Bewust, bekwaam, betekenisvol. Jaarverslag rsg de Borgen

Bewust, bekwaam, betekenisvol

Jaarverslag rsg de Borgen

201 4

jaarverslag rsg de borgen 2014

inhoud

Voorwoord Raad van Toezicht��3 Voorwoord College van Bestuur��5 Deel 1 Jaarverslag 1. Organisatie��7

1.1

rsg de Borgen��7

1.2 Organisatie ��7 1.3 Identiteit, visie, missie en besturingsfilosofie�� 8

1.4 Strategische beleidsdoelen�� 10 1.5 Leerlingenaantallen �� 10

2. Kwaliteit��11

2.1 Onderwijsontwikkelingen��11 2.2 Zorgbeleid�� 13 2.3 Onderwijskwaliteit��14 2.4 Beoordeling�� 15

3. Leeromgeving �� 17

3.1 Internationalisering en culturele diversiteit �� 17 3.2 Arbo- en veiligheidsbeleid �� 17 3.3 Huisvesting & Facilitair ��18 3.4 Digitalisering ��18

4.2 Professionalisering en OGN academie�� 21 4.3 Gezondheidsmanagement�� 21

5. Financiën �� 23

5.1 Jaarrekening�� 23 5.2 Begroting 2015�� 25 5.3 Continuïteit��26

5.4 Treasury�� 31

Deel 2 Jaarrekening��33 Deel 3 Overige gegevens��53 Bijlagen�� 58

2

Inhoud

4. Medewerkers ��20

4.1 Onze medewerkers��20


raad van toezicht

Raad van Toezicht W

ij bieden u hierbij het jaarverslag van 2014

verliet aan het eind van 2014 de voorzitter van het

is vastgesteld door het College van

De Raad van Toezicht bestond in de eerste helft van

van rsg de Borgen aan. De jaarrekening

College van Bestuur de organisatie.

Bestuur en gecontroleerd door KPMG Accountants

2014 uit vijf personen. Omdat op 1 augustus 2014

N.V. Na advies van de auditcommissie hebben wij het

de tweede en laatste termijn van twee leden zou

voorgenomen besluit van het College van Bestuur tot

eindigen, is in het voorjaar een sollicitatieprocedure

vaststelling van het jaarverslag en de jaarrekening

gestart. Met het oog op de transitie die gaande is

goedgekeurd.

binnen de organisatie, is ervoor gekozen om drie

Het jaar 2014 was in veel opzichten een enerverend

nieuwe leden aan de Raad toe te voegen. Naast

jaar met veel mooie ontwikkelingen. In het jaarverslag

geschiktheid voor een toezichthoudende rol bij rsg

2013 werd al melding gemaakt van de ideeën over

de Borgen was de sollicitatiecommissie van mening

een nieuwe organisatiestructuur. In 2014 zijn deze

dat hun specifieke ervaring en expertise meerwaarde

ideeën verder uitgewerkt en geconcretiseerd. Dit

moest hebben voor de organisatie.

onderwerp en de gehele transitie van de organisatie

De Raad van Toezicht heeft vijf keer in formele

stonden iedere vergadering van de Raad van Toezicht

zin en drie keer in informele zin (op vestigingen)

op de agenda. De Raad juicht de veranderingen

vergaderd. In informele zin heeft de Raad van Toezicht

toe en is positief over de wijze waarop de transitie

in aanwezigheid van het College van Bestuur drie

wordt geleid door het College van Bestuur. Dat dit

keer met directeuren en vertegenwoordigers van

spannend is voor alle betrokkenen en onzekerheden

de medezeggenschapsorganen gesproken. Doel van

met zich meebrengt, spreekt voor zich. Iedere verga-

deze gesprekken is ‘enige voeling’ te hebben met de

dering werd besproken welke effecten dit heeft op

medewerkers van de organisatie. Om dezelfde reden

de medewerkers. De Raad staat volledig achter de

zijn leden van de Raad van Toezicht ook regelmatig

doelstelling van de transitie, namelijk verantwoorde-

aanwezig geweest bij informele personeelsbijeen-

lijkheden zo diep mogelijk in de organisatie beleggen

komsten. Ook heeft een extra bijeenkomst tussen

alles met als doel om leerlingen zo veel mogelijk uit

plaatsgevonden over de ontstaansgeschiedenis van

en een slagvaardig management realiseren. En dat

het College van Bestuur en de Raad van Toezicht

te dagen om te ontdekken waarvoor ze staan, wat

de organisatie.

hen drijft en waarin ze goed zijn. Naast het toezicht

De auditcommissie is in aanwezigheid van het College

houden op de ‘technische’ zaken die te maken hebben

van Bestuur vijf keer bijeen geweest. De belangrijkste

met een grote organisatie- en cultuurverandering

onderwerpen waren het vaststellen van de jaarre-

kening 2013, goedkeuring van de begroting 2015 en

zoals de transitie, fungeert de Raad hierin ook als

grote investeringen.

klankbord van het College van Bestuur. Verder kwam

De Raad heeft in 2014 met een positief kritische

van twee leden van de Raad van Toezicht de zittingstermijn ten einde, traden drie nieuwe leden toe en

houding gekeken naar de financiële situatie.

3


raad van toezicht

De Raad heeft het College van Bestuur het

het onderwijs, maar het gaat ook over de kwaliteit

binnen de begroting te werken. De Raad heeft regel-

afbakenen van het aandachtsgebied en het opstellen

vertrouwen gegeven en tevens de opdracht om

van de organisatie. De commissie zal starten met het

matig met het College van Bestuur gesproken over

van een werkagenda.

hoe de begrotingsdiscipline en het eigenaarschap van

In de bijlage achterin dit jaarverslag kunt u meer lezen

de budgethouders binnen de organisatie verbeterd

over de samenstelling van de Raad van Toezicht en de

kan worden en over hoe verantwoordelijkheden met

commissies.

betrekking tot financiën en bedrijfsvoering beter

In 2014 zijn enkele ontwikkelingen voortgezet.

belegd kunnen worden. Enerzijds vraagt de Raad meer

Tijdens de informele bijeenkomsten heeft de Raad

sturing hierin, anderzijds begrijpt de Raad ook dat

zich verdiept in een aantal actuele thema’s in het

dit een proces is en de gewenste situatie niet van de

onderwijs, namelijk Focus op Vakmanschap, Krimp en

ene op de andere dag gerealiseerd is. Tussen de Raad

Entreeonderwijs.

van Toezicht en het College van Bestuur zijn goede

De volgende onderwerpen zijn aan bod geweest in

gesprekken gevoerd over deze processen, waarbij de

2014:

• onderwijs: kwaliteit van de onderwijsinstellingen,

Raad ook als sparringpartner voor het College van

zoals opbrengsten en inspectie-arrangementen,

Bestuur fungeerde.

krimp en de mogelijke gevolgen en risico’s, entree-

De remuneratiecommissie is regelmatig in gesprek

onderwijs, passend onderwijs, platform MBO-V(S)O

geweest met het College van Bestuur. Vanzelf-

sprekend heeft de remuneratiecommissie met de

in de provincie Groningen;

afzonderlijke leden van het College van Bestuur

• personeel: ziekteverzuim, professionalisering,

vertrek van de voorzitter College van Bestuur, Roel

• bedrijfsvoering: begroting 2015, jaarverslag 2013,

in 2014. Als gevolg van zijn vertrek werd met het lid

• transitie Onderwijsgroep Noord: nieuwe organisa-

haar ambities en dat resulteerde in het voornemen en

• organisatie: werving + benoeming nieuwe leden

het lid College van Bestuur te benoemen als voorzitter

teitszorg Raad van Toezicht, vertrek voorzitter

Raad besloten een nieuw lid College van Bestuur te

College van Bestuur, werving lid College van

mobiliteit;

gesproken over hun functioneren, maar ook het

kaderbrief 2014-2015, begrotingsbrief 2015;

Schilt, per 31 december was een belangrijk onderwerp

tiestructuur, (her)ontwerp bestuursbureau;

College van Bestuur, Astrid Berendsen, gesproken over

Raad van Toezicht, instellen commissie Kwali-

vervolgens het besluit van de Raad van Toezicht om

College van Bestuur, benoeming nieuwe voorzitter

College van Bestuur per 1 januari 2015. Ook heeft de

Bestuur;

werven en daarvoor een werving- en selectiebureau in te schakelen. De wervingsprocedure is gestart in 2014

• good governance: toezichtskader Raad van

In verband met de nieuwe samenstelling van de Raad

• ict: DDoS problematiek.

zelfevaluatie uit te voeren, hoewel veel van de onder-

De Raad van Toezicht ziet met vertrouwen het

Toezicht, WNT;

en wordt in het voorjaar van 2015 afgerond.

van Toezicht heeft de Raad besloten in 2014 geen

volgende jaar tegemoet.

werpen die daarbij aan de orde zouden zijn gekomen

wel zijn besproken bij het opstellen van het profiel Lid College van Bestuur. We hebben dit onderwerp op de

Groningen, 19 juni 2015

agenda gezet voor het najaar van 2015.

De Raad heeft besloten om met ingang van 2015 een

commissie Kwaliteitszorg binnen de Raad in het leven

Namens de Raad van Toezicht,

te roepen. Het betreft hier kwaliteitszorg in brede

Elly Pastoor-Meuleman, voorzitter

zin. Vanzelfsprekend gaat het om de kwaliteit van

4


voorwoord

Voorwoord H

et jaar 2014 was wederom een belangrijk jaar,

nieuw te benoemen regiodirecteuren, inclusief het

kelingen stond en staat de leerling centraal.

en de financiële onderbouwing, voorgelegd aan

veranderverhaal, het bijbehorende spoorboekje

met veel ontwikkelingen. Bij al die ontwik-

We willen een pedagogisch klimaat creëren waarin

de Medezeggenschapsraad van rsg de Borgen.

onze leerling zijn of haar talenten optimaal kan

Gedurende een betekenisvol half jaar heeft het

ontwikkelen en zich veilig voelt. Hoe we dit gedaan

College van Bestuur regelmatig overleg gevoerd met

hebben en wat de resultaten zijn, kunt u lezen in dit

de Medezeggenschapsraad over de advies- en instem-

mingsaanvraag. Begin 2015 wordt de reactie van de

jaarverslag.

Medezeggenschapsraad verwacht.

Om onze leerlingen nog beter te kunnen begeleiden, moet je ook weten wie jezelf bent. Daarom werken

Ook het bestuursbureau werkt vanuit de belofte die

we voor en wat beloven we aan onze leerlingen?

teitsbewijs en onze besturingsfilosofie. Dit betekent

we hebben gedaan aan onze leerlingen in het identi-

we vanuit onze identiteit: wie zijn we, waar staan

dat het bestuursbureau wordt herontworpen, waarbij

Het antwoord op deze vragen hebben we in 2013

de ondersteuning aan de medewerkers op de vesti-

beschreven in ons identiteitsbewijs. We hebben

gingen centraal staat. Samen met directeuren van

gekozen voor de kernwaarden ‘gemeenschappelijk

de scholen en medewerkers van het bestuursbureau

versterkend’ en ‘bewust persoonlijk’.

zijn leidende principes ontwikkeld die richtinggevend

Dit identiteitsbewijs vormde de basis voor de nieuwe

zijn voor het herinrichten van het bestuursbureau. De

besturingsfilosofie, waarbij we de verantwoordelijk-

heden leggen daar waar beïnvloeding plaatsvindt, zo

bijpassende managementstructuur van het bestuursbureau zal aansluiten bij die van de onderwijsstich-

diep mogelijk in onze organisatie. In het verlengde

tingen. Aan het eind van 2014 heeft het College van

hiervan hebben we bouwstenen ontwikkeld voor

Bestuur de advies- en instemmingsaanvraag voor de

leiderschap op alle niveaus in de organisatie. Wij

managementstructuur van het bestuursbureau, het

willen al onze medewerkers toerusten om de belofte

veranderverhaal, het bijbehorende spoorboekje en de

aan onze leerlingen te realiseren, binnen de lerende

financiële onderbouwing, voorgelegd aan de Onder-

organisatie die rsg de Borgen wil zijn. We willen alle

nemingsraad van het bestuursbureau.

mogelijkheden benutten om van elkaar te leren,

om alle aanwezige kennis en kunde binnen onze

De directeuren en teamleiders van rsg de Borgen

organisatie te delen. Op deze manier zijn identiteit en

hebben samen met het College van Bestuur en

handelen onlosmakelijk met elkaar verbonden.

met ondersteuning van de staf hun strategische

beleidsplan voor de komende vier jaar opgesteld. We

Natuurlijk willen we uitvoeren wat verwoord staat

willen adequaat kunnen inspelen op landelijke en

in ons identiteitsbewijs en in onze besturingsfilo-

sofie. Hiervoor hebben we onder andere een goede

regionale ontwikkelingen: vraagstukken als krimp,

besturings- en managementstructuur nodig. In 2014

bezuinigingen en opdrachten van de landelijke

hebben we samen met de directeuren en de coördi-

overheid, zoals Passend Onderwijs en Leraar 2020.

nerend bestuursadviseurs het nieuwe ontwerp van

Deze ontwikkelingen doen een sterk beroep op het

ons besturingsmodel ontwikkeld. In het voorjaar van

gezamenlijk zoeken naar oplossingen. Onze krachten

2014 heeft het College van Bestuur een voorgenomen

bundelen en samenwerken. Gemeenschappelijk

besluit genomen over dit nieuwe besturingsmodel,

versterkend. Samenwerking tussen alle vestigingen

na overleg met de Raad van Toezicht. Vlak voor de

binnen Onderwijsgroep Noord en samenwerken

zomer heeft het College van Bestuur de advies- en

binnen de stichtingen in de regio. Dit betekent ook

instemmingsaanvraag inzake het nieuwe bestu-

samenwerking met onze regionale partners: collega-

ringsmodel en de plaatsingsprocedure voor de

onderwijsinstellingen, organisaties en bedrijven. Het

5


voorwoord

adequaat in kunnen spelen op landelijke- en regionale

beroep. Ruim dertig afdelingsprogramma’s worden

staat beschreven in het strategisch beleidsplan van

uit gemeenschappelijk vakken en beroepsgerichte

ontwikkelingen in combinatie met onze ambities

in 2016 vervangen door tien profielen, bestaande

rsg de Borgen. Eind 2014 was dit plan klaar. Het strate-

profielen keuzevakken. Deze profielen maken het

gisch beleidsplan wordt gevoed vanuit het identi-

mogelijk onderwijs op maat aan de leerling aan te

teitsbewijs en datgene wat we voor onze leerlingen

bieden en optimale leerlijnen naar het mbo vorm te

willen betekenen. In de plannen staan de strategische

geven. In 2014 is binnen geheel Onderwijsgroep Noord

ambities beschreven en wordt beschreven op welke

door middel van een werkgroep gewerkt aan de

wijze we deze ambities willen gaan halen.

voorbereidingen hiervoor.

Sinds ruim twee jaar werken de bestuurders van v(s)o en mbo samen op maatschappelijke thema’s zoals

In 2014 is de aanzet gegeven tot wijziging in de

platform in de provincie Groningen. De bestuurders

december 2014 heeft de voorzitter van het College

demografische krimp en Entree onderwijs, in een

samenstelling van het College van Bestuur. Op 31

nemen bij deze thema’s hun verantwoordelijkheid

van Bestuur, Roel Schilt, afscheid genomen van de

om het onderwijs duurzaam en betekenisvol in de

organisatie. Ondergetekende werd benoemd als

provincie Groningen vorm te blijven geven. Dit vraagt

voorzitter van het College van Bestuur per 1 januari

van een ieder: over de eigen schaduw heenstappen en

2015. In 2014 is een procedure gestart voor een nieuw

vanuit de leerling denken en handelen. Op een goede

lid College van Bestuur.

manier vindt hierover overleg plaats en houden de bestuurders elkaar scherp.

Hierbij dank ik alle medewerkers zeer voor hun inzet

In het kader van de vernieuwingen in het vmbo,

en inspanningen voor onze leerlingen.

worden de beroepsgerichte programma’s in het

vmbo vernieuwd. De nieuwe programma’s worden

eenvoudiger en duidelijker en sluiten straks beter aan

Groningen, 19 juni 2015

voorbereid op hun vervolgopleiding en toekomstige

Astrid Berendsen, voorzitter College van Bestuur

op de actualiteit. Daardoor worden leerlingen beter

6


organisatie

1 Organisatie 1.1 rsg de Borgen

Governance

rsg de Borgen biedt voortgezet onderwijs in de

onderwijs en daarmee een instelling die publieke

rsg de Borgen is een organisatie voor voortgezet

provincies Groningen en Drenthe, regio Wester-

taken uitvoert met door de rijksoverheid beschikbaar

kwartier-Noordenveld. Leerlingen en ouders van elke

gestelde middelen. In de bestuurlijke verhoudingen

levensovertuiging zijn bij rsg de Borgen welkom. Er

met de rijksoverheid heeft rsg de Borgen een grote

zijn vijf vestigingen. In Leek staan de Lindenborg en de

mate van autonomie om deze taken uit te voeren. De

Nijeborg. In Roden staan de Esborg en de Ronerborg

rijksoverheid is verantwoordelijk voor de kwaliteit,

en in Grootegast staat de Woldborg. Samen bieden de

toegankelijkheid en doelmatigheid van het stelsel, de

vestigingen praktijkonderwijs, vmbo, havo, atheneum

weten regelgeving, de kaders en randvoorwaarden.

en gymnasium aan. Met dit brede aanbod zorgen wij

rsg de Borgen is als maatschappelijke onderneming

ervoor dat ieder kind een passende opleiding krijgt. In

verantwoordelijk voor de prestaties met betrekking

totaal geven wij aan bijna 2400 leerlingen onderwijs

tot de publieke taken in de regio en de horizontale en

en dit doen wij met 256 medewerkers.

verticale verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

1.2 Organisatie Organogram

RA AD VAN TOEZICHT

COLLEGE VAN BESTUUR

BESTUURSBUREAU

ESBORG

F iguur 1.1 Organogram

LINDENBORG

NIJEBORG

7

RONERBORG

WOLDBORG


organisatie

Bestuurlijke autonomie gaat hand in hand met

heeft regelmatig overleg plaatsgevonden tussen

wijsinstellingen moeten daarom voldoen aan de eisen

reacties schriftelijk zijn vastgelegd. De medezeg-

verantwoording afleggen en toezicht houden. Onder-

beide partijen waarbij ook alle vragen, adviezen en

van goed bestuur, intern toezicht en verantwoording.

genschapsraad van rsg de Borgen heeft positief

uitgeoefend door de Raad van Toezicht. Naarmate

met de selectieprocedure. Begin 2015 zal de plaat-

geadviseerd op de organisatiewijziging en ingestemd

Het interne toezicht wordt bij rsg de Borgen

singsprocedure worden uitgevoerd en afgerond. Ook

de instellingen hun ‘corporate governance’ beter in

zal in 2015 verdere uitvoering worden gegeven aan de

orde hebben, kan het toezicht vanuit de rijksoverheid

transitie.

worden beperkt, zonder ooit geheel te verdwijnen. Er

Naast de wijziging van de managementstructuur

moet sprake zijn van een goede balans tussen intern

bestaat de transitie uit een cultuurverandering. Deze

toezicht, bestuur, verantwoording en extern toezicht.

is in 2014 ingezet en zal in 2015 meer prioriteit krijgen.

In de statuten van rsg de Borgen is rekening gehouden met de bepalingen van de ‘Code goed onderwijsbe-

zijn tevens reglementen opgesteld en door de Raad

1.3 Identiteit, visie, missie en besturingsfilosofie

en het College van Bestuur. Daarnaast is een regeling

Identiteit

misstand (klokkenluiderregeling) vastgesteld. Voorts

vastgelegd in een identiteitsbewijs.

stuur in het voortgezet onderwijs’. In verband hiermee van Toezicht vastgesteld, voor de Raad van Toezicht

De identiteit van rsg de borgen is in december 2013

inzake het omgaan met een vermoeden van een

Kort samengevat houdt dit in:

kent de Raad van Toezicht een remuneratiecommissie

• we willen mensen laten ontdekken wat belangrijk

en een auditcommissie. Daarmee zijn voor de Raad

en waardevol voor hen is;

van Toezicht de belangrijkste randvoorwaarden voor

• we ‘zien’ mensen; • we verbinden ons aan onze belanghebbenden; • we zoeken anderen op en stellen hun belang

het adequaat uitoefenen van haar toezichthoudende taak gecreëerd.

