Beroepsproduct 1 De invloed van sociale media op het leren van leerlingen
Gemaakt door Stageschool Begeleider HU begeleider Leerjaar Leerlingnummer
: Tristan van Leeuwen : Altena College Sleeuwijk : Peggy Winkelaar : Martin van den Berg : 2013/2014 : 1623718
Onderzoeksplan Inleiding Formulering opdracht Ik behandel in mijn Beroepsproduct de invloed van sociale media op het leren van de leerlingen. Sociale media is tegenwoordig een niet te missen onderdeel in de samenleving en dus lijkt het mij een goed onderwerp. De leerlingen op de middelbare school zijn de voornaamste mensen die gebruik maken van sociale media. Ik heb de opdracht samen met mijn begeleider op het Altena College bedacht. Het onderwerp kwam tot stand toen we lucht kregen van het idee van een aantal leraren om zelf een onderzoek te gaan doen naar sociale media. Omdat die leraren er pas aan gaan werken als ik mijn Beroepsproduct in moet leveren, hebben we besloten om mij deze opdracht te laten doen en daarna kijken we of ze iets aan mijn Beroepsproduct kunnen hebben tijdens hun onderzoek. Wat mee woog voor mij om voor dit onderwerp te kiezen, is dat sociale media niet meer weg te denken is uit de samenleving. Zoals gezegd zijn de middelbare scholieren een zeer grote groep van de gebruikers van sociale media. Mijn idee is ook om te gaan kijken of er verschil zit in het gebruik van sociale media in de verschillende jaren op de middelbare school. Context Het Altena College is een christelijke school. Een regel van het Altena College is dat de leerlingen geen mobiel (smartphone) mee de les in mogen nemen, de mobiel moet stil in het kluisje van de leerling liggen. Ik als oudleerling weet dat de leerlingen zich bij lange na niet aan die regel houden en vaak met hun mobiel in de klas zitten. Het is voor leerlingen heel verleidelijk om, vooral als ze achterin de klas zitten, hun mobiel te pakken en even hun Facebook te checken of even dat binnenkomende berichtje van WhatsApp te bekijken. Maar de school zelf maakt ook gebruik van sociale media. Het zogeheten SOM is een programma waar de leraren en leerlingen op kunnen kijken of er misschien veranderingen zijn in het rooster of wat het huiswerk was. Ook kunnen leraren en leerlingen met elkaar chatten op SOM. Onderzoeksvraag voor de verkenning Wat is de invloed van sociale media op het leren van leerlingen? Ik wil daarbij kijken naar de verschillen in de jaren. Ik ga een enquête afnemen bij de HAVO jaar 1, 3 en 5 en ook bij een aantal leraren ga ik een speciale enquête houden. Ik wil met die gekozen jaren een goed beeld krijgen over het gebruik van sociale media in die jaren en wat ze zelf van sociale media vinden. Met de leraren enquête wil ik bekijken wat leraren eigenlijk van sociale media vinden.
Literatuurverkenning Sociale media: een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Hoofdkenmerken zijn interactie en dialoog tussen de gebruikers. Via deze media delen mensen verhalen, kennis en ervaringen. Dit doen zij door berichten te publiceren of door gebruik te maken van ingebouwde reactiemogelijkheden. Wikipedia. (10 december 2013). Sociale media. Geraadpleegd op 11 december 2013. http://nl.wikipedia.org/wiki/Sociale_media Leren: het verwerven van nieuwe of het aanpassen van bestaande kennis, gedrag, vaardigheden of waarden en kan synthetiseren van verschillende soorten informatie inhouden. Wikipedia. (27 mei 2013). Leren. Geraadpleegd op 12 december 2013. http://nl.wikipedia.org/wiki/Leren Leerlingen zetten sociale media vandaag de dag massaal in bij hun hobby’s en bij school. Leerlingen gebruiken de sociale media om informatie uit te wisselen over huiswerk en het samenwerken aan opdrachten. Door de sociale media is het communiceren en het uitwisselen van informatie voor leerlingen makkelijker geworden, omdat het snel is. Slegtenhorst, Guido. (12 juli 2013). Onderzoek laat zien hoe tieners sociale media inzetten voor school en hobby’s. Geraadpleegd op 11 december 2013. http://www.kennisnet.nl/themas/mediawijsheid/onderzoek-samenleren-tieners-en-sociale-media/
