Beleidsplan Stichting Koken met Logica. Versie 0.2

Beleidsplan Stichting Koken met Logica 2013 Versie 0.2

Inhoudsopgave 1 Inleiding ................................................................................................................................................ 3 2 Ontstaansgeschiedenis en maatschappelijke achtergrond ..................................................... 4 2.1 Het ontstaan van Koken met Logica ....................................................................................... 4 2.2 Maatschappelijke trends en achtergronden ........................................................................ 4 2.2.1 Maatschappelijke participatie .......................................................................................... 4 2.2.2 Ontwikkelingen in het zorgdomein ................................................................................ 5 3 Koken met Logica ............................................................................................................................... 7 3.1 De doelgroep van Koken met Logica ..................................................................................... 7 3.2 De methode van Koken met Logica ........................................................................................ 8 4 Het beleid van de Stichting Koken met Logica............................................................................ 9 4.1 Algemene uitgangspunten van beleid ................................................................................... 9 4.1.1 Doelstelling van de stichting ........................................................................................... 9 4.1.2 Algemene beleidsuitgangspunten .................................................................................. 9 4.2 Activiteiten .................................................................................................................................10 4.3 Financieel beleid ......................................................................................................................11 4.3.1 Huidig financieel kader ...................................................................................................11 4.3.2 Fondsenwerving ................................................................................................................11 4.3.3 Overheadkosten ................................................................................................................11 4.3.4 Kosten in verband met activiteiten ..............................................................................11 4.3.5 Verantwoording .................................................................................................................12 4.4 Communicatiebeleid ................................................................................................................12 5 Bronnen ..............................................................................................................................................13

Beleidsplan Stichting Koken met Logica 2013 versie 0.2

Pagina 2 van 13

1 Inleiding Voor u ligt het eerste beleidsplan van de Stichting Koken met Logica. Omdat het een eerste versie betreft is de nodige aandacht besteed aan de ontstaansgeschiedenis en maatschappelijke achtergronden, zodat de doelstelling van de stichting geplaatst kan worden in de maatschappelijke context waarin zij bedoeld is. Naast de bovengenoemde ontstaansgeschiedenis gaat dit beleidsplan in op de algemene uitgangspunten van beleid van de stichting, de activiteiten van de stichting en haar financieel beleid. Koken met Logica is voortdurend in beweging en doet haar best te luisteren naar de geluiden vanuit de doelgroep en de maatschappij, om zo haar dienstverlening verder te kunnen verbeteren. Stichting Koken met Logica Nuenenseweg 34 5667 BH GELDROP [email protected] @kokenmetlogica.nl kokenmetlogica


Pagina 3 van 13

2 Ontstaansgeschiedenis en maatschappelijke achtergrond 2.1 Het ontstaan van Koken met Logica Koken met Logica is ontstaan vanuit de praktijk van de ambulante begeleiding van Bekx Begeleiding & Advies (BB&A). In de begeleiding van de doelgroep, mensen met een vorm van Autisme Spectrum Stoornis (ASS), kwamen steeds vaker vragen naar boven die te maken hadden met de verzelfstandiging van (jong) volwassenen in algemene zin, en met betrekking tot het voorzien in de eigen maaltijd in het bijzonder. Zie verder § 3.1 voor de specifieke eigenschappen en moeilijkheden van deze doelgroep. Na onderzoek in de markt kwam BB&A samen met haar cliënten tot de conclusie, dat geen van de methodes die vrij op de markt verkrijgbaar waren voldeden. Deze conclusie heeft geleid tot de start van een traject, waarin – samen met de doelgroep – een methode is ontwikkeld die voor deze doelgroep wel goed bruikbaar bleek. Tijdens de ontwikkeling was het samenstellen van de methode nog vooral gericht op de cliëntengroep van BB&A, maar inmiddels heeft deze ontwikkeling geleid tot een methode die generiek inzetbaar is binnen de doelgroep. De hoofdgedachte achter de oprichting van de Stichting Koken met Logica is dan ook om de brede doelgroep in staat te kunnen stellen gebruik te maken van het ontwikkelwerk dat in de afgelopen jaren is gedaan.

