Beleidsplan Nederlandse Vereniging voor Traumatologie 2004
‘Traumatologie in Perspectief’
2
Appendices
A.
Profielen traumacentra en perifere ziekenhuizen
G.
Inzet- en cancelcriteria MMT
H.
Schema opschaling SMH
I.
Preklinische triage traumapatiënten
2
3
Appendix A
Profielen traumacentra en perifere ziekenhuizen Binnen het ziekenhuis dienen faciliteiten aanwezig te zijn die adequate opvang en behandeling van ongevalpatiënten mogelijk maken. Op de volgende bladzijden wordt een opsomming gegeven van faciliteiten die per niveau beschikbaar dienen te zijn. Zij zijn voor de diverse profielen in de tabel samengevat. Ter sturing van alle specialismen die deelnemen aan de zorg voor ongevalpatiënten dient er een Coördinatie Commissie Traumatologie te zijn. De commissie dient in elk geval te bestaan uit een chirurg, anaesthesioloog, neuroloog, orthopaedisch chirurg en indien mogelijk een neurochirurg. Andere specialismen kunnen afhankelijk van de lokale situatie worden toegevoegd.
3
4
Ziekenhuis trauma profielen
profiel 3 profiel 3
profiel 2
profiel 2
profiel 1
profiel 1
minimaal wenselijk
minimaal
wenselijk
minimaal
wenselijk
1. SPOEDEISENDE HULP ALGEMEEN Beschikbaarheid
24 uur
12
24
24
24
24
24
aantal
3
5
5
10
10
15
aantal bedden + brancards
3
7
6
12
12
16
1
2
2
2
4
5
nee
ja
ja
ja, 2
ja, 2 faciliteiten
ja, 2 faciliteiten
SEH SEH: kamers Crashroom: aantal bedden röntgen ja/nee terplekke
faciliteiten
Wachtruimte Alarmsysteem
ja/nee
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja,
behandelruimte
videobewaking
Aantal bedden met ECG monitoring Totaal aantal
per jaar
2
4
3
5
5
8
7.000
15.000
14.000
19.000
17.000
19.000
patiënten SEH Is er een coördinator Traumatologie, welk specialisme?
ja, ja, chirurg ja, chirurg ja, chirurg ja, traumachirurg ja, traumachirurg chirurg
APPARATUUR 4
5
SEH Intubatiemateriaal,
ja/nee,
ja
ja
ja
ja
ja
ja
O2 ,
namelijk:
zuigapparaat
ja
ja
ja
ja
ja
ja
pulsoxymeter
ja
ja
ja
ja
ja
ja
nee
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
CVD, art. bloeddruk monitoring
nee
ja
ja
ja
ja
ja
standaard infusievloeistoffen en
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
nee
nee
ja/nee
ja
ja/nee
ja
nee
ja
ja
ja
ja
ja
nee
nee
nee
ja
ja
ja
maagspoelset
ja
ja
ja
ja
ja
ja
extensie materiaal voor tractie bij
ja
ja
ja
ja
ja
ja
nee
nee
ja
ja
ja
ja
nee
nee
ja
ja
ja
ja
beademingsmaterial, reanimatiemateriaal
CO2 meting ECG monitor en defibrillator
intraveneuze catheters steriele sets voor thoraxdrains, venasectie en tracheotomie steriele sets voor thoracotomie en laparotomie blaasdrainagesystemen met flowmeting peritoneaal lavagesystemen
fracturen infuus verwarmingsapparat uur temperatuurmeting voor bloed
profiel 3 profiel 3 profiel 2
profiel 2
profiel 1
profiel 1
minimaal wenselijk minimaal
wenselijk
minimaal
wenselijk
5
6
PROTOCOLLEN TRAUMATOLOGIE verpleegkundig
ja
ja
ja
ja
ja
ja
medisch
ja
ja
ja
ja
ja
ja
traumaopvang
ja
ja
ja
ja
ja
ja
donorpatiënten
ja
ja
ja
ja
ja
ja
orgaan/weefseldonatie
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
binnen binnen 30 binnen 30 binnen 15
binnen 15 min
binnen 15 min
mogelijkheden transplantatiemogelijkh eden rampenopvangplan
KLINISCH LABORATORIUM toegang tot bloedbank, tijdsduur?
