Beschrijving van het project Opdrachten voor leerlingen Arteveldehogeschool Gent Mei 2011
Auteurs: Didier Van de Velde Peter Hantson
www.design2030.be
Inhoud 1 2
DE UITDAGING ......................................................................................................................................... - 3 OPDRACHT 1: ONDERZOEK UITDAGINGEN VOOR 2030 ............................................................................ - 6 2.1 VERLOOP VAN DE OPDRACHT ........................................................................................................................... - 6 2.2 ORIËNTEREN: ONDERWERP VERKENNEN ............................................................................................................. - 7 2.2.1 CASUS 1: ecosteden, een goed idee? ................................................................................................. - 8 2.2.2 CASUS 2: veiligheid of privacy? ....................................................................................................... - 10 2.2.3 CASUS 3: slow food of fast food? .................................................................................................... - 15 2.2.4 CASUS 4: de elektrische auto: dé toekomst van ons transport? ...................................................... - 17 2.2.5 CASUS 5: iedereen energieproducent? ............................................................................................ - 19 2.3 VOORBEREIDEN: INFORMATIE VERZAMELEN ...................................................................................................... - 21 2.4 UITVOEREN VAN EEN QUICK-SCAN .................................................................................................................. - 23 2.5 UITBREIDING: GEDRUKTE BRONNEN RAADPLEGEN .............................................................................................. - 23 2.5.1 Overzicht van relevante bronnen per perspectief............................................................................ - 23 2.5.2 Stel een meer uitgebreide bronnenmap samen .............................................................................. - 23 2.6 RAPPORTEREN EN REFLECTEREN ..................................................................................................................... - 25 2.6.1 Bronnen verwerken tot een onderzoeksverslag .............................................................................. - 25 2.6.2 Een poster maken ............................................................................................................................ - 27 2.6.1 Een poster presenteren ................................................................................................................... - 28 -
3
OPDRACHT 2: SCENARIO VOOR EEN TECHNOTOOP 2030 ....................................................................... - 31 3.1 SITUERING OPDRACHT .................................................................................................................................. - 31 3.2 WAT IS EEN TECHNOTOOP? ........................................................................................................................... - 33 3.3 BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT ................................................................................................................... - 34 3.3.1 Mogelijkheid 1: een betoog schrijven.............................................................................................. - 34 3.3.1 Mogelijkheid 2: een verhaal schrijven ............................................................................................. - 37 3.4 PRESENTATIE EN TOONMOMENT ..................................................................................................................... - 38 -
4
OPDRACHT 3: ONTWERP EEN TECHNISCH SYSTEEM ............................................................................... - 39 4.1 STAP 1: DE ONTWERPPROBLEMEN .................................................................................................................. - 39 4.2 STAP 2: WAARMEE MOET JE REKENING HOUDEN ................................................................................................ - 41 4.2.1 Eisenprogramma ............................................................................................................................. - 41 4.2.2 Algemene eisen bij de ontwerpopdracht......................................................................................... - 41 4.2.3 Keuzelijsten eisenprogramma ......................................................................................................... - 41 4.3 STAP 3: OPLOSSINGEN ZOEKEN EN KIEZEN ......................................................................................................... - 43 4.3.1 Begin eraan ..................................................................................................................................... - 43 4.3.2 Inspiratie verzamelen ...................................................................................................................... - 44 4.3.3 Ideeën genereren ............................................................................................................................ - 45 4.3.4 Keuzes maken .................................................................................................................................. - 45 4.4 STAP 4: MODELLEN MAKEN ........................................................................................................................... - 47 4.5 STAP 5: HET MODEL TESTEN EN EVALUEREN ...................................................................................................... - 47 -
-2-
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
1 De uitdaging Het jaar 2030 is niet meer zo ver af. Jullie staan dan in het brandpunt van jullie beroepsloopbaan en vele uitdagingen zullen de komende jaren op ons af komen. Heeft de mens vat op zijn eigen toekomst of ligt die niet in eigen handen? Welke keuzes moeten we maken? Welke acties moeten ondernomen worden? Welke techniek zal er nodig zijn? Moet onze omgang met techniek bijgestuurd worden? Dit zijn slechts enkele vragen die uitnodigen om na te denken over de toekomst. Design 2030 is een didactisch project1 voor de derde graad van het secundair onderwijs waarbij een hele reeks specifieke en vakoverschrijdende eindtermen aan bod met uitgesproken aandacht voor techniek, wetenschap en samenleving. Het project omvat volgende opdrachten. -
Een onderzoeksverslag schrijven waarbij jullie als voortaak informatie uit bronnen over het hier en nu verzamelen vanuit verschillende perspectieven over 4 casussen waarin mensen op zoek gaan naar oplossingen voor uitdagingen die aan de orde zijn in het jaar 2030.
-
Een scenario bedenken van onze toekomst in 2030 waarbij jullie onderzoeksgegevens uit de voortaak verwerken. Hierin wordt het technisch karakter van de menselijke leefwereld geschetst. Dit kan onder de vorm van een verhaal of een betoog.
-
Een masterplan ontwerpen een met technische systemen die aansluiten bij één van de casussen uit de eerste opdracht. Dit ontwerp vertrekt van het hier en nu en legt een verbinding met toekomstige ontwikkelingen. Hierbij is het niet de bedoeling om doorgedreven technische ontwerpkennis in te zetten of te ontwikkelen. Jullie ontwerpen via schetsen, beelden, foto’s en omschrijvingen technische voorzieningen een deel van een masterplan voor een stad in 2030.
Jullie kunnen beschikken over volgende hulpmiddelen:
1
-
Nauwkeurig uitgeschreven opdrachten
-
Ondersteunende fiches bij de uitvoering van de opdrachten
Design 2030 is een project dat gerealiseerd wordt door de vakgroep TO van de Arteveldehogeschool in Gent. Dit project wordt
ondersteund binnen het actieplan Wetenschapsinformatie en Innovatie, een initiatief van de Vlaamse Overheid”
-3-
opdrachten leerlingen
TIJDPAD en WERKWIJZE ‘DESIGN 2030’ AARDRIJKSKUNDE GESCHIEDENIS GODSDIENST – ZEDENLEER ESTHETICA
BIOLOGIE CHEMIE ECONOMIE NEDERLANDS
AANBOD FLANKERENDE LESSEN
NU
TOEKOMST
verschillende groepjes
INTRO
UITDAGINGEN VAN NU EN DE TOEKOMST
Inleidende presentatie (ppt)
1u
STUDIE CASUS
NU
TOEKOMST
nieuwe groepjes
zelfde groepjes
SCENARIO
ONTWERPEN
1. CASUS PER GROEP ONDERZOEKEN
1. UITWERKING SCENARIO
1. ONTWERPEN
Opdracht: formuleer 5 standpunten op een uitdaging uit een toepassingsgebied.
Opdracht: realiseer een betoog of een verhaal. Leerlingen nemen daarbij een ‘rol’ op en kiezen hun ‘publiek’ bij het verhaal.
Opdracht: ontwerp een deel van een masterplan vanuit een casus aan de hand van beschrijvingen, schetsen en tekeningen.
1u
5u
4 - 5u
2. CASUSONDERZOEK UITDIEPEN
2. PRESENTATIE SCENARIO’S
2. PRESENTATIE ONTWERP
Resultaat: leerlingen realiseren een informatief onderzoeksverslag en poster met toelichting.
Resultaat: leerlingen stellen hun verhaal of betoog voor.
Resultaat: masterplan voor een deel van een ecostad. Leerlingen stellen hun ontwerp voor en reflecteren.
4 - 5u
1u
1–2u
INFORMEREND
BETOGEND OF VERHALEND
BESCHOUWEND EN VERHALEND
De uitwerking van deze opdracht verloopt volgens enkele stappen. Als indicatie van tijdsbesteding gaan we uit van het volgend overzicht. -
Introsessie met powerpointpresentatie en klasgesprek: 1 uur
-
Opdracht 1: onderzoeksverslag schrijven en voorstellen: quick-scan: 3 uur Indien keuze voor uitgebreider bronnenonderzoek: 5-6 uur
-
Opdracht 2: een scenario bedenken en voorstellen: 5 à 6 uur
-
Opdracht 3: een masterplan met technische systemen ontwerpen en voorstellen: 2 x 5 à 6 uur
www.design2030.be
2 Opdracht 1: onderzoek uitdagingen voor 2030 Uitwerking volgens het OVUR-model. Dit letterwoord staat voor de stappen ‘oriënteren’, ‘voorbereiden’, ‘uitvoeren’ en ‘reflecteren’. Het is een stappenplan dat stimuleert om probleemstellingen planmatig aan te pakken. 2.1
Verloop van de opdracht
Onderzoek per groep één casus. Het onderzoek kan op twee manieren verlopen: -
Route 1: een beknopte oriëntatie op het probleem (quick-scan) gebaseerd op internetbronnen.
-
Route 2: een uitgebreider onderzoek waarbij de quick-scan gevolgd wordt door een analyse van schriftelijke bronnen.
