Beroepsopdracht 1 Persoonlijke zorg
Werkprocessen en competenties gericht op basiszorg 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E: Samenwerken en overleggen F: Ethisch en integer handelen J: Formuleren en rapporteren K: Vakdeskundigheid R: Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten V: met druk en tegenslag omgaan
1.4 Begeleidt een zorgvrager C: Begeleiden D: Aandacht en begrip tonen R: Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten
Loopbaan en burgerschap 1.4 Dimensie viraal burgerschap 2 loopbaan
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 06 07 2012
Pagina 1 van 54
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 06 07 2012
Pagina 2 van 54
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ...................................................................................................................... 3 Opdracht ............................................................................................................................... 4 Resultaatoverzicht…………………………………………………………………………….………7 Taakopdracht 1 Oriëntatie op de werkplek…………….…………………..………………………9 Taakopdracht 2 Taken en werkzaamheden Verpleegkundige…………………...……………10 Taakopdracht 3 Oriëntatie taakgebied andere disciplines……………….………….…….….12 .. Taakopdracht 4 Helpen bij voeding en vocht………………………………. ………….……..…13 Taakopdracht 5 Helpen bij lichamelijke verzorging…………………………………..……….…14 Taakopdracht 6 Begeleiden bij dagelijks functioneren………………………………………….16 . Taakopdracht 7 Persoonlijke zorg ondersteunen bij minimaal 3 zorgvragers………………..18 Taakopdracht 8 Schrijven van 3 verslagen over uitgevoerde persoonlijke zorg…. ……….25. Leermenu……………………………………………….……………………………………….……35 PAP……………………………………………………..………………………………………….….57
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 06 07 2012
Pagina 3 van 54
Beroepsopdracht: Persoonlijke zorg geven aan een zorgvrager
Inleiding Tijdens je opleiding ga je elke periode werken met een andere beroepsopdracht. Hierin werk je aan taken waar je als verpleegkundige dagelijks mee te maken krijgt in de praktijk. Elke beroepsopdracht heeft zijn eigen thema, zoals deze eerste bijvoorbeeld op de persoonlijke verzorging is gericht. Op school in de theorie werk je met leermenu’s deze zijn ondersteunend aan de beroepsopdrachten. Ze helpen je met om de taakopdrachten in de praktijk goed uit te kunnen voeren. Hieronder volgt een korte uitleg. Omdat persoonlijke verzorging veel omvat loopt deze nog 5 weken door in de volgende beroepsopdracht. Er wordt wel gezegd dat persoonlijke zorg geven mede de kern van het vak verpleegkundige is en een belangrijke taak omvat in je vak als verpleegkundige is. Beroepsopdracht / taakopdracht Elke beroepsopdracht omvat een aantal taakopdrachten. Deze taakopdrachten zijn in feite afgeronde werkzaamheden uit je eigen vakgebied. Ze laten je werken aan taken die je als verpleegkundige in de praktijk uitvoert. Na de oriëntatieopdracht volgt er een beschrijving van de taakopdrachten. Deze taakopdrachten ga je uitvoeren op school en in de praktijkinstelling. Er staat beschreven aan welke criteria deze taakopdrachten dienen te voldoen. Je mag aan de taakopdracht werken gedurende de 10 weken dat deze beroepsopdracht op school loopt en nog 10 weken erna in de praktijkinstelling. Kortom elke beroepsopdracht loopt 20 weken in totaal. Je neemt de planning van je beroepsopdrachten op in je PAP (persoonlijk activiteiten plan). Let op deze opdrachten tellen mee voor je BPV beoordeling. In de beroepsopdracht kom je een resultatenoverzicht tegen. Hierop kun je de taakopdrachten laten aftekenen wanneer je ze hebt afgerond. Dit aftekenen gebeurt door je begeleider uit de praktijkinstelling en/of je begeleider op school. Deze begeleider tekent dit af wanneer je voldoende ontwikkeling hebt aangetoond aan de hand van de beoordelingscriteria. Wanneer alles op het resultatenoverzicht van beroepsopdracht 1 is afgetekend kan je deze opnemen in je portfolio. De eerste 6 taakopdrachten ga je maken tijdens de stageperiode van 15 weken. Wanneer je gaat werken ga je verder met de taakopdrachten 7 tot en met 10. Leermenu / leeropdracht Bij elke beroepsopdracht hoort een leermenu. In dit leermenu staan leeropdrachten beschreven, deze zijn ondersteunend aan je taakopdrachten. Het is belangrijk dat je ze goed hebt uitgewerkt zodat je de taakopdrachten in de praktijkinstelling beter kunt uitvoeren. Het gaat bij deze leeropdrachten vooral om de theoretische voorbereiding en verdieping zodat je straks beter je beroepsopdracht kunt afronden. De leeropdrachten uit het leermenu worden in de periode van 10 weken ook afgerond op school. Deze lopen dus niet door zoals de taakopdrachten. Natuurlijk is het daarvoor ook belangrijk dat jij je literatuur goed gaat bijhouden en je leervragen voordat je de les in gaat helder hebt. In het leermenu staat daarom beschreven per week welke literatuur de docent gaat behandelen in betreffende week. Naast deze beroepsopdracht en de daarop volgenden, loopt door de hele opleiding heen beroepsopdracht 5 en de bewijsmap Verpleegtechnische handelingen. Hiermee ben je de hele opleiding bezig om te werken aan je verpleegtechnische handelingen en om ze af te ronden in de bewijsmap. In elk PAP neem je op aan welke vaardigheden je gaat werken.
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
4 van 54
Tijdens deze periode richt je je vooral op basis technische handelingen zie hiervoor beroepsopdracht 5 Basis technische handelingen. Deze loopt tijdens beroepsopdracht 1 en 2. Daarna ga je over naar verpleegtechnische handelingen.
Planning maken (PAP) Om aan je begeleiders in de praktijk en op school duidelijk te maken wat je gaat doen beschrijf je in een planning bij elke beroepsopdracht Wat je gaat doen, Hoe je het gaat doen, Wanneer met Wie en Welke activiteiten je daarvoor gaat uitvoeren. Er is daarvoor een planningsoverzicht opgenomen die je kunt invullen, zie bijlage 1. Je mag dat natuurlijk ook op je eigen manier doen. Beschrijf eveneens bij de bewijslast wat je gaat aantonen of aanleveren om te laten zien dat je aan betreffende opdracht voldoet. Het is belangrijk voor je begeleider om dit vooraf al te weten zodat hij of zij kan bepalen of dit voldoende is voor deze opdracht of dat ze nog aanvullende bewijslast wil zien. Denk er aan om ook altijd je gesprekken en verpleegtechnische vaardigheden waar je aan wilt werken hierbij op te nemen. TIP je kunt je resultatenoverzicht van de beroepsopdracht als basis nemen met wat je moet doen periode en deze verder uitwerken in een planning. Het gaat namelijk vooral om je taakopdrachten dat je deze goed uitzet in de praktijkinstelling. Geef ook duidelijk aan wanneer je een beroepsopdracht gaat afronden. Deze beroepsopdracht omvat 240 SBU (studiebelastingsuren)
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
5 van 54
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
6 van 54
Resultaatoverzicht beroepsopdracht 1 Persoonlijke Zorg
Naam: Naam: Groep: Datum afgerond BPV/ of school School/ BPV
Taakopdracht Planning maken PAP/ POP
Handtekening Docentcoach Begeleider praktijk
Taakopdracht 1 Verslag van oriëntatie op de werkplek
Begeleider praktijk
Taakopdracht 2 Verslag over taken en werkzaamheden van de verpleegkundige, vanuit 2 interviews
Begeleider praktijk
BPV .
Taakopdracht 3 Oriëntatie op het taakgebied van andere disciplines
Docentcoach
School .
Taakopdracht 4 Helpen bij voeding en vocht
Docentcoach
School
Taakopdracht 5 Helpen bij de verzorging/ reflectieverslag
Begeleider praktijk
School/ BPV
BPV
Reflectie docent
School/ BPV
BPV
Taakopdracht 6 Begeleiden bij dagelijks functioneren/ reflectieverslag
Docentcoach
Taakopdracht 7: Uitvoering geven aan persoonlijke zorg bij 3zorgvragers in de praktijk met de beoordelingscriteria.
Begeleider praktijk 1)
Begeleider praktijk
2) Docentcoach 3)
School/ BPV
Taakopdracht 8: 3 verslagen van de uitgevoerde zorg inleveren bij de docent. 1 verslag wordt beoordeeld volgens de opgestelde criteria (keuze van de docent welke).
Begeleider praktijk 1) 2) 3)
School
Leeropdrachten: Opdrachten 1 t/m 10 uit het leermenu
Docentcoach 1)
Toelichting op resultaat
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
7 van 54
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
8 van 54
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
9 van 54
Oriëntatie
In welke beroepscontext ga ik de beroepsopdracht uitvoeren? Bij oriënteren ga je jezelf de vraag stellen wat je allemaal al weet en wat je nog moet leren over persoonlijke zorg. Daarnaast ga je ontdekken hoe een beroepsopdracht in elkaar zit en welke stappen je moet nemen om deze uiteindelijk af te ronden. Je kunt je hierbij de volgende vragen stellen: In welke beroepscontext ga ik de beroepsopdracht uitvoeren? Welke afspraken moet ik met mijn begeleiders maken? Welke competenties ga ik laten zien bij deze beroepsopdracht? Welk gedrag vertoon ik bij het uitvoeren van de beroepsopdracht? (neem hiervoor de beoordelingscriteria nog eens door) Welke resultaten moet ik aantonen om de beroepsopdracht af te sluiten? Wat verwacht ik van de begeleiders bij deze beroepsopdracht? Welke samenwerkingsafspraken maak ik voor de theorie met de klas en de docenten en in de praktijk met de begeleiders? Beantwoord onderstaande vragen 1. Wat versta jij onder het geven van persoonlijke zorg? 2. Heb je al eens iemand anders verzorgd en hoe heb je dat gedaan? In welke situatie was dat? 3. Wat vind jij belangrijk bij het geven van zorg? 4. Hoe staat het met je theoretische kennis die van belang is bij het geven van persoonlijke zorg? Kijk in het leermenu voor de onderdelen die aan bod gaan komen.
Aan de hand van je oriëntatie ga je samen met de docent en de groep afspraken maken over de lessen en de volgorde van de verschillende opdrachten. De uitkomsten hiervan zet je in een plan: hierin schrijf je wat je wilt bereiken en hoe je dat gaat doen, met wie, en wanneer (voor zover mogelijk). Dit noemen we het PAP, je persoonlijk activiteiten plan.
