Beroepscompetentieprofiel van de (NGS) Sportmasseur
0
© mei 2003 Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Dit profiel is ontwikkeld door NIZW Professionalisering in opdracht van het Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS) Projectteam Janneke Luijkx Sonja Liefhebber Ria Broeken Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn NIZW Professionalisering Postbus 19152 3501 DD Utrecht Telefoon: (030) 230 63 11 Fax: (030) 231 96 41
Voorwoord
Met trots presenteert het Nederlands Genootschap voor Sportmassage u het profiel van de NGS sportmasseur. In oktober 2000 hebben het Nederlandse Genootschap voor Sportmassage (NGS) en het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW) een eerste contact gehad over het ontwikkelen van een profiel van de sportmasseur. Deze vraag kwam voort uit een eerder verschenen rapport van het NGS in samenwerking met het ministerie van VWS, het NOC*NSF en TNO Preventie en Gezondheid. Een van de aanbevelingen uit het rapport was: “… het verkrijgen van meer helderheid over de bevoegdheden, bekwaamheden en de professionaliteit van de sportmasseur”. Na de subsidie toekenning van het ministerie van VWS eind 2001 is toen de vervolgstap gemaakt door concreet met het NIZW aan de slag te gaan. Begin 2002 is een plan van aanpak gemaakt met als doel om het profiel op de Algemene Leden Vergadering van 2003 aan de leden te presenteren.
Doel en resultaat In het uitgestippelde traject was een primair doel gesteld, namelijk validering van het profiel van de sportmasseur, door de sportmasseur. Hiermee zou het NGS dan voldoen aan de aanbeveling uit het eerder genoemde rapport. Voorwaarde was wel dat herkenning en inhoudelijk draagvlak bij de sportmasseurs gevonden moest worden. Door het profiel nu aan u te presenteren kunnen wij stellen dat dat doel gehaald is. Het profiel is gevalideerd door de leden van het NGS! Als secundair doel (maar niet minder belangrijk) is gesteld de legitimering van het profiel door sociale partners in de sportgezondheidszorg (erkenning). In de regel zijn het de sociale partners die het profiel legitimeren. Dit houdt in dat zij de in het profiel beschreven taken en positie van de sportmasseur officieel erkennen. Dit doel is op dit moment nog niet gerealiseerd. Dit komt omdat legitimering vaak een langer traject vraagt dan de validering. De reden waarom toch gestreefd wordt naar legitimering van het profiel is omdat dit de externe waarde van het profiel aanzienlijk vergroot. Het ligt ook in de lijn der verwachting dat deze legitimering gerealiseerd zal worden.
Het vervolg Het NGS heeft bevordering en verhoging van de kwaliteit van de sportmassage hoog in het vaandel staan. Daarnaast streeft het NGS naar optimale afstemming van de sportmassage binnen de (sport)gezondheidszorg en een optimale bereikbaarheid van de sportmassage. Het gevalideerde profiel is een belangrijk tussenstation om het zojuist verwoorde “eindstation” te bereiken. Het volgende belangrijke tussenstation naar verdere professionalisering van de sportmassage is het gelegitimeerde profiel. Dat het NGS dit als tussenstations ziet geeft aan dat zij continu onderweg is om de route te bepalen in het streven om de toonaangevende organisatie in Nederland op het gebied van de sportmassage te zijn en te blijven.
Tot slot Graag wil het Nederlands Genootschap voor Sportmassage haar dank uitspreken aan de volgende organisaties en/of commissies. Mede door hun (financiële) ondersteuning en inzet is het functieprofiel tot stand gekomen. -
-
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW), De leden van de externe begeleidingscommissie, te weten: * Dienstenbond CNV * De Unie Zorg en Welzijn * FNV Sport * Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie * Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband * Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen * Werkgeversorganisatie in de sport * Vereniging Sport Geneeskunde * NOC*NSF De leden van de interne begeleidingscommissie van het NGS Alle overige individuele sportmasseurs en opleiders die gereageerd hebben op het profiel
Rest ons nog u veel leesplezier toe te wensen. Arnhem, 17 mei 2003
Arend van der Veen Voorzitter NGS
Ronald van Tol Directeur NGS
Inhoudsopgave 1
Inleiding en verantwoording
1
2
Beroepsbeschrijving
4
3
Ontwikkelingen en gevolgen voor de beroepsuitoefening
10
4
Loopbaanmogelijkheden
16
5
Kerntaken
17
6
Kernopgaven
32
7
Beroepscompetenties
33
Literatuur
47
Begrippenlijst
49
1 Inleiding en verantwoording Dit is het profiel van de sportmasseur1, opgesteld in 2003 door NIZW Professionalisering in opdracht van het Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS). Het is een beschrijving van de kerntaken, kernopgaven en beroepscompetenties van de sportmasseur.
1.1
Aanleiding
Het NGS is een organisatie die tot doel heeft de belangen te behartigen van sportmasseurs in Nederland en exameneisen te stellen voor de door NGS erkende opleiding sportmassage. Speerpunten van beleid van het NGS zijn onder andere kwaliteitsverbetering en – bewaking. Het NGS heeft een kwaliteitsprogramma opgesteld dat bestaat uit vier pijlers, te weten: verplichte gerichte scholing, ontwikkelen en uitvoeren van multidisciplinaire richtlijnen (in samenwerking met andere partijen in de sportgezondheidszorg), invoeren van een kwaliteitswaarborg en invoeren van kwaliteitsdeelsystemen. Het invoeren van kwaliteitsdeelsystemen bestaat onder andere uit het verkrijgen van helderheid over de bevoegdheden, bekwaamheden en de professionaliteit van de sportmasseur. Een mogelijkheid om deze helderheid te verkrijgen is de ontwikkeling van een profiel van de sportmasseur.
1.2
Functie van het profiel van de sportmasseur
Het profiel heeft de volgende functies: Instrument en ijkpunt voor het NGS om de kwaliteit van de sportmassage te bewaken en te verbeteren. Referentiekader voor het ontwikkelen van een kwalificatieprofiel van de beginnende beroepskracht. Referentiekader voor de (ervaren) sportmasseur om zijn eigen functioneren/ kwaliteit te toetsen, te ontwikkelen en te onderhouden. Plaatsbepaling van de sportmasseur ten opzichte van inhoudelijke disciplines, zoals arts, fysiotherapeut, trainer, waarmee de sportmasseur in de praktijk veel te maken heeft dan wel samenwerkt. Voorlichtingsmateriaal voor aankomende sportmasseurs.
1.3
Ontwikkeling van het profiel
Een profiel kan niet gemaakt worden vanachter het bureau, maar komt tot stand door middel van verschillende methoden. Voor het totstandkomen van dit profiel zijn de volgende werkzaamheden verricht: Documentenanalyse Groepsbijeenkomst met sportmasseurs en opleiders sportmassage Schriftelijke consultatieronden onder sportmasseurs In dit profiel wordt gesproken over sportmasseur. Met de term sportmasseur duiden we op zowel mannelijke als vrouwelijke sportmasseurs. We gebruiken in het profiel de mannelijke vorm. Tevens wordt wanneer gesproken wordt over de sportmasseur hier tevens de sportverzorger mee bedoeld. 1
1
Interviews met sportmasseurs Bijeenkomsten met de begeleidingscommissie Consultatie sportmasseur via website NGS Groepsbijeenkomst met sportverzorgers betaald voetbal Dit profiel is opgesteld volgens de richtlijnen van Colo, vereniging kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven. Het project vond plaats onder begeleiding van een begeleidingscommissie. Deze had vooral tot taak het aanleveren van informatie, fungeren als intermediair, het inhoudelijk bespreken van knelpunten en het becommentariëren van conceptprofielen op herkenbaarheid voor de praktijk. De begeleidingscommissie bestond uit deskundigen en partijen die op een of andere wijze met de sportmasseurs te maken hebben, zoals werknemers- en werkgeversorganisaties. De volgende organisaties hebben zitting in de begeleidingscommissie: Dienstenbond CNV FNV Sport Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS) Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) NOC*NSF De Unie Zorg en Welzijn Vereniging Sportgeneeskunde (VSG) Werkgeversorganisatie in de sport (WOS).
1.4
Validering en legitimering
In het voorwoord geeft het NGS aan welke doelen zij met het profiel hebben. Validering is het primaire doel van dit profiel. Legitimering wordt als secundair doel aangegeven. Een profiel wordt gevalideerd door een representatieve groep mensen bij elkaar te brengen die ervaring hebben met hetgeen onderzocht is. Het doel hiervan is de verzamelde informatie te testen op volledigheid en betrouwbaarheid. Bij legitimering worden de resultaten van de analyse medegedeeld aan de verschillende partners en betrokken autoriteiten. Deze geven al dan niet een officiële erkenning van deze resultaten als relevant ( Peters e.a., 1999).
2
1.5
Opbouw van het profiel
Hoofdstuk 2 beschrijft het beroep sportmasseur. Hierin komen zaken als de beroepscontext en de rol en verantwoordelijkheden van de sportmasseur aan bod. In Hoofdstuk 3 beschrijven we de ontwikkelingen en gevolgen voor de beroepsuitoefening, waar een sportmasseur mee te maken kan krijgen en die invloed hebben op zijn beroepsuitoefening. In Hoofdstuk 4 schetsen we de loopbaanmogelijkheden van de sportmasseur. In hoofdstuk 5 staan zes kerntaken beschreven van de sportmasseur. In Hoofdstuk 6 geven we de kernopgaven weer waar de sportmasseur bij het uitvoeren van zijn taken voor kan komen te staan. In het laatste hoofdstuk, hoofdstuk 7, worden de competenties van de sportmasseur beschreven. De competenties laten zien hoe een sportmasseur zijn werk uitvoert en de resultaten die hij bereikt door op de juiste manier te handelen.
3
2 Beroepsbeschrijving Inleiding In dit hoofdstuk geven we een korte karakteristiek van het beroep van sportmasseur. Paragraaf 1 en 2 geven in het kort de essentie weer van het beroep met de beroepsnaam, paragraaf 3 beschrijft waar de sportmasseur werkt en paragraaf 4 geeft een korte typering van de werkzaamheden van de sportmasseur in de verschillende branches. Vervolgens beschrijven we de rollen, de verantwoordelijkheden, de complexiteit van het beroep.
2.1
Essentie van het beroep van de sportmasseur
In essentie is de beroepsuitoefening van de sportmasseur te omschrijven als: het treffen van maatregelen ter verbetering van de conditie van de cliënt en ter voorkoming of vermindering (van recidivering) van blessures van cliënten. De maatregelen die de sportmasseur treft zijn: masseren, tapen en bandageren, informeren en adviseren, en zorg verlenen bij acuut sportletsel (EHBSO). Daarnaast verricht de sportmasseur beheers- en organisatie gebonden werkzaamheden. Een uitvoerige beschrijving van deze werkzaamheden wordt gegeven in hoofdstuk 5.
2.2
Beroepsnaam
Dit profiel heeft betrekking op de sportmasseur. Dit is een sportmasseur die meer werkzaamheden verricht dan uitsluitend massage. We doelen op ‘EHBSO activiteiten uitvoeren’, ‘tapen en bandageren’ en ‘adviseren en voorlichten’. Van oudsher worden de laatste gebieden aangeduid als het werkgebied sportverzorging. Naast sportmasseurs onderscheiden we sportverzorgers betaald voetbal. Dit zijn beroepskrachten die formeel de functieomschrijving sportverzorger betaald voetbal bezitten en in dienst zijn van een op prestatiegerichte sportvereniging. Deze functie bevat complexere en aanvullende werkzaamheden die bovendien nog eens in een complexere context worden uitgeoefend dan waar een sportmasseur normaal gesproken zelfstandig in werkzaam is. Sportverzorgers hebben vaak een groot aantal jaren ervaring opgedaan in een minder complex werkveld voordat zij aan de slag gaan in de wereld van betaald voetbal.