2.2 Maatschappelijke trends en achtergronden 2.2.1 Maatschappelijke participatie Vanuit de politiek wordt de laatste jaren steeds meer nadruk gelegd op het benutten van het menselijk kapitaal c.q. het vergroten van de maatschappelijke participatie, ook van mensen met een beperking in welke vorm dan ook. Het jongste regeerakkoord onderstreept dit nogmaals nadrukkelijk. De Overheid streeft na al haar burgers – binnen de individuele mogelijkheden – de kans te geven op een zinvolle maatschappelijke bijdrage, waarbij ze ervan uitgaat dat dit ook de hoge kosten die niet-participatie met zich meebrengt terugdringt. Waar deze trend een aantal jaar geleden vooral gericht was op reintegratie in het arbeidsproces, zien we nu steeds meer beweging richting de andere leefdomeinen, waaronder wonen en deelname aan het maatschappelijk verkeer buiten het werk om. Niet alleen het maatschappelijk belang is gediend met een vergroting van de participatie door mensen met een beperking. Velen die onder deze groep vallen hebben ook zelf een grote intrinsieke motivatie om hun deelname aan de maatschappij zinvol in te vullen. Dit geldt zeker voor de doelgroep waarop Koken met Logica zich richt, omdat deze groep voldoende kwaliteiten bezit om aan deze participatie op een goede manier gestalte te geven (zie §3.1). De motivatie van de doelgroep zelf is waarschijnlijk in veel gevallen zelfs een betere voorwaarde voor succes dan de politieke en maatschappelijke druk, zeker waar het het individu betreft.


Pagina 4 van 13

2.2.2 Ontwikkelingen in het zorgdomein Naast participatie in de arbeidsmarkt en op het sociale domein, streeft de overheid ernaar “dat de zelfredzaamheid van de burger maximaal dient te worden gefaciliteerd en gestimuleerd”. De overheid stelt daarbij nadrukkelijk dat zelfredzaamheid en gezondheid in de eerste plaats een verantwoordelijkheid is van de burger zelf en diens netwerk, maar dat – daar waar zorg noodzakelijk is – deze voor iedereen toegankelijk moet zijn. De verandering in het overheid denken is, dat deze zorg dan vooral moet aansluiten bij de behoefte van degene die het betreft, uitgaande van diens mogelijkheden. De overheid wil de zorg dichter bij de burger brengen. Op overheidsniveau wordt daarom gewerkt aan wat zij de “ontschotting van de voorzieningen”1 noemen, hetgeen neerkomt op het samenvoegen van een aantal voorzieningen, zodat de burger bij aanspraak op hulp niet tegen de bureaucratische regels aanloopt die de verschillende voorzieningen nu regeren. Tegelijkertijd staat de sector zorg – zoals vele sectoren – onder druk van de bezuinigingen als gevolg van de crisis. Dit heeft betekend dat, om een aantal redenen – maar vooral vanwege bezuinigingen – is gesneden in de mogelijkheden om een PGB aan te vragen. Steeds meer mensen zijn daardoor aangewezen op zorg in natura. Dit is opvallend, omdat juist het PGB mensen in staat stelt om onder eigen verantwoordelijkheid en regie de – vaak kleinschalige – hulp in te kopen die zij nodig achten. Vrijwel altijd is hier sprake van maatwerk. Dit lijkt naadloos aan te sluiten op de wens van de overheid om de burger meer eigen verantwoordelijkheid te geven en diens zelfredzaamheid maximaal te stimuleren. Zorg in natura wordt over het algemeen geleverd door zorginstellingen. De zorginstelling neemt het budget over dat is toegekend aan de persoon en levert vervolgens – op basis van een zorgplan – de afgesproken zorg. Hoewel dit voor een bepaalde groepen een adequate oplossing is, maakt deze constructie maatwerk in een aantal gevallen moeilijk of zelfs onmogelijk. De persoon die zijn zorg ontvangt van een zorginstelling is immers gebonden aan het aanbod van die specifieke instelling. Instellingen binnen de zorg werken over het algemeen weinig samen als het gaat om het bij elkaar inkopen van aanbod dat men zelf niet in huis heeft. Deels is dit begrijpelijk vanuit de planning van inkomsten versus activiteiten en personeel. Anderzijds bemoeilijkt dit het aansluiten van de hulp bij de behoefte van de burger en leidt tot inefficiënties waar instellingen zelf methodieken ontwikkelen - ten laste van het zorgbudget - die elders (bij andere zorgverleners of instellingen) al ontwikkeld zijn. Naast de ontschotting van de voorzieningen op (decentraal) overheidsniveau, zou er dus grote winst te behalen zijn om ook aan de kant van het aanbod tot een grote mate van ontschotting te komen. De bekostigingssystematiek staat dit vooralsnog goeddeels in de weg, maar ook de cultuur binnen de instellingen (not invented here) laat op dit punt te wensen over. De regering dringt in haar regeerakkoord overigens ook aan op samenwerking tussen instanties in de gezondheidszorg, zij het dat men daar vooral duidt op de cure sector. Een bijzondere ontwikkeling die in de komende drie jaar zijn beslag gaat krijgen is de transitie van AWBZ naar WMO, en daarmee van centrale overheid naar gemeenten. Binnen de gemeente is men op meerdere niveaus aan het uitwerken hoe deze transitie vorm gegeven moet worden. In aansluiting op het overheidsbeleid gaat men ervan uit dat de dagelijkse ondersteuning geboden kan worden vanuit (kleine) wijkteams die generalistisch werken, mits er een achterwacht bestaat van specialistische hulp die naar behoefte kan worden ingeroepen. Ook in dit verband is de gemeente geholpen met een verdere ontschotting aan de kant van het aanbod. 1