Methode Respondenten Ik ga de leerlingen van de HAVO onderzoeken uit de jaren 1, 3 en 5. Ik wil dat doen om een goed beeld te krijgen van de leerlingen door de jaren heen. In jaar 1 zitten ze helemaal aan het begin van hun middelbare school carrière. In jaar 3 zitten ze in het midden en in jaar 5 zijn ze op hun einde. Wat ik hiermee wil onderzoek is of er verschil zit in gebruik van sociale media per leeftijd. Ook ga ik leraren een enquête af laten nemen en kijken hoe zij tegenover sociale media staan. Dataverzameling en meetinstrumenten Ik gebruik niet echt een normaal interview, ik gebruik een enquête die ik ga gebruiken bij drie leerjaren: jaar 1, jaar 3 en jaar 5. Een enquête lijkt mij in dit geval handig, omdat ik een grote groep kan ondervragen en ze kunnen de vragen zelf beantwoorden zoals zij dat willen. De leidraad van de enquête is het gebruik van sociale media door leerlingen en leraren. Dat past goed bij mijn vraag, omdat ik wil onderzoeken of sociale media invloed heeft op het leren van leerlingen, ik kan dus met mijn enquête kijken hoe leerlingen en leraren sociale media gebruiken en of dat bepalend kan zijn in het leergedrag van leerlingen. Of mijn enquête betrouwbaar wordt ingevuld door de leerlingen en leraren is natuurlijk maar de vraag, maar omdat ik een grote groep het laat invullen, zullen er vrij veel zijn die het wel goed en naar waarheid invullen en die kan ik dan goed gebruiken voor het onderzoek. Data analyse De vragen van de enquête zijn voor elk jaar hetzelfde, dus ik kan de antwoorden goed vergelijken. Per jaar kijk ik per vraag naar de antwoorden en schrijf ik de meest voorkomende antwoorden op, dat zijn dan voor mij de antwoorden die passen bij dat jaar. Dan bereken ik hoeveel procent van de leerlingen dat antwoord heeft gegeven en dat rond ik dan af naar makkelijke procenten. Tijdsplanning Volgende week wil ik de enquêtes hebben afgenomen, zodat ik in mijn vrije uren aan het beroepsproduct kan werken. Het is mijn bedoeling om te werken aan het beroepsproduct op mijn vrije uren, de woensdagmiddag is een hele handige daarvoor. Op woensdag heb ik in de ochtend intervisie voor stage, maar in de middag ben ik vrij. Ik ga dan in de middag, na het maken van mijn normale huiswerk, aan mijn beroepsproduct werken. Ook de vrijdag is een goede dag om te werken. Op vrijdag ben ik vrij en kan ik ongestoord werken aan het beroepsproduct. Literatuurlijst Slegtenhorst, Guido. (12 juli 2013). Onderzoek laat zien hoe tieners sociale media inzetten voor school en hobby’s. Geraadpleegd op 11 december 2013. http://www.kennisnet.nl/themas/mediawijsheid/onderzoek-samenleren-tieners-en-sociale-media/ Wikipedia. (27 mei 2013). Leren. Geraadpleegd op 12 december 2013. http://nl.wikipedia.org/wiki/Leren Wikipedia. (10 december 2013). Sociale media. Geraadpleegd op 11 december 2013. http://nl.wikipedia.org/wiki/Sociale_media Bijlagen Stappenplan onderzoeksinstrument: Helaas lukt het mij niet om een goede tabel in word te krijgen, dus doe ik het met losse woorden. Doel van de enquête: Ik krijg na afloop van de enquête een beeld van het gebruik van sociale media onder leerlingen en leraren. Kernbegrip: Sociale media, school. Deelaspecten: Tijd, gebruik. Stellingen/vragen: Welke sociale media wordt het meest gebruikt? Wordt sociale media gebruikt voor schooldoeleinden? Hoeveel tijd besteed een leerlingen (en leraar) gemiddeld per dag aan sociale media? Werkt SOM op school goed?