4
2.3
Werkplekken van de sportmasseur
Sportmasseurs zijn meestal werkzaam binnen sportverenigingen of in hun eigen praktijk. Ook worden sportmasseurs vaak ingezet bij sportevenementen en werken zij op sportscholen. Een klein deel van de beroepsgroep is werkzaam als reguliere masseur in een omgeving voor recreatie of ontspanning. Deze laatste beroepsbeoefenaren houden zich slechts bezig met een deel van de beroepsuitoefening van de sportmasseur. Een TNO-onderzoek uit 1999 naar werkplekken van de sportmasseur, leverde het volgende beeld op. Werkplekken van de sportmasseur Werkplek
Percentage sportmasseurs dat hier werkt*
Sportvereniging Particuliere praktijk Sportevenement Sauna Sportschool Fitnesscentrum / fysiosportcentrum Schoonheidssalon Fysiotherapiepraktijk Anders
51 42 19 5 5 2 2 1 24
Bron: Ooijendijk, Stiggelbout, Westhof (1999). * De percentages tellen op tot meer dan 100 procent omdat sommige sportmasseurs op meerdere plekken werkzaam zijn.
2.4
Sectoren waar vanuit de sportmasseur werkzaam is
De sportmasseur treft maatregelen ter verbetering van de conditie van de cliënt ter voorkoming of vermindering (van recidivering) van blessures van cliënten. De sportmasseur verricht zijn werkzaamheden vanuit de breedtesport en de sportgezondheidszorg. In de breedtesport2 is de sportmasseur werkzaam vanuit zijn eigen vakinhoudelijke deskundigheid als zelfstandig beroepsbeoefenaar. Hij werkt vanuit de vraag en behoefte van de cliënt en stemt waar mogelijk zijn werkzaamheden af met de trainer en/of coach. Er is bij cliënten (die hij geheel zelfstandig behandelt) geen sprake van pathologie, stoornis of ziekte. Wanneer de sportmasseur pathologie, stoornis of ziekte constateert, adviseert hij de cliënt naar de huisarts te gaan of andere deskundige hulp in te roepen. In sommige situaties (bijvoorbeeld in de topsport) kan er bij de cliënt wel sprake zijn van pathologie, stoornissen of ziekte of is de kans hierop aanzienlijk. In deze situatie zal de cliënt een team van deskundigen om zich heen hebben die zich gezamenlijk richten op de behandeling van de cliënt. In dat geval is sprake van sportgezondheidszorg. De sportgezondheidszorg is het geheel aan activiteiten (onderzoek, keuring, begeleiding/instructie, advisering en behandeling) dat ten dienste staat van de gezondheid van de (potentiële) cliënt (Van der Togt, 2002). Sportgezondheidszorg is het werkterrein van sportartsen, sportfysiotherapeuten, sportmasseurs, EHBO'ers met deskundigheid van sport, bewegingswetenschappers,
2 Breedtesport is een verzamelnaam voor georganiseerde en ongeorganiseerde sport.
5
fysiologen, sportdiëtisten en andere (klinische) consulenten (Goedhart & Backs, in: Backx, 2002). De sportmasseur is onderdeel van het behandelteam. Hij verricht zijn werkzaamheden onder de verantwoordelijkheid van de hoofdbehandelaar. Hiertoe werkt hij met de behandelaars samen, stemt met hen de behandeling af, koppelt terug en past richtlijnen en protocollen volgens afspraak toe.
2.5
Rol
De sportmasseur vervult verschillende rollen. Afhankelijk van de context of werkplek, de contacten en relaties zal er een beroep worden gedaan op onderstaande rollen. Begeleider van de cliënt bij blessurepreventie De sportmasseur heeft een ondersteunende rol naar de cliënt toe, waar het gaat om preventie van blessures en verbetering van de conditie van de cliënt. Via het inzetten van zijn deskundigheid op het gebied van massage, tapen en bandageren en het geven van informatie en advies helpt de sportmasseur de cliënt bij het voorkomen van gezondheidsproblemen en klachten. Om de cliënt goed te kunnen begeleiden, weet de sportmasseur hoe hij het beste de cliënt kan bereiken met zijn informatie. Hij biedt op een passende wijze zijn advies aan en op een moment dat de cliënt daar ontvankelijk voor is. Hij steunt de cliënt bij en tijdens blessures en geeft hem tips en adviezen. Wanneer de sportmasseur werkzaam is met andere disciplines aan de verbetering van de gezondheid en sportprestaties van de cliënt stemt hij de begeleiding af met de andere disciplines, wisselt informatie uit en koppelt terug. Vertrouwenspersoon De sportmasseur heeft een belangrijke rol als vertrouwenspersoon van de cliënt. Tijdens het masseren kan er bij de cliënt heel wat loskomen over dingen die hem dwars zitten of waar hij tegenaan loopt. De sportmasseur krijgt vaak veel inzicht in vertrouwelijke informatie over een cliënt. De sportmasseur heeft de professionaliteit om integer om te gaan met de informatie die tot hem komt. Hij kan inschatten welke informatie voor zichzelf en anderen nuttig is voor de optimalisering van de begeleiding van de cliënt. Hij hanteert wetgeving op dit terrein en beschaamt het vertrouwen van de cliënt niet. Eerste contactpersoon bij klachten De sportmasseur krijgt vaak als eerste te maken met (gezondheids)klachten, irritaties en overbelasting en acute blessures en levert vaak als eerste hulp bij verwondingen en blessures. Het is daarom van essentieel belang dat de sportmasseur in deze situaties adequaat en snel kan handelen en de cliënt kan adviseren, bijvoorbeeld of hij kan doorspelen, danwel dat de cliënt naar een (sport)arts of fysiotherapeut dient te gaan. Of hij beslist dat hij de cliënt zelf kan ondersteunen, bijvoorbeeld in de vorm van het aanleggen van bandages of tapes. Ondersteuner van arts en fysiotherapeut binnen de sportgezondheidszorg De sportmasseur speelt binnen de sportgezondheidszorg, samen met de arts en de fysiotherapeut, een belangrijke rol in de sportmedische begeleiding van cliënten3. Backx 3 We
spreken in dit profiel van de cliënt in plaats van de sporter. Onder cliënten van de sportmasseur verstaan we sporters in de topsport en de breedtesport, in georganiseerd en ongeorganiseerd verband. Daarnaast
6
(2002) spreekt in dit verband van de drietrapsraket arts-fysiotherapeut-verzorger (met 'verzorger' bedoelt Backx de sportmasseur). Een kwart van alle blessures wordt behandeld door de huisarts (Schmikli, 2002), die in dat opzicht veruit de belangrijkste behandelaar van blessures is. Bij meer chronisch letsel of overbelastingsletsel vindt verwijzing plaats naar sportarts of de fysiotherapeut, die de cliënt verder behandelt. De sportmasseur draagt soms zorg voor cliënten die naar hem zijn doorverwezen door de (sport)arts of fysiotherapeut. In de drietrapsraket heeft de sportmasseur een ondersteunende rol ten opzichte van de arts of fysiotherapeut.
2.6
Verantwoordelijkheid
Zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden De sportmasseur voert zijn werkzaamheden zelfstandig uit wanneer er geen sprake is van pathologie. Hij is geheel verantwoordelijk voor de uitvoering van zijn eigen werkzaamheden en voert zijn activiteiten uit in afstemming en met goedkeuring van de cliënt. De sportmasseur is ook verantwoordelijk voor het welbevinden van de cliënt tijdens zijn behandeling. Een verantwoordelijkheid van de sportmasseur is dat hij zodanige voorwaarden creëert dat de cliënt vertrouwen in hem kan hebben. Inschatten van de verantwoordelijkheid Het standpunt van NGS is dat de sportmasseur geen werkzaamheden toepast bij cliënten met pathologie. De sportmasseur staat alleen mensen bij die gezond zijn. Om te bepalen wat gezond is gaat NGS uit van de definitie van de Wereld Gezondheidsorganisatie (World Health Organisation: WHO). Die zegt dat gezondheid niet louter de afwezigheid van ziekte is, maar een toestand van lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden. Wat wel en niet gezond of ziek is blijft met deze definitie in het midden. Er zal dan ook een grijs gebied bestaan tussen deze twee uitersten. Het is de verantwoordelijkheid van de sportmasseur om in te kunnen schatten en te bepalen of hij wel of niet zorg kan dragen voor een cliënt. Om de sportmasseur in de toekomst bij te staan bij deze keuze is het de verwachting dat de NGS in samenwerking met andere partijen in de sportgezondheidszorg betrokken wordt bij het opstellen van multi-disciplinaire richtlijnen. Binnen de sportgezondheidszorg (waar wel sprake is van pathologie of de dreiging daartoe aanzienlijk is), voert de sportmasseur zijn werkzaamheden zelfstandig uit maar handelt hij onder verantwoordelijkheid van de hoofdbehandelaar. Hij ondersteunt met zijn werkzaamheden de behandeling van de andere professionals. Dat betekent dat hij met deze professionals moet overleggen, afstemmen en uitwisselen. Hij is verantwoordelijk voor het overdragen van informatie. Hij heeft zicht op zijn eigen kunnen en heeft in zekere mate inzicht in de werkzaamheden van de andere professionals in de sportgezondheidszorg. Werkzaamheden uitvoeren volgens de gedragsregels van de NGS Te allen tijde handelt de sportmasseur volgens de gedragsregels van de NGS. Op grond van haar statuten heeft het NGS gedragsregels voor de sportmasseur (die lid is van het 1.5.1.1.1.1.1.1.2 kunnen ook mensen die een blessure hebben aan hun bewegingsapparaat, maar die niet sporten, gebruik maken van een sportmasseur.
7
NGS) opgesteld. Deze gedragsregels beschrijven de beroepshouding waaraan de sportmasseur zich dient te houden. De gedragsregels hebben betrekking op de omgang van de sportmasseur met de cliënt, de behandelend verwijzer, collega's en andere deskundigen in de sportgezondheidszorg en het op peil houden van het vakmanschap. Naast de gedragsregels heeft het NGS tuchtregels opgesteld. Als sportmasseurs die lid zijn van het NGS, zich hebben gedragen in strijd met één of meer bepalingen van de gedragsregels, kunnen zij via tuchtrechtspraak daarop worden aangesproken. Een klacht kan worden ingebracht door of namens iedere betrokkene (bijvoorbeeld; cliënt, verwijzer, opdrachtgever) of door het NGS.
2.7
Complexiteit
De complexiteit van de werkzaamheden van de sportmasseur wordt bepaald door een aantal factoren die niet los van elkaar staan. Deze factoren zijn: complexiteit van de werkzaamheden, complexiteit van de klachten en behoeften van de cliënt en de complexiteit van de omgeving/context. De werkzaamheden van de sportmasseur zijn over het algemeen routinematig en dus van een laag complex niveau. De sportmasseur voert volgens een bepaald stappenplan een beroepsspecifiek onderzoek (anamnese, inspectie en functieonderzoek) uit. De werkzaamheden en handelingen die hij op grond van dit onderzoek gaat uitvoeren, zijn op basis van protocollen ook in zekere zin routinematig uit te voeren. De invloed van de specifieke klachten en behoeften van de cliënt en de invloed van de omgeving/context maken de werkzaamheden complexer. Specifieke klachten en behoeften van de cliënt De sportmasseur heeft altijd te maken met een cliënt en met diens speciale omstandigheid en klachten en behoeften. De match die de sportmasseur maakt tussen de belastbaarheid en de belasting van de cliënt zal telkens verschillend zijn en zal telkens opnieuw tegen het licht moeten worden gehouden. Met de informatie die hij hier uit verkrijgt, stelt hij een passend stappenplan op en stelt deze met nieuwe informatie bij. Er is hier sprake van integratie van kennis en vaardigheden en toepassing van standaard werkzaamheden. Het is belangrijk dat de sportmasseur de gevolgen kan overzien van het stappenplan dat hij vaststelt samen met de cliënt. Als hij hier fouten in maakt of signalen en beperkingen over het hoofd heeft gezien, kan dit nadelige gevolgen hebben voor het functioneren van de cliënt. In sommige situaties, zoals in de topsport, kan dit grote gevolgen hebben. Complexiteit van de omgeving Sommige situaties in de sport kunnen zorgen voor tijdsdruk, wat weer een mentale druk met zich meebrengt. Dit vereist van de sportmasseur dat hij kan werken onder druk en onder steeds wisselende omstandigheden.
