Belgie-Belgique P.B.-PP 3400 Landen
BELGISCHE
BC 4849
DWERGENCLUB
Driemaandelijks clubblad Oktober- november-december 2012 Afgifte kantoor Landen – erkenningsnummer P306082 V.U. Wilfried de Witte, Steenweg op Sint-Truiden 350 3401 Walshoutem-Landen
[email protected]/
[email protected]
Belgische Dwergenclub
Page 1
Samenstelling van het bestuur Ere voorzitter: De Donder Jos Stationstraat 30 1745 Opwijk Tel: 052/35 51 07 Voorzitter:
Ondervoorzitter:
Pauwels Rudi Schoonstraat 45 9940 Evergem Tel : 09/253 60 42
[email protected]
Heyvaert Jean Heidebloemstraat 25 3210 Linden 016/62 13 11
Secretaris:
Bestuurslid:
Wilfried De Witte Steenweg op Sint-Truiden 350 3401 Walshoutem Tel: 011/886025
[email protected] [email protected]
Poels Freddy Kerkstraat 43 3020 Veltem-Beisem Tel: 0475/602637
[email protected]
Délégué pour la Wallonie :
Stellvertreter für die Deutschsprachige Gemeinschaft Olivier Ernest Käkert 19 4837 Membach Tel 087/74 35 46
[email protected]
Bauthière Ludovic Moulin de Rahier 4 4987 Stoumont Tel. 080/78 55 29
LIDGELD 2012 Lidgeld / 1
ste
lid 10 euro – gezinsleden van het eerste lid en wonende op hetzelfde adres betalen slechts 4 euro. Het gezin ontvangt dan maar één tijdschrift Rekeningnummer club IBAN BE68-0682 0921 0334 Lidgeld 10 Euro -Rekeningnummer club IBAN BE68-0682 0921 0334 Website: www.club.konijnen.be
Belgische Dwergenclub
Page 2
VOORWOORD
De tijd gaat zeer snel want we beginnen opnieuw aan een seizoen van tentoonstellingen en shows waar ons nieuw grut zich gaat meten met deze van de concurrenten. Iedereen kijkt ook uit om even een gezellig gesprek of ontmoeting te hebben met gelijkgestemden. Naast het exposeren is het sociale netwerk van groot belang om op de hoogte te blijven van het reilen en zeilen in onze mooie hobby. Tijdens het fokseizoen, dat toch een half jaar duurt, zijn we wat op ons eigen aangewezen en zijn de contacten beperkt tot de dichtste kring vrienden maar vanaf nu zijn de oude en jonge nieuwe fokkers daar om de banden weer aan te halen. Het is verheugend vast te stellen dat de laatste jaren een stijgende trend laten zien van nieuwelingen die onze rangen komen vervoegen. Het is de kunst en de taak van geroutineerde fokkers samen met de clubs om deze nieuwe fokkers te begeleiden en toe te laten dat ze zich kunnen voorzien van deftig fokmateriaal. We weten maar al te goed hoe wij, oude rotten in het vak, zijn begonnen een dertig jaar geleden met vallen en opstaan. Internet bestond nog niet en boeken waren schaars zo dus werd het vallen en opstaan en in het begin wat aanmodderen. Met de moderne communicatiemiddelen van vandaag is het mogelijk alle informatie op te vragen en ook in contact te komen met een steeds kleiner wordende wereld. De speciaalclub heeft gedurende de komkommertijd niet stilgezeten en heeft flink wat werk verzet om voor haar volgende tentoonstelling een mooi geheel te maken die de dwergenfokkers zal aanspreken. We zijn verplicht geweest om het scholencomplex in Vilvoorde te verlaten en uit te wijken naar de acht kilometers verdere zaal Cecilia in Wolvertem. Dank zij Jan Van Den Eynde , voorzitter van de club van Eppegem, hebben wij deze mooie locatie kunnen vastleggen voor onze editie 2013. De zaal is luxueus en voorzien van alle comfort en er kunnen minsten vijfhonderd dieren in gehuisvest worden. Dus, dwergenfokkers, we verwachten een grote respons van jullie kant en wij zullen de rest doen. Een consequentie is wel dat we wat dieper in onze geldbuidel zullen moeten tasten om het kostenplaatje te kunnen financieren. Maar goed, de penningmeester heeft het sein op groen gezet en we wagen het er op. Mijn bestuur en ik wensen alle dwergenfokkers een succesvol tentoonstellingsseizoen en hopen jullie ergens te ontmoeten om te praten over wat dacht je : de dwergjes in al zijn facetten. Soms zal er wel eens gefoeterd worden op een club, collega of keurmeester maar over het algemeen komen we er altijd wel weer uit!
