Betrokkenheid, burgerschap en mondelinge taalontwikkeling bevorderen door middel van groepsvergaderingen Beroepstaakverslag afstudeerfase
Mark Hasper AFMA3 485520
Brecht, Isis en Hidde luisteren aandachtig terwijl ik uitleg dat ze als personeelsleden van het stembureau een bijzonder verantwoordelijke functie hebben. De procedures moeten nauwkeurig worden gevolgd om alle kinderen van groep 7 en 8 hun stem uit te laten brengen: elk kind levert zijn stempas in, zijn naam wordt afgetekend op de lijst, hij krijgt een stembiljet, hij moet alleen in het stemhokje zijn keuze maken en uiteindelijk moet zijn stem in de stembus worden gestopt. De kinderen begrijpen het en verdelen onderling de taken – ze zijn er klaar voor. Even later komen de eerste stemmers binnen. Het is druk, gezellig, maar het personeel heeft het goed in de hand en leidt alles in goede banen. Als alle stemmen zijn geteld, staan ze te popelen om de klassen langs te gaan en de uitslag bekend te maken. Foto: Stemmen bij de kinderverkiezingen.jpg Julie plaatst haar stem tijdens de kinderverkiezingen
Inleiding Door kinderen medezeggenschap te geven over de manier waarop zij leren, werken en samen leven is het mogelijk om hun betrokkenheid en verantwoordelijkheid te bevorderen (onder andere Boland, 1993 en Boes, 2005). Door in overleg te treden, te beargumenteren en keuzes te maken kunnen de kinderen oefenen voor als ze later als volwassenen volwaardig deelnemen aan de samenleving. Tegelijkertijd is het wezenlijker dan alleen oefenen omdat de keuzes die ze maken daadwerkelijk invloed hebben op hun leven (van Mourik, 2010). In de loop van de opleiding ben ik geïnspireerd geraakt door verschillende onderwijsvernieuwers. Daarom heb ik, ondanks mijn vrijstelling voor de minor, deelgenomen aan een deel van de minor vernieuwingsonderwijs. Een thema dat bij bijna alle vernieuwers terugkeert is het streven om het onderwijs dichterbij de wensen van de kinderen te brengen. Medezeggenschap voor de kinderen in de vorm van groepsvergaderingen sluit daar naadloos op aan en ik wilde in mijn afstudeerstage daar graag ervaring mee op doen. Met de komst van de Tweede Kamerverkiezingen midden in mijn stage lag het voor mij ook voor de hand om een relatie te leggen tussen democratie in de klas en democratie in het land. Dit onderwerp leek mij ook allerlei mogelijkheden bieden om de betrokkenheid van de kinderen bij het onderwijs te vergroten. In het eerste deel van dit verslag beschrijf ik hoe ik door middel van groepsvergaderingen heb gewerkt aan democratie in de klas en de ontwikkeling van mondelinge taalvaardigheid. In het tweede deel van dit verslag beschrijf ik mijn organisatie van de kinderverkiezingen en de verschillende betrokkenheidsverhogende activiteiten daaromheen. Link: Competenties en indicatoren Link: Printversie
Groepsvergaderingen Op Montessori Nijmegen wordt De Vreedzame School als sociaal / emotionele methode gebruikt (Castelijn et al, 2006). De school gebruikt hiernaast ook de optionele module Groepsvergadering die bij deze methode hoort (Pauw en van Sonderen, 2009). Het doel van deze module is om de kinderen een stem te geven in het reilen en zeilen van de klas. Door middel van vier methodelessen en drie proefvergaderingen leren ze de kennis, vaardigheden en attitude die nodig zijn om gezamenlijk besluiten te nemen. Na de proefvergaderingen worden om de week groepsvergaderingen gepland waarin de kinderen meebeslissen over zaken die zij van belang vinden, en waar zij redelijkerwijs een stem in kunnen hebben. De groepsvergadering module sluit aan bij een praktijk die al lange tijd gangbaar is in Freinet scholen. Zelfbestuur en het gerelateerde zelfverantwoordelijkheid verhoogt de betrokkenheid Mark Hasper, 485520, AFMA3
2
en voorkomt dat kinderen deels worden verlamd door opgelegde regels waar ze de zin niet van in zien (Boland, 1993). De doelen van de groepsvergadering zijn wel beperkter. Bij een Freinet groep wordt er dagelijks vergaderd en wordt er in de vergadering ook vorm gegeven aan de inhoud van het onderwijs. De groepsvergadering module beperkt op zich niet de onderwerpen die aan bod kunnen komen. Maar met een frequentie van een keer in de twee weken ligt het voor de hand om vooral bredere organisatorische onderwerpen te behandelen. In de periode tussen de zomervakantie en de herfstvakantie heb ik de methodelessen rondom de groepsvergadering gegeven. Daarnaast heb ik samen met de kinderen drie inhoudelijke vergaderingen gevoerd. In de eerste vergadering hebben we samen een lijst van rechten en verantwoordelijkheden opgesteld. In twee andere vergaderingen hebben we samen bedacht hoe we verjaardagen vieren en hoe we de klas netjes houden. De inhoudelijke vergaderingen vonden noodgedwongen plaats voordat ik alle methodelessen had gegeven omdat beslissingen over deze onderwerpen niet konden wachten. Helaas was er na de herfstvakantie onvoldoende tijd om de (proef)vergaderingen in te plannen naast de activiteiten die ik had voorbereid in het kader van het project rondom de 19e eeuw. In overleg met Femke heb ik er voor gekozen om het geschiedenisproject voorrang te geven. In de loop van de verschillende methodelessen en de inhoudelijke vergaderingen heb ik ook aandacht besteed aan de mondelinge taalontwikkeling van de kinderen. Kringgesprekken zijn bij uitstek geschikt om hier aan te werken (van Baaren, 1987). Ik heb vooraf en achteraf ook een luistertoets afgenomen om de ontwikkeling van de luistervaardigheden van de kinderen te meten.
