Bezinning op het zendingsveld Van het zendingsveld In gesprek met De werkdag van... Katern Bijbelverspreiding Jaargang 56 - maart 2010 (nr. 316)
Paulus ZENDINGSBLAD VAN DE GEREFORMEERDE GEMEENTEN
PAULUS MAART 2010
1
MEDITATIE
Tekst: ds. C. Hogchem
Tegenstand maar geloof Als de stadhouder zag hetgeen geschied was, toen geloofde hij, verslagen zijnde over de leer des Heeren. (Handelingen 13:12) De eerste zendingsreis scheen vruchteloos te blijven. Gods Woord was door Barnabas en Saulus eerst de Joden te Sálamis verkondigd, maar we lezen niet van tegenstand of vrucht, niet van kwaad of goed. Het bleef aangrijpend stil. En als zij uiteindelijk gekomen zijn te Pafos aan het andere eind van het eiland Cyprus “vonden zij een zekere tovenaar”. Was er dan te Pafos maar alleen die tovenaar? Nee, maar in die stad, waar alle verdorvenheid volop te vinden was, had hij het voor het zeggen. Iedereen noemde hem eerbiedig Elymas, de titel voor magiër of tovenaar. Naar deze valse profeet werd geluisterd. Niemand vond dat hij vol was van allerlei bedrog en arglistigheid (vs. 10). Nee, men hield hem voor een dienaar der goden, vol van waarheid en gerechtigheid. Had niet zelfs de verstandige stadhouder van Cyprus hem een ereplaats gegeven in zijn residentie? Sergius Paulus, de stad Pafos, ja heel Cyprus, en… Elymas, een instrument van de hel. Alzo behoorde Cyprus tot het rijk van de vorst der duisternis. Dát vonden Barnabas en Paulus toen zij Elymas vonden: een zeker tovenaar, die een Jood was, die Barjézus heette, dat is: een zoon van Jezus… Jawel, die naam, als een schaterlach van de satan. Was het niet een volstrekt dieptepunt? Scheen het niet onmogelijk dat ooit het licht in die stikdonkere duisternis zou opgaan?
VAN DE REDACTIE
Zou moedeloosheid niet de overhand krijgen, was het niet beter er maar mee te stoppen? Dit is wat in heel de zendingsgeschiedenis steeds weer terugkomt. Waarom toch? Opdat de verhoogde Christus de eer zou ontvangen van de uitbreiding van Zijn Koninkrijk. Dat Híj het is – Hij alleen – Die door Zijn overwinnende majesteit de zaken ongedacht een wending geeft. Zo ging het ook op Cyprus, bijna tweeduizend jaar geleden. De stadhouder namelijk voelde een onrustmakende leegheid in zijn hart. Als een geestelijk blinde tastte hij in het rond, vol onzekerheid, ten diepste op zoek naar wat waarheid was. Daarom zocht hij zeer het Woord Gods te horen. Immers, wie weet… Barnabas en Saulus werden door hem geroepen en de opgestane Heere toonde Zijn heerlijkheid: de tegenstander Elymas werd met blindheid geslagen door de hand des Heeren, en Sergius Paulus werd verslagen over de leer des Heeren. Zo baande de grote Koning de weg voor de voortgang van Zijn Woord op Cyprus. Nóg gaat het Woord voort, overwinnend in geestelijk woeste en onreine plaatsen, daar waar satans troon is. Schijnt vaak niet alles tevergeefs? De prediking, de kerkgang en uw hart… En kent Gods strijdende kerk niet de droeve klacht: Zou God wel weten van mijn droevig lot? Altijd zorgt God voor Zijn eigen eer. Hij doet wonderen, Hij alleen. Daarom zal het woeste volk voor Hem knielen. Daarom zal Hij de arme en nooddruftige verschonen. ■
Tekst: ds. A.A. Brugge
Terugblik en vooruitzien De Heere heeft in de Tien Geboden bevolen: “Gedenkt den sabbatdag, dat gij dien heiligt”. Na de opstanding van de Heere Jezus onderhouden we naar goede gewoonte de zondag. Het wordt ook wel de rustdag genoemd. Ik denk het meest omdat Hij de ware rust heeft verworven. Door Zijn bloed is er vrede met God mogelijk. Ook op het zendingsveld wordt de zondag onderhouden. U kunt lezen hoe dit vorm wordt gegeven. Er wordt ingegaan op de eredienst in de zendingscontext en de huisgodsdienst met de kinderen. De directeur van ZGG, de heer P. Eikelboom, schrijft over zijn werkbezoek aan Ecuador waarin we een doorkijkje krijgen in het werk dat sinds 1995 in dit LatijnsAmerikaanse land plaatsvindt. Maar ook hoe de Heere dit werk tot op heden laat voortgaan en met Zijn zegen heeft wil2
PAULUS MAART 2010
len bekronen. Vervolgens ontmoeten we de zendingswerker Ineke Troost. Aan de hand van een interview komen we een en ander te weten van haar werk en haar leven in Guinee. Traditiegetrouw vindt u in het maartnummer ook een toelichting op de financiën. Behalve een terugblik op het afgelopen jaar leest u ook iets van de verwachtingen voor het huidige jaar. Het stemt tot dankbaarheid steeds weer te merken dat zending een plaats binnen onze gemeenten mag hebben. In de eerste plaats door middel van het gebed, maar ook in het ontvangen van uw gaven. Ook de financiële middelen kunnen niet ontbreken. Vanaf deze plaats hartelijk dank daarvoor. Voormalig voorlichter Kees Janse schrijft een recensie over het boek ‘Oase in de woestijn’. Twintig jaar geleden, na haar
pensionering bij ZGG, stond zendingszuster Coby van Rossum aan de wieg van Elim in Igede, Nigeria. Samen met Nigerianen ontfermde ze zich over de gehandicapten, een vergeten en verguisde groep. Tevens zet Elim zich in voor mensen met HIV/aids. Dankzij het werk van Elim zijn velen in aanraking gekomen met het Evangelie. Taboes rond gehandicapten en HIV/aids werden doorbroken. Steeds meer gehandicapten leiden een menswaardig bestaan. In de serie ‘De werkdag van’ komt Kees Jan van Linden uit Guinee aan de beurt. We krijgen een goed beeld van zijn dagbesteding en van het (gezins)leven. Van harte wens ik u veel leesplezier toe!
■
Colofon Paulus is een periodieke uitgave van Zending Gereformeerde Gemeenten. Verspreiding vindt plaats via de zendingscommissies van de plaatselijke gemeenten en beperkt via postverzending. Oplage: 34.000 exemplaren. Verschijnt zes keer per jaar. ISSN: 0167-2428 Kostenindicatie per jaargang 0 5,50 en bij postbezorging 0 7,50.
In dit nummer 6
12
Bezinning op het zendingsveld
Van het zendingsveld
Bezinning is voor iedereen belangrijk. Ook voor zendingswerkers. Hoe vullen werkers, zowel persoonlijk als in teamverband, deze bezinning in? Wat zijn de omstandigheden die de bezinning anders maken dan de bezinning in Nederland? Hoe wordt bijvoorbeeld huisgodsdienst ingevuld? In dit artikel wordt ingegaan op deze en andere vragen.
Annemieke Vader is voorlichter HIV/aids op Papua. Zij laat ons kennismaken met enkele personen uit haar omgeving. Of we nu jong of oud zijn, achter ieder mens schuilt een uniek verhaal waarin vreugde, verdriet en pijn elkaar afwisselen.
14
26
In gesprek met Ineke Troost
De werkdag van...
In dit interview mogen we een blik werpen in het leven en de werkzaamheden van Ineke Troost. Ineke is uitgezonden als vrouwenwerker naar Guinee. Daarvoor heeft zij als onderwijzeres lesgegeven aan de kinderen van de Nederlandse families. In dit interview spreken we over de veelzijdigheid van het zendingswerk dat Ineke als vrouwenwerker mag verrichten.
Samen met zijn vrouw Annemarie en hun kinderen woont Kees Jan van Linden in Garama, Guinee. Kees Jan neemt ons een dag mee in zijn werkzaamheden als bijbelvertaler voor de stam van Mogofin. “Het is een voorrecht om een kleine bevolkingsgroep niet alleen vooruit te helpen in het leven hier op aarde, maar ze ook de eeuwige woorden van God te geven in hun eigen taal.”
Voor alle data geldt D.V. © 2010 Zending Gereformeerde Gemeenten
Redactie: Hoofdredacteur: Ds. A.A. Brugge Eindredacteur: J.W. van Toor Redactieleden: W.A. van Burg-Verhage, A.J. Donker, J. Hoogendijk-Wilbrink, M. van Iwaarden, C. Nederveen-Middelkoop, E. Ruit, W.N.E. van Schothorst, L.J. de Visser, M.W. Vlastuin-Karels, P.M. de Wilde.
Adres redactie: Postbus 232, 3440 AE Woerden T 0348-489950 I www.zgg.nl E
[email protected]
Kantoor ZGG: Houttuinlaan 7, 3447 GM Woerden
Uitgave op cd-rom: Dit tijdschrift wordt ten behoeve van iedereen die niet op de gebruikelijke manier kan lezen uitgegeven op cd-rom. Informatie en opgave: CBB, Postbus 131, 3850 AC Ermelo, tel. 0341-565499.
Giften en bijdragen e.d.: Girorekening nummer 397607 Bank: Rabobank Gouda, rekeningnummer 32.24.01.313, beide t.n.v. de Zending Gereformeerde Gemeenten te Woerden. ZGG is door de belastingdienst erkend als ANBI-instelling. Giften aan ZGG zijn dus volledig fiscaal aftrekbaar.
Vanuit het buitenland: Rekeningnummer 32.24.01.313 BIC-code RABONL2U IBAN-nummer NL 63 Rabo 0322 4013 13 Testamentaire beschikkingen, c.q. periodieke schenkingen ten behoeve van de zending kunnen plaatsvinden aan: “Stichting voor Zending Gereformeerde Gemeenten”, gevestigd te Woerden. In jaargang 56 wordt de eerste zendingsreis van Paulus behandeld. In bijna elke plaats tijdens de zendingsreis liggen geloof en ongeloof, gehoorzaamheid en ongehoorzaamheid dicht bij elkaar. MEDITATIES JAARGANG 2010 (zie pagina 2) Tot de heidenen gezonden Januari (Hand. 13: 3) Tegenstand maar geloof Maart (Hand. 13: 12) Mei Enerlei boodschap, tweeërlei vrucht (Hand. 13: 42) Juli Joden en heidenen verwerpen de prediking (Hand. 14: 5-7) September Verafgood en gestenigd (Hand. 14: 11) November Vermelding van Gods grote daden (Hand. 14: 27)
Voorkant foto: In de Sosoklas in Guinee wordt geoefend om de lokale taal onder de knie te krijgen. PAULUS MAART 2010
3
ZGG actueel
kunt u zich wenden tot uw belastingadviseur of notaris. Bij dit gevoelige onderwerp is ZGG ook bereid u te adviseren en/of te begeleiden bij de te maken afspraken bij een notaris en dergelijke. Een reductie in het tarief of een bijdrage in de kosten hiervan behoort ook tot de mogelijkheden. Neem daarvoor gerust contact met ons op en vraag naar de heer Elshout of Corbijn.
Komen en gaan Ecuador: Verlof: Fam. P.C. van Olst (16 maart t/m 30 april 2010) Guinee: Verlof: Fam. C.J. van Linden (14 april t/m 11 augustus 2010) Nigeria: Visitatie P. Eikelboom en ds. W. Harinck ( 31 mei t/m 7 juni 2010) Oost-Azië Visitatie: P. Eikelboom en A. Hak (6 t/m 16 april 2010) Ouderbijeenkomst Op woensdag 21 april organiseert ZGG opnieuw een ouderbijeenkomst. Deze bijeenkomst vindt ongeveer eens in de drie jaar plaats om ontmoeting en uitwisseling van ervaringen tussen ouders van zendingswerkers te bevorderen. Het thema van deze bijeenkomst is ‘Grenzeloos verbonden’. Behalve ruime gelegenheid voor ontmoeting zijn er ook bezinnende onderdelen, zoals een workshop over het verwerken van een bezoek aan het zendingsveld. De bijeenkomst wordt gehouden in het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente te Gouda. Studentenconferentie Op vrijdag 1 en zaterdag 2 oktober zal er op conferentieoord ‘Eben-Haëzer’ in Maarn weer een studentenconferentie worden georganiseerd. Studenten MBO+ niveau, HBO en WO krijgen een afwisselend en interactief programma aangeboden rondom het thema zending. Het is al mogelijk in te schrijven via www.zgg.nl. Week van het Testament 19-24 april 2010 In de 'Week van het Testament' wordt door een groep goede doelen aandacht gevraagd voor de mogelijkheid om belastingvrij vanuit uw nalatenschap een schenking te doen aan een goed doel. Hoewel ZGG aan deze landelijke actie niet meedoet, wil ZGG naar aanleiding hiervan deze mogelijkheid om het zendingswerk te steunen wel onder uw aandacht brengen. Algemene informatie over deze manier van schenken kunt u vinden: - op de laatste pagina's van het Kerkelijk Jaarboek Gereformeerde Gemeenten - op de website van de zending (www.zgg.nl - financiën - financiële ondersteuning) - op de algemene website: www.nalaten.nl Voor informatie die op uw situatie van toepassing is, 4
PAULUS MAART 2010
Geboorte Bij twee families is in januari een baby geboren. Op 21 januari werd Krijn Jacob (Jaap) geboren. Hij is de zoon van Jan en Lize Walhout en het broertje van Nanda, Job, Johanan en Corné. In februari is de familie Walhout weer vertrokken naar Boké (Guinee). In Ecuador werden Peter en Sofieke van Olst op 23 januari 2010 verblijd met de geboorte van hun vierde zoon: Timoteo Iván (Thimo). Thimo is het broertje van Theo, Thomas en Thijs.
