Knowledge grows
Insight
20
Benelux 13 September 2013
www.yara.nl
Inhoud Fertigatie in prei
pag.4
Super FK: ook meerwaarde bij optimale pH pag.5
Begrippen in bemesting De EC pag.7
Safe by choice Veilig werken met meststoffen pag. 2
Insight
September 2013 Wwww.yara.nl
Veilig werken met meststoffen op uw bedrijf!
Het zal de gebruikers van vloeibare meststoffen niet ontgaan zijn dat er de laatste jaren meer aandacht is voor veilig werken met meststoffen. Immers, sommige vloeibare meststoffen kunnen gevaarlijk zijn bij ondoordacht gebruik. Denk hierbij bijvoorbeeld aan sterke zuren en basen. Maar ook vaste meststoffen kunnen onveilige situaties veroorzaken, indien ze niet op een juiste manier worden gebruikt of opgeslagen! Zo is van een aantal meststoffen bekend dat zij bij een brand giftige gassen kunnen vormen of een brand kunnen versterken. Het is dan ook belangrijk dat u hier rekening mee houdt bij de opslag van deze meststoffen. Onderstaand volgen een 10-tal vuistregels, waar u bij opslag en gebruik van meststoffen rekening mee moet houden. 1.Houd meststoffen gescheiden van organische materialen. Wanneer meststoffen in een brand betrokken raken, kunnen sommige meststoffen de brand versterken. Hierbij kunnen giftige gassen gevormd worden. Verder kan dit, onder zeer extreme condities, leiden tot explosief gedrag. Het is dan ook belangrijk dat meststoffen en brandbare stoffen van elkaar gescheiden blijven. Sla ze in een andere ruimte op of zorg er voor dat er minstens 10 meter afstand is tussen meststoffen en brandbare materialen. Voorbeelden van mogelijk brandbare materialen zijn: gewasbeschermingsmiddelen, plantenresten, smeermiddelen, en brandstoffen en.
Zo dus niet! Brandbare materialen en meststoffen meer dan 10 meter van elkaar verwijderd plaatsen.
2.Sla vaste en vloeibare meststoffen gescheiden van elkaar op. Sommige vloeibare meststoffen kunnen (als ze in contact komen met vaste meststoffen), tot ongewenste chemische reacties leiden. Zorg er dus voor dat er tussen de vloeibare meststoffen en de vaste meststoffen op uw bedrijf een afstand van tenminste 10 meter is en dat vloeibare meststoffen in een lekbak staan. 3.Bewaar meststoffen achter slot en grendel. Meststoffen zijn veilig in opslag en gebruik. Echter, het verleden heeft aangetoond dat ze ook gemanipuleerd kunnen worden voor terroristische doeleinden. Bewaar uw meststoffen daarom op een bewaakte plek, achter slot en grendel. Geef niet iedereen zomaar toelating tot uw meststoffenruimte. 4.Gebruik geen IBC's voor opslag. IBC's (ook wel multiboxen genoemd) zijn bedoeld om vloeibare chemicaliën te transporteren, en zijn niet ontworpen om als (goedkope) opslagtank te dienen. Ze zijn bij langdurig gebruik als opslag dan ook niet veilig! Beperk het gebruik van IBC's als opslag dan ook zoveel mogelijk en schaf een bulkvat aan als u langdurig grotere hoeveelheden vloeibare meststoffen wilt opslaan. Gebruikt u voor ongevaarlijke producten toch een IBC, controleer dan tenminste regelmatig of de IBC er nog goed uitziet en plaats hem in een lekbak. Ook IBC's hebben een uiterste houdbaarheidsdatum!
Zo dus niet! Zet uw meststoffen op een bewaakte of afsluitbare plaats.
5.Gooi geen afvalproducten in statiegeldverpakkingen. Verpakte vloeibare meststoffen worden meestal in statiegeld verpakkingen aangeleverd. Deze worden dus meer dan één keer gebruikt om meststoffen te vervoeren. Lever lege cans of vaten écht leeg weer in, voorzien van originele sleeve of sticker, en gebruik ze niet voor organische materialen (zoals frituurvet, gewasbeschermingsmiddelen of brandstof). Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties bij degene die de verpakkingen reinigt en opnieuw vult!
