Dit formulier betreft: Een eerste aanmelding van een interventie (alle velden invullen)
x Een herziening van een al beoordeelde interventie (alleen de naam van de interventie en de te wijzigen velden invullen)
Beschrijving Interventie Reïntegratiebegeleiding voor Doven en Slechthorenden 1. Kernachtige omschrijving Geestelijke Gezondheidszorg en Maatschappelijke Dienstverlening voor Doven en Slechthorenden (GGMD) is er voor iedereen met een gehoorprobleem: vroeg-, plots- en laatdoven, doofblinden en slechthorenden. Ook mensen met tinnitus, Ménière, hyperacusis of een cochleair implantaat (CI) kunnen bij GGMD terecht. De interventie Reintegratiebegeleiding voor doven en slechthorenden is bestemd voor doven en slechthorenden die een uitkering genieten (WAO/ WIA/ WAJONG/WWB/ uitkering Ziektewet) óf die langere tijd uit het arbeidsproces zijn en een baan willen vinden. Ook mensen in de Ziektewet en de NUGger’s, de Niet Uitkeringsgerechtigden, vallen hieronder. Opdrachtgever voor het traject is doorgaans het UWV, de gemeente of werkgevers. Doel van het traject is het vinden van een passende baan. De methodiek van deze interventie is gestoeld op kennis over doofheid en slechthorendheid en over de gevolgen die auditieve beperkingen met zich meebrengen in arbeidssituaties. In de methodiek wordt een aantal fases onderscheiden die deelnemers doorlopen. Trajecten kunnen zeer verschillend van aard zijn en worden geheel afgestemd op de vraag van de cliënt én op de vraag en visie van de opdrachtgever. Trajecten worden doorgaans binnen 18 maanden afgerond. Kenmerkend en onderscheidend voor GGMD is de multidisciplinaire aanpak waarbij meerdere disciplines zowel bij de intake als gedurende het reïntegratietraject zijn betrokken, waaronder zowel loopbaanbegeleiders als communicatiespecialisten
Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
1
2. Aandachtsgebied en vaardigheden De interventie Reintegratiebegeleiding voor Doven en Slechthorenden doet een beroep op de volgende vaardigheden:
•
Aandachtsgebied Werk & Opleiding
(Omgaan met) Anderen
(Organiseren eigen) Leven Individu / Psychologisch
• Vaardigheid Werkzoekvaardigheden Werknemersvaardigheden Ondernemersvaardigheden Werken met beperking / ziekte Omgaan met gezag Afspraken naleven Sociaal netwerk opbouwen Dagritme opbouwen Omgaan met geld/schulden Zelfinzicht Zelfvertrouwen Willen werken / leren Omgaan met verslaving Omgaan met psychische / fysieke klachten
3. Doel van de interventie De interventie heeft als doel: het vinden van een passende baan voor de dove of slechthorende cliënt. Concreet doel is dat elke dove of slechthorende cliënt binnen 18 maanden uitstroomt naar betaalde arbeid.
4. Doelgroep van de interventie Voor wie is de interventie bedoeld? Reïntegratiebegeleiding is bestemd voor doven en slechthorenden die een uitkering genieten (WAO/ WIA/ WAJONG/WWB) óf die langere tijd uit het arbeidsproces zijn en een bij hun beperkingen passende baan baan willen vinden. Ook mensen in de Ziektewet en de NUGger’s, de Niet Uitkeringsgerechtigden, vallen hieronder 1. Prevalentie Er zijn in Nederland circa vijftienduizend doven onder de bevolking. Het exact 1
GGMD biedt ook ondersteuning aan cliënten in de arbeidssituatie ter voorkoming van uitval. Door aanpassingen op de werkplek, voorlichting en trainingen aan cliënten en hun collega’s wordt begrip gekweekt voor de gehoorbeperking en worden calamiteiten voorkomen.
Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
2
aantal doven onder de beroepsbevolking is niet bekend. Prelinguale doofheid houdt in dat de doofheid is aangeboren of voor het derde levensjaar is ontstaan. Er zijn in Nederland circa anderhalf miljoen slechthorenden. Dat betekent dat gemiddeld één op de tien Nederlanders moeite heeft met horen. Een klein deel hiervan is gebruikmakend van apparatuur zó slechthorend en dusdanig beperkt, dat het adequaat functioneren in de werksfeer in de weg staat. Daarnaast is er de groep plots- en laatdoven. Plotsdoven zijn mensen die in korte tijd doof zijn geworden. Van laatdoofheid wordt gesproken als de slechthorendheid dusdanig progressief is dat deze eindigt in doofheid. GGMD richt zich op al deze groepen.