Ontwikkeling leidraad interview: Geïnterviewde: De klassen H1, H3 en H5. De leraren die daarbij horen zijn mevrouw Winkelaar, mevrouw De Heer en meneer Van Klinken. Doel van het interview: Inzicht krijgen in het gebruik van sociale media door de verschillende klassen en leraren. Begin- en eindtijd: We beginnen met het afnemen van de enquêtes ongeveer aan het begin van de les en het duurt ongeveer 5 tot 10 minuten. Locatie: Altena College Sleeuwijk.
Onderzoeksverslag Inleiding Formulering opdracht Mijn opdracht was te kijken naar de invloed van de sociale media op het leren van de leerlingen. Toen ik die opdracht bedacht samen met mijn begeleider op het Altena College, waren wij van mening dat sociale media niet meer weg te denken was uit de hedendaagse samenleving. Ook hadden wij het idee dat de leerlingen op de middelbare scholen tegenwoordig een grote groep vertegenwoordigen van de gebruikers van sociale media. Het onderwerp kwam tot stand toen we lucht kregen van het idee van een aantal leraren om zelf een onderzoek te gaan doen naar sociale media. Omdat die leraren er pas aan gaan werken als ik mijn Beroepsproduct in moet leveren, hebben we besloten om mij deze opdracht te laten doen en daarna kijken we of ze iets aan mijn Beroepsproduct kunnen hebben tijdens hun onderzoek. Context Het Altena College is een christelijke school. Een regel van het Altena College is dat de leerlingen geen mobiel (smartphone) mee de les in mogen nemen, de mobiel moet stil in het kluisje van de leerling liggen. Ik als oudleerling weet dat de leerlingen zich bij lange na niet aan die regel houden en vaak met hun mobiel in de klas zitten. Het is voor leerlingen heel verleidelijk om, vooral als ze achterin de klas zitten, hun mobiel te pakken en even hun Facebook te checken of even dat binnenkomende berichtje van WhatsApp te bekijken. Maar de school zelf maakt ook gebruik van sociale media. Het zogeheten SOM is een programma waar de leraren en leerlingen op kunnen kijken of er misschien veranderingen zijn in het rooster of wat het huiswerk was. Ook kunnen leraren en leerlingen met elkaar chatten op SOM. Onderzoeksvraag voor de verkenning Wat is de invloed van sociale media op het leren van leerlingen? Ik heb daarbij gekeken naar de verschillen in de jaren. Ik heb een enquête afgenomen bij de HAVO jaar 1, 3 en 5. Ook heb ik een enquête afgenomen bij een aantal leraren. Ik wilde met die gekozen jaren een goed beeld krijgen over het gebruik van sociale media in die jaren en wat de leerlingen zelf van sociale media vinden. Met de leraren enquête wilde ik bekijken wat de leraren eigenlijk van sociale media vonden.
Literatuurverkenning Sociale media: een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Hoofdkenmerken zijn interactie en dialoog tussen de gebruikers. Via deze media delen mensen verhalen, kennis en ervaringen. Dit doen zij door berichten te publiceren of door gebruik te maken van ingebouwde reactiemogelijkheden. Wikipedia. (10 december 2013). Sociale media. Geraadpleegd op 11 december 2013. http://nl.wikipedia.org/wiki/Sociale_media Leren: het verwerven van nieuwe of het aanpassen van bestaande kennis, gedrag, vaardigheden of waarden en kan synthetiseren van verschillende soorten informatie inhouden. Wikipedia. (27 mei 2013). Leren. Geraadpleegd op 12 december 2013. http://nl.wikipedia.org/wiki/Leren Leerlingen zetten sociale media vandaag de dag massaal in bij hun hobby’s en bij school. Leerlingen gebruiken de sociale media om informatie uit te wisselen over huiswerk en het samenwerken aan opdrachten. Door de sociale media is het communiceren en het uitwisselen van informatie voor leerlingen makkelijker geworden, omdat het snel is. Slegtenhorst, Guido. (12 juli 2013). Onderzoek laat zien hoe tieners sociale media inzetten voor school en hobby’s. Geraadpleegd op 11 december 2013. http://www.kennisnet.nl/themas/mediawijsheid/onderzoek-samenleren-tieners-en-sociale-media/
