B e st emming s pl an b edri j ven te r re in B r e e kl a n d B e r ri e
ONTWER P
B e st emming s pl an b edri j ven te r re in B r e e kl a n d B e r ri e
ONTWER P
Inhoud
Toelichting en bijlagen Regels en bijlage Verbeelding
28 februari 2011 Projectnummer 122.00.00.02.05
O v e r z i c h t s k a a r t
T o e l i c h t i n g
122.00.00.02.05.toe
I n h o u d s o p g a v e
1
Inleiding
5
2
Huidige en toekomstige situatie
7
3
Beleid
9
4
5
6
3.1
Rijksbeleid
3.2
Provinciaal beleid
10
9
3.3
Gemeentelijk beleid
12
Milieuaspecten
15
4.1
Hinder van bedrijven
15
4.2
Archeologie
16
4.3
Bodem
16
4.4
Ecologie
17
4.5
Externe veiligheid
19
4.6
Geluidhinder
21
4.7
Luchtkwaliteit
21
4.8
Water
23
Juridische toelichting
27
5.1
Inleiding
27
5.2
Juridische vormgeving
27
5.3
Bestemmingen
29
Uitvoerbaarheid
31
6.1
Economische uitvoerbaarheid
31
6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
31
Bijlagen
122.00.00.02.05.toe
I n l e i d i n g
Voorliggend bestemmingsplan betreft een locatie aan de Berrie te Oudkarspel
AANLEIDING
in de gemeente Langedijk. Het plangebied ligt gedeeltelijk op het bedrijventerrein Breekland. Op deze locatie zal een uitbreiding van het bedrijventerrein plaatsvinden. Een aantal extra bedrijfskavels zullen hier planologisch mogelijk gemaakt worden. Het plangebied is weergegeven op onderstaande luchtfoto. Voor de omgeving van het plangebied zijn bestemmingsplan Breekland 1e fase
VIGEREND PLAN
en bestemmingsplan buitengebied en Koedijk vigerend. De voorgenomen ontwikkeling kan echter niet binnen de kaders van deze plannen gerealiseerd worden. Om de ontwikkeling desondanks mogelijk te maken is voorliggend bestemmingsplan opgesteld.
Figuur 1. Luchtfoto plangebied (Bing Maps)
Na de inleiding wordt eerst de huidige situatie en toekomstige situatie in het
LEESWIJZER
plangebied beschreven, waarna hoofdstuk 3 het relevante beleid op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau bespreekt. In hoofdstuk 4 komen de milieukundige en planologische randvoorwaarden van het plan aan de orde. Hoofdstuk hoofdstuk 6 betreft de juridische toelichting van het bestemmingsplan. Het laatste hoofdstuk gaat in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
5
6
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
H u i d i g e
e n
t o e k o m s t i g e s i t u a t i e
Het bedrijventerrein Breekland nabij Oudkarspel is volop in ontwikkeling. In de eerste fase van het bedrijventerrein zijn reeds bedrijven gerealiseerd en worden nog nieuwe bijgebouwd. Hierna volgt de ontwikkeling van de tweede fase, die ten oosten van de eerste fase gerealiseerd zal worden. Vooruitlopend op de uitbreidingen van de tweede fase zal aansluitend aan de eerste fase van het bedrijventerrein nog een kleinere uitbreiding plaatsvinden. Het plangebied ligt aan de zuidwestzijde tegen de 1e fase van het bedrijventerrein. Voor de twee noordelijkste percelen zijn reeds concrete plannen voor de bouw van een tweetal bedrijfsgebouwen ten behoeve van een bedrijf dat houtconstructies vervaardigt. Op het terrein zullen twee dezelfde gebouwen geplaatst worden. Het betreft een gebouw met twee bouwlagen en een plat dak. De bouwhoogte bedraagt 7,5 meter. Per bedrijfsgebouw worden 30 parkeerplaatsen aangelegd op het erf. Voor de overige bedrijfspercelen is nog geen concreet ontwerp gemaakt. Op deze locatie is ook ruimte voor een aantal bedrijven. De bedrijven worden ontsloten via de Berrie. Deze komt uit op de Loopplank, die als toegang tot het gehele bedrijventerrein dient. Aan de zuid- en westrand van het terrein zullen groenstroken gerealiseerd worden. De groenstrook aan de westzijde zal bestaan uit opgaande beplanting met een afschermende werking, zodat het bedrijventerrein ingepast wordt in de omgeving. De groenzone aan de zuidzijde heeft een meer open karakter. Vanaf de N504 zal er zicht blijven op de bedrijfsgebouwen. Tevens ligt aan deze zijde van het plangebied water en wordt dit water aansluitend nog uitgebreid. Dit water dient als watercompensatie voor de toename van het verharde oppervlak.
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
7
8
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
B e l e i d
3.1
Rijksbeleid Nota Ruimte De “Nota Ruimte” geeft de rijksvisie op de ruimtelijke ontwikkelingen van Nederland weer. Het kabinet heeft ervoor gekozen om het ruimtelijk relevante rijksbeleid zoveel mogelijk in één nota onder te brengen. Eén Nota Ruimte helpt de overlap tussen de verschillende beleidsterreinen en het aantal aparte nota’s terug te dringen en zorgt voor meer samenhang in het ruimtelijk relevante (sector)beleid. Het hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte scheppen voor verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak, dat Nederland ter beschikking staat. Het beleid met betrekking tot de basiskwaliteit van steden, dorpen en bereikbaarheid kent vier pijlers: bundeling van verstedelijking en economische activiteiten, bundeling van infrastructuur, aansluiting van Nederland op de internationale netwerken van luchtvaart en zeevaart en borging van milieukwaliteit en externe veiligheid. Voor verstedelijking en economische activiteiten gaat het rijk uit van de bundelingstrategie. Er wordt optimaal gebruik gemaakt van de ruimte die in het bestaande bebouwde gebied aanwezig is en er wordt ruimte geboden voor gemeenten om te kunnen bouwen voor de eigen bevolkingsgroei. Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten betekent dat nieuwe bebouwing voor deze functies grotendeels geconcentreerd tot stand komt, dat wil zeggen in bestaand bebouwd gebied, aansluitend op het bebouwde gebied of in nieuwe clusters van bebouwing daarbuiten. De ruimte die in het bestaande stedelijke gebied aanwezig is, moet door verdichting optimaal worden gebruikt. In het beleid dat wordt voorgestaan, is het de verantwoordelijkheid van provincie en gemeente om dit algemene ruimtelijke beleid integraal en concreet gestalte te geven. Provincies en gemeenten zijn verantwoordelijk voor een voldoende en tijdige beschikbaarheid van ruimte voor wonen en werken en de daarbij behorende voorzieningen, groen, water, recreatie, sport en lokale infrastructuur.
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
9
3.2
Provinciaal beleid Structuurvisie Noord-Holland 2040 De provincie Noord-Holland heeft op 21 juni 2010 de Structuurvisie NoordHolland 2040 ‘Kwaliteit door veelzijdigheid’ vastgesteld (op 1 november 2010 in werking getreden). De Structuurvisie beschrijft op welke manier de provincie de bestaande kwaliteiten kan behouden en tevens nieuwe ontwikkelingen mogelijk kan maken, ook rekening houdend met verwachte trends zoals vergrijzing, globalisering en klimaatverandering. Met het oog op de economie streeft Noord-Holland ernaar om zowel kwalitatief als kwantitatief voldoende ruimte te bieden voor nieuwe ontwikkelingen. Naast het invullen en waar nodig herstructureren van bestaande locaties wordt ook gezocht naar nieuwe locaties. Deze kunnen gebruikt worden voor specifieke behoeften van bedrijven, maar ook nieuwe schuifruimte creëren om ontwikkeling en herstructurering op andere locaties in gang te kunnen zetten. De provincie vindt het belangrijk dat de juiste bedrijven op de juiste plek terecht komen zodat zij optimaal kunnen worden gefaciliteerd. Randvoorwaarden zoals een goede infrastructuur en regionale bereikbaarheid zijn belangrijk.
Figuur 2. Structuurvisiekaart Noord-Holland 2040 (Bron: Provincie Noord-Holland)
10
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
De provincie is verantwoordelijk voor de (her)ontwikkeling van bedrijventerreinen om te zorgen voor een goede regionale afstemming van de planning, realisatie, beheer en herstructurering van bedrijventerreinen. De provincie maakt onderscheid tussen verschillende soorten terreinen. Breekland valt onder de droge bedrijventerreinen. Om te voorkomen dat nieuwe bedrijventerreinen snel verouderen, is aandacht nodig voor het beheer van de terreinen. Dit beheer moet deel uitmaken van een regionaal, samenhangend bedrijventerreinenbeleid waarin nieuwe en bestaande bedrijventerreinen in onderlinge samenhang ontwikkeld worden. Provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie De provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie (PRVS), eveneens in werking getreden op 1 november 2010, vormt de concrete uitwerking van de structuurvisie Noord-Holland 2040. Hierin wordt een aantal algemene regels vastgesteld omtrent de inhoud van en de toelichting op bestemmingsplannen over onderwerpen in zowel het landelijk als het bestaand bebouwd gebied van Noord-Holland waar een provinciaal belang mee gemoeid is. Het begrip ‘bestaand bebouwd gebied’ is in de PRVS nader uitgewerkt en vastgelegd op een kaart.
Figuur 3. Bestaand bebouwd gebied (Bron: Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie)
Binnen de provinciale ruimtelijke verordening wordt onderscheid gemaakt in de ontwikkelingsmogelijkheden binnen het bestaand bebouwd gebied en het landelijk gebied. Locaties voor bedrijventerreinen en kantoorlocaties zijn al-
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
11
leen toegestaan binnen het bestaand bebouwd gebied. In het landelijk gebied zijn deze niet toegestaan om onnodige verstedelijking te voorkomen. Ook woningbouw wordt in dit kader geweerd uit het landelijk gebied. Een fragment van de kaart van de verordening is opgenomen in figuur 3. Het plangebied is in roze aangegeven ligt voor het grootste gedeelte binnen het bestaand bebouwd gebied. Alleen het gedeelte van de weg ligt buiten het bestaand bebouwd gebied. Er is dus geen sprake van uitbreiding van nieuwe stedelijke functies buiten het bestaand stedelijk gebied.
3.3
Gemeentelijk beleid Structuurvisie 2000-2020 De structuurvisie, inclusief de uitvoeringsparagraaf vastgesteld d.d. december 2009, 2000-2020 van de gemeente Langedijk streeft ernaar om een samenhangende visie in hoofdlijnen voor het ruimtelijk beleid van de gemeente in de periode tot 2015 met een doorkijk naar 2020 te bieden. Deze visie geeft weer: -
hoe de ruimte in de gemeente zal worden verdeeld over de functies wonen, werken, voorzieningen, toerisme/recreatie en verkeer;
-
op welke wijze elk van de functies zo goed mogelijk gerealiseerd kan wordt.
In de structuurvisie is het plangebied gelegen in een gebied dat aangewezen is als ‘nieuw bedrijventerrein’ om tegemoet te komen aan de grote vraag naar bedrijventerrein. Door de gemeente is ervoor gekozen hier een centrale oplossing voor te bieden door bedrijventerrein Breekland aan te wijzen. Op deze locatie was zo min mogelijk sprake van versnippering van het agrarisch gebied door aan te sluiten bij Oudkarspel. De uitbreiding van het terrein dat door voorliggend bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, sluit direct aan bij het bestaande deel van het bedrijventerrein. Vigerende bestemmingsplannen Het voorliggende plangebied maakt deel uit van twee bestemmingsplannen. Het westelijke deel van het plangebied ligt in bestemmingsplan Landelijk gebied en Koedijk en is bestemd voor niet-agrarische bedrijven met als aanduiding loonbedrijf. De voorgenomen ontwikkeling past niet binnen deze bestemming. Het oostelijke gedeelte van het plangebied ligt in bestemmingsplan Breekland 1e fase en is bestemd voor bedrijventerrein en wegverkeer. Gezien de bestemming wegverkeer en het ontbreken van een bouwvlak op het gedeelte dat bestemd is voor bedrijventerrein is de voorgenomen ontwikkeling hier niet mogelijk.
12
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
Figuur 4. Fragmenten vigerende bestemmingsplannen
Hoewel de voorgenomen plannen niet passen binnen de vigerende bestemmingsplannen, wordt de uitbreiding van het bedrijventerrein op deze locatie wel verantwoord geacht. Qua functie en systematiek wordt direct aangesloten bij de bestaande mogelijkheden. De uitbreiding staat niet op zichzelf, maar zal deel uitmaken van het gehele bedrijventerrein Breekland. Ook wat betreft de landschappelijke inpassing zal worden aangesloten bij de afschermende beplanting zoals die is opgenomen in het reeds in ontwikkeling zijnde bedrijventerrein.
