Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Bestuur Laboratoria
I-MET-FLVVT-005
I-MET-FLVVT-005
BEPALING VAN LASALOCID-NATRIUM IN DIERENVOEDERS (HPLC)
Versie
04
Datum van toepassing
2014-01-27
Opgesteld door :
Martine Bral; Laborant
Nazicht door :
Mieke Vanbrabant; Sectiehoofd; 2014-01-21
Goedkeuring vrijgave door :
Mandy Lekens; laboratoriummanager; 2014-01-27
Beheer & locatie geldende versie :
FLVVT; M:\DOCUMENTEN\QAM\Kwaliteitsysteem
Bestemmelingen :
Medewerkers FLVVT
Trefwoorden :
Toevoegingsmiddelen
LAB 25 I-MET-FLVVT-005 – Bepaling van Lasalocid-natrium in dierenvoeders v.04 - 1/8
BEPALING VAN LASALOCID-NATRIUM IN DIERENVOEDERS (HPLC) Overzicht wijzigingen Herziening * door/datum M. Bral, sept. 2010 QAM, dec. 2008 M. Bral, maart 2010 M. Vanbrabant, sept 2010 N. Maris, jan. 2014
Reden van de herziening Opsteller van initiële versie
Tekstdeel/draagwijdte van de herziening Volledige tekst
Nummering FoodLIMS geen wijziging versie
Blz. 1 + 2
Nummering reagentia en berekening
Punt 6, 8, 12
Invoering Verordening 152/2009
Volledige tekst
BNC van Audit 2013/03 (verwijzingen naar Volledige tekst andere documenten in I-MET komen niet overeen met de werkelijkheid) Update documentbeheer Omwille van de omvang van de wijzigingen, wordt de tekst door gebruik van markering van wijzigingen niet meer bruikbaar. Vandaar is besloten om de markering van wijzigingen weg te laten in versie 04.
*
Het verschil tussen de huidige datum en de laatste herziening mag niet meer dan 5 jaar
bedragen.
Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie worden gemarkeerd in rood.
Indien omwille van de omvang van de wijzigingen, de tekst door gebruik van markeringen niet meer leesbaar wordt, wordt de markering van wijzigingen weggelaten in de nieuwe versie. Dit wordt vermeld in de historiek van het document.
LAB 25 I-MET-FLVVT-005 – Bepaling van Lasalocid-natrium in dierenvoeders v.04 - 1/8
BEPALING VAN LASALOCID-NATRIUM IN DIERENVOEDERS (HPLC) INHOUDSTABEL
1
DOEL .................................................................................................................................. 4
2
TOEPASSINGSGEBIED .................................................................................................... 4
3
WETTELIJKE EN NORMATIEVE DOCUMENTEN........................................................... 4
4
DEFINITIES EN AFKORTINGEN ...................................................................................... 4
5
PRINCIPE........................................................................................................................... 4
6
PRESTATIEKENMERKEN ................................................................................................ 4
7
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN BIJZONDERE MAATREGELEN .......................... 5
8
REAGENTIA EN HULPSTOFFEN..................................................................................... 5 8.1
REAGENTIA..................................................................................................................... 5
8.2
HULPSTOFFEN ................................................................................................................ 6
8.2.1 9
Standaarden ........................................................................................................ 6
TOESTELLEN .................................................................................................................... 6 9.1
ALGEMEEN ..................................................................................................................... 6
9.2
SPECIFICATIES VOOR DEZE METHODE .............................................................................. 6
10 WERKWIJZE...................................................................................................................... 7 10.1
EXTRACTIE ................................................................................................................. 7
10.1.1
Diervoeder ........................................................................................................... 7
10.1.2
Voormengsel / Premix .......................................................................................... 7
10.2
HPLC-BEPALING ........................................................................................................ 7
11 KWALITEITSCONTROLE ................................................................................................. 7 12 BEREKENING EN RAPPORTERING ............................................................................... 7 13 VERWIJZING NAAR BIJHORENDE PROCEDURES, INSTRUCTIES, DOCUMENTEN, FORMULIEREN OF LIJSTEN .................................................................................................. 8
LAB 25 I-MET-FLVVT-005 – Bepaling van Lasalocid-natrium in dierenvoeders v.04 - 1/8
BEPALING VAN LASALOCID-NATRIUM IN DIERENVOEDERS (HPLC)
1 Doel Kwantitatieve bepaling van lasalocid-natrium in dierenvoeders.
2 Toepassingsgebied De methode is geschikt voor de controle van de dosering van lasalocid-natrium in gemedicineerde diervoeders en premixen. De rapporteringsgrens van de methode bedraagt 10 mg/kg.
