Jaarverslag Inleiding
In dit jaarverslag wordt aandacht besteed aan de financiële activiteiten van de Stichting tot het verstrekken van Lager Onderwijs op Gereformeerde Grondslag te Vriezenveen in het jaar 2012. De valuta in dit jaarverslag is de Euro. De jaarrekening 2012 is opgesteld door Metrium Onderwijsdienstverlening te Enschede. Deze jaarrekening is gecontroleerd door het accountantskantoor Deloitte Accountants. Onder het bevoegd gezag van de Stichting, bevoegd gezag nr. 50299, valt de onderstaande school.
Hoofdstuk 1. Algemene informatie en gevoerd beleid 1.1. Instellingsgegevens 1.1.1. Gegevens school:
Naam school: Johannes Bogermanschool Brinnummer: 06NR Administratienummer.: 50299 1.1.2. Juridische structuur:
De rechtspersoonlijkheid van het bevoegd gezag is een Stichtingsvorm. Inschrijving hiervan in het stichtingsregister bij Kamer van Koophandel en Fabrieken te Enschede heeft plaatsgevonden onder nr. 41027999, ultimo 2006. 1.1.3. Organisatiestructuur:
Samenstelling van het dagelijks bestuur: Voorzitter: F.A. Dekker. Secretaris: J.J. Jonker Penningmeester: A.N. Verheul. 1.1.4. Commissies:
Vanuit het bestuur zijn de volgende commissies gevormd: Commissie Onderwijs en organisatie Commissie Huisvesting Commissie Financiën Deze commissies worden bemenst door bestuursleden en directieleden. 1.1.5. Besturingsfilosofie:
Het bestuur heeft gekozen voor het concept van beleidsvormend besturen. 1.1.6. Bestuur en toezicht:
Per 1 augustus 2011 zijn de wijzigingen in het kader van bestuur en toezicht doorgevoerd. Dat is als volgt vormgegeven: Er is een Dagelijks Bestuur (DB) bestaande uit voorzitter, secretaris, penningmeester en algemeen-adjunct. De directie heeft een aantal gemandateerde bestuurstaken toegewezen gekregen. De toezichthoudende rol wordt vervuld door de overige bestuursleden, zijnde niet-DB-leden. 1.2. Instellingsbeleid 1.2.1. Missie en visie
Kernactiviteit De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd bij notariële akte en stelt zich ten doel: het verstrekken van Lager Onderwijs op Gereformeerde Grondslag te Vriezenveen. Grondslag De stichting heeft als grondslag voor haar onderwijs de onveranderlijke waarheid in Gods Woord geopenbaard en verklaard in de 'Drie Formulieren van Enigheid', zoals vastgelegd op de Nationale Synode van Dordrecht in de jaren 1618 en 1619. Kernopdracht De basisschool draagt er zorg voor, de haar toevertrouwde kinderen in overeenstemming met Gods Woord en de daarop gegronde belijdenisgeschriften te leiden, te vormen en
1
hulp te verlenen en legt mede de grondslag voor het volgen van aansluitend voortgezet onderwijs. Zij hoopt hiermee te mogen bereiken dat de kinderen hun taak en opdracht in kerk, gezin en maatschappelijke samenleving zoeken te vervullen naar de eis van Gods Woord. Zienswijze en uitgangspunten Ons uitgangspunt is dat onderwijs en opvoeding onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Ons onderwijs sluit dan ook aan op en ligt in het verlengde van de opvoeding in het gezin en is onder meer gericht op de overdracht van de op Gods Woord gegronde normen en waarden. Als school rusten we onze leerlingen toe voor de toekomstige deelname aan de samenleving vanuit het perspectief dat de mens geschapen is om tot Gods eer te leven. In ons onderwijs heeft de leerkracht een centrale rol. Hij dient identificatiefiguur te zijn, draagt kennis over en begeleidt leerlingen bij het proces van kennisverwerving. We vinden het belangrijk dat leerlingen leren samenwerken en dat elke leerling op zijn eigen niveau kan functioneren en presteren. We zijn het als christelijke school aan onze grondslag verplicht kwalitatief goed onderwijs te bieden. De mate van die kwaliteit