Beoordelingsrapport Studie en Werk 3B
2014-2015
Inleiding: Bij Studie en Werk 3B word je beoordeeld op je leerproces én je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek.
De beoordeling wordt onderbouwd in dit beoordelingsrapport. Het rapport bestaat uit vijf onderdelen: I. Voorwaarden beoordeling Studie en Werk 3B Je instituutsopleider en je werkbegeleider vullen op deze checklist in of je voldoet aan de voorwaarden om beoordeeld te kunnen worden.
II. Lesobservatie Studie en Werk 3B Je instituutsopleider gebruikt dit formulier bij de beoordeling van het lesbezoek.
III. Functioneren op de leerwerkplek jaar 3 Je vult op dit formulier eerst zelf de derde kolom in en laat vervolgens je werkbegeleider de vierde kolom en het beoordelingadvies invullen.
IV. Beoordeling ontwikkelingsportfolio 3B Als I. t/m III. aanwezig zijn beoordeelt je instituutsopleider je ontwikkelingsportfolio.
V. Eindbeoordeling Studie en Werk 3B Je instituutsopleider geeft de eindbeoordeling. Deze komt tot stand d.m.v. twee deelbeoordelingen: A. het lesbezoek door je instituutsopleider en het beoordelingsadvies van de werkbegeleider bepalen samen de beoordeling van je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. B. het aantal behaalde punten voor je ontwikkelingsportfolio bepaalt de beoordeling van je leerproces. Weging en cesuur:
A en B moeten beide minimaal een voldoende zijn. de eindbeoordeling is het gemiddelde van A en B.
I. Voorwaarden beoordeling Studie en Werk 3B
datum naam student en studentnummer naam school naam en handtekening werkbegeleider
naam en handtekening instituutsopleider
In te vullen door je werkbegeleider:
voldaan
niet voldaan
De student is voldoende tijd op de leerwerkplek geweest: - voltijd: minimaal 40 dagen (van 7 uur) - deeltijd: minimaal 20 dagen (van 7 uur)
0
0
De student komt de afgesproken tijden na.
0
0
De student heeft goed gecommuniceerd over eventuele afwezigheid of te laat komen.
0
0
De student heeft de afgesproken activiteiten uitgevoerd.
0
0
De student heeft voldoende lessen/begeleidingsuren voorbereid en uitgevoerd: - voltijd: minimaal 40 - deeltijd: minimaal 20
0
0
De student heeft de lessen goed voorbereid.
0
0
De student heeft de ondernomen activiteiten en gegeven lessen wekelijks met de begeleider geëvalueerd.
0
0
De student trekt waarneembaar lering uit de opgedane ervaringen en/of de ontvangen feedback
0
0
voldaan
niet voldaan
Studie en Werk 3A is afgetekend in OSIRIS
0
0
De student heeft een volledig ingevulde leerwerkovereenkomst ingeleverd bij het Dienstencentrum Educatie.
0
0
Het leerwerkplan van de student is binnen 3 weken na start van het werkplekleren goedgekeurd door de instituutsopleider en de WB
0
0
De student heeft (minstens 2-wekelijks) een logboek bijgehouden van de eigen activiteiten en leerervaringen op de leerwerkplek
0
0
Het schriftelijk taalgebruik in het leerwerkverslag is minimaal op niveau 3F (zinsniveau, woordgebruik, taalverzorging (spelling, interpunctie, grammatica), leesbaarheid en lay-out).
