich er niets van aan.
Maandag, 22 augustus. (Dieuke) Wat is er terecht gekomen van de dijkverzwaring? Is het meer nog voller geworden? Om op beide vragen antwoord te vinden zullen we nog eens op de plaats des onheus gaan kijken. Wat vraag één betreft: 't resultaat valt niet tegen. Overal liggen nu de zandzakken opgestapeld op de plaatsen waar dat nodig is. Het meer is wat in omvang toegenomen. Ook het land binnen de dijk is drassig geworden. Overal horen we kikkers kwaken. Wat een herrie maken die beesten. Ze zijn met hun groene kleur niet te vinden in het gras. Een rijtje huizen staat onafgebouwd te wachten op verval. De bouwplaats bleek niet goed gekozen te zijn: in de regentijd stromen ze vol water. Daarom is de bouw gestaakt.
Aan de kant van de weg wat verderop staan een paar kleine hutten, gemaakt van takken en stukken karton. Hierin huizen kluizenaars die de dag en de nacht doorbrengen met het lezen van de Koran, bidden en mediteren. Intussen heeft een legertje vliegen op onze ruggen plaats genomen. Bruin is weer op de begane grond terecht gekomen en vist slakjes uit de plassen, brengt ze in veiligheid; dan volgen we de verrichtingen van een kever die de weg probeert over te steken maar zich halverwege bedenkt en terug scharrelt. We zijn nog maar net thuis als dokter Jozef zijn opwachting komt maken. Hij heeft een nieuwe auto gekocht. Een Mitsubishi. Die moeten we eerst bewonderen. Daarna hebben we samen nog een leuk gesprek hoewel Minke zich voorlopig niet meer laat zien en mij dus niet te hulp kan komen wanneer mijn Engels te kort schiet. Jan heeft zich vandaag bezig gehouden met de elektriciteitsvoorziening. Nu het guesthouse bewoond is schiet de capaciteit te kort en zitten we telkens zonder.
Een eindje verder staat een huis dat niet volloopt. Tot mijn verbazing zie ik een heuse schoorsteen op het dak staan en er komt nog rook uit ook. In december kan de temperatuur hier 's nachts dicht tegen het vriespunt aanzitten. Lopend in de hete zon kan ik me dat niet zo goed voorstellen. Op dit ogenblik zal er in dat huis wellicht gekookt worden. Met een grote bocht zijn we nu achter het ziekenhuis beland. Bruin heeft inmiddels genoeg van het lopen en wil gedragen worden. Hij mag op Minkes rug. Voor het ziekenhuis zitten koopvrouwen met limonade, snoepgoed en fruit. De bloemen ontbreken. Hier moet de grond wat eetbaars voortbrengen. Aan luxe is men nog niet toe. Ik ben zeker de moeder van Minke, informeren ze als ze ons zien. "Welcome, madam! How are you?" "sanu,sanu!! lafija (zo is er 29
Bezoek aan Nigeria Dinsdag 23 augustus. (Dieuke) Het is vandaag de nationale boomplantdag. De gouverneur van Borno State zal in Garanda de eerste boom planten. Een plechtigheid waarvoor wij een uitnodiging ontvangen hebben via Mallim. Mirjam heeft gevraagd of ze mee mag rijden. En mag haar moeder ook mee? Als er plaats genoeg is vindt Wandert het best. We vertrekken om acht uur. Eerst moeten we nog wat mensen ophalen o.a. de bankdirecteur maar die is nergens te vinden. Dan Mirjams moeder en tenslotte nog wat ambtenaren van bosbouw. De Landrover zit dus goed vol. Voor ons rijdt een Toyotaterreinwagen. Die is niet alleen vol, ze hangen eraan. We rijden over zandwegen omringd door millet-aanplant die hoog is opgeschoten en nu in bloei staat. Passeren wat dorpen waar de gouverneur ons vanaf vele aanplakbiljetten gadeslaat. Tegen
Boomplantdag
tien uur bereiken we ons doel: een grote zandvlakte. Daarop een grote tent en daaronder zes rijen brede, warme fauteuils.
