Evaluatie LEMA
Datum Status
30 november 2010 Definitief
Evaluatie LEMA
Datum Status
30 november 2010 Definitief
Evaluatie LEMA
Colofon
Uitgegeven door Informatie Telefoon E-mail Uitgevoerd door Samengesteld door Datum Status
Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en Scheepvaart DVS-loket 088-798555
[email protected] XTNT Experts in Traffic and Transport Gerard Tertoolen, Sander Wortman 30 november 2010 Definitief
Pagina 4 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
Inhoud
1.
Inleiding
6
1.1 1.2 1.3
De LEMA Uw vraag: evaluatie van de LEMA Leeswijzer
6 7 7
2.
Aanpak: hoe hebben wij de LEMA geëvalueerd?
8
3.
Beschrijving uitkomsten evaluatie LEMA
10
3.1 Uitkomst vragenlijst en focusgroepen 3.2 Verbeterpunten LEMA
10 25
Bijlage A Aantal LEMA’s en ervaring trainers
27
Bijlage B Uitgangspunten en programma van de LEMA
28
Pagina 5 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
1
Inleiding
1.1
De LEMA LEMA staat voor Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer en is een verplichte cursus voor beginnende bestuurders die met teveel alcohol op zijn gaan rijden. De maatregel is ingevoerd op 1 oktober 2008 en is een aanvulling op de al lang bestaande maatregel EMA (Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer). Bij de LEMA gaat het om lagere alcoholpromillages dan bij de EMA (een bloed- of ademalcoholgehalte tussen 0,5‰ en 0,8‰, c.q. tussen 220 ug/l en 350 ug/l) en betreft het alleen beginnende bestuurders (meestal jonger dan 25 jaar). De LEMA streeft ernaar om zo snel mogelijk en in een zo vroeg mogelijk stadium het rijden onder invloed van alcohol zodanig te beïnvloeden, dat recidive kan worden voorkomen. Daarbij is de uiteindelijke doelstelling van de LEMA dat de deelnemers inzien dat rijden onder invloed voor hen persoonlijk een probleem is en dat zij gemotiveerd zijn om niet meer onder invloed van alcohol aan het verkeer deel te nemen (zie ook bijlage B). In de cursus wordt veel informatie gegeven over de effecten van alcohol op het lichaam en het rijgedrag en cursisten gaan aan de slag met (huiswerk)opdrachten. Daarnaast kunnen ze ervaringen uitwisselen. De LEMA is (net als de al langer bestaande EMA) verplicht: wanneer de cursist niet meewerkt wordt het rijbewijs ongeldig verklaard. Aangenomen is dat bij beginnende bestuurders nog weinig gewoontevorming heeft plaatsgevonden. Daarom wordt verondersteld dat de cursus in belangrijke mate kan bijdragen aan het aanwennen van gewenst gedrag en het maken van de juiste keuzes. Waar nog geen sprake is van gewoontegedrag, is de invloed van attitudes nog relatief groot. In de cursus wordt dan ook getracht deze attitudes in positieve zin te beïnvloeden met het gewenste gedrag als gevolg. Door deel te nemen aan de LEMA krijgt de cursist de gelegenheid aan te tonen dat hij of zij het rijbewijs verdient. De cursus bestaat uit twee bijeenkomsten van elk een dagdeel, met steeds 8 tot 12 cursisten. Tussen de twee bijeenkomsten zit een week waarin de cursisten thuis aan de slag gaan met de informatie uit de eerste bijeenkomst. De trainers van de LEMA Inmiddels zijn er tussen 2009 en het derde kwartaal van 2010 al 107 cursussen gegeven door 23 trainers (zie ook bijlage A). Deze trainers zijn ervaren trainers uit de verslavingszorg. Ze zijn door hun ervaring in de verslavingszorg zeer bedreven in het geven van trainingen over de effecten van alcohol en andere genotsmiddelen op het gedrag in het verkeer. Ook hebben de trainers ervaring met het geven van de EMA.
Pagina 6 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
1.2
Uw vraag: evaluatie van de LEMA DVS (Dienst Verkeer en Scheepvaart) wil de LEMA graag evalueren. Omdat de EMA al uitvoerig is geëvalueerd, is er besloten dat een lichte evaluatie van de LEMA volstaat. DVS heeft XTNT Experts in Traffic and Transport gevraagd om deze evaluatie uit te voeren. In de evaluatie van de LEMA wil DVS de trainers van de cursus benaderen om hun ervaringen en meningen te peilen. Hiervoor zijn in totaal twee focusgroepsbijeenkomsten georganiseerd met ervaren trainers. DVS bedoelt daarbij trainers die de LEMA twee keer of vaker hebben gegeven. Uw vragen voor de evaluatie De vragen waarop de evaluatie ten minste antwoord moet geven zijn: •
Zijn de trainers van mening dat de cursus aan de doelen beantwoordt?
•
Vinden de trainers dat het beoogd resultaat wordt behaald?
•
Passen de trainers de cursusopzet aan bij de uitvoering van de cursus?
•
Hoe denken de trainers over het cursusprogramma en hebben ze ideeën
•
Denken de trainers dat er aanpassingen nodig zijn in de opzet van de
over eventuele aanpassingen? LEMA wanneer deze cursus in de toekomst ook gegeven wordt aan ervaren bestuurders die de alcohollimiet licht hebben overschreden? Doelstelling van deze studie is:
Doelstelling: Evalueer de LEMA door ervaren trainers van de cursus te benaderen in één of meer focusgroepsbijeenkomsten, om daarmee hun ervaringen met, hun oordeel over en hun ideeën voor de cursus te peilen. Ga daarbij ook in op de toepasbaarheid van de LEMA op een nieuwe doelgroep; ervaren bestuurders die de alcohollimiet licht hebben overschreden.
1.3
Leeswijzer De gebruikte aanpak om tot de evaluatie van de LEMA te komen, wordt besproken in het volgende hoofdstuk. We geven daarin aan dat we gekozen hebben om de trainers van de LEMA eerst individueel te benaderen met een korte vragenlijst, om vervolgens een tweetal focusgroepen te organiseren. In hoofdstuk 3 worden de uitkomsten van de vragenlijst en de focusgroepen gepresenteerd. Ook worden in dit hoofdstuk aanbevelingen gegeven. In bijlage A staat een overzicht van aantal gegeven LEMA’s, zowel per trainer als in totaal. Bijlage B behandelt de uitgangspunten en het programma van de LEMA.
Pagina 7 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
2
Aanpak: hoe hebben wij de LEMA geëvalueerd?
Voor de LEMA evaluatie is gebruik gemaakt van de meningen en ervaringen van de trainers. Zij ervaren het reilen en zeilen van de LEMA immers in de praktijk. Ervaren trainers zijn trainers die de LEMA minimaal twee keer hebben gegeven. De trainers zijn op twee verschillende manieren benaderd: •
Er is hen per mail een korte vragenlijst toegestuurd, met het verzoek deze ingevuld te retourneren;
•
Vervolgens zijn twee focusgroepsbijeenkomsten georganiseerd waar de
trainers met elkaar en met een gespreksleider in discussie zijn gegaan. Om praktische redenen is de totale groep trainers die in aanmerking kwam voor deelname over twee focusgroepen verspreid. De indeling is op puur praktische redenen gemaakt (welk tijdstip het beste uit kwam). Door afwezigheid, als gevolg van langdurige ziekte en verhinderingen, zijn er in totaal 13 trainers in staat geweest de vragenlijst in te vullen en een focusgroep voor dit evaluatieonderzoek bij te wonen. De trainers en het aantal keer dat zij de LEMA, en indien van toepassing de EMA of EMG, hebben gegeven zijn opgenomen in bijlage A. Korte vragenlijst voor aanvang van de focusgroep Vooraf aan de focusgroepsbijeenkomsten heeft iedere trainer een vragenlijst ontvangen zodat we van iedere trainer afzonderlijk een beeld hebben verkregen van hun ervaringen met de LEMA. Deze vragenlijst had tevens tot doel de trainers alvast te laten nadenken over een aantal aspecten die we in de focusgroepen aan de orde wilden stellen. De antwoorden van de trainers op de vragenlijst zijn ook gebruikt om de focusgroep gericht voor te bereiden. Twee focusgroepsbijeenkomsten De groep van 13 trainers is opgedeeld in twee focusgroepsbijeenkomsten die hebben plaatsgevonden op donderdag 23 september 2010. De indeling van de trainers over de focusgroepen is opgenomen in bijlage A. De eerste bijeenkomst vond ’s ochtends van 10:00 – 13:00 uur plaats bij XTNT in Utrecht en de tweede bijeenkomst was ’s middags van 15:00 – 18:00 uur bij GGZ in Amersfoort. ’s Ochtends was ook een vertegenwoordiger van de opdrachtgever DVS aanwezig, om een indruk te krijgen van de evaluatie en focusgroep. Structuur van de evaluatie De uitkomsten van de vragenlijsten en focusgroepsbijeenkomsten zijn in dit rapport samengevoegd en weergegeven aan de hand van de volgende structuur: •
Input;
•
Invloed;
•
Output;
•
Organisatie;
•
Verbetering/verbreding.
Onder input verstaan we de omstandigheden zoals zij zijn bij aanvang van de LEMA. Hoe komen de cursisten binnen? Wat is hun instelling bij aanvang? Wat zijn de
Pagina 8 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
verwachtingen van de cursist ten aanzien van LEMA? Wat is het kennisniveau bij binnenkomst? Waar zitten de voornaamste weerstanden? Onder invloed verstaan we het effect van de LEMA op de cursist. Wat doet de LEMA met de cursisten? Output heeft betrekking op hoe de cursisten de LEMA verlaten. Wordt het beoogd resultaat van de LEMA behaald? Wat heeft de cursist opgestoken tijdens de LEMA? In principe gaat het hier om het verschil tussen de cursist die binnenkomt (input) en de cursist die de LEMA doorlopen heeft. Onder organisatie verstaan we alle randvoorwaarden en aspecten waarbinnen de trainer opereert. Het gaat dan om randvoorwaarden als materialen en middelen, ruimte en voorzieningen, planning, vaardigheden van trainers, en de grootte van de groep cursisten. Onder verbetering hebben we eventuele aanpassingen van het LEMA-programma verstaan. Kan de LEMA worden aangepast zodat zij nog beter haar doelen bereikt? Verbreding heeft betrekking op de doelgroep van de LEMA te verbreden. Meer in het bijzonder zijn we geïnteresseerd in de mogelijkheid om de LEMA te geven aan (meer) ervaren bestuurders die de alcohollimiet licht hebben overschreden. Vanaf mei 2011 wordt de LEMA namelijk ook ingevoerd voor ervaren bestuurders. Hoewel deze indeling structuur biedt en ons in staat stelt de uitkomsten van de vragenlijst en focusgroepen overzichtelijk te ordenen, blijkt het onderscheid in deze indeling niet altijd geheel waterdicht. In een enkel geval bijvoorbeeld heeft een item dat is ingedeeld bij invloed inhoudelijke verwantschap met organisatie.