Route 1: beknopt onderzoek (quick-scan)
Route 2: uitgebreider onderzoek
Stap 1: oriënteren idem - Voor deze opdracht kan je meerdere rollen vervullen; wijs de rollen in je onderzoeksgroep toe. (zie invuldocumenten voor leerlingen) - Eerst raadpleeg je enkele bronnen - Dan los je enkele gerichte vragen op - Vervolgens beantwoord je enkele meer open vragen - Dan geef je advies die overeenstemt met de toegewezen rol. Stap 2: voorbereiden door informatie te verzamelen Verzamel verder informatie aan de hand van de vragenkaart en de perspectievenkaart. Stap 3: schriftelijke en elektronische bronnen raadplegen Stel een bundel met knipsels en toegelaten kopieën samen. Stap 4: rapporteren en reflecteren -
Stap 4: rapporteren en reflecteren Maak een posterpresentatie met mondelinge Schrijf een onderzoeksverslag. Maak een posterpresentatie met toelichtingen. mondelinge toelichtingen.
-6-
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
2.2
Oriënteren: onderwerp verkennen
Onderzoek per groep één van 5 onderstaande casussen waarin mensen antwoorden proberen te vinden voor uitdagingen die aan de orde zijn in het jaar 2030. Casus
Toepassingsgebieden van techniek
Ecosteden, een goed idee?
Constructietechniek
Veiligheid of privacy?
Informatie- en communicatietechniek
Slow food of fast food?
Biochemische techniek
De elektrische auto: dé toekomst van ons Transporttechniek transport? Iedereen energieproducent?
Energietechniek
-7-
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
2.2.1
CASUS 1: ecosteden, een goed idee?
Gerichte vragen bij de bronnen 1. Ga via de zoektermen “ecosteden, ecostad, green city… op zoek naar concrete acties die de zogenaamde groene steden opzetten en lijst deze op.
2. Wat zijn gemeenschappelijke kenmerken van ecosteden? 3. Welke steden profileren zich als ecostad? Raadpleeg onderstaande bronnen Leven in een ecostad. Het laatste nieuws. http://www.hln.be/hln/nl/2656/Global-Warming/article/detail/333407/2008/07/09/Leven-ineen-ecostad.dhtml
-8-
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
Beantwoord ook deze vragen. Zoek zo nodig meer informatie op. Schrijf de antwoorden neer en vermeld telkens de geraadpleegde bron. Het vermelden van de bronnen gebeurt volgens een bepaalde norm. Raadpleeg de ‘infokaart refereren’ (zie verder). 4. Zie je grote verschillen tussen een ecostad en een ecodorp? 5. Kunnen onze hedendaagse steden gemakkelijk omgevormd worden naar ecosteden? 6. In hoeverre is het belangrijk dat de steden van de toekomst een vorm van onafhankelijkheid hebben in de aanvoer van voedsel en in de productie van energie. Formuleer conclusies Rol 1: je adviseert het stadsbestuur om een plan te maken om te evalueren naar een ecostad. Formuleer je advies. Rol 2: je adviseert een parlementaire commissie om wetten te maken waarbij steden ondersteund worden om te evolueren naar ecosteden. Rol 3: je adviseert een bedrijf dat systemen voor ecosteden ontwikkelt. Op welke individuele en maatschappelijke noden moet het bedrijf inspelen bij het ontwikkelen van nieuwe producten? Formuleer je advies.
-9-
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
2.2.2
CASUS 2: veiligheid of privacy?
Gerichte vragen bij de bronnen 1. 2. 3. 4.
Welke nadelen kunnen veiligheidssystemen hebben? Welke voordelen zijn er aan verbonden? Op welke manier kunnen veiligheidssystemen de privacy in het gedrang brengen? Op welke manier kunnen overheidsdiensten, organisaties, bedrijven of particulieren misbruik maken van informatie die verzameld wordt door veiligheidssystemen? 5. Bestaan er landen of regimes waar veiligheidssystemen misbruikt worden Raadpleeg onderstaande bronnen A) Een prikkelend artikel verschenen in Primo TVgids over het boek ‘Big Brother in Europa’ van Raf Jespers. (2010) Uitgeverij EPO (zie transcriptie verderop in deze bundel). http://www.progresslaw.net/docs/20100910115253XUER.pdf Of volgend alternatief raadplegen: http://www.epo.be/uitgeverij/extrainfo.php?id=9789064456183-E
B) “We zijn gezien”, een reportage van Dirk Leestmans, Panorama, VRT. Bekijk thuis de reportage: http://video.canvas.be/panorama-103-we-zijn-gezien http://actua.canvas.be/panorama/archief/panorama-15-we-zijn-gezien/#more-29819 Raadpleeg summier een aantal bijhorende linken bij het programma: http://actua.canvas.be/panorama/achtergrondinfo/we-zijn-gezien-152011-2 C) Een filosofische insteek via volgend filmpje: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20101104_wijnbergrechtsstaat01 D) Burgers vinden veiligheid vaak belangrijker dan privacy (2004). http://www.politiek-digitaal.nl/recht_en_veiligheid/archief_200410/ burgers_vinden_veiligheid_vaak_belangrijker_dan_privacy/
- 10 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
Beantwoord ook deze vragen. Zoek zo nodig meer informatie op. Schrijf de antwoorden neer en vermeld telkens de geraadpleegde bron. Het vermelden van de bronnen gebeurt volgens een bepaalde norm. Raadpleeg de ‘infokaart refereren’ (zie verder). 6. Wat is een panopticum? 7. In welke technische systemen werd of wordt dit principe toegepast? 8. Wat zijn gelijkenissen en verschillen tussen een panopticum en moderne toezichtstechnieken? 9. Moet alle informatie openbaar gemaakt worden? 10. Welke technische veiligheidssystemen vind je bedreigend voor de privacy? 11. Welke systemen vind je noodzakelijk ondanks hun invloed op de privacy? 12. In hoeverre is privacy noodzakelijk wanneer de veiligheid op het spel staat? 13. Informatie over organisaties, bedrijven en regeringen is door ICT steeds vlotter te bekomen. Soms komt deze informatie van de bedrijven, maar ook soms van externe personen of andere organisaties. Welke voor- en nadelen zijn daar volgens jou aan verbonden? Formuleer conclusies Rol 1: je adviseert het stadsbestuur om tot een beleid te komen waarbij rekening gehouden wordt met zowel de veiligheid als de privacy . Formuleer je advies. Rol 2: je adviseert een parlementaire commissie om tot een om tot een beleid te komen waarbij rekening gehouden wordt met zowel de veiligheid als de privacy. Formuleer je advies. Rol 3: je adviseert een bedrijf dat veiligheidssystemen ontwikkelt voor publieke ruimtes. Op welke individuele en maatschappelijke noden moet het bedrijf inspelen bij het ontwikkelen van nieuwe producten? Formuleer je advies.
- 11 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
Transcriptie van bron Onderstaande bron is via de aangegeven internetlink bij opdracht 1 zeer vaag leesbaar. Ziehier een transcriptie van het artikel van Dominique Trachet: Avocaat Raf Jespers waarschuwt voor angstwekkende Big Brother-toestanden.