30
Bezoek aan Nigeria Hierin mogen de gasten met een speciale uitnodiging plaats nemen. Daar horen wij ook bij en komen op de vierde rij terecht. Links, rechts, voor en achter nemen de gasten hun plaatsen in, zich aan elkaar' en ons voorstellend. En met het aantal gasten nemen ook de vliegen toe.
Wel komt de dansgroep aan bod. Begeleid door een drietal trommelaars. Ze dansen maar sloom, vind ik. Een beetje een gestoord persoon probeert ze te activeren zonder veel succes maar gelachen wordt er wel om zijn capriolen.
Dansgroep
Buiten de afzetting het gewone volk
Gelukkig draaien de ventilatoren zodat de temperatuur op aanvaardbare hoogte blijft. Links en rechts buiten de tent staan de minder prominente gasten opgesteld. Helemaal achteraan zitten nog wat vrouwen. Buiten de afzetting staat het gewone volk te wachten op de komst van de luitenant-kolonel en zijn gevolg. Even na tienen arriveert A.O. Mohammed, omringd door politie, leger, een stel ministers, de pers en een ambulance met verplegend personeel. Terwijl het programma uit het draaiboek wordt afgewerkt maken de t.v.-mensen hun opnamen. Op een groot bord is een welkomstlied geschreven. Het was de bedoeling dat een koor zou zingen maar de dirigent is niet komen opdagen. Dat gaat dus niet door. Jammer.
Dan volgen een drietal toespraken en hierna komt Het Moment Supréme: Zijne Excellentie gaat een boom planten. In het zand zijn honderden gaten gestoken en naast ieder gat ligt een boom net uit de staat van geboorte. Nadat Mohammed zo'n plant in zo'n gat heeft gestoken gaat iedereen aan de slag. Tot mijn verbazing vragen ze ook ons een boompje te planten. Als de boom gepoot is wordt er een man met gieter bij geroepen. Nu volgt de "zegening": ik moet mijn handen boven de plant houden en dan giet de man er water overheen. Goed voor de plant en de handen zijn weer schoon.
31
Bezoek aan Nigeria
Ma plant boom
Misschien is hier water voor een kopje koffie op gekookt. Tegen twaalf uur verlaten we het terrein en vangt de terugreis aan. In Nguru staan de mensen op de terugkeer van hun gouverneur te wachten. "Baturi, baturü", juichen de kinderen als ze ons zien. En zwaaiend als de Queen herself rijdt Wandert me naar huis.
Pa plant boom
Terwijl we wat op het terrein rondlopen komt een verslaggever van het Kano's Nieuwsblad op me toe. Hij wil graag weten wie we zijn, waar we vandaan komen en welke functie we in't geheel vervullen. Met de beantwoording van die laatste vraag kan hij niet veel beginnen. Daarom haal ik Corin, één van de Engelse studentes, erbij. Zo zal hij best een leuk verhaaltje voor z'n krant hebben kunnen schrijven. Over één ding verbazen Jan en ik ons. Midden in dit hete stukje woestijn staat een echte kachel met een echte kachelpijp fier omhoog geheven. Een dichte drom van genodigden verdringt zich er om heen. Niet om hun handen te warmen, neem ik aan. Zou 't iets met het punt "Refreshments" te maken hebben?
Waarvoor diende de houtkachel met kachelpijp ?
32
Bezoek aan Nigeria dunne yoghurt) in te vervoeren en deze dame wil jou graag haar Mono verkopen. Toch liever maar niet.