Decentralisatiebrief, zie bronvermeldingen.


Pagina 5 van 13

Vanwege de budgettaire taakstelling die de gemeente in deze transitie heeft meegekregen, ligt het niet voor de hand om telkens voor eenzelfde probleem individuele begeleiding in te roepen. Het thematisch en in groepsverband aanpakken van veel voorkomende problematiek – voor zover deze aanpak voldoende aansluit bij de mogelijkheden van het individu - ligt meer in de beleidslijn van de overheid. Veel is echter nog onduidelijk met betrekking tot de precieze invulling van de decentralisatie door de centrale overheid, en daarmee ook voor wat betreft de invulling door de gemeenten.


Pagina 6 van 13

3 Koken met Logica 3.1 De doelgroep van Koken met Logica De doelgroep van Koken met Logica is van oudsher “(jong) volwassenen met een vorm van ASS die minimaal (rand) normaal begaafd zijn”. Het laatste hebben we inmiddels genuanceerd tot “personen die minimaal kunnen lezen, schrijven, meten en wegen”. Er is in de afgelopen jaren – gelukkig – veel aandacht geweest voor ASS, waarbij erkend is dat ASS niet noodzakelijk gekoppeld is aan gebrekkige verstandelijke vermogens. Dit wordt ondersteund door de ervaringen binnen de praktische ambulante dienstverlening, De prevalentie van ASS in de regio Zuid Oost Brabant is met 2,29% significant hoger dan in andere regio’s binnen Nederland2 (Terwijl Eindhoven in 2011 is uitgeroepen tot slimste regio van de wereld3). Hoewel hiermee niet gezegd is dat er op individueel niveau een koppeling bestaat tussen beide feiten, moet worden aangenomen dat in de regio een groot aantal normaal- tot hoogbegaafden met ASS rondlopen, die met de juiste begeleiding zelfstandig door het leven kunnen gaan, een opleiding kunnen afronden (ook op HBO en WO niveau) en werkzaamheden kunnen verrichten die hierbij passen. Dit is ook het algemene beeld dat uit de ambulante begeleiding naar voren komt. De vraag van de doelgroep heeft uiteindelijk tot de methode Koken met Logica geleid, juist omdat de doelgroep zich niet kon vinden in de beschikbare “plaatjesboeken” die veelal voor kinderen of LVG geschreven zijn, terwijl tegelijkertijd het volgen van de standaard receptuur van gewone kookboeken te zeer in conflict kwam met de beperking van ASS. Helaas is het wel zo dat “de juiste begeleiding” vaak moeilijk wordt gevonden en ingevuld, waardoor de maatschappij er niet in slaagt optimaal van dit potentieel gebruik te maken en voor de persoon zelf een situatie ontstaat waarbij hij meer geconfronteerd wordt met zijn beperking, dan dat hij geholpen wordt zij mogelijkheden ten volle te benutten. Praktisch resulteert dit onder andere in werkzaamheden beneden niveau, of dagbesteding, waar dat op basis van verstandelijke vermogens alleen niet nodig zou zijn wanneer men het autisme beter zou begrijpen en begeleiden. Specifieke moeilijkheden van personen met ASS De beperking ASS kenmerkt zich onder andere door de volgende specifieke moeilijkheden: • • • • • • •

