Bestemmingsplan Zuiderdel III SportCentrum De Geus
Opdrachtgever: Rapportnummer: Datum vrijgave: Identificatienummer : Fase: Vrijgave: Goedkeuring:
en
Leisure
De heer De Geus 11.372_R_003.03 December 2011 NL.IMRO-0416.BPZD31990herz001va01 Vastgesteld Ing. G. Kalkman Ing. H.M. Visser
………geeft u de ruimte!
De heer C. J. De Geus
Blad 2 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
INHOUDSOPGAVE ................................................................................................................ BLZ TOELICHTING ............................................................................................................................ 4 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
INLEIDING ...................................................................................................................... 5 Aanleiding ........................................................................................................................... 5 Doel..................................................................................................................................... 5 Korte omschrijving plan ...................................................................................................... 5 Verantwoording .................................................................................................................. 5 Leeswijzer ........................................................................................................................... 6
2 2.1 2.2
PROJECTLOCATIE ........................................................................................................... 7 Huidige situatie ................................................................................................................... 7 Toekomstige situatie .......................................................................................................... 9
3
PLANOLOGISCH KADER ................................................................................................ 10
4 4.1 4.2 4.3
BELEIDSKADER ............................................................................................................. 11 Rijksbeleid ......................................................................................................................... 11 Provinciaal beleid.............................................................................................................. 13 Gemeentelijk beleid .......................................................................................................... 16
5 5.1
ONDERZOEK RUIMTELIJKE EN MILIEUASPECTEN .......................................................... 20 Rood.................................................................................................................................. 20 5.1.1 Ontstaansgeschiedenis ......................................................................................... 20 5.1.2 Landschappelijke structuren................................................................................. 20 5.1.3 Aardkundige waarden .......................................................................................... 21 5.1.4 Historische bebouwing ......................................................................................... 21 5.1.5 Archeologie .......................................................................................................... 21 Groen en milieu ................................................................................................................ 23 5.2.1 Gebiedsbescherming voor natuur ........................................................................ 23 5.2.2 Soortbescherming ................................................................................................ 23 5.2.3 Bodem .................................................................................................................. 24 5.2.4 Luchtkwaliteit ....................................................................................................... 25 5.2.5 Akoestisch onderzoek ........................................................................................... 26 5.2.6 Hindercirkels ......................................................................................................... 26 5.2.7 Externe veiligheid ................................................................................................. 26 5.2.8 Risicoatlassen ....................................................................................................... 27 5.2.9 Legionella ............................................................................................................. 29 5.2.10 Klimaat en isolatie .............................................................................................. 29 5.2.11 Energieverbruik .................................................................................................. 29 Blauw ................................................................................................................................ 30 5.3.1 Waterhuishouding ................................................................................................ 30 5.3.2 Afvalwater ............................................................................................................ 31 Grijs ................................................................................................................................... 32 5.4.1 Verkeersaspecten ................................................................................................. 32 5.4.2 Straalverbindingen, (riool)leidingen en kabels ..................................................... 34 5.4.3 Civieltechnische vraagstukken ............................................................................. 34
5.2
5.3
5.4
6
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID ............................................................................. 35
7
OVERLEG EN INSPRAAK ............................................................................................... 36
8
JURIDISCHE ASPECTEN ................................................................................................. 37
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 3 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
8.1 8.2
Inleiding ............................................................................................................................ 37 Juridische vormgeving ...................................................................................................... 37 Bestemmingen .................................................................................................................. 37
VERBEELDING ......................................................................................................................... 39
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 4 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Toelichting
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
1
Blad 5 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Inleiding Sport- en Leisure Centrum De Geus heeft het voornemen om het Sport- en Leisure Centrum uit te breiden met tien bowlingbanen met bijbehorende horeca. Door middel van het voorliggende bestemmingsplan worden bovengenoemde activiteiten planologisch mogelijk gemaakt.
1.1
Aanleiding Sport- en Leisure Centrum De Geus maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan Zuiderdel III en is gelegen op gronden met de bestemming “Industrieterrein”. Middels een vrijstellingsprocedure is in 1993 meegewerkt aan de vestiging van de sporthal met kantoren aan de Bijlestaal te Broek op Langedijk. Vervolgens is in 1994 door middel van een vrijstellingsprocedure meegewerkt aan de uitbreiding van het sportcomplex tot sportinstituut en medisch centrum. Sport- en Leisure Centrum De Geus heeft het voornemen om het Sport- en Leisure Centrum uit te breiden met tien bowlingbanen met bijbehorende horeca. De exploitatie van een bowlingbaan past niet binnen de geldende industriële bestemming. In de herziening van het bestemmingsplan dienen tevens de overige activiteiten binnen het Sport- en Leisure Centrum opgenomen te worden.
1.2
Doel In dit bestemmingsplan wordt ingegaan op de (ruimtelijke) gevolgen van de voorgenomen planontwikkeling. Doel van dit bestemmingsplan is te laten zien dat alle ruimtelijk relevante aspecten zijn meegewogen en dat er sprake is van een verantwoorde en goede ruimtelijke inpassing. In dit nieuwe bestemmingplan worden alle functies van het Sport- en Leisure Centrum De Geus opgenomen en ingepast.
1.3
Korte omschrijving plan De gemeente Langedijk heeft het voornemen uitgesproken om het voorgenomen plan ruimtelijk in te passen. Voornaamste reden hiervoor is de goede parkeervoorziening in de directe omgeving, de centrale ligging van het complex en de geringe overlast van belendende percelen in verband met onder andere de hoogte van de klimmuur. In de huidige evenementenhal van het Sport- en Leisure Centrum, waar momenteel skaten (skatecursus en inlineskaten) mogelijk is, wordt de nieuwe activiteit bowling gerealiseerd. Er worden tien banen gerealiseerd, waar maximaal 50 mensen per uur tegelijk kunnen bowlen.
1.4
Verantwoording Bij het opstellen van dit bestemmingsplan is gebruik gemaakt van diverse documenten en relevante websites. Sommige beleidsdocumenten en beeldbeschrijvende documenten zijn in voorkomende gevallen integraal overgenomen om de inhoud zoveel mogelijk te waarborgen. De gebruikte bronnen zijn in deze toelichting weergegeven.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
1.5
Blad 6 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Leeswijzer Na dit inleidende hoofdstuk (1) volgt in hoofdstuk 2 een beschrijving van de projectlocatie in de huidige en toekomstige situatie. Vervolgens komt in hoofdstuk 3 en 4 het planologische en beleidskader aan bod. In hoofdstuk 5 worden de ruimtelijke en milieuaspecten beschreven. In hoofdstuk 6 wordt vervolgens de economische uitvoerbaarheid beschreven. In hoofdstuk 7 wordt een toelichting gegeven op het overleg en de inspraak. Tot slot volgt in hoofdstuk 8 de toelichting op juridische aspecten, gevolgd door de regels en de verbeelding.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 7 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
2
Projectlocatie
2.1
Huidige situatie Sport- en Leisure Centrum De Geus is sinds 1992 op het industrieterrein aan de Bijlestaal 64-66 te Broek op Langedijk (gemeente Langedijk) gevestigd. Momenteel bestaat het bedrijf uit twee bedrijfsgebouwen. Bijlestaal 64 bestaat uit de volgende segmenten. 1. De Geus Sportclub: Evenementenhal (klimcursus, skatecursus, inlineskaten); Ruimtes voor budosporten en racketsporten; Ruimtes voor fitnessactiviteiten en groepslessen; Welnesscentrum; Fysioruimtes en behandelkamers. 2. Party events: Business to pleasure; Familiefeesten; Themafeesten en arrangementen; Vergadering en conventieactiviteiten; Eten en drinken (restaurant, kantine en terrassen). 3. Business Health en beauty: Sporten onder medische begeleiding; Kapsalon met nagelstudio en schoonheidssalon. 4. De Geus Kidsclub: Zwemlessen; Jungle Rock speelhal. 5. Kinderdagverblijf. Het naastgelegen gebouw, Bijlestaal 66, bestaat uit het Medisch Centrum Geestmerambacht (onderdeel van Sport- en Leisure Centrum De Geus), waarin onder andere huisartsen, mondzorg, fysiotherapeuten, Cesar therapie, podologie, sport medisch advies, kindertherapie, psychologie, forensische dienst en diëtisten gevestigd zijn.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 8 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Afbeelding 2.1 Weergave projectlocatie (bron: Google Earth)
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
2.2
Blad 9 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Toekomstige situatie In de huidige evenementenhal, waar momenteel skaten (skatecursus en inlineskaten) mogelijk is, wordt de nieuwe activiteit bowling gerealiseerd. Er worden tien banen aangelegd, waar maximaal 50 mensen per uur tegelijk kunnen bowlen.