Jaap Walhout.
Thimo van Olst.
We feliciteren beide families van harte en wensen de ouders Gods zegen toe bij de opvoeding van hun kinderen. Groot Samengesteld Koor Op D.V. 17 april 2010 hoopt het Groot Samengesteld Koor een CD op te nemen in de Evangelisch-Lutherse kerk in Den Haag. Het koor bestaat uit koorleden van diverse koren binnen de Gereformeerde Gemeenten. De titel van deze CD is: ‘Zo lang er mensen zijn op aarde’. De opbrengst van de verkoop van de CD is voor ZGG. Tijdens de zendingsdag op 12 juni zal de CD worden aangeboden aan de voorzitter van het deputaatschap. Ook zullen er twee presentatieconcerten worden gehouden, in Tiel en in Zierikzee. Op deze avonden wordt er een meditatie gehouden door een zendingsdeputaat of een zendingswerker. Meer informatie over de presentatieconcerten vindt u op www.zgg.nl, in de activiteitenagenda op pagina 29 en in het meinummer van Paulus. Uitzenddiensten Alie Buijert werd 11 februari vanuit Kampen uitgezonden naar Nigeria. Voor familie Knapen gebeurde dat op 18 februari in Gouda. Na een voorbereidingstijd breekt voor hen een periode aan dat zij naar het zendingsveld gaan. In het meinummer van Paulus kunt u een tweetal verslagen van deze uitzenddiensten lezen. Vacatures Onze zending heeft verschillende vacatures die soms al lang open staan. Meer informatie daarover kunt u vinden op www.zzg.nl. U kunt ons ook bellen: 0348489950.
ZENDINGSGESCHIEDENIS William carey (1761-1834) Tekst: ds. A.A. Brugge
I. II. III. - - - - -
De eerste 15 eeuwen De 16e t/m 18e eeuw Van de 19e eeuw tot nu William Carey James Hudson Taylor David Livingstone John Mott William Cameron Townsend
William Carey (1761-1834) William Carey groeide op in de Anglicaanse kerk. Al op jonge leeftijd leerde hij zichzelf het Grieks aan. In 1781 trouwde hij met Dorothy Placket. Ze kregen zes kinderen waarvan er twee jong overleden. Carey bekwaamde zich in verschillende talen. Intussen was hij betrokken geraakt bij een plaatselijke Baptistenkerk waar hij ook preekte. In 1783 besloot hij zich te laten dopen en zich bij de Baptisten aan te sluiten. Door het lezen van het boek van Jonathan Edwards over het leven van David Brainerd en de dagboeken van ontdekkingsreiziger James Cook kreeg hij een diep besef om het Evangelie over de wereld te verspreiden. In 1792 schreef hij een boek waarin hij een theologische onderbouwing gaf waarom het zendingsbevel van Christus nog steeds voor alle christenen bindend zou zijn. Hij gaf een overzicht van de zendingsgeschiedenis en verstrekte erin informatie over landen en hun godsdienst. Hij gaf daarbij aandachtspunten voor zendelingen. Mede door zijn toedoen werd de Baptist Missionairy Society gevormd. Tijdens een zendingspreek deed hij een uitspraak die bekend gebleven is: “Verwacht grote dingen van God. Onderneem grote dingen voor God.” In april 1793 vertrok hij richting India. Voor de Britten waren zendelingen niet welkom. Men was bang voor religieuze onrust als zou worden getracht om Indiërs te bekeren tot het christendom. Uiteindelijk zetten de zendelingen toch voet aan de wal en zochten naar manieren om in hun levensonderhoud te voorzien. Carey vond werk op een plantage. Gedurende de zes jaar dat hij daar woonde, leerde hij niet alleen de taal maar vertaalde hij ook het Nieuwe Testament in het Bengaals. In totaal zou tijdens Careys leven de Bijbel in 44 verschillende talen worden gedrukt en verspreid. Daarnaast zette hij principes uiteen hoe een zendingsteam een gemeenschap kon vormen, financieel onafhankelijk kon zijn en hoe de training van lokale werkers zou moeten verlopen. In die jaren overleed ook een zoon van Carey. Als gevolg hiervan kreeg zijn vrouw een zenuwinzinking die ze nooit te boven zou komen. De zendingsgemeenschap vestigde zich in de Deense kolonie in Serampore. Er werd een school voor Indiërs gesticht. Een drukkerij maakte het mogelijk om Bijbels in het Bengaals te drukken. De eerste bekeerling, Krishna Pal genaamd, stelde de zendelingen voor de vraag of bekeerlingen bij hun eigen kaste moesten
blijven. Het huwelijk dat hij aanging was een publieke demonstratie dat de kerk het kastensysteem afwees. Carey kreeg de positie van professor in het Bengaals aangeboden. De ervaring die Carey opdeed, stelde hem in staat om zijn Bengaalse Bijbel te verbeteren. Hij schreef ook woordenboeken voor het Bengaals en Sanskriet en begon met de vertaling in het Sanskriet. Tevens gebruikte hij zijn invloed bij de Engelse overheid om een einde te maken aan kinderoffers en weduwenverbranding. Met het geld dat hij verdiende, ondersteunde hij de zending. Dorothy Carey overleed in 1807. Carey hertrouwde met de Deense Charlotte Rhumohr. In tegenstelling tot zijn eerste vrouw, was Rhumorh wel in staat om Carey op intellectueel niveau bij te staan. In 1818 wordt het zendingsgenootschap ‘Serampore College’ gevormd met als doel het trainen van lokale werkers. De Deense koning gaf de school toestemming om wetenschappelijke graden te verstrekken. Daarmee was Serampore de eerste school in Azië met die bevoegdheid. Carey’s tweede vrouw overleed in 1821 na een huwelijk van dertien jaar. Even later overleed ook zijn oudste zoon. In 1823 hertrouwde Carey met de weduwe Grace Hughes. In de loop van de jaren ontstond er onrust binnen de Missionairy Society. Dit kwam omdat de oude zendelingen overleden en werden vervangen door mensen met minder ervaring. Niet iedereen deelde het leven in commune zoals men gewend was in de Missionairy Society. Het conflict liep zo hoog op dat Carey de banden met het zendingsgenootschap verbrak. Hij ging op het terrein van Serampore College wonen. Daar bleef hij preken tot hij op 9 juni 1834 overleed. William Carey wordt algemeen beschouwd als pionier van de wereldzending. Door het vele werk dat hij deed, gaf hij richting aan het zendingswerk, ook voor de tijd na hem. ■
PAULUS MAART 2010
5
Bezinning voor zendingswerkers in Albanië
Minder verschraling
6
PAULUS JANUARI 2010 MAART 2010
Tekst: Ans Hoogendijk-Wilbrink
en hectiek Bezinning is voor iedereen belangrijk. Op het zendingsveld is daar ook sterke behoefte aan. De omstandigheden en mogelijkheden zijn echter anders dan op het thuisfront. Kerkdiensten zijn vaak anders ingericht. Ook kunnen werkers de mogelijkheid missen om van hart tot hart te spreken met mensen die hun vertrouwd zijn. De ene zendingswerker mist dat meer dan de andere. Op een avond bellen we evangelist Jasper Otte met de vraag of hij ons wil vertellen hoe hij dat in Albanië ervaart. Gelukkig is de telefoonlijn goed en kunnen we zonder hindernissen met hem en zijn vrouw Jenny spreken. In dit artikel vertellen ze over hun ervaringen. Elke veertien dagen is er een bijbelstudie met de Nederlandse teamleden die bij elkaar in de buurt wonen. Mensen in Delvinë en Sarandë zitten ongeveer twintig minuten van elkaar vandaan. Wij wonen sinds februari 2009 in Tepelenë. Voor ons is het anderhalf tot twee uur rijden via een gevaarlijke bergpas naar Delvinë en Sarandë. Daardoor kunnen we niet meedoen. Toen wij tot 2005 ook in die regio woonden, deden we wel mee. We hebben toen bijvoorbeeld de brieven van Timotheüs behandeld. Om beurten bereidde iemand het gedeelte voor. We gebruikten samen dan vaak meerdere vertalingen, dat wierp soms meer licht over een bijbelgedeelte. Als afsluiting van de bijbelstudie baden we met elkaar. Maar als je langer hier zit en het Albanees je eigen wordt, vermindert de behoefte om het in het Nederlands te doen. Langer of korter in het land Als er mensen weg waren en het team heel klein was, hadden we alleen de wekelijkse bijbelstudie met de kerk. Dan hadden we een groep van zo’n zes tot vijftien Albanezen. Dat is net zo goed verrijkend. Als je langer in het werk zit, heb je niet meer zo’n taalbarrière. Het duurt wel drie of vier jaar voor je de Albanese Bijbel dezelfde geestelijke inhoud vindt hebben als je eigen Bijbel. De Albanese Bijbel spreekt me nu net zo aan als de Ne-
derlandse. Hoe beter je de Albanese taal kent, hoe beter het gaat. De bijbelstudie in de Nederlandse taal is zeker van betekenis voor degenen die nog maar pas in Albanië zijn. Teambezinning We hebben soms een teamretraite van drie dagen. We streven er naar dit ieder jaar te doen, met om het jaar een spreker uit Nederland. We overleggen dan van tevoren met elkaar. Welk onderwerp is belangrijk op dit moment? We nodigen een spreker uit via het zendingsbureau. Het ging bijvoorbeeld een keer over communicatie, of over de kinderdoop. Communicatie is belangrijk, zeker in een klein team. En de kinderdoop is iets waar wij als zending van de Gereformeerde Gemeenten in Albanië een uitzondering in zijn. Er zijn hier veel baptisten, wij zijn de enigen die de kinderdoop leren. Daarom was het nodig om onze visie helder te hebben. Een retraite kan dus over van alles gaan. In de eerste plaats gaat het om teambuilding en daarbij is er natuurlijk veel plaats voor bezinning. Goed onderling contact is een voorwaarde voor gezamenlijke bezinning. Daarom proberen we als team altijd naar elkaars verjaardagen te gaan, en naar de kinderverjaardagen. Met het hele team vieren we koninginnedag en daarnaast hebben we altijd een aparte Nederlandse bid- en dankdagdienst.
Conferentie Een keer per jaar is er een conferentie, de AEP-conferentie. Daar komen alle zendingsorganisaties die in Albanië actief zijn. De AEP is de parapluorganisatie die de contacten met de overheid onderhoudt namens alle zendingsorganisaties. Op een conferentie komen 200 tot
Het kost tijd om in de Albanese Bijbel dezelfde geestelijke inhoud te vinden als in je eigen Bijbel. PAULUS MAART 2010
➔ 7
300 deelnemers. Er zijn vaak sprekers uit Amerika en het gaat vooral om bemoediging in het werk. Zelf vind ik de ontmoeting met anderen erg belangrijk. De ideeën van de Amerikanen overheersen er wel sterk. Sommigen willen bijvoorbeeld dat gemeentes zo snel mogelijk zelfstandig zijn. ZGG heeft veel meer een langetermijnvisie. We zien er wel voorbeelden van hoe het mis kan gaan als kerken te snel op eigen benen moeten staan. Op de conferentie zijn ook workshops en kraampjes waar iedere zendingsorganisatie zich kan presenteren. Wij staan er bijvoorbeeld met de vertaalde Heidelberger Catechismus en andere uitgaven. Avondmaalsviering Als je in Albanië een Avondmaalsviering meemaakt, moet je je daarop instellen. Als vertaler merk ik hoe vast ik zit aan
de vormen. Je zit vast aan hóe iets gedaan wordt, aan de gewijde omgeving. Het Heilig Avondmaal wordt meestal tijdens de visitatie bediend. Dat moet vertaald worden. Als ik dat moet vertalen, moet ik er alles aan doen om door de taal- en cultuurbarrière heen te zien. Het is dan moeilijk om het feit waar het om gaat toch te blijven zien. Je bent zo ingespannen bezig met het vertalen. Je wilt de boodschap en de lading ervan graag goed overbrengen terwijl je dingen in het Albanees op een heel andere manier zegt. Het bijvoeglijk naamwoord komt bijvoorbeeld achter het zelfstandig naamwoord. Als de predikant stopt na een rij bijvoeglijk naamwoorden, dan is het niet mogelijk om dat te vertalen. Je kunt bijvoorbeeld een zin laten beginnen met: ‘de grote, mooie, oude ...’, en dan komt later pas het woord ‘auto’. In
Het met elkaar delen van vreugde en blijdschap is goed voor de onderlinge band.
