BESCHERMINGSFONDS
VOOR DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN
openbare instelling opgericht door de wet van 17 december 1998 (B.S.31-12-1998) de Berlaimontlaan 14 – 1000 Brussel Tel. : +32 2 221 38 92 – Fax : +32 2 221 32 41
[email protected] www.beschermingsfonds.be
Activiteitenverslag & jaarrekening 2012 Goedgekeurd door het Bestuurscomité op 30 mei 2013
Afkortingen Beschermingsfonds : Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten Bijzonder Fonds : Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito’s, levensverzekeringen en kapitaal van erkende coöperatieve vennootschappen
Protocol : P rotocol van 15 februari 1999 afgesloten tussen het Beschermingsfonds en de aangesloten kredietinstellingen en beleggingsondernemingen
NBB : Nationale Bank van België DCK : Deposito- en Consignatiekas IADI : International Association of Deposit Insurers EFDI : European Forum of Deposit Insurers HWI : Herdiscontering- en Waarborginstituut CIF : Interventiefonds van de beursvennootschappen
Verantwoordelijke uitgever Hans D’Hondt Voorzitter
Contactpersoon voor de publicatie Herman Debremaeker Secretaris-generaal de Berlaimontlaan 14 – 1000 Brussel Tel. : +32 2 221 38 92 – Fax : +32 2 221 32 41
[email protected]
Layout NBB AG – Prepress & Image
© Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten Alle rechten voorbehouden. De gehele of gedeeltelijke vermenigvuldiging van deze publicatie voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan met bronvermelding.
Inhoudstafel Organen van het Beschermingsfonds
4
Voorwoord5 Deel A – De beschermingsregelingen in België
1. De bescherming van deposito’s
Wettelijke basis – opbouw rond twee Fondsen
Ontwikkeling van de Belgische reglementering in 2012 Internationale aspecten
Nieuwe financieringsmethode vanaf 2012
2. De bescherming van financiële instrumenten
Wettelijke basis
Financiering van de beschermingsregeling voor beleggers
8
11
Ontwikkeling van de Europese regelgeving in 2012
Deel B – Activiteitenverslag 2012 van het Beschermingsfonds
1. Administratief beheer
13
Bestuurscomité en Secretariaat
Internationale vertegenwoordiging
2. Beheer van de Interventiereserve
14
3. Beheer van de overgenomen HWI-interventiedossiers
15
4. Beheer van de overgenomen CIF-interventiedossiers
16
5. Synthese van de activiteiten sinds 1999
17
6. Jaarrekening 2012
19
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
3
toestand op 30 april2013 (1)
Organen van het Beschermingsfonds | Bestuurscomité Voorzitter Hans D’Hondt Leden
v ertegenwoordigers
vertegenwoordigers van de kredietinstellingen
van de overheid
en van de beleggingsondernemingen
Marc Monbaliu Eric Struye de Swielande Jean Hilgers Michel Vermaerke Viviane Buydens Luc Versele Norbert De Batselier Luc Aspeslagh N. Filip Dierckx N.
plaatsvervangende leden
plaatsvervangende leden
Omer Van Driessche
Yvan Peeters Agnes Van den Berge Dirk De Cort Véronique Leleux Hugo Lasat
| Secretaris-generaal
Herman Debremaeker
| Regeringscommissaris
Geert Temmerman
| College van Revisoren
(1)
4
Dirk Stragier Xavier Doyen
Marc Lauwers en Wilfried Van Herzeele namen ontslag op 31 maart 2013. Het Bestuurscomité dankt hen voor hun medewerking.
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
Voorwoord Dit verslag bespreekt in zijn eerste deel de Belgische beschermingsregelingen die ondergebracht zijn bij twee Fondsen : enerzijds het Beschermingsfonds, autonome instelling van publiek recht en anderzijds het Bijzonder Fonds, administratieve entiteit opgericht in de schoot van de Deposito- en Consignatiekas. Daarnaast geeft dit eerste deel een overzicht van de ontwikkelingen op regelgevend vlak. In het tweede deel van deze publicatie wordt officieel verslag uitgebracht over de eigen activiteiten van het Beschermingsfonds in 2012, zoals dit vereist is door zijn statuten. * Het financiële veiligheidsnet bevat mechanismen op het vlak van controle, toezicht, liquiditeitsverstrekking en crisisbeheersing. De bescherming vanwege het Beschermingsfonds en het Bijzonder Fonds bieden bijkomende ondersteuning van het vertrouwen in het financiële stelsel en het bankwezen. De specifieke doelstelling van deze beschermingsregelingen bestaat er immers in om geruststelling te bieden aan deposanten en beleggers door, binnen bepaalde grenzen en onder bepaalde voorwaarden, garanties te verlenen ter compensatie van hun eventuele verliezen wanneer de financiële instelling waarvan zij cliënt zijn, niet meer bij machte zou zijn haar verbintenissen jegens hen na te komen. De beschermingsregelingen volgen de EU-regelgeving die in 2009 een eerste reeks dringende aanpassingen onderging als antwoord op de financiële crisis die zich eind 2008 voordeed. Een wijzigingsrichtlijn (2009/14) voerde onder meer de verhoging in van het beschermingsniveau voor deposito’s bij kredietinstellingen tot € 100 000. Dit niveau werd in 2011 de verplichte norm in de Europese Unie, maar was zoals in een groot aantal lidstaten reeds vanaf eind 2008 anticipatief in het Belgische recht ingevoerd. Vervolgens formuleerde de Europese Commissie in 2010 een reeks voorstellen met het oog op een volledige herziening van de bestaande richtlijn inzake depositogarantiestelsels, alsook van de richtlijn inzake beleggerscompensatiestelsels. Deze herziening moet leiden tot een zo groot mogelijke harmonisering van het toepassingsgebied van de bescherming, tot een verbetering van de terugbetalingsprocedures en van de informatieverstrekking aan deposanten en beleggers en tot het instellen van stevige nationale financieringsmechanismen als dekking voor de verbintenissen aangegaan door deze beschermingsregelingen.