Er is een grote behoefte aan voorspelbaarheid in aktiviteiten en omgeving. Men heeft moeite met het houden van overzicht, en verzandt in details, ook multitasken en het verdelen van aandacht is een probleem. Men heeft moeite met plannen en organiseren. Men heeft moeite met het generaliseren van hetgeen in een specifiek geval geleerd is. Men heeft moeite met het afleiden van stappen die in een proces niet specifiek benoemd zijn. Niets wordt als vanzelfsprekend aangenomen of uitgevoerd. Men heeft moeite met het hanteren van niet specifiek omlijnde begrippen (bijv. “een snufje zout”, “even laten doorkoken”, “op smaak brengen met”, etc.) Wordt een bepaalde proces stap niet begrepen of is deze niet hanteerbaar, dan leidt dat ertoe dat de persoon met ASS in het proces vastloopt, in plaats van de stap te interpreteren of zelfs over te slaan. Dit betekent dat het onbegrijpelijk zijn van één stap ervoor kan zorgen dat het eindresultaat niet te bereiken is.

2

Roelfsema et al (2012), zie bronvermeldingen

3

Intelligent Community Forum, USA


Pagina 7 van 13

• • •

De belastbaarheid is over het algemeen beperkt. Het tempo ligt over het algemeen lager. Men heeft (soms) moeite met (fijn)motorische handelingen.

Bij het bovenstaande moet wel een tweetal kanttekeningen worden gemaakt: Ten eerste is ASS erg breed en kent vele gezichten. Hoewel de hierboven genoemde kenmerken op de groep als geheel van toepassing zijn, bestaan er grote individuele verschillen en zal bij begeleiding altijd moeten worden uitgegaan van de moeilijkheden die het individu ervaart. Het is een vergissing om de persoon met ASS a priori te typeren als iemand die voldoet aan alle hierboven genoemde kenmerken. Ten tweede zijn de genoemde kenmerken niet uniek voor ASS. Te denken valt bijvoorbeeld aan personen met een niet aangeboren hersenafwijking (bijvoorbeeld als gevolg van een neurologische aandoening of ongeval). Deze groep vertoont vaak op een aantal kenmerken overeenkomsten met ASS en wordt veelal geconfronteerd met een opnieuw aanleren van bepaalde vaardigheden. Op grond hiervan kunnen dergelijke groepen ook tot de doelgroep van Koken met Logica worden gerekend.

3.2 De methode van Koken met Logica De methode Koken met Logica richt zich op het aanleren van het zelfstandig voorzien in een gezonde maaltijd, waarbij de moeilijkheden die in de vorige paragraaf werden genoemd zo goed mogelijk op voorhand uit de weg geruimd worden. De methode bestaat uit een receptenboek met aangepaste recepten. In de receptuur wordt rekening gehouden met: •

•

•

De organisatie in de keuken: De ingrediënten en benodigdheden zijn nauwkeurig beschreven, er wordt rekening gehouden met hygiëne (bijvoorbeeld door het gebruik van gekleurde snijplanken), multitasking wordt zoveel mogelijk voorkomen. Het proces van het koken: Iedere stap van het proces wordt nauwkeurig beschreven, inclusief maten, gewichten en tijd. Dit geldt ook voor de stappen die door mensen zonder ASS als vanzelfsprekend worden uitgevoerd, zoals het uitzetten van het fornuis of de afzuigkap, het roeren, etc. Zo wordt bijvoorbeeld het recept achter op een Knorr pak, dat uit vijf stappen bestaat, uiteindelijk uitgewerkt tot een proces van 26 stappen. De kwaliteit van de maaltijd: Koken met Logica werkt zoveel mogelijk met verse producten, en kiest haar recepten zowel op basis van uitvoerbaarheid, als op basis van de gezonde maaltijd.

