BESCHERMINGSFONDS
VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN
Openbare instelling opgericht door de wet van 17 december 1998 (B.S.31-12-1998) de Berlaimontlaan 14 – 1000 Brussel Tel. : +32 2 221 38 92 – Fax : +32 2 221 32 41 www.beschermingsfonds.be
ACTIVITEITENVERSLAG & JAARREKENING 2013 Goedgekeurd door het Bestuurscomité op 31 mei 2014
Afkortingen Beschermingsfonds : Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten Bijzonder Fonds : Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito’s, levensverzekeringen en kapitaal van erkende coöperatieve vennootschappen
Protocol : P rotocol van 15 februari 1999 afgesloten tussen het Beschermingsfonds en de aangesloten kredietinstellingen en beleggingsondernemingen
NBB : Nationale Bank van België DCK : Deposito- en Consignatiekas IADI : International Association of Deposit Insurers EFDI : European Forum of Deposit Insurers HWI : Herdiscontering- en Waarborginstituut CIF : Interventiefonds van de beursvennootschappen
Verantwoordelijke uitgever Hans D’Hondt Voorzitter
Contact voor de publicatie Secretariaat van het Beschermingsfonds de Berlaimontlaan 14 – 1000 Brussel Tel. : +32 2 221 38 92 – Fax : +32 2 221 32 41
Layout NBB AG – Prepress & Image
© Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten Alle rechten voorbehouden. De gehele of gedeeltelijke vermenigvuldiging van deze publicatie voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan met bronvermelding.
Inhoudstafel Organen van het Beschermingsfonds
4
Voorwoord5
1. De bescherming van deposito’s
7
2. De bescherming van financiële instrumenten
7
3. Administratief beheer in 2013
8
4. Beheer en evolutie van de financiële middelen van het Beschermingsfonds
9
5. Beheer van de overgenomen HWI-interventiedossiers
9
6. Beheer van de overgenomen CIF-interventiedossiers
10
7. Evolutie van de beschermingsregelingen vanaf 2014
10
8. Jaarrekening 2013
11
BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN – JAARVERSLAG 2013
3
Organen van het Beschermingsfonds | Bestuurscomité VOORZIT TER Hans D’Hondt LEDEN
v ertegenwoordigers van de overheid
vertegenwoordigers van de kredietinstellingen en van de beleggingsondernemingen
Marc Monbaliu Jean Hilgers Norbert De Batselier Viviane Buydens (1) Herman Debremaeker (2)
Eric Struye de Swielande Michel Vermaerke Luc Versele Luc Aspeslagh Filip Dierckx Patrick Tans
plaatsvervangende leden
plaatsvervangende leden
Omer Van Driessche Agnes Van den Berge
Yvan Peeters Dirk De Cort Véronique Leleux Hugo Lasat
| Regeringscommissaris
Geert Temmerman
| College van Revisoren
(1)
Dirk Stragier Xavier Doyen
Ontslagnemend sinds 1 november 2013. Het Bestuurscomité dankt mevr. Buydens voor haar medewerking.
(2)
4
Benoemd op 1 augustus 2013.
BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN – JAARVERSLAG 2013
Voorwoord Het financiële veiligheidsnet omvat mechanismes op het vlak van controle, toezicht, liquiditeitsverstrekking en crisisbeheer. De beschermingsregelingen vormen daarnaast een bijkomende ondersteuning van het vertrouwen in de financiële en bancaire structuur van het land. Als grondslag geldt de Europese regelgeving die in de nasleep van de crisis van eind 2008 een eerste reeks dringende wijzigingen onderging, onder meer door het beschermingsniveau voor deposito’s te harmoniseren op een vast bedrag van € 100 000. In België werd daartoe in de schoot van de Deposito- en Consignatiekas het Bijzonder Fonds opgericht dat garant staat voor de uitvoering van deze bescherming. In 2012 en 2013 werden financiële middelen van het Beschermingsfonds overgedragen naar dit Bijzonder Fonds wat leidde tot uitkeringsverrichtingen van in totaal circa € 753 miljoen. Daarnaast werd in 2013 verder gegaan – zoals overeengekomen in het Protocol afgesloten in 1999 – met de teruggave aan de initiële inbrengers van middelen voortkomend uit vorige beschermingsregelingen (voor € 26,7 miljoen). Begin 2014 werd een laatste saldo van deze tegoeden (€ 20,9 miljoen) teruggestort, zodat de middelen van het Beschermingsfonds op 1 april 2014 teruggebracht zijn tot € 43,9 miljoen. De wet schrijft voor dat het Beschermingsfonds zijn beschikbare middelen in eerste instantie moet aanwenden voor de bescherming van de financiële instrumenten. Eind 2013 bereikten de Europese instanties een akkoord over een nieuwe depositogarantierichtlijn die een zo groot mogelijke harmonisering beoogt van de nationale beschermingsregelingen. Deze ontwikkelingen – enerzijds de reallocatie van middelen van het Beschermingsfonds ten gunste van het Bijzonder Fonds en anderzijds de implementatie in nationale wetgeving van de nieuwe depositogarantierichtlijn – zal op korte termijn leiden tot een diepgaande herstructurering van de Belgische beschermingsregelingen. Zo zullen de opdrachten, rechten en verplichtingen van het Beschermingsfonds worden overgenomen door het Bijzonder Fonds waarna het Beschermingsfonds zal worden ontbonden.
* * *
BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN – JAARVERSLAG 2013
5
1. De bescherming van deposito’s Het zwaartepunt van de Belgische depositobeschermingsregeling werd sinds 2008 verlegd naar het Bijzonder Fonds voor deposito’s, levensverzekeringen en kapitaal van erkende coöperatieve vennootschappen opgericht bij KB van 14 november 2008 (hierna het “Bijzonder Fonds”). Het is immers deze instantie die finaal de garantie biedt dat uitvoering wordt gegeven – overeenkomstig de voorwaarden vastgelegd in het KB van 16 maart 2009 – aan de tegemoetkoming (ten belope van maximaal € 100 000) ten gunste van deposanten van een instelling die in gebreke zou blijven. In het verlengde van deze hervorming werden de financiële middelen van het Beschermingsfonds in aanzienlijke mate overgemaakt aan dit Bijzonder Fonds. Voor de werkingsregels van de garantieregeling wordt verwezen naar www.bijzonderbeschermingsfonds.be alsook naar www.beschermingsfonds.be en naar vorige jaarverslagen van de Deposito- en Consignatiekas, in de schoot waarvan het Bijzonder Fonds is opgericht, en van het Beschermingsfonds. Na een eerste reeks van urgentiemaatregelen ingevoerd in 2009, waarvan de voornaamste erin bestond het beschermingsniveau op een geharmoniseerd bedrag van € 100 000 te brengen, formuleerde de Europese Commissie op 12 juli 2010 een nieuw voorstel tot wijziging van de bestaande depositogarantieregeling. Eind 2013 werd een akkoord bereikt tussen de betrokken Europese autoriteiten en in april 2014 werd de nieuwe depositogarantierichtlijn goedgekeurd door het Europees Parlement. De richtlijn vereist een implementatie in de nationale wetgeving binnen het jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn (voorzien voor juni 2014). De aanpassingen van de Belgische wetgeving zullen voornamelijk betrekking hebben op : – beschikkingen in verband met het toepassingsgebied van de bescherming (harmonisering van beschermde deposito’s en deposanten) ; – een gefaseerde inkorting – tot zeven kalenderdagen – van de termijn waarbinnen een beschermingsregeling deposanten van een deficiënte instelling moet vergoeden ; – de invoering van een ex ante financieringsmethode, met target level en bijdragen die rekening houden met het risicoprofiel van de betrokken instelling ; – beschikkingen die depositogarantieregelingen betrekken bij de financiering van afwikkelingsoperaties van banken waarvoor eveneens een nieuwe richtlijn wordt ingevoerd (richtlijn betreffende de totstandkoming van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen) ; – de invoering van onderlinge leningsfaciliteiten tussen de nationale regelingen ; – een versterking van de informatie aan deposanten.
