Uitvoering lokale luchtmaatregelen
Datum Status
9 november 2010 Definitief
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Ruimte, mooi en duurzaam Rijnstraat 8 Postbus 16191 2500 BD Den Haag Publicatienummer: VI-2010-18 Deze publicatie is een uitgave van de VROM-Inspectie is ook te downloaden via www.vrominspectie.nl
Pagina 2 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
Inhoud
Samenvatting .................................................................................................4 1
Inleiding ..............................................................................................6
2
Opdracht en onderzoeksmethodiek .........................................................8
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Inleiding ..............................................................................................8 Doelstelling .........................................................................................8 Resultaat .............................................................................................9 Afbakening ..........................................................................................9 Aanpak van het onderzoek ....................................................................9
3
Bevindingen....................................................................................... 11
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6 3.2.7 3.2.8 3.2.9 3.2.10 3.2.11
Onderzoek provincies .......................................................................... 11 Inleiding ............................................................................................ 11 Rol van de provincies .......................................................................... 11 Organisatie en samenwerking .............................................................. 12 Verdelen en verantwoorden ................................................................. 12 Onderzoek gemeenten ........................................................................ 13 Inleiding ............................................................................................ 13 Knelpunten ........................................................................................ 13 Maatregelen....................................................................................... 16 Positief beeld ..................................................................................... 17 Potentiële risico's ............................................................................... 17 IBM-projecten .................................................................................... 18 Organisatie en samenwerking .............................................................. 18 Financiën........................................................................................... 19 Verkeersgegevens .............................................................................. 20 Communicatie met burgers .................................................................. 21 Uitvoeringsvragen, aandachtspunten en successen ................................. 21
4
Conclusies en aanbevelingen ............................................................... 24
4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4
Provincies .......................................................................................... 24 Gemeenten........................................................................................ 24 Knelpunten en maatregelen ................................................................. 24 Organisatie en financiën ...................................................................... 25 Verkeersgegevens .............................................................................. 26 Communicatie met burgers .................................................................. 26
Bijlage 1: Bezochte provincies en gemeenten ................................................... 27 Bijlage 2: Gebruikte afkortingen en begrippen.................................................. 28 Bijlage 3
Memo Resultaten pilot luchtkwaliteit 2009 ....................................... 30
Pagina 3 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
Samenvatting
Op respectievelijk 11 juni 2011 en 1 januari 2015 moet Nederland voldoen aan de Europese luchtnormen voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2). Om de normen tijdig te kunnen halen, is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) opgesteld. Het NSL is erop gericht zowel ruimtelijke ontwikkelingen doorgang te laten vinden als de luchtkwaliteitnormen te halen. Het is dan wel noodzakelijk dat alle afgesproken maatregelen uit het NSL tijdig worden uitgevoerd. Vanwege deze belangen heeft het ministerie van VROM de VROM-Inspectie gevraagd onderzoek te doen naar de naleving van de uitvoeringsplicht voor gemeenten om de NSL-maatregelen uit te voeren. Om een goed beeld te krijgen van de stand van zaken zijn voor het onderzoek 11 gemeenten met de meeste knelpunten geselecteerd. Het gaat dan om gemeenten met het grootste aantal (dreigende) normoverschrijdingen op locaties langs het gemeentelijk wegennet. In 2008 bestreken deze gemeenten 75% van de NO2 en 90 % van de PM10 -problematiek (uitgedrukt in km’s overschrijdingen). Met deze 11 gemeenten en hun provincies zijn gesprekken gevoerd. Met gemeenten over het tijdig uitvoeren van hun maatregelen en provincies over de rol die zij hierin kunnen en willen spelen. Uit het onderzoek blijkt dat de provincies de belangrijke rol die ze hebben gespeeld bij het opstellen van de NSL-gebiedsprogramma’s ook bij de uitvoering van het NSL willen vervullen door gemeenten te ondersteunen bij het uitvoeren van hun maatregelen. Zij hebben daartoe allerlei instrumenten ontwikkeld en overlegvormen afgesproken. Ook vervullen de provincies een belangrijke rol bij het verantwoorden van de verdeelde en bestede subsidiegelden. Uit de gesprekken met gemeenten blijkt dat zij verwachten dat de normen voor fijn stof (PM10) die gelden voor 2011 zullen worden gehaald. De normen voor NO2, die gelden vanaf 1 januari 2015 vragen nog wel alle aandacht. De gemeenten gaan voortvarend te werk. In de eerste helft van 2010 is 32% van de NSL-maatregelen reeds uitgevoerd. In uitvoering is 56%. 12% moet nog worden opgepakt . Bedacht moet worden dat dit positieve beeld echter niets zegt over het soort maatregel (windtunnelonderzoek of de aanleg van infrastructuur), het effect van de maatregel (cursus nieuwe rijden of milieuzone instellen), de duur (lespakket opstellen of meetprogramma NSL-periode uitvoeren) en de complexiteit (snelheidsverlaging instellen of dynamisch verkeersmanagement doorvoeren) van de maatregel. Deze zaken kunnen zeer bepalend zijn voor het tijdig kunnen uitvoeren van de maatregel. Gezien de complexiteit of politieke gevoeligheid van veel maatregelen is nog niet bekend of deze allemaal op tijd de eindstreep zullen halen. Dit geldt uiteraard ook voor de 12% nog op te pakken maatregelen. Als gevolg van de economische crisis is de uitvoering van IBM-projecten vertraagd. Extra knelpunten door de uitvoering van deze projecten worden dan ook niet verwacht. De gemeenten zijn van mening dat de organisatorische en financiële borging voldoende op orde is en geen risico vormt voor een tijdige uitvoering van de maatregelen. Pagina 4 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
Correcte en actuele verkeersgegevens zijn van groot belang om te kunnen bepalen of met de maatregelen ook de noodzakelijke effecten worden bereikt. Deze gegevens moeten daartoe in de monitoringstool worden verwerkt. Gemeenten zijn actief bezig met het actualiseren van de verkeersgegevens, maar geven aan dat zij onvoldoende tijd te hebben gekregen om deze gegevens te controleren, corrigeren en in te voeren. De voornoemde bevindingen zijn voor de VROM-Inspectie aanleiding om de volgende aanbevelingen te doen: Gemeenten worden geadviseerd om jaarlijks hun planning van uit te voeren maatregelen te actualiseren op basis van wat nog gedaan moet worden om de maatregelen voor 2015 afgerond te krijgen. Gemeenten worden geadviseerd om jaarlijks een financieel overzicht op te stellen en te actualiseren, zodat de benodigde gelden beschikbaar zijn om de maatregelen tijdig uit te kunnen voeren en geborgd is dat de gemeenten aan de eisen van de cofinanciering kunnen voldoen. Gemeenten worden geadviseerd om afstemming met andere bronbeheerders voort te zetten zodat verschillen in verkeersgegevens zoveel mogelijk worden weggenomen. Betrokken overheden worden geadviseerd om het monitoringsproces op basis van opgedane ervaringen zodanig te verbeteren dat er meer tijd is voor controle door de gemeenten,waarmee de uitkomsten van het proces door alle gebruikers kunnen worden gedragen.
Pagina 5 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
1
Inleiding
De Europese Unie wil dat de lucht overal schoon genoeg is om de gezondheid van burgers zo goed mogelijk te beschermen. Daarom heeft ze normen gesteld voor concentraties van vervuilende stoffen in de lucht. Deze normen zijn in de Nederlandse wetgeving opgenomen onder titel 5.2 van de Wet milieubeheer. Hoewel de afgelopen jaren de nodige maatregelen zijn genomen kan ons land nog steeds niet voldoen aan de normen voor fijn stof (PM 10) en voor stikstofdioxide (NO2). Ons land zal op 11 juni 2011 moeten voldoen aan de PM10-normen en op 1 januari 2015 voor NO2. De overheid heeft tal van redenen om te werken aan het tijdig halen van deze normen. Ten eerste is een goede luchtkwaliteit van groot belang voor de gezondheid van de bevolking. Ten tweede kunnen ruimtelijke projecten die leiden tot (verdere) overschrijding van de normen niet doorgaan indien geen aanvullende maatregelen worden genomen. Deze patstelling wil Nederland graag doorbreken. En tenslotte is het halen van de normen een Europese verplichting en kan Nederland in gebreke worden gesteld als het niet tijdig aan de normen voldoet. Dit kan leiden tot boetes en dwangsommen. Om aan de normen te kunnen voldoen is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) opgesteld. Het NSL vormt de basis voor de oplossing van bovengenoemde problemen. Het is naast een programma met nationale maatregelen ook een samenwerkingsprogramma van lokale maatregelen. Dit omvangrijk maatregelenpakket van de gezamenlijke overheden moet er voor zorgen dat de normen tijdig worden gehaald en ruimtelijke projecten toch door kunnen gaan. Op 1 augustus 2009 is het NSL in werking getreden. Het rijk is verantwoordelijk voor het generieke maatregelenpakket. De provincies en gemeenten zijn verantwoordelijk voor de lokale maatregelen op het onderliggend wegennet (OWN). Het ministerie van Verkeer en Waterstaat is verantwoordelijk voor de resterende knelpunten op het hoofdwegennet (HWN). Het NSL staat of valt met het tijdig uitvoeren van de in het programma opgenomen maatregelen. Het is een totaalpakket van bouwstenen die allemaal met elkaar samenhangen en gezamenlijk leiden tot de gewenste luchtkwaliteit. Het is noodzakelijk dat het gehele pakket wordt uitgevoerd. Wanneer een van de NSLpartners zich niet houdt aan deze uitvoeringsplicht, kan dit leiden tot het instorten van het hele NSL-huis. Voor alle partijen geldt dat bij het niet kunnen realiseren van een afgesproken maatregel die partij daar een andere maatregel voor in de plaats moet stellen. De beleidsdirectie van VROM wil graag weten of alle afgesproken maatregelen ook op tijd zullen zijn uitgevoerd. Zij heeft de VROM-Inspectie gevraagd na te gaan hoe de voortgang van deze maatregelen is en eventuele knelpunten in de uitvoering te signaleren opdat tijdig kan worden bijgestuurd. De VROM-Inspectie heeft in de 1e helft van 2010 de 11 meest relevante gemeenten en hun provincies geïnterviewd. In dit rapport wordt een beeld geschetst van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het NSL-maatregelen.