8
3 Ontwikkelingen en gevolgen voor de beroepsuitoefening Inleiding Aan ontwikkelingen die invloed hebben op de werkzaamheden en competenties van de sportmasseur geen gebrek. Er is steeds maatschappelijke aandacht voor blessurepreventie, veteranensport is in opkomst, kwaliteitssystemen doen hun intrede, samenwerking binnen de sportgezondheidszorg krijgt vorm. Dit zijn ontwikkelingen waar iedere sportmasseur vroeg of laat mee te maken krijgt. De sportmasseur zal niet alleen meer kunnen volstaan met een basisopleiding. Vanwege de veelheid en snelheid van ontwikkelingen zal de sportmasseur zich ook na zijn studie steeds weer op de hoogte dienen te houden en met nieuwe ontwikkelingen aan de slag moeten. In dit hoofdstuk beschrijven we in vogelvlucht de ontwikkelingen. Achtereenvolgens komt aan de orde ontwikkelingen in de markt van de sportmassage, de sportmasseur en technologische ontwikkelingen en beleidsontwikkelingen op het gebied van sport.
3.1
Ontwikkelingen in de markt van de sportmassage
Groter wordende markt Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders niet meer voldoende bewegen maar dat we tegelijkertijd met z'n allen juist meer zijn gaan sporten. Dit lijken op het eerste oog twee tegengestelde beweringen. In het trendrapport Bewegen en gezondheid constateert men niet meer dan 20% van de bevolking voldoet aan de Nederlandse bewegingsnorm (Hildebrandt 1999). Tussen 1990 en 1997 blijkt dit percentage licht te zijn gedaald. Met name bij ouderen en laag opgeleiden is deze trend waarneembaar maar ook over de afname in sportactiviteit bij jongeren maakt men zich zorgen (SCP, 2000) Ondanks deze gegevens kunnen we niet zeggen dat er een afname is van sportdeelname. Er is wel een verandering opgetreden. Tussen 1979 en 1995 zijn individuele sporten populairder geworden en is het aantal verenigingsleden en trainenden/competitiespelenden afgenomen (van den Heuvel en Van der Werff, 1998). Het aandeel mensen dat wekelijks sport is afgenomen van 35% in 1995 naar 33% in 1999. Het aantal sporters met twee of meer sporten is toegenomen met ongeveer 1,5% tussen 1995 en 1999. (SCP, 2000). Afhankelijk van de vraagstelling, de definitie van het begrip sport en het vergelijkingsjaar kunnen uit de gegevens verschillende conclusies worden getrokken. Jos de Haan en Koen Breedveld (2000) hebben in hun rapport ´Trends en determinanten in de sport´ verschillende onderzoeken naast elkaar gezet. Zij concluderen dat het aantal mensen dat sport (in de breedste zin van het woord) beoefent is toegenomen. Het document ´Trends in vrijetijdsbesteding, consumenten en toerisme´ geeft aan dat mensen recreatiemogelijkheden dicht bij huis zoeken. De toename van deelname aan sport en beweging door Nederlanders zal zich waarschijnlijk ook in de toekomst doorzetten. Met name de toename van de ongeorganiseerde sport kan met zich meebrengen dat er wellicht een grotere kans is op het aantal blessures. Blessurepreventie en -vermindering en preventie tegen recidivering
9
is de essentie van de werkzaamheden van de sportmasseur. Sportmasseurs verwachten dan ook dat de vraag naar hun expertise toeneemt in de nabije toekomst. Diversiteit Het aantal allochtonen neemt toe in onze samenleving. De verwachting is dat toename van sportbeoefening en beweging ook terug te zien is bij deze groep in onze samenleving. We zien nu al in de topsport dat allochtone jongeren een prominentere positie innemen. De sportmasseur krijgt ook te maken met een toename van culturen en achtergronden. De sportmasseur zal op de hoogte dienen te zijn van omgangsvormen en benaderingswijzen, mede met het oog op lichamelijkheid en intimiteit. Risicogroepen Er zijn twee groepen in de samenleving die worden beschouwd als risicogroepen voor sportblessures, te weten: ouderen en jongeren (Nota VWS, 2001). Onder ouderen verstaan we de bevolkingsgroep van 55+-ers. De Nederlandse bevolking wordt steeds ouder. Een groeiende groep 55+-ers onderneemt sportieve activiteiten. Sport en -beweging draagt bij aan een betere coördinatie, een beter evenwicht en balans, waardoor ouderen minder vaak worden overvallen door privé-ongelukken. Daar tegenover staat dat oudere cliënten gevoeliger zijn voor blessures en vaak ook ernstigere blessures krijgen dan jongeren. Ook binnen de sportmedische gezondheidszorg zal de aandacht zich steeds meer gaan richten op ouderen. Dit betekent voor de sportmasseur enerzijds dat zijn werkterrein zich zou kunnen gaan verbreden, dat de focus zou kunnen verschuiven van relatief jongere sportende mensen naar ook blessurepreventie bij ouderen. Daarnaast is het zaak dat de sportmasseur specifieke kennis bezit over de anatomie en belastingsaspecten bij ouderen en vaardigheden bezit in het omgaan met ouderen De andere risicogroep zijn jongeren. Voor jongeren geldt dat deze steeds meer ongeorganiseerd gaan bewegen en zich daarnaast steeds meer richten op risico- en ragesporten. Kenmerkend aan deze groep is dat zij relatief moeilijker te bereiken is voor voorlichting en advies. De sportmasseur kan bij evenementen te maken krijgen met deze jongeren waarbij hij zich zou kunnen afvragen hoe hij deze jongeren het best kan bereiken waar het blessurepreventie betreft. Mondige bewegende Nederlanders Jan Pietersen is een hardloper. Hij heeft kramp in zijn bovenbeen. Peter van Dries is sportmasseur. Jan komt binnen bij Peter, gaat op de bank liggen en zegt: ´Geef mij maar een goede massage. Begin maar met intermitterend drukken bij mijn kuit want die is helemaal stijf.´
Waarschijnlijk zijn niet alle cliënten van een sportmasseur zo mondig als Jan Pietersen in het bovenstaande voorbeeld, maar cliënten weten steeds beter aan te geven wat ze willen en hoe ze het willen. Cliënten zijn tegenwoordig veeleisender en assertiever. Zij stellen vragen en verwachten antwoorden over de methode en het doel van de behandeling en rekenen op een kwalitatief goede behandeling. De sportmasseur overlegt met de cliënt over de behandeling en evalueert de behandeling ook samen met de cliënt. Dit betekent een dienstverlenende houding van de sportmasseur en dat hij over goede communicatieve vaardigheden beschikt. Zij beschikken daarnaast over een veelheid aan informatie. De overheid doet veel aan voorlichting om beweging te stimuleren en informeert over blessurepreventie.
10
Verschillende bronnen reiken informatie aan over bijvoorbeeld sportmethodes, voeding of lichaamsverzorging bij sport. De cliënt kan de informatie moeilijk op waarde schatten. De sportmasseur moet met deze ontwikkelingen om kunnen gaan. Het is belangrijk dat de sportmasseur zelf ook op de hoogte is van de actuele informatie die door diverse media wordt verspreid. Daarnaast moet hij ook in kunnen schatten of de informatie betrouwbaar is. Werkomgevingen van de sportmasseur: verschillende markten Citaten van sportmasseurs: ´Ik heb er bewust voor gekozen om een opleiding te volgen waar ik sporters mee kan begeleiden. Ik heb hier affiniteit mee.´ ´De sportmasseur heeft een breder werkterrein dan alleen de sport. Hij kan bijvoorbeeld ook aan het werk in het bedrijfsleven´.
Sportmasseurs hebben verschillende drives om in een bepaalde werkomgeving te werken. Sommige geven aan dat zij bewust kiezen om te werken met cliënten. Zij sporten vaak zelf ook of ze hebben gesport en willen graag nog bij de sport betrokken blijven. Zij zijn meestal werkzaam bij sportverenigingen, bij grote evenementen of ze hebben een eigen praktijk. Daarnaast zijn er mogelijkheden om met het diploma sportmassage op zak te werken bij een sauna, hotels, beautycentra en eventueel het bedrijfsleven. Naar verwachting gaan steeds meer afgestudeerde sportmasseurs in deze werkomgevingen als reguliere masseur werken vanwege de positieve eigenschappen van het dienstverband. Zij zullen dan echter niet als sportmasseur, maar als reguliere masseur/verzorger functioneren. Ieder werkterrein zal zijn specifieke aandachtsgebieden hebben. Het vraagt van de sportmasseur dat hij kan omgaan met een diversiteit aan werkomgevingen en oog heeft voor de specifieke eisen die dit aan hem stelt.
11
3.2
De sportmasseur en technologische ontwikkelingen
´Een sportmasseur werkt vooral met zijn handen. Zijn handen zijn zijn belangrijkste hulpmiddel.´ De sportmasseur beschikt ook over een aantal andere hulpmiddelen (zoals tapen en bandages, massage-oliën) en deze worden steeds verder ontwikkeld. Dit heeft als gevolg dat een sportmasseur steeds op de hoogte dient te blijven van de nieuwste toepassingen. Vernieuwingen zullen een bijdrage leveren aan de kwaliteit van zijn dienstverlening. Daarnaast moet hij inschatten of de hulpmiddelen ook daadwerkelijk zijn behandeling bevorderen. Belangrijk is het dat in wetenschappelijk onderzoek aangetoond is of de hulpmiddelen effect hebben op een goed resultaat van de behandeling. De hulpmiddelen die hij gebruikt, moeten in ieder geval voldoen aan veiligheidseisen.
3.3
Beleidsontwikkelingen op het gebied van sport
Beleidsontwikkelingen van de overheid Sporten is goed voor de mens. Dit is een opmerking die je vaak hoort in de volksmond. De overheid heeft hier ook zo haar ideeën over. Zij wenst dat een breed publiek op een verantwoorde wijze sport beoefent en dat de kwaliteit van de sportinfrastructuur versterkt wordt. Hierdoor wil zij sociale cohesie, integratie, tolerantie en volksgezondheid stimuleren (Rijksbegroting, 2003). Ook wil het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport de gezondheidswinst van sport en bewegen vergroten (Nota VWS, 2001). Op dit gebied heeft het ministerie twee doelen voor ogen: - Het terugdringen van bewegingsarmoede - Het voorkomen van blessures. Het terugdringen van bewegingsarmoede Ondanks de vrij hoge sportparticipatie in Nederland komt in alle geledingen van de maatschappij bewegingsarmoede voor. Bewegingsarmoede leidt tot hoge kosten van de gezondheidszorg en economische schade door ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Het is dus van belang hier aandacht aan te besteden. Het voorkomen van blessures Het is belangrijk te voorkomen dat cliënten geblesseerd raken. De overheid voert verschillend beleid in de georganiseerde breedtesport, de ongeorganiseerde breedtesport en de topsport. Maar bij al deze gebieden is het beleid gericht op voorkoming, vermindering en voorkomen van recidivering van blessures. Dit houdt in dat VWS de implementatie van effectieve preventieve maatregelen om blessures tegen te gaan stimuleert. Het ministerie geeft aan dat het belangrijk is om uit kennis van blessurepreventie te leren wat een verantwoorde wijze van sporten is. Dit is vooral van belang bij risicogroepen. Daarnaast wil zij structurele aandacht besteden aan curatie van blessures. Deze beleidsmatige aandacht voor blessures en blessurepreventie is een stimulans voor de erkenning van het werk van de sportmasseur en zal haar positie in de toekomst alleen nog maar meer kunnen versterken. Beleidsontwikkelingen in de sportgezondheidszorg
12
De meeste sportmasseurs verwachten dat de samenwerking met andere disciplines in de sportgezondheidszorg (ketenzorg) zal toenemen (TNO, 1999). Daar komt bij dat het beleid ook gericht is op stimulering van verdergaande samenwerking tussen verschillende sectoren binnen de sportgezondheidszorg (Backx, 2002). De sportmasseur heeft een eigen rol in deze keten en vervult daarnaast richting andere disciplines een ondersteunende en adviserende functie op het gebied van voorkomen van blessures en van verergering en voorkomen van recidivering van blessures. Beleidsontwikkelingen binnen het NGS (Kort, 2001; Van Tol, 2001) Ontwikkelen en vormgeven van kwaliteitsbeleid Als antwoord op ontwikkelingen die vragen naar meer inzicht in de werkzaamheden van de sportmasseur is het NGS bezig met het bepalen van een kwaliteitsbeleid voor sportmassage. Een onderdeel hiervan is een kwaliteitssysteem. Maar wat houdt zo´n kwaliteitssysteem nu in? Voor de sportmasseur betekent een kwaliteitssysteem dat het duidelijkheid schept over hoe de sportmasseur zijn vak uitoefent, hoe dit gewaarborgd wordt en hoe je dit kunt verbeteren. Het kwaliteitssysteem draagt ook bij aan de herkenbaarheid van de sportmasseur in Nederland. Het NGS acht het hiertoe belangrijk een kwaliteitshandboek te ontwikkelen en een register op te starten. Het profiel van de sportmasseur is een ander onderdeel van het kwaliteitsbeleid van NGS. Hiermee kan de sportmasseur zijn vak profileren naar potentiële cliënten en naar andere disciplines binnen de sportgezondheidszorg. Het profiel kan ook weer een basis vormen voor het kwaliteitshandboek omdat het beschrijft wat de kerntaken, -opgaven en competenties van de sportmasseur zijn. Met het kwaliteitsbeleid wil NGS ook duidelijkheid creëren over de bevoegdheden van de sportmasseur binnen de drietrapsraket die bestaat uit de sport- en of huisarts, fysiotherapeut en de sportmasseur zelf. Hiervoor zal de NGS een rol gaan spelen bij het opstellen van multidisciplinaire richtlijnen in samenwerking met andere partijen in de sportgezondheidszorg. Deze richtlijnen geven duidelijkheid over wat een sportmasseur kan en mag doen bij een cliënt bij het onderzoek naar en de behandeling van bepaalde klachten. Het geeft inzicht in de rol en verantwoordelijkheid van de sportmasseur. Ontwikkeling smalle opleiding masseur Er is veel vraag naar een smalle opleiding in de klassieke massage zonder het tapen, bandageren en adviseren van cliënten. Het NGS wil hiervoor een aparte opleiding en NGS-diploma ontwikkelen. Een aankomend student voor de opleiding van sportmasseur kiest dan van tevoren of hij voor het totale pakket of alleen voor massage opgeleid wil worden. Voor de sportmasseur zoals beschreven in dit profiel heeft deze ontwikkeling geen directe gevolgen voor zijn taken en competenties. Wel zal hij er een collega bij krijgen die slechts een onderdeel van zijn gehele takenpakket uitoefent. Van de sportmasseur vraagt dit dat hij zich duidelijk kan positioneren ten opzichte van de masseur en zijn meerwaarde duidelijk kan maken. Ook in een multidisciplinair verband zal duidelijk moeten zijn wat zijn rol is en wat van die van de masseur. Duidelijkheid over verschillende diploma's sportmassage Er zijn verschillende diploma´s sportmassage in Nederland. Het NGS wil op basis van een goed profiel van de sportmasseur onderzoeken wat de waarde is van deze diploma´s. Het NGS streeft naar helderheid over wat diploma’s inhouden voor afnemers en opleidingsinstituten.