“Europa bedreigt onze privacy” We staan er niet bij stil, maar al onze verplaatsingen worden geregistreerd, onze computerverrichtingen gemonitord, onze financiële transacties vastgelegd. Onze pricacy is niet meer wat zij is geweest en als het aan de Europa ligt, wordt dat begrip zo goed als compleet uitgehold. Tijd om te ageren tegen de ongecontroleerde manier waarop Europa ons privéleven dreigt te annexeren, vindt advocaat Raf Jespers in zijn boek ‘Big Brother in Europa’. Bewakingscamera’s staan tegenwoordig overal. In Winkels, banken, parkeergarages en zelfs zomaar op straat. Niet enkel privé-instellingen die zichzelf willen beveiligen staan erop al onze bewegingen te registreren, ook de overheid doet een duit in het zakje en houdt ervan te weten waar jij en ik heen gaan en wat we daar doen. Immers, elke keer we tunnel inrijden of gebruik maken van de snelweg worden we gefilmd en kan men onze nummerplaat natrekken, om nog maar te zwijgen van de tracking die men kan uitvoeren via het gsmnetwerk. Maar onze privacy wordt nog op meer manieren geschonden. Onder meer door registratie van aankopen via klantenkaarten van winkels die van de informatie over ons koopgedrag gebruik willen maken of de informatie doorverkopen aan d marketingbedrijven. Bovendien zou iedereen moeten beseffen dat telefoongesprekken kunnen worden afgeluisterd door inlichtingendiensten en worden gescreend op sleutelwoorden. Hetzelfde geldt voor sms’jes en mails. Het is kinderspel om jouw surfgedrag op het internet na te gaan en om op een van de vele sociale netwerken waarvan ook jij deel uitmaakt, informatie en zelfs beeldmateriaal weg te plukken. In theorie bestaat er voor al die privacyproblemen een wetgeving. Maar die is niet altijd duidelijk en bovendien wordt er nauwelijks gecontroleerd, laat staan dat overtredingen worden gesanctioneerd. En het wordt er niet beter op als Europa het voor het zeggen krijgt. De Europese Unie vaardigde in 2006 al
de ‘data-retentierichtlijn’ uit, waardoor telefoonbedrijven en internetproviders verplicht worden al onze telefoneer- en surfgegevens minstens zes maanden tot twee jaar bij te houden en ze vrij te geven op simpele vraag van overheidsdiensten. In Duitsland dienden 35000 burgers hiertegen een klacht in bij het Grondwettelijk Hof, met succes. […] Via ondemocratische dictaten waarbij het parlement wordt omzeild en de uitvoerende macht zich de wetgevende macht heeft toegeëigend, wordt een absolute controle van de burger mogelijk. Vraag is wie daar baat bij heeft. En welk soort regime daar misbruik van kan maken. Dat toelaten is onze is onze burger- en individuele rechten blind toevertrouwen aan iemand die we in de verste verte niet kennen . Hét probleem is echter dat relatief weinig mensen ervan wakker liggen. Zij gaan ervan uit dat een overheid nooit misbruik zal maken van deze informatie. “En trouwens, als je niets te verbergen hebt, kan het toch geen kwaad?”, luidt de dooddoener die ook RAf Jespers al talloze keren heeft moeten aanhoren. “Maar dat is de zaken op zijn kop zetten”, zegt Jespers. “Het zijn de bedrijven en de overheden die de manier waarop ze willen controleren of informatie vergaren moeten verantwoorden. Waarom doen ze wat en om welke belangen te dienen? In hoerverre druist dit in tegen de bescherming van onze private levenssfeer? Wie controleert dat en hoe wordt er opgetreden tegen overtredingen? Bovendien heeft iedereen in zijn privésfeer, in pakweg familiale cirkel of financiële wandel, wel iets dat de buitenwereld niet moet weten. Of dat tegen hem kan worden gebruikt, Zo kan men natrekken welke boeken je hebt gekocht via het internet of in een winkel die deze gegevens bijhoudt. Boeken die nu onverdacht en vrij te koop zijn, kunnen onder een ander regime opeens wel erg verdacht en zelfs verboden zijn. Waarom zou iemand toegang moeten hebben tot jouw lectuurlijst?” Bovendien zijn mensen slecht geïnformeerd over al wat over hen kan worden gecheckt. Raf Jespers: Als ik even op een rijtje zet wat er allemaal aan informatie over hen kan worden verzameld zonder dat zij zich er bewust van zijn, schrikken de meeste mensen toch wel. Hun hele doen en laten, hun dagelijkse levenkan worden
- 12 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
gereconstrueerd. Er zijn niet enkel de camera’s maar ook de gsm- en computergegevens, de Google-termen die je gebruikt, de gegevens over telebankieren en teleshoppen, de informatie van chipkaarten, waaronder tickets van het openbaar vervoer, en klantenkaarten allerhande, binnenkort zelfs de gegevens van de zwarte doos die men voor auto’s wil verplichten. Iemand of een instantie kan zo een volledig zicht krijgen op wie je bent en wat je doet, met wie je omgaat en waar je geregeld bent. Dit is niet enkel een regelrechte aanslag op je privacy, het is ook beangstigend. Als de bescherming van al die informatie wettelijk niet goed wordt geregeld en niet duidelijk is wie wat mag gebruiken, al niet wordt vastgelegd welke instantie toezicht moet houden, kan een bedrijf of een overheid die informatie ongehinderd voor zijn eigen agenda gebruiken. Ook misbruiken. Het is in het verleden herhaaldelijk bewezen: als iets kan worden misbruikt, zal het ook worden misbruikt. Het eerste argument om klaarheid te scheppen in deze materie is de vrijwaring van onze rechtstaat en fundamentele rechten. Doen we dat niet, dan komen beide in het gedrang. En dat kan sneller gebeuren dan we voor mogelijk houden. Vergeet niet dat het recht op individuele privacy pas dateert uit de negentiende eeuw. Tegenwoordig gaat men ervan uit dat dit niet meer kan worden teruggeschroefd, wat wel erg naïef is. Als de controle op de burger zo totaal en ongecontroleerd wordt als Europa het nu kennelijk wil, is het afglijden naar een dictatoriale staat niet uitgesloten. ER zit een zekere logica in de manier waarop Europa die controle op haar bevolking benadert. Europa is een neoliberale constructie die in de jaren tachtig opgezet is om vooral de belangen te dienen van de grote Europese bedrijven. Nog altijd is de invloed van de Europese bedrijfswereld op de politici zeer groot, al zijn een aantal fracties zich daarvan bewust en trachten zij die lobby’s af te zwakken. Inzake de privacy is dat onder de noemer ‘veiligheid’ niet echt gelukt. Bovendien zijn veel zogenaamde veiligheidsmaatregelen zinloos. Neem nu de straatcamera’s. Dat camera’s in winkels of parkings nut kunnen hebben, spreekt voor zich, maar dat de straten volhangen met camera’s veel zoden aan de dijk zet, is een sprookje. In Engeland hangt men de steden al een decennium lang vol camera’s. Ondertussen is duidelijk geworden dat die investering zeer weinig heeft opgebracht. De camerabewaking heeft amper een preventief effect op de misdaad en bovendien draagt ze weinig bij het oplossen van misdrijven. Waarom zouden we het dan doen? Waarom investeren we niet meer in sociaal beleid, in onderwijs, in preventie? We moeten ons wel beschermen tegen de internationale misdaad en het terrorisme, wordt gesteld.
Straatcamera’s zullen dat zeker geen halt toeroepen, hé! Nu, niemand kan bezwaren hebben tegen een kordate aanpak van misdaad en terrorisme, alleen stellen we vast dat de informatie die wordt verzameld een veel bredere waaier van mensen omvat dan nodig is om die criminaliteit tegen te gaan. En dan verwijs ik naar de eerder aangehaalde data-retentierichtlijn. En naar de Belgische antiterrorismewet die zo vaag is dat zowat elke activist een terrorist genoemd kan worden. In de database van de federale politie zitten fiches over 1,6 miljoen Belgen. Dat is hallucinant. Het lijkt mij, om het sarcastisch te stellen, vrij sterk dat 1.6 miljoen Belgen linken zouden hebben met misdaad op terrorisme. Na de aanslagen van 9/11 werden wereldwijd nieuwe regels ingevoerd die de privacy serieus aantasten, maar België ging tocht héél ver. Met de BOM-wet van 2003 (wet over de bijzondere opsporingsmethodes, nvdr) verschoof de macht om het gerechtelijk onderzoek van de onderzoeksrechters naar de parketten en werd voor het eerste officieel het ‘geheime dossier’ ingevoerd. Dat wil concreet zeggen dat advocaten die verdachten verdedigen niet meer kunnen nagaan of de politie bij het gebruik van die methodes, zoals observatie of infiltratie, wel volgens de wet heeft gehandeld. Daarna volgde de BIM-wet (wet over bijzondere inlichtingsmethoden, nvdr) waardoor de Staatsveiligheid meer armslag kreeg. De wet geeft de inlichtingendiensten ruime bevoegdheid om de fundamentele rechten en vrijheden van de burgers naast zich neer te leggen. Door die nieuwe wetten wordt iedereen een verdachte. Bovendien zijn er alleen al in de 27 landen van de Europese Unie zo’n half miljoen computerterminals die op een of andere manier verweven zijn met de belangrijke Europese databanken inzake personenverkeer. Wie controleert wie daar toegang toe krijgt? Herinner je het overlijden van zangeres Yasmine. Toen bleken metten honderden agenten haar privégegevens in de database te hebben geraadpleegd. Natuurlijk met men mensen en organisaties die linken hebben met pakweg Al Qaeda of de ETA kunnen monitoren, maar waarom zou men dat ook moeten doen met sociale bewegingen, arbeidersorganisaties, studentenclubs of politieke partijen? Veel van die zaken moeten worden gecontroleerd door de Comités P en I. Maar krijgt het her parlementaire controleorganisme wel alle informatie ter zake? Het is belangrijk dat het recht op privacy, dat vastligt in onze grondwet en in artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens wordt verankerd in duidelijk wetten die ook worden toegepast. Nu hangen er her en der camera’s waarvoor niet eens vergunningen werden afgeleverd, worden er inbreuken gepleegde op het inzamelen van
- 13 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
persoonsgegevens die niet eens worden vervolgd. De tolerantie van het publiek is verbazend groot maar verklaarbaar door een gebrek aan voorlichting en inzicht. Het mooiste bewijs dat de burger zich daar niet bewust van is, is de slordige manier waarop men via allerlei media met zijn eigen gegevens omgaat. Op sociale netwerken als Facebook gooit men soms de meest intieme gegevens te grabbel, ook informatie die misschien ooit tegen hen kan worden gebruikt, al is het maar bij een sollicitatie of – zoals al is gebeurd – door de fiscus. Mensen letten niet op wat ze telefonisch uitwisselen. Jongeren lappen er al helemaal hun laars aan. Ze beseffen niet dat het geit da we in West-Europa de afgelopen zestig jaar geen dictatuur hebben gekend, niet wil zeggen dat het nooit meer die kant kan opgaan. Ik ben noch naïef, noch paranoïde, ik ben realistisch. Helaal sluitende formules zijn er inzake technologische beveiliging niet,
daarom hebben we duidelijke en afdwingbare wetten nodig. We evolueren al te snel naar en situatie waarin de burger zich constant moet verantwoorden tegenover een achterdochtige overheid, terwijl het in een democratie de overheid is die zich tegenover de burger moet verantwoorden. Zijn politici zich er dan niet van bewust dat er iets moet gebeuren om die wildgroei tegen te gaan? De belangstelling van de meeste politici, zowel op Belgisch als op Europees niveau, zouden zich voor deze materie moeten interessereen. Maar ook vakbonden en tal van organisaties uit “het Middenveld” zouden zich met deze materie moeten inlaten oen meer parlementaire controle moeten eisen. Ten slotte zou men ook het publiek moeten sensibiliseren. Het gaat immers om de privacy van elk van ons.