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
10 van 54
Taakopdracht 1 Oriëntatie op de stage werkplek De eerste 6 taakopdrachten ga je maken tijdens de stageperiode van 15 weken. Wanneer je gaat werken ga je verder met de onderdelen 7 tot en met 10. Als eerste opdracht ga jij je verdiepen op je werkplek. Het is belangrijk dat je weet op wat voor een afdeling je nu eigenlijk gaat werken. Wanneer je dat helder hebt, ben je beter in staat om je eigen PAP/ POP op te stellen. Je gaat de volgende items uitwerken en beschrijven in een verslag: - inrichting afdelingsorganisatie met betrekking tot de verpleegkundigen en de andere disciplines - het verpleegsysteem - de samenwerking en overlegmomenten - hoe de begeleiding is georganiseerd van leerlingen/ stagiaires - welke categorie zorgvragers verpleegd worden - de taken van een verpleegkundige en de verpleegkundige vaardigheden in relatie tot de - categorie zorgvragers. Maak hiervoor een afspraak met de werkbegeleider en inventariseer informatie over de afdelingsorganisatie met betrekking tot de zorgcategorie, het verpleegsysteem, de contacten met andere disciplines en specialismen, en de toegepaste begeleidingsstructuur. De vragen die je gaat stellen neem je vooraf door met je docent op school. In de nabespreking op school in de groep vertel je medestudenten op wat voor een afdeling je gaat werken. De uitwerking van het verslag lever je in bij de praktijk.
Oriëntatie op de werkplek School BPV
Beoordelingscriteria
V
O
1
A
Werkproces 1.2: biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden Maakt een afspraak maken met de begeleider
BPV
Verzamelt informatie met betrekking tot: - de categorie zorgvragers; - de wijze waarop het verpleegsysteem is georganiseerd; - de contacten met andere disciplines; - de wijze waarop de leerlingbegeleiding is georganiseerd; Stelt vragen aan de begeleider met betrekking tot de gekregen informatie; Organiseert een gesprek met een medestagiaire/medeleerling waarin de verkregen informatie wordt verteld; vragen van de medestagiaire/medeleerling en je reactie hierop schriftelijk vastleggen; de opdracht in zijn geheel bespreken met de begeleider. Op papier staat een uitwerking van de afdeling aan de hand van bovenstaande items
School
1
Bespreekt in de groep de afdeling en licht het specifieke karakter toe
Is aandachtspunt
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
11 van 54
Taakopdracht 2 Taken en werkzaamheden van de verpleegkundige
Zoek informatie op met betrekking tot de taken en werkzaamheden van de verpleegkundige, routinewerkzaamheden en niet routinematige werkzaamheden en observeer een verpleegkundige tijdens een stagedag tijdens het werk dat ze uitvoert. Ga na of er op de afdeling taak- en functieomschrijvingen zijn van verpleegkundigen. In ieder geval ga je op zoek naar het verpleegkundig beroepsprofiel en de beroepscode. Na deze theoretische voorbereiding ga je twee interviews voorbereiden met verpleegkundigen. Hiervoor ga je eerst vragen opstellen die komen vanuit je observatie en theoretische voorbereiding Vergelijk de uitkomsten van de interviews en je observaties in de praktijk met jouw beeld van het beroep dat je in de introductieweek van school op papier hebt gezet. Geef in een verslag je conclusies weer. De uitwerking van je conclusie lever je in de praktijk.
Taken en werkzaamheden van de verpleegkundige Beoordelingscriteria School BPV.
V
O
A*
Werkproces 1.2: biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden BPV
Heeft vragen opgesteld ter voorbereiding van een interview De vraagstellingen zijn besproken met de begeleider en zo nodig bijgesteld een interview afnemen De uitkomsten van het interview zijn verwerkt, met daarin een conclusie Er zijn twee interviews gehouden
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
12 van 54
Taakopdracht 3 Oriëntatie op het taakgebied van andere disciplines
Observeer en ga na op jouw afdeling welke disciplines er allemaal werken. Vervolgens zet je per discipline op papier welke taken ze hebben op de afdeling en op welke wijze er samengewerkt wordt met de verpleegkundigen. Beschrijf wat je ziet gebeuren in de samenwerkingsrelatie. Deze uitwerking ga je met de groep bespreken op school. De uitwerking van het verslag lever je in bij je begeleider op school en in de praktijk. Bij de uitwerking van je observatie stel je vijf vragen op die je wilt stellen aan de groep. Hierover gaan jullie met elkaar in discussie. Aan het eind koppel je terug aan de groep wat je leermoment is geweest bij dit onderdeel.
Oriëntatie op het taakgebied van andere disciplines Beoordelingscriteria V School BPV
O
A*
Werkproces 1.2: biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden
School
Vragen formuleren met betrekking tot de taakgebieden van deze disciplines De disciplines die op de stage-/werkplek werkzaam zijn staan beschreven De taken die de disciplines op de afdeling hebben staan beschreven De samenwerkingsrelatie staat beschreven met de verpleegkundige De relatie is aangeven tussen de zorgvrager en de desbetreffende disciplines Het resultaat bespreken en aangeven wat voor jou leermomenten zijn geweest Er staan vijf vragen beschreven die besproken worden in de groep Benoemt eigen leermoment
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
13 van 54
Taakopdracht 4 Helpen bij opname van voeding en vocht
Je kiest een zorgvrager uit op de afdeling waar je stage loopt, die geholpen wordt met de opname van voeding en vocht. Overleg met je begeleider of je een geschikte keuze hebt gemaakt. Van deze zorgvrager ga je de zorg rondom voeding en vocht en het voedingspatroon in kaart brengen gedurende twee dagen. Je ondersteunt de zorgvrager bij de maaltijden en het geven van vocht tussendoor. In de theorie ga je op zoek naar waar gezonde en volwaardige voeding aan dient te voldoen. Kijk hiervoor in ieder geval op www.voedingscentrum.nl en doe zelf ook de voedingstest. Wat valt je op wanneer je het voedingspatroon van de zorgvrager hiernaast legt. Krijgt de zorgvrager voldoende voedingsstoffen binnen? Aan welke voedingsvoorschriften moet de zorgvrager zich houden? Geef antwoord op de volgende vragen: - Welk ondersteuning en voedingsadvies heeft deze zorgvrager nodig? - Wat voor een taak en verantwoordelijkheden heeft de verpleegkundige bij het ondersteunen van deze zorgvrager bij de voeding? - Benoem 5 interventies die bij deze zorgvrager van belang zijn op het gebied van de voeding en vocht - Vergelijk je uitwerking met de werkelijke situatie. Wat gebeurt er wel of niet. - Hoe is er rekening gehouden met de beleving, de wensen en mogelijkheden van de zorgvrager bij de te geven zorg rondom voeding - Met welke regels en voorschriften heb je op de afdeling te maken rondom voeding - Neem deze uitkomst op in je verslag. Beschrijf dit op een A4. In de groep beoordelen jullie elkaars verslagen Helpen bij opname van voeding en vocht School/ BPV.
Beoordelingscriteria
V
O
A*
Werkproces 1.2: biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden School
Taken en verantwoordelijkheden van de verpleegkundige rondom voeding staan beschreven Beschreven is de ondersteuning en voedingsadviezen die de zorgvrager nodig heeft Beschrijft 5 interventies bij de zorgvrager gericht op voeding en vocht Er is in het verslag een vergelijking gemaakt tussen de werkelijke en wenselijke situatie Beschreven staat welke regels en voorschriften er zijn op de afdeling rond voeding en vocht Het verslag is gekoppeld aan één zorgvrager In de groep is het verslag beoordeeld door medestudenten
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
14 van 54
Taakopdracht 5 Helpen bij lichamelijke verzorging
Je kiest een zorgvrager op de afdeling waaraan lichamelijke verzorging wordt gegeven. In deze situatie ga je observeren welke zorg er allemaal gegeven wordt aan deze zorgvrager. Kijk hiervoor eens goed in het verpleegdossier van de zorgvrager. - Wat staat er allemaal in de anamnese en in het verpleegplan of andere formulieren/ lijsten die gebruikt worden om te beschrijven welke zorg gegeven wordt. - Welke overeenkomsten en verschillen zie je in geplande en uitgevoerde zorg? - Wat wordt er geschreven over de zorg die gegeven wordt en hoe wordt het uitgevoerd? Dit alles ga je observeren en in een kort verslag vastleggen. Bij het verlenen van persoonlijke zorg maak je lichamelijk contact. Het is een intieme gebeurtenis. Daarnaast is elke zorgvrager verschillend en heeft zijn of haar eigen culturele achtergrond. Hoe ga je daarbij om met de culturele achtergrond en emoties van de zorgvrager? En met je eigen emoties? Interview een medestudent op de afdeling en beschrijf vervolgens een aantal aandachtspunten voor het omgaan met intimiteiten en verschillende culturele achtergronden bij persoonlijke zorg. Als laatste ga je samen met een begeleider een zorgvrager lichamelijke verzorging geven. Neem vooraf de volgende voorbereiding door bij deze punten stil te staan: - wat de verpleegbehoefte is in deze praktijksituatie; - wat je in deze situatie wilt bereiken en waarom; - hoe je deze situatie wilt aanpakken; - welke acties je gaat ondernemen - welke begeleiding je graag wilt bij deze situatie; - welke andere hulpverleners een rol spelen; - hoe je rekening houdt met de kenmerken van de zorgsetting (middelen, materialen, noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, procedures en voorschriften. Mondeling koppel je terug aan je begeleider wat er te schrijven valt over: - maatregelen die je in overleg met de zorgvrager hebt getroffen op het gebied van persoonlijke zorg; - reacties van de zorgvrager tijdens je handelen (observatie van de zorgvrager); - veranderingen en afwijkingen in de zorgsituatie. Na het uitvoeren van de zorg evalueer je het geheel met je begeleider en kijk je nog eens terug naar de bovenstaande punten. Als laatste bij deze opdracht schrijf je een reflectieverslag. Het verslag bevat de antwoorden op de volgende vragen: - Wat ging goed en waarom? - Wat ging minder goed en waarom? - Welke feedback kreeg je van collega’s? - Wat heb je van deze opdracht geleerd? - Hoe ga je werken aan je leerpunten?
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
15 van 54
Helpen bij lichamelijke verzorging School/ Beoordelingscriteria V O A* BPV. Werkproces 1.2: biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden School/ BPV.