13
4 Loopbaanmogelijkheden Onderzoeksinformatie over de voor sportmasseurs gangbare carrièrepatronen ontbreekt. Ook blijkt uit gesprekken dat er geen gebruikelijke verticale doorgroeimogelijkheden zijn voor de functie van sportmasseur. Een voorbeeld van een loopbaanmogelijkheid voor een sportmasseur bij een amateurvereniging zou kunnen zijn om als sportverzorger bij een topsportvereniging te gaan werken, bijvoorbeeld als sportverzorger betaald voetbal of als wielren-soigneur. Horizontale doorgroeimogelijkheden zijn wel duidelijker. Door het volgen van cursussen is het mogelijkheden aantekeningen te halen, bijvoorbeeld voor lymfedrainage. Dit betekent dat hij meer kan dan hij in de basiscursus sportmassage heeft geleerd. Daarnaast kan een sportmasseur zich verder ontwikkelen binnen een bepaalde sport. Als je als sportmasseur steeds met dezelfde soort cliënten te maken krijgt, kun je steeds beter rekening houden met aspecten die specifiek zijn voor een bepaalde sport. Zo krijgt een zwemmer bijvoorbeeld hele soepele spieren terwijl een voetballer hele harde spieren krijgt. Bij zwemmen ontstaan ook andere blessures dan bij voetbal. De sportmasseur kan ook van loopbaan veranderen door te veranderen van werkplek. De werkomgevingen van de sportmasseur staan beschreven in § 2.3. Bovendien kan een sportmasseur besluiten om les te gaan geven in de sportmassage of te gaan examineren bij het examen sportmassage.
14
5 Kerntaken 5.1
Kerntaken
1.
Kerntaken geven aan wat de essentie van een beroep is. De essentie van het beroep sportmasseur is dat hij maatregelen neemt ter verbetering van de conditie van de cliënt en ter voorkoming van blessures of verergering of recidivering van blessures van cliënten. De maatregelen die hij hiervoor neemt zijn beschreven in de volgende zes kerntaken:
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Onderzoeken bewegingsapparaat en opstellen behandelplan Masseren van cliënten Tapen en bandageren van cliënten Voorlichting en advies geven aan cliënten of groepen Zorg verlenen aan cliënten bij acuut sportletsel Registreren en gegevens vastleggen van cliënten
Per kerntaak zijn de volgende onderdelen beschreven: proces rol en verantwoordelijkheden complexiteit betrokkenen hulpmiddelen kwaliteit van proces en resultaat keuzes en dilemma´s Het doel waarvoor de sportmasseur zijn werkzaamheden uitvoert, kan telkens verschillen. Sommige kerntaken zijn vooral gericht op preventie andere op herstelbevordering. Zo is bijvoorbeeld Kerntaak 2, masseert cliënten, gericht op zowel preventie als herstelbevordering. Kerntaak 3, tapet en bandageert cliënten, past de sportmasseur alleen toe als dit een preventief doel heeft. Sommige kerntaken lijken misschien niet direct te maken te hebben met de essentie van het beroep van de sportmasseur. Maar de sportmasseur voert zijn werkzaamheden op een systematische en cyclische wijze uit en hierbij spelen ook minder kenmerkende taken een rol, zoals kerntaak 1, het onderzoeken van het bewegingsapparaat, en kerntaak 6, registreren en vastleggen van gegevens. Deze taken zijn niet onderscheidend voor de inhoud van het beroep, maar wel voor de manier waarop de sportmasseur werkt. Daarom hebben we besloten om deze taken toch bij de kerntaken te beschrijven. We willen tot slot opmerken dat het onderscheiden van kerntaken een kunstmatige weergave is van de werkelijkheid. Taken kunnen tegelijkertijd worden uitgevoerd, daarom kan overlap in de beschrijvingen voorkomen. Daarnaast hebben de taken een toekomstgericht karakter. Dit betekent dat naast duidelijk herkenbare taken vanuit de dagelijkse praktijk er ook taken zijn beschreven die gebaseerd zijn op ontwikkelingen en dus een wenselijk karakter hebben.
15
Kerntaak 1
Onderzoeken bewegingsapparaat en opstellen behandelplan
Proces: Beroepsspecifiek onderzoek De sportmasseur voert een beroepsspecifiek onderzoek uit om na te gaan of het bewegingsapparaat van de cliënt functioneert zoals het hoort te functioneren. Het beroepsspecifiek onderzoek bestaat uit het afnemen van een anamnese, inspectie en een functieonderzoek. Tijdens de anamnese stelt de sportmasseur vragen over de volgende onderwerpen: algehele gezondheid van de cliënt (zowel de lichamelijke als sociale en/of psychische gezondheid) het functioneren van het bewegingsapparaat van de cliënt veranderingen bij de cliënt in zijn sportuitoefening (vragen m.b.t. vroegsymptomen: prestatieveranderingen, gedragsveranderingen) behandeling door fysiotherapeut of huisarts. De sportmasseur inspecteert het lichaam. Dit doet hij door het lichaam te bekijken en/of door te voelen. Een functieonderzoek houdt in dat hij de cliënt bepaalde bewegingen laat uitvoeren, bewegingen zelf bij de cliënt uitvoert en bewegingen met weerstand bij de cliënt uitvoert. Hierdoor kan de sportmasseur nagaan of het bewegingsapparaat van de cliënt naar behoren functioneert. De sportmasseur weet welke functietesten horen bij klachten aan een bepaalde spiergroep of ligamenten. Door middel van dit beroepsspecifiek onderzoek ontdekt de sportmasseur wat de invloed is van het sporten/ bewegen op het lichaam van de cliënt. Deze invloed kan een aantasting van het lichaam zijn die door het lichaam zelf hersteld kan worden, maar waar de sportmasseur voor versnelling van herstel kan zorgen. Maar dit kunnen ook mogelijke insluipende of bestaande blessures zijn. Opstellen stappenplan Op basis van de verkregen gegevens uit het beroepsspecifiek onderzoek bepaalt de sportmasseur of de hij de cliënt wel of niet mag bijstaan. Als dit wel het geval is dan stelt hij een stappenplan op. In het stappenplan bepaalt hij samen met de cliënt de match tussen de mate waarin de cliënt belast is (door de sport/het bewegen) en de belastbaarheid van de cliënt (de hoeveelheid en intensiteit van de beweging die de cliënt aankan). Op basis hiervan bepaalt hij hoe hij verder gaat met de cliënt. De betrokkenheid van de cliënt bij het opstellen van het stappenplan is van grote betekenis. In veel gevallen hangt het effect van de inbreng van de sportmasseur af van de motivatie en bijdrage van de cliënt. De sportmasseur kiest of hij gaat masseren, tapen en bandageren en/of advies geeft. De keuze voor een van deze methoden of technieken is afhankelijk van de vraag of de behandeling gericht is op het voorkomen, het verminderen of het voorkomen van recidivering van blessures van cliënten. Bij massage bepaalt de sportmasseur of hij een stimulerende of sederende massage geeft. Bij het tapen en bandageren kiest hij of hij een ontlastende, steunende of bewegingsuitslag-remmende constructie aanlegt. De sportmasseur bepaalt ook de lengte van de periode en de frequentie waarin een cliënt bij hem komt.
16
Toepassen methoden en technieken en evaluatie De sportmasseur past de bepaalde methoden en/ of technieken toe. De sportmasseur gaat steeds na of zijn behandeling effect heeft. Indien nodig past hij zijn stappenplan aan of adviseert de cliënt naar een huisarts te gaan. Rol / verantwoordelijkheden De sportmasseur voert het beroepsspecifiek onderzoek zelfstandig uit. Hij is verantwoordelijk voor het kiezen van de juiste inhoud van het stappenplan. Daarnaast is het zijn verantwoordelijkheid te bepalen of hij de cliënt wel of niet kan behandelen. De sportmasseur mag geen pathologie behandelen. Hij adviseert de cliënt dan naar een huisarts te gaan. Als de sportmasseur het beroepsspecifiek onderzoek uitvoert na verwijzing van de (sport)arts of (sport)fysiotherapeut dan overlegt hij met hen over het beroepsspecifiek onderzoek en het stappenplan dat hij opstelt. De sportmasseur voert de werkzaamheden dan zelfstandig uit, maar handelt onder verantwoordelijkheid van de hoofdbehandelaar. Complexiteit Het beroepsspecifiek onderzoek (anamnese, inspectie en functieonderzoek) voert de sportmasseur routinematig uit. Het vaststellen van het stappenplan vergt van de sportmasseur dat hij een match kan maken tussen de belastbaarheid en de belasting van de cliënt. Bovendien dient de sportmasseur hier de juiste behandelmethode aan te relateren (integratie van kennis en vaardigheden). Bovenstaande houdt in dat het uitvoeren van het beroepsspecifiek onderzoek een laag complex niveau heeft. Betrokkenen De informatie die de sportmasseur van de cliënt krijgt is belangrijk. Het is dus belangrijk dat er sprake is van goede communicatie tussen sportmasseur en cliënt. Hiervoor zijn beide verantwoordelijk. Dit geldt ook voor het afnemen van de functietesten. De sportmasseur kan bij bepaalde klachten van de cliënt informatie inwinnen bij derden zoals de trainer, arts en fysiotherapeut. Bij doorverwijzing door de (sport)arts of (sport)fysiotherapeut is goede communicatie en afstemming met hen ook belangrijk. (Hulp-)middelen Vragenlijst voor het afnemen van de anamnese Hulpmiddelen voor het afnemen van functietesten Kwaliteit van proces en resultaat De vaststelling van het stappenplan moet gedegen gebeuren door het stellen van vragen en het afnemen van functietesten die leiden tot een goed beeld van het functioneren van het bewegingsapparaat van de cliënt. Hierdoor kan de sportmasseur meteen met het uitvoeren van die activiteiten beginnen waardoor de conditie van de cliënt verbetert, hij geen blessures krijgt of verergering en recidivering van blessures wordt voorkomen. Keuzes/ dilemma's De keuzes en dilemma's die zich voordoen bij het onderzoek van het bewegingsapparaat zijn: Correct vast kunnen stellen of hij wel of niet zorg dient te dragen voor een cliënt en wanneer hij de cliënt dient te adviseren een (sport)arts te raadplegen. Bepalen welke methoden of technieken hij toe gaat passen bij een cliënt. Bepalen wat het doel is dat hij bij zijn cliënt wil bereiken.