Woensdag, 24 augustus (Dieuke) Slechts drie dagen resten ons. Tijd om me op onze terugreis in te stellen. Heb ik voor iedereen een cadeautje in voorraad? Nee, nog niet. Jan komt op het idee een pijl en boog mee te nemen. Daartoe wordt Sabo geraadpleegd. Hij vertelt ons dat hij twee soorten kent: een grote boog waarmee wild wordt geschoten (welk wild kan ik niet zo gauw bedenken) en een kleinere voor het afschieten van vogels. We besluiten tot de aankoop van de kleine boog en Sabo gaat op pad. Minke en ik gaan weer naar de markt. Eerst halen we de Fulani-hoeden op. "Blijf hier maar even wachten, met Bruin, 't Is zo'n blubber". Terwijl Minke verder loopt heb ik de tijd om eens goed om me heen te kijken. De mensen zijn nu aan mijn aanwezigheid gewend. Ze lopen niet meer te hoop en groeten wat minder uitbundig. De verkoper op de hoek tegenover de afdeling lederwaren pakt een bezem, veegt eerst z'n stoep schoon, dan het pad links en rechts, tot midden op het kruispunt van beide paden alle blub op een hoop geveegd is. Wat nu? Zal hij een afvalemmer halen en daar alles ingooien? De man komt niet terug. Als Minke ons tien minuten later ophaalt ligt al het vuil weer her en der verspreid omdat Jan en alleman kris kras door het afval heengelopen is.
Inmiddels is het bloedheet geworden en eenmaal thuis besluiten we vandaag de koffie maar in de kamer te drinken. Even later staat meester Jonathan voor de deur. Hij is het hoofd van de kleuterschool en terug gekomen van vakantie. Nu komt hij met me kennismaken. We praten over z'n werk maar het gesprek verloopt veel moeizamer dan met dokter Jozef. De man praat wat onduidelijk. Ik begrijp dat hij graag Bruin op school wil hebben. Maar die heeft daar helemaal geen zin in. Er zitten "to much" kinderen in een klas, vindt hij. De rest van de dag verloopt als gewoonlijk: een poosje rusten, strijken, wat in de tuin rondlopen. Zou de papaja al rijp zijn? Hoe gaat het met de cactus? Zouden daar wel eens bloemen aankomen? Wat bloeien de zinnia's prachtig. En de zonnebloemen! De komkommers bloeien ook volop. Er zitten rode pepers aan de struik. De tomaten zijn nog groen. Van het wortelzaad is niets opgekomen. De bietjes doen het ook niet best. De sperziebonen groeien wel maar bloeien nauwelijks. Ik ga de tuin besproeien. Daarna met Bruin spelen, tafel dekken, eten, afwassen. Nog wat lezen en dan naar bed. De hitte maakte ons moe en slaperig en in de slaapkamer is het lekker fris.
We passeren weer de verkoper van kalebassen en nu zie ik er toch eentje liggen die me wel aanstaat. Vier Naira's is ie me waard en na het gebruikelijke afdingen kan ik hem meenemen. Even later spreekt een vrouw me aan terwijl ze op de kalebas wijst. Ik begrijp natuurlijk niets van haar betoog maar Minke vertaalt: die kalebas gebruiken ze hier om er Mono (een soort 33
Bezoek aan Nigeria Donderdag, 25 augustus. (Dieuke) Dit is onze laatste dag in Nguru. De roeiboot wordt naar het meer terug gebracht voor een proefvaart. Jan, Bruin, Nangko en ik gaan mee. Nangko is het zusje van Tino, het vriendje van Bruin. Tino is met zijn moeder terug gegaan naar haar familie in Jos. Ze is van haar man gescheiden. Tino's vader is door het gouvernement daarna overgeplaatst en Nangko is alleen in Nguru achtergebleven. Daarom is ze nu veel bij Minke in huis. Het roeien kost inspanning. Jan en Wandert wisselen elkaar af. De Nigeri-aanse vissers kijken ons verwonderd na. Het gebruik vam twee roeiriemen kennen ze niet. Hun boten zijn veel smaller dan de brede bak van het Wetlands project. We roeien naar een eilandje in het meer. Daar gaan de mannen zwemmen. Ik heb geen zin. Bruin des te meer.