is slechts beperkt meetbaar, omdat een aantal essentiële factoren niet te kwantificeren zijn. Voor een nadere uitwerking van de zienswijze en uitgangspunten verwijzen we naar de onderliggende beleidsplannen en dan vooral het Schoolplan en het Personeelsbeleidsplan. Visie Een schoolorganisatie waarin (ook op de langere termijn) onderwijs wordt gegeven op een zodanige wijze dat onze identiteit doorwerkt en gezien wordt in alle vakken en waarin onze kinderen optimaal worden voorbereid voor werken en leven in een sterk geseculariseerde samenleving. 1.2.2. Profilering en promotie
De school profileert zich aan haar belanghebbenden middels: de jaarlijkse ouderavond, schoolgids, schoolkrant, nieuwsbrieven, een gezamenlijke excursie, een Koninginnedagviering, oudercontactavonden, en projecten. 1.2.3. Leerlingen Stichting
oktober ‘08 174
oktober ‘09 174
oktober ‘10 176
oktober ‘11 171
oktober ‘12 178
Het leerlingenaantal laat over de langere termijn een lichte stijging zien. Het leerlingaantal was op de teldatum (1-10-2012): 178. Ongeveer 11 % van het aantal leerlingen had een zogenaamd gewicht (0,30). Dat is een daling vergeleken met voorgaande jaren. De school werd bezocht door 5 leerlingen met een zogenaamd "rugzakje" (LGFfinanciering). Gemiddeld 6 % van de leerlingen heeft een zogenaamde "indicatie zorgleerling" (indicatie verstrekt door de PCL van ons SWV op teldatum 01-10-2012). Het komende schooljaar zal het aantal LGF leerlingen en het aantal indicatieleerlingen ongeveer gelijk blijven. Voor de tussenschoolse opvang zijn vrijwilligers ingeschakeld, die daarvoor een vrijwilligersvergoeding ontvingen, waarvoor de vergoeding van het rijk is ingezet. De instroom van leerlingen is ongelijkmatig. Dit heeft gevolgen voor de samenstelling van de groepen 1 en 2. In de onderbouw ontstaan soms redelijk grote groepen. Dit vraagt in die gevallen om meer personele inzet in de onderbouw. 1.2.4. Strategische (lange termijn) doelen
De in 2.1 uitgewerkte missie en visie is op concreter niveau is uitgewerkt in de volgende strategische doelen voor de beleidsgebieden Onderwijs, Personeel, Huisvesting en Financiën*. *= De strategische doelen voor Financiën zijn uitgewerkt in hoofdstuk 2 Financiële informatie. Onderwijs
De school zorgt systematisch voor behoud en verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs.
2
De voorwaarden voor zorg en kwaliteit zijn aanwezig. Het leerstofaanbod bereidt de leerlingen voor op het vervolgonderwijs. De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich de leerinhouden eigen te maken. De leerlingen spelen een actieve en zelfstandige rol spelen binnen de onderwijsactiviteiten. De leraren stemmen het onderwijsleerproces af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Het didactisch handelen van de leraren ondersteunt het leren van de leerlingen De sfeer op school is veilig en ondersteunend voor de leerlingen. Het pedagogisch handelen van de leraren leidt tot een fysiek en psychisch veilige en ondersteunende leeromgeving. De leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften krijgen passende zorg. De begeleiding is erop gericht dat de leerlingen zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen. De leerlingen ontwikkelen zich naar verwachting. De resultaten van de leerlingen liggen ten minste op het niveau dat verwacht mag worden. De school heeft functionele overlegstructuren, die ondersteund en geoptimaliseerd worden door een professionele overlegcultuur. De school onderhoudt functionele externe contacten. De school onderhoudt functionele contacten met ouders en/of verzorgers. De school voert een overzichtelijke administratie en beschikt over functionele schoolprocedures.