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
13
14
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
M i l i e u a s p e c t e n
4.1
Hinder van bedrijven Op grond van de Wet milieubeheer zijn bedrijven en instellingen verplicht te voldoen aan de eisen van een AMvB, dan wel een milieuvergunning te hebben voor de exploitatie van het bedrijf, waarbij rekening gehouden dient te worden met de omliggende woonbebouwing. Door middel van de milieuwet- en regelgeving wordt (milieu)hinder in woongebieden zo veel mogelijk voorkomen. In de publicatie “Bedrijven en milieuzonering” (2009) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wordt de richtafstandenlijst voor milieubelastende activiteiten gehanteerd, zowel voor bedrijven als maatschappelijke instellingen als scholen en sportvoorzieningen. Per bedrijfstype zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de minimale afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf en woningen om hinder en schade aan mensen binnen aanvaardbare normen te houden. De grootste afstand is bepalend. De genoemde maten zijn richtinggevend, maar met een goede motivering kan en mag hiervan worden afgeweken. Er dient te worden aangetoond dat het plan buiten de invloedssfeer van bedrijvigheid in de nabije omgeving valt. Tevens dient te worden aangetoond dat het plan geen belemmering vormt voor de nabijgelegen functies. Het plan maakt onder andere de realisatie mogelijk van nieuwe bedrijfsgebouwen voor een bedrijf dat houtconstructies vervaardigt. De omgeving van het plangebied bestaat uit een bedrijventerrein in ontwikkeling. Op basis van bedrijven- en milieuzonering geldt voor ‘timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout’ (SBI-code 162) categorie 3.2 met een zone van 100 meter. Op het bestaande bedrijfsterrein zijn geen bedrijfswoningen toegestaan. De dichtstbijzijnde woning ligt op een afstand van meer dan 200 meter van het plangebied en ondervindt daarmee geen hinder van het nieuw te realiseren bedrijf. Ook wordt het bedrijf niet in zijn mogelijkheden beperkt door woonbebouwing in de omgeving. Bedrijven onderling ondervinden geen milieuhinder van elkaar. Voor het overige deel van het plangebied is nog geen concrete invulling. Wel geldt hiervoor dat bedrijven met een milieuafstand groter dan 200 meter hier niet toegestaan zijn. Zoals genoemd zijn er geen gevoelige functies binnen een dergelijke afstand van het plangebied gelegen. Er is daarom vanuit het oogpunt van hinder van bedrijven geen bezwaar tegen het oprichten van bedrijven
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
15
op deze locatie. Wat betreft het aspect hinder van bedrijven mag het plan uitvoerbaar worden geacht.
4.2
Archeologie Begin 1992 ondertekende Nederland het Verdrag van Valletta/Malta. Daarmee heeft de zorg voor het archeologische erfgoed een prominentere plaats gekregen in het proces van de ruimtelijke planvorming. Uitgangspunten van het verdrag zijn het vroegtijdig betrekken van archeologische belangen in de planvorming, het behoud van archeologische waarden in situ (ter plaatse) en de introductie van het zogenaamde “veroorzakerprincipe”. Dit principe houdt in dat degene die de ingreep pleegt financieel verantwoordelijk is voor behoudsmaatregelen of een behoorlijk onderzoek van eventueel aanwezige archeologische waarden. Ondertussen is dit vertaald in de Wet op de archeologische monumentenzorg (WAMZ) die op 1 september 2007 van kracht is geworden. Met name de Monumentenwet is door de WAMZ aangepast en gaat concreet in op de bescherming van archeologische waarden in bestemmingsplannen. Om na te gaan in hoeverre er sprake is van verstoring van archeologische waarden als gevolg van de voorgenomen ontwikkelingen, is door de stichting Cultureel Erfgoed Noord-Holland een quickscan uitgevoerd. Deze quickscan is opgenomen als bijlage bij dit bestemmingsplan. Uit de quickscan blijkt dat het plangebied ligt in een zone met een lage archeologische verwachting. Voor een dergelijke zone geldt dat bij ontwikkelingen met een oppervlakte van meer dan 10.000 m² waarbij de grond dieper dan 40 centimeter geroerd wordt, er rekening gehouden dient te worden met archeologische waarden. De stichting Cultureel Erfgoed Noord-Holland adviseert dan ook om voor het gehele plangebied een bureauonderzoek te verrichten.
4.3
Bodem In het kader van het landelijke project “Landsdekkend Beeld Bodemverontreiniging” is een (vrijwel) provinciedekkende inventarisatie uitgevoerd naar bodemlocaties waarvan op grond van historische gegevens het vermoeden bestond dat er sprake van bodemverontreiniging zou kunnen zijn, de zogenaamde “verdachte” locaties. Al deze gevonden locaties zijn in een database verzameld. Tevens zijn bodemonderzoeksrapporten, die bij de gemeenten en de provincie aanwezig zijn, ingevoerd in de gemeentelijke bodeminformatiesystemen. De meeste locaties leveren geen onaanvaardbaar risico op en kunnen worden aangepakt wanneer er nieuwbouw, wegaanleg of eigendomsoverdracht plaatsvindt. Een bepaalde mate van bodemverontreiniging hoeft in veel gevallen niet direct een probleem op te leveren. In veel gevallen zal historisch onderzoek inzake de betreffende verdachte locatie kunnen uitwijzen of er voldoende aanleiding
16
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
is om ook bodemonderzoek te laten uitvoeren. Met een oriënterend bodemonderzoek en/of een nader bodemonderzoek kan vastgesteld worden of er inderdaad sprake is van bodemverontreiniging, en zo ja, in welke mate en van welke omvang. Op basis van een nader onderzoek kan de provincie bepalen of er een noodzaak is tot gedeeltelijke of gehele sanering van de locatie en of er beveiligingsmaatregelen getroffen moeten worden. Daarbij zal ook de huidige en/of toekomstige bestemming en het gebruik van de locatie een rol spelen uit welke saneringsvarianten kan worden gekozen. Om na te gaan of er sprake is van een verdachte locatie wat betreft verontreiniging van de bodem, is de kaart van het bodemloket van de provincie NoordHolland geraadpleegd. De locatie staat hierin niet weergegeven als een verdachte locatie. Wat betreft het aspect bodemkwaliteit mag het plan uitvoerbaar worden geacht. Wel zal in het kader van de bouwvergunning een bodemonderzoek moeten worden verricht. De resultaten dienen voor afgifte van de bouwvergunning bekend te zijn.
4.4
Ecologie Om de uitvoerbaarheid van onderhavig plan te toetsen, is een ecologische inventarisatie van de natuurwaarden in het plangebied uitgevoerd. Tevens is gekeken naar de effecten op beschermde gebieden in de omgeving. Het doel hiervan is om na te gaan of een vooronderzoek in het kader van de Flora- en faunawet en/of een oriënterend onderzoek in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 of de Ecologische Hoofdstructuur noodzakelijk is. Het plangebied is daartoe op 29 april 2010 bezocht door een ecoloog van BügelHajema Adviseurs.
Figuur 5. Situatie projectgebied op 29 april 2010
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
17
Soortbescherming INVENTARISATIE
Uit de informatie van Het Natuurloket1 (km-hokken 113-523/524 en 114-523524 d.d. 17 mei 2010) blijkt dat in de omgeving van het plangebied naast enkele in het kader van de Flora- en faunawet licht beschermde soorten ook een (middel)zwaar beschermde diersoort is waargenomen. Op basis van het bovengenoemde veldbezoek blijkt dat het plangebied een beperkte natuurwaarde kent. Binnen het plangebied worden alleen vogels en enkele op basis van de Flora- en faunawet licht beschermde soorten verwacht. Alle inheemse vogelsoorten zijn op basis van de Flora- en faunawet zwaar beschermd. Het plangebied omvat onder meer de locatie van een voormalig agrarisch bedrijf (gelegen aan de Diepsmeerweg). Recent is de bebouwing hiervan gesloopt en verwijderd. De grond ligt sindsdien grotendeels braak. Alleen de oorspronkelijke groensingel is nog aanwezig. In deze groensingel werd een nest van zwarte kraai en ekster aangetroffen. Beide nesten waren ten tijde van het veldbezoek in gebruik. Tussen de brandnetels van het braakliggende terrein zat een wilde eend te broeden. Naast het voormalige agrarische erf bestaat het plangebied uit agrarisch grasland en een stuk braakliggend terrein. Op het braakliggende terrein groeien enkele exemplaren van de licht beschermde grote kaardenbol. In de aan de noordzijde gelegen sloot waren enkele exemplaren van de licht beschermde meerkikker aanwezig. Vaste verblijfplaatsen van onder meer zwaar beschermde vleermuizen worden niet binnen het plangebied verwacht.
EFFECTEN
De aanwezige licht beschermde soorten worden niet in hun voortbestaan bedreigd en vallen in de vrijstellingsregeling bij ruimtelijke ontwikkelingen. Voor deze soorten hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd. Wel geldt voor deze soorten de zorgplicht van de Flora- en faunawet. Het is verboden nesten van vogels (indien nog in functie) te vernietigen of te verstoren. Ten aanzien van vogels dient hierdoor gedurende de werkzaamheden rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd in het kader van de Flora- en faunawet. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Voor de meeste vogels geldt dat het broedseizoen van ongeveer 15 maart tot 15 juli loopt. Gebiedsbescherming
INVENTARISATIE
Het plangebied ligt niet in of grenst niet aan een beschermd gebied in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998. Het meest nabijgelegen beschermde gebied betreft het Natura 2000-gebied Schoorlse Duinen, dat op ruim vijf kilometer afstand van het plangebied ligt. Het aan elkaar grenzende recreatie-
1
Het Natuurloket is een onafhankelijke informatiemakelaar die gegevens over beschermde soorten toegankelijk maakt. Deze gegevens zijn afkomstig uit de databanken van talloze organisaties, verenigd in de Vereniging Onderzoek Flora en Fauna (VOFF). Het Natuurloket bezit zelf geen gegevens. Het Natuurloket is een initiatief van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de organisaties binnen de VOFF (www.natuurloket.nl).
18
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
gebied Geestmerambacht en natuurreservaat Kleimeer zijn de meest nabijgelegen gebieden uit de Ecologische Hoofdstructuur en liggen op ongeveer één kilometer afstand van het plangebied. Gezien de aard van de ontwikkelingen, het omliggende gebied en de afstand
EFFECTEN
tussen plangebied en beschermde gebieden, worden met betrekking tot de voorgenomen ontwikkelingen geen negatieve effecten op beschermde gebieden in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en, voor wat betreft de Ecologische Hoofdstructuur, de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2009 verwacht. Conclusie Uit de ecologische inventarisatie is naar voren gekomen dat, wanneer er bij de planning en werkzaamheden voldoende rekening wordt gehouden met het broedseizoen van vogels, er geen noodzaak bestaat voor een vooronderzoek in het kader van de Flora- en faunawet. Het plan is wat betreft de Flora- en faunawet uitvoerbaar. Tevens is naar voren gekomen dat er geen noodzaak bestaat een oriëntatiefase in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 dan wel een analyse van de Ecologische Hoofdstructuur uit te voeren. In het kader van de gebiedsbescherming is het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland bevoegd gezag. Het College moet ten aanzien van de uitvoerbaarheid deze visie bevestigen.
4.5
Externe veiligheid Het beleid ten aanzien van het produceren, verwerken, opslaan en vervoeren van gevaarlijke stoffen begint steeds vastere vormen aan te nemen. De overheid werkt hard aan het vastleggen van veiligheidsnormen die in acht moeten worden genomen en waarmee zowel op het gebied van milieu als op het gebied van de ruimtelijke ordening rekening moet worden gehouden. Nieuw aan het veiligheidsbeleid is dat de afwegingen ten aanzien van risico's op ongevallen die doden en gewonden tot gevolg kunnen hebben duidelijk zichtbaar moeten worden gemaakt en niet langer onbewust of impliciet plaatsvinden.
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
19
Figuur 6. Fragment Risicokaart (Bron: Provincie Noord-Holland) RISICOKAART
De provincie Noord-Holland heeft een risicokaart vervaardigd, waarop verschillende risicobronnen en kwetsbare objecten zijn aangegeven. De groene symbolen op de plankaart duiden op kwetsbare objecten, de rode symbolen op risicobronnen, waaronder inrichtingen in het kader van het BEVI (Besluit externe veiligheid inrichtingen). Op de risicokaart staan gegevens die met risico te maken hebben, zoals risicoveroorzakende bedrijven die gevaarlijke stoffen gebruiken of produceren of opslaan en ook het vervoer/transport van grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Gevaarlijke stoffen zijn in dit geval stoffen die een schadelijke invloed hebben op de gezondheid en het milieu.
RISICOBRONNEN
Binnen de begrenzing van het plangebied komen geen risicobronnen voor. Ook bevinden zich in of in de directe nabijheid van het plangebied geen inrichtingen in het kader van het BEVI. Wel staan op de risicokaart aan de zuidzijde van het plangebied en ten westen van het plangebied wegen aangegeven. De weg aan de zuidzijde van het plangebied is de provinciale weg N504. Deze staat aangemerkt vanwege het risico op een mogelijk ongeval dat op deze weg kan plaatsvinden. Tussen deze weg en de locatie van de bedrijfsbebouwing bevindt zich een zone met groen en water. Gezien de afstand is een eventueel ongeluk op deze weg niet van invloed op het nieuw te bouwen bedrijven. De andere weg die aangegeven is op de risicokaart is de N245, de provinciale weg Alkmaar - Schagen. Deze weg is aangemerkt als transportroute voor gevaarlijke stoffen. De 10-6 plaatsgebonden risicocontour bedraagt 0 meter. De 10-8 risicocontour bedraagt 15 meter. Het plangebied ligt op ongeveer 500 meter van deze weg. De transportroute voor gevaarlijke stoffen levert geen beperkingen op voor het plangebied. Tevens komen er geen hogedrukaardgastransportleidingen in of in de nabijheid van het plangebied voor die een risicobron zouden kunnen vormen.
20
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
Geconcludeerd kan worden dat er geen risicobronnen in de nabijheid van het
CONCLUSIE
plangebied voorkomen die beperkingen opleveren voor de voorgenomen plannen. Wat betreft het aspect externe veiligheid mag het plan uitvoerbaar worden geacht.
