Van werkruimte naar woonruimte Handreiking publiekrechtelijk instrumentarium bij transformatie van kantoren naar woningen Hoe het Bouwbesluit, de Wet Ruimtelijke Ordening en de Wet Geluidshinder als stimuleringsmogelijkheden kunnen worden ingezet bij transformatie van kantoren naar woningen
Het KPN-gebouw [afbeelding links] in Utrecht en Spoorstraat Amersfoort, twee voorbeelden van succesvolle Utrechtse transformatieprojecten
1
Voorwoord De provincie Utrecht ligt centraal in het land en biedt een aantrekkelijke woon- en werkomgeving met een grote veelzijdigheid in natuur en landschappen. Onze provincie is daarom een aantrekkelijke omgeving om te wonen en werken. Hierdoor hebben we te maken met een grote woningbouwopgave: tot 2030 moet er in de provincie nog eens drie keer de uiteindelijke woningvoorraad van geheel Leidsche Rijn worden gebouwd. Tegelijkertijd willen we ruimte bieden aan natuur en recreatie en een aantrekkelijke omgeving blijven voor inwoners, ondernemers en bezoekers. De combinatie van deze ambities is een van de grootste uitdagingen van de provincie Utrecht . Eén van de mogelijkheden om ruimte te behouden voor natuur en recreatie en wel meer huizen te bouwen, is het grijpen van binnenstedelijke kansen. Het transformeren van leegstaande kantoorpanden naar woningen is zo'n kans. Er vindt namelijk een forse daling van de opnames op de kantorenmarkt plaats. Door transformatie van kantoren naar woningen kan tegemoet worden gekomen aan de grote vraag naar woningen terwijl tegelijkertijd het buitengebied wordt gespaard. Verschillende gemeenten in de provincie zijn al transformatieprojecten gestart of hebben plannen in die richting. Ik ben daar blij mee en wil deze ontwikkeling graag verder stimuleren. Daarom is de provincie gestart met het project Transformatie van Kantoren. Wij ondersteunen alle betrokken partijen om meer transformatieprojecten mogelijk te maken. Deze handreiking helpt u daarbij. In de handreiking vindt u een overzicht van relevante wetgeving en wordt aangegeven hoe die wetgeving gebruikt kan worden om transformatie te stimuleren. Daarnaast staan er praktische adviezen en voorbeelden in. Een van die mogelijkheden is bijvoorbeeld om een Transformatienotitie op te stellen, waarin u vorm geeft aan de spelregels, ruimte en mogelijkheden voor transformatie in uw gemeente. Ik hoop dat u door deze handreiking meer inzicht krijgt in de mogelijkheden die uw gemeente heeft om transformatie te stimuleren en dat we uiteindelijk samen een aantal mooie projecten weten te realiseren. Zodat we kansen bieden aan woningzoekenden én bijdragen aan een mooiere provincie. Mocht u aanvullend vragen hebben dan kunt u ook bij ons Aanjaagteam Wonen terecht of op de website www.provincie-utrecht.nl/transformatievankantoren. Wouter de Jong Gedeputeerde Wonen, Milieu, Duurzaamheid en Strategie
2
Inhoudsopgave Leeswijzer
4
Inleiding
5
Interview Amersfoort Hoofdstuk 1 Het Bouwbesluit Interview Nieuwegein Hoofdstuk 2 Wet Ruimtelijke Ordening
8 9 12 13
en Grondexploitatiewet Interview Utrecht
17
Interview Veenendaal
23
Hoofdstuk 3 Wet Geluidshinder Interview Woerden Colofon en verantwoording
24 26 27
3
mogelijkheden er ook hier weer zijn om transformatie van kantoren mogelijk te maken binnen de kaders van deze wet.
Leeswijzer Deze handreiking biedt een overzicht van de mogelijkheden van lokale wet- en regelgeving om transformatie van kantoren naar woningen te stimuleren. De Wet Ruimtelijke Ordening (Wro), Grondexploitatiewet, het Bouwbesluit en de Wet Geluidhinder worden kort toegelicht. Uitgelegd wordt hoe in een Transformatienotitie de regelgeving – Bouwbesluit, Wet ruimtelijke ordening en Wet geluidshinder – optimaal op transformatie kan worden afgestemd en de beleidsinzet helder kan worden gedocumenteerd. Gemeenten kunnen de gebouweigenaren en ontwikkelende partijen op deze wijze stimuleren met voorstellen te komen voor het hergebruik van leegstaande (kantoor)gebouwen voor wonen. De hoofdstukken met praktische informatie wisselen we af met beschrijvingen van vijf Utrechtse gemeenten. De provincie Utrecht wil met deze handreiking gemeenten en marktpartijen stimuleren om leegstaande kantoorgebouwen vaker te onderzoeken op transformatiemogelijkheden. De handreiking begint met een algemene inleiding over transformatie. In hoofdstuk 1 beschrijven we het Bouwbesluit. Het eerste deel van het hoofdstuk is toelichtend van aard. Daarna beschrijven we hoe een gemeente met behulp van het Bouwbesluit een kwaliteitsbeleid voor transformatie kan inzetten. De tekst laat zien hoe u kantooreigenaren en/of projectontwikkelaars vooraf duidelijkheid kan verschaffen over de beleidsinzet. Daarmee reduceert u een belangrijk risico voor marktpartijen: het maken van onnodige kosten en verlies van tijd. In hoofdstuk 2 gaan we in op de nieuwe Wet ruimtelijke ordening [Wro] en het hoofdstuk over grondexploitatie in die wet. De Wro wordt praktisch toegelicht met nadruk op de mogelijkheden en spelregels die de Grondexploitatiewet aanreikt. Daarna beschrijven we in concrete stappen hoe de wettelijke mogelijkheden kunnen worden ingezet om transformatie van kantoorgebouwen te stimuleren. In hoofdstuk 3 beschrijven we de Wet geluidhinder op dezelfde manier. Na een algemene toelichting op het doel en de spelregels van de wet, laten we zien welke
4
Inleiding In een dichtbevolkte provincie met een grote vraag naar woningen mag het opmerkelijk genoemd worden dat veel gebouwen ongebruikt blijven. De leegstand op de kantorenmarkt is op sommige locaties groot. Gebouwen staan vaak langer dan twee of drie jaar leeg. Het gaat daarbij niet om kantoorgebouwen die als gevolg van de economische recessie tijdelijk leegstaan. Het betreft gebouwen die langer leegstaan en volgens professionele partijen geen toekomst meer hebben als kantoor. Deze leegstand biedt kansen: voor de gespannen woningmarkt in de provincie Utrecht bijvoorbeeld de kans op honderden nieuwe woningen per jaar. Die kansen - hergebruik of transformatie in jargon - worden maar beperkt gegrepen. Het aantal kantoorgebouwen dat daadwerkelijk in woningen getransformeerd wordt is nog steeds klein. Het aantal gemeenten met méér dan enkele geslaagde voorbeelden is klein. De oorzaken daarvan zijn de afgelopen jaren uitvoerig beschreven. Kantooreigenaren voelen de leegstand meestal niet als urgent probleem, gemeenten willen geen probleemeigenaar worden en corporaties en bouwers/ontwikkelaars ontbreekt het vaak aan kennis en instrumentarium waardoor de opgave als technisch lastig, vol valkuilen en daardoor te kostbaar wordt gezien. Gemeenten hebben in de regel een complexe relatie tot leegstand en verouderde kantoor- en bedrijventerreinen. Naast economische en volkshuisvestelijke doelstellingen hebben gemeenten ruimtelijke ambities en kwaliteitsdoelen die ze willen realiseren bij het ontwikkelen van gebieden. Soms versterken deze doelstellingen elkaar, bijvoorbeeld wanneer wonen op bedrijfslocaties wordt toegejuicht om functiemenging te bevorderen, verpaupering tegen te gaan en ruimtelijke barrières te slechten. Voor andere gebieden stuiten plannen voor transformatie op belangen van zittende bedrijven die vrezen dat transformatie ertoe leidt dat er op termijn onvoldoende ruimte voor economische activiteiten blijft. De meeste gemeenten hebben wel één of meer verouderde bedrijfsterreinen en/of kantoorlocaties. In de regel is een leegstaand kantoorpand niet het probleem van gemeenten, tenzij ze verhuurder is en/of het een beeldbepalend gebouw betreft. Deze handreiking richt zich (toch) op gemeenten, omdat gemeenten – zeker in de
5
huidige marktomstandigheden - vaak wel bezorgd zijn over een vestigingsklimaat dat door oplopende leegstand en verloedering achteruit gaat en over locaties met
Positie gemeente ten opzichte van private partijen
een aanzienlijke leegstand in het bijzonder.
De verhouding tussen gemeenten en private partijen is de afgelopen 10 – 15 jaar
Gemeenten hebben bovendien een aantal mogelijkheden om iets aan de leegstand
sterk veranderd. In de tijd van locatie- en volkshuisvestingssubsidies vervulde de
te doen. Gemeentelijk beleid en lokale wet- en regelgeving kunnen zodanig worden
gemeente als vanzelfsprekend de ´regierol´ bij locatieontwikkeling. Mede doordat
ingezet dat het marktpartijen niet afschrikt, maar juist aanzet tot het nemen van
de mogelijkheid om met rijkssubsidies te sturen is weggevallen is het minder
initiatieven. Ook zonder actief grondbeleid of subsidiëring van projecten kan
vanzelfsprekend dat de gemeente bij gebiedsontwikkelingen altijd en volledig de
transformatie worden gestimuleerd. De nieuwe Wet ruimtelijke ordening en met
regie voert. Gemeenten kunnen echter nog steeds ontwikkelingen stimuleren en
name de Grondexploitatiewet bieden gemeenten de mogelijkheid actief
sturen, zonder dat ze zelf het voortouw hoeven te nemen. Belangrijk is in dat geval
ontwikkelbeleid te voeren zonder dat andere partijen ‘achterover gaan leunen’.
om de randvoorwaarden zo optimaal mogelijk in te richten. Op die manier worden
Ook andere regelgeving kan worden ingezet om transformatie te stimuleren. In
marktpartijen als het ware verleid tot het nemen van initiatieven. Op bladzijde 17
deze handreiking komen naast de Wro en grondexploitatiewet ook de Wet
beschrijven we bijvoorbeeld hoe de gemeente Utrecht in een structuurplan haar
geluidhinder en het Bouwbesluit aan de orde. Tezamen bieden deze drie
visie heeft vastgelegd omtrent de wenselijkheid van functiemenging voor
beleidsterreinen de kern van een transformatievisie. Een dergelijke beleidsnotitie
monofunctionele locaties als Papendorp en Rijnsweerd. En op bladzijde 12 hoe de
biedt de mogelijkheid kwaliteitsbeleid te voeren voor bestaande kantoorgebouwen
Gemeente Nieuwegein voor enkele kantoorgebieden heeft aangegeven dat het
die getransformeerd kunnen worden naar woningen.
stadsbestuur geen hoogtevrees heeft. Beide gemeenten geven hiermee aan dat op bepaalde plekken in de stad een functieverandering en intensivering mogelijk is.
Gemeenten spelen altijd een rol in ruimtelijke ontwikkelingen
Lokale wet- en regelgeving biedt voldoende mogelijkheden
Gemeenten hebben per definitie een rol in een nieuwe toekomst voor een
Om haar doelstellingen te realiseren staan gemeenten verschillende
verouderd gebouw of terrein. Als lokale overheid krijgt de gemeente te maken met
publiekrechtelijke instrumenten ter beschikking. Met de invoering van de nieuwe
initiatieven van derden die de gemeente verzoeken het bestemmingsplan aan te
Wet ruimtelijke ordening is het planologisch-juridisch instrumentarium
passen en/of een bouwvergunning af te geven. Bovendien moeten de nieuwe
aangescherpt en aangevuld. De Grondexploitatiewet [van kracht sinds 1 juli 2008]
ontwikkelingen in de eigen ontwikkelingsvisie passen.
biedt een aantal instrumenten dat de positie van gemeenten ten opzichte van
Wanneer een gemeente een ontwikkeling actief wil sturen om realisatie te
grondeigenaren die niet vrijwillig meebetalen aan de kosten van de
versnellen en/of de eigen doelstellingen te realiseren is meer nodig dan alleen het
grondexploitatie, aanzienlijk versterkt. Ook bij passief grondbeleid kan de
opstellen van een bestemmingsplan. Voor kantoorlocaties waar de uitgeefbare
gemeente eisen stellen aan zelfrealisatie en [een deel van] de kosten van de
bouwgrond meestal beperkt is, zijn de twee belangrijkste vragen: welke positie wil
grondexploitatie verhalen op alle grondeigenaren in het plangebied.
de gemeente innemen ten opzichte van private partijen en welke mogelijkheden
Ook de Woningwet, het Bouwbesluit en de Wet geluidhinder geven de gemeente
heeft een gemeente om haar eigen doelstellingen te realiseren op basis van het
handvatten om kwaliteitsbeleid te formuleren dat in de vorm van randvoorwaarden
publiekrechtelijke instrumentarium? Ofwel: wat wil de gemeente en wat kan ze?
aan bouw- en verbouwactiviteiten en ruimtelijke ontwikkelingen kan worden meegegeven.