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
5
Het onderzoek door het Europees Parlement en de Europese Raad van deze voorstellen kende omzeggens geen vooruitgang in 2012, voornamelijk omdat de prioriteit in de regelgeving verschoven werd naar andere domeinen die verband houden met de financiële stabiliteit. Meer bepaald gaat het om maatregelen op het vlak van crisisbeheer die het herstel of de afwikkeling beogen van banken in moeilijkheden, alsook om voorstellen die moeten leiden naar een Europese bankenunie. * Het Beschermingsfonds zette in 2012 zijn opdrachten verder. Deze taken omvatten de opvolging van de besprekingen op Europees vlak van nieuwe regelgeving waarbij depositogarantie en beleggersbescherming betrokken zijn, de toetsing van deze regelgeving en van de nationale regels in samenspraak met de bevoegde autoriteiten en met de financiële sector, de opvolging – via zijn lidmaatschap van EFDI – van de evolutie bij andere beschermingssystemen van de Unie en – via zijn lidmaatschap van IADI – van aanbevelingen met internationale draagwijdte. Daarnaast zette het Beschermingsfonds zijn administratieve taken voort die voornamelijk verband houden met de administratie met betrekking tot de aangesloten instellingen waarbij de deposanten en beleggers bescherming genieten, met het beheer van zijn financiële middelen en met de verschillende interventiedossiers overgenomen van zijn rechtsvoorgangers, enerzijds het Herdiscontering- en Waarborginstituut (HWI), beheerder van de vorige depositobeschermingsregeling en anderzijds het Interventiefonds van de beursvennootschappen (CIF), beheerder van de vorige beleggersbeschermingsregeling. * De werking van het Beschermingsfonds berust op zijn ‘organieke’ wet alsook op een Protocol afgesloten met de financiële instellingen. Dit Protocol voorziet onder meer in regels die betrekking hebben op de financiering van de beschermingsregeling door middel van jaarlijkse bijdragen alsook op het beheer en aanwending van de beschikbare financiële middelen. Gezien de nieuwe structuur van de depositobescherming die nieuwe bijdragen voorziet ten voordele van het Bijzonder Beschermingsfonds, heeft het Bestuurscomité van het Beschermingsfonds vanaf 2010 de bijdragen opgeschort die het op grond van het Protocol bij machte is op te vragen. Daarnaast diende het Beschermingsfonds, op grond van overeengekomen regels in dit Protocol, in 2012 over te gaan tot de terugbetaling van € 27 miljoen van middelen voortkomend uit voorgaande beschermingsregelingen. De wijzigingen in de Belgische beschermingsregeling voor deposito’s, waarbij het Bijzonder Fonds de uiteindelijke garantie biedt dat tegemoetkoming zal worden verleend die kan oplopen tot een maximum van € 100 000, gaven daarenboven aanleiding tot een heroverweging van de financiële middelen van het Beschermingsfonds, en dit in het licht van de taken toevertrouwd aan het Bijzonder Fonds. Dit concretiseerde zich onder meer in een uitzonderlijke uitkering door het Beschermingsfonds van een bedrag van € 580 miljoen aan zijn deelnemers die in 2012 onderworpen waren aan de uitzonderlijk verhoogde bijdrage (ten belope van eenzelfde bedrag) aan het Bijzonder Fonds.
6
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
Het negatieve resultaat van 2012 spruit voort uit de hierbovenvermelde terugstortingen en uitzonderlijke uitkeringsoperatie en bedraagt, na bedrijfskosten en na compensatie met de netto beleggingsopbrengsten, € 602,8 miljoen. Dit resultaat wordt conform de beschikkingen van het Protocol gedragen door de Interventiereserve, die hierdoor op het einde van het jaar uitkomt op € 261,1 miljoen. Rekening houdend met de bijdragen die banken en beursvennootschappen sinds 2008 aan het Bijzonder Fonds hebben gestort voor een bedrag van € 1 802,9 miljoen, beloopt het totaal van de verbintenissen vanwege de twee fondsen samen € 2 064 miljoen eind 2012. Deze ex ante middelen zullen – als dit nodig mocht blijken – worden aangevuld met voorschotten verleend door de Belgische Schatkist zodat de aanspraken die deposanten en beleggers conform de wettelijke voorwaarden kunnen maken op een tegemoetkoming vanwege de Belgische beschermingsregelingen, steeds gehonoreerd zullen kunnen worden. * * *
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
7
Deel A – De beschermingsregelingen in België Dit deel beschrijft kort de diverse beschermingsregelingen in België alsook de ontwikkelingen in 2012 op het vlak van de internationale en nationale regelgeving.
1. De bescherming van deposito’s Wettelijke basis – opbouw rond twee Fondsen
De Belgische depositobeschermingsregeling is gestoeld op twee instanties : – het Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten, (hierna het ‘Beschermingsfonds’) ; – het Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito’s, levensverzekeringen en kapitaal van erkende coöperatieve vennootschappen, (hierna het ‘Bijzonder Fonds’). Het Beschermingsfonds werd opgericht bij wet van 17 december 1998 met het oog op de instelling van een ééngemaakte regeling voor de bescherming van zowel deposanten als beleggers, waarvoor vanaf 1999 een nieuwe Europese richtlijn van kracht werd. De werkingsregels van het Beschermingsfonds zijn hoofdzakelijk vastgelegd in een Protocol dat het in 1999 afsloot met de toegetreden financiële instellingen. Het Bijzonder Fonds werd opgericht in 2008 (KB van 14 november 2008) in het kader van de verschillende maatregelen die in de nasleep van de bankencrisis werden getroffen ter ondersteuning van de financiële stabiliteit van het land. De juridische basis van de beschermingsregeling voor deposito’s wordt hoofdzakelijk gevormd door de Europese richtlijn 1994/19 van 3 maart 1995 inzake depositogarantiestelsels en door de bankwet van 22 maart 1993, artikels 110 tot 110 sexies. De dekking door de beschermingsregeling beloopt maximaal € 100 000 per deposant en per toegetreden instelling. Het Bijzonder Fonds vult de interventie van het Beschermingsfonds aan indien de financiële reserves van dit laatste niet zouden volstaan om deposanten terug te betalen of te vergoeden ten belope van de gewaarborgde bedragen.