IBC's zijn niet geschikt voor opslag, zeker deze niet!
Yara © I 2
Insight
September 2013 Wwww.yara.nl
6.Zorg dat uw meststoffen-installatie voldoet aan de PinQ Agro checklist. Niet goed ontworpen of onderhouden installaties zijn een veiligheids- en milieurisico voor alle betrokkenen in uw bedrijf. Zorg er bij nieuwbouw dan ook voor dat uw installatie gebouwd wordt volgens de normen die PinQ Agro hiervoor heeft opgesteld en laat uw installatie regelmatig controleren en onderhouden. Op de lange termijn bespaart u daar geld mee, want goed onderhoud voorkomt later dure reparaties. 7.Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen. Vrijwel iedere tuinder heeft zure of basische meststoffen nodig om de pH van zijn druppelwater aan te passen. Ga geen van deze stoffen doseren in korte broek en zonder veiligheidsbril op. Natuurlijk, 99 van de 100 keer gaat dit goed, maar nét die 100ste keer krijgt u salpeterzuur op de benen of in de ogen ! Dit risico wilt u niet lopen! Gebruik daarom zuurbestendige handschoenen, zet een veiligheidsbril op en draag lichaamsbeschermende kleding. 8.Houd de veiligheidsinformatiebladen bij de hand. Toch in contact gekomen met een meststof, of een meststof gemorst? Gelukkig staat op de veiligheidsinformatiebladen van de meststof wat u dan moet doen. Zorg dus, dat u die altijd bij de hand heeft. Bedenk wel dat u misschien niet de tijd meer neemt om de informatie te lezen als u in paniek bent. U dient dus ook de veiligheids-informatiebladen van tevoren door te lezen, als er nog niets onveiligs gebeurd is.
Voldoet niet aan de PinQ Agro checklist, onoverzichtelijk en onveilig
9.Rook niet in de meststoffenruimte. Sommige meststoffen kunnen een brand versterken. Zorg dus, dat u niet de vonk veroorzaakt die de boel laat ontbranden. Rook nooit in de ruimte waar meststoffen opgeslagen liggen en breng duidelijke bordjes aan waarop dit rookverbod vermeld staat. Dan weten ook anderen dat roken niet de bedoeling is. 10.Houd de meststoffenruimte netjes. Het klinkt zo onnozel, gestruikeld over een rondslingerende zak. Maar door struikelen kunnen mensen overlijden, als ze ongelukkig terecht komen. Ook fouten met de dosering worden makkelijk gemaakt als de meststoffen niet overzichtelijk zijn opgeslagen. Houd de meststoffenruimte dan ook netjes, dan voorkomt u ook dit risico.
Hoezo opgeruimd? De kinderen pakken hun skelter maar gewoon uit de meststoffenopslag! Niet dus. Die vloeistof op de grond, is dat nu water of toch salpeterzuur…..