Beschrijft een zorgsituatie waarin staat beschreven welke zorg gegeven wordt In een verslag staat beschreven hoe om te gaan met intimiteit en verschillende culturele achtergrond Onder begeleiding wordt zorg gegeven aan een zorgvrager Mondeling wordt terug gekoppeld: - maatregelen genomen in overleg met zorgvrager - reacties zorgvrager tijdens zorg - observaties van afwijkingen tijdens zorg Zorg is geëvalueerd met de begeleider Reflectieverslag over het geven van zorg is geschreven waarin leerpunten staan benoemt
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
16 van 54
Taakopdracht 6 Begeleiden bij dagelijks functioneren
Je gaat een zorgvrager begeleiden bij het dagelijks functioneren gericht op persoonlijke zorg. Overleg met je begeleider welke zorgvrager hiervoor geschikt is Zoek op school uit welke begeleidingsbehoefte de zorgvrager heeft die jij gekozen hebt. Dit kun je onderzoeken in de theorie of opnemen met de docent omgangskunde door de zorgsituatie voor te leggen. Met deze opdracht kun je meerdere weken bezig zijn om te onderzoeken welke begeleidingsbehoefte de zorgvrager heeft. Vervolgens kun je met je begeleider in de praktijk bespreken welke begeleiding je wel of niet kunt geven. Belangrijk hierbij rekening te houden dat je nog stage loopt en startend bent in de opleiding. Bepaal vooraf bij je gekozen zorgvrager welke observaties je moet doen om de begeleidingsbehoefte te bepalen. Het overzicht van je observaties bevat: zowel lichamelijke, psychische als sociale observatiepunten; een argumentatie van het belang van de observatiepunten; een beschrijving van de manier waarop je rekening houdt met de kenmerken van de zorgvrager (stoornis/beperkingen en handicaps, levensfase en beleving van de zorgvrager); een beschrijving van de observaties die belangrijk zijn in het kader van belevingsgerichte zorg; een beschrijving van de observatiehulpmiddelen die voor deze situatie geschikt zijn. Beschrijf de begeleidingsbehoeften van deze zorgvrager op het gebied van bovenstaande observaties. Maar denk ook een wennen aan nieuw ontstane situaties, contacten in de groep, interactie, structureren van tijd, financiën. Voer de begeleiding uit onder begeleiding van je begeleider in de praktijk. Stem goed af met je begeleider wat ze hierin wel of juist niet van je verwachten. Loop verder mee in het begeleidingsproces en observeer goed wat je begeleider doet in de begeleiding Bespreek in de subgroep op school: hoe je samen met de zorgvrager tot duidelijke afspraken komt; wat je wilt bereiken en waarom; hoe je de situatie wilt aanpakken; welke acties je gaat ondernemen (bijvoorbeeld met betrekking tot signaleren, voorlichten, begeleiden, advies, coördinatie); welke begeleidingsstijl je kiest en waarom (loodsen, coachen, begeleiden); hoe je de zelfredzaamheid van de zorgvrager stimuleert; hoe je omgaat met weerstanden van de zorgvrager; wanneer en met wie je de handelingen uitvoert; welke andere hulpverleners een rol spelen; hoe je rekening houdt met de kenmerken van de zorgvrager (levensfase, privacy en beleving van de zorgvrager); hoe je rekening houdt met de kenmerken van de zorgsetting (middelen, materialen, noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, procedures en voorschriften); wat en hoe je rapporteert. Als laatste bij deze opdracht schrijf je een reflectieverslag. Het verslag bevat de antwoorden op de volgende vragen: Wat ging goed en waarom? Wat ging minder goed en waarom? Welke feedback kreeg je van collega’s?
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
17 van 54
Wat heb je van deze opdracht geleerd? Hoe ga je werken aan je leerpunten?
Begeleiden bij dagelijks functioneren School/ BPV.
Beoordelingscriteria
V
O
A*
1.4 Begeleidt een zorgvrager C: Begeleiden D: Aandacht en begrip tonen R: Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten
School/ BPV.
Beschrijft de begeleidingsbehoefte op basis van onderzoek en observatie gericht op persoonlijke zorg Met aandacht voor: - Lichamelijke en psychische aspecten - Kenmerken van de zorgvrager - Belevingsgerichte zorg Voert begeleiding uit gericht op persoonlijke zorg onder begeleiding van de begeleider Bepreekt de ervaring aan de hand van de punten uit de opdracht in de subgroep Maakt een reflectieverslag waarin de ervaring en de leerpunten staan beschreven
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
18 van 54
Taakopdracht 7 Persoonlijke zorg ondersteunen bij minimaal 3 zorgvragers op de afdeling Je gaat de persoonlijke zorg ondersteunen bij minimaal 3 zorgvragers op je afdeling. De zorg heeft betrekking op: de lichamelijke verzorging; hulp bieden bij eten en drinken; hulp bieden bij de uitscheiding ; hulp bieden bij mobiliteitsproblemen; een evenwichtig slaap- en waakritme bevorderen; het bed van de zorgvrager verzorgen; het nemen van maatregelen om complicaties van langdurige inactiviteit of bedrust te voorkomen; Kijk voor de criteria waaraan de volledige persoonlijke zorg moet voldoen naar de criteria die hiervoor opgesteld zijn. Maak gebruik van datgene dat je al geleerd hebt in de vorige taakopdrachten. Onderaan deze criteria vindt je ook nog 2 tabellen voor criteria gericht op Loopbaan en Burgerschap. Deze moeten ook behaald worden.
Persoonlijke zorg ondersteunen bij 3 zorgvragers School/ Beoordelingscriteria BPV
ZV 1 V O
A*
Werkproces 1.2: biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden A: Beslissen en activiteiten initiëren D: Aandacht en begrip tonen E: Samenwerken en overleggen H: Overtuigen en beïnvloeden J: Formuleren en rapporteren K: Vakdeskundigheid
BPV
Leest ter voorbereiding het zorgdossier en verzameld materiaal en overleg de werkzaamheden met collega’s Voert de verzorging uit volgens afspraak die op de patiënt gericht is, checkt regelmatig of de patiënt tevreden is Handelt volgens de ergonomie-eisen en hygiënerichtlijnen uit theorie of protocol en werkt veilig. (Ont)kleedt, wast, droogt en verzorgt zorgvrager en gaat respectvol om met eigendommen van de zorgvrager. Houdt rekening met privacy van de zorgvrager en sluit aan bij wensen van de zorgvrager. Let tijdens de zorg op aandachtsgebieden zoals zorg voor het gebit, observatie op huidbeschadigingen, observatie van huidplooien, zorg voor de schaamstreek. Handelt volgens de beroepscode van de beroepsgroep; toont zich eerlijk, betrouwbaar en respecteert normen en waarden, seksuele voorkeur, culturele achtergrond en levensbeschouwing, zodat de zorgvrager met respect wordt benaderd. Heeft oog voor vertrouwelijkheid en verschillen tussen zorgvragers.
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
19 van 54
Verwoordt de complicaties van de bedverpleging en zet de benodigde interventies in. Verwoordt in onvoorziene situaties aan de zorgvrager dat hij tijdelijk elders moet helpen. Toont fysieke kwaliteiten, werkt snel, precies en accuraat, zodat de handelingen in het kader van de basiszorg op correcte wijze worden uitgevoerd. BPV
Registreert bevindingen van de monitoring op gestructureerde wijze. Maakt een nauwkeurige en volledige registratie zodat men beschikt over een kernachtige en actuele rapportage. Neemt signalen op over de gezondheidssituatie van de zorgvrager, interpreteert deze juist zodat adequate vervolgstappen gezet kunnen worden.
Raadpleegt collega’s en bespreekt veranderingen van de gezondheidstoestand van de zorgvrager met collega’s of deskundigen van andere disciplines, zodat de zorg tijdig kan worden bijgesteld. Werkproces 1.4 : Begeleidt een zorgvrager
O
V
A
O
V
A
C: Begeleiden D: Aandacht en begrip tonen R: Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten
BPV
Is tijdens de begeleiding gericht op het handhaven en vergroten van de zelfredzaamheid van zorgvrager. Benadert met respect en geduld, zodat er een goede onderlinge relatie bestaat en blijft bestaan. Motiveert en stimuleert de zorgvrager om zelf initiatieven te nemen om zelfstandig te functioneren en benadrukt het belang er van, zodat hij met een positieve instelling en vertrouwen zo veel mogelijk zelfstandig blijft functioneren. Let goed op de draagkracht van de mantelzorger/naasten en geeft gerichte adviezen ter voorkoming van overbelasting.
BPV
Toont empathie bij de problemen en vragen van de zorgvrager en helpt de zorgvrager door moeilijke periodes heen. Is zich bewust van eigen gevoelens en gedrag en de invloed hiervan op de situatie. Is zo in staat – binnen haar eigen grenzen - de juiste begeleiding op psychosociaal gebied te verlenen. Maakt belangrijke vragen bespreekbaar in laag complexe situaties. Handelt consequent volgens de geldende normen en waarden van de organisatie en handelt onbevooroordeeld. Schept een klimaat voor vertrouwen tussen haar en de zorgvrager, mantelzorger/naasten. Gebruikt vakspecifieke kennis op het gebied van basiszorg, begeleiding en communicatie en bij het omgaan met psychosociale problematiek, waardoor de zorgvrager op een passende manier met zijn situatie kan omgaan en deze kan hanteren. Stelt eigen grenzen in de uitvoering om professioneel gedrag te blijven tonen
1.2 De economische dimensie (LB) BPV
Gedraagt zich als werknemer bij het uitvoeren van het werk en houdt zich aan de geldende regels zoals op tijd komen, afspraken nakomen. Geeft blijk van zelfkennis door op eigen functioneren te reflecteren
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
20 van 54
Stelt zich coöperatief en flexibel op maar geeft ook de grens aan als hij/ zij geen verantwoordelijkheid kan dragen voor de uit te voeren werkzaamheden. Stelt zich collegiaal op; werkt samen met collega’s en draagt bij aan een positieve werksfeer. Houdt daarbij, met in achtneming van de eigen verantwoordelijkheid, rekening met de visie en doelstellingen van de instelling. Handelt vanuit eigen normen en waarden op een ethische en integere manier. De werknemer maakt gebruik van werknemersrechten en bescherming, zoals die zijn vastgelegd in CAO’s en in wettelijke bepalingen.
1.4 Dimensie vitaal burgerschap ( LB) BPV
O
V
A
Zorgt voor persoonlijke hygiëne om zo eigen gezondheid en die van de zorgvrager te bevorderen. Gaat verantwoordelijk om met zijn/haar gezondheid; rekening houdend met o.a. ARBO regels voor het tillen, wisselende diensten. Zoekt informatie ten behoeve van een gezonde leefwijze, en benoemt welk gezond gedrag nageleefd wordt. Onderneemt zelf activiteiten om de gezondheid te bevorderen.