4.6
Geluidhinder De Wet geluidhinder dateert van 16 februari 1979 en is sindsdien middels ver-
WETTELIJK KADER
schillende wetten diverse keren gewijzigd. De meest recente wijziging is op 1 januari 2007 in werking getreden. In de Wet geluidhinder is bepaald dat elke weg een zone heeft, waarbinnen onderzoek plaats moet vinden naar de geluidbelasting aan de gevels van nieuw te bouwen woningen en gebouwen ten behoeve van andere geluidgevoelige functies. Een uitzondering geldt voor: -
wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied;
-
wegen waarvoor een maximum snelheid geldt van 30 km/uur.
Indien binnen een geluidzone nieuwe geluidgevoelige objecten, zoals woningen, worden gerealiseerd, moet door middel van akoestisch onderzoek worden vastgesteld of aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder wordt voldaan. Het plan voorziet in de uitbreiding een bedrijventerrein. Bij de bedrijfsgebou-
CONCLUSIE
wen zullen geen bedrijfswoningen worden opgericht. Er is dus geen sprake van het realiseren van een geluidsgevoelige functie. Het verrichten van een akoestisch onderzoek is niet nodig en wat betreft het aspect geluidhinder voldoet het plan aan het gestelde in de Wet geluidhinder. Het plan mag op dit punt uitvoerbaar worden geacht.
4.7
Luchtkwaliteit Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing). Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer
NSL/NIBM
in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit. De ministerraad heeft op
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
21
voorstel van de minister van VROM ingestemd met het NSL. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. Ook projecten die ‘niet in betekenende mate’ (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of er voor een project sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de AMvB-nibm. In de AMvB-nibm is vastgelegd dat na vaststelling van het NSL of een regionaal programma een grens van 3% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toename van maximaal 1,2 µg/m3 NO2 of PM10) als ‘niet in betekenende mate’ wordt beschouwd. Het plan biedt de mogelijkheid tot het realiseren van twee bedrijfsgebouwen. Op basis van de CROW-publicaties nr. 256 ‘Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden’ (oktober 2007) is het aantal ritten per etmaal bepaald voor de ontwikkelingen in het plangebied. Hierbij is uitgegaan van een gemengd bedrijventerrein in een matig stedelijke omgeving. De oppervlakte van de uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein bedraagt ongeveer 2,0 hectare. Dit levert een aantal van ongeveer 247 verkeersbewegingen extra voor een gemiddelde dag op ten opzichte van de situatie zoals die op basis van het vigerende plan mogelijk was. NIBM-TOOL
Voor kleinere ruimtelijke en verkeersplannen die effect kunnen hebben op de luchtkwaliteit heeft VROM in samenwerking met InfoMil de nibm-tool 3-8-2009 ontwikkeld. Daarmee kan op een eenvoudige en snelle manier worden bepaald of een plan niet in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging. Met behulp van deze rekentool is de toename van de stoffen NO2 en PM10 bepaald.
Figuur 7. Berekening met de nibm-tool (Bron: InfoMil)
Uit de berekeningen met de nibm-tool blijkt dat het plan de grens van 3% (een toename van 1,2 µg/m3 NO2 of PM10) niet overschrijdt. Het project moet derhalve worden beschouwd als een nibm-project. Nader onderzoek naar de luchtkwaliteit kan derhalve achterwege blijven en het plan voldoet daarmee aan het gestelde in de Wet milieubeheer.
22
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
4.8
Water Op grond van artikel 3.1.6 Bro is de watertoets verplicht voor bestemmingsplannen. In een hierover op te nemen paragraaf dient te worden aangegeven op welke wijze rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. In die paragraaf dient uiteengezet te worden of en in welke mate het plan in kwestie gevolgen heeft voor de waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenaamde watertoets: ‘het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren (door de waterbeheerder), afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten’. Het bestemmingsplan is in het kader van de watertoets voorgelegd aan het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). In een brief, d.d. 20 juli 2010, heeft het HHNK op het plan gereageerd. Dit wateradvies is in de bijlage opgenomen. Ter plaatse van het plangebied geldt een streefpeil van NAP -2,50 meter. Via een stelsel van waterlopen watert het gebied in westelijke richting af naar de hoofdwaterloop langs de provinciale weg N245 en vervolgens naar het gemaal Geestmerambacht aan de Wagenweg. Daar wordt het water uitslagen op de Schermerboezem. De maaiveldhoogte in het plangebied bedraagt circa NAP 0,90 meter en de bovengrond bestaat hoofdzakelijk uit klei. In en rondom het plangebied is open water aanwezig in de vorm van enkele wegsloten en de in het kader van Breekland 1e fase reeds gegraven brede waterpartijen langs de N504. Ten opzichte van Breekland 1e fase is er sprake van een toename van extra verharding van ongeveer 8500 m². Naast bebouwing dient ook gekeken te worden naar bestrating en erfverharding. Reeds, aanwezige, bestaande verharding mag weer in mindering worden gebracht. Compensatie open water Om de gevolgen van de verhardingstoename te compenseren berekent het hoogheemraadschap hoeveel extra waterberging er in het betreffende peilgebied gerealiseerd moet worden. Hierbij is uitgegaan van een peilstijging van 0,20 meter, die statistisch eens in de 25 jaar kan voorkomen. Verder is uitgegaan van een ondergrond van klei en een drooglegging van 1,50 meter. Tot slot is voor de berekening ook het riooltype van belang. Uitgangspunt bij nieuwe ontwikkelingen is dat er een gescheiden rioolstelsel wordt aangelegd. Voor dit peilgebied bedraagt de benodigde watercompensatie 20% van het extra oppervlak aan verharding dat versneld tot afvoer in het oppervlaktewater komt. Dit zou betekenen dat er 1700 m² extra open water gegraven zal moeten worden. Binnen het bestemmingsplan wordt tevens een uitbreiding van het watersysteem met 4000 m² mogelijk gemaakt wordt. Hiermee wordt ruim-
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
23
schoots voldaan aan de compensatie-eis. Zodra meer bekend is over de verhardingstoename kan de benodigde compensatie meer exact bepaald worden. Inrichting van waterlopen en onderhoud In het plan wordt de aanleg van een brede waterloop mogelijk gemaakt. Teneinde deze waterloop goed te kunnen onderhouden is varend onderhoud het meest voor de hand liggend. Voor de nadere uitwerking van het bestemmingsplan is het van belang rekening te houden met de minimale eisen die door het hoogheemraadschap worden gesteld voor varend onderhoud, te weten een waterbreedte van 6 meter bij een diepte van minimaal 1,00 meter en taluds van 1 op 2 of flauwer. Natuurvriendelijke oevers Vanuit de Kaderrichtlijn Water is aangegeven dat er meer moet worden ingezet op de toepassing van natuurvriendelijke oevers om zo te kunnen voldoen aan de waterkwaliteitseisen. Dit kan in samenwerking met het HHNK nader uitgewerkt worden. De ruimte hiervoor is aanwezig in de groenzones. Riolering / Afvalwater In relatie tot het watersysteem is ook het in het plangebied aanwezige rioleringsstelsel van belang. De verantwoordelijkheid voor het rioolstelsel ligt in de eerste plaats bij de gemeente. Desondanks heeft het HHNK een voorkeur uitspreken voor een aantal uitgangspunten die met het rioleringsbeleid te maken hebben. Het water uit de hemelwaterriolering komt immers terecht op het oppervlaktewater, waarover het hoogheemraadschap verantwoordelijkheid draagt. Hetzelfde geldt voor het vuilwater dat bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties terecht komt. Uitgangspunten Uitgangspunt in het rioleringsbeleid voor nieuwe ontwikkelingen is dat er een gescheiden rioolstelsel wordt aangelegd met zuiverende randvoorzieningen voor de lozingspunten van het hemelwaterriool waar dat nodig is. De uitgangspunten van het landelijke emissiebeleid op strategisch niveau zijn beschreven in de vierde Nota Waterhuishouding (NW4). Met betrekking tot het regenwater is het volgende geformuleerd: “Voor de planperiode wordt het afkoppelen van verhard oppervlak en infiltreren in grondwater bevorderd. Als ambitie wordt gestreefd naar 100% afkoppelen bij nieuwbouwlocaties. Er moet bij afkoppelen aandacht zijn voor de introductie van mogelijke nieuwe verontreinigingbronnen.” Het hoogheemraadschap dient de uitgangspunten van de NW4 op te volgen. Daarom adviseert het HHNK om in het nieuwe plan de hemelwaterafvoer van daken en schone bestratingen, in overleg met het hoogheemraadschap, zoveel mogelijk af te koppelen en aan te sluiten op de hemelwaterriolering of het nabijgelegen open water. Hierbij dient in de nieuwe bebouwing o.a. kritisch te worden gekeken naar de toepassing van uitloogbare materialen, zoals koper, lood en zink.
24
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
Voor het plan dient een inschatting te worden gemaakt van de potentieel vervuilde oppervlakken (maatwerk). Hierbij valt vooral te denken aan intensief gebruikte parkeerplaatsen of wegen. Aan de hand van gebruiksgegevens en gegevens over de uitvoering van deze oppervlakken kan vanuit waterkwaliteitsbelangen worden geadviseerd om een randvoorziening voor een lozingspunt te plaatsen, of kan worden besloten om de oppervlakken aan te koppelen op de vuilwaterriolering. Leidingen Binnen het plangebied, in de noordelijke berm van de N245, bevindt zich een transportleiding voor afvalwater die in beheer is bij het hoogheemraadschap. Deze leiding is opgenomen op de bestemmingsplankaart. Wanneer met bovenstaande zaken rekening wordt gehouden verwacht het HHNK geen negatieve effecten op het watersysteem als gevolg van het plan.
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
25
26
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
J u r i d i s c h e t o e l i c h t i n g
5.1
Inleiding Dit bestemmingsplan vormt de juridisch-planologische basis voor de realisering van een tweetal bedrijfsgebouwen. In dit hoofdstuk wordt eerst in algemene zin ingegaan op de vereisten waaraan een bestemmingsplan moet voldoen. Daarna wordt in 6.3 nader ingegaan op de regels die horen bij dit plan.
5.2
Juridische vormgeving Op grond van artikel 3.1.3 Bro en artikel 3.1.6 Bro moet een bestemmingsplan worden vervat in: 1.
een beschrijving van de bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven;
2.
bestemmingen die bij of krachtens wet kunnen worden voorgeschreven;
3.
regels die bij of krachtens wet kunnen worden voorgeschreven;
4.
voor zover nodig uitwerkings-, wijzigings- en afwijkingsregels.
Daarnaast dient een dergelijk plan vergezeld te gaan van een toelichting, waarin de aan het plan ten grondslag liggende gedachten, de uitkomsten van het onderzoek, de uitkomsten van het overleg en de rapportering van de inspraak zijn vermeld. De invoering van de nieuwe Wro en het nieuwe (Bro) heeft op 1 juli 2008 plaatsgevonden. Bij het opstellen van het bestemmingsplan is de nieuwe weten regelgeving toegepast. Dit houdt onder andere in dat de strafbepaling en de algemene gebruiksbepaling niet meer in het bestemmingsplan zijn opgenomen omdat deze onderdeel zijn geworden van de Wro. In het nieuwe Bro is een formulering opgenomen ten aanzien van de anti-dubbeltelregel en het overgangsrecht. Deze teksten zijn opgenomen in de regels. De nieuwe regelingen hebben als gevolg dat het bestemmingsplan wat betreft de vorm en de inhoud enigszins kan afwijken van de tot nu toe gebruikelijke indeling. Sinds 1 januari 2010 moet de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2008) verplicht worden gehanteerd. De SVBP2008 bevat een aantal voorschriften dat moet worden opgevolgd. Voor de regels betekent dit ondermeer
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
27
dat niet meer wordt gesproken van voorschriften maar van regels. Tevens is in de SVBP2008 een aantal dwingend voorgeschreven begrippen opgenomen. Deze begrippen moeten worden opgenomen in het artikel waarin de gebruikte begrippen worden verklaard. De SVBP2008 schrijft voor op welke wijze invulling moet worden gegeven aan de wijze van meten. De artikelgewijze opbouw is dwingend voorgeschreven door de SVBP2008. Dit geldt tevens voor de hoofdgroepen van de bestemmingen, eventuele dubbelbestemmingen en de gebruikte aanduidingen. Het kleurgebruik ten aanzien van de bestemmingen is vastgelegd. Zowel de analoge plankaart als de digitale verbeelding brengt dit tot uitdrukking. Vormgeving verbeelding De plankaart, regels en de toelichting wordt in de nieuwe systematiek de verbeelding genoemd. Bij de vormgeving van dat deel van de verbeelding dat betrekking heeft op de kaart is aangesloten bij het standaardrenvooi zoals dat is opgenomen in de SVBP2008. Het kleurgebruik in de verbeelding is gelijk aan de analoge plankaart en gebaseerd op de SVBP2008. De digitale verplichting geldt sinds 1 januari 2010. Vormgeving regels Bij de vormgeving van de regels is aangesloten bij de systematiek die is voorgeschreven door de SVBP2008. Dit heeft tot gevolg dat er meer uniformiteit in bestemmingsplannen ontstaat. Digitaal uitwisselbaar Het bestemmingsplan is zodanig vorm gegeven dat er sprake is van een digitaal uitwisselbaar plan, dat wil zeggen dat: -
aan alle verschillende kaartobjecten IMRO-coderingen zijn toegekend;
-
de digitale kaart is vertaald naar de standaardtechniek van uitwisseling NEN 3610;
-
de toelichting en regels in digitale vorm aan de bijbehorende digitale kaart zijn gekoppeld.