Personeel
De schoolleiding geeft op een adequate manier onderwijskundig (inhoudelijk) leiding aan de school, en bezit de daarvoor benodigde relationele en sociale vaardigheden. De leerkracht geeft op een adequate en verantwoorde manier inhoud aan zijn/haar werk, en bezit de daarvoor benodigde relationele en sociale vaardigheden. De school voert adequaat personeelsbeleid. De school werkt continu en gericht aan deskundigheidsbevordering van de teamleden. Huisvesting
Er wordt voorzien in huisvesting die het welzijn, welbevinden en prestaties van de primaire gebruikers optimaal ten goede komen. De kwaliteit van het onderhoud van het gebouw is op een voldoende kwalitatief en esthetisch niveau. 1.2.5. Kwaliteitsprofiel
In het kader van zelfevaluatie wordt overeenkomstig een vastgestelde kwaliteitscyclus de kwaliteit van de verschillende beleidsterreinen in beeld gebracht. Dit is in 2011 voor het eerst gebeurd met Integraal (onderdeel van ParnasSys). Vergelijking met voorgaande jaren is daar door moeilijk. Op basis van het kwaliteitsprofiel zijn voor de middellange termijn (2012-2015) een aantal doelen gesteld. Deze doelen worden uitgewerkt in de volgende paragraaf. 31-12-2011 Afnamedatum
ONDERWIJSLEERPROCES Duidelijk Taakgericht Activerend Resultaatgericht Afgestemd SCHOOLKLIMAAT Betrokkenheid Sfeer Meeleven Veiligheid LEERSTOFAANBOD
2,7 2,6 2,0 2,3 2,5 2.7 2.8 2.2 1.6
3
Volledig aanbod Gelegenheid tot leren Toerusten en vormen LEERSTOFAANBOD Planning Realisatie ZORG EN BEGELEIDING Leerlingenbegeleiding Leerlingenzorg Doorstroom van leerlingen Zorgstructuur KWALITEITSZORG Voorwaarden voor kwaliteitszorg Systeem van zelfevaluatie Zorg voor integratie INTERNE COMMUNICATIE Overleg en besluitvorming Informeren COMMUNICATIE MET OUDERS Informeren Cultuur Meedenken Meebeslissen CONTACTEN MET EXTERNEN Functioneel SCHOOLONTWIKKELING Inzet en bekwaamheid Resultaatgericht Bestuurskracht ORGANISATIEBELEID Personeelsbeleid Inzet van middelen Voorzieningen Administratie en procedures IMAGO Presentatie Zelfbeeld
1.7 2.4 2.1 2,7 2,4 2,9 2,8 2,8 2,9 2,3 2,1 2,1 2,4 2,3 2,1 2,2 2,4 2,4 2,2 2,1 1,9 1,8 2,4 2,5 2,3 2,9 2,3 1,8
* scoreschaal van 1-4 waarbij 1=zwak/onvoldoende en 4=sterk/goed
1.2.6. Strategisch beleid (middellange termijn) (periode 2012-2015) Onderwijs
We streven er naar om binnen het klassikale onderwijs te differentiëren in drie niveaus. Het ombuigen van het onderpresteren van een grote groep leerlingen. Het optimaliseren van het onderwijs in de groepen 1-3. Het verbeteren van de resultaten van het onderwijs (tussentijds en bij uitstroom) Binnen de kaders van de identiteit investeren in de voor- en vroegschoolse ontwikkeling van toekomstige leerlingen. Het werken volgens het concept van beleidsvormend bestuur in combinatie met het toepassen van intern toezicht. Personeel
We streven ernaar om in de bovenbouw ervaren leerkrachten te benoemen. We streven naar een schoolorganisatie met een personele bezetting die in staat is en in staat wordt gesteld om de verbeterdoelen van de school te behalen. Het handhaven en optimaliseren van de kwaliteit van het didactisch handelen van de leerkrachten. Huisvesting
Het in stand houden van de kwaliteit van het schoolgebouw (zowel buiten als binnen), d.m.v. de uitvoering van de adviezen zoals beschreven in het NIBAG-rapport en door het laten plegen van noodzakelijk onderhoud.