Methode Respondenten Ik heb de leerlingen van de HAVO onderzocht uit de jaren 1, 3 en 5. Ik heb dat gedaan om een goed beeld te krijgen van de leerlingen door de jaren heen. In jaar 1 zitten ze helemaal aan het begin van hun middelbare school carrière. In jaar 3 zitten ze in het midden en in jaar 5 zijn ze op hun einde. Wat ik hiermee wilde onderzoeken is of er verschil zit in het gebruik van sociale media per leeftijd. Ook heb ik een leraren enquête afgenomen en ik heb gekeken hoe zij tegenover sociale media staan. Dataverzameling en meetinstrumenten Ik gebruik niet echt een normaal interview, ik gebruik een enquête die ik ga gebruiken bij drie leerjaren: jaar 1, jaar 3 en jaar 5. Een enquête lijkt mij in dit geval handig, omdat ik een grote groep kan ondervragen en ze kunnen de vragen zelf beantwoorden zoals zij dat willen. De leidraad van de enquête is het gebruik van sociale media door leerlingen en leraren. Dat past goed bij mijn vraag, omdat ik wil onderzoeken of sociale media invloed heeft op het leren van leerlingen, ik kan dus met mijn enquête kijken hoe leerlingen en leraren sociale media gebruiken en of dat bepalend kan zijn in het leergedrag van leerlingen. Of mijn enquête betrouwbaar wordt ingevuld door de leerlingen en leraren is natuurlijk maar de vraag, maar omdat ik een grote groep het laat invullen, zullen er vrij veel zijn die het wel goed en naar waarheid invullen en die kan ik dan goed gebruiken voor het onderzoek. Data analyse De vragen van de enquête zijn voor elk jaar hetzelfde, dus ik kan de antwoorden goed vergelijken. Per jaar kijk ik per vraag naar de antwoorden en schrijf ik de meest voorkomende antwoorden op, dat zijn dan voor mij de antwoorden die passen bij dat jaar. Dan bereken ik hoeveel procent van de leerlingen dat antwoord heeft gegeven en dat rond ik dan af naar makkelijke procenten.
Resultaten Leerling enquête jaar 1 De eerste vraag van het enquête was: welke sociale media gebruik je? Dat was voor mij om een beetje een beeld te krijgen welke sociale media er populair waren onder de leerlingen. Opmerkelijk is dat 90% van de leerlingen zegt ook WhatsApp en YouTube te gebruiken en maar 5% gebruikt Linkedin. Er zit dus al een groot verschil gebruik van bepaalde sociale media. Wat verder opvalt, is het aantal gebruikers van Facebook, 55%. In de eerste klas is Facebook nog niet zo massaal blijkt nu. Uit de enquete is ook naar voren gekomen dat de leerlingen de sociale media niet heel veel voor school gebruiken. Slechts 20% van de leerlingen zegt sociale media (voornamelijk WatsApp) te gebruiken om iets te vragen over huiswerk of in welk lokaal er les is. Ik heb de leerlingen gevraagd om te antwoorden hoeveel uur ze per dag aan sociale media besteden, het gemiddelde in de eerste klas komt uit op 3,5 uur per dag. De meeste leerlingen zitten rond de 2 uur per dag, maar er zijn ook uitschieters die zeggen 8 a 9 uur per dag bezig te zijn met sociale media. 30% van de leerlingen zegt dat ze best vaak afgeleid worden van hun huiswerk door de sociale media. Ze zijn dan bezig met het leren en krijgen dan een berichtje en besteden dan geen aandacht meer aan hun huiswerk. Toen de enquête vroeg of de sociale media invloed heeft op de schrijfvaardigheid van de leerlingen, kwamen er toch een aantal antwoorden naar boven die ja zeiden. Die leerlingen de ja geantwoord hadden, hadden als voornaamste antwoord: je gebruikt bij sociale media veel afkortingen en dat pas je dan per ongeluk ook toe op school. 100% van de leerlingen zei dat ze sociale media niet tijdens school gebruiken als het niet is toegestaan. De school maakt gebruik van SOM. Een systeem waar zowel de leraar als de leerling informatie op kunnen vinden zoals het opgegeven huiswerk. Alle leerlingen vinden SOM een heel goed systeem, omdat ze op dat systeem kunnen zien wat het huiswerk is en ze kunnen ook met leraren chatten als ze iets niet snappen van het huiswerk. Verder kunnen leerlingen met SOM ruim van tevoren zien of er een roosterwijziging is en kunnen ze zich daar op voorbereiden.