De rechten van onze klas Het is aan het begin van het jaar heel belangrijk om duidelijkheid aan de kinderen te bieden met betrekking tot de organisatie van de klas en wat er van hun wordt verwacht (Rogers, 2006). In de eerste fase van het schooljaar is de groep nog bezig met de ‘forming’ en is het ontvankelijk voor het aannemen van (nieuwe) normen. Bakker-De Jong en Mijlandt (2009) stellen dat het mogelijk is om de gebruikelijke volgorde van de groepsvorming aan te passen en de normingsfase vooraf te laten gaan aan de stormingsfase. Volgens Rogers kunnen alle gedragsregels in een klas worden afgeleid van drie rechten die iedereen in de klas heeft. Dat zijn - Het recht op veiligheid - Het recht op respect - Het recht om te leren Van deze drie basisrechten kunnen verantwoordelijkheden worden afgeleid: hoe zorgen wij er samen voor dat deze rechten worden gewaarborgd? Het onderkennen van deze rechten en het formuleren van de bijbehorende verantwoordelijkheden vind ik bij uitstek een activiteit dat door de klas gezamenlijk kan worden uitgevoerd. Rogers geeft ook aan dat kinderen in de bovenbouw hier goed toe in staat zijn. Door de verantwoordelijkheden samen te formuleren wil ik de volgende doelen bereiken: - De kinderen snappen waarom we afspraken maken over ons gedrag in de klas - Ik krijg inzicht in wat de kinderen belangrijk vinden met betrekking tot gedrag - De kinderen dragen de afspraken die we maken omdat ze betrokken zijn in de besluitvorming Link: Lesvoorbereiding – De rechten van onze klas Les waarin ik samen met de kinderen de rechten en verantwoordelijkheden in onze klas verken
Mark Hasper, 485520, AFMA3
3
Na deze les ging ik aan de slag om de ideeën van de kinderen in één document samen te voegen en kernachtig te formuleren. Bij ons volgende kringgesprek liet ik het document op het digibord zien. Ik vroeg de kinderen om omstebeurt een van de regels voor te lezen. Zo gingen we de kring rond. Het effect vond ik heel mooi. Door de het gebruik van ‘ons’ en ‘wij’ leek elk kind voor de hele groep te spreken. Ik vroeg de kinderen of ze hun punten herkenden in het document. Dat deden ze zeker. Op de uitnodiging om te ondertekenen gingen de kinderen enthousiast in. Foto: De rechten van onze klas De ondertekende rechten en verantwoordelijkheden
Link: De rechten van onze klas Het document met de rechten en verantwoordelijkheden
Femke gaf de volgende feedback: … de betrokkenheid van de kinderen was er zeker, er kwamen veel ideeën en ze waarderen dat ze hun zegje konden doen [...] Met de handtekeningen erbij voelde het heel officieel voor ze. Bron: Feedback rechtenles Femke
Methodelessen groepsvergadering De week na de les over de rechten van onze klas begon ik met de vier methodelessen rondom de groepsvergadering. De daaropvolgende acht weken gaf ik om de week één les uit deze serie. Tussendoor heb ik twee inhoudelijke vergaderingen geleid waarbij de kinderen hebben besloten hoe ze hun verjaardagen willen vieren en hoe ze de klas netjes willen houden (de zorgjes van een Montessori klas). Bij het leiden van de methodelessen en de vergaderingen gebruik ik de aandachtspunten van Boland (2009) rondom kringgesprekken als leidraad. In onderstaand document geef ik de aandachtspunten aan die door Boland zijn beschreven en hoe ik daar in de stagepraktijk vorm aan heb gegeven. Link: Aandachtspunten van Boland in de praktijk Een beschrijving van mijn toepassing van de aandachtspunten van Boland in de praktijk