8
PAULUS MAART 2010
het Albanees heb je dan eerst het woord ‘auto’ nodig om alles te kunnen vertalen. Als je dan klaar bent met vertalen, kun je een zucht van verlichting slaken. Wat is het dan fijn als je in een kerk komt waar alles gaat zoals je het kent en je niet gespannen bezig hoeft te zijn met hoe alles verloopt. Kinderen Voor de kinderen heb ik in het verleden zelf catechisatie gegeven. Dat heb ik verschillende jaren gedaan voor onze oudste zoons. Onze oudste dochter hier in Albanië, Willemijn, is nu elf. Mijn vrouw Jenny begint de dag met haar met bidden en bijbellezen. Daarna werken ze uit het boekje ‘Namen en feiten’. Ze zingen en blokfluiten ’s morgens altijd samen de nieuwe psalm. Joas is nu vier jaar, voor hem lezen we de kinderbijbel. Wil-
lemijn had het hier de eerste maanden erg zwaar. Haar Albanees was in de drie jaar in Nederland weggezakt. Als je dan in de kerk het Albanees niet verstaat, is het wel heel schraal. Ik heb toen met haar in de beginmaanden een boekje over Gideon behandeld en het boekje ‘Uittocht’ van ds. Moerkerken gelezen voor het gezin. Momenteel hebben we ADSL en luisteren wij online mee naar de preken in onze thuisgemeente. Gelukkig gaat het nu beter met Willemijn, en kan ze zich goed redden in het Albanees. Ze houdt van muziek en heeft nu twee keer per week pianoles, samen met andere kinderen van haar leeftijd. Persoonlijke bezinning We hebben een eigen bibliotheek. En ook andere werkers hebben veel boeken meegenomen. We kunnen zo ook boeken van collega’s gebruiken. Als we andere boeken willen hebben, kunnen we die bestellen via het zendingsbureau. Verschraling ligt hier niet zo erg op de loer als in Nederland. Dat hebben we ervaren in de jaren dat we terug waren. De hectiek van het Nederlandse leven is enorm. We hebben hier veel meer tijd om te lezen en tot bezinning te komen. Studeren en doorléven In Delvinë was ik in de kerk vaak zelf de leider van de bijbelstudie. Ik vroeg dan meestal voor de volgende week of een andere deelnemer het voor wilde bereiden. Je moet tijdens de bijbelstudies oppassen dat je het niet te mechanisch, te verstandelijk ter hand neemt. Het is belangrijk eraan te denken wat je er zelf van kunt leren. Het is goed als je zelf onderdeel bent van het bestudeerde. Dat je de essentie ervan ook doorleeft. Er zijn zoveel bijbelstudies te krijgen, maar het beste gaat het toch als je de Bijbel en de kanttekeningen zelf bestudeert. Na de scheuring in 1998 in Delvinë hebben we met het kleine groepje dat over was het boek Nehemia behandeld. Het ging over de muren van Jeruzalem die herbouwd moesten worden. En over de tegenwerking daarbij. We konden de tegenstand in het boek Nehemia direct toepassen op wat er net gebeurd was in de gemeente. Na de herbouw van de tempel door Nehemia vindt er een opleving plaats. Zo was dat ook in Delvinë. Die paar maanden dat we toen het boek Nehemia doorwandelden, waren een hoogtepunt voor veel mensen.
Op het zendingsveld is veel meer tijd voor bezinning in vergelijking met hectische Nederlandse leven.
Verschil met Nederland We waren afgelopen jaar even terug in Nederland voor de bruiloft van onze zoon en schoondochter. Dan is het toch wel een verademing als je ziet hoe ordelijk alles verloopt. Het orgel stopt, de kerkenraad komt binnen… Die orde mis je soms hier. Aan de andere kant mis je het soms ook helemaal niet. Het verloopt hier spontaan. Als iemand laat binnen komt in de kerk, groet je die persoon. Je heet iemand welkom en vraagt hoe het gaat. Het is veel meer ongedwongen. ■
PAULUS MAART 2010
9
BELEID Tekst: P. Eikelboom
Impressies van een bezoek
Verkondiging van het Evangelie in Ecuador In januari brachten we vanuit ZGG een werkbezoek aan Ecuador. Tijdens dit bezoek zagen ds. J.M.D. de Heer en ik iets van het werk. We spraken met mensen en overlegden met teamleden. Daarbij had de geestelijke kant van de ontwikkeling in het werk vooral onze belangstelling. We beseften dat we maar even langskwamen en dat cultuurverschillen niet zomaar overbrugd zijn. De dingen kunnen dus ook wel eens anders zijn dan ze zich in onze waarneming aan ons voordeden. Laat in de avond werden we op 19 januari hartelijk verwelkomd door de familie Van der Maas op het vliegveld van Guayaquil. Deze hartelijkheid hebben we steeds tijdens dit bezoek ervaren. Verrassing Het was een reis met een verrassing: de familie Van Olst werd, eerder dan verwacht, verblijd met de komst van Thimo. Zo zaten we ineens met een baby op schoot terwijl er een gesprek gepland was. We deelden in de blijdschap van het gezin en waren verbaasd dat Sofieke na een dag een trap naar beneden mocht lopen om naar huis te gaan. Een keizersnee is toch niet niks. We begrepen dat het voor Ecuadoraanse begrippen nog wel meeviel; het zijn ook weleens zes trappen. Helaas is nog niet elke kliniek-voormoeder-en-kind van een lift voorzien. Ontmoetingen We waren met meer dingen blij. We hoopten in ons werkbezoek niet alleen de teamleden en hun gezinnen te ontmoeten, maar ook te kunnen spreken met (aspirant)leden van de jonge zendingsgemeenten of met andere mensen die soms nog maar kort in aanraking zijn gekomen met het zendingswerk. Zo hebben we korte bezoeken gebracht bij mensen thuis in Machala. Evangelist Seppenwoolde woont en werkt daar nu een jaar. We hebben er ook een bijbelstudie bijgewoond in een pas gehuurde ruimte. Het was de derde keer dat die gehouden 10
PAULUS MAART 2010
werd en ondanks de hevige regen waren er twintig mensen. Last In Guayaquil bezochten we de donderdagse bijbelstudie van de El Amparo gemeente. Deze gemeente heeft moeilijke jaren achter de rug. Een van de problemen is dat er onvoldoende leden zijn die ambtsdrager kunnen of willen zijn. Na afloop spraken we met de broeder die de bijbelstudie leidde. Hij vertelde ons over de last die hij ervoer in het leiden van de gemeente. Zijn medebroeder ouderling besloot zeer recent om zijn ambt neer te leggen omdat hij het niet kon combineren met een studie. Dit betekende feitelijk dat de kerkenraad ophield te bestaan omdat er op dit moment geen aanvulling vanuit de mannelijke leden mogelijk bleek te zijn. De broeder was bezorgd. Hij wist zich wel gesteund door het team. Maar toch, hoe moest dit verder? Hij sprak de hoop uit dat er spoedig een beroep kon worden uitgebracht voor El Amparo. Gesprekken met andere gemeenteleden van El Amparo bevestigden dit. Spiegel Zulke gesprekken zijn een spiegel en dwingen ons tot nadenken. Het brengen van Gods Woord is één opdracht, maar het versterken van wat ontstaan en vaak nog zwak is, is ook nodig. Tijdens ons werkbezoek hebben we telkens weer ontdekt dat zendingswerk niet alleen een zaak is van het strooien van het goede zaad, maar ook van het blijvend bewerken van de akker. Dat laatste komt
de plant en de vruchten ten goede. Vanaf het begin moet er aandacht zijn voor verdieping. Willen gemeenten en kerken staande blijven dan is het nodig dat zij een stevig fundament hebben waarop een zo stabiel mogelijk huis gebouwd kan worden. Het komt dus aan op het leggen van een goede basis in het begin en op zorgvuldigheid als het bouwwerk verder wordt opgetrokken.
Jongeren uit de sloppenwijk van Portoviejo ontmoeten
Twintig euro Het is geen overbodige zaak als je in zending aandacht hebt voor een goed fundament en verdieping. In Ecuador is bijna iedereen gedoopt. Nog steeds staan mensen in de rij om hun kinderen door de rooms-katholieke ambtsdragers te laten dopen. Dat gaat gemakkelijk, trouw kerkbezoek of niet. Kosten: twintig euro. Het is toch wel aangrijpend dat men op deze rituelen zijn hoop stelt. De activiteiten van talrijke evangelischcharismatische bevlogen zendelingen laat ik nu rusten. Zij doen goed werk voor de bevolking, maar men veroorlooft zich wel grote vrijheden in leer, liturgie en leven. Er is veel christendom dat oppervlakkig is, het hart niet treft en het leven niet doortrekt. Kernelementen Het is een misverstand om te denken dat alleen ‘eenvoudige’ gedeelten van Gods Woord op een zendingsveld aan de orde komen. We hebben daar andere voorbeelden van gehoord, ook in de bijbelstudie in het prille werk in Machala. Wezenlijke zaken in het christelijke geloof en leven
zijn van meet af aan belangrijk. Sommige dingen zijn dan wel eens moeilijk, maar de apostelen zwegen er ook niet over (2 Petr. 3: 16). Jonge gemeenten kregen zo een goed fundament (Ef. 2: 20). In het zendingswerk ligt dat niet anders. Van meet af aan is er aandacht nodig voor kernelementen zoals de levendmaking van de zondaar, de inplanting in Christus en geloofsvereniging met Hem. Hoe een schuldige zondaar verzoend kan worden met God is ook in Ecuador een wezenlijke vraag. Dan komt ook de levenspraktijk ter sprake. Als het hart geraakt wordt, ga je van Gods Wet houden en wil je naar Zijn wil leven. Ook die bijbelgedeelten vragen om aandacht en uitleg. Bijbelse waarden en normen gaan zo een leven doorzuren en vormen. Dat zal wel botsen met de cultuur, met de familie en met eigen overtuigingen en gewoonten. Herkenning Zo zagen, hoorden en bespraken we veel in Ecuador. Tijdens ons bezoek ervoeren we op verschillende momenten verbondenheid met de mensen die we ontmoetten. Aandachtig werd er geluisterd naar
de preek van ds. De Heer uit Mattheüs 5: 3: “Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.” Dat een Nederlandse dominee preekte, was daarbij geen probleem. Er was herkenning toen hij iets vertelde over de manier waarop Christus dierbaar wordt in het leven van een zondaar. Dat proefden we ook op een ander moment toen iemand iets vertelde over de beleving van Psalm 51: 3 en 4. Dan ervaar je verbondenheid. Ook met die jonge vrouw, die door een lichamelijke ziekte getroffen was, en die vertelde dat haar een kruis was opgelegd. Het had haar leven onder Gods hand omgebogen. Ontroerend. Onderwijs Niet altijd valt het mee om te buigen onder Gods Woord. Een ander gesprek maakte dit duidelijk. Ik noem haar Daniela. Zij woont al 39 jaar ongehuwd samen met dezelfde man en heeft kinderen en kleinkinderen. Zij wil graag belijdenis doen. Het stel moet dan trouwen maar de man ziet daar niet overheen. Mogelijk is hij nooit gescheiden van een eerste vrouw met wie hij 40 jaar geleden trouwde. Dit zou veel moeilijkheden kunnen geven. De Bijbel is er duidelijk over dat je niet mag samenwonen zonder gehuwd te zijn. Zo is er nood in het leven van Daniela. Zij worstelt met de vraag hoe je in deze situatie belijdenis kunt doen. Bijbels onderwijs aan man en vrouw over het huwelijk en Gods zegen die daaraan verbonden is, is nodig. In de hoop en met het gebed dat dit onderwijs goede vruchten zal voortbrengen. Het zendingswerk in Ecuador vindt plaats onder mensen die leven in krottenwijken waar soms geweld is en vaak een stabiel gezinsleven ontbreekt. Ondanks deze omstandigheden en teleurstellingen mag Gods Woord er gebracht worden en dat draagt vrucht. We hebben er iets van ervaren tijdens dit werkbezoek. ■
elkaar op zaterdagavond in de kerk. PAULUS MAART 2010
11
Tekst: Willemien van Schothorst
VAN HET ZENDINGSVELD: PAPUA Tekst: Annemieke Vader
Annemieke Vader is voorlichter HIV/aids op Papua
Lessen van mensen om mij heen Elke dag is er gelegenheid om te luisteren naar de mensen om me heen. In gesprek met hen hoor ik hun verhalen, hun gedachten, hun vreugde en hun pijn. Ik wil u en jou graag mee laten luisteren naar enkele verhalen van mensen uit Papua. Sipanus geeft les op de middelbare bijbelschool in Pass Valley. Elke morgen wordt er begonnen met een korte meditatie en dit keer is Sipanus aan de beurt: “Gisteren hebben we geleerd over het HIV-virus en aids, een ziekte waar nog geen genezing van mogelijk is. Zijn de geleerden dom? Kunnen ze daar geen medicijnen voor ontwikkelen? Misschien moeten we het anders stellen. In de hele wereld komt aids voor, maar de Heere God laat het niet toe dat er medicijnen worden uitgevonden. We worden opgeroepen tot bekering en oprecht berouw over een levensstijl die niet is volgens de Schrift. Aids maakt ons duidelijk dat we terug moeten naar God en Zijn Woord. Alleen daar ligt het antwoord.” Meneer Awom is ouderling in de gemeente van Wamena. Een week lang kreeg hij samen met de andere kerkenraadsleden voorlichting over aids, dachten we na over het huwelijk in bijbels perspectief en pastorale zorg aan aidspatiënten. De zondag daarop preekte hij en het was een indringende preek over Sodom en Gomorra. Het was ook een scherpe preek. De vrije levensstijl van jongeren in de gemeente kwam aan de orde, het drankmisbruik en de gevolgen daarvan voor de gezinnen. Toen kwam de toepassing: “Lot en zijn gezin kregen de kans om te ontsnappen voordat Sodom en Gomorra met vuur werden verbrand. Noach en zijn gezin kwamen niet om bij de zondvloed. In het oordeel was nog de genade van God zichtbaar. Wie van u volgt de weg van gehoorzaamheid en keert terug van deze levensstijl om behoud te zoeken en genade te vinden in de enige Weg, Jezus Christus?” Robby was een levenslustige jongen, vrolijk en vol humor. Hij leek veel op zijn va12
PAULUS MAART 2010
der. Zijn vader heeft een hoge functie bij het departement voor gezondheidszaken en Robby volgde een studie verpleegkunde in Jayapura. Tijdens deze studie kreeg hij verkering en kwamen er twee dochtertjes. Zijn ouders spraken hem op een dag aan op zijn gedrag. Diezelfde avond pleegde Robby zelfmoord door teveel medicijnen in te nemen. De verslagenheid in dit gezin en in de gemeente was groot door dit plotselinge overlijden. Er was ook veel boosheid en onbegrip. Van Robby heb ik geen citaat. Omdat het stil was en is gebleven.