Leerling enquête jaar 3 De eerste vraag van het enquête was: welke sociale media gebruik je? Dat was voor mij om een beetje een beeld te krijgen welke sociale media er populair waren onder de leerlingen. In het derde is het aantal gebruikers van WhatsApp en YouTube ongeveer hetzelfde als in jaar 1. In jaar 3 wordt wel veel meer gebruik gemaakt van Facebook en Twitter. Het gebruik van zowel Facebook als Twitter is in het derde jaar met ongeveer 20% verhoogd. Verder blijft Linkedin een kleine speler in het veld. In jaar 3 wordt wel heel veel gebruik gemaakt van sociale media in verband met school. Er kwam naar voren dat 90% gebruik maakt van sociale media om naar het huiswerk te vragen. Ook gebruiken een aantal leerlingen YouTube om filmpjes op te zoeken voor een presentatie, wat in jaar 1 niet gezegd werd. In jaar 3 vergeleken met jaar 1 is er een stijging van een uur bij het gemiddeld aantal uur per dag dat leerlingen besteden aan sociale media. Van 3.5 naar 4.5. Op de vraag of ze wel eens afgeleid worden tijdens het leren door sociale media, antwoordde ongeveer de helft van de leerlingen ja. Ze worden afgeleid door een berichtje en besteden daarna weinig tot geen aandacht meer aan hun huiswerk. Volgens de leerlingen gaat hun schrijfvaardigheid niet heel veel achteruit, maar ze durven over het algemeen toch toe te geven dat ze vaak moeten nadenken bij een repetitie of ze een woord wel goed schrijven. Ze zeggen dat, omdat je bij sociale media veel kort wil doen, je dat ook gaat toepassen op je toetsen. In vergelijking met jaar 1 zijn er meer leerlingen die toegeven dat ze soms in de knel komen met schrijfvaardigheid. In jaar 1 zeiden nog 100% van de leerlingen dat ze geen sociale media onder schooltijd gebruiken als dat niet is toegestaan, nu is dat aantal nog maar 65%. 35% gebruikt dus stiekem sociale media tijdens de les. Dat is een groot verschil met jaar 1. In jaar 3 blijft SOM een geliefd systeem. Ook hier wordt door eigenlijk alle leerlingen gezegd dat SOM handig is om huiswerk te checken en dingen te vragen aan de leraar. Leerling enquête jaar 5 De eerste vraag van het enquête was: welke sociale media gebruik je? Dat was voor mij om een beetje een beeld te krijgen welke sociale media er populair waren onder de leerlingen. Dat is ongeveer hetzelfde als in jaar 1 en 3. WhatsApp en YouTube blijven zeer populair. In de vijfde is Twitter nog extra verhoogd ten opzichte van jaar 3. Bijna iedereen in jaar 5 heeft Twitter. Linkedin blijft ook hier bijna ongebruikt. In jaar 5 maakt bijna 100% gebruik van sociale media om dingen over school te bespreken. Ze bespreken het huiswerk en zoeken, net als in jaar 3, naar filmpjes op YouTube voor een presentatie. Het aantal uur dat de leerlingen gemiddeld per dag aan sociale media besteden stijgt in jaar 5 met een halfuur ten opzichte van jaar 3. Van 4.5 naar 5. In jaar 5 worden de leerlingen meer afgeleid tijdens het leren dan in de voorgaande jaren. Liefst 60% zegt afgeleid te worden, omdat ze een berichtje krijgen en dan geen aandacht meer hebben voor het leren. Op de vraag of sociale media de schrijfvaardigheid beïnvloed, zeggen eigenlijk alle leerlingen in jaar 5: nee. Volgens sommige leerlingen is sociale media zelfs voordelig, omdat je dankzij het woordenboek woorden kan onthouden. In jaar vijf gebruiken bijna alle leerlingen sociale media als ze de les niet leuk vinden. Ze weten dat het niet mag, maar doen het toch. Ook hier in jaar 5 zijn leerlingen te spreken over SOM. Ze vinden het een goed systeem waar je vragen kunt stellen aan de leraren en kunt kijken wat het huiswerk was en of er een wijziging is in het rooster. Sommige leerlingen zeggen dat ze zelfs geen eigen agenda meer hebben, maar alleen op SOM kijken.