2. De bescherming van financiële instrumenten In geval van ingebrekestelling van de depothoudende instelling beschikken de houders van financiële instrumenten (aandelen, obligaties, gemeenschappelijke beleggingsfondsen, …)
BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN – JAARVERSLAG 2013
7
over een rechtstreeks recht op teruggave zodat deze instrumenten niet in de boedel van activa van een eventueel faillissement terechtkomen. Indien om een bepaalde reden (fraude, administratieve nalatigheid) vastgesteld zou worden door de curator dat bepaalde van die financiële instrumenten ontbreken, kan deze beschermingsregeling aangesproken worden ten belope van maximum € 20 000 per persoon (zie eveneens www.beschermingsfonds.be en vorige verslagen). Op 12 juli 2010 legde de Europese Commissie aan het Europees Parlement en aan de Raad een voorstel voor tot wijziging van de richtlijn van 3 maart 1997 inzake de beleggerscompensatiestelsels, teneinde de bescherming van de beleggers te versterken. De geformuleerde voorstellen hebben onder meer als doel het dekkingsniveau te verhogen tot een geharmoniseerd maximum van € 50 000, de regels inzake de informatieverstrekking aan beleggers over de geboden bescherming te versterken, een verplicht ex ante financieringsmechanisme in te voeren en de bescherming uit te breiden tot gevallen van deficiëntie van een derde depositaris die effecten van een gedekte beleggingsonderneming in bewaring heeft genomen of van een depositaris of subdepositaris van beleggingsfondsen. Er werd geen vooruitgang geboekt in 2013 op het vlak van deze richtlijn aangezien de diverse andere Europese initiatieven die een versteviging van de financiële stabiliteit beogen, met prioriteit behandeld werden.
3. Administratief beheer in 2013 Het Beschermingsfonds is een openbare instelling waarvan het beheer is toevertrouwd aan een Bestuurscomité waarin zowel de autoriteiten als de financiële instellingen (kredietinstellingen en beursvennootschapen) paritair vertegenwoordigd zijn. In 2013 kwam het Bestuurscomité acht maal samen in plenaire zitting, met het oog op de uitvoering van dit beheer en kennisname van de evolutie op het vlak van de Europese regelgeving. De administratieve activiteiten van het Secretariaat omvatten onder meer de voorbereiding en organisatie van de vergaderingen van het Bestuurscomité, de toetreding van deelnemers en de organisatie van de aangifteprocedure door de deelnemers van de gegevens over de deposito’s en financiële instrumenten die in aanmerking komen voor tegemoetkoming. Het Beschermingsfonds onderhoudt eveneens contacten met het publiek en met de financiële sector, ten einde een goede doorstroming te verzekeren van informatie aan geïnteresseerden over draagwijdte en praktische toepassingsmodaliteiten van de bescherming. Het Beschermingsfonds is lid van de International Association of Deposit Insurers (IADI) en van het European Forum of Deposit Insurers (EFDI). In deze hoedanigheid draagt het Beschermingsfonds bij tot de uitwisseling van informatie en ervaring. Tenslotte houden de administratieve taken het beheer in van de financiële middelen van het Beschermingsfonds (zie punt 4 hierna) alsook de opvolging van dossiers overgenomen van vroegere beschermingsregelingen (zie punten 5 en 6 hierna).
8
BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN – JAARVERSLAG 2013
4. Beheer en evolutie van de financiële middelen van het Beschermingsfonds In het kader van de toekenning van bevoegdheden en verantwoordelijkheden inzake depositobescherming aan het Bijzonder Fonds zette het Beschermingsfonds de overdracht van zijn middelen naar dit Bijzonder Fonds verder in 2013. Bijgevolg werd een uitkering van middelen uitgevoerd – in totaal € 178,9 miljoen – in samenhang met de uitzonderlijke verhoging in 2013 (van 0,05 % van de deposito’s die voor vergoeding in aanmerking komen) van de bijdragen aan het Bijzonder Fonds ten laste van de deelnemende instellingen. Verder werd in 2013 – conform de beschikkingen van het Protocol dat met de betrokken kredietinstellingen en beursvennootschappen overeengekomen was in 1999 – verder gegaan met de terugbetaling van middelen voortkomend uit de voorgaande beschermingsregelingen (voor een bedrag van € 26,7 miljoen). Tenslotte bedroeg het financiële resultaat van de beleggingen, na belastingen en bedrijfskosten, € 2,3 miljoen. Bovenstaande verrichtingen leidden tot een negatief bedrijfsresultaat dat het bedrag van de Interventiereserve eind 2013 terugbracht van € 261,1 miljoen tot € 64,8 miljoen. Zoals voorgeschreven door de wet zal het Beschermingsfonds zijn beschikbare middelen in eerste instantie moeten aanwenden voor de beschermingsregeling voor financiële instrumenten.