Pagina 6 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
Leeswijzer De eerste twee hoofdstukken zijn gewijd aan het waarom en de wijze waarop het VROM-Inspectieonderzoek is uitgevoerd. In hoofdstuk 3 wordt antwoord gegeven op de vraag welke rol van de provincies verwacht mag worden bij het uitvoeren van het NSL en hoever gemeenten zijn met het uitvoeren van de luchtmaatregelen en of al deze maatregelen voor 2015 uitgevoerd kunnen worden. De conclusies en aanbevelingen worden in het laatste hoofdstuk gegeven.
Pagina 7 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
2
Opdracht en onderzoeksmethodiek
2.1
Inleiding Het NSL bestrijkt het merendeel van de provincies. In deze provincies is de problematiek rond luchtkwaliteit zodanig dat het noodzakelijk is om aanvullende maatregelen te nemen. Onder leiding van de provincies zijn de NSLgebiedsprogramma’s opgesteld. Het rijk heeft samen met de NSL-regio’s een omvangrijk maatregelenpakket opgezet om tijdig aan de normen te kunnen voldoen. Hiervoor heeft het rijk meer dan € 1,5 miljard uitgetrokken. Samen met decentrale overheden komt het pakket op een kleine € 2 miljard. Dit aanvullende maatregelenpakket is nodig, omdat het Europese bronbeleid alléén het tijdig realiseren van de normen niet mogelijk maakt. In het NSL is aangegeven welke gemeenten de komende jaren nog knelpunten hebben. Dat houdt in, dat voor tal van gemeenten op verschillende plekken langs haar wegen de normen (NO2 en PM10) niet tijdig gehaald worden als zij de door haar in het NSL opgenomen maatregelen niet tijdig uitvoeren. Het ministerie van VROM houdt via een jaarlijkse monitoring bij hoe het staat met de effecten van de uitvoering van ruimtelijke projecten en maatregelen voor het halen van de normen. Als uit de monitoringsrapportage – deze verschijnt in 2010 voor het eerst - blijkt dat er te weinig gebeurt en knelpunten niet tijdig worden weggenomen, dan zal het ministerie de overheden daarop aanspreken. Het is van groot belang dat de gemeenten de wettelijke uitvoeringsplicht van de door haar opgevoerde NSL-maatregelen naleven, waardoor de grenswaarden voor PM10 en NO2 tijdig gehaald kunnen worden. Deze uitvoeringsplicht is belangrijk om het NSL-huis in stand te houden. Dit is politiek maatschappelijk gezien van groot belang, omdat anders het NSL als onderbouwing van de ruimtelijke projecten niet meer bruikbaar is. Daarnaast kan de EU Nederland boetes en dwangsommen opleggen bij het niet tijdig voldoen aan de normen. Vanwege de voornoemde belangen heeft het ministerie van VROM de VROMInspectie gevraagd onderzoek te doen naar de naleving van de uitvoeringsplicht om de NSL-maatregelen tijdig uit te voeren.
2.2
Doelstelling Doel van dit onderzoek is inzicht verkrijgen in de voortgang van de (tijdige) uitvoering van de NSL-maatregelen door gemeenten en in het verlengde daarvan inzicht in de rol die de provincies spelen in dit proces. Dit leidt tot de volgende onderzoeksvragen: Worden de maatregelen opgepakt? Waar loopt men tegenaan? Is ingrijpen of bijsturen noodzakelijk? Welke aanbevelingen kunnen worden geformuleerd richting rijk, provincies en gemeenten?
Pagina 8 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
2.3
Resultaat Op basis van dit inzicht worden gemeenten gewezen op de mogelijke knelpunten (bijv. oorzaken voor vertraagde uitvoering van maatregelen), waardoor de afgesproken NSL-maatregelen niet of niet op tijd zullen worden genomen en zal de VROM-Inspectie de gemeenten en de provincies een spiegel voorhouden en de bevoegde gezagen wijzen op hun verantwoordelijkheden. De producten van dit VROM-Inspectieonderzoek zijn: 1. 11 gemeentelijke rapportages; 2. 5 verslagen van de geïnterviewde provincies; 3. Een landelijke rapportage; 4. Terugkoppeling van de resultaten aan de gemeenten en de bezochte provincies eventueel (maar buiten dit project vallend) in de vorm van een presentatie en toelichting over de bevindingen van de landelijke rapportage als de bezochte provincies een workshop organiseren.
2.4
Afbakening De VROM-Inspectie kijkt in dit onderzoek niet naar maatregelen die rijk en provincies uitvoeren. De maatregelen richten zich alleen op het verkeer. Buiten de scoop van dit onderzoek vallen de sectoren landbouw en industrie. Dit komt omdat de bijdragen vanuit intensieve veehouderij en industrie (fijn stof) om de luchtkwaliteit te verbeteren betrekkelijk nieuw zijn, terwijl gemeenten op het gebied van verkeer al jaren actief zijn met het uitvoeren van maatregelen en resultaten verwacht mogen worden. Het onderzoek is gericht op de uitvoering van de NSL-maatregelen, niet op de effecten van de maatregelen. Daar zal de NSL-monitoringsrapportage nadrukkelijk op ingaan. Het onderzoek zal naast het bespreken van knelpunten en maatregelen ook stil staan bij de voortgang van ruimtelijke projecten, de financiële borging (inclusief rijkssubsidies) van maatregelen (in de begroting), de actualiteit van verkeersgegevens, de organisatie en communicatie met burgers. De VROM-Inspectie zal geen financiële toetsing uitvoeren van de subsidieregeling. Het onderzoek is gericht op toezicht en niet op handhaving. Er volgen in deze fase geen interventies. De resultaten zullen worden teruggekoppeld aan gemeenten, provincies en aan het ministerie van VROM. Meer complexe en beleidsmatige vragen die volgen uit de gesprekken met gemeenten en provincies worden doorgegeven aan de opdrachtgever. De VROMInspectie vervult wel een signalerende rol, maar niet de rol van vraagbaak.
2.5
Aanpak van het onderzoek In 2009 is een pilot uitgevoerd als voorbereiding op dit onderzoek. De pilot heeft de volgende resultaten opgeleverd (zie bijlage 3): 1. Er is meer helderheid verkregen over de vernieuwing van het interbestuurlijk toezicht (noot: het NSL maakt geen deel uit van de IBT-overdracht per 2012); Pagina 9 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
2. Een nalevingsstrategie is opgesteld; 3. Er zijn gesprekken gevoerd met twee provincies en twee gemeenten om de onderzoeksaanpak verder vorm te geven. 4. Er is gesproken over selectiecriteria (zoals gericht op resterende knelpunten en alleen op de NSL-maatregelen). 5. De opdrachtgever heeft nog benadrukt dat het samen optrekken belangrijk is voor de NSL-uitvoering. 6. De VROM-Inspectie zal uitvoeringsvragen doorsluizen naar de opdrachtgever. Een betere naleving kan immers worden bereikt door meer duidelijkheid te geven over de NSL-uitvoering. Vervolgens is een projectplan opgesteld voor het themaonderzoek 2010 dat in de 1e helft van 2010 is uitgevoerd. Het onderzoek is gericht op de gemeenten met de meeste knelpunten op het OWN en op de provincies van de bezochte gemeenten. Om een beeld te krijgen van de stand van zaken voor wat betreft de uitvoering van de NSL maatregelen door gemeenten zijn 11 gemeenten bezocht. In deze 11 gemeenten is een groot deel van de knelpunten te vinden en ligt er een grote opdracht om NSL maatregelen uit te voeren. Deze provincies kunnen een wezenlijke bijdrage leveren bij het ondersteunen van gemeenten bij het oplossen van deze knelpunten. Voor de gesprekken met provincies en gemeenten zijn vragenlijsten opgesteld die de basis vormen voor het houden van de gesprekken en het opstellen van de rapportages. In de gesprekken met de provincies stond de vraag centraal of de provincies de coördinerende rol bij het opstellen van het NSL ook bij het uitvoeren zullen vervullen. Ook organisatie, samenwerking en subsidies zijn onderwerpen die aan de orde zijn gekomen. Belangrijkste gespreksonderwerpen bij gemeenten: bekend zijn van de resterende knelpunten, de stand van zaken rond de uitvoering van de NSL-maatregelen, inzet financiële middelen, organisatie en werkwijze, actualiteit verkeersgegevens, communicatie met burgers. Van de gesprekken zijn verslagen gemaakt (provincies) en rapportages voor gemeentebesturen (gemeenten). Het totaalbeeld is in dit landelijke rapport opgenomen. De provincies zullen mogelijk in hun NSL-overleggen met de regio’s en gemeenten de VROM-Inspectie uitnodigen om de resultaten van het onderzoek te presenteren en toe te lichten.