De mannen stappen uit en gaan te water....
Opa is een grote vis en Wandert moet hem beschermen. Met de rode bandjes om zijn bovenarmen spartelt hij enthousiast in het rond. Nangko kan niet zwemmen. Ze heeft de witte ketting om die ik haar gegeven heb. Haar vriendinnen hebben dat ontdekt en als we thuis komen van de zwempartij wachten ze ons op. Ik zou niet weten wat ik nog weg te geven heb. Ik ben op hen ook niet zo gesteld. Maar Minke heeft nog wat flesjes en kralen zodat ze niet met lege handen naar huis gaan.
De vrouwen blijven in de boot zitten... Nooit van Bilharzia gehoord?
34
Bezoek aan Nigeria Vrijdag, 26 augustus. (Dieuke) Om zeven uur vertrekken we naar Kano. 't Is mooi weer. De zon schijnt. Jan rijdt. Minke en Wandert schrijven achterin de auto hun brieven nog af. Veel is er in die drie weken niet verandert. Alles is nog groener geworden. De gewassen zijn hoger opgeschoten. Het land drassiger. Maar bloemen blijven een zeldzaamheid. Een paar maal zie ik waterlelies in een meertje en zonnebloemen op een veldje staan. Een paar keer rijden we onder mooie poorten door die bij de in- en uitgang van een dorp staan. We volgen nu een andere weg naar Kano dan drie weken geleden naar Nguru. Omdat het wegdek hier slecht wordt neemt Wandert het stuur over. Hij kent de kuilen. Bij de Hadejia rivier maken we een sanitaire stop en strekken de benen even. We hebben dan twee uur gereden en moeten nog twee uur. Wandert heeft om 11 uur een afspraak met een Amerikaan die directeur is van de Kraanvogel Stichting en die gehoord had dat er zo'n dier in Nguru was gesignaleerd. Ten onrechte!
Na de koffie staat een bezoek aan de pinda-olie fabriek op het programma. Grace's man heeft ons twee weken gebeden al uitgenodigd maar toen werkte de fabriek niet wegens een gebrek aan grondstoffen. In Nigeria worden veel pinda's verbouwd. Ook in Minkes tuin heeft Baba Tuo een veldje staan. Vorig jaar bracht de trein de pinda's naar de fabriek maar nu de locomotief kapot is hebben vrachtauto's het transport overgenomen. Om het fabrieksterrein heen staat een hoog hek. Bij de toegangspoort staat een bewaker waar men zich moet melden. Er staat een modern kantoorgebouw en een fruitstalletje waar het personeel ook snoepgoed en frisdranken kan kopen. De mensen dragen er bedrijfskleding. Het is er schoon en goed georganiseerd. Die indruk heb ik tenminste. In de fabriekshal staan moderne machines. De aangeleverde pinda's worden eerst vermengd met de los erbij geleverde doppen. Van dat mengsel worden koeken gemaakt. Uit die koeken wordt de olie geperst en het restant dient als veevoeder. De olie gebruiken de Nigerianen in de keuken waar boter een onbekend product is. En ook veel te duur, denk ik. In de middag begint het grote afscheid nemen: van Carolyn, Mama en Baba Kip, van Baba Tuo, Adamo, Husseini en Sabo. Iedereen krijgt nog wat: Carolyn één van mijn jurken en de mannen een overhemd van Jan. De koffers worden gepakt. We krijgen brieven mee van Corin. s'-Avonds brengt Mallim nog drie mooie versierde kalebassen. Minke en Wandert storten zich op het schrijven van brieven die we mee moeten nemen.