0
0
Eventuele opmerkingen of toelichting:
In te vullen door je instituutsopleider:
II. Lesobservatie jaar 3 Observatie-Instrument pedagogisch didactisch handelen van studenten (PEDAC) Datum
Klas
Aantal leerlingen
Observator
Beoordeling
Cesuur jaar 3: een score van 1 of hoger op de schalen: - Veilig en stimulerend leerklimaat - Efficiënte lesorganisatie - Duidelijke en gestructureerde instructie Observatie docentgedrag: 0 = overwegend zwak; 1 = meer zwak dan sterk; 2 = meer sterk dan zwak; 3 = overwegend sterk Veilig en stimulerend leerklimaat 1 De student toont in gedrag en taalgebruik respect voor de leerlingen 2 De student zorgt voor een ontspannen sfeer 3 De student ondersteunt het zelfvertrouwen van de leerlingen 4 De student zorgt voor wederzijds respect Efficiënte lesorganisatie 1 De student zorgt voor een ordelijk verloop van de les 2 De student gaat tijdens de verwerking na of leerlingen de opdracht op een juiste manier uitvoeren 3 De student zorgt voor een doelmatig klassenmanagement 4 De student gebruikt de leertijd effectief Duidelijke en gestructureerde instructie 1 De student geeft duidelijke uitleg van de leerstof 2 De student geeft feedback aan de leerlingen 3 De student betrekt alle leerlingen bij de les 4 De student gaat tijdens de instructie na of leerlingen de leerstof hebben begrepen 5 De student bevordert dat leerlingen hun best doen 6 De student geeft goed gestructureerd les 7 De student geeft duidelijke uitleg van het gebruik van didactische hulpmiddelen en opdrachten Intensieve en activerende les 1 De student hanteert werkvormen die de leerlingen activeren 2 De student stimuleert het zelfvertrouwen van zwakke leerlingen 3 De student stimuleert leerlingen om over oplossingen na te denken 4 De student stelt vragen die de leerlingen tot denken aanzetten 5 De student laat leerlingen hardop denken 6 De student zorgt voor interactieve instructie 7 De student verduidelijkt bij aanvang van de les de lesdoelen Afstemmen van instructie en verwerking op verschillen 1 De student gaat na of de lesdoelen werden bereikt 2 De student biedt zwakke leerlingen extra leer- en instructietijd 3 De student stemt de instructie af op relevante verschillen tussen leerlingen 4 De student stemt de verwerking van de leerstof af op relevante verschillen tussen leerlingen Leerstrategieën aanleren 1 De student leert leerlingen hoe zij complexe problemen kunnen vereenvoudigen 2 De student stimuleert het gebruik van controleactiviteiten 3 De student leert leerlingen oplossingen te checken 4 De student bevordert het toepassen van het geleerde 5 De student moedigt kritisch denken van leerlingen aan 6 De student vraagt leerlingen na te denken over strategieën bij de aanpak
Betrokkenheid van leerlingen 1 De leerlingen zijn betrokken bij de les 2 De leerlingen zijn geïnteresseerd 3 De leerlingen zijn actief op leren gericht
0
1
2
3
0
1
2
3
0
1
2
3
0
1
2
3
0
1
2
3
0
1
2
3
0
1
2
3
III. Functioneren op de leerwerkplek jaar 3 Invulinstructie Dit formulier over het functioneren van de student op de leerwerkplek wordt tijdens jaar 3 tweemaal ingevuld door de student zelf en door de werkbegeleider: bij de afronding van Studie en werk 3A (halverwege jaar 3) als ontwikkelingsgericht advies. bij de afronding van Studie en werk 3B (aan het eind van jaar 3) als beoordelingsadvies. De werkbegeleider scoort in hoeverre de onderstaande beweringen van toepassing op de student. Daarbij geldt: bijna nooit (1), af en toe (2), regelmatig (3), vrijwel altijd (4). 1. Interpersoonlijk
aan het eind van Studie en Werk
3A zelf
3A WB
3B zelf
3B WB
3A zelf
3A WB
3B zelf
3B WB
De student spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag en beloont gewenst gedrag, bv. - is vriendelijk en beslist tegen leerlingen -