Eindoordeel enquête jaar 1, 3 en 5 Er wordt in alle jaren veelvuldig gebruik gemaakt van sociale media. WhatsApp is in alle jaren, samen met YouTube het populairste middel. Wat opvalt is dat in jaar 1 nog weinig gebruik wordt gemaakt van sociale media om school te regelen en in jaar 3 en 5 is dat al veel meer, daar gebruiken ze de sociale media echt om huiswerk te bespreken en voor te bereiden. Hoe hoger je in de jaren komt, hoe hoger het aantal gemiddelde uren zijn dat leerlingen per dag aan sociale media besteden. Dat hangt ook samen met de vragen of leerlingen wel eens afgeleid worden tijdens het leren of dat ze tijdens de les bezig zijn met sociale media. In jaar 1 zegt iedereen dat ze geen sociale media gebruiken tijdens de les als dat niet is toegestaan, in jaar 5 gebruiken ze juist bijna allemaal sociale media, terwijl ze weten dat het niet mag. Naarmate de leerlingen ouder worden/in hogere jaren komen, worden ze eigenlijk steeds meer versmolten met sociale media en besteden ze er veel meer aandacht aan. De leerlingen zijn in alle jaren erg goed te spreken over SOM, ze vinden het handig dat er een site is waar het huiswerk gevonden kan worden en waar ze contact kunnen leggen met de leraar als de leerlingen iets niet snappen. Leraren enquête Ik heb een aantal leraren ook een enquête laten maken. Uit de antwoorden van de leraren kwam naar voren dat ze zelf niet zo veel gebruik maken van sociale media. Ze gebruiken bijvoorbeeld YouTube om een filmpje op te zoeken voor hun les, maar daar blijft het voornamelijk bij. De leraren vinden dat sociale media de leerlingen op leergebied niet helpt. Leerlingen zijn in de les snel afgeleid als ze een berichtje krijgen, dan proberen ze stiekem het berichtje te lezen tijdens de les. Ook tijdens toetsen komt het slechte van sociale media naar boven volgens de leraren. Bij Engels zijn er leerlingen die gebruiken de afkorting U voor you. Ondanks dat de leraren niet heel blij zijn met de sociale media, zijn ze wel te spreken over SOM. De leraren vinden het voornamelijk prettig dat ze snel contact kunnen leggen met leerlingen over bepaalde schoolzaken, zoals cijfers.
Conclusie en discussie Wat is de invloed van sociale media op het leren van leerlingen? De sociale media heeft een goede en een slechte kant. De goede kant is dat de leerlingen makkelijk met elkaar kunnen communiceren over school. Ze kunnen heel snel met elkaar het huiswerk bespreken en ze weten heel snel wat ze precies moeten leren voor een toets. Maar zoals gezegd, sociale media heeft ook een slechte kant en die weegt denk ik zwaarder. Leerlingen zeggen het zelf al en leraren benoemen het nog eens extra, de schrijfvaardigheid gaat achteruit en leerlingen zijn tijdens de les sneller afgeleid en met sociale media bezig. Leerlingen geven zelf ook aan, vooral in jaar 5, dat ze sneller worden afgeleid tijdens het leren als ze een berichtje krijgen. De leerlingen gaan zelfs tijdens de les kijken op sociale media, in de hoop dat de leraar het niet ziet. Ik denk dat de sociale media een slechte invloed heeft op het leren van leerlingen, de woordenschat gaat achteruit, de leerlingen raken snel afgeleid bij het leren/maken van huiswerk. Ik denk dat dat op termijn effect zal gaan hebben op de cijfers van leerlingen, die worden dan alleen maar minder. Als leerlingen nu al woorden gaan vervangen, zoals bij Engels U voor you, dan moet dat in de toekomst alleen nog maar erger worden. Hoe hoger de leerlingen in de jaren komen, hoe meer ze toegetrokken worden tot de sociale media en hoe meer ze dus afgeleid worden van hun leerwerk. Literatuurlijst Slegtenhorst, Guido. (12 juli 2013). Onderzoek laat zien hoe tieners sociale media inzetten voor school en hobby’s. Geraadpleegd op 11 december 2013. http://www.kennisnet.nl/themas/mediawijsheid/onderzoek-samenleren-tieners-en-sociale-media/ Wikipedia. (27 mei 2013). Leren. Geraadpleegd op 12 december 2013. http://nl.wikipedia.org/wiki/Leren Wikipedia. (10 december 2013). Sociale media. Geraadpleegd op 11 december 2013. http://nl.wikipedia.org/wiki/Sociale_media Bijlagen Ontwikkeling leidraad interview: Geïnterviewde: De klassen H1, H3 en H5. De leraren die daarbij horen zijn mevrouw Winkelaar, mevrouw De Heer en meneer Van Klinken. Doel van het interview: Inzicht krijgen in het gebruik van sociale media door de verschillende klassen en leraren. Begin- en eindtijd: We beginnen met het afnemen van de enquêtes ongeveer aan het begin van de les en het duurt ongeveer 5 tot 10 minuten. Locatie: Altena College Sleeuwijk.