Rudi Pauwels, Evergem 23 september 2012
Belgische Dwergenclub
Page 3
KLEINVEE TENTOONSTELLING 8-9 SEPTEMBER 2012 IN ST. VITH.
De Belgische dwergenclub deed voor de tweede maal mee aan deze kleinvee tentoonstelling. Deze werd georganiseerd door de Kleintierzuchtverein St.Vith und Umgebung in de manege van Recht in een zeer mooi opgezette tentoonstelling met 518 ingeschreven dieren , waaronder 320 konijnen en 16 cavias.
De Belgische Dwergenclub had 4 leden ingeschreven waaronder onze ondervoorzitter Hevaert Jean, Verhasselt Ludwina, bestuurrslid Freddy Poels en ondergetekende. Drie jaar geleden hebben we daar ook een prachtig resultaat neergezet. Onze “Belgische dwergenclub “ behaalde met 20 dieren een totaal van 123 punten, op de tweede plaats behaalde de club van Weywertz 109 punten. De voorzitter van deze club, de heer Huppertz Alfred, komt ook ieder jaar langs naar onze tentoonstelling. Deze vindt dit jaar plaats in februari en op een andere locatie nl. te Wolvertem.
Belgische Dwergenclub
Page 4
Er waren 131 dwergen ingeschreven waarvan 32 Ned. Hangoordewergen in verschillende variëteiten. Keurmeester Harald Reuter was de beste in deze reeks ; konijngrijze met 3 maal 96.5 punten, drie jonge rammen. Ikzelf behaalde voor de twee witte roodogen 96 punten elk. Dwergvlinder van keurmeester Plumanns, Dieter in blauw en driekleur behaalde een hoog gemiddelde. Rexdwergen in verschillende variëteiten een groot aantal witte roodoog en castor van Huppertz Alfred met een goed gemiddelde, een jonge ram dalmatiener van Burling Daniel, die door Dieter werd beoordeeld, behaalde 97 punten.
Hermelijnen roodoog : een prachtige reeks met hoge punten : tweemaal 97 punten voor Huppertz Maria waarvoor Proficiat!! Blauwogen van onze ondervoorzitter met drie maal 96.5 en 3 maal 96 punten ; een sterke uitslag met 6 dieren. Voskonijndwerg : 5 dieren van ons lid Verhasselt Ludwina; één maal 96.5 en 96 De overige behaalde allen 95 punten waarvoor Proficiat.