Inclusie en exclusiecriteria Voorwaarde voor deelname aan Reïntegratiebegeleiding is een ‘normale’ intelligentie. Mensen met een ernstige verstandelijke beperking kunnen niet deelnemen. Het doel is immers betaald werk. Echter hier gelden geen harde criteria, zoals een IQ. Per persoon wordt een inschatting gemaakt van de kans op betaalde arbeid. Doven en slechthorenden die kampen met psychische of psychiatrische problemen kunnen veelal wel in traject worden genomen, aangezien ook zij tot de doelgroep van GGMD behoren.
5. Omschrijving van de interventie
5.1
Methodiek
Uitvoering De uitvoering van de interventie wordt beschreven in vijf fasen: Fase 1:
Intake en Opstellen Plan van aanpak
Fase 2:
Loopbaanonderzoek
Fase 3:
Arbeidsmarktbenadering
Fase 3a (optioneel): Arbeidsdeskundig Onderzoek Fase 4:
Plaatsing en werkplekonderzoek en -advies
Fase 4a (optioneel): Trainingen Fase 5:
Nazorg en eventueel jobcoaching
Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
3
Uitvoering en inzet per discipline Onderdeel
Aantal sessies
Per sessie Directe tijd
Totalen
Indirect e tijd
Directe tijd
Discipline
Indirecte tijd
Oriënterend gesprek en bespreking plan
2
60 min
45 min
2 uur
1,5 uur
Loopbaanbegeleider
Schrijven plan van aanpak
1
0
120 min
0
2 uur
Loopbaanbegeleider
Gemiddeld 6,5 (3 maanden)
90 min
30 min
9,75 uur
3,25 uur
Loopbaanbegeleider
Gemiddeld 36 (12 maanden)
90 min
30 min
48 uur
18 uur
Loopbaanbegeleider
nvt
Nvt
14 uur
2 uur
Loopbaanbegeleider/ arbeidsdeskundige
3 uur
nvt
3 uur
nvt
Loopbaanbegeleider
Loopbaan onderzoek Arbeidsmarkt onderzoek Plaatsing en arbeidsdeskundig onderzoek
Nvt
Werkplekadvies
totaal
Jobcoaching
10 tot 15 % van uren arbeids overeenkomst
Indien geen jobcoaching volgt: nazorg Beroepen Belangstellingstest
Jobcoach
2
90 min
nvt
3 uur
nvt
Loopbaanbegeleider
totaal
14 uur
2 uur
14 uur
2 uur
Loopbaanbegeleider
Fase 1: Intake en opstellen plan van aanpak Resultaat van fase 1: • • •
Het is duidelijk of GGMD de cliënt van dienst kan zijn; Er is een multidisciplinair plan van aanpak; Er is een offerte opgesteld.
Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
4
Fase 1 is gericht op kennismaking met de kandidaat, het vaststellen van een persoonlijk ontwikkelplan en strategiebepaling. In een oriënterend gesprek wordt een beeld verkregen van de kwaliteiten en wensen van de cliënt en diens mogelijkheden op de arbeidsmarkt; beoordeeld wordt of de cliënt gebaat is bij de specifieke expertise van GGMD. Daarnaast wordt informatie verstrekt over de dienstverlening en werkwijze van loopbaanbegeleiding bij GGMD en worden de mogelijkheden van financiering voor het traject verkend. Indien blijkt dat GGMD de cliënt van dienst kan zijn, wordt op basis van het gesprek een plan van aanpak gemaakt met daarin de doelstellingen, afspraken, inhoud en duur van het traject; kenmerkend en onderscheidend voor GGMD is de multidisciplinaire aanpak: bij het opstellen van het plan van aanpak zijn meerdere disciplines betrokken. Trajecten kunnen heel verschillend van aard zijn en worden geheel afgestemd zowel op de vraag van de cliënt als op de vraag en visie van de opdrachtgever. Het plan van aanpak wordt besproken met de cliënt en zo nodig aangepast.