complimenteert gewenst gedrag schat gedrag van leerlingen goed in en communiceert hierover met de begeleider weet op grensoverschrijdend leerling-gedrag passend te handelen herkent en signaleert probleemgedrag van individuele leerlingen of van de groep en kan hier adequaat op inspringen
De student bouwt een band op met individuele en met groepen leerlingen, bv. - staat open voor inbreng van leerlingen -
is gespreksvaardig voert persoonlijke gesprekjes met leerlingen voor of na de les
De student is een voorbeeld in sociaal gedrag voor leerlingen, bv. - stelt zich professioneel op: kan feedback ontvangen en geven -
kan samenwerken en is hulpvaardig
Toelichting:
2. Pedagogisch
aan het eind van Studie en Werk
De student sluit aan bij leefwereld van leerlingen, bv. -
speelt in op de leefwereld van leerlingen spreekt met individuele leerlingen over hun individuele interesses. bevordert een sfeer van respect en belangstelling voor elkaar door leerlingen gelijkwaardig te behandelen
De student waardeert de inbreng van leerlingen en is nieuwsgierig naar hun ideeën, bv. - hanteert werkvormen waarbij leerlingen eigen ervaringen en ideeën kunnen inbrengen -
stimuleert en geeft positieve feedback erkent verschillen tussen leerlingen
De student brengt eigen opvattingen in verband met de pedagogische opdracht van de school, bv. - werkt binnen het kader van de schoolregels met een eigen pedagogische visie -
laat die visie tot uiting komen in omgang met individuele en groepen leerlingen hanteert op consequente wijze regels en procedures in de klas
De student stimuleert leerlingen kritisch na te denken over eigen gedrag en het groepsgedrag en daarover in de klas te communiceren, bv. - spreekt aan op ongewenst gedrag -
spreekt een groep aan op groepsgedrag houdt een klassengesprek over ongewenst en gewenst gedrag
Toelichting:
3. Vakinhoudelijk en vakdidactisch
aan het eind van Studie en Werk
3A zelf
3A WB
3B zelf
3B WB
3A zelf
3A WB
3B zelf
3B WB
De student gebruikt een repertoire aan didactische strategieën en werkvormen, zoals pgo, natuurlijk leren, klassikaal leren, sociaal en samenwerkend leren, bv. - gebruikt didactische strategieën behorende bij een klassikale aanpak -
idem bij onderzoekend leren weet de begeleidende docent op school alternatieve strategieën aan te reiken ontwikkelt en begeleidt projecten voor natuurlijk leren kiest werkvormen die samenwerking stimuleren en de vaardigheden van leerlingen ontwikkelen stuurt in de klas op coöperatief gedrag zet verschillende werkvormen effectief in
De student maakt gebruik van moderne audiovisuele en ict-leermiddelen, bv. - maakt doelbewust en effectief gebruik van moderne leermiddelen -
reikt de school ideeën aan voor het gebruik van moderne middelen in de les
De student helpt leerlingen vak-, leer- en beroepsvaardigheden te ontwikkelen, bv, - stimuleert de leerling om zelf zijn leerproces vorm te geven -
ondersteunt de leerlingen in hun leerproces, door leervragen en leerproblemen te signaleren, te benoemen en erop te reageren
De student houdt rekening met verschillen, bv. - houdt in de didactische aanpak rekening met verschillen tussen leerlingen wat betreft niveau ,leeftijd, sekse en -
culturele achtergrond kan het niveau van leerlingen inschatten en geeft opbouwende feedback
De student gebruikt verschillende manieren van toetsen, assessment en evaluatie, bv. - ontwikkelt en kijkt toetsen na -
begeleidt en beoordeelt prestaties/leertaken begeleidt en beoordeelt een portfolio
Toelichting:
4. Organisatorisch
aan het eind van Studie en Werk
De student bevordert taakgericht werken, bv. - biedt helder gestructureerde leeractiviteiten aan -
vervult een voorbeeldrol (heeft bv. lesmateriaal in orde) geeft op tijd en op niveau feedback op leerlingwerk: cijfers, geschreven beoordelingen, feedback op portfolio
De student kan prioriteiten stellen en de beschikbare tijd efficiënt over taken verdelen, bv. - maakt adequate tijdsplanning voor de eigen lessen en houdt zich hier ook aan -