Belgische Dwergenclub
Page 5
Weinig Kleurdwergen ; slecht zes, ikzelf had een jonge voedster en behaalde kreeg 96 punten. Polen roodoog ik zelf schreef twee dieren de jonge voedster behaalde 96 punten Jean een blauwe 95.5 punten. Haasdwerg : slechts twee dieren. Deze dieren zijn nochtans veel in omloop maar misschien nog iets te jong voor deze maand
Wilfried de Witte Secretaris club
Belgische Dwergenclub
Page 6
BLAUWE EN ZWARTE KLEUREN BIJ ONZE KONIJNEN
Onze standaard erkent verschillende rassen en variëteiten waaronder zwart en blauw. De voornaamste zwarte vinden we bij de Alaska , blauw bij Wener maar natuurlijk ook bij onze kleurdwergen. Laten we het bij het laatste houden omdat de fout zich hier in mindere maten voordoet. Waarom zwart en blauw tegelijkertijd? Eenvoudig omdat blauw slechts een verdunning factor is van het zwart pigment. Uit een zwarte kleurdwerg kan men met veel geluk een blauwe tegenkomen. Waar kan het nu mis gaan bij onze zwarte en blauwe? Men treft nogal vaak een kleine bruine ring aan in de tussenkleur die soms zelf overgaat naar de dekkleur waar een bruine glas te zien is over het ganse lichaam. Als men dit niet nauwlettend in het oog houdt, gaan we bij onze zwarte naar een sterke “donkersepiakleur” in de plaats van zuiver diepzwart of blauw. De fokkers van zwart en blauwe dieren zullen wel al gemerkt hebben dat na de zomerperiode de dieren een lichte vorm van roest vertonen vooral op flanken en buik Deze roestvlekken verdwijnen na de ruiperiode. Wat nu niet zal verdwijnen, is de bruine ring in de tussenkleur bij het inblazen. Deze zal zich verder door zetten op de nakomelingen en zal zich verder uitstrekken naar de dekkleur. Wanneer kan men nu spreken over een zuivere blauwe? De beste graadmeter is de oogkleur, een blauwe zuivere kleurdwerg moet een blauwgrijze oogkleur hebben (askleur van een sigaar). Als men vaststelt dat dit niet het geval is, kan men niet spreken van een zuiver blauwe. Dus raad ik de fokkers van deze variëteit goed in het oog te houden. Bij de zwarte moet de oogkleur kastanje bruin zijn. Als keurmeester hebben we dan ook de verantwoordelijkheid om de juiste vraagstellingen te doen. Daarom raad ik de fokkers aan de keurkaarten goed te lezen en bij te houden. Ik zou ook voorstellen, als men kampt met deze problemen zoals bruine ring in tussenkleur en slechte oogkleur van deze dieren niet meer tentoon te stellen. Dus let goed op wat je aanschaft als je dieren aankoopt, anders ga je met je zuiver dieren ook de mist in. Ik hoop in de toekomst zuivere blauwe en zwarte te mogen keuren? Wilfried de Witte A keurmeester konijnen
Belgische Dwergenclub
Page 7
OBSERVEREN EN ANTICIPEREN
JEAN HEYVAERT
Onlangs keek ik naar een reportage over de zwarte neushoorn. Op een uitgestrekt reservaat, in Zuid-Afrika, leefden een vijftigtal exemplaren van deze met uitsterven bedreigde diersoort. Ze leefden in barre leefomstandigheden, want het had er gedurende vier jaar, haast niet geregend.
De vegetatie was uitgedroogd en het aanbod was beperkt. Plots begon het te regenen, zoals het alleen in de tropen kan regenen. De natuur ontwaakte met een massale plantengroei als gevolg. Planten die al jaren verdwenen waren, kwamen weer tot leven en onze zwarte neushoorn, hij graasde er lustig op los. Enige tijd later, ontdekten de parkwachters een dode neushoorn. Niets, om zich over ongerust te maken, maar toen enkele kilometers verder, een moederdier met haar jong van enkele maanden, dood werden aangetroffen, werd alarm geblazen. Met helikopters werd het reservaat overvlogen en men vond nog meerdere dode neushoorns. Er werden stalen genomen van de uitwerpselen en darminhoud en naar een laboratorium gestuurd. De parkwachters vermoedden, dat de dieren door stropers vergiftigd werden, die uit waren op de hoornen van deze dieren. De hoorn is gemakkelijker te verwijderen bij een dood dier, dan bij een levende kolos, wat ik niet betwijfel en heeft op de zwarte markt een handelswaarde tot vijfentwintig duizend euro per kilogram. Eén week later, werden de resultaten van het laboratoriumonderzoek, bekend gemaakt. De diagnose luidde; dood als gevolg van infectie van het maagdarmstelsel, door clostridium perfringens m.a.w. dezelfde bacterie, die bij onze konijnen de dikke buikziekte veroorzaakt. Clostridium perfringens (CP) komt voor onder verschillende types o.a. CP4.