middelen doorgenomen en uitgereikt en nu hopen we dat iedereen dat intensief gebruikt op zijn eigen post in het binnenland en doorgeeft in de stamtaal. Merry was een van de deelnemers. Ze is betrokken bij het zondagsschoolwerk in Pumo, een evangelisatiepost in de Baliemvallei. Merry is een aantal jaren
Paula is de moeder van Robby. Op een van die dagen van rouw zat ik bij haar, samen met een paar andere vrouwen. Yali's hebben de gewoonte om dagenlang te weeklagen en te rouwen. Ze begonnen te vertellen over een man uit Pass Valley met aids. Het ging niet goed met hem: “We gaan niet om hem huilen zoals we dat nu doen. Hij hield er een vrije levensstijl op na. Het is zijn eigen schuld.” “Oh... zijn wij beter dan?” De vrouwen keken naar beneden. “Allemaal staan we schuldig en allemaal hebben we dezelfde genade nodig. In de Bijbel staat niet dat er voor aidspatiënten een uitzondering wordt gemaakt. De Heere Jezus heeft geleden, juist voor zondaren. Niet voor mensen die denken het beter te doen dan anderen.” Het bleef een hele tijd stil totdat Paula heel oprecht zei: “We zitten helemaal fout.” Een paar maanden geleden hebben we aidsvoorlichters toegerust van twaalf verschillende plaatsen. Het was een heel gevarieerd gezelschap van kerkenraadsleden, onderwijzers, artsen en verpleegkundigen. Ze hebben veel kunnen leren over aids, over TBC, over de Bijbel als beste voorlichter. Er zijn heel veel leer-
Annemieke Vader geeft aidsvoorlichting.
geleden tot geloof gekomen, maar haar ouders en verdere familie willen niets met het christendom te maken hebben. Hun levensstijl is nog animistisch. Merry is min of meer verstoten door de familie. De dag voordat de training begon, overleed de moeder van Merry. Ik vroeg haar of ze niet naar de familie wilde in deze dagen van rouw. Aanwezigheid bij een begrafenis is in deze cultuur erg belangrijk. Merry begon te huilen en zei: “Mijn moeder is niet meer te redden voor Jezus, maar wat ik nu allemaal ga leren is voor de levenden, voor mensen die nog gered kunnen worden. Ik blijf in Wamena.” Alfius was enkele jaren werkzaam als evangelist in Burukmakot, een zeer afgelegen post in het zuidelijk laagland van Papua. Toegewijd deed hij er zijn werk,
maar verschillende keren was hij ziek geworden. De dokter stelde toen in Wamena vast dat hij het aidsvirus bij zich droeg. Dat vonden we allemaal heel erg. Alfius is daarna naar Sumtamon gegaan, zijn geboortedorp. Hij wilde graag terug naar Burukmakot, maar dat was niet verstandig in verband met de moeilijke bereikbaarheid van het gebied. We vroegen regelmatig hoe het met Alfius ging en elke keer hoorden we dat het goed met hem ging. Dat was fijn, maar ook wonderlijk. Alfius vond dat zelf ook en kwam naar Wamena voor een nieuwe HIV-test. Samen zijn we naar de kliniek gegaan. De verpleegkundige vertelde dat Alfius er wel op moest rekenen dat de testuitslag hetzelfde zou zijn. Het laboratorium deed drie verschillende HIV-testen en elke test gaf een negatieve uitslag
aan. Dat betekent dat er géén aidsvirus was gevonden. “Dat is nu hetgene waar ik bij voortduur voor gebeden heb. De Heere heeft mij gehoord. Ik mag mijn werk als evangelist voortzetten. Laten we Hem nu danken.” En zo gebeurde het dat Alfius de counselor en mijzelf voorging in gebed. Het was een lofzang op Gods goedheid. Dat was een ontroerend moment. Samen liepen we naar buiten en terug naar de plek waar hij verbleef. “Ik ben zo verschrikkelijk blij. Het werk in Burukmakot is nog niet klaar. Het zaad van het Woord is daar wel gestrooid en er is een kerkje gebouwd. Maar er zijn nog geen mensen gedoopt.” Er kwam geen woord van verwijt naar de arts die hem onvoldoende heeft getest. Geen vragen verder dan de blijdschap dat hij weer zou mogen dienen als evangelist. Vreugde in het dienen De blijdschap van Alfius brengt mij bij de vacatures die er zijn bij ZGG. Functies voor evangelisten, voor bijbelschooldocenten, voor werkers in Azië. Alfius dient op een plek waar de meest basale voorzieningen ontbreken. Dat zal zendingswerkers niet overkomen. Deze evangelist kent blijdschap in het dienen. Zijn situatie in Burukmakot was niet gemakkelijk. Hij ervoer tegenstand op allerlei manier. Maar hij ziet uit naar vrucht: zondaren die gereinigd worden in het bloed van Christus. Zou u niet op eenzelfde manier dienstbaar willen zijn? In het zendingsbevel (Mattheüs 28: 18-20) lezen we de opdracht om uit te gaan, maar staat tevens de belofte van Jezus: “Ik ben met u.” Hopeloos is dit werk niet, integendeel, het brengt juist hoop. In gesprek met zendingswerkers zult u, zul jij horen van moeiten en tegenstand, maar even zo vaak van vreugde in het dienen. Alfius is het te doen om de zielen van mensen in Burukmakot. Welke mensen zou u, zou jij moeten bereiken, maar zij weten niets van het Evangelie omdat u en omdat jij tot op de dag vandaag niet bent gegaan?
■
PAULUS MAART 2010
13
t de meeste
end omda klassen geop
vrouwen in
tiserings in Boké alfabe In 2007 zijn schrijven. en n kunnen leze t ie n ee in u G
Elke week bezoekt Ineke een alfabetiseringsklas om de onderwijzers te steunen. onder-
p het Kerkelijk Centrum aan een groe Zondagmorgen vertelt Ineke in een bijbelverhaal. kinderen van vijf tot twaalf jaar
Bij mevrouw Soumah uit Col
iah heeft Ineke taalstudie
14
PAULUS JANUARI 2010 MAART 2010
gevolgd.
IN GESPREK MET
Tekst: Ineke Troost en Martijn van Iwaarden
Ineke Troost, vrouwenwerker Guinee
Vrouw onder de vrouwen Een meisje van ongeveer elf jaar loopt elke zondagmorgen vier kilometer voor een bijbelverhaal. En daarna loopt ze de vier kilometer weer terug. Een deelnemer aan het naaiproject begrijpt de geschiedenis van de koperen slang, maar ze durft het niet te laten merken in de groep. De kinderen van een privéschool in Boké zien elke keer reikhalzend uit naar de komst van de zendingswerker die hen de bijbelverhalen vertelt. Het zendingswerk dat Ineke Troost als vrouwenwerker doet in Guinee is veelzijdig.
In 1996 gaat Ineke Troost voor het eerst naar Guinee in dienst van ZGG. Als onderwijzeres geeft ze daar onderwijs aan de kinderen van de Nederlandse families. Na haar terugkomst in 2001 werkt Ineke een paar jaar op een lagere school in Aagtekerke. Ineke: “Mijn hart bleef echter naar Guinee trekken. Ik wist niet wat Gods weg was. In 2004 leidde de Heere de weg weer terug naar Guinee.” In dat jaar wordt Ineke aangenomen om als vrouwenwerker te gaan werken in Guinee. Door de gemeente van MiddelburgCentrum wordt zij uitgezonden. Omdat in Boké vrijwel geen enkele vrouw Frans spreekt, moet Ineke eerst de Sosotaal leren. Ineke: “Daarvoor heb ik twee jaar in Coliah bij een Soso-familie in huis gewoond. Coliah is een dorp dat op ongeveer 150 kilometer afstand van Boké ligt. Voordat ik daar kwam, had ik die familie zelfs nog nooit ontmoet. Ik heb een heel goede tijd bij hen gehad en er veel van de taal en de cultuur geleerd.” In Boké Na haar taalstudie gaat Ineke in Boké wonen. Nu leeft ze onder de vrouwen die ze met het Evangelie in aanraking wil brengen. Ineke legt uit waarom ze juist onder de vrouwen werkt: “Mannen en vrouwen leven vanwege de Afrikaanse cultuur en de islamitische religie min of meer in gescheiden werelden. Een mannelijke evangelist kan dus moeilijk gesprekken met vrouwen aangaan. Daarom is een vrouw onder de vrouwen nodig.” Ze gaat bij de mensen op bezoek, biedt als het nodig is een helpende hand en probeert op deze manier hun vertrouwen te winnen. “In de
gesprekken zoek ik aanknopingspunten om Gods Woord te laten spreken. Het gaat hier regelmatig om onderwerpen als ziekte, dood, het brengen van offers en het gaan naar een toverdokter. Daar probeer ik dan op in te springen.” Vooral in het begin was Ineke op zoek naar geschikte activiteiten onder de vrouwen. Ineke: “Ik zoek naar activiteiten waarbij ook mogelijkheden zijn om mensen met Gods Woord in aanraking te brengen. Dagelijks heb ik daar de leiding van de Heere bij nodig. Ik denk in de eerste plaats aan diaconale activiteiten. Dan kan ik de daad vanuit het Woord toelichten. Ik leer bijvoorbeeld wel eens een vrouw zeep maken. Ondertussen is er mogelijkheid tot gesprekken.” Activiteiten Een van de activiteiten die de vrouwenwerker twee jaar geleden heeft opgestart, is een naaiproject. Ineke: “Uit de gemeente van Borssele hadden we namelijk een aantal naaimachines gekregen waarvoor we nog geen doel hadden gevonden. Op die manier hoopten we tevens met elkaar in gesprek te komen over de Bijbel. Ik hoopte dat ze zelf met de vraag zouden komen of ik hen meer uit de Bijbel wilde vertellen. Die opening heb ik daar gekregen. Twee keer per week leggen ze nu het naaiwerk neer en luisteren naar een bijbelverhaal, waarna we erover napraten. Uit de vragen merk ik dat sommigen de verhalen niet alleen mooi vinden maar er ook over nadenken. Een tijdje geleden vroeg ik Wie er op de koperen slang leek. Ik zag dat een meisje het begreep, maar het niet durfde zeggen. Misschien was ze bang om voor een christen te worden
aangezien. ’s Avonds kwam ze bij me en zei dat ze de geschiedenis had begrepen. Ze vertelde dat de gebeten mensen op ons lijken omdat we door de duivel zijn gebeten en zondaren zijn. Ze zei dat we in de koperen slang, de Heere Jezus, moeten geloven, anders sterven we. Ze heeft de kern dus begrepen maar ik hoop dat ze de toepassing hiervan ook in haar hart leert kennen.” Ineke heeft niet alleen contacten met vrouwen en meisjes. In de regentijd geeft ze ’s avonds aidsvoorlichting aan groepen meisjes, waar ze hen een bijbelse leefwijze probeert voor te houden. Ook begeleidt ze de onderwijzers van de alfabetiseringsklassen. Ineke: “Omdat in Guinee de meeste vrouwen niet kunnen lezen en schrijven, hebben we in 2007 in Boké alfabetiseringsklassen geopend. De vertaling van de Bijbel in de Soso-taal is bijna klaar, maar men moet die Bijbel wel kunnen lezen. Elke week ga ik naar een alfabetiseringsklas toe om de onderwijzers te begeleiden.” Natuurlijk zijn er ook de contacten met de buren en de andere vrouwen in de wijk waar Ineke woont. Dat geeft soms wonderlijke openingen, vertelt de vrouwenwerker: “Zo was een directeur van een privéschool uit mijn wijk regelmatig bij mijn buren te vinden. Hij toonde belangstelling voor de Bijbel en nodigde me vorig jaar uit om bijbelverhalen op zijn school te komen vertellen. Dat heb ik een tijdje gedaan totdat er een nieuwe directeur kwam die daar niet zo blij mee was en me weg stuurde. De oude directeur wilde echter toch graag dat ik met PAULUS MAART 2010
15
➔
de vertellingen verder ging en na wat gesprekken met beiden ben ik opnieuw uitgenodigd om daar bijbelverhalen te komen vertellen. De kinderen zien elke week naar mijn komst uit. Ze kunnen de verhalen vaak woordelijk terugvertellen. Mijn ervaring is dat ze dat beter kunnen dan kinderen in Nederland.” Kinderen zijn er ook op zondag in het kerkelijk centrum. Dit centrum is een paar jaar geleden door de zending gebouwd en wordt gebruikt voor allerlei (evangelisatie)activiteiten. Elke zondagmorgen vertelt Ineke aan een groep kinderen van vijf tot twaalf jaar een bijbelverhaal. Sommige kinderen hebben daar veel voor over. Ineke: “Een meisje van ongeveer elf jaar dat voorheen naast het kerkelijk centrum woonde maar nu is verhuisd naar een dorpje buiten Boké, loopt nu elke zondag vier kilometer naar het centrum om te kunnen luisteren. Ze weet al veel van de bijbelse geschiedenissen. Ik ben bij haar familie geweest om te vragen of ze weten dat ze elke zondag naar ons loopt. Ze wisten het en hadden er geen bezwaar tegen.” Wantrouwen Ineke kent momenteel geen voorbeelden van mannen die hun vrouwen verbieden om met haar om te gaan. Ze voegt
Ineke krijgt met 'kolanoten' een welkomstbegroeting.
er echter direct aan toe: “Maar het zou me niet verbazen als dat een keer zou
gebeuren als iemand echt belangstelling voor de Bijbel toont. In feite mag een vrouw hier niets doen zonder toestemming van de man. Dat betekent niet dat de vrouw hier geen bewegingsvrijheid heeft. Ze moet elke dag de saus voor de rijst bij elkaar verdienen en is in die uren vaak op stap. Vrouwen zijn vaak creatief in het vinden van wegen om hun eigen gang te gaan. Wel is het waar dat ze op elk moment haar man kan tegenkomen en die haar kan vragen waarom ze op die plaats is te vinden. Zo komt de man van de lerares van het naaiproject nogal eens onverwachts in het atelier om te kijken waar ze mee bezig is.” Toch merkt de zendingswerker op sommige momenten ook wantrouwen. Ineke: “In de wijk waarin ik woon, keek men vooral in het begin wantrouwend naar mij. Tot op heden heb ik bij mijn eigen buren weinig openingen om iets over de Bijbel te vertellen. Vorig jaar heb ik geprobeerd om kinderevangelisatiewerk op mijn eigen erf op te starten. Men liet blijken dat liever niet te hebben. Een koranleraar die bij mijn buren in huis woonde, begon toen aan mijn buurkinderen koranonderwijs te geven. Ook worden de vrouwen in de alfabetiseringsklassen en het naaiatelier regelmatig voor onze
Gescheiden van de mannen zeggen vrouwen hun gebeden op richting Mekka.