8
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
Het KB van 16 maart 2009 betreffende de bescherming van deposito’s door het Bijzonder Fonds vormt de wettelijke basis die de praktische voorwaarden regelt voor de uitbetaling van de tegemoetkomingen ten laste van de beschermingsregeling. In het verlengde van deze bescherming, organiseert het Bijzonder Fonds – onder bepaalde voorwaarden – twee afzonderlijke garantieregelingen voor producten die vergelijkbaar worden geacht met deposito’s, t.w. levensverzekeringscontracten behorend tot tak 21 en kapitaalaandelen van erkende coöperatieve vennootschappen.
Ontwikkeling van de Belgische reglementering in 2012
Als aanvulling op de door de richtlijn 2009/14 ingevoerde urgentiemaatregelen, waarvan de voornaamste erin bestond het beschermingsniveau op een geharmoniseerd bedrag van € 100 000 te brengen, formuleerde de Europese Commissie op 12 juli 2010 nieuwe voorstellen tot wijziging van de bestaande beschermingsregels. De voorstellen die aan het Europees Parlement en de Europese Raad werden voorgelegd, hebben voornamelijk als doel de versterking van de bescherming van deposanten en de gelijkschakeling van de werkingsvoorwaarden van de beschermingsregelingen. Het voorstel van nieuwe richtlijn bevat voornamelijk : – maatregelen in verband met het toepassingsgebied van de bescherming (harmonisering van beschermde deposito’s en deposanten) ; – een verdere inkorting – tot zeven kalenderdagen – van de termijn waarbinnen een beschermingsregeling deposanten van een deficiënte instelling moet vergoeden ; – de invoering van een ex ante financieringsmethode, met bijdragen die rekening houden met het risicoprofiel van de betrokken instelling ; – de invoering van onderlinge leningsfaciliteiten tussen de nationale regelingen ; – een versterking van de informatie aan deposanten. De besprekingen van deze voorstellen vorderen langzaam onder meer wegens grote terughoudendheid vanwege sommige lidstaten met betrekking tot de geplande financieringsverplichtingen. Het Europees Parlement sprak zich evenwel al uit over deze voorstellen en steunt in grote lijnen de standpunten van de Europese Commissie. Daarnaast heeft de bankencrisis van 2008 aanleiding gegeven tot nieuwe en prioritaire initiatieven zoals het voorstel van een richtlijn voor crisisbeheermaatregelen neergelegd in juni 2012. Deze richtlijn beoogt onder meer het opleggen van herstelplannen voor banken in moeilijkheden en de invoering van regels voor de afwikkeling van niet-levensvatbare banken. Het feit dat dit voorstel van richtlijn eveneens maatregelen bevat die de depositogarantie raken (zo wordt voorgesteld om financiële middelen van een depositogarantiefonds automatisch in te zetten wanneer de afwikkeling van een probleembank wordt overwogen) vertraagt enigszins de vooruitgang van het voorstel voor de nieuwe depositogarantierichtlijn zelf.
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
9
Daarenboven werd eind 2012 door de Europese autoriteiten de aanzet gegeven tot de dringende uitwerking van een plan tot het oprichten van een daadwerkelijke Europese bankenunie dat voornamelijk het toezicht op de EU-banken beoogt en waarin eveneens sprake is van een solidariteitsmechanisme tussen de EU-depositogarantiestelsels. De voorstellen van richtlijnen inzake depositogarantie en inzake crisisbeheer zullen vermoedelijk hun beslag krijgen in 2013 en vervolgens onvermijdelijk leiden naar een grondige aanpassing van de Belgische beschermingsregeling.
Internationale aspecten
Sinds de opstelling van de Core Principles for Effective Deposit Insurance Systems waartoe de International Association of Deposit Insurers (IADI) en het Basel Committee on Banking Supervision (BCBS) gezamenlijk het initiatief namen in 2009 en de aanvaarding ervan in 2011 door het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank, is het concept van depositobescherming in zeer ruime mate aanvaard. Deze Core Principles werden overigens opgenomen op de lijst van Key Standards for Sound Financial Systems, opgemaakt door de Financial Stability Board, en behoren samen met standaardregels in 11 andere domeinen – waaronder onder meer de Core Principles for Effective Banking Supervision – tot de wereldwijde en onbetwiste parameters die internationale autoriteiten gebruiken voor de beoordeling van de financiële stabiliteit van een land.
Nieuwe financieringsmethode vanaf 2012
De Belgische wetgeving werd gewijzigd op het vlak van de financiering van de beschermingsregeling, enerzijds door een verhoging vanaf 2012 van de bijdragen ten laste van de toegetreden instellingen en anderzijds door de invoering van een methode van risicogerelateerde berekening van die bijdragen. Zo werden de gezamenlijke bijdragen voor het jaar 2012 vastgelegd op 0,26 % van de basis gevormd door de deposito’s die voor vergoeding in aanmerking komen. De bijdrage wordt vervolgens voor iedere kredietinstelling naar Belgisch recht aangepast aan diens eigen risicoprofiel dat wordt berekend op grond van parameters inzake solvabiliteit, liquiditeit en kwaliteit van de activa. Het totaal van de bijdragen van de toegetreden instellingen zijn verdeeld over de interventiereserves gevormd bij beiden Fondsen. Zo bedraagt eind 2012 de interventiereserve gevormd bij het Beschermingsfonds € 261,1 miljoen en deze gevormd bij het Bijzonder Fonds € 1 802,9 miljoen. Indien deze verbintenissen, dus samen € 2 064 miljoen, niet zouden volstaan om een interventiegeval te dekken, dan wordt het ontbrekende bedrag voorgeschoten door de Deposito- en Consignatiekas. Hierdoor is de uitbetaling van de tegemoetkoming van maximaal € 100 000 per begunstigde deposant in alle omstandigheden gewaarborgd.
10
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
2. De bescherming van financiële instrumenten Wettelijke basis
Het Beschermingsfonds beheert eveneens de beschermingsregeling voor beleggers die ten belope van € 20 000 per persoon en per aangesloten instelling de niet-teruggave dekt van financiële instrumenten die op een rekening bij een financiële instelling worden aangehouden. Deze dekking is van toepassing op alle instrumenten (aandelen, obligaties, gemeenschappelijke beleggingsfondsen,...) bij een kredietinstelling of een beursvennootschap. Op deze bescherming dient slechts een beroep te worden gedaan wanneer een instelling niet meer bij machte is – ten gevolge van haar deficiëntie – om deze instrumenten aan de belegger terug te bezorgen. Vooraleer een beroep wordt gedaan op die bescherming, zullen de cliënten immers reeds gebruik hebben kunnen maken van het rechtstreekse revindicati recht dat hen door de Belgische wetgeving wordt verleend en dat belet dat de tegoeden in de boedel van activa van een eventueel faillissement terechtkomen. De juridische basis van deze beschermingsregeling wordt hoofdzakelijk gevormd door de richtlijn van 3 maart 1997 inzake de beleggersbescherming. De belangrijkste principes hiervan werden in Belgisch recht omgezet door de artikelen 112 tot 116 van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen.