Het receptenboek van Koken met Logica bevat recepten voor de “normale” maaltijd (voorgerecht, hoofdgerecht en nagerecht). Het is geen boek dat pretendeert om het koken op een hoog culinair niveau aan te leren. Een voorbeeld van de in deze paragraaf bedoelde receptuur is online in te zien.4

4

http://www.kokenmetlogica.nl/files/4485/editor/files/chiliconcarne.pdf


Pagina 8 van 13

4 Het beleid van de Stichting Koken met Logica 4.1 Algemene uitgangspunten van beleid 4.1.1 Doelstelling van de stichting Statutair is de doelstelling van de stichting de volgende: “De stichting heeft ten doel: het bevorderen van de zelfstandigheid van mensen met een beperking, met name op het gebied van het voorzien in de eigen maaltijd en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.” 4.1.2 Algemene beleidsuitgangspunten Bevorderen van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid is niet alleen gelegen in het aanleren van specifieke vaardigheden, maar ook in het versterken van het sociale netwerk van het individu. De activiteiten van de stichting lenen zich uitstekend voor het bevorderen van dit doel, voor zover deze in groepsverband worden uitgevoerd. Het gaat immers om activiteiten die – naast leerzaam – vaak worden beleefd als gezellig en sociaal. Zelfredzaamheid betekent ook een grotere mate van contact en sociaal netwerk buiten de doelgroep (inclusie). Het onderhouden van een sociaal netwerk wordt – gezien de ontwikkelingen in de WMO – steeds belangrijker om de zelfredzaamheid van het individu te waarborgen, nu de overheid zich op dit gebied verder terug trekt. Het bevorderen van de zelfstandigheid, zoals in de doelstelling aangegeven, betreft niet alleen het individu dat in aanraking komt met Koken met Logica. De stichting ziet het ook als haar missie om de methode toegankelijk te maken voor zoveel mogelijk mensen, die vallen binnen de doelgroepsomschrijving en die baat kunnen hebben bij het gebruik van de methode. Dit betekent dat de stichting actief (landelijk) samenwerking zoekt met andere hulpverleningsinstanties, hulpverleners en/of platformen, die kunnen bijdragen aan het vergroten van het bereik van de methode. Een tweede manier om een zo groot mogelijke groep te bereiken, is het verlagen van de financiële drempels. Zeker met het beperken van de toegang tot PGB, waardoor individuele begeleiding op dit vlak niet meer inzetbaar is, wordt dit een noodzakelijke voorwaarde om de toegang tot de methode mogelijk te maken. De doelgroep is over het algemeen financieel niet draagkrachtig genoeg om de kosten van met name de groepsactiviteiten te dragen. De stichting werft fondsen, die in hoofdzaak worden aangewend om deze activiteiten tegen gereduceerde kosten te kunnen aanbieden. De doelgroep wordt bewust omschreven als “mensen met een beperking”. De groep met ASS is weliswaar het vertrekpunt geweest van de methode, maar de stichting stelt zich op het standpunt dat iedereen wiens beperking tegemoet gekomen wordt door de bijzondere vorm van de methode hiertoe toegang moet hebben. Een voorbeeld hiervan werd reeds gegeven in §3.1. Naast de aandacht van de stichting voor haar hoofdtaak, ziet zij de deelname aan organen, verenigingen en overlegstructuren met de overheid, voor zover zij daar haar ideeën met betrekking tot de doelstelling van de stichting mede kan verwezenlijken en/of een bijdrage kan leveren aan de beeldvorming van genoemde organen m.b.t. de behoeften van de doelgroep, als een belangrijke neventaak. Deze neventaak wordt evenwel om niet uitgevoerd door het bestuur van de stichting, om zo haar middelen vrij te houden voor haar hoofdtaak.