Een van de aandachtspunten is ‘Ervoor zorgen dat de kinderen zich veilig voelen’. Een van de manieren waarop ik dat doe is dat ik probeer om respectvol om te gaan met elke bijdrage. Ik hoop daarmee ook een goed voorbeeld te zijn voor de kinderen. Bij argumenten of opmerkingen die mij onzinnig lijken probeer ik door te vragen om te begrijpen vanuit welke gedachte het kind ze maakt. Bij flauwe opmerkingen geef ik aan dat ik het niet leuk vind, maar kijk ik ook of ik het kind weer bij het gesprek kan betrekken. Hieronder heb ik mijn lesvoorbereiding opgenomen van de eerste methodeles. Ik neem de voorbereiding op de eerste les op in dit verslag omdat: - het exemplarisch is voor de andere lessen - ik met deze les de kinderverkiezingen introduceerde (zie later in dit verslag) Link: Lesvoorbereiding – Democratie in klas en land De voorbereiding op de eerste methodeles van de groepsvergadering module
Link: Presentatie – Democratie in klas en land De presentatie voor de eerste methodeles van de groepsvergadering module
Mark Hasper, 485520, AFMA3
4
Mondelinge taalverwerking - luistervaardigheid Debatteren is een specifieke taalvaardigheid. Door te praten en te discussiëren wordt de taalontwikkeling verder gestimuleerd. De spreekvaardigheid wordt bij debatteren geoefend door te leren argumenteren en presenteren. Spreken is belangrijk, maar het begint met luisteren. Door (kritisch) te luisteren naar de ander in een debat kun je adequaat reageren (Bron et al, 2010). De groepsvergaderingen sluiten ook aan bij kerndoel 3 (SLO, z.d.) De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. De basis voor het debatteren ligt in het luisteren. Bron et al (2010) noemen dit dan ook de eerste bouwsteen: Luisteren is de belangrijkste basisvaardigheid in het debatteren. Actief luisteren, volgen wat iemand bedoeld, wat er gezegd wordt en hoe. Niet afdwalen in eigen gedachten, maar bijblijven en kunnen reageren op hetgeen er gezegd is. Door middel van de methdoelessen van de groepsvergaderingen heb ik met de kinderen gewerkt aan hun luistervaardigheden. Om te kijken of deze lessen effect hadden op de vaardigheden van de kinderen heb ik aan het begin en aan het eind van mijn stage de luistervaardigheden van de kinderen getoetst.
Luistervaardigheden trainen Het is niet eenvoudig om les te geven in het luisteren. Luisteren leert een kind vanaf zijn eerste levensjaar, en ontwikkelt zich vervolgens meestal zonder bewuste interventie van volwassenen. In tegenstelling tot goed spreken, is het ook erg moeilijk om als leerkracht goed luisteren voor te doen. Als een kleuter een ongrammaticale zin spreekt en de leerkracht de inhoud hiervan herhaalt in een juiste grammaticale vorm dan krijgt het kind direct feedback. Als een kind iets verkeerds hoort dan valt dat meestal niet eens op, zeker niet in een grote groep. Ook het modellen, gebruikelijk bij het begrijpend lezen, is maar beperkt bruikbaar. Bij het lezen kan je makkelijk pauzeren, maar bij het luisteren is het vaak onmogelijk, of op zijn minst onnatuurlijk, om de spreker te onderbreken. Wat kan een leerkracht dan wel doen om te werken aan de luistervaardigheden van kinderen? Ik heb mij daarbij laten leiden door de drie B’s van goed taalaanbod (Verhallen en Walst, 2011). Dat zijn: - Betrokkenheid - Begrijpelijkheid - Boven niveau De insteek hierbij is dat de kinderen op een natuurlijke manier oefenen met luisteren naar taaluitingen die zijn afgestemd op hun niveau. ‘Betrokkenheid’ is essentieel omdat de kinderen een reden moeten hebben om te luisteren. Als een gesproken boodschap belangrijk is, dan willen de kinderen die ook graag