60 min
min
min
min
bepaling stollingsstatus
ja
ja
ja
ja
ja
ja
bloedgasanalyse
ja
ja
ja
ja
ja
ja
drugs- alcoholscreening
ja
ja
ja
ja
ja
ja
Boven,
op
op
op
op
op
ja
ja
ja
ja
ja
ja
Afstand SEH naar CT
3 min
3 min
3 min
1 min
1 min
op SEH
MRI in het ziekenhuis
nee
ja
ja
ja
ja
ja
5 min
3 min
5 min
3 min
3 min
3 min
nee
ja
ja
ja
ja
ja
5 min
3 min
5 min
3 min
3 min
3 min
RONTGEN Locatie röntgenafdeling
op of naast Afstand SEH naar
1e
röntgen CT in het ziekenhuis
Afstand SEH naar MRI Angiokamer in het ziekenhuis Afstand SEH naar angiokamer
6
7
OPERATIEKAMER Locatie OK
verdiepin
naast verdieping
naast
verdieping
naast
5 min
3 min
3 min
1 min
3 min
1 min
nee
ja
ja
ja
ja
ja
Rongen/C boog
ja
ja
ja
ja
ja
ja
Arthroscopie/
ja
ja
ja
ja
ja
ja
nee
nee
nee
ja
ja
ja
naast verdieping
naast
verdieping
naast
5 min
3 min
3 min
1 min
3 min
1 min
nee
ja
ja
ja
ja
ja
0
5
10
25
25
45
0
2
4
10
10
25
0
5
5
10
10
23
ja/nee/ne ja/nee/nee/j ja/nee/nee/j
ja/ja/ja/ja
ja/ja/ja/ja
ja/ja/ja/ja
g Afstand SEH naar OK spoedlift naar OK
endoscopie Hart-longmachine
INTENSIVE CARE Locatie IC
verdiepin g
Afstand SEH naar IC spoedlift naar IC Intensive care bedden totaal Intensive care bedden met beademing Aantal medium care/ccu bedden Supervisie IC: anaesth/intensivist/interne/chirurgie CITO
e/nee
a
a
ja
ja
ja
ja
ja
ja
nee
nee
nee
overdag
overdag wel
ja
laboratoriumfaciliteit Een verpleegkundige per IC patiënt
wel reanimatie- en intubatiemogelijkheid
ja
ja
ja
ja
ja
ja
Tijdelijke uitwendige pacemaker
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ECG monitor en
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
nee
ja
ja
ja
ja
ja
defibrillator Elektronische drukmeting Cardiac/outputmetin
7
8
Intracraniële
profiel 3 profiel 3 profiel 2
profiel 2
profiel 1
profiel 1
minimaal wenselijk minimaal
wenselijk
minimaal
wenselijk
nee
nee
nee
ja
ja
ja
agnio
haio
agio
oudere
oudere agio
oudere agio
ja ATLS
jaATLS
Ja ATLS
chirurg traumatolo
traumatoloog
traumatoloog
drukmeting
PERSONEEL Overdag: arts
agnio/agio/haio
aanwezig op SEH heeft deze arts
agio ja/nee
nee
ja ATLS
chirurg
chirurg
ja ATLS
specifieke bijscholing? supervisor aanwezig agio/chirurg
og heeft deze arts
ja/nee
ATLS
ATLS
ATLS
