Bevordering constructieve veiligheid
Verslag vorderingen actieagenda in 2009
Datum Status
9 april 2010 Definitief
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
Colofon Contactpersoon
ir. A. Kat
VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Bouwen aan Kwaliteit Rijnstraat 8 Postbus 16191 2500 BD „s-Gravenhage Auteurs
ir. E.J. Kool drs. N. Kamp
Publicatienummer:
0172
Deze publicatie is te downloaden via www.vrominspectie.nl
Pagina 2 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
Inhoud
Inleiding........................................................................................................................ 4 1
Verbetering of stagnatie? .................................................................................... 5
2
professionalisering ............................................................................................. 7
2.1
Platform Constructieve Veiligheid .......................................................................................... 7
2.2
gedragscode NEPROM .......................................................................................................... 7
2.3
het constructeursregister ..................................................................................................... 7
2.4
toetsings- en toezichtsprotocol ............................................................................................. 8
3
ABCmeldpunt .................................................................................................... 9
4
Onderwijs ....................................................................................................... 11
4.1
Een eerste verkenning ....................................................................................................... 11
4.2
Constructief onderwijs onder druk ....................................................................................... 11
4.3
Bewaking van kwaliteit ...................................................................................................... 12
4.4
Eindconclusie en aanbevelingen .......................................................................................... 12
5
voortgang actiepunten...................................................................................... 14
bijlage 1: matrix actiepunten ......................................................................................... 20 bijlage 2: literatuur ...................................................................................................... 22
Pagina 3 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
Inleiding
Uit incidenten en onderzoek blijkt dat de constructieve veiligheid van bouwwerken in ons land helaas niet altijd gegarandeerd is. Voorbeelden die uitgebreid de pers gehaald hebben zijn o.a. de instorting van balkons in Maastricht, een parkeerdek in Tiel, een in aanbouw zijnde toneeltoren in Hoorn, de ontruiming van appartementen in Bos en Lommer, naast vele andere incidenten. Een systematisch onderzoek onder 15 nieuwe bouwwerken [1] toont aan dat de constructieve veiligheid niet altijd voldoende geborgd is. Eind 2007 heeft de VROM-Inspectie vier discussiebijeenkomsten met deskundigen uit de ontwerp- en bouwwereld georganiseerd om oplossingen te genereren voor de geconstateerde problemen. Het essay “Kasteel of kaartenhuis?” [2] diende als input voor de discussies. De deelnemers onderschreven de daarin beschreven analyse van de problematiek. De uitkomsten van de discussiebijeenkomsten zijn samengevat in de rapportage “Weg met de zwakke schakels!” [3], die op 26 november 2008 tijdens een symposium over constructieve veiligheid is gepresenteerd. Daarin zijn concrete acties beschreven en „toebedeeld‟ aan partijen uit de bouw. Deze partijen hebben door het ondertekenen van deze zogenoemde „actieagenda‟ aangegeven werk te zullen maken van verbetering van de constructieve veiligheid. Uiteraard waren veel partijen al actief op dit terrein. Tijdens het symposium van 2008 in het Bouwhuis van Bouwend Nederland, passeerden verschillende initiatieven de revue. Deze zullen in het voorliggende rapport benoemd worden. Tevens doet de VROM-Inspectie hierin verslag van de vorderingen van de actiepunten uit de actieagenda in het afgelopen jaar. Dit rapport geeft daarmee een actuele stand van zaken met betrekking tot de constructieve veiligheid. Het is in nauw overleg met de verschillende organisaties in de bouw tot stand gekomen. Niet bij alle actiepunten is eenvoudig te meten of er voortgang is geboekt en zo ja welke. De gekleurde vlakjes in bijlage 1, waarin een samenvatting van de actiepunten gegeven is, geven daarom soms een indruk weer en niet een bewezen feit. Bij de actiepunten die voor rekening komen van de VROM-Inspectie, wordt iets uitgebreider stilgestaan. Zo is over het actiepunt „investeer in onderwijs en vakkennis‟ een uitgebreid verslag opgenomen van het verkennend onderzoek, uitgevoerd in 2009.
Pagina 4 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
1
Verbetering of stagnatie?
De vraag of er sprake is van verbetering van de constructieve veiligheid in ons land, stagnatie of zelfs achteruitgang, is niet eenvoudig te beantwoorden. Het onderwerp constructieve veiligheid staat in ieder geval „op de agenda‟. Diverse beroepsorganisaties zijn er mee bezig. Er zijn diverse belangrijke publicaties verschenen over het onderwerp. Het Compendium Aanpak Constructieve Veiligheid [4] geeft een gezaghebbende beschrijving van de verantwoordelijkheden in de bouw en wordt in toenemende mate gebruikt in de communicatie tussen adviseur, opdrachtgever en uitvoerend bouwbedrijf. Aan de andere kant komen er nog steeds incidenten voor. Grotere, zoals de instorting van een deel van het buitenspouwblad van een flat aan de Treublaan te Den Haag, waarbij zelfs brand ontstond, haalden de pers. Vele kleinere incidenten deden dat niet. De pilot van het ABCmeldpunt, waarbij gedurende ruim een half jaar tientallen meldingen van incidenten geregistreerd zijn, illustreert dat. In hoofdstuk 3 komt het ABCmeldpunt aan de orde. Partijen die serieus met de bouwkwaliteit bezig zijn, opdrachtgevers, adviesbureaus en aannemers (de voorlopers), hebben lering getrokken uit de incidenten van de afgelopen jaren en hebben constructieve veiligheid tot een integraal deel van hun werkprocessen gemaakt. Het is zaak, nu ook het peloton aan overige bedrijven mee te krijgen en hen ervan te overtuigen dat kwaliteitsbewaking niet alleen tot veiligere bouwwerken leidt, maar ook tot reductie van de hoge faalkosten in de bouw.
sloop ingestorte gevel Treublaan Den Haag 2 januari 2009
Pagina 5 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
De ontwikkelingen in het onderwijs zijn zorgelijk. Ondanks het breed gedeelde belang van (constructieve) veiligheid en de wens om Nederland een vooraanstaande kennispositie in de wereld te geven, staat het technisch wetenschappelijk onderwijs sterk onder druk. Ook de huidige economische recessie die tot een grote daling van de orderportefeuille in de bouw heeft geleid, lijkt een negatieve factor te zijn. Ingenieursbureaus geven aan dat er (nog steeds) een prijzenslag heerst voor wat betreft de advieskosten. Dit versterkt de neiging om te bezuinigen op de kosten van coördinatie, controle en toezicht. Vasthoudende uitvoering van de activiteiten uit de actieagenda moet tegengas bieden. De VROM-Inspectie zal dat, samen met de betrokken organisaties in de bouw, in ieder geval tot 2014 blijven monitoren.
