Bepaling puntenwaardering woonruimte AWBZ
In opdracht van
Ministerie van VWS
Jeroen Neele Rob de Wildt
juni 2009
RIGO Research en Advies BV De Ruyterkade 139 1011 AC Amsterdam telefoon 020 522 11 11 telefax 020 627 68 40 http://www.rigo.nl Rapportnummer: P12790
Inhoudsopgave 1
INLEIDING
1
1.1
MAATSTAVEN VOOR KWALITEIT
1
1.2
STEEKPROEF
2
1.3
BEGELEIDING EN RAPPORTAGE
3
2
PRINCIPES PUNTENWAARDERING
5
2.1
WONEN, DIENSTEN EN ZORG
5
2.2
EXTRA KWALITEIT OF EXTRA ZORG?
6
2.3
PRIVÉ EN GEMEENSCHAPPELIJK
7
2.4
VERANTWOORDE ZORG
8
3
KWALITEITSASPECTEN WWS
9
3.1
OPPERVLAKTE WOONRUIMTEN EN OVERIGE RUIMTEN
9
3.2
KEUKEN
10
3.3
SANITAIR
10
3.4
BUITENRUIMTEN
11
3.5
VERWARMING
11
3.6
WARMTE-ISOLATIE
11
3.7
WOONVORM
12
3.8
WOONOMGEVING
12
3.9
HINDERLIJKE SITUATIES
13
3.10
SERVICEKOSTENTOESLAG
14
4
RESULTATEN
15
4.1
AANTALLEN GEBOUWEN EN EENHEDEN
15
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
4.2
AANTALLEN PUNTEN
16
4.3
AANTALLEN PUNTEN PER SECTOR
18
4.4
LANDELIJK TOTAAL
20
5
SAMENVATTING
21
5.1
SAMENVATTING
21
5.2
AANDACHTSPUNTEN
22
BIJLAGEN
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
INLEIDING
1 Inleiding 1.1
Maatstaven voor kwaliteit Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zoekt naar maatstaven voor de kwaliteit van de huisvesting in de Algemene Wet Bijzondere Zorgkosten (AWBZ). Voorliggend rapport is een test om de kwaliteit van de huisvesting met een puntenwaarderingsysteem in beeld te brengen. RIGO heeft hiervoor een puntensysteem ontwikkeld, zoveel mogelijk geënt op het woningwaarderingsstelsel (wws) voor huurwoningen in de volkshuisvesting. Het wws is op een klein aantal aspecten aangepast voor het gebruik voor wooneenheden in de zorg. Hierbij zijn ook de indicatoren uit het Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg1 die betrekking hebben op de huisvesting opgenomen. Het systeem is vervolgens getest op een representatief aantal intramurale wooneenheden.
Een woningwaarderingsstelsel AWBZ De volkshuisvestingswereld maakt voor de woningwaardering onderscheid naar zelfstandige en onzelfstandige woningen die elk een eigen systematiek kennen waarbij deels dezelfde maar deels ook verschillende kwaliteitsaspecten worden beoordeeld. Uit eerdere studies die RIGO verrichtte naar de mogelijkheden van het scheiden van wonen en zorg kwam naar voren dat de meeste wooneenheden in de verzorgingshuiszorg als zelfstandige woningen kunnen worden beschouwd. Bewoners kunnen buiten hun eigen voordeur gebruik maken van zorg en diensten in het gebouw. Dit type wooneenheid past als zelfstandige woning goed binnen het huidige wws. In de andere woongebouwen (verpleeghuizen, GGZ en gehandicapten) domineert de onzelfstandige woonvorm, door gemeenschappelijk gebruik van toilet, bad, keuken en huiskamers/groepsruimten. De zit-/slaapkamers met gemeenschappelijke voorzieningen als keuken, woonkamer en/of sanitair in AWBZ-instellingen kunnen met de wwspuntentelling van onzelfstandige woning worden beoordeeld. In veel verpleeghuizen komen kamers voor waar twee of meer personen worden verpleegd. Deze kamers worden in de woningwaardering opgenomen alsof ze door een voetnoot 1
Stuurgroep Verantwoorde Zorg, “Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg”, 2007.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
1
2 INLEIDING
persoon worden bewoond. Iedere cliënt moet uiteindelijk de mogelijkheid hebben om te kiezen voor privé woonruimte. Bovendien sluit dit aan op het VH-stelsel, dat kijkt naar de woningindeling en woningkwaliteit, de wijze van bewoning speelt daarin geen rol.
Van volkshuisvesting naar AWBZ Eén-op-één toepassing van het woningwaarderingsstelsel uit de volkshuisvesting in de AWBZ leidt tot een tweedeling tussen zelfstandige en onzelfstandige eenheden. Er kunnen twee verschillende kwaliteitsstandaards gaan gelden waarbij voor zelfstandige en onzelfstandige eenheden van gelijke kwaliteit een andere score in het puntensysteem kan ontstaan. Om een eenduidig stelsel toe te passen is ervoor gekozen voor alle wooneenheden in de zorg aan te sluiten bij het stelsel voor zelfstandige woningen, en daarbinnen aangepaste regels te hanteren voor de onzelfstandige eenheden. Toepassing van het Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg bracht een extra element in het puntensysteem voor de AWBZ. De relevante indicatoren uit het Kwaliteitskader die betrekking hebben op het wonen zijn: wooncomfort (5.1), sfeer (5.2), privacy (5.3) en veiligheid woon-leefomgeving (8.1). In de CQ-index (consumentenoordeel)2 worden de scores op deze onderdelen verwerkt. Ze vertonen een overlap met de puntenwaardering in de volkshuisvesting voor wat betreft de grootte van de woonruimte (oppervlakte levert punten) en de ervaren temperatuur (isolatie en warmteregeling). Onderdelen uit het Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg die niet in het wws zijn opgenomen zijn de privacy en de veiligheid van de woon-leefomgeving. Daarvoor is een vertaling gemaakt van het consumentenoordeel naar een objectieve maatlat: een puntenwaarderingstelsel dient geen ruimte voor beïnvloeding door de consument te bieden. Het ontbreken van privacy en gebreken in de veiligheid zijn als aftrekpunten ingepast. Onderdelen als sfeer en voldoende schoonmaak zijn te subjectief voor de verwerking in een puntenwaardering woonruimte: ze zijn geen fysiek gegeven en kunnen van moment tot moment verschillen.
1.2
Steekproef Eind 2006 verbleven er ruim 260.000 personen in een van de intramurale instellingen. Meer dan de helft verbleef in een instelling voor verzorging en verpleging (V&V). Een deel van de bewoners deelt de kamer/eenheid met anderen. Dit betreft vooral de meerbedkamers in verpleeghuizen. Het totaal aantal eenheden ligt naar schatting in de orde van 230.000 tot 240.000. Uit eerdere onderzoeken leiden we af dat het totale aantal gebouwen in de AWBZ in de orde van 3.000 tot 4.000 ligt, met een aanzienlijke variatie in omvang, van enkele eenheden tot honderden. Een flink deel van deze gebouwen is in het verleden door het Bouwcollege gemonitord. Buiten de monitoring vielen de RIBW en de gezinsvervangende tehuizen (buiten de WZV gerealiseerd) en de gebouwen die op korte termijn zouden worden vervangen of gerenoveerd.
voetnoot 2
NIVEL, “Ontwikkeling van een CQ-Index voor verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg”, Utrecht 2007.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
INLEIDING
Aantallen bewoners van intramurale instellingen in 2006 (bron: VWS) 3
Tabel 1
V&V GGZ
GHZ
Verzorgingshuizen Verpleeghuizen Verslavingszorg Kinderen en jeugdigen Volwassenen en ouderen RIBW's Forensisch Overig Instellingen voor VG Instellingen voor JLVG Instellingen voor LG Instelling voor auditief gehandicapten Instellingen voor visueel gehandicapten Gezinsvervangende tehuizen
TOTAAL
aantal personen
in %
101.100 66.800 1.900 1.300 17.800 9.900 600 600 36.800 2.800 700 600 500 22.300
38% 25% 1% 0% 7% 4% 0% 0% 14% 1% 0% 0% 0% 8%
263.800
Het Ministerie van VWS heeft voor de test van het puntenwaarderingsysteem woonruimte AWBZ als voorwaarde geformuleerd dat er een 98% kans is dat de extrapolatie valt binnen de 0,05 standaarddeviatie. Bij deze eis komt de steekproef uit op ongeveer 3%, dus ongeveer 7.000 eenheden.
1.3
Begeleiding en rapportage Het onderzoek is in korte tijd uitgevoerd en is begeleid door een commissie waarin de ministeries van VWS en VROM zijn vertegenwoordigd, bestaande uit Victor Lapré (projectleider), Gijs Adriaansens, Hugo van der Wal (allen VWS) en Stephan Wolff (VROM/WWI). De rapportage beschrijft het ontwikkelde systeem en (beknopt) de uitkomsten van de steekproef. In hoofdstuk 2 komen de principes van de puntenwaardering aan bod. De puntentelling per onderdeel wordt in hoofdstuk 3 uiteengezet. Hierbij zijn de verschillen in waardering met het woningwaarderingsstelsel aangegeven. Hoofdstuk 4 geeft een beeld van de resultaten van toepassing bij ca. 7.000 intramurale wooneenheden in alle sectoren van de zorg. Het rapport besluiten we in hoofdstuk 5 met een samenvatting en enkele aandachtspunten.
voetnoot 3
RIGO, “Zorg met verblijf >> wonen met zorg”, oktober 2008.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
3
4
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
PRINCIPES PUNTENWAARDERING
2 Principes puntenwaardering 2.1
Wonen, diensten en zorg In het puntenwaarderingstelsel voor wooneenheden in AWBZ-instellingen wordt de kwaliteit van privé en gemeenschappelijke woon- en dienstenruimten in punten uitgedrukt. Tot de woonruimten rekenen we de privé woonkamers, slaapkamers, keuken en sanitaire voorzieningen. Tot de dienstenruimten rekenen we de recreatiezaal, hobbyruimten, bibliotheek, eetruimte, logeerkamers, wasruimte, berging etc. De punten voor gemeenschappelijke woon- en dienstenruimten worden omgeslagen over het aantal wooneenheden waarvan de bewoners zonder financiële vergoeding gebruik mogen maken van deze ruimten. De grootte van de wooneenheden speelt bij de toedeling geen rol.