Op de website van Panorama kan je veel interessante links vinden bij hun uitzending “ we zijn gezien” uitgezonden op Canvas in mei 2011. Via deze website kan je onderandere deze links terugvinden http://actua.canvas.be/panorama/achtergrondinfo/we-zijn-gezien-152011-2/ Een paar simpele beveiligingstips van een hacker www.wsec.be De Federale Politie heeft een pak nuttige tips en maatregelen die u moeten helpen uw privacy op het net en daar buiten te beschermen www.polfed-fedpol.be. Raf Jespers schreef onlangs over privacy een lijvig boek, Big Brother in Europa, uitgegeven bij EPO. Meer info over het boek en de standpunten van Raf Jespers vindt u op: www.progresslaw.net Paul De Hert is hoogleraar privacyrecht aan de VUB. Op zijn website vindt u meer informatie over zijn werk en publicaties www.vub.ac.be Willem Debeuckelaere is voorzitter van de privacycommissie. Op onderstaande website vindt u een schat aan informatie over privacy en vooral de bescherming ervan:www.privacycommission.be Frank Robben is voorzitter van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid (www.kszbcss.fgov.be) heeft een homepage waar je ook nuttige informatie vindt over privacy: www.law.kuleuven.be Informatie over het bedrijf dat de ICT dienstverlening geeft aan e-governmentprogramma’s voor de sociale zekerheid en gezondheidszorg, vindt u hier: www.smals.be Het Belgische bedrijf Optimit houdt zich bezig met advies over beveiliging. Zij adviseren o.a. een aantal Belgische politiekorpsen bij de installatie van het cameranetwerk. Meer info: www.optimit.be
- 14 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
2.2.3
CASUS 3: slow food of fast food?
Gerichte vragen bij de bronnen 1. 2. 3. 4.
Hoe kan je slowfood en fastfood definieren? Welke organisaties of bedrijven zijn actief in fastfood of slowfood? Welke voorbeelden kan je voor beide concepten geven? Wat zijn de voordelen van streekeigen en seizoensgebonden voedsel?
Raadpleeg onderstaande bronnen Slow food versus fast food. Plus magazine. http://plusmagazine.rnews.be/nl/gezondheid/voeding/artikel/316/slowfood-versus-fastfood
- 15 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
Beantwoord ook deze vragen. Zoek zo nodig meer informatie op. Schrijf de antwoorden neer en vermeld telkens de geraadpleegde bron. Het vermelden van de bronnen gebeurt volgens een bepaalde norm. Raadpleeg de ‘infokaart refereren’ (zie verder). 5. 6. 7. 8.
Is het aanleren van voedingsgewoonten en smaakvoorkeuren een zaak van opvoeding? Wat zijn de voor- en nadelen van slowfood en fastfood voor gezondheid en natuur? Wat is volgens jou de meest duurzame of toekomstgerichte optie? Kan je voorbeelden geven van grote verschillen tussen culturen in de omgang met voedsel? 9. Waarin verschillen voedingstradities zoals streekgerechten, seizoensproducten… van fastfood? 10. Is voeding kiezen een zaak van vrije wil of verandert de beschikbaarheid en of kostprijs van bepaalde soorten voedsel onze keuzes? 11. Moeten er soorten fastfood verboden worden? 12. Moet de jeugd opgevoed worden om met fastfood te leren omgaan?
Formuleer conclusies Rol 1: je adviseert het schoolbeleid om de voedingsconsumptie van de jongeren te optimaliseren op vlak van gezondheid en ecologische duurzaamheid. Formuleer je advies. Rol 2: je adviseert een parlementaire commissie om tot een beleid te komen met betrekking tot de voedingsconsumptie van de bevolking. Formuleer je advies. Rol 3: je adviseert een bedrijf dat voedingsproducten ontwerpt, produceert en vermarkt. Op welke individuele en maatschappelijke noden moet het bedrijf inspelen bij het ontwikkelen van nieuwe voedingsproducten en distributiesystemen? Formuleer je advies.
- 16 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
2.2.4
CASUS 4: de elektrische auto: dé toekomst van ons transport?
Gerichte vragen bij de bronnen 1. Wat is het verschil tussen een hybride en een elektrische auto? 2. Welke problemen denkt men te verhelpen door de inzet van de elektrische auto? 3. Welke infrastructuur is er nodig om de auto’s van energie te voorzien? 4. Welke energiebronnen kunnen hiervoor ingezet worden? 5. Kan de elektrische auto de uitstoot van CO2 verminderen? Raadpleeg onderstaande bron Waarom de elektrische auto geen toekomst heeft. Lowtech magazine. http://www.lowtechmagazine.be/2009/03/elektrische-auto-snelle-oplaadtijdenelektriciteitsnetwerk.html
Beantwoord ook deze vragen. Zoek zo nodig meer informatie op. Schrijf de antwoorden neer en vermeld telkens de geraadpleegde bron. Het vermelden van de bronnen gebeurt volgens een bepaalde norm. Raadpleeg de ‘infokaart refereren’ (zie verder). 1. Moeten we massaal investeren in de elektrische auto of zijn er andere alternatieven? 2. Op welke termijn is een omschakeling naar een elektrisch wagenpark mogelijk?
- 17 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
Formuleer conclusies Rol 1: je schrijft een commentaar in een blad voor autoliefhebbers. Formuleer de kerngedachten in je commentaarstuk. Rol 2: je adviseert een parlementaire commissie om tot een toekomstgericht beleid te komen met betrekking tot het autogebruik. Formuleer je advies. Rol 3: je adviseert een bedrijf dat systemen voor elektrische auto’s ontwikkelt. Op welke individuele en maatschappelijke noden moet het bedrijf inspelen bij het ontwikkelen van nieuwe producten? Formuleer je advies.
- 18 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
2.2.5
CASUS 5: iedereen energieproducent?
Gerichte vragen bij de bronnen 1. Welke soorten systemen voor lokale energieproductie bestaan er? Ten eerste voor de eigen woning en ten tweede voor de schaal van een wijk. 2. Moeten we energie besparen of meer produceren? 3. Welke systemen voor grootschalige energieproductie bestaan er? Raadpleeg enkele bronnen Energie maken. Via Groenhuis.org http://groenhuis.org/?page_id=6 Kies enkele relevante artikels uit deze nuttige bron: http://www.lowtechmagazine.be/alle-artikels-over-energie.html Beantwoord ook deze vragen. Zoek zo nodig meer informatie op. Schrijf de antwoorden neer en vermeld telkens de geraadpleegde bron. Het vermelden van de bronnen gebeurt volgens een bepaalde norm. Raadpleeg de ‘infokaart refereren’ (zie verder). 4. 5. 6. 7.
Welke soorten energiecentrales zijn beloftevol voor de toekomst? Is het wenselijk om zelf energie te produceren? Als mensen zelf energie produceren, moeten de centrales dan gesloten worden? Wat zijn de voor- en nadelen van centrales tegenover zelf of lokaal energie produceren (vb. windmolens)? 8. Moet de overheid installaties bij privépersonen subsidiëren?
Formuleer conclusies
- 19 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
Rol 1: je adviseert het stadsbestuur om stimulansen voor de bevolking te ontwikkelen om beter om te gaan met energiegebruik. Formuleer je advies. Rol 2: je adviseert een parlementaire commissie om wetgeving te realiseren om onze energietoekomst voor te bereiden. Formuleer je advies. Rol 3: je adviseert een bedrijf dat energiesysteem ontwikkelt. Op welke individuele en maatschappelijke noden moet het bedrijf inspelen bij het ontwikkelen van nieuwe producten? Formuleer je advies.
- 20 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
2.3
Voorbereiden: informatie verzamelen
Onderzoek de thematiek vanuit de casus verder aan de hand van de vragenkaart en minstens drie perspectieven uit de perspectievenkaart. Om dit goed te kunnen doen zul je meerdere bronnen moeten raadplegen. Het is niet de bedoeling om op zoek te gaan naar futuristische bronnen. Je vertrekt bij ontwikkelingen die je vandaag reeds kan waarnemen binnen de samenleving. Het resultaat is (zie verder) -
een onderzoeksverslag met een beschouwende tekst;
-
een posterpresentatie met mondelinge toelichtingen.
