BESTRIJDINGSPLAN WATERZUIVERING Wetterskip Fryslân
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
-1-
Inhoudsopgave Lijst met afkortingen: ............................................................................................... 4 1 Inleiding en doelstelling ......................................................................................... 5 2 Risicovolle situaties en calamiteitenscenario’s ......................................................... 7 2.1 Risico’s .......................................................................................................................... 7 2.2 Risicovolle situaties en objecten ................................................................................... 7 2.3 Risico-inventarisatie ..................................................................................................... 7 2.4 Gevolgen uitval ............................................................................................................ 7 2.5 Calamiteiten ................................................................................................................ 8 3 Organisatie bestrijdingsplan Waterzuivering .......................................................... 11 3.1 Algemeen ................................................................................................................... 11 3.1.1 Waarschuwing, melding en alarmering .................................................................... 11 3.1.3.fase 1: bestrijding van een incident .......................................................................... 12 3.1.4. fase 2: bestrijding van een ernstig incident ............................................................ 12 3.1.5. fase 3: bestrijding van een calamiteit of ramp ......................................................... 13 3.1.6. fase 4: Opschaling van de Veiligheidsregio in GRIP 4 .............................................. 13 3.2 Inschakelen stafafdeling Communicatie, educatie en crisisbeheersing (SCEC) bij de bestrijding van een calamiteit (o.i.d.) ............................................................................... 13 3.3 Taken en bezetting actiecentrum ............................................................................... 13 3.4 Taken en bezetting operationeel team ....................................................................... 16 3.5 Taken en bezetting beleidsteam ................................................................................. 19 3.5 Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP) ......................... 21 4 Scenario calamiteiten door uitval rioolgemaal ........................................................ 23 5 Scenario calamiteit door elektrische of mechanische storing ................................... 27 6 Scenario calamiteuze lozing op de riolering ............................................................ 31 7 Scenario uitval Slibontwateringsinstallatie te Heerenveen ...................................... 35 8 Scenario calamiteit door lekkage of breuk persleiding .............................................39
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
-2-
Bijlagen: Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9: Bijlage 10: Bijlage 11: Bijlage 12:
Bezetting AC Waterzuivering Bezetting OT Bezetting BT Vergaderagenda Rapportages tijdens calamiteiten Logboekformulier Meldingsformulier calamiteiten receptie Wetterskip Fryslân Netwerkoverzicht Bereikbaarheid gemeenten en meldkamer t.b.v. melding calamiteiten Bevoegdheden dijkgraaf tijdens calamiteiten en in de Algemene Kolom Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP Verzendlijst
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
-3-
Lijst met afkortingen: AC ABWZ BP BT CdK CMS CPO CTDi GHOR GRS ICT NCC OL OT RCC RBT ROT RWZI
Actiecentrum Afdeling Beheer Waterzuivering Bestrijdingsplan Beleidsteam Commissaris van de Koning Crisis management systeem Coördinator plaats ongeval Cluster Technische Dienst Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gemeentelijke Rampen Staf Informatie- en Communicatie Technologie Nationaal Coördinatie Centrum Operationeel Leider Operationeel Team Regionaal Coördinatie Centrum Regionaal BeleidsTeam Regionaal Operationeel Team Rioolwaterzuiveringsinstallatie
SCEC
Stafdeling Communicatie, educatie en crisisbeheersing
SD Sitrap SOI TA WF
Secretaris-directeur Situatierapport Slibontwateringsinstallie Technisch assistent Wetterskip Fryslân
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
-4-
1 Inleiding en doelstelling Dit bestrijdingsplan (BP) bevat een reeks handleidingen voor de bestrijding van een specifieke calamiteit. Voornaamste doelgroep van het bestrijdingsplan zijn de medewerkers van Wetterskip Fryslân (WF) die organisatorisch en inhoudelijk bij de bestrijding betrokken zijn. De onderwerpen in het bestrijdingsplan zijn afgeleid van een inventarisatie van de voornaamste risico’s met betrekking tot waterzuivering. Het bestrijdingsplan geeft de betrokkenen inzicht in de mogelijkheden van de bestrijding en in hun eigen aandeel daarin. Tevens biedt het bestrijdingsplan inzicht in de wijze waarop met externe partijen moet worden samengewerkt en hoe hierover afstemming wordt verkregen. De activiteiten en de organisatie die beschreven zijn in het bestrijdingsplan sluiten aan op het crisisbeheerssysteem zoals vastgelegd in het calamiteitenplan van Wetterskip Fryslân en worden jaarlijks geoefend. In het bestrijdingsplan worden de volgende elementen beschreven: afspraken en instructies m.b.t. de melding, alarmering, risico-indicatoren, informatieverstrekking, organisatie, fasering en handelwijze, bewaking en bestrijding bij een calamiteit overzicht van de bereikbaarheid intern en extern samenhang met andere bestrijdingsplannen bijlagen met checklists, kaarten en lijsten ter ondersteuning van de bewaking en bestrijding Het bestrijdingplan waterzuivering wordt jaarlijks geactualiseerd. Het doel van het bestrijdingsplan waterzuivering is om aan te geven op welke wijze de bestrijding van optredende calamiteiten beleidsmatig en operationeel wordt uitgevoerd en gecoördineerd, om de eventuele schadelijke gevolgen te beperken of ongedaan te maken. Concreet betekent dat, dat de negatieve gevolgen van de uitval van een zuiveringstechnisch werk zoveel mogelijk worden beperkt. Het bestrijdingsplan dient ter ondersteuning van de betrokken medewerkers in de voorbereiding en daadwerkelijke bestrijding van (ernstige) incidenten en calamiteiten. Daarnaast is het bestrijdingsplan er bovendien op gericht dat: het serviceniveau van de RWZI’s in het werkgebied, gewaarborgd blijft. Met het serviceniveau wordt bedoeld het transport en het zuiveren (met inachtneming van de vergunningseisen) van het aangeboden afvalwater. met de beschikbare middelen en menskracht ervoor wordt gezorgd dat ten gevolge van storingen aan rioolgemalen zo weinig mogelijk wordt geloosd op het oppervlaktewater. met de beschikbare middelen en menskracht er voor zorgdragen dat zo weinig mogelijk schade aan het milieu en omgeving wordt toegebracht. De zuiveringstechnische werken van Watersysteem- en waterketenbeheer omvatten het geheel van rioolgemalen, persleidingen, rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s) en de slibontwateringsinstallatie (SOI) te Heerenveen, voor zover die in beheer zijn bij WF. De zuiveringstechnische werken en de gemeentelijke rioolstelsels vormen tezamen het afvalwatersysteem. Met het gemeentelijk rioolstelsel wordt het stedelijk afvalwater ingezameld. De rioolgemalen en persleidingen zorgen vervolgens voor transport naar de RWZI, waar het afvalwater wordt gezuiverd voordat het op oppervlaktewater wordt geloosd. De verschillende onderdelen van het afvalwatersysteem zijn op elkaar afgestemd. Dat betekent dat storingen in zuiveringstechnische werken effect kunnen hebben op het functioneren van de gemeentelijke rioolstelsels. Zeker als dit bij gemengde rioolstelsels gepaard gaat met hevige regenval. De combinatie van regenwater met afvalwater leidt dan tot een grote toevoer van verontreinigd water. Wanneer dat niet wordt weggeBestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
-5-
voerd leidt dat tot een overstort van rioolwater op oppervlaktewater. De lozing van rioolwater via een overstort kan leiden tot waterkwaliteitsproblemen en mediagevoelige situaties als vissterfte en stankoverlast. Omdat de gemeentelijke rioolstelsels aansluiten op de zuiveringstechnische werken van WF speelt de communicatie en samenwerking met de betrokken gemeente(n) een belangrijke rol. Het is daarom van belang de stafafdeling SCEC in een vroeg stadium te betrekken bij een incident/calamiteit. Relatie met andere bestrijdingplannen Dit bestrijdingplan gaat in op verstoringen van het zuiveringsproces. Bij (dreigende) problemen in het oppervlaktewater treedt ook het bestrijdingsplan waterkwaliteit van de cluster Handhaving in werking. Indien de verstoring van het zuiveringsproces samenvalt met een bedrijfsongeval treedt het noodplan in werking. Elke RWZI heeft een eigen noodplan. Het noodplan gaat voor op het bestrijdingsplan. Het redden van personen, helpen van gewonden, bestrijden van brand heeft een hogere prioriteit dan het voorkomen van milieuschade.
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
-6-
2 Risicovolle situaties en calamiteitenscenario’s 2.1 Risico’s Een risico is wiskundig gedefinieerd als: risico = kans x gevolg. De kans wordt vaak weergegeven door het aantal malen dat een bepaalde situatie zich voordoet. Het uitvallen van een gemaal komt bijvoorbeeld eens per tien jaar voor (= kans). Bij calamiteiten en rampen wordt financiële schade (= gevolg) in euro’s uitgedrukt. Andere vormen van schade, zoals maatschappelijke ontwrichting, worden vaak kwalitatief aangeduid (zeer hoog, hoog, laag, zeer laag).
2.2 Risicovolle situaties en objecten Risicovolle situaties worden gekenmerkt door grote gevolgen en een hoge kans van voorkomen. Een combinatie van beide levert een zeer risicovolle situatie op. Risicovolle objecten worden in het algemeen gekenmerkt door grote gevolgen als het object, bijvoorbeeld een gemaal, niet naar behoren functioneert.
2.3 Risico-inventarisatie Een op calamiteiten voorbereide organisatie, als Wetterskip Fryslân, heeft de risico’s in haar gebied duidelijk in beeld en heeft het beleid daarop afgestemd. De risico’s zijn geïnventariseerd op basis van ervaringen uit het verleden en op basis van de kennis van deskundige medewerkers. Vervolgens zijn bij de diverse risico’s scenario’s gedefinieerd waarin objecten kunnen falen en/of uitvallen en scenario’s beschreven waarin calamiteuze situaties optreden.
2.4 Gevolgen uitval Ernstige verstoring van het zuiveringsproces kan leiden tot verontreiniging van oppervlaktewater en/of tot ophoping van verontreinigd slib op de bodem van het ontvangende oppervlaktewater. Bij omvangrijke lozingen kan het leiden tot vissterfte als gevolg van zuurstofgebrek en tot stankoverlast. Bij dreigende problemen in het oppervlaktewater werken de betrokken waterschapsafdelingen gezamenlijk aan de bestrijding. Storingen aan rioolgemalen en persleidingen van WF kunnen leiden tot lokale bodemverontreiniging en/of tot verontreiniging van oppervlaktewater. Huishoudelijk afvalwater dat op het oppervlaktewater terechtkomt, leidt lokaal tot een tijdelijke verslechtering van waterkwaliteit. Bij omvangrijke lozingen kan het leiden tot vissterfte als gevolg van zuurstofgebrek en tot stankoverlast. Bij een ernstige overstort of lozing van ongezuiverd afvalwater treedt het bestrijdingsplan waterkwaliteit in werking. De betrokken waterschapsafdelingen werken dan gezamenlijk aan de bestrijding. Bij dergelijke mediagevoelige situaties moet er extra aandacht zijn voor pers- en publieksvoorlichting. Verontreiniging van oppervlaktewater kan leiden tot strafrechtelijke vervolging door het Openbaar Ministerie, met name als er sprake is van moedwilligheid, slechte houding of slordigheid
2.4.1 Risicoanalyse elektrische of mechanische storing Het risico dat een elektrische of mechanische storing (bijvoorbeeld van een beluchter, effluentgemaal of influentvijzel) op de RWZI leidt tot problemen in het oppervlaktewater is aanwezig.