ATLS
ATLS
ATLS
agnio/agio
agnio
agnio
agio
oudere
oudere agio
oudere agio
chirurgie
agio ATLS
ATLS
specifieke bijscholing? Diensten: arts aanwezig op SEH heeft deze arts
ja/nee
nee
ja
ATLS
ATLS
nee,chiru
nee,
nee,
nee,
rg
chirurg
specifieke bijscholing? supervisor agio/chirurg aanwezig
chirurg traumatolo
nee, ja, traumatoloog traumatoloog
og heeft deze arts
ja/nee
ATLS
ATLS
ATLS
ATLS
ATLS
ATLS
Artsen aanwezig in chirurg
nee
nee
ass
oudere
oudere agio
oudere agio
specifieke bijscholing? de dienst:
agio traumachirurg
nee
nee
nee
nee
nee
ja
chirurg met
nee
nee
nee
ass
ass
ass
longchirurgieervaring
8
9
internist
nee
nee
nee
ass
ass
ass
anaesthesioloo
nee
nee
ass
ass
ass
ja
cardioloog
nee
nee
nee
ass
ass
ass
neuroloog
nee
nee
nee
ass
ass
ass
cardiopulmo-
nee
nee
nee
ass
ass
ass
neurochirurg
nee
nee
nee
ass
ass
ass
radioloog
nee
nee
nee
ass
ass
ass
operatiekamer
nee
nee
nee
ja
ja
ja
anaesthesioloo
nee
nee
nee
ja
ja
ja
nee
ja
ja
ja
ja
ja
SEH tot 23 uur
1
2
2
2
3
4
SEH na 23 uur
1
1
2
2
3
3
ja
ja
ja
ja
ja
ja
nee
ja ass traumatologie
traumatoloog
g
naal chirurg
personeel in de dienst:
g röntgen
Wie staat klaar bij chirurg traumaopvang overdag
traumatoloog
nee
nee
Tijdens diensten)
assistent
nvt
nvt
nee
ja
ja
neuroloog
nee
ja
radioloog
nee ja
ja oudere ass
oudere ass
oudere ass
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja, 2
ja, 2
chirurg/poortarts anaesthesioloo g
röntgenlaborant
profiel 3 profiel 3
profiel 2
profiel 2
profiel 1
minimaal wenselijk
minimaal
wenselijk
minimaal
9
profiel 1 wenselijk
10 laborant
nee
ja
ja
ja
ja
ja
1
1
2
2
2
2
noodsein
noodsein
noodsein traumasein
traumasein
traumasein
en tel
en tel
nee
helft
eenderde
allen
allen
allen
SEH opleiding
allen
allen
allen
allen
allen
allen
TNCC opleiding
nee
allen
helft
allen
allen
allen
ATLS
nee
allen
allen
allen
allen
allen
allen
allen
allen
allen
allen
allen
ja
ja
ja
ja,opl
ja,opl
ja,opl
ja
ja
ja
ja,opl
ja,opl
ja,opl
nee
nee
nee
ja
ja,opl
ja,opl
ja
ja
ja
ja,opl
ja,opl
ja,opl
nee
nee
nee
ja
ja
ja,opl
ja
ja
ja
ja,opl
ja,opl
ja,opl
nee
nee
nee
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja,opl
ja,opl
ja,opl
klinische chemie SEH verpleegkundig e Hoe roept u het traumateam op?