Fase 2: Loopbaanonderzoek2 Resultaat van fase 2: •
• •
Er bestaat inzicht in de arbeidshandicap: inzicht wordt verkregen in de verhouding draagkracht/ draaglast en de invloed van doofheid of slechthorendheid op de arbeidsrelatie; Er bestaat inzicht in de kwaliteiten, wensen, uitdagingen en knelpunten van de cliënt in relatie tot zijn loopbaan; De cliënt weet welke aanvullende opleidingen hij wil volgen.
In deze fase vindt oriëntatie op de arbeidsmarkt plaats in de vorm van een loopbaanonderzoek. Kwaliteiten, wensen, uitdagingen en knelpunten worden in kaart gebracht. Onderdeel van het loopbaanonderzoek is de beroepenbelangstellingstest. Deze specifiek op de doelgroep afgestemde beroepenbelangstellingstest is door GGMD zelf ontwikkeld. De test is bestemd voor dove en slechthorende cliënten en brengt de belangstellingsgebieden in relatie tot de mogelijkheden en wensen op een betrouwbare wijze in kaart. De uitslag van de test vormt een goed vertrekpunt voor oriëntatie op de arbeidsmarkt. Ook kan het resultaat weergeven wat voor soort opleiding de cliënt het best kan volgen. De resultaten van het loopbaanonderzoek (inclusief de beroepenbelangstellingstest) bieden inzicht in de kwaliteiten, wensen, uitdagingen en knelpunten van de cliënt in relatie tot zijn loopbaan. Bovenal is er aandacht voor de arbeidshandicap: inzicht wordt verkregen in de verhouding draagkracht/ draaglast en de invloed van doofheid of slechthorendheid op de arbeidsrelatie. Ook laat het onderzoek zien wat voor soort opleiding de cliënt het best kan volgen.
2
Het Loopbaanonderzoek kan ook als apart onderzoek – los van het reintegratietraject – worden ingekocht.
Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
5
Fase 3: Arbeidsmarktbenadering Resultaat van fase 3: • •
De cliënt heeft een passende baan gevonden De werkgever weet welke aanpassingen hij moet realiseren.
In deze fase presenteert de cliënt zich op de arbeidsmarkt. Samen met de begeleider gaat de cliënt op zoek naar passend werk door onderzoek te doen naar branches, bedrijfsculturen en passende functies. GGMD beschikt over een aanzienlijk netwerk van bedrijven en instellingen die ervaring hebben met de doelgroep. Ook wordt de cliënt begeleid bij het solliciteren door informatie te verschaffen over de verschillende manieren om de arbeidsmarkt te benaderen (kranten, internet, (open) sollicitaties en het opbouwen en onderhouden van een netwerk). De cliënt kan daartoe een sollicitatietraining volgen. Deze is gericht op het aanleren en trainen van sociale en praktische vaardigheden tijdens het sollicitatieproces en op de arbeidsmarkt (presentatietechnieken). De begeleider informeert de werkgever zorgvuldig over de beperkingen van de cliënt en adviseert over hoe daar mee om te gaan. Ook wettelijke regelingen en voorzieningen worden doorgenomen.
Fase 3a (optioneel): Arbeidsdeskundig Onderzoek3 Resultaat van fase 3a: • •
Er is een arbeidsdeskundig advies uitgebracht over de vraag of de functie van de medewerker al dan niet passend is; Indien de functie niet passend is, is nagegaan in hoeverre de functie passend is te maken.
Indien een passende baan is gevonden, bestaat de mogelijkheid Arbeidsdeskundig Onderzoek te laten doen; met behulp van dit onderzoek wordt een uitspraak gedaan over de passendheid van een functie. Dit gaat als volgt: •
De arbo-arts of verzekeringsarts kijkt naar de belastbaarheid van de persoon door onderzoek te doen naar de mogelijkheden en tekortkomingen in het persoonlijk functioneren binnen het werk. Ook is specifiek aandacht voor de communicatieve mogelijkheden van de cliënt. De specifieke psychische en cognitieve beperkingen worden in kaart gebracht en inzicht wordt geboden in de psychische draagkracht en psychische belastbaarheid
3
Het Arbeidsdeskundig Onderzoek kan ook als apart onderzoek – los van het reintegratietraject – worden ingekocht.
Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
6
van de cliënt in relatie tot het werk, persoonlijk gedrag, doorzettingsvermogen, informatieverwerking en leervermogen. Het onderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van een aantal persoonlijke gesprekken, eventueel aangevuld met testen, vragenlijsten en/of praktijkonderzoek; •
De arbeidsdeskundige neemt kennis van de belastbaarheid (vastgesteld door een arbo-arts/ bedrijfsarts) van de kandidaat en stelt de belasting van de functie vast. De arbeidsdeskundige beoordeelt vervolgens de passendheid van de functie, gebaseerd op de persoonlijke belastbaarheid en de functiebelasting. Ook wordt gekeken naar de mogelijkheid om (communicatieve) voorzieningen of middelen in te zetten. Door de belasting af te zetten tegen de belastbaarheid, trekt de arbeidsdeskundige conclusies omtrent de functiegeschiktheid van de medewerker in een bepaalde functie;
•
De cliënt krijgt uitleg over de resultaten van het arbeidsdeskundig onderzoek. Ook wordt advies uitgebracht over eventuele ergonomische, organisatorische en taakinhoudelijke aanpassingen van de werkzaamheden.
Fase 4: Plaatsing en werkplekonderzoek en -advies Resultaat van fase 4: •
De cliënt heeft een arbeidscontract;
•
Werkgever en voorzieningen;
•
De nieuwe werkgever bevorderen;
•
Er is een advies uitgebracht naar aanleiding van de vraag welke (communicatieve) mogelijkheden de cliënt heeft en bij welke aanpassingen op de werkplek de cliënt en de toekomstige collega’s het meest zijn gebaat; Er is een Plaatsingsrapportage opgesteld.
•
cliënt
maken
kent
zoveel
de
mogelijk
mogelijkheden
gebruik
om
de
van
wettelijke
integratie
te
In deze fase ondersteunt de begeleider de cliënt bij het afsluiten van de arbeidsovereenkomst en wijst hij zowel de cliënt als de werkgever op mogelijke voordelige wettelijke regelingen binnen de WIA en Wajong. Tevens vindt werkplekonderzoek plaats. Daarbij wordt nagegaan welke (communicatieve) mogelijkheden de cliënt heeft en bij welke aanpassingen op de werkplek de cliënt en de toekomstige collega’s het meest zijn gebaat. Uit het onderzoek volgt een advies op maat: afgestemd op de (computer)apparatuur, de ruimte(s), de inrichting en de communicatieve mogelijkheden van de cliënt. Tenslotte wordt een Plaatsingsrapportage opgesteld door GGMD. In deze rapportage is informatie
Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
7
opgenomen met betrekking tot de functie zélf, het takenpakket en de belasting bij de functie én de belastbaarheid van de cliënt. Ook staan er gegevens in rondom voorzieningen, aanpassingen, de veiligheid van de cliënt en afspraken over communicatie.
Fase 4a (optioneel): Training en/of Assertiviteitstraining ‘Omgaan met dove of slechthorende collega’s op de werkvloer. Resultaat van fase 4a: •
De kans op succes bij plaatsing is optimaal.
In een separaat traject kunnen de nieuwe collega’s een Training ‘Omgaan met een dove of slechthorende collega’ volgen. Deze training is bestemd voor de horende omgeving van een dove of slechthorende medewerker. Doel is om het wederzijds begrip tussen doven, slechthorenden en horenden te bevorderen en horenden instrumenten aan te reiken om de communicatie met de dove of slechthorende collega in de werkomgeving te verbeteren. Door deze training op de werkplek zal het succes van de plaatsing worden vergroot. De training beslaat een dagdeel of zoveel meer als gewenst. De cliënt kan een Assertiviteitstraining volgen. Deze training is bedoeld voor mensen die graag beter willen leren opkomen voor zichzelf en voor hun doofheid of slechthorendheid. Bij deze training leren cliënten op een zelfbewuste, nietagressieve manier voor zichzelf opkomen waardoor ze zich beter kunnen handhaven in de werkomgeving.
Fase 5: Nazorg en eventueel jobcoaching Resultaat van fase 5: • •
De cliënt functioneert goed en behoudt zijn werk; De mensen in de werkomgeving werken prettig samen met de cliënt.