Pagina 6 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
2
Professionalisering
2.1
Platform Constructieve Veiligheid Het Platform Constructieve Veiligheid is een gezamenlijk initiatief van Bouwend Nederland, NLingenieurs en de VROM-Inspectie en is opgericht in 2008 als opvolger van de CUR-werkgroep „Leren van instortingen!‟. BNA onderschrijft de activiteiten maar participeert niet actief. Verder participeren in het Platform een groot aantal partijen vanuit de vele rollen in de bouwprocesketen en actief in de bouw- of de infrasector, zoals publieke opdrachtgevers, private ontwikkelaars, beheerders, toeleveringsindustrie, bouwbedrijven, ingenieursbureaus, diensten Bouw- en Woningtoezicht, verzekeraars, onderzoekinstituten, onderwijs etc. Het Platform, dat gefaciliteerd wordt door CUR Bouw & Infra, bundelt daarmee de gezamenlijke activiteiten op het gebied van constructieve veiligheid en is daarvoor tevens de spreekbuis. Naast genoemde initiatiefnemers participeren vele andere organisaties en bedrijven in de activiteiten van het Platform en/of ondersteunen deze activiteiten. Jaarlijks wordt een verslag van de ontwikkelde activiteiten en een financiële rapportage opgesteld. Alle activiteiten van het Platform hebben een relatie met constructieve veiligheid. Een belangrijke activiteit is het ABCmeldpunt, dat in hoofdstuk 3 uitgebreid aan de orde komt.
2.2
gedragscode NEPROM In 2008 heeft de organisatie van projectontwikkelaars NEPROM, de Gedragscode constructieve veiligheid [5] opgesteld. Deze is tijdens het symposium op 26 november 2008 voor de buitenwacht en op 10 december 2008 tijdens een ledenvergadering gepresenteerd. Eind 2009 organiseerde de NEPROM een volgende ledenbijeenkomst over constructieve veiligheid om de eerste ervaringen met de Gedragscode te evalueren. Daan van der Vorm (Vorm Vastgoed) en Ton Hillen (Heijmans), verantwoordelijk NEPROM bestuursleden, presenteerden daarbij een tweetal voorbeeldprojecten waarin zij aangaven hoe ze de Gedragscode in de praktijk ingebed hebben. Andere vragen die aan de orde kwamen zijn: Tegen welke aspecten bent u aangelopen bij de toepassing van de Gedragscode? Hoe is de toepassing en implementatie binnen uw bedrijf verlopen? Hoe hebben partners binnen de bouwketen gereageerd op de Gedragscode? Welke gevolgen heeft de kredietcrisis voor het onderwerp constructieve veiligheid? Ziet u mogelijkheden om u op dat aspect juist nu positief te onderscheiden of kost constructieve veiligheid te veel geld? De indruk is dat er het afgelopen jaar nog niet veel voortgang geboekt is bij het op grote schaal toepassen van de gedragscode. De NEPROM houdt haar leden wel via website en ledenbulletin op de hoogte van actuele ontwikkelingen op het gebied van constructieve veiligheid.
2.3
het constructeursregister Het afgelopen jaar hebben de Betonvereniging en de Vereniging Bouwen met Staal een „Constructeursregister‟ in het leven geroepen. Dit register moet een bijdrage leveren aan het bevorderen van de constructieve veiligheid in de bouw, als uitvloeisel van het Compendium Aanpak Constructieve Veiligheid en de actieagenda van de VROM-Inspectie. Door inschrijving in het register hebben constructeurs de mogelijkheid om hun kwaliteiten op een objectieve manier te laten zien. De Pagina 7 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
bedoeling is hiermee een nationaal kwaliteitslabel en informatiesysteem tot stand te brengen. Vanaf 1 januari 2010 is het register operationeel. Meer informatie: www.constructeursregister.nl.
2.4
toetsings- en toezichtsprotocol De Vereniging Bouw- en WoningToezicht Nederland heeft enkele jaren geleden instrumenten ontwikkeld om de taken van het bouw- en woningtoezicht op een meer professionele wijze uit te doen voeren. Zo is er het toetsingsprotocol-CKB (Collectieve Kwaliteitsnormering Bouwvergunningen) waarmee gemeenten aanvragen om bouwvergunning op een systematische en transparante wijze kunnen uitvoeren. Er zijn toetsniveaus vastgesteld die de diepgang van de gemeentelijke toetsing bepalen, afhankelijk van het risico dat het niet-voldoen van het betreffende onderdeel van de bouwconstructie oplevert. Het toezichtsprotocol beschrijft de manier waarop de gemeente het toezicht tijdens de bouw kan inrichten, waarbij de intensiteit ook weer via een risicobenadering bepaald wordt. Uit gegevens van de Vereniging BWT blijkt dat op dit moment zo‟n 70 gemeenten (= 16 %) het CKB gebruiken en 118 gemeenten (= 27%) het toezichtsprotocol. Dertig hiervan gebruiken de digitale versie van het toezichtsprotocol met behulp van een PDA, tablet of laptop. In verband met de WABO wordt momenteel gewerkt aan een verbreding van het toetsingsprotocol zodat aanvragen op milieu- en ruimtelijk gebied ook getoetst kunnen worden. Het aspect constructieve veiligheid wordt versterkt door meer gedetailleerde toetsvragen op te nemen plus een risicoanalyse. Het toezichtsprococol is in korte tijd een veel toegepast instrument geworden. Door gebruikmaking van een PDA (personal digital assistant) kan op zeer efficiënte wijze de bouwplaats bezocht worden en gecontroleerd. De Vereniging BWT heeft samen met Bouwend Nederland een voorstel gedaan om het protocol te gebruiken voor de eigen kwaliteitsbewaking van bouwprojecten door de aannemer. Door de toetsresultaten bekend te maken bij Bouw- en woningtoezicht, kan het gemeentelijke toezicht gereduceerd worden.