Door het zoeken naar antwoorden op onderstaande vragen krijg je een betere kijk op de casus. Het wordt ook duidelijker wat je er reeds over weet en niet weet. Sommige vragen kunnen minder relevant zijn voor je casus. Beantwoord er minstens vier.
VRAGENKAART -
Welke systemen bestaan er binnen het onderwerp van de casus ?
-
Wie is erbij betrokken (gebruikers, producenten, overheden…)?
-
Wat zijn de kenmerken van deze systemen?
-
Wat is het belang van de technische systemen die ter sprake komen?
-
Welke gevolgen zijn er bij productie en gebruik van de systemen?
-
Wie ondervindt de gevolgen?
-
Hoe ontstaan bepaalde gevolgen en effecten?
-
Wat zijn de voor- en nadelen van de gebruikte techniek?…
- 21 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
KAART PERSPECTIEVEN -
Wetenschappelijk: welk onderzoek gebeurt er nu om een beter begrip of inzicht te krijgen over de uitdagingen?
-
Sociaal: welke samenlevingstendensen zijn er nu die inspelen op de uitdagingen?
-
Economisch: welke investeringen en bedrijfsactiviteiten gebeuren er nu die inspelen op de uitdagingen?
-
Kunst: welke artistieke uitingen gebeuren er nu die inspelen op de uitdagingen?
-
Technisch: Welke technische producten worden er ontworpen om in te spelen op de uitdagingen?
-
Zingevend: hoe veranderen deze uitdagingen het denken van mensen en geeft dit een andere betekenis aan hun leven?
-
Politiek: hoe reageert de politiek op deze uitdagingen?
-
Historisch: waren deze uitdagingen ook in het verleden aan de orde? Vanaf wanneer is de uitdaging prangend geworden? Indien de uitdaging bestond, hoe werd er vroeger mee omgegaan?
-
Geografisch: stellen de uitdagingen zich overal even scherp?
- 22 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
2.4
Uitvoeren van een quick-scan
Om op een snelle manier ons beeld op de uitdagingen in de casussen te verruimen raadplegen we een aantal betrouwbare internetbronnen. Als je leerkracht het wenselijk vindt om nog een grondiger analyse uit te werken kunnen ook een reeks schriftelijke bronnen geraadpleegd worden in een meer uitgebreid bronnenonderzoek.
INFOKAART BETROUWBARE INTERNETBRONNEN Raadpleeg www.webdetectieve.nl
2.5
Uitbreiding: gedrukte bronnen raadplegen
2.5.1
Overzicht van relevante bronnen per perspectief.
-
Wetenschappelijk: kwalitatieve wetenschappelijke tijdschriften en zenders: zoals EOS, National Geographic, kranten, NWT, Quest, Wetenschap in beeld, Kijk, Scientific American Magazine ….
-
Sociaal: kranten, tijdschriften van bewegingen uit het middenveld
-
Economisch: kranten, economische- en zaken tijdschriften (trends, knack….), kanaal Z, tijdschriften van banken, internetsites van overheidsdiensten….
-
Kunst: publicaties van culturele centra, kranten, informatie over concrete producties (theater, muziek, film, tentoonstelling, literatuur…)
-
Technisch: tijdschriften zoals NWT, ‘De Ingenieur’, Lowtech Magazine op internet, sectorpublicaties (auto, bouw, ICT..), krantenbijlagen, ‘De Koevoet’, Auto- en motortechniek, Elektor, Wired, Kijk, ….
-
Zingevend: lifestylebladen, krantenbijlagen, Filosofie Magazine, Psychologie Magazine…
-
Politiek: kranten, tijdschriften, partijprogramma’s…
-
Historisch: publicaties van musea, kranten, televisiereportages, Historisch Nieuwsblad….
-
Geografisch: kranten, tijdschriften, National Geographic…
2.5.2
Stel een meer uitgebreide bronnenmap samen
Leg een bundel aan met knipsels of toegelaten kopies van bronnen. Leg een bronnenlijst aan volgens de regels van goed refereren. - 23 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
Verzamel voor de toegewezen of gekozen casus minstens één bron voor elk gekozen perspectief. Maak per gekozen bron een korte synthese van minimum 5 en maximum 10 regels.
INFOKAART REFEREREN Je kan het veelgebruikt systeem van “the American Psychology Association” toepassen (APA). Boek auteur, initialen (jaar) . titel. plaats: uitgever. Let op de spaties, punten en komma’s en maak de titel cursief. Tijdschrift artikel auteur, initialen (jaar) . titel van het artikel. Naam van het tijdschrift, jaargang(afleveringsnummer), pagina’s. Let ook hier weer op spaties, komma’s en punten en vergeet niet de naam van het tijdschrift en de jaargang cursief te zetten Online document Auteur, initialen (jaar). titel. Verkregen op dag, maand, jaar van <
>. Online artikel Auteur, initialen (jaar). titel. Naam van het tijdschrift, Jaargang (afleveringsnummer), pagina’s. Verkregen op dag, maand, jaar van <>. Een literatuurlijst maken Alleen de gebruikte, genoemde literatuur moet vermeld worden (niet meer en niet minder). De lijst moet alfabetisch gerangschikt zijn. Als er geen jaartal bij een boek, artikel of elektronisch document staat zet dan op de plek van het jaartal (z.d.) of (n.d.). Dit staat voor 'zonder datum' of 'no date'. Als er geen auteur bekend is, zet dan de gehele titel op de plek van de auteur. Gebruik (delen van) de titel ook in de verwijzing in de tekst. - 24 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
2.6
Rapporteren en reflecteren
2.6.1
Bronnen verwerken tot een onderzoeksverslag
Schrijf een informatieve tekst van één à twee A4 bladzijden waarbij je op een zakelijke manier de stand van zaken weergeeft die blijkt uit de verschillende bronnen. Je zorgt ook voor een situering van voor en nadelen. Lezerspubliek: je klasgenoten.
INFOKAART INFORMATIEVE TEKST Bron: Huypens, J. (2008) Omgaan met de media is (geen) kinderspel. Brussel. Politeia. 149 blz.
Kop Trekt de aandacht van de lezer. De vlag moet de lading dekken. Puntig, kort en krachtig. Moet eerlijk en waar zijn. Inleiding De eerste zinnen kunnen informerend en/of verrassend zijn. Romp Spreid de informatie in logische volgorde. Is er een duidelijke alinea indeling? Bevat elke alinea één kernzin? Breng verbanden aan tussen alinea’s. Maak gebruik van voorbeelden en vergelijkingen. Is er een samenhang tussen kop, inleiding en rest van het verslag? Slot moet houvast bieden aan lezers die de kern van het verslag nog niet gelezen hebben. Moet iets belangrijks bevatten. Moet aansluiten op de kop. Taalgebruik Juiste spelling en grammatica Staan er leestekens waar ze nodig zijn. Afwisselende zinsbouw Zakelijke en wetenschappelijke stijl Schrijf korte zinnen met een gemiddelde lengte van 13 woorden. Woordgebruik: varieer in woordkeuze, kies concrete woorden, vermijd afkortingen Let op met vaagmakers: in veel gevallen, enigszins, meestal, regelmatig, in principe, mogelijk… Is de tekst nagelezen? Doelgerichtheid Is de tekst een nuttige wegwijzer door de thematiek? Is de informatie voldoende en terzake? Zijn de gegevens betrouwbaar? Worden de feiten eerlijk voorgesteld? Is de argumentatie juist? Zijn informatie en commentaar van elkaar gescheiden? Zijn er geen vooroordelen of tendentieuze opmerkingen?
- 25 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
EVALUATIECRITERIA BRONNENMAP EN VERSLAG Kwaliteit van de bronnen Volledigheid van het verslag Kwaliteit van de informatieve tekst (zie aparte criteria)
EVALUATIECRITERIA INFORMATIEVE TEKST Informatieve inhoud -
Afstemming op het publiek: de eigen klasgenoten
-
Volledigheid: voldoende informatie-eenheden en toelichten waar nodig
-
Objectiviteit: zakelijke en juiste weergave van de informatie
Structuur -
Inleiding en slot: situering van het thema en de informatie-eenheden
-
Midden: o Informatie-eenheden groeperen o Hoofd- en bijzaken duidelijk maken o Logische opeenvolging van informatie-eenheden (coherentie) o Vlotte overgangen tussen de informatie-eenheden
Taalgebruik: alinea’s, spelling, zinsbouw, samenhang (cohesie)
- 26 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
2.6.2
Een poster maken
INFOKAART POSTER MAKEN -
-
De poster heeft een in het oog springend detail, bijvoorbeeld een opvallende foto De poster heeft een korte, opvallende titel (max. 5 woorden) De toelichtende teksten zijn beknopt en functioneel en geven alleen hoofdlijnen weer Foto’s, tekeningen en grafieken spreken voor zich. Een poster is vooral een visueel medium. Heb je iets wat de aandacht trekt? Kies sterke illustraties. Zorg dat ze in één oogopslag te begrijpen zijn. Vereenvoudig grafieken indien nodig Teksten staan in kolommen of in blokken. Het verband tussen teksten en illustraties is duidelijk Afmeting voldoende groot: 60 x 90 cm of A0 (84,1 x 119,4 cm). Meestal geen liggende of vierkante posters Leesbaar op 1½ meter afstand Schreefloze letter, bijv. Arial, Helvetica, Verdana of Tahoma, minimaal 18 punts
EVALUATIECRITERIA POSTER -
Visualisering van minstens één maatschappelijk impactelement Vanuit het nu een toekomstperspectief laten blijken Minstens één cijfergegeven aanbrengen Voor- en nadelen visualiseren De mogelijke evolutie van een typisch technisch systeem visualiseren: o Computer o Duurzaam woonhuis o Duurzame snack o Auto o Energieproductiesysteem voor in de woning
Laat op beeldende wijze een aantal van de onderzochte uitdagingen aan bod komen en probeer de samenhang duidelijk te maken tussen de gekozen elementen op de poster. Maak gebruik van de inspiratiefiche voor het vormelijke.