Omdat ik niet echt normale interviews heb gehouden, zijn hier gescande enquêtes die ik heb afgenomen. Ik heb 1 leraren enquête en 1 leerling enquête gescand omdat ze voor de leraren hetzelfde waren en bij de leerlingen waren ze ook hetzelfde.
Leraren enquête:
Leerling enquête:
Procesverslag Inleiding en leervragen Ik heb voor dit onderwerp als beroepsproduct gekozen, omdat sociale media tegenwoordig een groot deel van het leven beheerst. Op scholen lopen natuurlijk leerlingen rond en die leerlingen zijn het meeste bezig met sociale media, ze gebruiken het om met elkaar te communiceren en informatie te verkrijgen. Bij de start van dit beroepsproduct heb ik twee leervragen geformuleerd: 1. Is mijn enquête goed genoeg, zodat het mijn onderzoek kan verduidelijken, en 2. Ben ik professioneel genoeg om mijn voorkeur niet te veel te laten doorkomen, zodat mijn onderzoek onafhankelijk is. Ik wilde zien of ik een goede enquête kan maken, waar ik wat aan heb tijdens het onderzoek. Ik heb al wel eens een enquête moeten maken in het verleden, maar ik wist niet goed of ik het maken van een enquête nog beheerste. Ik wilde tijdens mijn onderzoek zo onafhankelijk mogelijk zijn. Ik ben zelf zeer bezig met sociale media, het maakt echt deel uit van mijn leven. Mijn doel was dan ook om de resultaten van het onderzoek naar voren te laten komen en niet mijn eigen voorkeur, terwijl dat toch het meest voor de hand ligt. Een punt uit de generieke kennisbasis dat naar voren is gekomen is communicatie. Leerlingen, en ook leraren, communiceren veel met elkaar en doen dat tegenwoordig veel met sociale media. Via WhattsApp sturen ze elkaar een berichtje over het huiswerk, via Facebook wisselen ze dat huiswerk uit. Op het Altena College lichten de leraren de leerlingen via SOM in over het huiswerk, of over lesuitval. Sociale media draagt bij aan de communicatie tussen leraren en leerlingen. Beantwoording leervragen Mijn enquête is goed genoeg geweest, omdat ik er veel aan heb gehad. Ik heb kunnen zien hoe leerlingen tegenwoordig omgaan met sociale media, en dat op verschillende leeftijdsniveaus. Ook ben ik in dit onderzoek onafhankelijk genoeg geweest, ik heb mij beperkt tot mijn bevindingen van het onderzoek en niet mijn eigen mening naar voren geschoven. Ik heb tijdens dit onderzoek geleerd dat het gebruik van sociale media per leeftijd e e anders is. In het 5 lesjaar wordt sociale media veel meer gebruikt voor school, dan in het eerste jaar. In de 5 raken de leerlingen zich meer bewust van het feit dat sociale media heel handig is om te gebruiken voor school. e
e
e
Situatie: Ik heb enquêtes afgenomen bij een 1 , 3 en 5 klas. Taak: Ik wilde bereiken dat ik een goed beeld zou krijgen van het gebruik van sociale media van de leerlingen in de verschillende jaren. Actie: Ik gaf de leerlingen een enquêteformulier en vroeg of ze die zo eerlijk mogelijk wilde invullen. Daarna heb ik de formulieren ingenomen en heb ik het resultaat bekeken. e Resultaat: Het blijkt dat in het 5 jaar de leerlingen de sociale media veel meer gebruiken voor schooldoeleinden. Ze gebruiken het meer om huiswerk uit te wisselen of te vragen wat te leren voor een toets. In het eerste jaar wordt sociale media meer gebruikt voor het leuke en grappige en in het laatste jaar gebruiken de leerlingen het meer serieus voor school. Reflectie: Het resultaat is in mijn ogen voor de hand liggend. Na mate je ouder wordt krijg je steeds meer in de gaten dat sociale