16
PAULUS MAART 2010
zending gewaarschuwd. Anderen zeggen dan tegen hen dat wij christenen van hen proberen te maken.” Haar buren vinden Ineke geen vreemdeling meer. Ze wordt beschouwd als een van hen. Ineke: “Het feit dat ik Soso spreek en al meerdere jaren in Boké woon, geeft wel aan dat ik op de een of andere manier bij hen hoor. Mijn buurman en huiseigenaar (we wonen op hetzelfde erf) noemt mij bijvoorbeeld een van zijn dochters. Verder wil men hier een relatie altijd goed houden. In de gesprekken is het dan niet altijd eenvoudig om op een confrontatie aan te werken. Ik heb wijsheid en vrijmoedigheid nodig om eerlijk te zeggen wie we na de zondeval geworden zijn en dat er maar één Weg is waardoor we zalig kunnen worden.” Vragen De families Walhout en Nijsse hopen in 2010 te repatriëren. Ineke Troost blijft dan als enige zendingswerker in Boké achter. Ineke: “Ik mag nog in Boké blijven wonen, onder de mensen met wie ik me verbonden voel. Al bijna twee jaar wordt er geadverteerd om een vervanger voor hen te vinden. Tot op heden is er niemand aangenomen. Dat stelt ons voor moeilijke vragen. Wat moet er bijvoor-
Het huis waar Ineke woont.
beeld met de leeszaal gebeuren als leeszaalbeheerder Marien Nijsse repatrieert? Niet alleen in Boké, maar ook in Coliah en
op andere zendingsvelden zijn er onvervulde vacatures. Dat geeft ons, maar ook het deputaatschap, reden tot zorg. Want hoe zullen zij in Hem geloven van Welken ze niet gehoord hebben?” ■
Het naaiatelier bevindt zich in de leeszaal. PAULUS MAART 2010
17
VAN HET THUISFRONT: FINANCIËN Tekst: Elline de Wilde, met dank aan A. Elshout voor het cijfermateriaal
Ontvangsten en bestedingen 2009-2010
De cijfers Het jaar 2009 ligt achter ons. De ontvangsten van vorig jaar stemmen tot dankbaarheid. Tegelijkertijd kijken we vooruit om te zien welke uitgaven dit jaar op de begroting staan. ZGG hecht bij de cijfers aan transparantie, aan duidelijkheid over wat er aan gelden binnenkomt en uitgegeven wordt. Wanneer we de inkomsten van de zending bezien, mogen we constateren dat het zendingswerk leeft onder onze leden. We gaan in gesprek met de heer A. Elshout. “Uit de cijfers kunnen we vaststellen dat er veel gedaan en gegeven is in en vanuit de gemeenten. Euro’s kun je tellen, papier kun je wegen maar liefde en betrokkenheid is niet meetbaar, wel zichtbaar in onder andere de mooie bedragen.” Terugblik Wat valt op aan de cijfers? “ZGG mag tevreden zijn met het feit dat de inkomsten op peil bleven in een jaar dat economisch moeilijk was. De normale inkomsten liepen met minder dan 3% terug. Dit werd ruimschoots goed gemaakt door de zeer hoge ontvangsten uit nalatenschappen. Gemiddeld ontvangt de zending hieruit 180.000 euro per jaar. In 2009 was dat 325.000 euro, voor ZGG veruit de hoogste ontvangsten ooit in één kalenderjaar. Ook hierin is te zien dat het werk van de zending gedragen wordt door de gemeenten. De baten van het oudpapier zijn weliswaar in 2009 gedaald maar dat heeft niet gelegen aan de inzet van de sjouwers. Het aantal opgehaalde kilo’s was zelfs meer dan vorig jaar, alleen de papierprijs is gedaald.” Financiële crisis? In Nederland en daarbuiten heeft de financiële crisis, ook bij not for profit organisaties, grote impact. In hoeverre merkt ZGG iets van die crisis? “Bij de fondswerving merken we er nog nauwelijks iets van. De crisis werkt daarentegen wel door in de veelal kwetsbare gebieden waar ZGG werkzaam is. Stijgende prijzen, werkloosheid en onzekerheid maken het voor de kerken en organisaties waar ZGG mee samenwerkt zeker niet gemakkelijk. Samen met hen zoeken we naar een goed 18
PAULUS MAART 2010
Vele kleintjes maken een grote.
evenwicht tussen lokale mogelijkheden en steun van buitenaf (ZGG).” Bestedingen Uit het overzicht kunnen we opmaken dat de uitgaven in 2009 licht zijn gedaald. Dit komt vooral doordat uitzendingen en projecten later plaatsvonden dan in de verwachting lag. Waar gaat al het geld naar toe dat door zoveel mensen bijeen wordt gebracht? “Van de totale lasten in het buitenland (2,7 miljoen euro) heeft 67% (1,8 miljoen euro) betrekking op de lonen en personeelskosten van de door ZGG uitgezonden medewerkers. Concreet gaat het onder meer om salariëring, huisvesting en transport. Bij de uitgaven ligt de nadruk niet zozeer op projectondersteuning maar veel meer op de langetermijn uitzending van arbeiders. Hierbij ligt de focus op het opbouwen van relaties en het ondersteunen van kerken en organisaties die bij de evangelieverkondiging betrokken zijn. Dit is daarmee niet alleen het leeuwendeel van de buitenlandbegroting, maar ook een forse vaste last, die elke maand terugkeert en waarvoor ZGG ook een stabiele inkomstenstroom nodig heeft. Dit geldt
zeker ook voor de meerjarenafspraken met onze zusterkerken de NRC (Nigeria) en de GJPI (Papua). Daarnaast is te zien dat nieuwe initiatieven op de velden op gang beginnen te komen of al zijn gerealiseerd. Vorig jaar is de nieuwe post in Tepelenë (Albanië) geopend en zijn er twee nieuwe werkers uitgezonden. In 2010 wordt een stijging in de uitgaven verwacht. Een post die aandacht verdient zijn de kosten van fondswerving. Met slechts 3,3 % zijn deze kosten relatief laag. Dat kan door de belangeloze inzet van een groot aantal vrijwilligers, zoals zendingscommissies, vrouwenverenigingen, collectantjes, enzovoorts. ZGG hoeft bijvoorbeeld geen dure advertentiecampagnes te voeren. Een beroep op onze gemeenten is voldoende.” Vooruitblik Voor 2010 staat de zending voor forse uitgaven. De begroting omvat 3,3 miljoen euro. “Als we naar de cijfers en verwachtingen van 2010 kijken, geldt ook hier dat de cijfers een 'vertaling' zijn van processen en ontwikkelingen. Bij de baten kijken we dan naar medeleven met en liefde voor het zendingswerk vanuit de gemeenten en de inzet van onze commissieleden. Bij de uitgaven gaat het om het bezig zijn in het wereldwijde zendingswerk, waarbij het de hartelijke wens en bede is dat de voorgenomen activiteiten en uitzendingen ook kunnen plaatsvinden. Ook bij het beheren en besteden van de middelen heeft ZGG Gods leiding en zegen nodig. Beide kanten van de geldstroom zien we ook in 2010 met belangstelling tegemoet, waarbij uw medeleven en steun onmisbaar zijn.” ■
Overzicht van reguliere baten en lasten ZGG van 2008 t/m 2010 Samenvatting ZGG-ontvangsten uit de gemeenten Baten uit fondsenwerving 2009 2008 Collecten in de gemeenten 408.000 411.000 Busjes collectanten en huisbusjes 395.000 334.000 Vrouwenverenigingen 253.000 257.000 Markten en overige lokale activiteiten 249.000 254.000 Scholen 179.000 170.000 Landelijke zendingsdag 53.000 50.000 Oud papier en postzegels 335.000 433.000 Giften, overbetalingen en overigen 771.000 809.000 Totaal reguliere fondswervingsbaten 2.643.000 2.718.000 Verschil met voorgaand jaar in % -2,8% 1,0% Ontvangsten uit nalatenschappen 325.000 195.000 Totale ontvangsten uit fondsenwerving Verschil met voorgaand jaar in %
2.968.000 1,9%
2.913.000 2,1%
Samenvatting ZGG-bestedingen 2010 2009 2008 Budget Budget Realisatie Zendingsarbeid op de zendingsterreinen Arbeid in Albanië 369.000 450.000 280.000 Arbeid in Oost-Azië 212.000 97.000 96.000 Arbeid in Ecuador 454.000 322.000 273.000 Arbeid in Guinee 569.000 538.000 467.000 Arbeid in Indonesië 537.000 412.000 716.000 Arbeid in Nigeria 187.000 236.000 276.000 Bijdragen in uitzendingen MAF en WBN 60.000 57.000 122.000 Bijdragen aan projecten derden 70.000 55.000 88.000 Coördinatie en begeleiding 248.000 233.000 233.000 2.706.000 2.400.000 2.551.000 Voorlichting en bewustmaking 252.000 248.000 252.000 Werving van fondsen 103.000 105.000 100.000 Als % van baten eigen fondsenwerving 3,3 % 3,4 % 3,5 %
2007 461.000 405.000 267.000 149.000 191.000 49.000 343.000 825.000 2.690.000
163.000 2.853.000
2007 Realisatie 265.000 88.000 345.000 420.000 531.000 183.000 79.000 78.000 219.000 2.208.000 217.000 87.000 3,0 %
Beheer en administratie 254.000 238.000 238.000 Als % van totale lasten 7,7 % 8,0 % 7,6 %
226.000 8,3 %
Totale lasten 3.315.000 2.991.000 3.141.000
2.738.000
PAULUS MAART 2010
19
LEESTIP Tekst: C. Janse
Jubileumboek ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van Elim Nigeria
Van Flakkee naar Igede Het is 1960. Coby van Rossum, verpleegkundige in het Van Weel Bethesda Ziekenhuis in Dirksland, is op weg naar het magazijn. Hol klinken haar stappen in de hooggewelfde ziekenhuisgang. De voorraad moet worden bijgevuld. Terwijl ze de spullen bij elkaar zoekt, dringt zich een vraag aan haar op: ‘Weet je nog wat je Me beloofd hebt?’ Het is of ze Gods stem hoort klinken. Voor anderen onhoorbaar, voor haar levende realiteit. God roept. Hij brengt haar de ooit gedane belofte in herinnering. Als klein meisje was Coby vaak ziek geweest. Ze lag veel op bed en kon dan niet naar school. Toen ze zes jaar oud was, had ze God een belofte gedaan om daarheen te gaan waarheen Hij haar zou zenden als Hij haar zou genezen. Het is 27 jaar later dat God er op terug komt. En het overweldigt haar: te mogen dienen in Gods Koninkrijk. Op 2 april 1964 wordt Coby in een drukbezochte uitzenddienst in Dirksland naar Nigeria uitgezonden voor de zending van de Gereformeerde Gemeenten. De preek gaat over Johannes 20: 21: “Jezus dan zeide wederom tot hen: vrede zij ulieden; gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft, zende Ik ook ulieden.” De woorden van haar plaatselijke predikant ds. P. Blok klinken nog na als ze aan boord gaat van de oceaanstomer ‘Nederwaal’: “Ziet, Ik ben met ulieden tot aan de voleinding der wereld.” ZGG-periode Met andere zendingswerkers is Coby volop betrokken bij het medisch zendingswerk in Igede, een gebied zo groot als de provincie Utrecht in het oosten van
20
PAULUS MAART 2010
Nigeria in Benue State. De basisgezondheidszorg wordt opgezet, een kliniek en later het Bethesda ziekenhuis worden gebouwd, het vroedvrouwenwerk wordt ter hand genomen en Coby geeft ook les aan een bijbellandbouwschool. In een van die lessen wordt haar interesse gewekt voor de gehandicapten in Igede. Als Coby aan het begin van het jaar 1987 bij ZGG met pensioen gaat, betekent dat niet een enkele reis richting Holland. Ze mag dan staan aan de wieg van een nieuwe Nigeriaanse organisatie, Elim, die zich in gaat zetten voor de gehandicapten van Igede, die sterk verwaarloosd werden en nauwelijks konden rekenen op een menswaar-
dig bestaan. Met kracht sprak het woord van Jesaja tot Coby: “Is het niet, dat gij de hongerige uw brood meedeelt en de arme verdrevene in huis brengt?” Twintig jaar Elim Onder de redactie van Aart van Wolfswinkel en Ruth van Holst gaf stichting Elim onlangs een jubileumboek uit onder de titel ‘Oase in de woestijn’ ter gelegenheid van twintig jaar Elim in Nigeria. Het is een frisogend boek geworden met veel foto’s en kaders, dat laat zien dat zulke kleinschalige projecten soms een sterke verworteling hebben in de lokale cultuur en samenleving. Maar het toont ook dat deze vorm van hulp werkt. En dat laatste mag in onze tijd wel eens onderstreept
worden nu er zo vaak op sceptische wijze gesproken wordt over het nut van ontwikkelingshulp. Het werk van Elim is rijk gezegend in de achterliggende twintig jaren. Meer dan 1400 mensen met een beperking werden geholpen. Ruim vijftig Nigeriaanse werknemers en een Nederlandse werker zetten zich dagelijks in voor het werk van Elim. Het jubileumboek is ingedeeld in drie hoofddelen die de trefwoorden geroepen, samen en verbonden meegekregen hebben. Een goed idee was het om ook de gehandicapten en de Nigeriaanse medewerkers volop aan het woord te laten. Aan de zijlijn Zuster Van Rossum staat inmiddels meer aan de zijlijn. In 2005 nam ze, na 41 tropenjaren, afscheid van Elim. Maar het werk gaat door. In 1996 werd de Nederlandse tak van Elim in het leven geroepen voor de financiële ondersteuning van de oudere Nigeriaanse broer. Op de Elim vriendendag in 2008, waarop het twintigjarig bestaan gevierd werd, citeerde evangelist Johan Commelin, voormalig collega van Coby, de grote zendingsman Hudson Taylor: “God kiest arbeiders die zwak genoeg zijn om op Hem te leunen.” En hij voegde er aan toe: “Gods koninkrijk komt niet door ons geld en ons vele bezig zijn! Het komt door de kracht van de Heilige Geest, Die wel mensenkinderen gebruikt die Hem in afhankelijkheid dienen. Hij reinigt en heiligt ons en gebruikt ons zo voor Zijn grote doel.”