Yara © I 3
Insight
September 2013 Wwww.yara.nl
Optimale bemesting in prei Yara Benelux B.V. heeft, in samenwerking met Revaho/Netafim, in verschillende teelten in Nederland projecten uitgezet om te komen tot een zo optimaal mogelijke water- en nutriëntengift. Bij deze projecten wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de kennis uit de glastuinbouw: Het toedienen van water en voedingsstoffen via druppelslangen. Samen met DLV lopen er een drietal projecten in Noord-Brabant, één van deze projecten vindt plaats in prei. Preiteler Uijen heeft dit jaar op een gedeelte van een perceel druppelslangen onder de prei gelegd. In een kleine container staat een unit met een mengbak van waaruit de voedingsstoffen naar de slangen en dus de planten getransporteerd wordt. Onlangs was er een drukbezochte rondgang met de studieclub, DLV voorlichter Wim Hilkens gaf hier tekst en uitleg over het project. Men kon zien dat er op 3 manieren bemest werd: traditioneel met beregening, traditioneel met slangen watergeven (irrigatie) en water- en meststoftoediening via druppelslangen (fertigatie). Plantdatum was 6 april, ras Krypton en een rijafstand van 60 cm, de druppelslangen lagen onder de planten. De op het oog waarneembare verschillen waren gigantisch, met de fertigatie als meest positieve uitschieter. De gefertigeerde prei was groter, dikker en donkerder van kleur. Kanttekening is wel dat tot op dat moment er in de niet gefertigeerde teelten minder was bemest. Echter, het gewas kon tot op dat moment ook niet meer meststoffen verdragen. In de gangbare teelt was er wat uitval door fusarium, dit werd in de geïrrigeerde en gefertigeerde teelten niet aangetroffen. Na afloop werd er onder het genot van een kopje koffie nageborreld over het project. De meeste telers vonden het een interessant project maar zij hadden wel enkele kanttekeningen. Aangegeven werd dat er door de jaren heen verschillende projecten geweest zijn die (te) weinig gebracht hebben waardoor enkele telers voorzichtig zijn om al direct te positief te reageren. Zo was men benieuwd naar de praktische werkbaarheid (inleggen en met name uithalen van de slangen), kosten van het totaal en wat de mogelijke extra opbrengsten zullen gaan zijn en vroeg men zich af of de houdbaarheid ook verbeterd wordt. Zoals met alles geldt ook hier dat er nog heel veel geleerd zal moeten worden en er dus ook veel verbeteringen mogelijk zouden moeten zijn. Dit heeft tijd nodig en vraagt medewerking van alle betrokken partijen zoals fabrikanten, dealers, voorlichting en telers. Inmiddels is de prei gerooid, definitieve resultaten zullen nog uitgewerkt moeten worden, maar ook bij oogst bleef de positieve indruk bestaan dat er verbeteringen geboekt waren. Eén vraag kan nu dus al beantwoord worden: het inleggen en uithalen en oprollen van de slangen was geen probleem!
Yara © I 4
Insight
September 2013 Wwww.yara.nl
Super FK: Ook meerwaarde bij een optimale pH. 14% meer wortels, meer bladeren en een hoger kropgewicht in de teelt van sla. Het effect was al zichtbaar bij de 2e beoordeling. Ook bij een optimale pH in het wortelmilieu (pH < 6). Dat het polyfosfaat uit Super FK meerwaarde biedt m.b.t. de groei en ontwikkeling van een gewas, daar zijn velen het inmiddels wel over eens. Een veel gehoorde verklaring over de werking van Super FK is dat bij pH waardes boven de 6 het fosfaat uit Super FK beter beschikbaar is. Een pH waarde boven de 6 is niet gewenst, maar komt regelmatig voor in de praktijk. Door de inzet van Super FK worden neerslagen en vastleggingen in het substraat van elementen voorkomen, waardoor een verbeterde opname van de voeding wordt gerealiseerd. Het gevolg: meer (haar)wortels, een steviger/voller gewas, een groenere kleur en een hogere opbrengst. Het zijn keer op keer deze waarnemingen in de praktijk bij diverse gewassen, maar ze zijn ook aangetoond in een reeks officiële proeven. Hiernaast zijn er nog verschillende voorbeelden te noemen van positieve “bijeffecten”. In tomaat een verminderde vatbaarheid voor botrytis, het minder tekenen van virus op de vruchten en minder neusrot zijn hiervan slechts enkele praktijkvoorbeelden. Bij sierteeltgewassen komen de verbeterde groeieffecten direct ten goede aan de opbrengst. Een vollere plant of zwaardere tak levert nu eenmaal meer op. Bij vruchtgroenten zit het grootste verschil in wat de kweker ermee doet. Hier wordt nu eenmaal geen gewas verkocht. Zo wordt in de teelt van vruchtgroenten vaak gewerkt met diverse doseringen Super FK gedurende het jaar. De doseringen zijn veelal afgestemd op de plantstand en –belasting. Zo is Super FK een uitstekend stuk gereedschap bij het sturen naar de juiste plantbalans (generatief/vegetatief). Vaak wordt wel een basisdosering gegeven om minerale neerslagen in de druppelslangen te voorkomen.