Pagina 9 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
3
Beschrijving uitkomsten evaluatie LEMA
In dit hoofdstuk worden de resultaten gepresenteerd van de vragenlijst die de trainers per mail hebben ontvangen en de twee focusgroepsbijeenkomsten die hebben plaatsgevonden. In paragraaf 3.1 zijn de uitkomsten van de vragenlijst en focusgroepsbijeenkomsten uitgebreid beschreven. De uitwerking is gecategoriseerd naar input, invloed, output, organisatie, en verbetering/verbreding (zie hoofdstuk 2). Telkens wordt per categorie een korte samenvatting gegeven. Paragraaf 3.2 beschrijft de verbetermogelijkheden die de trainers zien.
3.1
Uitkomst vragenlijst en focusgroepen Hieronder worden de uitkomsten van de meerkeuzevragen gepresenteerd, samen met de uitkomsten van de focusgroepbijeenkomsten. In elke tabel wordt het aantal respondenten vermeld dat voor die antwoordmogelijkheid heeft gekozen. Daarna wordt ook de belangrijkste toelichting die de trainers hebben bijgeschreven gepresenteerd. In totaal hebben 13 trainers de vragenlijst ingevuld. In de focusgroepen is vooral ingegaan op de opvallende zaken die uit de antwoorden op de vragen naar voren kwamen. De discussie in de focusgroepen is per categorie steeds kort weergegeven.
3.1.1
Input •
De motivatie van de cursist om deel te nemen aan de cursus: A. Vrijwel alle cursisten zijn bij aanvang van de cursus voldoende gemotiveerd. B. De motivatie van de cursisten varieert sterk bij aanvang van de cursus. C. Vrijwel geen enkele cursist is voldoende gemotiveerd bij aanvang van de cursus. A 1
B 8
C 2
Twee trainers hebben deze vraag niet beantwoord. Indien A: •
Wat kunt u zeggen over de motivatie van de cursist gedurende de cursus? A. Deze neemt nog verder toe. B. Deze blijft ongeveer gelijk. C. Deze neemt af gedurende de cursus.
A B C 3 0 0 Twee trainers hebben deze vraag ingevuld, terwijl zij de eerdere vraag niet beantwoord hebben met A.
Pagina 10 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
•
Bent u als trainer in staat om de motivatie bij cursisten die bij aanvang onvoldoende gemotiveerd zijn te verhogen? A. Over het algemeen lukt het mij om de motivatie bij de cursisten te verhogen. B. Bij sommige cursisten lukt het mij, bij andere niet. C. Het lukt mij vrijwel bij geen enkele cursist om de motivatie te verhogen. D. Anders namelijk... A 10
B 1
C 0
D 0
Twee trainers hebben deze vraag niet beantwoord. De trainers geven aan dat zij moeilijk kunnen inschatten wat bij binnenkomst de motivatie is van de cursisten. Het eerste beeld daarvan hebben zij rond de eerste pauze gevormd. Voor aanvang van de LEMA zijn geen contact of kennismakingsmomenten tussen de trainer en cursisten. Veel cursisten verwachten voor aanvang van de LEMA een moralistisch belerende houding van de trainer. De trainers vinden het belangrijk meteen te laten zien dat dit niet hun manier is om cursisten tegemoet te treden. Dit doen zij door een duidelijk kader aan te bieden, maar niet moraliserend en/of veroordelend te zijn. Trainers merken daardoor dat het contact met veel cursisten relatief snel prettig verloopt. Vanuit deze sfeer merken trainers vaak informeel, maar directief met de groep om te kunnen gaan. Vanuit een positief verlopend groepsproces, waarin het lerend effect van de cursisten centraal staat, weten de trainers de cursisten te motiveren met de inhoud van de LEMA. Ondanks dat de trainers aangeven dat de motivatie om deel te nemen van de cursisten bij binnenkomst moeilijk is in te schatten, geven zij aan dat veel cursisten de LEMA beginnen met weerstand. Cursisten vallen daarbij vaak in een slachtofferrol, als gevolg van de zeer strenge brief die zij van het CBR hebben gekregen. De trainers hebben de indruk dat de toon van deze brief contraproductief werkt. Veel cursisten vinden dat zij door de geldboete al genoeg gestraft zijn en hebben daardoor weinig zin in de LEMA. Naast de geldboete vormen de verplichte vrije dagen die zij voor LEMA moeten opnemen en de tijd die de cursisten kwijt zijn met het volgen van LEMA ook aspecten die weerstand oproepen. Cursisten die daar erg over klagen, kunnen een negatieve invloed hebben op andere (meer gemotiveerde) cursisten. Bij cursisten die betrokken zijn geweest bij een eenzijdig of tweezijdig ongeluk ligt de motivatie om de LEMA te volgen over het algemeen hoger. Wanneer andere cursisten horen over ongelukken als gevolg van alcoholgebruik (ook met een lichte promillage), maakt dat veel indruk. Dit beïnvloedt de motivatie voor deelname vaak in positieve zin. De trainers weten de motivatie van de cursisten voor deelname aan de LEMA over het algemeen vrij snel te verhogen. De motivatie van de trainers zelf heeft daarbij een aanstekende werking. De groepssamenstelling is van grote invloed op de motivatie van cursisten. Trainers geven aan dat de mannelijke cursisten vaak machogedrag vertonen en vrouwelijke cursisten heel vaak blijven hangen in een slachtofferrol. Bij een groep waar naast
Pagina 11 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
mannelijke cursisten ook vrouwelijke cursisten deelnemen, neemt zowel het machogedrag als het slachtoffergedrag af. Enkele trainers geven aan de LEMA te hebben gegeven waarin cursisten zaten die op hetzelfde moment zijn aangehouden. Deze trainers constateren dat het onverstandig is om deze cursisten de LEMA op hetzelfde moment te laten volgen, omdat deze een subgroep vormen. Soms maken zij stilzwijgend afspraken om de cursus te saboteren. Dit heeft een heel negatieve invloed. Input •
Bij de cursisten bestaan sterke verschillen in motivatie bij aanvang van
•
Over het algemeen is bij binnenkomst weerstand.
de LEMA.
-
Weerstand wordt opgeroepen door de brief van het CBR en de ‘boze meneer agent’.
•
Groepssamenstelling is van belang bij de motivatie tot actieve deelname. Cursisten uit dezelfde vriendengroep in één LEMA heeft een negatieve weerslag op de effectiviteit.
•
Het lukt de meeste trainers om de motivatie bij de cursisten te verhogen.
3.1.2
Invloed Om de effectiviteit van de LEMA te beoordelen is de trainers gevraagd in hoeverre zij de doelstellingen onderschrijven. Als geheugensteun zijn de verschillende doelstellingen van de LEMA in de vragenlijst op de volgende wijze aan de trainers gepresenteerd1,2: LEMA is een kortdurende gedragsinterventie die zich richt op een specifieke groep rijders onder invloed. Het zijn ‘first offenders’, waarbij sprake is van een alcoholpromillage dat weliswaar de wettelijke limiet overschrijdt, maar niet extreem hoog is. Het doel van de LEMA is: •
Zo snel mogelijk en in een zo vroeg mogelijk stadium herhaling van rijden onder invloed van alcohol voorkomen. De deelnemers laten inzien in dat rijden onder invloed voor hen persoonlijk een probleem is en hen motiveren om niet meer onder invloed van alcohol aan het verkeer deel te nemen.
•
Kennis en inzichten geven zodanig dat -
de deelnemer in staat gesteld is om met de opgedane kennis en inzichten zelfstandig en buiten de LEMA zijn gedrag t.a.v. rijden onder invloed aanpassen.
1 2
CBR (2008). Blauwdruk LEMA. CBR (2008) Licht Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer. Leerboek LEMA.
Pagina 12 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
-
door zijn intentie om te zetten in concrete alternatieven die het best bij hem passen.
•
Vanuit educatief perspectief: -
een cognitieve heroriëntatie door de kennis en het inzicht t.a.v. rijden onder invloed te vergroten.
-
een affectieve heroriëntatie door het maatschappelijk, sociaal en persoonlijk probleembewustzijn t.a.v. de gevolgen van rijden onder invloed te vergroten.
Alle trainers onderschrijven deze doelstellingen. Zij geven aan dat het onderschrijven van deze doelstellingen ook een voorwaarde is om de training te kunnen geven. De trainers zien zich als het instrument dat boodschappen overdraagt. Non-verbaal moeten zij daarbij uitstralen dat zij staan voor wat ze vertellen, anders komen zij niet geloofwaardig over. (sub)doel van LEMA Voorkomen van recidive Curatief en individueel preventief effect Veranderingsproces op gang brengen
Zeer slecht 0
Slecht
Voldoende
Goed
0
9
2
Zeer goed 0
0
0
8
3
0
0
1
8
2
0
Twee trainers hebben deze vraag niet beantwoord. De meeste trainers geven aan dat de toekomst moet uitwijzen in hoeverre de cursus beklijft en of de deelnemers werkelijk hun attitude ten opzichte van rijden onder invloed veranderen. Eén van de trainers benadrukt in de vragenlijst dat twijfel op gang brengen een belangrijk onderdeel is bij de LEMA. Of dit ook leidt tot blijvende gedragsverandering moet de praktijk uitwijzen. Tijdens de focusgroepsbijeenkomsten geven meerdere trainers aan dat zowel door een cognitieve als affectieve heroriëntatie de meeste deelnemers zelf alternatieven bedenken om hun gedrag te veranderen. Veel trainers merken hierbij op dat zij het moeilijk vinden om het doel ‘voorkomen van recidive’ in te schatten. Zij zien de cursisten na de LEMA immers niet terug. Trainers merken dat cursisten veelal het belang van niet rijden onder invloed onderschrijven bij vertrek. Het vermoeden bestaat dat zij dit oprecht menen en dat dit niet sociaal wenselijk gedrag is. Trainers hebben het idee dat de LEMA bij de cursist veranderingen in gang zet. Bij sommige cursisten is het feit dat ze de LEMA moeten volgen daar de oorzaak van, bij andere cursisten is het de inhoud van de LEMA die de verandering in denken veroorzaakt. Met name het bespreken van de (verschillende) gevolgen van rijden onder invloed (ongevalkans, risico van het verliezen van het rijbewijs en de financiële gevolgen) valt de doelgroep zwaar. De trainers geven aan dat inzicht geven in deze gevolgen
Pagina 13 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
in belangrijke mate bijdraagt aan de doelstellingen ‘voorkomen van recidive’ en ‘curatief/individueel preventief effect’. Om echte gedragsverandering te kunnen vaststellen is de cursus te kort. De trainers hechten er daarom aan om onderscheid te maken naar tijd. Op de korte termijn zal de LEMA naar hun inschatting in staat zijn bij een groot deel van de cursisten recidive te voorkomen. Of dit ook op de langere termijn stand houdt, weten zij niet. Het uitblijven van recidive is ook afhankelijk van de mate waarin de cursist zichzelf in staat acht om zijn gedrag te kunnen aanpassen. Groepsdruk speelt hierbij een belangrijke rol. Het motiveren tot gedragsverandering wordt volgens de trainers vooral behaald door het aanbieden van kennis. De trainers geven aan dat de onderdelen ‘alcohol en lichaam’ en ‘ alcohol en hersenen’ hierbij erg belangrijk zijn. In de LEMA is geen onderdeel opgenomen over ‘risicofactoren’ (zoals sociale druk na de LEMA). Er wordt niet geoefend hoe cursisten om kunnen gaan met sociale druk van vrienden, terwijl trainers dit juist heel belangrijk vinden voor de jonge onervaren bestuurders. Dit wordt door de trainers dan ook gezien als een belangrijk inhoudelijk gemis binnen de LEMA. •
De informatie die de cursisten tijdens de cursus aangeboden krijgen wordt door de meeste cursisten goed begrepen. Oneens
Lichtelijk
Niet
Lichtelijk
oneens
eens/oneens
eens
0 0 1 Eén trainer heeft deze vraag niet beantwoord.