5. Beheer van de overgenomen HWI-interventiedossiers Het Beschermingsfonds nam op grond van zijn oprichtingswet de rechten en verplichtingen over van de vroegere depositobeschermingsregelingen die het HWI sinds 1975 had opgezet. De middelen overgedragen door het HWI zijn in de Interventiereserve geboekt en precieze overeenkomsten zijn opgemaakt aangaande hun aanwending of terugbetaling. Recuperaties van dividenden (€ 5,9 miljoen in 2013) worden doorgestort aan de kredietinstellingen die het schadegeval toentertijd hebben gefinancierd. Daarnaast werd in 2013 een bedrag van € 11,1 miljoen van deze middelen aangewend voor de uitvoering van de uitzonderlijke uitkeringsverrichting (zie punt 4). De middelen afkomstig van het HWI ondergingen in de periode 1999-2013 de volgende bewegingen: – door het HWI in 1999 overgedragen liquiditeiten € 12,2 miljoen – terugwinningen (o.a. faillissementsdividenden) + 15,3 miljoen – terugbetalingen aan kredietinstellingen (en kosten) – 12,8 miljoen – toekenning van beleggingsinteresten en diverse + 7,4 miljoen – uitzonderlijke uitkering 2012 / 2013 – 21,4 miljoen – saldo op 31.12.2013 € 0,7 miljoen Het saldo van deze middelen is ondergebracht in de Interventiereserve.
BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN – JAARVERSLAG 2013
9
6. Beheer van de overgenomen CIF-interventiedossiers Krachtens zijn oprichtingswet heeft het Beschermingsfonds de rechten en verplichtingen van de Interventiekas van de beursvennootschappen (CIF) overgenomen. Het CIF organiseerde in de periode 1988-1998 verschillende interventies waarvan de afwikkeling door het Beschermingsfonds diende te worden verdergezet. Krachtens precieze bepalingen overeengekomen in 1999 worden de gerecupereerde middelen aan de gewezen leden van het CIF teruggestort. Het Beschermingsfonds heeft de overgenomen dossiers in 2013 verder beheerd en recupereerde vereffeningsdividenden voor een bedrag van € 1 miljoen. De financiële middelen die van het CIF werden overgenomen ter dekking van de overgenomen interventiedossiers, vertoonden in de periode 1999-2013 de volgende bewegingen : – in 1999 overgenomen CIF-middelen – uitgekeerde schadeloosstellingen (en kosten) – terugwinningen van dividenden – terugbetalingen aan gewezen CIF-leden – toekenning van beleggingsinteresten (na kosten) – saldo op 31.12.2013
€ 14,4 miljoen – 7,7 miljoen + 12,7 miljoen – 15,1 miljoen + 7,1 miljoen € 11,4 miljoen
Dit saldo dekt ten belope van € 7,2 miljoen een beperkt aantal openstaande betwistingen alsook voor € 4,2 miljoen liquiditeiten, die onder bepaalde voorwaarden kunnen worden teruggestort aan gewezen CIF-leden.
7. Evolutie van de beschermingsregelingen vanaf 2014 De bankenwet van 25 april 2014 voorziet dat het Bijzonder Fonds zal aangeduid worden als enige instelling met bevoegdheid inzake depositogarantie en dat diens naam gewijzigd zal worden in Garantiefonds voor financiële diensten. De memorie van toelichting bepaalt eveneens dat de opdrachten, rechten en verplichtingen van het Beschermingsfonds zullen worden overgenomen door het Bijzonder Fonds waarna het Beschermingsfonds zal worden ontbonden. Deze overdracht vereist de aanpassing van het KB van 14.11.2008 (oprichtingswet van het Bijzonder Fonds), van de wet van 17 december 1998 (oprichtingswet van het Beschermingsfonds) en, voor wat betreft de bescherming van de financiële instrumenten, van de wet van 6 april 1995 (op het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen). Het Beschermingsfonds bevindt zich dus in de aanloopfase van zijn ontbinding. In afwachting van deze wetgevende stappen en inherente implicaties, werd het opportuun geacht de jaarrekening van het Beschermingsfonds verder op te stellen op basis van het principe van continuïteit van de activiteiten.