Bestellen Oase in de woestijn Het boek ontvangt u binnen een week na overmaking van € 16,20 (incl. € 2,20 verzendkosten) op banknr. 31.41.58.928 t.n.v. Stichting Elim te Melissant. Of neem contact op: E
[email protected], T 0187-602803, I www.elimnigeria.nl
WILMA PUT-ENGELBRACHT WAS ONDERWIJZERES IN PAPUA EN NIGERIA Tekst: Wilma Put-Engelbracht
Het verhaal achter de foto
In deze rubriek vertellen dit jaar enkele oud-onderwijzers waarom een foto een speciale betekenis voor hen heeft.
Het is nu een jaar of acht geleden. “Hari ini olahraga!” zeiden de leerlingen enthousiast toen ze op school kwamen. Ofwel: “Vandaag gym!” Onze kleine ‘Sekolah Belanda di Abenaho’ stond min of meer aan de rand van het dorp Pass-Valley. Naast de school was een grasveldje, ons speelplein, daarachter een strook bos en daar weer achter de rivier de Bion. Die kon je, als iedereen ingespannen met zijn neus in de schoolboeken zat, horen bruisen. Maar het grasveldje was vaak een modderig gebeuren. En ook vandaag hadden de varkens ons ‘schoolplein’ weer omgewroet. Daarom weken we voor onze gymles uit naar het harde, aangestampte veldje voor de plaatselijke lagere school in Pass-Valley. De gymles was de enige les dat het kleine aantal leerlingen in mijn klas kon uitgroeien tot een royale klas. Want de gymles deden we samen met de Papuavriendjes en- vriendinnetjes uit het dorp!
weinig materiaal en hadden plezier met wat we voor handen hadden. Of het nu bij handvaardigheid was of met gym. Deze keer waren het de oude kranten van een mede teamlid. Die waren al langs verschillende teamleden geweest. Tenslotte hadden wij ze voor school gekregen. Hier in Nederland ben ik op school en thuis al lang weer gewend aan volle kasten met veel verschillend materiaal. Er is zoveel keus dat we soms nóg niet kunnen kiezen wat we gaan gebruiken en dat je kunt vergeten wat je wel of niet hebt! Naarmate de foto langer ‘verleden tijd’ wordt, denk ik ook vaker: Hoe zou het met ze zijn? Die enthousiaste knapen en meiden van toen zijn inmiddels tieners en jongvolwassenen. Misschien aan het studeren in Nederland of op Papua. En verder...? Ik hoop dat het ze goed gaat! ■
Als ik deze foto zie, herinner ik me weer hoe de kinderen genoten. En ik ook. We deden leuke dingen met
PAULUS MAART 2010
21
Tekst: Liesbeth Ruit, beelden: fam. A. de Pater
Van Krabbendijke naar Delvinë
Als je iets koopt, moet je soms onderhandelen over de prijs.
Op donderdag 2 april 2009 is het zo ver. Familie De Pater wordt door de gemeente van Krabbendijke uitgezonden naar Albanië. De volgende dag vertrekken ze met hun jongste vier kinderen naar Albanië. Ad de Pater zal in de plaats Delvinë gaan werken als evangelist. In Albanië volgt er een periode van kennismaking met de cultuur van het land en de mensen die er wonen.
De laatste avond in Nederland verblijft het gezin in de pastorie van Krabbendijke. De volgende morgen zullen ze al vroeg vertrekken. Veel mensen uit de kerkelijke gemeente hebben geholpen met het voorbereiden van de reis. Sommigen kookten een maaltijd, anderen hielpen met inpakken of vingen de kinderen op.
De volgende middag arriveren ze in hun tijdelijke woning in Tirana. Het wonen in deze flat is even wennen. De leefruimte is beperkt, omdat er ook nog schoolwerk gedaan moet worden. Soms valt de stroom uit. Er zijn echter aardige bovenburen die erg behulpzaam zijn. 22
PAULUS MAART MAART2010 2010
Vlak bij de flat is een winkeltje waar van alles te koop is.
De eerste tijd geeft Ilse de Pater de kinderen thuis les. Verder is er een aantal weken een oudere zus om te helpen. Ook de bovenbuurjongen vindt het leuk om te helpen met de sommen van Ard-Jan.
Ook voor de ouders is de Albanese taal nog moeilijk. Ze volgen een intensieve taalstudie in Tirana.
Het gezin woont drie maanden in Tirana. Daarna gaan ze voor zeven weken naar Sarandë voor verdere taal- en cultuurstudie. Dan is er eindelijk een einde gekomen aan de periode waarin ze uit koffers moeten leven. Het valt niet mee om steeds weer je spullen in- en uit te moeten pakken! In augustus verhuizen ze naar Delvinë. Hun spullen zijn de week ervoor al door vrijwilligers vanuit Nederland naar Delvinë gereden. Het huis kan worden ingericht.
En thuis zoeken ze een rustig plekje om te studeren.
Post halen op het postkantoor is elke keer echt een feest. Zelfs pakjes komen goed aan!
Het gezin verdiept zich naast de taal ook in de geschiedenis van het land. Daarom gaan ze er regelmatig op uit. Hier zijn ze op bezoek bij de kasteelruïnes van Kruja.
Het spreken van de taal gaat steeds beter: “Zo’n kralenarmband… Sa kushton?” (wat kost dat?)
Er is gelukkig ook tijd voor ontspanning. De natuur in Albanië is prachtig en vrijwel ongerept. Op het ruige gebergte bloeien soms prachtige bloemen. Ook de zee met de grillige kusten is adembenemend mooi, vooral als je de zon langzaam ziet wegzakken in het water.
Vanaf de Tweede Wereldoorlog tot begin 1991 was Albanië een communistisch land. Alle religies waren verboden. Er heerst nog een grote geestelijke duisternis in het land. De Heere heeft familie De Pater naar Albanië gestuurd om daar over Hem te vertellen. Hun werk heeft ons gebed heel hard nodig!
PAULUS PAULUS MAART MAART2010 2010
23
Het is druk in Boké. De hoofdstraat is vol mensen. Auto’s komen afgeladen vol langs rijden en ook de taximotors rijden af en aan. Vrouwen en kinderen lopen met emmers op hun hoofd. Bijna iedereen is op weg naar de markt om eten te kopen of te verkopen. Het is voor de mensen in Boké een dag net als alle andere dagen.
Ook vandaag moet er geld verdiend worden. Er moet eten gekocht en klaargemaakt worden. Tussen al die drukte zou je bijna het groepje mensen over het hoofd zien dat zich verzameld heeft op de parkeerplaats van het ziekenhuis. Een groepje dat bestaat uit blanke en zwarte mannen en vrouwen. Ook staan er drie blanke kinderen tussen. Een van de blanke mannen loopt naar zijn auto. Uit de auto worden verschillende dozen gehaald. Als deze dozen opengaan, zien we keurig verpakte stukken zeep en kleine blikjes met melk. Deze stukken zeep en blikjes melk worden verdeeld over andere dozen en verschillende plastic tassen. Daarna beginnen de mensen druk met elkaar te praten. Laten we wat dichterbij gaan staan om te luisteren wat deze mensen te bespreken hebben.
Kinderen knutselen in het kerkelijk centrum. 24
PAULUS MAART MAART2010 2010
“Ik spreek Frans en Soso, in ons groepje moeten we nog iemand hebben die Pular spreekt.” “Ik spreek Pular en Soso, ik kan wel bij jullie in de groep.” “Oké, zitten er dan in elke groep ongeveer evenveel mensen? Ja, dan kunnen we gaan. Wij beginnen wel op de kinderafdeling. Dat is het linker gebouw. Beginnen jullie dan helemaal rechts?” Nadat alles afgesproken is, gaan de verschillende groepjes op pad. Laten wij met het groepje van Mamadou meegaan. We lopen door een poort het ziekenhuisterrein op. Op het terrein staan verschillende gebouwen. Bij een van die gebouwen gaan we naar binnen. Net voor de ingang staat een vrouw rijst te verkopen. Als we binnen komen, groeten we de dokter en Mamadou vertelt wat we komen doen. We krijgen van de dokter toestemming om door te lopen. Voorzichtig kijken we om het hoekje van de eerste kamer. Mamadou vraagt of we binnen mogen komen. Dit mag en zo komen we in een kleine, smalle kamer waar vijf bedden staan. De mensen die op de bedden liggen, proberen of ze kunnen gaan zitten nu ze zien dat ze bezoek krijgen. Er zijn niet alleen maar zieke mensen in de kamer. Op elk bed zit ook een familielid die voor de zieke moet zorgen. Mamadou neemt het woord. “Als ik Soso spreek, kunnen jullie mij dan allemaal verstaan?” Een vrouw geeft aan dat ze alleen maar Pular verstaat. Mahmed komt naast Mamadou staan. “Alles wat jij zegt, zal ik wel in het Pular vertalen,” zegt hij. “Dat is goed”, zegt Mamadou en hij begint te vertellen: “Vandaag is het voor ons een feestdag. Wij vieren vandaag het Paasfeest. Wij denken er dan aan dat de Heere Jezus gekruisigd en gestorven is, maar
Samengesteld door Corina Schipper en Anneke van der Gouwe
Een dag zoals alle andere dagen
Jobs moeder bezoekt een ziek kindje in het ziekenhuis.
dat Hij ook weer is opgestaan uit de doden. Weten jullie waarom Hij dit allemaal gedaan heeft? Dit heeft Hij gedaan voor de zonden van Zijn kinderen. Om hun zonden moest Hij lijden en sterven. Als wij in Hem geloven dan kunnen we vergeving van zonden krijgen. Dit wensen wij jullie ook toe. Zouden jullie het goed vinden als wij nu voor jullie gaan bidden, met de vraag of de Heere jullie beter wil maken?” Aarzelend wordt er geknikt en de vrouwen bedekken hun hoofd met een doek of sjaal. Na het gebed openen we de doos. “Wij hebben nog wat voor jullie,” zegt Mamadou. Aan elke zieke geeft hij een blikje melk en een stukje zeep. Verder nog een folder met verdere uitleg over het paasfeest en hoe de mensen in contact
kunnen komen met de zending en de kerk. “O, nou zie ik het, jullie brengen dus ook offers,” zegt een man terwijl hij het stukje zeep en het blikje melk omhoog houdt. Mamadou schudt zijn hoofd. Hij weet wel dat bij de verschillende feesten in Guinee een offer gebracht wordt. Vaak geven de mensen dan een rijstmaaltijd aan andere mensen, om hun plicht ten opzichte van Allah weer gedaan te hebben. Maar dat is niet de reden dat de christenen vandaag de cadeautjes uitdelen. “Dit geven wij niet als offer,” antwoordt Mamadou. “De Heere Jezus heeft Zijn leven al als offer gegeven. Wij geven dit aan jullie als dank aan de Heere. Wij zijn blij en wij willen deze blijdschap met jullie delen." Zo lopen we samen met Mamadou het ziekenhuis door tot we in alle kamers geweest zijn. Buiten komen we de andere groep tegen. Hun doos is bijna leeg en ook zij zijn klaar. Samen stappen we in de auto of op de motor en gaan we op weg naar de gevangenis. De meeste mensen in de hoofdstraat van Boké komen nu bij de markt vandaan. De emmers op de hoofden van de vrouwen en de meisjes zitten vol etenswaren. Een dag als alle andere dagen voor de mensen in Boké. Maar het zaad is gestrooid in het ziekenhuis en in de gevangenis. Bid maar veel voor deze mensen, of ze dit jaar echt Paasfeest mogen vieren.
Job Walhout over tweede paasdag i n Guinee Hallo, Ik ben Job Walhout en ik wil jullie iets vertellen over tweede paasdag in Guinee. Op tweede paasdag hebben we vrij. We ontbijten net als iedere morgen. Halverwege de morgen brengen we een bezoek aan de mensen in het ziekenhuis en in de gevangenis van Boké. Ik ga ook wel eens mee. Van tevoren kopen mijn vader en moeder met nog andere mensen van ons team een doos zeep, een doos met blikjes melk, een doos broden en een doos met blikjes vis. Meestal gaan we eerst naar het ziekenhuis. Daar wachten we op de rest van de mensen die mee gaan (als die er nog niet zijn). Dat zijn enkele mensen van ons team en nog een paar andere christenen. We splitsen ons in twee groepen en gaan kamer voor kamer de zieken langs. In iedere kamer bidden we en vertellen we uit de Bijbel. Dan krijgt iedere zieke een blikje melk en een blok zeep (vaak ook nog een folder). Als we overal geweest zijn, gaan we weer met z’n allen naar de auto’s. Dan rijden we verder naar de gevangenis. Daar vertelt mijn vader weer een verhaal uit de Bijbel en we zingen met z’n allen een paar liederen. De gevangenen mogen daarna ook nog vragen stellen. Iedere gevangene krijgt na afloop een brood en een blikje vis. De bewakers willen altijd ook wat hebben!
PAULUS PAULUS MAART MAART2010 2010
25
DE WERKDAG VAN...