2.4.2 Risicoanalyse calamiteuze lozing op de riolering Het risico dat een bedrijf stoffen op de riolering loost die een negatieve invloed hebben op het zuiveringsproces is aanwezig. Bedrijven hebben een meldingsplicht voor calamiteiten in hun procesvoeBestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
-7-
ring die mogelijk effect hebben op de riolering of de zuiveringstechnische werken van WF. WF is daarbij afhankelijk van het naleefgedrag van het bedrijf. De kans op een lozing op de riolering als gevolg van een ongeval met bijvoorbeeld een tankauto (slib, slurry, maar geen ontvlambare stoffen) wordt gering geacht.
2.4.3 Risicoanalyse uitval slibontwateringsinstallatie Bij langdurige uitval van de SOI en bij een transportverbod kan het slib niet meer worden afgevoerd en lopen de slibbuffers vol. Het risico hierop wordt gering geacht.
2.4.4 Risicoanalyse uitval rioolgemaal De kans dat uitval van een rioolgemaal leidt tot een riooloverstort is beperkt. Alle rioolgemalen zijn aangesloten op telemetrie, waarmee storingen kunnen worden gedetecteerd.
2.4.5 Risicoanalyse lekkage of breuk persleiding Bij lekkage of breuk van de persleiding wordt het afvalwater niet meer naar de RWZI, ontvangende riolering of volgend gemaal getransporteerd. Ongezuiverd afvalwater wordt dan in de bodem of op oppervlaktewater geloosd. Persleidingen zijn niet aangesloten op telemetrie. Met name bij kleine lekkages kan het langer duren voordat een dergelijk incident wordt gesignaleerd. Veelal zijn het derden – de grondeigenaren c.q. gebruikers - die lekkages van persleidingen melden. Bovenbeschreven risico’s worden in de calamiteitenscenario’s verder uitgewerkt.
2.5 Calamiteiten 2.5.1 Vaststelling van een verstoring van het zuiveringsproces In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van welke acties de medewerkers van de cluster Waterzuivering moeten ondernemen bij een (vermeende) verstoring van het zuiveringsproces. Normaliter worden op alle RWZI’s tweemaal per week representatieve monsters geanalyseerd met eigen apparatuur op afwijkingen. Bij afwijkingen gebeurt dit dagelijks. Grote afwijkingen worden gemeld aan het bevoegd gezag. Alvorens op te schalen naar fase 1, en de calamiteitenorganisatie in werking te stellen, dienen de medewerkers na te gaan, of er daadwerkelijk sprake is van een verstoring van het zuiveringsproces en zo ja, of deze verstoring al of niet wordt veroorzaakt door een calamiteit van buiten de RWZI (bijvoorbeeld een vreemde lozing op het riool). Indien zodanige afwijkingen van meetwaarden of andere waarnemingen worden geconstateerd, dat er sprake kan zijn van een verstoring van het zuiveringsproces, worden de volgende stappen doorlopen: stap 1: het nemen van een representatief steekmonsters en het uitvoeren van een analyse met apparatuur op de RWZI (bijvoorbeeld m.b.v. LASA); De duur van deze stap bedraagt circa een kwartier; stap 2: het uitvoeren van een heranalyse; stap 3: het controleren van de meet- en analyseapparatuur, waarmee de afwijkende waarden zijn vastgesteld (m.a.w. is er wel een afwijking); stap 4: het controleren of alle apparatuur en sturing van de apparatuur goed functioneert (bijvoorbeeld beluchters, O2-meters, pompen, setpointinstellingen, werkschakelaars bij); stap 5: het controleren of er sterke interne stromen of andere afwijkingen van de normale Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
-8-
bedrijfsvoering zijn; stap 6: het zonodig verder handelen volgens de scenario’s in dit “Bestrijdingsplan Waterzuivering”.
2.5.2 Uitzonderingen Er zijn calamiteiten denkbaar waartegen geen preventieve maatregelen nodig of mogelijk zijn. Dit zijn ingecalculeerde risico’s waarbij ad hoc maatregelen (bijvoorbeeld het inschakelen van derden) getroffen kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn: Afvoer van zuiveringsslib naar de SOI: geen afzet van zuiveringsslib naar de SOI in perioden waarin een transportverbod geldt zoals bijvoorbeeld tijdens de MKZ crises; de praktijk heeft uitgewezen dat er voldoende tijd is, 3 à 4 dagen, om de nodige maatregelen te treffen (nooddepot). Langdurige uitval elektriciteit: langdurige uitval van elektriciteit blijkt in de praktijk binnen 24 uur op te lossen. Langdurige uitval pompen: langdurige uitval van pompen blijkt in de praktijk binnen 24 uur op te lossen. WF beschikt over voldoende reservepompen, welke aangesloten kunnen worden als noodvoorziening. Geuroverlast Mogelijke oorzaken van geuroverlast zijn: Niet (goed) werkende biofilters; Ontbreken van filters; Te lange verblijftijden in slibbufferbakken; Het uitvallen van de beluchters. De klaarmeester bepaalt – zonodig in overleg met de Teamleider en/of procestechnologen - de oorzaak en treft maatregelen om de geuroverlast zo spoedig mogelijk op te heffen.
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
-9-
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 10 -
3 Organisatie bestrijdingsplan Waterzuivering 3.1 Algemeen In de volgende paragrafen worden de taken en bezettingen van de betrokken functionarissen en teams beschreven conform de calamiteitenorganisatie van Wetterskip Fryslân. Incidenten en calamiteiten verschillen in aard en omvang. De bestrijding kan in veel gevallen (bij beperkte incidenten) binnen de normale organisatie worden afgehandeld, maar het kan ook voorkomen dat de calamiteitenorganisatie moet worden opgestart. Het opstarten van de calamiteitenorganisatie moet snel en efficiënt, maar de calamiteitenorganisatie hoeft niet verder te worden opgeschaald dan nodig is. De aard en omvang van het incident of de calamiteit, en de omvang in impact van de gevolgen, bepalen de omvang van de benodigde calamiteitenorganisatie. Als het nodig is, wordt de calamiteitenorganisatie dus op steeds grotere schaal georganiseerd. Het op deze wijze uitbreiden van de calamiteitenorganisatie wordt opschalen genoemd. Afschalen is het op omgekeerde wijze aanpassen van de calamiteitenorganisatie.
3.1.1 Waarschuwing, melding en alarmering Jaarlijks doen zich incidenten en calamiteiten op het gebied van Waterzuivering voor. Voor een goede bestrijding van calamiteiten is het belangrijk dat meldingen bij WF goed en snel worden verwerkt. Zodra de melding hiervan de klaarmeester heeft bereikt, gaat hij ter plaatse om de melding te verifiëren en te beoordelen. In geval van een (dreigend) incident, dat nog geen direct optreden van het waterschap en/of andere hulpverleningsdiensten vereist, kan door de AC-coördinator wel worden besloten om de eigen organisatie en de overheidsdiensten en hulpverleningsdiensten te informeren over het (dreigend) incident. Dit noemen we informatief opschalen. De operationeel leider en de dijkgraaf worden altijd direct informatief gewaarschuwd. De AC-coördinator bepaalt na overleg met de CPO of daadwerkelijke opschaling naar fase 1 plaats dient te vinden. N.B. : Het is beter te vaak op te schalen naar fase 1 dan te weinig. Storingsmeldingen kunnen automatisch binnenkomen via telefonische melders en/of op externe wijze. Wetterskip Fryslân en provincie Fryslân onderhouden gezamenlijk een milieu-alarmregeling, het zogenaamde Milieu Alarm Nummer Fryslân (MAN). Dit nummer is 24 uur per dag bereikbaar, gedurende 7 dagen per week. Bij eventuele storingen krijgt de piket draaiende klaarmeester een automatische telefonische melding. Bij geen gehoor wordt de piket draaiende klaarmeester van het eerstvolgende storingscluster automatisch gebeld.. Mocht ook de piket draaiende klaarmeester van het vervangende storingscluster niet opnemen dan wordt de piket draaiende achterwacht (bestaande uit clustermanager en teamleiders Cluster Waterzuiveringen) gebeld. De piket draaiende klaarmeester van het vervangende storingscluster of de piket draaiende achterwacht probeert alsnog een klaarmeester te bereiken. Bij uitval van telemetrie verliest de klaarmeester het zicht op de werking van het rioolgemaal. Het rioolgemaal blijft echter wel normaal functioneren, behalve wanneer uitval van de telemetrie het gevolg is van blikseminslag. Externe telefonische meldingen (ook die van de meldkamer Fryslân) die buiten kantooruren binnenkomen bij het waterschap of de provincie (inzake watermilieuproblemen) worden direct doorgezet naar het MAN. Het MAN waarschuwt de piketambtenaar van de cluster Handhaving. Deze piketBestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 11 -
ambtenaar zal vervolgens ter plaatse gaan om het geval de verifiëren, te beoordelen en om zonodig (bestrijdings)acties uit te zetten.
3.1.2 Het dagelijks werk Niet voor het bestrijden van alle incidenten is het nodig de calamiteitenorganisatie op te schalen. De afhandeling van een klacht of incident kan plaatsvinden binnen de dagelijkse routine van het waterschap.. De bestrijdingsmaatregelen zijn gericht op bron- en effectbestrijding. Indien er (vermoedelijk) belangstelling van de media is, moet de communicatieadviseur van WF tijdig geïnformeerd worden door de teamleider. Derden inschakelen kan hier ook. Daarnaast is het van belang dan ook partners t informeren omdat die door media aandacht alert kunnen worden. Als het incident de dagelijkse routine te boven gaat, kan in overleg met de teamleider besloten worden tot opschaling naar fase 1. Ook grote media aandacht of bestuurlijke gevoeligheid kan een reden zijn om op te schalen.
3.1.3.fase 1: bestrijding van een incident Wanneer een incident dusdanig complex is dat mensen samen aan het werk moeten en het werk ook nog eens duidelijk afwijkt van het normale werk (complex, lange duur, meerdere locaties, andere werktijden, etc.) dan is behoefte aan duidelijke centrale coördinatie van de werkzaamheden. Voor de centrale coördinatie van de werkzaamheden ‘in het veld’ wordt gezorgd door het Actiecentrum (AC). De AC-coördinator bepaalt op basis van informatie die hij uit het "veld” ontvangt of het AC moet worden opgestart. Op dat moment is er sprake van fase 1.De piketambtenaar krijgt dan de rol van Coördinator Plaats Ongeval (CPO). . Naast complexiteit en omvang kunnen externe bestuurlijke gevoeligheid van een incident en aandacht van de media een maatgevend criterium zijn voor opschaling, bijvoorbeeld om passende crisiscommunicatie uit te voeren. Bij het opschalen naar fase 1 wordt de Veiligheidsregio geïnformeerd.