Organisatie- en managementstructuur

voorop;

• we zijn bewust, bekwaam, betekenisvol; • gemeenschappelijk versterkend: gericht werken

In 2014 is rsg de Borgen verder gegaan met het

aanpassen van de organisatie- en management-

structuur aan het identiteitsbewijs en de besturings-

aan oplossen van gemeenschappelijke vraag-

filosofie van de organisatie. Zoals in het jaarverslag

stukken;

• bewust persoonlijk: elkaar kennen en erkennen,

van 2013 werd vermeld kan het bestaande bestu-

ringsmodel onvoldoende slagvaardig en daadkrachtig

weten wat je voor elkaar kunt betekenen.

inspelen op in- en externe ontwikkelingen. Dit maakt

onderlinge participatie, die de verantwoordelijkheden

Visie Onze visie op de relatie tussen samenleving en onderwijs

organisatie heeft belegd.

Wij zien het als onze opdracht om jonge mensen

het noodzakelijk om van een sterk centraal gestuurde organisatie te gaan naar een organisatie met meer

Een school draagt bij aan de wereld van morgen.

en het eigenaarschap van problemen laag in de

tussen 12 en 18 jaar dicht bij huis onderwijs en

Het College van Bestuur is veelvuldig in gesprek

ontwikkeling te bieden: in de regio Westerkwartier-

geweest met alle betrokken partijen (leidingge-

venden, Raad van Toezicht, medezeggenschapsor-

Noordenveld. Onderwijs dat ambitieus en realistisch

ganen en medewerkers) over mogelijke scenario’s. Dit

tegelijkertijd is. Onderwijs waarbij mensen (leerlingen

heeft geresulteerd in concrete voorstellen voor een

en medewerkers) verantwoordelijkheid krijgen en

managementstructuur die bestaat uit twee regiodi-

verantwoording afleggen.

recteuren bij rsg de Borgen. De vormgeving van de

Onderwijs heeft echter niet het antwoord op elk

managementstructuur en de selectieprocedure voor

(nieuw) maatschappelijk vraagstuk. Mensen moeten

het vormen van de regiodirectie zijn aan de medezeg-

weten wat ze van onderwijsinstellingen mogen

genschapsorganen voorgelegd. Omdat het College

verwachten en wat niet. Wij willen onderwijs zien dat

van Bestuur dit proces zorgvuldig wilde doorlopen

de regie neemt op het terrein van leren en ontwik-

8


organisatie organisatie

kelen en dat haar rol in én naar de samenleving

Missie

Onze vijf ‘Borgen’ vormen samen een sluitend

regionale scholengemeenschap een stevige rol van

In de regio Westerkwartier-Noordenveld willen we als

duidelijk maakt.

betekenis vervullen. Daarom verbinden wij ons stevig

netwerk van sterke scholen. Samen bieden wij

met het primair onderwijs in ons voedingsgebied,

leerlingen in onze regio het uitdagende en stimule-

rende onderwijs dat leidt tot een leven lang leren en

met het vervolgonderwijs in het Noorden en met de

volwaardig burgerschap. Om dit te bereiken is een

maatschappelijke instellingen en het bedrijfsleven in

voortdurende open dialoog nodig met onze partners

onze regio. We blijven doorgaand inzetten op ‘samen

in de regio Westerkwartier-Noordenveld. Het vraagt

werken, samen leren, samen leven’.

dat we letterlijk en figuurlijk onze deuren openzetten,

Wij willen jongeren en volwassenen (onze leerlingen

zodat er wederzijds begrip ontstaat en inzicht groeit

en onze medewerkers) stimuleren en ondersteunen

in de vraagstukken waarvoor wij gezamenlijk staan.

om een waardevol leven te leiden, zowel in hun eigen

Wij willen leren van onze partners uit het primair en

ogen als in de ogen van anderen. Wij helpen hen om

vervolgonderwijs, uit het bedrijfsleven en maatschap-

succesvol te zijn in de samenleving, in het vervolgon-

pelijke instellingen en we willen onze kennis met hen

derwijs en in het beroep van hun keuze. Een belangrijk

delen. De regionale scholengemeenschap de Borgen

onderdeel van onze rol is dat wij hen zélf leren

en Westerkwartier-Noordenveld horen bij elkaar. Onze

ontdekken, keuzes maken en kansen zien. Wij willen

onderwijsinstelling neemt een centrale plaats in in

hen daarbij begeleiden en hen zo goed mogelijk

de ontwikkeling van jonge mensen in een belang-

toerusten om hun doelen te bereiken.

rijke fase van hun leven. We willen onze leerlingen

Onderwijs is meer dan kennis en vaardigheden

optimaal opleiden en begeleiden en hen bagage

overbrengen en daarin hoogwaardige prestaties

meegeven voor een zinvol bestaan. Als we daarin

leveren. De regionale scholengemeenschap de Borgen

slagen heeft ons onderwijs de plek in de samenleving

wil mensen ook uitdagen om betekenisbewust

die het in onze ogen verdient en hoort te hebben.

te worden. Hiermee bedoelen we dat mensen die afkomstig zijn van onze scholen bekwame (vak)

Onze visie op onderwijs

mensen zijn, die bovendien weten welke bijzondere

We gaan voor onderwijs dat de toon zet waar het

waarde ze voor anderen kunnen en willen hebben in

gaat om leren, talentontwikkeling en het vinden van

de regio Westerkwartier-Noordenveld en daarbuiten.

antwoorden op maatschappelijke vraagstukken. We

We drukken deze missie uit in onze merkbelofte: bij

leiden op voor vervolgonderwijs en een baan. We

rsg de Borgen worden mensen bewust, bekwaam en

bieden niet alleen een uitstekende onderwijskwaliteit;

zijn ze betekenisvol.

wij gaan een stap verder. Wij willen in ons onderwijs

de begrippen ‘waardevol’ en ‘geluk’ vertalen naar een

Besturingsfilosofie

Wij willen betekenisvol onderwijs zien en onderwijs

Waar in ons identiteitsbewijs nadrukkelijk de leerling

De identiteit is de basis voor de besturingsfilosofie.

leven lang leren en ontwikkelen.

centraal staat, geldt in het verlengde daarvan dat

dat geen andere grenzen accepteert dan de grenzen

in onze besturingsfilosofie de medewerker centraal

van de ambities en talenten van mensen die aan haar

staat. Wat hebben onze medewerkers nodig om de

worden toevertrouwd. Betekenisvol onderwijs dat

belofte aan de leerling waar te maken?

jonge mensen uitdaagt om te ontdekken waar ze

• Centraal staat de professional, in zijn betekenis

voor staan, wat hen drijft, waar ze goed in zijn en wat

voor leerlingen: medewerkers zijn zich bewust van

ze waard zijn. We willen jonge mensen leren zichzelf

hun drijfveren, passie en mogelijkheden.

en elkaar te respecteren en zich verantwoordelijk te

• Verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de

voelen voor elkaar en voor de wereld van morgen. Dit

organisatie: de medewerker krijgt professionele

steevast vanuit de overtuiging dat ieder mens iets wil

ruimte om bewust, bekwaam, betekenisvol te

en kan betekenen voor anderen.

handelen. De verantwoordelijkheden worden zo

Daarom creëren we in onze scholen de voorwaarden

‘laag’ mogelijk in de organisatie belegd, daar waar

voor mensen om maximaal te kunnen presteren: in

de beïnvloeding mogelijk is.

hun persoonlijke leven, in hun professionele leven en

• Samen werken = samen sterker . • Inspirerend en coachend leiderschap:

als burger in onze samenleving. Dat geldt voor onze leerlingen en voor onze medewerkers.

9


organisatie

1.5 Leerlingenaantallen

management creëert condities waaronder

medewerkers hun verantwoordelijkheid kunnen

Leerlingenaantallen

waarmaken.

• Professionaliseren is een verantwoordelijkheid van

per opleiding

iedere medewerker.

• Talentontwikkeling.

Een heldere verantwoordelijkheidsverdeling

Centraal wordt het ‘wat’ vastgesteld, decentraal het ‘hoe’.

1.4 Strategische beleidsdoelen

2013-2014

2014-2015

basisvorming lwoo

106

103

basisvorming avo/vmbo

969

1021

lwoo

57

74

vmbo

626

620

havo

405

395

vwo

258

288

pro

94

101

2.515

2.602

2013-2014

2014-2015

Lindenborg

1.194

1.256

Nijeborg

663

660

Ronerborg

354

372

Woldborg

202

209

Esborg

102

105

Totaal

2.515

2.602

Strategische koers

Totaal

vastgelegd. Vanuit deze identiteit is de verbinding

Leerlingenaantallen

In 2013 heeft rsg de Borgen haar identiteit opnieuw gemaakt naar de strategische koers voor de komende

per vestiging

vier jaar. In 2014 is besproken in welke richting rsg de Borgen zich de komende jaren wil ontwikkelen. Deze discussie is gevoerd in samenspraak met een brede

vertegenwoordiging van de stakeholders: wethouders, zorgverleners, medewerkers uit het basis- en

vervolgonderwijs, het bedrijfsleven en ouders. In een bijeenkomst in februari spraken ze met de directie

over de toekomst van rsg de Borgen. De opbrengst

hiervan is in maart besproken met de medewerkers.

Daarnaast is hen gevraagd ideeën mee te geven voor de plannen voor de komende jaren. In beide bijeen-

komsten zijn waardevolle suggesties gedaan die rsg

de Borgen zal gebruiken voor haar strategische koers voor 2015-2019. Eind 2014 was de strategische koers nog niet vastgesteld.

10

kwaliteit

2 Kwaliteit 2.1 Onderwijsontwikkelingen

Krimp

Er is in 2013 een identiteitsbewijs voor rsg de Borgen

komen en dus ook minder inkomsten. Scholen worden

Krimp heeft tot gevolg dat er minder leerlingen

opgesteld. Dit bewijs vormt het kompas voor

hierbij voor de opgave geplaatst om met minder

beleidskeuzes in de komende jaren. De uitwerking

middelen toch goed onderwijs te verzorgen. Dit is

van het nieuwe identiteitsbewijs is vertaald in de

een lastig vraagstuk; de kerntaak van de school blijft

merkbelofte bewust, bekwaam en betekenisvol. Dit

immers het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs.

identiteitsbewijs is gedeeld met alle medewerkers en

Ook rsg de Borgen wordt op termijn geconfronteerd

de samenwerkende partners in de regio. Extern heeft

met krimp. In 2014 zijn de effecten van krimp voor

de positionering geleid tot activiteiten ter versterking

rsg de Borgen doorgerekend. In maart 2014 is een

van een netwerk van sterke scholen. De transitie

conceptdocument verschenen hoe hierop te antici-

peren. Niks doen is geen optie. Maar dit anticiperen

bij Onderwijsgroep Noord, waarbinnen de nieuwe

moet wel doordacht gebeuren, waarbij we ‘doordacht’

besturingsfilosofie en de visie op leiderschap, heeft

definiëren als: de leerling centraal, respectvol naar

intern geleid tot een bottum up aanpak ten aanzien

de medewerker, met oog voor de kwaliteit van het

van effectieve en efficiënte teamvorming.

onderwijs en binnen de beschikbare financiële

ruimte. Uit deze opsomming blijkt reeds het integrale

Naast de transitie en positionering hebben onder-

staande wetgeving en maatregelen geleid tot een

karakter. Het gaat om goed onderwijs, het heeft

Borgen-brede bezinning op de visie op leren en

betrekking op het personeelsbeleid en last but not

begeleiden en de uitwerking hiervan:

least is het financiële kader ook relevant. Binnen het

• Participatiewet; • AWBZ; • Transitie jeugdzorg; • Passend Onderwijs; • Veranderingen in het (v)mbo.

bestuursbureau wordt nu beleid voorbereid om op een adequate wijze op de krimp te anticiperen. Wij

beogen vanuit dit beleid rsg de Borgen optimaal te kunnen begeleiden in het anticiperen op de krimp.

Hierbij is nadrukkelijk gezocht naar zowel een

Onderwijsmanifest

zorgketen, als naar een horizontale verbinding tussen

nagenoeg alle VO-scholen in de provincie Groningen

Op 21 februari 2014 hebben de bestuurders van

verticale verbinding met externe partners in de

het Onderwijsmanifest Groningen genaamd

de locaties.

‘Kwaliteit en Toekomst Voortgezet Onderwijs

11


kwaliteit

provincie Groningen’ getekend. Met dit manifest

De schoolbestuurders, verenigd in het Bestuurlijk

daarbij dat er tal van ontwikkelingen op het voort-

om niet meer afzonderlijk maar samen te zoeken naar

kijken bestuurders 10 jaar vooruit. Zij constateren

Platform VO-MBO Groningen hebben afgesproken

gezet onderwijs af komen die het nodig maken

oplossingen. Goed onderwijs voor alle leerlingen in de

om tijdig stappen te zetten en beslissingen te

provincie Groningen is daarbij het uitgangspunt.

nemen, bijvoorbeeld dalende leerlingenaantallen.

Overzicht aangeboden onderwijsvormen in 2014 Vestiging

Onderwijs

Esborg, Roden

praktijkonderwijs

Lindenborg, Leek

gymnasium, atheneum, technasium, havo

Nijeborg, Leek

vmbo

Ronerborg, Roden

daltononderwijs voor vmbo en havo

Woldborg, Grootegast

vmbo, havo

Pedagogisch-didactisch klimaat

vmbo waren aanleiding voor horizontale samen-

Het pedagogisch-didactische klimaat van rsg de

werking binnen de stichting. Onder leiding van een

gericht op het versterken van talenten en mogelijk-

in opdracht van een stuurgroep bestaande uit staf

Borgen kenmerkt zich door een positieve benadering,

externe adviseur heeft een adviesgroep van docenten,

heden van de leerling. Passend onderwijs en omgaan

en management, gewerkt aan de voorbereiding

met verschillen worden in die zin niet als extra

op de invoering hiervan in zowel de onder- als

aandachtspunten beschouwd, maar als kaders

de bovenbouw. Belangrijk uitgangspunt van de

die op een logische en natuurlijke manier kunnen

opdracht was, naast advies over modellen voor de

worden vervlochten met de pedagogisch-didactische

leerprogramma’s en de aan te bieden profielen,

uitgangspunten. Handelingsgericht en opbrengst-

loopbaanleren (LOB) als rode draad voor de onderwijs-

gericht werken zijn hierin een integraal onderdeel.

programma’s. De eindrapportage die begin december

Voorbeelden van het benutten van talenten van

is opgeleverd, is de basis voor de verdere uitwerking

leerlingen zijn het uitdagen van leerlingen om extra

en concretisering. Hiertoe worden werkgroepen

vakken te volgen of om één of meerdere vakken op

samengesteld die op basis van opdrachten van de

een hoger niveau te volgen.

stuurgroep in 2015 van start zullen gaan.

In december 2014 is het Ondersteuningsplan vastge-

steld. Hierin is de wijze waarop rsg de Borgen vorm wil

Onderwijs en ict

zorgplicht beschreven (zie 2.2). Daarnaast is ook de

volgende aandachtsgebieden:

De ontwikkelingen zijn onder te verdelen in de

geven aan passend onderwijs en de daarbij horende

(OPP) in de praktijk gebracht. Het werken met

• Visie op leren; • Keuze voor een device; • Leermiddelenbeleid; • Gebruik maken van de ELO; • Gebruik maken van een leerlingvolgsysteem; • Deskundigheidsbevordering docenten;

in ontwikkeling. Het implementatietraject verschilt

Op alle scholen is een leerlingvolgsysteem en een

De vernieuwde examenprogramma’s binnen het

maakt het mogelijk om leeractiviteiten te arran-

notitie passend onderwijs opgeleverd. Hierin worden de belangrijke zaken die door passend onderwijs zijn veranderd, aangescherpt of verbeterd, nader uitgewerkt.

Op alle locaties zijn ontwikkelingsperspectiefplannen groepsplannen voor alle klassen is Borgen-breed nog

elektronische leeromgeving (ELO) in gebruik. De ELO

per locatie.

12


kwaliteit

geren en kan worden gebruikt als ondersteuning

bijdrage aan deze verandering optimaal vormgeven.

leerlinggegevens. Het leerlingvolgsysteem wordt

de kaderbrief.

bij maatwerk, differentiatie en het analyseren van

Passend onderwijs is één van de speerpunten binnen

gebruikt om met ouders en leerlingen te communiceren over de studievoortgang.

Zorgplicht

Binnen rsg de Borgen is een begin gemaakt met de

sturen een zorgplicht. Dit betekent dat zij vanaf dat

Met ingang van 1 augustus 2014 hebben schoolbe-

aanschaf en het gebruik van tablets, maar de ontwik-

moment iedere leerling die extra ondersteuning nodig

kelingen op dit gebied verschillen per locatie. Een deel

heeft, een passende onderwijsplek moeten bieden.

van de lesmethodes is inmiddels digitaal beschikbaar.

Deze plek kan zich bevinden op de eigen school of, als

Daarnaast wordt de tablet in de klas ook gebruikt bij

de leerling daar beter op zijn plaats is, op een andere

diverse werkvormen en voor het digitaal registreren

school in het reguliere onderwijs of het (voortgezet)

en verwerken van de aanwezigheid van leerlingen. Bij

speciaal onderwijs.

rsg de Borgen is, naast de ondersteuning vanuit het

Samenwerken

bestuursbureau, een externe adviseur betrokken bij de

Om de zorgplicht te kunnen waarmaken, werken

implementatie van ict in het onderwijs.

reguliere scholen en scholen voor (voortgezet)

speciaal onderwijs samen in een samenwerkings-

De wijze waarop docenten gebruik maken van de

verband (swv). rsg de Borgen werkt samen in het

mogelijkheden van de ELO, apps en andere digitale

samenwerkingsverband Groningen Ommelanden. Dit

hulpmiddelen en het in kaart brengen van de competenties van docenten, is nog een ontwikkelpunt. Het

samenwerkingsverband is in 2013 officieel opgericht.

scholingsaanbod van de OGN Academie ten aanzien

De directeuren die bestuurder zijn in het samen-

werkingsverband, zijn door het College van Bestuur

van ict-gebruik is nog beperkt.

gemandateerd.

In 2014 is er onder leiding van Paul Schuitman, een

De scholen binnen het samenwerkingsverband

externe adviseur van VO Content, gewerkt

hebben dit jaar gezamenlijk een ondersteuningsplan

aan het formuleren van een gezamenlijke visie op

opgesteld. In dit plan is vastgelegd welke basisondersteuning alle scholen binnen het samenwer-

onderwijs. Dit heeft geleid tot een Visie op leren

kingsverband bieden, hoe de extra ondersteuning is

& ict en tot het formuleren van leermiddelenbe-

leidsplannen. Verder kwam hieruit het besef dat er

georganiseerd en hoe ze het geld gaan besteden.

aandacht moet zijn voor doorlopende leerlijnen voor leerlingen die overstappen tussen de

Ondersteuning bieden

en ict-bewustzijn van docenten en leerlingen en

verantwoordings- en planningsdocument voor intern

Het ondersteuningsplan van rsg de Borgen is een

vestigingen van rsg de Borgen, voor ict-vaardigheden

en extern gebruik. Het bevat een beschrijving van

dat (ict-)kennisuitwisseling tussen docenten beter

de huidige situatie van de basisondersteuning en de

gestimuleerd moet worden.

extra ondersteuningsmogelijkheden voor leerlingen

en het formuleert aandachtspunten ter verbetering.