- 27 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
2.6.1
Een poster presenteren
Presenteer de poster. EVALUATIECRITERIA PRESENTATIE POSTER -
De maatschappelijke impact verduidelijken Cijfergegevens verduidelijken en interpreteren Voor- en nadelen toelichten en concretiseren De evolutielijn van het technische systeem d.m.v. logische argumenten verduidelijken
INFOKAART PRESENTEREN Voorbereiding -
Afstemming op het publiek: de klasgenoten Denk goed na over het effect dat je wil bereiken
Structuur -
Hou het simpel en voorzie voldoende herhalingen Beperk je tot de kern van het verhaal Gebruik gewone mensentaal Mogelijke structuren zijn: verleden-heden-toekomst, voordeel-nadeelconclusie, probleem-oplossing
Voorzie een verrassende opening -
Een vraag die het publiek graag beantwoord ziet Een anekdote waarin het publiek zich kan inleven Een zinspeling op de actualiteit Een prikkelend, verrassend, mysterieus, integrerend, grappig of emotioneel beeld zoals een verhaal, foto of cartoon Een sterke emotie opwekken is een krachtige start
Kop -
Geef informatie over: o Wie ben je? o Wat ga je vertellen? o Hoe lang zal je spreken? o Wanneer kan men vragen-stellen? 28 Uit welke delen bestaat de presentatie? opdrachten leerlingen
www.design2030.be
Romp -
Kern van het verhaal Onderbouw van argumenten Probeer mensen te overtuigen met je tekst (retoriek)
Staart -
Conclusie en aanbevelingen Grijp eventueel terug naar een stelling uit de kop van de presentatie Zorg voor een pakkende slotzin
Enkele presentatietechnieken -
Voorzie ondersteunende gebaren Hou handen overwegend langs het lichaam Zorg voor oogcontact met het publiek Zorg voor geschikte intonatie in het stemgebruik Probeer het publiek te betrekken door een vraag te stellen of te laten meedoen Let op de lichaamstaal van het publiek Zet powerpoints niet vol met informatie en lees deze niet af Gebruik alleen tabellen en grafieken die je direct kan begrijpen en die de boodschap ondersteunen Controleer de goede werking van visuele hulpmiddelen op voorhand Controleer de goede werking van visuele hulpmiddelen op voorhand
Vijf tips om met impact te presenteren: http://hetnieuwewerkenblog.nl/presenteer-met-impact-vijf-tips/ Sjablonen van Microsoft Office: http://office.microsoft.com/nl-be/templates/?CTT=97 voor rapporten, presentaties, flyers, … Manieren om te beginnen (met videofilmpjes): http://www.taalwinkel.nl/?tlink=2.1.1.3 Manieren om te eindigen (met videofilmpjes): http://www.taalwinkel.nl/?tlink=2.1.1.4 Nuttig hulpmiddel: Nederlandstalige opleidings-CD-ROM ‘Pittig Presenteren’
- 29 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
- 30 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
3 Opdracht 2: scenario voor een technotoop 2030 3.1
Situering opdracht
Je werkt opnieuw in groep. Deze wordt opnieuw samengesteld zodat er vanuit elke casus een vertegenwoordiger is. Op die manier wordt er inhoudelijke inbreng mogelijk vanuit verschillende toepassingsgebieden van techniek en vanuit verschillende perspectieven. In een technotoop komen de verschillende toepassingsgebieden die uit de casussen naar voor komen immers samen in één menselijke leefwereld. In opdracht één onderzocht je het hier en nu en de tendensen die zich vandaag reeds aftekenen. In deze opdracht zal je vanuit het vandaag nadenken over onze toekomstige menselijke leefwereld. Je vertrekt vanuit de verschillende onderzoeksverslagen en posters die de leden in de groep realiseerden in opdracht 1 om je visie op een mogelijke technotoop in 2030 weer te geven. Je kiest als groep ofwel voor: -
een verhaal: “Een dag uit het leven in 2030”. Je vertrekt vanuit het perspectief van 2030 met een terugblik op hoe de dingen gelopen zijn zoals ze zijn gelopen. Het scenario moet aannemelijk zijn.
-
een betoog waarin je te maken keuzes bepleit met aandacht voor noodzakelijke technische ingrepen. Je neemt hierbij een specifieke rol op.
- 31 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
In het verhaal komen minstens onderstaande elementen aan bod: -
verschillende toepassingsgebieden van techniek;
-
de aanwezigheid en het gebruik van een aantal technische systemen;
-
de gemaakte maatschappelijke keuzes vanuit wetenschap en techniek;
-
de leefomgeving van de mens in de technotoop;
-
de keuzes die mensen maken in het gebruik van techniek.
Je maakt een keuze voor het publiek waarvoor het verhaal bestemd is: -
Het brede publiek
-
Leerlingen van de eerste graad in je school
-
Voor je eigen leeftijdsgenoten
Voor de rol die je opneemt in het betoog kan je kiezen uit onderstaande mogelijkheden: -
Je bent een lezer van een kwaliteitskracht en je schrijft een lezersbrief.
- Je bent lid van de schoolraad en je schrijft een advies aan de schooldirecteur of ouderraad over gewenste aanpassingen aan de infrastructuur van de school of het gebruik ervan. -
Je bent een expert die uitgenodigd wordt om je thema toe te lichten voor een parlementaire commissie; je betoog zal hier eerder wetenschappelijk zijn;
-
Je bent een beleidsvoerder (minister) die een beleid uiteenzet voor het parlement met betrekking tot het thema; je betoog bestaat uit een goede mix tussen wetenschappelijke en retorische elementen.
-
Je bent een oppositielid van een onbepaalde partij die probeert brede lagen van de bevolking warm te maken voor de eigen programmapunten omtrent de gewenste technotoop in 2030; je betoog zal hier eerder retorisch zijn.
- 32 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
3.2
Wat is een technotoop?
In meer traditionele samenlevingen (of in onze voormoderne tijd) domineert techniek de omgeving nog niet ingrijpend. Er is hier nog sprake van een overwegend natuurlijke omgeving waar de mens in opgenomen is. Het zijn ook natuurlijke processen zoals het klimaat, geografie, beschikbaarheid van locale hulpmiddelen die het overleven van de mens in belangrijke mate bepalen. In deze situatie kunnen we nog spreken van een ‘biotoop’. In onze moderne samenleving bepaalt techniek meer en meer de leefwereld van de mens. Alle technieken (ook economische en organisatorische) versterken elkaar en vormen samen een leefwereld waarvan het karakter minder en minder door de natuur en meer en meer door de mens wordt bepaald. Mensen en dingen worden in steeds langere ketens afhankelijk van elkaar. Deze leefwereld wordt door techniekfilosoof Jacques Ellul een ‘technotoop’ genoemd. De mens zwemt in een ‘zee van techniek’, en net zoals vissen niet lijken te beseffen dat ze in het water leven omdat ze niets anders kennen lijkt ook de mens zich hiervan weinig bewust. In deze wereld worden natuur, mens en samenleving door techniek beïnvloed en omgekeerd. Door de massale aanwezigheid van mensen en hun technische cultuur op deze planeet is het traditionele beeld van de aarde als ‘moeder natuur’ vervangen door het beeld van ‘aarde als ruimteschip’. Op een ruimteschip moet de mens voortdurend ingrijpen om overleven mogelijk te maken. Door de druk van de mens kan de natuur zich niet tijdig herstellen en lijkt een permanent beheer door de mens onafwendbaar geworden. Een diepgaande kennis van technische systemen en mogelijke effecten is onmisbaar geworden. Technische activiteiten die immers vanuit goede bedoelingen opgezet wordt zullen niet noodzakelijk uitmonden in positieve resultaten of effecten! Aangezien alle prognoses wijzen op een verdere toename van de wereldbevolking de komende decennia kunnen we er van uitgaan dat de invloed van de mens op zijn omgeving verder zal stijgen. De uitdagende opdracht bestaat er binnen ‘Design 2030’ uit om na te denken over onze technische omgeving.