In deze fase houdt de begeleider een vinger aan de pols. Werkgever en cliënt kunnen, in het kader van de nazorg, nog vier maanden een beroep doen op de loopbaanbegeleider van GGMD voor Doven en Slechthorenden. De belasting, belastbaarheid, werkdruk en werkomstandigheden zullen daarbij een gesprekspunt
Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
8
zijn en bewaakt worden. Of vervolgens ook nog jobcoaching plaatsvindt en de duur en intensiteit ervan hangen af van de begeleidingsbehoefte van de cliënt en van de financier (doorgaans het UWV of de werkgever, soms ook de cliënt zelf). Jobcoaching is gericht op het welbevinden, het behoud van werk en zelfstandig functioneren op de werkplek. Door begeleiding op een individuele en vraaggerichte wijze wordt de cliënt duurzaam ondersteund door de jobcoach op zijn werkplek, met als doel uitval te voorkomen. Locatie van uitvoering GGMD voor Doven en Slechthorenden heeft vestigingen verspreid over heel Nederland. Afspraken vinden plaats op het dichtsbijzijnde kantoor van GGMD of op de werkplek van de cliënt.
5.2
Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse
Kenmerken problematiek doven De problematiek van doven omvat veel meer dan alleen niet kunnen horen. Prelinguaal doven maken een andere ontwikkeling door dan horende mensen. Daardoor functioneren doven anders, vooral in sociaal en communicatief opzicht. Onderstaand wordt een aantal kenmerken van doven benoemd. In de onderbouwing wordt hierop teruggekomen. a. Meerdere beperkingen: Veel mensen die doof zijn hebben een achterstand in de beheersing van het gesproken en geschreven Nederlands; b. Benaderd als ‘gehandicapte’: Dove mensen hebben het label ‘gehandicapt’ en velen voelen zich ook zo, omdat ze meestal als zodanig worden benaderd. Doordat ze vaak worden geconfronteerd met hun onmogelijkheden en beperkingen, zijn ze zich niet bewust van wat ze wél kunnen; c. Niet geleerd initiatieven te nemen: Doven zijn vaak beschermd opgevoed. Zowel thuis als op school zijn ze ‘aan de hand genomen’ en daardoor niet gewend om zelf initiatieven te nemen en zaken te regelen; het gevolg is een sterke afhankelijkheid van anderen; d. ‘Vanzelfsprekende vaardigheden’ onvoldoende ontwikkeld. Als gevolg van het isolement en de specifieke socialisatie hebben sommige doven bepaalde sociale vaardigheden onvoldoende ontwikkeld, zoals afspraken nakomen, jezelf voorstellen en een praatje maken met een collega. Het zijn juist vaardigheden die in een werksituatie van belang zijn; e. Achterstand in Nederlands/ moeite met het ontvangen van informatie: Doofgeborenen hebben een grote achterstand in de Nederlandse taal. Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
9
Postlinguale doven spreken veelal wel goed Nederlands maar hebben veelal grote moeite met het ontvangen van informatie. Ongeschreven regels, kenmerken van een bedrijfscultuur etc. ontgaan doven en moeten expliciet worden aangeboden. Doven hebben daarnaast vaak een beperkt abstractievermogen; f. Gevoel van onveiligheid: doordat doven veel missen in de communicatie, voelen zij zich snel onveilig. Het gevolg kan zijn dat zij ófwel niet snel vertrouwen stellen in een ander, ófwel té snel mensen vertrouwen, waardoor ze gemakkelijk zijn te beinvloeden of zich aan anderen ‘vastklampen’. Kenmerken problematiek slechthorenden De problematiek van slechthorenden omvat veel meer dan alleen de slechthorendheid. Veelal belemmeren de gevolgen van de slechthorendheid de communicatie met de omgeving, waardoor cliënten worden bedreigd in hun persoonlijk, emotioneel en sociaal functioneren. Onderstaand wordt een aantal kenmerken van slechthorenden benoemd. In de onderbouwing wordt hierop teruggekomen. a. Vaak bijkomende (en verzwarende) beperkingen: bij veel slechthorenden is sprake van bijkomende en verzwarende beperkingen zoals Menière, hyperacusis en tinnitus; b. Invloed op persoonlijk, emotioneel en sociaal functioneren. De slechthorendheid of plots/ laatdoofheid belemmert het persoonlijk, emotioneel en sociaal functioneren; c. Rouwverwerking. Veel slechthorenden gaan een rouwverwerkingsproces door. Ze moeten leren omgaan met het gehoorverlies; d. Gevoel van onveiligheid: doordat slechthorenden veel missen in de communicatie, voelen zij zich snel onveilig en stellen ze niet snel vertrouwen in een ander. Het gevolg kan zijn dat zij ófwel niet snel vertrouwen stellen in een ander, ófwel té snel mensen vertrouwen, waardoor ze gemakkelijk zijn te beinvloeden of zich aan anderen ‘vastklampen’.
