Bestaat de Limburgse identiteit wel? Over de vele facetten van constructie van regionale identiteit door taal. Leonie Cornips Meertens Instituut & Universiteit Maastricht Studium Generale, 14 november 2012
Onderzoek constructie van lokale identiteit in Limburg samen met:
1. Dr Vincent de Rooij (UvA) 2. Dr Irene Stengs (Meertens Instituut) 3. Drs Lotte Thissen (UM)
Opbouw college 1. Talige eigenheid van Limburg binnen Nederland 2. Zijn de Limburgse provinciale grenzen ook taalgrenzen? 3. Constructie van een Limburgse identiteit 4. Constructie van een Limburgse identiteit door taal 5. Taal, identificatie -differentiatie en emotie
Opbouw college 1. Talige eigenheid van Limburg binnen Nederland
Dialectenquête Weijnen (1967) 1964-1966
Heerlen
Maastricht
Venlo
Mesch
Weert
kind -straat dialect
26,8%
83,7%
71,5%
100%
60%
vader-kind
40,1 %
72,9%
66.8%
97,3%
65.6%
vadermoeder
50.3 %
73,7%
68,3%
97,3%
66,7%
kind liefst/voorke ur dialect
34,4%
68,2%
69,2%
78,9%
55,7%
aantal onderz. kind
2.635
2.219
2.308
40
1.324
Dialectenquête Driessen (2006) LIMBURG moeder met vader: kind met moeder: kind met vader: kind met vrienden:
1995 63% 50% 51% 42%
2003 57% 46% 46% 39%
FRIESLAND moeder met vader: kind met moeder: kind met vader: kind met vrienden:
1995 60% 51% 53% 48%
2003 41% 32% 33% 23%
Dialectenquêtes: Goeman & Jongenburger (2009): Noord- en midden Limburg: dialect tussen 80% en 100% Zuid-Limburg: 60% tot 80% Belemans (2002) “Raod veur ‘t Limburgs”: 1.599 internetgebruikers: 83% spreekt dialect van eigen dorp, 66% spreekt ook dialect van ander dorp
Talige eigenheid Driessen (2006): • 75% van de inwoners van Limburg – 900.000 – spreekt naar eigen zeggen dialect; • het dialect wordt van laag tot hoog gesproken; van den Nieuwenhof, van der Silk & Driessen (2004) • 3.090 basisschoolleerlingen uit heel Nederland: Cito-toetsen - dialectkinderen in Limburg scoren aan het eind van de basisschool beter op Nederlands dan leerlingen met een uitsluitend Nederlandstalige achtergrond
Mate van dialectgebruik Afhankelijk van methode , context (taal), lokatie van bevraging en wie in welke rol bevraagd is: • moeders van kinderen in schoolcontext: 39-57% • CBS volwassenen (niet gericht op taal): Limburg: 80 -100%; Zuid-Limburg: 60 -80%
• Raod veur ‘t Limburgs-dialectliefhebbers: 83%
Andere talen in Limburg Extra (2004): Onderzoek in 13 gemeenten waarvan 3 in Limburg • 32% van de leerlingen op de basisschool en 28% van het voorgezet onderwijs spreken thuis een ‘andere’ taal; • Turks, Arabisch, Berbers, Engels, Hindu(stan)i, Papiamentu, Frans, Duits, Sranan Tongo, Spanns, Chinees, Koerdisch, Somalisch, Italiaans, Moluks/Maleis.
Andere talen Extra (2004): Onderzoek naar 7.425 leerlingen op PO en VO in Maastricht: • Geboorteland van leerlingen en ouders die thuis het Maastrichts als thuistaal spreken: België (4%), Duitsland (2%), Indonesië (1%), Marokko (1%), Turkije (1%), overige landen (5%), onbekend (5%) • Talen die thuis gesproken worden naast het Maastrichts: Italiaans, Moluks/Maleis, Spaans, Arabisch, Turks en overig
Andere talen: Extra (2004) vaardig taal heid keuze
dominantie
voor keur
Maastricht
95
83
74
74
Turks
97
86
55
48
Fries
90
43
30
38
In kort • In nationale context kent Limburg een uniek taallandschap: hoge mate van dialectgebruik, SES van laag tot hoog, en hoge vitaliteit • Het dialect wordt ook in meertalige context verworven; • In internationale context is de Limburgse situatie een van de vele bijvoorbeeld Noorwegen en Zwitserland (Auer 2000)
Opbouw college 2. Zijn de Limburgse provinciale grenzen ook taalgrenzen?
regionale identiteit – taal (Cornips & Stengs 2010) • Het lijkt vanzelfsprekend: het Fries wordt gesproken in de provincie Friesland en het Limburgs wordt gesproken in de provincie Limburg. • Deze koppeling lijkt vanzelfsprekend maar is dat wel zo? • Wat is Limburgs vanuit taalkundig perspectief?
