ikweethet.be
www.
BELEVINGSTHEATER
Els Leenaerts www.ikweethet.be
-
[email protected]
ikweethet.be
www.
BELEVINGSTHEATER Vooraf Belevingstheater is een relatief nieuwe methode waarbij personen met een ernstige beperking, ten gevolge van trauma, aangeboren letsel of involutie bij dementie, zintuiglijke prikkels aangeboden krijgen om zo hun belevingswereld te ontdekken, te verkennen en te vergroten. Belevingstheater wordt doorgaans uitgevoerd door begeleiders of een theatergezelschap. Er bestaan reeds tal van theatergezelschappen waar uitsluitend personen met een dementieel procesin meespelen. Vaak maakt toneel spelen ook deel uit van het activiteitenaanbod in bijvoorbeeld dagcentra. Vanuit het oogpunt van de ergotherapeut, leek het dan ook erg interessant om toneel spelen en belevingstheater te combinerenhet is ook één van de manieren om mensen met gevorderde dementie te bereiken.
Wat is belevingstheater Belevingstheater is een methode om personen met een ernstig verstandelijke beperking (Cva, dementie, … )via sensomotorische prikkeling te laten komen tot het ontdekken, verkennen en vergroten van hun belevingswereld. Personen met een ernstig verstandelijke beperking hebben vaak een beperking in beweging, waarneming en communicatie en zijn soms niet in staat zichzelf prikkels toe te dienen. Het aanbieden van verschillende aangename prikkels, die zoveel mogelijk zintuigen aanspreken, is daarom belangrijk tijdens belevingstheater. Tijdens belevingstheater worden het gehoor, het gezichtsvermogen, de reukzin, de smaak en de tastzin geprikkeld. Belevingstheater is een vorm van theater waarbij de beleving centraal staat. De lichaamsgebonden ervaringen en de totale beleving spelen een belangrijke rol. Door de ernst van de beperking is het voor deze doelgroep bijna niet mogelijk een "normale" voorstelling bij te wonen. Het is de bedoeling plezier en voldoening voornamelijk halen uit non-verbale prikkels. Prikkels, waarbij het horen, zien, voelen, proeven en ruiken een belangrijke rol spelen. Een correcte houding van de begeleiders is van essentieel belang voor het welslagen van een belevingstheater. Het is belangrijk de cliënten de mogelijkheid te bieden tot actie en reactie. Hiervoor is constante observatie door begeleiders vereist en veel kennis over de lichaamssignalen van elke cliënt en de betekenis ervan. Belevingstheater is een vorm van zintuigstimulering waarbij middelen gericht op zicht, gehoor, tast, reuk en smaak worden ingezet. Deze sluiten aan op het belevingsniveau van een cliënt. De cliënten die deel uitmaken van het theater, kunnen daarin, afhankelijk van hun eigen initiatieven, een actieve rol vervullen. Het is als begeleider essentieel om aansluiting te zoeken bij initiatieven van cliënten tot contact en te observeren met welke zintuigen cliënten primair open staan voor hun omgeving. Door het theater te ‘ondergaan’ kunnen cliënten meer initiatieven gaan nemen, waardoor begeleiders meer waarnemen en andere kanten van de cliënt ontdekken. (KOEDOOT, PEETERS, 2002)
www.ikweethet.be
-
[email protected]
ikweethet.be
www. Doel
Het doel van belevingstheater is (i) het creëren van basisveiligheid, (ii) werken aan een positief lichaamsbesef, lichaamsbewustwording, (iii) ontdekken, verkennen en vergroten van de belevingswereld, (iiii) communicatie bevorderen.
Voorwaarden tot het bekomen van belevingstheater Een belevingstheater duurt gemiddeld 45 minuten. Als er veel langer gespeeld wordt, dan gaat het effect van belevingstheater verminderen. Er moet voor gezorgd worden dat men niet teveel verlangt tijdens één sessie. Wanneer teveel prikkels worden aangeboden kan dat vervelend zijn. Het is belangrijk om rekening te houden met hoe iemand een activiteit beleeft. Als begeleider kan men snel geneigd zijn om de beleving van iemand anders in te vullen met de eigen beleving. Op die manier wordt voorbij gegaan aan de werkelijke beleving van de cliënt. Het is steeds belangrijk de cliënt te benaderen als een uniek individu. Soms is het nodig om te vertrekken vanuit een bepaalde beleving, omdat de communicatiemogelijkheden vaak beperkt zijn. Maar het is daarbij belangrijk om te observeren. Vaak kunnen kleine zaken (lichaamssignalen) veel vertellen over hoe de cliënt iets beleeft. Door observatie kan men tijdig bijsturen en alsnog proberen de belevingsgerichte activiteit zo uit te voeren dat ze als positief ervaren wordt. Zo blijven de cliënten open staan voor hun leefwereld. Op deze manier kan zelfvertrouwen en een positief lichaamsbesef ontwikkeld worden. De zintuiglijke prikkels moeten lichaamsnabij aangeboden worden. Zo worden ze beter ervaren. Prikkels die op afstand aangeboden worden, komen minder direct binnen en worden daardoor ook minder intens ervaren. Men moet zich als begeleider aanpassen aan het tempo van de cliënt. Deze moet de kans krijgen om de aangeboden prikkels op een eigen manier te beleven. Om dit te kunnen doen, is het belangrijk om ruimte te krijgen. Verstarring doet de waarneming uitdoven. Als een prikkel gedurende te lange tijd op eenzelfde plaats wordt aangeboden, dan is het effect weg. Men moet zorgen dat er beweging in blijft. Om alert te blijven moet een geluid bijvoorbeeld steeds verplaatsen. Een goede positionering van de cliënt is belangrijk om ervoor te zorgen dat de cliënt wil openstaan voor nieuwe ervaringen. Individueel aandacht schenken aan elke persoon. Men wil met belevingstheater iedereen bereiken. Het is de bedoeling dat iedere persoon kan genieten en het gebeuren ten volle kan beleven. Door iedereen individueel te benaderen, is het ook gemakkelijker om de activiteiten dicht bij die persoon te doen.