5.3
Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak
Hypothese: Re-integratiebegeleiding voor doven en slechthorenden moet gericht zijn op de versterking van de zelfstandigheid van cliënten, met inachtneming van de beperkingen die de cliënt heeft. Onderbouwing:
Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
10
-
-
-
-
-
Gedurende het gehele traject – dus zowel tijdens de intake als het traject – zijn meerdere disciplines betrokken. Bij de multidisciplinaire aanpak zijn altijd een loopbaanbegeleider, een psycholoog en een communicatiedeskundige betrokken; De activiteiten zijn doelgericht, verlopen planmatig en sluiten goed aan bij de motivatie en de verwachtingen van betrokkenen; Begeleiders bij deze interventie hebben veel kennis over doven en slechthorenden en de als gevolg van de beperking optredende problematiek. Nederlandse Gebarentaal en Nederlands Ondersteund met Gebaren wordt beheerst; De begeleiding is nadrukkelijk gericht op de kracht, mogelijkheden en sterke kanten van cliënten, rekening houdend met de (psychische) impact die doofheid en slechthorendheid hebben; Er is veel contact tussen de begeleider en de cliënt en zij werken nauw samen: de begeleider vult aan wat de cliënt zelf niet kan, maar neemt de verantwoordelijkheid niet over. De begeleiding is er steeds op gericht de zelfstandigheid van cliënten te versterken; Gedurende het hele traject krijgt de training van sociale en communicatieve vaardigheden veel aandacht; Begeleiders communiceren zeer bewust en direct met de cliënten, bieden informatie expliciet aan, maken zaken zoveel mogelijk visueel en begeleiden ervaringsgericht; Kandidaten hebben gedurende het gehele traject dezelfde begeleider.
Samenvatting werkzame bestanddelen: -
Kennis van de doelgroep; Kennis van de gevolgen en de impact van doofheid en slechthorendheid op de werkplek; Praktijkervaring met de doelgroep; Beheersing van gebarentaal; Veel tijd en energie steken in werkgeversbenadering: met name in het ‘binnenkomen’ bij de werkgever; Werkgeversbenadering (het benadrukken van voordelen – voor de werkgever – van doofheid); Aandacht voor optimale werkplek; Aandacht voor omgang met collega's; Vaste begeleiding.
Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
11
5.4
Eisen begeleiding, uitvoering en borging
Begeleiders van GGMD (loopbaanbegeleiders, arbeidsdeskundige) hebben veel kennis over de problematiek van doven en slechthorenden en weten daarmee om te gaan. Begeleiders hebben minimaal HBO-niveau. Kennis van de arbeidsmarkt, algemene re-integratiemethodieken en wet- en regelgeving is een vereiste voor begeleiders. Gedurende het gehele traject zijn meerdere disciplines betrokken: een loopbaanbegeleider, een psycholoog en een communicatiedeskundige. Zij hebben periodiek multidisciplinair overleg.
Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
12
6. Overige voorwaarden voor toepassing Overige voorwaarden voor toepassing Voor de toepassing van de interventie is geen speciale indicatie vereist, die afwijkt van de voor de sector of aanbieder wettelijk gebruikelijke indicatie. Kosten De prijs voor de interventie is gebaseerd op de bedragen van de 13 J Gunning van UWV en ligt tussen € 5000 en € 6500 (prijspeil 2014). Kosten zijn afhankelijk van het aantal producten (modules) dat wordt ingezet.