Gebruik van de IMRO-coderingen zorgt er voor dat de bestemmingen in het plan eenduidig worden geclassificeerd en dat, met behulp van een conversieprogramma, de digitale kaart met regels ook door de ontvanger kan worden gelezen. Het bestemmingsplan is daarmee geschikt voor digitale raadpleegbaarheid die sinds 1 januari 2010 wordt voorgeschreven.
28
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
5.3
Bestemmingen Voorliggend bestemmingsplan omvat verschillende bestemmingen. In het navolgende worden de verschillende bestemmingen nader toegelicht. Het grootste deel van het plangebied is bestemd voor ‘Bedrijventerrein’. Bin-
BEDRIJVENTERREIN
nen deze bestemming kunnen bedrijven tot en met categorie 4.1 met een afstand tot 200 meter worden gerealiseerd. Gebouwen dienen gebouwd te worden binnen het bouwvlak. De maximale bouwhoogte is weergegeven op de plankaart. Daarnaast komen twee aanduidingen voor die eisen stellen aan de bebouwing op en inrichting van de bouwpercelen met het oog op de beeldkwaliteit. Dit zijn de aanduidingen ‘specifieke bouwaanduiding – landschappelijke zichtzone’ aan de zuidkant van het plangebied en ‘specifieke bouwaanduiding – zichtzone’ aan de oostzijde van het plangebied. Tevens komt de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – verdiepingsuitbouw’ voor. Deze aanduiding komt op één locatie voor, waar een gebouw gerealiseerd zal worden met een uitbouw. Deze uitbouw wordt niet op de begane grond gerealiseerd, maar alleen op de verdieping. Het bestemmingsplan voorziet in twee verschillende groenbestemmingen.
GROEN - 1 EN GROEN - 2
‘Groen - 1’ en ‘Groen - 2’. ‘Groen - 1’ ligt aan de zijde van de N504 en is bedoeld voor groenvoorzieningen die de beeldkwaliteit versterken. De groenzone heeft hier een open karakter met op een aantal plekken opgaande beplanting. ‘Groen - 2’ heeft een ander karakter. De gronden die als zodanig bestemd zijn zullen ingericht worden met afschermende beplanting met het oog op de landschappelijke inpassing van het bedrijventerrein. De verschillende wegen die in het plangebied voorkomen zijn bestemd voor
VERKEER
‘Verkeer’. Dit geldt voor zowel de ontsluiting van het bedrijventerrein als voor de N504 die aan de zuidkant door het plangebied loopt. In het plangebied komt aan de westzijde en aan de zuidzijde water voor. Dit is
WATER
dan ook bestemd als ‘Water’. Tevens komt de dubbelbestemming ‘Leiding – Riool’ in het plan voor. Hier ligt
LEIDING - RIOOL
een rioolpersleiding.
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
29
30
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
U i t v o e r b a a r h e i d
6.1
Economische uitvoerbaarheid Het voorliggende bestemmingsplan is opgesteld met het oog op de uitbreiding van een bestaand bedrijventerrein. De kosten voor de realisatie van het bedrijventerrein en de infrastructuur alsook de kosten voor de noodzakelijke onderzoeken voor het voorliggende bestemmingsplan zullen door de gemeente Langedijk worden gedragen. Door de herziening van het voor de betreffende gronden geldende bestemmingsplan is er de kans dat door eigenaren van gronden in de directe omgeving van het plangebied bij de gemeente op grond van artikel 6.1 van de Wro een verzoek tot tegemoetkoming in de planschade wordt ingediend. De mogelijke kosten die samenhangen met deze tegemoetkoming in de planschade zullen door de gemeente Langedijk worden gedragen. Op basis van deze overweging moet het voorliggende bestemmingsplan economisch uitvoerbaar worden geacht. De exploitatiekosten zijn derhalve anderszins verzekerd. Een exploitatieplan op grond van de Grondexploitatiewet is dan ook niet noodzakelijk. Dit betekent dat de uitvoerbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan niet door onvoldoende economische uitvoerbaarheid wordt belemmerd.
6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro is het voorontwerp bestemmingsplan voorgelegd naar de volgende instanties: -
VROM-Inspectie, regio Noordwest;
-
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;
-
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;
-
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed;
-
Kamer van Koophandel;
-
Burgemeester en wethouders van Harenkarspel;
-
Land- en tuinbouworganisatie Noord;
-
Bedrijfskring Langedijk;
-
AOL.
Van VROM-Inspectie, Gedeputeerde Staten en HHNK is een reactie binnengekomen die in het navolgende is samengevat en beantwoord. Van de overige in-
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
31
stanties is geen reactie binnengekomen en aangenomen wordt dat zij geen opmerkingen ten aanzien van het plan hebben.
VROM-Inspectie, regio Noordwest, 9 september 2010 Opmerking Milieukwaliteit en externe veiligheid: de risicobronnen (BEVI-)inrichtingen en buisleidingen blijven buiten beschouwing Reactie Genoemde risicobronnen zijn niet aanwezig in en nabij het plangebied. De vaststelling dat dergelijke risicobronnen niet in en nabij het plangebied aanwezig zijn wordt in het bestemmingsplan opgenomen.
Gedeputeerde Staten Noord-Holland, 28 juli 2010 Opmerking Voor bedrijvigheid dat zich makkelijk laat mengen met de woonfunctie moet eerst ruimte gezocht worden binnen woonwijken. Reactie In dit bestemmingsplan is de woonfunctie niet toegestaan. Opmerking Provincie Noord-Holland verzoekt geen bedrijven toe te laten die vallen in de categorie 1 bedrijvenlijst. Reactie De gemeente Langedijk heeft de keuze gemaakt de categorie 1-bedrijven ook toe te staan op bedrijventerreinen en niet alleen in woonwijken.
HHNK, 2 augustus 2010 Opmerking Het HHNK wijst erop dat het eerder verzonden wateradvies nog niet in het plan is opgenomen en verzoekt het alsnog op te nemen in het plan. Tevens verzoeken zijn om de transportleiding voor afvalwater op de plankaart op te nemen. Reactie Het wateradvies is in de toelichting verwerkt. Daarnaast is de transportleiding voor afvalwater op de plankaart aangegeven en in de regels opgenomen.
32
122.00.00.02.05.toe - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011
B i j l a g e n
B i j l a g e
1 :
Q u i c k s c a n E r f g o e d
C u l t u r e e l
N o o r d - H o l l a n d
BügelHajema Adviseurs bv T.a.v. Nynke van Kalsbeek Balthasar Bekkerwei 76 8914 BE LEEUWARDEN
Stichting Cultureel Erfgoed Noord-Holland Postbus 205 | 2000 AE Haarlem T: 023 – 553 14 98 | F: 023 – 531 84 36 E:
[email protected] I: www.cultureelerfgoednh.nl
Ons kenmerk
CENH-10-226-CN
Datum
19 mei 2010
Behandeld door
Ceciel Nyst
Onderwerp
Quick Scan Berrie ‘Breekland’ Oudkarspel
Bijlage
Archeologisch advies Berrie ‘Breekland’ Oudkarspel
Geachte mevrouw Van Kalsbeek, U vroeg ons archeologisch advies in verband met de uitbreiding van het bedrijventerrein aan de weg Berrie in Oudkarspel, gemeente Langedijk. Wij hebben met plezier aan dit verzoek voldaan. Het advies luidt dat op de planlocatie archeologisch bureauonderzoek noodzakelijk is. De onderbouwing van dit advies is in bijgevoegd document aangegeven. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Heeft u nog vragen dan kunt te allen tijde contact met ons opnemen.
Met vriendelijke groet,
Gerard Alders Senior-archeoloog Cultureel Erfgoed Noord-Holland
Cultureel Erfgoed Noord-Holland is ontstaan door fusie van Steunpunt Cultureel Erfgoed Noord-Holland, Museaal & Historisch Perspectief Noord-Holland en Stichting Stelling van Amsterdam en werkt samen met Kunst en Cultuur Noord-Holland
2
Archeologisch advies
Berrie ‘Breekland’ Oudkarspel, gemeente Langedijk
Risicoanalyse: Het plan betreft de uitbreiding van het bedrijventerrein Breekland aan de weg Berrie in Oudkarspel. Het terrein ligt gedeeltelijk braak, is deels agrarisch terrein en deels onbebouwd grasveld. De omgeving is/wordt ingericht als bedrijventerrein. Het plangebied is ongeveer 45.000 m2 en ligt tussen de Diepsmeerweg, de N504 en de weg Loopplank. De weg Berrie ligt centraal in het plangebied. De plannen voor het overgrote deel van het bedrijventerrein zijn nog niet concreet uitgewerkt. Dat is wel het geval voor een deelgebied van 7750 m2 tussen de wegen Berrie en Diepsmeerweg. Daar worden twee bedrijfsgebouwen gerealiseerd, met een oppervlakte van elk 1950 m2. Daarnaast wordt in dat deelgebied verharding gerealiseerd op het perceel ten behoeve van parkeerplaatsen en het rijden op het terrein. De verstoringsdiepte die deze plannen met zich meebrengt is nog niet bekend. Het bedrijventerrein ligt ten westen van de historische kern van Oudkarspel. De gemeente Langedijk heeft op haar beleidskaart voor de zone waar deze planlocatie in ligt (het buitengebied) het volgende archeologieregime bepaald: Deze zone heeft een lage archeologische verwachting. Daarom wordt geadviseerd pas bij plannen groter dan 10.000 m2 èn een diepte van 40 cm of dieper, rekening te houden met de aanwezigheid van archeologische resten.
Advies: Ondanks het feit dat het deelgebied ten noorden van de weg Berrie kleiner is dan 10.000 m2 adviseren wij uit te gaan van het gehele plangebied van 45.000 m2. De kans wordt groot geacht dat de toekomstige werkzaamheden bodemroering met zich meebrengen. Om deze reden wordt geadviseerd in één keer het gehele bedrijventerrein door middel van bureauonderzoek te onderzoeken.
Ceciel Nyst Archeoloog
B i j l a g e
2 :
O v e r l e g r e a c t i e s
VROM-Inspectie Ministerie van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordeningen Milieubeheer
>
Retouradres Postbus 10062001 BA Haarlem
VROM-Inspectie
Het college van burgemeester en weth van de gemeente Langedijk
Ter attentie van mevrouw
Woltjer
G.
Postbus 15 1723 ZG Noord-Scharwoude
Directie Uitvoering
' 'gMEENTE LANGEDIJK
Regio afdeling Noord·West Kennemerplein
I-N_R_. ---.---I.f-IO-1-1-.-<J--: --r-----'I 1 0 SEP 2010 ING.
6-8
Postbus 1006 2001 BA Haarlem
www.vrom.nl Contactpersoon
C.A. Kuijper T
/BW/r;J.MfJ
F
023 023
.
515 0682
-
515 0777
Kenmerk 20100051965-CK-NW
Datum
9
Betreft
reactie op voorontwerp Berrie"
september 2010 bestemmingsplan
Kopie aan Provincie Noord-Holland,
"Bedrijventerrein Breekland
Directie SHV, Unit
Vergunningen
Geacht college,
Op 22 juli 2010 heb ik uw verzoek ontvangen om advies op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening over het voorontwerpbestemmingsplan "Bedrijventerrein Breekland Berrie".
In de brief van 26 mei 2009 aan alle colleges van burgemeester en wethouders heeft de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) aangegeven over welke nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK 2007-2008, 31500 nr. 1) gemeenten altijd vooroverleg moeten voeren met het Rijk. Gemeenten verzoeken zelf de afzonderlijke rijksdiensten om advies. De VROM-Inspectie coördineert vervolgens de rijksreactie over voorontwerpbestemmingsplannen, -projectbesluiten en -structuurvisies richting gemeenten.
"
Het bovengenoemde plan geeft aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen, gelet op de nationale belangen zoals die zijn verwoord in de RNRB. Het nummer achter het nationaal belang verwijst naar het nummer in de RNRB.
"
" "
Nationaal belang 09: Milieukwaliteit en externe veiligheid
"
In paragraaf 4.5 van de toelichting bij het plan gaat u in op het aspect externe veiligheid, echter alleen voor zover het risico's van het transport van gevaarlijke stoffen betreft. De risicobronnen (BEVI-)inrichtingen en buisleidingen blijven buiten beschouwing. Ik vraag u hierop in te gaan in het ontwerpbestemmingsplan. Indien de genoemde risicobronnen niet in/nabij het bestemmingsplangebied aan de orde zijn, vraag ik u deze vaststelling in de toelichting op te nemen. Voor nadere informatie kunt
u
contact opnemen met de contactpersoon die
in
het
briefhoofd is vermeld.
Pagina 1 van 2
Omgeving
VROM-Inspectie
Ik vertrouw erop dat
u
de opmerkingen op een adequate wijze zult verwerken in
Directie Uitvoering Regio afdeling Noord-West
het bestemmingsplan.
Deelname webenquête VROM doet onderzoek naar het gebruik van de Handreiking Ruimtelijke Ordening en Milieu. U kunt via een webenquête tot 16 oktober 2010 uw mening geven over deze handreiking. VROM hoort graag uw mening en nodigt u uit om de webenquête in te vullen. In de bijlage treft u een toelichting aan met meer informatie over de webenquête. Indien u al heeft deelgenomen, wil ik u bedanken voor uw medewerking.
Hoogachtend, de directeur-inspee
eur regio Noord-West,
ir. H.P. de Vries
Pagina 2 van 2
Provincie Noord-Holland POSTBUS
3007 2001 DA HAARLEM
Burgemeester
Gedeputeerde Staten
en Wethouders Lange ··""",,==
___________
GEMEENTE LANGED1JK
Postbus 1 5
1723 ZG NOORD-SCHARWOUDE
..,
P.j. P.