Zorgruimten Ruimten voor zorg blijven buiten de puntenwaardering. Over het algemeen zijn dit ruimten die alleen in het kader van behandeling door de bewoners bezocht/gebruikt worden. De scheidslijn tussen de functies wonen, diensten en zorg is onder andere door meervoudig ruimtegebruik niet altijd eenduidig te trekken. Bij meervoudig ruimtegebruik waarbij één van de functies een zorgfunctie is, wordt de kwaliteit (in de meeste gevallen de oppervlakte) naar rato van de verdeling in het gebruik (diensten/zorg) toegekend. De volgende zorgruimten kunnen in AWBZ instellingen voorkomen. activerende begeleiding activiteitenbegeleiding administratie dagbehandeling afzonderingsruimte apotheek berging zorg bezigheidsactivering dagbehandeling diëtist dokter ergotherapie fysiotherapie hoofd behandeling hoofd dagbehandeling
R I G O
manager zorg medicijnkast medisch secretariaat mortuarium nachtwacht opbaarruimte opslag scootmobiels orthopedagoog psychiater psycholoog rustkamer secretariaat zorg separeer slaapwacht
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
5
6 PRINCIPES PUNTENWAARDERING
hoofd verpleging hoofd verzorging hoofdenkamer huisarts kantoor kantoor CEB kantoor zorg kantoor zorgcoördinator kenniscentrum kleedruimten personeel laboratorium logopedie
snoezelruimte spreekkamer tandarts teampost verpleegmateriaal verpleegpost ziac‐ruimte ziekenkamer zintuigenactivering zorgcoördinator somatiek zusterpost zuurstofhok
Dienstenruimten De volgende ruimten worden tot de dienstenruimten gerekend en worden in de puntenwaardering meegenomen. Voorwaarde is dat de ruimten gebruikt kunnen worden door bewoners. Kantoorruimten die ten dienste staan van te leveren diensten blijven buiten beschouwing. De volgende dienstenruimten kunnen in AWBZ instellingen voorkomen. restaurant / bar bar/café restaurant logeerkamer logeerkamer opslag algemene berging voor bewoners
recreatie / bezinning bibliotheek hobbyruimte mediatheek speel‐o‐theek recreatieruimte verjaardagskamer bezinnings‐ / stilteruimte kapel
Sanitaire voorzieningen en additionele ruimten bij centrale gemeenschappelijke voorzieningen worden niet gewaardeerd. Voorbeelden zijn: toilettengroepen bij entree of bij restaurant, recreatieruimten of dagverblijf of bergruimten bij recreatieruimten.
Overige ruimten Commerciële ruimten, bijvoorbeeld een kleine winkel of een kapsalon, tellen niet mee in de puntenwaardering. Ook voor verkeersruimten worden geen punten gerekend.
2.2
Extra kwaliteit of extra zorg? Woonruimten kunnen in verband met de zorgzwaarte van de bewoners een speciale uitvoering hebben. Te denken valt aan badkamers met tilliften en ruime rolstoeltoiletten of aan thermostaatkranen met eenhandsbediening. Deze extra kwaliteit is in veel gevallen noodzakelijk voor de bewoners. Dergelijke zorggerelateerde kwaliteit blijft buiten de puntentelling. De oppervlakte van de badkamers is wel in de puntentelling meegenomen.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
PRINCIPES PUNTENWAARDERING
2.3
Privé en gemeenschappelijk De puntentelling maakt geen onderscheid tussen zelfstandige en onzelfstandige wooneenheden. Alle wooneenheden in de instellingen wordt op gelijke manier gewaardeerd met het puntensysteem dat is gebaseerd op het wws voor zelfstandige woningen. We onderscheiden vier niveaus binnen de woongebouwen:
1
privé vertrekken: woon- en slaapkamer met eventueel sanitair en keuken
2
gemeenschappelijke vertrekken voor een klein aantal bewoners, bijvoorbeeld een gemeenschappelijke woonkamer voor een groep van zes personen
3
gemeenschappelijke vertrekken voor alle bewoners, bijvoorbeeld restaurant, centrale recreatieruimten of logeerruimten
Kwaliteit wordt op alle drie niveaus gemeten. De toedeling gebeurt in principe naar rato van het aantal wooneenheden4 in de groep (niveau 2) of van de instelling (niveau 3). Daarnaast wordt een aantal aspecten gewaardeerd op gebouwniveau, bijvoorbeeld klimaat, omgevingskenmerken en servicekostentoeslag. Figuur 2.1
niveau waarop de puntenwaardering plaatsvindt centrale ruimten oppervlakte woonruimten en overige ruimten [1]
privéruimten
groepsruimten
gebouw totaal
keuken [2]
woonvorm [7]
klimaat [5/6]
sanitair [3]
woonomgeving [8]
buitenruimten [4]
hinderlijke situaties [9] servicekostentoeslag [10]
Voor het ontbreken van privé woonruimte (bij meerbedskamers), sanitair (wc, douche/bad) en keuken worden punten afgetrokken. Van sommige functies in AWBZ-instellingen wordt door meer mensen dan de bewoners gebruik gemaakt. Restaurant en recreatieruimten hebben steeds vaker een wijkfunctie. Bij de waardering van deze functies wordt daar rekening mee gehouden. Dit is gedaan door een schatting te maken van het totaal aantal mensen van buiten de instelling dat van de voorziening gebruik maakt. Hierbij is afgegaan op informatie van de instelling. Gemeenschappelijke voorzieningen buiten het gebouw waarvan bewoners – zonder daarvoor een vergoeding te hoeven betalen– gebruik maken, blijven buiten de puntentelling. Bij wooneenheden waar bewoners gebruik kunnen/moeten maken van gemeenschappelijke voorzieningen, worden de volgende onderdelen naast de oppervlakte in de puntentelling meegenomen.
Bij gemeenschappelijke badkamers worden naast de oppervlakte ook punten in rekening gebracht voor de aanwezigheid van douche, bad, wastafels en wc’s. Weging gebeurt naar rato van het aantal wooneenheden die van deze badkamer gebruik (kunnen) maken.
voetnoot 4
Als deler telt het aantal wooneenheden en niet het aantal bewoners. Een kamer voor twee of vier personen wordt dus als één gerekend.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
7
8 PRINCIPES PUNTENWAARDERING
Bij gemeenschappelijk keukens (met uitzondering van de centrale keuken die professioneel wordt gebruikt) worden ook voor de aanrechtlengte punten gerekend.
Aan een centrale professionele keuken wordt per wooneenheid een vast aantal punten toegekend. productiekeuken satellietkeuken
2 punten per wooneenheid 1 punt per wooneenheid
Alleen die bergruimten die worden gebruikt door de bewoners of voor de privé spullen van de bewoners tellen mee. Opslag van scootmobiels behoort tot de zorg en telt om die reden niet mee in de puntentelling. Bepalend voor het al dan niet toekennen van extra punten is de vraag of het aspect voor mensen zonder zorgvraag een extra kwaliteit levert en niet speciaal ten behoeve van de zorg is gemaakt.
2.4
Verantwoorde zorg Indicatoren uit het Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg5 die direct met de huisvesting te maken hebben zijn op de volgende manier in de puntentelling verwerkt:
Ervaren wooncomfort (5.1) 51 Is de temperatuur in uw woonruimte aangenaam? Aanwezigheid thermostaatkranen + koeling + buitenzonwering
Ervaren sfeer (5.2) 53.