Afbeelding 2.2 Weergave nieuw ontwerp
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
3
Blad 10 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Planologisch kader [Bestemmingsplan “Zuiderdel III”] Het voorliggende bestemmingsplan is een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan “Zuiderdel III”, vastgesteld door de gemeenteraad op 3 april 1990 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 21 augustus 1990.
Afbeelding 3.1 Weergave plankaart bestemmingsplan Zuiderdel III. Bestemming De projectlocatie maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan ‘Zuiderdel III’. Ter plaatse geldt de bestemming "Industrieterrein". De op de kaart voor "Industrieterrein" aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijfsmatige activiteiten genoemd in de bij het bestemmingsplan horende Staat van Bedrijfsactiviteiten. Sport- en Leisure Centrum De Geus is geen industrieel bedrijf en is niet opgenomen in de activiteitenstaat van het huidige bestemmingsplan. De exploitatie en uitbreiding van het sportcentrum is in 1993, via een vrijstellingsprocedure ex. artikel 19, eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, mogelijk gemaakt. De exploitatie van bowlingbanen met de daarmee samenhangende horeca-activiteiten passen niet binnen de huidige bestemming “Industrieterrein”. Aan het project kan alleen medewerking worden verleend als de gemeenteraad van Langedijk wil meewerken aan de herziening van het bestemmingsplan. Het college van Langedijk heeft op 6 juli 2010 besloten in principe medewerking te verlenen aan het voeren van een herziening.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
4
Blad 11 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Beleidskader Nederland staat nagenoeg wereldwijd bekend om haar ruimtelijke ordening. Een systeem wat zowel bottom-up als top-down elementen in zich heeft. Door de decennia heen is deze visie op de ruimtelijke ordening aan veranderingen onderhevig geweest. Op rijksniveau is de omslag naar de zogenaamde ontwikkelingsplanologie het beste zichtbaar met een vergelijking tussen de Nota Ruimte (VROM, 2006) en de Vierde Nota ruimtelijke ordening. Het is niet meer de overheid die alleen maar toelaat wat wel of niet kan (toelatingsplanologie), maar tevens een overheid die samen met derden ruimtelijke ordening bedrijft. Vanuit deze filosofie zal dit hoofdstuk het overheidsbeleid in beeld brengen. Getoetst wordt of plannen passend zijn binnen het vigerend planologisch kader, en binnen het ruimtelijke beleid van de verschillende overheidslagen. Hieronder volgt een overzicht van het van toepassing zijnde beleid.
4.1
Rijksbeleid [Nota Ruimte (2006)] 1 De ministeries van VROM, LNV, V&W en EZ hebben in de ‘Nota Ruimte’ het rijksbeleid voor de ruimtelijke ordening verwoord. In de ‘Nota Ruimte’ zijn de Planologische Kernbeslissingen (PKB’s) de ‘Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening’ en het ‘Structuurschema Groene Ruimte 2’ samengevoegd, conform aangekondigd in de Stellingnamebrief van de toenmalige VROM minister. In de Nota Ruimte heeft het kabinet haar beleid voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland voor de periode tot 2020 uiteengezet. De beleidsopgaven en –doelen van de ‘Nota Ruimte’ zijn: Versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland; Krachtige steden en een vitaal platteland; Borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden; Borging van de veiligheid. Voor de afzonderlijke steden en dorpen in Nederland kent het beleid met betrekking tot de basiskwaliteit van steden, dorpen en bereikbaarheid in de Nota Ruimte vier pijlers: 1. Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten. Dit houdt in dat nieuwe bebouwing voor deze functies grotendeels geconcentreerd worden gelokaliseerd, dat wil zeggen in bestaand bebouwd gebied, aansluitend op het bestaande bebouwde gebied of in nieuwe clusters van bebouwing daarbuiten; 2. Bundeling van infrastructuur; 3. Aansluiting van Nederland op de internationale netwerken van luchtvaart en zeevaart; 4. Borging van milieukwaliteit en externe veiligheid.
1 Vastgesteld door het kabinet op 23 april 2004, Kamerstukken II 2004/05, 29 435, Aangenomen door De Eerste Kamer op 17 januari 2006
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 12 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
In de ‘Nota Ruimte’ wordt aangegeven dat gemeenten genoeg ruimte dienen te krijgen om te voorzien in de natuurlijke bevolkingsaanwas op het gebied van wonen en werken en de daarbij behorende voorzieningen. In de Nota Ruimte wordt tevens geconstateerd dat het huidige aanbod van toeristisch-recreatieve voorzieningen (zowel kwantitatief als kwalitatief) onvoldoende aansluit bij de recreatiewensen van de samenleving. Het Rijk is van oordeel dat de recreatiesector de ruimte moet krijgen om te kunnen anticiperen op de veranderende behoefte van de recreanten.
[Nota Waterbeleid voor de 21e eeuw “Anders omgaan met water” (2000)] Het kabinet heeft de nota waterbeleid “Anders omgaan met water” in september 2000 in grote e lijnen het advies van de commissie waterbeheer 21 eeuw (WB21) overgenomen. De nota waterbeleid “Anders omgaan met water” bevat de volgende hoofdlijnen: de Nota Waterbeleid is gebaseerd op de stroomgebiedbenadering; de watertoets en de waterparagraaf zijn verplichte onderdelen van ruimtelijke planprocedureregels en ruimtelijke plannen; de trits vasthouden, bergen en afvoeren is leidraad bij de keuze van maatregelen, waarbij: 1. gebiedseigen (neerslag)water zo lang mogelijk vast wordt gehouden; 2. neerslagwater zo veel mogelijk in het eigen gebied wordt geborgen; 3. alleen overtollig water (zo traag mogelijk) afgevoerd wordt. In de Nota Waterbeleid “Anders omgaan met water” is bepaald dat de gevolgen van (ruimtelijke) ontwikkelingen voor de waterhuishouding uitdrukkelijk in onder andere bestemmingsplannen moeten worden overwogen. Hiervoor moet de zogenoemde watertoets worden uitgevoerd. De watertoets is het vroeg informeren (van de waterbeheerder), het adviseren (door de waterbeheerder), het overwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige belangen in ruimtelijke plannen. Ook in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is uitdrukkelijk bepaald dat in de toelichting op het bestemmingsplan inzicht verkregen moet worden in de gevolgen van het bestemmingsplan voor de waterhuishouding en hoe deze gevolgen in het bestemmingsplan zijn betrokken. Gevolgen van de ruimtelijke ontwikkelingen voor de waterhuishouding dienen inzichtelijk gemaakt worden in het bestemmingsplan. [Nationaal Waterplan, (2009)] Het Rijksbeleid ten aanzien van water wordt beschreven in het Nationaal Waterplan voor de planperiode 2009-2015. Het Nationaal Waterplan is tevens de structuurvisie op basis van de nieuwe Waterwet en de Wet ruimtelijke ordening en vervangt de Vierde Nota Waterhuishouding (1998) en alle voorgaande Nota’s Waterhuishouding. In het Nationaal Waterplan is aangegeven dat het waterbeheer in Nederland moet zijn gericht op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde duurzame watersystemen. Dit betekent onder andere het waarborgen van voldoende veiligheid en het beperken van de kans op hinder vanwege water; dit ook in verhouding tot ontwikkelingen als de verandering van het klimaat, het dalen van de bodem en het stijgen van de zeespiegel. Om dit te bereiken moet zoveel mogelijk worden uitgegaan van een watersysteembenadering en integraal en duurzaam waterbeheer.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 13 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
De planlocatie valt binnen het Nationaal Waterplan onder het deelgebied IJsselmeergebied. Voor dit gebied spelen momenteel opgaven op het vlak van veiligheid, zoetwatervoorziening, ecologie en ruimtelijke inrichting. [Wet Milieubeheer] 2 Op rijksniveau is het milieubeleid in het ‘Nationaal Milieubeleidsplan 4’ (NMP-4) verwoord. Het NMP-4 heeft als lange termijnvisie een duurzaam milieubeleid en is onder meer gericht op de volgende onderwerpen: milieu en gezondheid, duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen, externe veiligheid, aantasting van leefomgeving en onbeheersbare risico’s. Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (BARIM) in werking getreden waarin algemene voorschriften zijn opgenomen voor verschillende activiteiten die binnen inrichtingen kunnen plaats vinden. Met het BARIM wordt de vergunningplicht, op grond van de Wet Milieubeheer opgeheven. Alleen zogenaamde gpbv-inrichtingen en inrichtingen die vallen onder een categorie genoemd in Bijlage 1 van het BARIM blijven vergunningsplichtig op grond van de Wet Milieubeheer. De bedrijven waarvoor de vergunningplicht blijft bestaan zijn in het BARIM gedefinieerd als zogenaamde type C inrichtingen. Het plangebied valt niet binnen een categorie inrichting uit Bijlage 1 van het BARIM, vergunningsplicht op grond van Wet Milieubeheer is niet van toepassing.