Dialectindeling Daan en Blok (1969) • 28 dialectgroepen: • #14 dialect van Noord-Brabant en Noord-Limburg • #15 dialect van Brabant • #17 dialect Limburg
Jan wast zich de handen (Cornips 1994, 2006)
Jan wast zich het hemd (Cornips 1994, 2006)
Jan heeft zich een biertje gedronken (Cornips 1994)
dat Jan de auto gemaakt-3 moet-1 hebben-2 • noorden-westen: gemaakt hebben moet 3-2-1 • Nederland: moet hebben gemaakt 1-2-3& gemaakt moet hebben 3-1-2 • Vlaanderen: moet gemaakt hebben 1-3-2& gemaakt moet hebben 3-1-2
multi-dimensionele schaling: dank aan Heeringa
321=blue, 132/312=pink, yellow, 123/312=green, orange
• Op zoek naar talig Limburg binnen de provinciegrenzen…..
Wilbert Heeringa 2004 • Gemiddelde Levenshtein afstanden tussen 360 plekken bevraagd in de Reeks Nederlandse Dialectatlassen; • RND vervaardigd tussen 1922 en 1966. Limburg: W. Goffin (zuid, incl VL) en J.C. Claessens (midden, incl VL) tussen 1937-1948 en J. Passage 1949-1959 (noord, incl Br); • Donkere lijnen laten zien dat de dialecten meer aan elkaar gerelateerd zijn, lichtere meer van elkaar afstaande dialecten
Wilbert Heeringa (2004) • Donkere en lichte lijnen; • In Vlaanderen een Vlaamse versie van de vragenlijst; in Nederland een Nederlandse en in Friesland een Friese versie • Maar: verschillende transcribenten
Heeringa 2004: cluster-analyse • • • •
13 dialectgroepen: Limburg (bruin) Noordoost Luik (donkerbruin) Centraal Nederlandse varieteiten (geel)
Heeringa (2004): afstand tot het Nederlands • • • •
rood (14.7 %); dichtstbij is Haarlem lichtgroen (29.8%) lichtblauw (37.4%) donkerblauw (44.9%); meest verwijderd is Schiermonnikoog
Dialect en Limburg in relatie tot sociaal-economische klasse (SES) Dank aan Elma Nap-Kolhoff et.al., in prep, www.kaans.nl
Het ‘Limburgs’ is een constructie…. Provinciale grenzen zijn geen dialect- of taalgrenzen (Cornips 2013): • Er is geen enkel talig verschijnsel dat zich volledig over de provincie uitstrekt; • Er is geen enkel talig verschijnsel dat zich tot de hele provincie beperkt.
Constructie van lokale identiteit…. 3. Constructie van een lokale/regionale identiteit
Constructie inderdaad…. • •
De provincie Limburg bestaat niet van oudsher... (Knotter 2009, Orbons en Spronck 2009) In 1867 is Nederlands Limburg nog een onbeschreven blad dat het idee van een permanente en unieke regionale identiteit door de eeuwen heen weerspreekt.
Historie: een Limburgse identiteit is geen gegeven maar constructie • Limburg was voor 1795 (Franse Tijd) een versplinterd gebied gekenmerkt door opeenvolgende grenscorrecties en verschuivingen in soevereiniteitsrechten: lappendeken. • De huidige Nederlands Limburgse provincie is ontstaan na een moeizaam en langdurig onderhandelingsproces tussen 1815 en 1867 (Weijers 1994: 130; Orbons en Spronck 1966[2009]):43)
Historie: een Limburgse identiteit is geen gegeven maar constructie • In 1815 doopt koning Willem I het nieuwe gebied Limburg dat bij het Koningrijk der Nederlanden wordt gevoegd na het vertrek van de Fransen. • Limburg is een volstrekt nieuwe naam voor een nieuw territoriaal gebied.