Pagina 10 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
3
Bevindingen
3.1
Onderzoek provincies
3.1.1
Inleiding Al bij het opstellen van de gebiedsprogramma’s van het NSL speelden de provincies een cruciale rol als coördinatiepunt. Ook tijdens de nu lopende uitvoeringsfase ligt er voor de provincies – naast het uitvoeren van eigen NSL-maatregelen – een coördinerende taak richting gemeenten en regionale samenwerkingsverbanden. Daarnaast heeft de provincie een taak bij het verdelen en verantwoorden van de door het rijk beschikbaar gestelde NSL-gelden. Provincies geven aan op de hoogte gehouden te willen worden over de resultaten van dit onderzoek, zo mogelijk in de vorm van een presentatie tijdens de provinciale NSL-overleggen waaraan ook gemeenten en regio’s deelnemen. In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de manier waarop de provincies invulling geven aan deze taken en hoe de provincie deze taken georganiseerd heeft. De verslagen van de gesprekken zijn opgenomen in een apart rapport.
3.1.2
Rol van de provincies De provincies streven er naar, in hun rol als coördinator, om gemeenten zodanige ondersteuning te bieden dat deze hun uitvoeringstaak tot een goed einde kunnen brengen. Ze willen dit bereiken door: 1. Zelf informatie door te geven. Dit betreft informatie uit het overleg met het rijk en de G4 over zowel de monitoringstool, de ontwikkelingen en interpretaties van de wet- en regelgeving als ook de NSL-subsidies en informatie uit IPO-overleg m.b.t. het NSL; 2. Kennisuitwisseling op horizontaal niveau op gang brengen tussen gemeenten onderling, tussen gemeenten en milieudiensten en zonodig ook tussen regiogemeenten met gemeenten daar buiten. 3. Samenwerking tussen gemeenten te bevorderen op het gebied van maatregelen, zoals het uitvoeren van onderzoeken over concrete uitwerking van maatregelen. 4. Actief mee te denken bij de aanpak van problemen die zich in de uitvoering voordoen. Voor het doorgeven van informatie benutten de provincies met name de structurele NSL-overleggen die elke provincie met haar (NSL-)gemeenten en andere NSLpartners heeft (zie par. 3.3). De provincies hebben een globaal beeld van de uitvoering van de NSL-maatregelen door gemeenten en (de aanpak) van mogelijke (extra) knelpunten en willen dit beeld scherper krijgen.
Pagina 11 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
3.1.3
Organisatie en samenwerking Dit inzicht willen de provincies verkrijgen door gemeenten schriftelijk te laten rapporteren, via bezoekrondes of de structurele NSL-overleggen. Drie provincies plannen structureel bestuurlijke bijeenkomsten of afstemmingsmomenten in, waarbij het onderwerp luchtkwaliteit wordt besproken. De andere twee kiezen ervoor bestuurlijk overleg alleen dan in te zetten als het nodig is, dus op het moment dat zich problemen bij de uitvoering voordoen. Stimuleren en ondersteunen Eén provincie organiseert naast de structurele NSL-bijeenkomsten nog informatiedagen en workshops over luchtkwaliteit. Twee provincies geven expliciet aan dat ze niet alleen voor de NSL-maatregelen maar ook voor andere luchtmaatregelen de samenwerking tussen gemeenten en met milieudiensten willen stimuleren door deze bij elkaar te brengen als er vergelijkbare maatregelen opgepakt worden. Drie provincies hebben zelf subsidiegelden beschikbaar gesteld voor de bekostiging van luchtmaatregelen die niet in het NSL zijn opgenomen, maar wel door gemeenten uitgevoerd zullen worden. Dit geld is bedoeld om ook de nietknelpuntgemeenten te ondersteunen bij het verbeteren van de lokale luchtkwaliteit. Daarnaast heeft één provincie gepland om tijdens de openstellingsperiode van de monitoringstool de gemeenten telefonisch te benaderen om bij het invullen van de monitoringstool behulpzaam te zijn. Nu men zich in de uitvoeringsfase bevindt, lijkt het vaak minder vanzelfsprekend voor de NSL-gemeenten, provincies en andere NSL-partners om nog samen op te trekken en de intensieve samenwerking voort te zetten, zoals ten tijde van het opstellen van het NSL. Partners geven aan dat zij zich nu meer concentreren op de uitvoering van het eigen NSL-maatregelenpakket. Zo is het ministerie van VROM niet meer bij regionale NSL-overleggen vertegenwoordigd door de regioaccounts en leggen provincies werkzaamheden die ze tijdens de opstelling van het NSL wel deden nu terug bij gemeenten.
3.1.4
Verdelen en verantwoorden Naast het stimuleren en ondersteunen van gemeenten en het inzichtelijk maken van de voortgang van de NSL-maatregelen speelt de provincie een rol bij het verdelen en verantwoorden van de subsidies, de FES-gelden (Fonds Economische Structuurversterking). De rol van de provincie is hierbij tweeledig: 1. Het doorgeven van de rijkssubsidie aan de gemeenten en regio’s. Er zijn provincies die de gelden direct naar gemeenten en regio’s doorsluizen en provincies die op basis van een subsidieaanvraag de gelden toekennen. 2. De verantwoording van de verstrekte rijkssubsidie op basis van de SiSamethode (Single information Single audit), waarbij het zowel om de aan de gemeenten doorgegeven rijkssubsidie gaat als om de zelf door de provincies ontvangen rijkssubsidie. Een belangrijk punt hierbij is de check op de vereisten van de cofinanciering door gemeenten en de provincies zelf. Drie provincies (Noord-Holland, Zuid-Holland en Gelderland) zijn bezig met het opstellen van een korte en bondige monitoringsformat over uitvoering en financiering van de NSL-maatregelen, die jaarlijks door gemeenten moet worden
Pagina 12 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
ingevuld. Hiermee wil de provincie eerder dan met de monitoringstool zicht krijgen op de gemeentelijke uitvoering. Andere door de provincie reeds gebruikte of nog geplande manieren om aan informatie te komen, zijn de (half)jaarlijkse bezoekrondes aan gemeenten, milieudiensten en of regio’s of de frequente NSL-overleggen.
3.2
Onderzoek gemeenten
3.2.1
Inleiding De luchtkwaliteit wordt in Nederland berekend met modellen, die worden gekalibreerd aan de hand van de gegevens van het door het RIVM beheerde Landelijke Meetnet Luchtkwaliteit. Grenswaardenoverschrijdingen en de effecten van in het NSL opgenomen maatregelen worden berekend met de saneringstool, waarin landelijk aangeleverde achtergrondconcentraties worden ingevoerd en de bijdrage van lokale bronnen. De saneringstool is speciaal voor het NSL ontwikkeld. Doordat zo duidelijk wordt waar overschrijdingen verwacht kunnen worden kan ook worden bepaald waar maatregelen ingezet moeten worden om deze te kunnen oplossen. Jaarlijks worden berekeningen uitgevoerd om omvang en locaties van de resterende knelpunten in beeld te brengen en om de benodigde maatregelen te kunnen bepalen. Het onderzoek start met het doornemen van de knelpunten zoals deze in de saneringstool zijn opgenomen. Vervolgens wordt stilgestaan bij de uitvoering van de NSL-maatregelen. Naast het schetsen van een beeld over hoever gemeenten zijn met het uitvoeren van de NSL-maatregelen, wordt ook stil gestaan bij de risico’s die een tijdige uitvoering van deze maatregelen bedreigen. In de gesprekken met de gemeenten zijn de volgende vragen aan de orde gekomen; zijn de resterende knelpunten bekend, leveren de IBM-projecten (In betekenende mate) extra knelpunten op, zijn de financiële middelen beschikbaar, zijn de verkeersgegevens wel actueel en juist, ondersteunt de organisatie de uitvoering en hebben de burgers voldoende weet van de maatregelen die hen raken. Deze onderwerpen komen hieronder aan de orde . De conclusies en aanbevelingen volgen in het volgende hoofdstuk. De rapportages van de gesprekken bij gemeenten zijn opgenomen in een apart rapport.
3.2.2
Knelpunten Om de normen tijdig te kunnen halen is het noodzakelijk dat de knelpunten voor de gemeenten duidelijk zijn. Daarom heeft de VROM-Inspectie de gemeenten gevraagd of de knelpuntlocaties bekend zijn en tijdig opgelost kunnen worden. Omvang knelpunten De knelpunten zijn berekend met de saneringstool (3.1). In het NSL (bijlage 4 NSL) is de omvang van de berekende PM10- en NO2-knelpunten weergegeven. In de onderstaande tabel is een uitsnede gemaakt voor de 11 onderzochte gemeenten. Het gaat om het aantal kilometers dreigende normoverschrijdingen op het OWN die voor de gemeenten resteren na uitvoering van de generieke rijksmaatregelen. Het
Pagina 13 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
probleem is uitgedrukt in kilometers waarbij het gaat om meerdere knelpuntlocaties. Voor deze knelpunten geldt dat de maatregelen nog een oplossing moeten bieden. Uit de tabel blijkt dat met de inventarisatie van deze 11 gemeenten een significant deel van de problematiek in beeld is gebracht.