*is aandachtspunt
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
21 van 54
Persoonlijke zorg ondersteunen bij 3 zorgvragers School/ Beoordelingscriteria BPV
ZV 2 V O
A*
Werkproces 1.2: biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden A: Beslissen en activiteiten initiëren D: Aandacht en begrip tonen E: Samenwerken en overleggen H: Overtuigen en beïnvloeden J: Formuleren en rapporteren K: Vakdeskundigheid
BPV
Leest ter voorbereiding het zorgdossier en verzameld materiaal en overleg de werkzaamheden met collega’s Voert de verzorging uit volgens afspraak die op de patiënt gericht is, checkt regelmatig of de patiënt tevreden is Handelt volgens de ergonomie-eisen en hygiënerichtlijnen uit theorie of protocol en werkt veilig. (Ont)kleedt, wast, droogt en verzorgt zorgvrager en gaat respectvol om met eigendommen van de zorgvrager. Houdt rekening met privacy van de zorgvrager en sluit aan bij wensen van de zorgvrager. Let tijdens de zorg op aandachtsgebieden zoals zorg voor het gebit, observatie op huidbeschadigingen, observatie van huidplooien, zorg voor de schaamstreek. Handelt volgens de beroepscode van de beroepsgroep; toont zich eerlijk, betrouwbaar en respecteert normen en waarden, seksuele voorkeur, culturele achtergrond en levensbeschouwing, zodat de zorgvrager met respect wordt benaderd. Heeft oog voor vertrouwelijkheid en verschillen tussen zorgvragers. Verwoordt de complicaties van de bedverpleging en zet de benodigde interventies in. Verwoordt in onvoorziene situaties aan de zorgvrager dat hij tijdelijk elders moet helpen. Toont fysieke kwaliteiten, werkt snel, precies en accuraat, zodat de handelingen in het kader van de basiszorg op correcte wijze worden uitgevoerd.
BPV
Registreert bevindingen van de monitoring op gestructureerde wijze. Maakt een nauwkeurige en volledige registratie zodat men beschikt over een kernachtige en actuele rapportage. Neemt signalen op over de gezondheidssituatie van de zorgvrager, interpreteert deze juist zodat adequate vervolgstappen gezet kunnen worden.
Raadpleegt collega’s en bespreekt veranderingen van de gezondheidstoestand van de zorgvrager met collega’s of deskundigen van andere disciplines, zodat de zorg tijdig kan worden bijgesteld. Werkproces 1.4 : Begeleidt een zorgvrager
O
V
A
C: Begeleiden D: Aandacht en begrip tonen R: Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten
BPV
Is tijdens de begeleiding gericht op het handhaven en vergroten van de zelfredzaamheid van zorgvrager. Benadert met respect
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
22 van 54
en geduld, zodat er een goede onderlinge relatie bestaat en blijft bestaan. Motiveert en stimuleert de zorgvrager om zelf initiatieven te nemen om zelfstandig te functioneren en benadrukt het belang er van, zodat hij met een positieve instelling en vertrouwen zo veel mogelijk zelfstandig blijft functioneren. Let goed op de draagkracht van de mantelzorger/naasten en geeft gerichte adviezen ter voorkoming van overbelasting. BPV
Toont empathie bij de problemen en vragen van de zorgvrager en helpt de zorgvrager door moeilijke periodes heen. Is zich bewust van eigen gevoelens en gedrag en de invloed hiervan op de situatie. Is zo in staat – binnen haar eigen grenzen - de juiste begeleiding op psychosociaal gebied te verlenen. Maakt belangrijke vragen bespreekbaar in laag complexe situaties. Handelt consequent volgens de geldende normen en waarden van de organisatie en handelt onbevooroordeeld. Schept een klimaat voor vertrouwen tussen haar en de zorgvrager, mantelzorger/naasten. Gebruikt vakspecifieke kennis op het gebied van basiszorg, begeleiding en communicatie en bij het omgaan met psychosociale problematiek, waardoor de zorgvrager op een passende manier met zijn situatie kan omgaan en deze kan hanteren. Stelt eigen grenzen in de uitvoering om professioneel gedrag te blijven tonen
1.2 De economische dimensie (LB) BPV
O
V
A
O
V
A
Gedraagt zich als werknemer bij het uitvoeren van het werk en houdt zich aan de geldende regels zoals op tijd komen, afspraken nakomen. Geeft blijk van zelfkennis door op eigen functioneren te reflecteren Stelt zich coöperatief en flexibel op maar geeft ook de grens aan als hij/ zij geen verantwoordelijkheid kan dragen voor de uit te voeren werkzaamheden. Stelt zich collegiaal op; werkt samen met collega’s en draagt bij aan een positieve werksfeer. Houdt daarbij, met in achtneming van de eigen verantwoordelijkheid, rekening met de visie en doelstellingen van de instelling. Handelt vanuit eigen normen en waarden op een ethische en integere manier. De werknemer maakt gebruik van werknemersrechten en bescherming, zoals die zijn vastgelegd in CAO’s en in wettelijke bepalingen.
1.4 Dimensie vitaal burgerschap ( LB) BPV
Zorgt voor persoonlijke hygiëne om zo eigen gezondheid en die van de zorgvrager te bevorderen. Gaat verantwoordelijk om met zijn/haar gezondheid; rekening houdend met o.a. ARBO regels voor het tillen, wisselende diensten. Zoekt informatie ten behoeve van een gezonde leefwijze, en benoemt welk gezond gedrag nageleefd wordt. Onderneemt zelf activiteiten om de gezondheid te bevorderen.
*is aandachtspunt
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
23 van 54
Persoonlijke zorg ondersteunen bij 3 zorgvragers School/ Beoordelingscriteria BPV
ZV 3 V O
A*
Werkproces 1.2: biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden A: Beslissen en activiteiten initiëren D: Aandacht en begrip tonen E: Samenwerken en overleggen H: Overtuigen en beïnvloeden J: Formuleren en rapporteren K: Vakdeskundigheid
BPV
Leest ter voorbereiding het zorgdossier en verzameld materiaal en overleg de werkzaamheden met collega’s Voert de verzorging uit volgens afspraak die op de patiënt gericht is, checkt regelmatig of de patiënt tevreden is Handelt volgens de ergonomie-eisen en hygiënerichtlijnen uit theorie of protocol en werkt veilig. (Ont)kleedt, wast, droogt en verzorgt zorgvrager en gaat respectvol om met eigendommen van de zorgvrager. Houdt rekening met privacy van de zorgvrager en sluit aan bij wensen van de zorgvrager. Let tijdens de zorg op aandachtsgebieden zoals zorg voor het gebit, observatie op huidbeschadigingen, observatie van huidplooien, zorg voor de schaamstreek. Handelt volgens de beroepscode van de beroepsgroep; toont zich eerlijk, betrouwbaar en respecteert normen en waarden, seksuele voorkeur, culturele achtergrond en levensbeschouwing, zodat de zorgvrager met respect wordt benaderd. Heeft oog voor vertrouwelijkheid en verschillen tussen zorgvragers. Verwoordt de complicaties van de bedverpleging en zet de benodigde interventies in. Verwoordt in onvoorziene situaties aan de zorgvrager dat hij tijdelijk elders moet helpen. Toont fysieke kwaliteiten, werkt snel, precies en accuraat, zodat de handelingen in het kader van de basiszorg op correcte wijze worden uitgevoerd.
BPV
Registreert bevindingen van de monitoring op gestructureerde wijze. Maakt een nauwkeurige en volledige registratie zodat men beschikt over een kernachtige en actuele rapportage. Neemt signalen op over de gezondheidssituatie van de zorgvrager, interpreteert deze juist zodat adequate vervolgstappen gezet kunnen worden.
Raadpleegt collega’s en bespreekt veranderingen van de gezondheidstoestand van de zorgvrager met collega’s of deskundigen van andere disciplines, zodat de zorg tijdig kan worden bijgesteld. Werkproces 1.4 : Begeleidt een zorgvrager
O
V
A
C: Begeleiden D: Aandacht en begrip tonen R: Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten
BPV
Is tijdens de begeleiding gericht op het handhaven en vergroten van de zelfredzaamheid van zorgvrager. Benadert met respect
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
24 van 54
en geduld, zodat er een goede onderlinge relatie bestaat en blijft bestaan. Motiveert en stimuleert de zorgvrager om zelf initiatieven te nemen om zelfstandig te functioneren en benadrukt het belang er van, zodat hij met een positieve instelling en vertrouwen zo veel mogelijk zelfstandig blijft functioneren. Let goed op de draagkracht van de mantelzorger/naasten en geeft gerichte adviezen ter voorkoming van overbelasting. BPV
Toont empathie bij de problemen en vragen van de zorgvrager en helpt de zorgvrager door moeilijke periodes heen. Is zich bewust van eigen gevoelens en gedrag en de invloed hiervan op de situatie. Is zo in staat – binnen haar eigen grenzen - de juiste begeleiding op psychosociaal gebied te verlenen. Maakt belangrijke vragen bespreekbaar in laag complexe situaties. Handelt consequent volgens de geldende normen en waarden van de organisatie en handelt onbevooroordeeld. Schept een klimaat voor vertrouwen tussen haar en de zorgvrager, mantelzorger/naasten. Gebruikt vakspecifieke kennis op het gebied van basiszorg, begeleiding en communicatie en bij het omgaan met psychosociale problematiek, waardoor de zorgvrager op een passende manier met zijn situatie kan omgaan en deze kan hanteren. Stelt eigen grenzen in de uitvoering om professioneel gedrag te blijven tonen
1.2 De economische dimensie (LB) BPV
O
V
A
O
V
A
Gedraagt zich als werknemer bij het uitvoeren van het werk en houdt zich aan de geldende regels zoals op tijd komen, afspraken nakomen. Geeft blijk van zelfkennis door op eigen functioneren te reflecteren Stelt zich coöperatief en flexibel op maar geeft ook de grens aan als hij/ zij geen verantwoordelijkheid kan dragen voor de uit te voeren werkzaamheden. Stelt zich collegiaal op; werkt samen met collega’s en draagt bij aan een positieve werksfeer. Houdt daarbij, met in achtneming van de eigen verantwoordelijkheid, rekening met de visie en doelstellingen van de instelling. Handelt vanuit eigen normen en waarden op een ethische en integere manier. De werknemer maakt gebruik van werknemersrechten en bescherming, zoals die zijn vastgelegd in CAO’s en in wettelijke bepalingen.
1.4 Dimensie vitaal burgerschap ( LB) BPV
Zorgt voor persoonlijke hygiëne om zo eigen gezondheid en die van de zorgvrager te bevorderen. Gaat verantwoordelijk om met zijn/haar gezondheid; rekening houdend met o.a. ARBO regels voor het tillen, wisselende diensten. Zoekt informatie ten behoeve van een gezonde leefwijze, en benoemt welk gezond gedrag nageleefd wordt. Onderneemt zelf activiteiten om de gezondheid te bevorderen.