begrijpen. Hun aandacht en energie is daar helemaal op gericht, en ze bevinden zich in een optimale toestand om te leren. Met ‘begrijpelijkheid’ wordt bedoeld dat de leerkracht aansluit op de bestaande kennisbasis van de kinderen en met ‘boven niveau’ dat de taal ook net een stapje verder gaat dan die kennis basis. Zo gaat de leerkracht op zoek naar de zone van naaste ontwikkeling. In onderstaande lesvoorbereiding laat ik zien hoe ik door middel van de drie B’s heb gewerkt aan de luistervaardigheid van de kinderen. Link: Lesvoorbereiding – Downloaden mag Voorbereiding op een les waarin ik door middel van de drie B’s de luistervaardigheid stimuleerde
Mark Hasper, 485520, AFMA3
5
Link: Presentatie – Downloaden mag De presentatie bij de les Downloaden mag
Luistervaardigheden toetsen Om de resultaten van mijn lessen te toetsen heb ik aan het begin en aan het eind van mijn stage een luistervaardigheidstoets afgenomen. De toetsen heb ik zelf ontworpen, maar ik heb als uitgangspunt de toets gebruikt bij het blok ‘Stelling en argumenten’ van de methode ‘Luisteren 3’ (Citogroep, 2002). Bij deze methodetoets worden er een aantal stukken voorgelezen waaruit de kinderen een stelling en de bijbehorende argumenten moeten halen. Een werkblad biedt de kinderen hierbij ondersteuning. Ik heb het werkblad voor mijn toetsen gebruikt, maar ik heb de teksten van de toets zelf niet kunnen gebruiken. Dat kwam omdat de methodetoets niet voorzag in de paren van vergelijkbare teksten die ik nodig had om de twee toetsmomenten goed te kunnen vergelijken. Ik heb daarom zelf voor elke toets twee teksten geschreven. De eerste tekst was in beide toetsen relatief eenvoudig. Het bevatte een duidelijke stelling (enthousiast over een gelezen kinderboek) met daarna de argumenten daarvoor. De tweede tekst in beide toetsen was ingewikkelder omdat het langer was en informatie bevatte dat af kon leiden van de argumenten. Naast de teksten met stelling en argumenten heb ik een serie vragen aan de toetsen toegevoegd over of een stelling een feit of een mening is. Link: Luistervaardigheidstoets 1 + werkblad De 1e toets, afgenomen op 26 september 2012
Link: Luistervaardigheidstoets 2 + werkblad De 2e toets, afgenomen op 12 december 2012
Link: Resultaten luistervaardigheidstoetsen De resultaten van de luistervaardigheidstoetsen
Ik vond het mooi om te zien dat alle drie van de vragen (makkelijke tekst, moeilijke tekst en feit of mening) een verbetering lieten zien tussen de twee toetsmomenten. Bij alle drie vragen was er een verbetering van ongeveer 15%. Voor zover deze verbetering al statistisch significant is, kan het niet zondermeer toe worden geschreven aan mijn lessen. Daarvoor spelen er te veel andere factoren een rol. Toch is dit resultaat wel een bevestiging van mijn indruk dat ik wel degelijk een bijdrage heb geleverd aan de ontwikkeling van de luistervaardigheid van de kinderen. Verder waren de resultaten ook interessant omdat ze een andere blik werpen op de kinderen in de klas. Ik vond sommige resultaten echt verassend: er waren kinderen die bij deze toetsen bovengemiddeld scoorden terwijl ze op andere vlakken (spelling, rekenen, studievaardigheden) onder het gemiddelde zaten. Andersom waren er ook kinderen die hier matig presteerden, terwijl ze op de andere gebieden juist sterker waren. Dit doet vermoeden dat luistervaardigheid (met betrekking tot stellingen en argumenten) niet vanzelf meegroeit met andere cognitieve vaardigheden, en dat het de moeite waard is om hier op school specifiek aandacht aan te besteden.