3.1.4. fase 2: bestrijding van een ernstig incident Een groot incident kan het noodzakelijk maken dat wordt afgeweken van de normale tactische richtlijnen binnen WF. Kenmerken van dergelijke situaties zijn dat over langere tijd veel medewerkers worden ingezet, dat op hoog niveau afstemming noodzakelijk is met andere organisaties en dat prioriteiten moeten worden gesteld tussen de uitvoering van noodzakelijke werkzaamheden. In een dergelijke situatie start de operationeel leider op verzoek van de AC-coördinator het OT op. Het OT neemt geen taken over van de actiecentra, maar maakt het mogelijk om op tactisch niveau te coördineren. Met het actief worden van het OT gaat fase 2 van de bestrijding in. De Regionale Commandant van Dienst wordt gewaarschuwd en in overleg met de operationele diensten wordt bepaald welke inzet van hulpverleningsdiensten nodig is. De burgemeesters van de betreffende gemeenten worden gewaarschuwd en geïnformeerd over de aard en omvang van de calamiteit. Indien de Veiligheidsregio bij een watergerelateerde calamiteit opschaalt naar Grip 2 en er wordt een ROT (Regionaal Operationeel Team) ingesteld, dan gaat er vanuit het OT van WF een liaison naar het ROT. N.B.: Het opschalen van fase 1 naar fase 2 is een beslissing van de leider van het OT op verzoek van de AC-coördinator. Het staat volledig los van de Grip-opschaling Het hoeft voor de interne calamiteitenorganisatie van WF niet noodzakelijk te zijn op te schalen naar een hoger niveau wanneer externe hulpverleningsdiensten in GRIP opschalen (zie 3.6 voor uitleg over de GRIP procedure).
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 12 -
3.1.5. fase 3: bestrijding van een calamiteit of ramp Als het bij de bestrijding van de calamiteit noodzakelijk wordt, dat er strategische beslissingen worden genomen, start de voorzitter van het BT op verzoek van de voorzitter van het OT het BT op. Niet alleen het nemen van strategische besluiten gebeurt door de leden van het BT, ook het afstemmen met bestuurders van andere organisaties is hun taak. Het beleidsteam neemt geen taken over van het OT, maar maakt het mogelijk om op strategisch niveau te coördineren. Op het moment dat het BT actief is geworden, is sprake van fase 3 in de bestrijding.
3.1.6. fase 4: Opschaling van de Veiligheidsregio in GRIP 4 Als de Veiligheidsregio bij een water gerelateerde calamiteit opschaalt naar GRIP fase 4,omdat de effecten van een calamiteit de gemeentegrenzen overschrijden, wordt door de Veiligheidsregio een RBT (Regionaal Beleidsteam) ingesteld met aan het hoofd de coördinerend bestuurder (de burgemeester van Leeuwarden). De dijkgraaf van WF gaat naar het RBT en de loco-dijkgraaf neemt zijn rol over in het BT van WF. WF blijft verantwoordelijk voor het uitvoeren van zijn eigen taken.
3.2 Inschakelen stafafdeling Communicatie, educatie en crisisbeheersing (SCEC) bij de bestrijding van een calamiteit (o.i.d.) De ervaring met incidenten en calamiteiten leert dat er meteen (grote) media aandacht is. Daarom is niet alleen de bestrijding van de calamiteit erg belangrijk, maar ook de communicatie met de buitenwereld. Het is daarom van groot belang SCEC in een vroeg stadium te betrekken bij de bestrijding van de calamiteit. Communicatie kan de pers te woord staan, de social media volgen en ervoor zorgen dat in het veld de CPO en het bestrijdingsteam in hun werk niet worden gehinderd door de media. Een tijdig contact met de media kan zorgen voor een goede berichtgeving over het incident, de klacht of de ramp..
3.3 Taken en bezetting actiecentrum Het actiecentrum (AC) verzorgt de coördinatie van de bestrijdingswerkzaamheden in het veld door de Coördinator Plaats Ongeval (CPO) en de bestrijdingsteams. In de onderstaande tabel zijn de functionarissen opgenomen die deel uit maken van het actiecentrum (een bezettingslijst is opgenomen in bijlage 1): Actiecentrumcoördinator Algemeen adviseur Technisch assistent Notulist Plotter Communicatieadviseur Calamiteitencoördinator Desgewenst vertegenwoordiger van: Facilitaire Zaken, ICT Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 13 -
Actiecentrumcoördinator Sommige incidenten vragen inzet van veel expertise. Toch is het van belang het AC in omvang klein en daarmee slagvaardig te houden. Er is voor gekozen een kernbemensing van maximaal 8 personen in het AC te hebben. Overige expertise kan naar believen worden opgeroepen. Deze expertise is georganiseerd in een ondersteunende staf. (zie pagina 16) De leiding van het AC berust bij de actiecentrumcoördinator. Hij/zij kan de benodigde medewerkers van WF oproepen en de calamiteitenbestrijding uitvoeren. Bij ernstige calamiteiten adviseert de AC coördinator de voorzitter van het OT om het OT op te starten, zodat daar tactische besluiten kunnen worden genomen over de inzet van extra mensen en middelen etc. Binnen het AC zorgt de AC-coördinator voor de verzorging en aflossing van de personeelsleden in het AC en in het veld. Het is van groot belang dat de aflossing ruim van te voren concreet is vastgelegd (wie, wat, waar en wanneer). De AC coördinator zorgt dat de diensten bij overdracht voldoende overlappen, zodat de opvolgers door hun voorgangers goed op de hoogte worden gebracht over de stand van zaken. De voorgangers dienen deze overdracht goed voor te bereiden zodat de opvolgers zo snel mogelijk efficiënt aan de slag kunnen. De binnenkomende informatie wordt in het AC-overleg besproken onder voorzitterschap van de ACcoördinator. De AC coördinator zorgt er daarna voor dat de verdere acties worden uitgezet. De AC coördinator is verantwoordelijk voor het regelmatig opstellen en verzenden van situatierapporten naar de operationeel leider, de dijkgraaf, de communicatieadviseur en de calamiteitencoördinator. Ook de CPO dient niet te worden vergeten wanneer hij niet in het AC is. Indien opgeschaald wordt naar fase 2, dan wordt de AC-coördinator lid van het OT. Na de ACvergadering informeert de AC-coördinator het OT over de bevindingen van het AC en neemt hij/zij ook deel aan de OT-vergadering. Algemeen adviseur De algemeen adviseur vervangt de AC-coördinator als die in fase 2 aanschuift bij het OT (uitvoeren acties AC en, indien nodig, voorzitterschap AC). Verder doet de Algemeen Adviseur alle voorkomende werkzaamheden. Technisch assistent Op het actiecentrum is een technisch assistent (TA) aanwezig die de coördinator van het AC ondersteunt. De TA adviseert en ondersteunt de coördinator bij het bepalen van de te ondernemen acties voor de calamiteitenbestrijding. Hij verzorgt ondermeer de contacten tussen het actiecentrum en de CPO in het veld. Desgewenst kan de technisch assistent de CPO in het veld ondersteunen. Ook worden door hem zonodig contacten met de lokale leidinggevenden van de hulpverleningsdiensten onderhouden voor het maken van de werkafspraken. Notulist Het opstellen – in samenspraak met de AC-coördinator - van het situatierapport Het verzenden van het situatierapport na vaststelling door de AC-coördinator naar: o de clustermanager waterzuivering o de manager Watersysteem- en Waterketenbeheer o de operationeel leider o de dijkgraaf o de communicatieadviseur o de calamiteitencoördinator Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 14 -
o
Veiligheidsregio Fryslân
Plotter Tijdens de vergadering schrijft de plotter in het kort het besprokene en de actiepunten op aan de wand hangende statusborden. Op die manier is het voor alle deelnemers duidelijk wat besproken en besloten is en welke acties moeten worden uitgevoerd.
Communicatieadviseur De taken van de communicatieadviseur zijn: Organiseren en uitvoeren van de pers- en publieksvoorlichting en de afstemming hiervan met andere organisaties; Uitvoeren van de interne voorlichting Aansturen telefoonteam Coördineren van de informatie Monitoren social media Calamiteitencoördinator De calamiteitencoördinator is specialist op gebied van de werkwijze en de crisisbesluitvorming binnen de calamiteitenorganisatie van WF zelf en adviseert het AC over samen met de calamiteitenorganisaties binnen het netwerk van WF. Binnen het AC draagt de calamiteitencoördinator zorg voor de procesbewaking. Facilitaire Zaken Het cluster facilitair bedrijf stemt af met de AC-coördinator over de inzet van facilitaire zaken. Zo zal het gebouw opengesteld moeten worden en moet een telefonist aanwezig zijn. Daarnaast moeten de ruimtes worden ingericht en geheel worden voorzien van telefoons, computers en faxen e.d. Een ander onderdeel dat ook moet worden aangestuurd is de catering voor zowel binnen als buiten (de medewerkers in het veld in het kader van dijkbewaking of calamiteitenbestrijding). Als er veel telefoonverkeer binnenkomt bij WF i.v.m. de calamiteit dan kan er een telefoonteam worden ingesteld. Dit team bestaat uit geselecteerde medewerkers, die opgeleid zijn om de taken binnen dit team te vervullen. Taken van de CPO De CPO is de functionaris te velde. De CPO heeft de volgende taken: het ter plaatse verifiëren, beoordelen en terugkoppelen van al of niet uitgevoerde taken en van de situatie aan een betrokken leidinggevende danwel de eventuele AC-coördinator; het coördineren en uitvoeren van de bestrijdingsmaatregelen; het laten uitvoeren van de bestrijdingsacties ter plaatse door collega’s met de beschikbare middelen (zie bijlage 5), in samenwerking met uitvoerenden van andere bestrijdende organisaties; het onderhouden van contacten en afstemmen met andere organisaties in het veld; het onderhouden van contact met het actiecentrum in eerste instantie via de technisch assistent, de algemeen assistent of telefonist; het adviseren van het actiecentrum met betrekking tot mogelijke oplossingsrichtingen; het zo nodig aanvragen van personele en materiële bijstand bij het actiecentrum; het bijhouden van een logboek; de media doorverwijzen naar de communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 15 -
Taken en bezetting van het bestrijdingsteam Het bestrijdingsteam werkt onder leiding van de CPO en heeft de volgende taken: het uitvoeren van werkzaamheden in het veld conform de aanwijzingen van de CPO het te allen tijde bekend maken van de locatie van werkzaamheden aan de CPO het periodiek overleggen en terugkoppelen met CPO de media doorverwijzen naar de communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân Een lijst met beschikbare middelen is opgenomen in de bijlage 4. Voorbeelden van een vergaderagenda, rapportages tijdens calamiteiten en een logboekformulier zijn opgenomen in de bijlagen 5, 6 en 7. Ondersteunende staf Voor zowel AC, OT en BT kan een ondersteunende staf worden ingesteld als er behoefte is aan extra ondersteuning of expertise voor de bestrijding van een calamiteit (en deze medewerkers niet aanwezig hoeven te zijn bij de AC, OT of BT vergaderingen, m.u.v. de specialist). Hierbij kan gedacht worden aan het inschakelen een specialist, databeheerder, kaartplotter, ondersteuning t.b.v. regelen catering, kopieerwerk enz. enz. Wie er plaats neemt in de ondersteunende staf is afhankelijk van de calamiteit en daarvoor benodigde expertise en ondersteuning. De ondersteunende staf wordt ingesteld door de AC coördinator (of leider OT, of voorzitter BT).De leden van de ondersteunende staf kunnen afkomstig zijn uit alle clusters.