Tabel 1. Aantal km’s overschrijdingen onderzochte gemeenten op luchtkwaliteitsnormen 1 2 3 4 5 6 Gemeente NO2 in PM10 NO2 NO2 NO2 PM10 2008 in in in in in 2008 2011 2015 2015 2011 (38) Nijmegen 6,6 0,2 3,5 0,6 1 0 Arnhem 10,3 0,1 2,5 0,3 0,4 0 Utrecht 26,2 0,2 13,3 2,9 4,7 0,4 Nieuwegein 3,4 0 3,0 0 0,5 0 Tilburg 4,3 0 0 0 0,5 0 ’s-Hertogenbosch 1,7 0,1 1,2 0 1,1 0 Eindhoven 9,5 0,2 1,4 0,1 0,3 0,1 Rotterdam 121,0 0,2 14,7 0,6 4,3 0,2 Den Haag 15,4 0,1 4,8 2,4 3,3 0,2 Dordrecht 4,7 0 0,9 0 0 0 Amsterdam 39,8 1,5 17,0 1,8 5,4 0,6 Totalen 242,9 2,6 62,3 8,7 21,5 1,5 Totaalgeneraal : 323,5 2,9 85,2 10,3 26,8 1,6 % totaal in totaalgeneraal : 75% 90% 73% 84% 80% 94%
7 PM10 in 2011 (31.5) 0 0 0,5 0 0 0 0,2 0,7 0,2 0 1,1 2,7 3,0 90%
Toelichting tabel: 1 = aantal km’s overschrijdingen op het OWN voor NO2 in 2008 2 = aantal km’s overschrijdingen op het OWN voor PM10 in 2008 3 = aantal km’s (voorziene) 4 = aantal km’s (voorziene) 5 = aantal km’s (voorziene) op 38 μg/m3 zou liggen. 6 = aantal km’s (voorziene) 7 = aantal km’s (voorziene)
overschrijdingen op het OWN voor NO2 in 2011 overschrijdingen op het OWN voor NO2 in 2015 overschrijdingen op het OWN voor NO2 in 2015 als grenswaarde overschrijdingen op het OWN voor PM10 in 2011 overschrijdingen op het OWN voor PM10 in 2011 als grenswaarde
op 31,5 μg/m3 zou liggen. Totalen = de som van het aantal km’s overschrijdingen (knelpunten) van de 11 geselecteerde gemeenten. Totaalgeneraal = de som van het aantal km’s overschrijdingen van alle in het NSL opgenomen gemeenten (zie bijlage 4 van het NSL)
Herkenbare knelpunten Naast het per gemeente doorrekenen van de totale omvang aan dreigende overschrijdingen naar jaartal (2008, 2011 en 2015) en stof (NO2 en PM10) kan met de saneringstool een kaart per jaartal en stof worden geprint waarop de locaties en concentraties zichtbaar zijn gemaakt. Aan de hand van vooral dit kaartmateriaal zijn de gemeenten gevraagd of de knelpuntlocaties klopten. In principe herkennen de gemeenten de knelpunten. Een enkele keer gaat het mis. Ter illustratie enkele praktijkvoorbeelden:
Pagina 14 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
1. Er was een knelpunt volgens de saneringstool, maar niet in werkelijkheid. De maatregel was inmiddels genomen, maar nog niet in de tool verwerkt. 2. Er was wel een knelpunt, maar niet volgens de saneringstool. Na realisatie van de tunnel bleken de verkeersintensiteiten hoger uit te vallen dan eerder gecalculeerd. 3. Wel of geen knelpunt, het bleef ongewis. In 2006 was het volgens de tool een knelpunt, in 2009 niet meer en anno 2010 weer wel. 4. Wel een knelpunt, maar voor wie? In meerdere gevallen was er discussie tussen Rijkswaterstaat en enkele gemeenten over de vraag of het knelpunt door gemeente of Rijkswaterstaat opgelost moet worden. 5. Wel een knelpunt volgens de tool, maar niet volgens de regelgeving. Bij meerdere gemeenten kon alsnog het toepasbaarheidsbeginsel worden toegepast omdat er geen sprake was van toegankelijkheid voor burgers of sprake was van significante blootstelling. 6. Wel of geen toepasbaarheidsbeginsel toepassen? In een enkel geval is discussie gaande tussen Rijkswaterstaat en de gemeente over de vraag of voornoemd beginsel terecht is toegepast. Met andere woorden is er nu sprake van een knelpunt of niet. De praktijkvoorbeelden illustreren het belang van een goed ingevulde saneringstool en monitoringstool. Resultaatafspraken Er zijn ook knelpunten die hardnekkig zijn. Dat zijn knelpunten waar gemeenten niet onmiddellijk een oplossing voor konden bedenken. Bij het opstellen van het NSL zijn voor deze locaties nog geen maatregelen gekozen. In overleg met het ministerie van VROM zijn de betreffende gemeenten een resultaatverplichting aangegaan om ervoor te zorgen dat zo spoedig mogelijk maatregelen worden gevonden en uitgevoerd om toch ook deze hardnekkige knelpunten tijdig te kunnen oplossen. Het gaat om een beperkt aantal gemeenten. Voor dit onderzoek waren dat Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. De meeste knelpunten zijn rond de tunnelmonden gesitueerd. Tijdens de gesprekken die de VROM-Inspectie met deze gemeenten heeft gevoerd, waren enkele knelpunten opgelost en waren op basis van uitgevoerde windtunnelonderzoeken gesprekken gaande met het ministerie van VROM over de te nemen maatregelen. Bijna-knelpunten In de gesprekken met gemeenten is ook stil gestaan bij de omvang van de bijnaknelpunten. Dat zijn locaties op het OWN waar de concentraties variëren tussen de 38-40 µg/m3 (zie tabel 1, kolom 5). Aangezien de verbetering van de luchtkwaliteit de komende jaren met onzekerheden is omgeven, kunnen allerlei fluctuaties zich voordoen. Met andere woorden, bijna-knelpunten kunnen knelpunten (meer dan 40 µg/m3) worden. Extra maatregelen moeten dan worden genomen. De gemeenten zijn zich van de risico’s bewust. Sommige gemeenten hebben maatregelen achter de hand om adequaat te kunnen reageren, anderen niet. In de periode dat de gesprekken plaatsvonden waren de nieuwe GCN-cijfers (Grootschalige Concentratiekaarten voor luchtverontreiniging in Nederland) net niet of net wel gepubliceerd. De consequenties daarvan waren echter niet bekend. Wel was bekend dat er sprake zou zijn van een verslechtering van de NO2-concentraties.
Pagina 15 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
Halen van normen Om een beeld te krijgen van de omvang van de nog resterende problematiek wordt deze uitgedrukt in knelpuntkilometers. Deze kilometers zijn echter samengesteld uit verschillende locaties langs straten en wegvakken. Het totaal aantal knelpuntkilometers dat voor PM10 opgelost moet worden om volgend jaar aan de normen te kunnen voldoen bedraagt 1,6 kilometer. 94% hiervan bevindt zich binnen de bezochte gemeenten. Uit de gesprekken blijkt dat deze gemeenten verwachten dat zij de normen tijdig zullen halen. Er is één gemeente die een slag om de arm wil houden, omdat nog overleg met het ministerie van VROM wordt gevoerd over de te nemen (tijdelijke) maatregel. Voor NO2 bedraagt het aantal berekende knelpunten voor 2011 zo’n 85,2 kilometer en met het nemen van maatregelen loopt dat in 2015 terug tot 10,3 kilometer. De bezochte gemeenten staan voor 84% van deze knelpunten. Zij zullen de komende jaren nog heel wat maatregelen moeten uitvoeren om deze knelpunten langs hun wegen te kunnen wegwerken. Ondanks het groot aantal dreigende overschrijdingen voor NO2 in 2015 zijn de meeste gemeenten ervan overtuigd dat deze met het maatregelenpakket tijdig worden opgelost. Enkele gemeenten houden nog enige twijfel omdat; de effecten van uit te voeren maatregelen niet bekend zijn; de resultaatafspraak nog niet heeft geleid tot het bepalen van de te nemen maatregel; het jo-jo-effect rond knelpunten betekent dat het ene jaar wel en het ander jaar niet sprake is van een knelpunt; kleine veranderingen in verkeersstromen bijna-knelpunten tot knelpunten kunnen maken.
3.2.3
Maatregelen Hoewel gemeenten doorgaans meer luchtmaatregelen nemen, concentreert het onderzoek zich op de uitvoering van de NSL-maatregelen. Deze maatregelen zijn terug te vinden in bijlage 7 van het NSL. Deze maatregelen moeten de knelpunten zoals behandeld in de vorige paragraaf oplossen, zodat voor 11 juni 2011 de PM10-normen en voor 1 januari 2015 de NO2normen tijdig gehaald kunnen worden. Om te kunnen vaststellen of de normen daadwerkelijk op tijd zijn gehaald, zullen de effecten van de genomen maatregelen doorgerekend moeten worden met de monitoringstool (vanaf dit jaar de opvolger van de saneringstool). De doorrekening van effecten maakt geen onderdeel uit van dit onderzoek. Met behulp van de monitoringstool zal dit jaar het eerste rapport worden opgesteld om de effecten in beeld te brengen. Naar verwachting verschijnt het eerste monitoringsrapport in oktober van dit jaar. Op basis van gemeentelijke informatie heeft de VROM-Inspectie de maatregelen beoordeeld als uitgevoerd, in uitvoering of nog niet uitgevoerd. Om een juiste beoordeling te kunnen geven moet de omschrijving en afbakening van de maatregel bekend zijn en de stand van zaken rond de uitvoering. Uiteindelijk gaat het er om dat de gemeente zelf kan onderbouwen wanneer een maatregel is afgerond. Daarom heeft de VROM-Inspectie gemeenten gevraagd het oordeel van de VROM-Inspectie waar nodig te corrigeren en aan te vullen. Het resultaat is te zien in tabel 2.