Zijn de algemene ruimten zoals huiskamer, gang en hal, aangenaam om in te verblijven? (comfortabel, schoon, prettige geur) 72. Biedt het huis voldoende mogelijkheden voor contact met anderen (medebewoners, buurtgenoten, enz.)? Oppervlakte gemeenschappelijke ruimten
Ervaren privacy (5.3) 15. Hebben bewoners voldoende privacy tijdens de toiletgang? 56. Hebben bewoners voldoende woonruimte? 58. Kunnen bewoners zich met bezoek op een rustige plek terugtrekken? 59. Hebben bewoners voldoende gelegenheid om alleen te zijn? Oppervlakte gemeenschappelijke ruimten Oppervlakte privé vertrekken
Aftrekpunten bij afwezigheid privé toilet
Aftrekpunten bij afwezigheid privé badkamer
voetnoot 5
Stuurgroep Verantwoorde Zorg, “Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg”, 2007.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
KWALITEITSASPECTEN WWS
3 Kwaliteitsaspecten WWS Het puntenwaarderingstelsel voor AWBZ-instellingen kent punten toe voor de kwaliteit van wooneenheden. De kwaliteit wordt gemeten van de volgende aspecten:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
3.1
oppervlakte woonruimten en overige ruimten keuken sanitair buitenruimten verwarming / koeling warmte-isolatie woonvorm woonomgeving hinderlijke situaties servicekostentoeslag
Oppervlakte woonruimten en overige ruimten Het wws voor AWBZ-instellingen maakt onderscheid tussen vertrekken en overige ruimten. Onder vertrekken wordt verstaan: woonkamer, slaapkamer, hobbykamer, studeerkamer, eetkamer, keuken, badkamer/doucheruimte6. Waardering:
1 punt per m²
Overige ruimten zijn bijvoorbeeld: schuren, zolders, kelders, wasruimten, bijkeukens, garages en bergingen. Ze tellen voor driekwart punt mee per m². Waardering:
0,75 punt per m²
Verkeersruimten tellen niet mee. Wel tellen de ruimten die als overmaat van verkeersruimten andere gebruiksmogelijkheden hebben mee, bijvoorbeeld zeer brede gangen waarbij de extra ruimte ook dienst doet als zitje of een binnentuin (atrium).
voetnoot 6
Voor badkamers wordt een normatieve oppervlakte in rekening gebracht. Extra oppervlakte is zorggerelateerd en blijft derhalve buiten de puntentelling.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
9
10 KWALITEITSASPECTEN WWS
Aftrekpunten (privacy) Geen eigen wc
-1 punt7
Geen eigen douche / bad
-1 punt8
Geen eigen woonruimte (meerbedskamers)
-5 punten
Deze aftrek komt bovenop het delen van de punten van deze gemeenschappelijke functies over meerdere personen. Wijziging t.o.v. het wws –systeem voor zelfstandige woningen aftrekpunten voor het ontbreken van privé wc en douche/bad aftrekpunten voor het ontbreken van privé woonruimte (meerbedskamer)
3.2
Keuken Typering van de kwaliteit keuken (zowel privé als een gemeenschappelijke keuken voor een aantal bewoners die niet over een eigen keuken beschikken)9: lengte aanrecht tot 1 meter lengte aanrecht 1 tot 2 meter lengte aanrecht 2 meter of meer
0 punten 4 punten 7 punten
Aftrekpunten (privacy) Geen eigen keuken
-1 punt
Wijziging t.o.v. het wws –systeem voor zelfstandige woningen aftrekpunten voor ontbreken eigen keuken geen toeslagen voor extra kwaliteit
3.3
Sanitair Typering van de kwaliteit sanitair: douche of lavet met douche bad (met of zonder handdouche) bad én afzonderlijke douche in 1 vertrek wastafel/bidet/lavet/fonteintje toilet
4 punten 6 punten 7 punten 1 punt 3 punten
Aftrekpunten (privacy) Geen eigen wc Geen eigen douche/bad
-1 punt -1 punt
Wijziging t.o.v. het wws –systeem voor zelfstandige woningen geen toeslagen voor ‘voorzieningen gehandicapten’ (zorg gerelateerd) geen toeslagen voor extra kwaliteit
voetnoot 7
Ongeacht of de wooneenheid een meerbedskamer betreft.
8
Idem voetnoot 7.
9
De centrale, professioneel gebruikte, keuken wordt hier niet bedoeld.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
KWALITEITSASPECTEN WWS
3.4
Buitenruimten Oppervlakte van de buitenruimte: tot 25 m² 25 tot 50 m² 50 tot 75 m² 75 tot 100 m² 100 m² en meer
2 punten 4 punten 6 punten 8 punten 2 punten per 25 m² boven de 100 m2 tot een maximum van 15 punten
Aftrekpunten géén privé buitenruimte aanwezig (privacy)
-2 punten
Wijziging t.o.v. het wws –systeem voor zelfstandige woningen extra puntenaftrek bij ontbreken gemeenschappelijke buitenruimte
3.5
Verwarming Typering van de warmteopwekking: privé verwarmingsketel gemeenschappelijke verwarmingsketel gemeenschappelijke warmtepomp combiketel (ja/nee) hoogrendementsketel (ja/nee) doorstroommeter (alleen bij gemeensch. ketel) (ja/nee) stadsverwarming (ja/nee)
3 punten 0 punten 2 punten 1 punt 1 punt 1 punt 1,5 punt
Koelinstallatie aanwezig
3 punten
Buitenzonwering aanwezig (op zonzijden gevels)
2 punten
Gebouw uitgerust met thermosstatische kranen 1=alleen in wooneenheden 2= in wooneenheden en gemeenschappelijke ruimten 3= in hele gebouw
2 punten 3 punten 4 punten
Wijziging t.o.v. het wws –systeem voor zelfstandige woningen geen vragen over aantallen vertrekken met verwarmingselementen aanvullende vragen over koelinstallatie aanvullende vragen over buitenzonwering andere wijze bevraging van aanwezigheid thermosstatische kranen
3.6
Warmte-isolatie 10 Spouwmuurisolatie voor/achtergevel geheel gedeeltelijk
2 punten 1 punt
voetnoot 10
Maximaal 15 punten voor dit onderdeel.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
11
12 KWALITEITSASPECTEN WWS
Isolatie kopgevels spouwmuurisolatie buitenisolatie
2 punten 4 punten
Isolatie begane grondvloer11 geheel gedeeltelijk
2 punten 1 punt
Isolatie dak 12 geheel gedeeltelijk
2 punten 1 punt
Typering beglazing: enkele beglazing aanwezig 1= niet aanwezig (alleen dubbelglas) 2= in kozijnen niet- verblijfsruimten (bv gangen, trappenhuizen) 3= in kozijnen niet woonruimten (bv restaurant) 4 = overal (geen dubbelglas aanwezig)
10 punten 6 punten 4 punten 0 punten
Wijziging t.o.v. het wws –systeem voor zelfstandige woningen andere wijze bevraging aanwezigheid kwaliteit beglazing andere wijze bevraging aanwezigheid kopgevels (geen relatie met aantal eenheden dat aan kopgevels gelegen is)
3.7
Woonvorm aandeel wooneenheden begane grond 1e verdieping met lift 1e verdieping zonder lift 2e verdieping of hoger met lift 2e verdieping zonder lift 3e verdieping zonder lift 16 of minder woningen per liftschacht (ja/nee)
6 punten 5 punten 3 punten 4 punten 1 punten 0 punten 2 punten
Wijziging t.o.v. het wws –systeem voor zelfstandige woningen geen
3.8
Woonomgeving winkels voor dagelijkse levensbehoeften niet binnen loopafstand aanwezig binnen loopafstand aanwezig op korte afstand aanwezig
0 punten 2 punten 4 punten
stedelijke voorzieningen (grootwinkel bedrijven, horeca, bioscopen, enz.) niet aanwezig in beperkte mate aanwezig in ruime mate aanwezig
0 punten 1 punten 2 punten
mogelijkheden om in directe omgeving op de openbare weg voor korte tijd te parkeren voetnoot 11
Omgerekend naar rato aantal wooneenheden dat grenst aan de begane grondvloer.
12
Omgerekend naar rato aantal wooneenheden dat grenst aan het dak.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
KWALITEITSASPECTEN WWS
niet aanwezig in beperkte mate aanwezig in ruime mate aanwezig
0 punten 1 punten 2 punten
openbare parkeergelegenheid (voor lang parkeren) niet voldoende aanwezig voldoende aanwezig binnen redelijk afstand in ruime mate aanwezig binnen redelijke afstand
0 punten 1 punten 2 punten
halte van het openbaar vervoer (bus of tram) niet binnen loopafstand aanwezig binnen loopafstand aanwezig op korte afstand aanwezig
0 punten 2 punten 4 punten
verkeersoverlast en -onveiligheid (geluidshinder, trillingen, onveilige verkeerssituaties). woningen gelegen aan: straat met overwegend doorgaand verkeer straat met overwegend buurtverkeer
0 punten 1 punten
straat zonder gemotoriseerd verkeer
2 punten
aankledingsgroen (zijn er groenstroken, plantsoenen, bomen e.d. in de buurt aanwezig?) niet aanwezig in beperkte mate aanwezig in ruime mate aanwezig
0 punten 1 punten 2 punten
openbaar gebruiksgroen (is er een buurt of wijkpark(je), een bos of ander terrein, geschikt en toegankelijk voor recreatie, in de omgeving niet binnen loopafstand aanwezig binnen loopafstand aanwezig op korte afstand aanwezig van de woning
0 punten 2 punten 3 punten
onderhoudstoestand woonomgeving (hoe is de onderhoudstoestand van bestrating en openbaar groen in de buurt?) goed onderhouden redelijk onderhouden slecht onderhouden
2 punten 1 punten 0 punten
ligging nabij bedrijven waarvan hinder wordt ondervonden in de vorm van lawaai, stank, verkeersoverlast, opslag of vervuiling veel hinder weinig hinder geen hinder
0 punten 1 punten 2 punten
Wijziging t.o.v. het wws –systeem voor zelfstandige woningen geen vragen naar aanwezigheid speelruimten/ onderwijsvoorzieningen
3.9
Hinderlijke situaties Conform methodiek zelfstandige huurwoningen Wijziging t.o.v. het wws –systeem voor zelfstandige woningen geen
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
13
14 KWALITEITSASPECTEN WWS
3.10
Servicekostentoeslag Een noodoproepinstallatie: Is in de woning een noodoproepinstallatie13 aanwezig?