3.4 Taken en bezetting operationeel team Indien wordt opgeschaald naar fase 2 wordt het OT operationeel. De directeur gaat dan functioneren als operationeel leider van het operationeel team. De leden van het OT ontvangen zo snel mogelijk een sitrap van het AC. De operationeel leider bereidt de eerste vergadering (samen met de calamiteitencoördinator) voor en laat deze zo snel mogelijk beginnen om een eerste indruk van de noodzakelijke acties te krijgen. Daar waar knelpunten met gevolgen voor de tactiek optreden bij de daadwerkelijke bestrijding van een calamiteit, vindt binnen het OT overleg plaats. Daarnaast kan door het OT afstemming plaatsvinden met operationele teams van andere organisaties (bijvoorbeeld het Regionaal Operationeel Team - ROT - van de veiligheidsregio of een OT van een naburig waterschap). Om het overzicht te behouden over de situatie, wordt het OT door de AC-coördinator van informatie voorzien. De AC-coördinator blijft tijdens de gehele vergadering aanwezig. De AC-coördinator zal daarna in het AC-overleg een terugkoppeling geven vanuit het OT. Het OT bepaalt de tactiek van de bestrijding. Dit omvat in hoofdzaak de volgende taken: Oplossen van knelpunten uit het AC; Het zonodig inschakelen van extra medewerkers en materiaal (zowel in- als extern) en het coördineren van de inbreng van de verschillende actiecentra van het waterschap bij de bewakings/ bestrijdingsactiviteiten; Het voorleggen van beleidsbeslissingen aan het BT (alleen in fase 3); Het vertalen van de strategie van het beleidsteam in een tactiek voor de actiecentra (alleen in fase 3) Het opstellen van een voorlichtingstactiek; Het onderhouden van contacten en overleg met andere betrokken bestrijdende organisaties op tactisch coördinerend niveau;
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 16 -
Het periodiek informeren van het beleidsteam en externen door middel van het situatierapport;
Interne werkwijze OT Het OT vergadert met intervallen en zit dus niet constant ‘om tafel’. Vergaderd wordt om de stand van zaken te bepalen binnen de diverse betrokken onderdelen van WF en over de te volgen tactiek. De leden van het OT geven aan of binnen de vastgestelde tactiek kan worden opgetreden of dat de wijzigingen noodzakelijk zijn. Over deze wijzigingen beslist het OT. Indien blijkt dat zelfs de strategie (het beleid) moet worden gewijzigd is een beslissing van het BT noodzakelijk en dient de operationeel leider de dijkgraaf te adviseren om het BT te starten om beslissing te nemen. De vergaderingen van het OT vinden plaats indien dit noodzakelijk wordt bevonden door de leden. Vergaderingen vinden plaats aan de hand van de standaardagenda (zie bijlage 4). Verslaglegging vindt plaats middels situatierapporten en logboeken (zie bijlagen 5 en 6). Net als bij het AC dienen ook de vergaderingen in het OT zo kort mogelijk te zijn (streeftijd maximaal een half uur) om zo snel mogelijk beslissingen te kunnen nemen. De calamiteitencoördinator bewaakt het formele proces. In de onderstaande tabel zijn de functionarissen opgenomen die deel uit maken van het operationeel team (een bezettingslijst is opgenomen in bijlage 2):
Operationeel Leider/voorzitter OT Manager/technisch adviseur AC-coördinator Liaison ROT Communicatieadviseur Calamiteitencoördinator Notulist Plotter Operationeel leider De coördinatie binnen het OT vindt plaats onder leiding van de operationeel leider. De operationeel leider is voorzitter in het OT. Hij ziet erop toe dat de taken van het OT worden uitgevoerd. Daarnaast vervult hij ook zijn rol in het beleidsteam. Daar waar beslissingen worden genomen met grote gevolgen voor de strategie van WF, legt de operationeel leider de situatie voor aan het BT en geeft daarbij een advies van het OT. Communicatieadviseur De taken van de communicatieadviseur zijn: Organiseren en uitvoeren van de pers- en publieksvoorlichting en de afstemming hiervan met andere organisaties; Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 17 -
Uitvoeren van de interne voorlichting Aansturen telefoonteam Coördinatie van de informatie Monitoren social media
Manager/technisch adviseur De manager watersysteem en waterketenbeheer i s de technisch adviseur van de operationeel leider en onderhoudt namens het OT contact met het AC. AC-coördinator De AC-coördinator informeert het OT over de bevindingen van het AC en neemt deel aan de discussie in het OT. Liaison ROT De liaison ROT gaat namens WF naar het ROT van de Veiligheidsregio (indien de Veiligheidsregio is opgeschaald naar GRIP 2 bij een watergerelateerde calamiteit). Calamiteitencoördinator De calamiteitencoördinator is specialist op gebied van de werkwijze en de crisisbesluitvorming binnen de calamiteitenorganisatie van WF zelf en adviseert het OT over samen met de calamiteitenorganisaties binnen het netwerk van WF. Binnen het OT draagt de calamiteitencoördinator zorg voor de procesbewaking. Plotter Tijdens de vergadering schrijft de plotter in het kort het besprokene en de actiepunten op aan de wand hangende statusborden. Op die manier is het voor alle deelnemers duidelijk wat besproken en besloten is en welke acties uitgevoerd moeten worden. Notulist De notulist heeft in hoofdzaak de volgende taken: opstellen van het situatierapport tijdens het OT-overleg conform het standaard format; verzenden van het situatierapport na vaststelling door de operationeel leider aan: o BT o AC o Externe samenwerkingspartners Voor haar tactische werkzaamheden en ter ondersteuning van de liaison kan ook het OT gebruik maken van de ondersteunende staf genoemd op pagina 16.
Waarschuwing (1) voor OT: Het risico is aanwezig dat leden van het OT zich met de details van de uitvoering van de bestrijding in de AC’s en het veld gaan bemoeien. Dit mag niet gebeuren. Elk onderdeel van de calamiteitenorganisatie heeft haar eigen taak. Waarschuwing (2) voor OT: In de praktijk blijken organisaties bij de bestrijding van calamiteiten graag gebruik te maken van liaisons: vertegenwoordigers van externe organisaties die worden opgenomen in de eigen calamiteitenorganisatie. Bestrijdingsplan Waterzuivering Waarschuwing (3) voor OT: d.d. 9 september 2013 - 18 Iedereen dient alert te zijn op oververmoeidheidverschijnselen. Niet alleen bij zichzelf, maar ook bij anderen.
3.5 Taken en bezetting beleidsteam Als het bij de bestrijding van de calamiteit noodzakelijk wordt dat er strategische beslissingen worden genomen, start de dijkgraaf op verzoek van de operationele leider het BT op (waarmee automatisch fase 3 ingaat). De beslissing tot opschaling naar fase 3 en actieve deelname van het BT kan plaatsvinden op basis van een interne noodzaak (WF heeft zelf behoefte aan deelname van het BT) of op basis van een externe noodzaak (externe organisaties (RBT of GBT) wensen bestuurlijke afstemming met WF. Het BT functioneert als vertegenwoordiger van WF op zowel beleid- als strategisch niveau voor de bij de bestrijding betrokken externe organisaties. Bij het actief worden van het BT worden deze organisaties door middel van het situatierapport van het OT hiervan op de hoogte gebracht. De dijkgraaf is voorzitter van het BT. Hij ziet erop toe dat de taken van het BT worden uitgevoerd. Daarnaast is hij als dijkgraaf eindverantwoordelijk voor het optreden van de hele calamiteitenorganisatie van WF. De operationeel leider verzorgt het contact tussen het OT en het BT. Hij presenteert de stand van zaken in het BT en licht verzoeken en adviezen van het OT toe. De communicatieadviseur adviseert het BT over de communicatieaspecten verbonden aan de gekozen strategie van WF. De communicatieadviseur verzorgt namens (en in overleg met) AC, OT en BT de in- en externe voorlichting. De calamiteitencoördinator draagt zorg voor de procesbewaking. De plotter schrijft tijdens de vergadering in het kort het besprokene op aan de wand hangende statusborden. Op die manier is het voor alle deelnemers duidelijk wat besproken en besloten is Een notulist zorgt tijdens de vergaderingen van het BT voor het opstellen van het sitrap. Om tot een goede strategie te komen is afstemming met externe organisaties op beleidsniveau noodzakelijk. Deze afstemming vindt plaats door het BT met vergelijkbare teams van de externe instanties (bijvoorbeeld het regionaal beleidsteam, RBT) De beleidsbepaling en bestuurlijke afstemming is een essentieel onderdeel van het optreden van de calamiteitenorganisatie. Het is van groot belang dat het BT zich alleen hier mee bezighoudt. In de praktijk betekent dit dat het beleidsteam niet continu om tafel zit, maar enkele malen per dag bijeenkomt. In de tussentijd wordt men op de hoogte gehouden over de stand van zaken. Vergaderingen vinden plaats aan de hand van de standaardagenda (zie bijlage 4). Verslaglegging vindt plaats middels situatierapporten en logboeken (zie bijlagen 5 en 6). Het BT heeft de volgende taken: het op strategisch niveau sturing geven aan de interne calamiteitenorganisatie; het nemen van beleidsbeslissingen met betrekking tot de bestrijding van de calamiteit, voor zover de bevoegdheid reikt en in samenspraak met de overige organisaties; het afstemmen met andere bestuurders en externe organisaties op beleidsniveau; het zo nodig zorgen voor een liaison naar de staf van de burgemeester (GBT). De dijkgraaf is lid van het Regionaal Beleidsteam (RBT) van de veiligheidsregio Fryslân. Zodra de dijkgraaf zitting neemt in het RBT neemt de loco-dijkgraaf zijn rol over in het BT; het zorgen voor de inbreng van het waterschapsbeleid en de waterschapsdeskundigheid en het inbrengen van prioriteiten, indien wordt samengewerkt met andere bestrijdingsorganisaties;
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 19 -