6
Actief grondbeleid buiten beschouwing
Aanvullende informatie over de Wro en grondexploitatiewet is te vinden in de Sdu-
Actief grondbeleid gericht op verwerving [vrijwillig, na vestiging van een
uitgave Handreiking Grondexploitatiewet [Sdu, 2008].
voorkeursrecht of op basis van onteigening] biedt gemeenten maximale invloed om
Informatie over de Wet geluidhinder is – net als de andere regelgeving overigens –
inhoudelijke eisen in een plan te realiseren en het tempo te dicteren. Actief
ook te vinden via www.vrom.nl.
grondbeleid biedt ook de mogelijkheid om eventuele baten af te romen. Daar staan aanzienlijke risico’s tegenover. Veel gemeenten voeren geen actief grondbeleid op
De kredietcrisis en de economische recessie - een kans voor hergebruik?
kantoorlocaties, maar kopen hooguit incidenteel aangeboden kantoren. Het voorkeursrecht kan heel effectief zijn en bijdragen om meer greep te krijgen op de
De interviews in deze handreiking hebben plaatsgevonden toen de gevolgen van
[veelal nogal versnipperde] eigendomsverhoudingen in een gebied. In deze
de kredietcrisis (economische recessie) nog niet in alle consequenties duidelijk
handreiking gaan we vooral in op de mogelijkheden om beleidsdoelen te realiseren
waren. De lezer wordt gevraagd dat in zijn achterhoofd te houden bij het lezen van
zonder actief grondbeleid. Ook gangbare vormen van publiekprivate samenwerking
de interviews.
worden hier niet verder uitgewerkt. Daarvoor verwijzen we graag naar www.ppsnetwerk.nl.
De gevolgen van de crisis en de daarop volgende recessie op de kansen voor transformatie zijn niet eenduidig. De crisis laat de kantorenmarkt niet ongemoeid.
Voorbeeldgemeenten
De leegstand is in 2008 en 2009 flink opgelopen en beleggers zijn vaker dan de
In deze handreiking komen vijf Utrechtse gemeenten aan het woord. De interviews
jaren daarvoor gedwongen tot het verlagen van de boekwaarde. Het indirect
zijn zeer lezenswaardig. Op basis van de interviews kunnen adviezen worden
rendement op kantoorbeleggingen bedroeg over heel 2008 gemiddeld -5,5% voor
gegeven. Een van de belangrijkste adviezen is om een Transformatievisie op te
de grote, institutionele beleggers [ROZ/IPD 2009]. Taxateurs melden inmiddels
stellen. Andere belangrijke aandachtspunten zijn de persoonlijke inzet van de
(medio 2009) afwaarderingen van 10 – 20 % voor incidentele panden. Toch is het
bestuurder en een ruim toekomstperspectief (> 10 jaar). Want korte-termijn-
aantal transformaties niet ineens sterk gestegen. Belangrijke oorzaak daarvan is
efficientie blijkt vaak langere termijn ‘duurkoop’ te zijn, die bovendien niet
dat de beperkte financieringsmogelijkheden juist commercieel ontwikkelende
duurzaam is.
marktpartijen hard hebben geraakt. De vraag naar (met name duurdere) woningen is afgenomen, tegelijkertijd zijn verwervingen [de eerste stap in projecten] lastiger
Handreiking beknopt, meer lezen?
en vaak duurder geworden.
Aanvullende informatie over transformatie van kantoren naar woningen is te vinden
Tegelijkertijd zijn ook de aanneemprijzen in de bouw flink gedaald, waardoor
op www.provincie-utrecht.nl/transformatievankantoren.
ontwikkelkosten juist weer lager worden. Door de lagere boekwaarden en aanneemkosten, zien wij echter juist nu kansen
Ook verwijzen wij u graag naar de TransformatieWijzer Kantoorgebouwen, die is
voor transformatie waar die voorheen financieel niet te realiseren waren.
ontwikkeld door SBR in samenwerking met het Ministerie van VROM. Dit
Goed onderzoek moet uitwijzen hoe alle financiële parameters er op dat moment
instrument beschrijft bijvoorbeeld voor het Bouwbesluit per artikel welke
voorstaan en of de marktkansen voldoende solide zijn om tot transformatie over te
beleidsruimte de wet aan gemeenten geeft en beschrijft de knelpunten waar
gaan.
marktpartijen in de praktijk tegenaan lopen. Ook documenteert de TransformatieWijzer elders gevonden en ontwikkelde oplossingen.
7
Amersfoort – Faciliteren, maar wel zo actief mogelijk
Ook voor de komende jaren blijft de gemeente haar faciliterende rol actief invullen. In
Interview met wethouder Ruud Luchtenveld
preventieve zin door een restrictief beleid te voeren voor nieuwe kantoren. De gemeente werkt pas mee aan een bouwvergunning als minimaal 70% is verhuurd. Kansen op
Sterke kantorenmarkt voor ICT en creatieve sector
transformatie worden benut als ze zich voordoen. Periodiek wordt overlegd met de
De leegstand in kantoren in Amersfoort bedraagt eind 2008 ongeveer 12%. Deze leegstand
corporaties over mogelijke kansen, en de gemeente neemt deel aan bijeenkomsten waar
is daarmee iets hoger dan de noodzakelijke frictieleegstand om de markt goed te laten
kennis wordt uitgewisseld zoals recent georganiseerd door de provincie. De gemeente is
functioneren. Amersfoort heeft een sterke diensten- en kenniseconomie en bedient vooral de
betrokken bij nationale ontwikkelingen zoals de TransformatieWijzer waarmee het
ICT en creatieve sector. Beide zijn belangrijk voor de stad. Amersfoort heeft vergeleken met
Bouwbesluit actiever kan worden ingezet. De gemeente heeft ook een subsidieregeling voor
andere steden relatief veel kantoren in het centrum- en stationsgebied. Deze gebieden zijn
jongeren- en studentenhuisvesting waar initiatiefnemers voor transformatie gebruik van
kansrijk voor transformatie, maar daar staat tegenover dat veel van de kantoren in Amersfoort
kunnen maken. Op dit moment wordt onderzocht of de APV gewijzigd kan worden om
nog relatief jong zijn en hoge boekwaardes kennen.
eventuele negatieve sociale aspecten door leegstaande kantoren te verminderen. Wethouder Luchtenveld: ´Want uiteindelijk zijn er vooral argumenten vóór transformatie: iedere woning is
‘Fiscale compensatie bij leegstand beperken’
er één en extra woningen in centrum of binnenstad dragen bij aan de levendigheid en het
Transformatie staat al lang op de Amersfoortse agenda. Al in 2004 heeft de gemeente een
draagvlak van voorzieningen, het helpt de stad compact te houden, groen te behouden en op
onderzoek laten uitvoeren naar de financiële aspecten van transformatie. ‘Transformatie is
termijn houdt het de kantorenmarkt gezond. Het is bovendien duurzaam om een bestaand
financieel altijd lastig, onder andere door de hoge vraagprijzen voor kantoren, ook als ze al
gebouw niet te slopen maar weer voor een andere functie te gebruiken´.
jaren leegstaan’ vat wethouder Luchtenveld de conclusies van dat onderzoek samen. ‘Wat zeker niet helpt is dat sommige beleggers die leegstand fiscaal kunnen compenseren. Wat
Bronnen:
mij betreft zou ons kabinet daar wat aan moeten doen, bijvoorbeeld door de fiscale
-
interview Ruud Luchtenveld, wethouder gemeente Amersfoort
compensatie bij leegstand tot maximaal 3 jaar te beperken’.
-
Onderzoek structurele leegstand kantoorpanden in provincie Utrecht, 2009
-
Het Grote Gemeenteboek 2009, Property.nl
-
Raadsinformatiebrief gemeente Amersfoort 31 maart 2009
Hoewel lastig, nemen marktpartijen toch met enige regelmaat initiatieven om leegstaande kantoren te transformeren. De gemeente staat er welwillend tegenover: ‘Wij gaan als gemeente niet opkopen en het probleem van de beleggers oplossen. Dat gaat een stap te ver. Maar als iemand met een plan komt om een gebouw naar woningen te transformeren,
N.B. De interviews hebben plaatsgevonden toen de gevolgen van de kredietcrisis nog niet in
werken we mee waar we kunnen´, aldus wethouder Ruud Luchtenveld. De gemeente werkt
alle consequenties duidelijk waren. De lezer wordt gevraagd dat in zijn achterhoofd te houden
mee aan een bestemmingswijziging indien nodig en gewenst, gaat soepel om met de
bij het lezen van de interviews.
parkeernorm en verleent ontheffing van het Bouwbesluit als dat kan en nodig is. Wethouder Luchtenveld: ‘Maar we doen meer dan alleen regelgeving inzetten. Als het moet, pakken we zelf de telefoon en wijzen we initiatiefnemers op financiële mogelijkheden die ze zelf misschien nog niet gezien hadden’. Dat heeft geleid tot een aantal transformaties in de afgelopen jaren. Een recent voorbeeld is het in samenwerking met een lokale corporatie ombouwen van kantoren boven een winkelpand in de binnenstad tot kamers.
8
1. Het Bouwbesluit
afdelingen is een specifiek verbouwniveau gedefinieerd. Dat betreft vooral die afdelingen die de veiligheid en gezondheid van de gebruikers voor ogen hebben. In
Voor het verbouwen van een kantoorgebouw naar woningen is vrijwel altijd een
het instrument ‘TransformatieWijzer | Kantoorgebouwen’ van SBR worden alle
bouwvergunning nodig. De bouwvergunning is een zogenaamde gebonden
afdelingen en de in de praktijk ontwikkelde oplossingen beschreven. Het instrument
beschikking. Dit betekent dat B&W een bouwaanvraag toetsen aan zowel het
laat ook zien dat bij transformatie van kantoren naar woningen veel mogelijkheden
Bouwbesluit als aan een eventuele gemeentelijke Bouwverordening,
voor ontheffing zijn. Voor 42 van de 63 eisen is een niveau bestaande bouw
Welstandsnota, de Monumentenwet en de bepalingen in het vigerende
gedefinieerd: het niveau waaraan het gebouw in ieder geval dient te voldoen.
bestemmingsplan conform de Wro. Dit hoofdstuk licht de rol van het bouwbesluit bij transformatieprojecten toe.
Het Bouwbesluit biedt gemeenten veel ruimte lokaal kwaliteitsbeleid te voeren. Voor die gebouwonderdelen die ingrijpend [lees: volledig] veranderd worden, kan
Bouwbesluit: landelijke uniformiteit in minimumeisen
de gemeente de nieuwbouweisen uit het Bouwbesluit van toepassing verklaren
Het Bouwbesluit bevat de bouwtechnische voorschriften waaraan alle gebouwen in
maar dat hoeft niet. En zelfs als de nieuwbouweisen van toepassing zijn kan een
Nederland minimaal moeten voldoen. Ook verbouwingen vallen onder het
gemeente voor een concreet plan ontheffing verlenen tot een lager
Bouwbesluit. Een woning die ontstaat door transformatie staat voor de wetgever
kwaliteitsniveau. De beleidsruimte voor gemeenten is dus groot. In beide gevallen -
gelijk aan een bestaande woning. Als de gemeente geen specifiek kwaliteitsbeleid
zowel nieuwbouwkwaliteit vragen als ontheffing verlenen – voert de gemeente
heeft geformuleerd wordt een bouwaanvraag getoetst aan de minimumeisen in het
beleid. Andere initiatiefnemers kunnen in vergelijkbare gevallen een vergelijkbare
Bouwbesluit.
behandeling eisen.
Het Bouwbesluit biedt gemeenten echter ook de mogelijkheid om voor
Meestvoorkomende situatie: geen beleid bij transformatie geformuleerd
verbouwactiviteiten kwaliteitsbeleid vast te leggen in een beleidsnota en/of
De meeste gemeenten hebben geen specifiek kwaliteitsbeleid geformuleerd voor
bouwverordening. Daarbij kunnen maximaal de eisen voor nieuwbouw worden
transformatie van gebouwen. In dat geval schrijft het Bouwbesluit voor dat een
verlangd. Als de gemeente wel specifiek kwaliteitsbeleid heeft geformuleerd wordt
bouwaanvraag aan het niveau bestaande bouw wordt getoetst.
een verbouwaanvraag getoetst aan het geformuleerde kwaliteitsbeleid. In dat geval
Om de spelregels rond de wijze van toetsing te illustreren, zijn in figuur 1 drie
wordt de bouwaanvraag dus aan hogere eisen getoetst dan volgens het
veelgenoemde knelpunten bij transformatie uitgewerkt. De twee belangrijkste
bouwbesluit noodzakelijk is. Daarmee is het Bouwbesluit - of beter gezegd: de
vragen - indien geen kwaliteitsbeleid is geformuleerd - luiden:
mogelijkheid bouwkwaliteitsbeleid te voeren - een krachtig instrument voor
•
Wordt een bouwelement ingrijpend gewijzigd?
gemeenten om transformatie te stimuleren of juist tegen te gaan.