17
Onderkennen en om kunnen gaan met een cliënt die pijn heeft of een klacht heeft die niet verbetert. Om kunnen gaan met een cliënt die moeite heeft met intimiteit.
18
Kerntaak 2
Masseren van cliënten
Proces In het stappenplan heeft de sportmasseur gekozen voor een stimulerende of een sederende massage. De sportmasseur begint de massage met uit te leggen wat het doel er van is en hij stelt (indien nodig) de cliënt op zijn gemak. In het stappenplan heeft hij bepaald wat hij gaat doen bij de cliënt en hoe hij gaat masseren. Hij past specifieke handgrepen toe. De sportmasseur bouwt zijn massage op, masseert voldoende en zorgt ook voor een goede afbouw. Hij evalueert of de massage effect heeft en past zonodig zijn stappenplan aan. Rol / verantwoordelijkheden De sportmasseur voert de massage zelfstandig uit en is verantwoordelijk voor het behalen van het doel dat hij bij zijn cliënt wilde bereiken. Hij is ook verantwoordelijk voor het welbevinden van de cliënt tijdens de massage. Daarnaast is het de verantwoordelijkheid van de sportmasseur dat de cliënt vertrouwen in hem heeft of krijgt. Als de sportmasseur merkt dat de behandeling niet aanslaat of contra- indicaties signaleert, adviseert hij de cliënt om naar een arts te gaan die hem door kan verwijzen naar de fysiotherapeut. Complexiteit Het uitvoeren van de massagehandelingen is routinematig. Het is belangrijk dat de sportmasseur de gevolgen kent van zijn massagebehandeling. Als hij zijn massagebehandeling niet deskundig of professioneel uitvoert, kan dit nadelige gevolgen hebben voor het functioneren van het bewegingsapparaat van de cliënt. Bovendien kan dit het vertrouwen schaden dat hij heeft opgebouwd. Betrokkenen Bij de massage heeft de sportmasseur een verdergaand contact met een cliënt dan bij ander contact. Met verdergaand wordt hier bedoeld dat de cliënt zich letterlijk en figuurlijk blootgeeft aan de sportmasseur. Voor het slagen van de massagebehandeling is het ook belangrijk dat de cliënt meewerkt. Dit betekent dat het belangrijk is dat de cliënt geen activiteiten onderneemt die het effect van de massage tegengaan. (Hulp-)middelen Een volgens de inrichtingsrichtlijnen, opgesteld door NGS, ingerichte massageruimte Massage-tussenstoffen Massage-apparatuur (als hij dit handig vindt) Kwaliteit van proces en resultaat De sportmasseur past de massagetechnieken toe die passen bij de klacht van de cliënt. Hij gebruikt de juiste hulpmiddelen. De sportmasseur zorgt ervoor dat door de massage de conditie van de cliënt verbetert, hij geen blessures krijgt of verergering en recidivering van blessures wordt voorkomen. Keuzes/ dilemma's De keuzes en dilemma's die zich voordoen bij het masseren van cliënten zijn: Kiezen van de juiste hulpmiddelen, methoden en technieken ter preventie van blessures. Onderkennen van de gevolgen van de massagebehandeling voor de cliënt. Om kunnen gaan met een cliënt die aangeeft een andere behandeling te willen dan een standaard behandeling.
19
Onderkennen en om kunnen gaan met een cliënt die pijn heeft of een klacht heeft die niet verbetert. Om kunnen gaan met een cliënt die moeite heeft met intimiteit. Om kunnen gaan met klachten die de sportmasseur zelf ondervindt ten gevolge van massage.
20
Kerntaak 3
Tapen en bandageren van cliënten
Proces In het stappenplan heeft de sportmasseur gekozen voor een ontlastende, steunende of bewegingsuitslagremmende tape of bandage ter preventie van blessures of verergering van blessures. Hij legt de tape of bandage aan. Als de sportmasseur merkt dat de tape of bandage een verkeerd effect heeft op de cliënt past hij de constructie aan. Bij een blessure of andere sterke afwijkingen van het bewegingsapparaat adviseert de sportmasseur de cliënt om naar een arts te gaan die hem door kan verwijzen naar de fysiotherapeut. Rol / verantwoordelijkheden Het tapen of bandageren doet de sportmasseur op zijn eigen verantwoordelijkheid. Hij is er verantwoordelijk voor dat de tape of bandage alleen de beoogde beperkingen in de beweging van de cliënt veroorzaakt. De constructie mag geen huidbeschadigingen veroorzaken. Complexiteit Het aanleggen van een tape of bandage doet de sportmasseur routinematig De invloed van de omgeving maakt het aanleggen van een tape of bandage complexer. Bijvoorbeeld bij belangrijke wedstrijden gebeurt het aanleggen van een tape of bandage vaak onder grote tijdsdruk, die weer een mentale druk met zich meebrengt. Dit vereist van de sportmasseur dat hij niet alleen vaardig is in het tapen en bandageren maar dat hij ook kan werken onder druk. Het is belangrijk dat de sportmasseur de gevolgen kent van de tape- en of bandageconstructie die hij aanlegt en dat hij alleen tapet of bandageert als dit een preventieve maatregel is. Als hij bij een cliënt een foutieve tape of bandage aanlegt kan dit nadelige gevolgen hebben voor het functioneren van het bewegingsapparaat. Betrokkenen Bij tapen en bandageren heeft de sportmasseur contact met de cliënt. Hij houdt rekening met de fysieke gesteldheid van de cliënt maar ook met de psychische. Dit omdat een bandage of tape ook een gevoel van veiligheid en zekerheid kan geven. Bij een bestaande blessure heeft hij ook contact met de fysiotherapeut, als die de blessure behandeld heeft. Bij een belangrijke wedstrijd kan het voorkomen dat de sportmasseur te maken krijgt met de trainer, het publiek en een sportteam, die andere belangen hebben dan de sportmasseur. De sportmasseur geeft advies over wat hij het beste vindt. (Hulp-)middelen Verschillende materialen voor het bereiken van een ontlastend, remmend of steunend effect waarbij de musculaire of artrogene componenten van het bewegingsapparaat zijn betrokken. Kwaliteit van proces en resultaat De sportmasseur past de tape en bandage aan, aan het functioneren van het bewegingsapparaat van de cliënt en aan de bewegingspatronen van de sport die de cliënt beoefent. Hij gebruikt de juiste hulpmiddelen. Ook houdt hij de risico's van het bewegen met een tape of bandage in het oog. De sportmasseur zorgt ervoor dat door de tape of bandage de cliënt geen blessures krijgt of dat verergering en recidivering van blessures wordt voorkomen.
21
Keuzes/ dilemma's De keuzes en dilemma's die zich met name voordoen bij het tapen en bandageren van cliënten zijn: De juiste hulpmiddelen en methoden kiezen voor de tape of bandage, met als gewenst resultaat profijt voor de cliënt. Onderkennen van de gevolgen van een tape of bandageconstructie voor de cliënt. In kunnen schatten van en rekening houden met de pijngrens van de cliënt. Verantwoordelijkheid nemen om wel of geen tape aan te leggen bij cliënt in verband met mogelijke schade en druk van buitenaf.
22
Kerntaak 4
Voorlichting en advies geven aan cliënten of groepen
Proces De sportmasseur geeft voorlichting en adviseert de cliënt (bijvoorbeeld op het gebied van de warming-up en cooling-down, rek- en strekoefeningen schoeisel, voeding, kleding, belasting en belastbaarheid, herstelbevorderende maatregelen en overige preventieve maatregelen). Hij geeft individueel advies of hij geeft voorlichting aan groepen. Hij bepaalt de inhoud en het doel van de voorlichting in relatie tot de cliënt of de groep waaraan hij voorlichting geeft. Ook bepaalt hij welke methoden, technieken en materialen hij gebruikt bij de voorlichting. Hij evalueert de resultaten van de gegeven voorlichting. Rol / verantwoordelijkheden De sportmasseur is verantwoordelijk voor de informatie en adviezen die hij geeft. Hij zorgt er voor dat de informatie gegrond is en dat hij adviezen op een juiste manier communiceert, zodat er geen miscommunicatie ontstaat. Hij past informatie aan aan de cliënt en zijn omstandigheden. Hij zorgt ervoor dat de informatie ook aankomt en begrepen wordt. Hij is verantwoordelijk voor de juistheid van de informatie. Hij is echter niet verantwoordelijk voor wat de cliënt met de informatie doet. Complexiteit De sportmasseur dient op velerlei terreinen te beschikken over basiskennis. Bij het geven van informatie en adviezen is het van belang dat hij op dusdanige manier communiceert dat het landt bij de cliënt of groep waaraan hij voorlichting geeft. Hij past zijn boodschap aan aan de cliënt en diens omstandigheden. Het is belangrijk dat hij zich inleeft in de cliënt of groep mensen, zodat het doel bereikt wordt waarvoor de voorlichting wordt gegeven. Betrokkenen Bij het geven van voorlichting en adviezen heeft de sportmasseur contact met de cliënt of met een groep mensen. Hij heeft te maken met verschillende doelgroepen aan wie hij de informatie moet aanpassen. (Hulp-)middelen Richtlijnen over de belastbaarheid van het lichaam en over belastingen die vanuit de omgeving werken. Andere gevalideerde informatie over de onderwerpen waar de sportmasseur voorlichting en advies over geeft. Kwaliteit van proces en resultaat Van de sportmasseur wordt verwacht dat de informatie en adviezen die hij geeft betrouwbaar zijn en als doel hebben dat de cliënt er profijt van heeft. Keuzes/ dilemma's De keuzes en dilemma's die zich voordoen bij het voorlichten en adviseren van cliënten zijn: De juiste inhoud en doel voor een bepaalde cliënt of groep bepalen, waarbij de vraag en behoefte als uitgangspunt wordt genomen. De juiste methoden, technieken en materialen kiezen voor voorlichting en advies. Zich staande houden in het web van tegenstrijdige belangen van cliënt, trainer en sportmasseur en vanuit de eigen deskundigheid advies geven. Beschikbare bronnen op betrouwbaarheid inschatten.
23
Kerntaak 5
Zorg verlenen aan cliënten bij acuut sportletsel
Proces De sportmasseur onderzoekt de cliënt (snel) om na te gaan wat het letsel is en wat de plaats van het letsel is. Hij bepaalt (snel) wat hij wel en wat hij niet kan doen en of de persoon naar een huisarts of afdeling spoedeisende hulp van een ziekenhuis moet. Hij vertelt eventueel aan omstanders wie zij moeten waarschuwen. Hij past EHBSOtechnieken toe en indien nodig verricht hij levensreddende handelingen. Hij geeft advies of de cliënt verder kan sporten. De sportmasseur evalueert zijn handelen bij acute letsels door na te gaan bij de cliënt hoe het staat met de blessure. Bij twijfel over zijn handelen raadpleegt hij de arts of medewerker spoedeisende hulp die de cliënt behandeld heeft. Rol/ verantwoordelijkheden De sportmasseur is in staat snel en zelfstandig beslissingen te nemen en is verantwoordelijk voor het toepassen van eerste hulp bij acuut sportletsel. De sportmasseur stuurt de cliënt door naar de (huis)arts of afdeling spoedeisende hulp als dit nodig is. Complexiteit Bij zwaar acuut letsel staat de sportmasseur onder hoge druk en moet snel actie ondernemen. Het is belangrijk dat de sportmasseur de gevolgen kent van zijn behandeling. Als hij een foute keuze maakt, kan dit nadelige gevolgen hebben voor de cliënt. Betrokkenen Bij het verlenen van zorg aan cliënten bij acuut sportletsel vertrouwt de sportmasseur op de informatie die hij verkrijgt van de cliënt zelf of omstanders. Hij stuurt de cliënt indien nodig door naar de (huis)arts of afdeling spoedeisende hulp van het ziekenhuis. (Hulp-)middelen Voor de zorg aan cliënten bij acuut sportletsel maakt de sportmasseur gebruik van een EHBSO-set. Kwaliteit van proces en resultaat Bij zwaar acuut letsel moet de sportmasseur de tijd overbruggen totdat deskundige hulp de zorg over kan nemen. Hij draagt zorg voor veiligheid en rust voor de cliënt. Hij doet dit om te voorkomen dat het letsel bij de cliënt verergert. Bij minder zwaar letsel is het doel van de sportmasseur om handelingen te verrichten waardoor het letstel vermindert. Keuzes/ dilemma's De keuzes en dilemma's die zich voordoen bij het verlenen van zorg bij acuut letsel aan cliënten: De juiste keuze maken uit de EHBSO-technieken en hulpmiddelen die hij kan gebruiken. Onderkennen van de gevolgen van zijn behandeling voor de cliënt. Snel in kunnen schatten van en rekening houden met de pijngrens van de cliënt. Ernst van de situatie kunnen inschatten en waar nodig hulp inschakelen. Om kunnen gaan met conflicterende belangen, bijvoorbeeld als een speler wil doorspelen terwijl dat niet kan.