media handig is met betrekking tot school. Daarom zie je ook het verschil met de eerste en de vijfde, dat de vijfde sociale media meer voor schooldoeleinden gebruikt dan dat de eerste klas dat doet. Projectmatig werken Het was mijn bedoeling om het beroepsproduct de tweede periode van het schooljaar al af te hebben, dat is helaas niet gelukt. Tijdens die periode ben ik wel ver gekomen en heb de enquête af kunnen nemen en al het onderzoeksplan en het onderzoeksverslag af kunnen maken. Helaas lukte het mij ,vanwege het drukke schema van andere vakken, niet om het beroepsproduct af te maken in de tweede periode. Ik ben daarna verder gegaan in de derde periode en heb daarin nog wat puntjes op de i gezet bij het onderzoeksverslag en heb ik het procesverslag gemaakt. Het beroepsproduct heeft mij veel tijd gekost en qua uren kom ik dan ook dicht bij die 140 uur. Ik zit met mijn uren zo rond de 120 uur. Voor de volgende keer ga ik toch proberen om het beroepsproduct af te maken in de periode dat er voor gegeven wordt, dat scheelt toch weer stress in de periode daarna. Het beroepsproduct is typisch iets wat ongemerkt blijft liggen, omdat je voorrang verleent aan andere vakken en dat moet je eigenlijk niet te veel doen, want dat kon je met het beroepsproduct in de knel. Voor de volgende keer wil ik het dan ook zo snel mogelijk af hebben, zodat het niet blijft liggen en ik er geen last meer van heb. Professioneel werken Ik heb met leraren van het Altena besproken wanneer ik even in de les langs kon komen om de enquête af te nemen bij de leerlingen. Ik heb vooraf op SOM gekeken naar de roosters en daaruit de geschikte klassen gepakt. Alle klassen die ik gekozen had, hadden ook les op een dinsdag, omdat dat voor mij makkelijk was, want dat is mijn stagedag. Ik heb die leraren gemaild en ze vonden het geen probleem dat ik even in de les zou komen met
die enquête. Tijdens het afnemen van de enquête heb ik de leerlingen en leraren gevraagd om de enquête zo eerlijk mogelijk in te vullen en ik ga ervan uit dat ze dat ook hebben gedaan. Het contact met mijn begeleider was prima, iedere week hebben we het ook wel even over het beroepsproduct gehad en vroeg ze hoe het ging. Eigenlijk altijd zei ik dat het goed ging, totdat ik erachter kwam dat ik het niet ging redden en een periode en ik een tweede periode nodig had. Ze gaf als advies mee dat ik het dan zo snel mogelijk af moest maken en zorgen dat ik van het beroepsproduct af was. Onderzoeksmatig werken Op gebied van onderzoek doen heb ik geleerd dat je je goed moet voorbereiden, je moet weten waarover je onderzoek doet. Je moet weten wat voor soort vragen je moet stellen, je vragen moeten bij een enquête ook niet te moeilijk zijn, het moet snel en goed ik te vullen zijn. Je moet rekening houden met de tijd, een onderzoek kan langer duren dat dat je eigenlijk denkt. Je moet qua tijd goed in de gaten hebben hoelang het onderzoek duurt, anders kom je in tijdnood en krijg je je onderzoek niet op tijd af. Ook moet je weten wat je doelgroepen zijn bij een onderzoek. Je moet goed weten waar en wanneer je een doelgroep kan vinden om informatie vandaan te halen. Over mijn Plan van Aanpak heb ik eigenlijk geen feedback gehad, ik heb het tijdens de les een keer laten zien aan Martin en hij vond het prima en ik mocht door met mijn onderzoek. Bijlagen Beoordelingsadvies:
Urenverantwoording: Helaas kom ik niet aan de 140 uur. Ik heb ongeveer 120 uur aan het beroepsproduct gezeten.