Tekst: Kees Jan van Linden
Kees Jan van Linden
15 januari 2010 “Allahoe akkubar!” Helder klinkt de krachtige stem van de gebedsoproeper Burama in de mist van deze vroege januariochtend. Hij heeft geen geluidsversterker nodig om het hele dorp Garama vóór de schemer uit de slaap op te wekken tot het ochtendgebed.
Voor mij is het ook een oproep om op te staan, maar dan om geestelijk voedsel te ontvangen uit Exodus 12: alleen het bloed van het Lam kan ons behouden van de dood. Voedsel voor mijn lichaam is - net als andere dagen, overigens tot ongenoegen van onze kinderen - yoghurt met havermout. Ik houd een restje apart waarmee ik een nieuwe schaal yoghurt als ontbijt voor morgen klaarmaak: warm water gemengd met melkpoeder en het restje yoghurt is vier uur later een gladde kwarksubstantie geworden die zo de koelkast in kan. De ochtend gebruik ik om de tekst van Handelingen 8 te exegetiseren. Wie worden bedoeld met ‘zij’ in hoofdstuk 8 vers 25? Zijn dat Petrus en Johannes of de gevluchte christenen uit vers 4? Wat betekent ‘woest’ in vers 26? Is de oude stad Gaza bedoeld die onbewoond is, of is de weg eenzaam, of gaat de weg door een woestijngebied? Op wat voor soort wagen reed de Ethiopiër? Welk woord past daarbij in het Mogofin? Om 12 uur loop ik naar de Samuëlschool, de basisschool van de zending op vijftig meter afstand van ons huis waar onze kinderen les krijgen van juf Suzanne de Visser. Ze is vandaag jarig en we mogen bij het cadeaus geven zijn. Ook al zijn er maar drie leerlingen, het is leuk om er een feestelijke gebeurtenis van te maken. De kinderen helpen haar bij het bakken van de patat – en met het opeten natuurlijk. Met mijn collega Ineke Troost overleg ik daarna over de samenwerking met andere zendingen in de stad Boké: hoe stem je activiteiten op elkaar af en hoe voorkom je spanningen? Samen met Ineke eten we ons middagmaal: rijst met vis in tomatensaus. Memoena komt vijf dagen per week voor ons koken en ook deze keer smaakt het weer heerlijk. 26
PAULUS MAART 2010
Kees Jan van Linden, bijbelvertaler in Guinee.
Om half twee klinkt opnieuw de roep tot het grote vrijdaggebed: “Allah is groot en Mohammed is zijn profeet! Komt tot het gebed!” Een half uur lang ligt het dorpsleven stil, alleen wat jonge kinderen spelen rond hun huizen. De anderen aanbidden Allah die groter is. Ik doe intussen mijn siësta op dit hete uur van de dag. Om drie uur moet ik weg om een alfabetiseringsklas in een ander Mogofindorp te bezoeken. Drie keer in de week komen een tiental mannen en vrouwen naar de klas: een rij schoolbankjes in een leeg huis dat de eigenaar ter beschikking heeft gesteld. Ze zijn begin december begonnen met de lessen en een heel aantal van hen heeft de zeven geleerde letters al aardig onder de knie. Het is verrukkelijk om volwassen mannen en vrouwen de letters te zien spellen, net als mijn dochter Sarah in groep 3. De onderwijzer geeft al voor het zesde jaar les en heeft het helemaal onder de knie. Na afloop prijs ik de leerlingen, de onderwijzer en de oprichter van de klas en
moedig hen aan om vol te houden, zodat ze volgend jaar een leesdiploma hebben. De oudste man van de klas -een vijftigerbedankt de zending voor het steunen van de klas: “Moge God de zending zegenen en geven dat het zendingswerk voorspoedig mag gaan!” Hartgrondig zeg ik “Amen” op deze zegen. Ik word ook materieel bedankt: wat geld en kolanoten, een tas met cassavewortels en vier grote papaya’s. Dankbaar rijd ik naar huis: wat een voorrecht om hier te mogen werken, om een kleine bevolkingsgroep niet alleen vooruit te helpen in het leven hier op aarde, maar ze ook de eeuwige woorden van God te geven in hun eigen taal. Als ik Garama weer binnenrijd, vegen kinderen hun erf aan, halen vrouwen de was binnen en wassen de mannen zich voor het avondgebed. Bij de moskee roept Burama opnieuw dat Allah groot is en dat hij aanbeden moet worden. De koelte van de schemer valt over Garama. ■
VAN HET THUISFRONT: ZGG VOORJAARSACTIE
0
VO O
ACTIE ARS 2 JA
01
R
“Gods Woord overal gepredikt” Op steeds meer plaatsen op deze wereld is in de loop van de eeuwen Gods Woord gebracht. Op die plaatsen ontstonden kerken, die ook weer betrokken werden bij de verdere verspreiding van het Evangelie.
Toch zijn er nog steeds plaatsen op de wereld waar Gods Woord nog niet geklonken heeft. Ook daar zal Zijn Woord gebracht worden: “En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen” (Matt. 24: 14).
zich zouden kunnen vestigen. Aan het uitzenden van zendingswerkers zijn de nodige kosten verbonden zoals onder andere opleiding en uitzending. Wilt u meehelpen aan dit belangrijke
werk? Het is ogenschijnlijk maar een druppel op een gloeiende plaat, maar onder de zegen van de Heere mogen we daar verwachting van hebben. ■
Ds. Kuijt wist zich geroepen om zending te gaan bedrijven “waar Christus niet genoemd was” (Rom. 15: 20). In 1962 vertrok hij naar de binnenlanden van Papua. Bijna vijftig jaar verder ligt deze klem nog steeds op het zendingswerk. Deze tekst is ook van toepassing voor Oost-Azië, een immens werelddeel waar heel veel mensen leven die nog nooit van God gehoord hebben.
Streefbedrag voorjaarsactie € 30.000,Daarom is ZGG op zoek naar mogelijkheden om het werk in dit werelddeel uit te breiden. Aangezien deze regio valt onder de moeilijk bereikbare gebieden, moet dit met voorzichtigheid gebeuren. Rond juni 2010 zal er een oriëntatiereis gemaakt worden, waarna besloten zal worden waar nieuwe zendingswerkers
PAULUS MAART 2010
27
THUISFRONT Kaarten maken
Hier zijn Janneke van Peer en Eline van Dalen uit Zwijndrecht druk bezig met het maken van kaarten die zij langs de deur verkochten. Dit leverde een bedrag op van € 84,50. Bedankt, Janneke en Eline!
Verkoopactie op school – Barneveld
25 jaar zendingsmarkt Gouda Wat vele jaren geleden begon met een tafeltje op de verkoping door de vrouwenvereniging is anno 2010 uitgegroeid tot een grote zendingsrommelmarkt. In maart 1986 werd de eerste rommelmarkt georganiseerd door een klein clubje mensen van PZC Gouda. De locatie is, ondanks de groei in grootte, al die jaren hetzelfde gebleven. De markt is in de aula van het Driestar college begonnen. Brancards van het Rode Kruis dienden als onderstel voor de verkooptafels. Nu staan er tijdens de verkoopdag wel zo’n vijftig kramen binnen en buiten opgesteld. In 1994 werd een aparte rommelmarktcommissie opgericht. De rommelmarktcommissie zet in een aantal vergaderingen de hoofdlijnen voor de markt uit, waarna de medewerkers benaderd worden om hun bijdrage te leveren. Het stemt ieder jaar weer tot grote verwondering dat er zoveel mensen bereid zijn een vrije zaterdag op te offeren om mee te helpen op de markt. Gemiddeld werken er zo’n 120 mensen mee. Op de markt vindt u een heel breed aanbod. Heel veel goede tweedehandsspullen en boeken, maar ook veel levensmiddelen en allerlei creatieve ideeën en nieuwe spullen. Graag nodigen wij u uit om deze 25e verkoopdag met ons mee te maken. U bent van harte welkom op zaterdag 10 april bij het Driestar College aan de Ronsseweg 1 in Gouda.
Postzegels We hebben de volgende postzegels ontvangen:
De leerlingen van de school hebben in de herfstvakantie een verkoopactie gehouden voor zending en evangelisatie. Deze bracht het mooie netto bedrag op van € 8.500. Mariëtte Waaijenberg, Henkjan van Bruggen, Henny de Jong en Otto Kieft verdienen een extra pluim omdat ze zelfs voor meer dan € 500 verkocht hebben. Andere leerlingen hebben wellicht een even grote inspanning verricht. Groep 8, bedankt voor jullie geweldige inzet om dit belangrijke werk te ondersteunen.
28
PAULUS MAART 2010
- Zendingscommissie Wageningen - Zendingscommissie Hardinxveld-Giessendam - Vrouwenvereniging Capelle a/d IJssel-Middelwatering - Vrouwenvereniging Waardenburg - Zendingscommissie Berkenwoude - Zendingscommissie Mijdrecht - Zendingscommissie Meliskerke - Zendingscommissie Alblasserdam - Zondagsschool ‘Samuël’, Leerdam
A C T I V I T E I T E N Voor meer informatie zie www.zgg.nl.
Paaszangavond Noordwijk-Binnen Datum: 26 maart 2010 Tijd: 19.45 uur Plaats: Oude Jeroenskerk, Voorstraat 44 te Noordwijk-Binnen. Overig: Medewerking van Mannenkoor David te Lisse o.l.v. Marco den Toom en Hervormd Gereformeerd Gemengd Koor Immanuel te Katwijk o.l.v. Peter Burger. Collecte is bestemd voor ZGG.
Fietstocht door de Bollenstreek Datum: 17 april 2010 Tijd: start tussen 9.00 en 12.30 uur Plaats: Gereformeerde Gemeente in Lisse, Crocussenstraat 2a. Overig: De fietstocht (20 en 40 km.) voert langs prachtige bollenvelden. Onderweg kunt u onder andere snacks, broodjes en drinken kopen en even uitrusten. Het is mogelijk om fietsen te huren: u moet hiervoor reserveren voor 10 april. Inschrijfkosten: volwassenen: € 5,00, kinderen tot 12 jaar: € 2,50, maximaal per gezin: € 12,50. De opbrengst van de fietstocht is bestemd voor studenten van de bijbelschool in Pass-Valley. Voor inlichtingen: M. Ligtenberg: 06-40709975 of A. Reijerkerk: 06-10329827.
Zendingsmarkt te Werkendam Datum: 8 mei 2010 Tijd: 9.30 - 14.00 uur Plaats: Ds. Joh. Groenewegenschool, Sportlaan 4 te Werkendam. Overig: Naast ruim 25 kramen zijn er leuke activiteiten voor de kinderen.
15e Middelburgse zendingsmarkt Datum: 15 mei 2010 Plaats: Rondom de Ter Hoogekerk aan de W. Teellinckstraat te Middelburg. Overig: Bedrijven, organisaties of medewerkers kunnen zich alvast opgeven of informatie opvragen bij: K.A. van den Bosch, 0118-552205 of J. Verweij, 0118-628361.
Zendingsfietstocht Gelderse Vallei Datum: 22 mei 2010 Tijd: Start tussen tussen 9.00 en 11.00 uur. De kerken en rustpunten zijn tot 16.00 uur geopend. Overig: Zendingsfietstocht door de prachtige Gelderse Vallei, met veel nieuwe routes. Opstapplaatsen: Gereformeerde Gemeente te Ede, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen. Prijzen: Volwassenen: € 3.50, kinderen tot 12 jaar: € 2,50. Maximaal per gezin: € 15,00. Voor meer info:
[email protected].
Fietstocht Werkendam Datum: 5 juni 2010 Tijd: 9.30 uur Plaats: inschrijven op het parkeerterrein van Verschoor Compostering, Leemanstraat 23, 4251 LD te Werkendam. Overig: De jaarlijkse fietstocht belooft ook dit jaar een mooie tocht te worden. De opbrengs is voor ZGG. Meer informatie over de fietstocht kan worden ingewonnen via fam. P. de Haas, tel. 0183-504554.
1e Presentatieconcert Groot Samengesteld Koor Datum: 5 juni 2010 Tijd: 19.00 uur Plaats: St. Maartenskerk te Tiel. Overig: De opbrengst van de cd is ten bate van ZGG. Meer informatie: www.zgg.nl en pag. 4 van dit blad.
2e Presentatieconcert Groot Samengesteld Koor Datum: 19 juni 2010 Tijd: 19.00 uur Plaats: Nieuwe kerk te Zierikzee. Overig: De opbrengst van de cd is ten bate van ZGG. Meer informatie: www.zgg.nl en pag. 4 van dit blad.
PAULUS MAART 2010
29
Bijbelverspreiding
D E PUTA ATSC HAP
Zending in Ghana…
Het is 1832. Een schip zeilt langs de kust van Afrika naar Ghana. Dat is het land waar blanken graag heen gaan om handel te drijven. En… in de bodem zit goud! Vandaar dat Ghana ook wel Goudkust heette. Het is ook het land waar miljoenen slaven ingescheept werden om in Amerika op de plantages te werken.