- 33 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
3.3
Beschrijving van de opdracht
3.3.1
Mogelijkheid 1: een betoog schrijven
Een betoog is een taalhandeling waarbij de schrijver of spreker de lezer of toehoorder probeert te overtuigen van een stelling door middel van argumenten. Hierin spelen niet alleen feiten een rol maar ook waarden. Let bij het samenstellen van je betoog op onderstaande elementen. Juistheid: -
Vertrekken van correcte uitgangspunten en feiten
-
relatie leggen met elementen uit de onderzoeksopdracht
-
stellingen bewijzen vanuit andere stellingen
-
logica: de feiten en conclusies op geordende wijze en in onderlinge samenhang presenteren
-
correct veralgemenen aan de hand van goed gekozen voorbeelden of specifieke gevallen
Begrijpelijkheid: -
Correcte en goed gevormde zinnen
-
De zinnen moeten de ervaringen, feiten en bedoelingen goed weergeven
-
Overeenstemming zoeken met algemeen aanvaarde normen
Waarachtigheid: -
Eerlijke voorstelling van zaken
Afstemming op het publiek: -
Meevoelen met het publiek
-
Het publiek verstandelijk aanspreken
-
Inspelen op vooroordelen en gevoelens
-
Aangepast taalgebruik
-
Verzorgd taalgebruik
-
Sympathie opwekken
-
Deskundigheid uitstralen
- 34 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
INFOKAART BETOOG Een betoog kan bestaan uit volgende delen: 1. Inleiding a. De aandacht trekken b. Prikkelen van de nieuws- en leergierigheid c. Sympathie winnen 2. Uiteenzetting en een stelling innemen a. Relevante feiten uiteenzetten b. Een stelling, standpunt of mening verwoorden 3. Argumentatie a. Argumenten die de eigen stelling onderbouwen verwoorden b. Denk hierbij goed na over de volgorde van de argumenten c. De tegenargumenten aanhalen en deze weerleggen 4. Conclusie a. De stelling nog eens bondig motiveren via een beknopte opsomming van de argumenten b. Het belang van de zaak breed uitmeten om de ander te overtuigen Stijlfiguren en beeldspraak toepassen: -
Metaforen gebruiken Ironie aanwenden Herhalingen opnemen Een dialoog of personage opvoeren Retorische vragen stellen waar het publiek mee akkoord kan gaan Argumenten waar nodig versterken door meer details te geven
Voor meer informatie kan je de inspiratiekaart ‘toegankelijk en journalistiek schrijven’ raadplegen.
- 35 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
EVALUATIECRITERIA VAN EEN GOED BETOOG: Verwerking onderzoekgegevens uit opdracht 1 Verwerking van de verschillende toepassingsgebieden Verwerking van de verschillende perspectieven Juistheid Waarachtigheid Afstemming op het publiek Logica en samenhang in de tekst Argumentatie Opbouw (inleiding – structuur – afronding) Taalgebruik: alinea’s, spelling, zinsbouw, diepgang, rijke woordenschat
- 36 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
3.3.1
Mogelijkheid 2: een verhaal schrijven
Schrijf een verhaal “een dag uit het leven in 2030”. De vorm waarin je het verhaal uitwerkt mag je zelf bepalen: -
een geschreven kortverhaal
-
een fotoroman of stripverhaal
-
een fotoreportage
-
een toneelstukje
Stukjes film, tekeningen en foto’s kunnen het verhaal ondersteunen. Suggesties om de taken evenwichtig te verdelen in de groep: verhaallijnen bedenken, foto’s of tekeningen maken, dialogen uitwerken, achtergronddocumentatie voor beschrijvingen verzamelen, stukjes film uitwerken, plannen en organiseren van de verschillend taken en bijdragen.
INFOKAART VERHAAL SCHRIJVEN -
Kies de vorm: tekst, fotoreportage, stripverhaal, illustratie met stukjes film, … Maak een plan waarin je opneemt wat allemaal in het verhaal aan bod moet komen Bedenk enkele personages Schrijf een aannemelijk plot; maak het niet te ingewikkeld Blik terug op hoe de dingen gelopen zijn zoals ze zijn gelopen Maak beschrijvingen waarin technische systemen voorkomen, maar maak het niet te lang Voeg iets grappigs toe Zorg ook voor een realistische dialoog uit het leven geplukt lijkt Beschrijf ook gedachten, gevoelens en zintuiglijke ervaringen van een personage in 2030 Controleer op het einde van het schrijfproces op typefouten, woordherhalingen, langdradige en onlogische zinnen Laat een ander het verhaal eens lezen Geef een sprekende titel.
- 37 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
EVALUATIECRITERIA VAN EEN GOED VERHAAL (SCENARIO): Verwerking onderzoekgegevens uit opdracht 1 Verwerking van de verschillende toepassingsgebieden Verwerking van de verschillende perspectieven Aannemelijk scenario dat ook terugblikt op hoe de dingen gelopen zijn Boeiende verhaallijn Uitwerking personages Afstemming op het gekozen publiek
3.4
Presentatie en toonmoment
De scenario’s van de verschillende groepen worden gepresenteerd en of getoond. Mogelijkheden: -
permanente expositie op school in een centrale hal;
-
tentoonstelling op open schooldag of schoolfeest;
-
nabespreking of verwerking in diverse vakken (Nederlands, Geschiedenis….)
- 38 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
4 Opdracht 3: ontwerp een technisch systeem 4.1
Stap 1: de ontwerpproblemen Je werkt bij een onderzoek- en ontwerpbureau. De stad “Futuropolis” wenst een masterplan 2030 te realiseren voor de gewenste toekomstige stadsontwikkeling. Er wordt een ontwerpwedstrijd uitgeschreven. Jouw bureau zal ook een voorstel uitwerken. Het winnende bureau zal de materiële realisatie mogen begeleiden.
Ontwerp een concreet technisch systeem (product, infrastructuur, installatie….) waarvan je denkt dat het kan bijdragen aan het masterplan en de uitdagingen die op ons afkomen. Aangezien een zeer groot deel van de mensen in 2030 in steden zal wonen moet het ontwerp inpasbaar zijn in een stedelijke eco-omgeving. Het is ook de bedoeling dat het ontwerp aansluit bij één van de casussen uit de onderzoeksopdracht.
Kies een van volgende casussen waarbinnen het technisch systeem past: Casus
Toepassingsgebieden van techniek
Veiligheid of privacy?
Informatie- en communicatietechniek
Ecosteden, een goed idee?
Constructietechniek
Slow food of fast food?
Biochemische techniek
De elektrische auto: dé toekomst van ons Transporttechniek transport? Iedereen energieproducent?
Energietechniek
- 39 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
Casus
1
Omschrijvingen van mogelijke ontwerpproblemen binnen het masterplan Constructietechniek Ontwerp een gebouwencomplex in een ecostad waarin meerdere functies geïntegreerd worden met elementen van zelfvoorziening. Probeer door constructieve ingrepen het sociale weefsel in het complex te versterken en het jungle-gevoel af te zwakken.
2
Informatie- en communicatietechniek Ontwerp een beveiligings- en informatiestructuur voor een gebouwencomplex in een ecostad waarin meerdere functies geïntegreerd worden met elementen van zelfvoorziening. Denk ook aan het ondervangen van risico’s voor vereenzaming en afhankelijkheid bij bepaalde bevolkingsgroepen. Voorzie mogelijkheden voor sociale controle.
3
Biochemische techniek Ontwerp een voedings- of verzorgingsproduct voor een bepaalde bevolkingsgroep. Je kan de nadruk leggen op de samenstelling van het product of op het vermarkten ervan. Of kies voor het ontwerpen van een organisch afvalverwerkingsysteem binnen of rond de ecostad.
- 40 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
Transporttechniek
4
Ontwerp de transportinfrastructuur binnen de ecostad voor mensen en/of goederen.
Energietechniek Ontwerp de energie-infrastructuur voor een ecostad. Denk aan voorziening voor bewoning, werkomgevingen, winkelen, recreatie en transport.
5
4.2
Stap 2: waarmee moet je rekening houden
4.2.1
Eisenprogramma
Het eisenprogramma is het geheel van eisen waarmee de ontwerper rekening moet houden. Het eindontwerp moet steeds kunnen geëvalueerd worden vanuit deze eisen. De eisen worden afgeleid door een grondige analyse van het ontwerpprobleem. 4.2.2
Algemene eisen bij de ontwerpopdracht
Het concept moet: - functioneel (bruikbaar) zijn voor het gestelde doel; - duurzaam zijn (in ecologische betekenis); - energie-efficiënt zijn; - grondstoffen doordacht aanwenden; - afval zoveel mogelijk vermijden of als nieuwe grondstof gebruiken. 4.2.3
Keuzelijsten eisenprogramma
Het masterplan met technische systemen moet op een positieve manier bijdragen aan de uitdagingen die op ons afkomen. Hou rekening met minstens één bijkomend element uit de keuzelijsten (kleur de vierkantjes van je keuze).