0
Eens 11
Uit de vragen die cursisten stellen bij de te bespreken onderwerpen, maken de trainers op dat de meeste cursisten de informatie goed begrijpen. Het merendeel van de trainers geeft dan ook aan dat de aangeboden informatie goed wordt begrepen door de cursisten. Een deel van de aangeboden informatie wordt zelfs als te simpel ervaren; er mag meer verdieping en uitdaging inzitten, zo geven de trainers aan. De trainers blijken de aangeboden informatie vaak zelf aan te passen aan het kennisniveau van de groep. De mate waarin kennisoverdracht plaatsvindt tijdens de LEMA is volgens de trainers hoog, maar voor de meeste cursisten goed te volgen. Bij een deel van de cursisten is de kennisoverdracht de basis om te veranderen, andere cursisten hebben meer baat bij het voeren van discussies met elkaar. Het voeren van discussie onder de cursisten verloopt over het algemeen heel goed doordat de cursisten zich naar elkaar vaak echt open durven te stellen. De manier waarop de kennis wordt overgebracht naar cursisten moet goed aansluiten bij de doelgroep. Meestal betreft het hier jonge beginnend bestuurders. Bij jongeren is het van belang dat informatie die wordt aangeboden enigszins spectaculair, afwisselend, gevisualiseerd, helder, kort en krachtig is. Lange verhalen en moraliserende teksten doen hun snel afhaken. Beginnend bestuurders worden omschreven als bestuurders die het rijbewijs vijf jaar of minder in hun bezit hebben. Dit zijn dus meestal jongeren, maar incidenteel zijn er ook oudere beginnend
Pagina 14 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
bestuurders bij (iemand die laat zijn rijbewijs haalt). Deze bestuurders voelen zich wellicht minder aangetrokken tot een manier van presenteren die jongeren aanspreekt. Het goed beheersen van de Nederlandse taal is wel een voorwaarde om de aangeboden informatie te kunnen begrijpen. •
De LEMA is een goed instrument om de gewenste gedragsverandering bij de cursist te bewerkstelligen. Oneens
Lichtelijk
Niet
Lichtelijk
oneens
eens/oneens
eens
0 0 2 Eén trainer heeft deze vraag niet beantwoord.
6
Eens 4
De trainers beschouwen de LEMA als een goed instrument om de gewenste gedragsverandering bij cursist te bewerkstelligen. Uit de toelichting blijkt dat de trainers hiermee bedoelen dat er een serieuze aanzet wordt gemaakt waarmee de cursisten hun gedrag kunnen veranderen. Zij hebben de indruk dat cursisten bewuster keuzes gaan maken doordat zij meer stilstaan bij (de gevolgen van) hun gedrag. Daardoor is de basis voor gedragsverandering gelegd. Of die ook werkelijk plaatsvindt, valt buiten de scope van de LEMA. Bij de cursisten die erg geschrokken zijn van de aanhouding en/of bij degene die zelfs niet eens wisten dat ze toen teveel hadden gedronken, is de kans op een blijvend effect groot. Cursisten zijn vaak erg geïnteresseerd in het verhaal van restalcohol. Dat wil zeggen dat er een dag na het drinken van veel alcohol nog alcohol in het bloed zit en dat men strafbaar is als men dan aangehouden wordt. Veel cursisten wisten dit helemaal niet. Veel cursisten geven na afloop aan dat hun rijbewijs erg belangrijk is, dat zij geen slachtoffers willen maken en anders tegen alcohol aankijken. Trainers zien dit als uitspraken van cursisten die een indicator zijn van voorgenomen gedragsverandering. Sommige cursisten geven aan kennis te hebben opgedaan tijdens de LEMA en dat de verhalen van medecursisten hen hebben aangezet tot nadenken. Dit is een stap op weg naar ander gedrag. Andere cursisten geven volgens de trainers aan dat zij eigenlijk alle informatie die zij tijdens de LEMA hebben gekregen al wisten. •
De nadruk bij de LEMA ligt te veel op kennisoverdracht en te weinig op veranderen van houding/attitude van de cursist. Oneens
Lichtelijk
Niet
Lichtelijk
oneens
eens/oneens
eens
4 1 2 Eén trainer heeft deze vraag niet beantwoord.
4
Eens 1
De meningen lopen bij deze stelling uiteen. Een deel van de trainers geeft aan dat alleen de informatieblokken, vaste onderwerpen met betrekking tot alcohol, het
Pagina 15 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
lichaam en rijvaardigheid waar de cursist in de LEMA informatie over krijgt, echt gericht zijn op kennisoverdracht. Daarbuiten is er genoeg ruimte voor het eigen verhaal van de deelnemers. Een totaal overzicht van de informatieblokken van de LEMA is opgenomen in bijlage B. Een trainer geeft aan dat de verdeling tussen kennisoverdracht en attitudeverandering wel redelijk is. Als trainer kun je hier zelf ook veel aan doen, bijvoorbeeld door meer aandacht te besteden aan dat waar de cursisten aangeven behoefte aan te hebben of door extra aandacht te besteden aan cursisten die een aanrijding/ongeluk hebben gehad. Dit laatste maakt in de meeste gevallen veel indruk. Het vergroten van de kennis van de cursisten kan een opstap zijn naar attitudeverandering. Belangrijk daarbij is hoe de kennis wordt overgedragen. Binnen de LEMA blijkt interactie, het onderling uitwisselen van ervaringen, keer op keer de beste motivatie om actief deel te nemen aan de cursus. Daarnaast merken trainers dat bij veel jongeren de interesse in het onderwerp toeneemt na het verkrijgen van meer informatie. De juiste verhouding tussen kennisoverdracht en het veranderen van de houding/attitude hangt deels af van de specifieke groep cursisten. Een trainer dient dat aan te voelen en daar op te kunnen inspelen. De vaardigheden van de trainer zijn hierdoor van essentieel belang voor het verhogen van het uiteindelijke resultaat. Een van de trainers is van mening dat de sterke focus op kennisoverdracht, in plaats van attitudeverandering, de grootste zwakte van de LEMA is. Daardoor bereikt de LEMA niet volledig het doel van ‘voorkomen van recidive.’ Volgens deze trainer veronderstelt de LEMA teveel dat het om een ‘lichte’ doelgroep gaat, terwijl 90% van de cursisten naar zijn mening veel vaker onder invloed hebben gereden. Vaak ook nog met een hoger promillage. Alleen zijn ze niet eerder aangehouden. Eigenlijk hebben veel cursisten in die zin ‘geluk gehad’ toen ze werden aangehouden. •
De LEMA is een efficiënte manier om de cursist tot ander gedrag te motiveren. Oneens
Lichtelijk
Niet
Lichtelijk
oneens
eens/oneens
eens
0 1 3 Eén trainer heeft deze vraag niet beantwoord.
4
Eens 4
Het merendeel van de trainers vindt dat de LEMA een efficiënte manier is om cursisten tot ander gedrag te motiveren. In relatie tot het relatief korte tijdsbestek weten trainers de cursisten te motiveren tot uitspraken die een indicator zijn van voorgenomen gedragsverandering. Trainers geloven op basis hiervan dat de LEMA motiverend werkt. Trainers geven aan dat bij het motiveren van cursisten openheid en toegankelijkheid bij de trainers zelf heel belangrijk is. Trainers proberen niet over te komen als politieagent. Humor is de belangrijkste manier om cursisten op hun gemak te stellen. Een andere trainer geeft aan dat negatieve aspecten die met het volgen van de LEMA samenhangen, zoals de kosten van de cursus, en de op te nemen vrije dagen kunnen werken als motivatie om het rijden onder invloed voortaan te laten.
Pagina 16 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
Invloed •
Trainers onderschrijven dat met de LEMA de doelstellingen worden
•
De aangeboden informatie is over het algemeen toegankelijk voor de
gehaald. cursisten. -
Voor enkele cursisten is de informatie (te) eenvoudig.
-
Sommige trainers willen meer aandacht voor risicosituaties zoals sociale druk.
-
Mate van kennisoverdracht is relatief hoog.
-
De informatie moet gebracht worden op een manier die jongeren aanspreekt.
•
LEMA is een efficiënte methode om verandering bij de cursisten te bewerkstelligen. -
LEMA zet de cursisten aan tot twijfelen en het doen van uitspraken
-
(Lange termijn) gedragseffect blijft onzeker.
die een indicator zijn van voorgenomen gedragsverandering. •
De mening van de trainers over de verdeling tussen kennisoverdracht en attitudeverandering verschilt sterk. -
De juiste verdeling hangt bovendien sterk van de groepssamenstelling af.
•
Trainers achten zichzelf in staat om de cursisten voldoende te motiveren. Trainers hanteren daarbij openheid, toegankelijkheid en humor als uitgangspunten.
3.1.3
Output •
Ik verwacht dat de cursisten na het volgen van de LEMA snel weer in de fout gaan. Oneens
Lichtelijk
Niet
Lichtelijk
oneens
eens/oneens
eens
2 3 6 Eén trainer heeft deze vraag niet beantwoord.