Pagina 16 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
3.2.4
Positief beeld In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven hoe elke gemeente ervoor staat. Het algemene beeld is dat de gemeenten voortvarend te werk gaan en dat 88% van de maatregelen in uitvoering isjn of al is uitgevoerd. Nog 12% van de maatregelen moeten nog worden opgestart. Tabel 2. Het procentuele aandeel van uitgevoerde, in uitvoering zijnde en nog uit te voeren maatregelen in het aantal gemeentelijke maatregelen 100%
0
90%
0 1
1 1
2
0 7
80%
7
70%
40%
8
1 10
19
2 3
21
60% 50%
1
2
2
3 7
7 6
13 16
30% 20%
18
15
9
12 11 15
5
10% 0%
% In uitvoering
% Uitgevoerd
% Nog niet uitgevoerd
Dit positieve beeld zegt echter niets over het soort maatregel (windtunnelonderzoek of de aanleg van de tunnel), het effect van de maatregel (cursus nieuwe rijden of milieuzone instellen), de duur (lespakket opstellen of meetprogramma NSL-periode uitvoeren) en de complexiteit (snelheidsverlaging instellen of dynamisch verkeersmanagement doorvoeren) van de maatregel. Deze zaken kunnen zeer bepalend zijn voor het tijdig uitvoeren van de maatregel. Van de 88% is 32% van de maatregelen al uitgevoerd. De overige 56% is in uitvoering en het is nog niet bekend of deze maatregelen allemaal op tijd de eindstreep zullen halen. Dit geldt uiteraard ook voor de 12% van nog op te pakken maatregelen.
3.2.5
Potentiële risico's Nu meer dan de helft van de maatregelen nog in uitvoering is (blauw in tabel 2), is nader bekeken hoeveel maatregelen het risico lopen niet of niet op tijd uitgevoerd te worden. Uit enkele voorbeelden blijkt dat in enkele gevallen: Pagina 17 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
-
twijfel is geuit over het verder uitvoeren van de maatregel (voorbeeld groenmaatregelen vanwege het beperkte effect); maatregelen aan het einde van de NSL-periode zijn ingepland en daarmee het risico lopen niet op tijd klaar te zijn (voorbeeld is het aanpassen van de bestaande infrastructuur hetgeen veel tijd kost).
Een dikke 10 % van de maatregelen moet nog worden opgepakt (groen in tabel 2). Uit een nadere inventarisatie blijkt dat in een aantal gevallen: maatregelen niet uitgevoerd zullen worden bijvoorbeeld omdat zij zeer politiek gevoelig zijn( stimuleren van vervoersmanagement bij gemeente en bedrijven en het aanscherpen van parkeerbeleid) ; er twijfel is bij gemeenten of uitvoering zal plaatsvinden (snelheidsbeperking vanwege beperkt effect en vergroten van de milieuzone wordt afhankelijk gesteld van de vraag is of er nog een resterend knelpunt is); de maatregel aan het einde van de NSL-periode is ingepland en gemeenten daarmee het risico lopen niet op tijd klaar te zijn (voorbeeld is het verschonen van het eigen wagenpark dat veel tijd en geld kost).
3.2.6
IBM-projecten Tijdens het VROM-Inspectieonderzoek is de uitvoering van de IBM-projecten besproken. Het gaat vooral om de vraag of de gemeenten bij de uitvoering van planologische procedures of bij de realisatie van bestemmingsplannen extra luchtknelpunten verwachten. Uit de gesprekken is gebleken dat de economische crisis gevolgen heeft voor het tempo en de programmering. Voor tal van projecten geldt dat de planologische procedures nog opgestart moeten worden en zijn er discussies over het naar beneden bijstellen van de omvang van de, veelal lokale, projecten. Enkele projecten zullen niet doorgaan. Deze zullen dus niet bijdragen aan verslechtering van de luchtkwaliteit. Het overgrote deel van de gemeenten zal geen nieuwe IBM-projecten aanmelden. Eén gemeente zal dat wel doen. Deze gemeente kon bij de totstandkoming van het NSL vier projecten niet meer opnemen, terwijl de effecten van deze projecten wel in de saneringstool zijn opgenomen. Alle gemeenten hebben aangegeven geen extra knelpunten te verwachten als gevolg van de realisatie van projecten.
3.2.7
Organisatie en samenwerking De onderwerpen organisatie en werkwijze zijn besproken, omdat deze bepalend kunnen zijn voor het wel of niet tijdig uitvoeren van de maatregelen. Organisatie De eerste generatie luchtkwaliteitsplannen voor het NSL hebben en hadden bij de meeste gemeenten een looptijd van 5 jaar met vaak als periode 2005-2010. Deze plannen en de bijgestelde versies vormden de basis voor de inbreng van het gemeentelijk maatregelenpakket in het NSL met als uitvoeringsperiode 2009-2014. Inmiddels zijn er al gemeenten die in 2009 of 2010 de tweede generatie luchtplannen hebben vastgesteld of bezig zijn met het opstellen van dergelijke plannen.
Pagina 18 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
Deze plannen worden in acht van de bezochte gemeenten uitgevoerd binnen de bestaande lijnorganisatie. De drie overige gemeenten hebben gekozen voor een programmaorganisatie waarvoor een apart besluit is genomen. De gemeenten hebben organisatorische maatregelen getroffen om een tijdige uitvoering te borgen. Bij elke gemeente is een ambtenaar verantwoordelijk voor het tijdig uitvoeren van voornoemde plannen. De benaming is divers en meestal betreft het een programmamanager, projectleider of NSL-coördinator. Naast voortgangsbesprekingen die doorgaans met een regelmatige frequentie plaatsvinden, zorgt de ambtenaar voor de jaarlijkse verantwoording richting college, raad en inwoners van de gemeente. Voorbeelden hiervan zijn de milieujaarverslagen, jaarrapportages luchtkwaliteit en de luchtmonitor. De portefeuillehouder wordt regelmatig geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering. Uit signalen blijkt dat bij de eerste generatie plannen het onderwerp luchtkwaliteit bestuurlijk een speerpunt van het collegeprogramma uitmaakte, terwijl het nu meer “going concern” is. Samenwerking Er is sprake van goede samenwerking tussen de NSL-partners. De overlegstructuur ten tijde van de opbouw van het NSL wordt nog immer gebruikt om elkaar te informeren. De provincies vervullen in dit verband een belangrijke rol, waarover hiervoor reeds is gesproken. Maar ook de regionale samenwerkingsverbanden spelen een belangrijke rol bij het ondersteunen van elkaar. De meer specialistische kennis op het gebied van maatregelen wordt vooral vergaard door; het bijwonen van de CROW-bijeenkomsten; het maken van een afspraak met de CROW-adviseur; het overleg met Goudappel Coffeng over de monitoring; het raadplegen van InfoMil/Senter Novem m.b.t. beleid en regelgeving; het uitwisselen van kennis en ervaring op specifieke onderwerpen (zoals walstroom, stadsdistributie, stimuleren schone brandstoffen). Bij bijna alle bezochte gemeenten is sprake van een intergemeentelijk samenwerkingsverband al dan niet bijgestaan door een milieudienst. Deze regionale samenwerkingsverbanden spelen een belangrijke rol zowel op het vlak van de uit te voeren maatregelen (regionale programma’s) als de financiële ondersteuning (FESgelden) als verantwoording (SiSa-methodiek) van de verstrekte subsidiegelden.
3.2.8
Financiën Tijdens het onderzoek is gesproken over de financiële middelen. Het gaat vooral om de vraag of er voldoende dekking is, zodat de uitvoering van de maatregelen ook daadwerkelijk kan plaatsvinden. Daarnaast is aandacht gevraagd voor de naleving van de subsidieregeling programmafinanciering lokale luchtkwaliteitsmaatregelen. Financiële borging De financiële borging door de onderzochte gemeenten wordt gerealiseerd door het maatregelenpakket te laten vaststellen door college van B&W en gemeenteraad. E.e.a. vervolgens goed regelen in de begroting is minder vanzelfsprekend. Er zijn gevallen waar sprake is van een begrotingstekort of waar financiële afspraken via de voorjaarsnota’s nog het formele traject van begrotingswijzigingen moeten doorlopen. Het op orde hebben van de begroting om een tijdige uitvoering van de maatregelen te borgen is dan ook een aandachtspunt.
Pagina 19 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
Financieel overzicht Aangezien de financiering zo cruciaal is voor een tijdige uitvoering van de maatregelen is het financieel overzicht een belangrijk document om alles voor 2015 uitgevoerd te krijgen. Meestal worden overzichten opgesteld waarin de geraamde kosten per maatregel of cluster van maatregelen zijn opgenomen. De beschikbaarheid van een overzicht waarbij de kostenramingen over de komende jaren zijn verdeeld is in de meeste gevallen niet beschikbaar. Overzichten waarbij de ramingen worden gecompleteerd met bestede en verplichte bedragen zijn er zelden. De VROM-Inspectie heeft meerdere malen gemeenten geadviseerd om een totaal financieel overzicht op te stellen en deze jaarlijks te actualiseren. Het overzicht is van belang om controle te houden op een tijdige uitvoering van de maatregelen en de beschikbaarheid van voldoende eigen middelen om aan de eisen van cofinanciering te kunnen voldoen. Tijdigheid en cofinanciering Gezien de enorme investeringsbedragen lijkt een eigen bijdrage dat minimaal gelijk moet zijn aan het ontvangen subsidiebedragen (3e en 4e tranchegelden) vooralsnog geen probleem, maar uiteindelijk zal het oordeel gebaseerd zijn op bestede en niet op geraamde bedragen. In een aantal gevallen kan de gemeente niet aangeven of aan de eisen van cofinanciering kan worden voldaan, omdat de regio hiervoor zorgt. Een tijdige uitvoering en besteding van respectievelijk maatregelen en gelden is van groot belang voor de gemeente. Omvangrijke geraamde investeringsbedragen te besteden in het laatste jaar van de NSL-periode brengen risico’s met zich mee.