Constructie van een regionale identiteit
Constructie van identiteit (Paul Verhaeghe 25.09.2012) Identiteit is geen aangeboren gegeven maar een constructie. Een constructie die opgebouwd wordt in wisselwerking met de buitenwereld. In die constructie zitten onze normen en waarden zoals wij die aangeleerd krijgen. Het logische gevolg daarvan is dat als onze omgeving verandert, dat onze identiteit ook zal veranderen samen met die normen en waarden zie http://www.youtube.com/watch?v=IYMXZCFy0A.)
Constructie van lokale identiteit….(Cornips & Stengs 2010) 21e eeuw: • Lokale identiteit lijkt, samen met die van het persoonlijke en nabije, aan politieke betekenis te winnen; • Politieke betekenis: het geheel van patronen en strategieën waarmee groepen en individuen handelen vanuit machtsverhoudingen en belangentegenstellingen (Stengs 2012:9)
Constructie van lokale identiteit….(Cornips & Stengs 2010) 21e eeuw: • de regio wint aan belang in een globaliserende wereld; • de lokale beleving van wie we zijn; • mensen voelen zich meer verbonden met het lokale en regionale, dan met het nationale; • op zoek naar ‘het eigene’.
Constructie van lokale identiteit….(Cornips & Stengs 2010) 21e eeuw: • De sociale wetenschappen: lokale identiteit krijgt nieuwe betekenis in een wereld waarin mensen zich vooral door processen van globalisering en bureaucratisering bedreigd en vervreemd voelen.
Constructie van lokale identiteit….(Cornips & Stengs 2010) 21e eeuw: • Voorbeeld: het samenvoegen van gemeenten kan als vervreemdend worden ervaren; • Dat wat als lokaal eigene beleefd wordt, is plotseling veranderd of verdwenen Schaesberg=Landgraaf, Maasniel=Roermond, Heerlen = Parkstad • Rutte II: 5 landsdelen in plaats van 12 provincies Blog Paul van der Steen: De Limburger/Limburgs Dagblad (dd 31.10.2012)
▫ “Inmiddels studeert een nieuwe commissie op een smakelijk samengaan van de vlaai en het worstenbroodje in een nieuw baksel.”
“Het onbehagen in Limburg” (van de Beek & Gageldonk 2012) : “Geen samenleving die in een halve eeuw zo ingrijpend veranderd is als de Limburgse”. (...) En opeens wordt volop gesproken over de Limburgse identiteit. De PVV won er de verkiezingen mee. Limburg terug aan de Limburgers. Nog steeds weet niemand wat daar precies mee wordt bedoeld “
Constructie van lokale identiteit….(Cornips & Stengs 2010) 21e eeuw: • Door globalisering moeten of willen mensen nieuwe maatschappelijke verbanden aangaan; • Geborgenheid en erkenning door het gemeenschappelijke op te zoeken; het oorspronkelijk eigene; • Nostalgisch verlangen naar een overzichtelijke en rustieke samenleving vormt een belangrijke motiverende kracht.
Constructie van lokale identiteit….(Cornips & Stengs 2010) • Een belangrijke voorwaarde voor gevoelens van gemeenschappelijkheid is het maken en benadrukken van verschillen; • Identiteit houdt onontkoombaar een even vanzelfsprekend onderscheid in met andere mensen ‘van elders’; • Identificatie en differentiatie
Constructie van lokale identiteit….(Cornips & Stengs 2010) • In dit proces van identificatie en differentiatie gaat het zowel om ideeën die mensen over zichzelf en anderen hebben, als om ideeën die anderen over hen hebben; • Stereotypering is de grondslag van de constructie van groepsidentiteiten (zie ook Knotter 2009); • Alle Limburgers zijn zo, alle Hollanders zijn zo alle voetbalfans zijn zo, alle mannen zijn zo...
Constructie van lokale identiteit….(Cornips & Stengs 2010) • Welke tegenstellingen en welke combinaties van tegenstellingen als relevant beleefd worden is voortdurend aan verandering onderhevig; • Tijdens WK voetballen, tijdens carnaval, op het werk, tijdens dit college ...... • Welke tegenstellingen en welke combinaties van tegenstellingen zijn op dit moment van belang en hoe komt dit tot uitdrukking door taal? (regionaal, lokaal, sociaal, etnisch, gender.....)