Ruber
SHV!VG/OMG
NR.
INO,
Uw contactpersoon
-
9 AUG 2010
Doorkiesnummer (023) 514 3321
[email protected]
°
VERZONDEN 6 AUG.2010 -
Betreft: art
3.1.1
Bro reactie Voorontwerp
bestemmingsplan
Breekland
Berrie
Kenmerk 2010-45880 Uw kenmerk
2 8 JULI 2010
Geacht college,
Op 22 juli 2010 ontvingen wij van u in het kader van het art. 3.1.1 Bro overleg het voorontwerp bestemmingsplan Breekland Berrie. Gelet op de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is onze beoordeling beperkt naar verwachting in september 2010 de provinciale Structuurvisie 2040 en de Verordening Structuurvisie van kracht wordt, hebben wij uw plan getoetst aan de Structuurvisie 2040.
tot de provinciale belangen. Omdat
Het plangebied is in onze Structuurvisie 2040 als bestaand bebouwd gebied aangeduid. Wij kunnen dan ook instemmen met de ontwikkeling van het bedrijventerrein Breekland Berrie. Wel vragen wij uw aandacht voor het volgende. Zoals is vastgelegd in de Structuurvisie 2040, moet voor bedrijvigheid die zich makkelijk laat mengen met woonfuncties eerst ruimte worden gezocht binnen woonwijken. Hierdoor blijft er op bedrijventerreinen ruimte voor bedrijven die zich niet makkelijk laten mengen, zoals bedrijvigheid met veiligheidsrisico's of milieuhinder. Wij geven u daarom in overweging om in de planregels voor dit bedrijventerrein geen bedrijven toe te laten die vallen in categorie 1 van de Bedrijvenlijst. Bedrijven in deze categorie kunnen in beginsel ingepast worden in woonwijken.
Voor het overige geeft het voorontwerp ons geen reden tot het maken van
opmerkingen.
Hoogachtend,
Postbus 3007 2001 DA Haarlem
Telefoon (023) 514 3143 Fax (023)
unitm
onager Vergunningen
dhr. Ing.
S.B.
Bakker
514 3030
Omgeving Houtplein 33 Haarlem [2012 DEl
www.noord-holland.nl
NHoOOl
1
12
Page 1 of 1
Marije Schotanus Van:
Beentjes, Rik [
[email protected]]
Verzonden: maandag 2 augustus 2010 11:36 Aan:
Woltjer, Gerda
Onderwerp: FW: Art 311 overleg BP Breekland Berrie Geachte mevrouw Woltjer, Via een e-mail van 22 juli j.l.heeft u ons verzocht te reageren op het voorontwerp bestemmingsplan Breekland Berrie. In het voorstadium heeft reeds (voor-) overleg plaatsgevonden met Mevrouw Van Kalsbeek van BügelHajema Adviseurs. Dat overleg heeft geleid tot een wateradvies (ons registratienummer 10.24466) aan BugelHajema met een kopie aan Mevrouw M. Zeedijk van de gemeente Langedijk. Voor de volledigheid heb ik dat wateradvies bijgevoegd. Blijkbaar was het voorontwerp al afgerond en kon het wateradvies niet meer meegenomen worden. U kunt het wateradvies beschouwen als onze reactie op bovengenoemd vraag. Ik verzoek u dit advies over te nemen in het bestemmingsplan. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Rik Beentjes Regioadviseur Kennemerland Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Bezoekadres: Lingerzijde 41 Postadres: Postbus 130, 1135 ZK Edam t. 0299 391426 e.
[email protected] i. www.hhnk.nl
vrijdags afwezig
Disclaimer:
Indien dit bericht niet voor u bestemd is verzoeken wij u dit aan de afzender te melden en het originele bericht te vernietigen. U mag dit bericht niet verder verspreiden. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het gebruik van dit bericht. Aan de inhoud van e-mail berichten kunnen geen rechten worden ontleend. Indien u een officiele beslissing van het hoogheemraadschap wilt waaraan rechtsgevolgen verbonden zijn (bijvoorbeeld een vergunning of een overeenkomst), is een e-mailbericht onvoldoende. U kunt dan om een schriftelijke, ondertekende brief verzoeken. If you are not the intended recipient of this message, we urgently request that you notify the sender and that you delete this e-mail and any copies from your system. It is forbidden to distribute the information any further. We expressly point out that there are risks associated with the use of e-mail. This organisation called, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, shall not accept any liability whatsoever for damage resulting from the use of e-mail. Legally binding obligations/decisions (as a permission or a contract) can only arise for this organisation by means of a written letter, signed by an authorized representative. You can ask us for such a letter.
20-10-2010
BügelHajema Adviseurs bv Mevrouw N. van Kalsbeek Balthasar Bekkerwei 76 8914 BE LEEUWARDEN
Datum
Uw kenmerk
20 juli 2010
Contactpersoon
R. Beentjes
Onderwerp
Registratienummer
Doorkiesnummer
Watertoets voorontwerp bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie
10.24466
0299-39 1426
Geachte mevrouw Van Kalsbeek, Voor de uitbreiding van het bedrijventerrein Breekland is een planologische procedure opgestart waarvoor de watertoets geldt. De uitbreiding betreft een gebied aan de westelijke begrenzing van het bedrijventerrein. Met uw email van 22 juni hebben wij van u de gegevens ontvangen die betrekking hebben op de uitbreiding, waaronder een voorontwerp bestemmingsplan en informatie over de verhardingstoename. Hieronder treft u ons advies met betrekking tot de geschetste uitbreiding aan. Gebiedsbeschrijving Het plangebied is gelegen in peilgebied 03751-08 in de polder Geestmerambacht. Ter plaatse geldt een streefpeil van NAP –2,50 meter. Via een stelsel van waterlopen watert het gebied in westelijke richting af naar de hoofdwaterloop langs de provinciale weg N245 en vervolgens naar het gemaal Geestmerambacht aan de Wagenweg. Daar wordt het water uitgeslagen op de Schermerboezem. De maaiveldhoogte in het plangebied bedraagt circa NAP –0,90 meter en de bovengrond bestaat hoofdzakelijk uit klei. In en rondom het plangebied is open water aanwezig in de vorm van enkele wegsloten en de in het kader van Breekland 1 reeds gegraven brede waterpartijen langs de N504. Waterkwantiteit Verhardingstoename Volgens uw opgave is er sprake van een uitbreiding voor bebouwingsmogelijkheden ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan Breekland 1 van ongeveer 8500 m2. Naast bebouwing dient ook gekeken te worden naar bestrating en erfverharding. Reeds aanwezige, bestaande verharding mag weer in mindering worden gebracht.
Hoogheemraadschap
T 0299-66 30 00
Waterschapsbank
Hollands Noorderkwartier
F 0299-66 33 33
63.67.53.778
Postbus 130, 1135 ZK Edam
[email protected]
ING 1258851
Schepenmakersdijk 16, 1135 AG Edam
www.hhnk.nl
KvK 37161516
Registratienummer
Pagina
10.24466
2 van 3
Datum
20 juli 2010
Compensatie open water Om de gevolgen van de verhardingstoename te compenseren berekent het hoogheemraadschap hoeveel extra waterberging er in het betreffende peilgebied gerealiseerd moet worden. Hierbij is uitgegaan van een peilstijging van 0,20 meter, die statistisch eens in de 25 jaar kan voorkomen. Verder is uitgegaan van een ondergrond van klei en een drooglegging van 1,50 meter. Tot slot is voor de berekening ook het riooltype van belang. Uitgangspunt bij nieuwe ontwikkelingen is dat er een gescheiden rioolstelsel wordt aangelegd. Voor dit peilgebied bedraagt de benodigde watercompensatie 20% van het extra oppervlak aan verharding dat versneld tot afvoer in het oppervlaktewater komt. Op grond van uw opgave zou dit betekenen dat er 8500m² * 0,20 = 1700 m² extra open water gegraven zal moeten worden. U geeft aan dat binnen het bestemmingsplan tevens een uitbreiding van het watersysteem met 4000 m² mogelijk gemaakt wordt. Hiermee wordt ruimschoot voldaan aan de compensatie-eis. Zodra meer bekend is over de verhardingstoename kan de benodigde compensatie meer exact bepaald worden. Het resterende areaal aan oppervlaktewater kan worden toegevoegd aan een –nog op te zetten- waterbank en kan zo nodig worden gebruikt als compensatie voor toekomstige ontwikkelingen. Inrichting van waterlopen en onderhoud In het plan wordt de aanleg van een brede waterloop mogelijk gemaakt. Teneinde deze waterloop goed te kunnen onderhouden is varend onderhoud het meest voor de hand liggend. Voor de nadere uitwerking van het bestemmingsplan is het van belang rekening te houden met de minimale eisen die door het hoogheemraadschap worden gesteld voor varend onderhoud, te weten een waterbreedte van 6 meter bij een diepte van minimaal 1,00 meter en taluds van 1 op 2 of flauwer. Natuurvriendelijke oevers Vanuit de Kaderrichtlijn Water is aangegeven dat er meer moet worden ingezet op de toepassing van natuurvriendelijke oevers om zo te kunnen voldoen aan de waterkwaliteitseisen. In het conceptplan wordt geen specifieke aandacht besteed aan de oeverinrichting. Wij spreken de hoop uit dat dit nader zal worden ingevuld en zijn graag bereid hierin te adviseren. De ruimte hiervoor lijkt in ieder geval wel aanwezig te zijn in de groenzones. Ter informatie hebben wij het document richtlijnen natuurvriendelijke inrichting toegevoegd. Waterkwaliteit Riolering / Afvalwater In relatie tot het watersysteem is ook het in het plangebied aanwezige rioleringsstelsel van belang. De verantwoordelijkheid voor het rioolstelsel ligt in de eerste plaats bij de gemeente. Desondanks willen wij wel graag onze voorkeur uitspreken voor een aantal uitgangspunten die met het rioleringsbeleid te maken hebben. Het water uit de hemelwaterriolering komt immers terecht op het oppervlaktewater, waarover het hoogheemraadschap verantwoordelijkheid draagt. Hetzelfde geldt voor het vuilwater dat bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties terecht komt. Het hoogheemraadschap is verantwoordelijk voor de behandeling ervan. Uitgangspunten Uitgangspunt in het rioleringsbeleid van het hoogheemraadschap voor nieuwe ontwikkelingen is dat er een gescheiden rioolstelsel wordt aangelegd met zuiverende randvoorzieningen voor de lozingspunten van het hemelwaterriool waar dat nodig is. De uitgangspunten van het landelijke emissiebeleid op strategisch niveau zijn beschreven in de vierde Nota Waterhuishouding (NW4). Met betrekking tot het regenwater is het volgende geformuleerd: “Voor de planperiode wordt het afkoppelen van verhard oppervlak en infiltreren in
Registratienummer
Pagina
10.24466
3 van 3
Datum
20 juli 2010
grondwater bevorderd. Als ambitie wordt gestreefd naar 100% afkoppelen bij nieuwbouwlocaties. Er moet bij afkoppelen aandacht zijn voor de introductie van mogelijke nieuwe verontreinigingbronnen.” Het hoogheemraadschap dient de uitgangspunten van de NW4 op te volgen. Daarom adviseren wij om in het nieuwe plan de hemelwaterafvoer van daken en schone bestratingen, in overleg met het hoogheemraadschap, zoveel mogelijk af te koppelen en aan te sluiten op de hemelwaterriolering of het nabijgelegen open water. Hierbij dient in de nieuwe bebouwing o.a. kritisch te worden gekeken naar de toepassing van uitloogbare materialen, zoals koper, lood en zink. Voor het plan dient een inschatting te worden gemaakt van de potentieel vervuilde oppervlakken (maatwerk). Hierbij valt vooral te denken aan intensief gebruikte parkeerplaatsen of wegen. Aan de hand van gebruiksgegevens en gegevens over de uitvoering van deze oppervlakken kan vanuit waterkwaliteitsbelangen worden geadviseerd om een randvoorziening voor een lozingspunt te plaatsen, of kan worden besloten om de oppervlakken aan te koppelen op de vuilwaterriolering. Leidingen Binnen het plangebied, in de noordelijke berm van de N245, bevindt zich een transportleiding voor afvalwater die in beheer is bij het hoogheemraadschap. Wij verzoeken u om deze leiding op de plankaart en in de regels op te nemen. Op aanvraag kunnen wij de ligginggegevens aanleveren. Daartoe kunt u contact opnemen met de leidingbeheerder van het hoogheemraadschap dhr. J. Meerman, te bereiken op telefoonnummer 0229 - 27 6021. Vergunningen en ontheffingen Voor werkzaamheden in, onder, langs, op, bij of aan open water, waterkeringen en wegen in het beheer van het hoogheemraadschap en het aanleggen van ≥800 m2 verharding is een watervergunning van het hoogheemraadschap nodig. Tot slot Als de bovengenoemde zaken in acht genomen worden, verwachten wij geen negatieve effecten op het watersysteem als gevolg van het plan. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor eventuele vragen en toekomstige correspondentie kunt u via bovenstaand telefoonnummer contact opnemen met Rik Beentjes van onze afdeling Planvorming.