3.2.9
Verkeersgegevens Tijdens het onderzoek is gesproken over de actualiteit van de verkeersgegevens, omdat verouderde of onjuiste input van deze gegevens kan leiden tot nieuwe knelpunten en dus tot een verplichting extra maatregelen te moeten nemen. Regionale verkeersmodellen en actuele verkeersgegevens Bij veel gemeenten bestaat de wens om samen met de regio afspraken te maken om te komen tot een regionaal verkeersmodel. Dit biedt kansen, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid om het actualiseren van model en verkeersgegevens voor alle betrokkenen gelijktijdig te laten plaatsvinden, waardoor onderlinge verschillen worden weggenomen. Bij 7 gemeenten is het verkeersmodel actueel en bij 5 gemeenten zijn de verkeersgegevens actueel. Veel gemeenten zijn nog bezig met het actualiseren van model en of verkeersgegevens. Helaas zijn deze actualisaties nog niet in de monitoringstool verwerkt. Er vindt over het algemeen regelmatig afstemming plaats tussen de bronbeheerders (gemeenten, regio’s, provincies en rijk), maar onderlinge verschillen in verkeersstromen doen zich voor. Gezien de wens om tot verdergaande samenwerking te komen mag worden verwacht dat deze problemen zich in de toekomst minder zullen voordoen. Bruikbaarheid van ontwikkelde instrumenten Naast waardering voor het in kort tijdsbestek ontwikkelen van de instrumenten sanerings-, rapportage- en monitoringstool is er ook een keerzijde. Om goed te kunnen monitoren moet de tool correct en compleet ingevuld zijn. Uit gesprekken met gemeenten – die plaatsvonden in de periode dat de saneringstool werd vervangen door de monitoringstool - blijkt dit een belangrijk aandachtspunt te zijn. De ervaringen laten zien dat de tijd om centraal aangeleverde gegevens te controleren en te corrigeren krap is. Hierdoor komt de tijd om de eigen Pagina 20 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
gegevens te verwerken onder druk te staan. Daar komt bij dat de monitoringstool en het proces nieuw zijn, wat extra tijd kost. Zo is er soms nog discussie over het bepalen wat het effect is van een uitgevoerde maatregel die in de tool verwerkt moet worden. Genoemde signalen zijn bedoeld om samen met de andere NSLpartners te komen tot een goede NSL-monitoring.
3.2.10
Communicatie met burgers Het belang van een goede communicatie met burgers is evident en is dan ook tjjdens het VROM-Inspectieonderzoek aan de orde geweest. Ter inzagelegging van het NSL Het NSL is voor de inwoners ter inzage gelegd voor de inspraak. Er was niet veel belangstelling voor. Volgens de gemeenten spreekt het NSL de burgers minder aan. Daar komt nog bij dat het lastig is voorlichting te verzorgen als er zoveel verandert op het gebied van wet- en regelgeving. De zaken die de burger vooral raakt zijn de maatregelen en projecten en dan vooral als deze van invloed zijn op de eigen woonomgeving. Betrokkenheid burgers Bij enkele gemeenten was en is het onderwerp luchtkwaliteit en gezondheid een belangrijk issue; Zo hebben meerdere gemeenten een eigen meetprogramma om bewoners te kunnen informeren over de lokale luchtkwaliteit en hoe deze zich ontwikkelt. Er worden ook digipanels georganiseerd om burgers te kunnen enquêteren. Deze enquêtes hebben bevestigd dat luchtkwaliteit en gezondheid – met name fijn stof – een belangrijk aandachtpunt voor de burgers is. Communicatieplan Ook hebben enkele gemeenten een communicatieplan opgesteld dat de komende jaren wordt uitgevoerd. De communicatieactiviteiten zijn breed en gevarieerd. Alle gemeenten beschikken over een eigen website of speciale webpagina over luchtkwaliteit. De gemeentelijke communicatie is gericht op het informeren van de burger over (lokale) luchtkwaliteit maar de voorlichting is ook bedoeld om de burger te betrekken en milieubewust te maken. Voorbeelden Enkele voorbeelden die de breedte en variëteit van de communicatie illustreert zijn; lespakketten voor de jeugd; TV-programma’s, reizende tentoonstellingen, krant- en persberichten , voorlichtingsbijeenkomsten houden voor wijkverenigingen en allerlei publiekscampagnes en natuurlijk vragen beantwoorden van burgers.
3.2.11
Uitvoeringsvragen, aandachtspunten en successen De meer concrete uitvoeringsvragen zijn, zoals afgesproken met de opdrachtgever doorgegeven, aan het ministerie van VROM om deze op te pakken. Wel kunnen meer in het algemeen de uitvoeringsvragen tezamen met de aandachtspunten worden geclusteerd tot een aantal onderwerpen waarover gemeenten als NSLpartners signalen afgeven.
Pagina 21 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
Van sanerings- naar monitoringstool De gesprekken met gemeenten zijn in het eerste helft van dit jaar gevoerd, hetgeen betekent dat de aandachtspunten zich vooral op de saneringstool en niet op de monitoringstool richten. Dit jaar is de saneringstool vervangen door de monitoringstool. De belangrijkste aandachtspunten die uit de gesprekken met gemeenten naar voren zijn gekomen, leveren het onderstaande beeld op. Hoewel er waardering is voor de inzet van het ministerie van VROM bij het tot stand brengen van het NSL, de vereenvoudigde onderbouwing voor ruimtelijke projecten en het digitaal monitoren van de voortgang, zijn er wel aandachtspunten die hopelijk bij de monitoringstool aangepakt zullen worden. De gemeenten hebben het tijdspad voor het controleren en corrigeren van centraal doorgevoerde wijzigingen en het invoeren van de eigen gegevens als te krap ervaren. Om het monitoringsproces goed te kunnen laten verlopen zijn termijnen gesteld (Draaiboek NSL-monitoring). Gemeenten, rijk, maar meer in het algemeen alle NSLpartners moeten (kunnen) voldoen aan deze termijnen. Gemeenten vragen nog eens goed bekijken of het proces en het gebruik van de monitoringstool verder geoptimaliseerd kan worden. Tips en vragen over de tools Er zijn door gemeenten enkele tips en vragen meegegeven. Het zou efficiënter zijn als via de beheerder van het Regionale Verkeersmodel in één keer de monitoringstool gevuld kan worden in plaats van invulling door de afzonderlijke gemeenten. Als oplossing voor de krappe planning van het monitoringsproces stelt een gemeente voor om een tweede persoon bij de gemeente bevoegdheid te geven om de gemeentelijke gegevens in te kunnen voeren. Voor sommige maatregelen die knelpunten kunnen oplossen, zoals walstroomvoorzieningen, geldt dat niet duidelijk is hoe deze in de monitoringstool ingevoerd kunnen worden. GCN-cijfers vragen om een oplossing Gemeenten zijn benieuwd welke stappen het ministerie gaat zetten als gevolg van de nieuwe GCN-cijfers. De vraag is dan ook welke oplossingen, welke aanvullende maatregelen het rijk zal aankondigen bij het bekend maken van de feitelijke consequenties van deze nieuwe cijfers. Midterm-review Een gemeente heeft de hoop uitgesproken dat de procedures rond het afmelden van maatregelen op een snelle en eenvoudige wijze doorgevoerd kan worden. Daarnaast wil een gemeente een aantal eerder aangemelde projecten alsnog in het NSL laten opnemen. Deze projecten zijn wel in de saneringstool verwerkt, maar zijn niet bij name genoemd in het NSL. Gevoelige bestemmingen langs drukke wegen Ervaringen met het huidige Besluit gevoelige bestemmingen laten zien dat ondanks de beoogde bescherming van ouderen en jongeren er nog steeds gevoelige bestemmingen langs drukke wegen worden gerealiseerd. Er zijn gemeenten die nog naarstig op zoek zijn naar mogelijkheden om hier iets aan te doen. Het gebruik maken van de betreffende GGD-richtlijn biedt onvoldoende houvast om aanvullend beleid op te stellen. Wellicht ziet het ministerie van VROM nog mogelijkheden.
Pagina 22 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
Enkele successen Enkele succesvoorbeelden die gemeenten hebben aangereikt: De snelle realisatie van schone bussen voor stad en regio heeft een goede voorbeeldwerking en draagt echt bij aan verbetering van de luchtkwaliteit. Door het instellen van de milieuzone is alleen schoon vrachtverkeer binnen het aangewezen gebied mogelijk. Een goed voorbeeld van verbetering van de luchtkwaliteit. Er zijn meerdere voorbeelden waarbij verkeer & vervoer samen met milieu één integraal beleidsdocument hebben opgesteld met als thema Bereikbaarheid en Leefbaarheid. Dit komt een integrale uitvoering ten goede. De voordelen van een goede bestuurlijke aansturing doordat de wethouder zowel milieu- als verkeerszaken in zijn portefeuille heeft. De rijkssubsidie wordt als een positieve aanjager voor de NSL-uitvoering gezien. Een succesfactor is dat de huidige jurisprudentie het NSL als onderbouwing van ruimtelijke projecten ondersteunt.