•
Zo ja: is er een verbouwniveau vastgelegd in het Bouwbesluit?
Wat zijn de spelregels bij transformatie?
Voor geluidwering tussen woningen is in het Bouwbesluit een verbouweis
Het is een veelvoorkomend misverstand dat een gebouw waarvan alleen de functie
gedefinieerd die maximaal 10 dB lager mag zijn dan de nieuwbouweis. Aan die
verandert, aan de geldende nieuwbouweisen moet voldoen. Dat is niet correct. Het
verbouweis moet een gemeente vasthouden bij een ingrijpende verbouwing. De
Bouwbesluit schrijft bij transformatie slechts toetsing aan de minimumeisen van het
wetgever legt als het ware een nieuwe bodem in de minimumkwaliteit.
niveau bestaande bouw voor. Wel zijn op woningen die door transformatie
Figuur 1. laat ook zien dat het Bouwbesluit niet stelt dat de woningen die ontstaan
ontstaan, in principe alle 63 Bouwbesluitafdelingen van toepassing. Bij 20
na transformatie minimaal 2.60 m hoge plafonds moeten hebben zoals vaak
9
gesteld wordt. Ervan uitgaand dat de plafonds niet ingrijpend gewijzigd worden
realiseren kwaliteitsniveau overeenstemming te bereiken. Het risico dat de
heeft B&W te allen tijde de bevoegdheid ontheffing te verlenen tot een lagere
verbouwing hoge kosten met zich meebrengt is aanzienlijk omdat een gemeente
verdiepingshoogte met een ondergrens van 2.10 m. Verdiepingshoogtes van 2.40
voorgestelde oplossingen niet gemakkelijk zal goedkeuren. Dat besluit heeft
m., zoals een aantal jaren geleden voor nieuwbouw de norm was, zijn dus zeer wel
immers precedentwerking. Deze risico’s vertalen zich in kosten. Hierdoor wordt
mogelijk. Het derde onderdeel – Doorspuibaarheid in het Bouwbesluit – laat zien
soms ten onrechte geconcludeerd dat transformatie niet haalbaar is. Het
dat gevels altijd te openen onderdelen dienen te bevatten. Ook als er niets aan de
omgekeerde is ook waar: duidelijkheid vooraf over de belangrijkste kwaliteitseisen
gevel gewijzigd wordt. De eis is geformuleerd als minimale eis aan woningen voor
voor een bouwproject stimuleert een ontwikkelaar om ook andere gebouwen te
bestaande bouw.
onderzoeken.
Figuur 1. Toetsingswijze woning die ontstaat door transformatie kantoor Helder geformuleerd gemeentelijk kwaliteitsbeleid voor (ver)bouw, dat vooraf Bouwbesluit
Geluidsisolatie
Verdiepings-
Doorspui-
aan een initiatiefnemer kan worden meegegeven, biedt initiatiefnemers veel
tussen
hoogte
baarheid
zekerheid over de mogelijkheid om onnodige kosten te vermijden en stimuleert initiatiefnemers om ook andere gebouwen te onderzoeken op de
woningen
mogelijkheden voor transformatie. Cruciaal is dat het gemeentelijk
Ingrijpende wijzigingen?
Nieuwbouw
JA
0 dB
> 2,60 m
NEE
Te bewegen
bouwbeleid is afgestemd op de specifieke eigenschappen en knelpunten bij
onderdelen
transformatie. Door ook te laten zien welke ontheffingen eerder zijn verleend
> 6 l/2/m2
geeft een gemeente aan welke kwaliteitseisen uit het Bouwbesluit voor haar hard zijn en welke bespreekbaar.
Verbouwniveau gedefineerd? JA
Verbouw
NEE
Bestaande
Max 10 dB lager
bij ingrijpende
TransformatieWijzer | Bouwbesluit
verbouwing
De TransformatieWijzer | Bouwbesluit is een instrument dat speciaal voor het > 2,10 m
bouw
Te bewegen
formuleren van bouwtechnisch kwaliteitsbeleid bij transformatie is opgesteld. Dit
onderdelen
instrument is in 2008 ontwikkeld door SBR en aansluitend in een aantal proefprojecten uitgeprobeerd. Eind 2009 wordt het instrument gepubliceerd door SBR. Met het instrument kan een gedetailleerde technische opname van een
Bron: TransformatieWijzer | Bouwbesluit, SBR 2009
specifiek gebouw gemaakt worden. Hierdoor ontstaat snel helderheid over de technische staat waarin het gebouw verkeert en de knelpunten die zich bij
Kwaliteitsbeleid bij verbouw stimuleert transformatie van kantoren
transformatie naar woningen kunnen voordoen. Met hetzelfde instrument kan een
Als een gemeente geen specifiek kwaliteitsbeleid voor transformatie heeft
gemeente – los van individuele gebouwen – aangeven welk kwaliteitsbeleid zij
geformuleerd heeft dat voor initiatiefnemers enkele lastige consequenties. Het
hanteert in geval van transformatie. Ook kan het instrument worden ingezet om
betekent in de praktijk vaak dat veel tijd moet worden ingecalculeerd om over het te
afspraken tussen gemeente en ontwikkelaar te versnellen. De TransformatieWijzer biedt de mogelijkheid om inzichtelijk te maken welke kwaliteiten een initiatiefnemer
10
genoemd. In de tabel erachter geeft een kruisje aan of het Bouwbesluit voor bestaande bouw, verbouw of nieuwbouw voorschriften bevat. Met kleuren is vervolgens aangegeven welk kwaliteitsniveau partijen nastreven. Blauw is de beleidsinzet van de gemeente. De gemeente volgt in dit voorbeeld voor 2.1 en 2.2 het niveau bestaande bouw, voor verlichting het verbouwniveau en voor brandveiligheid staat ze nieuwbouwkwaliteit voor. In oranje geeft de ontwikkelaar aan welke kwaliteit zij met het plan voorstelt te realiseren. De tabel laat zien dat de ontwikkelaar voor afdelingen 2.3 en 2.4 een hogere kwaliteit realiseert dan door de gemeente wordt gevraagd. Wat betreft brandveiligheid zitten gemeente en ontwikkelaar op dezelfde lijn: namelijk realisatie van nieuwbouwkwaliteit. In dit voorbeeld verzoekt de ontwikkelaar voor afdeling 2.14 om ontheffing te verlenen tot het verbouwniveau. Dat kan bijvoorbeeld voortkomen uit specifieke kenmerken van het gebouw. Dit voorbeeld laat zien dat het invullen van de TransformatieWijzer duidelijk maakt over welke afdelingen van het Bouwbesluit nog nadere afspraken gemaakt moeten worden. De schematische weergave laat ook zien dat deze ontwikkelaar een
Voorschriften uit het oogpunt van veiligheid Constructieve veiligheid 2.1 Algemene sterkte van de bouwconstructie 2.2 Sterkte bij brand Gebruiksveiligheid 2.3 Vloerafscheiding 2.4 Overbrugging van hoogteverschillen 2.5 Trap 2.6 Hellingbaan 2.7 Electriciteits- en noodstroomvoorziening 2.8 Verlichting 2.9 Gasvoorziening 2.10 Beweegbare constructieonderdelen Brandveiligheid 2.11 Beperking ontstaan brandgevaarlijke situatie 2.12 Beperking van ontwikkeling van brand 2.13 Beperking van uitbreiding van brand 2.14 Verdere beperking van uitbreiding brand 2.15 Beperking van ontstaan rook 2.16 Beperking van verspreiding van rook 2.17 Vluchten binnen rook- en subrookcompartiment
Nieuwbouw
denkbeeldig project is ingevoerd. Per regel wordt een afdeling in het Bouwbesluit
Rechtens verkregen
Ter illustratie hierna een deel van de TransformatieWijzer | Bouwbesluit waarin een
Verbouw
gemeente nodig is.
Rechtens verkregen
Figuur 2. TransformatieWijzer | Bouwbesluit voor denkbeeldig project Bestaande bouw
in een project voorstelt en op welke kwaliteitsaspecten medewerking van de
E
D
C
B
A
X X
X X
X X X X X X X X
X X X X X X X X
X X X X X X X
X X X X X X X
X X X X X X X
Beleids ambitie gemee nte
Voorstel ontwik kelaar te realise ren bouwt echnis che kwaliteit
transformatie voor stelt die op een aantal kwaliteitsaspecten ruim boven de gevraagde kwaliteiten van de gemeente wordt uitgevoerd. Meer informatie: - Bouwbesluit: Vrom-Dossier Bouwregelgeving en Bouwbesluit Online - TransformatieWijzer Bouwbesluit, SBR 2009
11
Nieuwegein – markt verleiden met planologische ruimte Omvangrijke kantorenmarkt
Ontwikkelstrategie: markt verleiden tot initiatieven voor transformatie
Nieuwegein bedient met ruim 500.000 m2 kantoorruimte vooral grote commerciële
De gemeente voert geen actief grondbeleid, maar juist daarom wel een actief ontwikkelbeleid
dienstverlenende bedrijven die landelijk opereren. De centrale ligging en ontsluiting door drie
dat erop is gericht marktpartijen mee te krijgen in de gewenste ontwikkelrichting.
autosnelwegen maken Nieuwegein een populaire kantorenlocatie. De komende jaren zijn
Daartoe biedt de gemeente in de eerste plaats helderheid aan marktpartijen over haar
nieuwe ontwikkelingen gepland in de binnenstad [maximaal 80.000 m²] en circa 50.000 m² op
ambities en inzet. Daartoe horen ook uitspraken in de pers dat het College van B&W op
de andere vier kantoorlocaties. De eerste jaren van deze eeuw is de leegstand snel
bepaalde locaties in de stad ‘geen hoogtevrees’ heeft en in principe bereid is mee te werken
toegenomen tot meer dan 20% in 2005. De afgelopen jaren is dat percentage gedaald naar
aan bestemmingswijziging als dat nodig is om transformatie mogelijk te maken [22 mei 2008].
16% eind 2007. De leegstand is verdeeld over alle grotere kantoorlocaties; er is geen sprake
In de praktijk gaat de gemeente per gebouw het overleg aan met de ontwikkelende partij,
van specifieke probleemwijken.
waarbij ingezet wordt op het sluiten van een anterieure overeenkomst conform de nieuwe mogelijkheden van de grondexploitatiewet.
Kansen voor woningbouw? In 2006 is een nieuw Collegebestuur aangetreden met de ambitie om in 10 jaar tijd 1.600
Gesprekken leiden tot andere inzet Rijnhuizen
woningen extra te realiseren. Omdat de gemeente nauwelijks onbebouwd gebied heeft zal
In de gesprekken met marktpartijen wordt ook duidelijk dat zij juist mogelijkheden zien voor
dat programma grotendeels in bestaande bebouwing gerealiseerd moeten worden. Daarbij
introductie van de woonfunctie op een andere kantoorlocatie, namelijk Rijnhuizen aan de
behoort transformatie van oude kantoorpanden tot een interessante optie. De gemeente gaat
noordkant van Nieuwegein. Met name in het westelijk deel kan door een grotere menging van
proactief te werk. De eerste stap bestaat uit het in kaart brengen van de leegstand door de
wonen en werken een geleidelijker overgang van overwegend wonen in de wijk Jutphaas via
gemeente. Per gebied is aangegeven of transformatie van leegstaande kantoren op die plek
een gemengde zone naar bedrijvigheid ontstaan. De gemengde zone wordt inmiddels ook als
wenselijk is. In 2007 worden de conclusies van de eerste stap vastgelegd in het
streefbeeld meegenomen in de perspectievennota van de Structuurvisie.
Collegebesluit waarin een aantal locaties worden aangewezen die voor transformatie in aanmerking komen. Daarnaast worden ook de Binnenstad en Merwestein genoemd als
Bronnen:
mogelijke locaties voor transformatie en wordt voor deze gebieden nader onderzoek
-
interview Hans van den Ham, gemeente Nieuwegein
aangekondigd. In Liesbosch, Poort van Nieuwegein en Rijnhuizen wordt de transformatie op
-
Onderzoek structurele leegstand kantoorpanden in provincie Utrecht, 2009
dat moment niet voor de hand liggend of gewenst geacht. Als tweede stap heeft de gemeente
-
Het Grote Gemeenteboek 2009, Property.nl
het initiatief genomen om in een gesprek met de vastgoedeigenaren en een aantal
-
B&W voorstel kantoortransformatie dd 26 april 2007
deskundigen de concrete interesse in transformatie te peilen. De gesprekken leiden tot een
-
B&W voorstel Kantorentransformatie en 1.600 woningen extra, dd 22 mei 2008
tiental concrete initiatieven/verzoeken tot transformatie. De gesprekken leiden ook tot de conclusie dat in de Binnenstad en Merwestein vooral het parkeren een probleem is voor de verhuurbaarheid van de kantoren.