3,5%14
Zo ja, is er permanent iemand aanwezig die na een oproep direct actie kan ondernemen? 3,5% Het verstrekken van maaltijden vanwege de verhuurder: Is het voor de huurder mogelijk om vanwege de verhuurder dagelijks een warme maaltijd te nuttigen? 3,5% (Para)medische zorg van eenvoudige aard: Is er vanwege de verhuurder permanent iemand op afroep aanwezig die eenvoudige (para)medische zorg kan verlenen? 3,5% Zo ja, is deze persoon minimaal in het bezit van een geldig EHBO diploma? 3,5% Gemeenschappelijke recreatieruimte en logeer mogelijkheden: Is er binnen het woongebouw of binnen het wooncomplex een gemeenschappelijke recreatieruimte aanwezig? 3,5% Zijn er binnen het woongebouw of binnen het wooncomplex logeermogelijkheden voor gasten van de huurder aanwezig? 3,5% Zo ja, zijn zowel de recreatieruimte als de logeerruimte aan te merken als een onroerende aanhorigheid van het wooncomplex? 3,5% Leveringen en diensten recreatieruimte en logeerkamer(s): Zijn de recreatieruimte en de logeerruimte vanwege de verhuurder overeenkomstig de bestemming als zodanig ingericht? 3,5% Bereikbaarheid: Alle voorzieningen zijn binnen het woongebouw en/of droog bereikbaar 3,5% Wijziging t.o.v. het wws –systeem voor zelfstandige woningen voor elk aspect wordt een toeslag gerekend, terwijl in het wws aan alle voorwaarden moet worden voldaan voor de toeslag van 35% de voorwaarde dat de woning een zelfstandige woning dient te zijn vervalt.
voetnoot 13
Een uitluistersysteem wordt als noodoproepinstallatie beschouwd.
14
Voor elk aspect wordt 3,5% toeslag gerekend op het aantal punten van de onderdelen 1 t/m 9.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
RESULTATEN
4 Resultaten 4.1
Aantallen gebouwen en eenheden Het puntenwaarderingsysteem voor AWBZ-instellingen is getest bij ca. 120 woongebouwen in alle sectoren van de intramurale zorg. Deze gebouwen bevatten in totaal ca. 7.200 plaatsen in 6.500 wooneenheden.
Figuur 4.1
aantallen geanalyseerde gebouwen naar sector en landelijke capaciteit 15 landelijke
steekproef
aantal
geanalyseerde gebouwen eenheden
plaatsen
capaciteit 2006
in %
verzorging
29
1.940
2.000
101.100
2,0%
verpleging
40
2.492
2.996
66.800
4,5%
gehandicapten
51
793
812
63.700
1,3%
ggz
44
1.275
1.323
32.200
4,1%
164
6.500
7.131
263.800
totaal
2,7%
Daarmee beslaat de analyse een kleine 3% van het landelijk totaal van 263.700 plaatsen.16 Binnen de geanalyseerde gebouwen lag de nadruk op de nieuwere gebouwen. Dit had als voornaamste reden dat voor de puntenwaardering bouwtekeningen essentieel zijn. Tekeningen van oudere gebouwen bleken maar beperkt voorradig bij de zorginstellingen. Daarnaast is bij grootscheeps gerenoveerde gebouwen het jaar van renovatie aangehouden en niet het oorspronkelijke bouwjaar. Voorts is een aantal nieuwe gebouwen bezocht waarvan werd verwacht dat ze door hun bouw een hoog puntenaantal zouden scoren. voetnoot 15
Het aantal gebouwen is hier hoger dan het aantal bezochte gebouwen (120) omdat sommige gebouwen meerdere typen zorg leveren.
16
Capaciteit: Aantallen personen in intramurale instellingen in 2006, bron: VWS.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
15
16 RESULTATEN
Figuur 4.2
verdeling aantallen geanalyseerde eenheden naar sector en bouwjaarklassen
verzorging
vanaf 2000
verpleging 1990‐1999
ghz ggz
1980‐1989 1970‐1979 t/m 1969 ‐
4.2
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
Aantallen punten Het gemiddeld aantal punten in de bezochte gebouwen in de verschillende sectoren in de zorg varieert van 86 voor wooneenheden in de geestelijke gezondheidszorg tot 124 punten voor eenheden in verzorgingshuizen.17
Figuur 4.3
verdeling van het gemiddeld aantal punten naar sectoren in de zorg
privé
verzorging
gemeensch verpleging ‐ som
centraal
verpleging pg
installaties isolatie
ghz licht
woonvorm
ghz zwaar
omgeving ggz open
hinderlijk
ggz gesloten
service ‐
20
40
60
80
100
120
140
Binnen de verzorgingshuizen en ook in de lichte gehandicaptenzorg ligt de nadruk op de punten voor de privé ruimten van de wooneenheden. In de overige sectoren zijn bewoners meer aangewezen op gemeenschappelijke voorzieningen. Dit komt ook tot uiting in de verdeling van het aantal punten. Binnen alle sectoren is er een aanzienlijke spreiding van de puntenscore. In de gehandicaptenzorg is deze het grootst. Het verschil tussen het minimum en het maximum is daar 100 punten. In vrijwel alle onderscheiden sectoren zijn de uitschieters in positieve zin groter dan de uitersten in negatieve zin. voetnoot 17
Gewogen naar het aantal eenheden per gebouw.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
RESULTATEN
Figuur 4.4
spreiding van het aantal punten naar type zorg (donkergroen: 95% van de gebouwen)
verzorging verpleging ‐ som
min.
max.
verpleging pg ghz licht ghz zwaar ggz open ggz gesloten 0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
De verdeling van het gemiddeld aantal punten naar bouwjaarklassen levert een oplopende lijn: de oudste gebouwen hebben het laagste aantal punten terwijl de wooneenheden in de nieuwste gebouwen gemiddeld het grootste aantal punten hebben. De relatief hoge score van de gebouwen uit de periode 1980-1989 is een gevolg van het grote aandeel verzorgingshuizen in de analyse uit deze bouwperiode. Figuur 4.5
verdeling van het gemiddeld aantal punten naar bouwjaarklassen
privé
vanaf 2000
gemeensch centraal
1990‐1999
installaties isolatie
1980‐1989
woonvorm 1970‐1979
omgeving hinderlijk
t/m 1969
service ‐
20
40
60
80
100
120
140
De volgende figuur geeft een beeld van de spreiding van het aantal punten binnen de verschillende onderdelen van het puntensysteem. Binnen de donkere delen van de balkjes bevindt zich 95% van de wooneenheden. Bij de punten voor privé-ruimten, gemeenschappelijke en centrale voorzieningen is de afwijking in positieve zin (tot het maximum aantal punten) groter dan in negatieve zin. De nieuwste verzorgingshuiseenheden zorgen voor deze hoge scores.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
17
18 RESULTATEN
De spreiding binnen de onderdelen installaties, isolatie18, woonvorm en omgeving is beperkt. Figuur 4.6
spreiding van het aantal punten naar onderdeel (donker: 95% van de gebouwen)
privé gemeensch centraal installaties isolatie
min.
max.
woonvorm omgeving service 0
4.3
10
20
30
40
50
60
70
80
90
Aantallen punten per sector In de volgende figuren is voor de vier sectoren (verzorgingshuizen, verpleeghuizen, gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg) de verdeling van het aantal punten per bouwjaarklasse weergegeven. De meeste laten een duidelijke kwaliteitstoename in de loop der tijd zien. Uitzondering daarop vormen de verpleeghuizen. Dat kan samenhangen met de keuze voor wooneenheid in plaats van zorgplaats als meeteenheid.