2.2 Zorgbeleid

Ook heeft op elke vestiging een traject plaatsge-

vonden voor differentiatie: leraren worden geschoold

De afgelopen jaren hebben we ons al voorbereid

in het omgaan met verschillende leerlingen in de

op de consequenties van het wetsvoorstel passend

klas. Hierdoor kunnen leerlingen zo veel mogelijk

onderwijs. Passend onderwijs is een weerbarstig

extra ondersteuning in de klas krijgen, in plaats van

thema dat in- en extern nogal wat van ons vraagt. Het

daarbuiten.

brengt meerdere veranderingen met zich mee. Van

veranderingen op het niveau van samenwerkingsver-

Voortijdig schoolverlaten

de vestigingen.

tegengaan van voortijdige schooluitval (vsv) aange-

banden tot veranderingen in de zorgstructuur binnen

Het kabinet Rutte II heeft de doelstelling voor het

scherpt. Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters

Voor ons staan nadrukkelijk de leerlingen hierbij

mag in 2016 nog maar maximaal 25.000 zijn.

centraal, en met name voor hen willen wij onze

13


kwaliteit

Hieronder treft u de voorlopige aantallen voortijdig schoolverlaters voor rsg de Borgen (2013-2014) deelnemers

vsv’ers

% vsv

streef-norm

prestatie-norm

Totaal

2.411

5

0,2%

vo onderbouw

1.268

0

0,0%

0,2%

1,0%

vmbo bovenbouw

682

4

0,6%

1,5%

4,0%

havo/vwo bovenbouw

461

1

0,2%

0,1%

0,5%

Voor de periode 2012-2015 zijn daarvoor nieuwe

geëvalueerd. Op grond van de evaluatie heeft

ingang van de nieuwe convenanten zijn nieuwe

plaatsgevonden. Daaropvolgend is een begin gemaakt

prestatiegerichte convenanten afgesloten. Met

vervolgens een herbezinning op de visie op auditen

doelstellingen gesteld, is de meetsystematiek

met het herijken van de visie op en de instelling van

aangepast en is de nieuwe bekostigingssystematiek

professionele audits. In plaats van conformerend

ingevoerd. Zo krijgen scholen een vaste voet (afhan-

en beoordelend wordt door Onderwijsgroep Noord

kelijk van het aantal leerlingen) en een prestatiedeel.

gekozen voor waarderend auditen.

De prestaties worden bekeken aan de hand van lande-

Kern van deze opzet ligt in de centrale plaats voor de

lijke normen. Indien de doelstellingen niet worden

leer- en ontwikkelvraag van de te auditen school. Het

behaald, krijgt de instelling alleen de vaste voet.

doel van audits is het leer- en ontwikkelproces dat

in de scholen bestaat, te activeren en te richten door

De voorlopige cijfers voor het convenant jaar

middel van externe reflectie. Daarmee is nadrukkelijk

2013-2014 laten zien de prestatienormen voor alle

gekozen voor het zelfontwikkelingsperspectief met

onderdelen zijn behaald.

verantwoordelijkheid voor het ontwikkelproces zo laag mogelijk in de organisatie. Vanuit deze visie

op auditen zijn auditteams samengesteld en is een

2.3 Onderwijskwaliteit

auditpool gevormd van medewerkers uit alle stich-

tingen die binnen hun taakomvang ingezet kunnen

In 2014 lag bewaking van de reguliere kwaliteitscyclus

worden als auditor.

met name in handen van de kwaliteitszorgcoördi-

In 2014 zijn de auditoren getraind. In 2014 zijn er nog

natoren op de vestigingen. In de meeste gevallen

geen audits uitgevoerd bij rsg de Borgen.

maakt de kwaliteitszorgcoördinator deel uit van het

vestigingsmanagementteam. De kwaliteitszorgcoör-

Vensters VO en Scholen op de kaart

genda, voor de uitvoering van de tevredenheidson-

vulling en actueel houden van de informatie op

dinator zorgt voor de bewaking van de kwaliteitsa-

Alle vo vestigingen dragen zorg voor structurele

derzoeken en de ondersteuning bij de analyse van de

deze site. Hoewel de publieke belangstelling voor

sturingsinformatie. Daarnaast heeft de kwaliteits-

de scholen via ‘Scholen op de kaart’ nog tegenvalt,

zorgcoördinator een rol in de zelfevaluaties en de

blijft rsg de Borgen deze manier van transparantie en

voorbereiding op interne en externe onderzoeken:

horizontale verantwoording nadrukkelijk aandacht

de audits en de inspectiebezoeken. Onderlinge

geven.

afstemming en samenwerking tussen alle kwaliteitscoördinatoren binnen Onderwijsgroep Noord wordt

Klachtenregeling

plaats tijdens de bijeenkomsten die drie maal per jaar

om klachten in eerste instantie op te lossen dicht bij

De klachtenregeling van rsg de Borgen is erop gericht

gecoördineerd vanuit het bestuursbureau en vindt

de plek waar ze zijn ontstaan. Als dit niet lukt kan de

plaatsvinden.

klacht bij het College van Bestuur worden neergelegd

Interne kwaliteitsonderzoeken: Audits

en vervolgens bij de externe Landelijke Klachtencom-

De opzet, uitvoering en opbrengst van de audits

missie (LKC). In 2014 bereikten het College van Bestuur

binnen Onderwijsgroep Noord zijn zorgvuldig

geen klachten.

14


kwaliteit

2.4 Beoordeling In het kader van Opbrengstgericht werken worden op alle vestigingen de uitkomsten van verschillende presta-

tiemetingen en de voortgang van de leerlingen continu bijgehouden en geanalyseerd. Vervolgens worden deze gebruikt om gericht actie te ondernemen (PDCA cyclus). Hierin spelen de vakgroepen een belangrijke rol.

Opbrengstenkaart 2014

In de opbrengstenkaart benoemt de inspectie een aantal kwaliteitsaspecten, zoals doorstroomgegevens en examenresultaten. Hieronder staan voornoemde aspecten voor het jaar 2014 vermeld. Vestiging

Leerweg

Ronerborg

vmbo-(g)t

Nijeborg

Rendement onderbouw*

% in leerjaar 3 zonder zittenblijven

% van leerjaar 3 naar diploma zonder zittenblijven

+/-

100%

90%

vmbo-b vmbo-k vmbo-(g)t

+/+/+/-

100% 100% 100%

82% 73% 86%

Woldborg

vmbo-(g)t

+/-

97%

89%

Lindenborg

havo vwo

+/-

97% 100%

76% 60%

+/-

+/- = gemiddeld, - = onder gemiddeld, -- = ruim onder gemiddeld, + = bovengemiddeld, ++ = ruim boven gemiddeld.

Examenuitslagen 2014 Vmbo-BB Vestiging Nijeborg

Gem. CE

Verschil SE-CE

Slagingsperc.

6.6

0.0

98%

Het verschil tussen CE-SE is nihil. Het landelijke slagingspercentage voor de BB is 96.6%. Het landelijk gemiddeld examencijfer voor de BB = 6.7. De Nijeborg scoort bij de eerste indicator boven het landelijk gemiddelde en bij de tweede indicator iets onder het landelijk gemiddelde.

Vmbo-Kader Vestiging Nijeborg

Gem. CE

Verschil SE-CE

Slagingsperc.

5.9

0.4

90%

Het verschil CE-SE is minder dan 0.5. Het landelijke slagingspercentage voor de KB is 94.91%. De Nijeborg scoort

onder het landelijk gemiddelde. Het landelijk gemiddeld examencijfer voor de KB= 6.7. Ook hier scoort de Nijeborg onder het landelijk gemiddelde.

15


kwaliteit

Vmbo-TL Vestiging

Gem. CE

Verschil SE-CE

Slagingsperc.

Woldborg

6.5

0.1

92%

Nijeborg

6.4

0.1

89%

Ronerborg

6.5

0.1

99%

Het verschil CE-SE is voor alle vestigingen minder dan 0.5. Het landelijke slagingspercentage voor de TL is 93.4%. De Woldborg en Nijeborg scoren bij het slagingspercentage onder het landelijk gemiddelde. Het landelijk gemiddeld examencijfer voor TL is 6.4.

Havo/vwo Vestiging

Gem. CE

Verschil SE-CE

Slagingsperc.

Lindenborg havo

6.5

0.1

97%

Lindenborg vwo

6.5

0.3

91%

Het verschil SE-CE is voor beide sectoren op de Lindenborg minder dan 0.5. Het landelijke slagingspercentage voor havo is 87.9% en voor vwo 89.7%. De Lindenborg scoort met beide leerwegen boven het landelijk gemiddelde. Het landelijk gemiddelde examencijfer voor de havo is 6.4 en voor vwo 6.4. Ook bij deze indicator scoort de Lindenborg boven het landelijk gemiddelde.

Alle examenuitslagen zijn binnen de vestigingen geanalyseerd. Waar nodig zijn verbeteracties ingezet.

Inspectiebezoeken

Onderwijstijd

arrangement.

gingen voldoen aan de gestelde eisen, dat wil zeggen

Alle scholen van rsg de Borgen hebben een basis

Voor het schooljaar 2013/2014 geldt dat alle vesti-

de vestigingen hebben de minimumnormen voor al

In januari vond een thematisch bezoek van de

hun opleidingen gehaald.

inspectie plaats bij de Woldborg. De focus lag op

Het voortgezet onderwijs kent minimumnormen voor

de theoretische leerweg. Er waren vele gesprekken

onderwijstijd. Alle leerlingen in de onderbouw en de

met diverse geledingen en er zijn lessen bezocht. De

bovenbouw hebben recht op minimaal 1000 klokuren

bevinden waren gemiddeld voldoende. Het basisar-

rangement van de Woldborg is met een jaar verlengd.

onderwijs per schooljaar. In het examenjaar is de

De verbeterpunten hebben een plek in het vestigings-

norm 700 uur.

jaarplan gekregen. Vanaf het schooljaar 2014-2015

Alle vestigingen houden de actuele gerealiseerde

wordt aan de verbeteringen gewerkt.

onderwijstijd bij en rapporteren dit. Over het

Verder waren er in 2014 geen inspectiebezoeken bij

algemeen is de gerealiseerde onderwijstijd conform

rsg de Borgen.

de planning. De minimale normen voor de onderwijstijd worden gehaald.

16

leer- en werkomgeving

3

Leer- en werkomgeving 3.1 Internationalisering en culturele diversiteit

en Italië; het thema was water. Dit najaar waren de

leerlingen in Spanje en Italië (Vicenza, Venetië, Padova en Cittadella) waar ze een fantastische tijd beleefden.

De website van rsg de Borgen toont de link ‘Interna-

Leerlingen waren in april in La Spezia, het Instituto

tionalisering’. De pagina vertelt in het Engels over de

Fossati, in Italië. De leerlingen logeerden bij gastge-

vestigingen en hun onderwijsaanbod en daarnaast

zinnen; dé manier om in aanraking te komen met en

e-mailcontacten tot fysieke uitwisseling en praktische

De Lindenborgexcursies gingen naar Rome, Berlijn,

te leren van een andere cultuur: onderdompeling.

over hun internationale ervaringen. Die variëren van

München en Bremen. De Woldborgexcursies gingen dit

trainingen in het buitenland. Internationale ervaringen

jaar naar Bottrop/Keulen, Borkum en de Ardennen. De

horen bij onderwijs; het is een middel om te groeien tot

Ronerborg organiseerde een werkweek in Londen.

een competent Europees burger.

Zo proberen de vestigingen te bereiken dat al hun

De vestigingen van rsg de Borgen besteden alle

leerlingen in hun schoolloopbaan contacten hebben

aandacht aan internationalisering. Bestaande

met het buitenland. Internationalisering, de ‘tool to

projecten worden, waar mogelijk en wenselijk, gecontinueerd en nieuwe partners worden gezocht bij de

become a competent European Citizen’!

ideeën en wensen van de vestigingen. Door internatio-

nalisering in te bedden in het curriculum, krijgt het een steviger plaats in de organisatie.

3.2 Arbo & Veiligheidsbeleid

subsidieregelingen van het Europees Platform/

Arbo en veiligheid heeft onze voortdurende aandacht

vormt een goede ondersteuning voor de scholen. Ook

gestart met de vierjaarlijkse risico-inventarisatie

Vestigingen van rsg de Borgen maken gebruik van

en daarom zijn de vestigingen in 2014 opnieuw

Erasmus+. Europa als Leeromgeving Op School (ELOS)

en evaluatie (RI&E). Als de vestigingen deze begin

dit is internationalisering, maar dan zonder fysieke

2015 gereed hebben, zullen deze worden getoetst

verplaatsing; internationalisering@home. Daar vallen

door de Arbodienst. In aansluiting hierop worden de

ook de ‘talendorpen’ van de Ronerborg en de Woldborg

uitkomsten van de RI&E in het schoolveiligheidsplan

onder. Leerlingen converseren een aantal dagen in een

verwerkt. Alle vestigingen zijn door middel van een

vreemde taal (Engels, Duits en Frans) in het talendorp

informatiebijeenkomst op de hoogte gebracht van

in verschillende situaties zoals bij de dokter, de

de aandachtspunten uit de RI&E van 2011. Deze

supermarkt en de politie. Al jaren is de Nijeborg actief

aandachtspunten worden meegenomen in de nieuwe

op het gebied van internationale uitwisselingen. In het

RI&E.

voorjaar ontving de school leerlingen uit Polen, Spanje

17



Via de maandrapportage aan het College van Bestuur

Voorlopig gegunde aanbestedingen

schoolveiligheidsplannen inzichtelijk gemaakt. In

2014 en worden afgerond en definitief gegund in 2015.

De voorlopig gegunde aanbestedingen zijn gestart in

en de directeuren wordt de voortgang van RI&E en

• Voor de zomervakantie 2014 is gestart met de

december 2014 is ongeveer de helft van de RI&E’s

aanbesteding gratis schoolboeken voor het VO.

opnieuw uitgevoerd en is ongeveer de helft van de

Voorlopig is de opdracht gegund aan Iddink. Zij

schoolveiligheidsplannen geactualiseerd. Begin 2015

worden naar verwachting de komende vier jaar de

zal dit 100% moeten zijn.

leverancier.

Geconstateerd is dat bij incidenten waarbij zich letsel

• In december 2014 is de levering van Windows

heeft voorgedaan, er veelal in een te laat stadium

werkplekken aanbesteed. Voorlopig is deze

melding wordt gedaan bij de inspectie en bij de

opdracht gegund aan Scholten Awater.

verzekeringsmaatschappij. Vestigingen zijn over de

Waarschijnlijk zullen zij de komende vier jaar onze

eventuele (financiële) gevolgen hiervan geïnformeerd.

nieuwe leverancier zijn.

Met betrekking tot arbo- en veiligheid hebben zich geen noemenswaarde zaken voorgedaan.

Omdat in 2014 niet is toegekomen aan het segment drukwerk (o.a. enveloppen, briefpapier en folders)

3.3 Huisvesting en Facilitair

en papier zal deze opnieuw worden geagendeerd

om te worden aanbesteed. Daarnaast willen we de

Huisvesting

afvalinzameling aanbesteden en onderbrengen bij

De eerste verdieping van de Nijeborg is verbouwd tot

één leverancier. Laatst genoemde aanbesteding wordt

een open leercentrum.

gecombineerd met duurzaamheidsdoelstellingen en social return.

Inkoop en aanbesteden

Door continue aandacht te hebben voor inkopen en

Jaarlijks zal de afdeling Huisvesting en Facilitair de

en de kwaliteit en rechtmatigheid van onze aankopen

verstrekken en hierin aangeven of zij een rol heeft.

aanbesteden, proberen we de uitgaven te verminderen

aanbestedingskalender aan de medezeggenschap

te vergroten. Daarom hebben we ons inkoop- en

Zodra dit overzicht wordt verstrekt, is het mogelijk om

aanbestedingsbeleid geëvalueerd en in 2014 bijgesteld.

hierover met elkaar van gedachten te wisselen.

De notitie inkoop- en aanbestedingsbeleid is tevens voorgelegd aan de medezeggenschapsorganen die hierop hun instemming hebben gegeven. In 2015

3.4 Digitalisering

betrokkenen onder de aandacht worden gebracht.

Informatiebeleidsplan

Bij de accountantscontrole voor het jaar 2013 is gecon-

als doel het beter gebruiken en inrichten van onze

zullen de uitgangspunten opnieuw bij de belangrijkste

In 2014 is een Informatiebeleidsplan opgesteld met

stateerd dat nog niet overal doelmatig en rechtmatig

informatie en informatiesystemen. Verder moet het

wordt ingekocht. Daarom is afgesproken dat in 2015

Informatiebeleidsplan ons helpen beter in te spelen

per kwartaal een voortschrijdend jaargemiddelde van

op organisatieveranderingen, wetgeving, toenemende

de uitgaven wordt gemaakt, zodat eerder wordt gesig-

verantwoordingsbehoeftes en digitalisering van

naleerd dat er (Europees) moet worden aanbesteed.

onderwijs en bedrijfsvoering.

De belangrijkste thema’s in het Informatiebeleidsplan

Afgeronde aanbestedingen 2014

zijn, kort samengevat:

• Per 1 januari 2014 zijn opstal- en inboedelverze-

• Inrichten van informatiemanagement en applica-

kering voor een periode van twee tot maximaal

tiearchitectuur;

vier jaar ondergebracht bij Amlin en Raetshagen.

• Verzorgen van management- en stuurinformatie

tract met Maetis-Ardyn verlengd.

• Efficiënt inrichten en gebruiken van onze commu-

multifunctionals voor alle scholen en het

• Leerlingen optimaal ondersteunen bij het

• Per 1 januari 2014 is het Arbodienstverleningscon-

op maat;

• Op 6 oktober 2014 is de aanbesteding voor

nicatiemiddelen;

vormgeven van hun leerproces, via een

bestuursbureau gegund aan Konica Minolta.

18



gepersonaliseerde leeromgeving;

points. Inmiddels zijn diverse partijen uitgenodigd

• Medewerkers optimaal ondersteunen bij hun werk

om informatie aan te leveren. De verwachting is dat

via een gepersonaliseerde werkomgeving;

in 2015 alle access points zullen worden vervangen

• Betere ondersteuning van professionalisering van

om daarmee de verwachte groei van het gebruik

medewerkers, door het bieden van mogelijkheden

van mobiele apparaten de komende jaren op een

voor het digitaal en (in)formeel delen van kennis

adequate wijze te kunnen verwerken.

en informatie.

Software

In april 2014 is Microsoft gestopt met de onder-

Het Informatiebeleidsplan is in 2014 vastgesteld door

steuning van Windows XP. In 2014 zijn daarom alle

het College van Bestuur en de managementteams. De

personal computers en laptops geüpgraded naar

verschillende thema’s worden nu verder uitgewerkt.

Windows 7. Apparaten waarop Windows 7 niet kon

Ontwikkelingen

worden geïnstalleerd, zijn afgevoerd. Inmiddels zijn

De ontwikkelingen binnen ict gaan in snel tempo.

de voorbereidingen gestart voor het gebruik van

Verwacht wordt dat over een aantal jaren iedere

Windows 8.x voor het gebruik van tablets. Daarnaast

leerling minimaal één mobiel apparaat gebruikt

zijn ook de eerste stappen gemaakt richting Office 365

binnen het leerproces. Met name bij gepersonaliseerd

en het meer gaan werken in de Cloud.

leren biedt dit voordelen. Een andere ontwikkeling is dat tijd- en plaatsonafhankelijk werken steeds

Hardware

deze ontwikkelingen en is voortdurend bezig met

nieuwe Europese Aanbesteding voor personal

In 2014 zijn de voorbereidingen gestart voor een

meer gewenst is. De ict-afdeling is zich bewust van

computers, laptops en Windows tablets. Het lopende

innovatie, aanpassingen, ontwikkelingen en vernieuwingen binnen de huidige omgeving. Werkzaam-

contract met Bossers en Cnossen loopt begin maart

heden in dit kader in 2014 staan hieronder beschreven.