4.2
Provinciaal beleid [Provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie (Prvs)] Op 21 juni 2010 is door provinciale staten de Provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie (Prvs) Noord-Holland vastgesteld en is in 1 november 2010 inwerking getreden. Hierin zet de provincie haar (ruimtelijk) beleid voor Noord-Holland uiteen. De regels van de Prvs vloeien voort uit de Structuurvisie Noord-Holland 2040. De verordening geldt alleen voor plannen en besluiten die na 1 november 2010 zijn ingediend. De Provinciale verordening schrijft voor waaraan bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen moeten voldoen. [Structuurvisie Noord-Holland 2040 (2010)] Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening met de daarbij behorende Invoeringswet in werking getreden. De wet voorziet in een nieuw stelsel van verantwoordelijkheidsverdeling tussen rijk, provincies en gemeenten. Ook zijn daartoe fundamenteel de bevoegdheden voor rijk, provincies en gemeenten voor zowel beleidsvorming als voor de uitvoering gewijzigd. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 is elke overheidslaag verplicht een structuurvisie op te stellen en haar ruimtelijke belangen te noemen. Door de provincie Noord-Holland is de Structuurvisie Noord-Holland 2040 opgesteld. Hiermee wordt onder andere het “Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland” vervangen. In de structuurvisie geeft de provincie aan welke provinciale belangen een rol spelen bij de ruimtelijke ordening in Noord-Holland. Daarmee is het een leidraad voor de manier waarop de ruimte in Noord-Holland de komende dertig jaar zou moeten worden ontwikkeld. In het bijbehorende uitvoeringsprogramma is dit uitgewerkt in concrete activiteiten om de visie te
2 Vastgesteld door het kabinet op 1 november 2002
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 14 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
realiseren en via de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie is de doorwerking naar gemeentelijke bestemmingsplannen geregeld. De drie hoofdbelangen die Noord-Holland met de structuurvisie heeft vastgelegd zijn ruimtelijke kwaliteit, duurzaam ruimtegebruik en klimaatbestendigheid. Zo wordt de komende dertig jaar het bestaand bebouwd gebied verder verdicht, onder meer door zo’n 200.000 woningen in de provincie bij te bouwen, en zet de provincie in op de ruimtelijke ontwikkeling van OV-knooppunten in Noord-Holland. Op die manier blijft volgens de provincie meer ruimte over om het buitengebied te behoeden en zijn er voldoende mogelijkheden voor duurzame economische ontwikkelingen, recreatie en natuur. Naast de drie hoofdbelangen zijn er ook nog twaalf ondergeschikte belangen die de provincie in acht neemt bij ruimtelijke vraagstukken: Ruimtelijke kwaliteit: behoud en ontwikkeling van Noord-Hollandse cultuurlandschappen; behoud en ontwikkeling van natuurgebieden; behoud en ontwikkeling van groen om de stad. Duurzaam ruimtegebruik: milieukwaliteiten; behoud en ontwikkeling van verkeers- en vervoersnetwerken; voldoende en op de behoeft aansluitende huisvesting; voldoende en gedifferentieerde ruimte voor landbouw en visserij; voldoende en gedifferentieerde ruimte voor economische activiteiten; voldoende en gedifferentieerde ruimte voor recreatieve en toeristische voorzieningen. Klimaatbestendigheid: voldoende bescherming tegen overstroming en wateroverlast; voldoende en schoon drink-, grond- en oppervlaktewater; voldoende ruimte voor het opwekken van duurzame energie. In de structuurvisie is voor verschillende gebieden beleid opgenomen. Op de kaart van de structuurvisie ligt het plangebied in het bestaand bebouwd gebied ( zie afbeelding 4.1).
Afbeelding 4.1 Kaart structuurvisie omgeving Langedijk (bron provincie Noord-Holland)
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 15 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Het in de structuurvisie vastgestelde beleid voor bestaand bebouwd gebied betreft: innovatief ruimtegebruik, intensiveren en herstructureren, mengen wonen en werken, kwaliteitsverbetering, kennisintensieve en creatieve ruimtes; geen nieuwe uitleglocaties buiten bestaand bebouwd gebied; hulp bij binnenstedelijke verdichting. In het aan de Structuurvisie voorafgaande Streekplan werd tevens als een van de belangrijkste punten de verstedelijking van het HAL-gebied (gebied Heerhugowaard, Alkmaar en Langedijk) genoemd. Hiervoor zijn een aantal uitgangspunten opgesteld waaronder de volgende op het gebied van recreatie: evenwichtige structurering van wonen, werken, recreatie en infrastructuur, zodat een meer samenhangende stedelijke structuur ontstaat; ontwikkeling van natuur, water, landschap en recreatief medegebruik; een goede zonering van de recreatie.
[Waterplan 2010-2015 Beschermen, Benutten, Beleven en Beheren (2008)] De provincie Noord-Holland heeft haar beleid voor water nader vastgelegd in het waterplan 2010-2015 `Beschermen, Benutten, Beleven en Beheren ’. Het waterplan heeft als doel om in 2015 het waterbeheer volledig op orde te hebben ten behoeve van de maatschappelijke functies. Hiervoor worden in het waterplan de volgende ordeningsprincipes gehanteerd: waterkwantiteit: vasthouden – bergen – afvoeren; waterkwaliteit: niet vervuilen – zuinig gebruiken – hergebruik – schoonmaken. Voor ‘stedelijk’ gebied is de inrichting en het beheer van het waterhuishoudkundig systeem gericht op: het voorkomen of beperken van wateroverlast; de ontwikkeling en het behoud van de natuur in het stedelijk gebied; het voorkomen van zettingen; het herbenutten van ontwateringswater voor drink- en industriewatervoorziening of voor herstel van verdroogde natuur; het weren van (diepe) drainage en het voorkomen van instroming van oppervlaktewater op de riolering; het beperken van de vuilbelasting door riooloverstorten; het beperken van de invloed van bronbemaling. Voor bestaand bebouwd gebied geldt dat bij inrichting en herstructurering waterneutraal wordt gebouwd en kansen worden aangegrepen om een eventuele bestaande afwenteling te verminderen. Bij herstructurering is voldoende infiltratie en waterberging een uitgangspunt. Voor waterbeheer in stedelijk gebied geldt voorts: vasthouden, bergen en afvoeren van water; niet vervuilen, zuinig gebruiken, hergebruik, schoonmaken van water.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 16 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
[Provinciaal Milieubeleidsplan 2009-2013 (2009)] Provincie Noord-Holland heeft uitwerking aan het nationale milieubeleid gegeven en haar milieubeleid voor de provincie samen met de streekplannen, structuurvisie, waterhuishoudingplan en verkeers- en vervoersplannen plan verwoord in het ‘Provinciaal Milieubeleidsplan 2009-2013 (PMP)”. Leven in een gezonde, schone en veilige omgeving is hét uitgangspunt dat ten grondslag ligt aan het Provinciaal Milieubeleidsplan. In het milieubeleidsplan wordt beschreven wat de Provincie gaat doen om bij te dragen aan deze langetermijnvisie. De activiteiten in de vier jaar moeten er in ieder geval toe leiden dat eind 2013 overal in NoordHolland de zogeheten basiskwaliteit is bereikt. De basiskwaliteit is vastgelegd in Europese en nationale milieunormen en regels en hangt samen met de functie van een gebied: wonen, werken of recreëren. Er zijn twee overkoepelende doelen: het voorkomen van schade aan de menselijke gezondheid, dier en plant. het stimuleren van duurzame ontwikkeling in Noord-Holland voor nu en in de toekomst, zonder afwenteling van de milieubelasting naar elders. Om de doelen te bereiken worden activiteiten uitgevoerd op de volgende acht thema’s: afval bodem externe Veiligheid geluid geur licht en donkerte lucht klimaat en energie Duurzaamheid is de rode lijn door het Provinciaal Milieubeleidsplan, terug te zien in drie strategische beleidslijnen: duurzaam produceren en consumeren; voorkomen van schade aan de menselijke gezondheid; verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. Er zijn raakvlakken tussen milieuthema’s en recreatie en toerisme. Milieumaatregelen die zorgen voor een goede lucht- en bodemkwaliteit en minder geluidhinder, van groot belang voor de beleving van de recreant of toerist.