3 Wettelijke en normatieve documenten Een overzicht van de wettelijke en normatieve documenten wordt gegeven in LAB 25-L 18 OVERZICHT WETGEVING FLVVT.
4 Definities en afkortingen Term HPLC
Definitie High performance liquid chromatography
5 Principe Lasalocid-natrium wordt uit het monster geëxtraheerd met aangezuurde methanol. Het extract wordt vervolgens geanalyseerd d.m.v. "reversed-phase" hoge druk vloeistofchromatografie (HPLC) met behulp van een fluorimetrische detector.
6 Prestatiekenmerken De relevante meetonzekerheden zijn terug te vinden in LAB 25-L 22 OVERZICHT MEETONZEKERHEDEN FLVVT. De
waarden
voor
de
reproduceerbaarheid
(RSDR%)
zijn
terug
te
vinden
in
M:\DOCUMENTEN\QAM\Tweedelijn\Beoordeling tweedelijn.xlsx.
LAB 25 I-MET-FLVVT-005 – Bepaling van Lasalocid-natrium in dierenvoeders v.04 - 1/8
BEPALING VAN LASALOCID-NATRIUM IN DIERENVOEDERS (HPLC) 7 Veiligheidsvoorschriften en bijzondere maatregelen De scheikundige producten die bij deze analysemethode gebruikt worden, zijn ondergebracht bij de potentieel gevaarlijke stoffen. Dit maakt het noodzakelijk de voorziene maatregelen in het laboratorium toe te passen om blootstelling aan of contact met deze producten tot een minimum te herleiden. Algemene en specifieke veiligheidsvoorschriften zijn opgenomen in LAB 25-P 07 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES FLVVT.
8 Reagentia en hulpstoffen 8.1
Reagentia
Alle reagentia dienen van ‘pro analyse ‘-kwaliteit te zijn of van hogere kwaliteit indien vermeld.
Reagentia
Labonr.
8.1.1
Methanol, HPLC-kwaliteit (CH3OH)
R0183
8.1.2
Water, HPLC-kwaliteit (H2O)
R1003
8.1.3
Kaliumdiwaterstoffosfaat (KH2PO4)
R0719
8.1.4
Zoutzuur 37 % (HCl)
R0304
8.1.5
1,5-dimethylhexylamine (6-methyl-2-heptylamine)
R2043
8.1.6
o-fosforzuur (H3PO4) ; w = 85%
R0232
8.1.7
Kaliumdiwaterstoffosfaatoplossing 0,01M : 1,36 g KH2PO4 (R0719) in 1000 ml HPLC-water (R1003)
R1844
8.1.8
Fosforzuur, 50% (H3PO4)
R0705
Fosfaatbuffer pH 4: 8.1.9
500 ml KH2PO4 (0,01 M) (W1844) + 3 ml o-fosforzuur (R0232) + 10 ml 1,5dimethylhexylamine (6-methyl-2-heptylamine, R2043); Stel pH = 4,0 met
W1845
fosforzuur 50% (W0705); leng aan tot 1000 ml met HPLC-water (R1003) Extractieoplossing: 8.1.10
Aangezuurde methanol: Breng 8,3 ml zoutzuur (R0304) over in een maatkolf van 1000 ml, leng aan tot de maatstreep met methanol (R1083)
W0678
en meng. Deze oplossing moet direct voor gebruik worden bereid. 8.1.11
Mobiele fase: 900 ml methanol (R0183) + 100 ml fosfaatbuffer pH 4 (W1845)
W1846
LAB 25 I-MET-FLVVT-005 – Bepaling van Lasalocid-natrium in dierenvoeders v.04 - 1/8
BEPALING VAN LASALOCID-NATRIUM IN DIERENVOEDERS (HPLC) 8.2
Hulpstoffen
8.2.1
Standaarden
Lasalocid-natrium standaardstof van gegarandeerde zuiverheid, C34H53O8Na (natriumzout van door Streptomyces lasaliensis geproduceerd polyether monocarbonzuur) (S0104 of S2171)
8.2.1.1
Lasalocid-natrium standaard stockoplossing, 200 µg/ml (W0145)
Weeg, rekening houdend met de zuiverheid, 10 mg lasalocid-natrium (S0104) tot op 0,1 mg nauwkeurig af in een maatkolf van 50 ml, los op in extractieoplossing (W0678) en leng aan tot de maatstreep. Deze oplossing is 1 maand houdbaar bij een temperatuur van 4 ± 4°C.