1
Eens 0
Voor de meeste LEMA trainers is de overtuiging van het nut van de LEMA de belangrijkste voorwaarde om de cursus te kunnen geven. Zij denken dus ook dat de meeste cursisten niet snel opnieuw de fout ingaan. Maar zij benadrukken dat veel afhangt van hoe serieus de cursist de LEMA en het feit dat hij aangehouden is, neemt. Men verwacht over het algemeen dat de grootste groep zijn best zal doen om niet nogmaals de fout in te gaan. Het belang van het behouden van het rijbewijs is hierbij heel belangrijk. Aan het einde van de LEMA wordt de cursisten altijd gevraagd in hoeverre zij denken hun gedrag aan te passen en nooit meer met alcohol op achter het stuur
Pagina 17 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
plaats te nemen. Hierbij gebruiken de trainers de ‘meetlat methode’. De cursisten geven op een schaal van 1 tot 10 aan in welke mate zij verwachten om niet meer met alcohol op plaats zullen nemen achter het stuur. De cursisten zijn in staat om gemotiveerd een cijfer aan te geven. Vaak zijn dit realistische cijfers naar inschatting van de trainers. Onder de cursisten ontstaat soms de discussie wanneer zij denken dat een cursist zichzelf een te hoog cijfer geeft. Dit versterkt volgens de trainers de motivatie bij de cursisten en laat de cursisten tegelijkertijd goed over zichzelf nadenken. Enkele trainers stellen daarna de vraag hoe de cursisten denken dit vol te houden op de langere termijn. Het gevolg daarvan is dat sommige cursisten hun inschatting in negatieve zin bijstellen. Trainers geven aan dat de mening over rijden onder invloed bij de huidige generatie jongeren anders is dan bij ervaren bestuurders. Men tilt er minder zwaar aan. Hierdoor kan het ongewenst gedrag bij de cursist er weer makkelijk insluipen. Veel cursisten geven volgens de trainers zelf aan dat zij de straffen voor rijden onder invloed te laag vinden. De boetes moeten hoger en er moet een nulgrens worden ingesteld wat betreft toegestaan alcoholpromillage. Omdat het verhogen van geldboetes niet op iedereen effect heeft, geven zij aan dat ook educatieve maatregelen, waaronder de LEMA, wel nodig blijven. •
Kunt u hieronder aangeven wat in uw ogen de belangrijkste verschillen zijn tussen de cursist die aan de cursus begint en de cursist die de cursus heeft doorlopen? Wilt u daarbij specifiek ingaan op de volgende onderwerpen: -
De bewustwording van het probleem.
-
De overweging van de voor- en nadelen van gedragsverandering.
-
Het voornemen om actie te ondernemen.
-
Kennis van de cursist op het effect van alcohol.
De trainers zijn van mening dat de weerstand tegen het CBR om de cursus te gaan volgen aan het einde van de LEMA weg is genomen. Meestal geven de cursisten aan dat ze de LEMA toch wel leerzaam en gezellig hebben gevonden. Men is beter in staat vervoersalternatieven te bedenken als er alcohol gedronken wordt. De bewustwording bij de cursisten ten aanzien van mogelijke risico’s voor andere weggebruikers is vergroot na afloop van de LEMA. Het dilemma om wel of niet te gaan rijden onder invloed wordt groter door afweging van voor en nadelen. Het voornemen om het gedrag echt te gaan veranderen wordt vergoot door onder andere de morele waardering van het gedrag van rijden onder invloed. Ook is de kennis over het effect van alcohol na de cursus significant toegenomen. Volgens de trainers geven veel cursisten aan het eind van de LEMA aan dat de cursus zinvol is geweest, dat ze kennis opgedaan hebben en dat ze zich ervan bewust zijn dat ze in bepaalde situaties echt actie moeten ondernemen om niet onder invloed te gaan rijden. Volgens de trainers zijn veel cursisten aan het begin van de cursus uitsluitend bezig met hun eigen ‘leed’. Dit is dan ook het enige probleem dat zij ervaren. Na afloop van de cursus hebben zij een veel breder beeld van de risico’s van rijden onder invloed; zij zien dan ook de gevaren voor anderen.
Pagina 18 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
Van belang wordt het beslisproces vóór het drinken gezien. Daar moet de cursist leren de beslissing te nemen niet te gaan rijden. Als hij eenmaal aan het drinken is, is de keuze veel lastiger te maken. Volgens de trainers heeft de cursist in de LEMA onderscheid leren maken tussen gevoel en feiten. Veel cursisten zijn bij aanvang de mening toegedaan dat zij goed kunnen rijden met een te hoog alcoholpromillage. Door de LEMA worden zij zich er van bewust dat dit niet overeenkomt met sommige feiten (over restalcohol of afnemend reactievermogen/concentratie op de rijtaak). Cursisten geven volgens de trainers aan de onderdelen ‘alcohol en lichaam’ en ‘alcohol en hersenen’ zeer interessant te vinden. Bij een enkeling van de cursisten valt de opgedane kennis tegen. Verwachting is dat deze cursisten snel weer terug zullen vallen in het oude gedrag. De trainers geven aan dat een deel van de cursisten tijdens de aanhouding al zo geschrokken is dat er op dat moment al de basis is gelegd voor blijvende gedragsverandering. De meerwaarde van de cursus valt voor deze cursisten tegen. Aan de andere kant zeggen sommige van deze cursisten volgens de trainers juist dat de LEMA een goede onderbouwing vormt van de verandering die door het schrikeffect in gang is gezet. De trainers zien dat de motivatie tot deelname meestal toeneemt gedurende de cursus. Het vinden van een juiste mix van kennisoverdracht, het met elkaar discussiëren, en het stilstaan bij de mogelijke gevolgen van nogmaals betrapt te worden (“geen rijbewijs, geen werk”), alsmede hoe de sociale omgeving aankijkt tegen het rijden onder invloed is bepalend voor de motovatie van de cursist om deel te nemen aan de LEMA en om uiteindelijk het eigen gedrag af te keuren. Het laten zien van de gevolgen van een ongeval (voor slachtoffer, nabestaande en veroorzaker) is een sterk middel om de cursist tot nadenken aan te zetten en recidive te voorkomen. Een deel van de cursisten geeft aan dat er meer aandacht aan alcohol in het verkeer moet worden besteed in het theorie-examen. De trainers delen deze mening. Momenteel wordt er namelijk maar één vraag hierover gesteld tijdens het theorieexamen. Dit is juist het moment om beginnend bestuurders de effecten van alcohol in het verkeer duidelijk te maken. Trainers missen een evaluatie van de cursus bij de cursisten. Het is daarmee moeilijk te peilen voor de trainers wat de cursisten daadwerkelijk hebben opgestoken en wat zij van de LEMA vinden. Enkele trainers laten zelf een kort evaluatieformulier invullen. Dit zou best standaard mogen worden opgenomen. Dat is immers ook een goede methode om de LEMA daar waar nodig aan te kunnen passen.
Pagina 19 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
Output •
Het is lastig een schatting te maken of LEMA cursisten snel weer de fout in zullen gaan. -
Met name bij jongeren die gevoelig zijn voor groepsdruk en graag stoer gedrag vertonen is er een risico dat zij opnieuw de fout in gaan.
•
De weerstand tegen het CBR en om de cursus te volgen is vaak verdwenen op het eind.
•
Bewustwording en kennis omtrent alcohol en verkeer bij cursisten is na afloop van de LEMA toegenomen.
•
In grote lijnen behaalt de LEMA de beoogde doelen. -
Een deel van de cursisten worden aan het twijfelen gezet.
-
De LEMA heeft bij enkele cursisten geen effect.
-
Een deel van de cursisten is bij aanhouding al tot inkeer gekomen waardoor LEMA geen meerwaarde lijkt te hebben.
•
Na de cursus lijken veel cursisten in te zien dat er zij hun gedrag moeten veranderen. -
Cursisten erkennen het verschil tussen gevoel en feiten na de cursus.
-
Focus wordt verlegd van gevolgen voor het ‘ik’ naar ‘ook gevolgen voor anderen’.
-
Te weinig aandacht voor wat de cursist te wachten staat na de LEMA (sociale druk).
•
Trainers missen een evaluatie van de cursus bij de cursisten. -
3.1.4
Daardoor moeilijk te peilen wat cursisten daadwerkelijk gaan doen.
Organisatie •
De beschikbare tijd van de LEMA is te kort om de verschillende cursusonderdelen diepgaand uit te werken. Oneens
Lichtelijk
Niet
Lichtelijk
oneens
eens/oneens
eens
5 0 4 1 Twee trainers hebben deze vraag niet beantwoord.
Eens 1
Over het algemeen vinden trainers dat er voldoende tijd is binnen de LEMA om het gehele programma te behandelen. Trainers zijn van mening dat het uitgangspunt van de LEMA is om de cursisten aan het twijfelen te brengen zodat zij op basis daarvan gedrag kunnen veranderen. Het is daarom niet nodig om dieper op onderwerpen/onderdelen in te gaan. Dit zou geen meerwaarde hebben. Trainers
Pagina 20 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
vinden het juist fijn dat - gezien de doelgroep van veelal jonge mensen onderwerpen niet uitgekauwd worden. Er mag relatief wel meer aandacht uitgaan naar het onderwerp ‘de gevolgen van rijden onder invloed’. Dit maakt indruk en mag daarom uitgebreider worden behandeld. Om de aandacht goed vast te houden tijdens de twee dagdelen is het belangrijk niet te diep op de theorie in te gaan. Het inlassen van kleine pauzes (hooguit 10 minuten; rookpauzes!) kan de cursisten extra motiveren om daarna weer aan het werk te gaan. •
Het aantal deelnemers per LEMA is…. Te klein
Goed
Te groot
0 10 2 Eén trainer heeft deze vraag niet beantwoord. De groepsgrootte wordt over het algemeen door de trainers als goed ervaren. Een enkele trainer vindt dat de LEMA groepen te groot zijn met als reden dat sommige onderdelen, zoals voorstellen, erg veel van de beschikbare tijd in beslag nemen. Ook is in de vragenlijst gevraagd aan welke onderdelen van het LEMA draaiboek de trainers meer of minder aandacht besteden. Het blijkt dat het per trainer varieert waar zij de nadruk op leggen. Ook hangt dit af van de groep. Iedere groep is verschillend en het is de taak van de trainer dit aan te voelen en de cursus hier een beetje op af te stemmen. Sfeer is heel belangrijk voor het slagen van de LEMA volgens een van de trainers, waardoor deze veel aandacht besteedt aan de kennismaking. Zeker bij groepen waar men zich op de eerste cursusdag al bewust lijkt van de voor- en nadelen van het rijden onder invloed, heeft dit onderdeel minder effect. Wel vragen trainers uitgebreid door op het belang van de visie van mensen uit de omgeving van de cursisten. Het is van cruciaal belang dat de trainers aansluiting vinden bij de groep. Wanneer de trainer er niet in slaagt om geaccepteerd te worden door de cursisten zal hij ook niet in staat zijn de cursus/kennis juist over te brengen naar de cursisten. Het is daarmee belangrijk dat de trainer eerst investeert in het geaccepteerd worden door de cursisten, daarna kan hij pas inhoudelijk aan de slag. De trainers voelen hierbij merken wel enige spanning met het voorgeschreven protocol vanuit het CBR. Binnen het protocol is weinig tot geen ruimte om kennis te maken; wanneer de LEMA start moet gelijk inhoudelijk aan de slag worden gegaan. Daardoor ontbreekt het aan mogelijkheden eerst het vertrouwen van de groep te winnen en daarmee de weerstanden te verminderen. Conclusie: om aansluiting te vinden bij de cursisten (wat nodig is voor een goed verloop van de LEMA) moet en wordt in bepaalde mate afgeweken van het door CBR voorgeschreven protocol. Trainers vinden dat er ruimte moet zijn voor eigen invulling, mits er voldoende aandacht besteed wordt aan de verschillende onderwerpen. Zo geeft een deel van de trainers aan altijd aandacht te besteden aan risicofactoren (na afloop van de LEMA; met name sociale druk). Vanuit hun ervaring weten zij dat dit een belangrijke valkuil is bij jonge beginnend bestuurders.