10
BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN – JAARVERSLAG 2013
Jaarrekening 2013 | Balans na resultaatverwerking | Resultatenrekening | Resultaatverwerking | Posten buiten-balanstelling | Toelichting bij de jaarrekening
BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN – JAARVERSLAG 2013
11
Balans na resultaatverwerking (in €) 31-12-2013
31-12-2012
Activa Beleggingsportefeuille
30 169 669,42
65 611 679,00
Geldbeleggingen
11 000 000,00
11 000 000,00
Liquide middelen
29 719 133,28 11 511 818,38 18 207 314,90
191 866 990,30 154 733 122,31 37 133 867,99
1 383 282,07
809 925,35
72 272 084,77
269 288 594,65
123 946,76
123 946,76
64 772 830,77 18 943 711,35 2 656 322,65 21 127 793,41 22 045 003,36
261 127 161,40 47 521 189,93 5 637 860,17 179 175 864,14 28 792 247,16
7 231 181,93 – 7 231 181,93
7 305 241,94 196 412,38 7 108 829,56
142 048,09
727 446,00
2 077,22
4 798,55
72 272 084,77
269 288 594,65
– rekening-courant – zichtrekeningen bij kredietinstellingen Overlopende rekeningen
Totaal activa
Passiva Kapitaal Interventiereserve – reserve van de kredietinstellingen – reserve van de beursvennootschappen – gemeenschappelijke reserve – diverse Voorzieningen voor risico’s en kosten – verbintenissen overgenomen van het HWI – verbintenissen overgenomen van het CIF Schulden op ten hoogste één jaar Overlopende rekeningen
Totaal passiva
12
BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN – JAARVERSLAG 2013
31-12-2013
31-12-2012
Resultatenrekening (in €) Ontvangen bijdragen Terugbetalingen aan toegetreden instellingen Uitzonderlijke uitkering Terugwinningen van schuldvorderingen Wijziging van de voorzieningen voor risico’s en kosten – toevoegingen – terugnemingen Bedrijfskosten Financiële opbrengsten – rente-opbrengsten – meerwaarden n.a.v. realisaties Financiële kosten Belastingen
Te bestemmen resultaat van het boekjaar
4 156,00
3 905,04
–26 698 875,64
–27 077 830,19
–178 922 131,50
–580 052 048,40
6 915 181,11
243 780,91
74 060,01 –122 352,37 196 412,38
–86 226,76 –86 226,76 –
–890 191,63
–866 382,06
3 502 699,65 1 065 392,23 2 437 307,42
6 464 010,35 5 627 253,54 836 756,81
–2 465,42
–15 468,99
–336 763,21
–1 411 799,36
–196 354 330,63
–602 798 059,46
–158 048 070,73 –28 577 478,58 –2 981 537,52 –6 747 243,80
–458 484 486,27 –164 104 395,33 –9 001 425,02 28 792 247,16
–196 354 330,63
–602 798 059,46
3 868 473,56
14 105 490,87
585 464,85
1 170 929,70
18 207 314,90
37 133 867,99
Resultaatverwerking (in €) Toevoeging aan (+) of afname van (–) – de gemeenschappelijke reserve – de reserve van de kredietinstellingen – de reserve van de beursvennootschappen – diverse
Totale afname van de Interventiereserve
Posten buiten-balanstelling (in €) Indeplaatsstelling ingevolge tegemoetkomingen Ontvangen waarborgen Activa waaraan voorrechten zijn verbonden
BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN – JAARVERSLAG 2013
13
Toelichting bij de jaarrekening 2013 De jaarrekening van het Beschermingsfonds wordt opgesteld overeenkomstig de principes van de boekhoudwet van 17 juli 1975 en van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen. Gelet op de specifieke activiteit van het Beschermingsfonds, worden bovendien bepaalde boekhoudprincipes gevolgd die van toepassing zijn in de sector van de kredietinstellingen, meer bepaald voor de registratie en waardering van de financiële activa. De benaming van sommige posten wordt eveneens aangepast om de leesbaarheid van de jaarrekening te verhogen. De waarderingsregels zijn niet gewijzigd ten opzichte van het vorige jaar. Voor bijkomende informatie over de rubrieken van de jaarrekening wordt verwezen naar het voorafgaande activiteitenverslag.