VERVOLG PERSONEEL opleidingsniveau IC opleiding SEH verpleegk
bijgewoond verpleegkundige opleiding
SPECIALISME N IN DE STAF: Anaesthesiologie:
ja/ deeltijd/
nee Cardiologie Cardiopulmonale chirurgie Chirurgie algemeen Gastroenteroloog Gynaecologie/verlos kunde Haematologie Interne
10
11 Kaakchirurg
nee
nee
ja
ja
ja
ja
Kinderchirurgie
nee
nee
nee
nee
ja
ja
Kindergeneeskunde
ja
ja
ja
ja
ja
ja
KNO
ja
ja
ja
ja
ja
ja
Medische
ja
ja
ja
ja
ja
ja
Nefrologie
nee
nee
nee
ja
ja
ja
Neurochirurgie
nee
nee
deeltijd
ja
ja
ja
neurochirurgie dienst
nee
nee
nee
ja
ja
ja
nee
nee
nee
nee
nee
ja
Neurologie
ja
ja
ja
ja,opl
ja,opl
ja,opl
Oogheelkunde
ja
ja
ja
ja
ja
ja
Orthopaedie
ja
ja
ja
ja
ja
ja
nee
ja
ja
ja
ja
ja
Psychiatrie
deeltijd
ja
ja
ja
ja
ja
Radiologie
ja
ja
ja
ja,opl
ja,opl
ja,opl
Revalidatie
nee
deeltijd
deeltijd
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
nee
nee
nee
ja
ja
ja
Microbiologie
24 uur Neuroradiologie
Plastische chirurgie / microchirurgie
Uroloog anders
2. DE CHIRURGEN Opl.assistenten algemene chirurgie
profiel 3
profiel 3 profiel 2
profiel 2
profiel 1
profiel 1
minimaal
wenselijk minimaal
wenselijk
minimaal
wenselijk
Aantal operaties totaal Aantal trauma operaties
11
12 Totaal aantal
3
6
5
7
10
14
Traumatologie
1
2
2
3
4
5
Longchirurgie
nee
nee
1 chir in huis
chir in huis
chir in huis
Vaatchirurgie
1
2
2
4
4
5
Gastro-intestinale
1
2
2
4
4
5
bedden totaal
150
300
300
500
500
800
acute haemodialyse nee/ja,
nee
nee
nee
ja
ja
ja
30
50
50
50
100
100
1
2
3
5
5
8
chirurgen Chirurgen aanwezig met aandachtsgebied:
chirurgie
3. HET ZIEKENHUIS ALGEMEEN
en ultrafiltratie
aantal:
4. TENSLOTTE Bij een ramp: Lichtgewonde slachtoffers opvangen per 2 uur Zwaargewonde slachtoffers opvangen per 2 uur
12
13
Profiel 1 ziekenhuis
Als gevolg van hun centrumfunctie binnen het regionale traumazorgnetwerk dienen de profiel 1-ziekenhuizen aan een aantal specifieke eisen te voldoen:
•
In samenwerking met andere profiel 1-ziekenhuizen in de regio: zorgplicht voor de opvang van alle polytraumapatiënten.
•
Na stabilisatie eventueel overplaatsing naar profiel 2-ziekenhuis.
24-uursbeschikbaarheid van een: •
Intern traumateam: traumachirurg, anaesthesioloog, neuroloog, radiodiagnost, twee SEH-verpleegkundigen, twee röntgenlaboranten.
•
Spoed-operatiekamer.
Binnen 15 minuten aanwezig: •
Neurochirurg.
•
Thoraxchirurg.
•
Kaakchirurg.
•
KNO-arts.
•
Gynaecoloog.
•
Orthopaedisch chirurg.
•
Plastisch chirurg.
•
Kinderarts.
•
Internist.
•
MMT: Grond- en luchtvervoer paraat 24 uur per dag (voorzover financiën hierin voorzien). Arts en verpleegkundige (beide met relevante prehospitale ervaring) in samenwerking met de andere deelnemende ziekenhuizen en RAV uit de regio.
•
Faciliteiten: Traumachirurgie, acute neurochirurgie, acute OK-faciliteit, adequate IC-faciliteit, CT/MRI/interventie, traumaregistratie, coördinatiecommissie Traumatologie.