Pagina 9 van 13

4.2 Activiteiten De stichting tracht uitvoering te geven aan haar doel en beleidsuitgangspunten door: 1. Het verder ontwikkelen van de methode. Hierbij moet niet alleen worden gedacht aan de inhoudelijke ontwikkeling die continu plaats vindt door het toevoegen van nieuwe receptuur. Ook de vorm van de methode is in dit verband van belang. Vanwege de mogelijkheden die dit voor de doelgroep in praktische zin biedt (zoals het maken van aantekeningen tijdens het koken) is de receptuur losbladig uitgevoerd en zijn de recepten individueel geplastificeerd met folie die hinderlijke schittering voorkomt. Voor de doelgroep is dit een prettige manier van presenteren, maar het is wel een kostbare productiemethode. Onderzocht wordt of de methode ook digitaal (in de vorm van den App) kan worden aangeboden, waardoor de hoge productiekosten kunnen worden gereduceerd, hetgeen zich zal vertalen in de prijsstelling voor de doelgroep. 2. Het aanbieden van op het individu geschreven maatwerk. 3. Het aanbieden van Workshops: Workshops worden in series aangeboden met het doel de deelnemers bekend te maken met het gebruik van de methode en hen de vaardigheden aan te leren die zij nog niet meester zijn. Na de serie workshops zou de deelnemer in staat moeten zijn om zelfstandig de receptuur uit de rest van het boek te gebruiken. Een impressie van een dergelijke workshop is online te bekijken.5 4. Het organiseren van sociale activiteiten rondom het voorzien in de maaltijd, zoals prikkel arm restaurantbezoek en aangepaste avondactiviteiten.6 5. Het zoeken en onder de aandacht brengen van kook hulpmiddelen: Hierbij gaat het met name om hulpmiddelen die de handelingen in de keuken gemakkelijker maken of die prikkel reducerend zijn (vieze handen, geur, etc.). De stichting doet onderzoek naar de beschikbaarheid van dergelijke hulpmiddelen op de vrije markt en brengt deze onder de aandacht van de doelgroep. Vanwege de beperking van de doelgroep zorgt de stichting voor verkrijgbaarheid van de hulpmiddelen via haar eigen website, zodat er niet naar gezocht hoeft te worden en de stichting waar mogelijk inkoopvoordeel voor de doelgroep kan bedingen. 6. Voorlichting aan hulpverleners: Het is ook mogelijk dat een persoon uit de doelgroep de eigen begeleiding wil inzetten voor het aanleren van de vaardigheden en het gebruik van de methode. De stichting voorziet in dat geval in voorlichting, training en – indien gewenst – tijdelijke medebegeleiding. 7. Samenwerking met instanties: De stichting is actief op zoek naar samenwerking met instanties die de methode binnen hun instelling willen inzetten. Zij heeft daartoe speciale samenwerkingsvormen, waarbij de methode onder voorwaarden zodanig beschikbaar wordt gesteld, dat aanpassing aan de specifieke omstandigheden en diensten van de instelling mogelijk is. De aard van de instelling bepaalt mede de vergoeding die hiervoor gerekend wordt, in die zin, dat commercieel gerichte instellingen een hogere prijs betalen dan ideële, zulks ter beoordeling van het stichtingsbestuur. 8. Deelname aan overlegstructuren: Zie hiervoor de beschrijving onder algemene beleidsuitgangspunten (§4.1.2). Het stichtingsbestuur houdt in algemene zin vinger aan de pols en bepaalt voor welke overlegstructuren haar deelname zinvol is. 9. Promotie van de stichting en methode: Promotie geschiedt veelal door het gebruik van internet en social media. Daarnaast kan deelname aan promotieactiviteiten, voor zover het stichtingsbestuur dit zinvol acht, worden ingezet.

5

http://www.kokenmetlogica.nl

6

Zie voor reeds bestaande initiatieven: Eat Aut (Leeuwarden) en De Asociale Kaart (Landelijk).