8.2.1.2
Lasalocid-natrium standaard werkoplossing, 10 µg/ml
Pipetteer 1,0 ml van de standaard stockoplossing (W0145) in een 20 ml maatkolf of pipetteer 1,0 ml van S2171 in een 10 ml maatkolf. Leng aan tot de maatstreep met extractieoplossing (W0678). Deze werkoplossing wordt bereid op de dag van de analyse.
9 Toestellen 9.1
Algemeen
Een overzicht van gebruikte apparatuur wordt gegeven in LAB 25-L 21 APPARATUUR GEBRUIKT VOOR ANALYSEN FLVVT.
9.2
Specificaties voor deze methode
De volgende condities worden als leidraad gegeven; andere parameters mogen worden gebruikt op voorwaarde dat vergelijkbare resultaten worden verkregen.
HPLC-kolom: o
Analytische kolom: Hypersil C18 ODS (125 x 3 mm), 5 µm (ChromCart Macherey-Nagel) of gelijkwaardig
o
Guard-kolom: overeenkomstig met analytische kolom (eventueel)
Detector:Spectrofluorimeter:
Excitatiegolflengte: 310 nm Emissiegolflengte: 419 nm
Loopsnelheid:
0,8 ml/min
Injectievolume:
20 µl
LAB 25 I-MET-FLVVT-005 – Bepaling van Lasalocid-natrium in dierenvoeders v.04 - 1/8
BEPALING VAN LASALOCID-NATRIUM IN DIERENVOEDERS (HPLC)
10 Werkwijze 10.1 Extractie
10.1.1 Diervoeder Weeg voor diervoeders 5 tot 40 g (± 0,1 g) van het monster af in een fles van 250 ml. Voeg 100 ml extractieoplossing (W0678) toe en schud gedurende 30 minuten. Centrifugeer (indien nodig) en verdun het extract met HPLC-eluens (W1846) overeenkomstig de gebruikte standaard werkoplossing. Filtreer indien nodig een fractie door een membraanfilter van 0,45 µm. Deze oplossing is klaar voor HPLC-injectie.
10.1.2 Voormengsel / Premix Weeg 1 tot 10 g (± 0,01 g) van het niet-gemalen monster af in een fles van 250 ml. Voeg 100 ml extractieoplossing (W0678) toe en schud gedurende 30 minuten. Centrifugeer (indien nodig) en verdun het extract met extractieoplossing (W0678) overeenkomstig de gebruikte standaard werkoplossing. Deze oplossing is klaar voor HPLC-injectie.
10.2 HPLC-bepaling Algemene richtlijnen m.b.t. het gebruik van het HPLC-systeem (opstart, injectieschema,…) worden weergegeven in LAB 25-P 02.
11 Kwaliteitscontrole Zie
LAB
25-P
02
RESULTAATVALIDATIE
HPLC-METHODEN
COCCIDIOSTATICA
EN
GROEIBEVORDERENDE STOFFEN
12 Berekening en rapportering De berekening van de hoeveelheid lasalocid-natrium wordt uitgevoerd door de software aan de hand van een standaardcurve (zie ook LAB 25-P 02).
Het gehalte aan lasalocid-natrium in mg/kg in het monster kan ook bepaald worden met behulp van onderstaande formule :
LAB 25 I-MET-FLVVT-005 – Bepaling van Lasalocid-natrium in dierenvoeders v.04 - 1/8
BEPALING VAN LASALOCID-NATRIUM IN DIERENVOEDERS (HPLC)
waarbij :
A = piekoppervlakte of -hoogte van de monsteroplossing B = piekoppervlakte of -hoogte van de standaardoplossing V = volume van het monsterextract in ml (rekening houdend met eventueel uitgevoerde verdunningen) m = massa van het monster in g C = concentratie van de standaardoplossing in µg/ml
De rapportering en de resultaatvalidatie zijn beschreven in LAB 25-P 02.
13 Verwijzing naar bijhorende procedures, instructies, documenten, formulieren of lijsten LAB 25-D 70
W ERKWIJZE LASALOCID-NATRIUM (HPLC)
LAB 25-L 18
OVERZICHT WETGEVING FLVVT
LAB 25-L 21
APPARATUUR GEBRUIKT VOOR ANALYSEN FLVVT
LAB 25-L 22
OVERZICHT MEETONZEKERHEDEN FLVVT
LAB 25-P 02
RESULTAATVALIDATIE HPLC-METHODEN COCCIDIOSTATICA EN GROEIBEVORDERENDE STOFFEN
LAB 25-P 07
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES FLVVT
LAB 25-F 62
REGISTRATIE KOLOMMEN & CONTROLEKAART
LAB 25 I-MET-FLVVT-005 – Bepaling van Lasalocid-natrium in dierenvoeders v.04 - 1/8