*is aandachtspunt
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
25 van 54
Taakopdracht 8 Schrijven van 3 verslagen over uitgevoerde persoonlijke zorg Je hebt aan 3 zorgvragers persoonlijke zorg geboden. Over drie zorgvragers schrijf je een verslag. Van deze verslagen lever je er 2 in bij de begeleider in de praktijk en 1 bij de docent op school. Alle drie de verslagen neem je op in je portfolio. De begeleider zal aan de hand van de vragen die je hebt uitgewerkt bepalen of je voldoende inzicht hebt in de zorgsituatie van betreffende patiënt. Je schrijft een korte casus over de zorgvragers op jouw niveau (laag complexe zorg). Denk hierbij aan leeftijd, aandoening, voorgeschiedenis en opname indicatie. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de anamnesegegevens. Daarnaast werk je de volgende vragen uit: 1. Wat is de zorgbehoefte van de zorgvrager? 2. Wat wil je bereiken en wat ga je doen? Waarom doe je het op deze manier, wat zijn je argumenten hiervoor? 3. Hoe ga je de zorg aanpakken? 4. Op welke manier(en) heb je aandacht voor het communiceren met de zorgvrager? 5. Hoe houd je rekening met de wensen van de zorgvrager? 6. Hoe pas je de zorg aan wat betreft levensfase, beperkingen en mogelijkheden, schaamtegevoelens, privacy en tempo? 7. Welke afspraken maak je met collega’s over de persoonlijke verzorging? 8. Welke observaties zijn van belang tijdens de persoonlijke zorg die je geeft? 9. Wat is in de preventie van deze zorgvrager van belang om te voorkomen? Hoe kun jij hier in je zorg die je geeft rekening mee houden? 10. Welke hulpmiddelen gebruik je eventueel om de zelfredzaamheid te verhogen? 11. Wanneer en met wie voer je de zorg uit? 12. Welke andere hulpverleners zijn eventueel betrokken bij de zorg en wat is hun rol? 13. Hoe houd je rekening met de werkplek waar je werkt (regels, voorschriften, materialen)? 14. Hoe gebruik je het verpleegkundig dossier en welke informatie rapporteer je?
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
26 van 54
Schrijven van drie verslagen over uitgevoerde persoonlijke zorg Verslag 1 School/ Beoordelingscriteria V O NVT BPV
Werkproces 1.2: biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden BPV
Op het titelblad staat: - titel (= zorgvrager nummer) - naam student, groepscode, ziekenhuis en afdeling - datum - naam en handtekening van werkbegeleider dat inhoud goedgekeurd is
BPV
De inhoud van het verslag: - Er is een korte casus van de zorgvrager waarin is opgenomen: opname-indicatie, leeftijd zorgvrager, ziekteverloop voorafgaand en gedurende de opname, sociaal netwerk van de zorgvrager (familiesituatie, vrienden, werkomgeving e.d.).
BPV
Alle 12 vragen zijn beantwoord en voldoende uitgewerkt, hieruit blijkt inzicht in de zorgsituatie
BPV
Er is sprake van voldoende: - beheersing van het Nederlands - aantrekkelijk en leesbaar taalgebruik.
BPV
Het verslag is minimaal 2 A-4 en maximaal 3 A-4 met lettergrootte 11.
BPV
Inleveren van het verslag: - Van de 3 verslagen moet je er 2 laten beoordelen en inleveren bij de begeleider in de praktijk. - Daarna neem je ze op in je portfolio
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
27 van 54
Schrijven van drie verslagen over uitgevoerde persoonlijke zorg Verslag 2 School/ Beoordelingscriteria V O BPV
NVT
Werkproces 1.2: biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden BPV
Op het titelblad staat: - titel (= zorgvrager nummer) - naam student, groepscode, ziekenhuis en afdeling - datum - naam en handtekening van werkbegeleider dat inhoud goedgekeurd is
BPV
De inhoud van het verslag: - Er is een korte casus van de zorgvrager waarin is opgenomen: opname-indicatie, leeftijd zorgvrager, ziekteverloop voorafgaand en gedurende de opname, sociaal netwerk van de zorgvrager (familiesituatie, vrienden, werkomgeving e.d.).
BPV
Alle 12 vragen zijn beantwoord en voldoende uitgewerkt, hieruit blijkt inzicht in de zorgsituatie
BPV
Er is sprake van voldoende: - beheersing van het Nederlands - aantrekkelijk en leesbaar taalgebruik.
BPV
Het verslag is minimaal 2 A-4 en maximaal 3 A-4 met lettergrootte 11.
BPV
Inleveren van het verslag: - Van de 3 verslagen moet je er 2 laten beoordelen en inleveren bij de begeleider in de praktijk. - Daarna neem je ze op in je portfolio
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
28 van 54
Schrijven van drie verslagen over uitgevoerde persoonlijke zorg Verslag 3 School/ Beoordelingscriteria V O BPV
NVT
Werkproces 1.2: biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden School
Op het titelblad staat: - titel (= zorgvrager nummer) - naam student, groepscode, ziekenhuis en afdeling - datum - naam en handtekening van werkbegeleider dat inhoud goedgekeurd is
School
De inhoud van het verslag: - Er is een korte casus van de zorgvrager waarin is opgenomen: opname-indicatie, leeftijd zorgvrager, ziekteverloop voorafgaand en gedurende de opname, sociaal netwerk van de zorgvrager (familiesituatie, vrienden, werkomgeving e.d.).
School
Alle 12 vragen zijn beantwoord en voldoende uitgewerkt, hieruit blijkt inzicht in de zorgsituatie
School
Er is sprake van voldoende: - beheersing van het Nederlands - aantrekkelijk en leesbaar taalgebruik.
School
Het verslag is minimaal 2 A-4 en maximaal 3 A-4 met lettergrootte 11.
School
Inleveren van het verslag: - Van de 3 verslagen moet je er 2 laten beoordelen en inleveren bij de begeleider in de praktijk. - Daarna neem je ze op in je portfolio
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
29 van 54
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
30 van 54
Leermenu bij beroepsopdracht
Persoonlijke zorg
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
31 van 54
Toelichting leermenu Dit leermenu is een onderdeel van beroepsopdracht 1. In het eerste deel vind je opdrachten die je vooral in de praktijk moet uitvoeren. In dit deel zijn de theoretische leeropdrachten beschreven. De opdrachten helpen je om de theorie uit de (verpleegkunde)lessen te verwerken of ze helpen je om je op de lessen voor te bereiden. Dit is de eerste beroepsopdracht die je uitgereikt hebt gekregen. Daarom zie je op de volgende bladzijde staan dat je alle opdrachten uit het leermenu verplicht moet maken. In de beroepsopdrachten die je later nog zal krijgen zijn er verplichte opdrachten en opdrachten waar je uit kunt kiezen. Bij iedere opdracht is apart beschreven wat je moet doen. Mocht het je na het lezen niet duidelijk zijn, vraag dan om extra uitleg van je docent. Wanneer je alle leeropdrachten uit het leermenu hebt afgerond kan je dit onderdeel laten aftekenen op het resultatenoverzicht dat bij deze beroepsopdracht hoort. Wanneer je op dit resultatenoverzicht alles hebt afgetekend mag je beroepsopdracht 1 laten aftekenen op je ontwikkelkaart. Veel succes en plezier met het maken van de opdrachten uit het leermenu!
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
32 van 54
Week
1
2
Vak Verpleegkunde Thema: Persoonlijke Te gebruiken boek: Basisboek zorg Thieme Ondersteunen bij de persoonlijke basiszorg Thema 2 Geschiedenis van de Thema 7 Zorg voor de bedden verpleegkunde Zorg voor bedden
Hygiënisch werken &
4
5
6
Uitleg taakopdrachten en leeropdrachten Taakopdracht 1/ 4 opstarten Leeropdracht 2 Leeropdracht 1
Helpen bij persoonlijke verzorging
Kruisbesmetting en infectie Handhygiëne Isolatievormen: omgekeerde, strikte, contactisolatie MRSA ESBL NORO virus Thema 2 Helpen bij persoonlijke verzorging
Complicaties bij langdurige inactiviteit
Hfst 1Hulp bieden bij aan- en uitkleden Hfst 2 Hulp bieden bij het wassen Hfst 3 Hulp bieden bij de uiterlijke verzorging Hfst 4 Het gebruik van hulpmiddelen Thema 2 Helpen bij persoonlijke verzorging
Helpen bij voeding en vocht
Hfst 5 Complicaties van langdurige inactiviteit voorkomen Thema 3 Helpen bij opname van voeding en vocht
Helpen bij de uitscheiding
Hfst 1 Hulp bieden bij eten en drinken Hfst 2 Voedingsproblemen en negatieve vochtbalans signaleren Hfst 3 Maatregelen nemen ter bevordering van de eetlust Hfst 4 Voedings- en dieetvoorschriften hanteren Thema 4 Helpen bij de uitscheiding
Wetgeving
3
Hfst 1 Bedden verzorgen Hfst 2 Bedden hanteren Hfst 3 Hulpmiddelen toepassen bij de bed verzorging Hygiene zelf in literatuur zoeken
opdrachten Door docent te bepalen
Leeropdracht 3
Taakopdracht 5 opstarten Leeropdracht 4
Leeropdracht 5
Taakopdracht 4 Opstarten Leeropdracht 6 Leeropdracht 7
Leeropdracht 8
Hfst 1 Hulp bieden bi de toiletgang Hfst 2 blaastraining geven Hfst 3 Incontinentie materiaal toepassen Hfst 4 de uitscheiding bevorderen
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
33 van 54
7
Helpen bij de uitscheiding
Thema 4 Helpen bij de uitscheiding
Leeropdracht 9
Hfst 5 Hulp bieden bij het opgeven van sputum Hfst 6 Hulp bieden bij het braken Hfst 7 Hulp bieden bij de menstruatie Hfst 8 Hulp bieden bij hevige transpiratie Ruimte voor excursie, gastdocenten
8
Mobiliteitsproblemen
Thema 5 Helpen bij mobiliteitsproblemen
Leeropdracht 10
Hfst 1 Een zorgvrager helpen bij het mobiliseren Hfst 2 Een zorgvrager tillen en verplaatsen Hfst 3 Een zorgvrager helpen bij het mobiliseren
9
Houdingen in bed
Houdingen in bed uitloop
Leeropdracht 3
10
Ergonomisch verantwoord werken
Uit het boek Persoonlijke basiszorg deel 1 van Traject V&V Thema 4 Hygiënisch en ergonomisch verantwoord werken Hfst 17 Ergonomisch verantwoord werken Hfst 16 Voorschriften voor veilig werken