Ontwikkeling van de Europese regelgeving in 2012
Op 12 juli 2010 legde de Europese Commissie aan het Europees Parlement en aan de Raad een voorstel voor tot wijziging van de richtlijn van 3 maart 1997 inzake de beleggerscompensatiestelsels, teneinde de bescherming van de beleggers te versterken. De geformuleerde voorstellen hebben onder meer als doel : – het minimale dekkingsniveau te verhogen van € 20 000 tot een geharmoniseerd maximum van € 50 000 ; – de regels inzake de informatieverstrekking aan beleggers over de geboden bescherming te versterken ; – een verplicht ex ante financieringsmechanisme in te voeren ; – de bescherming uit te breiden tot gevallen van deficiëntie van een derde depositaris die effecten van een gedekte beleggingsonderneming in bewaring heeft genomen of van een depositaris of subdepositaris van beleggingsfondsen. Geen enkele vooruitgang werd geboekt in 2012 op het vlak van deze richtlijn aangezien de prioriteit die gegeven wordt aan diverse andere Europese initiatieven die een versteviging van de financiële stabiliteit beogen.
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
11
Financiering van de beschermingsregeling voor beleggers
De financiering van deze bescherming wordt geregeld door het in 1999 afgesloten Protocol tussen het Beschermingsfonds en de financiële instellingen. Hierin wordt bepaald dat deze laatste een jaarlijkse bijdrage betalen, die voor een deel wordt berekend op het volume van financiële instrumenten die zij voor rekening van hun cliënten aanhouden en voor een ander deel op hun positieve bruto-opbrengsten exclusief renteresultaat. Indien de financiële middelen van het Beschermingsfonds niet zouden volstaan om deze tegemoetkomingen uit te betalen, zal een beroep gedaan worden op een voorschot vanwege de Schatkist, door de deelnemers terug te betalen tegen overeengekomen voorwaarden. Rekening houdend met het nieuwe financieringsmechanisme voor de depositobescherming waarvoor de financiële instellingen bijdragen dienen te storten aan het Bijzonder Fonds, met de in het verleden aan het Beschermingsfonds gestorte bijdragen die verband houden met de activiteit van de deelnemers inzake financiële instrumenten en met de geplande invoering van nieuwe Europese regels voor de financiering van de beleggersbeschermingsregelingen, heeft het Bestuurscomité van het Beschermingsfonds vanaf 2010 de storting opgeschort van bijdragen gebaseerd op de activiteit met financiële instrumenten.
12
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
Deel B – Activiteitenverslag 2012 van het Beschermingsfonds In dit deel wordt – overeenkomstig de statuten – verslag uitgebracht over de eigen activiteiten van het Beschermingsfonds als openbare instelling. Deze activiteiten behelzen het voorafgaand onderzoek en de voorbereiding en organisatie van de vergaderingen van het Bestuurscomité, de follow-up en analyse van de ontwikkelingen op het vlak van regelgeving, de internationale vertegenwoordiging via EFDI en IADI en het beheer van de financiële activa. Het Beschermingsfonds beheert eveneens de rechten en verplichtingen overgenomen van vroegere beschermingsregelingen.
1. Administratief beheer Bestuurscomité en secretariaat
Het Beschermingsfonds is een openbare instelling geleid door een Bestuurscomité waarin zowel de autoriteiten als de financiële instellingen paritair vertegenwoordigd zijn. In 2012 kwam het Bestuurscomité negen maal samen in plenaire zitting en sprak het zich uit over verschillende dossiers die verband houden met de beschermingsregeling in het algemeen en met het administratieve beheer van het Beschermingsfonds in het bijzonder. De administratieve activiteiten van het secretariaat omvatten onder meer de voorbereiding en organisatie van de vergaderingen van het Bestuurscomité, de toetreding van deelnemers en de organisatie van de aangifteprocedure door de deelnemers van de gegevens over de deposito’s en financiële instrumenten die in aanmerking komen voor tegemoetkoming. Het Beschermingsfonds onderhoudt eveneens de contacten met het publiek en met de financiële sector, ten einde een goede doorstroming te verzekeren van informatie over draagwijdte en praktische toepassingsmodaliteiten van de bescherming (www.beschermingsfonds.be). Op het vlak van de EU-regelgeving, speelt het Beschermingsfonds een belangrijke rol tijdens het onderzoek en de voorbereiding door de Belgische autoriteiten van nieuwe regels voor de bescherming van deposanten en beleggers. Aldus volgde het secretariaat nauwgezet de Europese dossiers op waarin de bescherming van deposanten en van beleggers aan de orde is.
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
13
Internationale vertegenwoordiging
Het Beschermingsfonds is lid van de International Association of Deposit Insurers (IADI) en van het European Forum of Deposit Insurers (EFDI). In deze hoedanigheid neemt het Beschermingsfonds actief deel aan de activiteiten en onderzoekswerkzaamheden van deze internationale organismen en draagt het bij tot de uitwisseling van informatie en ervaring. Binnen de IADI, een internationale vereniging die beschermingsregelingen uit 65 Staten uit de hele wereld vertegenwoordigt, nam het Beschermingsfonds deel aan de werkzaamheden en besprekingen in verband met de Core Principles for Effective Deposit Insurance Systems die wereldwijd aanvaarde standaarden bevatten die gebruikt worden door de internationale instanties bij de beoordeling van de financiële stabiliteit van een land. In het EFDI, een organisatie die beschermingsregelingen van 44 Europese landen groepeert, neemt het Beschermingsfonds onder meer deel aan de fora die de wetgevende voorstellen van de Europese Commissie van nabij volgen en bespreken.