Basale stimulatie en snoezelen Basale stimulatie is een methode die zich hoofdzakelijk richt op lichaamsgebonden of nabijheidzintuiglijke ervaringen. De begeleider lokt somatische, vestibulaire of vibratorische ervaringen uit bij mensen die dit nauwelijks zelf kunnen. Ook worden belangrijke zintuigen zoals horen, zien, ruiken, proeven en voelen aangesproken bij basale stimulatie. Om hun eigen lichaam te ervaren, te voelen, gewaar te worden, is het voelen van aanraking, beweging en trilling een belangrijke toegangspoort. Deze lichaamsgebonden ervaringen zijn ook een vertrekbasis om zo mogelijk met de ruimere omgeving in contact te komen.
www.ikweethet.be
-
[email protected]
ikweethet.be
www.
Somatisch: gewaarwordingen op niveau van de huid, de spieren en de gewrichten. Dit kan door aanraking, massage,... Men wil de bewoner ook helpen om zijn eigen lichaam te voelen of aan te raken, om contact te nemen met het lichaam van anderen. Vestibulair: Evenwichts- of bewegingservaringen. Het ervaren van prikkelvormen die optreden door veranderingen in de ruimte, ritmische schommelingen en draaibewegingen. Men laat de bewoner de plaats van zijn lichaam in de ruimte voelen. Dit kan gedaan worden door de cliënt in de ruimte te laten bewegen (schommelen, dansen, stappen,...). Vibratorisch: heeft betrekking op trillingservaringen. Deze worden uitgelokt door dicht bij het lichaam trillingen (vibraties) aan te bieden. Bijvoorbeeld: zoemen, spreken, trilvloer,... Basale stimulatie wordt aangeboden aan personen met een ernstige beperking in waarnemen, bewegen en communicatie. Deze hebben alles met elkaar te maken. Als iemand niet goed waarneemt zal zijn beweging daardoor beïnvloed worden en daardoor ook de communicatie (interactie met de buitenwereld). Andersom, als iemand niet normaal beweegt, zal zijn waarneming ook anders zijn. Er is dus altijd een onderlinge samenhang en beïnvloeding. Bij basale stimulatie draait niet alles om het aanbieden van prikkels. Er wordt ook vooral contact gelegd op elementair niveau. Dit wil zeggen dat ook zonder speciale mogelijkheden zoals oogcontact, spraak en tekens gecommuniceerd kan worden. Vooral het lichamelijk contact biedt veel mogelijkheden. Er worden niet enkel specifieke activiteiten aangeboden, maar vooral ook mogelijkheden om met de cliënten om te gaan in het dagelijkse leven. Bijvoorbeeld in een maaltijdsituatie of verzorging en aan- en uitkleden, verplaatsen en wandelen. Veel van de doelen en uitgangspunten die beschreven worden bij basale stimulatie kan men ook terugvinden bij belevingstheater. Men vertrekt vanuit een goede basishouding die men als begeleider tijdens belevingstheater ook zou moeten aannemen. Het toepassen van de manier van handelen, begeleiden zoals men ziet bij basale stimulatie is ook van belang bij belevingstheater. Ook bij belevingstheater wordt gebruik gemaakt van een lichaamsgebonden benadering waarmee men een beleving, ervaring en ontwikkeling wil opwekken bij de cliënt. In tegenstelling tot basale stimulatie, waarbij de methodiek vertrekt vanuit de behoeften van de mens, zullen de prikkels bij het belevingstheater aansluiten en indien nodig aangepast worden aan de belevingswereld van het betreffende kind. Belevingstheater baseert zich deels op basale stimulatie. Maar anderzijds kan ook belevingstheater een goede aanvulling zijn voor basale stimulatie. Het kan een middel zijn om tot basale stimulatie te komen.
Snoezelen Snoezelen is een woord uitgevonden door Hulsegge en Verheul. Het is een samentrekking van snuffelen en doezelen. Snuffelen: Een eerder actief gebeuren met verkennend karakter. Vooral gericht op basale zintuiglijke waarnemingen als beleving van licht, geluid, geur, smaak en alles wat voelbaar is. De cliënt gaat onderzoeken en exploreren. Doezelen: Een meer passief gebeuren. Een gevoel van rust en ontspanning ervaren. De uitleg bij deze 2 woorden geeft al goed weer waar snoezelen nu juist om draait en wat men wil bereiken. Snoezelen vindt steeds plaats in een sfeervolle omgeving (snoezelruimte of snoezeltuin) die veiligheid uitstraalt en niet bedreigend is voor de cliënt. Tijdens het snoezelen is primaire activering een activiteit die uitgevoerd wordt en waarbij men met behulp van allerlei materialen en hulpmiddelen beroep doet op de vijf zintuigen: horen, zien, voelen, ruiken en proeven. Afhankelijk van de cliënt wordt primaire activering gebruikt ter ontspanning of juist ter activatie. www.ikweethet.be
-
[email protected]
ikweethet.be
www.