2015 af. Er is voor gekozen de iPads van Apple buiten

deze Europese aanbesteding te houden. Er wordt in de

Netwerk Onderwijsgroep Noord

aanbesteding gezocht naar een aanbieder die in staat

In 2014 is de toegang tot het netwerk van Onder-

is een breed assortiment A-merken te kunnen leveren.

wijsgroep Noord meerdere malen doelwit geweest

Wanneer de leverancier bekend is zal de keuze voor

van aanvallen vanaf internet. De aanvallen vallen

merk/type apparaat opnieuw worden vastgesteld.

onder de categorie DDoS. Er is een recherchebureau

gevraagd om onderzoek te doen naar de bron van de

Tablets

de effecten van de aanvallen te minimaliseren. Het

iPads in gebruik genomen door zowel leerlingen als

Op meerdere vestigingen zijn de afgelopen jaren

aanvallen en ook is gevraagd advies uit te brengen om

personeelsleden.

onderzoek heeft ertoe geleid dat een van de bronnen van de DDoS aanvallen is opgespoord. Mede naar

aanleiding van de toename van de aanvallen en de

Multifunctionals

gerealiseerd waardoor de impact van de mogelijke

Europese aanbesteding van Multifunctionals voor

In 2013 is gestart met de voorbereiding van de

uitgebrachte adviezen zijn inmiddels aanpassingen

alle vestigingen ter vervanging van drie aflopende

aanvallen in de toekomst wordt geminimaliseerd.

contracten. In 2014 zijn alle netwerkprinters en

Draadloos netwerk

Multifunctionals van alle vestigingen vervangen

Ten opzichte van 2013 is het aantal verbindingen

door twee types Multifunctionals. Er is een nieuwe

van draadloze apparaten die gelijktijdig verbonden

leverancier geselecteerd: Konica Minolta. De nieuwe

zijn met het draadloze netwerk met circa 50%

aanbesteding levert een aanzienlijke besparing op.

toegenomen. Deze toename leidt ertoe dat er steeds

De kosten per afdruk zijn lager, de leasekosten zijn

meer gevraagd wordt van de kwaliteit van het

lager en er zijn in totaal minder apparaten geplaatst.

draadloze netwerk. Om deze reden is ook in 2014

De functionaliteit is toegenomen, het beheer is

gewerkt aan het optimaliseren van de bestaande

afgenomen. Extra functionaliteit bestaat onder

apparatuur. Daarnaast is een traject gestart om te

andere uit het kunnen printen vanaf alle mobiele

komen tot de vervanging van alle zogenaamde access

apparaten en follow-me printen.

19

medewerkers

4 Medewerkers 4.1 Onze medewerkers Hieronder staat de verdeling van de verhouding per vestiging, uitgesplitst in man en vrouw. Man

%Man

Vrouw

%Vrouw

Totaal

Esborg

9

45%

11

55%

20

Lindenborg

57

46%

68

54%

125

Nijeborg

36

52%

33

48%

69

Ronerborg

17

49%

18

51%

35

Woldborg

14

58%

10

42%

24

Totaal

133

49%

140

51%

273

Verdeling man/vrouw en in %

Hieronder staat de verdeling van de medewerkers per vestiging naar de diverse leeftijdscohorten. <20

20-25

25-30

30-35

35-40

40-45

45-50

50-55

55-60

Esborg

0

0

2

1

2

3

2

1

6

3

20

Lindenborg

0

10

12

13

10

5

7

22

21

25

125

Nijeborg

0

1

9

5

3

4

12

8

12

15

69

Ronerborg

1

2

2

6

5

2

2

7

7

1

35

Woldborg

0

0

4

2

4

1

0

0

5

8

24

Totaal

1

13

29

27

24

15

23

38

51

52

273

Vestiging

20

>60

Totaal


medewerkers

Flexibele formatie

School of Education

inzake uitkeringen na ontslag wordt er tijdens het

‘School of Education’ en is daarmee een erkende oplei-

Om te komen tot een beheersing van de uitgaven

rsg de Borgen heeft het ministerieel keurmerk voor

dingsschool; een samenwerkingsverband van scholen

arbeidsvoorwaardengesprek gekeken naar het risico

voor vo en lerarenopleidingen in het hbo en wo.

voor de instroom in de WW en Bovenwettelijk WW.

Gekoppeld aan een lesgevende taak en het opzetten

Hierbij wordt gekeken naar het arbeidsverleden. Op

en uitvoeren van onderzoek, wordt aan studenten

grond hiervan komt het voor dat de medewerker niet

van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en de

in eigen dienst wordt genomen, maar dat er gebruik

Rijksuniversiteit Groningen professionele coaching en

gemaakt wordt van een payrolling via een uitzendbureau. Dit om te voorkomen dat medewerkers

intervisie in de schoolomgeving geboden.

instromen in de WW of Bovenwettelijk WW.

In 2014 is de deelname gestart aan het project

Daarnaast biedt de werkgever op verzoek van de

‘Inductietraject’. Dat houdt in dat alle beginnende

oud-medewerker ondersteuning bij het vinden van

docenten gedurende hun eerste drie jaren een

een nieuwe functie. Dit zijn maatwerktrajecten.

begeleidingstraject wordt geboden. Het Inductie-

traject wordt ondersteund door de lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen.

4.2 Professionalisering en OGN-academie

In afstemming met de partners van de opleidingsschool ’School of Education’ is in rsg de Borgen

besloten tot deelname aan twee zogeheten ‘profes-

Scholing

sionele leergemeenschappen’. In totaal vier docenten

De OGN-academie is een knooppunt binnen de

nemen daaraan deel vanuit de vakgroepen Neder-

lands en wiskunde. Ze zullen gedurende drie jaren

stafdienst Personeel & Organisatie (P&O) die allerlei

samen met vakcollega’s van andere scholen in het

vragen met betrekking tot professionalisering

Noorden van ons land hun didactische vaardigheden

oppakt. De scholingsactiviteiten zijn gebaseerd op de

ontwikkelen door de ‘lesson study-methode’.

scholingsplannen van de stichtingen. In 2014 is voor

het eerst gewerkt met een scholingskalender. Volgens de kalender is gewerkt aan collectieve scholings-

vragen. In dit tweede jaar van de OGN-academie zijn

4.3 Gezondheidsmanagement

leert dat hier steeds meer behoefte aan is en deze

binnen rsg de Borgen. Het verzuimpercentage is

Gezondheidsmanagement is een strategisch thema

tevens maatwerktrajecten georganiseerd. De ervaring

daarbij een belangrijk meetinstrument. Met een

trajecten van toegevoegde waarde zijn omdat er op

gemiddeld ziekteverzuimpercentage van 4,7%, is rsg

deze manier geïntegreerd gewerkt kan worden aan

de Borgen in 2014 onder het maximale streefcijfer van

schoolontwikkeling. Ontwikkeling en leren gaan

5% gebleven.

hiermee hand in hand samen. Hierdoor wordt mede de relatie tussen de scholen en de OGN-academie

geïntensiveerd. Toch blijft scholingsbereidheid een

Ten opzichte van 2013 is er sprake van een stijging van

in de middagen. In gesprek met het management

van rsg de Borgen zetten, in samenwerking met

het gemiddeld ziekteverzuim met 0,5%. Directeuren

thema, collectieve trainingen worden nu aangeboden

personeel & organisatie (p&o) en de bedrijfsarts,

over de nut en noodzaak van professionalisering blijft

adequate interventies in om het ziekteverzuimper-

gewerkt worden aan het vergroten van de lerende

centage daar waar mogelijk is, terug te dringen en/of

cultuur.

te voorkomen.

Het uiteindelijke streven is dat de OGN-academie er zal zijn voor elke professionaliseringsvraag van Onderwijsgroep Noord: van een training op een

vestiging tot individuele loopbaangerichte oplei-

dingen, van workshops tot coaching, van kenniscafé

tot leernetwerk. Daarbij geldt: De OGN-academie is er voor iedereen: voor docenten, voor onderwijsondersteunend personeel en voor het management.

21


medewerkers

10,0 8,0 ZV1 ZV1 Bovengrens VG

6,0 4,0 2,0

be r

be r

De ce m

ve m

to be r

No

be r

Ok

Se pt em

i

gu st us

Ju l

Au

i Ju n

ei M

Ap ril

i

rt aa M

ar

Fe br u

Ja n

ua

ri

0,0

Bovengrens De maximale bovengrens is het geaccepteerde gemiddelde ziekteverzuim in een kalenderjaar. ZV1

Deze bovengrens is in april 2012 vastgesteld door het College van Bestuur.

Ziekteverzuimpercentage 1

Aantal gewogen kalenderdagen ziekteverlof van het reguliere personeel, gedeeld door de gemiddelde personeelssterkte (GAP) en gedeeld door het aantal kalenderdagen van de

ZV2

rapportageperiode, maal 100 procent. Ziekteverzuimpercentage 2

Idem als ZV1 maar exclusief ziektegevallen die langer dan een jaar hebben geduurd. VG

Het voortschrijdend gemiddelde ziekteverzuim op basis van ZV1.

22

financiën

5 Financiën 5.1 Jaarrekening

Leek is vervallen. Daar staat tegenover dat de

Resultaat

brengt (opgenomen bij de huisvestingslasten).

gemeente deze belasting ook niet meer in rekening

rsg de Borgen heeft het jaar 2014 afgesloten met een positief financieel resultaat van € 113.226 (2013:

Door hogere opbrengsten vanwege detachering

gehouden met een resultaat van € 0. Het exploitatie-

excursies bij de ouderbijdragen en hogere bijdragen

€ 740.626). In de begroting 2014 was rekening

van medewerkers, toegenomen opbrengsten voor

resultaat over 2014 is als volgt bestemd: Toevoeging aan de Algemene Reserve

vanuit de regionale samenwerkingsverbanden zijn de overige baten met € 0,22 miljoen gestegen ten opzichte van de begroting.

2014 2013 226 98.626

Ook de totale lasten zijn hoger dan begroot, namelijk

Toevoeging aan de Bestemmingsreserve ‘Toekomstbestendig rsg de Borgen’

€ 0,08 miljoen. Dit is het gevolg van groei van het

113.000 476.000

aantal leerlingen per 1 augustus 2014 en afname van

Toevoeging aan de Bestemmingsreserve ‘Regeling jonge leerkrachten’ Exploitatieresultaat

het aantal externe personeelsleden. Er is ook sprake

0 166.000

van lagere kosten voor personeel niet in loondienst

doordat er minder uitzendkrachten, zzp-ers en overige

113.226 740.626

externe personeelsleden zijn ingezet, zowel voor de reguliere werkzaamheden als voor vervanging bij

De totale baten zijn € 0,19 miljoen hoger dan begroot.

ziekte. De dotaties aan de personele voorzieningen

De rijksbijdrage is ten opzichte van de begroting

zijn hoger omdat in 2014 twee nieuwe voorzieningen

nagenoeg gelijk. De overige subsidies OCW komen

zijn gevormd, te weten voorziening spaarverlof

bijna € 0,04 miljoen hoger uit dan begroot als gevolg

en voorziening langdurig zieken. Daarnaast is

van verhoging bedragen per leerling. Daarnaast

de voorziening wachtgeldverplichtingen op peil

is het werkelijke aantal leerlingen iets hoger dan

gebracht. De totale dotatie in 2014 bedraagt € 0,49

waar in de begroting rekening mee is gehouden. Bij

miljoen.

de overige overheidsbijdragen en -subsidies zijn de

De afschrijvingslasten zijn lager omdat een deel

gemeentelijke bijdragen iets lager dan begroot. De

van de geplande investeringen niet zijn uitgevoerd

gemeentelijke bijdragen en subsidies zijn lager dan

in 2014. Ook de huisvestingslasten komen lager uit

begroot omdat de compensatie van de onroerend-

dan begroot door lagere kosten voor onderhoud en

zaakbelasting voor de vestigingen in de gemeente

energie en water. De lagere overige lasten van € 0,29

23


financiën

miljoen worden grotendeels veroorzaakt door lagere kosten voor administratie en beheer.

Een uitgebreide toelichting op de verschillen tussen realisatie en begroting staat bij de afzonderlijke posten in de jaarrekening.

Bestemmingsreserves

In de komende jaren krijgt rsg de Borgen te maken

met een aantal ontwikkelingen die een grote impact

2014

2013

Solvabiliteit 1

0,56

0,58

Solvabiliteit 2

0,63

0,60

Liquiditeit (current ratio)

1,20

1,11

Liquiditeit (quick ratio)

0,90

0,83

Rentabiliteit

0,56

3,74

op de organisatie en de middelen zullen hebben.

Solvabiliteit 1 (verhouding eigen vermogen / totaal

daling van het aantal leerlingen en onderwijskundige

ligt nog boven de norm van 0,30. Deze daling is het

Het gaat daarbij met name om de gevolgen van de

vermogen) is in 2014 gedaald van 0,58 naar 0,56, maar

ontwikkelingen zoals de invoering van passend

gevolg van een toegenomen balanstotaal en niet van

onderwijs. Dit brengt niet alleen een extra inspanning

een afname van het eigen vermogen.

met zich mee maar tevens extra onzekerheden en

Solvabiliteit 2 (verhouding eigen vermogen + voorzie-

daarmee ook mogelijke risico’s.

ningen/totaal vermogen) is in 2014 gestegen naar

0,63. Zowel het eigen vermogen als de voorzieningen

Het College van Bestuur is van mening dat bovenstaande ontwikkelingen moeten worden opgelost

zijn toegenomen.

binnen de jaarlijkse begroting, maar heeft ook

gemeend om vanuit het positieve resultaat een

Het eigen vermogen is voldoende om bij te sturen in

teerd kan worden in een toekomstbestendig rsg de

nadelige invloed hebben op de exploitatie.

het geval van veranderende omstandigheden die een

bestemmingsreserve te vormen van waaruit geïnvesBorgen. De mogelijke aanwending van deze bestemmingsreserve zal alleen geschieden vanuit goedkeu-

De liquiditeit (current ratio: vlottende activa /

Gezien de grootte van de toekomstige vraagstukken

en ligt boven de, door de Inspectie van het Onderwijs

rende besluitvorming door het College van Bestuur.

vlottende passiva) is gestegen ten opzichte van 2013

vindt het College van Bestuur het gerechtvaardigd

gehanteerde, signaleringsgrens van 0,75. Zowel de

hiervoor specifieke middelen te bestemmen. Het gaat

vlottende activa als de vlottende passiva zijn toege-

nomen, maar de relatieve toename van de vlottende

hierbij om een bedrag van € 113.000.

activa, in het bijzonder de liquide middelen, is hoger.

In 2013 is een subsidie ontvangen op grond van de ‘Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging

De liquiditeit – quick ratio (vlottende activa (exclusief

is in 2013 de bestemmingsreserve ‘Regeling Jonge

opzichte van 2013 en ligt ruim boven de ondergrens

voorraden)/vlottende passiva) is gestegen ten

jonge leerkrachten’ van € 166.000. Voor dit bedrag

van 0,75. Zowel de vlottende activa exclusief

Leerkrachten’ gevormd omdat sprake zou zijn van

voorraden (+8,4%) als de vlottende passiva (+0,5%)

een ‘kasschuif’ met terugbetalingsverplichting. In

zijn toegenomen, maar de relatieve toename van

de loop van 2014 is bekend geworden dat dit bedrag

de vlottende passiva is lager waardoor het kengetal

niet terugbetaald hoeft te worden. Het bedrag van

stijgt. De liquiditeit kan als voldoende worden

€ 166.000 zal van de bestemmingsreserve ‘Regeling

beschouwd.

Jonge Leerkrachten’ worden overgeheveld naar de bestemmingsreserve ‘Toekomstbestendig rsg de Borgen’.

De rentabiliteit (resultaat gewone bedrijfsvoering

Financiële kengetallen

gedaald ten opzichte van 2013. In 2014 is sprake van

/ totale baten uit gewone bedrijfsvoering x 100) is

Op basis van de jaarrekening kunnen de volgende

een lager exploitatieresultaat ten opzichte van 2013.

financiële kengetallen worden berekend:

Ondanks de lagere rentabiliteit, kan geconcludeerd worden dat de exploitatie op orde is.

24


financiën

5.2 Begroting 2015 het onderwijs iets willen bereiken, dan draait alles om

• de OGN-transitie; • pedagogisch-didactisch klimaat; • professionalisering en strategisch HRM; • kwaliteitszorg en Planning en Control.

in combinatie met inhoud en dialoog.

Om verbinding aan te brengen tussen beleid en

op de behoeften van de leerlingen, hun ouders en de

Door het aanbrengen van deze verbinding worden de

Onderwijs draait om mensen. Als we met elkaar in

passie, energie en verantwoordelijkheidsgevoel. Passie

middelen is vervolgens de begrotingsbrief opgesteld.

Om succesvol te kunnen zijn, is een helder zicht nodig

ambities realistisch en haalbaar. De begrotingsbrief

andere partners in de samenleving. Meer nog is een

heeft als uitgangspunt gediend voor de begroting

duidelijke kijk op de eigen kracht en mogelijkheden

2015. In deze begroting zijn dan ook extra middelen

nodig. Het besef wat het betekent om in de samenleving van vandaag een onderwijsinstelling te zijn.

gereserveerd om uitvoering en ondersteuning te

Welke rol kan en wil rsg de Borgen in het leven van

kunnen geven aan bovengenoemde thema’s. Er is

mensen spelen en hoe kan en moet dat gaan?

sprake van een sluitende begroting waarin, naast de

Dit vraagt een open houding en de bereidheid om

hiervoor genoemde middelen, ook extra is begroot

waar te maken waar rsg de Borgen voor staat en

voor innovatie en onvoorziene lasten.

in gelooft. Het vraagt om een organisatie die in

goede conditie is en die zich bewust is van haar

bestaansrecht. Waarin iedereen ertoe doet, betekenis heeft en zich dat ook realiseert. Waar identiteit en

handelen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

In de begroting 2015 is vanuit deze ideologie richting gegeven aan het handelen en is dat afgestemd met de middelen die hiervoor beschikbaar zijn.

In het nieuwe strategische beleidsplan worden

externe ontwikkelingen gecombineerd met eigen sterktes en zwaktes om vervolgens te komen tot

strategische keuzes en ambities. Dit alles in relatie

en afgestemd met de beschikbare middelen, waarbij

de demografische krimp uiteraard een belangrijke rol speelt.

Naast de eigen ambities hebben we ook te maken met regionale en landelijke ontwikkelingen en worden we geconfronteerd met beleid van de

rijksoverheid. Deze combinatie van enerzijds de eigen ideologie en ambities en anderzijds ontwikkelingen en overheidsbeleid, vraagt om een scherpe prioritering van de inzet van middelen.

Om dit te ondersteunen worden er jaarlijks

jaarplannen opgesteld. Ter voorbereiding op deze

jaarplannen wordt een kaderbrief opgesteld, waarin de geprioriteerde thema’s voor het komende jaar

worden omschreven. Deze prioriteiten zijn opgesteld in samenspraak met de directeuren en een aantal

coördinerend bestuursadviseurs. Voor 2015 gaat het om de volgende thema’s:

25


financiën

5.3 Continuïteit

Kengetallen Prognose leerlingenaantallen

Deze continuïteitsparagraaf beoogt om inzicht te

Het totaal aantal leerlingen in het voedingsgebied

verschaffen in de wijze waarop het College van

van rsg de Borgen daalt in de jaren 2013 tot 2020 van

Bestuur van rsg de Borgen omgaat met de financiële

945 naar 700. Dat is een daling van 245 leerlingen.

gevolgen in de jaren 2014 tot en met 2017 als

gevolg van het gevoerde en te voeren beleid. In deze

De snelheid en scherpte van deze daling wordt

exploitatieresultaat in de komende jaren en de

acht jaren in het basisonderwijs verblijven. In het

enigszins getemperd door leerlingen die langer dan

paragraaf wordt zicht geboden op het verwachte

jaar voor de instroom naar het voortgezet onderwijs,

ontwikkeling van de vermogenspositie.

ontstaat zo ieder jaar een beperkt extra potentieel.

Het proces om majeure ontwikkelingen in de nabije toekomst en de gevolgen hiervan voor het resultaat

en de vermogenspositie, te identificeren is structureel

Het marktaandeel van rsg de Borgen is, ten opzichte

wordt in de meerjarenbegroting een tijdshorizon

het marktaandeel leidt tot een positieve mutatie

van het voorgaand schooljaar, gestegen. Groei van

ingebed in de rsg de Borgen organisatie. Hiertoe

van het aantal leerlingen in de prognose. Het effect

gehanteerd die nog vier jaren verder ligt dan de

van de autonome krimp kan hiermee niet worden

tijdshorizon in deze continuïteitsparagraaf.

opgevangen maar wel worden gedempt en worden uitgesmeerd over meerdere jaren.

De prognoses voor de jaren 2015-2021 staan hieronder weergegeven.