Pagina 21 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
Welke stelling is volgens u het meest van toepassing? A. Ik vind dat ik als trainer optimaal ben toegerust voor het geven van de cursus. B. Ik vind dat ik als trainer niet optimaal ben toegerust voor het geven van de cursus.
•
A
B
7
3
Drie trainers hebben deze vraag niet beantwoord. De meeste trainers vinden dat ze optimaal zijn toegerust. Tegelijk zijn ze van mening dat er ten alle tijden iets te leren is. De trainers zouden het fijn vinden om af en toe met elkaar mee te kunnen lopen en van elkaar te leren. De focusgroepen uit deze studie worden ook als zodanig benut en ervaren. Feedback van de trainers onderling kan de LEMA duidelijk versterken. De meeste vaardigheden voor de LEMA halen de trainers uit hun ervaring met andere trainingen en cursussen (waaronder de EMA). Dit terwijl de trainers van mening zijn dat de feedback die de trainers elkaar kunnen geven, de trainers en daarmee de LEMA juist kan versterken. De ruimtes waar de LEMA wordt gegeven, vinden enkele trainers ver beneden peil. Als voorbeeld hiervan geeft een trainer aan dat cursisten bij de LEMA in Zwolle moeten wachten in één ruimte met methadonverslaafden/gebruikers. Soms is de ruimte waar de LEMA wordt gegeven te klein en moeten de cursisten detectiepoorten passeren waardoor zij het gevoel krijgen criminelen te zijn. Dit soort situaties vergroot de weerstand bij de cursisten voor aanvang van de LEMA. De trainers van de LEMA geven allen aan behoefte te hebben aan meer visualisatie, omdat dit de jongeren prikkelt (beeldmateriaal als films en posters). Er is behoefte aan een goede actuele film die tijdens de LEMA getoond kan worden. Sommige trainers gebruiken tijdens de LEMA de film die bedoeld is voor de EMA. Deze film is nog bruikbaar, al is zij wel zwaar verouderd. Vooral filmfragmenten waarin daders aan het woord komen, maken veel indruk en dragen positief bij aan de doelen van de LEMA. Dit heeft te maken met de mogelijkheid tot identificatie van cursisten met de ernstige gevolgen van hun gedrag. Ook ander beeldmateriaal, zoals bijvoorbeeld korte en krachtige PowerPoint presentaties zal positief uitpakken. De cursisten moeten namelijk geboeid blijven tijdens de LEMA zodat zij daadwerkelijk ook alle kennis en informatie meekrijgen en betrokken blijven bij het proces. De trainers geven daarbij, met oog op de doelgroep, de volgende richtlijnen: •
snel;
•
flitsend;
•
kort & krachtig;
•
(in zekere mate) confronterend;
•
visueel & digitaal;
Pagina 22 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
•
identificatie met daders en slachtoffers;
•
afwisselend omwille van de spanningsboog.
De trainers zijn op sommige punten kritisch over de relatie die zij en cursisten hebben met het CBR. Soms lijkt het of de interesse vanuit het CBR in de trainers ontbreekt. De trainers worden opgeleid tot LEMA-trainers en vervolgens hebben zij, op de scholingsmomenten na, weinig contact met het CBR. Hierdoor ontstaat in zekere mate het gevoel dat de trainers er alleen voor staan. Ook de informatievoorziening vanuit het CBR wordt als kritisch punt genoemd. Er worden weinig feiten en updates aangeleverd door het CBR. De relatie tussen het CBR en de cursisten kan ook beter. Trainers merken op dat cursisten dit aangeven. Het CBR toont in hun ogen weinig begrip voor situaties waarin cursisten zich bevinden, wat de weerstand voor aanvang van de cursus sterk verhoogt. Als voorbeeld worden verschillende verhalen verteld waarin spijtoptanten daadwerkelijk weinig tot niets konden doen aan het feit dat ze de LEMA cursus nog niet betaald hadden (bijvoorbeeld een bankstoring). Ondanks dat de cursist dit kan aantonen bij het CBR blijft het CBR heel resoluut en verklaart het rijbewijs ongeldig. Organisatie •
De duur van de LEMA wordt overwegend als voldoende beschouwd.
•
De groepsgrootte is wordt overwegend als goed werkbaar beschouwd.
•
Trainers wijken in enige mate af van het CBR-protocol om aansluiting te vinden bij cursisten. -
Zo besteden sommige meer aandacht aan kennismaking of aan sociale druk.
•
Trainers voelen zich in de meeste gevallen goed toegerust om de cursus te geven. -
Zij geven aan de vaardigheden vooral uit andere trainingen en opleidingen te halen.
•
Enkele locaties waar de LEMA gegeven wordt laten te wensen over.
•
Trainers vinden visualisatie belangrijk (film).
•
-
Dit prikkelt de doelgroep.
-
Trainers hebben behoefte aan een goede, actuele film
Houding van en relatie met het CBR zijn op sommige punten voor verbetering vatbaar.
3.1.5
Verbetering/verbreding •
De LEMA is ook geschikt voor ervaren bestuurders. Oneens
Lichtelijk
Niet
Lichtelijk
oneens
eens/oneens
eens
0 0 3 Eén trainer heeft deze vraag niet beantwoord.
2
Eens 7
Pagina 23 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
De trainers geven aan dat de LEMA, met enige aanpassing, ook geschikt kan zijn voor meer ervaren bestuurders die het toegestane alcoholpromillage licht hebben overschreden. Een belangrijk aspect van aanpassing is het toe- en aanpassen op de belevingswereld van de meer ervaren bestuurders. Zo wordt een voorbeeld genoemd van drinken in de kroeg of een borrel op het werk, waarbij heel andere risicosituaties/sociale dilemma’s ontstaan. De trainers zijn over het algemeen van mening dat de jonge bestuurders en oudere bestuurders niet bij elkaar geplaatst moeten worden. Jongeren en ouderen staan anders in het leven en hebben een andere belevingswereld. Echter, jaren rijervaring en het alcoholpromillage waarmee men betrapt is, zeggen niet alles. Sommige mensen met veel rijervaring kunnen de fout ingaan en het alcoholpromillage bij aanhouding is - zoals gezegd - maar een momentopname. Wel merken een paar trainers op dat de LEMA gericht is op relatief nog makkelijk te veranderen (niet ingesleten) gedrag. Het is de vraag of dit bij meer ervaren bestuurders van toepassing is. Als aandachtspunt geven deze trainers mee dat de LEMA mogelijk minder geschikt is voor bestuurders die al een sterke gewoonte hebben ontwikkeld om met alcohol op te rijden. Wel vinden verschillende trainers het niet verstandig om ervaren en beginnend bestuurders in één LEMA groep te mengen. Het rijgedrag en de belevingswereld van jonge en meer ervaren bestuurders is daarvoor te verschillend. Door menging kan de onderlinge herkenning verdwijnen. Ook kan de LEMA dan qua uitvoering minder afgestemd worden op één doelgroep. Een van de trainers geeft juist aan dat het een sterk effect kan hebben om ouderen tussen de ‘jonkies’ te laten zitten. •
Mijn vaardigheden om mensen te veranderen komen in de LEMA te weinig aan bod. Oneens
Lichtelijk
Niet
Lichtelijk
oneens
eens/oneens
eens
4 2 3 1 Twee trainers hebben deze vraag niet beantwoord.
Eens 1
Uit de resultaten blijkt dat een groot deel van de trainers vindt dat zij genoeg ruimte hebben om hun vaardigheden te benutten. Trainers geven aan dat zij als trainer het programma invulling geven. Daardoor ligt het dus ook aan henzelf of ze de mogelijkheden benutten om al hun vaardigheden in praktijk te brengen. Een enkele trainer merkt op dat er (te) weinig plek is voor vaardigheden met betrekking tot risicofactoren en het daadwerkelijk veranderen van het gedrag omdat dit geen onderwerpen vormen in de LEMA. Enkel vaardigheden voor de aanzet tot gedragsverandering en informatie/kennis overdracht komen veel aan bod. Verbetering/verbreding •
Trainers denken dat LEMA ook geschikt kan zijn voor meer ervaren bestuurders.
Pagina 24 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
•
Trainers vinden wel dat beginnend en meer ervaren bestuurders gescheiden moeten blijven omdat de belevingswerelden van de groepen heel verschillend zijn.
•
Trainers vinden dat zij genoeg ruimte hebben om hun vaardigheden te benutten.
3.2
Verbeterpunten LEMA In het voorgaande verhaal zijn al diverse aanwijzingen ter sprake gekomen over verbeterpunten van de LEMA. Deze worden hieronder kort opgesomd. •
Meer tijd voor kennismaking; kennismaking is bepalend voor verder verloop cursus.
•
De manier waarop de kennis wordt overgebracht naar cursisten moet goed aansluiten bij de doelgroep. Meestal betreft het hier jonge beginnend bestuurders. Bij jongeren is het van belang dat informatie die wordt aangeboden enigszins spectaculair, afwisselend, gevisualiseerd, helder, kort en krachtig is. Zorg bijvoorbeeld voor een goede, actuele film.
•
In de voorbeelden en toepassingssfeer kan beter worden aangesloten bij de belevingswereld van jongeren: relaties, stoer doen, uitgaan, etc.
•
Er gaan stemmen op voor meer nadruk op de sociale druk waar de cursisten mee om moeten leren gaan.