| B ALANS (NA RESULTAATVERWERKING) ACTIVA Beleggingsportefeuille De beleggingsportefeuille bevat enkel effecten met een Staatswaarborg (€ 30,2 miljoen OLO’s uitgegeven door de Belgische Staat). De OLO’s worden gewaardeerd volgens de principes die in België gelden voor de beleggingsportefeuille van de kredietinstellingen op een niet-geconsolideerde basis. Op het ogenblik van de aankoop worden de effecten geboekt tegen aanschaffingsprijs en vervolgens gewaardeerd op grond van hun actuarieel rendement, berekend bij de aankoop, met inachtneming van hun terugbetalingswaarde op vervaldag. De geprorateerde agio’s of disagio’s ten opzichte van de terugbetalingswaarde worden gelijkgesteld met renteopbrengsten. De marktwaarde van de portefeuille op 31 december 2013 bedraagt € 31,6 miljoen wat een niet-gerealiseerde meerwaarde inhoudt van € 1,4 miljoen.
Geldbeleggingen Een bedrag van € 11 miljoen werd op zeer korte termijn belegd bij de Schatkist.
Liquide middelen – Rekening-courant Onder deze rubriek bevinden zich onmiddellijk beschikbare liquiditeiten (€ 11,5 miljoen) aangehouden op rekening-courant bij de NBB. – Zichtrekeningen bij kredietinstellingen Op deze rekeningen staan de bijdragen van de kredietinstellingen die deelnamen aan de depositobeschermingsregelingen die van kracht waren van 1985 tot 1994. Deze fondsen kunnen worden teruggestort aan kredietinstellingen, krachtens in 1999 met de deelnemers afgesloten overeenkomsten weergenomen in het Protocol. In 2013 werd aldus een bedrag van € 18,2 miljoen teruggestort aan kredietinstellingen.
Overlopende rekeningen Deze rekeningen bevatten de gelopen en niet-ontvangen interesten (en gelijkgestelde opbrengsten) van de b eleggingen in vastrentende effecten.
14
BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN – JAARVERSLAG 2013
PASSIVA Kapitaal Het Beschermingsfonds ontving een kapitaaldotatie van € 123 946,76 die onttrokken werd aan het aandeel van de reserves van het HWI die aan de Staat toekwamen naar aanleiding van de vereffening van deze instelling.
Interventiereserve De Interventiereserve bevat het saldo van de middelen die het Beschermingsfonds ter beschikking kan stellen ter financiering van tegemoetkomingen naar aanleiding van een deficiëntie van een kredietinstelling of een beleggingsonderneming. De daling van deze middelen volgt uit de terugbetalingen krachtens het Protocol en uit de reallocatie van middelen ten gunste van het Bijzonder Fonds.
Voorzieningen voor risico’s en kosten Deze voorzieningen dekken verbintenissen in verband met interventiedossiers die het Beschermingsfonds heeft overgenomen van het HWI en het CIF.
Overige posten van de passiva De schulden op ten hoogste één jaar omvatten te betalen facturen en te storten vergoedingen. De overlopende rekeningen bevatten geprorateerde kosten.
| R ESULTATENREKENING Ontvangen bijdragen Aangezien de bijdragen aan het Beschermingsfonds sinds 2010 werden opgeschort, bevat deze post slechts een klein bedrag dat voortvloeit uit de deelname in de algemene kosten door andere beleggingsondernemingen dan beursvennootschappen.