24
Kerntaak 6
Registreert en legt gegevens van cliënten vast
Proces: Bij het doen van het beroepsspecifiek onderzoek, het opzetten van het stappenplan, tijdens de behandeling of door evaluatie verkrijgt de sportmasseur allerlei gegevens van cliënt. De sportmasseur houdt dossiers bij waarin hij de gegevens vermeldt die belangrijk zijn voor de behandeling van de cliënt. Hij legt aan de cliënt uit dat hij een dossier bijhoudt en met welke reden. Bij nieuwe inzichten past hij oude gegevens aan zodat het dossier up-to-date blijft. Rol / verantwoordelijkheden De sportmasseur legt gegevens vast zodat hij verantwoording af kan leggen aan de cliënt. Daarnaast is het zijn verantwoordelijkheid dat door duidelijke vastlegging van gegevens zijn handelen inzichtelijk is en overdraagbaar aan anderen. Hierbij houdt de sportmasseur wel rekening met de vertrouwensrelatie die hij met de cliënt heeft en het recht op privacy van de cliënt. Complexiteit Het registreren van gegevens gebeurt routinematig volgens een ordeningssysteem. Het complexe aan het vastleggen van gegevens is dat deze afgestemd dienen te zijn op de behandeling van de cliënt. Betrokkenen De gegevens die vastgelegd worden hebben betrekking op de cliënt. Daarnaast zijn derden betrokken die inzicht krijgen in de gegevens. Derden krijgen alleen inzicht in de gegevens - in overleg met de cliënt - wanneer hij ervan overtuigd is dat de belangen van de cliënt of van zijn omgeving hiermee zijn gediend (zie ook artikel 22 algemene gedragsregels NGS). (Hulp-)middelen Een systeem om dossiers te ordenen en op te bergen (eventueel elektronisch/in de computer). Kwaliteit van proces en resultaat Een gevolg van het vastleggen en registreren van gegevens is dat de sportmasseur meer inzicht heeft in het proces van de behandeling. Dit heeft zijn invloed op de kwaliteit en professionaliteit van de behandeling. Als een cliënt meerdere malen een behandeling krijgt, heeft de sportmasseur in het dossier de actuele stand van zaken paraat. Als een cliënt om verantwoording vraagt heeft de sportmasseur zijn handelen op papier staan. Het communiceren van gegevens naar derden, zoals de fysiotherapeut en de (sport)arts, is effectiever als er een dossier bestaat van de cliënt. Keuzes/ dilemma's De keuzes en dilemma's die zich voordoen bij het registreren en vastleggen van gegevens: Bepalen welke gegevens belangrijk zijn voor het proces van de behandeling en welke gegevens niet. De gegevens van belang voor de behandeling worden opgenomen in het dossier, de andere (meestal persoonlijke gegevens) niet. Correct vaststellen of de belangen van de cliënt of van zijn omgeving worden gediend bij het verstrekken van gegevens aan derden.
25
6
Kernopgaven
Kernopgaven beschrijven de keuzes of dilemma´s waar de sportmasseur regelmatig mee in aanraking komt, die kenmerkend zijn voor het werk van de sportmasseur en waarbij van de sportmasseur een oplossing en een aanpak wordt verwacht. Ook bij de beschrijving van de kerntaken worden keuzes en dilemma's beschreven. Dit zijn keuzes en dilemma's waar de sportmasseur voor komt te staan bij de uitvoering van een specifieke kerntaak. Kernopgaven beschrijven keuzes en dilemma´s die de sportmasseur tegenkomt bij meerdere of alle kerntaken en die vallen binnen een of meerdere contexten. Kernopgave 1: Omgaan met verschillende informatiebehoeften en tegenstrijdige belangen De sportmasseur kan omgaan met het dilemma dat verschillende personen (zoals cliënten, trainers, artsen en fysiotherapeuten) verschillende informatiebehoeften en soms tegenstrijdige belangen hebben. Hij dient zich hierbij te houden aan zijn beroepsgeheim en verschaft alleen informatie als hij er van overtuigd is dat dit in het belang is van de cliënt. Als er sprake is van tegenstrijdige belangen geeft de sportmasseur advies. Het advies is gebaseerd op prioriteiten die hij stelt, waarbij hij de gezondheid van de cliënt voorop stelt. Kernopgave 2: Professioneel omgaan met de informatie van verwijzers. De sportmasseur geeft gevolg aan adviezen van verwijzers en heeft nader overleg met de verwijzer bij een verschil van mening of onduidelijkheden over de behandeling. Hij heeft inzicht in welke informatie van de verwijzer belangrijk is voor de cliënt. Kernopgave 3: Op een gepaste wijze omgaan met cliënten. Dit houdt in dat hij uiterst zorgvuldig omgaat met vertrouwelijke informatie van de cliënt. Hij geeft aan de cliënt aan wanneer hij gegevens ter behandeling verstrekt aan derden, waardoor het slagen van de behandeling wordt vergroot. De sportmasseur dient ook een zekere afstand te houden. Hij onthoudt zich van elke vorm van seksuele intimidatie tegenover de cliënt. Hij zorgt er voor dat hij zijn cliënt ononderbroken kan behandelen. Anders stuurt hij de cliënt door naar een collega sportmasseur.
26
7 Beroepscompetenties 7.1
Competenties: een korte uitleg
In de vorige hoofdstukken is beschreven wat een sportmasseur allemaal doet. Om deze taken en werkzaamheden op een adequate wijze uit te voeren, is het van belang dat de sportmasseur over de juiste bekwaamheden beschikt. Veelal worden deze bekwaamheden beschreven in de vorm van een lijst met relevante kennis, vaardigheden en houdingsaspecten. Dit brengt het gevaar met zich mee dat het totale beroepsbeeld uit het oog wordt verloren en de onderlinge samenhang onduidelijk wordt. We achten het juist van belang aan te geven hoe de afzonderlijke aspecten kunnen worden ingezet om een adequaat resultaat te bereiken in verschillende en steeds wisselende complexe omstandigheden en probleemsituaties. In dit hoofdstuk kiezen we er daarom voor de bekwaamheden te beschrijven via competenties. Competenties verwijzen naar individuele vermogens. Ze moeten binnen een bepaalde context worden bezien. Die context bepaalt namelijk wat adequaat is. Of sportmasseurs daadwerkelijk adequate resultaten behalen, hangt niet alleen af van de persoon, maar ook van de mogelijkheden die zijn omgeving hem biedt. Door de wederzijdse beïnvloeding van persoon en context kunnen belemmeringen in de omgeving iemand verhinderen om zijn competenties te tonen, terwijl omgekeerd goede organisatorische condities of een gunstig leerklimaat een persoon stimuleren om zijn competenties te tonen of te ontwikkelen. Ook kan het zijn dat een bepaalde omgeving of situatie maar een beperkt beroep doet op de competenties van de sportmasseur. De in dit hoofdstuk beschreven competenties bieden de sportmasseur de mogelijkheid om in uiteenlopende situaties als beroepsbeoefenaar werkzaam te zijn. Competenties kunnen worden gekarakteriseerd langs verschillende dimensies. Het belang van het onderscheiden van dimensies is dat dit alle competentieaspecten die van belang zijn voor het uitvoeren van een beroep in beeld brengt. We onderscheiden de volgende dimensies: De vakmatig-methodische dimensie (VM) verwijst naar competenties om m.b.v. technieken, hulpmiddelen en/of methoden kerntaken of kernopgaven op adequate wijze uit te voeren. De bestuurlijk-organisatorische en strategische dimensie (BOS) verwijst naar beroepscompetenties die zijn gericht op het beroepsmatig functioneren in de context van arbeidsorganisaties. De sociaal-communicatieve dimensie (SC) verwijst naar de beroepscompetenties gericht op het leggen en onderhouden van contacten, samenwerken, functioneren in een team, etc. De ontwikkelingsdimensie (ON) verwijst naar beroepscompetenties die bijdragen aan de ontwikkeling van een beroep, individu, team, organisatie of bedrijf.
27
7.2
Competentiegebieden en competenties
Hieronder een overzicht van competenties van de sportmasseur, geordend naar competentiegebied. COMPETENTIEGEBIED A AANDACHT HEBBEN VOOR DE CLIËNT
A1 De sportmasseur is in staat om de vraag van de cliënt als uitgangspunt van zijn handelen te nemen A2 De sportmasseur is in staat om in de omgang met de cliënt, gedragsregels en (eigen) normen en waarden te hanteren A3 De sportmasseur is in staat om vertrouwenwekkend en deskundig om te gaan met cliënten, collega's en beroepskrachten uit andere disciplines (binnen de sport en sportgezondheidszorg) A4 De sportmasseur is in staat om op transparante en deskundige wijze de cliënt op de hoogte te stellen van en te betrekken bij de inhoud en het nut van zijn handelwijzen
COMPETENTIEGEBIED B VROEGTIJDIG SIGNALEREN
B1 De sportmasseur is in staat om op adequate wijze een wenselijke lichaamshouding en normale bewegingspatronen te herkennen en vast te stellen B2 De sportmasseur is door zijn inzicht in belasting en belastbaarheid in staat om vroegsymptomen van overbelasting te herkennen B3 De sportmasseur is in staat om op adequate wijze de signalen van afwijkingen in lichaamhouding en bewegingsapparaat te herkennen
COMPETENTIEGEBIED C SNEL REAGEREN OP EEN PROBLEEMSITUATIE
C1 De sportmasseur is in staat situaties adequaat te overzien en noodsituaties te onderkennen C2 De sportmasseur is in staat om onder stressvolle omstandigheden accuraat en kalm te handelen C3 De sportmasseur is in staat grotere schade of letsel bij de cliënt te voorkomen en handelt met overtuigingskracht
COMPETENTIEGEBIED D MAATREGELEN UITVOEREN TER VOORKOMING VAN BLESSURES EN/ OF RECIDIVERING VAN BLESSURES
D1 De sportmasseur is in staat om op adequate wijze geschikte preventieve maatregelen te bepalen D2 De sportmasseur is in staat om informatie en advies op maat aan te bieden
28
D3 De sportmasseur is in staat om op adequate wijze te bepalen wanneer tapen en bandageren wenselijk is D4 De sportmasseur is in staat om passende massagetechnieken te kiezen COMPETENTIEGEBIED E VAKGEBIED KENNEN EN UITDRAGEN
E1 De sportmasseur is in staat adequaat zijn eigen rol, positie en verantwoordelijkheid te bewaken E2 De sportmasseur is in staat draagvlak te creëren voor zijn handelen E3 De sportmasseur ontwikkeld zich steeds en werkt methodisch E4 De sportmasseur maakt zijn handelen inzichtelijk en legt verantwoording af E5 De sportmasseur is in staat zijn eigen werkomstandigheden te bewaken en te beïnvloeden
29
7.3 Overzichtsschema van kerntaken, -opgaven en competenties van de sportmasseur Het volgende schema geeft de relatie aan tussen de eerder genoemde competenties en de kerntaken en de kernopgaven. Een kruisje geeft aan dat de competenties in de eerste kolom van de tabel nodig zijn om de kerntaken (tweede kolom) en de kernopgaven (derde kolom) op een adequate wijze te kunnen uitvoeren.