Hoe kon dit gebeuren? Om hierop een duidelijk antwoord te krijgen, is meer kennis over deze bacterie en bacteriën in het algemeen, vereist. Bacteriën, zijn eencellige wezens, met een grootte van ongeveer eenduizendste millimeter. Zij behoren tot de oudste levensvormen. Zij verschillen van virussen, doordat zij zich zelfstandig kunnen voortplanten. Dit gebeurt door celdeling. Virussen kunnen zich echter, alleen in levende cellen voortplanten. Zij kunnen niet in hun eigen behoefte voorzien en leven dus parasitair. Onder zeer gunstige omstandigheden, verloopt de celdeling bij bacteriën zeer snel. Eén bacterie, die zich elke twintig minuten in tweeën verdeelt, vermenigvuldigd zich in plus minus acht uur, van één tot een aantal van plusminus zestien miljoen. Het overgrote deel van de bacteriën is zeer belangrijk voor het handhaven van het leven op aarde. Een beperkte groep van (slechte) pathogene bacteriën, kunnen ziekten verwekken.
Belgische Dwergenclub
Page 8
Op basis van hun ziekteverwekkend vermogen, kunnen bacteriën in twee grote groepen ingedeeld worden.
1. Door hun aantal. Men spreekt van minimale infectieuze dosis m.a.w. het minimaal aantal bacteriën van één soort, die moeten aanwezig zijn om ziekten te veroorzaken. Dit aantal wordt o.a. beïnvloed het soort bacterie, de ouderdom en de conditie van het konijn.
2. Door hun geproduceerde giftstoffen. CP4 maakt onze konijnen ziek, door het gif dat zij afscheiden, waardoor het spijsverteringsstelsel verlamd wordt. Belangrijk om weten is, dat deze bacterie, wanneer voor haar de omstandigheden negatief zijn, zij zich kan inkapselen (vormt sporen,) zodat de negatieve factoren van buitenuit (zoals te hoge temperatuur, te zuur milieu, te veel zuurstof aanwezig en te grote concurrentie van andere bacteriën) op haar geen invloed hebben. Omgeven als het ware door een condoom, is deze bacterie niet actief en wacht geduldig op ‘betere’ tijden. Dit veronderstelt:
1. Een ideale temperatuur (meestal tussen 20-40 graden Celsius). Bij minder dan twintig graden Celsius, wordt vermeerdering vertraagd (koelen), of stil gelegd (invriezen).
2. Voldoende vocht. Zonder water kunnen bacteriën zich niet vermenigvuldigen. Drogen van voedsel was in de negentiende eeuw, de meest voorkomende bewaartechniek.
3. Voedsel.. Micro organismen, hebben bepaalde voedingsstoffen nodig, om te groeien en zich te vermeerderen. Vooral eiwitrijke voedingsmiddelen, zijn een rijke voedingsbodem.
4. Aanwezigheid of afwezigheid van zuurstof. Aerobe bacteriën hebben zuurstof nodig, anderen leven zonder zuurstof, de anaerobe bacteriën. Tot de anaerobe bacteriën, behoort de familie van de clostridiae. De meest bekende is clostridium botulinum, die botulisme veroorzaakt, algemeen bekend bij onze watervogelliefhebbers. Bij zeer warm weer, stijgt de temperatuur van het vijverwater, waardoor het zuurstofgehalte zeer sterk daalt. Massale aangroei van clostridium, veroorzaakt vergiftiging bij vissen en bij watervogels.