N.B. De interviews hebben plaatsgevonden toen de gevolgen van de kredietcrisis nog niet in alle consequenties duidelijk waren. De lezer wordt gevraagd dat in zijn achterhoofd te houden bij het lezen van de interviews.
12
2. Wet ruimtelijke ordening en Grondexploitatiewet
bestemmingsplannen en/of projectbesluiten. In het hoofdstuk over grondexploitatie in de Wro [meestal de Grondexploitatiewet genoemd] is een aantal instrumenten
Inleiding
geïntroduceerd dat gemeenten de mogelijkheid biedt sterk te sturen in de manier
Dit hoofdstuk beschrijft de Wet ruimtelijke ordening (juli 2008) en het hoofdstuk
waarop de gewenste ontwikkeling gerealiseerd wordt en de kosten van de
over de grondexploitatie daarin. Beide instrumenten samen bieden gemeenten een
grondexploitatie te verhalen in geval van particuliere ontwikkeling.
aantal nieuwe, krachtige mogelijkheden om de transformatie van kantoren naar woningen te stimuleren. Vanaf pagina 16 schetsen we die mogelijkheden zonder
Veranderingen in de Wet ruimtelijke ordening
de pretentie uitputtend te zijn. De vraag die centraal staat is: hoe kunnen
De nieuwe Wet ruimtelijke ordening [Wro] beoogt onder meer de sturing van de
marktpartijen - eigenaren van kantoorgebouwen en ontwikkelende partijen
ruimtelijke ordening eenvoudiger en overzichtelijker te maken, de
geïnteresseerd in transformatie – worden gestimuleerd en verleid tot het nemen
handhavingfunctie verder te versterken en de procedures [zowel om te komen tot
van initiatieven?
een plan als de mogelijkheden van beroep erop] te versnellen. Zo is bijvoorbeeld de duur van de procedure om tot een door de raad vastgesteld bestemmingsplan
Twee opmerkingen vooraf moeten worden gemaakt: 1.
te komen gereduceerd tot maximaal 24 weken. Dat is meer dan een halvering. Een
de Wro en Grondexploitatiewet zijn nieuw; ervaringen uit de praktijk en
aantal planvormen uit de oude wet zoals streekplannen, structuurschetsen en de
met name jurisprudentie ontbreken op een groot aantal punten. De
PKB is vervallen. De nieuwe Wro legt de nadruk op structuurvisie en
mogelijkheden, die geschetst worden, zijn een inschatting van auteurs en
bestemmingsplan.
de geïnterviewden op basis van ervaringen uit het verleden [met de oude 2.
WRO] en de beoogde doelen van de aanpassingen van de Wro;
Structuurvisies
de tekst hierna beschrijft vooral de praktische mogelijkheden van een
Structuurvisies vormen een belangrijke planvorm voor gemeenten [en provincies
aantal planvormen zonder uitgebreid in te gaan op de procedurele
en rijk] om de hoofdlijnen van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling van een
stappen en [juridische] vereisten voor onderbouwing. Daarvoor ontbreekt
gebied vast te leggen. De Wro onderscheidt twee soorten. De eerste soort
de ruimte in dit document.
structuurvisie wordt primair opgesteld voor een gebied. De tweede soort is een aspectstructuurvisie. Daarin kan voor afzonderlijke aspecten van het ruimtelijk
De nieuwe Wet ruimtelijke ordening
beleid de visie worden vastgelegd. Denk bijvoorbeeld aan een aspectstructuurvisie
Ruimtelijke ordening en grondexploitatie zijn van oudsher nauw verbonden. Met de
over werkgelegenheid waarin nieuwe en oude kantoorlocaties in samenhang
nieuwe Wet ruimtelijke ordening [Wro], die sinds 1 juli 2008 van kracht is, is deze
worden beschouwd. Zoals het woord al aangeeft legt de structuurvisie een visie
relatie verder versterkt. Uitgangspunt van de Wro is dat gemeenten en particuliere
vast. Het document biedt marktpartijen duidelijkheid over de gewenste ontwikkeling
eigenaren vrijwillige afspraken maken over kostenverhaal en locatie-eisen. Voor
en de inzet van de overheid. Het document is bindend voor het bestuursorgaan dat
het geval eigenaren niet willen meewerken creëert de Grondexploitatiewet een
het heeft vastgesteld. Een gemeente mag niet zonder meer in strijd met de
publiekrechtelijk spoor om deze eigenaren – vaak ‘’freeriders” genoemd –
gemeentelijke structuurvisie handelen.
kwalitatieve eisen voor de ontwikkeling op te leggen en om een deel van de kosten, die samenhangen met het tot ontwikkeling brengen van de locatie, op hen te
De Wro vereist dat de structuurvisie tevens ingaat op de vraag hoe en wanneer de
verhalen. De Wro biedt gemeenten de mogelijkheid om de ruimtelijke ontwikkeling
voorgenomen ontwikkeling te realiseren, ofwel welke bevoegdheden en middelen
op hun grondgebied te sturen door middel van structuurvisies,
het overheidsorgaan daartoe wil inzetten. De wet stelt echter geen eisen aan de
13
mate waarin dat wordt gedetailleerd. Wel kunnen in de structuurvisie beleidsregels
Provincies en Rijk in een bestemmingsplanprocedure wel een [proactieve
worden opgenomen bijvoorbeeld over de wijze waarop de Gemeenteraad invulling
of reactieve] aanwijzing kunnen geven;
zal geven aan haar bevoegdheid projectbesluiten te nemen. Ook de criteria die de
Gemeenten jaarlijks verslag doen van hun ruimtelijk beleid [o.a. actualiteit
Raad aanhoudt bij verzoek van derden om bestemmingsplannen te wijzigen e.d.
van bestemmingsplannen en handhavingsbeleid].
kunnen in een structuurvisie worden opgenomen. Alleen wanneer er een structuurvisie is vastgesteld kan de gemeente haar
De Grondexploitatiewet
bevoegdheid tot verhaal van een aantal kostensoorten, waaronder bovenplanse
Het hoofdstuk over grondexploitatie in de Wro biedt gemeenten nieuw en
kosten en kosten voor ruimtelijke ontwikkelingen, effectueren.
aanvullend instrumentarium voor locatie-eisen, kostenverhaal en binnen- en buitenplanse verevening bij particuliere grondexploitatie. Het doel van deze wet is
Bestemmingsplannen
gemeenten de mogelijkheid te geven - sterker dan voorheen - sturend op te treden
Net als in de oude WRO zijn bestemmingsplannen de juridisch bindende
in het formuleren van kwaliteitseisen voor een ruimtelijke ontwikkeling en de
beleidsdocumenten waarin regels en voorschriften voor het gebruik en de
verdeling van kosten en baten ervan.
[ver]bouw van gronden en opstallen kunnen worden vastgelegd. Met het
De wet biedt twee sporen om te komen tot kostenverhaal.
bestemmingsplan kunnen ontwikkelingen worden bevroren of juist in gang gezet.
1.
Het eerste spoor, het privaatrechtelijk spoor, kan leiden tot een ‘anterieure
De Wro biedt meerdere vormen van het bestemmingsplan met verschillende
overeenkomst’ vóór vaststelling van een bestemmingswijziging [en
juridische consequenties voor de burger en overheid [denk aan een globaal
exploitatieplan] en een ‘posterieure overeenkomst’ na vaststelling van een
eindbestemmingsplan, waarop wel direct bouwvergunning kan worden
bestemmingswijziging.
aangevraagd] om het gewenste ruimtelijk beleid adequaat te kunnen voeren. De
2.
Het tweede spoor, het publiekrechtelijk spoor, biedt gemeenten de
wetgever heeft in de nieuwe Wro de positie van het bestemmingsplan verder
mogelijkheid eisen te stellen aan particuliere ontwikkeling en kosten te
versterkt door voor te schrijven dat:
verhalen bij grondeigenaren die geen overeenkomst hebben willen tekenen. Dit tweede spoor leidt tot kostenverhaal op het moment dat een
Bestemmingsplannen verplicht zijn voor het gehele grondgebied;
gebouweigenaar een bouwvergunning aanvraagt. De bouwvergunning
Bestemmingsplannen binnen tien jaar opnieuw worden vastgesteld
wordt niet alleen aan het bestemmingsplan getoetst maar ook aan het
[anders mag geen leges meer gevraagd worden];
bijbehorende exploitatieplan.
De procedure sterk wordt verkort tot 22-24 weken; Artikel 19 van de oude WRO is geschrapt. Het Projectbesluit dat dit min of
1. Privaatrechtelijk spoor: anterieure en posterieure overeenkomst
meer vervangt dient binnen een jaar te zijn opgevolgd door een ontwerp
De anterieure overeenkomst betreft een vrijwillige overeenkomst tussen
bestemmingsplan dat ter inzage is gelegd;
gemeente en particuliere eigenaar over de [kosten en baten van een]
Buitenplanse vrijstellingen worden beperkt tot een 'kruimellijst';
grondexploitatie, gesloten vóór de vaststelling van een bestemmingsplan. De
Iedereen een verzoek tot herziening bestemmingsplan kan indienen;
anterieure overeenkomst kan betrekking hebben op één eigenaar die één
Digitalisering van bestemmingsplannen per 1 juli 2009 verplicht is;
[kantoor]gebouw tot ontwikkeling wil brengen of verkopen. Maar ook op
Goedkeuring van een bestemmingsplan door de provincie niet langer
veelvoorkomende samenwerkingsvormen als een PPS, bouwclaimovereenkomst,
nodig is;
joint-venture of concessie.
14
Het aantrekkelijke van de anterieure overeenkomst is dat partijen veel
publiekrechtelijke spoor. Ook gelden de spelregels [en daarmee speelruimte] van
onderhandelingsruimte hebben en bijvoorbeeld niet gebonden zijn aan de
het publiekrechtelijke kostenverhaal. De onderhandelingsruimte om tot
limitatieve kostensoortenlijst in het Besluit Ruimtelijke Ordening (Bro). Het sluiten
overeenstemming te komen is beperkter dan bij een anterieure overeenkomst: de
van een overeenkomst in deze fase is niet alleen voor gemeenten interessant. Een
afspraken mogen niet afwijken van het vastgestelde exploitatieplan, er mogen geen
vroege overeenkomst biedt grondeigenaren mogelijk invloed op het programma en
kosten worden opgenomen die niet op de bij AMvB voorgeschreven
- eenmaal afgesloten - ook zekerheid over kosten en programma.
kostensoortenlijst voorkomen. Het voordeel voor beide partijen om een posterieure overeenkomst te tekenen is de zekerheid die gemeente en marktpartijen eraan
In een anterieure overeenkomst kunnen ook afspraken gemaakt worden over
kunnen ontlenen. Een overeenkomst reduceert het risico van een gemeente dat
financiële bijdragen aan bijvoorbeeld ruimtelijke ontwikkelingen buiten de locatie.
kosten niet verhaald kunnen worden omdat een plan niet tot ontwikkeling komt.
De afspraken moeten betrekking hebben op een concrete gebiedsontwikkeling en
Een ontwikkelaar heeft met een overeenkomst duidelijkheid over de kosten en
passen binnen de structuurvisie. Bovendien gelden het Burgerlijk Wetboek en de
zekerheid over de medewerking van de gemeente. Wijzigingen in een
algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Hieronder een tabel van kosten, die
geactualiseerd exploitatieplan zijn voor rekening en risico van gemeente.
niet kunnen worden doorberekend in een exploitatieplan, en derhalve alleen in een anterieure overeenkomst kunnen worden opgenomen.
2. Publiekrechtelijk spoor: exploitatieplan Als een gemeente voorafgaand aan een bestemmingswijziging niet tot een
Tabel 1. Kosten die niet publiekrechtelijk kunnen worden verhaald 1.
privaatrechtelijke overeenkomst met alle eigenaren in een plangebied is gekomen,
Deel van kosten van binnenplanse infrastructuur, bv. wanneer deze oud is
is de gemeente verplicht een exploitatieplan vast te stellen. Dit nieuwe
en deels afgeschreven;
plandocument is in de nieuwe Wro opgenomen om de kosten van grondexploitatie
2.
Gemeentelijke apparaatkosten boven het wettelijke maximum;
publiekrechtelijk te kunnen verhalen bij eigenaren die daarvoor niet gecontracteerd
3.