Kinderverkiezingen De kinderverkiezingen worden door ProDemos (www.prodemos.nl) georganiseerd om alle kinderen in groep 7 en groep 8 de gelegenheid te geven om mee te stemmen met landelijke verkiezingen. Terwijl ik bezig was met het onderzoek in het kader van mijn afstudeerplan, kwam ik de website van ProDemos tegen en zag ik dat zij de kinderverkiezingen organiseerde rondom de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen. Die verkiezingen vielen
Mark Hasper, 485520, AFMA3
6
midden in mijn stageperiode. Ik was meteen geïnspireerd om hier mee aan de slag te gaan omdat het zo goed paste bij de andere activiteiten die ik in mijn stage wilde ontplooien. Ten eerste paste het goed bij de groepsvergaderingen waarin de kinderen zelf op democratische wijze besluiten nemen. Ten tweede sloot het perfect aan op mijn geschiedenis thema rondom de 19e eeuw. In dit tijdvak werden in Nederland de monarchie en de parlementaire democratie geboren. Foto: Verkiezingsbeelden.jpg Sfeerimpressie van de kinderverkiezingen
De Tweede Kamerverkiezingen en de kinderverkiezingen boden mij ook een uitgelezen kans om te werken aan kerndoel 36 (SLO, z.d.): De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger. Uit de klasscreening (BT pedagogisch volgen) was ook gebleken dat er ruimte was om de betrokkenheid in de klas te verbeteren. De verkiezingen gaven mij allerlei mogelijkheden om hieraan te werken. Laevers (1987) beschrijft vijf factoren die de betrokkenheid verhogen: 1. Sfeer en relatie 2. Aanpassing aan het niveau van het kind 3. Werkelijkheidsnabijheid 4. Activiteit 5. Leerlingeninitiatief Sfeer en relatie hebben vooral betrekking op de algemene verhoudingen in de klas, en daar heb ik in mijn verslag van BT pedagogisch volgen uitgebreid bij stilgestaan. De andere vier factoren kunnen met een goede keuze van lesstof en verwerkingsactiviteiten worden beïnvloed. Hieronder bespreek ik de verschillende activiteiten die ik heb ondernomen in het kader van de kinderverkiezingen en benoem ik kort de betrokkenheidsfactoren die ik daarmee heb aangesproken. In de verschillende lesvoorbereidingen sta ik hier nog wat uitgebreider bij stil.
Activiteiten in de aanloop naar de verkiezingen Partijpresentaties Om de kinderen goed voor te bereiden op de kinderverkiezingen waren er twee onderwerpen waar ik ze goed over wilde informeren. Het eerst onderwerp was de Nederlandse staatsinrichting: wat doet de Tweede Kamer, hoe werkt het en wat zijn politieke partijen. Het tweede onderwerp waren de programma’s van de partijen zelf: wat willen die partijen en hoe verschillen ze van elkaar. Het onderwerp van de staatsinrichting heb ik behandeld in aansluiting op een groepsvergaderingsles. We hadden in de les gesproken over democratische besluitvorming in de klas. Aan het eind van de discussie over democratie in de klas liet ik een kopie van mijn stempas zien op het digibord. Ik vroeg ik de kinderen of ze wisten wat het was. We voerde vervolgens samen een gesprek over de aanstaande verkiezingen en waar die voor waren. Deze activiteit sloot aan op de betrokkenheidsfactor werkelijkheidsnabijheid. Verschillende kinderen konden al wel wat over de landelijke politiek vertellen. Vervolgens liet ik twee SchoolTV filmpjes zien over het werk van de Tweede Kamer.
Mark Hasper, 485520, AFMA3
7
Link: Lesvoorbereiding – Democratie in klas en land De voorbereiding op de introductieles van de kinderverkiezingen
Link: Presentatie – Democratie in klas en land De presentatie voor de introductieles van de kinderverkiezingen
Om de kinderen kennis te maken met de standpunten van de partijen heb ik ze gevraagd om daar zelf onderzoek naar te doen. In overleg verdeelde ik de partijen over groepjes van twee of drie. De kinderen kregen de opdracht om de komende twee weken op hun eigen manier op zoek te gaan naar informatie over hun partij. Na die twee weken moesten ze aan de klas hun bevindingen presenteren. Deze activiteit sloot aan op de betrokkenheidsfactoren activiteit en leerlingeninitiatief. Een aanvullende reden om voor deze werkvorm te kiezen was dat het mij inzicht gaf in de beginsituatie van de kinderen met betrekking tot het uitvoeren van onderzoek en het presenteren er van. Dit zou waardevol zijn als de kinderen in het kader van de 19e eeuw een groter onderzoek gingen uitvoeren (zie BT kosmisch onderwijs). Toevallig viel er in de periode in de aanloop naar de verkiezingen ook de informatie avond voor de ouders van de kinderen van groep 7 en groep 8. Ik wilde tijdens deze avond wat vertellen over mezelf, de activiteiten die ik had gepland en de planning die ik met Femke had gemaakt. Door de ouders tijdig te informeren over de belangrijke rol die ik in de klas zou spelen hoopten we eventuele onzekerheid bij hun weg te nemen. Ik wilde ook proberen om met enkele ouders even persoonlijk te spreken. Ik liet ook nog even mijn website zien aan de ouders en vroeg ze om hun kinderen te ondersteunen bij het maken van de partijpresentaties. http://www.meestermark.nl/Verkiezingen2012/ De pagina op mijn site over de kinderverkiezingen