Belgische Dwergenclub
Page 9
Persoonlijk ga ik er vanuit, dat CP4 zich zodanig verspreid heeft, dat het in alle stallen van onze liefhebbers voorkomt. Krijgen al onze konijnen dan de dikkebuikziekte? Neen, andere secundaire factoren, spelen hierbij een belangrijke rol.
1. Innerlijke factoren of natuurlijke weerstand. Verschil in vitaliteit bij jongen in het nest, is al duidelijk zichtbaar. De jongen, die goed doorgroeien, zijn sterker dan de achterblijvers. Deze zullen nooit toppers worden en worden al beter uit het nest verwijderd. Het beperken van het aantal jongen in grote nesten, geldt hier ook. Want hierdoor krijgen de geselecteerde jongen, meer melk (en antistoffen tegen bepaalde ziekten).
2. Ouderdom. Bij jonge konijnen functioneert het maagdarmstelsel minder goed, dan bij volwassen dieren. Het labiele biologisch evenwicht in het maagdarmstelsel, kan veel sneller verstoord worden. Daarom komt een CP4 infectie meer voor bij jongen, dan bij volwassen dieren.
3
Conditie (verharing). Dieren in verharing, zijn nooit in topconditie. De kans dat veel loskomend haar, een beschadiging van het darmslijmvlies veroorzaakt, is reëel, waardoor CP4 gemakkelijker kan ontstaan. Conditie (voeding). Op een jongdierendag, zag ik onlangs een jonge Vlaamse Reus, correctie, een jonge slappe Reus (onvoorstelbaar graatmager). Toch krijgt hij elke dag voederbieten, peeën, wortels en gras als eten, beweerde de eigenaar. Dat dit dier, een grotere kans heeft op een CP4-infectie, begrijpt iedereen.
4
Algemene verzwakking door andere ziekten. Nadat de gezonde darmflora al gedeeltelijk vernietigd is, door coccidiose of dysenterie, kan CP4 gemakkelijker toeslaan.
5
Te eiwitrijke voeding, na het spenen. Een zeer complexe materie. Om hier een duidelijk beeld te kunnen vormen, moet men weten, hoe de maag functioneert. 1. Productie van maagzuur (afbreken van het voedsel tot een brij). 2. Productie van pepsine. Een enzym om eiwitten af te breken. 3. Door de zuurtegraad bacteriën, die via het voedsel in de maag komen, te doden.
Belgische Dwergenclub
Page 10
De materie, die de maag verlaat, is een brij, die vervolgens, door andere enzymen en bacteriën, verder wordt afgebroken en opgenomen wordt, in het darmstelsel. De zuurtegraad (pH) van het maagzuur (Hcl), is bij een konijn, sterk afhankelijk van de ouderdom. /___________________________________/______________________________________/ 0 7 14 0 – 7 = zuurmidden;
7 = neutraal
7 – 14 = basis
Bij volwassen konijnen is de pH van het maagzuur 1-2. Bij jonge konijnen is de pH 5-6,5. De maaginhoud bij jonge konijnen is dus minder zuur, dan bij volwassen dieren, zodat aangevoerde bacteriën, zoals CP4, een grotere kans hebben, om levend het darmkanaal te bereiken. Daarenboven is het zo, dat eiwitten een bufferende (neutraliserende) werking hebben). Eiwitten bevatten een zuurgroep, (-cooH) en een basische (-NH2)groep, waardoor dit de maaginhoud minder zuur maakt. Daar tegenover staat, dat jonge konijnen een grotere eiwitbehoefte (bouwstof) hebben, dan volwassen dieren per kilogram lichaamsgewicht. Zij groeien zeer snel en hebben dus veel eiwitten (bouwstoffen) nodig. De eiwitverhouding in het voer voor jonge dieren, moet dus anders zijn, dan bij volwassen konijnen. Onder eiwitverhouding in het voer verstaat men, de hoeveelheid eiwit t.o.v. de overige bestanddelen ervan. Bij volwassen konijnen, bedraagt de verhouding in de korrel 1-6, soms zelfs, 1-10. Bij zeer jonge konijnen, is de verhouding 1-2. Naargelang de konijnen groeien, wordt de verhouding, 1-5 dezelfde verhouding, als voor drachtige en zogende voedsters. Wij staan dus voor een dilemma. Jonge dieren hebben eiwitrijke voeding nodig, om mooie uitgegroeide dieren te worden, maar hierdoor vergroot men de kans op een CP4-infectie.