evalueert tijdsplanning heeft opdrachten op tijd af neemt niet meer taken op zich dan hij/zij aan kan
De student draagt bij aan schoolactiviteiten, bv. -
begeleidt schoolactiviteiten participeert in de organisatie van bijv. werkweken/sportdagen
Toelichting:
5. Samenwerken met collega’s
aan het eind van Studie en Werk
3A zelf
3A WB
3B zelf
3B WB
3A zelf
3A WB
3B zelf
3B WB
3A zelf
3A WB
3B zelf
3B WB
De student deelt kennis met het team en leert van collega’s, bv. - brengt ervaringen in tijdens intervisie en collegiale consultatie -
ontwikkelt voornemens naar aanleiding van ervaringen van zichzelf en van anderen deelt lesmateriaal met collega’s
De student levert een bijdrage aan samenwerkingsprojecten in het team: zowel binnen het vak en leergebieden als vakoverstijgend, bv. - draagt bij aan constructief teamoverleg -
draagt bij aan ontwikkeling van lesmateriaal neemt deel aan de organisatie van projecten neemt initiatieven
De student draagt bij aan het denken over onderwijsinnovatie, bv. - draagt bij aan onderwijsinnovatie op school -
neemt initiatieven om het onderwijs te verbeteren door het voorstellen van (vak)didactische vernieuwingen
De student participeert in algemene onderwijstaken, bv. - neemt deel aan team- en sectieoverleg en draagt bij aan taken daarin -
participeert in rapportvergaderingen
Toelichting:
6. Samenwerken in de omgeving
aan het eind van Studie en Werk
De student gebruikt de omgeving van de school als kennisbron en als toepassingsmogelijkheid van kennis en vaardigheden, bv. - onderzoekt de omgeving van de school op toepassingen van het eigen vak/leergebied -
ontwikkelt en voert projecten uit met medewerking van instellingen/bedrijven waarin leerlingen het vak/leergebied kunnen toepassen houdt contact met personen/instellingen die fungeren als opdrachtgevers in het kader van het natuurlijk leren
De student onderhoudt contacten met ouders en verzorgers van leerlingen, bv. - observeert bij en voert zo mogelijk gesprekken met ouders Toelichting:
7. Reflectie en ontwikkeling
aan het eind van Studie en Werk
De student maakt een eigen persoonlijk ontwikkelingsplan, bv. - reflecteert op eigen sterke en zwakke kanten op basis van ervaring en visie -
reflecteert op persoonlijke kwaliteiten
De student vindt een evenwicht tussen betrokkenheid en professionele distantie, bv. - is begaan met leerlingen, maar neemt geen verantwoordelijkheden van leerlingen over -
kent de grenzen van de eigen invloed verwijst leerlingen met problemen tijdig door zonder zelf de rol van hulpverlener op zich te nemen
De student bouwt aan en onderhoudt een relevant netwerk van collega’s, bv. - onderhoudt contacten met studenten van eigen opleiding en medestagiaires -
leest vakliteratuur bezoekt (regionale) bijeenkomsten over onderwijsproblematiek.
De student kijkt kritisch naar zijn werk en gebruikt evaluatie, reflectie en feedback van anderen om zich verder te ontwikkelen, bv. - neemt actief deel aan collegiale consultatie en intervisie Toelichting:
Ontwikkelingsadvies aan het eind van Studie en Werk 3A: Datum: Sterke kanten van de student:
Ontwikkelpunten:
Verwachting m.b.t. afronding module 3B:
zorg / twijfel / positief
Evt. andere opmerkingen:
Handtekening werkbegeleider:
Beoordelingsadvies aan het eind van Studie en Werk 3B: Datum: De student is bekwaam om zelfstandig onder eigen verantwoordelijkheid het onderwijs aan enkele klassen te verzorgen
ja / twijfel / nee
Beoordelingsadvies
O / V/ RV / G / ZG / U
Motivatie voor dit advies:
Ontwikkelpunten:
Handtekening werkbegeleider:
IV. Beoordeling ontwikkelingsportfolio 3B: datum naam en handtekening instituutsopleider
BASISGEGEVENS
NAW gegevens student + begeleiders voor Studie en Werk + naam school
Beoordelingscriteria
De basisgegevens zijn aanwezig
LEERWERKPLAN (zie Gids Studie en Werk jaar 2-3-4, bijlage 5.1)
ja / nee
Planning van je leer- en werkactiviteiten voor Studie en Werk 3B max.