2900 2800 2700 Aantal leerlingen

2600

Prognose leerlingen

2500

2021-2022 –

2020-2021 –

2019-2020 –

2018-2019 –

2017-2018 –

2016-2017 –

2015-2016 –

2014-2015 –

2013-2014 –

2012-2013 –

2011-2012 –

2010-2011 –

2009-2010 –

2008-2009 –

2007-2008 –

2006-2007 –

2300

2005-2006 –

2400

Prognose 01-10-’13

01-10-’14

01-10-’15

01-10-’16

01-10-’17

01-10-’18

01-10-’19

01-10-’20

01-10-’21

Totaal leerlingen

2.515

2.602

2.688

2.776

2.797

2.724

2.653

2.570

2.492

Mutatie t.o.v. voorgaand jaar

108

87

86

88

21

-73

-71

-83

-78

4,5%

3,5%

3,3%

3,3%

0,8%

-2,6%

-2,6%

-3,1%

-3,0%

Mutatie in % t.o.v. voorgaand jaar

26


financiën

De prognoses komen tot stand door mutaties in het

Het gaat hierbij om de collectieve (landelijke) en de

de toekomst. Daarbij wordt uitgegaan van de gemid-

is bestemd voor nieuwe verplichtingen in 2015.

aantal leerlingen in het verleden te extrapoleren naar

individuele wachtgeldverplichtingen. Dit bedrag

delde prestaties in het verleden. Prestaties die in het

Daarnaast is in de begroting van 2015 extra ruimte

verleden zijn behaald, bieden uiteraard geen garanties

om de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand

voor de toekomst maar kunnen wel gehanteerd

zo optimaal mogelijk af te stemmen. Deze middelen

worden voor het opstellen van deze prognoses.

zijn bestemd om de mobiliteit van de medewerkers

De mutatie van het aantal leerlingen is verwerkt in de

te stimuleren waarmee kan worden voorkomen dat

meerjarenbegroting, zonder dat hiervoor aanvullende

de leeftijdsopbouw van het personeel, en daarmee

bezuinigingsmaatregelen zijn opgenomen.

ook de kosten per medewerker, bij een dalend aantal leerlingen ongunstiger wordt ten opzichte van de

Personele bezetting

bekostiging. Dit zal tevens een positief effect hebben

Voor de personele lasten is de formatie voor het

op de omvang van de flexibele formatie waardoor

schooljaar 2014-2015 en de daarbij behorende

nieuwe boventalligheid kan worden voorkomen.

loonsom als uitgangspunt genomen. Dit is inclusief verwachte inzet van externe medewerkers.

In de meerjarenbegroting wordt uitgegaan van

inzet van formatie op basis van additionele bekos-

verhogingen op grond van het carrièrepatroon van de

Voor zover in het schooljaar 2014-2015 sprake is van

een jaarlijkse loonkostenstijging voor periodieke

tiging, komt deze inzet te vervallen als de bekostiging

medewerkers. Daarnaast wordt aangenomen dat de

wordt beëindigd.

jaarlijkse stijging van de premies voor sociale lasten

en pensioenen in de komende jaren nihil zal zijn. In de

Met ingang van het begrotingsjaar 2015 is er sprake

meerjarenbegroting is rekening gehouden met een

van een kleine boventalligheid van 0,1 fte die wordt

loonkostenontwikkeling op basis van onderstaande

ingezet in het onderwijsproces. Er zijn middelen

percentages:

gereserveerd voor wachtgeldverplichtingen.

2016 Ontwikkeling lonen

2017

1.5%

2018

1,2%

1,1%

2019 0,9%

2020 0,9%

Premies sociale lasten en pensioenen

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

Totaal loonkostenontwikkeling

1,5%

1,2%

1,1%

0,9%

0,9%

De bijdrage aan Onderwijsgroep Noord voor de kosten van het College van Bestuur, bestuursbureau en instellings-

overstijgende kosten blijft gehandhaafd op 6,75% van de baten.

Samenvattend overzicht kengetallen Kengetallen stand per 31 -12 Onderwijsgevend personeel (fte) Directie en beheerspersoneel (fte) Totale personele bezetting (fte) lwoo pro vmbo-bb kb vmbo-gl, -tl, havo en vwo Totaal leerlingen

2014 werkelijk

2015 begroot

2016 prognose

2017 prognose

164,84 29,74 194,58

156,95 40,16 197,11

162 41 203

163 42 205

177 101 396 1.928 2.602

183 104 409 1.992 2.688

189 107 422 2.058 2.776

190 108 425 2.074 2.797

27


financiën

Balans Balans per 31-12 (x € 1.000)

2014 werkelijk

2015 begroot

2016 prognose

2017 prognose

ACTIVA Materiële vaste activa Vlottende activa Totaal activa

3.192 2.504 5.696

3.498 2.163 5.661

3.108 2.529 5.637

2.712 3.248 5.959

PASSIVA Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva

3.184 430 2.082 5.696

3.184 430 2.047 5.661

3.160 430 2.047 5.637

3.483 430 2.046 5.959

Balansratio’s

2014

Solvabiliteit

Liquiditeitsratio

2015

0,56 1,20

0,56 1,06

2016

2017

0,56 1,24

0,58 1,59

Gestreefd wordt naar een solvabiliteitratio van

Investeringen

kunnen opvangen. Bij de instellingen die niet aan deze

onderdeel van het strategische beleidsplan, voor de

In 2015 wordt het meerjarig investeringsbeleid, als

minimaal 0,30. Dit is nodig om financiële risico’s te

hele instelling opgesteld. De investeringen waarvoor

minimumnorm van 30% voldoen gaat de Inspectie

in 2015 middelen zijn gereserveerd, zijn nog niet

onderzoeken of de financiële continuïteit in gevaar

gebaseerd op een meerjarig investeringsbeleid maar

komt.

op onderwijskundige of technische noodzaak.

De solvabiliteit van rsg de Borgen bedraagt per

ultimo 2014 0,56. Daarmee wordt zowel aan de eigen minimumnorm, zoals verwoord in het Treasury-

statuut, als aan de nieuwe solvabiliteitsnorm van de

onderwijsinspectie voldaan. De verwachting is dat de

solvabiliteit in de komende jaren op een vergelijkbaar

niveau blijft. Dat betekent dat verdere versterking van het vermogen vooralsnog niet noodzakelijk is.

De liquiditeitspositie van rsg de Borgen is voldoende. De liquiditeitsratio bedraagt 1,20 per ultimo 2014. De liquide middelen hebben het niveau dat voor

een normale bedrijfsvoering gewenst is maar bij het

uitvoeren van investeringen zal de liquiditeitspositie nadrukkelijk betrokken moeten worden.

28


financiën

Staat van Baten en Lasten Staat van Baten en Lasten (x € 1.000)

2014 werkelijk

BATEN

2015 begroot

2016 prognose

2017 prognose

Rijksbijdragen

18.699

19.407

19.946

20.598

Overige baten

1.253

1.392

1.459

1.530

Overige Overheidsbijdragen Totaal Baten

314

301

302

303

20.266

21.100

21.707

22.431

16.144

16.555

17.038

17.299

1.125

1.341

1.361

1.382

LASTEN

Personele lasten

Afschrijvingslasten

745

Huisvestingslasten Overige lasten

815

832

806

2.154

2.402 21.113

21.749

22.127

Saldo Baten en Lasten

99

-13

-42

304

Saldo financiële baten en lasten

14

13

18

19

NETTO RESULTAAT

113

-

-24

323

Totaal lasten

20.167

2.518

2.640

De begrote en geprognosticeerde cijfers voor de jaren

belangrijkste aandacht in de komende jaren uit

begroting 2015-2020. Deze begroting is vastgesteld

vingslasten en huisvestingslasten omdat deze, bij een

Raad van Toezicht.

op de exploitatie gaan drukken.

moeten gaan naar de vaste kosten zoals afschrij-

2015 tot en met 2017 zijn ontleend aan de (meerjaren)

toekomstig dalend aantal leerlingen, steeds zwaarder

door het College van Bestuur en goedgekeurd door de

Zoals uit de geprognosticeerde Staat van Baten en

Bij rsg de Borgen is er verhoudingsgewijs meer geld

door de overheid op de bekostiging kleiner dan in

geleden. De ratio is op dit moment verbeterd naar 1

beschikbaar voor het personeel dan enige jaren

Lasten blijkt, is de impact van de (stille) bezuinigingen

op 19. De personele lasten bedragen bijna 80% van de

voorgaande jaren werd verwacht door een stijging

totale lasten en vormen één van de grootste risico’s

van het aantal leerlingen. In het begrotingsjaar 2016

voor de bedrijfsvoering in de komende jaren. De

is er, bij ongewijzigd beleid, nog sprake van een tekort

loonkosten zullen nog verder stijgen door het effect

van € 24.000. In de jaren daarna worden er positieve

van de functiemix (meer leraren komen in hogere

resultaten verwacht. Belangrijke aanname is dat het

salarisschalen, LD-functie). Dit zal bij afnemende

beleid ongewijzigd blijft, wat betekent dat er geen

leerlingaantallen een (structurele) druk op de finan-

rekening gehouden wordt met vertrek van ouder

ciële mogelijkheden geven. Het is daarom van het

personeel en vervanging door jonger personeel,

grootste belang dat de formatie in overeenstemming

wat een positief effect zal hebben. Uit de geprog-

nosticeerde balans blijkt dan ook dat de verwachte

is en blijft met het leerlingenaantal.

positieve resultaten een gunstig effect hebben op de voorraad liquide middelen.

Naast de directe loonkosten voor het personeel

Ondanks de gunstige financiële vooruitzichten is

een significant deel uit van de totale personele lasten.

maken de lasten voor vervanging en wachtgelden

waakzaamheid gewenst. De verwachte mutaties

Door het verdwijnen van het Vervangingsfonds en het

worden zo accuraat mogelijk weergegeven, maar er

Participatiefonds zijn de risico’s voor vervanging en

zit altijd een bepaalde onzekerheid in. Een mutatie

wachtgelden geheel bij de scholen komen te liggen.

blijft onzeker totdat er een formeel politiek besluit

rsg de Borgen tracht deze risico’s te beperken door

over is genomen. Net als voorgaande jaren zal de

een actief verzuimbeleid. In de prognose van de Staat

29


financiën

van Baten en Lasten is nog geen rekening gehouden

impact van de risico’s over een langere periode op het

verplichtingen.

Op basis van het risicoprofiel en de gevoeligheids-

met een toename van boventalligheid en wachtgeld-

vermogen van rsg de Borgen is.

analyse worden gerichte beheersmaatregelen

Intern risicobeheersings- en controlesysteem

getroffen tegen de risico’s met de hoogste risico-

In 2010 heeft rsg de Borgen een inventarisatie van de

waarde.

belangrijkste risico’s uitgevoerd. Deze inventarisatie was echter te statisch en daardoor onvoldoende

Vastlegging in dit risicomanagementsysteem heeft

cyclus.

herijking van de onderkende risico’s en de daarbij

als groot voordeel dat periodieke actualisatie en

geschikt als instrument in de planning en control-

behorende waardering en gevoeligheidsanalyse

Daarom is tezamen met de andere instellingen

eenvoudiger kan worden gerealiseerd. Het kan

binnen Onderwijsgroep Noord in 2014 gestart met

daarom ook als instrument worden gebruikt bij het

de implementatie van een dynamisch risicomanage-

opstellen van de (meerjaren)begroting en bij het

mentsysteem voor de gehele organisatie. De belang-

jaarverslag.

rijkste doelstellingen hierbij waren:

• het verkrijgen van inzicht in de grootste risico’s die

Tegelijk met het opzetten van het risicomanagement-

• het kwalificeren en kwantificeren van de impact

risico’s plaatsgevonden. Deze risico’s zijn op syste-

systeem heeft een inventarisatie van de belangrijkste

de organisatie negatief kunnen beïnvloeden;

matische wijze en vanuit verschillende invalshoeken

van de risico’s;

• het stimuleren van risicobewustzijn bij de

inzichtelijk gemaakt en gewaardeerd. Bij de eerste

medewerkers;

inventarisatie zijn uitsluitend het College van Bestuur,

• het ontwikkelen van een instrument dat gebruikt

de directeuren en de coördinerend bestuursadviseurs

kan worden bij het maken en onderbouwen van

betrokken geweest. De hierbij benoemde risico’s zijn

strategische keuzes;

dan ook vooral van strategische aard. Bij de verdere

• het stimuleren van de communicatie over risico’s; • het kunnen voldoen aan de verslagleggingsregels,

implementatie in 2015 zullen medewerkers op diverse posities worden betrokken waardoor ook tactische

zoals bijvoorbeeld het bepalen van de minimale

en operationele risico’s zullen worden meegenomen.

vermogensbuffer.

Dit zal dan ook niet meer op groepsniveau worden

Uit deze doelstellingen blijkt wel dat het niet alleen

uitgevoerd maar specifiek voor rsg de Borgen.

gaat om harde feiten maar ook over de medewerkers in de organisatie die zich bij de uitvoering van hun

De eerste inventarisatie heeft geleid tot een lijst met

Betrokkenheid, transparantie en communicatie op

Op deze zevenenveertig belangrijkste risico’s is de

werkzaamheden bewust moeten zijn van de risico’s.

de zevenenveertig belangrijkste risico’s.

alle niveaus zijn belangrijke voorwaarden voor een

gevoeligheidsanalyse uitgevoerd waarbij rekening is

effectief risicomanagement.

gehouden met de ingeschatte kans dat het risico zich voordoet alsmede de spreiding van de impact als het

Met het risicomanagementsysteem van rsg de Borgen

risico zich voordoet. De simulatie geeft een verwachte

kunnen de risico’s gedetailleerd worden vastgelegd

gemiddelde totale impact voor de hele groep van

€ 5,5 miljoen, met een bandbreedte van € 4,4 miljoen

en kan de kans dat dit risico zich voordoet, vermenig-

vuldigd met de financiële impact, worden bepaald.

en € 6,5 miljoen. Voor het opvangen van de impact

Deze twee factoren resulteren in een risicowaarde

van deze risico’s is het huidige groepsvermogen

per risico. Alle, door de vestigingen en afdelingen,

voldoende groot.

benoemde risico’s en waarderingen (kans x impact)

resulteren in een risicoprofiel van elk organisatieon-

Bij het bepalen van de aan te houden vermogens-

de Borgen.

wel in ogenschouw genomen te worden dat in de

derdeel en een gezamenlijk risicoprofiel van heel rsg

buffer om risico’s op te kunnen vangen, dient echter

Het risicomanagementsysteem voorziet in de

huidige gevoeligheidsanalyse de eerste inventarisatie,

uitvoering van een gevoeligheidsanalyse (Monte Carlo

en daarmee slechts een deel, van de risico’s meegenomen zijn.

Simulatie) waarmee kan worden berekend wat de

30


financiën

Belangrijkste risico’s en onzekerheden

voor het bereiken van deze doelstelling is een

de financiële impact van de risico’s en bedreigingen

liquiditeitsplanning wordt gepland vanaf één

Voor de komende jaren is rekening gehouden met

korte termijn liquiditeitsplanning. De korte termijn

die bij het opstellen van de begroting bekend zijn. De

week tot één jaar vooruit;

belangrijkste risico’s en bedreigingen zijn de ontwik-

Bij het uitzetten van overtollige gelden mogen

aantal leerlingen. De effecten hiervan zijn meege-

geldnemers:

kelingen in de bekostiging en de ontwikkeling van het

transacties worden afgesloten met de volgende

• financiële instellingen of door financiële

nomen in de (meerjaren)begroting. Ook de hierdoor ontstane noodzaak tot bezuinigen wordt zichtbaar

instellingen uitgegeven papier met minimaal

gemaakt. Te zijner tijd zal dit, in de onderscheiden

een A-rating, afgegeven door tenminste twee

jaren, nader worden uitgewerkt.

erkende rating agency’s, voor beleggings- en

beleningsvormen voor een periode tot en met

Rapportage toezichthoudend orgaan

drie maanden.

• Financiële instellingen of door financiële instel-

Zoals uit het verslag van de Raad van Toezicht blijkt

lingen uitgegeven papier met minimaal een

laat de Raad zich informeren over de belangrijke

AA-minus rating, afgegeven door tenminste

ontwikkelingen en grote beleidsvraagstukken

twee erkende rating agency’s, voor beleggings-

zodat de Raad haar toezichthoudende rol goed

en beleningsvormen voor een periode van meer

kan vervullen. Bij deze thema’s denkt de Raad van

dan drie maanden.

Toezicht mee met het College van Bestuur en geeft

tevens adviezen (zie ook het verslag van de Raad van

Bij het voeren van het treasurybeleid zijn de

5.4 Treasury

• Rekening courant • Spaarrekeningen • Deposito’s

volgende treasury instrumenten toegestaan:

Toezicht).

• de solvabiliteit (verhouding Eigen Vermogen

Het treasurybeleid maakt deel uit van het financiële

/ Totaal Vermogen) dient minimaal het door

de overheid voorgeschreven percentage te zijn

beleid van de Stichting Onderwijsgroep Noord en

(31-12-2014 VO: ≤ 0,3);

de daaraan verbonden instellingen en is op de hele

• het minimaliseren van de kosten van leningen

groep van toepassing. Het treasurybeleid vindt plaats

(kostenminimalisatie) in relatie tot de gelden

binnen de kaders van de regeling van de Minister

kapitaalmarktrente;

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 16

• het optimaliseren van het rendement van de

september 2009, met kenmerk FEZ/CC-2009/150185,

overtollige liquide middelen binnen de kaders van

houdende regels over het beleggen en belenen van

het treasurystatuut (rentemaximalisatie);

publieke middelen (Regeling beleggen en belenen

• het beheersen en bewaken van financiële risico’s

door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010)

die aan de financiële posities en geldstromen van

en het Treasurystatuut Onderwijsgroep Noord van 10

de instelling zijn verbonden (risicominimalisatie);

oktober 2011.

• Het aantrekken van alle voor de instelling

Bij het aantrekken respectievelijk uitzetten van alle

benodigde middelen dient plaats te vinden op

benodigde respectievelijk overtollige liquide middelen

basis van een actuele prognose van de financie-

wordt gehandeld in overeenstemming met de in deze regeling gestelde verplichtingen.

ringsbehoefte en een actuele rentevisie.