6. Slecht hooi en water. Hooi is onmisbaar voor onze konijnen. Het bevat cellulose, dat deel uitmaakt van de celwand en vormt dus het skelet van de planten m.a.w. het is de stof, die de sterkte (structuur) geeft, aan de planten. Cellulose zorgt o.a. voor een vlotte doorstroming van het voedsel, door het darmkanaal. Goed hooi bestaat uit verschillende grassoorten en kruiden. Op tijd gemaaid en onder gunstige weersomstandigheden gehooid. De waterbehoefte is afhankelijk van de voeding. Bij groenvoer, drinkt het konijn veel minder, dan bij een rantsoen van korrels. Een konijn, dat 31,1 gram droge stof per kilogram levend gewicht inneemt, drinkt 84,2 cc water per kilogram lichaamsgewicht. Bij een konijn van 2,4 Kg, bereikt deze consumptie 200 ml/dag en staat gelijk met de waterinname van een hond van 10 Kg. Goed drinkwater moet vrij zijn van ziekteverwekkende bacteriën, giftige afvalstoffen, helder en reukloos zijn en een neutrale pH hebben. Leidingwater is aan te bevelen, boven putwater. Bij gebruik van putwater, de waterkwaliteit eerst controleren.
7. Gebrekkige hygiëne. Gebrek aan hygiëne kan leiden tot darmklachten. Daarom om de twee weken, de hokken schoon maken, de mesthoek wordt elke week gereinigd. Voederbakken en drinkflessen maandelijks ontsmetten.
Belgische Dwergenclub
Page 11
8. Stress. Dit is mogelijk de belangrijkste secundaire factor. Stress kan leiden tot diaree en dit kan de ontwikkeling van CP4 bevorderen. Stress kan ontstaan bv; te kleine huisvesting; te lang jonge dieren samen in een hok houden; door spelende kinderen of blaffende honden voor de hokken. Teveel menselijk contact enz. enz. enz.
9. Te sterke en plotse variatie in het voedselaanbod. Komt meestal voor bij konijnen, die van eigenaar veranderen. Krijgen vaak een andere korrel en mogelijk voor de eerste keer groenvoer, dat te rijkelijk en te gevarieerd wordt aangeboden. Dat was ook de oorzaak, waarom de neushoorns zo massaal stierven in Zuid-Afrika. De resterende neushoorns werden behandeld met antibiotica en naar een ander reservaat gevoerd, waar de regen minder invloed had op de plantengroei. Reeds meer dan twintig jaar, krijgen mijn konijnen uitsluitend een energetische en eiwitrijke korrel, met een hoog gehalte aan vezels en coccidiostaticum, aangevuld met hooi en sporadisch een koffielepel lijnzaad. Ik vermeld negen secundaire factoren, die een rol kunnen spelen, bij het uitbreken van deze ziekte. Vermoedelijk, zijn het er meer. M.a.w. het is een zeer complexe materie. Wat kan men doen om de ziekte te voorkomen? 1. 2. 3. 4.
De ene voegt een weinig azijn aan het drinkwater toe. Anderen geven bij het spenen, een eiwitarmere voeding. Sommige desinfecteren regelmatig de hokken. Bij het spenen, Bacivet S toedienen, gedurende één week.