Kosten bovenwijkse voorzieningen die niet voldoen aan criteria: profijt,
zijn. Het publiekrechtelijke spoor is aan stringente wettelijke voorwaarden
toerekenbaarheid en proportionaliteit;
verbonden. Kosten moeten voldoen aan de criteria profijt, toerekenbaarheid en
4.
Bovenplanse kosten die niet voldoen aan de bij 3. genoemde criteria;
proportionaliteit. Bovendien mogen alleen de feitelijke kosten worden verhaald. Er
5.
Eventueel deficit in het exploitatieplan [zogenaamde microaftopping];
mag dus niet worden afgeroomd. Tegelijkertijd is er de plicht voor gemeenten tot
6.
Kosten voor ‘ruimtelijke ontwikkelingen’ oftewel bijdragen aan
kostenverhaal als er A. een ruimtelijk besluit [bestemmingsplan e.d.] nodig is én B.
voorzieningen elders die niet direct te relateren zijn aan het bouwplan.
het ruimtelijk besluit voorziet in nieuwbouw of omvangrijke verbouwplannen met functiewijziging. Hierop is een aantal uitzonderingen o.a. wanneer kostenverhaal reeds op een andere manier verzekerd is en inhoudelijke eisen niet nodig zijn.
De posterieure overeenkomst wordt gesloten na vaststelling van een exploitatieplan en de planologische titel daarvoor. In de regel is dit de vaststelling
Het exploitatieplan
van een bestemmingsplan [of wijziging van een bestemmingsplan, een
Met een exploitatieplan kan een gemeente inhoudelijke, procedurele en financiële
projectbesluit of projectafwijkingsbesluit]. De posterieure overeenkomst wordt tot
spelregels opstellen voor een locatie die tot ontwikkeling gebracht wordt. Het
het privaatrechtelijke spoor gerekend omdat het een vrijwillige overeenkomst
exploitatieplan is tevens de basis voor het verhalen van kosten. Hoewel een
tussen partijen is, in tegenstelling tot het publiekrechtelijke kostenverhaal. In
exploitatieplan pas wettelijk verplicht is als eerste stap van het publiekrechtelijke
materiële zin heeft de posterieure overeenkomst dezelfde effecten als het
spoor, wordt aangeraden ter voorbereiding op mogelijke anterieure
15
overeenkomsten een [eigen, interne] exploitatiebegroting op te stellen om de
moet periodiek worden herzien. Alle eigenaren worden geïnformeerd en voor alle
ondergrens van de onderhandeling te kunnen bepalen.
percelen in een exploitatieplan, waarop een exploitatiebijdrage rust, wordt een aantekening in het gemeentelijk register van publiekrechtelijke beperkingen
Het exploitatieplan wordt vastgesteld gelijktijdig met een bestemmingsplan en dient
ingeschreven. De wet voorziet ook in de mogelijkheid van een intergemeentelijk
in ieder geval te bestaan uit een kaart van het exploitatiegebied, een omschrijving
exploitatieplan gekoppeld aan een bestemmingsplan dat grensoverschrijdende
van werkzaamheden voor bouwrijp maken, aanleg van voorzieningen en inrichten
bouwlocaties bestrijkt.
van openbare ruimte en een exploitatieopzet met raming van kosten en opbrengsten. Alle verhaalbare kosten volgens de kostensoortenlijst mogen worden
Gevolgen exploitatieplan
meegeteld. Voor de grondexploitatie maakt het niet uit wie de kosten feitelijk
Het daadwerkelijk [publiekrechtelijk] kostenverhaal loopt via de bouwvergunning.
maakt. Het exploitatieplan dient tevens regels te bevatten over de wijze waarop
Een bouwvergunning moet sinds 1 juli 2008 ook geweigerd worden als het
kosten worden toebedeeld aan functies en percelen en uitvoeringsbepalingen over
bouwplan in strijd is met het exploitatieplan, inclusief daarin opgenomen
het tijdvak waarbinnen exploitatie zal plaatsvinden, fasering en koppeling van
bepalingen van fasering en verschuldigde bijdragen. Dat betekent ook dat
werkzaamheden. Deze onderdelen zijn nodig om te komen tot een goed
gemeenten voor het innen van de bijdrage afhankelijk zijn van de medewerking van
kostenverhaal voor de locatie.
de eigenaar. Als deze geen initiatieven ontplooit en geen bouwvergunning aanvraagt biedt het exploitatieplan geen formele titel om reeds gemaakte kosten
Facultatieve onderdelen exploitatieplan
daadwerkelijk te verhalen.
Daarnaast kan het exploitatieplan kwalitatieve eisen stellen aan de uitvoering van de voorzieningen op een locatie. Denk aan locatie-eisen voor de inrichting van de
Indien in het exploitatieplan meer kosten aan een perceel zijn toebedeeld dan er
openbare ruimte. Op dit punt biedt het exploitatieplan de mogelijkheid eisen te
opbrengsten zijn [bijv in geval van een hoge inbrengwaarde of bodemsanering] zal
stellen die verder gaan dan de mogelijkheden in het bestemmingsplan. Denk ook
een aanvrager geen exploitatiebijdrage hoeven te betalen maar heeft hij recht op
aan regels over het uitvoeren van de werkzaamheden. Belangrijk is bijvoorbeeld in
een bijdrage uit de grondexploitatie. De gemeente is overigens pas verplicht de
het exploitatieplan op te nemen dat werken en werkzaamheden die een
bijdrage te verstrekken nadat op het perceel alle voorziene werken zijn uitgevoerd.
overheidsopdracht vormen volgens de aanbestedingsregels tot stand komen om te voldoen aan de Europese aanbestedingsregels. Een exploitatieplan mag bovendien regels bevatten over realisatie van specifieke woningbouwcategorieën [particulier opdrachtgeverschap, sociale koop en –huur]. Dit is alleen mogelijk wanneer het bestemmingsplan hier ook bepalingen in percentages over kent. Tenslotte kan een exploitatieplan ook een verbod voor werken opleggen totdat voor betreffende gronden een uitwerkingsplan is vastgesteld. Jaarlijks herzien, eigenaren informeren en aantekening in register Het eerste exploitatieplan moet worden vastgesteld samen met de bestemmingswijziging [of het vaststellen van het plan e.d.]. Het exploitatieplan
16
Utrecht – leegstand geen probleem, transformeren om andere redenen
meegewerkt. De woningen die ontstaan worden getoetst aan de minimumeisen in het Bouwbesluit. Dat levert meestal geen problemen op; geluidsoverlast op de gevel door verkeersgeluid vaak wel. Soms stuit een plan voor transformatie op bezwaren van zittende
De kennisindustrie is een belangrijke economische pijler van de stad Utrecht. ICT, creatieve
bedrijven. Een recent voorbeeld is dat van de Asfaltcentrale op Papendorp, die - ondanks
industrie, handel, openbaar bestuur en onderwijs behoren tot de sectoren die de afgelopen
eerdere toezeggingen - uit vrees voor toekomstige hinder bezwaarprocedures is gestart en
jaren sterk gegroeid zijn. Als gevolg hiervan is de werkgelegenheid in de stad het afgelopen
dat uiteindelijk bij de Hoge Raad heeft gewonnen.
jaar harder gestegen dan gemiddeld in Nederland. De kantorenmarkt vaart er wel bij. De leegstand is beperkt en de afgelopen jaren gedaald tot iets meer dan 5%, nauwelijks hoger
Veel initiatieven tot transformatie stranden - ondanks de gespannen woningmarkt - op hoge
dan de frictieleegstand die nodig is voor een goed functioneren van de kantorenmarkt. Een
inkoop- en verbouwkosten. Soms biedt het toestaan van tijdelijke bewoning mogelijkheden
van de redenen is dat al jaren een strakke gemeentelijke regie gevoerd wordt op de
zoals het KPN-gebouw een aantal jaren geleden. Dat voorbeeld heeft ook laten zien dat
kantorenmarkt, die door afspraken met de BRU-gemeenten regionaal doorwerkt. Doordat
tijdelijke transformatie financieel interessant kan zijn voor de eigenaar omdat hergebruik, in
veel grond in erfpacht is uitgegeven kan de gemeente een dergelijk beleid in de toekomst ook
afwachting van herontwikkeling of definitieve transformatie, meer opbrengsten genereert dan
blijven voeren. De komende 15 tot 20 jaar is de ambitie om een gezonde kantorenmarkt te
leegstand. De opbrengsten kunnen de boekwaarde helpen verlagen.
houden en de vraag naar nieuwbouwkantoren van naar schatting 900.000 m2 te blijven beantwoorden.
Andere kantorenmarkt, andere kantoren en wijken De gemeente speelt actief in op de veranderde kantorenmarkt. Voor nieuwe kantoren wordt al
Transformatie om kansen voor de woningmarkt
in het ontwerpstadium gevraagd een aantal technische eisen uit te werken om het gebouw op
De grootste urgentie om leegstaande panden een nieuwe toekomst te geven komt voort uit
termijn in scholen of woningen [in gangbare afmetingen] te transformeren. De gemeente heeft
de overspannen woningmarkt. In de stad van 300.000 inwoners zoeken 80.000 mensen naar
daarvoor een aantal technische eisen uitgewerkt, zodat bijvoorbeeld de stramienmaat die
een woning. Hiervan zijn 10.000 urgente starters die in 60% van de gevallen een huurwoning
parkeerruimte voor drie auto’s biedt. Ook in bestaande – relatief jonge - kantoorwijken als
zoeken. Woonstarters in Utrecht beschikken vaak al over een redelijk inkomen als gevolg van
Papendorp en Rijnsweerd streeft de gemeente langzame transformatie en een grotere
het gemiddeld hoge opleidingsniveau van de woningzoekenden. De woningmarkt is zodanig
functiemenging na. Naast wonen kan dan ook worden gedacht aan een hotelfunctie en
dat alles wat aangeboden wordt, ook wordt afgenomen. Het betekent ook dat regelmatig
bijbehorende voorzieningen als een kinderdagverblijf en scholen. Voorwaarde is wel dat
initiatieven voor transformatie genomen worden door marktpartijen. Maar de gemeente neemt
meteen voldoende woningen worden gerealiseerd om het ook veilig te laten zijn.
soms ook zelf het initiatief als haar ter ore komt dat een gebouw beschikbaar komt. Zo heeft ze een aantal jaren geleden het initiatief genomen om een kantoorgebouw in Kanaleneiland
Bronnen:
om te zetten in een verzorgingstehuis. Het gebouw lag al in een woonwijk en het
-
interview René Bouman en Klaas Beerda, gemeente Utrecht
bestemmingplan liet wonen toe.
-
Onderzoek structurele leegstand kantoorpanden in provincie Utrecht, 2009
-
Het Grote Gemeenteboek 2009, Property.nl
-
KPN-gebouw in Utrecht, informatie op woneninkantoren.nl
De eerste stap, soms in samenwerking met een lokale corporatie, is om de mogelijkheden van het gebouw te verkennen. Dat kan overigens ook tot de conclusie leiden dat sloopnieuwbouw een betere oplossing is zoals in enkele recente projecten.
N.B. De interviews hebben plaatsgevonden toen de gevolgen van de kredietcrisis nog niet in
Initiatieven voor transformatie door marktpartijen worden welwillend tegemoet getreden. Als
alle consequenties duidelijk waren. De lezer wordt gevraagd dat in zijn achterhoofd te houden
het bestemmingsplan moet worden veranderd en dat kan op die plek, wordt daaraan
bij het lezen van de interviews.
17
Transformatie van kantoorgebouwen en Wro en Grondexploitatiewet
Op het moment dat er geen grote urgentie is om als gemeente actief op te treden
De nieuwe Wro biedt gemeenten de mogelijkheid ook zonder actief grondbeleid
kan de gemeente besluiten dat haar inzet beperkt blijft tot het opstellen van een
inhoudelijke regie te voeren. Hierna beschrijven we in stappen hoe deze
structuurvisie. In dat geval zal de gemeente op verzoek van een eigenaar of
mogelijkheden kunnen worden ingezet voor het stimuleren van transformatie van
marktpartij reageren op voorstellen of initiatieven [zie ontwikkelstrategie anterieure
kantoorgebouwen. Daarbij gaan we uit van de veronderstelling dat de kantoren en
overeenkomst]. Wanneer de maatschappelijke of economische urgentie groter
grond particulier eigendom zijn en dat de gemeente geen actief grondbeleid wil
iskan de gemeente actiever gaan handelen. In dat geval zal de structuurvisie
voeren.
sneller worden vertaald in een bestemmingsplan en bijbehorend exploitatieplan. De gemeente zal eigenaren actiever benaderen en proberen een aantal eigenaren
We werken twee mogelijkheden uit. 1.
voor de vaststelling van het bestemmingsplan te verleiden tot een anterieure
situatie 1. We beginnen met de beschrijving van de mogelijkheden om
overeenkomst. Ook na vaststelling van het bestemmingsplan en exploitatieplan zal
actieve regie te voeren door in een bestemmingsplan en exploitatieplan
de gemeente trachten met eigenaren te komen tot posterieure overeenkomsten. In
een geformuleerde structuurvisie handen en voeten te geven. We zullen
dat geval zien de stappen van de ontwikkelstrategie er als volgt uit:
zien dat de Wro gemeenten een stevige onderhandelingspositie biedt om haar inhoudelijke wensen en financiële afspraken in posterieure overeenkomsten op te nemen. We zullen tegelijkertijd zien dat de wet
Stappen 1.
duidelijkheid over te verhalen kosten
grenzen kent. Inzet van WVG en/of Onteigeningswet kan uiteindelijk nodig
2.