“Maar wat als de pH in mijn substraat nooit hoger komt dan 6? … dan heb ik geen neerslagen, geen vervuiling, mijn fosfaat is prima beschikbaar en dus doet Super FK helemaal niets”. De proef op de som: Voor de onafhankelijkheid van het resultaat is een proef uitbesteed aan “Proefcentrum voor de Groenteelt”, Sint-Katelijne-Waver. Voor de betrouwbaarheid is de proef uitgevoerd in 3 herhalingen. In het proefobject is 50% van de hoeveelheid fosfaat vervangen met Super FK en de controle bestond voor 100% uit MKP. Verder is de gegeven voeding identiek in beide groepen. Het voedingsschema (mmol/liter):
NH4 K 1,24 10
Ca 4,5
Mg NO3 S P 1,5 19 1,12 2
Fe 40
Mn 1
Zn 4
B Cu 30 0,75
Mo 0,5
EC 2,5
Om de pH volledig onder controle te houden is er in deze proef voor gekozen om een slateelt op water te nemen. Elke tafel had een eigen ton met bovenstaande voedingsoplossing. Deze voedingsoplossing werd elke dag ververst. De pH van het voedingswater was steeds 5,5 met een EC van 2,5. Deze voedingsoplossing werd net als in het NFT systeem met intervallen door de goten gepompt. Het interval werd steeds korter naarmate de sla groter werd.
Yara © I 5
Overige proefgegevens Teelt: Kropsla op NFT (Gardia van Rijkzwaan) Plantdatum: 14-02-2013 Tussentijdse beoordelingen: 6, 20, 27 maart Oogst en eindbeoordeling: 3 april (48 dagen na planten) Beoordeling: “Vanaf de beoordeling op 20 maart was de kropsla die geteeld werd met vloeibare Super FK telkens de zwaarste en had deze ook telkens de meeste bladeren per krop. Bij de eindbeoordeling wogen kroppen gemiddeld tien gram meer dan de kroppen die met MKP werden geteeld.”
September 2013 Wwww.yara.nl
Meer bladeren
Aantal bladeren
Insight
“De sla die met Super FK geteeld werd had meer wortelmassa dan de controle.” Een verschil van 14%. Dat Super FK werkt tegen minerale vervuiling, wordt nog eens bevestigd met onderstaand citaat uit het proefverslag: “Als laatste moet vermeld worden dat sommige van de pompjes die de voedingsoplossing door de goten pompen tijdens de proef vervangen moesten worden. Deze pompjes werkten plots niet meer, waarschijnlijk door iets dat zich inwendig heeft opgestapeld en het systeem blokkeerde. Alle drie pompjes van het controleobject zijn vervangen moeten worden, terwijl alle pompjes waarbij Super FK werd gebruikt nooit problemen hebben gegeven”.
Kropgewicht (gram)
Zwaarder kroppen
Zwaarder kroppen
Wortelgewicht (gram)
Eindconclusie: De stelling dat Super FK niets zou doen op het moment dat de pH niet boven de 6 komt, wordt in deze proef ontkracht. De proef laat zien dat zelfs met een optimale pH van 5,5 in een korte tijd als in de teelt van sla Super FK nog altijd een positief effect heeft op de ontwikkeling van een gewas. Het is zeker te verwachten dat, wanneer de pH richting 6 – 6,5 gaat (de meer gebruikelijke pH-waardes van de praktijk), het effect van Super FK sterker zal zijn, omdat bij deze pH waardes neerslagen een veel grotere rol gaan spelen.