4
1.2.7. Terugblik (evaluatie en bereikte doelen m.b.t. onderwijs, personeel en huisvesting) Onderwijs
Het streven om te differentiëren is in het jaar 2012 verder doorgezet, onder andere door dit te borgen in de groepsplannen. Uit eigen analyse van de tussenopbrengsten blijkt dat er een ombuiging in positieve zin zichtbaar is. We concluderen dat de genomen maatregelen de gewenste uitwerking hebben. De eindopbrengsten zitten gemiddeld genomen nog steeds rond de minimumeisen. Door middel van analyses is gezocht naar de oorzaken en zijn op verschillende punten acties ondernomen. De werkwijze rondom de ingevoerde methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling is geborgd. Er is een aanpak ontwikkeld voor de inzet van de methode voor technisch lezen in de bovenbouw. Er zijn dit jaar ook oudermorgens georganiseerd, waarbij peuter en ouder samen deelnamen aan activiteiten rondom taal en lezen. De nieuwe methode voor Rekenen en Wiskunde is ingevoerd. We hebben de achterliggende jaren deelgenomen aan het project ‘Opbrengst gericht werken’. Dit heeft gevolgen gehad voor de wijze waarop bestuur, directie en personeel naar de opbrengsten zijn gaan kijken. Diverse verbeteringen zijn doorgevoerd om de opbrengsten te verhogen en waar de opbrengsten tegenvallen, de oorzaken te zoeken en verbeteracties af te spreken. In het LVS is deze aanpak terug te zien, in de resultaten van de Eindtoets nog niet. Personeel Algemeen
2009/2010
2010/2011
2011/2012
Aantal FTE's
12,7070
12,5749
11,6468
Aantal FTE's Directie
1,2597
1,000
1,000
Aantal FTE's Onderwijzend personeel
9,3233
9,2203
9,1468
Aantal FTE's Onderwijsondersteunend personeel
2,1240
2,3546
2012/2013 12,1075 1,000 9,6075
1,500
1,500
Berekende GGL per 1 oktober
31,65
31,68
32,39
30,36
Gehanteerde GGL per 1 oktober
31,65
31,68
32,29
30,36
Aantal leerlingen per 1 oktober
177
175
171
178
Aantal leerlingen onderbouw
90
87
86
87
Aantal leerlingen bovenbouw
87
88
85
91
Genormeerd aantal groepen per 1 oktober
8
7
7
7
Werkelijk/verwacht aantal groepen per 1 oktober
8
8
8
8
De personeelssituatie is gewijzigd door het vertrek van twee leerkrachten. Daarvoor in de plaats zijn andere leerkrachten benoemd. Er is een onderwijsassistente (deeltijd) benoemd. Door positieve ervaringen is het besluit om de groepen in de bovenbouw niet te combineren gecontinueerd. Hierdoor wordt een optimale situatie gecreëerd voor leerkrachten om aan hun didactisch handelen, waaronder differentiatie, uitvoering te geven. In het jaar 2012 hadden we ziekteverzuimpercentage van 0,55. Na enkele jaren met een hoger ziekteverzuimpercentage is nu een daling zichtbaar. We zien een verband tussen de genomen maatregelen in het kader van de interne communicatie en de werkdruk en deze ontwikkeling. De extra formatie die aan groep 5 was toegekend in het najaar van 2011, is voor deze groep gecontinueerd. Deze groep heeft een dermate hoge zorgzwaarte dat het voor een leerkracht niet te behappen is, ondanks dat de benodigde RT wordt geboden. We hebben ervoor gekozen om aan deze groep een dagdeel vervanging van de leerkracht toe te kennen, zolang de zorgsituatie daarom vraagt. Huisvesting
In 2012 is er een zonweringsinstallatie geplaatst boven de zandbak op het kleuterplein. Er zijn aanpassingen verricht aan het schoolplein: er zijn speeltoestellen vervangen, aanpassingen verricht aan het straatwerk en er zijn nieuwe afvalbakken geplaatst. 1.2.8. Vooruitblik (plannen en te bereiken doelen) (zie ook 1.2.6 en 1.2.9) Onderwijs
Middels hetgeen in het bovenstaande al genoemd is we bereiken dat de resultaten op een niveau komen/blijven dat past bij de gaven van de kinderen. Er zal een vervolg gegeven worden aan het opzetten van beredeneerd leerstofaanbod in de groepen 1 en 2.