Competenties sportmasseur vakmatig-methodisch (VM) B1 Kent normale lichaamshouding en bewegingspatronen B2 Herkent vroegsymptomen van overbelasting B3 Ziet afwijkingen in lichaamhouding en bewegingsapparaat die kunnen leiden tot blessures C1 Kan de situaties overzien en onderkent noodsituaties C2 Handelt accuraat onder stressvolle omstandigheden C3 Voorkomt grotere schade of letsel bij de cliënt en handelt met overtuigingskracht D1 Bepaalt geschikte preventieve maatregelen D2 Biedt informatie en advies op maat aan D3 Schat in wanneer tapen en bandageren wenselijk is D4 Kiest passende massagetechnieken Bestuurlijk-organisatorisch en strategische (BOS) Bewaakt eigen rol, positie en verantwoordelijkheid E1 Creëert draagvlak voor zijn handelen E2 Maakt handelen inzichtelijk en legt verantwoording af E4 Beïnvloedt eigen werkomstandigheden E5 Sociaalcommunicatieve (SC) Neemt vraag van de cliënt als uitgangspunt van zijn handelen A1 Hanteert gedragsregels en (eigen) normen en waarden bij de A2 omgang met de cliënt Is vertrouwenwekkend A3 Stelt de cliënt op de hoogte A4 Ontwikkelings (ON) E3 Werkt methodisch en blijft zich ontwikkelen
Kerntaken: Kerntaak 1: Kerntaak 2: Kerntaak 3: Kerntaak 4: kerntaak 5: Kerntaak 6: Kernopgaven: Kernopgave 1: Kernopgave 2: Kernopgave 3:
Kerntaak 1 x x x
2
3
4
x
x
x
6
x
x x x
x x
x x
x x x
x
x
x
x
x x
5 x
Kern opgave 1 2 3
x x x
x x
x
x x x
x
x x
x
x
x x
x
x x
x x x x
x
x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Onderzoekt het bewegingsapparaat Masseert cliënten Tapet en bandageert cliënten Geeft voorlichting en adviezen aan cliënten of groepen Verleent zorg aan cliënten bij acuut sportletsel Registreert en legt gegevens van cliënten vast
Omgaan met verschillende informatiebehoeften en tegenstrijdige belangen. Professioneel omgaan met de informatie van verwijzers. Op een gepaste wijze omgaan met cliënten.
30
x x
x
7.4 Uitwerking van de competenties De competenties worden uitgewerkt door succescriteria te benoemen. Aan de hand van deze succescriteria kan beoordeeld worden of een sportmasseur deze competenties bezit. Onder het kopje resultaat staat het gewenste resultaat dat de sportmasseur wil bereiken.
COMPETENTIEGEBIED A AANDACHT HEBBEN VOOR DE CLIËNT
A1 De sportmasseur is in staat om de vraag van de cliënt als uitgangspunt van zijn handelen te nemen (sociaal-communicatieve dimensie) Succescriteria: Proces Onderzoekt en tast voortdurend de vragen en behoeften van de cliënt af. Anticipeert op behoeften en geeft een hoge prioriteit aan dienstverlening. Gaat steeds na of de cliënt en diens vragen en behoeften het uitgangspunt van zijn handelen zijn. Richt zich op zowel fysieke aspecten als sociale en psychische componenten. Neemt de uitspraken van de cliënt serieus. Houdt rekening met angsten, twijfel van de cliënt en de gevolgen hiervan voor zijn handelen. Resultaat Het handelen van de sportmasseur sluit aan op de vraag en behoeften van de cliënt en de cliënt voelt zich door de sportmasseur serieus genomen.
A2 De sportmasseur is in staat om in de omgang met de cliënt, gedragsregels en (eigen) normen en waarden te hanteren (sociaal-communicatieve dimensie) Succescriteria: Proces Handelt volgens gedragsregels van de vereniging en andere wettelijke kaders, zoals wetten op het terrein van cliëntenrechten. Integreert eigen normen en waarden met die van het vak. Resultaat De sportmasseur is aanspreekbaar op zijn gedrag.
31
A3 De sportmasseur is in staat om vertrouwenwekkend en deskundig om te gaan met cliënten, collega's en beroepskrachten uit andere disciplines (binnen de sport en sportgezondheidszorg) (sociaal-communicatieve dimensie) Succescriteria: Proces Neemt cliënten, collega's en andere disciplines serieus. Gaat eerlijk en integer om met belangen, informatie en vertrouwenskwesties van anderen. Kan zich inleven in de ander. Kan mensen op hun gemak stellen. Is in staat om te gaan met intimiteit en lichamelijkheid en erkent en respecteert de grenzen hierin van de cliënt. Kan in korte tijd het vertrouwen winnen. Is zich bewust van zijn mogelijkheden en onmogelijkheden en weet dat zijn cliënten duidelijk te maken. Is in staat aan te geven over welke zaken hij niet zeker is en is open over knelpunten waar hij mee worstelt. Brengt besluiten zorgvuldig beargumenteerd en houdt daarbij de goede relatie in ogenschouw. Reageert zorgvuldig op vragen en verzoeken. Doet wat hij toegezegd heeft en komt afspraken na. Resultaat Cliënten, collega's en andere disciplines zien de sportmasseur als een betrouwbaar persoon en hebben waardering voor zijn deskundigheid.
A4 De sportmasseur is in staat om op transparante en deskundige wijze de cliënt op de hoogte te stellen van en te betrekken bij de inhoud en het nut van zijn handelwijzen (sociaal-communicatieve dimensie) Succescriteria: Proces Legt uit aan de cliënt waarom hij kiest voor bepaalde stappen en wat hij hier mee wil bereiken. Legt uit hoe hij dingen gaat aanpakken en hoe het lichaam hier (waarschijnlijk) op zal reageren. Legt de cliënt de handelwijzen voor en geeft alternatieven aan. Is in staat risico's aan te geven van bepaalde handelwijzen. Laat de cliënt uiteindelijk beslissen over welke handelwijze de voorkeur heeft. Resultaat De cliënt is betrokken bij de handelswijze die de sportmasseur toepast.
32
COMPETENTIEGEBIED B VROEGTIJDIG SIGNALEREN
B1 De sportmasseur is in staat om op adequate wijze een wenselijke lichaamshouding en normale bewegingspatronen te herkennen en vast te stellen (vakmatig methodische dimensie) Succescriteria: Proces Is op de hoogte van de invloed van bepaalde sporten, specifieke bewegingen, leeftijd, postuur, geslacht en uitoefening van beroepen op de lichaamshouding en het bewegingsapparaat. Gaat na of bovenstaande factoren van (negatieve) invloed zijn op de lichaamshouding en het bewegingsapparaat van een cliënt. Resultaat De sportmasseur stelt vast welke factoren invloed hebben op de beweging en houding van de cliënt.
B2 De sportmasseur is door zijn inzicht in belasting en belastbaarheid in staat om vroegsymptomen van overbelasting te herkennen (vakmatig methodische dimensie) Succescriteria: Proces Kent de invloed van sport en andere bewegingen op de belastbaarheid van het lichaam en kan deze invloed relateren aan het lichaam van cliënten. Is in staat samen met de cliënt de belastbaarheid van de cliënt te bepalen. Gebruikt bij het bepalen van de belastbaarheid van de cliënt standaard procedures, bijvoorbeeld een functieonderzoek. Houdt de conditie van het individu en mogelijke afwijkingen en zwakke plekken in de gaten. Kent de reactie van het lichaam op overbelasting en herkent deze reactie bij cliënten. Kent het verband tussen slecht slapen, gewichtsvermindering, lichamelijke klachten, gedragsverandering en verandering in prestatie en overbelasting en herkent deze factoren bij cliënten. Resultaat Vroegsymptomen bij een cliënt worden in een vroegtijdig stadium ontdekt.
B3 De sportmasseur is in staat om op adequate wijze de signalen van afwijkingen in lichaamhouding en bewegingsapparaat te herkennen (vakmatig methodische dimensie)
33
Succescriteria: Proces Herkent de normale bewegingshouding, normale statiekstanden en normale spierspanning bij een cliënt. Kent de invloed van overbelasting op de normale lichaamshouding en het bewegingsapparaat. Is in staat individuele verschillen in lichaamshouding en bewegingsapparaat te herkennen en mee te laten wegen in zijn beoordeling. Herkent degeneratieve verschijnselen, statiek(stand)afwijkingen, scheefstanden en spierspanningsverschillen bij de cliënt. Resultaat Herkent afwijkingen in houding en beweging.
COMPETENTIEGEBIED C SNEL REAGEREN OP EEN PROBLEEMSITUATIE
C1 De sportmasseur is in staat situaties adequaat te overzien en noodsituaties te onderkennen (vakmatig methodische dimensie) Succescriteria: Proces Overziet en schat in wanneer een noodsituatie dreigt te ontstaan. Onderkent voor cliëntengroepen en individuele cliënten belastende situaties en omstandigheden. Ziet snel in wanneer de cliënt zich ook daadwerkelijk bevindt in een ernstige situatie. Maakt duidelijk aan de cliënt wanneer deze zich bevindt in een noodsituatie, en voorkomt zoveel mogelijk paniek situaties. Resultaat Er wordt tijdig ingegrepen in een noodsituatie.
C2 De sportmasseur is in staat om onder stressvolle omstandigheden accuraat en kalm te handelen (vakmatig methodische dimensie) Succescriteria: Proces Blijft goed functioneren en presteren onder belastende omstandigheden zoals tijdsdruk, tegenslag, teleurstelling en tegenspel. Blijft gestructureerd werken ook wanneer verschillende mensen tegelijk een beroep op hem doen. Blijft kalm en zakelijk ook als er forse weerstand wordt geboden. Stelt het belang van de cliënt voorop, ook wanneer andere belangen belangrijker lijken. Reageert flexibel en veerkrachtig op extreme situaties en straalt rust uit in zijn gedrag.
34
Schat in verschillende situaties in wat haalbaar is en past zijn werkwijze hierop praktisch aan.
Resultaat Ook onder stressvolle omstandigheden wordt op correcte wijze zorggedragen voor een cliënt. De cliënt en al diegenen die bij de noodsituatie ´betrokken´ zijn blijven kalm.
C3 De sportmasseur is in staat grotere schade of letsel bij de cliënt te voorkomen en handelt met overtuigingskracht (vakmatig methodische dimensie) Succescriteria: Proces Adviseert en informeert de cliënt tijdig over de noodsituatie. Weet hoe hij cliënt kan overtuigen en past deze kennis toe. Laat de uiteindelijke beslissing over aan de cliënt, als deze hiertoe in staat is. Heeft durf, lef en overtuigingskracht om in te grijpen om ernstig letsel of schade te voorkomen. Weet hoe te handelen bij acute blessures. Handelt in levensbedreigende situaties en weet welke EHB(S)O verrichtingen hij wanneer toe moet toepassen. Schat snel in of andere deskundigen noodzakelijk zijn en organiseert dit dan ook. Resultaat Grotere schade of letsel bij de cliënt wordt voorkomen.
35
COMPETENTIEGEBIED D MAATREGELEN UITVOEREN TER VOORKOMING VAN BLESSURES EN/ OF RECIDIVERING VAN BLESSURES
D1 De sportmasseur is in staat om op adequate wijze geschikte preventieve maatregelen te bepalen (vakmatig methodische dimensie) Succescriteria: Proces Past de meest geschikte maatregel toe in een bepaalde situatie. Houdt rekening met de individuele situatie van de cliënt en de omstandigheden (mate van blessure) van de cliënt. Adviseert op basis van zijn deskundigheid hierin over de noodzaak van bepaalde maatregelen als rek- en strekoefeningen, massages, tapen en bandages en overige maatregelen. Neemt bij het komen tot een advies de voorkeur van de cliënt voor een bepaalde maatregel als uitgangspunt. Resultaat Bij de cliënt wordt de meest geschikte maatregel toegepast ter voorkoming van een blessure of recidivering van een blessure.
D2 De sportmasseur is in staat om informatie en advies op maat aan te bieden (vakmatig methodische dimensie) Succescriteria: Proces Schat in welke informatie de cliënt nodig heeft om optimaal te presteren en blessures te voorkomen. Stemt de informatie af op de specifieke behoefte van de cliënt. Houdt rekening met het juiste tijdstip en de juiste plaats. Houdt rekening met verschillen tussen cliënten wat betreft leeftijd, cultuur, cognitief vermogen en sociaal-economische situatie om het effect van de informatie te vergroten. Maakt (waar mogelijk) gebruik van voorlichtingsmateriaal of van informatie van andere deskundigen. Houdt de grenzen van zijn vakgebied in de gaten en verwijst, wanneer dit nodig is, door naar de juiste deskundige. Resultaat Informatie en advies zijn afgestemd op de behoefte en noodzaak van de cliënt.