Terugbetalingen aan toegetreden instellingen Tegoeden die voortkomen uit vorige beschermingsregelingen worden overeenkomstig het in 1999 met de deelnemers afgesloten Protocol, teruggestort aan de deelnemers (€ 26,7 miljoen).
Terugwinningen van schuldvorderingen De terugbetalingen en schadeloosstellingen die werden uitgevoerd door het Beschermingsfonds of door de voorgangers ervan, brengen de indeplaatsstelling mee in de rechten van de vergoede schuldeisers en kunnen aanleiding geven tot de inning van faillissementsdividenden. Aangezien de impact van de indeplaatsstelling onzeker is en moeilijk te becijferen op het ogenblik van de uitbetaling van de tegemoetkoming, worden eventuele terugwinningen pas geboekt op het ogenblik dat ze als definitief verworven kunnen worden beschouwd. Het bedrag dat geboekt is onder deze rubriek stemt overeen met de terugwinning van dividenden die in 2013 werden geïnd naar aanleiding van de afsluitingsverrichtingen van het faillissement van instellingen waarvoor de vroegere beschermingsregelingen voor deposanten en voor beleggers zijn opgetreden.
Uitzonderlijke uitkering Een bedrag van € 178,9 miljoen werd uitgekeerd in het kader van de reallocatie van middelen ten gunste van het Bijzonder Fonds.
Wijziging van de voorzieningen voor risico’s en kosten Deze voorzieningen voor risico’s en kosten worden hetzij aangevuld hetzij teruggenomen, afhankelijk van de vooruitgang van de onderliggende dossiers.
BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN – JAARVERSLAG 2013
15
Bedrijfskosten Deze rubriek bevat de vergoeding verschuldigd aan de Nationale Bank van België voor het administratief beheer (terbeschikkingstelling van personeel en diensten) van het Beschermingsfonds, en diverse rechtstreekse werkingskosten waaronder de vergoeding van de organen van het Fonds en betaalde erelonen in het kader van het beheer van betwiste tegemoetkomingsaanvragen, overgenomen van de beheerders van de vroegere beschermingsregelingen.
Financiële opbrengsten Deze opbrengsten zijn de interesten en gelijkgestelde opbrengsten van de portefeuille vastrentende effecten, van de termijndeposito’s en van de rekening-courant.
Financiële kosten Deze kosten bestaan hoofdzakelijk uit de bewaarlonen voor de portefeuille met financiële activa.
Belastingen Deze rubriek omvat de roerende voorheffing die werd ingehouden op de uit de beleggingen ontvangen interesten.
* * *
| R ESULTAATVERWERKING 2013 De Interventiereserve die op de balans geboekt staat, bevat verscheidene rubrieken. De belangrijkste is de Gemeenschappelijke Reserve waarin de middelen worden ondergebracht die sinds 1999 aan het Beschermingsfonds werden gestort. Daarnaast zijn er twee rubrieken, waarin de middelen beheerd worden die afkomstig zijn van de vorige beschermingsregelingen die door het Beschermingsfonds werden overgenomen, respectievelijk van de sector van de kredietinstellingen en die van de beursvennootschappen. Het bedrijfsresultaat wordt naargelang van zijn oorsprong toebedeeld aan één van de deelreserves, overeenkomstig de beschikkingen van het met genoemde sectoren overeengekomen Protocol van 12 februari 1999. Aldus werd het negatieve bedrijfsresultaat, dat hoofdzakelijk voortkomt van diverse terugbetalingen van vroegere bijdragen, verdeeld over de diverse rubrieken van de Interventiereserve ten belope van € 158,1 miljoen, € 28,6 miljoen, € 3,- miljoen en € 6,7 miljoen respectievelijk voor de Gemeenschappelijke reserve, de reserve van de kredietinstellingen, de reserve van de beursvennootschappen en de rubriek “diverse”.