Pagina 10 van 13

4.3 Financieel beleid 4.3.1 Huidig financieel kader De activiteiten van de stichting zijn tot nu toe gedragen door beide initiatiefnemers.7 Tot nu toe is een aanzienlijk deel van de middelen besteed aan ontwikkeling van de methode en promotie, waarvoor aan de doelgroep geen kosten zijn doorberekend. Daarnaast werden de methode en de daarbij behorende hulpmiddelen verkocht, en is twee maal een (serie) workshops gehouden. Eénmaal is deze gratis aan de deelnemers aangeboden, de tweede maal hebben de deelnemers twee derden van de kosten gedragen en de initiatiefnemers een derden. De draagkracht van initiatiefnemers is echter beperkt en leent zich niet voor het breed beschikbaar stellen van de methode. Dit is mede de reden geweest om de stichting op te richten. 4.3.2 Fondsenwerving Het stichtingsbestuur gaat actief op zoek naar mogelijkheden om subsidie te werven voor haar activiteiten. Zij zoekt hiertoe samenwerking met subsidiebureaus die bereid zijn om op no cure no pay basis te werken. Ook zal de stichting – om de verkrijging van subsidie te bevorderen – haar statuten en beleidsplan aan de belastingdienst voorleggen met het doel het ANBI keurmerk te verkrijgen. Tentatief beoogt de stichting haar op deze wijze verkregen middelen als volgt over de activiteiten te verdelen: (1) 25%, (2) 50%, (4) 20%. 4.3.3 Overheadkosten Het stichtingsbestuur ontvangt geen beloning of vacatiegeld voor haar activiteiten ten behoeve van de stichting. De activiteiten onder (5), (7), (8) en (9) van het vorige hoofdstuk worden door het stichtingsbestuur om niet uitgevoerd voor wat betreft de tijdbesteding die hieraan verbonden is, naast de gangbare taken zoals het houden van een administratie en financiële verantwoording. De aan deze activiteiten verbonden kosten komen wel ten laste van de stichting. Activiteit (7) zou in beginsel inkomsten voor de stichting moeten genereren, die worden aangewend als algemene middelen, dat wil zeggen dat zij besteed worden zoals andere door de stichting geworven fondsen. De productiemiddelen zoals printers, computers, lamineer apparatuur, instructiemiddelen, etc. worden door de initiatiefnemers om niet ingebracht, voor zover ze beschikbaar zijn binnen deze ondernemingen. Verbruiksmaterialen worden wel ten laste van de stichting gebracht. Aangezien het nu – net na de start van de stichting – onduidelijk is wat haar budget zal zijn, is het moeilijk een percentage te hangen aan de overheadkosten. Het stichtingsbestuur is echter gehouden deze tot het absolute minimum te beperken. Hetzelfde geldt voor de door bestuurders te maken onkosten. 4.3.4 Kosten in verband met activiteiten De activiteiten onder (1), (2), (3), (4) en (6) van het vorige hoofdstuk vereisen veelal de inzet van deskundigen (begeleiders, koks) en middelen (kookstudio, ingrediënten, etc.). Het maken van kosten is hier dus onontkoombaar. Het stichtingsbestuur streeft er wel naar deze kosten zo laag mogelijk te houden, onder andere door samenwerking te zoeken met leveranciers die zelf een maatschappelijk doel dienen, zoals de Stichting Robin Hood Eindhoven. Daarnaast zal bij de inhuur van deskundigen kritisch naar het tarief worden 7

Bekx Begeleiding & Advies te Geldrop en P-Squared te Eindhoven.


Pagina 11 van 13

gekeken en vindt twee maal per jaar een benchmark met de markt plaats. Waar mogelijk wordt gewerkt met vrijwilligers. Het stichtingsbestuur werft deze actief. De stichting vraagt aan deelnemers aan de workshops en kopers van de methode een bijdrage, maar tracht deze zoveel mogelijk te reduceren uit de middelen die door fondsenwerving beschikbaar komen. Hetzelfde geldt voor de activiteiten onder (2) en (4). 4.3.5 Verantwoording De financiële verantwoording van de stichting wordt eenmaal per kwartaal aangeboden aan het stichtingsbestuur, om zo tussentijdse sturing mogelijk te maken. De jaarrekening wordt eenmaal per jaar opgemaakt en gecontroleerd door een administratiekantoor. Zij is voor belanghebbenden ter inzage beschikbaar, zulks naar het oordeel van het stichtingsbestuur. Uit de jaarrekening blijkt de gehele verantwoording van de financiën van de stichting, met in het bijzonder de aan het stichtingsbestuur uitgekeerde vergoedingen, welke op naam worden vermeld.

4.4 Communicatiebeleid De stichting tracht een zo groot mogelijk bereik te verkrijgen m.b.t. de doelgroep, maar ook zij die bij beleidsvorming t.a.v. de doelgroep of bij de hulpverlening betrokken zijn. Zij doet dit door een sterke aanwezigheid in social media, met name facebook en twitter. Daarnaast geeft zij gevraagd en ongevraagd advies aan instanties, overheden, andere hulpverleners en subsidieverstrekkers en zoekt zij ook anderszins de publiciteit in de media. Het ligt niet in de lijn om via de gedrukte pers te adverteren, vanwege de hoge kosten die dit met zich meebrengt en het – uit ervaring bekende – beperkte rendement dat hiermee wordt gehaald.


Pagina 12 van 13

5 Bronnen Decentralisatiebrief: Kamerstukken: Kamerbrief | 19-02-2013 | BZK. Roelfsema, Martine T.; Hoekstra, Rosa A.; Allison, Carrie; Wheelwright, Sally; Brayne, Carol; Matthews, Fiona E. and Baron-Cohen, Simon (2012). Are autism spectrum conditions more prevalent in an information-technology region? A school-based study of three regions in the Netherlands. Journal of Autism and Developmental Disorders, 42(5), pp. 734–739.


Pagina 13 van 13

Beleidsplan Stichting Koken met Logica. Versie 0.2

Recommend Documents