Over mijn presentatie tijdens de info-avond schreef Femke: Mark nam graag deel aan deze avond. Hij heeft zichzelf voorgesteld aan een grote groep ouders, bestaande uit ouders van zijn eigen groep en die van de parallelgroep. Hij stond er rustig en ontspannen ogend bij. Hij sprak duidelijk en ook met enthousiasme toen hij zijn website toonde om ouders te betrekken bij het onderwerp verkiezingen waar we met de kinderen mee bezig zijn. Bron: Feedback info-avond Femke Uiteindelijk hebben acht van de negen groepjes hun presentatie gegeven over hun partij. Er waren veel verschillen wat betreft de inhoud en de vorm van de presentaties. Sommige groepjes hadden er duidelijk veel werk van gemaakt. Er was onder andere een muurkrant gemaakt over GroenLinks, een powerpoint over de PVV en een toneelstuk met een interview van een CDA politicus. Hier straalde de betrokkenheid er vanaf. Bij andere presentaties was de betrokkenheid minder duidelijk aanwezig, en bestond de presentatie hoofdzakelijk uit het voorlezen van de gevonden informatie. Tijdens de presentaties luisterden de rest van de kinderen over het algemeen aandachtig en ik was tevreden dat de klas een redelijk beeld had gekregen van de verschillende partijen. Link: Aantekeningen presentaties.doc De aantekeningen die ik heb gemaakt bij de partijpresentaties
Foto: Poster GroenLinks.jpg Het groepje van GroenLinks had een prachtige poster gemaakt die ze uitgebreid toelichtte
Mark Hasper, 485520, AFMA3
8
Peiling In de aanloop naar de verkiezingen vroeg ik de kinderen om de volwassenen in hun omgeving te peilen naar hun voorkeurspartij. De resultaten van de peiling moesten de kinderen zelf in Excel invoeren. Vervolgens ging ik klassikaal in Excel de gegevens optellen en in een grafiek presenteren. Deze activiteit sloot aan op de betrokkenheidsfactoren werkelijkheidsnabijheid en activiteit. Een van de belangrijke doelen van deze activiteit was dat de kinderen een aanleiding kregen om met hun ouders (of andere volwassenen) in gesprek te gaan over de politiek. De kinderen zouden wellicht iets vertellen over de kinderverkiezingen en hun presentatie. De volwassenen zouden iets vertellen over wat ze stemmen en waarom. Een ander belangrijk doel was om de kinderen kennis te laten maken met enkele mogelijkheden van Excel. Met dit programma is het relatief eenvoudig om kwantitatieve informatie op een overzichtelijke manier samen te vatten en te presenteren. Het is dan ook voor allerlei presentatiedoeleinden in te zetten. Later bleek dat ik zeker drie jongens had geïnspireerd want die gebruikten Excel om allerlei voorkeuren (eten, kleur, sport) van de klas in beeld te brengen. Femke: Naast de kringgesprekken, gaf hij [Mark] de kinderen ook een klein peilingsonderzoekje mee. Oorspronkelijk had hij ingepland om de onderzoeksgegevens met de kinderen samen te verwerken in Excel. De kinderen waren echter wat vergeetachtig en de meeste peilingblaadjes kwamen pas op de dag voor de verkiezingen binnen. Hij heeft toen zelf de resultaten ingevoerd, maar de kinderen wel in Excel op het digibord laten zien wat hij gedaan had. Daarna liet hij zien hoe je de resultaten in een grafiek kunt zetten. De kinderen waren erg betrokken (en ik ook, want ik leerde er ook van). Bron: Feedback kinderverkiezingen Femke Foto: Grafiek peiling.png Grafiek van de uitslag van de peiling van ouders / volwassenen
Jeugdstemwijzer Vlak voor de verkiezingen hebben we ook met zijn allen de jeugdstemwijzer ingevuld. Deze activiteit sloot aan op de betrokkenheidsfactoren werkelijkheidsnabijheid, activiteit en leerlingeninitiatief. In deze stemwijzer worden stellingen gebruikt die aansluiten bij de belevingswereld van kinderen. Bij elke stelling mochten een paar kinderen hun mening geven en gingen de kinderen vervolgens stemmen. De meeste stemmen golden, en ik voerde het betreffende antwoord in. De betrokkenheid was hoog, en de kinderen vonden het duidelijk bijzonder dat hun mening werd gevraagd over onderwerpen op landelijk niveau. Na afloop was iedereen benieuwd naar ‘ons’ partij. Dat bleek de PvdA te zijn.