13
14 Bij de opvang van traumapatiënten is ondersteuning in het ziekenhuis op een breed niveau noodzakelijk. Binnen de medische staf dient consensus te bestaan over medewerking aan de opvang van de traumapatiënten en dienen afspraken gemaakt te zijn over aanwezigheid c.q. beschikbaarheid van consulterende specialismen. Deze en andere verplichtingen van de traumacentra zijn in de circulaire van VWS d.d. 6 oktober 1998 als volgt geformuleerd: 1. Zorgtaak Deze kan worden opgedeeld in een (naadloos op elkaar aansluitende) prehospitale en klinische zorgtaak. Binnen een traumacentrum moet de klinische zorg worden gewaarborgd door te voldoen aan de volgende criteria: •
24-uursbeschikbaarheid van een intern traumateam, minimaal bestaand uit een chirurg met aantoonbare ervaring in de traumatologie, een anaesthesioloog, een radioloog, twee SEH-verpleegkundigen en twee röntgenlaboranten,
•
binnen 15 minuten moeten in het ziekenhuis aanwezig kunnen zijn: een neuroloog, neurochirurg, thoraxchirurg, kaakchirurg, KNO-arts, uroloog, gynaecoloog, orthopaedisch chirurg, plastisch chirurg, kinderarts en een internist,
•
binnen het ziekenhuis moeten de volgende faciliteiten beschikbaar zijn: traumachirurgie, adequate IC-faciliteit, adequate OK-faciliteit, CT/MRI/ interventieradiologie, traumaregistratie en een coördinatiecommissie Traumatologie.
De prehospitale zorgtaak bestaat voornamelijk uit het opleiden en faciliteren van een Mobiel Medisch Team (MMT). Het MMT bestaat uit een arts en een verpleegkundige (beide met specifieke opleiding en ervaring op het gebeid van prehospitale spoedeisende medische hulpverlening), die op de plaats van ongeval preklinische medische hulp kunnen aanbieden, als aanvulling op de ambulancezorg. Deze aanvullende prehospitale zorg zal in de nabije toekomst op basis van 24uursparaatheid functioneren, waarbij wordt gestreefd naar een landelijke dekking vanuit de tien traumacentra. Het MMT wordt middels een auto (grond-MMT) of helikopter (helikopter-MMT in vier traumacentra) naar de plaats van het ongeval vervoerd. (Zie voor verdere specificaties van het MMT hoofdstuk 5: Prehospitale zorg en GHOR.) 2. Regionaal netwerk 14
15 Binnen het verzorgingsgebied van het betreffende traumacentrum dient een traumazorgnetwerk te worden gerealiseerd. Hierbij worden afspraken gemaakt over (de verdeling van) de opvang van ongevalslachtoffers en de samenwerking daarbij. Tevens worden afspraken gemaakt over registratie, kwaliteitscontrole en visitaties. 3. Landelijk netwerk Ieder traumacentrum heeft de taak intensief contact te houden met de overige traumacentra over de optimale werkwijze op zowel medisch-inhoudelijk als op organisatorisch gebied. Dit moeten leiden tot (de ontwikkeling van) landelijke behandelprotocollen, kwaliteitseisen en kwaliteitscontrole, en registratiesystemen. Inmiddels bestaan er twee landelijke overlegstructuren tussen de traumacentra (het LVTC en LBTC) en een aantal landelijke werkgroepen, waar onder ‘MMT´s en patiëntenstromen’, ‘Kwaliteit, onderzoek en registratie’, en ‘Samenwerking Regionaal Geneeskundig Functionaris en LBTC’. 4. Wetenschap en opleiding. De traumacentra ontwikkelen zich gezamenlijk tot kenniscentra op het gebied van traumatologie, door vergaren en verspreiding van kennis en kunde. Wetenschappelijk onderzoek en opleiding maken hiervan deel uit.