Bij het snoezelen wordt gezocht naar een toegang tot de zorgbehoevende mens die in zijn eigen belevingswereld leeft. Men wil komen tot communicatie met deze persoon. Dit probeert men te doen door ruimte te laten voor de cliënt om te reageren op de prikkels die gestructureerd en selectief aangeboden worden. In dit alles is de vrije keuze van de cliënt essentieel. Men mag geen dingen aandringen die de cliënt niet wil. Hij moet vreugde beleven aan de ervaringen die worden aangeboden. Bij alle doelgroepen waarbij snoezelen als ondersteunings- en begeleidingsmethode wordt gebruikt, kan er gesproken worden van een beperking van het denkvermogen. Hierdoor wordt de leefwereld ongestructureerd beleefd (teveel of tekort aan prikkels). De omgeving wordt als chaotisch en bedreigend ervaren. Deze beleving kan storend gedrag en angst uitlokken. Door de prikkels in de omgeving gestructureerd en selectief aan te bieden zal er een communicatie ontstaan die niet gebaseerd is op angst, maar op een gevoel van controle. (VAN DEN ABBEELE, 2003)
Verband tussen snoezelen en belevingstheater Snoezelen kan beschouwd worden als een middel om basale stimulatie waar te maken, net als belevingstheater. Men wil via snoezelen net als bij basale stimulatie komen tot goede contactmogelijkheden met de cliënt. Snoezelen vergroot de kans hierop wanneer het ook onderdeel is tijdens basale stimulatie. Belevingstheater leunt sterk aan bij snoezelen. Ook in deze methode worden de zintuigen geprikkeld om op die manier te komen tot beter contact met de cliënt of tot het vergroten van de belevingswereld van die cliënt. Snoezelen is net als belevingstheater een activiteit die niet langer dan 30 minuten duurt. Vaak wordt de vraag gesteld of belevingstheater dan niet hetzelfde is als snoezelen. Toch zijn er duidelijke verschillen merkbaar in deze 2 methodes. Bijvoorbeeld: bij snoezelen is een 11 benadering een belangrijke voorwaarde. Belevingstheater gebeurt in groep waardoor een 1-1 benadering niet altijd mogelijk of nodig is. Snoezelen gebeurt altijd in een sfeervol ingerichte snoezelruimte waar zintuiglijke prikkels meer willekeurig aangeboden worden. Belevingstheater biedt de prikkels aan in een verhaalvorm en in een decor aangepast aan dat verhaal.
De zintuigen Om goed te weten wat er om ons heen gebeurt, hebben we 5 zintuigen gekregen. Horen, zien, voelen, ruiken en smaken. Deze zintuigen zorgen ervoor dat de beleving van de wereld rondom ons vollediger wordt. We ontvangen door deze zintuigen een massa aan informatie over de buitenwereld. Een uitvallen of stoornis in 1 of meer van deze zintuigen kan al snel voor problemen zorgen. Dit kan op gebied van communicatie, waarnemen en/of beleven. Andere zintuigen worden dan meestal meer aangesproken om het verlies te compenseren. Het is dan ook belangrijk om personen met een stoornis of uitval van 1 of meer zintuigen, te benaderen op een gerichte wijze die zinvol is voor hen. Ook bij hen is het belangrijk te streven naar een zo optimaal mogelijke beleving. Spijtig genoeg komt het heel vaak voor dat men bepaalde problemen in de zintuigen van personen met een dementieel proces niet opmerkt.
Doelgroepen Dit zijn mensen die altijd lichamelijke nabijheid nodig hebben, om andere mensen te kunnen waarnemen. Het zijn mensen die andere mensen nodig hebben die hen verstaan, ook zonder woorden, en die zich kunnen instellen op hun lichaamstaal, hun ademen, transpireren, op het knipperen van hun ogen,... Het zijn zeker mensen die andere mensen nodig hebben, die voor hen de wereld en zichzelf op een begrijpelijke wijze naderbij brengen. Het zijn mensen die ons, andere mensen nodig hebben om beweging en verplaatsing te kunnen ervaren. En het zijn mensen die andere mensen nodig hebben, die betrouwbaar en vakkundig verzorgen en begeleiden. (FRÖHLICH, 2001) Deze personen bevinden zich in de lichaamsgebonden of associatieve ervaringsfase.
www.ikweethet.be
-
[email protected]
ikweethet.be
www.
• Lichaamsgebonden ervaringsfase: herkennen van alleen directe, zintuiglijke prikkels. Eten, drinken, voelen, horen, ruiken, zien geven prettige of onprettige gevoelens. Verder doet deze persoon daar niets mee. • Associatieve ervaringsfase: de persoon heeft het vermogen banden te leggen tussen dingen en gebeurtenissen. Leert in deze fase terugkerende handelingen zoals bed, bad, tanden poetsen. (TIMMERS-HUIGENS, 2005) De belevingsgroep voorbereiden op het belevingstheater is niet nodig. Het is de bedoeling dat het spontaan gebeurt. Maar omdat er nu gewerkt wordt met een doegroep waarin personen met verstandelijke beperking het belevingstheater gaan uitvoeren is het toch belangrijk om op de hoogte te zijn van de reacties en gewoontes van de personen in de belevingsgroep. Op die manier kan men de doegroep op een zo goed mogelijke wijze voorbereiden. Het is niet mogelijk om op voorhand te bepalen hoe het belevingstheater zal verlopen en wat de reacties van de belevingsgroep op dat moment zullen zijn, maar de doegroep een beeld geven van hoe de personen in de belevingsgroep zijn, kan soms al helpen.