Jan rijdt
35
Bezoek aan Nigeria In Kano wacht ons een teleurstelling: er komt geen water uit de kraan. Al vier dagen niet. Er staat één liter gekookt water in de keuken en een emmer in 't toilet en daar moeten we 't voorlopig mee doen. Er zijn wel flesjes frisdrank in voorraad. Omkomen van dorst hoeven we dus niet. Erg vrolijk voel ik me niet. 'k Had graag nog meer van Nigeria gezien. Maar mijn gewrichten blijken niet erg goed tegen het klimaat bestand te zijn. En hoe is het met de jongens? Er komt een landerig gevoel over me. We lopen een blokje om maar 't is te heet. Er wordt wat gezeurd of we vanavond bij de Indiër zullen eten. Maar Bruin kan tussen de middag niet in slaap komen en Jan heeft kiespijn en wil daarom liever in het guesthouse eten. Brood en soep dan maar. Tegen vier uur gaan Minke en ik nog proberen een papaja te kopen. Eigenlijk is het er nog niet de tijd voor. Daarom zijn ze duur zegt de stewart. Zeker wel vier Naira's. Als ze al te krijgen zijn. Nou dat valt mee.
Maar al weer: wat is het fruit hier slecht van kwaliteit. Na wat zoeken en keuren neem ik toch een "popo" mee. Jan en Wandert zijn naar het K.L.M, kantoor gegaan om te vragen of het vliegtuig vertraging heeft. Nee dat niet maar we moeten wel zorgen vroeg aanwezig te zijn omdat er door het kantoor hier meer tickets verkocht worden dan er plaatsen zijn. En wie 't eerst komt 't eerst maalt. Tot onze vreugde blijkt de kraan aan het einde van de middag weer water af te leveren. Op aandringen van Minke gaan Jan en ik na het eten met Bruin naar bed. Een goede gedachte achteraf bekeken. Om negen uur worden we gewekt. De slaap heeft me goed gedaan. De onrust is uit mijn lijf verdwenen. Om tien uur brengt Wandert ons naar het vliegveld. Minke blijft bij Bruin die lekker ligt te slapen. We maken geen drama van het afscheid, ik moet wel even slikken.
Laatste herinnering aan kleinzoon Bruin, lief he! Maar ik herinner me hem ook als een jongetje op zijn driewielertje in de huiskamer omringt door zijn op de grond liggende vriendinnetjes die zijn doen en laten met grote ogen bewonderden. En hij met woest vertrokken gezicht probeerde hen op allerlei manieren schrik aan te jagen en zelfs hen te overrijden! (Jan)
onderweg
36
Bezoek aan Nigeria Het vertrek. (Dieuke) Voor het eerst zie ik Kano bij nacht. Er brandt wel straatverlichting maar niet veel en fel. 't Heeft er meer van weg dat er massaal knus geschemerd wordt. Het is druk op straat. Wordt er feest gevierd omdat het vrijdag is? Of gaat het zaken doen gewoon ook 's avonds door? En misschien genieten ze van de koelte. Maar wij zijn op weg naar het vliegveld. Als we daar arriveren staat er buiten voor de ingang van het K.L.M, kantoor een lange rij passagiers. Ze hebben wel een ticket maar moeten zich nu laten accepteren. Als we daar aansluiten komen we dan niet te laat? "Kom mee," zegt Wandert, "direct naar de vertrekhal". Ook daar is een K.L.M, balie. Er staan twee families die al geaccepteerd zijn en aan de in check procedure zijn begonnen. Een beambte komt naar ons toe en vraagt of wij al geaccepteerd zijn. Nee? Hij bekijkt onze tickets en meldt dan de balie buiten dat hij zojuist twee passagiers heeft aangenomen. Een pak van mijn hart. Terwijl we voor het loket staan te wachten spreekt een Nigeriaanse officier me aan. Hij wijst op onze matten waarin we een boog hebben verpakt. Wat ik daarmee van plan ben. Een vliegtuig kapen? Och heden, denk ik, daar heb je weer zo,n lastig mannetje. Maar dan zie ik zijn lachende ogen en begrijp dat hij me in de maling neemt en lachen we allebeide. Wanneer de bagage is gewogen en van stickers voorzien moeten we langs de douane. Passen, tickets, geldwisselpapieren alles moeten ze zien. Vriendelijk zijn ze wel. "Of we het naar,onze zin hebben gehad in Nigeria?" "O ja, heel erg." "Waarom gaan we dan nu al terug? Het visum is nog bijna een half jaar geldig". Jazeker maar de tickets niet! Ook de koffers moeten open. Behalve onze kleding vinden ze er onze souvenirs: de Fulani hoeden,-de kalebassen enz. Ook de popo.