5
Er is een nieuwe methode voor rekenen ingevoerd, waarmee we naar verwachting ons rekenonderwijs verbeteren. Er is een methode worden ingevoerd voor muzikale vorming. De implementatie daarvan zal gevolgd worden door een werkgroepje. Er zal worden onderzocht welke maatregelen we moeten nemen om ons leesonderwijs nog verder te optimaliseren. Een belangrijk item voor de toekomst is het gedrag van de leerlingen in de bovenbouw van de school. We zien dat kinderen vanaf ongeveer groep 6 sterk veranderen in gedrag, respect t.a.v. anderen, werkhouding. We zien ook onlosmakelijk daaraan verbonden de daling van leerresultaten in deze groepen. Het komende jaar zal van ons gevraagd worden daarop te bezinnen en een aanpak te kiezen die erg duidelijk is voor kinderen en ouders en de leerresultaten ten goede komt. Personeel
Voortgang werkdruk verlagende acties. We volgen de taken die door het personeel worden uitgevoerd en streven ernaar dat het werk zo evenwichtig mogelijk verdeeld wordt. In verband hiermee worden regelmatig vragenlijsten ingevuld. Die kunnen aanleiding zijn voor extra maatregelen. Daarbij zal ook het onderwerp interne communicatie de aandacht krijgen. We volgen ook de zorgzwaarte per groep. Als blijkt dat een groep bijzondere zorg behoeft wordt dat d.m.v. inzet van een RT-er geregeld. In uitzonderlijke situaties wordt structureel extra formatie toegekend aan een groep. Huisvesting
Omdat in het MJOP (Nibag) enkele verbeteracties voor het komende jaar zijn genoemd (enkele hemelwaterafvoeren en lichtkoepels) waaraan we geen gebreken constateerden is er dit jaar geen aanvraag bij de gemeente gedaan voor onderwijshuisvesting. We hebben wel in 2011 gesprekken gevoerd met de gemeente over de toekomst van de huisvesting in de komende jaren(Integraal Huisvestings Plan). Daaruit zal in 2012 een aanvraag voortkomen voor een uitbreiding van het schoolgebouw, i.v.m. de hoeveelheid multifunctionele ruimten. We constateren dat de ruimte van de gemeenschapsruimte en spreekkamers achtergebleven is bij de groei van het aantal leerlingen. We merken daarbij op dat bij de berekening van de brutovloeroppervlakte de vorm van ons gebouw in ons nadeel is, omdat er relatief veel gangen zijn. 1.2.9. Toekomstige ontwikkelingen
De ontwikkelingen in het kader van Passend Onderwijs en de daaraan gekoppelde Zorgplicht nopen scholen er toe zich te verdiepen in deze materie en de te verwachten consequenties in beeld te brengen. Met de gemeente wordt overleg gevoerd in het kader van het opstellen van de lokale educatieve agenda. Het voornemen is om in ieder geval ook in het komende schooljaar (2012-2013) te werken met enkele groepen in de bovenbouw. Dit betekent dat er extra gelden ingezet worden in de bovenbouw. Een aantal beginnende leerkrachten dienen goed begeleid te worden, waarvoor evt. coachingsgesprekken worden ingezet. Daarnaast wordt in de onderbouw gewerkt aan nieuwe leerlijnen waar we een externe deskundige bij betrekken. Nieuwe methoden (o.a. de taalmethode en de rekenmethode) gaan structureel meer kosten i.v.m. de dure werkboekjes. De leerling-prognose laat een lichte stijging van het leerlingenaantal zien. Zie ook onder paragraaf A.1.3 bij financiën.