Het verhaal Het belevingstheater is een speciale manier van theater waarin de persoon met een ernstige beperking benaderd wordt door de begeleider die hem dan een aantal prikkels aanbied om zijn belevingswereld te ontdekken, verkennen en te vergroten. Dit wordt gedaan aan de hand van een verhaal waarin verschillende prikkels worden samengezet.
Verhaalvorm Het verhaal dat werd opgesteld voor dit belevingstheater is in de vorm van vertelpantomime. Dit is een methode waarin de begeleider een verhaal verteld en de cliënten dit verhaal tegelijkertijd uitvoeren. Er zijn ook andere manieren om een belevingstheater uit te voeren, maar deze methode was voor dit eindwerk de beste keuze. Er kan ook gebruik worden gemaakt van poppen en voorwerpen. Dit is belevingstheater in de vorm van figurentheater. Het verhaal wordt dan volledig door poppen gespeeld. Rustig eindigen. Wanneer het belevingstheater is afgelopen, is het belangrijk om niet meteen de lichten aan te doen en iedereen te laten opstaan. Het is heel onaangenaam en het kan iemand doen schrikken. Geef iedereen de tijd om rustig ‘wakker’ te worden.
Zintuiglijke prikkels Tijdens het belevingstheater krijgt de cliënt de kans om zijn belevingswereld te ontdekken, verkennen en vergroten. Dit gebeurt aan de hand van zintuiglijke prikkels. De cliënt krijgt een aantal prikkels aangeboden. Deze kunnen zowel aanzetten tot experimenteren en verkennen als tot rusten en genieten, gewoon alles even vergeten en aan niets denken. Dit hangt van cliënt tot cliënt af. De verschillende prikkels die aangeboden worden kan men onderverdelen in de 4 elementen, maar ook per zintuig. Sommige prikkels kan men bij verschillende zintuigen indelen. Niet bij elk element werd elk zintuig aangesproken. Het belevingstheater mag gemiddeld 45 minuten duren en een overaanbod aan prikkels is niet altijd goed. Ook moest het mogelijk zijn voor de doegroep om de verschillende prikkels toe te dienen. Het aanbod werd dus ook aangepast aan hun mogelijkheden. Sommige prikkels worden door de begeleider uitgevoerd. Het zintuig smaak werd tijdens dit verhaal niet geprikkeld.
www.ikweethet.be
-
[email protected]
ikweethet.be
www.
Indeling De prikkels worden ingedeeld per element en per zintuig. Element water Visueel
Auditief
Tactiel
Geur
Regengordijn Oliefles Beker met water Regengordijn Oliefles Oceandrum Achtergrondmuziek Stem Regengordijn Waterdruppels Regengordijn Element aarde Visueel Auditief Tactiel Geur Zand Gras Doek Stem Zand Gras Doek Zand Gras Element lucht Bellenblaas Windwaaier Lichtjes Achtergrondmuziek Stem Bellenblaas Windwaaier Bellenblaas Element vuur Vuurgordijn Rode lichtjes Vuurgordijn Stem Vuurgordijn Kersenpitkussen Hotpack Zintuiglijke prikkels Regengordijn Voor het regengordijn werd er gebruik gemaakt van een deurgordijn. Deze bestaat uit een aantal slierten waaraan kleine plastic schijfjes zijn bevestigd. Deze hebben een blauw, zilverachtige kleur. Wanneer het regengordijn in het licht wordt gehouden en wanneer ermee bewogen wordt, krijgt men allerlei lichteffecten. Dit is het visuele aspect. De schijfjes botsen tegen elkaar aan. Het geluid dat daaruit voortkomt is zoals het geluid van regen. Dat geeft een auditieve prikkel. Men kan het gordijn ook aanraken (actief) of het laten voelen (passief) waardoor men een tactiele prikkel aanbiedt. Geur kan op het gordijn worden aangebracht. Deze geur kan best in het verlengde liggen van het element dat men aanbiedt (water). Tijdens het belevingstheater wordt deze prikkel aangeboden door de verteller van het verhaal of een andere begeleider. Voor deze prikkel moet men rechtstaan en rondgaan. Wanneer de cliënten van de doegroep dit moeten doen, is er teveel chaos. Dat kan onrust veroorzaken.
www.ikweethet.be
-
[email protected]
ikweethet.be
www.