De verkiezingen Foto: Verkiezingsposter.png (rechts uitlijnen) Zelfgemaakte poster ter aankondiging van de verkiezingen
Op de dag van de verkiezingen hing ik mijn zelfgemaakte posters op bij de lokalen van de bovenbouw groepen (Kaya uit groep 7 had voor me geposeerd). De personeelsleden van het stembureau deelden aan alle kinderen een stempas uit, en iedereen was er op gespitst om er eentje te krijgen. Terwijl de kinderen aan het gymmen waren had ik even tijd om het stembureau op orde te maken in de speelzaal. Door de aankleding wilde ik de ervaring voor de kinderen zo realistisch mogelijk maken. Dat was ook het advies dat werd gegeven in de handleiding van de kinderverkiezingen (ProDemos, 2012). De stemhokjes improviseerde ik met gymmateriaal. Ik had gemeente Nijmegen gevraagd om wat echte stemmaterialen (bijvoorbeeld een stembus) maar die hadden ze helaas zelf nodig. De medewerker van de gemeente wees me wel op een site waar ik allerlei verkiezingsmateriaal kon downloaden.
Mark Hasper, 485520, AFMA3
9
Hier heb ik de instructieposters gevonden die ik heb opgehangen in het lokaal en in de stemhokjes. De stembus kon ik improviseren met een houten doos waar een gleuf in zat. Foto: Voorbereiding verkiezingen.jpg De inrichting van het stembureau en een van de posters die hingen in het hokje
De inrichting van de verkiezingsdag heb ik ruim van te voren afgestemd met Boukje en Leon: de leerkrachten van de andere twee bovenbouwgroepen. Alle groepen gingen om 11:00 eerst live naar het SchoolTV Weekjournaal kijken. De uitzending stond deze keer helemaal in het teken van de kinderverkiezingen en de aankomende Tweede Kamerverkiezingen. De kinderen in mijn klas keken bijzonder aandachtig, met in het achterhoofd ongetwijfeld de gedachte dat ze dadelijk zelf hun stem uit gingen brengen. Na de uitzending namen de personeelsleden van het stembureau hun plaats in en konden de verkiezingen beginnen. Tijdens de verkiezingen pendelde ik tussen mijn klas en het stembureau. Van te voren had ik met de kinderen afgesproken dat ze per tafelgroepje mochten gaan stemmen. Als het ene groepje terug was, dan mocht de volgende groep gaan. In de klas konden ze zelfstandig werken aan de weektaak. Dit werkte goed en de kinderen waren zo niet te veel tijd kwijt met wachten. In het stembureau zorgden de personeelsleden er goed voor dat de procedures werden gevolgd. De andere kinderen luisterden ook goed naar hun aanwijzingen. Het werd even lastig toen we er achter kwamen dat er nog geen kinderen van Boukjes klas waren gekomen. Wij dachten dat ze uit zichzelf zouden komen (zoals de kinderen van Leon) maar zij waren juist op een teken van ons aan het wachten. Er werd snel iemand gestuurd naar Boukjes klas om de aan te geven dat ze konden komen, maar dat had als gevolg dat haar hele klas in één keer aankwam. Zo waren we wel met heel veel kinderen in het stemlokaal. Toch was dat niet zo’n probleem: het was druk maar de sfeer was goed. Ik begon me wel wat zorgen te maken of we het voor de lunch wel zouden redden. Om het allemaal wat vlotter te laten lopen improviseerde ik snel twee stemhokjes erbij en Ronnie, de conciërge, hielp bij de doorstroming door de kinderen er op te attenderen als er een hokje vrij kwam. Uiteindelijk kon iedereen toch voor twaalf uur zijn stem uitbrengen en konden de stembureaupersoneelsleden gaan tellen. De stemmen waren snel geteld en aan het eind van de dag ging het groepje van het stembureau de drie klassen langs om trots de resultaten te presenteren. Wat ik erg mooi vond was dat bijna iedereen serieus had gestemd: de biljetten waren netjes ingevuld en verassend veel kinderen hadden voor “mainstream” partijen gekozen en niet bijvoorbeeld voor de partij voor de dieren of de piratenpartij (met alle respect). Ik keek tevreden terug op de ochtend en vertelde de andere leerkrachten enthousiast hoe het was gegaan tijdens de lunch die we lekker buiten in het zonnetje aten. ’s Avonds logde ik in op de site van de kinderverkiezingen om de resultaten in te voeren. http://uitslagen.kinderverkiezingen.nl/uitsl_main.php?action=s&id=3196 De uitslag van de kinderverkiezingen op Montessori Nijmegen
Ik kreeg de volgende feedback van Leon en Boukje, de leerkrachten van de andere twee bovenbouwgroepen; De organisatie was prima in orde en de verkiezing in de speelzaal leek net echt. De kinderen hebben het serieus genomen en volgens mij naar eer en geweten gestemd. Het zag er leuk uit in de speelzaal en net echt dus prima. Ik kan alleen maar zeggen dat het een groot succes was en heb verder geen verbeterpunten. Dus een compliment voor jou. Bron: Feedback kinderverkiezingen Leon