Opstellen structuurvisie met ruimte voor initiatieven van marktpartijen en
zijn om transformatie werkelijk in gang te zetten. We zullen zien dat deze
2.
Bepalen ontwikkel- en onderhandelingsstrategie op urgentie
onderhandelingsruimte zijn schaduw vooruit werpt op:
3.
Met eigenaren onderhandelen over transformatieplannen en verleiden tot aangaan anterieure overeenkomsten
situatie 2. Een ontwikkelstrategie voor langzame transformatie waarin 4.
Bestemmingsplanprocedure en exploitatieplan vaststellen
en schetsen een derde:
5.
Sluiten posterieure overeenkomsten met meewerkende eigenaren
3.
6.
Bepalen inzet WVG en/of Onteigeningswet naar niet-meewerkende
vooral ingezet wordt op het anterieure traject; situatie 3: Nieuw voor Oud.
eigenaren Situatie 1. Gewenste regie op transformatie Menig gemeente in ons land heeft in de afgelopen twintig jaar één of meer
Stap 1 en 2. Onderhandelingsinzet en -mogelijkheden
monofunctionele kantoorlocaties aan de rand laten verrijzen. Om diverse redenen
De onderhandelingsinzet is erop gericht om zoveel mogelijk eigenaren mee te
kan een gemeente in een structuurvisie de wens vastleggen dat een locatie een
krijgen in de gewenste ontwikkelrichting. De planologische inzet bestaat uit het
wijziging ondergaat van monofunctioneel naar multifunctioneel [stap 1]. Dat kan zijn
verlokken van eigenaren om mee te werken en uit acties om kostenverhaal bij de
omdat de leegstand op de locatie langzaam toeneemt of omdat de locatie door
overige particuliere eigenaren te maximeren. De gemeente zal alle
nieuwe uitbreidingen een meer centrale plek in de stad inneemt. Een andere reden
gebouweigenaren actief benaderen en trachten te komen tot een anterieure of
kan zijn dat een potentieel aan ruimtelijke relaties met andere delen in de stad
posterieure overeenkomst. De Wro biedt de mogelijkheid een aantal financiële
onbenut blijft, zoals het voorbeeld in Nieuwegein laat zien.
prikkels in de verschillende onderhandelingsfasen in te brengen zoals we later zullen beschrijven.
18
Nader verkend moet worden of het ook mogelijk is om de inbrengwaarde te Stap 3. Anterieure fase
1
maximeren op de marktwaarde op moment van vaststelling .
In de anterieure fase kan een eigenaar in sommige gevallen worden verlokt door afspraken over [extra] realisatieprogramma, compensatie en/of fasering en
Een tweede interessante kostensoort betreffen de kosten van tijdelijk beheer. Deze
koppeling. Denk aan een minder groot aandeel in te realiseren sociale koop en
kosten [denk niet alleen aan kosten om het terrein te beschermen, maar ook
huurwoningen. Een anterieure fase die voorafgaat aan een publiekrechtelijk traject
kosten om het vastgoed tijdelijk te verhuren] kunnen in het exploitatieplan worden
kent wel een aantal risico´s. Afspraken over kosten die in latere instantie ook tot
meegenomen. Het is een grote kostenpost omdat een eenmaal verworven gebouw
het publiekrechtelijke spoor gaan behoren, kunnen mogelijk bij de rechter worden
vaak vele jaren in bezit is voordat het getransformeerd wordt. De wet schrijft voor
aangevochten wanneer de eigenaren buiten de overeenkomst denken onterecht
dat niet de kosten, maar het resultaat van het beheer – kosten na aftrek van
benadeeld te zijn.
opbrengsten – worden verrekend. In veel gevallen levert dat een deficit op de tijdelijke exploitatie. Dat biedt de mogelijkheid om een verwervende partij die het
Stap 4. Vaststellen exploitatieplan
tijdelijk beheer op zich neemt enerzijds zekerheid te bieden over inkomsten [een
De Grondexploitatiewet biedt de mogelijkheid kosten van een grondexploitatie in
voorcalculatorisch of normatief deficit] en anderzijds de mogelijkheid te bieden dat
een exploitatieplan op te nemen. Dit instrumentarium biedt gemeenten grotere
resultaat te verbeteren door kundig ondernemerschap en/of intelligente
zekerheid op integrale ontwikkeling van een gebied en op verhaal van de kosten
financiering. Het kan interessant zijn als de verwerving en het tijdelijk beheer in een
van grondexploitatie dan onder de oude Wro. Een aantal kostensoorten en
publiek private samenwerking (PPS) vorm krijgt en de baten van tijdelijk beheer
wettelijke bepalingen biedt bovendien mogelijkheden die interessant zijn voor
gebruikt worden om een hoge boekwaarde te reduceren. Ook hier past de voetnoot
transformatie.
dat de komende jaren voor de rechter zal blijken hoe dergelijk intelligent ondernemerschap zich verhoudt tot de voorschriften tot afrekening op basis van
Eén daarvan betreft de inbrengwaardes van het vastgoed in een exploitatieplan.
werkelijke kosten.
Als de waarde in het economisch verkeer als kantoor hoger is dan de [residuele] herontwikkelwaarde op basis van woningbouw, kan volgens de wet een hogere
Een derde mogelijkheid is kostenverhaal op eigenaren die niet opteren voor
inbrengwaarde voor het kantoorgebouw worden opgenomen. In het
bestemmingswijziging, maar het gebouw als kantoor blijven exploiteren. Vaak
publiekrechtelijk spoor worden deze kosten opgenomen in het exploitatieplan bij
wordt het bestaande gebouw met een of twee lagen opgehoogd om de investering
het bestemmingsplan en op termijn ook bij de andere eigenaren in rekening
te laten renderen. Ook voor een renovatie van een kantoorgebouw is in veel
gebracht. Daarmee kan een prisoners-dilemma op veel locaties worden
gevallen een bouwvergunning en/of planologische medewerking van de gemeente
doorbroken. Geen van de aanwezige eigenaren wil de eerste zijn om zijn kantoor
vereist. Naar de letter van de wet kan een gemeente op dat moment kostenverhaal
uit de markt te halen als de concurrent daarvan profiteert. Door in het
toepassen. Of de rechter dat besluit billijkt zal in de toekomst blijken.
exploitatieplan de transformatie van individuele gebouwen financieel te koppelen [binnenplanse verevening] vervalt het voordeel van wachten. Een tweede effect is dat niet met iedere eigenaar afzonderlijk gezocht hoeft te worden naar extra verdienmogelijkheden om transformatie financieel haalbaar te maken. Er kan op het niveau van het totale plan gezocht worden naar een kostenneutrale exploitatie.
1
De bepalingen over waardering van inbrengwaarde in de wet bieden ruimte voor meerdere bepalingsmethoden die verwijzen naar zowel huidige als toekomstige functies. Verwacht mag worden dat de komende jaren door jurisprudentie meer helderheid zal ontstaan.
19
Stap 6. Bepalen inzet WVG en/of Onteigeningswet
1.
Opstellen structuurvisie met ruimte voor initiatieven van marktpartijen en duidelijkheid over te verhalen kosten
Het publiekrechtelijk spoor kent ook zijn begrenzing. Realisatie van het bestemmingsplan blijft afhankelijk van de medewerking van eigenaren. Zonder
2.
Bepalen ontwikkel- en onderhandelingsstrategie op urgentie
aanvraag tot [ver]bouwvergunning is er bovendien geen mogelijkheid tot
3.
Opstellen [niet openbaar] exploitatieopzet ter voorbereiding op mogelijke onderhandelingen
kostenverhaal. Op een bepaald moment zal de balans worden opgemaakt en de ontwikkelstrategie worden aangescherpt [of niet] richting actievere instrumenten als
4.
2
WVG en onteigening . Een actief grondbeleid met inzet van de WVG en het onteigeningsinstrumentarium
Met initiatiefnemers en/of eigenaren onderhandelen over transformatieplannen
5.
Beoordeling van initiatief
6.
Vastleggen afspraken in anterieure overeenkomst.
zal parallel aan het exploitatieplan moeten gebeuren. De Grondexploitatiewet kan onteigening wel makkelijker maken dan voorheen. In een eventuele
Stap 2. Onderhandelingsinzet en -mogelijkheden
onteigeningsprocedure kan de grondeigenaar het moeilijker gemaakt worden om
De planologische inzet is erop gericht marktinitiatieven uit te lokken en vervolgens
zelfrealisatiebereidheid aan te tonen. Voorwaarde daarvoor is dat de gemeente
anterieure overeenkomsten te sluiten met de initiatiefnemers. Op die manier kan
duidelijke deadlines voor de bouwvergunningaanvraag opneemt in het
een zo groot mogelijk deel van de publieke kosten, die met realisatie van de
exploitatieplan. Wanneer de grondeigenaar de vergunningaanvraag uitstelt kan de
ruimtelijke visie gemoeid zijn, worden verhaald.
gemeente de noodzaak van onteigening beter onderbouwen. Ook bestaat er de mogelijkheid om de onteigeningsprocedure te versnellen wanneer er geen beroep
Stap 3. Opstellen niet-openbare exploitatieopzet
betreffende de te onteigenen perceel is ingesteld tegen het exploitatieplan.
Belangrijke stap in de onderhandelingsstrategie is om – ook zonder dat een exploitatieplan verplicht is – een exploitatieopzet op te stellen. Deze is weliswaar
Situatie 2. Langzame transformatie van gebied Indien de gemeente geen actieve regie wenst te voeren kan ze ermee volstaan in
niet verplicht [en hoeft ook niet geopenbaard te worden, zoals bij het
een structuurvisie vast te leggen dat ze transformatie van gebouwen toejuicht en
rol in de onderhandelingen. Ten eerste omdat de gemeente in onderhandelingen
welwillend staat tegenover projecten die een grotere menging van functies
snel kan vastleggen [en goed onderbouwen] wat de wenselijke bijdrage van de
realiseren. Onderhandelingsruimte kan worden geboden door aan te geven dat
ontwikkelaar is. Ten tweede omdat de gemeente hiermee het minimale
intensivering van het huidige gebruik van de bestaande kavels bespreekbaar is. In
onderhandelingsresultaat kan bepalen in vergelijking met het publiekrechtelijke
de structuurvisie wordt in dat geval aangegeven dat de gemeente geen actief
spoor.
publiekrechtelijke spoor] maar speelt, samen met de structuurvisie, een belangrijke
grondbeleid wil voeren. In stappen: Stap 4. Onderhandelen met eigenaren en/of initiatiefnemers Stappen
In het anterieure traject kunnen afspraken gemaakt worden over meer kostensoorten dan in het exploitatieplan [zie ook tabel 1]. Voor een aantal kostensoorten, die voor transformatie van belang zijn, biedt dat de mogelijkheid
2
specifieke maatwerkafspraken te maken:
Inzet van WVG en Onteigeningswet vragen procedurele tijd. Beide instrumenten kennen strikte spelregels en procedurele risico’s. Het vergt finetuning om WVG en Onteigeningswet optimaal in te zetten met de nieuwe mogelijkheden in de Wro.