Beker met water Elke cliënt krijgt een beker gevuld met lauw water. Het is belangrijk om te letten op een goede temperatuur. De beker zelf heeft bij voorkeur een blauwe kleur, maar als men dit niet vindt, is een andere felle kleur goed. Dit water moet regen voorstellen. Daarom moeten de cliënten van de doegroep hun vingers in het water stoppen en een beetje op de handen en armen van de cliënten van de doegroep laten vallen. Dit zorgt voor een tactiele prikkel. De beker met water in geeft ook een visuele prikkel. Oliefles Dit is een fles gevuld met water en olie. Als men ermee beweegt, dan ontstaan er belletjes. Dit kan gemakkelijk zelf gemaakt worden. Bij voorkeur wordt een gekleurde fles gebruikt. Dat geeft een mooi effect. Voor iedere cliënt wordt een fles gemaakt. De voornaamste prikkel is visueel. Maar doordat men het water in de fles kan horen bewegen, wordt het ook een auditieve prikkel. Oceandrum De oceandrum is een platte trommel met daarin allemaal ijzeren bolletjes. Wanneer met de trommel bewogen wordt, bewegen de bolletjes en zo wordt het geluid van de oceaan nagemaakt. Hoe het geluid klinkt wordt beïnvloed door de manier waarop men de oceandrum beweegt. De oceandrum zorgt vooral voor auditieve prikkels. Maar men kan ook tactiele prikkels aanbieden met dit instrument. Dit kan men doen door de oceandrum op bijvoorbeeld de buik of de schoot van de cliënt te zetten en er dan zachtjes mee te bewegen. Dat veroorzaakt trillingen. Men kan een oceandrum aankopen, maar het is ook mogelijk om er zelf één te maken (zie bijlage). Tijdens dit belevingstheater wordt de oceandrum door de verteller of een andere begeleider bediend. Er was reeds een oceandrum aanwezig in het dagcentrum. Daarom werd deze gebruikt. Men moet erop letten dat wanneer men hard met de oceandrum beweegt, deze ook een hard geluid maakt. Achtergrondmuziek De sfeer van muziek kan een bewustzijn voor de omgeving openbreken zodat de weg openstaat voor het opdoen van allerlei zintuiglijke belevingen. Muziek roept emoties op die de mens in staat stellen om plezier, verdriet, of andere gevoelens te ondergaan. Muziek maakt ons meer alerter en meer persoons- en omgevingsgericht. Muziek in belevingsprojecten zorgt dus voor een extra dimensie in het waarnemen en verwerken van een belevingsactiviteit tot een diepere beleving (patrick meuldijk). Tijdens het belevingstheater wordt muziek opgezet op de achtergrond. Dit is bij voorkeur rustige, ontspannende muziek, die in het thema past dat wordt aangeboden. Deze mag niet te hard staan, en mag niet teveel op de voorgrond komen. De muziek wordt als eerste opgezet wanneer het belevingstheater begint en dit is ook het laatste wanneer het belevingstheater gedaan is. Het is belangrijk om de muziek eerst al een tijd op de zetten en dan te beginnen. Het is een goede manier om rust te brengen en de cliënten open te stellen voor beleven. Op het einde moet de muziek nog even blijven opstaan om zo een aangenaam einde te voorzien voor de cliënten. Zand Elke cliënt krijgt een bakje met zand. Dit mogen ze laten voelen aan de cliënten van de belevingsgroep. Het gaat vooral om het tactiele aspect, maar men kan ook visuele prikkels aanbieden door het zand te laten en zien en men kan het zand ook laten ruiken. Ook nu is het belangrijk om, net als bij de beker met water, een bakje te voorzien met een felle kleur. Dat op zich is ook al een visuele prikkel en kan er bij bijvoorbeeld slechtziendheid voor zorgen dat men het toch nog een beetje ziet. Gras Elke cliënt krijgt een bakje met gras. Gras kan gebruikt worden als tactiele prikkel door deze te laten voelen aan de cliënten van de belevingsgroep. Gras kan men ook laten ruiken aan de cliënten. Het kan eveneens aangeboden worden als visuele prikkel wanneer men het laat zien.
www.ikweethet.be
-
[email protected]
ikweethet.be
www.
Doeken Deze stellen in het verhaal blaadjes voor die uit een boom vallen. De doeken zijn zachte doeken met een vierkante vorm. Er zijn verschillende kleuren van doeken, maar allemaal felle kleuren. De cliënten van de doegroep krijgen de kans om zelf een doek te kiezen die ze mooi vinden. De cliënten van de doegroep zullen de doeken met felle kleuren ook sneller opmerken. De belangrijkste prikkel die aangeboden wordt met de doeken is een tactiele prikkel. Maar ook de visuele prikkel is belangrijk. De doek komt naar beneden gevallen. Bellenblaas Voor elke cliënt van de doegroep is er een flesje bellenblaas. Daarmee worden tijdens het belevingstheater bellen geblazen. Het is belangrijk om op voorhand goed af te spreken dat de bellen niet in het gezicht van de cliënten van de belevingsgroep mogen vliegen, maar wel in hun gezichtsveld. Ook mogen bellen op de handen van de cliënten vallen zodat deze ze voelen uit elkaar springen. Bellenblaas dient vooral om visuele prikkels aan te bieden. De bellen blinken en veranderen van kleur. Wanneer ze stuk springen op de huid, dan kan men dat ook voelen. Bellenblaas heeft ook een geur. Deze kan men goed ruiken wanneer een bel stukgaat of wanneer een