4.3
Gemeentelijk beleid Naast het in hoofdstuk 3 genoemde bestemmingsplan zijn er nog een aantal gemeentelijke plannen waar rekening mee gehouden dient te worden en die van toepassing zijn op het plangebied. [Structuurvisie Langedijk, inclusief de uitvoeringsparagraaf Langedijk 2000-2020 (27.01.2010 in werkintreding)] De structuurvisie Langedijk, inclusief de uitvoeringsparagraaf, biedt een samenhangende visie in hoofdlijnen op het te voeren ruimtelijk beleid van de gemeente in de periode tot 2015, met een doorkijk naar het jaar 2020.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 17 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Onlangs is de gemeente gestart met het opstellen van een vernieuwde structuurvisie: Structuurvisie Langedijk 2010-2030. Uitgangspunten voor de toekomst met betrekking tot recreatie bestaan uit: het streven naar versterking van de toeristisch-recreatieve functie van het "lint van Langedijk" door behoud en waar mogelijk herstel van historische kenmerken; in de bestaande buurten moeten voldoende mogelijkheden zijn voor recreatie in de directe woonomgeving; tussen de nieuwe woongebieden aan de westrand van de dorpen komen groene buffers ("groene vingers"), die een recreatieve functie hebben voor zowel nieuwe als bestaande woongebieden; de toeristisch-recreatieve ontwikkeling van de buitengebieden in de gemeente zal in belangrijke mate moeten worden gekoppeld aan de uitwerking van de doelstellingen ten aanzien van de Blauwe Loper en de Groene Loper; uitbreiding van de bestaande campings wordt van geval tot geval beoordeeld; voor kerngebonden activiteiten zal per kern een goed samengesteld en kwalitatief aantrekkelijk aanbod van accommodaties voor verenigingen (cultuur, hobby, sport) beschikbaar moeten zijn, waarbij gestreefd wordt naar een zo efficiënt mogelijk gebruik ervan; bij de inrichting van het landelijk gebied zal rekening moeten worden gehouden met de mogelijkheid van recreatief medegebruik; nieuwe sportvoorzieningen worden zo veel mogelijk ondergebracht in de hoofdgroenstructuur. Op dit moment werkt de gemeente aan een nieuwe structuurvisie waarin onderstaande uitgangspunten gaan gelden. Door afnemende groei van de bevolking zal er temporisering plaatsvinden met betrekking tot de groei van woningbouw aan de westzijde van het dorp Langedijk. Het behoud en indien versterken van de toeristisch-recreatieve functie van het "lint van Langedijk". De voorgenomen ontwikkeling, evenals de bestaande sportfaciliteiten binnen Sport- en Leisure Centrum de Geus, zijn als voorziening gewenst maar passen niet geheel binnen de uitgangspunten voor recreatie. Het Sport- en Leisure centrum is gesitueerd op een bedrijventerrein. De locatie op het bedrijventerrein is qua karakter van de voorziening echter passend. Het voorzieningenaanbod wordt door de ontwikkeling versterkt. Daarnaast zijn de voorgenomen ontwikkeling in het centrum, de huidige recreatiegebieden of woningbouwgebieden niet in te passen. De activiteiten spelen zich merendeels in de avond- en weekenduren af. Het voornaamste van eerdergenoemde is de sociale controle die op het bedrijventerrein gecreëerd wordt. Tevens ontstaat er over de dag een gestructureerde verkeersstroom. [Welstandsnota Langedijk (2003)] De welstandsnota Langedijk maakt de welstandseisen, de criteria waaraan een bouwwerk moet voldoen, duidelijk voor zowel aanvragers van een bouwvergunning de architect/aannemer, de omwonenden als de welstandscommissie. Bouwplannen die niet voldoen aan de eisen van welstand worden zo geweerd. Het doel van de welstandsnota is een bijdrage te leveren aan het behouden en daar waar nodig is versterken van de aantrekkelijkheid van de gemeente Langedijk.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 18 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
De welstandscriteria waaraan de bouwplannen worden getoetst, zijn een resultante van de gebiedsbeschrijving (eventueel bijzondere bouwkundige elementen), de waardering (van ruimtelijke en architectonische aspecten) en het formuleerde welstandbeleid waarin ander relevant ruimtelijk beleid, studies en onderzoeken zijn verwerkt. Voor deze criteria wordt aangesloten bij de indeling die is gebruikt voor de beschrijving van de bebouwing, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen plaatsing, hoofdvorm, aanzichten en opmaak. De welstandscriteria ` Bedrijventerreinen’ Het plangebied valt onder welstandscriteria bedrijventerreinen. De welstand is gericht op het handhaven van de ruimtelijke kwaliteiten op de nieuwere bedrijventerreinen. De ruimtelijke kwaliteit van sommige terreinen is bescheiden. Op deze terreinen is verbetering mogelijk in de zichtlocaties en langs de randen. De gemeente streeft op termijn naar revitalisering van delen van de bedrijventerreinen Zuiderdel en de Wuijver. Hiervoor zullen afzonderlijke beeldkwaliteitseisen worden opgesteld. Ligging: de gebouwen zijn met de representatieve zijde op de straat gericht; opslagruimte aan de straatzijde voorkomen. Massa: er is sprake van overwegend enkelvoudige bebouwingsmassa’s; bedrijfsgebouwen op zichtlocaties en langs randen kennen overwegend een samengestelde massaopbouw, bijvoorbeeld door de representatieve delen sterker te accentueren. Detaillering : een eenvoudige en moderne opbouw is mogelijk, maar kent ten minste aan de straatzijde een duidelijke geleding (bijvoorbeeld doorgevelopeningen en/of materiaaltoepassingen); met name op zichtlocaties en langs randen wordt een meer representatieve geleding en detaillering vereist. Materiaal en kleurgebruik moderne materialen zijn mogelijk; kleurgebruik is terughoudend; accentkleuren vermijden. Het Sport en Leisure Centrum te Broek op Langedijk valt onder het `Bedrijventerrein’. De hoofdlijnen van de welstandsnota voor het `Bedrijventerrein’ is het respecteren van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten van het gebied. Aansluitend geldt voor het gebied een aanduiding als regulier welstandgebied. [Nota cultuurhistorie gemeente Langedijk (2009)] Voor de archeologie geldt ook een aantal verplichtingen die voortvloeien uit de nieuwe Wet op de Archeologische Monumentenzorg en de taken die daarin aan de gemeente worden opgedragen. In de Beleidsnota Cultuurhistorie zet Cultureel Erfgoed Noord-Holland de achtergronden en onderbouwingen voor het cultuurhistorisch beleid uiteen. Bij ruimtelijke procedures, indien er een Beeldkwaliteitplan of ruimtelijke onderbouwing vereist wordt door provincie of gemeente, dienen hierin de cultuurhistorische waarden te worden opgenomen. Daarnaast is een van de voornemens de inbedding van het cultuurhistorisch beleid
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 19 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
in ruimtelijke procedures en bij een omgevingsvergunning op te nemen betreffende archeologische en historisch geografische waarden. Aan de hand van de Nota cultuurhistorie dient bepaald te worden hoe om te gaan met de cultuurhistorische waarden ter plaatse. [Facetregeling detailhandel op bedrijventerreinen (2006)] De facetregeling detailhandel op bedrijventerreinen betreft de juridische regeling van de functie detailhandel op de bedrijventerreinen De Wuyver, De Mossel en Zuiderdel in de gemeente Langedijk. De doelstelling die ten grondslag ligt aan de facetregeling is het voorkomen van oneerlijke concurrentie op het gebied van detailhandel op bovengenoemde bedrijventerreinen. Sport- en Leisure Centrum De Geus wordt in de facetregeling niet genoemd als “bestaande detailhandel in ABC goederen, perifere detailhandel en detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke en milieuverstorende stoffen” of in de staat van detailhandelactiviteiten. [Bedrijven en Milieuzonering, VNG, 2009] Goede ruimtelijke ordening voorkomt hinder en gevaar. Dit kan door voldoende afstand te houden tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en gevoelige functies (zoals woningen). In de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten opgestelde handreiking Bedrijven en Milieuzonering staan uitgebreide lijsten met richtafstanden. Gevoelige functies bevinden zich niet in de omgeving van het plangebied. Bij de voorgenomen planontwikkeling dient rekening gehouden te worden met de eventuele hindercirkels ten opzichte van de gevoelige functies.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
5
Blad 20 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Onderzoek ruimtelijke en milieuaspecten In dit hoofdstuk zal het huidige en toekomstige ruimtegebruik van en rondom de projectlocatie worden omschreven aan de hand van vier kleuren. Rood voor de stedelijke structuur, Blauw voor de waterhuishoudkundige zaken, Groen voor de ecologie en de milieuaspecten in de nabijheid van het plangebied en tot slot Grijs voor de boven- en ondergrondse infrastructuur. Vervolgens vindt per thema een toetsing plaats of de voorgenomen ontwikkeling mogelijk is.