2. Beheer van de Interventiereserve De Interventiereserve van het Beschermingsfonds bevat de financiële middelen die voortkomen van bijdragen die de deelnemers sinds 1999 hebben gestort of die werden ingebracht door vorige beschermingsregelingen. De financiële opbrengsten uit de belegging van deze middelen worden aan de Interventiereserve toegevoegd. De Interventiereserve onderging belangrijke wijzigingen in 2012. Vooreerst werd – overeenkomstig de beschikkingen van het Protocol – overgegaan tot de terugbetaling aan deelnemers van een bedrag van € 27,1 miljoen van middelen voortkomend uit de voorgaande beschermingsregelingen. Daarnaast werd een uitzonderlijke uitkering van middelen doorgevoerd die kadert in de gedeeltelijke verschuiving van het risico inzake depositobescherming, waarbij het Bijzonder Fonds aan iedere deposant de finale garantie biedt op de tegemoetkoming die kan oplopen tot € 100 000. Deze uitkering van middelen – in totaal € 580 miljoen – werd toegekend aan de deelnemers van het Beschermingsfonds die in 2012 onderworpen werden aan de bijdrage aan het Bijzonder Fonds die voor dat jaar uitzonderlijk verhoogd werd met een bedrag dat overeenstemt met 0,18 % van de deposito’s die voor vergoeding in aanmerking komen. Een instelling die ingevolge een interne reorganisatie niet meer aan de Belgische depositobeschermingsregeling onderworpen was en zodoende geen deelnemer meer was van het Beschermingsfonds en evenmin de verhoogde bijdrage aan het Bijzonder Fonds voor 2012 verschuldigd was, heeft de beslissing tot uitkering betwist en aan de Raad van State voorgelegd. Tenslotte werd een saldo van € 4,3 miljoen aan de Interventiereserve toegevoegd. Dit saldo bevat het netto-financiële resultaat (opbrengsten van beleggingen in OLO en
14
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
Schatkistcertificaten en van plaatsingen op korte termijn op rekeningen bij de NBB of bij de Schatkist, na aftrek van belastingen en bedrijfskosten) alsook terugwinningen van schuldvorderingen. Bovenstaande verrichtingen brachten het bedrag van de Interventiereserve terug van € 863,9 miljoen tot € 261,1 miljoen. Dit bedrag stemt overeen met de middelen die kunnen worden aangewend voor de uitvoering van de tegemoetkomingen die ten laste zijn van het Beschermingsfonds. Het Bestuurscomité hanteert hier de grootste voorzichtigheid en zondert de bedragen af van zodra er mogelijk voorbehoud tegen hun aanwending zou kunnen worden gemaakt (zonder dat dit op enige wijze als een erkenning van de eventuele bezwaren kan worden aangemerkt) of wanneer hun aanwending onderworpen is aan specifieke voorwaarden. Dit gebeurde onder meer ten gevolge van de procedure die bij de Raad van State is ingeleid (zie hoger). Het totaal van de diverse middelen die onder deze rubriek zijn ondergebracht bedraagt € 28,8 miljoen.
3. Beheer van de overgenomen HWI-interventiedossiers Het Beschermingsfonds nam op grond van zijn oprichtingswet de rechten en verplichtingen over van de vroegere depositobeschermingsregelingen die het HWI sinds 1975 had opgezet. De overgedragen middelen zijn in de Interventiereserve geboekt en precieze overeenkomsten zijn opgemaakt aangaande hun aanwending of terugbetaling. Recuperaties van dividenden worden in deze reserve geboekt of doorgestort aan de kredietinstellingen die het schadegeval toentertijd hebben gefinancierd. Een bedrag van € 10,3 miljoen van deze middelen werd aangewend voor de financiering van de uitzonderlijke uitkeringsverrichting (zie punt 2). Deze middelen ondergingen in de periode 1999-2012 de volgende bewegingen : – door het HWI in 1999 overgedragen liquiditeiten € 12 194 440 – uitbetaling van schadeloosstellingen - 22 223 – terugwinningen (o.a. faillissementsdividenden) + 9 415 194 – terugbetalingen aan kredietinstellingen - 7 300 000 – toekenning van beleggingsinteresten + 7 402 394 – uitzonderlijke verrichting van uitkering in 2012 - 10 265 714 – terugwinningskosten en diverse - 125 540 – saldo op 31.12.2012 € 11 298 551 Het saldo van deze middelen is opgenomen in de Interventiereserve van het Beschermingsfonds (onder de rubriek ‘Diverse liquiditeiten – kredietinstellingen’) voor € 11 102 139 en in een voorziening voor risico’s en kosten voor € 196 412.
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
15
4. Beheer van de overgenomen CIF-interventiedossiers Krachtens zijn oprichtingswet heeft het Beschermingsfonds de rechten en verplichtingen van het CIF overgenomen. Deze instelling was tot 1998 de beheerder van de vorige vergoedingsregeling voor de cliënten van beursvennootschappen en was zelf de rechtsopvolger van de Waarborgkas van de Wisselagenten (CGW). Het CIF opende in de periode 1988-1998 verschillende interventiedossiers waarvan de afwikkeling door het Beschermingsfonds diende te worden verdergezet. Het Beschermingsfonds heeft die dossiers in 2012 verder beheerd. Zijn activiteiten bestrijken verschillende domeinen zoals de follow-up van hangende aanvragen tot schadeloosstelling en eventuele betwistingen in verband met deze aanvragen, de recuperatie van vereffenings- en faillissementsdividenden en het beheer van de voorzieningen die het CIF heeft ingebracht ter dekking van risico’s met betrekking tot niet-afgesloten interventiedossiers. In het raam van dit beheer in 2012 recupereerde het Beschermingsfonds vereffeningsdividenden in interventiedossiers geopend door het CIF in 1991 en 1993 (voor een bedrag van € 0,3 miljoen). Na waardering van de voorzieningen ingesteld als dekking, hetzij van hangende schadeloosstellingsaanvragen, hetzij van risico’s van algemene aard in verband met CIF-dossiers, maakte het Beschermingsfonds een beschikbaar geworden bedrag van € 1,5 miljoen terug over aan de gewezen leden van het CIF. De financiële middelen die van het CIF werden overgenomen ter dekking van de overgenomen interventiedossiers, vertoonden in de periode 1999-2012 de volgende bewegingen : – in 1999 overgenomen CIF-middelen € 14 378 532 – uitgekeerde schadeloosstellingen - 6 941 594 – terugwinningen van dividenden + 11 719 150 – terugwinningskosten - 593 449 – terugbetalingen aan gewezen CIF-leden - 15 102 608 – toekenning van beleggingsinteresten + 7 061 235 – saldo op 31.12.2012 € 10 521 266 Het saldo van deze middelen is ten belope van € 7 108 829 geboekt in specifieke voorzieningen voor hangende betwistingen en is voor € 3 412 437 in de Interventiereserve van het Beschermingsfonds ondergebracht.