•
Meer intervisie en mogelijkheden voor feedback tussen trainers.
•
Enkele locaties zijn niet geschikt om de LEMA te geven.
•
Relatie CBR met trainers en cursisten verbeteren (bijvoorbeeld aanpassen brief aan cursisten).
•
Voorkom subgroepvorming: probeer cursisten uit dezelfde aanhouding in over verschillende LEMA ’s te verspreiden.
•
Houd een korte evaluatie onder de cursisten na afloop van de training.
Naast deze verbeterpunten zijn er nog enkele aanvullende verbeteringsmogelijkheden. •
De naam LEMA is niet zo geschikt. Door het onderdeel ‘Lichte’ in deze naam kan de suggestie gewekt worden dat het helemaal niet zo erg is, terwijl de boodschap moet zijn dat het wel kwalijk is dat de bestuurder het toegestane alcoholpromillage heeft overschreden.
•
In sommige regio’s worden jongeren wel aangehouden wanneer zij een te hoog alcoholpromillage hebben, maar zij worden vervolgens niet naar een LEMA of EMA gestuurd. Dit kan in groepen in de samenleving gevoelens van willekeur en onrechtvaardigheid oproepen.
•
Het bestaan van de LEMA mag meer gecommuniceerd worden, zodat jongeren er vanaf weten voordat zij er eventueel zelf mee in contact komen. Een gewaarschuwd mens telt voor twee.
Pagina 25 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
•
Een LEMA-groep is gebaat bij een homogene samenstelling. Een homogene groep is gewenst, omdat de cursisten zich in elkaar herkennen en dezelfde belevingswereld hebben.
•
Het is belangrijk aandacht te hebben voor regionale verschillen. De mogelijkheden voor alternatief vervoer bijvoorbeeld verschillen nog al tussen Zeeland en de stad Rotterdam, waar taxi’s, nachtbussen en nachttreinen beschikbaar zijn.
Pagina 26 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
Bijlage
A
Aantal LEMA's en ervaring trainers
Onderstaande tabel geeft het totaal aantal LEMA’s weer dat is gegeven tussen 2009 en het derde kwartaal van 2010.
Kwartaal
2009
2010
1e kwartaal
13
18
2e kwartaal
18
15
3e kwartaal
10
13
4e kwartaal
20
-
Totaal
61
46
Geanonimiseerde lijst van trainers die deel hebben genomen aan de focusgroepsbijeenkomst op 23 september 2010 en het aantal keer dat zij LEMA’s, EMA’s en EMG’s hebben gegeven.
Trainers
LEMA
EMA
EMG
Trainer 1
7
34
-
Trainer 2
5
30
-
Trainer 3
6
45
-
Trainer 4
7
36
-
Trainer 5
2
-
-
Trainer 6
9
42
-
Trainer 7
3
17
-
Trainer 8
5
21
5
Trainer 9
5
32
-
Trainer 10
7
35
-
Trainer 11
3
26
-
Trainer 12
4
18
-
Trainer 13
Onbekend
Pagina 27 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
Bijlage
B
Uitgangspunten en programma van de LEMA
B.1
Inleiding Deze bijlage bevat achtergrondinformatie over de uitgangspunten van de LEMA. Het gaat in op de doelen die met de LEMA worden beoogd en de uitgangspunten. Daarnaast wordt het programma van de LEMA weergegeven.
B.2
Kader, uitgangspunten en doelen
B.2.1
Wettelijk kader voor educatieve maatregelen: de vorderingsprocedure Het rijbewijs is een vergunning waarmee men als bestuurder van een motorrijtuig aan het verkeer te mogen deelnemen. Voorwaarde voor het verkrijgen van die vergunning is dat een bestuurder medisch geschikt én rijvaardig is. Diezelfde voorwaarden blijven echter ook gesteld aan het behouden van het rijbewijs. Met andere woorden een bestuurder moet laten zien dat hij nog voortdurend voldoet aan de voorwaarden van rijvaardigheid en rijgeschiktheid die voor het verkrijgen van het rijbewijs gelden. De Vorderingsprocedure biedt de mogelijkheid het rijbewijs ongeldig te verklaren, wanneer een bestuurder niet meer geschikt of rijvaardig is. De Vorderingsprocedure is een administratief- c.q. bestuursrechtelijke regeling. De procedure staat los van een eventuele strafrechtelijke afhandeling van overtredingen of delicten. Op grond van de door de politie aangeleverde informatie kan de divisie Rijgeschiktheid van het CBR een educatieve maatregel opleggen of een onderzoek naar de rijvaardigheid of geschiktheid gelasten. Rijden onder invloed in Nederland Rijden onder invloed van alcohol is een van de belangrijkste oorzaken van verkeersongevallen. Naar schatting is bij 25 tot 30% van alle letselongevallen alcohol in het spel. Volgens deze schatting zouden er in het Nederlandse verkeer door het rijden onder invloed van alcohol jaarlijks ruim 200 doden vallen en ruim 2.000 ziekenhuisopnamen nodig zijn. De kosten van verkeersongevallen waarbij alcohol in het spel is zijn hoog en bedroegen in 2005 circa 1,6 miljard. Voor de groep rijders onder invloed met alcoholpromillages niet hoger dan 1,0 promille bestond tot voor kort geen specifieke educatieve maatregel. Vanuit preventief oogpunt wil het Ministerie van Verkeer en Waterstaat ook deze groep gaan aanpakken. Speciale aandacht binnen deze groep overtreders dient uit te gaan naar de jonge bestuurders. Weliswaar gebruiken jonge bestuurders minder alcohol dan oudere bestuurders, maar desondanks lopen ze een grotere kans om bij een alcoholongeval betrokken te raken. De Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (LEMA) is specifiek gericht op deze groep alcoholovertreders. Criteria Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer De LEMA is gericht op het voorkomen van recidive bij personen die zijn staande gehouden voor het rijden onder invloed van alcohol en bij wie een alcoholpromillage is geconstateerd tussen 0,8 en 1,0 promille (beginnende bestuurders tussen 0,5 en 0,8 promille). Zolang de wetgeving nog niet is aangepast (staat gepland voor mei
Pagina 28 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
2011), zal de maatregel voorlopig alleen van toepassing zijn op beginnende bestuurders. Voor een verwijzing naar de LEMA moet er een vermoeden zijn, dat de betreffende bestuurder onvoldoende rijgeschikt is voor het besturen van een motorrijtuig. Dit vermoeden wordt gebaseerd op een door de politie geconstateerde feiten en omstandigheden. Deze feiten en omstandigheden zijn als volgt geformuleerd: • bij betrokkene is (eenmalig) een adem- of bloedalcoholgehalte geconstateerd dat gelijk is aan of hoger is dan 350 µg/l, respectievelijk 0,8 ‰, maar lager is dan 435 µg/l, respectievelijk 1,0 ‰; • bij betrokkene, in de hoedanigheid van beginnende bestuurder, is (eenmalig) een adem- of bloedalcoholgehalte geconstateerd dat gelijk is aan of hoger is dan 220 µg/l, respectievelijk 0,5 ‰, maar lager is dan 350 µg/l, respectievelijk 0,8 ‰. Hoewel de betrokkene strikt genomen ervoor kan kiezen niet deel te nemen aan de maatregel, is de dreiging met verlies van het rijbewijs een belangrijke ‘stok achter de deur’. Enerzijds betekent dit dat er wat valt te ‘verdienen’, namelijk behoud van het rijbewijs. Anderzijds heeft de maatregel een ‘onvrijwillig’ karakter. Wanneer iemand niet aan de LEMA deelneemt, wordt zijn rijbewijs ongeldig verklaard. Van de deelnemers wordt verlangd dat zij actief en constructief aan de LEMA meewerken, en de aanwijzingen van de trainer opvolgen. Kenmerken LEMA doelgroep ‘Lichte’ overtreders / first offenders De LEMA richt zich op de first offenders. First offenders zijn vergeleken met recidivisten over het algemeen wat jonger en zijn minder vaak betrokken bij niet alcoholgerelateerde verkeersovertredingen en verkeersongevallen. ‘Lichte’ overtreders zonder recidive zullen doorgaans ontvankelijk zijn voor een korte interventie omdat het gedrag in veel gevallen minder is ingesleten. Mate van alcoholproblematiek Op basis van wetenschappelijk onderzoek is een uitgangspunt van de LEMA dat het merendeel van de deelnemers in staat is, met behulp van nieuwe kennis en inzichten, zijn gedrag ten aanzien van rijden onder invloed bij te stellen als zij de intentie daartoe heeft. Men zal in staat zijn om op basis van een hernieuwde weging van voordelen en risico’s van het gedrag een bewuste keuze te kunnen maken, en het gedrag, omdat het (nog) geen gewoonte betreft, relatief makkelijk bij te stellen. Dit betekent ook dat in de LEMA geen nadruk wordt gelegd op het alcoholgebruik bij cursisten.
B.2.2
Doelstelling en opzet van de LEMA Het doel van de LEMA is tweeledig: •
Primair: voorkomen van recidive
Pagina 29 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
Het vergroten van de verkeersveiligheid door middel van het in een vroeg stadium terugdringen van recidive van het rijden onder invloed van alcohol: het bereiken van een curatief en individueel preventief effect, waardoor de kans op herhaling van het rijden onder invloed wordt verkleind; een veranderingsproces op gang brengen waarmee wordt bewerkstelligd dat de deelnemer na afloop van de cursus zijn begrip van en inzicht in de gevaren en risico’s van rijden onder invloed heeft verbeterd. •
Secundair: algemeen preventieve werking Een generaal preventieve werking ter voorkoming van het rijden onder invloed van alcohol: afschrikkingeffect op andere weggebruikers; toepassing van LEMA kan voor de politie motiverend werken om gericht en intensief te handhaven, en te melden.
De centrale doelstelling van de LEMA luidt als volgt:
De LEMA streeft ernaar om zo snel mogelijk en in een zo vroeg mogelijk stadium het rijden onder invloed van alcohol zodanig te beïnvloeden, dat recidive kan worden voorkomen. Daarbij is de uiteindelijke doelstelling van de LEMA dat de deelnemers inzien dat rijden onder invloed voor hen persoonlijk een probleem is en dat zij gemotiveerd zijn om niet meer onder invloed van alcohol aan het verkeer deel te nemen.
Voor het realiseren van het persoonlijke probleembesef en oproepen én vervolgens verankeren van de motivatie om het gedrag te veranderen hanteert de LEMA de volgende twee educatieve doelstellingen: 1.
2.
Het ontwikkelen van kennis en inzichten over de verschillende factoren die betrekking hebben op het rijden onder invloed van alcohol (cognitieve heroriëntatie). Het ontwikkelen van een relevant maatschappelijk, sociaal en persoonlijk probleembewustzijn met betrekking tot de gevolgen van het rijden onder invloed van alcohol (affectieve heroriëntatie).