| P OSTEN BUITEN-BALANSTELLING Indeplaatsstelling ingevolge tegemoetkomingen De schuldvorderingen die voortvloeien uit de indeplaatsstelling in de rechten van de deposanten en beleggers die het Beschermingsfonds – of voorheen het HWI of het CIF – terugbetaalde of vergoedde, worden buiten balans vermeld. Het mechanisme van indeplaatsstelling kan aanleiding geven tot gedeeltelijke terugwinningen in de vorm van vereffenings- of faillissementsdividenden. Aangezien de omvang hiervan niet op voorhand te bepalen is, wordt er met deze eventuele terugwinningen pas rekening gehouden op het ogenblik dat ze als definitief kunnen beschouwd worden. Het bedrag dat geboekt is onder deze rubriek stemt bijgevolg overeen met de uitbetalingen aan deposanten en beleggers in tegemoetkomingsdossiers waarvan de vereffening of het faillissement nog niet werd afgesloten, na aftrek van ontvangen of als verschuldigd geboekte dividenden.
16
BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN – JAARVERSLAG 2013
Ontvangen waarborgen Een speciale en tijdelijke staatswaarborg werd toegekend. Deze waarborg zal spelen indien zich een geval van deficiëntie zou voordoen met een voormalige openbare kredietinstelling die werd geprivatiseerd. Het bedrag van deze waarborg wordt afgebouwd overeenkomstig de beschikkingen van het Protocol van 1999.
Activa waaraan voorrechten zijn verbonden De wet van 17 december 1998 die het Beschermingsfonds opricht, verleent aan bepaalde schuldvorderingen die het Fonds heeft op de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen, een bijzonder voorrecht op hun roerende goederen. Dit voorrecht, dat in concreto van toepassing is op de bijdragen die van 1985 tot 1994 gestort werden op de bij de kredietinstellingen geopende zichtrekeningen, is ingeschreven op de lijst van voorrechten vastgesteld door de hypotheekwet van 16 december 1851.
BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN – JAARVERSLAG 2013
17
Verslag van het College van Revisoren aan de Minister van Financiën over de jaarrekening van het Beschermingsfonds voor Deposito’s en Financiële instrumenten over het boekjaar afgesloten op 31 december 2013 Overeenkomstig de bepalingen van artikel 14 van de organieke wet van 17 december 1998 tot oprichting van een Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito’s en financiële instrumenten, hebben wij hierbij het genoegen u verslag uit te brengen in het kader van ons mandaat van College van Revisoren. Dit verslag omvat ons oordeel over de jaarrekening en evenals de vereiste bijkomende vermeldingen Verklaring zonder voorbehoud over de jaarrekening Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2013, opgesteld overeenkomstig het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, met een balanstotaal van EUR 72.272.085 en waarvan de resultatenrekening afsluit met een negatief resultaat van het boekjaar van EUR 196.354.331. Verantwoordelijkheid van het Bestuurscomité voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening Het opstellen van de jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van het Bestuurscomité. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer : het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of van het maken van fouten bevat; het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels; en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van het College van Revisoren Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Overeenkomstig deze controlenormen hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controle-informatie over de jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De keuze van deze controlewerkzaamheden hangt af van onze beoordeling alsook van onze inschatting van het risico dat de in de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of het maken van fouten. Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van het Beschermingsfonds met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepalen, maar niet om een oordeel te geven over de effectiviteit van de interne controle van het Beschermingsfonds. Wij hebben tevens de gegrondheid van de waarderingsregels, de redelijkheid van de betekenisvolle boekhoudkundige schattingen gemaakt door het Beschermingsfonds, alsook de voorstelling van de jaarrekening, als geheel beoordeeld. Ten slotte hebben wij van het Bestuurscomité en van de verantwoordelijken van het Beschermingsfonds de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening afgesloten op 31 december 2013 een getrouw beeld van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van het Beschermingsfonds, overeenkomstig het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel.
18
BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN – JAARVERSLAG 2013
Bijkomende vermeldingen Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermeldingen op te nemen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de jaarrekening te wijzigen : − Het cijfermatige gegevens in het activiteitenverslag zijn in overeenstemming met de jaarrekening ; − Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, werd de boekhouding gevoerd overeenkomstig de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften.
Brussel, 5 juni 2014 Mazars Bedrijfsrevisoren Het College van Revisoren Xavier DOYEN Dirk STRAGIER Bedrijfsrevisor Bedrijfsrevisor
BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN – JAARVERSLAG 2013
19