Pagina 23 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
4
Conclusies en aanbevelingen
Op basis van de bevindingen kan worden geconcludeerd dat de uitvoering van de maatregelen voortvarend is opgepakt. Wel kan worden gesteld dat de complexiteit en politieke gevoeligheid van de maatregelen een risicofactor vormen voor tijdige realisatie. Partijen zijn zich hiervan bewust. Er zijn geen knelpunten in de uitvoering geconstateerd die vragen om bijsturing of ingrijpen door het rijk. Onderstaande aanbevelingen hebben tot doel het NSL-proces te optimaliseren en risico’s bij de uitvoering te beperken.
4.1
Provincies De provincies hebben samen met gemeenten de NSL-gebiedsprogramma’s opgesteld en voerden de regie. Ook bij de uitvoering wordt in samenwerking met de betrokken gemeenten de coördinerende rol van provincies opgepakt. De wijze waarop de provincies hier invulling aan geven verschillen wat. Er zijn geen verschillen wat betreft het ondersteunen en faciliteren van het uitvoeringsproces. De verschillen zitten vooral in de wijze waarop dat gebeurt. Het gaat dan om zaken als de frequentie van het overleggen met elkaar, het soort overleggen (bijvoorbeeld naast reguliere NSL-overleggen ook het houden van workshops), het wel of niet verstrekken van provinciale subsidies en de aanleiding voor het houden van bestuurlijke gesprekken. De provincies hebben de bestaande organisatie en invulling van de coördinerende taak vanuit de beleidsfase grotendeels doorgezet naar de uitvoeringsfase. Luchtkwaliteit en NSL zijn in tegenstelling tot de beleidsfase nu geen prioritaire thema’s meer. De intensiteit van faciliteren lijkt hier en daar minder te worden. Na het gezamenlijk opstellen van beleid concentreert iedereen zich meer op zijn eigen taken in dit geval de uitvoering van de NSL-maatregelen. Conclusie: De VROM-Inspectie stelt vast dat de provincies ook bij het uitvoeren van het NSL haar coördinerende rol vervullen. Aanbeveling: Geen
4.2
Gemeenten
4.2.1
Knelpunten en maatregelen De knelpunten zijn gemeenten bekend. De IBM-projecten zullen geen extra knelpunten opleveren en dus ook geen extra maatregelen vereisen. De gemeenten verwachten de normen voor PM10 te zullen halen op één uitzondering na. Eén gemeente houdt nog een slag om de arm omdat nog overleg met het ministerie van VROM wordt gevoerd over de te nemen (tijdelijke) maatregel. Voor NO2 moeten de gemeenten nog heel wat maatregelen nemen om de knelpunten langs het OWN te kunnen wegwerken, maar het vertrouwen is er wel dat
Pagina 24 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
het gaat lukken. De gemeenten zijn voortvarend bezig met de uitvoering van maatregelen. Uit de gesprekken met gemeenten blijkt, dat in de eerste helft van 2010 reeds 88% van de NSL-maatregelen is opgepakt. Hiervan is 32% inmiddels ook afgerond . De maatregelen zijn echter zeer verschillend qua complexiteit of politieke gevoeligheid. Het is dan ook niet duidelijk of de overige 56% van de gestarte maatregelen ook echt tijdig zullen zijn afgerond. Voor de overige 12% geldt dat de gemeenten de maatregelen nog moeten opstarten. Conclusie: De VROM-Inspectie stelt vast dat de gemeenten een goed beeld hebben van de resterende knelpunten op het OWN. Volgens het merendeel van de gemeenten kunnen de knelpunten tijdig worden opgelost, maar dan moet het maatregelenpakket wel worden uitgevoerd. Aanbeveling: Geen
4.2.2
Organisatie en financiën Met de bestuurlijke vaststelling door college van B&W en de gemeenteraad is de financiële en vaak de organisatorische uitvoering geborgd. In de meeste gevallen verloopt de uitvoering binnen de lijnorganisatie, maar in drie gemeenten wordt gewerkt met een programmastructuur. De organisatievorm is bestuurlijk vastgesteld. Er is een ambtenaar, vaak een NSL-coördinator of programmamanager, die de voortgang bewaakt en verantwoording aflegt aan bestuur en burgers. Aandachtspunten m.b.t. de organisatorische en financiële borging zijn de planning en het financieel overzicht. De planning zal jaarlijks bijgesteld moeten worden op basis van wat er nog gedaan moet worden om alle NSL-maatregelen voor 2015 uitgevoerd te krijgen. De benodigde financiële middelen zijn niet altijd bij begroting geborgd. Actuele financiële overzichten met jaarramingen, bestedingen en verplichtingen zijn eerder uitzondering dan regel. Het jaarlijks actualiseren van een dergelijk overzicht is een belangrijk middel om te controleren of de maatregelen tijdig uitgevoerd kunnen worden. Conclusies: De VROM-Inspectie stelt vast dat een tijdige uitvoering van de NSL-maatregelen organisatorisch is geborgd door iemand verantwoordelijk te maken voor het uitvoeren van de bestuurlijk vastgestelde plannen of –programma’s. De financiële uitvoerbaarheid is gedekt met de bestuurlijke vaststelling. De VROM-Inspectie stelt vast de gemeenten verwachten dat zij of de regio’s aan de eisen van cofinanciering kunnen voldoen. Aanbeveling: De VROM-Inspectie adviseert gemeenten om jaarlijks de planning en het financieel overzicht te actualiseren om de maatregelen op tijd te kunnen uitvoeren. Financiele consequenties moeten in principe in het begrotingsproces worden opgenomen.
Pagina 25 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
4.2.3
Verkeersgegevens In de eerste helft van 2010 waren voor 7 gemeenten de verkeersmodellen actueel en waren de verkeersgegevens voor 5 gemeenten actueel. Voor zover gemeenten niet beschikten over actueel model en gegevens dan zijn ze bezig hier alsnog voor te zorgen. In deze gevallen zal de 1e monitoringsronde hier geen voordeel van hebben, omdat deze actualisaties niet in de monitoringstool verwerkt kon worden. De gemeenten voeren met de andere bronbeheerders over het algemeen regelmatig afstemmingoverleggen om de verschillen in gegevens zoveel mogelijk te voorkomen. In de meeste gevallen zijn de gemeenten in overleg met regio’s om te komen tot regionale verkeersmodellen. Dit jaar is de saneringstool vervangen door de monitoringstool. Met behulp van dit nieuwe instrument wordt gemonitord of met de doorrekening van de effecten van maatregelen en projecten de normen gehaald zullen worden. Om goed te kunnen monitoren zullen de gegevens correct en compleet ingevuld moeten worden. De ervaringen met de saneringstool vragen om aandacht. Bij deze tool ging het niet altijd goed. Deze ervaringen moeten worden gebruikt om het monitoringsproces te verbeteren en verder te optimaliseren, zodat alle gebruikers achter de uitkomsten kunnen staan Conclusies: De VROM-Inspectie stelt vast dat het merendeel van de gemeenten bezig is het model en of verkeersgegevens te actualiseren en dat over het algemeen regelmatig afstemming plaatsvindt tussen bronbeheerders. De VROM-Inspectie constateert dat de gemeenten aangeven onvoldoende tijd te hebben gehad om de centraal ingevoerde gegevens in de saneringstool en monitoringstool te controleren en te corrigeren en de eigen gegevens te kunnen invoeren. Aanbeveling: Betrokken overheden worden geadviseerd om het monitoringsproces op basis van opgedane ervaringen met beide tools te verbeteren en verder te optimaliseren, zodat de uitkomsten van dit instrument door alle gebruikers gedragen kunnen worden.