Pagina 8 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
3
ABCmeldpunt
Er zijn diverse aanleidingen geweest die tot het opzetten van het ABCmeldpunt hebben geleid. In 2002 zijn verschillende lichte platte daken ingestort, waarna minister Dekker in 2004 aan de Tweede Kamer de aanbeveling deed om een systeem op te zetten om bouwkundige calamiteiten te registreren en systematisch onderzoek mogelijk te maken. Het CUR project „Leren van Instortingen!‟ is in 2005 gestart met het systematisch onderzoeken van instortingen met als doel lering daaruit te trekken en te voorkomen dat dezelfde fouten weer gemaakt worden. De ambitie is om de aandacht voor de constructieve veiligheid in de bouw aanzienlijk te vergroten en een cultuurverandering op het gebied van veiligheid te realiseren. Daarnaast heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid [6] in het kader van de problemen met gevelbeplating van gebouwen in 2006 een aanbeveling gedaan aan BNA, Bouwend Nederland en ONRI in de richting van een centrale registratie. Deze organisaties participeren in het ABCmeldpunt en geven daarmee opvolging aan de aanbeveling van de Onderzoeksraad. TNO heeft, na eerdere voorstudies en eigen onderzoek, dit registratiesysteem verder uitgewerkt in opdracht van het Platform Constructieve Veiligheid. Een centrale registratie van voorvallen waarbij de constructieve veiligheid van bouwwerken in het geding is, helpt om veiligere bouwwerken te realiseren: niet alleen instortingen maar ook bijna-instortingen en schades kunnen worden geanalyseerd en gecommuniceerd naar de praktijk. Eventuele trends kunnen worden gebruikt voor een gerichte aanpak in de vorm van onderzoek, verbeteringen en evaluatie van regelgeving. Eind 2008 en begin 2009 is een pilot met het registratiesysteem gehouden. Het doel was om met een beperkt aantal meldende partijen een registratie en analyse van bouwfouten op te zetten en na afloop te evalueren of het opzetten van een landelijk systeem een bijdrage kan leveren aan de constructieve veiligheid. In het voorjaar 2009 heeft TNO gerapporteerd over de uitgevoerde pilot [7]. Gedurende ruim een half jaar zijn van 7 meldende partijen 82 meldingen van incidenten met de constructieve veiligheid ontvangen en verwerkt. Geconcludeerd is dat 51% van de bouwfouten tijdens het ontwerp en 37% van de bouwfouten tijdens de uitvoering worden gemaakt. Bouwfouten worden voornamelijk ontdekt tijdens de uitvoering (54%) en bij het algemene ontwerp (ontwerp en detailengineering gezamenlijk), namelijk 30%. De meeste oorzaken bij ontwerpfouten liggen in het hebben van onvoldoende kennis van en of kwalificatie voor het project en het verkeerd schematiseren van de krachtswerking. Bij de uitvoering zijn veel gemaakte fouten het verkeerd samenstellen van onderdelen op de bouwplaats, schades ontstaan door gehanteerde bouwfasering (bijvoorbeeld het in een te laat stadium aanbrengen van stabiliteitselementen) en het onjuist gebruik van materialen of onderdelen. In 87% van de meldingen worden gevolgen van de bouwfout voorkomen door een tijdige signalering. In de resterende 13% van de meldingen was er wel schade. In 2% van alle meldingen is het bouwwerk geheel of gedeeltelijk ingestort. Naar aanleiding van de ervaringen in de pilot zijn enkele verbeteringen in het meldingsformulier en de registratie doorgevoerd. Vanaf 1 oktober 2009 is het meldpunt definitief open voor alle partijen in het bouwproces: opdrachtgevers, gemeenten, ontwerpers en constructeurs, aannemers. Benadrukt wordt dat alle meldingen vertrouwelijk behandeld worden. In de database noch in de daarop gebaseerde publicaties zijn de naam van de melder of gegevens waaruit de identiteit Pagina 9 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
van het betrokken object zou kunnen worden afgeleid opgenomen. Voor meer informatie en het doen van meldingen is de volgende website beschikbaar: www.abcmeldpunt.nl. Een soortgelijk systeem, CROSS (confidential reporting on structural safety), is in Groot Brittannië al zo‟n drie jaar naar tevredenheid operationeel.
Pagina 10 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
4
Onderwijs
4.1
Een eerste verkenning Als uitwerking van het actiepunt „het investeren in onderwijs en vakkennis‟ heeft de VROM-Inspectie het afgelopen jaar getracht zich een beeld te vormen van de opleidingsproblematiek op constructief gebied. Deze eerste verkenning is tot stand gekomen door het houden van interviews met hoogleraren en docenten van Technische Universiteiten en Hogescholen. Ook zijn er gesprekken gevoerd met de instituten die aanvullende opleidingen verzorgen.