16
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
5. Synthese van de activiteiten sinds 1999 Op 31.12.2012 zijn 100 instellingen aangesloten bij de beschermingsregeling, wat een vermindering is sinds 1999 met 75 eenheden. Het gaat om 54 kredietinstellingen (- 41), 21 beursvennootschappen (- 36) en 25 andere beleggingsondernemingen (+ 2). Tijdens de periode 1999-2012 diende het Beschermingsfonds maar één interventiedossier te openen. Hierin vergoedde het een 400-tal beleggers in het kader van de bescherming van financiële instrumenten, voor een totaalbedrag van € 2,1 miljoen. Rekening houdend met overgenomen interventiedossiers werden 675 bijkomende claims vergoed, wat de totale schadeloosstelling van deposanten en beleggers op € 9,5 miljoen brengt. De financiële middelen van de Interventiereserve van het Beschermingsfonds kenden tijdens de periode 1999-2012 volgende bewegingen (in miljoenen €) : – overname van middelen uit vorige regelingen + 335,– terugbetaling van middelen uit vorige regelingen - 174,2 – bijdragen vanwege deelnemende instellingen + 464,6 – terugwinningen (dividenden) + 21,7 – uitbetaling van schadeloosstellingen - 9,5 – financieel resultaat van de beleggingen (netto) + 202,9 – aanwending van voorzieningen voor vroegere interventiedossiers + 9,8 – bedrijfskosten en diverse - 9,1 – uitzonderlijke uitkering aan de deelnemers - 580,1
261,1
stand op 31.12.2012 *
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
17
18
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
Jaarrekening 2012 | Balans na resultaatverwerking | Resultatenrekening | Resultaatverwerking | Posten buiten-balanstelling | Toelichting bij de jaarrekening
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
19
Balans na resultaatverwerking (in €) 31-12-2012
31-12-2011
65 611 679,00 – 65 611 679,00
366 164 148,27 212 160 023,36 154 004 124,91
Geldbeleggingen
11 000 000,00
11 000 000,00
Liquide middelen
191 866 990,30 154 733 122,31 37 133 867,99
488 666 958,09 427 108 224,68 61 558 733,41
809 925,35
5 460 989,84
269 288 594,65
871 292 096,20
123 946,76
123 946,76
261 127 161,40 47 521 189,93 5 637 860,17 179 175 864,14 28 792 247,16
863 925 220,86 211 625 585,26 14 639 285,19 637 660 350,41 –
7 305 241,94 196 412,38 7 108 829,56
7 219 015,18 196 216,16 7 022 799,02
727 446,00
18 915,40
4 798,55
4 998,00
269 288 594,65
871 292 096,20
Activa Beleggingsportefeuille – schatkistcertificaten – staatsfondsen
– rekening-courant – zichtrekeningen bij kredietinstellingen Overlopende rekeningen
Totaal activa
Passiva Kapitaal Interventiereserve – reserve van de kredietinstellingen – reserve van de beursvennootschappen – gemeenschappelijke reserve – diverse Voorzieningen voor risico’s en kosten – verbintenissen overgenomen van het HWI – verbintenissen overgenomen van het CIF Schulden op ten hoogste één jaar Overlopende rekeningen
Totaal passiva
20
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
31-12-2012
31-12-2011
Resultatenrekening (in €) 3 905,04
20 862,30
– 3 905,04
16 763,92 4 098,38
–27 077 830,19
–7 504 736,26
–
–
–580 052 048,40
–
Terugwinningen van schuldvorderingen
243 780,91
962 548,55
Wijziging van de voorzieningen voor risico’s en kosten
–86 226,76 –86 226,76 – –
–865 560,33 –929 950,65 – 64 390,32
–866 382,06
–758 723,93
6 464 010,35 5 627 253,54 836 756,81
10 811 908,88 10 811 908,88 –
–15 468,99
–17 166,42
–1 411 799,36
–2 108 895,33
–602 798 059,46
540 237,46
–458 484 486,27 –164 104 395,33 –9 001 425,02 28 792 247,16
7 701 729,44 –6 659 716,39 –501 775,59 –
–602 798 059,46
540 237,46
14 105 490,87
14 276 771,78
1 170 929,70
8 346 247,99
37 133 867,99
61 558 733,41
Ontvangen bijdragen – bijdragen van kredietinstellingen en beursvennootschappen – bijdragen van andere beleggingsondernemingen Terugbetalingen aan toegetreden instellingen Uitgevoerde tegemoetkomingen Uitzonderlijke uitkering
– toevoegingen – aanwendingen – terugnemingen Bedrijfskosten Financiële opbrengsten – renteopbrengsten – meerwaarden n.a.v. realisaties Financiële kosten Belastingen
Te bestemmen resultaat van het boekjaar
Resultaatverwerking (in €) Toevoeging aan (+) of afname van (–) – de gemeenschappelijke reserve – de reserve van de kredietinstellingen – de reserve van de beursvennootschappen – diverse
Totale toevoeging aan/afname van de Interventiereserve
Posten buiten-balanstelling (in €) Indeplaatsstelling ingevolge tegemoetkomingen Ontvangen waarborgen Activa waaraan voorrechten zijn verbonden
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
21
Toelichting bij de jaarrekening 2012 De jaarrekening van het Beschermingsfonds wordt opgesteld overeenkomstig de principes van de boekhoudwet van 17 juli 1975 en van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen. Gelet op de specifieke activiteit van het Beschermingsfonds, worden bovendien bepaalde boekhoudprincipes gevolgd die van toepassing zijn in de sector van de kredietinstellingen, meer bepaald voor de registratie en waardering van de financiële activa. De benaming van sommige posten wordt eveneens aangepast om de leesbaarheid van de jaarrekening te verhogen. De waarderingsregels zijn niet gewijzigd ten opzichte van het vorige jaar. Voor bijkomende informatie over de rubrieken van de jaarrekening wordt verwezen naar deel B van dit verslag.