D3 De sportmasseur is in staat om op adequate wijze te bepalen wanneer tapen en bandageren wenselijk is (vakmatig methodische dimensie) Succescriteria: Proces Schat in wanneer het nuttig en noodzakelijk is te tapen en te bandageren.
36
Schat in wanneer het nodig is om een lichaamsdeel te ondersteunen, tijdelijk te ontlasten, wanneer correcties nodig zijn of wanneer het nodig is om de functie van gewrichtsbanden over te nemen. Legt een goede tape of bandage aan. Zorgt er voor dat de functie zoveel mogelijk gehandhaafd blijft en comfortabel zit. Kiest het juiste materiaal. Houdt rekening met zowel het fysieke nut en de noodzaak als met de psychische component van een tape of bandage. Resultaat De cliënt krijgt een tape of bandage die een blessure of verergering van blessure voorkomt en niet verergert.
D4 De sportmasseur is in staat om passende massagetechnieken te kiezen (vakmatig methodische dimensie) Succescriteria: Proces Is in staat om op elk gewenst moment de cliënt een massage te geven. Dit kan plaatsvinden voorafgaand, tijdens of na afloop van een wedstrijd of inspanning. Kiest een techniek die past bij het doel van de massage. Wijzigt handgrepen of past ze aan naar gelang de individuele omstandigheden. Resultaat De cliënt krijgt massage waar hij baat bij heeft.
COMPETENTIEGEBIED E VAKGEBIED KENNEN EN UITDRAGEN
E1 De sportmasseur is in staat adequaat zijn eigen rol, positie en verantwoordelijkheid te bewaken (ontwikkelingsdimensie) Succescriteria: Proces Zet zich met energie in voor de cliënt, een vereniging of organisatie. Stelt zich betrokken op, maar waakt ervoor zich niet te identificeren met verantwoordelijkheden van andere partijen. Is in staat een evenwicht te vinden tussen betrokkenheid en distantie met de cliënt. Kent zijn eigen vakgebied, zijn rol, inzet en verantwoordelijkheid en is helder in zijn communicatie hierover. Geeft duidelijk aan wanneer taken en verantwoordelijkheden buiten zijn kennisgebied liggen. Weet naar wie hij de cliënt moet doorsturen en geeft dit ook aan richting cliënt. Hanteert de grenzen van zijn vakgebied en eigen kunnen. Kent zijn eigen zwaktes en sterkten en is in staat hulp en advies te vragen indien dit nodig is.
37
Resultaat De sportmasseur kent de grenzen van z´n professionaliteit.
E2 De sportmasseur is in staat draagvlak te creëren bij zijn omgeving voor zijn handelen (ontwikkelingsdimensie) Succescriteria: Proces Hij kan anderen duidelijk maken wat zijn vakgebied is, wat hij op dit gebied doet en waar zijn specifieke kennis en vaardigheden liggen. Hij draagt dit tactisch en strategisch uit. Hij is bereid te investeren in een goede samenwerking op de langere termijn. Hij kent hiertoe ook het vakgebied van anderen en de grensgebieden met zijn vakgebied zoals die van de arts, (sport)fysiotherapeut. Hij is in staat zijn standpunten en planningen aan te passen aan anderen. Resultaat De sportmasseur realiseert draagvlak voor z´n vakgebied. Degenen die met de sportmasseur samenwerken en cliënten hebben duidelijkheid over en inzicht in het handelen van de sportmasseur. E3 De sportmasseur ontwikkelt zich steeds en werkt methodisch (ontwikkelingsdimensie) Succescriteria: Proces Hij werkt methodisch en doet dit doelbewust en systematisch. Hij is in staat zelfstandig beslissingen te nemen en hierover de verantwoordelijkheid te dragen. Hij kan van zijn eigen en andermans ervaringen leren, door te reflecteren op het handelen en feedback te vragen. Hij neemt kritiek en klachten van collega's en cliënten serieus en doet er ook daadwerkelijk iets mee. Hij kan adviezen en tips van anderen aannemen en oude manieren van werken loslaten en nieuwe aanleren. Hij leert uit bij- en nascholingbijeenkomsten of cursussen. Hij zoekt naar nieuwe uitdagingen en leert van het oplossen of aanpakken van nieuwe knelpunten.
Resultaat De sportmasseur is up to date gekwalificeerd.
38
E4 De sportmasseur maakt zijn handelen inzichtelijk en legt verantwoording af (bestuurlijke- organisatorische en strategische dimensie) Succescriteria: Proces De sportmasseur zorgt ervoor dat zijn handelen te allen tijden inzichtelijk en overdraagbaar is door afspraken en analysen vast te leggen. Hij zorgt voor een verantwoorde en zorgvuldige besteding van middelen, voorzieningen en materialen. Resultaat De sportmasseur kan zijn handelen te allen tijde verantwoorden. E5 De sportmasseur is in staat zijn eigen werkomstandigheden te bewaken en te beïnvloeden (bestuurlijke-organisatorische en strategische dimensie) Succescriteria: Proces Hij zorgt ervoor dat zijn eigen gezondheid niet in gevaar komt. Hij waakt ervoor dat de belasting van zijn eigen lichaam binnen de voor hem toelaatbare proporties blijft. Hij creëert hiervoor optimale arbeidsomstandigheden. Hij weet om te gaan met werkdruk en stress. Resultaat De sportmasseur voorkomt slechte werkomstandigheden voor zichzelf.
39
Literatuur Backx, F.J.G. (2002). Organisatie sportgezondheidszorg in Nederland. In: W.T.M. Ooijendijk, V.H. Hildebrand en M. Stiggelbout (red.) Trendrapport bewegen en gezondheid 2000/2001. Hoofddorp: TNO Arbeid. Colo (2002). Format Beroepscompetentieprofiel. Handleiding voor het opstellen van beroepscompetentieprofielen. Zoetermeer. De sportmasseur en blessurepreventie Internetadres: www.gosmt.nl/Tekst/Prev_sprbrt1.htm Heuvel, M.; van den & van der Werff (1998). Trendanalyse sport. Ontwikkelingen in sportdeelname en organisatiegraad van de sport in de periode 1975-1995. Tilburg: Katholieke Universiteit Brabant. Hildebrandt, V.H.; W.T.M. Ooijendijk & M. Stiggelhout (1999). Trendrapport bewegen en gezondheid 1998-1999. Lelystad: Koninklijke Vermande. Kort, H. (2001). (Sport)massage in het jaar 2001. Sportmassage Internationaal, jrg. 42, nr. 1, pag. 18 Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (2001). Sport, bewegen en gezondheid: naar een actief kabinetsbeleid ter vergroting van de gezondheid door en bij sport en beweging. Den Haag: VWS NRC Handelsblad (2002). Meerderheid van bevolking sport eens per week. NRC Handelsblad, 22 oktober 2002, pag. 13 Ooijendijk, W.T.M., M. Stiggelbout, M. Visser en M.H. Westhof (1999). Sportmassage in ontwikkeling. Onderzoek naar de schakels in de optimale zorg voor sporters [TNO-rapport PG/VGZ/00/002]. Leiden: TNO Preventie en Gezondheid. Peters, F., e.a. (1999) Begrippen over beroep en opleiding. NIZW Utrecht Schmikli, Sandor L. (2002). De 97/98 survey van sportblessures. In: W.T.M. Ooijendijk, V.H. Hildebrand en M. Stiggelbout (red.) Trendrapport bewegen en gezondheid 2000/2001. Hoofddorp: TNO Arbeid SCP (2000). Trends en determinanten in de sport. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Togt, C.R. van der (2001). Sportgezondheidszorg. Een overzicht van belangrijke sportzorginstellingen. In: Van der Togt en Zweers (red.). Sport, bewegen en gezondheid. Houten, BSI. Togt, C.R. van der (2002). Sport is goed, zorg moet: Sportmedisch beleidsplan 20022004. Bilthoven: Vereniging voor sportgeneeskunde (VSG en Federatie van Sportmedische Instellingen (FSMI) Tol, R. van der (2001). Beste NSG´ers. Sportmassage Internationaal, jrg. 42, nr 6, p.150
40
Begrippenlijst Anamnese Een beroepsspecifiek onderdeel waarbij de sportmasseur d.m.v. vraagstelling tracht de ziektegeschiedenis van de cliënt, opgetekend uit verhalen van de betrokkene zelf, te achterhalen. Belastbaarheid De mate waarin een persoon zowel fysiek als mentaal in staat is om weerstand te bieden aan de aan hem/haar opgelegde fysieke en/of mentale belasting. Belasting Een last of gewicht (fysiek/mentaal) dat gedragen moet worden of dat op een individu rust. Blessurepreventie Het toepassen van maatregelen en adviezen ten behoeve van de cliënten begeleiders ter voorkoming van sportletsels of verergering dan wel recidivering van letsels. Het tot wedstrijdfit begeleiden van de cliënt na een aandoening en/of een behandeling in de (sport)medische of paramedische sfeer. Cliënt Persoon die wordt behandeld. Contra-indicatie Omstandigheid die o.a. pleit tegen het nemen van een bepaalde maatregel en het voorschrijven van een behandeling. Degeneratief Aantasting van de normale functie van weefsels encellen. EHBSO Eerste Hulp Bij Sport Ongevallen. Functieonderzoek Een beroepsspecifiek onderdeel waarbij de sportmasseur d.m.v. het doen van diverse testen inzicht krijgt in de mate van de belasting en de belastbaarheid van de cliënt. Genootschap Het Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS). Inspectie Een beroepsspecifiek onderdeel waarbij de sportmasseur d.m.v. zien (visueel) tracht de normale zichtbare structuren van het lichaam (huid, spieren, pezen, botten en gewrichten) te herkennen. Kwaliteit (v.d. sportmassage) Het waardeoordeel, dat een individuele cliënt toekent aan aspecten van een dienst van een sportmasseur, op grond van criteria, die voorvloeien uit de doelen, waartoe volgens de cliënt de dienst moet dienen.
41
Kwaliteitsbeleid Kwaliteitsdoelen in een bepaalde tijdsvolgorde met bepaalde middelen bereiken. Kwaliteitshandboek Document waarin het kwaliteitsbeleid is vastgelegd en waarin het kwaliteitssysteem van een organisatie staat beschreven. Kwaliteitssysteem Organisatiestructuur, processen, procedures en middelen die nodig zijn voor het implementeren van kwaliteitszorg. Lymfedrainage Manuele therapie waarbij men met monotone en langzame en spiraalvormige pompbewegingen tracht lymfevocht af te voeren. Massage Het toepassen van een complex van handgrepen op een lichaamsdeel van een sportbeoefenaar met het doel diens lichamelijke conditie te verbeteren, te bestendigen en/of eventuele nadelige gevolgen van die sport weg te nemen, of deze zo min mogelijk te doen voelen. Pathologie Leer van de oorzaken, de aard en de gevolgen van ziekten. Recidivering Het zich opnieuw vertonen van al doorstane en schijnbaar genezen blessures. Seksuele intimidatie Elke vorm van opzettelijk of onopzettelijk seksueel (getint) gedrag of seksuele toenadering in verbale, non-verbale of fysieke zin, die door de persoon die het ondergaat als ongewenst of gedwongen wordt ervaren. Sportgezondheidszorg Het geheel aan (preventieve en curatieve) medische, paramedische en aanverwante dienstverlening t.b.v. de doelgroep sporters of potentiële sporters (VWS, 2001) Sportmassage Het complex van maatregelen, adviezen en vaardigheden op de gebieden van massage, verzorging en blessurepreventie Sportmasseur De door het NGS als zodanig gediplomeerde. Statiek Algehele lichaamshouding van de cliënt. Verwijzer Verwijzende persoon of instantie.
42
Verzorging Het toepassen van tapen, bandageren, eerste hulp en reanimatie en het geven van adviezen inzake lichaamsverzorging, voeding, mentale verzorging en algehele hygiëne. Vroegsymptomen Verschijnsel waaraan men een blessure, die nog enigszins verborgen is, herkent.
43
This document was created with Win2PDF available at http://www.win2pdf.com. The unregistered version of Win2PDF is for evaluation or non-commercial use only. This page will not be added after purchasing Win2PDF.