4.2
Constructief onderwijs onder druk Vele pogingen om het imago van de technische beroepen te verbeteren hebben nog weinig resultaat opgeleverd. Bouwkunde en civiele techniek moeten concurreren met populaire studies zoals economie en zorg. Ook heeft het voortgezet onderwijs een verkeerd beeld van een constructeurs opleiding. Dit geldt voor de leerlingen maar ook voor de decanen. Toch is er, afgaande op de informatie uit de interviews, geen grote terugloop in het aantal eerstejaars bouwkunde en civiele techniek. De aantallen afgestudeerden, puur gericht op constructief ontwerpen, zijn moeilijker in te schatten. Dit is mede het gevolg van de toegenomen keuzevrijheid binnen de studie waardoor het specialisatieniveau van de afgestudeerden lastiger te bepalen is. Ook „verliest‟ de studierichting constructief ontwerpen veel studenten aan de richting stedenbouw en architectuur. De aantallen eerstejaars zijn de laatste jaren weliswaar stabiel gebleven, de populatie constructeurs neemt wel af. Zeker in relatie tot de vraag. Maar wat zorgelijker is, is dat het kennisniveau eveneens terugloopt volgens de geïnterviewden. Door alle geïnterviewden werd als belangrijkste reden de verbreding van de opleidingen genoemd. Naast de pure constructievakken als mechanica en constructief ontwerpen krijgen de studenten nu ook vakken die gericht zijn op het werkveld waarin toekomstig constructeurs gaan werken, zoals bijvoorbeeld management. Natuurlijk zijn deze vakken belangrijk maar het gaat wel ten koste van de diepgang van de technische kennis. Naast de verbreding van de opleiding zorgt de eerder genoemde toegenomen keuzevrijheid (zoals het volgen van een minor1) binnen de opleiding ook voor minder diepgang van de studie. Een andere belangrijke factor die drukt op de studietijd is het steeds groter wordende kennisdomein. Door technische ontwikkelingen, complexere gebouwen en algehele vooruitgang moet een toekomstig constructeur steeds meer weten. Daartegenover staat dat er door de digitalisering ook steeds meer informatie beschikbaar is. De vraag is echter of de student uit deze grote hoeveelheid informatie de kern weet te halen. Voordeel van de digitalisering is dat complexe berekeningen sneller uitgevoerd kunnen worden met minder kans op fouten. Maar diegene die de data invoert moet wel het technisch inzicht hebben om te begrijpen wat een computerprogramma met deze getallen doet en moet de uitkomst op de juiste waarde kunnen inschatten. Door het aanleren van allerlei ingewikkelde rekensoftware is er weinig tijd over om de studenten de berekeningen met de hand te laten maken en ze hierin te begeleiden. Het inzicht in de uitkomsten ontbreekt hierdoor goeddeels.
1
Een minor duurt meestal een half jaar en is een soort nevenrichting binnen de hoofdstudierichting
(major). Dit kan een verbredend, een verdiepend of een schakelminor zijn.
Pagina 11 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
Gebrek aan tijd zorgt er tevens voor dat er tijdens de studie minder aandacht kan worden besteed aan het steeds omvangrijker en complexer wordende pakket aan normen en voorschriften. Ook maatschappelijke ontwikkelingen zijn van invloed op het niveau van de afgestudeerde constructeurs. Zo zorgt schaalvergroting binnen het reguliere HBOonderwijs ervoor dat alle aandacht uitgaat naar de grote studies als economie, onderwijs en zorg. Kleine technische studies krijgen binnen de organisatiestructuur van het HBO weinig aandacht. Dit in combinatie met de hoge kosten voor bijvoorbeeld ICT en laboratoria zorgt ervoor dat de kosten per student te hoog worden waardoor er een drang ontstaat om de techniekopleidingen te versimpelen. Ook wordt er gesneden in facilitaire voorzieningen. Een dergelijke ontwikkeling vindt ook plaats binnen het MBO. Dit effect wordt versterkt door bezuinigingen. Praktijkproeven worden geschrapt, op sommige instellingen geldt een vacaturestop of worden leerstoelen niet meer gecontinueerd. Het vertrek van enkele professoren betekent dat veel constructieve kennis wegvloeit. Al deze factoren dragen er aan bij dat het niveau over de hele linie daalt. Vooral op het gebied van detaillering ontbreekt het bij de afgestudeerde constructeurs aan de nodige kennis. En juist daar gaat het in de praktijk mis. Er is een steeds groter wordende behoefte aan aanvullende (postacademische) opleidingen. De Betonvereniging, die deels in deze behoefte voorziet, ziet een stijging van het aantal cursisten. Op MBO-, HBO- en WO-niveau hebben zich het afgelopen jaar 120 personen aangemeld voor een meerjarige vervolgopleiding. Ten behoeve van bijscholing nemen op jaarbasis gemiddeld 150 personen deel aan kortlopende cursussen. 4.3
Bewaking van kwaliteit Maar wie bewaakt nu de kwaliteit van de constructeur sopleidingen in Nederland? Op MBO-niveau zijn er afspraken over de inhoud van de constructeur sopleidingen, welke zijn vastgelegd in de zogenaamde eindtermen2. Bij de Hogescholen en Universiteiten bestaat een dergelijke uniformering niet. Landelijk zijn er grote verschillen. Wel wordt er op de afzonderlijke onderwijsinstellingen aan interne kwaliteitsbewaking gedaan maar dit is voornamelijk een administratieve handeling. De examencommissie bewaakt de kwaliteit van de uitstroom. Eens in de vijf jaar vindt externe kwaliteitsbewaking plaats door een accreditatiecommissie (voorheen visitatiecommissie). Uit de gesprekken kwam naar voren dat hierbij wel gekeken wordt naar de beroepstaken maar niet naar de competenties. Bij de Hogescholen en Universiteiten is de kwaliteit van het geleerde (en de uniformering) erg afhankelijk van de inbreng en het enthousiasme van de docenten. Een landelijke overlegstructuur ten behoeve van de constructeurs opleidingen ontbreekt, met uitzondering van de overleggroep van de betondocenten aan het HBO. Binnen de HBO-Raad wordt minimaal over de specifieke inhoud van de opleidingen gesproken.
4.4
Eindconclusie en aanbevelingen Al het bovenstaande leidt tot de volgende eindconclusie: „verbreding en vervlakking van de constructieve opleidingen door allerlei factoren gaat ten koste van de verdieping waardoor meer post-academisch onderwijs en bijscholing nodig is om constructeurs op voldoende niveau te krijgen.‟ 2 Vanaf augustus 2010 worden de eindtermen vervangen door kwalificatiedossiers, waarin per beroep of beroepsgroep de inhoud van het beroep, de benodigde competenties en de benodigde kennis en vaardigheden staan beschreven. Pagina 12 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
Ook komt uit dit eerste verkennende onderzoek naar voren dat een oplossing niet zo eenvoudig is. Wel kunnen er enkele aanbevelingen worden gedaan die kunnen bijdragen aan verbetering van het constructief onderwijs. -
-
-
aandacht blijven geven aan de imagoverbetering van technisch onderwijs. Om tot imagoverbetering te komen moet het begrip „technisch talent‟ weer centraal komen te staan. Men moet trots zijn over dit talent te beschikken en gewaardeerd worden door de omgeving. Voorlichting over technisch onderwijs zou al in de eerste klassen van het voortgezet onderwijs gegeven moeten worden. mondiger maken van de constructeur (attitude) continueren van leerstoelen zodat kennis niet wegvloeit aansluiting tussen verschillende opleidingniveaus verbeteren. meer verplichte vakken (vooral binnen de masteropleiding), minder keuzevrijheid betere informatieoverdracht en –uitwisseling op gebied van constructief onderwijs tussen de Hogescholen de samenwerking met het bedrijfsleven verder bevorderen ten behoeve van het leren van de praktijk. Laat het bedrijfsleven ook aangeven waar behoefte aan is: waaraan moet een afgestudeerd constructeur voldoen? Wat zijn de kennis en vaardigheden waarover hij/zij tenminste moet beschikken? bevorder landelijke kwaliteitsbewaking op inhoud (bijvoorbeeld gebaseerd op eisen vanuit het bedrijfsleven en toezicht hierop door het Rijk).