20
•
Afspraken over de inbrengwaarde van het pand in het gebied [los van
initiatiefnemer tot overeenstemming komen wordt een anterieure overeenkomst
wettelijke bepalingen over inbrengwaarde] inclusief leveringtermijn en
gesloten en zetten B&W wijziging van het bestemmingsplan in gang.
condities •
Afspraken over tijdelijk beheer, kosten en opbrengsten daarvan
•
Afspraken over de volledige kosten voor renovatie van een gebouw
•
Idem wat betreft infrastructuur
•
Bijdrage aan de kosten voor de herstructurering van verliesgevende
• •
Situatie 3. Nieuw voor oud
kantoorlocatie[s] elders in de gemeente
De derde situatie die zich kan voordoen is de koppeling van nieuwe
Een speelveldje of kinderboerderij [indien niet conform profijtbeginsel in
kantoorontwikkeling aan de transformatie van economisch verouderde kantoren
publiekrechtelijk traject]
elders in de stad. De realisatie van een nieuw kantoor/nieuwe locatie is weliswaar
Een prijsvraag om de publieke discussie over de toekomst van de locatie
minder winstgevend dan vroeger, maar in veel gevallen is er toch wel winst te
te ondersteunen, hoger dan het gemaximeerde bedrag
behalen. Transformatie van verouderde kantoren kost vaak meer geld dan het
•
Investeringen in parkmanagement [mogen niet in exploitatieplan]
opbrengt en leidt dus tot verliezen. Om transformatie te stimuleren kan een fonds
•
Marketingkosten voor het gebied [mogen niet in exploitatieplan]
‘Gezonde Kantorenmarkt in onze Gemeente’ in het leven worden geroepen. Een deel van de grondexploitatiewinst van nieuwe ontwikkelingen kan in het fonds
Voordelen strategie anterieure overeenkomsten •
Vrijheid in besluitvorming, afweging urgentie, bijdrage aan visie,
worden gestort. Nieuwbouw en transformatie gaan dan hand in hand en dragen zowel bij aan een beter investeringsklimaat als aan een beter woonklimaat.
opbrengsten en kosten op moment van initiatief •
Vrijheid in anterieure overeenkomst biedt mogelijkheden voor maatwerk
•
In beginsel mogelijkheden voor hogere kostendekking
Conclusies
•
Mogelijkheden voor bijdrage aan ruimtelijke ontwikkeling [mits in de
De nieuwe Wro biedt gemeenten de mogelijkheid op gestructureerde wijze
structuurvisie vastgelegd]
inhoudelijke regie te voeren. Onder de oude Wet ruimtelijke ordening kon een
Anterieure overeenkomst aantrekkelijk voor eigenaren die zekerheid
aantal inhoudelijke en financiële risico´s alleen worden voorkomen met actief
wensen.
grondbeleid. Met de nieuwe Wro zijn de risico’s voor een gemeente om een
•
bestemmingsplan vast te stellen voordat met alle eigenaren overeenstemming is Stap 5. Beoordeling van initiatief
bereikt, kleiner geworden.
Ieder voorstel leidt tot een afweging tussen de bijdrage van het plan aan de gewenste ruimtelijke ordening en een financiële afweging. Een afweging tussen
Het publiekrechtelijk spoor biedt mogelijkheden om de zogenaamde ‘freeriders’
kwaliteit, kosten en opbrengsten dus, in relatie tot de maatschappelijke urgentie.
kwalitatieve eisen voor de ontwikkeling op te leggen bij zelfrealisatie, en een deel
Indien niet tot overeenstemming wordt gekomen met de initiatiefnemer kan het
van de kosten die samenhangen met het tot ontwikkeling brengen van de locatie te
project niet doorgaan. Het plan is immers economisch niet uitvoerbaar zonder
verhalen. Het exploitatieplan biedt mogelijkheden om binnenplans te verevenen
bijdrage van de eigenaar/initiatiefnemer. Op basis van die constatering kunnen
waardoor de kans op integrale ontwikkeling inclusief de onrendabele onderdelen
B&W besluiten niet mee te werken aan bestemmingswijziging. Indien gemeente en
van een plan groter worden. Daarmee hebben gemeenten een stevige onderhandelingspositie gekregen om posterieure overeenkomsten te sluiten.
21
Tegelijkertijd concluderen we dat de regie met de Wro grenzen kent. Realisatie is afhankelijk van medewerking van de eigenaren. Als die niet willen meewerken kan de inzet van WVG en/of Onteigeningswet uiteindelijk nodig zijn om transformatie werkelijk te realiseren. De verbeterde onderhandelingsruimte in het publiekrechtelijk traject werpt zijn schaduw vooruit, ook als ingezet wordt op langzame transformatie en het sluiten van anterieure overeenkomsten. En ook als in tweede instantie besloten wordt onteigening in te zetten. Een derde conclusie is dat de privaatrechtelijke weg, mits de gemeente geen haast heeft, de beste uitgangspositie voor onderhandeling biedt. Niet alleen omdat een gemeente op die manier een groter deel van de kosten kan verhalen, maar ook omdat maatwerk gerealiseerd kan worden over programma, fasering en samenwerking als dat bijvoorbeeld financieel aantrekkelijk is. Meer informatie: - Handreiking Grondexploitatie, Van de Brand e.a. [SDU, 2008] - Dossier Wet ruimtelijke ordening, VROM-website
22
Veenendaal: Omvangrijke kantorensector door centrale ligging tussen Randstad en Duitsland Veenendaal is een populaire vestigingsplaats en de afgelopen jaren sterk gegroeid. De gemeente heeft diverse kantoor- en bedrijventerreinen ontwikkeld, met name langs de A12 en de spoorlijn, die door de recent verbeterde autobereikbaarheid ook allemaal snel in gebruik zijn genomen. Sinds op NS-station Veenendaal-De Klomp ook een intercity stopt, is ook de bereikbaarheid met het openbaar vervoer van deze locaties verbeterd. De gemeente huisvest grote, landelijk en internationaal werkende, bedrijven die aangetrokken worden door de centrale plek in Nederland en de A12 die zowel de Randstad als Duitsland bereikbaar maakt. Veenendaal zet onder andere in op bedrijven in de agrifoodsector. Via de stichting Food Valley probeert ze de Nederlandse concurrentiepositie in deze sector met succes te versterken: de grootste kantoortransactie in 2008 was met ruim 7.000 m² de vestiging van Friesland Foods op kantorenlocatie De Batterijen. Voor de komende jaren zal de gemeente op deze locatie nog ca 170.000 m2 bedrijfs- en kantorenruimte aan de voorraad toevoegen. Leegstaande ruimte wordt in de regel snel opnieuw verhuurd. Er is geen sprake van een structureel overschot aan kantoorruimte. De gemeente houdt een vinger aan de pols van de marktontwikkelingen en van individuele gebouwen. Momenteel loopt er een onderzoek naar de leegstand in Veenendaal. Doel van dit onderzoek is te komen tot beleidsaanbevelingen die de leegstand(problematiek) gunstig beïnvloeden met uiteindelijk actiepunten in economisch beleid.
niet aan de orde. In de omgeving van de binnenstad zijn wel enkele grotere herenhuizen die in het verleden als kantoor in gebruik zijn genomen en daarom ook geschikt zijn om weer tot woningen te transformeren. In die gevallen gaat het waarschijnlijk wel om transformatie naar duurdere appartementen. Structuurvisie: van mono- naar multifunctionele wijken Op dit moment wordt gewerkt aan een structuurvisie voor heel Veenendaal. Een van de aanleidingen is de dreigende ruimteschaarste: Veenendaal kan binnen de gemeentegrenzen nog enkele uitbreidingen doen. Centraal in de structuurvisie staat de vraag waar in de toekomst gewoond en gewerkt gaat worden. Een belangrijk onderwerp van discussie is hoe locaties die nu monofunctioneel met kantoren of bedrijven zijn ingevuld, zich kunnen ontwikkelen naar meer gemengde gebieden. Daarbij wordt naast wonen ook aan leisure en voorzieningen gedacht. Voor het realiseren van die transformatie is medewerking van marktpartijen noodzakelijk. Stationskwartier: grootschalige transformatie tot 2015 Een belangrijke gebiedstransformatie voor de komende jaren is het Stationskwartier. Relatief dicht bij het centraal treinstation en het centrum van de stad biedt het gebied kansen voor het versterken van de woonfunctie. Een aantal bedrijven zal waarschijnlijk de komende jaren vertrekken. Daardoor kunnen mogelijk ook gebouwen vrijkomen die dan op transformatiemogelijkheden kunnen worden onderzocht. Functies als een brandweer- en een kantoorgebouw blijven gehandhaafd in de recent vastgestelde stedenbouwkundige visie. Het Stationskwartier is een belangrijke ontwikkeling. Niet in de laatste plaats omdat de
Kansen voor transformatie?
gemeente maar voor een deel een actief grondbeleid zal voeren en daarom
Leegstand komt met name voor op de kantoorlocaties De Vendel en De Batterijen. In 2008
de transformatie hoofdzakelijk door particuliere ontwikkeling gerealiseerd zal moeten
heeft de gemeente alle, ook deels, leegstaande gebouwen onder de loep genomen. Daaruit
worden. Wel zal de gemeente een regierol vervullen door inzet van de nieuwe Wro en de
kwamen niet veel kansen voor transformatie. Veel [deels] leegstaande panden stonden op
grondexploitatiewet en door inzet van subsidies voor ontwikkelingen waar een tekort
kantoorlocaties waar de gemiddelde Veenendaalse koper of huurder van een appartement
ontstaat. Daarover is ze in gesprek met de Provincie.
hoogstwaarschijnlijk niet zou willen wonen. Veenendaal heeft geen grote studentenpopulatie, dus de nieuwe woningen zullen in de markt moeten concurreren met andere woningen.
N.B. De interviews hebben plaatsgevonden toen de gevolgen van de kredietcrisis nog niet in
Een aantal panden bleek op de leegstandlijst te zijn gekomen nadat een relatief kleine
alle consequenties duidelijk waren. De lezer wordt gevraagd dat in zijn achterhoofd te houden
onderhuurder van een groot hoofdkantoor bleek te zijn vertrokken. Transformatie is dan
bij het lezen van de interviews.
23
Wet Geluidhinder3 De Wet geluidhinder [Wgh] bevat het Nederlands geluidsbeleid: een stelsel van
is gedecentraliseerd. Een dergelijk ‘hogere-waardebesluit’ hoeft niet meer aan
bepalingen ter voorkoming en bestrijding van geluidshinder door onder meer
Gedeputeerde Staten te worden voorgelegd. Als een gemeente een hogere
industrie, wegverkeer en railverkeer. De wet richt zich vooral op de bescherming
waarde verleent bij de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan moet zij
van de burger in diens woonomgeving en bevat bijvoorbeeld normen voor de
het ontwerpbesluit Wgh hiervoor tegelijk met het ontwerpbestemmingsplan ter
maximale geluidsbelasting op de gevel van een huis.
inzage leggen. Dat zijn wel twee aparte procedures. Ook is het merendeel van de
Sinds 1 januari 2007 is de gewijzigde Wet geluidhinder van kracht. In deze wet stelt
ontheffingscriteria geschrapt. De gemeente zal het vaststellen van hogere
de rijksoverheid algemene kaders om geluidhinder te voorkomen. De uitvoering
grenswaarden met eigen argumenten moeten motiveren. Nieuw in de gewijzigde
van de wet voor concrete situaties is gedecentraliseerd naar gemeenten. De
Wet geluidhinder is de registratieplicht. B&W zijn verplicht vastgestelde hogere
wettelijke normen in ons land zijn gebaseerd op de hinderbeleving van groepen.
grenswaarden in te schrijven in het Kadaster.
Naast de Nederlandse geluidswetgeving worden ook op Europees niveau richtlijnen en normen voor geluid vastgesteld, die vervolgens in onze wetgeving worden overgenomen.
Gemeentelijk Geluidsnota in de Transformatievisie Gemeenten, die hun geluidbeleid via een formeel besluit hebben vastgelegd, doen er goed aan de gemeentelijke Geluidnota in de Transformatievisie op te
De Wet geluidhinder kent een stelsel van normen voor geluidhinder. Ter
nemen. Voor een ontwikkelaar zijn de verschillen per wijk of gebied,
bescherming van woningen zijn in dit stelsel voor verschillende geluidsbronnen
eventuele specifieke vrijstellingen voor kantoorgebouwen in geval van
grenswaarden opgenomen, waarbij een ondergrens [de voorkeursgrenswaarde] en
transformatie en de geluidsnormering voor bijvoorbeeld tijdelijk gebruik
een bovengrens [de maximaal toelaatbare geluidsbelasting] gelden. Ligt de
en/of de logiesfuncties van groot belang voor de haalbaarheid van een
belasting op een woning boven de voorkeursgrenswaarde, dan moet eerst worden
project.
onderzocht welke maatregelen mogelijk zijn om alsnog aan de voorkeurswaarde[n] te voldoen. Lukt dat niet dan kan een hogere waarde worden vastgesteld. Een
Andere veranderingen in de wet zijn o.a. de aanpassing van het begrip ‘dove
besluit over een hogere waarde zal goed onderbouwd moeten worden. Er moet
gevel’. Door de wetswijziging heeft een aantal gemeenten in hun Geluidnota
aan bepaalde criteria voldaan worden en er moet ook bekeken worden welke
vastgelegd dat een dove gevel bij uitzondering ook te openen delen mag hebben,
maatregelen mogelijk en nodig zijn om de geluidbelasting niet boven de hogere
mits die delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte als een
waarde uit te laten komen. Een hogere waarde kan niet boven de in de wet
nooduitgang.
vastgestelde bovengrens uitkomen.