Lokale identiteit is een constructie….(Cornips & Stengs 2010) • Provinciale grenzen zijn in eerste instantie geografische, bestuurlijke en juridische grenzen;
Constructie van lokale identiteit….(Cornips & Stengs 2010) “Het zou raar zijn als de Limburgse identiteit niet zou bestaan. Wat is dan datgene waarmee wij ons zo sterk verbonden voelen als het om Limburg gaat?”
Lokale identiteit is een constructie…. • De provincie is een indeling die vanuit de nationale overheid tot stand is gekomen. • Bij de indeling van Nederland in gemeenten en provincies staat de bestuurbaarheid van het land voorop.
Lokale identiteit is een constructie…. • Het ervaren en beleven van een Limburgse identiteit komt voor een belangrijk deel doordat veel cultuurpolitiek vorm en inhoud krijgt binnen het bestuurlijk kader van de provincie. • De provincie Limburg initieerde erkenning van het Limburgs als streektaal en diende bij de Nederlandse overheid een aanvraag in • Prins Bernhard Fonds - regio Limburg, Raod veur ‘t Limburgs, streektaalfunctionaris
Lokale identiteit is een constructie (Cornips & Stengs 2010) • Taal en cultuur laten zich niet of maar slechts ten dele door grotendeels artificiële, geografische afbakeningen zoals een provincie of natiestaat inkaderen; • Het politieke ideaal van elke natiestaat is vanaf eind 19e eeuw het samenvallen van de grens die de natiestaat afbakent als een bestuurlijke en soevereine eenheid met de grens van ‘haar’ cultuur en taal (een volkslied, een vlag, een taal, een cultuur, gestandaardiseerd onderwijs)
Lokale identiteit is een constructie…. • In de realiteit bestaan er overal grotere en kleinere culturele en talige verschillen die mensen over de politieke of bestuurlijke grens van de natiestaat, provincie of gemeente met elkaar verbinden of juist uit elkaar drijven; • Mensen behoren niet tot één groep maar tot vele omdat regionale, sociale en etnische identiteiten in een veld van tegenstellingen elkaar kruisen; • Maar het beleven van eigenheid wordt verankerd door ‘onveranderlijkheid’ die authenticiteit waarborgt
Opbouw college 4. Constructie van een Limburgse identiteit door taal
Constructie van regionale identiteit door taal…..Willems 1885 • Aan respondenten werd schriftelijk en meestal in het Frans gevraagd welk dialect uit naburige dorpen of steden volgens de beleving van de respondent op zijn of haar eigen dialect leek. Notabelen zoals de onderpastoor, pastoor, onderwijzer of directeur hebben deze enquête schriftelijk beantwoord. Kaart 2 toont de antwoorden van deze respondenten voor Limburg. • Oordelen over welke dialecten uit de naburige plaatsen op elkaar lijken in Limburg in 1885
Taal…..Willems 1885 • ‘Zij spreken hetzelfde als wij’: • De hoofdonderwijzer in Beek (Jan Louis Nubert Roebrack geboren in 1851) antwoordt in zijn vragenlijst dat het dialect van Beek waar hij opgegroeid is, lijkt op dat van Meerbeek, Geverik, Kelmond, Geul, Geleen, Stein, Grootgehout en Elsloo.
Taal…..Weijnen 1939 • Oordelen over welke naburige dialecten op het dialect van de eigen plaats lijkt in Limburg in 1939
Een Limburger voelen. Constructie van een Limburgse identiteit door taal •
•
Het gebied (territorium) Limburg wordt voorgesteld en beleefd als een gemeenschap en die beleving gaat met sterke gevoelens vergezeld. ‘Lidmaatschap’ in deze gemeenschap wordt als ‘natuurlijk’ en ‘vanzelfsprekend’ gezien Maar lidmaatschap is complex: door geboorte?, door spreken dialect, Nederlands, Turks?, door carnaval, Sinterklaas?, door lidmaatschap schutterij, fanfare, ballet?, door herkomst ouders?, door wat je doet?