Verzorgingshuizen privé
vanaf 2000
gemeensch centraal
1990‐1999
installaties isolatie
1980‐1989
woonvorm 1970‐1979
omgeving hinderlijk
t/m 1969
service ‐
20
40
60
80
100
120
140
160
voetnoot 18
Met een enkel oud gebouw zonder isolatie van de schil als negatieve uitschieter.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
RESULTATEN
Verpleeghuizen privé
vanaf 2000
gemeensch centraal
1990‐1999
installaties isolatie
1980‐1989
woonvorm 1970‐1979
omgeving hinderlijk
t/m 1969
service ‐
20
40
60
80
100
120
140
160
Gehandicaptenzorg privé
vanaf 2000
gemeensch centraal
1990‐1999
installaties isolatie
1980‐1989
woonvorm 1970‐1979
omgeving hinderlijk
t/m 1969
service ‐
20
40
60
80
100
120
140
160
Geestelijke gezondheidszorg privé
vanaf 2000
gemeensch centraal
1990‐1999
installaties isolatie
1980‐1989
woonvorm 1970‐1979
omgeving hinderlijk
t/m 1969
service ‐
R I G O
20
40
60
80
R e s e a r c h
100
e n
120
140
160
A d v i e s
B V
19
20 RESULTATEN
4.4
Landelijk totaal In de steekproef van woongebouwen was het aandeel nieuwe gebouwen oververtegenwoordigd. Gecorrigeerd voor de verdeling van het aantal eenheden binnen de vier sectoren en voor de verdeling naar bouwjaarklassen daarin, bedraagt het gemiddeld aantal punten ongeveer 96. De GGZ scoort beduidend lager, de V&V sector hoger.19
Figuur 4.7
landelijk gemiddeld aantal punten per wooneenheid naar sector
Verzorgingshuizen Verpleeghuizen GGZ GHZ 0
20
40
60
80
100
120
voetnoot 19
In bijlage 3 is een overzicht gegeven van de steekproef en de landelijke totalen.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
SAMENVATTING
5 Samenvatting 5.1
Samenvatting Op basis van het woningwaarderingsstelsel voor zelfstandige woningen uit de volkshuisvesting is een puntensysteem opgesteld om de kwaliteit van wooneenheden in alle sectoren van de zorg te kunnen beoordelen. Het puntensysteem beperkt zich tot de woon- en dienstruimten binnen een gebouw: de verblijfsruimten. Ruimten voor zorg blijven buiten beschouwing. Punten voor gemeenschappelijke voorzieningen worden verdeeld over het aantal wooneenheden dat hiervan gebruik kan maken. In grote lijnen is de systematiek gelijk aan het wws. Op de volgende onderdelen wijkt het af: aftrekpunten voor het ontbreken van privé-voorzieningen (slaapkamer, sanitair, keuken en buitenruimte) puntenaftrek bij ontbreken gemeenschappelijke buitenruimte geen toeslagen voor extra kwaliteit en ‘voorzieningen gehandicapten’ geen vragen over aantallen vertrekken met verwarmingselementen aanvullende vragen over koelinstallatie en buitenzonwering andere wijze bevraging van aanwezigheid thermosstatische kranen andere wijze bevraging aanwezigheid kwaliteit beglazing woonomgeving: geen vragen naar aanwezigheid speelruimten/ onderwijsvoorzieningen servicekostentoeslag: voor elk aspect wordt een toeslag gerekend, terwijl in het wws aan alle voorwaarden moet worden voldaan voor de toeslag van 35% en de voorwaarde dat de woning een zelfstandige woning dient te zijn vervalt. Het puntensysteem is getest bij ongeveer 6.500 wooneenheden in 120 gebouwen. De nadruk lag hierbij op de nieuwe gebouwen omdat van oudere gebouwen tekeningen maar beperkt aanwezig waren bij de zorginstellingen. Gewogen naar landelijke totalen per zorgsector en bouwjaarklassen bedraagt het gemiddeld aantal punten 96. De verzorgingshuizen hebben gemiddeld het hoogst aantal punten, de GGZ het minste aantal punten.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
21
22 SAMENVATTING
Figuur 5.1
gemiddeld aantal punten per sector naar bouwjaarklassen en naar landelijke aantallen opgehoogd gemiddelde gemiddelde Verzorgingshuizen
>=2000 1990‐1999 1980‐1989
Verpleeghuizen
1970‐1979 t/m 1969 GGZ
GHZ
‐
20
40
60
80
100
120
140
160
De verschillen tussen de oude en de nieuwe gebouwen zijn groot. In de verzorgingshuizen scoren de nieuwste gebouwen ruim 1,5 keer zo goed als de oudste gebouwen. In de GGZ loopt dit op tot bijna factor 2.
5.2
Aandachtspunten Het gewicht dat aan de verschillende onderdelen van het waarderingsysteem is toegekend, is voor een belangrijk deel afgeleid van het bestaande systeem voor de reguliere volkshuisvesting. Naar de toekenning van de gewichten zou nader kunnen worden gekeken door bijvoorbeeld de voorkeuren te toetsen in een cliëntenpanel. Voorzieningen buiten de woongebouwen worden niet meegenomen. Dit komt veelvuldig voor op grote terreinen voor GGZ: kerk, activiteitencentrum, restaurant en recreatieruimte. Maar dit gebeurt bij gewone woningen ook niet. In gesloten instellingen tellen omsloten buitenruimten mee in de puntenwaardering. In open instellingen wordt regelmatig door de bewoners gebruik gemaakt van park of bos. Hiervoor worden geen punten gegeven, vergelijkbaar aan het vorige punt.. De kwaliteit van het gebouw (achterstallig onderhoud) komt niet in de puntentelling tot uiting. Logeermogelijkheden zijn er nauwelijks meer. Dit komt doordat er en geen gebruik wordt van gemaakt maar ook doordat nieuwe tehuizen grotere kamers kennen waar een extra bed kan worden neergezet. Dit was een van de redenen om de servicekostentoeslag afwijkend te maken van die in de volkshuisvesting.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
BIJLAGEN
I
Uitdraai puntenwaarderingsmodel
II
Overzicht gebouwen met punten aantallen
III
Steekproef
BIJLAGE I Uitdraai puntenwaarderingssysteem
AWBZ Waarderingstelsel Wonen
0 pnt
A algemeen
invoerder
naam geboouw adres postcode en plaats aantal plaatsen/bedden 0 ingevulde aantallen eenheden
aantal aparte eenheden
naam zorginstelling adres postcode en plaats telefoon url contactpersoon telefoonnummer e‐mail bezoekdatum rigo opmerkingen
verzorging verpleging somatisch verpleging pg gehandicapten licht gehandicapten zwaar ggz open ggz gesloten
0 naam en no. gebouw
0,00
AWS ‐ AWBZ WAARDERINGSSTELSEL
bouwjr
26‐5‐2009
m2 bvo
1 / 7
AWBZ Waarderingstelsel Wonen 1 privé ruimten 0 pnt
0 pnt
wooneenheid 1
woonvertrekken
m2
code / typenummer
0,00 m2
overige ruimten
m2
aantal eenheden dit type
badkamer
m2
aantal personen per eenheid
wc in badkamer
ja=1
douche of lavet
ja=1
aanrechtlengte keuken
bad
ja=1
kookgelegenheid (1=ja)
bad én afz douche in 1 vertrek
ja=1
aantal wastafels
st
buitenruimte tot 100 m2
aantal toiletten
st
buitenruimte vanaf 100 m2
wooneenheid 2
woonvertrekken
m2
0,00 m2
overige ruimten
m2
aantal eenheden dit type
badkamer
m2
aantal personen per eenheid
wc in badkamer
ja=1
douche of lavet
ja=1
aanrechtlengte keuken
bad (met of zonder handdouche)
ja=1
kookgelegenheid (1=ja)
bad én afz douche in 1 vertrek
ja=1
code / typenummer
aantal wastafels
st
buitenruimte tot 100 m2
aantal toiletten
st
buitenruimte vanaf 100 m2
wooneenheid 3
woonvertrekken
m2
code / typenummer
0,00 m2
overige ruimten
m2
aantal eenheden dit type
badkamer
m2
aantal personen per eenheid
wc in badkamer
ja=1
douche of lavet
ja=1
aanrechtlengte keuken
bad (met of zonder handdouche)
ja=1
kookgelegenheid (1=ja)
bad én afz douche in 1 vertrek
ja=1
aantal wastafels
st
buitenruimte tot 100 m2
aantal toiletten
st
buitenruimte vanaf 100 m2
wooneenheid 4
woonvertrekken
m2
code / typenummer
0,00 m2
overige ruimten
m2
aantal eenheden dit type
badkamer
m2
aantal personen per eenheid
wc in badkamer
ja=1
douche of lavet
ja=1
aanrechtlengte keuken
bad (met of zonder handdouche)
ja=1
kookgelegenheid (1=ja)
bad én afz douche in 1 vertrek
ja=1
aantal wastafels
st
buitenruimte tot 100 m2
aantal toiletten
st
buitenruimte vanaf 100 m2
wooneenheid 5
woonvertrekken
m2
code / typenummer
0,00 m2
overige ruimten
m2
aantal eenheden dit type
badkamer
m2
aantal personen per eenheid
wc in badkamer
ja=1
AWS ‐ AWBZ WAARDERINGSSTELSEL
douche of lavet
ja=1
aanrechtlengte keuken
bad (met of zonder handdouche)
ja=1
kookgelegenheid (1=ja)
bad én afz douche in 1 vertrek
ja=1
aantal wastafels
st
buitenruimte tot 100 m2
aantal toiletten
st
buitenruimte vanaf 100 m2
26‐5‐2009
2 / 7
AWBZ Waarderingstelsel Wonen wooneenheid 6
0 pnt
woonvertrekken
m²
code / typenummer
overige ruimten
m²
aantal eenheden dit type
badkamer
m²
aantal personen per eenheid
wc in badkamer
ja=1
douche of lavet
ja=1
aanrechtlengte keuken
bad (met of zonder handdouche)
ja=1
kookgelegenheid (1=ja)
bad én afz douche in 1 vertrek
ja=1
aantal wastafels
st
buitenruimte tot 100 m2
aantal toiletten
st
buitenruimte vanaf 100 m2
aantal
AWS ‐ AWBZ WAARDERINGSSTELSEL
26‐5‐2009
3 / 7
AWBZ Waarderingstelsel Wonen 2 gemeenschappelijk 0 pnt
0 pnt
badkamer 1
gebruikt door # eenheden
badkamer 2
idem
badkamer 3
idem
badkamer 4
idem
badkamer 5
idem
badkamer 6
idem
toiletruimte 1
gebruikt door # eenheden
toiletruimte 2
idem
sanitair
aantal wastafels
gebruikt door # eenheden
aantal toiletten
idem aantal
woonvertrekken
woonkamer 1
gebruikt door # eenheden
woonkamer 2
idem
woonkamer 3
idem
keuken
idem
overige ruimten 1
idem
overige ruimten 2
idem
aanrechtlengte keuken
aantal keukens aantal
buitenruimten
3 centrale ruimten
buitenruimte tot 100 m2
gebruikt door # eenheden
buitenruimte vanaf 100 m2
idem
restaurant
m2
ja=1, wijkfunctie?