Ghana is dus een land waar blanken kwamen om te halen. Maar op dit schip bevinden zich drie mannen die iets willen brengen! Zij willen eerst de taal van het land leren om dan de mensen in hun eigen taal over de Bijbel te vertellen. Zendelingen dus, die de boodschap van het Evangelie komen brengen. Ze gaan wonen in hutten in het dorp Osu, dat in de kuststreek ligt (Osu is nu het centrum van de hoofdstad Accra). Enkele Afrikanen leren hen iedere avond bij een petroleumlamp de eerste eenvoudige woorden van de taal van de streek, het Twi. Maar ze zijn nu ook in een land waar muskieten ziektes overbrengen. Binnen vier maanden sterven twee van de drie zendelingen aan slopende koortsen… Zendeling Riis blijft alleen over. In 1835 verlaat Riis Osu. Hij gaat in het binnenland, in de Akwapembergen wonen. Samen met een koopman, Lutterodt, gaat hij op pad. Over zijn schouder draagt hij een tas waarin zijn Bijbel, dagboek, schrijfgereedschap en wat kleren zitten. Ze bereiken na enkele dagen het dorp Akropong. Nieuwsgierig komen al gauw heel wat bewoners hun hutten uit en lopen achter het tweetal aan. Ze komen bij de woning van de koning. De koning en de oudsten van Akropong ontvangen hen. Door middel van een tolk vragen zij: “Waarom zijn jullie gekomen?“ Riis antwoordt: “Wij zijn gekomen om iets goeds te brengen. Wij brengen de boodschap van God in de hemel. Wij verzoeken u om in deze stad te mogen wonen om aan u en aan allen die hier wonen deze goede boodschap te mogen brengen.” De koning knikt: “Dat is een goed woord, Europeaan.” Riis voelt zich al gauw thuis in het dorp. Hij krijgt enkele helpers van de koning om zijn huis te bouwen. Maar die vinden hem maar een dwaas. Je moet er toch eerst zeker van zijn dat de geesten je niet tegenwerken? De geesten van de voorouders hebben volgens hun geloof macht over de levenden. Daarom moeten zij eerst gunstig gestemd worden door offers. Ze laten hem daarom verder alleen bomen kappen en tot planken zagen. Bovendien verdwijnen zijn planken zo nu en dan… Twee jaar werkt Riis in Akropong. Hij leert de taal en probeert erin te vertellen over God. Medelijden vervult zijn hart als hij ziet in wat voor angst de mensen leven. Met grote ijver blijft hij de boodschap van het Evangelie verkondigen. Maar Riis 30
PAULUS MAART 2010
ondervindt veel tegenstand. Hij ziet vrijwel geen resultaat op al zijn werk. Tenslotte komt er een brief van de zendingsleiding uit Basel. Daarin wordt hij teruggeroepen. Riis ziet zelf ook in dat het beter is een tijd met verlof te gaan. Als hij afscheid neemt van de koning en de oudsten, zegt de koning tegen hem: “Als u ons zwarte mensen kunt tonen die het boek van de blanke man (de Bijbel) kunnen lezen, zullen we uw boodschap aannemen.” Riis vergeet deze woorden niet. Als hij in Basel komt, praat hij erover met de zendingsleiding. In Brits West-Indië wonen bevrijde negerslaven, die christen zijn geworden. Als men hen eens vroeg om
Andreas Riis 1804-1854 en het huis voor de Zendelingen in Akropong.
naar Afrika terug te gaan? Zij zouden dan aan de Afrikanen in Akropong kunnen laten zien dat het “boek van de blanke man” ook voor hen belangrijk is. Het gevolg is dat Riis naar Jamaica reist. Als zwarte christenen daar horen wat van hen gevraagd wordt, moeten zij diep nadenken. Teruggaan naar het land waar zij of hun ouders als slaven zijn weggesleept…? Daar zijn de meesten niet voor te vinden. Toch zijn ten slotte zes families bereid om mee te gaan. Bij het afscheid worden tranen geschreid. “Bidt voor ons”, vragen degenen die met Riis meegaan, “wij gaan naar Afrika om de mensen daar een goed voorbeeld te geven. God zal ons helpen.” Zo komt Riis na drie jaar weer in Akropong aan. Met een hele stoet christen-Afrikanen. Ook enkele jonge zendelingen zijn meegekomen. De West-Indiërs proberen inderdaad een goed voorbeeld te geven aan de Afrikanen. Ze laten zien dat ook niet-blanken niet bang hoeven te zijn voor geesten en hekserij. Nu begint het zaad van Gods Woord in Ghana te ontkiemen en vrucht te dragen. Als een klein mosterdzaadje, dat een grote boom wordt… In 1978 vierde de kerk in Ghana haar 150-jarig bestaan. Tienduizenden kerkleden woonden de kerkdiensten bij. De zendelingen werden herdacht
en aan het strand werd een groot kruis onthuld. Het verhaal is één van de verhalen uit de internationale editie van de Kerkgeschiedenis welke het deputaatschap aan het eind van dit jaar hoopt uit te geven. Naast de uitgave van verklaringen van Matthew Henry in het Russisch, de “Bijbelse vertellingen voor jonge kinderen” in diverse vertalingen en de verspreiding daarvan, meermalen persoonlijk, behoorde de uitgave van de Kerkgeschiedenis tot een van de hoogtepunten van ons werk als algemeen secretaris. We mogen met dankbaarheid zeggen dat Heere ons de afgelopen 14 jaar een gezegende tijd heeft gegeven, de hele periode met de vele bezoeken, gesprekken, conferenties enz. was een doorlopend hoogtepunt. Het begon in Ghana waar het deputaatschap al geruime tijd het cursuswerk verrichtte en juist een boekwinkel had geopend, het werk mocht zich verder uitbreiden met de uitgave van vele boeken in het Russisch en sinds een aantal jaren arbeidt het deputaatschap ook in India. Ons eerste bezoek was aan Ghana, we hadden voordien veel gereisd over de wereld, maar het was ons eerste bezoek aan ‘zwart’ Afrika. Het was het begin van onze liefde voor dit deel van de wereld. Privé hebben we samen met mijn vrouw onze ‘stek’ daar gevonden en mogen we met Gods hulp vele kansarme kinderen helpen. Nu we stoppen als algemeen secretaris hopen we de gezondheid te mogen ontvangen om dit werk nog enkele jaren voort te mogen zetten. Daarom in deze laatste bijdrage van ons het verhaal over de zending in Ghana.
Woerden, W. Chr. Hammink
COLOFON Secretaris van het Deputaatschap: Ds. E. Hakvoort Algemeen Secretariaat: D. Harkes, Dr. Hamburgerlaan 59, 2771 JR Boskoop, tel. 0172-210028 e-mail:
[email protected] Wilt u meehelpen aan de verspreiding van Gods Woord, door middel van Bijbel- en lectuurverspreiding, dan kunt u dat doen door ons Deputaatschap Bijbelverspreiding financieel te ondersteunen. ING rek. nr.: 7409485. Bank : 32.24.22.329 beide t.n.v. Deputaatschap Bijbelverspreiding, Woerden. Voor een voorlichtingsavond kunt u contact opnemen met: J.C. Heijboer, tel. 079-3310075.
PAULUS MAART 2010
31
Verantwoording 2009 2010 Borssele 1.754,14 720,00 Goes 13.754,25 206,34 ’s-Gravenpolder 3.800,06 3.453,83 Hoedekenskerke 493,05 Kamperland 266,64 240,00 Kapelle-Biezelinge 4.091,19 25,00 Kortgene 230,20 Krabbendijke 12.361,56 3.671,45 Kruiningen 3.458,14 Nieuwdorp 2.500,00 50,00 Nisse 374,65 835,00 Rilland-Bath 273,84 Waarde 446,90 Wolphaartsdijk 1.200,00 400,00 Yerseke 9.219,60 525,00 Totaal classis Goes 54.224,22 10.126,62 Aagtekerke 6.027,83 55,00 Meliskerke 6.152,29 215,00 Middelburg-Centrum 3.175,40 25,00 Middelburg-Zuid 2.301,28 Oostburg 120,42 Oostkapelle 2.225,00 8.089,38 Terneuzen 2.469,00 945,12 Vlissingen 75,00 3.400,00 Westkapelle 5.004,48 Totaal classis Middelburg 27.430,28 12.849,92 Dinteloord 668,90 Dirksland 8.260,62 2.032,69 Herkingen 92,25 2.000,00 Melissant 320,00 Middelharnis 1.595,50 10,50 Nieuwerkerk 6.034,60 25,00 Nieuwe Tonge 687,82 100,00 Ooltgensplaat 58,00 Oosterland 2.710,37 2.500,00 Ouddorp 1.198,60 550,00 Oude Tonge 1.260,21 Poortvliet 395,93 Scherpenisse 558,26 Sint Annaland 250,64 1.000,00 Sint Philipsland 350,00 1.433,12 Stad aan het Haringvliet 95,00 Tholen 2.244,29 913,30 Totaal classis Tholen 24.455,95 12.889,65 Aalburg 343,88 4.811,70 Aalst 1.870,00 4.500,00 Brakel 25,00 150,00 Breda 25,00 Dordrecht 52.955,20 810,50 Gorinchem 2.365,37 390,61 Hardinxveld-Giessendam 7.434,30 205,00 Leerdam 7.520,32 Meeuwen 1.010,07 Poederoyen 2.800,00 10,00 Sliedrecht 585,00 100,00 Sprang-Capelle 360,36 Veen 2.470,00 Werkendam 2.886,56 Totaal classis Dordrecht 78.785,63 14.843,24 Alblasserdam
9.148,64
Toelichting
200,00
Verantwoording ontvangen collecten, giften en dergelijke over de maanden december 2009 en januari 2010
Goudswaard 8.791,07 10,00 H.I. Ambacht -346,24 3.941,19 Klaaswaal 262,00 2.000,00 Nieuw-Beijerland 13.343,71 10,00 Oud-Beijerland 8.061,27 20,00 Puttershoek 1.374,00 197,98 Ridderkerk 4.015,43 11.133,33 Slikkerveer 10.679,13 1.425,63 Zwijndrecht 13.193,23 734,86 Totaal classis Ridderkerk 68.522,24 19.672,99 Barendrecht 4.131,04 Capelle a/d IJssel (W-Mw) 6.622,46 12.155,15 Hoogvliet 513,28 Krimpen a/d IJssel 2.854,00 779,00 Oostvoorne 160,00 Poortugaal 1.256,85 Rotterdam-Alexanderpolder 634,60 40,00 Rotterdam-Centrum 190,00 Rotterdam-IJsselmonde 3.514,24 10,00 Rotterdam-Zuidwijk 1.000,00 Spijkenisse 15,00 Vlaardingen 1.615,00 662,75 Totaal classis Rotterdam 21.993,19 14.160,18 Andijk 746,17 5,00 Enkhuizen 2.189,72 Den Helder 576,38 Hoofddorp 4.700,25 Katwijk aan Zee 2.559,56 2.250,00 Leiderdorp -508,75 Lisse 115,00 20,00 Oosterend 468,59 Opperdoes 233,80 Westzaan 50,00 Zaandam 1.115,00 20,00 Totaal classis Amsterdam 11.200,75 3.339,97 Alphen a/d Rijn 402,00 Benthuizen 1.199,50 2.000,00 Berkenwoude 1.624,91 25,00 Boskoop 2.612,08 775,35 Delft 175,00 25,00 Gouda 1.565,00 19.421,60 ’s-Gravenhage 969,56 360,00 ’s-Gravenzande 102,00 Moerkapelle 19.238,52 75,00 Naaldwijk 103,40 Scheveningen 99,40 Stolwijk 11.943,26 Zoetermeer 3.444,29 25,00 Totaal classis Gouda 43.478,92 22.706,95 Amersfoort Bodegraven Hilversum Houten Mijdrecht Nieuwer ter Aa Opheusden Soest Tricht-Geldermalsen Utrecht Waardenburg Woerden Zeist Totaal classis Utrecht
3.153,00 7.207,19 4.880,50 52,50 749,55 4.100,00 800,00 170,40 12.217,16 200,00 50,00 6.904,02 5.928,94 230,69 855,01 1.778,00 413,00 10.726,00 10,00 52.462,58 7.963,38
Barneveld-Centrum/Zuid 24.279,95 570,00 Ede 1.878,89 1.000,00 Elspeet 1.658,00 45,00 Ermelo 6.819,99 30,00 Kootwijkerbroek 3.136,75 Nijkerk 1.238,68 Rhenen 765,00 4.390,62 Scherpenzeel 4.758,64 894,43 Uddel 1.781,59 De Valk-Wekerom 20,00 Veenendaal 25.129,04 4.750,43 Wageningen 2.132,18 7,50 Totaal classis Barneveld 73.598,71 11.687,98 Drachten 145,00 Emmeloord 1.615,00 Genemuiden 2.300,39 306,89 Groningen 585,22 Hoogeveen 80,40 Kampen 1.475,00 860,00 Lelystad 936,13 Marknesse 65,25 64,68 Nunspeet 11.281,63 1.102,48 Oudemirdum 420,85 Urk 3.500,00 950,00 Zwolle 1.543,89 50,00 Totaal classis Kampen 23.803,76 3.479,05 Apeldoorn 3.626,65 530,00 Arnhem 50,00 Beekbergen 1.057,50 Deventer 186,28 110,00 Doetinchem 35,00 Enter 200,00 Rijssen 15.587,50 697,50 Terwolde-De Vecht 6.107,35 1.000,00 Wierden 59,00 25.015,00 Totaal classis Rijssen 26.859,28 27.402,50 USA / Canada 501,96 Diversen 6.927,88 57,50 Totaal uit alle gemeenten 513.743,39 161.681,89 Nagekomen zendingsdag 50,00 Opbrengsten postzegels 1.681,70 90,00 Opbrengsten oud papier Aalburg 2.000,00 Capelle a/d Ijssel 4.472,63 Elspeet 1.233,00 Hoofddorp 226,89 Nieuw-Beijerland 1.020,16 Ridderkerk 136,00 Werkendam 1.275,82 3.891,87 6.472,63 Opbrengsten nalatenschappen C.v.R. te Z. 400,00 1.485,00 D.K. te G. 45.000,00 E.d.B. te M. 170.804,76 171.204,76 46.485,00 Totaal ontvangsten periode
690.571,72 214.729,52
Bovenstaande bedragen zijn de totalen van de inkomsten per gemeente over de genoemde maanden. Aan de zendingscommissie van elke gemeente is een specificatie van het totaalbedrag verzonden. Bij uw plaatselijke commissie of bij het zendingsbureau kunt u desgewenst een kopie van de specificatie van uw gemeente verkrijgen.
32
PAULUS MAART MAART2010 2010