bel dichtbij is. Windwaaier Een windwaaier kan men zelf maken met dik gekleurd papier. Dat vouwt men zo tot men een windwaaier krijgt. Daarna kan deze aan 1 kant vastgemaakt worden zodat men de windwaaier kan vasthouden. Wind is iets dat men voelt. Het is een tactiele prikkel. Maar door de windwaaiers zelf een felle kleur te geven, kan ook een visuele prikkel bekomen worden. Het is belangrijk om de windwaaier op de juiste manier vast te houden om zo wind te maken. De windwaaier wordt best horizontaal vastgehouden. De wind kan zowel in het gezicht geblazen worden als op de armen, handen, benen,... Lichtjes Dit is kerstverlichting. Het maakt eigenlijk deel uit van het decor, maar kan ook in het verhaal betrokken worden. De lichtjes worden rond de 2 doelgroepen gelegd. De lichtjes roepen een gezellige sfeer op. Ze zorgen voor leuke lichteffecten bij bijvoorbeeld het regengordijn, maar het kan ook worden gebruikt om sterren uit te beelden. Er zijn ook rode lichtjes in de vorm van vlinders. Deze geven een rode schijn en beelden het vuur uit. Ook deze lichten kunnen leuke effecten geven bij bijvoorbeeld het regengordijn, maar ze kunnen ook gebruikt worden om vuurvliegjes uit te beelden. De lichtjes blijven tijdens het verhaal liggen en de cliënten mogen ermee experimenteren en ernaar kijken als ze dat graag doen. Vuurgordijn Dit is net als het regengordijn een deurgordijn. Het bestaat eveneens uit verschillende slierten met daaraan plastic ronden in de kleuren rood, oranje en geel. Deze kleuren komen overeen met de kleur van vuur. Wanneer het gordijn in het licht wordt gehouden, kunnen ook allerlei lichteffecten optreden. Dit zorgt vooral voor de visuele prikkels. De cliënten kunnen het gordijn ook aanraken (actief) en men kan het gordijn ook laten voelen een hen (passief). Een auditieve prikkel wordt gegeven wanneer de slierten van het gordijn tegen elkaar komen. Kersenpitkussen / Hotpack Deze worden gebruikt om warmte te laten voelen aan de cliënten van de belevingsgroep. Iedere cliënt van de doegroep heeft er één. Wanneer het kersenpitkussen of hotpack wordt warm gemaakt, is het belangrijk erop te letten dat het niet te warm is. Het moet aangenaam zijn om vast te houden en om te voelen. Het is aan te raden om in het begin een handdoek er rond te doen. Er wordt een tactiele prikkel gegeven. Men laat warmte voelen aan de cliënten. De stem Tijdens het verhaal wordt ook de stem als auditieve prikkel gebruikt. Deze vertelt het verhaal en is daarom heel belangrijk. Wanneer het verhaal wordt voorgelezen, is het belangrijk dit te doen op een rustige, aangename manier. Maar toch ook luid en duidelijk genoeg zodat iedereen het verstaat. De persoon die het verhaal vertelt, heeft een grote invloed op hoe het belevingstheater verloopt, en hoe de cliënten erop reageren.
www.ikweethet.be
-
[email protected]
ikweethet.be
www.
Belangrijke aandachtspunten Geuren laatst. Wanneer men wil werken met bijvoorbeeld geurkaarsen en oliën, dan is het belangrijk om hiermee te wachten tot op het laatste. Geuren zijn niet voor alle cliënten even aangenaam. Ze kunnen heel sterk overkomen. Soms brengt een bepaalde geur ook bepaalde gevoelens of herinneringen met zich mee. De geuren blijven vaak ook lang hangen, wanneer dan duidelijk wordt dat een cliënt de geur niet goed verdraagt, kan men het belevingstheater afronden. Felle kleuren zorgen ervoor dat de cliënten visueel beter geprikkeld worden. De kleuren vallen op en trekken de aandacht. Ook voor cliënten die eventueel minder goed zien, komen felle kleuren ook altijd beter uit. De kans is groter dat ze die kleuren beter zien dan lichte kleuren of zwart. De prikkels moeten niet te extreem worden aangeboden. Geef geen onderaanbod aan prikkels. Wanneer men te weinig prikkels aanbiedt, gaat de aandacht ook sneller afdwalen. De prikkels moeten lichaamsnabij aangeboden worden. Zorg ervoor dat de materialen die gebruikt worden en de handelingen die ermee gedaan Het decor speelt een belangrijke rol in het geheel van het belevingstheater. De inkleding van de ruimte zorgt voor een bepaalde sfeer. Wanneer de cliënten in de ruimte komen, moeten ze een aangenaam gevoel krijgen vanwege de sfeer die er hangt. Dit heeft zijn gevolgen voor het verloop van het belevingstheater
ikweethet.be
www.
Vormingen en voordrachten… vanuit de praktische noden op de werkvloer! We bieden opleidingen aan voor de non profit, maar steeds vanuit een wisselende, eigentijdse invalshoek.
WERKEN MET ZORGKUNDIGEN WONDZORG EHBO IN DE GERIATRIE DEMENTIE en een DEMENTIE VERVOLGOPLEIDING OMGAAN MET LASTIG GEDRAG bij bewoners OMGAAN MET LASTIG GEDRAG bij dementerenden FIXATIEBELEID WERKEN MET LEEFGROEPEN HEF- EN TILTECHNIEKEN BELEVINGSGERICHT WERKEN BELEVINGSTHEATER WERKEN MET ZORGKUNDIGEN BEHEERSEN VAN INFECTIES OUD WORDEN EN SEXUALITEIT THUIS BLIJVEN ... vaak kan het! …en zal het in de toekomst moeten! KENNISMAKING MET RUSTHUIS aanrader voor werknemers die geen zorgopleiding genoten (logistiek, poetsdiensten,…) www.ikweethet.be
-
[email protected]
ikweethet.be
www.