Pagina 13 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
5
Voortgang actiepunten
In dit hoofdstuk wordt de stand van zaken bij de afzonderlijke actiepunten weergegeven. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de actiepunten en de partijen die voor het actiepunt verantwoordelijk zijn. Zoals in de inleiding is aangegeven is het inzicht in de voortgang van de actiepunten tot stand gekomen in nauw overleg met de bouwwereld. Daarnaast heeft de VROMInspectie voor de verdere beeldvorming, samen met KIVI NIRIA Bouw, op 11 december 2009 een symposium georganiseerd. Dit symposium, gehouden op het terrein van de TU Eindhoven, moest antwoord geven op de vragen: wat hebben we met de afgesproken acties het afgelopen jaar in Nederland bereikt en op welke wijze wordt in de ons omringende landen omgegaan met constructieve veiligheid. Gerenommeerde sprekers uit Nederland, België en Duitsland gaven hun visie over leren van fouten en ervaringen in de praktijk. Er waren ruim 80 aanwezigen vanuit de diverse disciplines van de bouw. Professor Frans van Herwijnen, mede-initiatiefnemer van het symposium, reikte het eerste exemplaar van zijn boek „Leren van instortingen‟ uit aan Olav Welling, directeur Uitvoering van de VROM-Inspectie. Ook het Compendium Constructieve Veiligheid en de instelling van een Constructeursregister in Nederland passeerden de revue. Uit het symposium en de verkregen informatie van de diverse partijen blijkt dat er al veel gedaan is op het gebied van constructieve veiligheid en dat er allerlei ontwikkelingen voor de toekomst gepland staan. Hieronder volgt een opsomming van de stand van zaken van de verschillende actiepunten, een jaar na het verschijnen van de Actieagenda Constructieve Veiligheid. pas zoveel mogelijk het Compendium Aanpak constructieve veiligheid van de Betonvereniging c.s. toe
Het Compendium geeft een duidelijke en objectieve beschrijving van het bouwproces, de verantwoordelijkheid van de partijen in dit proces en de maatregelen die genomen kunnen worden om de constructieve veiligheid te borgen. Het is niet bekend of en zo ja hoe individuele actoren (opdrachtgevers, adviesbureaus, aannemers, gemeenten) het Compendium toepassen. De brancheorganisaties hebben in bijeenkomsten en middels hun vakbladen in ieder geval regelmatig aandacht aan het Compendium en het belang van constructieve veiligheid besteed. Het Compendium is aan alle gemeenten toegezonden. neem kennis van de NEPROM-gedragscode Constructieve Veiligheid en pas deze toe in uw eigen projecten
Er zijn geen gegevens bekend van individuele opdrachtgevers. De koepelorganisatie NEPROM zal de komende tijd meer aandacht besteden aan het propageren van de Gedragscode onder haar leden (zie paragraaf 2.2) pas risicomanagement toe bij het organiseren van constructieve veiligheid in uw projecten (en bij het controleren)
Risnet is de organisatie die toepassing van risicomanagement in de bouwsector faciliteert en bevordert. Het Platform Constructieve Veiligheid overlegt met Risnet over toepassing van risicomanagement. Er zijn geen gegevens bekend van individuele bedrijven.
Pagina 14 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
meld incidenten met constructies bij het Platform Constructieve Veiligheid
Het ABCmeldpunt is in het najaar van 2009 operationeel geworden; zie ook hoofdstuk 3. De brancheorganisaties besteden aandacht aan dit meldpunt en sporen hun leden aan om incidenten (vertrouwelijk) te melden. bied de resultaten van de expertmeetings aan aan de Commissie Constructieve Veiligheid van de Betonvereniging, ter verwerking in de update van de "Aanpak Constructieve Veiligheid”
Dit is gebeurd. De genoemde update is het “Compendium Aanpak Constructieve Veiligheid” [4], dat door de Betonvereniging eind 2008 en begin 2009 breed verspreid is. neem de verplichting tot het waarborgen van constructieve veiligheid in het ontwerp- en bouwproces nadrukkelijker op in de regelgeving
De eisen met betrekking tot het indienen van een aanvraag om vergunning voor een bouwactiviteit zijn in de ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) vastgelegd. Hierin is bepaald dat de aanvrager gegevens en bescheiden moet overleggen waaruit blijkt dat het te bouwen bouwwerk voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit 2003 met betrekking tot constructieve veiligheid. In de toelichting op de MOR wordt ook op dit aspect ingegaan: “ … voorkomen moet worden dat bij de aanvraag de constructie slechts met enkele tekeningen en een verwijzing naar algemeen geldende normen wordt ingediend. Hierbij is aansluiting gezocht bij De Nieuwe Regeling (DNR): eenzelfde schriftelijke toelichting op het ontwerp van de constructies wordt tevens vereist op basis van de (meest gangbare) privaatrechtelijke overeenkomst tussen opdrachtgever en adviseur. Uit de toelichting moet duidelijk blijken wat de samenhang is tussen de verschillende constructieonderdelen van het bouwwerk. Dit geldt zowel voor de direct aan te leveren gegevens en bescheiden als voor de later aan te leveren gegevens en bescheiden. Indien het met de verstrekte informatie niet voldoende aannemelijk wordt gemaakt dat het bouwwerk voldoet aan het Bouwbesluit 2003 kan het bevoegd gezag om aanvullende gegevens vragen.” In samenhang met de nieuwe Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zullen deze indieningsvereisten naar verwachting op 1 juli 2010 in werking treden. stimuleer gemeenten dat ze handhaven op de borging van constructieve veiligheid, de aanwezigheid van een goed constructief ontwerp en op de samenhang in de detailengineering en de documentatie hiervan
Op 20 maart 2009 heeft de inspecteur-generaal van VROM de gemeenten nogmaals schriftelijk op hun verantwoordelijkheid gewezen onder toezending van een exemplaar van het Compendium Aanpak Constructieve Veiligheid. De VROMInspectie zal ook in de toekomst in contacten met de gemeenten de handhaving van de borging van de constructieve veiligheid blijven stimuleren. gebruik de resultaten van het onderzoek naar risico's en borging van constructieve veiligheid in bouwprocessen voor het ontwikkelen van best practices en draag deze uit/publiceer best practices
De VROM-Inspectie heeft met het Platform Constructieve Veiligheid (PCV) de afspraak gemaakt dat het PCV oog heeft voor „best practices‟ en deze zal publiceren. De meldingen van constructieve incidenten en de analyse daarvan zullen daarvoor veel materiaal opleveren. NLingenieurs heeft haar website en ledensite zodanig ingericht dat er ruimte wordt geboden voor projectpresentaties van haar leden.