Een Limburger voelen. Constructie van een Limburgse identiteit • ‘branding’ van Limburg door beleidsmakers. Attitudes en waarden worden hier gecreëerd en geadverteerd • Geen sprake van ‘dialect’ of Limburgs Nederlands. • http://www.zuidlimburg.nl - www.zuidlimburg.nl • http://www.youtube.com/watch?v=5gWd-pQ0fsw http://www.youtube.com/watch?v=5gWd-pQ0fsw
Een Limburger voelen. Constructie van een Limburgse identiteit • proces van identificatie in relatie tot het gewone, alledaagse leven in Limburg. • wie hoort erbij en wie niet, welke talen mogen gehoord worden en welke niet; hoe kijken we naar elkaar in de provincie?, hoe voelen we ons veilig en geborgen in de provincie? • collectieve en individuele identiteiten zijn niet identiek.
Opbouw college 4. Taal en emotie: ▫ ▫
in- en uitsluiting door taal; bij Limburg willen horen maar hoe dan, mag het en kan het?
Taal en emotie
(Cornips, De Rooij en Stengs 2012)
• Waar men in Limburg als overal elders in Europa in die publieke ruimte voor een dialect kiest, bijv tijdens carnaval, is lokale identiteitsvorming zeer waarschijnlijk van emotionele betekenis.
carnival in Limburg: Echt Februari 2012
Taal als instrument (Cornips, De Rooij & Stengs 2012)
• Taal is zeer gevoelig ‘instrument’ in machtsverhoudingen en belangentegenstellingen: ▫ Nederlands versus dialect (buiten) ; ▫ dialect versus dialect (binnen) ▫ talig criterium: zuiver dialect
• Processen van in- en uitsluiting van de ‘ander’ door de inzet van taal; • Normering van taal/dialect: hoe te schrijven, hoe te spreken
• Taal is de belangrijkste dimensie van het menselijke bestaan waarin sociale en regionale identiteiten opgebouwd en ge(re)produceerd worden;
Taal en emotie Constructie van een Limburgse identiteit door taal (Weijers 2009:14): • Oprichtingsvergadering van de dialectvereniging Veldeke in 1926: “Limburgs dinke, Limburgs spreke, Limburgs bleve” • “Iemand die aan het dialect van Limburg komt, raakt de Limburgse cultuur in de ziel”
Constructie van een Limburgse identiteit door taal •
•
Proces van identificatie: in Limburg telt ‘dialect’ als ‘exclusief en natuurlijke’ eigenschap van het beleven van het Limburgs zijn; Processen van in- en uitsluiting: Interview TV Limburg (14.12.2011) “Voel je je Limburger als je geen dialect spreekt?”
‘Dialect’ is sociaal/cultureel construct Belemans 2002: • Voor oudere mensen betekent ‘dialect’: dat wat ‘wij’ van onze generatie spreken. Wat ‘wij’ spreken is ‘zuiver’ dialect en dat verandert niet; • jongeren zeggen dat het dialect verandert en dat hun dialect verschilt met dat van hun grootouders. Toch beschouwen zij en benoemen zij wat zij spreken als dialect.
Blauw Sjuut
Constructie van lokale identiteit door taal (Cornips, De Rooij & Stengs 2012) Tijdens de reis van de Blauwe Schuit: dialect en Nederlands zijn gescheiden in het publieke domein
Constructie van lokale identiteit door taal (Cornips, De Rooij & Stengs 2012) Dialect en Nederlands lopen door elkaar: hybride vormen Demi-Sec/Getske Boys: “Het is een persiflage op mensen uit de volksbuurt, uit de (koel)kolonie, die vrijgevochten van aard zijn, een grote bek maar een klein hartje hebben. Waar zij vandaan komen heersen de wetten van de straat. In Heerlen waren dat doorgaans de wijken aan “de verkeerde kant van spoor” zoals dit in de volksmond genoemd werd. De taal die gesproken wordt is een combinatie van Nederlands met dialect, een taal met “knoebelen”, maar erg herkenbaar.”
‘Dialect’ is sociaal/cultureel construct • “Nog duidelijker waren de diverse plaatsen aan hun dialecten te herkennen. Maastricht liep voorop en weigerde soms dialecten van buiten de plaats te herkennen en begreep je dan in de winkels niet.” • “Mijn vrouw vertelt nog iets dat interessant kan zijn. Als zij in Maastricht in een winkel een bestelling doet in haar Weerter dialect,dan gebeurt het heel vaak dat ze antwoord krijgt in het Nederlands! “
‘Dialect’ is sociaal/cultureel construct Ben van Melick (31.10.2012): Een paar weken geleden leidde ik in Kerkrade een boekje in dat een tekst bevatte van Wiel Kusters in het Kerkraads vertaald. Ik deed dat in mijn dialect, een mengeling van Gebreuker en Neelder Plat. Ik was tot in de ziel geraakt, toen een welbespraakte Kerkradenaar (...) mij toevoegde: Du sjpriks gaar ge dialect, wats du sjpriks, dat is een allegaartje mit veëul Hollesj drin. Ik was beledigd, du moment, diep beledigd door deze diskwalificatie van de taal van de mam en de pap en wat ik daar van maakte, van mijn moedertaal. Buitengesloten op basis van taalreinheid, taalzuiverheid, zo voelde ik dat.