voor alle bewoners
recreatieruimte 1
m2
ja=1
0 pnt
recreatieruimte 2
m2
ja=1
recreatieruimte 3
m2
ja=1
hobbyruimte 1
m2
ja=1
hobbyruimte 2
m2
ja=1
hobbyruimte 3
m2
ja=1
aantal mensen in de wijk dat gebruik maakt
pers
logeerkamer 1
m2
aantal logeerkamers 1
logeerkamer 2
m2
aantal logeerkamers 2
gemeenschappelijke berging bewoners
m2
gemeenschappelijke fietsenberging (kelder, bgg)
m2
type algemene keuken (productie/satelliet)
type
buitenruimten
buitenruimte tot 100 m2 buitenruimte vanaf 100 m2
overige ruimten
m2
ja=1, wijkfunctie?
voor alle bewoners
m2
ja=1
m2
ja=1
m2
ja=1
m2
ja=1
m2
ja=1
m2
ja=1
m2
ja=1
AWS ‐ AWBZ WAARDERINGSSTELSEL
26‐5‐2009
4 / 7
AWBZ Waarderingstelsel Wonen 4 installaties 0 pnt
0 pnt
Ketel: privé (1) / gemeenschappelijk (2) combiketel
ja=1
hoogrendementsketel
ja=1
doorstroommeter (alleen bij gemeensch. ketel)
ja=1
stadsverwarming
ja=1
warmtepomp
ja=1
thermostatische kranen
1=alleen prive, 2=ook gemeensch, 3=hele gebouw
koelinstallatie
ja=1
buitenzonwering
ja=1
energielabel gebouw type ventilatie
5 warmte isolatie
enkelglas
0 pnt
geen enkelglas
ja=1
alleen in niet verblijfsruimten
ja=1
(bv alleen in verkeersruimten)
+ in gemeensch. verblijfsruimten
ja=1
(bv ook in restaurant)
+ in privé verblijfsruimten
ja=1
(dus in gehele gebouw)
voor/achtergevel met isolatie aantal kopgevels met spouwmuurisolatie *
st
# eenheden aan kopgevels
aantal kopgevels met buitenisolatie *
st
# eenheden aan kopgevels
beganegrond vloerisolatie *
# eenheden aan bgg vloer
dakisolatie *
# eenheden aan dak
meergezins: aantal wooneenheden in gebouw
6 woonvorm 0 pnt
st
grondgebonden vrijstaand
ja=1
hoekwoning
ja=1
eindwoning
ja=1
tussenwoning
ja=1
appartementen: situering in bouwblok totaal aantal bouwlagen
n
lift aanwezig
ja=1
16 of minder wooneenheden per liftschacht
ja=1
aantal wooneenheden begane grond
e.h.
1e verdieping
e.h.
2e verdieping
e.h.
3e verdieping of hoger
e.h.
AWS ‐ AWBZ WAARDERINGSSTELSEL
26‐5‐2009
5 / 7
AWBZ Waarderingstelsel Wonen 7 woonomgeving
0 pnt
aantal punten woonomgeving (max. 25)
pnt
0 pnt
1 winkels voor dagelijkse levensbehoeften niet binnen loopafstand aanwezig
ja=1
binnen loopafstand aanwezig
ja=1
op korte afstand aanwezig
ja=1
2 stedelijke voorzieningen (grootwinkel bedrijven, horeca, bioscopen, enz.) niet aanwezig
ja=1
in beperkte mate aanwezig
ja=1
in ruime mate aanwezig
ja=1
3 mogelijkheden om in de directe omgeving op de openbare weg voor korte tijd te parkeren niet aanwezig
ja=1
in beperkte mate aanwezig
ja=1
in ruime mate aanwezig
ja=1
4 openbare parkeergelegenheid (voor lang parkeren) niet voldoende aanwezig
ja=1
voldoende aanwezig binnen redelijk afstand
ja=1
in ruime mate aanwezig binnen redelijke afstand
ja=1
5 halte van het openbaar vervoer (bus of tram) binnen loopafstand aanwezig
ja=1
op korte afstand aanwezig
ja=1
niet binnen loopafstand aanwezig
ja=1
6 verkeersoverlast en ‐onveiligheid (geluidshinder, trillingen, onveilige verkeerssituaties). woningen gelegen aan: straat met overwegend doorgaand verkeer
ja=1
straat met overwegend buurtverkeer
ja=1
straat zonder gemotoriseerd verkeer
ja=1
7 aankledingsgroen (zijn er groenstroken, plantsoenen, bomen e.d. in de buurt aanwezig?) niet aanwezig
ja=1
in beperkte mate aanwezig
ja=1
in ruime mate aanwezig
ja=1
8 openbaar gebruiksgroen (is er een buurt of wijkpark(je), een bos of ander terrein, geschikt en toegankelijk voor recreatie, in de o niet binnen loopafstand aanwezig
ja=1
binnen loopafstand aanwezig
ja=1
op korte afstand aanwezig van de woning
ja=1
9 onderhoudstoestand woonomgeving (hoe is de onderhoudstoestand van bestrating en openbaar groen in de buurt?) goed onderhouden
ja=1
redelijk onderhouden
ja=1
slecht onderhouden
ja=1
10 ligging nabij bedrijven waarvan hinder wordt ondervonden in de vorm van lawaai, stank, verkeersoverlast, opslag of vervuiling veel hinder
ja=1
weinig hinder
ja=1
geen hinder
ja=1
AWS ‐ AWBZ WAARDERINGSSTELSEL
26‐5‐2009
6 / 7
AWBZ Waarderingstelsel Wonen 8 hinderlijke situaties 9 verleende service 0 pnt
0 pnt
aantal punten hinderlijke situaties (max. 40)
pnt
Een noodoproepinstallatie: 1 Is in de wooneenheden een noodoproepinstallatie aanwezig? 2 Zo ja, is er permanent iemand aanwezig die direct actie kan ondernemen?
ja=1 ja=1
Het verstrekken van maaltijden: 3 Kan er dagelijks een warmemaaltijd worden gegeten?
ja=1
(Para)medische zorg van eenvoudige aard: 4 Is er permanent iemand op afroep aanwezig die eenvoudige (para)medische zorg kan verlenen?
ja=1
5 Zo ja, is deze persoon minimaal in het bezit van een geldig EHBO diploma?
ja=1
Gemeenschappelijke recreatieruimte en logeer mogelijkheden: 6 Is er een gemeenschappelijke recreatieruimte aanwezig? 7 Zijn er logeermogelijkheden voor gasten van de bewoners aanwezig? 8 Zo ja, behoren de recreatieruimte als de logeerruimte tot het gebouw?
ja=1 ja=1 ja=1
Leveringen en diensten recreatieruimte en logeerkamer(s): 9 Zijn recreatieruimte en logeerruimte als zodanig ingericht?
ja=1
Bereikbaarheid: 10 Alle voorzieningen zijn binnen het woongebouw en/of droog bereikbaar
ja=1
AWS ‐ AWBZ WAARDERINGSSTELSEL
26‐5‐2009
7 / 7
BIJLAGE II Overzicht gebouwen met aantallen punten
1969 1970
Het Schuttersveld
Kemperbergerweg
BEPALING PUNTENWAARDERING WOONRUIMTEN AWBZ
1987 1987
De Stolpe Markt
Antoniushoeve
1985
De Blauwe kamer, Landelpad
Ten Anker
1985
t Zwin 12 en 14
1986
1985
Mulderplein
1986
1985
Oosterhoorn
Grote Beekstraat 24
1983
Foreest
De marke
1981 1982
Cannenburg 151‐152
1980 1981
Cannenburg 137‐138
1980
Curium LUMC, Unit A,B,C,D
1980
1979
Kadijkerkoog‐Hogerweijde
De Lichtenberg woon‐zorgcomplex
1978
Bommelstein
De Bogerd
1978
Kadijkerkoog‐Oockeshoek
1979
1976
Punter
1979
1975
De Bongerd
Kadijkerkoog‐Zuiderweijde
1975
Humanitas Akropolis
Kadijkerkoog‐Lagerweijde
1975 1975
Altenhof
Martenahiem
De Bongerd
1973 1974
De Klepperwei
1970
1965
1972
1956
De Vijverhof
Oude Beuk
De Wijde Blik
1918
Grote Beekstraat 14
De Poort
1912
84
101
42
16
76
42
20
20
63
53
8
6
21
56
84
32
32
32
24
36
32
66
161
13
66
14
30
122
97
40
123
20
107
52
23
36
32
22
7
37
7
26
7
11
10
3
5
7
12
32
9
9
9
19
4
9
10
18
21
10
36
26
35
18
16
24
3
30
7
8
2
1
5
14
2
9
15
16
20
14
15
20
12
24
4
16
16
16
26
12
12
20
8
25
20
9
10
1
16
12
1
11
2
9
8
5
3
10
4
5
2
0
1
4
1
0
0
4
1
5
5
5
5
2
5
8
1
6
5
1
4
4
8
6
0
7
0
5
3
0
10
9
10
5
9
9
8
5
9
10
4
4
13
7
9
8
8
8
8
8
8
9
10
8
9
9
8
9
5
9
5
2
12
10
2
14
15
15
15
14
15
15
15
15
14
12
12
14
6
12
10
10
10
13
10
9
15
14
12
15
11
10
9
6
4
13
4
0
0
0
5
4
6
5
4
6
5
7
6
6
3
3
3
6
5
6
6
6
4
4
6
5
6
6
5
5
5
5
4
4
4
5
4
5
4
16
13
15
18
15
13
16
14
18
14
14
14
11
17
12
14
14
14
17
11
17
18
10
17
18
19
15
12
13
13
15
11
17
14
13
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
115
102
108
85
113
79
109
84
109
91
59
67
82
96
106
82
82
82
111
66
87
102
98
114
102
122
102
104
92
75
93
43
95
58
46
V&V
V&V
GGZ
GHZ
V&V
GHZ
GHZ
GGZ
V&V
GGZ
GGZ
GGZ
GGZ
V&V
V&V
GHZ
GHZ
GHZ
GHZ
GHZ
GHZ
GHZ
V&V
GHZ
GHZ
GHZ
V&V
V&V
V&V
GGZ
V&V
GGZ
V&V
GGZ
GGZ
sector
Lichtenvoorde
Den Helder
Eindhoven
Zuidwolde