Beoordelingscriteria
De aanleiding om aan deze leervragen / leeractiviteiten te werken is verantwoord vanuit je eerdere ontwikkeling en/of zelfanalyse m.b.t. het competentieniveau dat past bij jaar 3. De leervragen / leeractiviteiten zijn specifiek, eenduidig, tijdgebonden en meetbaar geformuleerd. Je hebt in je plan van aanpak je oriëntatie, voorbereiding, de te raadplegen bronnen (literatuur en personen) en de te gebruiken instrumenten voor feedback en reflectie benoemd die relevant zijn voor je leervragen / leeractiviteiten. je hebt passend bewijsmateriaal benoemd
punten
4 4
2
2
Toelichting
LEERWERKVERSLAG (zie Gids Studie en Werk jaar 2-3-4, bijlage 5.2)
- beschrijving activiteiten waarmee je tijdens Studie en Werk 3B aan je leervragen hebt gewerkt - leeropbrengst - relevante bewijsstukken, waaronder in elk geval: voorbeelden van de voorbereiding en evaluatie van door jou verzorgde lessen/onderwijsactiviteiten gebruik van feedback, intervisie en literatuur reflectie op praktijksituaties max.
Beoordelingscriteria
Toelichting
je beschrijft wat je m.b.t. je leervragen en ongeplande leermomenten hebt geleerd: kennis, inzichten en vaardigheden je toont hierbij bewijsstukken die authentiek, actueel en relevant zijn en afkomstig zijn uit verschillende contexten (bv. verschillende klassen) In je lesvoorbereidingen en evaluaties laat je zien hoe je aan je leervragen werkt en hoe je aandacht besteedt aan: - lesorganisatie, instructie en werkvormen; - taalgerichte didactiek (context, interactie en taalsteun); - de verbinding met voorgaande en/of volgende lessen. Je hebt aantoonbaar gebruik gemaakt van feedback (van leerlingen, begeleiders en medestudenten) en intervisie. Je hebt aantoonbaar en op correcte wijze gebruik gemaakt van literatuur (verschillende bronnen, die je kritisch hebt beschouwd). Je reflecteert op praktijksituaties, gebruikte methodieken en jezelf als docent en maakt daarbij gebruik van verschillende reflectiemodellen. Je legt een koppeling naar de competenties en de bijbehorende niveaucriteria van jaar 3
20 10
10
10 10 10 2
punten
TERUGBLIK EN VOORUITBLIK (zie Gids Studie en Werk jaar 2-3-4, bijlage 5.3)
- visie op beroep en schoolvak - stand van zaken m.b.t. je competentieontwikkeling - keuzes voor volgend studiejaar max.
Beoordelingscriteria
Je hebt je visie op beroep en schoolvak bijgesteld op basis van ervaringen en literatuur van dit jaar. Je trekt een conclusie m.b.t. je actuele competentieniveau: hoe heb je je dit jaar ontwikkeld, waar sta je nu, waar wil je in nabije toekomst verder in ontwikkelen? Je verantwoordt je keuze voor een minor
Je benoemt hierbij kansen en belemmeringen.
Toelichting
6 4 2 4
punten
V. Eindbeoordeling Studie en Werk 3B:
Datum naam student en studentnummer naam en handtekening instituutsopleider
I. Voorwaarden
Checklist I. voorwaarden beoordeling Studie en Werk 3B, ingevuld door werkbegeleider en instituutsopleider Aan alle voorwaarden is voldaan
II. Lesbezoek
III. Advies werkbegeleider
ja / nee
Je instituutsopleider beoordeelt het lesbezoek. Beoordeling
O / V / RV / G / ZG / U
Aan het eind van Studie en Werk 3B vult je werkbegeleider het formulier II. functioneren op de leerwerkplek jaar 3 in als beoordeling advies. Advies
O / V / RV / G / ZG / U
DEELBEOORDELING A: Functioneren op de leerwerkplek (op schaal 1 t/m 10)
Als I. t/m III. aanwezig zijn beoordeelt de instituutsopleider je ontwikkelingsportfolio. IV. Ontwikkelingsportfolio
DEELBEOORDELING B: Leerproces (op schaal 1 t/m 10)
Weging en cesuur: deelbeoordelingen A en B moeten beide minimaal een voldoende zijn. de eindbeoordeling is het gemiddelde van deelbeoordelingen A en B.
V. EINDBEOORDELING (op schaal 1 t/m 10)