Iedereen mag op z’n kop gaan staan… Ik blijf zolang mogelijk thuis!
www.ikblijfthuis.be Voor de zorg, continentie, verplaatsing, Comfort, Vergrootglazen, bedbeschermers, Relaxzetels, Kleding, Electronica, Etensbegeleiders, Reminders, Anti decubitus materiaal, GSP tracering bij weglopen, Medicatiealarmen, Adaptieve kleding, Telefoon of GSM met grote toetsen, Bijvoedingen, Aangepaste baden, Klokken en horloge, Glijders voor in/uit de auto te geraken, Rolstoelen, rollator, Pillendoosjes, Heup/val beschermers, Dementieboeken, Dementie, Til en Badliften, pictogrammen, Lig- en zitcomfort, Zeeploos wasgerief, Detectoren bij vallen, Camera die beweging registreert .. of net geen beweging, Internet communicatie ter observatie over afstanden, WC verhogers, Inloopdouche, leesloepen, TV SCHERM vergroters, anti overkookplaat, Bloeddrukmeters, drempeloverbrugging, sliplift, medicatiepletters, aangepast bestek, verplaatsingsmaterialen, communicatie toestellen via GPS/GSM en Internet, BEWEGINGSdetectieplaten in huis, VALbewegingsmelder, camera-observatie in verschillende kamers, Enz... Voor kleding bad trap verplaatsingsmiddelen = advies aan huis !!!
[email protected] Tel:+32 (0) 3 66 999 60
www.ikblijfthuis.be
LITERATUURLIJST Gielsbos. (2006). Leidraad van aandachtspunten bij het werken vanuit een basale houding. Onuitgegeven nota’s voor een bijscholing over basale stimulatie, Gielsbos. Van den abbeele, H. (2003). Snoezelhandleiding. Onuitgegeven handleiding, Hogeschool Gent. Fröhlich, A. (2001). Video-lezing ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van het VSBS. Hogg, J., Cavet, J., Lambe, L., Smeddle, M. (2001). The use of 'Snoezelen' as multisensory stimulation with people with intellectual disabilities: a review of the research. Koedoot, P., Peeters, J. (2002). Evaluatie van de leergang: Dagbesteding voor mensen met een zeer ernstig verstandelijke beperking. Meuldijk, P. (2002). Beleven, een oergevoel! http://www.dotbelevingstheater.nlOrthopedagogisch centrum Clara Fey. (2007).
www.ikweethet.be
-
[email protected]
ikweethet.be
www. Verhaal: De 4 elementen
Er wordt rustige muziek opgezet en de cliënten mogen plaatsnemen op het eiland. Hier wordt de tijd voor genomen zodat iedereen kan uitzoeken welke houding hij aangenaam vindt. Het is Lente. Ik lig op mijn rug in het gras en ik kijk naar de hemel. Onder mijn handen voel ik het gras. Het kietelt een beetje, maar toch voelt het fijn (gras laten voelen). Ik beweeg mijn handen heen en weer en zo voel ik het gras bewegen (gras heen en weer bewegen). Ik word heel rustig en ik luister naar alle geluiden (achtergrondmuziek). De wind begint zachtjes te waaien, lekker zacht op mijn gezicht (met de windwaaier zachtjes wind in het gezicht waaien). Ik kijk naar de wolken die rustig verder bewegen en ik geniet ervan. Plots voel ik op mijn handen één voor één druppeltjes vallen (water op de hand laten druppelen). Het regent een beetje, maar dat vind ik niet erg. Ik voel die druppels wel graag, ook al is het nat (oceandrum op de achtergrond). Ik blijf nog maar even genieten en ik lach! Mmmm... wat is dit fijn. De regen valt steeds harder en harder ik schuil lekker warm in mijn huis. Ik kijk naar buiten en ik luister naar al de geluiden van de regen. Wat mooi! (regengordijn laten kijken en horen). Ik kijk naar de mooie kleuren van de regen. De druppeltjes blinken en glanzen, de zon speelt er stilletjes mee. Ik word heel rustig. Ik nestel mezelf in de grote, zachte zetel. Ik lig lekker in de kussens en rust eens heel goed uit. Ik luister naar mijn eigen adem en ik ontspan. Ik adem een keer diep in en een keer diep uit. Haaaa.... helemaal rustig. Ik kijk naar de lucht en wat zie ik daar? Duizend mooie bellen! (bellenblaas). Kijk eens hoe mooi! Ze blinken en ze veranderen van kleur. Soms springen ze stuk, ik voel het op mijn armen (bellen op de armen blazen). Hier kan ik uren van genieten. Ik wil alleen nog maar kijken... Buiten wordt het warmer, het wordt zomer. Het is een hele mooie zomerdag en ik zit gezellig aan een beekje in het gras. De zon schijnt op mijn gezicht en dit voelt lekker warm aan. Er waait een zachte wind in mijn gezicht (windwaaier). Ik sluit mijn ogen en ik geniet ervan. De wind waait over mijn armen en over mijn handen. Het is heel zacht. De wind waait over mijn benen en over mijn buik. Boven uit een boom valt een blaadje zachtjes naar beneden (doek zachtjes naar beneden laten komen op de arm). Het valt zachtjes