Yara © I 6
Insight
September 2013 Wwww.yara.nl
Begrippen bij bemesting in de tuinbouw. Bij de bemesting, gebruiken we een groot aantal begrippen. Er wordt gesproken over pH, millien micromollen en EC. Daarom is het belangrijk dat we iets meer over de achtergronden van dit soort begrippen weten als we ons echt met de bemesting bezig houden. Hierdoor kunnen we fouten voorkomen en mogelijkheden beter benutten. In dit stukje bespreken we het begrip EC. EC is de afkorting voor Electric Conductivity: elektrische geleidbaarheid. De elektrische geleidbaarheid van een oplossing is een maat voor de hoeveelheid aanwezige zouten in die oplossing. De geleidbaarheid van een oplossing wordt bepaald, door een elektrische stroom door het water te leiden. Schoon water, gedestilleerd water, is vrij van zouten en kan geen stroom geleiden. Zodra we wat zout aan de oplossing toevoegen lost dit op. Het valt dan uiteen in positieve en negatieve ionen en die zorgen er dan weer voor dat er een stroom door deze oplossing kan gaan lopen. Deze geleidbaarheid wordt weergegeven in mS/cm (milli Siemens/cm). Hoe meer zout we oplossen hoe meer stroom er door de oplossing kan. Als we de hoeveelheid zout in de oplossing verdubbelen kan er ook twee keer zoveel stroom door de oplossing gaan en hiervan maken we gebruik bij de fertigatie in de tuinbouw. Bij fertigatie geven we opgeloste meststoffen mee met het irrigatie water. Uiteraard willen we controle houden op de hoeveelheid meststoffen die we op deze manier meegeven en dat doen we via metingen van de EC van het druppelwater. Van iedere meststof is de EC-waarde bepaald. De EC-waarde van een meststof is de invloed van die meststof op de geleidbaarheid van de oplossing. Als de EC-waarde van een meststof bijvoorbeeld 1,2 is dan stijgt de geleidbaarheid van de oplossing 1,2 mS/cm als we 1 gram/liter van die meststof oplossen. We maken van de meststof die we mee willen geven een hooggeconcentreerde oplossing, bijvoorbeeld 150 kilo oplossen in 1000 liter water, en die gaan we verdunnen. De EC van het water dat we gaan gebruiken is bijvoorbeeld 0,2 mS/cm. Willen we 0,5 gram/liter van een meststof, die een EC van 1,2mS/cm heeft, meegeven dan moeten we de EC van het fertigatie water instellen op 0,8 mS/cm (0,2 van het uitgangswater en 0,6 van de meststof). Door een hoeveelheid van de geconcentreerde oplossing in het “verse” water te pompen zorgt de EC er dan voor dat de juiste EC en dus de juiste hoeveelheid meststof naar de plant gaat. De EC is dus een hulpmiddel om een hoeveelheid meststoffen te doseren. Bij het gebruik van Substrafeed, vloeibare meststoffen, maken we op een andere manier gebruik van de EC. Er wordt vastgesteld hoe de samenstelling van de voedingsoplossing die naar de plant gaat moet zijn in millimol/liter. Bij deze samenstelling hoort een EC-waarde,die we kunnen berekenen. Dat kan op een nauwkeurige manier die erg gecompliceerd is, maar het kan ook op een eenvoudige manier die minder nauwkeurig is, maar de werkelijkheid redelijk benaderd.
Aandachtspunten: Een punt van aandacht is dat ureumhoudende meststoffen een lage EC hebben. Dat houdt niet in dat dit erg zuivere meststoffen zijn. Dit men wel eens wil beweren, maar dit wordt veroorzaakt door het feit dat ureum geen ECwaarde heeft. Dit komt omdat het geen zout is, zoals bijvoorbeeld YaraLiva Calcinit, (kalksalpeter), en dus niet in ionen uit elkaar valt als het opgelost wordt in water. Wel kan ureum, bij hoge concentraties verbranding veroorzaken door onttrekking van water aan de plant. Vooral bij EC verhoging moet je er op letten dat de fosfaat concentratie niet te hoog oploopt (1,8 mmol/l is het theoretische maximum). Ammonium speelt een belangrijke rol bij de pH ontwikkeling rond de wortel. Daarom moeten we de ammoniumconcentratie controleren en als dit nodig is aanpassen.