- 41 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
Keuzelijst constructietechniek Ontwerp een geschikte bouwwijze of leefomgeving rekening houdend met een stijgende wereldbevolking een stijgende zeespiegel behoud of uitbreiding van landbouwoppervlakte om de toenemende bevolking te voeden gezondere leefomgeving versterken van sociaal netwerk meer of minder privacy in de stad of omgeving van de toekomst? Meer zelfvoorzienend op vlak van bijv. voeding en energie Aanpassen aan behoeften (vergrijzing, familiale situaties, samenlevingsvormen, verzorgingsmogelijkheden…) Keuzelijst informatie en communicatietechniek schaarste aan grondstoffen en energie meer of minder privacy evoluerende informatiebehoeften in een ‘echte’ of een ‘virtuele’ wereld leven veranderingen in informatiedragers inhoudelijke kwaliteit van informatie noodzaak status, symbool, gadget selectie van informatie Keuzelijst transporttechniek voor mensen:
een stijgende bevolkingsdichtheid meer globaal of lokaal verplaatsen? schaarste aan olieproducten (peak-oil) organisatie van transport voor woon-werk, recreatie, reizen meer low-tech of high-tech? voor goederen:
schaarste aan grondstoffen schaarste aan olieproducten (peak-oil) logistieke organisatie transportmodi (vb. tunnels onder de grond) meer low-tech of high-tech? Energietechniek - 42 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
schaarste aan olieproducten (peak-oil) meer low-tech of high-tech locale of gecentraliseerde productie meer energieproductie of energiebesparing? Energienetwerken om vraag- en aanbod op elkaar af te stemmen en pieken op te vangen. hernieuwbare energiebronnen toenemende wereldbevolking energie voor toenemende mondiale consumptie en industrialisatie Biochemische techniek voedsel voor een toenemende bevolking slowfood of fastfood (weinig of veel bewerkt, lokaal of mondiaal) waar en hoe voedsel produceren? voedselproductie of productie van biomassa voor brandstoffen of grondstoffen (bijv. kunststoffen) ecologische voetafdruk van voedsel (transport, energie…) voedsel of voedingssupplementen genetische manipulatie of niet? de mens als cyborg (worden wij voor een deel machines?) stijgende levensduur versus levenskwaliteit
4.3
Stap 3: oplossingen zoeken en kiezen
4.3.1
Begin eraan
Wellicht is deze opdracht helemaal nieuw voor jou. Misschien weet je niet hoe eraan te beginnen. Om creatieve oplossingen te vinden is het belangrijk om los te komen van wat je al weet. Daarom is het belangrijk om bestaande referentieprojecten goed te analyseren (zie powerpointpresentaties). Het is niet de bedoeling om deze klakkeloos over te nemen zonder creatieve verwerking. Dat betekent ook dat deze taak niet leidt tot ‘juiste’ oplossingen! Het is mogelijk dat je dat hierdoor een gevoel van risico ervaart: “wat is dan juist?”. Dit is volstrekt normaal en zelfs eigen aan ontwerpopdrachten. Dit gevoel vermijdt dat je vast blijft hangen in stereotype oplossingen . Je wordt ook uitgedaagd om de ontwerpopdracht nog grondiger aan te pakken. Het is belangrijk om je in te leven in de context van de opdracht. - 43 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
Aan de hand van de powerpoint over ‘ontwerpen’ krijg je een realistisch beeld van hoe zo’n ontwerpopdrachten aangepakt kunnen worden. 4.3.2
Inspiratie verzamelen
Bekijk de powerpointpresentaties met referentie-ontwerpen (zie website www.design2030.be). -
Stel je zo veel mogelijk vragen over de bestaande systemen die aan gelijkaardige probleemstellingen voldoen. Wat zijn de functies, de gebruikte hulpmiddelen, de gebruiksaspecten, de afwerkingstechnieken, specifieke werkingsprincipes, veiligheidsaspecten.
-
In welke situaties (context) vinden we deze systemen terug: cultuur, tijd en ruimte, sfeer, gebruikers en doelgroepen………….
-
Maak tekeningen, schetsen en beschrijvingen van ideeën in een boekje of werkblad. Toon je ideeënboekje aan je medeleerlingen en laat ze commentaar geven of ideeën toevoegen. Experimenteer zo nodig met materialen.
-
Maak een inspiratiebord. Zo’n bord is een collage van beelden en inspiratie-elementen die passen bij het te realiseren ontwerp (bijv. originele invalshoeken).
-
Nu kan je vanuit het eisenprogramma en eerste inspiratie-elementen de grote lijnen van het ontwerp beschrijven, berekenen, schetsen, verbeelden…: dit is een ontwerpCONCEPT.
-
Ga nu verder in detail na wat het systeem moet kunnen of waarvoor het moet dienen (hoofdfunctie)
-
Ga na wat het systeem daarnaast nog moet kunnen (=deelfuncties).
-
Bedenk voor alle deelfuncties een aantal verschillende oplossingen (ook deze ideeën kunnen in woorden, in schetsen, schema’s, tekeningen, in beelden….. weergegeven worden).
-
Voor de ontwerpopdracht biochemische techniek kan je informatie over grondstoffen en recepten voor verzorgingsproducten terugvinden op deze website: http://www.spinnrad.be/index.html
- 44 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
4.3.3
Ideeën genereren
Aan de hand van creativiteitstechnieken kan je het genereren van ideeën versterken. Hiervoor maak je gebruik van de feedback van derden: -
Medeleerlingen
-
Doelgroep
-
Experts (leerkrachten, ouders, technici, oudere leerlingen….)
-
Raadpleeg hiervoor de infokaarten.
Ook sterktes en zwaktes van tussentijdse ontwerpen kunnen in groep besproken worden. Je kan informatie opzoeken (vb. in documentatie, controlelijsten….) over eigenschappen van hulpmiddelen (materialen, ….) die kunnen gebruikt worden in het ontwerp (of deze onderzoeken d.m.v. testen— liefst op voorhand). 4.3.4
Keuzes maken
Tijdens het ontwerpen zal je keuzes maken om vanuit de ideeën tot één (of meerdere) ontwerpen te komen. Creativiteitstechnieken (selectietechnieken) kunnen hierbij gebruikt om tot goede keuzes te komen. Evalueer het ontwerp (of het model ervan). Gebruik hierbij het eisenprogramma en de feedback van derden: -
Medeleerlingen
-
Doelgroep
-
Experts (leerkrachten, ouders, technici, oudere leerlingen….)
Overzicht van mogelijke eisen die de gemaakte keuzes kunnen beïnvloeden. -
-
Eisen die de opdrachtgever belangrijk vindt. Elementen die je zelf als ontwerper belangrijk vindt. Elementen die de maatschappij belangrijk vindt. technische eisen economische eisen
bio-ecologische eisen sociale en ethische eisen Eisen vanuit de gebruiker: Eisen vanuit de omgeving: Eisen vanuit produceerbaarheid: esthetische eisen ruimte en tijd
- 45 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
INFOKAART CREATIVITEITSTECHNIEKEN Creativiteit Creatief zijn is hetzelfde zien als iedereen, maar denken aan iets anders, het is het vermogen om nieuwe en nuttige ideeën en oplossingen te genereren voor alledaagse problemen en uitdagingen. Het is de bekwaamheid om patroondoorbrekend te denken. Creativiteit bestaat uit volgende fasen: -
De startfase: welke kansen en/of problemen kan je zien? De divergerende fase: je probeert op nieuwe ideeën te komen. Hiervoor kan je technieken voor ideegeneratie toepassen De convergerende fase: je maakt keuzes uit de overvloed aan ideeën. Hiervoor kan je ideeselectietechnieken toepassen.
Voorbeeld van techniek ideegeneratie: brainstorm -
Alle ideeën worden genoteerd, ook de meest onmogelijke, extreme, gekke, … De deelnemers spuien hun spontane ideeën als reactie op de probleemdefinitie De deelnemers associëren op de andere ideeën Er wordt geen kritiek geuit op de andere ideeën Hou er een hoog tempo in: zo schakel je voor een deel de linkerhersenhelft uit
Voorbeeld van techniek ideeselectie: -
Laat elke groep punten geven voor elke mogelijkheid Hou de beste mogelijkheden over Laat voor- en tegenstanders van de overgebleven ideeën aan het woord Hou een tweede stemronde om tot een definitieve keuze te komen
- 46 -
opdrachten leerlingen
www.design2030.be
4.4
Stap 4: modellen maken
Modelleren van het ontwerp: probeer een zo getrouw mogelijk beeld van het concept op te roepen door middel van tekeningen, grafische modellen, ruimtelijke modellen, beschrijvingen, fotocollages…….
4.5
Stap 5: het model testen en evalueren
Presenteer het ontwerp aan de hand van schetsen, technische tekeningen, foto’s, modellen. Evalueer het model aan de hand van het eisenprogramma en de feedback van derden: -
Medeleerlingen
-
Doelgroep (voor wie het ontwerp bestemd is)
- Experts (leerkrachten, ouders, technici, oudere leerlingen….) Gebruik vaktaal en woordenschat bij de evaluatie. Doe voorstellen voor het verbeteren van het model en mogelijke aanpassingen Evalueer de ontwerpen van de andere groepen en formuleer voorstellen voor verbetering.
- 47 -
opdrachten leerlingen