het aanvragen van personele en materiële bijstand van elders, voor zover dit niet geschiedt op operationeel niveau (BT moet formele aanvraag doen, dan wel goedkeuren); het zorgdragen voor voorlichting aan publiek en pers, en het opstellen van de communicatiestrategie; het op de hoogte houden van de overige leden van het bestuur, voor zover mogelijk al tijdens de calamiteit, maar zeker tijdens de nazorg van de calamiteit; het initiëren van de evaluatie. In de onderstaande tabel zijn de functionarissen opgenomen die deel uit maken van het beleidsteam: (een bezettingslijst is opgenomen in bijlage 3) Dijkgraaf/loco dijkgraaf Portefeuillehouder Waterzuivering Operationeel leider Communicatieadviseur Calamiteitencoördinator Plotter Notulist
Voorzitter De voorzitter (dijkgraaf of loco-dijkgraaf) van het BT is verantwoordelijk voor het instellen en functioneren van het BT. Hij ziet erop toe dat de taken van het BT worden uitgevoerd. Daarnaast is hij als dijkgraaf eindverantwoordelijk voor het optreden van de hele calamiteitenorganisatie van WF. De voorzitter informeert periodiek het DB en AB. Als de dijkgraaf naar het RBT moet, neemt locodijkgraaf waar. De voorzitter van het BT (dijkgraaf WF of loco-dijkgraaf) bepaalt in hoeverre andere personen (tijdelijk) zitting hebben in het BT. Deze personen kunnen externen en/of leden van het dagelijks bestuur zijn (voor bevoegdheden van de dijkgraaf tijdens calamiteiten en bevoegdheden binnen Algemene Kolom zie bijlage 10). Portefeuillehouder Waterzuivering Het DB-lid dat Waterzuivering in zijn/haar portefeuillehouder heeft maakt deel uit van het BT gezien zijn/haar expertise van en verantwoordelijkheid voor waterzuivering. Operationeel leider De operationeel leider (secretaris-directeur) zorgt voor de link met het OT. Hij presenteert de stand van zaken in het BT in licht verzoeken en adviezen van het OT toe. Communicatieadviseur De taken van de communicatieadviseur zijn: Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 20 -
Adviseren van het BT over de communicatieaspecten verbonden aan de gekozen strategie van het WF. Samen met de andere leden van het BT stelt de communicatieadviseur een crisiscommunicatiestrategie op; Organiseren en uitvoeren van de pers- en publieksvoorlichting en de afstemming hiervan met andere organisaties; Uitvoeren van de interne voorlichting ; Aansturen telefoonteam ; Stroomlijnen van de informatie. Calamiteitencoördinator De calamiteitencoördinator is specialist op gebied van de werkwijze en crisisbesluitvorming binnen de calamiteitenorganisatie van WF en adviseert het BT over samenwerking met de calamiteitenorganisaties binnen het netwerk van WF. Binnen het BT draagt de calamiteitencoördinator zorg voor de procesbewaking. Plotter Tijdens de vergadering schrijft de plotter in het kort het besprokene en de actiepunten op aan de wand hangende statusborden. Op die manier is het voor alle deelnemers duidelijk wat besproken en besloten is en welke acties uitgevoerd moeten worden. Notulist De notulist heeft in hoofdzaak de volgende taken: bundelen van ontvangen informatie; opstellen van het situatierapport tijdens het BT-overleg conform het standaard format; verzenden van het situatierapport na vaststelling door de voorzitter van het BT aan: o OT o AC o RBT o Externe samenwerkingspartners Voor haar tactische werkzaamheden en ter ondersteuning van de liaison kan ook het BT gebruik maken van de ondersteunende staf genoemd op pagina 16.
3.5 Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP) Dagelijks vinden er incidenten plaats: verdrinkingen, aanrijdingen, branden, etc. Vaak kunnen deze incidenten door een eenheid van politie, brandweer of ambulance worden afgehandeld. Soms is er sprake van een groter incident, waarvoor meer eenheden gealarmeerd moeten worden. Meestal komen er dan eenheden van verschillende disciplines ter plaatse. In een enkel geval wordt daarnaast de gemeente ingeschakeld om zorg te dragen voor opvang, verzorging of schadeafhandeling. GGD/GHOR, brandweer, politie, ambulancediensten en gemeente zorgen zo samen voor de hulpverlening bij incidenten. Om hulp te kunnen verlenen van kleine incidenten tot zware ongevallen of rampen moeten deze organisaties opschalen. Als andere diensten bij watergerelateerde incidenten GRIP opschalen dan overleg de desbetreffende Actiecentrumcoördinator van WF met de operationeel leider en/of dijkgraaf of Wetterskip Fryslân mee opschaalt. Opschaling vraagt om duidelijke afspraken over de bestuurlijke en operationele coördinatie en leiding. Om de opschaling en deze multidisciplinaire coördinatie in goede banen te leiden, wordt het opschalingproces in een procedure vastgelegd: de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 21 -
Procedure (GRIP). Centraal voor de opschaling staat de mate van “uitstraling” van het incident, waarbij de gemeentegrens als een belangrijk criterium geldt. Voor nadere toelichting van de GRIP zie bijlage 11.
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 22 -
4 Scenario calamiteiten door uitval rioolgemaal Alarmerings- en instructielijst Fase 1
bij grensoverschrijdend afvalwater wordt contact opgenomen met het buurwaterschap; het waarschuwen van de gemeentelijke rioolbeheerder om de aangesloten voorliggende gemeentelijke rioolgemalen uit te zetten; het inhuren – na overleg met het actiecentrum - van aannemers/specialisten in op elektrotechnisch en/of mechanische gebied; het regelen van tankwagens via loonbedrijf voor transport afvalwater; het informeren van het cluster Handhaving bij dreigende overstort. Het bestrijdingsplan waterkwaliteit kan in werking treden; zonodig worden via SCEC de op voorhand betrokkenen geïnformeerd zoals omwonenden van het rioolgemaal; het afmelden van het incident na afronding van de herstelwerkzaamheden bij alle betrokken instanties. Zodra de klaarmeester een storingsmelding heeft ontvangen neemt hij poolshoogte op plaats incident; De klaarmeester en teamleider overleggen (telefonisch) over het al of niet opschalen (zo niet dan dagelijks werk); Als er opgeschaald wordt, wordt de teamleider AC-coördinator; De klaarmeester wordt CPO; De AC-coördinator roept vervolgens de AC-leden om zich naar het AC-overleg te begeven; De AC-coördinator informeert: o de clustermanager Waterzuivering o de manager Watersysteem- en Waterketenbeheer o de dijkgraaf ( de dijkgraaf informeert de DB-leden) o de operationeel leider o de communicatieadviseur o de calamiteitencoördinator o ICT o Veiligheidsregio Fryslân (pikethebbende Operationeel Leider) over fase 1; Het AC informeert de receptiemedewerkers over de calamiteit; Het AC overlegt over de situatie, stelt sitrap op, verzendt dit naar: o de clustermanager Waterzuivering o de manager Watersysteem- en Waterketenbeheer o de dijkgraaf ( de dijkgraaf informeert de DB-leden) o de operationeel leider o de communicatieadviseur o de calamiteitencoördinator o Veiligheidsregio Fryslân (pikethebbende Operationeel Leider) en neemt de gewenste maatregelen; Het AC informeert: o de clustermanager Waterzuivering o de manager Watersysteem- en Waterketenbeheer o de dijkgraaf ( de dijkgraaf informeert de DB-leden) o de operationeel leider
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 23 -
o de communicatieadviseur o de calamiteitencoördinator o ICT o Veiligheidsregio Fryslân (pikethebbende Operationeel Leider) over afschaling (dagelijks werk) of overlegt met operationeel leider over verdere opschaling naar fase 2; Het AC informeert de gemeente waarin de calamiteit plaatsvindt (bijlage 9) over de situatie (fase 1) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media; Het AC controleert of de acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling).
Fase 2
De AC-coördinator overlegt met de operationeel leider over het instellen van fase 2; De operationeel leider informeert dijkgraaf over fase 2; De operationeel leider roept het OT bijeen voor overleg op basis van sitrap AC; Het OT neemt tactische besluiten, stelt sitrap op en verzendt dit naar: o AC o BT o Externe samenwerkingspartners Het AC voert bestrijdingsmaatregelen uit op basis van sitrap OT; De CPO communiceert zonodig met de politie en brandweer over bestrijdingsmaatregelen; Het AC communiceert in eerste instantie met aannemers en loonwerkers in verband met alle mogelijke noodzakelijke werkzaamheden; zodra deze op de plaats van incident arriveren, neemt de CPO de coördinatie over van het AC; De operationeel leider informeert de gemeente waarin de calamiteit plaatsvindt (bijlage 9)) en de pikethebbende Operationeel Leider van de Veiligheidsregio Fryslân over de situatie (fase 2) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; Het AC en OT controleren of alle acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling); Het OT informeert: o AC o BT o betrokken externen over afschaling naar fase 1 dan wel opschaling naar fase 3; De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media;
Fase 3
De operationeel leider overlegt met dijkgraaf over instellen fase 3; De dijkgraaf roept BT bijeen op basis van sitrap OT; Het BT neemt strategische/beleidsmatige besluiten, stelt sitrap op en verzendt dit aan: o AC o OT o Externe samenwerkingspartners Het OT en AC handelen conform sitrap BT; De dijkgraaf informeert de provinciale gedeputeerde voor water over de situatie (fase 3) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings) maatregelen; De dijkgraaf informeert gemeente waarin de calamiteit plaatsvindt (bijlage 9)) en de pikethebbende Operationeel Leider van de Veiligheidsregio Fryslân over de situatie (fase 3) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; Het BT informeert OT en betrokken externen over afschaling naar fase 2; Het AC, OT en BT controleren of alle acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling);
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 24 -
De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media.