In de LEMA staat de principiële onverenigbaarheid van het drinken van alcohol en het deelnemen aan het verkeer als bestuurder van een motorrijtuig centraal. De interventie is erop gericht de deelnemers ervan te doordringen dat alcohol en autorijden niet te combineren zijn. Dat moet zich vertalen in het daadwerkelijk scheiden van drinken en rijden. Uitgangspunt van de LEMA daarbij is dat het voldoende is om de deelnemers te laten inzien dat de persoonlijke nadelen van het rijden onder invloed groter zijn dan de persoonlijke voordelen en dat zij vanuit dit besef zelf in staat zijn om in de toekomst verstandige keuzen te maken en deze ook om te zetten in daadwerkelijk gedrag. Met andere woorden de LEMA richt zich vooral op het motiveren tot gedragsverandering. Het LEMA programma focust zich op het maken van veilige en verantwoorde beslissingen met betrekking tot autorijden en alcoholgebruik. De LEMA deelnemer wordt in staat geacht zelfstandig en buiten de LEMA te komen tot zelfregulatie van het gedrag. Het gaat in de LEMA
Pagina 30 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
dus niet zozeer om het concretiseren van gedragsalternatieven en om de ontwikkeling van vaardigheden die men kan gebruiken om probleemsituaties met betrekking tot rijden onder invloed te vermijden of op te lossen (inventariseren van mogelijke alternatieve gedragingen en deze leren toepassen). Belangrijke aangrijpingspunten van de LEMA zijn: • Deelnemers brengen tot de intentie om alcoholgebruik en verkeersdeelname duurzaam te scheiden. • Deelnemers inzicht geven in het feit dat kleine hoeveelheden alcohol het beslisproces nadelig beïnvloeden. De controle over gedrag wordt in belangrijke mate bepaald door processen die zich afspelen in de prefrontale cortex van onze hersenen. Door alcoholgebruik worden die processen beïnvloed en neemt de controle af. Het beslisproces dient dus buiten de potentiële risicosituatie (dus in de LEMA!) en telkens in anticipatie op de risicosituatie plaats te vinden. De invloed van alcohol op de hersenen en voornamelijk op het beslisproces, is een belangrijke basis van waaruit deelnemers eenvoudig duidelijk kan worden gemaakt dat men er niet op mag rekenen dat men onder invloed nog tot de juiste keuzes komt. Als men eenmaal alcohol gedronken heeft, gaan er ‘andere wetten gelden’. Dan kan men in feite geen weloverwogen keuzen meer maken. Alcohol heeft dat effect al bij licht gebruik. Dit fenomeen wordt wel aangeduid als ‘controleverlies’ c.q. ‘go effect’. Men heeft zich voorgenomen na twee biertjes te stoppen omdat men nog moet rijden, maar na het daadwerkelijk consumeren van deze twee biertjes, wordt er toch doorgedronken. Op zich is het hebben van een intentie om niet onder invloed te rijden onder invloed nog een onvoldoende voorwaarde om het gedrag ten uitvoer te brengen. Of men daadwerkelijk meer gaat drinken dan is toegestaan en vervolgens gaat autorijden, hangt ook af van de normen en waarden die men heeft. Van belang daarbij is wat men denkt dat belangrijke anderen van het normoverschrijdende gedrag zullen vinden (sociale norm). Die uitkomst is heel anders wanneer men het idee heeft dat bijvoorbeeld de levenspartner dit gedrag zal afkeuren (vooral wanneer die levenspartner ook nog meerijdt als passagier) dan wanneer men denkt dat men met gevaarlijk gedrag indruk zal maken op leeftijdsgenoten (vooral wanneer die leeftijdsgenoten ook in de auto zitten). De invloed van de omgeving op het gedrag is groot. Reflectie op de sociale norm en eigen normen en waarden, in een neutrale en veilige setting en op een moment dat men nuchter is, is een aangrijpingspunt in de LEMA. De LEMA-doelgroep zal voor de aanhouding weinig last ervaren hebben van het rijden onder invloed. Dit kan leiden tot een overschatting van eigen kunnen en een illusie van beheersing en controle. Daarnaast zien zij het nut van deze regels in zijn algemeenheid vaak wel, maar in hun persoonlijke situatie onvoldoende. Het idee moet worden ontkracht dat het wel meevalt met hun gedrag en dat rijden onder invloed door de meerderheid van de autobestuurders gebeurt en dus een algemeen geaccepteerd verschijnsel is. Dit kan o.a. door verwachtingen van de sociale omgeving zichtbaar te maken: wat is geaccepteerd gedrag en wat niet? Hoe kijken anderen tegen het rijden onder invloed aan? De cursusmethodiek van de LEMA om deelnemers te motiveren tot gedragsverandering vindt een belangrijke basis in de motiverende gespreksvoering
Pagina 31 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
(MGV3). MGV is als het ware het basisgereedschap van de LEMA trainer en het vormt een belangrijke basis voor de opdrachten en werkvormen in de training.
B.2.3
Het cursusconcept van de LEMA Eigen motieven voor het rijden onder invloed Om deelnemers zover te krijgen dat ze aan het einde van het programma de intentie hebben om in de toekomst drinken en rijden te scheiden is in het kader van de LEMA een beperkte tijd beschikbaar. Deelnemers kunnen sterk verschillen in de motieven die ze hebben om wel of niet te gaan autorijden nadat ze alcohol hebben gedronken. Wil je hun rijgedrag en in het bijzonder het rijden onder invloed aanpakken, dan zal het programma / de trainer zich moeten richten op ieders persoonlijke motieven en omstandigheden. Dat betekent dat het cursusprogramma zo snel mogelijk bij de eigen problematiek van de deelnemers moet zien te komen. Daarom wordt er in de LEMA voor gekozen om de deelnemers vanaf het begin van de cursus ‘hun eigen verhaal’ te laten opbouwen. Het persoonlijke verhaal wordt gedurende het cursusprogramma gebruikt als ‘kapstok’, zodat elke deelnemer uit de cursus die zaken kan oppakken die voor hem het meest relevant zijn. Het is voor elk van de deelnemers belangrijk om snel boven tafel te krijgen wat de redenen zijn om te gaan autorijden nadat men alcohol gedronken heeft. Dan wordt voor iedere deelnemers ook duidelijk welke persoonlijke keuzen er gemaakt moeten worden en wat de persoonlijke ambivalentie is tussen het eigen gedrag en wat je er uiteindelijk mee wil bereiken. Wat zijn de persoonlijke voor- en nadelen van rijden onder invloed (niet veranderen) en wat zijn de persoonlijke voor- en nadelen van niet rijden onder invloed (wel veranderen). Achtergrondinformatie over wat alcohol bijvoorbeeld betekent voor het functioneren van de hersenen en voor het rijgedrag en over wat consequenties van rijden onder invloed kunnen zijn, wordt later aan die persoonlijke verhalen gekoppeld. Dit wil zeggen dat deze achtergrondinformatie wordt aangeboden op momenten (‘just in time’) dat deelnemers er open voor staan en er gevoelig voor zijn (‘tailor-made’). Actieve betrokkenheid in groepsgewijze aanpak Actieve betrokkenheid en persoonlijke belevingen en ervaringen zijn belangrijk, omdat daardoor nieuwe kennis en inzichten sneller ‘landen’ en beter beklijven. Met andere woorden de deelnemers kunnen niet achterover leunen, maar moeten in belangrijke mate zelf de inhoud van de LEMA bepalen. Om de volgende redenen is er in de LEMA gekozen voor een groepsgewijze, interpersoonlijke benadering: • de deelnemers kunnen inzichten met elkaar uitwisselen gemeenschappelijk bepaalde mispercepties corrigeren, hetgeen leerresultaat ten goede komt;
en het
3
Miller, W.R. en Rollnick, S. (2005). Motiverende gespreksvoering. Een methode om mensen voor te bereiden op verandering. Ekklesia.
Pagina 32 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
•
•
•
door de interactie tussen de deelnemers onderling en de deelnemers en de trainer is het mogelijk een verband te leggen tussen gedrag in de groep en gedrag in de eigen sociale omgeving; door de groepsbenadering komt de deelnemer in aanraking met mensen die in het dagelijkse leven met dezelfde dilemma’s en probleemsituaties worden geconfronteerd; een groepsbenadering biedt de mogelijkheid om een voorbeeldfunctie voor elkaar te hebben en daar kan een stimulerende werking vanuit gaan.
Flexibel cursusprogramma De keuze voor het opbouwen van een persoonlijk verhaal, impliceert dat er sprake moet zijn van een flexibele cursusaanpak. Hoofdpunten van dit flexibel cursusprogramma zijn: • Er wordt uitgegaan van aantal ‘standaard’ oefeningen en opdrachten, die als het ware het vaste kader van het LEMA-programma vormen. • Daarnaast wordt er gewerkt met kleinere ‘informatie’ blokken. Deze informatieblokken kan de LEMA-trainer ‘op maat’ kan inzetten, afhankelijk van de eigen ervaringen (het persoonlijke verhaal) van de deelnemers. Met andere woorden: • De oefeningen / opdrachten geven de structuur aan het cursusprogramma en daaraan worden naar behoefte informatieblokken gekoppeld. • De informatie wordt aangeboden wanneer groep er gevoelig voor is en ervoor open staat. • Alle informatieblokken worden gegeven, maar de timing is flexibel.