7. Beschrijving onderzoek naar effectiviteit
Procesevaluatie Bij elke cliënt wordt gestart met een plan van aanpak met daarin de doelstellingen, afspraken, inhoud en duur van het traject. Bij het opstellen van het plan zijn altijd meerdere disciplines betrokken. Het plan van aanpak wordt geheel afgestemd op de vraag van de cliënt én op de vraag en visie van de opdrachtgever. Het plan van aanpak komt voort uit de intake en is het gezamenlijk plan van cliënt en begeleider. De cliënt tekent voor het plan van aanpak. De integrale benadering vergroot de kans op een succesvol begeleidingstraject. Periodiek multidisciplinair cliëntoverleg is een onderdeel van de integrale aanpak. Wanneer de cliënt is geplaatst, wordt een Plaatsingsrapportage opgesteld. Na afronding van elke fase wordt het traject geëvalueerd. Dit gebeurt in overleg met de opdrachtgever.
De procesevaluatie vindt langs verschillende sporen plaats. Allereerst vindt bij afsluiting van elk traject samen met de opdrachtgever een evaluatie plaats. Dit wordt in een verslag vastgelegd en in het cliëntendossier opgenomen. De evaluatieverslagen vormen de input voor het reguliere overleg tussen regiomanagement en loopbaanbegeleider(s). Daarnaast worden jaarlijks beleidsoverleg en methodiekdagen voor loopbaanbegeleiders georganiseerd waarin casuïstiek wordt besproken, kennis wordt gedeeld en ervaringen uitgewisseld. In de tweede plaats vindt er een jaarlijkse evaluatie van het primair proces plaats.
Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
13
De loopbaanbegeleiding is net als de andere disciplines geïntegreerd in de multidisciplinaire werkwijze van GGMD. Deze evaluatie leidt tot vele verbeteringen in het primair proces, waaronder de loopbaanbegeleiding. Bijv. een andere taakverdeling tussen regiomanager en loopbaanbegeleider en aanpassing intakeformulieren) Tenslotte leveren ook audits input voor procesverbeteringen. De laatste BOW audit en tevredenheidsmeting leverde als verbeteracties op : • meer zichtbaar maken in de rapportages van begeleidingstrajecten welke cruciale interventies zijn gehanteerd • verbeteren informatie over rechten en plichten cliënten • tegemoetkoming ontevreden cliënten door andere loopbaanbegeleider in te schakelen • snel reageren op negatieve reacties opdrachtgever Ook uit de jaarlijkse interne audit komen verbeteracties op het gebied van loopbaanbegeleiding naar voren. De verbeteracties worden opgenomen in een register en de opvolging is onderdeel van de P&C cyclus. De werkwijze die wordt gevolgd is het resultaat van jarenlange ervaring en gedegen kennis van de doelgroep en hun problematiek. De interventie is stabiel en consistent en wordt volgens plan toegepast.
Resultaatevaluatie Het doel is alle cliënten binnen 18 maanden toe te leiden naar betaald werk. Blijkt betaald werk niet haalbaar te zijn, dan verwijst GGMD door om een andere dagbesteding of sociale werkvoorziening voor de cliënt te vinden. Dit wordt overgedragen aan een andere discipline binnen GGMD. Voor jobcoaching geldt geen prestatie- maar een inspanningsverplichting.
8. Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit
Kwalificatie Theoretisch onderbouwd
Keuze
x
Operationalisering niveaus Een adequate theoretische onderbouwing ontbreekt Er is een probleemanalyse en een duidelijke en expliciete redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste)
Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
14
wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief. Toelichting
De onderbouwing is stevig gestoeld op een combinatie van kennis van de doelgroep en praktijkervaring. Verwijzingen naar wetenschappelijk onderzoek ontbreken.
Procesevaluatie
Een adequate procesevaluatie ontbreekt x
De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht of de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context zijn in kaart gebracht. De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht én de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context zijn in kaart gebracht. De uitwerking van de interventie wordt op individueel niveau bijgehouden en gerapporteerd.