De algemene doelstellingen van het treasurybeleid

worden offertes gevraagd bij minimaal twee

Bij het aantrekken van langlopende geldleningen partijen.

luiden:

• het beheren van financiële geldstromen op de

Bovenstaande is een samenvatting en geen limitatieve opsomming.

korte termijn met als doel op het juiste moment over de juiste hoeveelheid liquide middelen in

rekening-courant te kunnen beschikken, zonder

Uit oogpunt van interne controle is bij het uitzetten

liquide middelen in rekening-courant. Essentieel

sprake van functiescheiding tussen de frontoffice en

van overtollige liquide middelen op deposito’s

dat er sprake is van een overschot of tekort aan

31


financiën

backoffice. In 2011 is het treasurystatuut geactuali-

en nieuwe spaarrekeningen met een hoger renteper-

seerd en vastgesteld door het College van Bestuur.

centage. Over de hoofdsom van de spaarrekeningen

In dit treasurystatuut wordt het treasurybeleid

wordt geen risico gelopen.

uiteengezet en wordt een beschrijving gegeven van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het

Er wordt gebruikt gemaakt van betaalrekeningen

treasurystatuut heeft tot doel sturing te geven aan

AMRO Bank, ING Bank en de Rabobank. Alle drie de

en spaarrekeningen bij drie banken, te weten ABN

kader van de treasuryfunctie van de instelling. Het

banken hebben minimaal een A-rating en voldoen

de treasuryfunctie en risico’s te beperken. Rapportage

voor wat betreft de korte termijn aan de ratingeisen

over treasury aangelegenheden is integraal onderdeel

in artikel 3.3 van de ‘Regeling beleggen en belenen

van de bestaande managementrapportages. Voor

door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’.

de risico’s inzake financiële instrumenten wordt

rsg de Borgen heeft de overtollige liquide middelen

verwezen naar de jaarrekening.

op een spaarrekening staan, waarbij het hele bedrag

In 2014 zijn de tijdelijk overtollige liquide middelen

dagelijks opvraagbaar is.

weggezet op spaarrekeningen. De rente op de spaar-

rekeningen is in 2014 met 0,35% gedaald ten opzichte

De liquiditeitspositie van rsg de Borgen is nagenoeg

begroot, omdat er in 2014 sprake is geweest van een

€ 1,4 miljoen en ultimo 2014 was dit € 1,5 miljoen.

van ultimo 2013. De rentebaten komen hoger uit dat

gelijk gebleven. Ultimo 2013 was de liquiditeitspositie

iets hoger bedrag aan overtollige liquide middelen

32


jaarrekening

Jaarrekening Balans per 31 december 2014 Staat van baten en lasten over 2014 Kasstroomoverzicht over 2014 Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening Toelichting behorende tot de balans Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Verbonden partijen Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Bestemming van het exploitatiesaldo Gebeurtenissen na balansdatum

33


jaarrekening

Balans per 31 december 2014

(na resultaatbestemming)

31-12-2014 €

1.2

Vaste activa Materiële vaste activa

3.191.653

Totaal vaste activa

1.4 1.5 1.7

2.1 2.2 2.3 2.4

Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen

31-12-2013 €

3.001.697 3.191.653

632.365 322.518 1.549.184

3.001.697

579.125 280.850 1.446.461

Totaal vlottende activa

2.504.066

2.306.436

Totaal activa

5.695.720

5.308.133

Eigen Vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden

3.184.378 429.533 0 2.081.809

3.071.152 129.779 34.940 2.072.262

Totaal passiva

5.695.720

5.308.133

34


jaarrekening

Staat van baten en lasten over 2014 2014 € 3 3.1 3.2 3.5

Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten

18.698.860 314.258 1.252.932

Totaal baten

4 4.1 4.2 4.3 4.4

Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten

5

Begroting 2014 €

2013 €

18.712.000 330.000 1.036.000 20.266.050

16.143.528 744.851 1.124.825 2.153.923

18.110.859 384.808 1.286.560 20.078.000

15.475.000 786.000 1.384.000 2.444.000

19.782.227

14.652.189 781.597 1.264.091 2.354.755

20.167.127

20.089.000

19.052.632

Saldo baten en lasten

98.923

-11.000

729.595

Financiële baten en lasten

14.303

11.000

11.031

113.226

0

740.626

Netto resultaat

35


jaarrekening

Kasstroomoverzicht over 2014 2014 €

2013 €

Kasstroom uit operationele activiteiten 98.923

Saldo baten en lasten Aanpassingen voor: - afschrijvingen - vrijval uit investeringssubsidies - mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - vorderingen - schulden

744.851 -322.380 299.754

-53.240 -27.292 9.548

-70.984

781.597 -364.913 -244.485

-52.279 254.379 139.913

750.163

Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest

722.225

729.595

4.836 -4.908

-72

342.013 1.243.807

18.387 -7.116

750.091

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten

172.199

11.271 1.255.078

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa

-612.428 0

-612.428

-579.933 173.094

-612.428

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten

-406.839 -406.839

Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopende schulden

-34.940

-34.940

-32.573

-32.573

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten

-34.940

-32.573

Mutatie liquide middelen

102.723

815.666

36


jaarrekening

Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening Algemeen Rechtspersoon en voornaamste activiteiten rsg de Borgen is een stichting en is gevestigd aan de Hereweg 101 te Groningen. rsg de Borgen is een onderwijsinstelling die praktijkonderwijs, VMBO-, HAVO- en VWO-onderwijs aanbiedt op vijf vestigingen in Leek, Roden en Grootegast. Stichting rsg de Borgen wordt als gevolg van zeggenschap meegeconsolideerd in de jaarrekening van Stichting Onderwijsgroep Noord. Verslaggevingsperiode Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn, met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten waar mogelijk. Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Grondslagen van waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Algemeen Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten worden verantwoord indien alle belangrijke risico’s met betrekking tot de handelsgoederen zijn overgedragen aan de koper. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de stichting. Alle financiële informatie is afgerond op hele euro's. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen: - Inschatting van de levensduur van activa. - Inschattingen in het kader van personele voorzieningen. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten vorderingen, geldmiddelen, langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde-veranderingen in de staat van baten en lasten maken eventuele direct toerekenbare transactie-kosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Vorderingen Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslagen voor vorderingen. Geldmiddelen De geldmiddelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

37


jaarrekening

Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslagen voor langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen. Afgeleide financiële instrumenten (derivaten) rsg de Borgen maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten zoals rentederivaten. Materiële vaste activa De materiële activa worden opgenomen voor de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Activeren vindt plaats voor investeringen met een verkrijgings- of vervaardigingsprijs vanaf € 500. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op terreinen en op materiële vaste activa in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. Deze levensduur wordt voor de onderscheiden activa gesteld op: Gebouwen 30 jaar Semi-permanente gebouwen en verbouwingen/renovatie 10 jaar Apparatuur, machines en installaties 4-10 jaar Meubilair 10-15 jaar Hard- en software 3 jaar Voor een deel van de in gebruik zijnde gebouwen berust het economisch eigendom bij de gemeenten. Deze gebouwen zijn om deze reden niet geactiveerd. Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd, indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. Investeringssubsidies welke betrekking hebben op de materiële vaste activa worden in mindering gebracht op de materiële vaste activa (vooruit ontvangen investeringssubsidies) en vallen jaarlijks vrij ten gunste van de rijksbijdragen dan wel de overige overheidsbijdragen. Bijzondere waardeverminderingen Voor materiële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te bepalen voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Wanneer de boekwaarde van een actief of een kasstroomgenererende eenheid hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Indien sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroomgenererende eenheid, wordt het verlies allereerst toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid. Een eventueel restant verlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun boekwaarden. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief of kasstroomgenererende eenheid geschat. Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardevermindering voor het actief (of kasstroomgenererende eenheid) zou zijn verantwoord. Voorraden De voorraden betreffen de lesboeken en tablets die aan de leerlingen in bruikleen worden gegeven en zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten, zoals invoerrechten, transportkosten en andere kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de verwerving van voorraden. Handelskortingen, rabatten en soortgelijke (te) ontvangen vergoedingen met betrekking tot de inkoop worden in mindering gebracht op de verkrijgingsprijs. Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met de eventueel op balansdatum opgetreden waardeverminderingen. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats. Vorderingen De vorderingen zijn opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Voor een deel van de vorderingen op leerlingen en deelnemers is sprake van onzekerheid over de inbaarheid vanwege het vrijwillige karakter. Daarvoor is op balansdatum een voorziening wegens oninbaarheid gevormd. Voorzieningen De personeelsvoorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden, een voorziening ambtsjubilea, een voorziening langdurig zieken en een voorziening spaarverlof. Algemeen Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer er sprake is van: · een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en · waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en · het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is.

38


jaarrekening

Indien (een deel van) de uitgaven die noodzakelijk zijn om een voorziening af te wikkelen waarschijnlijk geheel of gedeeltelijk door een derde worden vergoed bij afwikkeling van de voorziening, wordt de vergoeding als afzonderlijk actief gepresenteerd. Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen. De voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van de huidige wachtgeldverplichtingen. Bij het berekenen van de contante waarde wordt een rentepercentage van 0,6840% gehanteerd. Dit is het tarief van de 10-jaars kapitaalmarktrente voor Nederland per ultimo 2014. De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van deze verplichting leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening. De voorziening langdurig zieken is gevormd voor de op balansdatum bestaande verplichting tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid. De voorziening spaarverlof is gevormd voor de verplichting, uit hoofde van het levensfase bewust personeelsbeleid ten aanzien van het persoonlijk budget van 50 uur per jaar op grond van de CAO-VO. Medewerkers waarop de CAO-VO van toepassing is kunnen ervoor kiezen deze uren te sparen. Voor deze gespaarde uren is in 2014 een voorziening getroffen. Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, waarbij een verschil tussen de geamortiseerde kostprijs en het aflossingsbedrag op basis van de effectieve-rentemethode in de winst- en verliesrekening wordt opgenomen over de looptijd van de leningen. Indien er geen sprake is van agio of disagio of transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde van de schuld. Bij vervroegde aflossingen wordt de in rekening gebrachte boeterente verwerkt in de winst- en verliesrekening als financiële baten en lasten. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden. De kortlopende schulden zijn, tenzij anders is aangegeven, opeisbaar binnen één jaar. Resultaatbepaling In de staat van baten en lasten worden verantwoord, met inachtneming van de eerder genoemde waarderingsgrondslagen, de baten en lasten welke aan het boekjaar toegerekend moeten worden. Lasten worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Dit met uitzondering van de bijdragen van leerlingen en cursisten, welke worden verantwoord in het jaar waarin het schooljaar, respectievelijk de cursus, een aanvang neemt. Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord. Personeelslasten Onder personeelslasten is begrepen de in het boekjaar verschuldigde salarissen, sociale lasten, pensioenpremies, inleenkrachten en overige personeelskosten verminderd met de ontvangen uitkeringen van sociale fondsen. Pensioenen Stichting rsg de Borgen is aangesloten bij Stichting Pensioenfonds ABP. ABP is een bedrijfstakpensioenfonds met een toegezegde pensioenregeling (multi-employer defined benefit-regeling). Gezien het feit dat de pensioenregeling een multiemployer regeling betreft is de pensioenregeling als een toegezegde bijdrageregeling (defined contribution-regeling) verantwoord. Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als de onderneming de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de onderneming zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.

39


jaarrekening

Toelichting behorende tot de balans 1.2

Materiële vaste activa

Aanschafprijs

Cumulatieve

Boekwaarde

Investeringen

Desinvesteringen

Afschrijvingen

Aanschafprijs

Cumulatieve

Boekwaarde

1 januari 2014

afschrijvingen

1 januari 2014

2014

2014

2014

31 december 2014

afschrijvingen

31 december 2014

€ 1.2.1 1.2.2 1.2.4

1.2.5

1.2.6

Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur In uitvoering en vooruitbetalingen Niet aan het proces dienstbare materiële vaste activa

en waarde-

en waarde-

verminderingen

verminderingen

1 januari 2014

€

€

€

€

€

31 december 2014

€

€

10.271.313

2.490.971

7.780.342

275.106

0

380.201

10.546.419

2.871.172

7.675.247

4.408.160

2.941.224

1.466.936

277.189

477

364.650

4.606.127

3.227.130

1.378.997

100.169

0

100.169

335.715

275.105

0

160.779

0

160.779

106.638

0

106.638

0

0

0

106.638

0

106.638


14.886.280

5.432.195

9.454.085

888.010

275.582

744.851

15.419.963

6.098.302

9.321.661

Vooruitontvangen investeringssubsidies

6.452.388

0

6.452.388

0

0

322.380

6.130.008

0

6.130.008


8.433.892

5.432.195

3.001.697

888.010

275.582

422.471

9.289.955

6.098.302

3.191.653

Het bedrag aan investeringen bij 1.2.1 Gebouwen en terreinen omvat tevens de bij 1.2.4 In uitvoering en vooruitbetalingen vermelde desinvesteringen. De boekwaarde van de materiële vaste activa is ten opzichte van 2014 gestegen met een bedrag van € 0,19 miljoen. In 2014 is voor een netto bedrag van € 0,61 miljoen geïnvesteerd in gebouwen en inventaris. De totale afschrijvingslast bedroeg € 0,42 miljoen. Investeringen in gebouwen vonden plaats bij de vestiging Lindenborg (verbouw entree). Investeringen in terreinen hebben niet plaatsgevonden. De investeringen in inventaris hebben een omvang van € 0,27 miljoen. Hiervan heeft € 0,08 miljoen betrekking op ICT-apparatuur. Daarnaast is sprake van investeringen voor een bedrag van € 0,09 miljoen in machines en apparatuur. Voor het overige is sprake van investeringen in schoolen kantoormeubilair en transportmiddelen. De vrijgevallen investeringssubsidies zijn verantwoord onder de rijksbijdragen, de overige overheidsbijdragen en -subsidies en de overige baten.

1.4

Voorraden

1.4.1

Gebruiksgoederen

632.365

579.125

Voorraden

632.365

579.125

1.4.1.1 1.4.1.3

€

2014 €

579.125 324.348 271.108

Stand per 1 januari Verkrijgingsprijs gebruiksgoederen Af: Waardevermindering Gebruiksgoederen

2013 €

632.365

526.846 312.760 260.481

579.125

In 2014 is voor een bedrag van € 0,32 miljoen aan nieuwe boeken aangeschaft. Het betreft deels nieuwe boeken in verband met de toename van het aantal leerlingen en deels nieuwe boeken ter vervanging van oude methoden. Daarnaast zijn er nieuwe iPads aangeschaft. De boeken worden gedurende het schooljaar aan de leerlingen in bruikleen gegeven. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats. Deze afwaardering was in 2014 € 0,27 miljoen, zodat de waarde van de voorraad in 2014 per saldo is toegenomen. 1.5

Vorderingen

2014 €

1.5.1 1.5.3 1.5.5 1.5.6 1.5.7 1.5.8 1.5.9

Debiteuren Groepsmaatschappijen Studenten / deelnemers / cursisten Overige overheden Overige vorderingen Overlopende activa Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid

54.567 115.371 128.237 11.167 698 45.242 32.763

46.657 5.156 188.846 2.508 52.693 31.049 46.059

Vorderingen

322.518

280.850

40

2013 €


jaarrekening

2014 € 1.5.7.1 1.5.7.2

Personeel Overige Overige vorderingen

1.5.8.1

Vooruitbetaalde kosten Overlopende activa

1.5.9.1 1.5.9.2 1.5.9.3

Stand per 1 januari Onttrekking Dotatie Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid

2013 €

698 0

45.242

698

45.242

698 51.995

31.049

46.059 11.343 -1.953 32.763

52.693

31.049 53.027 29.441 22.473 46.059

Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar. De vorderingen zijn ten opzichte van 2013 gestegen met € 0,04 miljoen. Deze stijging wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de vordering op groepsmaatschappijen. De hoogte van de vorderingen is afhankelijk van het moment van factureren en betalen en kan daardoor per periode verschillen. Daarnaast zijn de vorderingen op studenten/deelnemers/cursisten afgenomen. Bij de overige vorderingen is in 2013 sprake van een vordering op de belastingdienst in verband met een gedeeltelijke teruggaaf van de basispremie WAO/WIA naar aanleiding van afspraken in het Belastingplan 2014. In 2014 bestaat deze vordering niet. De omvang van de voorziening wegens oninbaarheid is afgenomen ten opzichte van 2013. Dit wordt veroorzaakt door de afname van de vermoedelijk oninbare vorderingen op debiteuren en vermoedelijk niet te ontvangen vrijwillige ouderbijdragen.

1.7

Liquide middelen

2014 €

1.7.1 1.7.2

Kasmiddelen Tegoeden op bankrekeningen

4.447 1.544.737

2.456 1.444.005

Liquide middelen

1.549.184

1.446.461

2013 €

Alle liquide middelen zijn direct opeisbaar.

2.1

Eigen vermogen €

2.1.1 2.1.2 2.1.3

2.1.2

2.1.3

Saldo

Resultaat

Overige mutaties

Stand per

1 januari 2014

2014

2014

31 december 2014

€

€

€

€

€

Algemene Reserve Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve (privaat)

2.429.107 642.000 45

226 113.000 0

166.000 -166.000 0

2.595.333 589.000 45

Eigen vermogen

3.071.152

113.226

0

3.184.378

642.000

113.000 0 113.000

0 -166.000 -166.000

589.000 0

45

0 0

0 0

45

Bestemmingsreserve 'Toekomstbestendig rsg de Borgen' Bestemmingsreserve 'Regeling Jonge leerkrachten' Bestemmingsreserve (publiek)

476.000 166.000

Stichtingskapitaal Bestemmingsreserve (privaat)

45

Het totale eigen vermogen komt, na de verdeling van het resultaat, uit op € 3,18 miljoen. Dit eigen vermogen kan worden onderverdeeld in een algemene reserve van € 2,59 miljoen en bestemmingsreserves en een klein bedrag aan stichtingskapitaal van tezamen € 0,59 miljoen. Het eigen vermogen is onderverdeeld in publiek en privaat vermogen, waarbij het stichtingskapitaal als privaat vermogen wordt aangemerkt en de overige reserves als publiek vermogen. Op basis van de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' wordt de algemene reserve als geheel aangemerkt als publiek vermogen. De publieke bestemmingsreserve ‘Toekomstbestendig rsg de Borgen’ is gevormd omdat rsg de Borgen in de komende jaren te maken krijgt met een aantal ontwikkelingen die een grote impact op de organisatie en de middelen zullen hebben. Het gaat daarbij met name om de gevolgen van de daling van het aantal leerlingen en onderwijskundige ontwikkelingen zoals de invoering van Passend Onderwijs. Dit brengt niet alleen een extra inspanning met zich mee maar tevens extra onzekerheden en daarmee ook risico’s. Voor bovenstaande ontwikkelingen zullen jaarlijks middelen worden gereserveerd binnen de begroting. Het gaat hier echter om meerjarige ontwikkelingen waarbij deze bestemmingsreserve kan worden ingezet om een mismatch in de tijd tussen de inzet van extra middelen en daarmee gerealiseerde besparingen of opbrengsten te kunnen opvangen. De publieke bestemmingsreserve ‘Regeling jonge leerkrachten’ is gevormd vanwege de in 2013 beschikbaar gestelde subsidie op grond van de ‘Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging jonge leerkrachten’. Door een besluit in 2014 is er geen aanleiding meer om deze bestemmingsreserve in stand te houden. De omvang van deze bestemmingsreserve is om die reden, bij de verdeling van het exploitatieresultaat over 2014, teruggebracht naar nihil.

41

589.000

45


jaarrekening

Onderwijsinstellingen hebben in 2007 de mogelijkheid gehad een, als zodanig aantoonbaar, deel van de algemene reserve als eigen privaat vermogen te rubriceren als bestemmingsreserve. rsg de Borgen heeft op grond hiervan het Stichtingskapitaal als privaat vermogen gerubriceerd.

2.2

Voorzieningen

Stand per

Dotaties

Onttrekkingen

Vrijval

Stand per

Kortlopende

Langlopende

1 januari 2014

2014

2014

2014

31 december 2014

deel < 1 jaar

deel > 1 jaar

€

2.2.1

€

€

€

€

€

€

Personeelsvoorzieningen Voorziening wachtgelden Voorziening ambtsjubilea Voorziening langdurig zieken Voorziening spaarverlof

17.779 112.000 0 0

328.515 26.887 85.000 50.000

169.761 20.887 0 0

0 0 0 0

176.533 118.000 85.000 50.000

52.039 23.600 85.000 0

124.494 94.400 0 50.000

Voorzieningen

129.779

490.402

190.648

0

429.533

160.639

268.894

De Voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van de huidige wachtgeldverplichtingen per individuele (voormalig) medewerker. Bij het berekenen van de contante waarde wordt een rentepercentage van 0,6840% gehanteerd. Dit is het tarief van de 10-jaars kapitaalmarktrente voor Nederland per ultimo 2014. De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van deze verplichting leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening. De voorziening langdurig zieken is gevormd voor de op balansdatum bestaande verplichting tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid. De voorziening is voor het eerst in 2014 opgenomen. Het is in 2014 mogelijk geworden om een betrouwbare schatting te maken van het aantal langdurig zieke medewerkers en de daarbij behorende financiële impact. De voorziening spaarverlof is gevormd voor de verplichting uit hoofde van het levensfase bewust personeelsbeleid ten aanzien van het persoonlijk budget van 50 uur per jaar. Medewerkers kunnen ervoor kiezen deze uren te sparen. Voor deze gespaarde uren is in 2014 een voorziening getroffen.

2.3

Langlopende schulden

Stand per

Aangegane

Aflossingen

Stand per

Looptijd

Looptijd

Rente

1 januari 2014

leningen 2014

2014

31 december 2014

> 1 jaar

> 5 jaar

voet

€

2.3.5

€

€

€

€

%

€

Gemeente Leek Overige langlopende schulden

34.940 34.940

0 0

34.940 34.940

0 0

0 0

0 0

Langlopende schulden

34.940

0

34.940

0

0

0

De langlopende schuld betreft een annuïtenlening van de gemeente Leek met een looptijd tot en met 2015. De lening is afgesloten ter financiering van de nieuwbouw van de Nijeborg in 1996. Hiervoor zijn geen zekerheden verstrekt aan de Gemeente Leek. De schuld is in 2014 afgenomen conform het aflossingsschema. De aflossingsverplichting voor het komend jaar is opgenomen onder de kortlopende schulden.