Mark Hasper, 485520, AFMA3
10
Je hebt de verkiezingen erg professioneel georganiseerd met een prachtige poster, stembiljet en niet te vergeten, heel compleet stemlokaal! Bron: Feedback kinderverkiezingen Boukje
Afronding en evaluatie Na de Tweede Kamerverkiezingen ging ik samen met de kinderen de resultaten bespreken en terugblikken op de activiteiten van de afgelopen weken. Ik begon de les door de kinderen te complimenteren met hun inzet rondom de verschillende activiteiten en de serieuze manier waarop ze hadden gestemd. Door positieve inhoudelijke feedback te geven wil ik de kinderen duidelijk maken wat ik aan hun gedrag waardeer. De kinderen worden bevestigd in concrete aspecten van hun gedrag en worden gestimuleerd om dat te herhalen. Met behulp van Excel liet ik vervolgens de resultaten van de verkiezingen zien. Ik kon ze ook grafisch vergelijken met de resultaten van de peiling die de kinderen hadden uitgevoerd, de uitslag van de landelijke kinderverkiezingen en van onze eigen kinderverkiezingen. Daar zaten grote verschillen tussen: GroenLinks, de grote winnaar van de peiling en de kinderverkiezingen, was in de Tweede Kamerverkiezingen helemaal weggevaagd. De kinderen kamen zelf met verklaringen voor die verschillen. Link: Lesvoorbereiding - Eindbespreking verkiezingen Het laatste deel van de les besteedde ik aan een terugblik op de laatste weken. Ik wilde meer zicht krijgen op hoe het onderzoek en de voorbereiding op de presentatie was gegaan met het oog op het onderzoek dat ze rondom de 19e eeuw zouden gaan doen. Ik wilde ook meer zicht krijgen op wat ze interessant hadden gevonden, en of ze belangstelling hadden voor eventuele vervolgactiviteiten. Ter afsluiting vroeg ik de kinderen om een algemeen cijfer te geven aan de kinderverkiezingen. Dat deed ik op het digibord met een webpagina dat ik daarvoor had gemaakt: Foto: Feedback kinderen kinderverkiezingen.png De kinderen geven aan wat ze van de kinderverkiezingen vonden
De individuele reacties van de kinderen tijdens de les en de uitslag van de digitale evaluatie was een bevestiging dat veel kinderen zich betrokken hadden gevoeld bij de activiteiten rond de verkiezingen. Er was ook veel animo om vervolgactiviteiten te ondernemen met Excel, het oprichten van een eigen partij of het voeren van een debat. Later las ik in de feedback van Leon dat de betrokkenheid van de kinderen in zijn klas bij de verkiezingen ook bijzonder groot was: Je idee om met de kinderverkiezingen mee te doen was een schot in de roos. De kinderen willen graag laten horen wat ze al weten. En het is een onderwerp wat erg leefde, bleek al gauw. Door de verkiezingen op school werd iedereen erg enthousiast en de betrokkenheid groeide. Ook straalde dit uit naar thuis, waar er ook veel over de verkiezingen en de partijen is gesproken. Bron: Feedback kinderverkiezingen Leon
Conclusie Medezeggenschap werkt! Als kinderen worden betrokken bij de organisatie van hun klas dan zijn ze gemotiveerd om er wat van te maken. Dat is een mooi doel op zich, maar geeft ook de mogelijkheid om te werken aan andere onderwijsdoelen, bijvoorbeeld de (mondelinge) taalontwikkeling. Debatteren en discussiëren zijn ook activiteiten die veel kinderen erg leuk vinden. Wat mij wel tegenviel was het inpassen van de vergaderingen in het weekrooster. Dat kwam enerzijds doordat er altijd andere activiteiten waren die ook belangrijk waren (met name die rondom mijn eigen 19e eeuw thema) en anderzijds omdat ik onvoldoende mijn best deed om onderwerpen voor een vergadering te achterhalen of te bedenken. Ondanks dat ik
Mark Hasper, 485520, AFMA3
11
na de herfstvakantie geen vergadering meer heb gegeven, heb ik wel geprobeerd om kinderen op bescheiden wijze medezeggenschap te blijven geven. Bijvoorbeeld door hun te betrekken bij het oplossen van terugkerende ordeproblemen. De kinderverkiezingen vond ik een groot succes. Het lukte vaak goed om de betrokkenheid van de kinderen op te wekken en vast te houden. De partijpresentaties en het bijbehorende onderzoek gaf mij ook inzicht in de beginsituatie van de kinderen rondom de betreffende vaardigheden. Hier heb ik veel aan gehad in mijn voorbereiding en begeleiding van het onderzoek en de presentaties rondom de 19e eeuw.
Mark Hasper, 485520, AFMA3
12