Hoogachtend, namens het college van dijkgraaf en hoogheemraden, hoofd afdeling Planvorming, voor deze, hoofd cluster Planadvies, voor deze,
Mevrouw ir. A.A. Beems-Kuin Teamleider cluster Planadvies
Bijlage: Richtlijnen natuurvriendelijke inrichting
R e g e l s
122.00.00.02.05.rgl
I n h o u d s o p g a v e Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1
Begrippen
3
Artikel 2
Wijze van meten
6
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3
Bedrijventerrein
11
Artikel 4
Groen- 1
14
Artikel 5
Groen – 2
15
Artikel 6
Verkeer
16
Artikel 7
Water
17
Artikel 8
Leiding - Riool
18
Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 9
Anti-dubbeltelregel
23
Artikel 10 Algemene gebruiksregels
24
Artikel 11 Algemene afwijkingsregels
25
Artikel 12 Algemene wijzigingsregels
26
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 13 Overgangsrecht
29
Artikel 14 Slotregel
30
Bijlage
122.00.00.02.05.rgl
H o o f d s t u k I n l e i d e n d e
122.00.00.02.05.rgl
1 r e g e l s
122.00.00.02.05.rgl
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: a.
plan: het bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie van de gemeente Langedijk;
b.
bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0416.BPBTBB2010-on03 met bijbehorende regels;
c.
aan- of uitbouw: een gebouw gebouwd aan een hoofdgebouw, dat door de vorm daarvan onderscheiden kan worden, en door ligging, constructie en/of afmeting daaraan ondergeschikt is;
d.
aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
e.
aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
f.
bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
g.
bebouwingspercentage: een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal bebouwd mag worden;
h.
bedrijfsvloeroppervlakte: de totale oppervlakte van de bouwlagen ten dienste van het bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
i.
bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak;
j.
bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 1 Begrippen
3
k.
bijgebouw: een op zichzelf staand gebouw dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en door ligging, constructie en/of afmetingen daaraan ondergeschikt is;
l.
bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
m.
bouwgrens: de grens van een bouwvlak;
n.
bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
o.
bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel;
p.
bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan;
q.
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
r.
detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
s.
detailhandel in ABC-goederen: de handel in auto’s, auto-onderdelen, boten en caravans, machinerieën ten behoeve van bedrijven, en landbouwwerktuigen;
t.
gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
4
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 1 Begrippen
u.
groothandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;
v.
hoofdgebouw: een gebouw, dat op een bouwperceel in architectonisch opzicht dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
w.
kantoor: een ruimte voor het verrichten van administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden;
x.
luifel: afdak of overkapping aan of bij een gebouw, al of niet ondersteund;
y.
maatvoeringsvlak: een als zodanig aangegeven geometrisch bepaald vlak ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bestemmingsvlak met het oog op een verschil in maatvoering;
z.
overkapping: een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven;
aa.
peil: 1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: -
de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
2. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: -
de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
bb.
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
cc.
voorgevel: de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw.
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 1 Begrippen
5
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: a.
de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
b.
de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
c.
de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
d.
de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
e.
de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
f.
de afstand tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel: vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken, wordt buiten beschouwing gelaten: a.
galerijen, balkons en luifels, mits de afwijking van de plaatsingseisen niet meer dan 2 m bedraagt;
b.
(brand)trappen en trappenhuizen.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als gooten dakoverstekken, plinten, pilasters, kozijnen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten buiten beschouwing gelaten, mits de afwijking van de plaatsingseisen niet meer dan 1 m bedraagt.
6
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 2 Wijze van meten
Overschrijdingen van niet meer dan 1 m worden niet meegerekend bij de bepaling van de oppervlakte van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2 sub e van dit plan.
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 2 Wijze van meten
7
8
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 2 Wijze van meten
H o o f d s t u k
2
B e s t e m m i n g s r e g e l s
122.00.00.02.05.rgl
122.00.00.02.05.rgl
Artikel 3 Bedrijventerrein
3.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijventerrein’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
industriële bedrijven, bouw- en aannemersbedrijven, verhuurbedrijven, transportbedrijven, milieudienstverlening, groothandels- en distributiebedrijven in de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2 en 4.1 van de als bijlage bij dit plan opgenomen Staat van Bedrijven;
b.
kantoren behorende bij de bedrijfsactiviteiten genoemd onder a tot een oppervlakte van ten hoogste 2000 m² per kavel, met dien verstande dat het percentage aan kantoorvloeroppervlak ten hoogste 30% van het totale bedrijfsvloeroppervlak mag bedragen,
met de daarbij behorende: c.
openbare nutsvoorzieningen;
d.
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
e.
water.
3.2
Bouwregels
a.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; 2. in afwijking van het bepaalde onder 1 geldt ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding – verdiepinsgsuitbouw” dat buiten het bouwvlak mag worden gebouwd voor zover het een uitbouw als onderdeel van de 2e bouwlaag van een gebouw betreft; 3. de bouwhoogte van binnen een bouwvlak gelegen gebouwen mag niet meer bedragen dan de aangegeven bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)”; 4. gebouwen dienen te worden voorzien van een platte afdekking, met dien verstande dat deze beperking niet geldt voor gebouwen ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding – zichtzone” en de aanduiding “specifieke bouwaanduiding – landschappelijke zichtzone”; 5. de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelgrens dient ten minste 3 m te bedragen, met dien verstande dat deze afstand voor gebouwen ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - landschappelijke zichtzone” ten minste 10 m dient te bedragen; 6. voor zover gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding – landschappelijke zichtzone” bedraagt het bebouwingspercentage van een bouwperceel niet meer dan 50%;
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 3 Bedrijventerrein
11
7. ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - landschappelijke zichtzone” mag de afstand van een gebouw tot de naar de N 504 gekeerde bouwgrens ten hoogste 5 m bedragen; 8. ter plaatsen van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - landschappelijke zichtzone” mag de breedte van de naar de N 504 gekeerde gevel ten hoogste 50 m bedragen. b.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende regels: 1. de oppervlakte per gebouw mag niet meer dan 12 m2 bedragen; 2. de bouwhoogte mag niet meer dan 4 m bedragen.
c.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van overige erf- en perceelsafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen voor zover het gronden betreft gelegen buiten het bouwvlak; 3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 9 m bedragen voor zover het gronden betreft gelegen binnen het bouwvlak.
3.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van: a.
gebouwen, waaronder begrepen de afstand tussen gebouwen onderling en van gebouwen tot perceelgrenzen;
b.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde,
ter bevordering van de samenhang van het stedenbouwkundige beeld en met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van: -
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en/of bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de sociale veiligheid.
3.4
Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
12
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 3 Bedrijventerrein
a.
detailhandel;
b.
zelfstandige kantoren;
c.
inrichtingen als bedoeld in artikel 40 juncto artikel 1 van de Wet geluidhinder, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken;
d.
wonen;
e.
opslag en vervaardiging van vuurwerk.
3.5
Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4 onder a ten behoeve van het toestaan van: a.
detailhandel die in directe relatie staat met een op grond van lid 3.1 onder a toegelaten vorm van bedrijvigheid en daaraan ondergeschikt is met dien verstande dat: 1.
maximaal 10% van het aanwezige bedrijfsvloeroppervlak, tot een oppervlakte van ten hoogste 150 m² mag worden benut ten behoeve van de detailhandel;
2.
op eigen erf in voorzieningen voor het parkeren dient te worden voorzien;
3.
er nadere voorwaarden worden gesteld ten aanzien van reclameuitingen op het terrein;
b.
detailhandel in ABC-goederen, met dien verstande dat: 1.
het verzoek om afwijking mede wordt beoordeeld op de milieu-, ontsluitings- en parkeersituatie;
2.
op eigen erf in voorzieningen voor het parkeren dient te worden voorzien;
c.
detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen, met dien verstande dat: 1.
het verzoek om afwijking mede wordt beoordeeld op de milieu-, ontsluitings- en parkeersituatie;
2.
op eigen erf in voorzieningen voor het parkeren dient te worden voorzien en;
3.
de activiteiten waarvoor omgevingsvergunning wordt verleend voldoen aan de eisen die zijn opgenomen in het Besluit externe veiligheid inrichtingen en het Vuurwerkbesluit.
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 3 Bedrijventerrein
13
Artikel 4 Groen- 1
De voor ‘Groen - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
groenvoorzieningen ter versterking van de beeldkwaliteit van de daaraan grenzende landschappelijke zichtzone;
b.
paden;
c.
water en oeverstroken.
4.1
Bouwregels
a.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. er mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen worden gebouwd; 2. de oppervlakte per gebouw mag niet meer dan 12 m2 bedragen; 3. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
b.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: -
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
14
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 4 Groen- 1
Artikel 5 Groen – 2
5.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Groen - 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
afschermende beplanting;
b.
paden;
c.
water en oeverstroken.
5.2
Bouwregels
a.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. er mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen worden gebouwd; 2. de oppervlakte per gebouw mag niet meer dan 12 m2 bedragen; 3. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
b.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: -
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 5 Groen – 2
15
Artikel 6 Verkeer
6.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
wegen met een functie voor zowel het verkeer met een doorgaand karakter als voor de ontsluiting van aanliggende gronden;
b.
parkeren;
c.
groenvoorzieningen;
d.
openbare nutsvoorzieningen;
e.
water,
met dien verstande dat: -
in de bestemming de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen, zoals bermbeplanting, voorzieningen voor voetgangers en fietsers, bushaltes en dergelijke zijn begrepen.
6.2
Bouwregels
a.
Op of in de gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van nutsvoorzieningen.
b.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende regels: 1. de oppervlakte per gebouw mag niet meer dan 12 m2 bedragen; 2. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
c.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: -
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag niet meer dan 3 m bedragen.
16
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 6 Verkeer
Artikel 7 Water
7.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
water;
b.
waterhuishouding;
c.
waterberging,
met de daarbij behorende: d.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, stuwen, duikers, beschoeiingen en steigers.
7.2
Bouwregels
a.
Op of in de gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
b.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. het bebouwingspercentage van gronden bestemd voor ‘water’ ten behoeve van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3% bedragen; 2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen, gerekend vanaf het aansluitende maaiveld; 3. voor het overige zijn uitsluitend omgevingsvergunningvrije bouwwerken, geen gebouwen zijnde, als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 Wabo juncto artikel 2 bijlage II Bor.
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 7 Water
17
Artikel 8 Leiding - Riool
8.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Leiding - Riool’ aangewezen gronden zijn, naast de aangegeven andere bestemming(en), tevens bestemd voor de aanleg en instandhouding van een rioolpersleiding met een met belemmerde strook ter breedte van 4 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding.
8.2
Bouwregels
a.
In afwijking van het bepaalde in de aangegeven andere bestemming(en) mag op of in deze gronden niet worden gebouwd, anders dan voor deze bestemming.
b.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
c.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: -
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 m bedragen.
8.3
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de rioolpersleiding, bij een omgevingsvergunning afwijken van: a.
het bepaalde in lid 8.2 sub a en lid 8.2 sub b en toestaan dat de in de andere bestemming genoemde gebouwen worden gebouwd, mits er geen schade wordt toegebracht aan de rioolpersleiding en het functioneren daarvan en hierover vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder;
b.
het bepaalde in lid 8.2 sub a en lid 8.2 sub c en toestaan dat de in de andere bestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits er geen schade wordt toegebracht aan de rioolpersleiding en het functioneren daarvan en hierover vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.
18
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 8 Leiding - Riool
8.4
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: 1. het aanbrengen van hoogopgaande en/of diepwortelende beplanting; 2. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging; 3. het verrichten van grondroeractiviteiten (bijvoorbeeld het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage) anders dan normaal spit- en ploegwerk; 4. het aanbrengen van gesloten verhardingen; 5. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen; 6. het indrijven van voorwerpen in de bodem.
b.
Een vergunning als bedoeld in sub a kan uitsluitend worden verleend als er geen schade wordt toegebracht aan de rioolpersleiding en het functioneren daarvan. Alvorens te beslissen op een aanvraag als bedoeld onder a, winnen Burgemeester en Wethouders advies in bij de betreffende leidingbeheerder.
c.
Het verbod als bedoeld in sub a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die: -
reeds in uitvoering op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
-
mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
-
worden uitgevoerd ten behoeve van het normale onderhoud of het beheer en de instandhouding van de leiding(en).
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 8 Leiding - Riool
19
20
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 8 Leiding - Riool
H o o f d s t u k A l g e m e n e
122.00.00.02.05.rgl
3 r e g e l s
122.00.00.02.05.rgl
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
23
Artikel 10 Algemene gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met dit plan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen. In ieder geval de volgende gebruiksvormen worden als strijdig gebruik aangemerkt: a.
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor seksinrichtingen;
b.
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
c.
het gebruiken of laten gebruiken van gronden buiten het bouwvlak voor ondergronds bouwen.
24
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 10 Algemene gebruiksregels
Artikel 11 Algemene afwijkingsregels
a.
Burgemeester en Wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van: 1. de in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages; 2. het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft; 3. het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; 4. het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennes en openbare lichtmasten waarvan de bouwhoogte niet meer dan 15 m mag bedragen; 5. het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
b.
-
de inhoud per gebouwtje niet meer dan 20 m³ bedraagt;
-
de bouwhoogte per gebouwtje niet meer dan 3 m bedraagt.
De onder a bedoelde afwijkingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van: -
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en/of bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de sociale veiligheid.
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 11 Algemene afwijkingsregels
25
Artikel 12 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat een transformatorstation, gasdrukmeet- en regelstation, rioolgemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerk van openbaar nut mag worden gebouwd tot een maximum inhoud van 400 m³ en een maximum bouwhoogte van 4 m.