5.1
Rood Binnen de kleur rood wordt de stedelijke, maar ook landschappelijke structuur van de omliggende omgeving van de projectlocatie geanalyseerd. Hierbij wordt begonnen met de cultuurhistorie (waaronder de ontstaansgeschiedenis, de aardkundige waarden, historische bebouwing, archeologische waarden). Tevens wordt een beeld gegeven van en de huidige stedelijke structuur.
5.1.1
Ontstaansgeschiedenis
Langedijk dateert waarschijnlijk uit het midden van de 11e eeuw. Zoals de naam al aangeeft was het een vrij lange dijk. De dijk werd aangelegd ter bescherming tegen het water van de Heerhugowaard. Geleidelijk vond de bebouwing langs de dijk plaats. Broek op Langedijk is waarschijnlijk het oudste dorp van Langedijk. Broek op Langedijk heette ooit gewoon weg “Broek”. Die plaatsnaam duidt op een plaats in een moerasachtig land dat laag gelegen was, “op Langedijk” wijst naar het feit dat de plaats op en aan de dijk “de Langedijk” ligt. De plaatsnaam komt in de 12e eeuw voor als “Broec”, in 1424 als “Broeck opten dijk” en in 1639 als “Brock Langhendyck”. In de omgeving van de dorpen van Langedijk werden vanaf 1900 op diverse plaatsen min of meer grootschalige fabrieken en bedrijfsgebouwen gebouwd. Rond de veiling van NoordScharwoude ontstond een min of meer industriële zone (industrieterrein De Wuyver). In de 80’er jaren ontstond industrieterrein De Mossel. Vanaf het eind van de 70’er jaren is gefaseerd bedrijventerrein Zuiderdel gerealiseerd. 5.1.2
Landschappelijke structuren
Bij de ontginning van het gebied rondom de Langedijk vond een zogenaamde strokenverkaveling plaats. Min of meer loodrecht op de dijk werden achter de bebouwing op regelmatige afstand van elkaar sloten gegraven. De sloten dienden als afwatering, maar later ook als vaarweg. De gekweekte groenten uit de tuinbouw werd met bootjes over het water vervoerd. Doordat ook de bagger uit de sloten als mest voor de tuinbouw werd gebruikt, werden de sloten steeds breder en de kavels steeds smaller.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 21 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
De ruimtelijke structuur in het gebied van Oudkarspel, via Noord- en Zuid-Scharwoude naar Broek op Langedijk wordt bepaald door de Dorpsstraat die in en slingerende beweging van noord naar zuid door het gebied loopt. 5.1.3
Aardkundige waarden
Aardkundige waarden zijn de aardkundige kwaliteiten van natuur en landschap. Onder het begrip aardkundige waarden vallen geomorfologische, geologische, bodemkundige en geohydrologische verschijnselen. Het beschermen van aardkundige waarden is een van de speerpunten van het provinciale landschaps- en bodembeschermingbeleid. Onder aardkundige waarden verstaan we onderdelen in het landschap die iets vertellen over de natuurlijke ontstaanswijze van een gebied bijvoorbeeld een strandwal of ijstijdrelict. 5.1.4
Historische bebouwing
In de nabijheid van de projectlocatie zijn geen historische bebouwingen aanwezig (zie afbeelding 5.1). Aan de Dorpsstraat zijn meerdere cultuurhistorische objecten aanwezig. Dit betreffen voornamelijk woonlinten, kerk en voormalig veilinggebouw.
Afbeelding 5.1 Weergave cultuurhistorische waarden (bron: Kich)
5.1.5
Archeologie
In het Besluit ruimtelijke ordening is (art. 3.1.2) geregeld dat in het geval dat voor een bestemmingsplan geen milieueffectrapport behoeft te worden gemaakt in de toelichting een beschrijving dient te worden opgenomen van de wijze waarop rekening is gehouden met de aanwezige of naar verwachting aanwezige Archeologische monumenten. Voor de gehele gemeente Langedijk zijn gebieden met bepaalde archeologische verwachtingswaarden aangewezen. Afbeelding 5.2 geeft de verschillende gebieden weer waar archeologische waarden te verwachten zijn en wanneer archeologisch onderzoek vereist is.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 22 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Afbeelding 5.2 Weergave archeologische waarden (bron:Beleidskaart cultuurhistorie) Conclusie: De gemeente Langedijk is rijk aan cultuurhistorische waarden. Cultuurhistorie omvat de gebouwde monumenten, de archeologische waarden en de historische geografie. De Beleidskaart cultuurhistorie van gemeente Langedijk geeft aan dat de planlocatie valt binnen gebied “LANG16A”, waarbij archeologisch onderzoek vereist is bij plannen groter dan 10.000 m2 en dieper dan 40 m. De voorgenomen ontwikkeling betreft een inpandige verandering. Archeologisch onderzoek is niet nodig.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
5.2
Blad 23 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Groen en milieu Binnen deze paragraaf wordt de natuur en het milieu binnen het plangebied en in de nabije omgeving ervan geanalyseerd. Hierbij is zowel gelet op de flora en de fauna als de mogelijke lucht- geluid en bodemverontreinigingen.
5.2.1
Gebiedsbescherming voor natuur
In het kader van de Europese richtlijnen zijn in Nederland Speciale Beschermingszones (SBZ) aangewezen die een hoge wettelijke bescherming kennen (zie www.minlnv.nl/natura2000). De Vogelrichtlijn is gericht op het beschermen van de in het wild levende vogelsoorten en op de instandhouding van de habitat die het leefmilieu voor deze soorten vormen. De Habitatrichtlijn is gericht op het in stand houden van natuurlijke en halfnatuurlijke habitat en de bescherming van wilde flora en fauna, anders dan vogels. Daarnaast kan er sprake zijn van een natuurreservaat in het kader van de provinciale Ecologische Hoofdstructuur (EHS) dan wel van ‘overig’ natuurgebied, beschermd via de Natuurbeschermingswet of in het Bestemmingsplan van de gemeente. De Provincie Noord Holland zorgt voor de werving en inrichting van begrensde natuurgebieden en de realisatie van de verbindingszones. Stedelijke ontwikkeling is in principe niet toegestaan binnen de EHS. Het plangebied is niet gelegen binnen of nabij een Natura 2000 gebied. Rondom het plangebied zijn wel delen van de Ecologische Hoofdstructuur aanwezig (zie afbeelding 5.2).
Afbeelding 5.2 Weergave EHS (groen gearceerd) gebied nabij plangebied (rood omcirkeld) 5.2.2
Soortbescherming
Naast de gebiedsbescherming is de soortbescherming van belang. De bescherming van soorten die uitgaat van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, is volledig geïmplementeerd in de Flora-
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 24 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
en faunawet. Op grond van de Flora- en faunawet gelden algemene verboden tot het verwijderen van groeiplaatsen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplanting-, vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten. Voor activiteiten, zoals woningbouw, die een bedreiging kunnen vormen voor deze beschermde soorten, dient ontheffing te worden aangevraagd indien de zwaarder beschermde soorten voorkomen. Samengevat kan worden gesteld dat er in de Flora- en faunawet ten aanzien van de soortbescherming drie categorieën zijn te onderscheiden. Tabel 1 voor algemene soorten waarvoor een algemene vrijstellingsregeling geldt (sinds 1 januari 2005) (artikel 16 Flora- en faunawet). Het gaat dan om de algemene zoogdieren, amfibieën, e.d. Genoemd kunnen worden mol, veldmuis, aardmuis, groene kikker, gewone pad, bruine kikker e.d. Tabel 2 soorten (lichte toetsing) van soorten waarvoor wel een ontheffing in het kader van artikel 16 Flora- en Faunawet moet worden aangevraagd, maar waarbij aan minder zware criteria wordt getoetst. Tabel 3 soorten (zware toetsing) van Bijlage IV-soorten uit de Habitatrichtlijn, aangevuld met de bedreigde en ernstig bedreigde soorten uit de Rode Lijst (én vermeld in de Flora- en faunawet). Voor deze categorie blijft artikel 75 van de Flora- en faunawet ongewijzigd van kracht. De vraag of de ontheffing kan worden verleend zal worden beoordeeld door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Dit dient plaats te vinden op grond van het afwegingskader zoals geschetst in de Flora- en faunawet. De zorgplicht blijft onverminderd gelden. Indien men in het bezit is van een door de Minister van LNV goedgekeurde gedragscode hoeft ook voor de soorten die onder het minder zware beschermingsregime vallen geen ontheffing aangevraagd te worden. Zorgplicht Een belangrijke bepaling is de zorgplicht in artikel 2, die stelt “dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora en fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.” Conclusie Het plangebied is niet gelegen binnen of nabij een Vogel- of Habitatrichtlijn (Natura 2000) gebied en valt niet binnen de PEHS. De geplande activiteiten brengen geen verstoring van soorten flora en fauna met zich mee.