15
16
Appendix G Inzet- en cancelcriteria MMT Eind februari 2001 is het G3-overleg ingesteld. Deelnemers aan dit overleg zijn de landelijke koepelorganisaties AmbulanceZorg Nederland, het Landelijk Beraad Traumacentra (LBTC) en de Raad van RGF’en: drie organisaties die een belangrijke rol spelen binnen de (grootschalige) hulpverlening bij ongevallen en rampen. Het doel van het G3-overleg is om door vroegtijdige afstemming over en samenwerking met elkaar samen sterker te staan in het realiseren van concrete producten en het uitwerken van ideeën waarmee de te leveren zorg uiteindelijk het beste gediend is. Multidisciplinaire werkgroep MMT-inzetcriteria Op initiatief van het G3-overleg is een multidisciplinaire werkgroep MMT-inzetcriteria ingesteld. In deze werkgroep hadden vertegenwoordigers van Ambulancezorg Nederland, de Beroepsvereniging Ambulancezorg, het LBTC, en de Raad van RGF’en zitting. De opdracht van de werkgroep was op korte termijn te komen tot een unaniem advies over een set MMT-inzetcriteria omdat hieraan in het veld grote behoefte bestaat. Als basisdocumenten zijn hiervoor alle in het land gehanteerde MMTinzetcriteria gebruikt. De uiteindelijke set is een compilatie van wat al voorhanden was. De set heeft betrekking op landelijke inzetcriteria Traumatologie en op inzet in reguliere situaties. Dit zijn alle situaties tot op het moment dat sprake is van multidisciplinair overleg op leidinggevend niveau. Vanaf dat moment is sprake van opschaling en treedt de structuur van de GHOR in werking. Landelijke afstemming De hieronder volgende set MMT-inzetcriteria Traumatologie is de eerste en enige set die op landelijk niveau bestuurlijk draagvlak heeft.
16
17 Inzetcriteria MMT voor de reguliere spoedeisende hulpverlening
Doel 1. Inzetcriteria dienen een bijdrage te leveren aan een hogere effectiviteit en doelmatigheid van de zorgverlening. 2. Inzetcriteria dienen heldere richtlijnen te zijn op basis waarvan de keuze tot het al dan niet inzetten van het MMT kan worden gemaakt. 3. Inzetcriteria dienen duidelijkheid te verschaffen over de noodzaak van het inzetten van het MMT.
Definities Primaire inzet: inzet van het MMT door de CPA-centralist op basis van de melding. Secundaire inzet: inzet van het MMT door de CPA-centralist op verzoek van een hulpverlener (ambulanceverpleegkundige of huisarts) ter plaatse. Drie soorten MMT-inzetcriteria: 1. Criteria gebaseerd op de aard van het incident. 2. Criteria gebaseerd op de toestand van de patiënt. 3. Overige inzetcriteria gebaseerd op regionale afspraken.
Toepassen van inzetcriteria: De CPA-centralist gebruikt als dringende richtlijnen bij de uitvraagsystematiek: •
De inzetcriteria gebaseerd op de aard van het ongeval in combinatie met de inzetcriteria gebaseerd op de toestand van de patiënt.
•
Voor kinderen en ouderen geldt dat sneller tot inzet wordt besloten in verband met de verhoogde kwetsbaarheid van beide categorieën.
•
Bij een vraag van de hulpverlener ter plaatse volgt onmiddellijke inzet.
•
Geen discussie tijdens de inzetprocedure. Bij twijfel inzetten met de mogelijkheid tot cancellen.
17
18 Overig: • De inzetcriteria dienen blijvend te worden geëvalueerd conform geldende procedures. Criteria gebaseerd op de aard van het incident 1.
Hoog energetisch trauma: - Snelheid motor-, brom- en (snor)fiets > 30 km/uur. - Auto-ongeval met hoge snelheid. - Uit voertuig / van motor geslingerd. - Aanrijding voetganger > 30 km/uur.
2.
Ongeval met of tegen trein/tram/vrachtwagen/bus/vliegtuig/schip.
3.
Val of sprong van hoogte, gerelateerd aan de toestand van de patiënt.
4.
Beknelling, bedelving of verdrinking.
5.
Ongevallen met meerdere ernstige slachtoffers.
6.
Ongevallen met elektriciteit (incl. blikseminslag).
7.
Explosie.
8.
Chemische, toxische en nucleaire incidenten.
9.
Grote brand met ingeslotenen.
10. Duikongevallen. Criteria gebaseerd op de toestand van de patiënt: A(irway) 11. Acuut bedreigde ademweg: - Hoofd/halstrauma. - Oedeem. - Corpus alienum. 12. Verdenking inhalatietrauma: - Stridor / kortademigheid. - Coma. - Brandwonden in hoofd-/halsgebied.