26
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 12 Algemene wijzigingsregels
H o o f d s t u k O v e r g a n g s -
122.00.00.02.05.rgl
4 e n
s l o t r e g e l s
122.00.00.02.05.rgl
Artikel 13 Overgangsrecht
13.1 O v e r g a n g s r e c h t b o u w w e r k e n 1.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
2.
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
3.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
13.2 O v e r g a n g s r e c h t g e b r u i k 1.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
2.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
3.
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
4.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 13 Overgangsrecht
29
Artikel 14 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: “Regels van het bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie”.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van ...........................
De voorzitter,
30
De griffier,
122.00.00.02.05.rgl - Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie - 28 februari 2011 Artikel 14 Slotregel
B i j l a g e
S t a a t
v a n
b e d r i j v e n
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
-
1
Dienstverlening t.b.v. de landbouw: - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m²
30
10
50
10
50 D
3.1
3
- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m²
30
10
50
10
50
3.1
30
10
30
10
30
2
10
10
50
0
50
3.1
01
01
-
014
016
0
014
016
014
016
AFSTANDEN IN METERS
STOF
-
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI1993
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW
014
016
4
- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²
02
02
-
BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW
020
021, 022, 024
Bosbouwbedrijven
15
10, 11
-
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
151
101, 102
0
Slachterijen en overige vleesverwerking:
151
101, 102
1
- slachterijen en pluimveeslachterijen
100
0
100 C
50
R
100 D
3.2
151
101
4
- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m²
100
0
100 C
50
R
100
3.2
151
101, 102
7
50
0
50
10
50
3.1
151
108
8
- loonslachterijen - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaarmaaltijden met p.o. < 2.000 m²
50
0
50
10
50
3.1
152
102
0
Visverwerkingsbedrijven:
152
102
2
- conserveren
200
0
30
200
4.1
152
102
5
- verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²
100
10
50
30
100
3.2
152
102
6
- verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²
50
10
30
10
50
3.1
1032, 1039
0
Groente- en fruitconservenfabrieken:
1532, 1533 1532, 1533
100 C
1032, 1039
1
- jam
50
10
100 C
10
100
3.2
1532, 1533
1032, 1039
2
- groente algemeen
50
10
100 C
10
100
3.2
1532, 1533
1032, 1039
3
- met koolsoorten
100
10
100 C
10
100
3.2
1541
104101
0
Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
1541
104101
1
- p.c. < 250.000 t/j
200
30
100 C
30
R
200
4.1
200
10
100 C
100 R
200
4.1
1542
104102
0
Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
1542
104102
1
- p.c. < 250.000 t/j
1543
1042
0
Margarinefabrieken:
1543
1042
1
- p.c. < 250.000 t/j
100
10
200 C
30
R
200
4.1
1551
1051
0
1551
1051
3
Zuivelprodukten fabrieken: - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j
50
0
100 C
50
R
100
3.2
1552
1052
1
Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²
50
0
100 C
50
R
100
3.2
1552
1052
2
- consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²
10
0
30
2
1561
1061
0
Meelfabrieken:
30
0
1561
1061
1561
1061
2
- p.c. < 500 t/u
1562
1062
0
Zetmeelfabrieken:
1562
1062
1
- p.c. < 10 t/u
1571
1091
0
Veevoerfabrieken:
1571
1091
5
1572
1092
1581
1071
1581
Grutterswarenfabrieken
100
50
200 C
50
50 100
200 C
50
R
R
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
GELUID
-
AFSTANDEN IN METERS
STOF
-
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI1993
200
4.1
200 D
4.1
200
4.1
200
50
200 C
30
- mengvoeder, p.c. < 100 t/u
200
50
200 C
30
200
4.1
200 100
200 C
30
200
4.1
0
Vervaardiging van voer voor huisdieren Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
1071
1
- v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens
1581
1071
2
1582
1072
1584
10821
0
1584
10821
1584
10821
1585
1073
1586
30
10
30 C
10
30
2
- v.c. >= 7500 kg meel/week
100
30
100 C
30
100
3.2
Banket, biscuit- en koekfabrieken
100
10
100 C
30
100
3.2
2
Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²
100
30
50
30
100
3.2
5
- Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²
100
30
50
30
100
3.2
50
30
10
10
50
3.1
1083
0
Koffiebranderijen en theepakkerijen:
1586
1083
2
100
10
30
10
100
3.2
1587
108401
200
30
50
10
200
4.1
1589
1089
- theepakkerijen Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden Vervaardiging van overige voedingsmiddelen
200
30
50
30
200 D
4.1
Bakkerijgrondstoffenfabrieken
200
50
50
50
200
4.1
Deegwarenfabrieken
1589.1 1089
R
R
1589.2 1089
0
Soep- en soeparomafabrieken:
1589.2 1089
1
- zonder poederdrogen
100
10
50
10
100
3.2
Bakmeel- en puddingpoederfabrieken
200
50
50
30
200
4.1
200
30
200 C
30
200
4.1
Vervaardiging van wijn, cider e.d.
10
0
30 C
0
30
2
Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
10
0
100
3.2
200
30
30
200
4.1
10
50
100
30
100
3.2
1589.2 1089 1592
110102
0
Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:
1592
110102
1
- p.c. < 5.000 t/j
1593 t/m 1595
1102 t/m 1104
1598
1107
16
12
160
120
17
13
171
131
172
-
100
50
R
R
VERWERKING VAN TABAK Tabakverwerkende industrie
50 C
-
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
132
0
Weven van textiel:
172
132
1
- aantal weefgetouwen < 50
10
10
100
0
100
3.2
173 174, 175
133
Textielveredelingsbedrijven
50
0
50
10
50
3.1
139
Vervaardiging van textielwaren
10
0
50
10
50
3.1
Bewerken en spinnen van textielvezels
CATEGORIE
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
GELUID
-
AFSTANDEN IN METERS
STOF
-
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI1993
1393
Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken
100
30
200
10
200
4.1
139, 143
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
0
10
50
10
50
3.1
18
14
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
181
141
Vervaardiging kleding van leer
30
0
50
0
50
3.1
182
141
Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)
10
10
30
10
30
2
183
142, 151
Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont
3.1
1751 176, 177
-
19
15
192
151
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)
193
152
Schoenenfabrieken
20
16
-
-
2010.1 16101
Houtzagerijen 0
Houtconserveringsbedrijven:
2010.2 16102
1
- met creosootolie
2010.2 16102
2
- met zoutoplossingen
10
50
50
10
30
10
50 D
3.1
50
10
50
10
50
3.1
0
50
100
50
100
3.2
200
30
50
10
200
4.1
R
10
30
50
10
50
3.1
100
30
100
10
100
3.2
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout
0
30
100
0
100
3.2
10
10
30
0
30
2
200
4.1
1621
205
162902
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
21
17
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN
2111
1711
2112
1712
0
Papier- en kartonfabrieken:
2112
1712
1
- p.c. < 3 t/u
2112
1712
2
- p.c. 3 - 15 t/u
212
172
-
10
Fineer- en plaatmaterialenfabrieken
202 203, 204, 205
0
10
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
2010.2 16102
162
50
Vervaardiging van pulp
Papier- en kartonwarenfabrieken
200 100
200 C
50
R
50 C
50
30
30
R
50
3.1
100
50
200 C Z 50
R
200
4.1
30
30
100 C
30
R
100
3.2
2121.2 17212
0
Golfkartonfabrieken:
2121.2 17212
1
- p.c. < 3 t/u
30
30
100 C
30
R
100
3.2
2121.2 17212
2
- p.c. >= 3 t/u
50
30
200 C Z 30
R
200
4.1
22
58
-
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
221
581
Uitgeverijen (kantoren)
0
0
0
10
1
2221
1811
30
0
100 C
10
100
3.2
2222
1812
Drukkerijen van dagbladen Drukkerijen (vlak- en rotatiediepdrukkerijen)
30
0
100
10
100
3.2
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
10
0
30
0
30
2
2222.6 18129
10
2223
1814
A
Grafische afwerking
0
0
10
0
10
1
2223
1814
B
Binderijen
30
0
30
0
30
2
2224
1813
Grafische reproduktie en zetten
30
0
10
10
30
2
2225
1814
Overige grafische aktiviteiten
30
0
30
10
30 D
2
23
182
Reproduktiebedrijven opgenomen media
19
AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN
-
2320.2 19202
A
24
20
-
Smeeroliën- en vettenfabrieken VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN
2411
2011
0
Vervaardiging van industriële gassen:
2412
2012
Kleur- en verfstoffenfabrieken
0
10
0
50
0
100
30
200
0
200 C
100
0
200 C
CATEGORIE
0
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
223
GELUID
-
AFSTANDEN IN METERS
STOF
-
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI1993
10
1
100
3.2
200 R
200 D
4.1
100 R
200
4.1
R
2414.1 20141
B0 Methanolfabrieken:
2414.1 20141
B1 - p.c. < 100.000 t/j
2442
2120
0
Farmaceutische produktenfabrieken:
2442
2120
1
- formulering en afvullen geneesmiddelen
50
10
50
50
50
3.1
2442
2120
2
- verbandmiddelenfabrieken
10
10
30
10
30
2
2462
2052
0
Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
2462
2052
1
- zonder dierlijke grondstoffen
100
10
100
50
100
3.2
2464
205902
50
10
100
50
R
100
3.2
2466
205903
A
50
10
50
50
R
50
3.1
2466
205903
B
Fotochemische produktenfabrieken Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken Overige chemische produktenfabrieken n.e.g.
200
30
25
22
-
VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
2512
221102
0
Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
2512
221102
1
- vloeropp. < 100 m2
50
10
30
30
50
3.1
2512
221102
2
- vloeropp. >= 100 m2
200
50
100
50
R
200
4.1
2513
2219
Rubber-artikelenfabrieken
100
10
50
50
R
100 D
3.2
252
222
0
Kunststofverwerkende bedrijven:
252
222
1
- zonder fenolharsen
200
50
100
100 R
200
4.1
26
23
-
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN
261
231
0
Glasfabrieken:
261
231
1
2615 262, 263 262, 263 262, 263
231
232, 234
264
233
264
233
2652
235201
2652
100 C
R
200 R
200 D
4.1
- glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j
30
30
100
30
100
3.2
Glasbewerkingsbedrijven
10
30
50
10
50
3.1
10
10
30
10
30
2
2
Aardewerkfabrieken: - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW
30
50
100
30
100
3.2
A
Baksteen en baksteenelementenfabrieken
30 200
200
30
200
4.1
B
Dakpannenfabrieken
50 200
200
100 R
200
4.1
0
Kalkfabrieken:
235201
1
- p.c. < 100.000 t/j
30 200
200
30
R
200
4.1
2653
235202
0
Gipsfabrieken:
2653
235202
1
- p.c. < 100.000 t/j
30 200
200
30
R
200
4.1
2661.1 23611
0
Betonwarenfabrieken:
2661.1 23611
1
- zonder persen, triltafels en
10 100
200
30
200
4.1
232, 234
0
232, 234
1
CATEGORIE
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
GELUID
-
AFSTANDEN IN METERS
STOF
-
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI1993
- p.c. < 100.000 t/j
10
50
100
30
100
3.2
Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken
50
50
100
30
100
3.2
10
50
100
10
100
3.2
100
3.2
bekistingtrille 2661.2 23612
0
2661.2 23612
1
2662 2663, 2664 2663, 2664 2665, 2666 2665, 2666
2362
Kalkzandsteenfabrieken:
2363, 2364
0
Betonmortelcentrales:
2363, 2364
1
- p.c. < 100 t/u
2365, 2369
0
Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:
2365, 2369
1
- p.c. < 100 t/d
10
50
100
50
267
237
0
267
237
1
Natuursteenbewerkingsbedrijven: - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²
10
30
100
0
100 D
3.2
2681
2391
10
30
50
10
50 D
3.1
2682
2399
Slijp- en polijstmiddelen fabrieken Isolatiematerialenfabrieken (excl. B0 glaswol):
2682
2399
B2 - overige isolatiematerialen
2682
2399
C
2682
2399
Minerale produktenfabrieken n.e.g.
200 100
R
100 C
50
200
4.1
50
50
100
50
100 D
3.2
100
50
200
30
200
4.1
28
25, 31
D0 Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. - MACH./TRANSPORTMIDD.)
281
251, 331
0
Constructiewerkplaatsen
281
251, 331
1
- gesloten gebouw
30
30
100
30
100
3.2
281
251, 331
1a
- gesloten gebouw, p.o. < 200 m2
30
30
50
10
50
3.1
2822, 2830
2521, 2530, 3311
30
30
200
30
200
4.1
284
255, 331
A
10
30
200
30
200
4.1
284
255, 331
B
50
30
100
30
100 D
3.2
2851
2561, 3311
0
Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven :
2851
2561, 3311
1
- algemeen
50
50
100
50
100
3.2
2851
2561, 3311
10
- stralen
30 200
200
30
200 D
4.1
2851
2561, 3311
11
- metaalharden
30
50
100
50
100 D
3.2
2851
2561, 3311
12
- lakspuiten en moffelen
100
30
100
50
R
100 D
3.2
2851
2561, 3311
2
- scoperen (opspuiten van zink)
50
50
100
30
R
100 D
3.2
2851
2561, 3311
3
- thermisch verzinken
100
50
100
50
100
3.2
2851
2561, 3311
4
- thermisch vertinnen
100
50
100
50
100
3.2
30
50
100
30
100
3.2
50
10
100
30
100
3.2
2851
2561, 3311
5
- mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)
2851
2561, 3311
6
- anodiseren, eloxeren
2851
2561, 3311
7
- chemische oppervlaktebehandeling
2851
2561, 3311
8
- emailleren
2851
2561, 3311
9
- galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)
50
10
100
30
100
50
100
50
30
30
100
50
R
100
3.2
100
3.2
100
3.2
SBI1993
SBI-2008
-
-
nummer
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
2852
2562, 3311
1
10
30
100
30
100 D
3.2
287
259, 331
Overige metaalbewerkende industrie Grofsmederijen, anker- en A0 kettingfabrieken:
287
259, 331
A1 - p.o. < 2.000 m2
30
50
200
30
200
4.1
287
259, 331
B
30
30
100
30
100
3.2
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.