op mijn arm. De wind speelt er een beetje mee en wiegt het blaadje zachtjes heen en weer (doek heen en weer bewegen). Het blaadje valt stilletjes van mijn arm (doek over de arm leggen en er zachtjes aftrekken). Ik word rustig wakker. Ondertussen is het donker geworden en schijnt de zon niet meer. Ik kijk naar het water en merk daar de mooiste bubbels op die ik ooit gezien heb (oliefles heen en weer bewegen). Ik lig op mijn buik en ik blijf nog even kijken. De bellen bewegen voor mijn ogen. Ik draai me op mijn rug en kijk omhoog naar de hemel. Allemaal sterren fonkelen daar (kerstlichtjes laten kijken). Duizenden sterren, hoog in de lucht. Ik kan het niet beschrijven hoe mooi het is. Het wordt een beetje kouder. Ik warm mijn handen bij het vuur (hotpack / kersenpitkussen laten voel aan de handen). Ik voel de warmte over heel mijn lichaam (hotpack/ kersenpitkussen laten voelen over heel het lichaam). Die warme gloed, ik wordt er kalm van. Ik kijk in de vlammen en merk op hoe mooi ze door elkaar bewegen. Al de kleuren, lichten, vormen, door elkaar (vuurgordijn laten kijken). Ik sluit mijn ogen en ik slaap. Ik slaap en ik begin te dromen. Je weet wel, van die mooie dromen. Ik hou ervan, ik vind ze leuk. Ik loop op het strand, heel rustig, met mijn voeten in het zand (zand laten voelen). Je neemt mijn hand vast, en zo wandelen we samen (hand vastnemen). Dit gevoel wil ik voor altijd bij me houden. We gaan samen zitten in het zand. Mijn handen en voeten woelen er zachtjes doorheen (zand laten voelen). Ik voel zand tussen mijn vingers en dat kriebelt een beetje, maar toch vind ik het fijn. De wind waait het zand zachtjes op en neer en het valt terug op mijn hand. Daarna legt de wind zich neer. Wind, water, vuur en aarde. Dat maakt de wereld mooi. Dat maakt het leuk om hier te leven. Dat maakt het fijn om te bewegen. Om alles te voelen, zien, horen en te ruiken. Was ik maar altijd zo in de natuur. De muziek blijft nog even opstaan en de lichten blijven nog even uit. De cliënten krijgen de kans om rustig ‘wakker’ te worden en terug recht te staan wanneer ze daar zin voor hebben.
www.ikweethet.be
-
[email protected]
ikweethet.be
www. Voorbeeldverhalen bij lichtere vormen van dementie: Winterslaap:
Jan beer ligt te slapen. Hij houdt zijn winterslaap. Dan wordt hij wakker, hij doet zijn ogen open en begint te gapen. Hij rekt zich uit. Daarna staat hij op. "Papa, papa….. Wakker worden de winter is voorbij, het is nu weer zomer, we kunnen nu weer lekker buiten spelen, " zegt Jan beer. "Mmhhh, watte," zegt papa beer, "het is helemaal geen zomer, het is nog steeds winter, ga slapen!!!" "Ohhhh", zegt Jan beer, en hij gaat slapen. Een paar minuten later wordt Gert-Jan beer weer wakker. "Papa, Papa…… Wakker worden het is nu toch eindelijk zomer, papa, papa wakker worden!!!!!" "Ohhhhhh…. Het is helemaal geen zomer het is winter, ga nu toch eindelijk slapen!!!!" "Papa…. Ik kan niet meer slapen", zegt Jan beer. "Jij bent mij er toch ook eentje", zegt papa beer. "Kom dan gaan we een wandelingetje maken" Samen lopen ze in het bos. Ze lopen heel stil, want veel dieren houden nu hun winterslaap. Die willen ze natuurlijk niet wakker maken. "Nou Jan, ik denk dat het nu wel tijd is voor een berengymnastiek, daar word jij vast wel moe van", zegt papa beer. Papa beer doet de bewegingen voor en Jan beer doet ze na. " Kijk papa er vallen gekke witte dingen uit de lucht", zegt Jan beer. "Ze voelen een beetje koud aan, dat vind ik helemaal niet prettig." "Kom, dan gaan we wel weer terug naar ons holletje", zegt papa beer. De beren lopen terug naar hun holletje. Sssttt. Als je heel goed luistert, kun je ze misschien zelfs horen snurken.
De wind:
De wind, de wind, die waait die waait, Al mijn haren door elkaar ! Over mijn gezicht en langst mijn armen, over mijn buik, mijn benen, klaar ! Ik voel de wind langst alle kanten, oh, wat is dat toch zo fijn. Het liefst van alles zou ik altijd Hier in die heerlijke wind willen zijn. Het muisje: Er was eens een heel klein muisje Dat woonde in een heel groot huisje. Het at en at de hele dag, kaasjes tot hij er genoeg van had. Lachen en tieren deed hij vaak Hij lachte en lachte er maar op raak. Ook zingen kon hij overal. Wat was hij toch een zot geval. Dansen deed hij ook heel graag, eerst heel snel en dan weer traag. Ja, die hele kleine muis, in dat hele grote huis, had plezier de hele dag en ging door het leven met een lach. www.ikweethet.be
-
[email protected]