2.4

Kortlopende schulden

2.4.3 2.4.7 2.4.8 2.4.9 2.4.10

Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva Kortlopende schulden

2.4.7.1 2.4.7.2 2.4.7.3

Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen

2.4.9.2

Overige Overige kortlopende schulden

2014 €

2013 € 199.831 659.087 203.714 34.940 984.237 2.081.809

480.714 5.365 173.008

34.940

42

659.087

34.940

312.484 625.591 233.157 32.573 868.457 2.072.262 470.040 -554 156.105

32.573

625.591

32.573

7,270


jaarrekening

35.697 27.416 49.024 518.905 12.209 340.986

2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI geoormerkt Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI niet-geoormerkt 2.4.10.4 Vooruitontvangen termijnen 2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen 2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten 2.4.10.8 Overige Overlopende passiva

984.237

43.177 45.803 30.651 484.748 12.481 251.597

868.457

Alle kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. De kortlopende schulden zijn ten opzichte van 2013 nagenoeg gelijk gebleven. De crediteuren zijn gedaald ten opzichte van 2013. In 2013 was sprake van een hogere schuld vanwege de verbouw van de Woldborg. Bij de overlopende passiva is onder de post overige het nog te besteden bedrag van het regionaal samenwerkingsverband van € 0,21 miljoen (2013: € 0,12 miljoen) opgenomen. Financiële instrumenten Algemeen rsg de Borgen maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die rsg de Borgen blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. rsg de Borgen handelt niet in deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan rsg de Borgen verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico’s. Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. Het kredietrisico inzake deze vorderingen is beperkt. Renterisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. Liquiditeitsrisico rsg de Borgen bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor de onderneming steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde lening convenanten te blijven. Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen middelen en en kortlopende kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.

G1

Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule (Regeling ROS art.13,lid 2 sub a en EL&I regelingen betrekking hebbend op de EL&I subsidies) Toewijzing

Omschrijving Kenmerk

Datum

Prestatiesubsidie VSV VO vast

564478-1

21-10-2013

Studieverlof

548774-1

20-8-2013

Studieverlof

560930-1

20-9-2013

Studieverlof

643463-1

20-8-2014

Studieverlof

645877-1

22-9-2014

Studieverlof

655437-1

20-11-2014

Totaal

Bedrag van

Saldo

Ontvangen

Lasten

Totale kosten

Saldo nog te besteden

de toewijzing

1-1-2014

t/m 31-12-2014

in 2014

t/m 31-12-2014

ultimo december 2014

en afgerond

afgerond

€

€

€

€

€

34.986 17.577 17.853 62.141 3.790 -4.738

20.408 12.355 10.414 0 0 0

34.986 12.533 17.853 62.141 3.790 -4.738

20.408 7.311 10.414 25.496 0 0

34.986 12.533 17.853 25.496 0 0

0 0 0 36.645 3.790 -4.738

131.609

43.177

126.565

63.629

90.868

35.697

43

€


G3

jaarrekening

Overzicht niet-geoormerkte doelsubsidies OCW en ELI Omschrijving

Kenmerk

Bedrag van

Saldo

Ontvangen

Lasten

Saldo

de toewijzing

1-1-2014

in 2014

2014

2014

€

Toepassing art.96n WVO uitvoeringsjaar 2014

OND/ODS-2014/10296 M

11-4-2014

Toepassing art.96n WVO uitvoeringsjaar 2014

OND/ODS-2014/26785 M

29-10-2014

Rijksbijdrage personeel

592191-2

20-10-2014

Rijksbijdrage materieel

591393-2

20-10-2014

Verrekening uitkeringskosten

593131-2

18-12-2014

Bekostiging lesmateriaal

639122-2

20-11-2014

Visueel gehandicapte leerlingen

601483-1

18-12-2013

Nieuwkomers VO

591179-2

20-10-2014

Maatschappelijke stage

652558-1

20-11-2014

LGF VO 2013-2014

BEK-14/28460

16-10-2014

Prestatiesubsidie VSV variabel

651598-1

20-10-2014

Prestatiesubsidie VSV VO vast

649714-1

20-10-2014

Prestatiebox VO

610466-1

19-3-2014

Invoering gratis lesmateriaal

Totaal

15-5-2009

€

€

€

€

-53.112 -98.763 14.975.249 2.229.773 -157.852 749.386 12.600 8.039 134.880 75.609 134.289 12.000 35.000 384.944

0 0 0 0 0 0 0 0 0 45.803 0 0 0 0

-53.112 -98.763 15.007.353 2.229.773 -157.852 749.386 12.600 8.039 134.880 0 134.289 12.000 35.000 384.944

-53.112 -98.763 15.007.353 2.229.773 -157.852 749.386 12.600 8.039 134.880 45.803 134.289 5.001 14.583 384.944

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 6.999 20.417 0

18.442.042

45.803

18.398.537

18.416.924

27.416

44


jaarrekening

Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Huren Het jaarbedrag van met derden aangegane huur- en leaseverplichtingen bedraagt € 40.000. De verplichtingen hebben een looptijd van één jaar. Investeringsverplichtingen Terzake van reeds verstrekte opdrachten ultimo 2014 belopen de geldelijke verplichtingen € 16.000. Dit heeft betrekking op inventaris en apparatuur. Overige verplichtingen Naast huur en investeringsverplichtingen is sprake van contractuele verplichtingen naar derden voor leveringen en diensten. Het betreft hier onder andere energie, schoonmaak, verzekeringen, schoolboeken en kantoorartikelen. Deze contracten zijn Europees aanbesteed voor zover de omvang van deze contracten de geldende grensbedragen te boven gaan. Europese aanbestedingen Onderstaand een overzicht van het jaarbedrag van met derden aangegane verplichtingen naar aanleiding van Europese aanbestedingen: Contractant

Goed of dienst

Scholten Awater Maetis Iddink Essent via Hellemans Consultancy BV Essent via Hellemans Consultancy USG People BV

Computers Arbo diensten Schoolboeken Elektriciteit Gas Inhuur uitzendkrachten Kantine inkopen Kantoorartikelen Multifunctionals Reclame-activiteiten Schoonmaak Verzekeringen gebouwen

Deli XL Staples Konica Minolta Groot Haar + Orth ISS Amlin + Raetshagen

Einddatum contract

Totale verplichting

Verplichting < 1 jaar

Verplichting 1-5 jaar

Verplichting > 5 jaar

1 maart 2019 31 december 2015 1 april 2019 1 januari 2017 1 januari 2017 31 juli 2017 1 oktober 2017 1 april 2016 1 februari 2021 1 april 2017 31 januari 2016 31 december 2017

P.M. P.M. P.M. P.M. P.M. P.M. P.M. P.M. 57.992 P.M. P.M. P.M.



0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Alle bedragen zijn indicatief en exclusief BTW en gebaseerd op het boekjaar 2014 of ander relevant jaar. Daar waar P.M. is opgenomen betreft het in alle gevallen raamovereenkomsten waarbij geen vaste afname verplichtingen zijn aangegaan. Konica Minolta heeft de huur van de multifunctionals die de stichtingen moeten betalen voor 4 jaar bij een lease maatschapppij ondergebracht. Garanties Stichting rsg de Borgen heeft aan de ING Bank een compte joint- en mede-aansprakelijkheidsovereenkomst en een negative pledge / pari passu en cross default verklaring afgegeven. Deze afgegegeven verklaringen gelden als zekerheid voor de door de ING Bank N.V. verstrekte kredietfaciliteit van € 6.000.000 aan Stichting AOC Terra. De negatieve pledge heeft een waarde van € 7.500.000. Hoofdelijke aansprakelijkheid Statutair is bepaald dat Stichting rsg de Borgen hoofdelijk aansprakelijk is voor schulden, nu en in de toekomst, van alle tot de Stichting Onderwijsgroep Noord behorende instellingen. Vordering op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Stichting rsg de Borgen heeft een vordering van € 1.018.605 op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het betreft de personeelskosten over het jaar 2005 die, door de invoering van de kalenderjaarbekostiging, niet is ontvangen. De vordering betreft de periode van declaratiebekostiging en deze wordt verrekend indien Stichting rsg de Borgen ophoudt te bestaan. Dit betreft een in de praktijk niet invorderbare vordering, tenzij de stichting op enig moment daadwerkelijk wordt opgeheven. Om die reden is in 2007 besloten de vordering op het ministerie af te boeken en op te nemen als een niet in de balans opgenomen activa. Fiscale eenheid Stichting rsg de Borgen vormt een fiscale eenheid voor de omzetbelasting met Stichting Onderwijsgroep Noord, Stichting AOC Terra en Stichting Dollard College.

45


jaarrekening

Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten 3.1

Rijksbijdragen

3.1.1 3.1.2

Rijksbijdrage OCW/EZ Overige subsidies OCW

17.828.660 870.200

17.883.000 829.000

17.159.227 951.632

Rijksbijdragen

18.698.860

18.712.000

18.110.859

3.1.1.1 3.1.1.2

Rijksbijdrage OCW Rijksbijdrage EZ Rijksbijdrage OCW/EZ

3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies 3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies Overige subsidies OCW

2014 €

17.828.660 0

Begroting 2014 €

17.828.660

63.629 740.139 66.432

870.200

17.883.000 0

85.830 676.170 67.000

17.883.000

829.000

2013 €

17.159.227 0

17.159.227

48.563 794.108 108.961

951.632

De rijksbijdrage is met € 0,59 miljoen gestegen ten opzichte van 2013. De normatieve rijksbijdrage is gestegen met € 0,67 miljoen als gevolg van de toename van het aantal leerlingen (87) en verhoging van de bijdrage per leerling. De overige subsidies zijn gedaald ten opzichte van 2013. Bij de overige subsidies is in 2013 sprake van een eenmalige extra bekostiging uit het 'herfst-akkoord' voor werkgelegenheid jonge leerkrachten (niet-geoormerkt). De toename van andere subsidies in deze categorie is niet voldoende om deze eenmalige subsidie te compenseren. De rijksbijdrage is ten opzichte van de begroting nagenoeg gelijk. De overige subsidies komen bijna € 0,04 miljoen hoger uit dan begroot als gevolg van verhoging bedragen per leerling. Daarnaast is het werkelijke aantal leerlingen iets hoger dan waar in de begroting rekening mee is gehouden.

3.2

Overige overheidsbijdragen en -subsidies

2014 €

3.2.2


314.258

330.000

384.808


314.258

330.000

384.808

Begroting 2014 €

2013 €

De gemeentelijke bijdragen en subsidies zijn ten opzichte van 2013 gedaald, omdat in 2013 nog een afsluitende bijdrage is ontvangen voor de verbouw en uitbreiding van de Woldborg is ontvangen. De gemeentelijke bijdragen en subsidies zijn lager dan begroot omdat de compensatie van de onroerend-zaakbelasting voor de vestigingen in de gemeente Leek is vervalllen. Daar staat tegenover dat de gemeente deze belasting ook niet meer in rekening brengt (opgenomen bij de huisvestingslasten).

3.5

Overige baten

3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.5 3.5.6

Verhuur Detachering personeel Schenking Ouderbijdragen Overige

2014 €

Begroting 2014 €

21.189 448.056 8.200 485.212 290.275

Overige baten

31.000 398.000 6.000 425.000 176.000 1.252.932

46

2013 € 23.150 460.428 29.850 450.731 322.401

1.036.000

1.286.560


jaarrekening

De overige baten zijn € 0,03 miljoen lager dan in 2013. De verhuur is iets gedaald en er zijn minder medewerkers gedetacheerd. Door de toename van het aantal leerlingen en een kleine verhoging van het bedrag van de vrijwillige ouderbijdrage zijn de ouderbijdragen gestegen ten opzichte van 2013 maar ook ten opzichte van begroot. Er zijn in 2014 minder schenkingen ontvangen dan in 2013. In 2013 is er een bijdrage ontvangen van St. Steunfonds AVO WesterkwartierNoordenveld inzake aanschaf van inventaris voor de Nijeborg. De post overige baten valt lager uit doordat er minder incidentele bijdragen zijn ontvangen dan in 2013 (winst op verkoop inventaris en schade-uitkeringen). Ten opzichte van de begroting komen de overige baten bijna € 0,22 miljoen hoger uit. De opbrengsten uit detachering zijn hoger omdat er een medewerker van Stichting RENN4 is overgenomen in het kader van het tripartite akkoord passend onderwijs. De salariskosten van deze medewerker worden gecompenseerd de Stichting RENN4. Daarnaast is voor een medewerker een loonkostensubsidie is ontvangen. De ouderbijdragen zijn hoger door de toename van het aantal leerlingen en door de hogere opbrengsten voor excursies. De overige baten zijn hoger door een hogere bijdrage van het Samenwerkingsverband en door enkele incidentele bijdragen als verhuur van inventaris en schade-uitkeringen. De ontvangen bijdragen van het regionaal samenwerkingsverband komen uit op € 0,17 miljoen (2013: 0,21 miljoen) terwijl daarvoor in 2014 een bedrag van € 0,09 miljoen was begroot.

4.1

Personele lasten

4.1.1 4.1.2 4.1.3

Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen

14.212.727 2.008.308 77.507

13.845.000 1.650.000 20.000

13.371.317 1.317.605 36.733

Personeelslasten

16.143.528

15.475.000

14.652.189

4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3

Bruto lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen

4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3

Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overige Overige personele lasten

2014 €

11.037.370 1.479.306 1.696.052

490.402 1.348.329 169.577

Begroting 2014 €

14.212.727

2.008.308

2014

Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)

10.875.000 1.285.000 1.685.000

74.000 1.437.000 139.000

13.845.000

1.650.000

2013 €

10.408.100 1.275.764 1.687.453

-138.663 1.295.371 160.897

2013

Onderwijsgevend personeel Directie en Onderwijsondersteunend personeel

181,0 37,0

172,0 34,0

Totaal (exclusief inhuur)

218,0

206,0

In totaal zijn de personele lasten met een bedrag van € 1,49 miljoen toegenomen ten opzichte van 2013. Ten opzichte van de begroting is sprake van een stijging van ruim € 0,67 miljoen. De stijging wordt veroorzaakt door de CAO verhoging van 1,2% per 1 augustus 2014, uitbreiding van het personeelsbestand in verband met de toename van het aantal leerlingen, de aanpassing van de ratio voor VMBO-TL, HAVO en VWO per 1 augustus 2014 en een stijging van de bedragen voor premies sociale lasten en pensioenpremies. Er was, ook in de begroting 2014, wel rekening gehouden met groei van het aantal leerlingen maar deze groei pakte hoger uit dan verwacht. Daarnaast komen de lonen en salarissen hoger uit dan begroot als gevolg van een fout in de door het salarissysteem berekende loonbegroting. Hierdoor zijn de lonen en salarissen € 0,26 miljoen te laag begroot. De overige personele lasten zijn gestegen met € 0,69 miljoen. Deze stijging wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de personele voorzieningen. De dotaties personele voorzieningen komen hoger uit door extra niet verwachte wachtgeldverplichtingen (€ 0,18 miljoen). Ook hebben er extra dotaties aan de voorziening wachtgelden plaatsgevonden in verband met nieuw aangegane verplichtingen. Waar in 2013 dus sprake was van een vrijval van de voorziening voor wachtgeldverplichtingen, is er in 2014 sprake van een flinke dotatie.

47

13.371.317

1.317.605


jaarrekening

Tevens is er, met ingang van het verslagjaar 2014, sprake van een voorziening langdurig zieken en een voorziening spaarverlof. De voorziening langdurig zieken is voor het eerst in 2014 opgenomen omdat het voorheen niet mogelijk was om een betrouwbare schatting te maken van het aantal langdurig zieke medewerkers en de daarbij behorende financiële impact. De voorziening spaarverlof is gevormd voor de verplichting, uit hoofde van het levensfase bewust personeelsbeleid ten aanzien van het persoonlijk budget van 50 uur per jaar op grond van de CAO-VO. Medewerkers waarop de CAO-VO van toepassing is kunnen ervoor kiezen deze uren te sparen en voor deze gespaarde uren is een voorziening getroffen. Het totaal van de dotaties personele voorzieningen bestaat uit de volgende bedragen: - dotatie voorziening wachtgeld € 0,33 miljoen - dotatie voorziening langdurig zieken € 0,085 miljoen - dotatie voorziening spaarverlof € 0,05 miljoen - dotatie voorziening ambtsjubilea € 0,027 miljoen De kosten van personeel niet in loondienst zijn iets hoger dan in 2013 maar lager dan is begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door een lagere bijdrage aan Onderwijsgroep Noord (€ 0,1 miljoen). De overige personele lasten komt in zijn totaliteit € 0,36 miljoen hoger uit dan in 2013 door wijzigingen in de verplichtingen voor wachtgeld en door de nieuwe voorzieningen langdurig zieken en spaarverlof. De uitkeringen uit sociale fondsen zijn zowel ten opzichte van 2013 als ten opzichte van de begroting 2014 hoger als gevolg van toegenomen ZW-uitkeringen. Per 1 januari 2014 diende het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 104,5% te hebben. De dekkingsgraad ultimo 2014 bedraagt 101,1% (2013: 109%). Per 1 januari 2015 gelden nieuwe regels voor pensioenfondsen. Daarbij hoort ook een nieuwe berekening van de dekkingsgraad. De `nieuwe' dekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden en bedraagt per deze datum 104,7%. Door een gemiddelde te gebruiken zal de dekkingsgraad nu minder sterk schommelen. Op 31 december 2023 moet de dekkingsgraad minimaal 123% zijn. Wet Normering Topinkomens De tabel met toelichting is opgenomen na de toelichting op de financiële baten en lasten. Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders De leden van het College van Bestuur en van de Raad van Toezicht ontvangen hun bezoldiging bij de Stichting Onderwijsgroep Noord. In het jaarverslag van deze stichting wordt de bezoldiging verantwoord. Omdat er sprake is van een normatieve bijdrage aan Onderwijsgroep Noord en geen doorbelasting op basis van feitelijke inzet, kan geen aandeel in de bezoldiging van het College van Bestuur en van de Raad van Toezicht worden berekend voor rsg de Borgen. Bestuurders

R. Schilt (tot 31-12-2014) mw. A.A. Berendsen MBA Raad van Toezicht F. Kuik (tot 31-07-2014) mw. E.M. Pastoor-Meuleman mw. C.Y.D. van Orden (tot 31-07-2014) H. Holman F. Migchelbrink M. Krijnsen (per 01-08-2014) T. Wagenaar (per 01-08-2014) E. van Zuidam (per 01-08-2014)

4.2

Afschrijvingen

4.2.2


2014 €

Begroting 2014 €

744.851

Afschrijvingen

786.000 744.851

2013 € 781.597

786.000

De afschrijving op de materiële vaste activa is gedaald ten opzichte van 2013 met een bedrag van € 0,04 miljoen. De afschrijvingslasten zijn lager dan begroot omdat een aantal investeringen in gebouwen en ICT-apparatuur later of helemaal niet zijn uitgevoerd. De daling van de afschrijvingslasten ten opzichte van 2013 is het gevolg van afgenomen afschrijvingen op gebouwen en inventaris.