5.2.3
Bodem
Besluit bodemkwaliteit zorgt voor een goed gebruik en goede bescherming van de bodem. Het heeft tot doel de bodem beter te beschermen en meer ruimte te bieden voor nieuwe bouwprojecten, zoals woningen en wegen. Daarnaast geeft het besluit gemeenten, provincies
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 25 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
en waterschappen meer verantwoordelijkheid om de bodem te beheren, waarbij duurzaamheid centraal staat. Conclusie Het bestaande gebouw wordt niet uitgebreid. Een bodemonderzoek is niet van toepassing. Dit heeft al plaatsgevonden bij de bouw van het bestaande gebouw. 5.2.4
Luchtkwaliteit
Besluit luchtkwaliteit De ‘Wet luchtkwaliteit’ is op 15 november 2007 in werking getreden en vervangt het ‘Besluit luchtkwaliteit 2005’. De wet is één van de maatregelen die de overheid heeft getroffen om: negatieve effecten op de volksgezondheid als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging aan te pakken mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkeling te creëren ondanks de overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit De ‘Wet luchtkwaliteit’ voorziet onder meer in een gebiedgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Van bepaalde projecten met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze ‘niet in betekenende mate’ (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Een project draagt ‘niet in betekende mate’ bij aan de luchtverontreiniging als de 1% grens niet wordt overschreden. De 1% grens is gedefinieerd als 1% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 0,4 microgram/m3 voor zowel PM10 als NO2. Op basis van deze regelgeving kunnen ruimtelijke economische initiatieven worden uitgevoerd als aan één of meer voorwaarden wordt voldaan: • grenswaarden niet worden overschreden, of; • de luchtkwaliteit per saldo verbetert of tenminste gelijk blijft, of; • het initiatief niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit, of; • het initiatief is opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) en deze in werking is getreden. Conclusie Het milieu- en natuurplanbureau publiceert kaarten waarop de luchtverontreinigingsproblematiek inzichtelijk wordt. Op basis van de kaarten van 2007 valt de projectlocatie onder de gebieden waar de een na laagste concentraties fijn stof en de twee na laagste concentraties stikstofdioxide voorkomen. De realisatie van de bowlingbanen zal niet zorgen voor een overschrijding van de 1% norm waardoor nader onderzoek niet nodig is. In het rapport luchtkwaliteit 2004 (op 19 juli 2005 vastgesteld) voor de HAL-gemeenten is opgenomen dat de gemeente Langedijk geen problemen kent met de luchtkwaliteit. Gezien de invulling van de locatie is formeel conform de Wet Luchtkwaliteit geen onderzoek nodig met betrekking tot de luchtkwaliteit.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 26 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
5.2.5
Akoestisch onderzoek
Conform de Wet geluidhinder hebben alle wegen (behalve 30km wegen) een (onderzoek)zone. Voor woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen die binnen de zone van een weg zijn gelegen dient de geluidbelasting ten gevolge die betreffende weg berekend te worden. Conclusie Het bestaande gebouw wordt niet uitgebreid, bovendien wordt een dergelijke accommodatie op basis van de Wet geluidhinder niet aangemerkt als een geluidsgevoelig object. De uitbreiding van de bowlingbaan zal inpandig plaatsvinden waardoor er geen akoestisch onderzoek inzake wegverkeerslawaai noodzakelijk is. 5.2.6
Hindercirkels
Op grond van de Wet milieubeheer zijn bedrijven en instellingen verplicht te voldoen aan de eisen van een AMvB, dan wel een omgevingsvergunning te hebben voor de exploitatie van het bedrijf, waarbij rekening gehouden dient te worden met de omliggende woonbebouwing. Door middel van de milieuwet- en regelgeving wordt (milieu)hinder in woongebieden zo veel mogelijk voorkomen. Bij het bestemmen van bedrijven en instellingen dient rekening te worden gehouden met de aanwezige hindergevoelige functies. Enerzijds mogen hinderveroorzakende functies geen overlast veroorzaken voor de hindergevoelige functies en anderzijds moet een hindergevoelige functie geen belemmering zijn voor het uitoefenen van een hinder veroorzakende functie.
Stof
Geluid
Gevaar
Grootste afstand
Categorie
Verkeer
Visueel
Indices
Sportcomplex
0
0
50 C
10
50
3.1
2p
1
Lucht
Afstanden in meters
Bodem
Omschrijving
Geur
De publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' (2009) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) geeft richtlijnen voor de in acht te nemen afstanden. Per bedrijfstype zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de minimale afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf en woningen om hinder en schade aan mensen binnen aanvaardbare normen te houden. De grootste afstand is bepalend. In deze publicatie wordt aangegeven met welke hindercirkel rekening moet worden gehouden ten opzichte van een gevoelige functie (meestal wonen).
Conclusie Binnen de 30 meter (grootste afstand) liggen geen gevoelige functies als wonen. De voorgenomen maatregelen en de activiteiten van het sportcentrum voldoen aan de geluidsvoorschriften in het kader van de Wet milieubeheer. 5.2.7
Externe veiligheid
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) moet individuele en groepen burgers een basisbeschermingsniveau garanderen tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het besluit
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 27 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
verplicht gemeenten en provincies rekening te houden met de externe veiligheid als ze een omgevingsvergunning verlenen of een bestemmingsplan maken. Het Bevi bevat veiligheidsnormen voor bedrijven met gevaarlijke stoffen die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Bijvoorbeeld vlakbij chemische fabrieken, LPGtankstations en spoorwegemplacementen waar goederentreinen met gevaarlijke stoffen rangeren. Deze risicovolle bedrijven staan soms dichtbij huizen, ziekenhuizen en scholen (zogenaamde kwetsbare objecten) of in de buurt van bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen, kleine kantoren of sportterreinen (beperkt kwetsbare objecten). Dat kan gevaar opleveren voor mensen die in hier wonen, werken, verblijven of recreëren. Het Bevi heeft gevolgen voor alle risicovolle bedrijven die een milieuvergunning nodig hebben.
Conclusie Gezien het feit dat in of in de directe nabijheid van de projectlocatie geen inrichtingen, buisleidingen en/of transportroutes van gevaarlijke stoffen voorkomen, vloeien uit het aspect externe veiligheid geen belemmeringen voort.
5.2.8
Risicoatlassen
Om de transporten van gevaarlijke stoffen over wegen en binnenwateren in Nederland in beeld te brengen, heeft het Ministerie van Verkeer en Waterstaat zogenoemde risicoatlassen uitgebracht. De risicoatlassen ‘wegvervoer’, 'hoofdvaarwegen' en 'spoor' brengen de risico's in kaart op het gebied van externe veiligheid. Dat is de veiligheid van de mensen die wonen en werken langs de wegen en vaarwegen. De atlassen maken duidelijk waar maatregelen moeten worden genomen en waar ruimtelijke beperkingen langs de wegen en op de oevers langs vaarwegen moeten worden overwogen. De risicoatlassen brengen de risico's in beeld uitgedrukt in kansen dat er slachtoffers vallen bij calamiteiten met het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor. De atlassen zijn vooral strategisch bedoeld. Zo kan het ministerie er toekomstig externe veiligheidsbeleid op baseren. De risicoatlassen vinden hun uitwerking in provinciale risicokaarten. Voor de risicokaart van Provincie Noord-Holland zijn er gegevens geïnventariseerd van risicoveroorzakende activiteiten die de Provincie Noord-Holland op relatief eenvoudige wijze kan verzamelen. Op de risicokaart zijn gegevens opgenomen van bedrijven die gevaarlijke stoffen produceren, gebruiken of opslaan en waarvoor de provincie bevoegd gezag is in het kader van de Wet milieubeheer (Wm). Ook staat er op deze risicokaart een overzicht van het vervoer van gevaarlijke stoffen door Noord-Holland over de rijks- en provinciale wegen, over het spoor en over het Noordhollandsch Kanaal. Daarnaast wordt ook een overzicht gegeven van het transport van gas door hoofdtransport en regionale transportleidingen en een overzicht van LPG tankstations in Noord-Holland. Op de risicokaart worden naast risicobronnen, ook kwetsbare objecten weergegeven. De op de risicokaart getoonde kwetsbare objecten zijn gebouwen waarin zich veel mensen kunnen bevinden en gebouwen waar niet-zelfredzame mensen aanwezig zijn (zieken, bejaarden, kinderen).