B.3
Cursusprogramma
B.3.1
De opbouw van de LEMA Structuur: opdrachten De structuur van het cursusprogramma wordt bepaald door de diverse opdrachten en oefeningen die in het programma worden onderscheiden. Deze opdrachten en oefeningen moeten worden gezien als middelen om ervoor te zorgen dat de deelnemers de informatie die in de LEMA centraal staat persoonlijk maken en actief verwerken. Die persoonlijke en actieve verwerking van de informatie heeft als uiteindelijk doel de deelnemers te bewegen tot verandering van hun gedrag met betrekking tot rijden onder invloed. Aangegeven is dat de LEMA zich vooral richt op het bouwen aan de intrinsieke motivatie om te veranderen. De opdrachten in de LEMA zijn daarom vooral gericht op het bevorderen van het belang en het vertrouwen in verandering. Het accent ligt op het vergroten van discrepanties en het verkennen en oplossen van eventuele ambivalentie. Als we dit vertalen in termen van het “stages of change model” dan is het programma erop gericht om de deelnemers vanuit de toestand van voorbeschouwing naar de overpeinzing en vervolgens beslissing te krijgen. Om dit te bereiken staat de volgende structuur van opdrachten centraal:
Pagina 33 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
• • •
Verkennen van belangen, doelen en zorgen (voorbeschouwing overpeinzing) Onderzoeken van de ambivalentie (overpeinzing) Vooruitkijken en uitspreken van belang en vertrouwen (beslissing)
/
Verkennen van belangen, doelen en zorgen van deelnemer De eerste opdracht is gericht op het oproepen van discrepantie en aanwakkeren van bezorgdheid bij de deelnemers. De bedoeling is de deelnemers uit de voorbeschouwingsfase te krijgen en ze het rijden onder invloed als probleem te laten herkennen en erkennen. Dit wordt bevorderd door de deelnemers met behulp van open vragen uit te nodigen persoonlijke belangen, doelen en waarden te verkennen en op de voorgrond te krijgen. Door een relatie te leggen met de lasten en problemen die hun rijden onder invloed veroorzaken, komt vaak mooi aan het licht hoe het rijden onder invloed van de deelnemer kan botsen met zijn eigen belangen, doelen of waarden (bijvoorbeeld behoud van zijn rijbewijs, behoud van zijn relatie, het goede voorbeeld geven naar zijn kinderen, e.d.). Het is in dit beginstadium belangrijk om ruimte te creëren voor hun visie op rijden onder invloed en aspecten waar zij waarde aan hechten op tafel te krijgen. Door te laten merken dat ieders ervaring en beleving bestaansrecht heeft en niet wordt afgekeurd, kan empathie worden uitgedrukt. Hiermee wordt een wederzijdse sfeer van acceptatie bevorderd, waarin de cursist zich vrij kan voelen om zowel de voorals nadelen van rijden onder invloed en nuchter rijden nader te bekijken. Onderzoeken van de ambivalentie De volgende stap is de ervaren discrepantie tussen rijden onder invloed en dat wat je ermee wilt bereiken nog verder te vergroten, en met begrip en acceptatie de ambivalentie te intensiveren (twijfel zaaien). Met behulp van deze opdracht worden deelnemers uitgenodigd de voor- en nadelen van het rijden onder invloed en van het gewenste gedrag (nuchter rijden of laten rijden) expliciet te onderzoeken door het opstellen van een voor- en nadelenbalans. Hiermee wordt de kans vergroot dat de deelnemers in de overwegingsfase terechtkomen en zich meer bewust worden van de voordelen van het veranderen van het rijden onder invloed, maar ook sterk bewust worden van de nadelen van veranderen. Dit gebeurt door het actief bezig zijn met en discussiëren over waargenomen voor- en nadelen van wel / niet rijden onder invloed. Samen met de eerste opdracht kan hiermee expliciet worden gemaakt op welke punten het huidige gedrag niet in overeenstemming blijkt met belangen, doelen of waarden van de deelnemer. Zo wordt bij de deelnemers cognitieve dissonantie bevorderd en twijfel gezaaid. Daarnaast is er in deze opdracht specifieke aandacht voor de sociale omgeving. Door ook de voor- en nadelen voor een belangrijke ander te laten onderzoeken, wordt de discrepantie verder vergroot. Vooruitkijken en uitspreken van belang en vertrouwen De deelnemer heeft informatie gekregen en onder woorden gebracht wat voor hem of haar belangrijk is en welke voor- en nadelen kleven aan wel of niet veranderen, maar is nog niet tot een slotsom gekomen. Het gevaar bestaat dat de deelnemer in de ambivalentie blijft hangen. De derde stap moet de deelnemer uit de ambivalentie halen en stimuleren tot het nemen van een beslissing en enigszins voorbereiden op de aanpak en mogelijke risico’s.
Pagina 34 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
Op een gestructureerde manier gaat de deelnemer een persoonlijke afweging maken en een conclusie trekken. De laatste opdracht is erop gericht om “verandertaal” over verkeersdeelname en alcoholgebruik uit te lokken en te bekrachtigen. Door in tweetallen en in de groep te praten over het belang van veranderen en het vertrouwen daarin, wordt de betrokkenheid bij de uitspraken en voornemens gestimuleerd. Informatieblokken Ten behoeve van de informatieblokken is geput uit de informatie die ook bij de EMA wordt ingezet. Informatie over problematisch alcoholgebruik, over alcoholverslaving en over de lichamelijke effecten van langdurig intensief alcoholgebruik is voor de LEMA niet relevant en wordt daarom buiten beschouwing gelaten. In totaal zijn er 9 informatieblokken, die in 4 thema’s geclusterd kunnen worden: alcohol en de hersenen, alcohol en rijvaardigheid, alcohol en de consequenties van rijden onder invloed, en alcohol en andere middelen / invloeden. Deze 9 informatieblokken moeten worden verdeeld over de 6 tijdsblokken; gemiddeld is er per informatieblok 10 minuten beschikbaar. Sommige informatieblokken kunnen in 5 minuten worden behandeld, andere hebben 20 minuten nodig. Alle informatieblokken dienen aan de orde te komen in de LEMA. Zoals al eerder aangegeven, is de timing van de inzet van de diverse informatieblokken flexibel. De volgende informatieblokken worden onderscheiden: Alcohol en • • •
het lichaam Wat is alcohol? Wat doet alcohol met de hersenen? Hoe wordt alcohol afgebroken?
Alcohol en rijvaardigheid • Hoe beïnvloedt alcohol de rijtaak? • Wat betekent alcohol voor de kans op ongevallen? Alcohol en • • •
de consequenties van rijden onder invloed Wat zijn de wettelijke consequenties van rijden onder invloed? De impact van alcoholongevallen. De verwijtbaarheid van alcoholongevallen.
Alcohol en andere middelen / invloeden • Wat is de invloed van alcohol in combinatie met andere middelen en invloedsfactoren?
B.3.2
Het programma De LEMA bestaat uit twee bijeenkomsten. Het eerste dagdeel duurt 3,75 uur. Het tweede dagdeel duurt 3,5 uur. Het eerste dagdeel duurt een kwartier langer dan het tweede in verband met het eerste welkom en het laten invullen van de vragenlijsten voor aanvang van het programma. Daarnaast wordt deze extra tijd nodig geacht voor de afhandeling van eventuele contra-indicaties en terugverwijzingen van
Pagina 35 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
cursisten naar het CBR. De extra 15 minuten van het eerste dagdeel zijn niet in de tabel opgenomen omdat de ontvangst en kennismaking voorafgaand aan de start van het programma plaatsvinden. De bijeenkomsten zijn verspreid over twee dagdelen. De dagdelen zijn altijd twee maal een ochtend of tweemaal een middag. Tussen dagdeel 1 en dagdeel 2 ligt een week. Door die tussenliggende week wordt de invloed van de LEMA op de deelnemers vergroot, ze zijn immers langer met hun eigen rijden onder invloed bezig. Daarnaast wordt de tussenliggende week benut voor het uitvoeren van een huiswerkopdracht. Daarbij is het ook nadrukkelijk de bedoeling dat via die huiswerkopdracht de deelnemers worden uitgenodigd ook in hun privé situatie over de inhoud van de LEMA en de eigen ervaringen te spreken. Programma-overzicht dagdeel 1 Tijdsindicatie
Onderdeel
Activiteit
00:00 – 00:10
Introductie
00:10 – 01:30
Opdracht 1: Wat vind je belangrijk?
informeren over
Werkvorm
informatie geven
tweegesprek
cursusprogramma
uitleg spelregels LEMA
inzicht in persoonlijke betekenis
van autorijden, alcoholgebruik en
presentatieronde
rijden onder invloed
plenaire
plenaire discussie
inventarisatie
inzicht in persoonlijke consequenties van rijden onder invloed
01:30 – 01:45
Informatieblok
01:45 – 02:00
Pauze
02:00 – 02:15
Informatieblok
met informatie aansluiten bij
informatie geven
belevingen / ervaringen van
plenaire discussie
met informatie aansluiten bij
informatie geven
belevingen / ervaringen van
plenaire discussie
deelnemers
deelnemers 02:15 – 03:00
Opdracht 2: Voor- en nadelenbalans
inzicht in persoonlijke voor- en
informatie geven
nadelen van rijden onder invloed
invullen voor- en
en van niet rijden onder invloed
nadelenbalans
inzicht in persoonlijke afweging
tweegesprek
van voor- en nadelen
huiswerkopdracht
inzicht in effect eigen gedrag op
inzicht in voor- en nadelen rijden
anderen onder invloed voor belangrijke anderen 03:00 – 03:15
Informatieblok
met informatie aansluiten bij
informatie geven
belevingen / ervaringen van
plenaire discussie
deelnemers 03:15 – 03:25
Huiswerk
huiswerkopdracht verstrekken
informatie geven
03:25 – 03:30
Afsluiting
eerste indrukken ventileren en
nabespreken
intenties uitspreken
Pagina 36 van 37
Evaluatie LEMA | 30 november 2010
Tussenliggende week: uitvoeren huiswerkopdracht Tijdsindicatie
Opdracht
Activiteit
30 minuten
Voor- en nadelenbalans
Werkvorm(en)
inzicht in eigen persoonlijke vooren
nadelen
invloed
en
van
rijden
onder
niet
rijden
onder
opdracht
zelfstandig
uitvoeren
invloed
inzicht in persoonlijke afwegingen
inzicht in effect eigen gedrag op
werken
anderen
Programmaoverzicht dagdeel 2 Tijdsindicatie
Onderdeel
Activiteiten
Werkvorm(en)
00:00 – 00:10
Opening en terugblik
ontvangen deelnemers
informatie geven
informeren over programma
nabespreken
terugblik eerste dagdeel
inzicht in effect eigen gedrag op
informatie geven
sociale omgeving
plenaire
inzicht in voor- en nadelen van
plenaire discussie
tweede dagdeel 00:10 – 01:15
Bespreking huiswerkopdra cht
rijden onder invloed voor anderen
inventarisatie
in sociale omgeving
inzicht in mogelijke risicovolle situaties
01:15 – 01:45
Informatieblok
met informatie aansluiten bij
informatie geven
belevingen / ervaringen van
plenaire discussie
deelnemers 01:45 – 02:00
Pauze
02:00 – 02:15
Informatieblok
02:15 – 03:15
Opdracht 3: Hoe wil je verder?
met informatie aansluiten bij
informatie geven
belevingen / ervaringen van
plenaire discussie
deelnemers
benoemen gevaarzettende
informatie geven
karakter en negatieve gevolgen
gesprek in
van het eigen rijden onder invloed
tweetallen
formuleren persoonlijke intentie met betrekking tot scheiden van
(interview)
plenaire
plenaire discussie
nabespreken
rijden en drinken
inzicht in persoonlijke motivatie
inventarisatie
om rijden onder invloed te veranderen 03:15 – 03:30
Afsluiting / evaluatie
samenvatten hoofdpunten
Pagina 37 van 37