Een andere relevante wijziging is het verduidelijken van het zonebeheer. In een Zonebeheerplan kan de gemeente aangeven hoe ze beschikbare geluidruimte wil
Veranderingen in de huidige Wet geluidhinder
verdelen. Dat kan in gebiedsontwikkeling aanknopingspunten bieden voor het
De huidige Wet geluidhinder wijkt op een aantal punten af van de situatie voor
verdelen van geluidsdruk over te transformeren en als kantoor te handhaven
2007. De belangrijkste is dat de bevoegdheid voor het verlenen van een hogere
gebouwen.
geluidshinderwaarde voor de nieuwbouw van woningen naar gemeenten De Wet geluidhinder en transformatie van kantoren 3
Met dank aan Rien Bakker van de Provincie Utrecht voor zijn inhoudelijke bijdrage.
De geluidhinder is in veel transformatieprojecten een lastig knelpunt. De
24
voorkeurswaarde voor wegverkeerslawaai bij nieuwbouw van woningen bedraagt
Stap 3-besluit
48 dB, de bovengrens 63 dB. Voor spoorweglawaai bedraagt de voorkeurswaarde
Tenslotte is er voor uitzonderlijke gevallen een mogelijkheid toch boven de
55 dB en de bovengrenswaarde 68 dB.
vastgestelde bovengrens uit te komen, waardoor bijvoorbeeld transformatie in
Transformatie van kantoren e.d. naar woningen wordt gezien als een nieuwe
lastige geluidssituaties toch mogelijk kan worden. De gemeente kan een
situatie in de zin van de Wet geluidhinder. In bestaand stedelijk gebied waar
zogenaamd ‘stap-3 besluit’ nemen op basis van de Interim-wet Stad en milieu. Dit
transformatie van kantoren mogelijk aan de orde kan zijn, worden de
is een zware procedure waarbij aan strenge randvoorwaarden moet worden
voorkeurswaarden vrijwel nooit gehaald. De geluidsbelasting is daar te hoog.
voldaan en waarin een dergelijk besluit goed gemotiveerd moet worden. Ook zal
Indien transformatie wordt overwogen, schrijft de Wgh voor dat onderzocht moet
toestemming nodig zijn van een hogere bestuurslaag. Voor een gemeente kan
worden of het beperken van de geluidsbelasting aan de bron [zogenaamde
daarbij aan de provincie gedacht worden.
bronbeleid] mogelijk is. De aangewezen instantie voor dergelijk onderzoek is de gemeente zelf. Zij zal moeten onderzoeken of maatregelen voor bronbeleid
Meer informatie:
mogelijk zijn of in de planning zitten om getroffen te worden. Denk aan:
- Dossier Wet geluidhinder, VROM-website
Stillere wegdekken, het verkeersluw maken van straten e.d. Maatregelen tussen bron en ontvanger; een geluidsscherm of –wal Maatregelen bij ontvanger; meestal aanbrengen van [extra] geluidsisolatie aan de woning. Ligt de belasting op een woning die ontstaat door transformatie van een bestaand kantoorgebouw boven de genoemde voorkeursgrenswaarden, dan moet hiervoor een hogere waarde worden vastgesteld door de gemeente. Een hogere waarde kan niet boven de in de wet vastgestelde bovengrens uitkomen. Specifiek beleid voor transformatie? In veel gemeenten is in de geluidnota opgenomen dat een hogere waarde dan de voorkeurswaarde mag, mits de woning minimaal aan een zijde een geluidsluwe gevel [dus een gevel die aan alle voorkeurswaarden voldoet, met daarin een te openen geveldeel] heeft. In geval van transformatie kan ook dat een belemmering vormen wanneer geen van de gevels geluidsluw is. De Wet geluidhinder biedt gemeenten niet de mogelijkheid om alleen specifiek voor transformatie een uitzondering te maken. Wel is het denkbaar dat gemeenten hun Geluidnota zodanig opstellen of aanpassen dat de eis van een geluidluwe gevel bij transformatie komt te vervallen.
25
Woerden – tijdelijke transformatie ook de moeite waard
bedrijven en treinforensen. Eind 2008 heeft de gemeente een rondetafelgesprek
Interview wethouder Strik, gemeente Woerden
georganiseerd met alle in Woerden actieve makelaars. In dat gesprek gaven deze marktpartijen aan ook voor nu nog leegstaande gebouwen huurders te verwachten. Een
Kantorenmarkt Centaal in de Randstad biedt Woerden een aantrekkelijke locatie voor landelijk werkende
aantal gebouweigenaren investeert in de gebouwen, ook zonder dat al een huurder bekend is.
organisaties die opvallend vaak een maatschappelijke taak dienen. Tot begin deze eeuw heeft de gemeente geprofiteerd van een tekort aan kantoorruimte in de stad Utrecht. Met
Ook tijdelijke transformatie kan economische meerwaarde opleveren
name in het stationsgebied en aan de A12 zijn in die jaren veel kantoren bijgebouwd om in de
Ondanks de verbeterde vooruitzichten is er nog altijd leegstand. Voor een aantal panden ziet
vraag naar kantoorruimte te voorzien. Begin deze eeuw liep de leegstand snel op. Wethouder
de gemeente wel kansen voor transformatie in afwachting van de verkleuring van het gebied
Johan Strik: ‘Het gemeentebestuur heeft toen snel gereageerd door de plannen voor de
op de langere termijn. Tijdelijke transformatie dus, temeer daar de kredietcrisis de leegstand
locatie Snellerpoort, direct tegen de oude binnenstad aan, bij te stellen. Minder kantoren en in
geen goed zal doen. De gemeente is bereid hieraan mee te werken als er vragen van
plaats daarvan 770 woningen met bijbehorende voorzieningen’. De leegstand is mede
gebouweigenaren komen. Wethouder Strik: ‘Ook tijdelijke transformatie kan meerwaarde
daardoor de afgelopen jaren gedaald van meer dan 27% naar ongeveer 20% in 2008. De
opleveren, zowel maatschappelijk als economisch. Je moet als gemeente voor tijdelijke
leegstand manifesteert zich vooral in het noordelijke deel van Middelland. De zuidelijker
woningen dan natuurlijk geen nieuwbouwkwaliteit eisen, want dan worden de investeringen
gelegen kantoorlocatie [aan de A12] is jonger en de panden zijn couranter.
nooit binnen vijf jaar terugverdiend. Aan veiligheid doen we uiteraard geen enkele concessie, maar verder kan het minimum in het Bouwbesluit als leidraad dienen. Regels zijn er voor de
Kansen voor transformatie? In 2005 is een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden om een aantal panden aan de
mensen, het moet niet zo zijn dat de regels het mensen beletten een dak boven hun hoofd te krijgen’.
noordrand van Middelland permanent te transformeren tot woningen. De directe aanleiding daarvoor is de grote vraag naar jongerenhuisvesting in Woerden. Hoewel die studie liet zien dat er vraag is naar dergelijke woningen en er kansen voor transformatie zijn, leidde dat niet meteen tot initiatieven van de eigenaren. Ook de gemeente is niet van plan door actief te verwerven transformaties in gang te zetten. Wethouder Strik: ‘Twee overwegingen spelen daarbij een rol, die we overigens op dit moment uitwerken in een structuurvisie voor de hele
Bronnen: -
Interview wethouder Strik, gemeente Woerden
-
Vaste grond voor beleid, Nota grondbeleid gemeente Woerden, februari 2006
-
Onderzoek structurele leegstand kantoorpanden in provincie Utrecht, 2009
-
Het Grote Gemeenteboek 2009, Property.nl
stad. Op termijn verwachten we dat een aantal logistiek-distributiebedrijven zich op het nieuwe regionale bedrijventerrein gaat vestigen. Dat biedt mogelijkheden om het bedrijventerrein aan de binnenstad van Woerden langzaam te transformeren met een stedelijk programma van wonen en voorzieningen. De noordrand van Middelland krijgt dan ineens een zeer centrale plek in de stad waarbij een andere lang gekoesterde wens, een
N.B. De interviews hebben plaatsgevonden toen de gevolgen van de kredietcrisis nog niet in alle consequenties duidelijk waren. De lezer wordt gevraagd dat in zijn achterhoofd te houden bij het lezen van de interviews.
betere oost-westverbinding, kan worden gerealiseerd’. Kantorenmarkt flink verbeterd In 2008 blijkt de leegstand op de kantorenmarkt sterk gedaald. Kantoren, die leegstaan, raken ook weer snel verhuurd. Een aantal van de kantoorgebouwen aan de noordrand van Middelland, vlakbij het station is niet alleen interessant om in te wonen, maar is dat ook voor
26
Colofon en verantwoording Provincie Utrecht Tekst
De provincie Utrecht stimuleert al een aantal jaren gemeenten én marktpartijen om
De tekst is opgesteld door Sander Gelinck | SBR Rotterdam in samenwerking met de
leegstaande kantoorgebouwen te onderzoeken op de mogelijkheden om deze voor
provincie Utrecht, 2009. Hoofdstuk 2. is geschreven met medewerking van Demetrio Munoz
woningbouw in te zetten. De provincie ondersteunt de ontwikkeling van de
Gielen | Urbs Advies Amsterdam
TransformatieWijzer en de Proeftuin van SBR waarin dat instrument wordt uitgeprobeerd en aangescherpt.
Verantwoording
www.provincie-utrecht.nl/transformatievankantoren
Hoofdstuk 1. Is een samenvatting van de eind 2009 te verschijnen TransformatieWijzer | Bouwbesluit. Hoofdstuk 2. is mede gebaseerd op promotieconclusies [TUDelft/Radboud
Aanjaagteam Woningbouw provincie Utrecht
Universiteit] door Demetrio Munoz Gielen. De beschrijving van Wro in dit hoofdstuk is een
Er zijn honderden woningbouwprojecten in voorbereiding in de provincie Utrecht. Grote,
samenvatting van de Sdu-uitgave Handreiking Grondexploitatiewet [Sdu, 2008]. Voor dit
kleine, zonder vertraging maar ook veel met vertraging. Het Aanjaagteam Woningbouw van
hoofdstuk zijn interviews gehouden met mevrouw Wicherson [Vereniging van
de provincie bekijkt samen met de partijen wat de oorzaken zijn van de vertraging en werkt
Grondbedrijven], mevrouw Van Cooten [Provincie Utrecht] en de heren Van Gelder [OBR,
actief mee aan de oplossing. Per project is de aanpak verschillend, maar altijd is het
Rotterdam] en Hageman [Provincie Utrecht]. Het hoofdstuk over de Wet geluidhinder is
concreet, pragmatisch en maatwerk.
totstandgekomen in samenwerking met de heer Bakker, geluidsdeskundige Provincie Utrecht.
Het Aanjaagteam heeft veel kennis in huis en kan deskundigen in het provinciehuis inschakelen als het bijvoorbeeld gaat over RO-procedures, planeconomie, geluid, fijnstof,
Dank!
archeologie, bodemverontreiniging etcetera. Het Aanjaagteam Woningbouw werkt proactief
Dank gaat uit naar alle mensen die tijd hebben vrijgemaakt voor deze brochure: wethouder
maar ook veel op uitnodiging van gemeenten, corporaties of marktpartijen. Voor deze partijen
Strik van Woerden, wethouder Luchtenveld van Amersfoort en alle contactpersonen in de
is het Aanjaagteam vaak de eerste ingang bij de provincie.
gemeenten die we hebben mogen interviewen.
E:
[email protected]
Copyrights
SBR
Op de tekst rust copyright. Overname van tekstdelen door gemeenten is toegestaan, mits met
SBR is hét kenniscentrum voor de bouw. De bouw schakelt deze onafhankelijke stichting
bronvermelding. Voor integrale overname van een of meer hoofdstukken is schriftelijke
steeds vaker in als bruggenbouwer: SBR beschikt over een schat aan kennis, weet hoe ze
toestemming van de provincie Utrecht en SBR noodzakelijk.
die kennis moet ontsluiten en hoe bedrijven deze kennis zo optimaal mogelijk kunnen inzetten. SBR maakt actuele kennis toegankelijk over werken volgens het Bouwbesluit, over
Uitgave
bouwdetails of over duurzame bouwtechnieken zoals houtskeletbouw, via een groot aantal
De Handreiking publiekrechtelijk instrumentarium is een gezamenlijke uitgave van SBR en de
publicaties en www.sbr.nl op het internet.
provincie Utrecht. De Provincie heeft een zelfstandig leesbare versie uitgeven in de tweede helft van 2009. SBR neemt de tekst, exclusief hoofdstuk 1, over in de eind 2009 te
SBR organiseert in samenwerking met het ministerie van VROM en SEV | Realisatie het
verschijnen TransformatieWijzer Kantoorgebouwen.
Kennisimpulsprogramma Transformatie leegstaande kantoren Nederland.
27