Docent geeft info over dit hoofdstuk uit ander boek
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
34 van 54
week
Vak ziektekunde specifiek 2 uur per week Anatomie 4 uur per week aparte reader Thema Persoonlijke zorg Te gebruiken boeken
Infecties/ ontstekingen Hepatitis HIV/ aids TBC ( Ulcus pepticum Colitis Ulcerosa reumatoïde artritis
Infecties/ ontstekingen Hepatitis HIV/ aids TBC ( Ulcus pepticum Colitis Ulcerosa reumatoïde artritis
Medicatie antibiotica
Medicatie antibiotica
Infecties/ ontstekingen Hepatitis HIV/ aids TBC ( Ulcus pepticum Colitis Ulcerosa reumatoïde artritis
Infecties/ ontstekingen Hepatitis HIV/ aids TBC ( Ulcus pepticum Colitis Ulcerosa reumatoïde artritis
Medicatie antibiotica
Medicatie antibiotica
3
Infecties/ ontstekingen Longontsteking Acute Bronchitis
Infecties/ ontstekingen Longontsteking Acute Bronchitis
4
Infecties/ ontstekingen Longontsteking Acute Bronchitis
Infecties/ ontstekingen Longontsteking Acute Bronchitis
5
Ontwikkelingspsychologie
6
Gezondheid, ziekte en ziekteverloop DSM IV, psychopathologie Gezondheid, ziekte en ziekteverloop DSM IV, psychopathologie Psychologisch onderzoek m.b.t. de diagnostische fase Gedrag gerelateerd aan psychiatrische stoornissen. Normaal en abnormaal Psychische functies Waarnemen Denken Gevoel
Docent ziektekunde bepaald. Eigen materiaal van de docent Docent ziektekunde bepaald. Eigen materiaal van de docent
1
2
7
8
9
10
Docent ziektekunde bepaald. Eigen materiaal van de docent Docent ziektekunde bepaald. Eigen materiaal van de docent Docent ziektekunde bepaald. Eigen materiaal van de docent Docent ziektekunde bepaald. Eigen materiaal van de docent
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
35 van 54
Thema
Vak Omgangskunde Te gebruiken boek: Traject V&V Begeleiden van zorgvragers introductieweek
1
-
2
Persoonlijkheid en gedrag
Opdracht Door docent te bepalen Opmerking: Aandacht voor AZ/VVT en GGZ branche bij werken met casuïstiek
Thema 1 Persoonlijkheid en gedrag Hfst 1 Persoonlijkheid en gedrag
3
4
5
Functieleer Waarneming Cognitie Emotie Motivatie
Thema 1 Persoonlijkheid en gedrag
Persoonlijkheid Karakter Identiteit
Thema 1 Persoonlijkheid en gedrag
Communicatie
Thema 3 Communicatie en relatie
Hfst 2 Mensen kunnen: niet iedereen kan hetzelfde
Hfst 3 Ieder mens is uniek Taakopdracht 6 opstarten
Hfst 12 Verbale en non verbale communicatie
6
Verschillende communicatieproblemen
Thema 3 Communicatie en relatie Hfst 13 Communicatieproblemen
7
8
Verschillende communicatieproblemen in praktijksituatie
Thema 3 Communicatie en relatie
Gespreksvoering
Thema 3 Communicatie en relatie
Hfst 13 Communicatieproblemen
Hfst 14 Gesprekken voeren
9
10
Actief luisteren en feedback geven
Thema 3 Communicatie en relatie
Feedbackvaardigheden oefenen
Thema 3 Communicatie en relatie
Hfst 15 Luisteren en feedback
Hfst 15 Luister en feedback
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
36 van 54
Leeropdracht 1 Visies op verplegen Verplegen doe je met je handen, hart en je hoofd. Veel deskundigen hebben nagedacht over wat verplegen nu precies is en hoe je dit vorm geeft in de praktijk. Een visie betekent niet alleen de kijk op de zorg, maar heeft ook consequenties voor de uitvoering en organisatie van de zorg. Ga naar het open leercentrum en ga hier op zoek naar tenminste 4 verschillende visies op verplegen. Zorg ervoor dat je deze kort kunt presenteren in de groep. Uitgangspunten voor de presentatie zijn: wat is de visie op ziek en gezond hoe benader je de zorgvrager welke consequenties heeft de visie voor de organisatie op de afdeling Begrippen die je zeker moet beheersen zijn: de mens als socio-/psycho-/somatische eenheid Zoek ook naar: Marjory Gordon, Virginia Henderson, Dorothea Orem, Townsend, Neumann en TM Vossen. Tenslotte: informeer op je stagedag naar de visie op zorg die in jouw instelling gehanteerd wordt. Waar zie je die visie terug? Neem deze vraag mee in de komende weken. Resultaat: Je kunt ten minste 4 mensen noemen die belangrijk zijn (geweest) voor de ontwikkeling van een visie op verplegen. Je hebt, samen met anderen, een presentatie gemaakt waarin je een visie hebt uitgewerkt en toegelicht aan je klasgenoten.
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
37 van 54
Leeropdracht 2 Geschiedenis van de verpleging Verplegen bestaat al sinds de oudheid. Er zijn natuurlijk wel veel ontwikkelingen geweest, gelukkig maar anders zaten psychiatrische zorgvragers nog in dolhuizen en waren wij geen verpleegkundigen maar oppassers in het ziekengesticht. In deze opdracht ga je je verdiepen in de geschiedenis van de zorg. Formeer 4 werkgroepjes en kies uit de volgende items: geschiedenis van de thuiszorg geschiedenis van de psychiatrie geschiedenis van het ziekenhuis geschiedenis van de zorg voor verstandelijk gehandicapten Maak een PowerPoint presentatie of een muurkrant, poster….kortom leef je uit! Benoem in jullie product minimaal: -
het ontstaan van de zorg en de visie-ontwikkeling in jullie gekozen branche (thuiszorg, psychiatrie, ziekenhuis of verstandelijk gehandicaptenzorg) noem 1 belangrijk persoon vanuit de geschiedenis voor de specifieke doelgroep of branche en vertel wat de invloed van deze persoon geweest is.
Daarnaast volg je het hoorcollege over deze opdracht. Resultaat: Je hebt van de verschillende branches, kennis over de ontstaansgeschiedenis en kunt per branche de visie ontwikkeling toelichten.
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
38 van 54
Leeropdracht 3 Wetten en beroepscode Werken in de zorg en wetgeving Maak groepjes van 2-4 personen en beantwoorden de vragen bij de casus. Verwerk jullie antwoorden tot een handleiding. De handleiding bevat een duidelijke inhoudsopgave en per opgave een bronvermelding. Ook is het duidelijk wie wat heeft uitgewerkt. De handleiding moet zo zijn uitgewerkt, dat je er tijdens de verdere opleiding iets aan hebt. Je kunt voor deze opdracht gebruikmaken van het boek LOGO competent en van Zorgcontext. Maak met je groepje een afspraak met de docent over wanneer de opdracht moet worden ingeleverd en afgetekend. Casus Rubina Maduro is 23 jaar oud en werkt sinds 1 jaar als verpleegkundige in een zorginstelling. Rubina heeft het er naar haar zin. Ze kan het goed vinden met de zorgvragers, met haar collega’s en ze vindt het werk leuk. Vooral leerlingen begeleiden vindt ze erg leuk om te doen. Ze geeft altijd informatie over de beroepscode, de wet BIG en de WGBO. Omdat ze het belangrijk vindt dat leerlingen weten met welke wetten en richtlijnen ze te maken hebben in hun vak. Rubina woont samen met Marco, hij studeert nog aan de Hoge School. Sinds enige weken heeft Rubina moeite met opstaan. Ze voelt zich moe en lusteloos. Toch gaat ze naar haar werk. Maar ze komt regelmatig te laat. Soms laat ze dingen uit haar handen vallen. En laatst na een griepaanval had ze last van een tintelend gevoel in haar benen. Dat tintelende gevoel ging niet weg; Rubina denkt dat het door de griep komt. Bij het functioneringsgesprek met haar afdelingsmanager wordt ze aangesproken op het te laat komen. In overleg met de afdelingsmanager maakt ze een afspraak met de huisarts. Deze schrijft een bloedonderzoek voor. De uitslag is een klap in het gezicht voor Rubina en Marco: de diagnose luidt MS. Haar werkgever wil Rubina meteen ontslaan. Maar na tussenkomst van de vakbond wordt dit voorkomen en kan ze halve dagen blijven werken. Na enkele jaren kan Rubina het werken van halve dagen niet meer volhouden. Haar loopfunctie gaat steeds verder achteruit. Ze beland in de WIA….. Rubina is inmiddels getrouwd met Marco. Ze doet zo goed en zo kwaad als het gaat de huishouding. Maar in de relatie met Marco ontstaan spanningen: Marco heeft een intensieve baan en is vaak erg moe als hij thuis komt. Hij moet na zijn werk nog heel veel doen in het huishouden. Ook omdat Rubina niet meer de vrouw is met wie hij ooit trouwde(altijd moe en kan niet meedoen aan heel veel activiteiten) begint hij een relatie met een andere vrouw. Tenslotte volgt er een scheiding. Door de scheiding neemt het inkomen van Rubina drastisch af en haar inkomen is te laag om van rond te komen. Ze besluit naar de sociale dienst te gaan in haar stad. Daar kan ze een beroep doen op de Wet Werk en Bijstand…….. Als Rubina 38 jaar is is haar mobiliteit zo slecht geworden dat ze in een rolstoel belandt. Ze doet een beroep op de WVG….. Ze woont alleen, maar haar huis is niet aangepast. Ook haar zelfzorg is afgenomen en ze is niet meer instaat zichzelf alleen te verzorgen. Ook heeft Rubina moeite met het huishouden. Eerst kreeg ze nog hulp van familie, maar deze kunnen dit niet langer blijven doen. Daarom heeft Rubina hulp nodig bij het wassen en aankleden en bij de huishouding. Ze doet een beroep op deze hulp: via de AWBZ……krijgt ze Thuiszorg Soms als de MS “opleeft (shub) wordt Rubina opgenomen in het ziekenhuis. Haar zorgverzekering dekt gelukkig de opnamekosten van het ziekenhuis. Dit is geregeld via de Basisverzekering.
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
39 van 54
Als Rubina na enige weken weer thuis komt uit het ziekenhuis krijgt ze voor huishoudelijke hulp te maken met de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning. Beantwoord de volgende vragen: Met betrekking tot de Vakbond 1. 2. 3. 4.