Pagina 15 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
bevorder dat de BWT's meedoen aan de 'spaghettiwedstrijden' die jaarlijks worden georganiseerd aan de TU Delft
De VROM-Inspectie heeft de nodige contacten gelegd. Naar verwachting zullen in 2010 enkele gemeentelijke teams aan deze wedstrijden meedoen. Ook voor studenten is deelname aan de “spaghettiwedstrijden” een goede investering in het kader van hun studie. Niet alleen het ontwerpen van een constructie, maar ook het bouwen daarvan vormt een goede schakel tussen theorie en praktijk. Het tot bezwijken belasten geeft inzicht in het gedrag van constructies, waardoor het gevoel voor veilig construeren wordt versterkt. Nieuw is de jaarlijkse Martens Bouwwedstrijd, die in 2009 voor de tweede keer georganiseerd werd. Met bouwproducten van Martens (betonnen keerwanden, betonblokken, stenen, heipalen, PVC buizen e.d.) moet een brug ontworpen worden met een vrije overspanning van 10 meter en een vrije doorgangshoogte van 1 meter. Vanwege bezuinigingen zal deze wedstrijd in 2010 geen doorgang vinden. investeer meer in onderwijs en het ontwikkelen van vakkennis
De VROM-Inspectie heeft het afgelopen jaar het technische onderwijs en de aanvullende cursussen in kaart gebracht. De ontwikkelingen stemmen niet optimistisch; op dit terrein zijn grote inspanningen nodig. Hoofdstuk 4 geeft de situatie in het onderwijs weer. De afgelopen jaren hebben ingenieursbureaus veel aandacht besteed aan studenten in het laatste jaar van hun studie. Stage- en afstudeerplaatsen werden aangeboden, studiereizen en het bijwonen van de Nationale Staalbouwdag en de Betondag werden gesponsord, lezingen werden verzorgd op de TU‟s en Hogescholen en projectbezoeken voor studenten werden door de bureaus georganiseerd. Dit alles om de studenten te verleiden om na hun afstuderen bij deze ingenieursbureaus te komen werken. Door de economische crisis hebben de meeste bureaus een vacaturestop moeten afkondigen, zodat de belangstelling van de bureaus voor het onderwijs danig gereduceerd is. Herstel van de economie zal hopelijk weer leiden tot een opbloei van deze belangstelling. De CUR Bouw&Infra dag van 10 mei 2009 stond in het teken van veiligheid. Constructieve Veiligheid is daarbij uitgebreid aan de orde gekomen. Op dezelfde dag is een masterclass voor jonge ingenieurs (constructeurs, werkvoorbereiders, projectmedewerkers) georganiseerd rondom het onderwerp veiligheid. De PAO cursus „Constructieve Veiligheid, technische en organisatorische aspecten‟ is in 2009 éénmaal gegeven. In 2010 is een PAO cursus voorzien met de titel „Leren van Geotechnisch Falen‟. Bouwend Nederland regio West heeft begin 2009 een bijeenkomst gehouden met bestuurders en de bouwsector over het thema constructieve veiligheid. Circa 80 deelnemers woonden deze bijeenkomst bij en discussieerden over dilemma‟s uit de bouwpraktijk waarbij veiligheid de inzet was. bevorder heldere, eenvoudige normen en regelgeving en organiseer goede kennisoverdracht
Het opstellen van bouwnormen is de verantwoordelijkheid van NEN. Voor zover het Bouwbesluitnormen betreft worden de werkzaamheden van NEN deels gefinancierd en aangestuurd door VROM/WWI. In het algemeen streeft NEN naar zo eenvoudig mogelijke normen en goede praktijkrichtlijnen om de toegankelijkheid van de bouwregelgeving te verbeteren. In 2008 is het project “Vereenvoudiging Bouwbesluitnormen” afgerond. Als vervolg hierop is gestart met het project Pagina 16 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
“Bouwwijzer” dat inmiddels is overgedragen aan de Stichting Bouwresearch (SBR). Dit betreft bouwwijzers voor eenvoudige (ver-)bouwactiviteiten zoals dakkapellen en woningaanbouwen, waarin alle Bouwbesluitaspecten (waaronder constructieve veiligheid) worden beschouwd. Een ander vervolg hierop is dat een NEN-werkgroep bezig is met het verkennen en ondersteunen van digitale mogelijkheden. Ook wordt door NEN onderzocht of de „Information mapping‟ techniek op de normen kan worden toegepast. Echt eenvoudige NEN-normen voor constructieve veiligheid zijn niet mogelijk, omdat het onderwerp nu eenmaal complex is en grote deskundigheid vereist. Verder worden de nationale normen (TGB‟s) binnenkort vervangen door de Europese Eurocodes, waardoor de nationale ruimte om normen te vereenvoudigen wordt beperkt. Wel komt er een nieuw Europees mandaat voor de normcommissie (CENTC 250) betreffende de revisie en onderhoud van de Eurocodes, waarbij ook – indien mogelijk - „simplified rules‟ worden meegenomen. Belangrijk aandachtspunt is een goede kennisoverdracht in 2010 over de (complexe) Eurocodes. Vanuit NEN en andere organisaties (o.a. Betonvereniging) worden cursussen aangeboden. VROM/WWI zal bezien of de initiatieven van de markt volstaan of dat ook VROM moet werken aan kennisoverdracht. organiseer goede kennisoverdracht over het belang van constructieve veiligheid, het Biab, de toekomstige Ministeriële Regeling Omgevingsrecht en de overgang van het één naar het ander
Bij de introductie van de BOR/MOR zal VROM een voorlichtingscampagne starten zoals gebruikelijk bij nieuwe regelgeving. Hierbij zal ook aandacht zijn voor de constructieve veiligheid en de wijzigingen ten opzichte van huidige regelgeving (Biab). Zie ook hetgeen hierboven is vermeld over de Eurocodes. voer een ander aansprakelijkheidsstelsel in: straf fouten af met een hogere aansprakelijkheid