Fase 4 Als de Veiligheidsregio bij een water gerelateerde calamiteit opschaalt naar GRIP fase 4,omdat de effecten van een calamiteit de gemeentegrenzen overschrijden, wordt door de Veiligheidsregio een RBT (Regionaal Beleidsteam) ingesteld met aan het hoofd de coördinerend bestuurder (de burgemeester van Leeuwarden). De dijkgraaf van WF gaat naar het RBT en de loco-dijkgraaf neemt zijn rol over in het BT van WF. WF blijft verantwoordelijk voor het uitvoeren van zijn eigen taken. Tijdens en buiten kantooruren Receptie WF
Telefoonnummers
Alarmering bestemd voor: Wetterskip Fryslân
Boezembeheerder & gebiedsbeheerder (24/7) (calamiteitentelefoon) Cluster Handhaving (via MAN)
Boezem/Gebiedsbeheerder (piket)
Clustermanager Waterzuivering (AC-coörd) Teamleider (AC-coördinator) Teamleider (AC-coördinator) Manager Waterketen- en watersysteembeh. Clustermanager Waterzuiveringen Vlieland (van 1-10 tot 1-4) Ameland (24/7) Terschelling (24/7) Schiermonnikoog (van 1-10 tot 1-4)
Jan van Dijk Albert Brouwer Piet v.d. Velde Rombout Jongejans Jan van Dijk Piet van der Hoek Calamiteiten tel. Ameland Calamiteiten tel. Terschelling Calamiteiten tel. Schiermonnikoog
Operationeel leider Communicatieadviseur
Micha van Akkeren Perstelefoon (24/7) Miriam Spaans Michiel Zijlstra Hanneke Nieuwenhuis Kees Smeltekop
Calamiteitencoördinator
Piketambtenaar Handhaving
ICT
Consignatietelefoon ICT (via SMS) Teamleider ICT (via SMS)
Dijkgraaf
Paul van Erkelens (BT)
Milieu Alarm Nummer (24/7)
Dienstdoende rayonbeheerder Milieu-inspecteur WF Fax algemeen Noodnet nummers
Fax WF NN telefoon (dijkgraaf) NN calamiteitencentrum NN (fax calamiteitencentrum) NN Ameland NN Terschelling Piket opening kantoorgebouw (24/7) Catering (buiten kantooruren) Pikethebbende Operationeel leider van de Veiligheidsregio Fryslân (24/7)
Veiligheidregio Fryslân
Meldkamer Noord Nederland(24/7) Hulpverleningsdienst Fryslân
Veiliheidsregio Fryslân
Provincie Fryslân
Provinciale gedeputeerde voor water, CdK
Noodnet Provincie Fryslân Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 25 -
Afschaling (fase 1, 2 , 3 en 4) Bij afschaling moeten alle intern en extern betrokkenen daarvan op de hoogte worden gesteld. De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân stelt desgewenst de media op de hoogte.
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 26 -
5 Scenario calamiteit door elektrische of mechanische storing Alarmerings- en instructielijst Fase 1
het verhelpen van de technische defecten; het stopzetten van aanvoerende rioolgemalen ook de gemeentelijke rioolgemalen (in overleg met de beheerder); het zonodig nemen van (steek)monsters op van belang zijnde monsterpunten en deze ter analyse aanbieden bij het laboratorium; het inzetten van beschikbare noodvoorzieningen; het inzetten van noodbeluchters op afroep (via CTD); het neutraliseren van de zuurgraad; het inhuren noodstroomvoorzieningen (aggregaten) (via CTD);. bij een spanningsuitval neemt de klaarmeester contact op met de energieleverancier om te informeren naar de verwachte duur van de spanningsuitval; desgewenst worden door CTD externen ingeschakeld. Zodra de klaarmeester een storingsmelding heeft ontvangen neemt hij poolshoogte op plaats incident; De klaarmeester en teamleider overleggen (telefonisch) over het al of niet opschalen (zo niet dan dagelijks werk); Zonodig wordt een milieu-inspecteur van de cluster Handhaving gewaarschuwd; Als er opgeschaald wordt, wordt de teamleider AC-coördinator; De klaarmeester wordt CPO; De AC-coördinator roept vervolgens de AC-leden om zich naar het AC-overleg te begeven; De AC-coördinator informeert: o de clustermanager Waterzuivering o de manager Watersysteem- en Waterketenbeheer o de dijkgraaf ( de dijkgraaf informeert de DB-leden) o de operationeel leider o de communicatieadviseur o de calamiteitencoördinator o ICT o Veiligheidsregio Fryslân (pikethebbende Operationeel Leider) over fase 1; Het AC informeert de receptiemedewerkers over de calamiteit; Het AC overlegt over de situatie, stelt sitrap op en verzendt dit naar o de clustermanager Waterzuivering o de manager Watersysteem- en Waterketenbeheer o de dijkgraaf ( de dijkgraaf informeert de DB-leden) o de operationeel leider o de communicatieadviseur o de calamiteitencoördinator o Veiligheidsregio Fryslân (pikethebbende Operationeel Leider) en neemt de gewenste maatregelen; Het AC informeert: o de clustermanager Waterzuivering o de manager Watersysteem- en Waterketenbeheer o de dijkgraaf ( de dijkgraaf informeert de DB-leden) o de operationeel leider
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 27 -
o de communicatieadviseur o de calamiteitencoördinator o ICT o Veiligheidsregio Fryslân (pikethebbende Operationeel Leider) over afschaling (dagelijks werk) of overlegt met operationeel leider over verdere opschaling naar fase 2; Het AC informeert gemeente waarin de calamiteit plaatsvindt (bijlage 9) over de situatie (fase 1) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media; Het AC controleert of de acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling).
Fase 2
De AC-coördinator overlegt met de operationeel leider over het instellen van fase 2; De operationeel leider informeert dijkgraaf over fase 2; De operationeel leider roept het OT bijeen voor overleg op basis van sitrap AC; Het OT neemt tactische besluiten, stelt sitrap op en verzendt dit naar; o AC o BT o Externe samenwerkingspartners Het AC voert bestrijdingsmaatregelen uit op basis van sitrap OT; De CPO communiceert zonodig met de politie en brandweer over bestrijdingsmaatregelen; Het AC communiceert in eerste instantie met aannemers en loonwerkers in verband met alle mogelijke noodzakelijke werkzaamheden; zodra deze op de plaats van incident arriveren, neemt de CPO de coördinatie over van het AC; De operationeel leider informeert de gemeente waarin de calamiteit plaatsvindt (bijlage 9) en de pikethebbende Operationeel Leider van de Veiligheidsregio Fryslân over de situatie (fase 2) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; Het AC en OT controleren of alle acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling); Het OT informeert: o AC o BT o betrokken externen over afschaling naar fase 1 dan wel opschaling naar fase 3; De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media;
Fase 3
De operationeel leider overlegt met dijkgraaf over instellen fase 3; De dijkgraaf roept BT bijeen op basis van sitrap OT; Het BT neemt strategische/beleidsmatige besluiten, stelt sitrap op en verzendt dit aan: o AC o BT o Externe samenwerkingspartners Het OT en AC handelen conform sitrap BT; De dijkgraaf informeert de provinciale gedeputeerde voor water over de situatie (fase 3) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings) maatregelen; De dijkgraaf informeert gemeente waarin de calamiteit plaatsvindt (bijlage 9) en de pikethebbende Operationeel Leider van de Veiligheidsregio Fryslân over de situatie (fase 3) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; Het BT informeert OT en betrokken externen over afschaling naar fase 2; Het AC, OT en BT controleren of alle acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling);
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 28 -
De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media.
Fase 4 Als de Veiligheidsregio bij een water gerelateerde calamiteit opschaalt naar GRIP fase 4,omdat de effecten van een calamiteit de gemeentegrenzen overschrijden, wordt door de Veiligheidsregio een RBT (Regionaal Beleidsteam) ingesteld met aan het hoofd de coördinerend bestuurder (de burgemeester van Leeuwarden). De dijkgraaf van WF gaat naar het RBT en de loco-dijkgraaf neemt zijn rol over in het BT van WF. WF blijft verantwoordelijk voor het uitvoeren van zijn eigen taken. Tijdens en buiten kantooruren Receptie WF
Telefoonnummers
Alarmering bestemd voor: Wetterskip Fryslân
Boezembeheerder & gebiedsbeheerder (24/7) (calamiteitentelefoon) Cluster Handhaving (via MAN)
Boezem/Gebiedsbeheerder (piket)
Clustermanager Waterzuivering (AC-coörd) Teamleider (AC-coördinator) Teamleider (AC-coördinator) Manager Waterketen- en watersysteembeh. Clustermanager Waterzuiveringen Vlieland (van 1-10 tot 1-4) Ameland (24/7) Terschelling (24/7) Schiermonnikoog (van 1-10 tot 1-4)
Jan van Dijk Albert Brouwer Piet v.d. Velde Rombout Jongejans Jan van Dijk Piet van der Hoek Calamiteiten tel. Ameland Calamiteiten tel. Terschelling Calamiteiten tel. Schiermonnikoog
Operationeel leider Communicatieadviseur
Micha van Akkeren Perstelefoon (24/7) Miriam Spaans Michiel Zijlstra Hanneke Nieuwenhuis Kees Smeltekop
Calamiteitencoördinator
Piketambtenaar Handhaving
ICT
Consignatietelefoon ICT (via SMS) Teamleider ICT (via SMS)
Dijkgraaf
Paul van Erkelens (BT)
Milieu Alarm Nummer (24/7)
Dienstdoende rayonbeheerder Milieu-inspecteur WF Fax algemeen Noodnet nummers
Fax WF NN telefoon (dijkgraaf) NN calamiteitencentrum NN (fax calamiteitencentrum) NN Ameland NN Terschelling Piket opening kantoorgebouw (24/7) Catering (buiten kantooruren) Pikethebbende Operationeel leider van de Veiligheidsregio Fryslân (24/7)
Veiligheidregio Fryslân
Meldkamer Noord Nederland(24/7) Hulpverleningsdienst Fryslân
Veiliheidsregio Fryslân
Provincie Fryslân
Provinciale gedeputeerde voor water, CdK
Noodnet Provincie Fryslân Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 29 -
Afschaling (fase 1, 2 , 3 en 4) Bij afschaling moeten alle intern en extern betrokkenen daarvan op de hoogte worden gesteld. De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân stelt desgewenst de media op de hoogte.
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 30 -
6 Scenario calamiteuze lozing op de riolering Alarmerings- en instructielijst Fase 1
het stilzetten van de betrokken gemalen; het ten behoeve van het stilzetten van gemeentelijke rioolgemalen neemt de klaarmeester op de RWZI contact op met de betreffende beheerder. Hij informeert hoe lang het duurt voor de overstorten in werking treden; het - bij een geheel gevuld rioolstelsel - beoordelen in samenspraak met de beheerder of de rioolgemalen opgestart kunnen worden; het zonodig vragen van procestechnologen om bijstand; het zonodig afvoeren van inactief slib: het zonodig neutraliseren van de zuurgraad (tankwagen met loog of zuur regelen); het zonodig nemen van (steek)monsters op van belang zijnde monsterpunten en deze ter analyse aanbieden bij het laboratorium; indien de lozer niet bekend is stelt het cluster Handhaving een onderzoek in om deze te achterhalen; het opstarten van gema(a)l(en), zolang het rioolstelsel nog niet geheel gevuld is, na overleg met de Teamcoördinator, het cluster Handhaving, de gemeentelijke beheerder en de procestechnologen. De klaarmeester en teamleider overleggen (telefonisch) over het al of niet opschalen (zo niet dan dagelijks werk); Zonodig wordt een milieu-inspecteur van de cluster Handhaving gewaarschuwd; Als er opgeschaald wordt, wordt de teamleider AC-coördinator; De klaarmeester wordt CPO; De AC-coördinator roept vervolgens de AC-leden om zich naar het AC-overleg te begeven; De AC-coördinator informeert: o de clustermanager Waterzuivering o de manager Watersysteem- en Waterketenbeheer o de dijkgraaf ( de dijkgraaf informeert de DB-leden) o de operationeel leider o de communicatieadviseur o de calamiteitencoördinator o ICT o Veiligheidsregio Fryslân (pikethebbende Operationeel Leider) over fase 1; Het AC informeert de receptiemedewerkers over de calamiteit; Het AC overlegt over de situatie, stelt sitrap op, verzendt dit naar: o de clustermanager Waterzuivering o de manager Watersysteem- en Waterketenbeheer o de dijkgraaf ( de dijkgraaf informeert de DB-leden) o de operationeel leider o de communicatieadviseur o de calamiteitencoördinator o Veiligheidsregio Fryslân (pikethebbende Operationeel Leider) o o
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 31 -
en neemt de gewenste maatregelen; Het AC informeert: o de clustermanager Waterzuivering o de manager Watersysteem- en Waterketenbeheer o de dijkgraaf ( de dijkgraaf informeert de DB-leden) o de operationeel leider o de communicatieadviseur o de calamiteitencoördinator o ICT o Veiligheidsregio Fryslân (pikethebbende Operationeel Leider) over afschaling (dagelijks werk) of overlegt met operationeel leider over verdere opschaling naar fase 2; Het AC informeert de gemeente waarin de calamiteit plaatsvindt (bijlage 9)over de situatie (fase 1) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media; Het AC controleert of de acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling).