Papendrecht
Breda
Baarn
Amsterdam
Ermelo
Heiloo
Dordrecht
Dordrecht
Oegstgeest
Vught
Amersfoort
Purmerend
Purmerend
Purmerend
Zaltbommel
Purmerend
Sliedrecht
Doorn
Rotterdam
Ermelo
Doorn
Franeker
Rhoon
Assen
Amsterdam
Arnhem
Venray
Oosterbeek
Berg en Dal
Eindhoven
Den Dolder
gemeente
BIJLAGE II ‐ OVERZICHT GEBOUWEN MET AANTALLEN PUNTEN
27
24
26
17
27
19
24
20
26
22
9
10
18
23
27
14
14
14
22
11
17
25
25
20
25
29
25
25
24
18
24
7
25
10
11
bouwjaar eenheden priv gemeensch centraal installaties isolatie woonvorm omgeving hinderlijk service totaal
Spinoza
naamgebouw
1996 1996 1996 1997 1997 1997
Kadijkerkoog‐Werthweijde
Nieuw Rijsenburg
Welhoek
De Stoevelaar Verpleeghuis
Reijnvaan
Sint Jozeph
BEPALING PUNTENWAARDERING WOONRUIMTEN AWBZ
1998
1995
Overtoom
Egelenborgh
1995
De Lichtenberg Verpleeghuis Somatisch
1998
1995
Westerbos 2
Regulushof
1995
Walborg GGZ inGeest
1998
1995
Nij Bethanië
1997
1994
Fluwelensingel RIBW
Antareshof
1994
De Hartenberg , gebouw 3 Zuidplein
De Vloet
1994
De Hartenberg gebouw 1
1997
1993
De Schoener Gebouw D
1997
1993
Verpleeghuis De Die
GGZ Delfland
1993
De Schoener Gebouw B en C
Sitiopark
1992
De Hartenberg gebouw 2, Nieuwstraat 1993
1992
Statenjachtstraat
De Schoener Gebouw A1 en A2
1990
RIBW Arnhem Industrielaan
De Werf
1990 1990
Riebeeckstraat
1988
1988
De Koperwiek 1989
1988
Westerbos
St. Martinus
1988
De Borkel
De Bijsterstede
1987
32
12
12
106
100
30
45
47
41
80
17
32
85
60
25
43
57
24
11
17
7
108
12
9
77
11
26
15
16
25
116
81
23
78
29
10
9
9
32
15
11
44
14
13
8
7
10
10
14
15
5
36
10
8
11
14
17
18
15
39
8
10
17
11
38
34
55
10
32
14
9
17
17
16
11
11
1
14
15
9
8
17
16
6
10
12
0
11
21
16
19
12
21
26
0
20
11
21
14
2
13
1
21
5
10
2
3
3
0
2
0
9
0
5
2
6
5
2
8
1
6
14
0
3
2
2
5
1
3
6
3
0
2
2
3
4
4
2
5
5
9
7
7
10
10
7
7
6
13
13
4
8
8
7
5
9
8
10
12
12
7
10
7
9
6
12
4
9
8
10
12
9
5
9
9
15
15
15
14
15
15
15
15
14
14
15
15
15
15
15
15
15
15
15
15
14
15
14
14
15
15
15
15
14
14
14
14
8
14
14
4
6
6
5
5
5
7
5
5
6
5
6
5
5
5
5
5
7
9
6
6
4
4
6
4
6
5
4
5
7
4
4
6
5
8
11
15
15
14
17
17
17
14
18
14
11
14
11
15
14
13
14
11
16
14
16
18
17
17
12
15
11
12
13
16
18
16
16
15
8
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
75
90
95
122
89
86
132
88
113
84
69
90
88
92
74
84
124
82
107
90
99
107
104
115
108
101
71
95
84
122
133
129
77
114
84
GGZ
GHZ
GHZ
V&V
GGZ
GGZ
V&V
GGZ
V&V
GGZ
GGZ
GHZ
GGZ
V&V
GGZ
GGZ
V&V
GGZ
GHZ
GHZ
GHZ
V&V
GHZ
GHZ
V&V
GHZ
GGZ
GGZ
GHZ
V&V
V&V
V&V
GGZ
V&V
GGZ
sector
Heiloo
Dordrecht
Dordrecht
Oisterwijk
Schiedam
Doorn
Achterveld
Den Dolder
Goor
Portugaal
Driebergen
Purmerend
Amsterdam
Amersfoort
Bennebroek
Amsterdam
Tzummarum
Gouda
Wekerom
Wekerom
Lelystad
Amsterdam
Lelystad
Lelystad
Amsterdam
Wekerom
Amsterdam
Dieren
Vlaardingen
Zevenbergschenhoek
Tilburg
Bilthoven
Bennebroek
Gorssel
Oosterhout
gemeente
BIJLAGE II ‐ OVERZICHT GEBOUWEN MET AANTALLEN PUNTEN
15
18
23
32
13
21
32
19
29
18
14
16
21
22
9
18
32
18
24
13
22
26
23
25
26
22
16
16
17
32
35
25
9
30
17
bouwjaar eenheden priv gemeensch centraal installaties isolatie woonvorm omgeving hinderlijk service totaal
PCO GGZ Breburg
naamgebouw
BEPALING PUNTENWAARDERING WOONRUIMTEN AWBZ
2007
2006
Vlasakker
2007
2005
Auti woonlocatie
Heemburgh
2005
Zuyderwaert
Nieuwe Haven
2005
Myosotis
2006
2005
De Schans/Jaartsveld
2007
2004
Zorgcentrum Heelwijk
Huis te Lande
2004
Het Spectrum
Achterhoeklaan
2004 2004
2004
Wonen Oostervoort
De Plantage
2004
Kooiveen
De Lichtenberg Verpleeghuis Psycho Geriatrie
2003 2003
2003
Balk Verpleegwoningen
De Elf Ranken
2003
De Stichtse Hof
De Lichtboog
2002 2002
2002
Zorgwoningen Aalten
De Posten nieuw
2002
De zandzee
Hof van Smeden
2001 2002
De Posten
Octaaf B
Woon‐zorgcentrum Weltevreden
2001 2001
Octaaf A
2000 2001
2000
De Grienden
GVT Molenheim
2000
De Horizon
Grote Beekstraat 16
1999 1999
Triade
1999
Frankeland
Huis aan de Vecht
1998
36
106
34
10
12
20
168
166
24
74
16
144
63
10
12
20
140
32
140
125
80
12
68
140
93
22
65
14
51
48
16
89
172
166
22
74
38
80
12
10
11
12
14
57
67
28
12
14
46
11
24
11
21
12
53
52
55
53
47
51
9
8
15
8
8
32
8
48
40
38
1
8
2
46
16
36
17
11
13
0
31
18
10
4
24
17
28
16
11
3
2
2
2
2
3
1
14
27
18
16
21
11
3
5
5
4
6
4
0
3
6
4
9
2
5
4
6
3
5
1
5
2
0
12
4
5
0
4
5
3
0
0
3
1
2
0
1
6
8
14
6
13
6
14
6
9
17
13
16
11
10
12
11
7
10
12
14
13
10
11
13
8
9
8
9
10
10
10
11
13
10
10
8
10
10
14
15
15
14
14
12
15
15
15
15
14
14
15
15
15
12
12
15
15
14
15
15
14
14
14
15
15
14
14
15
15
15
15
12
14
5
4
4
6
6
3
6
5
8
4
5
6
6
8
6
5
5
6
5
5
5
7
7
4
4
6
6
3
6
6
6
6
4
4
6
15
16
13
21
14
14
15
16
17
15
19
14
14
15
15
18
15
16
15
20
20
16
18
20
16
13
13
16
14
14
17
13
21
14
18
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
148
131
169
149
90
123
113
108
164
155
146
111
96
113
105
123
118
116
109
149
147
122
141
135
132
69
86
110
97
94
133
83
142
122
132
GHZ
V&V
GHZ
GHZ
GHZ
GGZ
V&V
V&V
GHZ
V&V
GGZ
V&V
V&V
GHZ
GHZ
GGZ
V&V
V&V
V&V
V&V
V&V
GHZ
GHZ
V&V
V&V
GGZ
GGZ
GHZ
GGZ
GGZ
GHZ
GGZ
V&V
V&V
V&V
sector
Zoetermeer
Zwolle
Rijswijk
Doorn
Sliedrecht
Hoogerheide
Heerhugowaard
Kampen
Groenlo
Heesch
Kloetinge
Brielle
Amersfoort
Winterswijk
Oldebroek
Vught
Barendrecht
Balk
Laren
Enschede
Emmeloord
Aalten
Bussum
Enschede
De Bilt
Wolfheze
Wolfheze
Alblasserdam
Eindhoven
Portugaal
Amersfoort
Wolfheze
Utrecht
Schiedam
Groesbeek
gemeente
BIJLAGE II ‐ OVERZICHT GEBOUWEN MET AANTALLEN PUNTEN
29
31
44
36
22
32
27
26
36
37
35
29
23
14
23
29
30
28
28
39
35
18
34
35
32
17
21
22
25
21
32
20
37
29
26
bouwjaar eenheden priv gemeensch centraal installaties isolatie woonvorm omgeving hinderlijk service totaal
De Meent
naamgebouw
2008 2008 2008 2008 2008 2008 2009 2009 2009 2009 2009
De Eik
De Pelkwijk
Oudtburgh
Land van Belofte
Swettehiem
Vredenbergh
De Plataan
Hogewey
WZC Humanitas
De Toevlucht
Hof van Breunissen
BEPALING PUNTENWAARDERING WOONRUIMTEN AWBZ
2007 2008
Zuidhoek
2007
De Zwei (De Akkerdistelstraat)
LBV gebouw 6
2007
60
24
51
139
19
54
20
12
186
93
15
12
48
11
23
41
24
44
14
32
70
38
45
12
74
27
69
12
50
54
14
21
12
30
18
3
8
6
17
0
21
5
20
3
0
5
5
4
5
0
7
5
4
6
5
0
0
6
2
7
9
8
13
14
11
12
13
8
11
10
14
12
9
7
12
14
15
14
15
14
15
12
14
15
13
14
13
14
14
14
6
5
6
6
6
5
4
4
6
7
7
7
8
6
4
14
12
18
20
16
18
16
10
15
15
15
13
19
16
15
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
134
113
149
132
128
169
131
113
105
162
129
145
105
116
132
V&V
GGZ
V&V
V&V
V&V
V&V
V&V
GHZ
V&V
V&V
V&V
GHZ
GGZ
GGZ
GHZ
sector
Gendt
Kapelle
Hengelo
Weesp
Amersfoort
Breda
Leeuwarden
Schiedam
Bergen
Winterswijk
Amersfoort
lichtenvoorde
Venray
Goes
Delft
gemeente
BIJLAGE II ‐ OVERZICHT GEBOUWEN MET AANTALLEN PUNTEN
32
22
39
29
31
40
34
22
23
39
31
25
18
17
26
bouwjaar eenheden priv gemeensch centraal installaties isolatie woonvorm omgeving hinderlijk service totaal
Oliemolen
naamgebouw
BIJLAGE III Steekproeftrekking AWBZ puntenwaarderingsysteem Voor het trekken van de steekproef voor de test van het puntenwaarderingsysteem woonruimte AWBZ zijn de volgende stappen gevolgd: Bewerken van het hoofdbestand op instellingsniveau over het aantal plaatsen naar type zorg.