Hoofdstuk 2. Financiële informatie 2.1. Financieel beleid. 2.1.1. Strategische (lange termijn) doelen Financiën
De inzet van personele en materiële middelen is doelmatig. Het is stand houden en/of opbouwen van een vermogenspositie, waarmee de continuïteit van de scholen voor zover mogelijk kan worden gewaarborgd. Het financieel beleid dient voorwaarden te scheppen voor een optimaal leerproces.
6
Het toekennen van een herkenbare plaats aan de financieel administratieve organisatie in de organisatieontwikkeling. 2.1.2. Strategisch beleid (middellange termijn) Financiën
Binnen de schoolorganisatie de benodigde kennis krijgen om verantwoord om te kunnen gaan met Lumpsum e.d. ontwikkelingen. Werken overeenkomstig en binnen de begroting. 2.2. Analyse financieel resultaat (evaluatie en bereikte doelen m.b.t. de financiën.) Samengevat exploitatieoverzicht Realisatie
Begroting
Realisatie
Begroting
2011
2012
2012
2013
€ 722.116
€ 712.297
€ 733.697
€ 717.000
€0
€0
€0
€0
3.5 Overige baten
€ 182.558
€ 118.750
€ 128.478
€ 105.000
Totaal BATEN
€ 904.673
€ 831.047
€ 862.175
€ 812.000
€ 668.431
€ 674.444
€ 656.972
€ 648.000
4.2 Afschrijvingen
€ 25.669
€ 12.629
€ 26.781
€ 11.000
4.3 Huisvestingslasten
€ 55.209
€ 48.850
€ 49.686
€ 52.000
€ 109.132
€ 106.800
€ 101.974
€ 105.000
€ 858.441
€ 842.723
€ 835.413
€ 816.000
€ 46.232
- € 11.676
€ 26.762
€ 4.000
€ 4.850
€ 5.000
€ 5.854
€ 6.000
€ 6.676
€ 32.616
€ 10.000
3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies
4.1 Personele lasten
4.4 Overige instellingslasten Totaal LASTEN
Saldo BATEN en LASTEN 5
Saldo FINANCIËLE BATEN en LASTEN EXPLOITATIESALDO
€ 51.081
-
2.2.1. Baten
De baten zijn hoger dan begroot. Als gevolg van de CAO-aanpassingen zijn de vergoedingen van rijksbijdrage personeel geindexeerd wat heeft geresulteerd in een nabetaling. Ook heeft er een nabetaling plaatsgevonden in verband met aanpassing van de GPL. Daarnaast zijn zowel de rijksbijdrage materieel (prestatie-box) als de overige baten zijn hoger dan begroot. Ook de financiële baten zijn hoger dan begroot vanwege hogere rentebaten. 2.2.2. Personele lasten
De indirecte personele kosten zijn lager dan begroot. Dit is voornamelijk veroorzaakt door lagere kosten voor schoolbegeleiding en nascholing. 2.2.3. Afschrijvingen
De afschrijvingen zijn hoger dan begroot vanwege de aanschaf van buitenspeelmateriaal. 2.2.4. Huisvestingslasten
7
De huisvestingslasten zijn hoger dan begroot. Dit is voornamelijk veroorzaakt door hogere kosten voor groot onderhoud. Deze worden slechts gedeeltelijk gecompenseerd door lagere kosten voor gas, water, en licht. 2.2.5. Overige instellingslasten
De overige instellingslasten zijn lager dan begroot. De kosten voor beheer en administratie zijn hoger dan begroot maar worden meer dan gecompenseerd door lagere kosten voor ICT apparatuur, en lagere kosten voor geïndiceerde leerlingen. 2.2.6. Publieke reserves
De algemene reserve is verminderd door het negatieve resultaat van zowel personele als materiële kosten. De bestemmingsreserve onderwijsmethode is toegenomen vanwege een in overleg met de accountant doorgevoerde herwaardering via de beginbalans. Deze herwaardering was nodig door het gebruik van het ideaalcomplex bij de activering in 2005 en aanzienlijk hogere investeringen in de afgelopen jaren dan destijds was voorzien. De bestemmingsreserve onderhoud is enigszins verminderd. 2.2.7. Stichting