Fase 2
De AC-coördinator overlegt met de operationeel leider over het instellen van fase 2; De operationeel leider informeert dijkgraaf over fase 2; De operationeel leider roept het OT bijeen voor overleg op basis van sitrap AC; Het OT neemt tactische besluiten, stelt sitrap op en verzendt dit naar: o AC o BT o Externe samenwerkingspartners Het AC voert bestrijdingsmaatregelen uit op basis van sitrap OT; De CPO communiceert zonodig met de politie en brandweer over bestrijdingsmaatregelen; Het AC communiceert in eerste instantie met aannemers en loonwerkers in verband met alle mogelijke noodzakelijke werkzaamheden; zodra deze op de plaats van incident arriveren, neemt de CPO de coördinatie over van het AC; De operationeel leider informeert de gemeente waarin de calamiteit plaatsvindt (bijlage 9) en de pikethebbende Operationeel Leider van de Veiligheidsregio Fryslân (fase 2) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; Het AC en OT controleren of alle acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling); Het OT informeert: o AC o BT o betrokken externen over afschaling naar fase 1 dan wel opschaling naar fase 3; De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media;
Fase 3
De operationeel leider overlegt met dijkgraaf over instellen fase 3; De dijkgraaf roept BT bijeen op basis van sitrap OT; Het BT neemt strategische/beleidsmatige besluiten, stelt sitrap op en verzendt dit aan: o AC o OT o Externe samenwerkingspartners Het OT en AC handelen conform sitrap BT;
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 32 -
De dijkgraaf informeert de provinciale gedeputeerde voor water over de situatie (fase 3) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings) maatregelen; De dijkgraaf informeert de gemeente waarin de calamiteit plaatsvindt (bijlage 9) en de pikethebbende Operationeel Leider van de Veiligheidsregio Fryslân over de situatie (fase 3) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; Het BT informeert OT en betrokken externen over afschaling naar fase 2; Het AC, OT en BT controleren of alle acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling); De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media.
Fase 4 Als de Veiligheidsregio bij een water gerelateerde calamiteit opschaalt naar GRIP fase 4,omdat de effecten van een calamiteit de gemeentegrenzen overschrijden, wordt door de Veiligheidsregio een RBT (Regionaal Beleidsteam) ingesteld met aan het hoofd de coördinerend bestuurder (de burgemeester van Leeuwarden). De dijkgraaf van WF gaat naar het RBT en de loco-dijkgraaf neemt zijn rol over in het BT van WF. WF blijft verantwoordelijk voor het uitvoeren van zijn eigen taken.
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 33 -
Tijdens en buiten kantooruren Receptie WF
Telefoonnummers
Alarmering bestemd voor: Wetterskip Fryslân
Boezembeheerder & gebiedsbeheerder (24/7) (calamiteitentelefoon) Cluster Handhaving (via MAN)
Boezem/Gebiedsbeheerder (piket)
Clustermanager Waterzuivering (AC-coörd) Teamleider (AC-coördinator) Teamleider (AC-coördinator) Manager Waterketen- en watersysteembeh. Clustermanager Waterzuiveringen Vlieland (van 1-10 tot 1-4) Ameland (24/7) Terschelling (24/7) Schiermonnikoog (van 1-10 tot 1-4)
Jan van Dijk Albert Brouwer Piet v.d. Velde Rombout Jongejans Jan van Dijk Piet van der Hoek Calamiteiten tel. Ameland Calamiteiten tel. Terschelling Calamiteiten tel. Schiermonnikoog
Operationeel leider Communicatieadviseur
Micha van Akkeren Perstelefoon (24/7) Miriam Spaans Michiel Zijlstra Hanneke Nieuwenhuis Kees Smeltekop
Calamiteitencoördinator
Piketambtenaar Handhaving
ICT
Consignatietelefoon ICT (via SMS) Teamleider ICT (via SMS)
Dijkgraaf
Paul van Erkelens (BT)
Milieu Alarm Nummer (24/7)
Dienstdoende rayonbeheerder Milieu-inspecteur WF Fax algemeen Noodnet nummers
Fax WF NN telefoon (dijkgraaf) NN calamiteitencentrum NN (fax calamiteitencentrum) NN Ameland NN Terschelling Piket opening kantoorgebouw (24/7) Catering (buiten kantooruren) Pikethebbende Operationeel leider van de Veiligheidsregio Fryslân (24/7)
Veiligheidregio Fryslân
Meldkamer Noord Nederland(24/7) Hulpverleningsdienst Fryslân
Veiliheidsregio Fryslân
Provincie Fryslân
Provinciale gedeputeerde voor water, CdK
Noodnet Provincie Fryslân
Afschaling (fase 1, 2 , 3 en 4) Bij afschaling moeten alle intern en extern betrokkenen daarvan op de hoogte worden gesteld. De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân stelt desgewenst de media op de hoogte.
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 34 -
7 Scenario uitval Slibontwateringsinstallatie te Heerenveen Alarmerings- en instructielijst Fase 1
Alle rwzi’s moeten worden gewaarschuwd door de Teamcoördinatoren; Swiss Combi, de afnemer van de SOI, moet worden geïnformeerd; Het onderzoeken van mogelijkheden van afvoeren van slib naar buurwaterschappen; Het zonodig aanleggen van een slibdepot elders en deze voorzien van folie ten behoeve van slib opslag; De hoofdklaarmeester van de SOI en teamleider overleggen (telefonisch) over het al of niet opschalen (zo niet dan dagelijks werk); Als er opgeschaald wordt, wordt de teamleider AC-coördinator; De klaarmeester wordt CPO; De AC-coördinator roept vervolgens de AC-leden om zich naar het AC-overleg te begeven; De AC-coördinator informeert: o de clustermanager Waterzuivering o de manager Watersysteem- en Waterketenbeheer o de dijkgraaf ( de dijkgraaf informeert de DB-leden) o de operationeel leider o de communicatieadviseur o de calamiteitencoördinator o ICT o Veiligheidsregio Fryslân (pikethebbende Operationeel Leider) over fase 1; Het AC informeert de receptiemedewerkers over de calamiteit; Het AC overlegt over de situatie, stelt sitrap op, verzendt dit naar: o de clustermanager Waterzuivering o de manager Watersysteem- en Waterketenbeheer o de dijkgraaf ( de dijkgraaf informeert de DB-leden) o de operationeel leider o de communicatieadviseur o de calamiteitencoördinator o Veiligheidsregio Fryslân (pikethebbende Operationeel Leider) en neemt de gewenste maatregelen; Het AC informeert: o de clustermanager Waterzuivering o de manager Watersysteem- en Waterketenbeheer o de dijkgraaf ( de dijkgraaf informeert de DB-leden) o de operationeel leider o de communicatieadviseur o de calamiteitencoördinator o ICT o Veiligheidsregio Fryslân (pikethebbende Operationeel Leider) over afschaling (dagelijks werk) of overlegt met operationeel leider over verdere opschaling naar fase 2; Het AC informeert de gemeente waarin de calamiteit plaatsvindt over de situatie (fase 1) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media; Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 35 -
Het AC controleert of de acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling).
Fase 2
De AC-coördinator overlegt met de operationeel leider over het instellen van fase 2; De operationeel leider informeert dijkgraaf over fase 2; De operationeel leider roept het OT bijeen voor overleg op basis van sitrap AC; Het OT neemt tactische besluiten, stelt sitrap op en verzendt dit naar: o AC o BT o Externe samenwerkingspartners Het AC voert bestrijdingsmaatregelen uit op basis van sitrap OT; De CPO communiceert zonodig met de politie en brandweer over bestrijdingsmaatregelen; Het AC communiceert in eerste instantie met aannemers en loonwerkers in verband met alle mogelijke noodzakelijke werkzaamheden; zodra deze op de plaats van incident arriveren, neemt de CPO de coördinatie over van het AC; De operationeel leider informeert de gemeente waarin de calamiteit plaatsvindt (bijlage 9) en de pikethebbende Operationeel Leider van de Veiligheidsregio Fryslân over de situatie (fase 2) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; Het AC en OT controleren of alle acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling); Het OT informeert: o AC o BT o betrokken externen over afschaling naar fase 1 dan wel opschaling naar fase 3; De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media;
Fase 3
De operationeel leider overlegt met dijkgraaf over instellen fase 3; De dijkgraaf roept BT bijeen op basis van sitrap OT; Het BT neemt strategische/beleidsmatige besluiten, stelt sitrap op en verzendt dit aan: o AC o OT o Externe samenwerkingspartners; Het OT en AC handelen conform sitrap BT; De dijkgraaf informeert de provinciale gedeputeerde voor water en de CdK over de situatie (fase 3) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings) maatregelen; De dijkgraaf informeert de gemeente waarin de calamiteit plaatsvindt (bijlage 9) en de pikethebbende Operationeel Leider van de Veiligheidsregio Fryslân over de situatie (fase 3) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; Het BT informeert OT en betrokken externen over afschaling naar fase 2; Het AC, OT en BT controleren of alle acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling); De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media.