| B ALANS (na resultaatverwerking) ACTIVA Beleggingsportefeuille De beleggingsportefeuille bevat enkel effecten met een Staatswaarborg (€ 65,6 miljoen OLO’s uitgegeven door de Belgische Staat). De OLO’s worden gewaardeerd volgens de principes die in België gelden voor de beleggingsportefeuille van de kredietinstellingen op een niet-geconsolideerde basis. Op het ogenblik van de aankoop worden de effecten geboekt tegen aanschaffingsprijs en vervolgens gewaardeerd op grond van hun actuarieel rendement, berekend bij de aankoop, met inachtneming van hun terugbetalingswaarde op vervaldag. De geprorateerde agio’s of disagio’s ten opzichte van de terugbetalingswaarde worden gelijkgesteld met renteopbrengsten. De marktwaarde van de portefeuille op 31 december 2012 bedraagt € 70,8 miljoen wat een niet-gerealiseerde meerwaarde inhoudt van € 5,2 miljoen.
Geldbeleggingen Een bedrag van € 11 miljoen werd op zeer korte termijn belegd bij de Schatkist.
Liquide middelen – Rekening-courant Onder deze rubriek bevinden zich onmiddellijk beschikbare liquiditeiten (€ 154,7 miljoen) aangehouden op rekening-courant bij de NBB. – Zichtrekeningen bij kredietinstellingen Op deze rekeningen staan de bijdragen van de kredietinstellingen die deelnamen aan de depositobeschermingsregelingen die van kracht waren van 1985 tot 1994. Deze fondsen kunnen worden teruggestort aan kredietinstellingen, krachtens in 1999 met de deelnemers afgesloten overeenkomsten weergenomen in het Protocol. In 2012 werd aldus een bedrag van € 21,4 miljoen teruggestort aan kredietinstellingen. Bovendien komen de tegoeden van een deelnemer krachtens het Protocol toe aan het Beschermingsfonds in geval van stopzetting van diens activiteiten, zonder overname door een andere deelnemer (€ 3 miljoen in 2012).
22
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
Overlopende rekeningen Deze rekeningen bevatten de gelopen en niet-ontvangen interesten (en gelijkgestelde opbrengsten) van de beleggingen in vastrentende effecten.
PASSIVA Kapitaal Het Beschermingsfonds ontving een kapitaaldotatie van € 123 946,76 die onttrokken werd aan het aandeel van de reserves van het HWI die aan de Staat toekwamen naar aanleiding van de vereffening van deze instelling.
Interventiereserve De Interventiereserve bevat de middelen waarover het Beschermingsfonds beschikt om tegemoetkomingen te financieren naar aanleiding van een deficiëntie van een kredietinstelling of een beleggingsonderneming, m.u.v. de middelen die onder de subrubriek ‘Diverse’ zijn ondergebracht (zie hoger). Het negatieve resultaat van het jaar 2012 wordt, overeenkomstig de precieze modaliteiten van het Protocol, volledig aangerekend op deze reserve die hierdoor met € 602,8 miljoen vermindert.
Voorzieningen voor risico’s en kosten Deze voorzieningen dekken verbintenissen in verband met met interventiedossiers die het Beschermingsfonds heeft overgenomen van het HWI en het CIF.
Overige posten van de passiva De schulden op ten hoogste één jaar omvatten te betalen facturen en te storten vergoedingen. De overlopende rekeningen bevatten geprorateerde kosten.
| R esultatenrekening Ontvangen bijdragen Aangezien de bijdragen aan het Beschermingsfonds sinds 2010 werden opgeschort, bevat deze post slechts een klein bedrag dat voortvloeit uit de deelname in de algemene kosten door andere beleggingsondernemingen dan beursvennootschappen.
Terugbetalingen aan toegetreden instellingen Tegoeden die voortkomen uit vorige beschermingsregelingen worden overeenkomstig het in 1999 met de deelnemers afgesloten Protocol, teruggestort aan de deelnemers (€ 27,1 miljoen).
Terugwinningen van schuldvorderingen De terugbetalingen en schadeloosstellingen die werden uitgevoerd door het Beschermingsfonds of door de voorgangers ervan, brengen de indeplaatsstelling mee in de rechten van de vergoede schuldeisers en kunnen aanleiding geven tot de inning van faillissementsdividenden. Aangezien de impact van de indeplaatsstelling onzeker is en moeilijk te becijferen op het ogenblik van de uitbetaling van de tegemoetkoming, worden eventuele terugwinningen pas geboekt op het ogenblik dat ze als definitief verworven kunnen worden beschouwd. Het bedrag dat geboekt is onder deze rubriek stemt overeen met de terugwinning van dividenden die in 2012 werden geïnd naar aanleiding van de afsluitingsverrichtingen van het faillissement van twee instellingen waarvoor de vroegere beschermingsregeling voor beleggers in werking is getreden.
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
23
Uitzonderlijke uitkering Een bedrag van € 580,1 miljoen werd uitgekeerd aan de deelnemers van het Beschermingsfonds in het kader van de heroverweging van de middelen in het licht van de taken toevertrouwd aan het Bijzonder Fonds. De uitkering werd verleend aan de deelnemers die in 2012 de uitzonderlijk verhoogde bijdrage voor depositobescherming betaalden aan het Bijzonder Fonds.
Wijziging van de voorzieningen voor risico’s en kosten Deze voorzieningen voor risico’s en kosten worden hetzij aangevuld hetzij teruggenomen, afhankelijk van de vooruitgang van de onderliggende dossiers.
Bedrijfskosten Deze rubriek bevat de vergoeding verschuldigd aan de Nationale Bank van België voor het administratief beheer (terbeschikkingstelling van personeel en diensten) van het Beschermingsfonds, en diverse rechtstreekse werkingskosten waaronder de vergoeding van de organen van het Fonds en in het kader van het beheer van betwiste tegemoetkomingsaanvragen betaalde erelonen, overgenomen van de beheerders van de vroegere beschermingsregelingen.