Wat betreft de kosten: De kosten zijn enigszins lager dan begroot. De bijdrage van de stichting in de kosten van voor- en vroegschoolse educatie zijn lager dan begroot. De afdracht van een gedeelte van de oudpapier opbrengst is lager dan begroot doordat de opbrengst zelf ook lager is. De kosten van de schoolreis, de algemene bestuurskosten, en de bankkosten zijn overeenkomstig de begroting. Wat betreft de baten: De baten zijn fors lager dan begroot. De opbrengst van giften en collecten is lager dan begroot, maar dit wordt weer gecompenseerd door een hogere opbrengst van schoolgelden en vrijwillige ouderbijdragen. De opbrengst van het oudpapier is fors lager dan begroot. Wat betreft het vermogen: De private bestemmingsreserve en de bestemmingsreserve oudpapier zijn toegenomen waardoor het privaatrechtelijke vermogen fors is toegenomen. 2.3. Treasury- en financieringsbeleid Het merendeel van de liquide middelen is gedurende het verslagjaar weg gezet op een Internet Plus Spaarrekening bij ABN-AMRO bank en bij de spaarrekening bij de SNS bank. Hierdoor is er een spreiding van de liquide middelen. Voor het doen van de betalingen is een saldo op een tweetal Rekening Courant rekeningen aangehouden bij ABN-AMRO en ING bank.
8
Vanwege de overgang naar een nieuw administratiekantoor in 2013, en vanwege de voorkeur van dit administratiekantoor voor de RABO bank is aan het eind van het jaar ook een rekening bij de RABO bank geopend voor het doen van betalingen. Er is geen gebruik gemaakt van externe financieringen, en evenmin zijn risicovolle beleggingen gedaan. 2.4. Financiële ontwikkelingen en overige financiële informatie Financiële kengetallen
Kapitalisatiefactor Financieringsfunctie Transactiefunctie Financiële buffer Weerstandsvermogen o.b.v. grondslagen OCW Weerstandsvermogen gecorrigeerd voor bestemmingsreserve onderhoud Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 Liquiditeit Rentabiliteit
2012
2011
2010
Norm
54,7% 26,1% 8,6% 20,0% 31,1% 34,6% 81,3% 82,5% 4,7 3,8%
49,0% 18,9% 8,5% 17,3% 27,7% 31,7% 79,6% 80,9% 4,3 5,7%
71,4% 16,6% 39,7% 15,4% 20,9% 25,6% 45,8% 46,6% 1,6 -6,3%
60% 35% 15% 10% 30% 30% 66% 78% 3,5 0,4%
2.4.1. Kapitalisatiefactor
De kapitalisatiefactor is hoger geworden, maar ligt nog onder de signaalgrens. 2.4.2. Financieringsfunctie
De financieringsfunctie is ook hoger geworden, maar ligt nog steeds onder de norm voor kleine scholen. De financieringsfunctie ligt wel boven het landelijke gemiddelde. 2.4.3. Transactiefunctie
De transactiefunctie is enigszins hoger geworden, maar ligt zelfs nog steeds onder de norm die voor grote scholen wordt aangehouden. 2.4.4. Financiële buffer
De financiële buffer is ook dit jaar fors toegenomen, en boven de signaleringsgrens. Dit wordt veroorzaakt door een aanzienlijke hoeveelheid van private middelen. Een hogere financiële buffer is ook nodig omdat de school gemoedsbezwaard is. Zie ook opmerking bij weerstandsvermogen. 2.4.5. Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is dit jaar verbeterd en weer rond de norm. Opgemerkt wordt dat de school gemoedsbezwaard is voor alle sociale verzekeringswetten. De school neemt dus niet deel aan het Vervangingsfonds en Participatiefonds, maar draagt de eigen risico’s van wachtgeld en vervanging personeel. Deze risico's rechtvaardigen een hoger weerstandsvermogen. 2.4.6. Solvabiliteit
De solvabiliteit is verbeterd en ligt rond of boven de norm. 2.4.7. Liquiditeit
De liquiditeit is verbeterd en voldoet aan de norm. 2.4.8. Rentabiliteit
De rentabiliteit is boven de norm. 2.4.9. Verhouding personele lasten Personele lasten 2012
2011
2010
Norm
9
Verhouding personele lasten
78,6%
77,9%
76,7%
81,0%
2012 85,1%
2011 79,8%
2010 82,4%
Norm 89,8%
2012 83,000 343,000 426,000
2011 44,000 321,000 365,000
2010 73,000 241,000 314,000
Euro Euro Euro
2.4.10. Verhouding Rijksbijdragen t.o.v. de totale baten
Verhouding rijksbijdragen t.o.v. de totale baten 2.4.11. Reserves Reserves Publieke Reserves Private reserves Totaal reserves
Een groot deel van de reserves betreft privaatrechtelijke middelen.