Fase 4 Als de Veiligheidsregio bij een water gerelateerde calamiteit opschaalt naar GRIP fase 4,omdat de effecten van een calamiteit de gemeentegrenzen overschrijden, wordt door de Veiligheidsregio een RBT (Regionaal Beleidsteam) ingesteld met aan het hoofd de coördinerend bestuurder (de burgemeester van Leeuwarden). De dijkgraaf van WF gaat naar het RBT en de loco-dijkgraaf neemt zijn rol over in het BT van WF. WF blijft verantwoordelijk voor het uitvoeren van zijn eigen taken. Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 36 -
Tijdens en buiten kantooruren Receptie WF
Telefoonnummers
Alarmering bestemd voor: Wetterskip Fryslân
Boezembeheerder & gebiedsbeheerder (24/7) (calamiteitentelefoon) Cluster Handhaving (via MAN)
Boezem/Gebiedsbeheerder (piket)
Clustermanager Waterzuivering (AC-coörd) Teamleider (AC-coördinator) Teamleider (AC-coördinator) Manager Waterketen- en watersysteembeh. Clustermanager Waterzuiveringen Vlieland (van 1-10 tot 1-4) Ameland (24/7) Terschelling (24/7) Schiermonnikoog (van 1-10 tot 1-4)
Jan van Dijk Albert Brouwer Piet v.d. Velde Rombout Jongejans Jan van Dijk Piet van der Hoek Calamiteiten tel. Ameland Calamiteiten tel. Terschelling Calamiteiten tel. Schiermonnikoog
Operationeel leider Communicatieadviseur
Micha van Akkeren Perstelefoon (24/7) Miriam Spaans Michiel Zijlstra Hanneke Nieuwenhuis Kees Smeltekop
Calamiteitencoördinator
Piketambtenaar Handhaving
ICT
Consignatietelefoon ICT (via SMS) Teamleider ICT (via SMS)
Dijkgraaf
Paul van Erkelens (BT)
Milieu Alarm Nummer (24/7)
Dienstdoende rayonbeheerder Milieu-inspecteur WF Fax algemeen Noodnet nummers
Fax WF NN telefoon (dijkgraaf) NN calamiteitencentrum NN (fax calamiteitencentrum) NN Ameland NN Terschelling Piket opening kantoorgebouw (24/7) Catering (buiten kantooruren) Pikethebbende Operationeel leider van de Veiligheidsregio Fryslân (24/7)
Veiligheidregio Fryslân
Meldkamer Noord Nederland(24/7) Hulpverleningsdienst Fryslân
Veiliheidsregio Fryslân
Provincie Fryslân
Provinciale gedeputeerde voor water, CdK
Noodnet Provincie Fryslân
Afschaling (fase 1, 2 , 3 en 4) Bij afschaling moeten alle intern en extern betrokkenen daarvan op de hoogte worden gesteld. De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân stelt desgewenst de media op de hoogte. Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 37 -
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 38 -
8 Scenario calamiteit door lekkage of breuk persleiding Alarmerings- en instructielijst
Fase 1
het verminderen/opheffen van druk door voorliggende pompen uit te schakelen; het inhuren van aannemers/specialisten op civieltechnisch gebied; het isoleren van getroffen leidingdeel door dichtdraaien afsluiters (communiceren met gemeentes om ook alle afsluiters van gemeentelijke inprikpunten dicht te zetten); het inzetten van noodleidingen; bij grensoverschrijdend afvalwater wordt contact opgenomen met het buurwaterschap; het waarschuwen van de gemeentelijke rioolbeheerder om de aangesloten voorliggende gemeentelijke rioolgemalen uit te zetten; het inhuren – na overleg met het actiecentrum - van aannemers/specialisten in op elektrotechnisch en/of mechanische gebied; het zonodig regelen van tankwagens voor transport afvalwater; het informeren van het cluster Handhaving bij dreigende verontreiniging oppervlaktewater (overstort). Het bestrijdingsplan waterkwaliteit kan in werking treden; het informeren van de provincie Fryslân bij bodemverontreiniging ten gevolge van de breuk; zonodig worden via SCEC de op voorhand betrokkenen geïnformeerd zoals omwonenden van de locatie van de breuk; het vrijmaken van het leidingdeel met behulp van een hydraulische kraan en het zonodig gereedhouden van tankwagens voor transport van afvalwater; het aanwezige afvalwater moet uit de betreffende persleiding worden verwijderd. Het afvalwater wordt getransporteerd naar de dichtstbijzijnde RWZI of een rioolstelsel dat geen verbinding heeft met de beschadigde leiding; indien het incident in de nabijheid van een rijksweg of provinciale weg is, dan worden Rijkswaterstaat respectievelijk de provincie geïnformeerd; het zo spoedig mogelijk afvoeren van de verontreinigde grond naar een verwerker van gevaarlijk afval. Vervang de verwijderde grond door schone aarde; het voeren van overleg met het bevoegd gezag (grondeigenaren) of bodemmonsters moeten worden genomen en welke analyses zullen worden uitgevoerd; het afmelden van het incident na afronding van de herstelwerkzaamheden bij alle betrokken instanties. Zodra de klaarmeester een storingsmelding heeft ontvangen neemt hij poolshoogte op plaats incident; De klaarmeester en teamleider overleggen (telefonisch) over het al of niet opschalen (zo niet dan(dagelijks werk); Zonodig wordt een milieu-inspecteur van de cluster Handhaving gewaarschuwd; Als er opgeschaald wordt, wordt de teamleider AC-coördinator; De klaarmeester wordt CPO; De AC-coördinator roept vervolgens de AC-leden om zich naar het AC-overleg te begeven; De AC-coördinator informeert: o de clustermanager Waterzuivering o de manager Watersysteem- en Waterketenbeheer o de dijkgraaf ( de dijkgraaf informeert de DB-leden) o de operationeel leider
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 39 -
o de communicatieadviseur o de calamiteitencoördinator o ICT o Veiligheidsregio Fryslân (pikethebbende Operationeel Leider) over fase 1; Het AC informeert de receptiemedewerkers over de calamiteit; Het AC overlegt over de situatie, stelt sitrap op, verzendt dit naar: de clustermanager Waterzuivering de manager Watersysteem- en Waterketenbeheer de dijkgraaf ( de dijkgraaf informeert de DB-leden) de operationeel leider de communicatieadviseur de calamiteitencoördinator o Veiligheidsregio Fryslân(pikethebbende Operationeel Leider) en neemt de gewenste maatregelen; Het AC informeert o de clustermanager Waterzuivering o de manager Watersysteem- en Waterketenbeheer o de dijkgraaf ( de dijkgraaf informeert de DB-leden) o de operationeel leider o de communicatieadviseur o de calamiteitencoördinator o ICT o Veiligheidsregio Fryslân (pikethebbende Operationeel Leider) over afschaling (dagelijks werk) of overlegt met operationeel leider over verdere opschaling naar fase 2; Het AC informeert de gemeente waarin de calamiteit plaatsvindt (bijlage 9) over de situatie (fase 1) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media; Het AC controleert of de acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling).
Fase 2
De AC-coördinator overlegt met de operationeel leider over het instellen van fase 2; De operationeel leider informeert dijkgraaf over fase 2; De operationeel leider roept het OT bijeen voor overleg op basis van sitrap AC; Het OT neemt tactische besluiten, stelt sitrap op en verzendt dit naar: o AC o BT o Externe samenwerkingspartners Het AC voert bestrijdingsmaatregelen uit op basis van sitrap OT; De CPO communiceert zonodig met de politie en brandweer over bestrijdingsmaatregelen; Het AC communiceert in eerste instantie met aannemers en loonwerkers in verband met alle mogelijke noodzakelijke werkzaamheden; zodra deze op de plaats van incident arriveren, neemt de CPO de coördinatie over van het AC; De operationeel leider informeert de gemeente waarin de calamiteit plaatsvindt (bijlage 9) en de pikethebbende Operationeel Leider van de Veiligheidsregio Fryslân over de situatie (fase 2) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; Het AC en OT controleren of alle acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling); Het OT informeert: o AC
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 40 -
o BT o Betrokken externen over afschaling naar fase 1 dan wel opschaling naar fase 3; De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media;
Fase 3
De operationeel leider overlegt met dijkgraaf over instellen fase 3; De dijkgraaf roept BT bijeen op basis van sitrap OT; Het BT neemt strategische/beleidsmatige besluiten, stelt sitrap op en verzendt dit aan: o AC o OT o Externe samenwerkingspartners
Het OT en AC handelen conform sitrap BT; De dijkgraaf informeert de provinciale gedeputeerde voor water en de CdK over de situatie (fase 3) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings) maatregelen; De dijkgraaf informeert de gemeente waarin de calamiteit plaatsvindt (bijlage 9) en de pikethebbende Operationeel Leider van de Veiligheidsregio Fryslân over de situatie (fase 3) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; Het BT informeert OT en betrokken externen over afschaling naar fase 2; Het AC, OT en BT controleren of alle acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling); De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media.
Fase 4 Als de Veiligheidsregio bij een water gerelateerde calamiteit opschaalt naar GRIP fase 4,omdat de effecten van een calamiteit de gemeentegrenzen overschrijden, wordt door de Veiligheidsregio een RBT (Regionaal Beleidsteam) ingesteld met aan het hoofd de coördinerend bestuurder (de burgemeester van Leeuwarden). De dijkgraaf van WF gaat naar het RBT en de loco-dijkgraaf neemt zijn rol over in het BT van WF. WF blijft verantwoordelijk voor het uitvoeren van zijn eigen taken.
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 41 -
Tijdens en buiten kantooruren Receptie WF
Telefoonnummers
Alarmering bestemd voor: Wetterskip Fryslân
Boezembeheerder & gebiedsbeheerder (24/7) (calamiteitentelefoon) Cluster Handhaving (via MAN)
Boezem/Gebiedsbeheerder (piket)
Clustermanager Waterzuivering (AC-coörd) Teamleider (AC-coördinator) Teamleider (AC-coördinator) Manager Waterketen- en watersysteembeh. Clustermanager Waterzuiveringen Vlieland (van 1-10 tot 1-4) Ameland (24/7) Terschelling (24/7) Schiermonnikoog (van 1-10 tot 1-4)
Jan van Dijk Albert Brouwer Piet v.d. Velde Rombout Jongejans Jan van Dijk Piet van der Hoek Calamiteiten tel. Ameland Calamiteiten tel. Terschelling Calamiteiten tel. Schiermonnikoog
Operationeel leider Communicatieadviseur
Micha van Akkeren Perstelefoon (24/7) Miriam Spaans Michiel Zijlstra Hanneke Nieuwenhuis Kees Smeltekop
Calamiteitencoördinator
Piketambtenaar Handhaving
ICT
Consignatietelefoon ICT (via SMS) Teamleider ICT (via SMS)
Dijkgraaf
Paul van Erkelens (BT)
Milieu Alarm Nummer (24/7)
Dienstdoende rayonbeheerder Milieu-inspecteur WF Fax algemeen Noodnet nummers
Fax WF NN telefoon (dijkgraaf) NN calamiteitencentrum NN (fax calamiteitencentrum) NN Ameland NN Terschelling Piket opening kantoorgebouw (24/7) Catering (buiten kantooruren) Pikethebbende Operationeel leider van de Veiligheidsregio Fryslân (24/7)
Veiligheidregio Fryslân
Meldkamer Noord Nederland(24/7) Hulpverleningsdienst Fryslân
Veiliheidsregio Fryslân
Provincie Fryslân
Provinciale gedeputeerde voor water, CdK
Noodnet Provincie Fryslân
Afschaling (fase 1, 2 , 3 en 4) Bij afschaling moeten alle intern en extern betrokkenen daarvan op de hoogte worden gesteld. De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân stelt desgewenst de media op de hoogte.
Bestrijdingsplan Waterzuivering d.d. 9 september 2013
- 42 -