De aansprakelijkheid voor de gevolgen van ontwerpfouten is geregeld in DNR2005. Besturen van BNA en NLingenieurs hebben hun gezamenlijke stuurgroep voor de standaard leveringsvoorwaarden gevraagd te onderzoeken of en op welke wijze de aansprakelijkheid kan worden verruimd. In de eerste helft van 2010 zal hierover een besluit worden genomen. In het belang van zowel opdrachtgever als ontwerpend bureau moeten de diensten van ontwerpende partijen verzekerbaar zijn. NLingenieurs stelt de aanwezigheid van een verzekeringspolis met tenminste een dekking als vermeld in de DNR als lidmaatschapseis. Zowel uit verzekeringstechnisch oogpunt, als vanwege het beperken van de verzekeringspremie wordt een hoog eigen risico gedragen, voldoende om naast de aandacht voor een tevreden klant ook oog te hebben voor eventuele bedrijfsrisico‟s. Fouten zonder meer afstraffen door een hoog aansprakelijkheidsrisico leidt weliswaar tot risicomijdend gedrag, maar zeker niet tot betere ontwerpen. maak techniekonderwijs weer aantrekkelijk, verbeter het imago van technici
NLingenieurs heeft onderzocht hoe het stond met het imago van ingenieurs(bureaus) onder studerenden. Uitkomst daarvan was: er is geen imago. Daarom heeft de brancheorganisatie ervoor gekozen om een voorzitter aan te trekken die het boegbeeld voor de branche zou kunnen worden en heeft in verband hiermee haar naam gewijzigd van ONRI in NLingenieurs. Onder de nieuwe naam wil NLingenieurs uitdragen dat een ingenieursopleiding kan leiden tot een grote diversiteit aan banen waarbij maatschappelijke betrokkenheid en relevantie de basis vormen en techniek een onmisbare schakel is.
Pagina 17 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
Om tot imagoverbetering te komen moet het begrip “technisch talent” weer centraal komen te staan. Mensen moeten er trots op zijn over dit talent te beschikken en gewaardeerd worden door hun omgeving. De komende jaren moet er nog veel gebeuren op dit punt. benut de resultaten van het programma 'Leren van instortingen' als lesstof
De rapportages van Leren van Instortingen, in totaal 15 cases, worden thans afgerond en komen daarmee beschikbaar voor brede toepassing in het onderwijs. De resultaten zullen via de website van het Platform Constructieve Veiligheid beschikbaar worden gesteld. Het „zusterproject‟ Leren van Geotechnisch Falen‟ rapporteert in december 2009. Over de verspreiding van de kennis en rapportage wordt nog besloten. De uit te geven nieuwsbrieven van het Platform Constructieve Veiligheid over (de analyse van) de meldingen van constructieve incidenten zijn ook prima lesstof. De eerste nieuwsbrief is eind 2009 gepland. Recent heeft prof. Van Herwijnen een boek gepubliceerd met de titel „Leren van instortingen‟. Hierin zijn de lessen die we geleerd hebben uit de instortingen die in Nederland de afgelopen acht jaren hebben plaatsgevonden en voor een belangrijk deel door de Commissie “Leren van Instortingen” zijn geformuleerd, voor studenten en niet ingewijden toegankelijk gemaakt. Het boek beschrijft tevens een twintigtal instortingen van bruggen en gebouwen in het buitenland, over een periode van bijna 200 jaar. De research voor het boek heeft aangetoond dat de lering die we moeten trekken uit al deze (bijna)instortingen niet of nauwelijks aan de bouwwereld wordt doorgegeven. Het heeft in sommige gevallen veel tijd en energie gekost om de ware toedracht en de oorzaken te achterhalen, omdat er een duidelijke tendens is om bij instortingen zo min mogelijk gegevens openbaar te maken. Alleen wanneer de bouw bereid is bij instortingen een onafhankelijk onderzoek naar de oorzaken uit te voeren en de bevindingen daarvan openbaar te publiceren, kan er sprake zijn van een lerende bouwcultuur. Het boek geldt als lesstof voor studenten Bouwkunde en Civiele Techniek. maak 'risicomanagement' een vast onderdeel van het curriculum voor de opleiding van (o.a.) constructeurs
In de Master-opleiding Bouwkunde van de TU/e wordt in het college CO6 (Veiligheid en betrouwbaarheid van constructies) aandacht besteed aan het onderkennen van risico‟s in een constructief ontwerp. Door op een gestructureerde manier te analyseren wat er gebeurt wanneer een bepaald element van een constructie of een verbinding bezwijkt, wordt de zwakke schakel in het constructief ontwerp vastgesteld en kan deze versterkt worden. Ook wordt aandacht besteed aan de redundantie en robuustheid van constructies. De theorie van risicoanalyse die onderwezen wordt in de colleges wordt toegepast in het projectwerk. Op de TU Delft wordt de RISMAN-methode, risicomanagement voor infrastructurele projecten, onderwezen op de faculteit Civiele Techniek. stel aanvullende, branchespecifieke eisen aan de kwaliteitsborgingssystemen van leden (c.q. constructeurs)
NLingenieurs heeft haar statuten ingrijpend herzien. Er is een nieuw artikel met bijbehorend reglement toegevoegd dat regelt dat NLingenieurs beroepsregisters kan erkennen -wanneer deze aan bepaalde eisen van kwaliteit en onafhankelijkheid voldoen- of deze initiëren. Dat zou kunnen gaan gelden voor het constructeurregister. Zie ook hoofdstuk 2.