"Heb ik die in Kano op de markt gekocht? Voor hoeveel? Vier Naira's? De man schudt zijn hoofd. "Zeker veel te veel?", vraag ik. Oh ja! Never mind. De koffers mogen dicht en ze hopen ons nog eens weer te zien. Nu gaan we naar de wachtkamer. Wandert mag niet mee naar binnen. Maar als we afscheid willen nemen zegt de bewaker.ga maar mee. Met z'n drieën drinken we er nog wat en dan moet het er toch van komen. Wandert gaat naar Minke en wij passeren de laatste controle post. De mensen voor ons moeten weer alles open maken, wij gelukkig niet. Hier krijgen we onze stoelen in het vliegtuig aangewezen. Terwijl we op de bus wachten die ons naar het vliegtuig zal rijden komen we in contact met Nederlandse Canadezen. Hij werkt hier als zendeling. Ze gaan nu met verlof en onderbreken hun reis in Nederland voor familie bezoek. Tegen twaalven stappen we het vliegtuig in. We hebben plaatsen bij het raam gekregen. En dan is het zo ver.- adieu Nigeria! Een fantastische gezicht de lichten van Kano onder ons in 't donker van de nacht. Al gauw moeten we de riemen weer vastmaken. Het weerlicht! Zo nu en dan schudden we heen en weer. Na een half uur zijn we door de buien heen. We krijgen een warme maaltijd geserveerd en dan gaan de lichten uit. Slapen! Ik kan het niet. Buiten is niet veel te zien. Alleen wat sterren. Vliegen we nu boven Noord Afrika? Even later zijn er toch wat lichten te zien, steeds twee aan twee. Schepen in de Middellandse Zee? Maar dan een lint van licht: blauw, rood, groen, geel, prachtig. Steeds weer, dan hier dan daar. Dan wordt alles weer donker. Tot de nachthemel langzaam gaat 37
Bezoek aan Nigeria verkleuren. Dan zijn we al boven Parijs. Zo dadelijk boven Brussel wordt aan de landing begonnen. We vliegen een tijdje in de wolken, 't Regent en het is koud in Nederland, wordt ons verteld. Er komt een opening in het wolkendek. We zien een landingsbaan: Zestienhoven of Valkenburg? Een stuk verkeersweg en tenslotte SCHIPHOL!!! 't Is zeven uur in de ochtend. Nog even de bagage afhalen en dan. Maar dat valt tegen. De koffers zijn er wel maar de matten niet. We zijn de enigen niet die dat overkomt. Een Engelse dame vindt niets en zit in zak en as. Het zendelingenechtpaar mist ook twee koffers. Een grondstewardess komt ons te hulp. Informeert per walkie-talkie of er nog wat aan komt. Nee, alles is op de band gezet. Behalve één container die voor Londen is bestemd en intussen al in dat vliegtuig staat. Dus nu naar de afdeling vermissingen en formulieren invullen. Dan kunnen we langs de douane die geen belangstelling voor ons heeft. We hebben Jan en Nel al zien staan. Ze hebben jassen voor ons meegenomen. Fantastisch! Nee, de jongens zijn er niet maar dat hadden we zo afgesproken. Thuisgekomen zijn de overgordijnen nog dicht. Slaapt Renze nog? We hebben geen sleutel. Dus bellen we aan en er wordt direct opengedaan. Wel verbaasd want hij had ons gisteren al verwacht. Nog diezelfde avond belt de K.L.M.: de matten zijn terecht!
38