Welke twee grote vakbonden zijn er? Wat is hun politieke- , maatschappelijke- of geloofsachtergrond? Waar kan de vakbond je bij helpen? Er is een vakbond speciaal voor verzorgenden en verpleegkundigen. Hoe heet deze vakbond? 5. Wat doet deze vakbond voor de beroepsgroep van verzorgenden en verpleegkundigen. Wat is hun missie? Met betrekking tot de overige Verzekeringen 1. Wat betekenen de afkortingen: WIA WVG AWBZ WMO BOPZ 2. Geef een korte en duidelijke beschrijving van de volgende verzekeringen: WIA Wet Werk en Bijstand WVG AWBZ Basisverzekering Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning/ WMO BOPZ 3. Geef per verzekering aan voor wie deze specifieke verzekering is bedoeld? 4. Beschrijf voor iedere verzekering in welke situatie je een beroep kunt doen op deze verzekering 5. Beschrijf voor iedere verzekering aan welke voorwaarden moet je voldoen om een beroep te kunnen doen op die verzekering. Werk bovenstaande vragen goed uit en vergeet niet de namen van de leden van de werkgroep te vermelden en ieders aandeel te benoemen! Denk ook aan de bronvermelding! Resultaat Uitwerken vragen vakbond en verzekeringen
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
40 van 54
Leeropdracht 4 Gezondheid, zelfzorg, mantelzorg en professionele zorg
Het lijkt zo eenvoudig. Iedereen weet wat ‘gezond’ en ‘ziek’ betekent. Of toch niet? Wat verstaan we nu eigenlijk precies onder gezondheid en wat onder ziekte? Wat houden de begrippen zelfzorg, mantelzorg en professionele zorg in? In deze opdracht gaan we dat proberen uit te zoeken. a. Gezondheid: De Wereldgezondheidsorganisatie (Engels: World Health Organization, WHO) is een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties gevestigd in Genève met als doel wereldwijde aspecten van de gezondheidszorg in kaart te brengen, activiteiten op het gebied van de gezondheidszorg te coördineren en de gezondheid van de wereldbevolking te bevorderen. De WHO werd op 7 april 1948 opgericht door de Verenigde Naties en houdt zich ook bezig met classificatie van aandoeningen en geneesmiddelen. Deze organisatie heeft een definitie opgesteld voor het begrip ‘gezondheid’. Zoek de definitie op internet op en kijk of je deze begrijpt. Kijk nu ook eens of je een definitie van ‘ziekte’ kunt vinden. Vind je dat een goede definitie? b. Gezond en ziek zijn: Wat verstaan anderen onder ‘gezond’ en ‘ziek’? Vraag aan mensen uit je omgeving of ze je een omschrijving kunnen geven van het begrip ‘gezondheid’ en ‘ziekte’. Of voer er een gesprek over met je klasgenoten. Zijn die omschrijvingen allemaal hetzelfde? Vallen je dingen op? c. Zelfzorg, mantelzorg en professionele zorg: Kijk op zorgcontext en in je boek verpleegkundige zorg van LOGO competent of je de begrippen zelfzorg, mantelzorg en professionele zorg kunt vinden. Schrijf deze op en neem eventuele vragen mee naar het hoorcollege verpleegkunde dat over dit onderwerp zal gaan. In dit hoorcollege geeft de docent een korte inleiding op de begrippen en vertelt hoe professionele zorg is georganiseerd binnen Nederland. Resultaat: Je weet de definitie van de WHO, kunt toelichten wat er verstaan wordt onder gezond zijn en ziek zijn. Je kan benoemen wat zelfzorg is, wat een mantelzorger doet en wat de professionele zorg bied.
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
41 van 54
Leeropdracht 5 Bed complicaties Opdracht : Pak je boek van LOGOcompetent erbij en lees hoofdstuk 7 goed door. Vul vervolgens onderstaande lijst in. Complicaties die Wat is het? Welke Welke maatregelen kunnen maatregelen tref tref je wanneer de optreden: je ter preventie? aandoening er al is? Spieratrofie
Decubitus
Contracturen
Psychosociale problemen Smetten Trombose
Orthostatische hypotensie
Hypostatische pneumonie
Urineretentie
Obstipatie
Bespreek de uitwerking in de les. Daarnaast vul je een risicoscorelijst in bij een zorgvrager op je werk om te bepalen hoe hoog het risico is dat deze zorgvrager decubitus gaat ontwikkelen. Welke bedcomplicaties ben je al tegengekomen in de praktijk?
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
42 van 54
Leeropdracht 6
Voeding
Opdracht A Woon de les bij over voeding en dieetleer. Maak voor jezelf een overzicht van je eigen voedingspatroon. Wat vind je: is dat gezond of niet? Welke diëten ken je? Opdracht B Mevrouw Gerritsen, 76 jaar, verblijft sinds drie jaar op een somatische afdeling van een verpleeghuis. Een kleine maand geleden kreeg ze een hersenbloeding en hierdoor is zij halfzijdig verlamd. Op de afdeling is mevrouw besproken in het overleg en is de volgende conclusie getrokken: zorgvrager eet en drinkt te weinig. 1. Welke gegevens zou je in de praktijk moeten verzamelen om deze conclusie te trekken? 2. Welke aandachtspunten vind je belangrijk voor deze zorgvrager? 3. Kijk in de skillslokalen naar hulpmiddelen die zorgvragers bij het eten kunnen gebruiken om zelfstandig te blijven eten en drinken. Maak hiervan een lijst en geef per hulpmiddel aan voor welke categorie zorgvragers de hulpmiddelen geschikt zijn.
Opdracht C Bespreek de volgende vragen in een kleine groep (maximaal 5 personen). Vergelijk elkaars meningen en breng daarna verslag uit in de hele groep. a. Via radio, televisie, kranten en tijdschriften komt het onderwerp “voeding” nogal eens aan de orde. Vaak hoor je dan iets over gezonde of juist ongezonde eetgewoonten in Nederland. Vind jij dat er momenteel iets mis is met onze huidige eetgewoonten? Motiveer je antwoord. b. Kan voeding een rol spelen bij het ontwikkelen van ziekten? . Opdracht D Interview een oudere met betrekking tot de voeding. a. Ga na wat zij / hij gewend is van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat te eten en te drinken. Schrijf dit op en vergelijk dit met de onderstaande voedingsadviezen. b. Ga na hoe haar / zijn kennis is over gezonde voeding. c. Welke voedingsadviezen zou jij eventueel aan deze oudere vrouw of man willen geven?
Opdracht E Mevrouw Smulders is een kleine vrouw van 62 jaar en heeft een overgewicht (1,55 meter lang en 80 kilo). Ze is in het verpleeghuis opgenomen in verband met een halfzijdige verlamming. Hiervoor is een reactiveringprogramma opgezet, dat goede resultaten oplevert. Ze heeft echter klachten over toenemende gewrichtspijnen bij het lopen, wat mede verergerd wordt door haar lichaamsgewicht. Daarnaast is de bloeddruk vrij hoog. Ze wil wel graag wat afvallen als dat haar klachten kan verminderen. Samen met mevrouw stel je een energiebeperkte dieetadvies op.
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
43 van 54
1. Hoe weet je dat mevrouw per dag voldoende vocht binnen krijgt?
Opdracht F Mevrouw Sakina (62 jaar) is sinds drie maanden opgenomen in het psychiatrisch ziekenhuis. Zij is bekend met manische periodes, voorkomend uit een bipolaire stoornis. Mevrouw slikt dan haar medicatie niet meer Mevrouw eet heel veel, ze heeft een onbedwingbare eetlust….. Mevrouw is bekend met diabetes mellitus en krijgt hiervoor 2x daags insuline. Mevrouw Sakina is een kleine vrouw (1.58 m.) en weegt 78 kilo. Enkele weken geleden heeft mevrouw Sakina zich gestoten en zij heeft nu een open beenwond aan haar teen die slecht geneest. Haar man en kinderen komen regelmatig op bezoek en brengen altijd iets lekkers mee. 1. 2. 3. 4. 5.
Waarom zou mevrouw Sakina moeite hebben met het dieet? Welke mogelijke gevolgen zijn denkbaar als zij zich slecht aan haar dieet houdt? Wat vind je van het meebrengen van iets lekkers tijdens het bezoek? Welke voorlichting zou je mevrouw Sakina willen geven? Formuleer vijf anamnesevragen binnen het voeding- en stofwisselingspatroon die je aan mevrouw Sakina of haar familie wil stellen.
Opdracht G Bespreek de volgende vragen in een kleine groep (maximaal 5 personen). Vergelijk elkaars meningen en breng daarna verslag uit in de hele groep. Mensen met een psychiatrische stoornis gedragen zich vaak anders dan de algemene norm is in de maatschappij. Dit zie je vaak terug in hun eetpatroon. Geef 3 verschillende voorbeelden hiervan. Wat doe je als verpleegkundige wanneer je dit ongezonde eetpatroon signaleert. Motiveer je antwoord. Kan voeding een rol spelen bij het ontwikkelen van een psychiatrische ziekten? Zoek met elkaar uit hoe gezonde voeding van zorgvragers met een psychiatrische aandoening (alcoholverslaafde) eruit zou moeten zien.
Opdracht H Maak een lijst met hulpmiddelen die je kunt gebruiken bij het (helpen) toedienen van voeding en vocht aan een zorgvrager. Zet deze in een schema met daarbij wanneer ze worden gebruikt en waarom.
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
44 van 54
Leeropdracht 7 de vochtbalans De vochtbalans Zoek informatie over de vochtbalans en beantwoordt de volgende vragen: 1.Wat is de functie van de vochtbalans? 2.Wat kan je allemaal invullen bij “intake” en wat valt er allemaal onder “output”? 3.Wanneer is een vochtbalans negatief en wanneer positief? 4.Welke maatregelen neem je bij een negatieve en welke bij een positieve vochtbalans? 5.Welke invloed heeft koorts op de vochtbalans? 6.Houdt de intake een dag bij voor jezelf Bekijk na 24 uur hoeveel dit is. Komt dit overeen met wat aanbevolen wordt door het Voorlichtingsbureau voor de Voeding? 7.Meneer Pieterse moet meer drinken. Hij maakt je duidelijk er geen zin in te hebben. Hoe kan je hem stimuleren om voldoende te drinken? 8.Wat zou je doen om bij meneer Pieterse de balans te herstellen of negatieve gevolgen te voorkomen? NB
Vermeld bij de antwoorden welke bron je hebt geraadpleegd.
Volg de begeleide activiteit over het invullen van de vochtbalans.
Resultaat: Je hebt de basiskennis over voeding- en dieetleer en kunt ‘eenvoudige’ diëten toelichten aan een zorgvrager.