AFSTANDEN IN METERS
CATEGORIE
OMSCHRIJVING
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:
29
27, 28, 33
-
29
27, 28, 33
0
29
27, 28, 33
1
- p.o. < 2.000 m2
30
30
100
30
100 D
3.2
29
27, 28, 33
2
- p.o. >= 2.000 m2
50
30
200
30
200 D
4.1
30
26, 28, 33
-
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
26, 28, 33
A
Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie
30
10
30
10
30
2
31
26, 27, 33
-
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.
311
271, 331
Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie
200
30
30
50
200
4.1
312
271, 273
Schakel- en installatiemateriaalfabrieken
200
10
30
50
200
4.1
313
273
Elektrische draad- en kabelfabrieken
100
10
200
100 R
200 D
4.1
314
272
Accumulatoren- en batterijenfabrieken
100
30
100
50
100
3.2
316
293
Elektrotechnische industrie n.e.g.
30
10
30
10
30
2
32 321 t/m 323
26, 33
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.
261, 263, 264, 331
Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie
30
0
50
30
50 D
3.1
3210
2612
Fabrieken voor gedrukte bedrading
50
10
50
30
50
3.1
33
26, 32, 33
-
33
26, 32, 33
A
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie
30
0
30
0
30
2
34
29
341
291
0
Autofabrieken en assemblagebedrijven
341
291
1
- p.o. < 10.000 m2
100
10
200 C
30
R
200 D
4.1
Carrosseriefabrieken
100
10
200
30
R
200
4.1
200
4.1
R
100
3.2
50
3.1
100
3.2
200
4.1
-
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS
3420.1 29201 3420.2 29202
Aanhangwagen- en opleggerfabrieken
30
10
200
30
343
293
30
10
100
30
35
30
-
Auto-onderdelenfabrieken VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)
351
301, 3315
0
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
351
301, 3315
1
- houten schepen
30
30
50
10
351
301, 3315
2
- kunststof schepen
100
50
100
50
351
301, 3315
3
- metalen schepen < 25 m
50 100
200
30
352
302, 317
0
Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:
R
30
100
30
- zonder proefdraaien motoren
50
30
200
30
Rijwiel- en motorrijwielfabrieken
30
10
100
30
3099
Transportmiddelenindustrie n.e.g.
30
30
100
36
31
-
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361
310
1
Meubelfabrieken
50
50
361
9524
2
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2
0
10
362
321
Fabricage van munten, sieraden e.d.
30
363
322
Muziekinstrumentenfabrieken
30
364
323
Sportartikelenfabrieken
365
324
Speelgoedartikelenfabrieken Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
302, 317
1
- algemeen
353
303, 3316
0
Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:
353
303, 3316
1
354
309
355
3663.2 32999 45
41, 42, 43
-
45
41, 42, 43
0
45
41, 42, 43
1
BOUWNIJVERHEID Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²
45
41, 42, 43
2
Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²
45
41, 42, 43
3
50 501, 502, 504
45, 47
-
501
451
- aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie)
451, 452, 454
5020.4 45204
A
Autoplaatwerkerijen
5020.4 45204
B
Autobeklederijen
5020.4 45204
C
CATEGORIE
GEVAAR
50
352
GROOTSTE AFSTAND
GELUID
-
AFSTANDEN IN METERS
STOF
-
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI1993
100
3.2
200
4.1
100
3.2
30
100 D
3.2
100
30
100 D
3.2
10
0
10
1
10
10
10
30
2
10
30
10
30
2
30
10
50
30
50
3.1
30
10
50
30
50
3.1
30
10
50
30
50 D
3.1
10
30
100
10
100
3.2
10
30
50
10
50
3.1
10
30
50
10
50
3.1
0
10
30
10
30
2
10
0
30
10
30
2
10
10
100
10
100
3.2
10
30
100
10
100
3.2
0
0
10
10
10
1
R
Autospuitinrichtingen
50
30
30
30
50
3.1
5020.5 45205
Autowasserijen
10
0
30
0
30
2
503, 504
453
Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
0
0
30
10
30
2
505
473
0
Benzineservisestations:
505
473
1
- met LPG > 1000 m3/jr
30
0
30
200 R
200
4.1
505
473
2
- met LPG < 1000 m3/jr
30
0
30
50
50
3.1
505
473
3
- zonder LPG
30
0
30
10
30
2
51
46
-
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
511
461
0
0
10
0
10
1
5121
4621
0
Handelsbemiddeling (kantoren) Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders
30
30
50
30
50
3.1
5122
4622
Grth in bloemen en planten
10
10
30
0
30
2
5123
4623
Grth in levende dieren
50
10
0
100
3.2
100 C
R
R
R
5125, 5131
Grth in huiden, vellen en leder
50
0
30
0
30
10
30
50
10
0
30
50
0
0
30
0
CATEGORIE
4624
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
5124
GELUID
-
AFSTANDEN IN METERS
STOF
-
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI1993
50
3.1
R
50
3.1
R
50
3.1
30
2
46217, 4631
Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen
5132, 5133
4632, 4633
Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën
5134
4634
Grth in dranken
5135
4635
Grth in tabaksprodukten
10
0
30
0
30
2
5136
4636
Grth in suiker, chocolade en suikerwerk
10
10
30
0
30
2
5137 5138, 5139
4637
Grth in koffie, thee, cacao en specerijen Grth in overige voedings- en genotmiddelen
30
10
30
0
30
2
10
10
30
10
30
2
514
464, 46733
Grth in overige consumentenartikelen
10
10
30
10
30
2
50
3.1
4638, 4639
5151.1 46711
0
Grth in vaste brandstoffen:
5151.1 46711
1
10
50
50
30
5151.2 46712
0
- klein, lokaal verzorgingsgebied Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:
5151.2 46712
1
- vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)
50
0
50
200 R
200 D
4.1
100
0
30
50
100
3.2
0
10
100
10
100
3.2
0
10
50
10
50
3.1
0
30
100
0
100
3.2
0
0
50
10
50
3.1
5151.3 46713 5152.1 46721 0 5152.2 /.3 46722, 46723
Grth in metaalertsen: Grth in metalen en -halffabrikaten
5153
4673
0
Grth in hout en bouwmaterialen:
5153
4673
1
- algemeen: b.o. > 2000 m²
5153.4 46735
4
zand en grind:
5153.4 46735
5
- algemeen: b.o. > 200 m²
5154
4674
0
Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
5154
4674
1
- algemeen: b.o. > 2.000 m²
5155.1 46751
Grth in chemische produkten
50
10
30
100 R
5156
4676
Grth in overige intermediaire goederen
10
10
30
10
100 D 30
3.2 2
5157
4677
0
Autosloperijen: b.o. > 1000 m²
10
30
100
30
100
3.2
5157.2 /3 4677
0
Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²
10
30
100
10
100 D
3.2
5157.2 /3 4677
1
- overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m²
10
10
50
10
50
3.1
518
466
0
Grth in machines en apparaten:
518
466
1
- machines voor de bouwnijverheid
0
10
100
10
100
3.2
518
466
2
- overige
0
10
50
0
50
3.1
Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.
0
0
30
0
30
2
0
0
10
10
10
1
0
0
30 C
0
30
2
519
466, 469
52
47
527
952
60
49
6022
493
-
DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)
-
VERVOER OVER LAND Taxibedrijven
6023 6024
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
Touringcarbedrijven
10
0
100 C
0
100
3.2
494
0
Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m²
0
0
100 C
30
100
3.2
- Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²
0
0
50 C
30
50
3.1
0
10
30
10
0
494
1
63
52
-
6311.2 52242
0
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:
6311.2 52242 52102, 52109 6312
2
- stukgoederen
A
Distributiecentra, pak- en koelhuizen
6312
52109
B
Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)
64
53
-
POST EN TELECOMMUNICATIE
641
531, 532
Post- en koeriersdiensten
642
61
A
Telecommunicatiebedrijven
71
77
-
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
711
7711
712
7712, 7739
713
773
714
772
72
62
-
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72
62
A
72
58, 63
73
72
731
721
74
722 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82
747
812
74
GEVAAR
493
6024
732
GELUID
-
AFSTANDEN IN METERS
STOF
-
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI1993
50
R
100 D
3.2
50 C
50
R
50 D
3.1
0
30 C
10
30
2
0
0
30 C
0
30
2
0
0
10 C
0
10
1
10
0
30
10
30
2
10
0
50
10
50 D
3.1
10
0
50
10
50 D
3.1
10
10
30
10
30 D
2
Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.
0
0
10
0
10
1
B
Datacentra
0
0
30 C
0
30
2
-
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK 30
10
30
30
30
2
0
0
10
0
10
1
Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.
Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
A
Overige zakelijke dienstverlening: kantoren
0
0
10
0
10 D
1
Reinigingsbedrijven voor gebouwen
50
10
30
30
50 D
3.1
Foto- en filmontwikkelcentrales Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten
10
0
30 C
10
30
2
50
30
200 C
50
200
4.1
Veilingen voor huisraad, kunst e.d. OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN
0
0
10
0
10
1
Brandweerkazernes
0
0
50 C
0
50
3.1
7484.3 82991 7484.4 82992
84
7525
8425
R
-
7481.3 74203
75
100
-
R
9002.1 381
RWZI's en gierverwerkingsinricht., met A0 afdekking voorbezinktanks: Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven A e.d.
50
30
50
10
9002.1 381
B
30
30
50
30
9002.2 382
A0 Afvalverwerkingsbedrijven:
9002.2 382
A2 - kabelbranderijen - pathogeen afvalverbranding (voor A4 ziekenhuizen)
100
50
30
10
50
10
30
10
100
0
10
30
R
9002.2 382
A5 - oplosmiddelterugwinning - verwerking fotochemisch en galvanoA7 afval
10
10
30
30
R
9002.2 382
C0 Composteerbedrijven:
9002.2 382
C3 - belucht v.c. < 20.000 ton/jr
100 100
100
10
9002.2 382
C4 - belucht v.c. > 20.000 ton/jr
200 200
100
9002.2 382
C5 - GFT in gesloten gebouw
200
50
100
90
37, 38, 39
9001
3700
9002.2 382 9002.2 382
93
96
-
-
CATEGORIE
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
GELUID
-
AFSTANDEN IN METERS
STOF
-
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI1993
MILIEUDIENSTVERLENING
Gemeentewerven (afval-inzameldepots)
R
50
3.1
50
3.1
100
3.2
50
3.1
100 D
3.2
30
2
100
3.2
30
200
4.1
100 R
200
4.1
OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.1 96011
A
Wasserijen en strijkinrichtingen
30
0
50 C
30
50
3.1
9301.1 96011
B
Tapijtreinigingsbedrijven
30
0
50
30
50
3.1
Chemische wasserijen en ververijen
30
0
30
30
30
2
0
0
30
0
30
2
9301.2 96012 9301.3 96013
A
Wasverzendinrichtingen
R
Colofon Opdrachtgever Gemeente Langedijk Bestemmingsplan BügelHajema Adviseurs b.v. Projectleiding BügelHajema Adviseurs b.v. Projectnummer 122.00.00.02.05
BügelHajema Adviseurs bv Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu BNSP Balthasar Bekkerwei 76 8914 BE Leeuwarden T 058 215 25 15 F 058 215 91 98 E
[email protected] W www.bugelhajema.nl Vestigingen te Assen, Leeuwarden en Amersfoort
m aa Pr
22 6
g we er me rk Ke
6f 1
Legenda
6g 1
20 8 1
Plangebied
6h 1 6j 1 6k 1
Plangebied
4 1
a 1
Bestemmingen
1 2 1 0 1
BT
9
t i hu Sc
eg rw ee sm p e Di
Bedrijventerrein
Groen - 1
8b 8a 8c
G-1
8h
Groen - 2 8d
G-2 8e
V
8f
Verkeer
8g
WA
Water
1
Leiding - Riool L-R nd ma ol Ko
Aanduidingen bouwvlak
[sba-lzz]
specifieke bouwaanduiding - landschappelijke zichtzone
[sba-vu]
specifieke bouwaanduiding - verdiepingsuitbouw
[sba-zz]
specifieke bouwaanduiding - zichtzone
4 7.5
BT
6
V maximale bouwhoogte (m)
B
Verklaringen
7.5
26
BT
[sba-vu]
e i rr Be
eg rw ee sm p e Di
gegevens GBKN
hartlijn leiding - riool
8
[sba-zz] V k an pl op Lo
10
BT
G-2
[sba-lzz]
G-1 WA
L-R
V
eg ew al i nc i ov r P
04 N5
bos
Gemeente LANGEDIJK Bestemmingsplan bedrijventerrein Breekland Berrie bos
Verbeelding
g We . ov Pr
4 50 N-
datum:
28-02-2011
schaal:
1 : 1000
BugelHajema Plek voor ideeºn
papierformaat: A1 status:
ontwerp
projectnr.:
122.00.00.02.05
gezien:
NK
BgelHajema Adviseurs bv, Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu Balthasar Bekkerwei 76, 8914 BE Leeuwarden T NL.IMRO.0416.BPBTBB2010-on03
E
[email protected] W
058 215 25 15
www.bugelhajema.nl
BNSP