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 28 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Kwetsbare objecten
Beperkt kwetsbare objecten
Woningen
Verspreid liggende woningen (2/ha)
Ziekenhuizen, bejaarden- en verpleeghuizen e.d.
Dienst- en bedrijfswoningen
Scholen en dagopvang minderjarigen
Kantoorgebouwen ( < 1500 m2 )
Kantoorgebouwen en hotels ( > 1500 m2 )
Hotels en restaurants ( < 1500 m2 )
Winkelcentra ( > 1000 m2 > 5 winkels )
Winkels
Winkel met supermarkt ( > 2000 m2 )
Sport- , kampeer- en recreatieterreinen (<50 personen)
Kampeer- en verblijfsrecreatieterrein ( > 50 pers. )
Bedrijfsgebouwen
Andere gebouwen met veel personen
Equivalente objecten Objecten met hoge infrastructurele waarde
Afbeelding 5.3 Uitsnede risicokaart Noord-Holland rondom projectlocatie (bron: risicokaart.nl) Conclusie Het Sport- en Leisure Centrum De Geus vormt zelf geen risicobron, maar wel een beperkt kwetsbaar object. Op een afstand van ongeveer 500 m hemelsbreed ligt aan de Hornweg 4 een risicobron: een LPG tankstation. De risicocontour (ofwel plaatsgebonden risico) geeft aan hoe hoog in de omgeving de overlijdenskans is door een ongeval met een risicobron. Binnen de contour is het risico groter, buiten de contour is het risico kleiner. Sport- en Leisure Centrum De Geus valt niet binnen de risicocontour van het LPG tankstation. Daarnaast zijn er in de nabijheid van het plangebied geen (spoor)wegen aanwezig waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 29 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
5.2.9
Legionella
Het Besluit algemene regels inrichting milieubeheer verplicht degene die een inrichting drijft risico's voor de omgeving en ongewone voorvallen te voorkomen. Elk systeem vereist een eigen risco-inventarisatie, probleemoplossing en beheersplan. Voor zwembadwater zijn in het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Bhvbz), in hoofdstuk 2, voorschriften ter preventie van legionellabesmetting opgenomen. Legionella kan zich onder meer ontwikkelen in leidingwater, (zwem-)badwater en koeltorens. Conclusie Uit de legionella beheersplan van De Geus zijn geen belemmeringen geconstateerd die voor de volksgezondheid schadelijk zijn.
5.2.10 Klimaat en isolatie Hoeveelheid warmte die in een stationaire toestand door een wand gaat, per eenheid van tijd, per eenheid van oppervlakte en per eenheid van temperatuursverschil tussen de omgevingen langs beide zijden van de wand. Deze wordt uitgedrukt in W/m²K (U) Conclusie De cijfers met betrekking tot isolatie van het gebouw van Sport- en Leisure Centrum de Geus betreffen: Vloer: 0.32 W/m2.K Dak dicht: 0.39 W/m2.K Dak glas: 1.9 W/m2.K Gevel: 0.32 W/m2.K Gevelramen: 1.9 W/m2.K
5.2.11 Energieverbruik De hoogte van het gas- en elektriciteitsverbruik van een gebouw is van een aantal factoren afhankelijk: grootte en ligging, aantal gebruikers/bewoners, gedrag van deze gebruikers/bewoners, wijze van verwarming en mate van isolatie. Conclusie: Het energieverbruik van Sport- en Leisure Centrum de Geus op jaarbasis (2009) is: Gas: 156.638 m3 Elektriciteit: 661.978 Kwh
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
5.3
Blad 30 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Blauw Binnen deze paragraaf worden alle zaken die betrekking hebben op het gebruik van water geanalyseerd. De waterhuishouding binnen de omliggende omgeving van het plangebied is geanalyseerd en het gebruik van oppervlaktewateren is onderzocht.
5.3.1
Waterhuishouding
Watertoets Als uitvloeisel van Europees en landelijk waterbeleid (waaronder: ‘Europese Kaderrichtlijn ste Water’, ‘Nota Anders omgaan met water’, ‘Startovereenkomst Waterbeheer 21 eeuw’, ‘Nationaal Bestuursakkoord Water’ en de ‘Nationaal waterplan’) is voor ruimtelijke plannen een Watertoets verplicht gesteld. Dit bestemmingsplan gaat hierop in. De Watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK), adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. De uitvoering geschiedt binnen de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en water. De Watertoets geeft de inbreng van water een plaats in de procedures over ruimtelijke plannen en besluiten, zoals streek- en bestemmingsplannen, en vormt als het ware een verbindende schakel tussen het waterbeheer en de ruimtelijke ordening. De Watertoets heeft een integraal karakter: alle relevante waterhuishoudkundige aspecten worden meegenomen (naast veiligheid en wateroverlast ook waterkwaliteit en verdroging). Indien door realisatie van de plannen een toename aan verharding plaatsvindt, zal neerslag versneld worden afgevoerd van het terrein. Zonder compenserende maatregelen zal de waterhuishoudkundige situatie hierdoor verslechteren. Indien er bij de realisatie watergangen worden gedempt dienen deze 1 op 1 te worden gecompenseerd binnen hetzelfde peilgebied. Daarnaast dienen de “standaard” wensen en eisen (Keur) van het HHNK te worden meegenomen in het ontwerp. Het definitieve ontwerp wordt ter goedkeuring aan het HHNK te worden verzonden zodat er formeel getoetst kan worden of er voldoende rekening is gehouden met de wensen en eisen van het HHNK. Conclusie Ten behoeve van de planologische ontwikkelingen zal er geen extra verharding worden toegepast. Er hoeven daardoor geen compenserende maatregelen met betrekking tot de waterhuishouding genomen te worden.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 31 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
5.3.2
Afvalwater
Lozingen van afvalwater kunnen worden ingedeeld in directe en indirecte lozingen. Lozingen op een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, kortweg riolering, worden indirecte lozingen genoemd. Hierbij maakt het niet uit of vanuit die riolering al dan niet via een zuivering (bijvoorbeeld een rioolwaterzuiveringsinstallatie) in het milieu wordt geloosd, dus of het een vuilwater- of een schoonwaterriool betreft. De indirecte lozingen vallen onder de Wet milieubeheer. Wanneer bedrijven of huishoudens rechtstreeks in het oppervlaktewater of de bodem lozen, is er sprake van directe lozingen. Directe lozingen in het oppervlaktewater vallen onder de werkingssfeer van de Waterwet. Ook als wordt geloosd op een zuiveringstechnisch werk in beheer bij de waterbeheerder of ander openbaar lichaam (dus zonder tussenkomst van een riolering of iets dergelijks) is ten aanzien van de lozingen de Waterwet van toepassing. Directe en indirecte lozingen worden binnen de regelgeving voor afvalwater ingedeeld in drie groepen: lozingen vanuit inrichtingen, lozingen buiten inrichtingen en lozingen vanuit huishoudens. Een groot aantal directe en indirecte lozingen afkomstig van deze drie groepen zijn geregeld in de volgende drie besluiten: -
lozingen vanuit inrichtingen: Activiteitenbesluit; lozingen buiten inrichtingen: Besluit lozen buiten inrichtingen (waarschijnlijk van kracht in 2011); lozingen vanuit huishoudens: Besluit lozingen vanuit huishoudens.
Conclusie De lozing van afvalwater vanuit Sport- en Leisure Centrum De Geus betreft ‘lozing vanuit inrichting’, het Activiteitenbesluit is hier van toepassing. De maatregelen ten behoeve van het lozen van afvalwater zijn reeds bij de bouw van het Sport- en Leisure Centrum genomen.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
5.4
Blad 32 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Grijs In deze laatste paragraaf wordt de laatste kleur behandeld, grijs. Hierbij wordt zowel de bovengrondse als de ondergrondse infrastructuur geanalyseerd alsmede civieltechnische aspecten.