4.2.4
Communicatie met burgers Het NSL is ter inzage gelegd voor inspraak. De belangstelling was niet groot, het spreekt de burgers minder aan. Dat zegt niets over de betrokkenheid van burgers bij de onderwerpen luchtkwaliteit en gezondheid. Bij tal van gemeenten zijn burgers ongerust en is er behoefte aan informatie. De meeste onderzochte gemeenten beschikken mede als gevolg van die betrokkenheid van burgers over een eigen meetprogramma. Jaarlijks worden burgers geïnformeerd over de ontwikkelingen. Ook worden de burgers op de hoogte gehouden van de uitvoering van afgesproken maatregelen. Conclusie: De VROM-Inspectie stelt vast dat gemeenten actief bezig zijn met het informeren van burgers over de ontwikkelingen van de (lokale) luchtkwaliteit en de maatregelen die genomen worden om deze verder te verbeteren. Aanbevelingen: Geen
Pagina 26 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
Bijlage 1: Bezochte provincies en gemeenten
Provincie Zuid-Holland Gemeente Den Haag Gemeente Dordrecht Gemeente Rotterdam
Provincie Noord-Holland Gemeente Amsterdam
Provincie Utrecht Gemeente Utrecht Gemeente Nieuwegein
Provincie Noord-Brabant Gemeente Eindhoven Gemeente ’s-Hertogenbosch Gemeente Tilburg
Provincie Gelderland Gemeente Arnhem Gemeente Nijmegen
Pagina 27 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
Bijlage 2: Gebruikte afkortingen en begrippen
I. Afkortingen CROW FES-gelden GCN-kaarten GGD HWN IBM IPO NO2 NWB NSL OWN PBL PortM/K&L/ LOK PM10 RIVM SiSa VROM
: Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek. : Fonds Economiche Structuurversterking : Grootschalige Concentratiekaarten voor de luchtverontreiniging in Nederland : Gemeentelijke Gezondheidsdiensten in Nederland : Hoofdwegennet : In betekenende mate (verslechteren van de luchtkwaliteit) : Interprovinciaal Overleg : Stikstofdioxide : : : :
Nationaal Wegenbestand Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Onderliggend Wegennet Planbureau voor de Leefomgeving
: Portefeuille Milieu/Klimaat en Luchtkwaliteit/Lokale omgevingskwalileit : Particulate matter, dat zijn fijne stof deeltjes met een aërodynamische diameter van 10 micrometer. : Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne : Single information Single audit : Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
II. Gebruikte begrippen Cofinanciering= op basis van de subsidieregeling programmafinanciering lokale luchtkwaliteitsmaatregelen is rijkssteun mogelijk mits provincies, regio’s en gemeenten minimaal een 50% eigen bijdrage leveren aan de kosten van de uit te voeren maatregel(en). Gevoelige bestemmingen = zijn benoemd in het Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteitseisen (2007). Het besluit is bedoeld om gevoelige bestemmingen als een kinderopvang, verzorgingstehuis, verpleegtehuis en bejaardentehuis (ex art.3) langs drukke wegen waar mogelijk te voorkomen. Monitoringstool = deze tool, gebaseerd op geactualiseerde gegevens, toont de rekenresultaten voor het afgelopen jaar en de relevante zichtjaren voor het NSL en is online openbaar toegankelijk. Een gekoppelde database bevat de meest actuele omschrijving van maatregelen en projecten en huidige stand van uitvoering daarvan. Deze tool wordt jaarlijks vastgesteld, in 2010 voor het eerst. Rapportagetool = deze tool wordt gebruikt voor de (EU-)rapportage luchtkwaliteit over het afgelopen jaar. De tool maakt gebruik van dezelfde invoergegevens als de saneringstool en monitoringstool. Resultaatafspraak = dat voor een aantal gemeenten ten tijde van het opstellen van het NSL nog geen definitieve keuze gemaakt kon worden uit de locatiespecifieke maatregelen waarmee deze knelpunten worden opgelost. Uitgangspunt is dat ook op deze locaties tijdig aan de normen wordt voldaan (resultaatverplichting). Saneringstool = een instrument dat speciaal voor het NSL is ontwikkeld. Het is een database waarin met behulp van de rekenmodellen de ontwikkeling van de luchtkwaliteit (in Pagina 28 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
concentraties) tot op straatniveau kan worden bepaald en waarmee de effecten van ruimtelijke projecten en maatregelen doorgerekend kunnen worden. Midterm-review = actualisatie van de verdeling van de subsidies vierde tranche overeenkomstig de subsidieregeling programmafinanciering lokale luchtkwaliteitsmaatregelen (2008).
Pagina 29 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
Bijlage 3
Memo Resultaten pilot luchtkwaliteit 2009
Samenvatting De pilot heeft de volgende resultaten opgeleverd: 1. Er is een analyse uitgevoerd van het krachtenveld en op basis daarvan is een interventiestrategie opgesteld; 2. Gesprekken met de geselecteerde provincies en gemeenten zijn gevoerd. Deze hebben geleid tot eerste inzichten en aandachtspunten voor het vervolgonderzoek. De resultaten zijn niet afzonderlijk gerapporteerd maar wel besproken met de opdrachtgever. Daarbij is nadrukkelijk aandacht besteed aan de rol van de Inspectie in relatie tot IBT en de andere partners zoals de CROW. De bevindingen uit de pilot vormden de input voor het onderzoek 2010. Hieronder kort de belangrijkste resultaten. 1. Inleiding De Inspectie (VI) zal naar verwachting de komende jaren zowel aan de ruimtelijke als aan maatregelenkant een inzet leveren om de uitvoering van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) in goede banen te leiden. Dit programma is vanaf 1 augustus 2009 in werking getreden. Om meer helderheid te scheppen en meer inzicht te bieden in een onderzoeksopzet voor 2010 is besloten in 2009 alvast een pilot zou uitvoeren. Naast het verkrijgen van duidelijkheid over de inspectierol m.b.t. toezicht en handhaving met name ook i.r.t. andere partijen zoals het CROW ging het in deze pilot ook om het testen van het onderzoek qua organisatie en werkwijze t.b.v. het uit te voeren onderzoek in 2010. 2. Resultaten pilot T-11 Bijeenkomst Ter voorbereiding van de T11-sessie is er een memo opgesteld, getiteld “1e proeve T11-sessie Project uitvoering lokale luchtmaatregelen” van 5 oktober 2009. Het memo geeft inzicht in het wel of niet weten, kunnen of willen naleven van de uitvoeringsplicht m.b.t. het nemen van luchtmaatregelen en daarmee is een basis gelegd voor de interventiestrategie. Aan de hand van dit memo is in de T-11 discussiebijeenkomst gesproken met de opdrachtgever (zie bijgevoegd verslag “discussiebijeenkomst NSL” d.d. 29-10-2009). De discussiebijeenkomst leverde een aantal waardevolle noties op voor het onderzoek in 2010: - Er is meer helderheid verkregen voor zowel opdrachtgever als voor opdrachtnemer over Vernieuwing IBT (Interbestuurlijk Toezicht) en de consequenties daarvan voor het inspectieonderzoek. (Noot: NSL maakt geen deel uit van de overdracht IBT-taken per 2012). - De opdrachtgever hechtte eraan nogmaals te benadrukken dat het gaat om “samen optrekken van overheden” en dat de “provinciale rol” een belangrijke is bij de NSL-uitvoering. Beide aspecten hebben een plaats gekregen in de onderzoeksopzet 2010. - Suggesties m.b.t. de selectiecriteria:
Pagina 30 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
richt je onderzoek op de resterende knelpunten en alleen op de NSLmaatregelen. o Baseer je t.a.v. de resterende knelpunten niet zozeer op 2008 maar op 2011 en 2015. De Inspectie zal de uitvoeringsvragen doorsluizen naar de opdrachtgever. Volgens de interventiestrategie kan immers een betere naleving worden bereikt door meer duidelijkheid te geven over de NSL-uitvoering. o
-
Gesprekken met lokale overheden Als onderdeel van de pilot zijn enkele gesprekken gevoerd (zie verslagen): - provincie Zuid-Holland; - provincie Gelderland; - gemeente Nijmegen; - gemeente Barendrecht. Provincies De provinciale rol is een belangrijke. Niet alleen uit oogpunt van NSL, maar ook vanuit de vernieuwing IBT, alhoewel de IBT-overdracht niet van toepassing is op het NSL. De provincies waren ook de regisseurs bij het opstellen van de RSL’s. Als uit de 1e monitoringsrapportage blijkt dat gemeenten extra maatregelen moeten nemen om de normen tijdig te kunnen halen, dan wordt erop gerekend dat de provincies een voortrekkersrol zullen vervullen. Op basis van de eerste twee gesprekken met de provincies mag worden verwacht dat provincies hun rol t.a.v. luchtkwaliteit verschillend benaderen. De ene provincie ziet de uitvoering van maatregelen als een gemeentelijke verantwoordelijkheid, terwijl de andere provincie graag de regie voert en dat gaat beduidend verder dan alleen samen met gemeenten de stand van zaken doornemen. Gemeenten Bij de selectie van de pilot-gemeenten is bewust gekozen voor één gemeente met nagenoeg geen luchtkwaliteitknelpunten en één met knelpunten. Daarnaast heeft de ene gemeente geen en de ander wel verplichtingen tot het uitvoeren van NSLmaatregelen. De gemeente met knelpunten in 2011-2015 (Nijmegen) is actief bezig met het nemen van maatregelen. Deze maatregelen zijn echt nodig wil de gemeente haar ruimtelijke ontwikkelingen kunnen realiseren. Het belang van de maatregelen is in deze situatie groot. Desondanks kon een aantal belangrijke vragen door de gemeente niet beantwoord worden. De gemeente zonder echte luchtkwaliteitknelpunten (Barendrecht) heeft aangegeven de luchtmaatregelen zoals opgenomen in haar plan van aanpak luchtkwaliteit toch te zullen uitvoeren. Dit is op zich een positieve constatering, immers de normen zullen zonder twijfel tijdig worden gehaald als de maatregelen niet worden uitgevoerd, maar de gemeente voert ze desondanks toch uit. Er is geen rijkssteun ontvangen voor de maatregelen. Op basis van deze twee gesprekken met gemeenten kan worden vastgesteld dat per gespreksonderwerp meer doorgevraagd moet worden om tot een gedegen conclusie en aanbeveling te kunnen komen.
Pagina 31 van 32
Definitief | Uitvoering lokale luchtmaatregelen | 9 november 2010
3. Conclusies De pilot heeft geleid tot de volgende inzichten: - De provinciale regierol t.a.v. NSL zal verschillend worden ingevuld. Dat is een aandachtspunt voor de opdrachtgever; - Het doorsluizen van rijkssubsidiegelden wordt door de één direct en de ander indirect aan gemeenten gedaan; - Het lijkt erop dat de gemeenten – met of zonder knelpunten – hun luchtmaatregelen uitvoeren; - De onderzoeksopzet zal in grote lijnen vasthouden aan de gespreksonderwerpen voortkomend uit het afgesproken maatregelenpakket, maar het zal nodig zijn goed door te vragen om conclusies te kunnen trekken en aanbevelingen te kunnen doen; - Het onderzoeksteam zal gedegen kennis moeten hebben. Dit zal worden georganiseerd door het houden van een instructiedag. - Het onderzoeksteam zal voorafgaand aan het gesprek met de gemeenten over voldoende informatie (van beleid en gemeenten) moeten beschikken.
Pagina 32 van 32