‘Dialect’ is sociaal/cultureel construct Als eigen, lokaal beleefde talige vorm als doen+heel werkwoord: • Zegspersoon uit Heerlen: Dat is typisch aan de zuidelijke kant van Heerlen. Beetje Kerkraadse invloed is dat. Die doen dat doen erbij. De Duitsers doen het ook in hun dialect. • Zegspersoon uit Vaals: De kinderen in school die gebruiken dat veel. In Vaals zeggen de kinderen ik doe tekenen. Mijn moeder doet koken. Mijn moeder doet wassen en dat kan best in ons plat maar is verkeerd. Maar wij zouden zeggen de kinderen doen hier niet voetballen.
• Dialect is cultureel bepaald: het bestaat niet onafhankelijk van iemands interpretaties; • Dialecten verschillen onderling in subjectieve beleving, hoe we naar elkaar kijken in de provincie, en hoe mensen zich oriënteren; • Dialect is niet waarde neutraal: niet ieder individu spreekt hetzelfde dialect en niet ieder dialect en talige elementen worden hetzelfde gewaardeerd • relatie taal-identiteit-plek is zeer complex
Opbouw college 4. Taal en emotie: ▫
dialect is mijn moedertaal, Nederlands mijn vadertaal
Dialect is mijn moedertaal, Nederlands mijn vadertaal Guus Urlings (02.06.2012): “(…): de moedertaal heeft een dimensie die de vadertaal mist. Een dimensie die voornamelijk emotioneel is. Ik voel het tenminste wel zo.”
Dialect is mijn moedertaal, Nederlands mijn vadertaal Assumptie: iemands tweede taal wordt verworven in een meer emotionele neutrale situatie dan iemands eerste taal (Bond and Lai 1986); Maar: later onderzoek wijst uit dat dit niet voor iedereen geldt. ▫ ▫
Soms is taal A geschikter dan taal B Afhankelijk van de situatie waarin een kind een van beide talen verwerft
Samenvatting 1. Talige eigenheid van Limburg binnen Nederland 2. Zijn de Limburgse provinciale grenzen ook taalgrenzen? 3. Constructie van een Limburgse identiteit 4. Constructie van een Limburgse identiteit door taal 5. Taal, identificatie -differentiatie en emotie
Samenvatting 1. Talige eigenheid van Limburg binnen Nederland 2. Zijn de Limburgse provinciale grenzen ook taalgrenzen? 3. Constructie van een Limburgse identiteit 4. Constructie van een Limburgse identiteit door taal 5. Taal, identificatie -differentiatie en emotie
Samenvatting •
▫
• •
▫ ▫
Talige eigenheid van Limburg binnen Nederland
Hoge vitaliteit van het dialect, veel dialectsprekers, van laag tot hoog, verwerving dialect in meertalige context
Zijn de Limburgse provinciale grenzen ook taalgrenzen? Nee
Constructie van een Limburgse identiteit
Processen van identificatie en differentiatie; stereotypering is de grondslag van de constructie van groepsidentiteiten; mensen behoren niet tot één groep maar tot vele - regionale, sociale en etnische identiteiten kruisen elkaar in een veld van tegenstellingen; talige eigenheid beleefd als iets dat onveranderlijk is en authenticiteit waarborgt
Samenvatting •
Constructie van een Limburgse identiteit door taal ▫
cultureel bepaald: het bestaat niet onafhankelijk van iemands interpretaties; subjectieve beleving verschilt; is niet waarde neutraal: niet ieder individu spreekt hetzelfde dialect en niet ieder dialect en talige elementen worden hetzelfde gewaardeerd
Samenvatting •
Moedertaal en vadertaal: niet voor iedereen op dezelfde wijze met emoties verbonden
dank voor uw aandacht