Mijn leermeester zaliger, Omère Coeckaerts, zei ooit tegen mij: ‘Indien je een topfokker wilt worden, dan controleer je elke morgen eerst jouw konijnen, voor je aandacht besteed aan jouw vrouw. Wanneer de eerste symptomen verschijnen, dadelijk handelen.’
OBSERVEREN EN ANTICIPEREN! Persoonlijk ga ik dan als volgt tewerk. Met een spuitje van 0,2 ml Emdotrim 10% sol, achteraan in de mond aanbrengen en zorgen, dat het konijn slikt. In de drinkfles vier druppels van dit product per 250 ml en dit gedurende een drietal dagen. Deze porties gebruik ik bij mijn dwergkonijnen. Emdotrim 10% sol bevat een breed spectrum antibioticum en is dus niet specifiek gericht tegen CP4, dit in tegenstelling tot Bacivet S, dat hiervoor uitsluitend aan het drinkwater wordt toegevoegd. Net als bij de meeste fokkers, hebben mijn konijnen reeds dikkebuikziekte gehad, maar is er nog nooit eentje hiervan gestorven.
Belgische Dwergenclub
Page 12
Dankbare herinnering aan: Met dit schrijven laat het bestuur iedereen weten via dit clubblad dat op 8 september jongstleden onze erevoorzitter Antoine Trogh godvruchtig is overleden in Liedekerke. Hij werd 69 jaar, te jong voor onze begrippen maar het lot beschikte en nam een goed mens weg van ons. Den Antoine draaide al vele jaren mee in de konijnensport en wist op een of andere manier alles te relativeren en te plaatsen in de juiste context. Hij fokte heel wat rassen maar vooral de Engelse Zilvers en de kleurdwergen zijn bij hem gebleven tot op het laatste. Hij was geen persoon die per se moest winnen, maar kon zich altijd handhaven bij de betere fokkers. Uren per dag passeerde hij tussen zijn dieren om ze te verzorgen, te bekijken en te vertroetelen. Hij had een hart voor zijn dieren want het was de grote passie in zijn leven. Antoine en zijn vrouw hebben heel wat tegenslag gehad in hun leven en dikwijls was het afzien. Hij had een hard beroep als stukadoor en dit hard labeur heeft hem ook getekend. Antoine was niet de man van grote woorden maar hield zich bewust steeds wat op de achtergrond. Wij kennen hem al vele jaren en nooit hebben we een onvertogen woord uit zijn mond gehoord. De stille noeste werker, steeds bereidt om in de bres te springen waar handen te kort waren en altijd onbaatzuchtig. Hij heeft de club van Affligem en de aan zijn hartliggende dwergenclub gesteund en getrokken met al zijn krachten en wil maar …de laatste jaren was de wil er nog maar niet meer de krachten. Antoine kreeg vier jaar geleden een ongeneesbare spierziekte die hem langzaam maar zeker beroofde van zijn mogelijkheden om zich in te zetten voor de kleinveesport. Met spijt in het hart heeft hij trapsgewijs zijn hobby met pijn afgebouwd. Iedereen kon bij Antoine dieren gaan halen voor een prikje en bij het afscheid zagen we zijn intrieste blik. Het deed zeer voor hem en hij liet op de zijn karakteristieke wijze een moment zijn hoofd hangen naar beneden om zijn verdriet weg te steken. Antoine, onze gewezen voorzitter van de dwergenclub, we zullen je missen vriend. Laat ons hopen dat je na al je miserie eindelijk de rust gevonden hebt waar je waarschijnlijk naar verlangde! Jos De Donder,Rudi Pauwels, Wilfried De Witte, Freddy Poels, Jean Heyvaert, Peter Cayman en alle leden van de speciaalclub bieden de familie van Antoine hun medeleven aan. Vaarwel Antoine.
Belgische Dwergenclub
Page 13