48

781.597


4.3

Huisvestingslasten

4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6

Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen

jaarrekening

2014 €

Begroting 2014 €

39.777 7.881 301.175 334.613 395.184 46.195

Huisvestingslasten

54.000 13.000 450.000 374.000 396.000 97.000 1.124.825

2013 € 44.525 11.943 363.028 387.815 409.112 47.668

1.384.000

1.264.091

De totale huisvestigingslasten zijn in 2014 € 0,14 miljoen lager dan in 2013. De kosten voor huur zijn iets lager omdat er minder ruimte is gehuurd. De kosten van verzekering zijn lager als gevolg van prijsontwikkelingen. De kosten van onderhoud zijn in 2014 lager dan in 2013 omdat in 2013 nog sprake was van een afrekening van € 0,1 miljoen inzake de verbouw en uitbreiding van de Woldborg. Hier staat echter wel een bijdrage van de Gemeente Grootegast tegenover. De overige kosten van onderhoud terreinen, onderhoudsabonnementen en bouwkundige aanpassingen zijn ten opzichte van 2013 iets gestegen. Dat de kosten van Energie en water in 2014 lager uitkomen dan in 2013 wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in 2013 de afrekeningen van zowel 2012 als 2013 in 2013 zijn geboekt. De schoonmaakkosten zijn gedaald als gevolg van lagere kosten aan schoonmaakmateriaal. Daarnaast kwamen de schoonmaakkosten in 2013 hoger uit door de extra schoonmaak van de nieuwbouw Woldborg. De huisvestingslasten zijn € 0,26 miljoen lager dan begroot. Het gaat hierbij niet alleen om lagere verzekeringskosten, maar ook om lagere huurkosten omdat minder ruimte gehuurd is dan verwacht en door lagere kosten voor energie en water, waarbij vooral de kosten van gas veel lager zijn dan begroot. Daarnaast is er minder groot onderhoud uitgevoerd dan gepland. De kosten van heffingen zijn lager omdat de Gemeente Leek de onroerend-zaakbelasting voor de vestigingen in deze gemeente niet meer in rekening brengt. Daar staat tegenover dat de gemeente hiervoor ook geen subsidie meer beschikbaar stelt. De post gemeentelijke bijdragen en subsidies bij de overige overheidsbijdragen valt daardoor ook lager uit. 4.4

Overige lasten

4.4.1 4.4.2 4.4.3

Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie/vrijval overige voorzieningen

2014 €

Begroting 2014 €

678.614 1.477.263 -1.953

Overige lasten

1.000.000 1.432.000 12.000 2.153.923

2013 € 878.376 1.453.906 22.473

2.444.000

De overige lasten zijn ruim € 0,2 miljoen lager dan in 2013. Vooral de adminstratie- en beheerslasten zijn lager dan in 2013 als gevolg van een eenmalige creditering op de leasekosten van de kopieerapparaten van € 0,11 miljoen. Deze teruggave was ook niet begroot. De adminstratie- en beheerslasen zijn tevens lager door lagere accountantskosten, telecommunicatiekosten en lagere kosten voor schrijfbureaubehoeften. Daar staat een stijging van de kosten van onderwijsinnovatie tegenover bij de post inventaris, apparatuur en leermiddelen. Per saldo zijn de kosten voor Inventaris, apparatuur en leermiddelen echter wel iets toegenomen door hoger kosten voor leermiddelen als gevolg van de toename van het aantal leerlingen en lagere kosten voor aanschaf van klein inventaris. De dotatie overige voorzieningen is gedaald omdat er een lagere voorziening nodig is op basis van vermoedelijk oninbare vorderingen en vrijwillige ouderbijdrage. In 2013 was juist een verhoging van de voorziening nodig. De overige lasten zijn in 2014 ruim € 0,29 miljoen lager dan begroot. De administratie- en beheerslasten zijn € 0,32 miljoen lager dan begroot. Dit heeft te maken met de eerder vermelde eenmalige creditering op de leasekosten van de kopieerapparaten. Daarnaast is in de begroting is een bedrag voor onvoorziene kosten opgenomen. Op deze post is echter geen beroep gedaan. Daarnaast zijn minder kosten gemaakt voor telecommunicatie, personeelsvoorziening/werving verzekeringen, pr-activiteiten/open huis en juridische ondersteuning. Er zijn echter meer vergaderkosten gemaakt. De kosten van Inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn hoger dan begroot. De kosten van inventaris en apparatuur zijn per saldo lager door lagere kosten voor aanschaf klein inventaris, maar daar staat hogere kosten voor onderhoud van inventaris tegenover . De kosten van leermiddelen zijn daarentegen per saldo hoger dan begroot als gevolg van hogere kosten voor excursies, lichamelijke opvoeding, en hogere kosten voor leermiddelen in het algemeen. Tegenover de kosten van excursies staan echter wel opbrengsten van de leerlingen die deelnemen aan de excursies. De dotatie overige voorzieningen is lager dan begroot. Bij het opstellen van de begroting is rekening gehouden met een hoger bedrag aan vermoedelijk oninbare vorderingen.

49

2.354.755


Accountant

4.4.1.1

KPMG Accountants N.V. Honorarium controle jaarrekening en bekostiging Accountantslasten

5


5.1 5.5

Rentebaten Rentelasten

jaarrekening

2014 € 22.264

2013 €

2014 €

Begroting 2014 €

19.211 -4.908


38.593

22.264

16.000 -5.000 14.303

2013 € 18.147 -7.116

11.000

De rentebaten zijn hoger dan in 2013 door een toename van de voorraad liquide middelen De rentelasten zijn lager dan in 2013 doordat de rentelasten ieder jaar afnemen door aflossing op de lening. De rentebaten zijn hoger dan begroot, omdat er meer overtollige liquide middelen die (tijdelijk) op een spaarrekening gezet konden worden. Ondanks een lagere rente vergoeding, is er toch meer rente ontvangen. De rentelasten zijn nagenoeg gelijk aan de begroting.

50

38.593

11.031


jaarrekening

Verbonden Partijen

Naam

Juridische

Statutaire

Code

Eigen

Resultaat

Art. 2:403

vorm 2014

zetel

activiteiten

Vermogen

jaar 2014

BW

Deelname

Consolidatie

€

Ja/Nee

%

Ja/Nee

nee nee nee

0 0 0

nee nee nee

31-12-2014 €

Stichting Onderwijsgroep Noord Stichting AOC Terra Stichting Dollard College

stichting stichting stichting

Groningen Groningen Groningen

4 4 4

1.301.391 39.097.908 6.250.468

16.092 1.932.865 160.078

Naam

Onschrijving doelstelling

Samenstelling Bestuur en directie

Stichting Onderwijsgroep Noord Stichting AOC Terra Stichting Dollard College

Onderwijs Onderwijs Onderwijs

mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur) mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur) mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur)

Stichting rsg de Borgen maakt samen met Stichting AOC Terra en Stichting Dollard College deel uit van Onderwijsgroep Noord. Deze zijn verbonden op grond van overwegende zeggenschap en niet op basis van kapitaalbelang.

51


jaarrekening

WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector 4.1 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking

Naam

Omvang

Belastbare

Voorziening

Uitkering

dienst-

onkosten-

beloning

beëindiging

Voorzitter

Ingang

Einde

verband

Beloning

vergoeding

op termijn

dienstverband

(J/N)

dienstverband

dienstverband

in FTE

€

€

€

€

31-12-2014 Onbepaald

1,00 1,00

R. Schilt mw. A.A. Berendsen MBA

J N

01-03-2003 01-09-2011

175.810 137.500

0 0

27.406 23.874

Motiveringen overschrijding norm en andere toelichtingen

75.000 overgangsrecht van toepassing 0

Vermelding alle toezichthouders

Naam

F. Kuik mw. E.M. Pastoor-Meuleman mw. C.Y.D. van Orden H. Holman F. Migchelbrink M. Krijnsen T. Wagenaar E. van Zuidam

Ingang

Einde

Voorzitter

functie

functie

(J/N)

vervulling

vervulling

J J N N N N N N

30-03-2007 23-04-2013 30-03-2007 12-03-2009 12-03-2009 01-08-2014 01-08-2014 01-08-2014

31-07-2014

Belastbare

Voorziening

Uitkering

onkosten-

beloning

beëindiging

Beloning

vergoeding

op termijn

dienstverband

€

€

€

€

7.963 10.238 5.688 9.750 9.750 3.250 4.063 3.250

31-07-2014

0 0 0 0 0 0 0 0

0 0 0 0 0 0 0 0

Motiveringen overschrijding norm en andere toelichtingen

0 0 0 0 0 0 0 0

Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht worden bezoldigd door Onderwijsgroep Noord. Zij verrichten echter niet alleen werkzaamheden voor Onderwijsgroep Noord, maar ook voor de drie overige stichtingen die tot de groep behoren. Hierbij is sprake van twee instellingen voor Voortgezet Onderwijs (Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen) en één instelling die valt onder het Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie (Stichting AOC Terra). Met betrekking tot de normering voor de WNT zijn er voor Onderwijsgroep Noord twee sectoren van toepassing. Op basis van de verdeling van het aantal leerlingen is de WNT-norm van het MBO van toepassing (AOC Terra heeft meer dan 1/3e van het totaal aantal leerlingen). Deze norm bedraagt voor 2014 € 199.905. De doorbelasting van de kosten, inclusief de bezoldiging, vindt echter plaats op basis van de baten van de verschillende instellingen. Ook bij toepassing van deze verdeelsleutel heeft AOC Terra meer dan 50% van de totale baten. Toerekening van de bezoldiging naar de vier instellingen is als volgt: College van Bestuur Raad van Toezicht Onderwijsgroep Noord 26.375 3.237 6% AOC Terra 232.983 28.595 53% Dollard College 23% 101.106 12.409 rsg de Borgen 18% 79.126 9.711

Groningen, 19 juni 2015 Astrid Berendsen, voorzitter College van Bestuur

52


jaarrekening

Overige gegevens

53


jaarrekening

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Toezicht en het College van Bestuur van Stichting rsg de Borgen

Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening over 2014 van Stichting rsg de Borgen te Groningen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

Verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag Het bevoegd gezag van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bevoegd gezag is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen. Het bevoegd gezag is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante weten regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 18, lid 3 van het Bekostigingsbesluit W.V.O. en artikel 103, lid 4 van de Wet op het voorgezet onderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.

54


jaarrekening

Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante weten regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het bevoegd gezag van Stichting rsg de Borgen gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.

Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting rsg de Borgen per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014.

Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3 Jaarverslag van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014 is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Groningen, 24 juni 2015 KPMG Accountants N.V.

W. Feenstra RA

55


jaarrekening

Bestemming van het exploitatiesaldo Statutaire winstbestemming In de statuten van de stichting is geen artikel opgenomen aangaande de winstbestemming. Het exploitatiesaldo van Stichting rsg de Borgen is, conform het besluit van het College van Bestuur, van 31 maart 2015 verdeeld zoals onderstaand is weergegeven. Deze verdeling is reeds in de balans per 31 december 2014 verwerkt. 2014 € Dotatie aan de Algemene Reserve Dotatie aan de Bestemmingsreserve 'Toekomstbestendig rsg de Borgen' (publiek) Dotatie aan de Bestemmingsreserve 'Regeling Jonge leerkrachten' (publiek)

56

2013 €

226 113.000 0

98.626 476.000 166.000

113.226

740.626


jaarrekening

Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich na balansdatum geen gebeurtenissen voorgedaan die van invloed zijn op de feitelijke situatie per balansdatum.

57


bijlagen

Bijlagen Bijlage A De onderstaande gegevens zijn gebaseerd op de situatie per 31 december 2014.

Instellingsgegevens Naam instelling:

Stichting rsg de Borgen

Postadres:

Postbus 17

Bezoekadres:

Postcode/Plaats: Telefoon: Fax:

Hereweg 101

9700 AA Groningen (050) 529 29 29 (050) 529 29 28

website: www.rsgdeborgen.nl Bestuursnummer: 41143 Brinnummer: 00DI

Handelsregister: 02066630 Contactpersoon:

H. Zwiep, controller

E-mail: [email protected]

College van Bestuur dhr. R. Schilt

mw. A. Berendsen MBA

Winsum, voorzitter tot 31-12-2014 Bunne

Raad van Toezicht

dhr. F. Kuik, voorzitter (tot 01-08-2014)

mw. C.Y.D van Orden, lid (tot 01-08-2014) dhr. H. Holman, lid

dhr. F. Migchelbrink, lid

mw. E. Pastoor, lid / voorzitter m.i.v. 01-08-2014 dhr. M. Krijnsen, lid (m.i.v. 01-08-2014)

dhr. T. Wagenaar, lid (m.i.v. 01-08-2014)

dhr. E. van Zuidam, lid (m.i.v. 01-08-2014) De Raad van Toezicht kent twee commissies, de remuneratiecommissie en de auditcommissie. De remuneratiecommissie is verantwoordelijk voor: a) 1. voorstellen betreffende het te voeren vergoedingsbeleid voor leden van de Raad van Toezicht ter vaststelling door de Raad van Toezicht;

2. voorstellen betreffende het te voeren bezoldigingsbeleid voor leden van het College van Bestuur ter

3. v oorstellen inzake de hoogte van de bezoldiging, afvloeiingsregelingen en overige vergoedingen, van

vaststelling door de Raad van Toezicht;

individuele leden van het College van Bestuur ter vaststelling door de Raad van Toezicht.

58


bijlagen

b) De commissie is verantwoordelijk voor het geven van advies aan de Raad van Toezicht met betrekking tot de periodieke beoordeling van het functioneren van het College van Bestuur en de rapportage hierover aan de

Raad van Toezicht. De remuneratie-commissie bereidt gesprekken met het College van Bestuur voor en voert ze uit.

c) De commissie stelt jaarlijks een verslag op van haar beraadslagingen en bevindingen. d) De commissie kan naar eigen goedvinden ieder onderzoek dat zij voor de vervulling van haar taken nodig of

wenselijk acht uitvoeren. Zij heeft daartoe onbeperkt toegang tot documenten van en informatie betreffende Terra, Dollard College, rsg de Borgen en Onderwijsgroep Noord. De voorzitter pleegt daartoe tevoren overleg met het College van Bestuur.

Samenstelling remuneratiecommissie: Naam

Functie

Periode

Dhr. F. Kuik

Voorzitter

Tot 01-08-2014

Mw. C.Y.D. van Orden

Lid

Tot 01-08-2014

Mw. E. Pastoor

Voorzitter

m.i.v. 01-08-2014

Dhr. T. Wagenaar

Lid

m.i.v. 01-08-2014

De auditcommissie is verantwoordelijk voor het geven van advies aan de Raad van Toezicht met betrekking tot:

het voorbereiden van de besluitvorming van de Raad van Toezicht over de financiële gang van zaken bij Onderwijsgroep Noord en de daarvan deel uitmakende instellingen en over de toetsing van de werking van de administra-

tieve organisatie en controle; onder de financiële gang van zaken vallen de begroting, het jaarplan, het financieel jaarverslag, het algemeen jaarverslag en de accountantscontrole (inclusief de managementletter);

het jaarlijks rapporteren aan de Raad van Toezicht over de ontwikkelingen in de relatie met de externe accountant, waaronder in het bijzonder zijn onafhankelijkheid en eventuele niet-controlewerkzaamheden voor Onderwijsgroep Noord;

het voorbereiden van de besluitvorming van de Raad van Toezicht met betrekking tot de financiering van Onderwijsgroep Noord en de daartoe behorende instellingen.

Samenstelling auditcommissie: Naam Dhr. F. Migchelbrink Dhr. H. Holman

Vestigingen Esborg

praktijkonderwijs

Burchtlaan 2 - 9301 TJ Roden tel. (050) 50158 09

e-mail: [email protected]

59


bijlagen

Lindenborg

Ronerborg

Waezenburglaan 55 - 9351 HC Leek

Burchtlaan 1 - 9301 TJ Roden

havo I atheneum I gymnasium I technasium

vmbo I havo

tel. (0594) 85 45 30

tel. (050) 501 93 18



Nijeborg

Woldborg

Waezenburglaan 51 en 51a - 9351 HC Leek

Kersenlaan 16 - 9861 CR Grootegast

vmbo

vmbo I havo

tel. (0594) 85 45 50

tel. (0594) 61 22 61



Managementteam (MT)

Het managementteam bestaat uit het College van Bestuur en de directeuren. De huidige samenstelling van het managementteam is als volgt: dhr. R. Schilt

voorzitter College van Bestuur

dhr. S. van der Wal

directeur Esborg en Ronerborg

mw. A. Berendsen mw. I. Top

dhr. J. Wierenga

dhr. G.J. van Dijken

lid College van Bestuur rector Lindenborg

directeur Nijeborg

directeur Woldborg

Medezeggenschapsraad (MR) dhr. G. Hanemaaijer

docent aan de Lindenborg, voorzitter

mw. A. van Duuren

ouder

dhr. J. Benjamins mw. E. Egberts

docent aan de Ronerborg docent aan de Nijeborg

dhr. B. Lachmann docent Lindenborg (vervanger van Dick Kruimer, docent aan de Lindenborg, mw. K. Meinders

secretaris en vice voorzitter) ouder

Myrthe Bulder en Nikki Smit leerlingen

Decentraal Georganiseerd Overleg (DGO) mw. M. de Bree

AOB

dhr. G.J. de Wijn

CMHF

dhr. D. Bruning

CNV

60


bijlagen

Bijlage B (Neven)functies van bestuurders en toezichthouders per 31 december 2013 College van Bestuur R. Schilt, Winsum, voorzitter (tot 31-12-2014):

voorzitter College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord voorzitter College van Bestuur Stichting Dollard College voorzitter College van Bestuur Stichting rsg de Borgen voorzitter College van Bestuur Stichting AOC Terra voorzitter Aequor te Ede

bestuurslid Vereniging AOC raad, brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs mw. A.A. Berendsen, Bunne, lid:

lid College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord lid College van Bestuur Stichting Dollard College lid College van Bestuur Stichting rsg de Borgen lid College van Bestuur Stichting AOC Terra

lid Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs

lid Bestuursadviesraad van de Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs voorzitter Raad van Toezicht Bevolkingsonderzoek Noord lid Raad van Toezicht De Noorderbrug

Raad van Toezicht F. Kuik, Wolvega, voorzitter (tot 01-08-2014):

voorzitter Raad van Bestuur Stichting Zorggroep Alliade lid Raad van Commissarissen Sportstad Heerenveen

lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra

mw. C.Y.D van Orden, Groningen, lid (tot 01-08-2014):

Senior beleidsadviseur stafbureau P&O Stichting Hanzehogeschool Groningen Toezichthoudend bestuurder Groningse Schoolvereniging lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra H. Holman, Steenbergen, lid:

Voorzitter European Dairy Farmers Nederland

Vicevoorzitter European Dairy Farmers Europa. Voorzitter Voetbalvereniging ONR Roden Bestuurslid Waterschap Noorderzijlvest. Gemeenteraadslid Noordenveld

voorzitter voetbalvereniging Oranje Nassau Roden, Roden lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College

61


bijlagen

lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra F. Migchelbrink, Roden, lid:

lid Raad van Toezicht Certe, Groningen

lid Raad van Commissarissen Twaron BV, Arnhem

lid Raad van Commissarissen Sportstad Heerenveen, Heerenveen lid Raad van Advies Sameen, Groningen

lid Raad van Advies Kredietunie Eemsregio, Delfszijl

voorzitter Raad van Toezicht Stichting KwamUTegen, Rijswijk lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra mw. E. Pastoor, Groningen, lid:

Elly Pastoor Advies, sociale en duurzame innovatie; zelfstandig ondernemer

Projectleider landelijk project Verzuim 18+ van het ministerie van OC&W en Ingrado voorzitter vereniging Noorden Duurzaam

mede-initiatiefnemer Culinaire Vakschool

lid Raad van Toezicht Stichting Het Kopland lid bestuur Stichting Nieuw Nabuurschap


M. Krijnsen, Gasteren, lid (m.i.v. 01-08-2014):

voorzitter van de tafel Duurzame Inzetbaarheid bij de Vereniging Noorden Duurzaam lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra

T. Wagenaar, Bontebok, lid (m.i.v. 01-08-2014):

lid van de Raad van Toezicht van Penta Primair.


E. van Zuidam, Roden, lid (m.i.v. 01-08-2014): directeur Veiligheidsregio Groningen

lid Raad van Toezicht Regionaal Expertise Centrum Noord Nederland Cluster 4 Bijz. Onderwijs (RENN4) bestuurslid Stichting Vrienden van de Jeugdbrandweer Groningen lid Raad van Advies Stichting ‘Het Kopland’.


62


bijlagen

Bijlage C Lijst met afkortingen avo

algemeen vormend onderwijs

BB

basisberoepsgerichte leerweg (vmbo)

AWBZ BVE CE

DDoS ELO

ELOS GL

havo

HRM ICT KB

LKC

LOB

lwoo mbo

OCW OGN

Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie centraal examen

distributed denial-of-service elektronische leeromgeving

Europa als Leeromgeving Op School Gemengde leerweg (vmbo)

hoger algemeen vormend onderwijs Human Resource Management

informatie- en communicatietechnologie Kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo) Landelijke klachtencommissie

Loopbaanoriëntatie en -begeleiding leerwegondersteunend onderwijs middelbaar beroepsonderwijs

ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Onderwijsgroep Noord

OPP Ontwikkelingsperspectiefplannen PDCA

plan do check act

RI&E

risico-inventarisatie en evaluatie

pro praktijkonderwijs rsg

regionale scholengemeenschap

SE schoolexamen

swv samenwerkingsverband TL

theoretische leerweg (vmbo)

v(s)o

voortgezet (speciaal) onderwijs

vmbo vsv

vwo

WNT

voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs voortijdig schoolverlater

voorbereidend wetenschappelijk onderwijs Wet normering topinkomens

63


Bewust, bekwaam, betekenisvol. Jaarverslag rsg de Borgen

Recommend Documents