Toelichting
Resultaatevaluatie
Een adequate effectevaluatie ontbreekt x
Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden met een voor- en een nameting zonder controlegroep (veranderingsonderzoek) Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden waarin gebruik is gemaakt van een experimentele groep en een controlegroep
Toelichting
Resultaten worden per deelnemer vastgelegd. Er wordt geen gebruik gemaakt van controlegroepen
Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
15
9. Overige informatie Uitvoerende organisatie De interventie is ontwikkeld en wordt uitgevoerd door de afdeling Loopbaanbegeleiding van GGMD. GGMD heeft vestigingen in Alkmaar, Almere, Amsterdam, Den Bosch, Eindhoven, Geleen, Goes, Gouda, Groningen, Nijmegen, Rotterdam, Apeldoorn, Utrecht en Zoetermeer.
Overige informatie • GGMD heeft het keurmerk Blik op Werk; • GGMD beschikt over een Productenboek waarin de producten van GGMD zijn beschreven; • Voor meer informatie: www.ggmd.nl
Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
16
Toetsingscriteria / Samenvatting Toets relevantie www.interventiesnaarwerk.nl Is er sprake van een interventie, dat wil zeggen een doelgerichte en planmatige activiteit? Kan de interventie betaald worden uit re-integratiemiddelen zoals het W-deel van de WWB, het Participatiebudget of de re-integratiebudgetten van UWV? Is de interventie gericht op een specifiek probleem?
Ja x
Nee
x x
Herkomst Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en Ja overdraagbaarheid H3 Is er documentatie over de doelen van de interventie? x H4 Is er documentatie over de doelgroep van de interventie? x H5.1 Is de methodiek van de interventie beschreven? x H5.1 Bevat de methodiek een handleiding ten aanzien van de benodigde x handelingen? H7 Is er documentatie over de uitgevoerde effectiviteitonderzoeken x (proces en/of resultaat)?
Nee
Herkomst Toets theoretische onderbouwing Ja H3 Zijn er expliciete doelen geformuleerd? x H4 Is er een duidelijke definitie van de doelgroep en de aard van de x problematiek? H5.1 Bevat de methodiek een handleiding die de benodigde handelingen x (volgorde, duur, frequentie, intensiteit) en materialen aangeeft?
Nee
Herkomst H5.2 H5.2 H5.2
Nee
H5.3
H5.3 H5.3
Toets theoretisch Effectief Ja Is het probleem duidelijk omschreven? x Is duidelijk wie het probleem heeft? x Is er een analyse gemaakt van de met het probleem x samenhangende oorzakelijke, risico-, in stand houdende of verzachtende factoren? Is de verantwoording gebaseerd op een samenhangend betoog (een x theorie) over met het probleem samenhangende factoren en de veronderstelde werkzame ingrediënten in de interventie (er wordt méér beschreven dan een algemene verwijzing naar een theorie zoals “De interventie is gebaseerd op rationeel emotieve therapie”)? Sluit de keuze van de doelen van de interventie aan bij de x probleemanalyse? Is aannemelijk gemaakt dat de veronderstelde werkzame factoren x in de methodiek leiden tot het bereiken van de genoemde doelen (uit onderzoek, theorie en / of praktijk blijkt dat de methodiek de beoogde doelen bij de doelgroep kan bereiken)?
Herkomst Toets Procesevaluatie H7 Is de interventie uitontwikkeld en stabiel?
Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
Ja x
Nee
17
H7 H7
Is de werking van de interventie zelf in kaart gebracht alsmede de uitwerking op de doelgroep? Zijn de organisatorische context en de randvoorwaarden in kaart gebracht?
Herkomst Toets Resultaatevaluatie H7 Heeft het onderzoek betrekking op de ingediende interventie zelf (direct bewijs)? H7 Wordt voor de onderbouwing gesteund op onderzoeken die elders zijn uitgevoerd (indirect bewijs)? H7 Is het onderzoek gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie? H7 Is een voormeting uitgevoerd?* H7 Is een nameting uitgevoerd?** H7 Is een follow-up meting uitgevoerd na minimaal 6 maanden? (duurzaamheid) H7 Is er een experimentele of controlegroep gehanteerd? * **
x x
Ja x
Nee
x x x x x x
De intake wordt beschouwd als een voormeting Elk traject wordt geëvalueerd. Uit de evaluatie moet blijken in hoeverre de interventie heeft bijgedragen aan het te bereiken doel.
Interventies naar werk: Reïntegratiebegeleiding voor Doven, GGMD 23 oktober 2014
18