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
45 van 54
Leeropdracht 8 Urine uitscheiding Hieronder staan een aantal abnormale vormen van urine-uitscheiding. Anurie Oligurie Polyurie Hematurie 1 Beschrijf wat het is en wat de kenmerken zijn van bovengenoemde afwijkingen in de mictie. 2. Beschrijf bij elke vorm de oorzaak, gevolgen en mogelijke behandeling 3. Verklaar welke complicatie van immobiliteit er op kan treden met betrekking tot de mictie. 4. Naast abnormale vormen van urine uitscheiding heb je ook verschillende vormen van incontinentie. 5. Je verzamelt informatie over vormen van urine-incontinentie en incontinentiemateriaal. Maak voor deze opdracht gebruik van het boek Logo competent hoofdstuk 5.
Mevrouw Keteldijk is incontinent en heeft last van obstipatie. Problemen met uitscheiding komen veel voor. Jouw taak is om de verschillende problemen met mictie of defecatie te herkennen, hierover advies te geven aan de zorgvrager en eventueel hulp bieden bij mictie en defecatie. Met behulp van de casuïstiek ga je hiermee aan de slag. De casuïstiek is aangepast op je werkveld, maar natuurlijk mag je ze ook andere keuzes maken. Doe de opdrachten bij elke casus in een groepje van 2 of 3. Casus 1: Mw.Keteldijk is een 70 jarige dame. Zij woont nog thuis en wordt ondersteund bij de dagelijkse wasbeurt. Zij heeft moeite met bukken in verband met een recente heupoperatie. Mw. is nog niet erg mobiel. Zij brengt de dag vooral breiend door. Mw. klaagt over obstipatie. Mw.Keteldijk is een 70 jarige dame. Zij woont in een kleinschalige woongroep voor ouderen met psychiatrische problematiek Mevrouw is erg gesloten in haar gedrag en brengt de dag rokend en breiend rond. Mevrouw is al haar hele leven bekend met de diagnose schizofrenie. Mw. klaagt nu over buikpijn en obstipatie. 1. Waardoor kan obstipatie worden veroorzaakt? 2. Welke vragen zou je aan mevrouw stellen om er achter te komen wat de oorzaak is van de obstipatie? 3. Welke adviezen zou je mw. Keteldijk geven om de obstipatie te verhelpen? 4. Na 1 week kom je terug bij mevrouw . Ze klaagt over erge buikpijn en je voelt een harde, opgezette buik. Je belt met de huisarts en deze vraagt jou om mevrouw een rectaal laxans toe te dienen. Oefen deze vaardigheid in het skills lab.
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
46 van 54
Casus 2: Mw. Tulip ligt in het ziekenhuis in verband met buikklachten. Zij is momenteel erg verzwakt en is daardoor bedlegerig. In het verpleegplan staat dat de ontlasting van mw. geobserveerd moet worden. En er moet ontlasting opgevangen worden voor het laboratorium. Mw. Tulip verblijft in een isoleercel en is psychotisch. In haar psychose denkt mevrouw dat haar feces ernstig besmet is en niet in het riool mag komen. Daarom doet ze haar behoefte op de vloer. Het valt je op dat de ontlasting zwart ziet. In het verpleegplan staat dat de ontlasting van mw. geobserveerd moet worden. 1. 2. 3. 4.
Op welke aspecten kun je de ontlasting observeren? Welke afwijkingen kan je noemen bij elk aspect? Beschrijf op welke wijze je bij mw. Tulip ontlasting opvangt voor het laboratorium. Oefen deze vaardigheid (mevrouw in bed op de po helpen; feces voor onderzoek opvangen).
Casus 3: Dhr. van Heeswijk is 80 jaar en woont in het verpleeghuis 'Duinzicht'. Dhr. is moeilijk ter been; ’s nachts duurt het even voordat hij zijn bed uit is wanneer hij moet plassen. Daarom heeft hij een urinaal gekregen voor de nacht. Dit ging een tijdje goed, maar meneer is nu ook vaak overdag incontinent en lijkt het niet altijd te merken. Daarom is besloten dat meneer een condoomkatheter krijgt. Dhr. van Heeswijk is 80 jaar verblijft op een opname afdeling in verband met screening op dementie. Dhr. is moeilijk ter been; ’s nachts duurt het even voordat hij zijn bed uit is wanneer hij moet plassen. Daarom heeft hij een urinaal gekregen voor de nacht. Dit ging een tijdje goed, maar meneer is nu ook vaak overdag incontinent en lijkt het niet altijd te merken. Daarom is besloten dat meneer een condoomkatheter krijgt. 1. Beschrijf de observaties en activiteiten die je onderneemt bij dhr. van Heeswijk ten aanzien van de incontinentie. Denk o.a. aan de volgende aspecten: vochthuishouding voeding huid persoonlijke hygiëne schaamte. 2. Oefen de vaardigheid condoomcatheter aanbrengen. Casus4 Mevrouw Peters is vorige week in het verpleeghuis opgenomen voor revalidatie, na het breken van haar heup. Vanmorgen geeft ze aan dat ze pijn heeft bij het plassen. Dit wordt doorgegeven aan de dienstdoende arts. Die wil dat er een urinekweek wordt afgenomen. Hoe ga je dit aanpakken Mevrouw Peters heeft een ernstige depressie. Ze zit de hele dag op haar kamer voor zich uit te staren. Zij drinkt slecht. Het valt je op dat de urine van mevrouw sterk ruikt en donker ziet. De arts wil dat er een urinekweek wordt afgenomen. 1. Hoe ga je dit aanpakken? Oefen de vaardigheid urinekweek afnemen. Resultaat: Je kunt zorgvragers en mantelzorgers voorlichten over verschillende vormen van incontinentie.
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
47 van 54
Leeropdracht 9
Uitscheiding ontlasting/ sputum/ braken
Vragen Hieronder staan een aantal abnormale vormen van ontlasting. 1. Beschrijf wat het is en wat de kenmerken zijn van bovengenoemde afwijkingen in de defecatie. 2. Beschrijf bij elke vorm de oorzaak en de gevolgen. Abnormale vormen van ontlasting Acute diarree
Wat is het
Oorzaak
Gevolg
Chronische diarree
Overloop diarree
Obstipatie
Potloodontlasting
Occult bloed in de ontlasting
Zichtbaar bloed op of door de ontlasting
Melaena
Stopverfontlasing
Stetorroe
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
48 van 54
3. Geef aan wat fecale incontinentie inhoudt en beschrijf de verschillende oorzaken daarvan. 4. Verklaar welke complicatie van immobiliteit er op kan treden m.b.t. de defecatie. 5. Naast ontlasting kun je ook te maken krijgen met sputum, transpiratie en braaksel. Waar let je op en welke zorg geef je bij een zorgvrager die braakt, transpireert of sputum opgeeft?
Observatie bij braken
Zorg bij braken
Observatie bij transpiratie
Zorg bij transpiratie
Observatie bij opgeven sputum
Zorg bij opgeven sputum
Observatie bij menstruatie
Zorg bij menstrueren
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
49 van 54
Vul hieronder vier verschillende vormen van incontinentie in Beschrijf wat het is en wat de kenmerken zijn van bovengenoemde afwijkingen in de Beschrijf bij elke vorm de oorzaak, gevolgen Abnormale vormen van incontinentie
Wat is het
Oorzaak
Gevolg
Resultaat: Je kunt verschillende vormen van ontlasting toelichten en oorzaak, gevolg en preventieve maatregelen benoemen.
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
50 van 54
Leeropdracht 10 Dagindeling maatregelen voor een dag- en nachtritme Dagindeling en maatregelen voor dag- en nachtritme
Maak een dagplanning voor een zorgvrager op je afdeling Waarbij er aandacht is voor: gewoontes van de zorgvrager aandacht voor sociale contacten afwisseling ontspanning en inspanning Geef bij deze zorgvrager aan welke maatregelen je gaat nemen om het dag- en nachtritme te bevorderen.
Voordat je de planning gaat maken discussieer je in een groep van 5 over de volgende beweringen 1. Zorgvragers kunnen zelf bepalen wanneer ze naar bed gaan 2. Zorgvragers moeten zich houden aan de regels van de instelling 3. Zorgvragers die ’s nachts slecht slapen mogen overdag in bed blijven 4. Ook al kun je niet slapen, als je op bed ligt rust je toch uit 5. Zorgvragers geef je nachtmedicatie, ook al moet je ze hiervoor wekken 6. Goed slapen is belangrijk voor een goede gezondheid Vul voor jezelf een weekplanning met rust en inspanning (en wat je dan doet), periode van slapen Vervolgens vergelijk je deze weekplanning met de groepsgenoten. Is de aandacht voor sociale contacten hetzelfde Slaapt iedereen ongeveer even lang Neemt iedereen even veel tijd voor ontspanning Wie brengt er in het weekend veel tijd op bed door Hoe vroeg gaat iedereen naar bed op werkdagen en wat is het verschil met vrije dagen Wat valt op wanneer je dit gaat vergelijken? Wat betekent dit eigenlijk voor jou als hulpverlener naar de verschillende zorgvragers toe?
Resultaat: Je hebt kennis over dag- en nachtritme en kunt 4 acties noemen ter handhaving van het dagen nachtritme van een zorgvrager.
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
51 van 54
Informatiemenu
Internet: www.verpleegkunde.startpagina.nl van alles en nog wat: gewoon even zoeken: wetgeving, geschiedenis, vrijwilligerswerk, opleidingen www.levv.nl Landelijk Expertise Centrum Verpleging en Verzorging : richt zich op allerlei thema’s direct gericht op de beroepsgroep www.ggzmondriaan.blogspot.com site van de psychiatriegroepen binnen Mondriaan Den Haag, met allerhande informatie, presentaties, hand outs etc. Ook goed om je contacten te leggen met andere studenten! www.nivel.nl. Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg: voert onderzoek uit op allerlei gebieden www.voedingscentrum.nl spreekt voor zich. www.urine-incontinentie.nl spreekt voor zich www.trimbos.nl : het Trimbos instituut onderzoekt en monitort zorgvragers met psychiatrische ziekten. Daarnaast geeft het Trimbos instituut voorlichting en zet preventieprogramma’s uit. Je kunt hier ook terecht voor epidemiologische gegevens. http://www.haptonomie.nl/ http://home.hetnet.nl/~harry-geertje/kinesionomie.html
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
52 van 54
Bijlage 1
Planning (PAP) van: Beroepsopdracht: Periode: Wat?
Hoe?
Waar?
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
Met wie?
53 van 54
Bewijslast?
Wanneer?
Beroepsopdracht & Leermenu 1: Persoonlijke zorg / BBL 4 AZ GGZ Versie 2 KD 2012 12 11 2012
54 van 54