Per instelling is het totaal aantal plaatsen bepaald.
Aan de hand van het aantal plaatsen, type instelling (verzorging, verpleging, ggz en ghz) en naam van de instelling1 is een schatting gemaakt van het aantal gebouwen per instelling. Dit is gedaan op basis van het gemiddelde aantal plaatsen per woongebouw naar sector volgens de monitorbestanden van het Bouwcollege.
Per instelling is vervolgens het gemiddeld aantal plaatsen per gebouw bepaald.
Wanneer dubbele adressen dezelfde instellingsnaam en/of evenveel plaatsen bevatten is er van uitgegaan dat deze records ook echt dubbel in het bestand zitten, deze zijn verwijderd. Wanneer de dubbele adressen verschillende namen en/of een ander aantal plaatsen bevatten, is uitgegaan van verschillende instellingen.
Wanneer er x gebouwen zijn per instelling, wordt de instelling (en alle gegevens) ook x keer meegenomen in de steekproef.
In de steekproef moeten de categorieën vzh, vph, ggz en ghz evenredig vertegenwoordigd zijn. Er is uitgegaan van een steekproef met in totaal ca. 120 gebouwen om 7.000 plaatsen te bereiken.
Het aantal en aandeel plaatsen per categorie in de populatie is bepaald.
Het aantal plaatsen per categorie in de steekproef is vervolgens afgeleid.
Voor elke categorie is een SPSS-bestand gemaakt.
Eén instelling is al benaderd voor deelname aan de test. Andere instellingen zijn in eerdere onderzoeken bezocht. Deze instellingen zijn automatisch in de steekproef opgenomen.
Wanneer minder dan 10 plaatsen aanwezig zijn binnen een categorie is de instelling alsnog verwijderd (het ging vooral om de instellingen met 2,3,4 of 5 plaatsen).
Doormiddel van een iteratief proces (vooral trial en error) is gekomen tot een steekproef met het aantal gebouwen en plaatsen die overeenkomt met de vooraf bepaalde aantallen. Er is verder nog een reservelijst met instellingen, deze zullen gevraagd worden deel te nemen aan de test wanneer de respons onvoldoende blijkt.
De steekproef is voor de verzorgingshuiszorg en verpleeghuiszorg gecontroleerd op bouwperiode.
voetnoot 1
Bij instellingen met ‘huis’, ‘locatie’, ‘zorgcentrum’, ‘gvt’ of ‘centrum’ in de naam is ervan uitgegaan dat het om één gebouw gaat.
Bij de instellingen waarbij het aantal woongebouwen niet bekend is (meestal zo in de ggz en ghz, maar –in mindere mate- ook in de V&V) is tijdens het contact met deze instelling het te bezoeken gebouw worden bepaald. Bij de keuze speelden naast bouwjaar en aantallen plaatsen de beschikbare informatie (aanwezigheid van tekeningen was essentieel) een rol.
Tabel 1
Door deze laatste voorwaarde is de nadruk tijdens het veldwerk komen te liggen op nieuwe gebouwen (nieuwbouw of grootscheepse renovatie).
Capaciteit intramurale zorg 2006 (bron: VWS)
t/m 1969
1970‐1979
1980‐1989
1990‐1999
>=2000
TOTAAL
Verzorgi ngs hui zen Verpl eeghui zen GGZ GHZ
28.662 11.897 8.626 6.788
29.745 20.943 4.235 18.393
19.798 7.216 7.800 16.212
16.347 15.414 8.068 18.682
6.548 11.330 3.471 3.625
101.100 66.800 32.200 63.700
TOTAAL
55.973
73.316
51.025
58.512
24.974
263.800
De verdeling naar bouwperiode is gebaseerd op de monitorbestanden van het College bouw zorgvoorzieningen (Cbz). In deze bestanden uit 2002 -2004 ontbreken de RIBW’s, GVT’s en zijn niet van de gebouwen waarvoor renovatie of vernieuwbouwplannen waren de bouwjaren bekend. Daaruit mag worden geconcludeerd dat in bovenstaande tabel de nieuwe gebouwen (vanaf 2000) ondervertegenwoordigd zijn en de oudere gebouwen (tot globaal 1980) oververtegenwoordigd. In onderstaande tabel is een schatting opgenomen van het aantal wooneenheden in 2009 naar bouwperiode en sector. Hierin is gecorrigeerd voor meerbedskamers (met name nog aanwezig in verpleeghuizen) en voor bouwperiode (tot 1970: -5%, 1970-1979: -5%, vanaf 2000: +10%) ten opzichte van de monitorbestanden van Cbz. Tabel 2
Schatting aantal wooneenheden intramurale zorg 2009 (RIGO)
t/m 1969
1970‐1979
1980‐1989
1990‐1999
>=2000
TOTAAL
Verzorgi ngs hui zen Verpl eeghui zen GGZ GHZ
22.900 5.400 7.000 3.500
23.900 11.100 2.600 14.800
19.200 4.500 7.800 15.800
15.800 9.700 8.000 18.200
16.100 11.300 6.600 9.700
98.000 42.000 32.000 62.000
TOTAAL
38.800
52.400
47.300
51.700
43.700
234.000
Het aantal geanalyseerde wooneenheden bedraagt 6.500. In de volgende tabel zijn deze verdeeld over de vier sectoren en bouw-/renovatieperiode.
Tabel 3
Aantal geanalyseerde wooneenheden naar sector en bouwperiode
t/m 1969
1970‐1979
1980‐1989
1990‐1999
>=2000
TOTAAL
Verzorgi ngs hui zen Verpl eeghui zen GGZ GHZ
230 ‐ 95 ‐
122 288 40 281
574 257 202 78
471 384 613 139
544 1.564 325 295
1.940 2.492 1.275 793
TOTAAL
325
731
1.110
1.606
2.728
6.500
Dat levert de volgende verdeling van de ophoogfactoren op voor de sectoren naar bouwperiode. Tabel 4
Ophoogfactoren analyse wooneenheden naar sector en bouwperiode
Verzorgi ngs hui zen Verpleeghui zen GGZ GHZ
t/m 1969
1970‐1979
1980‐1989
1990‐1999
>=2000
100
196 57 65 65
33 18 39 208
34 25 13 131
30 7 20 33
74
Gecorrigeerd voor de landelijke aantallen wooneenheden naar bouwperiode bedraagt het gemiddeld aantal punten 96 in de intramurale voorraad. De nieuwste gebouwen hebben in alle sectoren een aanzienlijk hoger aantal punten dan het landelijk gemiddelde. Tabel 5
Aantallen punten naar sector en bouwperiode
Verzorgi ngs hui zen Verpl eeghui zen GGZ GHZ TOTAAL
t/m 1969
1970‐1979
a n a l y s e 1980‐1989
1990‐1999
94 ‐ 52 ‐
104 96 75 91
115 116 88 88
130 111 84 98
opgehoogd >=2000 gemiddelde 147 118 101 139
108 104 72 95 96