Pagina 18 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
geef in de standaardtaakbeschrijving aan welke taken minimaal moeten worden uitgevoerd om de constructieve veiligheid te borgen (sjabloon "coördinerend constructeur").
De standaardtaakbeschrijving is volledig herzien en webbased ter beschikking gesteld. In de STB2009, behorend bij DNR, is een sjabloon voor de coördinerend constructeur opgenomen. Zie www.dnrstb.nl. stel naar voorbeeld van NEPROM een 'Gedragscode Constructieve Veiligheid' op voor de leden
NLingenieurs heeft al vele jaren een gedragscode voor haar leden. Deze wordt ook strikt nageleefd onder toezicht van de commissie Verenigingszaken. Daarnaast bestaat er een richtlijn voor milieubewust handelen en adviseren. Deze is aan herziening toe. Onderwerpen als duurzaamheid, veiligheid en MVO zullen hierin worden geïntegreerd. In de eerste helft van 2010 zal een vernieuwde richtlijn worden opgesteld ter vaststelling op de Algemene Ledenvergadering van juni. werk actief mee aan de registratie en analyse van incidenten
De pilotfase van de registratie is in mei 2009 afgerond, zie ook het betreffende hoofdstuk. Na evaluatie is besloten tot een voortzetting met aanpassingen op onderdelen. Deze aanpassingen zijn inmiddels doorgevoerd en de meldingen staan vanaf 1 oktober 2009 weer open voor alle professionals in de bouw en worden geregistreerd en geanalyseerd. In de bijeenkomst van het Platform Constructieve Veiligheid in oktober 2009 is met de Onderzoeksraad voor Veiligheid gediscussieerd over nut, noodzaak en haalbaarheid van duurzame registratie van incidenten. Geconcludeerd is dat kritisch volgen en evalueren van de registratie en analyses nodig zijn om een vorm te vinden die voldoet aan de doelstelling: duurzaam verbeteren van de prestatie van de bouwsector voor wat betreft constructieve veiligheid. Faalkosten kunnen een belangrijk thema zijn bij het bereiken van de doelstellingen ten aanzien van constructieve veiligheid. Een artikel over dit onderwerp is opgesteld en bediscussieerd in het Platform [8] en geplaatst op de website; het zal worden gebruikt bij de verdere ontwikkeling van activiteiten.
Pagina 19 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
bijlage 1: matrix actiepunten
Voortgang van de actiepunten, onderscheiden naar actor. Een blanco cel betekent dat er voor de betreffende (groep van) actor(en) geen acties in de actieagenda gedefinieerd zijn. acties
opdracht- constructeurs: BWT gevers: NLingenieurs COBc NEPROM BNA KIVI-NIRIA Constructeursplatform
aannemer s: Bouwend Nederland
eigenaren onderwijs kennisinstituten: CUR PCV Betonver. Ver. Bouwen met Staal
VROM
pas Compendium Aanpak CV toe pas gedragscode CV toe meld incidenten bij ABCmeldpunt werk mee aan registratie en analyse van incidenten pas risicomanagement toe verwerk resultaten expertmeetings in Compendium regel borging CV bij ontwerp en bouw in regelgeving stimuleer handhaving gemeenten op CV ontwikkel „best practises‟ en draag deze uit bevorder dat BWT‟s meedoen aan spagettiwedstrijden investeer meer in onderwijs en vakkennis bevorder heldere regelgeving plus kennisoverdracht organiseer kennisoverdracht over belang CV voer ander aansprakelijkheidsstelsel in verbeter imago technici en technisch onderwijs benut „Leren van instortingen‟ als lesstof Pagina 20 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
maak risicomanagement onderdeel opleidingen maak sjabloon „coördinerend constructeur‟ stel gedragscode CV op voor de leden stel eisen aan kwaliteitsborgingssystemen van leden
CV groen geel oranje rood
= = = = =
constructieve veiligheid gereed actie loopt actie loopt nog niet goed actie is nog niet gestart
zie voor een volledige beschrijving van de actiepunten [3].
Pagina 21 van 22
Definitief | Bevordering constructieve veiligheid | 9 april 2010
bijlage 2: literatuur
[1] “Borging van de constructieve veiligheid in 15 bouwprojecten”, ing. A.F. Rings, drs. R. van den Brand, prof.ir. D.G. Mans, ir. M.F.A. Derkink, in opdracht van VROMInspectie, 8 juli 2008 [2] “Kasteel of Kaartenhuis? een discussiestuk over constructieve (on)veiligheid” ir. D. Spekkink, in opdracht van VROM-Inspectie, oktober 2007 [3] “Weg met de zwakke schakels!, actieagenda voor versterking van de constructieve veiligheidsketen” D. Spekkink, in opdracht van VROM-Inspectie, september 2008 [4] “Compendium Aanpak Constructieve Veiligheid”, D. Spekkink, in samenwerking met Betonvereniging, Bouwend Nederland, ONRI, TNO Bouw & Ondergrond, Vereniging BWT Nederland, Centraal Overleg Bouwconstructies, Vereniging Bouwen met Staal, VROM-Inspectie, 2008 [5] “NEPROM Gedragscode Constructieve Veiligheid”, Voorburg, 2008 [6] “Veiligheidsproblemen met gevelbekleding”, Onderzoeksraad voor Veiligheid, 9 november 2006 [7] “Registratie van incidenten constructieve veiligheid”, TNO Bouw en Ondergrond, ir. R.M.L. Nelisse, 2009 [8] “Faalkosten en constructieve veiligheid”, Platform Constructieve Veiligheid, DikGert Mans en Marcel Derkink, september 2009
Pagina 22 van 22