Deze eenvoudige methode werkt als volgt: De som van de positieve ionen, de eenwaardige éénmaal en de twee waardige tweemaal, die delen we door 10. De uitkomst van de som geeft de EC-waarde van de oplossing. Voorbeeld: We hebben een oplossing met de volgende samenstelling in mmol/liter NH4+=1.00, K+=8.00, Ca2+=4.00, Mg2+=2.00, NO3-= 15.00, H2PO4-=1.00, SO42-=2.50 De som van de positieve ionen is: ((1 x NH4+ ) + (1 x K+) + (2 x Ca2+) + (2 x Mg2+))/10 = (1+8+8+4)/10 = 2,1 De EC van deze oplossing is dus (ongeveer) 2,1 mS/cm. Als we de EC waarde van een oplossing willen veranderen kunnen we dat op twee manieren doen: 1. De concentratie van alle elementen evenredig verlagen. We kunnen dan dezelfde, geconcentreerde oplossingen in de A- en B-bak blijven gebruiken. 2.Per element de concentratie aanpassen. Er zal dan een nieuw “recept” berekend moeten worden. Vooral bij de eerste methode moeten enkele kanttekeningen geplaatst worden. Deze methode kan alleen toegepast worden als er gebruik gemaakt wordt van regen- of osmose water. Dit omdat, als we bronwater gebruiken, het water meestal bicarbonaat bevat en als we dan een schema berekenen er een hoeveelheid zuur berekend wordt die voldoende is om de bicarbonaten in 100.000 liter gietwater te neutraliseren. Als we de EC nu gaan veranderen zal ook de hoeveelheid water waarin de basis oplossing gedoseerd wordt veranderen wat weer zal leiden tot een veranderde pH.
Yara © I 7
Insight
September 2013 Wwww.yara.nl
De Helpdesk Yara Benelux heeft een Helpdesk die voor iedereen bereikbaar is. U kunt de Helpdesk onder andere voor de volgende vragen bereiken: Vragen over de toepassing van onze meststoffen. De besparingen door het gebruik van vloeibare meststoffen. · Advies over fertigatie in de buitenteelt. · Een advies over de tankgrootte voor vloeibare meststoffen. · Meedenken aan oplossingen die nodig zijn voor het probleemloos toepassen van de producten. · Advies over tot nu toe onbekende toepassingen. ·
·
U kunt contact opnemen met de Yara-Helpdesk. (+31 (0)10 44 53 188) of mailen naar
[email protected]. In onderstaande, terugkerende, rubriek wordt antwoord gegeven op enkele vragen die gesteld worden aan de Helpdesk.
Vraag het de Helpdesk! V “Is ijzerchelaat DTPA 3% niet gewoon een verdunning van ijzerchelaat DTPA 6%?” A Nee, dit is niet het geval. DTPA 3% en DTPA 6% worden vanuit verschillende grondstoffen geproduceerd via verschillende processen. Ieder product wordt geproduceerd voor een bepaalde toepassing of doelgroep met zijn specifieke eigenschappen. Een belangrijk verschil tussen 3% en 6% DTPA is dat als 3% DTPA geproduceerd wordt, het natrium (Na) bevat en de 6% DTPA natrium (Na)-vrij is. De inbreng van een “gewoon 3%” ijzer is toch snel 0,25 tot 0,50 mmol natrium per liter bemest water. Dit natrium hoopt op in het recirculatiewater en is er mede verantwoordelijk voor dat het drainwater sneller onbruikbaar wordt. Dat is ook één van de redenen waarom telers de laatste tijd steeds vaker kiezen voor 6% DTPA. 6% DTPA bevat een kleine hoeveelheid ammonium die in de praktijk geen probleem vormt. Overgaan op 6% ijzer lost niet het totale natriumprobleem op maar leverd wel een belangrijke bijdrage.
DTPA 3%
DTPA 6%
Yara is de exclusieve verdeler van de Akzo Nobel chelaten, geschikt voor landen tuinbouw toepassingen:
Heeft u ook een vraag voor de Helpdesk? Stuur hem dan naar
[email protected] Deze Benelux Insight is samengesteld met de huidige kennis van zaken. Elk advies is bedoeld als richtlijn en moet aangepast worden naar omstandigheden. Yara aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade van enigerlei aard, voortvloeiend uit de verstrekte informatie
Yara © I 8