3. Overige informatievereisten 3.1. Vooruitblik (zie ook 2.1.1 en 2.1.2) 3.1.1. Plannen en te bereiken doelen Financiën
Er wordt naar gestreefd om op de lange termijn een begroting/exploitatie te hebben die ten dienste staat aan de doelstelling van de stichting met als randvoorwaarde dat bij een voldoende groot weerstandsvermogen, deze begroting/exploitatie minimaal sluitend is. Meer dan voorheen zal vanwege de versobering van de bekostiging dan ook gestreefd moeten worden naar een formatie die in overeenstemming is met de bekostiging van rijkswege. 3.1.2. Toekomstige ontwikkelingen
De kwaliteit van onderwijs heeft nadrukkelijk de aandacht van het bestuur, en het beleid van het bestuur is er op gericht om de kwaliteit van onderwijs te waarborgen. De school is net niet groot genoeg om 8 enkele groepen bekostigd te krijgen. Het personeel is relatief jong, en de werkdruk is vaak relatief hoog. Dit is ook een gevolg van het feit dat we kinderen niet snel naar het SBO verwijzen. Het bestuur en de directie zijn al enige jaren bezig diverse maatregelen te nemen om de werkdruk te verminderen, en de opbrengsten van het onderwijs te verhogen. Hierdoor is er de afgelopen jaren sprake geweest van relatief hoge personeelslasten. Hiervan zal ook de komende jaren nog sprake zijn, hoewel het een aandachtspunt is om hier een zekere afbouw aan te brengen. Het komende jaar zal ook de onderbouw nadrukkelijk de aandacht hebben, vanwege de ongelijke instroom. De gemiddelde ervaring van het personeel zorgt er daarnaast voor dat ook de komende jaren relatief veel geld uitgetrokken moet worden voor scholing, begeleiding en coaching. De taalmethode die we gebruiken kost jaarlijks relatief veel door de dure werkboekjes. De leerling-prognose laat een lichte stijging van het leerlingenaantal zien, wat positieve gevolgen zal hebben voor de inkomsten. De gevolgen van de invoering van Passend Onderwijs per 2014 zijn op dit moment nog niet te overzien. 3.1.3. Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Als schoolbestuur zijn we ons continu bewust van het maatschappelijk speelveld waarin wij ons bevinden en de noodzaak om op maatschappelijk verantwoorde wijze het onderwijs binnen de stichting inhoud te geven. De school participeert in het WSNS samenwerkingsverband FVCS, en daarmede in een Passend Onderwijs samenwerkingsverband. Deze samenwerkingsverbanden hebben
10
relaties met zorginstellingen, opvoedkundige bureaus, en andere instellingen die gericht zijn op het welzijn van kinderen Met de gemeente wordt op tal van terreinen samengewerkt 3.1.4. Horizontale verantwoording
Het bestuur is zich bewust van de verantwoording die zij ook heeft af te leggen aan de maatschappij. Zij doet dat o.a. via jaarverslagen, nieuwsbrieven en verantwoording aan de ingestelde WMS adviesraad. In deze raad zijn zowel ouders als personeel vertegenwoordigd zijn. Voorts is geconstateerd dat de informatie verder versterkt zou kunnen worden. Organisaties waarmee wordt samengewerkt zijn gemeenten onderwijsadviesdiensten, administratiekantoor, Arbodienst en andere maatschappelijke partners.
11