Financiële opbrengsten Deze opbrengsten zijn de interesten en gelijkgestelde opbrengsten van de portefeuille vastrentende effecten, van de termijndeposito’s en van de rekening-courant.
Financiële kosten Deze kosten bestaan hoofdzakelijk uit de bewaarlonen voor de portefeuille met financiële activa.
Belastingen Deze rubriek omvat de roerende voorheffing die werd ingehouden op de uit de beleggingen ontvangen interesten.
| R esultAATVERWERKING 2012 De Interventiereserve die op de balans geboekt staat, bevat verscheidene rubrieken. De belangrijkste is de Gemeenschappelijke Reserve waarin de middelen worden ondergebracht die sinds 1999 aan het Beschermingsfonds werden gestort. Daarnaast zijn er twee rubrieken, waarin de middelen beheerd worden die afkomstig zijn van de vorige beschermingregelingen die door het Beschermingsfonds werden overgenomen, respectievelijk van de sector van de kredietinstellingen en die van de beursvennootschappen. Het bedrijfsresultaat wordt naargelang van zijn oorsprong toebedeeld aan één van de deelreserves, overeenkomstig de beschikkingen van het met genoemde sectoren overeengekomen Protocol van 12 februari 1999. Aldus werd het negatieve bedrijfsresultaat van € 602,8 miljoen, dat hoofdzakelijk voortkomt van de uitzonderlijke uitkeringsverrichting en van diverse terugbetalingen van middelen, verdeeld over de diverse rubrieken van de Interventiereserve ten belope van respectievelijk € 458,5 miljoen (Gemeenschappelijke Reserve), € 164,1 miljoen (Reserve van de kredietinstellingen) en € 9 miljoen (Reserve van de beursvennootschappen). Tenslotte werd in 2012 een bedrag van € 28,8 miljoen ondergebracht in de rubriek ‘Diverse’.
24
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
| P OSTEN BUITEN-BALANSTELLING Indeplaatsstelling ingevolge tegemoetkomingen De schuldvorderingen die voortvloeien uit de indeplaatsstelling in de rechten van de deposanten en beleggers die het Beschermingsfonds – of voorheen het HWI of het CIF – terugbetaalde of vergoedde, worden buiten balans vermeld. Het mechanisme van indeplaatsstelling kan aanleiding geven tot gedeeltelijke terugwinningen in de vorm van vereffenings- of faillissementsdividenden. Aangezien de omvang hiervan niet op voorhand te bepalen is, wordt er met deze eventuele terugwinningen pas rekening gehouden op het ogenblik dat ze als definitief kunnen beschouwd worden. Het bedrag dat geboekt is onder deze rubriek stemt bijgevolg overeen met de uitbetalingen aan deposanten en beleggers in tegemoetkomingsdossiers waarvan de vereffening of het faillissement nog niet werd afgesloten, na aftrek van ontvangen of als verschuldigd geboekte dividenden.
Ontvangen waarborgen Een speciale en tijdelijke staatswaarborg werd toegekend. Deze waarborg zal spelen indien zich een geval van deficiëntie zou voordoen met een voormalige openbare kredietinstelling die werd geprivatiseerd. Het bedrag van deze waarborg wordt afgebouwd overeenkomstig de beschikkingen van het Protocol van 1999.
Activa waaraan voorrechten zijn verbonden De wet van 17 december 1998 die het Beschermingsfonds opricht, verleent aan bepaalde schuldvorderingen die het Fonds heeft op de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen, een bijzonder voorrecht op hun roerende goederen. Dit voorrecht, dat in concreto van toepassing is op de bijdragen die van 1985 tot 1994 gestort werden op de bij de kredietinstellingen geopende zichtrekeningen, is ingeschreven op de lijst van voorrechten vastgesteld door de hypotheekwet van 16 december 1851.
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
25
Verslag van het College van Revisoren aan de Minister van Financiën over de jaarrekening van het Beschermingsfonds voor Deposito’s en Financiële instrumenten over het boekjaar afgesloten op 31 december 2012 Overeenkomstig de bepalingen van artikel 14 van de organieke wet van 17 december 1998 tot oprichting van een Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito’s en financiële instrumenten, hebben wij hierbij het genoegen u verslag uit te brengen in het kader van ons mandaat van College van Revisoren. Dit verslag omvat ons oordeel over de jaarrekening en evenals de vereiste bijkomende vermeldingen Verklaring zonder voorbehoud over de jaarrekening Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2012, opgesteld overeenkomstig het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, met een balanstotaal van € 269 288 595 en waarvan de resultatenrekening afsluit met een negatief resultaat van het boekjaar van € 602 798 059. Verantwoordelijkheid van het Bestuurscomité voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening Het opstellen van de jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van het Bestuurscomité. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer : het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of van het maken van fouten bevat ; het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels; en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van het College van Revisoren Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Overeenkomstig deze controlenormen hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controle-informatie over de jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De keuze van deze controlewerkzaamheden hangt af van onze beoordeling alsook van onze inschatting van het risico dat de in de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of het maken van fouten. Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van het Beschermingsfonds met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepalen, maar niet om een oordeel te geven over de effectiviteit van de interne controle van het Beschermingsfonds. Wij hebben tevens de gegrondheid van de waarderingsregels, de redelijkheid van de betekenisvolle boekhoudkundige schattingen gemaakt door het Beschermingsfonds, alsook de voorstelling van de jaarrekening, als geheel beoordeeld. Ten slotte hebben wij van het Bestuurscomité en van de verantwoordelijken van het Beschermingsfonds de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening afgesloten op 31 december 2012 een getrouw beeld van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van het Beschermingsfonds, overeenkomstig het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel.
26
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
Bijkomende vermeldingen Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermeldingen op te nemen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de jaarrekening te wijzigen : – het cijfermatige gegevens in het activiteitenverslag zijn in overeenstemming met de jaarrekening ; – onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, werd de boekhouding gevoerd overeenkomstig de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften.
Brussel, 6 juni 2013 Mazars Bedrijfsrevisoren Het College van Revisoren Xavier DOYEN Dirk STRAGIER Bedrijfsrevisor Bedrijfsrevisor
Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten – jaarverslag 2012
27