18
19
B(reathing) 13. Iedere patiënt met ernstige afwijkingen van de ademfrequenties: - Leeftijd
Ademfrequentie
<1
<20; >50
2–5
<15; >40
5 – 12
<10; >35
>12
<10; >30
- Thoraxtrauma SaO2 < 96%, ondanks 5 minuten zuurstoftoediening van 100%. C(irculation) 14. Shock-klasse III of hoger en kinderen shock-klasse I (tachycardie en verminderde capillary refill). D(isability) 15. Bewusteloosheid door trauma. 16. (Dreigende) dwarslaesie. E(xposure) 17. Doordringen verwondingen aan schedel, borstkas of buikholte. 18. Hoog energetisch letsel met (zowel open als gesloten) fracturen aan bovenbeen, bekken of wervelkolom). 19. Schotwonden, ernstige slag- of steekwonden aan schedel, borstkas of buikholte. 20. Amputaties boven pols en enkel. 21. Brandwonden 15% BSA (totale lichaamsoppervlakte). 22. Transport van patiënt met ernstige onderkoeling <32 gr. C kerntemperatuur.
Overige inzetcriteria gebaseerd op regionale afspraken Deze worden hier buiten beschouwing gelaten. Cancelcriteria MMT Onderhevig aan regionale afspraken, nog geen landelijke concensus over opgesteld.
19
20
20
21
Appendix H Schema opschaling SMH (Spoedeisende Medische Hulpverlening)
Type incident
Type inzet
1 Incident met 1 slachtoffer
1 ambulance
2 Incident met (naar schatting) 1 slachtoffer
1 ambulance en MMT
wiens leven (potentieel) wordt bedreigd en waarbij aanvullende medische hulp ter plaatse noodzakelijk is 3 Incident met (naar schatting) 2-4 slachtoffers Ambulances, MMT, OvDG van wie het leven (potentieel) wordt bedreigd en waarbij coördinatie en aanvullende medische hulp ter plaatse nodig is 4 Incident met 5-10 slachtoffers
Ambulances, MMT, OvDG, CTPI
5 Incident met meer dan 10 slachtoffers
Ambulances, MMT, OvDG, CvDG, CTPI, SIGMA
21
22
Appendix I Preklinische triage traumapatiënten TRIAGESCHEMA TRAUMAPATIENTEN VOOR AMBULANCEPERSONEEL en MMT •
RTS < 11
•
PTS < 9
ja
nee
Duidelijk uitwendig waarneembaar: •
Penetrerend letsel hoofd, thorax en/of bovenbuik
•
Twee of meer instabiele fracturen van femurschacht en/of humerusschacht (duidelijk zichtbaar)
•
Klinisch instabiel bekken
•
Klinische fladderthorax
•
Gehele neurologische uitval van 1 extremiteit
•
Amputatie proximaal van pols of enkel
•
Brandwonden > 15% en/of inhalatietrauma
•
Chemisch trauma
•
Lichaamstemperatuur < 32 graden
ja
nee
Hoog energetisch trauma: RTS 11 of 12 •
Ongeval verkeer > 65 km/uur
•
Verkorting auto > 50 cm
•
Deuk passagierszijde > 30 cm
•
Uit de auto geslingerd
•
Mede passagier overleden
•
Auto over de kop geslagen
•
Voetganger geraakt > 10 km/uur
•
Val van > 5 m hoogte
•
Zwangerschap > 13 wkn
Ja en RTS 11 of 12
Nee en RTS 12
Nee en RTS 11
Naar dichtstbijzijnde ziekenhuis met volledige faciliteiten: ZIEKENHUIS PROFIEL 1 Gespecialiseerd centrum
Naar dichtstbijzijnde ziekenhuis met intermediaire faciliteiten: ZIEKENHUIS PROFIEL 2
22
Naar dichtstbijzijnde ziekenhuis met algemene faciliteiten: ZIEKENHUIS PROFIEL 3