5.4.1
Verkeersaspecten
Ontsluiting De ontsluiting van het Sport- en Leisure Centrum blijft ongewijzigd. Dit geldt voor zowel de bereikbaarheid via auto, fiets en openbaar vervoer. Met de ontwikkeling van de bowlingbanen zal de verkeersbelasting op de omgeving wel veranderen. Op hoofdlijnen is onderzocht welke extra verkeersbelasting van deze nieuwe ontwikkelingen te verwachten is op de bestaande infrastructuur. Tevens is gekeken naar de parkeerbehoefte van de bowlingbanen. Uitgangspunten • Het totale aantal te realiseren bowlingbanen is 10. • Er kunnen maximaal 50 personen per uur tegelijk bowlen. Verkeersgeneratie Om inzicht te krijgen in de verwachte verkeersgeneratie is gebruik gemaakt van CROW publicatie 272; Verkeersgeneratie voorzieningen. Hierbij is uitgegaan van de volgende uitgangspunten: • bowlingbanen zijn gelegen in ‘rest bebouwde kom’; • omrekenfactor van weekdag naar werkdag is 0,6; • per bowlingbaan wordt gerekend met een verkeersgeneratie van 15,5 motorvoertuigbewegingen. Onderstaande tabel geeft inzicht motorvoertuigverplaatsingen per etmaal.
in
het
verwachte
gemiddelde
per bowlingbaan
10 bowlingbanen
weekdag
15.5
155
werkdag
9.3
93
aantal
Bovenstaande verkeersintensiteiten vervangen de verwachte intensiteiten van de huidige voorziening. Ondanks dat het lastig is om deze in te schatten is de verwachting dat de verkeersintensiteit als gevolg van de bowlingbanen lager is dan de verkeersintensiteit als gevolg van de huidige bestemming. Dit wordt nog verder versterkt doordat de bowlingbaan zijn piek in het aantal bezoekers verwacht in de weekenden en in de avonden en hiermee de piekmomenten niet samenvallen met het drukkere verkeer in de ochtend- en avondspitsuren.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 33 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Conclusie Bovenstaande berekening geeft aan dat op een werkdag 90-100 verplaatsingen van motorvoertuigen te verwachten zijn. De verwachting is dat dit in een spitsuur 5-15 motorvoertuigverplaatsingen oplevert. De inschatting is dat dit zonder problemen kan worden afgewerkt via het aanwezige wegennet. Parkeren Voor de parkeercijfers is gebruik gemaakt van CROW publicatie 182; Parkeercijfers – basis voor parkeernormering. Hierbij is gekeken naar zowel de huidige als de toekomstige bestemming. Huidige bestemming De huidige bestemming is aangemerkt als evenementenhal met een grootte van 1000 m2 BVO. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten: • Minimale parkeernorm is 6 parkeerplaatsen per 100 m2 BVO • Maximale parkeernorm is 11 parkeerplaatsen per 100 m2 BVO Dit betekent dat er in de bestaande parkeervoorziening rekening is gehouden met een aantal parkeerplaatsen voor de evenementenhal van minimaal 60 parkeerplaatsen. Toekomstige bestemming In de toekomstige bestemming worden er 10 bowlingbanen gerealiseerd. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Bowlingbanen zijn gelegen in ‘rest bebouwde kom’; • Stedelijksheidsgraad is ’niet stedelijk’; • Minimale parkeernorm van 1.5 parkeerplaatsen per bowlingbaan; • Maximale parkeernorm van 2.5 parkeerplaatsen per bowlingbaan;
aantal benodigde parkeerplaatsen
per bowlingbaan
10 banen
2.5
25
De inschatting is dat het aandeel autoverkeer hoog is omdat er naar verwachting veel verkeer van buiten Broek op Langedijk afkomstig zal zijn. Daarom wordt voorgesteld de maximale parkeernorm aan te houden van 2.5 parkeerplaatsen per bowlingbaan.
Conclusie In de nieuwe situatie zijn minder parkeerplaatsen benodigd dan in de bestaande situatie. Dit wordt nog verder versterkt doordat de bowlingbaan zijn piek in bezoekers verwacht in de weekenden en in de avonden. Dit betekent dat deze piekmomenten niet samenvallen met het drukkere verkeer in de ochtend- en avondspitsuren. Geconcludeerd wordt dat er als gevolg van de realisatie van de bowlingbanen geen parkeer problemen te verwachten zijn.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 34 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
5.4.2
Straalverbindingen, (riool)leidingen en kabels
Ten aanzien van kabels en leidingen is bij het bouwen van het Sport- en Leisure Centrum De Geus een KLIC melding uitgevoerd. Ter plaatse waren geen kabels of leidingen aanwezig die de uitvoering belemmerden. 5.4.3
Civieltechnische vraagstukken
Ter plaatse van de projectlocatie is momenteel al het sportcentrum aanwezig. De eigenaar (C.J. de Geus) is verantwoordelijk voor het regelen van civieltechnische vraagstukken, zoals het aansluiten op de riolering en het kabels en leidingen netwerk met de betreffende nutsbedrijven. Conclusie De voorgenomen planontwikkeling houdt rekening met de ondergrondse en bovengrondse infrastructuur. Er zijn geen belemmeringen geconstateerd.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
6
Blad 35 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Economische uitvoerbaarheid Met onderhavig bestemmingsplan wordt de uitbreiding van Sport- en Leisure Centrum de Geus met 10 bowlingbanen en bijbehorende horeca mogelijk gemaakt. Deze ontwikkelingen betreft een particulier initiatief. De economische uitvoerbaarheid berust dan ook bij de betrokken particulier, de heer C. J. De Geus.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
7
Blad 36 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Overleg en inspraak In deze paragraaf worden, wanneer deze beschikbaar zijn, de resultaten van het overleg op grond van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) uiteengezet. Er zijn geen reacties op het ontwerpplan ingediend.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 37 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
8
Juridische aspecten
8.1
Inleiding In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn regels voor de bestemmingsplanprocedure opgenomen. De in de Wro en het Bro opgenomen procedure wordt voor het voorliggende bestemmingsplan gevolgd. Juridische vormgeving Op grond van artikel 3.1.3 en artikel 3.1.6 van het Bro moet een bestemmingsplan worden vervat in: 1. Een beschrijving van de bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven; 2. bestemmingen die bij of krachtens wet kunnen worden voorgeschreven; 3. regels die bij of krachtens wet kunnen worden voorgeschreven; 4. voor zover nodig uitwerkings-, wijzigings- en afwijkingsregels. Daarnaast moet een bestemmingsplan samen gaan met een toelichting, waarin de aan het bestemmingsplan ten grondslag liggende gedachten, de uitkomsten van het onderzoek, de uitkomsten van het overleg en het verslag van de inspraak zijn opgenomen. De Wro en het Bro zijn op 1 juli 2008 in werking getreden. Bij het opstellen van het voorliggende bestemmingsplan is de nieuwe wet- en regelgeving toegepast. Dit betekent onder andere dat de strafbepaling en de algemene gebruiksbepaling niet meer in het bestemmingsplan zijn opgenomen omdat deze onderdeel zijn van de Wro. In het Bro is een omschrijving opgenomen van de anti-dubbeltelregel en het overgangsrecht. Deze teksten zijn opgenomen in de regels. De Regeling Standaarden ruimtelijke ordening (SVBP2008, STR2008 en IMRO2008) bevat een aantal die moeten worden opgevolgd. Dit betekent onder andere dat niet meer wordt gesproken van voorschriften maar van regels. Er is een aantal voorgeschreven begrippen en de wijze van meten vastgelegd. Ook de artikelsgewijze opbouw is dwingend voorgeschreven door de SVBP2008. Dit geldt tevens voor de hoofdgroepen van de bestemmingen, eventuele dubbelbestemmingen en de gebruikte aanduidingen. Het kleurgebruik van de bestemmingen is vastgelegd. Zowel de analoge verbeelding als de digitale verbeelding brengt dit tot uitdrukking. De digitale verbeelding heeft voorrang op de analoge verbeelding.
8.2
Bestemmingen Voorliggend bestemmingsplan bevat de volgende bestemming: Bedrijventerrein (BT) Het bedrijventerrein is bedoeld voor het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten.
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 38 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Colofon Projectgegevens Project Projectnummer Revisie Datum
Bestemmingsplan Sport- en Leisure Centrum De Geus 11.372 03 December 2011
Opdrachtgever Sport- en Leisure Centrum De Geus De heer C. J. De Geus Bijlestaal 64 1721 PW BROEK OP LANGEDIJK
ProCensus Maelsonstraat 26 1624 NP HOORN ing. G. Kalkman / ing. J.J.W.M. Buiks
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld
De heer C. J. De Geus
Blad 39 van 39
Bestemmingsplan Zuiderdel III Sport- en Leisure Centrum De Geus
December 2011
Broek op Langedijk
Vastgesteld plan
Verbeelding
Projectnummer 11.372 Documentnummer 11.372_R_003.03 Bestemmingsplan Zuiderdel III vastgesteld